BESTEMMINGSPLAN OUDESCHOOT WOLVEGASTERWEG
Voorontwerp
Bestemmingsplan Oudeschoot Wolvegasterweg
Code 0899135 / 26-10-10
GEMEENTE HEERENVEEN 0899135 / 26-10-10 BESTEMMINGSPLAN OUDESCHOOT - WOLVEGASTERWEG TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
1. 1. 1. 2. 1. 3. 2.
PLANBESCHRIJVING
2. 1. 2. 2. 2. 3. 3.
Aanleiding Planologische situatie Het plangebied
Huidige situatie Planbeschrijving Stedenbouwkundige aspecten
BELEIDSKADER
3. 1. 3. 2. 3. 3.
Algemeen Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
blz 1 1 1 1 2 2 3 3 5 5 5 5
4.
OMGEVINGSASPECTEN
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Algemeen Milieuzonering Geluid Bodem Luchtkwaliteit Archeologie Ecologie Externe veiligheid Water
7 7 8 9 9 10 11 12 12
5.
JURIDISCHE PLANOPZET
14
5. 1. 5. 2.
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
7
14 14
6.
UITVOERBAARHEID
15
7.
INSPRAAK EN OVERLEG
16
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
Akoestisch onderzoek Verkennend bodemonderzoek Aanvullend bodemonderzoek Aanvullend bodemonderzoek fase II Ecologische beoordeling Aanvullend vleermuisonderzoek Externe veiligheidsnotitie Wateradvies
0899135
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding Direct ten zuiden van Heerenveen ligt het dorp Oudeschoot. Aan de zuidkant van het woongebied van Oudeschoot is een boerderij met een aangelegen weilandje gelegen. Deze boerderij wordt gesloopt waardoor een open plek ontstaat. FriesBouw uit Katlijk heeft een plan ontwikkeld voor de bouw van twaalf woningen op de locatie. Het plan betreft acht vrijstaande woningen en vier woningen onder één kap. De gemeente Heerenveen is bereid medewerking te verlenen aan de ontwikkeling. Het voorliggende bestemmingsplan maakt de woningen ter plaatse planologisch mogelijk. 1. 2. Planologische situatie Het perceel valt in twee bestemmingsplannen, te weten in Bestemmingsplan Heerenveen-Zuid (1992) en Partieel Uitwerkingsplan Rijksweg 32 (1994). De geldende bestemmingen zijn Woondoeleinden en Openbaar groen. De voorgestelde ontwikkelingen zijn in strijd met de vigerende bestemmingsplannen. 1. 3. Het plangebied Het plangebied ligt ten westen van de Rijksweg A32, aan de Wolvegasterweg ten hoogte van de Meander en de Industrieweg en sluit aan bij het bebouwingslint van de Wolvegasterweg. De ligging van het plangebied is gevisualiseerd in figuur 1.
Figuur 1.
Ligging van het plangebied
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 2
2.
0899135
PLANBESCHRIJVING
2. 1. Huidige situatie In de huidige situatie is er sprake van een groen terrein waarop een boerderij staat. Deze boerderij is in slechte staat en wordt niet meer bewoond en zal derhalve worden gesloopt. Over het terrein loopt een verhoging in de vorm van een dijkje. Aan de noordkant van het plangebied ligt het woongebied van Oudeschoot. De woningen langs de Wolvegasterweg vormen een lint van overwegend vrijstaande woningen op smalle kavels. Aan de westkant van het plangebied ligt de Peperstraat, hier zijn een aantal rijenwoningen uit de huursector gesitueerd. De Meander en De Kuinder zijn enige decennia geleden aangelegd voor de verkeersafwikkeling. Aan de zuidkant en verder naar het westen ligt het industrieterrein Heerenveen Zuid. Op dit industrieterrein is sprake van zonering van milieucategorieën waarbij in de strook nabij het woongebied slechts bedrijven uit categorie 1 en 2 toegestaan zijn. Van oudsher zijn hier echter wel bedrijven uit hogere categorieën gevestigd. Aan de oostkant van het plangebied, achter het woongebied, ligt het tracé van de autosnelweg A32. Een luchtfoto van het plangebied en haar directe omgeving is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2.
