Brussel, mei 2006
Beroepsprofiel Rigger-Monteerder Sector Montagesector Functionele afdeling Montage-Laswerk-Afstelling
In samenwerking met vzw Montage
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Beroepsprofiel Rigger-MonteerderSector Montagesector Functionele afdeling Montage-Laswerk-Afstelling
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. © Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2008/4665/2 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
2
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Inhoud Inhoud .................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................. 5 1. 1.1. 1.1.1 1.1.2 1.2. 1.3. 1.4.
Afbakening en omschrijving ....................................................................................... 7 Domein ......................................................................................................................... 7 De sector ................................................................................................................. 7 Montage .................................................................................................................. 9 Afbakening .................................................................................................................. 11 Beroepsinhoud ............................................................................................................ 12 Doorgroeimogelijkheden ............................................................................................. 14
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11.
Taken en Competenties ............................................................................................ 16 Plannen en organiseren van het eigen werk ................................................................ 17 Voorzien van de nodige materialen en materieel ......................................................... 18 Aanslaan en uitwijzen van materialen ......................................................................... 19 (De)monteren van bouwelementen en (onderdelen van) installaties ............................ 20 (De)monteren van kranen ........................................................................................... 21 Instaan voor orde en netheid op de werkplek .............................................................. 22 Milieu .......................................................................................................................... 22 Onderhoud en schoonmaken van het materieel .......................................................... 22 Opbouwen van de eigen deskundigheid en die van anderen ....................................... 23 Kwaliteitszorg .............................................................................................................. 23 Welzijn op het werk ..................................................................................................... 24
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Competenties ............................................................................................................ 29 Algemene beroepskennis ............................................................................................ 29 Sleutelvaardigheden ................................................................................................... 34 Specifieke vereisten .................................................................................................... 36
4.
Bijzondere arbeidsomstandigheden ........................................................................ 37
5.
Arbeidsorganisatie .................................................................................................... 39
6.
Knelpunten ................................................................................................................ 40
7.
Toekomstige evoluties .............................................................................................. 40
8.
Beroepenfiche ........................................................................................................... 41
9.
Verklarende woordenlijst .......................................................................................... 43
3
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties ‘Rigger-Monteerder’ .................................................................................................. 44 Bronnen – Literatuurlijst ..................................................................................................... 46
4
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Inleiding In dit profiel wordt het beroep ‘rigger-monteerder’ beschreven. Hieronder geven we een kort overzicht van wat in dit beroepsprofiel aan bod zal komen. In een eerste hoofdstuk beschrijven we het domein waarop de rigger-monteerder werkzaam is en bakenen we af wat we in het kader van deze studie wel en niet zullen verstaan onder het beroep rigger-monteerder. Eveneens wordt een toelichting gegeven waarom we het beroep op deze manier afbakenen. We sluiten het hoofdstuk af met het weergeven van de inhoud van het beroep aan de hand van de voornaamste taakgebieden, een definitie van het beroep en de mogelijkheden die er voor de rigger-monteerder zijn om door te groeien. In hoofdstuk twee zit de kern van het beroepsprofiel vervat. Er wordt een takenanalyse uitgevoerd, daartoe worden de verschillende taakgebieden in tabellen opgenomen. We sommen de verschillende activiteiten op die onder de omschreven taakgebieden ressorteren. Doelstelling is het opsporen van de competenties die vereist zijn voor het goed functioneren van de riggermonteerder. We wensen er de aandacht op te vestigen dat dit beroepsprofiel slaat op de doorsnee beroepsuitoefening. Belangrijk hierbij te vermelden is dat bij het opstellen van het beroepsprofiel centraal staat wat de rigger-monteerder in zijn dagdagelijkse realiteit doet en niet wat hij zou moeten doen gezien de ontwikkelingen in de sector. De ontwikkelingen of trends vindt u in een apart punt terug. In de takentabellen wordt tevens aangeduid welke taken een beginnende beroepsbeoefenaar uitvoert en over welke competenties hij moet beschikken, meer informatie hierover vindt u terug in een hoofdstuk drie. Hoofdstuk vier geeft een overzicht van de competenties die vereist zijn voor het beroep van rigger-monteerder. Allereerst wordt een samenvatting gegeven van de beroepskennis die reeds in de takentabellen tot uiting kwam én de kennis die gedurende de volledige beroepsuitoefening vereist is maar niet aan één specifieke taak te linken is. Daarna geven we de voornaamste sleutelvaardigheden (combinatie van beroepshoudingen en vaardigheden) weer. In de daaropvolgende hoofdstukken schetsen we de context waarin de rigger-monteerder werkt. Een vijfde hoofdstuk gaat in op de arbeidsomstandigheden die eigen zijn aan het beroep van rigger-monteerder. De arbeidsorganisatie waarmee hij te maken krijgt bespreken we in hoofdstuk zes. Hoofdstuk zeven behandelt de specifieke knelpunten met betrekking rond kwalificaties, opleidingen,… . In hoofdstuk acht, geven we weer wat is aangegeven als zijnde belangrijke toekomstige evoluties in het beroep van de rigger-monteerder.
5
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
In hoofdstuk negen tenslotte, vindt u de beroepenfiche van het beroep rigger-monteerder terug, die een samenvatting is van het beroepsprofiel.
“In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.”
6
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
1. Afbakening en omschrijving 1.1. Domein1 1.1.1
De sector
De rigger-monteerder is tewerkgesteld binnen de montagesector. De montagesector is een onderdeel van het PC 111, dit is het Paritair comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw. Het betreft een zeer ruim Paritair Comité waar een groot deel van de technologische industrie een plaats binnen vindt. Onder de technologische industrie situeren we tal van bedrijven met uiteenlopende activiteiten. Vroeger kon men deze beperkt samenvatten onder de term “metaalverwerkende ondernemingen”. Zij zijn echter te sterk geëvolueerd om langer te kunnen vasthouden aan deze terminologie. Behalve metalen worden immers ook andere materialen geproduceerd en verwerkt, bijvoorbeeld non-ferro materialen, moderne kunststoffen, … . Bovendien is er sprake van gesofisticeerde producten met een hoge immateriële en dienstencomponent. Het Paritair Comité 111 voor de metaal-, machine- en elektrische bouw is verder opgesplitst in 3 subcomités of Paritaire Secties zijnde: PC 111.01: Metaalverwerkende nijverheid PC 111.02: Ambachtelijke metaalbedrijven PC 111.03: Monteerders Het is onder de Paritaire Sectie 111.03 dat we de montagesector terugvinden. In de CAO van 15 mei 2000 betreffende de uitbreiding van het toepassingsgebied van de Paritaire Sectie Monteerders (= PC 111.03), vinden we een duidelijke omschrijving terug van welke activiteiten onder de montagesector ressorteren: 1. De ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, met uitzondering van deze die behoren tot de sector van de ondernemingen der metaalverwerking. Hieronder worden verstaan de firma’s die gespecialiseerd zijn in het monteren, demonteren, afbreken op (openlucht) werven van metalen gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen. Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening 1
Voor de domeinbeschrijving baseren we ons op de Beroepenstructuur Montagesector (SERV, 2004).
7
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
van de firma’s die het vermelde materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke het hebben gekocht en het gebruik ervan hebben. 2. De ondernemingen, met uitzondering van deze die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, waarvan de hoofdactiviteit bestaat ofwel uit het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken ofwel uit het zelf uitvoeren van allerlei hijswerken. Hoewel we op basis van deze omschrijving binnen de montagesector een 2-deling zien, namelijk montage- versus kraanverhuringsactiviteiten, is er in de praktijk sprake van een verdere opsplitsing binnen de eerste groep van montageactiviteiten. Onder de montageactiviteiten zijn er vooreerst bedrijven die zich bezighouden met montage in de eigenlijke zin van het woord, vervolgens zijn er de bedrijven die zich richten op stellingbouw en tenslotte zijn er de bedrijven die zich toeleggen op industriële pijpleidingen. Binnen de montagesector vinden we bijgevolg volgende activiteiten terug:
Montage: Monteren, demonteren, vervangen en onderhouden van allerhande metalen en in mindere mate ook betonnen en houten constructies. Het kan gaan om industriële montage (bijvoorbeeld het bouwen van fabriekhallen, het plaatsen van zware machines en reservoirs,…) of infrastructuurwerken (bijvoorbeeld het monteren van brugconstructies, viaducten,…).
Stellingbouw: Monteren en demonteren van tijdelijke stellingen binnen de industrie en in mindere mate binnen de bouw2.
Industriële pijpleidingen: Monteren, demonteren, vervangen en onderhouden van pijpleidingen, pompen, compressoren en turbines binnen de (petro)chemie.
