D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13
COLOFON REDACTIE EN EINDREDACTIE
Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Cultuurbeleid Postbus 12652 2500 DP Den Haag www.denhaag.nl/cultuur CO N C E P T, O N T W E R P E N U I T VO E R I N G
Studio Eyal & Myrthe, Den Haag www.eyalmyrthe.nl DRUKWERK
Delta Hage, Den Haag OPL AGE
600 stuks © Gemeente Den Haag, mei 2013
VOORWOORD
Voor u ligt het Deltaplan Cultuureducatie, de visie van de gemeente Den Haag op de toekomst van de cultuureducatie. Uitgangspunt van dit Deltaplan is dat ieder Haags kind en iedere Haagse jongere in aanraking moet komen met cultuur. Dit is van groot belang voor hun leerprestaties en hun ontwik keling tot volwaardige burgers, maar ook voor de vitaliteit van het Haagse culturele leven. Daarom investeren wij in cultuureducatie op scholen, opdat ieder kind in zijn of haar schoolcarrière kennis maakt met cultuur. Het Deltaplan Cultuureducatie is de nieuwe Haagse methode waarbij scholen, culturele instellingen en de gemeente samenwerken om de cultuureducatie in het Haagse onderwijs te verankeren. Wethouder Cultuur, Binnenstad en Internationaal
Wethouder Onderwijs en Dienstverlening
Marjolein de Jong
Ingrid van Engelshoven
Foto: Henriette Guest
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
INHOUD
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Den Haag versterkt cultuureducatie .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 13 Belang van cultuureducatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Cultuureducatie in het onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 De stand van de cultuureducatie .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 21 Wat willen we bereiken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Hoe willen we dit bereiken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Welke middelen zetten we hiervoor in? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Financiële inzet voor cultuureducatie vanaf 1 januari 2013 .. .. . 44 Gerelateerde documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
11
INLEIDING
Cultuureducatie is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van een modern burgerschap in een samenleving die de laatste decennia steeds ingewikkelder is geworden. Het Den Haag van de 21e eeuw is bij uitstek een internationale stad, waar verschillende culturele tradities zichtbaar, hoorbaar en zelfs ‘proefbaar’ zijn, waar groepen uit alle windstreken zijn neer gestreken, waar belangrijke internationale instellingen en be drijven zijn gevestigd. Juist in zo’n stad speelt cultuureducatie op scholen een belangrijke rol. Het draagt bij aan leerprestaties en ontwikkeling van kinderen. Zo kan het de taligheid bij kinderen bevorderen, alsmede het leggen van logische verban den. Cultuureducatie draagt tevens bij aan het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden. Daarnaast gaat cultuur educatie niet alleen om het ‘aanschouwen’ van kunst, maar ook het beleven ervan. Door bijvoorbeeld zelf muziek te maken, toneel te spelen, met literatuur aan de slag te gaan. Den Haag heeft een rijk cultureel leven. Het is de Internationale Stad van Vrede en Recht, met inwoners uit alle geledingen en landen. Wij willen dat ieder in Den Haag de culturele bagage meekrijgt die onze stad heeft te bieden. Juist ook die kinderen die kunst en cultuur niet met de paplepel krijgen ingegoten. Meer dan ooit is het nodig dat Hagenaars zich verwonderen over de wereld om hen heen en zich niet door het onbekende laten afschrikken. Die verwondering is een noodzaak. Cultuureducatie op scholen is in onze ogen het middel om hen te helpen die confrontatie zonder angst aan te gaan. Ieder kind moet kennis kunnen maken met kunst en cultuur en zijn of haar talenten kunnen ontwikkelen.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
12
Om invulling te geven aan deze ambitie is een aantal verande ringen noodzakelijk. Het gaat om de omslag van aanbod- naar vraagsturing in de markt voor cultuureducatie en een beperking van de rol van de overheid in het vrijetijdsaanbod. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten, zoals ook geformuleerd in de contourenschets cultuureducatie:
1 Iedere jongere in Den Haag maakt tijdens zijn school carrière kennis met cultuur;
2 De vraag vanuit het onderwijs wordt centraal gesteld; 3 Naar een betere aansluiting van vraag en aanbod; 4 Cultuureducatie is één van de kerntaken van culturele instellingen;
5 Marktwerking in het vrijetijdsaanbod; 6 Efficiënter gebruik van middelen. De afgelopen periode zijn deze contouren nader uitgewerkt, hetgeen heeft geresulteerd in dit Deltaplan Cultuureducatie. Concreet zet het college in op tien extra interventies gericht op cultuureducatie. Deze interventies leiden ertoe dat Haagse kinderen tijdens hun schoolcarrière meer tijd kunnen besteden aan kunst en cultuur, dat deze kennismaking een verdieping krijgt, en dat cultuureducatie bijdraagt aan het taalonderwijs.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
13
DEN HA AG VER S TERK T C U LT U U R E D U C AT I E
De wethouder Cultuur heeft samen met de wethouder Onderwijs afgelopen jaren extra aandacht gegeven aan cultuur educatie op scholen en ingezet op het ontwikkelen van een sterke structuur hiervoor. Daartoe is begin 2010 een gedegen onderzoek naar de stand van zaken van cultuureducatie in het Haagse onderwijs uitgevoerd. Dit is 9 februari 2011 verzonden aan de raad. Vervolgens hebben de wethouder Cultuur en de Wethouder Onderwijs een Werkgroep Cultuureducatie inge steld, waarin zowel het onderwijs als de culturele sectoren vertegenwoordigd waren, en verzocht om op basis van dit onderzoek een advies uit te brengen over cultuureducatie in het Haagse Onderwijs. Het uitgebrachte advies is met een bestuurlijke reactie aan de raad gezonden op 14 oktober 2011. De onderbouwde en afgewogen stellingnames van de Werkgroep hebben een stevige basis gegeven voor de nieuwe structuur voor cultuureducatie in Den Haag. Over deze ontwikkeling is periodiek overlegd met schoolbesturen op beleidsniveau, wat resulteerde in een gedragen visie op cultuureducatie in het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016. Een belangrijk aandachtspunt voor het onderwijs was een funda mentele koerswijziging van een aanbod- naar vraaggerichte structuur, waardoor cultuureducatie gericht kan aansluiten op andere onderwijsdoelen. Dit uitgangspunt krijgt een concrete vertaling in dit Deltaplan Cultuureducatie. Kortom, afgelopen periode is door culturele instellingen, gemeente, en het onder wijs hard gewerkt aan de ontwikkeling van cultuureducatie op de Haagse scholen. Komende periode worden extra investe ringen gedaan in cultuureducatie op scholen. Een toelichting daarop en uitwerking ervan in de komende jaren treft u aan in dit Deltaplan Cultuureducatie.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