Luchtfoto plangebied en directe omgeving
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
blz 3
2. 2. Planbeschrijving De plan stelt de bouw van in totaal twaalf woningen voor. Het gaat om zes vrijstaande woningen langs de Wolvegasterweg, één woning die achter deze woningen is gesitueerd en vijf woningen die vanaf de Peperstraat bereikbaar zijn. Hiervan zijn vier als rijenwoningen beoogd. Er wordt grotendeels gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur. Wel wordt een zijstraatje aan de Wolvegasterweg gekoppeld die de ontsluiting van de woning die centraal in het plangebied ligt vormt en naar de achterkant van de rijtjeswoning leidt en voor fietsers en wandelaar is bedoeld. Verder wordt de bestaande watergang aan de zuidkant van het plangebied verbreedt en de groenstructuur ter plaatse versterkt. Een impressie van de toekomstige inrichting van het plangebied is weergegeven in figuur 3.
Figuur 3.
Impressie van de toekomstige inrichting
2. 3. Stedenbouwkundige aspecten Het gehanteerde uitgangspunt voor het voorliggende plan is dat de invulling van het plangebied aan dient te sluiten op de bestaande ruimtelijke structuur. De hoofdrichting in het gebied is de noord zuid richting van de Wolvegasterweg en op een lager niveau de Peperstraat. De Peperstraat zal doorgetrokken worden tot aan het dijkje. De woningen langs de Wolvegasterweg en de Peperstraat oriënteren zich op de straat. De woningen langs het dijkje krijgen ook de noord zuid richting van de Wolvegasterweg. De bebouwingswand is hier open door de brede kavels en het verspringen van de woningen. Een inrichtingschets is weergegeven in figuur 4.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
Figuur 4.
0899135
Inrichtingschets
De woningen langs de Wolvegasterweg sluiten qua schaal, maatvoering, architectuur en kleurgebruik aan op de bestaande bebouwing langs de Wolvegasterweg. Dit betekent dat het gaat om vrijstaande woningen op smalle kavels, overwegend met één bouwlaag met kap. De woningen langs de Peperstraat bestaan uit één of twee bouwlagen met kap. Voor de woningen aan het dijkje is gebruik gemaakt van de niveauverschillen. Uitgangspunt is de kwaliteit van de dijk te benadrukken door de bestaande sloot langs de dijk te verbreden. Door gebruik te maken van souterrains is er in de toekomst minder behoefte aan het realiseren van bijgebouwen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
3.
blz 5
BELEIDSKADER
3. 1. Algemeen Gezien de kleinschaligheid van deze ontwikkeling wordt het Rijksbeleid buiten beschouwing gelaten. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling niet in strijd is met het Rijksbeleid. Het provinciaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de inrichting van de ruimte en voor zover relevant voor deze ontwikkeling, wordt in dit hoofdstuk kort uiteengezet. 3. 2. Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007 Op 5 februari 2007 is het Streekplan Fryslân 2007 ‘Om de kwaliteit fan’e romte’ in werking getreden. Uitgangspunt van het Streekplan is dat bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte, de ruimtelijke kwaliteit voorop staat. Stedelijke ontwikkelingen dienen op grond van dit streekplan plaats te vinden in de bundelingsgebieden van de zes stedelijke centra die gezamenlijk het stedelijk netwerk van Fryslân vormen: Leeuwarden, Drachten, Heerenveen, Sneek, Harlingen en Dokkum. Doel van deze bundeling is onder meer om voldoende schaal en massa te realiseren voor sterke steden en voldoende draagvlak voor (hoogwaardige) stedelijke voorzieningen en werkgelegenheid. Ook een vermindering van de woningvraag op het platteland, waardoor in de kleine kernen meer ruimte over is voor de opvang van de plaatselijke woningbehoefte en het behoud van de landschappelijke openheid, zijn belangrijke argumenten voor het bundelingsbeleid. De onderhavige ontwikkeling van 12 woningen in Oudeschoot (Heerenveen-Zuid) past binnen het bundelingsbeleid van de Provinsje Fryslân. 