Een onderzoek naar de ontwikkeling van het toerisme in Veenhuizen (2005-2012)
Auteur: Niels Joosse Datum: 03-03-2013 www.nielsjoosse.nl
Inhoudsopgave: H1.1 Inleiding H1.2 Methodologie H2.1 Toerisme in Nederland H2.2 Toerisme in Drenthe H2.3 Veenhuizen in 2005 H2.4 Veenhuizen in 2012 H2.5 Veenhuizen in de Media H2.6 Toeristische ondernemingen Veenhuizen H3. Conclusie Bronnenlijst Bijlagen
blz 3 blz 4 blz 5 blz 6 blz 8 blz 10 blz 15 blz 17 blz 19 blz 20 blz 21
2
1.1 Inleiding: Veenhuizen heeft een aantal transities doorstaan. Het werd van kolonie naar gevangenisdorp getransformeerd toen het Ministerie van Justitie rond 1875 eigenaar van het gebied werd. Dit betekende vrijwel volledige afsluiting van de wereld. Veenhuizen was autarkisch: meubels werden in het dorp zelf gefabriceerd door gevangenen, de huizen werden bewoond door het personeel en het dorp had ook een eigen hospitaal. Dit alles werd anders rond 1990, toen het Ministerie van Justitie zich terug begon te trekken en slechts de strafinrichtingen zou behouden. De rest van het dorp werd hiermee toegankelijk voor de buitenwereld. Wat volgde was leegstand en verval. Na verontrustende geluiden van burgers en organisaties kwam het verhaal eind jaren negentig bij de politiek terecht. Naar aanleiding hiervan zijn provincie, gemeente en Rgd in 2004 begonnen aan een grote renovatie. Veel monumentale panden kregen een nieuwe bestemming. Ook werd 2006 de stichting Veenhuizen Cultuur & Toerisme opgericht om als aanjager voor het toerisme te werken. In datzelfde jaar stelde de gemeente Noordenveld een visie op recreatie en toerisme op: “Veenhuizen: anders dan anders”. Dat is inmiddels zes jaar geleden, en in deze zes jaar is het een en ander veranderd. Tijd voor een evaluatie op toeristisch gebied.
3
1.2 Methodologie: Om de ontwikkeling van Veenhuizen te analyseren zal er op een aantal objectieve maatstaven getoetst moeten worden. Er wordt getracht een antwoord te vinden op de volgende vragen:
Hoe heeft het toerisme zich de afgelopen tijd in Nederland en Drenthe ontwikkeld?
Om de resultaten van het onderzoek naar de ontwikkeling van het toerisme in Veenhuizen in het juiste perspectief te kunnen beoordelen moet er eerst gekeken worden naar de ontwikkeling van toerisme in Nederland in het algemeen. Welke trends zijn er de afgelopen 5 jaar waargenomen, en wat was de invloed van de crisis?
Wat was er in 2005 aan toeristisch aanbod aanwezig in Veenhuizen?
Er wordt aan de hand van een nulmeting vastgesteld hoeveel ondernemingen en voorzieningen er op toeristisch gebied aanwezig waren in Veenhuizen voordat men aan de slag ging, en wat ze te bieden hadden. De volgende categorieën worden onderzocht: -
Logiebarometers (verblijfstoerisme) Dagtoerisme (evenementen, musea) Cultuur (monumenten) Routes (fiets, wandel, ruiter) Facilitair (eetgelegenheden, openbaar toilet) Outbound toerisme (buitenlandse reizen naar Veenhuizen)
Vervolgens wordt het toetsingskader toegepast op het Veenhuizen van 2012. Zodoende kan er objectief gemeten worden in hoeverre de toeristische sector zich ontwikkelt heeft. Ook worden statistieken zoals het aantal bezoekers per onderneming opgenomen, en wordt er gekeken naar de populariteit van Veenhuizen op internet.
Wat is er in 2012 aan toeristisch aanbod aanwezig in Veenhuizen?
Dezelfde methodiek als bij de voorgaande vraag wordt toegepast. Naast de barometer zal er ook informatie verzameld worden door middel van interviews. Het is belangrijk om te weten hoe de ondernemers de ontwikkeling zelf ervaren. Wat gaat er in hun beleving goed en minder goed, en welke veranderingen hebben ze als belangrijk ervaren? Die vragen komen aan bod bij de interviews.
4
2.1 Toerisme in Nederland De crisis heeft gevolgen gehad voor de toeristische sector. Toch zal deze sector zich hier doorheen slaan. De verwachtte uitbreiding van toerisme als economische sector leidt tot een toename van de werkgelegenheid in deze sector omdat productiviteitsgroei in deze sector lastig te bewerkstelligen is, en een toename van de omzet eveneens leidt tot een (substantiële) toename van het aantal banen. Een gemiddelde omzetgroei van 1.5% per jaar betekent bij een gelijkblijvende productiviteitgroei dat er gespreid over 10 jaar ongeveer 60.000 banen bij zullen komen (NBCT, 2010). Gevolgen crisis voor toeristische sector in Nederland Uit datzelfde rapport (‘Toerisme: de banenmotor’) blijken de gevolgen van de crisis voor Nederland beperkt zijn gebleven. De belangrijkste buitenlandse toeristen voor Nederland, namelijk Belgen en Duitsers, hebben zich niet sterk laten leiden door de crisis in hun vakantiebestemming. Een voordeel voor Nederland is dat de belangrijkste buitenlandse markten dicht bij Nederland liggen. Een belangrijke gedragsaanpassing door de crisis is namelijk minder vaak op vakantie gaan of ‘een goedkopere vorm van transport kiezen’. Voor Nederland hebben deze maatregelen geen grote invloed, gezien de korte afstand tot beide landen (Duitsland en België). Minder ver betekent meestal goedkoper. Tevens biedt ‘in het binnenland blijven’ juist kansen voor Veenhuizen, omdat het merendeel van de toeristen in Veenhuizen Nederlanders zijn. In figuur 2 is dit weergegeven. Het aantal vakanties in binnenland is redelijk stabiel gebleven sinds 2006. De verwachting is dat het aantal vakanties in binnenland in 2012 nog verder stabiliseert, terwijl het aantal buitenlandse vakanties zal dalen.
Figuur 2. Ontwikkeling aantal binnen- en buitenlandse vakanties van Nederlanders, bron: NBTC, 2012.
5
Bijdrage leefbaarheid In dit onderzoek wordt alleen gekeken naar het belang van toerisme voor de economie, maar het belang is meer dan alleen dat. Vooral op het platteland en in minder verstedelijkt gebied (zoals Veenhuizen) kunnen winkels en voorzieningen in stand gehouden worden door het toerisme. De samenhangende kosten voor het in stand houden van voorzieningen wordt deels weer terugverdiend via een afname van het aantal uitkeringen. Bovendien kunnen de toeristische ondernemingen een rol spelen bij re-integratieprojecten. In Veenhuizen zijn er al een aantal voorbeelden van dergelijke projecten te vinden. Het ToeristischInformatiePunt en het Gevangenismuseum vervullen op die manier ook een sociaal-maatschappelijke rol.
