Concept Duurzaamheidskader ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen
Gemeente Den Haag, DSO / Beleid/ Economie Juli 2007
Samenvatting De gemeente Den Haag hecht veel waarde aan de duurzame ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen. Door een duurzame ontwikkeling probeert de gemeente veroudering van bestaande bedrijventerreinen tegen te gaan en de kwaliteit van nieuwe bedrijventerreinen te waarborgen voor langere duur. Het duurzaamheidskader ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Met het duurzaamheidskader hebben we duurzaamheid op bedrijventerreinen concreet gemaakt. Als eerste geeft het duurzaamheidskader aan wat we willen bereiken. Concrete ambities voor verschillende duurzaamheidsthema’s laten dit zien. Als tweede laat het duurzaamheidskader zien hoe deze ambities te realiseren zijn. Hiervoor bevat het voorbeelden van maatregelen en tips bij het proces. Het duurzaamheidskader hangt samen met de bedrijventerreinenstrategie. De bedrijventerreinenstrategie heeft als doel vraag en aanbod van bedrijfsterrein op elkaar af te stemmen. Hiervoor is een onderscheid gemaakt in verschillende type bedrijventerreinen bijvoorbeeld werkterrein of eerste klas bedrijvenpark. Bij de (her-) ontwikkeling van bedrijventerreinen bepaalt de bedrijventerreinenstrategie de richting van de ontwikkeling. Dit duurzaamheidskader geeft bij deze ontwikkelingen de duurzaamheidsinzet. Het duurzaamheidskader voor bedrijventerreinen heeft voor de algemene milieuthema’s aansluiting gezocht bij het gebiedsgericht milieubeleid. De ambities daarvoor zijn overgenomen. Wat betreft de aspecten rond het ruimtegebruik is het duurzaamheidskader aangevuld met drie ambities. Ook hierin staat een duurzaamheidsinzet voor bedrijventerreinen. Dit duurzaamheidskader is zo opgezet dat er geen overlap is met het gebiedsgericht milieubeleid. Het voegt specifiek voor bedrijventerreinen een extra duurzaamheidsinzet toe. Het duurzaamheidskader bestaat uit drie delen. Het eerste deel schetst de achtergronden en geeft aanwijzingen voor het gebruik. In het eerste deel is tevens een aantal algemene tips opgenomen voor het realiseren van duurzaamheid op bedrijventerreinen. Het tweede deel geeft ambities die specifiek voor bedrijventerreinen van belang zijn. Deze ambities komen bovenop de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid. Onderstaande tabel geeft de ambitieniveaus per type bedrijventerrein. Basis is daarbij het laagste ambitieniveau, maximaal het hoogste. Ambities ten behoeve van bedrijventerreinenstrategie
1.
Ruimtegebruik
2.
Ruimtelijke kwaliteit
3.
Duurzaam ondernemen en
1e klas bedrijvenpark Maximaal
Modern bedrijventerrein Extra
Werkterrein Extra
Productieknooppunt Extra
Logistiek centrum Extra
Maximaal
Extra
Basis
Basis
Extra
Milieueiland Extra Basis
Geen vastgestelde ambities, wel suggesties voor duurzaamheid
bouwen 4.
9 milieuthema’s gebiedsgericht
Zie bijlage voor de ambitieniveaus (geen verschil per type bedrijventerrein)
milieubeleid
In het derde deel zijn de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid voor het gebiedstype werken overgenomen. Hierin staan tevens maatregelen en tips voor realisatie van ambities. Bij dit duurzaamheidskader hoort de duurzaamheidsparagraaf zoals die ook bij het Pagina 1 van 31
gebiedsgericht milieubeleid gebruikt wordt. In de duurzaamheidsparagraaf laten projectleiders zien welke ambities wel en welke ambities niet gehaald worden. De algemene regel hierbij is dat afwijken van het ambitieniveau mag, mits dit goed gemotiveerd wordt. In de duurzaamheidsparagraaf worden zowel de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid als de aanvullende ambities uit het duurzaamheidskader ingevuld.
Pagina 2 van 29
Inhoudsopgave Samenvatting Deel I Introductie 1. Inleiding
4
2. Bedrijventerreinenstrategie
4
3. Gebiedsgericht milieubeleid
4
4. Van bedrijventerreinenstrategie en gebiedsgericht milieubeleid naar duurzaamheidskader
6
5. Aanvullende thema’s en ambities
7
6. Invullen duurzaamheidsparagraaf
7
7. Tips ten behoeve van het proces
8
8. Gebruik van het duurzaamheidskader
10
Deel II Aanvullende duurzaamheidsambities voor bedrijventerreinen 1. Inleiding
11
2. Ruimtegebruik
12
3. Ruimtelijke kwaliteit
15
4. Duurzaam bouwen en ondernemen
18
Deel III Ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid 1. Inleiding
21
2. Bodem
22
3. Externe veiligheid
23
4. Geluid
24
5. Luchtkwaliteit
25
6. Mobiliteit
26
7. Schoon
27
8. Water
28
9. Natuur
29
10. Klimaat
30
Bijlage: Schematisch overzicht duurzaamheidskader
Pagina 3 van 29
Deel I. Introductie 1. Inleiding Dit duurzaamheidskader geeft ambities die bij moeten dragen aan een duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen. De ambities in dit kader sluiten aan bij de bedrijventerreinenstrategie en het gebiedsgericht milieubeleid. Door een duurzame ontwikkeling probeert de gemeente veroudering van bestaande bedrijventerreinen tegen te gaan en kwaliteit van nieuwe bedrijventerreinen te waarborgen voor langere duur. Met het initiatief raadsvoorstel Bedrijventerreinen aan Zee heeft de gemeenteraad van Den Haag onlangs onderstreept hoe belangrijk ze duurzame bedrijventerreinen vindt. Namelijk om verspilling en verrommeling op bedrijventerreinen tegen te gaan. Het duurzaamheidskader is bedoeld als hulpmiddel bij het realiseren van duurzaamheid. Door ambities vast te leggen op papier kunnen ze direct bij projecten ingebracht worden en worden ze bespreekbaar. Doordat ambities bij de start gereed zijn kan direct gewerkt worden aan realisatie. De ambities in dit duurzaamheidskader zijn uitsluitend van toepassing op bedrijventerreinen die in ontwikkeling zijn. Deze ontwikkelingen kunnen van verschillende aard zijn, sloop en nieuwbouw, verandering van de wegenstructuur, aanpak van de openbare ruimte, herontwikkeling etc. Dit eerste deel van het duurzaamheidskader schetst de achtergronden. Aan de orde komen de samenhang met de bedrijventerreinenstrategie en het gebiedsgericht milieubeleid. Belangrijk is het overzicht in de bijlage en tabel 2. Deze geven in één oogopslag weer welke ambitieniveaus voor de verschillende bedrijventerreinen gelden. Deze ambitieniveaus worden verder uitgewerkt in de delen II en III. Deel II gaat over de nieuwe ambities. Aan de orde komen de ambities en aandachtspunten die belangrijk zijn bij het werken aan deze ambities. Deel III gaat in op de ambities die al eerder zijn vastgesteld in het gebiedsgericht milieubeleid. Ook hier gaan we in op de ambities en geven we aandachtspunten. 2. Bedrijventerreinenstrategie In 2005 (RV 2005-89) stelde de gemeenteraad de bedrijventerreinenstrategie van de gemeente Den Haag vast. De bedrijventerreinenstrategie geeft een visie op de Haagse bedrijventerreinen tot 2020. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de bedrijventerreinenstrategie is een betere afstemming van vraag naar en aanbod van bedrijventerrein. De strategie geeft onder andere aan welke behoefte aan bedrijventerrein de komende jaren verwacht wordt en spiegelt dit aan de bestaande voorraad en de nieuw te ontwikkelen terreinen. Om hier structuur in aan te brengen maakt de strategie onderscheid in verschillende type bedrijventerreinen, de bedrijventerreinentypologie. De typologie maakt onderscheid in zes typen bedrijventerreinen. Elk bedrijventerrein in Den Haag, ook nieuw te ontwikkelen, is gelabeld als een bepaald type bedrijventerrein. Op de laatste pagina van dit kader is een overzicht van de verschillende bedrijventerreinen, ingedeeld naar type opgenomen. Een aantal bedrijventerreinen (delen van Binckhorst, Scheveningen haven en Laakhavens) zal de komende jaren transformeren naar woonwerk gebieden. Voor deze gebieden zijn de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid van belang. Wanneer in de toekomst andere