Kraanverhuring: Het uitvoeren van hijswerken of het verhuren van materieel en diensten voor het uitvoeren van hijswerken naar aanleiding van industriële of infrastructuurwerken.
Ofwel richt een bedrijf zich op één van deze activiteiten ofwel combineert men meerdere activiteiten, die dan vaak zijn ondergebracht onder verschillende bedrijfsafdelingen. Typisch is dat men werken uitvoert voor derden, dit wil zeggen dat het montagebedrijf de onderdelen die verplaatst, ge(de)monteerd, nagezien of vervangen moeten worden niet zelf heeft aangemaakt, maar enkel de installatie ervan op zich neemt. Veel opdrachtgevers gebruiken VCA3 of aanverwante systemen zoals BeSaCC4 om het veiligheidsbeheersysteem van hun aannemers te toetsen. Deze veiligheidsbeheerssystemen zijn binnen de montagesector zeer Hier valt op te merken dat het merendeel van de stellingbouwers ofwel gericht zijn naar de bouw ofwel gericht zijn naar de industrie, hoewel het ook mogelijk is dat men werkzaamheden verricht binnen beide sectoren. De stellingbouwers die besproken worden in dit document en die we dus onder de montagesector situeren, verrichten voornamelijk werkzaamheden binnen de industrie. 3 Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers 4 Belgian Safety Criteria for Contractors 2
8
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
belangrijk daar er vaak op hoogte wordt gewerkt, gebruik gemaakt wordt van kranen, hoogtewerkers, verreikers,… en beïnvloeden sterk de organisatie van de bedrijven alsook de eigenlijke manier van werken van de verschillende medewerkers. 1.1.2
Montage
De rigger-monteerder situeren we binnen de sector daar waar gemonteerd wordt. Dit is voornamelijk in bedrijven (of bedrijfsafdelingen) gericht op montage, maar ook in deze gericht op kraanverhuring. Beide activiteiten kunnen immers ten dele in mekaar overlopen. Denk bijvoorbeeld aan het zuivere montagebedrijf dat tijdens constructiewerkzaamheden mogelijk eigen kranen inzet. Een ander voorbeeld is het kraanverhuringsbedrijf dat monteerders inzet die, voor en na het eigenlijke hijswerk, onderdelen de- en monteren alsook assisteren bij het aanslaan van de lasten. De projecten (montage, kraanverhuring dan wel industriële pijpleidingen) situeren zich voornamelijk in volgende sectoren: - (petro)chemie - Industriebouw en utiliteitsbouw - Burgerlijke bouwkunde - Raffinaderijen - Staalfabrieken - Voedingsindustrie - Elektrische- en kerncentrales - Ketel-, tank- en silobouw De diverse montageopdrachten die binnen deze projecten aan bod komen – en dus voor rekening van de rigger-monteerder zijn- kunnen we opdelen in het (de)monteren van bouwelementen, het (de)monteren van machines (of onderdelen van) installaties en het (de)monteren van kranen. 1.1.2.1
(De)monteren van bouwelementen
Het (de)monteren van stalen, betonnen of in mindere mate houten bouwelementen gebeurt in functie van het opbouwen van de dragende structuur van constructies. Het betreft onder andere industriële gebouwen, bruggen, stallen, nutsvoorzieningen en kantoorgebouwen. Dit opbouwen is exclusief het gieten van de fundering of het plaatsen van de geprefabriceerde funderingselementen, welke door een gespecialiseerde firma wordt gedaan. Het kan zowel gaan over renovatieopdrachten als nieuwbouw. De werkwijze is voor beide gelijkaardig, behalve dat bij renovatie mogelijk eerst bouwelementen verwijderd moeten worden en de constructie niet van nul moet worden opgebouwd.
9
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
We schetsen hier zeer kort de montageprincipes, afhankelijk van de materiaalsoort waarmee men werkt. Ingeval van een stalen of houten constructie worden de voetplaten van de kolommen met moeren en ankers vastgemaakt aan een wachtwapening (in de vorm van draadstangen) die uit de fundering steekt. De liggers en de dakconstructie worden eveneens gemonteerd met moeren en ankers. Ingeval van een betonnen constructie schuift men ofwel de kolommen over een wachtwapening (in de kolommen zijn gaten voorzien zodat de wachtwapening hierin past) waarna men het geheel vastzet met krimpvrije mortel. Ofwel plaatst men de kolommen in een geprefabriceerde funderingssokkel of ter plaatse gestorte funderingszool, waarna men deze eveneens vastzet met krimpvrije mortel. Om verplaatsing van de elementen te voorkomen tijdens het harden van de mortel worden schoren geplaatst. Vervolgens monteert men met krimpvrije mortel betonnen liggers. Het aanbrengen van krimpvrije mortel behoort niet tot de taken van de rigger-monteerder. Hiervoor worden gespecialiseerde bedrijven ingezet. 1.1.2.2
(De)monteren van (onderdelen van) installaties
Dit betreft het demonteren en monteren van industriële installaties of machines die weggevoerd en in een later stadium teruggeplaatst moeten worden naar aanleiding van revisie of vervanging. Het gaat vaak om erg grote objecten waardoor het weghalen en terugplaatsen met behulp van een kraan of ander hijshulpmiddel gebeurt. Het eigenlijke demonteren en monteren van de machines en installaties gebeurt door middel moer- en boutverbindingen. Dit (de)monteren van machines en installaties is te onderscheiden van het fijntunen en regelen van de machines. Dit laatste is de taak van gespecialiseerde firma’s. 1.1.2.3
(De)monteren van kranen
Voor montageactiviteiten wordt gebruik gemaakt van kranen. Wanneer gebruik wordt gemaakt van opbouwkranen worden deze met behulp van een mobiele kraan gemonteerd door de rigger-monteerder. De kraanonderdelen (voornamelijk giekonderdelen en ballast) worden gemonteerd met behulp van pennen.
10
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
1.2. Afbakening Binnen sommige bedrijven wordt er tussen de rigger-monteerders naar beroepsinhoud een onderscheid gemaakt. De rigger-monteerders werken er in zekere mate gespecialiseerd als bijvoorbeeld, rigger-monteerder, monteerder-opbouwkranen, monteerder-mecanicien, rigger, … . Het merendeel van de bedrijven streeft echter naar polyvalent inzetbare riggermonteerders. Het gaat hier over rigger-monteerders die zowel constructie elementen, machines, apparaten en kranen monteren en daarnaast ook riggen. Dit hangt samen met het gegeven dat de montagesector een KMO-sector is en ondernemingsgrootte vaak recht evenredig lijkt met de mate van specialisatie van de medewerkers. Daarom kiezen we er voor de riggermonteerder ook binnen het beroepsprofiel weer te geven als een polyvalent beroepsbeoefenaar. Bovendien is het onderscheid in taken en competenties tussen de verschillende specialisaties niet dermate groot dat het aanleiding geeft tot het opstellen van aparte beroepsprofielen. De rigger-monteerder maakt in de praktijk steeds deel uit van een (klein) team. Dit team wordt samengesteld op basis van de opdracht en kan dus per opdracht van samenstelling veranderen. Zoals hierboven beschreven beschrijven we een polyvalent beroepsbeoefenaar die diverse montagetechnieken toepast, maar die behalve monteert ook rigt. Het aanslaan en uitwijzen van lasten op een werf neemt bij een normale opdracht niet voldoende tijd in beslag om te verantwoorden dat een werknemer zich uitsluitend met riggen bezig houdt. Het monteren en demonteren van stellingen behoort niet tot het takenpakket van de riggermonteerder. Wanneer gebruik gemaakt wordt van stellingen zal hiervoor een gespecialiseerde firma worden ingeschakeld. Veiligheid is een dermate belangrijk aspect van het werken in de montagesector, dat het voor de bedrijven interessanter is om de verantwoordelijkheid over de stellingen niet zelf te dragen. Ook het fabriceren of op maat brengen van de onderdelen die gemonteerd worden behoort niet tot het takenpakket van de rigger-monteerder. De onderdelen worden op maat geleverd. De rigger-monteerder staat niet in voor het lassen tijdens de montage. Lassen is de taak van de gecertificeerde lasser. Hoewel deze niet meer tot de dragende constructie behoren komt het voor dat riggermonteerders ingezet worden voor het monteren van wand- of gevelplaten. We opteren er voor om dit niet op te nemen in dit beroepsprofiel aangezien het eerder deel uitmaakt van de af-
11
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
werking van het gebouw. De verschillende systemen voor het monteren van wand- of gevelplaten worden uitvoerig toegelicht in het beroepsprofiel ‘Monteur metalen gevel- en dakelementen. Ook hebben we ervoor geopteerd het werken aan flenzen niet op te nemen in het beroepsprofiel. Werken aan flenzen is een specifieke bezigheid en een beroepsbeoefenaar wordt hiertoe opgeleid. Het (de)monteren van flenzen valt dan ook buiten de doorsnee beroepsuitoefening van een rigger-monteerder. Voor het werken aan flenzen verwijzen we naar het beroepsprofiel ‘Pijpfitter’, waar deze taak uitgebreid aan bod komt. Het (de)monteren van flenzen is immers een taak die eerder deel uitmaakt van het beroep pijpfitter (helper-fitter). Ten slotte behoort in het geval van industriebouw het gieten van de fundering en de afwerking van het gebouw niet tot de taken van de rigger-monteerder.
