Brussel, maart 2006
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart Sector Bouw
In samenwerking met FVB
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. © Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2006/4665/24 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
2
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Inhoud Inhoud .................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................. 5 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Afbakening en omschrijving....................................................................................... 6 Domein ......................................................................................................................... 6 Afbakening.................................................................................................................... 8 Beroepsinhoud............................................................................................................ 10 Doorgroeimogelijkheden ............................................................................................. 12
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12.
Taken en Competenties ............................................................................................ 14 Het eigen werk plannen en organiseren ...................................................................... 16 Motoren en pompen bedienen..................................................................................... 16 Instaan voor preventief onderhoud en controle............................................................ 17 Ingrijpen bij technische problemen .............................................................................. 19 Instaan voor orde en netheid op de werkplek .............................................................. 20 Werkadministratie doen............................................................................................... 21 Intern communiceren .................................................................................................. 22 Leiding geven (1ste werktuigkundige) ........................................................................... 23 Aan kwaliteitszorg doen .............................................................................................. 24 Milieu .......................................................................................................................... 25 Welzijn op het werk ..................................................................................................... 25 Beginnende beroepsbeoefenaar ................................................................................. 29
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Competenties ............................................................................................................ 30 Algemene beroepskennis ............................................................................................ 30 Sleutelvaardigheden ................................................................................................... 37 Specifieke vereisten .................................................................................................... 40
4.
Bijzondere arbeidsomstandigheden ........................................................................ 40
5.
Arbeidsorganisatie.................................................................................................... 44
6.
Knelpunten ................................................................................................................ 45
7.
Toekomstige evoluties.............................................................................................. 46
8.
Beroepenfiche ........................................................................................................... 47
9.
Verklarende woordenlijst.......................................................................................... 50
Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties ‘werktuigkundige baggervaart’................................................................................. 53
3
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Bronnen – Literatuurlijst ..................................................................................................... 54
4
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Inleiding In dit profiel wordt het beroep ‘werktuigkundige baggervaart’ beschreven. Hieronder schetsen we kort de inhoud van dit beroepsprofiel. In een eerste hoofdstuk beschrijven we het domein waarop de werktuigkundige baggervaart werkzaam is en bakenen we af wat we in het kader van deze studie wel en niet zullen verstaan onder het beroep. Eveneens wordt toegelicht waarom we het beroep op deze manier afbakenen. We sluiten het hoofdstuk af met het weergeven van de inhoud van het beroep aan de hand van de voornaamste taakgebieden, een definitie van het beroep en de doorgroeimogelijkheden voor de werktuigkundige baggervaart. In hoofdstuk twee zit de kern van het beroepsprofiel vervat. Er wordt een takenanalyse uitgevoerd, daartoe worden de verschillende taakgebieden in de tabellen opgenomen. We sommen de verschillende activiteiten op die onder de omschreven taakgebieden ressorteren. Doelstelling is het opsporen van de competenties die vereist zijn voor het goed functioneren van de werktuigkundige baggervaart. We wensen er de aandacht op te vestigen dat dit beroepsprofiel slaat op de doorsnee beroepsuitoefening. Het is belangrijk hierbij te vermelden dat bij het opstellen van het beroepsprofiel centraal staat wat de werktuigkundige baggervaart in zijn dagdagelijkse realiteit doet en niet wat hij zou moeten doen gezien de ontwikkelingen in de sector. De ontwikkelingen of trends vindt u in een apart punt terug. Hoofdstuk drie geeft een overzicht van de competenties die vereist zijn voor het beroep van werktuigkundige baggervaart. Allereerst wordt een samenvatting gegeven van de beroepskennis die reeds in de takentabellen tot uiting kwam én de kennis die gedurende de volledige beroepsuitoefening vereist is maar niet aan één specifieke taak te linken is. Daarna geven we de voornaamste sleutelvaardigheden (combinatie van beroepshoudingen en vaardigheden) en de specifieke vereisten weer. In de daaropvolgende hoofdstukken schetsen we de context waarin de werktuigkundige baggervaart werkt. Een vierde hoofdstuk gaat in op de arbeidsomstandigheden die eigen zijn aan het beroep. De arbeidsorganisatie waarmee hij te maken krijgt, bespreken we in hoofdstuk vijf. Hoofdstuk zes behandelt de specifieke knelpunten met betrekking tot aanwervingen, kwalificaties en opleidingen. In hoofdstuk zeven gaan we in op de belangrijkste toekomstige evoluties die voor het beroep van werktuigkundige in de baggervaart werden aangegeven.
5
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
In hoofdstuk acht, tenslotte, vindt u de beroepenfiche van de werktuigkundige baggervaart terug, een samenvatting van het beroepsprofiel. “In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.”
1. Afbakening en omschrijving 1.1. Domein Baggeren is het verwijderen van vaste grond en eventueel ander materiaal onder water. Deze vaste materialen worden door speciale baggertuigen opgezogen als een specie (een vloeibaar mengsel van grond en water), getransporteerd en op een andere locatie gelost. Naar gelang de aard van de werkzaamheden kan met verschillende baggertuigen worden gewerkt. De twee meest voorkomende baggertuigen zijn de sleephopperzuiger en de snijkopzuiger. De sleephopperzuiger is een zelfvarend zeegaand schip met een eigen ruim (dat hopper of beun wordt genoemd) en één of twee verstelbare zuigarmen die tijdens het baggeren over de bodem slepen. Via baggerpompen wordt de baggerspecie opgezogen en in de hopper gepompt. Daar bezinkt het vaste materiaal en kan het overtollige water langs een overvloei weer overboord stromen. Eens het schip zijn maximale ladingscapaciteit heeft bereikt, kan het op verschillende manieren worden gelost. Via stortkleppen in de bodem kan men het materiaal dumpen op een onder water aangeduide plaats. Sommige schepen, de zogenaamde splijthopperzuigers, bestaan uit twee langsscheepse scharnierende helften, zodat het schip zich bij het dumpen van de lading in twee kan splijten. Een andere manier om het schip te lossen, is het leegzuigen van de hopper of het aan wal persen van de lading met behulp van een systeem van pompen en pijpleidingen. Moderne sleephopperzuigers kunnen hun lading ook rechtstreeks aan wal spuiten via een spuitmond op het voorschip (rainbowen). Als de lading aan wal wordt geperst, gezogen of gespoten, moet de vaste stof in de hopper terug omgezet worden in baggerspecie door ze met water te vermengen. De snijkopzuiger of cutterzuiger bestaat uit een groot stationair ponton dat voorzien is van een cutterladder waarop een snijkop gemonteerd is. Deze snijkop draait in de grond en woelt die los, waarna ze via een zuigleiding achteraan de snijkop als baggerspecie wordt opgezogen en verpompt. Dankzij de snijkop is dit baggertuig vooral geschikt voor het verwijderen van hardere grondsoorten. De snijkopzuiger heeft geen eigen ruim, de opgebaggerde specie wordt daarom onmiddellijk verpompt via een persleiding die het ponton verbindt met de wal. Momenteel beschikken de meeste snijkopzuigers niet over eigen voortstuwingsvermogen: ze kunnen zich voortbewegen door gebruik te maken van spudpalen en zich voort te trekken aan hun ankers. Nieuwe snijkopzuigers zijn echter steeds vaker zelfvarend.
6
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Baggerwerkzaamheden hebben diverse toepassingsgebieden. Veruit het belangrijkste is het creëren en openhouden van vaargeulen om de bereikbaarheid van havens te garanderen. Soms worden de toegangsroutes naar havens verder uitgediept om grotere schepen toe te laten. Baggeren wordt ook gebruikt voor het aanmaken van nieuw land, voor het onderhouden van stranden die onderhevig zijn aan erosie en voor de aanmaak van sleuven onder water (voor pijpleidingen, tunnels of andere constructies). Ook het ontginnen van ertsen en bouwmaterialen (zoals grind en zand) onder water gebeurt door baggerschepen. Activiteiten die de laatste decennia een sterk toenemend belang kenden, zijn het zogenaamde milieubaggeren (verwijderen van verontreinigde zee- en rivierbodems en uitvoeren van testen hiervoor) en het ruimen van scheepswrakken. De baggernijverheid is een tak van de waterbouw, die bij het bouwbedrijf thuishoort. Paritair Comité 124 (het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf) vermeldt in zijn bevoegdheidsgebied expliciet “baggerwerken”, evenals “zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken”. Binnen de NACE-codes wordt de baggervaart als volgt ingedeeld: NACE-code
Omschrijving
45
Bouwnijverheid
452
Burgerlijke en utiliteitsbouw; weg- en waterbouw
4524
Waterbouw
45241
Baggerwerken
4524101
Het uitvoeren van baggerwerken
4524102
Het ruimen van waterlopen, sloten, enz.
Desondanks heeft de baggernijverheid ook een maritiem karakter en vertoont ze op een aantal vlakken, onder meer op het werktuigkundige, verwantschap met maritieme sectoren, zoals de visserij, de koopvaardij of de sleepvaart. Omdat de baggersector zich op de grens van de maritieme sector en de bouwnijverheid bevindt, zijn zowel reglementeringen binnen de bouw als voor de zeevaart van toepassing. Inzake zeevaart geldt vooral de internationale STCW-95regelgeving (Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers), die in 1978 werden aangenomen door de International Maritime Organisation (IMO) en in 1995 geamendeerd werden. In de loop van 2006 zal STCW-95 ook worden omgezet in Belgische wetgeving. In tegenstelling tot de meerderheid van de bouwbedrijven bestaat de Belgische baggervaart niet uit KMO’s, maar uit twee grote groepen: Jan De Nul en DEME (Dredging, Environmental and Marine Engineering). Beide groepen houden zich niet uitsluitend bezig met baggeren, maar hebben ook dochterondernemingen voor onder meer ecologische projecten en
7
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
technologieën, het uitvoeren van bergingswerkzaamheden en burgerlijke bouwkunde. Toch blijft baggeren zowel voor Jan De Nul als voor DEME de kernactiviteit. Binnen DEME worden deze baggerwerkzaamheden uitgevoerd door twee bedrijven: Baggerwerken Decloedt & Zoon en Dredging International. Zowel DEME als Jan De Nul stellen iets minder dan 3000 mensen tewerk. Naast deze twee grote groepen bestaan er een aantal kleinere bedrijven die zich bezig houden met algemene waterbouw, zoals het aanleggen van dijken, kaaimuren, sluizen en haveninfrastructuur en met kleinere baggerwerken in rivieren. Deze laatste werkzaamheden gebeuren met graafmachines van op de wal of een ponton en kunnen dus niet tot de baggervaart worden gerekend. Een beroep als werktuigkundige komt hier ook niet voor. Logischerwijze worden deze activiteiten in dit profiel buiten beschouwing gelaten.
1.2. Afbakening De naamgeving die we in dit beroepsprofiel hanteren (hoofdwerktuigkundige, 1ste, 2de en 3de werktuigkundige), is diegene die in de praktijk door de bedrijven wordt gebruikt. Deze termen komen vaak in het Engels voor: chief engineer, first engineer, second engineer en third engineer. Vroeger sprak men ook wel van een machinist, maar dat is ondertussen verouderd. Andere sectoren, zoals de kust- en havensleepvaart en de zeevisserij, noemen de werktuigkundige vaak een motorist. Wat de naamgeving van de beroepen aan boord betreft, moeten we wijzen op een belangrijk verschil tussen de praktijk en de officiële benaming die door STCW-95 wordt gehanteerd. Onderstaande tabel maakt het verschil tussen beide duidelijk. In dit profiel opteren we voor de benamingen die aan boord worden gebruikt en niet voor die van STCW-95. Voor de correcte interpretatie van dit beroepsprofiel is het belangrijk om dit onderscheid voor ogen te houden. STCW-95
Praktijk
Chief engineer officer
Hoofdwerktuigkundige
Second engineer officer
Eerste werktuigkundige
Engineer officer
Tweede werktuigkundige
Engine rating
Derde werktuigkundige
Bij de beschrijving van taken en competenties in dit beroepsprofiel gaan we uit van de 1ste werktuigkundige. Hij is meer ervaren dan de 2de en 3de werktuigkundige, maar heeft hetzelfde takenpakket en dezelfde competenties. Enkel inzake verantwoordelijkheid en leiding geven komen er voor de 1ste werktuigkundige taken bij, deze worden in dit profiel in een afzonderlijke takentabel beschreven.
