9.750 m2 bvo winkelruimte (renovatie) | 4.500 m2 bvo winkelruimte (uitbreiding) | renovatie parkeergarage en uitbreiding met 100 extra parkeerplekken | Toevoegen van woonfunctie aan het winkelcentrum: ca. 120 koop- en huurwoningen
Het bestaande winkelcentrum is een kind van zijn tijd. De in de jaren zeventig populaire opzet van haaks op elkaar geschakelde modules vormt de basis van het winkelcentrum. Deze grillige vorm komt zelfs terug in de betonnen plantenbakken. Ook de afgetimmerde stroken, modulaire overkappingen en gebruik van goedkope materialen verraden het jaren zeventig karakter van het bestaande winkelcentrum.
BILTHOVEN DE KWINKELIER Het winkelcentrum functioneert momenteel als het hoofdwinkelcentrum voor de gemeente De Bilt. De Kwinkelier tezamen met het overige winkelaanbod in het centrum van Bilthoven bedient een vrij grote regio. Het primaire verzorgingsgebied is de kern Bilthoven zelf. Hier wonen bijna 22.000 inwoners en komt 63% van de omzet vandaan.
Vogelvlucht van het nieuwe plan. Bilthoven De Kwinkelier is en blijft een planmatig opgezet winkelcentrum.
D Verbinden op alle niveaus Bilthoven worstelt al een tijdje met haar in 1978 geopende winkelcentrum. Wie een tijdje rondslentert in De Kwinkelier ervaart dat het centrum is versleten en weinig modieus is wat vorm betreft. Sterk punt is de aanwezigheid van veel zelfstandige ondernemers die de consu ment van Bilthoven goed kennen en daar op in spelen. Al jaren trachtten de gemeente en on dernemers om de eigenaar te bewegen tot een grondige renovatie van het winkelcentrum. Maar daar kwam steeds niks van terecht.
Projectontwikkelaar Synchroon doorbrak de impasse en slaagde er in om een samenwer king te verkrijgen met de eigenaar. Succes volle planvorming vraagt allereerst om het bij elkaar brengen van de juiste personen.
Bilthoven toont ambitie. Niet alleen winkel centrum De Kwinkelier wordt grondig onder handen genomen. Het gehele centrum krijgt een opknapbeurt. Waar het bijvoorbeeld aan schort is een goede routering van station naar
de Kwinkelier. De route vertoont gaten in winkel of verblijffuncties, waardoor bezoekers halverwege het winkelrondje afhaken. In de nieuwe plannen voor De Kwinkelier wor den de in en uitgangen van het winkelgebied aangepakt om zo de aansluiting bij het bestaan de centrumgebied te verbeteren. Tevens wordt de ondergrondse parkeergarage vernieuwd en worden woningen toegevoegd. Winkels die veel bezoekers trekken krijgen een strategische plaats. Ook dient het nieuwe winkelcentrum
beter aan te sluiten bij de bestaande bebouwing van het dorp, bijvoorbeeld door gebruik van rode bakstenen en door regels te stellen aan bebouwingshoogtes. Ten slotte is besloten dat De Kwinkelier niet in het geheel overkapt mag worden. Door de Kwinkelier niet in het geheel te overkappen wordt de eenheid binnen het winkelcircuit niet onderbroken.
In het Kramsvogelhof kan de bezoeker van De Kwinkelier even uitrusten op een bankje in het groen. Het veldje vormt een talud, waardoor het groen visueel meer prominent wordt ervaren.
Plein e Pa s s a g
E nt re e p lein V in ke n
e lie rKw in k p lein
Kra ms of lh e g o v
Achter de arcades zitten meerlaagse woningen die tot één laag boven de arcade doorlopen. Daarboven zitten éénlaagse appartementen.
Het nieuwe winkelcentrum wordt een slagje hoger dan nu het geval is en wordt daarmee meer stedelijk van karakter. De openbare ruimte binnen het winkelcentrum krijgt een kwaliteitsimpuls door toepassing van betere bestrating, meer groen en vernieuwing van straatmeubilair en straatverlichting. Het geheel krijgt bovendien op oogniveau een meer monumentaal karakter door het opwaarderen van façades en entrees, het creëren van winkelarcades en het uitvoeren van plinten en lateien in donkere steen. Beelden: Synchroon
Betrokken partijen: Architect RPHS Architecten, Voorburg | Ontwikkelaar Synchroon, Utrecht in samenwerking met Top Vastgoed, Utrecht | Eigenaar Kerckebosch Beleggingsmaatschappij, De Bilt | Looptijd Er ligt een streefplanning die uitgaat van een start bouw 2e kwartaal 2010. Bouwtijd 2,5 tot 3 jaar. De realisatie zal in 4 fases worden uitgevoerd. Onder voorbehoud wordt in mei 2009 het Definitief Ontwerp vastgesteld.
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Winkeloppervlak: 45.000 m2 bvo | Horeacafuncties: 8.500 m2 bvo | Vrijetijdsvoorzieningen: 15.000 m2 bvo. Een vergelijkbaar oppervlakte is gereserveerd voor een ‘culturele trekker van formaat’. | Woningen: 2.600 woningen met nadruk op appartementen | Kantoren: 245.000 m2 bvo De bebouwing kruipt als het ware over de A2 en maakt zo een meer natuurlijke verbinding met de bestaande stad. De twee boerderijen juist onder de spoorweg en rechts van de snelweg blijven behouden in het nieuwe plan. Beeld: Aerophoto Schiphol
D‘Er is met de belegger en toekomstige eigenaar van het winkelgebied, Corio, afgesproken dat een gedeelte van het winkelgebied bijzondere winkels moet krijgen. Door van tevoren dergelijke afspraken vast te leggen kun je toekomstige variëteit waarborgen.’ Nora Hugenholtz, projectmanager Leidsche Rijn Centrum.
LEIDSCHE RIJN CENTRUM Overzichtskaart Leidsche Rijn Centrum. Een kern winkelgebied is bedoeld om te kuieren, voor leisure en voor het drinken van een kopje koffie. Daarnaast komen er ‘gemakswinkels’ op plaatsen waar veel passanten zijn (zoals de stationsomgeving) en een cluster met winkels voor de dagelijkse boodschappen. Een geplande markt komt misschien wel boven op de A2! Beeld: Jo Coenen en Architecten
Verspreid door het stadsdeel liggen clusters met winkels voor de dagelijkse boodschappen, maar het werkelijke centrum moet het gebied gaan vormen dat pal op de A2 is gesitueerd en in deze kaart in geel is aangegeven. Het vormt straks geografisch het middelpunt van de stad Utrecht. Beeld: Projectbureau Leidsche Rijn
D‘Overdekte winkelcentra: Je gaat naar binnen en winkelt daar,
maar met levendigheid van het gebied heeft het weinig te maken.’
