Brussel, november 2005
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw Sector Openbare Sector
In samenwerking met de sociale partners die de brandweer vertegenwoordigen
1
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. ! Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2005/4665/19 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
2
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Inhoud Inhoud .................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................. 5 1. Afbakening en omschrijving....................................................................................... 6 1.1. Domein ......................................................................................................................... 6 1.1.1 De diensten van de openbare brandweer versus de diensten van de civiele bescherming ............................................................................................................ 6 1.1.2 De openbare brandweer .......................................................................................... 8 1.1.3 De bedrijfsbrandweer............................................................................................. 10 1.2. Afbakening.................................................................................................................. 11 1.3. Beroepsinhoud............................................................................................................ 12 1.4. Doorgroeimogelijkheden ............................................................................................. 18 2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10.
Taken en Competenties ............................................................................................ 19 Deelnemen aan interventies........................................................................................ 21 De wagen besturen ..................................................................................................... 24 Dringend geneeskundig hulpverlenen ......................................................................... 25 Bedienen van de brandweercentrale ........................................................................... 28 Nazien en onderhouden van het materieel .................................................................. 29 Ondersteunen van brandpreventieactiviteiten.............................................................. 30 Opbouwen van de eigen deskundigheid ...................................................................... 31 De administratie doen ................................................................................................. 32 Intern communiceren .................................................................................................. 32 Welzijn op het werk ..................................................................................................... 33
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Competenties ............................................................................................................ 38 Algemene beroepskennis ............................................................................................ 38 Sleutelvaardigheden ................................................................................................... 47 Specifieke vereisten .................................................................................................... 49
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7.
Bijzondere arbeidsomstandigheden ........................................................................ 50 Werken met arbeidsmiddelen ...................................................................................... 51 Transporteren en verplaatsen ..................................................................................... 52 Optreden in de hoogte ................................................................................................ 52 Optreden in besloten ruimten ...................................................................................... 53 Invloed van licht, klimaat en thermische omgevingsfactoren, trillingen en lawaai… ..... 54 Werken met producten met gevaarlijke eigenschappen............................................... 54 Werken met elektriciteit............................................................................................... 55
3
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
4.8.
Omgaan met stress..................................................................................................... 56
5.
Arbeidsorganisatie.................................................................................................... 56
6.
Knelpunten ................................................................................................................ 57
7. 7.1. 7.2.
Toekomstige evoluties.............................................................................................. 58 Algemeen.................................................................................................................... 58 Taken.......................................................................................................................... 58
8.
Beroepenfiche ........................................................................................................... 59
Lijst van organisaties die werden uitgenodigd op de conferenties ‘brandweerman/vrouw’ ........................................................................................................................ 62 Bijlage .................................................................................................................................. 63 Bronnen – Literatuurlijst ..................................................................................................... 68
4
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Inleiding In dit profiel wordt het beroep van de brandweerman beschreven. In het eerste hoofdstuk bakenen we het onderzoeksveld af. We beschrijven het domein waarin de beroepsbeoefenaar actief is door de opdrachten van de brandweer zoals ze beschreven zijn in de bestaande regelgeving weer te geven. Daarna bakenen we het beroep van de brandweerman af. Vervolgens beschrijven we de beroepsinhoud van de brandweerman. We geven tevens weer welke doorgroeimogelijkheden een brandweerman heeft. In hoofdstuk 2 komen we tot de eigenlijke kern van het beroepsprofiel. We geven een uitgebreide omschrijving van de taken van de brandweerman. We wensen er de aandacht op te vestigen dat onze profielen slaan op de modale beroepsuitoefening. Hierbij maken we abstractie van verschillen die kunnen voorkomen tussen de verschillende brandweerdiensten. De taken in de takentabellen hebben betrekking op een ervaren brandweerman. Om een zicht te krijgen op de taken die een beginnend beroepsbeoefenaar moet uitoefenen en op de competenties waarover hij moet beschikken, geven we dit eveneens in de takentabellen aan. Zo proberen we een indicatie te geven van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de competenties die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep. Allereerst wordt een samenvatting gegeven van de beroepskennis die reeds in de takentabellen tot uiting kwam én de kennis die gedurende de volledige beroepsuitoefening vereist is maar niet aan één specifieke taak te linken is. Daarna geven we de sleutelvaardigheden (een combinatie van beroepshoudingen en vaardigheden) weer en een aantal specifieke vereisten. In de volgende hoofdstukken schetsen we de context waarin een brandweerman werkt. Een vierde hoofdstuk gaat in op de bijzondere arbeidsomstandigheden waarmee de brandweerman te maken krijgt. De arbeidsorganisatie bespreken we in hoofdstuk 5. We situeren het beroep in de arbeidsorganisatorische context van een brandweerkorps. Hoofdstuk 6 behandelt enkele knelpunten met betrekking tot het beroep van de brandweerman. Daarna werpen we een blik op de toekomst en bekijken welke evoluties er verwacht worden bij de brandweer. Er werd eveneens aangegeven welke taken en competenties (uit de takentabellen) in de toekomst belangrijker zullen worden. In hoofdstuk 8 vindt u de beroepsfiche die een samenvatting geeft van het beroepsprofiel.
5
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
“In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld en waar brandweerman staat, wordt ook brandweervrouw bedoeld.”
1. Afbakening en omschrijving 1.1. Domein De brandweerman die in dit document wordt beschreven, is tewerkgesteld in de brandweerdiensten van de openbare sector. In België worden de beroepen met betrekking tot de veiligheid hoofdzakelijk uitgeoefend binnen de federale en gemeentelijke openbare veiligheidsdiensten: hulpdiensten, politiediensten, landsverdediging, .... Ruim gezien valt het geheel van de openbare hulpdiensten, of nietpolitionele veiligheidsdiensten, onder de noemer civiele veiligheid. Dit zijn onder meer de diensten van de civiele bescherming, de brandweerdiensten en de diensten van dringende geneeskundige hulpverlening. Sommige privé-ondernemingen1 zijn evenwel ook gemachtigd veiligheidsopdrachten uit te voeren, evenals de preventie- en veiligheidsdiensten die alle ondernemingen (openbare en privé) met een bepaald aantal werknemers hebben. Er zijn ook ondernemingen die over een eigen bedrijfsbrandweerdienst beschikken. In wat volgt zullen we focussen op de openbare brandweer. Daartoe is het belangrijk eerst het onderscheid tussen de diensten van de civiele bescherming en de diensten van de openbare brandweer te maken. Daarna besteden we vooral aandacht aan de openbare brandweer zelf. En tenslotte situeren we kort de bedrijfsbrandweerdiensten ten opzichte van de openbare brandweer. 1.1.1
De diensten van de openbare brandweer versus de diensten van de civiele bescherming
De wet van 31 december 1963 op de civiele bescherming bepaalt in artikel 2bis de opdrachten van de civiele bescherming. Met civiele bescherming worden hier zowel de diensten van de openbare brandweer als de diensten van de civiele bescherming bedoeld.
1
Bijvoorbeeld: de privébewakingsondernemingen en privéondernemingen voor waardentransport
6
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
de interventies betreffende de strijd tegen brand en ontploffing; de brandpreventie; de dringende medische hulpverlening; de technische hulpverleningswerkzaamheden; de strijd tegen chemische, nucleaire, biologische en koolwaterstofvervuiling; de strijd tegen rampspoedige gebeurtenissen, de catastrofen en de schadegevallen; de coördinatie van de hulpverleningsoperaties, met name de installatie van de coördinatiemiddelen; de internationale opdrachten van civiele bescherming; de preventieve opdrachten tijdens grote bijeenkomsten van personen; de waterbevoorrading; de waarschuwing van de bevolking; de logistieke ondersteuning.
Het KB van 7 april 2003 (BS 21.05.2003) verdeelt deze opdrachten met betrekking tot de civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en diensten van de civiele bescherming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen interventies van de openbare brandweerdiensten, de interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking en de interventies van de civiele bescherming2. In de praktijk vormen de diensten van de openbare brandweer en de diensten van de civiele bescherming dus gescheiden korpsen. De organisatie van de brandweer gebeurt op lokaal vlak, de diensten van de civiele bescherming hebben een federale structuur. Ruwweg kan gesteld worden dat de brandweer de eerstelijns hulpverlening verzorgt enerzijds, en dat de civiele bescherming de logistieke steun levert anderzijds. De diensten van de civiele bescherming zijn belast met het verstrekken van logistieke versterking inzake personeel en materiaal aan de verschillende brandweerdiensten. De operationele diensten van de civiele bescherming kunnen, op verzoek van de lokale overheden, ook interveniëren bij grote branden (om de brandweerdiensten te versterken in de operaties van brandbestrijding, of om te zorgen voor hun waterbevoorrading) en bij schadegevallen (accidentele gebeurtenissen te wijten aan de natuur of de mens), waarvan de beheersing meer dan enkel lokale middelen vereist.
2
Deze opdrachten zijn opgenomen in de bijlage van dit document.
7
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
1.1.2
De openbare brandweer
Er zijn 251 openbare brandweerdiensten die de 589 gemeenten van het Koninkrijk bedienen. Deze brandweerdiensten bestaan uit ongeveer 5 000 beroepsbrandweermannen en 11 000 vrijwillige brandweermannen3. Op basis van interventiezone en hoedanigheid van het personeel kunnen de openbare brandweerdiensten ingedeeld worden in 4 categorieën.
!
Categorie X : Deze diensten zijn samengesteld uit beroepspersoneelsleden. Er zijn er 5; het zijn de grootste diensten.
!
Categorie Y : Deze diensten bestaan volledig uit beroepspersoneelsleden of kunnen gemengd zijn (samengesteld uit beroepspersoneelsleden en vrijwilligers). Er zijn er 25, verdeeld over de provinciesteden.
!
Categorie Z : Deze diensten bestaan uitsluitend uit vrijwilligers of kunnen ook gemengd zijn, ze zijn het talrijkst; 122
!
Categorie C : Ook «autonoom centrum» genoemd, zij zijn louter samengesteld uit vrijwilligers en onderscheiden zich van categorie Z door de omvang van hun interventiezone; zij beschermen enkel hun gemeente. Er zijn er 99.
Naast de gemeentelijke structuur zijn de diensten van de brandweerkorpsen nog eens in zones ingedeeld met de bedoeling de dienstverlening te optimaliseren4. De opdrachten van de brandweer worden op verschillende plaatsen omschreven. Zoals onder punt 1.1.1 reeds gezegd werd, verdeelt het KB van 7 april 2003 (BS 21.05.2003) de opdrachten met betrekking tot de civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en diensten van de civiele bescherming. U vindt deze verdeling van de opdrachten terug in de bijlage van dit beroepsprofiel. De bepalingen in dit koninklijk besluit betekenen niet dat elke brandweerdienst verplicht is alle taken die hier zijn opgesomd, uit te voeren. Het is de burgemeester die beslist welke taken het brandweerkorps moet uitvoeren. De burgemeester analyseert hiervoor de risico’s op het grondgebied van de gemeente. Hoewel de brandbestrijding als de opdracht bij uitstek kan beschouwd worden, zijn in de loop der jaren steeds meer opdrachten aan de brandweer toegewezen die onder de noemer technische hulpverlening kunnen geplaatst worden. 3
> 4
Gegevens van de portaalsite van de Federale Overheid: http://www.belgium.be/eportal/ burgers > preventie en veiligheid > rampen > veiligheidsberoepen Cf. 11 april 1999 (BS 20-04-1999) KB tot bepaling van de modaliteiten inzake het creëren en de werking van de hulpverleningszones.
8
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
De ministeriële omzendbrieven van 29 november 1967 en van 17 februari 1970 hebben 22 opdrachten omschreven waarvoor de openbare brandweerdiensten niet mogen doorfactureren aan de door hun beschermde gemeenten, zijnde: 1. het vervoer van - en het zorgen verstrekken aan - een verstikte of een drenkeling; de aanvoer van zuurstof; 2. interventie bij een ontploffing of een dreigende ontploffing; 3. bevrijding van een persoon die in een lift of in een andere gesloten ruimte is opgesloten; 4. ontzetting van een op een dak gevluchte persoon (inzonderheid wanneer het om een zwakzinnige gaat); 5. bevrijding van een onder puin of onder afbraakmateriaal bedolven persoon; 6. bevrijding van een onder en/of tengevolge van een ongeval in een voertuig (tram, vrachtwagen, enz.) geklemde persoon; 7. ontzetting van een geëlektrocuteerde persoon; 8. bevrijding van een rioolwerker (verstikking in een riool); 9. bovenhalen van een persoon uit een put, een kanaal, een vijver, enzovoort…; 10. verwijdering van een belemmering op de openbare rijweg of van een obstakel dat dreigt op de openbare weg te vallen en dat gevaar oplevert voor personen of goederen; 11. bevrijding van een persoon die gekneld zit in een machine; 12. leegpompen van een ondergelopen gebouw waarbij de wateroverlast te wijten is aan een overstroming of een lek aan de waterleiding en waar het lek werd vastgesteld voor de waterteller van het ondergelopen gebouw; 13. interventie in een gebouw waar schadelijke en/of gevaarlijke gassen zijn vrijgekomen; 14. interventie in een gebouw waar stoom is ontsnapt; 15. interventie tengevolge van een oververhitte verwarmingsketel; 16. luchtverversing van lokalen waar rook, gas of een koudmakend mengsel is binnengedrongen; 17. interventie voor een vliegtuig dat in moeilijkheden verkeert; 18. interventie bij een overstroming of een ramp; 19. het onschadelijk maken of de vernietiging (eventueel met medewerking van een imker) van wespen - of bijennesten of bijenzwermen die gevaar opleveren voor personen; 20. het opsporen van een radioactieve bron die gevaar voor de bevolking kan opleveren en dit onder de voorwaarden die in een gemeen overleg door de minister van binnenlandse zaken en de minister van volksgezondheid overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk besluit van 25 februari 1963 werden vastgesteld; 21. de neutralisering van een laag koolwaterstofverbinding of zuur;
9
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
22. dringend vervoer van een zieke of van een slachtoffer van een ongeval. Naast de bij wet verplichte opdrachten, zijn er nog heel wat opdrachten die de brandweer kan vervullen, vaak tegen betaling, bijvoorbeeld: 1. Verwijdering van een belemmering op de openbare weg of van een obstakel dat dreigt op de openbare weg te vallen en dat geen onmiddellijk gevaar oplevert voor personen of goederen; 2. Leegpompen van een ondergelopen gebouw waarbij de wateroverlast te wijten is aan een lek aan de waterleiding en waar het lek werd vastgesteld achter de waterteller van het ondergelopen gebouw; 3. Het onschadelijk maken of de vernietiging van wespen - of bijennesten of bijenzwermen die geen onmiddellijk gevaar opleveren voor personen; 4. Kwaliteitsbewaking van de rampenplannen; 5. Het houden van waakdiensten; 6. Het geven van brandweeronderricht voor zover het onderricht niet kan gegeven worden door de provinciale opleidingscentra voor de brandweer; 7. Het stutten en/of het afdekken van beschadigde gebouwen; 8. Het uitschakelen van branddetectieapparatuur bij loos alarm; 9. Het controleren van hydranten en/of bluswatervoorraden. Daarnaast kan de gemeente zelf ook taken opleggen voor zover de bijkomende taken een snel optreden van de brandweerdiensten niet vertragen of verhinderen. 1.1.3
De bedrijfsbrandweer
Brandweermannen worden ook ingezet in de industrie (bedrijfsinterventieploegen). Bedrijven die risico's met zich meebrengen, beschikken soms over een eigen brandweerkorps. Het gaat meestal om bedrijven in de (petro)chemische industrie, de automobielsector of bij de luchtvaart. De voordelen van zo'n bedrijfskorps zijn evident: de brandweerlieden die dezelfde opleiding gevolgd hebben als de openbare brandweer, aangevuld met een gespecialiseerde opleiding zijn onmiddellijk ter plaatse bij calamiteiten, het materieel is afgestemd op de risico's die het bedrijf met zich meebrengt en het eigen korps heeft kennis van de productieprocessen en de stoffen waarmee wordt gewerkt. Snel ingrijpen kan voorkomen dat de omgeving hinder ondervindt van een ongeval op een industrieterrein, maar ook het bedrijf zelf heeft baat bij een eigen korps. Door ingeval van brand snel in te grijpen, kunnen zoveel mogelijk kostbare goederen behouden worden.