Pagina 4 van 29
bedrijventerreinen getransformeerd worden naar woon of woonwerk gebieden gaan ook voor deze gebieden de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid gelden. De bedrijventerreinenstrategie en dit duurzaamheidskader is dan op deze gebieden niet meer van toepassing. De bedrijventerreinenstrategie geeft per type bedrijventerrein een gewenst profiel. Hierin staan onder meer de volgende zaken beschreven: • Type bedrijven op het terrein • Kwaliteit van het terrein • Grootte van de kavels • Grond- en huurprijzen • Ligging en bereikbaarheid Bij (her-)ontwikkeling van bedrijventerreinen worden de uitgangspunten uit de typologie gebruikt om richting te geven aan de ontwikkeling. De gemeenteraad heeft de vaststelling van de bedrijventerreinenstrategie aangegrepen om meer grip te krijgen op de duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen. Daarom heeft zij verzocht duurzaamheidsambities voor bedrijventerreinen te formuleren. Deze ambities kunnen bij (her-) ontwikkeling tegelijkertijd met de andere kwaliteitsaspecten ingebracht worden. In het gebiedsgericht milieubeleid dat in 2005 is vastgesteld zijn ook ambities voor bedrijventerreinen opgenomen. Bij de ontwikkeling van duurzaamheidsambities is daarom aansluiting gezocht bij het gebiedsgericht milieubeleid. 3. Het gebiedsgericht milieubeleid Het gebiedsgericht milieubeleid is ontwikkeld om meer structuur te geven aan de inbreng van milieu bij ruimtelijke projecten. In het gebiedsgericht beleid worden ambities gegeven voor verschillende gebieden in Den Haag, hiervoor wordt onderscheid gemaakt in verschillende gebiedstypen waarvan bedrijventerreinen er één is (gebiedstype werken). Voor elk gebiedstype is een set ambities vastgesteld die bij ruimtelijke projecten ingebracht wordt. Het gebiedsgericht milieubeleid gaat uit van zes gebiedstypen en negen milieuthema’s. Voor elk gebiedstype geeft het gebiedsgericht milieubeleid voor de negen milieuthema’s een passende ambitie. Voor geluid zijn de ambities in woongebieden bijvoorbeeld hoger dan op bedrijventerreinen (het gebiedstype werken). Zo ontstaat per gebiedstype een duurzaamheidsprofiel. Binnen het gebiedsgericht milieubeleid is geen onderscheid gemaakt in verschillende typen bedrijventerreinen. Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid in drie ambitieniveaus: • • •
Niveau basis. Ambities die aansluiten bij de bestaande wet- en regelgeving, het minimumniveau. Niveau extra. Ambities die verder gaan dan de bestaande wet- en regelgeving en met een extra inspanning gehaald kunnen worden. Niveau maximaal. Het in de praktijk maximaal haalbare ambitieniveau.
Pagina 5 van 29
Voor het gebiedstype werken (bedrijventerreinen) zien de ambities er als volgt uit: Tabel 1: Ambitieniveaus uit het gebiedsgericht milieubeleid Milieuthema’s
Ambitieniveau gebiedstype werken
1.
Bodem
Basis
2.
Externe veiligheid
Basis
3.
Geluid
Basis
4.
Luchtkwaliteit
Basis
5.
Mobiliteit
Basis
6.
Schoon
Extra
7.
Water
Ambities per poldereenheid (water dat siert, water dat behaagt of water dat leeft)
8.
Natuur
Basis
9.
Klimaat
Maximaal
Voor veel duurzaamheidsthema’s zijn de ambities dus al vastgesteld. Bovenstaande tabel geeft de grote lijn, het gebiedsgericht beleid beschrijft nauwkeurig wat de ambitieniveaus (bijvoorbeeld het niveau basis bij bodem) inhouden. In deel III van dit kader wordt een samenvatting gegeven van deze ambities. Bij het gebiedsgericht milieubeleid hoort ook de duurzaamheidsparagraaf. Deze is van toepassing op raadsvoorstellen en collegebesluiten op het gebied van ruimtelijke ordening, openbare ruimte, water, riolering, verkeer, groen en recreatie en bouwen en wonen. Het spreekt voor zich dat plannen en besluiten over bedrijventerreinen hier ook onder vallen. 4. Van bedrijventerreinenstrategie en gebiedsgericht milieubeleid naar duurzaamheidskader De wens om duurzaamheidsambities te formuleren voor bedrijventerreinen is voor een deel al gerealiseerd in het gebiedsgericht milieubeleid. Naast de ambities levert het gebiedsgericht milieubeleid ook een structuur en een instrument die gebruikt kunnen worden: • Ambities op drie niveaus (basis, extra of maximaal) • Duurzaamheidsparagraaf Het gebiedsgericht milieubeleid is echter niet voldoende als duurzaamheidsinzet bij de bedrijventerreinenstrategie. Kanttekeningen zijn: • Werkgebieden verschillen onderling sterk. De verschillen zitten niet alleen in milieukwaliteit en uiterlijk maar ook in het soort activiteiten dat op de terreinen plaatsvindt en in de gebruiksintensiteit. In de bedrijventerreinentypologie maakt de gemeente daarom onderscheid in zes typen bedrijventerreinen. Het gebiedsgericht milieubeleid doet dit niet. • Het gebiedsgericht milieubeleid gaat in op 9 thema’s die op vrijwel elke plek in Den Haag van belang zijn. Thema’s die echter specifiek voor bedrijventerreinen van belang zijn worden buiten beschouwing gelaten. Belangrijke aanvullende thema’s zijn: ruimtegebruik; ruimtelijke kwaliteit; duurzaam bouwen en ondernemen. In dit duurzaamheidskader worden daarom aanvullende ambities voor bedrijventerreinen gegeven. Daarnaast geven we aan de hand van tips aan hoe gewerkt kan worden aan de realisatie van de vastgestelde ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid.
Pagina 6 van 29
Bij het opstellen van dit duurzaamheidskader hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De negen milieuambities uit het gebiedsgericht milieubeleid voor het gebiedstype werken gelden voor alle typen bedrijventerreinen. • Hier worden drie nieuwe ambities aan toegevoegd voor de thema’s ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam bouwen en ondernemen. • Elke ambitie wordt uitgewerkt naar niveau (basis, extra en maximaal) en type bedrijventerrein (zes typen) 5. Aanvullende thema’s en ambities Onderstaande tabel geeft de aanvullende thema’s weer en laat tevens zien welk ambitieniveau voor de verschillende typen bedrijventerreinen geldt. Tabel 2: Ambitieniveaus voor aanvullende ambities Ambities ten behoeve van bedrijventerreinenstrategie
5.
Ruimtegebruik
6.
Ruimtelijke kwaliteit
7.
1e klas bedrijvenpark Maximaal
Modern bedrijventerrein Extra
Werkterrein Extra
Productieknooppunt Extra
Logistiek centrum Extra
Maximaal
Extra
Basis
Basis
Extra
Milieueiland Extra Basis
Duurzaam ondernemen en
Geen vastgestelde ambities, wel suggesties voor duurzaamheid
bouwen
Vrijwel alle ambities in dit duurzaamheidskader gelden daadwerkelijk als toetsingscriterium. Deze ambities hebben betrekking op zaken waar de gemeente invloed op heeft. Bijvoorbeeld doordat ze opgenomen worden in het bestemmingsplan of onderdeel zijn van de handhaving. Voor het thema duurzaam bouwen en duurzaam ondernemen zijn geen ambitieniveaus vastgesteld. Ambities voor dit thema’ zijn net zo belangrijk als de ‘normale’ ambities. Voor het realiseren van deze ambities is de gemeente echter geheel afhankelijk van de bereidheid van ondernemers, eigenaren van vastgoed en projectontwikkelaars. De gemeente heeft geen wettelijke instrumenten om deze ambities af te dwingen. Ze kan ze alleen stimuleren met geld of kennisoverdracht. 6. Invullen duurzaamheidsparagraaf In het gebiedsgerichte milieubeleid is de duurzaamheidsparagraaf in college- en raadsbesluiten voor ruimtelijke plannen opgevoerd om de status van de negen milieuambities te verhogen. Het uitgangspunt hierbij is dat afwijken van de ambities alleen mag als dit goed gemotiveerd wordt, de ambities zijn dus niet geheel vrijblijvend. Door de duurzaamheidsparagraaf krijgen het college en de gemeenteraad zicht op de realisatie van duurzaamheidsambities. Na vaststelling van dit document zou dit ook voor de thema’s ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit moeten gelden.
