Concept Startnotitie vrijwilligersbeleid Aa en Hunze Ten eerste Voor u ligt de concept startnotitie vrijwilligersbeleid Aa en Hunze die in nauwe samenwerking met het Steunpunt Vrijwilligerswerk van Impuls welzijn tot stand is gekomen. De gemeente wil samen met inwoners, organisaties, instellingen en verenigingen invulling geven aan het nieuwe vrijwilligersbeleid. Deze concept notitie is het startpunt voor het participatietraject. Status Aan de hand van deze notitie gaan we in gesprek met de gemeenteraad, Wmo-raad en de cliëntenraad WWB/WSW. De inbreng vanuit hen nemen we mee in de startnotitie vrijwilligersbeleid Aa en Hunze, die vervolgens wordt vastgesteld in het college. De startnotitie is de input voor het verder participatietraject in het najaar van 2015, dat uiteindelijk resulteert in het nieuwe vrijwilligersbeleid. Het participatietraject staat beschreven in de procesbeschrijving nieuw vrijwilligersbeleid. (zie bijlage I) Opbouw notitie De opbouw van de notitie loopt synchroon met de stappen uit de procesbeschrijving. Na de inleiding wordt een korte terugblik gegeven. Vervolgens kijken we met een 360 graden blik naar het hier en nu en de maatschappelijke ontwikkelingen die raken aan het vrijwilligersbeleid. De volgende stap is gericht op de toekomst: “Wat willen we de komende jaren bereiken en hoe gaan we dat doen?”.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
1
Inleiding De gemeente wil een leefbare en zorgzame samenleving met een goede kwaliteit van wonen en voorzieningen mogelijk maken. Er zijn veel vrijwilligers en mantelzorgers en het verenigingsleven in Aa en Hunze kent een sterke basis. Voorzieningen op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn en vrije tijd zijn belangrijk voor levendige dorpen. Ze dragen bij aan activiteiten en ontmoeting tussen mensen met verschillende leefstijlen en van verschillende leeftijden. Vrijwilligers dragen bij aan het in stand houden van deze voorzieningen. De gemeente vindt het dan ook belangrijk om het vrijwilligerswerk te faciliteren en te ondersteunen.
Aanleiding nieuw beleid Aan de gemeenteraad en WMO-raad toegezegd met nieuw beleid te komen, aangezien het huidige vrijwilligersbeleid formeel tot 2013 liep. Er is echter met het opstellen van nieuw beleid eerst gewacht op de drie decentralisaties (Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015, Participatiewet en Jeugdwet). Hiermee heeft de gemeente ook nieuwe taken gekregen op het gebied van participatie en vrijwillige inzet. De kaders zijn inmiddels vastgesteld. Bovendien zijn er verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die raken aan vrijwillige inzet en vrijwilligerswerk. Het nieuwe beleid zal dan ook aanhaken bij de gemeentelijke visie op het organiseren van zorg en welzijn, dat in ontwikkeling is.
Nieuwe taken voor de gemeente Met de drie nieuwe wetten Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, Participatiewet en Jeugdwet heeft de gemeente er nieuwe taken bij gekregen. De Wmo richt zich op vrijwillige inzet als vorm van maatschappelijk participatie. Daarbij zijn onderlinge hulp van mensen en het versterken van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid belangrijke pijlers. Vrijwillige inzet, gericht op het ondersteunen van mensen in een kwetsbare positie, vormt een essentiële bijdrage aan de participatiesamenleving. In de Wmo hebben gemeenten de opdracht om aan te geven welke maatregelen ze nemen voor het ondersteunen en faciliteren van vrijwilligers. In de Wmo 2015 is een artikel opgenomen over een ‘right to challenge’. Hiermee krijgen inwoners de mogelijkheid zelf initiatieven te ontplooien op het gebied van gemeentelijke Wmo-taken. Met de overdracht van taken en de daaraan gekoppelde bezuinigingen is ook een andere manier van werken geïntroduceerd: een integrale benadering van de ondersteuningsvraag door het Sociaal team. Hierbij wordt eerst gekeken naar wat een inwoner zelf kan, wat een mantelzorger, vriend of buur kan. De oplossing wordt dus eerst in de informele zorg gezocht. Dus ook bij vrijwilligers. En pas als dat onvoldoende soelaas biedt, wordt er gekeken naar een collectieve voorziening of individuele voorziening. Deze nieuwe taken zullen de komende jaren verder ontwikkeld moeten worden, meer gebiedsgericht, en met meer inzet van onze inwoners, om op die manier inwoners die ondersteuning nodig hebben, die ook te kunnen bieden. De gemeente gaat met inwoners, organisaties, verenigingen en instellingen kijken welke ondersteuning en zorg nodig is voor onze inwoners en hoe we die op een andere manier, met minder maatwerkvoorzieningen en meer collectieve voorzieningen en meer vrijwillige inzet kunnen organiseren.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
2
