Competentieprofiel Bachelor Verloskunde
Uitgave 2013
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
Inhoudsopgave
I.
Preambule Competentieprofiel Bachelor Verloskunde ................. 5
II.
Majorcompetenties Bachelor Verloskunde ................................. 15
III
HBO - criteria............................................................................... 37
IV
Beroepstaken Bachelor Verloskunde ......................................... 43
V.
Samenhang competentieprofiel met Dublin -descriptoren ......... 47
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
3
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
4
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
I. Preambule Competentieprofiel Bachelor Verloskunde In deze preambule worden context en ontwikkeling van het competentieprofiel van de Bachelor Verloskunde (voorheen genoemd Competentieprofiel VAR) toegelicht. De preambuletekst is t.o.v. de uitgave van 2011 op een aantal punten geactualiseerd. De toelichting wordt afgesloten met de complete set Majorcompetenties van de Bachelor Verloskunde van de Hogeschool Rotterdam. Deze set is op één punt gewijzigd t.o.v. de oorspronkelijke uitgave van 2009. De competentie ‘Innoveren’ draagt per september 2012 de titel: ‘Onderzoeken en Innoveren’. Onder de beschrijving van het planmatig handelen van deze competentie was reeds de methodiek van onderzoeken beschreven. Aan de tekst van de bijbehorende ‘type situatie’ en ‘handelingscriteria’ zijn enige woorden en zinnen toegevoegd. Verder is de beschrijving ongewijzigd. Het competentieprofiel van de Bachelor Verloskunde van de Hogeschool Rotterdam is gevalideerd door de beroepenveld commissie (BVC) van de opleiding, oorspronkelijk in april 2010, en in verband met laatstgenoemde aanpassing opnieuw in juni 2012. Kernwaarden Aansluitend bij de slogan van de Hogeschool ‘Overtref jezelf’ vindt de opleiding het belangrijk dat studenten en medewerkers zich verder kunnen ontwikkelen in een veilig - en een op groei gericht - leerklimaat. Een betrokken en respectvolle houding t.o.v. elkaar wordt daarbij als vanzelfsprekend verondersteld. Betrokkenheid ziet men in meerdere opzichten terug in de opleiding. Iedere student die aan de wettelijke instroomeisen voldoet is bij ons welkom. Hierbij maken we op geen enkele andere grond dan de opleidingeisen een onderscheid. Na de selectie ondersteunen we zowel studenten met knelpunten in bijspijkerprogramma’s, als uitmuntende studenten met een honoursprogramma. Vergelijkbaar is er aandacht voor de ontwikkeling van de individuele docent en de samenwerkingspartner. Betrokkenheid tonen wij ook in de aandacht voor de ontwikkelingen in het beroepenveld en in de grote stad. Wij beschouwen beiden als bron van innovatie en als leidend voor ons onderwijs. In een snel veranderende wereld vinden wij het belangrijk dat (aankomende) beroepsbeoefenaren blijven leren, rekening houden met een diversiteit aan normen, waarden en overtuigingen, én transparant kunnen communiceren in willekeurig welke omgeving. De opleiding voelt zich verantwoordelijk om inspirerend onderwijs te bieden, en daarmee studenten te boeien en te binden. Wij zijn daarbij kwaliteitsbewust, oplossingsgericht, realistisch en eerlijk. Wat we zeggen doen we ook en in samenwerking zijn we een betrouwbare partner. Visie op verloskunde Een gezonde moeder en een gezond kind zijn het doel van de verloskundige zorgverlening. De opleiding stelt zich op het standpunt dat alle verloskundige zorg georganiseerd dient te zijn rondom dit doel en deze cliënten. Daarbij geeft het Nederlandse verloskundige systeem de vrouw de vrijheid een keuze te maken t.a.v. de plaats van de bevalling, binnen de kaders van verantwoorde zorg. Deze keuzevrijheid ziet de opleiding als een belangrijke verworvenheid. De visie op de rol van verloskundige en de uitoefening van het beroep zijn actueel (en) aan verandering onderhevig. Dit vraagt gerichte keuzes en antwoorden. De Bachelor Verloskunde van de Hogeschool Rotterdam kiest er daarbij voor zich te profileren met haar opvatting over ‘client centred care’. De opleiding beschouwt de vragen en de ‘concerns’ van de cliënt - in samenhang met de uitgevoerde risicoselectie - als hét uitgangspunt voor verloskundig handelen en als ijkpunt voor alle verloskundige interventies. De opleiding Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
5
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
beschouwt de plaats waar de cliënt zich bevindt (1e of 2e lijn) als hét verloskundig werkterrein. Daar zet de verloskundige haar deskundigheid in, op geleide van de cliënt en op basis van haar medische expertise. De specifieke kwaliteit van de verloskundige is volgens de opleiding gelegen in deze ‘kracht van haar begeleiding’. In het verlengde van de ‘client centred care’ zijn in de visie van de Bachelor Verloskunde van de Hogeschool Rotterdam professionele partners in de zorg rond zwangerschap en geboorte samen verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid van de zorg. Dit partnerschap verplicht de verloskundige tot niet aflatende inspanningen om in samenwerking vertrouwen op te bouwen, voortdurend af te stemmen, transparant te zijn, en over de grenzen van de eigen professie heen te kijken. Samen verantwoordelijk impliceert ook het maken van bindende afspraken tussen partners, en de gewoonte om elkaar aan te spreken op deze afspraken. De opleiding veronderstelt samenwerkings - en verantwoordingsbereidheid als vanzelfsprekende basisattituden van de verloskundige. Visie op het beroep van verloskundige Het handelen van de verloskundige is gericht op het beschermen en bevorderen van de gezondheid en de veiligheid (risicoprofiel) van moeder en kind. Kenmerkend voor het werk van de verloskundige is (naast de gerichtheid op gezamenlijke verantwoordelijkheid in de zorg) ook de eigen verantwoordelijkheid, de zelfstandigheid en de verscheidenheid in de werkzaamheden die zij doet. Zij werkt intensief samen met verschillende disciplines. In de opleiding die voorbereidt op dit beroep zie je die kenmerken terug. Verloskundigen dragen het belang uit van verloskundig onderzoek in het algemeen (en eerstelijns onderzoek in het bijzonder), participeren in onderzoek en werken in toenemende mate “evidence based”. Veranderende wereld van de verloskundige Gezien het tempo en aantal van maatschappelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten wordt van de verloskundige gevraagd zich actief op te stellen bij het volgen van en bijdragen aan de ontwikkeling van haar beroep.. Dit vraagt onder meer vaardigheden op het gebied van zelfstandig en levenslang leren. Kernbegrip in de veranderende wereld van de verloskundige anno 2012 is ‘integrale zorg’. De verloskundige zal met het oog op een kwalitatief betere en veiliger zorg de cliënt in alle opzichten meer moeten volgen dan voorheen. Meer in de persoonlijke relatie - met moeder en kind in de hoofdrol, en meer door de hele zorgketen heen: thuis, in de wijk, praktijk, geboortecentrum en/of ziekenhuis. Intensievere samenwerking met cliënt en ketenpartners zal leiden tot een ander verloskundig landschap waarin ‘continuïteit van zorg’, ontschotting’ en ‘innovatie’ regel zijn. Er worden in dit opzicht aan de verloskundige hoge eisen gesteld op het gebied van sociaal communicatieve vaardigheden, analytische- en probleemoplossende vaardigheden, en aan het ‘buiten de gebaande paden kunnen denken’. Van de verloskundige wordt verwacht dat zij thuis is in de wereld van de informatievoorziening. Zij is op de hoogte van de actuele inhoud van de beschikbare informatie en nieuwsfeiten, enerzijds omdat de cliënt deze informatie kan aandragen tijdens het contact, anderzijds omdat de verloskundige informatieplicht heeft naar de cliënt. Lang niet alle informatie is in de aangeboden vorm bruikbaar voor elke cliënt. Dit vraagt van de verloskundige een kritisch oog zodat zij bepaalde berichtgeving in perspectief kan plaatsen. Tijdens het verloop van zwangerschap, baring en kraambed moeten voortdurend zowel door de verloskundige als door de cliënt keuzes worden gemaakt. Van de verloskundige wordt verwacht dat zij de cliënt ondersteunt bij haar keuzeproces door in voldoende mate informatie te geven zodat het maken van een verantwoorde keuze door de cliënt mogelijk wordt gemaakt. De verloskundige stimuleert en faciliteert het proces Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
6
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
zonder daarbij zelf de keuze te bepalen. Van de verloskundige wordt verwacht dat zij kan coachen en de uitkomsten van begeleiding kan vastleggen in zorgplannen. Om vanuit haar specifieke deskundigheid zelf weloverwogen keuzes te kunnen maken leert de verloskundige in opleiding om methodisch te werken, (klinisch) te redeneren, en met behulp van logische denkstappen afwegingen te maken, beslissingen te nemen en deze te registreren. Ten behoeve van de verloskundige zorgverlening worden standaarden en protocollen ontwikkeld. Deze standaarden worden gehanteerd als richtlijn in de verloskundige zorg en spelen een rol bij de beoordeling van het door de verloskundige gevoerde beleid. De zorg blijft gericht op de individuele cliënt waarvoor zo nodig, beargumenteerd, van de standaard kan worden afgeweken. Van belang is een volledige - en heldere verslaglegging. Visie op leren De opleiding baseert haar onderwijs op een mix van constructivistische - en objectivistische opvattingen over leren, waarbij de nadruk ligt op het constructivisme als vertrekpunt - en als resultaatrichting (‘eindpunt’) - van het leren. Leren van inzichten Volgens de constructivistische opvatting over leren bouwen lerenden zelf kennis en vaardigheden op. Informatie die van buitenaf aangeboden wordt, wordt niet rechtstreeks (als kennis) opgenomen, maar wordt geïnterpreteerd, bewerkt en geassimileerd in samenhang met de reeds aanwezige voorkennis, verwachtingen en behoeften van de lerende. Op basis daarvan wordt dit ‘bouwwerk’ of construct steeds opnieuw gewijzigd, uitgediept, of verworpen. ‘Onderwijzen’ is in de constructivistische visie dan ook het creëren van een omgeving waarin de kans dat studenten zelf waardevolle en juiste informatie tot persoonlijke kennis (inzichten) kunnen verwerken maximaal is. Dit onderwijs begint bij het leren erkennen van de lerende, en het ontwerpen van een omgeving waarin het leren van die persoon een zo groot mogelijke succeskans heeft. In een krachtige leeromgeving volgens het constructivisme leert de lerende actief van inzichten door concrete ervaringen, opgedaan vanaf het eerste moment op de opleiding aan de hand van reële beroepsproblemen en praktijksituaties. Leren van feiten en routines In de constructivistische visie op leren ligt de nadruk op de manier waarop de lerende informatie verwerkt, staat de lerende centraal en in het verlengde hiervan de manier waarop de lerende leert en wat deze daar mee wil bereiken. In minder recente opvattingen over onderwijs (objectivisme) staat de manier waarop informatie wordt aangeboden op de voorgrond. Hier staat de leerstof centraal, en in het verlengde daarvan, de docent en de leermiddelen. Ook deze opvatting over leren is volgens de opleiding van belang voor de lerende. Het leren van feiten en procedures, het inprenten van gegevens en het inslijpen van handelingspatronen speelt een belangrijke rol in de beroepsopleiding. Wel is het noodzakelijk dat deze leeractiviteiten gekoppeld worden aan een reële context vanwege de transfer naar de praktijk. Concepten en vaardigden zijn op deze manier direct verbonden met de beroepstaken waarvoor zij betekenis hebben, en dragen zo bij aan de opbouw van mentale modellen. Visie op onderwijs De opleiding kiest als uitwerking van (de nadruk op) het constructivistisch leren voor competentiegericht leren. Competentiegericht onderwijs wordt gekenmerkt door:
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
7
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
-
het integreren van kennisverwerving en kennistoepassing het centraal stellen van problemen uit de beroepspraktijk het doen van een groter beroep op studenten om zelf, individueel of groepsgewijs, actief kennis te verwerven het toekennen van een nieuwe rol aan toetsing, waarbij meer aandacht ontstaat voor toetsing van toegepaste kennis alsmede voor integratie van de toetsing binnen het gehele onderwijsleerproces
Eén van de belangrijkste kenmerken van competentiegericht onderwijs is dat het vanaf de start uitgaat van de reële beroepspraktijk. Niet langer wordt de toekomstige beroepsbeoefenaar voorbereid door het leren van separate kennis, vaardigheden en attituden die op enig moment (in de stage) in praktijk bij elkaar moeten worden gebracht, maar de ‘transfer’ van het geleerde wordt in vroegtijdig stadium van de opleiding als uitgangspunt genomen. Het resultaat van competentiegericht leren is competent(er) handelen. Competent handelen veronderstelt dat kennis, vaardigheden, waarden, gevoelens en overtuigingen in een relevante beroepssituatie zodanig geïntegreerd geactiveerd worden dat competent gedrag eruit voortvloeit. De student van de Bachelor Verloskunde van de Hogeschool Rotterdam zit vanaf de start van de opleiding in de rol van aspirant verloskundige ‘aan tafel’ met de collega verloskundige (docent/expert/praktijkbegeleider). Vanaf de start van de opleiding toont de aspirant verloskundige haar ontwikkeling, redeneringen achter – en verantwoording van – haar persoonlijke kennisontwikkeling én competentieontwikkeling in begeleiding en toetsing. Visie op toetsing Als belangrijke dimensie van het competentiebegrip is gedefinieerd ‘integratief’, waarmee bedoeld wordt dat een competentie een samenhangend geheel is van elementen, noodzakelijk voor probleemoplossend handelen. De elementen die nodig zijn voor het probleemoplossend handelen hebben betrekking op: kennis, vaardigheden, houdingen en eigenschappen. Toetsing uitsluitend op de afzonderlijke elementen, of alleen op onderdelen zoals deelcompetenties, levert onvoldoende informatie op om te beslissen of een student daadwerkelijk in staat is tot geïntegreerd probleemoplossend handelen dat aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoet. Er dient ook op het niveau van de totale competentie te worden getoetst. Dat impliceert overigens niet dat toetsing op onderdelen wordt uitgesloten, integendeel. Het kan in het kader van de voortgangsbewaking zeer gewenst zijn om bijvoorbeeld regelmatig de progressie in kennis of vaardigheden te beoordelen. Maar uiteindelijk gaat het er om dat de leerling/student de mogelijkheid heeft de totale competentie te demonstreren. (Onderwijsraad 2002) Competentieprofiel Bachelor Verloskunde In 2006 heeft de opleiding haar toen bestaande kwalificatieprofiel geëvalueerd en vastgesteld dat competenties en kernsituaties niet voldoende samenhangend, eenduidig en congruent waren geformuleerd als basis voor leren en toetsing (interne analyse 2004-2007 van curriculum commissie VAR). Op basis van die evaluatie en in aansluiting op het beroepsprofiel van de KNOV (2005) en het Landelijk Opleidingsprofiel van de SSOV (2007) is een nieuw competentieprofiel ontworpen, dat vanaf 2009 is geïmplementeerd. Het competentieprofiel van de Bachelor Verloskunde is beschreven in een elftal competenties. Deze worden binnen 6 beroepstaken gerealiseerd, en op drie niveaus getoetst. Deze drie niveaus verwoorden die HBO -eisen die aan de competentieontwikkeling van verloskundigen in opleiding gesteld worden.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
8
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
Bij de Bachelor Verloskunde ontwikkelt de aspirant verloskundige competenties door het werken aan beroepstaken Waarbij de competenties - de adequate rolopvattingen, het adequate handelen en de gerealiseerde resultaten of producten beschrijven van de verloskundige in de zorgverlening, in de praktijkvoering en ten aanzien van eigen professionalisering - zijn beschreven aan de hand van het beroepsprofiel verloskunde (KNOV 2005) Waarbij de beroepstaken - grotere gehelen van herkenbare - , betekenisvolle en samenhangende taken in de dagelijkse uitoefening van het beroep verwoorden - de basis bouwstenen vormen van het curriculumontwerp (zie figuur hieronder) Waarbij de HBO- criteria - generieke HBO – eisen stellen aan het niveau waarop de competenties gerealiseerd dienen te worden - beschreven eisen verwoorden in criteria die samenhangen met de Dublin descriptoren - op drie niveaus de mate van complexiteit beschrijven waarbinnen de competenties gerealiseerd/aangetoond dienen te worden (niveau 1: Aspirant verloskundige, niveau 2: Kandidaat verloskundige, niveau 3: Startbekwame verloskundige) (zie figuur hieronder)
HBO- criteria
Beroepstaken
Onderstaande criteria zijn uitgewerkt op drie niveaus
eenheid van op te knippen onderwijs 1e jaar onderscheiden, daarna integraler domein ‘zorgverlening’: prenataal/nataal/ postnataal/ preconceptiezorg en integrale zorg én domeinen ‘organisatie van zorg’ en ‘professionalisering’ kennen 3 niveaus (HBO-criteria) vanaf de start reële beroepssituatie met (beperkt complexe) pathologie per niveau verschil in aanbod taak, probleem, strategie in elke beroepstaak komen meerdere (combinaties van) competenties aan bod
de aankomend verloskundige toont aan dat zij competenties kan realiseren op HBO-niveau:
zelfstandig adequaat kan handelen communiceert met experts en niet-experts over ideeën, problemen en keuzes. verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties een visie over beroepstaak/beroep heeft dilemma’s herkent en daar zorgvuldig mee om gaat kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij)stuurt.
Beschrijving competentieprofiel Bachelor Verloskunde (2009-2014) De definitie die in het beroepsonderwijs het meest gebruikt wordt voor het begrip competentie luidt: ‘een competentie is een cluster van verwante kennis, vaardigheden en houdingen die van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak (een rol of verantwoordelijkheid), die samengaat met de prestatie op de taak, die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaarde normen, en die kan worden verbeterd door middel van training en ontwikkeling. (Parry 1996)’ Als kenmerken van competenties worden genoemd dat (Onderwijsraad 2002): - competenties context gebonden zijn - competenties een ondeelbaar cluster van vaardigheden, kennis, attituden, eigenschappen en inzichten omschrijven - competenties veranderlijk in de tijd zijn - competenties verbonden zijn met activiteiten/taken - leren en ontwikkelen voorwaardelijk zijn voor competentieverwerving - verschillende competenties in een bepaalde relatie staan tot elkaar. Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
9
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
De onderwijsraad formuleert tevens een aantal condities die van belang zijn voor de verwerving van competenties in het onderwijs: - Handelingsgerichtheid: Voor de ontwikkeling en toetsing van een competentie is probleemoplossend handelen voorwaardelijk. Competenties ontwikkelen zich niet in het luchtledige, er dient sprake te zijn van situaties die het mogelijk maken zich te bekwamen in een competentie en deze te demonstreren. Handelen omvat ook mentale activiteiten die niet waarneembaar zijn, maar wel, ten behoeve van de toetsing, tot op zekere hoogte inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Handelen moet breed worden opgevat. Ook het verwerven van kennis (bijvoorbeeld via raadpleging van bronnen, het ontvangen van instructie) wordt hieronder begrepen. Aan de kwaliteit van het handelen kunnen eisen worden gesteld die betrekking hebben op de resultaten van het handelen (product), als ook op de werkwijze om tot het product te komen. - Leerbaarheid: Een competentie is niet in één keer overdraagbaar. Het vergt inspanning en tijd om een competentie te ontwikkelen. De leerbaarheid van een competentie varieert al naar gelang (stabiele/moeilijk veranderbare) persoonskenmerken essentieel worden geacht voor het beheersen van een competentie. Verder wordt de leerbaarheid indirect beïnvloed door de aanwezigheid en de kwaliteit van de leercompetenties waarover een persoon beschikt. - Onderlinge afhankelijkheid: Competenties staan in een bepaalde relatie tot elkaar. Deze relatie kan voorwaardelijk zijn, maar veel vaker is sprake van afhankelijkheden die niet strikt voorwaardelijk zijn, maar wel relevant zijn voor onderwijsdoeleinden. Van een meer voorwaardelijke relatie is sprake bij leercompetenties. Deze worden noodzakelijk geacht voor de verwerving van andere typen competenties (Thijssen, 2001a). Leercompetenties kunnen echter niet in het luchtledige worden verworven, maar vereisen op hun beurt inhoudelijke problemen waarvoor ook de inzet van andere competenties noodzakelijk is (zie Everwijn, 1996). Er is dus geen sprake van een exclusief voorwaardelijke relatie tussen leercompetenties en andere competenties. Eisen aan competentieprofiel Bij het ontwerpen van het competentieprofiel voor de opleiding zijn kwaliteitseisen geformuleerd voor vorm (de onderwijskundige format), en keuzes gemaakt met het oog op actuele inhoudelijke invulling (de startkwalificatie). Deze worden hieronder uitgewerkt. De volgende kwaliteitseisen zijn door de opleiding voor de beschrijving van haar competentieprofiel geformuleerd (ontleend aan een format van IOWO 2003): -
het competentieprofiel is robuust en kent ten hoogste 11 competenties. competenties formuleren het niveau van de startbekwame verloskundige. competenties formuleren de herkenbare en onderscheidende richting van het handelen van de verloskundige in verschillende situaties en contexten. worden beschreven vanuit drie segmenten: cliëntgericht, organisatiegericht en ontwikkelingsgericht. worden in de ‘type situatie’ omschreven voor alle domeinen en/of beroepstaken waarbinnen op deze competentie een beroep kan worden gedaan. worden vanuit de verloskundige beschreven, waarbij dient te worden aangetekend dat de competentie altijd het antwoord is op de (impliciete of expliciete) vraag van de cliënt (om zorgverlening), de vraag van de organisatie (om in zorg te kunnen voorzien), of de vraag van de beroepsgroep of maatschappij (om zich verder professioneel te ontwikkelen).
