Gemeente Beverwijk
Bestemmingsplan Beneluxlaan
Toelichting, voorschriften en plankaart
Augustus 2008
Kenmerk 0375-05-T04 Projectnummer 0375-05
Toelichting
Inhoudsopgave 1.
Inleiding 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging en begrenzing plangebied
1 1 1
2.
Analyse plangebied 2.1. Historische ontwikkeling 2.2. Ruimtelijke structuur 2.3. Functies 2.4. Nieuwe ontwikkelingen 2.5. Verkeer 2.6. Cultuurhistorie en archeologie
3 3 5 7 7 8 9
3.
Beleidskader 3.1. Rijksbeleid 3.2. Provinciaal beleid 3.3. Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 3.4. Gemeentelijk beleid
12 12 12 14 16
4.
Milieuaspecten 4.1. Bedrijfs- en milieuzonering 4.2. Wegverkeerslawaai 4.3. Railverkeerslawaai 4.4. Externe veiligheid 4.5. Bodem 4.6. Luchtkwaliteit 4.7. Flora en fauna 4.8. Water 4.9. Duurzaamheid
17 17 17 17 18 21 21 23 23 25
5.
Juridische vormgeving 5.1. Plansystematiek 5.2. Planvorm 5.3. Voorschriften 5.4. Plankaart
27 27 27 27 34
6.
Uitvoerbaarheid 6.1. Economische uitvoerbaarheid 6.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.3. Overleg artikel 10 Bro 1985 6.4. Handhaving
35 35 35 35 35
Bijlage 1: Vooroverleg- en inspraakreacties Bijlage 2: Zienswijzen
1
1.
Inleiding
1.1.
Aanleiding en doel De gemeente Beverwijk is bezig met een inhaalslag van de actualisering van bestemmingsplannen. In de komende jaren zullen voor de gehele gemeente nieuwe bestemmingsplannen worden vervaardigd waarbij wordt gestreefd om het aantal plannen te verminderen. De gemeenteraad heeft hiervoor op 30 oktober 2000 een plan van aanpak vastgesteld, waarin de volgorde is vastgelegd waarop deze plannen in procedure zullen worden gebracht. Die volgorde hangt onder meer samen met het feit of er bestemmingsplannen zijn voor de betreffende gebieden, de aard van en het aantal ontwikkelingen dat op korte termijn te verwachten is en de actuele gebruikswaarde van de huidige plannen. Het belangrijkste doel van het voorliggende bestemmingsplan is het verkrijgen van een actueel beheerkader voor de bestaande situatie. Het gaat daarbij om een adequate en moderne bestemmingsregeling om legaal gerealiseerde functies en bebouwing in het plangebied juridisch vast te leggen. Onder meer is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat een goede regeling voor de tuin- en erfbebouwing wenselijk is om de bestaande situatie in stand te kunnen houden en passende uitbreidingsmogelijkheden te kunnen bieden.
1.2.
Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied omvat een woonwijk gelegen tussen de spoorlijn Haarlem-Uitgeest en Beneluxlaan en tussen de Beneluxlaan en de Luxemburglaan. Het plangebied grenst aan de noordwestzijde aan het Willem Alexander Plantsoen en aan de noordoostzijde wordt de begrenzing gevormd door de gemeentegrens met de gemeente Heemskerk. Per 30 juni 2005 heeft er een gemeentegrenscorrectie plaatsgevonden, omdat de grens soms dwars door woningen, tuinen en percelen heenliep. De plangrens van onderhavig plan is gebaseerd op de nieuwe gemeentegrens. Aan de zuidwestzijde bevindt zicht het sportpark Adrichem. Belangrijke ontsluitingswegen die door het plangebied lopen zijn de Beneluxlaan en de Laan der Nederlanden. Aan de zuidoostzijde , tot slot, grenst het plangebied aan het emplacement Beverwijk.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
2
Afbeelding 1: Ligging in groter verband.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
3
2.
Analyse plangebied
2.1.
Historische ontwikkeling Beverwijk is ontstaan uit twee middeleeuwse nederzettingen, te weten Sint Agathendorp en Wijk. Sint Agathendorp was een kerkdorp gelegen bij de geest, die hier het Hofland werd genoemd. De Heemskerkerweg en de Hoflanderweg liepen aan de randen van de geest, die zich uitstrekte ongeveer vanaf de kerk naar de huidige gemeentegrens met Heemskerk. Op de geest werden door de inwoners van het dorp granen en groenten geteeld. Men woonde aan de rand van de geest of in een nederzetting rond de kerk. Het noordoostelijk eind van de geest reikte tot in het onderhavige bestemmingsplangebied. De tweede nederzetting, Wijk, was een handelsnederzetting, gesticht in de buurt van Sint Agathendorp en gelegen op de oever van het Wijkermeer. Deze handelsnederzetting ontstond hier, omdat een landroute (Koningsweg-Hoflanderweg en Grote Houtweg) en een waterroute (over het Wijkermeer) hier dichtbij elkaar kwamen. De routes liepen in dezelfde richting, maar de waterroute werd in de dertiende eeuw verder noordwaarts afgedamd. Overslag van goederen kon dus in Wijk plaatsvinden. Hierdoor kon Beverwijk zich ontwikkelen als markt- en handelsplaats. Tot het begin van de twintigste eeuw bestond Beverwijk uit een kern van bebouwing rond de Breestraat en de kerk en langs de wegen verspreide bebouwing ten westen van deze kern. In de loop van de twintigste eeuw zijn in Beverwijk veel nieuwe wijken gebouwd, vooral na de Tweede Wereldoorlog. Ook het plangebied Beneluxlaan is grotendeels in de tweede helft van de twintigste eeuw bebouwd.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
4
Afbeelding 2: Topografische situatie 1839-1859.
Het plangebied Beneluxlaan ligt ten noordoosten van het centrum van Beverwijk. In deze omgeving liggen strandwallen en strandvlaktes dicht onder de oppervlakte. De strandwallen zijn opgeworpen door de zee en ontstonden in meerdere reeksen parallel aan de kust. De oudste van de bewaard gebleven strandwallen is het meest oostelijk gelegen. Op de strandwallen ontstonden lage duinen door zandverstuivingen, de zogenaamde oude duinen. De strandwallen en oude duinen werden al vroeg gebruikt voor bewoning en als akkerland. In de Middeleeuwen ontstonden nederzettingen, waaronder Beverwijk, op de strandwallen. Ongeveer vanaf de tiende eeuw kwamen nieuwe zandverstuivingen in de kuststrook voor, waarbij de veel hogere Jonge Duinen werden opgeworpen. De graven van Holland bezaten in Beverwijk een domeinhof rondom de geest Hofland. Nadat deze hof in 1248 was opgeheven, werden door diverse edellieden kastelen gebouwd op delen van de voormalige hof. Eén van die kastelen was het binnen het bestemmingsplangebied gelegen kasteel Ter Wijk of Oosterwijk. Resten van dit kasteel zijn behouden gebleven en liggen op een omgracht terrein aan de Laan der Nederlanden. In de omgeving zijn ook resten van andere kastelen uit het verdedigingsstelsel terug gevonden, zoals de resten van Adrichem en Oud-
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
5
Haerlem. Voorbeelden van kastelen die in de zeventiende eeuw werden getransformeerd tot buitenplaatsen en tot de huidige dag bewaard bleven zijn Assumburg en Marquette. In de zeventiende eeuw kwam rond de oude kern van Beverwijk de tuinbouw op. Dit tuinbouwgebied in de binnenduinrand liep door tot bij Heemskerk. Op de zandige grond werden voornamelijk groenten, peulvruchten en fruit verbouwd. De teelt van aardbeien, waarmee Beverwijk onder andere bekend geworden is, vond plaats vanaf het begin van de twintigste eeuw. Tevens werden vanaf die tijd ook bloemen gekweekt, zoals nog altijd aan de westzijde van Beverwijk en Heemskerk gebeurt. Van de tuinbouwactiviteiten zijn geen restanten meer in het plangebied te vinden. Het plangebied werd grotendeels in de jaren zestig van de vorige eeuw bebouwd met flats en rijenwoningen. Het noordelijke deel van het plangebied staat in Beverwijk ook wel bekend onder de naam Oosterwijk, terwijl het zuidelijke deel ook bekend is onder de naam Zwaansmeer. Tijdens deze bouwactiviteiten zijn verschillende archeologische vondsten gedaan waaruit de cultuurhistorische waarde van de bodem in dit gebied is gebleken. Zo werden de resten van de hoofdburcht van kasteel Oosterwijk vrijgelegd. Aan de voorburcht werd toen nog geen aandacht geschonken.
2.2.
Ruimtelijke structuur Het plangebied is grotendeels in de jaren zestig van de twintigste eeuw bebouwd. Het gebied ten noordoosten van de Laan der Nederlanden werd gebouwd in de eerste helft van dat decennium, terwijl het deel ten zuidwesten van de Laan der Nederlanden in de tweede helft van de jaren zestig werd bebouwd. Kenmerkend voor deze periode is de zogenaamde stempelverkaveling. Portiekflats en rijenwoningen met bijbehorende wegen, trottoirs en groenvoorziening in een herhaald patroon. Ten noordoosten van de Laan der Nederlanden bestaat het plangebied grotendeels uit een afwisseling van portiekflats en rijenwoningen. Aan de zuidwestzijde ervan zijn vooral rijenwoningen gebouwd. Aan de Luxemburglaan, de Moezelstraat, de Sauerstraat en het Beneluxplantsoen zijn galerijflats gebouwd, die wat jonger zijn dan de portiekflats en rijenwoningen in de rest van de wijk. Op sommige plekken in de wijk zijn later nieuwe invullingen toegevoegd. Zo is er aan de Waverstraat en IJsselstraat een nieuwe invulling met gestapelde laagbouw te vinden (jaren tachtig twintigste eeuw). Aan de Adigestraat, Rubiconstraat en Arnostraat zijn nieuwe toevoegingen aan de portiekflats gemaakt, die de uitstraling van een lage toren geven.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
6
Afbeelding 3: Topografische situatie 2000.
Een belangrijk landschappelijk element in het plangebied Beneluxlaan is het door een gracht omgeven terrein met de resten van kasteel Oosterwijk. Behalve als archeologisch belangrijk terrein en bouwkundig rijksmonument heeft het terrein ook landschappelijke waarde, voornamelijk in relatie tot de andere kastelen in en rond Beverwijk. Groenstructuur Aan de westzijde van het plangebied Beneluxlaan liggen Sportpark Adrichem, park Overbos en het Willem-Alexanderplantsoen. Samen met het groen van de Laan der Nederlanden en de Spoorsingel behoren deze groene gebieden tot de hoofdgroenstructuur. Het groen langs de Laan der Nederlanden en de Spoorsingel is onderdeel van de 'groene ring'. De bomen staan hier in groepen of rijen en zijn van de eerste grootte. Naast het groen van de hoofdgroenstructuur bevat het plangebied Beneluxlaan dankzij de stempelverkaveling veel groen in de vorm van grasvelden met verspreid geplante bomen. Het groen heeft een semi-openbaar karakter. Toevoegen van functies zoals speelplekken of zitgelegenheden maakt het groen beter gewaardeerd en minder anoniem. Het informele karakter
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
7
van het groen moet bij herinrichtingen zoveel mogelijk behouden blijven. Er moet een verbetering komen in de groene aansluiting met name van langzaam verkeersroutes vanuit het plangebied naar Sportpark Adrichem, Park Overbos en het Willem-Alexanderplantsoen. Bij de kruising Laan der Nederlanden – Belenuxlaan is veel groen aanwezig, die onder meer onderdeel vormt van de voormalige voor- en hoofdburcht van kasteel Oosterwijk. Waterstructuur Langs de noordzijde van de Laan der Nederlanden ligt een watersingel met een waterpartij. Langs de spoorlijn bevindt zich een sloot.
2.3.
Functies Het gebied heeft voornamelijk een woonfunctie met hoog- en laagbouw. Daarnaast liggen verspreid over de wijk diverse maatschappelijke voorzieningen zoals scholen en kerken, een wijksteunpunt aan de Beneluxlaan en een speeltuinvereniging met clubhuis aan de Merwedestraat. Op de hoek Laan der Nederlanden/Beneluxlaan bevindt zich een autobedrijf met een tankstation. En op de hoek Merwedestraat/Laan der Nederlanden staat een autogarage. Aan de Belgiëlaan bevindt zich een flat met daaronder diverse functies, zoals een autogarage, een apotheek en detailhandel.
2.4.
Nieuwe ontwikkelingen Het betreft hier een bestaande woonwijk. Vooral in de afgelopen jaren heeft een aantal nieuwbouwontwikkelingen plaats gevonden, waaronder een nieuw appartementengebouw aan de Italiëlaan. Momenteel wordt gebouwd aan een complex met appartementen, een kerk en een school tussen de Laan der Nederlanden, Spaarnestraat, Zwaansmeerstraat en Drechtstraat.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
8
2.5.
