Bevallen in Zuyderland Medisch Centrum Gynaecologie / Verloskunde
Voorwoord Naar alle waarschijnlijkheid komt u binnen een paar maanden naar Zuyderland Medisch Centrum om te bevallen. U heeft op dit moment wellicht al een aantal vragen over de gang van zaken rondom de bevalling, de opname, controles, etc. We hebben in deze brochure informatie voor u op een rijtje gezet, zowel over de zwangerschap als over de gang van zaken op onze afdelingen. We zijn hierbij uitgegaan van een ‘normale’ bevalling. Het is aan te raden om deze brochure zo vroeg mogelijk tijdens uw zwangerschap door te lezen, zodat u voldoende tijd heeft om de vragen die u daarna nog heeft te stellen aan uw gynaecoloog of aan de cursusleid(st)er tijdens een zwangerschapscursus. Hoofdstuk 1: De zwangerschap 1.1 De duur van de zwangerschap Een normale zwangerschap duurt vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie 37 tot 42 weken. Gemiddeld is dit 40 weken, oftewel 9 maanden en 7 dagen. Deze duur geldt voor vrouwen met een cyclus van 4 weken. Voor vrouwen met een onregelmatige cyclus is de mogelijke bevallingsdatum moeilijker te bepalen, maar hierbij is de echografie een goed hulpmiddel (zie 1.3) 1.2 De lichamelijke veranderingen Tijdens de zwangerschap treedt een aantal lichamelijke veranderingen op. Het is voor elke vrouw verschillend in welke mate deze optreden en hoeveel hinder zij hiervan ondervindt. De meest voorkomende veranderingen hebben we voor u beschreven, hier en daar aangevuld met adviezen en tips hoe u wellicht het ongemak kunt voorkomen of verhelpen. De borsten De borsten worden tijdens de zwangerschap groter en gevoeliger. Het is aan te raden om de borsten in deze periode te ondersteunen met een goede beha om pijn te voorkomen. Vraag eventueel om advies als u een nieuwe beha koopt. Het is mogelijk dat al na enkele maanden vocht uit de tepels komt. Wij adviseren u om de tepel dan zo steriel mogelijk af te dekken om infecties te voorkomen. U kunt hiervoor gebruik maken van een steriel gaasje, maandverband, een zoogkompres of een heet gestreken zakdoek. De tepels en de tepelhof worden tijdens de zwangerschap donkerder en groter. Na de bevalling en/of wanneer u stopt met het geven van borstvoeding komen de oorspronkelijke vorm en kleur weer terug.
| patiënteninformatie
2
De vagina (schede) De vagina is tijdens de zwangerschap meer doorbloed, waardoor er een paarse verkleuring ontstaat. Door deze betere doorbloeding kunt u meer zin krijgen om te vrijen. Onder normale omstandigheden is er geen bezwaar tegen om zo vaak te vrijen als u wilt. Er zijn echter een aantal situaties waarin u iets voorzichtiger moet zijn, zoals bij bloedverlies, voortijdig verlies van vruchtwater of bij te vroege weeën. Overleg hierover met uw arts. Sommige vrouwen hebben tijdens en na seksuele opwinding last van een harde buik. Dit kan in principe geen kwaad. Het kan voorkomen dat u juist minder zin heeft om te vrijen. Dit is het gevolg van de hormonale veranderingen in uw lichaam. De vaginale afscheiding neemt toe tijdens de zwangerschap. Deze afscheiding heeft een zurige geur en een witte/crème-achtige kleur. Wanneer u naar uw idee last heeft van teveel afscheiding of wanneer deze minder prettig ruikt of wanneer u jeuk heeft aan de vagina, doet u er goed aan dit aan uw arts te vertellen. De huid De veranderingen in de huid zijn onder te verdelen in: • striae • een bruine streep op de buik • het zwangerschapsmasker. Striae Omdat u tijdens de zwangerschap snel in omvang toeneemt, kan het gebeuren dat de huid niet voldoende tijd krijgt om mee te rekken. De diepere huidlagen scheuren dan als het ware. Dit veroorzaakt strepen op de huid. Deze worden ‘striae’ genoemd (zwangerschapsstrepen). Wanneer dit verschijnsel jeuk veroorzaakt, kunt u proberen deze te verminderen door mentholpoeder of verkoelende crème op de huid aan te brengen. Het ontstaan van striae kunt u niet voorkomen. Ze verdwijnen niet na de bevalling. Wel worden ze zilvergrijs na de zwangerschap, waardoor ze iets minder opvallen. Bruine streep op de buik Op de huid in het midden van de buik kan een streep ontstaan, die bruin van kleur is. Deze streep loopt van de navel tot het schaambeen. Dit is een normale pigmentverandering tijdens de zwangerschap die na de bevalling verdwijnt. Zwangerschapsmasker Het is af te raden om tijdens de zwangerschap lang te zonnen in verband met de pigmentverandering. Zonnen versterkt namelijk de pigmentvorming, waardoor een zogenaamd zwangerschapsmasker kan ontstaan. Dit zijn donkere vlekken in het gezicht. Dit zwangerschapsmasker verdwijnt in principe na de bevalling.
