CONFERENTIE
Jeugdzorg InZicht 5 juni 2014, in het Provinciehuis Utrecht
Voorwoord
Op 5 juni 2014 stroomde het Utrechtse Provinciehuis vol met enthousiaste deelnemers aan de conferentie Jeugdzorg InZicht. Het beloofde een speciale dag te worden; niet in het minst omdat Bureau Jeugdzorg Utrecht en de provincie Utrecht deze conferentie voor de laatste keer samen organiseerden. Met nog maar een half jaar te gaan voordat jeugdzorg overgaat naar de gemeenten, lag het accent op integraal werken. Op de conferentie ontmoetten zo’n 400 partners uit de lokale en provinciale Utrechtse jeugdzorg elkaar. De deelnemers bestonden uit bestuurders, zorgprofessionals en zorgmanagers. En niet te vergeten: cliënten. Zo’n grote aanwezigheid van vertegenwoordigers uit de zorg, gemeenten en onderwijsveld is absoluut uniek te noemen. Zij leerden elkaar (beter) kennen, gingen in gesprek en inspireerden elkaar. Gezamenlijk bogen ze zich over de vraag hoe de zorg voor de jeugd zo goed en zo efficiënt mogelijk georganiseerd kan worden. Op het programma stonden praktijkvoorbeelden centraal rond de thema’s toeleiding, organisatie lokale zorg, inkoop, financiering, sturing, cliëntparticipatie en ICT. Deze onderwerpen waren gebaseerd op een enquête die vooraf onder de doelgroep was afgenomen. De belangstelling voor de toespraken, lezingen, het wethoudersoverleg en de 23 workshops was dan ook bijzonder groot. In dit beeldverslag krijgt u een impressie van wat een zeer succesvolle en inspirerende bijeenkomst bleek te zijn. Wilt u de presentaties van workshops nog eens nalezen? U vindt ze op www.netwerkjeugd.nl.
Van harte welkom!
De conferentie wordt afgetrapt door de organisatoren Bureau Jeugdzorg Utrecht en de provincie Utrecht. Het is de laatste keer dat deze partijen gezamenlijk de schouders zetten onder de organisatie van Jeugdzorg InZicht. De verwachtingen van Jan-Dirk Sprokkereef,
bestuurder Bureau Jeugdzorg Utrecht, en gedeputeerde Jeugdzorg Mariëtte Pennarts zijn hooggespannen. De tijd van experimenteren is immers voorbij, het is nu tijd om te implementeren. En daar wordt met vertrouwen én enige voorzichtigheid naar gekeken.
Over één ding zijn Bureau Jeugdzorg Utrecht en de provincie Utrecht het roerend eens: het is voor het veld belangrijk om samen aan deze enorme opdracht te blijven werken. “Niet met de ruggen naar elkaar toe, maar in gesprek”, benadrukken Sprokkereef en Pennarts.
Openingsspeech staatssecretaris Van Rijn
Staatssecretaris Van Rijn erkent dat met 26 nieuwe colleges in Utrecht, een inhoudelijke uitdaging wacht op wethouders en raadsleden. Zij moeten op een vrij hard rijdende trein springen en in korte tijd veel kennis van zaken vergaren. Hij wijst daarbij op het belang om vooral aan de ‘voorkant’ goede, adequate hulp te bieden om ontsporen te voorkomen. Over de nieuwe rol van gemeenten zei Van Rijn dat ze letterlijk en figuurlijk nieuwe verbindingen moeten leggen en de samenwerking moeten zoeken. Het Rijk laat de partijen daarbij niet alleen staan. “Hervormen doe je samen. Het Rijk wil graag uw partner zijn”, aldus de staatssecretaris. Op het gebied van de transitie ziet hij Utrecht als de koploper van Nederland. Van Rijn: “De transitie van de jeugdzorg is een moeilijke maar mooie klus, waar al jaren over wordt gesproken. Mijn complimenten aan de provincie Utrecht en de Utrechtse bestuurders die de vervroegde overdracht aandurfden om op het gebied van inkoop en uitvoering al in 2014 zoveel mogelijk met elkaar te werken alsof het 2015 is. Er zijn nieuwe verbindingen gelegd, waarbij kinderen en gezinnen sneller de juiste hulp krijgen. Nieuwe bestuurders in Utrecht kunnen voortborduren op wat er al is bereikt. In het hele land wordt naar Utrecht gekeken om inspiratie op te doen.”
De dilemma quiz
Tijdens dit ontspannen intermezzo worden op ludieke wijze dilemma’s aan de deelnemers in de zaal voorgelegd. Team A krijgt als opdracht naar de cases
te kijken in de rol van Moeder Theresa. Niets is teveel, we doen alles voor onze jeugd. Team B krijgt een zakelijke rol. Je kunt het geld maar één keer uitgeven.