Pagina 7 van 29
Het thema duurzaam ondernemen en duurzaam bouwen komt niet terug in de duurzaamheidsparagraaf. De realisatie ervan valt buiten het gemeentelijk domein. De ambities hiervoor zijn wel opgenomen in dit duurzaamheidskader omdat we daarmee laten zien wat redelijkerwijs mogelijk is als ondernemers en gemeente gezamenlijk de schouders zetten onder duurzame herstructurering. Wanneer deze ambities niet gehaald worden is geen motivering in de duurzaamheidsparagraaf nodig. Als deze ambities wel gerealiseerd worden kan dit in de duurzaamheidsparagraaf opgenomen worden. Invullen duurzaamheidsparagraaf Het invullen van de duurzaamheidsparagraaf bestaat uit het beantwoorden van de volgende vragen: • • • • •
Op welk gebiedstype heeft het voorstel betrekking? Welke ambities gelden voor dit gebiedstype? Worden de ambities gerealiseerd? (Indien een ambitie niet gerealiseerd wordt, dient dit toegelicht te worden). Welke maatregelen zijn genomen om de ambities te realiseren? Indien niet alle ambities gerealiseerd zijn, wat is gedaan om zo dicht mogelijk bij het ambitieniveau te komen.
Indien de omvang van het project de grenzen van een gebiedstype overschrijdt dient ook voor het aangrenzende gebiedstype de duurzaamheidsparagraaf ingevuld te worden. In de aangrenzende gebieden gelden de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid voor het betreffende gebiedstype. 7. Tips ten behoeve van het proces De herstructurering of ontwikkeling van een bedrijventerreinen is een kans om te werken aan duurzaamheid. Het inbrengen en realiseren van duurzaamheid blijft echter lastig. Voor een succesvolle milieu-inbreng zijn de volgende zaken belangrijk. Actoren • Zorg dat overleg gevoerd wordt met de juiste mensen. Verschillende actoren zijn van belang bij het de (her-) ontwikkeling van bedrijventerreinen. Allereerst zijn er de ondernemers op het terrein, zij zijn de belangrijkste gebruikers. Daarnaast zijn de eigenaren van grond en gebouwen van belang. Dit zijn soms de ondernemers maar vaak ook andere partijen. Tot slot spelen projectontwikkelaars vaak een rol bij de (her-) ontwikkeling van bedrijventerreinen. Bij het werken aan duurzaamheid heeft iedereen een eigen rol. Voor duurzaam ondernemen is betrokkenheid van de ondernemers essentieel. Voor maatregelen aan gebouwen en kavels zijn de eigenaren van belang. Bij de ontwikkeling van nieuwe terreinen zijn grondeigenaren en projectontwikkelaars belangrijke actoren. • Formaliseer de samenwerking tussen gemeente en marktpartijen. Zorg ervoor dat ondernemers en eigenaren op de een of andere manier verenigd zijn. Wanneer zij niet georganiseerd zijn is het lastig of zelfs onmogelijk om tot afspraken te komen. • Indien de gemeente vrij is in de keuze voor een ontwikkelaar kan ze ervoor kiezen duurzaamheidprincipes een rol te laten spelen bij de keuze. Een ontwikkelaar die oog heeft voor duurzaamheid en ook rekening wil houden met toekomstig gebruik en beheer is voor de gemeente een stuk interessanter dan een ontwikkelaar die zo snel mogelijk wil bouwen en verkopen.
Pagina 8 van 29
Informatievoorziening • Verzamel tijdig milieu-informatie en breng deze op het juiste moment in. Daarnaast is het belangrijk zicht te hebben op maatregelen die toegepast kunnen worden. Bij het bespreken van de ambities komen we hier op terug. Per thema geven we in grote lijnen aan welke informatie nodig is, welke acties nodig zijn en welke maatregelen toegepast kunnen worden. Deze aandachtspunten bij de (her-) ontwikkeling van bedrijventerreinen moeten antwoord geven op de vraag hoe de ambities gerealiseerd kunnen worden. Omdat bij veel ambities en maatregelen betrokkenheid van marktpartijen gewenst of noodzakelijk is geven we ook zo veel mogelijk aan welke voordelen er voor de marktpartijen (ondernemers, eigenaren, ontwikkelaars) zijn. Organiseren van middelen t.b.v. herstructurering • Onderzoek bij aanvang van het project welke middelen beschikbaar zijn. Welke middelen zijn speciaal voor dit terrein beschikbaar en welke middelen kunnen aangewend worden voor specifieke thema’s? Voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte zal een eenmalige investering nodig zijn. Echter na deze investering dienen er middelen voor het beheer te komen. Een belangrijke vraag is dus of er voldoende middelen beschikbaar zijn om de kwaliteit (bijvoorbeeld een goede beeldkwaliteit, een parkeernorm of bijzonder groen) in stand te houden. • Ondernemers kunnen meebetalen aan de herstructurering en het beheer. Het moet voor ondernemers wel duidelijk zijn welke voordelen er voor hen zijn. Sommige maatregelen kunnen direct tot kostenbesparing leiden (bijvoorbeeld collectieve inkoop en voorzieningen). Het voordeel van andere maatregelen of ingrepen is niet altijd even duidelijk te kwantificeren, denk aan voldoende parkeergelegenheid, kwaliteit van de openbare ruimte maar ook minder milieuhinder naar de omgeving. Voor eigenaren kunnen deze voordelen interessant zijn omdat het tot waardestijging van het vastgoed leidt. Het is belangrijk de voordelen te benoemen en ook na te gaan voor welke partij het voordeel is. • Bepaal bij aanvang van het project wat de gemeente te bieden heeft. Welke ontwikkelingen zijn gunstig voor ondernemers en/ of eigenaren, wat kan de gemeente extra doen, waar kunnen belangen samengaan, waar kan “geruild” worden? Kortom waar zit ruimte voor onderhandeling. Realiseren van duurzaamheidsambities • Gebruik de ambities uit dit kader om sneller tot actie over te gaan. Doordat de ambities in dit document beschreven en vastgesteld zijn hoeft deze discussie niet meer in projecten gevoerd te worden. Er kan dus direct constructief gewerkt worden aan de realisatie. • Gebruik de speelruimte die de gemeente heeft bij gronduitgifte en/of erfpacht. Indien een terrein (of kavels) in erfpacht is uitgegeven zijn vaak allerlei voorwaarden aan het gebruik van de grond verbonden. Dit biedt de gemeente een goede onderhandelingspositie richting ondernemers en eigenaren van vastgoed. Sterker nog voorwaarden in een erfpachtcontract zijn afdwingbaar. Ga daarom bij aanvang van het project na of er sprake is van erfpacht en of dit mogelijkheden geeft om voorwaarden te stellen. Wanneer voorwaarden gesteld worden moet het wel mogelijk zijn deze voorwaarden te handhaven. Ook bij de verkoop van grond kunnen bij de uitgifte duurzaamheidsvoorwaarden opgenomen worden. Het heeft de voorkeur eerst met de eigenaar (ondernemers) afspraken te maken en deze vervolgens vast te leggen in voorwaarden voor gebruik. Binnen Den Haag is op dit moment nog weinig ervaring met het opnemen van voorwaarden ten behoeve van duurzaamheid. De afdeling beheer van het erfpachtbedrijf heeft zicht op de voorwaarden die in het verleden gesteld zijn en de mogelijkheden voor nieuwe contracten.
Pagina 9 van 29
•
Toets plannen en ontwerpen op afspraken die eerder in het proces (bijvoorbeeld in een nota van uitgangspunten of programma van eisen) gemaakt zijn.
8. Gebruik van het duurzaamheidskader In deel II zijn voor drie thema’s aanvullende ambities opgenomen specifiek voor bedrijventerreinen. Per thema worden drie ambitieniveaus gegeven. In combinatie met de matrix in tabel 3 wordt zo duidelijk welke ambities voor welk type terrein van belang zijn. In deel III zijn de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid overgenomen. Per thema is aangegeven hoe de ambities gerealiseerd kunnen worden. Deze ambities zijn voor alle bedrijventerreinen gelijk.
