Regels
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 39
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 40
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
1.1
het plan het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen van de gemeente Buren.
1.2
bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0214.BUIBP20120010-vg01 met de bijbehorende regels.
1.3
aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4
aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5
aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.6
agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
1.7
archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.
1.8
bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9
bedrijfsmatige exploitatie het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
1.10
bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.11
bestaand gevoelig object een object dat ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, bestemd is om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 41
1.12
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.13
bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.14
bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15
bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.16
bodemarchief de in de bodem aanwezige overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.17
bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. (Het laatste deel van deze zin staat niet in SVBP 2012, maar een begrip mag wel worden aangevuld als het het voorgaande niet tegenspreekt. M.i. laten staan.)
1.18
bouwgrens de grens van een bouwvlak.
1.19
bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.20
bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel.
1.21
bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22
bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.23
bijgebouw een gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw.
1.24
chalet twee tegen elkaar geplaatste (geschakelde) stacaravans die worden gebruikt als één recreatieverblijf;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 42
1.25
dagrecreatie verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.
1.26
effluentleiding een leiding die gezuiverd water afvoert vanuit een waterzuiveringsinstallatie.
1.27
extensief dagrecreatief medegebruik een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor niet gemotoriseerde dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.
1.28
extensieve dagrecreatie niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, sporten, vissen en natuurobservatie.
1.29
gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30
groepskamperen het met een uit maximaal 20 personen bestaande groep georganiseerd kortkamperen in tenten.
1.31
hoofdgebouw een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.32
hoofdverblijf een gebouw of een deel van een gebouw dat: òf door eenzelfde persoon of huishouden gebruikt wordt als woonruimte op een wijze die, ingevolge het bepaalde in artikel 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de basisadministratie van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen; hiervan is sprake indien er naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste twee derde van de tijd in het gebouw wordt verbleven; òf indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres is waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; met dien verstande dat van een gebruik als hoofdverblijf voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdverblijf kan worden beschikt.
1.33
horecavoorzieningen een voorziening als genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten.
1.34
illegale bewoning van een recreatieverblijf wanneer er permanent gewoond wordt in het recreatieverblijf en men geen andere, zelfstandige legale woonruimte heeft dan het recreatieverblijf.
1.35
kampeerauto een gemotoriseerd voertuig waarin voorzieningen voor dag- en/of nacht-verblijf zijn getroffen en dat als zodanig over de openbare weg kan en mag rijden. bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 43
1.36
kampeermiddel een al dan niet als bouwwerk aan te merken tent, tentwagen, kampeerauto, trekkershut, (sta)caravan of hiermee gelijk te stellen onderkomen, dat bestemd is voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.37
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie.
1.38
kortkampeerder een kampeerder, van wie het kampeermiddel gedurende een periode van ten hoogste zes weken geplaatst blijft.
1.39
logiesaccommodatie een of meerdere gastenkamers al dan niet met eigen voorzieningen gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch verblijf, gevestigd in de bedrijfswoning of in een gebouw, behorend tot de centrale voorzieningen.
1.40
mantelzorg het bieden van zorg aan huis aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband.
1.41
niet-permanente kunststoftunnel of overkapping een kunststoftunnel of overkapping waarbij de afdichting of afdekking niet langer dan 5 maanden per jaar is aangebracht.
1.42
nieuw gevoelig object een object bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
1.43
nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.44
pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.45
peil a. voor gebouwen die aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ten tijde van inwerkingtreding van het plan, met dien verstande dat indien ophogingen of palen zijn aangebracht ten behoeve van hoogwatervrij gebruik van de grond, het peil de gemiddelde hoogte is van de afgewerkte ophoging dan wel de gemiddelde hoogte van de bovenkant van de palen.
1.46
permanente bewoning c.q. gebruik als hoofdverblijf gebruik van een gebouw door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in de basisadministratie van de gemeente Buren.Hiervan is sprake indien er naar redelijke verwachting gedurende een half jaar tenminste twee derde van de tijd in het recreatieverblijf wordt verbleven. bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 44
1.47
recreatieverblijf een onderkomen op een perceel dat een recreatieve bestemming in het bestemmingsplan heeft;
1.48
recreatiewoning een gebouw, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.49
Staat van Horeca-activiteiten de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.50
stacaravan een aanhangwagen, zonder uitgebreide aanpassingen als één geheel verrijdbaar, die kan dienen als recreatief onderkomen, daaronder overnachting begrepen, met een lengte van meer dan 8 m en/of een breedte van meer dan 2,5 m, dan wel een ander, zonder uitgebreide aanpassingen als één geheel verrijdbaar, kampeermiddel, dat niet is of kan worden uitgerust om als aanhangwagen achter een motorvoertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
1.51
standplaats een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
1.52
tent een in hoofdzaak van textiel of ander daarmee vergelijkbaar materiaal vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf, dat gemakkelijk is op te bouwen en in te pakken.
1.53
toercaravan/vouwwagen/tentwagen een aanhangwagen die kan dienen als recreatief onderkomen, overnachting daaronder begrepen, welke is/kan worden uitgerust om als zodanig zelfstandig achter een gemotoriseerd voertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
1.54
trekkershut een gebouw voor recreatief nachtverblijf met een eenvoudige constructie zonder sanitaire voorziening en een beperkte omvang voor passanten die overnachten.
1.55
verblijfsrecreatie recreatief nachtverblijf, waarbij overnacht wordt in recreatieverblijven.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 45
Artikel 2
Wijze van meten
2.1
Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a. afstanden: afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst is; b. bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; c. breedte, lengte en diepte van een bouwwerk: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren; d. dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; e. goothoogte: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel; f. inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; g. oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; h. vloeroppervlakte: de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
2.2
Ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 46
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
Artikel 3
Agrarisch
3.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische productie, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - teeltvrijezone' het aanleggen en in exploitatie nemen van nieuwe boomgaarden en boomkwekerijen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet is toegestaan; b. het weiden van dieren; c. bijbehorende voorzieningen; d. landschappelijke beplanting; e. watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder begrepen; f. extensief dagrecreatief medegebruik; g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paragliding' voor paragliding.
3.2
Bouwregels
3.2.1 Op gronden met de bestemming 'Agrarisch' mogen uitsluitend worden gebouwd: a. niet-permanente teeltondersteunende voorzieningen zoals kunststoftunnels en overkappingen; b. molens ten behoeve van de waterhuishouding; c. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming. 3.2.2 Bij de bouw van de in 3.2.1 onder a bedoelde teeltondersteunende voorzieningen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m. 3.2.3 Bij de bouw van de in 3.2.1 onder b bedoelde molens mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m. 3.2.4 Bij de bouw van de in 3.2.1 onder c bedoelde andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 10 m2; b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m. 3.3
Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 voor de bouw van een agrarisch hulpgebouw buiten een bouwvlak, indien en voor zover: a. het hulpgebouw niet of niet doelmatig op een bouwvlak kan worden opgericht; b. de oppervlakte van het perceel waarop het gebouw wordt opgericht meer bedraagt dan 1 ha; c. de oppervlakte van het gebouw niet meer bedraagt dan 0,25% van het perceel waarop het gebouw wordt opgericht en niet meer bedraagt dan 100 m2; bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 47
d. de hoogte niet meer bedraagt dan 7 m; e. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m. 3.3.2 Tot het afwijken van het bepaalde in 3.2 wordt pas overgegaan, indien hierdoor: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. geen strijdigheid ontstaat met de aan het plan ten grondslag liggende Structuurvisie Buren 2009-2019, vastgesteld op 27 oktober 2009. 3.4
Specifieke gebruiksregels Als gebruik in strijd met de bestemming 'Agrarisch' wordt in ieder geval begrepen: a. een gebruik als volkstuin; b. een gebruik voor niet-grondgebonden agrarische productie in de vorm van teelt op tray-velden of op stellingen en/of containerteelt op lavas of beton; c. een gebruik voor de verwerking van agrarische producten, voor zover dit gebruik meer bedraagt dan 250 m2 en een gebruik voor productiegebonden detailhandel en detailhandel in streekeigen agrarische producten, voor zover dit gebruik meer bedraagt dan 50 m2; d. de opslag van mest buiten de agrarische bouwvlakken; e. de opslag van goederen en materieel in de openlucht en buiten de agrarische bouwvlakken uitsluitend ten behoeve van bedrijfsmatige grondgebonden agrarisch gerelateerde activiteiten, voor zover de oppervlakte van de opslag meer bedraagt dan 200 m2 per perceel en/of de hoogte van de opslag meer bedraagt dan 2 m; f. de opslag van goederen en materieel in de openlucht en op de agrarische bouwvlakken, voor zover de hoogte van de opslag meer bedraagt dan 4 m; g. de plaatsing van kampeermiddelen waarvan de oppervlakte meer bedraagt dan 20 m2.