De verrichtingen van de deelnemers worden beoordeeld door een driekoppige jury. Het gros van de reacties uit de zaal onderstreept vooral de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor het welzijn van de jongere. Dat wordt gezien als een zaak van de gemeente én van het zorgveld.
Ervaringsdeskundige en oud-cliënt Isanne Yard is onderdeel van de jury. Isanne: “Ik beoordeelde de reacties vooral vanuit het perspectief van de jongere en ik was blij dat daar door de deelnemers goed op gelet werd. Er deden veel mensen actief mee, maar dat kan in mijn ogen nog veel beter. Het is zo belangrijk dat iedereen meedenkt, naar oplossingen helpt zoeken en zich laat inspireren door anderen. Luister naar elkaar, luister naar jongeren. Alleen zo kunnen we de jeugdzorg op een goede manier regelen en onderbrengen bij gemeenten.” Lees ook het verhaal van Isanne in het Provincie Utrecht Magazine. Klik hier
Een groot aanbod workshops
De deelnemers gaan in gesprek en aan de slag in 23 workshops. Het hele overzicht vindt u hier. Vier workshops hebben wij er voor u uitgelicht. Deze verslagen leest u op de volgende pagina’s.
WORKSHOP
SAVE en lokale teams: Hoe maken we de omslag naar een nieuwe samenwerking?
In 2012 werd in Utrecht gestart met buurtteams die alles zelf deden, zelfs ondertoezichtstelling. Gaandeweg bleken dit soort beslissingen rondom veiligheid lastig zelf te nemen. Daarom werd deze rol overgedragen aan Bureau Jeugdzorg. Er volgden 6 pilots waarbij de medewerker van het wijkof buurtteam het gezicht is voor het gezin en de SAVE-medewerker alleen optreedt als de veiligheid van het kind in het geding is. Het uitgangspunt van deze opzet is om de regie bij het gezin te laten. Bij problemen wordt naar oplossingen gezocht in het eigen sociale netwerk. Lukt dat niet, dan wordt kortstondig de hulp van een expert ingeschakeld. Tot nu toe zijn er zeer goede resultaten geboekt met het SAVE-team. Er is een evidente daling te zien op het gebied van ondertoezichtstelling. Dat gebeurt minder en korter. Er wordt gekeken om ook in andere gebieden SAVE-teams op te zetten.
WORKSHOP
Integrale zorg, kansrijke verandering? Ervaar het zelf…
Hoe is het om integraal te werken in een buurtteam? Wat is er mogelijk en waar zitten de knelpunten? Tijdens de workshop maken de deelnemers aan de hand van een casus mee hoe hun werk er mogelijk in 2015 uit kan zien. De casus roept veel vragen op over bijvoorbeeld de samenstelling van het wijkteam, de regie in het team en de rol van de professional hierin. Welke specifieke vaardigheden heeft de professional nodig, of is hij of zij juist een heel brede specialist? De deelnemers zien verder de wijkteams als een kans om een andere manier van werken te ontwikkelen maar vinden wel dat professionals enorm moeten omschakelen. De professional heeft immers een sleutelrol. Na afloop van de casusbespreking blijkt dat twee ‘undercover buurtteammedewerkers’ mee hebben gekeken. Zij vullen nog wat zaken aan. Ze geven aan dat er altijd in duo’s wordt gewerkt om expertise zo goed mogelijk te borgen. Het doel is dat ouders weer zelf de regie nemen. De buurteammedewerkers vinden het werk erg leuk en divers. Het is wel druk, omdat het ook continue scholing en onderlinge uitwisseling van kennis vergt.
WORKSHOP
AMHK in wording
In de huidige situatie bestaat er een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), onderdeel van Bureau Jeugdzorg, en zijn er twee Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG). De bedoeling is dat er één AMHK gevormd wordt: een gedeelde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De totstandkoming van het AMHK is in volle ontwikkeling. In deze workshop staat de vraag centraal hoe je dat het beste kunt organiseren. Hoe waarborg je dat vrouwen zich blijven durven aanmelden bij het SGH zonder dat zij bang worden dat hun kinderen worden afgepakt? Het is maar een van de vele vragen die in de workshop langskomen. Daarnaast worden deelnemers op speelse wijze gevraagd om input te leveren over hoe het AMHK er in de toekomst er het beste uit kan gaan zien. Hoe moet het AMHK worden georganiseerd? Die vraag blijkt nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Het roept diverse nieuwe vragen op zoals: Wie moet er worden gebeld als er sprake is van kindermishandeling en/of huiselijk geweld? En hoe gaat dat dan verder? In 2015 zal een aantal details nog nader moeten worden ingevuld.
