AANGETEKEND Nederlandse Zorgautoriteit Postbus 3017 3502 GA Utrecht Laren, 25 september 2014 Betreft: aanwijzingen van onregelmatigheden en zorgelijke ontwikkelingen bij de Zorgverzekeraar Achmea met verzoek om nader onderzoek en veiligstelling zorgverzekeringsdivisie Geachte heer/mevrouw, Conform de WMG, ZVW en AWBZ doet de Stichting Onafhankelijke Hulpverlening melding van feiten en aanwijzingen die negatief van invloed is op de kosten en de kwaliteit van de zorg. Bovendien zouden deze feiten de waarborgen voor de continuïteit kunnen bedreigen. Daarnaast ziet de SOH een ontwikkeling binnen het zorgverzekeringsbedrijf in het algemeen die de WMG op de tocht zet. Deze melding is gebaseerd op onderzoeksgegevens uit de jaarverslagen van het gehele ACHMEA concern en met name van 2013. Deze gegevens zijn verzameld door het onderzoeksteam SOHI. Constateringen uit jaarverslagen Achmea Achmea Zorgverzekeringen heeft in 2012 voor € 1.226 mln. aan bedrijfsobligaties gekocht. Uit de jaarrekening kan niet worden opgemaakt welke bedrijven die betreffen. Achmea Zorgverzekering heeft in 2012 voor € 1.414 mln. aan ziekenhuizen geleend. Aan welke ziekenhuizen valt ook niet uit de jaarrekening op te maken. De lening is wel zo hoog dat hierdoor ziekenhuizen afhankelijker worden. Volgens het principe ‘wie betaalt, bepaalt’ maakt dat een ziekenhuis met een schuldpositie bij een op winst gerichte private zorgverzekeraar het geld laat prevaleren boven de belangen van de patiënt. Voorts zou een patiënt, die voor een bepaald ziekenhuis kiest dan wel voor een zorgverlener of desnoods voor een bepaalde keten waarmee contracten zijn afgesloten, een verlaging van zijn eigen risico krijgen plus eventueel een bonus aan het einde van het jaar. Afgezien van de vraag of dit is geoorloofd qua bespelen van de markt, rijzen de volgende vragen:
Is de NZa zich er van bewust wat dit betekent voor de jaarrekeningen van het ziekenhuis, de zorgverlener, de wettelijk bepaalde tariefs‐ontwikkeling en de kwaliteit respectievelijk de betrouwbaarheid van de zorg en haar administratie? Moet de NZa als toezichthouder niet worden geïnformeerd over hoe de bonussen in welke boekhouding worden geboekt; ten laste van de zorgverzekeraar, investeerder of aandeelhouder?
Het zal duidelijk zijn, dat een verlaging van het eigen risico het bedrijfsresultaat van Achmea drukt. Die verlaging kan de zorgconsumptie doen toenemen en per saldo dus ook de kosten. Achmea verschaft hierover geen enkele informatie, maar is wel van cruciaal belang. Stichting Onafhankelijke Hulpverlening | Schoutenbosje 11 | 1251 LE Laren | KvK: 58518401 Email:
[email protected] | Website: www.sohnederland.nl | IBAN: INGNL27INGB0006128479
Dit jaar werd bekendgemaakt, dat de kredietwaardigheid van Achmea Interne Diensten NV (dus niet Achmea Zorgverzekeringen NV) zodanig is verlaagd, dat de kredietverzekeraar adviseert alleen nog maar krediet te geven, wanneer men onderpand krijgt. Er is echter nog steeds geen plan aanwezig binnen ACHMEA om de zorgdivisie hiervan in de toekomst te vrijwaren, terwijl aan beide zijden dezelfde bestuurders zitten. Desalniettemin is geconstateerd, ook door de media (Volkskrant, Financieel Dagblad, Parool), dat ACHMEA Zorgverzekering veel meer winst maakt dan volgens haar jaarrekening het geval is. Hierover moet duidelijkheid komen, aangezien de andere divisies van het ACHMEA concern in zwaar weer verkeren. Het gevaar bestaat nu, dat de rekening van de ACHMEA Holding deels bij de