8
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Het takenpakket van de hoofdwerktuigkundige verschilt wel fundamenteel van dat van de overige werktuigkundigen: hij loopt niet mee in de machinekamerwacht, maar organiseert het onderhoud in de machinekamer in samenspraak met de 1ste werktuigkundige, de technische dienst van het bedrijf en de kapitein van het schip. Naast hulp bij de praktische uitvoering van het werk in de machinekamer komen hier dus uitgebreide administratieve, organisatorische en leidinggevende taken bij. Omwille van deze redenen wordt de hoofdwerktuigkundige in dit profiel buiten beschouwing gelaten. We maken geen onderscheid tussen een werktuigkundige op een sleephopperzuiger en op een snijkopzuiger. Het takenpakket op beide baggertuigen is quasi identiek. De grootste verschillen bestaan erin dat een snijkopzuiger vaak geen voortstuwingsmachines heeft en iets meer manueel onderhoudswerk vergt. Het onderscheid werktuigkundige op een sleephopperzuiger en een snijkopzuiger is bovendien niet relevant omdat werktuigkundigen in de praktijk op beide types baggertuigen moeten kunnen werken. In dit beroepsprofiel beschrijven we alle taken die een werktuigkundige op een baggerschip moet kunnen uitvoeren. Niet al deze taken komen echter even frequent voor. Grote onderhoudswerken in de machinekamer gebeuren slechts sporadisch, hetzelfde geldt voor het opstarten van de motoren: dit is in feite de verantwoordelijkheid van de hoofdwerktuigkundige. Toch zal een werktuigkundige in bepaalde omstandigheden ook met deze taken worden belast. Daarom nemen we ze wel op in dit profiel. Het bedienen van de dekkraan, daarentegen, komt niet aan bod: deze taak wordt enkel uitgevoerd door opvarenden die hiervoor een bijkomende, door het bedrijf voorziene, opleiding hebben gevolgd. Dat kan een werktuigkundige zijn, maar dat is niet noodzakelijk. De competenties van een werktuigkundige in de baggervaart komen in grote lijnen overeen met die van werktuigkundigen in andere maritieme sectoren. Voor de werktuigkundige in de zeevisserij en in de kust- en havensleepvaart werden ook beroepsprofielen opgesteld (SERV: 2002 en SERV: 2006). Het gaat telkens om afzonderlijke profielen, omdat deze sectoren onder andere paritaire comités ressorteren. Er bestaan overigens ook verschillen in de concrete beroepsuitoefening. Zo zijn er op een baggerschip meerdere werktuigkundigen aan boord, opgedeeld in twee ploegen. In de zeevisserij en de kust- en havensleepvaart is er slechts één werktuigkundige aan boord, die nauw moet samenwerken met de andere bemanningsleden. In tegenstelling tot de baggervaart heeft de werktuigkundige in de sleepvaart en de zeevisserij ook taken buiten de machinekamer, zoals het bereiden van maaltijden en het kuisen van de accommodatie. Op een sleepboot assisteert de werktuigkundige aan dek gedurende de sleepmanoeuvres, in de zeevisserij wordt er van hem verwacht dat hij kan wachtlopen op de brug en dat hij assisteert bij de visvangst en visverwerking aan boord. Bovendien bevinden er zich specifieke machines op elk type vaartuig: baggerpompen, sleepmaterieel, elektronische systemen voor het vieren van de netten,… .
9
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
1.3. Beroepsinhoud Het eigen werk plannen en organiseren De werktuigkundige bepaalt in overleg met de ploeg de werkmethode die bij het onderhoud of de herstellingen gevolgd zal worden.
Motoren en pompen bedienen De werktuigkundige start onder leiding van de hoofdwerktuigkundige de motoren en generatoren op. Vóór het eigenlijke starten kijkt hij het oliepeil en de verschillende motoronderdelen na, laat hij de motor doorblazen en voorsmeren en opent hij de brandstoftoevoer. Het starten van de motor gebeurt met een eenvoudige druk op de knop. Daarna laat de werktuigkundige de motor warmdraaien en controleert hij druk en temperatuur alvorens de bediening van de motor door te geven aan de brug. De werktuigkundige bedient pompen (opstarten, uitschakelen en de ventielen openen en sluiten) en kan op lokale bediening varen. Dit houdt in dat hij de sturing van de motor en het roer onttrekt aan de PLC1 en de motor bedient vanuit de machinekamer, weliswaar op commando van de brug (kapitein of 1ste stuurman).
Instaan voor preventief onderhoud en controle Samen met het ingrijpen bij technische problemen is dit één van de kerntaken voor de werktuigkundige. Hij voert routinecontroles en preventief onderhoud uit: controleren van werkingsparameters (peil, druk en temperatuur), controleren van de hardheid van water en de viscositeit van olie, toevoegen van onderhoudschemicaliën, vervangen en proper maken van lucht- en oliefilters, vervangen van oliebaden, smeren van draaiende onderdelen, ontluchten van de brandstofomloop, controleren van de werking van elektrische verbruikers, doorvoeren van kleine vervangingen,… . De werktuigkundige zorgt ook voor het bunkeren. Hiervoor voert hij peilingen uit in de verschillende brandstoftanks, opent, sluit en verwarmt hij de tanks, pompt hij brandstof over en volgt hij de procedures bij spills. Tenslotte staat de werktuigkundige in voor het verdelen van de brandstof over de verschillende brandstoftanks aan boord, rekening houdend met de stabiliteit van het schip.
Ingrijpen bij technische problemen Deze belangrijke taak bestaat in eerste instantie uit het stellen van diagnoses: beoordelen van de bedrijfstoestand aan de hand van werkingsparameters, interpreteren van alarmsystemen en het controlepaneel, herkennen en opsporen van defecten en hun oorzaken en evalueren van averij. Daarnaast voert de werktuigkundige de eigenlijke herstellingswerkzaamheden uit: 1
PLC is een elektronisch controle- en sturingssysteem voor de motor en het roer.
10
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
ontmantelen van installaties, herstellen of vervangen van beschadigde onderdelen en assembleren van de installaties.
Instaan voor orde en netheid op de werkplek De werktuigkundige staat, samen met zijn ploeg, in voor het reinigen en op orde houden van de machinekamer. Sporadisch voert hij ook grotere onderhoudswerken uit, zoals schuren, ontroesten, schilderen en lakken of het behandelen van metaalstructuren.
Werkadministratie doen De werktuigkundige houdt een grote hoeveelheid technische gegevens bij: voor het ISMsysteem, de logboeken en het onderhoudsprogramma (PMS-systeem). Hij noteert dagelijks of wekelijks de uitgevoerde werkzaamheden, draaiuren, werkingsparameters (peil, druk en temperatuur), uitslagen van analyses (van koelwater, olie, …) en beschrijft de testen aan alarm- en veiligheidssystemen. Verder houdt de werktuigkundige nauwgezet bij welke onderdelen en producten verbruikt werden (met het oog op het uitvoeren van bestellingen, een taak die de hoofdwerktuigkundige te beurt valt) en zorgt hij voor de inventarisatie en veilige bewaring van voorraden.
Intern communiceren Tijdens de uitoefening van zijn functie communiceert de werktuigkundige uitgebreid met de andere opvarenden. In eerste instantie rapporteert hij aan zijn hiërarchische meerdere en krijgt hij instructies van hem. Daarnaast wordt er nauw samengewerkt met de andere werktuigkundigen in de ploeg. In sommige gevallen (bijvoorbeeld bij het op lokale bediening varen) staat hij in rechtstreeks contact met de dekploeg (meestal met de 1ste stuurman). Naast samen werken moet er ook respectvol worden samengeleefd met andere opvarenden, die elk een eigen achtergrond en vaak ook een eigen taal en cultuur hebben. In principe komt de werktuigkundige niet rechtstreeks in contact met de wal of met andere zeevarenden.
Leiding geven (enkel voor de 1ste werktuigkundige) De 1ste werktuigkundige organiseert de machinekamerwacht: hij legt in samenspraak met de hoofdwerktuigkundige de dagelijkse en wekelijkse onderhoudswerkzaamheden vast en verdeelt ze over zijn ploeg. Hij is ook verantwoordelijk voor de organisatie van bunkerprocedures en het aansturen van zijn ploeg hierbij. Verder houdt de 1ste werktuigkundige toezicht op het preventief onderhoud en de herstellingswerkzaamheden die tijdens zijn machinekamerwacht worden uitgevoerd. De 1ste werktuigkundige waakt over de veiligheid in zijn ploeg, motiveert en ondersteunt de ploeg en begeleidt stagairs en nieuw personeel in de machinekamer.
11
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Aan kwaliteitszorg doen De werktuigkundige evalueert het eigen werk kwantitatief én kwalitatief en stuurt bij indien nodig.
Milieu De werktuigkundige leeft de milieuwetgeving (voornamelijk MARPOL) na, sorteert afval (bijvoorbeeld afvalwater, restbrandstoffen, resten van olie en smeermiddelen, …) en werkt met het hiervoor benodigde materiaal (olie-waterafscheider, sloptanks, afvalwatertanks, ppmmeter,…).
Instaan voor welzijn op het werk De werktuigkundige zorgt voor de eigen veiligheid en die van collega’s (/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies en door aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en ergonomisch handelen. Binnen zijn bevoegdheden reageert de werktuigkundige adequaat op brand, aanvaring of stranding, man over boord, medisch noodgeval. Samenvattend: De werktuigkundige bepaalt de werkmethode en voert de taken uit die te maken hebben met het onderhouden, controleren en herstellen van de scheepsinstallaties (motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen). In sommige gevallen bedient hij deze scheepsinstallaties zelf. Ook het uitvoeren van bunkerprocedures valt de werktuigkundige te beurt. Verder staat hij in voor het onderhoud van de machinekamer, de stabiliteit van het schip en de inventarisatie en veilige opberging van voorraden. De 1ste werktuigkundige heeft een aantal bijkomende taken op het vlak van leiding geven.
1.4. Doorgroeimogelijkheden De instroom in het beroep werktuigkundige baggervaart komt in de praktijk uit drie richtingen:
secundair maritiem onderwijs: Maritiem Instituut van het Gemeenschapsonderwijs/MIGO (Oostende) en Cenflumarin (Zwijndrecht)
hoger maritiem onderwijs: Hogere Zeevaartschool (Antwerpen) maritiem volwassenenonderwijs: De Avondschool (Oostende) en CVO (Deurne)
Elke werktuigkundige begint onderaan de ladder als 3de werktuigkundige, ongeacht de aard of het niveau van zijn vooropleiding (maar wie maritiem onderwijs heeft genoten, zeker als graduaat, maakt in de praktijk meer kans om sneller door te groeien). Een beginnend werktuigkundige bezit een vaarbevoegdheidsbewijs en voldoet minstens aan de normen vastgelegd in STCW-95 A-III/4 (Mandatory minimum requirements for certification of ratings forming part of a watch in a manned engine room). Vooraleer aan boord mee te draaien, volgt de nieuwe werktuigkundige de STCW Basic Safety Training, die in principe al in zijn
12
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
basisopleiding vervat zit, en eventueel bijkomende cursussen, zoals hydraulica, elektriciteit, VCA-basis2, bedienen van dekkraan en rolbrug, enz. Na zes maanden effectieve vaartijd3 kan de werktuigkundige doorgroeien tot 2de werktuigkundige, als hij voldoet aan STCW-95 A-III/1 (Mandatory minimum requirements for certification of officers in charge of an engineering watch in a manned engine room). Hij kan 1ste werktuigkundige worden na 12 maanden diensttijd en overeenstemming met de normen van STCW-95 A-III/2 (Mandatory minimum requirements for certification of chief engineer officers and second engineer officers on ships powered by main propulsion machinery of 3,000 kW propulsion power or more). Als de werktuigkundige minstens 36 maanden gewerkt heeft in de machinekamer, waarvan minimum 12 als 1ste werktuigkundige, kan hij doorgroeien tot hoofdwerktuigkundige. Deze loopbaanopbouw heeft tot gevolg dat een hoofdwerktuigkundige over alle competenties beschikt van de overige werktuigkundigen aan boord, omdat hij die taken ooit zelf heeft uitgevoerd. Naast de vooropleiding bepalen ook de vaaruren, bijkomende STCW- en eventueel bedrijfsgebonden opleidingen, persoonlijke competenties en vacante betrekkingen het tempo waarin men naar hogere functies kan doorgroeien en het maximale niveau dat men kan bereiken. De minimale voorwaarden worden evenwel wettelijk bepaald door de competentietabellen van STCW-95 (voor de machinekamer gaat het om afdeling A-III van de STCW-Code). In principe blijft de werktuigkundige zijn hele carrière op zee. De kansen om binnen de sector door te groeien naar functies aan wal zijn beperkt. Een 1ste werktuigkundige of hoofdwerktuigkundige kan ook terecht in onderhoudsfuncties voor de zware industrie. Dit maakt dat het mogelijk loopbaanverloop van de werktuigkundige baggervaart er als volgt uitziet: 3e werktuigkundige → 2e werktuigkundige → 1e werktuigkundige → Hoofdwerktuigkundige
2 Een VCA-certificaat is bedoeld voor aannemers die werkzaamheden met een ‘verhoogd’ risico uitvoeren en wordt toegekend aan een onderneming als al haar werknemers een opleiding hebben gevolgd met betrekking tot veiligheid. VCA voorziet zelf in twee opleidingen: basisveiligheid en veiligheid voor operationeel leidinggevenden. Het VCA-certificaat is niet verplicht. 3 Het gaat uitsluitend om effectieve vaartijd. Wie momenteel als werktuigkundige op een baggerschip buiten Europa dienst doet, is slechts 6 weken op 12 aan boord. In de praktijk heeft zo iemand dus 2 jaar nodig om 1 jaar effectieve vaartijd op te bouwen.
13
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2. Taken en Competenties Hieronder volgt de takenanalyse voor een ervaren werktuigkundige baggervaart. De taken zijn gegroepeerd in takenclusters, die elk een eigen titel kregen. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. Vanaf eind 2004 wordt de takencluster ‘Instaan voor welzijn op het werk’ standaard opgenomen in elk beroepsprofiel dat de SERV maakt. Het is een uitgebreide tabel die in overleg met alle meewerkende sectoren werd opgesteld en door hen is goedgekeurd. In principe is het dus een gestandaardiseerde tabel, waarvan de inhoud wel kan worden gespecificeerd indien nodig naargelang het besproken beroep. De takencluster is afkomstig uit de nota ‘Welzijn op het werk’ die op aanvraag te verkrijgen is bij de SERV. De aanleiding voor deze aanvulling is dubbel, namelijk:
de kritiek dat er in de oude SERV-profielen te weinig aandacht werd besteed aan welzijn op het werk;
de vraag van onderwijs om een eenvormige en gestandaardiseerde basistabel te krijgen over de taken en competenties die elke beginnende beroepsbeoefenaar moet uitoefenen en hebben om welzijn op het werk te garanderen.