Pagina 10 van 29
Deel II: Aanvullende duurzaamheidsambities voor bedrijventerreinen 1. Inleiding De ambities in dit deel van de handleiding zijn een aanvulling op het gebiedsgericht milieubeleid. Deel III van de handleiding geeft de ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid en geeft aanwijzingen voor de realisatie. In dit deel komen de volgende thema’s aan de orde: • Ruimtegebruik • Ruimtelijke kwaliteit • Duurzaam bouwen en duurzaam ondernemen Per thema wordt een inleiding gegeven. Daarna volgende ambities voorde verschillende niveaus (basis, extra en maximaal). Tot slot worden aanwijzingen gegeven voor de realisatie van ambities. Omgaan met het thema veiligheid Veiligheid is belangrijk op bedrijventerreinen. Het gaat daarbij om verschillende zaken zoals externe veiligheid, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en criminaliteit. Werken aan veiligheid gaat dan ook volgens verschillende sporen. De reguliere surveillances van de politie, de inrichting van de openbare ruimte en beveiliging van panden. Het basisniveau voor veiligheid wordt gehaald door een goede inrichting van de openbare ruimte en de reguliere surveillances van de politie. Dit is de kwaliteit die in principe in de gehele stad gehaald wordt. De inzet van de politie is geen onderdeel van dit kader. De kwaliteit van de openbare ruimte is dat wel. Door toepassing van het handboek openbare ruimte wordt aan dit basisniveau gewerkt. Het handboek is opgenomen bij het thema ruimtelijke kwaliteit. Invloed gemeente bij ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit Partners bij herontwikkeling van bedrijfsruimte zijn in de eerste plaats ondernemers. De groep van ondernemers die een rol speelt bij de duurzaamheidsthema’s op de Haagse bedrijventerreinen is divers. Het loopt uiteen van vastgoedeigenaren, ontwikkelaars, beleggers, ondernemer-eigenaren en ondernemers die huren. Belangen en mogelijkheden van deze partijen zijn verschillend en vragen om een eigen aanpak. Op de meeste Haagse bedrijventerreinen zijn de kavels bebouwd en liggen de vergunningen en andere sturingsmogelijkheden van de gemeente vast. Dit betekent dat partners van de gemeente met name die partijen zullen zijn die investeringen kunnen en willen doen in het vastgoed.
Pagina 11 van 29
2. Ruimtegebruik Inleiding Het thema ruimtegebruik richt zich op het zo efficiënt mogelijk benutten van de beschikbare ruimte op bedrijventerreinen. Een efficiënt gebruik van de ruimte kan op twee manieren bereikt worden: 1. Het efficiënt bebouwen van de ruimte, voorbeelden zijn geschakeld en gestapeld bouwen. 2. Een efficiëntere benutting van het terrein. Bijvoorbeeld door collectieve faciliteiten (parkeren, vergaderruimtes, opslag etc.) of het gebruik van delen van het terrein in de avonduren en weekenden door of met andere functies. Ad 1. Efficiënt bebouwen Voor een efficiënte inrichting van de fysieke ruimte wordt de FSI (floor space index) gebruikt. Door te kiezen voor de FSI is iedereen vrij in de keuze voor maatregelen. De wijze waarop de FSI bereikt wordt is vrij en zal per project bekeken moeten worden. De FSI is als volgt gedefinieerd:
De hoeveelheid bruto overdekt vloeroppervlak (ook verdiepingen) ten opzichte van het totale plangebied, inclusief groen, infrastructuur etc. Grote doorgaande wegen,openbaar vervoerlijnen en groengebieden worden in de berekening niet meegenomen. Ad. 2. Optimale benutting Voor een optimale benutting van de ruimte zijn twee aspecten opgenomen. • Collectieve voorzieningen. Door voorzieningen collectief te ontwikkelen kan ruimte bespaard worden1. Als ambitie wordt aangegeven of er collectieve faciliteiten aanwezig zijn en zo ja in welke mate. Bij een hogere ambitie zijn meer collectieve faciliteiten. • Medegebruik. Het medegebruik betreft het benutten van (delen van) het terrein door andere functies op momenten dat het terrein door bedrijven minder intensief gebruikt wordt. Te denken valt bijvoorbeeld aan parkeren en sport in de avonduren en weekenden. Omdat onduidelijk is wat de mogelijkheden zijn en welke randvoorwaarden van belang zijn is hiervoor geen meetbare ambitie opgenomen. Wel is bij de ambities opgenomen dat gezocht wordt naar mogelijkheden voor medegebruik. Het uitgangspunt is hierbij dat de hoofdfunctie bedrijvigheid blijft en medegebruik geen hinder of overlast voor ondernemers mag geven. Ambities Basis
Extra • Modern bedrijventerrein • Werkterrein • Productieknooppunt • Logistiek centrum • Milieueiland
Maximaal • 1e klas bedrijvenpark
FSI Collectieve voorzieningen Medegebruik
1
Minimaal 0,7 Minimaal 1 Minimaal 1,3 Niet tot nauwelijks Minimaal 2 Minimaal 5 Zoek naar mogelijkheden om het terrein buiten werktijden te benutten, maar voorkom hinder of overlast voor ondernemers
Collectieve faciliteiten kunnen tot ruimtewinst leiden, het hoeft niet. Collectieve faciliteiten als energie-inkoop, beveiliging of bewegwijzering leiden niet tot ruimtewinst. Tabel 3 geeft suggesties.
Pagina 12 van 29
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Inventariseer welke restruimtes aanwezig zijn • Onderzoek mogelijkheden en kosten voor het benutten van de ondergrond • Onderzoek bij herstructurering voor welke bedrijven het economisch interessant is gelaagd te bouwen. • Onderzoek de mogelijkheden voor medegebruik, onder andere door te kijken naar functies in de omgeving die ruimte nodig hebben. • Inventariseer de wensen van de markt. Wanneer de ruimte op een terrein efficiënt bebouwd wordt maar veel panden leeg staan levert het geen ruimtewinst op. Ontwerp (suggesties) • Laat in het bestemmingsplan per kavel minimale bebouwingspercentages en minimale bouwhoogtes opnemen (eventueel met vrijstelling). Door dit op te nemen worden bepaalde bedrijven uitgesloten. Een goede motivering is dus noodzakelijk. • Reserveer ruimte voor collectieve voorzieningen • Geschakelde bedrijfsgebouwen (ruimtewinst 5 à 10%) • Gestapelde bedrijfsgebouwen (ruimtewinst tot 75%) • Benutting van de ondergrond • Dakconstructies voorbereiden op gestapelde functies • Denk aan de beeldkwaliteit. Bouwen in hoge dichtheden vraagt om meer aandacht voor de beeldkwaliteit. Beheer • Stimuleer het gebruik van collectieve faciliteiten, informeer nieuwe huurders en eigenaren over de aanwezigheid hiervan. In tabel 3 is een aantal voorbeelden opgenomen van collectieve voorzieningen die tot ruimtewinst kunnen leiden. • Spreiden van werktijden (optimaal benutten van beschikbare ruimte) Tips t.b.v. overleg met ondernemers • •
Efficiënt ruimtegebruik betekent minder grond kopen of huren. Het gemeentelijk grondbedrijf rekent echter een hogere prijs bij een hogere FSI. Het is dus belangrijk de kosten en besparingen van een hoge FSI zichtbaar te maken. Collectieve faciliteiten, bijvoorbeeld centraal (ondergronds) parkeren, gemeenschappelijke opslagruimte en dergelijke, komen ook de beeldkwaliteit van een terrein ten goede.
Pagina 13 van 29
Tabel 3 Voorbeelden van collectieve voorzieningen die tot ruimtewinst kunnen leiden. Collectieve voorzieningen die tot ruimtewinst kunnen leiden. •
Parkeervoorziening
•
Parkeervoorziening en wachtruimte voor vrachtwagens)
•
Wasstraat
•
Vergaderruimtes
•
Kantine/ horeca
•
Afvalinzameling / centraal afvaldepot
•
Opslagruimte
•
Onderhoud/ reparatie werkplaats
•
Kopieerafdeling
•
Gezamenlijke voorzieningen voor laden en lossen
Kinderopvang is bewust niet opgenomen in bovenstaande lijst. Kinderopvang wordt gezien als een gevoelige bestemming. Het realiseren van kinderopvang is daardoor vaak strijdig met belangen van ondernemers en het intensief benutten van de ruimte. Daarnaast kan de aanwezigheid van een kinderdagverblijf tot beperkingen leiden bij uitbreiding van bedrijfsactiviteiten.
Pagina 14 van 29
3. Ruimtelijke kwaliteit Inleiding Het thema ruimtelijke kwaliteit gaat over de wijze waarop de ruimte is ingericht. Een goede ruimtelijke kwaliteit is belangrijk. Het levert een bijdrage aan: • De sociale veiligheid • Een prettige (werk-) omgeving • De uitstraling van een terrein De inrichting bepaalt voor een groot deel de veiligheid en de beleving. De ambities hebben betrekking op de volgende aspecten: •
Beeldkwaliteit algemeen. Hierin wordt in kwalitatieve termen de beeldkwaliteit van een terrein beschreven. Bij een lage beeldkwaliteit is nauwelijks aandacht besteed aan de beeldkwaliteit. Dit is het basisniveau en is van toepassing op bijvoorbeeld werkterreinen. Bij het niveau bovengemiddeld is zorg besteed aan de beeldkwaliteit en voldoet deze aan de gangbare normen. Onderscheidend houdt in dat het terrein een duidelijk eigen identiteit heeft en een bijdrage levert aan de kwaliteit van de stad als geheel. Hierbij is het van belang dat bij de inrichting van het terrein ook rekening wordt gehouden met de omgeving van het bedrijventerrein. De kans is dan groter dat de Haagse burger een bedrijventerrein niet als rommelig ervaart.
