Bestemmingsplan ‘Hullie Speelboerderij’
Gemeente Uden
maakt het werkelijk
2
Gemeente Uden Bestemmingsplan ‘Hullie Speelboerderij’ NL.IMRO.0856.hulliespeelboerd_VG01
Veghel, mei 2011
Praedium Marshallweg 5 5466 AH Veghel Postbus 69 5460 AB Veghel Tel. 0413-385820 Fax. 0413-385829 E-mail:
[email protected]
3
4
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING .............................................................................................................................. 7 1.1 Aanleiding....................................................................................................................... 7
2
HET PLAN............................................................................................................................... 9 2.1 Bestaande situatie .......................................................................................................... 9 2.2 Toekomstige situatie....................................................................................................... 9
3
BELEID...................................................................................................................................15 3.1 Provinciaal beleid...........................................................................................................15 3.2 Gemeentelijk beleid .......................................................................................................21
4.
PLANOLOGISCHE ASPECTEN.............................................................................................23 4.1 Flora en fauna................................................................................................................23 4.2 Water .............................................................................................................................27 4.3 Milieu .............................................................................................................................28 4.4 Cultuurhistorie en archeologie .......................................................................................33 4.5 Mobiliteit/infrastructuur...................................................................................................33
5
HAALBAARHEID....................................................................................................................35
6.
PROCEDURE
7.
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING .....................................................................................39
37
BIJLAGEN: -
Verbeelding Regels Inrichtingsschets toekomstige situatie
5
Ligging plangebied
Luchtfoto plangebied
6
1.
INLEIDING
1.1
Aanleiding
Het voorliggende bestemmingsplan betreft een initiatief van Hullie Speelboerderij aan de Canadasweg 3a, binnen de gemeente Uden. De ondernemers van Hullie Speelboerderij zijn voornemens om Hullie Speelboerderij uit te breiden. Hiertoe wordt de laatste stal van het voormalige varkensbedrijf gesloopt en wordt op deze plek een nieuwe speelruimte gebouwd. Het huidige bestemmingsplan Buitengebied Uden 2006 voorziet reeds in deze uitbreiding maar voorziet niet in een uitbreiding van de parkeergelegenheid bij Hullie Speelboerderij. Tevens voorziet het huidige bestemmingsplan niet in de gewenste ondergeschikte horeca. Het initiatief is in strijd met het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2006. Voor de realisatie van de uitbreiding van de parkeergelegenheid en de gewenste ondergeschikte horeca is daarom een partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2006 nodig ex artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De gemeente Uden heeft in haar brief van 6 oktober 2009 aan Hullie Speelboerderij een aantal randvoorwaarden geformuleerd waarvan in de toelichting van het bestemmingsplan moet worden aangetoond dat het initiatief van Hullie Speelboerderij hieraan voldoet.
7
parkeerplaats
Huidig bouwblok
Luchtfoto huidige situatie plangebied
Parkeerplaats in toekomstige situatie
8
2
HET PLAN
Bestaande situatie 2.1 Op de luchtfoto van de bestaande situatie is te zien dat het meest zuidelijke gebouw een niet verbouwde varkensstal is van de voormalige varkenshouderij. Deze varkensstal zal gesloopt worden en op deze plek wordt een nieuwe speelruimte gebouwd. Deze nieuwbouw is reeds voorzien in het bestemmingsplan Buitengebied 2006 van de gemeente Uden. Op de luchtfoto van de bestaande situatie is tevens te zien dat de huidige parkeergelegenheid van Hullie Speelboerderij niet groot is (85 parkeerplaatsen). Het bestaande bouwblok is te klein voor uitbreiding van de parkeergelegenheid. In de bestaande situatie is er sprake van 750 m2 ondergeschikte horeca binnen Hullie Speelboerderij. In het bestemmingsplan buitengebied 2006 is opgenomen dat 300 m2 ondergeschikte horeca is toegestaan. In de horecavergunning van Hullie Speelboerderij is opgenomen dat 750 m2 horeca is toegestaan. In de bestaande situatie is maximaal 3.600 m2 oppervlakte bedrijfsbebouwing toegestaan waarvan maximaal 370 m2 voor groepsaccommodatie gebruikt mag worden. Direct ten westen van het plangebied ligt het bedrijf Kampeerboerderij Den Dorsvlegel en direct ten oosten van het plangebied ligt een kleinschalig agrarisch bedrijf met een zorgtak. Op 300 meter afstand ligt het campingbedrijf De Pier en iets verderop ligt recreatiebedrijf De Vrije Teugel Aan de noord westzijde van de het plangebied ligt natuurgebied Bedafse Bergen en aan de zuidzijde ligt de natte natuurparel Sint Annabos. 2.2 Toekomstige situatie In de toekomstige situatie is de parkeergelegenheid op het plangebied uitgebreid naar 163 parkeerplaatsen en is een overloopparkeerplaats voor 100 auto’s beschikbaar. Tevens is ook in de toekomstige situatie de horeca binnen Hullie Speelboerderij ondergeschikt aan de hoofdactiviteit van het bedrijf: het spelen. 2.2.1 Voorwaarden gemeente aan toekomstige situatie In de collegevergadering van 6 oktober 2009 is besloten om in principe medewerking te verlenen aan de plannen van Hullie Speelboerderij mits voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden. Hieronder zijn de voorwaarden die betrekking hebben op de fysieke toekomstige situatie genoemd. Tevens wordt per voorwaarde ingegaan op de wijze waarop voldaan wordt. Voorwaarde gemeente: De bebouwing wordt gerealiseerd binnen het bouwblok en in overeenstemming met de overige bestemmingsplanvoorschriften. Wijze waarop wordt voldaan: De sloop van de varkensstal en de bouw van de nieuwe speelruimte kan reeds gerealiseerd worden op basis van het huidige bestemmingsplan Buitengebied 2006. De bouwaanvraag voor deze verbouwing moet voldoen aan de voorschriften uit het huidige bestemmingsplan en staat los van de projectbesluitprocedure waar voorliggende ruimtelijke onderbouwing voor bedoeld is. In voorliggende ruimtelijke onderbouwing wordt daarom niet ingegaan op de te realiseren bebouwing.