10
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
De brandbestrijding is een taak van de gemeente, maar in de praktijk bestaan er tal van samenwerkingsverbanden met de bedrijfsbrandweer.
1.2. Afbakening Dit beroepsprofiel beschrijft enkel de brandweerman in de openbare dienst. Het gaat om een breed basisberoepsprofiel waarbij we de specifieke situatie van elk afzonderlijk brandweerkorps overstijgen door een grootste gemene deler te zoeken. We beschrijven een algemeen pakket van taken die een brandweerman kan opnemen. Verwante beroepen:
!
Hoewel het beroep van ‘agent van de civiele bescherming’ op verschillende vlakken sterk verwant is aan het beroep van brandweerman, kunnen we toch een duidelijk onderscheid tussen deze beroepen maken op basis van de organisatie en opdrachten van de respectievelijke diensten. In dit document wordt de agent van de civiele bescherming niet besproken.
!
Een bedrijfsbrandweerdienst is sterk gericht op de specifieke noden van het betreffende bedrijf. Hierdoor zijn de opdrachten van de bedrijfsbrandweer vaak zeer specifiek. We zullen de bedrijfsbrandweer daarom niet verder behandelen in dit beroepsprofiel.
Met betrekking tot de inhoud van het beroep van brandweerman in de openbare dienst hebben we de volgende vaststellingen gedaan die belangrijk zijn voor de afbakening:
!
In sommige brandweerkorpsen wordt een onderscheid gemaakt tussen de operationele dienst, de technische dienst en de administratieve dienst. In dit document zullen wij enkel de opdrachten van de brandweermannen in de operationele dienst beschrijven.
!
Het beroep van brandweerman kan uitgeoefend worden als beroepsbrandweerman of als vrijwillige brandweerman. Beroepsbrandweermannen hebben soms ook eerst als vrijwilliger gewerkt. " De beroepsbrandweerman oefent het beroep van brandweerman uit als hoofdbetrekking; hij is ambtenaar. " De vrijwilliger heeft een dienstnemingverbintenis die voor 5 jaar geldig is en telkens vernieuwd moet worden. Hij oefent het beroep van brandweerman uit naast zijn hoofdberoepsactiviteiten. Elke brandweerman moet, ongeacht zijn statuut, beschikken over een brevet van brandweerman. We zullen bij het beschrijven van het takenpakket van de brandweerman dan ook geen onderscheid maken volgens statuut.
!
De lokale besturen kunnen echter wel bijkomende aanwervingsvoorwaarden stellen aan de brandweerman zoals het beschikken over een rijbewijs C (chauffeur) en/of over een brevet van DGH (Dringende Geneeskundige Hulpverlening). Omdat deze functies een belangrijk onderdeel vormen van de opdrachten van de brandweerman, worden ze ook beschreven in dit beroepsprofiel.
11
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Een brandweerman oefent zijn opdrachten steeds in teamverband uit. Binnen het team bestaan afspraken over wie welke functies moet uitoefenen. Dit heet het aflegsysteem of de inzetprocedure. De werkverdeling die het aflegsysteem of de inzetprocedure voorschrijft gaat in principe uit van een bezetting van zes personen. In de praktijk kan de bemanning ook bestaan uit 4 of 5 personen. De functies in deze bezetting verschillen naargelang het type van interventie. Wij maken hier onderscheid tussen de brandbestrijding en de technische hulpverlening. Interventie: brandbestrijding " bevelvoerder " bestuurder/pompbediener " aanvalsploeg (2 brandweermannen) " water- en blusstofploeg (2 brandweermannen) " (De brandbestrijdingsploeg kan eventueel nog worden uitgebreid) Interventie: technische hulpverlening " bevelvoerder " chauffeur – algemeen assistent " 2 gereedschapsbedienaars of het technisch team " 1 gewondenverzorger " 1 beveiliger Het zal afhangen van de concrete afspraken binnen het brandweerkorps welke functies een brandweerman moet invullen. Vaak wordt er met een beurtrolsysteem gewerkt, maar het kan ook zijn dat een brandweerman meestal dezelfde functies bekleedt. Omdat de brandweerman in principe in staat moet zijn elk van deze verschillende functies te vervullen wanneer het van hem gevraagd wordt (met uitzondering van de bevelvoering), zal het takenpakket van de brandweerman in dit beroepsprofiel al deze functies bevatten.
!
Binnen de operationele dienst kan een brandweerman zich verder specialiseren om verschillende specifieke functies uit te oefenen zoals duiker, gaspakdrager, lid van het redteam (redding op grote hoogte en diepte) of lid van de meetploeg… Deze specialisaties zijn niet verplicht voor elke brandweerman. Daarom zullen ze in dit basisberoepsprofiel niet verder beschreven worden.
1.3. Beroepsinhoud Ruwweg kunnen we stellen dat de brandweer kan optreden in vier verschillende contexten of omgevingen: in gebouwen, in verkeer en vervoer, in natuur en milieu en in de industrie. In al deze contexten kan zowel brandbestrijding als hulpverlening gebeuren (Bos J., Mol E., e.a., mei 2001).
12
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
De taken van de brandweerman blijken over het algemeen zeer complex en divers van aard te zijn en afhankelijk van het type van incident. Daarom is het moeilijk een gedetailleerde beschrijving te geven van elke mogelijke door de brandweerman uit te voeren taak. De interventieploegen van de brandweer opereren over het algemeen wel volgens standaardprocedures. Het gaat om richtlijnen die kunnen bijgestuurd worden in de praktijk omdat een brandweereenheid op onverwachte situaties moet kunnen inspelen. De standaardprocedures in Vlaanderen kunnen van korps tot korps kunnen verschillen omdat elk brandweerkorps eigen standaardprocedures kan ontwikkelen5. Hieronder zullen we ons beperken tot een algemene beschrijving van het verloop van de interventies bij brandbestrijding en bij technische hulpverlening.
!
Brandbestrijding
Het doel van brandbestrijding is: " het redden van mensen en dieren " het beschermen van have en goed " het voorkomen en beperken van de uitbreiding van brand " het blussen van brand " het beperken van schade We kunnen algemeen stellen dat alleen met een goede beheersing van de techniek, het toepassen van de juiste tactiek en het juist uitvoeren van de bevelen een efficiënte blussing tot stand kan komen. Er wordt gewerkt volgens een aflegsysteem. Afleggen betekent het verrichten van handelingen in teamverband om een blusstof van de opslagplaats naar het brandend object te verplaatsen. Het gaat om routinehandelingen die goed moeten ingeoefend worden. Een brandweereenheid bestaat in principe uit: ! bevelvoerder (B) ! bestuurder/pompbediener (P) ! aanvalsploeg (1 en 2) ! water- en blusstofploeg (3 en 4) ! (De brandbestrijdingsploeg kan eventueel nog worden uitgebreid met 2 personen die aangeduid worden met de symbolen 5 en 6).
5
De standaardprocedures voor interventies brandbestrijding worden in de provinciale brandweerscholen in de opleiding brandweerman behandeld, en de standaardprocedures voor interventies technische hulpverlening worden in de provinciale brandweerscholen in de opleiding korporaal behandeld.
13
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
De bevelvoerder is verantwoordelijk voor de tactische inzet van het materieel en personeel. De bevelvoerder zal dan ook direct na aankomst bij de brand het object gaan verkennen. Die verkenning wordt uitgevoerd door de bevelvoerder en 2 brandweermannen6. Voor het verkennen zal de bevelvoerder het aflegbevel geven, zodat het achterblijvende personeel (chauffeur/pompbediener en aanvallers of blussers) alvast de verbinding van de waterwinplaats tot de pomp tot stand brengt en aflegt tot het verdeelstuk, waarna de pompbediener water geeft tot het verdeelstuk. Indien nodig zullen ook de nodige maatregelen genomen worden om de veiligheid van de brandweermannen te verzekeren (o.a. afsluiten gastoevoer). Eerst zullen de verkenners het brandend object snel maar grondig moeten doorzoeken op eventuele slachtoffers. Vooraf hebben ze informatie ingewonnen bij bewoners of gebruikers van het object. De verkenners gebruiken altijd adembescherming ter bescherming tegen de hitte, rook en verbrandingsgassen. Ook verlichtingsapparatuur wordt ingeschakeld. Slachtoffers worden zo snel mogelijk benaderd en in veiligheid gebracht. Eens men zich er van verzekerd heeft dat er geen slachtoffers (of dieren) meer in het object aanwezig zijn, sporen de verkenners de brandhaard op. Tijdens of na de verkenning zal de bevelvoeder de aanvalsweg bepalen en het aanvalsbevel geven. Afhankelijk van de aard en de omvang van de brand kan de bestrijding aanvallend of verdedigend7 uitgevoerd worden. In de mate van het mogelijke opteert men voor een binnenaanval. Dit is de blusmethode waarbij het vuur in het object wordt bestreden. De brandweermannen dringen in het object door om de vuurhaard rechtstreeks te bestrijden. Wanneer het object door de hevigheid van het vuur niet meer betreden kan worden, zal men zich moeten beperken tot de buitenaanval, die nadien een binnenaanval moet mogelijk maken. Alleen bij dreigend instortingsgevaar of explosiegevaar is de buitenaanval de enig mogelijke oplossing. Ventileren mag alleen na opdracht van de bevelvoerder. Hij zal trachten zo snel mogelijk te ventileren om de rookschade te beperken. Bij het nablussen worden alle mogelijke brandhaarden opgespoord en geblust. Het materiaal wordt weer ingepakt.
6 7
Nummers 1 en 2 volgens het aflegsysteem in afwachting van versterking de brand, op plaatsen waar het grootste uitbreidingsgevaar bestaat, tegenhouden
14
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Technische hulpverlening
Ook bij technische hulpverlening werkt men meestal met standaardprocedures. Hieronder beschrijven we het verloop van een interventie bij een verkeersongeval met geklemde personen. Alle diensten die bij de hulpverlening zijn betrokken zoals de politie, de ambulancedienst en de brandweer dienen te weten wat zij van elkaar kunnen verwachten. Daarom is een verregaande samenwerking tussen de verschillende hulpverleners op de plaats van het ongeval nodig. Dat kan gebeuren door een inzetsysteem vast te leggen. Dit inzetsysteem kan uitgaan van een basisaanpak op een ongevalplaats van 2 ambulancehulpverleners en 6 brandweerlui. Een brandweereenheid bestaat dan uit: ! bevelvoerder ! chauffeur – algemeen assistent ! 2 gereedschapsbedienaars of het technisch team ! 1 gewondenverzorger ! 1 beveiliger In de eerste plaats wordt gezorgd voor de verkeersveiligheid. De bevelvoerder zal in overleg met de politie de verkeersbegeleiding bekijken. Indien de politie nog niet ter plaatse is, zal de brandweer zelf instaan voor de beveiliging en voor de eventuele verkeersbegeleiding. De bevelvoerder gaat dan de eerste verkenning uitvoeren samen met beveiliger. De beveiliger plaatst een brandblusser en controleert op uitstromende brandstof. Daarna maakt hij de werkplek vrij van alle losse delen die van het voertuig zijn geslingerd tengevolge van de aanrijding. De chauffeur zal de hulpmaterialen en gereedschappen klaarzetten en inzetklaar maken. Hij fungeert daarna als algemeen assistent van de gereedschapsbedienaars en beveiliger. Wanneer de bevelvoerder het inzetbevel geeft, zal het technisch team eerst zorgen voor de stabilisatie van de wagen. Ze schenken daarbij ook aandacht aan het glasmanagement8. De gewondenverzorger kan pas in het voertuig na de stabilisatie. Hij dient de noodzakelijke eerste hulp toe indien de ambulance nog niet is aangekomen. Zodra de ambulance aankomt,
8
Onder glasmanagement wordt verstaan alle maatregelen die te maken hebben met beperking van schade, veroorzaakt door glassplinters van autoruiten.