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
10
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
-
-
het antwoord de aanleiding is voor de keuze van de verloskundige voor die bepaalde rol, dat bijbehorende typerende competente handelen, en het realiseren van daarmee samenhangende beroepsproducten of resultaten. waarbij het handelen telkens is beschreven vanuit planmatig of methodisch te nemen stappen. de handelingscriteria niet per stap zijn uitgewerkt, maar over het geheel van de methodiek zijn beschreven. Dit beperkt ‘lange lijsten’ en bijpassend ‘vinkgedrag’ bij studenten en beoordelaars. resultaten van het handelen of opgeleverde producten van de verloskundige zijn per product beschreven met enkele specifieke kwaliteitscriteria. per competentie één rol (uit KNOV beroepsprofiel) te formuleren van de verloskundige. Om zo de scheiding tussen de verschillende competenties te verhelderen. Overigens kan een-en-dezelfde rol aan meer competenties ten grondslag liggen (bijvoorbeeld ‘innovator’ aan de competenties ‘werken aan kwaliteit’ en aan ‘innoveren’, en ‘medisch professional’ aan ‘diagnosticeren’ en aan ‘beleid voeren’). de voorheen door de opleiding geformuleerde ‘vermogens’ worden alleen dan in de competenties opgenomen als deze onderscheidend zijn voor het competente handelen. ruimte in de competenties te laten - op alle onderdelen van de beschrijving - om te bevorderen dat studenten gedetailleerde eigen invullingen in kwaliteitscriteria / leerdoelen kunnen formuleren. Hiervoor worden in het onderwijs aanwijzingen gegeven en begeleiding geboden (onder andere via KNOV beroepsprofiel en overzicht van vermogens in toolbox)
Bij het formuleren van de competenties zijn de volgende inhoudelijke keuzes gemaakt: -
-
-
-
-
-
Algemeen: Competenties formuleren aan de hand van het KNOV profiel (2005), het bestaande SROV profiel (2003-2009) en het Landelijk Opleidingsprofiel van de SOV (2007). Competenties formuleren die duurzaam en actueel zijn, dat wil zeggen voldoen aan de eisen die naar verwachting gesteld zullen worden aan de verloskundige in een periode over de komende 5 jaar (2009-2014). Specifiek (gerichtheid en ‘ontwikkeling in beroep’): Aparte competenties voor ‘diagnosticeren’ en ‘beleid uitvoeren’ in de rol van de medisch professional: beiden hebben een specifiek andere gerichtheid, en dit doet recht aan (groeiende) ontwikkeling van diagnostiek bijvoorbeeld met betrekking tot preconceptiezorg. In de competenties ‘voorlichten en counselen’ en ‘begeleiden en coachen’ te benadrukken dat de gerichtheid van de eerste wordt opgevat vanuit de expertrol van de verloskundige en de tweede vanuit de expertise van de cliënt. Beide spelen een grote rol bij toenemende nadruk op keuzeprocessen. Met betrekking tot ‘begeleiden en coachen’ zal het ‘cliëntgericht handelen’ in de verloskunde naar verwachting meer nadruk krijgen door ontwikkelingen in zorg en maatschappij. Het handelen in het cliëntgerichte segment als geheel zal meer dan in het verleden steunen op EBP en klinisch redeneren, waarbij nadrukkelijk naast medische evidentie, de ‘best practice’ van de verloskundige en de waarden van de cliënt de diagnostische en beleidsbeslissingen zullen beïnvloeden. ‘Samenwerken in ketenzorg’ doet qua invulling recht aan het groeiende beroep dat op deze competentie wordt - en zal worden - gedaan in een tijd waarin schaalvergroting en de opkomst van bijvoorbeeld geboortecentra regel is. ‘Werken aan kwaliteit’ geeft het toenemend belang weer van het cyclisch borgen van de kwaliteit van zorgverlening, de keten en de ontwikkeling van de organisatie.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
11
I. Preambule competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR
-
-
-
Ontwikkelingen gericht op kwaliteit zullen onderscheidend kunnen zijn in een krappere arbeidsmarkt en o.a. samenhangen met fenomenen als certificering en accreditatie. De competenties ‘organiseren en beheren’ en ‘ondernemen en profileren’ zijn zo geformuleerd dat bij de eerste de nadruk ligt op de interne bedrijfsvoering en bij de tweede op de externe (en beleids-) gerichtheid. De noodzaak als verloskundige te ‘ondernemen en te profileren’ wordt gevoed door een krappere arbeidsmarkt, dalende geboortecijfers en vrije tarieven die in het verschiet liggen: marktwerking in de verloskunde is/wordt een realiteit. Verloskundigen met een eigen praktijk zullen moeten ondernemen en zich moeten onderscheiden om in een concurrentieveld hun praktijk rendabel te kunnen blijven voeren. Van de verloskundige wordt gevraagd onderzoekend en innovatief te zijn: met steun van wetenschap te vernieuwen en als beroep verder te evolueren. De competentie ‘deskundigheid ontwikkelen’ onderstreept de ontwikkeling van het ‘levenslang leren’ De competentie ‘begeleiden en coachen van (aankomende) collega’s’ is als laatste competentie in een uitgebreidere vorm toegevoegd als handreiking aan de (startbekwame) verloskundige om de noodzakelijke kwaliteit en capaciteit van het leren op de werkplek te behouden (bij krimp in de markt), en deze verder uit te kunnen breiden bij een grotere opleidingsbehoefte aan meer praktijkgericht opleiden.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
12
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009 - 2014
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
13
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
14
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
II.
Majorcompetenties Bachelor Verloskunde
Cliëntgerichte Competentie DIAGNOSTICEREN Beroepstaak Zorgverlening
Rol Medisch professional
Handelen Werkt planmatig en evidence based aan: situatie cliënt vaststellen DD, diagnose en risicoselectie verslagleggen evalueren en handelen bijstellen
De verloskundige bepaalt een diagnostische strategie, en verricht (voorbehouden) handelingen om de gezondheidstoestand van de cliënte adequaat te kunnen beoordelen. Type situatie: Intake Elke situatie tijdens de baring Vervolgcontrole bij zwangerschap Elke kraamvisite Consult (zoals tussentijds, spoed, preconceptioneel) Nacontrole De verloskundige heeft als medisch professional een belangrijke rol in de bevordering en bewaking van de reproductieve zorg. De verloskundige zorg omvat preventieve maatregelen, bevordering van de fysiologische geboorte, het opsporen van complicaties bij moeder en kind, de verwijzing naar andere (medische) zorgverleners en het uitvoeren van maatregelen in spoedeisende situaties. Op systematische wijze verzamelt zij alle gegevens die zij hiervoor nodig heeft. Door voortdurend te observeren en te evalueren stelt zij de beoordeling, diagnose, behandeling en besluitvorming daar waar nodig bij. Ze past risicoselectie toe en is in staat zorg te verlenen in acute situaties Handelingscriteria Producten of resultaten Productcriteria -
hanteert passende gespreksvoering verzamelt gegevens (anamnese, observatie, technisch vaardig en zorgvuldig lichamelijk onderzoek) en legt ze (digitaal/schriftelijk) vast analyseert en relateert gegevens onderscheidt (on-)natuurlijk verloop van zwangerschap, baring, kraambed en de conditie van moeder en kind beoordeelt informatie op relevantie maakt beredeneerd afwegingen stelt de (meest waarschijnlijke) diagnose bepaalt het verloskundig risico schat de betekenis van het risico in voor het verdere verloop van het proces waarborgt de privacy van de cliënt
A. Beschrijving van de situatie van de cliënt (status preasens)
Ad A. (schriftelijk) vastgelegd (Ingevulde kaart /digitale kaart) Met instemming van de cliënt
B. Aanvraag voor aanvullend onderzoek
Ad B. bevat relevante informatie en vraagstelling
C. Een (differentiaal) diagnose
Ad C. - volledig en in volgorde van waarschijnlijkheid - juist en onderbouwd
D. Het risicoprofiel
Ad D. correct, realistisch en onderbouwd
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
15
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Cliëntgerichte Competentie BELEID VOEREN Beroepstaak Zorgverlening
Rol: Medisch professional
Handelen Werkt planmatig en evidence based aan: beleidsvoering (beleidsopties bepalen, beleid vaststellen) beleid uitvoeren verslagleggen evalueren, handelen bijstellen
De verloskundige bepaalt op basis van de (differentiaal) diagnose de beleidsopties en stelt na informed consent het uiteindelijke beleid vast. De verloskundige verricht (voorbehouden) handelingen om het bepaalde beleid uit te voeren. Type situatie: Intake Elke situatie tijdens de baring Vervolgcontrole bij zwangerschap Elke kraamvisite Consult (zoals tussentijds, spoed, preconceptioneel) Nacontrole De verloskundige heeft als medisch professional een belangrijke rol in de bevordering en bewaking van de reproductieve zorg. De verloskundige zorg omvat preventieve maatregelen, bevordering van de fysiologische geboorte, het opsporen van complicaties bij moeder en kind, de verwijzing naar andere (medische) zorgverleners en het uitvoeren van maatregelen in spoedeisende situaties. Op systematische wijze verzamelt zij alle gegevens die zij hiervoor nodig heeft. Door voortdurend te observeren en te evalueren stelt zij de beoordeling, diagnose, behandeling en besluitvorming daar waar nodig bij. Ze past risicoselectie toe en is in staat zorg te verlenen in acute situaties. Handelingscriteria Producten / resultaten: Productcriteria -
selecteert passende richtlijnen en protocollen bereikt informed consent (bespreekt de voor en nadelen van de beleidsopties met de cliënt) alvorens het beleid vast te stellen neemt zelfstandig en tijdig beslissingen schakelt op het juiste moment andere deskundigen in (verwijzing / overleg) werkt effectief samen met andere beroepsbeoefenaren neemt verantwoordelijkheid voor eigen handelen draagt bij zorgoverdracht ook noodzakelijke informatie over legt gedurende het proces alle relevante informatie overzichtelijk schriftelijk/digitaal vast waarborgt de privacy van de cliënt evalueert het doorlopen traject met cliënte en eventueel andere betrokkenen stelt zo nodig nieuw beleid op
A. Beleidsplan (waarin alle beleidsopties)
Ad A. - uitvoerbaar - doelgericht - relevant, evidence based, verantwoorde beleidskeuze - gebaseerd op visie - binnen de wettelijke en professionele kaders
B. Informed consent
Ad B. - cliënt is geïnformeerd - in gesprek zijn beleidsopties afgewogen - instemming cliënt
C. Uitgevoerd beleid
Ad C. - volgens beleidsplan uitgevoerd - volgens richtlijnen en protocollen; indien - hiervan wordt afgeweken dan gedocumenteerd, met de juiste argumenten onderbouwd - met optimaal resultaat
D. Rapportage/ verslag
