Bijlage Schoolplan OBS ’t Palet 1. Inleiding 1.1. Doel en functie van het schoolplan Alle scholen voor primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) zijn wettelijk verplicht om een schoolplan, schoolgids en klachtenregeling te hebben. De Inspectie van het Onderwijs controleert de inhoud en toepassing ervan. Het schoolplan verschijnt eens per vier jaar. In het schoolplan is beschreven hoe de school de kwaliteit van het onderwijs garandeert. Aan bod komen het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de interne kwaliteitszorg. Het schoolplan is ook een document waarin de school verantwoording aflegt aan de Inspectie van het Onderwijs over het schoolbeleid. De ouders en de medezeggenschapsraad moeten het schoolplan goedkeuren. Pas daarna keurt het schoolbestuur het plan goed. De onderwijstijd voldoet aan de volgende normen voldoen:
Leerlingen krijgen over 8 achtereenvolgende jaren in totaal 7520 uur onderwijs. Vroeger mocht een schooldag niet langer dan 5,5 uur duren. Dat mag nu wel. Scholen moeten wel zorgen voor een evenwichtige verdeling van activiteiten over de dag. Scholen mogen ervoor kiezen om leerlingen in alle schooljaren evenveel urenonderwijs te geven. Als scholen hiervoor kiezen, krijgen alle leerlingen minimaal 940 uur onderwijs per jaar. Wanneer scholen er toch voor kiezen om leerlingen in de onderbouw minder uren les te geven, dan krijgen de leerlingen in de eerste 4 schooljarengemiddeld 880 uur en in de laatste 4 schooljaren gemiddeld 940 uur per schooljaar. De overige 240 uren mag de school over de verschillende leerjaren verdelen. de ouderbijdrage; de rechten en plichten van ouders, leerlingen en de schoolleiding. De school kent een Ouderraad die een vrijwillige bijdrage vraagt. Deze ouderbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld tijdens de Algemene Ouderavond. De financiële verantwoording voor inkomsten en uitgaven is compleet gescheiden van de schoolbegroting. De Ouderraad legt alleen verantwoording van haar financiële beleid af aan de ouders.
1.2. Verwijzing naar documenten In het schoolplan wordt de verwijzing gemaakt naar de schoolgids van ’t Palet het onderwijsplan van ‘t Palet het schoolondernemingsplan van ’t Palet het personeels- en financieel beleidsplan van Rijn en Heuvelland verschillende bijlagen 1.3.
Samenhang met de schoolgids
De schoolgids verschijnt jaarlijks en is bedoeld om u wegwijs te maken op onze school. U treft er informatie aan over ons onderwijs, de organisatie en de onderlinge afspraken. De SCHOOLGIDS bestaat uit 3 delen: nu nog maar één deel (juli 2013) deel 1 bevat algemene informatie over ’t Palet als geheel, waarin opgenomen wettelijke regelingen e.d. Dit deel kunt u vinden op onze website www.obspalet.nl deel 2 bevat algemene informatie die van toepassing is op de 4 locaties. Deze informatie is jaarlijks aan veranderingen onderhevig en wordt derhalve ieder schooljaar opnieuw aangepast en via onze site aan u verstrekt. deel 3 bevat specifieke informatie over de locatie waar uw kind(eren) onderwijs volgt/volgen.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
1.4. Evaluatie van het schoolondernemingsplan De speerpunten die in de periode 2008-2011 zijn gekozen waren: De ontwikkeling van de hulp aan kinderen
De kerndoelen, De Plusklas, Het pluswerk, NT2, SEO Didactiek
Zelfstandig werken en zelfstandige leren, Klassenmanagement Organisatie
De lerende organisatie Van beheersing van de organisatie naar inhoudelijke sturing Het traject naar dagarrangementen ICT
ICT integreren als flexibele fundament onder alle organisatie gebieden Vakinhoudelijk
Uitvoering geven aan de Projectplannen m.b.t. Techniek, NME, Cultuur, Opleiden in School, Sport, Opleiden in School, PR en Communicatie, Radio en Geestelijke Stromingen. Invoering/implementatie nieuwe methodes Lezen-Taal-Wereldoriëntatie-Engels Personeelsbeleid
Wet Bio invoeren (gesprekscyclus en portfolio) Deelname Opleiden in School SVIB inzetten Laatste evaluatie is als bijlage toegevoegd
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
2. Bestuur en school 2.1 Organogram
RAAD VAN TOEZICHT GM R
College van Bestuur Directorium (adviserend overleg)
Bedrijfsbureau
MR
Directeur Intern Begeleider
Directeur
Directeur
PMT (adviserend overleg)
Officemanager Projectleider
Locatieleider
Locatieleider
Locatieleider
Schoolteam
Schoolteam
Schoolteam
Zandweg
Bolenstein
Tienhoven Troelstra
BO V
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
BO V
BO V
2.2
Gegevens van het bestuur zie het Strategisch Beleidsplan
2.3
Visie en missie zie ondernemingsplan
2.4
Identiteit zie ondernemingsplan Externe omgeving Zie ondernemingsplan
2.5
2.6 Medezeggenschap MR Ook onze school heeft één medezeggenschapsraad met vertegenwoording van alle vier de locaties. De medezeggenschapsraad bestaat uit twee geledingen: 1. vertegenwoordigers van de ouders, in aantal vier. 2. vertegenwoordigers van het (onderwijzend) personeel, in aantal 4 De directeur is adviserend en informerend bij vergaderingen aanwezig en heeft geen stemrecht. BOV Ouders zijn niet alleen vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad maar ook in de ouderraden. met de naam Bestuur Ouderraad Vereniging. De ouderraden bestaan alleen uit ouders die eens in de 3 jaar door de ouders worden gekozen. Daarnaast is er een vertegenwoordiging van het team van leerkrachten die de ouderraad adviseert. Elke locatie heeft een BOV. De leden houden zich bezig met de organisatorische zaken op de locatie. BOVO Bestuur Ouder-Verenigingen Overleg De vier ouderraden werken incidenteel samen in de overkoepelende BOVO.
3. Schoolbeschrijving 3.1 Gegevens van de school Naam: OBS ‘t Palet Adres: Buitenweg 310 Plaats: 3602 ZK Maarssen Tel: 0346 556163 Web site: www.obspalet.nl Info:
[email protected] Directeur: W.P. Klap Signatuur: Openbaar Primair Onderwijs Bestuur: Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Web site: www.rijnheuvelland.nl College van Bestuur: L.W. de Wit
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
3.2 Personeelsgegevens Ons team (2011-2012) bestaat uit 56 teamleden waarvan 7 mannen en 49 vrouwen in onderstaande leeftijdsopbouw.
(Bron: Digibook augustus 2011)
Functies en Schalen: Directeur (1) Locatieleiding (2) Locatieleiding (1) OOP (1) Leraar (3) Leraar (48)
schaal DC schaal AC schaal DA schaal 6 schaal LB schaal LA
3.3 Situering van de school
Stichtse Vecht is een gemeente ten noorden van de stad Utrecht, in de provincie Utrecht. Het dorp Maarssen is onderdeel van de gemeente Stichtse Vecht en bestaat uit twee delen, gescheiden door het Amsterdam-Rijnkanaal. Ten oosten daarvan ligt het oorspronkelijke dorp, ook wel aangeduid als Maarssen-Dorp; ten westen ligt de wijk Maarssenbroek. De enige openbare basisschool in Maarssen-Dorp is ’t Palet. De andere scholen zijn basisschool de Pionier (RK), basisschool de Klaroen (PC) en basisschool het Kompas (PC). In Maarssen-Dorp heeft ’t Palet drie locaties te weten locatie Zandweg-Oostwaard, locatie Bolenstein en locatie Troelstra. Daarnaast is er locatie Tienhoven in de dorpskern OudMaarsseveen-Tienhoven.
3.4
Toekomstige ontwikkelingen
Zie Onderwijsondernemingsplan
4. Onderwijskundig beleid 4.1
Visie van de school Zie ondernemingsplan 4.2 Missie van de school Zie ondernemingsplan 4.3 Identiteit en profilering OBS 't Palet is een openbare school. Dat betekent dat onze school open staat en toegankelijk is voor allen uit onze samenleving. Dit geldt zowel voor leerkrachten als voor leerlingen. Onze openbare school is een afspiegeling van onze maatschappij, waar ruimte is voor verschillen in overtuiging en opvatting. De grondwet in ons land biedt de mogelijkheid om eigen scholen op te richten - het bijzonder onderwijs - en de mogelijkheid om een school te kiezen die een afspiegeling is van onze maatschappij, de openbare school. Wij hebben vertrouwen in de mogelijkheden die ieder kind in zich heeft om zelfstandig te leren.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
OBS 't Palet is een transparante, betrouwbare, laagdrempelige, effectieve en bovenal kindgerichte organisatie. De kwaliteit van ons onderwijs wordt bereikt door een gemeenschappelijke inspanning van kinderen, leraren en ouders. Onze visie "rekenen we af " bij de deur. Dat wat in plannen staat verwoord is concreet in de klassen te zien en te beleven (de visie is merkbaar en meetbaar). 4.4
Leerstofaanbod
Vak-/vormingsgebied 1. Nederlandse taal a) Mondelinge taalvaardigheid
b) Technisch lezen
c) Begrijpend en studerend lezen
d) Schrijven en Stellen
e) Taalbeschouwing/spelling
2a Engelse Taal Mondelinge-, schriftelijke- en
Gebruikte materialen/methoden Stand van zaken per 1 augustus 2011 Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein - diverse kringvormen Groep 3 t/m 8 - methode Taaljournaal nieuwe versie - diverse kringvormen o.a. boekenkring, spreekbeurt, nieuwskring Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein - programma Boekenpret - Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 3 -methode Veilig leren lezen nieuwe versie - BOV lezen - Tutor lezen - Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 4 en 5 - methode Goed Gelezen (technisch lezen) Groep 4 t/m 8 - BOV lezen - Tutor lezen - Schoolbibliotheek en documentatiecentrum - projecten: o.a. kinderboekenweek, kinderjury - DMT en AVI toetsen Groep 4 t/m 8 - methode Goed Gelezen (begrijpend en studerend lezen) - CITO toetsen begrijpend lezen - programma Nieuwsbegrip - Blits (groep 6 en 7) studievaardigheden - Zipp (groep 8) studievaardigheden Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 3 t/m 8 Handschrift (Pennenstreken) Groep 5 t/m 8 - werkstuk maken en opstel schrijven Groep 4 t/m 8 -Methode Taaljournaal Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 3 - methode Veilig leren lezen nieuwe versie Groep 4 t/m 8 -methode Taaljournaal -woordenboeken -additionele materialen t.b.v. huiswerk Groep 1 en 2 -methode Cookie & Friends
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
leesvaardigheid
3 Rekenen- wiskunde
4. Oriëntatie op mens en wereld 4.1 Aardrijkskunde 4.2 Geschiedenis
4.3 Samenleving
4.4 Techniek groep 1-8 4.5 Milieu groep 1-8
4.6 Gezond en redzaam gedrag groep 1-8
4.7 Natuuronderwijs groep 1-8
4.8 Burgerschap en integratie groep 1-8
Groep 3 en 4 - methode I-pockets Groep 5 t/m 8 -methode Backpack Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 3 t/m 8 - methode Pluspunt - Cito toets Rekenen en Wiskunde Groep 5 t/m 8 -Programma Cijferend rekenen (opa-rekenen) Groep 1 en 2: - methode Kleuterplein groep 3 t/m 8 - methode de Blauwe Planeet Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 3 t/m 8: - methode Brandaan groep 1-2 -methode Kleuterplein groep 3 t/m 4 - methode de Blauwe Planeet - methode Sociale redzaamheid en gezond gedrag - diverse projecten zoals gezond eten, bewegen etc. groep 1-2 -methode Kleuterplein - divers constructiemateriaal groep 5-8 - methode Natuniek - eigen technieklessen van projectgroep - techniekcoach - materiaal externe instanties waaronder Natuur- en milieueducatie, schooltelevisie - aanvullende materialen waaronder k’nex, meccano, lego en lessuggesties. Groep 1 t/m 8 -materiaal schooltelevisie -prentenboeken -materiaal GGD -bezoek van o.a. wijkagent (lessenseries) -oefenen van basisvaardigheden als verkeersdeelnemer -methode Natuniek -Methode Veilig Verkeer Nederland ( Op voeten en fietsen en Jeugd verkeerskrant) - deelname aan praktisch en schriftelijk verkeersexamen in groep 7 - Project ‘Is dat zo” Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 5 t/m 8 - methode Natuniek - school tv - schooltuintjes voor groep 6 - activiteiten projectgroep NME zoals ‘biologische momentjes’ Groep 1-8 - methode Kleuterplein - methode De Blauwe Planeet - methode Brandaan - activiteiten projectgroep GVO/HVO - schooltelevisie
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
5. Lichamelijke opvoeding
6 Kunstzinnige oriëntatie
7. Leergebiedoverstijgende doelen
8. Geestelijke stromingen
4.5 groep a. 1. 2.
- verschillende projecten zoals ‘vrijheid’ Groep 1 en 2 - spel/bewegingslessengroep - sportdag Groep 3 t/m 8 - Lessen Bewegingsonderwijs vakleerkracht - sportdag - deelname aan sporttoernooien : * schoolvoetbaltoernooi (5 - 8) * school korfbaltoernooi (3 - 8) Groep 1 t/m 8 - methode Moet je doen (handvaardigheid, teken en schilderen, muziek) - dramalessen - lessen en excursies Kunst centraal - activiteiten projectgroep Cultuur - activiteiten vanuit de projectgroep ICT zoals omgaan met Office pakket - activiteiten m.b.t. kennisconstructie - activiteiten m.b.t mediawijheid - activiteiten ter ontwikkeling van een onderzoeksmatige houding - materialen voor cognitief meerbegaafde en hoogbegaafde leerlingen - remediërende materialen Groep 1 en 2 - methode Kleuterplein Groep 3 t/m 8 - methode Heilige huisjes - activiteiten projectgroep GVO/HVO - activiteiten projectgroep Geestelijke Stromingen zoals bezoek moskee, kerk, synagoge
Leertijd Zintuigl./lich. oefening zintuiglijke oefening lich. oef./spel/bewegen
1
2
3
4
5
6
7
8
5.00 6.30
5.00 6.30
1.30
2.00
1.30
1.30
1.30
1.30
4.00
4.00
5.00 3.30 2.00
5.00 3.30 1.30
5.00 3.30 1.15
5.45 3.30 0.45
5.45 3.00 0.15
5.45 3.00 0.15
1.00
1.00
5.00
5.00
5.00
5.30
5.30
5.30
0.30
0.30
b. 1. 2. 3.
Nederlandse taal taal/spelling/kring lezen schrijven
c.
rekenen en wiskunde
d.
Engelse taal
e.
kennisgebieden*
1.00
1.00
1.00
1.00
5.00
4.30
4.30
4.30
f.
sociale redzaamheid**
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
0.30
0.30
g.