Nora Hugenholtz, projectmanager Leidsche Rijn Centrum.
D Tweede centrum van Utrecht In Leidsche Rijn zal de komende jaren een volwaardig centrum verrijzen. De 80.000 in woners van Leidsche Rijn en bewoners van de regio kunnen er onder meer terecht voor hun dagelijkse boodschappen, voor een dagje ‘shop pen’ of voor een avondje uit. Leidsche Rijn Cen trum belooft ‘het tweede centrum van Utrecht’ te worden. Dat vraagt om een gebied met een hoog stedelijk karakter, differentiatie wat betreft programma en aandacht voor een kwali tatief hoogstaande buitenruimte. Hoe begin je zo’n ingewikkeld proces van het maken van een belangrijk nieuw winkelgebied? Nora Hugenholtz, projectmanager Leidsche Rijn Centrum, legt uit dat de gemeente een aantal kernwaarden heeft vastgelegd in de vorm van een Visie voordat het ontwerpproces en ontwikkelingsproces aanving. Deze Visie, ‘Het Levende Centrum’, werd in mei 2004 vast gesteld door de gemeenteraad. Expliciet werd afgesproken dat Leidsche Rijn Centrum geen overdekt winkelcentrum mocht krijgen. ‘Ou derwets winkels aan de straat, dat maakt een centrum pas echt levendig.’
Levendigheid wordt met name gecreëerd in de ruimte tussen de gebouwen. Een netwerk van pleinen en andere publieke ruimtes vormt een van de belangrijkste onderleggers van het ste denbouwkundige ontwerp. De publieksfuncties en entrees van de gebouwen zijn per definitie gesitueerd op de begane grond, achterzijde, aan de straat en niet verscholen in overdekte com plexen of binnengebieden. Op de begane grond is overwegend een andere functie gedacht dan op de andere lagen, waardoor het gebied op alle tijden van de dag levendig is. De stedelijkheid moet vooral tot uiting komen door de keuze voor architectuur van hoogwaardig niveau.
Klant is koning
In opzet lijkt Leidsche Rijn Centrum wel heel erg op Stadskwartier Nieuwegein: differentiatie in functies, veel nadruk op levendige openbare ruimte en smalle straatjes afgewisseld met pleinen. Beide gebieden mikken deels op publiek buiten eigen kerngebied dat een dagje komt winkelen. Gaan Stadskwartier Nieuwegein en Leidsche Rijn Centrum met elkaar in concurrentie? Is er overleg geweest tussen beide gemeenten? Navraag bij de afdeling Economische Zaken van de gemeente Utrecht leert dat buurtgemeenten elkaar wel informeren, maar dat er geen bovengemeentelijke regie bestaat. De provincie heeft met de Nota Ruimte van 2006 minder macht gekregen en derhalve niet meer als taak voor spreiding van winkelgebieden te zorgen. De klant is koning. Welk winkelgebied in de toekomst de meeste kopers trekt zal blijken.
Het plaatsen van balkons aan de straatzijde zorgt ervoor dat de woonfunctie helder in beeld is. Winkels komen ‘ouderwets’ aan de straat te liggen. Beeld: Tony Petit
Een punt dat in de Visie expliciet is vastgelegd is de noodzaak de panden flexibel te maken. Het is een ontwerpkeuze waardoor een gebied grotere kans heeft de tand des tijds te kunnen doorstaan. Flexibiliteit wordt bewerkstelligd door de begane grond verdieping vast te stellen op 4,5 meter hoogte. Zo kan de ruimte door middel van bijvoorbeeld entersols op verschillende manieren gebruikt worden. Een winkel kan dan gemakkelijk getransformeerd worden tot horecagelegenheid of woning. Beeld: Projectbureau Leidsche Rijn
Kleinschalige bebouwing in combinatie met stoere gebouwen vormen het beeld van het Stadsplein. Door te kiezen voor een veelheid aan architecten die meeontwerpen aan een plan ontstaat een gedifferentieerd en levendig geheel. Beeld: Projectbureau Leidsche Rijn
Betrokken partijen: Ontwikkelaar kernwinkelgebied ASR (voorheen Fortis Vastgoed Ontwikkeling) en Vesteda | Stedenbouwkundig supervisor Leidsche Rijn Centrum Jo Coenen | Stedenbouwkundig ontwerper Leidsche Rijn Centrum Noord Kees Rijnboutt | Supervisor openbare ruimte Leidsche Rijn Centrum Lodewijk Baljon | Belegger detailhandel Corio | Projectmanagement Leidsche Rijn Centrum Projectbureau Leidsche Rijn | Looptijd: Bouwrijpmaken vanaf 2009 | Start bouw vanaf 2011 | Eerste oplevering circa 2014 | Laatste oplevering circa 2020/25
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Totale toegevoegde aantal vierkante meters en programma Nieuw Hoog Catharijne: Winkels: 35.000 m2 | leisure: 20.000 m2 | woningen: 175 | parkeerplekken: 1.250
De huidige traverse op winkelniveau boven de Catharijnebaan wordt gesloopt. Daarvoor in de plaats komt een lage oversteek op begane grondniveau over de herstelde Catharijnesingel, de zogenaamde Stadskamer. Zicht op de noordzijde (stadskant) van Nieuw Hoog Catharijne. Beeld: Corio
NIEUW HOOG CATHARIJNE De entrees van Nieuw Hoog Catharijne aan het Vredenburgplein. De entrees zijn breder dan de oorspronkelijke toegangspartijen en opengewerkt in glas. Beeld: Corio
Zicht op de zuidzijde (stadskant) van Nieuw Hoog Catharijne. Beeld: Corio
D Openbreken van een gesloten centrum Zicht op het meest transparante gedeelte van het nieuwe winkelcentrum, de ‘Stadskamer’. In het nieuwe ontwerp speelt natuurlijk daglicht een belangrijke rol. De plafonds worden op verschillende plaatsen opengebroken. Beeld: Corio
Hoewel winkelcentrum Hoog Catharijne com mercieel een van de best draaiende winkel centra van Nederland is, wordt het de komende jaren ingrijpend vernieuwd. Projectdirecteur Menno Overtoom noemt de verbeterpunten voor Hoog Catharijne op: de aansluiting met de binnenstad is op stedenbouwkundig niveau niet goed georganiseerd en ook de entrees moe ten aangepast worden. De projectdirecteur is tevreden met de vernieuwing omdat hij in de nieuwe plannen 35.000 m² aan winkelruimte bij kan bouwen. Met de groei van het aantal in woners van Utrecht en de toename van impor tantie van het station (prognoses wijzen op een groei naar 100 miljoen reizigers per jaar in 2020) is uitbreiding geen overbodige luxe.
het bureau de grootschaligheid van menig Amerikaanse mall echter niet als uitgangspunt genomen.
