Concept begroting 2015 Gemeente Drimmelen
Versie Datum
: :
Raad 6 november 2014 7 oktober 2014
2
Voorwoord Hierbij bieden wij u de begroting voor 2015 aan. De vormgeving van deze begroting is t.o.v. de begroting 2014 gewijzigd, maar helder en transparant van opzet. De huidige indeling van de programmabegroting en het programmaformat dateert op hoofdlijnen inmiddels van 2004. Gezien het nieuwe coalitieprogramma, de ontwikkelingen op het gebied van o.a. Waar staat je gemeente, burgerenquête e.d. alsmede de vele gewijzigde / nog te wijzigen taken van de gemeente (decentralisaties) vindt het college het wenselijk om te komen tot een duidelijkere, compactere en logischere indeling van de programma’s ter bevordering van de leesbaarheid en verantwoording in het kader van de P&C cyclus. De belangrijkste wijziging is dat het aantal programma’s is teruggebracht van tien naar zes. De indeling van de programma’s zelf is ook aangepast. De programma’s zijn nu op basis van thema’s uitgewerkt naar subdoelstellingen en de bijhorende activiteiten en prestatie-indicatoren. In de begroting zijn de decentralisaties opgenomen. U heeft aangegeven dat deze voor de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen uitgevoerd moeten gaan worden. Om de risico’s/ frictiekosten op te vangen is er een reserve Bestuursakkoord aanwezig en een stelpost oplopend van € 1.050.000 in 2016 tot € 1.500.000 vanaf 2018. Zoals in de Voorjaarsnota/Kadernota en de raadsbrief over de meicirculaire is aangegeven, is de begroting vanaf 2016 niet sluitend. Financiële ruimte voor structurele nieuwe ontwikkelingen is dan ook heel beperkt aanwezig. In het coalitieprogramma ‘Samen investeren in Drimmelen’ is voor de komende jaren wel een aantal speerpunten opgenomen. De meeste hiervan betreffen incidentele zaken welke gedekt worden uit reserves. Daarom zal er in 2015 prioriteit gegeven worden aan: • Stimuleringsregeling dorpsgericht werken • Extra BOA inzet • Preventie • Voorbereiding infrastructurele werken • Beleidsplan groen • Haalbaarheidsonderzoek groen • Verduurzaming gemeentelijke gebouwen Hiervoor wordt er een bedrag van € 425.000 onttrokken uit de reserve ‘Samen investeren in Drimmelen’. Vanaf 2016 is de begroting niet meer sluitend en kent ook een aantal onzekere factoren. De belangrijkste hiervan zijn de decentralisaties. Ten behoeve van de decentralisaties ontvangt de gemeente vanaf 2015 ca. hiervoor ca. € 9,7 miljoen. Daar het nieuwe taken betreffen, kunnen de uitgaven sterk afwijken van de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten. In 2015 zullen de decentralisaties strak gemonitord worden. Op basis van de informatie over de eerste maanden van 2015 wordt een prognose gemaakt over de toereikendheid van de budgetten.
3
4
Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................................................... 3 Inleiding ............................................................................................................................................ 6 Programmaplan ............................................................................................................................... 11 1 BURGER EN BESTUUR ........................................................................................................................ 12 2 OPENBARE RUIMTE ............................................................................................................................ 16 3 E CONOMIE ....................................................................................................................................... 22 4 M EEDOEN IN DE SAMENLEVING ............................................................................................................. 26 5 RUIMTE EN WONEN ............................................................................................................................ 32 6 S PORT EN BUURTHUIZEN ..................................................................................................................... 36 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ............................................................................................................. 40
Paragrafen ....................................................................................................................................... 43 § A WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO -BEHEERSING ................................................................................ 44 § B LOKALE HEFFINGEN ........................................................................................................................ 50 § C O NDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ..................................................................................................... 56 § D FINANCIERING................................................................................................................................ 68 § E BEDRIJFSVOERING .......................................................................................................................... 74 § F V ERBONDEN PARTIJEN..................................................................................................................... 78 § G G RONDBELEID ............................................................................................................................... 84
Financiële begroting ........................................................................................................................ 95 Bijlage 1 Overzicht actuele beleidsstukken ........................................................................................ 109 Bijlage 2 Beleidswensen .................................................................................................................. 111
5
Inleiding De begroting 2015 van de gemeente Drimmelen bestaat uit zes programma’s, de paragrafen en een meer financieel gedeelte. De programma's zijn een uitwerking van het coalitieprogramma. De programma's en de doelstellingen uit het coalitieprogramma gelden voor de gehele raadsperiode. Om de speerpunten van het beleid te realiseren, worden er door de gemeente activiteiten uitgevoerd. Sommige activiteiten zijn doorlopend en komen voort uit de verplichte taken van een gemeente, andere activiteiten hangen nauw samen met een bepaalde gewenste maatschappelijke uitkomst. In elk programma wordt antwoord gegeven op de drie zogenoemde W-vragen: • Wat willen we bereiken? • Wat gaan we daar voor doen? • Wat gaat het kosten? In de inleiding wordt in hoofdlijnen aangegeven wat in 2015 beleidsinhoudelijk wordt gedaan en wordt inzicht gegeven in de bijbehorende financiën. De ‘Begroting in één oogopslag’ is hierdoor onderdeel van de begroting. Speerpunten In 2015 zullen een groot aantal zaken worden opgepakt. Deze staan in de programma's onder de tweede 'W' Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen ? Samengevat zijn dit op hoofdlijnen de volgende punten per programma: Programma 1 Burger en Bestuur Belangrijk onderdeel uit het coalitieprogramma is dat de gemeente Drimmelen er is voor haar bewoners, verenigingen en bedrijven en dat wij SAMEN de uitdagingen oppakken waarbij de gemeente het goede voorbeeld geeft. In dat kader zal door Dorpsgericht werken ingezet worden op overheidsparticipatie (de overheid denkt mee en participeert bij initiatieven van bewoners) en wordt het mogelijk gemaakt initiatieven financieel te ondersteunen. Ook aan de manier waarop de medewerkers omgaan met aanvragen, negatieve beslissingen e.d. zal aandacht worden besteed. Het enerzijds in een zo vroeg mogelijk stadium helder krijgen wat de mogelijkheden, maar ook de onmogelijkheden voor de gemeente zijn en anderzijds meedenken en streven naar een oplossing zal daarbij voorop staan. De werkwijze van mediationvaardigheden zal hierbij ingezet worden. Ook speelt digitalisering een steeds grotere rol in de dienstverlening. In 2018 moet 80% van de producten ook digitaal aangeboden kunnen worden, waarbij er wel oog dient te zijn voor digibeten.
Programma 2 Openbare ruimte Het programma bevat de gehele gemeentelijke onderhouds- en beheertaken in de openbare ruimte. Naast het normale onderhoud staan weer diverse grote onderhoudsprojecten op de planning. In deze projecten combineren we de werkvelden, wegen, riolering, groen, verkeer enz. Deze gecombineerde projecten staan in een overzicht in het programma opgenomen. Daarnaast gaan we grote rioolvervangingsprojecten in Hooge en Lage Zwaluwe uitvoeren. Voor verschillende werkvelden is nieuw beleid gewenst. Dit geldt voor de werkvelden: Wegen, Speelvoorzieningen en Openbare verlichting. In 2015 maken we deze plannen. Ook maken we een start voor nieuw beleid m.b.t. het openbare groen. Dit zal in 2016 worden voltooid.
Programma 3 Economie In 2015 wordt de raad een visie voorgelegd op het centrum van Made en worden in een uitvoeringsprogramma korte en middellange acties beschreven, voorzien van een financiële paragraaf. Het centrumplan Made heeft als doel de attractiviteit en economische vitaliteit van het centrum van Made een impuls te geven. In het coalitieprogramma is gesteld dat een volwaardige (fulltime) beleidsmedewerker economische zaken een impuls kan geven aan het ondernemersklimaat. Op basis van een behoefte-onderzoek bij ondernemers wordt in 2015 binnen de bestaande formatie invulling gegeven aan deze functie. De nota Vrijetijdseconomie en het bijbehorende actieplan, vastgesteld in december 2013 door de raad, vormen de basis voor de activiteiten in 2015. Naast deze nota dragen de ontwikkelingen van de jachthavens en het Nationaal Park de Biesbosch bij aan versterking van de vrijetijdssector. In mei 2014 is het Toekomstplan Haven Lage Zwaluwe vastgesteld, voorzien van korte termijn acties. De eerste actie betreft het ontwikkelen van ligplaatsen, dagrecreatie en parkeervoorzieningen op het Degaterrein. Hiervoor zal in 2015 de raad een voorstel worden voorgelegd, waarna de uitvoering kan worden opgepakt.
6
Programma 4 Meedoen in de samenleving Op verzoek van de gemeenteraad is in 2014 een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd voor nieuwbouw van het Dongemondcollege in Made. De alternatieve locaties, kosten en planning zijn in beeld gebracht. In 2015 krijgt dit traject een vervolg. Het leerlingenaantal van basisschool Het Klaverblad in Drimmelen is aanzienlijk afgenomen en hiermee in de gevarenzone gekomen. Het schoolbestuur van het openbaar onderwijs OBO West-Brabant heeft diverse initiatieven ontplooid om de school een meer regionale uitstraling te geven. Als dit in het schooljaar 20142015 niet tot het gewenste resultaat leidt, is OBO voornemens om de school per augustus 2015 te sluiten Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor bijna alle ondersteuning aan mensen die het alleen niet redden op het gebied van opvoeding, welzijn, zorg en werk & inkomen. De gemeente neemt daarmee een groot aantal huidige taken van het Rijk over. Dit wordt ook wel de ‘transities’ of ‘decentralisaties’ genoemd. De nieuwe taken gaan samen met een forse rijksbezuiniging. Oftewel, de gemeente moet de taken uitvoeren met minder geld. Gemeente Drimmelen wil de nadruk leggen op participatie en eigen kracht. Mensen met een hulpvraag gaan uit van hun eigen mogelijkheden en netwerk. Waar dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning. De gemeente wordt vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. De toegang tot jeugdzorg voor jongeren van 0-18 jaar organiseren we zo veel mogelijk vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (GJG). Het CJG werkt samen met huisartsen, scholen, jeugdgezondheidszorg en welzijnswerkers. Als meer hulp nodig is, wordt specialistische zorg geregeld. Per 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor een aantal nieuwe taken binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, zoals dagbesteding en begeleiding, het mantelzorgcompliment, financieel maatwerk voor mensen met veel kosten vanwege een chronische ziekte of beperking. De toegang van de zorg wordt geregeld via dorpsteams. Vanaf 2015 komt er één regeling voor alle mensen die kunnen werken, maar daarbij ondersteuning nodig hebben. Deze regeling heet de Participatiewet. De gemeente voert deze wet uit. In de Participatiewet worden de huidige Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wajong samengevoegd. Per 2015 worden gemeenten fors gekort door het Rijk op de middelen voor hulp bij het huishouden. De gemeenteraad neemt begin 2015 een besluit over de bezuinigingen die per juli 2015 ingevoerd gaan worden.
Programma 5 Ruimte en wonen In maart 2014 is het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld door de raad. In 2015 zullen verzoeken om planvorming worden behandeld en wordt een veegplan voor het buitengebied gestart. Daarnaast worden de bestemmingsplannen voor de Biesbosch en voor de kernen van Hooge Zwaluwe en Terheijden geactualiseerd. In 2015 wordt gewerkt aan diverse woningbouwplannen en wordt een plan van aanpak opgesteld voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Het grondbeleid en het beleid snippergroen worden geactualiseerd. In 2013 is het beleidsplan duurzaamheid/uitvoeringsprogramma 2013-2017 vastgesteld, met een uitwerking in doelstellingen voor 2017 en uitvoeringsactiviteiten. Net als in 2014 wordt ook in 2015 gewerkt aan de activiteiten uit het uitvoeringsprogramma.
Programma 6 Sport en buurthuizen De gymzaal in Terheijden is verouderd. Daarom heeft de gemeenteraad de intentie uitgesproken om een nieuwe gymzaal te bouwen achter sociaal cultureel centrum De Cour. In 2015 wordt de nieuwbouw voorbereid gericht op oplevering in 2016. De gemeente wil meewerken en –denken aan het investeren in kunstgrasvelden bij de voetbalverenigingen. In 2015 wordt hiervoor samen met de voetbalverenigingen een plan ontwikkeld. Ook in 2015 zijn de buurtsportcoaches actief in onze gemeente om sport en bewegen door jongeren, ouderen en mensen met een beperking te stimuleren. Gemeenschapshuis Den Domp in Lage Zwaluwe staat in verhuurde staat te koop. Het is tot op heden onduidelijk of het lukt om het pand te verkopen. Daarom wordt een alternatief plan opgesteld en aan de gemeenteraad voorgelegd. Het is in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (zie programma 4) belangrijk dat alle inwoners gebruik kunnen maken van activiteiten in de buurthuizen. Daarom worden in 2015 de buurthuizen, daar waar nodig, hiervoor geschikt gemaakt.
7
Financiële positie In dit onderdeel van de programmabegroting, de financiële positie, lichten we het financieel perspectief van de gemeente op hoofdlijnen toe. Gehanteerde uitgangspunten De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2015 zijn: • het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” • besluitvorming m.b.t. de kerntakendiscussie 2011 • de vastgestelde programmabegroting 2014 • de vastgestelde Voorjaarsnota 2014 • de kadernota 2015 • de meicirculaire 2014 • alle overige raadsbesluiten na vaststellen programmabegroting 2014 Bij de samenstelling van de begroting hebben we de onderstaande uitgangspunten gehanteerd: • Voor de indexering van materiële budgetten in de begroting 2015 wordt een percentage van 1,5% aangehouden • Voor de ontwikkeling van de loonkosten wordt een percentage van 1,0% aangehouden. • Vanwege de inflatie 2015 wordt het OZBvolume verhoogd met 1,35% • De meerjarenraming 2016-2018 is opgesteld op prijspeil 2015 • Het rentepercentage dat wordt gehanteerd is 3,0%
Begrotingssaldo Na verwerken van bovenstaande uitgangspunten en verder samenstellen van de begroting incl. alle actualiseringen volgt een nieuw financieel meerjarenperspectief. Deze is als volgt.
in € 1.000 Geraamde resultaat
2015 31.158 V
2016 545.208- N
2017 778.430- N
2018 1.119.993- N
Het laatste gepresenteerde meerjarenperspectief was bij de raadsbrief m.b.t. de meicirculaire. De nu voorliggende begroting wijkt weinig af, maar is vanaf 2016 wel positiever dan de eerdere cijfers. De verschillen tussen de Kadernota en deze nieuwe begroting zijn beperkt en staan vermeld in de Financiële begroting.
Het financieel meerjarenperspectief is nog steeds heel onzeker. De hoogte van de rijksvergoedingen m.b.t. de decentralisaties is bekend, maar de uitgaven en de ontwikkeling van de rijksvergoeding is zeer onzeker. Het uitgangspunt is dat de decentralisaties binnen de rijksmiddelen uitgevoerd worden. De decentralisaties zijn daarom budgettair neutraal opgenomen in de begroting. Gezien de onzekerheden is het mogelijk dat bijstelling van de budgetten in 2015 nodig is. Deze mogelijke overschrijdingen kunnen in eerste instantie incidenteel worden opgevangen door de reserve Bestuursakkoord. In 2015 staat deze reserve aanzienlijk onder druk vanwege de vele risico’s en bezuinigingen op hulp bij het huishouden. Om een deel van de structurele m.b.t. de transities en de herijking van het gemeentefondsrisico's op te vangen, is in de begroting een stelpost opgenomen. Deze stelpost loopt op van € 1.050.000 in 2016 tm € 1.500.000 vanaf 2018.
in € 1.000 Stelpost Bestuursakkoord
2015 -
2016 1.050.000 V
2017 1.200.000 V
2018 1.500.000 V
Indien de stelpost zou vervallen, is de begroting structureel sluitend. De belangrijkste risico's loopt de gemeente vanwege de decentralisaties van de taken op het gebied van de Jeugdwet en de AWBZ en de wijziging van de participatiewet. Om deze risico’s op te vangen is een weerstandscapaciteit nodig van € 7,0 miljoen. De hiervoor beschikbare reserves zijn toereikend. Voor meer informatie over de ontwikkeling van risico’s verwijzen wij u naar de in deze begroting opgenomen paragraaf weerstandsvermogen.
8
Financiering programma’s De programmabegroting is vergelijkbaar met een privé huishoudboekje. De periodieke uitgaven die de gemeente jaarlijks doet, staan erin vermeld. Voorbeelden zijn de kosten van rente en afschrijving als gevolg van gemeentelijke investeringen, salariskosten, materiële kosten, de jaarlijkse subsidies aan instellingen, de uitgaven in het kader van de bijstand, armoedebestrijding, etc. De gemeenteraad bepaalt het aantal programma’s, de beleidsonderwerpen, per programma de hoeveelheid geld (de omvang van het budget) dat maximaal mag worden uitgegeven en het resultaat dat de raad daarvoor verwacht. In totaal bedragen de uitgaven van de gemeente ruim € 51 miljoen. Per programma mag het college in 2015 de volgende bedragen uitgeven:
25 20 15 10 5 -
Naast de uitgaven zijn ook de inkomsten in de begroting opgenomen. De belangrijkste inkomsten van de gemeente zijn: a. De algemene uitkering uit het landelijke Gemeentefonds Dit is een rijksbijdrage, waarvan de raad de bestedingen naar eigen inzicht kan bepalen; b. De integratie-uitkering Sociaal domein Deze inkomsten ontvangt de gemeente vanaf 2015 t.b.v. de nieuwe taken die vallen onder de decentralisaties; c. Specifieke bijdragen die het Rijk maar ook de provincie aan de gemeente verstrekken om door hen bepaalde doeleinden te kunnen bekostigen Voorbeelden zijn de rijksbijdragen die de gemeente krijgt voor de bijstandsuitgaven, IOAW en IOAZ; d. Eigen gemeentelijke inkomsten uit gemeentebelastingen Voorbeelden zijn de onroerende zaakbelasting en hondenbelasting, maar ook inkomsten uit leges die worden verkregen omdat u als burger specifieke diensten van de gemeente afneemt (bijvoorbeeld een paspoort of een omgevingsvergunning) en gemeentelijke heffingen (bijvoorbeeld voor de inzameling van huishoudelijk afval en dergelijke). De raad beslist over de omvang van de gemeentebelastingen, leges en rechten. De inkomsten uit het Gemeentefonds zijn grotendeels bepalend voor de bestedingsmogelijkheden van de gemeente. De omvang van het Gemeentefonds, en dus ook de bijdrage die de gemeente daaruit krijgt, is gekoppeld aan de omvang van een deel van de rijksuitgaven. Besluit het Rijk tot bezuinigingen op de rijksuitgaven, dan hebben gemeenten minder te besteden. Gaat het Rijk meer uitgeven, kunnen de lagere overheden ook beschikken over meer budget. Lagere inkomsten uit het Gemeentefonds als gevolg van rijksbezuinigingen, hebben doorgaans tot gevolg dat ook gemeenten moeten bezuinigen.
9
Onderstaande tabel (in € 1.000.000) geeft een overzicht van de inkomsten van de gemeente op hoofdlijnen.
Overige ontvangsten Rente en dividenden Rijks- en provinciale subsidies Grondbedrijf Algemene uitkering -
5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0
De gemeente staat dus samen met al haar partners voor een bijzonder jaar waarbij veel nieuwe taken uitgevoerd gaan worden en hard aan de slag wordt gegaan met het coalitieprogramma ‘Samen investeren in Drimmelen’.
Burgemeester en wethouders van Drimmelen,
drs. C. Smits Secretaris
drs. G.L.C.M. de Kok Burgemeester
10
Programmaplan
11
1 BURGER EN BESTUUR Wat willen we bereiken? In het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” zijn de volgende speerpunten beschreven: • Verder ontwikkelen dorpsgericht werken en het integreren daarvan in gemeentelijk denken en handelen • Samenwerking • Juiste, tijdige en volledige dienstverlening • Van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie • Verbeteren contact politiek en burger • Aandacht voor handhaafbaarheid van regels • Voldoende wijkagenten • Eigen veiligheid • Preventie, m.n. op het gebied van alcohol en drugs, gericht op jeugd • Digitalisering van de dienstverlening (producten en formulieren)
De hoofddoelstelling van het programma is: Het vergroten van het vertrouwen van burgers in de gemeente. Dit programma bestaat uit de volgende thema’s en bijbehorende subdoelstellingen: • Dienstverlening • Burger en politiek • Dorpsgericht werken • Openbare orde en veiligheid, crisisbeheersing • Bestuursondersteuning Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Dienstverlening Het thema dienstverlening gaat met name over de directe dienstverlening aan de balie en de telefoon. Belangrijk onderdeel binnen dit thema is digitalisering van de producten; in het coalitieprogramma is opgenomen dat binnen vier jaar gedigitaliseerd moet worden wat gedigitaliseerd kan worden. Hierbij moet de burger een keuzevrijheid houden; niet iedereen is digitaal even vaardig. Subdoelstelling 1 De klant heeft de vrijheid van kanaalkeuze (telefoon, internet, balie). Subdoelstelling 2 De klant waardeert de klantvriendelijkheid en deskundigheid aan de balie met tenminste een 7,5 (meting tweejaarlijkse burgerenquête ‘waar staat je gemeente’. Deze is weer in 2016. 1.1. Digitalisering In 2018 moet tenminste 80% van de producten digitaal beschikbaar zijn. In 2015 worden daarom ten minste tien nieuwe producten digitaal beschikbaar gesteld. 1.2. Dienstverleningsconcept In 2015 komt een nieuw dienstverleningsconcept beschikbaar, waarin de klant centraal staat. 1.3. Vasthouden en waar mogelijk verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening Zowel het nieuwe dienstverleningsconcept als ook meer digitale producten verhogen de kwaliteit van de dienstverlening. Belangrijk is om de onderdelen uit de burgerenquête ‘waar staat je gemeente’ vast te houden die goed gaan, zoals de klanttevredenheid over de deskundigheid en vriendelijkheid van de medewerkers (gemiddeld gewaardeerd met een 8,6). En om de onderdelen die voor verbetering vatbaar zijn op te pakken, zoals de mogelijkheid tot het online melden van verloren en gevonden voorwerpen en het digitaal doen van meldingen. 1.4. Meldpunt Ook in 2015 werken we verder aan koppelingen en een (interne) grafische weergave mbt de meldingen om de afhandeling te versnellen en daarmee een betere communicatie richting de melder de realiseren.
12
2. Burger en politiek De gemeente Drimmelen wil het vertrouwen van de burgers in de overheid vergroten. De gemeente stimuleert het eigen initiatief en staat open voor dialoog. Bewoners kunnen gemakkelijk in contact komen met het gemeentebestuur. Het coalitieprogramma meldt dat men het vertrouwen van de burgers wil vergroten. Er moet gekeken worden naar de behoeften van de burgers en die vervolgens faciliteren: van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Subdoelstelling 1. De gemeente en inwoners trekken samen op bij zowel de totstandkoming van de beleidsvorming als de uitvoering ervan. Subdoelstelling 2. Drempels voor inwoners en organisaties dienen weggenomen te worden. 2.1. Raadswerkgroep Een raadswerkgroep werkt deze doelstellingen uit. Te denken valt aan aanpassing van de vergaderwijze zoals introductie van rondetafelgesprekken en een sprekersplein.
3. Dorpsgericht werken Dorpsgericht werken in de gemeente Drimmelen is de manier van werken, waarbij bewoners, gemeente, woningstichtingen, politie, jongerenwerk en andere instanties en verenigingen nauw samenwerken om de leefbaarheid, veiligheid en sociale betrokkenheid in de dorpen te versterken. In het coalitieprogramma wordt dit genoemd onder de punten 1 Dorpsgericht werken en 2 Burgerparticipatie/ overheidsparticipatie Subdoelstelling 1 De verantwoordelijkheid en deskundigheid van bewoners tot zijn recht laten komen door gebruik te maken van kennis en inzet van bewoners en gezamenlijk te zoeken naar structurele oplossingen en inzet. Subdoelstelling 2 Bewoners uitdagen en stimuleren om zelf mee te denken en vooral ook dingen zelf op te pakken. Zo is het streven dat bewoners meer betrokken en zelfredzaam worden in de eigen woonomgeving. 3.1. Van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie Vanaf 2015 wordt de insteek om op deze werkwijze in te zetten: • Door bewoners/ initiatiefnemers te stimuleren zelf initiatieven te nemen; • Door hierbij mee te denken, te ondersteunen en te faciliteren; • ‘Meet en Matchbijeenkomst’ te organiseren en hiermee initiatiefnemers een platform bieden voor hun initiatieven en samenwerking met andere bewoners/ organisaties te stimuleren. 3.2. Burgerparticipatie In 2014 worden spelregels opgesteld voor de budgetten voor burgerinitiatieven. In 2015 zal middels een PR campagne de mogelijkheid om geld te vragen voor burgerinitiatieven onder de aandacht gebracht worden mits het budget hiervoor beschikbaar wordt gesteld.
4. Openbare orde en veiligheid, crisisbeheersing Openbare orde heeft in hoofdzaak te maken met de veiligheid van onze burgers in de publieke ruimte. De crisisbeheersing is gericht op de mate waarin onze gemeente voorbereid is op een eventuele ramp of crisis. De gemeenteraad heeft in september de kadernota Integrale veiligheid 2013-2016 vastgesteld uit de hierin opgenomen vijf veiligheidsvelden zijn vijf prioriteiten benoemd. In het coalitieprogramma 2014-2018, onder programma Veiligheid zijn onder meer de volgende punten benoemd: 1. Wijkagenten 2. Eigen veiligheid 3. Preventie Subdoelstelling 1 Een daadkrachtige integrale aanpak (met ketenpartners) van veiligheidsvraagstukken en onveiligheidsgevoelens teneinde een omgeving te creëren/behouden waarin burgers, bedrijven en bezoekers veilig kunnen wonen, werken en recreëren.
13
Subdoelstelling 2 Meer veiligheid, meer betrokkenheid, meer vertrouwen en verbetering van de samenwerking. Op districtelijk en regionaal niveau coalities verder versterken en als gemeenten, Openbaar Ministerie en politie waar mogelijk optreden als één overheid. 4.1. Eigen veiligheid Aan de aanpak van woninginbraken is door de gemeenteraad van Drimmelen de hoogste prioriteit toegekend. Ook in het nieuwe Regionaal Beleidsplan van de politie Zeeland-West-Brabant wordt aan deze zogenaamde High Impact Crime (HIC) hoogste prioriteit gegeven. Tot 2018 wil men een daling van 26% bereiken van het aantal woninginbraken t.o.v. 2011. Gemeenten en politie werken in de aanpak samen door activiteiten te ontplooien in het twee-wekelijks Woning Inbraken Overleg. Onderdeel van deze aanpak is bewoners stimuleren alert te zijn en hun eigen veiligheid te vergroten door onder meer toepassing van het keurmerk veilig wonen, promoten van burgernet, verhogen van de meldingsbereidheid, maar ook zichtbaarheid en aanwezigheid van politie en wijkagenten in het bijzonder. 4.2. Preventie Alcoholgebruik onder jongeren en jeugdoverlast zijn eveneens twee prioriteiten die door de gemeenteraad benoemd zijn. Jeugdoverlast; door samenwerking met de ketenpartners in de begeleidingscommissie het aantal jeugdgroepen terugdringen. Jeugd en alcohol. De gemeente heeft een Preventie en handhavingsplan alcohol 2014-2018 opgesteld. Dit plan heeft twee hoofddoelstellingen t.w.; 1. Geen alcohol voor jongeren jonger dan 18 jaar; 2. Geen overmatig alcoholgebruik voor jongeren vanaf 18 jaar. Het plan beschrijft preventie- en handhavingsstrategieën. Het zwaartepunt ligt hierbij op preventie, repressie vormt het sluitstuk. Resultaten van deze aanpak moeten zichtbaar worden in de gezondheidsmonitor van de GGD. Daarnaast is het horecabeleid vastgesteld en is het toezicht op de Drank- en Horecawet decentraal weggelegd bij de gemeenten. De gemeente Drimmelen maakt deel uit van de districtelijke Drank- en Horecawet pool. Deze pool wordt verder geprofessionaliseerd en uitgebreid. 4.3. BOA capaciteit In het coalitie akkoord is bepaald dat de BOA inzet voor kleine ergernissen wordt verhoogd. Omdat de gemeentelijke BOA volgend jaar deel zal gaan nemen aan de regionale pool van BOA's in het kader van de Drank- en Horecawet zal de incidentele extra capaciteit ter aanvulling ingezet worden. Op deze manier wordt de handhaving van de DHW goed vorm gegeven, zonder verlies van capaciteit op de kleine ergernissen. E.e.a. voorzover het budget hiervoor wordt gehonoreerd.
5. Bestuursondersteuning Het thema Bestuursondersteuning is gericht op het juist, tijdig en volledig laten verlopen van een aantal ondersteunende processen. Binnen dit thema vallen o.a. de onderwerpen “Samenwerking” en “Regelgeving” genoemd onder programma 1 in het coalitieprogramma, maar ook de klantgerichte en flexibele houding, het kunnen luisteren en loslaten, wat van de gemeentelijk organisatie wordt verwacht, zoals genoemd in de inleiding van het coalitieprogramma . Subdoelstelling 1 De gemeente heeft duidelijke regels, verordeningen. Subdoelstelling 2 De burger ervaart het contact met de gemeente als passend. 5.1. Samenwerken met andere gemeenten Op ambtelijk niveau wordt op diverse plekken al samengewerkt. Van deze vormen van samenwerking zal een overzicht gemaakt worden en vervolgens zal op basis van noodzaak en urgentie bezien worden hoe de samenwerkingen verder vorm gegeven kunnen worden. Zo kan de samenwerking zowel bottom-up en top-down verder vorm gegeven worden. 5.2. Zorgen voor heldere en handhaafbare regelgeving In het kader van de juridische kwaliteitszorg wordt bij nieuwe regelgeving steeds gekeken naar de noodzaak van de regels, de duidelijkheid en de handhaafbaarheid er van. In 2015 zal hier extra nadruk op gelegd worden. Bestaande regelgeving zal, daar waar opportuun, eveneens tegen het licht gehouden worden m.b.t. noodzaak, helderheid en handhaafbaarheid.
14
5.3. Mediationvaardigheden doorvoeren in de primaire processen Mediationvaardigheden worden inmiddels toegepast bij de behandeling van bezwaren en klachten. Er is echter nog veel winst te behalen door deze manier van werken door te trekken naar het primaire proces. Het gaat dan veel meer om een werkwijze waarbij medewerkers niet automatisch de standaardprocedure starten bij het binnenkomen van een zienswijze, bezwaar of klacht of wanneer ze van plan zijn een negatieve beslissing over een aanvraag te nemen of voornemens zijn een beleidsbeslissing te nemen die negatief uitpakt voor (een groep) burgers, maar eerst de mogelijkheden voor een informele aanpak (bellen of uitnodigen voor een gesprek) onderzoeken.
Prestatie-indicatoren Thema 1 Dienstverlening Klanttevredenheid
Prestatie-indicator
Werkelijk 2013
2 Burger en politiek Het vertrouwen in de overheid vergroten
Begroot 2015
7,00
7,50
15 prod. 10 min 10 min
25 prod. 10 min 10 min
Tevredenheid bewoners als kiezer in de gemeente (WSJG)
5,40
5,80
(WSJG)
5,50
6,20
Tevredenheid bewoners als klant van de gemeente (WSJG) Aantal producten online In de hal Aan de balie
Digitalisering Wachttijden Afhandeltijd
Begroot 2014
3 Thema dorpsgericht werken De burger als partner
1
4 Openbare orde en veiligheid, crisisbeheersing Terugdringen woninginbraken Terugdringen "hinderlijke jeugdgroepen Registratie discriminatie klachten Halt verwijzingen Schade bedrag jaarwisseling
Aantallen woninginbraken Aantallen hinderlijke jeugdgroepen Aantallen klachten Aantallen Halt verwijzingen gem. Drimmelen Schade bedrag gemeentelijke eigendommen
5 Bestuursondersteuning De gemeente heeft duidelijke regels, verordeningen (WSJG)
104 1 1 35 15.995
100 2 1 25 11.000
95 1 25 10.000
7
1
De score in de WSJG voor de burger als partner kan niet één op één toegerekend worden aan dorpsgericht werken. Allereerst is de vraagstelling onder deze score vooral gericht op de totstandkoming en de uitvoering van beleid, terwijl dorpsgericht werken breder is. Daarnaast heeft de coördinator dorpsgericht werken vooral een functie als aanjager, vervolgens dienen de medewerkers, bestuur en burgers hier mee verder te gaan. Deze prestatie indicator heeft daarom ook betekenis voor een aantal andere thema's 1, 2 en 5 uit programma 1.
Wat gaat het kosten?
Lasten Baten Resultaat voor bestemming
Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
5.752.079
6.369.374
6.267.021
418.933
386.051
472.307
5.333.146
5.983.324
5.794.714
0
0
0
Mutatie reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutatie reserves Resultaat na bestemming
46.207
52.638
36.068
-46.207
-52.638
-36.068
5.286.939
5.930.686
5.758.646
15
2 OPENBARE RUIMTE Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling van het programma is: Het op een zo effectief, efficiënt en integraal mogelijke manier schoon, heel, veilig en uitnodigend houden van de openbare ruimte in de gemeente (met zo mogelijk) actieve betrokkenheid van bewoners en bedrijven. We streven naar een duurzaam veilige infrastructuur, in het bijzonder voor de langzame verkeersdeelnemer en met een goede bereikbaarheid van alle kernen.
Dit programma bestaat uit de volgende thema’s en bijbehorende subdoelstellingen: 1. Integraal en burgergericht werken 2. Wegen en Verkeer 3. Groen 4. Water Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Integraal en burgergericht werken De gemeente is verantwoordelijk voor inrichting, onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Wel vinden we het belangrijk om bewoners te betrekken bij hun leefomgeving. Uitvoering van maatregelen moet dus zo goed als mogelijk aansluiten bij de wensen en het gebruik van de bewoners. De ontwikkeling en uitvoering van herinrichtingsprojecten doen we waar mogelijk integraal en in samenspraak en afstemming met bewoners. Dit betekent dat we vroegtijdig communiceren over projecten en bewoners uitnodigen deel te nemen aan de planontwikkeling. Als bewoners aangeven zelf onderhoud en beheer van (een stukje) woonomgeving te willen uitvoeren, zullen we indien mogelijk, het beheer overdragen. Subdoelstelling 1 Bij herinrichtingsprojecten worden bewoners vroegtijdig op de hoogte gesteld en gevraagd mee te denken bij de planontwikkeling. Aandachtspunten vanuit het coalitieprogramma: • Initiatieven van burgers dienen gestimuleerd te worden (zie bij 1.3). • Bij herinrichting dienen burgers mede met gebruikmaking van moderne middelen, vroegtijdig betrokken te worden (zie bij 1.1). • Reconstructie Prinsenpolderstraat (zie bij 1.1 en de paragraaf kapitaalgoederen). • Uitvoeren van een aantal primaire ontwikkelprojecten te weten: Centrumroute Terheijden, Oude weg Lage Zwaluwe, van de Elsenplein Wagenberg en Marktstraat Made (Zie bij 1.1 en de paragraaf Kapitaalgoederen). • Veiliger fietsoversteek Bredaseweg (zie bij 1.1).
Poolsestraat doorloop vanuit 2015 Merelhof doorloop vanuit 2015 Bredaseweg** Prinsenpolderstraat Rozenbloemstraat van de Elsenplein Heidehof Adellaan Groningerlaan achterpad Mr Aalbersestraat Zuideindsestraat*
X X X X X
X X X X X
X X
X X X X X X X
X X X X X
X X X X X X X X X X Betrokken disciplines
* onder voorbehoud van subsidie, dit jaar nog bekend **Een gedeeltelijke combinatie met de drukriolering wordt gemaakt.
16
on er sb rie f in lo op av on be d w on er sa vo nd vo or tg an g
be w
eb si te w
Gr oe n
r Ve
rk ee
eg en W
Ri ol er
in g
1.1. Uitvoeren van integrale projecten in de openbare ruimte In 2015 gaat het om de volgende integrale projecten:
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Wijze van communicatie
Zie voor meer inhoudelijke informatie de paragraaf Kapitaalgoederen. In 2015 zal, als hier budget voor beschikbaar wordt gesteld, een start gemaakt worden met de planontwikkeling van de vier genoemde primaire ontwikkelprojecten. 1.2. Beheer overdragen aan bewoners Bewoners wordt zoveel als mogelijk, de kans geboden om beheer van een (stukje van) hun woonomgeving over te nemen. Afspraken worden vastgelegd in overeenkomsten.
2. Thema Wegen en Verkeer De functie van het wegennet is het verkeer veilig, vlot en comfortabel te verwerken. Het is de taak van de gemeente ervoor te zorgen dat dit wegennet zijn functie blijvend kan vervullen. Dit betekent op tijd technisch onderhoud plegen en waar nodig functionele aanpassingen uit te voeren om de weginrichting te laten aansluiten aan de hedendaagse wensen en richtlijnen. Tevens behoren alle inrichtingselementen (zoals openbare verlichting, civieltechnische kunstwerken, verkeersveiligheid en straatmeubilair) in de openbare ruimte tot dit thema. Subdoelstelling 1 Bevorderen van een duurzaam veilige infrastructuur waarbij het beleid is gericht op een goede bereikbaarheid van alle kernen, een leefbare woonomgeving en veiligheid in het verkeer, met bijzondere aandacht voor de kwetsbare verkeersdeelnemers. (voetgangers, fietsers en mindervaliden). Subdoelstelling 2 Uitvoering van het onderhoud gebeurt volgens de afgesproken kwaliteitscriteria. Subdoelstelling 3 Het openbaar vervoer (inclusief Deeltaxi) waarborgt een goede ontsluiting van de verschillende kernen. Aandachtspunten vanuit het coalitieprogramma: • Er dienen goede en veilige wandel- en fietspaden te zijn en te blijven, ook in het buitengebied. (zie bij 1.1 en 2.1). • Stapsgewijs creëren van een totaalvisie inzake integrale ontwikkeling en onderhoud openbare ruimte. • Betere en duurzame verlichting langs de fietsroutes in het buitengebied en dit als uitgangspunt opnemen in de beleidsnota openbare verlichting. (zie 2.8). • Ontlasting van de dorpskernen Hooge en Lage Zwaluwe alsmede Wagenberg en Terheijden (zie 2.3). • Oplossing voor het kruispunt Godfried Schalkenstraat- Adelstraat (integratie in het centrumplan Made). 2.1. Functionele aanpassingen van wegen Naast eventuele functionele aanpassingen van wegen in integrale projecten worden de volgende projecten uitgevoerd: • Aanbrengen nieuwe markering Ruilverkavelingsweg en Dirk de Botsdijk. • Kruising Ganshoeksingel / Kerkstraat. 2.2. Uitbreiding parkeervoorzieningen Naast eventuele uitbreiding van parkeervoorzieningen in integrale projecten staan een aantal zelfstandige parkeerprojecten op de planning. Deze lijst kan nog wijzigen als gevolg van het in 2014 uitgevoerde parkeeronderzoek in Made en Terheijden waarin de problemen in de woongebieden in kaart worden gebracht. Vooralsnog worden in de volgende straten extra parkeerplaatsen aangelegd: • Nachtegaalstraat. • Gijster. 2.3. Onderzoeken Voor de ontlasting van de dorpen Hooge en Lage Zwaluwe van doorgaand verkeer en zwaar verkeer wordt nader onderzoek gepleegd naar de beste oplossing. De wijze van continuering hangt af van de besluitvorming naar aanleiding van de probleemverkenning. Daarnaast wordt onderzocht hoe de dorpen Wagenberg en Terheijden ontlast kunnen worden van zwaar verkeer. 2.4. Verbeteren Openbaar Vervoer Waarborgen van een totaalsystematiek waarbij alle kernen goed bereikbaar blijven. Als zou blijken dat dit dreigt te verslechteren, gaan we in 2015 hierover in gesprek met de vervoerder over de dienstregeling. Verder worden nog zes bushaltes in Lage Zwaluwe en de buurtbushaltes in Made aangepast aan de criteria van toegankelijkheid.
17
2.5. Technische wegbeheer Begin 2015 zal een nieuw wegenbeleidsplan ter vaststelling worden aangeboden. Hierbij zal aandacht zijn voor duurzaam wegbeheer. Bij de totstandkoming van de werkplanning wordt in het bijzonder gekeken naar de inspectiegegevens met betrekking tot slechte en zeer slechte kwaliteit. Naast participatie in integrale projecten worden in ieder geval de volgende projecten uitgevoerd: • Herstraten Oud Drimmelen. • Vogelstraat. • Asfaltonderhoudsbestek • In 2014 is gestart met de verbetering van het areaal “zeer slecht” waarvoor in juli 2014 extra budget is gehonoreerd. Dit zal in 2015 worden afgerond. Overige projecten volgen uit het nog vast te stellen Wegenbeleidsplan. 2.6. Uitvoering openbare verlichting Begin 2015 zal een nieuw beleidsplan Openbare verlichting ter vaststelling worden aangeboden. Duurzaamheid, energiebesparing en verlichting van fietspaden in het buitengebied, zijn daarin belangrijke aandachtspunten 2.7. Uitvoering civiel technische kunstwerken In 2015 wordt de brug aan de Hamseweg verzwaard. 2.8. Verkeerscommunicatie en bewustwording We sluiten aan bij de landelijke campagne” 0 verkeersdoden” en verstrekken de lagere scholen actiemateriaal ter voorbereiding op de verkeersdeelname van de kinderen.
3. Groen en speelvoorzieningen Het groenbeleid is gericht op duurzaam kwaliteitsgroen. Dit groen wordt op een ecologische basis beheerd, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Er wordt zoveel mogelijk bodembedekkende beplanting aangebracht en bij plantsoenen die daarvoor geschikt zijn, wordt een bepaalde mate van kruidengroei geaccepteerd. In samenspraak en samenwerking met maatschappelijke groeperingen zullen kansen met betrekking tot verbeteren van luchtkwaliteit en biodiversiteit worden benut. Subdoelstelling 1 Bij (her)inrichting van het openbaar groen streven we naar bruikbaarheid, aantrekkelijkheid en duurzaamheid. Subdoelstelling 2 Onderhoud wordt uitgevoerd conform de afgesproken beeldkwaliteit (B, met uitzondering van de beheersgroep “grove heesters” C en hagen). Aandachtspunten vanuit het coalitieprogramma: • Een integrale en overkoepelende nota voor alle groenplannen, waarin biodiversiteit en duurzaamheid een plek krijgen (zie 3.1) 3.1. Opstellen integrale beleidsnota groen In 2015 zal als hiervoor een voorbereidingsbudget wordt gehonoreerd, met een klankbordgroep een integrale en overkoepelende beleidsnota groen opgesteld. Daarin worden actiepunten uit de beleidsplannen duurzaamheid en biodiversiteit meegenomen. In de beleidsnota wordt het bestaande beleid op het gebied van bomen, bermen en landschappelijk groen geactualiseerd. In 2016 wordt de nota aan de Raad ter besluitvorming voorgelegd. 3.2. Renovatie openbaar groen Plantsoenvakken die niet meer voldoen worden omgevormd. Deze renovaties worden voornamelijk integraal met riolering en wegen uitgevoerd (zie ook bij paragraaf 1.1). Naast participatie in integrale projecten worden de volgende projecten in ieder geval uitgevoerd: • Aanpassing parkje aan de Lucia Eijckenstraat Made. • Omvorming van de beplanting Plantsoen tegenover nr. 17 t/m 33 Lage Zwaluwe. • Aanpassing beplanting in delen van de Zeggelaan Terheijden. • Groenvakken parkeervak nabij Raadhuisstraat 43 Hooge Zwaluwe. • Plantvak tegenover Hofstad 5-7 Wagenberg. 3.3. Opstellen beleidsnota Speelvoorzieningen In 2015 wordt een beleidsnota speelvoorzieningen opgesteld en ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad. 3.4. Opstellen Hondenbeleid In 2014 is een start gemaakt met het maken van nieuw hondenbeleid. De nota zal in 2015 aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. Afhankelijk van de besluitvorming zullen in 2015 voorgestelde maatregelen worden uitgevoerd.
18
4. Water Het beheer van de waterhuishouding is erop gericht om wonen, werken en recreatie mogelijk te maken. Schoon water wordt waar mogelijk afgekoppeld van de riolering en op een duurzame wijze verwerkt. Bij zware regenbuien geldt kortdurende wateroverlast op straat, als aanvaardbaar. Voor het afvalwater wordt binnen de beschikbare middelen gestreefd naar een optimale verwerking in de afvalwaterketen. In regionaal verband wordt gewerkt aan een effectieve waterorganisatie om te komen tot kostenreductie (“mindermeer-kosten”), kwaliteitsborging en verminderen van de kwetsbaarheid op gemeentelijk niveau. Subdoelstelling 1 Bij nieuwbouw wordt gestreefd naar afvalwateroplossingen middels vrij verval en wordt regenwater altijd geïnfiltreerd of afgevoerd naar oppervlaktewater . Bij rioolvervanging wordt gestreefd naar een gescheiden rioolstelsel. Subdoelstelling 2 De door het rijk opgelegde “minder-meer-kosten” mogen niet leiden tot een achteruitgang in kwaliteit. 4.1. Rioolvervanging Vervanging van riolering leidt door de aard van het werk in nagenoeg alle gevallen tot integrale projecten. Zie daarom 1.1. Daarnaast zullen de volgende vervangingen worden uitgevoerd: • Onderlangs dijken Lage Zwaluwe (Project loopt door in 2016) • Onderlangs dijken Hooge Zwaluwe • Kilstraat/ Flierstraat Voor realisatie van de projecten is inhuur van derden noodzakelijk. 4.2. Regionale Samenwerking Binnen het samenwerkingsverband rondom de waterketen zal in 2015 eenduidigheid gebracht worden in het beheren van alle gemeentelijk data m.b.t. riolering. Daarnaast wordt een werkwijze ontwikkeld voor het structureel meten van het grondwaterpeil in de regio, om ontwikkelingen te kunnen volgen. We gaan participeren in de werkgroep die zich gaat bezighouden met de waterkeringen in de regio. Dit is voor ons van belang in verband met ontwikkelingen rond bijvoorbeeld het Volkerarkstuwmeer. 4.3. Water en communicatie In 2015 zullen we verder gaan met het presenteren van facetten van de afvalwaterketen aan schoolklassen. Dit doen we tijdens het bezoek van de klas aan de gemeente Drimmelen. Ook zullen we in 2015 samen met het Waterschap meedoen met de waterweek. Er wordt gedacht aan één of twee themadagen.