De betreffende tabel is dus groter van omvang dan wat in de oudere profielen stond over dit thema. We willen evenwel benadrukken dat de omvang van die takentabel geenszins iets zegt over het gewicht van deze takencluster in het gehele takenpakket van de beroepsbeoefenaar. De operationele kerntaken blijven de belangrijkste taken en competenties bevatten. In de toekomst zullen ook dergelijke takentabellen uitgewerkt worden voor de takenclusters milieu en kwaliteitszorg.
14
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden:
Het eigen werk plannen en organiseren(tabel 2.1) Motoren en pompen bedienen (tabel 2.2) Instaan voor preventief onderhoud en controle (tabel 2.3) Ingrijpen bij technische problemen (tabel 2.4) Instaan voor orde en netheid op de werkplek (tabel 2.5) Werkadministratie doen (tabel 2.6) Intern communiceren (tabel 2.7) Leiding geven (tabel 2.8): enkel voor de 1ste werktuigkundige Aan kwaliteitszorg doen (tabel 2.9) Milieu (tabel 2.10) Welzijn op het werk (tabel 2.11)
15
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.1. Het eigen werk plannen en organiseren Taken
De werkmethode bepalen
Competenties
De verschillende stappen en de werkvolgorde van bepaalde werkprocedures kunnen onderscheiden (bij bediening, onderhoud, herstellingen en administratie) Weten welke producten en welk materieel nodig zijn om de geplande werkzaamheden veilig en vlot te kunnen uitvoeren Instructieboeken kunnen raadplegen en begrijpen Plannen kunnen lezen en interpreteren
2.2. Motoren en pompen bedienen Taken
Motoren en generatoren opstarten: • oliepeil en motoronderdelen controleren • de motor doorblazen • de motor voorsmeren • de brandstoftoevoer openen • de motor starten • de motor laten warmdraaien • druk en temperatuur controleren • de bediening van de motor doorgeven aan de brug
Competenties
Pompen bedienen
Op lokale bediening varen
Kennis van de onderdelen en de werking van motoren, hulpwerktuigen en hun controlesystemen Kennis van de startvoorwaarden Relevante werkingsparameters (peil, druk en temperatuur) kunnen aflezen De procedures voor het opstarten van de motor kunnen toepassen Brandstofpompen kunnen bedienen De interne communicatiemiddelen kunnen gebruiken Kennis van de onderdelen en de werking van pompen Pompventielen kunnen openen en sluiten Pompen kunnen starten en stoppen Kennis van de werking van de motor, het roer en de PLC-sturing Kunnen overschakelen van PLC-sturing naar handmatige bediening van het roer en de motor De motor kunnen bedienen vanuit de machinekamer (op commando van de brug) De interne communicatiemiddelen kunnen gebruiken Communicatie kunnen voeren met de brug
16
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.3. Instaan voor preventief onderhoud en controle Taken
Routinecontroles uitvoeren: • metingen uitvoeren • relevante werkingsparameters (peil, druk en temperatuur) controleren • de hardheid van water controleren • de viscositeit van olie controleren • de werking van diverse elektrische verbruikers controleren • … Preventief onderhoud uitvoeren aan motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen4: • onderhoudschemicaliën toevoegen • lucht- en oliefilters vervangen en proper maken • oliebaden vervangen • draaiende onderdelen met een vetpomp smeren via de smeernippel • de brandstofomloop ontluchten • kleine vervangingen doorvoeren (lampen, zekeringen,…) • …
Competenties
Meettoestellen kunnen gebruiken Peilschalen en controlemeters kunnen lezen De werkingstoestand van de verschillende onderdelen kunnen analyseren aan de hand van gemeten parameters en periodieke inspecties Initiatief tonen Oplettend zijn Kennis van de verschillende onderdelen en werking van motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen Kennis en kunnen toepassen van onderhoudstechnieken Kennis van hydraulica, pneumatiek, warmteleer, koeltechniek en elektriciteit Kennis van de producten (voornamelijk van de verschillende soorten oliën) en het materieel (sleutels, schroevendraaiers, vetpomp,…) gebruikt bij het preventief onderhoud Relevante werkingsparameters kunnen aflezen Instructieboeken kunnen raadplegen en begrijpen Plannen kunnen lezen en interpreteren Handig zijn Initiatief tonen Kwaliteitsbewust werken Verantwoordelijkheidszin hebben
4 Om de scheepsinstallaties onder het beheer van de werktuigkundigen op een zo gestandaardiseerd mogelijke manier te vermelden in dit profiel, spreken we (waar relevant) steeds over ‘motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen’. Deze algemene termen beslaan in de praktijk een groot machineareaal.
17
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
Bunkerprocedures uitvoeren en zorgen voor een continue brandstofvoorraad voor de motor: • peilingen in brandstoftanks uitvoeren • brandstoftanks manueel openen en sluiten • brandstoftanks verwarmen • brandstof overpompen • bij spills: een olieabsorberende slang in het water leggen en de hoofdwerktuigkundige verwittigen
De zeewaardigheid van het schip onderhouden
Competenties
Peilschalen kunnen aflezen en noteren De afsluitkleppen van brandstoftanks kunnen bedienen De brandstofverwarmers en brandstofpompen kunnen bedienen Kennis van scheepsstabiliteit Kennis van de eigenschappen van brandstoffen Kennis van de procedure bij spills Milieubewust werken Veiligheidsbewust werken Communicatief vaardig zijn Kennis van stabiliteit, evenwicht en belasting Kunnen ballasten en brandstof overpompen De basisregels bij verlies van waterdichtheid of drijfvermogen van het schip kennen en kunnen toepassen Kennis van de algemene opbouw en de belangrijkste structuurelementen van een baggerschip
18
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.4. Ingrijpen bij technische problemen Taken
Diagnoses stellen: • de bedrijfstoestand beoordelen aan de hand van werkingsparameters • alarmsystemen en controlepaneel interpreteren • defecten en hun oorzaken herkennen en opsporen • averij evalueren
Competenties
Herstellingen uitvoeren aan motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen: • installaties ontmantelen • beschadigde onderdelen herstellen • beschadigde onderdelen vervangen • installaties assembleren
Kennis van de verschillende onderdelen en werking van motoren, hulpwerktuigen en hun controlesystemen Alarmen en controlepaneel kunnen interpreteren De werkingstoestand van de verschillende onderdelen kunnen analyseren aan de hand van gemeten en waargenomen parameters De schadeoorzaak kunnen bepalen aan de hand van het uiterlijk van defecte onderdelen De aard en omvang van ontstane schade kunnen inschatten Kennis van de verschillende onderdelen en werking van motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen aan boord Instructieboeken kunnen raadplegen en begrijpen Plannen kunnen lezen en interpreteren Kennis van herstellingstechnieken (o.a. metaalbewerking) Een gepaste oplossing kunnen bedenken aan de hand van documentatie, instructie of ervaring Kennis van hydraulica, pneumatiek, warmteleer, koeltechniek en elektriciteit Kennis van de producten (voornamelijk van de verschillende soorten oliën) en het materieel (sleutels, tangen, schroevendraaiers, …) gebruikt bij herstellingen Handig zijn Initiatief tonen Kwaliteitsbewust werken Kunnen omgaan met stress Problemen kunnen oplossen Verantwoordelijkheidszin hebben
19
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.5. Instaan voor orde en netheid op de werkplek Taken
Instaan voor orde en netheid op de werkplek: • schoonmaken • schuren, ontroesten, schilderen en lakken • structuren in metaal behandelen • …
Competenties
Kennis en kunnen toepassen van de technieken voor het schoonmaken van de machines en de machinekamer Kennis van de technieken voor het schuren, ontroesten, schilderen en lakken Kennis van de algemene opbouw en de belangrijkste structuurelementen van de machinekamer Kennis van de belangrijkste eigenschappen naar onderhoud, slijtage, duurzaamheid, … van de toegepaste materialen in de scheepsbouw Kennis en kunnen gebruiken van de benodigde producten (reinigings-, ontsmettings- en onderhouds-producten, lakken, verven, …) en materieel (schuurborstel, zwabber en hogedrukreiniger) Ordelijk en net kunnen werken Veiligheidsbewust werken Initiatief tonen
20
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.6. Werkadministratie doen Taken
Technische gegevens bijhouden voor het ISMsysteem, de logboeken en het onderhoudsprogramma (PMS-systeem): • beschrijven welke taken wanneer uitgevoerd werden • draaiuren van motoren en hulpwerktuigen noteren • werkingsparameters (peil, druk en temperatuur) noteren • analyse-uitslagen (van koelwater, olie, …) bijhouden • testen van alarm- en veiligheidssystemen beschrijven De voorraad beheren: • verbruikte onderdelen noteren • voorraden op een logische wijze inventariseren en opvolgen • voorraden veilig opslaan
Competenties
Kennis van de in te vullen documenten en van het registratiesysteem Inzicht hebben in het belang van een nauwkeurige administratie Kunnen analyseren en interpreteren van de genoteerde cijfers
Kennis van wisselstukken, producten en materieel nodig voor de efficiënte werking van de machinekamer Kunnen nagaan en opvolgen of alle voorraden in voldoende hoeveelheid aan boord zijn Kennis en kunnen toepassen van principes voor het veilig opslaan van voorraden op een schip Ordelijk en net kunnen werken
21
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.7. Intern communiceren Taken
Rapporteren aan en overleggen met de hiërarchische meerdere
Competenties
Samenwerken met collega’s
Respectvol samenleven met andere opvarenden
Communicatief vaardig zijn Relevante informatie kunnen doorgeven De hiërarchie aan boord kennen en respecteren Kennis en kunnen gebruiken van het vakjargon Kennis en kunnen gebruiken van technisch Engels De grenzen van de eigen verantwoordelijkheid kennen Teamgericht kunnen werken Communicatief vaardig zijn Kennis en kunnen gebruiken van het vakjargon Kennis en kunnen gebruiken van technisch Engels De interne communicatiemiddelen kunnen gebruiken Sociaal vaardig zijn Kunnen omgaan met diversiteit Kennis en kunnen gebruiken van het Engels voor het begrijpen van eenvoudige en praktische informatie
22
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.8. Leiding geven (1ste werktuigkundige) Taken
De machinekamerwacht organiseren: dagelijkse en wekelijkse onderhoudswerkzaamheden en bunkerprocedures vastleggen en de werkzaamheden verdelen over de ploeg
Toezicht houden op de uitvoering van het preventief onderhoudssysteem en van herstellingen
Toezien op veiligheid in de ploeg: • veiligheid op de werkvloer observeren • waken over de naleving van instructies (fout gedrag corrigeren, instructies in herinnering brengen, normen duidelijk stellen) • veilig gedrag op de werkvloer stimuleren • toezien op het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen
Competenties
Kennis van de onderhoudsprocedures van de machines en de machinekamer Inzicht hebben in de algemene toestand en organisatie van het schip Inzicht hebben in de baggercyclus Prioriteiten kunnen leggen Beslissingen kunnen nemen Leiding kunnen geven Kennis van het preventief onderhoudssysteem Kunnen organiseren Problemen en onregelmatigheden kunnen detecteren Leiding kunnen geven Veiligheidsbewust werken Duidelijke instructies kunnen geven, ook in geval van nood Leiding kunnen geven Kunnen waarnemen van en communiceren over risico’s Methoden die veilig werken bevorderen kunnen toepassen Inzicht hebben in de eigen rol bij het bevorderen van de veiligheid Kennis van het juiste gebruik van PBM’s en gebruikstoepassingen Kennis hebben van de situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen
23
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
De eigen ploeg motiveren en ondersteunen
Stagairs en nieuw personeel begeleiden
Competenties
Communicatief vaardig zijn Duidelijke instructies kunnen geven Leiding kunnen geven Kunnen motiveren, aanmoedigen en stimuleren Kennis en kunnen gebruiken van het vakjargon Kennis en kunnen gebruiken van het Engels Duidelijke instructies kunnen geven Feedback kunnen geven over het functioneren aan stagairs en nieuw personeel Kunnen rapporteren over het functioneren van stagairs en nieuw personeel Kennis en kunnen invullen van stagepapieren Kennis en kunnen gebruiken van het vakjargon Kennis en kunnen gebruiken van het Engels
2.9. Aan kwaliteitszorg doen Taken
Het eigen werk kwalitatief evalueren en indien nodig bijsturen
Het eigen werk kwantitatief evalueren en indien nodig bijsturen
Competenties
Het eigen werk kunnen beoordelen Kennis van het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het baggerschip en het bedrijf Initiatief tonen Werkzaamheden binnen redelijke termijnen kunnen uitvoeren Initiatief tonen
24
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
2.10.
Milieu Taken
De milieuwetgeving ter bescherming van het leefmilieu en de wateren naleven (o.a. MARPOL)
Competenties
Afval sorteren (bijvoorbeeld afvalwater, restbrandstoffen, resten van olie en smeermiddelen, …)
2.11.