De architecten hebben de context van Hoog Catharijne goed bestudeerd. In de nieuwe plannen wordt de kleinschaligheid die Utrecht als stad kenmerkt benadrukt. Het gesloten ka rakter van Hoog Catharijne wordt doorbroken. Dat is terug te zien in de transparante ontwer pen, waarin glas, hoge plafonds, en zicht naar buiten zorgen voor een ruimtelijk effect. Zo ontstaat ook meer aansluiting met de openbare ruimte rond het winkelcentrum.
Twee assen verbinden straks de stad vanaf het Vredenburgplein via het winkelcentrum met het station. Een van de belangrijkste aspecten in het nieuwe ontwerp is het doortrekken van de Catharijnesingel. Je kunt in de toekomst met de boot onder de met glas overdekte stads kamer van Hoog Catharijne doorvaren. De verantwoordelijke architect van Nieuw Hoog Catharijne, Altoon + Porter Architects, is van oorsprong Amerikaans. Bij het ontwerpen heeft
Plattegrond Nieuw Hoog Catharijne. Beeld: Corio
In het oorspronkelijke plan van Hoog Catharijne was ruimte voor lekker hangen in het winkelcentrum. Zo was er de binnentuin met terras en olijfbomen.
De huidige entree naar Hoog Catharijne vanaf het Vredenburgplein is weinig aantrekkelijk. Beeld: Gemeente Utrecht, Projectorganisatie Stationsgebied
Betrokken partijen: Projectontwikkelaar en belegger Corio, Utrecht | Architect Altoon + Porter Architects, Amsterdam Looptijd (NB data kunnen aan wijzigingen onderhevig zijn) Status Definitief Ontwerp | Start bouw 2009 | Oplevering 2020
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Met het nieuwe Stadskwartier wordt het aantal winkels in het centrum van Nieuwegein verdubbeld, komen er extra eetgelegenheden, terrasjes, woningen en parkeerplaatsen. Fase 1: 20.000 m2 winkels, 163 appartementen, parkeergarage en een stadhuis met diverse maatschappelijke voorzieningen Fase 2: 15.000 m2 winkels, circa 35 appartementen
STADSKWARTIER NIEUWEGEIN w a r tie
St ads k
Shoppen in het gemeentehuis Het Deense architectenbureau 3XN is verantwoordelijk voor het nieuwe stadhuis. De levendigheid wordt bewerkstelligd door een gedifferentieerdheid van functies. In het gebouw is naast bestuur, bibliotheek en Centrum voor Werk en Inkomen plaats voor cultuur en winkels. Letterlijk wordt zo de openbare buitenruimte doorgetrokken tot in het gebouw. Beeld: Gemeente Nieuwegein
r
Het winkelplein en de woontorens ontworpen door de Architekten Cie. Beeld: Ontwikkelingscombinatie Stadskwartier Nieuwegein
D Een Stadskwartier vol leven Aan de zijde van het Stadsplein met het nieuwe stadhuis is de vormgeving stedelijk en stoer gehouden. Beeld: DOK architecten
Deze luchtfoto toont de huidige situatie. De samenhang tussen de gebouwen ontbreekt. Rechte, hoekige vormen overheersen. De blauwwitte façades van de huizen en winkels aan de pleinwand zijn bewust gespaard gebleven in het nieuwe plan. Ze bepalen namelijk de herkenbaarheid van het centrum van Nieuwegein. Die herkenbaarheid is belangrijk voor de continuïteit in de vormgeving van de stad. Beeld: Gemeente Nieuwegein
De stad Nieuwegein werd begin jaren zeventig in de weilanden ten zuiden van Utrecht vrijwel uit het niets uit de grond gestampt. Het nieuw bouwproject werd afgesloten met een stadscen trum. Architect Jan Hoogstad ontwierp een plein omgeven met winkels en huizen en een overdekt winkelcentrum, City Plaza. Helaas boette de uitvoering in op kwaliteit, mede door de economische malaise van de jaren tachtig. City Plaza is gebouwd uit goedkope materialen en aan de openbare ruimte is amper aandacht geschonken.
Daar moet nu verandering in komen als het aan de betrokkenen van de vernieuwing van het centrum ligt. Wat opvalt in de plannen is dat de oplossingen die het ‘Stadskwartier’ weer leven dig moeten maken zich veelal concentreren op de ruimte waar openbaar en publiek elkaar treffen. De plannen leunen stevig op concepten voor toekomstige beleving van het gebied. Het gebied moet levendig zijn, hetgeen de partici patie van bezoekers benodigd. Hoe maak je als architect en stedenbouwer architectuur en een openbare ruimte die vitaliteit uitlokt?
Overzicht van het nieuwe centrumplan ‘Stadskwartier Nieuwegein’. Blok 1: Pi de Bruin van de Architekten Cie. ontwierp een blok met 17.000 m2 winkeloppervlak verdeeld over drie verdiepingen, waarboven vijf woontorens, blok 4 toont het nieuwe stadhuis van architectenbureau 3XN uit Denemarken, blok 7 en 8 zijn van de hand van Liesbeth van der Pol van Dok architecten. Het plein krijgt een veelzijdige vorm door de ‘voorzetarchitectuur’. Beeld: Ontwikkelingscombinatie Stadskwartier Nieuwegein
Betrokken partijen: Architecten Fase 1 de Architekten Cie., Amsterdam (blok 1) en 3XN, Kopenhagen, Denemarken (Stadhuis) Architecten Fase 2 Dok architecten, Amsterdam Stedenbouwkundig concept T+T Architecten, Gouda | Ontwikkeling en realisatie Ontwikkelingscombinatie Stadskwartier Nieuwegein, een samenwerking tussen Multi Vastgoed, Gouda, en ING Real Estate Development, Den Haag | Belegger Corio, Utrecht | Looptijd : Fase 1 2009 – 2011 | Fase 2 2011 – 2013
De architecten hebben in hun plannen vooral aandacht geschonken aan de verbindingen tus sen privaat en openbaar terrein. Dok architec ten is verantwoordelijk voor het marktplein en de belangrijke winkelpassage die de verbinding legt tussen stadhuis en marktplein. De archi tecten verkleinen het marktplein door aan drie pleinwanden op de begane grond volumes toe te voegen, bestemd voor horeca en winkels. De woonblokken worden voorts opengebroken. De openingen maken het totale blok kleiner en zorgen voor voldoende licht en lucht op het winkelplein en op het tweede maaiveld tussen de woonblokken. Woningen krijgen balkons aan de pleinkant, zodat de oriëntatie van de ap partementen naar de centrale ruimte gericht zal zijn in plaats van naar de achterkanten van de blokken. Naast de private balkons wordt de buitenruimte verrijkt met een zogenaamd stadsbalkon.