1. Terugblik De evaluatie van het vrijwilligersbeleid heeft in 2013 plaatsgevonden. In deze paragraaf blikken we terug op deze evaluatie en de resultaten die de afgelopen jaren zijn behaald. Indien zij aanknopingspunten bieden voor het nieuw op te stellen beleid, dan komen zij terug in paragraaf 4. Vrijwilligerswerkbeleid 2008-2013 Het vrijwilligerswerkbeleid in de periode van 2008 tot en met 2013 richtte zich vooral op de vrijwilligers werkzaam bij verenigingen en instellingen. Ook de waardering van vrijwilligers stond hoog op de agenda. Daarnaast zette het Steunpunt Vrijwilligerswerk (SPV) zich in voor het geven van informatie, advies en ondersteuning aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Hierbij was ook het bemiddelen van zoveel mogelijk vrijwilligers op openstaande vrijwilligersvacatures van belang. De kernwoorden voor het vrijwilligerswerkbeleid waren: ondersteuning, waardering en stimulering. De looptijd van het beleid is verlengd tot en met 2015. In 2013 is door het Steunpunt Vrijwilligerswerk een schriftelijke enquête gehouden onder vrijwilligersorganisaties in de gemeente Aa en Hunze. Hiernaast zijn in totaal 14 mondelinge interviews gehouden met leden van vrijwilligersorganisaties. Voor het schriftelijke onderzoek zijn 556 organisaties aangeschreven om deel te nemen aan het onderzoek. In totaal hebben 93 organisaties gereageerd. De uitkomst van de enquête en gesprekken leert dat organisaties (in meer of mindere mate) te maken hebben met volgende knelpunten: 1. Tekort aan vrijwilligers; - Vergrijzing van vrijwilligersbestand; - Afname (jonge) leden; 2. Afname inkomsten/ te besteden financiën; 3. Ingewikkelde of tijdrovende wet- en regelgeving; 4. Ontbreken van kennis en/of tijd i.v.m. begeleiden vrijwilligers. De organisaties in Aa en Hunze verwachten van de gemeente dat zij: o o o o
het vrijwilligerswerk faciliteren; wet- en regelgeving vereenvoudigen; aandacht en waardering hebben voor het vrijwilligerswerk; samenwerking tussen organisaties en andere partners stimuleren van.
Organisaties doen bovendien de suggestie om voor vrijwilligers (op bijstandsniveau) een reiskostenen/of onkostenvergoeding aan te bieden. Vrijwilligersorganisaties geven ook aan onbekend te zijn met Wmo, maatschappelijke stages, deelname van specifieke doelgroepen vrijwilligers en maatschappelijk betrokken ondernemen. De afgelopen periode is het volgende bereikt in het gemeentelijk vrijwilligersbeleid: o o o o o o o o
Vrijwilligers kunnen gebruik maken van een collectieve gemeentelijke vrijwilligersverzekering Vrijwilligers kunnen een gratis VOG (verklaring omtrent goed gedrag) aanvragen bij de gemeente De aanvraagprocedures voor gemeentelijke subsidies zijn vereenvoudigd Er is om het jaar een waarderingsavond georganiseerd Er zijn tweejaarlijks vrijwilligersprijzen uitgereikt De naamsbekendheid van het Steunpunt Vrijwilligerswerk is vergroot o Toename van het aantal organisaties dat gebruik maakt van het Steunpunt o Toename jaarlijkse bemiddelingen van vrijwilligers Jaarlijkse deelname aan NL DOET Kennis, ervaring en netwerk op gebied van vrijwilligers en organisaties
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
3
2. 360 graden blik In deze paragraaf beschrijven we definities zoals we deze willen hanteren en geven we inzicht in wat er nu allemaal al gebeurt op het gebied van vrijwillige inzet en vrijwilligerswerk. 2.1.Definitie vrijwillige inzet en vrijwilligerswerk De termen vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet worden regelmatig gebruikt. Het is goed om deze termen te definiëren. Onder de term vrijwillige inzet vallen alle vormen van onbetaalde en vrijwillige inzet die worden verricht ten behoeve van een ander of (de kwaliteit van) de samenleving. Dus ook de inzet die buiten organisaties plaatsvind zoals informele hulp en burgerinitiatieven. Vrijwillige inzet in een georganiseerd verband bij een organisatie/stichting of vereniging noemen we vrijwilligerswerk. We zien een verschuiving van het vrijwilligerswerk naar vrijwillige inzet. Mantelzorg en naoberhulp vallen niet onder vrijwillige inzet, omdat hierbij al een band is tussen de vrager en de helpende. 2.2 Wat gebeurt er al? Steunpunt Vrijwilligerswerk Het lopende vrijwilligersbeleid wordt binnen de gemeente grotendeels vormgegeven door Impuls Welzijn: het Steunpunt Vrijwilligerswerk is de makelaar tussen vraag en aanbod van vrijwilligerswerk. Zij koppelen inwoners aan organisaties, en andersom. De meeste inwoners die vrijwilligerswerk willen doen, weten hun weg wel te vinden. Het Steunpunt heeft een belangrijke taak in het ondersteunen van inwoners die buiten hun eigen netwerk of dorp iets willen of vrijwilligers die zich willen oriënteren op de mogelijkheden. Maar ook vrijwilligers die vanwege sociale activering, maatschappelijke integratie of inburgering op zoek zijn naar passend vrijwilligerswerk. Deze laatste doelgroepen vragen meestal meer begeleiding. Taken van het Steunpunt Vrijwilligerswerk: bemiddelen, waarderen, advies & informatie, promotie, belangenbehartiging, deskundigheidsbevordering zoals bv weerbaarheid en sociale media en het opzetten van innoverende projecten. Bij het Steunpunt zijn een coördinator en drie vrijwilligers werkzaam. Via de website wordt een digitale vrijwilligersvacaturebank aangeboden. In de gemeente Aa en Hunze zijn ruim 520 organisaties, waarvan 180 organisaties een vacature hebben (gehad). Het Steunpunt Vrijwilligerswerk ziet een aantal ontwikkelingen:
Tussen betaald werk versus vrijwilligerswerk is sprake van vervaging in de taken en verantwoordelijkheden. Voorbeelden hiervan zien we in de zorg waar vrijwilligers steeds vaker taken uitvoeren die voorheen door betaalde medewerkers werden gedaan. Er is een toenemend aantal vrijwilligersvacatures met zwaardere verantwoordelijkheden, zoals coördinatoren. Vacatures voor bestuursleden blijven lang(er) vacant. Het aantal individuele hulpvragen (bij particulieren) neemt toe. Inwoners benaderen het Steunpunt zelf, maar ook instellingen uit de geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuizen weten het Steunpunt te vinden met deze vragen. Er is een groeiend aantal mensen dat meer tijd, inzet en aandacht nodig hebben om bemiddeld te worden naar vrijwilligerswerk en waar ook meer begeleiding op de werkplek nodig is. Dit heeft o.a. te maken met hun achtergrond (bv anderstalig), specifieke kennis of belangstelling en/of de mate van benodigde begeleiding.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
4
De opkomst van de “nieuwe” vrijwilliger. De “nieuwe” vrijwilliger vindt het steeds belangrijker dat vrijwilligerswerk past bij de persoonlijke situatie, interesses en tijdsbesteding. De vrijwilliger van nu verbindt zich niet (automatisch) meer voor lange tijd aan een organisatie en is meer op zoek naar een win-win situatie. Dit vraagt van de organisatie een verandering in denken en de nodige flexibiliteit. De “traditionele” vrijwilliger is vaak jarenlang verbonden aan een organisatie/doel omdat het zo hoorde.
Vrijwilligers in de gemeente Aa en Hunze zijn actief op de volgende gebieden: 1. Hulpverlening zorgboerderij, hospice, respijtvrijwilliger. 2. Natuur en milieu Landschapsbeheer Drenthe / Staatsbosbeheer, Dierenambulance, tuinonderhoud bij iemand die dat zelf niet (meer) kan. 3. Sport en recreatie sportverenigingen, kinderactiviteiten, sport- en spelweken. 4. Onderwijs, educatie en voorlichting gastdocent Amnesty International, begeleidster voor tussenschoolse opvang, peuterspeelzaalleidster. 5. Zorg en welzijn dorpshuizen, zorginstellingen, welzijnswerk bij Impuls, Vluchtelingenwerk, Voedselbank. 6. Kunst en cultuur bibliotheek, toneelverenigingen, muziekverenigingen. 7. Religie en zingeving kerken, Humanitas, Leger des Heils. 8. Goede doelen en belangen Natuurmonumenten, ouderenbonden, KWF, dorpsbelangen. 9. Techniek klussen doen bij een organisatie, klussen doen bij iemand thuis die dit zelf niet (meer) kan, repaircafé. 10. Evenementen Stichting Wielerpromotion, Festival der Aa, Historische motor GP. Ook goed om te weten:
Een groot deel van de organisaties in Aa en Hunze zou niet kunnen (voort)bestaan zonder de inzet van vrijwilligers; Er zijn organisaties die alleen (of voornamelijk) bestaan uit vrijwilligers én organisaties waarin een mix van beroepskrachten en vrijwilligers is; Een klein aantal organisaties (bv. zorgorganisaties) hebben veelal een eigen betaalde vrijwilligers coördinator in dienst. Deze coördinator is belast met werving, selectie en begeleiden van vrijwilligersgroep; Het merendeel van de organisaties organiseert een waarderingsactiviteit voor de eigen vrijwilligers (kerstattentie, uitje, kaartje, etentje); Aantal organisaties (o.a. sport) kunnen begeleiding en ondersteuning van koepelorganisaties ontvangen; Landelijke organisaties (bv Zonnebloem, Humanitas, Vluchtelingenwerk) hebben vaak een lokale afdeling. Deze afdelingen kunnen waar nodig terugvallen op de landelijke organisatie en hebben vaak te maken met het landelijke beleid en kaders; Ouders zijn vaak vrijwilliger bij de school en/of organisatie waar hun kind(eren) lid van zijn;
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
5
Vele honderden inwoners van de gemeente zetten zich belangeloos in voor een heel scala aan activiteiten, dat zich grotendeels buiten de invloed van de gemeente afspeelt; Binnen het sportbeleid zijn er mogelijkheden voor kadertraining en ondersteuning van vrijwilligers; Dorpshuisbesturen kunnen begeleiding en ondersteuning krijgen vanuit Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe (BOKD); Deskundigheidsbevordering is volop in ontwikkeling om op die manier vrijwilligers goed voor te bereiden op de ontwikkelingen binnen het Sociaal domein. Niet alleen voor de traditionele taken zoals het organiseren van ouder- of jeugdactiviteiten, maar ook voor individuele begeleiding van mede-inwoners of bij collectieve voorzieningen die door vrijwilligers worden gedraaid. Zij krijgen te maken met andere doelgroepen dan voorheen; dagopvang en buurthuizen worden opengesteld voor mensen die eerder naar ‘gespecialiseerde’ dagopvang gingen. Mensen met een verstandelijke beperking, mensen met psychische problemen, oudere mensen die langer thuis wonen en meer begeleiding nodig hebben.