Prestatie-indicatoren Thema Prestatie-indicator Integraal en burgergericht Bewoners zijn tevreden over afgeronde 1 werken projecten
2
Wegen en verkeer
3
Groen en speelvoorzieningen
4
Water
Werkelijk 2013
Maximaal percentage D kwaliteit vanuit inspectie wegen 7%* Tevredenheid burgers over onderhoud wegen en fietspaden** 5,7 voertuigen rijden max. 10 km.harder dan de toegestane snelheid. maandelijkse schouw openbaar groen voldoet aan afgesproken kwaliteitsniveau Tevredenheid burgers over onderhoud openbaar groen** 5,9 "minder meerkosten" per 2020***
Begroot 2014
Begroot 2015 70% of meer
6 75,00% 90% of meer 6,5
* Gewogen gemiddelde asfalt en elementen uit inspectie april 2014 Deze KPI zal afhankelijk van het nieuwe beleidsplan worden vastgesteld **Tevredenheidscore bewoners uit enquête "waar staat je gemeente 2013": ***In het bestuurakkoord 2011-2015 (rijksoverheid) is de opgave benoemd om kostenstijging in de waterketen te beperken Voor Drimmelen betekent dit een beperking in de kostenstijging van tussen de 13 en 17 % in 2020 Een verdere verfijning van de KPI vindt plaats in het in 2016 op te stellen nieuwe Waterbeleidsplan.
19
Wat gaat het kosten? Werkelijk 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Lasten
8.856.526
10.461.464
9.177.598
Baten
3.294.463
3.464.040
3.449.830
Resultaat voor bestemming
5.562.062
6.997.424
5.727.768
Mutatie reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutatie reserves Resultaat na bestemming
50.700
156.440
0
828.418
1.162.353
463.136
-777.718
-1.005.914
-463.136
4.784.344
5.991.511
5.264.632
20
21
3 ECONOMIE Wat willen we bereiken? In het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” zijn de volgende speerpunten beschreven: • Versterken toerisme en recreatie • Medewerker economische zaken • Geen initiatieven voor uitbreiding van bedrijfsterreinen en glastuinbouw De hoofddoelstelling van het programma is: Versterken van de vrijetijdseconomie en de economische structuur.
Dit programma bestaat uit de volgende thema’s: 1. Versterken economische structuur 2. Versterken vrijetijdseconomie Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Versterken economische structuur Het behouden en versterken van het MKB is van groot belang voor zowel de leefbaarheid, werkgelegenheid als voor het toeristisch aanbod. Door de samenwerking binnen de Amerstreek (Geertruidenberg, Oosterhout, Drimmelen) en een goed gebruik van de SER-ladder kunnen bestaande bedrijventerreinen beter worden benut. Voor de gemeente zal in 2015 detailhandelsbeleid worden opgesteld. Ook heeft het college aandacht voor de verschillende initiatieven op het gebied van breedband/glasvezel en wifihotspots voor toeristische ondernemers, detaillisten, inwoners en toeristen. Subdoelstelling: 1. Het verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers 1.1. Centrumplan Made Het centrumplan Made heeft als doel de attractiviteit en economische vitaliteit van het centrum van Made een impuls te geven. In het centrumplan wordt een visie ontwikkeld op het centrum van Made en worden in een uitvoeringsprogramma korte en middellange acties beschreven, voorzien van een financiële paragraaf. Onderdeel van deze acties betreft de inrichting van de openbare ruimte. In het najaar van 2014 wordt een plan van aanpak voor het centrumplan opgesteld, waarna het project in de loop van 2015 aan de raad wordt aangeboden. 1.2. Detailhandelsbeleid In de vastgestelde structuurvisie Drimmelen 2033 is opgenomen dat detailhandelsbeleid wordt opgesteld, waarbij aandacht is voor maatwerk voor alle kernen binnen de gemeente. Dit detailhandelsbeleid levert tevens belangrijke input voor het centrumplan Made. In 2015 zal het detailhandelsbeleid worden voorgelegd aan de raad. 1.3. Medewerker economische zaken De huidige ambtelijke organisatie kent een beleidsmedewerker voor vrijetijdseconomie (18 uur) en economische zaken (18 uur). In het coalitieakkoord wordt gesteld dat een volwaardige (fulltime) beleidsmedewerker economische zaken een impuls kan geven aan het ondernemersklimaat. Eind 2014 wordt bij ondernemers een enquête uitgezet om de behoefte naar de dienstverlening beter in beeld te brengen. Op basis van dit behoefteonderzoek wordt in 2015 invulling gegeven aan deze functie. Uitgangspunt is dat de uitbreiding van 1 fte binnen de bestaande ambtelijke formatie plaatsvindt. 1.4. Breedbandinternet / wifi Overheden kunnen niet in glasvezel investeren. Het college zal in 2015 een projectplan ‘Breedband internet’ vaststellen, met een verkenning van de kansen en mogelijkheden waarop marktpartijen en bewonerscoöperaties tot ontwikkeling van initiatieven kunnen komen. In 2014 hebben zich meerdere partijen gemeld die planvorming in voorbereiding hebben voor zg. wifi-hotspots in de gemeente Drimmelen. Hierbij liggen kansen voor open-wifi bij onze jachthavens en andere locaties. De gemeente zal waar mogelijk initiatieven faciliteren. 1.5. Duurzaamheid: ondernemen Bij het beleidsplan duurzaamheid hoort een uitvoeringsprogramma 2013-2017. Hierin staan ook activiteiten voor ondernemen. In 2015 pakken we samen met de ondernemers de volgende activiteiten op: duurzaam inkopen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, en het in kaart brengen de mogelijkheden van energie neutrale bedrijfsgebouwen.
22
2. Versterken vrijetijdseconomie De nota Vrijetijdseconomie en het bijbehorende actieplan, vastgesteld in december 2013 door de raad, vormen de basis voor de activiteiten en ontwikkelingen in de vrijetijdseconomie. Naast deze nota dragen de ontwikkelingen van de jachthavens en het Nationaal Park de Biesbosch bij aan versterking van de vrijetijdssector. Subdoelstellingen: 1. Het realiseren van een groei van de bestedingen in de vrijetijdssector om de werkgelegenheid in toerisme en detailhandel op peil te houden en daarmee ook de leefbaarheid van de kernen; 2. Het ontwikkelen en op de markt brengen van verbeterde en nieuwe producten door samenwerking tussen alle typen bedrijven en organisaties in de vrijetijdssector; 3. Het vernieuwen van de samenwerkingsstructuur en de aansturing van de vrijetijdssector, zodat deze effectiever en meer resultaatgericht opereert. 2.1. Actieplan Vrijetijdseconomie In december 2013 is de nota Vrijetijdseconomie vastgesteld. Net als in 2014 zullen ook in 2015 de acties uit de nota Vrijetijdseconomie worden opgepakt. Hierbij kan gedacht onder meer gedacht worden aan het opzetten van de Biesbosch Challenge (evenement), informatie op locatie (infopalen voor toeristen) en het organiseren van intervisiegroepen met startende ondernemers. 2.2. NP De Biesbosch Het Parkschap NP De Biesbosch is door wegvallende financiële middelen mogelijkheden voor nieuwe verdienmodellen aan het uitwerken. Besluitvorming over deze verdienmodellen van het Parkschap worden in 2015 aan de raad voorgelegd. In 2015 worden het werkplan en de samenwerkingsovereenkomst voor het Biesbosch Streeknetwerk opgesteld, en worden hiervoor projecten aangedragen. 2.3.
Havens
Lage Zwaluwe In mei 2014 is het Toekomstplan Haven Lage Zwaluwe vastgesteld. Hierin zijn korte termijndoelen opgenomen, waarvan de uitvoering gestart is na vaststelling van het toekomstplan. Het college zal aan de raad een actieplan voorleggen. Terheijden Het college heeft in april 2013 besloten de haven Terheijden niet te verkopen aan de watersportvereniging, in 2017 wordt opnieuw bezien of privatisering van de jachthaven voordelen oplevert. In 2015 onderzoekt het college de haalbaarheid van een nieuwe kiosk met horeca en in combinatie met de watersportvereniging en informatie over de Kleine Schans. Daarna zal de planvorming hiervoor worden opgepakt. Drimmelen In mei 2014 stelde het college van burgemeester en wethouders het projectplan voor de havens Drimmelen vast. De doelstelling van het project is om de nulsituatie van het gehele havengebied in Drimmelen (oude haven, oude jachthaven, camping De Beverburcht en nieuwe jachthaven) in beeld te brengen voor wat betreft eigendommen/pacht/huur. Het eindresultaat van het project is het vaststellen van een waardebepaling en verkoopstrategie voor de gemeentelijke eigendommen in dit gebied. De strategie is een afweging tussen verkoop, pacht, huur of iets anders. Hierbij vindt een belangenafweging plaats van de betrokkenen in het gebied. Daarnaast moet de strategie in lijn liggen met de ruimtelijke ontwikkelingsvisie Drimmelen. In 2014 is de nulsituatie voor de oude havens in beeld gebracht, hebben gesprekken plaatsgevonden met de betrokkenen in de oude haven en is gestart met de strategie. In 2015 wordt de strategie afgerond en ter besluitvorming aangeboden aan de raad. Streven is het project in 2015 af te ronden. BMD / Moerhave Op 20 december 2012 heeft de gemeenteraad van Drimmelen besloten akkoord te gaan met het definitieve bod op de jachthaven in Drimmelen van Castle Marinas uit Birdham.(GB) Op 9 april 2013 is de notariële verkoopakte gepasseerd. Het laatste deel van de koopsom zal medio 2028 worden voldaan. In maart 2012 is de gemeenteraad akkoord gegaan met verkoop van de camping nabij de nieuwe jachthaven aan De Koninggroep uit Oosterhout. De Koning wil zijn activiteit welke betrekking heeft op het schilderen van luxe jachten vanuit Oosterhout verplaatsen naar Drimmelen. Hiertoe dient de huidige recreatieve bestemming te worden omgezet naar een bedrijvenbestemming. Een partiële herziening is in 2013 door de raad vastgesteld. Verwacht wordt dat deze herziening in het najaar van 2014 definitief wordt. In 2014 is gestart met de ontmanteling van Moerhave BV. Baggeren havens Begin 2015 worden de resterende havens (Binnenhaven Lage Zwaluwe en Terheijden) op gewenste diepte gebracht.
23
2.4. Ontwikkeling De Markzone In de structuurvisie 2033 zijn kansen benoemd voor de ontwikkeling van een toeristisch-recreatief gezicht van Terheijden naar de Mark. Dit speelt met name bij vrijkomende bedrijfsfuncties tussen de Bredaseweg en de Mark. In 2015 zal de raad een visie op de ontwikkeling van de Mark worden aangeboden. 2.5. Duurzaamheid: toeristische sector Bij het beleidsplan duurzaamheid hoort een uitvoeringsprogramma 2013-2017. Hierin staan ook activiteiten voor de toeristische sector. In 2015 pakken we samen met de toeristische sector de volgende activiteiten op: opstellen van beleid/criteria voor duurzaam en innovatief toerisme, stimuleren van duurzaam toerisme en vergroten van het aanbod aan streekproducten.
Prestatie-indicatoren Doelstelling 1 1.1 2 2.1
Prestatie-indicator
Werkelijk 2013
Vergunningverlening: zie Prestatie-indicatoren hoofdstuk 5 Inkomsten toeristenbelasting 1
Begroot 2014
-
-
-
92,5
-
93,0
1. x €1.000
Wat gaat het kosten?
Lasten
Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
948.065
1.361.579
847.365
Baten
1.113.721
453.680
504.337
Resultaat voor bestemming
-165.656
907.899
343.028
Mutatie reserves Stortingen
713.261
0
0
Onttrekkingen
179.169
558.000
15.000
Saldo mutatie reserves
534.093
-558.000
15.000-
Resultaat na bestemming
368.437
349.899
328.028
24
Begroot 2015
25
4 MEEDOEN IN DE SAMENLEVING Wat willen we bereiken? In het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” zijn de volgende speerpunten genoemd: • Inzetten op preventie, participatie en zorg op maat bij de transities • Lokale initiatieven en instellingen worden actief betrokken bij de transities • Nieuwbouw van het Dongemondcollege, waarbij samen met het Dongemondcollege gezocht wordt naar arrangementen om het te bekostigen • Realisering van een arbeidsmeldpunt De hoofddoelstelling van het programma is: We willen dat iedereen mee kan doen in de samenleving: deel kan nemen aan onderwijs en een startkwalificatie behaalt, betaald werk heeft en in eigen levensonderhoud kan voorzien, vrijwilligerswerk wil doen en kan deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Iedereen neemt hierbij zijn eigen verantwoordelijkheid en ondersteunt de mensen in zijn omgeving. Voor wie dit (nog) niet mogelijk is, biedt de gemeente ondersteuning en een vangnet. De drie transities leiden in Drimmelen tot een integraal, innovatief en betaalbaar sociaal beleid.
Dit programma bestaat uit de volgende thema’s en bijbehorende subdoelstellingen: 1. Opgroeien en opvoeden 2. Zorg voor kwetsbare burgers 3. Participatie door werk en maatschappelijke inzet
Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Opgroeien en opvoeden De gemeente is verantwoordelijk voor diverse onderwijsvoorzieningen en jeugd en jongerenwerk. Per 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking en wordt de gemeente eveneens verantwoordelijk voor alle vormen voor jeugdzorg. Coalitieprogramma: Voor de transitie is het werken met 1 regisseur voor 1 gezin met 1 plan en maatwerk het uitgangspunt. Groot belang wordt gehecht aan preventie. Belangrijk is, dat iedereen kan meedoen in de samenleving. De gemeente draagt nieuwbouw van het Dongemondcollege een warm hart toe. Samen met het Dongemondcollege zal gezocht worden naar een arrangement om dit te bekostigen. Tevens dient er oog te zijn voor de maatschappelijke functie die de school kan hebben. Subdoelstelling 1 Faciliteren van goed onderwijs Subdoelstelling 2 Voorkomen van voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie Subdoelstelling 3 Ouders en kinderen helpen in het zelfstandig op lossen van problemen waardoor de instroom van jongeren in de geïndiceerde jeugdzorg zoveel mogelijk wordt voorkomen
1.1 Uitvoeren Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2015-2018 De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting binnen haar grenzen op het terrein van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging. Eind 2014 is het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) geactualiseerd. Voor de komende 4 jaar staat vooral de nieuwbouw van het Dongemondcollege op de agenda. Verder wordt schooljaar 2014-2015 duidelijk of het leerlingenaantal bij basisschool het Klaverblad in Drimmelen als Steve Jobs school toeneemt tot boven de ondergrens van 23 leerlingen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, moet de kinderen een alternatief geboden worden en moet naar herbestemming van het pand gekeken worden. In het IHP worden de mogelijke huisvestingsgevolgen van Passend Onderwijs meegenomen. 1.2 Aanbesteden leerlingenvervoer Begin 2015 wordt besloten of het huidige contract voor leerlingenvervoer voor schooljaar 2015-2016 verlengd wordt of opnieuw aanbesteed moet worden. Dit mede in relatie tot de andere vervoerstaken van de gemeente op het gebied van de Wmo. Hierin worden de consequenties van het Passend Onderwijs voor het leerlingenvervoer zoveel mogelijk meegenomen.
26
1.3 Aanpakken voortijdig schoolverzuim De West-Brabantse gemeenten werken sinds schooljaar 2012-2013 samen in het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten verder terug te dringen. Hiervoor is een Gemeenschappelijke Regeling gevormd. Op basis van de goede resultaten is in 2014 besloten om de samenwerking te continueren. 1.4 Uitvoeren, monitoren en bijsturen transitie jeugdzorg We werken in het Centrum voor Jeugd en Gezin met wijk- CJG-ers en CJG coaches. Zij organiseren dicht bij huis de hulp en ondersteuning die jeugd en ouders nodig hebben. Dit vanuit een generalistische aanpak. We zorgen voor een goede verbinding met het onderwijs en huisartsen. Voor inkoop van specialistische hulp maken we op regionaal niveau in West Brabant Oost afspraken. Dit geldt ook voor facturering en administratie (beleggen bij centrum gemeente). Bij het inschakelen van specialistische hulp kunnen de CJG ers zelf verwijzen in samenspraak met het gezin. Waar nodig doen zij een beroep op het regionaal adviesteam jeugdhulp van West Brabant Oost. 1.5 Vergroten bereik voor- en vroegschoolse educatie Sinds 2011 ontvangt de gemeente middelen voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) om kinderen met een taalachterstand in de peuterspeelzalen en kinderopvang beter voor te bereiden op de basisschool. Een tussenevaluatie en een rapport van de onderwijsinspectie tonen aan dat Drimmelen met de uitvoering van het VVEbeleid op de goede weg is. Met name in Hooge en Lage Zwaluwe wordt in 2015 een groter bereik van de doelgroepkinderen nagestreefd samen met de partners. In 2015 komt naar verwachting duidelijkheid over de continuering van de Rijksfinanciering vanaf 2016 en kan een besluit genomen worden over het vervolg in Drimmelen vanaf 2016. 1.6 Intensiveren contact tussen adolescenten en Jeugdgezondheidszorg Vanaf 2013 ontvangt de gemeente een structurele bijdrage voor het intensiveren van het contact tussen adolescenten en de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Doel jongeren bewust maken van hun eigen gezondheid en gezond gedrag en hen (preventief)begeleiden. Besloten is om het extra contactmoment in te vullen met (geoorloofd) ziekteverzuimbegeleiding op alle VO- en MBO scholen in de regio. Hiervoor is een gezamenlijk besluit genomen door alle gemeenten omdat jongeren vaak naar VO en MBO-scholen gaan in een andere gemeente. In 2015 wordt de aanpak van geoorloofd verzuim in de volle breedte uitgevoerd.
2. Zorg voor kwetsbare mensen De gemeente is verantwoordelijk voor uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Vanaf 2015 treedt de nieuwe wet in werking en wordt de gemeente verantwoordelijk voor de nieuwe taken op het gebied van begeleiding en ondersteuning. De gemeente is eveneens verantwoordelijk voor het minimabeleid, schuldhulpverlening en volksgezondheid. Het uitgangspunt is dat burgers, samen met hun netwerk, verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven en het zolang mogelijk zelfstandig regelen. Daar waar nodig zorgt de gemeente voor ondersteuning door middel van algemene collectieve of individuele voorzieningen en voor een vangnet. Coalitieprogramma: Bij de voorbereiding en uitvoering van de transities wordt gekozen voor samenwerking met alle partners om de bezuinigingen op te vangen. Zij worden proactief betrokken bij de transities. Bewoners hebben een eigen verantwoordelijkheid. Uitgangspunt is 1 regisseur voor 1 gezin met 1 plan en maatwerk. Er wordt gehecht aan preventie: investeren in preventieve maatregelen waardoor dure zorg zo lang mogelijk uitgesteld kan worden. Gezocht wordt naar instrumenten om huiselijk geweld te voorkomen. Tevens wordt geïnvesteerd in preventie op het gebied van alcohol en drugs, vooral gericht op jeugd, samen met andere partijen in het veld. Vervanging van verzorgingshuis De Ganshoek in Lage Zwaluwe is een belangrijk punt. De gemeente zal partijen stimuleren om tot overeenstemming te komen. Subdoelstelling 1 Vergroten van de zelfredzaamheid van mensen Subdoelstelling 2 Mensen zo doelmatig en regelarm mogelijk ondersteunen om mee te kunnen doen in de samenleving Subdoelstelling 3 Helpen bij het terugdringen van schulden waarbij de eigen verantwoordelijkheid van mensen voorop staat Subdoelstelling 4 Stimuleren van een gezonde leefstijl 2.1
Verbreden algemene voorzieningen, zodat ze voor iedereen toegankelijk zijn en mensen met en zonder beperkingen met elkaar in contact kunnen komen Nu al worden de mogelijkheden voor dagbesteding als algemene voorziening onderzocht in samenwerking met bewonersvertegenwoordigingen, aanbieders van zorg en welzijn. In 2015 worden meer algemene voorzieningen gerealiseerd met de inzet van vrijwilligers. Op deze manier ontstaat laagdrempelige ondersteuning voor en door inwoners en kan ook bespaard worden op maatwerkvoorzieningen.
27
2.2 Realiseren toegang In 2014 heeft een pilot met betrekking tot de toegang gedraaid. Op basis van deze ervaringen wordt de toegang per 2015 voorbereid. In 2015 wordt het dorpsteam verder vormgegeven. Voor ieder dorp is een dorpsteam beschikbaar. Hier kunnen mensen snel en eenvoudig hun vragen m.b.t ondersteuning stellen. De onafhankelijkheid wordt vormgegeven door een kern binnen het dorpsteam te benoemen bestaande uit wijkverpleegkundigen, Wmomedewerkers, MEE en Welzijnsmedewerkers. Het dorpsteam heeft ook een preventieve functie door signalen die het dorpsteam waarneemt of van anderen ontvangt zelf te behandelen of door te geven aan de juiste persoon/ organisatie. 2.3 Wonen met Gemak Ouderen willen en moeten langer zelfstandig blijven wonen. Maar de vraag is of de huidige woning (koop- of huur) daarvoor wel voldoende geschikt en veilig is. De gemeente en SWO hebben het initiatief genomen om in het kader van de Wmo het project Wonen met gemak uit te voeren. Er is een plan van aanpak gemaakt, bestaande uit informatie-bijeenkomsten , een woonscan en bemiddeling bij het inschakelen van plaatselijke bedrijven. De aanpak is bedoeld voor de hele gemeente Drimmelen. Gestart wordt met één kern, zodat de ervaringen kunnen worden meegenomen bij de uitvoering van de volgende kernen. Het project start in 2015 na een kick-off in 2014 . SWO is trekker van het project en werkt samen met Wonen met Gemak, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties. 2.4 Uitvoeren intentieverklaring Dementievriendelijke gemeente Drimmelen heeft de intentieverklaring “dementie vriendelijke gemeente” ondertekend. Het doel is dat burgers, informele zorg en professionals dementie kunnen signaleren en met dementie kunnen omgaan. Mensen met dementie en hun mantelzorgers moeten zolang mogelijk kunnen blijven deelnemen in hun buurt en dorp. In 2015 wordt het activiteitenplan uitgevoerd, waaronder voorlichtings- en meet & match bijeenkomsten. Er is een draaiboek dementieondersteuning ontwikkeld. Daarin werkt de gemeente samen met betrokken zorg- en welzijnsorganisaties om te komen tot een goede dementiezorg in de gemeente. 2.5 Uitvoeren, monitoren en bijsturen transitie Wmo In Dongemondverband wordt samengewerkt om de monitoring, contractbeheer en contractmanagement van de nieuwe taak begeleiding efficiënt uit te voeren. Maandelijks, per kwartaal en jaarlijks worden diverse rapportages opgeleverd om tijdig te kunnen bijsturen. 2.6 Implementeren algemene voorziening hulp bij het huishouden Een algemene voorziening voor hulp bij het huishouden wordt verder uitgewerkt. In het eerste kwartaal van 2015 krijgt de gemeenteraad een voorstel voorgelegd met de uitwerking van de algemene voorziening, de invoeringsdatum en de regeling financiële tegemoetkoming. 2.7 Financiële tegemoetkoming voor mensen met meerkosten in verband met handicap/beperking In 2014 is een voorstel ontwikkeld om het beschikbare budget, dat overgeheveld wordt vanuit het Rijk, in te zetten voor mensen met aannemelijke meerkosten in verband met hun beperking. Invoering vindt per 2015 plaats. 2.8 Stimuleren vrijwilligers, individueel en in groepsverband Het Vrijwilligers Informatie Punt (VIP) slaagt erin nieuwe vrijwilligers te vinden en te binden. De sociaal makelaar zorgt ervoor dat mensen met beperkingen kunnen deelnemen aan de maatschappij via vrijwilligers(werk). Het VIP en de sociaal makelaar worden voortgezet in 2015 en hiermee wordt bespaard op maatwerkvoorzieningen. 2.9 Aanbesteden collectief vervoer De 18 West-Brabantse gemeenten en de provincie Noord-Brabant werken samen aan kwalitatief goed en duurzaam financierbaar Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV). Het huidige Deeltaxicontract voor KCV met PZN uit Tilburg loopt op 31 december 2015 af. Daarom is gestart met de voorbereiding van de aanbesteding. De aanbesteding is de eerste helft van 2015, het nieuwe contract gaat per 1 januari 2016 in. 2.10 Aanbesteden hulpmiddelen De gemeente Drimmelen heeft samen met een aantal regiogemeenten een contract met Welzorg voor het leveren van hulpmiddelen in het kader van de Wmo. Het huidige contract voor hulpmiddelen loopt per 1 juli 2015 af. De voorbereidingen voor de aanbesteding met 14 gemeenten zijn gestart, waarbij de leerpunten van het huidige contract worden meegenomen. Per 1 juli 2015 gaat het nieuwe contract in. 2.11 Uitvoeren minimabeleid In 2013 is het minimabeleid geactualiseerd, mede op grond van de drie transities in het sociaal domein, de economische recessie en de ontwikkelingen in het kader van schuldhulpverlening. In 2015 wordt uitvoering gegeven aan de nota, waarbij de samenwerking met alle professionele en vrijwilligersorganisaties versterkt wordt om armoede tijdig te signaleren en aan te pakken. Op het Dongemondcollege en enkele basisscholen wordt aandacht besteed aan het op jonge leeftijd leren om te gaan met geld. De effecten van de transities worden de komende jaren gemonitord, indien nodig wordt het minimabeleid hierop aangepast.
28
2.12 Opstellen nieuw beleidsplan schuldhulpverlening De gemeente Drimmelen geeft uitvoering aan de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening op basis van het beleidsplan integrale schuldhulpverlening. De gemeenteraad heeft voor de jaren 2014 en 2015 een extra budget van jaarlijks € 25.000 beschikbaar gesteld om de huidige schuldhulpverlening te continueren. Tevens is vanaf 2014 een beperkt budget beschikbaar gesteld voor taalcoaches. De extra structurele middelen van € 25.000 vanaf 2014 vanuit het Rijk zijn geoormerkt. Het Wetsvoorstel Maatregelen Wet Werk en Bijstand brengt diverse veranderingen met zich mee. Het beleidsplan Schuldhulpverlening dient om die reden in 2015 geactualiseerd te worden. 2.13 Uitvoeren nota volksgezondheid 2013-2016 In 2015 wordt de nota volksgezondheid verder uitgevoerd met actiepunten op het gebied van prenatale voorlichting, jeugdgezondheidszorg, tegengaan roken, (overmatig) alcoholgebruik en drugs onder jongeren, gezonde leefstijl en preventie gezondheidszorg voor ouderen. De GGD verleent ondersteuning bij de uitvoering. De uitvoering vindt plaats onder het motto “kerngezond Drimmelen” en in samenhang met de initiatieven en ideeën die voortkomen uit de kick-off aanpak overgewicht. De GGD is gevraagd om in het kader van de maatwerkafspraken meer samenhang te brengen in alle lopende initiatieven, publiek-private samenwerking te initiëren en uit te kijken naar een juiste projectstructuur. 2.14 Realiseren van een integrale jeugdgezondheidszorg Per 1 januari 2015 draagt Thebe de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar (JGZ) over aan de GGD West-Brabant. Hiermee ontstaat een integrale JGZ voor 0 tot 19 jarigen. Er is een overdrachtsdocument vastgesteld waarin partijen afspraken vastleggen over medewerkers, werkzaamheden, financiën, goederen, rechten en verplichtingen. De werknemers van Thebe JGZ komen tijdelijk in een stichting met de GGD-directeur als directeur/bestuurder en het Dagelijks Bestuur als raad van toezicht. Het bestuur evalueert na twee jaar en bepaalt dan een definitieve oplossing. 2.15 Uitvoeren project Think Before You Drink Think Before You Drink is een regionaal project Jeugd en Alcohol. Het doel is om beleid en interventies te ontwikkelen om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Dit wordt gemeten door de vierjaarlijkse GGDmonitor onder jongeren. De lokale werkgroep jeugd en alcohol pakt in 2015 de lokale aanbevelingen en acties op.
3. Werk en inkomen Per 2015 wordt de participatiewet ingevoerd, een samenvoeging van Wwb, Wsw (instroom nieuwe doelgroep) en Wajong (doelgroep met arbeidsmogelijkheden). De gemeente is op basis van deze wet verantwoordelijk voor begeleiding naar werk, verstrekken van inkomen, geleidelijke afbouw van de wsw en realisering van beschut werken. Ook bij de participatiewet staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger voorop. Alleen als de burger niet in staat is de eigen verantwoordelijkheid zelf of met zijn netwerk te nemen, kan een beroep worden gedaan op de gemeente. Als het nodig is een uitkering te verstrekken, is het uitgangspunt dat deze uitkering van tijdelijke aard is. Met een actieve en regionaal afgestemde werkgeversbenadering, door Werklink en de werkmakelaar, zetten we in op plaatsing van mensen met een uitkering bij reguliere werkgevers. Daar waar nodig met begeleiding en inzet van loonkostensubsidie. Bij de uitvoering van de Participatiewet volgt de gemeente drie sporen, namelijk beperking van de instroom, bevordering van de uitstroom en handhaving. Coalitieprogramma: De inrichting en operationalisering van een arbeidsmeldpunt Drimmelen maakt onderdeel uit van het coalitieprogramma met het doel om de toeleiding naar werk te stimuleren. Tevens is de verkenning van de mogelijkheden voor een startersbeurs opgenomen Subdoelstelling 1 Beperken van de instroom van mensen met een Wwb-uitkering Subdoelstelling 2 Bevorderen van de uitstroom van mensen met een Wwb-uitkering Subdoelstelling 3 Bevorderen van het plaatsen van inwoners met een arbeidsbeperking (oud-wsw en –wajong) bij reguliere werkgevers met inzet van loonkostensubsidie Subdoelstelling 4 Wava/Go toekomstbestendig maken Subdoelstelling 5 Misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen voorkomen en aanpakken 3.1 Versterken van poortwachtersfunctie door invoering van groepsintakes Eind 2014 wordt gestart met groepsbijeenkomsten in samenwerking met Geertruidenberg en Oosterhout voor mensen die een beroep doen op een uitkering. In een periode van vier weken worden ze wekelijks geïnformeerd over de mogelijkheden op werk en over de rechten en plichten van een uitkering. Door deze werkwijze proberen we mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen en instroom voor een uitkering te beperken.
29
3.2 Inzetten digitale module ten behoeve van oriëntatie op opleiding, vacatures en eigen talenten Alle mensen die zich melden voor een uitkering krijgen toegang tot een digitale module om eigen talenten, opleidingen en vacatures in beeld te brengen. Hiermee bieden we deze groep binnen een periode van drie maanden een opstap naar een betaalde baan. 3.3 Uitvoeren, monitoren en bijsturen participatiewet Het beleid en de verordeningen van de Wwb en Participatiewet zijn met de Dongemondgemeenten afgestemd. Ook de monitoring en bijsturing vindt in samenwerking met de regiogemeenten plaats. Per 2015 worden de maatregelen Wwb ingevoerd, zoals kostdelersnorm en de maatschappelijke tegenprestatie. 3.4 Optimaliseren werkgeversbenadering binnen de regio De werkgeversbenadering wordt binnen de regio West-Brabant op elkaar afgestemd, zo ook de regelingen om werkgevers te ondersteunen bij het plaatsen van mensen met een uitkering. Ook in 2015 wordt door Werklink voor Drimmelen en de andere regiogemeenten een tweetal vacaturecafés georganiseerd. 3.5 Ontwikkelen van een arbeidsmeldpunt en verkennen van de mogelijkheden voor een startersbeurs Op basis van de bestaande samenwerkingsverbanden met Werklink (werkgeversservicepunt Dongemond) en de regio West-Brabant (Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid) wordt gezocht naar een betere benutting van de arbeidsmogelijkheden met onder meer de regio Moerdijk. Dit in de vorm van een arbeidsmeldpunt. Op basis van input van de gemeenteraad wordt een actieprogramma opgesteld. Tevens wordt gekeken naar de mogelijkheden voor een startersbeurs, mede in vergelijking met de huidige baanbonusregeling voor jongeren in West-Brabant. 3.6 Stimuleren extra arbeidsplaatsen voor mensen met een handicap Het Kabinet heeft met de sociale partners afspraken gemaakt over de realisering van 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking (100.000 marktsector en 25.000 overheid). Vanuit het Werkbedrijf (netwerkorganisatie West-Brabant tussen overheid, werkgevers en werknemers) wordt de realisering van extra arbeidsplaatsen voor deze doelgroep gestimuleerd. 3.7 Realiseren beschut werken in afstemming met zorgaanbieder/arbeidsmatige dagbesteding Tot op heden vindt beschut werken vooral plaats in de werkplaats van Wava. Er is samenhang tussen de doelgroepen van beschut werken (Wsw/Wwb) en van dagbesteding (Wmo), die vanaf 2015 beide onder regie van de gemeente plaatsvinden. In 2015 wordt in samenwerking met de aanbieders gezocht naar verdere samenwerking op dit terrein. 3.8 Toekomstbestendig maken van Wava/Go De Participatiewet heeft vanwege de afbouw van de Wsw grote consequenties voor de huidige GR WAVA van de Dongemondgemeenten. Eind 2014, dan wel begin 2015 wordt een besluit genomen over het toekomstscenario van Wava/Go, verdere implementatie vindt daarna plaats. Het uitgangspunt is dat mensen uit Drimmelen (wsw en beschut werken) zoveel mogelijk in de eigen gemeente kunnen deelnemen aan werk en activiteiten. 3.9 Aanpak fraude In samenwerking met de Dongemondgemeenten is eind 2014 gestart om met de inzet van een recherchebureau fraude op te sporen en aan te pakken. Dit in aanvulling op de samenwerking met Fraudebestrijding Breda. Naar verwachting leidt dit tot beëindiging van een aantal uitkeringen.
4. Project transities sociaal domein Het project “transities sociaal domein” is voor de Gemeente Drimmelen benoemd als één van de grote projecten. Het is immers erg belangrijk om de drie transities op elkaar af te stemmen, een tijdige implementatie en een adequate uitvoering te bewaken binnen de wettelijke, inhoudelijke en financiële kaders. Begin 2013 heeft het college een projectdefinitie en projectplan vastgesteld en is een projectstructuur ingesteld. Het doel van het project Transities sociaal domein is als volgt omschreven: de drie transities leiden in Drimmelen tot een integraal, innovatief en betaalbaar sociaal beleid. In 2013 en 2014 zijn visie, beleidskaders en communicatieplan vastgesteld. Aan de hand van een totaalplanning wordt de planning op onderdelen bewaakt. De financiële risico’s worden bijgehouden in het risicomanagementsysteem. Per 2015 starten we met de uitvoering van de nieuwe taken. Al werkende weg worden onderdelen verder uitgewerkt en bijgestuurd. De transformatie vindt de komende jaren pas plaats. Verwachtingsmanagement is hierbij erg belangrijk: niet alles gaat meteen goed en er blijven altijd maatschappelijke risico’s. Vanaf 2015 moet nog het nodige gebeuren op het gebied van organisatie, personeel, ICT, bedrijfsvoering en het onderling verbinden van de drie transities. In het vierde kwartaal 2015 wordt een eindrapportage van het project gemaakt en wordt bepaald of het project daadwerkelijk afgerond kan worden op 1 januari 2016.
30
Prestatie-indicatoren
Thema Prestatie-indicator 1 Behoud tevredenheid burger over voldoende onderwijs in gemeente Verlagen percentage voortijdig schoolverlaters VO MBO
Werkelijk 2013
Begroot 2014
7,7
Begroot 2015
-
7,7
1
0,3
1
0,3
3,2
4
3,2
2
2
Aantal jeugdzorggebruik
3
305
2 4
Aantal extramurale begeleiding Aantal succesvolle bemiddelingen
232 85
5
VIP Afname aantal inwoners in traject schuldhulpverlening 6
Percentage binge drinkers Afname percentage overmatig alcoholgebruik volwassenen: 19 t/m 65 jaar
61
60
60
34
34
28
11
11
10
11 48
11 48
10 45
65
65
60
144 32 0 116 -
145 29 0 108 -
165 30 2 7 110 15
7
65 jaar en ouder Percentage overgewicht volwassenen: 19 7
t/m 65 jaar en 65 jaar en ouder 3 8
Aantal Wwb-ers Percentage uitstroom Wwb-ers Aantal plaatsen beschut werken Aantal loonkostensubsidie Aantal Wsw-ers Aantal beeindigingen vanwege fraude 1
Bron waarstaatjegemeente.nl, 2013 Cijfers uit VSV-verkenner 2012-2013 3 Voor de jeugdzorg wordt een landelijke set indicatoren ontwikkeld. Zodra deze beschikbaar komt, wordt deze verwerkt in de begroting. Het aantal 2015 is gebaseerd op de aantallen 2012: jeugd- en opvoedhulp 70, jeugd GGZ 135, jeugd VB 40, jeugdbescherming 42, jeugdreclassering 16 4 Voor de nieuwe taken Wmo wordt een landelijke set indicatoren ontwikkeld. Zodra deze beschikbaar komt, wordt deze verwerkt in de begroting. Het aantal klanten per juli 2014 met indicatie is 194. Naar verwachting komt er jaarlijks 20% bij. 5 Gebaseerd op realisatie VIP/SWO 2013 6 Cijfers uit jeugdmonitor GGG 2011, meting per 4 jaar 7 Cijfers uit monitor GGD m.b.t. volwassenen en ouderen 2012, meting per 4 jaar 8 In 2013 en 2014 is het aantal aanvragen Wwb, uitkeringen Wwb aanzienlijk toegenomen. Hierop is het begrote aantal voor 2015 op gebaseerd. 2
Wat gaat het kosten? Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
Lasten
14.620.380
15.594.365
Baten
5.714.260
5.836.694
22.523.284 3.550.030
Resultaat voor bestemming
8.906.120
9.757.671
18.973.254
Stortingen
1.993.674
125.394
0
Onttrekkingen
1.247.819
754.697
773.045
745.855
-629.303
-773.045
9.651.975
9.128.368
18.200.209
Mutatie reserves
Saldo mutatie reserves Resultaat na bestemming
31
5 RUIMTE EN WONEN Wat willen we bereiken? In het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” zijn de volgende speerpunten beschreven: • Voldoende aanbod (huur en koop) van nieuwbouw woningen. Daar waar initiatieven uit de markt achterblijven kan de gemeente een meer actieve rol spelen in de ontwikkeling van woningbouw. • Betaalbare, duurzame en levensloopbestendige nieuwbouw met ruimte voor particulier opdrachtgeverschap en bouwen in eigen beheer. • Er wordt samengewerkt met de woningbouwcorporaties, waarbij de corporaties gewezen worden op hun kerntaken. • Duurzame leefkwaliteit in Drimmelen door uitvoeren nota Duurzaamheid , stimuleren duurzame energie en ondersteuning van lokale en particuliere initiatieven. De hoofddoelstelling van het programma is: Het profileren van Drimmelen als een aantrekkelijke, vitale en duurzame woongemeente. Dit programma bestaat uit de volgende thema’s: 1. Ruimte 2. Wonen 3. Duurzaamheid 4. Leefomgeving
Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Ruimte De afgelopen jaren zijn tal van bestemmingsplannen geactualiseerd. In 2015 zal afronding plaatsvinden en zal Drimmelen voor elke kern één bestemmingsplan hebben, naast een bestemmingsplan voor het buitengebied en een bestemmingsplan voor de Biesbosch. In deze bestemmingsplannen is regelgeving vereenvoudigd en versoberd, waardoor meer flexibiliteit en ruimte ontstaat voor het particulier initiatief. Subdoelstelling 1 Behoud van de kwaliteit van de leef- en woonomgeving van de Drimmelense kernen. Drimmelen is een woongemeente. Om krimp van de bevolkingsomvang op langere termijn tegen te gaan, is veel inzet nodig om de leefbaarheid en kwaliteit van de Drimmelense kernen op een goed niveau te houden. Subdoelstelling 2 Ontwikkelen van een vitaal en duurzaam buitengebied. De gemeente profileert zich als blauwgroene gemeente, als voortuin van de Biesbosch. Goede landschappelijke inrichting (w.o. waarborgen van de openheid van het landschap), een sterk ontwikkelende recreatiesector, plattelandsontwikkeling en landgoederenbeleid vormen hierbij belangrijke elementen. Subdoelstelling 3 Het realiseren van de doelstellingen uit het Beleidsplan duurzaamheid 2013-2017 voor de thema’s bebouwde omgeving en agrarische ondernemers. 1.1. Bestemmingsplannen Buitengebied en Biesbosch In maart 2014 is het bestemmingsplan buitengebied vastgesteld door de raad. Naar verwachting treedt het eind 2014 in werking. In 2015 worden de verschillende verzoeken voor planvorming in het buitengebied behandeld. Initiatiefnemers kunnen kiezen tussen een individuele afhandeling van het verzoek, of voor afhandeling in een zogenaamd veegplan. Het bestemmingsplan buitengebied wordt periodiek met een veegplan actueel gehouden. In 2015 worden ter besluitvorming aan de raad een geactualiseerd bestemmingsplan Biesbosch en het Landgoederenbeleid worden voorgelegd. 1.2. Bestemmingsplannen kernen In 2013 en 2014 zijn de bestemmingsplannen voor de kernen Lage Zwaluwe, Wagenberg, Made en Drimmelen geactualiseerd. In 2015 worden de bestemmingsplannen voor de kernen Hooge Zwaluwe en Terheijden aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. 1.3. Duurzaamheid: agrarische sector Bij het beleidsplan duurzaamheid hoort ook een uitvoeringsprogramma 2013-2017. Hierin staan ook activiteiten voor de bebouwde omgeving en de agrarische sector: ontwikkelen kaders/normen voor stedenbouwkundige plannen, natuurbeheer/biodiversiteit versterken elkaar.
32
2. Wonen De afgelopen jaren is sterk ingezet op het wegwerken van het woningtekort door het in uitvoering brengen van een groot aantal woningbouwprojecten. De komende jaren zal de uitwerking van deze projecten verder worden voortgezet. Hier zal jaarlijkse bijsturing plaatsvinden op de woningbouwplannen, met aandacht voor alle kernen. Hierbij zal ook aandacht zijn voor betaalbare, duurzame en levensloopbestendige nieuwbouw met ruimte voor particulier opdrachtgeverschap en bouwen in eigen beheer. Subdoelstelling 1 Voldoende aanbod (doelgroepen, huur en koop) van nieuwbouwwoningen Er wordt zodanig gebouwd voor doelgroepen (huur en koop) dat er sprake is van voldoende aanbod. Van belang daarbij is dat betaalbaar, duurzaam en levensloopbestendig wordt gebouwd. Subdoelstelling 2 Het realiseren van de doelstellingen uit het Beleidsplan duurzaamheid 2013-2017 voor het thema bebouwde omgeving. 2.1. Grondbeleid In 2015 wordt de raad een actualisatie van het beleid snippergroen en het grondbeleid aangeboden. 2.2. Woningbouw In 2015 wordt gewerkt aan diverse woningbouwplannen. Hierbij kan gedacht worden aan Ganshoek, Lage ZwaluweWest, Oranjeplein/Brabantstraat, Verlengde Elsakker, Zeggelaan, Schansstraat, Rozenbloemhof, e.a. etc. De gemeenteraad zal via een periodieke raadsbrief worden geïnformeerd over de voortgang van deze planvorming. In 2015 wordt de raad gevraagd in te stemmen met een voorstel welke gemeentelijke grondposities in aanmerking komen voor woningbouw, en op welke wijze de mogelijk locaties kunnen worden ontwikkeld. 2.3. Arbeidsmigranten Het ministerie van BZK heeft de regio een niet vrijblijvende taakstelling opgelegd. De regio kon zelf aangeven hoe zij de huisvesting van arbeidsmigranten wilde vormgeven. Dit heeft de regio gedaan in samenwerking met de Provincie en RWB. Voor onze gemeente heeft dit geresulteerd in een opgave voor het legaliseren van 240 bedden en realiseren van 240 nieuwe bedden voor 2020. Een eerste inventarisatie is uitgevoerd. De regelgeving in de geactualiseerde bestemmingsplannen voor de kernen is verruimd, wat mogelijkheden biedt voor legalisatie van bestaande locaties. In 2015 zal aan de raad een plan van aanpak worden voorgelegd hoe aan de opgave kan worden voldaan. 2.4. Samenwerking woningcorporaties De Huisvestingswet 2014 wordt geëffectueerd per 1 januari 2015. Dit zal zijn weerslag hebben in de samenwerking met de corporaties. De gemeente krijgt meer een regierol. Deze nieuwe Huisvestingswet 2014 biedt gemeenten een instrumentarium om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Corporaties worden beperkt tot het bouwen, verhuren, beheren van sociale huurwoningen en het daaraan ondergeschikte direct verbonden maatschappelijk vastgoed. Komend half jaar zal bekeken worden wat de effecten zijn op de samenwerking en bijv. op de prestatieafspraken. 2.5. Duurzaamheid: bebouwde omgeving Bij het beleidsplan duurzaamheid hoort ook een uitvoeringsprogramma 2013-2017. Hierin staan ook activiteiten voor de bebouwde omgeving. In 2015 gaat het om: kaders/normen voor stedenbouwkundige plannen, in kaart brengen minimale eisen voor duurzaam bouwen en energieleverend maken van nieuwbouw, meewerken aan realiseren C2Cwoning (als er een initiatief is), promoten/stimuleren dat 5% van de bestaande woningen jonger dan 1978 energieneutraal wordt. Deze activiteiten pakt de gemeente samen met partners zoals woningcorporaties en Duurzaam Drimmelen op.
