Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
1 juli 2007 B200
Artikel 1 - Gebruikte begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: a. De wet of Wjz: Wet op de jeugdzorg. b. Awb: Algemene wet bestuursrecht. c. Bureau Jeugdzorg: Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, optredende als bestuursorgaan. d. Medewerker bezwaar: de medewerker van Bureau Jeugdzorg die bezwaarschriften inhoudelijk behandelt en adviseert over de te nemen beslissing op het bezwaar. e. De regeling: Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. f. Bezwaarschrift: bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4 e.v. Awb. g. Bestuursorgaan: een persoon of college (zoals Bureau Jeugdzorg) dat ingevolge artikel 1:1 sub b Awb, met enig openbaar gezag is bekleed. h. Besluit: een schriftelijke beslissing van Bureau Jeugdzorg, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. i. Indicatiebesluit: een besluit van Bureau Jeugdzorg ex artikel 5 lid 2 of artikel 6 lid 4 Wet op de jeugdzorg. j. Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen gezien. Artikel 2 - Indienen van een bezwaarschrift (art. 6:4 e.v. Awb) 1. Door een belanghebbende kan bezwaar worden gemaakt tegen een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg. Bezwaar kan ook worden gemaakt tegen: - de schriftelijke weigering om een besluit te nemen; en - het niet tijdig nemen van een besluit. 2. Bezwaar (en beroep) is niet mogelijk tegen indicatiebesluiten die zijn genomen ter uitvoering van een ondertoezichtstelling of ter uitvoering van bepaalde jeugdreclasseringstaken. 3. Een bezwaar kan alleen schriftelijk worden ingediend door middel van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift moet worden ingediend bij de afdeling bezwaar van Bureau Jeugdzorg: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant t.a.v. afdeling bezwaar Postbus 891 5600 AW Eindhoven 4. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is zes weken. 5. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt aan de belanghebbende. 6. Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de in het vierde lid genoemde termijn is ontvangen. 7. Bij verzending per post is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn per post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. 8. Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. 9. Als het bezwaar is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, is het bezwaar niet aan een termijn gebonden. Het bezwaarschrift kan worden ingediend zodra Bureau Jeugdzorg in gebreke is tijdig een besluit te nemen. Het bezwaarschrift wordt niet-ontvankelijk verklaard indien het onredelijk laat is ingediend. 10. Het bezwaar schorst niet de werking van het besluit waartegen het is gericht.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 2 van 8
Artikel 3. Vertegenwoordiging 1. Belanghebbende(n) kunnen zich in de procedure laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde of een raadsman. De medewerker bezwaar kan hiertoe een schriftelijke machtiging vereisen. 2. De medewerker bezwaar kan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan weigeren, tenzij deze persoon een advocaat of een procureur is. Artikel 4. Ontvangstbevestiging van een bezwaarschrift (art. 6:14; 6:15; 7:13 Awb) 1. Het secretariaat van de afdeling bezwaar, waarbij het bezwaarschrift is ingediend, bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk de ontvangst daarvan aan de indiener(s) van het bezwaarschrift. Dit gebeurt uiterlijk binnen twee weken. Het secretariaat zendt eveneens een exemplaar van deze regeling toe. Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, als bedoeld in artikel 3 lid 1, zendt het secretariaat tevens een ontvangstbevestiging aan de gemachtigde, alsmede een exemplaar van de regeling. 2. Het secretariaat bericht daarnaast de medewerker(s) van Bureau Jeugdzorg die betrokken zijn geweest bij de voorbereiding van het besluit over de ontvangst van het bezwaarschrift. De betreffende medewerker(s) ontvangt daarbij een kopie van het bezwaarschrift. 3. Indien het bezwaarschrift wordt ingediend bij een onbevoegd bestuursorgaan wordt het, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de zender. Artikel 5. Inhoud van het bezwaarschrift (art. 6:5; 4:5 Awb) 1. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en bevat ten minste: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. 2. Met het bezwaarschrift wordt (zo mogelijk) een kopie van het bestreden besluit, waarop het geschil betrekking heeft, meegezonden. 