Burgers betrekken bij beheer Een verkenning van ervaringen met gebruikersparticipatie in natuur- en recreatiegebieden
Stichting
Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
c o l ofo n Stichting Recreatie, mei, 2003 Auteur: Marije Veer Projectleiding Emile Bruls In opdracht van Stichting Gooisch Natuurreservaat Uitgever: Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum Raamweg 19 2596 HL Den Haag telefoon 070-427 54 54 fax 070-427 54 13 e-mail
[email protected] website: www.stichtingrecreatie.nl
Burgers betrekken bij beheer
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Opzet van de verkenning
2
Achtergronden 2.1 Wat is (gebruikers)participatie? 2.2 Participatie actueel 2.2 Ervaringen en leerpunten
7 7 8 10
3
Praktijkvoorbeelden 3.1 De inventarisatie 3.2 De cases 3.2.1 Gebruikersparticipatie in permanent verband 3.2.2 Gebruikersparticipatie in tijdelijk verband
13 13 16 16 27
4
Beschouwing en conclusies 4.1. Algemeen 4.2 Belangrijke verschillen in opzet van de gebruikersparticipatie 4.3 Een beeld van de ervaringen en wat we ervan kunnen leren 4.4 Afsluiting
35 35 35 37 42
5
Advies voor participatie in het Gooi
43
Literatuur Bijlage 1
5 5 6
46 Cases en contactpersonen
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
48
3
Burgers betrekken bij beheer
4
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
1
INLEIDING Dit rapport doet verslag van een verkenning naar gebruikersparticipatie bij het beheer van natuur- en recreatiegebieden. De Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum heeft deze verkenning verricht in opdracht van het Goois Natuurreservaat.
1.1
Aanleiding De Stichting Gooisch Natuurreservaat is een organisatie waarin de zes Gooise gemeenten (Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Naarden), de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland participeren. Het buitengebied van de Gooise gemeenten bestaat voor een groot deel uit natuurterrein, gekenmerkt door heidevelden, bossen en landgoederen. De Stichting Gooisch Natuurreservaat beheert ruim 2600 hectare natuurterrein (het Goois Natuurreservaat). Deze organisatie wil het natuurschoon, de landschappelijke waarden en de cultuurhistorie in het Gooi instandhouden. Ook vindt de stichting dat deze waarden van groot belang zijn voor het welzijn van de mens. Daarom moeten de bezoekers en bewoners van de streek de natuur en het landschap kunnen ervaren en er kennis van kunnen nemen. Vrijwel alle natuurgebieden van het Goois Natuurreservaat zijn dan ook vrij toegankelijk. Het Gooi is dichtbevolkt. Door de verspreide woonkernen zijn er veel omwonenden. Veel van deze mensen maken gebruik van de terreinen van het Goois Natuurreservaat of voelen zich op andere wijze betrokken bij het gebied. Beleid en maatregelen op het gebied van natuur of recreatie kunnen dan ook op belangstelling rekenen van diverse bewoners en gebruikers, die soms zijn georganiseerd in belangenorganisaties. Sommige organisaties willen meepraten over te voeren beleid en beheer van het Goois Natuurreservaat. Enkele organisaties hebben (stevige) kritiek op het beheer. Een voorbeeld is de discussie aangevoerd door de Nederlandse Stichting Hekvrije Heide over de heidebegrazingen en de daaruit voortvloeiende maatregelen op de heide, namelijk plaatsing van rasters en daarbinnen instelling van ‘honden aan de lijn’gebieden. Communicatie en uitleg over beheer en beleid aan de burgers zijn dan ook belangrijk om bijvoorbeeld meer begrip voor zulke beheermaatregelen te krijgen. Het Goois Natuurreservaat doet dit onder meer door voorlichting in het terrein en in de media. De laatste jaren heeft de organisatie gebruikers bij een aantal planvormingsprocessen betrokken, zoals bij de totstandkoming van de Beheervisie en beheerplan 1998-2007. Het bestuur en de beheersorganisatie van het Goois Natuurreservaat vinden het belangrijk om goed op de hoogte te zijn en te blijven van de wensen en meningen van bewoners en gebruikers in het algemeen, dus buiten concrete voorgestelde acties op een bepaald moment om. Een en ander heeft ertoe geleid dat Het Goois Natuurreservaat wil nagaan of een gebruikersplatform kan bijdragen aan de informatiebehoefte van de organisatie of aan de betrokkenheid van de gebruikers. Het platform zou tot doel kunnen hebben om op reguliere basis wensen en belangen van gebruikers in te brengen bij bestuur en beheerorganisatie. Voordat er eventueel tot instelling van zo’n platform wordt overgegaan, worden de mogelijkheden hiervoor verkend. Hiervoor is op dit moment allereerst behoefte aan kennis over gebruikersparticipatie en ervaringen daarmee in de rest van Nederland. Het Goois Natuurreservaat heeft de Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum gevraagd een verkenning uit te voeren naar ervaringen met gebruikersparticipatie bij collega-terreinbeheerders, zoals natuurbeschermingsorganisaties, recreatieschappen en gemeenten. De organisatie wil aan de hand van deze verkenning de mogelijkheden en de wenselijkheid van een platform nader bekijken.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
5
Burgers betrekken bij beheer
1.2
Opzet van de verkenning De verkenning gebeurde via een beperkte literatuur- en internetstudie en een inventarisatie van praktijkervaringen via een telefonische ronde langs diverse terreinbeheerders: natuurbeschermingsorganisaties, recreatieschappen, duinwaterleidingsbedrijven, nationale parken en enkele gemeenten. In de deskstudie zochten we naar publicaties over bewoners- of gebruikersparticipatie in het algemeen (en het gemeentelijk groenbeheer) en participatie in het natuurbeheer in het bijzonder. De informatie over het laatste bleek zeer beperkt te zijn, onder andere omdat de ervaringen met gebruikersparticipatie in het natuurbeheer beperkt zijn en er weinig onderzoek naar verricht is. In de belronde vroegen we aan de diverse contactpersonen van de benaderde organisaties naar ervaringen met gebruikersparticipatie bij hun organisatie of in hun gebied. De ervaringen zijn beknopt genoteerd in een lijst. Het ging vooral om het verzamelen van voorbeelden van gebruikersgroepen en vergelijkbare constructies. In deze fase keken we of er voldoende relevante ervaringen bestonden. Dit bleek het geval. Na de inventarisatieronde selecteerden we een aantal cases. Voor de geselecteerde cases zijn vervolgens de contactpersonen opnieuw benaderd. Met deze mensen hielden we telefonische interviews, waarbij in enkele gevallen vooraf een vragenlijst is opgestuurd. Bij de Vereniging Natuurmonumenten zijn medewerkers op het hoofdkantoor bezocht. De (telefonische) interviews vonden globaal plaats aan de hand van een van tevoren opgestelde vragenlijst. Het ging hierbij om de volgende hoofdvragen: • • • • • • •
Wat was de aanleiding voor de instelling van een vorm van gebruikersparticipatie? Wat zijn/waren de belangrijkste doelstellingen? Wie zijn/waren de participanten en hoe zijn zij erbij betrokken? Wat is/was de vorm van de participatie en hoe is het proces ingericht? Welke inzet, organisatie en vaardigheden zijn/waren benodigd? Wat zijn/waren de inhoudelijke en procesresultaten van de gebruikersparticipatie? Wat zijn/waren de belangrijkste leerpunten en overige ervaringen?
De in de verkenning verzamelde informatie is verwoord in dit rapport. De rapportage over de ervaringen gebeurt met kernachtige, vrij schematische beschrijvingen van de gevallen. De verkenning gaat vergezeld van een advies. Dit rapport dient als discussiestof voor de leden van het bestuur en de werkorganisatie van het Goois Natuurreservaat. Het wordt gebruikt tijdens een sessie met de leden van het bestuur en het management van de werkorganisatie.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op het fenomeen gebruikersparticipatie en geeft informatie uit de literatuur over achtergronden, ervaringen en leerpunten. Hoofdstuk 3 beschrijft de uitkomsten van de inventarisatieronde en de geselecteerde cases. Hoofdstuk 4 geeft een reflectie op de resultaten van de verkenning. Hoofdstuk 5 doet aanbevelingen aan de Stichting Gooisch Natuurreservaat.
6
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
2
ACHTERGRONDEN
2.1
Wat is (gebruikers)participatie? Participatie betekent letterlijk ‘deelname’. In de praktijk wordt met bewoners- of gebruikersparticipatie meestal bedoeld dat een organisatie op de een of andere wijze mensen betrekt bij of deelgenoot maakt van beleid, plannen en dergelijke en deze mensen daarover kunnen meedenken. Het gaat dan bijvoorbeeld om gemeentelijk beleid of wijkbeheer. De intensiteit van de participatie kan van situatie tot situatie verschillen. Er worden diverse indelingen gehanteerd, zoals de indeling: ‘informeren’, ‘consulteren’, meebeslissen’ en ‘zelfbestuur’ (Corten et al, 1997) of ‘informeren’, ‘raadplegen’, ‘adviseren’, ‘coproduceren’ en ‘meebeslissen’ (IPP, 2002). De mate van participatie en medezeggenschap loopt op. Een veel gebruikte, uit negen niveaus bestaande indeling is de bestuurlijke participatieladder van Van Houten en Von Meyenfeldt (1992): Toelichting: besluiten liggen ter inzage en worden schriftelijk toegelicht Voorlichting: overheid verschaft mondelinge informatie over besluiten Meningspeilingen: bevolking kan schriftelijk reageren op beleidsvoornemens Inspraakprocedures: mondelinge hoorzittingen onder beperkte voorwaarde Consultatie: gekwalificeerd advies, medebetrokkenheid Partnerschap: overleg en samenwerking vanuit gescheiden verantwoordelijkheden 7. Meebeslissen: directe toegang tot besluitvorming via gedeelde verantwoordelijkheid 8. Delegatie: besluitvormend referendum 9. Zelfbestuur: sturing en beheer door participanten zelf (in overigens openbare ruimte) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De betrokkenen krijgen dus niet in elke vorm van gebruikersparticipatie evenveel zeggenschap en elk niveau heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. De plaats op de participatieladder houdt geen waardeoordeel in; hoger op de ladder is niet altijd beter en kan zelfs ongewenst zijn (Te Velde, 1995). Naast participatie in verschillende niveaus verschilt ook de fase van inschakeling van burgers in een proces. Inspraak (niveau 4) is een geïnstitutionaliseerde manier van de overheid om mensen bij de beleidsvorming te betrekken. Meestal hebben belanghebbenden alleen in een beperkte fase invloed. Dit is vaak in het stadium dat plannen al op tafel liggen en goedgekeurd moeten worden. De politiek heeft het laatste woord. Daar vindt uiteindelijk besluitvorming plaats. Vooral bij de eerste niveaus van participatie is er nogal eens sprake van symbolische betrokkenheid van burgers of wettelijke verplichtingen (Van Blitterswijk, 1999). De niveaus vanaf stap 5 gaan een stuk verder dan voorlichting- en inspraakmomenten. De burger heeft meer mogelijkheden om mee te denken of zelfs te beslissen en in de meeste gevallen wordt de burger al eerder in het planvormingsproces ingeschakeld. De gemeente Haren bijvoorbeeld onderscheidt twee duidelijk verschillende vormen van burgerparticipatie: ‘inspraak’ en de zogenaamde ‘meespraak’, Bij meespraak gaat het om meedenken en mee-ontwikkelen door belangstellenden en betrokkenen vanaf de eerste fase van beleidsvoorbereiding (gemeente Haren, 2000). Voor deze verkenning zijn vooral deze hogere niveaus van participatie interessant. Het gaat dan bijvoorbeeld om de instelling van overleggroepen, waarin burgers of
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
7
Burgers betrekken bij beheer
gebruikers wensen kunnen inbrengen, adviezen kunnen geven of zelfs mee kunnen werken aan of beslissen over beleidsontwikkelingen. Bij ontwikkeling van dergelijke bewoners- of gebruikersgroepen wordt vaak gestreefd naar (procedures voor) het ontwikkelen van een gedeeld perspectief en gemeenschappelijke doelen of belangen (Corten et al. 1997). Er zijn diverse namen in omloop, zoals klankbordgroep, gebruikersplatform, gebruikerspanel of gebruikersforum. Corten et al (1997) verduidelijken het begrip participatie aan de hand van vier centrale vragen: •
Waarom? De invalshoek van organisaties die participatie willen bevorderen kan verschillen. Er kan sprake zijn van pragmatische doelen, zoals de effectiviteit van eigen ingrijpen willen vergroten, een breder draagvlak voor beheer krijgen of een betere benutting van kennis en ideeën realiseren. Ook kan het doel ethischpolitiek getint zijn, bijvoorbeeld het belang dat gehecht wordt aan zeggenschap van betrokkenen.
•
Wie? Er kunnen tal van belanghebbenden betrokken zijn bij de participatie, zoals economisch betrokkenen, bij beleid en beheer betrokkenen, en door gebruik en waardering betrokkenen. Daarnaast moet onderscheid gemaakt worden tussen direct betrokkenen en vertegenwoordigers van belangengroepen.
•
Waarin? Participatie kan op verschillende momenten: beleidsvoorbereiding, uitvoering, evaluatie en terugkoppeling.
•
Hoe? Van belang is de mate van participatie, de vormgeving van het proces en de werkwijze.
Motieven van deelnemers aan participatieprocessen zijn vaak één of meer van de volgende: het willen beïnvloeden van beslissingen, ontwikkelingen in de gaten houden (waakhond zijn), persoonlijke interesse voor het onderwerp en mee willen denken, meer betrokken willen raken bij publieke besluitvorming en de eigen omgeving of meer invloed willen in lokaal bestuur (Edelenbosch et al. 2001).