3. 3. Gemeentelijk beleid Strategische woonvisie 2010 - 2025 De Strategische Woonvisie 2010 - 2015 “Van Kwantiteit naar kwaliteit” (vastgesteld op 5 juli 2010) geeft inzicht in het gemeentelijke woonbeleid voor de komende jaren. De visie is een actualisering van het Woonplan “De Ambitie Plus” dat een looptijd had tot 2015. Sinds de vaststelling van dit plan is de woningmarkt echter drastisch gewijzigd. De komende jaren neemt de groei van de bevolking namelijk af en daarmee zal ook de woningmarkt veranderen. Deze gewijzigde omstandigheden zijn de aanleiding geweest voor het opstellen van een geactualiseerde woonvisie. Belangrijkste doelstelling van het woonbeleid is en blijft diversiteit en keuzevrijheid in het woningaanbod. Inzetten op kwaliteit is daarbij de belangrijkste strategie. De woonvisie geeft inzicht in de veranderende marktomstandigheden en de demografische ontwikkelingen. Alhoewel de gemeente Heerenveen op korte termijn niet met bevolkingskrimp te maken krijgt zal de groei van de bevolking wel minder zijn dan waar ten tijde van het vorige woonplan van werd uitgegaan.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
0899135
Om die reden is de planningscapaciteit bijgesteld en voor de komende jaren gericht op 195 tot 215 woningen per jaar. Deze capaciteit is gebaseerd op een basisbehoefte aan een toename van 150 - 165 woningen per jaar waarbij rekening wordt gehouden met een planuitval van 30%. In het kader van het opstellen van de woonvisie is tevens onderzocht wat de recente behoefte in de verschillende woonsegmenten is. Vergeleken met het vorige woonplan blijkt de behoefte aan grondgebonden 0-treden huur- en koopwoningen groter en de behoefte aan appartementen lager te zijn dan voorheen. In de woonvisie is een concreet woningbouwprogramma tot 2016 opgenomen en een ‘doorzichtprogramma’ van 2016 tot 2025. Voor Oudeschoot is in het programma tot 2016 de bouw van 12 eengezinswoningen voorzien. Welstandsnota Op 7 juni 2004 is door de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. De welstandsnota biedt het kader voor het welstandstoezicht in de gemeente. De toetsing van bouwplannen dient plaats te vinden op basis van voor dit gebied geldende welstandscriteria. Het noordelijke deel van het plangebied ligt in het welstandsgebied “Linten in de dorpen en Heerenveen”. Het overige deel van het plangebied valt in een welstandsvrij gebied. Hier gelden derhalve geen welstandscriteria. De gemeente heeft stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld voor het plan. Dit bestemmingsplan is hierop afgestemd. Dorpsvisie Oudeschoot Plaatselijk Belang heeft samen met de dorpsbewoners een dorpsvisie opgesteld. Hierin staat onder andere dat Oudeschoot gebaat zou zijn bij de nieuwbouw van woningen. In het stuk wordt de bouwlocatie “Brandenburg” genoemd, er wordt echter niet inhoudelijk op ingegaan. Wel vindt het dorp het van belang dat bouwplannen beoordeeld moeten worden op inpasbaarheid in de omgeving, en dat deze locatie vraagt om extra aandacht op dit punt. De door de gemeente opgestelde stedenbouwkundige randvoorwaarden voor deze locatie zijn informeel met Plaatselijk Belang besproken. Plaatselijk Belang kan zich vinden in deze voorwaarden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
4.