1.3. Beroepsinhoud Plannen en organiseren van het eigen werk De rigger-monteerder neemt via de ploegbaas kennis van de algemene planning (wanneer en waar gaan de werken door) en van de meer concrete werkinstructies (op de werf zelf geeft de ploegbaas voortdurend opdrachten aan de ploeg van rigger-monteerders). De riggermonteerder leest een eenvoudig technisch plan. Hij verwoordt onduidelijkheden in de opdracht of problemen die hij zelf voorziet. Bij elke opdracht neemt de rigger-monteerder op regelmatige basis deel aan een toolbox-meeting waarop uitgebreid wordt ingegaan op veiligheid. Men geeft aan hoe en waarom de medewerkers veilig moeten werken. Bij een grote of gecompliceerde opdracht wordt een risico-analyse uitgevoerd. De rigger-monteerder neemt kennis van de resultaten van deze analyse. Voorzien van de nodige materialen en materieel Het is de taak van de ploegbaas om ervoor te zorgen dat al het nodige gereedschap op de werf aanwezig is. De rigger-monteerder staat enkel in voor het inladen van het materieel in de bestel- of vrachtwagen en het lossen en opslaan ervan op de werf. De materialen worden meestal door de fabrikant ter plaatse geleverd, zodat de montageploeg ze enkel lost en opslaat op de werf. Het lossen van de materialen gebeurt indien nodig met een kraan (zie aanslaan en uitwijzen van materialen). Op de werf is het belangrijk dat de rigger-monteerder het materieel en de materialen op een efficiënte en veilige manier verplaatst. Hiervoor gebruikt hij een hoogtewerker, verreiker en/of
12
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
heftruck. Het gebruik van ladders is quasi verdwenen en ook stellingen worden in deze context weinig gebruikt. Aanslaan en uitwijzen van materialen Het aan- en afslaan van de last, onder andere met behulp van kettingtakels, stroppen, hijsbanden en staalkabels, behoort tot het takenpakket van de rigger-monteerder, evenals de communicatie met de kraanbestuurder. Hij gaat ook na of het keuringsplichtige hijsmateriaal voorzien is van de juiste labels. (De)monteren van bouwelementen en (onderdelen van) installaties Bij renovatiewerkzaamheden of het wegnemen van (onderdelen van) een installatie demonteert de rigger-monteerder de elementen met behulp van montagegereedschap. Indien nodig snijdt hij de elementen die vervangen moeten worden door met behulp van een snijbrander, zaagmachine of slijpschijf. Hij maakt vervolgens de vrijgemaakte aansluitpunten schoon met afbraamgereedschap (bv. staalborstel) met het oog op nieuwe montage. Bij het monteren begint de rigger-monteerder met het manueel of met een koevoet positioneren van de elementen (bouwelementen of onderdelen van installaties). Vervolgens bevestigt hij de elementen door middel van bouten en/of ankers. (De)monteren van kranen Het monteren en demonteren van een opbouwkraan gebeurt onder toezicht (van een ploegbaas en/of kraanman). De rigger-monteerder assisteert bij het monteren van de giekonderdelen en de ballast met behulp van pennen en splitpennen. Instaan voor orde en netheid op de werkplek De rigger-monteerder zorgt ervoor dat de werkplek ordelijk en net blijft. Milieu De rigger-monteerder zorgt tijdens en na de uitvoering van zijn opdracht voor het scheiden en selectief verwijderen van afval, dit in opdracht van de leidinggevende. Onderhoud en schoonmaken van het materieel De rigger-monteerder draagt mee zorg voor het preventief onderhouden en schoonmaken van het materieel. Aangezien er vaak gebruik wordt gemaakt van allerhande montage- en ander gereedschap is het belangrijk dat dit gereedschap optimaal functioneert. Indien gereedschap of onderdelen ervan aan vervanging toe zijn meldt hij dit aan de ploegbaas of de verantwoordelijke voor het materieel.
13
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Opbouwen van de eigen deskundigheid en die van anderen De rigger-monteerder neemt naar behoefte deel aan een aantal opleidingen. Deze opleidingen kunnen zowel betrekking hebben op veiligheid als op de meer technische aspecten van de job. De rigger-monteerder begeleidt en ondersteunt beginnende rigger-monteerders. Kwaliteitszorg De rigger-monteerder leeft enerzijds de voor zijn opdracht vooropgestelde termijnen na en anderzijds voert hij zijn werk uit volgens de vooropgestelde eisen op het vlak van kwaliteit. Welzijn op het werk Instaan voor welzijn op het werk betekent in de eerste plaats zorgen voor de eigen veiligheid en die van collega’s(/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies. Het betekent ook zorgen voor de eigen gezondheid en die van collega’s(/derden) door onder meer aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en voor ergonomisch handelen. De rigger-monteerder (of de ploegbaas) staat ook in voor het ophalen en in de praktijk brengen van de werkvergunning.
Samenvattend: De rigger-monteerder verplaatst en bouwt op locatie de onderdelen van metalen en in mindere mate houten of betonnen constructies, de onderdelen en leidingen van installaties en de onderdelen van kranen samen en/of los. Hij doet dit aan de hand van uiteenlopende technieken zoals bijvoorbeeld bout- en moerverbindingen, snijbranden,… en ongeacht de grootte van de onderdelen. Verder zorgt hij voor het correct aan- en afslaan van lasten (rigging) bij het uitvoeren van hijswerken in functie van de montage. Ook hier past hij uiteenlopende riggerstechnieken toe, dit naargelang de vorm en gewicht van de aan te slaan last, alsook de omgevingsfactoren.
1.4. Doorgroeimogelijkheden Vooraleer te spreken over de doorgroeimogelijkheden die er voor de rigger-monteerder bestaan, geven we eerst een overzicht van hoe een beginnend rigger-monteerder ingezet en ingewerkt wordt. Voor mensen nieuw in de branche, wordt er een opleiding georganiseerd5 bestaande uit een aantal modules waaruit men selecteert afhankelijk van de taken die de rigger-monteerder opneemt in het bedrijf:
5
Deze opleiding wordt aangeboden door onder andere het competentiecentrum Comokra, welk gespecialiseerde opleidingen in de montagesector organiseert
14
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
B-VCA Werken op hoogte Flensmontage Aanslaan en uitwijzen van lasten. Werken met een heftruck Werken met een hoogtewerker Werken met een verreiker
Nieuwe medewerkers krijgen naast deze opleiding ook een opleiding op de werkvloer. Hiertoe krijgt de beginnende rigger-monteerder enerzijds instructies en extra opvolging van de ploegbaas, anderzijds laat men hem hiertoe nauw samenwerken met en leren van meer ervaren collega’s (onder de vorm van peterschap). Aanvankelijk wijst men aan de beginnend beroepsbeoefenaar eerder eenvoudige taken toe, waarbij men zijn handigheid, mate van initiatief nemen, … inschat. Op basis hiervan gaat men taken toewijzen met een stijgende moeilijkheidsgraad. De termijn voor het opleiden op de werkvloer tot een “volleerd” rigger-monteerder is afhankelijk van de capaciteiten van de nieuwe medewerker. Werknemers met meerdere jaren ervaring, die voldoende zelfstandig kunnen werken en over voldoende technisch inzicht en leidinggevende capaciteiten beschikken kunnen worden ingezet als ploegbaas. De ploegbaas is verantwoordelijk voor het resultaat en de organisatie van het hele gebeuren. Hij zal het goede verloop van de werken in het oog houden alsook de werknemers aanwijzingen geven. Specifieke verantwoordelijkheden voor de ploegbaas zijn de volgende:
Indien de opdrachtgever dit zelf niet opneemt, het installeren van de werf door het bestellen en organiseren van de benodigde zaken.