9
Inrichtingsschets nieuwe speelruimte
Ondersteunende horeca in toekomstige situatie
10
Voorwaarde gemeente: Medewerking vindt plaats als de initiatiefnemer aantoont dat de horeca in de gehele speelboerderij ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit. In aanvulling hierop schreef gemeente Uden op 13 oktober 2009: De horeca moet in haar totaliteit ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit. Te denken valt hierbij aan: 1 aanpassing van de sluitingstijd tot 21.00 uur 2 geen afzonderlijk horecagedeelte maar verweving van beiden functies 3 ruimtegebruik van de horeca moet ongeveer in verhouding staan met de huidige verhouding speelruimte:horeca ofwel het ruimtegebruik van de horeca moet duidelijk lager liggen dan het ruimtegebruik voor het spelen Wijze waarop wordt voldaan: 1. In de huidige horecavergunning is een sluitingstijd van 01.00 uur opgenomen. In de exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening zal nadat het bestemmingsplan in werking is getreden, worden opgenomen dat Hullie Speelboerderij dagelijks tot maximaal 21 uur open mag zijn. Tijdens de kerstvakantie en Carnaval zal dit 22.00 uur zijn. Tevens zal in de vergunning worden opgenomen dat het ondergeschikte horeca betreft. 2. Voor Hullie Speelboerderij is een nieuw concept uitgewerkt waarin spelen en eten in elkaar overlopen. Voor de nieuwe speelhal is het concept reeds in een inrichtingsschets uitgewerkt. De nieuwe speelruimte wordt rondom het ‘wijstverschijnsel’ wat in de buurt van het plangebied voorkomt vormgegeven. De nieuwe speelhal zal een speellandschap zijn met scheve vloeren waarop je kunt klimmen en glijden. Ook zijn er veel bomen en boomstammen, een uitkijktoren en vele ramen aan de zuidzijde van het gebouw. Op deze manier ontstaat een ruim uitzicht op de prachtige omgeving waarin de speelboerderij ligt. Door de gehele ruimte ligt een interactieve educatieve 13 holes midgetgolfbaan. Midgetgolf is een tocht door het landschap waarbij je aardbevingen, natte voeten en andere ‘wijstverschijnselen’ tegen komt. Ook buiten in het grasland liggen een aantal holes. Spelen en eten lopen in elkaar over in het nieuwe concept. De horeca is hier ultiem ondersteunend aan het spelen. Kinderen kunnen zelf hun pizza’s beleggen die vervolgens door een pizzabakker in een grote oven worden gebakken. Er zijn picknicktafels waaraan gegeten kan worden maar er zijn ook veel zitplaatsen op verhogingen en boomstammen die ook als speelplek gebruikt worden. Bovendien zullen in het nieuwe gebouw meer inkomsten uit spelen gehaald gaan worden dan in het oude gedeelte. Voor de midgetgolf moet extra betaald worden. Hierdoor wordt de horeca qua inkomsten minder belangrijk In het bestaande gedeelte van Hullie Speelboerderij zal het nieuwe concept ook worden doorgevoerd. Een aantal holes van de midgetgolfbaan komen in het bestaande gedeelte van de speelboerderij te liggen. Ook wordt een peuterhoek gerealiseerd in het bestaande ‘ondergeschikte horeca gedeelte’ en worden een aantal spellen in dit gedeelte gerealiseerd zoals een voetbaltafel en een damtafel en een plek waar kinderfilms worden gedraaid. 3. Binnen Hullie Speelboerderij zal de horeca qua functie ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit spelen en qua ruimte zal de horeca ondergeschikt zijn aan het spelen. Op de inrichtingsschets ‘nieuwe situatie speelboerderij’ is te zien dat een aantal ruimtes alleen voor spelen worden gebruikt (ballenbak van 235 m2, knutselruimte en legoruimte, Hullievolk en skelterbaan van 575 m2). Een aantal ruimtes worden alleen voor de horeca gebruikt (bar, keuken en magazijn van 190 m2 en 160m2) De ruimtes die alleen voor spelen worden gebruikt beslaan 800 m2. Buiten is 1.500m2 voor buiten spelen in gebruik en 140m2 en 110m2 voor terras.
11
In de nieuwe speelruimte is spelen en horeca verweven en is niet uit te drukken hoeveel vierkante meter door horeca in beslag genomen wordt. De nieuwe speelruimte is 1.120 m2 groot waarvan 160 m2 in beslag genomen wordt door keuken, bar en magazijn In de nieuwe speelruimte is spelen dominanter dan eten en drinken. De bestaande ruimte waar horeca en spelen verweven zijn is 370 m2 groot. Ook hier is niet aan te geven hoeveel ruimte door spelen in beslag wordt genomen en hoeveel door eten en drinken doordat zitplaatsen niet altijd gebruikt worden om te eten en te drinken. De zitplaatsen worden ook gebruikt om naar een film te kijken of om aan een spel deel te nemen (dammen, tafelvoetbal, gezelschapspellen) of om naar een spel te kijken. In de bestaande ruimte is eten en drinken dominanter dan het spelen. Bij Hullie Speelboerderij zijn er op het buitenterrein ook veel speelmogelijkheden. De oppervlakte buitenspelen bedraagt 1500m2. Buiten ligt een speeltuin, een skelterbaan en een dierenweitje. In totaal is buiten nog eens 1500 m2 in gebruik voor spelen. Uit onderstaande tabel blijkt het ruimtegebruik voor het spelen duidelijk hoger ligt dan het ruimtegebruik van de ondergeschikte horeca. Als de linker kolommen vergeleken worden met de rechter kolommen dan is duidelijk te zien dat het ruimtegebruik voor de horeca veel kleiner is dan het ruimtegebruik voor het spelen . Ruimtegebruik spelen Puur spelen Spelen en horeca (spelen dominant) Buiten spelen
810 m2 1.148 m2 m2 1.500 m2
Ruimtegebruik horeca Puur horeca Horeca en spelen (horeca dominant) Terras
350 m2 370 m2 250 m2
Voorwaarde gemeente: Initiatiefnemer reserveert extra parkeerruimte en geeft in de ruimtelijke onderbouwing aan waar deze parkeerruimte ligt omdat deze nodig is als blijkt dat er toch geparkeerd moet worden aan de openbare weg. Wijze waarop wordt voldaan: Op de inrichtingsschets in paragraaf 1.1 is een reservering voor een parkeerruimte ingetekend in een graslandperceel wat bij Hullie Speelboerderij hoort. De gemeente verzoekt om deze reservering omdat indien gerekend wordt met de parkeernorm voor overdekte speeltuinen uit het rapport ‘Parkeernormen eindrapport’ van de gemeente Uden en Veghel uit 2006, een parkeerplaats voor 360 auto’s nodig zou zijn. Door de gemeente Uden is in haar advies van 10 mei 2010 aangegeven dat 163 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden en dat een overloopparkeerplaats van 100 parkeerplaatsen gerealiseerd moet worden. Met de reservering van de overloopparkeerplaats komen de ondernemers tegemoet aan de voorwaarde van de gemeente Uden. In paragraaf 4.6 ‘Mobiliteit en infrastructuur’ wordt de aan te leggen parkeergelegenheid onderbouwd.