Kennis en kunnen toepassen van de geldende milieuvoorschriften, bijvoorbeeld bij het bunkeren en bij onderhoud Kennis van de te nemen maatregelen om vervuiling van het leefmilieu en de wateren tegen te gaan Kennis en kunnen gebruiken van het materieel ter voorkoming van verontreiniging van het leefmilieu en de wateren (olie-waterafscheider, ppm-meter, …) Kennis van de gevolgen van verontreiniging van het leefmilieu en de wateren Kennis van de verschillende soorten afval Kennis van de MARPOL-reglementering inzake opslag en lozing van afval Kennis en kunnen gebruiken van het materieel (sloptanks, afvalwatertanks, …) ter voorkoming van vervuiling van het leefmilieu en de wateren
Welzijn op het werk
Instaan voor welzijn op het werk betekent in de eerste plaats zorgen voor de eigen veiligheid en die van collega’s(/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies. Het betekent ook zorgen voor de eigen gezondheid en die van collega’s(/derden) door onder meer aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en voor ergonomisch handelen. Dit vertaalt zich in algemene competenties zoals veiligheidsbewust werken en gezondheidsen hygiënebewust werken. De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot veiligheid aan boord van zeegaande schepen worden meer in detail beschreven in vier secties van de vermelde STCW-95:
STCW-95 A-VI/1 (Basic safety training) • STCW-95 A-VI/1-1 (Personal survival techniques) • STCW-95 A-VI/1-2 (Fire prevention and fire fighting) • STCW-95 A-VI/1-3 (Elementary first aid) • STCW-95 A-VI/1-4 (Personal safety and social responsibilities)
STCW-95 A-VI/2 (Proficiency in survival craft, rescue boats and fast rescue boats) STCW-95 A-VI/3 (Advanced fire-fighting) STCW-95 A-VI/4 (Medical first aid and medical care)
25
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
Aan de verantwoordelijke melden van • ongevallen en incidenten (ook incidenten m.b.t. agressie en geweld) • elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt • elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen
Competenties
Bijstand verlenen aan de werkgever of de verantwoordelijk gestelde werknemer en hem in staat stellen • alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen m.b.t. veiligheid en gezondheid • ervoor te zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en gezondheid binnen hun werkterrein
Kennis van interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van incidenten, ongevallen of gevaarlijke situaties Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk Kennis van de preventiebeginselen Kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze meldplicht in functie van preventie Instructies correct kunnen opvolgen Kennis van de preventiebeginselen Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze bijstand in functie van preventie en risicobeheersing Verantwoordelijkheidszin hebben Veiligheidsbewust werken
26
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
Adequaat optreden in geval van nood (brand, aanvaring of stranding, man over boord, medisch noodgeval): • collega’s en verantwoordelijke verwittigen • sluiten van waterdichte deuren, aansteken van noodverlichting • bij brand o.a. afsluiten van stroomtoevoer, brandstoftoevoer en ventilatie, juiste blusmiddelen gebruiken, laag op de grond blijven bij veel rook • indien nodig het baggertuig op een veilige manier verlaten
Competenties
Ergonomisch werken
Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke Op een positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
Adequaat kunnen reageren in noodsituaties Kennis en kunnen toepassen van de noodplannen Kennis en kunnen toepassen van het evacuatieplan Kunnen drijven zonder reddingsvest, kunnen zwemmen5 Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof) Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden Kennis hebben van de risico’s van overbelasting of verkeerde belasting van het lichaam Kennis hebben van de basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico’s Juiste hef- en tilbewegingen kunnen toepassen Correct kunnen hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen Kennis hebben van het begrip stress op het werk Weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan Kennis hebben van de maatregelen vastgelegd door de onderneming betreffende de bescherming van werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Respectvol kunnen omgaan met collega’s
Kunnen zwemmen is geen noodzakelijke voorwaarde voor de uitoefening van het beroep, maar wordt toch wenselijk geacht. 5
27
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/aangeboden door de werkgever)
Arbeidsmiddelen gebruiken zoals het moet. Dit houdt o.a. in: • Geregeld controleren en onderhouden van arbeidsmiddelen • Nooit machinebeveiliging willekeurig wegnemen of uitschakelen • Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen als het nodig is • Gereedschap alleen gebruiken voor het werk waarvoor het gemaakt is • Veilig opbergen van gereedschap
Competenties
Producten met gevaarlijke eigenschappen op de juiste manier gebruiken
Inzicht hebben in het belang van opleiding in het kader van preventie het geleerde in de praktijk kunnen brengen kritisch kunnen zijn over eigen houding en handelen Oplettend zijn Nauwkeurig de veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen Kennis hebben van de werking van de machine en/of gereedschappen Kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van machines en gereedschappen Machines veilig kunnen gebruiken Kennis hebben van de veiligheidssignalisatie Veiligheidsinstructiekaarten kunnen lezen en begrijpen Kunnen beoordelen of het gereedschap nog goed (en dus veilig) is Kennis hebben van de producten met gevaarlijke eigenschappen waarmee men op de werkvloer in contact komt Kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van producten met gevaarlijke eigenschappen Hygiëne bewust werken Kunnen lezen en interpreteren van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op het etiket van gevaarlijke producten Kennis hebben van de regels in verband met de opslag van producten met gevaarlijke eigenschappen Kennis hebben van de veiligheidssignalisatie, transportetikettering en productetikettering De veiligheidsinformatiebladen kunnen lezen en begrijpen
28
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Taken
Persoonlijke beschermingmiddelen op de juiste manier gebruiken. Dit houdt o.a. in: • PBM’s dragen wanneer het moet • PBM’s regelmatig onderhouden en controleren • PBM’s na gebruik correct opbergen • toezien op het gebruik van PBM’s door ondergeschikten
Competenties
Collectieve beschermingsmiddelen aanbrengen (vb. vangnetten, valbeveiliging)
2.12.
Kennis hebben van de situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen Kennis van de veiligheidssignalisatie mbt. het dragen van PBM’s (blauwe gebodsborden) Kennis van de verschillende PBM’s (gezichts-, gehoors-, hoofd-, hand-, voet- en adembescherming) en van hun functie Kennis van het juiste gebruik van PBM’s en gebruikstoepassingen Zich bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheid voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen: • kunnen uitvoeren van de manoeuvres voor het te water laten en aan boord gaan van reddingsvaartuigen • kunnen voortbewegen en vastleggen van reddingsvaartuigen • kennis en kunnen gebruiken van de uitrusting aan boord van reddingsvaartuigen Instructies kunnen opvolgen
Beginnende beroepsbeoefenaar
In de takentabellen van dit beroepsprofiel werd geen aanduiding gemaakt van de taken en competenties die verwacht worden van een beginnend beroepsbeoefenaar. Daar zijn twee redenen voor. Enerzijds bestaan er reeds internationale standaarden met minimale competenties van schoolverlaters: de STCW-95-code. Alle Belgische maritieme opleidingen moeten voldoen aan deze standaarden. Het werd daarom door de sector overbodig geacht om naast die internationale standaarden eigen minimumeisen op te stellen. Anderzijds is het evenmin zinvol om taken en competenties aan te duiden voor de beginnende beroepsbeoefenaar die al een bedrijfsinterne opleiding heeft genoten: van hem wordt namelijk verwacht dat hij alle beschreven taken kan uitvoeren en over alle bijhorende competenties beschikt. Dat geldt uiteraard niet voor de bijkomende taken en competenties van de 1ste werktuigkundige inzake leiding geven.
29
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
3. Competenties Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de werktuigkundige in de baggervaart. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de werktuigkundige baggervaart moet beschikken.
3.1. Algemene beroepskennis Kennis van de organisatie aan boord van een schip (enkel voor de 1ste werktuigkundige)
Kennis van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taakverdeling van de verschillende bemanningsleden aan boord.
Kennis van de onderhoudsprogramma’s voor de machinekamer en de schema’s met betrekking tot bunkeren.
Kennis van de modaliteiten volgens dewelke planning en taakverdeling tot stand komt. Kennis van de baggercyclus en van de eisen die het volcontinu baggeren stelt aan de organisatie van het werk in de machinekamer.
Kennis van de hiërarchie aan boord van een schip
Weten wie de hiërarchische meerdere of mindere is en hoe zich hiertegenover respectvol te gedragen.
Kennis van bunkerprocedures
Kennis van de specifieke voorschriften en verantwoordelijkheden bij het bunkeren.
Kennis van de maatregelen te nemen bij spills: kennis van het gebruik van de olieabsorberende slang en van de omstandigheden waarin de hoofdwerktuigkundige verwittigd moet worden.
Kennis van scheepsbouw en –stabiliteit. Kennis van het brandstofsysteem. Kennis van de eigenschappen van brandstoffen (onder meer van de temperatuur waarbij brandstoffen verpompt kunnen worden).
30
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Kennis van scheepstechnologie Kennis van scheeps(op)bouw
Kennis van de benaming en de situering van de verschillende onderdelen van een schip. Kennis van de algemene scheepsopbouw, zowel aan binnen- als buitenkant en kennis van de structuurelementen van een baggerschip. Kennis van de belangrijkste eigenschappen naar onderhoud, slijtage, duurzaamheid, … van de toegepaste materialen in de scheepsbouw.
Kennis van de principes van waterdichtheid en van de technieken voor het dichten van lekken.
Kennis van de factoren die trim en slagzij beïnvloeden zoals de verdeling van brandstoffen in de verschillende tanks over het baggerschip.
Kennis van de basisregels bij verlies van waterdichtheid of drijfvermogen.
Kennis van scheepsinstallaties (motoren, hulpwerktuigen en hun controlesystemen)
Kennis van het algemene werkingsprincipe van verbrandingsprocessen en de algemene opbouw van scheepsmotoren. Kennis van de startvoorwaarden van de motor.
Kennis van de verschillende motoronderdelen, kennis van hun benaming, plaats en hun functie voor de werking van de motor in zijn geheel. Kennis van de algemene werkingsprincipes van de systemen die de werking van de motor ondersteunen (koeling, toevoer brandstof en lucht, kleppen, smering en transmissie, filters). Kennis van de verschillende onderdelen van deze systemen, kennis van hun benaming, hun plaats en hun functie binnen het systeem.
Kennis van de werking, de onderdelen en de functie van de hulpwerktuigen: scheepspompen (lenspomp, zoetwaterpomp, brandstofpomp, smeeroliepomp, …), baggerpompen (baggerpomp, perspomp, jetpomp), compressoren, separatoren, koelinstallaties, afvalwatertanks, sloptanks, ...
Kennis van pneumatiek, hydraulica, mechanica, warmte- en koudeleer en materialenleer in functie van de uit te voeren taken.
Kennis van de elektriciteitsvoorziening aan boord
Kennis van elektriciteitsproductie door middel van hulpmotoren. Kennis van de werking van generatoren en alternatoren.
Kennis van de elektriciteitsverdeling aan boord (zekeringen, schakelingen en schakelbord, de verschillende stroomnetten: 24/220/380 Volt).
Kennis van elektrische plannen, van fout zoeken in elektrische circuits, van bekabeling en aansluitingen voor diverse elektrische verbruikers.
Algemene kennis van elektriciteit (wisselstroom, gelijkstroom, bedrading, schakelborden).
31
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Basiskennis van elektronica (PLC-sturing).
Kennis van producten
Kennis van de verschillende producten (voornamelijk oliën en onderhoudschemicaliën) die gebruikt worden tijdens het werk. Weten welke producten men nodig heeft om de geplande werkzaamheden uit te voeren, kennis van hun belangrijkste eigenschappen en hun concrete gebruik. Kennis van de verschillende soorten oliën aan boord en hun concrete gebruik.
Kennis van de eigenschappen van brandstoffen. Kennis van de producten voor schoonmaken en onderhoud van de machinekamer: oliën, reinigings-, ontsmettings- en onderhoudsproducten, lakken, vernissen, verven, …
Kennis van gereedschappen en hulpmiddelen
Kennis van de werking, de toepassingsmogelijkheden, de bediening, de veiligheidsvoorschriften en de onderhoudsvoorwaarden van het gereedschap en de hulpmiddelen die gebruikt worden tijdens het werk (sleutels, schroevendraaiers, tangen, vetpompen, draaibank, freesbank, boormachine, slijpschijf, brand- en lasapparatuur, …). Weten welk gereedschap of hulpmiddel het meest geschikt is om geplande werkzaamheden uit te voeren.
Kennis van meet- en testapparatuur.
Kennis van de interne communicatiemiddelen.
Kennis van het materieel voor schoonmaken en onderhoud van de machinekamer: schuurborstel, hogedrukreiniger, zwabber, schuurgereedschap, …
Kennis van alarmsystemen.
Kennis van het onderhouden en herstellen van machines
Kennis van onderhoudstechnieken van motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen.
Kennis van de controles die in het kader hiervan dienen uitgevoerd te worden zoals het controleren van het oliepeil, het brandstofpeil, het waterpeil, temperatuur, druk, de goede werking van elektrische verbruikers,… .
Kennis van de normale werking van de motor en zijn hulpsystemen.
Kennis van werkingsparameters en alarmsystemen in functie van diagnosestellen.
Kennis van metaalbewerking (lassen, slijpen, branden, boren,…).
Kennis van de noodzakelijke vervangingen in het kader van basisonderhoud zoals het vervangen van filters, oliebaden, lampen, zekeringen,…
Kennis van herstellingstechnieken (demonteren, vervangen, herstellen, assembleren en afstellen).
32
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Kennis van plan lezen en het raadplegen van technische documenten
Nodige vakkennis om instructieboeken, technische handleidingen en plannen te lezen en te interpreteren.