zorgdivisie wordt gelegd, hetgeen al een keer is gebeurd. Dat het aan de NZa is om hier nauwlettend op toe te zien behoeft geen betoog. Naast de boekhoudkundige en financiële kwesties is er ook sprake van belangenverstrengelingen die niet in het belang zijn van de zorg. Met name van belangrijke dubbelfuncties tussen zorgverzekeraars en vooraanstaande leden van de Eerste Kamer (de heren Van Boxtel, De Grave, Drees, Wiegel), die gedurende hun lidmaatschap van de Tweede Kamer veelal woordvoerder voor gezondheid waren. Zo wordt de financiering van de zorg in Nederland beheerst door een samenwerking van enkele grote zorgverzekeraars, internationale medische toeleveranciers en de politiek. Dit moge blijken uit het SYNERGENT Symposium en het onlangs verschenen McKinsey rapport “Healthcare in 2040, Bloomberg of Health” (zie bijlage 1). De uitkomst van dit soort overleg betekent meestal een lastenverzwaring en een tariefs‐daling voor de zorgaanbieder. Een pilot studie in de USA heeft aangegeven dat die uitkomsten de kosten in de zorg doen vergroten in tegenstelling tot de kwaliteit (Great Lakes onderzoek 1990). Daarbij zijn dus noch de belangen van de zorgaanbieder noch die van de patiënten gediend, maar wel van de toeleveranciers, de aandeelhouders en bepaalde politici en bestuurders. Nog een verontrustende situatie: De Vereniging Achmea is met 65% van de aandelen de eigenaar/baas van het ACHMEA concern, dus ook baas over de zorgdivisie. De RABO beschikt over 29% van de aandelen. Wie eigenaar is van de overige 6% is nog steeds niet bekend, althans door ons niet te achterhalen. Nu heeft de RABO aan de vereniging echter een lening verstrekt van € 700 mln. voor 2013 via een constructie, die de handen van de vereniging bindt. Die binding komt erop neer dat de RABO mee kan beslissen over de Zorgdivisie binnen dit concern. Hierbij vallen de volgende personen op: de Heer Lenze Koopmans, sinds 1990 Hoogleraar Gezondheid financiën aan de Universiteit van Groningen en van 2007‐2013 voorzitter van de Raad van Commissarissen van de RABO, zou mede advies gegeven hebben aan ACHMEA Zorgverzekeringen, Zorgverzekeraars Nederland, NZA en wellicht ook van de financieringsstrategie van de onder Achmea Vastgoed (SYNTRUS) opererende divisies zoals bijv. de hypotheeksectie PVF nu ACHMEA Hypotheekbank. Met deze laatste bank gaat het zeer slecht gelet op de resultaten van Syntrus Achmea. Er bestaat nu vrees voor een sterfhuis binnen het ACHMEA‐concern met alle gevolgen van dien. De heer Koopmans was immers eerder betrokken bij OGEM‐affaire en Centraal Beheer. Niet alleen daarom kan er gevreesd worden voor een sterfhuis binnen het ACHMEA concern met alle gevolgen van dien. De hypotheken zijn bijvoorbeeld verstrekt aan vastgoedhandelaren, waaronder een onlangs strafrechtelijk vervolgde en veroordeelde heer wegens “witwassen”. Sommige leningen zijn overgenomen van RABO Vastgoed. Vermoedelijk zijn er ook nog stromannen in het spel, waar slechte leningen aan zijn verstrekt. Ook trekt de koop van de Lemsteraak “de Witte Walvis” de aandacht, een luxe‐jacht dat stamt uit de Bruinsma/Endstra erfenis. Deze erfenis was nu juist de aanleiding tot veroordeling van de eerder aangehaalde heer. De Standard & Poor rating van Achmea Hypotheekbank is dan ook niet voor niets verlaagt naar A negatief. Achmea Bank heeft zelf voor € 12.5 miljard aan leningen uitstaan en wij zien hier ook zoals bij de andere divisies lage, laat staan negatieve, rendementen (jaarverslag 2012/2013).