12
2.2.2 Landschappelijke inpassing De uitbreiding van het recreatieve bedrijf Hullie Speelboerderij met een nieuwe parkeerplaats gaat gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied. Op onderstaande inrichtingsschets is te zien waaruit deze bijdrage aan het gebied bestaat. -
Een poel van 250 m2 500m2 struweel met een aantal solitaire bomen (Bomen o.a.: els, es. Struweel o.a.: meidoorn, vogelkers, vuilboom, grauwe wilg, lijsterbes, aalbes) 250 m2 hoogstamboomgaard Beukenhaag rondom bedrijf en rondom parkeerplaats Beplantingsstrook aan west- en zuidzijde van de parkeerplaats van 650m2 (knotwilgen met struweelbeplanting) waarmee de parkeerplaats aan het zicht onttrokken wordt
Inrichtingsschets Hullie Speelboerderij
13
Kaart Natuur en Landschap Verordening Ruimte Noord Brabant
Legenda Verordening ruimte
14
3
BELEID
3.1
Provinciaal beleid
Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en Verordening Ruimte Noord-Brabant De hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 zijn vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. Tegelijkertijd zijn de te beschermen provinciale belangen vastgelegd in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 die op 17 december 2010 door Provinciale Staten is vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking is getreden. Op de kaarten van de Verordening Ruimte is te zien dat het plangebied is gelegen in de groenblauwe mantel, in attentiegebied EHS en in een aardkundig waardevol gebied; een gebied waar wijstgronden voorkomen. De bestemmingsplanwijziging is niet van invloed op het attentiegebied EHS en het aardkundig waardevol gebied. Binnen Hullie Speelboerderij wordt wel aandacht besteed aan dit waardevolle gebied. De nieuwe speelhal is ingericht rondom het wijstverschijnsel en leert kinderen over dit fenomeen. Op basis van de verordening ruimte artikel 11.10 lid 2c dient de uitbreiding van het dagrecreatieve bedrijf ‘Hullie Speelboerderij’ gezien de ligging in de groenblauwe mantel, gepaard te gaan met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied. Op basis van de verordening ruimte artikel 2.2 dient bovendien de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en cultuurhistorie. In het kader van de bestemmingsplanprocedure voor Hullie Speelboerderij wordt een aantal natuur- en landschapselementen aangelegd waarmee een positieve bijdrage aan en verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van natuur en landschap wordt geleverd. De nieuwe natuur- en landschapselementen worden op de ‘inrichtingsschets Hullie Speelboerderij’ weergegeven. Deze inrichtingsschets zal bij de vaststelling van het bestemmingsplan Hullie Speelboerderij worden meegenomen. Voorafgaand aan de vaststelling wordt de inrichtingsschets overlegd met de provincie Noord-Brabant.
15
Reconstructieplankaart sociale en economische vitaliteit
Reconstructieplankaart omgevingskwaliteit
16
Reconstructieplan Peel en Maas Het reconstructieplan Peel en Maas is op 22 april 2005 vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en op 29 juli 2006 goedgekeurd door het Rijk. In 2007 heeft op het reconstructieplan een correctieve herziening plaats gevonden, welke op 27 juni 2008 is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en op 12 augustus 2008 is goedgekeurd door het Rijk. Door Raad van State is in 2007 uitspraak gedaan over de rechtstreekse doorwerking van het reconstructieplan naar bestemmingsplannen. Ondanks deze uitspraak blijft het reconstructieplan richtinggevend voor ontwikkelingen die spelen in het reconstructiegebied De Peel. Op de plankaart ‘Sociale en Economische Vitaliteit’ is het plangebied gelegen in extensiveringsgebied natuur. Dit zijn gebieden waar perspectief geboden wordt voor natuur en in principe geen perspectief geboden voor intensieve veehouderijen. Het plangebied is gelegen in het agrarisch gebied tussen Uden en Veghel in het stedelijk uitloopgebied. In dit gebied worden in het kader van de reconstructie een aantal projecten gestart om de toeristisch-recreatieve mogelijkheden te versterken. Op de plankaart ‘Omgevingskwaliteit’ is het plangebied gelegen in de beschermingszone van de natte natuurparel St. Annabosch. In de natte natuurparels wordt er naar gestreefd om het water langer vast te houden. Het initiatief brengt een halfverharde parkeerplaats van 2860m2 met zich mee. Het regenwater kan door de halfverharding heen zakken of in de houtwal rondom de parkeerplaats wegzakken. In het reconstructieplan ligt het huidige bouwblok van Hullie Speelboerderij in tegenstelling tot de Interimstructuurvisie en de Paraplunota buiten de RNLE en het perceel waarop de uitbreiding van de parkeergelegenheid wordt gerealiseerd in de RNLE. Het initiatief is niet in strijd met reconstructiedoelstellingen.