blz 7
OMGEVINGSASPECTEN
4. 1. Algemeen Met het onderhavige bestemmingsplan wordt de realisatie van 12 woningen aan en achter de Wolvegasterweg te Oudeschoot mogelijk gemaakt. Het uitgangspunt is dat met de voorgenomen ontwikkeling een goede omgevingssituatie ontstaat. Daarom zijn in het kader van dit bestemmingsplan de (wettelijk) noodzakelijke toetsen verricht. In de volgende paragrafen worden deze aspecten nader onderzocht. 4. 2. Milieuzonering Ten behoeve van de milieuzonering rond bedrijven, is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem “Bedrijven en milieuzonering” ontwikkeld, in de vorm van een bedrijvenlijst waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Deze lijst is opgesteld uitgaande van de standaardbedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De lijst is onderverdeeld in bedrijfsklassen en bedrijfstypen. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden tot een “rustige woonwijk” of een “gemengd gebied”. In het plangebied zijn geen bedrijven en inrichtingen gepland met een milieuzone. Er is dus geen sprake van zoneringen in het plangebied. Wel grenst de locatie aan het bedrijventerrein Heerenveen Zuid. In dit bestemmingsplan zijn verschillende zones opgenomen waarbinnen bedrijvigheid van een aangegeven categorie zich kan vestigen. Op 40 meter vanaf de woningbouwlocatie zijn bedrijven tot en met categorie 2 toegestaan, vanaf circa 90 meter van de woningbouwlocatie zijn bedrijven tot en met categorie 3 toegestaan. Hiermee wordt een goed leefklimaat ter plaatse van de woningen gegarandeerd en worden de bedrijven niet in hun bedrijfsvoering belemmerd. Bedrijven uit een hogere categorie dan volgens de zonering op het bedrijven zijn toegestaan zijn als zodanig aangegeven. Het gaat om bedrijven die al lange tijd op de locatie gevestigd zijn. In dit geval gaat het om een transportbedrijf dat op circa 60 meter ten westen van het plangebied is gevestigd. Het gaat om een categorie 3.2 bedrijf, waarbij een richtlijnafstand van 100 meter geldt. De voorgestelde woningen komen niet dichter bij dit bedrijf te liggen dan enkele bestaande woningen. Het genoemde bedrijf valt onder het Activiteitenbesluit waarin geluidsnormen zijn opgenomen waaraan het bedrijf moet voldoen. Als hieraan wordt voldaan bij de bestaande woning, zal er ook zeker aan de geluidsnormen worden voldaan ter plaatse van de nieuwe woningen. Ook wordt het bedrijf niet belemmerd als gevolg van de ontwikkeling.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 8
0899135
4. 3. Geluid In de Wet geluidhinder (Wgh) zijn bepaalde eisen gesteld aan de geluidsbelasting van wegen en industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige bebouwing. Woningen zijn geluidsgevoelige gebouwen. Bij de bestemmingsplanprocedure dient hiermee rekening te worden gehouden. Om inzicht te krijgen in de akoestische situatie in het plangebied is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen wegverkeerslawaai en industrielawaai. Het aspect industrielawaai wordt in dit geval niet meegenomen omdat het gaat om een niet-gezoneerd industrieterrein. Geluidhinder afkomstig van dergelijke industrieterreinen wordt geregeld vanuit de Wet Milieubeheer. In paragraaf 4.2 is de ontwikkeling getoetst aan de milieuzonering rondom de aanwezige bedrijven. Geconcludeerd is dat er geen onevenredige hinder voor de woningen zal ontstaan. Wegverkeerslawaai In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige gebouwen enerzijds en niet-geluidsgevoelige gebouwen anderzijds. Woningen zijn geluidsgevoelige gebouwen. Als geluidsgevoelige gebouwen binnen een zone behorend bij een zoneplichtige weg worden geprojecteerd bij een bestemmingsplanprocedure, dient door middel van akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn: - wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; - wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Het plangebied ligt in de wettelijke geluidszone van een aantal wegen. Het betreft de autosnelweg A32, de Meander en de doorgaande weg De Kuinder/Industrieweg. Voor de Wolvegasterweg geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur. Omdat deze weg naar verwachting een hoge geluidsbelasting heeft is vanuit een goede ruimtelijke ordening ook deze weg beschouwd. Het uitgangspunt is dat de geluidsbelasting op de gevels van de geprojecteerde woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschrijdt. Uit het onderzoek blijkt dat de woningen aan de Wolvegasterweg de hoogste geluidsbelasting ondervinden. De cumulatieve geluidsbelasting is hier 61 dB (exclusief de aftrek ex. artikel 110g Wgh), voornamelijk veroorzaakt door de Wolvegasterweg. Voor de woningen dient gelijktijdig met het bestemmingsplan een hogere waarde te worden vastgesteld. Hierbij worden aanvullende bouwkundige eisen aan de gevels gesteld zodat wordt voldaan aan een maximum binnenniveau van 33 dB. Het nemen van bron- of overdrachtsmaatregelen is in dit geval niet reëel.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