15
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
assisteert de gewondenverzorger de ambulanciers en zorgt voor de afstemming van de werkzaamheden tussen de brandweer en de ambulanciers. Hij zorgt ervoor dat de ambulanciers veilig kunnen werken. Na het stabiliseren zorgt de beveiliger ervoor dat het slachtoffer en de hulpverlener in het wrak worden afgeschermd met beschermfolie. Hij schermt scherpe delen van het voertuig af met hoezen of plak ze af met plakband. Dan kan ook het technisch team met de redding beginnen. Het slachtoffer wordt niet uit het wrak gehaald, maar het wrak wordt weggehaald rond het slachtoffer. De ene brandweerman bedient de gereedschappen9 terwijl de andere assisteert. De assistent zorgt ervoor dat de te bewerken delen van de auto worden tegengehouden en bij verwijdering onmiddellijk worden afgevoerd naar de dump. Daarnaast zorgt de assistent ervoor dat er beschermplaten worden gebruikt. Tenslotte wordt rijweg weer vrijgemaakt. Zoals reeds in de afbakening vermeld kan een brandweerman tijdens de interventies nog twee specifieke functies bekleden waarvoor hij een apart brevet nodig heeft.
!
Het lokaal bestuur kan vereisen dat een brandweerman in het bezit moet zijn van een rijbewijs C of CE en dus de functie van ‘chauffeur-pompbediener’ of ‘chauffeur-algemeen assistent’ kan opnemen. De chauffeur controleert voor het vertrek de paraatheid van zijn wagen. Hij bestuurt de wagen naar de plaats van de interventie. Tijdens de interventie legt hij het gereedschap klaar of bedient hij de pomp.
!
Het lokaal bestuur kan vereisen dat een brandweerman in het bezit moet zijn van het brevet van Dringende Geneeskundige hulpverlening (DGH) en dus de functie van ‘ambulancier’ kan opnemen. Bij een oproep voor de ziekenwagen dient hij de ziekenwagen te besturen of te bemannen. Ter plaatse stelt hij de ernst van de situatie vast en roept indien nodig bijkomende hulp in. Hij dient de eerste zorgen toe aan de slachtoffers. Dit houdt onder meer in: zorgen voor de ademhaling, - en indien nodig, toepassen van elementaire reanimatie, stelpen van ernstige bloedingen, aanleggen van een snelverband, behandelen van brandwonden, eerste hulp verlenen bij mensen in shock, eerste hulp verlenen bij botbreuken, het bestrijden van de gevolgen van een vergiftiging en het slachtoffer verplaatsen.
Ook buiten de interventies neemt de brandweerman een aantal opdrachten op. Afhankelijk van de dienst waar men tewerkgesteld is, zullen er de hieronder genoemde opdrachten een verschillend gewicht hebben in het takenpakket.
! 9
Een brandweerman bedient de brandweercentrale. Hij ontvangt en verwerkt oproepen in de radiokamer van de kazerne. Hij registreert de oproepen en alarmeert het personeel. Onder meer hydraulische scharen en spreiders.
16
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
In de meeste korpsen werkt de brandweerman mee aan het onderhoud van het wagenpark van de brandweer. De mate waarin dit gebeurt kan wel erg verschillen. Bij sommige brandweerdiensten zal de brandweerman enkel instaan voor het kleine onderhoud en de poetswerken en wordt het grote onderhoud uitbesteed aan garages of is er een mechanieker in dienst, in andere korpsen zal de brandweerman wel ingeschakeld worden bij grote onderhouds- en herstellingswerken. De brandweerman staat ook nog in voor het onderhoud van de brandweerkledij en de specifieke uitrustingen (o.a. gaspakken, duikuitrusting, radio- en meetapparatuur). Ook het periodiek nazicht van hydranten in het openbaar waterleidingsnetwerk kan de brandweerman voor zijn rekening nemen. Het onderhoud van de kazerne, de gebouwen en infrastructuur wordt soms door de brandweermannen uitgevoerd.
!
De brandweerman ondersteunt preventieactiviteiten door de permanentie te verzorgen tijdens evenementen.
!
De brandweerman bouwt zijn eigen deskundigheid op door deel te nemen aan vorming, training en opleiding met betrekking tot brandbestrijding, redding, dringend vervoer van zieken en gekwetsten, waakdiensten en de 22 opdrachten van de Ministeriële omzendbrief van 29 november 1967. Door actieve vorming en opleiding blijft hij permanent op de hoogte van de theoretische en praktische ontwikkelingen in het eigen vakgebied. De brandweerman bouwt zijn eigen deskundigheid ook op door overleg te plegen met zijn collega’s. De brandweerman houdt ook zijn fysieke conditie op peil.
!
De brandweerman voert beperkte administratieve taken uit. Hij maakt verslagen op en kan gevraagd worden mee te werken aan het opstellen van interventiedossiers en stratenplannen.
!
De brandweerman heeft ook een belangrijke opdracht met betrekking tot de interne communicatie. Hij werkt steeds in teamverband samen met collega’s. Hij zal knelpunten en problemen aan de verantwoordelijke melden en neemt deel aan interne dienstvergaderingen.
!
Tenslotte moet de brandweerman instaan voor welzijn op het werk. Dit betekent in de eerste plaats zorgen voor de eigen veiligheid en die van collega’s(/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies. Het betekent ook zorgen voor de eigen gezondheid en die van collega’s(/derden) door onder meer aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en voor ergonomisch handelen. Dit vertaalt zich in algemene competenties zoals veiligheidsbewust werken en gezondheids- en hygiënebewust werken. Voor de brandweerman is dit een zeer belangrijk onderdeel van zijn takenpakket. Wanneer de hulp van de brandweer wordt ingeroepen zal er bijna altijd sprake zijn van situaties waarin mens of dier gevaar loopt. Bij het werken in zo’n situatie mag de eigen veiligheid van de brandweerman nooit uit het oog verloren worden. De brandweerman moet steeds een evenwicht zoeken tussen het verzekeren van zijn eigen veiligheid en het uitvoeren van zijn job (vb. redden van personen, grote schade vermijden). Hij moet dus in staat zijn met betrekking tot veiligheid de juiste beslissingen op het juiste moment te nemen. In het licht van deze veiligheidsbekommernis is het werken in teamverband van essentieel belang.
17
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Samenvattend: De opdrachten van de brandweerdiensten zijn zeer gevarieerd. Zij behelzen het geheel van de hulpinterventies aan de bevolking op lokaal niveau: interventies in geval van diverse ongevallen (op de openbare wegen of in de woningen), in geval van brand, catastrofen, rampen of schadegevallen, met inbegrip van de bestrijding van de chemische (Seveso) en nucleaire ongevallen. Een ander belangrijk aspect van hun activiteit is het controleren van de preventieen veiligheidsmaatregelen, voorgeschreven door de openbare overheden (preventieopdrachten). De brandweerman maakt deel uit van een brandweereenheid en voert zijn opdrachten uit in teamverband. Hij kan optreden als brandweerman, chauffeur, of als ambulancier bij dringende geneeskundige hulpverlening. Tijdens de wachtdiensten zal hij ook onderhoudstaken en enkele administratieve taken opnemen. De brandweerman staat ook in voor het welzijn op het werk en verzekert zo de eigen veiligheid en gezondheid en die van zijn collega’s.
1.4. Doorgroeimogelijkheden De instroom in het beroep van brandweerman bestaat voornamelijk uit personen met een diploma hoger secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld. De sector ervaart geen problemen bij de aanwerving van beroepsbrandweermannen. Ze stromen soms door vanuit het statuut van vrijwilliger. Het rekruteren van vrijwilligers daarentegen wordt moeilijker. De brandweerman is het instapniveau bij de brandweer. Korporaal is de eerste bevorderingsgraad van de brandweerman. Een brandweerman kan bevorderd worden tot korporaal. Een korporaal kan bevorderd worden tot sergeant, en zo verder. De bevorderingsgraden zijn wettelijk vastgelegd. Om in graad te kunnen stijgen moet men een brevet behalen aan de provinciale scholen. De hogere graden worden meestal ingevuld door hoger opgeleiden (niveau 1). Dit maakt dat het mogelijk loopbaanverloop10 van de brandweerman er als volgt uitziet: # brandweerman # korporaal # sergeant # eerste sergeant # sergeant-majoor # adjudant # onderluitenant # luitenant # kapitein # kapitein-commandant # majoor # luitenant-kolonel
10
Het mogelijke einde van de loopbaan verschilt naargelang de categorie van het korps: in een Z-korps is dit maximaal kapitein, in een Y-korps maximaal kapitein-commandant,…
18
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2. Taken en Competenties Het takenpakket zal telkens ingedeeld worden in takenclusters op basis van taken die bij elkaar horen. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten.11 Vanaf eind 2004 wordt de takencluster ‘Instaan voor welzijn op het werk’ standaard opgenomen in elk beroepsprofiel dat de SERV maakt. Het is een uitgebreide tabel die in overleg met alle meewerkende sectoren werd opgesteld en door hen is goedgekeurd. In principe is het dus een gestandaardiseerde tabel, waarvan de inhoud wel kan worden gespecificeerd indien nodig naargelang het besproken beroep. De takencluster is afkomstig uit de nota ‘Welzijn op het werk’ die op aanvraag te verkrijgen is bij de SERV. De aanleiding voor deze aanvulling is dubbel, namelijk:
!
de kritiek dat er in de oude SERV-profielen te weinig aandacht werd besteed aan welzijn op het werk;
!
de vraag van onderwijs om eenvormige en gestandaardiseerde basisinformatie te krijgen over de taken en competenties die elke beginnende beroepsbeoefenaar moet uitoefenen en hebben om welzijn op het werk te garanderen.
De betreffende tabel is dus groter van omvang dan wat in de oudere profielen stond over dit thema. We willen evenwel benadrukken dat de omvang van die takentabel geenszins iets zegt over het gewicht van deze takencluster in het gehele takenpakket van de beroepsbeoefenaar. De operationele kerntaken blijven de belangrijkste taken en competenties bevatten. In de toekomst zullen ook dergelijke takentabellen uitgewerkt worden voor de takenclusters milieu en kwaliteitszorg.
11
Vanhoren, I., de Coninck, P., Roels, J., (red.) (2004) Ruim baan voor competenties. Advies voor een model van (h)erkenning van verworden competenties in Vlaanderen: beleidsconcept en aanzet tot operationalisering. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: Brussel.
19
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren brandweerman toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. Als beginnende beroepsbeoefenaar zal de brandweerman eerst een jaar stage doorlopen en het brevet van brandweerman op een provinciale school moeten behalen. Door de uiteenlopendheid en de complexiteit van sommige opdrachten kan een brandweerman pas ervaren genoemd worden na een tiental jaren dienst. Het spreekt voor zich dat alle taken nog niet perfect beheerst kunnen zijn na één jaar stage. Wel wordt er van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht dat hij het potentieel heeft om alle essentiële competenties verder te ontwikkelen tijdens zijn beroepsuitoefening. In de tabellen werden de taken en competenties aangeduid die een beginnend beroepsbeoefenaar zeker onder de knie moet hebben. De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden:
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Deelnemen aan interventies (tabel 2.1.) De wagen besturen en de pomp bedienen (tabel 2.2.) Dringend geneeskundig hulpverlenen (tabel 2.3.) Bedienen van de brandweercentrale (tabel 2.4.) Nazien en onderhouden van het materieel (tabel 2.5.) Ondersteunen van brandpreventieactiviteiten (tabel 2.6.) Opbouwen van de eigen deskundigheid (tabel 2.7.) De administratie doen (tabel 2.8.) Intern communiceren (tabel 2.9.) Welzijn op het werk (2.10.)
20
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.1. Deelnemen aan interventies Taken
!
!
Verzekeren van eigen veiligheid (zie ook tabel 2.10) Bijvoorbeeld: " ruimte toegankelijk maken door draagconstructies op te bouwen of te stutten; " de rijbaan afzetten en brokstukken opruimen; " …
Verkennen onder leiding van de bevelvoerder Bijvoorbeeld: " brandhaarden opsporen; " controleren van autowrak op uitstromende brandstof; " …
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X X X
X
Competenties
! ! ! ! ! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
! ! !
X
!
kennis hebben van welzijn op het werk kennis hebben van stut- en schoorwerkzaamheden veiligheidsbewust werken kunnen beoordelen van risico’s probleemoplossend kunnen denken in staat zijn af te wegen of de risico’s die men neemt verantwoord zijn kunnen gebruiken van adembescherming kennis hebben van het afleg- of inzetsysteem en het kunnen uitvoeren kunnen werken in hiërarchisch verband kennis hebben van de gevaren bij interventies kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties kennis hebben van technieken om het (brandend) object systematisch te doorzoeken systematisch kunnen werken oplettend zijn
21
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
Redden (van mens en dier) " opsporen of bevrijden van slachtoffers; " slachtoffers in veiligheid brengen; " indien nodig, levensreddende eerste hulp toedienen " …
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X X
Competenties
! ! !
X
X X X X
! ! ! ! !
kennis hebben van het afleg- of inzetsysteem en het kunnen uitvoeren kennis hebben van technieken om ruimtes in het brandend object systematisch te doorzoeken situatie waarin een slachtoffer zich bevindt snel kunnen beoordelen kennis hebben van reddingstechnieken en ze kunnen toepassen kennis van het materiaal om autowrakken open te breken en het kunnen hanteren kalmte kunnen bewaren op een rustige manier kunnen communiceren met het slachtoffer oplettend zijn
22
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
Brand bestrijden " Zorgen voor het transport van de blusstof van de waterwinplaats naar de bestemming " Aanvalslijn klaarmaken " Inzetten en bedienen van een blusstraal " Inpakken (o.a. blusstraal opruimen, opruimen verbinding waterwinplaats naar de bestemming)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X
Competenties
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
kennis hebben van het afleg- of inzetsysteem en het kunnen uitvoeren kunnen lezen en interpreteren van de aanduidingen op de kaarten met plaatsen waar bluswater voorhanden is kennis van signalisatie van plaatsen waar bluswater voorhanden is kennis hebben van de inhoud van de aanvalskorf of van het materieel op de hulpwagens kennis hebben van de verschillende blusstoffen kennis hebben van het aanjaagverband kennis hebben van technieken om een brandhaard te benaderen en ze kunnen toepassen beheersen van de technieken om een brandend object binnen te gaan kennis van de theorie met betrekking tot brand kennis van de theorie van het blussen en ze kunnen toepassen kennis van het materiaal ten behoeve van blusverrichtingen en het kunnen hanteren adequaat kunnen reageren in noodsituaties
23
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.2. De wagen besturen Taken
!