Talenkennis
Kennis van het vakjargon en de scheepsterminologie. Kennis van het Engels voor het begrijpen van instructieboeken, voor het begrijpen van eenvoudige en praktische informatie en voor het communiceren met medeopvarenden.
Kennis van kwaliteitszorg
Kennis van het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het baggerschip en het bedrijf.
Kennis van milieu
Praktische kennis van de geldende milieuvoorschriften (onder meer MARPOL), bijvoorbeeld bij bunkeren of onderhoud.
Kennis van te nemen maatregelen om vervuiling van het leefmilieu en de wateren tegen te gaan. Kennis van het materieel ter voorkoming van vervuiling van het leefmilieu en de wateren (sloptanks, afvalwatertanks, olie-waterafscheider, ppm-meter, …).
Kennis van de gevolgen van de verontreiniging van het leefmilieu en de wateren. Kennis van de verschillende soorten afval. Kennis van de gescheiden opslag in reservoirs. Kennis van de MARPOL-reglementering inzake opslag en lozing van afval.
Kennis met betrekking tot veiligheid en welzijn op het werk Basiskennis van de wetgeving met betrekking tot het welzijn op het werk
Kennis van het doel en de uitgangspunten van de wetgeving met betrekking tot welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk (Wet van 4 augustus 1996, ARAB en Codex)
Kennis van de rechten en plichten van de werknemer met betrekking tot welzijn op het werk
Kennis van de functie en bevoegdheden van door de overheid aangewezen toezichthoudende instanties met betrekking tot arbeidsomstandigheden (o.a. arbeidsinspectie)
Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever)
Kennis van de rol van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
33
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Kennis van de terminologie met betrekking tot welzijn op het werk
Kennis van de begrippen veiligheid en gezondheid Kennis van de begrippen gevaar, risico, schade, ongeval en incident Kennis van de begrippen preventie en risicobeheersing Kennis van de begrippen stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van het beleid van de onderneming/organisatie met betrekking tot het welzijn op het werk
Kennis van de veiligheidsregels en instructies in de onderneming/organisatie
Kennis van de nood- en evacuatieplannen
Kennis hebben van de richtlijnen binnen het bedrijf omtrent EHBO en maatregelen te nemen bij brand
Kennis van de interne procedures van de onderneming/organisatie inzake het melden van incidenten of ongevallen
Kennis van de maatregelen vastgelegd door de onderneming/organisatie betreffende de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van het noodplan van de onderneming/organisatie
Kennis van de rol van de operationeel leidinggevenden in het noodplan (evacuatie- en isolatieprocedures).
Kennis van de doelstellingen van het bedrijfsnoodplan. Kennis van de verschillende fases bij de beheersing en bestrijding van incidenten.
Kennis van de beschikbare noodvoorzieningen, faciliteiten, mensen en externe hulpdiensten.
Kennis van ongevallen
Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk (bijvoorbeeld lek, vervuiling)
Kennis van de preventiebeginselen
Kennis van ongevallenpreventie met aandacht voor de mens, de techniek, de omgeving en de organisatie
Kennis van manieren om gevaarlijke situaties op te heffen
34
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Gevaarlijke handelingen kunnen herkennen en kennis hebben van manieren om deze te verbeteren
Kennis van de procedures voor rapportering van ongevallen en bijna ongevallen
Kennis van veiligheidssignalisatie
Kennis van de verschillende soorten tekens, symbolen, borden, kleuren voor verbod, gebod, waarschuwing, redding en aanwijzingen, brandbestrijding, gascilinders
Kennis van de gevaarsaanduidingen op etiketten Kennis van de R- en S-zinnen6 Kennis van de aanduidingen voor de brandklassen, elektriciteit, CE-keurmerk,… Kennis van alarmsystemen en -signalen aan boord.
Kennis van sein geven
Kennis van conventionele seinen
Kennis van hygiëne
Kennis van de principes van algemene en persoonlijke hygiëne Kennis van de richtlijnen in de onderneming of organisatie met betrekking tot netheid en hygiëne
Kennis van ergonomie
Kennis van de risico’s van een slechte houding voor de gezondheid (belasting van rug, gewrichten, spieren,…)
Kennis van de basisprincipes van het hanteren van lasten zonder risico’s Kennis van de juiste hef- en tiltechnieken Kennis van de beschikbare hulpmiddelen bij heffen en tillen
Kennis van brandblussen en EHBO
6
Kennis van brandblussen Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof) Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen
Een voorbeeld van een Risico-zin: ‘Kan brand veroorzaken’ (R7) Een voorbeeld van een Security-zin: ‘Buiten het bereik van kinderen bewaren’(S2)
35
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden
Kennis van arbeidsmiddelen
Kennis van de werking en de toepassingen van machines en gereedschappen
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met machines.
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van mechanisch gereedschap.
Kennis van de inhoud van veiligheidsinstructiekaarten
Kennis van de bedieningsschakelaars aan de machines en gereedschappen (noodstop/dodemansknop)
Kennis van de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met handgereedschap.
Kennis van het belang van preventief onderhoud
Kennis van producten met gevaarlijke eigenschappen
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van gevaarlijke producten
Kennis van de belangrijkste veiligheidsaanbevelingen met betrekking tot producten met gevaarlijke eigenschappen
Kennis van de regels in verband met de opslag van gevaarlijke producten
Kennis van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op de etiketten van gevaarlijke producten
Kennis van de inhoud van de veiligheidsinformatiebladen
Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
Kennis van de voorschriften m.b.t. de draagplicht van persoonlijke beschermingsmiddelen
Inzicht in de toepassing en kennis van het veilig gebruik maken van verschillende soorten persoonlijke beschermingsmiddelen voor: • Gezichtsbescherming: veiligheidsbril (bv. bij branden en lassen) • Gehoorbescherming: oorkappen (in de machinekamer) • Hoofdbescherming: veiligheidshelm (aan dek) • Handbescherming: juiste handschoenen voor het juiste werk • Voetbescherming: stevige veiligheidsschoenen die antislip zijn • Reddingsvest en overlevingspak
Kennis van het correct dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van de blauwe gebodsborden met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen
36
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen (reddingsvaartuigen7 en hun uitrusting, ventilatiesysteem, antislipvloeren, ladderhaken,…)
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor struikelen, uitglijden, vallen
Weten welke situaties in de eigen werksituatie struikelen, uitglijden of verstappen tot gevolg kunnen hebben
Kennis van methoden om de risico's bij het lopen te voorkomen: wegnemen, aanpassen, repareren, orde en netheid, beheersen, afzetting, markering
3.2. Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van werktuigkundige in de baggervaart. Onderstaande sleutelvaardigheden werden als belangrijk voor dit beroep aangeduid. De sleutelvaardigheden die op de conferentie als zeer belangrijk werden aangeduid, zijn gemarkeerd met een *.
Sleutelvaardigheid
Omschrijving
7 Reddingsvaartuigen omvatten zowel reddingsboten als opblaasbare reddingsvlotten. Een reddingsboot wordt in principe te water gelaten met de opvarenden reeds aan boord, een rubberen reddingsvlot gaat onbemand te water. Baggertuigen hebben zowel reddingsboten als reddingsvlotten aan boord. Minstens één reddingsboot is uitgerust als M.O.B.-boot: de davit (draaibare kraan die de reddingsboot buiten boord brengt) is sterk genoeg om een bemande reddingssloep weer aan boord te hijsen.
37
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Bereid zijn te leren*
Communicatief vaardig zijn
Flexibel zijn*
Gezondheidsbewust werken
Goed zeemanschap vertonen
Handig zijn Hygiëne bewust werken
Initiatief tonen
Kwaliteitsbewust werken
Milieubewust werken
Bereid zijn de eigen competenties te verbreden en te verdiepen, bijvoorbeeld nieuwe machines te leren bedienen en onderhouden. Bijblijven met technologische ontwikkelingen. Bereid zijn informatie te vragen aan de medeopvarenden. In staat zijn om duidelijke boodschappen uit te wisselen met collega’s over de voortgang en de organisatie van het werk, ook in het Engels. Kunnen overleggen met de hoofdwerktuigkundige. Technische gegevens kunnen bijhouden (ISMsysteem, logboeken, onderhoudsprogramma). In staat zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden zoals een wijzigende planning bij een dringende opdracht. De eigen activiteiten kunnen onderbreken om indien nodig collega’s bij te springen. Op verschillende schepen en met diverse machines kunnen werken. Kunnen werken in wisselende omstandigheden inzake klimaat, voeding, cultuur, … Bij het uitvoeren van de taken aandacht hebben voor de impact ervan op de gezondheid en voor de preventieve maatregelen die men kan nemen. Bijvoorbeeld: de juiste houding aannemen bij het manueel hanteren van lasten, verantwoord omgaan met producten met gevaarlijke eigenschappen, kledij aanpassen aan de weersomstandigheden. Bij het uitvoeren van de taken rekening houden met het feit dat men zich op een bewegend schip bevindt. Bijvoorbeeld: voorzichtig aan en van boord gaan, rekening houden met mogelijke bewegingen van het schip bij het uitvoeren van werkzaamheden, zeevast maken van losse onderdelen, enz. In staat zijn om op een doordachte en behendige manier praktische taken uit te voeren. Actief en proactief gericht zijn op hygiëne aan boord en zich bewust zijn van het belang van hygiëne bij de werkzaamheden. De principes van algemene en persoonlijke hygiëne toepassen. In staat zijn taken aan te pakken zonder dat de omstandigheden ertoe dwingen of dat het gevraagd wordt. Bijvoorbeeld: op eigen initiatief uitvoeren van preventief onderhoud. Weten aan welke vereisten uitgevoerde werken moeten voldoen en bereid zijn zich in te spannen om hieraan te beantwoorden. In staat zijn actief en proactief in te staan voor de bescherming van het leefmilieu en de wateren. Zich bewust zijn van de consequenties die het niet naleven van de milieuwetgeving met zich kan meebrengen, zowel naar milieuschade als naar juridische gevolgen. Bijvoorbeeld: rekening houden met de MARPOL-normen bij het lozen van afvalwater in zee.
38
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Sleutelvaardigheid
Kunnen omgaan met diversiteit
Kunnen omgaan met stress
Oplettend zijn
Ordelijk en net kunnen werken
Problemen kunnen oplossen*
Sociaal vaardig zijn
Teamgericht kunnen werken*
Veiligheidsbewust werken
Verantwoordelijkheidszin hebben
Omschrijving Beschikken over het vermogen om respectvol om te gaan met collega’s die elk een eigen achtergrond, en vaak een eigen taal en cultuur hebben. Kunnen omgaan met verhoogde werkdruk in moeilijke arbeidsomstandigheden, bijvoorbeeld bij noodherstellingen. Kunnen omgaan met de grote verantwoordelijkheid die de machinekamerwacht met zich meebrengt (vooral inzake veiligheid van het schip en de medeopvarenden, werken met zeer dure machines en de financiële noodzaak om stillig tot een uiterst minimum te beperken). Oog hebben voor mogelijke onregelmatigheden op of rond het baggertuig die aanleiding kunnen geven tot ongevallen of schade. Indien nodig in staat zijn om snel te reageren, ook na vermoeiende dagen/weken. Nastreven van orde en netheid op het baggerschip (vooral in de machinekamer). Bewust zijn van het belang van orde en netheid in het kader van veiligheid, hygiëne, levensduur van het schip en de machines, … Zien dat er een probleem is, waar het precies gesitueerd is en er een oplossing voor aanreiken. Bijvoorbeeld: bij een technisch defect de oorzaak zoeken en een herstellingsstrategie uitwerken. Beschikken over de nodige vaardigheden om samen met collega’s als ploeg gedurende lange tijd (tot 6 weken) en op een aangename manier samen te werken én leven aan boord. Zich kunnen inleven in en respecteren van de situatie van anderen, kennis en ervaring ten dienste stellen van anderen, regels kunnen afspreken en naleven, … Collegiaal streven naar het goed realiseren van opdrachten. Bereid zijn hiertoe verantwoordelijkheid op te nemen met betrekking tot de eigen taken, collega’s bij te springen en samen te werken. In staat zijn om actief en proactief in te staan voor de veiligheid en gevaarlijke situaties voorkomen. Een werknemer werkt veiligheidsbewust wanneer een veilige manier van werken een evident onderdeel van zijn handelen wordt. Het betekent ook dat de werknemer in staat is kritisch naar het eigen handelen te kijken voor wat betreft de veiligheid om het, indien nodig, bij te sturen. Veilig werken betekent dat de werknemer tijdig kan herkennen van wat fout kan gaan (= gevaren kennen en risico’s herkennen), de risico’s juist kan beoordelen (= risico juist evalueren) en er gepast op kan reageren (= risico beheersen). Verantwoordelijkheidszin en plichtsbesef aan de dag leggen bij het uitvoeren van de eigen taken. Beseffen dat het niet of slecht uitvoeren van de eigen taken consequenties kan hebben naar veiligheid, levensduur van het schip, werklast van collega’s, …
39
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Sleutelvaardigheid
Zelfstandig kunnen werken*
Omschrijving In staat zijn om zelfstandig zonder hulp of toezicht een taak uit te voeren.
Aangezien de 1ste werktuigkundige een aantal bijkomende taken en verantwoordelijkheden heeft, dient hij over een aantal bijkomende sleutelvaardigheden te beschikken: Sleutelvaardigheid
Beslissingen kunnen nemen
Leiding kunnen geven
Kunnen organiseren
Omschrijving In staat zijn om beslissingen te nemen in functie van de uit te voeren herstellings- en onderhoudswerkzaamheden: leggen van prioriteiten, bepalen van herstellingsstrategieën in noodsituaties, bepalen welke installaties wanneer worden onderhouden, enz. In staat zijn om ondergeschikten te sturen en begeleiden zodanig dat ze hun taken doeltreffend uitvoeren. Op een vakkundige manier taken plannen en verdelen over de ploeg, superviseren van uitgevoerde werkzaamheden en borg staan voor een efficiënte werking van de machinekamer. Bijvoorbeeld bij het plannen van onderhoudswerkzaamheden.