2.2
Participatie actueel Lokale participatie Bewonersparticipatie is geen verschijnsel alleen van de huidige tijd. Zo waren er al eeuwen geleden buurtverenigingen met grote bevoegdheden. (Bewoners)participatie kent een lange traditie en ontwikkeling. In de 19 de en begin van de 20 ste eeuw was er weinig politieke participatie en ook later bleef de overheid nog vaak 'regent'. Langzaam aan werd de participatie verruimd. Zo kwam in de jaren zeventig van de 20 st e eeuw inspraak en medezeggenschap op gang. De laatste tijd worden steeds meer verantwoordelijkheden gedecentraliseerd naar lagere overheden en soms zelfs naar de burgers zelf. Vanuit de overheid is de laatste jaren een groeiende interesse om mensen ‘aan de basis’ te betrekken bij de uitvoering van beleid. Wellicht komt dat niet in de laatste plaats omdat het draagvlak voor uitvoering van het beleid in het verleden regelmatig onvoldoende is gebleken. Participatie werd vooral bij conflictsituaties toegepast. Gaandeweg is echter het besef gegroeid dat ook in andere gevallen participatie gewenst en effectief is, juist wanneer dat in een vroeg stadium begint. Verandering in de relatie tussen bestuur en burger wordt door gemeenten vaak bestuurlijke of sociale vernieuwing genoemd (Ovaa, 1998). Bewoners- en gebruikersparticipatie kunnen leiden tot draagvlak voor beleid, maar ook tot een betrokken overheid (Van Blitterswijk, 1999). De overheid ziet steeds meer in dat moet worden voorkomen dat
8
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
de partijen burger en overheid uit elkaar groeien en vervreemding ontstaat (Ovaa, 1998, te Velde, 1995). In een studie onder gemeenten blijkt dat op een participatieladder van 0 tot 5 (0 besluiten ter inzage, 1 tijdig informeren, klachtenregistratie, 2 schriftelijke meningspeilingen, inspraakprocedures, 3 wijkbijeenkomsten, consultatie, medebetrokkenheid, 4 partnerschap, meebeslissen, 5 zelfsturing) circa driekwart van de ondervraagde gemeenten zich op niveau 3 of hoger te bevinden. Niveau 5 komt slechts beperkt voor. De wijze waarin de participatie door het ambtenarenapparaat wordt geregeld en de mate waarin de politiek rechtstreeks in de participatie deelneemt, verschilt per gemeente (Ovaa, 1998). Uit een recente studie van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP, 2002) over het Grotestedenbeleid blijkt dat de overheid ook in dat beleid burgers steeds meer betrekt bij beleidsprocessen. Er ontstaat geleidelijk een grote diversiteit aan vormen van participatie. Dat geldt ook voor vernieuwende vormen van participatie door etnische minderheden en jongeren en door het benutten van het internet. Het gaat veelal om concrete projecten in wijken; op stedelijk niveau en bij lange-termijnvisies komt participatie minder voor. Ook neemt de mate van invloed toe. Het zwaartepunt ligt steeds vaker bij coproductie en advies. Gebruikersparticipatie bij natuurbeheerders en andere terreinbeheerders Naast lokale participatie door gemeentelijke overheden passen ook instanties als terreinbeheerders gebruikersparticipatie toe. Bos- en natuureigenaren trachten hun bezoekers of leden op de een of andere wijze te betrekken bij de planning, inrichting en beheer van hun terreinen (Elands en Uwimana, 2002). Daarbij spelen zoal de volgende doelen een rol: een betere communicatie en samenwerking tussen actoren, inbreng van kennis, zicht krijgen op wat leeft bij burgers, conflictpreventie of – beheersing, het verbeteren of herstellen van het vertrouwen in de organisatie en het verhogen van betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van burgers. De terreineigenaren informeren de bewoners en gebruikers bijvoorbeeld regelmatig via lokale media, tijdschriften, excursies, bezoekerscentra e.d. Participatie vindt bijvoorbeeld plaats via een in het leven geroepen gebruikersplatform of open inspraakavonden. Uit vrij recent enquêteonderzoek in de gemeente Ede van Elands en Uwimana (2002) blijkt dat veel boseigenaren het betrekken van burgers bij besluitvorming niet direct wenselijk vinden. Grote boseigenaren (> 90 ha) staan beduidend positiever tegenover participatie dan kleine boseigenaren. Uit interviews met vijf grote terreineigenaren in Ede blijkt dat lokale participatie door al deze organisaties belangrijk wordt gevonden. De eigenaren geven de voorkeur aan consultatie, in sommige situaties kunnen mensen meedenken of worden samen plannen ontwikkeld. Hoewel beheerders steeds vaker burgers bij (toekomstige) inrichting en beheer betrekken, komt daadwerkelijk meebeslissen of zelfbestuur nog weinig voor in de Nederlandse beheerpraktijk. Een voorbeeld hiervan is het beheer van bos of kleine landschapselementen door lokale vrijwilligersorganisaties, zoals SBNL, waarbij zowel de besluitvorming als de controle op het beheer in handen van deze groepen is. De reden voor zo’n constructie is vaak dat kleine elementen voor grote terreinbeheerders als Staatsbosbeheer moeilijk op een efficiënte manier te beheren zijn en dan in beheer worden uitgegeven. Gezamenlijk beheer van gemeenschappelijk bezit komt voor bij het Lunterense buurtbos en bij een deelgebied bij Winterswijk dat beheerd wordt door de Stichting Marke Vragenderveen, een historisch samenwerkingsverband tussen boeren en burgers (Lambregts, Wiersum, 2002, Elands en Uwimana, 2002). Lambregts en Wiersum (2002) beschrijven de bovengenoemde voorbeelden als typische representanten van ‘community forestry’.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
9
Burgers betrekken bij beheer
Bosbezoek in relatie tot participatiebehoeften Elands en Uwimana onderzochten de relatie tussen bosbezoek en participatiebehoeften onder de Edese bevolking. Bos vervult een belangrijke functie voor de recreatie van de bevolking, maar ook inwoners die de bossen niet bezoeken kunnen gehecht zijn aan de lokale bossen. Voor boseigenaren is het volgens de onderzoekers zinvol inzicht te hebben in de wensen van zowel de bezoekers als de passieve genieters. Een groot deel van de respondenten (inwoners en boseigenaren) in het onderzoek vindt dat inwoners zouden moeten worden betrokken bij besluitvorming over het gebruik van het landelijk gebied. Op basis van de kenmerken ‘frequentie van bosbezoek’ en ‘behoefte aan betrokkenheid bij besluitvorming’ zijn vier participatiegroepen onderscheiden: de betrokken, frequente bezoeker, de betrokken, incidentele bezoeker, de niet-betrokken, frequente bezoeker, de nietbetrokken, incidentele bezoeker. Ruim 40% van de bevolking in Ede behoort tot de eerste groep.
2.2
Ervaringen en leerpunten Ervaringen met participatie en effecten Er verschenen de laatste jaren diverse publicaties over lokale participatie bij gemeenten, ook op het gebied van gemeentelijk groenbeheer. Studies naar en ervaringen met participatie in het natuurbeheer, met name in de vorm van gebruikersgroepen, zijn er veel minder. Corten et al. (1997) onderzochten ervaringen met lokale participatie in het bosbeheer. Zij bestudeerden vijf situaties. Uit de cases bleek dat er een kloof bestaat tussen bos en de samenleving. Er is een geringe betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij burgers, er is sprake van veel verschillende belangen en er leven verschillende opvattingen over het bos. Daarnaast zijn er problemen met communicatie en interactie tussen de verschillende betrokkenen. Participatie heeft een aantal voordelen. Participatieprocessen in de cases leidden tot meer betrokkenheid van mensen bij het bos. Ook in studies naar lokale participatie en interactieve beleidsvorming in gemeenten komen duidelijk positieve effecten naar voren, bijvoorbeeld verbeterde betrokkenheid, bewustwording en interesse (Van Blitterswijk, 1999, Van Konijnenburg, 2001, Ovaa, 1998). Een ander positief effect is de verbetering en verrijking van de inhoudelijke kwaliteit. Interactieve beleidsvorming kan gezien worden als een tijdsinvestering die in het begin veel tijd kost, maar later veel winst kan opleveren (Edelenbos et al., 2001). Participatie heeft ook nadelen. Er kan sprake zijn van ongewenst machtsverlies voor een bestuur, grotere tegenstellingen tussen beleid en de wensen van burgers en langdurige, vertragende processen. Het streven naar consensus kan de kwaliteit van plannen verminderen (Edelenbos et al, 2001). Voor de betrokken beleidsmakers of beheerders kunnen participatieprocessen lastig zijn, omdat ze soms tussen twee vuren zitten; tussen bewoners of gebruikers en bestuurders van een gemeente of gebied (CROW, 2001). Een andere gevolg van een participatieve relatie met burgers is dat beheerders of gemeenteambtenaren in een gebruikersoverleg alert moeten zijn op politiek gevoelige aspecten en deze tijdig bij de verantwoordelijke bestuurders aankaarten. Bestuurders moeten zich door de ambtenaren en het beheerapparaat goed laten informeren over het participatieproces. Voor de uitvoerende medewerkers zijn er gevolgen voor hun werk. Klussen kunnen niet altijd meer direct en ‘zoals ze het geleerd hebben’ uitgevoerd worden. Verder is een participatieve instelling en vaak ook kennis en vaardigheden nodig die de medewerkers nog niet bezitten. Dit kan spanningen met zich meebrengen (Ovaa, 1998).
10
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Leerpunten om participatieprocessen vorm te geven Uit het onderzoek van Corten et al. (1997) komen diverse aandachtspunten naar voren die van belang zijn om gebruikersparticipatie te laten slagen. Hieronder volgt een bewerking van deze aspecten in een schema:
Aandachtspunten en succesfactoren Kaders van de
•
participatie
Duidelijkheid over de doelstellingen, functie van de participatie (waarom?), zowel door de initiatiefnemer vooraf goed te bedenken, als richting de deelnemers
•
Duidelijkheid over (eigen) visie en randvoorwaarden (grenzen, marges)
•
Goede begrijpelijke onderbouwing
Zeggenschap, rechten
•
Participatie/communicatie vanaf het begin van een beleidsvormend proces
en erkenning
•
Meedenken een plaats geven, geen farce laten zijn
•
Werkelijke zeggenschap leidt tot medeplichtigheid, commitment
•
Ruimte voor discussies
•
Kleinschaligheid en overzichtelijkheid van de ‘projecten’
•
Bij grootschaligheid is geen zichtbare/merkbare zeggenschap meer
•
Tijd nemen voor gezamenlijke probleemformulering bij aanvang
Schaal Belangen
•
Duidelijkheid over en acceptatie van belangen door de actoren en er vervolgens ook rekening mee houden
•
Aanspreken van vertegenwoordigers van belangengroepen op communicatie met de achterban
Houding
Relatie met
•
Moeilijk te verenigen belangen kunnen samenwerking verhinderen/bemoeilijken
•
Niet te veel energie besteden aan de laatste tegenstemmers
•
Openheid, eerlijkheid en zorgvuldigheid is nodig voor vertrouwen
•
Actiegerichtheid. Vooruitgang zichtbaar
•
Informeel overleg en positieve sfeer
•
Gedreven en enthousiaste procesbegeleider/trekker
•
bestuurders Kennis en
Bestuurlijke betrokkenheid van de lokale bestuurders bij het participatieproces en de resultaten. Communicatie met bestuurders aandacht geven
•
vaardigheden
Vergroten van inhoudelijke kennis van de deelnemers kan leiden tot meer begrip en concrete bijdragen
• •
Proces: leren van ervaringen elders Proces: deskundige externe ondersteuning vaak nodig (ook vanwege ‘neutraliteit’) – met zowel inhoudelijke kennis als communicatieve en managementvaardigheden
Investering
•
Investering in tijd en middelen
Organisatie en
•
Coördinator, trekker aanwijzen
facilitatie
•
Tijd nemen – betrokkenen moeten mee kunnen doen aan de stappen in het proces, de achterban kunnen raadplegen, zich organiseren, onderling vertrouwen krijgen
•
Regelmatig terugkoppelen stand van zaken
•
Presentatie in heldere taal, zoveel mogelijk visualisatie, veldexcursies
Veel van deze punten, zoals heldere doelstellingen en randvoorwaarden (speelruimte) formuleren, open communicatie en gebruik van een externe procesbegeleider als intermediair, komen ook als tips en leerpunten in andere studies terug. Daarnaast geven we hier nog enkele andere interessante punten ter aanvulling: Voorbereiding • Kennisuitwisseling met andere organisaties • Ondersteuning of training van de medewerkers • Zorg dat intern de neuzen dezelfde richting op staan • Durven te proberen: ‘learning by doing’ • Goede inventarisatie welke partijen betrokken dienen te worden • Let op representatie van belangen; belangen op afstand, groepen die vergeten worden, moeilijk te bereiken zijn of vertegenwoordigers die hun achterban niet raadplegen
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
11
Burgers betrekken bij beheer
• Vooraf nagaan of er voldoende draagvlak is voor participatieproject • Afweging kosten en baten (Van Konijnenburg, 2001, Te Velde, 1995, CROW, 2001, IPP, 2002, Staatsbosbeheer 1) Voor de deelnemers • Directheid van de voordelen (mensen zijn vooral geneigd deel te nemen aan projecten die snel resultaat opleveren voor iets concreets) • Zichtbaar maken van de resultaten • Korte lijnen en directe en persoonlijke contacten met alle partijen vergemakkelijken deelname • Voldoende bijeenkomsten (flexibel afhankelijk van verloop proces), geen te grote denk/processtappen nemen in één bijeenkomst • Niet te ad hoc karakter • Duidelijk aanspreekpunt voor de participanten • Waardering voor de inzet van de deelnemers (Van Blitterswijk, 1999, Van Konijnenburg, 2001, Te Velde, 1995, IPP, 2002) Gedurende het proces • Met de groep kijken of vertegenwoordiging belangen volledig is. Maak betrekken van ‘missende’ actoren een gezamenlijke zorg • Kijk naar het grote geheel. Creëer alternatieven in grotere context • Evalueren, ook tussendoor, eventueel bijstellen • Kennis gebruikers benutten en optimaal inzetten. Kan soms enorme aanwinst zijn • Blijf communiceren met de grote groep gebruikers, niet alleen met de selectie • Kom afspraken na en doe geen beloften die moeilijk na te komen zijn • Let op subjectiviteit van deskundigen en pas op voor kortzichtigheid. Schakel bijvoorbeeld meer deskundigen in. Inhoudelijk levert dit vaak betere resultaten en meer aanvaarding bij burgers (Te Velde, 1995, CROW, 2001, Staatsbosbeheer)
1
Ministerie van Binnenlandse Zaken; Innovatie en kwaliteit in de publieke sector; gebruikersparticipatie in natuurbeheer. http://www.minbzk.nl/innovatie/Case-0092.htm
12
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
3
PRAKTIJKVOORBEELDEN
3.1