expressieve vakken***
3.30
3.30
3.00
3.00
3.00
3.00
3.00
3.00
pauze
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
totaal per week
23.00
23.00
23.00
23.00
25.45
25.45
25.45
25.45
4.6 Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Wij hechten veel waarde aan het recht doen aan talenten in een goed pedagogisch klimaat en
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
een veilige, aantrekkelijke leeromgeving, waarin de ontwikkeling van zelfvertrouwen, zelfstandigheid en zelfredzaamheid van leerlingen wordt gestimuleerd. Verder verwijzen we naar het School Ondernemingsplan waarin we dit hebben opgenomen in onze ambitie 1 en 5 te weten Kansrijk Onderwijs en Uitnodigend werkklimaat. 4.7
Didactisch handelen
Om ons onderwijs zo veel mogelijk op maat te kunnen aanbieden, werken wij op ’t Palet handelingsgericht , met interne en externe partners, in vijf onderwijsniveaus : van het algemene onderwijsaanbod voor alle leerlingen in de groep tot en met individuele begeleiding of verwijzing. De uitgangspunten voor deze structuur en de uitwerking ervan zijn uitgewerkt in ons Onderwijsplan (is als bijlage toegevoegd) 4.8 Zorg en begeleiding (zie onderwijsplan) Vanuit evaluaties m.b.t. de praktische uitvoering van het plan, voortschrijdend inzicht, nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs en veranderingen betreffende de eisen van de omgeving, ontstond behoefte aan een nadere invulling van visie, missie en inhoud, en een duidelijker structuur inzake taken, verantwoordelijkheden en procedures. In 2009 is hiertoe gestart met de invoering van de 1-onderwijsstructuur en handelingsgericht werken, met behulp van groepsplannen en groepsoverzichten. In 2010 is de indeling in onderwijsniveaus hieraan toegevoegd. Verder verwijzen we hier naar het onderwijsplan met het volgende aandachtspunt:
In dit onderwijsplan 2011-2015 wordt aangegeven hoe het onderwijsaanbod ’t Palet is gestructureerd en wat speerpunten zijn voor de komende jaren. Wij willen daarbij de term “zorg” zoveel mogelijk vermijden, omdat wij van mening zijn dat wij geen zorg verlenen, maar onderwijs geven dat zo veel mogelijk is afgestemd op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. 4.9 Informatie- en communicatietechnologie ( ICT) Zie ondernemingsplan (wordt ook vermeld in ambitie 2 – Aansluiten bij een internationale kenniseconomie)
4.10 Organisatie van de school De organisatie wordt bestuurd door een directeur en drie locatieleiders die samen het Palet Management Team (PMT) vormen. De directeur is volledig verantwoordelijk voor de gehele organisatie (van pen tot pcl verwijzing.) De directeur legt middels een Bilateraal Overleg verantwoording af aan de algemeen directeur van de Stichting Daarnaast kennen we op ’t Palet de Intern Begeleider, de Officemanager , de ICT coördinator en Projectgroepleiders ( span of control). De locatieleider neemt verantwoording voor de dagelijkse, operationele leiding. Via een vaste structuur vindt overleg plaats tussen directeur en locatieleider Tevens neem de locatieleider verantwoording met betrekking tot het bereiken van de organisatiedoelen. Via wekelijks overleg (PMT) vindt hier afstemming plaats. De intern begeleider neemt verantwoording in de rol van voorzitter van het adviesteam, bestaande uit een drietal leraren die zich bezighouden met begeleiding van rugzakleerlingen en heeft overleg met projectleiders die vallen binnen de interne begeleiding zoals de projectgroep dyslexie, sociaal emotionele vorming en plusklas. De intern begeleider rapporteert elke drie weken aan de directeur en is regelmatig aanwezig bij overleg van het PMT, waarbij zij verslag uitbrengt over de stand van zaken ( bijzonderheden in groeps- en leerlingbesprekingen, toetsanalyses en opbrengsten) , en advies geeft m.b.t. het afstemmen van het onderwijsaanbod en speerpunten in de ondersteuning. Naast het afleggen van verantwoording kenmerkt dit overleg zich door het bespreken van de ambities voor de komende jaren en het volgen van de acties die daaruit voorvloeien (zie ondernemingsplan) PMT en IB hebben een adviserende rol; de directeur neemt besluiten en is eindverantwoordelijk. Via en vaste structuur overlegt de IB met de directeur.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
De Officemanager neemt verantwoording voor het regelen van afspraken en plannen van jaaractiviteiten van het PMT, verzorgt de zakelijke correspondentie, zorgt voor een archief en spart met de directeur over alles wat hem bezig houdt m.b.t. het bereiken van de organisatiedoelen. Tevens beheert de o.m. personele zaken en beheert de budgetten. Projectgroepen houden zich bezig met activiteiten die locatie-overstijgend zijn Een projectgroep heeft één projectleider die volledig verantwoordelijk, leiding geeft aan de projectgroep en verantwoording aflegt aan de directeur. Elke groep heeft een eigen plan met een eigen begroting. De projectleider bespreekt voorafgaand aan het nieuwe jaar zijn plan met de directeur. De indeling van de projectgroepleiders is op basis van individuele kwaliteiten. Deze kwaliteiten worden zo ten volle worden benut en leiden tot intrinsieke motivatie in het behalen van organisatiedoelen. 4.11
School- en klassenorganisatie
In samenspraak met het managementteam wordt jaarlijks de groepsindeling vastgesteld. Dit gaat zoveel als mogelijk in overleg met de leerkrachten. Uitgangspunt hierbij is om iedereen op een zo goed mogelijk plek te laten werken. Er wordt gekeken naar de behoeften van een groep, naar wensen en naar specifieke deskundigheid. Het school- leerlingenbelang heeft altijd prioriteit. De klassenorganisatie is afhankelijk van de aanname van onze leerlingen. Op ’t Palet is er een model ontwikkeld waarbij er sprake is van een stabiele opbouw. Deze aanname en opbouw staat vermeld in ons aannamebeleid (schoolgids) Samenvattend komt het er op neer dat we op de twee grootste locaties per jaar een maximaal aantal van veertig kinderen aannemen. Op die locaties zijn er dan 13 groepen met een verdeling zoals in onderstaand schema aangegeven. Op de andere twee locaties werken we vier en drie groepen. Locatie opbouw Zandweg Ideale opbouw Troelstra Tienhoven Bolenstein Aantal ll. Groep(0) 1-2 10-10-10 Groep(0) 1-2 Groep (0) 1-2 Groep(0) 1-2 10-10-10 Groep 3-4 Groep 3-4-5 Groep(0) 1-2 10-10-10 Groep 5-6 Groep 6-7-8 Groep(0) 1-2 10-10-10 Groep 7-8 Groep 3 28 Groep 3-4 24 Groep 4 28 Groep 5 28 Groep 5-6 24 Groep 6 28 Groep 7 28 Groep 7-8 24 Groep 8 28 4.12 Toelating, verwijzing en verwijdering Schorsing en verwijdering zijn strafmaatregelen. De directeur kan een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Hij moet hierover uiteraard wel verantwoording afleggen aan bestuur, inspectie en leerplichtambtenaar. Vanzelfsprekend zullen de ouders van deze maatregel schriftelijk op de hoogte worden gebracht. Een schorsing vindt niet zomaar plaats. Er moet dan wel heel wat aan de hand zijn geweest en er zal zeker sprake zijn van een intensief contact tussen school en thuis. Mocht zelfs een schorsing van één of meerdere dagen niet tot het gewenste resultaat leiden, dan is het mogelijk een verwijderingprocedure te starten. Ook hierover worden ouders schriftelijk geïnformeerd en kunnen zij uiteraard bezwaar aantekenen tegen de genomen maatregel. De verwijderingprocedure duurt zeker enkele maanden. Pas wanneer de gehele procedure is gevolgd, kan de betreffende leerling van school verwijderd worden. De regels voor schorsing en verwijdering zijn door het bestuur vastgelegd in een protocol.
Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht of waarbij verbaal geweld aan de orde is. Tevens kan tot schorsing/verwijdering worden overgegaan indien de school van mening is dat het niet kan voldoen aan het aanbieden van de noodzakelijke onderwijszorg. Onder ongewenst gedrag verstaat de school: - voortdurend, storend agressief gedrag van de leerling; - bedreigend agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Van belang hierbij is dat gegronde vrees bestaat voor de veiligheid van personeel of andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. Indien sprake is van een ernstig incident of indien handelingsverlegenheid ontstaat zal overleg plaatsvinden tussen de contactpersoon van de school en de directeur. De directeur zal na dit overleg een besluit voor de te volgen procedure nemen. Deze procedure is vastgelegd door het bestuur waarbij ook het mandaat van de betreffende directeur is geregeld. De Medezeggenschapsraad van de school heeft volgens artikel 21 punt i op deze procedure haar instemming verleend. Er worden 3 vormen van maatregelen genomen: • Time-out • Schorsing • Verwijdering
Time-out
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. • Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. ( zie opm. 1) • De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders (zie opm. 2) • De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. • Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. • De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. • De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag.
Schorsing
Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. • Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. (zie opm. 3) • De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd (zie opm. 4) • De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. • Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
• Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: o Het bevoegd gezag o De ambtenaar leerplichtzaken o De inspectie onderwijs • Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep.
Verwijdering
Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. • Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. • Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar o De ambtenaar leerplichtzaken o De inspectie onderwijs • Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaar-schrift. • De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. • Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. • Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. • Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. Opm. 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet afhanke-lijk gesteld worden van het contact met ouders. De vraag blijft dan staan wat er moet gebeuren als de ouders niet te bereiken zijn. Eventueel is het verwijderen uit de groep en opvang elders nog een oplossing? Opm. 2: de time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang van de school; daarom geen aantekening van de time-out maar van het incident in het dossier van de leerling. Opm. 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende maatregelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren. Opm. 4: Wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is; zij mag geen verkapte verwijdering worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een eventuele verwijderingsbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden. 4.13 Taakbeleid Aan het begin van het schooljaar worden tijdens de teamvergadering tijdens de teamvergadering de niet-lesgevende taken verdeeld. Uitgangspunt is het aantal uren dat een teamlid binnen de normbetrekking heeft voor deze taken. Voor elke taak staat een aantal uren, die in overleg met het team zijn vastgesteld. Er wordt gezorgd voor een evenredige verspreiding van de taken en er wordt gekeken naar belangstelling en deskundigheid van de teamleden. Daarnaast wordt gekeken naar het behouden van de deskundigheid binnen het schoolteam. Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
De kwaliteit wordt zo meer systeemgericht dan persoongebonden. Werkgroepen zijn ingericht voor locatie activiteiten en Projectgroepen zijn ingericht voor activiteiten die Paletbreed worden geregeld. De indeling van de projectgroepleiders is op basis van individuele kwaliteiten. Deze kwaliteiten worden zo ten volle worden benut en leiden tot intrinsieke motivatie in het behalen van organisatiedoelen. 4.14
Communicatie
Goede communicatielijnen zijn met alle betrokkenen zijn erg belangrijk. De interne communicatie wordt geregeld binnen ons eigen intranet met de naam ‘Paletnet’. Directie, Locatieleiding, Adviesteam, Officemanagement en Projectleiders kunnen berichten op dit Paletnet plaatsen. Voor de leerkrachten geldt ‘haalplicht’. Iedere individuele leerkracht is verantwoordelijk om de kennis te halen door middel het gebruik van dit Paletnet. Leerkrachten die dat fijn vinden kunnen zich abonneren op ‘communcicatiegroepen’ Zo gauw er een nieuw bericht is krijgen zij dan een digitale melding. Verder zijn er o Teamvergaderingen o Interne memo’s, o Collegiaal overleg o Studiedagen De externe communicatie bestaat uit - de maandelijkse nieuwsbrief - de website - de informatieavonden in september (per groep vertellen de leerkrachten u wat uw kind het komend jaar gaat doen). - 10 minuten gesprekken naar aanleiding van de rapporten - Indien gewenst is het ook altijd mogelijk om op afspraak nog nader contact te hebben. - MR en OR vergaderingen - Overleg met externe partners, o.a.: Gemeente, Bestuur,BSO/ Peuterspeelzaal, CJG etc. 4.15 Schooladministratie en procedures Onze school gebruikt het webbased administratiesysteem van Esis voor de schooladministratie. Daar valt alle administratie onder zoals de financiële, de personele en de klasse-administratie. Voor het volgen van de leerlingen wordt gebruik gemaakt van het LVS (Leerling Volg Systeem) van CITO. De leerlinggegevens houden we bij in het digitale leerlingendossier. De ‘oude gegevens’ houden we nog bij in een papieren dossier. In de gestandaardiseeerde klassenmappen bevinden zich de meest relevante gegevens van leerlingen. Om de administratie soepel te laten verlopen hanteren we door de directie vastgestelde protocollen, waaronder het protocol m.b.t. tot ziekteverlof en inval en het protocol voor de kleine kas.
5. Personeelsbeleid Gesprekscyclus Functiemix Professionalisering, aandacht voor ontwikkeling en opleiding Arbobeleid
Binnen Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland, is er één personeelsbeleid. Het personeelsbeleid ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: Aantrekkelijk werkgeverschap
HRM, voluit human resource management, is een niet te onderschatten thema binnen het strategische beleid van Rijn- en Heuvelland en binnen het onderwijskundig beleid van de school. De zorgen die
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
landelijk spelen zijn ook in het HR-beleid van scholen herkenbaar. De ambities op het gebied van onderwijs en zorg liegen er immers niet om, en dat veronderstelt bekwame leerkrachten, management en staf en overige medewerkers, die duurzaam inzetbaar zijn, competent, betrokken en gezond. Het HR-beleid dient deze duurzaamheid van de inzetbaarheid te stimuleren, maar daarnaast in verband met de ‘war for talent’ ook onderscheidend te zijn van concurrenten en tot slot bij te dragen aan een professionele cultuur. In navolging hierop staan binnen het personeelsbeleid de volgende thema’s centraal. Resultaatgericht Ontwikkelingsgericht en Toekomstgericht.
Gesprekscyclus
Conform de wet BIO wordt er binnen onze scholen jaarlijks met iedere medewerker één functioneringsgesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het POP gesprek plaatsvinden. Verder wordt er elk jaar wordt er één POP-gesprek gevoerd. Dit POP-gesprek mag in combinatie met het functioneringsgesprek plaatsvinden. Om vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid de afspraken te volgen en te evalueren, die zijn gemaakt tijdens het functioneringsgesprek c.q. POP-gesprek, vindt er tussen de directeur en de leraar minimaal 1 evaluatie POP-gesprek plaats (of zo vaak als is afgesproken tijdens voorgenoemde gesprekken), voordat er een (functionerings- of) beoordelingsgesprek wordt ingepland. Het beoordelingsgesprek wordt tenminste één keer in de drie jaar gevoerd, of voordat een tijdelijke aanstelling wordt omgezet in een vast dienstverband. Dit gesprek wordt door de directeur gevoerd. Gedurende de gesprekscyclus kan de leraar feedback op diens functioneren vragen door gebruik te maken van het 360-graden feedback instrument. Elke medewerker benut het 360 graden feedback instrument minimaal één keer in de drie jaar.
Functiemix
Conform de CAO PO zal per 1 augustus 2014 de functiemix gerealiseerd zijn. Medewerkers worden jaarlijks in de gelegenheid gesteld te solliciteren naar vacatures in het kader van de functiemix, conform de doelstellingen zoals beschreven in de CAO PO. Tijdens de gesprekken die gevoerd worden conform de wet BIO is er aandacht voor ambities en talenten van medewerkers met betrekking tot de functiemix.
Opleiden en ontwikkelen tot professionals
Concreet impliceren de thema’s resultaatgericht, ontwikkelingsgericht en toekomstgericht het volgende voor medewerkers binnen de scholen: 1. Medewerkers koppelen hun professionele autonomie aan professionele verantwoording: Iedere medewerker is een essentiële schakel en draagt de ontwikkeling van de schoolorganisatie(s); Iedere medewerker is in professionaliteit en vakmanschap een representatieve vertegenwoordiger van de stichting; Iedere medewerker begeleidt kinderen vanuit een vakkundige en onderzoeksmatige cultuur bij het ontwikkelen van talenten. 2. Scholen betrekken de maatschappelijke en mondiale context bij het realiseren van onderwijsdoelen: Medewerkers zijn in staat kinderen vanaf 4 jaar Engelse les te geven; Medewerkers hebben contact met scholen in het buitenland. 3. De onderwijsinhoud sluit aan bij de ontwikkeling van een nieuwe kenniseconomie: Medewerkers zijn in staat leerlingen toekomstgerichte vaardigheden (Skills for the 21 Century) aan te leren. Medewerkers zijn in staat 25 tot 50% van de lestijd met behulp van multimediale technieken kinderen te ontwikkelen. Er zal gewerkt gaan worden met kwaliteitsprofielen voor directeuren en leerkrachten. Deze profielen zijn gerelateerd aan het kunnen behalen van de hiervoor geschetste doelstellingen. Bronnen voor deze kwaliteitsprofielen zijn de huidige wet en regelgeving rondom competentie profielen (wet BIO)
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
en de functiemix De kwaliteitsprofielen worden aangevuld met cultuuraspecten als waarden, overtuigingen en bevlogenheid waaruit het werkplezier, de energie en motivatie van mensen in kaart te brengen is. Het is van belang dat naast het formuleren van beleid en het vaststellen van kwaliteitsnormeringen ook aandacht bestaat voor het opleiden en ontwikkelen van medewerkers tot professionals. Rijn- en Heuvelland voorziet hierin door het inrichten van een eigen Academie. Deze Academie is een instituut waarin alle medewerkers van Rijn en Heuvelland de mogelijkheid geboden wordt de persoonlijke kwaliteitsgarantie waar Rijn en Heuvelland voor staat waar te maken door middel van professionalisering, ontwikkeling en innovatie. De academie is ook gericht op het verleggen van de horizon, en in gezelschap van collega’s onderzoekend en resultaatgericht van paden af te wijken, te allen tijde gericht op het verbeteren van de onderwijspraktijk binnen de school. De Academie wordt een faciliteit die zich voor alle medewerkers richt op professionalisering, kennisuitwisseling en collegiale ontmoeting op basis van innovatie en performanceverbetering. De academie zal een professionele, kwalitatief hoogstand, ambitieus en inspirerend karakter hebben waarbinnen onderstaande doelstellingen vorm krijgen: 1. Komen tot verdere professionalisering en performanceverbetering van de medewerkers, teams, scholen en Rijn en Heuvelland als geheel; 2. Ondersteuning bieden bij het waarmaken van strategische ambities; 3. Aantrekkelijke opleidings- en carrièreperspectieven te bieden voor zittend en komend personeel, 4. Te kunnen komen tot intensivering van de loopbaanontwikkeling en mobiliteit in elke fase van het arbeidzame leven; 5. Leren en ontwikkeling een zichtbare plek te geven waardoor de academie een belangrijke aanjaagfunctie van het realiseren van de innovatie binnen de scholen De Academie zal een actieve rol spelen in het begeleiden en vormgeven van de loopbaan van medewerkers. Ook voor onze school geldt dat er sprake is van een toenemend besef dat werkgeverschap “verplicht” tot het realiseren van een prettige, uitdagende en inspirerende leerarbeidsorganisatie voor zowel nieuw als zittend personeel. Opleiden op de werkplek verwordt steeds meer tot uitgangspunt.