| patiënteninformatie
3
Het gewicht De mate waarin het gewicht toeneemt is heel verschillend. Omdat er geen duidelijke relatie is met zwangerschapsafwijkingen zijn we tegenwoordig niet meer zo in gewichtstoename geïnteresseerd. De gemiddelde gewichtstoename tijdens een zwangerschap bedraagt zo’n 10 à 15 kilogram. Het gebit Door de hormonale veranderingen in uw lichaam kunt u vaker last hebben van ontstoken tandvlees. Het tandvlees is dan gevoelig en kan gaan bloeden tijdens het tandenpoetsen. Wij adviseren u om gewoon door te gaan met poetsen. Heeft u de indruk dat uw tandvlees overmatig bloedt tijdens elke poetsbeurt, maakt u dan eventueel een extra afspraak met uw tandarts. Deze kan u verdere instructies geven. Wanneer u veel snoeplust heeft is het uiteraard verstandig om uw tanden vaker te poetsen. Wanneer u zou moeten braken is het aan te raden om uw tanden naderhand te poetsen. Spieren Tijdens de zwangerschap komen vaak kuitkrampen voor. De oorzaak is niet duidelijk. Wanneer de krampen ontstaan kunt u het beste de kuitspieren rekken. U kunt dit doen door de tenen naar u toe te trekken, terwijl u uw been gestrekt houdt, of door uw kuiten te masseren. Bloedvaten Onder invloed van de hormonen verwijden de bloedvaten. Dit kan het ontstaan van spataderen tot gevolg hebben. Wanneer u hiervan last begint te krijgen, kunt u steunkousen dragen om erger te voorkomen. Om zoveel mogelijk effect te hebben moeten deze steunkousen aangedaan worden op bed, voordat u opstaat. Vochthuishouding De hoeveelheid vocht in uw lichaam neemt tijdens de zwangerschap toe. De doorstroming van het bloed wordt bovendien minder. Hierdoor kan zich vocht ophopen in enkels en benen tijdens de laatste drie maanden. Wij adviseren u om regelmatig te rusten en uw benen hoog te leggen en/of ‘s nachts een kussen onder uw voeten te leggen. Wanneer u last heeft van vocht in uw enkels, moet u in elk geval uw arts hiervan op de hoogte stellen. Dit zou namelijk ook kunnen duiden op een zwangerschapsvergiftiging.
| patiënteninformatie
4
Rug Tijdens de zwangerschap treedt vaak een verandering van houding op door het te dragen gewicht. Daarnaast wordt het bekkengewricht beweeglijker als voorbereiding op de bevalling. Dit kan tot gevolg hebben dat er rugklachten optreden. Probeer op uw houding te letten en uw rug recht te houden. Het is verstandig om rugspieroefeningen te doen. Tijdens de zwangerschapsgymnastiek zal men u deze aanleren. U kunt ook uw arts om advies vragen. Blaas In de eerste maanden van de zwangerschap oefent de steeds groter wordende baarmoeder druk uit op de blaas. Hierdoor zult u vaker moeten plassen. Daarna groeit de baarmoeder verder in de buikholte en zult u hier wat minder last van hebben. Aan het einde van de zwangerschap is de baarmoeder zo groot geworden dat de blaas zich niet meer volledig kan vullen en zult u weer vaker naar het toilet moeten gaan. Als u bij het plassen een brandend gevoel heeft, kan dit duiden op een blaasontsteking. Wij adviseren u uw arts of huisarts hiervan op de hoogte te stellen, zodat uw urine onderzocht kan worden. Veel water drinken kan klachten helpen voorkomen. Darmen Onder invloed van hormonen worden spieren slapper tijdens de zwangerschap. Dit betekent onder andere dat de darmen langzamer gaan werken. Hiervan kunnen obstipatie (verstopping) en aambeien het gevolg zijn. Om obstipatie te voorkomen adviseren wij u om: • vezelrijk te eten: bruin- of volkorenbrood, rauwkost, fruit met schil, etc. • veel te drinken, liefst water • veel in beweging te blijven • zonodig kunt u laxerende voedingsmiddelen gebruiken, zoals geweekte zwarte pruimen en ontbijtkoek. Neem nooit op eigen houtje laxeermiddelen! Overleg altijd met uw arts wanneer u klachten blijft houden. Aambeien ontstaan door hard persen, wanneer de ontlasting hard is. U kunt uw arts vragen een zalf voor te schrijven wanneer u veel hinder van de aambeien ondervindt. Maag Tijdens de zwangerschap werkt de maag trager en krijgt steeds minder ruimte. Hierdoor kunnen klachten zoals zuurbranden ontstaan. U kunt proberen deze klachten te voorkomen of te verhelpen door: • vaker kleine porties te eten • geen alcohol, koolzuurhoudende dranken, sinaasappelsap of koffie te drinken • melk of een melkproduct te gebruiken • een zuurbindend middel te slikken. U kunt hiervoor een recept vragen aan uw arts.
| patiënteninformatie
5
Wanneer u ‘s nachts last heeft van zuurbranden kunt u even rechtop gaan zitten en tijdens het slapen een extra kussen onder uw hoofd leggen, zodat u iets hoger ligt. 1.3 Onderzoeken tijdens de zwangerschap Echografie Een echografie wordt onder andere gemaakt om de groei van het kind te vergelijken met de duur van de zwangerschap. De arts beweegt een apparaat over uw buik. Dit apparaat stuurt geluidsgolven (géén röntgenstralen) door uw buik. Deze geluidsgolven gaan door zachtere weefsels heen. Door bepaalde weefsels worden ze helemaal of gedeeltelijk teruggekaatst. Botten kaatsen de golven volledig terug. Deze teruggekaatste golven worden geregistreerd en zichtbaar gemaakt op een monitor, waardoor de arts en uzelf kunnen zien hoe de baby groeit en hoe een aantal organen functioneert. Zo kunt u bijvoorbeeld het hart van uw baby zien kloppen. Het onderzoek is niet pijnlijk en is onschadelijk voor het kind. Bloedonderzoek Bij een van de eerste bezoeken aan de arts zal er bloed afgenomen worden om vast te stellen welke bloedgroep en welke resusfactor u heeft. Dit bloed wordt eveneens gebruikt om te controleren of u ooit rode hond gehad heeft en of u op het moment besmet bent met hepatitis of lues. Tijdens de zwangerschap wordt ook bloed geprikt, waarin het hemoglobinegehalte (Hb-gehalte) bepaald wordt. Dit gebeurt om te controleren of u bloedarmoede heeft. Hoe vaak dit Hb-gehalte gecontroleerd wordt, is afhankelijk van uw conditie. Bloeddruk Bij elke controle wordt uw bloeddruk gemeten. Een te hoge bloeddruk kan wijzen op een zwangerschapsvergiftiging. Cardiotocografie (CTG) Met de cardiotocograaf (oftewel het CTG-apparaat) kunnen de hartslag van het kind en de kracht en de frequentie van de weeën van de moeder geregistreerd worden. Om uw buik worden twee banden bevestigd, waaraan een soort microfoon zit. De ene microfoon meet de hartslag, de andere registreert de weeënactiviteit. Inwendig onderzoek (vaginaal toucheren) De arts bepaalt door middel van een inwendig onderzoek de toestand van de baarmoedermond en de grootte van het geboortekanaal.