Verkeer Binnen het plangebied kan een onderscheid worden gemaakt naar verschillende categorieën wegen (afbeelding 4), zoals vastgesteld in het stedelijk verkeers- en vervoersplan (SVVP). De Laan der Nederlanden en de Beneluxlaan ten noordoosten van de Laan der Nederlanden zijn aangewezen als gebiedsontsluitingswegen type I (GOW I). De Italiëlaan is aangewezen als gebiedsontsluitingsweg type II (GOW II). Wegen van het type GOW I en GOW II zijn wegen waar 50 km/uur gereden mag worden, waarbij de GOW I zich onderscheidt van de GOW II door onder andere vrijliggende fietspaden langs GOW I en fietsstroken op GOW II. Het verkeer in de wijk zelf wordt afgewikkeld via een stelsel van woonstraten, de erftoegangswegen (ETW), waarvoor een 30 km/uur regiem geldt. Langs de Laan der Nederlanden en de Beneluxlaan zijn goede fietsvoorzieningen in de vorm van vrijliggende fietspaden aanwezig. Aan de noordkant van het plangebied ligt het Willem Alexander Plantsoen. De langzaamverkeerroutes van het plantsoen sluiten aan op voet- en fietspaden langs de Laan der Nederlanden en op de Luxemburglaan. Afbeelding 4: Verkeersstructuur Beverwijk.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
9
Oostelijke Doorverbinding De Oostelijke Doorverbinding is de nieuwe verbinding tussen Westelijke randweg (N197) en de A9. Als gevolg van de aanleg van de Oostelijke Doorverbinding neemt de intensiteit van het autoverkeer op de Laan der Nederlanden toe. De Laan der Nederlanden is via een tunnel onder de spoorlijn Haarlem - Uitgeest doorgetrokken naar de Broekpolder waar deze door middel van een rotonde aansluit op de centrale gebiedsontsluitingsweg van deze nieuwe wijk. Hiermee ontstaat een sterkere ruimtelijke en functionele verweving van de Broekpolder met bestaand Beverwijk. In het kader van de aanleg van de Oostelijke Doorverbinding zullen de fietspaden, gelegen langs Beneluxlaan (GOW I) en Laan der Nederlanden (GOW I), waar noodzakelijk zo veel mogelijk worden ingericht als fietspad voor tweerichtingsverkeer om het aantal oversteekbewegingen voor fietsers te beperken. De Broekpolder is voor langzaam verkeer te bereiken via een tunnel in het verlengde van de Belgiëlaan. De tunnel is bedoeld voor (brom)fietsers en voetgangers in twee richtingen. Parkeren Voor inbreidplannen in het gebied geldt, voor zover er sprake is van toename van het aantal woningen of voorzieningen, de plicht het parkeren conform het actuele parkeerbeleid (normen) te realiseren. Het vigerend beleid is dat dit op eigen terrein moet worden gerealiseerd. Hierbij dient een minimumgedeelte van de vereiste parkeergelegenheid openbaar toegankelijk te zijn. Onder wooncomplexen als appartementen is het toegestaan om verdiept of half verdiept, gebouwde parkeervoorzieningen te realiseren. Gelet op de ruimtelijke kwaliteit is het niet gewenst dat er willekeurig in voortuinen parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Indien er naast de woning opstelruimte is, is het wel mogelijk er te parkeren. Eventueel mag de auto dan gedeeltelijk voor de voorgevel uitsteken. Het parkeren op eigen erf kan gecombineerd worden met een garage of carport. Maar ook als er geen garage wordt gerealiseerd, kan de auto naast het huis worden gestald. Indien een garage wordt gerealiseerd, dient er voor de garage voldoende ruimte over te blijven om de auto te parkeren. Het is echter niet toegestaan om een inrit te creëren die direct op een Gebiedsontsluitingsweg I uitkomt.
2.6.
Cultuurhistorie en archeologie In het kader van het bestemmingplan is door het Steunpunt Cultureel erfgoed het "Cultuurhistorisch kader voor het bestemmingsplan Beneluxlaan"1 opgesteld. In het rapport wordt een advies gegeven ten aanzien van cultuurhistorie. Ook is er een verkennend archeologisch onderzoek uitgevoerd en is een selectieadvies archeologie opgesteld.
1
Cultuurhistorisch kader voor het bestemmingsplan Beneluxlaan, Steunpunt Cultureel erfgoed, 28 september 2004
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
10
Cultuurhistorie Het omgrachte terrein met de resten van kasteel Oosterwijk, ook wel Kasteel Foreest genoemd, is zowel historisch-geografisch als archeologisch waardevol. Bovendien heeft dit terrein een landschappelijke waarde, mede gelet op de relatie tot de andere kastelen in en rond Beverwijk. Bij de revitalisering van de woonwijken en renovatie van flats en woningen wordt aanbevolen rekening te houden met de eenheid, bouwstijl en het karakter van de wijk. Het is mogelijk nieuwe elementen aan de wijk toe te voegen, maar deze moeten op een goede manier worden ingepast. Bij de renovatie van flats en woningen dient ook rekening gehouden te worden met de eenheid die de woningen vormen en de sobere uitstraling ervan. Archeologie In het plangebied kunnen, gelet op de aanwezigheid van nederzettingssporen en aanwijzingen voor landbouwactiviteiten vanaf de IJzertijd tot in de Middeleeuwen, in principe overal in de bodem archeologische waarden aanwezig zijn, voor zover deze nog niet tot op grote diepte geroerd is in recente perioden. Bijzondere aandacht verdienen dan ook de groenzones in het plangebied. Recent is gebleken dat bij de werkzaamheden ter voorbereiding van de bouw van een flat bij de Beneluxlaan sporen uit de IJzertijd en een middeleeuws verkavelingspatroon uit de elfde of twaalfde eeuw werden aangetroffen. Bovendien werd een deel van de gracht van de voorburcht van kasteel Oosterwijk teruggevonden. Dit kasteel was gebouwd in de dertiende eeuw en gelegen op een kunstmatige hoogte omringd door een vierkante gracht. Na de dood van de laatste eigenaar, iemand uit het geslacht Foreest, begon het verval van het slot. De ruïne werd in 1856 bovengronds afgebroken en nadien is een groot deel van de fundamenten verwijderd. Na de opgraving van de hoofdburcht in de jaren zestig is een gracht rond de nog zichtbare resten van het kasteel gegraven. In de directe omgeving zijn daarnaast nog sporen van de voorburcht en grachten aangetoond. Deze zijn niet direct zichtbaar. Direct ten noordwesten hiervan lag de voorburcht van dit kasteel, waarvan de waterput indertijd werd teruggevonden. De overige resten en de grachtvullingen van de voorburcht zullen zich nog in de bodem bevinden. In het gebied zijn voormalige lunetten aanwezig (zie Afbeelding 5, nummers 2, 3, 4). waarvan ook nog belangwekkende resten in de bodem bewaard kunnen zijn gebleven. Met name de bodem van de groenzones en plekken van de voormalige lunetten verdienen vanuit het oogpunt van archeologie bijzondere aandacht. Tenslotte is het voormalige Zwaansmeer archeologisch relevant (zie Afbeelding 5, nummer 5), dit meer lag aan de zuidoostkant van het plangebied.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
11
Afbeelding 5: Kaart archeologische waarden.
1 2 t/m 4 5 6 7
terrein met prehistorische cultuurlagen voormalige lunetten voormalig Zwaansmeer locatie voorburcht kasteel Oosterwijk Resten kasteel Oosterwijk (Rijksmonument)
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
12
3.
Beleidskader Op diverse bestuurlijke niveaus zijn beleidsuitspraken geformuleerd die relevant zijn voor het plangebied. In dit hoofdstuk volgt een korte samenvatting van de betreffende relevante nota's.
3.1.
Rijksbeleid Nota ruimte Op 23 april 2004 heeft het kabinet de Nota Ruimte vastgesteld. De Nota Ruimte bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. Voor heel Nederland wordt een beperkt aantal generieke regels gehanteerd onder de noemer ‘basiskwaliteit’: dat zorgt voor een heldere ondergrens op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, milieu, verstedelijking, groen en water. De na te streven basiskwaliteit geldt uiteraard ook voor nieuwe ontwikkelingen in het plangebied. Nota wonen Eén van de centrale boodschappen uit de Nota Wonen in de 21e eeuw is dat kwaliteit steeds belangrijker wordt. De woonconsument vraagt steeds meer kwaliteit en is ook bereid daarvoor te betalen. Daarom is er behoefte aan een kwaliteitssprong. Meer kwaliteit betekent doorgaans meer koopwoningen, meer grote woningen, meer woningen in een hoger prijssegment en vooral meer woningen in aantrekkelijke woonmilieus. Daarnaast wordt gewezen op het belang van differentiatie in de woningvoorraad en de daarmee samenhangende keuzemogelijkheden en leefkwaliteit binnen een wijk. Verdrag van Valletta (Malta, 1992) Voor gebieden die archeologische waarden bevatten of waar deze worden verwacht, is het wenselijk deze te bewaren in de grond. De rijks- en provinciale overheden zullen zoveel mogelijk stimuleren de bekende of verwachte waarden onaangeroerd in de grond te bewaren. Bij eventuele grondroerende werkzaamheden op deze plaatsen zal altijd nader onderzoek plaats moeten vinden om vast te stellen welke sporen in de grond bewaard zijn gebleven. Dit beleid komt voort uit het Verdrag van Valletta (Malta, 1992).
3.2.
Provinciaal beleid Streekplan Noord-Holland Zuid, 17 februari 2003 Het vigerende Streekplan Noord-Holland Zuid, vastgesteld op 17 februari 2003 geeft voor de provincie het ruimtelijk beleid weer tot ca. 2020. In het streekplan is het plangebied aangeduid als stedelijk gebied en het ligt binnen de rode contour. Verstedelijking mag uitsluitend plaatsvinden binnen de aangegeven rode contouren.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
13
In het streekplan is voor de periode 2000-2020, voor het streekplangebied, een capaciteitstekort voor woningbouw aangeven. Deze is gedefinieerd als zoekopgave voor ruimtelijke capaciteit en bedraagt 54.000. Deze wordt ingezet op het realiseren van 50% in bestaand stedelijk gebied door verdichting. Een belangrijke doelstelling in het streekplan is behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden. een overzicht van de (inter)nationale, regionale en lokale waarden in Noord-Holland is weergegeven op de "Cultuurhistorische Waardenkaart". Op deze kaart zijn voor het plangebied geen bijzonderheden aangegeven. Afbeelding 6: Fragment streekplankaart Noord-Holland Zuid.
Provinciale Milieubeleidsplan 2002-2006 De provinciale milieudoelstellingen zijn nader uitgewerkt in het "Provinciale Milieubeleidsplan (2002-2006)". De provincie stelt zich onder andere ten doel duurzaam produceren en consumeren te bevorderen. Voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Het PMP vormt samen met de streekplannen, het waterhuishoudingsplan en de Verkeers- en vervoersplannen het strategisch beleidskader van de provincie.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
14
Waterplan 2006 -2010 Het waterplan is op 30 januari 2006 vastgesteld door Provinciale Staten. Het beschrijft de kaders voor waterbeheer in Noord-Holland. Binnen deze kaders gaan waterschappen en gemeenten maatregelen treffen om ons te beschermen tegen wateroverlast en om de waterkwaliteit te verbeteren. Het opstellen van een waterplan is een wettelijke taak van de provincie. Met het vaststellen van het waterplan vervallen de zoekgebieden voor waterberging uit het streekplan Noord-Holland Zuid. Het waterplan biedt geen starre blauwdruk voor waterberging, maar beschrijft aan welke eisen het watersysteem moet voldoen om pieken in neerslaghoeveelheden op te kunnen vangen. De provincie heeft de voorkeur voor kleinschalige oplossingen om aan deze normen te voldoen. Voor het noordelijk deel van Noord-Holland is dit uitgangspunt al vastgelegd in het nieuwe streekplan. Ook voor het zuiden ziet de provincie graag fijnmazige oplossingen zoals het verbreden van sloten. Door de sterke verstedelijking van dit gebied biedt dit echter niet voor de hele bergingsopgave een oplossing.
3.3.
Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Waterbeheersplan 3 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in 2006 een nieuw waterbeheerplan (WBP3) vastgesteld. Het plan beschrijft de uitgangspunten en strategische doelen voor het waterbeheer voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009. De volgende thema’s komen in het WBP3 aan de orde: het beheer van het watersysteem, de aanpak van lozingen (bronaanpak) en ruimte voor water nu en in de toekomst. Het WBP3 is geldig van 2007 tot en met 2009. De inhoud van het plan is gebaseerd op reeds vastgesteld beleid zoals: het provinciale Waterplan 2006-2010; de uitgangspunten van de Europese Kaderrichtlijn Water; het door het bestuur van het hoogheemraadschap opgestelde Meerjarenbeleidskader. De strategische doelen uit het WBP3 zijn: Het hoogheemraadschap beheert het water onder dagelijkse omstandigheden integraal, volgens de provinciale verordening en de vigerende wetgeving; In 2009 voldoet de kwaliteit van het water in het gehele beheersgebied minimaal aan de waterkwaliteit van 2000, conform het provinciaal beleid (Provinciaal Waterplan); In 2009 zijn voor ca. 80 procent van de gebieden met een wateropgave met de provincie Noord-Holland, de grondbezitters en gemeenten procesafspraken gemaakt. In 2009 zijn 87 stuwen verbreed, 155 slimme stuwen en 15.000 m3/uur extra bemaling gebouwd en is ca. 300 ha berging gerealiseerd. De strategische doelen zijn in het plan verder uitgewerkt in subdoelen.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
15
Afbeelding 7: Vigerende bestemmingsplannen.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
16
3.4.
Gemeentelijk beleid Vigerende bestemmingsplannen In het plangebied vigeren de volgende twee bestemmingsplannen (Afbeelding 7): Bestemmingsplan Oosterwijk 1 e herziening: vastgesteld op 13 juli 1964, goedgekeurd op 13 april 1965; Bestemmingsplan Zwaansmeer1972– Hofland 1974: vastgesteld op 13 september 1973, goedgekeurd op 2 juli 1974. Concept beleidsnota Cultuurhistorische Beeldvisie Gemeente Beverwijk, 2003 In deze nota wordt het archeologiebeleid van de gemeente Beverwijk uiteengezet. Het doel van het archeologiebeleid is op een effectieve, controleerbare en klantvriendelijk wijze met het archeologisch erfgoed om te gaan. Gebiedsgerichte differentiatie is hierbij uitgangspunt. Naar een visie op de stad; Beverwijk 2020, 8 maart 2005 In dit rapport wordt een visie gegeven op de ontwikkeling van de stad Beverwijk tot 2020 onder meer ten aanzien van wonen, economie, voorzieningen en verkeer. Voor de woonwijken uit de jaren '50 en '60 wordt aangegeven dat hier, met name bij de portiek- en etagewoningen van drie of meer woonlagen, die niet meer aansluiten bij de huidige woningvraag, herstructurering zal plaatsvinden. Het gaat met name om sloop en vervangende nieuwbouw met eengezinswoningen en luxere en ruimere appartementencomplexen. Visie op het wonen tot 2010 in Beverwijk en Heemskerk, samen werken aan wonen De hoofddoelstelling in de visie is het in samenwerking met partijen op de woningmarkt realiseren van kwalitatief en kwantitatief, voldoende woningaanbod en aantrekkelijke woonmilieus in Beverwijk en Heemskerk. Keuzevrijheid en bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren op de woningmarkt staan hierbij centraal. Aandachtspunten in de nota zijn: wonen voor ouderen, bereikbare woningen voor mensen met een beperkt inkomen, verkoop huurwoningen, bijstellingen in het nieuwbouwprogramma, woonomgeving, herstructurering naoorlogse wijken, duurzaam bouwen en wonen en woonruimteverdeling. Er wordt een visie gegeven op herstructureringsprojecten in naoorlogse wijken, waarbij onder meer het verbeteren en vernieuwen van de woonkwaliteit en het voorkomen van segregatie achterliggende doelen zijn.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
17
4.