3. Duurzaamheid In 2012 en 2013 heeft de gemeente samen met haar partners de Visie Duurzaamheid 2040 en het beleidsplan duurzaamheid/uitvoeringsprogramma 2013-2017 opgesteld. In de Visie staan de ambities voor duurzaamheid. In het beleidsplan zijn deze ambities uitgewerkt in doelstellingen voor 2017 en in uitvoeringsactiviteiten. Op 21 januari 2014 ondertekenden gemeente en 44 partners de verklaring van Drimmelen. Daarin geven zij aan serieus aan de slag te gaan met de uitvoering van het beleidsplan/uitvoeringsprogramma. Het jaar 2014 stond in het teken van de uitvoering van het beleidsplan. Dit wordt in 2015 voortgezet. De gemeente verzorgt de procesbegeleiding van de uitvoering, maar staat ook zelf aan de lat voor een aantal uitvoeringsactiviteiten. Daarnaast zijn er activiteiten waar de gemeente samen met andere partners mee aan de slag gaat. Subdoelstellingen 1. Het realiseren van de doelstellingen uit het Beleidsplan duurzaamheid 2013-2017 voor de thema’s energie en afval. De overige thema’s uit het beleidsplan komen bij de verschillende programma’s van de begroting aan bod. 2. Het stimuleren van de uitvoering van het beleidsplan duurzaamheid 2013-2017. 3. Het realiseren van de regionale doelstellingen op het gebied van duurzame energie, energiebesparing en CO2-reductie.
33
3.1. Energie en afval Bij het beleidsplan duurzaamheid hoort een uitvoeringsprogramma voor de periode 2013-2017. Hierin staan ook activiteiten voor energie en afval. In 2015 gaat het om: • actief meewerken aan lokale initiatieven; • zelf het goede voorbeeld geven door waar mogelijk gemeentelijke gebouwen te verduurzamen; • met een werkgroep de mogelijkheden van duurzame energie in kaart brengen en realiseren (sluiten hierbij aan bij de werkgroepen van Duurzaam Drimmelen); • opstellen plan van aanpak + inzetten voorlichting/educatie om in 2017 71% bron- en nascheiding bij afvalscheiding te realiseren. Afval Brabant heeft t/m 1 februari 2017 een contractuele verplichting om jaarlijks 510 kiloton restafval aan te leveren aan de afvalverbranding (AZN). Door voortschrijdende afvalscheidingsresultaten wordt vanaf 2011 onvoldoende volume aangeboden. Gemeenten worden hierdoor geconfronteerd met een naheffing. In 2015 komt er naar verwachting meer duidelijkheid over de juridische hardheid van die naheffing. Daarnaast wordt in 2015 de inzameling van het huishoudelijk glas opnieuw aanbesteed. Bij aanbestedingen wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij regio en/of de Amerstreekgemeenten. 3.2. Stimuleren uitvoering beleidsplan duurzaamheid De gemeente verzorgt de procesbegeleiding van de uitvoering. Stimuleren van de uitvoering gebeurt door: monitoring uitvoering en eventueel bijstelling beleid, verbinden, overleg, ruime inzet communicatiemiddelen, scheppen randvoorwaarden, duurzaamheidsparagraaf in de formats voor B&W en raad. Dit is een continue proces. 3.3. EnergieAgenda West/Brabant Om de regionale doelstellingen te behalen is de EnergieAgenda West-Brabant 2013-2020 opgesteld. Daarin staan projecten om de regionale klimaatdoelstellingen te realiseren. Lopende projecten waaraan de gemeente Drimmelen deelneemt, zijn: windenergie, optimalisatie groenstromen, relatie EnergieAkkoord en EnergieAgenda. Dit wordt in 2015 voortgezet. Tweede helft 2014 is gestart met een herijking van de Energieagenda. Dit was noodzakelijk door allerlei nieuwe ontwikkelingen. Dit levert een aantal mogelijke nieuwe projecten op. De projecten waarvan de gemeente besluit om hieraan deel te nemen, worden in 2015 opgepakt. Een van deze nieuwe projecten is de VNGondersteuningsstructuur. Met VNG-gelden wordt energiebesparing bij particuliere koopwoningen gestimuleerd. Dit gebeurt door het smeden van lokale/regionale allianties. De lokale initiatieven, waaronder Duurzaam Drimmelen, worden nauw betrokken bij dit project. Zij zijn namelijk vooral belast met de uitvoering. De aanvraag om de VNG-gelden is ingediend en voor het eerste jaar goedgekeurd. De gemeente Drimmelen doet hier ook aan mee. In 2015 zal de uitvoering hiervan in volle gang zijn. 3.4. Windenergie In 2014 heeft de raad de sociale randvoorwaarden windenergie vastgesteld, hierdoor kan met de realisatie van het beoogde windpark langs de A16 maximaal voordeel ontstaan voor de lokale gemeenschap. In 2015 zal de gemeente initiatiefnemers voor de windenergie zo veel mogelijk faciliteren, binnen de vastgestelde sociale en planologische randvoorwaarden.
4. Leefomgeving Een professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving is wat de samenleving van de overheid verwacht. Op 1 januari 2013 is de ‘Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)’ van start gegaan. Deze gemeenschappelijke regeling verzorgd voor de Provincie Noord-Brabant en 26 aangesloten gemeenten vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van complexe milieutaken. Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn zogenaamde kwaliteitscriteria ontwikkeld, waarin afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering van de VTHtaken. In 2015 wordt de implementatie van de kwaliteitscriteria afgerond. Subdoelstelling 1 Verbetering van de VTH-dienstverlening aan burgers en bedrijven. De taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving dienen met een uitstekende dienstverlening, kostenefficiënt en binnen de wettelijke termijnen te worden uitgevoerd. 4.1. Implementatie Kwaliteitscriteria 2.1 Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld. Met deze vastgestelde kwaliteitscriteria zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst als voor VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. De kwaliteitscriteria 2.1 bevatten criteria voor kritische massa, inhoud en proces. Kritische massa criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring tenminste in een organisatie aanwezig moet zijn om de VTH-taken goed uit te voeren. Om aan de vastgestelde kwaliteitseisen te kunnen voldoen, is een implementatietraject. Het doel om medio 2015 een overeengekomen kwaliteitsniveau te kunnen halen en dit binnen de organisatie geborgd te hebben.
34
4.2. Handhaving Het ‘Toezicht en Handhaving Uitvoeringsprogramma (THUP)’ wordt jaarlijks vastgesteld. Het is de leidraad voor de gemeentelijke activiteiten op het gebied van de VTH-taken. De uitvoering van het THUP wordt aan de hand van de naleefeffectrapportage gemonitord, om te waarborgen dat het programma daadwerkelijk uitgevoerd wordt en de doelstellingen bereikt worden.
5. Lage Zwaluwe-West (Grote projecten) De Bouwcombinatie Lage Zwaluwe-West kan om uiteenlopende redenen niet tot realisatie van het plan overgaan. Tot op heden zijn alleen de sporthal en de brede school gerealiseerd. De gemeente is met de bouwcombinatie in overleg over de ontbinding van de exploitatieovereenkomst. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat partijen daarover, onder voorbehoud van instemming door de raden van Toezicht van de woningstichtingen, het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de gemeenteraad van Drimmelen, overeenstemming kunnen bereiken. Vooruitlopend op een eventuele ontbinding van de Exploitatieovereenkomsten worden op dit moment door Woningstichting Volksbelang de mogelijkheden onderzocht voor nieuwbouw van het zorgcentrum “De Ganshoek” op de bestaande locatie. In 2015 zal aan de raad een voorstel worden voorgelegd voor een nieuw scoutinggebouw aan de Groenendijk te Lage Zwaluwe. Ook zal een voorstel worden gedaan voor de herinrichting van het schoolplein van de Brede School in Lage Zwaluwe, en voor verbetering van de verkeerssituatie.
Prestatie-indicatoren Doelstelling 1 1.1 2 2.1 4 4.1 4.2
Prestatie-indicator
Werkelijk 2013 Begroot 2014 Begroot 2015
Gemeten index woon- en leefklimaat1
94,2
-
95
Aantal opgeleverde nieuwbouw woningen en appartementen2
101
-
74
Reguliere procedure omgevingsvergunning: gemiddelde doorlooptijd vergunningverlening (in weken) Uitgebreide procedure omgevingsvergunning: gemiddelde doorlooptijd vergunningverlening (weken)
8,7
-
8
15,4
-
14,2
1. Bron: www.waarstaatjegemeente.nl. Een score van 100 punten is de gemiddelde landelijke score. 2. Bron: gemeente Drimmelen
Wat gaat het kosten? Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
Lasten
8.270.639
7.893.825
7.181.813
Baten
8.468.733
7.029.408
5.920.853
Resultaat voor bestemming
-198.094
864.417
1.260.960
576.201
Mutatie reserves Stortingen
1.495.658
1.413.777
Onttrekkingen
707.921
883.393
141.464
Saldo mutatie reserves
787.738
530.385
434.736
Resultaat na bestemming
589.643
1.394.802
1.695.696
35
6 SPORT EN BUURTHUIZEN Wat willen we bereiken? In het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” zijn de volgende speerpunten genoemd: • Behoud van bestaande voorzieningen en waar mogelijk beter en breder benutten; • Ontwikkeling van accommodatiebeleid; • Nieuwbouw van een gymzaal in Terheijden, realisering van kunstgrasvelden voor de voetbal en een toekomstvisie opstellen gericht op behoud van de bestaande zwembaden. De hoofddoelstelling van het programma is: De inzet van de voorzieningen in de kernen en de waarderingssubsidies aan vrijwilligersorganisaties leiden tot stimulering van de sociale participatie, verbetering van de leefbaarheid en toename van de gezondheid van inwoners.
Dit programma bestaat uit de volgende thema’s en bijbehorende subdoelstellingen: 1. Sport en bewegen 2. Sociaal culturele accommodaties Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen 1. Sport en bewegen De gemeente Drimmelen richt zich met haar sport- en beweegbeleid op de inzet van sport en bewegen als middel. Een middel om de gezondheid van al onze inwoners te bevorderen en/of te behouden, zowel psychisch als lichamelijk. Maar ook als middel om de leefbaarheid in onze dorpskernen te borgen en de sociale participatie van alle inwoners te stimuleren. Als gemeente hebben wij een initiërende en faciliterende rol om deze inzet van sport en bewegen te realiseren. De gemeente stelt sportaccommodaties beschikbaar, subsidieert sportverenigingen en zet twee buurtsportcoaches in. Sport- en beweegbeleid wordt in samenhang gezien met jeugd-, ouderen- en gezondheidsbeleid. Coalitieprogramma: Er vindt nieuwbouw plaats van een gymzaal in Terheijden, waarbij onderdak voor gymlessen basisonderwijs en de binnensportverenigingen als uitgangspunt geldt. De gemeente wil meedenken en –werken aan het realiseren van en investeren in kunstgrasvelden bij de voetbalverenigingen en verwacht hierbij een proactieve opstelling van de voetbalverenigingen. Voor de zwembaden wordt een toekomstvisie ontwikkeld met als uitgangspunt het behouden van de bestaande zwembaden. Subdoelstelling 1 Stimuleren van sport en bewegen als middel gericht op het bevorderen van een goede gezondheid van de inwoners, in het bijzonder voor de jongeren, de ouderen en mensen met een beperking Subdoelstelling 2 Behouden van een kwalitatief goed accommodatieaanbod in alle dorpskernen en een openbare ruimte die uitnodigt tot sporten en bewegen De gemeente werkt toe naar een optimaal, multifunctioneel en waar mogelijk kostendekkend gebruik van binnen- en buitensportaccommodaties, waarbij de rol van de gemeente op het gebied van eigendom, beheer en onderhoud waar mogelijk beperkt is. 1.1 Inzetten van buurtsportcoaches Door deelname aan de regeling Buurtsportcoaches stimuleren we tot 2016 sport en bewegen voor jeugd/jongeren, ouderen en mensen met een beperking. Hiermee vergroten we de leefbaarheid in de dorpen van Drimmelen. De buurtsportcoaches vormen de verbindende schakel in het netwerk van betrokken partijen. Continuering van de inzet buurtsportcoaches wordt in 2015 beoordeeld. 1.2 Uitvoeren van de beleidsnota sport Op basis van de startnotitie sport en bewegen wordt de beleidsnota/uitvoeringsplan opgesteld. In 2015 en verdere jaren wordt het plan uitgevoerd in samenwerking met alle partijen. 1.3 Instellen van een sportnetwerk Vanaf 2015 wordt één- of tweemaal per jaar een sportnetwerk georganiseerd om zaken met elkaar af te stemmen, te signaleren en nieuwe initiatieven te ontwikkelen. 1.4 Bijdragen aan investeringen kunstgrasvelden bij voetbal In 2015 wordt in samenwerking met de verenigingen een toetsingskader ontwikkeld voor het realiseren van kunstgrasvelden bij voetbalverenigingen. Verenigingen dienen investeringsbereidheid te tonen. 36
1.5 Realiseren van een nieuwe gymzaal in Terheijden Op basis van besluitvorming eind 2014 treffen we in 2015 voorbereidingen voor een vervangende sportaccommodatie bij De Cour in Terheijden.
2. Sociaal culturele accommodaties De gemeente heeft in alle kernen een sociaal cultureel centrum ten behoeve van de leefbaarheid en participatie. Beheer en exploitatie is bij de meeste accommodaties uitbesteed aan derden. In het kader van de Kerntakendiscussie is een financiële taakstelling opgelegd per 2015. Tevens is besloten om een aantal gemeentelijke accommodaties, waaronder Den Domp, af te stoten. Coalitieprogramma: Het uitgangspunt is om bestaande voorzieningen te behouden, met in ieder dorp een ontmoetingsruimte, en waar mogelijk beter en breder te benutten. Voor de verenigingsproblematiek en accommodaties in Lage Zwaluwe is aandacht. Er wordt een accommodatiebeleid ontwikkeld. De subsidies voor verenigingen worden in stand gehouden. Subdoelstelling 1 Behouden van het voorzieningenniveau in de kernen en daar waar nodig verbeteren, zolang het in de behoefte van inwoners voorziet. Subdoelstelling 2 Aanbieden van dagbesteding als algemene voorziening in de sociaal culturele centra en andere accommodaties in de kernen in samenwerking met vrijwilligers en aanbieders van zorg en welzijn. 2.1 Uitvoeren van de KTD opdracht sociaal culturele accommodaties De taakstelling van € 50.000 op de sociaal culturele accommodaties per 1 januari 2015 is nog maar gedeeltelijk gehaald. Dit heeft vooral te maken met langlopende contracten met exploitanten. Deze contracten kunnen niet tussentijds opgebroken worden om andere afspraken hierover te maken. De exploitatie van de Mayboom in Made loopt medio 2015 af en wordt daarom voorjaar 2015 opnieuw aanbesteed. Hierbij bestaat de mogelijkheid de taakstelling te realiseren. 2.2 Afstoten Den Domp Den Domp staat in verhuurde staat te koop. De doelstelling is om dit pand per 1 januari 2015 af te stoten. Destijds is de opdracht geformuleerd met het perspectief dat met de realisatie van Lage Zwaluwe West er alternatieven voor de huisvesting zouden zijn. Het is onduidelijk of het lukt om het pand in verhuurde staat te verkopen. Daarom wordt eind 2014 een alternatief plan ontwikkeld en aan de raad voorgelegd. In 2015 wordt hier een vervolg aan gegeven. 2.3 Nulmeting maatschappelijke voorzieningen Wagenberg (t.b.v. toekomstvisie) In Wagenberg is een aantal maatschappelijke voorzieningen gehuisvest. Basisschool de Elsenhof wil gefaseerd inzetten op de ontwikkeling van een brede school. Dorpshuis Plexat blijft tot 2020 gehandhaafd. Woningbouwstichting Volksbelang is niet eerder dan 2020 voornemens om het complex “Onder de toren” te herontwikkelen. Sporthal Driedorp is op leeftijd, maar kan met handhaving van het onderhoudsniveau nog vele jaren mee. Voor de periode vanaf 2020 wordt een visie ontwikkeld op de toekomst van de maatschappelijke voorzieningen in Wagenberg. Hierbij wordt het Van de Elsenplein betrokken. In het najaar van 2014 wordt gestart met de nulmeting van een aantal gemeentelijke panden, verdere afronding vindt in 2015 plaats. 2.4 Geschikt maken van de sociaal culturele accommodaties voor alle doelgroepen Daar waar nodig worden de sociaal culturele accommodaties geschikt gemaakt, zodat ze toegankelijk zijn voor minder valide en andere doelgroepen die deel willen nemen aan activiteiten in het kader van de Wmo (zie programma 4, 2.1). 2.5 Nieuwbouw scouting Lage Zwaluwe De gemeente is met de scouting Lage Zwaluwe in gesprek over nieuwe huisvesting. Geprobeerd wordt op korte termijn tot een oplossing te komen.
37
Prestatie-indicatoren Thema Prestatie-indicator 1 Percentage jeugdleden sportverenigingen Tevredenheid burger over voldoende verenigingen, clubs in gemeente
1 2
Begroot 2014
49
50
7,4
Begroot 2015 50 7,5
1
Realisering nieuwe gymzaal Terheijden Tevredenheid burger over voldoende sportvoorzieningen in gemeente
Werkelijk 2013
2
X 7,5
7,5
1
Behoud tevredenheid: bron waarstaatjemeente.nl, 2013 In 2015 wordt de nieuwbouw voorbereid en gestart met de bouw, oplevering is gepland voor medio 2016
Wat gaat het kosten?
Lasten
Werkelijk
Begroot
2013
2014
Begroot 2015
3.418.479
3.512.867
3.469.172
Baten
1.109.992
649.356
584.726
Resultaat voor bestemming
2.308.487
2.863.512
2.884.446
978.621
44.698
103.241
Mutatie reserves Stortingen Onttrekkingen
841.298
240.713
403.785
Saldo mutatie reserves
137.323
-196.015
-300.544
2.445.809
2.667.497
2.583.902
Resultaat na bestemming
38
39
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Qua omvang zijn het gemeentefonds en de OZB de belangrijkste onderdelen. Op grond van de BBV is er aan de begroting een Financiële begroting toegevoegd. Hierin is een overzicht van baten en lasten opgenomen met bijbehorende toelichting. Aanvullende informatie over de belastingen en heffingen is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen. Tabel totaal Algemene dekkingsmiddelen
Baten Dividend (Beleggingen) Saldo van de financieringsfunctie Algemene uitkeringen Onvoorzien Lokale heffingen Overige algemene dekkingsmiddelen Reserves Totaal
Realisatie 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 54.760 46.376 42.376 1.538.389 1.467.330 1.491.143 19.793.820 20.353.428 28.332.708 1 3.975.824 4.090.798 4.140.037 2.281.740 636.795 637.945 4.340.900 9.592.575 2.172.516 31.985.433 36.187.302 36.816.727
De algemene dekkingsmiddelen zijn opgebouwd uit: Dividend
Dividend Bank Nederlandse gemeenten
Belang Nominaal Realisatie Drimmelen 31-12-2013 2013 0,0650%
82.647
54.275
Begroting Begroting 2014 2015 45.890
41.890
Het bedrag wijkt af van het totaaloverzicht Algemene dekkingsmiddelen vanwege een kleine aanvullende inkomst op dit product wat geen dividend is, maar een inschrijving grootboek. Vanwege de verkoop van de aandelen Intergas wordt geen dividend meer ontvangen. Van Brabant Water wordt voorlopig ook nog geen dividend ontvangen (zie ook paragraaf Verbonden Partijen). Saldo van de financieringsfunctie
Financiering Realisatie 2013 Financiering korter dan 1 jaar Financiering langer dan 1 jaar Totaal
Begroting 2014
513 1.537.876 1.538.389
1.467.330 1.467.330
Begroting 2015 1.491.143 1.491.143
De ‘Financiering korter dan 1 jaar‘ heeft betrekking op de rente die ontvangen wordt over tijdelijke financieringsoverschotten. Vanwege de lage rentestand is het de verwachting dat deze opbrengsten zeer beperkt zullen zijn. Vandaar dat er geen bedrag is begroot. De ‘Financiering langer dan 1 jaar’ betreft de administratieve rentelasten over eigen financieringsmiddelen. Algemene uitkeringen Gemeenten krijgen een algemene uitkering uit het gemeentefonds en van diverse ministeries specifieke uitkeringen. Deze specifieke uitkeringen mogen alleen worden besteed aan de omschreven taak (geoormerkte middelen). In tegenstelling tot de specifieke uitkeringen is de algemene uitkering wel vrij besteedbaar, hoewel hier een aantal wettelijke taken tegenover staan. Ondanks dat het algemene middelen betreffen, kan de raad besluiten bepaalde middelen te ‘oormerken’ voor bepaalde activiteiten (bv invoering decentralisaties). Vanaf 2015 ontvangen de gemeenten naast de Algemene uitkering ook een nieuwe integratie-uitkering: de integratie-uitkering Sociaal domein. In de wetsvoorstellen was dit een uitkering met een looptijd van drie jaar waarbij de gemeenten de middelen moesten besteden binnen het sociaal domein. Deze bestedingsverplichting is in het definitieve voorstel losgelaten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties brengt jaarlijks een aantal circulaires uit, waaronder de mei- en de septembercirculaire. De meicirculaire is gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk. In de septembercirculaire worden de laatste bijstellingen verwerkt op grond van de Miljoenennota. De uitgangspunten in de meicirculaire zijn voor gemeenten vooral belangrijk voor het opstellen van de eigen
40
begroting en de meerjarenramingen. Naast bestuurlijke informatie geeft de circulaire ook informatie over de financiële ontwikkelingen. Op grond van genoemde circulaires kan de algemene uitkering worden berekend. Vanwege de toevoeging van de integratie-uitkering sociaal domein neemt in 2015 het gemeentefonds sterk toe, maar doordat deze en andere bedragen door de Raad geoormerkt zijn en reeds het voordeel van de herijking van het gemeentefonds is verwerkt, is de meicirculaire per saldo negatief voor het begrotingssaldo. Onderstaande tabel toont de uitkeringen uit het gemeentefonds voor onze gemeente voor de komende jaren volgens de meicirculaire. De meicirculaire was niet opgenomen in de Voorjaarsnota a.g.v. late verschijning van de circulaire).
in € 1.000 mei 2014 december 2013 Bruto effect meicirculaire op begroting
2015 28.333 19.179 9.154 V
2016 28.507 19.129 9.378 V
2017 28.016 18.969 9.047 V
2018 27.735 18.703 9.032 V
Geoormerkte bedragen Integratie-uitkering Sociaal domein Aanvulling Integratie-uitkering Sociaal domein Individuele studietoeslag (Participatiewet) Waterschapsverkiezingen Centra jeugd en gezin (aanpassing) Compensatie inflatie
-7.247 -2.495 -3 -25 4 -243
N N N N V N
-7.247 N -2.438 N -8 N
-7.247 N -2.064 N -14 N
-7.247 N -1.964 N -17 N
4 V -260 N
4 V -288 N
4 V -303 N
695 6 13 50
V V V V
695 6 14 50
Vervallen taken Ombuiging integratie-uitkering WMO E- overheid (vrijval kosten kadaster) E- boeken, subsidie Theek verlagen Overheveling buitenonderhoud primair en spec.onderwijs
V V V V
695 6 16 50
V V V V
695 6 19 50
V V V V
Reeds ingeboekt voordeel herijking gemeentefonds
-300 N
-300 N
-300 N
-300 N
Netto effect begroting
-392 N
-106 N
-95 N
-25 N
Het is de laatste jaren gebleken dat de door het Rijk gemelde uitkering Gemeentefonds grote afwijkingen vertoont t.o.v. eerdere circulaires. Hierdoor zijn zeker de meerjarige cijfers zeer onzeker. Door de verdere herijking van het gemeentefonds per 2016 en de wijzigingen van de berekeningen van de integratie-uitkering sociaal domein zijn de meerjarige cijfers nu extra onzeker. Onvoorzien Vanaf de begroting 2013 heeft de Raad besloten geen bedrag meer voor de post onvoorzien te ramen, daar deze nagenoeg niet aangesproken werd. Op grond van het BBV is het verplicht om een post onvoorzien op te nemen, om deze reden wordt vanaf deze begroting een bedrag van € 1 begroot. Plaatselijke belastingen/ lokale middelen De gemeente kent de volgende niet bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen:
Excl. invorderingskosten Onroerendezaakbelasting Precariobelasting Baatbelasting riolering Totaal
Realisatie 2013 3.939.914 16.136 340 3.956.390
Begroting 2014 4.037.000 38.233 340 4.075.573
Begroting 2015 4.113.150 11.322 340 4.124.812
In bovenstaande tabel zijn de invorderingskosten niet meegenomen. Dit verklaart het verschil met de totaalpost lokale heffingen opgenomen in de eerste tabel. In voorafgaande jaren was ook de toeristenbelasting is dit overzicht opgenomen. De toeristenbelasting vormt nu echter onderdeel van programma 5. In de berekening onroerendezaakbelasting is rekening gehouden met de werkelijke baten 2014, de indexering en een groei van het aantal woningen per jaar van 70 in 2015, 60 in 2016 en 50 vanaf 2017. Naast bovenstaande inkomsten ontvangt de gemeente ook hondenbelasting en toeristenbelasting. Deze inkomsten worden echter verantwoord op andere programma’s.
41
Overige belastingen Hondenbelasting Toeristenbelasting
Realisatie Begroting 2013 2014 165.435 83.894
160.594 97.500
Begroting 2015 97.500
Overige algemene dekkingsmiddelen Hier staat in de begroting 2015 het verschil tussen de rekenrente en de begrote omslagrente (o.b.v. de bespaarde rente en de werkelijke rente). Tevens valt onder dit onderdeel het begrote exploitatiesaldo voor 2015 (ca. € 31.000), een kleine correctie op de KTD taakstelling (€ 5.500) en uren van nog niet ingevulde vacature. Reserves De verwachting is dat de reserves ultimo 2014 ca. € 45,7 miljoen bedragen en in de loop van 2015 afnemen tot € 44,7 miljoen. Reserves
Stand begin Vermeerderingen Verminderingen Stand eind begrotingsjaar begrotingsjaar
Algemene reserves Vast kapitaal van de alg. dienst Algemene reserve Totaal algemene reserves
16.044.044 2.493.587 18.537.631
74.808 74.808
15.000 15.000
16.044.044 2.553.395 18.597.439
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve riolering Egalisatiereserve reiniging Egalisatiereserve begraafplaatsen Egalisatiereserve hondenoverlastbestrijding Reserve behoud gem. monumenten Reserve inconv.uitkering Intergas Reserve herziening bestemmingsplannen Reserve tijdelijke inhuur personeel Reserve kapitaallasten Reserve POP Reserve Toerisme en recreatie Reserve e-dienstverlening Reserve voormalig hypotheekfonds Reserve frictiekosten KTD Reserve IHP Reserve impuls brede scholen combinatie Reserve KTD Knotwilgen Reserve Omgevingsvergunning - leges bouwdeel Reserve subsidies verenigingen Reserve kunst Reserve bestuursakkoord Reserve onderhoud zwembaden Reserve nazorg stortplaatsen Zvb./Bavel-Dorst Reserve baggeren havens Reserve samen investeren in Drimmelen Totaal bestemmigsreserves
400.072 473.079 145.169 26.856 158.034 100.000 13.636.051 100.000 99.214 144.606 371.192 192.024 73 137.549 14.240 26.651 64.723 1.464.842 402.532 276.210 323.261 4.650.000 23.403.031
36.050 409.082 170.600 17.854 5.387 80.000 718.973
207.935 82.262 36.050 1.186.522 74.238 73 8.230 15.000 201.131 159.681 1.971.123
192.137 473.079 145.169 26.856 75.772 100.000 12.858.611 100.000 99.214 144.606 296.954 192.024 0 137.549 6.010 170.600 44.505 55.110 1.263.710 322.851 276.210 323.261 4.650.000 22.150.881
1.509.217 498.223 725.105 1.026.357 3.758.902
148.134 11.250 46.688 163.478 369.551
79.220 60.000 47.173 186.393
1.578.131 449.473 724.620 1.189.836 3.942.059
45.699.563
1.163.331
2.172.516
44.690.378
Reserves grondexploitatie Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf Reserve opslag grote werken Reserve groenaanleg Reserve ruimtelijke ontwikkelingen Totaal reserves grondexploitatie Totaal reserves
Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de Financiële begroting onderdeel B2.
42
Paragrafen
43
§ A WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Inleiding De gemeente Drimmelen acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de programma-uitvoering -en daarmee op het behalen van de programmadoelstellingen- beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting van de gemeente Drimmelen is. Dit is van belang wanneer een financiële tegenvaller zich voordoet. Aandacht voor het weerstandsvermogen kan voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigingen. Deze paragraaf heeft zijn basis in artikel 11 van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) en de daarop van toepassing zijnde toelichting. Conform dit artikel bevat deze paragraaf ten minste : • het beleid betreffende weerstandscapaciteit en risico’s; • een inventarisatie van de risico’s; • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit. Ter completering van de paragraaf weerstandsvermogen is het onderdeel ‘Weerstandsvermogen’ toegevoegd.
Algemeen Risicomanagement is een continu proces van identificeren en kwantificeren van risico’s en het bepalen van activiteiten die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s beheersbaar houdt/maakt. In 2013 is invulling gegeven aan verdergaande, gemeentebrede verankering van risicomanagement. Verdere verfijning en doorontwikkeling van risicomanagement vindt doorlopend plaats.
Risicomanagementbeleid Verwezen wordt naar het ‘beleid risicomanagement en weerstandsvermogen’ dat u op 7 november 2013 heeft vastgesteld. In dit beleid worden kaders gesteld ten aanzien van de reikwijdte en toepassing van risicomanagement.
Risico’s Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Risicoprofiel Om de risico's van gemeente Drimmelen in kaart te brengen is door de afdelingen een risicoprofiel opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van het softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico’s systematisch in kaart worden gebracht en beoordeeld. In totaal zijn 51 risico's in beeld gebracht. Het risicoprofiel is een dynamisch geheel: als er aanleiding toe is, worden risico’s toegevoegd, gewijzigd en/of verwijderd.
44
De volgende tabel (‘risicokaart’) geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. De nummers in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Risicokaart x > € 500.000
1
€ 250.000 < x < € 500.000
1
€ 100.000 < x < € 250.000
1
€ 25.000 < x < € 100.000
5
3
x < € 25.000
4
1
Geen financiële gevolgen
1 Kans 10%
30%
2
1
1
4
5
2
7
3
4
1
2
2
50%
70%
90%
In het volgende overzicht worden de tien risico’s gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij geeft het invloedspercentage de invloed van een risico op het totale risicoprofiel weer. Progr.
2015 2014 2013 begroting begroting rekening
2015 2015 begroting begroting Kans Invloed
4
1
- *1
1
Taak begeleiding kan niet per invoeringsdatum 2015 binnen budget worden uitgevoerd.
4
2
-
2
Taak Participatiewet kan niet binnen budget worden uitgevoerd.
5
3
1
3
4
4
-
6
4
5
-
9
4
6
-
4
4
7
x
7
Betalingen vanuit Bouwcombinatie voor bijdragen Lage ZwaluweWest worden niet voldaan. De rijksbezuining op de Wmo-taak hulp bij het huishouden kan niet in 2015 gerealiseerd worden. Het Inkomensdeel is ontoereikend op basis van het aantal uitkeringen (wwb,e.d.). Taak jeugdzorg kan niet per invoeringsdatum 2015 binnen budget worden uitgevoerd. Nieuwbouw Dongemondcollege
90%-70%
24,36%
90%
20,80%
70%
9,52%
70%
7,95%
90%
7,49%
70%
6,75%
90%
5,68%
3
8
-
8
Aanspreken van gemeente op garantstelling of borgstelling
90%
4,05%
6
9
-
-
70%
2,75%
2
10
-
-
Open houden openluchtzwembaden Vervanging civieltechnische kunstwerken, waarvoor in de voorziening geen budget is opgenomen
50%-10%
1,38%
2013 2014 2015 rekening begroting begroting
(in € 1.000)
Totaal grote risico's
9.707
2.638
9.393
Overige risico's
4.059
1.145
2.629
13.766
3.783
12.022
Totaal alle risico's
*2
*1
- = Dit risico is in het betreffende jaar opgenomen in het totale risicoprofiel van de gemeente Drimmelen, maar behoorde niet tot de risico top 10.
*2
Het risicobedrag in 2013 (rekening) en 2015 (begroting) wijkt af van het risicobedrag, dat is opgenomen in 2014 (begroting). Deze afwijking wordt veroorzaakt, doordat in de begroting 2014 de top 10 van jaarschijf 2014 staat (en niet het totale risicoprofiel van alle jaren). Bovendien is het risicoprofiel een dynamisch geheel: als gevolg van gewijzigde inzichten zijn risico-inschattingen aangepast.
Gelet op de mogelijke (financiële) consequenties volgen wij de economische ontwikkelingen nauwlettend. Het effect ervan op bijvoorbeeld op de algemene uitkering, financieringsrisico’s en garantstellingen komt aan de orde bij de programma’s. Het meerjarig verloop van het totale risicobedrag per jaarschijf is als volgt: • 2015: € 6,3 miljoen • 2016: € 4,0 miljoen • 2017: € 3,7 miljoen • 2018 en latere jaren: € 5,3 miljoen
45
Ontwikkeling per risico 1. Taak begeleiding kan niet per invoeringsdatum 2015 binnen budget uitgevoerd worden Het uitgangspunt is om de transitie binnen het beschikbare budget uit te voeren. Rekening houdende met de korting ten opzichte van AWBZbegeleiding 2014 en maatwerkvoorziening begeleiding bestaat er een risico (meerjarig gezien, afnemend in omvang), omdat de gegevens over huidige cliënten en uitgaven onvolledig en onbetrouwbaar zijn. Begeleiding is voor Drimmelen een nieuw beleidsterrein. Daarnaast is er voor 2015 sprake van een overgangsrecht, waardoor gemeenten de huidige indicatie van cliënten in 2015 moeten voortzetten. Pas in 2016 kunnen gemeenten de AWBZ-indicatie vervangen voor het nieuwe ondersteuningsaanbod. 2.
Taak Participatiebudget kan niet binnen budget uitgevoerd worden De huidige wsw-doelgroep blijft hun rechten behouden (wsw-cao) en blijven bij het UWV. Het is nog niet duidelijk welke taak Wava/Go krijgt bij uitvoering van de Participatiewet. Het toekennen van een budget voor 2015 geeft aanleiding voor een somber toekomstbeeld. De verwachting is, dat de afbouw van 5% van de wsw door natuurlijk verloop niet parallel loopt met de afbouw van de middelen. Daarnaast wordt het re-integratiebudget gekort per 2015, terwijl de doelgroep groter en zwaarder wordt. Met het verlaagde budget moeten meer taken worden uitgevoerd.
3.
Betalingen vanuit Bouwcombinatie voor bijdragen Lage Zwaluwe-West worden niet voldaan Op dit moment vinden op verzoek van Bouwcombinatie onderhandelingen plaats over ontbinding van de exploitatieovereenkomst met nadrukkelijke aandacht voor de financiële belangen van de gemeente.
4.
De rijksbezuiniging op de Wmo-taak hulp bij het huishouden kan niet in 2015 gerealiseerd worden De gemeenteraad neemt naar verwachting Q1 2015 een besluit over de wijze waarop de bezuinigingen moeten worden ingevuld. De raad heeft 30 januari 2014 ingestemd met de aangepaste Wmo-verordening, waaronder een overgangstermijn van 3 maanden voor de huidige cliënten. Dit betekent dat nieuw beleid pas op 1 juli 2015 in zal kunnen gaan. In de begroting 2015 is gerekend met een half jaar ongewijzigd beleid en een half jaar met HbH1 als algemene voorziening. Als de gemeenteraad anders besluit, zal het beleid ongewijzigd worden voortgezet, wat een overschrijding betekent. Als de algemene voorziening per 1 oktober 2015 wordt ingevoerd, betekent dit een tekort. De algemene voorziening houdt in dat cliënten met HbH1 deze zelf moeten gaan betalen. Voor de mensen met een laag inkomen wordt een financiële tegemoetkoming ingericht. Echter de inkomensgrenzen om in aanmerking te komen voor deze tegemoetkoming, worden zonder informatie over de inkomens vastgesteld. Overschrijding is zeer waarschijnlijk.
5.
Het Inkomens-deel 2015 is ontoereikend op basis van het aantal uitkeringen (wwb,e.d.) Uitgaande van een toename van het aantal uitkeringen als gevolg van de wetswijziging Participatiewet per 2015 zal door zij-instroom voormalige Wsw en Wajong doelgroep het aantal uitkeringen jaarlijks stijgen (incl. IOAZ/IOAW) en wordt een toename van de kosten verwacht. De stijging zal vooral merkbaar zijn door groei van de uitgaven loonkostensubsidie. Doelstelling is de zij-instroom te begeleiden naar reguliere werkgevers met inzet loonkostensubsidie. De invoering van het huishoudinkomentoets zal naar verwachting geen aanmerkelijke besparing opleveren. Deze toets vervangt de huidige werking van de verordening Toeslagen en Verlagingen. De gemeente heeft een eigen risico van 10% van het I-deel. Bij een overschrijding van het budget met meer dan 10% kan een beroep op de IAU (incidentele aanvullende uitkering) worden gedaan. Het laatste jaar dat Drimmelen hier een beroep op heeft gedaan was 2011. Informatie over het BUIG-budget wordt in oktober 2014 voor 2015 bekend. Eerst zal ervaring moeten worden opgedaan met het BUIG-budget om de komende jaren de cijfers te actualiseren.
6.
Taak jeugdzorg kan niet per invoeringsdatum 2015 binnen budget worden uitgevoerd Het uitgangspunt is om de transitie binnen het beschikbare budget uit te voeren. We zijn hierbij echter afhankelijk van rijk (wetgeving, budgetten) en zorgaanbieder/zorgverzekeraar (informatie over klanten). In de meicirculaire 2014 is voor Drimmelen voor 2015 een bedrag opgenomen, wat een korting betekent ten opzichte van het bestaand budget. De korting wordt op termijn zoveel mogelijk binnen budget opgevangen. De eerste jaren wordt het risico hoger ingeschat, omdat de jeugdzorg voor Drimmelen een nieuw beleidsterrein is
7.
Nieuwbouw Dongemondcollege De raad heeft op 30 januari 2014 een motie aangenomen gericht op nieuwbouw van het Dongemondcollege. In de begroting is een bedrag opgenomen voor levensduurvervangende renovatie. De kosten van nieuwbouw worden leiden tot een structurele lastenverzwaring. Hiernaast moet de boekwaarde worden afgeboekt.
8.
Aanspreken van gemeente op garantstelling of borgstelling De verkoop van de jachthaven is geëffectueerd. De laatste termijn van de koopsom vervalt pas in 2028. De verkoop van de camping is afhankelijk van de afloop van de lopende procedure tot wijziging van het bestemmingsplan waarover de Raad van State zich nog gaat buigen. Per 1 april 2014 is de vaste geldlening bij de BNG geheel afgelost en vervangen door een kasgeldlening. De gemeente heeft een voorziening getroffen van € 1.500.000 ter dekking van verliezen. Voorlopig blijft het risico bestaan dat de onderneming uiteindelijk niet in staat blijkt om de gemeentelijke leningen geheel terug te kunnen betalen.
46
9.
Open houden openluchtzwembaden De gemeenteraad heeft bij de begroting 2013 besloten om voor de periode 2014 tot en met 2018 jaarlijks een bedrag beschikbaar te stellen voor afdekking van de exploitatietekorten van beide openluchtzwembaden. Het vrijgevallen saldo van de onderhoudsvoorziening is geoormerkt en opgenomen als bestemmingsreserve onderhoud zwembaden. Daarnaast is voorzien in een jaarlijkse dotatie in de reserve. De reserve is toereikend voor de kosten tot 2019, echter niet voor de jaren vanaf 2019.
10. Vervanging civieltechnische kunstwerken, waarvoor in de voorziening geen budget is opgenomen Tijdens inspecties wordt gepoogd vijf jaar van tevoren een inschatting te maken van het risico van einde levensduur. In ieder geval twee jaar voor vervanging zijn de kosten aan te geven. Afspraak is nu, dat een raadsbesluit wordt gemaakt zodra een vervanging uit de inspectie nodig blijkt.
Weerstandscapaciteit Weerstandscapaciteit is de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in: Incidentele weerstandscapaciteit Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Structurele weerstandscapaciteit De middelen die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken.
Benodigde weerstandscapaciteit Op basis van de onderkende risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€13.392.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. De hierna opgenomen tabel en de kansverdeling tonen de resultaten van de risicosimulatie. Statistieken
Waarde
Minimum € 2.357.408 Maximum € 8.481.274 Gemiddeld € 5.542.341 Absolute maximum € 12.022.422 Zekerheidspercentage 10% 25% 50% 75% 80% 90% 95% 99%
Bedrag € 4.584.403 € 5.032.512 € 5.534.182 € 6.050.814 € 6.179.653 € 6.522.421 € 6.799.298 € 7.272.369
Benodigde weerstandscapaciteit: Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat het 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 6,5 miljoen (begroting 2014: € 1,4 miljoen; jaarverslag 2013: € 7,5 miljoen). De belangrijkste risico's die de gemeente loopt zijn met name vanaf 2015 aanzienlijk vanwege de op handen zijnde transities en de invoering van de Participatiewet. Het meerjarig verloop van de benodigde weerstandscapaciteit per jaarschijf is als volgt: • 2015: € 3.134.244 • 2016: € 1.957.013 • 2017: € 1.790.787 • 2018 en latere jaren: € 2.814.466
47
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
Tabel 3 - Beschikbare weerstandscapaciteit (w eerstand in €1.000)
2013 2015 2016 2017 2018 rekening begroting begroting begroting begroting
Incidentele weerstandscapaciteit (in vermogen) Algemene reserve Vast kapitaal Vrij aanwendb aar deel Grondb edrijf Bestemmingsreserve Reserve b ovenwijkse voorzieningen Grondb edrijf Stille reserve (besloten te incasseren) Resultaat na bestemming (programmabegroting) Structurele weerstandscapaciteit (in exploitatie) Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Stelpost bestuursakkoord * Totale weerstandscapaciteit
25.438
20.576
20.085
19.842
19.455
24.847 21.144 2.639 1.064
20.047 16.044 2.494 1.509
20.175 16.044 2.553 1.578
20.158 16.044 2.630 1.484
20.103 16.044 2.709 1.350
591 -
498 31
449 -539
457 -773
466 -1.114
2.436
2.427
1.050
1.200
1.500
1.736 700 27.874
2.427 -
1.050 21.135
1.200 21.042
1.500 20.955
23.003
* Deze stelpost is geen vast onderdeel van de weerstandscapaciteit. Om administratieve redenen wordt deze
hier verwerkt, zodat een juist beeld wordt verkregen van de beschikbare middelen. (is nl. aan meerdere risico’s te koppelen als maatregel)
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen of waar na het treffen van maatregelen nog restrisico’s overblijven en de capaciteit die een gemeente heeft om die niet begrote kosten op te vangen. Onderscheiden worden: Statisch weerstandsvermogen Betrekking hebbende op het begrotingsjaar zelf. Dynamisch weerstandsvermogen heeft betrekking op de consequenties voor meerdere begrotingsjaren. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is het weerstandsvermogen berekend. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij benodigde of gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
48
Het meerjarig verloop van de ratio weerstandsvermogen is als volgt: Tabel 4 - Ratio weerstandsvermogen
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2015 e.v. rekening begroting begroting begroting begroting begroting begroting
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
€ 27.874 € 27.978 € 23.003 € 21.135 € 21.042 € 20.955 € 23.003 € 7.459 € 1.346 € 3.134 € 1.957 € 1.791 € 2.814 € 6.522
alle jaren
Ratio weerstandsvermogen (2015 begroting) Ratio weerstandsvermogen (2014 begroting) Ratio weerstandsvermogen (2013 rekening)
jaarschijf
20,79 3,74 -
jaarschijf
7,34 4,40 6,90
jaarschijf
10,80 8,20 9,80
jaarschijf
jaarschijf
11,75 12,40 7,30 -
alle jaren
7,45
3,53 -
De ratio 2015 wijkt aanzienlijk af van de ratio, die is opgenomen in de begroting 2014 als gevolg van de risico’s van de transities vanaf 2015. De ratio van het totale risicoprofiel over alle jaren in de begroting 2014 was 2,81. De afwijking wordt veroorzaakt, doordat risico-inschattingen zijn aangepast als gevolg van gewijzigde inzichten. Het risicoprofiel is immers een dynamisch geheel. 1
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, wordt gebruik gemaakt van de volgende waarderingstabel . Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2.0
B
1.4-2.0
ruim voldoende
C
1.0-1.4
voldoende
D
0.8-1.0
matig
E
0.6-0.8
onvoldoende
F
<0.6
uitstekend
ruim onvoldoende
Een algemeen aanvaarde normstelling voor de hoogte van het weerstandsvermogen is er niet. De gemeente Drimmelen streeft na zo min mogelijk risico te lopen en -mits financieel verantwoord- zoveel mogelijk risico’s af te dekken. Dit betekent dat een weerstandsvermogen moet worden nagestreefd dat ten minste voldoende is. Dit betekent een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,0 (minimaal waarderingscijfer C). Het ratio van de gemeente Drimmelen valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen. De hoogte van de ratio houdt in dat momenteel geen nadere beheersmaatregelen nodig zijn.
