Gynaecologie
Kraamsuites/Verloskunde A4
153895 232122015
Deze folder is tot stand gekomen met medewerking van: VSV(Verloskundig Samenwerkings Verband) NVOG(Nederlandse Vereniging van Obstetrische gynaecologen) Medewerkers kraamsuites/A4
2
Inhoud pag. Welkom in het moeder- en kindcentrum 5 -- Polikliniek verloskunde 5 -- Afdeling kraamsuites/A4 6 -- Informatie 6 -- De verloskundige zorg 7 -- 1. Bevallen zonder medische indicatie 8 -- 2. Bevallen met medische indicatie 8 -- Niet medische problemen 8 De bevalling 9 -- Het begin 9 -- Bloedverlies 9 -- Vochtverlies 9 -- Weeën 9 -- Bijzondere omstandigheden 10 -- Vragen 10 -- Wat meenemen? 10 -- Partner 10 -- Opname 11 -- CTG (=CardioTocoGram) 11 -- Faciliteiten op de kraamsuite 11 -- De begeleiding bij de bevalling 12 Inleiding van de bevalling -- Waarom word je ingeleid? -- Er zijn verschillende methoden voor inleiding:
13 13 14
Pijnstilling tijdens de bevalling -- Een paar feiten over weeën en pijn -- Dit kun je zelf al doen voor de bevalling -- Tips om met pijn om te gaan -- Wat kun je in het ziekenhuis krijgen tegen de pijn? -- Ruggenprik (‘epiduraal’) -Injecties met pethidine
18 18 19 20 22 22 25
Bijna net als thuis… 26 -- Na de bevalling 26 -- Afdeling Kind&Jeugd/B5 27 -- Kiekeboo 27 -- Bezoek kraamsuites/A4 27 -- Partner kan blijven slapen 28 -- Zelfredzaamheid 28 De keizersnede 28 -- Wat is een keizersnede 28 -- Reden voor een keizersnede 29 -- Een geplande keizersnede 29 -- Een keizersnede tijdens de bevalling 29 -- Vooraf aan een keizersnede 29 -- De operatie 30 -- Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn? 31 -- Huid op huidcontact na een keizersnede 31 -- Na een keizersnede 32 -- Complicaties 33 -- Bij de volgende bevalling weer een keizersnede? 35 -- Emotionele aspecten rondom een keizersnede 35 -- Fysiotherapeutische oefeningen na een keizersnede 36 -- Bewegen is gezond! 37
3
Inhoud pag. Borstvoeding 38 -- Adviezen 38 -- Hygiëne 39 -- Pijnlijke en gezwollen borsten (stuwing) 40 -- Voeding van moeder 40 -- Lactatiekundigen 40 -- Tot slot 40 Waar moet je bij jezelf opletten 41 -- Plassen 41 -- Vloeien 41 Waar moet je op letten bij je baby 42 -- Temperatuur 42 -- Plassen 42 -- Ontlasting 42 -- Slapen 42 Ontslag 43 -- Zorgoverdracht 43 -- Vervoer naar huis 43 -- Aangifte bij de gemeente 44 Nog een paar belangrijke weetjes 44 -- Menstruatie 44 -- Seksuele activiteit 44 -- Oefenen na de bevalling 44 -- Emoties 44 Belangrijke telefoonnummers
45
Nuttige websites
46
Medisch maatschappelijk werk 47 -- Waarom medisch maatschappelijk werk 47 -- Wat is de taak van het medisch maatschappelijk werk 47 -- Hoe komt u in contact met het medisch maatschappelijk werk 47 -- Bereikbaarheid van de medisch maatschappelijk werkers 48 -- Privacy 48 Wat kan de klachtenfunctionaris voor u doen? 48 -- Inleiding 48 -- Waarom een klachtenregeling 49 -- Doelstellingen 49 -- Klachtenfunctionaris 49 -- Klachtencommissie 50 -- Hoe krijgt u contact? 50 -- Meer informatie 50
4
Welkom in het moeder- en kindcentrum Welkom in het moeder -en kindcentrum van het Ziekenhuis Rivierenland. Dit is een samenwerkingsverband tussen de afdeling Verloskunde(A4) en de afdeling Kind&Jeugd(B5). Dit is een nieuwe ontwikkeling in het Ziekenhuis Rivierenland. In het moeder-en kindcentrum komen moeders en baby’s die na de bevalling in het ziekenhuis moeten blijven bij elkaar te liggen. Dit kan zowel op A4 zijn als op B5. Door middel van deze brochure word je voorbereid op je opname in het ziekenhuis. Tijdens de zwangerschap heb je je kunnen voorbereiden op de bevalling. Je hebt gekozen om de bevalling in ons ziekenhuis te laten plaats vinden, hetzij onder leiding van een 1e lijns verloskundige, gynaecoloog of een 2e lijns verloskundige. Een 2e lijns verloskundige neemt de taken waar van de gynaecoloog, je zult vooral te maken krijgen met de 2e lijns verloskundige. Ook als je kiest voor een thuisbevalling is het raadzaam deze brochure door te lezen mocht je onverwacht toch nog naar het ziekenhuis komen. Wij willen je met deze brochure nader informeren over o.a. de polikliniekbezoeken, de bevalling (klinisch en poliklinisch), het kraambed en de zorgverlening op de afdeling. Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan een prettig verblijf in ons ziekenhuis en met name op onze afdeling.
Polikliniek verloskunde De polikliniek verloskunde bevindt zich op de 2e verdieping van de M vleugel (M2).Daar heeft de gynaecoloog zijn/haar spreekuur. Je kunt vanaf het begin van de zwangerschap bij de gynaecoloog onder controle lopen maar ook halverwege of op het einde van je zwangerschap verwezen worden. Je kunt verwezen worden naar de gynaecoloog met diverse redenen. Enkele voorbeelden zijn; hoge bloeddruk, tweelingzwangerschap of je kindje groeit niet goed genoeg. De gynaecoloog zal afhankelijk van de verwijzing controles bij je uitvoeren en het beleid bepalen. Mogelijk kunnen er ook verdere controles plaats vinden bij je eigen verloskundige (1e lijn) of de verloskundige van het ziekenhuis (2e lijn). Op de polikliniek word je ook gecontroleerd door de polimedewerksters, zoals bloeddruk en gewicht. Zij zullen ook veel vragen van je kunnen beantwoorden. Het is belangrijk om een patiëntenpas mee te nemen.
5
Afdeling kraamsuites/A4 Op onze afdeling hebben we 10 suites. Hiervan zijn er 8 die we gebruiken voor een bevalling, 2 gebruiken we voor de opname van een zwangere patiënt die nog niet gaat bevallen maar bijvoorbeeld moet worden opgenomen met een hoge bloeddruk. Deze 2 suites zijn 2-persoonskamers. Het is ook mogelijk dat deze suite gebruikt wordt voor een bevalling. Alle apparatuur die wij gebruiken voor een bevalling is mobiel, we brengen deze naar de suite als dat nodig is en als alles achter de rug is, worden de apparaten weer weggereden zodat de huiselijke sfeer weer terug is. Wij werken met verschillende disciplines: -- Gynaecologen; zijn de specialisten en bepalen het beleid wat voor jou van toepassing is. -- 2e lijns verloskundigen; zijn verloskundigen die in het ziekenhuis werkzaam zijn en meer bevoegdheden hebben dan je eigen verloskundige thuis. -- O&G verpleegkundigen; zijn verpleegkundigen die een specialisatie hebben gevolgd op het gebeid van verloskunde en gynaecologie. Zij werken nauw samen met gynaecoloog en verloskundige. -- Kraamverzorgenden; zijn verzorgenden die jullie helpen met de basiszorg van jezelf en je baby. -- Hostesses; zorgen ervoor dat de afdeling er netjes uit ziet en ondersteunen het team bij hun werkzaamheden. -- Voedingsassistenten; zorgen ervoor dat je wordt voorzien van drinken en maaltijden. -- Afdelingssecretaresses; voeren de administratieve werkzaamheden uit. Verder worden er bij ons op de afdeling ook coassistenten en verloskundigen opgeleid.
Informatie In Ziekenhuis Rivierenland wordt 5 keer per jaar een informatieavond georganiseerd over bevallen in het ziekenhuis.
6
Je wordt tijdens deze bijeenkomst geïnformeerd over: -- de gang van zaken op de kraamsuites en afdeling Kind&Jeugd -- de voeding van uw baby De informatieavond borstvoeding wordt 5 keer per jaar gehouden en is toegankelijk voor alle zwangeren en partners in de regio. Tijdens deze bijeenkomst word je geïnformeerd over de praktische zaken rondom borstvoeding. Uiteraard is er een mogelijkheid voor het stellen van vragen. Informatie over deze avonden kun je krijgen bij je verloskundige, gynaecoloog/verloskundige, afdeling kraamsuites/A4, de polikliniek gynaecologie of de website. Inschrijven kan via de polikliniek gynaecologie. Toegang is gratis.
De verloskundige zorg Een zwangerschap brengt vragen en onzekerheden met zich mee. Vele daarvan kunnen door voorlichting worden opgelost. Het is niet mogelijk alles wat zich rond een zwangerschap en een bevalling afspeelt te bespreken. Er zijn veel boeken en tijdschriften die je uitgebreid over alle mogelijke onderwerpen rond de zwangerschap informeren. Je moet ervan uitgaan dat een zwangerschap geen ziekte is maar een normale aangelegenheid. In een beperkt aantal gevallen kunnen zich problemen voordoen. Deze problemen zijn meestal op te lossen. Ben je om wat voor reden ergens ongerust over, bespreek dit dan met je verloskundige/gynaecoloog of huisarts en luister niet naar ‘bakerpraatjes’. Nederland heeft ten opzichte van onze omringende landen een bijzondere verloskundige organisatie omdat een groot aantal van de Nederlandse vrouwen thuis bevalt. In de meeste gevallen begeleidt de 1e lijns verloskundige de zwangerschap, bevalling en het kraambed. Daarnaast hebben de kraamzorg en thuiszorg een belangrijke taak. In gevallen waar sprake is van een verhoogd risico voor de moeder of het kind, is begeleiding door een gynaecoloog nodig. Het kan zijn dat de gynaecoloog de zorg voor de gehele zwangerschap en de bevalling op zich neemt. Er is dan sprake van een medische indicatie.
7
De medische indicatie hoeft niet alleen van toepassing te zijn op de zwangerschap of de bevalling maar kan ook gelden voor het kraambed. De 1e lijns verloskundige zal, indien nodig, overleg hebben met de gynaecoloog/2e lijns verloskundige. Kort samengevat bestaan er twee mogelijkheden om in het ziekenhuis te bevallen:
1. Bevallen zonder medische indicatie Begeleiding van de zwangerschap, de bevalling en het kraambed door 1e lijns verloskundige. Als je poliklinisch in ons ziekenhuis wilt bevallen dan zal je eigen verloskundige contact met ons opnemen als zij denkt dat het tijd is om hierheen te gaan. Wij proberen ten alle tijde een suite vrij te maken maar het kan wel eens voorkomen dat wij vol liggen en dat je moet uitwijken naar een ander ziekenhuis. Je bevalt in het ziekenhuis en als alles goed is verlopen ga je na 2-3 uur weer naar huis, ongeacht het tijdstip van bevallen. (dit kan dus ook ’s nachts zijn.)