Gunstige toekomst Ondanks de neergaande economie zijn de vooruitzichten op de langere termijn voor de toeristische sector gunstig. Dit komt ondermeer omdat de mens zijn vrije tijd steeds intensiever is gaan gebruiken onder invloed van individualisering, welvaartsgroei en de daaraan gekoppelde inkomensgroei. Het hiervoor al genoemde argument dat toeristen het in tijden van crisis dichter bij huis zoeken draagt ertoe bij dat de bijdrage van het toerisme aan de economie belangrijk blijft.
2.2 Toerisme in Drenthe Economische betekenis toerisme Drenthe in cijfers Toerismecijfers op landelijk niveau zien er niet slecht uit in 2009, maar niet elke provincie levert een even groot aandeel aan deze totalen. In tabel 1 is het aandeel van Drenthe in 2009 in cijfers uitgedrukt. Tabel 1. Cijfers toerisme in Drenthe, 2009 Dagtoerisme 2009 11.800 banen 24.800.000 dagtochten 542.000.000,- omzet
Verblijfstoerisme 2009 7.200 banen 8.300.000 overnachtingen 362.000.000,- omzet
Totaal toerisme 19.000 banen 33.100.000 activiteiten 904.000.000,- omzet
Economische betekenis dagtoerisme voor Drenthe Het dagtoerisme was in 2009 goed voor ongeveer 11.800 banen. Daarvan komen 4,920 banen voor rekening van toeristische bedrijven waaronder de verblijfsaccommodaties, de attracties en andere toeristische voorzieningen. De overige afgeleide en indirecte banen worden gerealiseerd vanwege bestedingen van toeristen in de omgeving en vanwege de inkoop van goederen en diensten bij allerlei toeleverende bedrijven. 6
Economische betekenis verblijfstoerisme voor Drenthe De werkgelegenheid komt neer op zo’n 7200 werkzame personen. Hiervan hangen ongeveer 4600 werkzame personen samen met de directe bestedingen. In totaal verschaft de toeristische sector werk aan 19.000 mensen, en leidt het tot een omzet van 904 miljoen euro in heel Drenthe. De totale werkgelegenheid in Drenthe bedroeg in 2009 180.000 banen. Ongeveer 1 op de 10 banen komt voort uit toeristische bestedingen, en daarmee is het een niet te onderschatten sector in de economie van Drenthe. In de rest van Nederland bedraagt dit aantal ongeveer 1 op 15. Daarmee is toerisme een belangrijkere banenmotor in Drenthe dan in de rest van Nederland. In Noordenveld waren in 2009 930 mensen werkzaam in de toeristische sector, tegenover 850 in 2007 (Toerisme in Drenthe: ‘In roerige tijden’, 2010)
Figuur 3. Verdeling toeristische bestedingen in Drenthe gemeten in miljoenen, 2000 t/m 2009.Bron: Recreatieschap Drenthe, 2010. Bovenstaand figuur laat zien dat het aantal bestedingen uit aan vakanties in Noordenveld tussen 2000 en 2009 verdubbeld is. Het aantal bestedingen uit dagtochten groeit ook gestaag. Bovendien laat het zien dat de verdeling tussen vakanties (bezoeken inclusief overnachtingen) en dagtochten redelijk in gelijk is, licht in het voordeel van dagtochten. Dit komt overeen met de gemiddelde verdeling in Drenthe.
7
Toerisme in Veenhuizen In 2005 is de stichting Veenhuizen Cultuur en Toerisme (vanaf nu VCT) opgericht. Deze stichting heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van veel culturele en toeristische projecten in Veenhuizen. De VCT weet dit via meerdere wegen te bereiken: Het VCT promoot Veenhuizen op vrijwel alle grote gerelateerde beurzen (zowel vakantiebeurzen als 50+ beurzen, wandelbeurzen en dergelijke). Het VCT ontwikkelt nieuwe wandel- en fietsroutes (zie figuur 4) door middel van productontwikkeling. Er worden nieuwe kaarten gemaakt, folders gedrukt en er is een website gemaakt. Het haalt hiermee de kranten (bijvoorbeeld met het Pauperpad), wat weer tot een grotere naamsbekendheid leidt. Brengt de ondernemers bij elkaar om gezamenlijk als toeristische sector te opereren. Ook de gemeente Noordenveld houdt zich bezig met toerisme. De gemeente heeft in 2006 een visie op recreatie en toerisme opgesteld. “Veenhuizen: anders dan anders” heet het rapport wat is opgeleverd. In de visie is een SWOT analyse te vinden op toeristisch gebied. Kort samengevat liggen de sterke punten bij de rijke cultuurhistorie. Het markante verleden en de bijzondere architectuur zijn goede bouwstenen om op te ontwikkelen. De omliggende natuur biedt eveneens kansen voor Veenhuizen. De geografische ligging van Veenhuizen ten opzichte van toeristische attractiepunten zoals Norg en Appelscha wordt ook als sterk punt gezien. Als zwakke punten worden het beperkte aanbod aan overnachtingsmogelijkheden en de beperkte mogelijkheden voor wandelaars opgeworpen. Voor de uitwerking van de visie zijn vier clusters bedacht: 1. Een ambachtscluster op de plek waar vroeger de ambachtelijke werkplaatsen gevestigd zaten. 2. Een hospitaalcluster, toegespitst op zorg. Er moet een herstelcentrum, een gezondheidscentrum en een hotelaccommodatie komen. 3. Een museumcomplex, gericht op de mysterie van Veenhuizen. Het binnenterrein kan fungeren als rustplaats. 4. Tot slot het maallustcomplex, waar streekproducten worden gemaakt en geproduceerd. Geheel in lijn met het autarkische verleden van Veenhuizen.
8
In de conclusie van dit onderzoek zal teruggekomen worden op de sterke en zwakke punten uit de SWOT analyse van de visie en op de uitwerking van de vier clusters.
2.3 Veenhuizen in 2005 In 2005 is Veenhuizen een dorp met weinig bezoekers, maar met veel ontwikkelingsmogelijkheden. Dit omdat Veenhuizen een aantal USP’s heeft (Unique Selling Points) heeft. In het toerisme is het steeds belangrijker dat een plaats meer dan vermaak te bieden heeft. Veenhuizen heeft dat. Het culturele erfgoed is de belangrijkste bron voor het toerisme in Veenhuizen. Veenhuizen transformeerde niet alleen van autarkisch en gesloten naar toegankelijk en open, maar ook van negatief naar mysterieus en spannend (Peter Sluiter, 2012). De potentie was er, maar het aanbod nog niet. In de nulmeting wordt het aanbod per factor behandeld. Logiebarometers (verblijfstoerisme): Overnachtmogelijkheden: -
Het Verenigingsgebouw
De mogelijkheden zijn gering. Het Verenigingsgebouw verhuurt twee huisjes, maar deze zijn erg lastig te vinden op internet. Slechte bereikbaarheid. Kort door de bocht kan gesteld worden: toeristen overnachten niet in Veenhuizen. Dagtoerisme (evenementen, musea): -
Het gevangenismuseum Zunneschien Maandelijkse Veenhuizermarkt
Cultuur (monumenten): -
124 nationale monumenten, 0 provinciale monumenten.