1
De normtabel is ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. 49
§ B LOKALE HEFFINGEN Inleiding De paragraaf lokale heffingen heeft enerzijds betrekking op heffingen waarvan de besteding is gebonden (retributieve heffingen) en anderzijds op heffingen waarvan de besteding vrij is (ongebonden). De onroerende zaakbelastingen, de hondenbelasting en de toeristenbelasting hebben het karakter van een algemeen dekkingsmiddel. Dat wil zeggen dat de opbrengst in principe vrij aanwendbaar is ter dekking van algemene gemeentelijke kosten en een belangrijke inkomstenbron is naast de uitkering uit het gemeentefonds. De overige heffingen dienen om kosten te verhalen die de gemeente maakt bij het realiseren en onderhouden van specifieke voorzieningen of verleende diensten. Hierbij wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Dit betekent dat alle kosten die gemaakt worden volledig dienen te worden goedgemaakt in de tarieven. Overigens wordt de hondenbelasting ingezet ter dekking van de kosten van hondenoverlastbestrijding. De opbrengst toeristenbelasting wordt ingezet voor verbetering van de toeristische voorzieningen in de gemeente. Onderstaand treft u per heffing de relevante nadere toelichting aan. Deze paragraaf heeft de volgende inhoud: B.1 Overzicht van de geraamde inkomsten van de lokale heffingen; B.2 Ontwikkelingen; B.3 Belastingen en heffingen; B.4 Kwijtschelding; B.5 Lastendruk. B.1. Overzicht van de geraamde inkomsten van de lokale heffingen In onderstaande tabel zijn alle heffingen c.a. die de gemeente Drimmelen hanteert, opgenomen. In de laatste kolom is aangegeven in welk programma de betreffende heffing is ondergebracht. Nr. ( x €1.000)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
3.778 2.834 2.337 163 144 14 122 734 125 16
2012 rekening
2013 rekening
2014 begroting
2015 begroting 4.113 2.748 3.306 98 14 139 981 122 9
3.909 2.683 2.544 154 91 14 123 895 119 25
3.940 2.530 2.696 165 84 14 125 788 125 14
4.037 2.170 3.062 161 98 15 123 727 120 36
11 Reclameopbrengsten 1 Totaal 10.267 10.556 1 in voorgaande jaren opgenomen onder Precario.
10.482
10.549
B.2.
OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffingen Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Haven-/liggelden/pacht Leges Lijkbezorging Precario
2011 rekening
Programma
Algemene dekkingsmiddelen 5. Ruimte en wonen 2. Openbare ruimte 2. Openbare ruimte 3. Economie 3. Economie 3. Economie Diverse programma's 2. Openbare ruimte Algemene dekkingsmiddelen
25 3. Economie 11.554
Ontwikkelingen
B.2.1. Algemeen In het kader van de afgesloten dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Tilburg worden de werkzaamheden verbonden aan WOZ/OZB en hondenbelasting vanaf het belastingjaar 2007 door hen verzorgd. Deze dienstverleningsovereenkomst is afgesloten voor een periode van vijf jaar, derhalve tot en met 2011. Deze dienstverleningsovereenkomst is verlengd voor een periode van één jaar en kan daarna stilzwijgend worden verlengd. Er wordt onderzoek verricht naar diverse mogelijkheden tot samenwerking m.b.t. de belastingheffing. In het begrotingsjaar zal een voorstel worden gedaan. Effectuering kan met ingang van het belastingjaar 2016 plaats vinden. Ook de positionering van de authentieke basisregistratie WOZ, die sterke raakvlakken heeft met de authentieke basisregistratie BAG, dient te worden heroverwogen. Het gemeentebestuur van Drimmelen zal altijd de volledige verantwoordelijkheid blijven behouden voor de belastingheffing. B.3.
Belastingen en heffingen
B.3.1. OZB-tarieven 2015 In de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de ontwikkeling van het gemeentefonds worden indicaties voor de loon- en prijsontwikkeling aangegeven voor de komende jaren. Deze gegevens zijn afkomstig van het Centraal Planbureau. Deze percentages vormen de grondslag
50
voor de berekening van de jaarlijkse verhoging van de OZB-tarieven. Zoals aangegeven in het Raadsvoorstel betekent dit voor 2015 een inflatiepercentage van 1,35%. 2013 OZB woningen eigenaar in % van de waarde OZB niet-woningen gebruiker in % van de waarde OZB niet-woningen eigenaar in % van de waarde
2014
2015 Mutatie in % (begroting) 0,1086 0,1101 1,35% 0,1351 0,1369 1,35% 0,1677 0,1700 1,35%
0,1006 0,1294 0,1606
De tarieven kunnen nu nog niet worden berekend. Voor de berekening van de OZB-tarieven 2015 zijn de nieuwe WOZ-waarden objecten nodig. De uitkomst van de herwaardering van de WOZ-objecten is nu nog niet bekend. In de raadsvergadering van december 2015 zal een apart voorstel inzake de OZB-tarieven aan de raad worden voorgelegd. B.3.2. Afvalstoffenheffing Op 7 november 2013 heeft de raad besloten om het jaarrekeningoverschot van 2013 (€ 160.000) terug te geven aan de burgers door middel van een eenmalige verlaging van het vastrecht afvalstoffenheffing. Dit heeft geleid tot een verlaging van het vastrecht van € 14,39 per aansluiting. Daarnaast heeft de raad op 19 december 2013 bij amendement besloten om, naast de eenmalige verlaging, te kiezen voor model 2 in plaats van het geadviseerde model 4. Dit betekent dat er een bedrag uit de egalisatiereserve is onttrokken van € 226.582 als verlaging voor het vastrecht. Dit heeft geleid tot een extra verlaging van het vastrecht met € 24,59. Derhalve dus een totale eenmalige verlaging van het vastrecht voor 2014 met € 14,39 en € 20,39 is € 34,78. De stijging van het vastrecht voor 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt ca. € 48,- per aansluiting (zie tabel Tarievenoverzicht). Dit valt te verklaren doordat: a) Er een eenmalige teruggave in 2014 is gedaan van € 34,78 per aansluiting en b) Dat naast de reguliere indexering voor 2015 er ook nog andere kostenverhogende factoren zijn ten opzichte van 2014 zoals; • het verplicht schatkistbankieren van de nazorg gesloten stortplaatsen (zie Voorjaarsnota 2014), • de verhoging van de stortkosten van het te verbranden restafval met € 13,- per ton (per 1 januari 2015), • een verruimde openstelling van de milieustraat op zaterdagmiddag en • een verwachte verminderde opbrengst van het ingezamelde verpakkingsplastic. Tarievenoverzicht (zonder inzet egalisatiereserve) Tarieven afvalstoffenheffing
2010
Vastrecht tarief € - per lediging gft containerinhoud 25 liter € - per lediging gft containerinhoud 140 liter € - per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 40 liter € - per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 240 liter € - per lediging ondergrondse perscontainers (40 liter) - per perceel bij verzamelcontainers € Inzameling grove huishoudelijke afvalstoffen - per aanvraag € - per 0,5 m³ € Inzameling grof tuinaanval - per aanvraag € Aanbieding op de milieustraat - grove huishoudelijke afvalstoffen per 10 kg € - bouw- en sloopafval per 10 kg € - schoon puin per 10 kg €
2011
2012
2013
2014
2015
Mutatie in % 47,06% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 7,69%
nominaal
160,51 1,31 5,86 2,09 10,05
€ 140,98 € 0,95 € 4,26 € 1,66 € 7,99
€ 139,20 € 0,45 € 2,02 € 1,61 € 7,72
121,68
€ 106,87
€ 105,52
€ 139,20 € 0,45 € 2,02 € 1,61 € 7,72 € 1,61 € 105,52
€ 101,92 € 0,45 € 2,02 € 1,61 € 7,72 € 1,61 € 105,52
€ € € € € € €
149,88 0,45 2,02 1,61 7,72 1,61 113,64
15,00 25,00
€ €
15,00 25,00
€ €
15,00 25,00
€ €
15,00 25,00
€ €
15,00 25,00
€ €
15,00 25,00
0,00% € 0,00% €
-
40,00
€
40,00
€
40,00
€
40,00
€
40,00
€
40,00
0,00% €
-
2,10 2,10 0,45
€ € €
2,10 2,10 0,45
€ € €
2,10 2,10 0,45
€ € €
2,10 2,10 0,45
€ € €
2,10 2,10 0,45
€ € €
2,10 2,10 0,45
0,00% € 0,00% € 0,00% €
-
€ € € € € € €
47,96 8,12
Zonder een inzet vanuit de egalisatiereserve valt te concluderen dat het vastrecht tarief stijgt bij gelijkblijvende tarieven Diftar en milieustraat / huis-aan-huisinzameling. Overzicht lasten / baten Basten / lasten (inclusief BTW)
Jaarrekening 2007
Baten Lasten Saldo (mutatie reserves)
€ 2.597.380 € € 2.954.666 € € 357.286- €
2008
2009
2010
2.729.718 € 3.188.587 € 3.195.691 € 3.217.072 € 465.973- € 28.485- €
3.326.715 2.772.394 554.321
2011 € 2.833.622 € 2.554.167 € 279.455
2012 € € €
2013
Begroting (incl. wijz.) 2014
Begroting 2015
2.684.749 € 2.529.520 € 2.170.332 € 2.747.709 2.705.608 € 2.536.052 € 2.467.825 € 2.747.709 20.859- € 6.532- € 297.493- € -
De verwachte stand van de egalisatiereserve bedraagt begin 2015 ca. € 473.000 (exclusief mutaties Najaarsnota 2014 en werkelijk resultaat jaarrekening 2014). In de nota reserves en voorzieningen is bepaald dat de minimale omvang van de reserve € 300.000 dient te zijn. Gezien de risico’s met betrekking tot terugbetaling aan Attero wordt geadviseerd om geen onttrekking te doen uit de egalisatiereserve voor het jaar 2015. De verwachting is dat aan Attero ca. € 80.000 (exclusief wettelijke boeterente) voor de jaren 2011 t/m 2013 en ca. € 150.000 voor de jaren 2014 t/m (31 januari) 2017 terug moet worden betaald (zie ook raadsbrief van 4 juni 2014). Dit betekent dat de reserve dan nog maar ca. € 243.000 bedraagt.
51
Reserveverloop Verloop egalisatiereserve Afvalstoffenheffing
Jaarrekening 2007
Beginstand € € Mutaties reserve (resultaat; zie baten / lasten) Besluit ondergrondse glascontainers (uit reserve) Teruggave overschot rek. 2013 via afv.st.heffing Eindstand €
B.3.3.
2008
862.182 € 357.286- €
504.896
€
2009
504.896 € 465.973- €
38.922
€
2010
2011
2012
2013
38.922 € 28.485- €
10.437 554.321
€ €
564.758 279.455
€ €
844.213 € 20.859- € €
10.437
564.758
€
844.213
€
823.354
€
Begroting (incl. wijz.) 2014
823.354 € 6.532- € 200.000- € € 616.822 €
€
Begroting 2015
616.822 € 297.493- € 6.250160.000 473.079 €
473.079 -
473.079
Rioolheffing
Eind 2011 heeft de raad het “Waterbeleidsplan 2012 – 2016 met daarin opgenomen het verbreed GRP” vastgesteld. Bij de behandeling van dit plan zijn bedragen voor een dekkende rioolheffing voorgelegd, welke gelden als uitgangspunt voor de jaarlijks vast te stellen rioolheffing. Basis voor de rioolheffing is het uitgangspunt duurzaamheid, waar een ruime meerderheid voor was. Tarievenoverzicht 2011 2012 2013 2014 2015 1 vast tarief per aansluiting € 154,48 € 166,65 € 181,53 € 194,88 € 208,68 - waterverbruik 0 – 250 m³: tarief per m³ € 0,44 € 0,47 € 0,49 € 0,52 € 0,55 - waterverbruik 251 – 500 m³: tarief per m³ € 0,31 € 0,33 € 0,34 € 0,36 € 0,38 - waterverbruik 501 – 1.000 m³: tarief per m³ € 0,06 € 0,07 € 0,07 € 0,07 € 0,08 - waterverbruik > 1.000 m³: tarief per m³ € 0,02 € 0,02 € 0,02 € 0,02 € 0,03 1 Tarieven op basis van Waterbeleids plan 2012 t/m 2016 gecorrigeerd met de jaarlijks vastgestelde indexeringen. Tarieven rioolrecht
Mutatie in % Nominaal 7,08% 5,77% 5,56% 14,29% 50,00%
€ € € € €
13,80 0,03 0,02 0,01 0,01
De stijging bedraagt meer dan de toegepaste indexering van 1,50% indexering (conform Waterbeleidsplan). Dit heeft een tweetal oorzaken, nl. dat de huidige tarieven 2014 (opbrengsten), zelfs ondanks de onderuitputting op de lopende investeringen, niet voldoende zijn om de werkelijke uitgaven te kunnen dekken. Sinds 2008 worden de tekorten al onttrokken uit de egalisatiereserve Riolering (zie tabel reserveverloop). Overzicht lasten / baten Basten / lasten (inclusief BTW toerekening) Werkelijke baten Werkelijke lasten Saldo (mutatie reserves)
Jaarrekening 2007 1.946.142 1.891.717 54.425
€ € €
€ € €
2008 2.013.474 € 2.071.121 € 57.646- €
2009 2.211.702 € 2.363.771 € 152.070- €
2010 2.225.433 € 2.316.192 € 90.758- €
2011 2012 2013 2.336.965 € 2.543.647 € 2.696.036 2.563.679 € 2.653.964 € 2.975.366 226.714- € 110.317- € 279.331-
Vanaf 2008 zijn de jaarlijkse werkelijke lasten hoger geweest dan de werkelijk inkomsten (tekort). Dit betekent dat de vast gestelde tarieven niet de werkelijke kosten dekten. Het tekort wordt onttrokken uit de egalisatiereserve (zie onderdeel reserveverloop). Een grote oorzaak van de stijging van de uitgaven is het gevolg van de nieuwe taken die vanuit wetgeving worden opgelegd (waterkwaliteitsspoor) en de keuze van de aangedragen varianten (besluitvorming raad: wel / niet afkoppelen e.d.). Zie hiervoor inhoudelijk het Waterbeleidsplan. Voor 2015 en 2016 (looptijd vastgestelde Waterbeleidsplan) bestaat er ook de verwachting dat de geraamde opbrengsten niet de geraamde kosten zullen dekken en zijn er onttrekkingen voor deze jaren opgenomen (zie toelichting reserveverloop). Reserveverloop Verloop egalisatiereserve Riolering
Jaarrekening 2007
Beginstand Mutaties res erve Eindstand 1
€ € €
1.245.567 54.425 1.299.993
€ € €
2008
2009
2010
1.299.993 € 57.646- € 1.242.346 €
1.242.346 € 152.070- € 1.090.277 €
1.090.277 € 90.758- € 999.518 €
2011 999.518 € 226.714- € 772.804 €
2012 772.804 € 110.317- € 662.487 €
2013
Begroting (incl. wijz.) 2014
662.487 € 279.331- € 383.156 €
383.156 16.916 400.072
€ € €
Begroting
Verwachting
2015
2016 1
400.072 € 207.935- € 192.137 €
192.137 110.64681.491
Verwachting op basis van tarieven Waterbeleidsplan 2012 t/m 2016 gecorrigeerd met de jaarlijks vastgestelde indexeringen.
De egalisatiereserve kende in 2007 een stand van ca. € 1.3 miljoen. Dit was grotendeels veroorzaakt door onderuitputting op de vervangingsinvestering en de aanleg van bergbezinkbassins. De reserve is teruggelopen met een bedrag van € 916.836 van 1 januari 2007 tot 1 januari 2014 (jaarrekening 2013). Voor 2014 is een storting geraamd van € 16.916 (inclusief begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2014). Op basis van de vastgestelde tarieven (conform uitgangspunten Waterbeleidsplan) en de indexering voor 2015 van 1,50% betekent dat een onttrekking van € 207.935. Hierdoor zal de verwachte eindstand van de reserve op 31.12.2015 terug zijn gelopen tot een bedrag van € 192.137. De egalisatiereserve zal na 2016 nagenoeg leeg zijn. In het vastgestelde Waterbeleidsplan is de egalisatiereserve volledig als dekking ingezet voor de vastgestelde periode tot en met 2016.. B.3.4. Hondenbelasting De hondenbelasting is met ingang van 2015 afgeschaft (Coalitieprogramma). B.3.5. Toeristenbelasting Met ingang van 2006 is de toeristenbelasting ingevoerd. De netto-opbrengst wordt aangewend voor het verbeteren c.q. optimaliseren van het toeristische voorzieningenniveau. De geraamde opbrengst toeristenbelasting is overeenkomstig verwerkt in deze begroting. Het tarief is sinds 2009 € 1,00 per eenheid. Ook voor 2015 wordt met dit tarief gerekend.
52
B.3.6. Marktgelden Het beleid en de opbrengst marktgelden vallen onder het programma Economie. De tarieven voor 2015 zijn t.o.v. de tarieven 2012 met 1,5% verhoogd. B.3.7. Haven- en liggelden Het beleid en de opbrengst havengelden vallen onder het programma Economie. De tarieven voor 2015 zijn t.o.v. de tarieven 2014 met 1,5% verhoogd. De tarieven voor de haven Terheijden zijn extra verhoogd met 3,5% in het kader van de KTD-taakstelling. B.3.8. Leges De legesopbrengsten worden op diverse programma’s verantwoord. Burger en bestuur : leges burgerzaken en APV. Ruimte en wonen : leges bouwvergunningen, ruimtelijke ordening De leges burgerzaken, APV en ruimtelijke ordening 2015 zijn t.o.v. de leges 2014 met 1,5% verhoogd voor zover wettelijk mogelijk is. B.3.9. Lijkbezorging Het beleid en de opbrengst lijkbezorgingrechten vallen onder het programma Openbare ruimte. De tarieven voor 2015 zijn t.o.v. de leges 2014 met 1,5% verhoogd. De egalisatiereserve Begraafplaatsen bedraagt naar verwachting per 01.01.2015 € 0. Vooralsnog zijn de vastgestelde tarieven, ondanks diverse verhogingen de afgelopen jaren, niet kostendekkend. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de investeringen die gedaan zijn met betrekking tot uitbreiding van de algemene begraafplaats en de ruiming van de oude begraafplaatsen alsmede de extra ureninzet die hiermee gepaard is gegaan. Tevens is een teruggang te constateren met betrekking tot het aantal begravingen. Dit heeft geleid tot een structurele neerwaartse aanpassing van het opbrengstvolume. In 2015 zal een heroriëntatie van de kosten lijkbezorging en leges plaatsvinden. B.3.10. Brandweerrechten Het beleid en de opbrengst brandweerrechten vallen onder het programma Veiligheid. De tarieven voor 2015 zijn t.o.v. 2014 met 1,5% verhoogd. B.3.11. Precario De opbrengst precario valt onder het programma Relatie met de burger. De tarieven voor 2015 zijn t.o.v. 2015 met 1,5% verhoogd. B.4. Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet beschikt over vermogen en voldoende betalingscapaciteit kan geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend. In de gemeente Drimmelen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de onroerende zaakbelasting, riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting. De overige belastingen en heffingen komen hiervoor niet in aanmerking. De gemeente volgt in haar kwijtscheldingsbeleid volledig de landelijke 100% normen voor vermogen en inkomen. De bedragen die worden kwijtgescholden voor riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting zijn in de tariefstelling meegenomen. Dit betekent uiteindelijk dat de kwijtschelding voor riool- en afvalstoffenheffing en hondenbelasting door de overige belastingbetalers wordt opgebracht. Met ingang van 2010 wordt gebruik gemaakt van de diensten van het in 2001 door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten opgerichte inlichtingenbureau. Als de belastingplichtige hier toestemming voor geeft, wordt bij het inlichtingenbureau geïnformeerd of er substantiële wijzigingen zijn in de inkomens- c.q. vermogenspositie van belastingplichtige ten opzichte van het voorafgaande jaar. Als dit niet het geval is zal de kwijtschelding automatisch worden verleend. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan de vermindering van de administratieve lastendruk voor de burger. Kwijtscheldingen Aanvragen Aantal toekenningen (ook gedeeltelijk)
2013 rekening 121 110
53
2014 begroting 160 130
2015 begroting 170 140
B.5. Lastendruk Het beleid van de gemeente Drimmelen is gericht op een maatschappelijk aanvaardbaar lastenniveau. In onderstaande tabel is rekening gehouden met de onder B.3 opgenomen tariefsaanpassingen. Op deze basis is er een procentuele stijging van 4,57% van de gemiddelde lastendruk voor 2015 voor het gemiddelde huishouden ten opzichte van het jaar 2014 na correctie eenmalige teruggave jaarrekeningoverschot 2013 uit de algemene reserve en een eenmalige teruggave uit de reserve Afvalstoffenheffing. Belastingsoort
lastendruk 2012 € 267,96 € 214,25 € 243,08
Onroerende zaakbelastingen Rioolrechten (gemiddeld) Afvalstoffenheffing (gemiddeld) incl. milieustraat en huis-aan-huis inzameling Correctie eenmalige teruggave afvalstoffenheffing (jaarrekeningoverschot (2013) Correctie eenmalige teruggave uit reserve afvalstoffenheffing Gecorrigeerde lastendruk afvalstoffenheffing € Totaal gemiddeld per huishouden €
• • •
243,08 725,29
lastendruk 2013 € 274,25 € 230,53 € 233,12
€ €
233,12 737,90
lastendruk 2014 € 280,70 € 248,96 € 195,74
lastendruk 2015 € 284,49 € 263,68 € 246,73
Nominale Proc. Stijging stijging € 3,79 1,35% € 14,72 5,91% € 50,99
€
14,39
€
14,39-
€
20,39
€
20,39-
€ €
230,52 760,18
€ €
16,21 34,72
€ €
246,73 794,90
7,03% 4,57%
Rioolheffing 2015 op basis van 100 m3 waterverbruik (gemiddeld verbruik van de grootste categorie 0 – 250 m3). Afvalstoffenheffing op basis van gemiddelde kosten per eenheid (aansluiting). De tariefberekening Onroerende Zaak Belastingen is afhankelijk van enerzijds de tariefsontwikkeling en anderzijds de waardeontwikkeling van de woningen.
54
55
§ C ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De gemeente Drimmelen beheert ca. 385 ha aan openbare ruimte. Elke burger, inwoner, bezoeker en werknemer in de gemeente Drimmelen maakt gebruik van deze openbare ruimte voor vele diverse activiteiten zoals wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, civieltechnische kunstwerken, groen, straatmeubilair, verkeersmaatregelen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn van invloed op de kwaliteit van het voorzieningenniveau, maar daarmee ook op de jaarlijkse lasten. Hieronder wordt voor de belangrijkste kapitaalgoederen een toelichting gegeven op het bestaande beleid en de ontwikkelingen in het jaar 2015. Het bestaande beleid voor deze paragraaf is vastgelegd in de volgende gemeentelijke beleidsnota’s: Beheerbeleid wegen Drimmelen 2012-2015 Beleidsplan Verkeer en Vervoer (2006) Waterbeleidsplan 2012-2016(waarin opgenomen het verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2011 t/m 2015) Beleidsnota parkeren (2010) Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2013. • Groenbeleidsplan 2005-2015. ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ ( 2007) • Objectbewegwijzeringsplan van ( 2011) • Beheercatalogus ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) • Groenstructuurplan Made, ‘natuurlijk doen!’ (1996) • Groenstructuurplan Terheijden en Wagenberg, ‘tussen traditie en vernieuwing’ (2005) • Landschapsbeleidsplan Made en Drimmelen (1996) • Landschapsvisie gemeente Drimmelen (2008) • Bermen en bermsloten 2011-2020 • Beleidsnotitie civiele kunstwerken en havens van 8 juni 2009. • Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen (2008) Gebouwenbeheerplan 2003-2005 Integraal Huisvestingsplan 2011-2014 Sportnota gemeente Drimmelen 2006 - 2010 Kadernotitie KTD buitensport (augustus 2012) Groot onderhoud buitensportaccommodaties 2007-2010’; actualisatie oktober 2013 Beleidsplan straat meubilair (2013) Bij inrichting, onderhoud en beheer moet verder rekening gehouden worden met de volgende wetgeving: • De Wegenwet van 1930 • De Wegenverkeerswet van 1994 • Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 • Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer • Wet geluidshinder • Bouwstoffenbesluit • Wet milieubeheer • Waterschapskeur • Reglement op de watergangen Noord Brabant • Wet telecomvoorzieningen • Wet energiedistributie artikel 16 • Besluit veiligheid attractie-, en speeltoestellen van 1997 Het onderhoud en beheer van de openbare ruimte valt uiteen in drie vormen: dagelijks onderhoud, structureel-, en vervangingsonderhoud. Het belangrijkste doel van het dagelijks-, en structureel onderhoud is: door middel van de uitvoering van onderhoudsmaatregelen zorgen dat de elementen veilig blijven en de maximale levensduur voor een element behaald wordt. Het structureel onderhoud wordt planmatig uitgevoerd. Gedurende het jaar worden visuele inspecties uitgevoerd en gecombineerd met de beschikbare gegevens over levensduur enz. Op grond hiervan wordt een (meerjarig) jaarprogramma opgesteld. Het belangrijkste doel van het vervangingsonderhoud is: op het moment dat een element aan het eind van zijn levensduur is, dit vervangen door hetzelfde type (indien mogelijk met een langere levensduur). Structureel en vervangingsonderhoud wordt zoveel als mogelijk integraal met diverse producten aangepakt (werk met werk maken). Zo worden bij rioolvervangingen en renovaties van straten, eventuele maatregelen voor openbare verlichting, het openbaar groen en verkeersmaatregelen in de plannen meegenomen.
56
Prg. Exploitatie 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 6.
a. Wegen b. Openbare verlichting c. Civiele kunstwerken d. Straat- en haltemeubilair e. Bebording en markering f. Verkeers regelinstallatie (VRI) g. Bewegwijzering h. Openbaar Groen i. Speelvoorzieningen j. Riolering en stedelijk water n. Buitenzwembaden Totaal Exploitatie
€ € € € € € € € € € € €
2015 140.455 135.000 5.913 14.455 60.026 5.632 17.057 110.451 23.341 332.603 80.000 924.932
€ € € € € € € € € €
2015 1.011.393 308.497 65.606 40.143 157.625 104.545 15.000 524.985 2.227.795
€ € € € € € € € € € € €
Begroting 2015 2016 2017 140.455 € 140.455 135.000 € 135.000 5.913 € 5.913 14.455 € 14.455 60.026 € 60.026 5.632 € 5.632 17.054 € 14.065 75.451 € 75.451 23.341 € 23.341 332.603 € 332.603 80.000 € 80.000 809.929 € 806.940
€ € € € € € € € € €
Begroting 2015 2016 2017 1.011.393 € 1.011.393 308.497 € 308.497 65.606 € 65.606 40.143 € 40.143 157.625 € 157.625 € 104.545 € 104.545 5.387 € 5.387 524.985 € 524.985 2.218.182 € 2.218.182
Prg. Voorzieningen 2. 2. 2. 2. 2. 3. 6. 6. Div.
a. Wegen b. Openbare verlichting c. Civiele kunstwerken i. Speelvoorzieningen j. Riolering en stedelijk water k. Baggeren havens m. Buitens portaccom modaties o. Kunst in de openbare ruimte p. Gemeentelijke gebouwen Totaal Voorzieningen
Prg. Investeringen
2. 4.
j. Riolering en stedelijk water l. Onderwijshuisvesting Totaal Investeringen
Begroting 2015 2017
2015
2016
€ 3.977.500 € 400.000 € 4.377.500
€ 1.692.500 € € 1.692.500
€ 1.480.000 € € 1.480.000
€ € € € € € € € € € € €
2018 140.455 135.000 5.913 14.455 60.026 5.632 11.130 75.451 23.341 332.603 80.000 804.005
€ € € € € € € € € € € €
2019 140.455 135.000 5.913 14.455 60.026 5.632 9.003 75.451 23.341 332.603 21.500 801.878
2018 € 1.011.393 € 308.497 € 65.606 € 40.143 € 157.625 € € 104.545 € 5.387 € 524.985 € 2.218.182
2019 € 1.011.393 € 308.497 € 65.606 € 40.143 € 157.625 € € 104.545 € 5.387 € 524.985 € 2.218.182
2018
2019
€ 3.095.000 € € 3.095.000
€ 1.961.000 € € 1.961.000
Poolsestraat doorloop vanuit 2015 Merelhof doorloop vanuit 2015 Bredaseweg** Prinsenpolderstraat Rozenbloemstraat van de Elsenplein Heidehof Adellaan Groningerlaan achterpad Mr Aalbersestraat Zuideindsestraat*
X X X X X
X X X X X
X X
X X X X X X X
X X X X X
X X X X X X X X X X Betrokken disciplines
on er sb rie in f lo op av on be d w on er sa vo nd vo or tg an g
be w
eb si te w
Gr oe n
r Ve
rk ee
eg en W
Ri ol er
in g
Planning projecten 2015 Openbare werken Er is een meerjarige planning gemaakt voor de integrale projecten voor de jaren 2015 tot en met 2019. De planning van 2015 is concreet en wordt op de website gepubliceerd. Voor 2016 tot en met 2019 geeft de planning een korte doorkijk van de belangrijkste projecten voor wegen en riolering. Deze wordt gaandeweg de tijd verder geconcretiseerd. De integrale projecten voor 2015 zijn in onderstaand schema opgenomen. Wanneer werkzaamheden een enkele discipline betreffen, zijn deze bij de onderstaande teksten opgenomen.
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Wijze van communicatie
* onder voorbehoud van subsidie, dit jaar nog bekend **Een gedeeltelijke combinatie met de drukriolering wordt gemaakt.
In 2015 zal als hiervoor een voorbereidingsbudget wordt gehonoreerd, een start gemaakt worden met de planontwikkeling van vier projecten: Centrumroute Terheijden, Oude weg Lage Zwaluwe, van de Elsenplein Wagenberg en Marktstraat Made.
a. Wegen Beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Wegen is vastgelegd in de notitie: Beleidsplan Wegen Drimmelen 2011-2015: Op weg naar duurzaamheid. In 2011 is dit beleidsplan door de Raad vastgesteld. Het uitgangspunt daarin was handhaving van het (minimale) onderhoudsniveau voor zowel de wegen als de daarbij behorende onderdelen van de openbare ruimte. Voor de vervanging van materialen is vastgesteld dat materialen hergebruikt worden dan wel worden vervangen door duurzame materialen. De voorziening wegenonderhoud is op dit niveau gebaseerd.
57
2
De gemeente Drimmelen heeft ruim 1.900.000 m verharding in beheer. Dit areaal vertegenwoordigt een waarde van € 86.500.000. Jaarlijks wordt het volledige areaal geïnspecteerd en gewaardeerd volgens een landelijke systematiek voor wegbeheer (CROW). Hieruit volgt het benodigde dagelijks-, en structureel-, en vervangingsonderhoud. Het dagelijks onderhoud wordt in hetzelfde jaar uitgevoerd. Het structureel-, en vervangingsonderhoud wordt uitgezet in een periode van vijf jaar. Zoals al aangegeven, is het uitgangspunt het (minimale) onderhoudsniveau voor zowel de wegen als de daarbij behorende onderdelen van de openbare ruimte. Dit niveau komt overeen met de kwaliteit C in onderstaande tabellen. Kwaliteit D wordt gezien als “achterstallig onderhoud”. Wegvakonderdelen op dit kwaliteitsniveau dienen in de eerstvolgende jaargang onderhouden te worden. Toch kan het zijn dat besloten wordt om deze werkzaamheden incidenteel uit te stellen in verband met het integraal werken. Er wordt echter altijd gezorgd voor een veilige situatie.
Kwaliteitsverloop asfalt
Kwaliteitsverloop elementen
De operationele planning wegen is opgenomen in de jaarplanning Openbare Werken. Bij het plannen wordt rekening gehouden met het afstemmen van werkzaamheden met andere disciplines: het zogenaamde Integraal werken met als doel het beperken van overlast voor de burger en proberen “werk met werk” te maken om zo efficiënt mogelijk te werken (zie voor de integrale projecten het bovenstaande schema).Gebleken is dat met name deze integrale aanpak een groter beslag legt op de voorziening wegen dan gepland, doordat in een aantal gevallen wegvak(ken) (onderdelen) eerder worden aangepakt dan technisch noodzakelijk is. Ook de toenemende wens voor toepassing van nieuwe materialen speelt hierin een rol. De storting in de voorziening voorziet hier niet in. Hierdoor is achterstallig onderhoud ontstaan waarvoor de huidige storting niet toereikend is. In juli 2014 is daarom besloten om extra budget beschikbaar te stellen om deze achterstand te verminderen. Op basis van de inspectie 2014 is te voorzien dat met de inzet van dit extra budget en reeds uitgevoerd onderhoud er geen kapitaalvernietiging op zal treden. Naar verwachting zal met deze maatregelen het percentage D in het komende half jaar teruglopen naar minder dan 5 %. Na inspectie van 2015 zullen de nieuwe cijfers bekend zijn. Begin 2015 zal een nieuw wegenbeleidsplan ter vaststelling worden aangeboden. Afhankelijk van de behandeling van de startnotitie eind 2014 zullen voorstellen worden uitgewerkt t.b.v. het integraal werken, het toepassen van nieuwe materialen en duurzaam wegbeheer. Tevens zal een nieuw voorstel worden gedaan voor de vorming van een voorziening en de jaarlijkse stortingen hierin. Exploitatie 2015 1
'Klein' onderhoud wegen € 140.455 ‘Groot’ onderhoud wegen asfalt (voorziening) € 410.781 ‘Groot’ onderhoud wegen elementen (voorziening) € 600.613 Totaal voorziening wegen € 1.011.393 Totaal exploitatie € 1.151.848 1 Betreft 'Klein' onderhoud van asfalt, elementen, semi-verhard, betonverhardingen en herprofileren bermen.
2016
Begroting 2015 2017
€ 140.455 € 410.781 € 600.613 € 1.011.393 € 1.151.848
€ 140.455 € 410.781 € 600.613 € 1.011.393 € 1.151.848
2018
2019
€ 140.455 € 410.781 € 600.613 € 1.011.393 € 1.151.848
€ 140.455 € 410.781 € 600.613 € 1.011.393 € 1.151.848
Geplande werkzaamheden Bij de tot standkoming van de werkplanning wordt in het bijzonder gekeken naar de inspectiegegevens met betrekking tot slechte en zeer slechte kwaliteit. Afhankelijk van het beschikbare budget zullen naast participatie in integrale projecten en kleinere onderhoudswerkzaamheden de volgende projecten worden uitgevoerd: • Herstraten Oud Drimmelen. • Vogelstraat. • Asfaltonderhoudsbestek. • In 2014 is gestart met de verbetering van het areaal “zeer slecht” waarvoor in juli 2014 extra budget is gehonoreerd. Dit zal in 2015 worden afgerond. • Overige projecten volgen uit het nog vast te stellen Wegenbeleidsplan. b. Openbare Verlichting Beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Openbare verlichting is vastgelegd in de nota Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2013. Het totale areaal bedraagt 6.012 lichtmasten met 6.383 lampen. 58
In 2015 moet een nieuwe aanbesteding van de uitvoerende werkzaamheden gaan plaatsvinden. In verband daarmee is in 2013 besloten de looptijd van het huidige beleidsplan met één jaar te verlengen tot eind 2014. Begin 2015 zal een nieuw beleidsplan worden voorgelegd ter vaststelling, wat vervolgens gebruikt kan worden bij de nieuwe aanbesteding. Ook zal hierin een nieuwe storting in de voorziening worden voorgesteld. Indien mogelijk zal voor de aanbesteding aansluiting gezocht worden bij de samenwerkingspartners in de Amerstreek. Gedurende de looptijd van het huidige beleidsplan heeft een inhaalslag plaatsgevonden met betrekking tot de vervangingen. Dit betekent dat momenteel de openbare verlichting op een adequaat niveau is. Vanaf 2015 gaan we op basis van technische afschrijvingstermijnen, gecombineerd met meldingen, het regulier onderhoud en vervangingen uitvoeren. Waar mogelijk lift de Openbare verlichting mee in de integrale aanpak van projecten. Bij vervanging van armaturen worden armaturen met dimmers of in toenemende mate led-verlichting toegepast. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een standaard materialenpakket. Exploitatie 2015 Onderhoudscontract (groepsremplace) Vervanging lichtmasten (voorziening) Totaal exploitatie
€ € €
135.000 308.497 443.497
2016 € € €
Begroting 2015 2017
135.000 308.497 443.497
€ € €
135.000 308.497 443.497
2018 € € €
135.000 308.497 443.497
2019 € € €
135.000 308.497 443.497
c. Civiele kunstwerken Beleidskader Het kader voor de civiele kunstwerken is vastgesteld in de raadsvergadering van 2 juli 2009. Tijdens deze vergadering is het (incidenteel) “veilig” alternatief gekozen uit de “beleidsnotitie civiele kunstwerken en havens” van 8 juni 2009. Beleidsuitgangspunten Als beleidsuitgangspunt is het niveau ”veilig” vastgesteld zoals weergegeven in de bovengenoemde beleidsnotitie. In 2009 is éénmalig budget beschikbaar gesteld voor het aanpakken van enkele grote (onveilige) knelpunten. Als definitie voor “veilig” geldt: Onder de prioriteit veiligheid wordt verstaan of van het kunstwerk veilig gebruik kan worden gemaakt. Bepaalde schades of achterstallig onderhoud kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken voor gebruikers. Door op tijd in onderhoud te voorzien, kunnen gevaarlijke situaties worden voorkomen. Tevens is het zo dat door hier voldoende aandacht aan te besteden claims in het kader van de aansprakelijkheid kunnen worden voorkomen. De veiligheid is bijvoorbeeld in het geding als brugdekplanken ontbreken of als de leuning loszit. Van het product Civieltechnische kunstwerken is een actuele inventarisatie aanwezig. Sinds 2013 is er structureel budget beschikbaar om onderhoud uit te voeren op het minimale niveau “veilig”. Een uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks aan de hand van inspectie samengesteld. Er is geen vervangingsbudget beschikbaar i.v.m. de vaak lange en moeilijk vooraf te bepalen levensduur. Indien een element aan vervanging toe is, wordt hiervoor een apart kredietvoorstel aan de raad voorgelegd. Aan de opdracht voor de inspecties wordt een prognose voor structureel onderhoud en vervanging toegevoegd. Exploitatie 2015 ‘Klein’ onderhoud ‘Groot’ onderhoud (voorziening) Totaal exploitatie
€ € €
5.913 65.606 71.519
2016 € € €
Begroting 2015 2017
5.913 65.606 71.519
€ € €
5.913 65.606 71.519
2018 € € €
5.913 65.606 71.519
2019 € € €
5.913 65.606 71.519
Geplande werkzaamheden Werkzaamheden worden op basis van inspecties uitgevoerd. In 2015 wordt de constructie van de brug aan de Hamseweg verzwaard. d. Straat- en haltemeubilair Het beleidskader met betrekking tot straat- en haltemeubilair is vastgelegd in de nota: • Beleidsplan straatmeubilair ( 2013) Beleidsuitgangspunten: • Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier verschillende gebieden, waar bijbehorend straatmeubilair wordt geplaatst. Zo worden bijvoorbeeld in de centrumgebieden wat luxere banken geplaatst dan in de rest van de bebouwde kom; • Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de kernen qua kleur, dus alle centrumgebieden in de kernen krijgen dezelfde kleur straatmeubilair; • Deze kleur is antraciet. Deze kleur wordt toegepast in alle centrumgebieden. • Op korte termijn wordt de meest voorkomende variant de standaard; • Op langere termijn wordt de meest duurzame variant de standaard. • Binnen de bebouwde kom geldt kwaliteitsniveau A. • Buiten de bebouwde kom geldt kwaliteitsniveau B.
59
Onderhoud wordt uitgevoerd door de buitendienst van Openbare werken. Exploitatie 2015
2016
Begroting 2015 2017
2018
2019
Onderhoud straatmeubilair (incl. fontein den Deel) € 12.795 € 12.795 € 12.795 € 12.795 € Onderhoud haltemeubilair 1 € 1.661 € 1.661 € 1.661 € 1.661 € Totaal exploitatie € 14.455 € 14.455 € 14.455 € 14.455 € 1 In 2015 is een bedrag opgenomen van € 175.000 t.b.v. Toegankelijke haltes. Hiertegenover staat een even groot bedrag als subsidieontvangst (Provincie).
12.795 1.661 14.455
Geplande werkzaamheden Nu het beleidsplan straatmeubilair is vastgesteld, is begonnen met het saneren van het straatmeubilair op basis van het handboek. Per kern is een saneringsplan opgesteld dat vervolgens aan de betreffende bewonersgroep wordt voorgelegd ter reactie. In de loop van 2014 is gestart met de uitvoering. De uitvoering zal nog doorlopen in 2015. Inmiddels zijn 38 bushaltes in de gemeente Drimmelen toegankelijk gemaakt voor minder validen. Gelijktijdig met het toegankelijk maken van de haltes is het haltemeubilair vervangen. In verband met de nieuwe aanbesteding van de concessie van het openbaar vervoer heeft de provincie gemeentes opgedragen een pas op de plaats te maken met het aanpassen van de haltes. Half 2014 is meer bekend geworden over de concessie en kunnen we de laatste fase van het project ‘Toegankelijke bushaltes’ gaan uitvoeren. Het gaat dan nog om 14 bushaltes, voornamelijk buurtbushaltes en de haltes langs de Oude Weg in Lage Zwaluwe. e. Bebording en markering Het beleidskader met betrekking tot bebording en markering wordt vastgelegd in de nota: • Saneringsplan verkeerstekens (2012) Beleidsuitgangspunten: • Uitgangspunt bij het saneringsplan is dat alle juridisch en ruimtelijk niet noodzakelijke bebording wordt verwijderd, zodat de bezuiniging van ca. € 7.600 op deze kostenpost wordt gehaald (besluit bij KTD). Exploitatie 2015 Onderhoud / schades bebording Onderhoud markering / belijningen Totaal exploitatie
€ € €
30.967 29.059 60.026
2016 € € €
Begroting 2015 2017
30.967 29.059 60.026
€ € €
30.967 29.059 60.026
2018 € € €
30.967 29.059 60.026
2019 € € €
30.967 29.059 60.026
Geplande werkzaamheden De sanering van verkeersborden is conform het vastgestelde saneringsplan afgerond. In 2015 zullen vervolgens de overgebleven borden, waar nodig, vervangen worden. Dit is conform de afspraak: eerst verminderen, dan de overgebleven borden op orde brengen. Qua markering is in 2007 gestart met het project ‘Toepassen Essentiële Herkenbaarheids-kenmerken’. Hierbij gaat het om het toepassen van eenduidige markering op dezelfde type wegen. Het aanbrengen van deze nieuwe markering wordt indien mogelijk gecombineerd met onderhoudswerkzaamheden aan het asfalt. Voor 2015 staat de Ruilverkavelingsweg en de Dirk de Botsdijk op de planning. Deze worden niet in combinatie met onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. f. Verkeersregelinstallatie (VRI) Beleidskader: • Hier is geen beleidskader van. Beleidsuitgangspunten: • Storingen moeten binnen vijf werkdagen worden opgelost. Exploitatie Onderhoud VRI's Totaal exploitatie
€ €
2015 5.632 5.632
€ €
Begroting 2015 2016 2017 5.632 € 5.632 € 5.632 € 5.632 €
2018 5.632 5.632
€ €
2019 5.632 5.632
Geplande werkzaamheden De gemeente heeft twee VRI’s in beheer: één in Drimmelen bij de Batterij en één in Made, op de kruising Adelstraat – Godfried Schalckenstraat. De enige werkzaamheden voor dit onderwerp bestaan uit het onderhoud bij storingen. Beleidsmatige werkzaamheden zijn er vrijwel niet, tenzij er sprake is van vervanging van de VRI. Van de VRI in Made is de technische levensduur ruimschoots overschreden. Er moet nog een definitieve keuze gemaakt worden tussen vervangen van de VRI of herinrichten van het kruispunt. Deze keuze hangt samen met het nog op te stellen Centrumplan Made.