14
Dit Deltaplan gaat over cultuureducatie op scholen, binnen de reguliere onderwijstijd en vooral tijdens een van de vormen van verlengde leertijd. Cultuureducatie van kinderen in de vrije tijd vinden wij uiteraard van belang, maar valt buiten het kader van deze nota. Hiervoor zijn twee redenen. Allereerst willen wij dat ieder kind zijn talent kan ontwikkelen en alleen via het onderwijs kan de lokale overheid het overgrote deel van de kinderen bereiken. In de tweede plaats ziet de gemeente cul tuureducatie in de vrije tijd als een eigen verantwoordelijkheid van burgers. Wel wil de gemeente cultuureducatie in de vrije tijd faciliteren door de oprichting van een Serviceorganisatie Cultuurparticipatie, het tegen gereduceerde tarieven beschik baar stellen van oefenruimtes en leslokalen, en voor minder draagkrachtigen subsidiëring van de vraag door middel van de Ooievaarspas. Een Haagse VMBO-klas komt binnen in het theater voor een voorstelling en een les. De CKV-juf heeft de lesbrief van de site van het theater gedownload en heeft alles goed voorbereid in de klas. Een deel van de klas reageert nogal lacherig en doet niet goed mee met de les. Eenmaal binnen in het theater vertelt de educatief medewerkster van het theater over de techniek in het theater, over het toneel spelen en over de voorstelling die gaat over geheimen. Dan begint de les pas echt: de leerlingen zijn bezig met hun persoonlijke geheimen zonder dat iemand weet wat de inhoud van het geheim is. De leerlingen raken geboeid door de oefeningen en maken met enthousiasme de op drachten. Tijdens de voorstelling blijkt dat de jongeren uit het stuk met dezelfde onzekerheden kampen als de leerlingen, plotseling blijken jongeren met een afwerende
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
15
houding gegrepen te kunnen worden door een theaterstuk. Een theaterles staat natuurlijk niet op zichzelf, maar past binnen een langere leerlijn over het theater, zodat kinderen zich gedurende een langere periode kunnen verdiepen in wat theater is. En idealiter sluit cultuureducatie aan bij andere leerdoelen: theaterlessen helpen bij de ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden of bij taalverwerving, een bezoek aan het museum sluit vaak perfect aan bij de kerndoelen op het gebied van wereldoriëntatie.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
16
BEL ANG VAN CULTUUREDUC ATIE
Cultuureducatie is belangrijk. Het legt de basis voor een culturele loopbaan waarop ieder kind recht heeft. Het biedt kinderen – ook degenen die kunst en cultuur niet met de paplepel ingegoten krijgen – de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende cultuuruitingen, of het nu gaat om beeldende kunst, literatuur, ons cultureel erfgoed, muziek, dans, theater of nieuwe media. Cultuureducatie draagt bij aan de persoonlijke en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Via kunst en cultuur krijgen mensen een bredere blik op de samenleving en op hun eigen functioneren in deze samenleving. Kunst en cultuur dagen immers uit om vraagtekens te zetten bij het schijnbaar vanzelf sprekende, om de wereld weer net vanuit een ander gezichts punt te bekijken, om je te verplaatsen in een ander. Juist in een Internationale Stad van Vrede en Recht is dit vormende aspect van kunst en cultuur een belangrijk gegeven. Cultuureducatie raakt kinderen in hun persoonlijkheid. ‘Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat wil ik de wereld vertellen? Dit is mijn zelfpor tret en zo dans ik.’ Kinderen worden niet vanzelfsprekend door hun ouders op zo’n wijze met cultuur in aanraking gebracht, dat we over cultuureducatie kunnen spreken. De aangewezen plek voor cultuureducatie is dan ook de school. Cultuureducatie is ten slotte van essentieel belang voor de toekomst van de culturele sector. Om in de toekomst te kunnen genieten van nieuwe talenten moeten de allerjongsten nu in staat worden gesteld om te ontdekken welke talenten zij heb ben en hoe zij deze verder kunnen ontwikkelen. Zonder een zeer brede basis kan de smalle top van de kunstbeoefening niet ontstaan. Ook voor de toekomstige publieksontwikkeling
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
17
van de culturele sector is cultuureducatie noodzakelijk. Niet ieder kind dat op school kennis heeft gemaakt met Mozart en Beethoven, zal in latere jaren een vaste bezoeker worden van het Residentie Orkest, maar enkelen misschien wel. Iemand die in zijn jeugd bijna nooit klassieke muziek heeft beluisterd, zal dat in zijn latere leven vrijwel zeker niet doen. Met het project ‘Ontdek het Orkest’ gaan schoolklassen naar de concertzaal voor een ontmoeting met het orkest. In de praktijk bespeelt slechts een minderheid van de kinderen een instrument. In groepjes van drie gaan de kinderen op bezoek bij de verschillende muzikanten. Kinderen mogen muziekinstrumenten aanraken en proberen er geluid mee te maken. In de vervolglessen kiezen kinderen een instrument en gaan daarmee aan de slag. Er wordt een heus orkest opgebouwd en er worden kleine concerten voor de andere leerlingen en de ouders van de school gegeven. Een muziektraditie die anders bijna geheel verloren dreigt te gaan, blijft op deze wijze behouden.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