| patiënteninformatie
6
1.4 Leefwijze tijdens de zwangerschap Sporten Wanneer u gewend bent te sporten is het toegestaan daarmee door te gaan zolang u zich daar goed bij voelt. Beweging is aan te raden om de conditie van het lichaam op peil te houden en te ontspannen. Vooral zwemmen, wandelen en fietsen kunt u in principe tot aan de dag van de bevalling blijven doen. Het is echter verstandig het bedrijven van topsport en sporten waarbij het risico op vallen groot is voorlopig achterwege te laten. Sauna Een bezoek aan de sauna is toegestaan, wanneer u voorafgaand aan de zwangerschap ook regelmatig een sauna bezocht hebt en u zich hier prettig bij voelt. Bent u nog nooit of heel weinig naar de sauna geweest dan is het advies om hier tijdens een zwangerschap niet naar toe te gaan. Roken Roken is slecht voor het ongeboren kind. Als u tijdens de zwangerschap veel rookt is de kans groot dat de baby te vroeg geboren wordt en/of een te laag geboortegewicht heeft. Alcohol Het drinken van alcohol wordt ten zeerste afgeraden. In elk stadium van de zwangerschap kan alcoholgebruik van de moeder het ongeboren kind schaden. Voeding Wanneer u zwanger bent hoeft u geen hoeveelheid voor twee personen te eten! Zorgt u er wel voor dat u voldoende voedingsstoffen eet, die zowel voor de baby als voor uzelf belangrijk zijn. Wij adviseren u er op te letten dat u: • gevarieerd eet • voldoende melk of melkproducten gebruikt (met name voor het calcium) • vers fruit eet, liefst met schil (in verband met vitamine C en vezels) • groene bladgroente eet (in verband met ijzer) • vezelrijk eet (in verband met de laxerende werking) • veel drinkt, 1 á 1,5 liter per dag • weinig zout gebruikt (in verband met uw bloeddruk). Wanneer u meer informatie wilt hebben over gezonde voeding tijdens de zwangerschap, kunt u hierover onder andere een brochure aanvragen bij het Voedingscentrum. Zie de adressenlijst achter in deze brochure. Vaccinatie Als u plannen heeft om naar een land te reizen waarvoor vaccinatie noodzakelijk is, overlegt u dan met uw arts. Vertel in elk geval dat u zwanger bent!
| patiënteninformatie
7
Wij adviseren u overigens om elke (tand)arts die u bezoekt van uw zwangerschap op de hoogte te brengen. Het is namelijk niet verstandig om zonder meer medicijnen te gebruiken, vaccinaties te krijgen of röntgenfoto’s te laten maken tijdens deze periode. Een goed overleg met uw arts kan problemen voorkomen. Reizen en vliegen Wanneer u per auto reist, adviseren wij om niet te lang in één houding te blijven zitten en na twee uren even te pauzeren. Bij het gebruik van de autogordel moet u erop letten dat de gordels boven en onder uw buik zitten en niet eroverheen. Zo voorkomt u dat uw baby een eventuele klap opvangt, wanneer er onverhoopt iets gebeurt. Voor het reizen per trein of bus zijn geen regels opgesteld door de reisorganisaties. Voor het reizen per vliegtuig gelden wel regels. Deze verschillen per maatschappij. U kunt het beste informeren bij het reisbureau of rechtstreeks bij de maatschappij waarmee u gaat vliegen. U moet er rekening mee houden dat het na de dertigste week niet verstandig is om nog te vliegen en dit waarschijnlijk ook niet meer wordt toegestaan. 1.5 Voorzieningen 1.5.1 Zwangerschapscursussen We hebben voor u verschillende zwangerschapscursussen op een rijtje gezet. Achter in deze brochure vindt u adressen waar een aantal van deze cursussen gegeven wordt. Zwangerschapsgymnastiek bij een thuiszorgorganisatie in uw woonplaats. Zwangerschapsgymnastiek wordt gegeven om de spieren te oefenen en u te leren ontspannen. Hiervoor kunt u onder meer terecht bij Orbis Thuiszorg (voorheen Thuiszorg Westelijke Mijnstreek). Zwangerschapscursus ‘Samen bevallen’, een psychoprofylactische methode In deze cursus wordt ernaar gestreefd de bevalling een bewust hanteerbare, natuurlijke gebeurtenis te laten zijn. Onnodige angst en pijn zouden voorkomen moeten kunnen worden. De cursus richt zich op: • het opbouwen van kennis • uitwisselen van ervaringen • de gezamenlijke lichamelijke voorbereiding.