•
Kwaliteitsniveau openbare ruimte. In de kadernota openbare ruimte Den Haag wordt onderscheid gemaakt in drie kwaliteitsniveaus voor de openbare ruimte. Residentiekwaliteit is de kwaliteit die in principe voor alle woon en werk gebieden in den Haag geldt. Wanneer aan deze kwaliteit is voldaan is er ook basisniveau qua sociale veiligheid en preventie van criminaliteit. Residentiekwaliteit is als ambitieniveau basis opgenomen. Hofstadkwaliteit geldt voor een beperkt aantal gebieden die zeer intensief gebruikt worden en waar een hoge kwaliteit gewenst is. Het betreft de binnenstad en de toeristische gebieden in Scheveningen. Voor bedrijventerreinen is deze kwaliteit niet relevant. Het derde niveau is maatwerk kwaliteit. In de kadernota wordt dit omschreven als een kwaliteit die tot stand komt in overleg tussen ondernemers en gemeente. Ondernemers en gemeenten bepalen in dat geval gezamenlijk het kwaliteitsniveau en zorgen gezamenlijk voor het behoud van de kwaliteit. Dit biedt voor bedrijventerreinen bijvoorbeeld de mogelijkheid om extra aandacht te besteden aan sociale veiligheid en preventie van criminaliteit. Afspraken over maatwerk kwaliteit worden vastgelegd in een convenant. Bij de ambitieniveaus extra en maximaal is maatwerkkwaliteit opgenomen. Het ambitieniveau basis (residentiekwaliteit) geldt hierbij uiteraard als minimum. In het handboek inrichting openbare ruimte zijn aanwijzingen opgenomen voor het realiseren van de betreffende kwaliteit. Grond- weg- en waterbouw. Het kader richt zich hier op het gebruik van materialen. De toepassing van FSC-hout is opgenomen als ambitie basis. De gemeente heeft het FSC-convenant getekent, dit betekent dat alle gemeentelijke diensten bij houtgebruik zo veel mogelijk het Forest Stewardship Council (FSC)-keurmerk eisen. FSC-hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Daarnaast is een aantal algemene ambities opgenomen. Beeldkwaliteitsplan. In een beeldkwaliteitsplan wordt het ruimtelijk beeld van het bedrijventerrein beschreven. Verschillende onderwerpen kunnen in het
•
•
Pagina 15 van 29
•
•
•
beeldkwaliteitsplan aan de orde komen, groen, architectuur, samenhang tussen private en openbare ruimte etc. o Bij het ambitieniveau basis is het beeldkwaliteitsplan vooral van toepassing op de openbare ruimte, zoals gebruikte bestrating, straatmeubilair, groen en verlichting. Daarnaast gaat het in op de afscheiding tussen openbaar gebied en private ruimte. Er kunnen bijvoorbeeld aanwijzingen voor hekwerk en groen opgenomen worden. o Bij het niveau extra geeft het beeldkwaliteitsplan ook aanwijzingen over de inrichting van de private ruimte, bijvoorbeeld de afscheiding tussen twee kavels, het soort beplanting, wel of geen opslag in de open lucht, parkeren, de rooilijn en de oriëntatie van de gebouwen. o Bij de ambitie maximaal heeft het beeldkwaliteitsplan een nog grotere reikwijdte en kan het bijvoorbeeld ingaan op het gebruik van kleuren en materialen voor private gebouwen. Een beeldkwaliteitsplan is uitsluitend van belang wanneer er ingrepen gepland worden die een groter gebied beslaan dan één kavel. Parkeren. De aanwezigheid van geparkeerde (vracht-) auto’s bepaalt voor een groot deel de uitstraling van een bedrijventerrein. Door auto’s in een gebouwde voorziening of op het dak te parkeren verbetert de beeldkwaliteit. In het parkeerbeleid van de gemeente is opgenomen dat parkeren altijd op eigen terrein plaats moet vinden. Beheer. Bij beheer is als ambitie de wijze waarop het beheer georganiseerd is opgenomen. Goed beheer van bedrijventerreinen is belangrijk om achteruitgang van de kwaliteit tegen te gaan. Hierdoor wordt leegstand voorkomen en de ruimte efficiënt benut. Daarnaast wordt het moment waarop grootschalige (kostbare) ingrepen nodig zijn uitgesteld. Veiligheid openbare ruimte. Hier is bij alle drie de niveaus het basisniveau opgenomen namelijk het toepassen van het handboek openbare ruimte.
Ambities
Beeldkwaliteit algemeen Kwaliteitsniveau openbare ruimte Grond weg en waterbouw Beeldkwaliteitsplan*
Basis • Werkterrein • Productieknooppunt • Milieueiland • Laag • Residentiekwaliteit • Toepassing FSC-hout • Duurzaam materiaalgebruik • Beschrijft openbare ruimte en afscheiding openbaar en private ruimte • Houdt rekening met de omgeving van het bedrijventerrein
Parkeren
• Parkeren op eigen terrein • Parkeren op maaiveld
Beheer openbare ruimte
• Beheer door gemeente
Pagina 16 van 29
Extra • Modern bedrijventerrein • Logistiek centrum Boven gemiddeld • Maatwerk kwaliteit, minimaal residentie • Idem • Beschrijft openbare ruimte, indeling van kavels en geeft aanwijzingen voor het niet bebouwde deel van kavels. • Houdt rekening met de omgeving van het bedrijventerrein • Parkeren op eigen terrein • Deels parkeren in gebouwde parkeervoorziening • Beheer op basis van convenant
Maximaal • 1e klas bedrijvenpark Onderscheidend • Maatwerk kwaliteit, minimaal residentie • Idem • Idem. Geeft tevens richtlijnen voor het ontwerp van gebouwen. • Houdt rekening met de omgeving van het bedrijventerrein • Parkeren op eigen terrein • Parkeren in gebouwde parkeervoorziening • Beheer op basis van convenant
Veiligheid openbare ruimte
• Zorg voor overzichtelijkheid en voldoende licht in stedenbouwkundig ontwerp
* Een beeldkwaliteitsplan is alleen relevant indien veel ontwikkelingen in een langere periode verwacht worden. Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Onderzoek de aanwezigheid van interessante elementen (water, groen, cultuurhistorie, industrieel erfgoed, bijzondere bebouwing) • Overleg met ondernemers over samenhang in architectuur • Onderzoek de aanwezigheid van plekken die gevaarlijk zijn vanuit verkeersveiligheid Suggesties bij ontwerp • Benut interessante elementen t.b.v. de ruimtelijke kwaliteit. • Benut leidingstroken en tracés van hoogspanningsleidingen voor groen. • Uniforme bewegwijzering • Uniform straatmeubilair • Zorg voor een scheiding tussen vrachtverkeer en fietsers • Pas de maximumsnelheid aan als veel fietsers en voetgangers van het terrein gebruik maken • Pas secundaire of herbruikbare materialen toe bij grondwerken • Streef naar hergebruik van vrijkomende materialen • Beperk het materiaalgebruik Realisatie • Controleer bij bouwaanvragen of gewenste beeldkwaliteit gerealiseerd wordt. Beheer • Benut het beeldkwaliteitsplan ook in de beheersfase, bij uitbreiding van panden, bij sloop en nieuwbouw en bij renovatie. • Communiceer het beheersplan met ondernemers en gebruikers. Zorg dat iedereen op de hoogte is van de momenten waarop schoonmaak en onderhoud plaatsvindt zodat voorbereidingen getroffen kunnen worden (bijv. ruimte vrij maken voor veegwagens en maaimachines). Voordelen voor ondernemers • •
Uitstraling van het terrein en daardoor waardestijging van onroerend goed Prettig werkomgeving voor werknemers
Pagina 17 van 29
4. Duurzaam bouwen en ondernemen Inleiding Het thema duurzaam bouwen en ondernemen heeft betrekking op de duurzaamheid van de bedrijven op het terrein. • Duurzaam bouwen gaat over het gebouw en de inrichting van het eigen kavel. Onder duurzaam bouwen vallen onderwerpen als materiaalgebruik, energie, water etc. • Duurzaam ondernemen heeft betrekking op de bedrijfsprocessen, zoals productieprocessen, schoonmaakwerkzaamheden, beveiliging en inkoop. Voor zowel duurzaam bouwen als duurzaam ondernemen geldt dat de overheid een stimulerende rol heeft. De invloed van de overheid op de keuzes van ondernemers is buiten het regulerende spoor beperkt. De ambities bij dit thema zijn dan ook vooral bedoeld ter inspiratie. Belangrijke onderwerpen binnen duurzaam bouwen zijn energie- en materiaalgebruik. In het gebiedsgericht milieubeleid is al het thema klimaat opgenomen. De ambities die daar zijn opgenomen hebben voor een groot deel betrekking op de gebouwde omgeving. Bij het thema duurzaam bouwen beperken we ons daarom tot materiaalgebruik en flexibel bouwen De volgende aspecten zijn van belang: • Materiaalgebruik (FSC-Hout), zie ook het thema ruimtelijke kwaliteit • GPR-gebouw voor kantoren GPR-gebouw is een instrument om de duurzaamheidsprestatie van een gebouw door te rekenen. GPR-gebouw gaat uit van 6 thema’s: • Energie • Materialen • Water • Afval • Gezondheid • Woonkwaliteit Voor elk thema kan een ambitie in de vorm van een gewenst rapportcijfer bepaald worden. Het systeem is zo opgezet dat het cijfer 5 betekent dat het gebouw aan het bouwbesluit voldoet. Een hoger cijfer betekent een betere prestatie. De berekeningen worden uitgevoerd met behulp van een computerprogramma met invulformulieren. GPR-gebouw kan door de gemeente gebruikt worden voor het bepalen van ambities voor de 6 thema’s en voor het toetsen van bouwvergunningen. Architecten en ontwikkelaars kunnen het gebruiken in de ontwerpfase. Uitgangspunt bij het programma is dat een gebouw in korte tijd te beoordelen is. Bij duurzaam ondernemen zijn als ambities het uitvoeren van een scan duurzaam ondernemen en het nemen van duurzaamheidsmaatregelen opgenomen. De gemeente kan het uitvoeren van een scan stimuleren door hier subsidie op te geven, of de uitvoering van scans te organiseren. Tot slot is bij duurzaam ondernemen de beveiliging van het eigen terrein en het eigen gebouw opgenomen. Maatregelen ten behoeve van de beveiliging kunnen indien gewenst collectief uitgevoerd worden.