18
C U LT U U R E D U C AT I E IN HET ONDERWIJS
Voor we onze visie op cultuureducatie uiteen zetten is het van belang tot een goede definiëring te komen. Cultuureducatie is een verzamelbegrip. Het omvat zowel kunsteducatie als lite ratuureducatie, erfgoededucatie en media-educatie. Cultuur educatie kan gaan om het onderwijs over kunst, erfgoed en media en om het onderwijs dat gebruik maakt van kunst, erfgoed en media. In de wet op het basisonderwijs worden de leerdoelen op het gebied van cultuureducatie het duidelijkst omschreven in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie: Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren; Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren; Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoederfgoed.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
21
D E S TA N D V A N D E C U LT U U R E D U C AT I E
De Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur constateren “dat de kerndoelen scholen weinig houvast bieden om onder wijs in kunst en cultuur vorm te geven. Omdat kerndoelen aanbodgericht zijn, doen ze geen uitspraken over wat leer lingen uiteindelijk moeten kennen en kunnen. Dit is de verantwoordelijkheid van scholen. De raden signaleren dat veel scholen, ondanks de geboden handreikingen, moeite hebben concreet invulling aan de kerndoelen te geven. Leraren vinden het niet alleen lastig om de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie te vertalen naar één klas of één leerjaar, maar ook om te zorgen voor een logische opbouw per leerjaar, waarbij lesactiviteiten op elkaar voortbouwen en verdiepen. Bij andere leergebieden zijn ook meer lesmethoden beschikbaar dan bij kunstzinnige oriëntatie. Ten slotte blijkt dat methoden bij de meerderheid van scholen slechts gedeeltelijk worden gevolgd.”* Cultuureducatie heeft op scholen in de praktijk een lage status. Kernvakken als taal en rekenen hebben een grotere prioriteit voor de meeste scholen. Scholen zijn zich bovendien vaak te weinig bewust van de meerwaarde die cultuureducatie kan hebben voor andere leergebieden.** Het wekt dan ook weinig verbazing dat scholen op zeer verschillende manieren omgaan met cultuureducatie. Sommige scholen doen niets, andere scholen zijn juist zeer actief. In hun verdere analyse consta teren beide raden dat doorlopende leerlijnen vaker niet dan wel gangbaar zijn. Ook hier bevestigt de Haagse situatie het landelijke beeld. Slechts een minderheid van scholen heeft * Onderwijsraad en RvC, Cultuureducatie (2012) 14-15 ** O nderwijsraad en RvC, Cultuureducatie, (2012) 15.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
22
cultuureducatie verankerd in doorlopende leerlijnen, waar bij in latere jaren wordt voortgebouwd op de resultaten die behaald zijn in eerdere jaren. In vergelijking met enkele decennia geleden is in de meeste scholen minder deskundigheid aanwezig op het gebied van cultuureducatie. Veel scholen hebben niet langer specifieke kunstvakdocenten in dienst. Hier komt bij dat pabo’s door gaans weinig aandacht besteden aan het onderwijs in kunst vakken. In de ogen van de Raad voor Cultuur en de Onder wijsraad ontbreekt het scholen vaak aan heldere doelstellingen voor cultuureducatie, laat staan dat er sprake is van een uitge werkt leerplan. Scholen zijn veelal niet in staat om educatieve wensen goed te vertalen naar specifieke vragen in de richting van de culturele sector. Het leergebied heeft weinig status en cultuureducatie wordt in de praktijk soms enigszins lukraak ingevuld met het toevallig beschikbare aanbod. Deze consta tering van de beide raden past in het beeld uit het Haagse onderzoek dat slechts bij eenderde van de Haagse scholen sprake lijkt te zijn van een doordachte verankering van de cultuureducatie in het onderwijsbeleid. Cultuureducatie die op deze manier vorm wordt gegeven, krijgt dan al snel het karakter van een extraatje dat minder nodig of relevant is dan onderwijs in taal of rekenen. Omgekeerd hebben veel culturele instellingen te weinig kennis van de werkwijze van het (basis)onderwijs. Begrippen als kern doelen, doorlopende leerlijnen en opbrengstgericht werken zijn grotendeels onbekend. De programma’s die culturele instellin gen aanbieden, zijn vooral georganiseerd rond de activiteiten van de instellingen en sluiten vaker niet dan wel aan op de
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
23
behoeften vanuit het onderwijs. Mede hierdoor vindt geen goede aansluiting plaats tussen vraag en aanbod. Hier komt bij dat culturele instellingen veelal weinig met elkaar samen werken om te komen tot een samenhangend aanbod. Het risico bestaat dat verschillende instellingen ieder apart een inleiding in een bepaalde kunstdiscipline aanbieden, terwijl scholen juist behoefte hebben aan meer verdieping. In Den Haag is enerzijds al veel bereikt op het gebied van cultuureducatie. De afgelopen decennia hebben de culturele instellingen zich ingespannen om goede en inspirerende pro gramma’s voor de scholen te ontwikkelen. Daarnaast zijn cultu rele instellingen samenwerkingsverbanden aangegaan met een aantal scholen in het kader van brede buurtschoolontwikkeling. Bij sommige programma’s wordt de inhoud en de opbrengst al gezamenlijk door school en culturele instelling bepaald. Anderzijds sluiten vraag en aanbod van cultuureducatie lang niet altijd goed op elkaar aan, zo bleek uit het advies van de Werkgroep Cultuureducatie. Een meting van eind 2009 heeft uitgewezen dat ongeveer eenderde van de scholen cultuuredu catie heeft verankerd in hun beleidsplannen en erg actief is, on geveer eenderde wel actief is op het gebied van cultuureducatie, maar dit nog niet heeft verankerd in het beleid en eenderde van de scholen nog niet actief is. Er zijn geen signalen dat dit beeld sterk veranderd is.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
24
WAT W I L L E N W E B E R E I K E N ?