2. Bevallen met medische indicatie Begeleiding van de zwangerschap en de bevalling door de gynaecoloog/2e lijns verloskundige. Je bevalt in het ziekenhuis en afhankelijk van de indicatie en het verloop van de bevalling kan je ook (een deel van) je kraambed in het ziekenhuis door brengen. Ook als je onder begeleiding bent van de 1e lijns verloskundige kunnen zich omstandigheden voor doen waarop de 1e lijns verloskundige de hulp van de gynaecoloog/2e lijns verloskundige inroept. Dit kan tijdens de zwangerschap zijn maar ook nog tijdens de bevalling.
Niet medische problemen Tijdens een zwangerschap kunnen zich ook andere dan medische problemen voordoen. Bijvoorbeeld moeilijkheden bij huisvesting, financiën of problemen in de relatie met mensen in je omgeving. Het medisch maatschappelijk werk kan je daarbij helpen. Je kunt je huisarts of gynaecoloog/verloskundige vragen om een verwijzing.
8
De bevalling Het begin De bevalling kan op verschillende manieren beginnen: bloedverlies, vochtverlies of weeën. Als je in het ziekenhuis gaat bevallen met de 1e lijns verloskundige, een poliklinische bevalling, dan neem je in eerste instantie contact op met je eigen verloskundige. Deze belt dan naar het ziekenhuis als de bevalling door zet. Als je onder behandeling bent van de gynaecoloog staan hieronder richtlijnen beschreven wanneer je moet bellen:
Bloedverlies De slijmprop bestaat uit helder taai slijm met helder of bruin bloed(oud) vermengd. Dit kan na 36 weken worden verwacht, de bevalling kan echter nog even op zich laten wachten. Ieder bloedverlies anders dan de slijmprop, is reden om direct het ziekenhuis of je eigen verloskundige te bellen.
Vochtverlies Iedere zwangere heeft soms last van wat urine verlies in de zwangerschap en/of last van afscheiding. Wanneer er vochtverlies optreedt en dit zich nogmaals binnen een uur herhaalt, let dan goed op de kleur, vang eventueel iets op in een potje en bel direct het ziekenhuis of je verloskundige. Is het eenmalig, dan kan het afscheiding of urine zijn. Als het hoofdje van je baby nog niet is ingedaald en je verliest vruchtwater, dan moet je zo snel mogelijk gaan liggen en het ziekenhuis of je verloskundige bellen voor overleg. Is het hoofdje goed ingedaald, dan mag je blijven lopen maar neem je wel direct contact op met het ziekenhuis of je verloskundige.
Weeën Eerste kind Weeën om de 3-5 minuten die je een volle minuut moet wegzuchten en dat gedurende 1 uur. Nu is het tijd om te bellen.
9
Tweede kind of volgende Weeën om de 5-7 minuten die je kunt wegzuchten en dat gedurende 1 uur. Dan kun je bellen. Bij onregelmatige weeën kun je rustig afwachten, het kan ook weer stoppen.
Bijzondere omstandigheden Wanneer er afgeweken moet worden van voorgaande instructies, zal de gynaecoloog dit bij de zwangerschapscontroles aan je melden. Bij twijfel of iedere bijzonderheid voor de 37e week van je zwangerschap moet je ten allen tijde telefonisch overleggen met het ziekenhuis of je eigen verloskundige.
Vragen Voor vragen kun je altijd de verpleegkundige of 2e lijns verloskundige van Ziekenhuis Rivierenland bellen op (0344) 67 49 19.
Wat meenemen? Tijdens de bevalling is het handig om een gemakkelijk shirt of katoenen nachthemd te dragen. Verder is het verstandig om mee te nemen: -- schoon nachtgoed en ondergoed voor na de bevalling -- kamerjas en pantoffels -- steungevende (voedings) BH -- toiletartikelen -- kleding voor de baby -- kleding voor jezelf bij ontslag -- iets om de tijd door te komen -- een fototoestel en/of filmcamera -- je patiëntenpas (indien je deze niet hebt neem dan je verzekeringspas en identificatiebewijs mee of laat er zo snel mogelijk één maken in het ziekenhuis)
Partner De aanwezigheid en steun van je partner bij de bevalling op de suites wordt zeer op prijs gesteld. De aanwezigheid van een ander in plaats van de partner is ook mogelijk. Wij adviseren om maximaal 2 personen ter ondersteuning mee te nemen naar het ziekenhuis, omdat als er meerdere personen zijn, dit het geboorteproces erg afleidt.
10
Zijn er speciale wensen ten aanzien van dit onderwerp, kun je altijd met je verloskundige of gynaecoloog overleggen. Mocht je een keizersnede krijgen, dan mag de partner of een andere begeleider mee naar de operatiekamer.
Opname Als de verloskundige (1e of 2e lijns) heeft aangegeven dat je naar het ziekenhuis kan komen dan ben je welkom op afdeling A4. Overdag tot 21.00 uur via de hoofdingang daarna kom je binnen via de nachtingang. Wij weten dat je komt en hebben een suite voor je vrij.
CTG (=CardioTocoGram) Na ontvangst wordt er meestal gelijk een CTG gemaakt, hiervoor lig je op bed en krijg je twee banden om de buik. Hier worden twee knoppen onder bevestigd die de hartslag van de baby en de weeënactiviteit registreren. Als je nog niet aan het bevallen bent, duurt deze registratie ongeveer een half uur. Tijdens het verloop van de bevalling kan het nodig zijn om de baby en de weeënactiviteit continue te registreren. Dit kan dan door middel van twee vaginaal ingebrachte lijnen. De schedelelectrode: waarmee de hartactie van de baby geregistreerd wordt door middel van een draadje op het hoofdje. De sterkte van de weeën kan worden gemeten door een druklijn die langs het hoofdje van de baby opgeschoven wordt in de baarmoeder. Hierdoor kan de inwendige druk gemeten worden waardoor er een nog beter beeld ontstaat van de sterkte van de weeën. De registratie is zichtbaar op een monitorbeeld naast je bed maar ook op diverse locaties op de afdeling en polikliniek. Op deze wijze kunnen we de baby in de gaten houden ook al zijn we niet op de suite.
Faciliteiten op de kraamsuite Wij hebben er alles aan gedaan om een huiselijke, luxe omgeving te creëren op de kraamsuites. Vrij koffie en thee voor de partner en bezoek. Op alle suites is een eigen douche en toilet en op 4 suites is een bad tot je beschikking.
11
Indien de partner (of iemand anders) blijft slapen dan is die verplicht tot afname (tegen kostprijs) van een laken- en handdoekenpakket. Elke suite beschikt over een bedside terminal waarop je gebruik kan maken van de radio, TV, telefoon en internet. Er zijn verschillende pakketen beschikbaar met verschillende prijzen. Het is ook mogelijk om je eigen eten mee te nemen en te bewaren in de koelkast op jouw suite. Indien nodig kan je altijd een eigen meegenomen maaltijd opwarmen. De voedingsassistente komt meerdere keren per dag bij je langs om je wensen wat betreft de maaltijden door te nemen. Je partner kan ook een maaltijd bestellen tegen vergoeding, zie prijslijst op de suite. Tevens is er een minibar op jullie suite, tegen onkosten kunnen jullie daar gebruik van maken. Bij opname word je gevraagd een machtiging in te vullen om zo het bedrag van de genuttigde zaken af te schrijven van je bankrekening. Op de suite is een beloproepsysteem. Indien jullie hulp of ondersteuning nodig hebben van één van de medewerkers dan kan je op de rode knop drukken. Wij komen dan zo snel mogelijk om jullie verder te helpen.
De begeleiding bij de bevalling Gedurende de bevalling komen regelmatig de 2elijns verloskundige of verpleegkundige bij jullie. Zij doen controles en begeleiden jullie in het baringsproces. In principe wordt er tijdens de bevalling elke 2 uur een inwendig onderzoek gedaan om de voortgang te bepalen. Indien er geen complicaties optreden zullen de verloskundige en de verpleegkundige aanwezig zijn bij de geboorte. Indien er op enig moment tijdens de bevalling problemen optreden, wordt er overlegd met de dienstdoende gynaecoloog. Het kan dus zijn dat jullie tijdens de hele opname geen gynaecoloog zien.
12
Inleiding van de bevalling Als er een afspraak is gemaakt voor inleiding dan ontvangen wij je om 07.15 uur of 20.00 uur op de afdeling. Dit tijdstip hoor je op de polikliniek. Op de afgesproken dag van de inleiding om 06.45 of 19.30 uur bel je naar afdeling kraamsuites/A4, tel (0344) 674919, je krijgt dan de verloskundige aan de lijn. Het komt een enkele keer voor dat alle suites bezet zijn, zodat je later op de dag gepland wordt of zelfs op een andere dag. Wij vragen hiervoor je begrip. De arts overweegt een inleiding wanneer hij/zij vindt dat het beter is de baby eerder geboren te laten worden dan af te wachten tot de bevalling spontaan op gang komt.
Waarom word je ingeleid? De arts of verloskundige zal je dat uiteraard tevoren uitleggen. De belangrijkste redenen staan hieronder genoemd.
“Over tijd” (serotiniteit) Wanneer de uitgerekende datum (maximaal) 2 weken voorbij is.
Hoge bloeddruk (hypertensie) De arts heeft je op het spreekuur verteld dat je bloeddruk verhoogd is of misschien werd je al opgenomen om te rusten omdat je bloeddruk te hoog is en maar niet wil dalen. In dat geval kan het voor jou en je baby van belang zijn dat je snel zult bevallen.
Groeiachterstand van de baby(negatieve discongruentie) De baby groeit niet zoals het zou moeten. Hiervoor kunnen diverse redenen zijn. De baby zal mogelijk veel beter kunnen groeien, als hij buiten de baarmoeder gevoed kan worden. Er zijn veel meer redenen denkbaar en in bepaalde gevallen zijn er zelfs combinaties van factoren waarom deze beslissing genomen wordt. Zelfs als de arts inleidt, zal op een gegeven moment de bevalling spontaan verder verlopen en een natuurlijk beloop hebben.
13
Is het noodzakelijk dat je ingeleid wordt? Niemand kan je dwingen tot een inleiding maar er is meestal een goede reden voor die aan jou is uitgelegd. Als dat niet het geval is vraag er dan naar. Mocht je het dan nog niet begrijpen, schroom dan niet je gynaecoloog of verloskundige meer te vragen net zolang tot je het wel volledig begrijpt.
Is inleiden schadelijk voor je baby? Nee. De reden van inleiden is om problemen voor jou of je baby te voorkomen. Normaal zou de natuur de bevalling zelf in gang zetten. Wat er bij het inleiden gebeurt is in feite de natuur een handje helpen, het tijdstip van de bevalling wordt wat vervroegd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van stoffen die in het natuurlijk verloop van een bevalling ook een rol spelen.