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening | Schoutenbosje 11 | 1251 LE Laren | KvK: 58518401 Email:
[email protected] | Website: www.sohnederland.nl | IBAN: INGNL27INGB0006128479
Van de verschillende pensioenfondsen, die deelnemen in het vastgoedbeheer van ACHMEA/vermogensbeheer verkeert 80 % zich in slecht financieel weer. Onlangs is het pensioenfonds voor de Retail opgestapt. Dit kostte bij ACHMEA 100 banen. Syntrus Achmea Vastgoed Beheer heeft een bedrag gefinancierd van € 11 miljard. Gezien het balanstotaal heeft dat geen betrekking op eigen gelden. Dit grote bedrag komt weer van dezelfde pensioenfondsen. ACHMEA loopt in deze moeilijke tijden dus een levensgroot risico zodra ze deze zware financiële verplichting krijgt opgelegd. Welke garantie is er dat de premiestroom in de zorg niet in het geding komt? Wij zijn van oordeel dat de NZa ook wat dit betreft hier een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. Slechte leningen bij de banken moeten worden afgeboekt met verlies, tenzij een andere partij ze overneemt of een sterfhuis wordt gevormd. Nu wil het geval dat voormalig ACHMEA bestuurder, de heer Gerard van Olphen, nu hoofdbestuurder van SNS, ook gebaat is bij overname van slechte leningen door een nieuwe partij of door een komend sterfhuis. SNS zit namelijk omhoog met een insecure portefeuille “SNS Property Finance”. De heer van Olphen werd overigens op non‐actief gesteld bij Achmea, daar hij verantwoordelijk werd gesteld voor het aangaan van eerder genoemde lening van € 700 mln. met voor Achmea de bindende constructie met de RABO. Er zijn daarom gegronde redenen om aan te nemen, dat binnen het Achmea concern een sterfhuis wordt geschapen en dat de premiestroom van hun zorgdivisie in het geding zal komen en natuurlijk dan ook de zorg. Uit de vele jaarrekeningen van 2013 blijkt, dat de vele divisies in elkaar overlopen, al dan niet door lening of investering of door bepaalde bestuurders met diverse petten op. Zo is er bijvoorbeeld een hoofdbestuurder die zowel bij Zorg als de hypotheekdivisie van ACHMEA zit en eerder al een rol speelde in de sterfhuisconstructie van de zogenaamde PCM/APAX affaire. Zo is ook de RABO sterk vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen van ACHMEA (de heer Overmars). Een andere bestuurder van Achmea was eerder betrokken bij een sterfhuisconstructie en het faillissement van LTO vastgoed, eerst ingeleid door RABOvastgoed met een rol van PVF. De vele divisies van ACHMEA die in elkaar overlopen via lening of investering, komen steeds tot uitdrukking in een aparte paragraaf van de verschillende jaarrekeningen : ELIMINATION OF INTERGROUP TRANSACTIONS AND ACCOUNTS, INTERGROUP ACCOUNTS AND ANY UNREALISED GAINS AND LOSSES ON TRANSACTIONS WITHIN THE BANK OR INCOME AND EXPENSES FROM SUCH TRANSACTIONS ARE ELIMINATED FROM THE CONSOLIDATED FINANCIAL STATEMENTS. De accountantsorganisatie, die deze jaarrekeningen goedkeurt, heeft een bestuurder, die ook bij ACHMEA een hoofdbestuursfunctie heeft (KPMG). Dan wordt ook nog eens geconstateerd dat het gehele ACHMEA‐concern in 2012 een negatieve cashflow had van tegen de € 140 mln. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende verslagen:
de jaarverslagen 2013 van Vereniging Achmea Bank Holding, Achmea Hypotheekbank en de jaarverslagen van 2012 van PVF zakelijk en particulier, Hypothekenfonds, 2012 Achmea Dutch Health Care Property Fund, 2012 Achmea Dutch Residential Fund (Syntrus), 2012 Achmea Groep, en, voor zo ver gepubliceerd in de financiële verslagen van Achmea Health Care Fonds.