De inventarisatie In de inventarisatiefase van dit onderzoek benaderden we vele instanties telefonisch met de vraag of zij ervaring hebben met gebruikersparticipatie. Dit waren Staatsbosbeheer, de Vereniging Natuurmonumenten, De Landschappen en verschillende afzonderlijke provinciale landschappen, diverse nationale parken, enkele gemeenten, vrijwel alle recreatieschappen en drie duinwaterleidingbedrijven. Daarnaast is het projectbureau Haarlemmerméér Groen benaderd. De resultaten van de algehele inventarisatie De ervaringen met gebruikersparticipatie blijken over het algemeen vrij beperkt te zijn. Ervaringen komen in veel gevallen neer op inspraakprocedures en voorlichtingsen informatiebijeenkomsten. Ook maken beheerders verschillende keren melding van vrijwilligerswerkgroepen als vorm van participatie, via welke zij informatie krijgen over wensen van gebruikers. Gebruikersonderzoek is een beperkte manier voor gebruikers om meningen en wensen aan te geven, wel geeft het beheerders antwoord op enkele van hun belangrijke vragen. Overleg en discussie is er ook in de vorm van ad hoc of structurele overlegmomenten met specifieke gebruikersgroepen, bijvoorbeeld met ruiterclubs of mountainbikeclubs. Klankbordgroepconstructies komen bij de grote natuurbeheerders Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer wel nadrukkelijk voor. Bij de Provinciale Landschappen is deze vorm beduidend minder bekend. Naast Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer kennen sommige recreatieschappen en nationale parken dergelijke vormen van gebruikersparticipatie. Bij de nationale parken komt een gebruikersraad alleen in de Biesbosch voor. In de belronde zijn we geen gevallen tegengekomen waarbij sprake is van (mede)beslissingsbevoegdheden bij een klankbordgroep. Door verschillende personen die we spraken werd wel veel interesse getoond voor het onderwerp en voor de mogelijkheden om iets dergelijks in te voeren in de eigen gebieden. In een paar gevallen, zoals bij het Nationale Park Zuid-Kennemerland, het Amsterdamse Bos en het recreatiegebied Rottemeren, bestaan er actuele plannen voor de oprichting van een gebruikersgroep. Soms gaf men aan dat er in hun situatie nog nooit over was nagedacht of er geen concrete aanleiding (zoals conflicten) bestond. Doelen van gebruikersparticipatie, zoals inzicht in gebruikers, goede wederzijdse communicatie, worden soms op andere manieren al voldoende vervuld. Ook houdt de verwachte niet geringe voorbereiding en organisatie een serieuze beschouwing van de optie soms wat tegen. Gebruikersparticipatie bij Staatsbosbeheer Staatsbosbeheer heeft inmiddels de nodige ervaring met gebruikersparticipatie in diverse vormen. Deze participatie kan uiteenlopen van meedenken en meepraten tot meebeslissen en mee beheren. Verspreid over het land zijn er ongeveer vijftig gebruikersgroepen actief. Zo kan er bijvoorbeeld overlegd worden over nieuwe inrichtingsplannen. Staatsbosbeheer vindt het belangrijk dat mensen zich direct betrokken en verantwoordelijk voelen bij natuurgebieden. Met gebruikersparticipatie wil Staatsbosbeheer de organisatie beter verankeren in de maatschappij en betrokkenheid bij burgers creëren voor de natuur, wat overigens ook een maatschappelijke taakstelling is voor de organisatie. De medewerkers krijgen meer zicht op wat er leeft in de samenleving. Door meer rekening te houden met de wensen van de gebruikers
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
13
Burgers betrekken bij beheer
van de terreinen wordt het draagvlak voor het beheer vergroot 2. Een aantal jaren geleden zijn de ervaringen tot dan toe tegen het licht gehouden. Voor de beheerders is daarnaast een handleiding gebruikersparticipatie opgesteld. Gebruikersparticipatie bij Natuurmonumenten Gebruikersparticipatie is ook voor Natuurmonumenten van belang. Gebruikers zijn natuurlijk ten eerste de vele leden van de organisatie. Deze zijn vertegenwoordigd in de Verenigingsraad. Daarnaast vormen per district de afgevaardigden samen de districtscommissie. Zo is er dus al sprake van participatie. De commissies staan open voor meningen, suggesties en op- of aanmerkingen vanuit de leden. Leden zijn verder welkom bij de jaarlijkse districtsvergaderingen. 3 Gebruikersparticipatie vormt geen speciaal beleidsthema, maar in verschillende nota’s wordt de intentie uitgesproken gebruikers te betrekken bij het beheer en beleid en naar wensen te luisteren. Natuurmonumenten maakt soms gebruik van klankbordgroepen en beheergroepen. De groepen bespreken (regionale) onderwerpen of zijn betrokken bij nieuwe beheerplannen en dergelijke. Op die manier wil men de binding met het werk van Natuurmonumenten en het draagvlak voor het beheer vergroten. Zo werd er in het februarinummer (2003) van het ledenblad Natuurbehoud een oproep gedaan voor klankbordgroepen in Limburg en Flevoland. Bij het ontwikkelen van nieuwe natuur bij de stad wordt communicatie met en participatie van omwonenden eveneens belangrijk geacht. Natuurmonumenten maakt tevens gebruik van vele vrijwilligers, wat ook als vorm van gebruikersparticipatie beschouwd kan worden en door communicatie met deze mensen wordt ook inzicht verkregen. Gebruikersparticipatie in Noord-Holland De recreatieschappen in Noord-Holland streven gebruikersparticipatie na. In de regio Waterland is participatie in verschillende vormen voor Groenbeheer Noord en het Landschap Waterland erg belangrijk. Dit uit zich in enkele overleggroepen waarbij het Landschap Waterland initiatiefnemer is, zoals lokale gebruikersgroepen en regionaal overleg met diverse partijen over de recreatietoervaart. Functies zijn onder meer informatie-uitwisseling en meedenken over plannen. Ook wordt er geparticipeerd in overleggroepen van andere initiatiefnemers, zoals Staatsbosbeheer (Purmerbos). Ook in andere recreatiegebieden is sprake van gebruikersparticipatie, zoals in Spaarnwoude of Geestmerambacht, waar overleg is met pachters en recreatieondernemers. Bij het Twiske en het Amsterdamse Bos bestaat de wens om in de nabije toekomst gebruikersparticipatie in de vorm van een klankbordgroep o.i.d. op te richten. In de Haarlemmermeer worden nu en in de toekomst een aantal nieuwe groengebieden gerealiseerd. Hierbij is bewonersparticipatie voor het betrokken projectbureau een erg belangrijk aspect. Voor het Nationaal Park Zuid-Kennemerland bestaan concrete plannen voor oprichting van een klankbordgroep waarin bewoners, gebruikers, natuurbeherende organisaties, recreatieverenigingen, IVN, en horecaondernemers waarschijnlijk plaats zullen nemen. Dit idee is ontstaan tijdens en naar aanleiding van goede ervaringen met consultatiebijeenkomsten in 2002 voor het nieuwe beheer- en inrichtingsplan. Bij het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) is tot nu toe nog weinig ervaring met gebruikersparticipatie. In het kader van een nieuwe beheernota zijn in 2002 diverse open avonden/dagen gehouden voor burgers. Mensen waren daar erg blij mee en PWN kreeg hiervoor veel complimenten. Het PWN gaat nu op zoek naar een meer structurele invulling van participatie op regionaal niveau in de vorm van een klankbordgroepconstructie. Echter, vanwege beperkt beschikbare tijd zal gezocht moeten worden naar zinvolle, maar voor de organisatie te behappen manier. Op 2 3
www.staatsbosbeheer.nl. en www.minbzk.nl/innovatie/Case_0092.htm www.natuurmonumenten.nl
14
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
gebiedsniveau heeft het PWN bij de inrichting van het Engelse Veld een werkgroep opgericht met onder andere inwoners om tot keuze voor de vorm van natuurbeheer te komen (Buizer en Terlouw, 2002). Bij de Amsterdamse Waterleidingduinen (Gemeentewaterleidingen Amsterdam) is geen ervaringen met gebruikersgroepen, wel is er sprake van inspraakavonden, een-op-een overleg met specifieke gebruikersgroepen en gebruikersonderzoeken. Het Landschap Noord-Holland (Landschapsbeheer Noord-Holland en Noord-Hollands Landschap samengevoegd) heeft tot nu toe geen ervaring met gebruikersgroepen, wel participeren medewerkers in een paar groepen van anderen. Selectie van de cases De inventarisatieronde leverde geen ruime hoeveelheid ervaringen met gebruikersgroepen op. Toch waren er wel voldoende om een aantal cases te selecteren om verder te beschrijven. Daarbij is variatie nagestreefd in locatie in Nederland, de terreineigenaar, de vorm (tijdelijk of permanent, frequentie bijeenkomsten), het soort participanten en de aanleiding en doelstellingen. Zo zijn er cases beschreven uit verschillende provincies en van de terreinbeheerders Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en twee recreatieschappen, nationale parken en gemeenten. Er zijn situaties die voor het opstellen van nieuwe beheerplannen tijdelijke overleggroepen in het leven hebben geroepen, maar ook situaties waarin al jaren structureel met een gebruikersgroep over diverse (beheer)aspecten wordt gesproken. De volgende cases zijn geselecteerd voor beschrijving: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Gebruikersraad Nationaal Park de Biesbosch Gebruikersgroep Mensinge Bewonersparticipatie Buitenhout Gebruikersparticipatie recreatiegebied Goudse Hout Overleggroep Nationaal Park de Hoge Veluwe Overleg stadspark Sonsbeek Klankbordgroep allochtonen (Natuurmonumenten landelijk) Klankbordgroep Brunssummerheide Gebruikersgroep recreatiegebied Hemmeland Klankbordgroep en werkgroep Oosterpolder Participatiegroep Venneperhout
Aspecten voor beschrijving van de cases De cases worden schematisch beschreven aan de hand van een aantal aspecten: aanleiding, doelen, schaalniveau, deelnemers (en benadering deelnemers), vorm, werkwijze, investering, vaardigheden, inhoudelijke resultaat, procesresultaat en belangrijke (leer)punten.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
15
Burgers betrekken bij beheer
3.2
De cases
3.2.1
Gebruikersparticipatie in permanent verband Object: Nationaal Park de Biesbosch (provincie Zuid-Holland, Noord-Brabant) Periode van participatieproces: ca 1994-heden (lopend) Initiatiefnemer : Min. van LNV, trekker: onafhankelijk voorzitter en secr. Nat. Park Bron; Dhr. M. Mols, secr. Nationaal Park de Biesbosch, Dhr. J. Koolen, deelnemer Gebruikersraad Aanleiding
Instelling van het Nationaal Park in 1994. Daarbij was volgens het Ministerie van LNV naast het gebruikelijke Overlegorgaan ook een Wetenschappelijke Adviescommissie en een soort gebruikersadviesgroep gewenst.
Doelen/functies
Advisering van Overlegorgaan door alle gebruikersgroepen, zodat het Overlegorgaan inzicht krijgt in wensen/visie gebruikers en daarmee rekening kan houden. Betrokkenheid gebruikersgroepen stimuleren. Het waardevol gebied heeft voorvechters nodig. Mate van participatie; meedenken, advisering
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 groot natuurgebied, dat gelegen is in twee provincies en
Benadering deelnemers
Er is in het proces van de oprichting van het Nationaal Park een lijst opgesteld met
in meerdere gemeenten. Lokaal/regionaal gebruikersgroepen van het gebied, tbv oprichting Gebruikersraad Deze organisaties zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst en moesten zelf een vertegenwoordiger uitvaardigen voor de Gebruikersraad. Deelnemers
Het secretariaat van het Nat. Park de Biesbosch (provincie Noord-Brabant) Een onafhankelijk voorzitter Lokale en regionale vertegenwoordigers van zoveel mogelijk gebruikersgroepen; Boerenorganisaties, natuurorganisaties, watersport, hengelsport, grondeigenaren, woonboten (ca. 25 deelnemers)
Vorm
Gebruikersraad (adviesorgaan) Permanent Vaste groep deelnemers Bijeenkomsten ca. 2 keer/jaar, voorafgaande aan bijeenkomst van het Overlegorgaan. Nu ivm herziening beheerplan tijdelijk frequentere bijeenkomsten gewenst
Werkwijze
Onafhankelijke voorzitter aangetrokken Organisatie en voorbereiding door secretariaat van het Nationaal Park In de bijeenkomsten worden de agenda en de stukken die ook in het Overlegorgaan komen behandeld en van mogelijk advies/commentaar voorzien
Investering
Tijdsbesteding door voorzitter en met name secretariaat in organisatorische en inhoudelijke voorbereiding en deelname aan bijeenkomsten. Door lage frequentie bijeenkomsten blijft dit redelijk binnen de perken en behoort voor secretariaat tot het vaste takenpakket
Vaardigheden
Voor de organisatie zijn professionele vaardigheden benodigd en aanwezig, o.a. in de vorm van de politiek-bestuurlijk ervaren voorzitter en professioneel secretariaat. Inhoudelijke inbreng van deelnemers nogal verschillend
Inhoudelijke
Advies over een breed scala aan zaken die door het Overlegorgaan behandeld worden
consequenties en
(voorbeeld: uitbreiding aantal jachthavens)
resultaten Consequenties en
Mogelijkheden participatie worden positief ervaren, status geaccepteerd.
resultaten van het
Opvattingen en belangen worden zichtbaar gemaakt, benoemd en gekanaliseerd
proces
Er is meer begrip gekomen voor diverse belangen, maar er zijn nog diverse grote belangenconflicten (bijv. over uitbreiding bepaalde recreatiemogelijkheden) ‘Tegenwerking’ bestuurders werkt soms demotiverend op participanten. Bestuurders hebben
16
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
soms weinig oog voor andere en gezamenlijke belangen en wensen en proberen soms de afspraken die gemaakt zijn in Beheer- en Inrichtinggsplan voor de Biesbosch voor de toekomst te veranderen. Belangrijke
Onafhankelijk voorzitter wordt als positief ervaren. Benodigde eigenschappen; feeling/binding
(leer)punten
met het gebied, professioneel, onafhankelijk, zorgvuldig Goede voorbereiding en organisatie is belangrijk; neem de tijd Vz/secr; niet te bang zijn voor discussies. Niet altijd streven naar consensus Lastig punt blijft soms dat bestuurders weinig vanuit collectieve belang denken, dit is zo voor zowel Gebruikersraad als partners in het Overlegorgaan
Overige participatie
Gebruikersraden in deze permanente en officiële vorm zijn in Nat. Parken niet gebruikelijk.
en participatie in
Wel is daar vaak sprake van inspraak, informatie en soms consultatie. Soms zijn er
breder verband
gebruikersgroepen in Overlegorgaan vertegenwoordigd. Bij beheer- en inrichtingsplan van een Nationaal Park wordt de bevolking in principe wel betrokken. In de Biesbosch: tijdelijke plaatselijke klankbordgroepen en werkgroepen bij natuurontwikkelingsprojecten in de Biesbosch. De 2 Biesbosch recreatieschappen (ZuidHolland, Noord-Brabant) kennen al tientallen jaren elk een gebruikersgroep. Deze bestaan nog steeds.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
17
Burgers betrekken bij beheer
Object: Mensinge (wandelbos, oud landgoed), Roden (provincie Drenthe) Periode van participatieproces: ca 2000-heden Initiatiefnemer /trekker: Staatsbosbeheer Bron: Dhr. B. Witvoet, Staatsbosbeheer Aanleiding
Aanvaringen met de bevolking over het vellen van laanbomen. Tijdens een georganiseerde bijeenkomst hierover bleken er nog meer zaken te spelen, maar bleek met elkaar praten de partijen al dichter bij elkaar te brengen. Staatsbosbeheer heeft toen bedacht en voorgesteld een gebruikersgroep in te stellen.
Doelen
Draagvlak voor beheer en conflicten oplossen Rekening houden met wensen van omwonenden, gebruikers Realisatie van een plan van aanpak voor toekomstig beheer Mate van participatie: Meedenken, samen tot afspraken/plannen komen. Uiteindelijke besluitvorming door SBB
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 natuurgebied. Lokaal niveau.
Benadering deelnemers
Tijdens grote bijeenkomst (opkomst ca 400 mensen) is voorgesteld een gebruikersgroep op te
Deelnemers:
3-4 medewerkers van Staatsbosbeheer (boswachter, opzichter, districtshoofd)
richten, met een selectie van de aanwezigen. Ca 20-25 deelnemers uit Roden; indiv. omwonenden en enkele vertegenwoordigers van gebruikersgroepen (ouderen, IVN, ruiters). Op persoonlijke titel met aan hen de vraag breed belangen te behartigen. Enkele deelnemers zijn wegens omstandigheden (verhuizing etc.) uit de groep gegaan. 1 persoon is uit onvrede opgestapt (ook de andere deelnemers stonden niet op zijn negatief ingestelde lijn) Na realisatie Plan van Aanpak is 1 deelnemer opgestapt, omdat het voor hem afgerond was. Vorm:
Gebruikersgroep In eerste instantie tijdelijk tot realisatie Plan van Aanpak, maar uiteindelijk gehandhaafd en voortgezet op minder intensieve maar voorlopig permanente basis (wens gebruikers) Vaste groep deelnemers Eerste halfjaar; ca elke 3-4 weken een bijeenkomst, daarna wat minder. Nu ca 2 bijeenkomsten per jaar (voorjaar evaluatie vorige jaar, najaar jaarplan nieuw jaar)
Werkwijze
Eerst SBB voorzitter, nu voorzitter uit de kring van de deelnemers (zo kon SBB beter inhoudelijk deelnemen) Facilitaire ondersteuning en inhoudelijke inbreng door Staatsbosbeheer Inhoud bijeenkomsten; presentaties, toelichtingen, gesprekken en discussie Veldbezoeken Na een heldere probleemomschrijving is er door SBB een plan van aanpak opgesteld, waar weer met de groep over gesproken is. Daarna is een definitief rapport opgesteld. Daarna presentatie aan de bevolking van Roden (als gezamenlijk product).
Investering
e
1 jaar behoorlijk intensieve tijdsbesteding voor voorbereiding van bijeenkomsten en aanwezigheid; frequente bijeenkomsten met 3 of meer Staatsbosbeheerders aanwezig. Daarbij is vooral veel tijd besteed aan probleemanalyse. Inmiddels is de tijdsinvestering veel lager. Materiele kosten zijn laag.