Voor vertrek de paraatheid van de wagen controleren
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X X
!
De wagen naar de plaats van de interventie rijden
X
X
!
!
Het voertuig opstellen op instructie van de bevelvoerder klaarleggen en werking controleren van gereedschappen en hulpmiddelen
De pomp bedienen (bij interventie brandbestrijding)
! ! !
X
!
X
!
X
!
X
!
Competenties
X
X
X
X
X X
X
! ! !
! ! !
X
!
X
!
basiskennis hebben van het voertuig verantwoordelijkheidszin hebben beschikken over een rijbewijs C kennis hebben van het reglement van de politie op het wegverkeer en het stipt kunnen opvolgen kennis hebben van de interventiezone kennis hebben van de richtlijnen die van kracht zijn tijdens interventies en ze kunnen respecteren kalmte kunnen bewaren onder druk kennis hebben van de mogelijkheden van het voertuig kennis hebben van de werking van alle gereedschappen en hulpmiddelen in de wagen en ze kunnen hanteren kennis hebben van de pompen en toebehoren, en ze kunnen bedienen kennis hebben van het aflegsysteem en het kunnen toepassen kennis hebben van het aanjaagverband kunnen opbouwen en koppelen van een aanvalsleiding basiskennis hebben va hydraulica
24
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.3. Dringend geneeskundig hulpverlenen Taken
!
De ziekenwagen besturen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
! !
!
!
Ter plaatse de ernst van de situatie vaststellen (hulp inroepen indien nodig)
Zorgen voor de ademhaling
X
X
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
kennis hebben van het reglement van de politie op het wegverkeer en het stipt kunnen opvolgen kennis hebben van de interventiezone kalmte kunnen bewaren onder druk kennis hebben van de keten van de hulpverlening en van de rol van de ambulancier daarin kennis hebben van het beroepsgeheim en het kunnen bewaren kennis hebben van de chronologie van de te volgen stappen in de eerste minuten van de hulpverlening adequaat kunnen reageren in noodsituaties basiskennis hebben van het menselijk lichaam kennis hebben van levensbedreigende situaties en ze kunnen herkennen grondige kennis hebben van het interventiematerieel op de ziekenwagen basiskennis hebben van de anatomie van het ademhalingsstelsel kennis hebben van methoden en technieken om de ademweg vrij te maken of te houden kennis hebben van beademing (ook beademing voor kinderen) zuurstof kunnen toedienen
25
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
Elementaire reanimatie toepassen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
! !
X
X
X
X
!
Stelpen van ernstige bloedingen
X
! ! !
X
!
X
! !
!
! !
Aanleggen van een snelverband
X
X
!
X
!
X
!
basiskennis hebben van de anatomie van het hart en bloedvatenstelsel kennis hebben van de technieken waarmee de vitale functies van de patiënt worden bewaard en ze kunnen toepassen kennis hebben van de begrippen zuurstoftekort, bloedsomloop en ademhaling kennis hebben van stoornissen in de bloedsomloop en ademhaling kennis hebben van uitwendige hartmassage en het kunnen toepassen kennis hebben van de begrippen kneuzingen en wonden kunnen herkennen van verschillende soorten bloedingen en ze kunnen stelpen kennis hebben van borstkasletsels en buikletsels, hoofd- en wervelletsels, kneuzingen en wonden, skeletletsels van de ledematen kennis hebben van het bloedvatenstelsel en de bloedomloop, van de samenstelling en de hoeveelheid bloed kunnen handelen bij ernstige uitwendige bloedingen kennis hebben van verschillende soorten ontsmettingsen verbandmiddelen wonden steriel kunnen afdekken kunnen leggen van een dekverband of van een snelverband
26
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
! !
!
!
!
Brandwonden behandelen
Eerste hulpverlenen bij mensen in shock
Eerste hulpverlenen bij letsels aan het bewegingsstelsel
Eerste hulpverlenen bij ziektetoestanden
Bestrijden van de gevolgen van een vergiftiging
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
X
X
X
Competenties
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
kennis hebben van soorten brandwonden kunnen handelen bij brandwonden kennis hebben van oorzaken en kenmerken van shock kunnen toepassen van eerste hulp bij shock kennis hebben van functie en opbouw van het geraamte kennis hebben van soorten en kenmerken van botbreuken kunnen handelen bij botbreuken basiskennis hebben van de anatomie van inwendige organen kennis hebben van en het kunnen herkennen van de verschillende ziektetoestanden eerste zorgen kunnen toedienen bij de verschillende ziektebeelden kennis hebben van de werking van giftige stoffen kennis hebben van vergiftiging via de luchtwegen of door de huid en de te treffen maatregelen kennis hebben van vergiftiging via de spijsverteringswegen en de te treffen maatregelen
27
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
Verplaatsen van een slachtoffer (gekwetste of zieke)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
!
! ! !
kennis hebben van de technieken om slachtoffers te stabiliseren en te verplaatsen en ze kunnen toepassen kennis hebben van de hulpmiddelen (vb. halskraag, draagberrie) kennis hebben van ziekenvervoer kennis hebben van de verhoudingen ambulancierMUG-huisarts
2.4. Bedienen van de brandweercentrale Taken
!
Ontvangen en verwerken van oproepen in de radiokamer van de kazerne
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
Competenties
! ! !
! !
Dispatchen van de interventies
Alarmeren van het personeel
! ! ! !
kennis hebben van radioverbindingen kennis hebben van de informaticatoepassingen in de radiocentrale en ze kunnen bedienen oproepen correct kunnen beantwoorden Prioriteiten kunnen stellen Basistalenkennis hebben in functie van de regio waarin men werkt kennis hebben van de interne procedures voor het alarmeren van het personeel het alarmsysteem kunnen bedienen
28
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.5. Nazien en onderhouden van het materieel Taken
!
Onderhouden van de kazerne (gebouwen en infrastructuur)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X X X
!
Regelmatig nazien en onderhouden van het korpsmaterieel (rollend en ander materieel) " raadplegen en noteren van onderhoud in het gebruiks- en onderhoudsboekje " ervoor waken dat na elke oefening of interventie al het materieel steeds weer gebruiksklaar wordt gemaakt " het materieel na gebruik reinigen en met orde terugplaatsen op de daartoe voorziene plaats in de kazerne en in de wagens
X
X X
X
12
! ! ! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
X Enkel onderhouden van de persoonlijke uitrusting (niet de specifieke
!
!
X
Onderhouden van de brandweerkledij en de specifieke uitrustingen12 (o.a. gaspakken, duikuitrusting, radio- en meetapparatuur)
!
X
X
!
Competenties
X X
! ! ! ! !
kennis hebben van schoonmaakproducten en materieel zin hebben voor orde en netheid zich aan de opgestelde werkplanning kunnen houden kennis hebben van de voertuigen en het materieel basiskennis hebben van het technisch voertuigenonderhoud basiskennis hebben van elektriciteit en elektronica basiskennis hebben van voertuigtechniek, alsook kennis van de hierbinnen toegepaste mechanische, hydraulische en pneumatische systemen basiskennis hebben van motoren kennis van gereedschappen en hulpmiddelen kennis hebben van de veiligheid en gezondheidsaspecten bij garagewerk nauwkeurig en correct technisch kunnen werken technisch handvaardig zijn zin hebben voor orde en netheid zich aan de opgestelde werkplanning kunnen houden kennis hebben van onderhoudsproducten kennis hebben van onderhoudstechnieken en ze kunnen toepassen
Om dit onderhoud te kunnen doen moet men specifieke opleiding volgen.
29
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
uitrustingen)
! !
vastgestelde gebreken of tekortkomingen aan de verantwoordelijke van het materieel melden periodiek nazicht van ondergrondse en bovengrondse hydranten13 in het openbaar waterleidingsnet (ook het plaatsen en onderhouden van aanduidingstekens van hydranten)
X
X
X X
! ! !
verantwoordelijkheidszin hebben
kennis hebben van de interventiezone kennis hebben va hydranten
2.6. Ondersteunen van brandpreventieactiviteiten Taken
!
13
Permanentie (brandwacht) verzorgen tijdens evenementen (bijvoorbeeld grote festivals, vuurspektakels, waakdiensten amoniumnitraat…)
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X
Competenties
! ! !
Instructies kunnen opvolgen onveilige situaties kunnen inschatten oplettend zijn
hydrant: staande aansluiting op de waterleiding op straat, op emplacementen en in grote gebouwen, waaraan men bij brand slangen kan schroeven, om zo een krachtige waterstraal in de vlammen te kunnen werpen (Van Dale)
30
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.7. Opbouwen van de eigen deskundigheid Taken
!
Deelnemen aan oefeningen met betrekking tot: " Brandbestrijding " Technische hulpverlening " redding " dringend vervoer van zieken en gekwetsten " waakdiensten " de 22 opdrachten van de Ministeriële omzendbrief van 29 november 1967
"
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X
X
X X
oefeningen mbt. specialismen (gaspakken, …)
! !
op peil houden van de fysieke conditie
! ! !
X
!
X
!
Door actieve vorming en opleiding permanent op de hoogte blijven van de theoretische en praktische ontwikkelingen in het eigen vakgebied " Nieuwe wetgeving " Evolutie van de technische middelen volgen Overleg plegen met collega’s
!
X
X
!
Competenties
X
X
X
X X X
! !
! ! ! !
kennis hebben van de richtlijnen die van kracht zijn tijdens oefeningen en ze kunnen respecteren kennis hebben van het afleg- of inzetsysteem technische vaardigheden bezitten kennis hebben van het brandweermaterieel en het kunnen bedienen kunnen anticiperen op risico’s probleemoplossend kunnen denken bereid zijn te leren eigen opleidingsbehoeften kunnen (h)erkennen
openstaan voor opbouwende kritiek communicatief vaardig zijn sportief zijn het belang van fysieke paraatheid inzien
31
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.8. De administratie doen Taken
!
Opmaken van een schriftelijk verslag
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X X
!
Competenties
! ! !
Meewerken aan het opstellen van interventiedossiers en stratenplannen
schriftelijk communicatief vaardig zijn kennis van de toepassingsmogelijkheden van tekstverwerking kennis van de toepassingsmogelijkheden van een informaticatoepassingen in functie van de opdracht
2.9. Intern communiceren Taken
!
Samenwerken met collega’s
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X X
!
Signaleren van knelpunten en problemen aan de verantwoordelijke
X
X X
X
!
!
Deelnemen aan interne dienstvergaderingen
informatie verwerken
X
X
X
Competenties
! ! ! ! ! !
X
!
X
!
X
!
communicatief vaardig zijn kunnen werken in teamverband kennis hebben van de bestaande rapporteermogelijkheden kennis hebben van de arbeidsorganisatie (hiërarchie) in het korps verantwoordelijkheidszin hebben op een efficiënte en effectieve wijze een inbreng kunnen hebben in de vergaderingen vanuit een deelnemende positie zich beknopt en helder kunnen uitdrukken snel kunnen begrijpen van instructies een actieve ingesteldheid hebben om informatie op te zoeken
32
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
2.10.
Welzijn op het werk
De taken en competenties met betrekking tot welzijn op het werk gelden uiteraard ook voor de brandweerman. De brandweerman moet tijdens de uitoefening van zijn beroep altijd naar een optimale veiligheid streven. Hij heeft hierin een voorbeeldfunctie te vervullen. Deze veiligheidsrichtlijnen gelden ten allen tijde bij het werk in de kazerne maar kunnen echter niet in alle omstandigheden strikt gerespecteerd worden. Het is de eigenheid van het beroep van de brandweerman om op te treden in gevaarlijke situaties, vaak wanneer de veiligheidpreventie van anderen gefaald heeft. Bij het werken in dergelijke omstandigheden moet de brandweerman steeds een evenwicht zoeken tussen het verzekeren van zijn eigen veiligheid en het uitvoeren van zijn job (vb. redden van personen, grote schade vermijden). Hij moet dus in staat zijn met betrekking tot veiligheid de juiste beslissingen op het juiste moment te nemen. Taken
!
Arbeidsmiddelen gebruiken zoals het moet. Dit houdt o.a. in: " Geregeld controleren en onderhouden van arbeidsmiddelen " Nooit machinebeveiliging willekeurig wegnemen of uitschakelen " Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen als het nodig is " Gereedschap alleen gebruiken voor het werk waarvoor het gemaakt is " Veilig opbergen van gereedschap
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
X
! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
oplettend zijn nauwkeurig de veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen kennis hebben van de werking van de machine en/of gereedschappen kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van machines en gereedschappen machines veilig kunnen gebruiken kennis hebben van de veiligheidssignalisatie veiligheidsinstructiekaarten kunnen lezen en begrijpen kunnen beoordelen of het gereedschap nog goed (en dus veilig) is
33
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
Producten met gevaarlijke eigenschappen op de juiste manier gebruiken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Persoonlijke beschermingmiddelen op de juiste manier gebruiken. Dit houdt o.a. in: " PBM’s dragen wanneer het moet " PBM’s regelmatig onderhouden en controleren " PBM’s na gebruik correct opbergen " waken over de perfecte toestand van de hem toevertrouwde kledij en uitrusting
X
!
!