Zorgen dat iedereen weet wat hij moet doen De voortgang en het goede verloop van de werken controleren en indien nodig bijsturen. Bijhouden van administratie zijnde het dagboek der werken, het werfregister, … . Doorgeven aan bedrijf wat er extra nodig is op de werf qua materiaalvoorziening zodat dit wordt klaargelegd voor transport
De ploegbaas kan op zijn beurt doorgroeien naar het beroep van werfleider. Dit maakt dat het mogelijk loopbaanverloop van de rigger-monteerder er als volgt uitziet:
15
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
→ Rigger-monteerder→ Ploegbaas → Werfleider
2. Taken en Competenties Hieronder volgt de takenanalyse voor de rigger-monteerder. De taken zijn gegroepeerd in takenclusters, die elk een eigen titel kregen. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. Vanaf eind 2004 wordt de takencluster ‘Instaan voor welzijn op het werk’ standaard opgenomen in elk beroepsprofiel dat de SERV maakt. Het is een uitgebreide tabel die in overleg met alle meewerkende sectoren werd opgesteld en door hen is goedgekeurd. In principe is het dus een gestandaardiseerde tabel, waarvan de inhoud wel kan worden gespecificeerd indien nodig naargelang het besproken beroep. De takencluster is afkomstig uit de nota ‘Welzijn op het werk’ die op aanvraag te verkrijgen is bij de SERV. De aanleiding voor deze aanvulling is dubbel, namelijk:
de kritiek dat er in de oude SERV-profielen te weinig aandacht werd besteed aan welzijn op het werk;
de vraag van onderwijs om een eenvormige en gestandaardiseerde basistabel te krijgen over de taken en competenties die elke beginnende beroepsbeoefenaar moet uitoefenen en hebben om welzijn op het werk te garanderen.
De betreffende tabel is dus groter van omvang dan wat in de oudere profielen stond over dit thema. We willen evenwel benadrukken dat de omvang van die takentabel geenszins iets zegt over het gewicht van deze takencluster in het gehele takenpakket van de beroepsbeoefenaar. De operationele kerntaken blijven de belangrijkste taken en competenties bevatten. In de toekomst zullen ook dergelijke takentabellen uitgewerkt worden voor de takenclusters milieu en kwaliteitszorg. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren rigger-monteerder toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden:
16
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Plannen en organiseren van het eigen werk (tabel 2.1.) Voorzien van de nodige materialen (tabel 2.2.) Aanslaan en uitwijzen van materialen (tabel 2.3.) (De)monteren van bouwelementen en (onderdelen van) installaties (tabel 2.4.) (De)monteren van kranen (tabel 2.5.) Instaan voor orde en netheid op de werkplek (tabel 2.6.) Milieu (tabel 2.7.) Onderhoud en schoonmaken van het materieel (tabel 2.8.) Opbouwen van de eigen deskundigheid en die van anderen(tabel 2.9.) Kwaliteitszorg (tabel 2.10.) Welzijn op het werk (tabel 2.11.)
2.1. Plannen en organiseren van het eigen werk Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties
Kennis nemen van de algemene planning en de concrete werkinstructies X X
Lezen van technisch plan
Competenties
X
X
X X
Kennis hebben van de wijze waarop de planning wordt meegedeeld (bv. toolboxmeeting, werkfiches, …) Aandachtig kunnen luisteren Onduidelijkheden, problemen die men voorziet, … kunnen verwoorden Kennis van perspectieftekening Kennis van symbolen Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben
17
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.2. Voorzien van de nodige materialen en materieel Taken
Laden, lossen en opslaan van het materieel en het materiaal
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
Aanvoeren al dan niet in de hoogte van materialen en materieel opdat veilig en vlot gewerkt kan worden
X
X
Kennis van montagegereedschap (manuele, elektrische of pneumatische sleutel, hamer, koevoet, …) gebruikt tijdens de werkzaamheden Kennis van de courante materialen gebruikt tijdens de montagewerkzaamheden (profielen, constructiepanelen, bouten/moeren, onderdelen van een kraan, …) Weten waar het materieel en de materialen op te slaan Indien de materialen gelost worden met een kraan zie tabel 2.3 Kennis van de courante materialen gebruikt tijdens de montagewerkzaamheden (constructieprofielen, constructiepanelen, bouten/moeren, onderdelen van een kraan …) Kennis van de werking en het gebruik van hulpmiddelen voor transport zoals hefwerktuigen (hoogwerker, verreiker, …) Kunnen organiseren van het eigen werk
18
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.3. Aanslaan en uitwijzen van materialen Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties
Competenties
Aan- en afslaan van materiaal
Uitwijzen van materialen
X
Het juiste hijshulpmiddel kunnen selecteren en gebruiken in functie van de last die zal worden verplaatst (o.a. kettingtakels, strop, hijsbanden, staalkabels, tangen en platenklemmen, hijsmagneten) Kunnen inschatten van het gewicht van de last Kunnen bepalen van het zwaartepunt van de last Kunnen bepalen van de tophoek Kunnen bepalen van de figuur van aanslaan Kennis van driehoeksmeetkunde Kennis van de labels van het hijsmateriaal dat gekeurd moet worden Kennis van de seincodes conform de wetgeving Kunnen seinen aan de kraanman conform de wetgeving Duidelijk en eenduidig radiofonisch kunnen communiceren met de kraanman
19
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.4. (De)monteren van bouwelementen en (onderdelen van) installaties Taken
Afmeten van de te vervangen elementen
Demonteren van de te vervangen elementen (constructieprofielen, constructiepanelen, buisleidingen, …)
Schoonmaken van de vrijgemaakte aansluitpunten met het oog op nieuwe montage
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X
X X
Competenties
X
X
X
X
X
Kennis van de werking en het gebruik van de benodigde meetapparatuur (rolmaat, gradenboog en waterpas) Kunnen meten Een tijdelijke ondersteuning kunnen plaatsen Kennis van de werking en het gebruik van een zaag(machine), snijbrander of slijpschijf Kennis van de werking en het gebruik van montagegereedschap (manuele, elektrische of pneumatische sleutel, hamer, koevoet, …) Kennis van de volgorde voor het losmaken van bouten Kennis van de werking en het gebruik van afbraamgereedschap
20
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Monteren van de elementen (kolommen, liggers, windverbanden, dakconstructie, apparaten, ketels, …)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X X
Competenties
X
X
X
Kennis van de werking en het gebruik van de benodigde meetapparatuur (rolmaat, gradenboog en waterpas) Kunnen meten Het element manueel of met behulp van een koevoet op de plaats van montage kunnen brengen Kennis van de werking en het gebruik van montagegereedschap (manuele, elektrische of pneumatische sleutel, hamer, koevoet, …) Kunnen toepassen van montagetechnieken, voornamelijk het correct aantrekken van bouten Teamgericht kunnen werken
2.5. (De)monteren van kranen Taken
Assisteren bij het monteren of demonteren van de verschillende kraanonderdelen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
X
X
Kennis van de werking en het gebruik van montagegereedschap (manuele, elektrische of pneumatische sleutel, hamer, koevoet, …) Kennis van de onderdelen van een kraan (giekonderdelen, ballast …) Basiskennis van de volgorde voor het monteren van een kraan
21
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.6. Instaan voor orde en netheid op de werkplek Taken
Net houden van de werkplek
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
Ordelijk en net kunnen werken
2.7. Milieu Taken
Scheiden en selectief verwijderen van afval volgens opdracht
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
Weten waar men met welk soort afval terecht kan
2.8. Onderhoud en schoonmaken van het materieel Taken
Draagt mee zorg voor het preventief onderhouden en schoonmaken van het materieel
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
Kennis van onderhoudsvoorwaarden en reinigingsmethoden van het montage-, afwerkings- en ander gereedschap Kennis van de kritieke punten voor onderhoud Kunnen signaleren wanneer onderdelen aan herstelling of vervanging toe zijn
22
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.9. Opbouwen van de eigen deskundigheid en die van anderen Taken
Opleiding volgen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Ondersteunen en begeleiden van beginnende riggermonteerders
Competenties
2.10.
Bereid zijn te leren Kunnen geven van precieze richtlijnen Kunnen verwoorden waarom men een bepaalde handeling moet stellen Feed-back kunnen geven over het functioneren
Kwaliteitszorg Taken
Kunnen integreren van de verworven competenties in de dagdagelijkse werksituatie
De termijnen voor het eigen werk naleven Het eigen werk volgens de kwaliteitseisen uitvoeren
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
X
X
De opdracht binnen de vooropgestelde tijd kunnen afwerken Kennis hebben van de vooropgestelde kwaliteitseisen Kunnen beoordelen of het werk voldoet aan de vooropgestelde kwaliteitseisen
23
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
2.11.