Vaardigheden
Algemeen; al doende leert men. Maar er is sprake geweest van een goede doordachte voorbereiding, er is serieus tijd voor genomen. Voor de invulling van het proces is het zoeken geweest. Er is daarvoor gebruik gemaakt van ervaringen elders en ondersteuning van een medewerker uit een andere SBB-regio Voor voorzitter was een geschikt persoon voorhanden met benodigde leiderscapaciteiten en ervaring. Was dat niet zo geweest, dan was er een onafhankelijk voorzitter gezocht Presentaties met Power Point bleken erg verhelderend, maar niet voor iedereen even makkelijk te realiseren
Inhoudelijke
Rapport/plan van aanpak (gezamenlijk product van SBB en gebruikersgroep)
consequenties en resultaten Consequenties en
18
Wederzijds begrip
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
resultaten van het
Vertrouwen van burgers in SBB terug
proces
De mogelijkheid om mee te praten werd gewaardeerd, niveau van participatie geaccepteerd. Inbreng van de groep is ook in veel gevallen iets mee gedaan Intern gerichte houding van SBB -> naar meer naar buiten gerichte houding
Belangrijke
Serieus tijd nemen om de opzet van het proces voor te bereiden
(leer)punten
Kaders en mate van de participatie helder en zorgvuldig neerzetten Open en eerlijke houding Goede mensen inzetten voor toelichtingen Goede ondersteuning van visuele middelen bij presentaties en ook veldbezoek
Overige participatie
Gebruikersparticipatie in het beleid van Staatsbosbeheer een belangrijk aspect. Men streeft naar meerdere actieve gebruikersgroepen per regio. In dit gebied geen eerdere ervaringen met gebruikersparticipatie
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
19
Burgers betrekken bij beheer
Object: Bosgebied Buitenhout (Almere, Flevoland) (Staatsbosbeheer en deels gemeente Almere) Periode van participatieproces: ca 1997-heden Initiatiefnemer: Staatsbosbeheer Bron: Dhr. H. Hake, Staatsbosbeheer Aanleiding
SBB vond het belangrijk om een vorm van gebruikersparticipatie op te richten in een stedelijk groengebied en intensief gebruikt gebied. Bewoners zijn vanuit de Randstad naar Almere gekomen voor ruimte en natuur en zijn bezorgd om behoud van groengebieden, waardoor er veel betrokkenheid bij het groen is.
Doelen
Participatiegroep als medium in de relatie burgers – gemeente Informatie gemeentelijke plannen leveren en bespreken. Ook partnerschap tussen SBB en bewoners over natuur richting de gemeente Burgers betrekken en inbreng geven bij beheer van het bos Mate van participatie: Meepraten, ideeën inbrengen en uitwerken. Staatsbosbeheer stelt de randvoorwaarden, daarbinnen is veel invloed mogelijk. Zo kon er bijvoorbeeld een locatie worden gekozen voor een voorziening en werd een door een bewoner uitgewerkt vegetatieplan voorgelegd aan SBB-regionaal
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 klein natuurgebied. Staatsbosbeheer in beginsel op
Benadering deelnemers
Via huis-aan-huis blad is een oproep gedaan. Op de georganiseerde bijeenkomst is toen een
lokaal niveau erbij betrokken. groep opgericht. Deelnemers
Boswachter Staatsbosbeheer 10-15 bewoners/gebruikers op persoonlijke titel. Gevarieerde samenstelling, maar in de toekomst graag deelnemer(s) toevoegen zoals raadslid of iemand met bestuurlijke contacten, en deelnemers met specifieke inhoudelijke kennis
Vorm
Bewonersparticipatie Permanent, structureel Vaste groep deelnemers Ca 1 bijeenkomst per 8/9 weken, soms ook verhelderend veldbezoek
Werkwijze
Vormgeving proces en opstart; Arcadis Neutrale voorzitter uit de kringen van een gemeentelijke instantie Organisatie in handen van de deelnemers. Serieus aangepakt. Facilitatie door SBB; ruimte, catering Soms inhoudelijke inbreng door genodigde, bijv. van gemeente Almere
Investering
Investering vooraf: inhuren extern bureau en meer SBB’ers ingeschakeld SBB is nu bij de bijeenkomsten aanwezig met 1 persoon per bijeenkomst. Elke 2 maanden bijeenkomst. Daarbij hoort soms nog wat voorbereiding vooraf. Verder valt dat mee, doordat de deelnemers de bijeenkomsten organiseren. De investering is zeker lonend
Vaardigheden
Voor de vormgeving het proces en de opstart is externe kennis ingehuurd (Arcadis) en zijn regiomensen en landelijke SBB-mensen ingeschakeld. Nu alles door bewoners; dit gaat prima Bij moeilijke bestuurlijke kwesties wordt inbreng gevraagd van experts uit de SBB-regio, zoals een regiohoofd
Inhoudelijke
Diverse ideeën en wensen tav beheer en inrichting door SBB opgepakt
consequenties en
Enkele gemeentelijke plannen gewijzigd of afgeblazen
resultaten Consequenties en
Zeer positieve ervaringen. Mogelijkheden tot inbreng worden gewaardeerd en geaccepteerd.
resultaten van het
Betrokkenheid en sociale controle door de deelnemers zijn toegenomen. Bewoners weten SBB
proces
goed te vinden Communicatie met rest van de bewoners kan beter (door de deelnemers), SBB wil in de pers ook nogmaals gaan wijzen op het bestaan van de groep.
20
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Intern SBB; goed voor een meer naar de maatschappij gerichte houding Belangrijke
Vanaf het begin de randvoorwaarden/grenzen duidelijk stellen
(leer)punten
Deelnemers serieus nemen
Overige participatie
Gebruikersparticipatie wordt door Staatsbosbeheer als belangrijk gezien en regionaal
en participatie in
gestimuleerd. Dit een van de oudste voorbeelden bij SBB
breder verband
Er is ook een gebruikersgroep actief in Almere-Buiten
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
21
Burgers betrekken bij beheer
Object: recreatiegebied Goudse Hout (Reeuwijkse Plassen, provincie Zuid-Holland) Periode van participatieproces: ca 2000 – heden Trekker: Recreatieschap Reeuwijkse Plassen/Groenservice Zuid-Holland Bron: Dhr. W. Kornmann, Groenservice Zuid-Holland Aanleiding
Oprichting Vrienden van de Goudse Hout. Verschillende gebruikers/omwonenden voelden zich erg betrokken bij het gebied en wilde graag meedenken met plannen (o.a. Gebiedsvisie) en wensen kenbaar maken. De instelling van een overleg werd door beide partijen een goed idee gevonden.
Doelen
Betrokkenheid bij het gebied vergroten Draagvlak voor beheer en beleid Inzicht in wensen gebruikers en daarmee rekening houden Gebruik maken van kennis gebruikers/omwonenden (2 weten meer dan 1), tevens kunnen gebruikers door frequent bezoek problemen in inrichting en onderhoud snel signaleren (vooral ook bewaken van sociale veiligheidsaspecten van belang) Status/mate van participatie; meedenken, adviseren over beheer, onderhoud, inrichting, beleid. Zeer serieus genomen door beheer en politiek/bestuur (blijkt ook uit deelname wethouder). Er blijft natuurlijk wel grenzen bestaan en beslissingsbevoegdheden liggen toch bij de bestuurders.
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 gebied. Lokaal niveau
Benadering deelnemers
De Stichting Vrienden van de Goudse Hout heeft zichzelf aangemeld bij het recreatieschap. Het recreatieschap heeft een officieel 2jaarlijks overleg met hun ingesteld
Deelnemers
Groenservice Zuid-Holland, bestuursvoorzitter Recreatieschap, wethouder gemeente 5 à 6 afgevaardigden van Vrienden van de Goudse Hout. In de Stichting zitten diverse omwonenden/gebruikers, ondernemer. De Vrienden behartigen belangen van gebruikers.
Vorm
Gebruikersparticipatie/overleg Permanent Vaste groep deelnemers (los van personele wisselingen) Gestructureerd overleg, 2 maal/jaar. Daarnaast tussentijdse contacten
Werkwijze
Bijeenkomsten in vergadervorm, niet te formeel Facilitair-organisatorisch (voorbereiding, locatie, verslag etc.); recreatieschap/GZH Voorzitter; voorzitter van het schap of de wethouder Onderwerpen zeer divers, van waterkwaliteit tot jachtbeleid en sociale veiligheid Naast bijeenkomsten is er soms sprake van veldbezoek. Verder diverse informele contacten tussentijds. De mensen weten het schap en het beheer goed te vinden
Investering
GZH en Schap zijn redelijk stevig vertegenwoordigd in het overleg. 2 maal per jaar bijeenkomst plus wat organisatorische werkzaamheden ( ca. 3 uur) eromheen. In feite ca 2 dagen per jaar aan tijdsbesteding. Zowel qua tijd als materieel gezien is de investering vrij beperkt
Vaardigheden
Voldoende aanwezig bij medewerkers. Het is van belang dat er leidinggevende capaciteiten
Inhoudelijke
Diverse voorstellen van de Vrienden zijn meegenomen in beheer en beleid.
consequenties en
De Vrienden hebben ook vaak beheersaspecten gesignaleerd waardoor er iets aan gedaan kon
aanwezig zijn en zijn verder informele houding, openheid, kunnen luisteren van belang.
resultaten
worden. Opmerkingen en wijzigingen van plannen door inbreng van Vrienden heeft soms wel consequenties voor het beheer (meer werkzaamheden, financieel, andere invulling)
Consequenties en
De mogelijkheden tot inbreng en de mate waarin daarmee iets wordt gedaan wordt hoog
resultaten van het
gewaardeerd door de Vrienden. Er is veel wederzijds begrip ontstaan over wensen van
proces
gebruikers, aspecten die meespelen met beheer etc. De organisatoren hechten verder veel waarde aan de kennisuitwisseling. Door rekening te houden met de wensen van de gebruikers kunnen sommige plannen sneller tot uitvoering komen en is er geen minder last met bezwaarprocedures. Voor beleidsmensen kan het een eye-opener zijn dat je dingen heel basic kan oplossen en aanpakken(bijv. ruiterpad laten uitdenken door manegehouder i.p.v. daar zelf veel tijd aan te besteden, die persoon kan het veel sneller). Frequentie van 2 maal per jaar is voldoende bevonden
22
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Belangrijke
Elkaar serieus nemen en naar elkaar luisteren. Als overheid laten merken dat je
(leer)punten
daadwerkelijk de inbreng gebruikt. Openheid en regelmatig communiceren Gezamenlijkheid zoeken en nastreven. En zorgen dat de deelnemers voor collectieve belangen gaan, niet voor eigen indiv. belangen. Die horen niet echt thuis in het overleg. Laagdrempelig houden van de participatie; niet te formeel insteken.
Overige participatie
Het huidige politieke klimaat is momenteel vaak gericht op betrekken van burgers.
en participatie in
Gebruikersparticipatie in gemeentelijke groengebieden en recreatieschappen past in deze lijn
breder verband
en wordt zeer serieus genomen. Het wisselt per gemeente of de gemeente gebruikersparticipatie als taak van GZH of van de gemeente zelf ziet. Voor de Reeuwijkse Hout, dat in eigendom is van de gemeente, is er ook een gebruikersgroep geïnitieerd door de gemeente. Verder is er af en toe sprake van inspraakprocedures en voorlichtingsbijeenkomsten. Voor het Gouwe Bos zal ook een gebruikersoverleg worden ingesteld
•
zie ook website van de Vrienden van de Goudse Hout; www.goudsehout.nl
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
23
Burgers betrekken bij beheer
Object: Nationaal Park de Hoge Veluwe (provincie Gelderland) Periode van participatieproces: ca 1994-heden Initiatiefnemer /trekker: Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe Bron: Dhr. B. Boers, Nat. Park de Hoge Veluwe Aanleiding
Er ontstond een conflict met de (reeds lang bestaande) Vereniging van Vrienden over bepaalde werkzaamheden die waardevolle fauna bleken te hebben vernield (ca 1994). Voor de toekomst wilde het beheer dergelijke conflicten voorkomen en besloot tot regelmatig overleg met de Vrienden om het over voorgenomen beheer en dergelijke zaken te hebben
Doelen
Overleg over diverse beheeraangelegenheden en voorgenomen beheer om conflicten te voorkomen Aandacht voor wensen en kennis van de Vrienden Status/mate van participatie: Overleg, meedenken, advisering. Inbreng zeer serieus genomen
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 groot natuurgebied, participanten vooral uit de directe omgeving.
Benadering deelnemers
In overleg met Vereniging van Vrienden is een overleggroep samengesteld, toen het beheer dat idee had gekregen
Deelnemers:
Vrienden; harde kern van bezoekers (mn jaarkaarthouders), merendeel uit omgeving, maar ook wel uit westen van het land. De Vrienden zijn met een aantal personen vertegenwoordigd in het overleg. Voorzitter van Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe Leden van de Florawerkgroep en de Faunawerkgroep van de Vereniging (ca 4) Medewerkers van Park de Hoge Veluwe (4 a 5)
Vorm:
Overleggroep Permanent Vaste groep deelnemers (vanuit de Vrienden afgevaardigd) Bijeenkomsten 1 keer per 3 maanden. Daarnaast veel bilateraal contact en veldbezoek
Werkwijze
Gastheer/organisator wisselt; ene keer bij Vrienden, andere keer bij Parkbeheer Voorzitter wisselt; ene keer voorzitter vd Vrienden, andere keer bedrijfsleider Park Externe begeleiding is nooit nodig geweest. Agendapunten worden vooraf door beide groepen ingebracht. Agenda; voorgenomen beheer, gewenst beheer (mn flora en fauna, maar ook recreatieve aspecten), resultaten onderzoek, verzoeken van andere organisaties
Investering
Tijdsinvestering voor overleg en organisatie valt mee en is het waard
Vaardigheden
Voldoende inhoudelijke en procescapaciteiten aanwezig, mede doordat het Park stevig in het overleg vertegenwoordigd is. Externe inbreng was/is niet nodig.
Inhoudelijke
Inbreng gebruikers in beheeraangelegenheden
consequenties en resultaten Consequenties en
Participatiemogelijkheden door Vrienden gewaardeerd, mate ervan geaccepteerd
resultaten van het
Vruchtbare en hoog gewaarde samenwerking. Onderling begrip.
proces
Doordat inbreng serieus wordt genomen, wordt af en toe nee zeggen ook geaccepteerd
Belangrijke
Blijf de gebruikers informeren en communiceer regelmatig. Ook in haastgevallen. Wees
(leer)punten
voortdurend bewust van gevoeligheden Eerlijke en open houding richting de samenwerkingspartners Durf duidelijke grenzen aan te geven in mate van inspraak. Consensus is niet altijd het doel. Wanneer de gebruikers regelmatig inbreng terugzien, worden andere gevallen waarbij dat minder het geval is, geaccepteerd
Overige participatie
Al voor het overleg jarenlange goede contacten met Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe
en participatie in
(bestaat reeds 50 jaar). Participatie uit zich in;
breder verband
(Communicatie met) diverse werkgroepen Vrijwilligerswerk in beheer
24
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Object: Sonsbeek. (stadspark gemeente Arnhem) (provincie Gelderland) Periode van participatieproces: ca 1990-heden Initiatiefnemer /trekker: gemeente Arnhem Bron. Dhr. J. Glissenaars, gemeente Arnhem Aanleiding
In 1988 wilde de gemeente diverse bomen kappen. Dit stuitte op heftig onbegrip en bezwaren. Er vormde zich toen een groep die de Vrienden van Sonsbeek werd. Bij de grote storm van 1990 gingen veel bomen tegen de vlakte. Ook dat was voor de bewoners/gebruikers vervelend. De gemeente wilde toen een nieuwe weg inslaan en voor het beheer gaan overleggen met de Vrienden
Doelen
In het begin een van de belangrijkste doelen; Conflicten proberen te voorkomen. De Vrienden waren geduchte tegenstanders Vertrouwen terugwinnen Gebruikers betrekken bij het beheer en de plannen daarvoor Later is de invulling veel meer verschoven naar samenwerking. Ook de signaalfunctie speelt een belangrijke rol (controle onderhoud, sociale veiligheidsproblematiek e.d.) Toen de Vrienden na restauratie van het Park 1999 zich op de achtergrond hielden door tevredenheid met de staat van het park, heeft de gemeente verzocht toch kritisch mee te kijken Status/mate van participatie: over de schouder kritisch meekijken, meedenken, adviseren en partnerschap. Eindverantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid ligt bij gemeentelijke politiek en bestuur, binnen de grenzen van richtlijnen Rijksmonument en vastgesteld beheerplan
Schaalniveau
Lokaal schaalniveau, betrekking hebbend op 1 park
Benadering deelnemers
Overlegpartner diende zich automatisch aan door de opgerichte Vrienden van Sonsbeek
Deelnemers
Vrienden van Sonsbeek zijn omwonenden en gebruikers van het park. Het dagelijks bestuur van de groep doet het overleg met de gemeente. Deze mensen worden door de Vrienden wel geselecteerd op kennis van bepaalde aspecten van het gebruik/beheer en mate van betrokkenheid. Van de gemeente zijn in ieder geval de parkbeheerder en de directeur van het bezoekerscentrum aanwezig (dit was in de beginfase meer). Totaal deelnemers; ca 9.
