Contouren van een nieuw stedelijk museum in Breda Voorstel van de werkgroep Toekomst Musea Breda Aan:
wethouder Akinci
Breda, 10 juli 2015 Geachte wethouder, Op donderdag 9 juli 2015 heeft U de werkgroep Toekomst Musea Breda bij elkaar geroepen om van gedachten te wisselen over de stand van zaken en het vervolg van het traject op weg naar een nieuw stedelijk museum in Breda. U heeft een toelichting gegeven op de actuele ontwikkelingen, en de individuele leden van de werkgroep hebben hier op gereageerd en hun visie gegeven op het verloop van het proces tot nu toe. Geconcludeerd kan worden dat de werkgroep unaniem van mening is dat er in de besprekingen overeenstemming is bereikt over de meeste uitgangspunten en elementen (zoals verwoord in de raadsbrief van 8 juli), en de opvatting van de wethouder dat in het vervolgtraject behoefte is aan een voorzitter met een ander profiel unaniem wordt ondersteund. De werkgroep is zich bewust van het grote belang en de urgentie om zo snel mogelijk te komen tot een ontwikkelingsperspectief voor het stedelijk museum. We hebben ons daarom ertoe gezet om de contouren van de nieuwe instelling in beeld te brengen. De volledige werkgroep is van mening dat we hiermee invulling geven aan de uitgangspunten zoals verwoord in het startdocument, en aansluiten op de besprekingen die onder voorzitterschap van de heer Wagemakers in werkgroepverband en met externe partners zijn gevoerd. De werkgroep is van mening dat de in deze brief geformuleerde propositie een stevige basis vormt voor de uitwerking van het plan voor een geprofileerd en aantrekkelijk museum. In dit voorstel willen wij graag ingaan op de hoofdlijn van een uit te werken museaal concept, op het proces en de organisatie rond deze uitwerking, op het ons inziens benodigde profiel van een nieuwe voorzitter, en op een realistische planning op weg naar het eindadvies aan de gemeenteraad. Hoofdlijn museaal concept In het startdocument, mede gebaseerd op eerder uitgevoerd onderzoek door de heer Van Laarhoven rond de toekomst van Breda’s Museum, zijn al de nodige contouren aangegeven voor de ontwikkeling van een museaal concept. De potentie van het erfgoed en de zich ontwikkelende identiteit rond beeldcultuur vormen belangrijke dragers voor de ontwikkeling van een relevant museaal aanbod in Breda. Rond deze inhoudelijke kernen speelt zich van alles af, in de samenleving, in de economie, in het culturele veld, in het onderwijs. Er gebeurt veel, met soms opportune samenwerkingen, maar het algemene gevoel is dat er nog meer mogelijk is, op basis van een goed profiel en een stabiele organisatie, en een sterkere verankering in de diverse geledingen van de samenleving. Gerichte samenwerking levert meerwaarde op, het nieuwe museum neemt hier een centrale positie in. Het nieuwe museum in Breda is geen gesloten bastion, maar een open instelling, toegankelijk, met vanzelfsprekende interactie met en input van buiten. Er vinden natuurlijk presentaties plaats, maar ook activiteiten, bijeenkomsten en performances. Niet alleen in het eigen gebouw en de stad, maar ook digitaal, niet alleen een museum intramuros, ook “fuori le mura” en “omni-‐channel”. Het moet een plek (of meer plekken) zijn waar het plezierig is om samen te komen en elkaar te ontmoeten. Juist de verbinding van erfgoed en beeldcultuur biedt enorme mogelijkheden, niet alleen voor het
1
“toen” en “nu”, maar ook voor het “straks”. Het museum biedt in die zin ook ruimte voor de verrassing en de verandering, die op zo veel plekken in Breda aan de gang is. Cultureel ondernemerschap is van groot belang, voor het optimaal benutten van bestaande waarden en het creëren van nieuwe waarden. Een plaats van betekenis voor educatie, talentontwikkeling en innovatie, waar je graag naar toe gaat om inspiratie op te doen of om je te laten verrassen. Onze gedeelde mening is dat we bij de verdere uitwerking in de nieuwe stichting moeten uitgaan van een programmering “in 3-‐en”. 1.