| patiënteninformatie
8
Yoga (Samsara zwangerschapsyoga) De oefeningen die bij deze cursus geleerd worden, zijn erop gericht de vrouw vertrouwd te maken met haar lichaam en te luisteren naar signalen die het lichaam geeft. Er wordt van uitgegaan dat de vrouw de weeën tijdens de bevalling goed op kan vangen door zich te concentreren op het proces dat zich in haar lichaam afspeelt. De partner wordt geleerd om de aanstaande moeder tijdens de bevalling te begeleiden met massage en door het geven van ademhalingsinstructies. Haptonomische zwangerschapsbegeleiding Het belangrijkste doel van deze begeleiding is om de ouders tijdens de zwangerschap al een liefdevol contact met hun kind te laten opbouwen door met de handen over de buik te gaan. De ouders krijgen aanwijzingen hoe ze het contact met hun kind ook tijdens en na de geboorte kunnen verdiepen. Zwangerschapszwemmen Het zwemmen is bedoeld als aanvulling op een cursus en niet als vervanging van een cursus. Als doelen worden gesteld: • ontspanning bieden • spierversterking • opbouwen dan wel behouden van conditie • aanleren van de juiste ademhaling • gezelligheid en sociale contacten. Deze doelen worden grotendeels bereikt, doordat de zwangere vrouw zich goed kan bewegen, aangezien de buik gewichtloos wordt in het water. 1.5.2 Thuiskraamzorg De kraamzorg moet u zo snel mogelijk aanvragen, uiterlijk in de vierde maand van de zwangerschap. Wanneer u kraamzorg heeft aangevraagd, krijgt u in eerste instantie informatie toegezonden over onder andere de kraamuitzet voor moeder en kind. In de zevende maand van de zwangerschap wordt u thuis bezocht door een medewerker van het Kraamcentrum. U krijgt dan uitleg over de gang van zaken rondom het kraambed en u zult samen bespreken of u alle benodigdheden in huis heeft voor de kraamtijd thuis. 1.5.3 Zwangerenvoorlichtingsavond In ons ziekenhuis vindt er met enige regelmaat een voorlichtingsavond plaats met als doelgroep de zwangeren en hun partners. Tijdens deze avond is er de mogelijkheid vragen te stellen over de naderende bevalling aan een van de gynaecologen en aan een gespecialiseerd verpleegkundige van de afdeling Verloskunde. Op de internetsite en bij Gynaecologie vindt u de juiste data.
| patiënteninformatie
9
Hoofdstuk 2: De opname 2.1 De komst naar het ziekenhuis Er zijn meerdere redenen om naar het ziekenhuis te komen wanneer u vermoedt dat de bevalling begonnen is: • als de vliezen gebroken zijn • als u weeën heeft, die om de 3 à 6 minuten terugkeren • als u vaginaal bloedverlies heeft of • als u ongerust bent Wilt u voordat u naar het ziekenhuis komt dit telefonisch doorgeven aan de verloskamers. 2.2 Route naar de verloskamers De plaats waar u zich moet melden is afhankelijk van het tijdstip waarop u naar het ziekenhuis komt. Indien u en uw partner alleen naar het ziekenhuis komen zonder dat er sprake is van een dreigende bevalling (dus géén spoedsituatie). U parkeert uw auto in de parkeergarage van Zuyderland Medisch Centrum die u kunt bereiken door aan de westzijde van het gebouw, op de rotonde, het terrein van Zuyderland op te rijden. Op het terrein slaat u vervolgens rechtsaf de parkeergarage in, waar u bij de slagboom een parkeerkaartje neemt. De parkeergarage is 24 uur per dag toegankelijk. In de parkeergarage rijdt u, op niveau -1, door tot aan de ingang van Zuyderland Medisch Centrum. Daar kunt u uw auto parkeren of, indien er vooraan geen plaatsen beschikbaar zijn, kunt u uw vrouw laten uitstappen. Desgewenst maakt u gebruik van een rolstoel die bij de ingang naar Zuyderland Medisch Centrum staan opgesteld. (denk aan een € 1,00 en/of een €2,00 muntstuk) Eenmaal binnen begeeft u zich vervolgens via trap of lift naar de begane grond. Op de begane grond aangekomen volgt u de bewegwijzering naar de verloskamers, Oost 47. De verloskamers bevinden zich op de 4e etage. Vanaf 21.00 uur tot 07.00 uur (ook in het weekend en op feestdagen) is de toegang vanuit de parkeergarage naar Zuyderland Medisch Centrum beveiligd. U kunt zich dan via de intercom bij de ingang melden bij de beveiliging. Een beveiligingsbeambte staat u te woord en opent de deur automatisch. Eenmaal binnen volgt u de bewegwijzering naar verpleegafdeling Oost 43. Bij afdeling Oost 43 kunt u zich melden via de intercom. U wordt vervolgens opgehaald door een van onze medewerkers en naar de verloskamers begeleid.