Ad D. - relevant en waarheidsgetrouw - helder en ‘to the point’ - overzichtelijk - schriftelijk/digitaal - ondertekend.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
16
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
E. Consult aanvraag / overdracht
Ad E. - gericht op de ontvanger - bevat alle relevante informatie
F. evaluatie en verbeterplan
Ad F. gebaseerd op uitkomst evaluatie relevant gericht op kwaliteitsverbetering
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
17
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Cliëntgerichte competentie VOORLICHTEN EN COUNSELEN Beroepstaak Zorgverlening
Rol: Voorlichter en counselor
Handelen werkt planmatig aan: - verkennen informatiebehoefte - vaststellen al aanwezige kennis - informatie bepalen - methoden om informatie aan te bieden selecteren - inzicht in eigen gedrag en gevoelens bevorderen* - keuzeproces bevorderen* - implementatie en acceptatie*
De verloskundige rust cliënten toe om keuzes te kunnen maken t.a.v. gezond gedrag en gewenste gedragsverandering Type situatie: - Intakegesprek - Elke nieuwe situatie tijdens de baring - Vervolgcontrole bij zwangerschap - Elke kraamvisite - Consult (zoals tussentijds, spoed, preconceptioneel) - Nacontrole De verloskundige geeft als inhoudelijk expert voorlichting gericht op de verbetering van de gezondheid van (zwangere) vrouwen. Zij levert een bijdrage aan voorlichtingscampagnes voor een gezonde leefstijl en het belang van borstvoeding. Als counselor begeleidt zij vanuit haar verloskundige expertise de cliënt bij het verkrijgen van inzicht in eigen gevoelens en gedrag in relatie tot gedragsverandering en gezondheidsverbetering. Rust cliënt toe - en ondersteunt haar bij het nemen van (emotioneel geladen) beslissingen. Handelingscriteria Producten of resultaat Productcriteria -
-
* bij de cliënt en eventuele andere betrokkenen uit haar leefomgeving Het handelen kan ook voor ‘groepen cliënten’ gelden
-
-
maakt gebruik van voorlichting- en counselingmethodieken en technieken. hanteert passende gespreksvoering identificeert risico(groepen) en herkent determinanten die de gezondheid van de vrouw beïnvloeden. helpt de cliënt gevoelens, wensen en behoeften te verwoorden confronteert en motiveert zo nodig cliënt laat inzichten benoemen bespreekt evt. spanningsveld tussen waarden cliënt, ‘evidence’ en ‘best practice’ informeert en stimuleert de cliënt bij het zelfstandig maken van keuzes doet suggesties voor adequate actie checkt of de cliënt haar keuze omzet in handelen (acceptatie, actie, gedragsverandering, gedragsbehoud) en komt hier zo nodig op terug respecteert de keuzes van de cliënt
A. Zelfinzicht
Ad A - probleembesef - een reactie daarop
B. “Informed choice”
Ad B cliënte verwoordt de afwegingen tussen voor- en nadelen cliënte maakt autonome keuze
C. Proces van gedragsverandering
Ad C - aansluitend bij de fase van gedragsverandering van cliënt - gericht op verbetering en behoud gezondheidssituatie/-winst
D. Verslaglegging
Ad D verslag is adequaat en volledig
E. Schriftelijk voorlichtingsmateriaal
Ad E sluit aan bij de doel-/ risicogroep is volledig is afgestemd op de ontvanger
F. Ad F Voorlichtingsbijeenkomst sluit aan bij doel-/ risicogroep kent duidelijk doel en resultaat methodisch en technisch verantwoord kent methoden om resultaat te evalueren
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
18
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Cliëntgerichte Competentie COACHEN EN BEGELEIDEN* Beroepstaak Zorgverlening
Rol: Coach en begeleider
Handelen Werkt planmatig aan: - observeren en vaststellen begeleidingsbehoefte van de cliënt - inventariseren begeleidingsmogelijkheden - vaststellen begeleidingsdoel - activiteiten bepalen (plan) - activiteiten uitvoeren - evalueren
De verloskundige bevordert de zelfsturing van de cliënt zodat zij naar vermogen de regie voert over haar zwangerschap. Type situatie: - Intakegesprek - Elke nieuwe situatie tijdens de baring - Vervolgcontrole bij zwangerschap - Elke kraamvisite - Consult (zoals tussentijds, spoed, preconceptioneel) - Nacontrole De verloskundige is in alle fasen van het zorgproces een vertrouwenspersoon voor de cliënt. Met haar open houding zorgt zij voor een laagdrempelig en veilig klimaat. Dit is van belang voor het verloop en de beleving van de zwangerschap, de baring en de kraamperiode. De verloskundige als coach is gericht op het vrijmaken van de potentiële kwaliteiten van de cliënte zodat zij zichzelf kan sturen in gedrag. De rol van coach en begeleider vraagt van de verloskundige een geïnteresseerde en open houding, waarmee zij kritisch kan kijken naar eigen en andermans handelen. Ze beschikt over sociale vaardigheden waardoor zij in gesprek kan raken met de cliënt over wat haar bezighoudt of verontrust. Ze brengt een besluitvormingsproces op gang dat leidt tot (nieuwe) keuzes. Handelingscriteria Producten / resultaat Productcriteria -
* uitdrukkelijk wordt hier uitsluitend de competentie ‘coachen en begeleiden’ in de zorgverlening aan cliënten beschreven. Het coachen en begeleiden van nieuwe beroepsbeoefenaren, studenten en stagiaires is geformuleerd als aparte competentie in het segment ‘ontwikkelingsgerichte competenties’”.
-
-
werkt vraaggericht hanteert passende gespreksvoering neemt de tijd voor de cliënt zorgt voor een ontspannen sfeer geeft de cliënt de ruimte om vragen te stellen analyseert samen met cliënt behoeften, wensen en problemen en legt onderlinge verbanden gaat uit van de mogelijkheden en kracht van de cliënt geeft bevestiging, ondersteunt en moedigt aan geeft regelmatig positieve feedback aan cliënt over wat zij goed doet c.q. zelfstandig kan toont zo nodig directief gedrag evalueert begeleiding met cliënte en eventueel andere betrokkenen bij het zorgproces en stelt zo nodig bij respecteert de privacy van de cliënt neemt beroepsgeheim in acht
A. Zelfsturing gecoachte
Ad A. - toont initiatieven en neemt verantwoordelijkheid voor eigen gezondheid en gedrag - stuurt zelfstandig (deel van het) (gedragsverandering-)proces
B. Vertrouwensrelatie met de cliënt
Ad B. - de cliënt is deskundig m.b.t. haar eigen wensen en behoeften - de cliënt is autonoom - de verloskundige representeert haar als zodanig in voor de cliënt kwetsbare situaties. - de cliënt onderkent en volgt de professionaliteit van de verloskundige - de cliënt voelt zich begrepen, gehoord en gerespecteerd
C. Afspraken/ plan met betrekking tot specifieke coaching en begeleiding
Ad C. - gebaseerd op zorgvraag en voldoet aan professionele protocollen. - bevat heldere doelen en werkwijze - vastgelegde afspraken zijn haalbaar - onderdeel van zorgplan - bevat evaluatiemomenten in afstemming met cliënt - schriftelijke motivatie van tussentijdse aanpassingen in zorgplan. - voor collegae inzichtelijk (met inachtneming van de privacy).
D. Optimale zorg
Ad D. tevreden cliënt
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
19
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Organisatiegerichte Competentie SAMENWERKEN IN KETENZORG Beroepstaak Zorgverlening, Organisatie van de zorg Professionalisering
Rol: Casemanager
Handelen werkt planmatig aan: 1. (cliënt-)belangen behartigen 2. het zoeken naar / initiëren van samenwerking(sverbanden) 3. (implementeren) samenwerken 4. verslagleggen en evalueren van samenwerking 5. verbetering van samenwerking (in en over keten, plannen en implementeren)
Grensoverschrijdend samenwerken en afstemmen in het belang van cliënt en de continuïteit van zorg Type situatie Het inschakelen van de zorgketen t.b.v. van de optimale zorg voor de cliënt: (microniveau) Het inschakelen van de zorgketen t.b.v. de kwaliteit van zorg gericht op het ontwikkelen van producten t.b.v. verbetering van zorg voor cliëntgroep(-en): (mesoniveau) Het optimaliseren van de samenwerking in de keten zelf: (mesoniveau) De verloskundige streeft naar optimale samenwerking met collega verloskundigen en andere beroepsbeoefenaren binnen en buiten de praktijk. Zij verwijst adequaat door en draagt bij aan effectieve en (Multi-) disciplinaire samenwerking in – en van de ketenzorg. De verloskundige als casemanager heeft een prominente rol in de organisatie van de zorg rondom de cliënt. Dit vraagt van de verloskundige dat zij over de grenzen en belangen van het eigen beroep, het eigen team en de eigen praktijk kan kijken en werken. Ze neemt zo nodig zelf het voortouw voor samenwerking en afstemming. De verloskundige als casemanager beschikt over een scala van sociale en onderhandelingsvaardigheden, overtuigingskracht, inzicht in de sociale kaart en doortastendheid om nieuwe wegen in te slaan en gestelde doelen te bereiken. Handelingscriteria Producten of resultaat Productcriteria -
legt en onderhoudt contacten; speelt informatie, die voor anderen van belang is, tijdig door; overlegt, stemt af en onderhandelt; doet concessies teneinde als team een stap verder te kunnen komen; maakt meningsverschillen op constructieve wijze bespreekbaar; hanteert conflicten; stelt zich op als belangenbehartiger van de cliënte (in overlegsituaties); maakt gebruik van de kennis en inzichten van anderen; brengt eigen ideeën en voorstellen naar voren; maakt eenduidige afspraken over zorg en verdeling verantwoordelijkheden t.b.v. de individuele cliënt; Informeert cliënte over de inhoud van de afspraken staat open voor nieuwe ontwikkelingen en kansen kan afstand nemen van de dagelijkse gang van zaken signaleert ontwikkelingen en knelpunten in
A. Ad A. Samenwerking– (werk en/of verwijs-) werkwijze is helder geformuleerd afspraken en, procedures beschrijving verwijs- en behandelprocedures omschrijving van grenzen van handelen afspraken over afbakening van taken bevat argumentatie over gemaakte keuzes heeft draagvlak onder (keten-) partners bevat evaluatieplan verslaglegging (zorg en beleid) vindt plaats binnen de daarvoor gestelde termijnen. verslaglegging vindt plaats volgens kwaliteitseisen B. Multidisciplinaire casusbespreking
Ad B. - ieder heeft inbreng - schriftelijk vastgelegd - gebaseerd op consensus binnen de gehele keten - evidence based - kostenbewust
C. Consultaanvraag /overdracht
Ad C. Zie ‘diagnostisch’ en ‘beleidsmatig’ handelen’
D. Verbeter- en Implementatieplan
Ad D. beschreven en vindbaar
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
20
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
de keten analyseert kritisch (nieuwe) ontwikkelingen stelt in overleg met ketenpartners haalbare doelen vast voor verbeteringen binnen de keten implementeert verbeteringen in de keten initieert en bevordert effectieve samenwerking in de keten
(m.b.t. protocollen, procedures, werkafspraken)
-