Dok architecten voorziet groenvoorzieningen op de daken van de uitbreiding van de pleinwand. Voor de open pleinzijde ontwierp het bureau een losstaand paviljoen, ‘de Folly’, met entree naar een ondergrondse winkel en de parkeergarage. Het markante gebouwtje is beeldbepalend voor het plein. Beeld: Ontwikkelingscombinatie Stadskwartier Nieuwegein
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
20.000 m2 grootschalige detailhandel | 12.000 m2 perifere detailhandel | 15.000 m2 leisure/sport | 11.000 m2 hotel- en congrescentrum | 6.000 m2 horeca | 1.400 parkeerplaatsen. (NB. Dit programma is nog aan wijzigingen onderhevig)
THE WALL
D‘Je zou The Wall als een merk kunnen zien. Het hele gebouw zal met zijn markante vormgeving fungeren als logo voor alle de functies in het gebouw.’ VVKH architecten
Zowel de gevels als het dak lopen op drie punten (de kop, het midden en de staart) in elkaar over en zorgen ervoor dat het gebouw aan de Leidsche Rijn-zijde eenzelfde uitstraling heeft als aan de A2-zijde. Dit is een belangrijk uitgangspunt aangezien een groot deel van de bezoekers het gebouw met de auto zal bezoeken en afkomstig is van deze snelweg. Het gebouw moet bij aankomst herkenbaar zijn.
D Geluidswal wordt winkelgebied
Dwarsdoorsnede
De roep naar meer grootschalige detailhandel bij retailers en consumenten noopt de gemeen te Utrecht om op zoek te gaan naar oplossin gen. De gemeente wees de zone naast de A2, vlak voor de afslag Centrum aan als gebied waar minimaal 51.000 m2 aan functies kan worden weggezet. In het te bouwen complex moet naast retail en horeca ook leisure een pro minente plek krijgen. Het invullen van ruimte voor leisure vormt voor de projectontwikkelaar niet de gemakkelijkste opgave. Het zogenaam de ‘omvalrisico’ voor leisure gerelateerde be drijven is groter dan die van retail. Banken ge ven minder snel kredieten, zeker in tijden van crisis. Ook is een geluidsscherm gebouwd dat de woningen van Leidsche Rijn beschermt te gen het verkeersgeluid. De ontwerpers van VVKH architecten kozen ervoor een gebouw en geluidsscherm te integreren.
Omdat Leidsche Rijn met het realiseren van Leidsche Rijn Centrum straks over de snelweg in de richting van de binnenstad ‘kruipt’ zal de A2 middelpunt van de stad worden. ‘De infra structuur moet je daarom niet ontkennen, maar juist zien als kwaliteit,’ aldus het ontwerp bureau van The Wall, VVKH Architecten. ‘Hoe ervaart men het passeren van een gebouw met bijzonder lange lengte van 800 meter?’ vroegen de architecten zich af tijdens het ontwerp proces. Ze vonden uit dat je er 28 seconden over doet om het gebouw te passeren in een auto die 100 kilometer per uur gaat.
Een belangrijk aspect van het ontwerp van de detaillering van de glasgevel is de veiligheid van de automobilist op de A2. De glasgevel helt in zijn geheel bijna 10 graden naar voren. Op deze wijze treedt er geen hinderlijke reflectie op. Tevens mogen de activiteiten binnen het gebouw de passanten niet te veel afleiden.
D‘We zijn als ontwikkelaar trots op het markante gebouw. Maar het feit dat het gebouw vanuit de architectuur is ontworpen heeft ook nadelen. Het staat de flexibiliteit voor het gebruik van het gebouw soms in de weg, bijvoorbeeld wat de mogelijkheid voor aanpassing van verdiepingshoogten betreft,’ Erwin Kerkhoff, projectontwikkelaar voorheen werkzaam bij Burgfonds Het gebouw is ontworpen denkend vanuit de beleving van de passerende automobilist die 100 kilometer per uur rijdt op de A2.
Stedenbouwkundig plan.
Het geluidsscherm in aanbouw.
Het grootste gedeelte van het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Op het dak wordt geparkeerd.
Zicht vanaf het parkeerdek op de kop of ‘cockpit’ van het gebouw.
Bezoekers komen veelal met de auto en worden vanaf het parkeerdek naar beneden geleid via lift of roltrap. Zodoende worden ook de winkels van de eerste etage gepromoot. Projectontwikkelaar Burgfonds berekende dat er 3,2 miljoen mensen op 20 minuten afstand van The Wall wonen en dat er elke dag 200.000 automobilisten het gebouw passeren. Het zijn allemaal potentiële klanten.
Betrokken partijen: Architect VVKH Architecten, Leiden | Projectontwikkelaar Burgfonds BV, Zaltbommel | Looptijd De eerste bouwfase, de geluidsfunctie, is uitgevoerd in mei 2005. De verwachting is dat in 2010 het gehele gebouw zal worden opgeleverd. Op dit moment is het uitvoeringproces van het gebouw in volle gang en worden bepaalde onderdelen nog op ontwerpniveau verder uitgewerkt.
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Plangebied: 24, 4 ha. | Ontwikkelingsgebied: 5,7 ha. | 525 woningen: 360 koopwoningen, 115 beleggers huurwoningen en 50 sociale huurwoningen | 1.700 parkeerplaatsen | Circa 15.000 m2 detailhandel en voorzieningen
STADSHART OVERVECHT
D Van ruimtelijke scheiding naar een gemengd huwelijk De bebouwing van de wijk Overvecht draagt de kenmerken van de na-oorlogse stedenbouw waarin de stroken- en stempelverkaveling over heerst. Functies zoals wonen, werken, en win kelen werden ruimtelijk gescheiden. Grootwin kelcentrum Overvecht, dat in 1969 werd geopend, is een perfect voorbeeld van een ge clusterde voorziening. Het centrum was in te genstelling tot de binnenstad helder en ruim in opzet, schoon en je kon er gemakkelijk je auto kwijt. Het assortiment aan winkels was al bij de ope ning zeer uitgebreid, met filialen van allerlei landelijke bedrijven naast een dierenwinkel, bloemenwinkels en een zaak voor kunstnijver heid. Dit was erg bijzonder voor een wijkwinkelcentrum in die tijd. Winkelcentrum Overvecht trok dan ook winkelpubliek van el ders. Hiermee stak het winkelgebied het twee jaar eerder geopende winkelcentrum Kanalen eiland naar de kroon.