3.5
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Het is verboden binnen de bestemming 'Agrarisch' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. werken en werkzaamheden die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van grond, puin of afvalmaterialen, voor zover deze van elders zijn aangevoerd; b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voor zover het niet betreft wegen en paden ten behoeve van het normale agrarische gebruik; c. het dempen, aanleggen of verbreden van watergangen. 3.5.2 Het in 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor: a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent; b. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; c. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door burgemeester en wethouders is medegedeeld dat deze, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 48
3.5.3 Burgemeester en wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in 3.5.1, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe of indirecte gevolgen, de landschappelijke waarden en de natuurwaarden, die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 49
Artikel 4
Bos
4.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke waarden en landschappelijke waarden; b. de aanleg en instandhouding van afschermende groenvoorzieningen, bestaande uit gebiedseigen beplanting; c. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie; d. nutsvoorzieningen.
4.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Bos' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 50
Artikel 5
Groen
5.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen; b. bestaande schouwstroken; c. in- en uitritten die noodzakelijk zijn in verband met aangrenzende bestemmingen; d. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie; e. nutsvoorzieningen.
5.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Groen' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 51
Artikel 6
Groen - Beplantingsstrook
6.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen - Beplantingsstrook' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de aanleg en instandhouding van afschermende groenvoorzieningen, bestaande uit hoogopgaande gebiedseigen beplanting; b. bestaande schouwstroken; c. in- en uitritten die noodzakelijk zijn in verband met aangrenzende bestemmingen; d. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie; e. nutsvoorzieningen.
6.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 52
Artikel 7
Recreatie - Centrale voorzieningen
7.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Centrale voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. beheersvoorzieningen ten behoeve van het aansluitende verblijfsrecreatie- en/of dagrecreatieterrein; b. facilitaire voorzieningen ten behoeve van de recreanten van het aansluitende verblijfsrecreatie- en/of dagrecreatieterrein, waaronder begrepen facilitaire ruimten, opslag, linnenkamer, sanitaire voorzieningen en wasruimten; c. gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van de recreanten van het aansluitende verblijfsrecreatie- en/of dagrecreatieterrein, waaronder begrepen een sportveld, een ligweide, een zwembad, speelvoorzieningen, slechtweervoorzieningen, winkelvoorzieningen, horecavoorzieningen, met dien verstande dat: 1. de gemeenschappelijke voorzieningen in het bestemmingsvlak aan Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) mede zijn bestemd voor andere gebruikers; 2. een manege en/of het houden van vee niet onder gemeenschappelijke voorzieningen worden begrepen; d. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat: 1. ten minste moet zijn voorzien in minimaal 1 parkeerplaats per recreatiewoning en per kampeermiddel, hetzij in het bestemmingsvlak van de onderhavige bestemming, hetzij in het aangrenzende bestemmingsvlak 'Recreatie Kampeerterrein', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' of 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2'; 2. voor het bestemmingsvlak aan Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) geldt dat minimaal 60 parkeerplaatsen aanwezig moeten zijn; 3. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' de gronden uitsluitend zijn bestemd voor een parkeerterrein, met dien verstande dat in het bestemmingsvlak aan Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) tevens zijn toegestaan speelvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van beveiliging van het parkeerterrein, ten behoeve waarvan een gebouw van 6 m2 mag worden gebruikt; e. in het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland): maximaal 20 verblijfsrecreatieve eenheden (recreatiewoningen en/of kampeermiddelen), waarbij geldt dat ten minste 70% van het totale aantal recreatiewoningen in de bestemmingen 'Recreatie - Centrale voorzieningen' en 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2' bedrijfsmatig geëxploiteerd moet worden; f. in de volgende bestemmingsvlakken voor logiesaccommodaties met de volgende maximale gebruiksoppervlakte: bestemmingsvlak
maximale gebruiksoppervlakte
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje)
96 m2
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland)
310 m2
g. in het bestemmingsvlak aan Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve) één recreatiewoning is toegestaan; h. bedrijfswoningen, waarbij geldt dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan aangegeven in de tabel in 7.2.2;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 53
i. 7.2
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, voetpaden, verkeersvoorzieningen en nutsvoorzieningen.
Bouwregels
7.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Centrale voorzieningen' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. 7.2.2 Bij de bouw van gebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
aantal bedrijfswoningen
740 m2
2
5.929 m
2
3
360 m
2
1
2.555 m
2
1
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput)
220 m
2
1
Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard)
496 m2
2
Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve)
528 m2
1
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje)
216 m2
1
3.529 m2
2
388 m2
1
2
0
892 m2
1
2
2
2
1
2
1
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven) Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) Erichemseweg 84, Erichem (De Vergarde) Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland)
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal) Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland) Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) Schans 3, Eck en Wiel (De Schans) Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer) Veerweg 10a, Beusichem (Jachthaven Beusichem)
1
84 m
465 m 281 m 1.240 m
b. voor het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) geldt dat het totale aantal verblijfsrecreatieve eenheden (recreatiewoningen en kampeermiddelen) niet meer mag bedragen dan 20 en dat het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 54
d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte; e. de afstand tot de bestemmingsgrens moet minimaal 2,5 m bedragen. 7.2.3 Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. het aantal trekkershutten mag niet meer dan 10 bedragen; b. de oppervlakte per trekkershut mag niet meer dan 12 m2 bedragen; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; d. bij een trekkershut is geen berging toegestaan. 7.2.4 Bij de bouw van recreatiewoningen in het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) bedoeld in 7.1 onder e, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m² per recreatiewoning; b. de totale inhoud inclusief aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en kelders mag niet meer bedragen dan 300 m³ per recreatiewoning; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; e. indien de recreatiewoningen niet aaneengebouwd worden, dient de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen minimaal 5 m te bedragen. 7.2.5 Bij de bouw van kampeermiddelen in het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) bedoeld in 7.1 onder e, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 55 m² per kampeermiddel; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,3 m; c. indien de kampeermiddelen niet aaneengebouwd worden, dient de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen minimaal 5 m te bedragen. 7.2.6 Bij de bouw van kampeermiddelen in de bestemmingsvlakken, bedoeld in 7.1 onder f dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. van een toercaravan/vouwwagen/tentwagen in rijklare toestand mag de breedte niet meer dan 2,5 m en de lengte niet meer dan 8 m bedragen; b. van stacaravan mag de oppervlakte inclusief bergingen, carports e.d. niet meer dan 55 m2 en de hoogte niet meer dan 3,3 m bedragen, met dien verstande dat de afstand van de stacaravans onderling ten minste 5 m en de afstand tot de bestemmingsgrenzen 2,5 m dient te bedragen; c. op de standplaatsen voor stacaravans per standplaats één berging mag worden geplaatst met een oppervlakte van niet meer dan 6 m2 en een hoogte van niet meer dan 2,3 m, alsmede bij de toegangsdeur een opstap en een afdak met een oppervlakte van niet meer dan 2 m2.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 55
7.2.7 Bij de bouw van een bedrijfswoning met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen; b. de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer dan 12 m; c. de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer dan bedragen 6 m; d. de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m²; e. de bouwhoogte van aanbouwen en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; f. het aantal vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 2; g. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 7 m; h. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m. 7.2.8 Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel, verwijsborden en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m; d. per verblijfsrecreatieterrein mag niet meer dan één windturbine worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 18 m; e. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 7.3
Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing ten behoeve van: a. het bebouwingsbeeld; b. de landschappelijke inpassing; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
7.4
Afwijken van de bouwregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a. 7.2.2 onder a en een grotere oppervlakte ten behoeve van centrale voorzieningen worden toegestaan, met dien verstande dat: 1. de uitbreiding niet meer dan 25% mag bedragen; 2. de uitbreiding uitvoerbaar is met het oog op beschermde flora en fauna; 3. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; 4. de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing; 5. bij een toename van het aantal verkeersbewegingen de toeleidende wegen daarvoor geschikt zijn; 6. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 56
b. 7.2.2 onder a en een tweede bedrijfswoning toestaan, mits: 1. vanuit bedrijfsmatig oogpunt is aangetoond dat de bedrijfswoning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering; 2. de bedrijfswoning uit milieuhygiënisch oogpunt geen onevenredige belemmering vormt voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven; 3. het terrein tenminste 10 ha groot is; 4. de bedrijfswoning mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan het bouwperceel is gelegen. c. 7.2.2 onder a en een bedrijfswoning toestaan in het bestemmingsvlak aan Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland), mits: 1. vanuit bedrijfsmatig oogpunt is aangetoond dat de bedrijfswoning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering; 2. de bedrijfswoning uit milieuhygiënisch oogpunt geen onevenredige belemmering vormt voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven; 3. de bedrijfswoning mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan het bouwperceel is gelegen. 7.5
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied' de bestemming Recreatie - Centrale voorzieningen wijzigen ten behoeve van het toestaan van een horecavoorziening, indien en voor zover: a. er een logiesaccommodatie voor maximaal 15 kamers, 1 restaurant en een toeristisch informatiepunt worden gevestigd; b. aangetoond is dat op het eigen terrein kan worden voorzien in de toename van de parkeerbehoefte.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 57
Artikel 8
Recreatie - Dagrecreatie
8.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie behorende bij het verblijfsrecreatieterrein; b. gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van de recreanten behorende bij het verblijfsrecreatieterrein, waaronder begrepen Jeu de Boules en een midgetgolfbaan met dien verstande dat sportvelden niet zijn toegestaan; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, speelvoorzieningen, groen, water, voetpaden en nutsvoorzieningen.
8.2
Bouwregels
8.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met dien verstande dat lichtmasten niet zijn toegestaan. 8.2.2 Bij de bouw van de in 8.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel en verwijsborden mag niet meer bedragen dan 6 m; c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 8.3
Specifieke gebruiksregels Als gebruik in strijd met de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' wordt in ieder geval begrepen het gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 58
Artikel 9
Recreatie - Jachthaven
9.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tewaterlaat-, aanleg- en ligplaatsen ten behoeve van de watersport; b. bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen steigers, beschoeiingen, kades, hijsinrichtingen, verwijsborden, lichtmasten, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen.
9.2
Bouwregels
9.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Jachthaven' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. 9.2.2 Bij de bouw van de in 9.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van hijsinrichtingen mag niet meer bedragen dan 10 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; c. de bouwhoogte van verwijsborden mag niet meer bedragen dan 6 m; d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 9.3
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Recreatie - Jachthaven': a. van het bestemmingsvlak aan de Veerweg 10a, Beusichem (Jachthaven Beusichem) wijzigen in een verblijfsrecreatieve bestemming ten behoeve van drijvende recreatiewoningen en daarbij aanduidingen opnemen ten behoeve van maatwerk, indien en voor zover: 1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden; 2. de wijziging uit het oogpunt van milieu aanvaardbaar is; 3. het verblijfsrecreatieterrein landschappelijk goed wordt ingepast; 4. het nieuwe terrein één ruimtelijk geheel vormt en aansluit bij de aangrenzende recreatieterrein; 5. geen vermindering plaatsvindt van de waterbergingscapaciteit ter plaatse van de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'; 6. sprake is van bedrijfsmatige exploitatie; 7. het aantal plaatsen ten behoeve van drijvende recreatiewoningen minder dan 100 bedraagt; 8. de oppervlakte van een drijvende recreatiewoning niet meer dan 75 m2 bedraagt; 9. de hoogte van een drijvende recreatiewoning niet meer dan 3,3 m bedraagt; 10. per drijvende recreatiewoning niet meer dan 1 bouwlaag aanwezig is; 11. de bestemming 'Recreatie - Jachthaven' in zijn geheel vervalt op die locatie;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 59
b. van het bestemmingsvlak aan Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal) wijzigen in een verblijfsrecreatieve bestemming ten behoeve van drijvende recreatiewoningen en daarbij aanduidingen opnemen ten behoeve van maatwerk, waarbij afschrapen van de landtong is toegestaan, indien en voor zover: 1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden; 2. de wijziging uit het oogpunt van milieu aanvaardbaar is; 3. het verblijfsrecreatieterrein landschappelijk goed wordt ingepast; 4. het nieuwe terrein één ruimtelijk geheel vormt en aansluit bij de aangrenzende recreatieterrein; 5. geen vermindering plaatsvindt van de waterbergingscapaciteit ter plaatse van de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'; 6. sprake is van bedrijfsmatige exploitatie; 7. het aantal plaatsen ten behoeve van drijvende recreatiewoningen minder dan 100 bedraagt; 8. de oppervlakte van een drijvende recreatiewoning niet meer dan 75 m2 bedraagt; 9. de hoogte van een drijvende recreatiewoning niet meer dan 3,3 m bedraagt; 10. per drijvende recreatiewoning niet meer dan 1 bouwlaag aanwezig is.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 60
Artikel 10
Recreatie - Kampeerterrein
10.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepskamperen' uitsluitend groepskamperen is toegestaan; b. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie uitgesloten' geen kampeermiddelen zijn toegestaan; c. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat ten minste moet zijn voorzien in minimaal 1 parkeerplaats per recreatiewoning en per kampeermiddel, hetzij in het bestemmingsvlak van de onderhavige bestemming, hetzij in het aangrenzende bestemmingsvlak 'Recreatie - Centrale voorzieningen'; d. sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen waaronder niet worden begrepen een manege en het houden van vee -, groen, water, ontsluitingswegen en nutsvoorzieningen.
10.2
Bouwregels
10.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Kampeerterrein' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. 10.2.2
Trekkershutten Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. het maximum aantal trekkershutten bedraagt 10; b. de oppervlakte per trekkershut bedraagt maximaal 12 m2, waarbij geen berging is toegestaan; c. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt.
10.2.3 Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 55 m² per kampeermiddel, met dien verstande dat op de standplaatsen voor stacaravans per standplaats één berging met een oppervlakte van 6 m2 en bij de toegangsdeur een opstap en een afdak van 2 m2 mogen worden geplaatst; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,3 m; c. indien de kampeermiddel niet aaneengebouwd (geschakeld) worden, mag de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen niet minder dan 5 m bedragen en mag de afstand tot de standplaatsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen; d. de toevoeging, uitbreiding of verbouw van een kampeermiddel mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan de standplaats is gelegen.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 61
10.2.4 Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik)
660 m2
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet)
500 m2
Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve)
75 m2
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje)
30 m2 500 m2
Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 10.2.5
Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel, verwijsborden en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m; d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 10.3
Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2.4 ten behoeve van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid, waarbij de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje)
1.320 m2 50 m2
10.3.2 Tot het afwijken van het bepaalde in 10.3.1 wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing. 10.4
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Recreatie - Kampeerterrein' ter plaatse van het bestemmingsvlakken aan de Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) en aan de Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve) wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' en daarbij regels en aanduidingen opnemen ten behoeve van maatwerk, mits het verblijfsrecreatieterrein landschappelijk wordt ingepast.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 62
Artikel 11
Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2
11.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatie door middel van recreatiewoningen en/of kampeermiddelen, waarbij: 1. geldt dat het bouwperceel van een recreatiewoning een oppervlakte dient te hebben van ten minste vier maal de oppervlakte van de recreatiewoning; 2. geldt dat de oppervlakte van een standplaats niet minder mag bedragen dan drie maal de oppervlakte van een stacaravan, indien de standplaats is bedoeld voor een stacaravan; 3. voor buitendijks gebied, dat wil zeggen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie', geldt dat geen recreatiewoningen zijn toegestaan; 4. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie uitgesloten' geldt dat geen recreatiewoningen en geen kampeermiddelen zijn toegestaan; b. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat ten minste moet zijn voorzien in minimaal 1 parkeerplaats per recreatiewoning en per kampeermiddel, hetzij in het bestemmingsvlak van de onderhavige bestemming, hetzij in het aangrenzende bestemmingsvlak 'Recreatie - Centrale voorzieningen'; c. sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid; d. ter plaatse van de aanduiding 'laad en losplaats' voor een laad- en loskade; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen waaronder niet worden begrepen zwembaden, een manege en het houden van vee -, groen, water, nutsvoorzieningen en verkeersvoorzieningen.
11.2
Bouwregels
11.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. 11.2.2 Bij de bouw van recreatiewoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 55 m² per recreatiewoning, met dien verstande dat in het bestemmingsvlak aan de Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer) maximaal 24 recreatiewoningen een oppervlakte mogen hebben van niet meer dan 75 m2; b. een recreatiewoning mag worden gebouwd als de bedrijfsmatige exploitatie is aangetoond; c. de totale inhoud inclusief aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en kelders mag niet meer bedragen dan 300 m³ per recreatiewoning; d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; f. indien de recreatiewoningen niet aaneengebouwd (geschakeld) worden, mag de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen niet minder dan 5 m bedragen en mag de afstand tot de bouwperceelgrens niet minder dan 2,5 m bedragen; g. bergingen mogen niet vrijstaand worden gebouwd.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 63
h. de toevoeging, uitbreiding of verbouw van een recreatiewoning mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan het bouwperceel is gelegen. 11.2.3 Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 55 m² per kampeermiddel, met dien verstande dat op de standplaatsen voor stacaravans per standplaats één berging met een oppervlakte van 6 m2 en bij de toegangsdeur een opstap en een afdak van 2 m2 mogen worden geplaatst; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,3 m; c. indien de kampeermiddelen niet aaneengebouwd (geschakeld) worden, mag de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen niet minder dan 5 m bedragen en mag de afstand tot de standplaatsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen; d. de toevoeging, uitbreiding of verbouw van een kampeermiddel mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan de standplaats is gelegen. 11.2.4 Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. het aantal trekkershutten mag niet meer dan 10 bedragen; b. de oppervlakte per trekkershut mag niet meer dan 12 m2 bedragen; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; d. bij een trekkershut is geen berging toegestaan. 11.2.5 Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik)
540 m2
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet)
500 m2
Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal)
500 m2
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema)
310 m2
Schans 3, Eck en Wiel (De Schans)
160 m2
Veerweg 10a, Beusichem (Jachthaven Beusichem)
500 m2
Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer)
500 m2
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 11.2.6 Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel, verwijsborden en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 64
c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m; d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 11.3
Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a. 11.2.2 onder e en 11.2.3 onder c en een geringere afstand worden toegestaan, indien brandwerende voorzieningen zijn getroffen; b. 11.2.5 ten behoeve van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid, waarbij de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik)
1.080 m2
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet)
1.100 m2
Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal)
900 m2
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema)
510 m2
Schans 3, Eck en Wiel (De Schans)
265 m2
11.3.2 Tot het afwijken van het bepaalde in 11.3.1 onder b wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing. 11.4
Afwijken van de gebruiksregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.1 en ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie uitgesloten' kampeermiddelen en/of recreatiewoningen toestaan, indien en voor zover de fruitteelt is beëindigd.
11.5
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: a. ter plaatse van het bestemmingsvlak Rijnbandijk 36, Maurik (de Loswal) de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' wordt gewijzigd in de bestemming 'Recreatie - Jachthaven', indien en voor zover: 1. er maximaal 100 ligplaatsen worden aangelegd; 2. aangetoond is dat op het eigen terrein kan worden voorzien in de toename van de parkeerbehoefte; 3. aangetoond is dat er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie; 4. Rijkswaterstaat is gehoord. b. de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2' ter plaatse van het bestemmingsvlak aan de Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) en Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer) wordt gewijzigd in de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2', indien en voor zover: c. aangetoond is dat er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie; d. aangetoond is dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing; e. voor Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) geldt dat de gronden zijn gesitueerd op hoogwatervrij terrein en Rijkswaterstaat is gehoord.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 65
Artikel 12
Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2
12.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatie door middel van recreatiewoningen en/of kampeermiddelen, waarbij: 1. geldt dat het bouwperceel van een recreatiewoning een oppervlakte dient te hebben van ten minste vier maal de oppervlakte van de recreatiewoning; 2. geldt dat de oppervlakte van een standplaats niet minder mag bedragen dan drie maal de oppervlakte van een stacaravan, indien de standplaats is bedoeld voor een stacaravan; 3. voor het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) geldt dat: het gezamenlijke aantal recreatiewoningen en kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 300; van het gezamenlijke aantal recreatiewoningen in het bestemmingsvlak 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2' en het naastgelegen bestemmingsvlak 'Recreatie - Centrale voorzieningen' ten minste 70% bedrijfsmatig moet worden geëxploiteerd; 4. voor buitendijks gebied, dat wil zeggen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' geldt dat geen recreatiewoningen zijn toegestaan; 5. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie uitgesloten' geldt dat geen recreatiewoningen en geen kampeermiddelen zijn toegestaan; b. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat ten minste moet zijn voorzien in minimaal 1 parkeerplaats per recreatiewoning en per kampeermiddel, hetzij in het bestemmingsvlak van de onderhavige bestemming, hetzij in het aangrenzende bestemmingsvlak 'Recreatie - Centrale voorzieningen'; c. sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen waaronder niet worden begrepen zwembaden, een manege en het houden van vee -, groen, water, nutsvoorzieningen en verkeersvoorzieningen.
12.2
Bouwregels
12.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. 12.2.2 Bij de bouw van recreatiewoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m² per recreatiewoning; b. de totale inhoud inclusief aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en kelders mag niet meer bedragen dan 300 m³ per recreatiewoning; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; e. indien de recreatiewoningen niet aaneengebouwd (geschakeld) worden, mag de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen niet minder dan 5 m bedragen en mag de afstand tot de bouwperceelgrens niet minder dan 2,5 m bedragen; f. bergingen mogen niet vrijstaand worden gebouwd; bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 66
g. de toevoeging, uitbreiding of verbouw van een recreatiewoning mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan het bouwperceel is gelegen. 12.2.3 Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de totale oppervlakte inclusief aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 55 m² per kampeermiddel, met dien verstande dat op de standplaatsen voor stacaravans per standplaats één berging met een oppervlakte van 6 m2 en bij de toegangsdeur een opstap en een afdak van 2 m2 mogen worden geplaatst; b. voor geschakelde stacaravans (chalet) geldt dat de oppervlakte, inclusief berging, maximaal 75 m2 mag bedragen; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,3 m; d. indien de kampeermiddelen niet aaneengebouwd (geschakeld) worden, mag de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen niet minder dan 5 m bedragen en mag de afstand tot de standplaatsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen; e. de toevoeging, uitbreiding of verbouw van een kampeermiddel mag pas worden gerealiseerd als de afschermende beplanting in de aan het bestemmingsvlak grenzende bestemming 'Groen - Beplantingsstrook' is gerealiseerd, indien en voor zover deze aangrenzend aan de standplaats is gelegen. 12.2.4 Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. het aantal trekkershutten mag niet meer dan 10 bedragen; b. de oppervlakte per trekkershut mag niet meer dan 12 m2 bedragen; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; d. bij een trekkershut is geen berging toegestaan. 12.2.5 Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven)
800 m2
Erichemseweg 84, Erichem (Vergarde)
1.500 m2
Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland)
1.350 m2
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput)
190 m2
Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard)
520 m2
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland)
500 m2
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet)
160 m2
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 67
12.2.6 Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel, verwijsborden en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m; d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 12.3
Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a. 12.2.2 onder e en 12.2.3 onder c en een geringere afstand worden toegestaan, indien brandwerende voorzieningen zijn getroffen; b. 12.2.5 ten behoeve van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid, waarbij de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte: bestemmingsvlak
maximale oppervlakte
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven)
1.600 m2
Erichemseweg 84, Erichem (Vergarde)
3.000 m2
Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland)
2.750 m2
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput) Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard)
580 m2 1.200 m2
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland)
850 m2
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet)
320 m2
12.3.2 Tot het afwijken van het bepaalde in 12.3.1 onder b wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 68
Artikel 13
Sport - Manege
13.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een manege; b. bijbehorende voorzieningen en opslag; c. bijbehorende bewoning; d. bijbehorende, daaraan ondergeschikte horeca; e. landschappelijke beplanting.
13.2
Bouwregels
13.2.1 Op de gronden met de bestemming 'Sport - Manege' mogen uitsluitend worden gebouwd: a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming; b. één bedrijfswoning per bestemmingsvlak; c. bijgebouwen ten behoeve van de woning; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming. 13.2.2 Bij de bouw van de in 13.2.1 bedoelde bouwwerken, voorzover het betreft gebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m; b. deze bouwwerken niet mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg'. 13.2.3 Bij de bouw van de in 13.2.1 onder a bedoelde bedrijfsgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak van de gebouwen, indien de uitbreiding noodzakelijk is voor (het continueren van) de bedrijfsvoering, niet meer bedragen dan 140% van het bestaande bebouwd oppervlak, waarbij de uitbreiding ten opzichte van het bestaand bebouwd oppervlak maximaal 500 m2 mag bedragen; b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 9 m; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 13.2.4 Bij de bouw van de in 13.2.1 onder b bedoelde bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. indien nog geen woning aanwezig is of indien sprake is van de vervanging van een bestaande woning, mag de woning uitsluitend in- of aanpandig met, dan wel op ten hoogste 5 m van een bedrijfsgebouw worden gebouwd; b. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3; c. de hoogte mag niet meer bedragen dan 12 m; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 69
13.2.5 Bij de bouw van de in 13.2.1 onder c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. per woning mogen niet meer dan 2 vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd en mag het totale oppervlak van de bijgebouwen niet meer bedragen dan 75 m2; b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m. 13.2.6 Bij de bouw van de in 13.2.1 onder d bedoelde bouwwerken, geen gebouw zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: a. de hoogte van vrijstaande antennemasten mag niet meer bedragen dan 15 m; b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 70
Artikel 14
Verkeer
14.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor rij- en voetverkeer en de bijbehorende bermen en bouwwerken.
14.2
Bouwregels
14.2.1 Op gronden met de bestemming 'Verkeer' mogen uitsluitend worden gebouwd: a. weg en waterbouwkundige kunstwerken; b. straatmeubilair zoals zitbanken, lichtmasten, abri's en verkeers- en verwijsborden; a. andere bouwwerken ten behoeve van voorzieningen van de wegbeveiliging. 14.2.2 Van de in 14.2.1 genoemde bouwwerken mag de hoogte ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 meter mag bedragen.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 71
Artikel 15
Water
15.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterpartijen, watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen; b. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan waterpartijen, watergangen en bijbehorende oeverzones; c. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' voor aanleg- en ligplaatsen ten behoeve van de watersport; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voorzieningen' voor een sanitaire voorziening; e. extensief dagrecreatief medegebruik.
15.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend worden gebouwd: a. overkluizingen ter verbinding van de aangrenzende gronden; b. duikers, steigers, kademuren, stuwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming; c. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger': steigers, bebakening en meerpalen met een bouwhoogte van niet meer dan 1,2 m ten opzichte van het aansluitende afgewerkte terrein.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 72
Artikel 16
Water - Waterkering
16.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Water - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de instandhouding, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de hoofdwaterkering; b. bij deze bestemming voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken; c. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivier- en kanaaldijken; d. extensief dagrecreatief medegebruik.
16.2
Bouwregels
16.2.1 Op gronden met de bestemming 'Water - Waterkering' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming. 16.2.2 Bij de bouw van de in 16.2.1 bedoelde bouwwerken ten behoeve van de bestemming mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m. 16.3
Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2.1 indien en voor zover het betreft: a. kunstwerken zoals beelden en plastieken, behoudens voor zover het betreft gronden aan de rivierzijde van de buitenkruinlijn van de dijk; b. masten ten behoeve van verlichting en bebakening, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m; c. abri's, waarvan de oppervlakte niet meer dan 10 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen; d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming, waarvan de oppervlakte niet meer dan 10 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen. 16.3.2 Tot het afwijken als bedoeld in 16.3.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. gehoord de betrokken dijk- of waterbeheerder, is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 73
Artikel 17
Leiding - Gas
17.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het transport van aardgas ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - leiding' en voor de bescherming van die leiding(en), waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
17.2
Bouwregels Op de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd.
17.3
Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in 17.1 bedoelde, eveneens op de verbeelding voor deze gronden aangegeven, overige bestemmingen. 17.3.2 Bij toepassing van het bepaalde in 17.3.1 wordt getoetst dat de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten. Voorts dient vooraf schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder. 17.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1
Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. werken en werkzaamheden welke direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van, van elders aangevoerde, grond, puin of afvalmaterialen; b. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een productieboomgaard, een zacht-fruitopstand, een (boom)kwekerij of een windsingel; c. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden; d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; e. het indrijven van voorwerpen in de grond; f. buis- en kabelleidingen voor riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden; g. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; h. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; i. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplanting.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 74
17.4.2
Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod als bedoeld in 17.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. betrekking hebben op normale agrarische bedrijfsvoering en bodemexploitatie; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
17.4.3
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in 17.4.2 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien, na overleg te hebben gevoerd met de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat door die werken of werkzaamheden de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 75
Artikel 18
Leiding - Riool
18.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een effluentleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - leiding' en voor de bescherming van die leiding(en).
18.2
Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool': a. mogen ten behoeve van de in 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. mag ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
18.3
Afwijken van de bouwregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2, indien: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet blijvend onevenredig wordt geschaad; b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
18.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1
Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden binnen de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d. het indrijven van voorwerpen in de bodem; e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; g. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
18.4.2
Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een vergunning is verleend, zoals in 18.3 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 76
18.4.3
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in 18.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 77
Artikel 19
Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1
19.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
19.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen: a. indien het bouwwerken betreft waarbij de grondwerkzaamheden niet dieper reiken dan 30 cm en de oppervlakte niet groter is dan 1.000 m2; of: b. indien het bouwwerk dient ter vervanging van een bestaand bouwwerk, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid; of: c. indien het bouwwerk is gesitueerd binnen 3 m uit de fundering van een bestaand gebouw; of: d. indien het betreft bouwwerken die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
19.3
Afwijken van de bouwregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 19.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
19.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 Het is verboden binnen de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: a. het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden; b. het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren of het aanbrengen van drainage; c. het verwijderen van bestaande funderingen; d. het verlagen van het waterpeil; e. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; f. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, of het rooien daarvan waarbij stobben worden verwijderd; h. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden/banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 78
i.
het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
19.4.2 Het in 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor: a. werken en werkzaamheden in de bodem tot een diepte van 0,30 m onder het bestaande maaiveld en werken en werkzaamheden die geen grotere oppervlakte betreffen dan 1.000 m2; b. werken en werkzaamheden voor zover het betreft voortzetting van de bestaande agrarische teelt, of, indien (uit historisch (kaart)materiaal blijkt dat) sprake is van wisselteelt met een ten opzichte van het voorgaande gewas diepwortelender gewas, daardoor geen sprake is van een in verband met het archeologisch belang nadeliger verstoring van de bodem; c. werken en werkzaamheden ten behoeve van laanboomteelt en fruitteelt; d. werken en werkzaamheden die het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande oppervlakteverhardingen, beplantingen langs wegen en bestaande tracés van kabels en leidingen; e. werken en werkzaamheden, indien en voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een omgevingsvergunning is verleend; f. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; g. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken; h. werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen. 19.4.3 Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 19.4.1 kan alleen worden verleend, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 79
Artikel 20
Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2
20.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
20.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen: a. indien het bouwwerken betreft waarbij de grondwerkzaamheden niet dieper reiken dan 30 cm en de oppervlakte niet groter is dan 2.000 m2; of: b. indien het bouwwerk dient ter vervanging van een bestaand bouwwerk, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid; of: c. indien het bouwwerk is gesitueerd binnen 3 m uit de fundering van een bestaand gebouw; of: d. indien het betreft bouwwerken die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
20.3
Afwijken van de bouwregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 20.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
20.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Het is verboden binnen de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: a. het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden; b. het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren of het aanbrengen van drainage; c. het verwijderen van bestaande funderingen; d. het verlagen van het waterpeil; e. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; f. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, of het rooien daarvan waarbij stobben worden verwijderd;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 80
h. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden/banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 20.4.2 Het in 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor: a. werken en werkzaamheden in de bodem tot een diepte van 0,30 m onder het bestaande maaiveld en werken en werkzaamheden die geen grotere oppervlakte betreffen dan 2.000 m2; b. werken en werkzaamheden voor zover het betreft voortzetting van de bestaande agrarische teelt, of, indien (uit historisch (kaart)materiaal blijkt dat) sprake is van wisselteelt met een ten opzichte van het voorgaande gewas diepwortelender gewas, daardoor geen sprake is van een in verband met het archeologisch belang nadeliger verstoring van de bodem; c. werken en werkzaamheden ten behoeve van laanboomteelt en fruitteelt; d. werken en werkzaamheden die het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande oppervlakteverhardingen, beplantingen langs wegen en bestaande tracés van kabels en leidingen; e. werken en werkzaamheden, indien en voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een omgevingsvergunning is verleend; f. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; g. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken; h. werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen. 20.4.3 Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 20.4.1 kan alleen worden verleend, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 81
Artikel 21
Waarde - Archeologisch waardevol gebied
21.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologisch waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
21.2
Bouwregels Op gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch waardevol gebied' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen en voor zover bij de bouw hiervan geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd die dieper reiken dan 0,30 m beneden het bestaande maaiveld en een grotere omvang hebben dan 30 m2.
21.3
Afwijken van de bouwregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
21.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Het is verboden binnen de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch waardevol gebied' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden: a. het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden; b. het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren of het aanbrengen van drainage; c. het verwijderen van bestaande funderingen; d. het verlagen van het waterpeil; e. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; f. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, of het rooien daarvan waarbij stobben worden verwijderd; h. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden/banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 82
21.4.2 Het in 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor: a. werken en werkzaamheden die plaatsvinden op een aaneengesloten oppervlakte kleiner dan 30 m2 en waarbij geen graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m onder het bestaande maaiveld noodzakelijk zijn; b. werken en werkzaamheden die het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande oppervlakteverhardingen, beplantingen langs wegen en bestaande tracés van kabels en leidingen; c. werken en werkzaamheden, indien en voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een omgevingsvergunning is verleend; d. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; e. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken; f. werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen. 21.4.3 Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 21.4.1, kan alleen worden verleend indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 83
Artikel 22
Waterstaat - Waterkering
22.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: a. het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken; c. de instandhouding van de bestaande dijk als zodanig en als karakteristiek en cultuurhistorisch element; d. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken; e. extensief dag- en recreatief medegebruik.
22.2
Bouwregels
22.2.1 Op gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de waterkering. 22.2.2 Bij de bouw van de in 22.2.1 bedoelde bouwwerken ten behoeve van de waterkering mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m. 22.3
Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.2.1, indien en voor zover: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet blijvend onevenredig wordt geschaad; b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 84
Artikel 23
Waterstaat - Waterstaatkundige functie
23.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: a. het beheer van de aangrenzende rivier; b. afvoer van water, ijs en sediment; c. werkzaamheden in het kader van de vergroting van het waterbergend en afvoerend vermogen van de aangrenzende rivier.
23.2
Bouwregels
23.2.1 Op gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten behoeve van de bestemming, waaronder begrepen masten ten behoeve van verlichting en bebakening van de aangrenzende rivier. 23.2.2 Bij de bouw van de in 23.2.1 bedoelde masten mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m. 23.3
Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van een andere voorkomende bestemming. 23.3.2 Tot het afwijken als bedoeld in 23.3.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. gehoord de betrokken dijk- of waterbeheerder, is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 85
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 86
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 24
Anti-dubbeltelregel
24.1
Grond Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
24.2
Bedrijfswoningen Bij de beoordeling van een bouwaanvraag voor een bedrijfswoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als bedrijfswoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest. Ook bedrijfswoningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet meer als bedrijfswoning fungeren, worden daartoe gerekend.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 87
Artikel 25
Algemene bouwregels
25.1
Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten Voor een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen: a. groter zijn dan de maximale maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat deze grotere maatvoering als maximum mag worden gehanteerd bij herbouw op dezelfde plaats, waarbij voor een grotere oppervlakte bovendien geldt dat voor elke m2 gesloopte bedrijfsgebouwen 60% van de gesloopte oppervlakte mag worden teruggebouwd in de vorm van een nieuw bijgebouw of de uitbreiding van bestaande gebouwen, los van hetgeen in de bouwregels aan oppervlakte is toegestaan; b. kleiner zijn dan de minimale maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat deze kleinere maatvoering als minimum mag worden gehanteerd bij herbouw op dezelfde plaats.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 88
Artikel 26
Algemene gebruiksregels
26.1
Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gronden of bouwwerken voor permanente bewoning, met uitzondering van de toegelaten bedrijfswoningen; b. gebruik als seksinrichting, zijnde een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; c. gebruik als escortbedrijf, zijnde een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; d. gebruik als smartshop, zijnde een ruimte waarin detailhandel plaatsvindt in psychotrope stoffen; e. gebruik als coffeeshop, zijnde een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt; f. gebruik als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als storten/of opslagplaats voor normaal gebruik.
26.2
Toegestaan gebruik Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt niet verstaan het gebruik van een bedrijfswoning: a. ten behoeve van mantelzorg, ten behoeve waarvan mag worden verbouwd, waarbij geldt dat: 1. de verbouw noodzakelijk moet zijn om te voorzien in de behoefte aan inwoning ten behoeve van mantelzorg; 2. de inwoning plaats moet vinden in het hoofdgebouwen/of de aanbouw; 3. de woning geen grotere inhoud mag hebben dan 750 m3; 4. er sprake.moet zijn van een gemeenschappelijke entree; 5. het nieuwe gedeelte voor inwoning technisch/functioneel altijd weer bij de oorspronkelijke woning moet kunnen worden betrokken; 6. minimaal één directe verbinding tussen beide wooneenheden aanwezig moet zijn; 7. naast of in plaats van inwoning door verbouw van de woning, inwoning ook mag plaatsvinden in een bestaand bijgebouw binnen een afstand van 12 m van de woning waar het bijgebouw bij behoort en waarvan ten hoogste 60 m2 voor deze vorm van inwoning mag worden gebruikt, mits dit gebruik als persoonsgebonden wordt benoemd en de getroffen technische en functionele voorzieningen na afloop van dit persoonsgebonden gebruik worden verwijderd. b. ten behoeve van aan huis gebonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten, indien en voorzover: 1. de desbetreffende woning bewoond blijft; 2. het vloeroppervlak van de gebouwen ten behoeve van het gebruik voor aan huis gebonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten niet meer bedraagt dan 50 m2; 3. het onbebouwde gedeelte van het perceel niet wordt gebruikt voor de beoogde activiteit, met uitzondering van parkeervoorzieningen;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 89
4. de nevenactiviteit geen detailhandel betreft; 5. de beoogde activiteit geen ontwikkeling tot gevolg heeft waarop de bestaande nutsvoorzieningen, wegen en parkeervoorzieningen niet zijn afgestemd; 6. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu van de omliggende woningen.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 90
Artikel 27
Algemene aanduidingsregels
27.1
geluidzone - spoor Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - spoor' mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
27.2
milieuzone - teeltvrijezone
27.2.1 Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - teeltvrijezone' is het verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van productieboomgaarden en productiezachtfruitopstanden; b. het aanleggen van boomkwekerijen; c. het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ten behoeve van de hiervoor genoemde vormen van agrarische productie. 27.2.2 Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2.1 mits door middel van onderzoek is aangetoond dat een aanvaardbaar woon- en leefmilieu bij de omliggende gevoelige functies kan worden gewaarborgd. 27.3
vrijwaringszone - dijk 1
27.3.1 Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering. 27.3.2 Ter plaatse van gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' mag niet worden gebouwd. 27.3.3 Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.3.2 met inachtneming van de volgende regels: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen; b. het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder. 27.4
vrijwaringszone - dijk 2 Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 91
27.5
vrijwaringszone - molenbiotoop
27.5.1 Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van de waarde als landschapsbepalend element. 27.5.2 Op gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mogen bouwwerken worden opgericht met inachtneming van de volgende maximale bouwhoogte: M8 en M9 molen Op Hoop van Beter bij Ingen (stellingmolen)
voor zover zij meer dan 326 m van de voet van de molen verwijderd zijn: 1/75 van de afstand gemeten tussen het bouwwerk en de voet van de molen, vermeerderd met 4,05
27.5.3 Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.5.2 voor de bouw van bouwwerken met een grotere maximale bouwhoogte, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan volgens de overigens voor de betreffende gronden aangegeven bestemmingen is toegestaan en, gehoord de gemeentelijke Monumentencommissie, is gebleken dat hierdoor de windbelemmering niet dusdanig wijzigt dat de betreffende molen onvoldoende kan functioneren of anderszins blijvend onevenredig in zijn waarde wordt geschaad. 27.5.4 Tot het afwijken als bedoeld in 27.5.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad. 27.5.5 Het is verboden om binnen de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone molenbiotoop' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de gronden te beplanten met bomen, heesters of andere opgaande begroeiing. 27.5.6 De werken en werkzaamheden als bedoeld in 27.5.5 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, zoals windbelemmering of belemmering van het uitzicht, geen onevenredig gevaar oplevert of kan opleveren voor het huidige en/of toekomstige functioneren als werktuig en/of voor de waarde van de molen als landschapsbepalend element. 27.6
vrijwaringszone - straalpad Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 78 m ten opzichte van NAP.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 92
27.7
vrijwaringszone - weg
27.7.1 Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van het gebruik van de naastgelegen verkeerswegen. 27.7.2 Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen geen bouwwerken worden gebouwd. 27.7.3 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 27.7.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de bestemming en conform de bestemmingsregels, indien en voor zover: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. geen strijdigheid ontstaat met de Structuurvisie Buren 2009-2019, vastgesteld op 27 oktober 2009; c. gehoord de betrokken wegbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de besbetreffende verkeerswegen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 93
Artikel 28
Algemene afwijkingsregels
28.1
Evenementen Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder worden verstaan kermissen, jaarmarkten, tentfeesten en daarmee vergelijkbare evenementen.
28.2
Grenzen en aanduidingen Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van: a. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,5 m; b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,5 m; c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en worden toegestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.
28.3
Nutsvoorzieningen Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, alsmede voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen met geen grotere hoogte dan 6 m en lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 94
Artikel 29
Algemene wijzigingsregels
29.1
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen met betrekking tot de bestemmingsgrenzen, indien verschuiving noodzakelijk is voor een goede realisering van het plan, of voor een aanpassing aan de nader ingemeten situatie, of door onnauwkeurigheden in de verbeelding, mits: 1. de structuele opzet niet wordt aangetast en in de totale verdeling van de aangegeven bestemmingen geen wijziging komt; 2. de verschuiving niet meer bedraagt dan 10 m; 3. de afstand tussen de bouwwerken, als toegestaan in dit plan, niet kleiner wordt dan in het plan is aangegeven.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 95
Artikel 30
Overige regels
30.1
Voorrangsregeling dubbelbestemmingen
30.1.1 Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor één of meer dubbelbestemmingen, moet de voorrangsregeling volgens 30.1.2 en 30.1.3 in acht genomen worden. 30.1.2 De bouwmogelijkheden op grond van de overige voor de gronden of gebouwen geldende bestemmingen vervallen met dien verstande dat bouwwerken overeenkomstig die bestemmingen wel mogelijk zijn voor zover dit uitdrukkelijk in de regels van de dubbelbestemming is aangegeven. 30.1.3 Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor meer dan één dubbelbestemming, mogen op grond van de ene dubbelbestemming geen bouwwerken worden toegelaten indien deze op grond van één van de andere dubbelbestemmingen niet toelaatbaar zijn.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 96
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 31
Overgangsrecht
31.1
Overgangsrecht bouwwerken
31.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. 31.1.2 Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 31.1.1 met maximaal 10%. 31.1.3 Het bepaalde in 31.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 31.2
Overgangsrecht gebruik
31.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 31.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 31.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 31.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in 31.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 31.2.4 Het bepaalde in 31.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 31.2.5 In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in 31.2.4 geldt dat: a. de in Bijlage 2 Persoonsgebonden overgangsrecht genoemde personen de recreatiewoning op de in Bijlage 2 genoemde locaties mogen gebruiken ten behoeve van permanente bewoning tot maximaal de in Bijlage 2 genoemde oppervlakte;
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 97
b. andere dan de onder a genoemde personen die aantoonbaar woonden op de in Bijlage 2 genoemde tijdstippen op de in Bijlage 2 genoemde locaties, de recreatiewoning mogen gebruiken ten behoeve van permanente bewoning tot maximaal de in Bijlage 2 genoemde oppervlakte.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 98
Artikel 32
Slotregel Deze regels worden aangehaald als Regels van het Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen.
21 mei 2013.
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 99
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 100
Bijlage bij regels
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 101
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 102
Bijlage 1
Staat van Horeca-activiteiten
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 103
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 104
Staat van horecabedrijven
Horecabedrijf categorie 1: Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, niet zijnde een horecabedrijf categorie 2, 3, 4 of 5. Horecabedrijf categorie 2: Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, waarbij tevens accommodatie met een dansvloer en/of gelegenheid voor studie en/of vergadering aanwezig mag zijn; niet zijnde een horecabedrijf categorie 3, 4 of 5. Horecabedrijf categorie 3: Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf. Horecabedrijf categorie 4: Het beschikbaar stellen van accommodatie ten behoeve van congres, studie, vergadering e.d. waarbij het verstrekken van dranken en/of etenswaren daaraan ondergeschikt is. Horecabedrijf categorie 5: Een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het gelegenheid bieden voor dansen al dan niet in combinatie van het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse.
Bijlage 2
Persoonsgebonden overgangsrecht
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 105
bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen" (vastgesteld) 106
Woonachtig vóór 31 oktober 2003 - komen in aanmerking voor een persoonlijke verblijfsontheffing Voorletters Voorvoegsels Naam Straat Huisnr Toev letter Postcode Plaatsnaam Oppervlakte A.A.H. Bos Eiland van Maurik 7 K004 4021 GG Maurik 30 M.A. Hopman Eiland van Maurik 7 K025 4021 GG Maurik 42 M.J. Pameijer-Lindhout Eiland van Maurik 7 K215 4021 GG Maurik 90 H.L.J. van den Heuvel Eiland van Maurik 7 K264 4021 GG Maurik 57 E. van Doggenaar Eiland van Maurik 7 K267 4021 GG Maurik 82 J. van Veldhoven Eiland van Maurik 7 K243 4021 GG Maurik 76 J.W. Salomons Eiland van Maurik 7 K247 4021 GG Maurik 82 A. van den Hatert Eiland van Maurik 7 K239 4021 GG Maurik 75 C.F.M. Stroes Eiland van Maurik 7 K222 4021 GG Maurik 77 G. Vonk Eiland van Maurik 7 K230 4021 GG Maurik 66 D. van den Berg Eiland van Maurik 7 K234 4021 GG Maurik 67 J.C. Sleeking Rijnbandijk 111 92 4021 AG Maurik 85 J.I. Dijkstra Rijnbandijk 111 -4 4021 AG Maurik 40 A. van den Berg Rijnbandijk 111 -8 4021 AG Maurik 80 A.J. van Arkel Rijnbandijk 111 -12 4021 AG Maurik 45 H. Wierks Rijnbandijk 111 -19 4021 AG Maurik 80 J. Kuijer Rijnbandijk 111 -21 4021 AG Maurik 90 H. Koenen Rijnbandijk 111 -25 4021 AG Maurik 75 F.A. Wielders Rijnbandijk 111 -28 4021 AG Maurik 85 J.R. Bruins Rijnbandijk 111 -30 4021 AG Maurik 90 H. Lagerweij Rijnbandijk 111 -36 4021 AG Maurik 75 N. Buijing Rijnbandijk 111 -39 4021 AG Maurik 85 A. Harmelink Rijnbandijk 111 -41 4021 AG Maurik 55 G.B. Larsson Rijnbandijk 111 -45 4021 AG Maurik 112 J.C. Jongenengel Rijnbandijk 111 -46 4021 AG Maurik 100 J. / D. van Hoorn / Roovers Rijnbandijk 111 -47 4021 AG Maurik 40 R.M. van den Brink Rijnbandijk 111 -48 4021 AG Maurik 90 P. van de Wetering Rijnbandijk 111 -52 4021 AG Maurik 45 E.M.P. Kool Rijnbandijk 111 -61 4021 AG Maurik 45 B.J.M. van Straaten Rijnbandijk 111 -71 4021 AG Maurik 65 W.H. van der Lee Rijnbandijk 111 -75 4021 AG Maurik 50 A.C. van der Steen Rijnbandijk 111 -78 4021 AG Maurik 55 N.J. van Os Rijnbandijk 111 -80 4021 AG Maurik 80 H. van Zoelen Rijnbandijk 