WORKSHOP
Cliëntparticipatie in de praktijk In deze workshop wordt niet ingegaan op wat cliëntparticipatie is, de deelnemers gaan er vooral mee aan de slag. Twee gemeenteraadsleden pitchen ieder een vraag over de transitie jeugdzorg. De deelnemers gaan daarover in gesprek met onder andere (oud-) cliënten. Het is de bedoeling dat de gemeente concreet toepasbare feedback krijgt en de deelnemers het gevoel krijgen hoe nuttig een dergelijk gesprek kan zijn.
De opzet van de workshop lukt. De gemeente krijgt gelijk meer inzicht en de deelnemers zijn van mening dat zo’n gesprek met verschillende mensen uit de praktijk echt wat toevoegt. Zoals iemand verwoordt: “Rapporten en onderzoeken van adviesbureaus zijn ook nodig, maar zijn lang niet zo leerzaam en inspirerend als dit gesprek.”
Lunchlezing Erik Gerritsen
‘Hoe overleef je als gemeente de transitie jeugdzorg?’. Dat is de titel van het nieuwe boek van Erik Gerritsen waarin hij 55 tips geeft voor deskundig opdrachtgeverschap. In zijn lezing loopt hij zijn tips door en pikt er een paar uit. Zoals bijvoorbeeld Leer ons kennen. Met een verwijzing naar Confucius benadrukt hij het belang van leren uit ervaring: “Maar 10% leert uit boeken, 20% leert door anderen iets te zien doen, en 70% leert door het zelf te ervaren.” Of Families helpen Families en andere peer tot peer hulp: co-creatie! Gerritsen roept op om breder te kijken naar samenwerkingsverbanden. Er zijn altijd verrassende partijen te verzinnen zoals bijvoorbeeld ervaringsdeskundige families, sportclubs of de supermarkt waar jongeren een bijbaantje hebben. Om tot een succesvolle transitie te komen adviseert hij om te Besturen met de pink. Gerritsen: “Wanneer je leersituaties inricht, zoals proeftuinen, weet je als bestuurder wat daar gebeurt. Zorg voor constante feedback. Waar lopen ze tegen aan en welke oplossingen vinden ze? Die dynamiek van permanente interactie, van besturen met de pink, is nodig. En als je dan iets vindt dat werkt, ga het dan niet uitrollen maar juist inrollen. Iedereen moet hetzelfde wiel opnieuw uitvinden. Dat leerproces is cruciaal.”
Situationroom voor bestuurders
Bestuurders en wethouders, waarvan 21 nieuw op dit dossier, doorlopen met elkaar een crisissituatie onder leiding van deskundigen. De deelnemers worden geconfronteerd met een levensechte situatie in een wijk. In korte tijd loopt de crisis op. Samen proberen de deelnemers in een beschermde omgeving
de crisis het hoofd te bieden en te leren van wat er voorvalt om in de toekomst goed voorbereid te zijn. Dit soort crisissimulaties wordt vaker gedaan door partijen die met veiligheid te maken hebben. Uniek is dat dit nu ook in de jeugdzorg gebeurt.
WAT VONDEN ZIJ ERVAN?
Fawzia Nasrullah lid Raad van Bestuur Youké
“Crisis van dichtbij meegemaakt”
Aldrik Dijkstra wethouder De Ronde Venen
“Portefeuille met hoog risico” “Ik was nooit eerder wethouder Jeugdzorg. Deze bijeenkomst heeft me veel inzicht gegeven wat er concreet kan gebeuren en wat er dan
“Als bestuurder van een zorgaanbieder heb ik in Zeist een crisis van nabij meegemaakt. Ik weet wat er dan allemaal gebeurt en waar je rekening mee moet houden. Een bijeenkomst als deze is heel goed om kennis te delen. Zo kun je op voorhand dingen regelen. Denk aan een draaiboek, een communicatieprotocol of het aanwijzen van iemand die de regie tijdens een crisissituatie heeft.”
bij komt kijken. Het wijkteam, dat ben ik. Dat heb ik wel begrepen. Want uiteindelijk draag ik de verantwoordelijkheid. Met een dergelijk hoog afbreukrisico is het zaak om alles goed te organiseren en veel te investeren in de samenwerking tussen hulpverlening en burgemeester en wethouders.”