Wat gebeurt er als er weeën zijn voordat je ingeleid wordt? Dat betekent in feite dat een inleiding niet meer nodig is. Je moet dan gewoon handelen naar de richtlijnen die je gekregen hebt in verband met bevallen in het ziekenhuis.Wanneer je al in het ziekenhuis bent, ter voorbereiding op de inleiding, kan het niet mooier, dan gaan we gewoon met de bevalling verder.
Is een ingeleide bevalling pijnlijker? Er is geen reden waarom dit zo zou zijn. Ook een natuurlijke bevalling gaat met pijn gepaard. Een bevalling verloopt vaak wat sneller met een inleiding. Vandaar dat soms de weeën als pijnlijker ervaren zullen worden. Het beleven van de pijn is individueel zeer verschillend, zodat nooit goed vergeleken kan worden met soortgelijke ervaringen van anderen. De pijn kun je draaglijker maken met (ontspannings)oefeningen die je op de zwangerschapsgym geleerd hebt. Eventueel is er pijnbestrijding mogelijk. Zie verderop in de folder “pijnstilling tijdens de bevalling”.
Er zijn verschillende methoden voor inleiding: -----
14
Kunstmatig breken van de vliezen (amniotomie) Prostaglandines (vaginaal gel) Oxytocine (per infuus) Balloncatheter
Deze methoden kunnen apart of in een combinatie worden toegepast. Door een inwendig onderzoek (=toucheren), zal de arts/verloskundige kunnen bepalen welke vorm van de inleiding voor jou het meest geschikt is. Wanneer de arts/verloskundige vindt dat het breken van de vliezen voldoende is dan zal hij/zij dit doen op de suite. Vaak wordt dit (later)gecombineerd met een oxytocine-infuus. Als de arts/verloskundige vindt dat prostaglandines nodig zijn dan zal hij/zij dit bij inwendig onderzoek inbrengen.
Wat doet men bij het breken van de vliezen? Al in de vorige eeuw ontdekte men dat, zeker aan het einde van de zwangerschap, het breken van de vliezen de bevalling bespoedigde. Het breken van de vliezen wordt nog zelden gebruikt als enig middel om de bevalling te bespoedigen. Wel wordt het vaak gebruikt in combinatie met andere methoden van inleiden (oxytocine, prostaglandines). De vliezen worden gebroken door een krasje in de vliezen te maken met behulp van een dun pinnetje dat tijdens een inwendig onderzoek wordt ingebracht. De druk van het vruchtwater is verder voldoende om de vliezen verder te openen waardoor het vruchtwater kan weglopen. Omdat in de vliezen geen zenuwen zitten, is deze methode volstrekt pijnloos.
Wat zijn prostaglandines en hoe worden ze toegediend? Prostaglandines stimuleren het lichaam tot de aanmaak van eigen prostaglandines. Normaal gesproken is de cervix (= baarmoederhals) een 4 cm lange, stugge buis, die voorkomt dat de baby te vroeg geboren wordt. Wanneer de zwangerschap echter ten einde loopt (a terme is), dan wordt de cervix langzaam maar zeker steeds korter en zachter (weker). Tot deze tenslotte geen buisvorm meer heeft maar afgeplat is, dit heet verstrijken. Je kunt dit het makkelijkst vergelijken met een coltrui die over het hoofd getrokken wordt. De col is eerst lang en dik. Wanneer hij over het hoofd wordt getrokken zal hij steeds verder uittrekken en tenslotte het hoofd doorlaten. Dit week worden en verstrijken wordt rijpen van de cervix (ook wel ‘primen) genoemd en wordt door de prostaglandines bevorderd. Het is van groot belang dat een cervix rijp is voordat je ingeleid
15
gaat worden met een infuus omdat anders de kans op een mislukte inleiding groter is. Ook de weeënactiviteit wordt door prostaglandines gestimuleerd, het gevolg hiervan is dat de cervix makkelijker zal ontsluiten. Prostaglandines worden toegediend in de vorm van gel. Tijdens een vaginaal onderzoek worden ze in de vagina of cervix ingebracht. Na het inbrengen moet je nog ongeveer een uurtje in bed blijven om de gel of veter goed op de plaats te laten blijven. De gynaecoloog/verloskundige zal ongeveer 4-5 uur later weer een inwendig onderzoek doen om te zien of de prostaglandine geholpen heeft. Eventueel kan er dan nog een tweede keer prostaglandine gegeven worden.
Rijping / priming met behulp van een ballon katheter Een andere methode voor het rijpen van de baarmoedermond is met behulp van een ballon. Dit is een urine katheter met aan het einde ervan een ballonnetje dat gevuld kan worden. Dit wordt ingebracht in de baarmoedermond en gevuld met ongeveer 30 ml. water. Door de inwendige mechanische druk op de vliezen en de baarmoedermond wordt er zo wat ontsluiting gemaakt. Daarnaast zorgt de druk voor het vrijmaken van lichaamseigen hormoon (prostaglandines) wat ervoor zorgt dat de baarmoederhals rijpt. In principe wordt de ballon voor 24 uur ingebracht. Het rijpingsproces kan ongemerkt verlopen of gepaard gaan met harde (pijnlijke buiken). Het kan zijn dat u het ballonetje verliest; dan is er vaak sprake van meer dan 2 cm ontsluiting. Mocht dit niet het geval zijn dan zal uw behandelend arts of verloskundige de volgende ochtend controleren of het ballonnetje nog op zijn plek zit en het eventueel wat verder vullen. Als de baarmoeder voldoende rijp is zullen de vliezen gebroken worden en kan de bevalling verder op gang gebracht worden met weeën stimulatie via een infuus. Dit uiteraard pas na het verwijderen van het ballonnetje. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat rijping met een ballon een goede en veilige methode is voor zowel moeder als kind. Ook bij deze methode van rijping zal de conditie van uw baby regelmatig gecontroleerd worden door midddel van een CTG.
16
De katheter zal worden vastgeplakt aan uw been. Hiermee kunt u dus gewoon rondlopen en bent u niet aanhet bed gebonden. De katheter wordt niet afgesloten. Er kan wat bloederig vocht uitlopen, maar dit kan geen kwaad. Indien u een latexallergie heeft, moet u dit bespreken met de gynaecoloog. Er kan dan een latexvrije ballonkatheter worden geplaatst.
Hoe lang duurt het om iemand in te leiden? Zoals eerder werd vermeld, kan het zijn dat je maar weinig hulp nodig hebt om te bevallen. Het rijpen met prostaglandines kan meer tijd kosten, stel gerust vragen over hoe het verloopt. Verwacht niet dat je altijd op de dag van de inleiding bevallen zult zijn. Dit is wenselijk maar niet altijd mogelijk. Inleiden betekent de natuur een handje helpen en daarbij nog steeds veel aan de natuur overlaten.
Wat gebeurt er als de prostaglandines/balloncatheter niet werken? Het inleiden met prostaglandines werkt meestal goed. Mocht het echter met prostaglandines niet gaan, zal de gynaecoloog/ verloskundige de alternatieven met je bespreken. De gynaecoloog/ verloskundige kan beslissen dat wachten het beste is, hij/zij zal jou dan een of twee dagen rust geven. Als er echter een dwingende medische indicatie voor de inleiding is dan zal een andere methode aanbevolen worden. Mocht de zwangerschap echt beëindigd moeten worden, terwijl de inleiding niet aanslaat, kan tot een keizersnede besloten worden. Gedurende de bevalling moet je geïnformeerd worden over je toestand en het verloop van de bevalling. Als je je ergens zorgen over maakt of als je iets niet begrijpt, vraag er dan naar.
Wat is oxytocine en hoe werkt het? Oxytocine is de oudste bekende stof waarmee de weeën op gang gebracht kunnen worden. Het is een hormoon dat tijdens een spontane bevalling ook in verhoogde mate door moeder en kind geproduceerd wordt. Oxytocine wordt altijd via een infuus in de bloedvaten van de moeder gebracht en bereikt via de bloedcirculatie de baarmoeder. Hierdoor ontstaan uiteindelijk weeën. Er zal meestal
17
gestart worden met een lage dosis, welke afhankelijk van het effect, geleidelijk verhoogd wordt. Tijdens de inleiding word je gecontroleerd middels een CTG waarbij weeën en het hartritme van de baby gemeten worden. Op geleide hiervan is na te gaan of er sprake is van goede weeënactiviteit en of het nodig is de dosis oxytocine te verhogen. Door middel van een druklijn kunnen we de weeën goed registreren en is een te sterke stimulatie (overstimulatie) te voorkomen.
Hoe lang moet ik in het ziekenhuis blijven? De duur van de opname is deels afhankelijk van de methode van inleiden en deels van de snelheid waarmee de bevalling verloopt. In het algemeen geldt dat je op de dag van de inleiding wordt opgenomen dit kan ook ’s avonds zijn. De duur van de inleiding kan variëren van enkele uren tot 1 à 2 dagen, afhankelijk van de rijpheid van de cervix. Is een keizersnede of kunstverlossing noodzakelijk dan is de opnameduur vanzelfsprekend langer.
Pijnstilling tijdens de bevalling Nu je zwanger bent, ga je je misschien een paar dingen afvragen. Bijvoorbeeld over pijn bij de bevalling. Hoe erg zal die zijn? Wat als je er niet tegen kunt? Kun je dan iets tegen de pijn krijgen? Bevallen doet pijn. Daar kan niemand omheen. Maar elke bevalling is anders. De ene vrouw kan gemakkelijker met de pijn omgaan dan de ander. Hoeveel pijn jij zult hebben, kan dus niemand voorspellen. Maak je vooral niet te veel zorgen: er zijn allerlei manieren om de pijn te verzachten. Met en zonder medicijnen. Thuis en in het ziekenhuis. We zetten alles wat kan helpen voor je op een rij.
Een paar feiten over weeën en pijn Je lichaam maakt pijnstillers aan ‘Baringspijn’ (de pijn van weeën) is bijzonder: je hebt die pijn alleen als je bevalt. Aan de pijn merk je dat de bevalling gaat beginnen. Daardoor weet je dat je een veilige, rustige plek moet gaan zoeken. En hulp. Wist je dat je lichaam meteen reageert op de pijn door
18
zelf pijnstillers aan te maken? Dat zijn de zogeheten endorfinen. De endorfinen zorgen ervoor dat je minder pijn voelt.
De pijn komt in golven Baringspijn wordt veroorzaakt door weeën. Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Je kunt zo’n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je buik.
De pijn is niet steeds even erg Aan het begin van je bevalling zit er meer tijd tussen de weeën. Dan doen ze ook niet zoveel pijn. De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte erg pijn kunnen doen. Als je kindje geboren is, houden de weeën op en heb je geen pijn meer. Je hebt alleen nog een paar lichte krampen om de placenta los te maken.
Er zijn buikweeën en rugweeën Sommige vrouwen vinden de pijn goed te verdragen, andere vrouwen vinden het niet uit te houden. We weten nog niet goed hoe het komt dat er zulke verschillen zijn. Het kan voor een deel liggen aan de plaats waar de pijn zit. De meeste vrouwen hebben tijdens de weeën vooral pijn in hun buik. Maar er zijn ook vrouwen die de pijn vooral in hun rug of hun benen voelen. Soms kan de pijn van plaats wisselen. Rugweeën doen volgens sommige vrouwen meer pijn dan buikweeën.