| patiënteninformatie
10
Indien u en uw partner met een verloskundige komen zonder dat er sprake is van een dreigende bevalling (dus géén spoedsituatie). Deze situatie is vergelijkbaar met het bovenstaande. U komt wederom Zuyderland Medisch Centrum binnen via de parkeergarage op niveau -1. De verloskundige beschikt echter over een pas waarmee zij, ook na 21.00 uur, Zuyderland Medisch Centrum kan binnentreden. Eenmaal binnen begeeft u zich samen met de verloskundige naar de verloskamers. Indien u en uw partner alleen of met verloskundige naar het ziekenhuis komen en er sprake is van een spoedsituatie (dreigende bevalling). Ook nu is het van belang de verloskamers te informeren over uw komst. In overleg met de verpleegkundige of arts meldt u zich op de Spoedeisende hulp (SEH). Op het terrein van Zuyderland Medisch Centrum volgt u de route naar de SEH. U kunt uw auto bij de SEH parkeren en via de loopbrug Zuyderland Medisch Centrum binnentreden. U bevindt zich dan op de begane grond. Met de lift gaat u naar de 1e verdieping naar de SEH. Bij de SEH meldt u zich aan de ontvangstbalie. U wordt vanuit de SEH door een medewerker van Zuyderland Medisch Centrum naar de verloskamers begeleid. Toegang tot de verloskamers Tijdens kantoortijden kunt u meldpunt Oost 47 gewoon bereiken. De toegangsdeuren tot de verloskamers zijn wel gesloten wegens de rust en privacy van de patienten op de afdeling. Buiten kantoortijden zijn de toegangsdeuren naar meldpunt Oost 47 gesloten voor de veiligheid van de patiënten en onze medewerkers. Als u de verloskamers buiten kantoortijden wilt bereiken, dan kunt u de verloskamers bellen. Op de achterkant van de folder staat het telefoonnummer. De verpleegkundigen van de verloskamers zijn te alle tijde bereid de deur te openen. Bezoek op de verloskamers Op de verloskamers is het niet toegestaan bezoek te ontvangen. Dit in verband met de privacy van u en andere patiënten. Wel bestaat de mogelijkheid, dat tijdens de bevalling naast uw partner, nog een naaste/begeleider aanwezig is. Dit kan altijd met de verpleegkundige besproken worden. 2.3 Wat moet u meenemen Voor uzelf adviseren wij u om mee te nemen: • een kort T-shirt of katoenen nachthemd om te dragen tijdens de bevalling • sokken (veel vrouwen krijgen koude voeten tijdens de bevalling) • toiletartikelen
| patiënteninformatie
11
• schoon nachtgoed en ondergoed om na de bevalling aan te trekken. Wij
• • • • • •
adviseren u om extra ondergoed mee te brengen in verband met het vloeien na de bevalling. een steungevende beha (wanneer u borstvoeding gaat geven: een voedingsbeha) ochtendjas en pantoffels verzekeringspapieren (uw ziekenfondskaart of polis ziektekostenverzekering) en de verzekeringspapieren van de vader het telefoonnummer van het Kraamcentrum lectuur, een boek, handwerk of een spel om de tijd door te komen indien in uw bezit: uw bloedgroepenkaart.
Het is raadzaam om voor de baby mee te brengen: • een hemdje en broekje of een rompertje • kleertjes • jasje en mutsje • reiswieg/maxi-cosi De reiswieg/maxi-cosi kunt u het beste in de auto laten staan. Het best kunt u van te voren proberen hoe deze bevestigd moet worden. Hoofdstuk 3: De bevalling 3.1 De gang van zaken Een verpleegkundige van de verloskamer zal u en uw partner, indien nodig, komen ophalen bij de afdeling Spoedeisende Hulp of Gynaecologie. U gaat dan samen met de verpleegkundige naar de verloskamer waar deze u een aantal vragen zal stellen. Daarna zal de verpleegkundige u aansluiten aan het CTGapparaat om te controleren hoe de conditie van de baby is en eventueel hoe regelmatig de weeën komen. De verpleegkundige geeft de informatie over de baby/weeën door aan de dienstdoende assistent-arts en/of klinisch verloskundige. De dienstdoende assistent-arts en/of klinisch verloskundige komt vervolgens naar u toe op de verloskamer. Als duidelijk is dat de bevalling al op gang is, wordt u voorbereid op de geboorte van uw kind. De klinisch verloskundige en/of assistent – arts zal de bevalling begeleiden. De verpleegkundige zal u en uw partner bijstaan gedurende de ontsluitingsfase en geboorte van uw kind en de periode na de geboorte. De gynaecoloog is ten alle tijden bereikbaar voor overleg en op afroep beschikbaar.
| patiënteninformatie
12
3.2 De voorbereiding op de bevalling De arts zal meestal een inwendig onderzoek doen om vast te stellen of er al ontsluiting is en zo ja, hoeveel. Regelmatig zal een CTG gemaakt worden. Indien mogelijk, vragen wij u, zelf uw schaamharen weg te scheren. Dit heeft een aantal voordelen: • de arts heeft een beter overzicht tijdens het persen • wanneer een scheur of knip gehecht moet worden is dit hygiënischer • de verzorging tijdens het kraambed kan hygiënischer gebeuren. U krijgt zonodig een laxeermiddel. De redenen hiervoor zijn: • lege darmen bevorderen de indaling van de baby • tijdens het persen kan ontlasting meekomen. Sommige vrouwen vinden dit vervelend. De kans hierop is kleiner, wanneer de darm vrijwel leeg is. • Soms zal vlak voor de bevalling uw blaas leeg gemaakt worden. Dit wordt ‘blaaskatheterisatie’ genoemd. • Er wordt een buisje via de plasbuis naar uw blaas geschoven, waardoor de urine kan afvloeien. • Deze katheterisatie wordt alleen gedaan wanneer u al een tijdje niet geplast hebt of zelf niet kunt plassen. • Een volle blaas kan de weeën tegenhouden en de indaling van het kind vertragen. • De verpleegkundige zal uw bloeddruk meten, uw polsslag voelen en indien nodig uw temperatuur opmeten. 3.3 De bevalling Een normale bevalling bestaat uit een aantal fasen: • de ontsluitingsfase • de uitdrijvingsfase/de geboorte • de nageboortefase. 3.3.1 De ontsluitingsfase De ontsluitingsfase is normaal gesproken al aan de gang wanneer u naar het ziekenhuis komt. Volledige ontsluiting heeft u als de ingang van de baarmoeder (de baarmoedermond) onder invloed van de weeën 10 cm is opengegaan. Deze opening is nodig om de baby de ruimte te geven om geboren te worden. U kunt tijdens de ontsluitingsfase veel doen om de weeën op te vangen: rondlopen, zitten, liggen, op uw hurken zitten, in bad of onder de douche gaan. Alles mag en kan ook, mits het medisch verantwoord is! Uw partner kan uw rug eventueel masseren als u dat prettig vindt. Of u kunt de ontspanningsoefeningen doen die u op de zwangerschapscursus geleerd hebt.