Routes (fiets, wandel, ruiter): Wandelroutes: -
Drenthepad Veenhuizerroute van Tini Veenstra Veenhuizen-Fochteloo Archeologische route
Er waren weinig wandelroutes. Het Drenthepad liep door Veenhuizen en Tini Veenstra had zelf een route ontwikkeld. Wat vooral opvalt is dat de relatie met de (natuurlijke) omgeving nog niet gelegd was voor wandelaars. 9
Fietsroutes: -
Veenroute Boom en Beekdalroute 25km Veenhuizen-Fochteloërveen Veenhuizen-Fochteloo Archeologische route Drents-Friese Woud route Veenpluisroute Rondje Drenthe Kinderfietsroute de Brief
In tegenstelling tot wandelroutes vonden wel al flink wat fietsroutes hun weg door Veenhuizen. Dit kan verklaard worden doordat het allemaal grotere routes zijn, niet specifiek voor Veenhuizen bedacht. Ruiterroutes: -
2 routes lopen door Veenhuizen, een Ruiter- en een Menroute.
Facilitair (lunchroom, openbaar toilet): -
Verenigingsgebouw Zunneschien
Wederom zijn het het Verenigingsgebouw en Zunneschien die de enige opvang voor toeristen waren. Een openbaar toilet was er niet. Outbound toerisme (buitenlandse reizen naar Veenhuizen): Geen tot mondjesmaat, volgens geïnterviewden.
10
2.4 Veenhuizen in 2012
Welke veranderingen hebben er plaatsgevonden in Veenhuizen, de afgelopen 7 jaar? Dat zijn er nogal wat. Zo is Veenhuizen in de running om op Unesco Werelderfgoedlijst te komen. Het dorp heeft nu al de werelderfgoedstatus bereikt. Dat is de nationale voorselectie van natuur- en culturele erfgoederen van uitzonderlijke universele waarden, die kansrijk zijn voor een voordracht voor de Werelderfgoedlijst. Daarnaast heeft Henk Bleker in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam de EDEN award 2011 uitgereikt aan de Stichting Veenhuizen Cultuur & Toerisme. Volgens de jury heeft de voormalige dwangkolonie als beste aangetoond hoe lokaal erfgoed bijdraagt aan de identiteit van de bestemming en op welke wijze toerisme en recreatie dit erfgoed vandaag de dag een nieuwe functie hebben gegeven. Volgens voormalig staatssecretaris Bleker is Veenhuizen een terechte winnaar. “In Veenhuizen wordt serieus werk gemaakt van duurzame ontwikkeling van de gastvrijheideconomie. Daarmee is het een prachtig voorbeeld van hoe erfgoed kan functioneren als een katalysator voor toerisme”. Deze onderscheiding toont niet alleen aan dat Veenhuizen een toeristisch aantrekkelijke plaats is, maar vooral ook dat de manier van werken van het VCT letterlijk onderscheidend is. Er wordt op een bijzondere manier gebruik gemaakt van het sterke historische karakter van het dorp. Logiebarometers (verblijfstoerisme): -
Het Verenigingsgebouw Bitter & Zoet Gevangenismuseum Erfgoed Logies
Ten opzichte van 2005 zijn er veel meer mogelijkheden gekomen om te overnachten in Veenhuizen. Dat deze markt zich heeft ontwikkeld geeft aan dat er meer en meer in Veenhuizen te doen heeft. Over de toekomst van het verblijfstoerisme zegt Peter Sluiter het volgende: “Wij hebben nu een bezettingsgraad van 28% op onze huisjes. Een paar jaar geleden was dat 10%. Nu heb ik het alleen over het gevangenismuseum. Wij verwachten 50% te kunnen behalen… Value for money is het concept waarmee de bezettingsgraad uiteindelijk nog kan stijgen. Bitter en Zoet zitten momenteel aardig vol. Het kan dus nog groeien, maar extra voorzieningen hoeven er niet bij.”
11
De directeur van het gevangenismuseum geeft hiermee aan dat er nog wel enige rek zit in het verblijfstoerisme, maar dat het geen prioriteit heeft voor de toeristische ondernemers. Er wordt geen specifieke marketingcampagne voor de overnachtingsmogelijkheden gevoerd. Dagtoerisme (evenementen, musea): -
Tini’s Theetuin / Zunneschien Gevangenismuseum Glasmuseum Coco Maria Maallust Kaaslust Verenigingsgebouw Tuinen van Weldadigheid
Het aantal uren dat een bezoeker aan Veenhuizen kan besteden aan toeristische activiteiten is gegroeid. Was dat in 2005 naar schatting nog zo’n halve dag (zie bijlage 1), dan is dat nu ongeveer driekwart dag. Het gevangenismuseum is gegroeid, het glasmuseum ontwikkelt zich flink en het aantal evenementen is gestegen. Cultuur (monumenten): -
124 rijksmonumenten 14 provinciale monumenten
Ten opzichte van 2005 is dit aantal gegroeid. Dit komt alleen door de 14 provinciale monumenten, die pas ná 2005 zijn toegewezen als provinciaal monument. Hoe meer panden als monument worden aangewezen, hoe groter de controle van de overheid op het behoud van de cultuurhistorie van Veenhuizen. Dit heeft daarentegen ook een belemmerende werking: er kan niet zo flexibel meer worden omgegaan met gebouwen / situaties als wenselijk is. Het dwingt wel tot passende activiteiten vinden voor dergelijke gebouwen. Het aantal van 138 monumenten geeft aan dat Veenhuizen in de top staat wat betreft aantal monumenten voor een dergelijk dorp (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2010).
12
Routes (fiets, wandel, ruiter): Fietsroutes: -
Veenroute Boom en Beekdalroute 25km Veenhuizen-Fochtelooerveen Veenhuizen-Fochteloo Archeologische route Drents-Friese Woud route Veenpluisroute Rondje Drenthe Kinderfietsroute de Brief Het pauperpad De 2 kleurenroutes (rood en blauw)
Er zijn drie nieuwe fietsroutes bijgekomen sinds 2005. Gezien het hoge aantal van 8 fietsroutes in 2005 lag hier ook niet de prioriteit. De meest in het oog springende route is het nieuwe ‘pauperpad’, een belevingsroute waarbij men loopt, fietst en vaart. Lokale ondernemers zijn betrokken bij het meerdaagse arrangement, een goed voorbeeld van hoe het VCT te werk gaat om gezamenlijk te profiteren van het toerisme in Veenhuizen. Wandelroutes: -
Drenthepad Veenhuizerroute van Tini Veenstra Veenhuizen-Fochteloo Archeologische route De 4 kleurenroutes De 2 Fochteloërveenroutes Het Pauperpad
In Veenhuizen zijn 4 bewegwijzerde routes aangelegd, die ook als kaart verkocht worden. Deze voeren alle vier langs historische thema’s van Veenhuizen, van het Ambachtscluster tot het Spaanse kerkhof. Daarnaast zijn er nog een aantal nieuwe langere wandelroutes die door Veenhuizen voeren. Het aantal wandelroutes is hiermee uitgebreid met 6 ten opzichte van 2005. Vanuit het Recreatieschap en het VCT is hier de afgelopen jaren ook de nadruk op gelegd, met een duidelijk resultaat. Het aantal routes is verdrievoudigd. De nadruk bij de nieuwe wandelroutes ligt op de geschiedenis van Veenhuizen en de natuur. Ruiterroutes: Er liggen twee routes in Veenhuizen die geschikt zijn voor paarden: een ruiterroute en een menroute. Deze zijn in 2012 door het Recreatieschap en de gemeente Noordenveld in 13
samenspraak met ruiters/menners en Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten geëvalueerd op knelpunten. In 2005 waren de ruiterroutes uitgebreider omdat natuurmonumenten minder ver was met de ontwikkeling van het Fochtelooerveen en de ruiters gedoogd werden in Bankenbos. Dit is nu verleden tijd, waardoor de routes iets minder mogelijkheden geven. Facilitair (lunchroom, openbaar toilet): -
Zunneschien Het verenigingsgebouw Bitter & Zoet Het gevangenismuseum
Ten opzichte van 2005 is het aantal eetgelegenheden verdubbeld. Bitter & Zoet richt zich op het duurdere segment, terwijl het gevangenismuseum daar qua prijs iets onder zit. Zunneschien heeft een andere doelgroep, voornamelijk fietsers. Het verenigingsgebouw is voornamelijk bekend bij lokale / regionale bezoekers. Het lijkt erop dat er op het gebied van eten en drinken genoeg te halen valt in Veenhuizen. Bij elk van de bovenstaande faciliteiten kan er naar het toilet gegaan worden, waardoor een speciaal openbaar toilet ook niet aan de orde hoeft te zijn. Sowieso lijkt dit beoordelingspunt niet echt relevant te zijn. Hoeveel dorpen hebben immers wel een openbaar toilet? Outbound toerisme (buitenlandse reizen naar Veenhuizen): Aan het outbound toerisme is het afgelopen jaar extra aandacht besteed door het VCT. Er is op beurzen in Duitsland en België gepromoot voor Veenhuizen. Eigenaresse van Zunneschien, Tini Veenstra, heeft al effect gemerkt: “Afgelopen jaar had ik vooral opvallend meer Belgen. Ik geloof dat dit het eerste jaar in Duitsland is, dus dat kan nog op gang komen. Maar ik denk dat dat een goede kant op gaat dankzij Elzaline”. Met de ontwikkelingen van het toerisme in crisistijden in ogenschouw genomen (buitenlandse reizen nemen af, en dan vooral dichter bij huis, kortere periodes) lijkt het een goede zet om deze buitenlandse promotie door te zetten. Veenhuizen heeft met haar geschiedenis vooral diepgang te bieden, en dat is iets wat de steeds groter wordende groep ‘oudere’ toeristen eist. Hoe sneller de vergrijzing inzet, hoe groter de potentiële groep bezoekers voor Veenhuizen wordt.
14
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Aantallen 2005 Aantallen 2012
Figuur 4. Vergelijking toeristische aspecten 2005 en 2012. Tot slot zijn in figuur 4 de twee voorgaande paragrafen samengevat. Er is duidelijk sprake van een positieve ontwikkeling geweest. Opvallend is vooral het grote aantal openbare evenementen in 2012. De diverse ambachtelijke en culinaire markten, gratis concerten en landlopersdagen zorgen er nog eens extra voor dat Veenhuizen leeft, naar de musea en recreatieve paden.
15
2.5 Veenhuizen in de media
Figuur 5. Nominaal zoekvolume naar Veenhuizen op Google (bron: google trends). In figuur 5 is het nominale zoekvolume naar Veenhuizen op Google te zien, waarbij het aantal zoekopdrachten met Veenhuizen in de zin is weergegeven in verhouding tot het totale aantal zoekopdrachten. In Mei 2008 is een enorme piek te zien, toen een item op RTL nieuws ging over de opening van het Landlopers-archief. De stijging bij punt H is te danken aan het NOS nieuws, waarin werd gesproken over de nominatie van Veenhuizen op de Werelderfgoedlijst. De overige letters hebben betrekking tot nieuwsfeiten gerelateerd aan de gevangenis. Aan deze grafiek is te zien hoe belangrijk het is om in de landelijke media te komen. Het zorgt voor piekmomenten in zoekresultaten op google, wat betekent dat mensen door de landelijke media geïnteresseerd raken in Veenhuizen. Dit onderstreept het eerder vermelde belang van het VCT haar activiteit op beurzen en in steeds grotere mate kranten. De afgelopen jaren heeft Veenhuizen steeds vaker in de kranten gestaan met toeristisch gerelateerde informatie. Artikelen van het pauperpad zijn verschenen in het DvhN en een grote pagina in Trouw. Het Maallustproject stond in ‘Vrij Nederland’ en ook de Burton Academie verscheen in diverse kranten. Recent is daar de nationale discussie over het al dan niet sluiten van de P.I. in Veenhuizen bij gekomen. Enkele van de in dit onderzoek geïnterviewde ondernemers verschenen bij Nieuwsuur om uit te leggen waarom de sluiting schadelijk zou zijn voor het dorp. Een actieve P.I. speelt een belangrijke factor in het beeld wat mensen creëren van Veenhuizen. De aantrekkingskracht van Veenhuizen op die kranten is zo groot dat er niet eens meer pagina’s ‘gekocht’ hoeven te worden. Veenhuizen komt uit zichzelf in het nieuws. Daar komt nog bij dat het boek van Suzanne Jansen, ‘Het Pauperparadijs’, een groot literair succes was. In navolging van Jansen heeft Mariët Meester het boek ‘Koloniekak’ geschreven.
16
Deze boeken wekken weer de interesse van duizenden lezers, en vormen op deze manier gratis publiciteit voor Veenhuizen.
Figuur 6 en figuur 7. Verwante zoektermen Veenhuizen ‘Top 10’ en ‘Snelste stijgers’ (bron: google trends). Als er verder gezocht wordt dan valt op dat het gevangenismuseum en de gevangenis de top 10 domineren wat betreft zoekhits. Dat is ook niet gek: het gevangenismuseum trekt de meeste bezoekers, en de meeste nieuwsitems in de traditionele media betreffen de pi. Daar staat tegenover dat Bitter & Zoet het goed doet in de lijst met gestegen zoektermen, evenals Escape from Veenhuizen, van de BRON uit Norg. Bitter & Zoet en de BRON zijn daarmee de enige twee toeristisch-recreatief ingestelde ondernemers die nieuw in de googletrends lijsten staan. Wat opvalt is dat het Glasmuseum, Zunneschien, Het Verenigingsgebouw en het Veenhuizen Boeit helemaal niet terugkomen in beide lijsten. Misschien kan de conclusie getrokken worden dat de traditionele media nog steeds de belangrijkste trigger is voor mensen om online onderzoek te gaan doen naar Veenhuizen. Het blijft hoe dan ook zaak om de publiciteit te blijven zoeken, om meer aandacht te genereren. De recente uitzending van Eenvandaag kon helaas nog niet meegenomen worden in de statistieken.
17
2.6 Toeristische ondernemingen Veenhuizen
In de voorgaande paragrafen is duidelijk geworden dat het aantal toeristische ondernemingen is toegenomen, evenals vrijwel alle andere parameters voor het toerisme. Het is een indicatie dat het toerisme in Veenhuizen de afgelopen jaren in de lift heeft gezeten, maar zijn de bezoekersaantallen in Veenhuizen ook toegenomen? In figuur 8 zijn alle cijfers – voor zover bekend bij de ondernemers zelf – van de toeristische ondernemingen te zien. 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0
Gevangenismuseum Glasmuseum Zunneschien TIP Maal/kaaslust complex Totaal aantal bezoekers Veenhuizen
Figuur 8. Totaal aantal bezoekers per toeristische onderneming. Het gevangenismuseum heeft overduidelijk de grootste ontwikkeling doorgemaakt. Ook het Glasmuseum ontwikkelt zich nog elk jaar naar grotere cijfers. Zunneschien is constant, lijkt niet te profiteren van het toenemend aantal gasten in Veenhuizen. Waarschijnlijk omdat ze zich op een andere doelgroep richten. Het Maal en Kaaslustcomplex groeit sinds de opening met zo’n 5000 bezoekers per jaar. Jan Craens, oprichter van Kaaslust, verwacht volgend jaar 25.000 bezoekers op het complex te hebben. Hiermee is niet al het toerisme meer gericht op het gevangenismuseumcluster, maar ook op de Zuidkant van Veenhuizen. De bezoekersaantallen van de TIP zullen dalen. Recent is besloten de TIP nog maar 2 dagen per week te openen, en de vaste (betaalde) kracht er af te halen. Een besluit genomen om economische redenen, al is het twijfelachtig of het zoveel geld bespaard. Als onderdeel van dit onderzoek ben ik een aantal ochtenden aanwezig geweest in de TIP om een goed oordeel te kunnen vellen. Het succes van de TIP is weersafhankelijk, maar op goede dagen stromen de bezoekers vanaf de parkeersplaats éérst de TIP binnen, vergaren informatie wat er zoal te doen is in Veenhuizen en gaan vervolgens naar de musea. Het heeft dus een belangrijke informatieve functie: de TIP kan er voor zorgen dan bezoekers niet alleen naar het 18
Gevangenismuseum gaan, maar ook naar de overige toeristische ondernemingen. Op die manier hoeven niet alle ondernemingen budget uit te geven aan marketing. Een kritische noot bij deze cijfers is op zijn plaats. Zo zijn er een aantal ondernemingen niet meegenomen in deze statistieken. De Tuinen van Weldadigheid, Coco Maria, Escape From Veenhuizen en voorheen de PeerGroup zijn bijvoorbeeld ook actieve ondernemers in Veenhuizen die bezoekers trekken. Het bleek echter lastig te achterhalen hoeveel bezoekers er nu exact kwamen. Het totaal aantal keren dat er een toeristische onderneming bezocht werd, zal in werkelijkheid dus nog iets hoger liggen dan de beschreven 180.000. Daarnaast moet men er ook aan denken dat één bezoeker meerdere ondernemingen kan bezoeken. Het is dus niet zo dat er 180.000 individuele bezoekers zijn geweest. Naast de cijfers is het interessant om te weten hoe ondernemers de ontwikkeling zelf hebben ervaren. Een aantal ondernemers zijn geïnterviewd. Hieronder volgen een aantal resultaten daaruit. De complete interviews zijn als bijlage aan dit onderzoek toegevoegd. Positieve ontwikkeling Veenhuizen: Dhr Sluiter: “Het sterke punt is dat het VCT het negatieve beeld van Veenhuizen heeft gekanteld. Als je vroeger Veenhuizen zei dan, nou, je begon niet eens over Veenhuizen tegenover familie of vrienden. Dat was een taboe. In Veenhuizen kwam je niet. En dat beeld heeft het VCT weten om te draaien. Als je nu in Veenhuizen bent geweest is men zeer enthousiast. Ook zo’n boek als Het Pauperparadijs heeft daar aan bijgedragen. Je wilt er nu wel gezien worden.” Mevr Veenstra: “Het samenwerken in Veenhuizen vind ik erg belangrijk. Wanneer ik groepen ontvang die eigenlijk te groot voor mij zijn, werk ik samen met bijvoorbeeld het Verenigingsgebouw. Ik kan toch niet iedereen kwijt, en op die manier kan je er meer uithalen dan in je eentje.“ Dhr Van Olst: “In de toekomst zou het niet verkeerd zijn om een simpele eetgelegenheid te hebben in Veenhuizen. Misschien in ’t Slachthuisje, waar je gewoon voor niet al te veel geld wat kan eten.” Ook Dhr Sluiter ziet daar nog wel een toekomst in: “Qua programma zitten we in Veenhuizen tegenwoordig wel goed. We zijn van een halve dag vermaak naar een hele dag gegaan. Misschien nog iets in de horeca erbij, in Oude Gracht 2 bijvoorbeeld. Ook is er nog wel ruimte voor een toeristisch evenement. “ (Het interview is afgenomen voordat er een nieuwe bestemming was gevonden voor het Outsider Arthouse) Alle drie de ondernemers merken op dat veel mensen na een bezoek aan Veenhuizen enorm enthousiast zijn en terugkomen met familie. Herhalingsbezoeken en mond-tot-mond reclame zijn de belangrijkste vorm van reclame volgens alle ondervraagde ondernemers.
19
Negatieve ontwikkeling Veenhuizen: Mevr Veenstra: “Veenhuizen kan qua imago nog wat doen aan netheid. Neem nou Bitter & Zoet: een prachtige accommodatie! Maar hun gasten moeten als het druk is door de modder lopen, omdat de gemeente een clandestiene parkeerplaats heeft aangelegd. Dat kan gewoon niet, het is een grote ergernis van omwonenden.” Dhr Van Olst: “De website van het VCT, www.veenhuizenboeit.nl, is al tijden zeer slecht. Deze moet vernieuwd worden en dat is ook al vaak beloofd. Ook moeten ze de bewegwijzering van wandelroutes aanpakken, hoe vaak we hier wel geen verdwaalde toeristen krijgen omdat ze de witte paaltjes kwijt zijn..” Mevr Veenstra: “De twee witte huizen aan de Hoofdweg zijn wel een doorn in het oog, vooral nu de poorten van Veenhuizen zo mooi zijn opgeknapt! Maar ik snap wel dat ook de Rgd het geld niet overal vandaan kan trekken”. Dhr Van Olst: “Het openbaar vervoer naar Veenhuizen is slecht. Oudere mensen uit de randstad die hier komen, stappen in Assen uit de trein en moeten dan uitzoeken welke bus naar Veenhuizen gaat. Dat zijn er niet veel. Vervolgens stappen ze aan de Hoofdweg uit, en moeten ze het hele stuk lopen. Dat is echt ver hoor, voor oudere mensen. Er zou een spoorlijntje komen van de Hoofdweg zo door naar dit cluster. Maar dat is er nooit van gekomen. Evenals een huifkar in de zomer. Ja, dat ding heeft drie keer gereden. Dat is wel zo in Veenhuizen, er zijn veel ideeën maar ze worden amper uitgevoerd.”