X
! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
Competenties kennis hebben van de producten met gevaarlijke eigenschappen waarmee men op de werkvloer in contact komt kennis hebben van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van producten met gevaarlijke eigenschappen hygiëne bewust werken kunnen lezen en interpreteren van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op het etiket van gevaarlijke producten kennis hebben van de regels in verband met de opslag van producten met gevaarlijke eigenschappen kennis hebben van de veiligheidssignalisatie, transportetikettering en productetikettering de veiligheidsinformatiebladen kunnen lezen en begrijpen kennis hebben van de situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen kennis van de veiligheidssignalisatie met betrekking tot het dragen van PBM’s (blauwe gebodsborden) kennis van de verschillende PBM’s (gezichts-, gehoors-, hoofd-, hand-, voet- en adembescherming) en van hun functie kennis van het juiste gebruik van PBM’s en gebruikstoepassingen
34
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
!
!
Tijdens interventies en efeningen dragen van , ten minste, volgende kledij " helm " brandweervest " interventiebroek " veiligheidslaarzen " veiligheidshandschoenen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Competenties
!
Collectieve beschermingsmiddelen aanbrengen (vb. vangnetten, valbeveiliging, stellingen)
X
X
!
Aan de verantwoordelijke melden van " Ongevallen en incidenten (ook incidenten mbt. agressie en geweld) " elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt " elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen
X
X X
! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
zich bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheid voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen
kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen instructies kunnen opvolgen kennis van interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van incidenten, ongevallen of gevaarlijke situaties kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk kennis van de preventiebeginselen kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid inzicht hebben in het belang van deze meldplicht in functie van preventie
35
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
!
!
Bijstand verlenen aan de werkgever of de verantwoordelijk gestelde werknemer en hem in staat stellen " Alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen m.b.t. veiligheid en gezondheid " Ervoor te zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en gezondheid binnen hun werkterrein Ergonomisch werken
Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X X X
X
X
Competenties
! ! !
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
instructies correct kunnen opvolgen kennis van de preventiebeginselen inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid inzicht hebben in het belang van deze bijstand in functie van preventie en risicobeheersing verantwoordelijkheidszin hebben veiligheidsbewust werken kennis hebben van de risico’s van overbelasting of verkeerde belasting van de rug kennis hebben van de basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico’s juiste hef- en tilbewegingen kunnen toepassen correct kunnen hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen kennis hebben van het begrip stress op het werk kunnen herkennen van mogelijke stresssituaties (werksfeer, werkorganisatie, tijdsindeling, werktempo, als niet zinvol ervaren werk…)
36
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Taken
!
!
!
Op een positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
Zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
X
Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/aangeboden door de werkgever)
X
Competenties
!
X
!
X
!
X
!
X
!
X
!
weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan kennis hebben van de maatregelen vastgelegd door de onderneming betreffende de bescherming van werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk respectvol kunnen omgaan met collega’s inzicht hebben in het belang van opleiding in het kader van preventie het geleerde in de praktijk kunnen brengen kritisch kunnen zijn over eigen houding en handelen
37
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
3. Competenties Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de brandweerman. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de brandweerman moet beschikken.
3.1. Algemene beroepskennis Kennis van brand
! !
Kennis van brandbare stoffen en kennis van de brandbaarheid van materialen
!
Kennis van de ontwikkeling van een brand en de verschijnselen die zich hierbij kunnen voordoen
! !
Kennis van de soorten brand (brandklassen A, B, C, D)
Kennis van het principe van de verbranding en kennis van de vuurdriehoek (ontvlammingstemperatuur, zelfontbranding, concentratie van de brandstof, zuurstof, en energie)
Kennis van de fenomenen flashover en backdraft.
Kennis van de theorie van het blussen
! ! ! ! !
Kennis van de blusprincipes en blusmiddelen Kennis van de werking van blusstoffen Kennis van groepen blusstoffen Kennis van hoge- en lagedrukopstelling Kennis van de schuimstraal en de poederstraal
Kennis van interventies
! ! ! !
Kennis van de opdrachten van de brandweer Kennis van het verloop van een interventie Kennis van de gevaren voor de brandweerman Kennis van veilige wijze van optreden
38
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Kennis hebben van de richtlijnen die van kracht zijn tijdens interventies en ze kunnen respecteren (vb. rookverbod, stilzwijgen tijdens verplaatsingen, zich niet in gesprek mengen met toeschouwers,…)
! ! ! ! ! ! ! !
Kennis van het aflegsysteem Kennis van stut- en schoorwerkzaamheden Kennis van reddingstechnieken Kennis van het benaderen van brandhaarden Kennis van de technieken om een brandend object binnen te gaan Kennis van de tactiek en techniek van brandbestrijding Kennis van de wijze van blussen van enkele typen branden Kennis van het aanjaagverband
Elementaire kennis van de wetgeving en reglementering inzake brand m.b.t. de toegewezen opdrachten
!
Elementaire kennis van het ARAB/Codex Welzijn op het werk
Kennis van eerste hulpverlening
! ! ! !
Kennis van de keten van de hulpverlening
! ! ! !
Kennis van levensbedreigende situaties
! ! ! !
Kennis van de begrippen zuurstoftekort, bloedsomloop en ademhaling
Kennis van de rol van de ambulancier Basiskennis van het menselijk lichaam Kennis van de chronologie van de te volgen stappen in de eerste minuten van de hulpverlening
Kennis van de methoden en technieken om de ademweg vrij te maken of te houden Kennis van beademing (ook voor kinderen) Kennis van methoden en technieken waarmee de vitale functies van de patiënt worden bewaard
Kennis van uitwendige hartmassage Kennis van ongevallen en verwondingen en ziektebeelden Kennis van borstkasletsels en buikletsels, hoofd- en wervelletsels, kneuzingen en wonden, skeletletsels van de ledematen
39
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Kennis van het bloedvatenstelsel en de bloedomloop, van de samenstelling en de hoeveelheid bloed
!
Kennis van de technieken om wonden steriel af te dekken door het aanleggen van een snelverband
! ! ! ! ! !
Kennis van soorten verbanden
! ! ! ! ! !
Kennis van ziekenvervoer
Kennis van de behandeling van brandwonden Kennis van shock Kennis van de functie en de opbouw van het geraamte Kennis van de soorten en de kenmerken van botbreuken Kennis van de technieken en de technische hulpmiddelen (vb. halskraag, draagberrie) om slachtoffers te verplaatsen
Kennis van de verhoudingen ambulancier/MUG/huisarts Kennis van snelevacuatie Kennis van de werking van giftige stoffen Kennis van vergiftiging via de luchtwegen of door de huid en de te treffen maatregelen Kennis van vergiftiging via de spijsverteringswegen en de te treffen maatregelen
Kennis van de organisatie van de brandweer
! !
Elementaire kennis van de werking van stad/gemeente;
! ! !
De geldende uitrukprocedures kennen en ze strikt toepassen;
Basiskennis van de organisatie en werking van de brandweerdienst (organigram, takenpakketten, afbakening van verantwoordelijkheden, belangrijke procedures...);
Kennis hebben van de korpsorders / dienstnota’s en ze strikt toepassen; Elementaire kennis van de organisatie van de andere tussenkomende diensten.
Kennis van het materieel
!
Grondige kennis van de functie en de bedieningswijze van het interventiematerieel dat men gebruikt of bedient: " Rollend materieel " Interventiematerieel " Persoonlijke uitrusting " Kennis van schoonmaak- en onderhoudsproducten en materieel
40
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Kennis van technisch voertuigenonderhoud
! ! ! !
Noties van elektriciteit en elektronica Noties van voertuigentechniek Noties van mechanische, hydraulische en pneumatische systemen Noties van motoren
Kennis van radioverbindingen
!
Kennis van de werkwijze, kennis van het radionet en het radioverkeer, kennis van roepnamen, kennis van frequenties, kennis van radioprocedures, kennis van het NATO-spelalfabet
! ! !
Kennis van de informaticatoepassingen in de radiocentrale
!
Kennis van melding en alarmering.
Kennis van de interne procedures voor het registreren van oproepen Kennis van vaste radiopost, mobiele radiopost, draagbare radiopost, individuele ontvangers selectieve oproep, GSM, fax, semadigit
Kennis van interne communicatie
! ! ! !
Kennis van de bestaande rapporteermogelijkheden Kennis van correct Nederlands Kennis van de arbeidsorganisatie in het korps Kennis van het gebruiks- en onderhoudsboekje van een voertuig en een toestel.
Kennis van het verkeer
!
Kennis hebben van het reglement van de politie op het wegverkeer en het stipt kunnen opvolgen
Basiskennis van informatica in functie van de opdrachten Kennis van de interventiezone
! !
Kennis van de eigen interventiezone Kennis van kaartlezen
41
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Kennis inzake welzijn op het werk Basiskennis van de wetgeving met betrekking tot het welzijn op het werk
!
Kennis van het doel en de uitgangspunten van de wetgeving met betrekking tot welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk (Wet van 4 augustus 1996, ARAB en Codex)
! !
Kennis van de rechten en plichten van de werknemer met betrekking tot welzijn op het werk
!
Kennis van de functie en bevoegdheden van door de overheid aangewezen toezichthoudende instanties met betrekking tot arbeidsomstandigheden (o.a. arbeidsinspectie)
!
Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever)
!
Kennis van het AREI
Kennis van de rol van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
Kennis van de terminologie met betrekking tot welzijn op het werk
! ! ! !
Kennis van de begrippen veiligheid en gezondheid Kennis van de begrippen gevaar, risico, schade, ongeval en incident Kennis van de begrippen preventie en risicobeheersing Kennis van de begrippen stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van preventie
! !
Kennis van de preventiebeginselen Kennis van nood- en evacuatieplannen
Kennis van het beleid van de onderneming/organisatie met betrekking tot het welzijn op het werk
! !
Kennis van de veiligheidsregels en instructies in de organisatie
! !
Kennis van het nood- en evacuatieplan van de organisatie
!
Kennis hebben van de richtlijnen binnen het bedrijf omtrent EHBO en maatregelen te nemen bij brand
Kennis van de interne procedures van de organisatie inzake het melden van incidenten of ongevallen
Kennis van de maatregelen vastgelegd door de organisatie betreffende de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
42
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Kennis van de verschillende fases bij de beheersing en bestrijding van incidenten
Kennis van ongevallen
! !
Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk
! ! !
Kennis van de preventiebeginselen
!
Kennis van de procedures voor rapportering van ongevallen en bijna ongevallen
Kennis van ongevallenpreventie met aandacht voor de mens, de techniek, de omgeving en de organisatie
Kennis van manieren om gevaarlijke situaties op te heffen Gevaarlijke handelingen kunnen herkennen en kennis hebben van manieren om deze te verbeteren
Kennis van veiligheidssignalisatie
!
Kennis van de verschillende soorten tekens, symbolen, borden, kleuren voor verbod, gebod, waarschuwing, redding en aanwijzingen, brandbestrijding, gascilinders
! ! !
Kennis van de gevaarsaanduidingen op etiketten Kennis van de R- en S-zinnen Kennis van de aanduidingen voor de brandklassen, elektriciteit, CE-keurmerk,…
Kennis van hygiëne
! !
Kennis van de principes van algemene en persoonlijke hygiëne Kennis van de richtlijnen in de onderneming of organisatie met betrekking tot netheid en hygiëne
Kennis van ergonomie
!
Kennis van de risico’s van een slechte houding voor de gezondheid (belasting van rug, gewrichten, spieren,…)
! ! !
Kennis van de basisprincipes van het hanteren van lasten zonder risico’s Kennis van de juiste hef- en tiltechnieken Kennis van de beschikbare hulpmiddelen bij heffen en tillen
43
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Kennis van arbeidsmiddelen
! !
Kennis van de werking en de toepassingen van machines en gereedschappen
! !
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met machines.
!
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van mechanisch gereedschap.
! ! !
Kennis van de functie van steekflenzen en toepassingsvoorbeelden
Kennis van de bedieningsschakelaars aan de machines en gereedschappen (noodstop/dodemansknop)
Kennis van de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met handgereedschap.
Kennis van de inhoud van veiligheidsinstructiekaarten Kennis van het belang van preventief onderhoud
Kennis van producten met gevaarlijke eigenschappen
!
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor het gebruik van gevaarlijke producten of het kunnen raadplegen
!
Kennis van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op de etiketten van gevaarlijke producten
!
Kennis van de belangrijkste veiligheidsaanbevelingen met betrekking tot producten met gevaarlijke eigenschappen
! ! ! ! !
Kennis van de regels in verband met de opslag van gevaarlijke producten
!
Kennis van de risico's van hoge concentraties zuurstof.
Kennis van de inhoud van de veiligheidsinformatiebladen Kennis van de wijze van opname van giftige stoffen in het lichaam Kennis van de inwerking van giftige stoffen in het lichaam en de soorten effecten. Kennis van de gevaren voor brand en explosie, kennis van de begrippen vlampunt, zelfontbrandingstemperatuur, explosiegrenzen, ontstekingsbronnen
Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
! ! !
Kennis van de voorschriften m.b.t. de draagplicht van persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van het correct dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen Kennis van de blauwe gebodsborden met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen
44
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
!
Inzicht in de toepassing en kennis van het veilig gebruik maken van verschillende soorten persoonlijke beschermingsmiddelen voor: " Gezichtsbescherming: lasbril, veiligheidsbril, gasbril of zuurbril, gelaatscherm " Gehoorsbescherming: oorkappen, oordoppen, oorapparaten met filter " Hoofdbescherming: stoothelm, veiligheidshelm " Handbescherming: juiste handschoenen voor het juiste werk " Voetbescherming: veiligheidsschoenen met metalen tip, veiligheidsschoenen met stalen zool " Adembescherming: stofmasker, gasfilter, halfgelaatsmasker, volgelaatsmasker… Wanneer er genoeg zuurstof in de lucht is, gebruikt men toestellen en maskers die beschermen tegen gevaarlijke deeltjes in de lucht; wanneer er niet genoeg zuurstof in de lucht is, gebruikt men toestellen die extra zuurstof geven
!
Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen
Kennis van adembescherming
! ! ! ! ! !