17
Uitwerkingsplan Uden-Veghel en omstreken
18
Uitwerkingsplan Uden-Veghel en omstreken Dit uitwerkingsplan is door Gedeputeerde Staten van Noord Brabant vastgesteld op 21 december 2004. Dit plan betreft het verstedelijkingsbeleid voor de stedelijke regio Uden-Veghel en de twee landelijke regio’s Maashorst en Schijndel-Sint Oedenrode-Boekel. Het plangebied voor deze drie regio’s tesamen wordt verder als “Uden-Veghel en omstreken” aangeduid. In het plan is opgenomen waar, wanneer en hoeveel we de komende jaren aan woningen en aan bedrijventerreinen gaan ontwikkelen in deze drie regio’s. Daarnaast zijn de voor de stedelijke regio belangrijke ontwikkelingen op het gebied van hoofdinfrastructuur en landschap aangegeven. Het uitwerkingsplan vormt een kader voor ruimtelijke ontwikkelingen en is onderdeel van het toetsingskader op grond waarvan de Provincie ruimtelijke plannen en initiatieven van gemeenten beoordeelt. Het plangebied is op de plankaart van het uitwerkingsplan gelegen binnen de aanduiding landschappelijk raamwerk, landschapsbeheer. Het plangebied is niet gelegen binnen een transformatiegebied of een andere potentiële verstedelijkingsaanduiding. Het initiatief is niet in strijd met doelen uit het uitwerkingsplan Uden-Veghel en omstreken.
19
Uitsnede plankaart bestemmingsplan Buitengebied 2006, detailbestemmingen
Legenda plankaart detailbestemmingen
20
3.2
Gemeentelijk beleid
Bestemmingsplan Buitengebied Het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2006’ is 15 februari 2007 vastgesteld door de gemeenteraad van Uden en is op 16 oktober 2007 gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant. In het bestemmingsplan heeft Hullie Speelboerderij de detailbestemming ‘niet-agrarische bedrijven/functies’. De gronden die zijn aangewezen voor ‘Niet agrarische bedrijven/functies (plankaart 2) zijn bestemd voor: • De uitoefening van niet-agrarische bedrijven of functies, conform de in lid 17.4 opgenomen ‘staat van niet-agrarische bedrijven/functies, waarbij per bestemmingsvlak niet meer dan één bedrijf of functionele eenheid aanwezig mag zijn; • Woondoeleinden in de vorm van bedrijfswoningen • Een aan huis gebonden beroep of dienstverlening • Een goede landschappelijke inpassing in de vorm van erfbeplantingen met een visueel afschermende functie naar het omliggende gebied; • Voor het behoud en/of herstel van aanwezige cultuurhistorische waarden voor zover mede bestemd als ‘cultuurhistorisch waardevolle elementen In de tabel in lid 17.4 is het plangebied aan de Canadasweg 3a opgenomen als speelboerderij. Maximaal 300 m2 ondergeschikte horeca en maximaal 370 m2 groepsaccommodatie is toegestaan. Tevens is de maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing 3.600 m2 en de uitbreiding bedrijfsvloeroppervlakte 0%. Het vigerende bestemmingsplan voorziet niet in de beoogde uitbreiding van de parkeergelegenheid buiten het bestaande bouwblok en voorziet niet in een passende regeling voor ondergeschikte horeca.
21
Inventarisatiegegevens Provincie Noord Brabant 22
4. PLANOLOGISCHE ASPECTEN Aan de hand van de volgende aspecten zal inzicht gegeven worden in de fysieke en functionele aspecten van het gebied waarin het landgoed gelegen is. De aspecten zijn natuur en landschap, water, milieu (geluid, bodem, geur, veiligheid), cultuurhistorie en archeologie, recreatie en infrastructuur.
4.1
Flora en fauna
Soortenbescherming (Flora- en faunawet) Wat de soortenbescherming betreft is de Flora- en faunawet van belang. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsregels met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen "licht" en "zwaar" beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsregels van de Flora- en faunawet niet. Er is dan sprake van ontheffing op grond van de wet. Voor zover deze ontheffing niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsregels ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De Flora- en faunawet is in zoverre voor het onderhavige bestemmingsplan van belang, dat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van mogelijke ontwikkelingen niet in de weg staat. Dit is het geval als ingrepen nodig zijn waarvoor ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet niet zal worden verkregen. In dat geval is de ontwikkeling vanwege de Flora- en faunawet niet uitvoerbaar. In het kader van voorliggend bestemmingsplan is onderzocht of er beschermde soorten planten en dieren aanwezig zijn en wat de effecten zijn van de voorgestelde ruimtelijke ingreep; de aanleg van de parkeerplaats. Middels een quick scan op basis van inventarisatiegegevens van de Provincie Noord-Brabant, een globaal rapport van het Natuurloket en een oriënterend veldbezoek zijn de volgende beschermde soorten in het projectgebied te verwachten. De gebruikte inventarisatiegegevens zijn soms verouderd. Omdat in het plangebied de afgelopen 20 jaar altijd landbouw heeft plaatsgevonden kan er echter van uitgegaan worden dat er zich geen nieuwe soorten gevestigd hebben binnen het plangebied. . Categorie Te verwachten beschermde soorten Flora Binnen plangebied: geen waarnemingen Vogels Binnen plangebied: geen waarnemingen Zoogdieren Te verwachten algemene soorten: Mol, Egel, Huisspitsmuis, Bosspitsmuis, Dwergspitsmuis, Bosmuis en Veldmuis Vleermuizen Geen gegevens bekend Amfibieën, reptielen en Te verwachte soorten: Bruine kikker en Gewone pad vissen Vlinders, libellen en Geen gegevens bekend andere ongewervelden Inventarisatiegegevens Provincie Noord Brabant
23
EHS gebieden in omgeving van plangebied Kaart ministerie van LNV
24
Zoals blijkt uit inventariserend onderzoek is de huidige natuurwaarde van het plangebied vermoedelijk vanwege het gangbare agrarische gebruik van de gronden, laag. Gebiedsbescherming (Natuurbeschermingswet) Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet de uitvoering van het plan niet in de weg staat. De Natuurbeschermingswet staat de uitvoering van een ontwikkeling in de weg, wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet zal kunnen worden verkregen. De Natuurbeschermingswet 1998 houdt – in hoofdzaak – het volgende in. De minister van LNV gaat over tot aanwijzing van gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn (de zogenoemde Natura 2000- gebieden). In een aanwijzingsbesluit wordt de instandhoudingdoelstelling voor een bepaalde soort of habitattype bepaald. Hiertoe behoren in ieder geval de instandhouding van natuurlijke leefgebieden van beschermde vogelsoorten (Vogelrichtlijngebieden) en de instandhouding van natuurlijke habitats of populaties van kenmerkende soorten van deze habitattypen (Habitatrichtlijngebieden). De instandhoudingdoelstelling kan echter ook betrekking hebben op behoud, herstel en ontwikkeling van natuurschoon of natuurwetenschappelijke waarden. Vervolgens wordt voor het betreffende natuurgebied een beheerplan opgesteld. In dit kader is het van belang om te onderzoek of het plangebied is gelegen nabij (in de invloedssfeer van) een Natura 2000 gebied. Op naastgelegen kaart van het Ministerie van LNV is dat het plangebied niet gelegen is in de buurt van een Natura 2000 gebied. Wel liggen aan de noord, west en zuidzijde van het plangebied EHS gebieden. De Bedafse Bergen liggen op 25 meter afstand van het plangebied en de natte natuurparel Sint Annabos ligt op 100 meter afstand. De aanleg van de nieuwe parkeerplaats heeft geen negatief effect op de EHS.