blz 9
4. 4. Bodem Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico’s zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor wonen of een andere functie. Daar waar sprake is van nieuwe woningbouw dient op grond van bodemonderzoek vastgesteld worden dat er geen sprake is van risico’s voor de volksgezondheid. Daartoe is bodemonderzoek verricht. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 2. Uit het onderzoek is te concluderen dat de streefwaarden voor barium en koper in het grondwater worden overschreden. Deze waarden zijn echter zodanig laag dat aanvullend onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht. Op enkele plaatsen in het noordwesten van het plangebied is de bovengrond verontreinigd met lood, hier wordt de tussenwaarde overschreden. Om inzicht te krijgen in de aard en de omvang van de verontreiniging is aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 3. Hieruit is gebleken dat bij één monsterpunt, achter de bestaande schuur en betonplaat behorende bij Wolvegasterweg 22 de interventiewaarde voor lood in de bovengrond wordt overschreden. Hierom is in een tweede fase bepaald wat de aard en omvang van de verontreiniging ter plaatse is. De bijbehorende rapportage is opgenomen in bijlage 4. De conclusie van dit onderzoek luidt dat de omvang van de verontreiniging zeer beperkt is. Er is geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging op de locatie. De verontreiniging kan na toestemming van de gemeente en onder milieukundige begeleiding worden verwijderd en afgevoerd. De uitvoerbaarheid van het project komt hiermee niet in het geding. 4. 5. Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging Een project draagt “niet in betekende mate” bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 10
0899135
De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 0,4 microgram/m3, voor zowel PM10 als NO2. Projecten die “niet in betekende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn onder andere: - woningbouwlocaties met niet meer dan 1500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 3000 nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen; - kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 33.333 m2 bij één ontsluitingsweg en 66.667 m2 bij twee ontsluitingswegen; - bepaalde landbouwinrichtingen. Het voorliggende bestemmingsplan maakt in totaal 12 woningen mogelijk en draagt derhalve niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Wet milieubeheer. 4. 6. Archeologie In 1992 werd het Europese Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland. De doelstelling van het Verdrag is het veiligstellen en beheren van het (Europese) cultureel en archeologisch erfgoed. In september 2007 zijn deze doelstellingen geëffectueerd met de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg. Deze wet regelt onder andere dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen en projecten moet aandacht worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden. Op basis van de provinciale archeologisch verwachtingskaart Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) is er voor de periode steentijd - bronstijd voor het plangebied een quickscan noodzakelijk. Van deze gebieden wordt vermoed dat eventuele aanwezige archeologische resten al ernstig verstoord zijn, maar dit is niet met zekerheid te zeggen. De provincie beveelt daarom aan om bij ingrepen van meer dan 5000m² een quickscan te verrichten. Op de provinciale archeologisch verwachtingskaart FAMKE is het perceel voor de periode ijzertijd - middeleeuwen aangeduid als “karterend onderzoek 3”. In deze gebieden kunnen zich archeologische resten bevinden uit de periode midden-bronstijd - vroege Middeleeuwen. Het gaat hier dan met name om vroeg- en vol-middeleeuwse veenontginningen. Daarbij bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 5000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele Romeinse sporen en/of vroeg-middeleeuwse ontginningen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
blz 11