60
g. Bewegwijzering Het beleidskader met betrekking tot bewegwijzering is vastgelegd in de nota: • Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ uit 2007 Beleidsuitgangspunten • Objecten met vooral plaatselijke bezoekers krijgen geen verwijzing; • Commerciële objecten dienen hun eigen verwijzing te bekostigen; • De objectbewegwijzering ziet er in de hele gemeente hetzelfde uit (wit bord met zwarte letters en een blauwe omlijsting). Exploitatie 2015 Onderhoud bewegwijzering € 17.057 € Totaal exploitatie € 17.057 € 1 Fluctuaties in het meerjarenperspectief worden veroorzaakt door de meerjarenplanning ANWB-bewegwijzering. 1
Begroting 2015 2016 2017 17.054 € 14.065 € 17.054 € 14.065 €
2018 11.130 11.130
€ €
2019 9.003 9.003
Geplande werkzaamheden Het beheer en onderhoud is bij een externe partij ondergebracht. Hierdoor zijn de interne werkzaamheden minimaal. Dit geldt tevens voor de geplaatste industriebewegwijzering bij de verschillende bedrijventerreinen. h. Openbaar groen Beleidskader en beleidsuitgangspunten Het beleidskader met betrekking tot Openbaar groen is vastgelegd in de nota’s: • Groenbeleidsplan 2005-2015; Kwaliteit in beeld incl. beheercatalogus; • Landschapsvisie gemeente Drimmelen; • Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen; • Bermen en bermsloten 2011-2020: Kiezen voor biodiversiteit; • Groenstructuurplannen gemeente Drimmelen; • Groenonderhoudsplannen. Groenbeleid Het groenbeleid is gericht op duurzaam kwaliteitsgroen. Dit groen wordt op een ecologische basis beheerd, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Om het onderhoud te beperken, wordt zoveel mogelijk bodembedekkende beplanting aangebracht en bij plantsoenen die daarvoor geschikt zijn wordt een bepaalde mate van kruidengroei geaccepteerd. Het gemeentelijk areaal openbaar groen omvat 93,33 hectare plantsoenen incl. grasvegetaties, 9,33 hectare landschappelijke beplanting en 126,61 hectare bermen. De doelstelling voor 2015 is het groen op een het vastgestelde niveau te houden en het toezicht daarop verder te professionaliseren. In 2015 zal, als hiervoor voorbereidingsbudget wordt gehonoreerd, met een klankbordgroep een integrale en overkoepelende beleidsnota groen opgesteld. In 2016 wordt deze aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Groenbeheer In 2014 zijn de onderhoudsbestekken voor de plantsoenen, grasvelden en onkruidbestrijding verhardingen, op basis van een integraal beeld- en frequentiebestek, in samenspraak met het inkoopbureau, voor twee jaar aanbesteed met de optie van twee keer één jaar verlengen. Voor het beheer van het openbaar groen wordt gebruik gemaakt van de CROW Kwaliteitscatalogus openbare ruimte. Het groen wordt overwegend op kwaliteitsniveau B onderhouden. Voor de beheergroep “grove heesters” geldt kwaliteitsniveau C. Renovatie openbaar groen Plantsoenvakken die niet meer voldoen, worden omgevormd. Deze renovaties worden voornamelijk integraal met riolering en wegen uitgevoerd (zie opgenomen integraal projectenoverzicht). Hierdoor ontstaat groen dat beter en goedkoper te onderhouden is. Bomenbeleid In het openbaar gebied staan circa 18.500 bomen. Naar aanleiding van het Bomenbeleidsplan is per 2010 budget beschikbaar gesteld voor het opheffen van de onderhoudsachterstand in het areaal bomen. In het laatste kwartaal van 2014 zijn hiervoor de laatste werkzaamheden uitgevoerd. Als alternatief voor het kappen van vormbomen zijn 900 knotwilgen tegen een jaarlijkse vergoeding van € 3.000 in beheer bij de Madese Natuurvrienden. Na twee winters kan vastgesteld worden dat de vrijwilligers van de Madese Natuurvrienden in staat zijn om de knotwilgen adequaat te onderhouden. Met het opstellen van de bovengenoemde integrale en overkoepelende beleidsnota groen, wordt in 2015 het Bomenbeleidsplan geëvalueerd. Bermenbeleid Het ecologisch bermbeheer is een groeiproces waarbij gestreefd wordt naar beplanting die van nature in een berm voorkomt. Met name de grotere gebieden en brede bermen zijn hierbij het meest kansrijk. In 2015 zal 30% van het areaal ecologisch worden beheerd. De bermen die niet ecologisch worden beheerd, worden twee keer per jaar geklepeld waarbij het maaisel in de berm achterblijft om te verteren.
61
Onkruidbestrijding verharding Het onkruid op de verharding wordt twee maal per jaar op mechanische wijze bestreden. Eénmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar wordt de verharding geborsteld en geveegd. Op enkele “Hot spots” wordt een extra veegbeurt uitgevoerd. Exploitatie Renovaties openbaar groen Totaal exploitatie
€ €
2015 110.451 110.451
€ €
Begroting 2015 2016 2017 75.451 € 75.451 € 75.451 € 75.451 €
2018 75.451 75.451
€ €
2019 75.451 75.451
Geplande werkzaamheden Naast participatie in integrale projecten worden de volgende projecten in ieder geval uitgevoerd: • Aanpassing parkje aan de Lucia Eijckenstraat Made. • Omvorming van de beplanting tegenover Plantsoen 17 t/m 33 Lage Zwaluwe. • Aanpassing beplanting in delen van de Zeggelaan Terheijden. • Groenvakken parkeervak nabij Raadhuisstraat 43 Hooge zwaluwe. • Plantvak tegenover Hofstad 5-7 Wagenberg. i. Speelplekken Beleidskader en beleidsuitgangspunten In de gemeente staan 211 speelobjecten (Klimtoestellen, schommels, doetjes e.d.). Voor inrichting en onderhoud van de speelvoorzieningen geldt “Besluit veiligheid attractie-, en speeltoestellen” van 1997. Buiten voorschriften m.b.t. de keuze van materialen legt dit besluit ook een periodieke veiligheidscontrole op. Op grond hiervan wordt het dagelijks beheer uitgevoerd. De gemiddelde levensduur van een toestel ligt tussen de tien en twintig jaar. Deze is afhankelijk van het soort speeltoestel, maar daarnaast ook van de wijze van gebruik. Voor speeltoestellen geldt als extra handicap dat ze erg gevoelig zijn voor vandalisme. In 2015 wordt een beleidsnota speelvoorzieningen opgesteld en ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad. Tevens zal een nieuw voorstel voor de vervangingsinvesteringen worden gedaan. Exploitatie 2015 'Klein' onderhoud 'Groot' onderhoud (voorziening) Totaal exploitatie
€ € €
23.341 40.143 63.484
2016 € € €
Begroting 2015 2017
23.341 40.143 63.484
€ € €
23.341 40.143 63.484
2018 € € €
23.341 40.143 63.484
2019 € € €
23.341 40.143 63.484
Geplande werkzaamheden Het onderhoud wordt (vandalisme daargelaten) uitgevoerd op basis van een tienjarig onderhouds-, en vervangingsprogramma. Voor 2015 staan de volgende projecten gepland: • Vervangen klim/ glijcombinatie bij ’t Fort in Drimmelen. • Vervangen klim/ glijtoestel Liederkerkestraat in Terheijden. • Renovatie speelvoorziening Abraham Kuijperstraat in Lage Zwaluwe. • Vervaging diverse kleine toestellen. j. Riolering en stedelijk water Beleidskader Op gemeentelijk niveau is eind 2011 het “waterbeleidsplan 2012 t/m 2016 met daarin opgenomen een verbreed GRP” vastgesteld. Op regionaal niveau geldt voor de toekomst de uitgangspunten zoals opgenomen in het Bestuursakkoord Water “Water met vuur” (ondertekend op 23 mei 2011) Binnen de “Samenwerking in de waterketen” wordt invulling gegeven aan de in het bestuursakkoord gestelde doelen. Water met vuur • Doelmatiger waterbeheer • Doelmatigheidswinst • Overheveling naar waterveiligheid • Gematigde stijging lokale lasten • Waterschappen zelfstandiger, rol provincies beperkter • Toetsing Waterkeringen wordt teruggebracht naar een cyclus van 12 jaar • Herziening belastingstelsel waterschappen • Opschaling afvalwaterketenbeheer • Dreigende wetgeving als stimulans Beleidsuitgangspunten Waterbeleidsplan Voor de komende jaren geldt een zogenaamde blauwe variant. Dit is een variant waarbij waterkwaliteitspoorproblemen en stedelijkwateropgaveproblemen op een duurzame manier worden opgelost. Hierbij worden de drie zorgplichten op de volgende manier vormgegeven:
62
Afvalwater (1) en hemelwaterzorgplicht (2): • Afvalwaterlozingen buitengebied: geen hemelwater op drukriolering en iba’s (zie lozingenbesluit en Kader Richtlijn Water). • Bij ruimtelijke ontwikkelingen kiezen wij voor een duurzaam water- en rioleringssysteem (landelijk beleid omgaan met hemelwater en afvalwater) • Hydrologisch neutraal ontwikkelen. • Ontvlechten afvalwater en hemelwater: WBD-infiltreren, oppervlaktewater, riool. • Herinrichting wegen en bermen: afkoppelkans. • Kansen benutten: wegen bij watergangen. • Afwijken van de strategie: daar waar noodzakelijk (bv. verontreiniging). Grondwaterzorgplicht (3): • Ordenende ondergrond: voorkomen van (grond)wateroverlast begint bij RO. • Aanspreekbaarheid en aansprakelijkheid: wie bij welk probleem samenwerking noodzakelijk. • Duurzaamheid: in stand houden en herstellen van natuurlijk functionerende grondwatersystemen (veerkrachtig). • Hydrologisch neutraal: ghg (gemiddelde hoogste grondwaterstand) niet verlagen t.b.v. de functiewijziging. • Lokaal maatwerk: afhankelijk van afzonderlijke situaties. • Infiltreren: enkel als er geen grondwateroverlast optreedt. • KRW: deze normen en doelstellingen zien wij als voorwaarde om te komen tot duurzaam kwalitatief beheer. • Individuele verantwoordelijkheid: conform de wet zien wij water- en vochtoverlast op particulierterrein niet als maatschappelijk probleem, maar als individuele verantwoordelijkheid. Exploitatie 2015 ‘Klein’ onderhoud vrij verval riolering ‘Klein’ onderhoud drukriolering ‘Klein’ onderhoud IBA's Totaal 'klein' onderhoud riolering Storting voorziening riolering (renovaties) Totaal exploitatie
€ € € € € €
113.103 194.500 25.000 332.603 157.625 490.228
€ € € €
2015 3.685.000 32.500 260.000 3.977.500
Investeringen Vervanging riolering Gemalen (bouwkundig / mechanisch / elektr.) Baggeren stedelijk water 2015 Totaal Investeringen
2016 € € € € € €
Begroting 2015 2017
113.103 194.500 25.000 332.603 157.625 490.228
€ € € € € €
113.103 194.500 25.000 332.603 157.625 490.228
2018 € € € € € €
113.103 194.500 25.000 332.603 157.625 490.228
2019 € € € € € €
113.103 194.500 25.000 332.603 157.625 490.228
Begroting 2015 2016 2017 2018 € 1.692.500 € 1.480.000 € 3.095.000
2019 € 1.961.000
€ 1.692.500
€ 1.961.000
€ 1.480.000
€ 3.095.000
Geplande werkzaamheden Toelichting vervangingsinvesteringen (investeringsprognose 2015) (in totaal € 3.977.500) Rioolvervanging Vijverstraat (Lage Zwaluwe) Uitvoering (€ 232.500) De inbreng vanuit de voorziening wegen was zodanig groot dat het de wijze van uitvoering te heroverwegen wordt en de daadwerkelijke uitvoering uitgesteld is. Rioolvervanging Onder langs dijken (Hooge Zwaluwe) (€ 455.000) Dit project betreft het vervangen van de riolering die onder langs de dijk ligt in Hooge Zwaluwe. Specifiek betreft het het gedeelte achter de Zwaluwseweg, Spoorstraat en Kerkdijk. Het gaat om het vervangen van 643 meter gemengd rioolsysteem. De vervanging is noodzakelijk omdat de technische levensduur is bereikt. Opgemerkt dient te worden dat het waterschap recent zeer zware eisen is gaan stellen aan de technische uitvoering. De planning en financiering zijn expliciet voor 2015. Het project loopt meerdere jaren. Rioolvervanging Rozenbloemstraat (Made) (€ 670.000) Dit project omvat het vervangen van de gemengde riolering door een gescheiden rioolstelsel. Het betreft 763 Meter. De aanleiding is de slechte technische staat van de aanwezige riolering. Afgelopen jaren is het riool functioneel gehouden door het uitvoeren van diverse grote en kleinere reparaties. Het nieuwe hoofdriool zal zwaarder (grotere diameter) worden uitgevoerd. Het afkoppelen en het verzwaren van de diameter heeft tot doel de wateroverlast in en om Made-noord te beperken. Het project wordt integraal opgepakt. Rioolvervanging Prinsenpolderstraat (Made) (€ 1.065.000) Dit project omvat de vervanging van het gemengde stelsel in de Prinsenpolderstraat door een gescheiden rioolstelsel. De directe aanleiding is de slechte technische staat van de riolering. Het gemengde stelsel zal worden vervangen door een gescheiden rioolstelsel. Om duurzaam op de toekomst voorbereid te zijn, wordt het schoonwaterstelsel uitgevoerd als stamriool. Dit is de belangrijkste afvoer vanuit Made richting het oppervlaktewater. Op dit stamriool kunnen in de toekomst meerdere gebieden aangesloten worden, zodat meer kan worden afgekoppeld tegen aanvaardbare prijzen. Ook worden reeds afgekoppelde gebieden aangesloten op het stamriool met als functie een noodoverlaat van hemelwater. Dit zal de wateroverlast ten goede komen en tevens worden de gemalen minder belast. In totaal betreft het het vervangen van 927 meter riolering. Het project wordt integraal uitgevoerd.
63
Rioolvervanging Heidehof (Made) (€ 200.000) Tijdens de reguliere inspectieronde is naar voren gekomen dat delen van deze riolering spoedig onderhoud nodig hebben. Omdat het slechts delen betreft is gekozen om niet het gehele stelsel te vervangen. Alleen de slechte delen worden vervangen. Het betreft 371 meter. Rioolvervanging Onder langs dijken (Lage Zwaluwe) Uitvoering 2015 (€ 1.062.500) Dit project betreft het vervangen van de riolering die onder langs de dijk ligt in Lage Zwaluwe. Specifiek betreft het het gedeelte achter de Nieuwlandsedijk, in de Onderstraat, achter Kerkstraat, Dorpsstraat, Loonsedijk en de Geate. Het gaat om het vervangen van 3.698 meter gemengd rioolsysteem. De vervanging is noodzakelijk omdat de technische levensduur is bereikt. Opgemerkt dient te worden dat het waterschap recent zeer zware eisen is gaan stellen aan de technische uitvoering. De planning en financiering zijn expliciet voor 2015. Het project loopt meerdere jaren. Gemaal Prinsenpolder (bouwkundig) (€ 8.500) Aan de overstort aan de Prinsenpolderstraat is bouwkundig onderhoud noodzakelijk. In het kader van de integraliteit zullen deze werkzaamheden mee worden genomen met het rioolvervangingsproject. Baggeren stedelijk water 2015 (€ 260.000) In 2015 worden de waterlopen en vijverpartij aan de Zeggelaan gebaggerd. Ook zal een inventarisatie plaats vinden met betrekking tot dicht geploegde watergangen en geografisch verschoven watergangen. Deze inventarisatie geeft uitsluitsel of er nog kleinere sloten en of watergangen gebaggerd dienen te worden. De inventarisatie zal verder dienen als input voor het nieuw op te stellen baggerbeheerplan. k. Baggeren havens Beleidskader Anders dan het voornemen om structureel de havens te baggeren, is er geen vastgesteld beleid omtrent het baggeren van de havens. Beleidsuitgangspunten Begin 2011 is een onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid slib in de havens ten opzichte van de aanlegdiepte, later aangevuld met een onderzoek naar de gewenste diepte gekoppeld aan het gebruik van de havens. Er is besloten te baggeren op de gewenste diepte. In de winter van 2013-2014 zijn er (ten laste van de voorziening) twee havens gebaggerd. Dit betrof de Oude haven van Drimmelen en de Buitenhaven van Lage Zwaluwe. Exploitatie 2015 Baggeren diverse havens (voorziening) Baggeren havens 1 Totaal exploitatie 1 Dekking uit bestemmingsreserve Baggeren havens.
€ € €
Begroting 2015 2017
2016 -
€ € €
-
€ € €
-
2018 € € €
2019 -
€ € €
-
Geplande werkzaamheden Op 3 juli 2013 is door de gemeenteraad van Drimmelen besloten om het restant van de voorziening in te zetten om de havens van Terheijden en de Binnenhaven van Lage Zwaluwe te baggeren. Deze zijn gepland voor de winter 2014-2015. Hierna zijn alle havens weer op de gewenste diepte gebracht. Na de baggerwerkzaamheden zullen de havens worden gemonitord. Na de monitoringsperiode wordt een nieuw beheerplan opgesteld. De bestemmingreserve bedraagt ca. € 323.000. Het baggeren van de havens zal naar verwachting ca. € 200.000 gaan bedragen en de kosten voor de monitoring ca. € 60.000. Hiervoor worden twee meetmomenten uitgevoerd. Om de vijf jaar vindt een monitoring plaats, te beginnen in 2015. Na 2020 wordt vervolgens een nieuw baggerplan gemaakt. l. Onderwijshuisvesting Het beleidskader met betrekking tot Onderwijshuisvesting is vastgelegd in de nota Integraal Huisvestingsplan 2011-2014. In onze gemeente zijn elf schoolgebouwen voor het basisonderwijs en één gebouw voor het voortgezet onderwijs aanwezig. De belangrijkste onlangs afgeronde projecten zijn: nieuwbouw van De Zonzeel te Terheijden, nieuwbouw brede school De Schittering te Hooge Zwaluwe en de verbouw ’t Rietland tot brede school te Lage Zwaluwe met toevoeging van de Willibrordusschool. Beide scholen fuseerden per schooljaar 2013-2014 tot één school: ‘De Grienden’. Eind 2014 komt er een voorstel voor nieuw IHP 20152018 in de raad.
64
Beleidsuitgangspunten Voldoen aan de wettelijke verplichting om de scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs binnen de gemeentegrenzen te voorzien van adequate huisvesting, volgens de wettelijke regelingen. Vanaf 2015 is de gemeente niet meer verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de schoolgebouwen. Investeringen Renovatie Dongemond Totaal Investeringen
€ €
2015 400.000 400.000
Begroting 2015 2017
2016 €
-
€
-
2018 €
2019 -
€
-
Huidige stand van zaken:
Dongemondcollege Het Dongemondcollege in Made staat voor een aanzienlijke interne verbouwing (renovatie) teneinde de school geschikt te maken voor het stijgende aantal leerlingen én te voldoen aan de huidige eisen aan het onderwijs. Hiermee is ca. € 7 ton gemoeid. Op 16 januari jl. heeft de raad in een opiniërende raadsvergadering gekozen voor de optie nieuwbouw. Op 30 januari heeft de raad hiertoe een motie aangenomen om dit op korte termijn verder uit te werken. Onlangs hebben we adviesbureau ICS uit Amsterdam opdracht gegeven om de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot vervangende nieuwbouw voor de huidige locatie van het Dongemondcollege in Made. Streven is om over vier jaar de nieuwbouw gerealiseerd te hebben. De eerste resultaten ten aanzien van de locatiekeuze zijn begin juni 2014 in de informatieronde aan de raad gepresenteerd. m. Binnen– en buitensportaccommodaties Het beleidskader met betrekking tot de buitensportaccommodaties is vastgelegd in de nota: • Actualisering overzicht meerjarenonderhoudsprogramma en vervangingsinvesteringen buitensportaccommodaties 2008 - 2011 van 12 maart 2008 • Collegebesluit van 18 maart 2008; recentelijk 29 oktober 2013 • Sportnota gemeente Drimmelen 2006 - 2010 vastgesteld in de Raad van 10 november 2005 • Kadernotitie KTD buitensport (augustus 2012) Beleidsuitgangspunten: • Vervanging en onderhoud van primaire buitensportvoorzieningen. • NOC/NSF/ISA normen en gerelateerde normen van sportbonden als richtsnoer. • Op een adequaat, sober doch doelmatig niveau handhaven van de bestaande voorzieningen. Exploitatie 2015 Onderhoud buitensportaccommodaties (voorziening): * De Schietberg Made * Ruitersvaart Terheijden * Heersterbosch Wagenberg * De Kwarrenhoek Lage Zwaluwe * Het Moerbos Hooge Zwaluwe Totaal exploitatie
€ € € € € €
23.345 31.465 9.135 25.375 15.225 104.545
2016
€ € € € € €
Begroting 2015 2017
23.345 31.465 9.135 25.375 15.225 104.545
€ € € € € €
23.345 31.465 9.135 25.375 15.225 104.545
2018
€ € € € € €
23.345 31.465 9.135 25.375 15.225 104.545
2019
€ € € € € €
23.345 31.465 9.135 25.375 15.225 104.545
Ten behoeve van het groot onderhoud/vervanging wordt jaarlijks een geïndexeerd bedrag gestort in de voorziening t.l.v. de exploitatie (zie bovenstaande tabel). De structurele storting bedraagt hierdoor ca. € 104.500. Mede op basis van de inzichten en de uitkomsten van de kerntakendiscussie is in het vierde kwartaal van 2013 een actualisering van het onderhoudsprogramma opgesteld , waardoor een verlaging van de jaarlijkse storting naar € 95.400 mogelijk is met ingang van 2017. De voorlopige planning voor 2015 inclusief de niet of slechts ten dele uitgevoerde onderhoudswerken uit 2014 ziet er als volgt uit: • Renovatie toplaag veld A Madese Boys (doorgeschoven vanuit 2012). • Renovatie toplaag veld B (doorgeschoven vanuit 2013) en of C Schietberg voetbal. • Onderhoud elementverhardingen/voetpaden de Schietberg voetbal • Hekwerken terreinafscheiding Tennis Terheijden • Vervangen hekwerken en ballenvangers A-veld Wagenberg n. Buitenzwembaden Het beleidskader met betrekking tot de zwembaden is vastgelegd in de nota's: • Exploitatie 2012 en verder( B&W 29 augustus 2012, Raad 20 september 2012 en begroting 2013) • Instellen onderhoudsreserve (B&W 13 augustus 2013, Najaarsnota 2013) • Meerjarenonderhoudsplan 2013-2022 Sportfondsen Drimmelen Randoet 1 nov. 2012
65
Beleidsuitgangspunten: • Het uitvoeren van planmatig (groot) onderhoud aan de beide accommodaties zowel op bouwkundig, installatietechnisch, energetisch en arbo-technisch gebied, op basis van NEN normering en wettelijke regelgeving. • Het eerdergenoemde meerjarenonderhoudsplan is daarvoor richtinggevend. Exploitatie Onderhoud zwembaden 1 Totaal exploitatie 1 Dekking uit reserve Onderhoud zwembaden.
€ €
2015 80.000 80.000
€ €
Begroting 2015 2016 2017 80.000 € 80.000 € 80.000 € 80.000 €
2018 80.000 80.000
€ €
2019 21.500 21.500
Geplande werkzaamheden (onder voor behoud, in afstemming met Optisport): • Aanbrengen coating kleuter en ondiep bassin Puzzelbad • Vernieuwen kantoor personeelsruimte Randoet • Vernieuwen kleedruimte en Turks stoombad hoofdgebouw de Randoet • Vernieuwen dakvlak A en B hoofdgebouw de Randoet • Aanpassen filtergebouw/zwembehandeling de Randoet • Tegelwerk middeldiep en peuterbassin de Randoet Op basis van het onderhoudsprogramma wordt er jaarlijks € 21.500 gestort in de reserve. Daarnaast wordt jaarlijks € 58.500 gestort tm 2018. Dit betreft het aanbestedingsvoordeel van het contract dat loopt tm 2018. Deze extra storting maakt het mogelijk om met name het toekomstige risico in de groot onderhoudssfeer vanaf 2019 beter te kunnen opvangen. o. Kunst in de openbare ruimte Het beleidskader met betrekking tot Kunst is vastgelegd in de nota: • Beleidsplan “Samen sterk voor een kunstwerk” (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 14-122006). Deze nota blijft uitgangspunt voor onderhoudswerkzaamheden aan de kunst in openbare ruimten. • In juni 2014 zijn alle kunstwerken door St. Kunstkring geïnventariseerd. Alle onderhouds-/ reparatie werkzaamheden zijn per kunstwerk begroot en worden aansluitend in een nieuw onderhoudsplan vastgelegd voor de periode 2015-2018. • Aan de hand van dit onderhoudsplan zullen de onderhoudswerkzaamheden de komende jaren worden uitgevoerd door St. De Kunstkring i.s.m. de afdeling Openbare Werken. • De Kunstkring coördineert deze onderhoudswerkzaamheden; • Werkzaamheden worden uitgevoerd in overleg met betrokken kunstenaars en door professionele kunstenaars; • De gemeente verricht hand- en spandiensten (o.a. regelen vervoer van kunstwerken, als tijdelijke opslag aan de orde is, verrichten van klein onderhoud, onderhoud groen rondom kunstwerken). Exploitatie Onderhoud kuns twerken Totaal exploitatie
€ €
2015 15.000 15.000
€ €
Begroting 2015 2016 2017 5.387 € 5.387 € 5.387 € 5.387 €
2018 5.387 5.387
€ €
2019 5.387 5.387
Geplande werkzaamheden: Nog te verwachten kosten in 2014-2015: • Reparatie/onderhoud diverse kunstwerken conform begrotingsplan 2014. Opdracht wordt per kunstwerk, in overleg met de Kunstkring gegund. • Werkzaamheden sokkel kunstwerk De Stuifhoekkinderen, nabij basisschool De Stuifhoek. Verwachtte kosten € 1.750. • Verwijdering / Herplaatsing kunstwerk “De Roerdomp” in Drimmelen. Verwachtte kosten € 1.000. Nog te offreren reparaties/herplaatsing kunstwerken 2014-2015 • Reparatie / herplaatsing van het kunstwerk “De Ontmoeting” op een minder kwetsbare plaats. • Herplaatsing van het kunstwerk “Beweging” in de Romboutstraat na uitbreiding dojo Judovereniging Made. In 2009 zijn eenmalig middelen ter beschikking gesteld voor het herstel van de kunstwerken die niet opgenomen waren in de onderhoudsplanning. Naast deze middelen is er jaarlijks ruim € 5.000 beschikbaar. Verschillen tussen de begrote en de werkelijke kosten worden met de reserve geëgaliseerd. Ultimo 2014 heeft de reserve naar verwachting een saldo van ongeveer € 60.000.
66
p. Gebouwenbeheer Beleidskader In het tweede kwartaal van 2014 heeft een actualisatie van de geplande onderhoudswerkzaamheden plaatsgevonden voor de periode van 2015-2024 en wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2015-2017. In de actualisatie zijn alleen die panden meegenomen die overeenkomstig de KTD besluitvorming nodig zijn voor uitvoering van de kerntaken van de gemeente Drimmelen. Om tot een betrouwbaardere onderhoudsplanning te komen die de mogelijkheid heeft om te kunnen anticiperen op vragen uit de organisatie, maatschappij en het gemeentebestuur is gekozen voor de methode van Conditiemeting conform NEN 2767. In 2015 zal besluitvorming moeten plaatsvinden over het gewenste conditieniveau (conditie 1 t/m 6) waaraan de panden moeten voldoen. Conditie definitie en omschrijving; Conditie 1: uitstekend nieuwbouwkwaliteit en/of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit; Conditie 2: goed nieuwbouwkwaliteit met de eerste tekenen van feitelijke veroudering; Conditie 3: redelijk het verouderingsproces is over de gehele linie duidelijk op gang gekomen; Conditie 4: matig het verouderingsproces heeft het element of het gebouw duidelijk in zijn greep; Conditie 5: slecht het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden c.q. heeft het element/het gebouw zeer duidelijk in zijn greep Conditie 6: zeer slecht een zodanig slechte toestand dat dit niet meer te classificeren is onder conditie 5. Bij de behandeling van de kerntakendiscussie in de raad is besloten een aantal vervolgonderzoeken uit te zetten in hoeverre de gemeente verantwoordelijk moet blijven voor eigendom en beheer van de accommodaties dan wel dat de accommodaties uitbesteed, verzelfstandigd of afgestoten worden. Definitieve besluitvorming omtrent een aantal zaken moet nog plaatsvinden. Beleidsuitgangspunten: Tot er besluitvorming heeft plaatsgevonden over het conditieniveau van het gemeentelijke vastgoed blijft het bestaande uitgangspunt van het conditieafhankelijk geïnspecteerde vastgoedbestand gehandhaafd. De jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening is ca. € 525.000. De planning betreft de periode van 2015-2024. Afhankelijk van besluitvorming zal overleg plaats moeten vinden over prioritering van de geplande werkzaamheden van 2015 e.v. Geplande werkzaamheden: Onderstaand een overzicht van de grote geplande werkzaamheden in 2015 en deels doorgeschoven werkzaamheden van 2014. • • • • • • • •
Brede School Wiekslag te Terheijden, buitenschilderwerk Plexat te Wagenberg, toiletrenovatie verdieping Herstel dakwerken kapel Mayboom Vervanging ketels Mayboom bibliotheek en verdieping Amerhal Made renovatie plafonds kleedruimten enz. Amerhal Made aanbrengen valbeveiliging Klaverblad Drimmelen dakbedekking Gemeentehuis Made leivervanging
€ 6.000,€ 36.479,€ 30.000,€ 23.000,€ 8.000,€ 20.000,€ 30.000,€ 160.000,-
Voor nadere details wordt verwezen naar het geactualiseerde onderhoudsplan voor de periode van 2015-2024. Exploitatie Planon gebouwenbeheer (voorziening) Totaal exploitatie gebouwenbeheer
€ €
67
2015 524.985 524.985
€ €
Begroting 2015 2016 2017 524.985 € 524.985 € 524.985 € 524.985 €
2018 524.985 524.985
€ €
2019 524.985 524.985
§ D FINANCIERING Inleiding De paragraaf financiering in de begroting geeft de beleidsplannen weer voor de treasuryfunctie voor het komende begrotingsjaar. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoording afleggen over en het toezicht houden op, de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s. De toegenomen aandacht voor de treasuryfunctie heeft onder meer geleid tot geactualiseerde en aangescherpte wet- en regelgeving in de vorm van de Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) per 1 januari 2001. Deze wet biedt duidelijke kaders ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Risicobeheersing richt zich daarbij vooral op rente- en kredietrisico’s. Nadere regelgeving is vastgelegd in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) In het kader van transparantie is de gemeente verplicht een treasurystatuut vast te stellen, alsmede een financieringsparagraaf in begroting en rekening op te nemen. In de raadsvergadering van 26 juni 2008 is een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. Overigens is hierop in verband met de kredietcrisis nog een aanvulling aangebracht die in de raadsvergadering van november 2010 ter vaststelling is aangeboden.
A. Risicobeheer In het vigerende treasurystatuut zijn een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd die onverkort worden toegepast. Daarnaast worden dwingende eisen gesteld aan het renterisicobeheer, het koersrisicobeheer, het kredietrisicobeheer en het valutarisicobeheer. Ten behoeve van het risicobeheer wordt een analyse gegeven van deze risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente Drimmelen. Valutarisico’s zijn bij de gemeente Drimmelen niet van toepassing. Deze blijven verder in deze paragraaf dan ook buiten beschouwing. 1 Renterisico’s Renterisico’s worden onderscheiden: • Renterisico van de vlottende schuld (rekening-courant en/of kasgeld) • Renterisico van de vaste schuld (vaste geldleningen). Renterisico vlottende schuld: Bij aanvang van ieder kwartaal wordt de liquiditeitspositie beoordeeld. Vastgesteld wordt of sprake is van een vlottende schuld dan wel een overschot aan vlottende middelen. De aldus bepaalde positie wordt vervolgens getoetst aan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is voor onbepaalde tijd vastgesteld op 8,5% van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet is ingesteld om het renterisico op korte financiering beperkt te houden. Indien deze limiet in twee opeenvolgende kwartalen wordt overschreden, dient consolidatie plaats te vinden. Bij consolidatie moet gedacht worden aan financiering met langlopende leningen. De berekening van de limiet op basis van de laatst vastgestelde jaarrekening (2013) is als volgt: Omschrijving
Begrotingstotaal m.u.v. functie 980
(bedragen x € 1.000) 43.287
1. Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag in een bedrag
8,50% 3.679
2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld
1.446 -
3. Vlottende middelen Contanten in kas Tegoeden in rekening courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 4. Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (1) - (4)
4 -
1.442 3.679 2.237
68
Per balansdatum 31 december 2013 had de gemeente Drimmelen een negatief saldo in rekening courant van ruim € 1,4 miljoen. De kasgeldlimiet is in 2014 (t/m september) niet overschreden. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de kasgeldlimiet in het vierde kwartaal 2014 zal worden overschreden. Renterisico vaste schuld: rente risiconorm Het renterisico bestaat uit ongewenste veranderingen van de resultaten van de gemeente door rentewijzigingen van leningen die in enig jaar aan renteaanpassing onderhevig zijn. De renterisiconorm bedraagt een bij aanvang van het begrotingsjaar op basis van de Wet FIDO gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente. De restantschuld van de vaste geldleningen waarop in het begrotingsjaar renteherziening van toepassing is mag de renterisiconorm niet overschrijden. Als vaste schuld wordt aangemerkt het restant bedrag van in het verleden opgenomen vaste geldleningen met een looptijd >1 jaar. Het doel is een zodanige spreiding te krijgen in de leningenportefeuille dat renteherzieningen op vaste geldleningen die contractueel worden overeengekomen (veelal na tien jaar), niet in één of enkele jaren samenvallen waardoor voorkomen wordt dat de begroting in belangrijke mate wordt beïnvloed door renteontwikkelingen. Aan de staat van langlopende geldleningen kunnen voor 2015 de volgende gegevens ontleend: Omschrijving
(bedragen x € 1.000)
Basisgegevens renterisiconorm 1. Renteherziening op vaste schuld 2. Aflossingen Renterisico (1+2) 3. Begrotingstotaal 4. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm
325 325 50.104 20 10.021
Toets renterisiconorm 5. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
9.696
In 2015 hebben we drie vaste geldleningen waarop geen renteherziening plaats vindt. Naar verwachting is in 2015 geen aanvullende langlopende financiering nodig. Het renterisico door renteherziening op bestaande vaste geldleningen is uitermate laag, omdat de gemeente Drimmelen een zeer groot gedeelte van haar bezit gefinancierd heeft met eigen vermogen. De vaste schuld per 31 december 2015 wordt geraamd op maximaal € 4.375.000. Toch betekent een rentestijging bij herziening van 1% in dit geval toch nog € 43.000 extra kosten. De renteherzieningen komen overigens niet gelijktijdig in enig begrotingsjaar voor en door de jaarlijkse aflossing daalt ook het restantbedrag van de vaste schuld waarop een eventuele renteherziening van toepassing is. Resumerend kan gesteld worden dat het renterisico op de vlottende en vaste schuld beperkt is. 2 Kredietrisico’s Het kredietrisico bestaat uit de risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie en deficit (tekort). Kredietrisico’s worden beperkt door de eisen die de Wet FIDO stelt aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkten. In het treasurystatuut zijn daaromtrent strikte uitvoeringsbepalingen opgenomen. Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat direct wordt gelopen uit hoofde van door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Ten tweede is een kredietrisico aan de orde ten aanzien van verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd). Dit laatste kan worden omschreven als een indirect kredietrisico. Kredietrisico op leningen en beleggingen De gemeente Drimmelen heeft uit hoofde van haar publieke taak in het verleden leningen verstrekt en beleggingen gerealiseerd. Het kredietrisico hierop is nagenoeg nihil.` Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen) De gemeente Drimmelen staat jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die activiteiten verzorgen die in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak.
69
Deze borgstellingen beperken zich hoofdzakelijk tot de woningbouwverenigingen, sportverenigingen en voorheen Biesbosch Marina Drimmelen. Met betrekking tot de borgstellingen aan een groot gedeelte van de woningbouwverenigingen staat de gemeente Drimmelen garant als achtervang op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Op basis van de jaarrekening 2013 kan het navolgende overzicht worden gegeven. Gewaarborgde geldleningen Restantbedrag (bedragen x € 1.000) per 31-dec-13 Zorginstellingen 1.092 Woningbouwverenigingen 3.511 Sportverenigingen 70 Garantieverleningen op grond van deelnemingen 7.513 Woningbouwverenigingen onder WSW verband 140.165 Totaal
152.351
Aflossing 2013 1.579 178 6 1.470 3.600367-
Als uitgangspunt hanteert de gemeente Drimmelen het volgende: ‘Geen gemeentegarantie verlenen voor geldleningen die worden aangegaan door derden (stichtingen en verenigingen) met uitzondering van de herfinanciering van reeds bestaande geldleningen waarvoor in het verleden gemeentegarantie is verleend en met uitzondering van geldleningen, aan te gaan door sportverenigingen, alsmede welzijnzorginstellingen, zulks onder voldoende zekerheid, telkens apart te beoordelen’. Als de verkoop van de activa van de jachthaven en de camping van voorheen Biesbosch Marina Drimmelen wordt gerealiseerd, dient de borgstelling en de financiering te vervallen. Het kredietrisico m.b.t. de overige borgstellingsportefeuille is beperkt van omvang.
B. Financieringsfunctie Onder de financieringsfunctie valt het aantrekken van financiële middelen en eventueel uitzetten van tijdelijk overtollige gelden e.e.a. afhankelijk van het tempo waarin de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uitgevoerd worden. De uitvoering van deze financieringsfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe geldmarkt. Dit heeft budgettaire gevolgen, onder meer afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de financieringsfunctie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen aan derden. Algemene ontwikkelingen; rentebeleid Een belangrijke algemene ontwikkeling betreft de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt en dan met name de rente op de kapitaalmarkt. Historisch gezien is de huidige rente op de kapitaalmarkt laag te noemen. Er zijn vooralsnog geen indicaties die wijzen op een substantiële stijging van de rente. Keerzijde hiervan is dat de rentevergoeding over een tijdelijk financieringsoverschot minimaal van omvang is. Solvabiliteit Een oordeel over een vermogenspositie kan worden gevormd middels het bepalen van de solvabiliteitsratio. Solvabiliteit kan daarbij worden gedefinieerd als de mate waarin een instelling in staat is aan haar korte - en lange termijn verplichtingen te voldoen. Deze maatstaf kan worden bepaald door de verhouding te bepalen tussen het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (opgenomen financiering). Het spreekt voor zich dat de ratio wordt bepaald aan de hand van het eigen vermogen, omdat dat immers als buffer dient voor het opvangen van eventuele stroppen. Op basis van de laatst vastgestelde jaarrekening kan het navolgende overzicht worden gegeven: Omschrijving (bedragen x € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen Ratio (EV/VV)
Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2013 45.998 17.638 2,61
47.991 14.478 3,31
De solvabiliteit is dus uitermate solide. Financiering vaste activa De waarde van de vaste activa van de gemeente Drimmelen wordt per 1 januari 2015 geraamd op een bedrag van € 60,6 miljoen. Deze zijn gefinancierd door middel van € 49,7 miljoen aan reserves en voorzieningen en € 4,7 miljoen aan vaste geldleningen. Er wordt een financieringstekort verwacht van € 6,2 miljoen.
70
Renteomslag De renteomslag wordt bij de begroting en bij de jaarrekening berekend aan de hand van: • de rente van langlopende geldleningen; • de rente van kortlopende leningen; • de rente van eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen); • het totaal geïnvesteerd vermogen (boekwaarde per 1 januari). De renteomslagmethode is een vorm van totaalfinanciering waarbij geen verband wordt gelegd tussen de individuele activa en de wijze van financiering. Voor het jaar 2015 is de renteomslag voor de gemeente Drimmelen berekend op 0,26%. Bij de toerekening van rente op investeringen wordt in het jaar 2015 uitgegaan van een vast rentepercentage van 3%. Het voordelige verschil (administratief) tussen de toerekening van het rentepercentage en de renteomslag voor het jaar 2015 is berekend op € 638.000 en opgenomen als administratieve bate in de begroting 2015. Leningenportefeuille Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat gedurende 2015 geen nieuwe leningen zullen worden aangetrokken. Indien er een financieringsbehoefte gaat ontstaan, kan daarin worden voorzien door middelen op korte termijn aan te trekken. Mutaties in de leningenportefeuille gedurende 2015: Omschrijving (bedragen x € 1.000) Stand per 1 januari 2015 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassingen (nieuw percentage) Stand per 31 December 2015
Bedragen 4.700
Gemidd. Rente 4,40%
325
4.375
C. Kasbeheer Voorlopig wordt aangenomen dat gedurende 2015 er een tekort aan liquide middelen kan bestaan. Als dit uit oogpunt van rendement wenselijk wordt geacht, wordt een kasgeldlening aangetrokken. Voorwaarde hierbij is doorgaans dat het bedrag tenminste € 1 miljoen bedraagt en het tekort tenminste drie weken zal blijven bestaan. Afhankelijk van het tempo waarin investeringen worden gedaan, kan behoefte bestaan aan een of meerdere vaste geldleningen. Vooralsnog wordt verwacht dat in het begrotingsjaar geen geldleningen aangetrokken dienen te worden.
D. Debiteuren- en crediteurenbeheer Door enerzijds zo tijdig mogelijk de invordering van debiteuren ter hand te nemen en anderzijds de betaling aan crediteuren uit te stellen tot op de afgesproken betalingstermijn ontstaat ruimte in de beschikbare liquiditeiten die leiden tot een verlaging van rentekosten dan wel een verhoging van de renteopbrengsten. Het streven is erop gericht op deze basis tot een optimaal debiteuren- en crediteurenbeheer te geraken.
71
E. EMU-saldo Mede ter bevordering van de bewustwording rond het begrip EMU-saldo, met name in slechte tijden, is sedert 2007 in het BBV de verplichting opgenomen om de berekening van het EMU-saldo op te nemen in de gemeentelijke begroting. Voor het Rijk is deze informatie ten behoeve van het begrotingsproces ook erg belangrijk. (bedragen x € 1.000) 1 2 3 4
5 6 a b 7 8 a b 9
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord Op de exploitatie verantwoorde boekwinst op verkoop grond Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die 10 nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11)
2013 Werkelijk 4242.708 1.533 6.972
2014 Begroting 223 2.707 2.483
2015 Begroting 7692.696 2.295
2016 Begroting 1.2752.519 2.295
2.063
4.713
3.006
-
-
-
90 1.052
310 -
50 -
100 -
nee
nee
nee
nee
441-
634
191
3.926-
3.660
F. Schatkistbeleggen Alle decentrale overheden zijn sinds december 2013 verplicht om hun overtollige middelen aan te houden in de schatkist. Afgezien van de mogelijkheid voor decentrale overheden om onderling leningen te verstrekken zijn zij verplicht alle middelen die ze niet direct nodig hebben voor hun publieke taak in de schatkist aan te houden. Er is sprake van een drempel. Deze is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000 en een maximum van € 2.500.000. De middelen kunnen geplaatst worden in rekening-courant of deposito. De rentevergoeding in rekening-courant is gebaseerd op de Eonia. De rentevergoeding in deposito is gelijk aan de rente waartegen de staat zelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten. Schatkistbeleggen heeft een neerwaarts effect hebben op de gemeentelijke renteinkomsten. Gezien de huidige lage rente en het feit dat Drimmelen structureel geen groot positief saldo in rekening courant heeft, is het effect voor Drimmelen momenteel minimaal.
G. Wet Hof De Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) heeft tot doel het terugdringen van het overheidstekort tot 3% van het bbp. Lokale overheden hebben hierin een aandeel van ca. 0,5%. De gemeenten nemen 0,35% voor hun rekening. Een van de consequenties van de wet Hof is dat de gemeenten geconfronteerd worden met een investeringsplafond. Gevolg is een rem op het tempo waarin investeringen kunnen worden gedaan. Niet langer is uitsluitend bepalend of de kapitaallasten passen binnen een sluitende exploitatie. Ook de omvang van de investeringen van de gezamenlijke gemeenten mag de gestelde norm niet overschrijden. Vooralsnog zijn geen sancties aan overschrijdingen verbonden. De gevolgen van deze wetgeving worden binnen enkele jaren geëvalueerd en indien noodzakelijk geacht kan alsnog worden besloten tot het treffen van sancties om overschrijdingen tegen te gaan. In de septembercirculaire is vermeld dat de referentiewaarde voor de gemeente Drimmelen voor 2015 is vastgesteld op € 2.062.000. Het berekende EMU-saldo voor 2015 blijft dus binnen de referentiewaarde. De Wet Hof heeft voor 2015 dus geen invloed op de begroting 2015.
72
H. Informatievoorziening De interne informatievoorziening zal bestaan uit: • Financieringsparagraaf bij begroting c.q. jaarrekening; • Het bij raadsbesluit van 26 juni 2008 geactualiseerde treasurystatuut inclusief de op 25 november 2010 vastgestelde wijziging hierop. De externe informatievoorziening zal bestaan uit: • Kwartaalrapportages betreffende de liquiditeitspositie aan de provincie Noord Brabant; • Kwartaalrapportages ten behoeve van berekening van het EMU-saldo aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
73
§ E BEDRIJFSVOERING Algemeen Deze paragraaf geeft inzicht in de realisatie van de voor het bestuur relevante (beleids)voornemens op het gebied van de bedrijfsvoering. We beseffen dat dit niet geheel recht doet aan de grote hoeveelheid producten en diensten die door de bedrijfsvoeringsteams min of meer vanzelfsprekend worden geleverd. Een goede bedrijfsvoering is van belang voor het succesvol uitvoeren van de beschreven programma’s. Onder bedrijfsvoering verstaan we de inzet van personeel en organisatie, informatievoorziening en automatisering, financiën, huisvesting (en facilitaire zaken), juridische zaken, inkoop en communicatie (PIOFHA-JC). Niet op alle terreinen zijn activiteiten te melden die relevant zijn voor de raad. De onderdelen die uitgewerkt zijn, zijn: A. B. C. D. E. F.