Kennis van het gebruik van het persluchttoestel Kennis van het regelen van de ademhaling bij het gebruik van adembescherming Kennis van het voortbewegen met het persluchttoestel Kennis van algemene gedragsregels voor de maskerdrager Kennis van de persoonlijke ontsmetting Kennis van de persoonlijke dosisregistratie
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor hijsen, tillen, dragen
!
Kennis van de risico's en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met een hijswerktuig
! ! !
Kennis van de documenten die beschikbaar moeten zijn bij hijskranen met keuringsplicht Kennis van het veilig gebruik van verschillende hijsgereedschappen Kennis van de (ergonomische) technieken om een last of persoon handmatig veilig te tillen en verplaatsen
Kennis van de risico’s en beheersmaatregelen voor struikelen, uitglijden, vallen
!
Weten welke situaties in de eigen werksituatie struikelen, uitglijden of verstappen tot gevolg kunnen hebben
!
Kennis van methoden om de risico's bij het lopen te voorkomen: wegnemen, aanpassen, repareren, orde en netheid, beheersen, afzetting, markering
45
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Kennis van de risico's en beheersmaatregelen van geluid, elektriciteit, straling en asbest
!
Geluid: kennis van beperkte theorie over trillingen en geluidsdruk, kennis van geluidsniveaus die leiden tot gehoorschade, kennis van onomkeerbaarheid van gehoorschade, kennis van praktische hulpmiddelen voor inschatting van geluidsniveaus.
!
Elektriciteit: Kennis van de risico's en oorzaken van ongevallen, kennis van de theorie van elektrocutie, kennis van de aard van verwondingen door vuurverschijnselen en explosie, kennis van valgevaar bij stroomdoorgang, kennis van statische elektriciteit.
!
Straling: Kennis van stralingsrisico's (zoals: ioniserende en niet-ioniserende straling, ultraviolet, infrarood, natuurlijke radioactiviteit.
!
Asbest: Kennis van de gevaren voor de gezondheid, kennis van de asbestwetgeving, kunnen herkennen van asbest en van de mogelijke asbestlocaties, kennis van de werkwijze bij "verdacht" materiaal.
46
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
3.2. Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van brandweerman. Onderstaande sleutelvaardigheden (in vet en aangeduid met *) werden als belangrijk voor dit beroep aangeduid. Sleutelvaardigheid
!
Teamgericht kunnen werken*
!
Stressbestendig zijn*
! ! !
Doorzettingsvermogen hebben* Handig zijn* Veiligheidsbewust werken*
!
Sociaal vaardig zijn
!
Communicatief vaardig zijn
Omschrijving In staat zijn bij te dragen tot de praktische realisatie van de vereiste teamgeest, het stimuleren van de samenwerking met anderen voor het bereiken van de doelstellingen. In staat zijn te werken onder druk en in gevaarlijke situaties. Zijn koelbloedigheid kunnen bewaren. In staat zijn te werken bij traumatische ervaringen. In staat zijn hevige emoties te verwerken In staat zijn zeer goed door te zetten om de opgedragen taken te realiseren. Handen aan het lijf hebben, over technische vaardigheden beschikken, inzicht hebben in hoe iets functioneert. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor de veiligheid en gevaarlijke situaties voorkomen. De brandweerman werkt veiligheidsbewust wanneer een veilige manier van werken een evident onderdeel van zijn handelen wordt. Het betekent ook dat hij in staat is kritisch naar het eigen handelen te kijken voor wat betreft de veiligheid om het, indien nodig, bij te sturen. Veilig werken betekent dat de brandweerman tijdig kan herkennen van wat fout kan gaan (= gevaren kennen en risico’s herkennen), de risico’s juist kan beoordelen (= risico juist evalueren) en er gepast op kan reageren (= risico beheersen). In staat zijn ordelijk om te gaan met en verzorgen van toevertrouwde dossiers, materiaal en materieel. Dit is van groot belang met betrekking tot de veiligheid. In staat zijn om resultaten te behalen dankzij de goede contacten die men met anderen heeft (incl. omgang met collega’s, ondergeschikten, leiding (politiek en ambtelijk), publiek, externe contacten) Een goede verbale en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid hebben. Het is belangrijk dat de brandweerman in staat is zich ten opzichte van de burgercliënt, de collega’s en de meerdere, vlot en accuraat uit te drukken in een gepaste omgangstaal. Het vermogen om op het niveau van de functie de vereiste rapporteringsopdrachten vlot uit te voeren, in een heldere taal en op een taalkundig juiste manier
47
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Sleutelvaardigheid
!
!
Flexibel zijn
Discipline hebben en in hiërarchisch verband werken
!
Verantwoordelijkheidszin hebben
!
Bereid zijn te leren
!
Inlevingsvermogen hebben
! !
Openheid hebben in verband met verschillende maatschappelijke opvattingen en waarden Discreet zijn
Omschrijving In staat zijn zich, zonder vermindering van het prestatievermogen, los te maken van bekende werkzaamheden en zich snel, geestelijk en/of lichamelijk, aan nieuwe omstandigheden aan te passen. Geen moeite hebben met een wisselend werktempo en open staan voor nieuwe opdrachten. Zich kunnen aanpassen aan variaties in de werkinhoud, het volume van het werk, de werkomstandigheden (collega’s, infrastructuur, regels, …) De brandweerman moet zich tijdens de dienst kunnen onderwerpen aan een sterke discipline. Hij moet het gezag van meerderen aanvaarden, ook al behoren ze tot het vrijwilligerspersoneel. Hij moet zich houden aan geldende en afgesproken regels in de organisatie In staat zijn om de verantwoordelijkheid van een taak of een beslissing op zich te nemen, ook als die bepaalde consequenties met zich meebrengt. Het vermogen en de wil hebben om zich kennis eigen te maken, respectievelijk zich met nieuwe taken vertrouwd te maken. Een positieve instelling hebben tegenover nieuwe taken In staat zijn de noden en behoeften van klanten te verstaan. In staat zijn op een accurate manier te luisteren en de gedachte, gevoelens of problemen van klanten te verstaan erover te communiceren en zich op elkaar af te stemmen In staat zijn het werk met openheid te vervullen en zonder enige discriminatie ten opzichte van de gebruikers van de dienst. In staat zijn het beroepsgeheim te respecteren met betrekking tot feiten aangaande : 1. de veiligheid van het land; 2. de bescherming van de openbare orde; 3. de financiële belangen van de overheid; 4. maatregelen ter voorkoming van strafbare feiten; 5. het medische geheim; 6. het vertrouwelijk karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens; 7. de rechten en de vrijheden van de burger, en in het bijzonder het recht op eerbied voor het privé-leven; 8. het intern beraad dat vooraf gaat aan elke beslissing. Erover waken geen enkel gegeven van persoonlijke aard dat werd verzameld bij de gebruikers van de dienst, bekend te maken tenzij aan de personen, die bevoegd zijn om er kennis van te nemen.
48
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Sleutelvaardigheid
!
! ! !
Zelfstandig zijn
Imagobewust zijn Initiatief tonen Problemen kunnen oplossen
!
Oplettend zijn
!
Sportief zijn
Omschrijving In staat zijn goed in te schatten wat de speelruimte is binnen de opgedragen taken en binnen deze speelruimte zonder ondersteuning zelfstandig kunnen functioneren. In staat zijn zelf beslissingen te nemen binnen de grenzen van de functie. Kunnen functioneren zonder dat elk detail van de opdracht moet uitgelegd worden. Een onberispelijk voorkomen hebben, zowel in kledij als in presentatie In staat zijn om taken aan te pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen In staat zijn aan de problemen die zich voordoen bij het uitoefenen van de functie een oplossing te geven. Het vermogen om op het niveau van de functie nieuwe mogelijkheden te zien en/of te vinden om problemen die zich stellen bij de taakuitvoering op te lossen op een structurele basis. Aandachtig zijn en indien nodig snel kunnen reageren. Bijvoorbeeld: een brandweerman moet bij het verkennen van een brandend object alle zintuigen goed gebruiken om slachtoffers zo snel mogelijk op te sporen. De brandweerman moet zijn fysieke conditie op peil houden om tijdens interventies over voldoende kracht en uithoudingsvermogen te beschikken.
3.3. Specifieke vereisten De brandweerman moet ook over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep.
!
De brandweerman moet een goede fysieke conditie hebben. Hij moet voldoen aan de sportproeven die worden opgelegd door de lokale besturen.
! ! !
De brandweerman moet over een goed evenwichtgevoel beschikken. De brandweerman mag geen hoogtevrees, dieptevrees of claustrofobie hebben. De brandweerman moet kunnen zwemmen.
49
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
4. Bijzondere arbeidsomstandigheden Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden zowel de arbeidsomstandigheden bedoeld die typisch zijn voor het beroep als de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Het gaat om risico’s die veel werknemers kunnen lopen in uiteenlopende beroepen en sectoren. Voor de brandweer zijn ze vooral van toepassing bij het werk in de kazerne (80 à 90% van het werk). Tijdens de interventies moeten deze richtlijnen met betrekking tot bijzondere arbeidsomstandigheden genuanceerd bekeken worden. Een brandweerman moet dan meestal optreden in omstandigheden waar de normale preventie van risico’s heeft gefaald en het dus ook niet altijd mogelijk is de richtlijnen strikt toe te passen. Hieronder beschrijven we de verschillende risico’s met de mogelijke preventieve maatregelen.
! ! ! ! ! ! ! !
Werken met arbeidsmiddelen (4.1) Transporteren en verplaatsen (4.2) Werken in de hoogte (4.3) Werken in besloten ruimten (4.4) Invloed van licht, klimaat, en thermische omgevingsfactoren, trillingen en lawaai… (4.5) Werken met producten met gevaarlijke eigenschappen (4.6) Werken met elektriciteit (4.7) Omgaan met stress (4.8)
Meer informatie over deze risico’s en preventie is te vinden in volgende documenten: PVI (2001) Basisveiligheid VCA Prevent (2000) Welzijn op het werk N.A.V.B. (s.d.) Opleiding basisveiligheid – B.VCA, Kluwer (2001) Zakboekje voor de preventieadviseur 2003
50
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
4.1. Werken met arbeidsmiddelen
!
De brandweerman werkt met machines en gereedschappen (arbeidsmiddelen).
Gevaar-risico: De gevaren inherent aan het gebruik van arbeidsmiddelen zijn mechanische, elektrische of thermische gevaren, gevaren veroorzaakt door lawaai, trilling, straling, gevaren veroorzaakt door het verwaarlozen van ergonomische principes en gevaren veroorzaakt door het ontbreken van en/of foutief geplaatste veiligheidsvoorzieningen. De risico’s bij het gebruik van arbeidsmiddelen bestaan uit het contact van personen met bewegende machineonderdelen, mechanische fouten of defecten, elektrische fouten of defecten of ongepast reageren (door bijvoorbeeld vergissingen, vermoeidheid,…). De meest voorkomende letsels door het gebruik van arbeidsmiddelen zijn kneuzingen en wonden (snijwonden, brandwonden,…) verstuikingen, oogletsels door wegvliegende deeltjes, doorboring en inspanningspijnen. Preventie: De brandweerman moet de nodige oplettendheid aan de dag leggen bij het gebruik van arbeidsmiddelen en de veiligheidsvoorschriften nauwkeurig toepassen. Bovendien dient hij zich ook te houden aan de instructies met betrekking tot het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Machines en voertuigen
!
Machines en voertuigen moeten dikwijls nagekeken worden. Meestal doet de brandweerman zelf een dagelijkse controle of routineonderhoud, maar het grondige onderhoud gebeurt door een technieker.
!
Voor alle machines moeten er veiligheidsinstructiekaarten beschikbaar zijn. De brandweerman moet ze kunnen raadplegen en begrijpen.
!
Het is belangrijk dat de brandweerman kennis heeft van de risico’s en van het veilig gebruik van de machines en voertuigen die hij bedient. Een goede kennis van de verschillende bedieningsknoppen van de machine zoals de hoofdschakelaar (starten en stilleggen van de machine), de noodstops of de dodemansknop... is onontbeerlijk. Gereedschap
!
Handgereedschap moet gebruikt worden volgens de regels van goed vakmanschap en volgens eventuele aanvullende voorschriften van de producent. Veilig gebruik van handgereedschappen betekent bijvoorbeeld, het gereedschap gebruiken waarvoor het gemaakt is, goed gereedschap gebruiken, gereedschap geregeld controleren en het goed onderhouden. Gereedschap moet ook veilig verplaatst en opgesteld worden tijdens het werk, en veilig opgeborgen na gebruik.
51
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
4.2. Transporteren en verplaatsen De brandweerman moet vaak materiaal en gereedschappen transporteren. Dit kan manueel gebeuren of er kunnen hulpmiddelen ingeschakeld worden. Gevaar-risico: Bij het manueel hanteren van lasten bestaat het risico op schade of letsels wanneer de last niet aangepast is aan het tilvermogen van de persoon. Dan spreekt men van overmatige lichamelijke belasting, wat kan leiden tot schade zoals rugpijn, rugletsels, spierletsels en verwondingen aan handen en voeten. Ook struikelen, vallen en uitglijden behoren tot de risico’s van het manueel hanteren van lasten. Bij het transporteren met hulpmiddelen bestaat het risico uit ongewenst contact met bewegende onderdelen van de machines, … het hinderen, stoten of aanrijden van personen, vallende voorwerpen, contact met bewegende lasten,.... Preventie:
!
Wanneer de brandweerman manueel lasten moet hanteren, moet de belasting van het menselijk lichaam zoveel mogelijk worden beperkt door de last te optimaliseren (gewicht, vorm,…) en het lichaam juist te belasten (goede houding). De brandweerman moet hiervoor kennis hebben van de risico’s van belasting op de rug, kennis hebben van hef- en tiltechnieken en van de basisprincipes van het hanteren van lasten zonder risico’s (vb. een last altijd met een rechte rug tillen, benen het werk laten doen, last dicht tegen het lichaam houden, weten dat het beter is een last te trekken dan te duwen…) en ze kunnen toepassen, de brandweerman moet weten hoe je iets moet verplaatsen en hij moet de ter beschikking staande hulpmiddelen om iets te verplaatsen kennen en ze kunnen gebruiken (vb. tangen, karren, kruiwagens, tilliften, in de hoogte verstelbare systemen…).
