Bestemmingsplan “Heiakker”
Inhoud: Inhoud: Toelichting Bijlage Voorschriften Kaart 060415 blad 1 en blad 2
Procedure: 1e Wettelijke terinzagelegging Vastgesteld door de Raad 2e Wettelijke terinzagelegging Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 3e Wettelijke terinzagelegging In Werking vanaf Onherroepelijk
Gemeente Helmond Stedelijke ontwikkeling & Beheer Ruimtelijke Ordening & Verkeer I.v.D / PZ / 14-47h
d.d. d.d. d.d. d.d. d.d. d.d. d.d.
05 december 2006 03 april 2007 Bijlage no. 23 april 2007 20 november 2007 no. 1292065/1347373 07 december 2007 18 januari 2008 01 oktober 2008 nr 200800188/1/R2
TOELICHTING
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
TOELICHTING behorende bij het bestemmingsplan “Heiakker” in de gemeente Helmond INHOUD 1
INLEIDING
3
2
STEDENBOUWKUNDIG PLAN 2.1 Plandeel Wonen 2.1.1 Analyse van de wijk Brouwhuis 2.1.2 Programma 2.1.3 Stedenbouwkundig plan 2.2 Plandeel Sport 2.2.1 Analyse van de geledingszone rond de wijk Brouwhuis 2.2.2 Programma 2.2.3 Stedenbouwkundig plan
5 5 5 7 8 14 14 15 17
3
BELEIDSKADER 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid
23 23 24 26 27
4.
KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING 4.1 Milieuzonering 4.2 Verkeer 4.3 Geluidhinder 4.4 Luchtkwaliteit 4.5 Externe veiligheid 4.6 Lichthinder 4.7 Bodemverontreiniging 4.8 Archeologie en cultuurhistorie 4.9 Water 4.10 Flora en fauna 4.11 Duurzaam bouwen 4.12 Rood met groen
31 31 32 33 34 37 40 40 40 41 45 48 48
5
JURIDISCHE VORMGEVING 5.1 Planvorm 5.2 Toelichting op de bestemmingen I. Algemene en technische bepalingen II. Bestemmingsbepalingen III. Overige bepalingen
50 50 50 50 51 53
6
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
55
7
PROCEDURE 7.1 Overleg 7.2 Artikel 23 e.v. WRO
56 56 63
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
1
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
BIJLAGEN: 1. Gegevens berekening luchtkwaliteit; 2. Akoestisch onderzoek; 3. Vooroverlegreacties ex artikel 10 BRO; 4. Zienswijzen ex artikel 23 WRO; 5. Nota beantwoording zienswijzen; 6. Beschikking vaststelling hogere grenswaarden; 7. Convenant “Duurzaam bouwen Regio Eindhoven” (losse bijlage).
Figuur 1: Ligging plangebied
2
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
1
INLEIDING Midden in de wijk Brouwhuis te Helmond bevindt zich een sportcomplex met voetbal- en tennisvelden. De voetbalvereniging VV Bruheze heeft een omvang bereikt die niet meer op het bestaande voetbalcomplex geaccommodeerd kan worden. Ook de tennisvereniging TV ‘t Trambaantje heeft een uitbreidingswens. Ten zuiden van de wijk Brouwhuis ligt de zogeheten geledingszone, een groengebied en tevens buffer naar het bedrijventerrein BZOB. In november 2004 heeft de gemeente Helmond de Gebiedsvisie Geledingszone Brouwhuis vastgesteld. Op basis hiervan heeft gemeente Helmond een voorbereidingsbesluit genomen het sportcomplex uit te plaatsen. De voorkeurslocatie ligt in het meest westelijk deel van de geledingszone, langs de Zuid-Willemsvaart. De vrijkomende gronden van het huidige sportcomplex zouden dan onder voorwaarden kunnen worden ontwikkeld als woningbouwlocatie. Hiertoe heeft de gemeente Helmond een intentieovereenkomst gesloten met Gebroeders Van Wanrooij. Er is een planproces opgezet, waarin de stedenbouwkundige, planologische, technische, maatschappelijke en financiële haalbaarheid zijn nagegaan. De voorbereidingen zijn uitgevoerd in een plandeel wonen en een plandeel sport. In het plandeel wonen zijn de mogelijkheden van herontwikkeling van de bestaande sportvelden tot woningbouwlocatie onderzocht, terwijl in het plandeel sport de mogelijkheden tot verplaatsing van de sportvelden naar de geledingszone centraal stonden. Voor beide