haalbaar en toetsbaar voor alle ketenpartners
E. Positionering
Ad E. Intercollegiale waardering gevraagd en ongevraagd in vorm van feedback
F. Ad F. (Bijdrage aan) jaarverslagen, vanuit een onderbouwde visie volgens vastgestelde procedures, formats beleidsplannen en -ontwikkeling in en buiten de organisatie en tijdpad
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
21
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Organisatiegerichte Competentie ZORGDRAGEN VOOR KWALITEIT
Beroepstaak Zorgverlening Organisatie van de zorg Professionalisering
Rol: Innovator Handelen werkt planmatig aan een cyclische benadering van verander -of verbeterprocessen, volgens de stappen:
De verloskundige werkt planmatig aan kwaliteitsverbetering Type situatie Het opstellen en hanteren van (inhoudelijk en procesmatig) kwaliteitsinstrumenten en het onderhouden en borgen van kwaliteit op de volgende niveaus. microniveau: het organisatieniveau rondom de cliënt. mesoniveau: het organisatieniveau van de organisatie macroniveau: het organisatie-overkoepelende (inter-)nationale niveau van belangen- en beroepsorganisaties. netwerkniveau: het niveau dat wordt gevormd door partijen die uit verschillende geledingen afkomstig zijn (niet beperkt door andere organisatiestructuren). De verloskundige werkt (samen met andere professionals) in een cyclisch proces van kwaliteitszorg aan continue toetsing en verbetering van de verloskundige zorgverlening, praktijkvoering en de organisatie van de zorg. Ze ontwikkelt een toekomstgerichte visie en/of strategisch beleidsplan voor de praktijkvoering hieromtrent en handelt hier naar. Ze vertaalt daarbij nieuwe inzichten naar de cliëntenzorg, de praktijkvoering en de organisatie van de zorg. Handelingscriteria Producten of resultaat Productcriteria -
-
formuleren van normen/ criteria kwaliteitstoetsing bestaande situatie plannen van verbeteracties uitvoeren verbeteracties evalueren en herhalen kwaliteitscyclus
-
-
-
evalueert en onderzoekt nauwkeurig, volledig en objectief maakt analyse van mogelijke kwaliteitsproblemen en/of -aspecten analyseert vakliteratuur en zoekt systematisch naar gegevens om haar beroepspraktijk te verbeteren stemt af met andere professionals en waakt over de grenzen van haar vakgebied neemt initiatieven voor verbeteren van kwaliteitsbeleid en procedures stelt stand van zaken huidige beroepspraktijk vast gebruikt valide en betrouwbare instrumenten betrekt richtlijnen uit de organisatie en landelijke richtlijnen bij het maken van keuzes resultaten zijn hanteerbaar, evalueerbaar / generaliseerbaar kijkt kritisch naar eigen handelen en dat van de organisatie geeft adviezen of voorstellen voor verbetering van de beroepspraktijk
A. Evaluatie van zorg(proces)
Ad A. bevat analyse van actuele beroepspraktijk monitoring middels geselecteerd toetsinstrument beschrijft toetsresultaten bevat SMART doelen bevat verbeterplan en verbeteracties
B. Procedure/ protocol (ontwikkeling)
Ad B. protocol bevat evidence based werkprocedure protocol bevat bij elk werkproces de nagestreefde norm heeft draagvlak onder gebruikers
C. Transparante dienstverlening en producten
Ad C. openheid over organisatie, visie, methodes, keuzes klachtenprocedure is gecommuniceerd aan cliënten
D. Verbeterde/ optimale (keten-) samenwerking
Ad D. verbetering van structuren en procedures voor informatieuitwisseling en afstemming verbetering informatiestromen en –rapportage (in de zorgketen)
E. (Bijdrage aan) schriftelijke
Ad E. de stappen/ keuzes en bijbehorende argumenten staan
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
22
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
houdt rekening met de haalbaarheid kwaliteitsproducten (bijv. en hanteerbaarheid kwaliteitszorgplan, jaarverslag, -handboek)
-
beschreven bij elk werkproces is de huidige stand van zaken en de nagestreefde norm benoemd plan bevat een tijdspad wijze van evaluatie van de resultaten staat beschreven plan bevat aanbevelingen of voorstellen voor verbetering
F. (Bijdrage aan) praktijk accreditatie, of geaccrediteerde activiteiten; Certificering
Ad F verricht door onafhankelijke bevoegde organisatie volgens de door de beroepsvereniging opgestelde criteria en beroepsprotocollen
G. Intercollegiale toetsing
Ad G neemt deel aan intercollegiale toetsing volgens protocol beroepsorganisatie
H. Klant- en personeelstevredenheid
Ad H - volgens kwaliteitszorgsysteem ingerichte cyclus - op basis van planmatig verkregen gegevens (uit enquêtes, onderzoek enz.) - op basis van analyse gegevens - geformuleerde verbeteracties - verantwoordelijken voor uitvoering acties zijn benoemd
I. Scholingsplan
Ad I - onderhoudt en ontwikkelt bekwaamheden van de medisch professional - scholing past bij (beleids-)doelen - heeft een marktconforme actualiteitswaarde - heeft een verantwoorde financiële onderbouwing
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
23
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Organisatiegerichte Competentie ORGANISEREN EN BEHEREN Beroepstaak: Zorgverlening Organisatie van de zorg
Rol: Praktijkmanager
Handelen werkt planmatig aan: (her)formuleren doelen organisatie vaststellen welke middelen en mensen nodig zijn om resultaten te behalen inrichten van systeem (organisatie en beheer/coördinatie) ontwikkelen van mogelijkheden om systeem te beïnvloeden opdrachten geven, werk (laten) uitvoeren monitoren werkuitvoering bijsturen door veranderen input, (kwaliteits-) processen, output bijsturen door coachen van medewerkers
De verloskundige faciliteert een optimaal verloskundig zorgproces. Zij geeft sturing aan de werksituatie en aan de interne bedrijfsvoering. Type situatie: Cliëntgebonden activiteiten en acties die de zorgverlening direct of indirect ondersteunen en faciliteren. De verloskundige als praktijkmanager geeft richting en sturing aan de eigen werksituatie en die van haar collegae. Hiervoor treedt zij op als coördinator, organisator en beheerder van de praktijk t.b.v. een optimale cliëntenzorg. Zij bewaakt de kwaliteit, doelmatigheid en doeltreffendheid van de zorgverlening. Zij ziet toe op de naleving van wettelijke kaders voor beroepsuitoefening en praktijkvoering. Ze draagt zorg voor roosters, regelt vervanging en achterwacht, organiseert en geeft uitvoering aan het personeelsbeleid aan de hand van kwaliteiten, ambities, interesses en wensen. Daarnaast organiseert en coördineert ze ondersteunende taken, zoals administratieve, schoonmaak en onderhoudstaken, voorraadbeheer, boekhouding en archivering. Ze delegeert, stuurt uitvoerenden aan. De rol van praktijkmanager vraagt van de verloskundige een scala aan kwaliteiten. Ze kan overzicht houden, ze kan leiden en sturen, ze kan zakelijk, doelmatig en doelgericht werken en handelen. Ze is in staat werkzaamheden adequaat te organiseren, te verdelen en te delegeren en toe te zien op de beroepsuitoefening van andere beroepskrachten. Handelingscriteria Producten / resultaten Productcriteria -
is betrokken bij de organisatie (commitment) kiest werkbare leiderschaps- /beïnvloedingsstijl geeft leiding aan/ organiseert (alle) aspecten van de bedrijfsvoering ziet toe op kwaliteit en continuïteit van werkzaamheden kent bekwaamheden, interesses, en wensen van zichzelf en van medewerkers en collega’s zorgt voor aanvulling van ontbrekende deskundigheid legt verantwoording af over (alle) aspecten van de bedrijfsvoering hanteert kwaliteitszorgsysteem organiseert certificeringtraject zet op het juiste moment de juiste mensen en middelen in reageert flexibel op veranderende situaties en omstandigheden durft op eigen inschattingen en oordeel te vertrouwen werkt resultaatgericht
A. Praktijkplan
Ad A Uitwerking van alle facetten van het praktijkvoering Naar wettelijke normen en eisen ingericht Vanuit persoonlijke missie en visie geformuleerd
B Praktijkadministratie
Ad B Effectief en transparant Cliëntgegevens worden zorgvuldig en volledig gearchiveerd; binnen wettelijke kaders. Bevat registratie van valide en kwalitatieve gegevens
C Praktijkwerkrooster
Ad C. Garandeert continuïteit van zorg en bereikbaarheid Werkzaamheden passen binnen praktijkaandeel /dienstverband Werkwijze inzet, vervanging en achterwacht zijn helder geformuleerd
D Implementatie van Kwaliteitszorg
Ad D. kwaliteitscyclus kwaliteitsjaarverslag specifieke kwaliteitsinstrumenten accreditatie en certificering
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
24
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
F. Personeelsmanagement
Ad F. werving & selectie personeelsplanning functiewaardering opleidingstrajecten de beoordelings- en functioneringscyclus
G. Financiële administratie
Ad G. w/v rekening, begroting, salarisadministratie, financieel jaarverslag
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
25
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Organisatiegerichte Competentie ONDERNEMEN EN PROFILEREN Beroepstaak Zorgverlening Organisatie van zorg Professionalisering
Rol: Innovator -ondernemer
Handelen Werkt planmatig aan: - signaleren businessmogelijkheden - analyseren van de marktsituatie - vertalen kansen en bedreigingen voor de interne en externe bedrijfsvoering - beoordelen van mogelijkheden voor (nieuwe) kernactiviteiten, - strategische planning, marketing en financiering - ontwikkelen (nieuwe) activiteiten, producten - in de markt zetten activiteiten /producten met sterke externe werking (positioneren van zichzelf en onderneming) - managen en meten resultaten onderneming
De verloskundige signaleert en benut van kansen in de markt, zowel voor bestaande als voor nieuwe producten en diensten. Zij profileert zich als beroepsbeoefenaar vanuit specifieke deskundigheid. Type situatie Contacten/ actie ten behoeve van het zakelijk belang van de verloskundige praktijk. Contacten met /actie gericht op (groepen) cliënten, collega’s, interdisciplinair overleg en samenwerkingsverband, in de beroepsvereniging. De verloskundige signaleert als extern gerichte innovator kansen in de markt, zowel voor bestaande als nieuwe producten en diensten, handelt daarnaar en is bereid daarbij risico’s te nemen. Ze streeft naar vernieuwing gericht op de toekomst. Ze maakt gebruik van de beschikbare middelen en bronnen en gaat op zoek naar nieuwe mogelijkheden of toepassingen. Ze vertaalt nieuwe, vakinhoudelijke inzichten naar de cliëntenzorg, de praktijkvoering en de organisatie van de zorg. Van hieruit positioneert zij haar praktijk in de markt. In publiekelijk optreden draagt ze proactief haar vak en beroepsbeeld volgens de geldende beroepsethiek uit. De verloskundige kan leiden en sturen, ze kan zakelijk, doelmatig en doelgericht werken en handelen.. Ze is in staat creatief en ‘out of the box’ te denken. Handelingscriteria Producten / resultaten Productcriteria -