!
Ook de risico’s op vallen, struikelen en uitglijden bij het verplaatsen kunnen verminderd of weggenomen worden door bijvoorbeeld de weg vrij te houden en een algemene zin voor orde en netheid aan de dag te leggen.
4.3. Optreden in de hoogte
!
De brandweerman werkt vaak in de hoogte. Ladders, kranen en hoogwerkers worden gebruikt om in de hoogte te werken.
Gevaar-risico: Vallen is één van de meeste gekende risico’s van werken in de hoogte (of in de diepte).
52
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Preventie:
!
Ter preventie dient de brandweerman maatregelen te nemen om te vermijden dat hij valt, om te vermijden dat voorwerpen vallen en veel schade aanrichten. Hiertoe moet de brandweerman veilig gebruik maken van materieel dat wordt gebruikt bij het werken op hoogte zoals ladders en trappen, kranen, hoogwerkers, en zo meer.
!
Indien mogelijk dienen collectieve valbeschermingen geplaatst te worden en veilig gebruikt te worden. Men kan bijvoorbeeld leuningen of afschermingen zetten voor alle openingen in een gevel, indien dit ontoereikend is, moeten een vangvloer of vangnetten geplaatst worden.
!
Indien leuningen of vangnetten onmogelijk zijn of onvoldoende bescherming bieden, dient de brandweerman persoonlijke valbescherming te gebruiken (vb. veiligheidsharnas).
4.4. Optreden in besloten ruimten Soms moet een brandweerman optreden in een besloten ruimte. Een besloten ruimte is een ruimte met een moeilijke toegang. Voorbeelden zijn: een riool, een tunnel, een rooster in een voetpad, tanks voor vloeistoffen, graansilo’s, en zo meer. Een besloten ruimte is niet ontworpen om er mensen in te laten, maar bij gelegenheid moet ze betreden worden om bepaalde werken uit te voeren, onderhoud en herstel- of bouwwerken. Gevaar-risico: Werken in besloten ruimtes kan zeer gevaarlijk zijn. In een besloten ruimte is er weinig licht en weinig verluchting. Er kan te weinig zuurstof zijn en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen kan een probleem vormen. Het ontwerp, de constructie of de ligging kunnen de ruimte moeilijk toegankelijk maken voor eventuele reddingswerken. Er zijn zowel risico’s voor de gezondheid als voor de veiligheid. De risico’s voor de gezondheid zijn gevaar voor verstikking en vergiftiging, lawaai en geluidshinder (omdat de meeste besloten ruimten bestaan uit metaal), soms ook warmtebelasting en straling. Risico’s voor de veiligheid zijn brand en explosie, elektrocutie, bewegende delen, vallen, uitglijden, struikelen en vallende voorwerpen. Preventie: Om op te treden in een besloten ruimte moet de brandweerman steeds de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen dragen en in teamverband werken. Indien mogelijk moet de ruimte verlucht worden, moeten gevaarlijke producten voor betreding verwijderd worden en moeten mogelijke toevoerleidingen van producten met gevaarlijke eigenschappen afgesloten worden.
53
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
4.5. Invloed van licht, klimaat en thermische omgevingsfactoren, trillingen en lawaai…
!
De brandweerman moet vaak werken buiten de normale werkuren met wisselende werktijden. De brandweerman werkt in een continu systeem en moet bereid zijn op te komen buiten de normale werkuren voor wacht, (langdurige) interventies…
!
De brandweerman moet werken in verschillende weersomstandigheden (voor zover deze werkomstandigheden in overeenstemming zijn met de veiligheidsvoorschriften in het A.R.A.B.).
Gevaar-risico: Een niet aangepast klimaat (Slechte verlichting en verluchting, temperatuur (te warm of te koud), te hoge luchtvochtigheidsgraad) en geluidsoverlast zijn omgevingsfactoren die niet alleen storend en vermoeiend kunnen zijn, ze kunnen ook echt schadelijk zijn voor de gezondheid. Ze kunnen aanleiding geven tot vage klachten van hinder en ongemak, een verhoogd afwezigheidcijfer, een afnemend rendement, een verhoogde ongevallenfrequentie en zo meer. Lawaai kan bijvoorbeeld vermoeidheid en stress met zich meebrengen en ook de concentratie verminderen, wat dan weer de veiligheid in gevaar brengt. Langdurige interventies kunnen vermoeidheid teweegbrengen. Preventie:
!
Omdat het risico niet volledig kan worden uitgesloten, kan het, indien mogelijk, toch beperkt worden door de organisatie van het werk. De kans op vermoeidheid of schade kan inderdaad worden verminderd door de blootstellingduur aan het risico te beperken.
!
De brandweerman kan of moet, door de werkgever ter beschikking gestelde, persoonlijke beschermingsmiddelen aanwenden om zich te beschermen tegen overblijvende ‘gevaarlijke’ of ‘ongezonde’ situaties. Zo moet hij bijvoorbeeld gehoorsbescherming dragen vanaf meer dan 90 dB(A). De brandweerman moet zich tegen de koude of hitte beschermen door aangepaste kledij te dragen.
4.6. Werken met producten met gevaarlijke eigenschappen
!
De brandweerman kan in de uitvoering van zijn job in aanraking komen met producten met gevaarlijke eigenschappen. Dit zijn brandbare producten, gezondheidsschadelijke producten of milieubedreigende producten. Het kan bijvoorbeeld gaan om brandstoffen, onderhoudsproducten, reinigingsproducten, verven of vernissen.
Gevaar-risico: De gevaarlijke eigenschappen worden omschreven als ontplofbaar, oxiderend, ontvlambaar, giftig, schadelijk, corrosief, irriterend, ecotoxisch, kankerverwekkend, …
54
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Het risico ontstaat bij verkeerd gebruik van deze producten met gevaarlijke eigenschappen. De producten kunnen inwerken op het menselijk lichaam door inademing, contact met de huid en slijmvliezen of inname langs de mond. De omgeving, het milieu, de atmosfeer en de biosfeer kunnen schade oplopen door brand en explosie, vervuiling van de lucht, water en bodem, aantasting van plantengroei… Preventie:
!
Bij de onderhoudswerkzaamheden in de kazerne, is de beste preventiemaatregel het product niet te gebruiken maar te vervangen door een minder schadelijk product, indien dit mogelijk is.
!
Indien het gebruik van een product met gevaarlijke eigenschappen onvermijdelijk is, moet de brandweerman goed geïnformeerd zijn. De werknemer moet alle gevaarlijke chemische agentia waarmee hij op de arbeidsplaats mogelijk in aanraking komt kennen en de plaats kennen waar ze zich bevinden. Hij moet de risico’s kennen voor mens en milieu, hij moet weten hoe het product moet worden gestockeerd en hoe men veilig kan werken met het product.
!
De brandweerman moet gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals aangepaste kledij of ademhalingsbescherming, indien dit nodig is.
!
Tenslotte dient de brandweerman zich bewust te zijn van het belang van persoonlijke hygiene bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Wanneer de brandweerman tijdens een interventie in aanraking komt met producten met gevaarlijke eigenschappen, als gevolg van het falen van de preventie van een bedrijf, moet hij strikt de orders van de bevelvoerder opvolgen. In ernstige gevallen zullen gaspakdragers opgeroepen worden.
4.7. Werken met elektriciteit In alle ondernemingen en organisaties wordt gebruik gemaakt van elektriciteit, ook bij de brandweer. De regels over elektrische installaties zijn opgenomen in het AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties). Gevaar-risico: Bij het werken met elektriciteit bestaat het risico op schade voor de mens (elektrocutie en verbranding) en voor de omgeving (brand en explosie). De meeste gebreken komen voor aan snoeren of stopcontacten. Je krijgt elektrocutie als snoeren bloot of kapot zijn. Elektriciteit is ook één van de belangrijkste oorzaken van brand. Dit gebeurt door overbelasting of kortsluiting van leidingen en apparaten. Er kunnen vonken of hete oppervlakken ontstaan. Zo ontvlammen brandbare producten en bestaat het risico op explosie in de omgeving van explosieve producten.
55
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Preventie:
!
Collectieve beveiliging kan gebeuren door aarding, differentieelschakelaars, smeltveiligheden, automaten of zekeringen
!
De brandweerman kan ter preventie het risico wegnemen. Soms is het beter een andere energiebron te gebruiken (vb. het gebruik van pneumatische gereedschappen in plaats van elektrische gereedschappen). Hij kan ook het risico verminderen door de spanning te verlagen (met een transformator) of de weerstand (door isolatie) te verhogen.
4.8. Omgaan met stress
!
Sommige interventies kunnen stresserend en traumatiserend zijn. De brandweerman moet vaak zware psychische belasting kunnen verdragen. De brandweerman moet kunnen werken onder bijzondere hoge tijdsdruk, onder emotioneel belastende omstandigheden en wordt vaak geconfronteerd met leed.
Preventie: Als preventie is het belangrijk dat er een goede teamgeest heerst en dat ervaringen binnen het team kunnen gedeeld en besproken worden.
5. Arbeidsorganisatie De brandweerman functioneert onder leiding van de korporaals, onderofficieren en officieren. In een brandweerkorps verloopt de arbeidsorganisatie volgens een strikte hiërarchie. De brandweerdienst wordt geleid door de officier-diensthoofd. Bij diens afwezigheid neemt de officier of onderofficier met de hoogste graad diens bevoegdheden over. Bij een interventie rukt de brandweer uit in ploegen. De brandweerman volgt dan de instructies op van de bevelvoerder. De bevelvoerder is de hoogste in rang die aan de interventie deelneemt. Werken bij de brandweer is teamwerk bij uitstek, voor het slagen van een interventie is de samenwerking in de ploeg van uiterst groot belang. Het brandweerkader kan bestaan uit de volgende personen: Operatief personeel 1. officier-diensthoofd 2. officieren 3. onderofficieren 4. korporaals 5. brandweermannen of –vrouwen 6. aspiranten of stagedoende personeelsleden
56
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Technisch en administratief personeel Personeel belast met bijzondere taken o.a. korpsarts, korpspsycholoog, aangestelden… Zoals reeds in het domein (punt 1.1.2) aangehaald werd, zijn de brandweerkorpsen onder te verdelen in verschillende categorieën. De ‘grote’ korpsen bestaan enkel uit beroepsbrandweerlieden, de kleine gemeentelijke korpsen werken dan weer enkel met vrijwilligers. Daarnaast zijn er nog de ‘gemende’ diensten waar zowel beroepsbrandweerlui als vrijwilligers tewerkgesteld zijn. In de gemengde diensten kan het best zo zijn dat een beroepsbrandweerman tijdens interventies instructies opvolgt van de bevelvoerder die vrijwilliger is. Meestal zullen de beroepsbrandweermannen via een beurtrolsysteem de permanentie in de kazerne verzekeren. De vrijwilligers die van wacht zijn, zullen bij een oproep naar de kazerne komen aanrijden. De invulling van deze wachttijden gebeurt via een beurtrolsysteem onder de vrijwilligers. Het spreekt voor zich dat, indien een interventie dit vereist, de brandweermannen langere diensttijden moeten presteren. Bij ernstige branden kunnen de niet van dienst zijnde personeelsleden, zowel de vrijwilligers als de beroepsleden, op bevel van de dienstchef die er onmiddellijk de burgemeester of zijn gedelegeerde van verwittigt, ertoe gehouden zijn zich onverwijld ter beschikking te stellen.
6. Knelpunten Momenteel is het beroep van brandweerman nog te weinig gekend bij de burger. In het regulier onderwijs bestaat er geen opleiding tot brandweerman. De opleiding van de brandweer valt volledig ten laste van gemeente en provincie. Naast de basisopleiding moet de brandweerman tijdens zijn loopbaan nog veel bijkomende opleidingen volgen en attesten bekomen. Omdat de brandweerman op veel plaatsen en in verschillende omstandigheden inzetbaar moet zijn, wordt van hem een grote polyvalentie verwacht. Daartegenover staat dat de basisverloning laag is. Bovendien wordt het beroep van brandweerman momenteel niet erkend als risicoberoep waardoor er o.a. ook geen specifieke uitstapregeling bestaat. Nochtans is de fysieke paraatheid die het werk vereist op latere leeftijd zeker niet meer evident.
57
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
7. Toekomstige evoluties 7.1. Algemeen Een grondige reorganisatie van de civiele veiligheidsdiensten (de brandweerdiensten en de dringende medische hulpverlening) ligt in het vooruitzicht. Momenteel worden in opdracht van de Minister van Binnenlandse zaken risicoanalyses uitgevoerd waarvan de resultaten de reorganisatie van de brandweerdiensten zullen bepalen. Er wordt steeds meer geprofessionaliseerd in de brandweerbasiszorg. Er is een tendens naar meer beroepsbrandweerlui.
7.2. Taken Het aandeel van de brandbestrijding in het totaal aantal interventies is in de loop der jaren afgenomen. Deels omdat er minder branden ontstaan door een verbeterde brandpreventie, en deels omdat het aantal interventies voor technische hulpverlening (verkeer) en voor ongevallen met gevaarlijke stoffen, sterk is toegenomen. Ook het aantal tussenkomsten voor dringende geneeskundige hulpverlening stijgt. Het voertuigenpark wordt steeds complexer. Daarnaast is de verkeerssituatie sterk gewijzigd waardoor prioritair rijden een steeds moeilijkere opdracht wordt. Het bedienen van de brandweercentrale en de administratie wordt gekenmerkt door steeds meer informatisering. Veel zaken met betrekking tot onderhoud en herstelling worden te technisch en kunnen niet meer door de brandweer zelf worden gedaan. Het basisonderhoud blijft evenwel een belangrijke opdracht. De taken ‘Ondersteunen van brandpreventie’ en ‘Opbouwen van eigen deskundigheid’ kennen een toenemende trend. De milieuwetgeving wordt strikter. Als gevolg hiervan wordt bijvoorbeeld de interventie ‘ongevallen met gevaarlijke stoffen’ steeds complexer.