plandelen zijn werkgroepen samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van Gebroeders Van Wanrooij, de gemeente Helmond, vertegenwoordigers van VV Bruheze en TV ‘t Trambaantje en externe adviseurs. Het resultaat van dit interactieve proces is de “Ontwikkelingsvisie Heiakker”, waarin is aangetoond dat verplaatsing van de sportcomplexen en herontwikkeling tot woningbouw haalbaar is. De Ontwikkelingsvisie omvat voor beide plandelen een stedenbouwkundig plan met een doorgewerkte (voorbeeld)verkaveling. De ontwikkelingsvisie is gepresenteerd aan de omwonenden en belanghebbenden in Brouwhuis, waarna de gemeente Helmond een positief besluit heeft genomen. Dit bestemmingsplan heeft als doel de verplaatsing van de sportvelden naar de Geledingszone alsmede woningbouw op de huidige locatie van de sportvelden juridischplanologisch mogelijk te maken. De Ontwikkelingsvisie Heiakker dient als onderlegger voor dit bestemmingsplan, waarin de essenties van het stedenbouwkundig plan vastgelegd worden.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
3
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 3: Historische ontwikkeling van Brouwhuis
4
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
2
STEDENBOUWKUNDIG PLAN
2.1
Plandeel Wonen
2.1.1
ANALYSE VAN DE WIJK BROUWHUIS
Historie De historische ontwikkeling is in figuur 3 in drie stappen weergegeven. Aan het einde van de negentiende eeuw wordt het gebied waarin zich de huidige wijk ‘Brouwhuis’ bevindt, gekenmerkt door verspreid in het landschap liggende boerderijcomplexen met bijbehorende landerijen. De waterloop ‘De Weijer’ is ter plaatse van het plangebied een in het oog springende oost-west lijn. De boerderijcomplexen zijn onderling verbonden door paden, die in de vele hoekverdraaiingen vaak op elkaar aansluiten met karakteristieke driehoekige pleintjes en soms zelfs een vijfsprong. Op of in de nabijheid van de huidige sportveldenlocatie is een aantal van deze historische paden terug te vinden in de huidige structuur, zoals de Tstructuur van de Peeleik, de Brouwhuissedijk en de Bruhezerweg. Gezamenlijk met de Weyerbeemd en de Weyerweg, en doorsneden door de Weijerloop, liggen deze paden als een grote ruit om de locatie. Ook kleinere structuren zoals de Veldweg en de Rector Heuvelstraat voeren al terug tot voor 1850. Tot ver in de jaren ’80 blijft het landschap overwegend open en verstoken van bebouwing. Een clustering van bebouwing aan de T-structuur en een groei van de kern aan de Oude Trambaan en de Hoge Zij, alsmede de aanleg van het spoor en introductie van de provinciale weg in het noorden/oosten zijn de belangrijke ontwikkelingen. Een belangrijk deel van de huidige structuur van het gebied is eigenlijk pas ontstaan aan het eind van de jaren ’80. Grootschalige ingrepen als de realisatie van de omlegging van de Zuid-Willemsvaart en een explosieve groei van de wijk Brouwhuis, gebaseerd op een ringvormige ontsluitingsstructuur van de Rivierensingel, zijn daarin karakterbepalend. De confrontatie van twee structuren De hoofdopzet van de woonwijk Brouwhuis berust feitelijk op een superpositie van twee structuursystemen, die onafhankelijk van elkaar bestaan en op enkele plekken een koppeling kennen. Enerzijds de historische T-structuur en anderzijds de moderne ringvormige structuur. In de historische structuur vormen de Brouwhuissedijk en de Bruhezerweg een structuurlijn in oost-westelijke richting. Hierop aangesloten in noord-zuidrichting ligt de Peeleik. Haaks op deze lintstructuur ligt een aantal verbindingen van een lagere orde in schaal, zoals de Trambaan, de Veldweg en de Rector Heuvelsstraat. Ook de historische waterloop (Weijerloop) ligt haaks op de Peeleik (figuur 3 – Historische structuur).