zet commerciële kansen om in actie neemt overwogen risico’s om een bepaald voordeel voor de organisatie en de klant te behalen creëert commerciële kansen onderkent langere termijn trends in de markt maakt strategische keuzes houdt bij het maken van strategische keuzes rekening met lange termijn trends komt met voorstellen die gericht zijn op het vergroten van de omzet komt met voorstellen die gericht zijn op het vergroten van de klanttevredenheid maakt impliciete behoeften van (mogelijke) klanten of partners expliciet zet visie om in acties bereikt in onderhandelingen het eigen doel creëert win-win situaties verantwoordt bereikte resultaten/inzet van middelen zoekt structurele samenwerkingsrelaties op ontwikkelt een netwerk van de - voor de onderneming - belangrijke marktpartijen onderhoudt een netwerk van de – voor de onderneming belangrijke marktpartijen creëert bij diverse instellingen en instanties
A Ad A Geformuleerde missie en omschrijving van missie in: visie werkterrein bestaansrecht, betekenis voor stakeholders normen waarden en overtuigingen intenties en ambities omschrijving van visie in: omgevingsbeeld gedroomde positie succesformule B Organisatiebeleid (financieel, personeel en materieel),
Ad B geformuleerd binnen wettelijke bepalingen aansluitend bij visie en missie vastgelegde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden effectief en transparant
C SWOT–analyse(s),
Ad C Geformuleerde sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen vergelijk met andere professionals in de markt ( ‘personal branding’)
D Beleidsplan/ ondernemingsplan/ en
Ad D analyse huidige situatie (waar staan we nu) het beleid voor de komende
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
26
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
draagvlak voor nieuwe ideeën jaar(actie)plannen wisselt met externe partijen informatie uit levert een bijdrage aan het gewenste imago van de onderneming in de markt treedt professioneel naar buiten op basis van gewenste imago (ambassadeur)
-
stappenplan t.a.v.: doel, strategie, middelen, activiteiten, implementatie en evaluatie het voorgestelde beleid is op beroepsinhoudelijke argumenten juridisch en financieel onderbouwd het beleid is een adequate vertaling van gesignaleerde trends en ontwikkelingen opbrengst is rendabel
E Marketingstrategie/ positionering
Ad E geformuleerde aantrekkelijkheid van product, prijs, promotie en plaats herkenbare keuzes herkenbare unieke markt strategie benoembaar ‘unique selling point’ gericht op (behoefte)doelgroep communicatiestrategie
F. Resultaat monitoring en evaluatie
Ad F m.b.v. meetinstrument rapportage
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
27
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Ontwikkelingsgerichte Competentie EIGEN DESKUNDIGHEID De verloskundige ontwikkelt de eigen competentie in ‘leven lang leren’ BEVORDEREN Type situatie Het werkveld van de verloskundige is continu in beweging en aan verandering onderhevig. Veranderingen in richtlijnen en protocollen, Beroepstaak methodieken en technieken, maar ook veranderingen in de omgeving en t.a.v. de opvattingen over dienstverlening (vanuit Zorgverlening beroepsvereniging, beroepsregisters, maatschappij, mondige en geïnformeerde cliënt) maken het noodzakelijk en wenselijk de eigen Organisatie van zorg deskundigheid bij voortduring te ontwikkelen. Professionalisering Dit vraagt inzicht in de eigen (on-)mogelijkheden (kritische reflectie), inzicht in ontwikkelingen in het beroep en maatschappij, planning m.b.t. eigen ontwikkeling, overzicht over ontwikkel - en scholingsmogelijkheden en kennis van eigen leerstijl en leerstrategie. De (aspirant-) verloskundige ontwikkelt continu de persoonlijke en professionele deskundigheid zodat zij voldoet aan de geldende Rol: Beroepsbeoefenaar gericht op maatschappelijke normen, en haar werk betekenisvol, uitdagend en plezierig vindt. een leven lang leren De reflectieve professional monitort de eigen professionele en persoonlijke ontwikkeling en stuurt deze permanent bij. Handelen Handelingscriteria Producten / resultaat Productcriteria werkt planmatig aan: A. Ad A. persoonlijk welbevinden en zelf - verwoordt de betekenis van het werk Zelfevaluatie m.b.t. eigen interesses en ambities verwerkelijking voor haar persoon in relatie tot competentieontwikkeling brengt de eigen kwaliteiten, brengt in het professioneel handelen en in relatie tot kwaliteit van de zorg (die gevraagd wordt ) op basis van de feedback op het eigen functioneren van leerstijl en leerstrategie, denken de eigen persoon tot uitdrukking cliënten en collega’s ontwikkelpunten en -wensen voor realiseert evenwicht in de balans van vanuit behoefte te anticiperen op toekomstige toekomst in kaart (gezonde) spanning en ontspanning in ontwikkelingen vergelijkt deze met de eisen van werk en privé (omstandigheden) de toekomstige gewenste functie/ is proactief t.a.v. ontwikkeling als Ad B of te behalen beroepstaak/taken professional B beschrijving van de huidige eigen kwaliteiten en zwakke ontwikkelt op basis hiervan een toont een lerende houding en Persoonlijk Ontwikkel Plan kanten m.b.t. het eigen functioneren en welbevinden als persoonlijk ontwikkelplan en/of betrokkenheid op zichzelf en anderen (POP)/ professional scholingsplan vraagt feedback en reflecteert op haar wensen en ambities op korte en lange termijn start met uitvoering plan, stelt dit eigen handelen doelstellingen/te bereiken resultaten (voor wat betreft zo nodig bij op basis van geeft blijk van inzicht in en visie op verbeteringen en werkwijze) evaluatie en 360° feedback ontwikkelingen beroep(-enveld) en een bijbehorende activiteitenplanning eigen positie daarbinnen een begeleidingsplan (wijze van gewenste of vereiste ontwikkelt een visie op (ontwikkelingen coaching) in) eigen functioneren en formuleert concrete voornemens voor verbetering Ad C onderzoekt bewust de eigen ambities C reflecteert op eigen handelen en wensen op korte en lange termijn, Intercollegiale formuleert eigen kwaliteitscriteria binnen of buiten de organisatie of het kwaliteitszorg (in vorm van vertaalt gewenste veranderingen in concreet gedrag beroep feedback, collegiaal reflecteert op het gedrag tijdens het handelen en vast te voert plan uit conform voorgenomen gesprek, intervisie, stellen of dit overeenkomt met het gedrag omschreven actiepunten en voornemens voor supervisie enz.) in de kwaliteitscriteria. verbetering past kwaliteitscriteria aan of verfijnt deze
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
28
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
onderzoekt eigen deskundigheid vergelijkt kwaliteit met die van anderen onderzoekt waar en hoe het eigen methodisch handelen en klinisch redeneren (verder) te ontwikkelen is
D verbeterde kwaliteit eigen handelen
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
maakt keuze voor de meest geschikte methode kan methode stapsgewijs hanteren viert behaalde resultaten
Ad D implementeren van het geleerde en gegeneraliseerde inzichten in de dagelijkse beroepspraktijk meewerken aan/verzorgen van deskundigheidsbevorderende activiteiten voor collega’s en anderen in de vorm van workshops, cursussen verzorgen enz.
29
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Ontwikkelingsgerichte competentie ONDERZOEKEN EN INNOVEREN
De verloskundige speelt in op relevante ontwikkelingen in beroep en maatschappij. De verloskundige onderzoekt en creëert (mogelijkheden voor) vernieuwing van het beroep
Handelen
Type situatie De beroepsgroep en het werkveld vragen van de verloskundige in te springen op situaties waarin -op grond van evaluaties en/of kennis over trends, recente wetenschappelijke literatuur en ontwikkelingen m.b.t. de beroepsuitoefening- de noodzaak of de behoefte is ontstaan tot vernieuwing van bestaande werkprocessen en procedures. De beroepsgroep en het werkveld vragen van de verloskundige nieuwe inzichten te integreren in de beroepsuitoefening en een bijdrage te leveren aan de professionele ontwikkeling van beroepsuitoefening. Dit kan plaatsvinden binnen of buiten de organisatie en/of in samenwerking met andere instellingen of disciplines. Het betreft nieuwe producten of participatie in onderzoek. De verloskundige is als Innovator steeds op zoek naar vernieuwingen ter verbetering van de kwaliteit van zorg. Ze is bereid te investeren in haar eigen beroepsuitoefening en in die van anderen. Ze houdt vakliteratuur bij, doet literatuuronderzoek naar nieuwe trends en ontwikkelingen en neemt deel aan professionele netwerken en collegiale toetsing waarin (vakinhoudelijke) kennis wordt gegenereerd en nieuwe ontwikkelingen worden gefaciliteerd. Ze is in staat resultaten uit onderzoek kritisch te beoordelen, kritisch te kijken naar een onderzoeksopzet, zelf onderzoek te doen en resultaten van onderzoek te implementeren in de praktijk. Ze ontwikkelt nieuwe producten die voorzien in een behoefte in de beroepsomgeving. Daarbij is zij permanent gericht op: de inhoud: het creëren en toepasbaar maken van de innovatie zelf. de besluitvorming: het verwerven van steun binnen de eigen organisatie, partners en overige stakeholders het gebruikersperspectief: het betrekken, prikkelen en toerusten van de potentiële gebruikers Handelingscriteria Producten of resultaat Productcriteria
Werkt planmatig aan:
-
Productbenadering: verkennen innovatie kansen: monitoren en koers bepalen ontwikkelen: bepalen doel en oplossingsrichtingen realiseren product borgen implementatie
-
Beroepstaak Zorgverlening Organisatie van de zorg Professionalisering
Rol: Onderzoeker, Innovator
Ontwikkelbenadering: probleemanalyse doelbepaling literatuuronderzoek gegevens verzamelen interpretatie rapportage (inclusief implementatieplan) deelt kennis
-
kijkt over de grenzen van het eigen vak- of werkgebied heen signaleert ontwikkelingen in de omgeving (samenleving) die relevant zijn voor de beroepsontwikkeling enthousiasmeert collega’s en leidinggevenden voor ideeën komt met vernieuwende ideeën maakt tijd en middelen vrij geeft actief vorm en inhoud aan vernieuwing onderzoekt en onderbouwt formuleert een heldere probleemstelling legt verbanden tussen theorie en praktijk. evalueert, onderzoekt en inventariseert ordent, analyseert en interpreteert gegevens (uit onderzoek en richtlijnen) verantwoordt keuzes/werkwijze met behulp van wetenschappelijke kennis voert evaluatiegesprekken met opdrachtgevers en doet voorstellen voor