“Het verhaal van Breda”
Deze programmalijn gaat uit van een serie vaste en wisselende presentaties, in de museumlocatie(s) en op locaties in de stad. Het betreft hier niet alleen de bestaande dependances maar ook verrassende locaties, die zich voordoen in de opportuniteit van de stad. Naar analogie van Rotterdam CS kan in Breda Centraal de reiziger of de thuiskomer verwelkomd worden met een verhaal, periodiek gewisseld en aangepast aan de actualiteit. Het verhaal van Breda wordt gepresenteerd in meerdere dimensies (inzetten collecties, beeld en geluid, oral history, etc.). Een van de lijnen binnen dit programma stelt “het beeldverhaal van Breda” centraal en onderzoekt de representatie van Breda in verleden, heden en toekomst: van het oudste stadgezicht tot Google Street View. Hierin wordt gezocht naar een vernieuwende benadering van het beeld van de stad, niet alleen vanuit historisch perspectief in fysieke zin, maar ook sociologisch, sociaal-‐economisch, met aandacht voor het verleden en het heden, en voor de toekomst. Aandacht voor materieel en immaterieel erfgoed is hier aan de orde. Het in beeld brengen van hedendaags erfgoed en hedendaagse verhalen van de stad gebeurt met de Bredanaars zelf. Hierbij kan een verbinding gelegd worden met de inzet en expertise van het stadsarchief. Om inspirerende exposities en activiteiten te organiseren wordt niet alleen stedelijk en regionaal samengewerkt, maar wordt ook nadrukkelijk gezocht naar samenwerking met nationale en internationale erfgoed-‐ en kennispartners. De koppeling met de inmiddels opgebouwde kennis en ervaring rond beeld en verbeelding biedt kansen om erfgoed ook via het web en de sociale media op een prikkelende wijze onder de aandacht te brengen en te verbinden met de vele processen die gerelateerd zijn aan de (her)ontwikkeling van de stad en de regio. De zich ontwikkelende digitale laag in de smart city gaat grote consequenties hebben voor de perceptie van de stad. Het nieuwe museum speelt een actieve rol in de bijdrage aan deze perceptie vanuit een creatieve facilitering van het stedelijk bewustzijn. 2.
Themapresentaties
Een tweede programmalijn is gelegen in de organisatie van aantrekkelijke presentaties voor een breed publiek. Herkenbare thema’s zijn hierbij aan de orde, zoals bijvoorbeeld De Vrede van Breda (in 2017 350 jaar geleden). Het gaat hier om laagdrempelige publiekspresentaties met aansprekende onderwerpen, vaak ook gekoppeld aan de stedelijke en regionale actualiteit. De ontwikkeling en de keuze van de thema’s geschiedt in een nauwe samenwerking met het culturele veld. Inhoudelijk worden deze thema’s gekoppeld aan zowel de programmalijn van “het verhaal van de stad”, als met de lijn van “het beeld en de verbeelding”. In deze lijn is veel ruimte voor lokale en regionale initiatieven (zie ook verder onder samenwerking en netwerkvorming). Deze presentaties bedienen een breed publiek, ook van buiten de stad en de regio. Samenwerking met provinciale, nationale en internationale partners is van belang om tot een breed en aantrekkelijk aanbod te komen en succesvol provinciale en landelijke fondsen te kunnen blijven aanspreken.
2
3.
Beeld en verbeelding
De derde programmalijn is gericht op “het beeld en de verbeelding”. De beeldcultuur (in brede zin) maakt in toenemende mate onderdeel uit van de identiteit van de stad Breda. Er is op dit vlak de afgelopen jaren geëxperimenteerd en veel ervaring opgedaan. Breda heeft een uitstekend onderwijsaanbod op dit gebied, en kent veel ondernemers en startups. Het nieuwe stedelijke museum vormt voor de beeldcultuur de habitat voor actuele en vernieuwende presentaties. Een punt van aandacht is het gemis aan ruimte voor presentaties van beeldende kunst, ook vanuit het onderwijsveld. Deze programmalijn ontwikkelt een eigen “triple helix” via innige samenwerking met lokale, nationale en internationale cultuur-‐, kennis en bedrijfspartners. Het museum levert zo een grote bijdrage aan de versterking van de creatieve industrie in Breda en omstreken en sluit aan bij de doelstellingen op provinciaal niveau. Het is de ambitie om langs deze programmalijn aan te sluiten op nationale en Europese onderzoeks-‐ en ontwikkelingsprogramma’s, en ook hier een prominente rol te spelen, mede gemotiveerd vanuit de unieke verknoping met erfgoed en de maatschappelijke actualiteit. Vanuit deze invalshoek is het museum ook de thuisbasis voor de vak-‐ en beroepsorganisatie City of Imagineers. Zo wordt ook de