Dit kun je zelf al doen voor de bevalling Regel dat er iemand bij je is om je te steunen Wist je dat vrouwen die tijdens de bevalling goede ondersteuning krijgen minder pijn voelen? Ze hebben ook minder vaak behoefte aan een pijnbehandeling met medicijnen. Daarom is het heel belangrijk om goed na te denken over wie jij straks bij je bevalling wilt hebben. Alleen je partner maar ook je zus, een vriendin, je moeder: het kan allemaal. Net wat jezelf het fijnst vindt. Kies voor iemand waarbij je je niet ‘groot’ hoeft te houden. Waarbij je je op je gemak voelt. En vertel ook deze steun en
19
toeverlaat nu alvast wat je wensen zijn. Dan kun je straks al je energie richten op het opvangen van de weeën. Natuurlijk ondersteunt ook je verloskundige en de verpleegkundige je tijdens de bevalling.
Bereid je goed voor Lees folders, tijdschriften en boeken over bevallen. Zoek naar informatie op internet. Stel je vragen aan je verloskundige of gynaecoloog. Volg een zwangerschapscursus en oefen alvast met ademhalingstechnieken. Dat zorgt er allemaal voor dat je je straks beter kunt ontspannen, waardoor je minder last hebt van de pijn. Je weet dan wat er kan gebeuren en wat je zelf kunt doen. Dat geeft je meer controle en meer vertrouwen dat je de bevalling aankunt. Natuurlijk is bijna iedere vrouw bang en ongerust als de bevalling begint. Probeer je niet te veel over te geven aan die angst want dat maakt je gespannen. Daardoor wordt de pijn erger en kunnen de weeën minder goed doorzetten. Bovendien maakt je lichaam minder endorfine aan als je bang bent.
Rust goed uit Zorg ervoor dat je uitgerust aan de bevalling begint. Slaap genoeg. Rust in de laatste weken van je zwangerschap goed uit en bouw tijd in voor jezelf. Als je uitgerust bent, kun je beter tegen pijn.
Tips om met pijn om te gaan Zoek afleiding Let nog niet te veel op de pijn in het begin. De weeën zijn dan meestal nog goed te verdragen. Ga zo lang mogelijk door met waar je mee bezig bent. Zoek afleiding. Bijvoorbeeld door te lezen, tv te kijken of te luisteren naar muziek.
Probeer houdingen uit Als de weeën sterker worden en meer pijn gaan doen, is het vaak moeilijker om je te ontspannen. Ga dan naar een plek waar jij je prettig voelt en probeer uit welke houding jij je het beste kunt ontspannen. Je kunt bijvoorbeeld staand een wee opvangen, terwijl je een beetje wiegt met je heupen of leunt op een tafel of stoel. Bij rugweeën kan het prettig zijn om op je handen en knieën te zitten. Je
20
kunt ook op een krukje gaan zitten en voorover hangen op de tafel. Lig je liever? Probeer dan eens of het goed voelt om op je zij te liggen, eventueel met een kussen tussen je benen. Of leg een kussen onder je buik en in je rug. Rondlopen kan ook prettig zijn. Probeer gewoon zelf uit wat voor jou het beste voelt! Pas vooral op dat je niet verkrampt of je adem inhoudt als de pijn eraan komt. Dan kun je niet goed ontspannen. Laat alles zo losjes mogelijk hangen en blijf rustig ademhalen. Dan voel je de pijn minder.
Zorg ervoor dat je het lekker warm hebt Warmte helpt om te ontspannen. Zorg er dus voor dat de temperatuur in de kamer aangenaam is. Doe warme kleren aan die gemakkelijk zitten. Als je ligt, kun je warmwaterzakken bij je buik en rug leggen. Een warm bad is ook een goed idee. Veel vrouwen vinden het lekker om onder de douche te zitten, met een warme straal water uit de douchekop op hun buik of rug gericht. Het warme water helpt je om te ontspannen, waardoor je de pijn minder erg voelt.
Concentreer je op je ademhaling Als je het ritme van je ademhaling volgt, ben je minder gericht op de pijn. Dat helpt je om je te ontspannen en dan kun je de weeën beter opvangen. Blijf dus rustig doorademen. Adem in, en adem dan langzaam in vier tellen uit.
Laat je masseren (of juist niet) Een massage van je onderrug of benen kan prettig zijn als de weeën sterker worden. Het leidt je af van de pijn en voorkomt verstijving van de onderrug. Sommige vrouwen willen liever dat iemand met twee vuisten constant tegen hun onderrug drukt. Probeer het uit en laat weten wat je wel en niet fijn vindt. Misschien mag er wel helemaal niemand aan je komen en wil je liever met rust gelaten worden. Laat dat dan ook weten.
Geboorte-TENS Geboorte-TENS (Transcutane Electrische NeuroStimulatie) werkt als volgt. Via een apparaatje geef je jezelf kleine stroomstootjes. Je bedient het apparaatje zelf, wat je een gevoel van controle kan geven.
21
En je bepaalt zelf hoe sterk de stroomstootjes zijn. Via elektrodes (draadjes die op je rug geplakt zitten) gaan de stroomstootjes je lichaam binnen. Dat geeft een prikkelend of tintelend gevoel, vergelijkbaar met koude handen die gaan tintelen als ze weer warm worden. Er is te weinig wetenschappelijk bewijs dat geboorte-TENS echt een effectieve manier van pijnbehandeling is. Er is wel gebleken dat bij sommige vrouwen de pijn minder werd tijdens de bevalling maar het neemt de pijn zeker niet helemaal weg. Het heeft voor zover bekend geen schadelijke gevolgen voor jou of je kindje. Geboorte-TENS kan zowel thuis als in het ziekenhuis door jou zelf toegepast worden. Het apparaat is niet in het ziekenhuis aanwezig en moet je zelf huren (www.geboortetens.nl).
Wat kun je in het ziekenhuis krijgen tegen de pijn? Voor pijnbestrijding met medicijnen moet je naar het ziekenhuis en zul je dus in het ziekenhuis moeten bevallen. De reden is dat bij toediening van medicijnen voortdurend je hartslag, bloeddruk en ademhaling moeten worden gecontroleerd. Ook de conditie van je kindje moet worden bewaakt door registratie van de hartslag via een CTG. De apparatuur daarvoor is alleen in het ziekenhuis beschikbaar. Lees hier alvast over de belangrijkste methoden en de voor- en nadelen van pijnbestrijding. Dat kan je helpen om te kiezen als het nodig mocht zijn. Realiseer je dat voor alle medicijnen geldt dat bijwerkingen voor het kind op lange termijn onwaarschijnlijk zijn. De volgende behandelingen worden in Nederland het meest toegepast: -- ruggenprik (epidurale analgesie) -- injecties met pethidine
Ruggenprik (‘epiduraal’) Deze vorm van pijnbehandeling geeft het beste resultaat voor moeder en kind. Er is 24 uur per dag de mogelijkheid tot het krijgen van een ruggenprik. Hoe verloopt zo’n ruggenprik?
22
Voorbereiden en controles Je krijgt eerst extra vocht via een infuus. Dit is nodig omdat je bloeddruk niet teveel mag dalen. Je pols en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd, met behulp van automatische bloeddrukapparatuur. De harttonen van het kind worden gecontroleerd door middel van een CTG (cardiotocogram).
Wie geeft de prik? Epidurale pijnbestrijding wordt door een anesthesioloog gegeven. Dit gebeurt op de kraamsuite. Er wordt naar gestreefd de ruggenprik toe te dienen binnen 30 minuten na aanvraag door de gynaecoloog maar uiterlijk binnen 60 minuten.
De prik zelf De anesthesioloog prikt terwijl je voorovergebogen zit. Je moet je rug zo bol mogelijk maken en je lichaam zo stil mogelijk houden, daardoor wordt de ruimte tussen de ruggenwervels beter bereikbaar. De huid op de prikplaats wordt schoongemaakt en plaatselijk verdoofd met een dunne naald. Vervolgens schuift de arts op deze plaats door een andere naald een klein dun soepel slangetje (catheter) tussen de wervels in de epidurale ruimte. Door inspuiting van verdovingsvloeistoffen worden de zenuwen vervolgens tijdelijk uitgeschakeld waardoor je geen pijn meer voelt.
Wat voelt u ervan? De prik van de epidurale naald duurt kort en doet door de verdoving van de huid praktisch geen pijn.
Na de prik Als de catheter eenmaal is aangebracht, kun je weer bewegen. De catheter wordt vastgeplakt en aangesloten op een pomp waardoor continu een kleine hoeveelheid verdovingsvloeistof loopt. Gemiddeld duurt het 5 tot 15 minuten voordat je het effect echt merkt. Na 15 minuten zal je zo goed als geen pijn meer voelen.
Verdere controles Tijdens het verdere verloop van de bevalling worden je bloeddruk en
23
pols gecontroleerd met behulp van automatische bloeddrukmeting. Je krijgt een blaascatheter omdat je door de verdoving niet goed voelt dat je moet plassen. Deze zal na de bevalling weer worden verwijderd samen met het slangetje in je rug. Ook de conditie van je kind wordt bewaakt m.b.v. CTG apparatuur. De weeën en harttonen zullen inwendig geregistreerd worden.
De voordelen van een ruggenprik: -- De meeste vrouwen (95%) voelen helemaal geen pijn meer tijdens de weeën. -- Voor zover bekend heeft een ruggenprik geen nadelige gevolgen voor het kind of het geven van borstvoeding. -- Je wordt niet slaperig of suf van een ruggenprik en maakt de bevalling dus helemaal mee.
De nadelen van een ruggenprik: -- Heel soms werkt een ruggenprik maar aan een kant. En bij ongeveer 5% van de vrouwen wordt de pijn niet of nauwelijks minder. Dat kan komen door de plaats waar de naald is ingebracht en de dosering van de medicijnen. De ruggenprik wordt dan soms opnieuw uitgevoerd. -- De bloeddruk kan tijdelijk dalen. Deze bloeddrukdaling wordt opgevangen door een infuus en bloeddrukverhogende medicijnen. In zeer zeldzame gevallen reageert de baby ongunstig en moet met spoed worden ingegrepen. -- De bevalling, vooral het persen, duurt langer. Soms wordt tijdens het persen de hoeveelheid pijnstilling verminderd of stopgezet om het gevoel om goed mee te kunnen persen te bevorderen. Je hebt door een epiduraal wel meer kans op een bevalling met de vacuümpomp (een ‘vaginale kunstverlossing’). -- De weeën moeten vaker gestimuleerd worden met medicijnen aangezien ze kunnen afnemen door een epiduraal. -- Je mag je bed niet uit omdat je minder gevoel in je benen hebt. Dat komt langzaam weer terug nadat toedienen van medicijnen is stopgezet. -- Je lichaamstemperatuur kan stijgen door een ruggenprik. Het is dan lastig om te bepalen of dat door de ruggenprik komt of dat
24
--
--
----
het om koorts gaat door een infectie. Soms krijg je dan voor de zekerheid antibiotica. Er is een kans dat je kindje na onderzoek door de kinderarts wordt opgenomen op de kinderafdeling en ook wordt behandeld met antibiotica. Je kunt jeuk krijgen. Deze kan goed behandeld worden door de samenstelling van de medicijnen aan te passen maar dit is zelden nodig. Hevige hoofdpijn treedt zeer zelden op na verwijdering van het slangetje. De zogenaamde ‘spinal tap’ kan door de anesthesioloog verholpen worden middels een ‘blood patch’ Blijvende verlamming is uiterst zeldzaam en treedt vooral op bij mensen met stollingsstoornissen. Infecties ter hoogte van de insteekplaats zijn eveneens zeldzaam omdat zo steriel mogelijk gewerkt wordt. In bepaalde situaties is epidurale pijnstilling onwenselijk, zoals bij stoornissen in de bloedstolling, bij infecties, bij sommige neurologische aandoeningen, bij afwijkingen of eerdere operaties aan de wervelkolom of vanwege een snel te verwachten bevalling.