A. Product (zorg, dienst, methode, enz.)
Ad A ondersteunt de beroepsuitoefening vernieuwend voorziet in een behoefte vanuit de omgeving verbetert de beroepsuitoefening (kan bv. ook de werkbeleving zijn) bevat handleiding voor gebruiker bevat implementatieadvies en evaluatieplan
B. Overzichtsartikel (resultaat van literatuuronderzoek)
Ad B vraagstelling is geoperationaliseerd relevante literatuur is verzameld (de zoekstrategie is verantwoord) en beoordeeld bevindingen, conclusies en aanbevelingen zijn verantwoord en vastgelegd in een rapport / artikel
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
30
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
verbetering van aanbod en inhoud kan haar visie op verloskundige innovaties verwoorden en uitdragen kan een onderzoek uitvoeren naar aanleiding van een vraag uit de praktijk kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek uitvoeren
C. Onderzoeksvoorstel, onderzoeksdeelname
Ad C vraagstelling is geoperationaliseerd methodiek is verantwoord
D. Rapport
Ad D bevat beschrijving van onderzoeksopzet bevat verantwoording van bevindingen, conclusies en aanbevelingen uit literatuur onderzoek
E. Implementatieplan en evaluatieplan
Ad E voorgestelde beleid is een adequate vertaling van gesignaleerde trends en ontwikkelingen naar de beroepsuitoefening de gekozen werkwijze past qua uitgangspunten binnen het beleid van de organisatie
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
31
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Ontwikkelingsgerichte competentie BEGELEIDEN EN COACHEN VAN (AANKOMENDE) COLLEGA’S
Beroepstaak Zorgverlening, Organisatie van de zorgverlening, Professionalisering
Rol: Praktijkmanager
Handelen werkt planmatig aan: 1. vaststellen van de beginsituatie (startcompetentie) 2. begeleiden van het proces van leren van ervaringen en (leer)doelen ontwikkelen, 3. gevraagd en ongevraagd feedback geven 4. evalueren, waarderen van ontwikkeling van (leer)doelen en competenties 5. reguleren, het bewaken en sturen van hiervoor genoemde onderdelen van het proces als geheel
De verloskundige begeleidt en coacht (aankomende) collega’s in leerprocessen. Type situatie De beroepsgroep vraagt van de verloskundige collega’s (van binnen en buiten de organisatie) te begeleiden/coachen bij het verwerven van nieuw professioneel gedrag. De complexiteit van de vraag wordt o.a. bepaald door: 1. de aard van de leervraag c.q. de aard van het veranderingsproces 2. leervragen m.b.t. nieuwe of reeds bestaande procedures. 3. beginnende of meer ervaren collega’s, dan wel leervragen afkomstig van professionals uit andere beroepsgroepen 4. het niveau en de diversiteit van de leervragen van individuen of groepen afkomstig De verloskundige als praktijkmanager geeft richting en sturing aan de eigen werksituatie en die van haar collegae. Zij ziet toe op de naleving van wettelijke kaders voor beroepsuitoefening en praktijkvoering. Ze draagt zorg voor roosters, regelt vervanging en achterwacht, organiseert en geeft uitvoering aan het personeelsbeleid. Daarnaast organiseert en coördineert ze ondersteunende taken, zoals administratieve, schoonmaak en onderhoudstaken, voorraadbeheer, boekhouding en archivering. Ze delegeert, stuurt uitvoerenden aan, begeleidt en coacht (nieuwe) medewerkers en stagiaires . Handelingscriteria Producten of resultaat Productcriteria ad.1 creëert een stimulerende leeromgeving waarin geleerd kan worden van ervaringen bouwt een samenwerkingsrelatie op die gebaseerd is op gelijkwaardigheid en collegialiteit laat de verantwoordelijkheid voor het leren bij de ander/collega steunt en motiveert fungeert als rolmodel geeft feedback over het huidige (persoonlijk) functioneren, helpt bij het benoemen van kwaliteiten en te verbeteren punten houdt rekening met de vraag van de collega (en het team) ten aanzien van het functioneren voor de toekomst ad.2 respecteert het niveau, stijl en het leertempo van de ander/collega stimuleert probleemverhelderend en oplossend vermogen door vragen te
A Zelfsturing gecoachte
Ad A. toont initiatieven en verantwoordelijkheid voor de eigen competentieontwikkeling stuurt zelfstandig (deel van het) leerproces
B Begeleidingsplan
Ad B. begeleidingsplan bevat heldere doelen en werkwijze plan is haalbaar
C Verantwoording van werkbegeleiding Feedback Beoordeling
Ad C. de verantwoording bevat de beschrijving in hoeverre de gevolgde werkwijze conform de voorschriften was gemaakte keuzes zijn beschreven met argumenten de argumenten voor de feedback of beoordeling en hoe de ontvanger daarop reageerde zijn beschreven effecten van de begeleiding/ feedback/ beoordeling zijn beschreven voornemens voor vervolg zijn geformuleerd
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
32
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
-
-
stellen en begeleiding te bieden bij het reflecteren op het eigen handelen begeleidt in het opbouwen van persoonlijke aanwendbare kennisbestanden uit de inzichten die hij/zij al werkend opdoet stimuleert de ander/collega om relaties te leggen tussen persoonlijke inzichten en theoretische concepten
D Bijdrage aan intercollegiale professionalisering/ intervisie
Ad D. handelingsstappen professionalisering intervisie zijn gevolgd voorstellen voor verbetering/ verandering zijn helder geformuleerd reflectie op eigen werk/ handelen
ad.3 markeert leerervaring waardeert leerervaringen geeft op constructieve wijze ontwikkelingsgerichte feedback begeleidt de ander in het aanscherpen van doelen monitort totale competentieontwikkeling (360 graden feedback) ad.4 geeft ontwikkelingsgerichte feedback vraagt naar zelfbeoordeling, peerbeoordeling beoordeelt op basis van (eigen: door de ander/collega vastgestelde) criteria ad.5 nodigt uit tot het benoemen van het leereffecten en hieruit volgende consequenties voor de toekomst nodigt uit tot het benoemen van het geleerde over het (eigen) leren
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
33
II. Majorcompetenties Bachelor Verloskunde 2009-2014
Bronnen -
De kern van de eerstelijns verloskunde. Beroepsprofiel van de verloskundige; KNOV, Bilthoven december 2005 Landelijk Opleidingsprofiel: Eindtermen en opleidingseisen verloskunde; SSOV Maart 2007 Achtergrondstudie Medische Diagnose; Achtergrondstudie uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bij het advies Medische diagnose: kiezen voor deskundigheid; Zoetermeer 2005 Handreiking begeleiding en coaching competentieontwikkelend leren; Stichting Leerplanontwikkeling Enschede; Enschede Februari 2007, Het spel van kwaliteit en zorg; Gabrielle Verbeek, Elsevier, Maarssen, 2004 IOWO, ontwerp format HOF competentieprofiel instituut Health HAN; Jongepier, Nijmegen 2004 Onderwijsraad (2002) Studie Competenties: van complicaties tot compromis. Over schuifjes en begrenzers, uitgebracht aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Onderwijsraad (2003) Verkenning Leren in een kennissamenleving, uitgebracht aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Parry, S.B. (1996). The quest for competencies. Training magazine (33)7.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
34
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
HBO criteria
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
35
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
36
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
III
HBO - criteria
HBO - niveau 1. Criterium De aspirant verloskundige toont aan op niveau 1 dat zij..:
zelfstandig adequaat kan handelen. Leeft zich in de rol van medisch professional en verricht (gesimuleerde) (deel)handelingen onder begeleiding. Is bereid te experimenteren, staat open voor feedback en neemt initiatief in cliëntencontact. Werkt mee aan innovatieopdrachten (afkomstig uit de praktijk)
communiceert met experts en niet-experts over ideeën, problemen en keuzes. Neemt in de praktijkgroep (op opleiding) en in de beroepspraktijk deel aan samenwerking (in de keten), stelt vragen over - en doet voorstellen m.b.t. - reproductieve zorg en praktijkvoering.
verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten. Benoemt inzichten over de beroepstaak. Weet inzichten te vertalen naar nieuwe leervragen. Benoemt niet DAT zij iets weet of kan, maar WAT zij weet of kan. Gebruikt vakconcepten -jargon als deze aan de orde zijn (bijv. in richtlijn of protocol). Geeft nu en dan een definitie en verwijst soms naar literatuur.
alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties. Benoemt het hoe en waarom van haar handelen. Verantwoordt nu en dan professionele keuzes hierin, en geeft er blijk van open te staan voor het onderzoeken van alternatieven voor haar handelen. Signaleert in (eigen) praktijksituaties de drie aspecten van EBP en benoemt de mogelijke tegenstrijdigheid tussen die drie aspecten.
een visie over beroepstaak/beroep heeft. Geeft nu en dan aan wat haar mening is over de rol van de verloskundige, en (actuele) onderwerpen uit het vak die samenhangen met taken en opdrachten in de beroepstaak. Gebruikt nu en dan formuleringen als “Ik vind het belangrijk dat…” en benoemt (niet volledige) argumenten voor haar visie. Toont inzicht in het belang van EBP.
dilemma’s herkent en daar zorgvuldig mee om gaat. Herkent dilemma’s in de eigen (professionele) omgeving. Geeft aan welk effect dit op haar had en wat dit voor haar handelen betekende.
kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij) stuurt. De aspirant verloskundige is open over de sterke en zwakke kanten van haar zijn eigen functioneren, staat open voor feedback en is actief bezig met veranderen/leren. Gebruikt instrumenten om vaardiger te leren. Maakt ontwikkeling zichtbaar tussen start/vorig assessment en het assessment van dit moment.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
37
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
HBO - niveau 2*. Criterium De kandidaat verloskundige toont aan op niveau 2 dat zij..:
zelfstandig adequaat kan handelen. Voert (deel)handelingen uit onder begeleiding in de reële context van de beroepspraktijk. Doet dit binnen de tijd en heeft hierbij geen – of beperkte - hulp nodig. Werkt onder begeleiding aan innovatieopdrachten (afkomstig uit de praktijk).
communiceert met experts en niet-experts over ideeën, problemen en keuzes. Draagt aantoonbaar bij aan samenwerkingsprocessen (in de keten). Neemt ongevraagd initiatieven m.b.t. bespreken reproductieve zorg, praktijkvoering en (eigen) professionele ontwikkeling. Hanteert communicatie - en interactiemodellen. Kan succes en falen in eigen leerproces en communicatie bespreekbaar maken.
verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten. Hanteert methodiek. Benoemt inzichten over de beroepstaak en kan deze generaliseren. Onderbouwt handelen met theorie en legt relaties tussen eigen werkmodellen en theorie. Gebruikt vakconcepten en vakjargon.
alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties. Laat nu en dan klinisch redeneren zien. Verantwoordt professionele keuzes, op basis van waarden van de cliënt, (eigen) ervaringen en wetenschappelijk bewijs. Redeneert kritisch over effectiviteit van haar interventies (reflection on action).
een visie op de beroepstaak/beroep heeft. Verwoordt tenminste visies over rolopvatting als verloskundige, over reproductieve zorg, bedrijfsvoering, en over actuele ontwikkelingen in het vak. Onderbouwt deze visies met argumenten en verwijst naar actuele bronnen. Verwijst nu en dan naar evidence.
dilemma’s herkent en daar zorgvuldig mee om gaat. Hanteert professionele en morele dilemma’s in relatie tot de beroepstaak.
kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij) stuurt.. Beschrijft gekozen doelen en de wijze waarop deze zijn behaald. Werkt aan verbeterplannen. Vraagt permanent om feedback en maakt vorderingen en voortgang t.a.v. leerproces zichtbaar en bespreekbaar met begeleider(s) en collega’s.
* Elk niveau veronderstelt bekwaamheid in het daar aan voorafgaande niveau
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
38
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
HBO - niveau 3*.
Criterium De startbekwame verloskundige toont aan op niveau 3 dat zij..:
zelfstandig adequaat kan handelen. Handelt zelfstandig – onder verantwoordelijkheid van verloskundige - in een reële context van de beroepspraktijk. Doet dit binnen de tijd en heeft hierbij geen - of zeer beperkt - hulp nodig. Werkt zelfstandig aan innovatieopdrachten (afkomstig uit de praktijk).
communiceert met experts en niet-experts over ideeën, problemen en keuzes. Onderhoudt en beïnvloedt effectief samenwerkingsprocessen. Neemt initiatieven m.b.t. intercollegiale kwaliteitszorg en/of intercollegiale toetsing.
verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten. Generaliseert en integreert concepten en modellen. Construeert (in opdrachten afkomstig uit het werkveld) op basis van theoretische concepten en modellen innovatieve handelswijzen. Levert een bijdrage aan theorievorming /kennisontwikkeling, en draagt deze uit.
alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties. Verantwoordt keuzes op basis van besluitvormingsproces waarin de waarden van de cliënt, (eigen) ervaringen en wetenschappelijk bewijs gewogen worden. De student schakelt tussen verschillende strategieën (reflection in action).
een visie op de beroepstaak/beroep heeft. Draagt gefundeerde en zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwde visie uit over beroepsbeeld, reproductieve zorg, bedrijfsvoering, professionalisering, en over actuele ontwikkelingen m.b.t. beroep en maatschappij.
dilemma’s herkent en daar zorgvuldig mee om gaat. Hanteert professionele en morele dilemma’s in relatie tot de beroepsuitoefening en geldende ethische opvattingen in zorg en maatschappij.
kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij) stuurt . Geeft zelf planmatig sturing aan persoonlijke -en beroepsmatige ontwikkeling.