3. Maatschappelijke ontwikkelingen
Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen geven aanleiding om het beleid voor vrijwillige inzet bij te stellen. Vanwege een vergrijzende bevolking en een stijgende zorgbehoefte is er een toenemende vraag naar vrijwilligerswerk binnen zorg en welzijn. Ook de veranderingen door de decentralisaties dragen hier aan bij. Verder is een actieve inzet van inwoners nodig om bijvoorbeeld culturele- en sportactiviteiten in stand te houden. Dit geldt zeker omdat er in de huidige tijd hiervoor minder middelen beschikbaar zijn. Aan de andere kant vinden vrijwilligers het steeds belangrijker dat vrijwilligerswerk past bij hun persoonlijke situatie, interesses en tijdsbesteding. De laatste jaren is sprake van een toenemend aantal vrijwilligers uit specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld vrijwilligers met een beperking, jongeren en uitkeringsgerechtigden. De centrale Wmo-gedachte dat iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving wordt verder door ontwikkeld. Wet- en regelgeving De ondersteuning van vrijwilligers is opgenomen in prestatieveld 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in de Wmo-beleidsnotitie 2013-2016. De gemeente onderkent het aanzienlijke belang van vrijwilligers en besteedt aandacht aan herkenning en ondersteuning van vrijwilligers bij de uitvoering van de Wmo. Transformatie door de decentralisaties Met de invoering van de drie decentralisaties per 1 januari 2015 (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) hebben gemeenten er veel nieuwe taken bij gekregen, maar ook een bezuinigsopgave. De transformatie vraagt meer vrijwillige inzet, omdat op termijn de zorg onbetaalbaar voor de gemeente wordt. Er zal een verschuiving moeten plaatsvinden van het gebruik van duurdere maatwerkvoorzieningen naar goedkopere collectieve en algemene voorzieningen. Denk hierbij aan de inzet van vrijwilligers om dagbesteding mogelijk te maken in een dorpshuis of MFC, maar ook de inzet van vrijwilligers bij het tegengaan van eenzaamheid. Het Sociaal team geeft uitvoering aan die omslag van het aanvragen van zorg naar het oplossen van ondersteuningsvragen in gesprek met inwoners.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
6
‘Nieuwe’ vrijwilliger De “nieuwe” vrijwilliger vindt het steeds belangrijker dat vrijwilligerswerk past bij de persoonlijke situatie, interesses en tijdsbesteding. De vrijwilliger van nu verbindt zich niet (automatisch) meer voor lange tijd aan een organisatie en is meer op zoek naar een win-win situatie. Dit vraagt van de organisatie een verandering in denken en de nodige flexibiliteit. De “traditionele” vrijwilliger is vaak jarenlang verbonden aan een organisatie/doel omdat het zo hoorde. Individuele vragen op gebied van hulp of zorg Ook de inwoners van Aa en Hunze zullen langer thuis wonen en minder snel naar een verpleeghuis verhuizen. Om dit te kunnen realiseren is meer ondersteuning in de thuissituatie nodig. Deze kan niet altijd alleen worden ondervangen met mantelzorg en voorzieningen, ook daarbij komt het aan op de inzet van vrijwilligers. Landelijk onderzoek wijst uit dat steun vanuit de verzorgingsstaat goed samengaat met eigen verantwoordelijkheid. De meerderheid van de mensen in het onderzoek door het SCP is bereid om af en toe bij te springen, zoals boodschappen te doen of voor de post en de planten te zorgen. Bewonersinitiatieven – inwonerkracht Inwoners nemen steeds vaker zelf het initiatief voor de zorg voor zichzelf, voor anderen en hun omgeving. Voorbeelden zijn gezamenlijk groenbeheer, buurtsuper, zorgcoöperatie. Hierbij is de rol van de gemeente faciliterend en ondersteunend. Het college vindt zowel burgerparticipatie als overheidsparticipatie van groot belang. Deze zijn dan ook onderdeel van de toekomstvisie. Onderdeel van het gemeentelijke project burgerparticipatie is ‘Jouw idee samen uitvoeren’. Inwoners kunnen ideeën aandragen, die door een jury worden beoordeeld en de winnende ideeën worden uitgevoerd. Tegenprestatie Onderdeel van de Participatiewet is de tegenprestatie. Van mensen die een uitkering ontvangen wordt verwacht dat zij een tegenprestatie leveren. In de verordening is opgenomen dat vrijwilligerswerk en mantelzorg ook worden gezien als tegenprestatie. De verwachting is dat hierdoor meer mensen vrijwilligerswerk zullen zoeken. Technologische ontwikkelingen- inzet websites, sociale media om mensen te koppelen Voor mensen die thuis zijn in de digitale wereld is er een breed scala aan mogelijkheden om een vrijwilligersklus of vrijwilliger te vinden en om te netwerken. Een steeds grotere groep bedient zich van deze middelen. Er worden door veel verschillende organisaties sites en app’s ontwikkeld die kunnen worden ingezet om informele zorg, hulp en ondersteuning te organiseren.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