We willen dat in de toekomst Haagse kinderen tijdens hun schoolcarrière meer tijd kunnen besteden aan kunst en cultuur, dat deze kennismaking een verdieping krijgt, en dat cultuur educatie bijdraagt aan het taalonderwijs. Uitvoering van dit Deltaplan Cultuureducatie zal moeten leiden tot een groei van het aantal scholen dat extra inzet op cultuur educatie. Naast een kwantitatieve groei moet de kwaliteit van cultuureducatie verbeteren door meer verdiepende activiteiten in de vorm van vraagverheldering, doorlopende leerlijnen en een betere integratie met de andere onderdelen van het onder wijscurriculum. De bijdrage van cultuureducatie aan het taalon derwijs is essentieel voor de verbetering van de taalontwikke ling van Haagse kinderen. Hierdoor zullen meer kinderen in staat zijn hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Op basis van een nulmeting gaan we samen met het scholenveld ambitieuze maar realistische streefcijfers benoemen voor de mate waarin scholen cultuureducatie hebben verankerd in het onderwijsprogramma. Beoogd wordt deze streefcijfers vast te leggen in Convenanten Cultuureducatie die met Haagse schoolbesturen worden afgesloten. Monitoring van de streef cijfers zal gebeuren via de Haagse gegevens uit de Monitor Cultuureducatie. Wij zijn bereid vanuit beide portefeuilles Cultuur en Onderwijs flink te investeren om dit mogelijk te maken. Welke investeringen we doen, en waarom deze pas send zijn bij de Haagse situatie wordt hieronder uiteengezet.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
27
H O E W I LLEN W E D I T B ER EI KEN?
Intrinsieke motivatie is een sleutel tot succes in het onderwijs. Dit geldt ook voor de rol van cultuureducatie in het onderwijs. Uitdrukkelijk willen we recht doen aan de zelfstandige positie van schoolbesturen. Naast de wettelijk verplichte eindtermen, waar cultuureducatie er een van is, maken scholen zelf keuzes over de invulling van hun lesprogramma onder andere op basis van de eigen schoolvisie, -populatie en leerprestaties van de kinderen. Daarom willen we inzetten op een strategie die zoveel mogelijk aansluit op de onderwijskundige visies van de scholen en deze waar mogelijk versterkt. We zetten hiertoe in op drie principes:
1 Vraaggericht werken; 2 Verankering in het onderwijsbeleid en
de activiteiten van culturele instellingen;
3 Verbinding van cultuureducatie en taalonderwijs. VRAAGGERICHTHEID
Een kanteling van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte structuur van cultuureducatie is een eerste uitgangspunt voor de nieuwe structuur voor cultuureducatie in Den Haag. Het educatieve aanbod van culturele instellingen moet meer en beter worden afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van scholen. Bij de verwezenlijking van dit uitgangspunt van vraaggerichtheid zal het Expertisecentrum Cultuureducatie een hoofdrol spelen. Zowel in processen van vraagverhelde ring en de ontwikkeling van visie en doorlopende leerlijnen voor cultuureducatie voor scholen, als in het begeleiden en
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
28
adviseren van culturele instellingen bij het verbinden van cul turele mogelijkheden met behoeften en kansen in het onder wijs. Daarnaast zal het Expertisecentrum een matchingstaak krijgen bij het bijeenbrengen van (latente) vragen van scholen en mogelijkheden bij culturele instellingen. Door de intrinsieke motivatie van scholen te vertalen in kansen voor cultuureducatie, zullen meer scholen op een betere manier gebruik maken van cultuureducatie in het onderwijs. VERANKERING
Het tweede uitgangspunt van dit Deltaplan Cultuureducatie is een hechte verankering in het onderwijsbeleid. Wij beogen een verankering van cultuureducatie als standaardonderdeel in het programma van culturele instellingen en onderwijs. Den Haag heeft een bloeiend cultureel klimaat voor volwassenen; voor kinderen en jongeren moet het gewoon zijn hieraan deel te nemen. We vragen Haagse onderwijs- en culturele instel lingen bij te dragen aan een klimaat waarin cultuureducatie ‘vanzelfsprekend’ is. Ook daarbij is een rol weggelegd voor het Expertisecentrum Cultuureducatie, indien nodig in samen werking met het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding. VERBINDING
Hersenen bevatten acht miljoen kilometer aan verbindingen. Die verbindingen blijven alleen bestaan als ze worden gebruikt. Hoe meer verschillende indrukken en ervaringen, hoe meer verbindingen. Ervaringen bepalen je hersenen en zijn daarmee een belangrijke voorbereiding op je leven. Cultuureducatie levert een speciale bijdrage aan die ervaringen. Hersenen
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
29