Pagina 18 van 29
Materiaalgebruik GPR bedrijfsgebouw of kantoor plus CO2 neutraal
Basis Toepassen FSC-hout Alle thema’s minimaal score 5
Extra Toepassen FSC-hout Alle thema’s minimaal score 5, drie thema’s minimaal score 7 plus
Maximaal Toepassen FSC-hout Alle thema’s minimaal score 7 plus CO2-neutraal
CO2-neutraal
Beveiliging eigen terrein en gebouw
Geen bijzondere voorzieningen
Camera’s en alarmsysteem
Aantal bedrijven dat een scan duurzaam ondernemen Percentage bedrijven dat maatregelen op het gebied van duurzaam ondernemen neemt
20%
50%
Camera’s, alarmsysteem en surveillance door beveiligingsbedrijf 90%
10%
50%
90%
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Wanneer bij de herstructurering sprake is van sloop en nieuwbouw of ingrijpende renovatie zijn er volop mogelijkheden om te werken aan duurzaam ondernemen. Belangrijk is dat bij het opstellen van nieuwbouwplannen de bestaande situatie en mogelijkheden voor verbetering onderzocht worden. De gemeente kan hiervoor een quick scan of uitvoeriger onderzoek aanbieden. Onderwerpen binnen dit onderzoek: Productieproces, het ontstaan van afval en emissies en het gebruik van water, grondstoffen en energie Overige activiteiten water- en energiegebruik, gebruik van grondstoffen in bijvoorbeeld kantoorruimtes, kantine, sanitair etc. Mogelijkheden voor duurzaam bouwen of duurzaam renoveren Uit het onderzoek dient een duidelijk beeld te komen van maatregelen die financieel rendabel zijn om uit te voeren. • Onderzoek de aanwezigheid van een warmtenet en bronnen van duurzame energie Planvorming/ ontwerp • Gebruik het nationaal pakket duurzame utiliteitsbouw • Gebruik het nationaal pakket duurzame grond- weg- en waterbouw • Gebruik hernieuwbare materialen • Gebruik secundaire grondstoffen • Gebruik FSC hout • Geef GPR-ambitie mee aan de ontwerper van het bedrijfsgebouw. • Benut daglicht door ramen en lichtkoepels (solartubres) • Ondernemers stimuleren rendabele maatregelen uit te voeren. Maatregelen met een korte terugverdientijd (5 Jaar) kunnen in principe opgenomen worden in de milieuvergunning of meegenomen worden bij de handhaving van een AmvB. Realisatie • Zie er op toe dat geselecteerde maatregelen uitgevoerd worden (bijvoorbeeld het
Pagina 19 van 29
•
gebruik van de juiste materialen) Gebruik EIA en VAMIL-regelingen om de maatregelen te financieren
Beheer • Monitoring van het gebruik van water, energie, grondstoffen, de hoeveelheid afval en transport. • Op basis van resultaten monitoring zo nodig aanvullende maatregelen nemen. • Benut de handhaving van vergunningen en AmvB’s om met ondernemers de mogelijkheden voor duurzaam ondernemen te bespreken. Voordelen voor ondernemers •
Gezonder binnenklimaat
Tips ten behoeve van overleg met ondernemers • Het verminderen van het gebruik van grondstoffen, water en energie leidt tot kostenbesparing. • Het verminderen van de productie van afval kan tot een dubbele kostenbesparing leiden. De kosten voor de afvoer en verwerking van afval dalen. Wanneer afvalstoffen ontstaan in een productieproces wordt door efficientere benutting van grondstoffen ook bespaard op de inkoop. • Overige maatregelen op het gebied van duurzaam ondernemen zijn goed voor het imago. Mogelijke onderwerpen waarop ondernemers maatregelen kunnen nemen t.b.v. van duurzaam ondernemen. • Afval scheiden • Afvalbeheer • Afvalreductie • Energiebesparing • Opwekken duurzame energie • Gebruik restwarmte • Duurzame inkoop • Isolatie • Energiebesparing bij koeling • Verbetering onderhoud • Procesoptimalisatie • Optimaliseren verlichten • Minder verpakken • Transportpreventie • Minder watergebruik en emissies bij wassen, reinigen en ontvetten • Water besparing • Verminderen milieuhinder (geluid, geur, trillingen)
Pagina 20 van 29
Deel III: Ambities uit het gebiedsgericht milieubeleid 1. Inleiding Het gebiedsgericht milieubeleid geeft ambities voor een negental milieuthema’s. In het gebiedsgericht milieubeleid zijn de ambities vrij algemeen gesteld. Ze zijn toepasbaar in verschillende gebiedstypen en dus ook op bedrijventerreinen. Ze zijn echter niet specifiek ontwikkeld voor bedrijventerreinen, dit geldt ook voor de maatregelen. Hierdoor staan er ambities en maatregelen in het gebiedsgericht beleid die op bedrijventerreinen toegepast kunnen worden maar in de praktijk nauwelijks gebruikt zullen worden. Deze ruis hebben we verwijderd. In dit derde deel willen we de ambities die echt voor bedrijventerreinen van belang zijn meer handen en voeten geven. Dit doen we door te laten zien hoe je aan deze ambities kunt werken bijvoorbeeld door te beschrijven welke informatie je moet verzamelen en welke maatregelen je kunt nemen. In wezen zijn het tips en trucs voor duurzaamheid op bedrijventerreinen. We hebben ervoor gekozen deze tips en trucs te koppelen aan het proces dat bij de ontwikkeling, herstructurering of revitalisering doorlopen wordt. Voor het gemak gaan we met grote stappen door dat proces en maken we slechts onderscheid in voorbereiding, ontwerp, realisatie en beheer. De tips en trucs die bij ontwerp zijn opgenomen zijn over het algemeen concrete maatregelen die op bedrijventerreinen toegepast kunnen worden. Op de volgende pagina zijn de thema’s verder uitgewerkt.
Pagina 21 van 29
2. Bodem
Ambitie Basis
Samenvatting ambities • • • • •
Stand-still beginsel, kwaliteit van de bodem mag niet achteruitgaan. Sanering bij overschrijding interventiewaarde van meer dan 25m3 grond of 100m3 als het om grondwater gaat. Functiegericht saneren van ernstige en urgente gevallen binnen het daarvoor geldende tijdspad. Functiegericht saneren van niet ernstige en niet urgente gevallen bij ontwikkelingen. Saneren alle verontreiniging die na 1987 is ontstaan.