netwerkfunctie van het museum binnen de beeldcultuur en de creatieve industrie verder versterkt. De samenhang van en wisselwerking tussen de drie programmalijnen – “Het verhaal van Breda”, “Themapresentaties” en “Beeld en verbeelding” – leidt tot een museum met een onderscheidend en vernieuwend profiel. Educatie en participatie Het nieuwe stedelijke museum speelt een belangrijke rol voor het onderwijs, zeker in het primair en voortgezet onderwijs, maar ook voor het MBO en HBO. De doorlopende leerlijnen rond o.a. erfgoed en het project “beeldlezen” zijn hier voorbeelden van. De koppeling aan de maatschappelijke actualiteit, en aan de groeiende digitale laag in de stad, met interactieve mogelijkheden, maakt het museum aantrekkelijk voor jongeren en andere doelgroepen. Voor MBO en HBO biedt het museum een verdiepend aanbod en zijn er mogelijkheden om samen te werken, projecten te faciliteren en structureel (afstudeer)stages aan te bieden. De koppeling van erfgoed en beeldcultuur biedt onbegrensde mogelijkheden voor educatieve en participatieve doelstellingen, vanuit onderwijs-‐ en kennisinstellingen, en ook thematische organisaties (heemkundekringen, city of imagineers, etc.). Niet alleen (semi-‐)professionele organisaties vinden hier een plek voor cursussen en lezingen, en voor discussie en debat, maar ook amateurs en – gekoppeld aan thematische presentaties – maatschappelijke organisaties. Het museum kan ook een podium bieden (mits helder gemotiveerd, en gerelateerd aan een programma of project) voor relevante platforms uit onderwijs, bedrijfsleven en overheid, en vooral van combinaties hiervan. Een interessante vraag voor de inwoners is hoe Bredanaars hun stad zien en ervaren en hoe dit het beste verbeeld kan worden. De laag van educatie en participatie heeft betrekking op en maakt gebruik van alle drie de programmalijnen, en draagt in die zin sterk bij aan het profiel van het museum. Samenwerking en netwerkvorming Het nieuwe stedelijk museum is een netwerkmuseum, verankerd in de stad en gebaseerd op een even inhoudelijke als hechte samenwerking met stedelijke en regionale partners. Het is daarom essentieel om in het museum een stadsintendant aan te stellen die ideeën en initiatieven van
3
partners in de stad verbindt met het museum en helpt om deze te ontwikkelen tot volwaardige projecten. De intendant maakt onderdeel uit van het management van het museum. De samenwerking en het netwerk dienen ook hun vertaling te krijgen in de financiële uitwerking van het stedelijk museum. Het nieuwe museum heeft een stevig financieel fundament nodig om aan de hooggespannen verwachtingen te kunnen voldoen. Naast de gemeentelijke financiering stellen wij voor om de mogelijkheid te onderzoeken tot oprichting van een publiekprivaat fonds voor stedelijke samenwerkingsprojecten, gekoppeld aan de initiatieven van o.a. lokale festivals, culturele organisaties en onderwijsinstellingen. Het nieuwe stedelijke museum kiest voor een actieve en dienstbare rol in het faciliteren, ondersteunen en/ of adviseren van samenwerkingsgerichte organisaties. Samenwerking en netwerkvorming strekken zich uit buiten de grenzen van de stad en de regio. Het stedelijk museum Breda zoekt nadrukkelijk aansluiting bij nationale en internationale netwerken. Breda laat zich graag verrassen en verrijken door andere steden, musea en instellingen. De collecties De collecties van Breda’s Museum en van MOTI vormen een belangrijke kern voor het nieuwe stedelijke museum. Deze collecties zijn voor een deel nog niet goed breed bekend of zijn ondergewaardeerd. Met name in de wisselwerking van de verschillende collecties liggen bijzondere kansen voor oorspronkelijke en spannende exposities, met een centrale positie voor “het beeld”. Het blijkt in deze tijd met bezoekers die gewend zijn geraakt aan interactieve tentoonstellingen en belevingservaringen moeilijk om alleen met historisch materiaal een prikkelende expositie te maken. Interactieve combinaties met beeld in welke vorm dan ook bieden goede mogelijkheden. Zodra het museale concept met de drie programmalijnen verder is uitgekristalliseerd wordt naar het ontwikkelpotentieel van de collecties gekeken. Essentieel is dat de collectie verzekerd is van een professioneel beheer, zowel inhoudelijk als bestuurlijk. In het kader van dit onderzoek zijn de nodige objectieven aangereikt om hier handen en voeten aan te geven. Vanuit de huidige situatie ligt hier een belangrijke prioriteit. Leidend is dat