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
5
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 4: Impressie van de huidige situatie in plandeel Wonen, inclusief straatnamenkaart
6
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
De grootschalige ruimtelijke ingreep uit de jaren tachtig wordt gedragen door de ringvormige hoofdontsluitingsstructuur van de Rivierensingel, gekoppeld aan de Edelhertlaan. Aan deze ring liggen verschillende buurten met een eigen karakter (figuur 3 – Ontwikkeling Brouwhuis). Het over elkaar heen plaatsen van deze twee structuursystemen leidt tot het mozaïekpatroon van bebouwingsweefsels, zoals dat in de wijk te ervaren is. Bij de confrontatie van beide systemen ontstaan de karakteristieke, wigvormige ruimtes die de hoekverdraaiing in de overgang tussen beide systemen oplossen. Het zuidelijk deel van het plangebied ligt sterk in de invloedssfeer van het historische patroon met een sterke oost-west gerichtheid. De landschappelijke structuur van de Weijerloop (met hoge en lage gronden) is de drager van deze oost-westrichting. Het zuidelijk deel van het plangebied is feitelijk de zone waar de Geledingszone doordringt in de wijk. Het noordelijk deel van het plangebied is op te vatten als het interieur van het uitleggebied. Bezien vanuit de hoofdstructuur is er in het plangebied sprake van een tweedeling in karakters van het gebied. Het gebied tussen de Weijerloop en de Heiakker ligt helder in de historische structuur die dient te worden versterkt. Het gebied ten noorden hiervan, ingeklemd tussen de achterzijden van woningen aan de Hoge Zij, de Lavendelheide en de Rivierensingel maakt vooral deel uit van de uitlegstructuur. Functionele analyse van de huidige situatie in plandeel Wonen In het plangebied bevinden zich het voetbalcomplex aan de oostzijde en het tenniscomplex aan de westzijde. Een impressie van het plangebied en zijn omgeving is te zien in figuur 4. De zuidrand van het plangebied grenst aan de Weijerloop en de daarachter gelegen Hertelaan, een woonstraat met eenzijdige bebouwing aan de zuidzijde van één tot twee lagen met een kap. Aan de oostzijde ligt de Rivierensingel, een belangrijke verkeerskundige en stedenbouwkundige drager van de wijk Brouwhuis; hieraan is ook de toegang van het voetbalcomplex gesitueerd. Vanaf de Rivierensingel toont het zuidelijk deel van het plangebied zich als een bolle akker. De noordelijk gelegen voetbalvelden liggen ingeklemd tussen de achtertuinen van woningen aan de Rivierensingel, de Lavendelheide en de Hoge Zij. Het driehoekige gebiedje aan de Lavendelheide is bij het plangebied betrokken. Het voetbal- en tenniscomplex worden van elkaar gescheiden door een voetpad dat vanuit de Hoge Zij aansluit op de Hertelaan ter plaatse van de Reeboklaan. Het tenniscomplex wordt aan de noordzijde begrensd door de bestaande straat Heiakker. Aan de noordzijde van deze straat ligt een viertal woningen. De oostelijk gelegen woningen zijn gericht op het zuiden, terwijl de twee westelijk gelegen woningen kopwoningen zijn die gericht zijn op de noordzuidstraten Hoge Zij en Trambaan. De Trambaan maakt ter plaatse van het tenniscomplex een bocht naar het westen, waaraan woningen zijn geadresseerd. De zijdelingse kavelgrens van de meest oostelijk gelegen woning vormt de westgrens van het tenniscomplex.