Welzijn op het werk
Instaan voor welzijn op het werk betekent in de eerste plaats zorgen voor de eigen veiligheid en die van collega’s(/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies. Het betekent ook zorgen voor de eigen gezondheid en die van collega’s(/derden) door onder meer aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en voor ergonomisch handelen. Dit vertaalt zich in algemene competenties zoals veiligheidsbewust werken en gezondheidsen hygiënebewust werken. Taken
Ophalen van vergunningen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
X
X
Kennis van het belang van werkvergunningen met het oog op veiligheid bij het uitvoeren van risicovolle werken Kennis van soorten van werkvergunningen (oa. koudewerkvergunning, vuurwerkvergunning, vergunning voor het betreden van besloten ruimten, graafvergunning, shutdown vergunning, werken met of aan radioactieve bronnen, betreden van stellingen, werken aan pijpleidingen, werken aan elektrische installaties) Kunnen toepassen van de veiligheidsvoorschriften die vermeld zijn in de werkvergunning (oa. het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen)
24
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Aan de verantwoordelijke melden van • ongevallen en incidenten (ook incidenten m.b.t. agressie en geweld) • elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt • elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen
Bijstand verlenen aan de werkgever of de verantwoordelijk gestelde werknemer en hem in staat stellen • alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen m.b.t. veiligheid en gezondheid • ervoor te zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en gezondheid binnen hun werkterrein
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Kennis van interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van incidenten, ongevallen of gevaarlijke situaties Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk Kennis van de preventiebeginselen Kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze meldplicht in functie van preven Instructies correct kunnen opvolgen Kennis van de preventiebeginselen Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze bijstand in functie van preventie en risicobeheersing Verantwoordelijkheidszin hebben Veiligheidsbewust werken
25
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Adequaat optreden in geval van nood/ brand (PVI, 2001, p.19) • collega’s en verantwoordelijke verwittigen • bij brand o.a. hulpdiensten oproepen, juiste blusmiddelen gebruiken, geen liften gebruiken, laag op de grond blijven bij veel rook
Ergonomisch werken
Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
X
Competenties
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Adequaat kunnen reageren in noodsituaties (PVI, 2001, p.19) Kennis van het nood- en evacuatieplan van de onderneming of organisatie (PVI, 2001, p.19) Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof) (PVI, 2001, p.62) Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden (PVI, 2001, p.19) Kennis hebben van de risico’s van overbelasting of verkeerde belasting van het lichaam Kennis hebben van de basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico’s Juiste hef- en tilbewegingen kunnen toepassen Correct kunnen hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen Kennis hebben van het begrip stress op het werk
26
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Op een positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
X
Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/aangeboden door de werkgever)
X
Arbeidsmiddelen gebruiken zoals het moet. Dit houdt o.a. in: • Geregeld controleren en onderhouden van arbeidsmiddelen • Nooit machinebeveiliging willekeurig wegnemen of uitschakelen • Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen als het nodig is • Gereedschap alleen gebruiken voor het werk waarvoor het gemaakt is • Veilig opbergen van gereedschap
X
Competenties
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
Weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan Kennis hebben van de maatregelen vastgelegd door de onderneming betreffende de bescherming van werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Respectvol kunnen omgaan met collega’s Inzicht hebben in het belang van opleiding in het kader van preventie het geleerde in de praktijk kunnen brengen kritisch kunnen zijn over eigen houding en handelen Oplettend zijn Nauwkeurig de veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen Kennis hebben van de werking van de machine en/of gereedschappen Kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van machines en gereedschappen Machines veilig kunnen gebruiken Kennis hebben van de veiligheidssignalisatie Veiligheidsinstructiekaarten kunnen lezen en begrijpen Kunnen beoordelen of het gereedschap nog goed (en dus veilig) is
27
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Producten met gevaarlijke eigenschappen op de juiste manier gebruiken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Persoonlijke beschermingmiddelen op de juiste manier gebruiken. Dit houdt o.a. in: • PBM’s dragen wanneer het moet • PBM’s regelmatig onderhouden en controleren • PBM’s na gebruik correct opbergen
X
X
X
X
X
X
X
Competenties
X
X
X X
Kennis hebben van de producten met gevaarlijke eigenschappen waarmee men op de werkvloer in contact komt Kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van producten met gevaarlijke eigenschappen Hygiëne bewust werken Kunnen lezen en interpreteren van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op het etiket van gevaarlijke producten Kennis hebben van de regels in verband met de opslag van producten met gevaarlijke eigenschappen Kennis hebben van de veiligheidssignalisatie, transportetikettering en productetikettering De veiligheidsinformatiebladen kunnen lezen en begrijpen Kennis hebben van de situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen Kennis van de veiligheidssignalisatie mbt. het dragen van PBM’s (blauwe gebodsborden) Kennis van de verschillende PBM’s (gezichts-, gehoors-, hoofd-, hand-, voet- en adembescherming) en van hun functie Kennis van het juiste gebruik van PBM’s en gebruikstoepassingen Zich bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheid voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen
28
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Taken
Collectieve beschermingsmiddelen aanbrengen (vb. vangnetten, valbeveiliging)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen Instructies kunnen opvolgen
3. Competenties Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de rigger-monteerder. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de rigger-monteerder moet beschikken.
3.1. Algemene beroepskennis Kennis van planlezen
Kennis van technische termen en symbolen Kennis van lezen van een perspectieftekening
Kennis van meetinstrumenten en -technieken Kunnen toepassen van meettechnieken en kennis van de werking en bediening van de meetinstrumenten zoals bijvoorbeeld waterpas, rolmaat, blokhaak, … Kennis van gereedschappen en hulpmiddelen Kennis van de werking, de bediening, de veiligheidsvoorschriften, de onderhoudsvoorwaarden en de reinigingsmethoden van: • Meetgereedschap: rolmaat, waterpas, blokhaak, gradenboog, … • Verspanend gereedschap: slijpmachine, snijbrander, zaag(machine), … • Montagegereedschap: staalborstel, vijl, manuele, elektrische en pneumatische sleutels, momentsleutel, hamer, … • Hijshulpmiddelen: kettingtakel, strop, … • Transportmiddelen: hoogwerker, verreiker, … Kennis van aanslaan en uitwijzen van lasten
Kennis van gewicht, zwaartepunt, hoek en figuur van aanslaan
29
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Kennis van de seincodes conform de wetgeving Kennis van radiocommunicatie
Kennis van montage- en verbindingstechnieken Kennis van mechanische verbindingstechnieken (voornamelijk bout-moer verbinding) Kennis van afbraamtechnieken Kennis van afbraamtechnieken om bewerkte elementen schoon te maken met het oog op nieuwe montage Kennis van materialen
Kennis van de verschillende soorten bouwelementen (verschillende soorten profielen in staal, hout en beton, verschillende soorten bouten en moeren, ankers, …).
Kennis van de onderdelen van een kraan (contragewicht, mast, giek, spankabels, …)
Kennis van wiskunde
Kennis van de ruimtemeetkunde (berekening van lengte, breedte, hoogte, oppervlakte). Kennis van driehoeksmeetkunde (bepalen van de tophoek voor het aanslaan van lasten).
Kennis van mechanica Inzicht hebben in de werkingsprincipes van de kraan Kennis van kwaliteitszorg Kennis van bedrijfs- en productspecifieke kwaliteitsnormen. Kennis van de bedrijfsspecifieke procedure voor interne communicatie Kennis hebben van de arbeidsorganisatie binnen de afdeling. Basiskennis van de wetgeving met betrekking tot het welzijn op het werk
Kennis van het doel en de uitgangspunten van de wetgeving met betrekking tot welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk (Wet van 4 augustus 1996, ARAB en Codex)
Kennis van de rechten en plichten van de werknemer met betrekking tot welzijn op het werk
Kennis van de functie en bevoegdheden van door de overheid aangewezen toezichthoudende instanties met betrekking tot arbeidsomstandigheden (o.a. arbeidsinspectie)
Kennis van de rol van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
30
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever)
Kennis van de terminologie met betrekking tot welzijn op het werk
Kennis van de begrippen veiligheid en gezondheid Kennis van de begrippen gevaar, risico, schade, ongeval en incident Kennis van de begrippen preventie en risicobeheersing Kennis van de begrippen stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van het beleid van de onderneming/organisatie met betrekking tot het welzijn op het werk
Kennis van de veiligheidsregels en instructies in de onderneming/organisatie
Kennis van het nood- en evacuatieplan van de onderneming/organisatie
Kennis hebben van de richtlijnen binnen het bedrijf omtrent EHBO en maatregelen te nemen bij brand
Kennis van de interne procedures van de onderneming/organisatie inzake het melden van incidenten of ongevallen
Kennis van de maatregelen vastgelegd door de onderneming/organisatie betreffende de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van ongevallen
Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk
Kennis van de preventiebeginselen
Kennis van de procedures voor rapportering van ongevallen en bijna ongevallen
Kennis van ongevallenpreventie met aandacht voor de mens, de techniek, de omgeving en de organisatie
Kennis van manieren om gevaarlijke situaties op te heffen Gevaarlijke handelingen kunnen herkennen en kennis hebben van manieren om deze te verbeteren
Kennis van veiligheidssignalisatie
Kennis van de verschillende soorten tekens, symbolen, borden, kleuren voor verbod, gebod, waarschuwing, redding en aanwijzingen, brandbestrijding, gascilinders
31
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Kennis van de gevaarsaanduidingen op etiketten Kennis van de R- en S-zinnen Kennis van de aanduidingen voor de brandklassen, elektriciteit, CE-keurmerk,…
Kennis van hygiëne
Kennis van de principes van algemene en persoonlijke hygiëne Kennis van de richtlijnen in de onderneming of organisatie met betrekking tot netheid en hygiëne
Kennis van ergonomie
Kennis van de risico’s van een slechte houding voor de gezondheid (belasting van rug, gewrichten, spieren,…)
Kennis van de basisprincipes van het hanteren van lasten zonder risico’s Kennis van de juiste hef- en tiltechnieken Kennis van de beschikbare hulpmiddelen bij heffen en tillen
Basiskennis van brandblussen en EHBO
Kennis van brandblussen Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof) Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden
Kennis van arbeidsmiddelen
Kennis van de werking en de toepassingen van machines en gereedschappen
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met machines.