Fleur Imming wethouder Amersfoort
Jan-Dirk Sprokkereef bestuurder Bureau Jeugdzorg Utrecht
“Handvatten voor de toekomst”
“Persoonlijke afstemming”
“Ik vond het heel leuk om theorie vertaald te zien in praktijk. Want hoe acteer je in zo’n situatie? Dat is nu veel tastbaarder gemaakt. Ik heb concrete suggesties gekregen en handvatten voor de toekomst. Bij een calamiteit zijn vele partijen betrokken zoals burgemeester, bestuurders jeugdzorg en wethouders. Waar ligt dan precies mijn rol, dat vond ik een hele interessante vraag.”
“Het was allemaal heel herkenbaar. De gemeente krijgt vanaf 2015 een heel andere rol. De wethouder is dan eindverantwoordelijk over de zorg samen met de burgemeester in diens rol als burgervader en lid van het college. Hoe gaat dat straks allemaal lopen in een crisissituatie? Wie speelt welke rol? Het is goed om verwachtingen op elkaar af te stemmen. Zorg dat je elkaar van tevoren kent. Dan weten partijen wat er bedoeld wordt. Persoonlijke afstemming is heel belangrijk.”
De vliegende brigade
De vliegende brigade is tijdens het congres aanwezig om innovatieve ideeën op te halen voor een beter sociaal domein. Heeft u ook een goed idee? Laat het weten aan Levi van Dam (
[email protected]) en Thomas Verhiel (
[email protected]).
Keynote speaker Prof. Dr. Derk Loorbach
Loorbach: “De transitie in de jeugdzorg staat niet op zichzelf. De samenleving in de meest brede zin verandert en heeft een impact op de maatschappelijke structuur. De hieruit voortvloeiende onzekerheid en weerstand zijn een noodzakelijk onderdeel van transitie. De nadruk die we nu leggen op structuur en methodes is eigenlijk een vlucht. Daarmee breekt de verandering niet door. Daar zijn radicale innovaties voor nodig. We moeten benoemen wat we willen.” Volgens Loorbach is niet de planmatige aanpak de kern, maar sociale innovatie. Vernieuwing ontstaat bottom-up en inside-out. Koplopers en kantelaars beïnvloeden hierbij de richting en snelheid door het creëren van nieuwe ruimte en netwerken. Loorbach: “Transitie is een proces van struikelend leren. Er is geen blauwdruk. Iedereen doorloopt zijn eigen leerproces en persoonlijke transitie.” Als oplossingsrichtingen geeft hij aan dat iedere gemeente een schaduwspoor in zou moeten zetten. Terug naar de kern via scherpe analyse, discussie en strategie. Loorbach is voorstander van het inzetten van een groeimodel vanuit de praktijk. Gericht inzetten op doorbreken en afbreken op alle niveaus. Tot slot moedigt hij aan om veel kritischer naar elkaar te kijken, elkaar de maat te nemen en door te zetten.
Afsluiting
Mariëtte Pennarts dankt alle deelnemers voor hun bijdrage aan deze conferentie. Ze refereert aan de constatering van staatssecretaris Van Rijn dat Utrecht goed bezig is. Pennarts: “Het is natuurlijk fijn om te horen dat we op koers liggen. Ik ontving aan het begin van deze dag de complimenten van de staatssecretaris, maar ik geef ze graag door aan al die mensen die het echte werk doen.”
23
24
Wachtlijsten onder (transitie)druk? In gesprek met kwartiermakers jeugdzorg. Wat zijn de ingrediënten voor het resultaat van het project Wachtlijsten Weg? Hoe slaan alle ketenpartners de handen ineen: visie, werkwijzen, informatievoorziening? Allemaal met als doel: zo snel mogelijk hulp beschikbaar waar nodig. Keynote: Prof. Dr. Derk Loorbach De transitie in de jeugdzorg komt niet uit de lucht vallen, maar is onderdeel van een fundamentele systeemverandering die veel verder gaat dan decentralisatie, bezuiniging of reorganisatie. Het gaat in de kern over het ontwikkelen en activeren van maatschappelijke netwerken die vroegtijdig, preventief en effectief problemen in opvoeden en opgroeien helpen oplossen. Ondanks dat deze nogal voor de hand liggende ambitie al jarenlang het streven is en ondanks alle goede wil en bedoelingen vanuit professionals, lijkt de praktijk eerder de andere kant op te gaan: oplopende kosten, steeds terugkerende crises en een groot gevoel van ontevredenheid aan alle kanten. De echte transitie gaat dan ook over cultuur- en gedragsverandering en uiteindelijk over persoonlijke transities.
Tekst: Annelies Kant, Kantekst.nl Foto’s en lay out: Rolf Resink, hetismooiwerk.nl