| patiënteninformatie
13
De arts zal tijdens de ontsluitingsfase een aantal keren komen kijken hoe het met u is. Door een inwendig onderzoek te doen, kan hij vaststellen hoever de ontsluiting gevorderd is. Op het moment dat de ontsluiting 10 cm bedraagt, kunt u gaan persen. Wij raden u af om tijdens de ontsluitingsfase nog te eten. Als u toch honger mocht hebben, is het verstandig om hooguit een licht verteerbare maaltijd te gebruiken, zoals bijvoorbeeld een beschuit, soep of vruchtenmoes. Het drinken van water of thee levert meestal geen problemen op. 3.3.2 De uitdrijvingsfase/de geboorte Wanneer de uitdrijving gaat beginnen, neemt u plaats op het verlosbed. Het is raadzaam van tevoren met de gynaecoloog te overleggen wat de voor- en de nadelen zijn van de verschillende manieren van bevallen. Er is eveneens een aantal boeken in de handel waarin deze manieren beschreven zijn. Wanneer u, in overleg, uw keuze bepaald heeft, zult u tijdens de bevalling ondervinden of deze keuze juist was. Wilt u, bij nader inzien, toch liever op een andere manier bevallen, dan kunt u dat bespreken. Uw baby wordt door de persweeën uit de baarmoeder gedreven. Veel vrouwen hebben bij persdrang het gevoel dat ze ontlasting moeten maken. Dit komt doordat het hoofd van de baby op de darmen drukt. U perst goed als u inderdaad doet alsof u ontlasting moet maken. Op de zwangerschapscursussen kunt u de perstechniek overigens leren. Een aantal vrouwen voelt spontaan hoe geperst moet worden, anderen voelen dit niet en moeten bewust nadenken. De verloskamerarts, gynaecoloog en/of de verpleegkundige zullen u tijdens het persen aanwijzingen geven over wat u moet doen. Uw partner kan u prima ondersteunen door u aan te moedigen, uw hoofd vast te houden of, als u dat prettig vindt, uw hoofd af te wissen met een nat washandje. Tijdens een goede perswee kunt u ongeveer driemaal persen. Bij de eerste baby kan het persen een uur duren. Dit is verschillend van persoon tot persoon. Bij volgende kinderen zult u over het algemeen minder lang hoeven te persen. Als u een aantal keren geperst heeft, zal het hoofdje van de baby zichtbaar worden. Als u daar prijs op stelt kunt u vragen of u mee kunt kijken in een spiegel. Op een gegeven moment ‘staat’ het hoofdje van de baby: het kan dan niet meer terugglijden. De huid om het hoofd heen staat dan zeer strak gespannen en kan soms inscheuren. De arts zal op dat moment inschatten of het noodzakelijk is om in te knippen. Om ver inscheuren te voorkomen zal de arts vaak al inknippen voordat de huid vanzelf inscheurt en de scheur zijn eigen weg zoekt. Over het algemeen voelen vrouwen het inknippen niet. Dit komt doordat de huid op dat moment vrijwel
| patiënteninformatie
14
gevoelloos is en de knip gezet wordt op het hoogtepunt van een wee. Vaak zal de huid tevoren ook nog verdoofd worden. De geboorte van de baby is een feit. De baby wordt direct op uw buik gelegd. De meeste baby’s huilen niet meteen, maar pas als ze worden afgedroogd met warme doeken. Het afdrogen stimuleert de ademhaling. De navelstreng wordt afgebonden. De arts zal in principe vragen of de partner de navelstreng wil doorknippen. Dit kan echter niet altijd. Wanneer de navelstreng te kort is of er snel gehandeld moet worden, zal de arts het zelf doen. Meestal wordt wat bloed van de navelstreng in een buisje gedaan om eventueel onderzoek te kunnen doen (zoals bijvoorbeeld de bloedgroep van uw kindje). U krijgt direct na de geboorte van uw kind meestal een spuit (Oxytocine). Hierdoor zal de moederkoek (placenta) sneller geboren worden, en is het bloedverlies meestal wat minder. 3.3.3 De nageboortefase De laatste fase van de bevalling is het geboren worden van de placenta oftewel de moederkoek. De arts zal op uw buik duwen en u verzoeken om te persen. De placenta wordt daarna zorgvuldig nagekeken om te controleren of deze compleet is. Indien u uitleg wenst over de placenta zal de arts deze geven. 3.4 Het verzorgen van de baby Nadat u en uw partner even tijd gehad hebben om de baby te bewonderen, wordt deze verzorgd en aangekleed. Het verzorgen houdt in: • de baby wordt naakt gewogen • de baby wordt onderzocht, waarbij met name gelet wordt op de rug, het verhemelte, de handen en voeten en de aanleg van de anus. • de baby wordt aangekleed • de baby krijgt een druppeltje vitamine K in het mondje. Dit wordt gedaan omdat de baby zelf nog geen vitamine K kan maken. Deze heeft de baby echter wel nodig om bloedingen tegen te gaan. 3.5 Het verzorgen van de moeder Terwijl de baby verzorgd wordt, wordt u ook verder geholpen. Als u bent ingescheurd of ingeknipt, zult u eerst gehecht worden. De verpleegkundige zal u helpen met wassen (onder de douche of op bed) en met het aankleden, afhankelijk van hoe u zich voelt. Uw bloeddruk wordt gemeten en uw polsslag gevoeld. Vervolgens wordt de stand van de baarmoeder bekeken en de hardheid van de baarmoeder gevoeld. Tevens wordt door de verpleegkundige het bloedverlies goed in de gaten gehouden.
