Schoolgids 2015-2016 OBS Het Palet
Samenwerken maakt het verschil
Hoofdlocatie Den Bonsenhoek Jachthoornpad 1 3223 HR Hellevoetsluis Tel: 0181-315766
[email protected]
Locatie Nieuwenhoorn Dorpsstraat 22 3223 BG Hellevoetsluis Tel: 0181-399444
[email protected]
Locatie De Ravense Hoek Tiendweide 2 3223 MG Hellevoetsluis Tel: 0181-312501
[email protected]
Beste ouders/verzorgers,
Wij willen u door middel van deze schoolgids informeren over het schooljaar 2015-2016 In deze gids vindt u belangrijke informatie, waarvan het handig is deze bij de hand te hebben en te houden. Bij deze schoolgids hoort een kalender waarop de jaarplanning vermeldt staat. Het is onmogelijk om alles al een jaar vooruit te zien. Aanvullende informatie krijgt u door middel van ‘De Paletter’, onze nieuwsbrief. Ook op de schoolwebsite is het laatste nieuws te vinden: www.obshetpalet.nl Wilt u verder nog iets van ons weten? Neemt u dan contact met ons op.
Namens het team, H.K. de Winter. Directeur.
1
INHOUDSOPGAVE: A. Algemene informatie 1.
DE SCHOOL
2.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
3.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
4.
DE ZORG VOOR KINDEREN
5.
ARBOBELEID
6.
KLACHTENREGELING
7.
SCHOOLBEDRIJFSPLAN/ SCHOOLJAARPLAN
8.
PR-MARKETING
9.
KWALITEITSBELEID
B. Praktische informatie 1.
SCHOOLTIJDEN
2.
VAKANTIEROOSTER
3.
LEERPLICHT
4.
HUISWERK
5.
TUSSEN-, VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG
6.
SCHOOLMELK
2
7.
VERJAARDAGEN
8.
GEZONDHEID
9.
STUDIEDAGEN
10.
CONTACT MET DE LEERKRACHT
11.
FOTOGRAAF
12.
FEESTEN
13.
SCHOOLREIZEN / WERKWEKEN
14.
EXCURSIES
15.
VERVOER
16.
SPONSORBELEID
17.
SCHOOLMATERIALEN
18.
GEBRUIK BEELDMATERIAAL
19.
NIEUWSBRIEF
20.
OUDERBIJDRAGE
21.
VERZEKERINGEN
22.
OUDERVERENIGING
23.
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
3
24.
GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
25.
UITSTROOM NAAR VOORTGEZET ONDERWIJS
26.
GROEPSVERDELING
C. Namen en adressen 1.
SCHOOL
2.
DIVERSEN
4
A. Algemene informatie ONTSTAANSGESCHIEDENIS. OBS Het Palet is in 2007 ontstaan uit een fusie tussen OBS De Ravelijn in de Ravense Hoek met de nevenlocatie de Woelhoek in Nieuwenhoorn en OBS Theo Kwanten in de wijk Den Bonsenhoek.
1. DE SCHOOL. 1.1 Richting. Het Palet is een openbare basisschool. Openbare scholen zijn toegankelijk - en dienen dat ook te zijn - voor alle kinderen van 4 t/m 12 jaar, zonder onderscheid van geloof of levensovertuiging. Leerlingen komen daardoor in aanraking met verschillende maatschappelijke en godsdienstige visies. OBS Het Palet is een Daltonschool. Meer informatie over openbaar onderwijs kunt u vinden op de website voor Openbaar Onderwijs (VOO) Meer informatie over Daltononderwijs kunt u vinden op www.dalton.nl. 1.2 Bestuur. Het bestuur van de openbare scholen ligt sinds 1 januari 2006 bij de stichting Primair Openbaar Onderwijs Voorne-Putten en Rozenburg, PRIMO vpr.
5
1.3 De gebouwen. OBS Het Palet is gehuisvest op 3 locaties, te weten:
Locatie Den Bonsenhoek groep 1 t/m 7.
Dit gebouw staat in een levendige wijk. In 2009 heeft hier een grote verbouwing plaatsgevonden waardoor wij twee extra lokalen tot onze beschikking hebben gekregen. Voor de gymlessen gebruikt deze locatie de gymzaal van locatie De Ravense Hoek en de gymzaal naast Warren.
Locatie Nieuwenhoorn groep 1 t/m 8. Midden in Nieuwenhoorn staat op een mooie plek de tweede locatie van onze school. Na de verbouwing in 2009 heeft dit gebouw een nieuw lokaal erbij gekregen. Aan het gebouw zit een gymzaal vast.
Locatie De Ravense Hoek groep 1 t/m 6. Dit gebouw staat hier sinds enkele jaren, in één van de nieuwste wijken van Hellevoetsluis. In het gebouw zitten ook een peuterspeelzaal en de Kinderkoepel (BSO). De gymzaal zit aan het gebouw vast. Onze lokalen zijn gevestigd op de eerste verdieping.
6
1.4 Opgeven van nieuwe leerlingen. Ouders die belangstelling hebben om hun kind bij ons op school op te geven kunnen een afspraak maken voor een informatief gesprek en een rondleiding. Inschrijven van nieuwe leerlingen gebeurt altijd op school middels een inschrijfformulier. Dit wordt samen met u ingevuld tijdens een gesprek. Wij verzoeken u het sofinummer van uw kind mee te brengen. 1.5 Toelating. Kinderen kunnen tot de basisschool worden toegelaten zodra ze vier jaar zijn. Om alvast te wennen aan de school, mogen kinderen vanaf 3 jaar en 10 maanden maximaal tien dagdelen komen wennen. Uiteraard gebeurt dit in overleg met de school. Het is niet aan te bevelen om kinderen te laten wennen in de maanden december en juni. In deze drukke maanden is het moeilijk om goed te kunnen wennen aan de klas en de school. Een kind is leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand die volgt op zijn/haar vijfde verjaardag. Van kinderen die bij ons op school komen wordt verwacht dat ze zindelijk zijn. 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT. 2.1 Missie en visie. Het Palet is een Daltonschool waar gestreefd wordt om iedere leerling tot zijn/haar recht te laten komen.
Dit houdt in: o Optimaal leerrendement van ieder kind realiseren (onderwijs op maat)
7
o Werken aan de motivatie om te leren. o Werken aan het competentiegevoel van de leerlingen. Alles in een sfeer waarin leerlingen zelfvertrouwen ontwikkelen en zich veilig en geborgen voelen. In het schooljaar 2009-2010 is begonnen aan een meerjarig traject waarin Daltononderwijs op onze school verder ontwikkeld wordt. De leerkrachten hebben allen het Daltoncertificaat. Twee jaar geleden hebben we de Daltonlicentie gekregen. Wij werken vanuit het Daltonconcept waar 3 pijlers centraal staan: Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en Samenwerken. Kinderen moeten zich veilig voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen naar hun mogelijkheden. Een goed pedagogisch klimaat draagt daartoe bij. Om dit te creëren werken we onder meer met 3 kapstokregels in de school. Daarnaast vinden we het respectvol omgaan met elkaar (leerkrachten met leerlingen, leerlingen en leerkrachten onderling) erg belangrijk. Als leerkrachten hebben we hier een voorbeeldfunctie in. We willen ouders als partner betrekken en een actieve rol daarin geven. Hiertoe werken we met oudervertelgesprekken, waar u als ouder informatie over uw kind aan de leerkracht geeft. De directie heeft de ambitie om goed, eigentijds en toekomstgericht onderwijs te verzorgen Hiertoe heeft zij deelgenomen aan een traject High Performance Schools De uitdaging ligt in het verbinden van de al aanwezig kennis en vaardigheden met HPS en de wensen en eisen vanuit de overheid (Tweede Kamer, Rijksinspectie) c.q. maatschappij. Het bestuur ondersteunt dit traject.
8
Het HPS gedachtengoed is gebaseerd op evidenced based onderzoek van Robert Marzano, Michael Fullan, Andy Hargeaves, André de Waal, John West-Burnham e.a. De onderdelen van HPS zijn: 1.
Goed leiderschap.
2.
Professionele leerkrachten
3.
Focus op het succes van leerlingen.
4.
Goed onderwijs.
5.
Een cultuur scheppen waarbinnen veranderingen mogelijk zijn.
6.
Het betrekken van externen bij de school.
3. DE ORGANISATE VAN HET ONDERWIJS. 3.1 De organisatie van de school. We werken vanuit het leerstofjaarklassensysteem, waarbij we recht willen doen aan de onderlinge verschillen tussen de kinderen. Binnen de groepen wordt door de flexibele organisatie ingespeeld op de verschillen tussen leerlingen. In alle groepen wordt gewerkt met taakbrieven, om de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen te bevorderen. In groep 1 begint dit met enkele taken per week en wordt in de leerjaren daarna verder opgebouwd, met als einddoel, in groep 8, het zelf kunnen plannen en uitvoeren van werk. Er wordt rekening gehouden met verschil in aanleg, prestatie, tempo en verschillen die voortvloeien uit de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. De groepsgrootte varieert per schooljaar. De groepen zijn homogeen samengesteld d.w.z. in elke groep zitten kinderen van
9
ongeveer dezelfde leeftijd. Op locatie Ravense Hoek en Nieuwenhoorn zijn een aantal combinatiegroepen. De tafels van de leerlingen zijn doorgaans in groepjes bij elkaar geplaatst. Kinderen hebben in het lokaal een vaste plek, daarnaast wordt er regelmatig van plaats gewisseld. In de hallen en gangen zijn tevens werkplekken gecreëerd. 3.2 De formatie van het team. In het onderwijs wordt eenmaal per jaar het aantal leerlingen van de school geteld. Dat gebeurt altijd op 1 oktober. Het aantal leerlingen dat op dat moment de school bezoekt, is bepalend voor het aantal leerkrachten dat een school in het jaar daarop mag hebben. 3.2.1 Directie. De directeur van OBS het Palet, de heer Hjalmar de Winter, functioneert onder een directiestatuut waarin de rechten en plichten van de directie staan aangegeven. De adjunct-directeur is mevr. Anneke Eelvelt. Op iedere locatie is bij afwezigheid van de directeur of adjunctdirecteur een vast teamlid als locatievertegenwoordiger die u aan kunt spreken. Uiteraard gaat het hierbij om praktische vragen. Locatie Bonsenhoek: mevr. Marianne Jacquemijns Locatie Ravense Hoek: mevr. Iris Beentjes Locatie Nieuwenhoorn: dhr. Rik Looij 3.2.2 Interne Begeleider. Dit schooljaar werken we met drie intern begeleiders. Anneke Eelvelt is naast haar functie als adjunct directeur intern begeleider van de groepen ½. Mia Valk is de interne begeleider van de groepen 3 en 4 en groep 4/5 op de Ravense Hoek. Sandra Pieters coördineert de zorg voor de groepen 5 t/m 8.