7
4. Wat willen we de komende jaren bereiken en hoe gaan we dat doen? De gemeente wil zoals gezegd een leefbare en zorgzame samenleving met een goede kwaliteit van wonen en voorzieningen mogelijk maken. De eerste drie paragrafen waarbij we hebben gekeken naar de evaluatie, stand van zaken en maatschappelijke ontwikkelingen hebben geleid tot de volgende constateringen: o
Vrijwillige inzet is een belangrijk middel om die leefbare en zorgzame samenleving tot stand te brengen.
o
Voor de vrijwilliger zijn er tal van redenen om zich in te zetten, zoals intrinsieke motivatie, zingeving, dagbesteding en ontmoeting. Raakt vaak aan het eigen belang en is vaak dichtbij in de eigen leefomgeving.
o
Voor organisaties en inwoners is de inzet van vrijwilligers noodzakelijk om te functioneren.
o
Er is een spanningsveld tussen de ‘nieuwe’ vrijwilliger en de daarbij behorende verschuiving van vrijwilligerswerk naar vrijwillige inzet enerzijds en het zelfstandig wonen van mensen met een ondersteuningsvraag in een vergrijzende gemeente met bevolkingskrimp.
o
De vraag naar ondersteuning zal toenemen, want dat is een logisch gevolg van een ouder wordende bevolkingsgroep die langer thuis woont met ondersteuning op maat. De vraag is of er voldoende vrijwilligers zijn die een deel van die ondersteuning willen/kunnen geven.
o
We verwachten van het Steunpunt vrijwilligerswerk en Sociaal team een proactieve rol om mensen te enthousiasmeren en activeren, hun talenten te leren kennen en te ontwikkelen.
We kiezen voor een onderscheid in de verschillende vormen van vrijwillige inzet, omdat deze zoals we nu inschatten een verschillende inzet van gemeente, inwoners en organisaties/verenigingen vraagt. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vrijwilligerswerk Individuele hulp- of zorgvragen Burgerinitiatieven Tegenprestatie Burgerschapsvorming Maatschappelijk betrokken ondernemen
1. Vrijwilligerswerk Dit is vrijwillige inzet in georganiseerd verband, bijvoorbeeld bij een stichting, organisatie of vereniging.
2. Individuele hulp- of zorgvragen Inwoners kunnen al veel zelf. We vinden het belangrijk dat mensen zoveel mogelijk zelf doen en de zelf de regie over hun eigen leven kunnen voeren. Daarbij moeten we om oog hebben voor kwetsbare mensen, zij hebben extra begeleiding nodig bij het zorgvuldig koppelen van hulpvrager-vrijwilliger. Kenmerken: o o o
vaak één op één situatie veelal bij mensen thuis niet altijd ondersteunende organisatie betrokken
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
8
3. Burgerinitiatieven Inwoners nemen steeds vaker het initiatief om een deel van te taken/verantwoordelijkheden van overheden of marktpartijen over te nemen. Denk hierbij aan lokale energiecoöperaties, maar ook groenonderhoud in de buurt of initiatieven op het gebied van zorg. Kenmerken: o o o o o
voor en door burgers probleem aanpakken in de wijk/ de buurt lokaal karakter betrokkenheid en wederkerigheid nevendoel: saamhorigheid
4. Tegenprestatie Onderdeel van de Participatiewet is de tegenprestatie. Van mensen die een uitkering ontvangen wordt verwacht dat zij een tegenprestatie leveren. Vrijwilligerswerk en mantelzorg worden ook gezien als tegenprestatie. De verwachting is dat hierdoor meer mensen vrijwilligerswerk zullen zoeken. 5. Burgerschapsvorming Sinds 2006 hebben scholen voor voortgezet onderwijs de wettelijke opdracht tot burgerschapsvorming. Scholen mogen deze opdracht zelf invullen, maar moeten er wel verantwoording over afleggen. Burgerschapsvorming is niet opgezet als vak, maar als algemene taak voor de school. Bij burgerschapsvorming zijn vooral houdingen en vaardigheden van belang. Centraal daarbij staat het actief meedoen aan de samenleving, een deel van die samenleving te willen zijn en er een positieve bijdrage aan te leveren. Na het vervallen van de maatschappelijke stages zullen een aantal scholen het doen van vrijwilligerswerk inzetten om de taak burgerschapsvorming vorm en inhoud te geven. Kenmerken: o o o
niet alle scholen geven op zelfde manier vorm en inhoud aan burgerschapsvorming Initiatief en invulling ligt bij de school De doelgroep is jongeren
6. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) Een andere tak van vrijwillige inzet is de inzet van werknemers en ZZP’ers voor projecten. MBO biedt kansen voor bedrijven (positief imago) en vrijwilligersorganisaties (extra handen, expertise en fondsen). De crisis is echter wel van invloed op de keuzes die bedrijven maken op dit onderwerp. Mogelijk komt hier de volgende jaren wel verandering in. Kenmerken: o o
Werkgevers stimuleren werknemers om deel te nemen aan maatschappij en stellen werktijd beschikbaar (bv tijdens NL DOET). Werknemers en ZZP’ers stellen belangen- en kosteloos kennis, materiaal en ruimte ter beschikking van organisaties.