hebben kunst nodig om bewegingen met de mond, handen of spieren te stimuleren en te verfijnen. Bijvoorbeeld door middel van dans, schilderen of gitaar spelen. Maar ze hebben kunst ook nodig om details waar te nemen of op intellectueel niveau te groeien. Door het trainen van aandacht versterkt kunst de identiteit, je geluksgevoel en stimuleert passie. Door extra in te zetten op de verbinding tussen cultuureducatie en taalontwik keling geven wij zowel gehoor aan de noodzaak in het onder wijs om prioriteit te geven aan taalontwikkeling als de zinvolle rol die cultuureducatie hierin kan spelen. Het werken aan taalachterstanden heeft op veel Haagse scho len de hoogste prioriteit. Een goede taalontwikkeling vormt de basis voor het hele onderwijs. Enerzijds geeft een onvoldoende taalbeheersing problemen in alle vakken. Aan de andere kant bieden alle vakken kansen om aan taalontwikkeling te werken. Cultuureducatie kan het taalonderwijs ondersteunen. Bij kunst vakken speelt taal een cruciale rol bij het verwoorden van waar nemingen en ervaringen, en bij samenwerken en reflecteren.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
30
WELKE MIDDELEN ZET TEN WE HIERVOOR IN?
1 Oprichting van een Expertisecentrum Cultuureducatie; 2 Convenant Cultuureducatie; 3 Aanbod door gespecialiseerde instellingen; 4 Aanbod van alle culturele instellingen (5 %-norm); 5 Alliantievorming door culturele instellingen; 6 Middelen voor cultuureducatie binnen de verlengde leertijd;
7 Extra inzet op kwaliteitsverbetering; 8 Werken aan blijvend enthousiasme; 9 Zicht krijgen op de resultaten; 10 Cultuurcoaches.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
31
1 E X P E R T I S E C E N T R U M C U LT U U R E D U C AT I E
Een belangrijke bouwsteen van het Haagse beleid voor cultuureducatie op school is het Expertisecentrum Cultuureducatie. Deze nieuwe instelling krijgt de volgende taken: Ondersteuning van scholen bij de ontwikkeling van hun visie en beleid op cultuureducatie en het maken van plannen hiertoe; Ondersteuning van cultuurinstellingen bij kwaliteits verbetering van hun aanbod; Bemiddeling tussen vraag en aanbod; Praktische ondersteuning bij de uitvoering (zoals busvervoer); Ontwikkeling van een kwaliteitsbewakingssysteem; Jaarlijkse rapportage over behaalde resultaten. Het Expertisecentrum Cultuureducatie gaat een brug slaan tussen het onderwijs en culturele aanbieders. Enerzijds gaat het om het ondersteunen en adviseren van de scholen bij het formuleren van hun visie, het verankeren van hun cultuur educatiebeleid en het maken van plannen hiertoe. Anderzijds kan het Expertisecentrum culturele aanbieders stimuleren en adviseren om kwalitatief hoogstaande producten voor het onderwijs te ontwikkelen, die daadwerkelijk aansluiten bij de wensen van het onderwijs. Het Expertisecentrum bemiddelt
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
32
tussen vraag en aanbod, presenteert het aanbod in de stad over zichtelijk en biedt praktische ondersteuning bij de uitvoering. Er wordt een systeem voor kwaliteitsbewaking ontwikkeld. Vanuit zowel het onderwijsveld als de collectieve sector bestaat een duidelijke behoefte aan een advies- en makelaarsfunctie van het nieuwe expertisecentrum. In het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016 is besloten om het Expertise centrum Cultuureducatie samen met de Serviceorganisatie Cutuurparticipatie onder te brengen in één stichting, die op 1 juni 2013 van start gaat onder de naam CultuurSchakel Den Haag. Samenvoeging van beide organisaties in één stichting heeft als voordeel dat een optimale aansluiting zal ontstaan tussen de binnen- en buitenschoolse cultuureducatie. Daarnaast worden alle expertise en netwerken op het gebied van kwaliteitszorg en faciliteiten gebundeld in één organisatie. Meer praktische zaken als de precieze werkwijze en de forma tie van de CultuurSchakel Den Haag zullen door de directie en het bestuur van de nieuwe instelling in overleg met de gemeente worden uitgewerkt. Overigens zien wij 2013 voor de CultuurSchakel vooral als opbouwjaar waarin alle partijen zullen moeten wennen aan de nieuwe structuur. Uiteraard hopen wij dat vanaf september 2013 flinke vooruitgang zal worden geboekt.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
33
2 CO N V E N A N T C U LT U U R E D U C AT I E
We zijn in overleg met Haagse schoolbesturen om te komen tot de ondertekening van een convenant cultuureducatie. Doel van de convenanten is het maken van afspraken per schoolbestuur over de mate waarin scholen aandacht beste den aan cultuureducatie en de kwaliteit van cultuureducatie. Daarbij is de verbinding tussen cultuureducatie en taalonder wijs is een belangrijk onderwerp, in aansluiting op de reeds ingeslagen weg in het kader van verlengde leertijdontwikkeling. Ook het gebruik van doorgaande leerlijnen die een verdieping beogen aan te brengen dragen bij aan kwaliteit van cultuur educatie. Ten slotte zal ook het vormen van vaste verbanden tussen scholen en culturele instellingen terugkomen in de convenanten met de schoolbesturen. Op deze wijzen beogen we verankering van cultuureducatie in het onderwijskundige beleid verder te bevorderen. Wij ervaren dat het sluiten van convenanten met schoolbesturen werkelijk bijdraagt een geza menlijk intentie te verwezenlijken, om te zetten in daadkracht, en daarmee effect heeft op het onderwijs aan kinderen. Een eerste sondering wijst erop dat schoolbesturen positief staan tegenover een convenant cultuureducatie. Zij waren overigens betrokken bij het advies van de Werkgroep Cultuureducatie onder leiding van de heer Fons van Wieringen.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