ARBO-, Verzuim- en Reintegratiebeleid
Het Arbo-, Verzuim- en Re-integratiebeleid (AVR-beleid) van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland berust op twee peilers, te weten arbeidsrisico (preventie) en verzuim en re-integratie (curatief). Onze visie op AVR houdt integraal rekening met preventie, verzuim en re-integratie. In ons beleid staat preventie voorop, maar ook voor verzuim en noodzakelijke re-integratie hebben wij beleid opgesteld. Het motto dat gehanteerd wordt binnen de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland is: “Hard on the matter, soft on the person”. Dit houdt in dat er een evenwicht gevonden dient te worden tussen het behartigen van het organisatiebelang (inzetbaarheid medewerker) enerzijds en het aansluiten bij en het behartigen van de belangen en behoeften van de medewerker (vertrouwen, acceptatie, bevorderen genezing) anderzijds. In dit kader speelt de schooldirecteur een centrale rol in het voorkomen en terugdringen van verzuim op haar/zijn school. Hij wordt daarbij professioneel ondersteund door verschillende adviseurs (b.v. de arbodienst en de Stafmedewerker P&O van de Stichting). De algemene doelstellingen van het AVR-beleid zijn: het bevorderen van de motivatie en gezondheid van medewerkers. verhogen en borgen van de inzetbaarheid van medewerkers. zorg dragen dat medewerkers en leerlingen zich veilig voelen op onze scholen. het bevorderen van gewenst gedrag. voldoen aan de wettelijke voorschriften op dit terrein. het terugdringen van de kosten die ontstaan door verzuim. Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Het AVR-beleid van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland maakt integraal onderdeel uit van het totale schoolbeleid en daarom gelden de algemene beleidsuitgangspunten ook voor dit beleid. Ieder jaar wordt vastgesteld wat de te behalen verzuimpercentages en meldingsfrequenties zijn. Op basis van de doelstellingen op Stichtingsniveau, worden tussen de voorzitter van het college van bestuur en de schooldirecteur afspraken gemaakt over de eigen doelstellingen en acties. Deze afspraken worden opgenomen in het managementcontract. Jaarlijks wordt in het jaarverslag gerapporteerd over de resultaten van het achterliggende jaar en nodige acties voor het voorliggende jaar. 5.1
Personeelsbeleid op schoolniveau en gesprekscyclus
Een goed gebruik van de mogelijkheden van de medewerkers leidt tot betere prestaties van de organisatie. Personeel is een verantwoordelijkheid van het management (lijnverantwoordelijkheid). Personeelsinstrumenten moeten geïntegreerd worden toegepast. Het strategisch beleid van Rijnheuvelland (SBP) en het personeelsbeleid (zoals in POP)beïnvloeden elkaar. Een professionele leerkracht op 't Palet onderschrijft de visie van de school en is merkbaar betrokken. Hij/zij voldoet aan de kwaliteitseisen die 't Palet aan zijn personeel stelt. Hij/zij is verantwoordelijk voor het belangrijkste product van de school namelijk het verzorgen van onderwijs aan kinderen. Werken met professionele leerkrachten betekent ook permanent leren. Het is een proces van onderlinge samenwerking waardoor we een collectieve verantwoordelijkheid voor de school als lerende organisatie ontwikkelen. In onze ambities verwoorden we dit als een uitnodigend werkklimaat. Versterken van de onderlinge betrokkenheid van onze school versterkt het imago van ’t Palet. Namelijk het imago van een school met ambities. Leerkrachten en alle andere medewerkers hebben hierbij een cruciale positie. Zij maken dat je de ambitie kunt ‘zien’ in de groepen. Alle personeelsleden kennen de wet BIO en de uitwerking daarvan op onze school. De gesprekscyclus is als volgt ingericht Functioneringsgesprek De 360-graden feedback (Keiwijzer) POP gesprek en evaluatie Beoordelingsgesprek Wij willen dat onze medewerkers bekwaam zijn en bekwaam blijven.. Het nascholingsbudget kan hiervoor worden ingezet in overleg met de directeur. Naast het volgend van cursussen en opleidingen willen we graag onze de kennis en capaciteit van ons eigen team gebruiken. Leren van en met elkaar is één van onze ambities. 5.2 Professionalisering Het bovengenoemde nascholingsbudget kan worden ingezet voor professionalisering. Na toestemming van de directeur is het mogelijk om opleidingen te volgen die van belang zijn voor persoonlijke ontwikkeling, passend in de schoolontwikkeling. Daarnaast hebben wij studiedagen en collegiaal overleg in het teken van de schoolontwikkeling. Invulling daarvan wordt in het managementteam jaarlijks in juli vastgesteld voor het komende cursusjaar.. Verder werken wij samen met externe partners zoals bijvoorbeeld Earlybird, het Samenwerkingsverband Passenderwijs, Giralis, Eduniek en de Hogeschool Utrecht. 5.3 Arbobeleid De leer- en leefomgeving van onze school voldoet aan de Arbo-eisen. Het buitenspeelmateriaal en het binnenspeelmateriaal wordt regelmatig gecontroleerd en voldoet aan de veiligheidseisen. De school is in het bezit van een ontruimingsplan, dat regelmatig getest en geëvalueerd wordt door de BHV-ers. Deze medewerkers volgen jaarlijks een herenbijscholingscursus. Naar aanleiding van de RI&E een projectgroep ingericht die zich bezig houdt met bovenstaande BHV zaken. Het Arbobeleid staat periodiek op de agenda van het management en de MR.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
De RI&E is uitgevoerd door Human-Invest B.V als volgt uitgevoerd: rbo-documenten;
zijn; opgenomen in plan van aanpak;
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
6. Kwaliteitsbeleid De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland wil haar visie en missie realiseren door het tot stand brengen van een organisatie waarin binnen de beleidskaders de basisscholen vanuit een eigen identiteit en een eigen cultuur werken aan een veilige leef- en werkomgeving, aan voortdurende resultaatverantwoording in- en externen, aan kwaliteitsverbetering van onderwijs en opvoeding.
Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en doen wij de goede dingen goed. Belangrijk hierbij is dat we ons samen verantwoordelijk voelen voor de resultaten en dat stappen die worden genomen om de kwaliteit te verbeteren door iedere betrokkene wordt gedragen. Kwaliteit is hiermee geen toeval. Daarom is systematisch en cyclisch werken aan de onderwijskwaliteit noodzakelijk. Cyclisch werken aan kwaliteitszorg betekent: • kwaliteitsbepaling; • kwaliteitsborging (of kwaliteitsbewaking); • kwaliteitsverbetering. Cyclisch werken komt terug in de in de PDCA-cirkel (of: cirkel van Deming).
• P: PLAN Dit omvat het plan van aanpak voor de noodzakelijke verbetering of innovatie en de formulering van het gewenste resultaat en hoe (en wanneer) getoetst gaat worden of het gewenste resultaat is bereikt. • D: DO Het plan wordt uitgevoerd zoals is beschreven. • C: CHECK Door middel van controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat behaald is. • A: ACT Dit is de fase van bijstelling. Als het gewenste resultaat bereikt is, wordt gestart met de volgende verbetering en wordt de cirkel opnieuw doorlopen.Het werken volgens de PDCA cyclus op schoolniveau is ingebed in de grote planning en control cyclus op het niveau van de Stichting. • • • •
“Kwaliteit is zeggen wat we doen en doen wat we zeggen.”; “Kwaliteit is de juiste dingen doen (effectief) en de dingen juist doen (efficiënt)”; “Kwaliteit heeft betrekking op alle primaire processen in ons onderwijs onderwijs. “Kwaliteit is allesomvattend. Alles wat we als professionals dagelijks doen, heeft te maken met onze opvattingen over en onze verwachtingen van kwaliteit.
En we zoeken voortdurend naar manieren om het beter te doen.” Borging van afspraken en de borging van bereikte doelen en kwaliteit hebben daarbij onze specifieke aandacht
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Kwaliteit die moet Kwaliteit die hoort Kwaliteit die kan Kwaliteit die toevoegt
De kwaliteit die beschreven wordt in de kerndoelen. ons zorgsysteem De onderwijsinspectie voert hier controle op uit. De kwaliteit die kenmerkend voor onze school en/of voor de verschillende locaties We spreken hier van onze school- en/of locatie-cultuur. De kwaliteit in onze organisatie die mogelijk is doordat individuele leerkrachten hun capaciteiten inzetten. De kwaliteit in onze organisatie door speciale projecten De kwaliteit in onze school die voorkomt uit samenwerking met partners.
In 2010 zijn, naar aanleiding van evaluatie van schoolresultaten, de volgende interventies gestart : - verbetertraject spellingonderwijs - invoering cursus cijferend rekenen in de groepen 5 t/m 8 (“OPA-rekenen”) - project Taalversterking (locatie Troelstra) De resultaten worden steeds besproken en geëvalueerd, acties worden zo nodig bijgesteld.
Overzicht instrumenten kwaliteitszorg Om de eerder genoemde kwaliteit van ons onderwijs te bewaken, maken we gebruik van de volgende instrumenten en procedures: Via onze stichtings vastgestelde instrumenten
Aandachtsgebied
Frequentie
Ouderenquête
Eindresultaten
1x per 4 jaar
Schoolveiligheid i.h.a.
Jaarlijks
Medewerkers Leiderschap Eindresultaten Jaarresultaten Procesevaluaties
2 jaar
Opzetten van een gestandaardiseerde vragenlijst gericht op de oudertevredenheid Kindervragenlijst Idem voor de kinderen in de groepen 7-8 Schoolverlatersenquete Opzetten van een vragenlijst voor ouders van 8e groepers en voor schoolverlaters Personeelsenquête Tevredenheid medewerkers. Uitbesteed Onderzoek uitstroomcijfers Opzetten format Opbrengstdocument Gegevens Audit Invoeringstraject onder externe begeleiding Rapportages inspectie PKO,JO, KO
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Toetsing vastgestelde
1x per 4 jaar jaarlijks 3e jaar van de beleidscyclus Doorlopend
Benchmarking
In ontwikkeling
indicatoren Vergelijken om er van te leren
Verdere schoolspecifieke instrumenten kwaliteitszorg De afname van methodegebonden toetsen. Een zeer uitgebreid leerlingvolgsysteem (Esis web-based) De systematische afname en registratie van methode-onafhankelijke toetsen, vastgelegd in de toetskalender (zie Onderwijsplan) Toetsresultaten op groeps- en schoolniveau worden systematisch geëvalueerd in een cyclus van handelingsgericht werken en groepsplannen worden opgesteld (zie Onderwijsplan) Er worden trendanalyses gemaakt van opbrengsten, conclusies getrokken en maatregelen genomen ; indien nodig worden interventies en verbetertrajecten opgestart Er is een heldere en overzichtelijke overlegstructuur : regelmatige groeps- en leerlingbesprekingen tussen IB en leerkrachten, structureel overleg tussen directeur, locatieleiding , Adviesteam, schoolbegeleidingsdienst en IB (zie Onderwijsplan) Het is duidelijk wie waar verantwoordelijk voor is : te vinden in de indeling in onderwijsniveaus (zie Onderwijsplan) Indien nodig wordt externe expertise ingeschakeld ( schoolbegeleidingsdienst, ZAT van het samenwerkingsverband) Projectgroepen onderzoeken onderdelen van het onderwijsaanbod, informeren en adviseren De taken van het Adviesteam en de intern begeleider zijn duidelijk In iedere groep is een klassenmap aanwezig waarin de planning van het onderwijsaanbod (roosters, weekindeling, groepsplannen, dagplanning) is opgenomen De directie voert aanvangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken In teamvergaderingen worden gemaakte afspraken regelmatig besproken en geëvalueerd Op schoolniveau worden opbrengsten van didactisch en pedagogisch handelen, communicatie en het ontwikkelproces regelmatig geëvalueerd; indien nodig worden maatregelen ter verbetering opgenomen Protocollen en handelingswijzers worden opgesteld voor de leerkrachten Kwaliteitskaarten rekenen en taal het Referentiekader Taal en Rekenen Om nog scherper te kunnen sturen op de kwaliteit, maken wij gebruik van steeds hetzelfde format met daarin : - heldere doelstelling - kwaliteitsnormering - verantwoordelijken - realisatiemomenten - evaluatiemomenten en –instrumenten Dit format hebben wij geïntegreerd in onze eerder genoemde Google-appsomgeving.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Planning en controlecyclus Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland
Zie ook - verantwoordingskader 6.1
Het onderwijscontinuüm Toegevoegd aan het einde van het schoolplan.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
6.2
Opbrengsten
Het opstellen van een Team Ontwikkel Plan met ambities, doelen, acties en planning Gedeelde visie : geen “zorg” maar aanpassing onderwijsaanbod Paletino’s : visie en missie school (TOP) voor de leerlingen Start opzet Onderwijsprofiel waarbij hele team is betrokken Opbrengstgericht werken : n.a.v. resultaten/observaties/analyses/onderzoek/evaluaties aanpassen van onderwijs om maximale prestaties te stimuleren ( spellinginterventie, OPA-rekenen) Handelingsgericht werken met groepsoverzichten en groepsplannen : concrete doelen stellen, preventief en proactief werken, evaluatie in een PDCA-cyclus Het opstellen en uitvoeren van een protocol Ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met een eigen leerlijn voor 1 of meer vakken Gedeelde verantwoordelijkheid : gemotiveerde projectgroepen en veranderende rol Adviesteam Onderwijsplan, schoolplan, schoolondernemingsplan, in lijn met SBP SOORH Inzet RT-ers voor begeleiding individuele heeft veel rendement opgebracht
eindtoets groepen 8
entreetoets groepen 7
jaar
Palet
Land gemidd
2010
538,7
534,9
2011
539,6
535,1
2010
314,7
288,7
2011
303
291,6
Spelling ( Cito) Palet totaal %A
%B
%C
%D
%E
%D+E
jan-10
25
18
25
19
13
32
jun-10
25
26
29
13
7
20
jan-11
21
20
31
18
10
28
jun-11
28
25
24
11
12
23
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Rekenen & Wiskunde %A
%B
%C
%D
%E
jan-10
46
27
19
5
3
jun-10
47
29
16
5
3
jan-11
43
30
16
7
4
jun-11
46
28
15
8
3
Begrijpend Lezen % B % C %D %E
groepen 3 t/m 7
%A
jan-10
38
26
25
7
4
jan-11
34
24
29
7
6
jun-10
51
21
23
3
3
jun-11
47
25
22
3
2
%B
%C
%D
%E
29
25
25
17
4
30
10
33
18
9
22
15
40
14
8
24
27
21
16
12
15
23
33
20
10
groepen 4
Technisch Lezen totaal DMT juni 11 %A
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
6.3
Schematisch overzicht wat betreft methodevervanging
afschrijving methodes Methode vervanging
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
20122013
20132014
20142015
20152016
oriëntatie
Rekenen Taal
oriëntatie
Lezen
oriëntatie
Natuur Aardrijkskunde oriëntatie
Verkeer Kleutermethode SEO Geschiedenis Engels 1-8 Creatief
Muziek 7 7.1
Financiën Begroting
Algemeen
De wet- en regelgeving , het besturingsconcept, het managementstatuut en de overige elementen van het strategisch beleid geven de belangrijkste kaders aan voor het financieel beleid. Het beleidsterrein levert een belangrijk aandeel in het realiseren van de doelstellingen van de overige beleidsterreinen in dit strategisch beleidsplan. De scholen van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland worden voor 95% gesubsidieerd door de Rijksoverheid. De overig inkomsten bestaan uit subsidies van lagere overheden en Samenwerkingsverbanden. Het financiële beleid van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn en Heuvelland en de scholen is gericht op het waarborgen van de continuïteit van de kwaliteit van het onderwijs. Daarom dient in dat beleid steeds de balans te worden gevonden tussen eisen van de maatschappelijke functie van de onderwijsorganisatie en de inkomsten. De stichting heeft deze continuïteitseisen gewaarborgd door een weerstandsvermogen op te bouwen om zoveel mogelijk ‘bedrijfseconomische risico’s’ van de scholen af te dekken. Het grootste bedrijfseconomische risico wordt gevormd door bedreigingen van de continuering van de bekostiging als gevolg van veranderingen van het overheidsbeleid en dalende leerlingenaantallen. Een ander belangrijk bedrijfseconomisch risico betreft de bekostiging voor de uitgaven voor personeel op de scholen in relatie tot de realiseerbare groepsgrootte op bepaalde onderwijslocaties. Verder streven stichting en scholen er naar zoveel mogelijk schaalgebonden mogelijkheden te benutten door de inkoopkosten door gebundelde inkoopkracht te verlagen en de risico’s van schaden te spreiden.
Financiële beheersingsmodel
Het financiële beheersingsmodel is afgeleid op de besturingsfilosofie van de organisatie, namelijk die van een integraal verantwoordelijke schooldirectie. Naast de verantwoordelijkheid voor de school heeft de schooldirecteur ook een gedeelde verantwoordelijk richting collega-directeuren van de stichting. De stichting heeft een laag eigen vermogen. Het streeft er namelijk naar zoveel mogelijk middelen die het ontvangt van de overheid en samenwerkingsverbanden door te sluizen naar de individuele scholen. Hiervoor hanteert de stichting een verdelingssystematiek waarbij de scholen, na aftrek van middelen voor stichting brede projecten, reserveringen, centrale inkoopkosten, en bovenschoolse Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
salarissen (de “bovenschoolse” begroting), een jaarbedrag mogen uitgeven dat is gebaseerd op het aantal leerlingen, de jaarplannen van de school en uitgaven die behoren bij de eigen identiteit van de school, zoals specifieke projecten. Het toegekende jaarbedrag van de school wordt inzichtelijk gemaakt in de jaarbegroting. De financiële afspraken van de begroting en de afspraken op het gebied van kwaliteit van onderwijs, personeel en huisvesting worden vastgelegd in het managementcontract. Het managementcontract wordt ondertekend door het College van Bestuur en de schooldirectie. De schooldirectie is door het College van bestuur gemandateerd om de uitgaven die zijn vastgelegd in de begroting en het managementcontract te doen. De specifieke spraken hieromtrent zijn vastgelegd in de mandaatregeling van de stichting Meer dan 80% van de uitgaven bestaat uit salarissen van personeel. Daarmee is er voor de scholen nog maar een beperkte ruimte voor het realiseren van andere doelen. Door het grote beslag dat de personeelsuitgaven op de financiële ruimte van scholen legt is het financiële beheer van de stichting en de scholen vanzelfsprekend sterk gericht op de beheersing van deze kosten en de professionaliteit van de medewerkers. Om zorg te dragen dat het financiële beleid ook daadwerkelijk geeffectueerd kan worden is een betrouwbare financiële informatievoorziening essentieel. Het juist, tijdig en volledig verwerken van de inkoopfacturen, betalingen, inkomsten en alle overige financiële mutaties in de financiële administratie en de inrichting ervan, dragen bij aan het realiseren van deze doelstelling. Bij de financiële administratie wordt gebruik gemaakt van een administratiekantoor. Het administratiekantoor ondersteunt de scholen en de stichting bij het verwerken van de financiële mutaties. De verantwoordelijkheid voor de tijdige verwerking van de mutaties ligt bij de scholen en stichting.