3.3. Specifieke vereisten Voor het uitoefenen van het beroep moet de werktuigkundige baggervaart beschikken over:
een geldig vaarbevoegdheidsbewijs, dat minstens voldoet aan sectie A/III-4 van de STCWCode, aan te vragen bij de FOD Mobiliteit en Vervoer
4. Bijzondere arbeidsomstandigheden Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die ermee verbonden zijn. Kenmerkend voor de baggervaart is dat men regelmatig voor langere tijd (tot maximaal 6 weken) van huis weg is (dikwijls buiten Europa) en gedurende die periode met een kleine groep mensen aan boord van het schip verblijft. We geven ook een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico’s en hun mogelijke preventie. Meer informatie hierover vindt men in de Nota ‘Welzijn op het werk’ (SERV, 2004). Inzake preventie moet gewezen worden op een aantal algemene maatregelen, die gelden voor alle risico’s aan boord. De belangrijkste preventiemaatregel is veiligheidsbewust werken. Hier wordt veel aandacht aan besteed aan boord van een baggertuig. Het is daarnaast van belang om bij het
40
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
uitvoeren van werkzaamheden de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Het regelmatig raadplegen van gebruiksaanwijzingen en instructieboeken is eveneens belangrijk, net zoals het werken aan de hand van de checklists met veiligheidsmaatregelen, die voor bepaalde werkzaamheden bestaan. Het uitvoeren van gevaarlijke werken kan in principe enkel met de toestemming van de hiërarchische overste. Tenslotte moet gewezen worden op de noodzaak van een goede communicatie aan boord. Voor, tijdens en na het uitvoeren van onderhoud en herstellingen moeten veiligheidsaspecten besproken kunnen worden en tijdens het aflossen van de wacht moet alle relevante informatie op het vlak van veiligheid worden meegedeeld.
Werken met arbeidsmiddelen Gevaar-risico: De risico’s bij het gebruik van arbeidsmiddelen (machines, apparaten en gereedschappen) bestaan uit het contact van personen met bewegende elementen of warme oppervlakken, bijvoorbeeld door ongepast reageren (ten gevolge van vergissingen, vermoeidheid,…): met bewegende motoronderdelen, warme uitlaatpijpen,… . De meest voorkomende letsels hierbij zijn kneuzingen, snij- en brandwonden. Preventie: Van een werknemer wordt verwacht dat hij de nodige oplettendheid aan de dag legt en dat hij de veiligheidsvoorschriften nauwkeurig toepast. De werknemer die arbeidsmiddelen gebruikt, dient zich ook te houden aan de instructies met betrekking tot het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen. In de machinekamer zijn dat een overall, werkhandschoenen, veiligheidsschoenen met antislipzolen en metalen tip, gehoorsbescherming en een veiligheidsbril bij bepaalde werkzaamheden. Aan dek moet een veiligheidshelm worden gedragen.
Verder moet de werktuigkundige de machines regelmatig controleren en onderhouden.
Het is belangrijk dat de werknemer kennis heeft van de risico’s en van het veilig gebruik van de machines die hij bedient. Een goede kennis van de verschillende bedieningsknoppen van de machine zoals de hoofdschakelaar (starten en stilleggen van de machine), de noodstops of de dodemansknop... is onontbeerlijk.
Er moet in de mate van het mogelijke vermeden worden om werkzaamheden uit te voeren aan machines die in werking zijn.
Handgereedschap moet gebruikt worden volgens de regels van goed vakmanschap. Dit impliceert onder meer het gereedschap gebruiken waarvoor het gemaakt is, goed gereedschap gebruiken, gereedschap geregeld controleren en het goed onderhouden.
Voor alle machines moeten er op de werkplek veiligheidsinstructiekaarten beschikbaar zijn. De werknemer moet ze kunnen raadplegen en begrijpen.
41
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Werken met producten met gevaarlijke eigenschappen Gevaar-risico: De werktuigkundige werkt regelmatig met producten met gevaarlijke eigenschappen (onderhoudschemicaliën, oliën, reinigings- en onderhoudsproducten, …). Tijdens het vervangen van filters en oliebaden kan hij bovendien in contact komen met koolwaterstoffen. Bij contact met of verkeerd gebruik van deze producten ontstaat het risico op irritaties, brandwonden, oogletsels en schade aan de luchtwegen. Preventie:
De beste preventiemaatregel is, indien mogelijk, ongevaarlijke producten te gebruiken. Dit is hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de werkgever.
Indien het gebruik van een product met gevaarlijke eigenschappen onvermijdelijk is, moet de werknemer goed geïnformeerd zijn. De werknemer moet alle gevaarlijke chemische agentia, waarmee hij op de arbeidsplaats mogelijk in aanraking komt, kennen en weten waar ze zich bevinden. Hij moet de risico’s kennen. Al deze informatie staat op het etiket. Om deze etiketten goed te begrijpen moet de werknemer gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen kunnen herkennen. Hij moet kennis hebben van R- en S-zinnen en kennis van de belangrijkste veiligheidsaanbevelingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen.
Naast de etiketten beschikken bedrijven ook over veiligheids- en gezondheidskaarten die informatie verstrekken over gevaarlijke producten. De werknemer moet ze steeds kunnen raadplegen en begrijpen.
Tenslotte dient de werknemer zich bewust te zijn van het belang van persoonlijke hygiëne bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Werken in omstandigheden met verhoogd risico op brand en explosie Gevaar-risico: Brand- en explosiegevaar bestaat in vele omstandigheden, wanneer men werkt met gevaarlijke producten, met elektriciteit, … In elke situatie waar zuurstof, een brandbare stof en een ontbrandingstemperatuur (activeringsenergie) samen voorkomen, ontstaat brand. In vele gevallen zijn de gevaren gekend: ontvlambare, (zeer) licht ontvlambare en explosieve vloeistoffen, gassen en nevels, brandbare vaste stoffen, … Eén brand op drie heeft te maken met elektriciteit. In de machinekamer van een baggerschip moet met dit gevaar terdege rekening worden gehouden, gezien de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, hoge temperaturen, elektriciteitsnet, … Preventie:
Werkzaamheden waarbij hitte en vlammen ontstaan, moeten worden vermeden in de machinekamer. Las- en brandwerkzaamheden kunnen met de nodige voorzichtigheid worden uitgevoerd in het atelier.
Om een brand te vermijden moet de werknemer inzicht hebben in de branddriehoek: zuurstof – brandbare stof – ontbrandingstemperatuur. De werknemer moet erover waken dat deze drie elementen niet samen voorkomen. De werknemer moet ook weten welke stoffen brandbevorderende eigenschappen hebben. Hij dient bovendien het rookverbod te respecteren.
42
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Het is belangrijk dat de werknemer de procedure kent voor melding van een beginnende brand, waarschuwing en alarm bij brand. De werknemer moet kennis hebben van de aanwezige blusmiddelen en van de noodplannen, waarin de taken van elk bemanningslid bij noodgevallen staan vermeld.
Het bestrijden van de brand gebeurt door één van de drie elementen van de branddriehoek weg te nemen. Bijvoorbeeld het wegnemen van warmte door afkoeling (bv. blussen met water), het wegnemen van zuurstof door verstikking (bv. blussen met poeder), of het wegnemen van de brandstof (bv. door het afsluiten van de brandstoftoevoer). In extreme gevallen kan de ruimte luchtdicht worden afgesloten en met CO2 (stikstof) worden gevuld, zodat er geen zuurstof meer overblijft. Het is dus nodig te weten met welk soort brand men te maken heeft, want de keuze van de blusmiddelen wordt in hoofdzaak bepaald door het soort product dat brandt. De werknemer moet daarom de 4 brandklassen8 kennen.
De werknemer kent tevens het nood- en evacuatieplan van het baggertuig. Hij kent de nooduitgangen uit de machinekamer en de andere ruimten en kan het schip op een veilige manier verlaten.
Werken in de machinekamer Gevaar-risico: In de machinekamer is er weinig bewegingsruimte, waardoor niet alle onderdelen gemakkelijk bereikbaar zijn. Het is dan ook niet evident om een ergonomisch verantwoorde werkhouding aan te nemen tijdens het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden en bij hef- en tilbewegingen. Hierdoor kunnen rug- en gewrichtsklachten ontstaan. Bovendien is de machinekamer erg lawaaierig, wat gehoorsbeschadiging tot gevolg kan hebben, en kan de temperatuur er hoog oplopen. Dat laatste kan dan weer leiden tot uitdroging. Preventie:
De werktuigkundige moet bij de uitvoering van de werkzaamheden in de machinekamer zoveel mogelijk oog hebben voor ergonomisch verantwoorde werkhoudingen.
Het dragen van gehoorsbescherming (oorkappen) is verplicht in de machinekamer. Om uitdroging door hoge temperaturen tegen te gaan, wordt het de werktuigkundigen aangeraden om regelmatig en veel te drinken.
Struikelen, vallen, uitglijden Gevaar-risico: Men bevindt zich op een bewegend vaartuig, met metalen oppervlakten die vaak nat en glad zijn. Zeker bij het aan en van boord gaan en bij manoeuvres bestaat het risico op struikelen, vallen en uitglijden. Bovendien loopt men het gevaar om overboord te vallen.
(A) branden van vaste stoffen (hout, papier, steenkool, …); (B) branden van vloeibare stoffen (benzine, alcohol, ether, …); (C) branden van gassen (methaan, propaan, butaan, …); (D) branden van metalen (magnesium, aluminium).
8
43
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Preventie:
Deze risico’s kunnen verminderd of weggenomen worden door gepast schoeisel te dragen en een algemene zin voor orde en netheid aan de dag te leggen (niet laten rondslingeren van gereedschappen, verwijderen van olie- en smeervlekken,…)
Het dragen van een reddingsvest aan dek is in bepaalde omstandigheden verplicht.
5. Arbeidsorganisatie Het personeel van een baggerschip kan worden opgedeeld in twee entiteiten: dek en machinekamer. Tijdens het werk komen dek- en machinepersoneel weinig met elkaar in contact. Al bestaat er wel een grotere mate van samenwerking dan bijvoorbeeld op koopvaardijschepen, omdat bepaalde baggeractiviteiten, die door de dekploeg worden uitgevoerd, ook consequenties hebben voor de machinekamer. De kapitein heeft de eindverantwoordelijkheid over het hele schip. Tegelijkertijd leidt hij de dekploeg. De machinekamer wordt geleid door de hoofdwerktuigkundige. De hoofdwerktuigkundige heeft volledige autonomie bij het organiseren van de machinekamer, maar voor algemene scheepsaangelegenheden staat hij hiërarchisch onder de kapitein. Bij de organisatie van de machinekamer overlegt de hoofdwerktuigkundige met de kapitein, de 1ste werktuigkundige en de technische dienst van het bedrijf. Elk schip wordt opgevolgd door een eigen contactpersoon van de technische dienst. Die verblijft meestal aan wal, maar heeft dagelijks contact met het schip. Hij helpt de hoofdwerktuigkundige met de organisatie van onderhoud en herstellingen in de machinekamer, met het voorbereiden van de herstellingen in het droogdok en met het bestellen van wisselstukken en van onderhoudsmaterieel en -producten. De typebemanning op een baggertuig ziet er als volgt uit: Dekpersoneel
Kapitein 1ste stuurman (1ste cutterbaas op een snijkopzuiger) 2de stuurman (2de cutterbaas op een snijkopzuiger)
Machinepersoneel
Hoofdwerktuigkundige 1ste werktuigkundige 2de werktuigkundige 3de werktuigkundige Elektricien
Pijpman (enkel op een sleephopperzuiger) Bootsman Matroos Kok Steward
44
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Onder de hoofdwerktuigkundige bevinden zich twee ploegen aan boord van een baggerschip. Afhankelijk van het type en de grootte van het schip kan elke ploeg uit een 1ste, 2de en 3de werktuigkundige bestaan. Op grote schepen kan er ook een dagwerktuigkundige of een elektricien aan boord zijn. Elke ploeg neemt 12 uur aan een stuk de machinekamerwacht voor zijn rekening. De hoofdwerktuigkundige maakt geen deel uit van de wacht: hoewel hij vaak meehelpt bij het onderhoud en de herstellingen die de andere werktuigkundigen uitvoeren, houdt hij zich vooral bezig met de organisatie en administratie van de machinekamer. De taken die worden uitgevoerd door de 1ste, 2de en 3de werktuigkundige zijn in principe gelijk. Het enige verschil tussen de drie functies is de mate van verantwoordelijkheid: de 1ste werktuigkundige bepaalt in overleg met de hoofdwerktuigkundige het werkschema, heeft de leiding bij de praktische uitvoering ervan en rapporteert aan de hoofdwerktuigkundige. De 2de en 3de werktuigkundigen voeren de taken uit volgens de instructies van de 1ste werktuigkundige en rapporteren ook aan hem. De ‘werktuigkundige baggervaart’ die we in dit beroepsprofiel beschrijven, is in feite een werktuigkundige in de machinekamerwacht. Afhankelijk van de grootte van het baggerschip en het aantal werktuigkundigen aan boord is er sprake van een meer of minder uitgesproken taakverdeling. Toch wordt er van elke werktuigkundige gevraagd dat hij alle soorten werkzaamheden zelf kan uitvoeren. Ongeacht de grootte van het schip moet de werktuigkundige dus polyvalent zijn. Bovendien moet hij zowel kunnen werken op een sleephopperzuiger als op een snijkopzuiger, al blijven vooral hogere werktuigkundigen vaak lange tijd op hetzelfde soort schip.