Milieuaspecten
4.1.
Bedrijfs- en milieuzonering In het plangebied zijn geen grote bedrijven aanwezig, waarvan verplaatsing vanwege hun overlast voor de omgeving noodzakelijk wordt geacht. Een aantal bedrijven en voorzieningen in het plangebied behoort tot de categorieën 1 en 2 van de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering (1992). Deze bedrijven zijn inpasbaar in de woonomgeving. Er zijn drie garagebedrijven met milieucategorie 2, namelijk het tankstation met garage aan de Laan der Nederlanden 98, het autobedrijf aan de Belgiëlaan 33 en de garage aan de Laan der Nederlanden 1. Voorts is aan de Amstelstraat 44 een drukkerij (Europa Print) gevestigd. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, waardoor niet nader hoeft te worden ingegaan op bedrijfs- en milieuzonering.
4.2.
Wegverkeerslawaai In het kader van de Wet geluidhinder liggen er zones rond alle wegen, behalve wegen op een woonerf of met een maximumsnelheid van 30 km/uur. Binnen een zone moet voor het realiseren van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen, onderzoek worden gedaan naar de optredende geluidbelasting. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai is 48 dB. Bij een geluidsbelasting van 49 tot en met 63 dB op de gevel, is het in binnenstedelijk gebied mogelijk met een hogere waardenprocedure een vrijstelling aan te vragen. Een hogere waarde dient voor de vaststelling van het bestemmingsplan te zijn verleend. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Er hoeft daarom geen onderzoek te worden uitgevoerd naar de optredende geluidbelastingen. Ten aanzien van de bouwplannen aan de Italiëlaan en aan de Spaarnestraat / Zwaansmeerstraat / Drechtstraat zijn de vrijstellingsprocedures (artikel 19 WRO) reeds afgerond, derhalve wordt in dit bestemmingsplan geen aandacht meer besteed aan het aspect geluid in dit opzicht.
4.3.
Railverkeerslawaai Aan de zuidoostkant, grenzend aan (en net buiten) het plangebied, ligt de spoorlijn Haarlem Uitgeest. De zone van deze spoorlijn strekt zich 100 meter het plangebied in. Om binnen deze zone nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen te realiseren moet de geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai worden bepaald. De voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai is 55 dB. De maximale waarde waarvoor met een hogere waardenprocedure ontheffing kan worden verleend is 68 dB. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt binnen de zone van de spoorlijn. Er hoeft daarom geen onderzoek naar de optredende geluidsbelastingen te worden uitgevoerd.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
18
4.4.
Externe veiligheid Het voorliggende bestemmingsplan is een conserverend plan. Het aantal personen in het plangebied neemt niet toe. Het plangebied ligt in het oosten van Beverwijk en heeft gemiddeld 80 inwoners per hectare2. Wettelijk toetsingskader Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (2004) heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimum (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit het bevoegde gezag afstand te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. Daaruit volgt een beperking van het totale aantal aanwezige personen in de directe omgeving van een risicovol bedrijf. Dit doel wordt in het BEVI vertaald naar de begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico. In het BEVI zijn de risiconormen (grenswaarde en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico en oriënterende waarde voor het groepsrisico) wettelijk vastgelegd. Gemeenten en provincies moeten, als bevoegd gezag, de normen uit het besluit naleven bij het opstellen en wijzigen van bestemmingsplannen en bij het verlenen van milieuvergunningen. In de circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (2004) is het rijksbeleid over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het BEVI. Om te kunnen bepalen of het vervoer van gevaarlijke stoffen over een bepaalde route voldoet aan de externe veiligheidsnormen, moet eerst het plaatsgebonden risico en het groepsrisico worden bepaald. Toetsingskader groepsrisico provincie Noord Holland De provincie Noord-Holland heeft een toetsingskader groepsrisico opgesteld voor de beoordeling van ruimtelijke plannen. Verantwoording De verantwoordingsplicht is aan de orde als het invloedsgebied van BEVI-inrichtingen over het gebied waarvoor een ruimtelijk plan wordt opgesteld, valt. Plaatsgebonden risico inrichtingen -6 De 10 PR-contouren van DSM Agro en het emplacement Beverwijk liggen niet tot over het -6 plangebied. Er wordt voldaan aan de wettelijke PR-eis: de grenswaarde van 10 /jaar wordt in acht genomen. Plaatsgebonden risico transportassen Modaliteit Weg:
2
Advies bestemmingsplan Beneluxlaan, milieudienst IJmond, 17 juli 2007.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
19
De gemeente Beverwijk heeft een routering vervoer gevaarlijke stoffen vastgesteld (2002). De routering loopt voor een deel langs en door het plangebied. Hierover vindt transport van LPG met een frequentie lager dan 200/jr. Het aantal LPG-transporten is daarmee is lager dan -6 8.000 per jaar, waardoor de route geen 10 contour heeft. Modaliteit Rail: Verder ligt het plan aan de spoorlijn Haarlem Uitgeest. Over deze spoorlijn vindt het transport van gevaarlijke stoffen plaats. Volgens de risicoatlas Spoor (gegevens uit 1998) wordt er op het baanvak gereden met ammoniak (stof B2) met een intensiteit van 1.950 ketelwagens op jaarbasis. Wanneer de vervoersstroom gevaarlijke stoffen in ketelwagens in voor de externe veiligheid -6 relevante categorieën per jaar kleiner is dan 7.000, heeft een baanvak geen 10 contour. Aan de spoorlijn ligt ten zuiden van het plangebied het emplacement Beverwijk. Volgens opgave van Prorail is er vergunning verleend om op het baanvak ammoniak (stof B2) te vervoeren met een intensiteit van 4.500 ketelwagens op jaarbasis. Dit vervoer vindt evenwel niet plaats in de richting van Heemskerk zodat het voor het plangebied niet relevant is. Modaliteit overig: Het transport van gevaarlijke stoffen over het water en door buisleidingen vindt niet plaats in de nabijheid ( < 200 m) van het plangebied. Conclusie -6 Er liggen geen 10 contouren van transportroutes over het plangebied. Er wordt voldaan aan de -6 wettelijke PR-eis: de grenswaarde van 10 /jaar wordt in acht genomen. Groepsrisico risico inrichtingen Het invloedgebied van DSM Agro valt over het plangebied. Er is sprake van een conserverend bestemmingsplan zonder nieuwe ontwikkelingen. Het aantal personen in het invloedsgebied van de risicobronnen neemt als gevolg van de actualisatie van dit bestemmingsplan, niet toe. Daarom neemt ook het groepsrisico van de inrichting niet toe. Aan de spoorlijn ligt ten zuiden van het plangebied het emplacement Beverwijk. Het plangebied -6 valt niet binnen de 10 GR-contour. Groepsrisico risico transport Modaliteit weg: -8 Het plan ligt gedeeltelijk binnen de 200 meter-contour (afwegingsgebied, 10 contour) van de routering gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat er de verplichting geldt om een gemotiveerde uitspraak te doen over het veiligheidsniveau van het groepsrisico. Hierover vindt transport van LPG met een frequentie lager dan 200/jr. In het boekje ‘Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen’ staat een aantal vuistregels aan de hand waarvan toetsing aan de risiconormering kan worden uitgevoerd. Wanneer de combinatie van aantallen LPG-wagens per jaar en inwoner-dichtheid bij 50 km/h weg lager is dan 200, wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico voor een inwoner-
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
20
dichtheid van 80 inwoners/ha niet overschreden. (ongeacht de afstand van de bebouwing tot de weg). Modaliteit rail: Volgens de risicoatlas Spoor (gegevens uit 1998) wordt er op het baanvak nr. 35 Uitgeest – Beverwijk gereden met ammoniak (stof B2) met een intensiteit van 1.950 ketelwagens op jaarbasis. De oriënterende waarde van het groepsrisico wordt niet overschreden. Het aantal personen in het invloedsgebied van de risicobron neemt als gevolg van de actualisatie van dit bestemmingsplan, niet toe. Daarom neemt ook het groepsrisico van de inrichting niet toe. Conclusie Het bestemmingsplan is getoetst op de in het BEVI en in de Circulaire RNVGS aangegeven externe veiligheidsaspecten plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het transport van gevaarlijke stoffen over water of door een buisleiding speelt geen rol bij de planlocatie. Het plan ligt, als kwetsbaar object, in het invloedsgebied van DSM Agro. Het groepsrisico vanwege de inrichting is aanzienlijk lager dan de oriënterende waarde, zodat ruimschoots aan de eisen voor het groepsrisico is voldaan. Het groepsrisico als gevolg van weg- en railtransport ligt onder de oriënterende waarde. Geconcludeerd kan worden dat voor dit (conserverend) plan geldt dat externe veiligheid als minder relevant kan worden beschouwd. De regionale brandweer is door de gemeente geraadpleegd voor een advies over zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid3. Dit advies dient meegewogen te worden bij de besluitvorming. Advies regionale brandweer De regionale brandweer geeft in het advies aan dat in het plangebied de richtlijnen voor het groepsrisico niet worden overschreden. In die zin kunnen de externe risico’s van bovengenoemde bedrijven als aanvaardbaar worden aangemerkt, en zijn geen bijzondere maatregelen noodzakelijk. Desalniettemin is er een zeer kleine kans op ontwikkeling van scenario’s met grote effecten, waarbij de bron– en effectbestrijding bijzonder problematisch kunnen zijn. In dat geval kunnen de effecten van een dergelijk ongeval worden beperkt door een snelle waarschuwing / alarmering van de bevolking en het faciliteren van de (zelf)redzaamheid. Maatregelen die getroffen kunnen worden om de (zelf)redzaamheid te vergroten zijn onder meer: voorlichting en specifieke instructie vooraf, tijdige alarmering van de bevolking, vluchtmogelijkheden, verzamelplaatsen en dergelijke. Dit zijn echter geen zaken die in het onderhavige bestemmingsplan geregeld kunnen worden, maar passen beter in een nog te ontwikkelen risicocommunicatiebeleid.
3
Advies bestemmingsplan Beneluxlaan, Veiligheidbureau Kennemerland, 19 mei 2008.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
21
4.5.
Bodem Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. Op gronden waarvan het huidig gebruik gehandhaafd blijft is er geen noodzaak tot het verrichten van onderzoek naar de bodemkwaliteit teneinde vast te stellen of er beperkingen zijn die deze uitvoerbaarheid in de weg staan. Indien op enig moment toch sprake is van invulling dient voor nieuwe bestemmingen minimaal een historisch bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Over het algemeen worden binnen de gemeente in de grond lichte tot matig verhoogde gehaltes met zware metalen en PAK gemeten. Deze gehaltes vormen geen belemmering voor het beoogde gebruik van het gebied als wonen, wonen met tuin en bedrijfsmatige activiteiten. Een belangrijk deel van het plangebied was vroeger in gebruik als tuinbouwgebied. Op basis van het gebruik als tuinbouwgebied is geen verontreiniging te verwachten. Op een aantal locaties in het gebied is om uiteenlopende redenen, zoals voor het verlenen van bouwvergunningen, bodemonderzoek uitgevoerd. Bij de uitgevoerde bodemonderzoeken zijn geen bodemverontreinigingen van enig belang aangetroffen. Vooralsnog zijn dus geen plaatsen aan te wijzen waar beperkingen aan het gebruik moeten worden gesteld. Ten aanzien van de bouwplannen aan de Italiëlaan en aan de Spaarnestraat/Zwaansmeerstraat/ Drechtstraat zijn de vrijstellingsprocedures (artikel 19 WRO) reeds afgerond, derhalve wordt geen aandacht meer besteed aan het aspect bodem in dit opzicht.
4.6.
Luchtkwaliteit Wet luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Op de beoordeling van luchtkwaliteit is niet alleen de Wet milieubeheer van toepassing, maar ook het Besluit “niet in betekende mate bijdragen” en drie regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (NIBM), de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). De Wet luchtkwaliteit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Afhankelijk van de projectfase kan dit besluit – voortvloeiend uit het overgangsrecht - echter van belang blijven bij de beoordeling van luchtkwaliteit. Voor het onderhavig project speelt het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen rol meer. Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project ‘in betekenende’ mate van invloed is op de luchtkwaliteit. In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn handvatten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Op dit moment (voorafgaande aan inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, NSL) is het begrip “niet in betekenende mate” gedefinieerd als een bijdrage die maximaal 1% (tijdelijk) of 3 % (na inwerkintreding NSL) bedraagt van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De mate van schaalgrootte waaronder niet hoeft te worden getoetst (de vertaling van bovengenoemde
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
22
1% norm naar concrete bouwprojecten), bedraagt 500 woningen bij één ontsluitingsweg. Voor het ontwikkelen van kantoorlocaties geldt een schaalgrootte van 33.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij één ontsluitingsweg. De Regeling NIBM benoemt tevens categorieën van gevallen die niet in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging. Als een project in één van deze categorieën valt of voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (500 woningen of 33.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. De begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen blijven van belang. Voor wat betreft de bescherming van kwetsbare groepen zal nog aanvullende wetgeving (Besluit gevoelige bestemmingen) van kracht worden. Situaties waar de luchtkwaliteitnormen worden overschreden zullen integraal worden aangepakt met maatregelpakketten voor probleemgebieden. Er worden op drie bestuurslagen maatregelen genomen, namelijk door het rijk, provincie en gemeenten (Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit, NSL). Samenvattend vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; • een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging; • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Luchtkwaliteitsnormen De luchtkwaliteitsnormen zijn opgenomen in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit. De normen zijn niet veranderd. De volgende grenswaarden (jaargemiddeld) zijn opgenomen: • Zwavel (SO2): 125 µg/m3 • Stikstofdioxide: 40 µg/m3 • Fijn stof (PM 10): 40 µg/m3 • Koolstofmonoxide: 8 uurgemiddelde 6 mg/m3 • Benzeen: 10 µg/m3 • Lood: 0,5 µg/m3 In de praktijk zijn alleen de normen voor stikstofdioxide en fijn stof van belang. In de bijlage is een volledig overzicht van de normen opgenomen. Beoordeling plan Het betreft een conserverend bestemmingsplan waarin geen ontwikkelingslocaties zijn opgenomen. Luchtkwaliteit plangebied In verband met een goede ruimtelijke ordening wordt de luchtkwaliteitssituatie in het plangebied in grote lijnen beoordeeld. Hiervoor wordt verwezen naar het luchtonderzoek dat is opgesteld
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
23
ten behoeve van het bestemmingsplan Broekpolder Zuidwest4. In dat onderzoek is de Laan der Nederlanden betrokken. Geconcludeerd wordt dat de grenswaarden niet worden overschreden. Conclusie In november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Volgens deze wet is sprake van een plan dat niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het betreft een conserverend bestemmingsplan. Het plan hoeft niet meer te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.