Personeel en organisatie Informatievoorziening en automatisering Huisvesting en facilitaire zaken Financiën E-dienstverlening Front-office
A. Personeel en organisatie Actualisering organisatiemodel In juli 2014 heeft het college een plan van aanpak vastgesteld voor het uitvoeren van een onderzoek naar het organisatiemodel Kernvraag uit het Plan van Aanpak is of onze organisatie in alle facetten is ingericht (strategie, structuur, systemen, cultuur, bestuurs- en managementstijl, competenties) om de ontwikkelingen die op ons af gaan komen op te vangen en voldoende in staat is om flexibel hierin mee te bewegen. T.z.t. zal de raad op enigerlei wijze betrokken worden bij de beantwoording van deze vraag. DNA - De Nieuwe Ambtenaar De “infomele aanpak” is een proactieve, klantgerichte manier van werken die veel verschijningsvormen kent. Over het algemeen kan gesteld worden dat bij deze werkwijze de mogelijkheden en effecten van informele interventies n.a.v. aanvragen, zienswijzen, klachten en bezwaren worden verkend. Deze aanpak leidt tot kwalitatief betere besluiten, minder procedures, kortere doorlooptijden, lagere kosten, een vergroot vertrouwen in de overheid, een hogere tevredenheid van burgers en een hogere arbeidstevredenheid bij ambtenaren. Op een aantal fronten wordt deze informele aanpak al toegepast. In 2015 wordt gekeken hoe dit verder uitgerold kan worden zodat dit in ”de genen” van De Nieuwe Ambtenaar komt. De huidige tijd vraagt meer samenwerking tussen inwoners, maatschappelijke organisaties en gemeente dan voorheen. Waar de wederzijdse rollen en verwachtingen in het verleden duidelijk waren wordt dat nu meer diffuus. Dit vraagt in toenemende mate maatwerk waarbij inwoners, maatschappelijke organisaties en gemeente gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor lokale vraagstukken. De gemeente zal hierbij leidend zijn als het kerntaken betreft. Als het gaat om niet kerntaken dan zijn primair inwoners of andere instellingen leidend. Voor onze medewerkers, raadsleden, inwoners en maatschappelijke organisaties betekent dit een andere manier van werken. De ervaringen en resultaten die met dorpsgericht werken zijn opgedaan moeten breder worden opgepakt. Ambtelijke samenwerking Daar waar mogelijk wordt voor de uitvoering van bepaalde taken op het gebied van bedrijfsvoering en specifieke vakspecialistische taken tussen de Amergemeenten en binnen de regio West-Brabant samenwerking gezocht. Bepaalde taken kunnen ook worden overdragen binnen de gemeenschappelijke regeling West-Brabant. Op het gebied van P en O wordt door een 14-tal West-Brabantse gemeenten samengewerkt bij de aanbesteding van een nieuw pakket voor de salarisadministratie, wat per 1-1-2016 operationeel moet zijn.
B. Informatievoorziening en automatisering De Informatievoorziening is een cruciale succesfactor voor het leveren van de beste dienstverlening in de huidige maatschappij. De modernisering die wordt geambieerd vanuit de landelijke overheid (VNG, KING, ICTU, Ministeries e.d.) heeft niet tot doel om meer diensten via de website aan te bieden, maar heeft tot doel om de gegevenshuishouding op orde te krijgen. Indien dit het geval is, is de gemeente in staat om organisatiebreed publieke dienstverlening, interne bedrijfsvoering en de verantwoording hiervan structureel te verbeteren.
74
Informatievoorziening en automatisering gaan in de gemeente Drimmelen hand in hand en worden beide ingezet om te kunnen blijven voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de informatievoorziening. In het informatie-beleidsplan 2010-2015 is de informatiearchitectuur beschreven die als toetsingskader gehanteerd wordt bij de verdere ontwikkeling op het gebied van ICT. Samenwerking ICT Evenals in 2014 zijn alle ontwikkelingen op het gebied van automatisering voor 2015 gericht op de mogelijke samenwerking. Eén van de in onderzoek zijnde opties is het uitbesteden van het beheer en onderhoud van hardware- en netwerkcomponenten. Hierbij zijn vooralsnog drie varianten in studie, te weten: • Onderbrengen bij het shared service centre (Equalit) • Onderbrengen bij de shared service centre van Breda • Onderbrengen bij een particuliere aanbieder (in the Cloud) Nader onderzoek moet uitwijzen wat hiervan de consequenties zijn voor informatiehuishouding, personele invulling en financiën van de gemeente Drimmelen.
de
bedrijfsvoering,
Transitie sociale domein De effecten van de transities in het sociaal domein op de informatievoorziening moeten worden ingepast. Binnen de nieuwe taken die de gemeenten vanaf 1 januari 2015 in gaan vullen, zien ook de gemeenten van de regio West Brabant omvangrijke en nieuwe informatiestromen op zich afkomen waar een gedegen antwoord op moet worden geformuleerd. De uitbreiding aan zorgtaken gaat gepaard met een verschuiving van de budgettaire kaders in combinatie met een financiële taakstelling. Om zowel het beleid als uitvoering te kunnen adviseren is het project gestart om de effecten van de decentralisaties op de informatievoorziening in beeld te brengen. Regionale samenwerking ligt voor de hand maar lijkt soms ver weg aangezien elke gemeente lokale verantwoordelijkheid draagt en dit ook binnen de gemeentegrenzen zal moeten uitvoeren. Gegevensbeheer Om de samenhang van gegevens en de verschillende informatiestromen goed beheersbaar te houden is permanente monitoring van de kwaliteit noodzakelijk. De relatie tussen de gegevens van de basisregistratie en de koppelingen met de functionele beheersystemen is door veranderende wetgeving en groeiende vraag naar informatie steeds in beweging. Dit betekent dat een flexibele opstelling bij het faciliteren van de systemen noodzakelijk is. Om het stelsel van basisregistraties in zijn samenhang te laten werken, is het van belang de organisatie rondom het gegevensbeheer te reorganiseren. De positionering van de verschillende rollen binnen gegevensbeheer wordt heroverwogen en zal in 2015 verder worden vormgegeven. Vanwege de complexiteit ligt het voor de hand dit in overleg/samenwerking met andere gemeenten aan te pakken. eHerkenning EHerkenning is een samenwerkingsverband tussen de overheid en het bedrijfsleven en is georganiseerd als stelsel. Bedrijven kunnen steeds meer zaken met de overheid online regelen. Een belangrijke voorwaarde is dat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens veilig gebeurt. De dienstverlener moet er zeker van zijn dat een persoon die namens een organisatie een dienst afneemt ook gemachtigd is om namens die organisatie op te treden. In 2015 zullen de mogelijkheden om in een gezamenlijk netwerk diensten aan te bieden nader worden uitgewerkt. Mid-office (Zaaksysteem) Een zaaksysteem bestaat uit meerdere componenten zoals een zakenmagazijn, een distributiesysteem en diverse koppelingen met verschillende gegevensmagazijnen. In 2014 met een uitloop naar 2015 wordt gewerkt aan een efficiënter systeem voor gegevensbeheer en gegevensdistributie. Hierbij wordt rekening gehouden met de aansluitmogelijkheden en de doorontwikkeling van een zaaksysteem. Ook heeft een besluit over het herpositioneren van ICT invloed op de uiteindelijk invoering van een Zaaksysteem. Meldingensysteem In 2014 is de aansluiting op de zogenaamde “Buitenbeter” applicatie gerealiseerd. Om dit systeem voor meldingen van de openbare buitenruimte te optimaliseren wordt in 2015 het bestaande meldingen-systeem vervangen. Zodat een betere integratie met Buitenbeter en andere beheersystemen kan worden gerealiseerd. C. Huisvesting en facilitaire zaken Vanuit duurzaamheid zal meer aandacht komen voor "energierendement" van onze gemeentelijke gebouwen. Vanuit deze optiek zal energierendement meer centraal worden gesteld bij herinvesteringen in onze gebouwen. D. Financiën Per 1 januari 2016 moeten gemeenten vennootschapsbelasting (vpb) afdragen over alle activiteiten waarbij een ‘winststreven’ is. Lastig hierbij is dat de winstbepaling hier niet per definitie op basis van bedrijfseconomische grondslagen plaatsvindt. Dit kan er onder meer toe leiden dat de fiscale winst afwijkt van hetgeen op basis van de bedrijfseconomische cijfers kon worden verwacht (subsidie kan bv als winst worden gezien).
75
De verwachting is dat de invoering leidt tot hoge administratieve lasten en dat de te betalen belasting, zeker de eerste jaren, zeer beperkt zal zijn. Momenteel is nog zeer onduidelijk welke activiteiten exact onder de vpb gaan vallen. Vanaf eind 2014 zullen de voorbereidende werkzaamheden starten zodat er met ingang van 2016 een fiscale openingsbalans is en er vanaf 2016 niet te veel vpb wordt afgedragen. E. E-dienstverlening In 2015 zou het Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) zijn voltooiing moeten krijgen. Inmiddels weten we dat dit niet haalbaar is gebleken. Als gemeente hebben we de afgelopen jaren veel van de verplichte onderdelen uit het NUP van de grond gekregen. Te denken valt aan de basisregistraties, de omgevingsvergunning (WABO), digitale postregistratie en afhandeling etc. Met de jaarrekening van 2014 zullen we de raad een stand van zaken geven; ook financieel. F. Frontoffice In 2018 moet 80% van de producten digitaal beschikbaar zijn. In 2015 gaan we daarom ten minste tien producten digitaal aanbieden. Dit zijn (o.a.) verhuizingen. Daarnaast worden overige zaken m.b.t. digitalisering opgepakt zoals een geografische weergave van meldingen en implementatie van e-herkenning voor bedrijven. Wat gaat het kosten? Werkelijk
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
Kapitaallasten
4.723.038
5.098.748
5.147.535
Salariskosten
9.086.004
9.775.638
9.419.549
Huisvesting
994.549
880.451
963.462
Automatisering & informatisering
875.614
936.050
1.126.155
Faza/fin
570.452
629.437
611.281
Personeel en organisatie
630.946
658.821
617.641
82.285
78.000
76.165
E-dienstverlening Tractie en gereedschappen
372.282
383.894
376.996
Werk-, en opslagplaatsen
135.363
110.910
126.799
3.441
4.110
3.191
Front-office Energie/w ater/verzekeringen Resultaat voor bestemming
0
843.720
859.636
17.473.974
19.399.778
19.328.410
Mutatie reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutatie reserves Resultaat na bestemming
53.879 406.322
234.282
183.517
-352.443
-234.282
183.517-
17.121.531
19.165.496
19.144.893
76
77
§ F VERBONDEN PARTIJEN Inleiding De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties van de gemeente met verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij door het hebben van vertegenwoordiging in het bestuur of door het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente niet verhaalbare middelen ter beschikking heeft gesteld en dat de gemeente aansprakelijk is als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Concreet gaat het bij de gemeente Drimmelen om deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen. Doel verbonden partijen Een gemeente kan bepaalde (wettelijke) taken zelf uitvoeren of de uitvoering regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten, omdat de gemeente zelf te klein is om deze taken zelf efficiënt en effectief te kunnen uitvoeren of omdat dit wettelijk verplicht is. De gemeente behoudt bij het uitbesteden van de taken wel de eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds overeenkomen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen worden gerealiseerd. Aandachtspunten betreffen het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met verbonden partijen kan lopen. De gemeente zal steeds moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft ,dat de taak wordt uitgevoerd op een manier die de gemeente voor ogen heeft. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft op het uitvoeren van een taak. Wettelijk kader Bij verbonden partijen moet rekening worden gehouden met het volgende juridisch kader: 1. De Gemeentewet Grondregel van de Gemeentewet is dat publieke taken door de gemeente zelf worden uitgevoerd; 2. Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Artikel 9, lid 2, sub f BBV bepaalt dat in het jaarverslag in een afzonderlijke paragraaf de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot verbonden partijen. Artikel 15 BBV schrijft voor wat in de paragraaf tenminste moet worden opgenomen; 3. Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) Deze wet is een belangrijk juridisch kader en richt zich met name op de samenwerking tussen decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen). Gemeenschappelijke regelingen zijn bedoeld voor de uitvoering van taken die vanwege de aard of de schaal van de taak niet op een goede wijze door de gemeente zelf kunnen worden uitgevoerd. Samenwerking op basis van de WGR is verlengd lokaal bestuur. Dit houdt in dat lokale taken in samenwerking met andere overheden (met name gemeenten) voor gemeenschappelijke rekening worden uitgevoerd.; 4. Verordening ex. art 212 Gemeentewet, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 maart 2009 In artikel 19 van deze verordening zijn nadere richtlijnen opgenomen over hetgeen in de begroting en jaarstukken moet worden opgenomen over de verbonden partijen. In elk geval wordt ingegaan op • (kaders voor het beleid voor het aangaan van) nieuwe verbonden partijen, voor het beëindigen van bestaande verbonden partijen en het wijzigen van bestaande verbonden partijen; • de visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen; • de wijze waarop de gemeente wordt vertegenwoordigt in het bestuur van de verbonden partijen; • het openbaar belang per verbonden partij alsmede de financiële bijdrage aan de verbonden partij. Beleid ten aanzien van verbonden partijen De gemeenteraad heeft op 25 februari 2010 een kadernota verbonden partijen vastgesteld. Deze is in regionaal verband opgesteld. In de Nota Verbonden Partijen zijn zes kaderstellende spelregels benoemd voor beleidsmatige en financiële aansturing van de verbonden partijen, te weten: • informatievoorziening; • bestuurlijke verantwoordelijkheid en vertegenwoordiging; • actieve ondersteuning; • zienswijze begrotingen en kennisname jaarrekening; • aangaan Verbonden Partij en • financieel instrumentarium. Bij raadsbesluit van 26 juni 2014 heeft de gemeenteraad haar zienswijze kenbaar gemaakt omtrent de begrotingen 2015 van de gemeenschappelijke regelingen. Samengevat komt het er op neer dat geen zienswijze is afgegeven voor de volgende gemeenschappelijke regelingen: Openbare gezondheidszorg West-Brabant; Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant; Nazorg Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen; Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord. Voor de volgende
78
gemeenschappelijke regelingen is wel een zienswijze bij de ontwerpbegroting 2015 afgegeven: Regio WestBrabant; WAVA/!GO; Omgevingsdienst Midden-West Brabant; Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; Parkschap Nationaal Park de Biesbosch. Verwezen wordt naar het betreffende raadsbesluit voor de zienswijze over de begroting 2015 van de gemeenschappelijke regelingen. In (de bijlagen bij) dit raadsbesluit staat ook de overige informatie inzake verbonden partijen (als genoemd in de Nota Verbonden Partijen). Overzicht verbonden partijen Onze gemeente heeft met veel participanten een relatie die onder de verbonden partijen gerekend kunnen worden. De partijen waarbij sprake is van een aanmerkelijk financieel en bestuurlijk belang zijn: Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Eigen vermogen 1-1-2015
Eigen vermogen 31-12-2015
1.
Regio West-Brabant
2.
WAVA/!GO
3.
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
4.
Vreemd vermogen 1-1-2015
Vreemd Resultaat vermogen 31-12-2015
Etten-Leur
269.000*
248.000
299.000
299.000
Oosterhout
976.000
976.000
8.813.000
8.413.000
-
Tilburg
-514.000
-23.000
16.604.000
15.690.000
-
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
Tilburg
14.284.293
8.984.293
45.271.199
59.289.311
-
-
5.
Openbare Gezondheidszorg West-Brabant
Breda
3.166.000
12.901.000
3.040.000
12.477.000
-
6.
RBL Leerplicht West-Brabant
Breda
-
-
1.000.000
1.000.000
-
7.
Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen
Breda
1.673.000
1.101.000
23.004.000
23.711.000
-
8.
Regionale Ambulance-Voorziening Brabant Midden-West-Noord
’s-Hertogenbosch
8.922.000
20.600.000
8.922.000
18.440.000
-
9.
Parkschap Nationaal Park De Biesbosch
Dordrecht
562.872
518.600
2.114.708
2.360.477
-
* Deze informatie is een wettelijke vereiste vanuit het BBV. Is opgevraagd bij de GR-en m.b.v. een in begin juli verzonden brief (vanuit gezamenlijk regionaal overleg). Verderop in deze paragraaf wordt ingegaan op de reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd.
Voorts neemt de gemeente deel in het maatschappelijk kapitaal (aandelen) van: Deelneming
Belang Drimmelen (%)
N.V. Brabant Water Bank Nederlandse Gemeenten
De Moer B.V.
Nominaal bedrag 31-12-2014
1,4
120.252
0,065
82.647
90
€ 0,00
Vestigingsplaats
Eigen vermogen 1-1-2015
Eigen vermogen 31-12-2015
Vreemd vermogen 1-1-2015
N.V. Brabant Water
‘s-Hertogenbosch
520 mln
561 mln
384 mln
Bank Nederlandse Gemeenten *1
Den Haag
Beheermaatschappij de Moer B.V. *2
Breda
Vreemd Resultaat vermogen 31-12-2015 399 mln
41 mln
1
De BNG kan de gevraagde informatie niet verstrekken, omdat zij gehouden is aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijke koersgevoelige informatie, mede vanwege de grote onzekerheid van deze informatie.
2
De liquidatie van de Beheermaatschappij de Moer B.V. (v/h Beheermaatschappij Jachthaven Drimmelen) is voorzien eind 2014. Hierna zijn de belangrijkste ontwikkelingen in 2015 van de deelnemingen van de gemeente Drimmelen genoemd. N.V. Brabant Water Onze gemeente bezit 39.015 van de in totaal 2.779.595 uitgegeven aandelen. Bij dit nutsbedrijf vindt geen dividenduitkering plaats. Het bedrijf beschikt daarentegen over aan aanzienlijk eigen vermogen. Bij de AVA in juni 2011 is het nieuwe financiële beleidsplan 2012 - 2017 aan de orde gesteld en zijn door het bestuur toezeggingen gedaan die ruimte geven voor een mogelijk toekomstig dividendbeleid. Afspraak is dat er eerst duidelijkheid moet zijn over de juridische afwikkeling van het dossier Tilburgsche Waterleiding-Maatschappij. Een gerechtelijke uitspraak over de definitieve overnamesom wordt medio 2015 verwacht.
79
Bank Nederlandse Gemeenten Het dividend van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten was jarenlang stabiel. Als gevolg van de financiële crisis zijn de kapitaalvereisten voor banken aanzienlijk verscherpt. Het Basels Comité heeft onder meer voorgesteld de minimumwaarden voor de solvabiliteitsratio’s te verhogen en een ondergrens voor de leverage ratio - het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal - van 3% in te stellen. Deze waarden zouden met ingang van 2018 van kracht dienen te zijn. De BNG voldoet reeds ruimschoots aan de aangescherpte eisen voor het BIS tier 1-vermogen. Dat is echter niet het geval voor de leverage ratio. De bank heeft geconcludeerd dat de noodzakelijke groei van het eigen vermogen opgebracht zal moeten worden door een groter deel van de winst in te houden, mogelijk te gelegener tijd aan te vullen met een relatief beperkte uitgifte van hybride schuldbewijzen die het karakter hebben van eigen vermogen. Over het boekjaar 2013 werd het dividend vastgesteld op € 1,27 per aandeel. Voor 2014 wordt rekening gehouden met het dividendniveau van 2011 t.w. € 1,15 per aandeel. Moerhaven B.V. (v/h Beheermaatschappij Jachthaven Drimmelen B.V.) In april 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met het door Castle Marinas uitgebrachte bod op de activa van de jachthaven te Drimmelen. De gemeenteraad heeft op 31 oktober 2013 een bestemmingsplanwijziging vastgesteld voor de camping, opdat daar bedrijfsactiviteiten voor de Koninggroep mogelijk worden. Ontbindende voorwaarde voor de verkoop van de voormalige camping is namelijk de wijziging van het bestemmingsplan. Hiertegen is beroep ingesteld bij de Raad van State. Als het beroep wordt afgewezen, kan ook de voormalige camping worden verkocht. Na afwikkeling van de verkoop kan tot liquidatie van de Moer B.V. worden besloten. De gemeente loopt ook een risico. Zie daarvoor paragraaf Weerstandsvermogen, onder risico's, onderdeel d. Gemeenschappelijke regelingen 1. Regio West-Brabant De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd De RWB is per 1 januari 2011 ontstaan door samenvoeging van Regiobureau Breda, Milieu & Afval Regio Breda (MARB), Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV), Programmabureau West-Brabant, Loopbaancentrum West-Brabant en het SES. Hierdoor kan integraliteit tussen de beleidsthema’s worden gerealiseerd en kunnen efficiencyvoordelen worden behaald. Het doel is om gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen door uitvoering te geven aan de strategische agenda 2012-2020. Relatie met programma en doelstellingen De begroting kent vanaf het begrotingsjaar 2015 een nieuwe programma-indeling. Deze indeling sluit aan op de uitkomsten van Redesign en de Strategische Agenda. Vanaf 2015 worden de volgende programma’s gehanteerd: Strategisch: • Algemeen • Economie • Ecologie • Leefbaarheid Met uitvoeringstaken op het terrein van: • Kleinschalig Collectief Vervoer • Gebiedsgerichte aanpak • Regio-archeologie • Regionaal Mobiliteitscentrum • Routebureau Als gevolg van de nieuwe programma-indeling zijn alle bestuurscommissies, met uitzondering van die van het KCV, opgeheven. De programma’s en uitvoeringstaken raken diverse programma’s van de begroting van de gemeente Drimmelen. 2.
WAVA/!GO
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het doel van het werkvoorzieningsschap is het uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) in het rechtsgebied van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) door op een zo doelmatig mogelijke wijze de taken en bevoegdheden op het terrein van de gesubsidieerde arbeid en de arbeidsre-integratie te behartigen. De belangrijkste taak van de GR is toe te zien op een juiste uitvoering van de WSW. Relatie met programma en doelstellingen De hoofddoelstelling van het programma Meedoen in de samenleving is, dat de gemeente wil bevorderen dat ook kwetsbare groepen mee blijven doen aan de samenleving en wil voorkomen dat mensen in een kwetsbare positie terechtkomen. Onderdeel van deze hoofddoelstelling is de inzet van werkgelegenheidsmaatregelen, arbeidsre-integratie en de invulling van de wettelijke taak op grond van de
80
Wet sociale werkvoorziening (WSW). De GR WAVA is in regionaal verband in het leven geroepen om de gemeentelijke zorgplicht WSW en de re-integratieplicht te kunnen vervullen. 3.
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd 1. Verbeteren dienstverlening bij de uitvoering van vergunningsverlenings-, toezichts- en handhavingstaken (VTH-taken); 2. Verbeteren kwaliteit en veiligheid van de werk- en leefomgeving; 3. Tegengaan versnippering toezicht en handhaving. De Omgevingsdienst is congruent met de Veiligheidsregio en op 1 juni 2013 operationeel. Relatie met programma en doelstellingen Relatie met programma 2, Veiligheid; programma 3, Openbare Ruimte; programma 7 Ruimte en wonen; programma 9 Milieu. De GR is ingesteld om ten behoeve van de deelnemers taken uit te voeren op het gebied van het omgevingsrecht en om als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage te leveren aan een leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Midden- en West-Brabant. 4.
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Per 1 januari 2005 is de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio Midden - en West Brabant” in werking getreden. Een samenwerkingsverband tussen de brandweerregio Midden - en West Brabant, de GHOR-organisatie en de Gemeenschappelijke meldkamer (GMK). Het doel van Veiligheidsregio is het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing en voorts het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen. Dit alles onder één regionale bestuurlijke regie. Relatie met programma en doelstellingen De ontwikkelingen in de Veiligheidsregio dragen mede bij aan de hoofddoelstelling van het programma Veiligheid genoemd in de programmabegroting en het coalitieprogramma; het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel. 5.
Openbare Gezondheidszorg West-Brabant
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd De Openbare gezondheidszorg West-Brabant heeft als doel bij te dragen aan de voorbereiding van en uitvoering te geven aan het beleid van de gemeente Drimmelen op het terrein van de openbare gezondheidszorg in het algemeen en de collectieve preventie in het bijzonder. Het samenwerkingsverband geeft in dat kader inhoud en uitvoering aan de voor de gemeente Drimmelen gewenste samenwerking op het terrein van de openbare gezondheidszorg. Relatie met programma en doelstellingen Programma Meedoen in de samenleving. De gemeente Drimmelen heeft de zorg voor kwetsbare inwoners die onvoldoende in staat zijn om zelfredzaam te opereren, o.a. gezondheid of leefomstandigheden. De gemeentelijke taken richten zich op uitvoering van o.a. collectieve preventieve gezondheidszorg. 6.
RBL Leerplicht West-Brabant
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Voor het regionaal samenwerken op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, gelet op het grensoverschrijdende karakter ervan, is het wenselijk, zo niet noodzakelijk, om door een regionale samenwerking de kwaliteit en dienstverlening van de leerplicht op een hoger plan te brengen. Voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken heeft een publiekrechtelijke regeling als een gemeenschappelijke regeling de voorkeur boven een privaatrechtelijke regeling. Relatie met programma en doelstellingen Sluit aan bij programma Sociaal domein. Doel is te komen tot kwaliteitsverbetering van de gemeentelijke taken leerplicht en voortijdig schoolverlaten door eenduidig professionele en efficiëntere taakuitvoering + geborgde continuïteit en dienstverlening dichtbij de klant (leerling, ouder, school). Programma is gericht op de uitvoering van de wettelijke taken leerplicht en RMC met als missie: ‘alle jongeren tussen de 4 en 23 jaar gaan naar school en behalen hun startkwalificatie, met als hoger doel dat jongeren zo optimaal mogelijk in de maatschappij kunnen functioneren’.
81
7.
Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd De Gemeenschappelijke Regeling Milieu en Afval heeft als doel het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde afstemming tussen de gemeenten op de beleidsterreinen milieu en afval en de uitvoering van gemeenschappelijke taken op het gebied van afval, alsmede het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten bij de nazorg van de Regionale Stortplaats Zevenbergen en de Afval-stoffenberging Bavel-Dorst. Relatie met programma en doelstellingen De taken van het MARB zijn met ingang van 2011 ondergebracht in de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant. De huidige gemeenschappelijke regeling beperkt zich tot nazorg van de gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen. 8.
Regionale AmbulanceVoorziening Brabant Midden-West-Noord
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg ten behoeve van zieken en gewonden alsmede het leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen in het werkgebied. De GR RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak: • Het instellen en instandhouden van een Regionale Ambulancevoorziening ten behoeve van het werkgebied West- en Midden-Brabant en Brabant-Noord; • Het instandhouden van een meldkamer ambulancezorg ten behoeve van het werkgebied Midden-en West-Brabant en Brabant-Noord; • Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan van de regio’s Midden-en West-Brabant en Brabant-Noord; • Het (doen)leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden-en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord. Relatie met programma en doelstellingen De programma’s Sociaal domein en Burger en Bestuur; een goed functionerende RAV dient de hoofddoelstelling van dit programma: het verhogen van het algemene veiligheidsgevoel. Tevens is het verweven in het programma Zorg. 9.
Parkschap Nationaal Park De Biesbosch
De reden waarom de gemeente participeert c.q. het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Het Parkschap behartigt de bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden en recreatie van het gebied de Biesbosch in combinatie met een meer integraal en eenduidig bestuur over het gebied. Relatie met programma en doelstellingen In programma Economie, is als subdoelstelling in dit programma opgenomen: het op de kaart zetten van de gemeente en het toeristisch en recreatief product. Gestreefd wordt naar verdere samenwerking op het gebied van natuurbeheer.
82
83
§ G GRONDBELEID De paragraaf geeft de visie op het grondbeleid. Dit in relatie tot de realisatie van de doelstellingen uit de begroting en de wijze waarop de gemeente haar grondbeleid uitvoert. Van de te verwachte resultaten is een actuele prognose opgenomen. De verliezen en winstneming zijn onderbouwd. Inzicht wordt gegeven in reserves voor grondbedrijf in relatie tot de risico’s van grondzaken. De paragraaf is als volgt ingedeeld: A. Grondbeleid B. Financiële positie grondexploitatie B1. Stand van zaken eigen projecten B2. Projecten met infrastructuur in ontwikkeling bij derden B3. Projecten zonder infrastructuur in ontwikkeling bij derden B4. Te verwachten risico’s projecten B5. Stand van zaken reserves grondbedrijf B6. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf A. Grondbeleid Grondbeleid is het instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om de vastgestelde ruimtelijke, en deels ook economische, doelstellingen te realiseren. Deze doelstellingen, visie en strategie zijn vastgelegd en beargumenteerd in de grondnota. In februari 2011 werd de op 14 april 2005 door de raad vastgestelde Grondnota aangepast en voor de periode 2011 – 2014 opnieuw vastgesteld. De Grondnota 2011 – 2014 vormt het beleidskader waarbinnen activiteiten op het gebied van grondexploitatie plaatsvinden. B. Financiële positie grondexploitatie Voor de bepaling van het weerstandsvermogen voor de grondexploitatie zijn de verwachte boekwaardes (saldo investeringen minus ontvangsten) en financiële risico’s voor de plannen in beeld gebracht. B1. Stand van zaken eigen projecten Dit betreft de ontwikkeling van grondposities van de gemeente Drimmelen al of niet in samenwerking met derden. De baten en lasten worden jaarlijks bijgeschreven op de boekwaarde van deze projecten in de balans. Bij afsluiting van het project wordt het definitieve resultaat afgewikkeld met de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. Hieronder is een totaaloverzicht gegeven van begrote resultaten van zowel in exploitatie genomen gronden en niet in exploitatie genomen gronden, inclusief onderbouwingen. B1.1 In exploitatie genomen gronden De gemeenteraad heeft voor deze actieve gebiedsontwikkelingen een grondexploitatiebegroting vastgesteld. Deze ontwikkelingen zijn geen één-jarige processen. De saldi van deze ontwikkelingen worden weergegeven bij de post voorraden in de balans. Is er sprake van een toekomstig tekort, dan wordt dat verlies onmiddellijk genomen in de vorm van een voorziening ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. Is er sprake van een verwachte winst, dan wordt de winst pas genomen op het moment dat deze gerealiseerd is. Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2014 en 2015 is als volgt: Begrote resultaten / boekwaarden 2014 / 2015 van de in exploitatie genomen gronden project Project Boekwaarde Voorziening Boekwaarde nr naam 31-12-2013 31-12-2013 G.101 G.110 G.111 G.116 G.116 G.118 G.122
Lage Zwaluwe West Burg. Smitsplein Oranjeplein Terheijden Prinsenpolder Made Prinsenpolder Made deelplan Dahliastraat Made Ruitersvaartseweg Terh Totaal
€ € € € € € € €
Project Project nr naam G.101 G.110 G.111 G.116 G.116 G.118 G.122
Lage Zwaluwe West Burg. Smitsplein Oranjeplein Terheijden Prinsenpolder Made Prinsenpolder Made deelplan Dahliastraat Made Ruitersvaartseweg Terh Totaal
207.772 1.755.964 19.068 303.01216.236410.820 62.7122.011.664
€ € € € € € €
Boekwaarde 31-12-2014 € € € € € € € €
124.054 € 131.635147.26610.114223.442 € 058.482 €
1.640.000 224.000 1.864.000 Voorziening
-
224.000 224.000
€ € € € € € € €
207.772 115.964 19.068 303.01216.236186.820 62.712147.664
Boekwaarde 31-12-2014 € € € € € € € €
124.054 131.635147.26610.1145580165.518-
€ € € € € € € €
Begrote lasten 2014 159.917 1.602 24.297 109.291 41.122 53.319 50.458 440.007
€ € € € € €
Begrote baten 2014 243.634201.794485.00072.82135.000245.000-
Begroot expl. resultaat € € €
84.228 310.000 119.276
€ € € 1.283.249- €
4.303 12.254 530.060
Begrote lasten 2015 € 97.709
Begrote baten 2015 € 100.000-
€ € € €
253.329 116.553 2.876 808
€ €
172.494- € 100.000- €
€
471.274
€
372.494- €
84
Overb NIEGGIEGG
€
Begroot expl. resultaat
€
Overb NIEGGIEGG
50.000 100.000 250149.750
€
-
Begrote boekwaarde 31-12-2014 € 124.054 € 1.640.000 € 131.635€ 147.266€ 10.114€ 223.442 € 0€ 1.698.482 Begrote boekwaarde 31-12-2015 € 121.763 € € 800€ 30.712€ 7.238€ 224.000 € 0€ 307.012
Voorziening
€ € € € € € € €
1.640.000 224.000 1.864.000
Voorziening
€ € € € € € € €
224.000 224.000
Begrote boekwaarde 31-12-2014 € 124.054 € € 131.635€ 147.266€ 10.114€ 558€ 0€ 165.518Begrote boekwaarde 31-12-2015 € 121.763 € € 800€ 30.712€ 7.238€ € 0€ 83.012
Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2016 tot en met 2019 is als volgt: Nog te maken lasten / baten 2016 en volgende jaren Project Project Boekwaarde nr naam 31-12-2015 G.101 G.110 G.111 G.116 G.116 G.118 G.122
Lage Zwaluwe West Burg. Smitsplein Oranjeplein Terheijden Prinsenpolder Made Prinsenpolder Made deelplan Dahliastraat Made Ruitersvaartseweg Terh Totaal
€ € € € € € € €
121.763 800- € 30.7127.238083.012 €
Voorziening
-
-
Boekwaarde 31-12-2015 € € € € € € € €
121.763 80030.7127.238083.012
Begrote lasten 2016 e.v. € 3.398
Begrote baten 2016 e.v. € 300.000-
€ € €
279 94.885 4.065
€
€
102.627
€
Begroot expl. resultaat
Overb NIEGGIEGG
93.332-
393.332- €
-
€
-
Begrote boekwaarde einde project € 174.839€ € 521€ 29.160€ 3.173€ € 0€ 207.693-
Voorziening
€
-
€ € € € € €
-
Begrote Jaar van boekwaarde afsluiting einde project € 174.8392018 € 2014 € 5212016 € 29.1602016 € 3.1732016 € 2015 € 02014 € 207.693-
Uit bovenstaand overzichten kan geconcludeerd worden dat de in exploitatie genomen gronden in de volgende jaren positief afgesloten kunnen worden. Bij de opstelling van deze cijfers is er vooralsnog van uitgegaan dat de afgesloten anterieure overeenkomsten met de ontwikkelaars nageleefd worden. Verder wordt de grond aan de Dahliastraat in Made in 2014 te koop aangeboden. De definitieve verkoop kan leiden tot een vermeerdering of vermindering van het verwacht resultaat. Per project wordt de volgende toelichting gegeven: G.101 Lage Zwaluwe West Voor het plan Lage Zwaluwe West zijn het bestemmingsplan en het exploitatieplan op 29 oktober 2009 door de raad vastgesteld. Op 19 mei 2011 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Kort voor het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, is gebleken dat de Bouwcombinatie om uiteenlopende redenen niet tot realisatie van het voorliggende plan kan overgaan. Tot op heden zijn alleen de sporthal en de brede school gerealiseerd. De Bouwcombinatie heeft de gemeente gevraagd medewerking te verlenen aan ontbinding van de exploitatieovereenkomst. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat partijen daarover, onder voorbehoud van instemming door de raden van Toezicht van de woningstichtingen, het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de gemeenteraad van Drimmelen, overeenstemming kunnen bereiken. Aangezien de exploitatieovereenkomst nog niet is ontbonden, wordt vooralsnog uitgegaan van de eerder gemaakte afspraken. Vooruitlopend op een eventuele ontbinding van de Exploitatieovereenkomsten worden op dit moment door Woningstichting Volksbelang de mogelijkheden onderzocht om een nieuw zorgcentrum “De Ganshoek” te realiseren op de huidige locatie. Tussentijds blijven wij u informeren over de voortgang op onderdelen. G.110 Burgemeester Smitsplein Made Vanuit haar grondpositie heeft Woningstichting Volksbelang in het verleden het plan opgepakt om de mogelijkheden tot herontwikkeling van het Burgemeester Smitsplein verder te onderzoeken. Dit heeft geresulteerd in de bouw van drie appartementengebouwen, een parkeervoorziening op maaiveldniveau en de inrichting van de overige ruimten tussen de gebouwen met wandelpaden en groen. Het bestemmingsplan “1e Herziening Burgemeester Smitsplein, Made” is op 24 mei 2012 vastgesteld. Op 3 augustus 2012 zijn zowel het bestemmingsplan als de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden. Inmiddels is de bouw van de appartementen gereed en zijn de noodzakelijke civiel technische werkzaamheden uitgevoerd. Op dit moment wordt er vanuit gegaan dat we voor dit project nog een ISV subsidie ontvangen van in totaal € 188.000, waardoor het project in 2014 afgesloten kan worden met een positief resultaat van ongeveer € 80.000. G.111 Oranjeplein Terheijden De gemeente Drimmelen heeft in samenwerking met Woningstichting Volksbelang het initiatief opgepakt om te komen tot herontwikkeling van een aantal gebieden nabij het Oranjeplein te Terheijden. Op 26 maart 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de bouw van een brede school en appartementen en de verkoop van de drie deelgebieden. Na overleg tussen de Woningstichting en de gemeente is in 2013 overeenstemming bereikt over de stedenbouwkundige en financiële uitwerking van de plannen voor de resterende drie deellocaties (locatie voormalige bibliotheek Brabantstraat, locatie seniorenwoningen Brabantstraat en locatie voormalig politiebureau Oranjeplein). Inmiddels werden de gebruikelijk overeenkomsten afgesloten tussen de gemeente en Volksbelang. De overdracht van het pand Oranjeplein 5 heeft plaatsgevonden in december 2013. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de vaststelling van het bestemmingsplan, en bijbehorende exploitatieopzet, door de gemeenteraad plaats zal vinden in oktober 2014. De overdracht van het pand Brabantstraat 23 dient plaats te vinden binnen 1 maand nadat het bestemmingsplan is vastgesteld; voor 1 december 2014. De opbrengst van de verkopen komt ten gunste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. In 2015 wordt naar verwachting uitvoering gegeven aan dit plan. G.116 Prinsenpolder Made Het woningbouwproject Prinsenpolder is gelegen aan de noordwestzijde van de kern Made en wordt begrensd door de Prinsenpolderstraat, de Fresiastraat, de Geraniumstraat en de Haagstraat. Het bestemmingsplan “Made, Prinsenpolder” is 26 november 2009 vastgesteld en met ingang van 2 april 2010 onherroepelijk. De bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het geactualiseerde bestemmingsplan voor de gehele kern Made. Inmiddels is het grootste deel van het plan gerealiseerd en is een groot gedeelte van het plangebied woonrijp gemaakt. Overeenkomstig de afspraken met de ontwikkelaars zijn de daaraan verbonden bijdragen in rekening gebracht en voldaan. Vooralsnog gaan we er vanuit dat het project in 2016 wordt afgesloten.
85
Deelplan herverkaveling westzijde Prinsenhof Op verzoek van de Bouwcombinatie Prinsenpolder VOF is het bestemmingsplan Made Prinsenhof in procedure gebracht. Met het bestemmingsplan werd herverkaveling mogelijk gemaakt van het bouwblok dat is gelegen aan de westzijde van de Prinsenhof in Made. In plaats van de geplande 2-kappers en vrijstaand-geschakelde woningen zouden met dit plan ook rijwoningen kunnen worden gebouwd. Vanwege de beoogde herverkaveling is met de bouwcombinatie een aanvullende overeenkomst gesloten. De kosten voor het beoordelen van dit bestemmingsplan en bijkomende advieskosten e.d. zijn verhaald op de bouwcombinatie. Op 3 oktober 2013 is het bestemmingsplan Made Prinsenhof door de gemeenteraad vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft na vaststelling door de gemeenteraad 6 weken ter visie gelegen. Gedurende deze termijn is door één belanghebbende beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 6 augustus 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan. In de uitspraak wordt aangegeven dat het beroep gegrond wordt verklaard. Met deze uitspraak komt het bestemmingsplan Made Prinsenhof te vervallen en is het bestemmingsplan Kern Made het vigerende bestemmingsplan voor onderhavige locatie. De Bouwcombinatie Prinsenpolder VOF overweegt om een nieuw bestemmingsplan in procedure te brengen waarin de door Raad van State genoemde gebreken worden hersteld, dan wel een bouwplan te ontwikkelen dat in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan Kern Made. G.118 Dahliastraat Made In het verleden is de gemeente Drimmelen eigenaar geworden van de percelen Dahliastraat 75/75a en 76 te Made. Nadat een wijziging van het bestemmingsplan had plaatsgevonden, werden de gronden aan de Dahliastraat 76 in eigendom overgedragen. Op dit moment wordt de verkoop van het perceel Dahliastraat 75 / 75a voorzien voor het najaar van 2014. Voor de verkoop van dit perceel wordt een marktconforme verkoopprijs gevraagd. Vooralsnog wordt uitgegaan dat de grond voor de marktconforme prijs verkocht kan worden. Nadat er overeenstemming is met een koper wordt u middels een raadsbrief geïnformeerd. G.122 Ruitersvaartseweg F-veld Terheijden Het F-veld ligt aan de noordzijde van de kern Terheijden en was in eigendom van de gemeente Drimmelen. Het plangebied wordt globaal begrensd door Klein Ruitersvaart, woningen aan de Vlierlaan en het E-veld (trainingsveld van SVT). In samenwerking met Woningstichting Volksbelang zijn twintig koopwoningen voor starters, tien huurwoningen en vier vrije sectorwoningen in het duurdere segment gerealiseerd. Inmiddels is het plangebied woonrijp gemaakt waardoor de exploitatie definitief afgesloten kan worden in 2014 met een klein positief resultaat van € 12.000.
B1.2 Niet in exploitatie genomen gronden De gemeenteraad heeft voor deze (voorgenomen) gebiedsontwikkelingen nog geen grondexploitatieopzet vastgesteld. Deze grond is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. De grond past wel in de verwachtingen over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Deze verwachting is gebaseerd op interne besluitvorming of de bestaande structuurvisie die aan een bestemmingsplan voorafgaat. De met deze ontwikkelingen samenhangende kosten worden volgens de wetgeving tegen maximaal de marktwaarde van de betreffende gronden geactiveerd. Voor het activeren van deze kosten moet er een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. De gemeenteraad heeft voor het merendeel van de hieronder aangegeven projecten nog geen raadsbesluit genomen, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. Voor de kosten van deze projecten zijn voorzieningen getroffen. Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2014 en 2015 is als volgt: Begrote resultaten / boekwaarden 2014 /2015 van de niet in exploitatie genomen gronden Project Projectnaam Boekwaarde Voorziening Boekwaarde nr 31-12-2013 31-12-2013 G.114 G.115 G.127 G.129 G.901
Dorpsstraat Drimm Oude begraafplaatsen Made Van Hooijdonklaan L Zwal Schansstraat 17 Terheijden Ruil- agrarische gronden Totaal
€ € € € € €
Project Projectnaam nr G.114 G.115 G.127 G.129 G.901
Dorpsstraat Drimm Oude begraafplaatsen Made Van Hooijdonklaan L Zwal Schansstraat 17 Terheijden Ruil -agrarische gronden Totaal
76.608 182.414 2.670 582.649 844.341
€ € € € € €
Boekwaarde 31-12-2014 € € € € € €
76.608 182.414 15.858 582.649 857.529
76.608 182.414 582.649 841.671 Voorziening
€ € € € € €
76.608 182.414 582.649 841.671
€ € € € € €
2.670 2.670
Begrote lasten 2014
€
13.188
€
13.188
Boekwaarde 31-12-2014 € € € € € €
15.858 15.858
Begrote baten 2014
€
Begrote lasten 2015
€
15.363
€
15.363
86
-
Begroot expl. resultaat
€
Begrote baten 2015
€
-
-
Overb NIEGGIEGG
€
Begroot expl. Resultaat
€
-
Overb NIEGGIEGG
€
-
Begrote boekwaarde 31-12-2014 € 76.608 € 182.414 € € 15.858 € 582.649 € 857.529 Begrote boekwaarde 31-12-2015 € 76.608 € 182.414 € € 31.220 € 582.649 € 872.891
Voorziening
€ €
76.608 182.414
€ €
582.649 841.671
Voorziening
€ €
76.608 182.414
€ €
582.649 841.671
Begrote boekwaarde 31-12-2014 € € € € 15.858 € € 15.858 Begrote boekwaarde 31-12-2015 € € € € 31.220 € € 31.220
Jaar van afsluiting onb onb onb onb onb
Per project kan de volgende toelichting gegeven worden: G.114 Dorpsstraat Drimmelen Het college heeft eind 2009 besloten dat voor de hele kern Drimmelen (inclusief havens) een integrale stedenbouwkundige visie moet worden voorbereid. De locatie Dorpsstraat maakt onderdeel uit van deze totaalvisie. Begin 2010 is gestart met het vervaardigen van een visie, waarvan op 30 juni 2010 een eerste aanzet tot een visie werd gepresenteerd aan belanghebbenden. Vervolgens is de visie nader besproken en uitgewerkt aan de hand van overlegmomenten met twee werkgroepen (bewoners en ondernemers). Uiteindelijk is de Ruimtelijke ontwikkelingsvisie Drimmelen op 18 april 2013 vastgesteld. Bij het vaststellingsbesluit behoort ook de aanvulling ‘Nadere kaders op de Ruimtelijke ontwikkelingsvisie Drimmelen’. In deze rapporten staan aanbevelingen voor potentiële ontwikkelingen, waaronder de locatie aan de Dorpsstraat. G.115 Oude begraafplaatsen Made In 2008 zijn de boekwaarden van de gemeentelijke begraafplaatsen aan de Julianastraat en Voogtstraat te Made door het Grondbedrijf overgenomen van de algemene dienst. Dit in afwachting van beëindiging van het gebruik als begraafplaats. De investeringen in dit project bedragen ultimo 2014 ca. € 182.000 en worden in de ontwikkeling van het gebied meegenomen. G.127 Van Hooijdonklaan Lage Zwaluwe Per 1 maart 2012 is de Willibrordusschool aan de Van Hooijdonklaan leeg komen te staan, waarna het leegstaande schoolgebouw in mei 2012 werd gesloopt. Het perceel is opgehoogd, geëgaliseerd en ingezaaid met gras. De grond is strategisch in eigendom bij de gemeente. G. 129 Oonincxterrein, Schansstraat Terheijden Het college heeft op 27 november 2013 de principebereidheid tot medewerking uitgesproken aan een bestemmingsplan-herziening voor het ontwikkelen van het Oonincxterrein in Terheijden met woningbouw. Voor het ontwikkelen van het gebied moet de initiatiefnemer gemeentegrond aankopen. Er wordt gewerkt aan het opstellen van een voorontwerpbestemmingsplan en de gebruikelijke overeenkomsten. De nadere uitwerking hiervan zal in 2014 en 2015 plaatsvinden. Inmiddels werden de bevolking en raad hierover nader geïnformeerd. Het plan bevindt zich momenteel in een voorontwerpfase. G.901 Agrarische gronden De boekwaarden van de agrarische gronden binnen de gemeente stonden nog gewaardeerd tegen een taxatiebedrag van € 2,50 per m2 op de balans van het Grondbedrijf. In 2010, 2011 en 2013 hebben transacties plaatsgevonden waarbij de gemeente grond heeft ingebracht / verkocht en andere gronden aangekocht. In deze jaren zijn geen correcties verwerkt op de balans van het Grondbedrijf. Bij de opstelling van de jaarrekening 2013 is dit gecorrigeerd. De aangekochte gronden zijn nu tegen de verkrijgingsprijs opgenomen in de balans onder. Eind 2014 wordt nog een laatste kavelruil verwezenlijkt. Bij de opstelling van de jaarrekening 2014 worden alle agrarische gronden in beeld gebracht en opnieuw gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs / marktwaarde.