Verantwoording
De dagelijkse controle ligt in handen van de controller van de stichting. Het College van Bestuur, de schooldirectie, de Raad van Toezicht en GMR worden middels tussentijdse rapportages periodiek (per kwartaal) geïnformeerd over het gerealiseerde beleid in relatie tot de begroting. Indien noodzakelijk wordt het beleid aangepast aan de huidige financiële ontwikkelingen. In het financieel jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het gevoerde financiële beleid, in relatie tot de begrotingen, van het kalender jaar. Het financieel jaarverslag wordt gecontroleerd door een openbaar accountant. Het gecontroleerde verslag is uiterlijk 1 juli van het kalender jaar volgend op het verslagjaar beschikbaar voor belanghebbenden. 8
Huisvesting
Huisvesting
De stichting is in samenspraak met de directieleden van de scholen verantwoordelijk voor het beheer van de schoolgebouwen. Het bedrijfsbureau coördineert alle zaken gerelateerd aan huisvesting en onderhoud. De bekostiging van schoolgebouwen is verdeeld over de schoolbesturen en de gemeentes. De gemeentes dragen, op aanvraag van het schoolbestuur, de zorg voor bekostiging van het onderhoud aan de buitenkant van het schoolgebouw. Het schoolgebouw en terrein worden door het schoolbestuur onderhouden. Het bedrijfsbureau beschikt over de meerjaren onderhoudsplanning. Het dagelijks herstel onderhoud omvat alle kleine bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden in, aan en om het schoolgebouw. Preventief onderhoud is onderhoud om gebreken te voorkomen. Veel klein en service onderhoud is preventief onderhoud, het voorkomen van erger. De schooldirectie is budgetverantwoordelijk.
Schoonmaak
Het schoonmaakonderhoud wordt vanaf 2008 centraal ingekocht. Dit is middels een Europese aanbesteding gegund. De gunning heeft zowel plaatsgevonden op basis van de prijsstelling als ook op basis van andere criteria: Uren schoonmaak productief Uren direct toezicht Uren additionele werkzaamheden Kosten totaal
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Kosten glasbewassing Regietarieven Staffelprijzen
De technische kwaliteit van het schoonmaakonderhoud wordt periodiek gemeten door een onafhankelijk bureau. In een kwaliteitsmeting wordt zowel het hoog- als laagfrequente onderhoud gecontroleerd.
Beveiliging
De beveiliging (alarmmeldingen, alarmopvolging en onderhoud) is vanaf 2010 centraal ingekocht. De surveillancedienst staat 24 uur per dag klaar om te reageren op alarmmeldingen, assistentieverzoeken en technische meldingen. Behalve het reageren op meldingen van het alarmsysteem kan deze service ook worden gebruikt voor: en/of sluiten van het pand voor geautoriseerde personen/instanties Werkwijze alarmopvolging / assistentieverlening: Bij een alarmmelding wordt de beveiligingsbeambte opgeroepen. Ten behoeve van de school wordt door de beveiligingsbeambte rapport opgemaakt. Een surveillance rapport vermeldt de tijdstippen, aangetroffen bijzonderheden en personenverkeer. Bij een inbraak of onregelmatigheid informeert de beveiligingsbeambte direct de politie. De surveillancedienst heeft een reactietijd van 20 minuten. De beveiligingsorganisatie voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
Brandblusmiddelen en noodverlichting
De brandveiligheid wordt jaarlijks beoordeeld door de brandweer. Een NCP REOB gecertificeerd bedrijf draagt zorg dat de scholen voldoen aan gestelde NEN normen.
Meubilair
Voor inkoop van meubilair is een mantelovereenkomst afgesloten. Op basis van het meerjaren vervangingsplan wordt beoordeeld of een aanvraag tot aanschaf van meubilair wordt ingewilligd.
Copiers
Op stichtingsniveau is een mantelovereenkomst afgesloten voor copiers / printers. Dit contract is gesloten op basis van het verbruikscompensabel-tabel. Meerverbruik wordt hierbij gecompenseerd door minderverbruik van de scholen vallende onder de stichting.
Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging De Scholen van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland krijgen steeds vaker te maken met sponsoring. Sponsoring is een mooie gelegenheid om de maatschappij dichterbij het kind te brengen. Sponsoring biedt kansen, maar ook bedreigingen. Het kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Leerlingen zijn makkelijk te beïnvloeden:het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Ook moet sponsoring een gezonde en verantwoorde leefstijl aanmoedigen. Aanleiding Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties en andere belangenorganisaties begin 2009 opnieuw een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het geeft aan onder welke voorwaarden sponsoring kan plaatsvinden
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Aan sponsoring zijn ook verplichtingen verbonden, daarom moet er een breed draagvlak zijn bij alle betrokkenen. Schoolbesturen nemen samen met personeel, ouders en, in het voortgezet onderwijs, ook leerlingen in de medezeggenschapsraad (MR) een weloverwogen beslissing om wel of niet tot sponsoring over te gaan. Draagvlak voor sponsoring binnen de school is belangrijk. Dit is te bereiken door alle betrokkenen goed te informeren Het bevoegd gezag is verantwoordelijk Elke school maakt een eigen afweging om tot sponsoring over te gaan en overweegt de maatschappelijke betrokkenheid van de sponsor, het sponsorbedrag en de verlangde tegenprestatie; het bevoegd gezag is uiteindelijk verantwoordelijk Belangrijk is dat de directie zich vooraf afvraagt of de sponsorbijdrage goed of slecht is voor de ontwikkeling van de leerlingen? Het bevoegd gezag dient met een aantal zaken rekening te houden. • Het stelt een algemeen sponsorbeleid vast, dat wordt vastgelegd in het schoolplan. Een algemeen sponsorbeleid biedt een kader waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van sponsorovereenkomsten. • Het is verplicht om een sponsorovereenkomst voor te leggen aan de gehele medezeggenschapsraad, die daarbij instemmingbevoegdheid heeft • De school is verplicht informatie over het eigen sponsorbeleid in de schoolgids op te nemen. In de schoolgids moet beschreven worden welke normen de school hanteert bij het eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten. • Voor sponsoring moet een breed draagvlak binnen de school zijn. Dat begint met het goed informeren van alle betrokkenen. Voor leerlingen, leraren en ouders moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. • De samenwerking met een sponsor wordt vastgelegd in een(sponsor)overeenkomst. • De school moet zich verantwoorden voor alle middelen die door sponsoring verkregen zijn. De inkomsten en uitgaven door en voor sponsoringmoeten afzonderlijk in de jaarrekening worden opgenomen. De jaarrekening moet voor alle betrokkenen toegankelijk zijn.gen? stelregel: is het goed of slecht Het bevoegd gezag is altijd verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt. Dat geldt ook als bijvoorbeeld de oudervereniging een sponsorovereenkomst aangaat waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd waarmee ouders of leerlingen in schoolverband te maken krijgen. Ook dan moet het bevoegd gezag beoordelen of de activiteiten die in het kader van de sponsorovereenkomst gaan plaatsvinden,verantwoord zijncht voor de ontwikkeling Waar moet de school zich aan houden? Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst gelden de volgende gedragsregels. • De samenwerking mag de ontwikkeling van kinderen niet schaden. • Sponsoring mag de onderwijsinhoud niet beïnvloeden en de uitvoering van de kernactiviteiten van de school mag hiervan niet afhankelijk worden. • In lesmaterialen mag geen reclame voorkomen. Ook niet impliciet. De objectiviteit en betrouwbaarheid van het onderwijs mag niet in het geding zijn. • Sponsoring mag niet misleidend zijn en mag niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid van leerlingen. • Sponsoring moet een gezonde leefstijl aanmoedigen. • Bij de aanschaf van (computer)apparatuur mag het niet zijn dat een aanvullende afname van bijvoorbeeld software van de sponsor verplicht is, of dat het gebruik van software van een ander bedrijf dan de sponsor wordt verboden. • De mogelijkheden om leerlingen op stage te laten gaan, mag er niet toe leiden dat de school een andere afweging maakt ten aanzien van mogelijke sponsorovereenkomsten, dan zonder die stages. De rol van de medezeggenschapsraad
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
De MR heeft een belangrijke rol bij sponsoring. Op verschillende momenten heeft de medezeggenschapsraad bevoegdheden bij de besluitvorming rondom sponsoring. • Als de school een sponsorovereenkomst aangaat, is zij verplicht deze overeenkomst voor te leggen aan de gehele MR. Leerkrachten, ouders (en leerlingen in het voortgezet onderwijs) hebben instemmingsrecht over sponsorbijdragen waarmee leerlingen te maken krijgen. Dit geldt voor activiteiten die binnen het onderwijs plaatsvinden en voor activiteiten die georganiseerd worden onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, zoals een excursie of een activiteit tijdens het overblijven (artikel 10, lid f WMS). • Het bevoegd gezag moet in het schoolplan een algemeen sponsorbeleid vastleggen. In het sponsorbeleid wordt uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee leerlingen te maken krijgen. Dit is verplicht als de school een algemeen sponsorbeleid heeft vastgesteld, maar ook als de school over elk individueel geval van sponsoring apart beslist. De MR heeft instemmingsbevoegdheid over het vaststellen of wijzigen van het schoolplan (artikel 10, lid b WMS, artikel 12 WPO, artikel 24 WVO en artikel 2 (WEC). • Het ouder- en leerlingendeel van de MR moet instemmen bij het vaststellen of wijzigen van de schoolgids. In de schoolgids worden ouders, verzorgers en leerlingen geïnformeerd over de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met bijdragen die door sponsoring zijn verkregen (artikel 13, lid g en artikel 14, lid 1a WMS, artikel 13 WPO, artikel 24a WVO en artikel 22 WEC). • De gehele MR heeft adviesrecht over een voorgenomen besluit van het schoolbestuur over het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, zoals de samenwerking met een sponsor (artikel 11, lid d WMS). • Sponsoring kan ook aan de orde komen bij de vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid van de school. Ook in dat geval heeft de gehele medezeggenschapsraad een adviesbevoegdheid (artikel 11, lid b WMS). • De MR kan zelf het initiatief nemen om onderwerpen met het bevoegd gezag te bespreken. Zo kan de MR besluiten om het sponsorbeleid of een sponsorovereenkomst aan de orde te stellen(artikel 6 WMS). De sponsorovereenkomst Klachten over reclame Het moet duidelijk zijn wat er wordt gesponsord. Als bijvoorbeeld sponsorproducten worden uitgereikt als prijs of beloning na een sportwedstrijd, moet iedereen weten dat het om gesponsorde producten gaat. Bij het wel of niet aangaan van een sponsorovereenkomst is het raadzaam om je de volgende vragen te stellen. • Wat zijn de intenties van de sponsor? • Hoe groot is de sponsorbijdrage? • Hoe staan de tegenprestaties in verhouding tot de bijdrage van de sponsor? • Wat zijn de consequenties voor de school, de leerlingen, het personeel en de ouders? Sponsoring gaat vaak samen met reclame uitingen. Als een ouder, leerkracht of leerling een klacht heeft over de inhoud van de reclame, kan hij of zij een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Zie: www.reclamecode.nl. Wanneer er andere klachten zijn over deinvulling en/of uitvoering van het sponsorbeleid op de school, dan kunnen deze worden aangekaart bij de klachtencommissie van de school. Brochure Convenant sponsoring Utrecht, september 2009 Interne geldstromen De school kent een centrale geldstroom, nl die van het bevoegd gezag naar de school op basis van een ingediende en goedgekeurde werkbegroting. De vrijwillige ouderbijdragen t.b.v. schoolactiviteiten zoals Sinterklaas, kerst ……. worden beheerd door de Ouderraad van de school Deze Ouderraad legt jaarlijks verantwoording af aan de ouders in de Algemene Ouderavond. De tussenschoolse opvang wordt financieel en organisatorisch geregeld door een Stichting. De voor- en naschoolse opvang vindt plaats op basis van een contract met het College van Bestuur. Ook deze geldstroom is onafhankelijk van de werkbegroting.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
9.
Klachtenregeling
Het is voor de school belangrijk dat de kinderen en de ouders/verzorgers tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Toch komt het ook op onze school voor dat u als ouder/verzorger niet tevreden bent over de begeleiding van uw kind of van uzelf. Lukt het niet om in het overleg met de groepsleerkracht en/of de directeur uw probleem op te lossen of te bespreken, dan kunt u een klacht indienen. Het betreft formele klachten over: * (seksuele)intimidatie; * Pesten; * Mishandeling; * Onheuse bejegening; * Inbreuk op privacy; * Didactische aanpak; * Pedagogische aanpak; * Organisatorische aanpak. De bedoeling van de klachtenregeling is om samen te zoeken naar een oplossing en om gevoelens van ongenoegen en frustratie zo veel mogelijk weg te nemen. Ingediende klachten stelt de school bovendien in staat om maatregelen te treffen die het onderwijs verder kunnen verbeteren. De school heeft een klachtenreglement dat is af te halen bij de directeur. In dit reglement staat uitgebreid beschreven hoe u een klacht kunt indienen bij een teamlid, de directeur of bij het Bestuur en hoe deze klacht wordt afgehandeld. De interne contactpersonen voor onze school zijn Richard van Kommer en Claudia Hollak. Claudia Hollak is bereikbaar op werkdagen tot 21.00 uur via schoolnummer of via 0346 570896 Richard van Kommer is bereikbaar op werkdagen tot 21.00 uur via schoolnummer of 030 2967236 Zij zullen u over de te volgen procedure informeren, u wat dat betreft adviseren en u verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. Het college van bestuur heeft een externe vertrouwenspersoon aangewezen die ter zake deskundig is bij het afwikkelen van een eventuele klacht. De externe vertrouwenspersoon is mevrouw Ria van der Heijden, tel. 06 300 28 204, e-mail:
[email protected]. Deze vertrouwenspersoon draagt zelfstandig zorg voor de eerste opvang van slachtoffers van ongewenst gedrag en gaat samen na welke vervolgstappen mogelijk zijn, zoals verwijzing naar instanties die gespecialiseerd zijn in opvang en nazorg. Jaarlijks vindt afstemming plaats tussen de externe vertrouwenspersonen en het Bestuur over het resultaat van het beleid ten aanzien van de klachtenregeling. Voor de goede orde: Zowel de interneals de externe vertrouwenspersonen hebben een geheimhoudingsplicht, waardoor privacy van de klager volledig is gegarandeerd. De klachtenprocedure in het kort 1. Indien een ouder/verzorger een klacht heeft over een dienst van de school dan zal hij/zij de klacht in eerste instantie met het betrokken teamlid en eventueel met behulp van de directeur dienen op te lossen. 2. Indien de klacht niet met het betrokken teamlid kan worden opgelost, of indien het een klacht betreft die niet is terug te brengen op het individuele teamlid, dan zal klager zijn/haar klacht op schrift stellen en deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een 14 dagen, aan de directeur doen toekomen. 3. De directeur zal binnen 14 dagen na indiening van de schriftelijke klacht zijn/haar standpunt schriftelijk aan klager kenbaar maken. Een afschrift van de beslissing wordt tevens aan het teamlid toegezonden.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
4. Indien klager met het standpunt van de directeur niet instemt, dan kan hij/zij zich wenden tot het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland; Laan van Vollenhove 2935 te Zeist. 5. Informatie over de klachtenprocedure zal door de directeur worden verstrekt. Deze klachtenprocedure acht de school wenselijk, wat niet wegneemt dat de klager zich te allen tijde rechtstreeks kan wenden tot de interne contactpersonen, de externe contactpersonen of de genoemde klachtencommissie. Indien er sprake is van zeer ernstige klachten bijvoorbeeld bij seksuele intimidatie of discriminerend gedrag, agressie of geweld dan wordt door de klager het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland altijd schriftelijk benaderd. Bij seksuele agressie of geweld door een medewerker van de Stichting wordt te allen tijde aangifte bij justitie gedaan. Indien er een klacht binnen komt gericht aan het bestuur van de stichting, dan treedt de volgende procedure in werking. - Binnen 5 werkdagen bericht van ontvangst van de klacht - Mededeling aan klager, aangeklaagde - Binnen 14 dagen na ontvangst klacht een hoorzitting; - Binnen 14 dagen na hoorzitting advies aan het Bestuur; - Binnen 14 dagen neemt het Bestuur een besluit op basis van het advies en meldt dit aan; klager, aangeklaagde en de directie van de school. Het Bestuur is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, tel. 030-2809590,
[email protected]. Het Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland voldoet hiermee aan de wettelijke verplichting betreffende de klachtenregeling. Bovendien wil zij met een goede uitwerking van deze regeling bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van het pedagogisch klimaat op haar scholen. 10. Uitwerking beleidsvoornemens Zie schoolondernemingsplan
11. Schoolgegevens Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
ALGEMENE GEGEVENS
Gegevens Stichting
Algemeen directeur Adres Telefoon Website Email
Leon de Wit Laan van Vollehoven Postbus 344 3700 AH Zeist 030 696100 www.rijnheuvelland.nl
[email protected]
Gegevens school Directeur contactadres Zandweg-Oostwaard Locatieleider
Bolenstein Locatieleider
Troelstra Locatieleider
Tienhoven Locatieleider
Website Email
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Willem Klap 06 33317410 Ds. Ulferslaan 27 3612 BH Tienhoven 0346 281870 Ben Negerman Buitenweg 312 3602 ZK Maarssen 0346 550286 Mieke van Montfoort Gaslaan 22 3603 CN Maarssen 0346 561432 Wil de Smit Troelstratstraat 58 3601 WD Maarssen 0346 561946 Wil de Smit ds. Ulferslaan 27 3612 BH Tienhoven 0346 281870 www.obspalet.nl
[email protected]
Bijlage Formulier “instemming met schoolondernemingsplan”
School:
_OBS ‘t Palet___
Adres:
_Buitenweg 310 __
Postcode/plaats: _3602 ZK Maarssen_
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van ……………………… in te stemmen met het Schoolondernemingsplan.