| patiënteninformatie
15
Hoofdstuk 4: De tijd na de bevalling Op de verloskamer krijgt u eerst nog beschuit met muisjes en iets te drinken om de geboorte te vieren. Afhankelijk van uw conditie is het mogelijk dat u al 2 uur na de bevalling naar huis mag. Indien er sprake is van een medische indicatie verblijft u verder op de verpleegafdeling. 4.1 De nacontroles Na de bevalling is het belangrijk om moeder en kind, vooral gedurende de eerste 24 uur, goed in de gaten te houden om complicaties te voorkomen of tijdig op te merken. Daarom worden de volgende zaken bij u gecontroleerd: • er wordt op gelet of u kunt urineren. Een volle blaas kan namelijk na een tijd een bloeding veroorzaken, omdat de baarmoeder niet voldoende kan samentrekken. • om dezelfde reden wordt ook regelmatig gevoeld of de baarmoeder hard is en hoe hoog deze ‘staat’. • de verpleegkundige zal ook vragen en kijken naar het bloedverlies. Bij de baby wordt ook een aantal zaken in de gaten gehouden: • er wordt op gelet of de baby na een bepaalde tijd al geplast en ‘meconium’ geloosd heeft. Meconium is de benaming voor de eerste ontlasting. Deze is zwart en stroperig. • de navel wordt gecontroleerd op een eventuele nabloeding. • de temperatuur van de baby wordt een aantal keren gemeten om te kijken of de baby zichzelf al op temperatuur kan houden. • er wordt tevens gelet op de kleur en de ademhaling van de baby. 4.1.1 De couveuse-afdeling Soms is het noodzakelijk om de baby beter in de gaten te houden. Redenen hiervoor kunnen zijn: • de baby is te vroeg geboren (minder dan 37 weken zwangerschap) • de baby weegt te weinig • langdurig gebroken vliezen bij de moeder vereist een opname voor tenminste 48 uur. Tenzij de moeder en/of kind koorts heeft of anderszins, wordt de pasgeborene opgenomen op de couveuse-afdeling. Ademhalingsmoeilijkheden kunnen bijvoorbeeld ook de oorzaak voor opname zijn. De baby wordt dan naar de couveuse-afdeling gebracht. Mocht dit voor uw kind gelden, dan zult u op dat moment horen hoe de verdere gang van zaken is.
| patiënteninformatie
16
De verpleegkundigen van de couveuse-afdeling zullen u informatie geven over de afdelingsregels, bezoektijden, etc. 4.2 Bezoek vader Voor vaders gelden afwijkende bezoektijden. Zij kunnen in principe de hele dag op bezoek komen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat vaders, als zorgpartner, blijven overnachten op de afdeling. Zo kunnen vaders, in overleg met de verpleegkundigen, vanaf het begin betrokken worden bij de verzorging van hun baby, zoals het badje ‘s morgens en het verschonen van de luier. 4.3 Hulpverleners op de verlos- en/of kraamafdeling U kunt tijdens uw opname op de verlos- en/of kraamafdeling met verschillende hulpverleners in contact komen: De arts Dagelijks bezoeken de gynaecologen en/of arts-assistent alle patiënten op de afdeling. De arts-assistent in opleiding Een arts-assistent in opleiding doorloopt in ons ziekenhuis een gedeelte van de opleiding tot gynaecoloog. De arts-assistent niet in opleiding Een arts-assistent is afgestudeerd als arts en doet extra ervaring op in gynaecologie en verloskunde. De arts-assistent werkt onder eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog. De co-assistent De co-assistent bevindt zich in de laatste fase van de opleiding tot arts en doet in ons ziekenhuis enige tijd praktijkervaring op. De co-assistent werkt onder eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog. De klinisch verloskundige Verloskundigen die in ziekenhuizen werken onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog ter begeleiding van vrouwen bij wie er een verhoogd risico bestaat op complicaties tijdens de zwangerschap of de bevalling. De (klinisch) verloskundige in opleiding Aanstaande verloskundigen kunnen in ons ziekenhuis praktijkervaring opdoen. De verloskundige in opleiding werkt onder verantwoordelijkheid van de gediplomeerde verloskundige en/of gyaecoloog.
| patiënteninformatie
17
De coördinerend verpleegkundige De coördinerend verpleegkundige coördineert de zorg in al zijn facetten op de afdeling. De gediplomeerd (obstetrie-)verpleegkundige Zowel op de verloskamers als op de kraamafdeling werken verpleegkundigen. Sommigen met als extra specialisatie Obstetrieverpleegkundige. De leerling-obstetrie verpleegkundige Deze verpleegkundige is reeds een gediplomeerde verpleegkundige. Maar volgt een specialisatie tot obstetrie verpleegkundige en wordt begeleid door de gediplomeerd Obstetrie verpleegkundige. De gastvrouw De gastvrouw zorgt van maandag tot en met vrijdag voor ontvangst van patiënten en voert een gedeelte van de administratieve zaken op de afdeling uit. De voedingsassistent De voedingsassistent draagt er zorg voor dat de patiënten de juiste voeding, eventueel een dieet, krijgen. U kunt samen met de voedingsassistent onder andere bepalen welke hoeveelheden u wilt eten en aangeven welke gerechten u per sé niet lust. De huishoudassistent De huishoudassistent zorgt er dagelijks voor dat de afdeling wordt schoongemaakt. NB: Als u er bezwaar tegen heeft dat een co-assistent/verloskundige in opleiding aanwezig is bij uw gesprek met de arts of bij de bevalling kunt u dit gerust laten weten. Hoofdstuk 5: Het ontslag 5.1 Het ontslag uit het ziekenhuis Als alles naar wens verlopen is, mag u in principe binnen 24 uur naar huis, soms al binnen 2 uur na de bevalling. Dit is afhankelijk van het verloop van de bevalling en de conditie van uw baby. 5.1.1 De thuiskraamzorg Wanneer de gynaecoloog toestemming geeft om na de bevalling het ziekenhuis te verlaten om thuis het kraambed door te brengen, moet uw partner zo snel mogelijk zelf het Kraamcentrum bellen.