B2. Projecten met infrastructuur in ontwikkeling bij derden Dit betreft de ontwikkeling van gronden met infrastructuur van derden waarbij geen gronden van de gemeente Drimmelen betrokken zijn. Deze projecten worden rechtstreeks ten laste of ten gunste gebracht van de algemene reserve grondbedrijf. Dit betekent dat er geen boekwaarden in de balans worden opgenomen. Door de gemeente wordt met de ontwikkelaars een overeenkomst afgesloten waarin de afspraken over de ontwikkeling en de financiële bijdragen zijn vastgelegd. Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2014 en 2015 is als volgt: Begrote resultaten 2014 van de projecten (met infrastructuur) in ontwikkeling bij derden Project Projectnaam Saldo per Verwachte lasten Verwachte Vorderingen Storting nr 31-12-2013 2014 opbrengsten balans overige 2014 255000 reserves G.201 Achter de dreef Made € 24.542- € 68.312 € 67.681G.206 Antwerpsestraat Made € 1.067 € 824 G.207 St Jozefhof Made € 15.519 € 4.005 G.216 Postweg Wagenberg € 19.684 € 71.782 € 69.229G.230 Brouwerijstraat 25a Wberg € 48.448 € 166 € 11.183€ 11.183 G.237 Made Oost € 84.967 € 83.400 € 50.000G.238 Centrumplan Wagenberg € 12.588 G.263 Elsakker II Wagenberg € 10.726 € 18.538 G.266 Prinses Margrietstraat HZ € 21.863 € 7.275 G.267 Rozenbloemhof Made € 2.531- € 130.474 € 121.973G.268 Zandstraat 42 Made € 5.379 € 178.341 € 225.557€ 55.157 G.269 Hoefkensstraat 7 Made € 14.125 € 7.212 € 32.967Rechtsreekse ambtelijke uren € 47.436 Totaal € 207.293 € 617.765 € 578.590- € € 66.339
87
Saldo per 31-12-2014
winst/verlies tgv/tlv AR GB
€ € € € € € € € € € € €
23.9111.891 19.523 22.237 48.614 118.367 12.588 29.264 29.138 5.970 13.319 11.630-
€
265.371
€ € € € € € € € € € € € € €
632 824 4.005 2.553 166 33.400 18.538 7.275 8.501 7.940 25.75547.436 105.514
Begrote resultaten 2015 van de projecten (met infrastructuur) in ontwikkeling bij derden Project Projectnaam Saldo per Verwachte lasten Verwachte Vorderingen Storting nr 31-12-2014 2015 opbrengsten balans overige 2015 255000 reserves G.201 Achter de dreef Made € 23.911- € 1.836 G.206 Antwerpsestraat Made € 1.891 € 20.354 € 19.779G.207 St. Jozefhof Made € 19.523 G.216 Postweg 15 Wagenberg € 22.237 56.750€ 11.250 G.230 Brouwerijstraat 25a Wberg € 48.614 € 35.685 € G.237 Made Oost € 118.367 € 412.850 € 509.070€ 128.375 G.238 Centrumplan Wagenberg € 12.588 € 428 G.263 Elsakker II Wagenberg € 29.264 € 13.044 G.266 Prinses Margrietstraat HZ € 29.138 € 1.199 83.645G.267 Rozenbloemhof / Molenstraat € 5.970 € 89.667 € G.268 Zandstraat 42 Made € 13.319 € 100.857 € 100.000G.269 Hoefkensstraat 7 Made € 11.630- € 107.225 € 149.211€ 28.941 G.270 Kerkstraat / Dorpsstraat Wberg € € 4.968 G.271 Dorpsstraat 45 Wagenberg € € 2.056 Rechtsreekse ambtelijke uren € 3.083 Totaal € 265.371 € 793.252 € 918.454- € € 168.566
Saldo per 31-12-2015
winst/verlies tgv/tlv AR GB
€ € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € €
22.0752.466 19.523 22.237 38.799 150.522 13.017 42.308 30.337 11.992 14.176 24.6744.968 2.056 3.083 308.734
1.836 575 9.81532.155 428 13.044 1.199 6.022 857 13.0454.968 2.056 3.083 43.363
Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2016 tot en met 2019 is als volgt: Nog te maken lasten en baten 2016 en volgende jaren Project Projectnaam Verwachte lasten 2016 e.v. nr G.201 G.206 G.207 G.216 G.230 G.237 G.238 G.263 G.266 G.267 G.268 G.269
Achter de dreef Made Antwerpsestraat Made St. Jozefhof Made Postweg 15 Wagenberg Brouwerijstraat 25a Wberg Made Oost Centrumplan Wagenberg Elsakker II Wagenberg Prinses Margrietstraat HZ Rozenbloemhof / Molenstraat Zandstraat 42 Made Hoefkensstraat 7 Made Rechtsreekse ambtelijke uren Totaal
Verwachte opbrengsten 2016 e.v.
Storting overige reserves
€ €
13.330 56.105
€
45.816-
€ € €
2.456 147.650 1.679.949
€ €
172.1781.625.774-
€
68.471
€
68.471-
€ € €
56.150 96.567 2.120.679
€
50.000-
€
1.962.238- €
-
Per saldo nog te verwachten € 13.330 € 10.290 € € 2.456 € 24.528€ 54.175 € € € € € € 6.150 € 96.567 € 158.441
winst/verlies winst/verlies winst/verlies tgv/tlv AR GB tgv/tlv AR GB tgv/tlv AR GB 2016 2017 2018 € 13.330 € 3.400 € 3.400 € 3.490 € € €
2.456 6.100- € 8.570 €
€
-
€ € €
6.150 6.904 34.712
€ €
6.100- € 8.570 €
28.913 34.783
€ €
winst/verlies tgv/tlv AR GB 2019
6.100- € 8.570 €
28.825 34.785
€ €
6.22828.465
31.925 54.162
(* - cumulatief per saldo meer opbrengsten, is positief resultaat / + cumulatief per saldo meer kosten, is negatief resultaat)
Per project wordt de volgende toelichting gegeven: G.201 Achter de Dreef Made Enkele jaren terug zijn plannen voorbereid voor woningbouwontwikkeling in het gebied gelegen op en achter het perceel Dreef 34 in Made. In 2006 hebben Gedeputeerde Staten echter goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan, waarna voor het gebied Achter de Dreef eind 2010 een nieuw plan in procedure werd gebracht. Het bestemmingsplan is op 16 juni 2011 door de gemeenteraad vastgesteld en op 12 augustus 2011 in werking getreden. Met de initiatiefnemers zijn de gebruikelijke overeenkomsten aangegaan waarin de afspraken en voorwaarden zijn vastgelegd. De gemaakte kosten worden verhaald op de ontwikkelende partij. Inmiddels is de ondergrond voor de openbare ruimte aan de gemeente overgedragen en werd het gebied bouwrijp gemaakt. De ontwikkelaar is gestart met de woningbouw. De verdere realisatie van het plan zal in 2015 zijn vervolg krijgen. Tussentijds worden de door de gemeente gemaakte kosten verrekend. G.206 Antwerpsestraat 9b Made Het plan aan de Antwerpsestraat, genaamd Blasiushof, betreft de wijziging van een bedrijfslocatie naar een kleine woningbouwontwikkeling. De wijzigingsprocedure is reeds in 2007 afgerond. Inmiddels is het terrein bouwrijp gemaakt en is gedeeltelijk met de woningbouw gestart. Naar verwachting zullen de werkzaamheden in ieder geval tot in 2018 doorlopen. Tussentijds worden de gemaakte kosten voor het bouw- en woonrijp maken verrekend. G.207 St Jozefhof Made Het project Plukmadehof omvat de ontwikkeling van acht woningen en elf zorgappartementen. Inmiddels is het plan gerealiseerd en het plangebied woonrijp gemaakt. Voor 2014 zijn nog kleine werkzaamheden gepland. Naar het zich op dit moment laat aanzien, wordt dit project in 2014 afgesloten. G.216 Postweg 15 Wagenberg Het plan bestaat uit acht grondgebonden starterswoningen, twee hoekwoningen en twee bouwkavels. Met de ontwikkelaar zijn de gebruikelijke overeenkomsten aangegaan waarin de afspraken en voorwaarden zijn vastgelegd waaronder medewerking wordt verleend aan de realisatie van dit project. De gemaakte kosten worden verhaald op de ontwikkelende partij. Inmiddels is de woningbouw gereed en het gebied woonrijp gemaakt. Het project wordt in 2014 afgesloten. G.230 Brouwerijstraat 25a Wagenberg Dit projectplan bestaat uit een bestaande woning, drie nieuwe woningen en vier woningen met loods tussen de Brouwerijstraat 25a en Thijssenweg te Wagenberg. In 2006 zijn hiervoor reeds overeenkomsten aangegaan. Door hernieuwde RO-wetgeving is een nieuwe overeenkomst met de ontwikkelende partij aangegaan, waardoor verdere ontwikkeling kan plaatsvinden. Inmiddels is het terrein bouwrijp gemaakt en is gedeeltelijk met de woningbouw gestart.
88
Naar verwachting zullen de werkzaamheden nog lange tijd doorlopen. Tussentijds worden de gemaakte kosten voor bouw- en woonrijp maken verrekend. G.237 Made Oost / Kalverstraat / Voorstraat In 2013 is het volledige plangebied bouwrijp gemaakt. Door de huidige economische crisis is het ongewis in welk tempo delen van het plangebied zullen worden gerealiseerd. Zodra een blok woningen is gerealiseerd, wordt het betreffende gebied woonrijp gemaakt. Net als in 2013 en 2014 worden ook in 2015 fasegewijs woningen gebouwd. Tussentijds gemaakte kosten worden volgens gemaakte afspraken bij de ontwikkelaars in rekening gebracht. De afspraak is dat de kosten voor planvoorbereiding bij hen in rekening worden gebracht op basis van afgegeven onherroepelijke bouwvergunningen. Het totale project voorziet in 152 woningen / appartementen. Op 31 december 2014 zijn voor 75 woningen / appartementen een onherroepelijke bouwvergunning afgegeven. De bijdragen voor de reserves hoeven de ontwikkelaars pas te betalen als woningen en/of appartementen opgeleverd of verkocht zijn. Van de 152 te realiseren woningen zijn er 32 woningen opgeleverd ultimo 2014. G.238 Centrumplan Wagenberg Of een ontwikkeling van een centrumfunctie in Wagenberg tot de mogelijkheden gaat behoren is mede afhankelijk van de plannen die Woningstichting Volksbelang heeft met betrekking tot het complex “Wonen onder de toren”. De Woningstichting wil hierover op zijn vroegst in 2020 een besluit nemen. G.263 Elsakker Wagenberg Op 24 januari 2013 is het Rapport Vitaal Wagenberg vastgesteld. Daarmee is duidelijk geworden welke locaties in Wagenberg voor woningbouw in aanmerking komen. Op deze locatie aan de Elsakker mogen tien kavels voor vrije sectorbouw worden uitgegeven. Voor het overige deel van het gebied heeft de initiatiefnemer de wens om in de toekomst woningen te ontwikkelen voor een brede doelgroep passend binnen de Woonvisie. Initiatiefnemer heeft aangegeven dat het plan alleen financieel haalbaar is als het gehele plangebied wordt ontwikkeld (in fasen). Initiatiefnemer wil bij voorkeur voor het hele gebied in één keer een bestemmingsplan in procedure brengen. Het college heeft besloten in principe medewerking te verlenen onder een aantal voorwaarden. De voorwaarden zijn gevat in ruimtelijke kaders. Hiervan is de gemeenteraad tevens op de hoogte gebracht. Momenteel is de gemeente in afwachting van een aangepast schetsplan aan de hand van de kaders. G.266 Prinses Margrietstraat HZ Hoewel het wettelijk vooroverleg op het voorontwerp bestemmingsplan Prinses Margrietstraat in het tweede kwartaal 2011 had kunnen worden afgerond, is dit project vanwege de financiële situatie binnen WSG stop gezet totdat door de stichting garanties worden afgegeven die nakoming van financiële verplichtingen garanderen waardoor de gemeente geen financiële risico’s loopt. G.267 Rozenbloemhof / Molenstraat Made Door Woningstichting Volksbelang is een plan uitgewerkt voor de bouw van 25 woningen op deze locatie. Het bestemmingsplan “Rozenbloemhof” is op 21 juni 2012 vastgesteld door de gemeenteraad en inmiddels onherroepelijk geworden. Dit jaar is de ontwikkelaar gestart met de realisatie van de woningbouw. De kosten van bouw- en woonrijp maken worden conform de afspraken in de anterieure overeenkomst aan de ontwikkelaar in rekening gebracht. Realisatie van het project zal doorlopen in 2015. G.268 Zandstraat Made Nadat het bestemmingsplan “Zandstraat” onherroepelijk is geworden, heeft de ontwikkelaar de 31 starterswoningen gerealiseerd. Deze zijn inmiddels bijna allemaal verkocht. Momenteel wordt de projectlocatie woonrijp gemaakt. Naar verwachting wordt deze exploitatie in 2015 afgesloten. De kosten van bouw- en woonrijp maken worden conform de afspraken in de anterieure overeenkomst aan de ontwikkelaar in rekening gebracht. G.269 Hoefkensstraat 7 Made Op dit perceel is in het verleden een politiebureau opgericht. Later heeft zich daar een notariskantoor gevestigd. Het pand is momenteel niet meer in gebruik. Verzocht is om het perceel te herontwikkelen. De herontwikkeling voorziet in de bouw van een appartementengebouw, waarin, verdeeld over drie bouwlagen, elf appartementen zijn opgenomen. Voor de inrichting van de openbare ruimte vindt nauwe afstemming met de gemeente plaats. Inmiddels zijn de gebruikelijke overeenkomsten afgesloten en werd het bestemmingsplan met bijbehorende exploitatieopzet vastgesteld. Naar verwachting wordt in 2015 gestart met de realisatie van dit project. B3. Projecten zonder infrastructuur in ontwikkeling bij derden Dit betreft de ontwikkeling van gronden van derden. Bij deze ontwikkelingen zijn geen infrastructurele voorzieningen nodig. De gemeente voert de bestemmingsplanprocedure uit en draagt zorg voor de vereiste vergunningen. In ruil hiervoor verplicht de ontwikkelende partij zich tot het betalen van een bijdrage voor de planvoorbereidingskosten en bijdragen voor reserves ruimtelijke ontwikkelingen en groenaanleg. Deze worden vastgelegd in een (anterieure) overeenkomst. De ontwikkeling van deze ‘kleinere’ bouwprojecten wordt financieel extracomptabel bewaakt op verhaalsmogelijkheden. De werkelijke lasten en baten van deze projecten worden afgerekend met de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf. Het verloop van de investeringen in deze projecten voor de jaren 2014 en 2015 is als volgt:
89
Projecten in ontwikkeling bij derden (300 projecten) Voor het jaar 2014 en 2015 zijn de volgende lasten en baten begroot Omschrijving Verwachte lasten 2014 Verwachte opbrengsten 2014 Ambtelijke uren projecten € 36.795 Directe ambtelijke uren € 15.066Overige lasten projecten Directe overige lasten Planschades Bijdrage planschades Bijdrage planvoorbereiding € 38.298Bijdrage res Bovenwijkse Voorz Bijdrage res Groenaanleg € 10.812Bijdrage res Ruimtelijke Ontwikk € 129.187Overige ontvangsten stortingen reserves € 139.999 Totaal tlv / tgv AR GB € 36.795 € 53.364-
Saldo 2014
€ € € € € € € € € € € € €
Verwachte lasten 2015
36.795 € 15.066- € 38.29810.812129.187139.999 16.569- €
Verwachte opbrengsten 2015
32.370 3.083
35.454
€
5.357-
€ €
8634.494-
€ €
5.357 5.357-
Saldo 2015
€ € € € € € € € € € € € €
32.370 3.083 5.3578634.4945.357 30.097
B4. Te verwachten risico’s projecten De projectenportefeuille van het grondbedrijf is gevuld met projecten in verschillende stadia van ontwikkeling. Sommige verwachte projectresultaten zijn nog onzeker. Dit wordt veroorzaakt door nog niet definitief overeengekomen overeenkomsten met derden, de langere looptijd van de projecten als gevolg van een stagnerende economie, de daarmee samenhangende kostenontwikkeling en stabilisatie van de verkoopprijzen. Een extra buffer is dan nodig voor het afdekken van deze te verwachten risico’s. Veiligheidshalve worden deze risico’s berekend en meegewogen in de presentatie van de financiële positie en de berekening van de weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf. De commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) heeft in februari 2012 een bijgestelde versie van de notitie grondexploitatie vastgesteld. Bij de opstelling van de jaarrekening 2011 is het kader van deze notitie al verwerkt. Voortijdig zijn voor diverse Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) voorzieningen getroffen voor de boekwaarde per 31 december 2011. Dit betreft de projecten Oude Begraafplaatsen te Made en Dorpsstraat te Drimmelen. Voor onderliggende informatie zie punt B1.2. Voor het verwachte verlies is bij het project Made Oost een voorziening opgenomen (zie punt B.2 project G.237). Door het totaal van reeds getroffen voorzieningen (€ 259.021) is het nog te verwachten risico voor de gemeente Drimmelen minimaal. Zie hieronder de nog te verwachten risico’s. De volgende risico's zijn binnen het grondbedrijf per ultimo 2015 te verwachten Project Projectnaam Risico's verwachte Executiewaarde Storting nr boekwaarde 2014 voorziening G.101 G.114 G.115 G.129 G.237
Lage Zwaluwe West Dorpsstraat Drimmelen Oude begraafplaatsen Made Schansstraat 17 Terheijden Made Oost Totaal
€ € € € € €
121.763 76.608 182.414 31.220 220.497 412.005
€
-
€ €
76.608 182.414
€ €
220.497 259.021
Te verwachte risico's € € € € € €
121.763 31.220 152.984
In de kolom risico’s zijn per saldo de investeringen opgenomen per eind 2014. In de kolom mogelijke executiewaarde is opgenomen de minimaal te verwachten opbrengsten bij stopzetten van het project. In de kolom getroffen voorzieningen zijn opgenomen de daadwerkelijk ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf getroffen voorzieningen. In de kolom te verwachten risico’s resteert dan de mogelijk nog te verwachten risico’s waarmee in de financiële positie en de berekening van de weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf rekening wordt gehouden (zie paragraaf B7 hierna).
B5. Stand van zaken reserves grondbedrijf Grondexploitaties kunnen een financieel risico vormen voor de begroting van de gemeente. Om deze risico’s te beperken zijn in het verleden de volgende reserves gevormd: • Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf • Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Deze reserves worden voor het opstellen van de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf (zie hierna B7. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf) meegenomen. Verder beschikt de gemeente nog over de volgende (grondbedrijf) reserves: • Reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen • Reserve Groenaanleg
90
Deze reserves worden voor de bepaling van het weerstandscapaciteit van het grondbedrijf buiten beschouwing gelaten. De reserve groenaanleg is door provinciaal beleid beklemd. Voor de reserve ruimtelijke ontwikkelingen wordt de leidraad via de structuurvisie vastgesteld en de spelregels voor bestedingen worden in de loop van 2014 vastgesteld. Bovenstaande reserves worden gevoed uit verkoop van gronden of door specifieke bijdragen van derden. Onderstaand wordt per reserve een toelichting gegeven. B5.1 Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf De Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf dient als buffer voor de activiteiten van het grondbedrijf. De risico’s welke uit het grondbedrijf voortvloeien, moeten door deze reserve worden opgevangen. Het verloop van de reserve is in onderstaand overzicht opgenomen. Overzicht algemene reserve Grondbedrijf
Bedrag
Werkelijke omvang per 31 december 2013 Mutaties b egroting 2014 (incl Marap II): * Verwacht resultaat 100 projecten (directe lasten) € 4.282 * G.110 Burgemeester Smitsplein € 84.228 * G.111 Oranjeplein plandeel 1 € 310.000 * G.116 Prinsenpolder € 119.276 * G.118 Dahliastraat Made € 4.303 * G.122 Ruitersvaartseweg Terh € 12.254 * verwacht resultaat 200 projecten € 58.078* verwacht resultaat 200 proj directe lasten € 47.436* verwacht resultaat 300 projecten € 1.503 * verwacht resultaat 300 proj directe lasten € 15.066 totaal mutaties € Verwachte omvang per 31 december 2014 (na opstelling marap II 2014) Mutaties Begroting 2015: € 1.866* directe lasten 100 projecten * G.111 Oranjeplein deelplan 1 € 50.000 * G.116 Prinsenpolder € 100.000 * verwacht resultaat 200 projecten € 40.280* verwacht resultaat 200 proj directe lasten € 3.487* verwacht resultaat 300 projecten € 32.370* verwacht resultaat 300 proj directe lasten € 3.083totaal mutaties € Verwachte omvang algemene bedrijfsreserve per 31 december 2015 Mutaties b egroting 2015 voor 2016 tot en met 2019 * Verwacht resultaat 100 projecten 2016 € 55.717* G.111 Oranjeplein afsluiting project in 2016 € 521 * G.116 Prinsenpolder afsluiting project in 2016 € 29.160 * G.116 Prinsenpolder deelplan afsluiting 2016 € 3.173 * Verwacht resultaat 200 projecten 2016 € 35.120* Verwacht resultaat 300 projecten 2016 € 35.767* Verwacht resultaat 100 projecten 2017 € 63.112* Verwacht resultaat 200 projecten 2017 € 35.192* Verwacht resultaat 300 projecten 2017 € 35.792* Verwacht resultaat 100 projecten 2018 € 63.098* Verwacht resultaat 200 projecten 2018 € 35.194* Verwacht resultaat 300 projecten 2018 € 35.804* Verwacht resultaat 100 projecten 2019 € 63.028* Verwacht resultaat 200 projecten 2019 € 54.570* Verwacht resultaat 300 projecten 2019 € 35.797* Verwacht resultaat G.101 Lage Zwal West 2018 € 174.839Totaal mutaties € Verwachte omvang algemene bedrijfsreserve per 31 december 2019
€
1.063.819
€
1.509.217
€
1.578.131
€
887.955
445.397
68.914
690.175-
B5.2 Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Deze reserve werd gevoed door bijdragen van belanghebbenden die een woningproject in de gemeente Drimmelen realiseerden. Dit was op basis van “oude” regelgeving van vóór 1 juli 2008. Eind 2009 heeft een actualisatie van deze reserve plaatsgevonden(raadsbesluit 28 januari 2010). Daarbij is vastgesteld de eerder vastgestelde criteria voor onttrekking te verruimen. Ook is vastgesteld dat het vrij besteedbare bedrag enkel te beklemmen voor de aanleg van parkeervoorzieningen. Het restant van de reserve onbeklemd te laten en
91
mee te nemen in de opstelling van de weerstandcapaciteit van het grondbedrijf. Het verloop van de reserve is in onderstaand overzicht opgenomen. Overzicht Reserve Bovenwijkse Voorzieningen
Bedrag
werkelijke omvang per 31 december 2013 Reeds genomen b esluiten b egroting 2012: afstemming verkeersdeelnemers, begroting 2012 € uiitvoering visie Hooge en Lage Zwaluwe, begroting 2012 € uitvoering parkeernota parkeervrz 2013, begr 2013 € Totaal onttrekkingen Mutaties b egroting 2014 (incl Marap II): * Bijdrage 200 projecten € Totaal stortingen Reeds genomen b esluiten voorjaarsnota 2014: verkeersmaatregelen € parkeeronderzoeken € Totaal onttrekkingen Verwachte omvang reserve BV per 31 december 2014 Mutaties b egroting 2015 * Bijdrage 200 projecten € Totaal mutaties Reeds genomen b esluiten voorjaarsnota 2014: verkeersmaatregelen € Totaal onttrekkingen Verwachte omvang reserve BV per 31 december 2015 Mutaties b egroting 2015 voor 2016 tot en met 2019 * Bijdrage 200 projecten 2016 € * Bijdrage 200 projecten 2017 € * Bijdrage 200 projecten 2018 € * Bijdrage 200 projecten 2019 € Totaal mutaties Verwachte omvang reserve BV per 31 december 2019
€
591.221
€
498.223
€
449.473
€
483.583
10.00024.37111.810€
46.181-
€
11.183
€
58.000-
11.183
41.00017.000-
11.250 €
11.250
€
60.000-
60.000-
8.500 8.500 8.500 8.610 €
34.110
Het vrij besteedbare deel van de reserve bovenwijkse voorzieningen per 31-12-2015: € 449.473. Dit bedrag kan ingevolge de nota actualisatie reserve bovenwijkse voorzieningen meegenomen worden ter dekking van het totale weerstandsvermogen van het grondbedrijf.
B5.3 Reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen Sinds de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro; 1 juli 2008) kan de gemeente ook een financiële bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen vragen in de vorm van een bijdrage aan een reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen. Met de vaststelling van de geactualiseerde grondnota 2011 is de reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen ingesteld. Door de wetgeving zijn spelregels voor besteding geregeld. De basis voor deze reserve is vastgelegd in de “Structuurvisie 2033”. De spelregels worden in december 2014 aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Hierdoor kan deze reserve niet worden meegewogen in de beschouwing van de weerstands-capaciteit van het grondbedrijf.
92
Het verloop van de reserve is in onderstaand overzicht opgenomen. Overzicht Reserve Ruimtelijke Ontwikkelingen
Bedrag
Omvang per 31 december 2013 Mutaties b egroting 2014 (incl Marap II) * bijdrage 100 projecten * bijdrage 200 projecten € * bijdrage 300 projecten € Totaal stortingen * reconstructie Prinsenpolderstraat Made € Totaal onttrekkingen Verwachte omvang Reserve RO per 31 december 2014 Mutaties Begroting 2015 * bijdrage 100 projecten € * bijdrage 200 projecten € * bijdrage 300 projecten € Totaal stortingen Verwachte omvang Reserve RO per 31 december 2015 Mutaties b egroting 2015 voor 2016 tot en met 2019 * Bijdrage projecten 2016 € * Bijdrage projecten 2017 € * Bijdrage projecten 2018 € * Bijdrage projecten 2019 €
€
1.180.666
€
1.026.357
€
1.189.836
€
1.469.889
46.505 129.187 €
175.692
€
330.000-
330.000-
40.044 118.941 4.494 €
163.478
70.250 70.250 70.250 69.304 €
280.054
Verwachte omvang reserve RO per 31 december 2019
Ultimo 2015 is in deze reserve beschikbaar een bedrag van € 1.189.836. Er zijn bijdragen geïnd ingevolge de afgesloten anterieure overeenkomsten op basis van de nieuwe wetgeving. In 2014 wordt aan de gemeenteraad een “Nota Bovenwijks” aangeboden. Deze nota beschrijft hoe we omgaan met het kostenverhaal bij projecten en de besteding van deze reserve. B6. Weerstandscapaciteit Grondbedrijf Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is te zien als buffer die binnen een gemeente aanwezig moet zijn om de mogelijke risico’s in het kader van de door haar ondernomen activiteiten op het gebied van bouwprojecten op te vangen. Hiervoor is in de geactualiseerde “grondnota 2011 – 2014” de doelstelling van de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf geformuleerd. Bij de nota actualisatie reserve bovenwijkse voorzieningen (raadsbesluit 28 januari 2010) is vastgesteld dat het totale reservevolume van het grondbedrijf, wat niet beklemd is, wordt meegenomen om het weerstandscapaciteit te berekenen. De onderdelen voor de berekening van de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf van de gemeente dienen te bestaan uit: • Beschikbare nog vrij besteedbare deel van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf na stortingen en onttrekking op basis van raadsbesluiten (hieronder vallen ook de voorlopige winstnemingen) en na aftrek van de berekende risico’s; • Beschikbare nog vrij besteedbare deel van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen; • Berekende te verwachten risico’s projecten; • Vaste buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers. Het vrij beschikbare deel van de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf is bepaald bij B5.1. Het vrij beschikbare deel van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen is bepaald bij B5.2. De te verwachten risico’s zijn berekend bij B4. De vaste buffer werd in de grondnota 2005 vastgesteld op € 1,0 mln. en is bij actualisatie van de grondnota niet aangepast. De weerstandscapaciteit per ultimo 2015 is als volgt in beeld te brengen: Verwacht weerstandscapaciteit Grondbedrijfexploitaties per 31-12-2015 Vrije Algemene Reserve Grondbedrijf € 1.578.131 Berekende risico's lopende projecten € 152.984 Nog vrij te besteden Algemene Reserve Grondbedrijf Aan te houden buffer opvangen tegenvallers Beschikbaar in Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf Beschikbaar in Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Beschikbaar als verwacht weerstandscapaciteit per 31-12-2015
93
Bedrag
€ € € € €
1.425.147 1.000.000425.147 449.473 874.620
De opstelling van het weerstandscapaciteit laat zien dat het weerstandscapaciteit inclusief het vastgestelde volume van € 1,0 mln. ten behoeve van opvangen tegenvallers (grondnota 2011) per 31 december 2015 € 874.620 positief bedraagt. Voor de bepaling van het toekomstige weerstandscapaciteit zijn alle projecten geactualiseerd en berekend naar de aankomende jaren tot en met 2019. Zoals hierboven al is aangegeven bij de opstellingen van de reserves zijn de verwachte resultaten van deze reserves in beeld gebracht en ten gunste van of ten laste van de algemene bedrijfsreserve gebracht. Uit deze opstelling kan de volgende weerstandscapaciteit per eind 2018 worden weergegeven: Toekomstig weerstandscapaciteit Grondbedrijfexploitaties per 31-12-2019 Vrije Algemene Reserve Grondbedrijf € 887.955 Berekende risico's lopende projecten € 152.984 Nog vrij te besteden Algemene Reserve Grondbedrijf Aan te houden buffer opvangen tegenvallers Beschikbaar in Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf Beschikbaar in Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Beschikbaar als verwacht weerstandscapaciteit per 31-12-2019 Geinvesteerd door het grondbedrijf per 31 december 2015 (= boekwaarde) Nog te verwachten periode 2016 - 2019 per saldo investeringen minus opbrengsten Reeds opgenomen toekomstige winsten 2014 Reeds opgenomen toekomstige winsten 2015 Geinvesteerd op termijn door grondbedrijf Verhouding investering / weerstandscapaciteit in percentage
Bedrag
€ € € € € € € € € €
734.972 1.000.000265.028483.583 218.554 114.233 290.705530.060 150.000 503.588 43%
Door het grondbedrijf zal na afwikkeling van de lopende projecten meer zijn ontvangen dan per 31-12-2019 nog geïnvesteerd is. De berekende beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 0,219 mln. afgezet tegen het te investeren bedrag van € 0,504 mln. dekt dit niet. Hierbij dienen de volgende kanttekeningen gemaakt te worden: De beschouwing van de weerstandscapaciteit is een momentopname en gaat uit van het verloop van de projectontwikkelingen zoals deze momenteel bekend zijn; De vrij te besteden ruimte in de algemene bedrijfsreserve eind 2015 (ca. € 1,425 mln.) is voldoende voor het realiseren van taakstellingen in het kader van de woningbouw of voor ontwikkelingen van bedrijventerreinen (o.a. opvangen gevolgen vertraging in de vraag naar bouwgrond als gevolg van financieel-economische ontwikkeling); Daarnaast wordt speelruimte nodig geacht om faciliterend op te kunnen treden op de grondmarkt (bijv. geldelijke bijdrage dan wel het afdekken van lasten van c.q. een strategische aankoop door de gemeente); De gemeenteraad heeft bij de grondnota 2011-2014 de regel vastgesteld voor het creëren van een buffer van € 1,0 miljoen. Conclusie De berekening van het weerstandscapaciteit eind 2015 gaat uit van een positief saldo (€ 0,875 mln.). Dit saldo wordt grotendeels veroorzaakt door: • winstneming op het project Prinsenpolder van totaal € 0,119 mln.; • positief resultaat afsluiting project Ruitersvaartseweg Terheijden € 0,012 mln.; • verkopen deelpercelen Oranjeplein € 0,310 mln. • positief resultaat afsluiting Burgemeester Smitsplein € 0,084 mln.; • negatief resultaat 200 en 300 projecten € 0,089 mln. Bij de bepaling van deze weerstandscapaciteit is met de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de woningbouwmarkt alsmede de financiële ontwikkelingen bij de woningcorporaties geen rekening gehouden. Zodra bij de woningcorporaties problemen zijn, zal dit het weerstandsvermogen negatief beïnvloeden. Op basis van het geïnvesteerd vermogen eind 2019 van € 0,504 mln. kan geconcludeerd worden dat het grondbedrijf een klein risico vormt voor de gemeente Drimmelen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er geen nieuwe woningbouwprojecten zijn waardoor de ambtelijke kosten door de projectontwikkelaars gedekt worden. Het saldo van het weerstandscapaciteit eind 2019 van ca. € 0,219 mln. dient zeker gereserveerd te blijven voor het opvangen van deze voornoemde maar nog niet te berekenen risico’s.
94
Financiële begroting
95
Inleiding Het BBV schrijft sinds 1 januari 2013 voor dat de begroting bestaat uit het programmaplan, de paragrafen en de financiële begroting. In de voorliggende financiële begroting staat het (meerjarige) overzicht van baten en lasten aangevuld met de volgende toelichtingen: A1. Meerjarenperspectief A2. Financiële uitgangspunten A3. Bezuinigingen kerntakendiscussie A4. Verschillen lasten en baten t.o.v. de Kadernota 2015 A5. Overzicht incidentele baten en lasten A6. Structurele toevoegingen en onttrekking aan reserves. Daarna volgt er o.b.v. artikel 20 van de BBV een toelichting op de financiële positie die bestaat uit informatie over B1. Investeringen B2. Stand en verloop van reserves B3. Financiering B4. Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
A. Overzicht baten en lasten en toelichting In de begroting en de jaarrekening is, conform artikel 17 van het BBV, een overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma, de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties van de reserves. Programma (in € 1.000) 1 2 3 4 5 6
Burger en Bestuur Openbare ruimte Economie Meedoen in de samenleving Ruimte en wonen Sport en buurthuizen Subtotaal programma's
1 2 3 4 5 6
Realisatie 2013 Baten Lasten 419 5.7523.294 8.8571.114 9485.714 14.6208.469 8.2711.110 3.418-
Saldo 5.3335.562166 8.906198 2.308-
Begroting 2014 Baten Lasten 386 6.3693.464 10.461454 1.3625.837 15.5947.029 7.894649 3.513-
Saldo 5.9836.9979089.7588642.864-
Begroting 2015 Baten Lasten Saldo 472 6.2675.7953.450 9.1785.728504 8473433.550 22.523- 18.9735.921 7.1821.261585 3.4692.884-
20.120
41.866-
21.746-
17.819
45.193-
27.374-
14.482
49.466-
34.984-
Omschrijving algemene dek k ingsmiddelen Dividend (beleggingen) 55 Saldo financieringsfunctie 1.538 Algemene uitkeringen 19.794 Onvoorzien Lokale heffingen 3.976 Overige algemene dekkingsmiddelen 2.282 Subtotaal alg. dekkingmiddelen 27.645 Saldo van baten en lasten
32374013.4623.905-
52 1.536 19.757 3.575 1.18123.739 1.993
46 1.467 20.353 4.091 637 26.595
357154153211.459-
44 1.463 19.638 3.676 316 25.136 2.239-
42 1.491 28.333 4.140 638 34.644
34170422193638-
40 1.487 28.316 03.718 445 34.006 978-
46 778 534746788137964352
53 1.162 558 755 883 241 5.707 234
1561251.414455.614-
53 1.006 558 629 530196 93 234
36 463 15 773 141 404 157 184
576103484-
36 463 15 773 435301 327184
1.993-
9.593
7.354-
2.239
2.173
1.163-
Beoogde toevoeging en en onttrek k ing en reserves Burger en Bestuur 46 Openbare ruimte 828 51Economie 179 713Meedoen in de samenleving 1.248 1.994Ruimte en wonen 708 1.496Sport en buurthuizen 841 979algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 244 1.208Bedrijfsvoering/intern 406 54Subtotaal mutaties reserves
4.501
6.494-
Geraamde resultaat
0-
0-
1.009 31
De cijfers in de kolom begroting 2015 staan tevens vermeld op de programma's in het programmaplan onder 'Wat gaat het kosten ?'. De kolom realisatie 2013 betreft de jaarrekening 2013 na besluitvorming. De begroting 2014 is de door de raad vastgestelde begroting en alle vastgestelde begrotingswijzigingen tm juni 2014. Daar de begroting 2015 andere programma’s kent dan in de voorafgaande jaren, zijn ten behoeve van de vergelijkbaarheid de oude baten en lasten omgezet naar de nieuwe programma’s. Uit dit overzicht blijkt dat de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten (geraamde resultaat voor bestemming). De per saldo onttrekkingen uit de reserves leiden uiteindelijk tot een positief begrotingssaldo 2015 (Geraamd resultaat). Deze onttrekkingen zijn het gevolg van eerder genomen raadsbesluiten.
96
A1. Meerjarenperspectief De begroting 2015 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2015-2018. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2015 alleen de budgetten vast van 2015. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven de financiële positie van de gemeente.
1 2 3 4 5 6
(in € 1.000) Begroting 2016 Omschrijving programma Baten lasten Saldo Burger en Bestuur 573 6.2395.666Openbare ruimte 3.660 9.0925.432Economie 514 833319Meedoen in de samenleving 3.450 22.113- 18.663Ruimte en wonen 4.617 6.3311.714Sport en buurthuizen 585 3.2282.644algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 34.729 1.684- 33.046 Saldo van baten en lasten 48.128 49.5201.392Beoogde toevoegingen en onttrekkingen reserves 1.557 711847 Geraamde resultaat 545-
Begroting 2017 Baten Lasten Saldo 537 6.2465.7093.897 9.2095.312511 8243133.484 21.670- 18.1864.204 5.9961.792585 3.2282.64434.278 1.827- 32.451 47.495 49.0011.5061.419 692727 778-
Begroting 2018 Baten Lasten Saldo 458 6.1915.7334.000 9.1915.191509 8123033.452 21.541- 18.0904.200 6.1591.958585 3.1722.58734.025 2.128- 31.897 47.229 49.1941.9661.519 673846 1.120-
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de begroting vanaf 2016 tekorten vertoont. Deze tekorten zijn onwenselijk, maar lager dan bij de Kadernota 2015 werd verwacht. De provinciale toezichthouder zal op grond van deze cijfers geen reden zien om de begroting af te keuren (preventief toezicht i.p.v. repressief toezicht). De reden hiervoor is dat voor goedkeuring het eerste jaar of het laatste jaar een positief saldo moet vertonen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de incidentele baten en lasten (zie A5). In bovenstaande cijfers is de stelpost Bestuursakkoord vanaf 2016 opgenomen. Deze stelpost kan in de toekomst worden gebruikt om de risico’s vanuit de decentralisaties op te vangen. Deze stelpost ontwikkelt zicht als volgt:
Stelpost bestuursakkoord
Begroting 2015 -
Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 1.050.000 1.200.000 1.500.000 1.500.000
Voor ontwikkelingen en bijstelling na het opstellen van de Programmabegroting 2015 worden de Na- en Voorjaarsnota gehanteerd. Hierin worden onder andere de effecten van de nog niet verwerkte circulaire opgenomen.
A2. Financiële uitgangspunten De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2015 zijn: • het coalitieprogramma “Samen investeren in Drimmelen” • besluitvorming m.b.t. de kerntakendiscussie 2011 • de vastgestelde programmabegroting 2014 • de vastgestelde Voorjaarsnota 2014 • de kadernota 2015 • de meicirculaire 2014 • alle overige raadsbesluiten na vaststellen programmabegroting 2014 Daarnaast heeft de gemeenteraad financiële spelregels vastgesteld die de basis vormen van het financiële beleid van de gemeente. Middels de begroting 2013 zijn deze geactualiseerd zodat de spelregels beter aansluiten bij het BBV, andere nota’s en de praktijk. De 10 financiële randvoorwaarden zijn nu als volgt: 1) (Meerjaren-)begroting. Er zijn twee momenten in het jaar om integraal de begroting te bespreken: in het voorjaar bij de vaststelling van de Kadernota en in het najaar bij de behandeling van de begroting. Alle voorstellen die buiten deze twee momenten vallen, zullen door het College van voorlopige passende dekking worden voorzien. Alleen voorstellen die zijn voorzien van passende dekking kunnen tussentijds via de besluitvormende raadsvergaderingen worden bekrachtigd. Voorstellen waarbij GEEN of ONVOLDOENDE dekkingsmogelijkheden zijn, worden niet eerder in de besluitvormende raadsvergadering behandeld, dan dat hiervoor WEL afdoende middelen zijn gerealiseerd. 2) De meerjarenraming dient structureel sluitend te zijn. Nader uitgewerkt betekent dit: a) structurele middelen mogen structureel of incidenteel/eenmalig worden ingezet; b) incidentele middelen mogen uitsluitend incidenteel worden benut; c) er worden zomin mogelijk structurele lasten in de begroting opgenomen zonder structurele dekking.
97
3)
Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen. In hoofdlijnen gelden hierbij de volgende regels: a) er is een algemene reserve Algemene Dienst en een algemene reserve Grondbedrijf, die mede dienen als buffer voor het opvangen van risico’s en onvoorziene tegenvallers; b) aan alle voorzieningen dient een gedegen bestedingsplan ten grondslag te liggen, dat jaarlijks wordt getoetst op actualiteit; c) het vormen van reserves is aan de raad. Middels een raadsvoorstel worden de omvang en de bestedingsmogelijkheden vastgelegd. Jaarlijks wordt de noodzaak en de omvang van de reserves getoetst. 4) Financiële mee- en tegenvallers: a) tegenvallers in de beleidsmatige sfeer worden in principe opgevangen binnen het desbetreffende Programma dan wel door het faseren van nieuw beleid en/of het snijden in bestaand beleid; b) tegenvallers in de bedrijfsvoering worden in principe opgevangen binnen de bedrijfsvoering, waarbij inzet van gelden beschikbaar gesteld voor beleid niet aan de orde is; c) tegenvallers, de normale exploitatie (alles wat binnen de begroting is voorzien) overstijgend, worden gedekt uit de algemene reserve Algemene Dienst; d) meevallers voor zover niet nodig ter compensatie van tegenvallers, worden betrokken bij de integrale afweging. e) Onder bedrijfsvoering wordt verstaan alles wat nodig is om een goede bedrijfsvoering te kunnen uitoefenen. Hieronder vallen de zgn. PIOFAH-taken (personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, automatisering en huisvesting), maar ook het beschikbare materieel. 5) Lokale lasten/heffingen: a) De OZB tarieven worden slechts verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit diverse componenten. Voor de gemeente Drimmelen zijn deze het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar; b) voor de afvalstoffenheffing, en het rioolrecht en de hondenbelasting geldt het systeem van gesloten financiering met duurzame (100%) kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatiereserves, op zowel voor- als nacalculatorische basis. 6) Er dient een gezond weerstandsvermogen te zijn om toekomstige risico’s te kunnen afdekken en dus dient evenwicht te bestaan tussen risico’s en afdekking. De incidentele weerstandscapaciteit dient voldoende te zijn om de incidentele financiële risico’s te bekostigen. De structurele weerstandscapaciteit dient voldoende te zijn om de structurele financiële risico’s te bekostigen. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de exploitatiebegroting te worden verwerkt. 7) Financiering. De treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico. 8) Kapitaalgoederen (onderhoud): voor gemeentelijke goederen, die onderhevig zijn aan meerjarig duurzaam instandhouding en onderhoud dient: a) een actueel beleids-/beheersplan beschikbaar te zijn met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode; b) ten minste een vastgesteld minimaal kwaliteitsniveau gerealiseerd te worden. 9) Verbonden partijen: de gemeente neemt alleen deel in externe organisaties, indien daarmee aantoonbaar een gemeentelijk belang wordt gediend. 10) Grondbeleid: het beleid kent meerdere uitgangspunten: a) het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.; b) het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten; zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.