4.7.
Flora en fauna Het bestemmingsplan is conserverend van aard. De omstandigheden voor eventueel in het plangebied aanwezige, beschermde planten en dieren zullen niet significant wijzigen. Hierdoor zullen deze organismen niet met extra bedreigende factoren worden geconfronteerd. Daarom is geen ecologisch onderzoek noodzakelijk. Ten aanzien van de bouwplannen aan de Italiëlaan en aan de Spaarnestraat/Zwaansmeerstraat/ Drechtstraat zijn de vrijstellingsprocedures (artikel 19 WRO) reeds afgerond, derhalve wordt geen aandacht meer besteed aan het aspect flora en fauna in dit opzicht.
4.8.
Water Open water In het plangebied zijn diverse waterpartijen gelegen. De grootste waterpartij is gelegen in de wijk Oosterwijk aan de Laan der Nederlanden (ca. 8300 m²). Ten westen van de spoorlijn in de wijk Oosterwijk is een smalle watergang gelegen over een lengte van ca. 500 m. Aan de Lau Mazirelstraat in de wijk ‘Zwaansmeer ‘ is een smalle watergang gelegen die in de droge perioden van het jaar deels droogvalt. In totaal is er binnen het plangebied ca. 10.000 m² open water aanwezig. De waterpartijen langs de Laan der Nederlanden worden hoofdzakelijk gevoed met water dat afkomstig is van meer westelijk gelegen waterpartijen. Door middel van duikers zijn deze waterpartijen met elkaar verbonden. De afvoer van het water geschiedt middels de spoorsloot ter hoogte van de wijk Zwaansmeer in zuidelijke richting. In perioden van hevige regenval komen hoge waterstanden in met name de Spoorsloot voor. Het Hoogheemraadschap wil de Spoorsloot verbreden om meer waterberging te realiseren. Hemelwater en Afvalwater In het rioleringsbeleid van het hoogheemraadschap wordt er naar gestreefd om (schoon) hemelwater zoveel mogelijk rechtstreeks af te voeren naar het oppervlaktewater. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de afstroming van potentieel verontreinigd hemelwater naar
4
Aanvulling luchtkwaliteitsonderzoek bestemmingsplan Broekpolder Zuidwest, Milieudienst IJmond, 20 september 2007.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
24
het oppervlaktewater. Voor de omgang van hemelwater hanteert het hoogheemraadschap de "Beslisboom Afkoppelen" van de Werkgroep Riolering West-Nederland als beleid. De afvoer van hemelwater en afvalwater afkomstig van bebouwing in dit gebied geschiedt middels een gemengd rioolstelsel. Dit rioolstelsel heeft uiteindelijk een overstort in de haven De Pijp. De hoeveelheid en frequentie van deze overstort zijn hoog. Op termijn zijn daarom maatregelen nodig. Een uitbreiding van op de riolering aangesloten verhard oppervlak binnen Beverwijk is daarom ongewenst. Ook in de grote waterpartij aan de Laan der Nederlanden en in de Spoorsloot zijn overstortvoorzieningen aangebracht. Deze overstorten zijn bedoeld om bij perioden van hevige neerslag plaatselijk de druk van de riolering te verminderen zodat het afvalwater niet terug in de woningen kan stromen. De frequentie van deze overstorten zijn laag maar hebben grote gevolgen voor de waterkwaliteit. Ter verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater zijn op termijn maatregelen gewenst om deze overstorten te verminderen. De gemeente streeft daarom naar de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem. Regenwater, afkomstig van daken en verkeersluwe straten wordt dan gescheiden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Bij de afvoer van regenwater moet rekening worden gehouden met de aard van de verharde oppervlakken om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Afkoppelen van verhard oppervlak geschiedt altijd in overleg met de gemeente en de waterbeheerder en is alleen toegestaan indien een goede waterkwaliteit kan worden gewaarborgd. Grondwater Grondwateroverlast is onderzocht in het rapport “Actualisatie grondwaterbeheerplan, gemeente Beverwijk” (Wareco, september 2004). Volgens het rapport zijn de gemiddelde grondwaterstanden in het plangebied ca. 0,7 – 0,2 meter onder het maaiveld. De hoogste grondwaterstanden komen voor in de wijk Oosterwijk en in het zuidoosten van de wijk Zwaansmeer. In de natte perioden van het jaar is er binnen vrijwel het hele plangebied risico op grondwateroverlast. Regenwater kan dan niet snel genoeg in de bodem wegzakken en blijft langer op straat en in de plantsoenen staan. Bij wijziging van de bestemming en herinrichting van delen van de wijk moet rekening gehouden worden met hoge grondwaterstanden. Bij voorkeur wordt nieuwbouw in deze gebieden uitgevoerd zonder kruipruimte. Drainage mag uitsluitend aangelegd worden in overleg met de gemeente. Drainage mag niet aangesloten worden op het vuilwaterriool. De aanleg van drainage geschiedt altijd in overleg met de gemeente en is alleen toegestaan als aangetoond kan worden dat de ontwateringmaatregelen voldoende zijn en de veiligheid van de waterhuishouding niet afneemt. Bij rioolvervangingen en bij nieuwbouw streeft de gemeente ernaar om de hemelwaterafvoer af te koppelen van de riolering en via een gescheiden systeem op het oppervlaktewater te laten lozen (conform de beslisboom Afkoppelen). Om ongewenste peilstijgingen te voorkomen in het oppervlaktewater is het wenselijk om indien mogelijk de waterberging in dit gebied te vergroten. De vijver aan de Laan de Nederlanden in de wijk Oosterwijk is in het kader hiervan al verruimd. Voor het woongebied dat globaal wordt begrensd door de Alzettestraat, Neckarstraat en de Aubachstraat is een apart grondwaterbeheerssysteem ingesteld. Door middel van een draina-
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
25
gesysteem wordt de grondwaterstand op een lager niveau gehouden om te voorkomen dat een restverontreiniging in de bodem het grondwater kan vervuilen. Deze beheersmaatregel maakt onderdeel uit van een bodemsanering en wordt aangeduid als “nazorg Aubachstraat”. Beheer en onderhoud Het plangebied valt onder de werking van de Keur en WVO regelgeving van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De in het openbaar gebied liggende waterlopen, drainage- en infiltratievoorzieningen zullen moeten worden onderhouden. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de riolering, drainage- en infiltratievoorzieningen in het openbare gebied. Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het peilbeheer en het onderhoud aan waterlopen en overige waterstaatkundige voorzieningen. Drainage- en infiltratievoorzieningen en riolering op particulier terrein worden beheerd door de eigenaar. De eigenaar zal moeten zorgdragen voor een adequaat beheer en voldoende goede controle- en inspectiepunten voor de controlerende instanties. Overleg met Hoogheemraadschap Bij de voorbereiding en totstandkoming van dit bestemmingsplan heeft een voorbereidend overleg plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Ook heeft het hoogheemraadschap gereageerd in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. De opmerkingen zijn in het voorliggende plan verwerkt.
4.9.
Duurzaamheid Bij duurzaam bouwen worden bouwwerken op een wijze gerealiseerd waarbij het milieu zo min mogelijk wordt belast. In elke fase van het bouwproces dient rekening te worden gehouden met duurzaam bouwen. De gemeente Beverwijk heeft in 2001 duurzaam bouwen beleid vastgesteld. Doelstelling van het beleid is om bij elke locatieontwikkeling, herinrichting of (ver)bouw van gebouwen maximaal bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van de stad. Het beleid is gedefinieerd aan de hand van de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen. De regio IJmond werkt vanaf 2006 aan een nieuwe werkwijze voor duurzaam bouwen waarin prestatiegericht werken centraal staat. De milieudienst maakt hierbij gebruik van het instrument GPR Gebouw. Dit instrument kan worden ingezet bij de bouw van woningen, scholen en kantoren. Het beslaat de deelaspecten materiaalgebruik, energie, afval, gezondheid, water en woonkwaliteit. Op deze deelaspecten wordt een ambitie bepaald die wordt uitgedrukt in een rapportcijfer tussen de 6 en de 10. Het vastgestelde gemeentelijke beleid is vertaald naar deze rapportcijfers. Het gemiddelde rapportcijfer hiervan ligt op minimaal het cijfer 7. Speerpunten van het beleid zijn energie en materiaalgebruik. In 2004 heeft de gemeente Beverwijk Klimaatbeleid vastgesteld. Het Klimaatbeleid is gestoeld op de afspraken in het Kyoto- protocol. Nederland moet in de periode 2008-2012 6% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. Hierin hebben de gemeenten een taakstelling. Binnen het klimaatbeleid wordt onder andere gestreefd naar een EPC verlaging van 5 tot 10 procent
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
26
ten opzichte van het wettelijke niveau en alle nieuw te bouwen of te renoveren woningen te voorzien van een lage temperatuursysteem.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
27
5.
Juridische vormgeving
5.1.
Plansystematiek Het bestemmingsplan is een consoliderend plan. Dit houdt in, dat er in principe geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, maar de bestaande situatie wordt bestemd conform het huidige gebruik. Het is een gedetailleerd bestemmingsplan, waarbij het accent ligt op het beheer, waarbij een gedetailleerde beheerregeling wordt geboden voor de in het gebied aanwezige functies en dat een directe toetsingsgrond voor een aanvraag voor een bouwvergunning biedt.
5.2.
Planvorm De vormgeving van plankaart en voorschriften van het bestemmingsplan Beneluxlaan is ingegeven door de invoering van het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2006 (IMR0-2006), de nieuwe Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2006 (PRBP-2006) en de aanstaande wetswijzigingen. Naar verwachting zal medio 2008 de fundamentele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn beslag krijgen. Ook het Besluit op de ruimtelijke ordening zal dan worden herzien. Naast deze wijzigingen heeft het ministerie van VROM inmiddels het rapport Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2006 (SVBP-2006) gepresenteerd. De SVBP2006 geeft "bindende afspraken" en "aanbevelingen" met betrekking tot: hoofdgroepen van bestemmingen; naamgeving, lettercode en kleur van hoofdgroepen; plaats en (alfabetische) volgorde van bestemmingen; weergave en (alfabetische) volgorde van functionele- en bouwaanduidingen. Het voorliggende bestemmingsplan heeft de bindende uitspraken als uitgangspunt, en de aanbevelingen zo veel mogelijk als uitgangspunt, genomen. Het bestemmingsplan Beneluxlaan vervult in belangrijke mate een beheers- en gebruiksfunctie en staat in beperkte mate ontwikkelingen toe. De juridische planvorm is afgestemd op het behoud van de aanwezige functies en het kunnen realiseren van (bouw)plannen voor enkele gewenste ontwikkelingen. Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur van het gebied is gekozen voor een gedetailleerde planvorm. Deze planvorm maakt het mogelijk alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een gedetailleerde bestemmingsregeling waardoor de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als zodanig kan worden beheerd en behouden.
5.3.
Voorschriften De voorschriften van het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn: Hoofdstuk I : Inleidende bepalingen; Hoofdstuk II : Bestemmingsbepalingen;
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
28
Hoofdstuk III: Hoofdstuk IV:
Algemene bepalingen: Overgangs- en slotbepalingen.