Met het herontwikkelen van de gehele wijk Overvecht wordt ook het winkelcentrum aange pakt. Je zou kunnen zeggen dat veertig jaar na oplevering de ideeën over winkelgebieden 180 graden gedraaid zijn. De ruimtelijke scheiding van functies wordt tegenwoordig te rigide ge vonden en zorgt bovendien voor een winkel gebied dat na sluiting van winkels verlaten en onveilig aanvoelt.
Zicht op het nieuw geplande ‘Cultuurplein’; een plein waar functies zoals recreëren, wonen, winkelen en werken elkaar treffen. Ook de architectuur zorgt voor wat meer levendigheid op het plein, bijvoorbeeld door de uitspringende balkons die onregelmatig op de gevels zijn aangebracht. Illustratie: Jan Peter Boelema
In de nieuwe plannen ligt dan ook nadruk op intensivering en functiemenging. Buurtbinding moeten sterker worden en de verblijfswaarde van het openbaar gebied en de sociale veilig heid, met name na sluitingstijd van de winkels moet in kwaliteit stijgen. Ook het parkeren moet minder dominant aanwezig zijn.
Zicht op het Winkel centrum Overvecht te Utrecht in 1990. Het was in de oorspronkelijke winkelstraten enkel winkelen geblazen. De passages werden midden jaren 90 overdekt. Beeld: het Utrechts Archief, Fotodienst GAU
Vogelvlucht van het stedenbouwkundig plan, 2009. Beeld: KCAP
Zicht op het Winkelcentrum Overvecht. Ontwerper van het oorspronkelijke winkelcentrum was het Rotterdamse architectenbureau H.D. Bakker. Het bureau werkte bijna gelijktijdig aan een ander groot overdekt winkelgebied: winkelcentrum Zuidplein in Rotterdam. Beeld: het Utrechts Archief (1971)
Zicht op het Parkeerplein en de Piazetta. In tegenstelling tot de dominante horizontale vormen die het winkelcentrum van de jaren zestig kenmerken en die je het gevoel geven dat je tussen grote platte dozen doorwandeld wordt in de nieuwe plannen gekozen voor verticaliteit in de veelal transparante façades. Illustraties: Jan Peter Boelema
Betrokken partijen: Stedenbouwkundig plan KCAP, Rotterdam | Projectontwikkelaar Ontwikkelingscombinatie Stadshart Overvecht bestaat uit Synchroon, Utrecht en Amvest, Amsterdam ZO | Looptijd Start bouw eerste deelplan: 2011
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Uitbreiding bestaand winkelcentrum (circa 26.500 m2 bvo) met: circa 300 woningen, zowel (sociale) huurwoningen als koopwoningen. | Maximaal 12.000 m2 bvo commerciële functies | Parkeren: 1.300 plaatsen, waarvan 1.000 ondergronds De hele wijk Kanaleneiland wordt vernieuwd. Op en rond de Churchilllaan worden nieuwe woningen gebouwd. Met een nieuwe samenstelling van bewoners zal een ander winkelpubliek ontstaan, hetgeen haar weerslag zal hebben op het aanbod van winkels.
WINKELCENTRUM KANALENEILAND
D Een levendig centrum: krachtige motor van herstructurering wijk De bestaande overdekte ruimte krijgt in de nieuwe plannen een bazaarachtige formule, twee supermarkten en winkels met een uiteenlopend aanbod in de dagelijkse en niet dagelijkse levensbehoeften. Alle belangrijke routes vanuit het centrum van Kanaleneiland komen uit op dit knooppunt.
Op dit moment worden de drie belangrijkste (semi) overdekte winkelcentra van Utrecht op een vergelijkbare manier herontwikkeld van gesloten mall naar multifunctionele, open ge bieden waarin een sleutelrol is weggelegd voor een levendige openbare ruimte. Hoog Catharij ne, Overvecht en Kanaleneiland zijn na veertig jaar aan vernieuwing toe. Niet alleen zijn idee en over winkelgebieden geactualiseerd, ook de wijken waarin de centra liggen en de bevol kingssamenstelling ervan zijn in de loop der ja ren veranderd. Kanaleneiland is zo’n gebied dat door veel wijkbewoners met andere woonwen sen dan het aanbod van voornamelijk goedkope sociale huurwoningen wordt verlaten. Na jaren van verloedering vindt nu een grootscheepse herstructurering plaats. Kanaleneiland heeft dan ook potentie om een aantrekkelijke en po pulaire wijk van Utrecht te worden. Met het gereedkomen van Leidsche Rijn komt de wijk bovendien in het hart van de stad te liggen.
De nieuwe plannen voor het winkelgebied kun nen een belangrijke bijdrage leveren aan het welslagen van de wijkvernieuwing. Het winkel centrum zal uitbreiden in zuidwestelijke rich ting en steekt als het ware de Trumanlaan over. In de toekomstige situatie wordt de Truman laan Trumanplein: het hart van het winkelcen trum is verkeersluw. Ter plaatse kan de markt worden gehouden, bevinden zich terrassen voor horeca en zijn de toegangen naar de su permarkten en naar de ondergrondse parkeer garage gesitueerd. De winkels en horecagele genheden zijn op dit plein gericht.
Momenteel ziet het aloude winkelcentrum er weinig levendig uit. Het is een functioneel centrum waar je kan parkeren en shoppen, maar dat je daarna snel weer verlaat.
Evenals winkelcentrum Overvecht werden de originele open passages van winkelcentrum Kanaleneilend in de loop der jaren overdekt.
Het winkelcentrum vervult de rol van wijkcentrum voor de bewoners van de naoorlogse wederopbouwwijk Kanaleneiland. Beelden: echt Gemeente Utr
Passages met winkels, het gebruik van goedkope materialen voor architectuur in functionele stijl en een openbare ruimte waarvoor een geometrisch eilandje met banken en betonnen plantenbakken werd ontworpen. Dit beeld toont onmiskenbaar een winkelgebied van veertig jaar geleden. ‘Functionele hiërarchie’ luidde het adagium eind jaren 60 voor de planning van wederopbouwwijken. Winkels werden geconcentreerd geordend. In het lage gedeelte werd gewinkeld, in de torens kon gewerkt en gewoond worden.