98
Ten behoeve van het opstellen van de begroting 2015 zijn door middel van de Kadernota 2015 door de gemeenteraad op 3 juli 2014 de begrotingsrichtlijnen vastgesteld. Begrotingsrichtlijnen
2015
Uitgaven Salariskosten
1,00%
Goederen en diensten
1,50%
Onderhoudsvoorzieningen
1,50%
Inkomensoverdrachten en subsidies - gesubsidieerde instellingen
0,75%
Inkom sten Huren en pachten
1,50%
OZB-opbrengsten
1,35%
Leges burgerzaken
1
Kostendekkende tarieven en leges
2
Rente Rekenrente investeringen
3,00%
Rente reserves
3,00%
1
De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen met 1,5 % 2 Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen. Het meerjarenperspectief 2016 en verder is opgesteld (uitgaven en inkomsten), op het prijspeil 2015. A3. Bezuinigingen kerntakendiscussie De gemeenteraad heeft op 12 mei 2011 ingestemd met een bezuiniging van bijna € 6 ton in 2012 oplopend tot een bezuiniging van ruim € 1,7 miljoen vanaf 2015. De bezuinigingen zijn volledig verwerkt in de begroting. Op grond van het coalitieakkoord ‘Bouwen aan Vertrouwen’ van april 2012, zijn de bedragen bijgesteld. Dit mede door de opdracht ‘privatisering zwembaden’. Een groot deel van de bezuinigingen is nu gerealiseerd. De uiteindelijke realisatie van dit bedrag vindt plaats bij de jaarrekening 2015. Voor enkele opdrachten zijn we sterk afhankelijk van derden of lopende contracten. Met name bij de opdrachten m.b.t. het afstoten van gebouwen, exploitatie van sociaal culturele accommodaties en klokken/uurwerken is het niet zeker of deze in 2015 worden gerealiseerd. Middels de bestuursrapportages en afzonderlijke raadsvoorstellen zal u hierover worden geïnformeerd. A4. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2015 Nadat de Voorjaarsnota en Kadernota door de raad zijn behandeld, zijn deze financieel verwerkt. Hierbij zijn dus ook de verwerking van de wijzigingen in de begrotingsrichtlijnen, kapitaallasten etc. doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle informatie tot de begroting 2015-2018 zal altijd afwijken van de inschattingen bij de Kadernota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Kadernota 2015 en de Begroting 2015. Deze verschillen verklaren het verschil in perspectief tussen beide documenten. in € 1.000 Begrotingssaldi na Voorjaarsnota Coalitieprogramma vrijval stelpost bestuursakkoord Effect meicirculaire 2014 Begrotingssaldi voor begroting 2015
2016 -513 N
2017 -870 N
2018 -1.315 N
N
-106 N -619 N
-95 N -965 N
-25 N -1.340 N
Uitstel investeringen coalitieprogramma Vrijval restant stelpost bestuursakkoord Begrotingssaldi t.b.v. begroting 2015
153 V 305 V 66 V
-619 N
-965 N
-1.340 N
Concept begroting Verschil
31 V -35 N
-545 N 74 V
-778 N 187 V
-1.120 N 220 V
9 21 -15 -154 100 57 95 -39 74
46 24 -15 -154 100 58 123 5 187
Belangrijkste afwijkingen Meer reisdocumenten Minder kosten leerlingenvervoer Pilot fraudebestrijding Minder dekking uren Grondbedrijf Meer overhead in tariefsgebonden produkten Minder groei WVG voorzieningen Minder inflatie dan compensatie Div Totaal verschillen
2015 -545 545 -392 -392
31 33 -75 -154 100 48 78 -96 -35
N V N
V V N N V V V N N
99
V V N N V
V V N V
V V N N V
V V V V
15 12 -15 -154 100 58 138 67 221
V V N N V V V V V
Gezien de omvang van de begroting (meer dan € 50 miljoen) zijn de verschillen zijn beperkt van omvang. A5. Overzicht incidentele baten en lasten 2015- 2018 Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie beoordeelt de begroting 2015 en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2015, dient deze ‘gezuiverde’ begroting 2015 in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2018 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn. Omdat de begrippen incidenteel en structureel niet altijd op dezelfde wijze werden uitgelegd, heeft de commissie BBV hieraan de 'Notitie incidentele en structurele baten en lasten' gewijd. De volgende vier verduidelijkingen vormen de basis hiervan: 1) Indien bestaand structureel beleid, niet zijnde een tijdelijke geldstroom, binnen de termijn van drie jaar een wijziging ondergaat dan worden de daarmee samenhangende lasten of baten in het begrotingsjaar niet als incidenteel aangemerkt. Bijvoorbeeld in het kader van de bezuinigingen besluit de gemeente in jaar t+3 geen subsidies meer te verstrekken; de daarmee samenhangende lasten worden in t+2, t+1 en t nog als structureel beschouwd. 2) Na afloop van een begrotingsjaar zullen bij het opmaken van de jaarrekening altijd wel enige (relevante) verschillen tussen de werkelijkheid en de begroting blijken. Het is van belang dat bij de analyse ex BBV artikel 28, lid a wordt bezien in hoeverre er alsnog sprake is geweest van niet begrote incidentele baten en lasten. Budgetverschillen op activiteiten inzake structureel bestaand beleid blijven naar hun aard “structureel”. 3) Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal drie jaar met als doel het dekken van structurele lasten. 4) Meerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of een toekenningsbesluit klasseren als incidentele baten en lasten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan drie jaar. Het overzicht van de incidentele baten en lasten is een onmisbaar document voor het verkrijgen van een juiste beeld van het materieel sluiten van de (meerjaren)begroting en daarmee van de financiële positie van de gemeente. Op grond van de wijzigingen in het BBV per 1 januari 2013 moeten de incidentele baten en lasten per programma worden weergegeven. Ook wordt er een overzicht gevraagd van de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Incidentele baten Programma 1. Burger en bestuur Programma 2. Openbare ruimte Programma 3. Economie Programma 4. Sociaal domein Programma 5. Ruimte en wonen Programma 6. Sociale infrastructuur Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Totaal baten
2015 258.230 15.000 421.116 2.425.788 167.000 3.287.135
Incidentele lasten Programma 1. Burger en bestuur Programma 2. Openbare ruimte Programma 3. Economie Programma 4. Sociaal domein Programma 5. Ruimte en wonen Programma 6. Sociale infrastructuur Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Totaal lasten
2015 113.000 265.730 15.000 480.916 2.223.488 167.000 26.726 3.291.860 -4.726
Saldo
100
2016 65.000 21.010 112.223 1.094.168 16.000 1.308.401
2017 36.000 724.876 43.000 803.876
2018
2016 21.010 7.500 133.923 1.062.168 16.000 26.726 1.267.326
2017 45.000 727.376 43.000 815.376
2018 45.000 898.031 943.031
41.074
-11.500
-45.000
898.031 898.031
Specificatie incidentele lasten Programma 1. Burger en bestuur * WW verplichting * Verkiezingen Totaal Programma 1.
2015
2016
Programma 2. Openbare ruimte * Deeln. aan Stim.kader Groen Blauwe diensten (dekk. uit reserve Groenaanleg) * Vervanging verkeerstellers * Toegankelijke haltes openb. vervoer: laatste fase (prov. subsidie) * Extra budget verkeersmaatregelen (dekking uit reserve Bovenwijkse voorzieningen) * KTD knotwilgen / bolbomen (bestemmingsreserve - RB Voorjaarsnota 2013) Totaal Programma 2.
2015 15.000 7.500 175.000 60.000 8.230 265.730
2016 15.000
Programma 3. Economie * Project Oude (jacht)haven Drimmelen (dekking uit algemene reserve) * Uitgebreide controle toeristenbelasting Totaal Programma 3.
2015 15.000
2016
Programma 4. Sociaal domein * Onderwijsachterstandenbeleid * Huur noodloakelen Dongemond * Overgangsfase WMO 2015 * Huishoudelijke hulp toelage * Verwijdering tijdelijke huisvesting Dongemond * Pilot fraudebestrijding Totaal Programma 4.
2015 76.362 16.200 201.131 112.223
Programma 5. Ruimte en wonen * Volkshuisvesting: woningbehoefte-onderzoek * Herziening bestemmingsplannen (dekking uit reserve herziening bestemm.pl.) * Zwerfafvalvergoeding Nederland Schoon 2015 (subsidie) * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 100-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 200-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 300-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: stortingen Algemene reserve Grondbedrijf * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: stortingen reserve Bovenwijkse voorzieningen * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: stortingen reserve Ruimtelijke ontwikkelingen * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: stortingen reserve Groenaanleg * Actualisering Milieubeleidsplan Totaal Programma 5.
2015 8.750 55.000 31.820 916.259 806.655 35.454 148.134 11.250 163.478 46.688
2016
2.223.488
1.062.168
Programma 6. Sociale infrastructuur * Extra onderhoud Kunst buitenruimte (reserve) * Piek onderhoudskosten zwembaden (reserve) Totaal Programma 6.
2015 10.000 157.000 167.000
2016
Bedrijfsvoering * Digitalisering bouwvergunningen (2009 t/m 2016) Totaal Bedrijfsvoering
2015 26.726 26.726
2016 26.726 26.726
43.000 70.000 113.000
15.000
75.000 480.916
101
2017
-
45.000 45.000 2017
6.010 21.010
45.000 45.000 2018
2017
7.500 7.500 2016
2018
2018
2017
2018
9.500 112.223 12.200 133.923
2017
2018
10.000
10.000
10.000
384.531 522.970 35.767
163.112 404.572 35.792
337.937 405.390 35.804
8.500 70.250 30.150
8.500 70.250 30.150 5.000 727.376
8.500 70.250 30.150
16.000 16.000
2017
898.031 2018
43.000 43.000 2017
2018
-
-
Specificatie incidentele baten Programma 1. Burger en bestuur * Piek in de leges paspoorten en rijbewijzen Totaal Programma 1.
2015
Programma 2. Openbare ruimte * Toegankelijke haltes openb. vervoer: laatste fase (prov. subsidie) * Extra budget verkeersmaatregelen (dekking uit reserve Bovenwijkse voorzieningen) * KTD knotwilgen / bolbomen (bestemmingsreserve - RB Voorjaarsnota 2013) * Deeln. aan Stim.kader Groen Blauwe diensten (dekk. uit reserve Groenaanleg) Totaal Programma 2.
2015 175.000 60.000 8.230 15.000 258.230
2016
Programma 3. Economie * Project Oude (jacht)haven Drimmelen (dekking uit algemene reserve) Totaal Programma 3.
2015 15.000 15.000
2016
Programma 4. Sociaal domein * Onderwijsachterstandenbeleid * Huishoudelijke hulp toelage * Overgangsfase WMO 2015 (onttrekking reserve bestuursakkoord) * Halve kapitaallast 1e jaar Dongemond renovatie Totaal Programma 4.
2015 76.362 112.223 201.131 31.400 421.116
2016
Programma 5. Ruimte en wonen * Opbrengst verkopen snippergroen * Herziening bestemmingsplannen (dekking uit reserve herziening bestemm.pl.) * Zwerfafvalvergoeding Nederland Schoon 2015 (subsidie) * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 100-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 200-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: 300-projecten * Grondbedrijf / woningbouwprojecten: onttrekkingen Algemene reserve Grondbedrijf * Baten omgevingsvergunning - bouwdeel (bovenop laagste bedrag periode) Totaal Programma 5.
2015 10.000 36.050 31.820 1.111.887 931.454 5.357 79.220 220.000 2.425.788
2016 5.000 10.000
2017 2.500 10.000
361.668 596.751 93.749 27.000 1.094.168
100.000 478.280 134.096 724.876
Programma 6. Sociale infrastructuur * Extra onderhoud Kunst buitenruimte (reserve) * Piek onderhoudskosten zwembaden (reserve) Totaal Programma 6.
2015 10.000 157.000 167.000
Incidentele lasten Concept begroting Saldo van baten en lasten Concept begroting na aftrek inc. baten en lasten
2016 65.000 65.000
-
2015 -31.158 V -4.726 V 35.884 V
2017
2018
36.000 36.000 2017
6.010 15.000 21.010
2018
-
-
2017 -
2018 -
-
2017
2018
112.223
-
-
112.223
-
-
2016
2016 545.208 N 41.074 N -586.282 N
2017
16.000 16.000
10.000 100.000 479.096 308.936 898.031 2018
43.000 43.000
2017 778.430 N -11.500 V -766.930 N
2018
-
2018 1.119.993 N -45.000 V -1.074.993 N
Conclusie Op basis van bovenstaande tabel kan worden geconcludeerd dat de incidentele baten en lasten nagenoeg gelijk zijn en de begroting voor het jaar 2015 materieel in evenwicht is. In de loop van 2015 wordt de gemeente ongetwijfeld geconfronteerd met incidentele voor en nadelen op de lasten en de baten. Deze zullen zoveel mogelijk worden opgenomen in de Voor- en Najaarsnota en integraal worden opgenomen in de jaarrekening 2015.
A6. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves In principe zijn mutaties in reserves incidenteel tenzij er redenen zijn om deze structureel te ramen. In de onderstaande tabel worden de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves weergegeven. Structurele reservemutaties 2015 2016 2017 2018 Geraamde structurele vermeerderingen Algemene reserve (rentebijschrijving) 74.808 76.602 78.900 81.267 Reserve kapitaallasten (rentebijschrijving) 409.082 385.758 364.506 343.462 Reserve kapitaallasten 409.082 385.758 364.506 343.462 Reserve herziening bestemmingsplannen 36.050 36.050 36.050 36.050 Totaal vermeerderingen 929.021 884.169 843.961 804.240 Geraamde structurele verminderingen Reserve inconv.uitker Intergas Reserve voormalig hypotheekfonds Reserve herziening bestemmingsplannen Reserve kapitaallasten Totaal verminderingen
82.262 74.238 36.050 1.186.522 1.379.072
Per saldo totaal verminderingen
450.051-
102
75.772 74.238 10.000 1.094.183 1.254.193 370.024-
74.238 10.000 1.065.969 1.150.207 306.246-
74.238 10.000 1.034.628 1.118.866 314.626-
A7. EMU saldo Op grond van de BBV (art. 19) bevat de toelichting op het overzicht van baten en lasten de berekening van het aandeel van de gemeente in het EMU-saldo, over het vorig begrotingsjaar, de berekening van het geraamde bedrag over het begrotingsjaar en de berekening van het geraamde bedrag over het jaar volgend op het begrotingsjaar. (bedragen x € 1.000) 1 2 3 4
5 6 a b 7 8 a b 9
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord Op de exploitatie verantwoorde boekwinst op verkoop grond Lasten op balanspost voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die 10 nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11)
2013 Werkelijk 4242.708 1.533 6.972
2014 Begroting 223 2.707 2.483
2015 Begroting 445 2.696 2.295
2016 Begroting 1.7142.519 2.295
2.063
4.713
3.006
-
-
-
90 1.052
310 -
50 -
100 -
nee
nee
nee
nee
3.660
774
194
191
3.926-
B. Financiële positie Artikel 20 van het BBV schrijft voor dat op basis van onderstaande onderdelen de financiële positie wordt toegelicht. B1. Investeringen Met het vaststellen van de begroting autoriseert de raad het college tot het doen van uitgaven per programma tot de bedragen van het overzicht van baten en lasten voor het betreffende begrotingsjaar. In de programma’s zijn echter ook de investeringsplannen voor het begrotingsjaar opgenomen, die voor meerdere jaren ná dat begrotingsjaar nog lasten met zich mee brengen. Deze investeringen staan vermeld en toegelicht bij ieder programma. Met het vaststellen van de begroting worden ook de beleidsprogramma’s en de daarvoor opgestelde investeringsplannen voor het komende begrotingsjaar geautoriseerd. Investeringen onder € 10.000 worden niet opgenomen in het investeringsschema (niet geactiveerd), maar direct in de exploitatie verwerkt. Dit is conform de financiële verordening van de gemeente. Investeringen 2015 Voor 2015 is een totaal bedrag aan investeringen geraamd van ruim € 4,7 miljoen. Conform de nota waarderen en afschrijven, wordt in het investeringsjaar aan de investering geen rente toegerekend en de helft van de jaarlijkse afschrijving. In de jaren daarna volledige rente en afschrijving. De investeringen in riolering (€ 4,0 miljoen in 2015) zijn gedekt door de tarieven (van de heffingen). Hieronder volgt een overzicht van het totaalbedrag aan investeringen per programma. Dit zijn alleen investeringen met economisch nut.
103
Programma 2 Openbare ruimte Programma 4 Meedoen in de samenleving Programma 5 Ruimte en wonen Interne produkten Totaal investeringen
2015 2016 2017 2018 3.977.500 1.994.500 1.480.000 3.130.000 400.000 62.000 335.611 1.011.335 662.893 578.635 4.713.111 3.005.835 2.204.893 3.708.635
De investeringen voor 2015 kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Prg 2 2 2 2 2 2 2 2 4 I I
Omschrijving Rioolvervanging Vijverstraat (Lage Zwaluwe) Uitvoering Rioolvervanging Onder langs dijken (Hooge Zwaluwe) Rioolvervanging Rozenbloemstraat (Made) Rioolvervanging Prinsenpolderstraat (Made) Rioolvervanging Heidehof (Made) Rioolvervanging Onder langs dijken (Lage Zwaluwe) Uitvoering 2015 Gemalen (bouwkundig / mechanisch / electrisch): Baggeren stedelijk water 2015 Renovatie Dongemond ICT: vervanging hard- en software Tractie en Gereedschappen Totaal investeringen 2015
2015 232.500 455.000 670.000 1.065.000 200.000 1.062.500 32.500 260.000 400.000 249.451 86.160 4.713.111
Bovenstaande investeringen zijn vervangingsinvesteringen of levensduurverlengende investeringen die de gemeenteraad voor het jaar 2015 reeds heeft geautoriseerd bij de Kadernota 2015. Regulier onderhoud mag en wordt niet geactiveerd. Onderhoudskosten worden in de meeste gevallen verwerkt middels onderhoudsvoorzieningen (zie ook de paragraaf Kapitaalgoederen). De investeringen worden aanbesteed op grond van de Europese aanbestedingsregels en het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid zoals door de Raad vastgesteld in november 2011. Het grootste deel van de investeringen zullen vanwege de omvang meervoudig onderhands worden aanbesteed. Geen enkele investering in 2015 overschrijdt de Europese aanbestedingsgrenzen.
104
B2. Stand en verloop van de reserves en voorzieningen Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de raad in het geval van reserves een grote vrijheid heeft om de bestemming van deze gelden te wijzigen. Om die reden worden reserves als eigen vermogen aangeduid. In het geval van voorzieningen is veelal sprake van verplichtingen. Zolang de gemeenteraad de bestemming van geoormerkt geld nog kan veranderen, is er sprake van een bestemmingsreserve. Zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening.
Reserves In onderstaand overzicht staat de verwachte stand en verloop van alle reserves. Reserves
Stand begin Vermeerderingen Verminderingen Stand eind begrotingsjaar begrotingsjaar
Algemene reserves Vast kapitaal van de alg. dienst Algemene reserve Totaal algemene reserves
16.044.044 2.493.587 18.537.631
74.808 74.808
15.000 15.000
16.044.044 2.553.395 18.597.439
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve riolering Egalisatiereserve reiniging Egalisatiereserve begraafplaatsen Egalisatiereserve hondenoverlastbestrijding Reserve behoud gem. monumenten Reserve inconv.uitkering Intergas Reserve herziening bestemmingsplannen Reserve tijdelijke inhuur personeel Reserve kapitaallasten Reserve POP Reserve Toerisme en recreatie Reserve e-dienstverlening Reserve voormalig hypotheekfonds Reserve frictiekosten KTD Reserve IHP Reserve impuls brede scholen combinatie Reserve KTD Knotwilgen Reserve Omgevingsvergunning - leges bouwdeel Reserve subsidies verenigingen Reserve kunst Reserve bestuursakkoord Reserve onderhoud zwembaden Reserve nazorg stortplaatsen Zvb./Bavel-Dorst Reserve baggeren havens Reserve samen investeren in Drimmelen Totaal bestemmigsreserves
400.072 473.079 145.169 26.856 158.034 100.000 13.636.051 100.000 99.214 144.606 371.192 192.024 73 137.549 14.240 26.651 64.723 1.464.842 402.532 276.210 323.261 4.650.000 23.403.031
36.050 409.082 170.600 17.854 5.387 80.000 718.973
207.935 82.262 36.050 1.186.522 74.238 73 8.230 15.000 201.131 159.681 1.971.123
192.137 473.079 145.169 26.856 75.772 100.000 12.858.611 100.000 99.214 144.606 296.954 192.024 0 137.549 6.010 170.600 44.505 55.110 1.263.710 322.851 276.210 323.261 4.650.000 22.150.881
1.509.217 498.223 725.105 1.026.357 3.758.902
148.134 11.250 46.688 163.478 369.551
79.220 60.000 47.173 186.393
1.578.131 449.473 724.620 1.189.836 3.942.059
45.699.563
1.163.331
2.172.516
44.690.378
Reserves grondexploitatie Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf Reserve opslag grote werken Reserve groenaanleg Reserve ruimtelijke ontwikkelingen Totaal reserves grondexploitatie Totaal reserves
De reserves nemen in 2015 met € 1.000.000 af. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de reserve kapitaallasten (ca. € 800.000) en de reserve Bestuursakkoord (ca. € 200.000). De belangrijkste mutaties, exclusief kapitaallasten zijn, in 2015 zijn: Reserve kapitaallasten In het verleden zijn in de reserve Kapitaallasten bedragen gestort voor specifieke investeringen en gedurende de afschrijvingsduur worden de kapitaallasten uit deze reserve onttrokken. Tegenover de reserve staat dus een vergelijkbaar bedrag aan boekwaarde van investeringen. Reserve Riolering, Reiniging, Hondenoverlastbestrijding en Begraafplaatsen Deze reserves worden gebruikt ter egalisatie van de tarieven/kosten. Zie ook toelichtingen paragraaf B. Lokale heffingen.
105
Reserve Inconvenientenuitkering Intergas Het doel van deze reserve is derving van de jaarlijkse inkomsten uit de inconveniënten-uitkering door Intergas op te vangen. Intergas keerde tot 2002 aan zijn aandeelhouders, waaronder de gemeente Drimmelen, jaarlijks een zogenaamde inconveniëntenuitkering uit als vergoeding voor het hebben van ondergrondse leidingen in de gemeente. Deze uitkering bedroeg jaarlijks € 82.000. Medio 2002 heeft Intergas deze uitkering afgekocht en deze afkoopsom is in deze reserve gestort en hieruit wordt jaarlijks (tm 2016) een bedrag van € 82.262 onttrokken ten gunste van het begrotingssaldo. Reserve Bestemmingsplannen In het kader van het BBV mogen immateriële activa, zoals kosten van bestemmingsplannen, niet meer worden geactiveerd en moeten dus ten laste van de exploitatie worden genomen. Om kostenschommelingen te voorkomen is hiervoor een bestemmingsreserve gevormd. Jaarlijks wordt hierin en vast bedrag gestort en de werkelijke kosten worden hieruit onttrokken. Reserve Voormalig hypotheekfonds Tot en met 2009 werd jaarlijks dividend ontvangen van het Hypotheekfonds Nederlandse gemeenten. Dit dividend zou tot en met 2020 worden uitgekeerd, maar deze dividenduitkering is in 2009 gewijzigd in een rechtstreekse vordering op de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Hierdoor is op grond van de BBV deze vordering als resultaat in 2009 verantwoord en vervolgens is dit bedrag gestort in de bestemmingsreserve “Reserve Voormalig hypotheekfonds“. Hieruit wordt nu jaarlijks een bedrag onttrokken. Reserve bestuursakkoord De reserve Bestuursakkoord is gevormd om tegenvallers/frictiekosten in de eerste jaren van de decentralisaties op te vangen. De in de begroting opgenomen onttrekkingen hebben betrekking op de meerkosten als gevolg de overgangsfase naar de WMO 2015. Reserve onderhoud zwembaden De exploitatie van de zwembaden is uitbesteed tm 2018. De kosten van groot onderhoud zijn gedurende deze periode voor rekening van de gemeente. Om deze kosten te egaliseren is een onderhoudsreserve gevormd. De geraamde uitgaven zijn conform een onderhoudsplan. Reserves Grondbedrijf Zie voor een inhoudelijke toelichting paragraaf G. Grondbeleid.
Voorzieningen Aan de creditzijde van de balans staan ook de voorzieningen. Dit betreffen met name onderhoudsvoorzieningen. Aan deze voorzieningen liggen meerjarige onderhoudsplannen te grondslag. Voorzieningen
Stand begin Vermeerderingen Verminderingen Stand eind begrotingsjaar begrotingsjaar
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening wet APPA 1.220.078 Voorziening uitkering verplichtingen pers./vm.pers Totaal voorz. verplichtingen, verliezen en risico's 1.220.078
82.600 82.600
55.510 55.510
1.247.168 1.247.168
Voorzieningen voor onderhoud Voorziening onderhoud gebouwen PLANON Voorzieningen buitensportaccomodaties Voorziening groot onderhoud wegen Voorziening renovatie riolering Voorziening baggerfonds havens Voorziening openbare verlichting Voorziening baggeren bebouwd gebied Voorziening speeltoestellen/speelloc. Voorziening kunst Voorziening civieltechnische kunstwerken Totaal voorzieningen voor onderhoud
1.650.131 486.592 273.302 209.553 44.650 105.625 15.268 2.785.121
524.985 104.500 1.011.393 157.625 308.497 40.143 65.606 2.212.750
524.985 106.357 1.011.393 157.625 308.497 44.650 40.143 65.606 2.259.258
1.650.131 484.735 273.302 209.553 105.625 15.268 2.738.614
Totaal voorzieningen gemeenten
4.005.199
2.295.350
2.314.768
3.985.782
106
Toelichting voorzieningen Voorziening wet APPA Voor de pensioenverplichtingen van zittende en voormalige wethouders, die de pensioenverplichting nog niet hebben bereikt, is een voorziening gevormd. De hoogte van de verplichting wordt jaarlijks op basis van actuariële berekeningen bepaald. Voor de begrotingsjaar 2015 vindt op basis van deze actuariële berekeningen een storting plaats van € 82.600. De onttrekking betreffen uitkeringen aan voormalig wethouders. Verkiezingen en pensioenoverdrachten kunnen de omvang van de mutaties sterk beïnvloeden. De overige voorzieningen staan toegelicht in de paragraaf Kapitaalgoederen. B3. Financiering De vaste activa (€ 60,6 miljoen) zijn gefinancierd door reserves, voorzieningen en aangetrokken geldleningen. Met het oog op de financiële continuïteit wordt op begrotingsbasis rente gecalculeerd over de beschikbare eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). Deze zogenaamde bespaarde rente (je hebt immers geen geld hoeven lenen) is een baat bij de Algemene Dekkingsmiddelen en wordt als algemeen dekkingsmiddel ingezet en voor de dekking van de rentebijschrijving op enkele reserves. Voor 2015 wordt verwacht dat de reserves, voorzieningen en aangetrokken geldleningen samen niet toereikend zullen zijn. Er is dus een financieringstekort van ca. € 6,2 miljoen. Dit bedrag kan afgedekt worden door kort geld (looptijd korter dan één jaar). Dit bedrag blijft binnen de kasgeldlimiet (zie paragraaf Financiering). Indien de prognoses juist zijn, leidt dit tot een rentelast van € 62.000. De bespaarde rente over de reserves en voorzieningen (3%) bedraagt € 1,5 miljoen en de rente over de langlopende geldleningen bedraagt € 205.000 (gemiddeld 4,4%). De verwachting is dat de komende jaren het financieringstekort verder zal oplopen vanwege de investeringen in de riolering en het investeringsvolume van het coalitieprogramma. Voorzichtigheidshalve wordt, vanwege de mogelijk oplopende rente, voor de rente op het financieringstekort een percentage van 2% gehanteerd. B4. Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zijn aanspraken op toekomstige uitkeringen van zittende en voormalige bestuurders, van het personeel dat op dit moment bij de gemeente werkzaam is en van personeel dat in het verleden bij de gemeente werkzaam is geweest. Op grond van Burgerlijk Wetboek 2, titel 9 moeten ondernemingen voor deze aanspraken/ verplichtingen financiële voorzieningen worden getroffen. In verband met de bijzondere positie van de overheden (de zogenaamde ‘eigenheid’) is op deze regeling in het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor gemeenten een uitzondering gemaakt. Die uitzondering houdt in dat: • Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume als reguliere last in de begroting worden opgenomen en in de rekening worden verantwoord. • Hierover jaarlijks een beschouwing wordt opgenomen in de toelichting op de begroting/jaarrekening (art. 20.2 BBV). • Gemeenten als resultaat daarvan geen bijzondere financiële voorzieningen behoeven te treffen (art. 44.3 BBV). • Ter uitvoering volgt hieronder de op grond van art 20.2 van het BBV voorgeschreven beschouwing over de voor het jaar 2015 relevante arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. B4.1 Wachtgelden, ww-uitkeringen en andere uitkeringen voormalige gemeenteambtenaren Op grond van de voor het gemeentelijk personeel geldende rechtspositionele regelingen en/of afspraken zijn voor het voormalig gemeentelijk personeel de volgende vier categorieën te onderscheiden: Wachtgelduitkeringen Dit betreft de wachtgeldverplichtingen aan ambtenaren van de gemeente Drimmelen die voor 2003 ontslag hebben gekregen. Voor afdekking van wachtgelduitkeringen is een budget van € 40.250 in de begroting 2015 opgenomen. De nog voor deze regeling noodzakelijke middeleninzet zal door tijdsverloop geleidelijk vervallen. Tot deze doelgroep behoort ook nog één wachtgelder die als “slaper” kan worden aangemerkt. Aangezien de wachtgeldregeling voor ambtenaren is afgeschaft, ontstaan er geen nieuwe verplichtingen. Werkloosheidswet Sinds 2003 valt ook het gemeentelijk personeel onder de Werkloosheidswet. De gemeenten zijn ook in de nieuwe situatie ‘eigen risicodrager’ gebleven. De financiële effecten zijn afhankelijk van het beroep dat op de regeling moet worden gedaan. Op basis van lopende verplichtingen is voor dit doel vanaf 2013 in de begroting de “Voorziening uitkeringsverplichtingen personeel/voormalig personeel” gevormd van € 86.585. Hieruit worden de jaarlijkse uitkeringsverplichtingen voor deze doelgroep onttrokken. De uitkeringskosten worden daardoor thans volledig uit eigen middelen bekostigd. Gemeentelijke FPU-regeling Rechtspositioneel hebben medewerkers geboren voor 1950 nog recht op een suppletie op de FPU-uitkering. Dit geldt ook nog voor medewerkers geboren in 1950 en die in 2005 met deeltijd-fpu zijn gegaan Deze 107
uitkering wordt betaald tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Voor de afdekking van deze suppletieregeling is een budget van € 2.800 in de begroting 2015 opgenomen. De nog voor deze regeling noodzakelijke middeleninzet zal door tijdsverloop geleidelijk afnemen. Suppletieregelingen Indien sprake is van ontslag anders dan op eigen verzoek wordt aan de oud-medewerker een suppletie toegekend bij het aanvaarden van een baan elders indien er geen sprake is van een zogenaamde horizontale overgang. Deze suppletie wordt betaald tot maximaal het bereiken van de leeftijd van 65 jaar en voor zover er nog sprake is van een salarisachterstand ten opzichte van de situatie dat de medewerker nog in dienst was van de gemeente Drimmelen. Voor de afdekking van deze suppletieregeling is een budget van € 7.200 in de begroting 2015 opgenomen. B4.2 Uitkeringen pensioenen voormalige bestuurders Voor voormalige leden van colleges van Burgemeester en Wethouders zijn de volgende rechtspositionele regelingen met daaraan gekoppelde en financiële verplichtingen van belang. Uitkeringen voormalige bestuurders Betreft op basis van de Wet Appa toegekende wachtgelduitkeringen. Omvang en beloop van de uitkeringen zijn afhankelijk van door betrokkenen opgebouwde diensttijd en genoten neveninkomsten. In de begroting 2015 is hiervoor een bedrag geraamd van € 39.000. De nog voor deze regeling noodzakelijke middeleninzet zal door tijdsverloop geleidelijk vervallen. Om de uitkeringslasten te beperken, kennen gewezen ambtsdragers vanaf 2010 een sollicitatieplicht Waardeoverdracht opgebouwde pensioenrechten. Op basis van de Wet Appa bestaat voor wethouders sinds een aantal jaren de mogelijkheid, binnen een zes maanden na aftreden, tot waardeoverdracht van door hen als wethouder opgebouwde pensioenaanspraken. De omvang van de opgebouwde pensioenrechten is afhankelijk van de tijdsduur dat betrokkene het wethouderschap heeft uitgeoefend waaronder onder bepaalde voorwaarden mede begrepen de uitkeringstijd. De omvang van de lopende pensioenaanspraken wordt jaarlijks geïnventariseerd. De actuele waarde van de opgebouwde pensioenrechten van de zittende en oud-wethouders bedroeg ultimo 2013 circa € 1,2 miljoen. Voor risicoafdekking in dit verband is binnen het financieel totaalkader een overeenkomstige voorziening beschikbaar. B 4.3 Rechtspositionele regelingen gemeentelijk personeel Op grond van de voor het gemeentelijk personeel geldende rechtspositionele regelingen en/of afspraken zijn hierin de volgende categorieën te onderscheiden: Opgebouwde vakantiegeldrechten Het betreft vakantiegeldrechten (8%) die in de loop van het jaar door/voor het personeel worden opgebouwd en in de maand mei worden uitbetaald. Deze lasten worden jaarlijks in de gemeentebegroting opgenomen. Formeel zou het bedrag aan opgebouwde rechten over de periode juni tot en met december als verplichting via de balans naar het daaropvolgende jaar moeten worden overgeboekt. Materieel gezien heeft het volgen van deze gedragslijn echter geen betekenis en leidt tot onnodige administratieve lasten. In de voor 2015 in de begroting opgenomen loonsom van € 9,3 miljoen is circa € 0,5 miljoen voor uitbetaling van het vakantiegeld opgenomen. Opgebouwde rechten eindejaarsuitkering Betreft opgebouwde rechten in verband met de jaarlijkse gemeentelijke eindejaarsuitkering. Op grond van de laatst afgesloten cao-gemeenten bedraagt de uitkering op dit moment in totaal 6% van de loonsom. De totale ruimte die met het oog daarop in de begroting 2015 is opgenomen bedraagt bij benadering € 0,375 miljoen. Opgebouwde rechten levensloopuitkering Betreft opgebouwde rechten in verband met de jaarlijkse gemeentelijke levensloopuitkering. Op grond van de cao-gemeenten bedraagt de uitkering 1,5% van de loonsom. De totale ruimte die met het oog daarop in de begroting 2015 is opgenomen bedraagt ongeveer € 0,1 miljoen. Tegemoetkoming zorg verzekering IZA en Zilveren Kruis Achmea verzekerden Gemeentelijk personeel dat voor haar ziektekosten een zorgverzekering heeft afgesloten bij het IZA en Zilveren Kruis Achmea heeft bij afname van een bepaald pakket recht op een tegemoetkoming in de kosten van een door hen afgesloten aanvullende ziektekostenverzekering. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de inschaling van het betreffende personeelslid. De tegemoetkoming wordt jaarlijks in december aan het personeel uitbetaald. Het voor dit doel in de loonsom/begroting 2015 opgenomen budget bedraagt circa € 33.000 Niet genoten vakantiedagen Vanaf het kalenderjaar 2012 worden de door de medewerkers niet genoten vakantiedagen per 31 december als verplichting opgenomen in de balans van de jaarrekening. Eind 2013 bedroeg dit € 57.375.
108
Bijlage 1 Overzicht actuele beleidsstukken Programma 1 Burger en Bestuur 1. Dienstverleningsconcept ‘De gemeente Drimmelen heeft Antwoord©!’ (b&w maart 2010) 2. Communicatiebeleidsplan 2010 - 2014 (november 2011) 3. Kwaliteitshandvest 2014 4. Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (december 2013) 5. Integraal veiligheidsbeleid (september 2013) 6. Geluid bij buitenevenementen Gemeente Drimmelen (B&W januari 2013) 7. Integraal VTH beleid 2014 / 2018 (februari 2014) 8. Regionaal Crisis Plan 2012-2016 Veiligheidsregio Midden en West Brabant (VR 2012) 9. Beleidsvisie Externe Veiligheid Raad (januari 2010) Programma 2 Openbare ruimte 1. Beleidsplan Verkeer en Vervoer (2006) 2. Waterbeleidsplan 2012-2016 (waarin opgenomen het verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2011 t/m 2015) 3. Beleidsnota parkeren (2010) 4. Beheerbeleid wegen Drimmelen 2012-2015 5. Beleidsplan Openbare Verlichting, Duurzaam en herkenbaar 2009-2014. 6. Groenbeleidsplan 2005-2015. ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) 7. Beleidsrichtlijn ‘Bewegwijzering van objecten’ ( 2007) 8. Beheercatalogus ‘Kwaliteit in beeld’ (2005) 9. Groenstructuurplan Made, ‘natuurlijk doen!’ (1996) 10. Groenstructuurplan Terheijden en Wagenberg, ‘tussen traditie en vernieuwing’ (2005) 11. Landschapsbeleidsplan Made en Drimmelen (1996) 12. Landschapsvisie gemeente Drimmelen (2008) 13. Bermen en bermsloten 2011-2020 14. Bomenbeleidsplan gemeente Drimmelen (2008) 15. Groot onderhoud buitensportaccommodaties 2007-2010 Programma 3 Economie 1. Nota en uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie (19-12-2013) 2. Structuurvisie 2033 (27-2-2014) 3. Visie bedrijventerreinen Amerstreek, (18-4-2013) 4. Visie Duurzaamheid 2040 (21-3-2013) 5. Beleidsplan duurzaamheid/uitvoeringsprogramma 2013-2017 (19-12-2013) Programma 4 Meedoen in de samenleving e 1. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2015-2018, 2014 ( 4 kw. 2014 vast te stellen) e 2. Verordening Onderwijshuisvesting, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) 3. Verordening leerlingenvervoer, 2014 4. Regionalisering leerplicht/leerlingenadministratie, 2011 5. Beleidsplan jeugd en jongeren 2013-2016, gebundelde krachten", 2012 6. Visie transitie jeugdzorg, 2011 e 7. Beleidskader Jeugdzorg, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) e 8. Verordening(en) Jeugdwet, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) 9. Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, 2011 10. Beleidsplan Voor- en vroegschoolse Educatie, 2011 11. Lokaal Volksgezondheidssplan 2013-2016, 2013 12. Visie transitie AWBZ/Wmo, 2012 13. Uitgangspunten AWBZ/Wmo, 2013 e 14. Beleidsplan Wmo 2014-2016, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) e 15. Verordening maatschappelijke ondersteuning, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) 16. Minimabeleid 2013 17. Beleidsplan schuldhulpverlening, 2012 18. Visienota Participatiewet, 2014 e 19. Verordeningen Wwb/particpatiewet, 2014 (4 kw. 2014 vast te stellen) 20. Visie transities sociaal domein, 2013 21. Integraal Huisvestingsplan 2011-2014
109
Programma 5 Ruimte en wonen 1. Structuurvisie 2033 (27-2-2014) 2. Bestemmingsplan Buitengebied (13-3-2014) 3. Reclamenota 2013 (31-10-2013) 4. Grondnota, 2011 5. Welstandsnota, 2009 6. Beleidsnota snippergroen, 2007 7. Woonvisie 2011-2016 (3-11-2011) 8. Toewijzingsbeleid koopwoningen en kavels (nieuwbouw) (10-9-2009) 9. Verordening Starterslening Gemeente Drimmelen 2013 (19-12-2013) 10. Toekomstplan haven Lage Zwaluwe (21-5-2014) 11. Visie Duurzaamheid 2040 (21-3-2013) 12. Beleidsplan en uitvoeringsprogramma Duurzaamheid (19-12-2013) 13. Visie en uitvoeringsprogramma Biodiversiteit (3-10-2013) 14. Integraal beleid Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH-beleid) (27-2-2014) 15. EnergieAgenda West-Brabant (B&W 18-2-2014) 16. Beleidsplan Afvalstoffen 2011-2015, 2011 Programma 6 Sport en buurthuizen 1. Uitvoering onderhoudsplan kunstwerken 2015-2018, 2014 2. Startnotitie sport- en beweegbeleid, 2014 e 3. Beleidsnota/uitvoeringsplan sport en bewegen, 2014 (wordt 4 kwartaal 2014 vastgesteld) 4. Kerntakendiscussie, 2011 5. Subsidiebeleid vrijwilligersorganisaties, 2012
110
Bijlage 2 Beleidswensen Omschrijving (bedragen x € 1.000) 1 Haven Lage Zwaluwe 2 Verlenging fietspad Beverpad 3 Integraal Huisvestings Plan 2015-2018 4 Grondregister 5 Monumentencommissie 6 Lage Zwaluwe 7 Nieuwe sportnota 8 Wijziging frontoffice Totaal beleidswensen
Progr. Invest. 3 3 4 5 5 5 6 B 35 35
2015 78 p.m. p.m. 49 14 250 p.m. 4 395
2016
2017
2018
p.m. p.m.
p.m. p.m.
p.m. p.m.
14 250 p.m. 8 272
14
14
p.m. 8 22
p.m. 8 22
Nr.
Toelichting nieuwe (beleids-)wensen
1.
Haven Lage Zwaluwe In mei 2014 heeft de raad de visie haven Lage Zwaluwe vastgesteld. Voor het uitvoeringsprogramma voor haven Lage Zwaluwe is een bestemmingsreserve van €197.000 beschikbaar. Een voorlopige raming van het uitvoeringsprogramma leidt tot een benodigd budget van ca. € 275.000. Er is voor de korte termijn maatregelen in de haven een aanvullend bedrag van € 78.000 noodzakelijk.
2.
Verlenging fietspad Beverpad In de dorpsvisie Drimmelen wordt voorgesteld om het huidige fietspad Beverpad te verlegen zodat een aansluiting gemaakt wordt met het dorp Drimmelen. Momenteel wordt ter plaatse een dijkverzwaring onderzocht in het kader van het Delta Programma. Naar verwachting wordt dit programma vastgesteld medio 2014. dan wordt duidelijk wanneer de betreffende dijkvakken worden aangepakt. Tot die tijd adviseren wij de besluitvorming omtrent dit fietspad aan te houden.
3.
Integraal Huisvestings Plan 2015-2018 excl. Dongemondcollege Het IHP 2011-2014 wordt voorjaar 2014 geactualiseerd voor de komende vier jaar. Op basis van input van de schoolbesturen over de noodzakelijke en gewenste gebouwaanpassingen, (tijdelijke) uitbreiding en eventuele nieuwbouw wordt het IHP 2015-2018 opgesteld. Alle interne gebouwaanpassingen en groot onderhoud zijn vanaf 2015 voor verantwoordelijkheid en rekening van het schoolbestuur. In de begroting zijn geen middelen opgenomen voor het IHP 2015-2018. Eind 2014 wordt het IHP, inclusief de financiële consequenties, ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. Nieuwbouw Dongemondcollege vormt onderdeel van het coalitieprogramma en maakt eveneens onderdeel uit van het IHP. Kosten: p.m.
4.
Grondregister In 2014 wordt gewerkt aan het implementeren van een contractregister, voor overzichtelijk contractbeheer. Een logische vervolg stap is het opzetten van een grondregister. Dat is geen op zichzelf staande registratie, maar een vertaling van reeds bekende informatie naar een geografische registratie. Binnen de bestaande softwarepakketten kan het grondregister vorm worden gegeven. Een Grondregister draagt bij aan het vindbaar en inzichtelijk maken van alle contracten e.d. die te maken hebben met percelen en gebouwen in eigendom van de gemeente Belangrijkste voordelen voor de organisatie zijn het beperken van ambtelijke uren die nu nodig zijn om alle relevante stukken op te zoeken, dus meer efficiëntie. Anderzijds het beperken van faalkosten, door onvolledige of gebrekkige informatie ten gevolge van slechte vindbaarheid van stukken, dus minder financieel risico. Voor het opzetten van het grondregister en het waarborgen van een hoog kwaliteitsniveau (vergelijkbaar met de basis registraties BAG en BRP) is een investering nodig. De onderhoudskosten na implementatie zijn gering. De investering worden terugverdiend door de te bereiken efficiency winst en beperking van risico’s en faalkosten. Voor het grondregister zijn middelen nodig voor uitvoering van bulkwerkzaamheden voor de initiële vulling van het register en in beperkte mate voor aanpassingen aan de ICT kant. De benodigde financiële middelen hiervoor worden ingeschat op € 49.000 (alleen in 2015).
111
Nr.
Toelichting nieuwe (beleids-)wensen
5.
Monumentencommissie Vanwege het niet altijd beschikbaar zijn van deskundigen op het gebied van cultureel erfgoed en monumentenzorg, wil het college in 2014 onderzoeken of samenwerking met de monumentencommissie van Oosterhout een duurzame oplossing kan bieden voor de bezetting van de monumentencommissie. Inschatting is dat voor aansluiting bij de professionele monumentencommissie van Oosterhout aanvullende financiële middelen van jaarlijks (vanaf 2015) ca. € 14.000 vergt.
6.
Lage Zwaluwe De raad heeft op 27-2-2014 een motie aangenomen voor de realisatie van buitenspeelruimte op de nog te verwerven gronden nabij OBS De Grienden. Tevens heeft de raad hierbij gevraagd de verkeersproblematiek hierbij te betrekken. Daarnaast dient ook een toekomstbestendige oplossing te worden gevonden voor het gebouw van scouting Zwalaho. Een eerste, erg ruwe schatting voor deze kosten komt neer op € 500.000 (€ 250.000 in 2015, € 250.000 in 2016). Uitwerking van planvorming zal hier meer duiding in geven.
7.
Nieuwe sportnota De huidige sportnota uit 2005 is gedateerd en aan actualisatie toe. Gelet echter op de Kerntakendiscussie en mogelijke consequenties voor de sport is de actualisatie uitgesteld. Eind 2013 is de opdracht KTD buitensport afgerond en is een start gemaakt met het opstellen van een nieuwe sportnota. Op basis van een interactief proces met bewoners, gemeenteraad, sportverenigingen en andere maatschappelijk betrokken partners wordt een beleidsplan ontwikkeld. Naar verwachting is de sportnota eind 2014 gereed, dan ook pas zijn de mogelijke inhoudelijke en financiële consequenties bekend. Kosten: p.m.
8.
Aanpassing frontoffice De dienstverlening van de gemeente Drimmelen kan een flinke stap voorwaarts maken door het samenvoegen van receptie en TIC. Hierdoor kan personeel efficiënter worden ingeroosterd en kan de klant voor een aantal producten zonder afspraak de hele dag terecht. Dit zal de klanttevredenheid enorm verhogen. Door het clusteren van werkzaamheden van receptie en TIC kan er een besparing worden gerealiseerd. Immers hoeft er dan ’s middags niet meer op beide onderdelen met een volledige bezetting te worden gewerkt maar kan met minder bemensing worden gewerkt.
112
113