Vorm
Gebruikersparticipatie/overleggroep Permanent Vaste overlegpartners (bestuur Vrienden wisselt natuurlijk regelmatig van personen) Maandelijks overleg. Daarnaast regelmatig tussentijds contact
Werkwijze
Officiële vergadervorm, ook met agenda en notulen e.d. verslagen gaan ook naar bestuurders. Gevarieerde agenda; o.a. voornemens beheer, toestand onderhoud, inrichting, bestemming vermogen Vrienden Voorgezeten door voorzitter van het bestuur van de Vrienden (vaak politieke ervaring, netwerk), ook verslag/administratie door Vrienden, facilitatie locatie door gemeente Arnhem
Investering
Vooral voor de beheerder veel investering in tijd; veel overleggen en vaak substantiële inhoudelijke voorbereiding nodig (duidelijke achtergrondverhalen, toelichtingen). Wezenlijk onderdeel van het werk geworden, maar verdient zich ook terug.
Vaardigheden
In het begin was de gemeente zwaarder vertegenwoordigd met kennis en vaardigheden. Hoe meer het ging lopen en ervaring werd opgedaan, hoe minder dat nodig werd. Tegelijk zijn ook de capaciteiten bij de Vrienden gestegen. Soms worden specialisten uitgenodigd voor inhoudelijke toelichtingen.
Inhoudelijke
Diverse zaken door inbreng van Vrienden gerealiseerd (zoals opknapbeurten, extra bankjes)
consequenties en
Ook zijn er zaken door de Vrienden tegengehouden, wat dus consequenties heeft voor
resultaten
beheerorganisatie en/of bestuurders van de gemeente.
Consequenties en
De Vrienden zijn i.p.v. tegenstander steeds meer samenwerkingspartner geworden. Wederzijds
resultaten van het
vertrouwen ontstaan. Overleg en inbreng wordt door de gemeente (organisatie tot politiek)
proces
constructief en positief bevonden. Van beide kanten tevredenheid. Voor de bestuurders is het
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
25
Burgers betrekken bij beheer
een partij geworden om serieus rekening mee te houden. Voor de beheerder van de Arnhemse bossen en parken is de participatie een wezenlijk en niet weg te denken onderdeel geworden van het werk. Voor de beheerder kunnen de Vrienden ook een partner zijn richting de politiek (macht richting de politiek gaat vaak verders dan die van de gemeente-ambtenaren). Belangrijke
Serieus nemen en streven naar samenwerking.
(leer)punten
Ondanks goede verstandhoudingen mag men (wederzijds) kritisch blijven en hoeft niet overal overeenstemming over bereikt worden. Openheid en eerlijkheid, hoewel dat soms consequenties zal hebben Alert blijven dat de hardste schreeuwers niet altijd gelijk krijgen. Zorg dat men niet blijft hangen bij persoonlijke frustraties en oude koeien. Geef de overlegpartners de eer als die ze toekomt
Overige participatie
In de tijd van de opstart was deze participatie nog een vrij nieuwe methode en houding voor
en participatie in
de gemeente. Het was echt vernieuwend. Nu steeds vaker toegepast. Dat past ook in de lijn
breder verband
van het de huidige ideeën over betrekken van burgers bij het beleidsvorming. Verder wordt er veel gedaan met voorlichting in media en in het park zelf. Voor Sonsbeek is ook een schouwgroep actief, waarin deskundigen naar het beheer kijken. Nu ook participatievormen bij andere stadsparken en begraafplaatsen in Arnhem (naar model Sonsbeek, op verzoek van de politiek) Houtkap kan in stadsbossen vaak op onbegrip rekenen. Ook bij het Mastbos (Breda) leidde dit in 1994 tot oprichting van Vriendenvereniging en overlegplatform met Staatsbosbeheer.
* zie ook website Vrienden van Sonsbeek, www.parksonsbeek.nl
26
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
3.2.2
Gebruikersparticipatie in tijdelijk verband Object; terreinen van Natuurmonumenten Periode van participatieproces: ca 2001 - heden Initiatiefnemer: Vereniging Natuurmonumenten Bron: Mevr. A. Duijndam, Natuurmonumenten Aanleiding
Al een aantal jaren verdiepte Natuurmonumenten zich in de allochtone bevolking, o.a. door literatuurstudie en experts. Echter, NM vond dit te weinig echt inzicht opleveren en wilde liever een direct contact met de doelgroep.
Doelen
De allochtone bevolking beter leren kennen, inzicht krijgen in hun opinies en wensen t.a.v. natuurbescherming, recreatie. Ook onderzoeken hoe bij de allochtone bevolking draagvlak voor (het werk van) NM verkregen kan worden en interesse in lidmaatschap. Of hoe het op andere wijze vorm kan krijgen (bijv. vrijwilligerswerk). ‘Allochtonen als kans’ Niveau van participatie: meepraten, meedenken. Samen overeenstemming bereiken over aanpak (Plan van Aanpak), uiteindelijke beslissing door directie NM
Schaalniveau
Landelijk schaalniveau, betrekking hebbend op het werk van Natuurmonumenten in het algemeen
Benadering deelnemers
Via contacten die opgedaan waren tijdens Ruimtelijke Ordeningsworkshop – thema Groene Ruimte, en deels organisaties benaderd. NM was in ieder geval op zoek naar vertegenwoordigers uit de grote steden en de allochtonen bevolkingsgroepen Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Belangrijk was ook dat het mensen met een netwerk waren.
Deelnemers
5 allochtone deelnemers op persoonlijke titel, maar met stevig netwerk (vanuit de 4 grote steden, de 4 grote bevolkingsgroepen vertegenwoordigd, 2 Turkse deelnemers) Enkele deelnemers van NM
Vorm:
Klankbord Tijdelijk karakter, tot het zijn functie bewezen heeft (inschatting nog zo’n 1,5 jaar) Vaste deelnemers (1 afvaller geweest, 1 wisseling) Vergaderingen en excursies; in 2002 5 vergaderingen en 1 excursie (weekenddagen)
Werkwijze
Organisatie in handen van NM. Centraal vergaderen in Utrecht. Opzet; in het begin veel brainstorms en probleemverkenning; wat willen we bereiken, hoe doen we dat? Daaruit zijn een aantal ‘rode draden’ benoemd. Er is hiermee een Plan van Aanpak opgesteld die voorgelegd is aan de Directie van NM. Op dit moment worden vooral concrete pilots en projecten e.d. behandeld
Investering
NM levert een secretaris (organisatie en inhoud/beleid natuurbeheer –beleidsmedewerker) Voorzitter (afdelingshoofd beleidsafdeling, nu hoofd communicatie), communicatiemedewerker. Soms zijn er nog andere medewerkers erbij betrokken voor inhoudelijke bijdragen, of beheerders over concrete pilotprojecten Investering is vooral in werktijd voor aanwezigheid en voorbereiding, (vooral voor de secretaris/beleidsmedewerker is het een wezenlijk onderdeel van het werk– geschat 25 dagen/jaar, daarnaast nog meer voor het onderwerp in brede zin). Materiele kosten zijn vooral huur vergaderzaal, drankjes. Dit valt erg mee.
Vaardigheden
Contactuele, communicatieve vaardigheden en open houding Goede voorzitter, die ook verschillende vergadervormen kan toepassen, daar gevoel voor heeft en de groep gefocust kan houden. Vaardigheden van de deelnemers: kunnen nadenken op een zeker abstractieniveau. Affiniteit met het onderwerp
Inhoudelijke
Plan van Aanpak
consequenties en
Diverse artikelen
resultaten
Bijdrage RMNO workshops ‘leefstijlen’, 2002 onderzoeksvoorstel in DWK-programma Mens en Natuur
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
27
Burgers betrekken bij beheer
Consequenties en
Enthousiasme over en inzicht in Nieuwe Nederlanders bij de betrokken medewerkers van
resultaten van het
Natuurmonumenten en ook steeds meer daarbuiten door de interne communicatie, artikelen
proces
e.d. Let wel; de deelnemende medewerkers van NM hebben een voorsprong op de rest van de
Belangrijke
Open houding
(leer)punten
Commitment van de organisatie (o.a. directie). Bij problemen opkomen voor het proces
organisatie, het moet nu gaan wortelen in de rest van de organisatie
deelnemers met een stevig netwerk Overige participatie
Op deze wijze (landelijk, overleg een aantal jaren gestructureerd) een specifieke doelgroep
en participatie in
laten meedenken en meepraten was nog niet eerder gedaan. Eerder zijn er wel een aantal
breder verband
bijeenkomsten met landelijke gehandicaptenorganisaties geweest en is er overleg geweest met mountainbikeorganisaties op landelijk niveau. Voor de nabije toekomst geen nieuwe vergelijkbare plannen.
28
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Object: Brunsummerheide (provincie Limburg) Periode van participatieproces: ca 1998-heden (lopend) Initiatiefnemer /trekker: Vereniging Natuurmonumenten Bron: Dhr. F. Kapteijns, Natuurmonumenten Aanleiding
Een nieuw beheerplan voor de Brunssumerheide gespannen verhoudingen met deel van de gebruikers in de omgeving
Doelen
Draagvlak voor het beheer, nieuwe beheerplan creëren Inzicht in wensen van de gebruikers Niveau van participatie: luisteren, meepraten, adviseren. Beslissing bij Natuurmonumenten.
Schaalniveau
De participatie in de Brunssumerheide heeft betrekking op 1 natuurgebied, dat gelegen is in 3 gemeenten(Heerlen, Brunssum en Landgraaf). Natuurmonumenten er op districts- en inspectieniveau bij betrokken
Benadering deelnemers
Via een informatiebijeenkomst (lokale media) zijn de bezoekers gevraagd deel te nemen aan een klankbordgroep en vertegenwoordigers te kiezen
Deelnemer
Vertegenwoordigers van zoveel mogelijk belangenorganisaties: natuur, ruiters, aangespannen wagens, atletiek, wandelsport, ATB, omwonenden, hondenbezitters, fietsers, wandelaars, leden NM Enkele medewerkers van Natuurmonumenten (mn voorlichter, beheerder, projectleider)
Vorm
Klankbordgroep Tijdelijk (tot realisatie beheerplan) Vaste groep deelnemers Ca 1 bijeenkomst per maand
Werkwijze
Voorzitter en organisatie in eigen hand van Natuurmonumenten Presentatie van deelplannen en discussies over de ideeën/plannen Bijeenkomsten en enkele veldbezoeken
Investering
Er zijn diverse medewerkers NM bij de bijeenkomsten betrokken (3-5). Forse tijdsbesteding aan voorbereiding en aanwezigheid en verwerking. Deze wordt echter zeer lonend geacht.
Vaardigheden
Procesvaardigheden bij de NM-medewerkers bij aanvang nog onvoldoende (hoe richt je zoiets in, hoe wordt gecommuniceerd etc.). Deze moesten echt tot ontwikkeling komen. Dit was de eerste ervaring en er viel nog veel te leren.
Inhoudelijke
Inzicht in wensen van de gebruikers en dat meegenomen/vertaald in een planopzet.
consequenties en
Er is echter nog geen definitieve beheervisie (gemeente Brunssum hield zich niet aan bepaalde
resultaten
afspraken, waardoor het plan en het proces nog niet is afgerond).
Consequenties en
De mogelijkheden tot participatie wordt gewaardeerd en de mate ervan wordt geaccepteerd
resultaten van het
Er is meer wederzijds begrip en vertrouwen ontstaan tussen NM en partijen en partijen
proces
onderling Meer inzicht in zoneringsmogelijkheden recreatie en natuur, en recreatie onderling Door gemeentelijke tegenwerking bij invulling van bepaalde aspecten in het beheerplan (wat men met elkaar wil, kan/mag niet) neemt de motivatie bij alle betrokkenen na verloop van tijd af
Belangrijke
Partijen en vertegenwoordigers die de beheerder erbij wil hebben direct uitnodigen, niet via
(leer)punten
algemene informatiebijeenkomst met vrij willekeurige opkomst regelen. Maak het niveau van de participatie/zeggenschap goed duidelijk aan de deelnemers vanaf begin Ca 6 bijeenkomsten per jaar is voldoende Bijeenkomsten op neutraal terrein. Gebruik van plattegronden en dergelijk visueel materiaal. Let op dat vertegenwoordigers wel met achterban communiceren (dat gebeurde te weinig) Buiten de grenzen van het terrein kijken Vanaf het begin bevoegd portefeuillehouder bij de gemeente(s) inlichten en verantwoordelijk maken. Niet via lagere ambtelijke lagen bij de gemeente Gemeente medeverantwoordelijk proberen te maken voor mogelijkheden voor (lastige)
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
29
Burgers betrekken bij beheer
recreatievormen zoals hondenuitlaten en ATB. Dat hoeft niet alleen in de natuur. Winst aan draagvlak en communicatie weegt op tegen de kwetsbare positie die ingenomen wordt! Overige participatie
Participatiegedachte past in beleid NM. NM wil bij nieuwe plannen klankbordgroep betrekken
en participatie in
Eerste ervaring in Limburg. Inmiddels zijn meer groepen opgericht.
breder verband
De ervaringen zijn meegenomen naar andere gebieden. Bij Geleenbeekdal en St. Pietersberg is een vergelijkbare vorm toegepast en geslaagd afgerond. Daar zijn inmiddels beheergroepen ingesteld, groepen die de uitvoering van het beheerplan bewaken.