20
3. Conclusie
Veenhuizen: van afschrikwekkend naar interessant en cultuurhistorisch verantwoord. In de afgelopen jaren hebben de drie overheden, ondernemers en ook schrijvers en journalisten veel energie in Veenhuizen gestoken. Nadat het besef kwam dat Veenhuizen zonder geld vanuit de overheid zou worden tot een verpauperd dorp, werd ook duidelijk dat het dorp een ruwe diamant is. Hij moest alleen nog gepolijst worden. Beetje bij beetje wordt hij geslepen. Nieuwe fiets – en wandelpaden verbinden Veenhuizen meer met de omliggende natuur en de regio dan voorheen. Dit was een van de zwakke punten van Veenhuizen, in de SWOT analyse uit 2006. Hier is door het VCT en de gemeente goed werk geleverd. Het aantal openbare evenementen is gegroeid van een enkele landlopersdag naar maandelijkse markten en een aantal grote openbare evenementen. De bezoekersaantallen zijn flink vermenigvuldigd en naar verwachting kan het Maallustcomplex hun bezoekersaantallen nog verdubbelen. Hiermee kunnen we concluderen dat de realisatie van het Maallustcomplex in lijn is met de verwachtingen zoals beschreven in de visie. Het museumcomplex is de motor van het toerisme in Veenhuizen geworden. Het merk Veenhuizen, mystiek en markant weten zij goed uit te dragen. Tegenover het museumcomplex ligt het ambachtscluster. In het glasmuseum wordt een ambacht uitgevoerd wat nog maar enkele mensen in Nederland kunnen, en de houtzagerij in de witte loods doet de geschiedenis eer aan. De doelstellingen uit de beleidsvisie van 2006 zijn allemaal gehaald. De dagbesteding voor toeristen is van een halve dag naar driekwart dag gegroeid. Deze groei loopt gelijk aan de trends op landelijk toeristisch gebied. De verwachting is dat de groei de komende jaren overgaat in stabilisatie. Maar met hoeveel bevlogenheid mensen ook aan Veenhuizen werken, er gaan ook dingen minder goed. De bereikbaarheid, geen onbelangrijk aspect voor toeristen, is vanwege het matige openbaar vervoer ondermaats. Het blijft een afgelegen dorp. Dat is zowel een kracht als een zwakte, het geeft in ieder geval stof tot nadenken. Ook de ambtenarij kwam diverse keren aan bod: ze maken plannen van achter hun bureau, maar worden niet concreet. Een makkelijk vooroordeel, maar misschien wel waar. Genoeg goede plannen worden uiteindelijk om financiële redenen niet uitgevoerd. Voor de outsider onbegrijpelijk soms. Het blijven economisch lastige tijden, zoveel is duidelijk. Daarom moet er ook goed nagedacht worden over de toekomstige toevoegingen voor Veenhuizen. Het is verstandig om complementaire ondernemers te zoeken in plaats van concurrerende. Dat is iets wat de ondernemers bezig houdt, en zij zijn een belangrijke factor in Veenhuizen. Net zoals de Gemeente Noordenveld, Provincie Drenthe (en het recreatieschap) en de Rijksgebouwendienst dat zijn. Al die krachten moeten een rol blijven spelen in Veenhuizen, samen. Om nogmaals hetzelfde te bereiken. 21
Literatuurlijst. Gemeente Noordenveld (2006), ‘Veenhuizen: anders dan anders’ Visie recreatie en toerisme. Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (2010), ‘Toerisme, de banenmotor’. Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (2012), ‘Toerisme in perspectief’. Provincie Drenthe (2012), ‘Feiten en cijfers vrijetijdseconomie Drenthe 2012’. Recreatieschap Drenthe (2010), ‘Toerisme in Drenthe: in roerige tijden’ De economische betekenis van toerisme en recreatie in Drenthe. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (2010), ‘Jaarverslag 2010’.
22
Veenhuizen, 3 februari 2012 14.00 – 15.30
Interview Peter Sluiter, directeur gevangenismuseum.
Ik ga een aantal vragen stellen over het toerisme in Veenhuizen. Over de ontwikkeling hiervan sinds de oprichting van het VCT en de verbanden die er liggen.