25
26
4.2
Water
Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Aa en Maas. Bij ruimtelijke ontwikkelingen hanteert het waterschap een aantal beleidsmatige uitgangsprincipes ten aanzien van het duurzaam omgaan met water. Deze zijn van belang als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de initiatiefnemer hier invulling aan te geven. Het initiatief betreft de uitbreiding van een parkeerplaats bij een speelboerderij. Het plangebied ligt in de beschermingszone van de natte natuurparel Sint Annabos. Hydrologisch neutraal ontwikkelen en bewust omgaan met milieu en natuur is hierdoor in de planvorming extra belangrijk. Een ander belangrijk aandachtspunt is dat in de toekomst natuurparels verder kunnen vernatten. Dit heeft ook invloed op de directe omgeving. Binnen voorliggend initiatief wordt een parkeerplaats aangelegd van 2860m2. De parkeerplaats wordt om aangelegd op een hoog gelegen perceel. 1. Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op het (reeds aanwezige) gemengde rioolstelsel. Het waterschap zal echter niet akkoord gaan met de aanleg van nieuwe gemengde rioolstelsels. De parkeerplaats levert geen vuil water op. 2. Doorlopen van de afwegingsstappen: ‘hergebruik – infiltratie –buffering – afvoer’ In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen ‘hergebruik – infiltratie – buffering – afvoer’ (afgeleid van de trits ‘vasthouden – bergen – afvoeren’) doorlopen. Hergebruik van hemelwater wordt met name overwogen bij grootschalige voorzieningen als scholen, kantoorgebouwen e.d. Voor particulieren woningen wordt dit, ook gezien de landelijke ervaringen met grijswatersystemen, niet gestimuleerd. De parkeerplaats wordt met fijn gebroken puin aangelegd. Het hemelwater kan daardoor infiltreren in de bodem. Infiltratie van hemelwater in het plangebied zal dankzij de Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand (GHG) van 60 tot 80 cm –mv zal geen problemen geven. Rondom de parkeerplaats wordt een houtwal aangelegd waar het water wat bij flinke regenval niet direct infiltreert, kan wegzakken. 3. Hydrologisch neutraal bouwen Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG niet verlaagd worden en mag bijvoorbeeld bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke afvoer in de normale situatie niet overschreden
27
worden. Het waterpeil sluit aan bij optimale grondwaterstanden en in poldergebieden worden seizoensfluctuaties toegestaan. Door aanleg van de parkeerplaats wijzigt de hydrologische situatie binnen het plangebied niet. 4. Water als kans ‘Water’ wordt kan binnen ruimtelijke ontwikkelingen beschouwd als een meerwaarde. Bij de aanleg van de parkeerplaats wordt geen gebruik gemaakt van de meerwaarde van water. 5. Meervoudig ruimtegebruik Bij de inrichting van een plangebied kan ruimte voor twee of meer doeleinden te gebruiken zijn waardoor het ‘verlies’ van m2 als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water beperkt blijft. Bij de aanleg van de parkeerplaats wordt geen gebruik gemaakt van meervoudig ruimtegebruik. 6. Voorkomen van vervuiling Bij de inrichting, het bouwen en het beheer van gebieden wordt het milieu belast. Vanuit zijn wettelijke taak ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer streeft het waterschap ernaar om nieuwe bronnen van verontreiniging zoveel mogelijk te voorkomen. Deze bronaanpak is ook verwoord in het Emissiebeheersplan. Het waterschap besteedt hier reeds aandacht aan in de fase van de watertoets, zodat dit aspect als randvoorwaarde kan worden meegenomen in het verdere ontwerpproces. Bij de aanleg van de parkeerplaats wordt gebruik gemaakt van niet-uitloogbare materialen. Zo wordt verontreiniging van bodem en grondwater voorkomen. Conclusie Het initiatief voldoet aan de beleidsmatige uitgangsprincipes van Waterschap Aa en Maas. 4.3
Milieu
Geluid De Wet Geluidhinder bepaalt vereiste zoneringen voor geluid. De Wet Geluidhinder bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidshinder door onder meer industrie, wegverkeer, spoorwegverkeer en vliegverkeer. De wet richt zich onder andere op de bescherming van de burger in zijn woonomgeving en bevat b.v. normen voor de maximale geluidsbelasting op de gevel van een huis. De uitbreiding van het bouwblok van Hullie Speelboerderij mag het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet aantasten. Voor Hullie Speelboerderij is daarbij het aspect geluid het meest van belang. In de ‘VNG-brochure bedrijven en milieuzondering’ is gezocht naar bedrijven waarmee Hullie Speelboerderij te vergelijken is. Een evenementhal heeft in de VNG brochure een richtafstand voor geluid van 30 meter continu. Een overdekt zwembad heeft een richtafstand van 50 meter continu.
28
Het bouwblok van Hullie Speelboerderij blijft in de toekomstige situatie op meer dan 100 meter afstand van de dichtstbijzijnde woning. Het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van Hullie Speelboerderij blijft gewaarborgd bij uitbreiding van de parkeerplaats. Het aantal bezoekers zal door voorliggend initiatief niet toenemen. De uitbreiding van de speelboerderij is immers al voorzien in het huidige bestemmingsplan. Bodem Op de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Uden ligt het plangebied in agrarisch buitengebied. Op de bodemkwaliteitskaart is de ondergrond in ‘agrarisch buitengebied’ weergegeven als ‘schoon’. De parkeerplaats die gerealiseerd wordt binnen het plangebied is geen functie waarvoor een verkennend bodemonderzoek vereist is. Het is vergelijkbaar met het leggen van tegels of klinkers. Er wordt zorg voor gedragen dat het halfverhardingsmateriaal waarmee de parkeerplaats wordt aangelegd een gecertificeerde bouwstof is. De uitbreiding van de ondergeschikte horeca vindt plaats binnen de bestaande bebouwing en de bebouwing die reeds in het huidige bestemmingsplan is toegestaan. Lucht De wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (Luchtkwaliteiteisen) is op 15 november 2007 in werking getreden. Op het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen is de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen’ gebaseerd. Deze regeling geeft regels over de wijze waarop het begrip ‘niet in betekenende mate’ inhoud moet worden gegeven. De hoofdregel is dat het initiatief ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt indien door het initiatief de 1% grens (van de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie van PM10 of NO2 40µg/m3, dus 0,4 µg/m3) niet wordt overschreden. In de regeling zijn voorts categorieën van gevallen genoemd die in elk geval als ‘niet in betekende mate’ worden aangemerkt. Voor deze categorieën staat namelijk vast dat zij in ‘niet in betekenende mate’ bijdragen. Het initiatief betreft de realisatie van een parkeerplaats voor 113 auto’s. Tevens betreft het de planologische uitbreiding van de ondergeschikte horeca. Beide zaken brengen geen extra verkeersbewegingen met zich mee. Hierdoor valt het initiatief binnen de ‘niet in betekende mate’categorie ‘woningbouwlocaties’. De grens voor deze categorie ligt bij 500 woningen. Derhalve hoeft geen onderzoek naar luchtkwaliteit plaats te vinden.
29
Risicokaart Noord-Brabant
30
Geur Het initiatief betreft de realisatie van een parkeerplaats en de planologische uitbreiding van ondergeschikte horeca binnen bestaande bebouwing die reeds bestemd is als speelboerderij. Derhalve betreft het initiatief geen geurgevoelige ontwikkeling. Externe veiligheid Op de risicokaart van de Provincie Noord-Brabant op pagina 32 is op naastgelegen pagina te zien dat er in de omgeving van het plangebied een inrichting aan de Schansweg 3a is gelegen (het recreatiebedrijf De Pier) die valt onder de categorie “Overige inrichtingen met gevaarlijke stoffen". Dit zijn de inrichtingen welke niet afzonderlijk als categorie zijn genoemd op de risicokaart. Op het terrein van de inrichting aan Schanseweg 3a is een bovengrondse tank aanwezig met een risicocontour van 20 meter. Het plangebied ligt buiten de risicocontour van genoemde inrichting. Leidingen en kabels Voor de realisatie van de parkeerplaats en de uitbreiding van de ondergeschikte horeca in bestaand bebouwing zijn geen graafwerkzaamheden nodig. Leidingen en kabels komen door dit initiatief niet in gevaar.
31
Cultuurhistorische waardenkaart Provincie Noord-Brabant
32
4.4
Cultuurhistorie en archeologie
De Cultuurhistorische Waardenkaart (2005) van de Provincie Noord-Brabant geeft aan dat het plangebied een middelhoog tot hoge indicatieve archeologische waarde heeft. Voor de realisatie van de parkeerplaats en de uitbreiding van de ondergeschikte horeca zijn echter geen graafwerkzaamheden nodig waardoor de eventuele archeologische waarden niet verstoord worden.
4.5
Mobiliteit/infrastructuur
In de huidige situatie zijn er 85 parkeerplaatsen op het bouwblok van Hullie Speelboerderij. Het huidige bestemmingsplan voorziet in een uitbreiding van de speelboerderij tot 3600m2. Deze uitbreiding brengt meer bezoekers met zich mee. De ondernemers van Hullie Speelboerderij willen hun parkeerplaats daarom uitbreiden. Zeker omdat er op drukke dagen reeds langs de openbare weg geparkeerd wordt. Door herstructurering van het bouwblok, die nodig is vanwege de uitbreiding van de speelboerderij, blijven op het huidige bouwblok nog maar 50 parkeerplaatsen aanwezig. Daarom moeten 113 nieuwe parkeerplaatsen aangelegd worden waarvoor het bouwblok moet worden uitgebreid. Met maximale aantal bezoekers zal na uitbreiding van de speelboerderij 650 bedragen. De gemeente Uden heeft aangegeven dat ze uitgaat van 4 personen per auto waardoor 163 parkeerplaatsen vereist zijn. De gemeente Uden heeft de initiatiefnemers echter verzocht om rekening te houden met een reserveparkeerplaats omdat indien gerekend wordt met de parkeernorm voor overdekte speeltuinen uit het rapport ‘Parkeernorm eindrapport’ van de gemeente Uden en Veghel uit 2006, een parkeerplaats voor 360 auto’s nodig zou zijn. Op de inrichtingsschets in paragraaf 2.2 is een overloopparkeerplaats, op een graslandperceel wat bij Hullie Speelboerderij hoort, weergegeven. Dit grasland is doorgaans het gehele jaar berijdbaar.