Consequenties van de bevindingen Wij zullen ons nu verder beperken tot de raakvlakken van de zorgdivisie met de andere bloedgroepen binnen het ACHMEA‐concern. Ook deze zijn niet geruststellend. Het opvoeren van de overige gegevens binnen het concern met betrekking tot afdekking (dekkingsconstructies met onduidelijke derivaten transacties, waardepapieren, hedge accounting, bonds, unsecure loans) en de financiële resultaten voeren in dit bestek te ver. Hierover kan de SOH nader worden geraadpleegd.
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening | Schoutenbosje 11 | 1251 LE Laren | KvK: 58518401 Email:
[email protected] | Website: www.sohnederland.nl | IBAN: INGNL27INGB0006128479
Zoals eerder vermeld, is Achmea Vereniging (als baas) bij allerlei financiële exercities betrokken. In hun jaarverslag van 2013 stond echter het volgende: …dat er rekening gehouden moet worden met voortijdig stopzetten van de zorgactiviteiten en dat dan het Bestuur bepaalt welk gedeelte van het restvermogen van de Vereniging zal worden uitgekeerd aan 1 of meer door het Bestuur te bepalen instellingen welke werkzaam zijn op het gebied van de Volksgezondheid’. Dit restvermogen zou dan bestaan uit certificaten aandelen in het kapitaal van Achmea BV, Zilveren Kruis, Groene Land, FBTO. Nergens is een garantie of een dekking opgenomen of een aansprakelijkheidsstelling van bestuurders, wanneer dit restvermogen negatief zou blijken te zijn bij stopzetting. Ook is het opmerkelijk dat bij de Vereniging de personeelskosten jaarlijks met 14% stijgen. Tevens blijkt er een negatieve kasstroom te zijn. Er moet niet vergeten worden, dat deze Achmea Vereniging behoort aan de klantleden volgens statuten. Ze is ontstaan uit alle afzonderlijke ziekenfondsen, die de afgelopen decennia zijn opgegaan in ACHMEA, coöperaties of niet. De Vereniging is in feite verantwoordelijk voor de gehele Zorgsectie van Achmea! In 2012 neemt ACHMEA groep (BV) Friesland Zorgverzekeraar over en handhaaft een vergoedingssysteem naar oud‐bestuursleden Friesland en hun familie. De vraag is hier gerechtvaardigd of dat bij andere overnames ook is gebeurd. Er wordt belang genomen in firma’s zoals Medifirst en Dentalfirst voor meer dan 1 miljoen Euro, waarvan het belang niet duidelijk is, evenals de sponsoring van Dental Clinics (bronnen M. Maasdam ZVcoll en P. den Biggelaar). De doelstelling van de laatste keten is immers duidelijk (bedrijfsvergaderingen van gebroeders de Winter): streven naar een omzet van € 100 mln. ondanks de verliezen om vervolgens de keten te verkopen aan een Zorgverzekeraar. In 2013 is er een premiestroom van ruim € 13 miljard. Er wordt voor € 93 mln. geïnvesteerd. Er is sprake van een negatieve kasstroom en men geeft € 639 mln. uit aan “operating expenses” (acquisitie?). De winst loopt in een jaar terug van € 301 mln. naar € 280 mln. en de solventie daalt van 182% naar 135%, terwijl de commissies blijven stijgen. Het getuigt van verantwoordelijk bestuur, wanneer de onkosten en vooral die kosten die niet te beheersen zijn, onderzocht en beperkt worden, zodat ze afnemen. In plaats daarvan is het concern gaan streven naar expansie, ook op internationaal niveau, zoals onlangs in Rusland wat danig misliep (zie bijlage 2). Het heeft er alle schijn van dat ACHMEA wel doelbewust een andere weg is ingeslagen. Vooral als men in zee stapt met zogenaamde innovatieve bedrijven, die in de health sector afhankelijk zijn van venture‐capitalists, zoals Life Science. Deze venture‐capitalists krijgen hoe dan ook hun rendement altijd eerder dan een latere investeerder zoals Achmea. Of zoals blijkt uit studies naar bijvoorbeeld LSP Health Economic Fund kan Achmea juist baat hebben bij een verlies. Dit zijn zorgelijke kwesties, want waarom zou ACHMEA dan niet investeren in Nederlands Universitair Medisch onderzoek? Is dit nou invest/inkomen 2012 (€ 93 mln.) of negatief/inkomen 2012 (€ 40 mln.)