34
3 AANBOD DOOR GESPECIALISEERDE INSTELLINGEN
Een aantal instellingen zal ook in de nieuwe kunstenplan periode veel aanbod hebben op het gebied van cultuureducatie: Rabarber, Huis van Gedichten, het Koorenhuis, Haags Kinderatelier. Het gaat hier om aanbod van lessen en cursus sen gericht op actieve deelname van leerlingen aan cultuur educatie. De kwaliteit van het aanbod voor het onderwijs krijgt bij deze instellingen extra aandacht; van gespecialiseerde vakdocenten, innovatieve programma’s, en verweving van kern-doelen in het aanbod. Bij de ontwikkeling van deze pro gramma’s en inzet is afstemming met het onderwijs belang rijk. De rol die deze gespecialiseerde instellingen spelen voor cultuureducatie in het Haagse onderwijs is noodzakelijk om een basiskwaliteit aan aanbod te realiseren waar alle Haagse scholen gebruik van kunnen maken. 4 C U LT U U RE D U C AT I E B I J C U LT U RELE INS TELLIN GEN: PA S TO E O F L E G U I T
Cultuureducatie is een cruciale taak voor culturele instellingen. Culturele instellingen moeten hierop een visie hebben en er middelen voor vrij maken binnen hun begroting. Nieuw is dat in het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016 is vastgesteld dat culturele, maar niet in cultuureducatie gespecia liseerde, instellingen een verplichting hebben op het gebied van cultuureducatie. Daarmee is hun bijdrage aan cultuureducatie in het Haagse onderwijs verzekerd. Een inzet van in principe 5 % van het gemeentelijke subsidiebedrag is hierbij in principe de norm. Als eerste stap zullen wij richtlijnen opstellen voor de jaarlijkse financiële en inhoudelijke verantwoording opdat
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
35
inzichtelijk wordt hoeveel middelen instellingen op dit mo ment besteden aan cultuureducatie en tot welke resultaten dit leidt. Op basis hiervan zullen prestatienormen worden aangescherpt en aanvullende afspraken met de cultuurinstel lingen worden gemaakt. Uitdrukkelijk willen we de mogelijk heid open houden dat instellingen zich binnen (educatieve) allianties in meer of mindere mate gaan specialiseren op educatiegebied (zie punt 6). 5 A L L I A N T I E V O R M I N G D O O R C U LT U R E L E INSTELLINGEN
Culturele instellingen zullen in overleg met het Expertisecentrum hun aanbod afstemmen op de vraag van het onderwijs en op elkaar (alliantievorming), opdat er meer samenhang in het aanbod komt. Culturele allianties kunnen een breedte- en diepte strategie ontwikkelen in doorlopende leerlijnen. Met scholen die verdergaande ambities hebben, worden programma’s ontwikkeld die verdieping aanbrengen op de kennismaking. Door de vorming van culturele allianties ontstaat een totaal aanbod dat ook bijdraagt aan het verbeteren van leerprestaties en aansluit bij het algemene beleid van de school. De cultuur educatieve aanbieders handelen binnen de allianties naar eigen kracht, waardoor een totaalaanbod op basis van de vraag en mogelijkheden kan ontstaan. Het Expertisecentrum wordt gevraagd een ondersteunende, verbindende en adviserende rol te spelen ter bevordering van deze alliantievorming.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
36
6 M I D D E L E N V O O R C U LT U U R E D U C AT I E BINNEN VERLENGDE LEERTIJD
In de onderwijsbegroting zijn voor de ontwikkeling van brede buurtscholen middelen beschikbaar voor uitvoering van de verlengde schooldag. Uit de monitor van de Haagse Educatieve Agenda blijkt dat in 2011 60 % van deze activiteiten cultuuredu catie betreffen. Ook in de komende jaren willen we cultuur educatie deze prominente plaats laten behouden. Voor 2013 bestemmen we € 900.000 voor cultuureducatieve activiteiten binnen de verplichte en vrijwillige verlengde leertijd in het onderwijs. Over de inzet van deze middelen worden met school besturen afspraken in de convenanten cultuureducatie gemaakt. Daarbovenop zijn in het kader van de Bestuursafspraken ‘Effectief benutten van vroeg- en voorschoolse educatie en extra leertijd voor jonge kinderen 2012 – 2015’ extra middelen beschikbaar ten behoeve van het bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Tussen de 10 en 20 % van deze middelen zal in overleg met schoolbesturen ingezet worden voor op taalbevordering gerichte cultuureducatie. In de convenanten met de schoolbesturen wordt dit percentage nader afgestemd. Deze middelen zetten we in vanwege de versterkende rol die cultuureducatie speelt bij de ontwikkeling van de Nederlandse taal bij kinderen. Zo komen bij beeldende activiteiten taal aspecten aan de orde bij praten over kunst en presenteren. Er kan visueel geoefend worden, of met een verhaal. De structuur van een verhaal kan bekeken worden, of aan woordenschat uitbreiding worden gewerkt door betekenisrelaties tussen