3. Indien het bezwaarschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling in het Nederlands. Artikel 6. Intrekken van het ingediende bezwaar (art. 6:21 Awb) 1. Het bezwaar kan schriftelijk worden ingetrokken door of namens degene die bezwaar heeft gemaakt. De medewerker bezwaar stelt na ontvangst van het bericht van intrekking alle belanghebbenden hiervan terstond op de hoogte. 2. Tijdens het horen kan de intrekking ook mondeling geschieden. Artikel 7. Intrekking of wijziging van het bestreden besluit (art. 6:18; 6:19 Awb) 1. Gaat Bureau Jeugdzorg tot intrekking of wijziging van het bestreden besluit over, dan doet het daarvan onverwijld mededeling aan de medewerker bezwaar. 2. Na de intrekking of wijziging mag Bureau Jeugdzorg, zolang het bezwaar aanhangig blijft, geen besluit nemen waarvan de inhoud of strekking met het oorspronkelijke besluit overeenstemt, tenzij: a. gewijzigde omstandigheden dit rechtvaardigen, en
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 3 van 8
b. Bureau Jeugdzorg daartoe bevoegd is. 3. Bureau Jeugdzorg doet van een besluit als bedoeld in het tweede lid onverwijld mededeling aan de medewerker bezwaar. 4. Indien Bureau Jeugdzorg een besluit heeft genomen tot intrekking of wijziging van het bestreden besluit, wordt het bezwaar geacht mede te zijn gericht tegen het nieuwe besluit, tenzij dat besluit aan het bezwaar geheel tegemoet komt. 5. Intrekking van het bestreden besluit staat niet in de weg aan vernietiging van dat besluit indien de indiener van het bezwaarschrift daarbij belang heeft. Artikel 8. Herstel van verzuim (art. 6:6 Awb) 1. Door de medewerker bezwaar wordt de indiener van een bezwaarschrift schriftelijk in kennis gesteld van eventueel door hem gepleegde verzuimen en wordt deze uitgenodigd om deze verzuimen binnen een termijn van vier weken te herstellen. 2. In het geval, waarin de indiener van een bezwaarschrift niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn de door hem gepleegde verzuimen heeft hersteld, kan de medewerker bezwaar aan Bureau Jeugdzorg adviseren het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Artikel 9. Hoorplicht (art. 7:2; 7:3 Awb) 1. Voordat Bureau Jeugdzorg op het bezwaarschrift beslist, stelt de medewerker bezwaar belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord. De medewerker bezwaar stelt daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift en de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht op de hoogte. 2. De medewerker bezwaar kan besluiten van het horen van belanghebbende(n) af te zien als: - het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is; - het bezwaar kennelijk ongegrond is; - de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord; - aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad. 3. Als op één van voormelde gronden van het horen van belanghebbenden wordt afgezien, moet bij de beslissing op het bezwaarschrift deze grond(en) worden vermeld. Artikel 10. Schriftelijke voorbereiding van de hoorzitting (art. 7:4 Awb) 1. Tot tien dagen voor het horen kunnen belanghebbende(n) nadere stukken indienen. 2. Indien de medewerker bezwaar aanvullende gegevens behoeft, kan deze of het secretariaat partijen verzoeken deze binnen veertien dagen te verstrekken. 3. Uit de weigering van partijen om gevraagde inlichtingen te verstrekken of om ter zitting te verschijnen kan de medewerker bezwaar door hem te bepalen gevolgen verbinden. 4. Het secretariaat van de afdeling bezwaar zendt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken ten minste een week voorafgaande aan het horen aan belanghebbende(n). Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, als bedoeld in artikel 3 lid 1, zendt het secretariaat de op de zaak betrekking hebbende stukken tevens aan de gemachtigde. 5. Al dan niet op verzoek van een belanghebbende, kan toepassing van het vierde lid door de medewerker bezwaar eveneens achterwege worden gelaten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt aan belanghebbende(n) mededeling gedaan.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 4 van 8
Artikel 11. Vaststelling plaats en tijdstip voor de hoorzitting 1. Het secretariaat van de afdeling bezwaar bepaalt, in overleg met de medewerker bezwaar, op zo kort mogelijke termijn de plaats waar en het tijdstip waarop het horen van de belanghebbende(n) zal plaatsvinden, met inachtneming van de wettelijke beslistermijn. 2. Namens de medewerker bezwaar roept het secretariaat belanghebbende(n) en Bureau Jeugdzorg op voor het horen. Bij de oproep wordt, zoveel mogelijk, een termijn van tien dagen in acht genomen. 3. Namens de medewerker bezwaar kan het secretariaat ambtshalve de door hem nodig geachte inlichtingen inwinnen en op het geding betrekking hebbende stukken opvragen. Artikel 12. Horen (art. 7:5.; 7:6; 7:7; 7:13 Awb) 1. Het horen geschiedt door de medewerker bezwaar. 