10
3.2.3 ICT (Informatie en Communicatie Technologie): De ICT-coördinator is Ellen Arkenbout. Zij zorgt er voor dat onze netwerken en computers werken op de diverse locaties. Vanuit een werkgroep ICT worden de leerkrachten ondersteund bij het inzetten van computers binnen het onderwijs. Daarnaast beheert zij de website. 3.2.4 Groepsleerkrachten. De groepsverdeling voor dit schooljaar staat in het B-gedeelte van deze schoolgids. 3.2.5 Stagiair(e)s. Wij geven toekomstige collega’s graag de mogelijkheid binnen onze organisatie te leren en zich (verder) te ontwikkelen. Zo hebben wij geregeld stagiair(e)s van de PABO, maar ook stagiair(e)s die andere opleidingen volgen, bijvoorbeeld de opleiding tot onderwijsassistent. Stagiair(e)s van de PABO zijn meestal één of twee dagen per week aanwezig in de groep, bij andere opleidingen kan dit verschillen. Ook hebben wij op school regelmatig een LIO’er (Leraar In Opleiding). Hij of zij is in het laatste studiejaar aanbeland en draait tijdens deze stage de groep zelfstandig, uiteraard onder begeleiding van de groepsleerkracht(en). 3.3 De activiteiten voor de kinderen. 3.3.1 De activiteiten in de onderbouw. Taalontwikkeling. In de onderbouw wordt doelgericht aan taalonderwijs gewerkt. Hier wordt de basis gelegd om onder andere een goede lezer te worden. Door een goede voorbereiding op de vaardigheden voor
11
taalbewustzijn hebben leerlingen een stevigere basis om aan het aanvankelijk leesproces te beginnen. Jonge kinderen leren door te doen. In de grote en kleine kring worden de kinderen in hun mondelinge vaardigheid gestimuleerd en uitgedaagd. Het werken in thema’s vergroot de woordenschat en kennis over de wereld. Op deze manier sluiten de activiteiten aan bij de belevingswereld van kinderen. De tussendoelen geletterdheid zijn leidraad bij het volgen van de taal/leesontwikkeling in de onderbouw. Sociale ontwikkeling. Sociale vorming vindt voortdurend plaats. Het kind doet allerlei ervaringen op tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal, tijdens gymnastiek, het buitenspelen en tijdens kringactiviteiten. De kinderen leren naar elkaar te luisteren, materiaal te delen, op hun beurt te wachten en samen oplossingen bij problemen te bedenken. Het omgaan met elkaar komt vaak terug in verhalen en kringgesprekken. Wij werken op school met de methode SOEMO. Cognitieve ontwikkeling. De inrichting van een kleuterlokaal bestaat uit hoeken, wandborden en tafels waaraan en waarin kleuters vrij spelen en werken. Voorbeelden van hoeken zijn: de huishoek, de bouwhoek en een themahoek. In de huishoek is gelegenheid om fantasie- en/of imitatiespel te spelen. In de bouwhoek kan met grote blokken, kisten of planken gebouwd worden. In de taalhoek, die in de loop van het tweede jaar geïnstalleerd wordt, is ruimte voor "schrijf- en lees" -activiteiten, bijvoorbeeld met een letterstempeldoos. Aan de groepstafels kan geplakt worden, geknutseld of gepuzzeld.
12
Daarnaast wordt er gewerkt met ontwikkelingsmateriaal waarbij een bepaalde vaardigheid centraal staat, zoals nauwkeurig waarnemen. Meestal wordt er gewerkt naar aanleiding van een thema. Rekenontwikkeling. In de groep 1 en 2 wordt veel aandacht besteed aan beginnende gecijferdheid en wiskundige oriëntatie. Hierbij spelen tellen en getalbegrip een grote rol. Alledaagse situaties worden aangegrepen om met tellen, cijfers en aspecten van getalbegrip bezig te zijn. Er worden vragen gesteld als “Hoeveel nachtjes moeten we nog slapen?” of “Zijn er meer jongens dan meisjes in de kring?” Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van gesprekjes, telliedjes, telrijmpjes, prentenboeken en verschillende ontwikkelingsmaterialen. Ook de onderdelen meten, wegen en tijd komen op een speelse manier aan de orde. Bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs vindt plaats tijdens het buitenspelen en in het speellokaal. In het speellokaal wordt het kind op allerlei manieren uitgedaagd om te bewegen, zoals het volgen van een circuit met gymtoestellen, zang- en kringspelletjes, oefeningen doen met specifiek materiaal, zoals hoepels, korte touwtjes, grote en kleine ballen. De kinderen gymmen in gymkleding en gymschoenen. Muzikale vorming. Er wordt in de kleuterklas elke dag gezongen, tijdens een muziekles worden nieuwe liedjes aangeleerd, of er wordt ingegaan op vraag en antwoord, maat en ritme en tekstimprovisatie. Ook wordt er gebruik gemaakt van muziekinstrumenten.
13
3.3.2 Basisvaardigheden. Aanvankelijk lezen. Bij het leren lezen in groep 3 wordt gebruik gemaakt van de methode Veilig Leren Lezen. Gedurende het eerste half jaar in groep 3 wordt alle aandacht gericht op het aanvankelijk lezen. De kinderen leren dan lezen vanuit zogenaamde globaal woorden. Deze woorden passen binnen bepaalde thema's en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen. Vanuit deze woorden worden de letters geleerd en met die letters leren de kinderen al snel allerlei nieuwe, veel voorkomende woorden lezen. Bij het voortgezet aanvankelijk lezen komen naast het technisch lezen meerdere aspecten van het leestaalonderwijs aan de orde, zoals: · Begrijpend lezen, leespromotie, leesbeleving, taalactiviteiten op het gebied van luisteren, spreken, taalbeschouwing, stellen en spelling. Parallel met het aanvankelijk lezen loopt het aanvankelijk schrijven. Hierdoor worden klank en teken als vanzelfsprekend een geheel. Technisch- en begrijpend lezen. Vanaf groep 4 wordt het technisch lezen verder ontwikkeld, hierbij gebruiken we de methode Estafette. Dit is een methode voor voortgezet technisch lezen t/m groep 8. Het is belangrijk dat kinderen het technisch lezen blijven oefenen. De leerlingen worden twee maal per jaar getoetst op hun leesvorderingen. De strategieën die belangrijk zijn bij begrijpend lezen worden vanaf groep 1 aangeboden. De methode van begrijpend lezen wordt
14
aangeboden nadat de kinderen het technisch lezen voldoende beheersen. Vanaf groep 4 gebruiken wij de methode Nieuwsbegrip. Taal. Vanaf groep 4 gebruiken we de taalmethode Taalactief. De methode kent geïntegreerde leerlijnen voor taal en spelling. In het basisprogramma wordt vanaf het begin van groep vier tot en met het einde van groep acht planmatig en systematisch toegewerkt naar de einddoelen van het taalonderwijs.Taal actief biedt differentiatie op drie niveaus. De leerling die weinig of geen instructie nodig heeft; De leerling die basisinstructie nodig heeft; De leerling die verlengde instructie nodig heeft. Engels. Voor Engels maken we in de groepen 1 t/m 8 gebruik van de methode “Take it easy”. In deze methode staat het digibord centraal. De methode dompelt de kinderen daarmee onder in de Engelse taal: van het begin tot het einde van de Engelse les wordt Engels gesproken. In de groepen 1 t/m 4 staat spreken en luisteren centraal vanaf groep 5 gaan de kinderen ook lezen en schrijven in het Engels. Rekenen. Voor het rekenonderwijs maken wij gebruik van de methode Wereld In Getallen. Alleen groep 8
15
gebruikt, dit jaar nog, Pluspunt. De kinderen leren vooral rekenen door het oplossen van praktische problemen, die ze in het dagelijks leven tegenkomen (realistisch rekenen). Daarnaast bevat de methode tal van wiskundige zaken. Zo leren de kinderen tabellen en grafieken op te stellen van gegevens die ze verzameld hebben. Ook wordt er veel aandacht besteed aan verschillende oplossingsmethoden, waarbij het belangrijker is te kunnen verwoorden hoe je aan een antwoord bent gekomen, dan het antwoord zelf. Schrijven. Wij werken op school met de methode Pennenstreken. Pennenstreken biedt een doorgaande lijn technisch schrijven – in lopend schrift – van groep 1 t/m groep 6. De methode begint op een speelse manier met voorbereidend schrijven in de kleutergroepen. Het aanleren van de 'kleine' schrijfletters vindt plaats in jaargroep 3. In groep 4 komen de hoofdletters aan bod. In de overige groepen wordt het schrift geautomatiseerd en leren de kinderen op tempo schrijven. In groep 7 wordt overgegaan op de methode Schrijven in de basisschool die naast voortgezet schrijven aandacht besteed aan het creatief schrijven. 3.3.3 Wereld oriënterende vakken. Aardrijkskunde. Meander is een praktijkgerichte methode, die op een boeiende manier laat zien dat aardrijkskunde overal in ons dagelijks leven is. Meander opent je ogen en laat je de wereld ontdekken! Met levensechte foto’s, prachtige illustraties en spannende verhalen. Door de verhalen kunnen kinderen de lesstof een plek geven en onthouden ze beter wat ze hebben geleerd.
16
Meander is een methode die de kinderen van groep 5 t/m 8 meeneemt op ontdekkingsreis door de wereld. In groep 5 en 6 worden de kinderen meegenomen door Nederland. In groep 7 trekken ze Europa in en in groep 8 reizen ze door de rest van de wereld. Geschiedenis. We gebruiken hiervoor de methode Brandaan. Brandaan maakt nieuwsgierig en laat kinderen ervaren dat zij ook zelf geschiedenis maken. Iedereen heeft zijn eigen invloed op de wereld van morgen. De methode maakt kinderen nieuwsgierig naar hoe het "toen" was. Brandaan legt een duidelijk verband tussen het verleden en heden, zodat geschiedenis betekenis krijgt. Het ontwikkelen van tijdsbesef is voor veel kinderen in het basisonderwijs erg moeilijk. De historische gebeurtenissen worden in Brandaan stap voor stap behandeld. Op een gestructureerde en overzichtelijke manier leren kinderen om personen en historische ontwikkelingen in de tijd te plaatsen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de tijdbalk. Kennis der natuur en techniek. Wij gebruiken hiervoor de methode Naut. Naut maakt kinderen enthousiast voor de dingen van alledag. Naut speelt de hoofdrol in spannende verhalen. Door de verhalen kunnen kinderen de lesstof een plek geven en onthouden ze beter wat ze hebben geleerd. De methode Naut besteedt op een praktische manier aandacht aan techniek. De methode leert de
17
kinderen de samenhang tussen natuur en techniek. Maatschappijleer. Het vakgebied maatschappelijke verhoudingen beoogt leerlingen inzicht te laten verkrijgen in onze staatsinrichting, de structuur van ons maatschappelijk bestel, maatschappelijke verhoudingen en verschijnselen en de nationale en internationale politieke ontwikkelingen. Naast de onderwerpen uit onze WO methoden kunnen wij in de groepen 5 t/m 8 hiervoor gebruik maken van actuele gebeurtenissen. Ook uitzendingen van het school TV weekjournaal en het jeugdjournaal bieden de nodige aangrijpingspunten. Sociale Vaardigheden. Wij werken op school met de methode SOEMO. Deze doorgaande leerlijn voor de sociaal-emotionele vaardigheden helpt leerlingen bij hun sociale weerbaarheid en emotionele ontwikkeling. Anderzijds leren leerlingen zich ‘te gedragen’: welk gedrag past bij welke situatie? Welk gedrag kan door anderen als hinderlijk en kwetsend worden ervaren? Ook op die ondersteuning mogen kinderen rekenen. Het draagt bij aan een veilig leefklimaat en het kerndoel burgerschap. Burgerschapsvorming. Sinds 1 januari 2006 is burgerschapsvorming officieel opgenomen in de wet: “Het onderwijs is mede gericht op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie”. De school zelf is een dynamische omgeving waarin actief burgerschap en sociale integratie daadwerkelijk vorm gegeven worden door middel van betrokken participatie van kinderen in een
18
democratische organisatie. Begrippen die hierbij worden gebruikt zijn sociale competentie, waarden, normen en burgerschap. Verkeer. Wij gebruiken de methode “Wijzer door het verkeer” voor de groepen 1 t/m 8.
Expressieactiviteiten. Ook de expressievakken tekenen en handvaardigheid zijn een vast onderdeel van het weekprogramma. Hierbij maken wij gebruik van diverse naslagwerken en methoden. Wij zorgen ervoor dat kinderen zich op een creatieve manier kunnen uitdrukken en op hun eigen manier om kunnen gaan met creatieve uitingen van anderen. Bewegingsonderwijs. De gymlessen worden gegeven door de eigen groepsleerkracht. Tijdens de lessen is het voor de kinderen verplicht om gymkleding, bestaande uit een gymbroek of een gympakje en gymschoenen te dragen. In verband met de kans op verwondingen is het dragen van sieraden verboden. In groep 3 gaan de kinderen om de week schoolzwemmen. Zij gaan met de bus naar de Eendracht. Als een kind niet mee kan doen met gym of zwemmen, dient de groepsleerkracht door de ouders op de hoogte gesteld te worden.
19
De betreffende leerling gaat mee naar de gymzaal of zwembad. Bij langdurige blessure wordt het kind opgevangen in een andere groep. Levensbeschouwelijk onderwijs. Openbaar onderwijs heeft als belangrijk uitgangspunt respect voor iedereen, ongeacht huidskleur, sekse of geloofsovertuiging. Openbare scholen moeten, op verzoek van ouders, hun leerlingen in de gelegenheid stellen om binnen schooltijd levensbeschouwelijk onderwijs te volgen. Alleen de stichting Bevordering godsdienstonderwijs openbare scholen in Hellevoetsluis maakt op dit moment gebruik van deze mogelijkheid. De godsdienstlerares is in dienst van de stichting. In de lessen godsdienst wordt nadrukkelijk geen bepaalde geloofsovertuiging of kerkelijke richting overgedragen, maar het gaat erom de kinderen in contact te brengen met de wereld van de Bijbel, het christendom en eventuele andere wereldgodsdiensten. Godsdienstles is een keuzevak en wordt gegeven in groep 6. De school stelt een ruimte ter beschikking, waar het onderwijs gegeven kan worden. De lessen vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de stichting. De kinderen die niet deelnemen, werken aan schooltaken o.l.v. de groepsleerkracht. Projecten. Ieder jaar houden we op school een project dat in alle groepen gehouden wordt en beëindigd kan worden met een inloopmoment voor de ouders en belangstellenden. Het onderwerp wordt aan het begin van het schooljaar bepaald. 4. DE ZORG VOOR KINDEREN. 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school.
20
Kinderen kunnen tot de basisschool worden toegelaten zodra ze vier jaar zijn. Om alvast te wennen aan de school mogen kinderen vlak voor hun vierde verjaardag hun nieuwe school als gast bezoeken. Uiteraard gebeurt dit in overleg met de school. Een kind is echter leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand, die volgt op zijn/haar vijfde verjaardag. Van kinderen die bij ons op school komen wordt verwacht dat ze zindelijk zijn. Medische omstandigheden zijn bespreekbaar. Kinderen die van een andere school komen kunnen, voordat ze definitief op school komen, na overleg met de groepsleerkracht een dag kennis komen maken. Bij aanmelding van een leerling die specifieke zorg nodig heeft binnen het reguliere onderwijs (rugzak, leerproblemen, medische problemen) willen wij in alle openheid met ouders en eventuele betrokkenen bespreken welke zorg wij kunnen bieden. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. De zorg voor onze leerlingen begint op het moment dat zij op school komen. Binnen ons leerstofjaarklassensysteem streven wij er naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen te begrijpen en in te passen binnen het onderwijsaanbod volgens de leerlijn van de methode. De speciale zorg voor leerlingen proberen wij zoveel mogelijk binnen het ons dagelijks onderwijsaanbod te realiseren. 4.3 leerlingvolgsysteem Uiteraard worden de verrichtingen van de kinderen door de groepsleerkracht bijgehouden. Daarnaast worden de leerlingen om
21
hun vorderingen te volgen en te controleren regelmatig geobserveerd en/of getoetst. Naast de toetsen die in de diverse methodes voor groep 3 t/m 8 voorkomen en bedoeld zijn om inzicht te verkrijgen in kortgeleden behandelde stof, beschikt de school over een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Dit Leerling Volg Systeem is ontwikkeld door het Cito (Centraal instituut voor Toets Ontwikkeling). Het geeft een beeld hoe een kind zich in vergelijking met andere kinderen ontwikkelt op de diverse leerstoflijnen. Hierbij worden objectieve normen gehanteerd. In groep 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de kinderen geobserveerd met het leerlingvolgsysteem KIJK De taalontwikkeling en rekenvaardigheden worden getoetst met CITO rekenen voor kleuters en Cito taal voor kleuters. Groepen 3 t/m 8 worden getoetst op de volgende onderdelen: Technisch lezen, Spelling, Begrijpend lezen en Rekenen & Wiskunde. De resultaten van de toetsen staan op het rapport. Van de CitoEntree toets wordt op advies van de inspectie niet meer afgenomen. Gegevens van toetsen worden digitaal bewaard in het leerlingvolgsysteem van Esis. Groep 8: In groep 8 maken alle kinderen in september de drempeltoets, in januari doen zij mee met het LVS Cito M8 en in april is de Cito eindtoets. Het samenwerkingsverband Kindkracht heeft besloten het schoolverlatersonderzoek voor de overstap PO-VO met ingang van het schooljaar 2014-2015 te wijzigen. Op basis van de didactische gegevens uit het leerlingvolgsysteem en het drempelonderzoek in september van groep 8 wordt gekeken welke kinderen in
22
aanmerking komen voor LWOO of PRO- indicatie. ( leerweg ondersteunend onderwijs of praktijk onderwijs). In november krijgen deze kinderen een NIO/NPV-j onderzoek. Mochten er twijfels zijn dan is er een tweede mogelijkheid om kinderen hiervoor aan te melden op basis van de gegevens uit de Cito M8 toetsen. Alle toetsen worden met de ouders besproken in het kader van de schoolkeuze. Bezoeken voortgezet onderwijs in groep 8 Vanzelfsprekend gaan wij niet over de keuze voor een school voor vervolg onderwijs. Ouders maken daarin zelf een weloverwogen keuze, die wij te alle tijden zullen respecteren. Vanzelfsprekend kan iedere ouder/verzorger op eigen initiatief de open dagen van alle scholen bezoeken. Deze starten in januari. Over het bezoek aan de scholen voor voortgezet onderwijs medio groep acht zijn op bestuursniveau, in overleg met de andere denominaties van zowel Primair onderwijs als Voortgezet onderwijs de volgende afspraken gemaakt: o We bezoeken, vanwege de effectiviteit en ter voorkoming van lesuitval, uitsluitend de openbare scholen voor VO (SG Helinium en het Maerlant College). Het Wellant college “Anna Hoeve” kan indien gewenst worden bezocht. o Ook de actieve voorlichting geschiedt vanuit het openbaar onderwijs. o Op passieve wijze (het kenbaar maken van open dagen en evt. voorlichtingsmateriaal) verstrekken we informatie van de PC scholen voor voortgezet onderwijs.
23
4.4 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleraar. In het leerlingvolgsysteem worden naast de toets gegevens van de leerling ook adresgegevens, gesprekken, observaties, onderzoeken, groeidocumenten en ontwikkelingsperspectieven bijgehouden. 4.5 De interne begeleider. De intern begeleiders coördineren de speciale leerlingenzorg. Zij hebben niet alleen een coördinerende taak, maar ook een op vernieuwing gerichte en beleid ontwikkelende taak in de zorgverbreding. Zij zijn een vast aanspreekpunt voor directeur, teamleden en ouders in het kader van de speciale leerlingenzorg. De Interne Begeleiders hebben mede tot taak de vorderingen van leerlingen op schoolniveau te bespreken in het kader van de integrale leerlingenzorg. Hiertoe vindt jaarlijks een aantal groepsbesprekingen plaats. 4.6 Groepsbesprekingen om de ontwikkelingen van kinderen te volgen. De leerkrachten vullen 3 x per jaar een groepsoverzicht in met gegevens van de kinderen verkregen uit observaties, gesprekken en toets gegevens. Deze groepsoverzichten worden gebruikt om een groepsplan te maken met daarin de organisatie van het onderwijs aanbod en de specifieke zorg aan leerlingen. Het groepsoverzicht en het groepsplan wordt besproken met de interne begeleider. De leerkracht meldt kinderen wanneer zij zich specifiek zorgen maakt aan bij het zorgteam van de school.
24
4.7 Rapportage aan ouders. Ouders ontvangen twee keer per jaar een rapportage over hun kind. Naar aanleiding van de rapporten is er gelegenheid om een gesprek met de leerkracht(en) te hebben. Aan het begin van het schooljaar is er een oudervertelgesprek. In deze tien minuten kunnen ouders van alles over hun kind aan de leerkracht vertellen. Daarnaast zijn er inloopmomenten waarop ouders met hun kinderen het werk in de klas kunnen bekijken. De data waarop de rapporten meegegeven worden en de data van de gespreksmomenten zijn vermeld in de jaarplanner. In geval van echtscheiding willen wij de ouders het liefst gelijktijdig tijdens de 10-minutengesprekken informeren. Als dit niet mogelijk is kunt u apart een afspraak maken met de leerkracht. In deze situatie gaan wij ervan uit dat ouders zelf het initiatief nemen. 4.8 Overgang naar volgende groep / doubleren. Tijdens een schooljaar wordt gewerkt aan het vergroten van kennis en vaardigheden van alle leerlingen, zo komen leerlingen elk schooljaar een groep hoger te zitten. Uitgangspunten doubleren. Wij laten een kind doubleren wanneer er onvoldoende vorderingen gemaakt zijn, vergeleken met de algemene norm. Daarbij kijken we naar verschillende factoren, met name cognitieve ontwikkeling (kennis), werkhouding, sociaal-emotionele ontwikkeling en motorische ontwikkeling. Heel belangrijk: we laten een kind alleen maar doubleren als er meerdere factoren een rol spelen. Een kind mag maximaal één keer in zijn schoolloopbaan doubleren: we verwachten dat het kind de rest van de schoolloopbaan vervolgens “normaal” kan volgen.
25
Als een kind doubleert moet er een plan worden gemaakt voor het kind: Wat gaan we doen en wat willen we bereiken?
Communicatie naar de ouders. Indien er ontwikkelingsproblemen zijn worden de ouders uitgenodigd door de leerkracht voor een gesprek. Indien sprake is van een mogelijke doublure, is bij het gesprek met de ouders naast de groepsleerkracht ook de interne begeleider aanwezig. De school heeft het laatste woord in de beslissing om een kind te laten doubleren. Dit gebeurt echter altijd na zorgvuldig overleg met de ouders van het kind. Groep 1 en 2 Scholen moeten zorgen voor een 'doorgaande leerlijn'. Dat wil zeggen dat er voor gezorgd moet worden dat de leerling in iedere fase leerstof op zijn niveau krijgt aangeboden. Als kinderen na groep 2 nog niet toe zijn aan groep 3, schrijft de inspectie voor dat de school moet aangeven op welke wijze zij de ontwikkeling van het kind stimuleren in het verlengde kleuterjaar. Als een kind in de kleuterbouw toe blijkt te zijn aan groep drie dan mag zijn leeftijd hem dat niet belemmeren. Het overgangsprotocol groep 1-2-3 is op school en op onze website te vinden. Kinderen die in oktober, november of december jarig zijn starten in groep 1 en aan het eind van het schooljaar wordt bekeken hoe het kind zich heeft ontwikkeld en welke groep het beste bij hem of haar past. Wij vinden de ontwikkeling van kinderen (sociaal-emotioneel en cognitief) bepalend, en niet zozeer de geboortedatum en leeftijd.
26
Professor S. Goorhuis- Brouwer ( 2005) omschrijft schoolrijpe kinderen als volgt: Een schoolrijp kind is: - Trots op zichzelf - Kan zich aan de regels houden - Kan in een groep functioneren - Kan aandachtig luisteren naar instructies - Kan aandachtig met een werkje bezig zijn - Heeft beheersing over grove en fijne motoriek - Kan een logisch opgebouwd verhaal navertellen.
4.9 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. 4.9.1 Samenwerkingsverband “Kindkracht” Samenwerkingsverband Kindkracht voor een betere ondersteuning van leerlingen Op iedere basisschool zijn er kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Zo ook op onze school. We willen alle leerlingen zo veel mogelijk binnen de groep op onze eigen school begeleiden en ondersteunen. Om deze reden werken we samen met andere scholen en met externe deskundigen in onze eigen woonplaats en in de regio. We hebben immers niet alle kennis zelf in huis. Om dit goed te organiseren, is met andere scholen voor primair onderwijs op Voorne Putten Rozenburg het Samenwerkingsverband “Kindkracht” opgericht. Binnen het samenwerkingsverband werken bijna 70 scholen samen aan verbetering van de ondersteuning aan leerlingen. Deze scholen
27
zijn niet alleen de reguliere basisscholen, maar ook de scholen voor speciaal (basis)onderwijs. Voor iedere leerling met specifieke onderwijsbehoeften is er volgens ons een goede oplossing te vinden. Scholen kunnen binnen hun interne structuur met het schoolondersteuningsteam al veel voor kinderen betekenen. Ze kunnen met hun hulpvraag een beroep doen op het samenwerkingsverband Kindkracht en/of op het Centrum voor Jeugd en Gezin die de benodigde expertise voor school en gezin kunnen leveren. Is er nieuw perspectief noodzakelijk op de eigen school, is er een andere basisschool in de buurt nodig of een school voor speciaal (basis)onderwijs, dan kan er een HIA-traject worden gestart (Handelingsgericht Integraal Arrangeren). Een trajectbegeleider namens het samenwerkingsverband leidt het traject samen met ouders, school en externen om voor het kind het best passende arrangement te realiseren. Voor meer informatie over HIA zijn brochures beschikbaar op school. De website van samenwerkingsverband Kindkracht kunt u raadplegen voor informatie: www.swvkindkracht.nl 4.9.2 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet op Passend Onderwijs van kracht. Daarin wordt bepaald dat binnen de zorgplicht een passend onderwijsaanbod moet worden gerealiseerd. Er is binnen onze regio een nieuw Samenwerkingsverband voor Passend Onderwijs in de regio Voorne Putten Rozenburg swvKindkracht. In plaats van rugzakken wordt er gewerkt met arrangementen. In een HIA wordt er met alle berokkenen gekeken welk onderwijs en hulp een kind nodig heeft. De scholen van cluster 3 en 4 en hun expertise maken ook onderdeel uit van Kindkracht. Cluster 1 en 2 blijven daar voorlopig nog buiten, maar gaan ook werken met arrangementen. De ondersteuning voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften
28
van cluster 3 en 4 wordt regionaal en handelingsgericht geregeld. De rugzak is verdwenen en de landelijke criteria zijn niet meer geldig, er worden geen indicaties meer afgegeven. De scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs blijven wel bestaan. Voor meer informatie kunt u kijken op de sites van: www.ecso.nl , www.auris.nl , www.passendonderwijs.nl of www.swvkindkracht.nl. 4.9.3 School Ondersteuningsprofiel In het kader van passend onderwijs hebben wij op OBS Het Palet een school ondersteuningsprofiel geschreven. Hierin wordt aangegeven op welke manier wij invulling aan passend onderwijs geven. Het volledige document ligt ter inzage op OBS Het Palet. Wij situeren ons (november 2012) als een school die tussen een netwerk- en smalle zorgschool in staat. Wij voldoen aan de meeste punten van de basisondersteuning, zoals aangegeven in de criteria van de onderwijsinspectie. Aandachtspunt is het afstemmen van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van onze leerlingpopulatie. Wanneer we vastlopen in onze aanpak zoeken we ondersteuning van externe deskundigen, bijv. via het SOT op school: extra ondersteuning in de school We werken en denken handelingsgericht. Wat we willen versterken is het samenwerken met leerlingen, ze eigenaar maken van hun leerproces. Daarin samen met o.a. de leerlingen hoge, reële SMARTI doelen formuleren en ze met hen evalueren. Het (h)erkennen en benutten van elkaars kwaliteiten (die van leerlingen, maar ook van collega’s onderling) is ook een ontwikkelpunt. Grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs ervaren we vooral in de balans in de groep. Dit is voor ons een
29
belangrijk criterium. Wanneer er onevenredig veel tijd naar één of een paar specifieke leerlingen gaat, waardoor andere leerlingen belemmerd worden in het leerproces, komen we aan een grens. We willen ouders graag als partner zien. Wanneer er echter geen constructieve samenwerking (meer) mogelijk is met betreffende ouders, kunnen we geen passend onderwijsaanbod verzorgen. We hebben voor de komende jaren de ambitie om ons te ontwikkelen van een school die tussen een netwerk- en smalle zorgschool in staat tot een school tussen een smalle en brede zorgschool. Om dit te verwezenlijken hebben we per domein een aantal ambities geformuleerd. Deze staan beschreven in het SOP document. Het samenwerkingsverband kan ons in principe bellen voor alle leerlingen. Per leerling willen we helder hebben wat de onderwijsbehoeften zijn; wat deze leerling van ons vraagt. Vervolgens zullen we als team beslissen of we dit ook daadwerkelijk kunnen bieden en wat daar eventueel aan extra ondersteuning in de school voor nodig is. 4.9.4 Schoolondersteuningsteam ( SOT) Wanneer de leerkracht vragen heeft over de ontwikkeling van een kind bespreekt de leerkracht dit met de internbegeleiders tijdens de groepsbesprekingen. Regelmatig contact tussen ouders en leerkracht is hierbij van essentieel belang als het gaat om het welzijn de leerling. Het kan nodig zijn om uw kind te bespreken in het SOT (schoolondersteuningsteam) van de school. Soms gewoon adviserend en later als “follow up”. U hoort dit dan pas achteraf. In andere gevallen bent u van te voren op de hoogte en kunt u uitgenodigd worden om aan tafel aan te schuiven. Bij de SOT bespreking zitten altijd de leerkracht, de interne begeleider, schoolbegeleider van de CED-groep Rotterdam, de
30
schoolmaatschappelijk werker en schoolverpleegkundige. Ook kunnen er extern betrokkenen uitgenodigd worden zoals fysiotherapeute of logopediste. Samen brengen wij alle informatie in kaart en bespreken welke ondersteuning het kind nodig heeft. Soms is er meer onderzoek nodig door de leerkracht, ib-er of schoolbegeleider. Het SOT streeft naar adviezen waarmee de leerkracht, het kind en de ouders mee aan de slag kunnen. Naast het SOT op school bestaat ook de mogelijkheid om advies te vragen tijdens een HIA ( handelingsgericht integraal arrangeren)traject. 4.9.5 Wat is HIA? (Handelingsgericht Integraal Arrangeren) HIA is samen met leerkracht, ouders, en ondersteunende deskundigen op zoek gaan naar en ontdekken van (nieuw) perspectief op de school en in het gezin en de voorwaarden waaronder dit kan ontstaan. Vervolgens wordt door de betrokkenen (ouders, leerkrachten, intern begeleider en ondersteunende deskundigen), onder leiding van een onafhankelijk trajectbegeleider vanuit het SWV Passend Onderwijs Kindkracht, samen een traject ontworpen met een reële kans op succes. De trajectbegeleider en de vertegenwoordiger van het CJG hebben doorzettingsmacht wanneer onderwijs- en/of zorgarrangementen van buiten de school nodig zijn om nieuw perspectief te creëren. Indien het perspectief niet ontstaat op de huidige school, wordt een andere school betrokken bij de HIA-bespreking om te verkennen of op die school een passender onderwijsarrangement gerealiseerd kan worden. 4.9.6 Maatschappelijk werk. Op OBS Het Palet is een schoolmaatschappelijk werker werkzaam. Zij geeft advies aan de Interne Begeleiders en leerkrachten als zij zich zorgen maken over leerlingen. Ook ouders kunnen advies
31
vragen aan de maatschappelijk werker over hun kind. Het kan prettig zijn om in een gesprek uw gedachten op een rijtje te zetten, om even een klankbord te hebben. Hij kan u als maatschappelijk werker helpen om de juiste weg naar instanties te vinden of u adviseren om te gaan met bepaalde situaties. U kunt daarbij denken aan vragen rond relaties, opvoeding, echtscheiding, verwerking (overlijden, ziekte), maar ook bij schulden kan hij u op weg helpen, of hulp bieden bij het invullen van formulieren. De schoolmaatschappelijk werker kan u ook doorverwijzen naar Algemeen maatschappelijk werk. 4.9.7 Vertrouwenspersoon. MIS staat voor Mishandeling, Incest en Suïcide. Wanneer kinderen en/of ouders in de knel zitten met betrekking tot dit soort onderwerpen kunnen zij terecht bij de vertrouwenspersoon van de school. De vertrouwenspersoon heeft hiervoor een speciale nascholing gevolgd en kan naast luisteren en adviseren doorverwijzen naar de juiste instelling of personen. De vertrouwenspersoon van de locatie Den Bonsenhoek is Marianne Jacquemijns. Voor de andere locaties is dit de interne begeleider; Anneke Eelvelt. 4.10 Pesten. Op iedere school komt pesten helaas voor, ook op onze school. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en serieus mee om willen gaan. Op school is een pestprotocol aanwezig (dit is ook te vinden op onze website). Bij pesten worden de ouders ingelicht. Belangrijk is dat school en ouders samenwerken om pesten te voorkomen. Als er signalen zijn is de eerste stap om dit kenbaar te maken aan de leerkracht en/of de vertrouwenspersoon van de locatie.
32
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: - altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen - zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot - een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven - briefjes doorgeven - beledigen - opmerkingen maken over kleding - isoleren - buiten school opwachten, slaan of schoppen - op weg naar huis achterna rijden - naar het huis van het slachtoffer gaan - bezittingen afpakken - schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer. 4.11 Schorsing en verwijdering. Hoewel het gelukkig maar zelden voorkomt, bestaat de mogelijkheid dat een leerling bij wijze van disciplinaire maatregel tijdelijk geschorst wordt of in ernstige gevallen zelfs van school verwijderd wordt. Uiteraard geldt voor dit soort gevallen een procedure in verband met wettelijke regelgeving. Als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waar psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht, of indien hiertoe een ernstige bedreiging ontstaat, dan kan tot schorsing of verwijdering van een leerling overgegaan worden. Schorsing, eventueel gevolgd door verwijdering, zal als uiterste maatregel worden gehanteerd, bijvoorbeeld wanneer de leerling en de ouders herhaaldelijk erop zijn gewezen dat het gedrag van de leerling ontoelaatbaar is, maar de situatie desondanks niet verbetert. Het schorsen maakt dan duidelijk aan de leerling en ouders dat de grens van aanvaardbaar gedrag bereikt is.
33
Schorsing kan voor één of enkele dagen. Deze maatregel kan door de schoolleiding genomen worden, altijd na overleg met het bevoegd gezag en de inspectie en na melding aan de leerplichtambtenaar. Schorsing vindt plaats via een schriftelijk besluit, waarin de redenen / de noodzaak van de schorsing zijn vermeld. De schorsingsdag(en) zal/zullen gebruikt worden om een gesprek te voeren met de ouders (eventueel met de leerling) om deze zeer ernstige waarschuwing te onderstrepen en afspraken te maken over het vervolgtraject. Als schorsing niet helpt, kan verwijdering plaatsvinden. Verwijdering kan plaatsvinden als sanctie, maar ook als de school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen. Verwijdering is een ingrijpende maatregel, zowel voor de school als voor de leerling en diens ouders. Daarom beslist het bevoegd gezag / bestuur over de verwijdering. Het bevoegd gezag staat immers op wat grotere afstand van de dagelijkse praktijk en kan de kwestie dus ook met die afstand beoordelen. Dit kan de zorgvuldigheid die gevraagd wordt bij dit soort beslissingen, bevorderen. In principe is verwijdering zonder voorafgaande stappen (zoals gesprekken, gedragsafspraken, waarschuwingen, schorsen) mogelijk. Dan moet er wel sprake zijn van (wan)gedrag, waarbij onmiddellijke verwijdering geboden is. Uiteraard moeten daarbij zowel de belangen van de leerling als van de school goed tegen elkaar afgewogen worden; verwijdering is niet niks en kan verstrekkende gevolgen hebben voor de leerling; anderzijds geldt dat de school de rust en veiligheid voor het totaal van de school (leerlingen en personeel) moet kunnen garanderen. Verwijdering zal dan ook pas kunnen gebeuren na een zorgvuldig gevoerde procedure.
34
4.12 Onderwijs op maat. Op het Palet stemmen wij ons onderwijs op de verschillen onderwijsbehoeften van leerlingen. Het merendeel van de kinderen kunnen het reguliere onderwijsaanbod goed volgen. Wanneer een kind een afwijkende leerlijn nodig heeft dan wordt er een onderwijsperspectief geschreven. Het belangrijkste is dat kinderen positief benaderd worden in hetgeen zij kunnen en middels succeservaringen komen tot betere prestaties. Hierbij denken wij niet alleen aan leerprestaties, maar ook aan o.a. sociale vaardigheden. Voor leerlingen die boven het gemiddelde niveau uitstijgen is het meer- en hoogbegaafdenbeleid ontwikkeld. Hoogbegaafdheid Nog steeds zijn er meerdere theorieën met betrekking tot hoogbegaafdheid. De meest gangbare die momenteel gebruikt wordt is de theorie van Renzulli, aangevuld met de theorie van professor Mönks van de Universiteit van Nijmegen. Renzulli gaat uit van het "drie ringen model", hierbij gaat het om 3 persoonskenmerken: - Buitengewone capaciteiten (intelligentie); - Doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen (motivatie); - Het op originele wijze oplossen of bedenken van problemen (creativiteit). Meer specifieke informatie is onder andere te vinden op de volgende websites: www.HIQ.nl, www.pharosnl.nl, www.lich.nl (stichting Plato) en www.minocw.nl.
35
Beleid voor meer- en hoogbegaafde leerlingen op de Primoscholen. Buiten de Grenzen. Primo-vpr heeft zich in de afgelopen 5 jaar gericht op de begeleiding van begaafde leerlingen door middel van het Buiten de Grenzen programma. Het programma is gestart met een subsidie periode, inmiddels zijn de onderwijsbehoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen op de Primo-scholen ingebed in de zorgstructuur van passend onderwijs. De begeleiding van ‘kinderen die in staat zijn tot het neerzetten van een excellente cognitieve prestatie’, blijft ook in het jaar 2014-2015 een uitdaging, die op schoolniveau en in bovenschoolse plusgroepen verder ontwikkeld wordt. Voor de signalering van begaafde leerlingen zijn binnen het Buiten de Grenzen project instrumenten ontwikkeld voor groepsscreening, die aansluiten bij bestaande signaleringsinstrumenten. Daarnaast richt het programma zich op ondersteuning en ontwikkeling van leerkrachten, met betrekking tot de onderwijsbehoefte van de begaafde leerlingen. De begeleiding van begaafde leerlingen vindt voor het overgrote deel plaats op de scholen. Leerlingen werken met een verrijkt aanbod, dat tegemoet komt aan hun onderwijsbehoeften. Voor specifieke vragen kunnen leerkrachten terecht bij de BdGcoördinator Martje Blok. In de BdG ‘uitleenkast’, zijn materialen beschikbaar, die scholen kunnen lenen. In de bibliotheek is literatuur over begaafdenbegeleiding beschikbaar. In de nascholing wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de onderwijsbehoeften van begaafde leerlingen. Good practices en kennis worden uitgewisseld in bijeenkomsten van ib-ers en coördinatoren.
36
In de bovenschoolse plusgroepen wordt één dagdeel per week, gewerkt aan specifieke doelstellingen zoals Leren leren, onderzoek vaardigheden en bv. filosofie. Doelstelling van de bovenschoolse plusgroep is naast het onderwijsaanbod, het samenzijn met niveau gelijken. In de plusgroepen worden materialen en lessen onderzocht en beoordeeld. In de schooleigen plusactiviteiten wordt gebruik gemaakt van die kennis. Daarnaast worden zo de mogelijkheden van de kleinere scholen ondersteund. Jaarlijks wordt deelgenomen aan de programma’s van het Wetenschapsknooppunt Zuid- Holland. Op Helinium en Maerlant wordt voor leerlingen uit de groepen 8 een plusaanbod gerealiseerd in samenwerking met Buiten de Grenzen. Belangrijk is om op te merken, dat de toegankelijkheid van de activiteiten voor alle scholen gelijk is. De mate waarin de school actief is in het programma verschild. Een groep betrokken ouders draagt in de ouderklankbordgroep specifieke kennis aan, vanuit hun eigen ervaring. Eén ouder van elke school is hierbij welkom, in overleg met de directie van de school. Op de scholen zal de begaafdheidsspecialist de ontwikkelingen op de voet volgen. De communicatie voor ouders en leerkrachten zal vooral via de website plaatsvinden. Op de website vindt u naast pagina’s van de plusgroepen, ook de planning, waarop o.a. de algemene informatieavond in oktober/november. Een lijst van schoolspecialisten en Ouderklankbordleden is te vinden op de website: www.buitendegrenzen.nl Meer informatie over (hoog) begaafdheid is onder andere te vinden op: www.infohoogbegaafd.nl, www.lich.nl; http://www.ru.nl/fsw/cbo; http://www.wetenschapsknooppuntzh.nl
37
Palet Plusgroep. De ervaringen van de BDG plusgroep zijn aanleiding geweest om ook binnen OBS het Palet te starten met plusgroepen. Deelname aan deze plusgroepen is mogelijk voor leerlingen uit de groepen 4 t/m 7. Dezelfde uitgangspunten en doelstellingen van de BDG groep zijn ook hier van toepassing. Meer informatie vindt u op onze website. 5. ARBOBELEID Een aantal leerkrachten op onze school heeft de cursus bedrijfshulpverlening gevolgd. Een onderdeel van hun taak is de verlening van eerste hulp bij ongelukken. Daarnaast wordt door de Arbo-dienst eens in de twee jaar het gebouw gecontroleerd op gebreken t.a.v. de veiligheid (RisicoInventarisatie en –Evaluatie). In overleg met het bevoegd gezag wordt in voorkomende gevallen een plan opgesteld om eventuele knelpunten te verhelpen. 6. KLACHTENREGELING. Elke school staat voor goed onderwijs en voor goede omgang met ouders en leerlingen. Ondanks deze zorg kan het toch voorkomen dat ouders het niet eens zijn met een bepaalde gang van zaken. Door middel van gesprekken tussen de betrokken mensen kunnen problemen meestal worden opgelost. Blijkt een probleem niet oplosbaar, dan hebben we te maken met een zgn. klacht. Dan treedt, zoals wettelijk voorgeschreven, de klachtenregeling in werking. Het reglement klachtbehandeling ligt op school ter inzage. In eerste instantie wordt een klacht in het kader van de klachtenregeling afgehandeld door het bestuur van de stichting.
38
Indien u het niet eens bent met de wijze waarop het bestuur uw klacht afhandelt, kunt u zich wenden tot de stichting Onderwijs geschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht. U kunt ook kijken op www.onderwijsgeschillen.nl 7. SCHOOLBEDRIJFSPLAN EN JAARPLAN. Sinds de invoering van de Wet op het Primair Onderwijs dient er op iedere basisschool een schoolbedrijfsplan en jaarplan aanwezig te zijn. Een schoolbedrijfsplan is een plan waarin alles staat wat de school voor plannen heeft voor de komende vier jaar en hoe het onderwijs is ingericht. In dit plan staat onder meer omschreven: - de zakelijke gegevens - uitgangspunten en doelstellingen - schoolorganisatie - beschrijving van de verschillende vakken. Het jaarplan beschrijft de actuele plannen voor het komende jaar. Deze stukken worden besproken met de MR en toegestuurd aan het Bestuur en de Onderwijsinspectie. 8. PR-MARKETING. Aan PR-marketing wordt op OBS Het Palet actief gewerkt. De Prgroep bestaat uit drie leerkrachten en een aantal ouders. Zij komen geregeld bij elkaar om te kijken hoe wij als school naar buiten kunnen treden onder begeleiding van de organisatie Scholen met Succes. 9. KWALITEITSBELEID. Wij vinden de kwaliteit van ons onderwijs en de mening van onze ouders erg belangrijk. Daarom wordt af en toe een enquête afgenomen. De OTP (de Ouder Tevredenheids Peiling) is hier een voorbeeld van. In samenwerking met de PR-groep is een plan
39
opgesteld om te werken aan het verder ontwikkelen van de kwaliteit en de herkenbaarheid van ons onderwijs. Het gaat hierbij niet alleen om de onderwijsinhoud maar ook om huisvestiging, speelplein, communicatie met ouders en andere factoren die met de school te maken hebben. 9.1 Hoe ziet het bestuur toe op de kwaliteit van de scholen? Voor de inspectie van het onderwijs is het bestuur verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar scholen. Het bestuur van Onderwijsgroep PRIMOvpr neemt deze verantwoordelijkheid zeer serieus. Namens het bestuur is de directeur van de school verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid en de te leveren kwaliteit. Het bestuur houdt toezicht op de kwaliteit door: - Het stellen van eisen aan de beleidsplannen - Het stellen van doelen m.b.t. de te verwachten opbrengsten - Het afleggen van schoolbezoeken - Het afleggen van klassenbezoeken - Het monitoren van de resultaten op school- en bestuursniveau - Het voeren van management gesprekken met alle directeuren ( 2 maal per jaar) - Het voeren van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken met de directeuren - Het sturen op deskundigheidsbevordering van directeuren en individuele leerkrachten - Het bieden van ondersteuning door de Onderwijskundig Beleidsmedewerker
40
B. Praktische informatie 1. SCHOOLTIJDEN. 1.1 Schooltijden. De schooldeuren gaan 's morgens om 8.15 uur en 's middags om 13.00 uur open. Om 8.30 uur en 13.15 uur beginnen de lessen. Ouders brengen hun kinderen graag naar en in school. Dit betekent dat de kinderen tot de deur gebracht worden. Denkt u er wel aan dat de leerkrachten op tijd willen beginnen. Vóór schooltijd is het niet mogelijk uitgebreid problemen met de leerkracht te bespreken, deze is er op dat moment voor de kinderen. Na schooltijd is er meestal alle ruimte voor een gesprek. Wel even een afspraak maken. 1.2 Schooltijden groep 1 t/m 8 's Morgens van 8.30 uur – 12.00 uur (ook de woensdag) 's middags van 13.15 uur – 15.15 uur Opmerking: Bij gym- en zwemlessen kan het zijn dat uw kind iets eerder/ later moet beginnen of iets later thuis komt. 1.3 Schoolzwemmen. Schoolzwemmen wordt in groep 3 aangeboden. In Nieuwenhoorn en in de Ravense Hoek is dit groep 3 en 4. Het zwemmen is 1x in de twee weken, het rooster wordt u door de leerkracht van de groep bekend gemaakt. U ontvangt bericht over het proef- en afzwemmen. De andere tijd gaan de leerlingen gymmen.
41
1.4 Gymtijden groep 3 t/m 8. De gymtijden worden aan het begin van het schooljaar aan de ouders en kinderen bekend gemaakt. 1.5 Nablijven. Het kan incidenteel voorkomen dat uw kind na schooltijd nog even moet nablijven. Bijvoorbeeld voor een korte extra uitleg, om iets af te maken of met de leerkracht een voorval te bespreken. In principe gebeurt dit voor een periode van maximaal 15 minuten na de middagschooltijd, omdat de lunchpauze van 1 uur hiertoe geen ruimte biedt. Voor periodes langer dan 15 minuten zal de leerkracht altijd contact met u opnemen. 1.6 Verzuim. Wanneer uw kind ziek is of om een andere reden moet verzuimen, verzoeken wij u dit 's morgens voor schooltijd telefonisch of via de e-mail van de leerkracht te melden, zodat de leerkracht weet waarom uw kind afwezig is. Indien wij geen bericht van afwezigheid ontvangen kunt u een telefoontje van de leerkracht verwachten. Verzuim wordt genoteerd in het leerlingvolgsysteem. 1.7 Lesuitval. Wij streven ernaar om lesuitval te voorkomen. Indien de leerkracht afwezig is door bijvoorbeeld ziekte wordt hij of zij vervangen of wordt een groep verdeeld over andere klassen. In een enkel geval kiezen wij ervoor om de kinderen naar huis te sturen. Dit gebeurt pas als wij echt geen andere oplossing hebben. U als ouder wordt hiervan altijd telefonisch of d.m.v. een brief op de hoogte gesteld.
42
1.8 Halen en brengen. Wij adviseren u in verband de veiligheid/ verkeersdrukte uw kind lopend of op de fiets te brengen of te begeleiden. Ouders die wegens omstandigheden hun kind met de auto brengen verzoeken wij dringend de verkeersregels in acht te nemen. Zeker die met betrekking tot parkeren. 1.9 Fietsen. Fietsen van leerlingen worden geplaatst in de daarvoor bestemde ruimte. Omdat de ruimte beperkt is, verzoeken wij u vriendelijk als uw kind dicht bij school woont, uw kind zo min mogelijk met de fiets naar school te laten komen. Misschien kunt u de fiets van uw kind eens kritisch bekijken. De fietsen waarop sommige kinderen verschijnen zijn soms levensgevaarlijk. 1.10 Mediadevice (Smartphone, tablet, iPad). Steeds meer kinderen in de basisschool leeftijd hebben beschikking over een eigen mediadevice, dat is een gegeven. Wij hebben de afspraak met de kinderen dat de Smartphone uitgaat, voordat de kinderen binnenkomen. Wanneer een kind naar huis moet bellen kan dat via de vaste lijn op school. Tijdens de lessen kunnen iPhone, iPads, tablets, notebooks enzovoort ingezet worden in overleg met de leerkracht. Het gaat hier om bepaalde lesactiviteiten. Bij misbruik wordt de Smartphone of tablet door de leerkracht ingenomen en worden de ouders verzocht om het te komen ophalen. Bij ernstig misbruik kan een leerling geschorst worden. Wij doelen hier op ongevraagd filmen van andere leerlingen en dit op internet zetten of pesten via
43
internet (groepsapp). Wij willen graag met u samenwerken om cyberpesten tegen te gaan. Mocht u dit te weten komen, dan verzoeken wij u zo spoedig mogelijk contact met de leerkracht op te nemen. Bij verlies en/of beschadigen is de school niet aansprakelijk, meenemen gebeurt op eigen risico. 1.11 Ouderhulp Alle hulp is welkom. Op de informatie avond of via de mail geven de leerkrachten aan wanneer en waarmee zij uw hulp goed kunnen gebruiken. Wij waarderen alle hulp maar het is niet wenselijk dat jongere broertjes of zusjes ook meekomen als ouders ingezet worden bij een groepje kinderen. 2. VAKANTIEROOSTER 2015-2016 Herfstvakantie
19 oktober 2015
23 oktober 2015
Kerstvakantie
21 december 2015
1 januari 2016
Voorjaarvakantie
22 februari 2016
26 februari 2016
Paasvakantie
25 maart 2016
28 maart 2016
Meivakantie
25 april 2016
6 mei 2016
Pinkstervakantie
16 mei 2016
18 mei 2016
Zomervakantie
11 juli 2016
19 augustus 2016
3. LEERPLICHT. 3.1 Leeftijd. Uw kind mag naar school zodra het 4 jaar is. Zodra uw kind 5 jaar is, is het leerplichtig. In overleg met de schoolleiding kunnen vijfjarige kinderen vijf uur per week vrij krijgen. Eventueel kan de directeur
44
vijf uren per week extra verlof geven. Vanaf het zesde jaar is uw kind volledig leerplichtig. Het kan gebeuren dat er omstandigheden zijn die zo zwaar wegen dat u uw kind buiten de schoolvakanties van school wilt houden. In alle gevallen geldt dat u het verlof ruim van tevoren moet aanvragen bij de directeur van de school. Op school zijn hiervoor verlofformulieren aanwezig. U kunt het verlofformulier ook via de website van school downloaden. 3.2 Verlof. 3.2.1 Vakantie. De leerplichtwet bepaalt over vakantieverlof het volgende: Vakantieverlof kan uitsluitend worden verleend indien de leerling vanwege de specifieke aard van het beroep van één der ouders/verzorgers slechts buiten de schoolvakanties met hen op vakantie kan gaan. (Een werkgeversverklaring dient te worden overlegd).Vakantieverlof kan slechts eenmaal per schooljaar worden verleend voor ten hoogste tien schooldagen. Vakantieverlof mag nooit betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het schooljaar. 3.2.2 Bijzonder verlof. Verlof wegens gewichtige omstandigheden. Hiervoor gelden de richtlijnen die op de achterkant van het aanvraagformulier staan (kan via de website van school bekeken worden). Carnaval, wintersport e.d. vallen niet onder deze regeling. Als uw aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden meer dan tien schooldagen betreft, neemt de leerplichtambtenaar de beslissing. Uiteraard overlegt hij in ieder geval met de directeur van de school over de aanvraag.
45
4. HUISWERK. In de hogere groepen wordt er huiswerk meegegeven bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis, topografie, dicteewoorden, woordenschat en tafels. Ook zal er tijd besteedt moeten worden aan spreekbeurten en werkstukjes. Aan de kinderen in alle groepen zal wel eens gevraagd worden om iets te verzamelen en/of op te zoeken. Moet er eens iets worden ingehaald of geoefend dan zal dat gebeuren in overleg met de betreffende ouders. 5. TUSSEN-, VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG. 5.1 Organisatie en verantwoordelijkheid van de tussen schoolse opvang. De Kinderkoepel verzorgt in samenwerking met school en overblijfkrachten de tussenschoolse opvang. Meer informatie kunt u vinden op www.Kinderkoepel.nl
5.2 Verzekering en aansprakelijkheid. Het schoolbestuur is verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid en voor ongevallen tijdens het overblijven. 5.3 Openingstijden TSO. De TSO is geopend tijdens schoolweken, op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Tijdens feestdagen, schoolvakanties en studiedagen is de TSO gesloten.
46
5.4 Soorten TSO. Vaste TSO met een minimale afname van één dag tussen schoolse opvang per week. Flexibele opvang, met een afname van een 30-dagenkaart. Deze is één jaar geldig vanaf datum aanmaak. Incidentele opvang, met een afname van een 10-dagenkaart. Deze is geldig tot einde schooltijd. 5.5 Kostenoverzicht. Voor de TSO-afname gelden bij OBS Het Palet tarieven van: - € 2,50 per keer bij afname van vaste dagen via een contract voor alle 40 (school)weken. - € 2,75 per keer bij afname van een dagenkaart voor 30 keer TSO (één jaar geldig). - € 3,00 per keer bij afname van een dagenkaart voor tien keer TSO (geldig tot einde schooltijd). 5.6 Pedagogisch beleid. De Kinderkoepel heeft voor de tussen schoolse opvang een eigen pedagogisch beleid ontwikkeld. De uitgangspunten van het pedagogisch beleid zijn: - de tussenschoolse opvang moet zo georganiseerd hebben dat kinderen zich veilig voelen en geborgenheid ervaren in de opvangsituatie. - de tussenschoolse opvang moet er op gericht zijn dat kinderen zich kunnen ontspannen op een manier die aansluit bij hun behoeften. - tussenschoolse opvang moet betekenen dat kinderen opgevoed worden in gedeelde verantwoordelijkheid met ouders en school. Hiervoor is het noodzakelijk dat er tussen de coördinator en begeleid(st)ers van de tussenschoolse
47
opvang enerzijds en ouders en school anderzijds een goede relatie bestaat, gebaseerd op vertrouwen in elkaar. Op welke wijze deze uitgangspunten gerealiseerd worden is uitgewerkt in het pedagogisch beleid en het pedagogisch werkplan voor de TSO. 5.7 Opzegtermijn. De Kinderkoepel hanteert een opzegtermijn van twee maanden, die ingaat per eerstvolgende mogelijkheid (per de eerste of de zestiende van iedere maand). 5.8 Aan- en afmeldprocedure. Wilt u zich aanmelden? Op de website van OBS Het Palet staat een link naar de website van de Kinderkoepel. Vanaf dit schooljaar start de kinderkoepel met een nieuw software systeem voor de administratie TSO. Via het ouderportal kunt u zelf kinderen aan- en afmelden, gegevens wijzigen, contracten afsluiten of dagkaarten kopen. 5.9 Voor- en naschoolse opvang. De voor- en naschoolse opvang wordt verzorgd door de Kinderkoepel of Catalpa. Indien u hier gebruik van wilt maken kunt u contact opnemen met een van deze organisaties. Let op: u moet dit zelf regelen met de Kinderkoepel of Catalpa. Kinderkoepel. Christiaan Huygensweg 38F 3225 LD Hellevoetsluis 0181 325049 e-mail:
[email protected]
48
Catalpa Polaris 3225 GT Hellevoetsluis. 6. SCHOOLMELK. Op school kan uw kind gekoelde melkproducten drinken. U kunt kiezen uit halfvolle melk, volle melk, chocolademelk of yoghurtaardbeien drank. Aanmelden kan via www.campinaopschool.nl. 7. VERJAARDAGEN. Wanneer uw kind jarig is, mag hij/zij in de eigen groep trakteren. De kinderen gaan niet de klassen rond. Wij vragen u dringend snoepgoed en andere zoetigheid niet te gebruiken bij de traktaties. Dit in het belang van het gebit en gezondheid van de kinderen. Steeds meer kinderen hebben een voedsel allergie en kunnen heftig reageren als zij met deze producten in aanraking komen. Bijvoorbeeld: noten, kiwi, banaan, melkproducten, gluten, lactose intolerantie enz. Ook hebben wij islamitische kinderen op school. In enkele groepen nemen de kinderen de traktatie om deze redenen mee naar huis. Vanuit de overheid en CJG wordt ons ook gevraagd te letten op obesitas bij kinderen. Snoep stellen wij daarom niet op prijs. Wat zijn wel gezonde traktaties: rijstwafel, popcorn, mandarijntje, rozijntjes, watermeloen, meloen, komkommer enz. Dit geldt ook voor de pauze hap! Op internet kunt u veel ideeën vinden. Bij twijfel kunt u even overleggen met de leerkracht.