Injecties met pethidine Pethidine wordt toegediend via een injectie in de spier van je bil of bovenbeen. Het werkt binnen een half uur. Anders dan een ruggenprik neemt pethidine de pijn niet helemaal weg. Het verdooft volgens veel vrouwen wel de ergste pijn. Pethidine werkt 2-4 uur. Vanwege de bijwerkingen voor je kind wordt pethidine niet meer gegeven aan het eind van de ontsluiting. De gynaecoloog zal beslissen of het medisch nog verantwoord is.
Voordelen van pethidine: -- Pethidine kan in elk ziekenhuis op elk tijdstip worden gegeven afhankelijk van de mate van ontsluiting en de conditie van de baby. -- Ongeveer 50% van de vrouwen is tevreden over het pijnstillende effect. -- Je kunt slaperig worden van pethidine, of zelfs in slaap vallen. Dat kan prettig zijn als je moe bent van de weeën: dan kun je even uitrusten.
25
Nadelen van pethidine: -- Pethidine werkt niet zo snel. Pas binnen een half uur wordt de ergste pijn minder. -- Maar ongeveer 25-50% van de vrouwen vindt de pijn vermindert. -- Je kunt misselijk, suf en slaperig worden. Het kan zijn dat je de geboorte daardoor minder bewust meemaakt. -- Je mag niet rondlopen, omdat je sneller valt als je slaperig bent. -- Ook je kindje kan suf worden van pethidine. Daardoor kan het meer moeite hebben met ademhalen na de geboorte, vooral als de pethidine 1-3 uur voor de geboorte is gegeven. Soms hebben baby’s een injectie nodig om weer goed te kunnen ademhalen.
Bijna net als thuis… Na de bevalling Als je bent bevallen blijf je op dezelfde suite. De verpleegkundige/ kraamverzorgende bekijkt samen met jou wat het beste voor je is wat betreft de verzorging. Heb je wat meer gevloeid dan normaal of er is een andere reden dan zal er besloten worden dat je op bed wordt gewassen. Meestal is het mogelijk dat je onder de douche kan onder toeziend oog van iemand, dit kan ook je partner zijn als de situatie het toelaat. Na de bevalling worden je bloeddruk, temperatuur, het vloeien, de stand van de baarmoeder gecontroleerd. Na de bevalling moet je binnen 6 uur hebben geplast, probeer goed te drinken. Je kamer wordt ondertussen opgeruimd en de apparatuur wordt van je suite gereden waardoor de suite weer een “gewone” suite wordt. We streven ernaar een huiselijke sfeer te creëren in het ziekenhuis. De baby wordt ook op de kamer verzorgd. Soms moeten we je een aantal uren/dagen na de bevalling verhuizen naar een tweepersoonskamer als er meerdere vrouwen moeten bevallen. We doen dit bij hoge uitzondering en streven ernaar dat je in ieder geval 24 uur alleen op een suite blijft liggen. De baby blijft bij je.
26
Afdeling Kind&Jeugd/B5 Er zijn duidelijke afspraken over de indicatie wanneer een baby naar de afdeling Kind&Jeugd moet en deze zullen wij ook indien nodig met jullie bespreken. Het is mogelijk dat de baby naar deze afdeling moet zonder dat daar voor de bevalling aanleiding voor was. Als je baby op deze afdeling moet worden opgenomen gaan we de situatie evalueren, kan jij bij je baby op de afdeling Kind&Jeugd liggen of is jouw situatie niet stabiel en kan de baby dan beter op de kraamsuites blijven met extra zorg voor de baby? Hierover zijn afspraken gemaakt door de twee desbetreffende afdelingen, dit alles is afhankelijk van de mogelijkheden op beide afdelingen. Alle verpleegkundigen van beide afdelingen zijn geschoold in de verpleegkundige handelingen die toegepast moeten worden. Indien je op de afdeling Kind&Jeugd ligt bij je baby zal elke dag de 2e lijns verloskundige bij je langs komen. Je partner en eventuele andere kinderen (mits niet ziek) zijn ook welkom. De kinderen mogen spelen in de speelkamer. Daar is geen toezicht en na het spelen moet er natuurlijk wel opgeruimd worden. De bezoekuren op de afdeling Kind&Jeugd zijn 10-11 uur, 16-17 uur, 20-21uur.
Kiekeboo De afdeling Kind&Jeugd beschikt over een camera waardoor je op internet je baby kan zien. Ook is het mogelijk om daar berichtjes achter te laten. Je krijgt van de afdeling een inlogcode en wachtwoord die je zelf kan doorgeven aan wie je dat wenst. Zij kunnen dan ook je baby zien. Ook op de kraamsuites kun je de baby via de camera zien.
Bezoek kraamsuites/A4 We hebben geen vaste bezoektijden. Bezoek mag op de suite komen wanneer jullie dat willen, houd echter de rust goed in de gaten. De verpleegkundige/kraamverzorgende zal bespreken hoe de dag/avond er ongeveer uit gaat zien en adviezen geven omtrent de tijden dat er het beste bezoek kan komen. Geef aan wat je wensen hierin zijn. Wij adviseren wel om op de dag een rusttijd in te plannen. Op de afdeling is een familiekamer waar zonodig de familie kan wachten tot dat ze op de suite terecht kan of als het te druk is op jouw suite. Hier is ook koffie en thee.
27
Partner kan blijven slapen Je partner of een ander gewenst persoon kan ‘s nachts bij je blijven slapen. We hebben daarvoor op de suite een slaapbank. Waarvoor afname van een lakenpakket (tegen kostprijs) verplicht is.
Zelfredzaamheid Wij streven ernaar om jullie zo snel mogelijk zelfstandig te laten zijn. De partner of een ander aanwezig persoon zal door de verpleegkundige/kraamverzorgende in de zorg betrokken worden. Dit om de overgang naar huis zo soepel mogelijk te laten verlopen. Thuis zijn er ook momenten dat jullie het samen moeten doen en daarom is het fijn als je al het een en ander hebt geleerd. Wij denken hierbij aan het verschonen van de baby, temperaturen, de baby in bad doen,voeden, met de kraamvrouw naar het toilet lopen en helpen bij haar verzorging zoals douchen. Wij zullen jullie leren hoe het moet om zo samen te bekijken wanneer jullie het zelf kunnen/willen. Als het niet jullie eerste kind is, zal je zien dat je alweer snel weet hoe het allemaal moet. Wij zijn altijd bereid om te ondersteunen daar waar nodig is, geef dat aan! Wij willen graag dat je de kraamwijzer van huis meeneemt, daarin kun je zelf notities maken over bijvoorbeeld de verschoningen van je kind.
De keizersnede De medische term voor een keizersnede is en sectio caesarea. Er bestaan verschillende redenen voor een keizersnede.
Wat is een keizersnede Een keizersnede is een operatie waarbij je baby via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten. De baby wordt meestal binnen een kwartier na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht. Deze hechtingen lossen vanzelf op.
28
Reden voor een keizersnede De gynaecoloog adviseert een keizersnede als een bevalling via de vagina niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor jou, de baby of voor beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is.
Een geplande keizersnede Deze word ook wel een primaire sectio genoemd. Soms is het tijdens de zwangerschap al duidelijk dat te zijner tijd een keizersnede noodzakelijk zal zijn bijvoorbeeld als de moederkoek(placenta) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom de indaling van de baby verhindert of als er complicaties zijn zoals een moederkoek die onvoldoende functioneert.
Een keizersnede tijdens de bevalling Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is, dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende reden daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/ of een verslechterende conditie van de baby. Het is mogelijk dat de bevalling niet opschiet tijdens de ontsluiting of de uitdrijving. Als de ontsluiting onvoldoende vordert neemt het aantal centimeters niet (voldoende) toe. Bij onvoldoende vordering van de uitdrijving is er te weinig indaling van het hoofdje of de billen van de baby in het bekken. De gynaecoloog/verloskundige kan denken aan dreigend zuurstofgebrek wanneer de harttonenregistratie op een cardiotocogram(CTG) langdurig of ernstig afwijkt. Soms wordt een beetje bloed van de hoofdhuid van de baby afgenomen (microbloedonderzoek) via de vagina om te bepalen of je baby voldoende zuurstof krijgt.
Vooraf aan een keizersnede Zoals bij elke operatie vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar je gezondheidstoestand. Er zullen vragen worden gesteld over je gezondheid. Verder wordt er bloedonderzoek gedaan en ga je naar de anesthesist voor een gesprek over de verdoving. De opties zijn een ruggenprik of algehele narcose. Bij ons krijgt bijna elke vrouw een ruggenprik en wordt algehele narcose enkel toegepast bij ernstige spoed.
29
Narcose Bij narcose slaap je tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo gegeven dat de baby zo weinig mogelijk medicijnen via de moederkoek krijgt. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. Soms krijg je van tevoren wat zuurstof via een kapje of slangetje voor of in je neus. Terwijl je slaapt krijg je een buisje in je luchtpijp voor de beademing. Je voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.
Een ruggenprik (spinaal) Bij een ruggenprik spuit de anesthesist verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels, dit is op een andere plek dan de ruggenprik die je krijgt als pijnstilling bij een vaginale bevalling. Al snel worden je buik en benen gevoelloos. Soms ben je kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. Bij een ruggenprik maak je de geboorte van je baby bewust mee, en al tijdens de operatie kun je de baby even zien, horen en aanraken. Je hebt tijdens de operatie geen pijn, wel voel je soms dat er op de buik wordt geduwd.
Voorbereiding Afhankelijk van het tijdstip van de keizersnede mag je nog wat eten en drinken. De kraamverzorgende/verpleegkundige zal je hierover informeren als je komt voor het opnamegesprek een dag van te voren. Je schaamhaar moet worden weggeschoren maar het is zeker mogelijk dat jezelf of je partner dit doet thuis voordat je wordt opgenomen. Tijdens de operatie krijg je een operatie jasje aan. Sieraden, make-up, nagellak, alle piercings, haarspelden moeten verwijderd zijn. Als je een los element in je mond draagt, moet deze ook uit. Voor de operatie moet je blaas leeg zijn. Op de afdeling of op de operatiekamer brengt de verpleegkundige een blaascatheter in zodat de urine kan wegstromen; deze wordt in een zak opgevangen.