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van mechanisch gereedschap.
Kennis van de functie van steekflenzen en toepassingsvoorbeelden
Kennis van de bedieningsschakelaars aan de machines en gereedschappen (noodstop/dodemansknop)
Kennis van de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met handgereedschap.
Kennis van de inhoud van veiligheidsinstructiekaarten
32
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Kennis van het belang van preventief onderhoud
Kennis van producten met gevaarlijke eigenschappen
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van gevaarlijke producten
Kennis van de belangrijkste veiligheidsaanbevelingen met betrekking tot producten met gevaarlijke eigenschappen
Kennis van de regels in verband met de opslag van gevaarlijke producten
Kennis van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op de etiketten van gevaarlijke producten
Kennis van de inhoud van de veiligheidsinformatiebladen
Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
Kennis van de voorschriften m.b.t. de draagplicht van persoonlijke beschermingsmiddelen
Inzicht in de toepassing en kennis van het veilig gebruik maken van verschillende soorten persoonlijke beschermingsmiddelen voor: • Gezichtsbescherming: lasbril, veiligheidsbril, gasbril of zuurbril, gelaatscherm • Gehoorsbescherming: oorkappen, oordoppen, oorapparaten met filter • Hoofdbescherming: stoothelm, veiligheidshelm • Handbescherming: juiste handschoenen voor het juiste werk • Voetbescherming: veiligheidsschoenen met metalen tip, veiligheidsschoenen met stalen zool • Adembescherming: stofmasker, gasfilter, halfgelaatsmasker, volgelaatsmasker… Wanneer er genoeg zuurstof in de lucht is, gebruikt men toestellen en maskers die beschermen tegen gevaarlijke deeltjes in de lucht; wanneer er niet genoeg zuurstof in de lucht is, gebruikt men toestellen die extra zuurstof geven
Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen
Kennis van het correct dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van de blauwe gebodsborden met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor hijsen, tillen, dragen
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met een hijswerktuig
Kennis van de labels die aangebracht moeten zijn bij hijsmateriaal met keuringsplicht Kennis van het veilig gebruik van verschillende hijsgereedschappen Kennis van de (ergonomische) technieken om een last of persoon handmatig veilig te tillen en verplaatsen
33
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor struikelen, uitglijden, vallen
Weten welke situaties in de eigen werksituatie struikelen, uitglijden of verstappen tot gevolg kunnen hebben
Kennis van methoden om de risico's bij het lopen te voorkomen: wegnemen, aanpassen, repareren, orde en netheid, beheersen, afzetting, markering
Kennis van het gebruik van werkvergunningen Kennis van het doel en de inhoud van werkvergunningen
3.2. Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van rigger-monteerder. Onderstaande sleutelvaardigheden werden reeds als belangrijk voor dit beroep aangeduid.
34
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Sleutelvaardigheid
Flexibel zijn (*)
Gezondheidsbewust werken
Handig zijn (*) Hygiëne bewust werken
Initiatief tonen Kwaliteitsbewust werken (*)
Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben
Teamgericht kunnen werken (*)
Veiligheidsbewust werken (*)
Zelfstandig kunnen werken
Omschrijving In staat zijn om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden zoals andere werven, opdrachten, mensen. Soms wordt ook het presteren van wisselende werktijden gevraagd. De werknemer heeft bij het uitvoeren van zijn taken aandacht voor de impact ervan op de gezondheid en voor de preventieve maatregelen die hij kan nemen. Vlug en behendig kunnen omgaan met de te monteren elementen en het nodige gereedschap. De werknemer is actief en pro-actief gericht op hygiëne en is zich bewust van het belang van hygiëne bij zijn werkzaamheden. De werknemer past de principes van algemene en persoonlijke hygiëne toe. In staat zijn om taken aan te pakken zonder dat hier expliciet om gevraagd wordt. Weten aan welke vereisten het eindproduct en de eigenlijke werkzaamheden (goede praktijken naar veiligheid, gezondheid en leefmilieu) moeten beantwoorden en bereid zijn zich in te spannen om aan deze vereisten te voldoen. In staat zijn te werken op basis van een technisch plan dat moet worden omgezet naar een reële constructie. In staat zijn om als één ploeg gemeenschappelijk en collegiaal een opdracht af te werken. Bereid zijn verantwoordelijkheid op te nemen met betrekking tot de eigen taken, collega’s bij te springen en samen te werken. In staat zijn om actief en proactief in te staan voor de veiligheid en gevaarlijke situaties voorkomen. Een werknemer werkt veiligheidsbewust wanneer een veilige manier van werken een evident onderdeel van zijn handelen wordt. Het betekent ook dat de werknemer in staat is kritisch naar het eigen handelen te kijken voor wat betreft de veiligheid om het, indien nodig, bij te sturen. Veilig werken betekent dat de werknemer tijdig kan herkennen van wat fout kan gaan (= gevaren kennen en risico’s herkennen), de risico’s juist kan beoordelen (= risico juist evalueren) en er gepast op kan reageren (= risico beheersen). In staat zijn om zelfstandig zonder hulp of toezicht gedurende lange tijd aan een taak te werken.
Tijdens de conferentie werden de sleutelvaardigheden die in de tabel met een (*) zijn aangeduid, naar voor geschoven als de meest belangrijke.
35
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
3.3. Specifieke vereisten De rigger-monteerder moet ook over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep:
Geen hoogtevrees hebben. Beschikken over een goed evenwichtsgevoel Gezien het belang van veiligheid zijn er een aantal veiligheidsattesten die de riggermonteerder moet behalen om zijn werk te kunnen uitvoeren. Het attest basisveiligheid (in het kader van een VCA- of BeSaCC- certificaat) is een vereiste om te kunnen werken op locatie. Daarnaast zijn er nog een aantal opleidingen (rigger, werken met perslucht, bedienen van een hoogwerker, …) die de rigger-monteerder volgt afhankelijk van de opdrachten die hij krijgt binnen de onderneming.
36
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
4. Bijzondere arbeidsomstandigheden Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin wordt gewerkt zijn:
Werken op locatie: werken in open lucht en onder wisselende omstandigheden Werken in teamverband De werkuren kunnen variëren naargelang de opdrachten, de plaats van de werf en de weersomstandigheden
Ook geven we een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico’s en hun mogelijke preventie
Werken met arbeidsmiddelen
Gevaar-risico: De meest voorkomende letsels door het gebruik van of bij het vallen van arbeidsmiddelen (machines en handgereedschappen), zijn kneuzingen en wonden (snijwonden, brandwonden,…), verstuikingen, oogletsels door wegvliegende deeltjes, doorboring en inspanningspijnen. Preventie: Het dragen van beschermende kledij zoals veiligheidsschoenen (met metalen tip, antislip), veiligheidshelm, veiligheidsbril, en weinig brandbare kledij. Het is belangrijk dat de werknemer kennis heeft van de risico’s en van het veilig gebruik van de machines die hij bedient. Een goede kennis van de verschillende bedieningsknoppen van de machine zoals de hoofdschakelaar (starten en stilleggen van de machine), de noodstops of de dodemansknop… is onontbeerlijk. Handgereedschap moet gebruikt worden volgens de regels van goed vakmanschap en volgens eventuele aanvullende voorschriften van de producent. Veilig gebruik van handgereedschappen betekent bijvoorbeeld, het gereedschap gebruiken waarvoor het gemaakt is, goed gereedschap gebruiken, gereedschap geregeld controleren en het goed onderhouden. Gereedschap moet ook veilig verplaats en opgesteld worden tijdens het werk, en veilig opgeborgen na gebruik. Voor alle machines moeten er op de werkplek veiligheidsinstructiekaarten beschikbaar zijn. De werknemer moet ze kunnen raadplegen en begrijpen.