Welke toeristische ondernemingen waren er voordat het gevangenismuseum naar zijn huidige locatie verhuisde? Niet zoveel. Ik geloof Tini’s theetuin (Zunneschien) en Hein Moes. Die zit er ook al zo’n tien jaar, maar niet op deze schaal. Hoe druk was het dan in de straten van Veenhuizen? Dat zijn geen grote publiekstrekkers.. Dat weet ik eerlijk gezegd niet, dat zou je bewoners moeten vragen. Die weten dat nog wel. Het gevangenismuseum trok op zijn oude locatie natuurlijk ook wel toeristen, maar dat was aan de rand van het dorp. Het is nu echt een mooi toeristisch cluster. Vroeger was het meer mondjesmaat, dat zeker. Waarom zijn jullie destijds hierheen verhuist? Er kwam langzamerhand steeds meer bestuurlijk besef hoe bijzonder Veenhuizen voor Drenthe was. Dat is dus wel pas in de jaren 90 gekomen. En door die ontwikkeling konden wij hierheen trekken. Welke bijdrage heeft het VCT geleverd in het succes van het gevangenismuseum? Het VCT bundelt de ondernemers, en het sterke punt is dat het VCT het negatieve beeld van Veenhuizen heeft gekanteld. Als je vroeger Veenhuizen zei dan..nou, je begon niet eens over Veenhuizen tegenover familie of vrienden. Dat was een taboe. In Veenhuizen kwam je niet. En dat beeld heeft het VCT weten om te draaien. Als je nu in Veenhuizen bent geweest is men zeer enthousiast. Ook zo’n boek als Het Pauperparadijs heeft daar aan bijgedragen. Je wilt er nu wel gezien worden. Even los van het grotere plaatje: het gevangenismuseum lijkt mij een grote speler, met daaromheen allerlei kleintjes. Hoe kunnen jullie daar baat bij hebben? Wij zeggen altijd: we staan op onszelf, maar wel met de rest. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, gezamenlijkheid en zelfstandigheid. Het is de bedoeling dat we, als de overige bedrijven omvallen, op eigen benen kunnen blijven staan. Maar vergeet niet dat we 23
gezamenlijk erg veel activiteiten organiseren. Boerenmarkten, landloperdagen, noem maar op. Dat doen we met zijn allen. Ik wil het even hebben over het verblijfstoerisme. Verwacht u nog een groei in het aantal overnachtingen in Veenhuizen? Zit daar potentie in? Wij hebben nu een bezettingsgraad van 28% op onze huisjes. Een paar jaar geleden was dat 10%. Nu heb ik het alleen over het gevangenismuseum. Wij verwachten 50% te kunnen behalen. Onze huisjes worden voornamelijk geboekt op basis van mond-op-mond reclame. Een park met 200 appartementen kan geld stoppen in marketing. Wij niet. Althans wij ook, maar wij geloven in de prijs/kwaliteitverhouding. We hopen dat mensen het doorvertellen. Value for money is het concept waarmee de bezettingsgraad uiteindelijk nog kan stijgen. Bitter en Zoet zitten momenteel aardig vol. Het kan dus nog groeien, maar extra voorzieningen hoeven er niet bij. Als ik kijk naar de nulmeting en nu, dan valt mij op dat op het gebied van facilitair er weinig aanwezig is. Er is in Veenhuizen geen openbaar toilet te vinden.. *denkt na..* Ja, er is inderdaad geen openbaar toilet. Maar in ons museum kan je natuurlijk wel gratis naar het toilet, nog vóórdat je een kaartje moet kopen. Ook kunnen bewoners bij ons pinnen. Soms sturen ondernemers hun klanten ook door naar ons om geld op te nemen. Maar we hangen de vlag er natuurlijk niet voor uit. Een markt die zich wat meer op de achtergrond bevindt is de zakelijke markt. Is dat nog een markt waar potentie in zit voor Veenhuizen? Ja en nee. In Veenhuizen is er op zakelijk gebied genoeg te doen. We hebben zaalverhuur en teambuildingactiviteiten. Maar het is wel zo dat het een hele instabiele markt is. In tijden van crisis wordt er als eerste gesneden in de franje. Onze zalencomplexen zijn gebouwd in samenwerking met Justitie. Dan hadden zij een fatsoenlijke vergaderruimte. Maar toen het economisch wat minder ging was het eerste wat ze deden een paar stoelen en een tafeltje in een kamertje gooien en daar vergaderen. Het is een markt met potentie, maar het is wel onbetrouwbaar. Wat mist er nog in Veenhuizen voor toeristen? Waarin kan Veenhuizen zich nog ontwikkelen? Toen we verhuisden in 2005 had je voor een halve dag vermaak. Nu heb je zo’n driekwart tot een hele dag vermaak in Veenhuizen. Dus qua programma zitten we wel goed denk ik. Misschien nog iets in de horeca. In Oude Gracht 2, bijvoorbeeld Ook is er nog wel ruimte voor een toeristisch evenement. Bedankt voor uw tijd.
24
Veenhuizen, 13 december 2012 10.00 – 12.30
Interview Tini Veenstra, eigenaresse Zunneschien.
Ik wil een aantal vragen stellen over het toerisme in Veenhuizen. Over de ontwikkeling hiervan sinds de oprichting van het VCT en de verbanden die er liggen.
Was Zunneschien de eerste onderneming in Veenhuizen die toeristen ontving? Hoe zag Veenhuizen er toen uit? Ja, ik woon hier nu 46 jaar waarvan 40 jaar in dit huis. Dit is nu het 23 e jaar dat ik de theetuin heb. Het begon doordat ik in de voortuin bezig was en fietsers vroegen waar je een bakje thee of koffie kon drinken. Dat zette mij aan het denken, en toen heb ik de theetuin opgericht. Later kwamen er steeds meer creatieve mensen bij, die ook workshops kunnen geven bijvoorbeeld. Inmiddels heb ik zo’n 150 mensen die kunst maken. En hoe druk was het dan in de straten van Veenhuizen? De gevangenen liepen normaal gesproken naar hun werk op straat, het werk was Veenhuizen. Toen de fabrieken er kwamen konden ze via de gevangenis naar hun werk, en werden de straten vrijgegeven. Je zag toen wel dat mensen uit de omgeving op hun fiets langskwamen, nieuwsgierig naar wat dat nu precies was, Veenhuizen. Waarom bent u destijds op deze plek gevestigd? Mijn man werkte bij de Justitie. We zeggen weleens: ‘er leven al drie generaties van de gevangenen’. Mijn mans vader, mijn man en mijn zonen. We konden het huis toen kopen, net als iedereen, en dat hebben we gedaan. Anders moest je er met 65 jaar uit, nu hoefde dat niet. Welke veranderingen in Veenhuizen zijn volgens u achteraf noodzakelijk geweest? Nou dat weet ik niet zozeer. Het is nu wel allemaal rond het gevangenismuseum gevestigd, dat leeft de boel wel op. Als ik kijk naar het verschil tussen 2005 en nu, dan valt mij ook op dat op het gebied van facilitair er weinig aanwezig is. Er is in Veenhuizen nogsteeds geen openbaar toilet te vinden, en dat met al die toeristen… 25
Ach ja… welk dorp heeft dat wel? Ga jij in Norg naar een openbaar toilet? Een markt die zich wat meer op de achtergrond bevindt is de zakelijke markt. Is dat nog een markt waar potentie in zit voor Veenhuizen? Ik ontvang maximaal 25 gasten, soms een kleine uitzondering. Dus daar heb ik niet zoveel mee te maken. En als het er meer zijn dan werk ik samen met het Verenigingsgebouw bijvoorbeeld. Dat is wel belangrijk in Veenhuizen, dat de ondernemers samenwerken, want zo kan je er meer uithalen dan in je eentje mogelijk is. Wat mist er nog in Veenhuizen voor toeristen? Waarin kan Veenhuizen zich nog ontwikkelen? Nou, om te beginnen een goede parkeerplaats voor de gasten van Bitter en Zoet in plaats van een illegale clandestiene parkeerplaats. Dit is een gróte ergernis van alle omwonenden. Alles was al akkoord, alle plannen liggen uitgewerkt op tafel, maar er gebeurd maar niks. Voor een hotel met de status van Bitter en Zoet kan dat gewoon niet. Als er eens een congres is of iets dergelijks dan moeten de gasten hun auto in de modder parkeren. Het is in het naseizoen gewoon een zooitje. En qua imago mag de Rgd de twee witte huizen aan de Hoofdweg ook wel opknappen. Al is het alleen maar een likje verf aan de buitenkant. Ik snap natuurlijk ook wel dat iedereen het moeilijk heeft in deze tijd, dus ook de Rgd vast wel (lacht). Maar dat is wel een doorn in het oog, nu de poorten van Veenhuizen zo mooi opgeknapt zijn! Zit er nog rek in Veenhuizen? Kán Veenhuizen nog groeien, of moet het ook niet te massaal worden? Ja, waarom niet? Er kunnen hier nog zoveel leuke ondernemers komen.. Ik bedoel meer: het kan een keer te massaal worden.. of zal dat zo’n vaart niet lopen? Nee, dat komt denk ik heus wel goed. Veenhuizen kan wel wat hebben. Nog even over het VCT. Merkt u ook een toename aan Belgische en Duitse gasten in Veenhuizen? De afgelopen jaren richt Elzaline zich daar wat meer op. Nou… nu je het zegt: ja! Afgelopen jaar had ik vooral opvallend meer Belgen. Ik geloof dat dit het eerste jaar in Duitsland is, dus dat kan nog op gang komen. Maar ik denk dat dat een goede kant op gaat dankzij Elzaline. Zou u voor Zunneschien de bezoekersaantallen kunnen aanvullen? Dat schommelt altijd tussen de 10.000 en 12.000 bezoekers, ik moet dat namelijk opgeven voor de fiscus, daarom weet ik dat. Dat hadden we voordat het gevangenismuseum er kwam, en nu nog, dus het is enorm stabiel. Het zijn ook vooral mensen die speciaal op de fiets komen.– 26
Veenhuizen, 21 December 2012
Interviewvragen Cees van Olst, Directeur glasmuseum.