Planperiode van 1 januari 2012 tot 31 december 2015
Namens de MR Plaats:
Maarssen
Naam: Functie: Handtekening:
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Datum:
Bijlage 3 Formulier vaststelling schoolondernemingsplan
School:
_____________________________________________
Adres:
_____________________________________________
Postcode/plaats: ________________________________________
Het College van Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland heeft het Schoolondernemingsplan vastgesteld. Planperiode van ______________ tot ______________ (datum) *)
Plaats: Naam: Functie: Handtekening:
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Datum:
Onderwijscontinuüm Rijn- en Heuvelland 2011
Inhoudsopgave 0.
Vooraf Samenvatting
4 4
1.
Op weg naar een onderwijs continuüm met Rijn- en Heuvelland
5
2. Passend onderwijs, uitgangspunten en kaders 2.1 Aanleiding 2.2 De nieuwe koers in twaalf punten 2.3 Referentiekader passend onderwijs 2.3.1 Uitgangspunten van het referentiekader 2.3.2 Transparante inzet en betere verantwoording van zorgmiddelen.
6 6 6 7 7 8
3. 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3
Relatie Passend Onderwijs en Stichting Rijn- en Heuvelland Visie op Passend Onderwijs binnen Stichting Rijn- en Heuvelland Missie Stichting Rijn- en Heuvelland t.a.v. passend onderwijs Stichting Rijn- en Heuvelland en werken met samenwerkingsverbanden Zorgadviesteam (ZAT) Schoolprofiel Zorgplicht
8 8 9 10 10 11 13
4. 4.1 4.2 4.3
Onderwijs continuüm, onderwijsarrangementen en onderwijsresultaten Eén-onderwijsroute Onderwijsarrangementen Onderwijsresultaten in relatie met het onderwijs continuüm en Onderwijsarrangementen Verantwoording en toetsingskader Bao Verantwoording en toetsingskader Praktijkonderwijs(V0) Verantwoording en toetsingskader van Lieflandschool( So)
13 13 17 18
Aansluiting Primair- en Voortgezet Onderwijs
21
4.4 4.5 4.6 5.
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
19 21 21
stroomdiagrammen werkwijze zorgniveaus werkdocument verantwoording onderwijsresultaten Rijn- en Heuvelland Referentieniveaus Taal en Rekenen
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Vooraf Dit beleidsdocument is opgesteld door de leden van de werkgroepen zorg en verantwoording onderwijsresultaten i.s.m. de staf onderwijs en kwaliteit van het bedrijfsbureau. Het is een combinatie van algemene zaken zoals deze staan beschreven in de diverse uitgaven rondom passend onderwijs en de wijze waarop de stichting Rijn en Heuvelland aan dit onderwerp beleidsmatig vorm wil geven. De route van dit document is als volgt: 1. bespreken en vaststellen van het concept document tijdens het directorium Rijn en Heuvelland door directeuren en algemeen directeur. (november/december 2010) 2. vaststellen beleidsdocument door bestuur stichting Rijn en Heuvelland. (december 2010) 3. advisering door GMR Rijn en Heuvelland. (januari 2011) 4. in werking treden beleid onderwijs continuüm / één zorgroute stichting Rijn en Heuvelland. (januari 2011) 0 Samenvatting. In 2012 treedt de herziene wet passend onderwijs in werking. Kinderen moeten ondersteuning op maat krijgen. Individuele ouders worden beter ondersteund tijdens hun gesprek over het passend onderwijsaanbod en de keuzevrijheid die zij hebben. Daarnaast zijn ouders als collectief betrokken bij het vaststellen van het onderwijsprofiel. Leraren worden ondersteunt in het vergroten van deskundigheid en met extra ondersteuning in de klas en op school. Om deze ontwikkelingen goed vorm te geven wordt samenwerking tussen Stichting en de verschillende samenwerkingsverbanden op regionaal niveau geïntensiveerd om te komen tot schoolprofielen die een dekkend aanbod aan onderwijs bieden in de regio. Daarnaast worden adviesteams ingesteld om vanuit specifieke deskundigheid ondersteuning aan scholen te kunnen bieden bij specifieke leer- en onderwijsvragen van leerlingen. Scholen binnen Stichting Rijn- en Heuvelland hebben een onderwijsplicht en zijn verplicht om ouders en hun kinderen een passend onderwijsaanbod te bieden in eigen scholen. Het formuleren van een schoolprofiel is hierbij en hulpmiddel. Om de ontwikkeling van leerlingen binnen scholen op een kwalitatief goede manier vorm te kunnen geven, wordt gewerkt vanuit uitgangspunten van één onderwijsroute en een onderwijs continuüm. Het aanbieden van onderwijs op maat , vanuit 5 niveaus staat hierin centraal, Leidraad voor het uitvoeren van verschillende onderwijsarrangementen wordt gevonden in het kennen van de eigen leerling-populatie, het schoolklimaat en het pedagogischdidactisch handelen van leerkrachten, de leerlingbegeleiding, de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen, leerstofaanbod, leertijd, inhoud, niveau, uitvoering van toetsen en leerresultaten t.o.v. landelijke gemiddelden. Zowel op school- als stichtingsniveau worden ontwikkelingen in scholen op het gebied van passend onderwijs, één-onderwijsroute, gevolgd om de kwaliteit te waarborgen. Leerling-resultaten worden aan de hand van stichting brede afgesproken, landelijk genormeerde, toets gegevens gevolgd om de kwaliteit te meten en bij te sturen waar nodig.(verantwoordingskader) Scholen kunnen hun toetsingsrepertoire naar eigen inzicht verder invullen, afhankelijk van wat de situatie op dat moment is en wat de context vraagt. 1
Op weg naar een onderwijs continuüm met Rijn- en Heuvelland
Voor u ligt het beleidsstuk van Stichting Rijn- en Heuvelland, waarin is beschreven wat de consequenties zijn van de herziene wet passend onderwijs die in 2012 in werking treedt. In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten en kaders uiteengezet met betrekking tot de wet passend onderwijs. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de visie en missie van Stichting Rijn- en Heuvelland en de consequenties van de wet passend onderwijs voor de Stichting. Hoofdstuk 4 beschrijft de éénonderwijsroute, onderwijsarrangementen en onderwijsresultaten en de wijze waarop de scholen binnen Stichting Rijn- en Heuvelland hieraan op operationeel niveau vorm geven. Hiermee is de relatie gelegd tussen beleid t.a.v. passend onderwijs op landelijk/regionaal en stichtingsniveau en de uitvoering ervan op schoolniveau binnen de scholen van Rijn- en Heuvelland. Hoofdstuk 5 geeft een korte samenvatting.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Verschillende ontwikkelingen binnen de stichting zijn de afgelopen jaren in gang gezet en hebben een directe relatie tot het voorliggende beleidsstuk over passend onderwijs. Binnen Stichting Rijn- en Heuvelland wordt verder gebouwd aan ontwikkelingen, waarin passend onderwijs in de vorm van een onderwijs continuüm een plaats heeft. Om die reden is bij het maken van dit beleidsstuk gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen en onderliggende documenten; notitie “Herziening van passend onderwijs, oktober 2009”, zie www.passendonderwijs.nl/; wetgeving “Zorgplicht”; notitie “één-zorgroute WSNS+”. Strategisch Beleidsplan Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland 2005; nota “Onderwijs en kwaliteit”; notitie rolmodel directeur, locatieleider en intern begeleider; functiebouwhuis en functieomschrijving leerkracht LA/LB, Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland; Jaarverslag Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland 2008; Rapportage Besturingsaudit Bestuur Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland 2009, CBE; notitie “de school is een maatschappelijke onderneming”; presentatie Bas de Koning, directeur Eduniek, tijdens het directorium Rijn en Heuvelland september 2010
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
2.
Passend onderwijs, uitgangspunten en kaders
2.1
Aanleiding
In augustus 2012 treedt de herziening van de wet passend onderwijs in werking. Met deze wet geeft het kabinet besturen en scholen de ruimte om onderwijs aan kinderen te bieden dat nauw aansluit op hun mogelijkheden. De versterking van de samenwerking met jeugdzorg en jeugdhulpverlening is een belangrijk uitgangspunt. In plaats van de huidige rugzakfinanciering komt een flexibele inzet van middelen. Met het omvormen van deze financiering zullen scholen die onderwijs op maat verlenen ook de meeste middelen krijgen. Het beschikbare budget voor het aanbieden van passend onderwijs groeit niet. 2.2 1.
De nieuwe koers in twaalf punten
Sectororganisaties stellen een helder referentiekader op, waarin onder meer aandacht is voor de bandbreedte voor het onderwijs in een reguliere school. Het referentiekader passend onderwijs moet scholen helpen om met het team van leraren en in overleg met ouders een "onderwijsprofiel" vast te stellen, dat inzicht geeft in het totaal aan onderwijs- en speciale voorzieningen in een school. 2. Schoolbesturen krijgen de verplichting om onderwijs binnen of buiten de eigen mogelijkheden aan te bieden. Ouders die hun kind aanmelden bij een school krijgen een onderwijsaanbod bij de school of bij een andere school. Bij het aanbod wordt rekening gehouden met de voorkeur van de ouders. 3. Kinderen moeten ondersteuning op maat krijgen. In plaats van het huidige rugzakje komt een handelingsgerichte diagnostiek, met flexibele inzet van middelen en voorzieningen. De scholen met het breedste profiel, krijgen relatief gezien binnen hun samenwerkingsverband ook de meeste middelen. 4. Individuele ouders worden ondersteund tijdens hun gesprek over het onderwijsaanbod en de keuzevrijheid die zij hebben. Daarnaast zijn ouders als collectief betrokken bij het vaststellen van het onderwijsprofiel. 5. Leraren worden gesteund bij het vergroten van deskundigheid (bijscholing, aandacht voor leerlingen die speciale aandacht nodig hebben tijdens de lerarenopleiding) én door extra ondersteuning in de klas en in de school (klassenassistenten, (intern) begeleiders, speciale klassen). 6. Het onderwijs wordt zo goed mogelijk afgestemd op jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en maatschappelijk werk. Dit gebeurt in het Zorg- en Adviesteam (ZAT). 7. De inrichting van regionale netwerken (PO, VO en (V)SO gezamenlijk) wordt losgelaten. Onderwijs wordt gebundeld in de bestaande samenwerkingsverbanden voor PO, VO en (V)SO. 8. Het geld voor passend onderwijs wordt gebudgetteerd op het niveau van de Rijksbegroting 2008.( inmiddels is bekend dat er € 300 miljoen bezuinigd wordt op de invoering van passend onderwijs; nov’2010) 9. De inzet van middelen welke worden besteed aan passender onderwijs moet transparanter worden en beter worden verantwoord. 10. Het geld voor passend onderwijs wordt gelijkmatiger over het land verdeeld (verevend). De omvang van de verevening wordt bezien in samenhang met andere middelen voor begeleiding en achterstandenbestrijding. 11. Een deel van het geld voor ambulante begeleiding gaat voortaan naar de Samenwerkingsverbanden. Het (voortgezet) speciaal onderwijs houdt een deel van het geld om expertise te delen met het regulier onderwijs. 12. Speciaal onderwijs blijft hard nodig en wordt rechtstreeks gefinancierd. De kwaliteit in het (V)SO moet sterk verbeterd worden.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
2.3
Referentiekader passend onderwijs
De overheid biedt bij de invoering van Passend Onderwijs een referentiekader. In het landelijk referentiekader komen verschillende onderwerpen aan de orde. Bijvoorbeeld: 1 wat is nodig voor passend onderwijs in termen van ondersteuning in de school en in de klas? 2 wat is de bandbreedte voor het bieden van specifieke aandacht voor een reguliere school? 3 hoe wordt handelingsgerichte diagnostiek vormgegeven? 4 hoe wordt de medezeggenschap zowel voor ouders als voor leraren georganiseerd? Het kader zorgt voor een inspirerende discussie in de praktijk over het onderwijs en de mate waarin in scholen specifieke kennis en kunde hebben. Het referentiekader biedt duidelijkheid over wanneer scholen leerlingen kunnen verwijzen omdat het de mogelijkheden van de school te boven gaat. Een beroep op vormen van hulpverlening is dan mogelijk aan de orde, bijvoorbeeld jeugdzorg of gezondheidszorg. Het kader biedt een basis voor het opstellen van het zogenaamde ‘onderwijsprofiel’ van de school. Scholen zijn verplicht een onderwijsprofiel op te stellen. Over het onderwijsprofiel en de inzet van de middelen daarvoor vindt vooraf overleg plaats in de medezeggenschaps-kaders met ouders en leraren in de context van de formatieve en financiële mogelijkheden. 2.3.1
Uitgangspunten van het referentiekader
De huidige indicatiestelling voor de clusters verdwijnt, waarbij de directe toegang tot het speciaal onderwijs nog nader moet worden bezien. Handelingsgerichte criteria (gebaseerd op de verschillende modellen die het referentiekader aangeeft) bepalen welke hulp welke leerling en welke school ontvangt. De hoofdlijn is dat een school en de ouders door middel van handelingsgerichte diagnostiek inzicht verkrijgen in de hulpvraag van leerling en school. Het gaat dan om de mate en omvang van de belemmerende en bevorderende factoren van de leerling én de mate en omvang van de gewenste ondersteuning van de leraar/leraren. Indien de school en de ouders tot de conclusie komen dat de beide hulpvragen niet beantwoord kunnen worden in de basisvoorziening onderwijs, doen zij een beroep op het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband zal met behulp van classificatie systematieken, (bijvoorbeeld de ICF1)en haar kennis over gangbare, handelingsgerichte oplossingen en ondersteuningsmogelijkheden, een uitspraak doen over de aard en omvang (zowel personeel als financieel) van de ondersteuning van leerling en school, conform de afspraken in het onderwijszorgplan. Het referentiekader beschrijft eveneens de procesgang van aanmelding tot plaatsing. 2.3.2
Transparante inzet en betere verantwoording van middelen
De inzet van de onderwijsmiddelen moet transparant zijn voor alle betrokkenen. Middelen moeten zoveel mogelijk in de school en in de klas ingezet worden, onnodige overhead en bureaucratie moeten worden tegengegaan. Onderwijs begint met het vaststellen van de onderwijsbehoefte, op basis van handelingsgerichte diagnostiek. Het totaal aan onderwijs en speciale voorzieningen dat in een school wordt geboden, maakt het “onderwijsprofiel” van de school. Het bevoegd gezag overlegt binnen het samenwerkingsverband over de totstandkoming van een dekkend onderwijsaanbod. Over de invulling van het onderwijs op school is afstemming nodig tussen onderwijs, gemeenten en partners uit gezondheidszorg, jeugdzorg en welzijn. Schoolbesturen brengen dit onderwerp in in het overleg met gemeenten in het kader van speciale middelen in en om de school. De huidige rugzakmiddelen worden aan de samenwerkingsverbanden toegekend. In de school wordt het gesprek gevoerd tussen (teams van) leraren, schoolmanagement en bevoegd gezag over het opvangen van leerlingen en hetgeen leraren daarvoor nodig hebben.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
3 3.1
Relatie Passend Onderwijs en Stichting Rijn- en Heuvelland Visie op Passend Onderwijs binnen Stichting Rijn- en Heuvelland
Passend Onderwijs is er voor alle kinderen binnen het onderwijs continuüm van Rijn- en Heuvelland. Dit geldt echter binnen de kaders en doelen die door de organisatie gesteld zijn. Binnen dit Rijn en Heuvelland raamwerk krijgt minimaal 98% van de leerlingen het onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Dit betekent dat kinderen die dat volgens de school nodig hebben, extra voorzieningen in kennis, kunde en materialen krijgen. Daarbij vormen de instructie- en ondersteuningsmogelijkheden van de school het uitgangspunt. Verschillen tussen leerlingen zijn geen afwijking van het gemiddelde maar een uitdrukking van het unieke van ieder kind. Het onderwijs binnen de Rijn en Heuvellandscholen wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van minimaal 98% van alle leerlingen. Rijn en Heuvelland- onderwijs wordt zo goed mogelijk afgestemd in de pedagogische keten. D.w.z. met de expertise die geboden wordt door samenwerkingsverbanden en centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk) en de jeugdhulpverlening. Uitgewerkt:: op weg naar één preventieve en proactieve aanpak, gericht volgen van ontwikkelingen binnen de leerlingenresultaten; stichting breed met behulp van trendanalyses, horizontale en verticale verantwoording van onderwijsresultaten (checks and balances tussen onder andere college van bestuur- schooldirecteuren, schooldirectie-leerkracht, schoolouders), versterken van de planning- en controlcyclus, stakeholdermanagement en de noodzaak tot het ontwikkelen van onderwijsrijke ken- en stuurgetallen, kwaliteit van onderwijs borgen en versterken met behulp van PDCA-cirkel, het bundelen van krachten, erkennen en benutten van vaardigheden en kwaliteiten binnen de verschillende scholen van de stichting (Learning Academy), versterking pedagogisch partnerschap en stakeholders (de school is een maatschappelijke onderneming), versterken relatie strategisch beleid “Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland “Bonding and Bridging”. Per vak- en vormingsgebied formuleert iedere Rijn en Heuvellandschool haar doelen en geeft in percentages aan welke prestaties/resultaten met welke leerlingen gehaald moeten worden. Als ondergrens worden hiervoor de geldende inspectienormen gehanteerd. De leerkracht staat centraal; zij/hij is het vertrekpunt voor werkbaar onderwijs en gebruik van differentiatiemodellen. 3.2