| patiënteninformatie
18
Het is van belang om door te geven hoe laat u het ziekenhuis verlaat. Ook als de moeder na de bevalling opgenomen wordt, moet het Kraamcentrum door uzelf of uw partner zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht worden van de geboorte. Het Kraamcentrum is 24 uur per dag bereikbaar. De Stichting Thuiszorg informeert elke ochtend of er nog patiënten met ontslag gaan. 5.2 De gang van zaken bij ontslag • Uw baby wordt, indien nodig, nogmaals onderzocht voordat u naar huis gaat. Dit • •
• • •
gebeurt door de dienstdoende kinderarts of de arts-assistent. Er vindt een ontslaggesprek plaats met de verpleegkundige van de afdeling. U krijgt een formulier mee naar huis voor uw huisarts/verloskundige. Hierop staan alle bijzonderheden over de bevalling vermeld. Op dit formulier staan ook de gegevens over uw baby. Deze zijn voor de huisarts/verloskundige van belang in verband met de nazorg. Indien u of uw baby medicijnen nodig heeft, wordt een recept voor de apotheek uitgeschreven. U wordt 6 weken na de bevalling bij Gynaecologie verwacht voor een nacontrole. Deze afspraak wordt door de afdelingssecretaresse voor u gemaakt. Soms wordt de nacontrole gedaan door de verloskundige.
Tenslotte Wij hopen dat deze folder een steentje bijdraagt aan de voorbereiding op de periode die nu voor u ligt. Als u nog vragen heeft - en die heeft u ongetwijfeld - stelt u ze dan gerust. Wij stellen dit zeer op prijs. Schrijft u uw vragen eventueel op, zodat u niets vergeet. Al onze medewerkers zijn graag bereid u te woord te staan en te begeleiden als u hieraan behoefte heeft. Zelf kunt u zich uiteraard nog verder verdiepen in een aantal onderwerpen die met de zwangerschap, het bevallen, de kraamtijd en de tijd daarna te maken hebben door er over te lezen of videobanden te bekijken. Het is vooral aan te raden om u te informeren over zaken die keuzes vragen zoals hoe u wilt bevallen, hoe u de baby wilt gaan voeden, etc. Maak deze keuzes tijdig kenbaar bij de gynaecoloog of de verpleegkundigen. Zij zullen proberen met uw voorkeuren rekening te houden, tenzij bepaalde omstandigheden dit onmogelijk maken. Wij wensen u een voorspoedige en plezierige tijd toe. De gynaecologen en het team van de afdeling en verloskamers. Overige folders Bij Gynaecologie kunt u terecht voor folders met meer informatie over onder andere: • Echoscopie
| patiënteninformatie
19
• • • • • • • • • •
Echo-onderzoek bij 18 tot 23 weken zwangerschap CTG Zwangerendagcentrum Bevallen, Inleiden van de bevalling Pijnstilling bij de bevalling De keizersnede Het bijwonen van een keizersnede onder plaatselijke verdoving (informatie voor aanstaande vader) Borstvoeding, algemene informatie Verpleegafdeling Oost 43 Afdeling Neonatologie Miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap
U kunt deze folders ook downloaden via onze website www.zuyderland.nl/folders (locatie Sittard-Geleen). Adressenlijst Haptonomie Academie voor Haptonomie Jan Ligthartlaan 1 3941 BG Doorn 0343 - 515178 www.haptonomie.nl. In de lichtblauwe rechterbalk klikken op ‘adressen zwangerschapsbegeleiding’ Adressen voor voorlichting over voeding Voedingscentrum Postbus 85700 2508 CK Den Haag Voedingstelefoon: 070 - 306 8888 (op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur) www.voedingscentrum.nl
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede 03435-76626 www.borstvoedingnatuurlijk.nl Stichting La Leche League Nederland (steun en informatie bij borstvoeding) Postbus 14032 6401 NA Heerlen
| patiënteninformatie
20
045-324884 www.lalecheleague.nl Adressenlijst zwangerschapscursussen Vereniging ‘Samen Bevallen’, een psychoprofylactische voorbereiding. Vereniging Samen Bevallen Postbus 2341 7301 EA Apeldoorn 055 355 75 22 www.samenbevallen.nl Zwangerschapsyoga De landelijke vereniging voor yogaleerkrachten. Bevallen in het ziekenhuis 037 www.vvyn.nl Zwangerschapszwemmen Sommige zwembaden hebben speciale uren gereserveerd voor zwangeren. Informeert u bij het zwembad bij u in de buurt naar de tijden.
| patiënteninformatie
21
Geef uw mening! Deel uw ervaring over Zuyderland Medisch Centrum op www.ZorgkaartNederland.nl, een onafhankelijk kwaliteitsplatform voor de zorg. Op basis van uw ervaring kunnen wij onze zorgverlening verder verbeteren.
Verloskamers Meldpunt Oost 47 Telefoon 088 – 459 7909 Verpleegafdeling Meldpunt Oost 43 Telefoon 088 – 459 4500
© 07-2015
Internet www.zuyderland.nl
037
Orbis Thuiszorg Telefoon 088 – 458 8888