De operatie Bijna altijd maakt de gynaecoloog een “bikinisnede”, een horizontale snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens. Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar
30
beneden gemaakt. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen, worden opzij geschoven en vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder jullie baby naar buiten. Geregeld drukt men daarbij op je buik. Soms is het noodzakelijk het hoofdje van de baby met behulp van een vacuümpompje geboren te laten worden. Als jullie kindje is geboren wordt de navelstreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven, mag de vader dit niet zelf doen, zoals bij een “normale”bevalling. Na het doorknippen van de navelstreng krijg je via het infuus doorgaans een antibioticum en een medicijn om de baarmoeder te laten samentrekken. Als de moederkoek geboren is hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.
Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn? Bij een keizersnede met een ruggenprik mag de door jou gewenste persoon bij de keizersnede aanwezig zijn, dit is meestal de partner maar je kunt er ook voor kiezen dat er iemand anders meegaat naar de operatiekamer. Het is toegestaan foto’s te maken. Dit gebeurt tijden de keizersnede meestal door iemand van de operatiekamer. Degene die aanwezig is bij de keizersnede krijgt een plekje naast de vrouw. Het operatiegebied wordt afgeschermd door middel van steriele doeken, in principe zie je niets van de operatie tenzij de begeleider dit graag wil , dan kan deze gaan staan. Ook is het mogelijk om een camera te richten op het operatiegebied zodat je op het scherm kunt meekijken.
Huid op huidcontact na een keizersnede Binnenkort wordt uw kindje geboren met een keizersnede. Ziekenhuis Rivierenland biedt u en uw baby huid op huid contact na een keizersnede waarbij de baby na de keizersnede bij u (en uw partner) blijft op de operatiekamer en de verkoeverkamer.
31
Uit onderzoek blijkt dat huid op huid contact ne de geboorte een gunstig effect heeft op de aanpassing van de baby aan zijn nieuwe omgeving. Daarbij staan wij voor gezinsgerichte zorg en die willen we ook graag beiden bij een keizersnede. Op de datum van de geplande keizersnede wordt u opgenomen op de kraamsuite, vandaar gaat u samen met de verpleegkundige van de afdeling en uw partner naar de operatiekamer. U wordt voorbereid op de operatie en krijgt een warmte deken op uw borst. Na de geboorte van de baby wordt deze door de kinderarts nagekeken (in de operatieruimte), het laatste stukje navelstreng wordt door uw partner afgeknipt, de baby getemperatuurd en een luiertje om gedaan en dan komt de baby bij u op de blote borst, huid op huid. Als de wond gehecht is, gaat u weer over op uw eigen bed en gaat u samen met uw baby en partner en de verpleegkundige naar de verkoeverkamer. Hier aangekomen, wordt u aangesloten op de monitor en als u borstvoeding geeft, wordt de baby dan aan de borst gelegd. De baby wordt nog een keer getemperatuurd. In verband met de privacy van andere patiënten en het personeel, is het hier alleen toegestaan foto’s te maken als de gordijnen dicht zijn rondom het bed. Als uw baby stabiel blijft, gaat u daarna samen met partner, baby en verpleegkundige terug naar de kraamsuite. Echter het kan voorkomen dat de toestand van moeder of de baby het noodzakelijk maakt dat de baby met de partner niet kunnen blijven en het operatiecomplex moeten verlaten. U zult dan hierover uitleg krijgen waarom het niet kan op dat moment. Mocht u vragen hebben na aanleiding van deze flyer dan kunt u altijd terecht bij de kraamsuites.
Na een keizersnede Na een keizersnede worden de bloeddruk, polsslag, het bloedverlies, de wond en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het
32
infuus krijg je vocht toegediend. Bij een ruggenprik heb je de eerste uren na de operatie nog geen controle over je benen. Geleidelijk krijg je het gevoel weer terug. Om trombose te voorkomen krijg je elke dag een injectie onder de huid van je buik met een bloedverdunnend middel (Fraxiparine®). Als er uitgebreid gevoed en geknuffeld is, zal de verpleegkundige je gaan wassen. Er wordt met jullie besproken wanneer je bezoek wilt ontvangen.
Pijnstilling Na de operatie zul je meerdere keren per dag pijnstillers krijgen, wij adviseren om deze tijdig te nemen ook al heb je weinig/geen pijn. De ervaring leert dat het in en uit bed gaan dan beter gaat. We vragen je enkele keren per dag om een cijfer aan de pijn te geven. 0 is geen pijn en 10 is de ergste pijn die je kan bedenken. Aan de hand van deze score kunnen we bepalen of er meer pijnstilling nodig is.
Eten en drinken Je mag na de operatie niet gelijk weer eten. Er wordt gestart met water, thee, appelsap en bouillon, dit breiden we uit naar yoghurt, vla en dergelijke en vervolgens licht verteerbaar eten. Bij de een kan dit wat sneller zijn dan bij de ander, het is afhankelijk van hoe het gaat. De volgende dag gaat de blaascatheter er uit, het infuus wat later nadat je bloedgehalte (Hb) is gecontroleerd. Je mag dan onder begeleiding even uit bed en als het lukt weer naar het toilet. Na een keizersnede mag men ongeveer na 3 dagen weer naar huis. Indien alles goed gaat is het mogelijk in overleg met de 1e lijns verloskundige en je kraamcentrum om na 48 uur naar huis te gaan.
Complicaties Ieder operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als je gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.
Bloedarmoede Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Bij ruim bloedverlies ontstaat
33
er bloedarmoede. Niet zelden is na afloop een bloedtransfusie of het gebruik van ijzertabletten noodzakelijk. Bij een voorliggende moederkoek is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.
Blaasontsteking Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor, dit komt met name door de blaascatheter.
Nabloeding in de buik Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een ernstige hoge bloeddruk waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.
Bloeduitstorting in de wond Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een zwangerschapsvergiftiging.
Infectie Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijg je vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.
Trombose Bij elke operatie en na elke bevalling is er een verhoogd risico op trombose. Daarom krijg je bij deze combinatie dagelijks tot je ontslag een injectie om trombose te voorkomen. Ga je binnen 72 uur naar huis dan moet dit 1x thuis gespoten worden door jou of je partner.
Een beschadiging van de blaas Een beschadiging aan de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als je al verschillende malen een keizersnede hebt ondergaan. Er kunnen verklevingen rond de blaas zijn.
34
Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel heb je dan langer een catheter nodig.
Darmen die niet goed op gang komen Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in de maag en darmen wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang.
Bij de volgende bevalling weer een keizersnede? Na een keizersnede wordt geadviseerd en jaar te wachten alvorens weer zwanger te worden. Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt af van de reden van deze keizersnede. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat je de volgende keer een normale bevalling tegemoet kan zien. Je hebt na een keizersnede wel altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.
Emotionele aspecten rondom een keizersnede De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg kon plaatsvinden en hebben het gevoel dat een normale bevalling van hen is afgenomen. Soms vinden ze dat ze gefaald hebben. Bij een narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen. Spelen dergelijke gevoelens bij jou, praat erover met je partner, vrienden en familieleden. Bespreek tijdens de nacontrole je emoties en vragen, zoals waarom de keizersnede nodig was. Dit kan je ook helpen bij het verwerken van je emoties. Schrijf je vragen van te voren op zodat je niets vergeet.
35
Fysiotherapeutische oefeningen na een keizersnede Dag 0-1 Zucht regelmatig diep door om longproblemen te voorkomen. Durf daarbij naar de wond toe te ademen. Leg in ruglig je handen op de buik. Probeer het zo te doen dat bij het inademen de buik zich vult met lucht. Bij hoesten en niezen, kun je de wond ondersteunen met je handen of een kussentje / handdoekje. Oefen regelmatig je benen om de doorbloeding te verbeteren en vocht af te voeren. Dit doe je door rondjes met je enkels te draaien, voeten op te trekken en weg te duwen en de heupen en knieën te buigen en te strekken.
Dag 2 Bij het uit bed komen draai je eerst op je zij, breng dan je benen over de rand, duw je op via je armen en adem door. Bij het opstaan je romp goed naar voren brengen. Bij het lopen de buik loslaten en doorademen.
Plassen Ga goed rechtop op het toilet zitten, strek de romp op waarbij de onderrug hol wordt en adem naar de buik toe. Neem de tijd, probeer de bekkenbodemspieren te ontspannen door de onderbuik, plas buis en anus te laten uitzakken. Om te controleren of je helemaal uitgeplast bent kun je enkele malen het bekken kantelen voor dat je opstaat, niet persen. Soms komt er nog een scheutje urine. Om af te sluiten trek je, als de urinestraal gestopt is, de anus en plasbuis in en houd je de spierspanning even vast voordat je opstaat.
Ontlasting
Je gaat ontspannen op het toilet zitten en kantelt het bekken iets naar achteren; de rug wordt wat boller en je voelt hoe je iets in de toiletbril zakt. Je mag zacht persen om de ontlastingreflex in gang te zetten terwijl je uitademt, maar het verdere transport van de ontlasting hoort vanzelf plaats te vinden. De ontlastingsreflex wordt geactiveerd door eten. Probeer het ontlasten dan ook kort na de maaltijd, of als je aan - drang hebt. Als het niet lukt later weer proberen, niet te lang blijven zitten.
36
Vanaf dag 2 Breid je activiteiten rustig uit. De bekkenbodemspieren geven steun aan de organen in de buik en kunnen openen en sluiten om plassen en ontlasten mogelijk te maken. Na de keizersnede is het zinvol deze als volgt te oefenen: plas of windje ophouden en weer loslaten Probeer tijdens het uitademen de bekkenbodem aan te spannen. Je spant 6 - 8 seconden aan en herhaalt dit 10x. Deze oefeningen doe je 3x per dag. Als je deze oefening onder de knie hebt kun je de bekkenbodem aanspannen tijdens het opstaan, het omdraaien in bed en later bij het bukken en tillen. Niet voortdurend aanspannen! Ook bij hoesten en niezen kun je de bekkenbodem aanspannen om eventueel urineverlies te voorkomen.
Bij thuiskomst Rustig wandelen en traplopen is geen probleem, maar loop niet voor alles naar boven. De eerste zes weken zo min mogelijk dragen en tillen, behalve natuurlijk voor de verzorging van je kindje. Zoek de optimale balans tussen rust en activiteit; luister dus naar je eigen lichaam. Autorijden na de keizersnede mag, maar bekijk wel de voorwaarden van je verzekering!
Bewegen is gezond! Als je weer wilt gaan sporten, begin dan ongeveer zes weken na de bevalling met na-gym. Wanneer je zelfstandig aan de slag gaat, bouw het dan rustig op. Zijn er nog (sportspecifieke) vragen, bel ons gerust: 0344 67 43 36. Bekkenfysiotherapie, Ziekenhuis Rivierenland Tiel.