30
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Object: recreatiegebied Hemmeland (Monnickendam, Noord-Holland) Periode van participatieproces: 2002-heden Initiatiefnemer :Landschap Waterland/Groenbeheer Noord Bron: Dhr. A. Rohof, Landschap Waterland Aanleiding
Na opheffing bestuurscommissie is de communicatie met de watersport verslapt (die waren bij die vergaderingen aanwezig). De watersportverenigingen waren daar ontevreden over. Voor nieuwe plannen kwam toen een goede aanleiding gebruikersparticipatie op te zetten ( met meer dan alleen de watersport)
Doelen
Vertrouwen herstellen tussen beheerders en gebruikers Structuur creëren waarin je elkaar kunt aanspreken Gebruikers invloed geven op beleidsvorming, inbreng in herinrichtingsplannen Status/mate van participatie: Meedenken en adviseren, niet meebeslissen
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 natuurgebied. Landschap Waterland/Groenbeheer Noord
Benadering deelnemers
Belangstellenden uitgenodigd. Vertegenwoordigers daaruit uitgekozen, rest fungeert als
zijn er op lokaal/regionaal niveau bij betrokken klankbord/achterban Deelnemers
Landschap Waterland, 2 watersportverenigingen, georg. en ongeorg. Ligplaatshouders, exploitanten en vertegenwoordigers van recreanten (totaal ca 10 mensen)
Vorm
Gebruikersgroep Tijdelijk, tot vaststellen plannen. Deelnemers wellicht aanschuiven bij beheeroverleg Haven (bewaking planuitvoering). Nieuwe groep samenstellen over aantal jaar bij nieuwe plannen Lopend (nog ca 2 bijeenkomsten benodigd) Vaste groep deelnemers Enkele bijeenkomsten in vrij korte periode
Werkwijze
Organisatie en voorzitterschap door Groenbeheer Noord en Landschap Waterland. Inhoudelijke inbreng tevens door externe adviseur (architect) Gestructureerd overleg en agenda. Agenda en stukken ruim van tevoren verstuurd. Verslagen tevens ter informatie naar bestuur van het schap
Investering
Beperkt aantal bijeenkomsten, waarbij 3 medewerkers aanwezig zijn. Voorbereiding van de bijeenkomsten is ook een tijdsinvestering. Het geheel kost tijd, maar is te overzien
Vaardigheden
Voldoende proces- en communicatieve vaardigheden en ervaring aanwezig in de regio
Inhoudelijke
Planvorming loopt nog
consequenties en resultaten Consequenties en
Meepraten wordt gewaardeerd, de rollen zijn duidelijk, maar niet alle deelnemers accepteren
resultaten van het
nog de mate van invloed. Verwachting is dat de relatie steeds beter zal worden. Vertrouwen
proces
moet langzaamaan herstellen.
Belangrijke
Goede actorenanalyse (wie betrek je en wat zijn de belangen)
(leer)punten
Belangen van de deelnemers serieus nemen Heldere afspraken over doel en mate van de participatie Afspraken die je maakt, nakomen Contactuele vaardigheden
Overige participatie
Groenbeheer Noord kent meerdere vormen van gebruikersoverleg.
en participatie in
In Hemmeland is ook sprake van een continue groep die meedenkt over beheersaspecten van
breder verband
de jachthaven. Dit ca 2 a 3 keer/jaar
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
31
Burgers betrekken bij beheer
Object: Oosterpolder (provincie Groningen) Periode; 1997 -? Initiatiefnemer: gemeente Haren Trekker; Swart Consultancy Bron; internet artikel ‘meespraak in Haren’ Aanleiding
Plannen voor inrichting van een gebied van ca 130 ha in het dal van de Hunze of het Drentsche Diep, voor natuur, extensieve landbouw en recreatie (uitloopgebied wijk Oosterhaar). Het gebied is deels in eigendom van de gemeente Haren en deels van het Groninger Landschap
Doelen
Bevordering burgerparticipatie Meer draagvlak voor plannen en daardoor minder nazorg Status/mate van participatie; Meedenken
Schaalniveau Benadering deelnemers
De participatie heeft betrekking op 1 gebied. Vooral lokale deelname Oproep in de lokale media (weekblad). Mensen die zich opgaven moesten leeftijd, geslacht en motivatie aangeven. De mensen die zich aanmelden vormden de klankbordgroep. Daaruit is een selectie gemaakt voor een werkgroep. De selectie is ter goedkeuring voorgelegd aan het college.
Deelnemers:
Klankbordgroep; ca 25 inwoners uit de wijk Oosterhaar (redelijke doorsnede van bevolking) Werkgroep; 9 deelnemers uit de klankbordgroep, aangevuld met Het Groninger Landschap. Gemeente Haren (beide eigenaars) DLG, IVN, Ecoplan en projectleiding
Vorm:
Klankbordgroep en werkgroep Tijdelijk (nu afgerond) Vaste groep deelnemers Verschillende bijeenkomsten met werkgroep en klankbordgroep
Werkwijze
Procesbegeleiding door ingehuurde consultant Brainstorm met klankbordgroep, met thematisering en prioritering -> Programma van Eisen Werkgroep moest lijst omzetten in inrichtingsplan Plan terug naar klankbordgroep, vervolgens de Inspraak in. Daarna naar de Raad en een technische werkgroep. Aangepaste voorstellen weer besproken met klankbordgroep en werkgroep Daarna Inspraak en definitieve vaststelling door de Raad
Investering
Externe procesbegeleiding ingeschakeld Veel tijd voor het proces, maar ook zonder meespraak had de ontwikkeling van plan veel tijd gekost
Inhoudelijke
Inrichtingsplan
consequenties en
Goede integratie van elementen natuur, landbouw, wonen en recreëren in het plan
resultaten Consequenties en
Burgers blij met meespraak i.pv. inspraak. Meespraak kost wel tijd, maar doe je het niet, is
resultaten van het
er meer kans op vertraging door bezwaren bij het voorleggen van het plan
proces
Groot draagvlak voor herinrichtingsplannen bij bewoners en instanties
Belangrijke punten
Vooraf goed informeren over kaders, werkwijze etc., en positie van de verschillende partijen Op de achtergrond blijven van de instanties betrokken bij de eigenlijke planvorming; ruimte geven aan de participanten om hun ideeën en wensen te bedenken en te ventileren
Gebruikersparticipatie
Passend in gemeentelijk beleid om participatie van burgers te bevorderen, niet alleen door
in breder verband
inspraak, maar vooral ook door meespraak in projecten (meerdere voorbeelden) Landelijke vraag naar vernieuwing van de lokale democratie (com. Elzinga)
32
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Object: toekomstig groengebied Venneperhout (provincie Noord-Holland) Periode van participatieproces: 1998-1999 Initiatiefnemer: projectbureau/stuurgroep Haarlemmermeer Groen Bron; evaluatieverslag participatie Venneperhout Aanleiding
Ontwikkeling nieuw groengebied in de Haarlemmermeer
Doelen
Inzicht in wensen van de bevolking tav ontwerp van het gebied Verkrijgen van een plan dat door een brede doelgroep gedragen wordt Tegemoet komen aan de behoefte van toekomstige gebruikers om invloed te hebben op de planuitwerking Mate van participatie: Luisteren en meedenken, niet meebeslissen. Inbreng wordt verwerkt in de planvorming
Schaalniveau
De participatie heeft betrekking op 1 in te richten gebied. Lokale deelname aan de
Benadering deelnemers
Schriftelijke benadering van aantal organisaties.
participatie Criteria; door gemeente erkende organisaties kader van Participatieverordening, organisaties die belangen vertegenwoordigen die aan de orde zijn in de planvorming Deelnemers:
11 organisaties (o.a. wijkraad, bond voor ouderen, fietsersbond, sportraad) medewerkers Haarlemmermeer Groen/ Stichting Meerwaarde
Vorm:
Participatiegroep Tijdelijk (nu afgerond) Vaste groep deelnemers Ca 10 bijeenkomsten (participatie- en informatiebijeenkomsten) Naast verschillende participatiebijeenkomsten tav de definitiefase en ontwerpfase zijn er ook informatiebijeenkomsten voor omwonenden en overige belangstellenden gehouden
Werkwijze
Kennismaking Goede afspraken vooraf over kaders, planning, status Brainstorms en ideeënrondes Bespreking concepten Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp Externe begeleiding: Stichting Meerwaarde had de taken regie, voorzitterschap, verslaglegging bijeenkomsten
Inhoudelijke
Het proces heeft geresulteerd in een Voorlopig Ontwerp
consequenties en resultaten Consequenties en
Op 1 na hebben alle deelnemende organisaties het proces overwegend positief ervaren, en de
resultaten van het
meeste ook het Concept Voorlopig Ontwerp.
proces
Het proces is geëvalueerd d.m.v. evaluatieformulieren bij deelnemers
Belangrijke punten
Duidelijke afspraken maken vooraf Organisaties moeten tijd hebben de achterban te raadplegen Achtergrondinformatie over onderwerpen verschaffen Terugkoppeling van organisatie naar participanten over acties na overleg Moeilijke aspecten; balans van de belangen van de deelnemende groepen inbreng van de participanten wordt niet altijd evengoed teruggevonden
Overige participatie en
Projectbureau Haarlemmerméér Groen zet bij alle deelprojecten een vorm van
gebruikersparticipatie
gebruikersparticipatie in. Sommige zijn afgerond, sommige zijn nog gaande.
in breder verband
Ook worden er informatiebijeenkomsten georganiseerd voor omwonenden, bijv. om conceptplannen te presenteren.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
33
Burgers betrekken bij beheer
34
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
4
BESCHOUWING EN CONCLUSIES Deze verkenning bestond uit een beknopte deskstudie en een inventarisatie en beschrijving van voorbeelden uit de praktijk van het natuur- en recreatiebeheer. Het zwaartepunt voor de verkenning lag op ervaringen met gebruikersplatforms of vergelijkbare constructies, waarbij de participatie verder gaat dan voorlichting/ informatie en inspraak(procedures). De studie geeft een beeld van ervaringen met gebruikersparticipatie en de belangrijke aspecten waarop men moet letten bij het toepassen hiervan in de eigen situatie. In dit hoofdstuk geven we eerst een korte algemene beschouwing. Daarna geven we aan op welke aspecten de cases zich vooral onderscheiden. Ten slotte gaan we de aspecten waarop de cases zijn beschreven stuk voor stuk langs, waarbij bij elk aspect een kort beeld wordt geschetst van de resultaten uit de cases.
4.1.
Algemeen Participatie van burgers komt voor in verschillende vormen, zo blijkt wel uit de literatuurstudie en de eerste belronde langs de diverse organisaties. Gebruikersparticipatie verschilt in mate van invloed van de participant en moment van betrokken worden. Echt mogen meebeslissen, maar met name zelfbestuur komt niet veel voor. Gezegd moet worden dat de plaats op de participatieladder geen waardeoordeel inhoudt; hoger op ladder is niet altijd beter en kan zelfs ongewenst zijn. De verschillende studies naar lokale participatie, onze studie naar ervaringen in het natuurbeheer en een vergelijkbare studie in een publicatie van het voormalig IKCNatuurbeheer, leveren een beeld van (gebruikersparticipatie en de leerervaringen die daaruit getrokken kunnen worden. De inventarisatieronde langs natuur- en recreatiebeheerders gaf aan dat de ervaringen van de verschillende partijen nogal verschillen. Bij de ene terreinbeheerder is de opzet van gebruikersplatforms gebruikelijker en meer gestimuleerd dan bij de andere. Zo hebben Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer inmiddels al redelijk wat ervaring hiermee opgedaan. Bij sommige andere beheerders is vooral ervaring met inspraak en incidentele informatie- en/of consultatiebijeenkomsten. Over instelling van gebruikersgroepen is nog nooit nagedacht of de wens of noodzaak ervoor bestaat niet. In een paar gevallen staat oprichting van een gebruikersgroep voor de nabije toekomst op stapel.
4.2
Belangrijke verschillen in opzet van de gebruikersparticipatie Er zijn een aantal aspecten waarin de cases zich duidelijk onderscheiden. Deze worden hier gepresenteerd en bieden een hulpmiddel bij eerste ideeën over de opzet van een gebruikersplatform of vergelijkbare constructie. De mate/het niveau van participatie zit –ook door de onderzoeksfocus – in een vrij smalle bandbreedte van consultatie (meepraten, adviseren) tot (beperkte) partnerschap, coproductie en meebeslissen. Permanent of tijdelijk (en relatie met doelstellingen) Een belangrijk onderscheid is dat in: • •
Permanente gebruikersgroep Tijdelijke ingestelde gebruikersgroep
Bij de cases is sprake van verschillende ‘permanente’ gebruikersgroepen en
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
35
Burgers betrekken bij beheer
verschillende tijdelijke. Dit heeft veel te maken met doelen en aanleiding: naast algemene doelen als verbetering van draagvlak en betrokkenheid wordt de gebruikersparticipatie in een aantal cases specifiek opgericht om in overleg met gebruikers een beheer- of inrichtingsplan te realiseren. In deze gevallen is meestal sprake van een tijdelijke status van de participatie, hoewel het later omgezet kan worden in een permanente vorm. Met name omdat sommige gebruikersgroepen in de studie gericht zijn op het realiseren van een plan is er ook verschil in onderwerpen die in de participatiegroep aan bod komen. Permanente platforms met een brede doelstelling praten meestal mee over een breed scala aan zaken, van details in het beheer tot hoofdlijnen van het beleid. Deelnemers We onderscheiden verschillende ‘deelnamepatronen’: • • • •
één partij aan tafel, die wel veel en een diversiteit aan gebruikers vertegenwoordigt (dit is het geval bij de overleggen met o.a. De Vrienden van de Goudse Hout en de Vrienden van Sonsbeek) Participatie met verschillende ‘partijen’, die zich vooral richt op omwonenden (bewonersparticipatie) Participatie met verschillende ‘partijen’, die zich met name richt op (recreatieve) gebruikers Participatie met verschillende ‘partijen’, die zich richt op een bandbreedte van gebruikers, dus ook niet-recreatieve gebruikers (zoals boeren of pachters) en andere belangengroepen
Daarnaast is er in het ene geval sprake van deelname van mensen op persoonlijke titel, in het andere geval nemen vertegenwoordigers van belangengroepen deel. Soms nemen beide deel. Deelnemers op persoonlijke titel worden vaak wel geacht geen of meer dan een individueel belang te vertegenwoordigen. Het gaat in principe om een vaste groep deelnemers. Wat betreft de deelname van de terreinbeherende partij is er verschil in cases waarin alleen beheerder en/of beleidsmensen aanwezig zijn en enkele gevallen waarbij ook bestuurders, zoals een wethouder, aanwezig zijn. Voorzitterschap Het voorzitterschap is in de cases in duidelijk verschillende handen. Het gaat dan om voorzitterschap door: • • • •
Een extern consultant/bureau Een onafhankelijk voorzitter Iemand van de gebruikers Iemand van de terreinbeherende partij (bestuurder of beheerder)
Frequentie Een laatste punt waar de cases erg in verschillen is de frequentie van bijeenkomen. In sommige cases is dat twee maal per jaar, in andere cases is sprake van maandelijkse bijeenkomsten. De gebruikersoverleggen die gericht zijn op planvorming hanteren geen lage frequenties. De permanente groepen hebben in sommige gevallen een hoge, in andere gevallen een lage frequentie.