Missie Stichting Rijn- en Heuvelland t.a.v. passend onderwijs
De stichting heeft in de beleidsnota “Sturing en beleid” haar visie, missie, (meerjaren) doelen en beleidskaders geformuleerd. De Stichting wil haar missie realiseren door het tot stand brengen van een organisatie waarbij scholen met beleidskaders vanuit een eigen identiteit en cultuur werken aan een veilige leef- en werkomgeving. Tegelijk wordt gewerkt aan voortdurende kwaliteitsverbetering van onderwijs en opvoeding, bedrijfsmatige ontwikkeling, uitvoering en verantwoording van beleid. Centraal in dit beleid staan drie beleidsspeerpunten: Opzetten van en deelnemen aan regionale netwerken. Een onderwijsprofiel voor iedere Rijn en Heuvellandschool. Het bieden van een onderwijsroute voor ieder kind binnen het onderwijs continuüm van Rijn en Heuvelland.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
3.3
Stichting Rijn- en Heuvelland en werken met samenwerkingsverbanden
Het College van Bestuur (CvB) is verantwoordelijk voor de onderwijsresultaten /kwaliteit van onderwijs van scholen binnen de stichting en heeft, samen met andere besturen, een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de organisatie, de inhoud en de inrichting van het onderwijs in de samenwerkingsverbanden. Dit wordt vorm gegeven door de aard en de wijze waarop, passend binnen het zorgplan, in de eigen school invulling geven wordt aan de leerlingen met speciale aandachtsgebieden.. De stichting werkt samen in de volgende WSNS verbanden. Samenwerkingsverband Maarssen Samenwerkingsverband Zorggebundeld Samenwerkingsverband NIS Samenwerkingsverband de Bilt Samenwerkingsverband Veenendaal Samenwerkingsverband VO Dit maakt het voeren van eenduidig beleid niet eenvoudiger. In het strategisch beleid stelt de stichting dat pedagogisch partnerschap; het samenwerken in de pedagogische keten met zowel in- als externe partners speerpunt van beleid is. Samenwerking tussen de stichting met organisaties voor zorg en hulpverlening in de regio is daarom een noodzakelijke randvoorwaarde voor het realiseren van het onderwijs continuüm en één kind, één plan. Er zal gezorgd moeten worden voor een sluitende aanpak. 3.3.1
Zorgadviesteam (ZAT)
In het kader van Passend Onderwijs wordt gesproken van een zorgadviesteam (ZAT). Rijn en Heuvelland spreekt hierbij liever over een “onderwijs advies team”. Een ZAT is een multidisciplinair team dat bovenschools de aansluiting met partners maakt; o advisering richting de school zelf en op bovenschools niveau, o op de school zelf samenwerken noemen we landelijk het zorgteam en de boven schoolse samenwerkingsvorm met partners noemen we landelijk het Zorg- en adviesteam (ZAT) Gemeenten en samenwerkingsverbanden hebben een leidende rol bij het inrichten en vormgeven van centra voor jeugd en gezin en de “ZAT’s”. Op dit moment is er nog geen sprake van eenduidigheid. Verwacht wordt dat de komende periode meer zicht komt op de totstandkoming van de “ZAT’s” in de Rijn en Heuvelland regio. Ook kunnen nieuwe regio’s ontstaan door fusie/samenwerking. Partners kunnen zijn: o het WSNS-verband, o bureau jeugdzorg en o de REC’s o de jeugdarts van de jeugdgezondheidszorg en het algemeen of o schoolmaatschappelijk werk Het ZAT sluit aan bij de ervaringskennis, informatie over leerlingen en diagnostische gegevens van de school. Op bovenschools niveau wordt in het ZAT de aansluiting gemaakt met het centrum voor jeugd en gezin, het onderwijs in het kader van WSNS, inclusief de toeleiding naar het speciaal basisonderwijs (SBO) door de PCL, en de indicerende en ambulante taken van de REC’s /CvI’s. Voor de handelingsadvisering aan scholen is het van belang dat in elk geval een orthopedagoog / psycholoog aan het “ZAT” deelneemt. Bij het “ZAT” kunnen andere partijen /functionarissen op verzoek aansluiten, zoals de leerplichtambtenaar en (preventief) ambulant begeleiders van SBO en REC’s, de politie of de
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
jeugdgeestelijke gezondheidszorg. Dit hangt af van de aard van de ingebrachte casussen en het functioneren van de regionale structuur. De verantwoordelijke voor de gang van zaken en uitvoering van functies in het “ZAT” is de WSNScoördinator. 3.3.2
Schoolprofiel
Niet alle scholen hebben evenveel leerlingen waarvoor speciale aandacht en aanpak noodzakelijk is. Ook is de aard en ernst van de belemmeringen sterk uiteenlopend. Binnen de kaders van het strategisch beleid van de stichting en op basis van de visie van de school, ambitieniveau en deskundigheid van leraren ontwikkelt elke school een onderwijsprofiel, zodat herkenbaar wordt welke mogelijkheden en onmogelijkheden een school kenmerkt. De keuze voor een onderwijsprofiel berust op een afgewogen beslissing in regionaal verband omdat binnen de regio in principe alle leerlingen thuisnabij onderwijs moeten kunnen volgen. Het is de verwachting dat niet alle regio’s dezelfde profielnamen gebruiken. Dit hangt o.a. samen met de verschillende samenwerkingsverbanden (zie 3.3.) waar de Rijn en Heuvellandscholen deel uit maken en waar binnen de samenwerkingsverbanden diverse profielnamen zijn afgesproken. De volgende instrumenten kunnen worden ingezet ter bepaling van het schoolprofiel: BCDE-model Kind op de Gang Onderwijs continuüm HGPD/onderwijskundige zorganalyse Invoeringsprogramma passend onderwijs Aprilprofiel Zorg in Beeld Audit onderwijszorg DVIC Alle profielen verwijzen naar: o Wat kunnen leraren aan als het gaat om leerlingen die speciale aandacht vragen? o Waar liggen de grenzen van de mogelijkheden van de school? Op welke gebieden zijn leraren handelingsbekwaam, op welke handelingsverlegen? o Waar liggen de kansen en mogelijkheden voor de school om het onderwijs inhoudelijk op groeps-, bouw- en schoolniveau te verbeteren? Stichting Rijn en Heuvelland gaat bij haar schoolprofielen uit van het volgende schema:
Niveau 3 en 4 Niveau 1b en 8% 80%
Niveau 2 1c 10%
Niveau 1a
Binnen de scholen van Rijn en Heuvelland wordt er van uitgegaan dat leraren de competenties bezitten om zelf circa 98 % van de leerlingen “passend” , binnen het Rijn en Heuvelland onderwijs continuüm te kunnen onderwijzen. (niveau 1a,1b, 1c, 2, 3 en 4). Binnen circa 10% van deze niveaus van de leerlingen maakt de leraar gebruik van interne ondersteuning/coaching door de intern begeleider/collega leraren (niveau 2). Voor circa 8% van de leerlingen is er intensieve tot zeer intensieve begeleiding noodzakelijk met eventuele gebruikmaking van externe deskundigheid.(niveaus 3 en 4). De niveaus 2, 3 en 4 kunnen zowel betrekking hebben op leerlingen
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
met een relatief zwak/laag ontwikkelingsprofiel als leerlingen met een relatief sterk/hoog ontwikkelingsprofiel. Voor circa 2% van de leerlingen is het niet mogelijk om binnen het Rijn en Heuvelland onderwijs continuüm een passend onderwijsaanbod te creëren.(niveau 5) Dit schema met deze verdeling past zowel binnen de PO- als de VO-scholen binnen de stichting Rijn en Heuvelland. Het schoolprofiel levert op schoolniveau een duidelijk zicht op de (on)mogelijkheden en van individuele scholen. Naast het bovenstaande basismodel onderwijs continuüm voor Rijn en Heuvellandscholen kunnen individuele scholen hun eigen “onderwijsarrangement” uitbreiden. Dit wel binnen de kaders van het hierboven beschreven model. (zie verder hoofdstuk 4.2; onderwijsaanbod) Naar aanleiding van het geformuleerde schoolprofiel en onderwijsarrangement kan het wenselijk en/of noodzakelijk zijn dat leraren bepaalde cursussen volgen. Deze vervolgstappen worden onderdeel van het Persoonlijk Ontwikkelings Plan en/ of het Team Ontwikkelings Plan. 3.3.3
Zorgplicht
Passend Onderwijs wordt op Rijn en Heuvelland scholen gerealiseerd op basis van onderwijsplicht. Dit betekent dat ouders die hun kind aanmelden bij een school van Stichting Rijn- en Heuvelland recht hebben op een passend onderwijsaanbod bij de school zelf of bij een andere school (van hetzelfde bestuur of van een ander bestuur). Onderwijsplicht veronderstelt een niet vrijblijvende regionale samenwerking tussen scholen en besturen. In de onderlinge samenwerking wordt de komende planperiode een sluitend onderwijsaanbod ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van het aanbod wordt rekening gehouden met de voorkeur van de ouders. Uitgangspunten; geen kind tussen wal en schip, voor elk kind een passende plek in het onderwijs, een dekkend net van samenwerkende besturen uit de sectoren PO/VO/WEC/BVE. Om dit te kunnen realiseren; o samenwerking met organisaties voor maatschappelijke ondersteuning, gezondheidszorg en jeugdzorg, o betrokkenheid op basis van gelijkwaardigheid van alle betrokkenen (bestuur, directies/locatieleiders, leerkrachten, internbegeleiders personeel en ouders). Doet de school de goede dingen met een goed resultaat: Bij het vormgeven van deze kwaliteitszorg wordt uitgegaan van; o het primaire proces als basis, o interne kwaliteitszorg als vertrekpunt. Centraal staat het zichtbaar maken van de onderwijsresultaten. 4
Onderwijs continuüm, onderwijsarrangementen en onderwijsresultaten
4.1 Eén-onderwijsroute Een passende onderwijsroute geldt niet alleen voor kinderen met speciale behoeften. In één onderwijsroute naar het bieden van onderwijskwaliteit is gekozen voor het onderwijs continuüm. De één-onderwijsroute omvat zowel de interne inzet op school, als de externe inzet van buiten de school. De kern van de 1-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm bestaat uit handelingsgericht werken met groepsplannen. De leerkracht doet dat in de groep met behulp van twee instrumenten: groepsoverzichten en groepsplannen. Het verschil met gangbare plannen is dat in de 1-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm groepsplannen aansluitend aan elkaar zijn én dat alle leerlingen er een plek in hebben. Eén leerling is óók een groepje binnen het groepsplan. Als het echt niet anders kan, wordt er een individueel plan opgesteld dat als aanhangsel aan het groepsplan wordt toegevoegd.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Voor de 1-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm zijn de volgende aspecten essentieel: 1. Resultaatgericht werken met de groepsplannen 2. De groepsbespreking 3. De klassenconsultatie 4. De leerlingbespreking De 1 onderwijsroute/ het onderwijs continuüm gaat uit van 5 niveaus( zie ook bijlage 1) en houdt in dat alle leraren van de stichting Rijn en Heuvelland streven naar vroegtijdige signalering en adequate begeleiding van alle leerlingen. Doel is een eenduidige route, waarin voor alle betrokkenen de beslismomenten en de stappen transparant en op elkaar afgestemd zijn. Centraal in één-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm staat de ontwikkeling van de mogelijkheden en talenten van leerlingen in relatie tot de mogelijkheden van de school. Het biedt leerkrachten en intern begeleider steun om planmatig om te gaan met de vaak grote verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen in een groep. Met de één-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm beoogt men niet alleen risicoleerlingen op een zo vroeg mogelijk tijdstip te signaleren en zo onderwijsleerproblemen aan te pakken, maar de onderwijsmogelijkheden van élke Rijn en Heuvellandschool in kaart te brengen. Deze onderwijsmogelijkheden zijn het uitgangspunt voor het samenstellen van het onderwijsaanbod. Uitgangspunten: 1. Alle kinderen hebben onderwijs nodig. Zorgleerlingen bestaan dus niet. Leerlingen verschillen in de mate waarin en de manier waarop ze onderwijs nodig hebben. Ter bevordering van de sociale cohesie in de groep en om het klassenmanagement uitvoerbaar te houden, worden bij de éénonderwijsroute/ het onderwijs continuüm de individuele onderwijsbehoeften zoveel mogelijk geclusterd en verwerkt in een groepsaanbod. De één-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm werkt niet vanuit individuele handelingsplannen, maar vanuit groepsplannen. 2. In de tweede plaats gaat het bij de één-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm om het werken, praten en denken vanuit onderwijsmogelijkheden, in plaats van vanuit kind kenmerken. Kind kenmerken leveren nauwelijks aanwijzingen op hoe een kind te begeleiden in de groep. Zo werkt een kenmerk als ‘snel afgeleid’ eerder bevestigend (Zo is het kind nu eenmaal, daar valt niets aan te doen.) dan dat het uitnodigt tot actie (Hoe kan ik mijn onderwijs afstemmen op dit kind, wat kan ik doen?). Onderwijsbehoeften formuleer je door aan te geven wat een kind nodig heeft om de volgende stap in zijn ontwikkeling te kunnen zetten. 3. De één-onderwijsroute/ het onderwijs continuüm streeft naar een verschuiving naar proactief denken. In plaats van vooral achteraf te bekijken of een kind de doelen behaald heeft (bijvoorbeeld door te toetsen) en te ‘repareren’ als dit niet het geval blijkt te zijn, hanteert de 1- onderwijsroute/ het onderwijs continuüm een werkwijze waarbij de leerkracht vooraf nadenkt over wat een kind nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken. 4. Er wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan wat de kinderen nodig hebben om de onderwijsdoelen te bereiken. Als het nodig is kan een specialist van buiten de school de leerkracht ondersteuning bieden. 5. Tot slot nemen ouders een belangrijke positie in. Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijk doel: ze willen het beste voor het kind. Ouders zijn samenwerkingspartners en worden betrokken bij de onderwijskwaliteit rondom hun kind. Voor het handelen van leerkrachten, intern begeleiders en directie in de school heeft het werken in niveaus consequenties. In de bijlage is in overzichtelijke stroomdiagrammen weergegeven hoe deze processen verlopen. Onderstaand staan de kenmerken per niveau kort weergegeven; niveau 1 (a,b,c) Het regulier volgen en begeleiden van het kind door de leraar Het onderwijs op de basisschool wordt zo ingericht dat de uitgangspunten van doelgericht werken in de groepen 1-8 zijn te herkennen. (circa 80% van de leerlingen) Dit betekent; o elke groep kan worden ingedeeld in minimaal 3 niveaus met betrekking tot de vakken rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat. Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
elke groep hanteert het model ‘directe instructie’; per periode van 8-10 weken stelt de leerkracht de tussendoelen voor de jaargroep vast, o per jaargroep stelt de leerkracht de einddoelen vast, o per periode wordt een groepsplan opgesteld m.b.v. tussendoelen, o de cyclus van doelgericht werken wordt bij start van het schooljaar, in november, begin maart en in juni uitgevoerd. Handelen van de leerkracht staat centraal; hij/zij is verantwoordelijk voor de resultaten van zijn/haar groep. o o
niveau 2
Extra aandacht in de groep
Voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften waaraan in niveau 1 niet kan worden voldaan. Interactie leerkracht - leerling staat centraal. IB-er is coach en samen met de leerkracht zoekt hij/zij een passend antwoord. niveau 3
Speciale aandacht in samenwerking met de intern begeleider
Voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, waarbij de leerkracht extra hulp zoekt op schoolniveau d.m.v. inschakelen IB-er, leerlingbespreking en/of gespecialiseerde collega. Onderscheidend hierbij kan het aanbod/arrangement/profiel zijn dat de school te bieden heeft; waar is de school sterk in? Bijv. Aanbod voor kinderen met hoogbegaafdheid of voor kinderen met een achterstand op het gebied van bv. taal.
Handelingsplannen in niveau 3.
Een handelingsplan is voor kinderen die extra zorg en aandacht nodig hebben en vanaf niveau 3 een inzetbaar document. Niet alleen geeft een handelingsplan concreet zicht op verwachte resultaten ook biedt het ouders en het kind een houvast waaraan samen gewerkt wordt en extra energie wordt ingezet. Een handelingsplan is letterlijk een ‘plan van handelen’ met als doel op basis van analyse en diagnose van gegevens de problematiek van een leerling in positieve richting te beïnvloeden om daarmee het schoolsucces te vergroten. Het gaat hierbij om doelen “smart” te beschrijven, registreren wat de resultaten zijn, evalueren van het handelen en vervolgens nieuwe doelen vaststellen. Dus een concrete beschrijving van: wat, wie, waar, wanneer, waarmee. Te onderscheiden zijn: Individueel handelingsplan, Afspraken die je voor of met een leerling maakt voor een bepaalde periode. Groepsplan Afspraken die je voor of met een aantal leerlingen maakt voor een bepaalde periode. Het gaat bij een handelingsplan om; o leerontwikkelingsproblemen, o fysiek-medische problemen, o sociaal emotionele problemen, o gedragsproblemen, o problemen met werkhouding, o problemen in de thuissituatie. Handelingsplannen vormen een belangrijke basis in het werken met die leerlingen waarvoor schoolsucces niet vanzelfsprekend is. Handelingsplannen worden ondertekend door de leraar, ouder en, zo mogelijk door het kind. niveau 4 Speciale aandacht met inzet van externen De school is handelingsverlegen en loopt bij het geven van hulp aan kinderen tegen grenzen aan.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Extern wordt op zoek gegaan naar nieuw perspectief voor een passend onderwijsarrangement bij collega scholen binnen en buiten bestuurlijk, samenwerkingsverbanden (PAB, Zorgcommissie e.d.) of Giralis Groep (consultatie/ consultatieve begeleiding of diagnostiek).