Betrokken partijen: Grond Exploitatie Maatschappij (GEM) Mitros, Portaal, Proper-Stok en Gemeente Utrecht, voor bouwrijp maken en uitgeven van gronden | Uitwerking winkelcentrum Initiatiefnemende partij Urban Interest, eigenaar huidig winkelcentrum | Architectonische planuitwerking AGS architecten i.s.m met Van der Goes Architecten | Stedenbouwkundige uitgangspunten en beeldkwaliteit stedenbouwkundige DSO gemeente Utrecht i.s.m. Mecanoo architecten | Looptijd Fase Voorlopig Ontwerp winkelcentrum: tot en met najaar 2009
de menselijke maat in winkelgebied in en om Utrecht
Lakenpoepende Duitsers veroveren het westen De eerste Nederlandse winkeliers van kleding waren waren katholieken uit Westfalen. Hier werd op boerderijen linnen geweven dat door zogenaamde ‘lakenpoepen’ tot in Friesland werd verkocht. Toen de verkoop werd ver boden begon een aantal slimme handelslieden een winkel. De namen van deze pioniers zijn beroemd in Winkelland Nederland: Anton Dreesmann, Johann Peek, Heinrich Cloppen burg, Anton Kreymborch, Hendrick en J örgen Voss, Bernhardt en Benedictus Lampe, Clemens en August Brenninkmeyer.
UTRECHT: VAN ALLE MARKTEN THUIS
DE en historisch perspectief op winkelgebied
Fotoreproductie naar een schilderij van Augustus Wijnands uit 1838. In 1837 werd het St.-Barbara- en Laurensgasthuis afgebroken voor de bouw van de Winkel van Sinkel. De Winkel van Sinkel was opgebouwd door een Duitse immigrant: Anton Sinkel. Beeld: Het Utrechts Archief
Bewoners van het middeleeuwse Utrecht zou den waarschijnlijk hard gelachen hebben om het fenomeen ‘funshoppen’. Boodschappen deed je uit pure noodzaak en niet voor de lol. Bovendien bestond de ‘winkel’ nog helemaal niet. Producenten boden hun waren recht streeks aan aan de koper. Dat gebeurde net als nu voornamelijk op de Oudegracht. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw kwam er verandering in deze manier van han delen. De industrialisatie bracht kant-en-klare producten voort en tussen de producent en de koper kwam de verkoper te staan. Voor deze manier van handelen werden warenhuizen gebouwd. Dit nieuw type gebouw, met een win kelpui die de aandacht van potentiële kopers trok, veranderde het karakter van de gracht rigoureus. Door gebruik van gietijzer en later beton konden grotere openingen overspannen worden en door verbeterde technieken in glas techniek werden de etalages vergroot. Als ge volg hiervan verdwenen vele oorspronkelijke, meer dichte façades aan de gracht. Na de Tweede Wereldoorlog, met de aanleg van wijken als Hoograven, Overvecht en Kanalen eiland boette het belang van de binnenstad als winkelgebied in. Verkeersdrukte en gebrek aan parkeerplaatsen zorgden voor veel ongemak. Winkeliers trokken weg waardoor leegloop ontstond. De shopping mall deed zijn intrede.
De afgesloten, doosachtige vorm van de mall stelde de koper in staat comfortabel te ‘shop pen’, beschermd tegen regen en wind en ver verwijderd van toeterende auto’s en motoren. Het overdekte winkelcentrum bleek bij uitstek een gebouw waarin de consument kon worden geregisseerd. Immers, eenmaal gevangen in die ‘doos’ vol aantrekkelijke winkels met een vast wandelcircuit, was het moeilijk ontsnappen. In de jaren zestig werden respectievelijk de semi-overdekte shopping malls Winkelcentrum Kanaleneiland en Shoppingcenter Overvecht opgeleverd. Het Utrechtse bestuur probeerde tegelijkertijd de leegloop van de binnenstad tegen te gaan en begon met het plannen van een ‘tegenoffensief’. In 1973 opende het super moderne Hoog Catharijne haar deuren. Ook raakte de Oudegracht, nadat het als wandel gebied werd ingericht, weer in trek als winkel gebied. Het toont het belang van kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte, waarin de ont moeting en kleinschaligheid een hoofdrol spelen.
Zicht op de etalage van kantoorboekhandel Mado op de Oudegracht. De oorspronkelijke etalage werd door Gerrit Rietveld ontworpen. Ondanks vernieuwingen is Rietvelds ‘hand’ nog steeds zichtbaar. Foto: Gemeentearchief Utrecht 1990
De na-oorlogse stedenbouw bracht tevens voor de dagelijkse boodschappen de winkelstrips voort die op wijkniveau in de plinten van woon gebouwen werden aangebracht. De Nederlan der wil altijd op de fiets of te voet zijn dagelijkse boodschappen kunnen doen.
De Oudegracht kreeg op oogniveau een steeds meer transparant karakter door het ontstaan van grote etalages. Beeld: Het Utrechts Archief, Fotodienst HUA (2002)
Pionier op het gebied van de ontwikkeling van de shopping mall als typologie is architect Victor Gruen. Deze van oorsprong Oostenrijkse architect vluchtte voor het Hitler-regime naar de Verenigde Staten, waar hij zich bezighield met de ontwikkeling van de suburbane stad. De regionale shopping mall zou vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw voor een belangrijk deel het beeld van het Amerikaanse suburbane landschap gaan bepalen. Gruen was er niet op uit de oude binnensteden kapot te maken. Hij wilde een impuls geven aan de ontwikkelingen in de suburbs. Door de malls naast commerciële functies ook sociale functies te geven konden ze uitgroeien als dé sociale ontmoetingsplaats voor de moderne Amerikaan. Voor Southdale Shopping Center bijvoorbeeld, dat een aantal kilometers buiten de stad Minneapolis werd gebouwd, ontwierp Gruen een grote overdekte plaza in het centrum van het gebouw. De Amerikaanse ideeën over de shopping malls golden als inspiratie voor de Utrechtse winkelcentra zoals Overvecht, Kanaleneiland en Hoog Catharijne.
D”The idea that malls must be elongated mousetraps for customers is held by people who haven’t realized that the open spaces between buildings in a shopping center have functions all their own. In them can be located minor structures, like restaurant pavilions, exhibits, refreshment stands; and beyond that, their space should be so organized that they become places where the body and the eye can rest” Victor Gruen in: “The Planned shopping centers in America” in Zodiac 1, 1957, p. 167
Southdale Shopping Center, VS
Om te komen tot de typologie van de shopping mall waren een aantal uitvindingen noodzakelijk: de roltrap, de auto en vooral de air conditioning. Deze foto toont het interieur van winkelcentrum Hoog Catharijne in 1973. Beeld: Het Utrechts Archief. Fotografen: W.M.P.H. en M.L. Bakx
TOEKOMSTSCENARIO’S Voor grootschalige detailhandel is bereikbaarheid van groot belang.