Bij sanering geldt de achtergrondwaarde zoals vastgesteld in de Bodemkwaliteitskaart/ Bodembeheerplan als norm.
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Bepaal welke historische activiteiten mogelijk tot bodemverontreiniging geleid hebben. Denk aan bedrijfsactiviteiten, het dempen van sloten, oude olietanks en oude stortplaatsen. • Breng bodemkwaliteit vroegtijdig in beeld en bepaal of de kwaliteit voldoende is voor de beoogde functie(s). Suggesties voor ontwerp • Functies aanpassen aan bodemkwaliteit • Zoek naar mogelijkheden voor hergebruik verontreinigde grond (bijvoorbeeld in geluidswal, als fundering voor wegen etc.) • In het geval van afgraven van verontreinigde bodem, zoek mogelijkheden voor ondergronds ruimtegebruik • Aanbrengen leeflaag • Gesloten grondbalans als uitgangspunt nemen* Realisatie • Uitvoeren bodemsanering Argumenten ondernemers • Vervuilde grond is schadepost bij verhuizing of overname.
* Gesloten grondbalans. Bij een gesloten grondbalans wordt alle grond die bij een project vrijkomt binnen hetzelfde project weer gebruikt. Dit voorkomt onnodig transport en vertraging als gevolg van procedures die doorlopen moeten worden om grond te mogen transporteren. Belangrijke voorwaarden zijn een plek waar grond tijdelijk opgeslagen kan worden en afspraken over het peil waarop gebouwd gaat worden (peilbepaling).
Pagina 22 van 29
3. Externe veiligheid
Ambitie Basis
Samenvatting ambities • • • • • •
Klein plaatsgebonden risico (<10-6) Wegtransport over vastgestelde route, afwijking van de route mogelijk met ontheffing Spoor, buisleidingen, water: wettelijk afstanden handhaven. Vestiging bedrijven volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk Voldoen aan het vuurwerkbesluit Voldoen aan “Bestemmingsplan Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk”
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Maak gebruik van de risicokaart die door de provincie wordt ontwikkeld (in de loop van 2007 digitaal beschikbaar). • Inventariseer bedrijven met extern veiligheidsrisico • Inventariseer route gevaarlijke stoffen • Onderzoek aanwezigheid gevoelige functies op het terrein en in de omgeving (bepaal afstanden). Buiten het terrein zijn over het algemeen andere ambities van toepassing. Deze staan in het gebiedsgericht milieubeleid. • Bepaal of bedrijven met extern veiligheidsrisico of bedrijven die gebruik maken van de route gevaarlijke stoffen gewenst zijn op het terrein. Indien deze aanwezig zijn is het belangrijk de risicocontouren te laten vaststellen. Suggesties voor ontwerp • Bedrijven met transport gevaarlijke stoffen op terreinen plaatsen die langs route liggen en op het terrein zo dicht mogelijk bij aansluiting op route. • Houdt bij bedrijven met externe veiligheidsrisico’s rekening met wederzijdse beïnvloeding. Een calamiteit in het ene bedrijf mag niet tot een calamiteit in een ander bedrijf leiden. • Minimumafstanden in acht nemen. • Bedrijven met veel werknemers niet in nabijheid van bedrijven met EV risico’s plaatsen (zonering). Beheer • Voorkomen dat in toekomst problemen met externe veiligheid ontstaan • Op locaties die geschikt zijn voor bedrijven met externe veiligheidsrisico voorkeur geven aan dergelijke bedrijven Argumenten voor ondernemers • Vestiging van bedrijven met EV risico’s langs route gevaarlijke stoffen is aantrekkelijk omdat geen ontheffing voor transport van gevaarlijke stoffen aangevraagd hoeft te worden.
Pagina 23 van 29
4. Geluid
Basis
Samenvatting ambities • Lawaaiig tot rumoerig • Woningen voldoen aan het bouwbesluit (binnenniveau 35 dB(A) etmaalwaarde) • Niet gezoneerde bedrijven (terreinen) op grens terrein maximaal 60 dB(A), op gevel woningen maximaal 50 dB(A) • Binnen zone van gezoneerde industrieterreinen maximaal 65 dB(A) op gevel van woning • Indien nodig kunnen verruimingsmogelijkheden van “stad en milieu”of de “handreiking industrielawaai en vergunningverlening” gebruikt worden. NB rail en wegverkeer niet opgenomen.
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Breng de geluidssituatie in beeld. Probeer zicht te krijgen op de werkelijke situatie, ga niet uitsluitend uit van de vergunde geluidsruimte. • Bepaal waar geluidsgevoelige objecten liggen p het bedrijventerrein en in de omgeving. Buiten het terrein zijn over het algemeen andere ambities van toepassing. Deze staan in het gebiedsgericht milieubeleid. • Overleg met ondernemers over het terugdringen van de geluidsproductie • Kijk of afstanden uit het VNG boekje van toepassing zijn op bedrijven of dat met maatwerk meer (kleinere zones) mogelijk is. Suggesties voor ontwerp • Concentreer verkeersstromen • Benut kantoren en bedrijven als afscherming • Pas geluidwerende voorzieningen toe • Vervang klinkers en asfalt door geluidsarm asfalt • Plan bedrijven die veel geluidsoverlast veroorzaken in het centrum van het bedrijventerrein • Omleggen transportroutes Beheer • Adequaat klachtensysteem • Handhaving en beheer vergunningen en AmvB’s Argumenten voor ondernemers • •
Minder klachten over geluidsoverlast is positief voor het imago Door bij planvorming slim met geluid om te gaan kunnen mogelijkheden voor uitbreiding van bedrijfsactiviteiten ontstaan
Pagina 24 van 29
5. Luchtkwaliteit
Basis
Samenvatting ambities • NO2 in 2010 voldoen aan grenswaarde van 40 µg/m3 • Fijn stof, voldoen aan grenswaarden van 40 µg/m3 • Fijn stof maximaal 35 maal per jaar overschrijding van het 24-uurs gemiddelde
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein De luchtkwaliteit in de gemeente Den Haag wordt voor het grootste deel bepaald door het verkeer binnen de gemeente en door bronnen buiten de gemeente. De mogelijkheden om bij herstructurering van bedrijventerreinen te werken aan verbetering van de luchtkwaliteit zijn beperkt. Wanneer de herstructurering leidt tot ingrepen in de verkeersstructuur zijn de mogelijkheden groter. Maatregelen die tot minder autoverkeer of een betere doorstroming leiden zijn over het algemeen goed voor de luchtkwaliteit. De toepassing van duurzame energiesystemen levert ook een bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit. De transformatie van bedrijventerreinen in woon of woonwerkgebieden kan ook een bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit indien dit leidt tot andere verkeersstromen (minder vrachtverkeer) of minder verkeer. Voorbereiding • Breng de bestaande en toekomstige luchtkwaliteit in beeld. Bepaal hierbij de belangrijkste bronnen van luchtverontreiniging (lokale wegen, rijksweg etc.) en onderzoek welke maatregelen bij deze bronnen mogelijk zijn. Suggesties voor ontwerp • Toegangswegen bedrijventerrein zo min mogelijk langs gevoelige bestemmingen leiden. Gevoelige bestemmingen zijn bijvoorbeeld wonen, sportterreinen, zorginstellingen, kinderdagverblijven en scholen. • Zorg voor een goede doorstroming van vrachtverkeer • Benut voor verwarming en elektra duurzame energiebronnen of het stadsverwarmingsnet (geen uitstoot van NOx en fijn stof). • Plan bedrijven bij elkaar die gezamenlijk transport kunnen organiseren Realisatie • N.v.t. Beheer • Stimuleer het gebruik van schone voertuigen en schone brandstoffen • Onderzoek de mogelijkheden om goederenvervoer te bundelen. • Vervoersmanagement Voordeel voor ondernemers Als de luchtkwaliteit aan de normen voldoet is er geen risico op stopzetten of vertragen bouwplannen (uitbreidingsplannen) om reden van luchtkwaliteit.
Pagina 25 van 29
6. Mobiliteit
Basis
Samenvatting ambities • • • • • • •
Concentratie autoverkeer op hoofdroutes Waarborgen doorstroming autoverkeer op hoofdroutes Werken, sturend parkeerbeleid (normering) Norm voor parkeerbehoefte bij nieuwbouw Parkeren op de openbare weg toegestaan Zwaar verkeer op hoofdroutes OV halte binnen 500 meter van elke bestemming met lijn naar hoofdstation en centrum, frequentie 4 maal per uur • Netwerk met verbindende routes (maaswijdte 400 meter) • (Regionale fietsroutes (maaswijdte 1000 meter)) • Bewaakte fietsenstallingen
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • •
Bepaal knelpunten in de wegenstructuur Onderzoek de ligging van het terrein ten opzichte van het wegennet en bepaal of bedrijven met veel goederentransport op dit terrein gewenst zijn.