36
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
4.3
Een beeld van de ervaringen en wat we ervan kunnen leren Aanleiding Aanleiding voor de opstart van gebruikersparticipatie is in een paar gevallen een conflictsituatie. Dit was duidelijk het geval bij park Sonsbeek, Mensinge en Nationaal Park de Hoge Veluwe, waarbij sterke weerstand bestond tegen bepaalde (voorgenomen) beheeringrepen. Er was in ieder geval een goed gesprek nodig om een en ander uit te leggen en verder te praten over het beheer. Dit evolueerde in een structurele overlegvorm. Andere concrete aanleidingen in de cases zijn de vorming van nieuwe beheer- of inrichtingsplannen voor een gebied, waarbij inbreng van de burgers gewenst was, zoals bij Hemmeland en de Oosterpolder. In een paar andere situaties, zoals in Nationaal Park de Biesbosch en Buitenhout (Almere), hebben de ideeën voor toepassing van gebruikersparticipatie vooral vorm gekregen door het besef dat het belangrijk is burgers bij hun - vaak directe – omgeving te betrekken en meer inzicht te krijgen in wensen van burgers en met name gebruikers van een natuurgebied. Doelen/functies Er is vaak sprake van meer dan één doelstelling bij de oprichting van een gebruikersgroep. Doelen houden ook verband met de aanleiding voor de start van zo’n groep. De belangrijkste doelen zijn over het algemeen het draagvlak en begrip voor beheer en beleid verbeteren bij de gebruikers en de betrokkenheid van bewoners en gebruikers bij natuurgebieden te vergroten, door communicatie en informatievoorziening. Voor het beheer is gebruikersparticipatie een belangrijk middel om (nog) beter zicht te krijgen op de wensen van de burgers en met die wensen rekening te kunnen houden. In de situaties waaraan een conflict ten grondslag lag, is ook het herstellen van het vertrouwen in het beheer een doel van de participatie. Voor een aantal beheerders is het ook belangrijk dat de gebruikersgroep, die veelal bestaat uit frequente bezoekers aan een gebied, bepaalde knelpunten in onderhoud en beheer signaleert. Het beheer, dat niet altijd overal kan zijn, kan daar dan snel op inspringen. De gebruikersgroep heeft dan een hoog gewaardeerde ‘waakhondfunctie’. In de praktijkervaringen is de mate van invloed die de participanten krijgen steeds als volgt omschreven; advisering, meepraten en meedenken over beheer, beleid en/of planvorming. Beslissingsbevoegdheid van de gebruikersgroep is in geen van de cases aan de orde. Er kan in een enkel geval soms wel binnen gestelde kaders besloten worden over bepaalde deelzaken zoals de keuze voor de locatie van een recreatieve voorziening. Beheerders geven nadrukkelijk aan dat zij veel belang aan de meningen hechten en er zoveel mogelijk mee doen. Dit ondanks het feit dat over het algemeen de eindbeslissing bij de beheerder of een bestuur ligt. Ook de betrokken bestuurders nemen de inbreng van gebruikers meestal erg serieus. In feite komt ook partnerschap of coproductie wel aan bod in de praktijkgevallen. De terreinbeherende partij en de gebruikers werken dan samen aan een plan en komen tot overeenstemming over een concept, dat dan ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de eindverantwoordelijken. De mate van invloed die de gebruikersgroep krijgt wordt in de meeste gevallen goed geaccepteerd. De deelnemers waarderen het dat de beheerder deze mogelijkheden heeft gecreëerd. Essentieel is wel dat het participatieniveau en de doelen die de
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
37
Burgers betrekken bij beheer
beheerder daarmee heeft zeer goed aangegeven worden aan de deelnemers, zodat deze weten waar ze aan toe zijn. Schaalniveau De terreinbeherende organisaties passen gebruikersparticipatie vooral toe op lokaal gebiedsniveau. Bewoners en gebruikers uit de directe omgeving worden erbij betrokken en het meedenken heeft veelal betrekking op een specifiek natuurgebied. In sommige gevallen zijn er wel landelijk belangenorganisaties vertegenwoordigd, maar ook daar gaat het dan om lokale (of regionale) afdelingen, zoals bij deelname van het IVN. Door de omvang van de Biesbosch heeft de gebruikersparticipatie daar een vrij regionaal karakter. Uitzondering bij de cases is het allochtonenplatform van de Vereniging Natuurmonumenten, dat op landelijk niveau werkt. Deelnemers in de vorige paragraaf is dit aspect voor een deel al aan bod gekomen. Wie er aan gebruikersparticipatie deelnemen, kan nogal eens verschillen. Dat geldt zowel voor de deelnemers van buitenaf, als voor deelnemers van de terreinbeherende organisatie (en soms het bestuur). Participatie van omwonenden en/of recreatieve gebruikers komt in de cases het meest voor. De initiatiefnemers kiezen soms voor vertegenwoordigers van belangenorganisaties, in andere gevallen kunnen mensen op persoonlijke titel meedoen (en soms komen combinaties voor). In verschillende gevallen hebben gebruikers of andere mensen die een gebied een warm hart toedragen zich verenigd in een ‘Vrienden van…’ die dan als enige overlegpartner fungeert. Wie er deelnemen kan natuurlijk afhankelijk zijn van doel en aanleiding. Het is volgens sommige geïnterviewden erg belangrijk om van tevoren uitgebreid stil te staan bij de samenstelling van een gebruikersgroep. Het is lastig om na start van een proces de situatie tegen te komen dat er groepen zijn vergeten of dat de samenstelling beter anders had gekund. Hierbij kan een analyse van welke belangengroepen er zijn in een omgeving een rol spelen. Vervolgens dient een beheerder na te denken welke van deze partijen erbij te betrekken. Over het algemeen wordt in de cases gewerkt met een vaste groep deelnemers. Benaderen en uitnodigen van de beoogde deelnemers vindt op verschillende manieren plaats. Soms worden er door een algemene bijeenkomst aan te kondigen (met aankondiging instellen platform) mensen aangetrokken, waaruit dan vaak een selectie wordt gemaakt. Dat kan -binnen aangegeven kaders- door de gebruikers zelf gebeuren. De mensen bepalen dan samen wie hun (specifieke) belang kan en mag gaan vertegenwoordigen. In de Oosterpolder werd de samenstelling van de groep door de procesbegeleider gemaakt. In andere gevallen wordt vooraf bedacht wie men erbij wil betrekken en worden er vertegenwoordigers uitgenodigd deel te nemen. De inbreng van de kant van de organisator verschilt ook per geval. In de meeste gevallen is er meer dan één medewerker bij de bijeenkomsten aanwezig, soms wel vier of vijf. In de Goudse Hout is het gemeentelijk bestuur eveneens vertegenwoordigd, bij de gemeente Arnhem en het Landschap Waterland gaan verslagen van de bijeenkomsten ook naar de bestuurders. Vorm en werkwijze De vorm en werkwijze verschillen in de cases, maar niet in hoge mate. De organisatoren en deelnemers ervaren de gekozen vorm en werkwijze eigenlijk steeds als positief. Ten eerste speelt hier het verschil tussen een tijdelijk en een permanent orgaan. Ook de frequentie van bijeenkomsten kan nogal verschillen, zo kwam hierboven al naar voren. In een paar gevallen wordt op dit aspect wel eens aangegeven dat er gedurende het proces wijzigingen worden aangebracht of in eerste instantie de frequentie te hoog was.
38
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Bijeenkomsten hebben vaak een vrij reguliere vergadervorm met vooraf verstuurde agenda. Bij permanente platforms kunnen de onderwerpen zeer divers zijn en van keer tot keer verschillen. Bij de overleggen over planvorming is er vaak sprake van presentatie en bespreking van ideeën en brainstormsessies. Speciale werkwijze is die van de Gebruikersraad van de Biesbosch, waarbij de agenda dezelfde is als die van het Overlegorgaan een aantal dagen later en deze onderwerpen van commentaar/advies worden voorzien. Naast bijeenkomsten gaan de terreinbeheerders ook wel het veld in om een en ander toe te lichten, zichtbaar te maken etc. Veel geïnterviewden geven ook aan dat er verder veel ruimte is voor tussentijdse contacten over zaken. Dat kan vanuit beide kanten komen. Een niet te formele houding en openheid voor communicatie worden vaak als belangrijke punten gezien. Een belangrijk verschil dat naar voren komt is het gebruik van externe vaardigheden. In een aantal gevallen is externe begeleiding ingeschakeld; bij de tijdelijke gebruikersgroepen gedurende het gehele proces. In de andere gevallen is deze mogelijkheid eigenlijk nooit aan de orde geweest en heeft men gebruik gemaakt van de eigen mensen om het proces vorm te geven en vaak ook te leiden. Uit de literatuur is vaak de aanbeveling gekomen deskundige externe begeleiding in te schakelen, maar de ervaringen in de cases zonder deze begeleiding zijn ook positief. Voordelen van externe inzet kunnen (communicatieve) vaardigheden en een neutrale intermediaire positie zijn. Bovendien leidt dit tot minder tijdsbelasting voor de initiatiefnemer. Een neutrale voorzitter hoeft natuurlijk niet iemand van een adviesbureau te zijn. Bij de permanente vormen ligt de organisatie en het facilitaire gedeelte niet altijd in handen van de terreinbeheerder. Soms zijn de gebruikers zelf voor bijvoorbeeld voorzitterschap, versturen van stukken en verslaglegging verantwoordelijk (of dit wisselt af). Ook de agendapunten kunnen in diverse gevallen ook door gebruikers ingebracht worden. Investering Over de financiële kosten was moeilijk een concreet beeld te krijgen. De investering bestaat grotendeels uit werknemerstijd. Daarnaast zijn er facilitaire kosten, zoals materialen, ruimtehuur en ‘catering’. De tijdsinvestering van de terreinbeheerder is sterk afhankelijk van de frequentie van bijeenkomen en de hoeveelheid deelnemers uit de eigen organisatie, maar is in een aantal gevallen fors. Naast aanwezigheid gaat het om tijd voor de organisatie, inhoudelijke voorbereiding en vervolgwerkzaamheden. Dit kan uiteenlopen van een (mid)dag tot een aantal dagen per bijeenkomst. De geïnterviewden noemen de tijdsinvestering in de meeste gevallen als prima te doen, de moeite waard en soms ook ‘erg leuk om te doen’. De investering betaalt zich soms terug, doordat bezwaarprocedures voorkomen worden. Vaardigheden Ervaring en vaardigheden zijn niet altijd vanaf het begin van een proces aanwezig bij de organisatoren, maar in die gevallen geeft men aan dat het ook een kwestie is goede voorbereiding en van al doende leren. Grote problemen heeft het niet opgeleverd. Ook kan gekozen worden voor inzet van externe deskundigen of kennis elders uit de organisatie. De meeste geïnterviewden geven aan dat de vaardigheden al voldoende aanwezig waren. In het geval van voorzitterschap bij de gebruikers gaat het om mensen met kunde en ervaring, bijvoorbeeld vanuit de politiek. Voor inhoudelijke specifieke punten wordt vaak (incidenteel) iemand uitgenodigd met specialistische inbreng, zoals een ecoloog. Ook kan er voor gevoelige punten iemand vanuit hoger in de organisatie worden ingeschakeld. Belangrijke vaardigheden die nodig zijn bij opzet en organisatie van gebruikersparticipatie zijn communicatieve vaardigheden en enthousiaste houding, leiderschapskwaliteiten en organisatorische vaardigheden. Ook in de literatuur wordt
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
39
Burgers betrekken bij beheer
dit aangegeven. Wanneer de gebruikersparticipatie in handen ligt van een beheerder is het ook erg belangrijk dat deze goed kan inschatten wanneer ondersteuning nodig is. In situaties waarin een nauwe relatie is tussen uitvoerders en politiek/bestuur is het van belang dat de beheerder punten die politiek gevoelig liggen aanvoelt en tijdig aankaart. Voor de politiek geldt vooral dat ze zich goed moet laten informeren. Inhoudelijke resultaten/consequenties De inhoudelijke resultaten van gebruikersparticipatie bestaan over het algemeen uit inbreng van kennis en ideeën van bewoners en gebruikers in het dagelijkse beheer en beleid op diverse punten of in plannen en visies. Daarvan zijn vaak diverse zaken zichtbaar in het veld, zoals een ruiterpad, extra bankjes of een bepaalde maatregel in het natuurbeheer. Inhoudelijk gezien kan de gebruikersparticipatie ook zorgen dat een bepaald idee van beheer of beleid toch anders ingevuld wordt of zelfs dat iets niet doorgaat. Dat is een consequentie waar de terreinbeheerder rekening mee moet houden. Natuurlijk betekent gebruikersparticipatie niet persé dat alles waar gebruikers het niet mee eens ook niet gebeurt, maar de beheerders proberen rekening te houden met wensen en ze in te passen. De gebruikers accepteren meestal dat niet alles wat ze willen doorgang vindt. Ze waarderen de mogelijkheid dat ze hun wensen kenbaar kunnen maken en zolang er voldoende punten zijn waar men wel tot een positief resultaat of acceptabel alternatief komt, gaat het prima. De echte beslissingsbevoegdheid ligt in de cases niet bij de gebruikers, behalve als er bijvoorbeeld een keuze uit enkele opties gemaakt kan worden. Een gebruikersgroep geeft vaak ook een indicatie voor bezwaren uit de verdere omgeving. Ook die omgeving kan via (bezwaar)procedures nog bepaalde besluiten ongedaan maken. Nadenken samen met gebruikers over plannen en mogelijke alternatieven kan soms veel ellende voorkomen. Voor een aantal geïnterviewden is een ander belangrijk resultaat de vergroting van de controle in het terrein op het beheer, met name wat betreft het onderhoud van de recreatieve inrichting en de toestand wat betreft sociale veiligheid, zaken die voor de recreatieve functie van de gebieden erg belangrijk zijn. De beheersituatie verbetert. Procesresultaten/consequentie Er zijn diverse positieve resultaten van de gebruikersparticipatie in de cases, die veelal ook in de literatuur terug te vinden zijn. De mogelijkheden mee te denken en praten over beheer en/of beleid wordt door de meeste gebruikers in de cases erg gewaardeerd, waardoor het draagvlak voor de organisatie of het imago van de organisatie verbetert. In een enkel geval wordt de mate van participatie nog niet helemaal geaccepteerd, maar de beheerder verwacht dat dat na verloop van tijd wel zo zal zijn. Voor de organisatie zelf en de uitvoerders van de participatie is het vaak een vrij nieuwe manier van werken die soms een omschakeling kan zijn of een heel leerproces. Staatsbosbeheer geeft aan dat het een belangrijke ontwikkeling is waardoor de organisatie is veranderd van sterk intern gericht naar meer extern gericht met een open oor voor de maatschappij. Voor beheer en bestuurders kan een gebruikersgroep een partij worden om zeer serieus rekening mee te houden in de hele organisatiecultuur en het verloop van beleidsprocessen. Belangrijke voordelen zijn verder dat bij een goede vorm de verschillende belangen duidelijk benoemd en zichtbaar gemaakt worden. Door een positieve en samenwerkingsgerichte instelling bij de terreinbeheerder, maar ook door de toename van kennis bij de gebruikers over beheeraspecten, neemt het begrip voor de terreinbeheerder bij de gebruikers vaak toe en mogelijk ook het draagvlak. Andersom krijgt de beheerder meer inzicht en vaak ook begrip voor de belangen van de
40
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
gebruikers. Ook belangengroepen onderling kunnen meer begrip voor elkaar krijgen. Belangentegenstellingen tussen gebruikers en beheerder, maar ook tussen gebruikers onderling, blijven meestal wel bestaan, maar zullen minder snel uit de hand lopen. Door de inbreng van deelnemers serieus te nemen en te gebruiken, wordt nee zeggen ook af en toe geaccepteerd, Het participatieve proces heeft in een aantal gevallen ook duidelijk gezorgd voor herstel van vertrouwen in de terreinbeheerder bij de gebruikers. Dat heeft meestal wel even tijd nodig. In Arnhem is de gebruikersgroep zelfs van tegenstander steeds meer samenwerkingspartner geworden. Draagvlak, begrip en betrokkenheid, maar ook tegenstand, kan zich soms beperken tot de deelnemers uit de gebruikersgroep. Daarom is het van belang er op te letten en er op te wijzen dat de participanten communiceren met de achterban, om meningen te peilen en om resultaten kenbaar te maken. In een paar gevallen was dat momenteel nog een knelpunt. Belangrijke leerpunten/succesfactoren; De geïnterviewden noemen diverse belangrijke aspecten voor een goed verloop van de participatie. Een heel aantal daarvan kwam ook al in de literatuurstudie als zeer belangrijk naar voren. Tegenstrijdige geluiden zijn er eigenlijk niet, wel noemt niet iedereen precies dezelfde succes- en faalpunten. •
Goede voorbereiding intern. Goed nadenken over vragen als: is participatie voor de organisatie zinvol? Zo ja, wat zijn de doelstellingen voor de participatie, welke deelnemers horen daarbij? Welke kaders moeten gesteld worden? Zorg dat de neuzen binnen de organisatie zelfde kant op staan.