58
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
8. Beroepenfiche BRANDWEERMAN/-VROUW OMSCHRIJVING De opdrachten van de brandweerdiensten zijn zeer gevarieerd. Zij behelzen het geheel van de hulpinterventies aan de bevolking op lokaal niveau: interventies in geval van diverse ongevallen (op de openbare wegen of in de woningen), in geval van brand, catastrofen, rampen of schadegevallen, met inbegrip van de bestrijding van de chemische (Seveso) en nucleaire ongevallen. Een ander belangrijk aspect van hun activiteit is het controleren van de preventie- en veiligheidsmaatregelen, voorgeschreven door de openbare overheden (preventieopdrachten). De brandweerman maakt deel uit van een brandweereenheid en voert zijn opdrachten uit in teamverband. Hij kan optreden als brandweerman, chauffeur, of als ambulancier bij dringende geneeskundige hulpverlening. Tijdens de wachtdiensten zal hij ook onderhoudstaken en enkele administratieve taken opnemen. De brandweerman staat ook in voor het welzijn op het werk en verzekert zo de eigen veiligheid en gezondheid en die van zijn collega’s.
TAKEN
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Deelnemen aan interventies o Verkennen o Redden van mensen en dieren o Brand bestrijden De wagen besturen Dringend geneeskundig hulpverlenen Bedienen van de brandweercentrale Nazien en onderhouden van het materieel Ondersteunen van brandpreventieactiviteiten Opbouwen van de eigen deskundigheid De administratie doen Intern communiceren Welzijn op het werk (instaan voor veiligheid en gezondheid)
COMPETENTIES KENNIS
! ! ! ! ! !
Kennis van brand Kennis van de theorie van het blussen Kennis van interventies Kennis van de wetgeving en reglementering inzake brand Kennis van eerste hulpverlening Kennis van de organisatie van de brandweer
59
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
! ! ! ! ! ! ! ! !
Kennis van het materieel Kennis van technisch voertuigenonderhoud Kennis van radioverbindingen Kennis van interne communicatie Kennis van het verkeer Kennis van informatica Kennis van topografie Kennis van milieu
Kennis inzake welzijn op het werk (veiligheid en gezondheid) SLEUTELVAARDIGHEDEN
! ! ! ! !
Teamgericht kunnen werken Stressbestendig zijn Doorzettingsvermogen hebben Handig zijn
Veiligheidsbewust werken SPECIFIEKE VEREISTEN
! ! !
De brandweerman moet een goede fysieke conditie hebben De brandweerman mag geen hoogtevrees hebben De brandweerman moet kunnen zwemmen
TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN
!
De brandweerman werkt in de openbare sector (lokale besturen). DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
!
De lokale besturen bepalen de bevorderingsvoorwaarden voor de brandweerman (behalen van brevetten en/of deelnemen aan bevorderingsexamens). ARBEIDSORGANISATIE
!
De brandweerman werkt steeds in teamverband. Bij interventies volgt hij de bevelen op van de bevelvoerder van de wagen. ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
!
De brandweerman werkt soms in zeer moeilijke omstandigheden. Daarbij is het van belang dat hij steeds maximaal tracht in te staan voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van collega’s. KNELPUNTEN
! ! !
Momenteel is het beroep van brandweerman nog te weinig gekend bij de burger. In het regulier onderwijs bestaat er geen opleiding tot brandweerman. De opleiding van de brandweer is volledig ten laste van gemeente en provincie.
Omdat de brandweerman op veel plaatsen en in verschillende omstandigheden inzetbaar moet zijn, wordt van hem een grote polyvalentie verwacht. Daartegenover staat dat de basisverloning laag is. TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
!
Een grondige reorganisatie van de civiele veiligheidsdiensten (de brandweerdiensten en de dringende medische hulpverlening) ligt in het vooruitzicht. Momenteel worden in opdracht van de Minister van Binnenlandse zaken een risicoanalyses uitgevoerd waarvan de resultaten de reorganisatie van de brandweerdiensten zullen bepalen.
60
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
! !
Er wordt steeds meer geprofessionaliseerd in de brandweerbasiszorg. Er is een tendens naar meer beroepsbrandweerlui. In het totaal aan interventies is het aandeel van de brandbestrijding in de loop der jaren afgenomen. Deels omdat er minder branden ontstaan door een verbeterde brandpreventie, en deels omdat het aantal interventies voor technische hulpverlening (verkeer) en voor ongevallen met gevaarlijke stoffen, sterk is toegenomen. Ook het aantal tussenkomsten voor dringende geneeskundige hulpverlening stijgt.
61
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Lijst van organisaties die werden uitgenodigd op de conferenties ‘brandweerman/vrouw’ ! !
ACOD
! !
Brandweervereniging Vlaanderen
! !
Brandweervereniging Vlaanderen
! !
CCOD
! ! !
CCOD
! !
VSOA
!
VSOA
!
VSOA
!
VSOA
ACOD
Brandweervereniging Vlaanderen
Brandweervereniging Vlaanderen
CCOD
VVSG VVSG
VSOA
De heer M. Luyten De heer R. Villeirs Mevrouw C. Van Meensel De heer G. Van de Gaer De heer D. Withouck De heer C. Addiers Mevrouw K. Van der Gucht De heer P. Doms De heer G. Willems De heer M. Suykens De heer B. Cools De heer S. Meeuws De heer J. De Muynck De heer R. Somers Mevrouw C. Demerlier De heer M. Minten
62
I.
Brandinterventies
Opdrachten
Interventies van de openbare brandweerdiensten " Brandbestrijding en bestrijding van de ontploffingsgevolgen
Versterking in schuimbevoorrading – 1ste niveau Dringende versterking in zwaar of gespecialiseerd materieel (bull, kraan)
" "
Interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking Uitvoeringslogistiek: " Versterking in waterbevoorrading (pompen en slangen) – 1ste niveau
"
"
63
Niet-dringende versterking in zwaar of gespecialiseerd materieel (bull, kraan) Dringende versterking met superkanon
Interventies van de diensten van de Civiele Bescherming Uitvoeringslogistiek: " Versterking in waterbevoorrading (pompen met een zeer groot debiet en slangen) met gebruik van een tank – 2de niveau " Versterking in schuimbevoorrading – 2de niveau
7 april 2003 (BS 21.05.2003) – Koninklijk Besluit tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en diensten van de civiele bescherming.
Bijlage
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Technische hulpverleningswerken
Dringende medische hulp Preventie
II.
III. IV.
Opdrachten
" "
" "
"
Transport per ambulance Preventie van brand en ontploffing
Groep voor interventie in gevaarlijke omgeving Interventies in geval van lichamelijke of technologische bedreiging Vrijmaking van de openbare weg na ongeval of storm Vernietiging van wespennesten Hondenbrigade: interventie
" "
Duiken
"
Interventies van de openbare brandweerdiensten " Opsporing en bevrijding van personen en dieren in gevaarlijke situaties (onder andere snelle bevrijding…)
"
Hulp bij redding dankzij een groep voor interventie in een gevaarlijke omgeving
Interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking " In geval van catastrofes en schadegevallen van grote omvang: zware werken (stutten, afdekken met een zeil, opsporen en bevrijden van slachtoffers, vrijmaken van de openbare weg) " Versterking bij zware verkeers-, vliegtuig- of spoorwegongevallen (opsporen en bevrijden van slachtoffers)
"
"
64
Hondenbrigade: organisatie en interventie Speleoteam
Interventies van de diensten van de Civiele Bescherming " In geval van rampen, catastrofes en op aanvraag in geval van schadegevallen van grote omvang: zware werken (stutten, afdekken met zeil, opsporen en bevrijden van slachtoffers, vrijmaken van de openbare weg) " Bijkomende versterking op aanvraag bij verkeersongevallen en ambtshalve bij vliegtuig- of spoorwegongevallen (opsporen en bevrijden van slachtoffers) " Duikersteam voor interventie van lange duur " Groep voor interventie in een gevaarlijke omgeving
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
V.
Vervuiling: nucleaire
Vervuiling: chemische
Vervuiling: Koolwaterstof
Opdrachten
Stabilisatie en beveiliging Als het onheil beheersbaar is in de interventiezone: detectie, afdichting, overheveling, reiniging en ontsmetting Uitvoering van de individuele metingen Meetplan Transport en beperkte evacuatie
Ontsmetting van een klein aantal personen Stabilisatie en beveiliging Uitvoering van de individuele en detectiemetingen Ontsmetting van een klein aantal slachtoffers
" "
" "
"
"
" "
"
Verwijdering
"
Interventies van de openbare brandweerdiensten " Stabilisatie en beveiliging " Vervuiling waarvan de oppervlakte of het potentieel risico van uitbreiding niet meer dan 100 m² (grond) of 25 m² (water) bedraagt: detectie, neutralisering, opvang en reiniging
"
"
Meetplan
Als het onheil de interventiezone overschrijdt of zou kunnen overschrijden: detectie, afdichting, overheveling, reiniging en ontsmetting
Interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking
" " "
"
"
" "
"
"
"
"
65
Uitvoering van het plan van individuele metingen Meetplan (TELERAD-netwerk) Ontsmetting van het personeel Ontsmetting en opvang van de bevolking
Meetplan (specialisatie als analyseinstrumenten) Transport en aanzienlijke evacuatie Controle van niet-besmette gaspakken die door het FOD Binnenlandse Zaken geleverd worden voor de zonale en suprazonale diensten Ontsmetting en opvang van de bevolking
Op aanvraag in geval van onheil dat de interventiezone overschrijdt of zou kunnen overschrijden: detectie, afdichting, overheveling, reiniging en ontsmetting
Op aanvraag in geval van vervuiling waarvan de oppervlakte of het potentieel risico van uitbreiding meer dan 100m² (grond) of 25m² (water) bedraagt: detectie, neutralisering, opvang en reiniging Verwijdering en trantport (gebruik van vacuümtanks)
Interventies van de diensten van de Civiele Bescherming
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Overstromingen
Telecommunicatie en coördinatie
Internationale opdrachten
Preventieve opdrachten
VI.
VII.
VIII.
IX.
Vervuiling: biologische
Opdrachten
Bijstand en/of aanwending van de afdichting
Installatie van de operationele commandopost op het terrein (CP- OPS) Op aanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken: mogelijke deelname aan DICa-DIR Aanwezigheid tijdens lokale manifestaties op aanvraag van de autoriteiten of van de organisatoren
"
" "
"
"
Preventieve bescherming (vb. plaatsen van zandzakken in geval van overstroming van woningen) Pompwerkzaamheden
"
Interventies van de openbare brandweerdiensten
-
"
"
Installatie van een gemeentelijk coordinatiecentrum (op aanvraag)
Versterking waarvoor bijkomend materieel (pompen…) en personeel nodig is
Interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking
" "
"
"
"
"
"
66
Versterking op aanvraag in geval van aanzienlijke en zware pompwerkzaamheden Afdichting van dijken en interventies in geval van het overlopen van waterlopen of risico op overlopen Evacuatie van de bevolking en uitdeling van levensmiddelen Communicatiemiddelen en logistiek voor het provinciaal en federaal Coordinatiecentrum Op aanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken: deelname aan B_Fast, EU-Fast Deelname aan het DICa-DIR Op aanvraag van de autoriteiten of van de organisatoren, aanwezigheid op manifestaties die een invloed van de toeschouwers op een beperkte oppervlakte inhouden en door hun stormachtig verloop en /of door het gebruik van gevaarlijke mechanische toestellen een risico op zware ongevallen inhouden
Interventies van de diensten van de Civiele Bescherming " Logistiek tijdens epidemieën, epizootieën of botulisme
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Waterverdeling Waarschuwing
Logistiek
X. XI.
XII.
Opdrachten
" Technische bijstand aan de politieen gerechtelijke overheden (gericht)
Interventies van de openbare brandweerdiensten
Interventies van de openbare brandweerdiensten in versterking
67
Interventies van de diensten van de Civiele Bescherming " Verdeling van drinkwater " Waarschuwing aan de hand van sirenes in geval van chemische of nucleaire ongevallen " Humanitaire opdrachten " Gerechtelijke opdrachten van lange duur " Transport van bijzonder materieel en/of van goederen en personen, op aanvraag van het FOD Binnenlandse Zaken " Uitdeling van levensmiddelen " Hulp bij repatriëring van slachtoffers
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Bronnen – Literatuurlijst Interviews De heer M. De Bont, Brandweer Londerzeel De heer M. De Smit, Brandweer Beveren De heer M. Opstal, Brandweer Zaventem De heer P. Doms, Brandweer Antwerpen De heer G. Van de Gaer, Brandweervereniging Vlaanderen Documenten Bos J., Mol E. e.a. (mei 2001). Onderzoek naar de fysieke en medische functie-eisen en tests voor selectie en begeleiding van brandweerpersoneel in de repressieve dienst – Fase 1-, Amsterdam. De Gruyter, R., De Lange H., Van Hamme L. (2001) Zakboekje voor de preventieadviseur 2003. Mechelen: Kluwer.
PLATO (Platform, Opleiding, Onderwijs en Organisatie). (oktober 2002) In goede banen Competenties voor repressieve brandweerfuncties. Eindrapportage. Universiteit Leiden. Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen (2001). Basisveiligheid VCA. Antwerpen: PVI. Prevent (2000). Welzijn op het werk: Examenstof voor het Bekwaamheidsbrevet over Welzijn op het Werk. Brussel: Prevent. Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf (s.d.). Opleiding basisveiligheid. Brussel: CNAC/NAVB. Vanhoren, I., de Coninck, P., Roels, J., (red.) (2004) Ruim baan voor competenties. Advies voor een model van (h)erkenning van verworden competenties in Vlaanderen: beleidsconcept en aanzet tot operationalisering. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: Brussel.
68
Beroepsprofiel Brandweerman/-vrouw
Websites www.vvsg.be http://portal.brandweervlaanderen.be/ http://www.belgium.be/eportal//
69