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
37
woorden visueel weer te geven in een woordenweb. Bij begrip van figuurlijk taalgebruik kunnen visuele vormen of symbolen worden gebruikt. Bij dans wordt bijvoorbeeld veel gedaan met expressie. Dat geeft mogelijkheden om woorden uit te beelden, bijvoorbeeld begrippen als hoog, midden en laag, en emoties. Kennis van de opbouw van een verhaal kan tot uitdrukking gebracht worden in verschillende bewegingen bij onderdelen van een verhaal. Ook kan geoefend worden met het verwoor den van een dans en met het uitdrukken van betekenisrelaties tussen woorden in dans. Bij de reflectie aan het einde van lessen of activiteiten kan geoefend worden met rapporteren over observaties of ontdekactiviteiten en met nuanceringen in taalgebruik. Bij muziek kan aandacht worden besteed aan een goede luisterhouding, elkaar waarderen en ruimte geven en aan het hanteren van heldere afspraken voor gesprekken. Onder andere op deze wijzen kunnen wetenschappelijke inzichten over de positieve invloed van aandacht voor kunstdisciplines voor de hersenontwikkeling van kinderen het onderwijs con creet versterken.* 7 INZET OP KWALITEITS VERBETERING
We stellen vanaf 2013 jaarlijks extra middelen beschikbaar voor kwaliteitsverbetering via de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (€ 800.000 per jaar), de inzet van het HCO (€ 80.000) en incidentele middelen voor kwaliteitsverbetering van cultuureducatie in het kader van de verlengde leertijd. * Mark Mieras, ‘Cultuureducatie: broodnodig voor het kinderbrein’, Trouw 24 december 2011.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
38
Door deze laatste investering wordt het voor scholen aantrek kelijker om lessen in te richten met cultuureducatie. Ook zal worden ingezet op de kwaliteit van cultuurbeleid op scholen, waardoor boeiende verbindingen tussen lesdoelen en cultuur educatie kunnen worden gelegd. Hierbij is een adviserende en begeleidende rol weggelegd voor het Expertisecentrum Cultuureducatie. Voor verdere kwaliteitsverbetering ontwik kelt het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding op dit moment in overleg met het Expertisecentrum: Een praktische handleiding met als doel basisscholen (en de onderbouw van het VO) te ondersteunen bij het gebruik van leerlijnen; Een raamwerk van onderwijsinhoudelijke kaders waar aan cultuureducatie gekoppeld kan worden met als doel de mogelijkheid voor een gefundeerde inbedding van cultuureducatie in het curriculum van scholen; Een overzicht van methodieken die beschikbaar zijn om scholen te ondersteunen bij visieontwikkeling op cultuureducatie; Een overzicht van methodieken die in het Expertise centrum kunnen worden gebruikt om scholen te ondersteunen bij visieontwikkeling op cultuureducatie; Bijstelling en realisatie van de opleiding voor vakdocenten die lesgeven op scholen met een Leerkansenprofiel, Zomerschool of Zaterdagschool.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
39
Ten slotte zal worden onderzocht in hoeverre het mogelijk is inspirerende stageverbanden aan te gaan tussen culturele op leidingen en het onderwijs, en het laten verzorgen van gastles sen door culturele ondernemers. 8 WERKEN AAN BLIJVEND ENTHOUSIASME
We gaan activiteiten organiseren die het enthousiasme binnen het onderwijsveld en de culturele sector levendig houdt. We faciliteren een stedelijke infrastructuur voor een jaarlijkse cultuur challenge, een scholenstrijd die jaarlijks voor een andere discipline aandacht genereert (bv. 2013 dans, 2014 toneel, 2015 beeldende kunst, 2016 muziek). 9 Z I C H T K R I J G E N O P D E R E S U LTAT E N
De extra inzet van de culturele sector voor cultuureducatie zal inzichtelijk worden gemaakt via een Monitor Deltaplan Cultuureducatie. Daarbij zal het Expertisecentrum jaarlijks verslag uitbrengen over de vordering van haar eigen taken. De inzet van het onderwijs voor cultuureducatie wordt op twee manieren gemonitord. De landelijke Monitor Cultuureducatie van Sardes en Oberon, die afgelopen decen nium periodiek is uitgevoerd in opdracht van het Rijk, zal worden toegespitst naar de Haagse situatie. Deze Monitor Cultuureducatie geeft zicht op zowel de kwantitatieve als kwa litatieve doelstelling. De streefcijfers die met schoolbesturen worden afgesproken in convenanten worden gebaseerd op de
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
40
gegevens uit deze monitor. De besteding van middelen gericht op cultuureducatie en taal in de verlengde schooldag wordt via de monitor Haagse Educatieve Agenda inzichtelijk gemaakt. Ten slotte wordt in 2014 de inzet en fundamentele structuur wijziging die dit Deltaplan Cultuureducatie voorstaat geëvalu eerd door een extern bureau. 10 C U L T U U R C O A C H E S