het nieuwe museum de erkenning van geregistreerd museum in het Nationaal Museumregister behoudt, een voorwaarde om (inter)nationaal met andere erfgoedinstellingen en bruikleengevers te kunnen blijven samenwerken op het gebied van collectiebeheer en –uitleen. Een plan om de collectie meervoudig te ontsluiten (fysiek en digitaal) krijgt aandacht bij de verdere uitwerking. Een deel is al beschikbaar in de Brabant Cloud (de gezamenlijke digitale infrastructuur, beheerd door Erfgoed Brabant) en op internet toegankelijk via Thuis in Brabant, Digitale Collectie Nederland en Europeana. Onderzoek naar een structurele samenwerking met het stadsarchief, Erfgoed Brabant en het Noordbrabants Museum, als ook met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed voor de meest actuele collectiedelen, te weten de digitale objecten, rond een optimaal beheer en gebruik van de collectie is onderdeel van die verdere uitwerking. Op provinciaal niveau vindt onderzoek plaats naar de wenselijkheid van een centraal provinciaal collectiegebouw. Met de afdeling erfgoed worden de mogelijkheden benoemd om aan te sluiten bij de erfgoedevenementen in de stad en de dorpen (o.a. monumentendag, dag van de architectuur, Nassaudag, etc.). Beide bestaande musea doen overigens jaarlijks structureel al mee aan Open Monumentendag, Nationaal Museumweekend, de Cultuurnacht Breda enz. Digitale strategie Voor het nieuwe museum wordt een toekomstgerichte digitale strategie ontwikkeld. Daarbij denken we aan digitalisering van de collectie en online publicaties en presentaties, en aan blogs, social
4
media en user generated content. De digitale strategie speelt ook een centrale rol in de versterking van de netwerkfunctie en bij de marketing van het museum. Het nieuwe museum bouwt zowel in het fysieke als in het digitale domein aan zijn relevantie en reputatie. Organisatie vervolg In de werkgroep is gesproken over de organisatie van het vervolg. Voor het profiel van de voorzitter stellen we voor om vooral in te zetten op procesmatige kwaliteit en resultaatgerichtheid, aangevuld met kennis van de inhoudelijke context en empathisch vermogen. De voorzitter geeft sturing aan de werkzaamheden van de werkgroep en aan de uitwerking van de inhoud en annexen. Voor een aantal onderwerpen worden met de partners in de stad compacte inhoudelijke ateliers georganiseerd. We willen het concept-‐eindadvies voorleggen aan een aantal zorgvuldig geselecteerde coreferenten, opdat de kwaliteit optimaal wordt geborgd. Planning De werkgroep schat in dat de uitwerking van de voorliggende contouren tot een museaal concept in oktober gereed kan zijn. De uitwerkingen op het vlak van organisatie, financiën en huisvesting zijn dan in volle gang, eerste indicaties komen in beeld en kunnen onderdeel uitmaken van de bespreking met de raad. Wij denken dat het goed mogelijk is om in december van dit jaar een concept eindadvies voor te leggen aan het college. Het eindadvies is tevens voorzien van een transformatiestrategie (zicht op programmering in drie lijnen, geleidelijke overgang naar een nieuwe organisatie, terwijl de bestaande musea zo veel mogelijk blijven functioneren) en een implementatieplanning. Op basis van ons eindadvies kan in het voorjaar van 2016 vanuit een nieuwe organisatie inhoud worden gegeven aan de implementatie van de transformatie. De snelheid waarmee de nieuwe situatie bereikt zal worden is vanzelfsprekend afhankelijk van juridische, fiscale en financiële eisen en verplichtingen die in dit traject aan de orde zijn. Tot (voorlopig) slot Bovenstaande hoofdlijn wordt gedeeld door de volledige werkgroep. Met deze hoofdlijn wordt aangesloten bij de richtingen die zijn verkend door de heer Wagemakers, en worden deze met elkaar verbonden en geconcretiseerd. Er moeten natuurlijk nog de nodige uitwerkingen plaatsvinden, maar het is onze overtuiging dat we met deze hoofdlijn voldoen aan de door u gestelde opgave om inhoud te geven aan een eigentijds, relevant en aantrekkelijk stedelijk museum voor de stad Breda. We kijken met vertrouwen uit naar een voorspoedig vervolg van dit traject, zodat we U voor het einde van het jaar ons eindadvies voor een nieuw museum en de bijbehorende organisatie kunnen aanbieden. Met vriendelijke groet, De werkgroep Toekomst Musea Breda Nicole van Dijk, Annette Gaalman (adviseur van de werkgroep vanuit erfgoed Brabant), Mieke Gerritzen, Vera Hoogsteden, Marilyn Jongenelen, Dingeman Kuilman, Guust van Mieghem, Hans Thoolen
5