111 -82 4021 AG Maurik 80 J.P. van Zoest Rijnbandijk 111 -90 4021 AG Maurik 110 R. de Graaff Rijnbandijk 111 -91 4021 AG Maurik 103 G.J. Kersing Rijnbandijk 111 -97 4021 AG Maurik 85 R. van Ommeren Rijnbandijk 111 -101 4021 AG Maurik 95 J. de Zeeuw Rijnbandijk 111 -104 4021 AG Maurik 75 S. van Veen Rijnbandijk 111 -113 4021 AG Maurik 63 H.A. Wijmans Veerweg 10 4112 PC Beusichem 30 Fam. van Mechelen Kalverlandseweg 3 -34 4024 BT Eck en Wiel 81 C. Copier Kalverlandseweg 3 -47 4024 BT Eck en Wiel 68 K.E. Bosch Verhuizensestraat 5 -1 4031 KS Ingen 60 E. Duivenvoorde Verhuizensestraat 5 -3 4031 KS Ingen 65 H. Brouwer Verhuizensestraat 5 -23 4031 KS Ingen 105 C. de Heus Verhuizensestraat 5 -35 4031 KS Ingen 60 T.H. Claver Verhuizensestraat 5 43 4031 KS Ingen 50 D. / C. Duit / -Tiemersma Verhuizensestraat 5 -50 4031 KS Ingen 100 G. / J.H.A. Roos / -Brouwer Verhuizensestraat 5 -53 4031 KS Ingen 100 R. Granneman Verhuizensestraat 5 -56 4031 KS Ingen 75 A. Maarschalkerweerd Verhuizensestraat 5 -61 4031 KS Ingen 105 A. / M.M. van de / de Berg / Groot Verhuizensestraat 5 -63 4031 KS Ingen 65 I. van de Bogt Verhuizensestraat 5 -64 4031 KS Ingen 75 A.F. Poel Verhuizensestraat 5 -70 4031 KS Ingen 85 B.A.M. de Moree-Vlooswijk Verhuizensestraat 5 -71 4031 KS Ingen 95 G.A. Scheltema Bulksestraat 4 -34 4031 JW Ingen 90 M.H.J. van Es Bulksestraat 4 -102 4031 JW Ingen 71 H.W. / J. de Hoefakker / -Groot Bulksestraat 4 -103 4031 JW Ingen 75 H.J.A. Koster Bulksestraat 4 -109 4031 JW Ingen 80 C.H. / H. van Manen / -Noordam Bulksestraat 4 -123 4031 JW Ingen 90 C.M. Ypma Bulksestraat 4 -125 4031 JW Ingen 70 A.A.C. Boelhouwers Bulksestraat 4 -133 4031 JW Ingen 85 M.J.T. Ruedisueli Bulksestraat 4 -136 4031 JW Ingen 85 J.E. Landmeier Blauwe Kampseweg -14 4011 LK Zoelen 2 100 G. van de Wolf Blauwe Kampseweg -33 4011 LK Zoelen 2 90 J.A. / C.H. van Hattum / Capelle van Neerbos Blauwe Kampseweg 2 -35 4011 LK Zoelen 80
Woonachtig na 31 oktober 2003 maar vóór 1 juli 2009 - komen in aanmerking voor een persoonlijke verblijfsbeschikking Voorletters Voorvoegsels Naam Straat Huisnr Toev letter Postcode J. Schreuders Rijnbandijk 111 -36 4021 GH C. Gazenbeek Rijnbandijk 111 -93 4021 GH D.M. Termeer Schans 3 4024 BN A. Verspuij Eiland van Maurik 7 K211 4021 GG G. Eindhoven Eiland van Maurik 7 K213 4021 GG A.J. de Gans Eiland van Maurik 7 K218 4021 GG C.F.M. Stroes Eiland van Maurik 7 K222 4021 GG J.M. Molenkamp Eiland van Maurik 7 K232 4021 GG D. van den Berg Eiland van Maurik 7 K234 4021 GG R.W.M.A. Altena Eiland van Maurik 7 K236 4021 GG R. van de Wal Eiland van Maurik 7 K237 4021 GG A. van Sante Eiland van Maurik 7 K240 4021 GG M. van Valburg Eiland van Maurik 7 K254 4021 GG A.B.W. Vesters Eiland van Maurik 7 K258 4021 GG P.A. Pater Eiland van Maurik 7 K259 4021 GG H.A. Ruivenkamp Eiland van Maurik 7 K268 4021 GG J.G. Houkes Eiland van Maurik 7 K274 4021 GG J.R.B. de Keijser Eiland van Maurik 7 K276 4021 GG A.T. van den Berg Rijnbandijk 111 -3 4021 AG K.A.G. Gertsen Rijnbandijk 111 -5 4021 AG C. Onink Rijnbandijk 111 -6 4021 AG M.M.A.F. Lucius Rijnbandijk 111 -6 a 4021 AG F. Sealtiel Rijnbandijk 111 -7 4021 AG T. van Doorne Rijnbandijk 111 -7 a 4021 AG W.J. Sip Rijnbandijk 111 -9 4021 AG H.J. de Jong Rijnbandijk 111 -10 4021 AG
Plaatsnaam oppervlakte Maurik 75 Maurik 75 Eck en Wiel Maurik 76 Maurik 64 Maurik 65 Maurik 77 Maurik 70 Maurik 67 Maurik 42 Maurik 53 Maurik 53 Maurik 60 Maurik 83 Maurik 83 Maurik 71 Maurik 85 Maurik 67 Maurik 60 Maurik 40 Maurik 100 Maurik 80 Maurik 55 Maurik 85 Maurik 80 Maurik 50
J. P.T.J. A.J. A.M. R.B. J.W. P.J.M.M. G.G. M.J. M.G. P. J.H. H.J. R. B.N. G. K. B.B. Fam. M.P.M. H. E.W.M. H. G.J. D.M. M. J.J. G. J.D. J.W. J.A.W. J.B. / G. M.H. H.B. C.H. C. P.E.A. S. H.J.A. J.N. M.J. H. L.J.J.A. L. T.N. / R. W.J. / E.J.M. G.A. M. / P. J. M.A. J. / J.T. B. G. R.P.H. A.M. R. A.Z. B. / B. J. M. W.P. / G.P.K. J.P. / L. T. / W. H.A. / M. W.A. / G. D./ S. / E. / J. D./ S. / E. / J. A.F. D.F. / H.J. W. / G. F.P. C.J. / J. A.J. R. D.F. / S. J. E.J. C.J. / J.M. T. J.A. G.P. / Mevr. C.J. G.C.W.M. H.J. H.W. Dhr. / Mevr. C. Fam. Fam. J.A.M. / A.M.G. E. / R. Fam. S.D. E. H.J. G.P.H. A.A. J.M.B. / M.B.M.
de
de van van van van den van
van van
van van van
van
de
van van
van de van
van van van
van van van van der van van van van de van der van der
van van der van
van der van van der
van de van der van de van de van de
van
Jong Bovenschen Vermeulen Gier Wijk Toorn Christiaens Leeuwen Hatert Kooijman Ettikhoven Vogelenzang Termeer Ettikhoven Blik Raaij Honders Bovenschen Kros Lucius Speijer Geffen Es Dien Koopman Kraak Malsen Ganzenbeek Laponder Ruijter Huijbers Onink / Janssen Roekel Bovenschen Baaren Onink Dubbeldam Kas Wingen
Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Rijnbandijk Lingesteeg
111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 111 12
-10 -11 -13 -18 -22 -23 -31 -32 -35 -37 -40 -49 -51 -54 -60 -64 -65 -66 -69 -70 -79 -83 -85 -86 -87 -88 -89 -93 -95 -98 -100 -102 -106 -107 -109 -110 -111 -112
a
Quint Pater Dam Weijs
Veerweg Veerweg Veerweg Veerweg
10 10 10 10
a a a a
-17 -21 -27 -98
Hoogkamp Hiemstra / Mennega Stellinga / Fulpen Bootsma Rooijen / Beenen Winkel Leenards Rozenveld / Masmeijer Dix sr.
Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg Kalverlandseweg
3 3 3 3 3 3 3 3 3
Beek Pinckaers Kesteren Dorland Zycinski Boelhouwer / Vessem Wilt Kortenraij / Nes Kist / Wirdum Zetten / -Bijl Meerveld / -Batenburg Dorland / Arkel Boet / -Bunschoten Bogt / Rotteveel Bogt / Rotteveel Weijmer Zeegers / Jansen Roest / Lansing Noordenbos Beek / Sakkers Flier Berends Laar / McGill Fleurbaaij Visée Gaag / Twigt Stolk- Manen Peelen Horst / -Bikker Diepenbach Lamers Griffioen Berkvens Emans Maren Bruine Engelhart Dam / -Haar Hemert / -Eck Bruin Tuil Bruin Sluis Jansen Beijer Rijsbergen / Mulder
Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Verhuizensestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Bulksestraat Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg Blauwe Kampseweg
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4021 AG Maurik 4016 CW Kapel-Avezaath 4112 PC 4112 PC 4112 PC 4112 PC
Beusichem Beusichem Beusichem Beusichem
-25 -27 -28 -33 -41 -42 -55 -56 -57
4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT 4024 BT
Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel Eck en Wiel
-5 -7 -9 -10 -13 -17 -18 -20 -21 -51 -57 -58 -65 -69 -70 -25 -41 -83 -84 -105 -106 -115 -126 -134 -135 -150 -7 -8 -10 -15 -20 -21 -26 -32 -42 -43 -46 -59 -61 -62 -65 -66 -69 -79 -71 -80
4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 KS 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4031 JW 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK 4011 LK
Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Ingen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen Zoelen
35 93 55 55 55 50 50 80 70 75 80 70 55 50 80 90 85 65 112 50 55 75 80 65 115 89 103 70 75 80 80 106 75 140 100 76 25 115 55 95 67 100 47 91 59 90 88 112 60 70 65 45 40 50 125 110 60 95 100 110 100 85 65 41 75 50 70 70 45 75 85 75 50 90 95 55 75 75 55 85 80 90 90 100 75 95 100 60 95 75