Cultuurcoaches (voorheen Combinatiefunctionarissen Cultuur) werken voor cultuur en onderwijs. De taken zijn: Het ondersteunen van scholen bij het ontwikkelen van cultuureducatiebeleid en bij het uitvoeren van culturele activiteiten die daaruit volgen; Het verbinden van scholen binnen het stadsdeel en zoveel mogelijk Haagse culturele instellingen; Het bevorderen van cultuurparticipatie bij de jeugd van vier tot achttien jaar. Het budget voor combinatiefuncties wordt beschikbaar ge steld door het rijk, aangevuld met gemeentelijke cofinanciering. De beschikbare 4 fte voor Combinatiefuncties Cultuur worden ingezet in het nieuwe Expertisecentrum Cultuureducatie, onderdeel van de CultuurSchakel Den Haag. De afgelopen jaren hebben de Combinatiefunctionarissen Cultuur bewezen effect gehad op de verbinding tussen onderwijs en cultuur. Zowel scholen als culturele instellingen zijn zeer tevreden
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
41
over deze inzet. Dit willen we behouden en uitbreiden. De cultuurcoaches / combinatiefunctionarissen krijgen binnen de CultuurSchakel vanaf 2013 zes extra collega’s die geheel worden gefinancierd vanuit het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016 ‘Haagse Nieuwe’. In totaal zullen er dus vanaf 2013 10 fte cultuurcoaches / combinatiefunctionarissen werkzaam zijn die voor een deel op stadsdeelniveau en dus in nauwe afstemming met de cultuurankers zullen moeten opereren. Tijdens de jaarlijkse projectweek op een basisschool in Den Haag staat een hele school in het teken van poëzie. Na de aanvankelijk verlegen reacties, worden de eerste poëtische gedachten geformuleerd. Na veel nadenken en oefenen, beginnen leerlingen te spelen met woorden en zinnen en komen uiteindelijk gedichten tot stand. De cultuureducatieve activiteiten van Huis van Gedichten sluiten zo perfect aan bij de taalverwervingsactiviteiten van scholen met veel kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond. Taal is plotseling even geen barrière meer of een bron van frustratie, maar iets waar je plezier en vertrouwen aan kunt ontlenen.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
44
FINANCIËLE INZE T VOOR C U LT U U R E D U C AT I E V A N A F 1 J A N U A R I 2 0 13 INZE T T/M 2 012
Inzet Koorenhuis op cultuureducatie binnen scholen
INZET VA N A F 2 013
€ 1.200.000*
Aanbod Koorenhuis
€ 800.000
CultuurSchakel (inclusief cultuurcoaches)
€ 980.000
Vier combinatiefunctionarissen t.b.v. cultuur
€ 180.000
Extra impuls cultuureducatie
€ 200.000
Inzet cultuureducatie vanuit het Fonds voor Cultuurparticipatie
€ 250.000
€ 800.000
De Brede buurtschool
€ 900.000
€ 900.000
Extra middelen verlengde leertijd ‘Effectief benutten van vve en extra leer tijd voor jonge kinderen 2012 – 2015’
PM
PM
5 % Structurele subsidiebudget in het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur wordt besteed aan cultuureducatie
PM
PM
€ 2.530.000
€ 3.680.000
Totaal
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013
45
OPMERKIN GEN
Hierin zitten ook middelen die nu incidenteel aan Cultuurmenu worden verstrekt. De Combinatiefunctionarissen Cultuur worden vanaf 2013 ondergebracht in de CultuurSchakel. Deze middelen kunnen worden aangewend voor inkoop van cultuureducatief aanbod podiumkunsten.
Cultuureducatieve activiteiten binnen de verplichte en vrijwillige verlengde leertijd in het onderwijs. Tussen de 10 % en 20 % van de extra 4 miljoen rijksmiddelen verlengde leer tijd wordt in overleg met schoolbesturen bestemd voor “op taalbevordering gerichte cultuureducatie”.** Instellingen zullen de komende jaren duidelijk moeten maken hoe zij deze 5 % inzetten. De komende jaren scherpen wij hiervoor de prestatienormen aan.
* Schatting van de subsidiemiddelen die vanuit het Koorenhuis in 2008 worden aangewend voor cultuureducatie op school, gecorrigeerd voor incidentele onderwijssubsidies (Berenschot rapport, 2009). ** Deze Rijksmiddelen zijn beschikbaar tot en met 2015. In 2012 was hiervan twee miljoen bestemd voor het deel verlengde leertijd. In 2013 wordt hiervan vier miljoen euro voor het deel verlengde leertijd binnen de HEA bestemd.
G E M E E N T E D E N H A A G 2 0 13 D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
46
G E R E L AT E E R D E DOCUMENTEN
Gemeente Den Haag, Rapportage onderzoeken Cultuureducatie, commissiebrief 9 februari 2011 (RIS 178887) Gemeente Den Haag, Contouren voor de toekomst van cultuureducatie, commissiebrief 12 april 2011 (RIS 180246) Werkgroep Cultuureducatie, Advies ‘Cultuureducatie in het Haagse Onderwijs’ , 10 oktober 2011 (RIS 181501a) Gemeente Den Haag, Bestuurlijke reactie op het advies ‘Cultuureducatie in het Haagse Onderwijs’, commissie brief 14 oktober 2011 (RIS 181501) Gemeente Den Haag, Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016. ‘Haagse Nieuwe’, 8 november 2012 (RIS 251940) Deze documenten zijn te vinden op: www.denhaag.nl, onder ‘bestuurlijke stukken’.
D E LTA P L A N C U LT U U R E D U C AT I E
G E M E E N T E D E N H A A G 2 013