Hoofdstuk I: Inleidende bepalingen; In de Inleidende bepalingen worden de gebruikte begrippen beschreven (artikel 1) en worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop gemeten moet worden (artikel 2). Hoofdstuk II: Bestemmingsbepalingen; De Bestemmingsbepalingen bevat de volgende bestemmingen: Artikel 3 Bedrijf De in de bebouwde kom aanwezige bedrijven hebben deze bestemming gekregen. Omdat in de bebouwde kom milieucategorie 2 maximaal wenselijk is, zijn de bedrijfslocaties als zodanig bestemd. Voor de bestaande bedrijven die hieraan niet voldoen is een uitzondering gemaakt (lid 2), voor zover deze bedrijven aanwezig zijn op het moment waarop dit bestemmingsplan rechtskracht verkrijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het benzineservicestation op de hoek van de Beneluxlaan en de Laan der Nederlanden. Dienstwoningen zijn binnen de bestemming niet toegestaan. Artikel 4 Gemengd De bestemming "Gemengd" bevat een verzameling van functies zoals deze binnen het plangebied voorkomen. Omdat deze functies qua inpasbaarheid in de woonomgeving met elkaar overeenkomen zijn zij in deze bestemming opgenomen. Op deze wijze zijn de functies inwisselbaar geworden, met dien verstande dat de horecabedrijven uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding (h). Naast kantoren, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel, dienstverlening, alsmede horeca en bedrijven die passen binnen de woonomgeving (beide categorie 1), mag er binnen de bestemming ook gewoond worden. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld dienstwoningen toe te staan. Ook is het op deze wijze mogelijk om bij gestapelde bouwvormen op de verdieping wonen toe te staan en op de begane grond andere functies. Woningen in de vorm meergezinswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden met op de plankaart aangegeven aanduiding 'gestapelde woningen'. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het winkelcentrum aan de Belgiëlaan. Ten aanzien van de horeca valt nog op te merken dat hiervoor een aparte "Staat van horecaactiviteiten is" opgenomen. De werkwijze is analoog aan die van de "Staat van bedrijfsactiviteiten". Naast de toegestane horecabedrijven welke vallen onder de categorie 1 van de "Staat van horeca-activiteiten" geldt dat een horecabedrijf uit categorie 2a is toegestaan, indien deze reeds aanwezig is ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit bestemmingsplan. Dit is bijvoorbeeld het geval van de Speelautomatenhal aan de Belgiëlaan 39. Binnen de bestemming "Gemengd" is voldoende uitwisseling met andere functies mogelijk zodat de doelmatigheid van de bestemming gegarandeerd is. Als nevenfunctie bij het wonen zijn ook aan huis gebonden beroepen toegelaten. Dit wordt nader verklaart op pagina 33.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
29
Artikel 5 Groen De grotere openbare groenstroken, bermen en parken binnen het plangebied hebben de bestemming "Groen". Daarbinnen zijn ook water- en speelvoorzieningen toegestaan. Ten aanzien van archeologie is het mogelijk dat met name in de groenzones in de bodem archeologische waarden aanwezig zijn. Binnen de bestemming "Groen" is daarom een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Het archeologisch regiem is echter minder streng dan bij gronden die zijn aangewezen als "Archeologisch waardevol gebied". Artikel 6 Maatschappelijk Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke activiteiten toegestaan. Onder maatschappelijke activiteiten wordt verstaan: educatieve-, sociaal-medische-, sociaal-culturele- en levensbeschouwelijke activiteiten, activiteiten ten behoeve van sport en sportieve recreatie en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte horeca ten dienste van deze activiteiten. De horeca-activiteiten dienen te behoren tot categorie 1d van de Staat van Horeca-activiteiten. Dat betekent dat binnen deze bestemming uitsluitende horeca in de vorm van kantines en bedrijfsrestaurants is toegestaan. Ook de grotere nutsgebouwen zijn in deze bestemming ondergebracht. Gelet op de specifieke aard van deze gebouwen, is uitwisseling van functies hier niet wenselijk. De nutsgebouwen zijn dan ook door middel van de aanduiding 'nutsvoorziening' apart op de plankaart aangegeven. Artikel 7 Maatschappelijk en Wonen De ontwikkeling aan de Spaarnestraat/ Zwaansmeerstraat/Drechtstraat, waar appartementen, een school en diaconaal centrum komen, heeft de bestemming "Maatschappelijke en Wonen". Er is een beperking gesteld aan het aantal appartementen dat hier gebouwd mag worden en er zijn alleen woningen in gestapelde vorm toegestaan. Bovendien is aan het bouwvlak een maximaal bebouwingspercentage gekoppeld. Op de gronden binnen het bouwvlak is het toegestaan een half verdiepte parkeergarage te realiseren. Als nevenfunctie bij het wonen zijn ook aan huis gebonden beroepen toegelaten. Dit wordt nader verklaart op pagina 33. Artikel 8 Tuin Op de gronden met de bestemming "Tuin" (met name voortuinen) mogen in principe geen gebouwen worden opgericht. Uitgezonderd hiervan zijn bijvoorbeeld erkers en dakoverstekken. Deze zijn geregeld in de "Algemene bebouwingsbepalingen" in artikel 17 van de voorschriften. De gemeente voert een beleid dat in principe bij alle woningen erkers mogen worden gebouwd. De oppervlakte van de erker mag niet meer bedragen dan 6 m² per woning. De maximale diepte is 1 meter. De erker mag niet hoger zijn dan de verdiepingsvloer. Verder is er een uitzondering gemaakt Voor de in voortuinen aanwezige bebouwing is bepaald dat deze wordt geacht te passen binnen de bepalingen van het plan. Hiermee is deze bebouwing gelegaliseerd. In veel gevallen is het niet mogelijk en niet wenselijk om de auto op eigen erf te parkeren. De ruimtelijke kwaliteit zou op een onaanvaardbare wijze worden aangetast indien men bijvoorbeeld in de voortuin, vóór de woning, zou gaan parkeren. Dit is dan ook als een strijdig gebruik
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
30
van de gronden aangemerkt. In enkele gevallen, waar reeds een parkeerplaats aanwezig is in de voortuin hebben de gronden de aanduiding 'parkeren op eigen terrein' op de plankaart meegekregen. Indien er naast de woning opstelruimte voor een auto is, is het wel mogelijk er te parkeren. Eventueel mag de auto dan gedeeltelijk voor de voorgevel uitsteken. Binnen de bestemming "Tuin" zijn de aanwezige luchtbruggen ten behoeve van de ontsluiting van meergezinswoningen als aanduiding op de plankaart opgenomen. Artikel 9 Verkeer en verblijf Deze bestemming is van toepassing op het verkeer- en verblijfsgebied , zoals wegen, pleinen, en restgroen. Door het gehele openbare gebied (inclusief bermen en groenstroken) in één bestemming onder te brengen, zijn aanpassingen van de inrichting van straten en reconstructies van wegen mogelijk, zonder dat het bestemmingsplan hiervoor hoeft te worden gewijzigd. Binnen de bestemming "Verkeer en verblijf" zijn de aanwezige luchtbruggen ten behoeve van de ontsluiting van meergezinswoningen als aanduiding op de plankaart opgenomen. Artikel 10 Water Al het binnen het plangebied gesitueerde oppervlaktewater heeft de bestemming "Water" gekregen. De op de plankaart voor "Water" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor de waterhuishouding, met de daarbij behorende oevers. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gerealiseerd ten behoeve van de bestemming, zoals bruggen en duikers. Artikel 11 Wonen - Aaneengesloten, Artikel 13 Wonen - Gestapeld en Artikel 14 Wonen Twee aaneengesloten Deze bestemmingen zijn toegekend aan de in het plangebied aanwezige woningen en woongebouwen. Binnen het bestemmingsplan is er voor gekozen om de bouwhoogte te reguleren door de maximale (goot)hoogte van de woningen op de plankaart vast te leggen. Als nevenfunctie bij het wonen zijn ook aan huis gebonden beroepen toegelaten. Binnen de bestemming "Wonen - Aaneengesloten" is een aanduiding opgenomen voor een praktijkruimte aan de Laan der Nederlanden 2. Een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan is de beschrijving en regulering van de woonbebouwing. Allereerst is van belang dat een onderscheid wordt gemaakt tussen hoofd- en bijgebouwen. In de begripsbepalingen van artikel 1 wordt het onderscheid tussen een hoofdgebouw, een aanbouw en een bijgebouw gedefinieerd. Een hoofdgebouw is in het algemeen de woning in twee of meer bouwlagen, het appartementencomplex en dergelijke. Een aanbouw en een bijgebouw zijn ondergeschikt aan een hoofdgebouw. Hoofdgebouwen Het hoofdgebouw mag gebouwd worden binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak. De grootte van het bouwvlak wordt als volgt bepaald:
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
31
a. indien de afstand tussen de voorgevel en de achterperceelgrens kleiner is dan 18 meter, heeft het bouwvlak een diepte van 9 meter; b. indien de afstand tussen de voorgevel en de achterperceelgrens gelijk is aan of groter is dan 18 meter, maar kleiner dan 24 meter, heeft het bouwvlak een diepte van 10 meter; c. indien de afstand tussen de voorgevel en de achterperceelgrens gelijk is aan of groter is dan 24 meter, heeft het bouwvlak een diepte van 12 meter; d. de overige gronden van een bouwperceel, die vanaf drie meter achter de voorgevel zijn gelegen vallen buiten het bouwvlak. Daar waar inmiddels bebouwing staat is deze grens van 3 meter op de plankaart aangepast; e. resterende gronden worden aangemerkt met de bestemming "Tuin. Op de plankaart zijn de bestaande goot- en nokhoogte opgenomen. Hierdoor kan de huidige ruimtelijke karakteristiek van de wijk in stand blijven. Tevens wordt voorkomen dat bij eventuele vervangende nieuwbouw woningen worden gebouwd die detoneren in het straatbeeld. Dit is met name van belang in de straten met een vrij homogene bebouwing. Uitzonderingen hierop is de rij woningen aan de Lekstraat 37 tot en met 53, waarbij een (aantal) woning(en) al een dakopbouw heeft. De overige woningen in de betreffende rij mogen ook een zelfde dakopbouw realiseren. Op de plankaart is voor deze woningen dan ook een afwijkende hoogte opgenomen. Voor het overschrijden van maten en percentages is een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen van 10%. Hiermee is het mogelijk bij vervanging van bestaande bebouwing, met een vrijstelling, 10% hoger te bouwen dan de oorspronkelijke bebouwing. Het bouwen van hogere verdiepingshoogten is hiermee mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld verdiepingen met een hoogte van 2.70 meter worden verhoogd tot circa 3 meter, waarmee aan de nieuwe bouweisen kan worden voldaan. Dakkapellen Veel eengezinswoningen in het plangebied hebben een kap. Bij een groot deel van de woningen komen dakkapellen voor. Een deel van deze dakkapellen is reeds bij de bouw van de woningen gerealiseerd. Het gaat daarbij in de meeste gevallen om relatief kleine dakkapellen, die het beeld van de doorgaande dakvlakken niet verstoren. De dakkapellen die in de afgelopen decennia zijn geplaatst, zijn doorgaans veel groter, waarbij de meeste dakkapellen op de achterzijde van de woningen zijn geplaatst. Waar de zolders vroeger hoofdzakelijk een functie als bergruimte hadden, zijn ze tegenwoordig vaak in gebruik als woonruimte. De behoefte aan de bouw van grotere dakkapellen hangt daarmee samen (meer licht en stahoogte). Voor de regeling van de dakkapellen is in het bestemmingsplan een onderscheid gemaakt tussen de voorzijde (de naar de weg gekeerde zijde) en de achterzijde (van de weg gekeerde zijde) van de woningen. Bij hoekwoningen zijn twee zijden van de woning naar de weg gekeerd. Het is toegestaan aan de achterzijde een dakkapel te plaatsen of vergroten, zo lang deze ten opzichte van de dakafmetingen ondergeschikt blijft aan het woonhuis. Een dakkapel aan de voorzijde is toegestaan als deze voldoet aan het welstandsbeleid en niet breder is dan de helft van de woning. Verder moet een dakkapel aan de voorzijde van de woning aan dezelfde regels voldoen die gelden voor een dakkapel aan de achterzijde van de woning.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
32
Aanbouwen en bijgebouwen Aanbouwen en bijgebouwen mogen worden gerealiseerd op de gronden die buiten het bouwvlak gelegen deel van de woonbestemming vallen. Bijgebouwen zijn alle gebouwen die los staan van de woning. Aanbouwen zitten aan de woning vast, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in: een vergroting van een ruimte in de woning door bijvoorbeeld een erker; een extra ruimte bij de woning, zoals een bijkeuken; een aangebouwd gebouw, zoals een schuurtje of garage die niet direct vanuit de woning toegankelijk is. Als algemene regel geldt dat ten hoogste 50% van de gronden die buiten het bouwvlak gelegen deel van de woonbestemming vallen mag worden bebouwd. Daarbij geldt een maximum van 50 m² voor percelen kleiner dan 500 m². Op percelen groter dan 500 m² mag ten hoogste 10% van deze gronden worden bebouwd, met een maximum van 150 m². In de onderstaande afbeelding wordt een en ander schematisch weergegeven. Afbeelding 8: Oppervlakte erfbebouwing.