2. De medewerker bezwaar laat zich bij het horen bijstaan door een gekwalificeerde gedragswetenschapper die niet is betrokken bij de totstandkoming van het bestreden indicatiebesluit. Daarnaast kan de medewerker bezwaar zich nog door andere medewerkers van Bureau Jeugdzorg laten bijstaan, voor zover deze niet betrokken zijn bij de totstandkoming van het bestreden besluit. De medewerker bezwaar, de gekwalificeerde gedragswetenschapper en de eventuele anderen die de medewerker bezwaar bijstaan, vormen samen de hoorcommissie. 3. De medewerker bezwaar heeft de leiding tijdens het horen en stelt belanghebbende(n) in de gelegenheid te worden gehoord. 4. Door de medewerker bezwaar wordt de indiener van het bezwaarschrift uitgenodigd voor de hoorzitting, alsmede de belanghebbende(n) die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht. 5. Door de medewerker bezwaar wordt een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg uitgenodigd voor de hoorzitting en wordt deze in de gelegenheid gesteld een toelichting op het standpunt van Bureau Jeugdzorg te geven. 6. Het horen geschiedt niet in het openbaar, tenzij de medewerker bezwaar anders beslist. 7. Tijdens de zitting zal uitsluitend Nederlands worden gesproken. De indiener van het bezwaar kan zich laten bijstaan door een tolk en is verantwoordelijk voor eventueel daarmee gepaard gaande kosten. 8. Belanghebbende(n) worden in elkaars aanwezigheid gehoord. 9. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. 10. Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid, tenzij geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan. 11. Van het horen wordt een verslag gemaakt, dat aan partijen ter kennisneming wordt toegezonden. Artikel 13. Getuigen en deskundigen (art. 7:8 Awb) 1. Op verzoek van belanghebbende(n) kunnen door hen meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord, mits zij de namen van die personen uiterlijk op de vijfde dag voor de hoorzitting schriftelijk opgeven aan het secretariaat van de afdeling bezwaar. Het secretariaat stuurt de opgave onverwijld door aan de wederpartij. 2. De kosten van getuigen en deskundigen zijn voor rekening van de partij die deze heeft meegebracht.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 5 van 8
3. Ambtshalve of op verzoek van belanghebbende(n) kan de medewerker bezwaar getuigen en deskundigen oproepen. Artikel 14. Nieuwe feiten of omstandigheden (art. 7:9 Awb) Wanneer na het horen aan Bureau Jeugdzorg feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover opnieuw te worden gehoord. Artikel 15. Behandeling buiten de aanwezigheid van belanghebbende(n) 1. Is of zijn belanghebbende(n) niet ter hoorzitting verschenen, dan vergewist de medewerker bezwaar zich ervan, dat deze partij(en) behoorlijk is(zijn) opgeroepen. Is dat niet gebeurd dan beraadt de medewerker bezwaar zich over hetgeen onder de gegeven omstandigheden dient te geschieden. 2. Indien een niet-aanwezige belanghebbende behoorlijk is opgeroepen, dan kan de behandeling ter hoorzitting ook buiten aanwezigheid van die belanghebbende(n) doorgang vinden. Artikel 16. Wraking en verschoning 1. De medewerker bezwaar kan door één of meerdere bij het bezwaar betrokken belanghebbenden worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door de medewerker bezwaar terzake van de advisering op een bezwaarschrift zouden kunnen bemoeilijken. 2. Ook kan op grond van zodanige feiten of omstandigheden de medewerker bezwaar zich verschonen. 3. Bureau Jeugdzorg beslist zo spoedig mogelijk of de wraking dan wel verschoning wordt toegestaan. 4. Van verschoning dient in ieder geval sprake te zijn wanneer de medewerker bezwaar rechtstreeks betrokken is geweest bij de totstandkoming van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt. Artikel 17. Advies van de medewerker bezwaar 1. Beraadslaging en beslissing over het uit te brengen advies vindt plaats in besloten overleg. 2. Het advies wordt uitsluitend gegrond op de stukken die ter inzage zijn gelegd c.q. verstrekt, alsmede op hetgeen ter hoorzitting naar is voren gebracht of op hetgeen ter hoorzitting is overgelegd, tenzij de tegenpartij hierdoor wordt benadeeld. 3. Indien het horen is geschied door meerdere personen dient het advies te worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken heeft de medewerker bezwaar een beslissende stem. Een minderheidsstandpunt kan worden opgenomen in het advies. 4. Het advies dient te berusten op een deugdelijke motivering. 5. Het advies wordt door de medewerker bezwaar schriftelijk uitgebracht aan Bureau Jeugdzorg, die dient te beslissen op het bezwaar. Het advies wordt uitgebracht in de vorm van een concept beslissing op het bezwaar en gaat vergezeld van een verslag van het horen. Het advies wordt door de medewerker bezwaar binnen zodanige termijn aan Bureau Jeugdzorg uitgebracht, dat Bureau Jeugdzorg binnen de wettelijke termijn een beslissing op het bezwaarschrift kan nemen. Artikel 18. Beslistermijnen (art. 7:10 Awb) 1. Bureau Jeugdzorg beslist op het bezwaarschrift binnen de wettelijke beslistermijn van zes weken na ontvangst van het bezwaarschrift. De beslissing kan ten hoogste vier weken worden verdaagd.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 6 van 8
Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan belanghebbende(n). De bevoegdheid tot het verlengen van de termijn is gemandateerd aan de medewerker bezwaar. 2. De termijn waarbinnen Bureau Jeugdzorg dient te beslissen wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de indiener verzocht is een verzuim, als bedoeld in artikel 8, te herstellen, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 3. Verder uitstel is mogelijk voor zover de indiener daarmee instemt en andere belanghebbende(n) daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen. Artikel 19. Beslissing op het bezwaarschrift (art. 6:23; 7:11; 7:12 Awb) 1. De beslissing op het bezwaarschrift dient te berusten op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. Daarbij dient, ingeval van het horen van belanghebbende(n) is afgezien, tevens te worden aangegeven op welke grond dat is geschied. 2. Indien het bezwaar ontvankelijk is vindt op grond van de aangevoerde bezwaren een heroverweging van het bestreden besluit plaats. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept Bureau Jeugdzorg het bestreden besluit en neemt voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit. 3. De beslissing op het bezwaarschrift wordt bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan degenen tot wie zij is gericht. 4. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de beslissing wordt hiervan mededeling gedaan aan de belanghebbenden die in bezwaar of bij de voorbereiding van het bestreden besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht. 5. Bij de bekendmaking c.q. mededeling dient te worden vermeld door wie, binnen welke termijn en bij welke orgaan beroep kan worden ingesteld. Artikel 20. Beroep tegen een beslissing op bezwaar (art. 6:7; 8:7 lid 2 Awb) Indien de belanghebbende het niet eens is met de beslissing op bezwaar, die Bureau Jeugdzorg heeft genomen, kan hij, overeenkomstig artikel 5 lid 5 Wjz, binnen zes weken beroep instellen bij de kinderrechter binnen het rechtsgebied waarvan Bureau Jeugdzorg haar zetel heeft. Artikel 21. Rechtstreeks beroep bij de rechtbank (art. 7:1a Awb) 1. In het bezwaarschrift kan de indiener Bureau Jeugdzorg verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. 2. Het verzoek wordt door Bureau Jeugdzorg in ieder geval afgewezen indien: a. het bezwaarschrift is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, of b. tegen het besluit een ander bezwaarschrift is ingediend waarin eenzelfde verzoek ontbreekt, tenzij dat andere bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is. 3. Bureau Jeugdzorg kan instemmen met het verzoek indien de zaak daarvoor geschikt is. 4. Bureau Jeugdzorg beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek. Een beslissing tot instemming wordt genomen zodra redelijkerwijs kan worden aangenomen dat geen nieuwe bezwaarschriften zullen worden ingediend. 5. Indien Bureau Jeugdzorg instemt met het verzoek zendt het het bezwaarschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, onverwijld door aan de bevoegde rechter. 6. Een na de instemming ontvangen bezwaarschrift wordt eveneens onverwijld doorgezonden aan de bevoegde rechter.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 7 van 8
Artikel 22. Registratie en verslag 1. Het secretariaat van de afdeling bezwaar registreert alle ingediende bezwaarschriften en neemt daartoe in ieder geval de volgende gegevens op in een register: - de datum van indiening van het bezwaarschrift; - de naam van de indiener van het bezwaarschrift; - de vestiging van Bureau Jeugdzorg dat het bestreden besluit heeft genomen; - de beslissing op het bezwaar; - de datum van beslissing op het bezwaar. 2. Ieder kalenderjaar wordt een nieuw register aangelegd. Lopende zaken worden overgeheveld naar het nieuwe jaar. 3. Na ieder jaar wordt aan Bureau Jeugdzorg verslag uitgebracht. Het verslag bevat in ieder geval de in lid 1 genoemde gegevens. 4. Een afgesloten register wordt na dertig jaar vernietigd. Artikel 23. Slotbepalingen 1. Deze regeling en de wijzigingen daarin worden vastgesteld door de Algemeen directeur van Bureau Jeugdzorg. 2. Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2007.
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
pagina 8 van 8