A Hyper in de perif erie
Groeiende vraag naar grootschalige detailhandel
In Utrecht wordt de opgave grootschalige detailhandel te realiseren ambitieus opgepakt. Langs de A2 verrees onder meer The Wall. Beeld: VVKH Architecten
‘Een echte Levis voor 20 euro! [...] Tijd voor Wal-Marts in Nederland.’ Het zijn de woorden van Karel op een internetblog. Een goedkope gave broek wil iedereen hebben, maar willen we ook wonen in een stad waar de periferie op gevuld is met fantasieloze warenhuisbunkers á la Wal-Mart?
winkelcentrum van hogere orde en voor exclu sieve producten kun je in het stadscentrum te recht.
‘Hypersupermarkten’ zoals Wal-Mart zijn in Nederland nooit aangeslagen. Ons land kent juist een traditie van fijnmazige detailhandel structuur. Winkels voor de dagelijkse bood schappen vind je dichtbij huis, grotere aan kopen doe je wat verder van huis in een
beperkt in de stad. De winkeliers vragen om lo caties in de periferie. Kleine buurtvoorzienin gen komen onder druk te staan, omdat concen tratie vaak de enige mogelijkheid is om wijkvoorzieningen overeind te houden. In Utrecht zegt de gemeente de fijnmazigheid
Op dit moment lijkt de traditie van fijnmazig heid op de tocht te staan. Steeds meer branches willen groeien en ruimte is
niet uit het oog te verliezen, maar tegelijkertijd kenschetst ze de marktwerking als invloedrijk principe. Dat is ook wel verleidelijk, want mee gaan met de markt levert de gemeente inkom sten op. Desalniettemin neemt de gemeente een sturende rol aan in de opgaven van groot schalige detailhandel en pakt de taak op als een uitdaging om kwalitatief hoogstaande oplossin gen te bedenken, zoals bijvoorbeeld The Wall. Hyper in de periferie uit zich in Utrecht voor alsnog op kleine schaal en in gedurfde architec tuur.
Het interieurarchitectuurbureau Merkx+Girod ontwierp in Maastricht voor boekhandel Selexys een winkelinterieur in een voormalige kerk. Merkx+Girod plaatste een enorme ‘boekenkast’ asymmetrisch in de ruimte.
B De klant is koning De klant kruipt in de huid van zowel winkelier als merk. Een van de trends in Winkelland Nederland is de toenemende macht van de klant. De uit drukking ‘de klant is koning’ is nog nooit zo actueel gebleken als nu. Maar de koning van de 21ste eeuw wil niet enkel goed geholpen wor den, hij weet precies wat hij wil en verwacht dat de winkelier anticipeert op zijn behoeften. Het statement van netwerksite Myspace past de in stelling van de moderne koper als gegoten: ‘If you’re not on Myspace, you don’t exist’. De klant van nu is in de huid gekropen van zowel de winkelier als het merk en sommige merken spelen handig in op deze trend. NIKEiD heet de
sneaker die je deels zelf kan vormgeven. De re clameslogan van de schoenfabrikant ligt in lijn met het concept: ‘Create your own space’. Deze slogan kan ook worden toegepast op de vormgeving van de eigen leefomgeving. Wie het winkelaanbod in Nederland mopperend wegzet als ‘eenheidsworst’ vergeet vaak dat hij zelf door koopgedrag mede debet is aan de tot standkoming van eenzijdig aanbod. De samen stelling van winkels in de wijk Lombok bewijst dat de vraag van de cultureel gemêleerde sa menstelling van bewoners voor een rijk gescha keerd aanbod in Turkse bakkers, kebabzaakjes
en kleine supermarkten zorgt. Een sterk staal tje van ‘Create your own space’. De winkeleigenaar, projectontwikkelaar en be legger die het liefst een constante stroom van kopers zien zijn niet zo blij met die wispelturi ge, eigenzinnige consument. Voor architecten, stedenbouwers en de interieurarchitecten le vert de trend juist nieuwe uitdagingen op. Zij zijn namelijk vaak bij uitstek in staat met crea tieve oplossingen te komen zodat kan worden voldaan aan de vragen van de grillige consu ment. Utrecht heeft nog een slag te maken in het verbijzonderen van winkels. Mogen we de
trendwatchers geloven dan kunnen bijzondere winkels de lokkertjes zijn in een winkelgebied. Projectontwikkelaars, beleggers en gemeente neem uw kansen! I’m all lost in the supermarket / I can no longer shop happily / I came in here for that special offer / A guaranteed personality Het eerste couplet van ‘Lost in the Supermarket’ van The Clash, 1979. Geschreven door Joe Strummer en Mick Jones..
C Ec o is ok Duurzaamheid wint aan populariteit op alle fronten 2012 architecten zet bij al haar projecten afval op innovatieve wijze in als volwaardig bouwmateriaal. Zo ook bij het ontwerp voor schoenwinkel Duchi in Scheveningen, waar onverkoopbare voorraden en productieafval (houtresten en autoruiten) werden gebruikt.
Was eko voorheen het domein van het zoge naamde geitenwollensokken-type, inmiddels is het duurzaamheidsdenken populair bij een brede laag van de bevolking. Eko is OK! Duurzaamheid wordt steeds vaker door archi tecten en stedenbouwers als een van hun uit gangspunten genoemd bij het maken van een ontwerp. Het gaat dan niet enkel om visuele as pecten, zoals toepassing van groene daken. De architect van nu past duurzaamheid vaak inte
graal toe in zijn ontwerppraktijk. Hij denkt na over duurzame klimaatbeheersing, gebruik van materialen die niet snel zullen slijten, onder houdsvriendelijk zijn, gerecycled zijn, of op duurzame wijze zijn geproduceerd. Wel klinkt vanuit de architectuur een roep om meer onderzoek op het gebied van duurzaam heid. Doorwrochte duurzame projecten zijn nog altijd schaars in Nederland.
D Mag he t een onsje meer zijn?
Funshoppen: naast snacken kun je bij IKEA ook ontbijten, spelen of een middagje woonworkshoppen.