In een aantal gevallen is in de voortuin (bestemming "Tuin") ook bebouwing aanwezig. In dat geval dient de oppervlakte aan gebouwen in de voortuin afgetrokken te worden van de toegestane oppervlakte bebouwing op de gronden die buiten het bouwvlak gelegen deel van de woonbestemming vallen. Voor aanbouwen is de maximale hoogte gesteld op 0,25 meter boven het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw. Op aanbouwen kan geen kap worden geplaatst. Voor bijgebouwen is een maximale goothoogte van 3,0 meter geregeld. Op bijgebouwen is wel een kap toegestaan, waarbij de maximale hoogte 4,5 meter is en de maximale dakhelling ten opzichte van het horizontale vlak 65 graden.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
33
Erfafscheidingen In het "Besluit vergunningvrije en licht-vergunningplichtige bouwwerken (AMvB)" is opgenomen wanneer erfafscheidingen vergunningvrij mogen worden gebouwd. De erfafscheiding mag niet hoger zijn dan 1 meter en niet hoger dan 2 meter, indien deze zich bevindt op een erf of perceel waar reeds een gebouw staat en indien deze op meer dan 1 meter achter de voorgevelrooilijn is geplaatst en op meer dan 1 meter van de weg of het openbaar groen. In de praktijk is het niet bruikbaar om de erfafscheiding 1 meter uit de perceelsgrens te bouwen langs het openbaar gebied. Daarom wordt in de gemeente Beverwijk een standaard regeling aangehouden, waarbij de hoogte van hekwerken en schuttingen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 meter, zoals opgenomen in dit plan. Dit betekent echter dat de bouwwerken dan niet vergunningsvrij zijn. Aan huis gebonden beroepen Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid dat de bewoners aan huis hun beroep uitoefenen. De criteria die daarbij in acht moeten worden genomen zijn opgenomen binnen de bestemming "Wonen", alsmede bij de bestemming "Gemengd' en de bestemming "Maatschappelijke en Wonen". Zoals de naam al aangeeft dient het aan huis gebonden beroep door een van de bewoners te worden uitgeoefend. Het beroep mag zowel in de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Maximaal 30% van het totale vloeroppervlak mag voor de aan huis gebonden beroepen gebruikt worden. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de woonfunctie te veel in het gedrang komt. Daarnaast geldt een maximum van 50 m². Een dergelijke oppervlakte biedt voldoende mogelijkheden voor het uitoefenen van het aan huis gebonden beroep. De aan huis gebonden beroepen worden uitgeoefend in of bij woningen en dus in woonbuurten. Daarbij is het natuurlijk niet de bedoeling dat de kwaliteit van het woonmilieu en de woonomgeving wordt aangetast. De aan huis gebonden beroepen mogen dan ook geen milieuhinder veroorzaken, een verkeersaantrekkende werking hebben en/of de parkeerdruk extra vergroten. Dit is dan met name het geval in de situaties waarbij geregeld 's avonds bezoek wordt ontvangen. Artikel 12 Wonen - Garageboxen en bergplaatsen De op de plankaart voor “Wonen - Garageboxen en bergplaatsen” aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen. Deze bestemming bevat de in het openbare gebied aanwezige, dan wel vanuit het openbare gebied bereikbare, garageboxen en bergingen. Artikel 15 Archeologisch waardevol gebied (primaire dubbelbestemming) Alle gronden binnen het op de plankaart als "Archeologisch waardevol gebied" aangegeven gronden zijn primair bestemd voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten, dan wel voorkomende, archeologische waarden. In het plangebied is een aantal plekken aanwezig waar bijzondere archeologische waarden te verwachten zijn. Deze plekken hebben een dubbelbestemming "archeologisch waardevol ge-
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
34
bied". Het is niet toegestaan op deze gronden, zonder archeologisch onderzoek te hebben verricht, bouwwerken op te richten. Bovendien is hieraan een aanlegvergunningstelsel gekoppeld, wat betekent dat bepaalde werken en werkzaamheden zonder een verkregen aanlegvergunning van burgemeester en wethouders niet mogen worden uitgevoerd, hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar de verschillende categorieën, welke zijn gebaseerd op de archeologieregimes van het Steunpunt Cultureel erfgoed. Binnen de bestemming "groen" is tevens een aanlegvergunningenstelsel opgenomen, waarvan het archeologieregiem minder streng is dan bij gronden die zijn aangewezen als archeologisch waardevol gebied. Hoofdstuk III: Algemene bepalingen: In het hoofdstuk Algemene bepalingen worden algemene gebruiksbepalingen en algemene vrijstellingsbevoegdheden. Ook een dubbeltelbepaling en procedurebepalingen zijn opgenomen. De algemene vrijstellingsbevoegdheden (artikel 19) hebben betrekking op meetverschillen, openbaar nut en een zogenaamde 10%-regeling. De vrijstellingsbevoegdheid die betrekking heeft op het openbaar nut stelt de gemeente in staat om nutsgebouwen tot een hoogte van 5 3 meter, een oppervlakte van 25 m² en een inhoud van 75 m toe te staan. Het plan staat elders in de voorschriften slechts vergunningvrije gebouwen toe, die volgens het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-vergunningplichtige bouwwerken een maximale oppervlakte van 15 m² mogen hebben. Tot slot zijn de Overgangs-, straf- en slotbepalingen in de voorschriften opgenomen.
5.4.
Plankaart De analoge plankaart van het Bestemmingsplan Beneluxlaan is getekend op een schaal 1:1.000 en omvat 1 kaartblad (0375-05-P01). Het kaartblad geeft de bestemming van de gronden aan. Waar nodig zijn aanduidingen op de kaart opgenomen waarvan de betekenis in de voorschriften wordt verklaard.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
35
6.
Uitvoerbaarheid
6.1.
Economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan is een beheerplan, waarbij geen sprake is van een actief gemeentelijk grondbeleid ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen
6.2.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan is op de voor de gemeente Beverwijk gebruikelijke wijze in de inspraak gebracht. In verband met de inspraak heeft het plan gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende die tijd konden belanghebbenden en belangstellenden een inspraakreactie geven. Tevens is op 8 april 2008 een informatie- en inspraakavond georganiseerd. De reacties en de beantwoording daarvan is in bijlage 1 opgenomen.
6.3.
Overleg artikel 10 Bro 1985 Het voorontwerp van het bestemmingsplan is in het kader van het overleg volgens artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 aan de navolgende instanties toegezonden: Kamer van Koophandel; Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; VROM-Inspectie regio noord-west; Rijksdienst Monumentenzorg; Provincie Noord-Holland (Subcommissie gemeentelijke plannen PPC); Nederlandse Gasunie; Steunpunt Cultureel Erfgoed; De commandant van de brandweer; Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek; Gemeente Heemskerk, afdeling RO. Milieudienst IJmond Pro-Rail De NV Nederlandse Gasunie, de brandweer Beverwijk, de provincie Noord-Holland, de Kamer van Koophandel en Pro Rail hebben gereageerd. De reacties en de beantwoording daarvan is in bijlage 1 opgenomen.
6.4.
Handhaving Het bestemmingsplan heeft grotendeels betrekking op een bestaand stedelijk gebied, waarbij weinig nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. Als het plan van kracht wordt, gaat het dan ook met name om de handhaving. Een belangrijk aspect van die uitvoering is de handhaving van de in het plan opgenomen spelregels door de verantwoordelijke overheid en de naleving ervan door betrokken burgers. Om bij de handhaving misverstanden te voorkomen is het belangrijk dat de bestaande situatie goed wordt vastgelegd. Op die manier kan de toetsing van bouwplannen en gebruiksverande-
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
36
ringen snel en doeltreffend plaatsvinden. En alleen dan is het mogelijk om adequaat tegen illegaal bouwen op te treden. Binnen de gemeente is nauwkeurige en gedetailleerde informatie aanwezig over zowel de bebouwing als de in het gebied aanwezige functies. Voor het bouwen is de eerste tervisielegging van het bestemmingsplan het maatgevende toetsingsmoment. Voor de handhaving van de gebruiksbepalingen is het moment dat het plan rechtskracht krijgt maatgevend. De gemeente heeft een handhavingsbeleid ontwikkeld dat is vormgegeven in een nota waarin specifieke onderdelen van handhaving aan de orde komen. Relevant voor het plan is dat het Handhavingteam actief controleert op bouwen zonder of in afwijking van een bouwvergunning. Tevens wordt er in elke wijk tenminste eens in de twee jaar gecontroleerd of er gebruik plaatsvindt dat strijdig is met het bestemmingsplan. De handhaafbaarheid van het plan wordt overigens bevorderd door de gedetailleerde planregeling.
Gemeente Beverwijk- Bestemmingsplan Beneluxlaan
Bijlage 1 Vooroverleg- en inspraakreacties
Inspraakreacties Voorontwerp bestemmingsplan Beneluxlaan registratienummer 2008/8545 Vooroverlegpartners Nr. Naam; adres NV Nederlandse Gas1. unie 2. Brandweer Beverwijk Provincie Noord-Holland 3. Kamer van Koophandel regio Amsterdam
4.
2. Neem in overweging de term ‘beroep aan huis’ te vervangen door ‘bedrijf aan huis’, om op die manier de mogelijkheden te vergroten voor thuis werken. Milieunormen en maatvoering kunnen blijven gehandhaafd.
Pro Rail
5.
Reactie inspraak/vooroverleg 1. Plan valt buiten legaliteitsgrens, geen invloed van leidingen op planontwikkeling. 1. Geen opmerkingen over het plan. 1. Aanvullen van nadere toelichting op de luchtkwaliteit, waarover wordt gesproken in de Toelichting op pagina 22. 1. In de omschrijving van de artikelen in hoofdstuk 5 van de Toelichting staat aangegeven dat ondergeschikte horeca mogelijk is in de bestemming Maatschappelijk. Is niet in de Voorschriften opgenomen. Graag toevoegen.
1. Het bestemmingsplan grenst aan het emplacement Beverwijk. Geen nieuwbouw voorzien, dus geen probleem, maar wel noemen. 2. Risicoatlas spoor heeft verouderde vervoersaantallen. Volgens vergunningaanvraag maximaal 4500 wagons ammoniak op emplacement.
Reactie gemeente 1. ---
Aanpassing plan 1. ---
1. --1. Wordt aangevuld met resultaat onderzoek voor Broekpolder.
1. --1. Resultaat aanvullend onderzoek opnemen.
1. Ondergeschikte horeca moet ook in de Voorschriften.
1. Ondergeschikte horeca toevoegen aan de bestemmingsbepaling “Maatschappelijk”.
2. Gezien de jurisprudentie is het niet verstandig bedrijven aan huis toe te staan. De mogelijkheid voor diverse kantoortjes is al een recente uitbreiding op de mogelijkheden. Toevoeging van bedrijven in woonwijk is niet gewenst. 1. Wordt in tekst opgenomen.
2. ---
1. Wijzigen als voorgesteld.
2. Wordt in tekst aangepast.
2. Wijzigen als voorgesteld.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
6.
1. In par. 2.3 mist een verwijzing naar Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010 en Waterbeheersplan 3. 2. De kop “Afvalwater” onder paragraaf 4.8 “Water” kan beter worden vervangen door “Hemelwater en afvalwater”. 3. Toevoegen onder zelfde tekstpassage dat hoogheemraadschap “Beslisboom Afkoppelen” als beleid hanteert. 4. Onder “Grondwater” in paragraaf 4.8 aangeven dat ook onderzocht wordt of bij nieuwbouw zoveel mogelijk kan worden afgekoppeld van het vuilwaterriool. 5. De (enkelvoudige) bestemmingen dienen ook mede bestemd te zijn voor water.
6. In artikel 10 “Water” verwijzen naar de Keur van het hoogheemraadschap. 7. Op de plankaart is de waterloop langs de spoorlijn niet als “Water” bestemd. 8. Kopje alinea “parkeren” op pagina 9 met kleine letter.
1. Wordt opgenomen.
1. Wijzigen als voorgesteld.
2. Akkoord.
2. Wijzigen als voorgesteld.
3. Akkoord.
3. Wijzigen als voorgesteld.
4. Akkoord.
4. Wijzigen als voorgesteld.
5. In de bestemmingen “Groen” en “Verkeer/Verblijf” is deze mogelijkheid gecreëerd. Binnen andere bestemmingen niet gewenst. Uitwisselbaarheid is moeilijker. 6. Keur is niet relevant voor het bestemmingsplan, maar heeft eigen rechtsgeldigheid. 7. Waterloop als “Water” bestemmen. 8. Aanpassen.
5. ---
6. ---
7. Wijzigen als voorgesteld. 8. Wijzigen als voorgesteld.
Inspraakreacties Nr. Naam; adres Mevrouw J. Spelbos
Reactie inspraak/vooroverleg 1. In visie tot 2020 wordt gesproken over herstructurering oude woonwijken. Wordt vervangende bebouwing veel hoger, net als bij Wijkerbaan?
Reactie gemeente 1. Visie tot 2020 geeft wens aan, geen concrete plannen. Bestemmingsplan biedt geen ruimte voor andere maatvoering woongebouwen.
Aanpassing plan 1. ---
2. Waarom worden bewoners niet geraadpleegd bij herstructurering?
2. Er zijn geen concrete plannen. Worden in geval concrete plannen wel betrokken. 1. De plannen voor deze locatie zijn nog niet concreet en worden niet meegenomen in dit plan. Actualisering van de bestemmingsplannen heeft nu voorrang en voor het project wordt afzonderlijk bekeken hoe het ruimtelijk kan worden ingepast als het meer is uitgewerkt. (zie bijgevoegde memo)
2. ---
7.
Woon op Maat,
8.
1. Woon op Maat heeft de garage op de hoek Merwedestraat – Dommelsingel aangekocht en wil daar woningbouw realiseren. Het verzoek is daarom om het gebied niet voor “Bedrijf” maar voor “Wonen” te bestemmen.
Ambtelijke reacties Nr. Reactie Op pagina 33 Toelichting staat aangegeven dat in de algemene voorschriften de “aanvullende werking van de 9. Bouwverordening wordt uitgesloten”. Dit is in de Voorschriften niet terug te vinden. Op pagina 33 wordt een “vrijstellingsbevoegdheid voor openbare nutsgebouwen” genoemd. Deze is niet terug 10. te vinden in de Voorschriften. 11. Op pagina 24 staat nog een PM aangegeven en een opmerking over de reactie van het hoogheemraadschap. Op pagina 20 staat aangegeven dat regionale de brandweer moet worden geraadpleegd over zelfredzaamheid 12. en bestrijdbaarheid. Het advies wordt alsnog opgevraagd.
1. ---
Aanpassing plan Verwijderen uit Toelichting. Toevoegen aan Voorschriften. Actualiseren. Advies toevoegen aan de Toelichting.
Informatie- en inspraakavond 8 april 2008 Tijdens de informatie- en inspraakavond van 8 april 2008 zijn geen reacties ingebracht die tot een wijziging van het bestemmingsplan leiden.
Bijlage 2 Zienswijzen
Voorschriften
Kenmerk: 0375-05-V04
Inhoudsopgave 1.
Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Wijze van meten
2.
Bestemmingsbepalingen 2.1. Enkelvoudige bestemmingen Artikel 3 Bedrijf Artikel 4 Gemengd Artikel 5 Groen Artikel 6 Maatschappelijk Artikel 7 Maatschappelijk en Wonen Artikel 8 Tuin Artikel 9 Verkeer en verblijf Artikel 10 Water Artikel 11 Wonen - Aaneengesloten Artikel 12 Wonen - Garageboxen en bergingen Artikel 13 Wonen - Gestapeld Artikel 14 Wonen - Twee aaneengesloten 2.2. Dubbelbestemmingen Artikel 15 Archeologisch waardevol gebied
7 7 7 8 10 12 13 15 16 17 18 20 21 23 25 25
3.
Algemene bepalingen Artikel 16 Antidubbeltelbepaling Artikel 17 Algemene bebouwingsbepalingen Artikel 18 Algemene gebruiksbepalingen Artikel 19 Algemene vrijstellingsbevoegdheden Artikel 20 Procedure vrijstellingsbevoegdheden
27 27 28 30 31 32
4.