In gesprek Deze paragraaf heeft nu nog een open einde. De vraag: “Wat willen we de komende jaren bereiken en hoe gaan we dat doen?” kunnen we nu niet beantwoorden. Daarvoor gaan we in gesprek met inwoners, verenigingen, organisaties en instellingen.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
9
Deze startnotitie dient als input voor dit participatietraject. De komende maanden gaan we hier uitvoering aan geven. Dit resulteert uiteindelijk in het nieuwe vrijwilligersbeleid. Waarin we zoveel mogelijk willen aansluiten bij de behoeftes en vragen die er zijn vanuit onze inwoners en organisaties, maar waarin we tegelijkertijd ook een actieve rol van hen verwachten in de uitvoering.
Vragen waar we antwoord op willen krijgen in het participatietraject: Wat is nodig? En wat is niet nodig? Wie doet mee? Welke partijen betrekken en welke taak/ rol willen zij nemen? Wat kunnen inwoners en/of lokale organisaties doen? Hoe kunnen we vrijwillige inzet stimuleren? Moeten we ons ook richten op een bepaalde doelgroep? Wat is waardering? En door wie “moet” dit gegeven worden en op welke manier? Hoe organiseer je vrijwillige inzet bij hulp- of zorgvragen zo veilig mogelijk? Hoe, waar en wanneer kunnen we op goede manier digitale middelen zoals websites, zorgbank en app’s inzetten?
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
10
Bijlage 1
Procesbeschrijving nieuw vrijwilligersbeleid Inleiding/achtergrondinformatie Het huidige vrijwilligersbeleid kent een looptijd tot en met 2013 en dient herijkt te worden. Het college heeft op 24 januari 2012 ingestemd met verlenging van twee jaar, met de toezegging om in 2013 met nieuw beleid te komen. Het vrijwilligersbeleid is in 2013 geëvalueerd. Nu het beleid rondom de decentralisaties is vastgelegd, is het een goed moment om het nieuwe vrijwilligersbeleid in samenhang met die drie decentralisaties op te stellen. Aan de Wmo-raad en de gemeenteraad is toegezegd in 2015 nieuw vrijwilligersbeleid op te stellen. Een van de doelstellingen van het gemeentelijk beleid over burgerparticipatie is burgers te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid door interactieve beleidsvorming. Een visie maak je samen. Het onderwerp vrijwilligerswerk leent zich bij uitstek voor burgerparticipatie.
Probleemstelling De huidige beleidsnota is over de houdbaarheidsdatum. Bovendien zijn er diverse maatschappelijke ontwikkelingen te benoemen die van invloed zijn op het vrijwilligersbeleid. In het proces staan de volgende vijf vragen centraal: Welke ontwikkelingen zijn er? Welke kansen biedt dit? Welke ‘problemen’ levert dit op? Welke oplossingen zijn er? Wie heeft welke rol daarin? De antwoorden vormen samen de kern van het nieuwe vrijwilligersbeleid.
Doelstelling van het project Geactualiseerd vrijwilligersbeleid dat past binnen de kaders, aansluit op de vraag van vrijwilligers en de samenleving en op de maatschappelijke ontwikkelingen. Het beleidsstuk wordt een praktisch beleidsstuk.
Afbakening/kaders/randvoorwaarden Startpunt is het huidige beleid. Mantelzorg en naoberhulp vallen niet onder het vrijwilligersbeleid. De toekomstvisie 2015-2025 en het coalitieakkoord Aa en Hunze 2014-2018 zijn de paraplu waaronder het nieuwe vrijwilligersbeleid moet vallen. Daarnaast zijn de afgelopen jaren diverse beleidsnota’s in het sociaal domein vastgesteld waarin vrijwillige inzet ook een rol speelt. Dit zijn de kaders van het nieuwe vrijwilligersbeleid. Randvoorwaarden zijn extern en intern draagvlak voor het beleid.
Beleidsnota Maatschappelijke ondersteuning (2013): Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. o o o o
Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; Het treffen van voorzieningen voor mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en voor mensen met een psychosociaal probleem voor het behouden en bevorderen van hun zelfstandig functioneren en/of hun deelname aan de maatschappij.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
11
Kadernota participatiewet “Participatie de norm, werk het doel” 2015. o o o o
de tegenprestatie naar vermogen wordt afgestemd op de situatie en de persoon; naast of in aanvulling op reguliere arbeid (additioneel) en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt; het verrichten van de tegenprestatie mag geen belemmering zijn voor arbeidsinschakeling; het kan ook gaan om werkzaamheden die iemand als vrijwilliger of als mantelzorger verricht.
Aanpak De gekozen aanpak is geïnspireerd op de projectopdracht Herijking toekomstvisie 2025. In dit procesvoorstel kiezen we ook voor de indeling: Terugblik-360 graden blik- Blik op de toekomstgezamenlijke blik. Bij iedere stap geven we weer wat het doel is, wie welke rol heeft, wat de activiteit is en het resultaat. Ook de formele beslismomenten worden per stap weergegeven, voor zover van toepassing. We gaan dit proces in met een open en lerende houding. Door deze stappen te doorlopen komen we tot de inhoud van het beleid. De gemeente heeft de regierol in het proces.
Stap 1 Terugblik De evaluatie van het vrijwilligersbeleid heeft in 2013 plaatsgevonden. We kijken samen met Impuls welke aanknopingspunten deze heeft voor het proces en het beleid.
Stap 2 360 graden blik De tweede stap is gericht op het nu. Waar staan we en welke kanten kunnen we uit? Welke trends spelen er? Ook worden actuele thema’s toegevoegd, zoals de verschuiving van overheidstaken van rijk naar gemeente, van overheid naar samenleving, de veranderingen in het sociale stelsel en de opkomst van lokale initiatieven. Deze stap resulteert uiteindelijk in een Startnotitie. Dit is expliciet geen dichtgetimmerd beleidsstuk, maar een startpunt voor de vragen die we willen stellen aan een breder publiek. We willen niets uitsluiten, enkel een start maken.
Stap 2A Concept Startnotitie Het doel van deze stap is het helder formuleren van de vraagstelling. Daarbij wordt ook een indeling van de soorten vrijwillige inzet gemaakt en inventariseren we de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze beschrijven we in een concept Startnotitie, samen met de medewerker van het Steunpunt Vrijwilligerswerk van welzijnsinstelling Impuls. Het college stelt de concept Startnotitie vast.
Stap 2B Startnotitie De concept Startnotitie bespreken we met de gemeenteraad, de Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW. In dit gesprek willen we antwoord krijgen op de volgende vragen: is vraagstelling de juiste, is de indeling van de soorten vrijwillige inzet de goede en zijn de ontwikkelingen voldoende in beeld? Uiteraard is er ruimte voor aanvulling van het concept. Deze nemen we mee in de definitieve Startnotitie die door het college wordt vastgesteld.
Stap 3 Blik op de toekomst Stap drie is gericht op de toekomst. Wat willen we en wat kunnen we staan hier centraal. Startpunt voor deze stap is de Startnotitie. We zoeken antwoorden en ideeën voor het nieuwe vrijwilligersbeleid. We bevragen het burgerpanel en inwoners, organisaties, verenigingen en instellingen. In het Aa en Hunzegesprek willen we met een breed publiek in gesprek over de rol van vrijwilligers in onze gemeente.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
12
Met het gesprek over de tegenprestatie gaan we in gesprek met de belanghebbende organisaties om specifiek dit onderwerp uit te diepen. De opbrengsten van stap drie worden verwerkt in de concept beleidsnota.
Stap 3A Burgerpanel We bevragen de leden van het Aa en Hunzepanel over vrijwilligersbeleid. Voordat we de enquête uitzetten, gaan we specifiek voor dit onderwerp panelleden werven.
Stap 3B Aa en Hunzegesprek De resultaten vanuit het burgerpanel worden meegenomen in de bijeenkomst die we gaan organiseren voor mensen/organisaties/verenigingen betrokken bij vrijwilligerswerk in georganiseerd verband en burgerinitiatieven en actieve vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband.
Stap 3C Gesprek over de tegenprestatie We gaan in gesprek met Impuls, ISD, Alescon, reclassering, zorgaanbieders, bibliotheek, en organisaties die een actieve rol willen vervullen in het invullen van de verplichte tegenprestatie. Dit onderwerp speelt in ieder geval een rol in het nieuwe vrijwilligersbeleid en is door het ingaan van de Participatiewet actueel. We willen dit daarom onderdeel laten zijn van het proces.
Stap 4 Gezamenlijke blik De input verkregen in het proces wordt meegenomen in de concept beleidsnota. Deze wordt volgens de gebruikelijke procedures voorgelegd ter advisering aan de Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW en besluitvorming aan de gemeenteraad. De andere participanten worden geïnformeerd over de uitkomsten van het proces en de concept beleidsnota.