37
Borstvoeding Het Ziekenhuis Rivierenland Tiel hanteert de visie dat borstvoeding als beste start beschouwd wordt voor bijna alle kinderen. Verpleegkundigen en kraamverzorgenden voeren een stimulerend beleid om borstvoeding een optimale kans te bieden. Ouders die de keuze hebben gemaakt om borstvoeding te gaan geven kunnen rekenen op deskundige informatie, instructie en begeleiding.
Adviezen -- Het geven van borstvoeding is een leerproces voor moeder en kind. Gun je zelf en jouw baby de tijd om te leren en zo samen en fijne borstvoedingsperiode te beleven. -- De baby wordt, indien mogelijk, direct na de geboorte aangelegd. -- Moeder en kind horen bij elkaar op de kamer (rooming-in). Het hechtingsproces wordt hierdoor bevorderd en voedingssignalen (zoekreflex, smakgeluiden, op handje zuigen) van de baby worden tijdig herkend. -- Borstvoeding wordt gegeven op verzoek van de baby met een minimum van 8 voedingen per etmaal. Overdag maximaal 3½ uur tussen de voedingen, van begin tot begin volgende voeding. -- De eerste dagen kan de tepel pijnlijk/schrijnend zijn bij het eerste aanzuigen, gedurende de rest van de voeding mag het geen pijn doen. De baby van de borst halen door het vacuüm op te heffen met een pink in de mondhoek van de baby. -- De baby kan in verschillende houdingen worden aangelegd: Madonnahouding,bakerhouding en liggend op de zij.
Madonnahouding
38
bakerhouding
liggend
-- Per voeding worden beide borsten aangeboden. De baby bepaalt zelf de tijdsduur van de voeding. Als de baby niet meer effectief drinkt dan verschonen en de andere borst aanbieden. -- Het is belangrijk om bij de volgende voeding te beginnen met de borst waaruit de baby het laatst heeft gedronken. -- Bijvoeding wordt alleen gegeven op medische indicatie. Er wordt geen speen gebruikt maar een cupje/bekertje. Dit om zuigverwarring te voorkomen. -- Vermijd een fopspeen, zeker de eerste maand. Leg bij veel zuigbehoefte de baby vaker aan de borst. -- Als de borstvoeding nog niet op gang is, zijn 1 à 2 natte luiers per 24 uur voldoende. Oranje neerslag (uraten) in de luier hoeft geen teken te zijn van vochttekort. -- De baby heeft voldoende borstvoeding als hij of zij vanaf de zesde dag minstens 6 natte luiers en 1 of meer ontlastingen per dag heeft. -- Zuigt de baby niet of onvoldoende aan de borst dan moet je zo snel mogelijk beginnen met kolven (binnen 12 uur). Er is op de afdeling een folder aanwezig over het huren van kolfmateriaal voor thuis. -- Op de afdeling verloskunde en op de afdeling Kind & Jeugd is een handleiding over borstvoeding aanwezig. Deze is ter inzage beschikbaar!
Hygiëne -----
Minstens één maal per dag douchen. Voor iedere voeding handen wassen. Dagelijks een schone voedings BH dragen. Na de borstvoeding de tepels aan de lucht laten drogen met wat moedermelk erop. -- Bij lekkende borsten kun je borstkompressen gebruiken en deze elke voeding verschonen. -- Voor het verzorgen van de tepels geen zeep, desinfecterende sprays of zalven gebruiken.
39
Pijnlijke en gezwollen borsten (stuwing) -- Bij stuwing is het van belang vaak en zorgvuldig aan te leggen en verschillende voedingshoudingen te gebruiken. -- Vlak voor de voeding kun je warmte toedienen d.m.v. een warme douche of warme doeken om de melkstroom op gang te brengen. -- Draag een stevige BH of steunverband. -- Blijf ondanks de stuwing voldoende drinken. Minder vochtopname heeft geen invloed op de stuwing. -- Vaak en veel aanleggen kan stuwing voorkomen. Eventueel een paracetamoltablet 500mg. ter verlichting van de pijn innemen.
Voeding van moeder -- Gezond en gevarieerd eten en drinken is belangrijk. Ongeveer 2½ liter vocht per dag. -- Het is niet verstandig om een vermageringsdieet te volgen tijdens de borstvoedingsperiode. -- In principe kun je tijdens de periode dat je borstvoeding geeft alle voedingsmiddelen eten en drinken. Vermijd alcohol. Indien jouw baby darmkrampjes heeft, ga dan na wat je de vorige dag van prikkelende stoffen hebt gegeten en vermijd deze voorlopig.
Lactatiekundigen Op de kraamsuites en de Kind & Jeugdafdeling zijn lactatiekundigen werkzaam. Zij bieden jou en de medewerkers ondersteuning om de borstvoeding een goede start te geven. Zwangeren, onder controle bij de gynaecoloog, kunnen tijdens hun zwangerschap op de polikliniek verloskunde een afspraak maken voor een consult.
Tot slot Bij vragen of problemen (ná het ontslag uit het ziekenhuis) kun je altijd contact opnemen met de volgende hulpverlenende instanties: -- Vereniging Borstvoeding Natuurlijk: 0343-576626 -- La Leche League: 0111-413189 -- Stichting Thuiszorg Tiel: 0900-8433 -- Ned. Vereniging van lactatiekundigen www.nvlborstvoeding.nl
40
Waar moet je bij jezelf opletten Plassen Het is belangrijk dat je je blaas regelmatig leeg plast, door een volle blaas kan de baarmoeder niet zo goed samentrekken en is er een grotere kans om flink te gaan vloeien. Het plassen kan pijnlijk zijn in verband met de eventuele knip of inscheuring van de vagina. Je kunt eventueel onder de douche plassen en de straal water gebruiken om de urine direct weg te spoelen van het wondgebied. Je kunt ook een kan water gebruiken, dan laat je het water tijdens het plassen over de vagina lopen, hierbij bereik je hetzelfde resultaat.
Vloeien Het is heel normaal dat je na de bevalling vloeit. Dit is de eerste dag na de bevalling meer dan de dagen erna. Het vloeien wordt geleidelijk wat minder. Een goede leidraad voor de hoeveelheid dat je mag vloeien direct na de bevalling is het kraamverband dat je draagt. Normaal is, dat je bij iedere toiletgang 1-2 kraamverbanden nodig hebt. Als je tussendoor vaker moet verschonen en dus meer dan 1-2 kraamverbanden per uur nodig hebt moet je het laten weten. Je moet niet schrikken als je bij het plassen een bloedstolsel verliest. Deze kan behoorlijk groot zijn. Blijf je na een paar uur steeds stolsels verliezen dan willen we dit ook graag weten. Gebruik geen tampons. In verband met infectiegevaar is het niet verstandig om in bad te gaan. Dit mag weer als je niet meer vloeit. Hygiëne is erg belangrijk voor jou en je baby. Was dus na elke toiletgang goed je handen en ga zolang je nog vloeit 2-3 keer per dag onder de douche om je vagina goed te spoelen. Alleen met water is voldoende, geen zeep.
41
Waar moet je op letten bij je baby Temperatuur De temperatuur is normaal tussen de 36.5° en 37.5°C. Een temperatuur gemeten met een digitale thermometer in de anus is betrouwbaarder dan een oorthermometer. Het zilveren puntje van de thermometer moet helemaal in de anus zitten dan meet hij op de juiste manier. Als de temperatuur lager is dan 36.5°C leg er dan een kruikje bij, let op, wel op het dekentje,niet direct bij je baby! Als de temperatuur hoger is dan 37.5°C haal dan de 1 of 2 kruiken weg. Als de temperatuur lager is dan 36.0°C moeten er 2 kruiken en een deken bij. Temperatuur je baby na een uur opnieuw. Wil de tempratuur dan nog niet stijgen waarschuw dan de verpleegkundige/kraamverzorgende. Temperatuur je baby de eerste 24 uur bij elke voeding. De temperatuur kan namelijk erg wisselen bij een baby die net is geboren. Het voelen van koude handjes zegt niets over de temperatuur van je baby.
Plassen Een pasgeboren baby plast nog niet zoveel. In principe moet hij/zij binnen 24 uur 1x geplast hebben. Als je twijfelt of er wel urine in de luier, bewaar deze dan voor de verpleegkundige/kraamverzorgende.
Ontlasting De eerste ontlasting(meconium) van je baby ziet er zwart/groen gekleurd uit en is erg taai. Je baby zal binnen 24 uur de eerste ontlasting hebben, soms duurt dit een dagje langer.
Slapen Zorg dat het bedje van je baby al door kruiken is voorverwarmd. Je baby moet slapen op haar/zijn rug. Let hierbij wel op dat je per voeding wisselt van de zijde van het hoofdje. Als je baby in bed ligt moeten de kruiken op de deken liggen, niet eronder!
42
Ontslag Zijn er problemen geweest rond de bevalling of vindt de kinderarts het noodzakelijk dat jullie baby nog enige tijd wordt geobserveerd, dan kun je langer in het ziekenhuis verblijven. Overleg met jouw verzekering en kraamzorgleverancier over de uren die je nog mag gebruiken voor de periode wanneer je weer thuis bent. Per indicatie dat je in het ziekenhuis bent bevallen zijn er afspraken wanneer je naar huis mag. Wij zullen zo snel mogelijk aangeven wanneer je naar huis mag. Op dat moment kun je ook bellen naar je kraamzorgbureau om afspraken te maken wanneer er een kraamverzorgende bij jullie thuis komt. Het ontslagtijdstip is tussen 9 en 10 uur. Jullie baby wordt als je met een medische indicatie in het ziekenhuis bent bevallen altijd nagekeken door de kinderarts, je bent daar bij. Voordat je naar huis gaat, vindt er nog een gesprek met de 2e lijnsverloskundige plaats op de avond voordat je naar huis gaat. Dit om je voor te bereiden op het ontslag of je nog terug moet komen op de polikliniek en over vragen van jouw kant. Tevens kan je een evaluatieformulier invullen op de bedside terminal. Wij kunnen jullie tips meenemen om onze zorg te verbeteren.
Zorgoverdracht Als je naar huis bent bellen wij de 1e lijns verloskundige die thuis de zorg gaat overnemen om jullie situatie over te dragen. De verloskundige komt meestal de dag nadat je thuis bent gekomen bij je thuis. Op het moment dat je thuis bent is hij/zij degene die je moet bellen bij een vraag of probleem. Zo nodig neemt hij/zij contact op met ons. Je krijgt ontslagbrieven mee voor de verloskundige, huisarts en de kraamzorg. Indien nodig ook een vervolgafspraak voor jou of je baby.
Vervoer naar huis Je baby moet vervoerd worden in een autostoeltje. Probeer thuis al een keer te oefenen met dit autostoeltje, er zijn tegenwoordig zoveel soorten dat wij ook niet altijd de gebruiksaanwijzing ervan weten. Neem voor het ontslag van jullie baby kleertjes maar ook een jasje en een muts mee. Op het moment van ontslag bekijkt de verpleegkundige/kraamverzorgende wat het beste is om aan te doen.