Overgangs- en slotbepalingen Artikel 21 Strafbepaling Artikel 22 Overgangsbepalingen Artikel 23 Slotbepaling
33 33 34 35
1 1 6
1
1.
Inleidende bepalingen Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1.
bestemmingsplan of plan: het bestemmingsplan "Beneluxlaan" van de gemeente Beverwijk, zoals vervat in deze voorschriften en de in lid 2 bedoelde plankaart;
2.
plankaart: de van het plan deel uitmakende en als zodanig gewaarmerkte plantekening nummer 0375-05-P01;
3.
aan huis gebonden beroep: beroep, dat in een woning door de gebruik(st)er van de woning wordt uitgeoefend en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is, met dien verstande dat hieronder in ieder geval wordt verstaan het uitoefenen van een vrij beroep, het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de zakelijke, maatschappelijke, kunstzinnige, ontwerptechnische en medische dienstverlening en een kleinschalige voorziening ten behoeve van de kinderopvang;
4.
aanbouw: een aan een hoofdgebouw verbonden gebouw dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, zoals een erker of serre, waarbij de aanbouw een toevoeging is van een afzonderlijke ruimte danwel een vergroting is van de bestaande ruimte.
5.
ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
6.
ander werk: een werk, geen bouwwerk zijnde;
7.
bebouwing: een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
8.
bebouwingspercentage: een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
2
9.
begane grond: een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,20 meter boven (straat)peil ligt;
10. benzineservicestation: handels- en bedrijfsfunctie ten dienste van de verkoop van motorbrandstoffen zonder verkoop van LPG; 11. bestaand: a. bij bouwwerken: zoals die zijn of rechtens mogen zijn op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het plan; b. bij gebruik: zoals dat is of rechtens mag zijn op het tijdstip dat het planrechtskracht krijgt; 12. bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak; 13. bestemmingsvlak: een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming; 14. bijgebouw: gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; 15. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 16. bouwgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, met uitzondering van overschrijdingen die volgens deze voorschriften zijn of kunnen worden toegelaten; 17. bouwlaag: doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met dien verstande dat; a. een zolder en een dakopbouw niet als bouwlaag worden beschouwd; b. een souterrain of kelderverdieping niet als bouwlaag wordt beschouwd indien de vloer waarmee het souterrain wordt afgedekt minder dan 1,20 meter boven (straat)peil ligt; 18. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens het plan zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
3
19. bouwvlak: een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeven waarop gebouwen zijn toegelaten; 20. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren; 21. dakkapel: een constructie ter vergroting van een gebouw van geringe omvang, waarbij het karakter van het dak intact blijft, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 22. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker; 23. dienstverlening: het beroepsmatig verlenen van diensten, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in: a. zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve en daarmede gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden; b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus en dergelijke; 24. eengezinswoning: een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat één woning omvat; 25. gebouw: elk bouwwerk, dat (een) voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte(n) vormt; 26. hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, indeling en/of afmetingen, als het belangrijkste valt aan te merken;
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
4
27. horeca: a. het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren, overwegend voor gebruik ter plaatse; b. het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie; 28. kantoor: een bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak van administratieve of wetenschappelijke aard zijn; 29. maatschappelijke en culturele voorzieningen: voorzieningen inzake , volksgezondheid, cultuur, religie, educatie en daarmee gelijk te stellen instellingen; 30. meergezinswoning: woning, waarboven of waaronder één of meer andere woningen of delen daarvan, danwel waaronder andere functies, gelegen zijn; 31. nutsvoorziening: voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, onder andere ten behoeve van de energie-, warmte- en telecommunicatievoorziening; 32. (straat)peil: a. bij ligging op een afstand van minder dan 10 meter uit de as van de weg: de kruin van de weg; b. bij ligging anderszins: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein; 33. praktijkruimte: Ruimte voor het uitoefenen van een vrij beroep, het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de zakelijke, maatschappelijke, kunstzinnige, ontwerptechnische en medische dienstverlening en een kleinschalige voorziening ten behoeve van de kinderopvang; 34. scheidingslijn: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aangeeft tussen delen van bestemmings- en/of bouwvlakken, waarvoor verschillende, in deze voorschriften nader aangegeven, regelingen van toepassing zijn; 35. seksinrichting de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitu-
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
5
tiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. 36. souterrain of kelderverdieping: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven (straat)peil ligt;
37. uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een vertrek is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw doordat het in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdmassa; 38. verblijfsgebied: het openbaar gebied onder andere bestaande uit wegen, paden en trottoirs, waarbij verblijf de hoofdfunctie is; 39. verdieping: een boven de begane grond gelegen bouwlaag; 40. voorgevelrooilijn: de naar het openbaar gebied gerichte bouwgrens en het verlengde daarvan, waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is/wordt opgericht; 41. woning: complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden; 42. zolder: gedeelte van een gebouw, waarvan de vrije hoogte tussen de bovenkant van de vloer en de onderkant van de dakschilden op het laagste punt nergens meer dan 1,20 meter bedraagt; in afwijking hiervan wordt niet als zolder aangemerkt een ruimte, waarin aan minimaal één zijde over een breedte van meer dan tweederde van de gevelbreedte door middel van één of meer dakkapellen de vrije hoogte op minimaal 2,00 meter is gebracht.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
6
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. lengte, breedte en diepte van gebouwen: tussen de buitenzijden van de gevels en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren; 2. lengte, breedte en diepte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten; 3. goothoogte van gebouwen: vanaf het (straat)peil tot de horizontale snijlijn van het dakvlak met de daaronder gelegen buitenzijden van de gevels en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren, ondergeschikte bouwdelen zoals goten van dakkapellen niet meegerekend, met dien verstande dat bij gebouwen met een lessenaarskap de laagste horizontale snijlijn van het dakvlak met het daaronder gelegen buitenzijde van de gevel wordt aangemerkt als goot; 4. hoogte van gebouwen en hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: vanaf het (straat)peil tot het hoogste punt van deze gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd liftkokers, schoorstenen, luchtkokers, antennes, zonnecollectoren en/of andere ondergeschikte dakopbouwen, met dien verstande dat bij gebouwen met een lessenaarskap de hoogste horizontale snijlijn van het dakvlak met het daaronder gelegen buitenzijde van de gevel wordt aangemerkt als nok; 5. oppervlakte van gebouwen: tussen de verticale projecties van de buitenzijden van de gevels en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren; 6. oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de verticale projectie van alle delen van die werken binnen de omtrekslijn; 7. onderlinge afstanden: afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn; 8. hoogte van de begane grond: vanaf het (straat)peil tot aan de bovenkant van de afgewerkte verdiepingsvloer; 9. afstand tot zijdelingse bouwperceelsgrens: tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk, waar die afstand het kleinst is.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
7
2.
Bestemmingsbepalingen
2.1. Enkelvoudige bestemmingen Artikel 3
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijfsactiviteiten, voor zover deze bedrijven behoren tot de categorieën 1 en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; b. een benzineservicestation uitsluitend aan de Laan der Nederlanden 98, met bijbehorende detailhandelsfunctie; c. parkeervoorzieningen. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 4 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken worden gebouwd; b. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
4.
Voor de hoogte van andere bouwwerken gelden de bepalingen in Artikel 17, lid 3, met dien verstande dat overkappingen ten behoeve van het benzineservicestation een maximale hoogte mogen hebben van 5 meter.
Vrijstellingen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, sub a, voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten en mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
8
Artikel 4
Gemengd
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel; b. kantoren; c. dienstverlening; d. maatschappelijke voorzieningen; e. wonen; f. aan huis gebonden beroepen; g. bedrijven, voor zover deze behoren tot de categorieën 1 en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende "Staat van bedrijfsactiviteiten", met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; h. horecabedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' op de plankaart, voor zover deze behoren tot de categorie 1 van de van deze voorschriften deel uitmakende "Staat van horeca-activiteiten"; i. parkeren. 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 onder h, geldt dat een horecabedrijf uit categorie 2a is toegestaan, indien deze reeds aanwezig is ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit bestemmingsplan.
Bouwvoorschriften 3. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 4 t/m 6 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 4.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. woningen mogen uitsluitend in de vorm van meergezinswoningen worden gebouwd op de gronden met op de plankaart aangegeven aanduiding 'gestapelde woningen'; c. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
Aan huis gebonden beroepen 5. Ten aanzien van het gebruik van (gedeelten van) woningen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zoals bedoeld in lid 1 sub f gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan huis gebonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, aanbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²; b. de woonfunctie dient als primaire functie te worden gehandhaafd; c. er is geen horeca toegestaan;
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
9
d. er is geen detailhandel toegestaan, met uitzondering van de verkoop van aan huis vervaardigde producten; e. het aan huis gebonden beroep mag geen onevenredige milieuoverlast, parkeerdruk en/of verkeersbelasting met zich meebrengen. Gebruiksbepalingen 6. Onder strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 18, lid 1 wordt in ieder geval het gebruik van de verdieping van de gebouwen anders dan voor het wonen verstaan, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen, zoals bedoeld in lid 1, sub f van dit artikel. Vrijstellingen 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, sub g, voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
10
Artikel 5
Groen
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Groen" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. groen- en speelvoorzieningen; b. water; c. nutsvoorzieningen; d. voet- en fietspaden. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken op de in lid 1 omschreven gronden geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten (straatmeubilair, nutsgebouwtjes, en dergelijke), met dien verstande dat rond speelplaatsen hekwerken tot een hoogte van 4 meter mogen worden gerealiseerd.
Aanlegvergunning 4. Het is verboden op de gronden als bedoeld in lid 1 van dit artikel zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, egaliseren, bodemverlagen en/of afgraven van gronden; b. het uitvoeren van grondwerken dieper dan 0,40 m en een oppervlakte groter dan 500 m²; c. tot de grondbewerkingen worden ook gerekend het woelen en draineren; d. het aanleggen van boomgaarden; e. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; g. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of waterbassins. 5.
De vergunning kan slechts worden verleend indien voor de plaats waar werken en/of werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, op basis van het onderzoek naar archeologisch waardevol bodemarchief, vaststaat dat geen onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden wordt gedaan, dan wel dat afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud of ontwikkeling van die waarden of de eventuele bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
11
Uitzonderingen 6. Het in lid 4 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
12
Artikel 6
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, educatie en daarmee gelijk te stellen instellingen; b. overheidsvoorzieningen; c. zakelijke dienstverlening; d. nutsvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' op de plankaart; e. parkeervoorzieningen; f. speelvoorzieningen g. ondergeschikte horeca ten behoeve van de in sub a. t/m c. genoemde functies, voor zover behorend tot de categorie 1d van de van deze voorschriften deel uitmakende Lijst van Horeca-activiteiten. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 4 genoemde bepalingen, de daarbij behorende maatschappelijke voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; c. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; d. in afwijking van het bepaalde sub c. mag de hoogte van gebouwen met de aanduiding 'nutsvoorziening' maximaal 4 meter bedragen.
4.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten, met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'speelvoorziening' erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 3 meter en overige andere bouwwerken met een hoogte van maximaal 4 meter zijn toegestaan.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
13
Artikel 7
Maatschappelijk en Wonen
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Maatschappelijk en Wonen" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, educatie en daarmee gelijk te stellen instellingen; b. overheidsvoorzieningen; c. zakelijke dienstverlening; d. wonen; e. aan huis gebonden beroepen; f. parkeervoorzieningen. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 4 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag voor 70% worden bebouwd, met dien verstande dat binnen het gehele bouwvlak een (half)verdiepte parkeergarage mag worden gerealiseerd; c. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven; d. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
4.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten.
Aan huis gebonden beroepen 5. Ten aanzien van het gebruik van (gedeelten van) woningen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zoals bedoeld in lid 1 sub d gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan huis gebonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 50 m²; b. de woonfunctie dient als primaire functie te worden gehandhaafd; c. er is geen horeca toegestaan; d. er is geen detailhandel toegestaan, met uitzondering van de verkoop van aan huis vervaardigde producten; e. het aan huis gebonden beroep mag geen onevenredige milieuoverlast, parkeerdruk en/of verkeersbelasting met zich meebrengen.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
14
Gebruiksbepaling 6. Onder strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 18, lid 1 wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van de verdieping van de gebouwen anders dan voor het wonen, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen, zoals bedoeld in lid 1, sub e van dit artikel.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
15
Artikel 8
Tuin
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; b. een luchtbrug, uitsluitend ter plaatse van de 'luchtbrug' op de plankaart. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 4 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met dien verstande dat: b. de aan-, uit- en bijgebouwen die ten tijde van de eerste tervisielegging aanwezig zijn, worden geacht binnen de bepalingen van dit plan te passen.
4.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten.
Gebruiksbepalingen 5. Onder strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 18, lid 1 wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van de gronden die vóór de voorgevel liggen ten behoeve van het stallen van motorvoertuigen en/of caravans, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'parkeren op eigen terrein' waar één parkeerplaats op eigen terrein is toegestaan.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
16
Artikel 9
Verkeer en verblijf
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Verkeer en Verblijf" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. de verkeersafwikkeling; b. verblijfsgebied; c. parkeervoorzieningen; d. groen- en speelvoorzieningen; e. water; f. nutsvoorzieningen; g. een luchtbrug, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'luchtbrug' op de plankaart. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 genoemde bepalingen, de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten, met dien verstande dat voor lantaarnpalen een maximale hoogte is toegestaan van 7 meter.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
17
Artikel 10
Water
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Water" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor de waterhuishouding met de daarbij behorende oevers, alsmede groen. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende andere bouwwerken (zoals bruggen en duikers) en andere werken worden gerealiseerd.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
18
Artikel 11
Wonen - Aaneengesloten
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Wonen - Aaneengesloten" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. wonen; b. aan huis gebonden beroepen; c. tuinen en erven; d. een praktijkruimte uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' op de plankaart. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 5 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend in de vorm van een aaneengesloten woning binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; c. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; d. de diepte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
4.