Het schema van het stappenplan staat op bladzijde 5. Planning De planning is gericht op behandeling van de beleidsnota in de raadsvergadering van februari 2016. Stap
juni
1 Terugblik
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
x
x
x
x
2 360 graden blik 2A concept Startnotitie 2B Startnotitie
x
x x
x
3 Blik op de toekomst 3A Burgerpanel 3B Aa en Hunzegesprek 3C Gesprek over de tegenprestatie 4 Gezamenlijke blik
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
x
x x x
13
Financiën Kosten burgerpanel: circa 2000 euro, kosten bijeenkomst: circa 500 euro.
Communicatie Essentieel onderdeel van dit proces, zowel heldere communicatie over het proces als over de inhoud. Het is van belang om een heldere kernboodschap te formuleren. Het project wordt in nauwe samenwerking met de afdeling communicatie vormgegeven.
Concept Startnotitie Vrijwilligersbeleid
14
Stap
Doel
Wie
Activiteit
Resultaat
Formeel besluit
1 Terugblik
Weten welke aanknopingspunten de evaluatie in 2013 heeft opgeleverd.
Ambtenaar samenleving
Bespreken van de evaluatie 2013 en de aanknopingspunten eruit destilleren.
Aanknopingspunten nemen we mee in concept Startnotitie.
Geen
Richting beschrijven door vraagstelling helder te formuleren, indeling te maken van de soorten vrijwillige inzet en de maatschappelijke ontwikkelingen te inventariseren.
Ambtenaar samenleving samen met Steunpunt vrijwilligerswerk van Impuls (meebepalen).
Gesprek gemeente – Impuls
Concept Startnotitie vrijwilligersbeleid: uitgangspunt voor vervolg van het proces.
College stelt concept Startnotitie vast.
Antwoord krijgen op de volgende vragen: is vraagstelling de juiste, is de indeling van de soorten vrijwillige inzet de goede en zijn de ontwikkelingen voldoende in beeld?
Gemeenteraad, Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW (meebepalen).
Bijeenkomst: bespreken concept Startnotitie. Input wordt verwerkt in Startnotitie vrijwilligersbeleid.
Startnotitie vrijwilligersbeleid.
College stelt Startnotitie vast.
Input ophalen n.a.v. Startnotitie vrijwilligersbeleid.
Inwoners gemeente Aa en Hunze (meedenken).
Burgerpanel vragen voorleggen op basis van Startnotitie en vragen met het oog op de toekomst.
Reactie op de Startnotitie. Deze input wordt meegenomen in proces (stap 3B, 3C) en in het schrijven van de concept beleidsnota.
Geen.
samen met Steunpunt vrijwilligerswerk van Impuls.
2 360 graden blik 2A Concept Startnotitie
2B Startnotitie
en schrijven concept Startnotitie.
3 Blik op de toekomst 3A Burgerpanel
Concept Startnotitie vrijwilligersbeleid
1
Stap
Doel
Wie
Activiteit
Resultaat
Formeel besluit
3B Aa en Hunzegesprek
Input ophalen n.a.v. Startnotitie vrijwilligersbeleid. Resultaten burgerpanel worden meegenomen.
Sport- en cultuurverenigingen, ANBO, dorpshuisbesturen, kerken, Humanitas, Voedselbank, inwoners betrokken bij burgerinitiatieven, actieve vrijwilligers (meedenken/meebepalen). Gemeenteraad, Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW (meeweten).
Bijeenkomst voor mensen/organisaties/verenig ingen betrokken bij vrijwilligerswerk in georganiseerd verband en burgerinitiatieven en actieve vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband.
Reactie op de Startnotitie. Deze input wordt meegenomen in het schrijven van de concept beleidsnota.
Geen.
3C Gesprek over de tegenprestatie
In gesprek over Startnotitie, specifiek over het onderwerp tegenprestatie vanuit de Participatiewet.
Gemeente, Impuls, ISD, Alescon, reclassering, zorgaanbieders, bibliotheek, en organisaties die een actieve rol willen in het invullen van de verplichte tegenprestatie (meebepalen).
Gesprek over tegensprestatie.
Reactie op de Startnotitie. Deze input wordt meegenomen in het schrijven van de concept beleidsnota.
Geen.
4 Gezamenlijke blik
Schrijven concept beleidsnota
Ambtenaar samenleving
Schrijven concept
Concept beleidsnota
Concept beleidsnota voorleggen ter besluitvorming.
Impuls, gemeenteraad, Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW (meebepalen). Alle eerder genoemde participanten/ meedenkers worden geïnformeerd over de uitkomsten.
Concept Startnotitie vrijwilligersbeleid
beleidsnota College stelt concept beleidsnota vast en vraagt advies aan Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW. Besluitvorming door gemeenteraad.
Geactualiseerde beleidsnota vrijwilligersbeleid heeft een breed draagvlak en wordt aangenomen, er kan gestart worden met uitvoering.
College stelt concept beleidsnota vast en vraagt advies aan Wmo-raad en cliëntenraad WWB/WSW. Besluitvorming door gemeenteraad.
2