43
Aangifte bij de gemeente Binnen 3 dagen (incl. feestdagen en weekend, valt de 3e dag op een feestdag of in het weekend dan de eerst volgende werkdag) moet jullie baby bij de afdeling Burgerzaken in Tiel zijn aangegeven. Hierbij hebben jullie je identificatiebewijs nodig en trouwboekje of erkenningsakte (indien opgemaakt). Ook de ziektekostenverzekering wil graag op korte termijn weten van de geboorte van jullie baby.
Nog een paar belangrijke weetjes Menstruatie De eerste menstruatie komt meestal als je geen borstvoeding geeft na 6-12 weken. Als je borstvoeding geeft kan de eerste menstruatie langer op zich wachten. Het uitblijven van de menstruatie betekent niet dat je niet zwanger kan worden!
Seksuele activiteit Wanneer je weer samenleving kunt hebben na een bevalling hangt af van de omstandigheden. Het is raadzaam om te wachten tot het bloedverlies vrijwel geheel is gestopt. Indien je hechtingen hebt gehad, kan het litteken gedurende enkele maanden nog gevoelig zijn. Denk in ieder geval aan goede anticonceptie. Advies hierover kun je bij de verloskundige, huisarts of gynaecoloog vragen.
Oefenen na de bevalling De door de zwangerschap en bevalling verslapte buik-en bekkenbodemspieren kun je in het begin ontzien door niet te zwaar te tillen. Wel moet je die spieren weer in conditie brengen door oefeningen te doen. In de meest plaatsen is postnatale gymnastiek te volgen. Informeer hiernaar bij de thuiszorgorganisatie.
Emoties Tijdens een zwangerschap en daarna verandert er veel. Je zult aan verschillende stemmingen en gevoelens onderhevig zijn. Vermoeidheid, wisselende stemmingen, “het niet lekker in je vel zitten” en onvrede over de nieuwe situatie zijn zeker niet abnormaal.
44
Het is wel vervelend maar maak je er niet ongerust over. Zeker geen schuldgevoelens krijgen als je de baby even niet zo “lief” meer vindt. Je bent niet de enige moeder die van dit soort gevoelens last heeft. Praat er in ieder geval met iemand over. Bij deze willen wij je een fijne zwangerschap wensen en een goede bevalling! Medewerkers van de kraamsuites/A4
Belangrijke telefoonnummers Kraamsuites/verloskundige A4: (0344) 67 49 19 (dag en nacht bereikbaar) Balie kraamsuites/A4:
(0344) 67 46 30
Poli gynaecologie:
(0344) 67 40 45 (ma-vrij 8.30-16.30)
Afdeling Kind&Jeugd/B5:
(0344) 67 46 71
Centrale ziekenhuis:
(0344) 67 49 11
45
Nuttige websites www.zrt.nl www.knov.nl Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen www.nvog.nl Nederlandse vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie www.nvom.nl Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen www.couveuseouders.nl www.borstvoeding.com www.borstvoeding.nl www.screeningscentrum-iris.nl 20 weken screeningsecho www.zwangerenwijzer.nl www.rondomdezwangere.nl www.alcoholenzwangerschap.nl Informatie over alcohol rondom de zwangerschap www.stivoro.nl Informatie en hulp bij het stoppen met roken tijdens je zwangerschap www.arbo-advies.nl/zwangerschap.htm Informatie over verlofregelingen en zwangerschap en werken
46
Medisch maatschappelijk werk Waarom medisch maatschappelijk werk Ziekte en opname brengen verandering met zich mee voor u, uw gezin en uw omgeving. Het is vaak een ingrijpende gebeurtenis. De medisch maatschappelijk werker kan u helpen bij het vinden van een nieuw evenwicht.
Wat is de taak van het medisch maatschappelijk werk -- H ulp bieden bij problemen die samenhangen met ziekte, behandeling of opname in het ziekenhuis (de invloed op het leven, werk, huisvesting, financiën etc.). -- Het begeleiden van u en/of uw familie bij een langdurige of zelfs blijvende ziekte, handicap of verlies. -- Alternatieven aanreiken zodat u zelf initiatieven kunt nemen en om kunt gaan met de veranderde situatie. -- Informatie geven en bemiddelen naar instanties of instellingen buiten het ziekenhuis wanneer u daar zelf niet toe in staat bent. -- Deelnemen aan het behandelteam en mede zorg dragen voor een zo goed mogelijk klimaat waarin u de deskundige zorg en behandeling krijgt die u nodig heeft.
Hoe komt u in contact met het medisch maatschappelijk werk -- U of uw familie kunnen zelf contact opnemen, of u kunt de verpleegkundige vragen dit te doen. -- De behandelend arts of verpleegkundige kan u voorstellen contact met het medisch maatschappelijk werk op te nemen. -- Soms is een kennismakingsgesprek opgenomen in het behandelplan. De medisch maatschappelijk werker neemt dan zelf contact met u op.
47
Bereikbaarheid van de medisch maatschappelijk werkers Germien Grimmelikhuizen (tel. 0344 67 46 36) Tjerk de Jonge (tel. 0344 67 45 26) Rasha Nijenhuis (tel. 0344 67 38 10) Ellen Fondse (tel. 0344 67 46 36) -- U kunt dan een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek. -- Na het spreekuur heeft u de mogelijkheid een boodschap op de band in te spreken. U wordt dan zo snel mogelijk teruggebeld.
Privacy In principe zijn medisch maatschappelijk werkers verplicht tot geheimhouding van zaken waarvan zij beroepshalve kennis nemen. Wanneer zij van mening zijn dat het in uw belang is anderen van uw situatie op de hoogte te stellen doen zij dat enkel na overleg met u.
Wat kan de klachtenfunctionaris voor u doen? Inleiding Het kan voorkomen dat de zorg in het ziekenhuis of in de poliklinieken te Culemborg of Beneden-Leeuwen niet aan uw verwachtingen voldoet. Ook kunt u op- of aanmerkingen hebben die het ziekenhuis in het algemeen betreffen. Daarom heeft de directie een klachtenregeling ingesteld. U kunt door middel van deze regeling: -- uw suggesties voor verbeteringen onder de aandacht brengen -- uw ervaringen, positief of negatief, kenbaar maken -- uw klachten uiten De klachtenregeling van ziekenhuis Rivierenland voldoet aan de eisen die de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) stelt.
48
Waarom een klachtenregeling Het is belangrijk dat patiënten, familie en bezoekers tevreden zijn over de zorg die door het ziekenhuis geboden wordt. Waar mensen samen zijn en samen werken, kan het altijd gebeuren dat er iets niet verloopt zoals verwacht mag worden. Er kunnen misverstanden ontstaan, of gevoelens van onvrede over de behandeling of de bejegening. De directie wil graag dat hieraan aandacht wordt besteed. Omdat patiënten het niet altijd gemakkelijk vinden om hun onvrede zelf met de betreffende persoon te bespreken, is er in ziekenhuis Rivierenland een klachtenfunctionaris aanwezig. De klachtenfunctionaris kan op een laagdrempelige manier samen met u zoeken naar een oplossing voor uw vragen of individueel ongenoegen en kan indien nodig bemiddelen bij een klacht. Daarnaast registreert de klachtenfunctionaris alle binnengekomen klachten, zodat een overzicht ontstaat van alle aandachts- en knelpunten. Dit overzicht stelt het ziekenhuis in staat om kritisch te kijken naar het eigen functioneren en indien nodig maatregelen te nemen teneinde de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren en fouten te voorkomen.
Werkwijze klachtenfunctionaris Uw ervaringen over uw verblijf en/of behandeling en uw suggesties voor verbeteringen kunt u kenbaar maken bij de klachtenfunctionaris. De klachtenfunctionaris kan u op verschillende wijzen behulpzaam zijn en overlegt met u wat er met uw klacht moet gebeuren. Zonder uw toestemming wordt geen actie ondernomen. Het spreekt voor zich dat uw klacht vertrouwelijk wordt behandeld. Enkele mogelijkheden zijn: -- U meldt een incident ter registratie. U hebt een eenmalig contact met de klachtenfunctionaris. -- De klachtenfunctionaris adviseert hoe u uw klacht zelf kunt bespreken met de betrokken medewerker(s). -- De klachtenfunctionaris kan contact leggen met de betrokken medewerker(s). -- De klachtenfunctionaris helpt u uw klacht op papier te zetten.
49
-- D e klachtenfunctionaris regelt een gesprek tussen u en de betrokken medewerker(s) om uw klacht persoonlijk te bespreken. Zij kan daarbij aanwezig zijn. -- De klachtenfunctionaris kan u informeren over andere klachtenprocedures. De klachtenfunctionaris geeft nooit een oordeel over uw klacht; de klachtencommissie kan dat wel.
Klachtencommissie Naast de klachtenfunctionaris is er ook een klachtencommissie door de directie ingesteld. Als bemiddeling niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, dan kunt u overwegen uw klacht schriftelijk aan deze commissie ter behandeling voor te leggen. Ook kunt u uw klacht direct, dus zonder voorafgaande bemiddeling, bij de klachtencommissie indienen, bijvoorbeeld als u een oordeel over uw klacht wilt. De klachtencommissie onderzoekt uw klacht en doet vervolgens een schriftelijke uitspraak. Ook kan zij naar aanleiding van deze uitspraak aanbevelingen doen, bijvoorbeeld aan de directie van het ziekenhuis of aan een specialist. Het klachtenreglement van de klachtencommissie van ziekenhuis Rivierenland is op aanvraag beschikbaar.
Contact U kunt de klachtenfunctionaris telefonisch, per email of persoonlijk benaderen. Het kantoor van de klachtenfunctionaris bevindt zich op de begane grond in de aanbouw bij de centrale liftenhal (in het verlengde van de hoofdingang). Als u in het ziekenhuis ligt, kan de klachtenfunctionaris u desgewenst op de afdeling bezoeken. Als de klachtenfunctionaris niet aanwezig is, kunt u een boodschap inspreken op de telefoonbeantwoorder. U wordt vervolgens zo spoedig mogelijk terug gebeld. Ook is het mogelijk een briefje in één van de brievenbussen te doen of een e-mail te sturen.
50
De klachtenfunctionaris is bereikbaar via: -- de telefoon, doorkiesnummer: (0344) 67 43 51 -- de post: Ziekenhuis Rivierenland t.a.v. klachtenfunctionaris Postbus 6024, 4000 HA Tiel E-mail:
[email protected] -- brievenbus: U kunt een klachtmeldingsformulier invullen of een briefje met uw naam en telefoonnummer schrijven en dit in één van de brievenbussen doen (ziekenhuis: in de centrale liftenhal route 03 naast het trapje; poliklinieken: in de hiervoor bestemde bus). U kunt uw klacht schriftelijk indienen bij de klachtencommissie via: -- de post: Ziekenhuis Rivierenland t.a.v. klachtencommissie Postbus 6024, 4000 HA Tiel E-mail:
[email protected] -- brievenbus: U kunt uw brief, met omschrijving van aard van de klacht en motivering, in de brievenbus van de klachtenfunctionaris deponeren.
51
Ziekenhuis Rivierenland Tiel Pres. Kennedylaan 1 4002 WP Tiel Postbus 6024 4000 HA Tiel Tel. (0344) 67 49 11 Fax (0344) 67 44 19 Internetsite: www.zrt.nl