37
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Transporteren en verplaatsen
Gevaar-Risico: bij het manueel hanteren van lasten bestaat het risico op schade of letsels wanneer de last niet aangepast is aan het tilvermogen van de persoon. Dan spreekt men van overmatige lichamelijke belasting, wat kan leiden tot schade zoals rugpijn, rugletsels, spierletsels en verwondingen aan handen en voeten. Ook struikelen, vallen en uitglijden behoren tot de risico’s van het manueel hanteren van lasten. Bij het transporteren met hulpmiddelen bestaat het risico uit ongewenst contact met bewegende onderdelen van heftrucks, hefwerktuigen, …, het hinderen stoten of aanrijden van personen, vallende voorwerpen uit slecht gestapelde rekken, contact met bewegende lasten, … Preventie:In de eerste plaats moet het manueel hanteren van lasten zoveel mogelijk vermeden worden. Bijvoorbeeld door het gebruiken van aangepaste technische hulpmiddelen die tillen in plaats van de werknemer, of door er voor te zorgen dat de operaties zo op elkaar aansluiten dat er weinig moet getild worden. Deze organisatorische maatregelen zijn grotendeels de verantwoordelijkheid van de werkgever. Wanneer de werknemer toch manueel lasten moet hanteren, moet de belasting van het menselijk lichaam zoveel mogelijk worden beperkt door de last te optimaliseren (gewicht, vorm, …) en moet een ergonomisch verantwoorde houding worden aangenomen (juiste hef- en tilbewegingen). Ook de risico’s op vallen, struikelen en uitglijden bij het verplaatsen kunnen verminderd of weggenomen worden door bijvoorbeeld de weg vrij te maken, te markeren, een algemene zin voor orde en netheid aan de dag te leggen, vloeren niet te glad maken, … Om veilig te werken met hulpmiddelen moet de werknemer kennis hebben van het juiste gebruik ervan. In dit geval gaat het vaak om specifieke hefwerktuigen en hijswerktuigen. De werknemer moet de veilige werkbelasting kunnen berekenen, veiligheidsaanduidingen en opschriften kunnen lezen en interpreteren, de juiste waarschuwingsborden kennen, de gebaren van een seingever kennen en kunnen interpreteren. Hij moet het juiste aanslagmateriaal (kettingen, kabels, …) kennen, het op de juiste manier gebruiken, controleren of het in goede staat is en het steeds goed en juist opbergen.
Werken in de hoogte
Gevaar-Risico: Vallen is één van de meest gekende risico’s van werken in de hoogte. Preventie: Ter preventie dienen de werknemers maatregelen te nemen om te vermijden dat men valt, om te vermijden dat voorwerpen vallen en veel schade aanrichten. Hiertoe moet de werknemer veilig gebruik maken van materieel dat wordt gebruikt bij het werken op hoogte zoals ladders en trappen, staande stalen steigers, hangsteigers, rolsteigers, hoogwerkers, werkbakken ingericht voor personen, …
38
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Collectieve valbeschermingen dienen geplaatst te worden en veilig gebruikt te worden. Men kan bijvoorbeeld leuningen of afschermingen zetten voor alle openingen in een gevel, indien dit ontoereikend is, moeten een vangvloer of vangnetten geplaatst worden. Indien leuningen of vangnetten onmogelijk zijn of onvoldoende bescherming bieden, dienen de werknemers persoonlijke valbescherming te gebruiken (vb. veiligheidsharnas).
5. Arbeidsorganisatie De rigger-monteerder is tewerkgesteld in zowel kleine, middelgrote als, in mindere mate, grote ondernemingen. Deze ondernemingen voeren meestal uiteenlopende opdrachten uit in onder andere de (petro)chemie, raffinaderijen, farmacie, voedingsnijverheid, industriebouw en kerncentrales. De grote ondernemingen richten zich eerder op totaalprojecten, terwijl de KMO’s zich eerder richten op een bepaald marktsegment. Industriebouw en kraanverhuur zijn hiervan de meest voorkomende voorbeelden. Toch kan worden vastgesteld dat ook ondernemingen die ontstaan zijn als gespecialiseerde ondernemingen proberen om een groot aantal activiteiten uit te voeren. Ondernemingen die kranen verhuren gaan eveneens montageopdrachten uitvoeren, bedrijven gespecialiseerd in industriebouw gaan ook de vervanging of montage van apparaten voor hun rekening nemen enzovoort. Bijgevolg is het noodzakelijk om te beschikken over polyvalente rigger-monteerders. Voor de uitvoering van de opdrachten worden kleine teams samengesteld. De grootte en de exacte invulling van deze teams is uiteraard afhankelijk van de aard en de omvang van de opdracht. Bij specifieke, relatief eenvoudige montageopdrachten wordt een team samengesteld dat bestaat uit één of twee ervaren rigger-monteerders en één of twee minder ervaren krachten. Bij grote opdrachten wordt een ploegbaas of werfleider ingeschakeld. De ploegbaas werkt nog volop mee, terwijl de werfleider zich louter bezighoudt met het coördineren van het werk, het sturen van het team en de kwaliteitscontrole. Het betreft geen vaste teams die steeds samenwerken, ook al wordt in de praktijk toch soms een beroep gedaan op een team met dezelfde samenstelling indien dit team (of enkele teamleden) bijvoorbeeld veel ervaring heeft met het werken met een bepaalde grondstof.
39
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
6. Knelpunten Bedrijven ondervinden moeilijkheden om vacatures voor het beroep rigger-monteerder in te vullen. Er bestaat in het onderwijs geen studierichting die zich specifiek richt op het beroep riggermonteerder. Daarom worden schoolverlaters gerekruteerd uit de verschillende studierichtingen van zowel het TSO als het BSO. Het gevolg is dat er, afhankelijk van de gevolgde richting, een aantal tekorten naar competenties worden vastgesteld bij de nieuwkomers die veel extra aandacht vragen gedurende de eerste weken of maanden van de tewerkstelling. Het aan- en afslaan van lasten is hier een belangrijk voorbeeld van. Mogelijk schrikken een aantal arbeidsomstandigheden (bijvoorbeeld werken op hoogte, wisselende weersomstandigheden en onregelmatige werkuren) eventuele kandidaten af.
7. Toekomstige evoluties In het algemeen worden er weinig evoluties verwacht met betrekking tot het beroep riggermonteerder. Het belangrijkste dat vermeld kan worden is dat het werk fysiek minder zwaar is geworden en dat deze trend zich nog verder zal doorzetten. Het manueel verplaatsen van zware lasten neemt sterk af en ook de gebruikte materialen zijn lichter geworden. Ook worden een aantal nieuwe gereedschappen, zoals een automatische krik, stilaan geïntroduceerd. Plasmabranden zal in de toekomst meer en meer de plaats innemen van snijbranden, aangezien hiermee zwaardere materialen kunnen worden doorgesneden. Op het vlak van veiligheid wordt verwacht dat dit in de toekomst nog belangrijker zal worden. De veiligheidsregels zullen nog uitgebreid worden. Bijvoorbeeld is er onder meer vraag naar een striktere reglementering voor het riggen. Het aan- en afslaan van materialen wordt immers belangrijker doordat de elementen die gemonteerd worden steeds groter worden. Een andere evolutie die verwacht wordt betreft de arbeidsorganisatie. Zoals reeds vermeld proberen ook de ondernemingen die ontstaan zijn als gespecialiseerde ondernemingen een groot aantal activiteiten uit te oefenen. Er wordt verwacht dat dit in de toekomst nog verder zal toenemen. Voor de rigger-monteerder heeft dit uiteraard het gevolg dat de vraag naar polyvalente werknemers nog zal toenemen, met het oog op een bredere inzetbaarheid.
40
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
8.