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen bodemingrepen van meer dan 5000 m2 mogelijk. Het totale oppervlak van het plangebied is circa 6000 m2 waarvan een deel reeds bebouwd en dus verstoord is. Het overige deel wordt niet volledig bebouwd. Aanvullend archeologisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk. Mochten er bij overige bodemingrepen desondanks toch bodemvondsten worden gedaan, dan dienen die gemeld te worden bij de provinciaal archeoloog. Archeologisch onderzoek in het kader van het voorliggende bestemmingsplan kan achterwege blijven. 4. 7. Ecologie Het natuurbeleidskader in ons land wordt gevormd door de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Respectievelijk hebben de wetten betrekking op de bescherming van waardevolle gebieden en van waardevolle soorten. Uitgangspunt is dat met beide geen strijdigheid ontstaat. Gebiedsbescherming De boogde herinrichting veroorzaakt geen negatieve effecten op de instandhouding van gebieden die beschermd zijn in het kader van de Natuurbeschermingswet, Ecologische Hoofdstructuur en/of overige vormen van gebiedsbescherming. Er zijn derhalve geen conflicten te verwachten met de wet- en regelgeving voor de bescherming van dergelijke gebieden. Soortenbescherming De bescherming van soorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet. Hierin zijn bepalingen opgenomen van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Volgens deze wet is een aantal planten- en diersoorten aangewezen die licht, middelzwaar of zwaar beschermd zijn. Voor licht beschermde soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke projecten. Voor middelzwaar beschermde soorten geldt alleen een vrijstelling wanneer de beoogde werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een door LNV goedgekeurde gedragscode. Voor zwaar beschermde soorten dient bij ruimtelijke ingrepen ontheffing te worden aangevraagd. Behalve de Flora- en faunawet is ook de Rode Lijst van belang, waarop zeldzame en bedreigde soorten zijn opgenomen. Aangezien in het plangebied bouwwerken worden gesloopt, dient onderzocht te worden op welke wijze en in welke periode de bouwwerken kunnen worden gesloopt zonder de beschermde soorten aan te tasten, dan wel of er ontheffing van de Flora - en faunawet nodig is. Bovendien kunnen voorgestelde ontwikkelingen een verstoring van het leefgebied van enkele beschermde soorten veroorzaken. Om inzicht te krijgen in de soorten die zich binnen het plangebied bevinden is een ecologische beoordeling uitgevoerd. Deze beoordeling is opgenomen in bijlage 5. Hieruit is gebleken dat de beoogde herinrichting naar verwachting een verstoring van het leefgebied voor licht beschermde amfibieënsoorten veroorzaakt. Voor deze soorten is echter geen ontheffing noodzakelijk aangezien er voldoende alternatief leefgebied in de omgeving aanwezig is. Met betrekking tot broedvogels geldt dat de werkzaamheden niet in het broedseizoen (half maart tot half juli) van start mogen gaan.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 12
0899135
Verder is er mogelijk sprake van verblijfplaatsen van vleermuizen binnen het plangebied. Het gaat om de bestaande bebouwing en de zwarte els in het weiland. Hierom is aanvullend vleermuizenonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 6. Dit onderzoek concludeert dat het plan ten aanzien van vleermuizen niet tot een conflict met de Flora- en faunawet leidt. Wel is gebleken dat de te slopen schuur een vaste verblijfplaats vormt voor een Kerkuil. Indien kan worden aangetoond dat de functionaliteit van de vaste verblijfplaatsen van de Kerkuil wordt gegarandeerd hoeft er bij verstoring geen ontheffing te worden aangevraagd. Hiervoor is een omgevingscheck door een deskundige van belang. Een andere mogelijkheid is het aanbieden van een vervangende verblijfplaats, bijvoorbeeld door het ophangen van een kerkuilenkast. Mits de initiatiefnemer een kerkuilenkast of een andere vangende verblijfplaats voor de kerkuil plaatst bestaan er vanuit de soortenbescherming geen belemmeringen voor de ontwikkeling.
4. 8. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bijvoorbeeld vuurwerk, aardgas of lpg. Het aandachtsveld van externe veiligheid richt zich op zowel inrichtingen(bedrijven) waar gevaarlijke stoffen worden zijn als het transport van gevaarlijke stoffen. Dit vervoer kan plaatsvinden over weg, water en spoor en door buisleidingen. In het plangebied worden (beperkt) kwetsbare objecten voorgesteld en in de omgeving van het plangebied zijn drie mogelijk relevante risicobronnen aanwezig, te weten: 1. Rijksweg A32 met transport van gevaarlijke stoffen; 2. Twee buisleidingen met een diameter van 8 inch en een werkdruk van 40 bar; 3. Risicovolle inrichtingen op industrieterrein Heerenveen Zuid. Hierom heeft een uitgebreide toetsing plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 7. De conclusie luidt dat geen van de drie risicobronnen een beperking vormt voor de voorgestelde ontwikkeling, aangezien het plangebied buiten de invloedsferen van de risicobronnen ligt. Wel dient bij nieuwvestiging van risicovolle bedrijven op het industriegebied rekening gehouden te worden met de veiligheidszone rond de woningen. 4. 9. Water Vanwege het grotere belang van het water in de ruimtelijke ordening, wordt van waterschappen een vroege en intensieve betrokkenheid bij het opstellen van ruimtelijke plannen verwacht. Bovendien is de watertoets een verplicht onderdeel in de bestemmingsplanprocedure geworden. Wetterskip Fryslân heeft een watertoets uitgevoerd. Het bijbehorende wateradvies is opgenomen in bijlage 8.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