De menselijke maat voorop Mag het een onsje meer zijn? Jazeker, als de menselijke maat maar niet uit het oog wordt verloren. De regio Utrecht groeit de komende jaren in winkelaanbod. Maar alle projecten kenmerken zich door hun menselijk maat. Kleinschaligheid en levendigheid zijn kreten die telkens in de plannen naar voren komen. Hoe uit zich dat concreet? In stedenbouwkundig opzicht worden hoog waardige openbare ruimtes gecreëerd, waar het publiek naast winkelaanbod bediend wordt op het gebied van leisure en horeca. In de winkel
gebieden van de toekomst moet je kunnen uit puffen met een drankje, wordt je een attractief cultureel avondprogramma gepresenteerd en kun je ook nog wonen. In plaats van de in zich zelf gekeerde doos van de gesloten mall zien ontwerpers liever levendige winkelstraatjes, met de entrees van de woningen aan de straat. De gebruiker van de woning hoeft zijn huis dan niet meer via donkere achterstraatjes te bena deren. Ook in de architectuur staat de gebrui ker centraal. Opengewerkte façades zorgen voor voldoende lichtinval in de gebouwen, grote herkenbare entrees geven de bezoekers
Op stedenbouwkundig niveau is nadenken over duurzaamheid voor winkelgebieden geen over bodige luxe. Winkelgebieden worden extensief gebruikt en zijn daardoor aan slijtage onderhe vig. Daarnaast dienen ze aan te sluiten bij de laatste trends van het winkelen. Omdat deze in vliegende vaart veranderen is het de kunst als stedenbouwer een duurzaam plan maken; een ontwerp dat anticipeert op mogelijke toekom stige transformaties.
het gevoel dat ze welkom zijn. Kortom, steden bouw en architectuur voor de 24-uurs econo mie. Opgemerkt dient te worden dat de uitvinders van de gesloten mall als typologie, een vorm die we nu vaak als weinig menselijk ervaren, tevens de menselijke maat als uitgangspunt namen. Juist een gesloten circuit in een klimaatgeregu leerde omgeving zou de gebruiker het beste dienen. Ook de opvatting van wat de menselijke maat inhoudt is derhalve ook aan slijtage onderhevig.
De trend van zogenaamde mini-filialen, bijvoorbeeld de ‘Albert to go’, mag niet onopgemerkt blijven. Dit kleine broertje van de grote grutter biedt een beperkt assortiment aan op plaatsen waar veel mensen passeren. Hoewel de stad er op deze manier kleine, levendige winkeltjes bij krijgt heeft de tendens ook negatieve effecten voor de stad. De onafhankelijke kleine winkels kunnen absoluut niet opboksen tegen de kleine broertjes van de machtige groten. Fysiek zal de inrichting van de stad zodoende verarmen. Ook variatie in aanbod van producten wordt minder.
WINKELLAND de menselijke maat in winkelgebieden in en om Utrecht
Niets is zo onderhevig aan slijtage als winkeltrends en daarmee ook
Aan de orde komen vernieuwingsprojecten zoals Nieuw Hoog
de concepten voor stedenbouw en architectuur van gebieden in de
Catharijne, Stadskwartier Nieuwegein en Bilthoven De Kwinkelier.
stad waar winkelen zich manifesteert. Voor Utrecht en regio geldt dat
Aan de hand van winkelgebieden Overvecht en Kanaleneiland wordt
de belangrijkste winkelgebieden in de nabije toekomst aan een gron-
getoond hoe winkelcentra een rol spelen bij herstructurering van een
dige make-over worden onderworpen. Daarnaast start binnenkort de
wijk en hoe de oude concepten van overdekte malls aangepast worden
bouw aan het zogenaamde ‘tweede centrum van Utrecht’ in Leidsche
aan de wensen van deze tijd. De opgave een nieuw centrum voor
Rijn. Wie de op stapel staande projecten bekijkt valt op dat met na-
Leidsche Rijn te ontwikkelen komt uitgebreid aan bod, evenals
druk wordt gekozen voor transparantie, differentiatie, levendigheid
‘The Wall’. Dit laatste project illustreert dat de actuele opgave voor
en kleinschaligheid. Kortom: architectuur van de menselijke maat.
grootschalige detailhandel op markante wijze kan worden opgelost.
Uitgangspunten die nauw aansluiten bij de winkelwens een dagje
Ten slotte wordt een aantal toekomstscenario’s geschetst. Wat zijn
funshoppen.
de trends van nu en welke rol in het immer dynamische proces van vormgeven van Winkelland is weggelegd voor de architect, interieur
Om de betekenis van de menselijke maat in winkelgebieden te onder
architect of stedenbouwer?
zoeken worden in deze expositie verschillende actuele projecten van winkelgebieden in en om Utrecht met elkaar geconfronteerd. Hoe
Voor de bezoekers die een en ander thuis nog eens rustig willen
wordt kleinschaligheid geduid en met welk doel vervolgens ingezet?
bestuderen zijn er zelf samen te stellen tasjes beschikbaar. We nodi-
Waarin verschillen concepten van elkaar en waarin komen ze over-
gen u van harte uit voor een rondje Winkelland: ‘Shop till you drop!’
een? Welke partijen zijn er betrokken bij het vormen van winkel gebieden?
Colofon
Voor de inhoud van de tentoonstelling zijn verantwoordelijk Marieke Berkers en Lindy Schuin. De tentoonstelling is mogelijk gemaakt door: Subsidiegevers: Gemeente Utrecht, Stimuleringsfonds voor Architectuur Hoofdsponsors: Burgfonds Sponsors: AM, Cório Nederland Retail, Geelen Bouwgroep, Heijmans Vastgoed, ING Real Estate, Rabo Vastgoed, Texim interieurs, Volker Wessels Vastgoed, Amvest De inhoud van de tentoonstelling is mede tot stand gekomen door het houden van interviews. Graag bedanken we alle geïnterviewden hartelijk voor hun input en tijd: Manon den Blanken accountmanager detailhandel Economische Zaken, gemeente Utrecht | André Doffer Research & Consultancy Director, The SmartAgent Company | Nora Hugenholtz projectmanager Leidsche Rijn Centrum, gemeente Utrecht | Erwin Kerkhoff projectontwikkelaar en partner Borgvast | Pierre Koolen beleidsmedewerker Econimische Zaken, gemeente Utrecht | Walther Lenting voormalig wethouder Ruimtelijke Ordening gemeente Utrecht, momenteel Director Special Projects, Evelop Real Estate & Energy Infra | Menno Overtoom projectontwikkelaar, Corio | Wim Marseille interieurarchitect | Tymon Ros Senior Associate Altoon + Porter Architects bv | Tanja Rouwens projectontwikkelaar, Burgfonds bv | Bettina van Santen Adviseur Architectuurhistorie Stedenbouw & Monumenten, gemeente Utrecht | William J. Sebring Partner Altoon + Porter Architects bv. Grafisch ontwerp het Bos, Utrecht | Tentoonstellingsbouw Schaalwerk, Utrecht