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen met een grootte tot 500 m² niet meer bedragen dan 50% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 50 m²; b. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen groter dan 500 m² niet meer bedragen dan 10% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 150 m²; c. de oppervlakte als bedoeld onder a., dan wel b. dient te worden verminderd met de oppervlakte van de aanwezige gebouwen op de bij hetzelfde perceel behorende gronden met de bestemming "Tuin"; d. de hoogte van aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan 3,0 meter; e. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,00 meter; f. de hoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 4,50 meter.
5.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
19
Aan huis gebonden beroepen 6. Ten aanzien van het gebruik van (gedeelten van) woningen en/of aan- en bijgebouwen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zoals bedoeld in lid 1 sub b gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan huis gebonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, aanbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²; b. de woonfunctie dient als primaire functie te worden gehandhaafd; c. er is geen horeca toegestaan; d. er is geen detailhandel toegestaan, met uitzondering van de verkoop van aan huis vervaardigde producten; e. het aan huis gebonden beroep mag geen onevenredige milieuoverlast, parkeerdruk en/of verkeersbelasting met zich meebrengen.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
20
Artikel 12
Wonen - Garageboxen en bergingen
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Wonen - Garageboxen en bergingen" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. de stalling van (motor)voertuigen; b. de berging van huishoudelijke artikelen. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de hoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3 meter.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
21
Artikel 13
Wonen - Gestapeld
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Wonen - Gestapeld" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. wonen; b. aan huis gebonden beroepen; c. tuinen en erven. Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 5 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend in de vorm van een meergezinswoning binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; c. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; d. voor gronden met op de plankaart de aanduiding 'luchtbrug' mag een luchtbrug worden gebouwd.
4.
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen met een grootte tot 500 m² niet meer bedragen dan 50% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 50 m²; b. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen groter dan 500 m² niet meer bedragen dan 10% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 150 m²;de hoogte van aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan 3,0 meter; c. de oppervlakte als bedoeld onder a., dan wel b. dient te worden verminderd met de oppervlakte van de aanwezige gebouwen op de bij hetzelfde perceel behorende gronden met de bestemming "Tuin"; d. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,00 meter; e. de hoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 4,50 meter.
5.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
22
Aan huis gebonden beroepen 6. Ten aanzien van het gebruik van (gedeelten van) woningen en/of aan- en bijgebouwen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zoals bedoeld in lid 1 sub b gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan huis gebonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, aanbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²; b. de woonfunctie dient als primaire functie te worden gehandhaafd; c. er is geen horeca toegestaan; d. er is geen detailhandel toegestaan, met uitzondering van de verkoop van aan huis vervaardigde producten; e. het aan huis gebonden beroep mag geen onevenredige milieuoverlast, parkeerdruk en/of verkeersbelasting met zich meebrengen.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
23
Artikel 14
Wonen - Twee aaneengesloten
Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor "Wonen - Twee aaneengesloten" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. wonen; b. aan huis gebonden beroepen; c. tuinen en erven; Bouwvoorschriften 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 3 t/m 5 genoemde bepalingen, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd. 3.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend in de vorm van een twee-aaneengesloten woning binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; c. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven; d. de diepte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
4.
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen met een grootte tot 500 m² niet meer bedragen dan 50% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 50 m²; b. het gezamenlijk grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen mag bij percelen groter dan 500 m² niet meer bedragen dan 10% van het erf van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 150 m²; c. de oppervlakte als bedoeld onder a., dan wel b. dient te worden verminderd met de oppervlakte van de aanwezige gebouwen op de bij hetzelfde perceel behorende gronden met de bestemming "Tuin"; d. de hoogte van aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan 3,0 meter; e. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,00 meter; f. de hoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 4,50 meter.
5.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 43 van de Woningwet genoemde situaties dit toelaten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
24
Aan huis gebonden beroepen 6. Ten aanzien van het gebruik van (gedeelten van) woningen en/of aan- en bijgebouwen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zoals bedoeld in lid 1 sub b gelden de volgende bepalingen: a. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan huis gebonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, aanbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²; b. de woonfunctie dient als primaire functie te worden gehandhaafd; c. er is geen horeca toegestaan; d. er is geen detailhandel toegestaan, met uitzondering van de verkoop van aan huis vervaardigde producten; e. het aan huis gebonden beroep mag geen onevenredige milieuoverlast, parkeerdruk en/of verkeersbelasting met zich meebrengen.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
25
2.2. Dubbelbestemmingen Artikel 15
Archeologisch waardevol gebied
Bestemmingsomschrijving 1. De gronden binnen het op de plankaart aangegeven ‘archeologisch waardevol gebied' zijn mede bestemd tot archeologisch waardevol gebied voor de bescherming van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden. Bouwvoorschriften vanwege de bestemming archeologisch waardevol gebied 2. Op deze gronden mogen in afwijking van hetgeen elders in deze voorschriften is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd, voordat op basis van het onderzoek naar archeologisch waardevol bodemarchief, is vaststaat dat geen onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden wordt gedaan, dan wel dat afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud of ontwikkeling van die waarden of de eventuele bodemvondsten naar elders zijn overgebracht. Vrijstelling 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod tot het bouwen van bouwwerken vrijstelling verlenen, voordat het onderzoek naar archeologisch waardevol bodemarchief is uitgevoerd, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het archeologisch waardevolle gebied. Alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek (ROB). Aanlegvoorschriften 4. Het is verboden op de gronden als bedoeld in lid 1 van dit artikel zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, egaliseren, bodemverlagen en/of afgraven van gronden; b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,35 m en een oppervlakte groter dan 50 m² voor gronden met de op de plankaart opgenomen aanduiding 'categorie 2'; c. Het uitvoeren van alle grondbewerkingen dieper dan 0,35 m voor gronden met de op de plankaart opgenomen aanduiding 'categorie 1'; d. tot de grondbewerkingen worden ook gerekend het woelen en draineren e. het aanleggen van boomgaarden; f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; g. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; h. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of waterbassins.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
26
5.
De vergunning kan slechts worden verleend indien voor de plaats waar werken en/of werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, op basis van het onderzoek naar archeologisch waardevol bodemarchief, vaststaat dat geen onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden wordt gedaan, dan wel dat afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud of ontwikkeling van die waarden of de eventuele bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Uitzonderingen 6. Het in lid 4 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
27
3.
Algemene bepalingen Artikel 16 1.
Antidubbeltelbepaling
Terrein dat eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning waaraan uitvoering is gegeven, of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere aanvragen om een bouwvergunning buiten beschouwing.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
28
Artikel 17
Algemene bebouwingsbepalingen
Overschrijding bouwgrenzen 1. De op de plankaart aangegeven bouwgrens mag alleen door ondergeschikte bouwdelen worden overschreden, met dien verstande dat: a. plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen de bouwgrens met ten hoogste 0,30 meter mogen overschrijden; b. luifels en overstekende daken de bouwgrens met ten hoogste 1,00 meter mogen overschrijden; c. erkers de bouwgrens met ten hoogste 1,00 meter mogen overschrijden, met een maximale oppervlakte van 6 m², tenzij anders bepaald; d. toegangsportalen en trappen de bouwgrens met ten hoogste 1,50 meter en balkons met ten hoogste 2 meter mogen overschrijden en uitsluitend bij meergezinswoningen en hoofdgebouwen zonder de bestemming "Wonen" mogen worden gebouwd; e. bij bouwwerken die boven een openbaar voetpad worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 2,20 meter dient te worden aangehouden; f. bij bouwwerken die boven een rijbaan worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 4,20 meter dient te worden aangehouden. Dakkapellen 2. Voor het bouwen van dakkapellen gelden de volgende bepalingen: a. aan de naar de weg of openbaar groen gekeerde zijde(n) van een woning (voorzijde) en aan de niet naar de weg of openbaar groen gekeerde zijde(n) van een woning (achterzijde) mogen dakkapellen worden gebouwd, met dien verstande dat: 1. de afstand tussen de buitenzijde van de dakkapel en het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren tenminste 0,5 meter bedraagt; 2. de afstand tussen de buitenzijde van de dakkapel en de buitenzijde van de zijgevel tenminste 0,5 meter bedraagt; 3. het niet is toegestaan om twee dakkapellen boven elkaar te plaatsen; 4. de afstand tussen de onderste snijlijn van de dakkapel met het dakvlak en het laagste punt van een schuin dak, niet minder dan 0,5 meter bedraagt; 5. de afstand tussen de bovenste snijlijn van de dakkapel met het dakvlak en de noklijn niet minder dan 0,5 meter bedraagt; 6. de breedte van een dakkapel aan de achterzijde niet meer bedraagt dan tweederde van de breedte van de woning en de breedte van een dakkapel aan de voorzijde niet meer bedraagt dan de helft van de breedte van de woning; 7. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 2,3 meter bedraagt.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
29
Andere bouwwerken 3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 2,50 meter, met dien verstande dat: a. de maximale hoogte van pergola's en overkappingen met een open constructie 2,70 meter bedraagt; b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning 1,00 meter bedraagt; c. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van de woning 2,00 meter bedraagt; d. de maximale hoogte van vlaggenmasten 10 meter bedraagt.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
30
Artikel 18
Algemene gebruiksbepalingen
Gebruiksbepalingen 1. Het is verboden de gronden en de op de grond voorkomende bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming. Strijdig gebruik 2. Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan: a. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen en LPG, tenzij elders in de voorschriften anders is bepaald; b. het gebruik van onbebouwd blijvende gronden voor stalling van kampeermiddelen, demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel, boten en andere onderkomens; c. het gebruik van onbebouwd blijvende gronden voor doeleinden van handel, detailhandel en bedrijf en als stort- en opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud; d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de verblijfsrecreatie; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. Vrijstelling meest doelmatig gebruik 3. Burgemeester en wethouders verlenen, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien en voor zover een strikte toepassing van deze bepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik en die beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
31
Artikel 19
Algemene vrijstellingsbevoegdheden
Meetverschillen 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan, voor zover dit, tengevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden op de plankaart, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 1,00 meter mogen bedragen. 10%-regeling 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt. Nutsvoorzieningen 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale hoogte, oppervlakte en inhoud van respectievelijk 5 meter, 25 m² en 75 m³.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
32
Artikel 20 1.
Procedure vrijstellingsbevoegdheden
Op de voorbereiding van een besluit tot vrijstelling op grond van: Artikel 3, lid 5; Artikel 4, lid 7; Artikel 18, lid 3; Artikel 19, lid 1; Artikel 19, lid 2; Artikel 19, lid 3; is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (uniforme openbare voorbereidingsprocedure).
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
33
4.
Overgangs- en slotbepalingen Artikel 21
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in: Artikel 4, lid 6; Artikel 5, lid 4; Artikel 7, lid 6; Artikel 8, lid 5; Artikel 15, lid 4; Artikel 18, lid 1; Artikel 22, lid 5; wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, lid 2 van de Wet op de Economische Delicten.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
34
Artikel 22
Overgangsbepalingen
Bouwwerken 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2.
Eenmalig kan ontheffing worden verleend van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Gebruik 4. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 5.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
6.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
7.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
35
Artikel 23
Slotbepaling
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als "Voorschriften bestemmingsplan Beneluxlaan".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Beverwijk, gehouden op. ...........
...., voorzitter
...., griffier
Gemeente Beverwijk - Bestemmingsplan Beneluxlaan
Bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten
Staat van bedrijfsactiviteiten De gebruikte categorieën staan voor de volgende bedrijfsactiviteiten: Categorie 1: Activiteiten, die door hun aard nodig en/of toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen; Categorie 2: Activiteiten, die door hun aard slechts toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen, indien geconcentreerd in een wijk of buurtcentrum; Categorie 3A:
Activiteiten, die door hun aard slechts toelaatbaar zijn aan de rand van woonwijken;
Gebruikte afkortingen: o.v. opgesteld vermogen p.c. productie capaciteit p.o. productie oppervlakte t/d ton per dag t/j ton per jaar t.o. terreinoppervlakte t/u ton per uur v.c. verwerkingscapaciteit SBI-CODE
OMSCHRIJVING
CATEGORIE
15 1581 1581 1593 t/m 1595
Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2500 kg meel/week Vervaardiging van wijn, cider e.d.
2 2
18 182
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
2
20 2010.2 205
Houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d. Houtconserveringsbedrijven: Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
2
22 2222.6 2223 2223 2224 2225 223
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
2 1 2 2 2 1
24 2442
Vervaardiging van chemische producten - verbandmiddelenfabrieken
2
28 2851
Vervaard. van producten van metaal (excl. mach./transportmidd.) - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)
2
33 33
Vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.
2
36 362 363
Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g. Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken
2 2
50 501, 502, 504 5020.4 5020.5 503, 504
Handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
2 1 2 2
51 5121 5122 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5156 5162 517 527 6022
Groothandel en handelsbemiddeling Grth in akkerbouwproducten en veevoeders Grth in bloemen en planten Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksproducten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen Grth in overige intermediaire goederen Grth in machines en apparaten Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) Taxibedrijven, taxistandplaatsen
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2
63 641
Dienstverlening t.b.v. het vervoer Post- en koeriersdiensten
2
71 711
Verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen Personenautoverhuurbedrijven 2
72 72
Computerservice- en informatietechnologie Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
1
73 731 732
Speur- en ontwikkelingswerk Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
2 1
74 7481.3
Overige zakelijke dienstverlening Foto- en filmontwikkelcentrales
2
90 9000.3 9000.3
Milieudienstverlening Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en galvano-afval
2
92 92721
Cultuur, sport en recreatie Exploitatie van amusements- en speelautomaten
2
93 9301.2 9301.3
Overige dienstverlening Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen
2 2
Bijlage Lijst van Horeca-activiteiten
1.
2.
Categorie I "lichte horeca" Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; snackbar; tearoom; traiteur. b. Overige lichte horeca bistro; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); hotel. c. Restaurant restaurant met bezorg- en/of afhaalservice tot 250 m² bvo. d. Aan andere functies verwante horeca kantine bedrijfsrestaurant Categorie 2 "middelzware horeca" a. Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en/of daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; speelautomatenhal; zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen). b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking bedrijven genoemd onder 1a, 1b en 1c met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m² bvo;
3.
Categorie 3 "zware horeca" Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en/of grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: à dancing; à discotheek; à nachtclub; à partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.