2.1.2
PROGRAMMA
Uitgangspunten In de Nota Wonen van februari 2005 wordt voor de inbreidingslocatie van de sportvelden een uitbreiding van het woningbestand voorzien tussen de 110 en 150 wooneenheden. Circa 90% hiervan wordt in de koopsector gerealiseerd, waardoor het percentage
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
7
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
huurwoningen in de wijk Brouwhuis met ruim één procentpunt daalt tot 41%. Dit past in het streven van de gemeente Helmond om een verdeling tussen huur en koop te realiseren van 40% – 60%. Het merendeel hiervan zal als grondgebonden woning gerealiseerd worden, waarbij een element meergezinswoningen mogelijk is. Deze woningen zullen worden gerealiseerd in de volgende gedifferentieerde prijsklassen (prijspeil 2005): 10% sociale koop (< €156.467) 10% middeldure huur (± €600/maand) 20% goedkope koop (< €186.000) 40% middeldure koop (€187.000 - €320.000) 20% dure koop (> €320.000) Van de middeldure koopwoningen zal 25% specifiek voor de doelgroep 55+ bestemd zijn. Typologieën De woningcategorieën kunnen worden omgeslagen naar een scala van woningtypen en bijbehorende kavelmaten en gebouwvolumes:
2.1.3
categorie
typologie
kavel
gebouwvolume
sociale koop
rijwoning
130 m²
400 m³
middeldure huur
rijwoning
130 m²
400 m³
goedkope koop
kopwoning rij
200 m²
435 m³
goedkope koop
geschakeld
225 m²
500 m³
middeldure koop
patio
250 m²
450 m³
middeldure koop
appartementen
n.v.t.
120 m³
middeldure koop
2/1-kap
275 m²
600 m³
dure koop
vrijstaand
425 m²
650 m³
STEDENBOUWKUNDIG PLAN
Algemeen Het plandeel Wonen bestaat uit twee delen met een verschillend karakter. Het gebied tussen de Weijerloop en de virtuele lijn tussen Heiakker en ingang tot het voetbalcomplex enerzijds en het gebied ingeklemd tussen de achterzijden van woningen aan de
8
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Hoge Zij, de Lavendelheide en de Rivierensingel anderzijds. Bij herontwikkeling van het plangebied wordt het verschil tussen deze twee delen benadrukt door de introductie van een nieuwe structuurlijn. Deze nieuwe structuurlijn wordt gebruikt voor een nieuwe oost-west verbinding in het verlengde van de Trambaan, aansluitend op de Rivierensingel. Deze hoofdontsluiting is het visitekaartje van het plan met wisselende doorzichten die beide plandelen aan elkaar hechten. De nieuwe route ligt zuidelijk van de bestaande bomen. Daarbij wordt uitgegaan van handhaving van met name de waardevolle acacia’s. De lineariteit van de nieuwe structuurlijn wordt verzacht door een aaneenschakeling van verschillende ‘plein’-ruimtes met een ‘dorps’ karakter. De detaillering en materialisering hiervan zal verder vorm moeten krijgen in de verdere planuitwerking. Uitgangspunt bij de verdere uitwerking is het verduidelijken van de karakterverschillen tussen de verschillende ruimtes. De Weijerloop aan de zuidzijde van het plangebied is vanuit de historische context een belangrijke structuurdrager. In de huidige situatie bestaat de Weijerloop ter plaatse van het plangebied uit een smalle watergang met steile oevers, gedeeltelijk ondergronds in een duiker. Het is wenselijk de overkluizing van de Weijerloop op te heffen dan wel te verminderen. De Weijerloop zal in droge periodes geheel droog vallen. Dit hoort bij het karakter van de loop. Dit pleit voor een smal profiel. Het profiel van de Weijerloop wordt sterk bepaald door de hoogteverschillen. Direct ten noorden van de watergang ligt een bomenrij die gemiddeld een meter hoger ligt dan de Hertelaan aan de zuidzijde. De rest van het plangebied ligt vervolgens gemiddeld nog een meter hoger. Om de beleving van de Weijerloop te verhogen wordt parallel aan het water en noordelijk van de bomen een wandelpad voorgesteld. In het gebied tussen het wandelpad en de hoofdontsluiting wordt het hoogteverschil benut om de waterhuishouding van het plan vorm te geven. Hiertoe worden vanuit de hoofdontsluiting insteekhoven gemaakt tussen bouwvelden van circa 60 meter diep en 50 meter breed. De aansluiting van deze hoven op de hoofdontsluiting vormen de plaatsen waar de openbare ruimtes aan de hoofdontsluiting verbijzonderd worden. In de hoven wordt naast ruimte voor toegangspaden van beperkte breedte ook ruimte gemaakt voor waterberging en uitloop richting de Weijerloop. Adressen van de woningen bevinden zich waar mogelijk aan de hoofdontsluiting en verder aan de hoven; gericht op het wandelpad aan de zuidzijde bevindt zich een beperkt aantal bijzondere woningtypen met een ontsluiting aan de zuidzijde. De noordelijke velden van het voetbalcomplex kunnen gezien worden als het interieur van het uitleggebied. Dit gebied grenst aan drie zijden aan achterkanten van bestaande woningen die om het plangebied heen staan. Deze achterkanten worden beantwoord met achtertuinen van nieuwe woningen. Ter plaatse van de Lavendelheide wordt een koppeling gemaakt ten behoeve van verkeer. Daar waar woningen gericht zijn op de centrale openbare ruimte, zijn voorgevels hierop gericht. Een bijzondere plaats in het plangebied vormt het bouwveld direct ten zuiden van de aansluiting van de hoofdontsluiting op de Rivierensingel. Hier wordt extra ruimte gelaten om afstand te houden tot de verkeersbewegingen op de Rivierensingel, alsmede om de hoekverdraaiing met de omgeving op te lossen. Er ontstaat daardoor een typisch
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
9
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
driehoekige voorruimte. Ter plaatse kan gebruik gemaakt worden van de bijzonderheid van de bolle akker; een gestapeld bouwvolume dient als een markeringspunt naar het omliggende landschap. De invulling van dit markeringspunt mag er niet toe leiden dat de het plangebied wordt afgeschermd van de omgeving. Bebouwing moet hier niet alleen naar het oosten maar ook naar het noorden en het zuiden een ‘gezicht’ hebben (alzijdigheid) en voldoende transparantie bieden. Verkeersstructuur Autoverkeer De ontsluiting van het gebied kent drie karakters. De hoofdontsluiting vindt plaats via een centrale toegangsweg in het verlengde van de Trambaan die aangesloten wordt op de Rivierensingel. De rijbaan wordt onderdeel van een grotere openbare ruimte tussen rijen woningen met een parkeergelegenheid in de openbare ruimte aan de zuidzijde en
10
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 5: Stedenbouwkundig voorkeursmodel
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
11
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
een diversiteit aan woningen aan de noordzijde. Om de snelheid in het plangebied laag te houden en de veiligheid te vergroten worden verkeersmaatregelen, bijvoorbeeld in de vorm van verhoogde kruisingsvlakken, gerealiseerd. De hoofdontsluiting kent twee typen zijstraten. Enerzijds zijstraten naar het noordelijk gebied waarbij een doorkoppeling plaatsvindt naar de Lavendelheide buiten het plangebied. Anderzijds erfstraatjes om de insteekhoven aan de zuidzijde die lusvormig aanhaken op de hoofdontsluiting.