•
Probeer vooraf leer te trekken uit overige ervaringen, maar verder is opzet van gebruikersparticipatie ook vooral maatwerk voor de eigen situatie.
•
Er is een participatieve instelling van de beheerder noodzakelijk; echt willen luisteren, de wensen en belangen van de deelnemers serieus willen nemen. Verder is vooral openheid en eerlijkheid van groot belang.
•
De kaders, grenzen, mate van participatie/zeggenschap e.d. moeten zeer duidelijk aangegeven worden aan de deelnemers aan het begin van het proces.
•
Goede belangenanalyse en probleemstelling/-analyse aan het begin van het proces. Ook is het goed om met de deelnemende partijen een gezamenlijk doel te bepalen voor de participatie.
•
Wees alert dat deelnemers niet alleen hun eigen individueel belang vertegenwoordigen en wijs de deelnemers op communicatie met hun achterban.
•
Participatie en samenwerking betekent niet persé altijd lief zijn tegen elkaar en overal consensus over willen bereiken
•
Houdt de overleggen informeel getint, communiceer in heldere begrijpbare taal en gebruik visueel materiaal (zoals kaarten) ter ondersteuning.
•
Het is belangrijk om de inbreng van de deelnemers serieus te nemen ook zichtbaar te maken waar de inbreng is gebruikt. Ook is het goed om waardering te laten blijken en de eer ook aan de gebruikers te laten toekomen als dat terecht is.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
41
Burgers betrekken bij beheer
4.4
Afsluiting Uit de praktijkervaringen blijkt veel enthousiasme over de gebruikersparticipatie. Participatie kan zowel voor de terreinbeheerder als voor de deelnemende omwonenden en gebruikers duidelijk positief zijn, maar het vraagt wel om een bepaalde instelling, om vaardigheden en om inzet. Het is niet iets dat je er eventjes bij doet; het kost tijd en geld en het is niet makkelijk. Voor medewerkers kan de inhoud en manier van werken veranderen. Contact met een gebruikersgroep en de open houding die daarbij hoort, zorgt wel dat alles wat in het gebied speelt en ondernomen wordt, zichtbaarder zal worden voor de gebruikers (in ieder geval de deelnemers). Voor het bestuur, beheer en management wordt ‘de gebruiker’ hiermee een nog serieuzere partij om mee rekening te houden, is het moeilijk ‘onzichtbaar’ te blijven in moeilijke kwesties en is het in principe mogelijk dat er veranderingen of vertragingen in uitvoering kunnen optreden. De ondervraagde ervaringsdeskundigen geven echter over het algemeen aan dat de investeringen lonend zijn en dat gebruikersparticipatie ook voor andere terreinbeheerders zeker een aanrader kan zijn. Wel moet men beseffen dat gebruikersparticipatie niet (meteen) wonderen verricht: notoire zeurders kunnen door gebruikersparticipatie soms ingetoomd of weggewerkt worden, maar deze soort mensen zal niet verdwijnen. Ook belangentegenstellingen zullen meestal blijven bestaan. Soms kunnen de partijen samen heel ver komen, maar komt er vanuit andere richting soms tegenwerking. De verschillende mensen en partijen kunnen wel veel nader tot elkaar komen en wederzijds begrip en vertrouwen krijgen.
42
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
5
ADVIES VOOR PARTICIPATIE IN HET GOOI Gebruikersparticipatie in het Gooi; haalbaarheid en wenselijkheid •
Haalbaarheid De ervaringen en het veelal grote enthousiasme van andere terreinbeherende organisaties wijzen er op dat ook voor het Goois Natuurreservaat de instelling van een (of meer) gebruikersgroepen goed haalbaar zou moeten zijn. Het is dan wel belangrijk dat het proces op een serieuze en doordachte manier opgepakt moet worden en niet op de laatste plaats met enthousiasme en energie. Voor de benodigde vaardigheden kan expertise van deskundigen ingeschakeld worden. Een gebruikersplatform legt beslag op personeel en financiën. Voor een kleine organisatie als het Goois Natuurreservaat is dit wellicht moeilijker op te brengen en te organiseren dan voor grote terreinbeherende organisaties. Overigens blijkt uit de cases dat ook organisaties die vergelijkbaar van grootte zijn als het Goois Natuurreservaat (zoals de Noord-Hollandse recreatieschappen) gebruikersparticipatie succesvol toepassen. De gevolgen voor de middelen van de organisatie hangen mede af van de wijze van organiseren van de gebruikersparticipatie, zoals de samenstelling van het platform, de mogelijke inzet van externen en de rol van de gebruikers zelf bij de organisatie. Daarop moet dan wel gelet worden.
•
Wenselijkheid Het Goois Natuurreservaat bestaat uit diverse natuurterreinen. De terreinen zijn gelegen in een vrij dichtbevolkte omgeving. Hierdoor zijn er zowel veel direct omwonenden als veel recreatieve gebruikers(groepen) met elk hun eigen verwachtingen en wensen. Uit de ervaringen elders blijkt dat participatie vaak nuttig is om de kennis over de wensen van gebruikers te vergroten, zodat daarmee rekening gehouden kan worden. Het Goois Natuurreservaat voert regelmatig beheermaatregelen uit in de natuurgebieden. Het is belangrijk om het beheer en de veranderingen daarin te communiceren met gebruikers en via informatie en een luisterend oor het begrip voor het beheer te vergroten. Het is ook mogelijk dat gebruikers met hun kennis en ideeën een waardevolle bijdrage leveren aan de gedachten over beheer. De instelling van een permanente gebruikersraad (of vergelijkbare constructie) kan voor het beleid en beheer van het Goois Natuurreservaat een rol spelen bij bovengenoemde zaken. Verder kan het Goois Natuurreservaat een gebruikersraad wellicht benutten om gebruikers op gelijkwaardige wijze met elkaar en met de organisatie te laten praten, zodat het Goois Natuurreservaat en de gebruikers wederzijds informatie kunnen uitwisselen. Bij het Goois Natuurreservaat speelt mee dat er sprake is van één uiterst kritische belangengroep die weinig vertrouwen heeft in het beheer van de natuurgebieden. Gebruikersparticipatie kan in zo'n geval een middel zijn om het vertrouwen op termijn te herstellen, maar ook om de belangen van deze groep af te zetten tegen andere gebruikersbelangen en de betrokkenen daar ook bewust van te maken. Cases uit de praktijk laten positieve ervaringen zien, zoals in Brunssum en Arnhem. Een moderne organisatie moet aanvoelen wat er omgaat in de maatschappij en daar zoveel mogelijk tijdig op inspringen. Dat contact met de samenleving kan op diverse manieren vorm worden gegeven. Een ‘vertegenwoordiging’ van gebruikers via een gebruikersraad kan daar een bijdrage aan leveren. Participatie in de vorm van overleggroepen past in de (ontwikkelingen in) de huidige maatschappij en in het natuurbeleid (Natuur voor mensen, mensen voor natuur). Ook in het Gooi kan dit een belangrijke achterliggende gedachte zijn bij instelling van een gebruikersraad. Bij andere beheerders van natuurgebieden is
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
43
Burgers betrekken bij beheer
het eveneens steeds belangrijker geworden om rekening te houden met de wensen van de maatschappij naast de eigen visie en verantwoordelijkheden. Geslotenheid en interne gerichtheid en een defensieve opstelling passen niet meer bij natuurbeheerders, zo geven medewerkers van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten aan voor hun eigen organisatie. Kortom, een gebruikersraad kan een evenwichtige bijdrage leveren aan de kwaliteit van de besluitvorming van het Goois Natuurreservaat en de relatie met de bewoners en gebruikers. Naast diverse aspecten die spreken voor instelling van een gebruikersgroep in het Gooi, zoals verbetering van de wederzijdse communicatie en informatieuitwisseling, zijn er ook punten die een andere kant van het verhaal vormen; zoals de benodigde investeringen en mogelijke gevolgen zoals vertraging van beleid en uitvoering en juist versterking van belangentegenstellingen.
Gebruikersparticipatie in het Gooi, ja of nee? Hierboven zijn factoren genoemd die bij een afweging ‘gebruikersparticipatie, ja of nee’ een rol spelen en is ook al een voorzet gedaan voor de huidige situatie in het Goois Natuurreservaat. Het bestuur moet een vervolg geven aan deze afweging. Zij dient op basis van een visie op een mogelijk maatschappelijk belang van gebruikersparticipatie en de mogelijke plaats daarvan in het beleid, én haar inzicht in de situatie ter plekke met de daarbijbehorende functies van de participatie, te bekijken of zij tot een basisbesluit komt voor instelling van gebruikersparticipatie. Het gaat dan om de wenselijkheid en haalbaarheid van deze instelling, waarbij zowel positieve als negatieve aspecten meegenomen moeten worden. Voor welke doelstellingen met betrekking tot de relatie van het Goois Natuurreservaat met de burgers levert een gebruikersplatform in het Gooi een duidelijke meerwaarde (ten opzichte van andere middelen die toegepast worden of kunnen worden)?
Hoe verder? Wij raden – in het geval van een keuze voor een vorm van gebruikersparticipatie – aan om een vervolgtraject in te gaan waarin de mogelijkheden voor het Goois Natuurreservaat op een rij worden gezet en afgezet worden tegen de huidige situatie in het Goois Natuurreservaat. De verschillende invullingen en leerervaringen uit deze verkenning, kunnen hierbij als voorbeelden en aanknopingspunten dienen. Daarnaast moeten de kennis van de lokale situatie en de visie van de direct betrokkenen uit het bestuur en de beheerorganisatie een grote rol spelen. Het gaat om bij de invulling om basisvragen zoals hoe, waarom, wie en waarover. Er zal goed nagedacht moet worden over de doelstellingen, functie en status van de participatie en de verdere wijze van organiseren van de gebruikersparticipatie. Daarbij spelen ook aspecten een rol zoals frequentie van bijeenkomsten, wie fungeert als initiator, wie zijn de deelnemers en wat worden de onderwerpen van gesprek? Wat betreft deze punten is het wenselijk om onder andere een analyse te maken van mogelijke actoren. Voor het Goois Natuurreservaat spelen het behoud van de slagvaardigheid van de organisatie en de inzet van personele en financiële middelen een belangrijke rol. Bij de opzet van de gebruikersparticipatie dient hier dan ook terdege rekening mee te worden gehouden. Zeker niet in de laatste plaats is het belangrijk om te onderzoeken welke plaats een vorm van gebruikersparticipatie krijgt binnen het formele bouwwerk van de Stichting Gooisch Natuurreservaat. Het gaat dan om de bevoegdheden van een gebruikersgroep en de consequenties van het toekennen van eventuele bevoegdheden voor de positie
44
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
van het bestuur en het management. Gebruikersparticipatie kan daarmee leiden tot een herschikking van bevoegdheden en de bestuurlijke en organisatorische structuur. Uitgangspunt moet wel zijn dat een gebruikersraad adviseert en het bestuur besluiten neemt.
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
45
Burgers betrekken bij beheer
LITERATUUR Blitterswijk, H. van (1999). Mooier groen plant je samen, Evaluatie project Dorp in ’t Groen in Drenthe met speciale aandacht voor lokale participatie bij de aanleg en het beheer van groene landschapselementen. IKC Natuurbeheer, Wageningen Buizer, B. en L. Terlouw. Maatwerk in de duinen bij Bergen. In Nederlands Bosbouw Tijdschrift, 2002 Corten, I., P. Laban en L. van Veldhuizen (1997). Ervaringen met lokale participatie. Een verkennend onderzoek op het werkveld bos en bosbeheer. Werkdocument IKC Natuurbeheer nr. W-142, IKC, Wageningen Crow (2001). Focus op de praktijk. Van rationeel naar adaptief beheer van de openbare buitenruime. Crow, Ede Edelenbos, J. en R. Monnikhof (red) (2001). Lokale interactieve beleidsvorming. Een vergelijkend onderzoek naar de consequenties van interactieve beleidsvorming voor het functioneren van de lokale democratie. Uitgeverij Lemma, Utrecht Elands, B. en J. Uwimana. Lokale participatie in het bos- en natuurbeheer in de gemeente Ede. In: Neder lands Bosbouw Tijdschrift, 2002 Gemeente Haren (2000) Meespraak in Haren – http://www.michielverbeek.nl/ Meespraak.htm Houten, H.J. van en F.D. von Meyenfeldt (1992). Integraal Participatiemanagement. Uitg. VUGA, Den Haag Instituut voor Publiek en Politiek.(2002) Samenvatting onderzoek ‘participatie in publiek domein Konijnenburg, P. van, m.m.v. B. van Mierlo en J. Uitzinger (2001). Samen werken aan het groen. Eindrapport. IVAM Environmental Research, Amsterdam Lambregts, L. en K.F. Wiersum. Community forestry in Nederland. In; Nederlands Bosbouw Tijdschrift, 2002 Methodeklapper. Inventarisatie van methoden. Participatie, interactie, processen, gebied (2000). ETC Ecoculture, Leusden , e.a. Ministerie van Binnenlandse Zaken. Innovatie en kwaliteit in de publieke sector; Gebruikersparticipatie in natuurbeheer (Staatsbosbeheer) http://www.minbzk.nl/innovatie/Case_0092.htm Ministerie van Binnenlandse Zaken. Vernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie. www.vernieuwingsimpuls.nl Nationaal Park de Biesbosch (2001). Peilingen, wensen en knelpunten Nationaal Park de Biesbosch. Communicatiebureau de Lynx Natuurmonumenten. Natuurbehoud, februari 2003 Natuurmonumenten. Website; www.natuurmonumenten.nl Ovaa, B.P.S.A. (1998) Oog en oor voor burgers en milieu. Veranderende functies in het wijkgericht beheer van de openbare ruimte. Vuga Uitgeverij, Den Haag
46
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
Burgers betrekken bij beheer
Staatsbosbeheer. Website; www.staatsbosbeheer,nl Uwimana (2001). Public involvement in planning and management of forest and nature for recreation and tourim; Ede case study. Msc-tehsis Leisure and Environment, Wageningen University Velde, J. te (1995). Meedoen met het groen. Samenwerking tussen overheid en burger bij het beheer van de openbare ruimte. Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs, Haarlem
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum
47
Burgers betrekken bij beheer
BIJLAGE 1
CASES EN CONTACTPERSONEN
Lijst geïnterviewden Brunssumerheide
Frans Kapteijns, Natuurmonumenten
Nat. Park de Hoge Veluwe
Bart Boers, de Hoge Veluwe
Nat. Park de Biesbosch
Martin Mols, secr. Nat. Park de Biesbosch (provincie Noord-Brabant) Jan Koolen, participant Gebruikersraad
Mensinge
Bert Witvoet, Staatsbosbeheer
Buitenhout
Herman Hake, Staatsbosbeheer
Recreatiegebied Hemmeland
Alex Rohof, Landschap Waterland (Groenbeheer Noord)
Recreatiegebied Reeuwijkse Plassen Wim Kornmann, Groenservice Zuid-Holland (deelgebied Goudse Hout) Stadspark Sonsbeek
Jeroen Glissenaar, gemeente Arnhem, dienst Stadsbeheer
Landelijk allochtonenklankbord
Angela Duijndam, Natuurmonumenten
Klankbordgroep Sint Pietersberg
Lianne Schröder, Natuurmonumenten
Overige cases Venneperhout
Louise van Delden, Projectbureau Haarlemmerméér Groen (evaluatierapport aangeleverd)
Oosterpolder (Internetartikel)
Hanneke Swart, Swart Consultancy
48
Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum