Bibob-beleid Gemeente Langedijk
Bibob-beleid Gemeente Langedijk Vastgesteld door het college van B&W gemeente Langedijk d.d. 20 december 2011
0. Inhoudsopgave Bibob-beleid ................................................................................................................... 1 0.
Inhoudsopgave .................................................................................................... 3
1.
Inleiding .............................................................................................................. 4
2.
Aanleiding ........................................................................................................... 4 2.1. Probleemstelling ................................................................................................ 5 2.2. Preventie ........................................................................................................... 5
3.
De W et Bibob ...................................................................................................... 6 3.1 Uitgangspunten W et Bibob .................................................................................. 6 3.2 Intrekking- en weigeringsgrond............................................................................ 7 3.3 Gemeente blijft verantwoordelijk.......................................................................... 7
4.
Toepassingsgebieden .......................................................................................... 8 4.1 Drank- en horeca ................................................................................................ 8 4.2 Coffeeshops ....................................................................................................... 9 4.3 Seksinrichtingen (begripsbepaling in artikel 3.1 APV Langedijk) ........................... 9 4.4 Speelautomatenhal ............................................................................................. 9 4.5 Omgevingsvergunning, activiteit bouwen ............................................................. 9 4.6 Omgevingsvergunning, activiteit milieu ...............................................................10
5.
Financiën............................................................................................................11
6.
Organisatie .........................................................................................................11 6.1 Werkwijze ..........................................................................................................12
7. RIEC (Regionaal informatie en expertise centrum) ...................................................12 8. W etswijziging ..........................................................................................................13 9. Communicatie .........................................................................................................13 10. Evaluatie...............................................................................................................13 11. Inwerkingtreding ...................................................................................................13 A. Bijlage 1 besluit college van B&W 22 november 2011 ..............................................14 B. Bijlage 2 besluit college van B&W 20 december 2011 ..............................................15
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
3
1. Inleiding Op 1 juni 2003 is de W et Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: ‘W et Bibob’) in werking getreden. De Wet is voortgekomen uit de wens van de overheid om meer mogelijkheden te krijgen om de vervlechting tussen boven- en onderwereld tegen te gaan. De parlementaire onderzoekscommissie Van Traa (onderzoeksgroep Fijnaut) concludeerde in 1995 een verwevenheid tussen onder- en bovenwereld. Criminelen maakten gebruik van legale ondernemingen om misdrijven te plegen. Er werd daarbij gebruikt gemaakt van beschikkingen en opdrachten van de overheid. De Wet Bibob is een zet van de overheid om de criminele infrastructuur aan te pakken en criminelen niet langer onbedoeld te faciliteren. De Wet Bibob is ingevoerd om als overheidsorgaan aan malafide ondernemers geen beschikkingen af te geven zodra aannemelijk is gemaakt dat het dreigt te worden, of is misbruikt voor strafbare feiten. In sommige gevallen vragen criminele organisaties aan de overheid beschikkingen waarmee ze vervolgens criminele activiteiten continueren of afschermen. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en het ontstaan van machtsposities. Ook komt het voor dat legale personen of bedrijven overtredingen begaan of misdrijven plegen met gebruikmaking of het verkrijgen van bepaalde vergunningen of subsidies. Met de Wet Bibob is de preventie en bestrijding van criminaliteit niet langer alleen taak van politie en justitie, maar ook van het bestuur. Het Landelijk Bureau Bibob (hierna: ‘het LBB’) is in 2003 opgericht op basis van artikel 8 van de Wet Bibob. Het LBB heeft de taak gemeenten op verzoek advies uit te brengen over de mate van gevaar dat een subsidie of vergunning wordt misbruikt ten behoeve van criminele activiteiten. Het LBB kan gemeenten op verzoek ook informeren over weigeringsen intrekkingsgronden voor subsidies, vergunningen en ontheffingen. Tot 22 november 2011 had de gemeente Langedijk geen Bibob-beleid. De aanwezigheid van criminaliteit in georganiseerd verband is in Langedijk niet uit te sluiten. De W et Bibob kan de gemeente een extra instrument in handen geven om de integriteit te controleren van partners met wie zij zaken doet. Het gaat om partners waar een bepaalde rechtsverhouding een aanknopingspunt vormt, bijvoorbeeld aanvragers van bepaalde vergunningen en subsidies.
2. Aanleiding De Wet Bibob is facultatieve wetgeving, de gemeente heeft geen wettelijke verplichting om uitvoering te geven aan de W et. Het voornemen tot het opstellen van een Bibob-beleid is bepaald in de Kadernota Duurzame Veiligheid 2009-2012. Het onderwerp valt onder het veiligheidsveld “Integriteit en Veiligheid”, specifiek binnen het thema “Georganiseerde Criminaliteit.” Het volgende staat beschreven: Integriteit en Veiligheid Thema
Inzet
Doel
Georganiseerde criminaliteit
Specifieke inzet • Bibob beleid • Hennepconvenant
Op dit moment nog niet gedefinieerd.
Dit voorstel is een effectuering van de nota DV. Tevens is in het collegeprogramma 20102014 aangegeven dat het Bibob-beleid in 2011 en 2012 een activiteit is in het programma veiligheid. Het vastgestelde Bibob-beleid wordt ter kennisname aan de gemeenteraad toegestuurd.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
4
2.1. Probleemstelling De georganiseerde misdaad nestelt zich in de lokale gemeenschap. Een investering in café of kroeg als dekmantel om zwart geld, verkregen uit bijvoorbeeld hennepteelt, wit te wassen. De georganiseerde misdaad kan daarbij gebruik maken van lokale infrastructuren en faciliteiten. Ogenschijnlijk legale activiteiten kunnen een dekmantel zijn waarachter een criminele wereld schuil gaat. De gemeente Langedijk en ondernemers bieden de inwoners voorzieningen. De voorzieningen kunnen interesse wekken van investeerders/ondernemers waar wij de gezichten niet van kennen en die wij niet in het oog hebben. Het kan afbreuk doen aan de ons kent ons cultuur. Hét instrument om daar iets tegen te doen, is de bestuurlijke aanpak. De gemeente kan haar ogen niet sluiten en wil ongewenste ontwikkelingen die een voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit vormen tegengaan. Het initiatief voor een Bibob-beleid komt niet zozeer voort uit een schrijnend probleem in de gemeente Langedijk. Er kan echter wel gesteld worden dat er sprake is van een trend waarbij de georganiseerde criminelen door de intensieve aanpak hun heil elders zoeken in gemeenten die in mindere mate een bestuurlijke aanpak hanteren. Uit een 0-meting gehouden door het RIEC in 2011 blijkt dat Langedijk een van de laatst overgebleven gemeenten in Noord-Holland Noord is zonder Bibob-beleid. Het risico om een aantrekkelijke gemeente te worden voor de georganiseerde criminaliteit ligt op de loer. De verplaatsing van problemen wordt verondersteld doordat de criminelen niet zijn verdwenen, ze verleggen hun activiteiten naar andere plaatsen. Het is te vergelijken met een waterbed: duwen op een gedeelte van de matras leidt ertoe dat het water naar een ander deel van de matras stroomt. Er bestaat echter geen overtuigend bewijs dat problemen op grote schaal naar andere gemeenten verplaatsen. 2.2. Preventie De aanpak van criminaliteit bestaat niet alleen uit opsporen en vervolgen aan de achterkant maar tegelijkertijd ook inzetten op preventie. Van de W et Bibob gaat een preventieve werking uit. De kans om in een situatie te belanden waar later met veel inspanning uit moet worden gekomen (zie bijvoorbeeld Amsterdam) wordt met de preventieve inzet van de W et Bibob verkleind. Met de toepassing van de Wet Bibob kunnen misstanden aan het licht komen en criminele activiteiten worden blootgelegd waarvan tot nu toe wordt verondersteld deze niet aanwezig zijn in Langedijk. Als er vermoedens zijn van crimineel misbruik van een vergunning, biedt de huidige praktijk onvoldoende mogelijkheden om hier nader onderzoek naar te verrichten. Het toepassen van de W et Bibob verruimt de mogelijkheden voor de gemeente.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
5
3. De Wet Bibob Met dit voorstel komt de gemeente tegemoet aan de wenselijkheid van de wetgever tot beleidsvorming in het kader van de Wet Bibob zoals is verwoord in de Memorie van Toelichting op de Wet Bibob (pagina 42 e.v.). In samenwerking met de gemeente Langedijk en Schermer heeft Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) de regionale uitvoeringsmap Bibob ontwikkeld. Dit naar een model van het RIEC Rotterdam-Rijnmond. In de regionale Commissie COOV (Criminaliteitsbeheersing Openbare Orde & Veiligheid) van 24 juni 2011 is de uitvoeringsmap vastgesteld voor de regio Noord-Holland Noord. De uitvoeringsmap beschrijft de volledige toepassingsmogelijkheden van de W et Bibob. De gemeente kan het lokale beleid modulair vaststellen en kiezen voor een gefaseerde invoer. De uitvoeringsmap is niet bij dit voorstel gevoegd aangezien het regionaal is vastgesteld, het bevat geen beleidskeuzes en kan meer worden gezien als een naslagwerk voor de gemeente. Met beleidsvorming wordt bij toepassing van de W et Bibob uniformiteit gecreëerd (uitsluiten van mogelijke willekeur) en worden de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht genomen en nader uitgewerkt. Er is veel aandacht voor de zorgvuldigheid hetgeen van groot belang is bij de toepassing van een ingrijpend middel als Bibob. 3.1 Uitgangspunten Wet Bibob De gemeente geeft in dit Bibob-beleid aan de feitelijke categorieën waarop zij de W et Bibob toepast. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument - weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol. Proportionaliteit In de Wet Bibob wordt door middel van een aantal procedurele en inhoudelijke waarborgen, die onder andere hun basis vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), getracht de juiste balans te vinden tussen de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van het openbaar belang. In het licht van deze proportionaliteitgedachte is er door de wetgever voor gekozen om niet ten aanzien van alle bestuursbesluiten de mogelijkheid open te stellen dat om het Bibob-advies wordt verzocht. Een andere inperking betreft de relatie die aanwezig moet zijn tussen de aard van de strafbare feiten die in het onderzoek van het LBB kunnen zijn gebleken en het te nemen bestuursbesluit. Niet alle strafbare feiten zijn relevant; het gegeven dat is gebleken van een winkeldiefstal is niet direct relevant in het kader van de vraag of aan de betrokkene een milieuvergunning kan worden verleend. Alleen strafbare feiten die relevant zijn voor de activiteiten die kunnen worden ontplooid bij het gebruiken van de subsidie of vergunning, dan wel bij de uitvoering van de overheidsopdracht, mogen worden verwerkt en in de motivering van het Bibob-advies worden vermeld. De in het onderzoek van het LBB gebleken strafbare feiten behoeven overigens niet georganiseerd van aard te zijn om als relevant te kunnen worden aangemerkt. Ook criminaliteit die niet in georganiseerd verband geschiedt, kan niettemin qua maatschappelijke effecten en met het oog op het behoud van de integriteit van het openbaar bestuur zodanig zijn dat het openbaar bestuur deze niet wenst te faciliteren.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
6
Tenslotte wordt opgemerkt dat het Bibob-instrumentarium een aanvulling is op de reeds bestaande mogelijkheden om een beschikking te weigeren of in te trekken. Van deze aanvullende mogelijkheid dient op grond van de proportionaliteit in beginsel dan ook uitsluitend gebruik te worden gemaakt, indien een beschikking niet op andere gronden en met gebruik van minder in de persoonlijke levenssfeer binnendringende instrumenten kan worden geweigerd of ingetrokken. Subsidiariteit Het bestuursorgaan dient zorgvuldig af te wegen of zij direct, zonder advisering van het LBB de Wet Bibob kan toepassen. Het onderzoek van het LBB is namelijk verstrekkender en diepgaander en daardoor ingrijpender dan het eigen onderzoek van de gemeente. Het onderzoek van het LBB behelst niet alleen de informatie die door het bestuursorgaan is aangeleverd, maar ook informatie voortgekomen uit gesloten (privacygevoelige/ geheime) bronnen. Tevens dienen de (juridische) gevolgen van het intrekken of weigeren van een vergunning afgewogen te worden. Wordt een vergunning ingetrokken of geweigerd, dan houdt dit in dat een ondernemer zijn (vergunde) werkzaamheden niet (meer) mag uitvoeren. Een intrekking van een vergunning is een ingrijpende maatregel waar terughoudend mee zal worden omgegaan. 3.2 Intrekking- en weigeringsgrond Zoals reeds naar voren is gekomen is het op grond van de Wet Bibob mogelijk bij beschikking vergunningen, subsidies en aanbestedingen (art. 5 en 9) in te trekken, te weigeren of te verlenen met daaraan verbonden voorschriften. In artikel 3 van de W et Bibob staat beschreven wanneer het vorenstaande mogelijk is indien: 1. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld het witwassen geld); 2. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten (bijvoorbeeld als dekmantel voor criminele activiteiten); 3. feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld afpersing of valsheid in geschrifte). 3.3 Gemeente blijft verantwoordelijk Een ander belangrijk uitgangspunt van het Bibob-instrumentarium is dat de gemeente of bij de toepassing van dat instrumentarium zelf de volledige verantwoordelijkheid blijft dragen voor de voorkoming van bestuurlijke facilitering van criminele activiteiten. Het betrokken openbaar bestuur besluit in de eerste plaats zelfstandig of gebruik wordt gemaakt van dat instrumentarium en een Bibob-advies wordt aangevraagd. Ten tweede blijft het betrokken bestuur, indien het er in het concrete geval voor heeft gekozen het Bibob-instrumentarium toe te passen, zelf verantwoordelijk voor de beslissing die met inachtneming van het Bibob-advies wordt genomen.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
7
4. Toepassingsgebieden De W et Bibob geeft de gemeente een extra weigeringsgrond- en intrekkingsgrond. Het bestuursorgaan heeft hiervoor een aanknopingspunt nodig in de vorm van een: • Vergunning • Overheidsopdracht • Subsidie Er wordt in de gemeente Langedijk gekozen voor een gefaseerde invoering van de Wet Bibob, te beginnen met vergunningen. De uitvoering op de gebieden overheidsopdracht en subsidie is prematuur, landelijke ontwikkelingen worden op de voet gevolgd en kunnen leiden tot bijstelling of herziening van het gemeentelijk beleid. De Wet Bibob is niet van toepassing op alle vergunningen. De reikwijdte is wettelijk beperkt tot een aantal branches of activiteiten. Het is aan het lokale bestuur om beslissingen te nemen ten aanzien van de reikwijdte. Binnen een aangewezen branche (bv. horeca) is het niet mogelijk verder onderscheid te maken. Het is nagenoeg niet mogelijk om nadere indicatoren te bepalen. Er is geen geldige motivatie om de ene ondernemer wel en andere niet te toetsen. Door de hele branche aan te wijzen wordt uniformiteit gecreëerd en willekeur voorkomen. Het biedt duidelijkheid voor de burgers en ondernemers en is het inzichtelijk voor de betrokkenen. Het toepassingsgebied van de Wet Bibob in Langedijk is als volgt: 4.1 Drank- en horeca Vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet (‘natte horeca’) en exploitatievergunningen horeca op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. In de gemeente Langedijk zijn verspreid over de dorpskernen momenteel ongeveer 50 vergunningen (peildatum 1 januari 2011) verleend op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Het horecabeleid van de gemeente introduceert een exploitatievergunningstelsel vanuit de motivering bij overlast effectiever op te kunnen treden. Aanvragen voor exploitatievergunningen kunnen getoetst worden op grond van de Wet Bibob. Vanwege de omvang wordt de invoer van het exploitatievergunningstelsel verspreid over een jaar ingevoerd om de lasten te spreiden. Bovendien krijgen ondernemers ondersteuning bij het aanvragen van de exploitatievergunning en eventueel bij het invullen van het Bibob vragenformulier. Voor het exploiteren van een drank- en horeca-inrichting zijn in bepaalde gevallen twee vergunningen noodzakelijk. Er vindt niet afzonderlijk op beide aanvragen een Bibob toets plaats. Een ondernemer doorloopt éénmalig de Bibob toets bij het aanvragen van een exploitatievergunning en artikel 3 DHW vergunning. Als de inrichting of de leidinggevenden van een drank- en horeca inrichting wijzigt is men verplicht dit te melden bij de gemeente. Het wordt niet opgevat als nieuwe artikel 3 DHW aanvraag. De gemeente controleert of de inrichting en de op de aanvraag vermelde personen aan alle in de Drank- en Horecawet gestelde eisen voldoen. Er wordt in dit geval niet standaard een Bibob-toets doorlopen. Paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank en Horecawet (zoals dorpshuis, buurthuis, clubhuis of kantine van een sportvereniging) waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht vallen niet onder de Bibob. In het kader van
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
8
administratieve lasten heeft in 2009 het toenmalige Ministerie BZK aan burgemeesters kenbaar gemaakt slijterijen uit te zonderen van de Wet Bibob. Besluit college van B&W d.d. 22 november 2011: • De Wet Bibob toepassen op vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet (‘natte horeca’) m.u.v. paracommerciële inrichtingen en slijterijen; • De W et Bibob toepassen op exploitatievergunningen horeca op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. 4.2 Coffeeshops De nota drugsbeleid ‘Drugs: Deur Dicht’ (april 1999) stelt een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops in de Langedijk. Er is regionaal gekozen voor een concentratie van coffeeshops in de meer stedelijke gebieden. Een coffeeshop in Langedijk ligt derhalve niet in de lijn der verwachting. Indien het nulbeleid wijzigt dient het Bibob beleid te worden herzien zodat coffeeshops vallen onder het toepassingsbereik van het gemeentelijk Bibob beleid. 4.3 Seksinrichtingen (begripsbepaling in artikel 3.1 APV Langedijk) Vergunningen op grond van artikel 3.4 en 3.10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. De gemeente heeft in beginsel voor alle mogelijke locaties bezwaar tegen prostitutie. Het ‘paraplu-bestemmingsplan prostitutiebeleid’ (2000) van de gemeente Langedijk sluit prostitutie in de gehele gemeente nagenoeg uit. Er is echter een vrijstellinggrond opgenomen waardoor het theoretisch mogelijk is dat een prostitutie-inrichting zich kan vestigen in de gemeente. Besluit college van B&W d.d. 22 november 2011: De Wet Bibob toepassen op vergunningen op grond van artikel 3.4 en 3.10 van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Langedijk. 4.4 Speelautomatenhal Vergunningen op grond van artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de Kansspelen. Om een speelhal of een speelautomatenhal te exploiteren, moet de gemeente beschikken over een kansspelverordening. In Langedijk is op dit moment (22 november 2011) niet een dergelijke verordening van kracht. Mocht er een verordening vastgesteld worden dient het Bibob beleid te worden herzien. 4.5 Omgevingsvergunning, activiteit bouwen Omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen op grond van artikel 2.1 onder a, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo (voorheen artikel 44a en 59 van de Woningwet). De gemeente kan de integriteit en achtergrond van ondernemers waar zij zaken mee doet toetsen aan de hand van de Wet Bibob. Onder andere de wijze van financiering van bouwprojecten kan inzichtelijk worden gemaakt. Het risico dat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zal worden gehanteerd voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten of het plegen van strafbare feiten, zal zeker niet in alle gevallen aanwezig zijn. In het kader van administratieve lasten heeft in 2009 het toenmalige Ministerie BZK aan burgemeesters kenbaar gemaakt particulieren die een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aanvragen uit te zonderen van de W et Bibob. Om de reikwijdte verder toe te spitsen op de voornaamste risico’s kan gekozen
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
9
worden voor een risicocategorieen.
minimale
aanneemsom
als
ondergrens
en
het
aanwijzen
van
In Langedijk wordt een gefaseerde invoer van het Bibob instrument gehanteerd om eerst op kleine schaal ervaring op te doen en bepaalde routines in te slijpen. Vervolgens kan het bereik worden vergroot. Het onderdeel bouwen is in eerste instantie uitgesloten. Besluit college van B&W d.d. 22 november 2011: De W et Bibob niet toepassen op omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen. 4.6 Omgevingsvergunning, activiteit milieu Omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu op grond van artikel 2.1, eerste lid onder e, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo (voorheen artikel 8.10, 8.20 en 8.25 van de Wet Milieubeheer). Uit enkele grote strafzaken en onderzoeken (‘Schijn bedriegt’ en een onderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum) blijkt dat het werkveld milieu uitermate gevoelig is voor criminele handelingen. Dit kan variëren van het overtreden van milieuregels, een combinatie van overtreding van milieuregels, tot het gebruiken van bedrijven als dekmantel voor criminele handelingen. Het is wenselijk dat de gemeente het Bibob instrument kan inzetten binnen het werkveld milieu. Het gaat uitsluitend om vergunningspichtige milieubedrijven, inrichtingen met een meldingsplicht vallen niet onder het toepassingsbereik. Voorbeelden van bedrijven die onder het bereik vallen zijn: • afvalbe- en verwerkingsbedrijven • chemische bedrijven, zeefdrukkerijen en metaalbewerkingsbedrijven • autosloperijen en autoschadebedrijven • vuurwerkopslagplaatsen Besluit college van B&W d.d. 22 november 2011: De Wet Bibob toepassen op omgevingsvergunningen activiteit milieu op grond van artikel 2.1, onder e, 2.20, 2.25 en 5.19 van de Wabo. Er zijn gevallen waar het niet nodig is een Bibob-toets uit te (laten) voeren. In afwijking van het hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunt wordt in de volgende gevallen geen Bibob-toets gedaan: • aanvragen van bestuursorganen; • aanvragen van semi-overheidsinstanties; • wanneer een vorige vergunningaanvraag niet ouder is dan 1 jaar en het opnieuw vragen van informatie geen nieuwe informatie zal opleveren en de eerder verkregen informatie geen aanleiding gaf om verder gebruik te maken van de mogelijkheden die de Wet Bibob biedt; • indien maximaal 1 jaar voor indiening van de aanvraag reeds in verband met een eerdere aanvraag advies is gevraagd aan Bureau Bibob.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
10
5. Financiën De kosten van een Bibob-advies bedragen op dit moment voor een beschikking €500 per te onderzoeken eenheid, met een maximum van €5.000 per advies. Het is onbekend hoe vaak per jaar advies bij het Landeijk bureau Bibob aangevraagd zal worden. Het maakt het lastig een schatting te maken van de kosten. De kosten uitten zich daarnaast in de ambtelijke inzet voor het uitvoeren van een integriteitstoets. De kosten van de uitvoering van het Bibob-beleid kunnen gedekt worden door een verhoging van de leges in geval van een Bibob-toets. Een nadeel is dat het draagvlak bij ondernemers minder wordt en goedwillende ondernemers de dupe van een kleine groep kwaadwillenden. Geadviseerd wordt de leges voorlopig niet te verhogen. Nadat ervaring is opgedaan met het verrichten van integriteitsonderzoeken kan een inschatting worden gemaakt van de kosten. Er kan dan bijvoorbeeld gekozen worden de kosten te dekken door een verhoging van de leges in geval van een Bibob-toets. Daarbij is een gedeeltelijke restitutie van de leges mogelijk wanneer de ondernemer toch bonafide blijkt te zijn. Er is een structureel bedrag van €3.000 geraamd voor de invoering van Bibob, de kosten kunnen in eerste instantie worden gedekt uit het budget Openbare Orde en Veiligheid. Het uitvoeren van de lichte toets kan worden weggezet binnen de bestaande werkzaamheden. Een Bibob onderzoek is arbeidsintensief en tijdrovend. W anneer de gemeente te maken krijgt met een diepgaande toets is deze piekbelasting nauwelijks op te vangen binnen de huidige capaciteit. Er is niet uitgesloten dat er externe capaciteit wordt aangewend om te ondersteunen bij een diepgaand integriteitsonderzoek. De Wet Bibob is een vorm van risicobeleid. Indien een uitspraak van de gemeente in een Bibob dossier leidt tot een rechtelijke uitspraak bestaat de mogelijkheid dat de gemeente als verliezende partij met een claim wordt geconfronteerd om geleden schade te vergoeden. Om rekening te houden met financiële risico’s wordt geadviseerd deze in het betreffende beleid van de gemeente op te nemen.
6. Organisatie Volgens de Memorie van Toelichting van de W et Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het bestuursorgaan dient eerst te bekijken of bestaande weigerings- c.q. intrekkingsgronden mogelijkheden bieden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Door middel van onderzoek dient de gemeente eerst zelf te proberen te achterhalen of zij de W et Bibob kan toepassen. Het onderzoek vindt plaats met behulp van het vragenformulier Bibob. Artikel 30 W et Bibob maakt het in dit verband mogelijk om bij de formulieren die gehanteerd worden voor het aanvragen van een vergunning extra vragen op te nemen over de financiering en zeggenschapstructuur van de aanvrager of houder van een vergunning. Als de gemeente zelf voldoende informatie heeft weten te verzamelen waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3 W et Bibob kan de gemeente rechtstreeks overgaan tot weigering of intrekking van de vergunning. Het niet meewerken aan het invullen van het Bibob vragenformulier mag door de gemeente worden uitgelegd als een ernstig gevaar op crimineel misbruik en kan dus direct leiden tot intrekking of weigering van de vergunning. Kortom, alvorens advies wordt aangevraagd aan het landelijk Bureau Bibob, dienen eerst de gangbare minder vergaande mogelijkheden te zijn benut. De W et Bibob is door de
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
11
wetgever vanwege het ingrijpende karakter daarvan nadrukkelijk bedoeld als ultimum remedium. 6.1 Werkwijze Naast de beleidsontwikkeling is reeds gestart met het vastleggen van interne werkprocessen (Squit XO) en het opleiden van betrokken medewerkers. Er zijn afspraken gemaakt met betrokken medewerkers van de afdeling VVH en Financiën. De afspraken worden achtereenvolgens kort toegelicht. Een Bibob toets is procesmatig gezien te verdelen in zes fasen, de fasen zijn verder uitgewerkt in de regionale uitvoeringsmap Bibob: 1
Versturen vragenformulier
2
Ontvankelijkheids fase
3
Eigen huiswerk fase
4
Controle fase
5
Bibob adviesfase
6
Besluitvormings fase
De Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid is het coördinatiepunt Bibob en heeft een adviserende functie en fungeert als contactpersoon en aanspreekpunt, zowel intern als extern, op het gebied van Bibob. De afdeling VVH is eigenaar van het vergunningverleningproces als geheel en de toetsingsgrond Bibob als onderdeel daarvan. Het bewaken van de behandeltermijn is een belangrijke taak voor de behandelend vergunningverlener. Voor het onderdeel Bibob worden werkprocessen opgesteld en geïntegreerd in de huidige werkwijze, waaronder in Squit XO. Vanaf fase 3 wordt een Bibob casusoverleg bij elkaar geroepen bestaande uit in ieder geval een medewerker openbare orde en veiligheid, medewerker APV en een financieel medewerker. Het team behandelt de aanvraag op het onderdeel Bibob, het zogeheten eigen huiswerk wat onder meer inhoudt: het beoordelen van het ingevulde Bibobvragenformulier, het inwinnen van adviezen (o.a. politie i.v.m. antecedenten) en het raadplegen van openbare bronnen en half open bronnen. Het resulteert in een tussentijdse beoordeling of er n.a.v. adviezen voor de gemeente zelfstandige weigeringgronden voorhanden zijn. Het casusoverleg wordt opgeheven wanneer een beslissing inzake het dossier is genomen.
7. RIEC (Regionaal informatie en expertise centrum) De gemeente Langedijk heeft op 9 maart 2010 ingestemd met het Regionaal Convenant Geintegreerde Decentrale aanpak van georganiseerde misdaad in de regio Noord-Holland Noord (ook wel RIEC-convenant). Bij de uitvoering van het Bibob-proces kan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) ondersteuning bieden en uitwisseling van informatie bevorderen. In de W et Bibob is wel een geheimhoudingsplicht opgenomen. Het betekent dat informatie verkregen uit Bibob-adviezen (nog) niet gedeeld mag worden met het RIEC. Na de beoogde wetswijziging zal dit wel mogelijk worden. Informatiedeling met handhavingspartners dient ook met grote terughoudendheid plaats te vinden. Het RIEC kan wel informatie inwinnen bij partners (Belastingdienst, politie, openbaar ministerie) t.b.v. de beoordeling van het Bibob-dossier, maar geen informatie teruggeven om voor andere doeleinden te gebruiken.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
12
8. Wetswijziging Een wijziging van de Wet Bibob is aanstaande. De werking van de Wet wordt uitgebreid naar headshops, vechtsportevenementen, de vastgoedsector en de exploitatie van kansspelautomaten vanwege de vatbaarheid voor criminele beïnvloeding in deze branches. De Wet Bibob beperkt zich niet alleen meer tot branches waar de gemeente een faciliterende rol heeft. Door de introductie van de sluitingsbevoegdheid kan de gemeente ook optreden in gevallen waar een rechtsverhouding ontbreekt. Daarnaast worden er verbeteringen aangebracht ten aanzien van de rechtsbescherming, informatiepositie van bestuursorganen en de tipfunctie Openbaar Ministerie. Ook wordt er een landelijk register geïntroduceerd aan de hand waarvan kan worden nagegaan of een bepaalde ondernemer al eerder aan een Bibob-toets is onderworpen en wat daarvan het resultaat is. Andere onderwerpen in deze wetwijziging is een verdere uitwerking van het begrip strafbaar feit, een onafhankelijke Kwaliteitscommissie Bibob en een verlenging van de termijn voor het landelijk Bureau Bibob om een advies te geven.
9. Communicatie De communicatie rond de invoering van de W et Bibob zal zowel intern als extern gericht zijn. Intern zal aan de medewerkers voorlichting worden gegeven over de achtergronden en de uitvoering van de wet. Van belang is dat medewerkers zich ook realiseren dat de Wet Bibob een geheimhoudingsplicht bevat en overtreding van deze verplichting kan leiden tot strafvervolging. Extern zal de voorlichting gericht zijn op de ondernemers die te maken krijgen met de inzet van het Bibob instrumentarium. Aandachtspunt hierbij is te voorkomen dat ondernemers zich gecriminaliseerd voelen doordat zij het aanvraagformulier moeten invullen. Bij de communicatie richting deze doelgroepen zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van bestaande communicatiekanalen (website en publicaties) en zal contact worden gezocht met de belangenvertegenwoordigers (Koninklijke Horeca Nederland en/of bedrijfskring).
10. Evaluatie Het is wenselijk om twee jaar na de implementatie een evaluatie te houden van het gemeentelijk Bibob-beleid. Naar aanleiding van ervaringen die met het instrumentarium zijn opgedaan kan worden bezien of aanpassing van het beleid wenselijk is. De evaluatie wordt gehouden door de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid en de medewerkers die in de praktijk met het instrumentarium werken. De volgende zaken dienen in ieder geval geëvalueerd te worden: • Is er een zekere sprake van verweving van onder- en bovenwereld in de gemeente Langedijk? • Is het toepassingsbereik voldoende toereikend? Is uitbreiding of misschien inperking aan de orde? • Komen de kosten overeen met de schatting en kunnen deze gedekt worden uit het aangewezen budget? • Is de gemeentelijke organisatie in staat om de Bibob-toets uit te kunnen voeren? • Zijn de werkprocessen geïmplementeerd en werkbaar?
11. Inwerkingtreding Het Bibob-beleid wordt van kracht na officiële publicatie in Langedijk Informeert van 8 december 2011.
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
13
A. Bijlage 1 besluit college van B&W 22 november 2011
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
14
B. Bijlage 2 besluit college van B&W 20 december 2011
Gemeente Langedijk | Bibob-beleid
15