Passend onderwijs met specialistische hulp
niveau 5
De school kan geen passend onderwijsarrangement aanbieden. Verwijzing naar SBO of SO. Bij de verwijzing naar SBO of SO staat de 1- loketgedachte centraal Het gaat hierbij om een breed gedragen loket voor handelingsgerichte toewijzing voor leerlingen die extra ondersteuning / aandacht nodig hebben door het regionale netwerk (PO /VO /REC’s). Indicatiestelling vindt integraal plaats. De realisatie van 1 loketgedachte is afhankelijk van de stappen die samenwerkingsverbanden gaan zetten, samen met de gemeenten. 4.2
Onderwijsarrangementen
“Een onderwijsarrangement is het geheel aan pedagogische, didactische en/of specialistische handelingen die de school, binnen een bepaalde organisatorische context en in samenwerking met derden, uitvoert met het doel de ontwikkeling van de leerling te optimaliseren.” Voor inhoudelijk en organisatorisch goed doordachte arrangementen is een sterke interne onderwijsstructuur en een visie op de (on)mogelijkheden van de school noodzakelijk. Voor een breed scala van passende arrangementen is een sterke interne en externe onderwijsstructuur en visie op regionaal niveau nodig. Dit vraagt dat de school kan laten zien wat ze te bieden heeft. Maar ook dat ze kan aangeven wat ze wil bieden en wat ze gaat ondernemen om dat te kunnen. Even belangrijk is dat de school haar grens stelt: ‘Wat bieden we niet!’. De school moet gericht kunnen doorverwijzen en zicht hebben op het aanbod van andere scholen in de omgeving. De groepsleraar is de eerstverantwoordelijke voor de leerling. De groepsleraar vraagt en regisseert de ondersteuning die nodig is om aan de verschillen tegemoet te komen, met het oogmerk de leerling zo lang mogelijk binnen het reguliere onderwijs de mogelijkheid te geven zich te ontplooien. De directeur, het team en de IB-er ondersteunen dit proces. Cruciaal is dat de leraar in de klas voldoende is toegerust op het verzorgen van onderwijs aan leerlingen met verschillende capaciteiten en onderwijsbehoeften en de communicatie met ouders hierover. Het vergroten van de deskundigheid van leraren speelt daarin een belangrijke rol. Gekozen kan worden voor de inzet van klassenassistenten, (intern) begeleiders, de inrichting van een aparte klas met een gespecialiseerde leraar, etc. Centrale vraag is of de school een onderwijsarrangement kan bieden dat aansluit op; o de hulpvraag van de leerling, o de competenties van de betrokkenen, o de kenmerken van de groep, o de (leer)opbrengsten, o het profiel van de school, o het landelijk beleid 'passend onderwijs'. Het arrangement omschrijft; o geschikte leeractiviteiten, o geschikte groeperingsvormen, o duidelijkheid over rol van de leerkracht en medeleerlingen, o aansluitend bij hulpvraag en sterke kanten van de leerling. Instructie; o o o
wanneer, hoe lang, hoe vaak, met wie, rol van de leerkracht en medeleerlingen, aansluitend bij hulpvraag en sterke kanten van de leerling.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Begeleiding; o o o
wanneer, hoe lang, hoe vaak, met wie, rol van de leerkracht en medeleerlingen, aansluitend bij hulpvraag en sterke kanten van de leerling,
Inhouden; o o
reguliere methode, alternatieve methode.
o o
speciale rekenmaterialen, software.
o o o o o o
wanneer, wie betrokkenheid leerling en ouders is arrangement goed uitgevoerd? zijn de doelen bereikt? zijn leerling, leraar, ouders tevreden? is bijstelling arrangement nodig?
Materialen;
Evaluatie;
Het gaat bij het bieden van een passend onderwijsarrangement nadrukkelijk om preventieve en interveniërende maatregelen op basis van te behalen doelen en te verwachten resultaten. 4.3 Onderwijsresultaten in relatie met het onderwijs continuüm en onderwijsarrangementen Uitgangspunt is dat elke school systematisch zorgt voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs, waarbij de kinderen zich naar verwachting ontwikkelen en de resultaten ten minste liggen op het niveau dat mag worden verwacht in relatie tot de referentiegroepen. Al onze scholen kijken hierbij specifiek naar; o de eigen leerling-populatie op school, o het schoolklimaat en het pedagogisch-didactisch handelen van leerkrachten,, o voortgang in ontwikkeling van de leerlingen, o leerstofaanbod, o leertijd, o inhoud, niveau en uitvoering van toetsen. o leeropbrengsten t.o.v. landelijke gemiddelden. 4.4 Verantwoording en toetsingskader basisonderwijs Om het CvB in staat te stellen uitspraken te doen over de kwaliteit van onderwijs en zicht te hebben op de resultaten, is een toetsingskader vastgesteld waar elke school van de stichting Rijn en Heuvelland zich aan houdt. Dit toetsingskader biedt het CvB de mogelijkheid om proactief te reageren op de effecten van het onderwijs en sturing te geven aan die processen die de kwaliteit van onderwijs verbeteren. De directeur informeert het CvB over de leeropbrengsten in de kwartaalgesprekken (Bila’s) Hierbij gaat het om inzicht in de leerrendementen, de daaruit voortvloeiende trendanalyses, de kwaliteit van de leraar en de door de directeur getrokken conclusies en aanbevelingen. Het C.v.B gaat in haar beoordeling ervan uit dat elke leraar van de Stichting Rijn en Heuvelland voldoet aan de minimale kwaliteitseisen die de inspectie voor het Onderwijs stelt. (van de wet BIO) Per vak- en vormingsgebied formuleert iedere Rijn en Heuvellandschool haar doelen en geeft het in percentages aan welke prestaties/resultaten met welke leerlingen gehaald moeten worden. Als ondergrens worden hiervoor de geldende inspectienormen i.r.t. de eigen referentiegroep gehanteerd. Het toetsingskader voor de scholen van de Stichting Rijn en Heuvelland voor de PO-scholen betreft:; o technisch leesresultaten in groep 3 en 4 m.b.v. Cito Technisch lezen, Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
o o o o o o
een resultaatmeting sociaal emotionele ontwikkelingen m.b.v. SCOL in groep 4 en 6 in maart van elk jaar, rekenvaardigheid toets groep 4 en 6 m.b.v. Cito Rekenen en Wiskunde, begrijpend lezen in groep 6 m.b.v. Cito, Cito entreetoets groep 7, Nederlands Intelligentie Onderzoek (N.I.O) in groep 8, de doorstroomcijfers naar het VO ; N+1, N+2 en N+3
In overzicht: Toets CITO
Leer- en vormingsgebied
Afname moment
Technisch lezen
Groep 3: jan/feb mei/juni Groep 4: jan/feb
SCOL
Sociaal emotionele ontwikkeling
CITO Rekenen/Wiskunde
Rekenvaardigheid
mei/juni Groep 4: maart Groep 6 :maart Groep 4: jan en juni Groep 6: jan en juni
CITO Begrijpend lezen
Begrijpend lezen
Groep 6: jan
CITO Entreetoets
Taal, Rekenen/Wiskunde en studievaardigheden
Groep 7: sep
NIO (Nederlands Intelligentie Onderzoek)
Intelligentie
Groep 8: okt
Aanleveren resultaten in ESIS/LOVS Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk 1 maart resp. 1 juli
Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk april Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk februari en 1 juli Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk februari en 1 juli Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk 1 februari Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk 30 september Binnen 1 week na afname toets, uiterlijk november
1 1 1
1
Alle door de overheid verplicht gestelde toetsen worden, indien ter zake, aan dit kader toegevoegd. In dit verband moet gedacht worden aan een mogelijke eindtoets in mei van het 8e leerjaar van de basisschool, waarin oa bezien wordt hoe de referentiekaders Taal en Rekenen (zie bijlage 3) aansluiten op de VO-keuze voor de leerling. De scholen van Rijn en Heuvelland hanteren dit toetsing /borgingskader als basis voor verantwoording naar buiten en als basis voor het leerlingvolgsysteem. Het staat directeuren van scholen vrij om op basis van dit kader meerdere toetsen in te passen. Wanneer een Rijn en Heuvellandschool één of meerdere toetsen uit het toetsingskader nog niet gebruikt, wordt er door de directeur een invoerings/stappenplan gemaakt dat er op gericht is om alle genoemde onderdelen per 1-1-2012 ingevoerd te hebben. Met dit toetsings- en borgingskader kunnen de scholen beter analyseren en trends waarnemen, hun onderwijs effectief vormgeven en voortdurend nagaan of de gestelde doelen worden gerealiseerd. Met behulp van de monitoring van de resultaten kan een goed beeld wordt opgebouwd van de vorderingen die met leerlingen worden behaald en welke ontwikkeling het kind door maakt. Bovendien kan de directeur zowel op klassen-, groeps- , op school- als bovenschools niveau de risico’s beter in beeld krijgen en adequate maatregelen treffen of het beleid bij stellen.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Na een periode van twee jaar wordt nagegaan in hoeverre dit kader voldoende is om enerzijds inzicht te krijgen in de leerrendementen op Rijn en Heuvelland scholen en anderzijds om een voldoende inschatting te kunnen maken over ontwikkelingen en risico’s. In bijlage 2 is het werkdocument “verantwoording onderwijsresultaten Rijn- en Heuvelland”, zoals verwoord door de werkgroep, toegevoegd. 4.5 verantwoording en toetsingskader praktijkonderwijs Tekst volgt na landelijke vaststelling van de referentiekaders (Marjan vd Haak) 4.6 Verantwoording en toetsingskader SO. Tekst volgt na landelijke vaststelling van de referentiekaders (Willemijn Kop)
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
5.
Aansluiting PO naar VO
Een van de belangrijke speerpunten van (landelijk) onderwijsbeleid is de aansluiting tussen PO en VO. Uit beschikbare onderzoeken wordt duidelijk dat deze aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs beter kan. Oorzaken liggen op verschillende gebieden. Zo wordt gewezen op: onvoldoende afstemming van leerstof en pedagogisch didactische processen, de kennis in het primair onderwijsveld van de leerwegen in het vmbo, de kwaliteit van het onderwijs in de scholen voor voortgezet onderwijs, de manier van overdragen van gegevens van leerlingen en de toevalligheid van individuele contacten. De stichting Rijn en Heuvelland zoekt nadrukkelijk contact met scholen voor VO om samenwerking een structureel karakter te geven. Als uitgangspunt hierbij geldt dat er zorg is voor de juiste schoolkeuze en elke leerling de juiste ondersteuning krijgt bij de overstap naar het VO. Op gemeentelijk/ lokaal niveau zullen verschillen in aanpak ontstaan, maar op hoofdlijnen zijn de inspanningen gericht op; overleg over de overdracht van leerling-gegevens van de scholen van PO naar VO. Van iedere individuele leerling wordt alle relevante informatie ontvangen van de basisschool en doorgegeven aan de betrokken docenten. overleg over aansluiting van de speciale aandacht bij leerlingen welke in de niveaus 3 en 4 gewerkt hebben. In het bijzonder voor wat betreft de overdracht van informatie; overleg over aansluiting voor wat betreft de pedagogische en didactische invulling van het onderwijsaanbod; vastleggen van afspraken rond de overdracht van leerlingen van PO naar VO vastleggen van afspraken over de toetsen en testen in het eerste jaar voor spelling, (cijferend) rekenen, studerend lezen en sociaal emotionele ontwikkeling, vastleggen van afspraken over de inhoud van de voorlichting aan de ouders, vastleggen van afspraken over de terugrapportage en plaatsingsadviezen tot N+3 over de vorderingen/adviezen.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Bijlage 1
Niveau 1: Regulier volgen van het kind door de leraar leraar
Resultaten kind noteren in klassenmap Afgesproken genormeerde toetsen kind volgsysteem Na elke periode vaststellen welke lln’n extra aandacht nodig hebben Groepsbespreking per bouw 5x per jaar Opbrengstgesprek per bouw met directeur 2x per jaar Gesprekken met ouders in nov en mei Observaties Methode gebonden toetsen Gesprekken met het kind Gesprek vorige leraar + dossier Teambespreking in nov en april Nee
Opvallende resultaten/gedragingen?
Leraar biedt regulier programma aan
Ja
Kind werkt volgens regulier programma Leerkracht biedt extra aandacht in de klas Analyse werk/gedrag kind – aangepast werk Leerkracht noteert in klassenmap waaruit extra aandacht bestaat en welk resultaat wordt verwacht
Ja Heeft de extra aandacht geholpen?
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Niveau 2: Extra aandacht in de groep
De extra aandacht heeft niet geholpen
leraar
Leraar informeert ouders, overlegt over de handelingsadviezen en maakt vervolgafspraak
Leerkracht consulteert collega’s in bouwoverleg Leerkracht informeert IB-er. Resultaat: handelingsadviezen
Kind werkt volgens regulier programma
Ja Handelingsadviezen leiden tot verwachte resultaten. Notities in groepsmap./dossier
nee
Leerkracht biedt extra aandacht in de klas. Analyse werk/gedrag kind – aangepast werk Leerkracht noteert in klassenmap waaruit extra aandacht bestaat en welk resultaat wordt verwacht. Goed resultaat?
nee Naar niveau 3
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Ja
Niveau 3: speciale aandacht in samenwerking met de intern begeleider
Bespreekkinderenformulier wordt door leraar ingevuld
leraar
Leraar consulteert IB-er. Samen bespreken ze de analyse, de diagnose en de opzet handelingsplan. Leraar schrijft het handelingsplan Leraar voegt handelingsplan toe aan lln. dossier. Ib-er ontvangt kopie Resultaat: handelingsadviezen
Leraar informeert ouders, en geeft inzicht in het handelingsplan en maakt vervolgafspraak.
Ja Handelingsplan leidt tot verwacht resultaat.( 6-8 wkn.) Evaluatie samen met IB groepsmap./dossier
Kind werkt volgens regulier programma – niveau 2 of 1 -
nee
IB-er bespreekt verwachtingen in regulier overleg met de directeur en stemt vervolgstappen intern af.
Ouders, leraar en IB-er bespreken vervolgstappen. Afstemmen buitenschoolse consultatie
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Niveau 4: speciale aandacht met inzet van externen Leraar stuurt dossiergegevens inclusief de hulpvraag naar externe instantie. Voert overleg Stemt nader onderzoek af Informeert IB-er
Leraar
Leraar voert overleg met externe instantie. Ontvangt handelingsadviezen Maakt nieuw handelingsplan op basis van adviezen
Leraar informeert ouders, en geeft inzicht in het handelingsplan en maakt vervolgafspraak.
Ja Handelingsplan leidt tot verwacht resultaat.( 6-8 wkn.) Evaluatie samen met IB groepsmap./dossier
Kind werkt volgens regulier programma – niveau 2 of 1 -
Nee
IB-er bespreekt verwachtingen in regulier overleg met de directeur en stemt vervolgstappen intern af. Ouders, leraar en IB-er bespreken vervolgstappen. Afstemmen buitenschoolse consultatie
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Niveau 5: passend onderwijs met specialistische hulp Vraagt toestemming aan de ouders voor eventuele verwijzing Leraar
Toestemming Ja nee
Directeur en IB-er voeren gesprek met ouders.
Ouders gaan alsnog akkoord
IB-er start aanmeldingsprocedure SBO in samenwerking met ouders en leraar. Aanvraag voor de PCL Beschikking?
Ouders gaan niet akkoord
nee Ouders tekenen overeenkomst waarin zij aangegeven het verwijzingsadvies naast zich neer te leggen. School formuleert dat ouders akkoord gaan met de beperkte begeleidingsmogelijkheden van de school. Advies om samen een andere school voor Bao te zoeken.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Leraar + IB-er vragen consultatie extern+ adviezen handelingsplan. Eigen leerlijn Zorgniveau 4
Ja
SBO plaatsing SO plaatsing
Bijlage 2 Verantwoording Onderwijsresultaten Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Aanleiding Inzicht bieden in onderwijskwaliteit betekent verantwoording afleggen over de resultaten. Goed kwaliteitsbeleid dient twee algemene doelen: verantwoorden en informeren aan de ene kant en… verbeteren en borgen aan de andere kant. Verantwoorden
is: doelgericht; cyclisch; systematisch; integraal en van iedereen.
Als de professionals op Rijn en Heuvellandscholen de onderwijsdoelstellingen benoemd hebben en hun onderwijs volgens de 5 handelingsniveaus aanpassen aan de capaciteiten van de leerlingen, leidt dat tot betere resultaten. Visie De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland wil het beste onderwijs in de regio realiseren onder het motto: “samen de horizon verleggen”. Deze ambitie geldt op het niveau van de stichting, op schoolniveau en op het niveau van de leraar in de klas en wordt zowel naar binnen als naar buiten tastbaar gemaakt in de beschrijving van de resultaten. Hierbij gaat het allereerst om het leren van basisvaardigheden voor taal, rekenen en (begrijpend) lezen die bepalend zijn voor verder schoolsucces en deelname aan de samenleving. Doel Op basis van inzicht in de behaalde resultaten kan zowel op school- als op bovenschools niveau inzicht verkregen worden over de effectiviteit van het onderwijs. Zo komen ook de risico’s beter in beeld en kunnen directies en het bevoegd gezag adequate maatregelen treffen of het beleid bij stellen . Verantwoording van resultaten dient om: Directeuren en leraren de gelegenheid te bieden om evidence based na te gaan of de leerprestaties van kinderen optimaal bereikt zijn en wanneer het nodig is om tijdig bij te stellen. Ouders inzicht te bieden in de resultaten van hun kind en te beoordelen of dit volgens verwachting is. Externe stakeholders in te zetten om beleid te toetsen op resultaten. Dit bepaalt in hoge mate de kwaliteitsbeleving en daarmee het succes. Risico’s in te schatten door het bevoegd gezag. De inspectie van het onderwijs in de gelegenheid te stellen haar toezichtstaak uit te voeren. Bij het vaststellen van dit toetsingskader wordt rekening gehouden met het toezichtkader en de normering van de Inspectie BaO.