49
8. GEZONDHEID. 8.1 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De jeugdarts en jeugdverpleegkundige De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ilona Groen in’t Woud en Anita Pellenkoft zien alle kinderen op school of op het CJG. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek of wanneer uw kind een prik krijgt. Groep 2: meten, wegen en meer Wanneer uw kind in groep 2 zit, ontvangt u een uitnodiging om samen met uw kind langs te komen voor een afspraak. Tijdens deze afspraak op school of het CJG wordt uw kind gemeten en gewogen en onderzoeken we de motoriek. Daarnaast nemen we een ogen- en orentest af. Naast deze lichamelijke onderzoeken gaat de jeugdarts met u in gesprek over vragen die u heeft. Deze vragen kunnen gaan over de opvoeding, thuissituatie of gezondheid van uw kind. Bij de uitnodiging ontvangt u twee vragenlijsten om in te vullen. Deze worden gebruikt tijdens het gesprek. Met uw toestemming bespreken we uw kind voor en worden de eventuele resultaten van deze afspraak met de leerkracht gedeeld, omdat we nauw met de school samenwerken en hij/zij uw kind dagelijks ziet. 9 jaar: vaccinaties In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt uw kind twee vaccinaties: de DTP-prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. U ontvangt van tevoren een uitnodiging om met uw kind langs te komen. Groep 7: meten, wegen en meer Alle kinderen uit groep 7 worden door de jeugdverpleegkundige op
50
school of op het CJG gemeten en gewogen. Omdat er veel in deze periode gebeurt, hebben ouders/verzorgers vaak vragen. Bijvoorbeeld over de beginnende puberteit, emotionele ontwikkeling, omgang met sociale media etc. De jeugdverpleegkundige kan deze samen met u bespreken. U ontvangt vooraf een uitnodiging om bij de afspraak aanwezig te zijn. De jeugdverpleegkundige op school Heeft u een vraag, bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst? De jeugdverpleegkundige luistert naar u en denkt graag met u mee! Afhankelijk van de vraag kan de jeugdverpleegkundige van het CJG ook uitgenodigd worden om deel te nemen aan het zorgteam van de school. De jeugdverpleegkundige die aan de school van uw kind verbonden is: Ilona Groen in’t Woud Telefoonnummer: 010 - 2010110 E-mail:
[email protected] 8.2 Hoofdluis. Op alle scholen en bij alle bevolkingsgroepen komt hoofdluis voor, iedereen kan er last van hebben/krijgen. Niet iets om je over te schamen, maar vervelend is het natuurlijk wel. Preventief adviseren wij ouders nadrukkelijk om een luizencape te kopen via de oudervereniging of de drogist/apotheek. Zodra u hoofdluis bij uw kind ontdekt, bent u verplicht de school te informeren. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op onze school in samenwerking met de oudervereniging gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in dat de school op het moment, dat er weer hoofdluis gesignaleerd wordt binnen de school een aantal voorzorgsmaatregelen neemt die verdere verspreiding van de hoofdluis beperkt.
51
Daarnaast bestaat er een ouderwerkgroep, die door de oudervereniging en directie is ingesteld. Deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen, ± 5x per jaar, (na elke vakantie van een week of langer) alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat de hoofdluis weer wat actiever is. Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de leerkracht telefonisch contact met de ouders van het kind opnemen. Er wordt dan een stencil met de nodige informatie uitgereikt aan alle leerlingen van de betreffende groep(en). Zonodig wordt de JGZ gewaarschuwd. Na veertien dagen wordt de betreffende groep nogmaals gecontroleerd. Bij hardnekkig voorkomende hoofdluisproblemen wordt de jeugdarts ingeschakeld 8.3 Maatschappelijk werk. Klara Grinwis is onze schoolmaatschappelijk werker. Joyce is elke maand op een locatie aanwezig ( zie website) Zij ondersteund ouders die vragen hebben over hun kinderen of over zich zelf als ouder. Voordat zij in gesprek gaat met kinderen, heeft zij altijd toestemming van de ouders nodig. In een gesprek met kind, ouders of beide kijk zij welke vragen er liggen en welke wegen bewandeld kunnen worden om deze vragen te beantwoorden. U kunt met elke vraag bij haar terecht, ook als het is om kennis met haar te maken. Voorbeelden van onderwerpen waar u mee naar het schoolmaatschappelijk werk kan: Uw kind zit niet lekker in zijn vel maar u weet niet waardoor; U heeft praktische problemen die ook invloed hebben op het welbevinden van uw kind en u weet niet waar u hiervoor hulp kunt krijgen; U gaat scheiden en weet niet hoe hiermee om te gaan naar de kinderen toe;
52
Er is iemand overleden in uw omgeving, dit heeft veel invloed op het welbevinden en het gedrag van uw kind. U weet niet hoe u hem/ haar hierbij kan helpen; Uw kind kan; druk zijn, niet luisteren, bedplassen, teruggetrokken zijn, slecht slapen, verdrietig zijn, enz. dit kunnen tekenen zijn dat hij/ zij spanningen ervaart waarvan u als ouder niet weet waar het vandaan komt of wat u eraan kunt doen. Als u twijfelt of u met uw vraag op de goede plek bent, is dit al reden genoeg om langs te komen en de vraag te stellen.
Mocht u in contact willen komen met het schoolmaatschappelijk werk of bent u verwezen voor leerkracht/IB’er, dan kunt u contact met haar opnemen via de e-mail, via de telefoon of door haar aan te spreken. Zij maakt dan een afspraak op een voor u prettig locatie; denk hierbij aan school, thuis of bij haar op kantoor. Neem ook eens een kijkje op de website; www.careyn.nl Klara grinwis Email:
[email protected]. Adres: Vliet 2, 3224HE Hellevoetsluis Mobiel: Algemeen Careyn: 0881239988 8.5 Rookvrije school. In onze school geldt, zoals in alle openbare gebouwen, een rookverbod. Er mag dus in de lokalen, de kuil, de gangen en de personeelskamer niet gerookt worden. Wij verzoeken u dan ook in onze school en op het schoolplein niet te roken, ook niet tijdens vergaderingen en ouderavonden. Wij hebben een voorbeeldfunctie.
53
8.6 School schoonhouden. De schoonmakers doen hun best om de gebouwen zo goed mogelijk schoon te houden binnen de beperkte tijd die daarvoor beschikbaar is. We proberen hen daarbij te helpen door de groepslokalen netjes te houden en zelf onze spullen op te ruimen. Dit geldt ook voor de gangen. Voordat de kinderen hun lokaal binnen gaan, stoppen ze hun jassen in hun luizenzak. Om de school schoon te houden, dienen de voeten goed geveegd te worden bij het naar binnen gaan van de school. Niet goed geveegde schoenen laten we uittrekken. We verwachten van de kinderen dat elke vrijdag de kapstokken leeg zijn, dus geen kleding of plastic tasjes, gymspullen e.d. Herinnert u uw kind hier a.u.b. aan. Gevonden voorwerpen: Op iedere locatie wordt in een doos gevonden voorwerpen voor een korte periode bewaard. 9. STUDIEDAGEN. Regelmatig zal het team nascholing volgen. De studiebijeenkomsten zullen dit jaar gebruikt worden om ons verder te verdiepen in de studie Taalexpert en Daltononderwijs. De studiedagen staan vermeld in de jaarplanner op de website. 10. CONTACT MET DE LEERKRACHT Wij vinden dat ouders altijd de school moeten kunnen binnenlopen. U bent altijd welkom om met iemand te praten na schooltijd. Voor of tijdens de lessen is het zeer ongewenst omdat dan de hele groep kinderen de aandacht van de groepsleerkracht nodig heeft. Om over een probleem te spreken is het beter een afspraak te maken, u weet
54
dan dat degene die u wilt spreken voldoende tijd voor u heeft. Overigens, als u met de leerkracht niet uit een probleem komt, dan kunt u altijd terecht bij de directeur van de school. 11. FOTOGRAAF. Een maal per jaar komt de schoolfotograaf. Er worden klassenfoto’s en/of portretfoto’s gemaakt. Ook bestaat de mogelijkheid om met broertje(s) en zusje(s) op de foto te gaan. Eventueel kunnen broertje(s) of zusje(s) op de foto die nog niet schoolgaand zijn of niet meer op school zitten.
12. FEESTEN. Verspreid over het schooljaar wordt er aandacht geschonken aan voor kinderen en ouders belangrijke momenten. Er zijn feesten die elk jaar terugkomen zoals Sinterklaas met cadeautjes en het bezoek van Sinterklaas aan de groepen 1 t/m 4. De kinderen uit de hogere groepen maken surprises voor elkaar. De kerstviering kan bijvoorbeeld bestaan uit een gezamenlijke maaltijd op een avond of een ochtend in de laatste week voor de kerstvakantie. Daarnaast wordt er elk jaar besproken welke feesten er ook gevierd worden, bijvoorbeeld Halloween, Voorjaarsfeest, Kinderboekenweek enz. Een zeer belangrijke rol bij genoemde feesten spelen oudervereniging en ouders, zij organiseren en bedenken met teamleden de opzetten van de verschillende feesten. Daarnaast helpen op de dagen zelf veel ouders om alles in goede banen te leiden. Zonder deze ouders zou het niet mogelijk zijn dit te organiseren.