Suggesties voor ontwerp • Plan bedrijven met veel werknemers nabij OV-haltes • Zorg voor goede routes voor langzaam verkeer • Voorkom conflicten tussen langzaam en zwaar verkeer • Houd rekening met een eventuele parkeernorm Beheer • Handhaaf parkeerbeleid • Zorg dat het “mobiliteitsprofiel” van nieuwe bedrijven past bij de locatie • Stimuleer samenwerking tussen bedrijven om onnodig transport (goederen en personen) te voorkomen Voordeel voor ondernemers • •
Rekening houden met de verkeersstructuur bevordert de bereikbaarheid. Het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets leidt tot meer beschikbare parkeerplaatsen
Pagina 26 van 29
7. Schoon
Extra
Samenvatting ambities • Schoon, op het eerste gezicht ligt er geen zwerfvuil, wanneer goed gekeken wordt zie je soms iets liggen.
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding Suggesties voor ontwerp • Inrichting van het gebied afstemmen op het gebruik van veegwagens, maaimachines en andere voertuigen. Beheer • Zorg voor regelmatig vegen • Afspraken maken en handhaven over zwerfvuil afkomstig van bedrijven • Idem over zwerfvuil op bedrijfskavels • Maak een planning voor groenonderhoud en vegen van bedrijventerreinen. Communiceer deze met ondernemers en geef aan wat van ondernemers verwacht wordt. Zij dienen er in ieder geval voor te zorgen dat er voldoende ruimte vrij is voor veegwagens, grasmaaiers etc. • Verhogen van de frequentie van groenonderhoud en vegen. Voordelen voor ondernemers Verbetering van de uitstraling van het terrein.
Pagina 27 van 29
8. Water
Afhankelijk van polder
Samenvatting ambities De ambities voor het thema water zijn afhankelijk van de poldereenheid waarin het terrein zich bevindt. De ambities hebben betrekking op: • Waterkwaliteit • Ecologische kwaliteit • Riooloverstorten • Waterbeheer • Lozingen
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Bepaal de poldereenheid waarin het bedrijventerrein ligt • Voer overleg met Hoogheemraadschap van Delfland en afdeling Riolering & Waterbeheersing van de gemeente • Bepaal of de ontwikkelingen leiden tot veranderingen in het watersysteem (denk hierbij ook aan zaken als toename van verhard oppervlak). • Leg bij de gronduitgifte vast dat regenwater dat op een kavel valt schoon moet zijn als die wordt afgevoerd via het riool of oppervlaktewater. Suggesties voor ontwerp • Afkoppelen verhard oppervlak (scheiden vies en schoon water) en infitratie in de bodem. Pas schone materialen toe voor dakbedekking en goten, bestem ruimte voor infiltratiezones. • Creëer mogelijkheden voor de toepassing van regenwater. • Strategie: eerste voorkeur water vasthouden, tweede voorkeur water bergen binnen het gebied, indien voorgaande niet mogelijk is water afvoeren. • Creëer ruimte voor het vasthouden van regenwater • Watertoets* • Hou vuil en schoon water gescheiden • Reduceer overstorten. (ambitieniveau basis, niets doen; ambitieniveau extra, alleen overstorten op grote watergangen met goede doorstroming; ambitieniveau maximaal, geen overstorten op oppervlaktewater). • Bespreek tijdens het ontwerpproces hoe de gewenste waterkwaliteit in de beheersfase behouden blijft. Beheer • Gebruik indien mogelijk regenwater, bijvoorbeeld voor bluswater en schoonmaakwerkzaamheden (wasstraat voor auto’s). • Voorkom ongewenste vervuiling van oppervlaktewater (bijvoorbeeld a.g.v. schoonmaakwerkzaamheden) • Beperk het gebruik van bestrijdingsmiddelen
* Toelichting De watertoets is een procesinstrument. Door toepassing van de watertoets worden alle gevolgen van een ingreep voor de waterhuishoudinginzichtelijk gemaakt en besproken met de betrokken overheden. Uiteindelijk adviseert de waterbeheerder over de waterhuishoudkundige aspecten in een plan. De initiatiefnemer gebuikt dit advies bij de belangenafweging. In bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen worden de resultaten van de watertoets beschreven in de waterparagraaf.
Pagina 28 van 29
9. Natuur
Basis
Samenvatting ambities • • • • • • •
Natuur is ondergeschikt aan ontwikkelingen Groen afgestemd op de gebruikers Groene trambanen in standhouden Beschermen muurvegetaties (vooral bij kademuren) Beschermen bomenlijnen Beschermen bomen boven- en ondergronds Behoud monumentale bomen
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Inventariseer aanwezigheid van natuurwaarden, muurvegetaties, bomenrijen en monumentale bomen. • Onderzoek of groen op het bedrijventerrein onderdeel is van de stedelijke groene hoofdstructuur. Indien dit het geval is dient de structuur behouden te blijven en zo mogelijk versterkt te worden. Suggesties voor ontwerp • Bundel water en groen • Creëer aaneengesloten bomenrijen • Natuurvriendelijke oevers • Neem groen als functie op in het bestemmingsplan Realisatie • Bescherm aanwezig groen gedurende bouwwerkzaamheden • Houdt bij de uitvoering rekening met de flora- en faunawet. Vraag indien nodig ontheffing aan op basis van artikel 75 van de flora- en faunawet Beheer • Extensief beheer • Geen chemische onkruidbestrijding
Pagina 29 van 29
10. Klimaat
Maximaal
Samenvatting ambities • • • •
Nieuwbouw CO2 neutraal Bedrijven, renovatie met levensduur 10 jaar 33% CO2 reductie Bedrijven, renovatie met levensduur 20 jaar 41% CO2 reductie Verkeer, 40 tot 60% reductie van uitstoot CO2 in 2030 t.o.v. 1990
NB. Ook ambities voor woningen op bedrijventerreinen
Aandachtspunten bij (her-) ontwikkeling van bedrijventerrein Voorbereiding • Opstellen energievisie: welke energiestromen, welke bronnen van restwarmte (of koude), welke infrastructuur (stadsverwarmingsnet) is aanwezig, welke mogelijkheden zijn er voor duurzame energie. Suggesties voor ontwerp • Toepassen trias energetica: 1) energiebesparing (beperken energievraag) 2) gebruik energie uit duurzame bronnen 3) gebruik niet vernieuwbare bronnen efficiënt • Afhankelijk van behoefte aan koeling of warmte oriëntatie wel of niet op de zon • Goede isolatie van gebouwen • Zuinige installatie • Reserveer ruimte voor duurzame bronnen (bijvoorbeeld warmte koude opslag) • Kijk naar mogelijkheden om restwarmte te benutten. • Compact bouwen • Indien mogelijk zorgen dat bedrijven op stadsverwarmingsnet aangesloten kunnen worden. • Gebruik asfalt als warmtebron. Zeker op bedrijventerreinen heeft dit veel voordelen. Zo worden de kosten voor het onderhoud aan het wegdek lager doordat in de winter geen bevriezing optreedt en in de zomer het asfalt niet smelt. NB. Gebouwgebonden maatregelen zijn opgenomen bij het thema duurzaam bouwen. Beheer • Zorg dat aangelegde duurzame energiesystemen gebruikt worden. Overig • Energiecertificaat. Vanaf 1 januari 2008 dient bij de bouw, huur of verkoop van een gebouw ene energiecertificaat beschikbaar te zijn. Voor gebouwen van meer dan 1000m2 geldt dat ook bij renovatie een energiecertificaat opgesteld wordt. Het certificaat is vergelijkbaar met de labels die gebruikt worden bij elektrische apparaten en auto’s. De score A geeft een zeer goede energieprestatie weer, de score G een slechte. Gebouwen (of delen van gebouwen) met een industriële functie en onverwarmde ruimten zijn vrijgesteld van deze verplichting. Voordelen voor ondernemers Besparing van energie leidt tot een lagere energierekening. Interessant in dat kader is het energielabel dat vanaf 2008 verplicht is bij nieuwbouw en renovatie van gebouwen van meer dan 1000m2 BVO. Het energielabel is vergelijkbaar met de labels die momenteel bij de verkoop van auto’s en huishoudelijke apparaten gebruikt worden.
Pagina 30 van 29