? Er gaat wel 94% van de zorgpremiestroom (6% adm. kosten) naar de Zorg, terwijl er ook gelden gestopt worden in allerlei projecten zoals bijvoorbeeld “Dutch Healthcare Estate (property fund)”. De jaarrekening geeft geen uitkomst. We zien echter wel een vermelding dat via Syntrus Asset Management Achmea Pensioen hun Holding uitgaven ten laste brengen van de Zorg divisie, zonder vermelding de hoogte van het bedrag. Dit kan ook een vergoeding voor geleverde diensten zijn, maar omdat het dan om publiekelijke middelen gaat zou hierop een rem aanwezig moeten zijn. Het gaat hier om een privaat bedrijf waar voor een groot deel publieke middelen(zorg) omgaan. Men moet dan zeer sterk in zijn schoenen staan om niet kosten/verliezen uit het privaat gedeelte onder te brengen onder titel van bijv. ICT ontwikkeling, reclame, toezichtsgelden Holding enz. bij het publieke deel, hoe breed men het bedrijf ook maakt.
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening | Schoutenbosje 11 | 1251 LE Laren | KvK: 58518401 Email:
[email protected] | Website: www.sohnederland.nl | IBAN: INGNL27INGB0006128479
Welke transactie staat aan de basis van een hoge rentevergoeding tussen onderdeel Agis en Achmea Hypotheekbank ? Achmea Dutch Health Care Property Fund: hier vindt men in de kasstroom stortingen van bijvoorbeeld € 25.6 mln. zonder vermelding van wie, misschien uit de Zorg zelf. Hun ontwikkelings‐BV vermeldt dat zij geen activiteiten heeft, maar toch vergoeding ontvangt. Men mag zich toch minstens afvragen, wie hier de aandeelhouders zijn. Syntrus Achmea 2013 ontvangt jaarlijks € 5000 mln. vaste activa aan beheerkosten van dit fonds. In dit geval een bedrag van € 275.000. Achmea Dutch H C P F voert echter € 66.326 mln. op aan vaste activa. Aan Syntrus wordt dus voor een kapitaal van € 55 mln. vergoed aan vaste activa. Hier is dus sprake van een verschil van € 11.326 mln. aan vaste activa. Is hier sprake van een onbekende portefeuille? Het gevaar van een domino‐effect is groot vanwege de kans op een sterfhuis binnen het concern. Dit gebeurde ook bij Centraal Beheer in 2005/2006. De SOH verzoekt u te onderzoeken in hoeverre de Zorg bij Achmea geen gevaar loopt en de premies van de zorg niet in andere zaken gestoken is of gaat worden. De samenleving zou de garantie moeten hebben dat nu en in de toekomst niet één eurocent van de zorgpremie binnen en buiten Achmea voor andere doelen onrechtmatig wordt aangewend. Dit geldt uiteraard ook voor andere zorgverzekeraars. Voor een nadere toelichting of extra informatie kunt u met ons contact opnemen. Gaarne vernemen wij uw reactie binnen zes (6) weken (zoals wettelijk voorgeschreven) na dagtekening en verzending van deze brief. Hoogachtend,
H. L. van Nouhuys Voorzitter Stichting SOH
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening | Schoutenbosje 11 | 1251 LE Laren | KvK: 58518401 Email:
[email protected] | Website: www.sohnederland.nl | IBAN: INGNL27INGB0006128479