Ik wil een aantal vragen stellen over het toerisme in Veenhuizen. Over de ontwikkeling hiervan sinds de oprichting van het VCT en de verbanden die er liggen. Waarom bent u met uw museum naar Veenhuizen gekomen? Ik zat eerst in Hoogeveen, we wilden uitbreiden maar we konden niet meer ruimte krijgen. Daarom zijn we naar Schiedam gegaan, waar we meer ruimte beloofd hadden gekregen. Een nieuwe wethouder vond dat in ons onderkomen een jongeren / filmcomplex moest komen. Hierdoor was het ook te klein voor ons. Daarna heb ik een paar jaar niks gedaan wegens omstandigheden. Toen kwam ik bij een expositie van ons in Luttelgeest Peter Sluiter tegen. Die vroeg me of het niet aardig was om gebouwen te huren tegenover het Gevangenismuseum. Zo zijn we er gekomen. Welke veranderingen in Veenhuizen heeft u meegemaakt, en wat was de impact op het toerisme daarvan? Niet zoveel. Ik zit hier nu tweeëneenhalf jaar, en in die tijd is er niet heel veel veranderd. Ja, het Arthouse is weg. Maar het hele Maallustcomplex staat er ook nog niet zo lang toch? Nee dat is waar. Zij kwamen net na ons geloof ik. Dat is er wel veranderd, maar voor ons heeft dat niet zoveel invloed gehad. Ook het gevangenismuseum bijvoorbeeld, daar hebben wij niet heel erg veel profijt van. Wel hebben we een combiticket met het gevangenismuseum gemaakt. Mensen gaan dan eerst naar het gevangenismuseum, hebben daar een lunch en komen vervolgens bij ons voor een demonstratie. Wat heeft het VCT voor de ondernemers in Veenhuizen betekent? Moeilijk te zeggen. Er zijn veel ondernemers die ermee stoppen. Ze houden zich meer bezig met het hele ambtelijke apparaat dan praktisch in Veenhuizen, dat Ontwikkelings Bureau. Het VCT is iets anders dan het OBV.. Oh ja, dat klopt. Maar van het VCT merk ik ook weinig. De website is al tijden zeer slecht, moet vernieuwd worden en dat is al vaak beloofd. Ook moeten ze wandelroutes aanpakken, moeten beter bewegwijzerd worden. We krijgen hier zoveel wandelaars die ons de weg vragen, omdat ze de witte paaltjes kwijt zijn. 27
Maar het VCT doet zoveel meer, neem nou bijvoorbeeld de promotie op beurzen..merkt u ook een toenemend aantal buitenlanders misschien? Ja, beurzen. Ik heb het idee dat dat een beetje een aflopende zaak is. Wij doen zelf elke zomer onderzoek naar de bezoekers, hoe ze hier belanden en waar ze vandaan komen, middels een kleine enquête. Het blijkt dat 80% van onze klanten van mond op mondreclame hier komen. Vervolgbezoeken, mensen die zijn geweest en dan de demonstraties ook aan familie willen laten zien. Slechts een incidentele gast is buitenlands, maar dat hadden we ook al voor dit jaar. Ik denk niet dat folders van ons op een vakantiebeurs ertoe aan zetten om naar het glasmuseum te komen. Wat mist er nog in Veenhuizen voor toeristen? Waarin kan Veenhuizen zich nog ontwikkelen? De bewegwijzering is lelijk. Toen wij hier kwamen was er nog een wildgroei van bordjes van de ondernemers, die natuurlijk wilden dat bezoekers hun onderneming konden vinden. De gemeente vond dat – terecht – niet passen binnen Veenhuizen. Toen zijn er een aantal plaatsen uitgekozen (Tuinen van Weldadigheid, Gevangenismuseum, Cellencomplex) die op nette borden terecht zijn gekomen. Daarna zijn wij gekomen, en we komen er niet op. Kijk maar op onze site, we moeten in de routebeschrijving zeggen: ‘Volg de borden gevangenismuseum, aan de overkant van het gevangenismuseum zitten wij’. Daarnaast is het openbaar vervoer slecht. Er komen ook ouderen uit de randstad bij ons, die komen dan met de trein naar Assen. Ze moeten daar uitzoeken welke bus ze kunnen nemen, die stopt dan op de Hoofdweg en vervolgens moeten ze een enorm eind lopen voor ze hier zijn. Eigenlijk kan dat niet voor die mensen. Er zou ooit een spoortje komen, dat mensen van ons cluster naar de Hoofdweg een ritje konden maken. Later zou er een koets door het dorp komen die heen en weer zou rijden, nougoed die heb ik afgelopen jaar dan drie keer gezien. Een simpele eetgelegenheid zou ook een aanvulling zijn. Ik hoorde dat er misschien een pannenkoekenrestaurantje zou komen in ’t Slachthuisje, zoiets zou goed zijn. Waar je gewoon simpel kan eten, voor weinig geld. Een extra soort eetgelegenheid, goedkoper dan Bitter & Zoet en het gevangenismuseum. Al hoorde ik ook dat een dergelijke onderneming eerder al aan de Generaal van de Boschweg heeft gezeten, en dat was ook geen succes. Zit er nog rek in Veenhuizen? Kán Veenhuizen nog groeien? Het moet geen Orvelte worden, dat zou niet passen. Dat was precies wat ik bedoelde eigenlijk, het moet geen museumdorp worden.. Nee dat moet het inderdaad niet, maar dat zal het ook niet worden. Wat ik nog wel goed zou vinden, jij doet nu dit onderzoek en dat is ook prima, maar dat er nog door een student onderzoek gedaan wordt naar de beleving van de toerist. Wat vindt de toerist nu eigenlijk van Veenhuizen? Daar hebben de ondernemers wat aan. Wij doen wel een beetje zelf onderzoek, maar een wat uitgebreider onderzoek kan geen kwaad. 28
29