* Elk niveau veronderstelt bekwaamheid in het daar aan voorafgaande niveau
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
39
III. HBO criteria Bachelor Verloskunde HR
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
40
IV. Beroepstaken
Beroepstaken
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
41
IV. Beroepstaken
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
42
IV. Beroepstaken
IV
Beroepstaken Bachelor Verloskunde
De beroepstaken die onderscheiden worden door de Bachelor Verloskunde zijn: Preconceptie zorg De verloskundige zorg kan plaatsvinden gedurende de gehele reproductieve periode van de vrouw. Binnen de preconceptie zorg heeft de verloskundige te maken met twee doelgroepen. (Jonge) vrouwen die niet zwanger willen raken en vrouwen die een kinderwens hebben. De eerste groep is een nieuwe context, een toekomstperspectief die vraagt om een andere invulling van reeds aanwezige competenties. De verloskundige geeft voorlichting over het voorkomen van zwangerschap en preventie van SOA. Het voorschrijven van anticonceptiemiddelen en het plaatsen van een IUD ziet de verloskundige als een mogelijke uitbreiding van haar taken en bevoegdheden. Aan paren met een kinderwens geeft de verloskundige voorlichting en advies gericht op preventie, over voeding en levensstijl. Daarnaast counselt zij ten aanzien van risicofactoren die voor nader onderzoek, prenatale- en/of preconceptionele screening in aanmerking komen. Tevens kan de verloskundige de vrouw begeleiden bij de keuze al dan niet zwanger te raken en kan verwezen worden naar andere disciplines. De complexiteit van de situatie wordt (mede) bepaald door: de juiste combinatie van de veelheid aan informatie en zich ontwikkelende kennis omtrent de verschillende gezondheidsrisico’s filteren van de behoefte aan informatie van de cliënt Prenatale zorg Wanneer zwangerschap is vastgesteld, begint de prenatale zorg. Hier is voorlichting een belangrijk element. De vrouw krijgt voorlichting over preventieve maatregelen ter bevordering van een gezond verloop van de zwangerschap en over risicofactoren die voor prenatale screening in aanmerking komen. De verloskundige geeft voorlichting en gaat in op vragen over thuis bevallen en borstvoeding. Naast de voorlichting speelt in deze fase risicoselectie een grote rol. Bij de intake wordt middels een uitgebreide anamnese en onderzoeken, het risicoprofiel vastgesteld door de verloskundige. Hierna komt de zwangere regelmatig bij de verloskundige op controle, waar door onderzoek, voorlichting, advies en uitvragen van klachten en beleving de zwangerschap wordt gevolgd om een normaal verloop te kunnen bewaken. De verloskundige bepaalt het te volgen beleid. Indien risicofactoren optreden die het deskundigheidsgebied van de verloskundige overschrijden, wordt er naar de meest aangewezen hulpverlener, veelal de gynaecoloog, doorverwezen. De complexiteit van de situatie wordt (mede) bepaald door: de combinatie van vraaggerichte -en aanbodgerichte begeleiding waarbinnen zorg op maat en verantwoorde verloskundige zorg wordt geboden afwegingen ihkv EBP in relatie tot de samenwerking met andere partners zorg Natale zorg In de natale zorg staat de bevalling centraal. De verloskundige begeleidt de vrouw bij de baring van het kind, zowel poliklinisch in het ziekenhuis als bij de thuisbevalling. De verloskundige voert medische, voorbehouden en niet voorbehouden handelingen uit en coacht de vrouw en haar partner. Tevens voert ook hier de verloskundige continu risicoselectie uit. De verloskundige bepaalt het beleid en weegt daarbij af of zij zelf kan begeleiden en behandelen of dat doorverwijzing noodzakelijk is. Daarnaast geeft de verloskundige mentale of psychosociale begeleiding door coaching en counseling. Vanuit haar professionele houding geeft ze de vrouw en haar directe omgeving vertrouwen in het verloop van het proces en ze is zich bewust van de grenzen van over- en onderbehandeling. De complexiteit van de situatie wordt bepaald door de actuele situatie vraagt continue afweging van actuele risico’s en alternatieven acute situaties vragen acuut adequaat handelen selecteren van de hoofdzaken bij acuut handelen, consultatie en overdracht noodzaak tot improvisatie door sociaal/maatschappelijke omstandigheden (situatie waarin de thuisbevalling plaatsvindt is niet altijd vooraf bekend) Postnatale zorg Na de bevalling worden de pasgeborene en de moeder door de verloskundige gecontroleerd om vast te stellen of de moeder goed herstelt en of het kind de juiste ontwikkeling doormaakt. Bij deze nazorgperiode zijn ook andere zorgverleners betrokken, zoals kraamzorg en huisarts. Ook hier speelt risicoselectie nog steeds een rol. De verloskundige weegt nu niet alleen af of doorverwijzing van de vrouw noodzakelijk zou zijn, maar de risicoselectie wordt ook bij het kind toegepast. Na de vastgestelde nazorgperiode wordt de zorg overgedragen aan daarvoor aangewezen zorgverleners. De complexiteit van de situatie wordt (mede) bepaald door:
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
43
IV. Beroepstaken
-
belang van de ouders bij de gezondheid van het kind als dwingende factor samenwerking met andere disciplines als kraamverzorgende, huisarts, wijkverpleging dilemma’s door twee cliënten (schijnbaar tegengestelde belangen tussen ouders en kind)
Integrale zorgverlening De door de opleiding geformuleerde beroepstaak Integrale zorgverlening wordt gevormd door (combinaties van) meerdere beroepstaken (prenatale zorg, natale zorg en postnatale en/of preconceptie zorg samen). In de integrale zorgverlening is de complexiteit van elk van de betrokken beroepstaken aan de orde, én wordt de complexiteit van de situatie (mede) bepaald door: het gegeven dat (risico)situaties in de ene fase van de begeleiding consequenties kan hebben voor (een) volgende fase(s) belangrijke beslismaten hierbij worden gevormd door aard en omvang van het ingeschatte risico (op basis van klachten en signalen), de keuze(s) voor ‘afwachten of actie’ en de keuze(s) voor het al of niet inschakelen van andere partners in zorg. Organisatie van zorg Een aanzienlijk deel van de verloskundigen werkt in teamverband, zoals in een groepspraktijk. Het werken in teamverband vraagt van de verloskundige dat zij de voorwaarden creëert die de zorgverlening aan de cliënt ten goede komt. Ze coördineert en organiseert de zorgverlening in de praktijk. Daarbij werkt zij nauw samen met andere partners in de zorgketen. De verloskundige heeft bij de uitvoering van haar taken een aantal rollen, met name die van ondernemer, praktijkmanager en casemanager. De complexiteit van de situatie wordt (mede) bepaald door: wet- en regelgeving (kansen in) de markt wensen van cliënt(en) afspraken met collega’s (in de zorg) over samenwerking, protocollen, kwaliteit etc. plaatselijke/ regionale omstandigheden (infrastructuur, voorzieningen en sociale kaart) afweging ‘noodzakelijkheid’, ‘wenselijkheid’ en ‘haalbaarheid’ van (nieuwe/ innovatieve) plannen Professionalisering In deze context staat de professionele ontwikkeling - of haar beroepsuitoefening - van de verloskundige centraal. Deze omvat zaken die de professionele standaard van het beroep hoog houden waardoor de kwaliteit van dienstverlening op peil blijft. Dit kan zich over meerdere gebieden uitstrekken. De verloskundige toont aan - naast de eigen competentieontwikkeling – te werken aan de ontwikkeling van (aspirant) collega’s. Daarnaast levert de verloskundige een bijdrage aan de profilering van het vak door het presenteren op symposia, congressen en seminars. De verloskundige neemt bij de uitvoering van haar taken een aantal rollen aan, met name die van onderzoeker, innovator en coach (van collega’s). De complexiteit van de situatie wordt (mede) bepaald door: • de vraag vanuit het beroep en maatschappij om ‘een leven lang leren’ en innovatie • de veelheid van mogelijke keuzes en ontwikkelrichtingen (inhoudelijk, ondernemen, kwaliteitszorg, onderzoek, onderwijs etc.) • mogelijkheden van combineren met beroepsuitoefening en privé De beschrijvingen van de beroepstaken (zonder de bepalende complexiteit van de situatie) in dit document zijn overgenomen uit het landelijk opleidingsprofiel verloskunde van 2007.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
44
V. Samenhang competentieprofiel met Dublin descriptoren
Samenhang competentieprofiel met Dublin descriptoren
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
45
V. Samenhang competentieprofiel met Dublin descriptoren
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
46
V. Samenhang competentieprofiel met Dublin descriptoren
V.
Samenhang competentieprofiel met Dublin -descriptoren
SAMENHANG Dublin descriptoren, HBO - kenmerken en criteria HBO- niveau (juli 2012) Naar NQA (Netherlands Quality Agency) juni 2003 en Digitale Universiteit/DiA 2005 Assessments jaar 1 , 2 , 3 en 4
Europese descriptoren bachelor Bachelor’s degrees are awarded to students who:
Vertaling naar HBO-kenmerken
Criteria HBO- niveau verloskunde
CA 1 CA 2 CA 3 CA 4 CA 5 CA 6
kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.
Brede, multidisciplinaire basis: de afgestudeerde is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig te kunnen uitvoeren
criterium 1: zelfstandig adequaat handelen
x
criterium 3: verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten.
x
toepassen kennis en inzicht Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Probleemgericht werken: de afgestudeerde kan relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen in de beroepspraktijk
criterium 3: verbanden legt tussen ervaringen en theoretische concepten. criterium 4: alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
x
x
x
x
x
PA
CA 7
SA
AO
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
47
V. Samenhang competentieprofiel met Dublin descriptoren
Assessments jaar 1 , 2 , 3 en 4 Europese descriptoren bachelor Bachelor’s degrees are awarded to students who:
Vertaling naar HBO-kenmerken
Criteria HBO- niveau verloskunde
oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
Methodisch en reflectief denken en handelen: de afgestudeerde is in staat relevante informatie te verzamelen en analyseren teneinde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen
criterium 4: alternatieve mogelijkheden afweegt om te handelen in praktijksituaties
communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Sociaal-communicatieve bekwaamheid: de afgestudeerde kan intern en extern communiceren, teamgericht samenwerken, en leiding geven aan projecten in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale arbeidsomgeving
criterium 1: zelfstandig adequaat handelen
leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
Professionalisering: de afgestudeerde heeft de cognitieve vermogens ontwikkeld die hem/haar in staat stellen tot voortdurend professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende beroepssituaties
CA 1 CA 2 CA 3 CA 4 CA 5 CA 6
x
criterium 6: dilemma’s herkent en daar zorgvuldig mee om gaat.
x
x
x
criterium 7: kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij) stuurt.
x
x
x
criterium 2: communiceert met experts en niet-experts over ideeën, problemen en keuzes
x
PA
CA 7
SA
AO
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
criterium 5: een visie over beroepstaak/beroep kan verwoorden.
x
x
x
x
criterium 5: Een visie over beroepstaak/beroep kan verwoorden
x
x
x
x
x
x
x
criterium 7: kritisch reflecteert op eigen handelen en haar ontwikkeling (bij) stuurt.
Competentieprofiel Bachelor Verloskunde HR Uitgave 2013
x
48