55
13. SCHOOLREIZEN/WERKWEKEN. De schoolreis en de werkweek vinden in de eerste weken van het schooljaar plaats. De kosten van de schoolreis en de werkweek moeten van tevoren door de ouders worden betaald. Hiervoor ontvangt u een verzoek tot betaling van de penningmeester van de oudervereniging. Het gironummer van de oudervereniging is: 1913621 Omdat zowel de buskosten als de verblijfskosten de laatste twee jaar enorm gestegen zijn, zullen de kosten voor de werkweek ongeveer. € 100,-- bedragen en voor de schoolreis moet u rekening houden met een bedrag rond de € 35, -. Indien de kosten een bezwaar vormen om uw kind mee te laten gaan kunt u dit vertrouwelijk bespreken met de directeur. 14. EXCURSIES. Regelmatig proberen we kortere of langere excursies voor de kinderen te organiseren, zonder dat dit al te veel kosten met zich meebrengt. 15. VERVOER. Soms vragen wij ouders om ons te helpen met het vervoeren van kinderen, bijvoorbeeld met excursies. Met het oog op de veiligheid van onze leerlingen hebben wij strikte afspraken en regels hierover. -
Bij excursies e.d. zal uitsluitend gebruik gemaakt worden van auto’s, die voorzien zijn van gordels achterin. Voor iedere passagier moet een gordel aanwezig zijn en gebruikt worden.
56
Ouders die wensen dat hun kind gebruik maakt van een steunkussen of speciale veiligheidsstoel, dienen daar zelf zorg voor te dragen. - Kinderen jonger dan 12 jaar en kleiner dan 150 cm mogen alleen voor in de auto in een goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel. In een auto met airbags nooit kinderen met een kinderzitje voorin! - Kinderen vanaf 3 jaar, achter in de auto, moeten bij het ontbreken van een apart kinderbeveiligingsmiddel, de voor hen bestemde en aanwezige autogordels gebruiken. Ze mogen achter in de auto driepuntsgordels als heupgordel gebruiken. - Ouders die leerlingen vervoeren dienen in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering (Allrisk, casco, beperkt casco of WA). - Laat kinderen aan de (veilige) trottoirkant in- en uitstappen. - Vervoer kinderen in geen geval op schoot. - Neem voldoende tijd voor het vervoer, dat voorkomt haastig rijden. - Houdt u aan de geldende verkeersregels. - Wanneer een ouder met de eigen auto voor de school kinderen vervoert en betrokken raakt bij een ongeval, worden de kosten verhaald op de eigen autoverzekering. Omdat wij ouders alleen inzetten voor vervoer bij korte afstanden worden benzinekosten e.d. niet vergoed. -
16. SPONSORBELEID. Wij hebben geen inkomsten vanuit sponsoring. 17. SCHOOLMATERIALEN. Schoolmaterialen als linialen en boeken blijven eigendom van school. De kinderen hebben deze materialen dus ‘in bruikleen’.
57
Gummen en potloden worden uiteraard aan alle leerlingen gegeven wanneer nodig. Bij opzettelijk misbruik van de materialen kan een vergoeding of vervanging aan de ouders gevraagd worden. 18. GEBRUIK BEELDMATERIAAL. Op school worden geregeld foto’s gemaakt, bijvoorbeeld tijdens schoolreisjes en feestdagen, maar ook van het werken in de groep. Veel van deze foto’s worden op de website van onze school geplaatst. Meestal wordt dit door leerkrachten gedaan, maar ook ouders kunnen foto’s uploaden naar de website. De webmaster moet wel voordat de foto’s daadwerkelijk op de website komen te staan goedkeuring geven. Wij denken bij het plaatsen van beeldmateriaal uiteraard aan de veiligheid en de privacy van onze leerlingen. Om deze reden wordt bij inschrijving van een leerling gevraagd aan ouders of zij bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto’s van hun kind op onze website. Ook worden foto’s kritisch bekeken voordat zij op de website worden geplaatst. Zo zullen er geen ‘ongepaste’ foto’s van onze leerlingen op de website komen te staan. Mocht u onverhoopt toch iets geks tegenkomen, dan kunt u hierover met de websitebeheerder contact opnemen. 19. NIEUWSBRIEF. De laatste vrijdag van de maand komt de nieuwste nieuwsbrief, de Paletter, op de website te staan. Hierin staan belangrijke en leuke zaken vermeld. Op onze website kunt u zich met uw e-mailadres aanmelden voor de Paletter. U krijgt dan automatisch een emailbericht zodra de nieuwste Paletter online staat.
58
20. OUDERBIJDRAGE. Het schoolfonds is een vrijwillige bijdrage. Uit het schoolfonds (€ 25,00) worden veel van de eerder genoemde activiteiten m.b.t. de leerlingen betaald. Uitgezonderd voor de schoolreizen, zijn er aan de activiteiten geen extra kosten verbonden. Het bedrag voor dit schooljaar wordt vastgesteld op de jaarvergadering van de oudervereniging. Hier wordt ook rekening en verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. 21. VERZEKERINGEN. Door de oudervereniging is voor de leerlingen van onze school een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. De verzekering biedt dekking tijdens het gaan naar en het komen van school, evenals alle in schoolverband te houden activiteiten, b.v. sportdagen, excursies, werkweken, enz. Begeleidende ouders zijn meeverzekerd. Voor alle duidelijkheid: brillen, schoeisel en kleding vallen niet onder de schoolongevallenverzekering. 22. OUDERVERENIGING. Deze groep ouders vervult een zeer belangrijke taak op onze school; ze assisteren en coördineren veel van de voorkomende werkzaamheden op onze school, beheren het schoolfonds en vormen met het team de ruggengraat van een goed draaiende schoolorganisatie. De oudervereniging vergadert ongeveer eenmaal per maand, in deze vergaderingen worden huishoudelijke en zonodig onderwijskundige zaken besproken. De vergaderingen zijn openbaar en worden in de nieuwsbrieven aangekondigd.
59
In oktober houdt de oudervereniging haar jaarvergadering, waar tevens verkiezingen worden gehouden en rekening en verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde financiële beleid. Zonder een goed functionerende oudervereniging kan een school niet. Het is vooral in het belang van de kinderen dat de oudervereniging en de school een goed team vormen, dat samen veel werk voor de kinderen kan en wil verzetten. Een lid van het schoolteam woont de vergaderingen van de oudervereniging bij. De notulen van de 3OV-vergaderingen (waarin de drie OV’s gezamenlijk vergaderen) zijn ook op de website van school te vinden. 23. DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD. De medezeggenschapsraad (MR) is een raad die bestaat uit 8 leden. De verdeling is 4 ouders en vier teamleden. Ouders en leerkrachten praten mee over de inhoud en de organisatie van het onderwijs op de school. De MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden de school betreffend. Zij is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bestuur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De MR bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. De MR vergadert ongeveer 6 maal per jaar. De vergaderingen zijn openbaar en worden in school gehouden. Aankondigingen en agenda's zijn te vinden op het publicatiebord bij de ingangen. De notulen zijn ook terug te vinden op de website van school.
60
24. GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD. De GMR wordt gekozen uit de medezeggenschapsraden van de openbare scholen voor basisonderwijs uit Voorne, Putten en Rozenburg. Vanuit iedere MR hebben een ouder en een teamlid zitting in de GMR. De GMR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle betrokken scholen. Zij is bevoegd over deze aangelegenheden het bestuur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Over een groot aantal zaken heeft de GMR instemmings- of adviesrecht. 25. UITSTROOM NAAR VOORTGEZET ONDERWIJS. Opbrengst Cito eindtoets: 538,5. Uitstroom leerlingen schooljaar 2014-2015: Niveau Aantal ll
VWO +
VWO
2
9
Niveau MAVO Aantal ll
8
VMBO KB 9
HAVO/VWO HAVO
HAVO/ MAVO 6
2
8
BB
VMBO BB/LWOO
PO
1
4
0
Betekenis afkortingen: GT: Gemengde Theoretische Leerweg KB: Kader Beroepsgerichte Leerweg BB: Basis Beroepsgerichte Leerweg LWOO: LeerWegOndersteunend Onderwijs PO: praktijkonderwijs
61
26. GROEPSVERDELING SCHOOLJAAR 2015/2016. Locatie Den Bonsenhoek Groep 1-2 A Groep 1-2 B Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7
Anniek van Dorp Jeltina van der Most Dianne Kuijper Janneke Verspaget en Patty van Schijndel Marianne Jacquemijns Lisette Veenhoven en Ingeborg van de Velde Edih Wuijster en Laura Slagmoolen
Locatie Nieuwenhoorn Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7 Groep 8 A Groep 8 B Groep 8 C
Petra Soares Aquilar en Kady Sluijmers Maria Wennekes en Maaike Miedema Linda Grinwis Kirsten van Agthoven Rik Looij Jeanine Kerstens en Ellen Arkenbout Martijn Rovers
Locatie De Ravense Hoek Groep 1-2 A Groep 3 Groep 4-5 Groep 5-6
Janneke Clement en Anneke Aleman Iris Beentjes Jacqueline Vastenou Linda Snoeij
62
C. Namen en adressen 1. SCHOOL. 1.1 Schoolbestuur. PRIMO Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Voorne-PuttenRozenburg Gemeenlandsedijk Noord 26A 3216 AG Abbenbroek Tel. 0181-391044 www.primovpr.nl 1.2 Medezeggenschapsraad. Voorzitter: Marianne Jacquemijns Penningmeester: vacature Secretaris: vacature 1.3 Oudervereniging. Voorzitter: Mark ter Horst Secretaris: Mevr. G.Looij Penningmeester: Dhr.S.de Gruiter Giro-nr.: 1913621
[email protected] 1.4 Hoofdlocatie Den Bonsenhoek. Jachthoornpad 1 3223 HR Hellevoetsluis 0181-315766
[email protected] www.obs-hetpalet.nl
63
1.5 Locatie de Ravense Hoek. Tiendweide 2 3223 MG Hellevoetsluis 0181-312501 1.6 Locatie Nieuwenhoorn. Dorpsstraat 22 3223 BG Hellevoetsluis 0181-399441 1.7 Directeur. Dhr. H.K. de Winter E-mail:
[email protected] 1.8 Adjunct-directeur. Anneke Eelvelt E-mail:
[email protected] 1.9 Intern begeleider. Anneke Eelvelt – onderbouw E-mail:
[email protected] Mia Valk- groep 3-4 Email :
[email protected] Sandra Pieters – groep 5 t/m 8 E-mail:
[email protected] 1.10 E-mailadressen leerkrachten. Deze zijn op de website te vinden: www.obs-hetpalet.nl
64
2. DIVERSEN. 2.1 Inspectie van het onderwijs.
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111 2.2 CJG. www.cjgrijnmond.nl Vliet 2 3224 HE Hellevoetsluis Tel 010-2010110 2.3 Landelijke Klachtencommissie. Gebouw “Woudstede” Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel. 030-2809590 E-mail:
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl 2.4 Kinderkoepel (voor- en naschoolse opvang). Adres: Christiaan Huygensweg 38F, 3225 LD Hellevoetsluis. 0181 325049 E-mail:
[email protected]
65
2.5 samenwerkingsverband Voorne Putten Rozenburg « Kindkracht » Gemeenlandsedijk Noord 26C 3216 AG Abbenbroek 0181 760900 www.swvkindkracht.nl
66