Beroepenfiche RIGGER-MONTEERDER (M/V)
ANDERE MOGELIJKE BENAMINGEN
NIET VERWARREN MET
CLUSTER OMSCHRIJVING
De rigger-monteerder verplaatst en bouwt op locatie de onderdelen van metalen en in mindere mate houten of betonnen constructies, de onderdelen en leidingen van installaties en de onderdelen van kranen samen en/of los. Hij doet dit aan de hand van uiteenlopende technieken zoals bijvoorbeeld bout- en moerverbindingen, snijbranden,… en ongeacht de grootte van de onderdelen. Verder zorgt hij voor het correct aan- en afslaan van lasten (rigging) bij het uitvoeren van hijswerken in functie van de montage. Ook hier past hij uiteenlopende riggerstechnieken toe, dit naargelang de vorm en gewicht van de aan te slaan last, alsook de omgevingsfactoren. TAKEN
Plannen en organiseren van het eigen werk Voorzien van de nodige materialen en materieel Aanslaan en uitwijzen van materialen (De)monteren van bouwelementen en (onderdelen) van installaties (De)monteren van kranen Instaan voor orde en netheid op de werkplek en onderhoud en schoonmaken van het materieel Opbouwen van de eigen deskundigheid en die van anderen kwaliteitszorg
COMPETENTIES KENNIS
Kennis van meetinstrumenten en -technieken Kennis van gereedschappen en hulpmiddelen Kennis van aanslaan en uitwijzen van lasten Kennis van montage- en verbindingstechnieken Kennis van materialen Kennis van stabiliteit Kennis van kwaliteitszorg Kennis van de bedrijfsspecifieke procedure voor interne communicatie Kennis van hygiëne, milieu en welzijn op het werk
41
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
SLEUTELVAARDIGHEDEN
Flexibel zijn Handig zijn Kwaliteitsbewust werken Teamgericht kunnen werken
Veiligheidsbewust werken SPECIFIEKE VEREISTEN
Attest basisveiligheid of bereid dit te behalen Bereid diverse veiligheidsattesten te behalen (riggen, hoogwerker, perslucht, …)
Geen hoogtevrees hebben OPLEIDING EN ERVARING
Bij voorkeur mensen uit de richting metaal van het beroepssecundair onderwijs
TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN
Het beroep komt voor binnen gespecialiseerde firma’s in de montagesector
Het beroep komt voor binnen een aantal grote bedrijven in de metaalverwerkende nijverheid DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
Rigger-monteerder→ploegbaas→werfleider ARBEIDSORGANISATIE
De rigger-monteerder werkt meestal in een klein team (2 tot 8 personen) al dan niet onder leiding van een brigadier of meestergast
Soms maakt de afdeling montage deel uit van een bedrijf dat een totaaloplossing biedt aan de klant onder de vorm van projectmanagement ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Werken op locatie (open lucht) Werken in teamverband Variabele werkuren Werken met arbeidsmiddelen Transporteren en verplaatsen
Werken in de hoogte KNELPUNTEN
Er is geen afstudeerrichting rigger-monteerder
Er worden tekorten naar competenties vastgesteld bij de kandidaten, bijvoorbeeld op het gebied van aanslaan en uitwijzen van lasten TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
Het beroep wordt door de lichtere materialen en nieuwe gereedschappen fysiek minder zwaar Men verwacht een uitbreiding van de veiligheidsreglementering Ondernemingen die als gespecialiseerde onderneming ontstaan zijn breiden hun werkveld uit
42
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
9. Verklarende woordenlijst
Arbeidsmiddelen: alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
Burgerlijke bouwkunde: bouwen van bruggen en viaducten, waterbouwkunde, spoorwegen, …
Flensverbinding: leidingverbinding waarbij de uiteinden van de leidingen met elkaar zijn verbonden door middel van een schijfvormige rand of velg die voorzien is van bouten en een pakking
Utiliteitsbouw: bouwen van gebouwen die voorzien in de behoeften van ‘potentiële gebruikers’. Het betreft kantoorgebouwen, ziekenhuizen, schoolgebouwen, …
Snijbranden: op een zeer hoge temperatuur wordt een metaal bij middel van een vlam (brandbaar gas) gesneden. Het gas is verrijkt met zuurstof, wat de verbranding van het metaal versnelt.
Snijbranden met de plasmavlamboog: methode die toelaat zwaardere metalen te snijbranden bij middel van een elektrische vlamboog
R- en S-zinnen: R- en S-zinnen zijn wettelijk vastgelegde Europese standaardzinnen. Je vindt ze bijvoorbeeld terug op het etiket. R-zinnen geven bijzondere gevaren (Risks) aan. S-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen (Safety) aan. Voorbeeld van een R-Zin: “Reageert heftig met water en vormt daarbij licht ontvlambaar gas”. Voorbeeld van een S-Zin: “Niet roken tijdens gebruik”.
Riggen: aanslaan en uitwijzen bij gebruik van hijshulpmiddelen. Windverband: het deel van een constructie welke de afdracht verzorgt van horizontale belastingen op een bouwwerk naar de fundering. Meestal gaat het hier om windbelastingen. Een stabiliteitsverband bestaat uit diagonale trek of drukstangen in een rechthoekig raster van kolommen en balken.
43
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Lijst van organisaties en bedrijven die werden uitgenodigd op de conferenties ‘Rigger-Monteerder’
ABVV - Metaal
ACV – Metaal
ACLVB
AGORIA – Oost- en West-Vlaanderen
AGORIA – Vlaanderen
INOM – arbeiders
Sarens NV
Aertssen Kranen NV
ROB MONTAGEBEDRIJF N.V.
Kranen Michielsens
Hemberg Montage asbl
Ivo Gijbels NV
SAMOCO NV
De heer BIEBAUT Frans De heer LENDERS Mark De heer VAN CAUWENBERGH Martin Mevrouw DE BIE Inge De heer VERMEULEN Leo De heer Roelandt Johan De heer DEFOORT André
De heer YPERMAN Krispijn De heer LANNOO Bart
De heer DE BIE Hugo De heer DE WANDEL Roland De Heer Deckers Joris De heer FELIX Johan
De heer GOETSCHALCKX Peter De heer STALS Theo De heer HEMBERG Pierre De heer MATTHIJS Peter De heer MESSEMAEKERS Constant
44
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Stork Mec
Vzw Montage
De heer VISSERS Cor
Mevrouw VAN DEN BUSSCHE Berit
45
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Bronnen – Literatuurlijst Interviews Matthijs, P., Ivo Gijbels N.V., Hechtel-Eksel, 27 februari 2006 Vissers, C., Stork Mec, Antwerpen, 28 februari 2006 De Bie, H, Sarens N.V., Gent, 9 december 2005 Deckers, J., Aertssen Kranen N.V., Stabroek, 5 december 2005 Peeters, J., SAMOCO N.V., Londerzeel, 8 december 2005 Hemberg, P., Hemberg Montage asbl, Sint-Denijs-Westrem, 12 mei 2005 Van der Plas, Christine, Kranen Michielssens NV, Deurne, 26 Mei 2005 Felix, J., ROB MONTAGEBEDRIJF N.V., Beveren-Melsele, 12 december 2005 De Wandel, R., Sarens N.V., Wolvertem, 16 december 2005 Documenten Cevora (2001). Beroepsprofiel opzichter/Werfleider. Brussel: Cevora. Kenteq (2001). Beroepsprofiel Meewerkend Leidinggevende [online]. Available: http://www.kenteq.nl/download/beroepsprofielen/152-X-1.pdf [20 maart 2006] Kenteq (2001). Beroepsprofiel Monteur Staalconstructies [online]. Available: http://www.kenteq.nl/download/beroepsprofielen/120-IV-8.pdf [20 maart 2006]
Malfait, D. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel, het proces van A tot Z. Leuven: HIVA. Paritair Comité voor de Metaal-, Machine- en Elektrische bouw (2000). Uitbreiding toepassingsgebied van de paritaire sectie monteerders [online]. Available: http://meta.fgov.be/pdf/pk/111/111-2000-001430.pdf [5 oktober 2005]. Sels, L. (1995). Een koninklijke weg…ook voor Vlaanderen? Leuven: HIVA.
46
Beroepsprofiel Rigger-monteerder
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2000). Handleiding voor het opstellen van beroepenstructuren, beroepsprofielen en beroepenfiches. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2004). Beroepenstructuur Montagesector. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2005). Beroepencluster Operator verspanende bewerkingen en productieoperator verspanende bewerkingen, Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2005). Beroepsprofiel Monteur metalen gevel- en dakelementen, Brussel: SERV. VCA (2004). Register van Risicovolle Taken [online]. Available: http://www.besacc-vca.be/hoofd-vca-opleidingen-risicovolle2004-05-18.htm [7 september 2005] VDAB Databeheer & Analyse (2005). Analyse vacatures 2004. Knelpuntberoepen [online]. http://www.vdab.be/trends/vacatureanalyse/vac2004.pdf [20 oktober 2005] Websites Vacatures voor pijpfitter op diverse binnen- en buitenlandse websites www.vdab.be/cobra (beroepenfiches en -films van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling) www.bls.gov/oco/ocos215.htm (US Department of Labor)
47