6. Knelpunten De sector ervaart dit beroep als een knelpuntberoep, zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak. Voor het kwantitatieve moet gewezen worden op het beperkte aantal leerlingen in het maritiem onderwijs. Ook de instroom buiten het maritiem onderwijs is erg beperkt: voor deze jongeren is de baggervaart nauwelijks bekend en ze moeten bovendien bijkomende scholing volgen om een vaarbevoegdheidsbewijs te kunnen krijgen. Door de internationaal gunstige markt voor baggerwerken tijdens de jaren 1990 werd dit kwantitatieve tekort een nijpend probleem. Als gevolg hiervan wierf men vaak buitenlandse kandidaten aan. Naast deze kwantitatieve bestaan er ook kwalitatieve problemen. Door de beperkte stageperiodes in het maritiem onderwijs hebben schoolverlaters onvoldoende praktische ervaring. Bovendien zijn de instroommogelijkheden (vanuit andere studierichtingen of sectoren) in het maritiem onderwijs beperkt.
45
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Daar komt bij dat heel wat instromers moeite hebben met de specifieke arbeidsomstandigheden (vooral werken in het buitenland, lange tijd van huis zijn en moeten samen werken én samen leven met andere opvarenden uit verschillende culturen). Vooral werktuigkundigen die niet uit het maritiem onderwijs komen, haken af, omdat zij hier tijdens hun opleiding niet op werden voorbereid. Ook de ver doorgedreven flexibiliteit kan een probleem vormen, zeker voor lager geschoolden. Het beroep werktuigkundige in de baggervaart wordt zo goed als uitsluitend door mannen uitgeoefend.
7. Toekomstige evoluties Gestuurd door een internationaal gunstige markt, vooral in Zuid-Oost-Azië en de Perzische Golf, werd de baggersector in de jaren 1990 gekenmerkt door een immense schaalvergroting. Niet alleen werden baggertuigen in omvang en capaciteit een stuk groter, deze jumbobaggerschepen werden bovendien vergaand geautomatiseerd. Voor de komende jaren verwacht men geen verdere uitbreiding van de omvang van baggerschepen, maar een consolidatie en uitbreiding in de breedte. Met andere woorden: de spitstechnologie die werd ontwikkeld voor de grootste baggertuigen, zal wellicht ook toegepast worden op kleinere schepen. Deze ontwikkeling heeft belangrijke gevolgen voor het takenpakket van de werktuigkundige. Hij zal in de toekomst moeten leren werken met nieuwe technologieën, bijvoorbeeld de elektronische PLC-sturing. Vooral op het gebied van elektronica en informatica zal van toekomstige werktuigkundigen meer gevraagd worden. Bovendien vraagt dit complexere machineareaal meer preventief onderhoud en kunnen er zich meer technische problemen voordoen. Daar staat tegenover dat machines steeds vaker zelf signaleren wanneer bepaalde onderdelen vervangen moeten worden. De werkadministratie stijgt mee met het toenemende machinepark. Ook met het oog op veiligheid en kwaliteit komen er administratieve taken bij (bv. voor de ISPS Code). Andere opmerkelijke trends in de baggersector zijn onder meer de duidelijke toename van het wereldbelang van de Belgische baggeraars en de diversificatie van baggeractiviteiten, waarbij vooral milieubaggeren sterk aan belang wint. Deze evoluties zullen zich waarschijnlijk verder doorzetten, maar ze hebben weinig of geen impact op het takenpakket van de werktuigkundige. Ook op het vlak van milieuzorg verwacht men weinig bijkomende taken in de machinekamer: hier is in de loop van de voorbije decennia reeds een uitgebreide regelgeving rond opgesteld.
46
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
8. Beroepenfiche WERKTUIGKUNDIGE IN DE BAGGERVAART (M/V) ANDERE MOGELIJKE BENAMINGEN Motorist, machinist
NIET VERWARREN MET Motorist zeevisserij, werktuigkundige kust- en havensleepvaart
CLUSTER OMSCHRIJVING De werktuigkundige bepaalt de werkmethode en voert de taken uit die te maken hebben met het onderhouden, controleren en herstellen van de scheepsinstallaties (motoren, hulpwerktuigen, elektriciteitsnet en hun controlesystemen). In sommige gevallen bedient hij deze scheepsinstallaties zelf. Ook het uitvoeren van bunkerprocedures valt de werktuigkundige te beurt. Verder staat hij in voor het onderhoud van de machinekamer, de stabiliteit van het schip en de inventarisatie en veilige opberging van voorraden. De 1ste werktuigkundige heeft een aantal bijkomende taken op het vlak van leiding geven. TAKEN
De werkmethode bepalen, in overleg met de ploeg Motoren en pompen bedienen • motoren en generatoren opstarten • pompen, roer en motoren manueel bedienen Instaan voor preventief onderhoud en controle: • preventief onderhoud en controles uitvoeren • bunkerprocedures uitvoeren • instaan voor stabiliteit en zeewaardigheid van het schip Ingrijpen bij technische problemen: • diagnoses stellen • herstellingen uitvoeren Instaan voor orde en netheid op de werkplek Technische en voorraadgegevens bijhouden Intern communiceren: • rapporteren aan en overleggen met de hiërarchische meerdere • samenwerken en respectvol samenleven met andere opvarenden Leiding geven (enkel voor de 1ste werktuigkundige): • de machinekamerwacht en bunkerprocedures organiseren • toezicht houden op de uitvoering van preventief onderhoud en herstellingen • de eigen ploeg motiveren en ondersteunen • stagairs en nieuw personeel begeleiden Taken met betrekking tot milieu en welzijn op het werk opnemen: • de milieuwetgeving ter bescherming van het leefmilieu en de wateren naleven • voor de eigen veiligheid en die van collega’s zorgen door het naleven van veiligheidsregels en instructies en door aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en ergonomisch handelen • adequaat reageren op brand, aanvaring of stranding, man over boord, medisch noodgeval
47
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
COMPETENTIES KENNIS
Kennis van de organisatie aan boord van een schip Kennis van bunkerprocedures Kennis van scheepsopbouw, scheepsinstallaties controlesystemen) en elektriciteitsvoorziening
(motoren,
hulpwerktuigen
en
hun
Kennis van producten, gereedschappen en hulpmiddelen die men gebruikt tijdens het werk Kennis van onderhouds- en herstellingstechnieken van machines Kennis van plan lezen en raadplegen van technische documenten Kennis van Engels. Kennis van vakjargon en scheepsterminologie
Kennis met betrekking tot veiligheid en welzijn op het werk en met betrekking tot milieu, in zoverre van toepassing op het eigen takenpakket SLEUTELVAARDIGHEDEN
Bereid zijn te leren Flexibel zijn Problemen kunnen oplossen Teamgericht kunnen werken
Zelfstandig kunnen werken SPECIFIEKE VEREISTEN
De werktuigkundige is in het bezit van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs (minimaal sectie A/III-4 van de STCW-Code) OPLEIDING EN ERVARING
Minstens 18 jaar zijn en een bijzondere opleiding (die minimaal voldoet aan STCW-95 A/III-4) hebben genoten, inclusief minimum 2 maanden stage
Een goedgekeurde diensttijd hebben afgelegd, waarvan minstens zes maanden opleiding en ervaring. Over het nodige vaarbevoegdheidsbewijs beschikken (dat minimaal voldoet aan STCW-95 A-III/4) TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN
Op baggerschepen (voornamelijk sleephopperzuigers en snijkopzuigers). Binnen België kan men terecht bij DEME en Jan De Nul DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
3de werktuigkundige ARBEIDSORGANISATIE
2de werktuigkundige
1ste werktuigkundige
hoofdwerktuigkundige
De machinekamer op een baggerschip wordt 24u per dag bemand door twee ploegen van een 1ste, 2de en 3de werktuigkundige (afhankelijk van de grootte van het schip). De 1ste werktuigkundige is hoofd van de machinekamerwacht en organiseert het werk in zijn ploeg. Daarboven staat de hoofdwerktuigkundige, die de werkzaamheden coördineert en overlegt met de 1ste werktuigkundige, de kapitein van het schip en de technische dienst van het bedrijf ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
De werktuigkundige in de baggervaart verblijft gedurende lange tijd aan boord (tot 6 weken) De werktuigkundigen zijn opgedeeld in twee ploegen (dag en nacht) Op een sleephopperzuiger blijft de bemanning steeds aan boord
48
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
KNELPUNTEN
Er is een kwantitatief en kwalitatief tekort aan werktuigkundigen in de baggervaart, grotendeels omwille van de geringe instroom vanuit het maritiem onderwijs en de beperkte praktijkstages TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
Baggerschepen worden steeds verder geautomatiseerd. De werktuigkundige zal in de toekomst een uitgebreider en technisch complexer systeem moeten beheren. Vooral op het gebied van elektronica en informatica zal er van de werktuigkundige in de toekomst meer worden verwacht.
49
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
9. Verklarende woordenlijst
Afvalwatertank (sewage tank): tank waarin al het afvalwater van het schip (onder meer van de toiletten, de wastafels en de keuken) wordt verzameld.
Baggercyclus: de baggercyclus van een sleephopperzuiger bestaat uit 4 fasen: • baggeren totdat de maximale hoppercapaciteit is bereikt; • naar de stortplaats varen; • storten van de lading door middel van stortkleppen in de bodem van het schip of door het aan wal persen; • terug naar de baggerzone varen. Op het ogenblik dat men opnieuw kan gaan baggeren in de aangeduide baggerzone, heeft men een volledige baggercyclus afgewerkt en begint men aan een volgende.
Baggerpomp: pomp waarmee de baggerspecie van de zee- of rivierbodem naar het schip wordt gepompt. In nieuwere types baggerschepen bevindt deze baggerpomp zich niet meer in het schip zelf, maar in de zuigbuis, waardoor krachtiger zuigen mogelijk wordt en plaats wordt bespaard in het schip.
Ballasten: de stabiliteit van een schip vergroot naarmate het zwaartepunt lager ligt. Door de ballasttanks onderaan het schip te laten vollopen met zeewater, wordt het zwaartepunt verlaagd, waardoor de stabiliteit verbetert.
Brandstoftanks: aan boord van een schip bevinden zich verschillende brandstoftanks. De bunkertank (waarin de ‘heavy fuel’ rechtsreeks vanuit het bunkerschip wordt opgeslagen), de bezinktank (een verticale tank in de machinekamer, waarin het water en de onzuiverheden uit de ‘heavy fuel’ bezinken) en de dagtank (waarin ‘heavy fuel’ terecht komt die in de bezinktank en via separatoren gezuiverd werd).
Brandstofverwarmer: om de ‘heavy fuel’ te kunnen verpompen en verstuiven, moet de viscositeit ervan door verwarming verminderd worden. Dat gebeurt door brandstofverwarmers, die elektrisch of via hydraulische oliepompen worden bediend.
Bunkeren: het schip voorzien van brandstof door een ander schip of door vrachtwagens. De brandstof wordt vanuit het bunkerschip overgepompt aan boord van het te bevoorraden schip en daar verdeeld over de verschillende bunkertanks.
Doorblazen: de motor laten draaien zonder brandstof. De lucht die zodoende door de motor wordt geblazen kan vocht en kleine onzuiverheden verwijderen.
Heavy fuel: zware stookolie die dienst doet als scheepsbrandstof. Door het raffinageproces bevat deze heavy fuel veel onzuiverheden. Ze wordt aan boord via centrifuge gezuiverd door separatoren. De onzuiverheden die achterblijven worden ‘sludge’ genoemd.
Hogedruk brandstofpomp (booster unit): brandstofpomp die de gezuiverde ‘heavy fuel’ vanuit de dagtanks naar de verstuivers pompt en die de brandstof onder hoge druk houdt.
IMO: International Maritime Organisation. Instantie van de Verenigde Naties die verantwoordelijk is voor het verbeteren van de veiligheid op zee en de preventie van verontreiniging van het zeemilieu door schepen. De IMO heeft onder meer de STCW-, ISMen MARPOL-regelgeving uitgewerkt.
50
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
ISM: International Safety Management. Richtlijnen van de IMO met betrekking tot veilige werkpraktijken en preventie van milieuvervuiling. Concreet voor de machinekamer houdt dit in dat er een standaardlijst bestaat met onderhoudswerkzaamheden die dagelijks of wekelijks moeten worden uitgevoerd. Op deze lijsten wordt aangeduid welke taken werden uitgevoerd en door wie.
ISPS Code: International Ship and Port Facilty Security. Internationale standaard voor de beveiliging van zeeschepen en havenfaciliteiten, die in 2002 werd ontwikkeld door de IMO.
Jetpomp: hiermee kan water onder hoge druk verpompt worden. De jetpomp wordt onder meer gebruikt om via waterkanaaltjes die uitkomen op de sleepkop water onder hoge druk te spuiten om de baggerspecie van de zee- of rivierbodem los te maken. Ook bij het spoelen van de hopper, het vullen van de ballasttanks en bij het walpersen (aan wal persen van de baggerspecie) worden jetpompen gebruikt.