33
34
5
HAALBAARHEID
Economische haalbaarheid Het initiatief wordt in eigen beheer ontwikkeld. De ondernemers van Hullie Speelboerderij verwachten in principe geen planschaderisico. De ondernemers zijn bereid een planschadeovereenkomst te sluiten met de gemeente Uden waarin wordt overeengekomen dat eventuele planschade niet op de gemeente kan worden verhaald.
35
36
6
PROCEDURE
In het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening heeft overleg plaatsgevonden over het plan met het de provincie Noord-Brabant en Waterschap Aa en Maas. Reactie provincie Op 23 maart 2011 heeft de provincie Noord Brabant een vooroverlegreactie gestuurd naar de gemeente Uden inzake het voorontwerpbestemmingsplan ‘Hullie Speelboerderij’. In deze reactie geeft de provincie aan dat er nog onvoldoende invulling wordt gegeven aan een positieve bijdrage aan en verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van natuur en landschap. In het bestemmingsplan is een inrichtingsschets opgenomen waar de positieve bijdrage aan en verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van natuur en landschap op is weergegeven. Reactie Waterschap Het waterschap heeft op 22 februari 2011 een advies uitgebracht inzake het voorontwerpbestemmingsplan ‘Hullie, Speelboerderij’ te Uden. In dit advies wordt geadviseerd om de bestemming ´niet agrarische bedrijven/functies´ mede te bestemmen voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Dit is in het ontwerpbestemmingsplan meegenomen. Tevens wordt gevraagd de bestemming ´niet agrarische bedrijven/functies´ welke gedeeltelijk over de leggerwatergang perceelnr. UDN00Q486 is geprojecteerd van dit perceel te verwijderen. Ook dit verzoek is in het ontwerpbestemmingsplan meegenomen.
37
38
6.
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING
In hoofdstuk 2 is het plan toegelicht en uitgewerkt, wat voorts moet worden vertaald in de bestemmingsregeling, bestaande uit de verbeelding en regels. In dit hoofdstuk wordt de systematiek van de bestemmingsregeling in het algemeen toegelicht en worden de planregels artikelsgewijs toegelicht. Systematiek bestemmingsregeling Op 1 juli 2008 zijn de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Onderdeel van deze regelingen vormt de verplichting om de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) toe te passen bij het opstellen van de verbeeldingen en planregels. Bovendien moet een (ontwerp)besluit digitaal raadpleegbaar zijn en langs elektronische weg worden vastgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat gemeenten, provincies en departementen verantwoordelijk zijn voor het maken en beheren van hun eigen ruimtelijke plannen en verordeningen. Zij zorgen er ook voor dat deze digitaal beschikbaar zijn voor burgers, bedrijven en medeoverheden. Aangezien voorliggend bestemmingsplan in 2010 in procedure gaat, vormt de Wro het wettelijk kader voor het bestemmingsplan en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 moet derhalve worden toegepast. Gelet op het karakter van voorliggend ‘bestemmingsplan Hullie Speelboerderij’ is gekozen voor een gedetailleerde planvorm, met toegesneden bouwregels. Op de verbeelding wordt per perceel aangegeven welke bestemming geldt en waar bebouwing is toegestaan. Met hoogtematen is in de verbeelding aangegeven welke maximale bouw- en goothoogte toegestaan zijn. Door middel van hoofdletters wordt de bestemming aangeduid. In de legenda (verklaring) wordt de betekenis aangegeven van de bestemmingen en de aanduidingen. Ook is het identificatienummer van het bestemmingsplan en het kaartblad aangegeven. De kaart bestaat uit 1 digitaal bestand en analoog kaartblad (schaal 1:1.000). Er is getracht om aan te sluiten bij de landelijke, in het kader van SVBP2008 afgesproken afkortingen en naamgeving. Overeenkomstig SVBP2008 is de opbouw van de regels als volgt: - inleidende regels (Hoofdstuk 1); - bestemmingsregels (Hoofdstuk 2); - algemene regels (Hoofdstuk 3); - overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 4). Toelichting per bestemming Artikel 1 Begrippen Bij de begripsbepalingen zijn alleen de begrippen opgenomen die niet zijn opgenomen in de standaardbepalingen het ‘bestemmingsplan buitengebied 2006’. In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die van het "normale" spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. De begrippen zijn alfabetisch geordend.