blz 13
Compensatie verhard oppervlak In de watertoets is uitgegaan van een toename van het verhard oppervlak met 1200 m2 door de bouw van de 12 woningen en 400 m2 door extra bestrating. Deze toename dient gecompenseerd te worden door 10% van het gehele oppervlak (160 m2) als nieuw oppervlaktewater aan te leggen. Deze compensatie vindt plaats in de vorm van een uitbreiding van een watergang aan de zuidkant van het perceel. Omdat de werkzaamheden binnen stedelijk gebied vallen is een alternatief voor (een deel van) de compensatie mogelijk door waterbergende verharding toe te passen. Afvalwater- en regenwatersysteem Het uitgangspunt met betrekking tot waterafvoer is het regenwater en het rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. In het plangebied kan het dakwater worden geloost op het oppervlaktewater. Hierbij wordt opgemerkt dat de gebouwd moet worden met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal. Drooglegging en waterpeilen Bij de bouw van de woningen moet rekening worden gehouden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opkruipen van vocht te voorkomen. Het wetterskip adviseerd voor de bebouwing van de kruipruimte een drooglegging van 1,10 meter en voor bebouwing zonder kruipruimte een drooglegging van 0,70 meter, gerekend vanaf de te realiseren bovenkant vloer, aan te houden. Vervolg Voor alle ingrepen in de waterhuishouding, zoals compensaties, dient tijdig een ontheffing van de keur te worden aangevraagd. Als de, in deze watertoetst genoemde adviesen c.q. eisen worden opgevolgd in de verdere planvorming, kan het voorliggende bestemmingsplan rekenen op een positief wateradvies.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 14
5.
0899135
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. Algemeen Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2008. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2008 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het bestemmingsplan voldoet bovendien al aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. 5. 2. Toelichting op de bestemmingen Groen Aan de zuidkant van het plangebied ligt een strook die als “Groen” bestemd is. Onder deze bestemming vallen de openbare groenvoorzieningen alsmede de, te verbreden, sloot. Tuin Aan de voorzijde van de woningen zijn de woonkavels bestemd als “Tuin”. Deze gronden dienen vrij te blijven van erfbebouwing. Verkeer - Verblijfsgebied De ontsluitingen van de woningen zijn bestemd als “Verkeer - Verblijfsgebied”. Ook de ontsluitingsweg voor het centrale deel van het plangebied valt, voor zover openbaar voor autoverkeer gebruikt wordt, onder deze bestemming. Wonen Het woongebied binnen het plangebied valt onder de bestemming “Wonen”. Binnen deze bestemming zijn woonhuizen toegestaan, mogelijk in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit. Binnen de bestemming mogen hoofdgebouwen binnen de, op de verbeelding aangegeven, bouwvlakken gebouwd worden. Ook is op de verbeelding aangegeven wat de maximale goot- en bouwhoogte ter plaatse is. Bijgebouwen mogen buiten de bouwvlakken worden gebouwd, hieraan worden in de regels een aantal eisen gesteld.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
0899135
6.
blz 15
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt het voorontwerp bestemmingsplan gedurende een wettelijk bepaalde tijd ter inzage gelegd en opgestuurd naar de betrokken instanties. Eenieder wordt op deze wijze in de gelegenheid gesteld om bedenkingen of zienswijzen met betrekking tot het bestemmingsplan in te dienen. Op grond van artikel 6.12 Wro jo. artikel 6.2.1 Bro dient de gemeenteraad voor onderhavig bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. Deze verplichting is in de wet opgenomen om daarmee de kosten die met de ontwikkeling gemoeid zijn, te kunnen verhalen. Van deze verplichting kan bij besluit van de gemeenteraad worden afgezien wanneer het verhaal van de kosten op andere wijze verzekerd is. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer wordt een exploitatieovereenkomst gesloten waarin het kostenverhaal wordt geregeld. Er zal dan ook geen exploitatieplan worden opgesteld.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 16
7.
0899135
INSPRAAK EN OVERLEG
Dit voorontwerp bestemmingsplan wordt voor eenieder ter inzage gelegd en opgestuurd naar de betrokken instanties. Te zijner tijd zal een verslag van de resultaten hiervan in dit hoofdstuk worden opgenomen.
===
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Oudeschoot - Wolvegasterweg Status: Voorontwerp / 26-10-10