Lenspomp (bilgepomp): pomp die overtollig water uit de lensputten (bilges) wegpompt. Bilges zijn putten onder de bodemplaat van het schip waar afvalwater van lekkages zich kan verzamelen.
Lokale bediening: dit houdt in dat de bediening van het roer en de motor is onttrokken aan de elektronische PLC-sturing en manueel vanuit de machinekamer kan gebeuren.
MARPOL 73/78: Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1978 (International Convention for the prevention of pollution from ships, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto). Dit verdrag bestaat uit een aantal algemene artikelen, waarin onder meer de verplichtingen van de verdragstaten worden vastgelegd, en zeven bijlagen die de lozingsvoorschriften en technische eisen vastleggen.
M.O.B.: Man Over Board/Man Over Boord: situatie waarbij een man over boord is. De term wordt eveneens gebruikt voor de boot die wordt ingezet ingeval van M.O.B.
Olie-waterafscheider: toestel dat water en vervuilde olie scheidt, zodat het water kan geloosd worden en de vervuilde olie opgeslagen in een sloptank.
Overvloeien: een soort grote trechters, die zich in de hopper (het ruim) van de sleephopperzuiger bevinden en in hoogte verstelbaar zijn. Het vaste materiaal in de opgezogen baggerspecie zinkt naar de bodem van de hopper, terwijl het overtollige water weer van boord stroomt via de overvloeien.
Perspomp: pomp die ervoor zorgt dat de baggerspecie aan wal kan worden geperst, ofwel via een systeem van pijpleidingen, ofwel via aan spuitmond op het voorschip (rainbowen).
PLC-sturing: elektronisch controle- en sturingssysteem voor de motoren en het roer. Hierdoor moeten deze niet handmatig bediend worden, maar kan dat via een bedieningspaneel op de brug.
PMS: Planned Maintenance System (onderhoudsprogramma van de machinekamer). De werktuigkundigen moeten een groot aantal onderhoudsgegevens, zoals draaiuren, bijhouden voor dit PMS.
51
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Ppm-meter (olielozing meetapparatuur): sinds het MARPOL-verdrag (en de amendementen die er later aan werden toegevoegd) is het lozen van olie in zee door schepen strikt gereglementeerd. Olie lozen mag slechts in bepaalde zones en onder strikte voorwaarden, voornamelijk met betrekking tot het aantal oliedeeltjes dat het vervuilde water bevat. Die aantallen worden aangeduid in ‘parts per million’ (ppm). De ppm-meter bepaalt hoeveel oliedeeltjes er zich bevinden in het water dat het schip wil lozen.
Rainbowen: wanneer een sleephopperzuiger dicht genoeg bij de stortzone kan komen, hoeft de baggerspecie niet aan wal geperst worden via pijpleidingen, maar kan dat ook rechtstreeks gebeuren via een spuitmond op het voorschip. Zo ontstaat er een straal in de vorm van een regenboog.
Separator: toestel dat door centrifuge de onzuiverheden uit de scheepsbrandstof haalt.
Spill: overlopen van de brandstoftank tijdens het bunkeren, waardoor er brandstof in het water terechtkomt.
STCW-95: Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers, die in 1978 werden aangenomen door de IMO en in 1995 geamendeerd werden. STCW-95 bestaat uit internationale standaarden inzake kennis en competenties voor zeevarenden, waaraan diploma’s en opleidingen moeten voldoen. Iedereen die op een zeegaand schip werkt, moet in het bezit zijn van een vaarbevoegdheidsbewijs conform de richtlijnen van STCW-95 (behalve indien de vlagstaat het verdrag niet heeft ondertekend). In de loop van 2006 zal STCW-95 ook worden omgezet in Belgische wetgeving.
Slagzij: helling van het schip naar bakboord of stuurboord.
Sloptank: tank waarin vervuilde olie en ‘sludge’ worden opgeslagen. Sludge: afvalproduct van de zuivering van scheepsbrandstof. De onzuivere ‘heavy fuel’ wordt aan boord gezuiverd. De onzuiverheden die uit de brandstof gefilterd worden, noemt men ‘sludge’.
Trim: langsscheepse helling van een schip in het water. VCA: VGM (veiligheid, gezondheid en milieu) Checklist voor Aannemers. Een VCAcertificaat is bedoeld voor aannemers die werkzaamheden met een ‘verhoogd’ risico uitvoeren.
52
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties ‘werktuigkundige baggervaart’
ACV-Bouw en industrie ABVV-Algemene Centrale FVB FVB Dredging International Dredging International ACLVB Onderneming Jan De Nul
De heer Peter DEVLIEGHERE De heer Luc GEERARDYN De heer Jos GIJBELS De heer Gilbert SOEN De heer Bruno MONTEYNE Mevrouw Marie-Jeanne VAN LOMBERGEN De heer Johan ROELANDT De heer Frank VERBESSELT
53
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Bronnen – Literatuurlijst Interviews Frank Verbesselt (assistent-walkapitein) en Katleen Degeyter (crew manager), Jan De Nul, Hofstade (Aalst). Marie-Jeanne Van Lombergen (trainingscoördinator) en Bruno Monteyne (personeelsdienst), DEME, Zwijndrecht. Jean Dhaenekindt (hoofdwerktuigkundige) en Bert de Meyer (1ste werktuigkundige), sleephopperzuiger Antigoon (DEME), Schelde. Bezoek sleephopperzuiger Antigoon (DEME), Schelde.
Documenten 22 oktober 1999. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders aan boord van het baggermaterieel. 4 april 2001. Richtlijn 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden [online]. Beschikbaar: http://europa.eu.int/eur-lex/pri/nl/oj/dat/2001/l_136/l_13620010518nl00170041.pdf. Cel voor het Vlaams Provinciaal Onderwijs (1997). Leerplan zeevisserijonderwijs. 3e graad TSO motoren. Brussel: CVPO. Colo (2005). Kwalificatiedossier baggermeester [online]. Beschikbaar: http://www.coordinatiepunt.nl/downloads/Baggermeester.pdf. Colo (2005). Kwalificatiedossier maritiem waterbouwer [online]. Beschikbaar: http://www.coordinatiepunt.nl/downloads/Maritiem%20waterbouwer.pdf. De Gruyter, R., De Lange, H., Van Hamme, L. & Boon, C. (2004). Zakboekje voor de preventieadviseur 2005. Mechelen: Kluwer. De Witte, F., Heyman, C. & Moonens, A. (s.d.). Veiligheid en gezondheid voor het bouwbedrijf. Deel I: Veiligheidsstructuren en wetgeving. Deel II: De algemene en bedrijfsgebonden
54
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
preventiemaatregelen. Deel III: De specifieke preventiemaatregelen sector bagger- en waterwerken. Brussel: NAVB. European Dredging Association (1998). What about dredging? Brussel: European Dredging Association. Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (2005). Officiële lijst van de Belgische zeeschepen en de vloot van de marine. Brussel: FOD Mobiliteit en Vervoer. [online]. Beschikbaar: http://www.mobilit.fgov.be/data/aqua/NL_prof_sea_shipslist.pdf. Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (s.d.). Beroepsfiche baggerwerker [online]. Beschikbaar: http://www.debouw.be/Beroepen+in+de+bouw/Ruwbouw/baggerwerker/Baggerwerker.htm. Hogere Zeevaartschool (2004). Opleidingsprogramma scheepswerktuigkunde [online]. Beschikbaar: http://www.hzs.be/images_NL/publicaties/Opleidingsonderdelen_scheeps.pdf IMO (1995). International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers [online]. Beschikbaar: http://www.imo.org/includes/blastDataOnly.asp/data_id%3D7864/STCWCode.pdf. Kennissysteem bedrijfs- en beroepsrisico’s. Omschrijving baggeraar [online]. Beschikbaar: http://www.beroepsrisico.nl/index.php?id=628. Malfait, D. & Sels, L. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel: het proces van a tot z. (Een onderzoek in opdracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Leuven: HIVA. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs (2004). Modulaire beroepsopleidingen. Studiegebied bouw. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap [online]. Beschikbaar: http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/modularisering/bouw.htm. Paritair Comité voor het Bouwbedrijf (s.d.). Oprichting en wijziging bevoegdheidsgebied [online]. Beschikbaar: http://meta.fgov.be/pdf/pk/ae/nl-ae-12400.pdf. Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (2005). Zeevisserijonderwijs. Leerplan tweede graad TSO motoren. Brussel: POV.
55
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
Raad van het Gemeenschapsonderwijs (2004). Leerplan fluvio-maritieme opleiding 3de graad. Brussel: RAGO. [online]. Beschikbaar: http://pedago.rago.be/pbddoc/lrplvo/2004/2004661M.pdf. Richardson, M.J. (ed.) (2001). The dynamics of dredging. Irving: Placer Management Corp. Rojas, B.O. (2001). STCW-95: A guide for seafarers. Londen: The International Transport Workers’ Federation. Sels, L. (1996). Een koninklijke weg… ook voor Vlaanderen? Een studie naar de methoden voor de ontwikkeling van functie- en beroepsprofielen. (Een onderzoek in opdracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Leuven: HIVA. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2000). Handleiding voor het opstellen van beroepenstructuren, beroepsprofielen en beroepenfiches. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2002). Beroepsprofiel motorist zeevisserij. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van binnenscheepvaart. Brussel: SERV.
Vlaanderen
(2004).
Beroepsprofiel
matroos
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2004). Welzijn op het werk. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2006). Beroepsprofiel werktuigkundige kust- en havensleepvaart. Brussel: SERV. Technoport (s.d.). Beroepenwijzer: officier scheepswerktuigkunde elektromechanica [online]. Beschikbaar: http://www.technoport.be/beroepenwijzer. Vanderostyne, M. (1994). Waterbouwers. De wereldwijde expansie van de Vlaamse waterbouw na 1945. Tielt: Lannoo. Van Dokkum, K. (2003). Scheepskennis. Een moderne encyclopedie. Enkhuizen: Dokmar. VBKO (2003). Functietyperingen waterbouw. Zoals vastgesteld door de Partijen CAOWaterbouw [online]. Beschikbaar: http://www.vbko.nl/download/functietyperingen_waterbouw_definitief.pdf.
56
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
VDAB (s.d.). Cobra-fiche baggerwerker. Brussel: VDAB. [online]. Beschikbaar: http://cobra.vdab.be/cobra/cobra?event=printCompetenties&clusterBeroep=136; Vlaamse Onderwijsraad (1998). Opleidingsprofiel scheepswerktuigkundige. Brussel: VLOR. VTL (2001). Beroepscompetentieprofiel Kotter Machinist/Werktuigkundige [online]. Beschikbaar: http://www.vtl.nl/bcp/Kotter_Machinist_Visserij.pdf VTL (2004). Beroepscompetentieprofiel http://www.vtl.nl/bcp/Baggermeester.pdf.
baggermeester
VTL (2004). Beroepscompetentieprofiel matroos http://www.vtl.nl/bcp/Matroos_waterbouw.pdf.
waterbouw
[online].
[online].
Beschikbaar:
Beschikbaar:
VTL (2004). Beroepscompetentieprofiel scheepswerktuigkundige waterbouw Beschikbaar: http://www.vtl.nl/bcp/Scheepswerktuigkundige_waterbouw.pdf. VTL (2004). Beroepscompetentieprofiel stuurman http://www.vtl.nl/bcp/Stuurman_waterbouw.pdf.
waterbouw
[online].
[online].
Beschikbaar:
Wilssens, H. (1986). Waterbouwkundig aan de toekomst werken. Antwerpen: De Vlijt. Wouters, L. (1998). Beroepsprofielen in de bouwnijverheid. Baggerwerker. Leuven: HIVA.
Websites http://www.jandenul.com (Jan De Nul) http://www.deme.be (DEME) http://www.decloedt.be (Baggerwerken De Cloedt & Zoon) http://www.dredging.com (Dredging International) http://www.ihcholland.com (IHC Holland: de grootste constructeur van baggermateriaal ter wereld – Nederland) http://www.fvbffc.be (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) http://www.vbko.nl (Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken)
57
Beroepsprofiel Werktuigkundige baggervaart
http://www.iadc-dredging.com (International Association of Dredging Companies) http://www.dredging.org (CEDA: Central Dredging Association) http://www.european-dredging.info (EuDA: European Dredging Association) http://www.areyouwaterproof.be http://www.hzs.be (Hogere Zeevaartschool) http://www.cenflumarin.be (KTA Zwijndrecht, Cenflumarin: maritiem secundair onderwijs) http://users.skynet.be/vdab.maritiem/ (maritieme opleidingen VDAB) http://www.cvodeurne.be (CVO Deurne, volwassenenonderwijs) http://www.deavondschool.be (CVO Oostende, volwassenenonderwijs) http://www.waterbouwopleidingen.net (informatie over waterbouwopleidingen in Nederland) http://www.vtl.nl (opleidingen voor de transport- en logistieksector in Nederland) http://www.dredgetraining.com (Training Institute for Dredging: opleidingsafdeling van IHC Holland) http://www.besacc-vca.be (Belgian Safety Criteria for Contractors – VGM Checklist Aannemers) http://www.dredgers.nl (website met informatie over verschillende types baggertuigen) http://members.lycos.nl/lexicografie/lexa.html (woordenlijst scheepvaart) http://www.mobilit.fgov.be/nl/index.htm (homepage FOD Mobiliteit&Vervoer) http://www.gallois.be (Gallois-genootschap: studiegenootschap van Belgische maritieme ingenieurs)
58