39
Artikel 2 Wijze van meten Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, dienen te worden gemeten. Artikel 3 Niet agrarische bedrijven / functies De gronden met de bestemming ‘Niet agrarische bedrijven / functies’ zijn bestemd voor een Recreatiebedrijf /functie in de vorm van een speelboerderij met ondergeschikte horeca voorzieningen waarbij binnen het projectgebied niet meer dan één bedrijf of functionele eenheid aanwezig mag zijn. Tevens is wonen in de vorm van één bedrijfswoning mogelijk en parkeren en overloopparkeren en de daarbij behorende voorzieningen. Artikel 4 Anti-dubbeltelregels De Anti-dubbeltelbepaling bepaalt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning waarin uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, deze bij de beoordeling van latere plannen buiten beschouwing blijft. Het nog overgebleven terrein mag dus niet nog eens meegenomen worden bij het toestaan van een ander bouwwerk. Artikel 5 Algemene ontheffingsregels De algemene ontheffingsregels verschaffen Burgemeester en Wethouders de gewenste beleidsruimte om bij de uitvoering van het plan te kunnen inspelen op gegevens of situaties die vooraf niet bekend kunnen zijn. Artikel 6 Algemene procedureregels De algemene procedureregels bepalen dat bij toepassing van een ontheffing, die onderdeel uitmaakt van dit plan, op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is. Artikel 7 Overgangsregels In de regels overgangsrecht is geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden bestaande gebouwen en het bestaand gebruik van gronden en bouwwerken mogen afwijken van het plan. Artikel 8 Slotregels In de slotregel is aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald
40
Regels
1
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begripsbepalingen Wijze van meten
4 4 4
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels Niet agrarische bedrijven /functies
5 5
Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6
Algemene regels Anti-dubbeltelregels Algemene ontheffingsregels Algemene procedureregels
7 7 7 7
Hoofdstuk 4 Artikel 7 Artikel 8
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
8 8 8
3
Hoofdstuk 1. Inleidende regels Artikel 1 Begripsbepalingen Horeca: Een ondergeschikte bedrijfsactiviteit binnen een speelboerderij welke is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen etenswaren en dranken uitgezonderd een discotheek, bar nachtclub of dancing; Horeca met spelen: Een bedrijfsactiviteit binnen een speelboerderij welke is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen etenswaren en dranken uitgezonderd een discotheek, bar nachtclub of dancing waarbij de ruimte gelijktijdig ook wordt gebruikt voor speeldoeleinden in de vorm van films bekijken, gezelschapspellen, tafelvoetbal en vergelijkbare activiteiten. Binnen deze ruimte is de horeca dominanter aanwezig dan recreatie in de vorm van spelen. Spelen met Horeca: Een bedrijfsactiviteit binnen een speelboerderij welke is gericht op recreatie in de vorm van spelen waarbij de ruimte gelijktijdig ook wordt gebruikt voor ondersteunende horeca gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen etenswaren en dranken, waarbij de spelende kinderen betrokken worden bij het vervaardigingsproces. De ruimte is ingericht als speelruimte waarbij spelen en eten in elkaar overlopen. Binnen deze ruimte is het spelen dominanter aanwezig dan de ondersteunende horeca. Overige begripsbepalingen: Voor het overige gelden de begripsbepalingen zoals opgenomen in artikel 1 van het bestemmingsplan “Buitengebied 2006” van de gemeente Uden. Artikel 2 Wijze van meten De wijze van meten geschiedt overeenkomstig hetgeen is geregeld in artikel 2 van het bestemmingsplan “Buitengebied 2006” van de gemeente Uden.
4
Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels Artikel 3 Niet agrarische bedrijven /functies 3.1
Algemene doeleindenomschrijving a. De gronden die op de projectverbeelding zijn aangegeven voor ‘Niet agrarische bedrijven /functies’ zijn bestemd voor een Recreatiebedrijf /functie in de vorm van een speelboerderij met ondergeschikte horeca voorzieningen waarbij binnen het projectgebied niet meer dan één bedrijf of functionele eenheid aanwezig mag zijn; b. Woondoeleinden in de vorm van één bedrijfswoning; c. Parkeren en daarbij behorende voorzieningen; d. Water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e. Overloopparkeren.
3.2 Nadere doeleindenomschrijving 3.2.1 Gebouwen De gebouwen mogen voor de onder 3.1 genoemde doeleinden worden gebruikt met in achtneming van de volgende voorwaarden: a. Horeca (bar, keuken en magazijn) tot een maximum van 350 m²; b. Horeca met spelen tot een maximum van 370 m²; c. Groepsaccommodatie tot een maximum van 370 m²; d. Spelen met horeca tot een maximum van 1148 m²; e. Spelen tot een maximum van 810 m²; f. Overige voorzieningen passend in de doeleindenomschrijving in de vorm van opslag, toiletten, garderobe enzovoort. 3.2.2 Buitenruimte De buitenruimte mag voor de onder 3.1 genoemde doeleinden worden gebruikt met in achtneming van de volgende voorwaarden: a. Speelruimte tot een maximum van 1500 m²; b. Terras tot een maximum van 250 m²; c. Binnen de aanduiding “Parkeerruimte [PR]” 163 parkeerplaatsen en daarbij behorende voorzieningen in de vorm van verhardingen, paaltjes, aanduidingen enzovoort; d. Binnen de aanduiding “Overloopparkeerruimte [opr]” mag een overloop voor de overige parkeerplaatsen worden gerealiseerd in de vorm van grasland met in totaal 100 parkeerplaatsen. 3.3
Bouwregels De in de projectverbeelding opgenomen grond mag alleen worden bebouwd ten dienste van een recreatiebedrijf /functie in de vorm van een speelboerderij met één bedrijfswoning. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. Ten aanzien van bedrijfsgebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouw zijnde, anders dan terreinafscheidingen, geldt dat: - De hoogte niet meer mag bedragen dan 10 meter;
5
De goothoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 meter; De dakhelling, indien afgedekt met een kap, niet minder mag bedragen dan 12° en niet meer dan 55°; - De afstand tot de perceelsgrenzen niet minder mag bedragen dan 5 meter; - De afstand tot de bestemming wegen zoals opgenomen in het bestemmingsplan “Buitengebied 2006” van de gemeente Uden, niet minder mag bedragen dan 15 meter bij interlokale verbindingswegen en 10 meter bij overige wegen; - Het bedrijfsvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 3600 m². b. Ten aanzien de bedrijfswoning met bijbehorende vrijstaande bedrijfsgebouwen geldt hetgeen is opgenomen in artikel 17.2 onder b van de planvoorschriften behorend bij het bestemmingsplan Buitengebied 2006 van de gemeente Uden; c. Ten aanzien van erfafscheidingen geldt hetgeen is opgenomen in artikel 17.2 onder c van de planvoorschriften behorend bij het bestemmingsplan Buitengebied 2006 van de gemeente Uden. d. Voor zover de onder artikel3.2.2.c genoemde voorzieningen bouwwerken geen gebouw zijnde zijn mogen ze maximaal 2 meter hoog zijn. -
6
Hoofdstuk 3. Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 5 Algemene ontheffingsregels Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor: a. het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, dakhellingen en bebouwde oppervlakten met ten hoogste 10%; b. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, dan wel de situering van ontsluitingen of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein; c. het in geringe mate afwijken van een bestemmingsgrens, alsmede de vorm van bouwvlakken, voorzover zulks noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen; Artikel 6
Algemene procedureregels
6.1 Ontheffing Bij toepassing van een ontheffing, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
7
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregel Artikel 7
Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan; b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%; c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 7.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Artikel 8 Slotregel Deze regels kunnen worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan “Hullie Speelboerderij te Uden” van de gemeente Uden.
8
Verbeelding