Toetsingskader
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Het gaat in dit referentiekader vooral over de basisvakken, het ‘wat’ van het onderwijs. Dit toetsingskader betreft het vastleggen van:
De technisch leesresultaten in groep 3 en 4 m.b.v. CITO Leestechniek. Een resultaatmeting sociaal emotionele ontwikkeling in groep 4 en 6 in maart van elk jaar d.m.v. SCOL. Rekenvaardigheid toets eind groep 4 en 6 met behulp van CITO Rekenen en Wiskunde Begrijpend lezen in groep 6 met behulp van CITO CITO entreetoets groep 7 N.I.O. in groep 8 De doorstromingscijfers naar het VO ; N+1, N+2 en N +3
Alle door de overheid verplicht gestelde toetsen worden, indien ter zake, aan dit kader toegevoegd. De scholen van onze stichting hanteren dit toetsing/borgingskader als basis voor het leerlingvolgsysteem. Het biedt de directeuren en het bevoegd gezag de mogelijkheid om te “benchmarken”. Het staat directeuren van scholen vrij om op basis van dit kader meerdere toetsen in te passen. Opbrengstgericht werken Uit de literatuur over duurzame organisatieontwikkeling (onder meer Fullan en Marzano) komen belangrijke proceselementen naar voren op basis van wetenschappelijk onderzoek. (Evidence based Education). Volgens Michael Fullan is het belangrijk om de lat voor de basisvakken (taal, lezen en rekenen) hoog te leggen. Als de basisvakken niet op orde zijn, is er onvoldoende fundament voor alle andere vakken. Focussen op resultaat in een lerende, onderzoekende samenwerkende schoolcultuur zorgt ervoor dat kinderen het beste uit zichzelf halen. Opbrengstgericht werken kenmerkt zich door: het stellen van doelen ten aanzien van de verwachte leerprestaties het specifiek inrichten van het onderwijs programma en – proces met meten van de opbrengsten het analyseren van de gegevens bijstellen van de instructie, het programma en ( soms) de doelen. Voor de professionele leraar betekent dit focussen op de juiste didactische aanpak, toepassen van coöperatieve werkvormen, effectief klassenmanagement en sturen en bijstellen op basis van resultaatanalyses. Aan de basis ligt een analyse van de toets gegevens van meerdere leerlingen of groepen over één of meerdere perioden. Voor leraren zijn de trendanalyses bevorderend voor het professioneel bewustzijn en een ondersteuning om op basis van toets gegevens hun instructies ook effect hebben. Het is voor de directeur van belang om (beleids)keuzes te maken en te bepalen welke trends voor de school relevant zijn. Bijvoorbeeld: Wat is het effect geweest van de invoering van onze nieuwe rekenmethode? Hoe komt het dat leerlingen in groep 5 elk jaar in januari laag scoren op spelling? Wat is de verwachte ontwikkeling van de huidige groep 3 voor de komende twee jaar? Is de veranderde leerlingenpopulatie terug te zien in de opbrengsten? Bij trendanalyses gaat het om het gebruik van systematisch verzamelde objectieve gegevens over de resultaten van het onderwijs. De informatie uit die analyse voorziet in een ontwikkelingsperspectief. Met de gegevens uit het volgsysteem bepalen de leraren welke aspecten van het onderwijs kunnen verbeteren.
Managementoverleg
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Goede managementinformatie geeft het bevoegd gezag inzicht in geleverde prestaties en biedt een handvat om toekomstige prestaties tijdig te beïnvloeden. Het geeft informatie over de realisatie van strategische doelstellingen en laat zien hoe de operationele processen worden uitgevoerd. In de rapportage legt elke directeur 4x per jaar verantwoording af over de onderwijsresultaten zoals afgesproken in het toetsingskader. Het gaat immers om actie op alle lagen: de leraar in de klas, de schoolleiding en het bestuur. Bij elke actie is het van belang de bewezen percentage leerwinst aan te tonen.
Gedrag
Professioneel gedrag Aansluitend op de competenties van SBL de leerkracht: kan leerdoelen benoemen en inzetten in het groepsplan; werkt resultaatgericht; werkt volgens het model van de effectieve instructie; legt verantwoording af aan ouders /stakeholders over de resultaten kan omgaan met feedback
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Bijlage 3 Referentieniveaus Taal en rekenen. De referentieniveaus Taal en Rekenen per oktober 2010 zijn te lezen op: http://www.slo.nl/downloads/2009/referentiekader-taal-en-rekenen-referentieniveaus.pdf Bijlage 4 Laatste Evaluatie Ondernemingsplan 2007-2011
Onderwijs op Maat ● Er is dit jaar een start gemaakt met handelingsgericht werken. Bedoeling is dat we preventief onderwijs gaan bieden aan de leerlingen overeenkomstig hun onderwijsbehoeften. Per groep worden haalbare doelen gesteld. Om in een cyclus te komen waarbij de talenten van de kinderen benoemd worden is het belangrijk om structureel te evalueren en goed te reflecteren op het eigen handelen. Voor wat betreft het Traject HW - bijeenkomsten zijn er 3 bijeenkomsten van het SMV geweest en is het daarmee afgerond. ‘t Palet is m.b.t invoering HGW al ver: groepsoverzichten, groepsplannen, groeps- en leerlingbesprekingen e.d. in een cyclus. Er is subsidie aangevraagd (en ontvangen) voor verdere verdieping, met name het betrekken van ouders als partners en deskundigen. ● De klasbezoeken zijn aan bovenstaande gekoppeld en worden uitgevoerd door de intern begeleider en de locatieleider. ● Voor wat betreft de leerlingonderzoeken werken we met onze nieuwe partner Giralis (www.giralis.nl). Er is een evaluatie geweest op stichtingsniveau en wij zijn zeer te spreken over de kwaliteit van de onderzoeken en de begeleiders. ● Er is een begin gemaakt met het opzetten van individuele leerlijnen (ontwikkelingsperspectieven) voor leerlingen met een significante achterstand op één of meer vakgebieden. ● Het programma Kurzweil is sinds 2009 in gebruik en er wordt onderzocht of dit voor meerdere kinderen een goede investering zal zijn. Conclusie: Goede investering. Er wordt nog wel naar een nieuw programma gekeken op basis van prijs/kwaliteit verhouding. ● De werkgroep dyslexie is uitgebreid met leden van elke locatie en is bezig met voorbereidingen om in 2011 een informatieavond voor ouders en leerkrachten organiseren. ● De werkgroep spelling heeft naar aanleiding van het verbetertraject n.a.v. resultaten Cito Midden 2009-2010 een protocol opgesteld waarin instructie, oefenen, herhalen en materialen zijn opgenomen. Sinds november 2010 wordt hier in de groepen mee gewerkt. In januari 2011 wordt een eerste evaluatie gemaakt. ● In de eerste 2 weken van het schooljaar is gestart met het aanleren van het zogenaamde OPA-rekenen (cijferen onder elkaar). Zwakke rekenaars gebruiken deze rekenmanier als vaste strategie bij alle bewerkingen omdat gebleken is dat zij hier goed houvast aan hebben. Goede rekenaars mogen ook andere strategieën gebruiken zoals aangeboden in de methode. ● De SOVA training wordt ook dit jaar voorgezet. Deze SOVA training wordt ingekocht bij Indigo.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
● ● ● ●
● ●
●
●
●
Ook wordt dit jaar de plusklas voor de hoogbegaafden en NT2 voortgezet. Er is een protocol Cito opgesteld. Het traject Zelfstandig Werken loopt ook in 2010 door en er gaat gestart worden met dagtaken die over zullen gaan in weektaken. De nieuwe overlegstructuur met de intern begeleider 2009 is goed bevallen en zal op dezelfde voet verder gaan in 2010, dit is gebeurd. Elke twee weken overlegt het adviesteam over zaken die het onderwijs aangaan. Elke drie weken brengt de intern begeleider verslag uit aan de directie. Vanaf januari bezoekt de intern begeleider ook regelmatig de PMT-vergaderingen om onderwijszaken te rapporteren en door te spreken. Dit werkt prima. Dit jaar is er voor gekozen om voortaan te spreken van adviesteam i.p.v. zorgteam Tevens is er besloten om te spreken over onderwijs en niet meer over zorg. Er is een werkgroep geformeerd met als opdracht een advies uit te brengen over een methode die gebruikt kan gaan worden in de groepen 1-2. Inmiddels is de Kleutermethode Kleuterplein gekocht. Implementatie verloopt soepel. Alle leerkrachten zijn enorm enthousiast over de methode. De reeds bestaande werkgroep SEO zal een advies uitbrengen voor wat betreft een methode/werkwijze t.a.v. de sociaal emotionele ontwikkeling. Dat is nog niet gebeurd en wordt doorgeschoven naar 2011. Vanaf januari is er in het kader van de invoering van vvto (vroeg vreemde talen onderwijs) een start gemaakt met de methode “Cookie and friends” in de groepen 12. We worden daarin begeleid door Earlybird en hebben hiervoor een subsidie gekregen van het Europees Platform. We hebben besloten op weg te gaan om binnen vier jaar een school te worden die gaat werken volgens het concept van Earlybird. Meer, beter en vroeger Engels van groep 1 t/m groep 8. De materialen van de orthotheek zijn geïnventariseerd en er wordt gewerkt met een nieuw uitleensysteem om zo beter zicht te houden op de spullen. Het werk goed. Leerkrachten worden wèl uitgenodigd om hier meer gebruik van te maken omdat er nog te weinig gebruik van wordt gemaakt.
ICT Net als in de voorafgaande jaren zijn we doorgegaan met het integreren van ICT als brede, flexibele laag in onze school. De ICT coördinator heeft hierin een innovatieve rol en overlegt op gezette tijden met de directie om koers te bepalen en te houden. Op directieniveau zijn er oriënterende contacten gelegd met Microsoft om wellicht hun kennis te gebruiken in ons onderwijs. Microsoft is op dit moment uit beeld. De ICT coördinator is lid van het landelijke BIC-netwerk, voorzitter IMNed(ICT Middden Nederland) en lid van een regionaal netwerk ICT+( Samenwerkingsverband met kennisnet en Samen deskundiger) ● We hebben gekozen om Google Apps in te zetten en hebben een eigen educatief domein gekregen. Binnen een half jaar zullen alle medewerkers worden aangesloten op dit domein en gebruik kunnen maken van alle faciliteiten waaronder een intranet. ●
●
Het nieuwe webbased administratieprogramma ESIS kan door de leerkrachten worden gebruikt en is gekoppeld aan de zorgstructuur (heet nu onderwijsstructuur) van onze school. De rapportage van groep 1-2 werd gedigitaliseerd en opgenomen in dit programma.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
● ●
● ●
●
● ● ●
● ●
Voor de leerkrachten zijn er op verzoek cursussen geweest om zich te bekwamen in het Officepakket alsmede andere relevante software die wij gebruiken. Stichtingsbreed zijn er cursussen georganiseerd voor het inhoudelijk implementeren van de Active Boards. De ICT coördinator van onze school alsmede twee leerkrachten van ‘t Palet hadden hierin de leidende rol. Evalutie op stichtingsniveau was goed. De cursussen Type Basic is gecontinueerd voor de kinderen in groep 6 zodat zij allen ‘blind’ leren typen. Het tweejaarlijks onderzoek Didactiek in Balans zal in februari worden gehouden. Ditmaal stichtingsbreed. Er komt een onderzoek naar een vervangende methode voor de GOVK. De firma die de GOVK levert zal binnen twee jaar stoppen met hun dienstverlening. Dit loopt samen met invoering Kleuterplein. De digitale informatiebrochure waar we in 2009 mee zijn gestart zou in 2010 verder worden ontwikkeld. Dit proces staat stil. Het concept ‘de serverloze basisschool’ is inmiddels uitgerold op de locatie Bolenstein en Troelstra. Zandweg had dit al eerder. Het begrip mediawijsheid is nog onvoldoende geïntroduceerd. Mediawijsheid is alle kennis en vaardigheden en de mentaliteit die mensen nodig hebben om bewust, kritisch en actief mee te doen in de wereld van vandaag en morgen, waarin media een bepalende hoofdrol spelen. Twee Flip’s (camera’s) zijn aangeschaft en worden momenteel goed gebruikt Alle groepen zijn in de eerste maanden van 2010 voorzien van een Active Board. De reeds bestaande kennis die bij leerkrachten bestaat is gedeeld en wordt aangemerkt als deskundigheidsbevordering.
De projectgroepen houden zich bezig met activiteiten die voor alle locaties zijn bedoeld. Omdat we dit jaar het lustrum vieren zal er geen ‘groot’ project zijn. Voor het cursusjaar 2010/2011 is dit de projectgroep Techniek geworden. Elke projectleider stelt een plan op en vraagt budget aan bij de directie voor de uitvoering. Een aantal groepen wordt hieronder genoemd. De projectgroep Cultuur maakt een museumplan voor elke groep in onze school. Dit houdt in dat elke groep één keer per jaar naar een museum gaat of een leskist van de stichting cultureel erfgoed Utrecht krijgt. Hieraan zijn ook lessen verbonden. Daarnaast zijn zij druk bezig met het partnerschap met de dansgroep Merkx. De projectgroep NME evalueert dit jaar de nieuwe WO methode, zorgt ervoor dat groep 4 naar de boerderij gaat; project “de koeien van Boer Jan”, coördineert activiteiten met het MEC, activiteiten m.b.t. de schooltuin,verzorgt biologische momentjes, excursies bij Staatsbosbeheer en herfstwandelingen. De projectgroep Opleiden in School gaat zich bezig houden met de coördinatie van alle stageplaatsen op onze school. Van snuffelstages tot stageplaatsen in het management. De projectgroep Sport organiseert dit jaar het schaatsen, het schoolvoetbal i.s.m. VVMaarssen, korfbal i.s.m. OVVO en verzorgt de sportdag van de onderbouw en van de middenbouw.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Andere projectgroepen zijn OPA rekenen, Spelling, Kleuterplein, Brandaan. Personeelsbeleid Ook dit jaar was het mogelijk dat leerkrachten gebruik maken van SVIB (school video interactie begeleiding) om pedagogische en didactische kwaliteiten te verhogen. Daar is geen gebruik van gemaakt. Het traject OIS was reeds succesvol afgerond. Inmiddels is de collega in opleiding dit jaar daadwerkelijke onze collega geworden. De gesprekscyclus vanuit de wet BIO wordt als afgesproken voortgezet. We hebben ook dit jaar de functioneringsgesprekken die gevoerd worden door de locatieleider, beoordelingsgesprekken en Keiwijzer-gesprekken die gevoerd worden door de directeur en aanvangsgesprekken die worden gevoerd door directeur en/of locatieleider. Vanuit onze stichting zijn we gestart met een intern opleidingstraject tot locatieleider. Het ligt in de bedoeling om deze collega na deze opleiding aan te stellen als een locatieleider op één van de scholen van onze stichting. Dit is succesvol afgerond (zij werkt nu in Zeist/SOORH) Partners Onze partner KMN Kind&Co opent dit jaar de eerste BSO verbonden aan onze school. Op locatie Troeltra start namelijk “WirWar”. In nauw overleg richten we op deze locatie tevens een multifunctioneel lokaal in. Het succes daarvan is een voorbeeld van de synergie waar wij naar streven. Dit is gestart maar heeft nog niet de juiste vorm. Op locatie Zandweg is de BSO gestart in augustus iin een geheel vernieuwde middenruimte. Voor wat betreft de koffie/thee voorziening hebben we een goede partner gevonden in van Duuren. Op elke locatie staan nieuwe koffiemachines. Met betrekking tot het kopiëren zijn we vanaf januari met onze nieuwe partner Ricoh in zee gegaan. Op alle locaties zijn nieuwe, multifunctionele machines geïnstalleerd die voldoen aan het te leveren volume. Deze machines draaien storingsvrij. Hago is onze schoonmaakpartner en zij zorgen ervoor dat de schoonmaak op een voldoende niveau is aan de hand van objectieve metingen die wij laten uitvoeren. We hebben op twee locaties forse problemen en zijn daarover vaak in overleg. Stepco is onze partner voor het concept ‘serverloze basisschool’ en installeerde vanaf februari een nieuw systeem op alle werkplekken om zo te kunnen voldoen aan de multimediale eisen die ons onderwijs verlangt in deze tijd. Huisvesting Aangezien het Masterplan van de gemeente Maarssen geen doorgang zal vinden is er sinds kort een nieuwe situatie ontstaan. Een situatie die een tekort kent aan lokalen voor het openbaar onderwijs op de locaties waar wij de noodzakelijke groei willen realiseren. Door eerder gedane keuze in het aannamebeleid om de groepen 1 t/m 8 op locatie te houden is die vraag om ruimte nog eens toegenomen. Er is een model gemaakt om de ideale school te maken m.b.t. de aantallen van de leerlingen en de verdeling over de groepen.
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015
Concreet betekent dit voor locatie Bolenstein dat we per augustus 2010 een klaslokaal nodig hebben om de vierde kleutergroep te starten en een ruimte om een personeelskamer te realiseren die voldoet aan de hedendaagse eisen. Dit is een lokaal geworden bij het Kompas, onze buurschool. Op locatie Troelstra huisvesten we de eerder genoemde BSO van KMN Kind&Co en hebben we de ortotheek ingericht die voorheen was gevestigd op locatie Zandweg. KMN Kind & Co heeft de coördinatie van de TSO overgenomen met ingang van augustus. Op locatie Zandweg ontstond ook de noodzaak voor een vierde kleutergroep en daar is een lokaal bij het Kompas in gebruik genomen, onze buurschool. Op locatie Tienhoven is de middenruimte gebruikt als gezamenlijk ICT-lokaal. Voor de overgebleven ruimte werd een herinrichtingsplan gemaakt en uitgevoerd. Alle zaken die te maken hebben met deze huisvesting werden geregeld met de gemeente, de algemeen directeur en de directeur. Einde evaluatie
Schoolplan OBS ’t Palet 2011-2015