Figuur 6: Voorbeeld profiel hoofdontsluiting
Langzaam verkeer Voor het langzaam verkeer wordt de verbinding tussen de Hoge Zij en de Hertelaan over de Weijerloop heen gehandhaafd via een van de insteekhoven. Daarnaast wordt een nieuw wandelpad aan de noordzijde van de Weijerloop voorgesteld die de insteekhoven met elkaar verbindt. De zijstraten hebben allen een trottoir. Specifieke fietsvoorzieningen zijn niet nodig; de beperkte verkeersintensiteit maakt een menging van verkeersstromen op de rijbaan mogelijk. Parkeren Om in de parkeerbehoefte te kunnen voorzien moet voldaan worden aan de eisen die gesteld worden in de bouwverordening. Er moet voldoende ruimte (op eigen terrein) beschikbaar zijn om de benodigde parkeerplaatsen te kunnen realiseren. In de groene hoven (wadi’s) zijn geen parkeerplaatsen in de openbare ruimte opgenomen om het groene karakter van de hoven te beschermen. Uiteraard is wel voorzien in parkeerplaatsen op eigen terrein. Om te voorkomen dat de groene hoven toch als parkeerruimte gebruikt gaan worden kunnen desgewenst maatregelen worden genomen. Waterstructuur Het watersysteem van het plangebied maakt onderdeel uit van het watersysteem van Brouwhuis. Uitgangspunt in het watersysteem is het zoveel mogelijk scheiden van afvalwater en schoon regenwater met behulp van een gescheiden stelsel. Daken en schone verharde oppervlakten worden zoveel mogelijk afgekoppeld. De groene insteekhoven ten zuiden van de hoofdontsluiting worden ingericht als wadi’s waar het regenwater tijdelijk kan worden gebufferd in combinatie met ondergrondse buffering (kratten). Vervolgens wordt het natuurlijke hoogteverschil aan het einde van de wadi’s gebruikt voor een afvoer in de Weijerloop die als overstort wordt gebruikt. Het natuurlijk hoogtever-
12
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
schil biedt mogelijkheden voor een bijzonder ontwerp met bijbehorende inrichting van de openbare ruimte. Groenstructuur Met behulp van de groenstructuur worden de belangrijkste typen openbare ruimtes aangezet. De bestaande bomenrij aan de noordzijde van de Weijerloop wordt daarbij gehandhaafd en zo mogelijk versterkt. Daarnaast wordt de hoofdontsluiting versterkt met een groenstructuur, met name gedragen door bomen. Er is een eerste analyse gemaakt welke bestaande bomen daadwerkelijk gehandhaafd kunnen worden. Daarbij is gekozen voor een uitdunning van de bomenrij aan de zuidzijde om de levensvatbaarheid van de bomen te vergroten. Vooral daar waar aansluitingen van de groene insteekhoven gesitueerd zijn, wordt een karaktervolle inrichting van de openbare ruimte nagestreefd. Gemeenschappelijk uitgangspunt voor de verdere inrichting is een dorps karakter, maar de verschillende plekken mogen binnen dat uitgangspunt van elkaar verschillen. De inrichting van de groene insteekhoven wordt vooral gebaseerd op de functie van de waterbuffering. Bouwvelden De drie structuren (verkeer, groen en water) verdelen het plangebied in een aantal bouwvelden van verschillende omvang en met een verschillend karakter. De te bouwen woningen zullen bij dit karakter aan moeten sluiten. In zijn totaliteit ontstaat een uit te geven woongebied van 3,26 hectare, ofwel ruim 65% van het totale plangebied. Het gebied ten noorden van de hoofdontsluiting is efficiënt verkaveld, waarin een mix van tweekappers, vrijstaande woningen en rijwoningen wordt voorgestaan. De rijwoningen zijn georiënteerd op de hoofdontsluiting en op de nieuwe doorsteek naar de Lavendelheide. De tweekappers en de vrijstaande woningen vormen het spiegelbeeld van de omliggende woningen aan de Hoge Zij, Lavendelheide en Rivierensingel. Deze laatste woningen hebben allen een parkeergelegenheid op eigen terrein. Het gebied ten zuiden van de hoofdontsluiting is steeds opgespannen tussen twee insteekhoven. Aan de hoofdontsluiting kunnen rijwoningen worden gesitueerd, waarmee een strakke rooilijn aan de hoofdontsluiting gerealiseerd kan worden; voordeel van deze keuze is tevens dat de parkeerbehoefte van de rijwoningen in de openbare ruimte opgelost kan worden. Aan de insteekhoven worden vooral geschakelde woningtypes voorzien. Voor het bouwveld direct ten zuiden van de aansluiting van de hoofdontsluiting op de Rivierensingel wordt de voorkeur gegeven aan een gestapeld element. De ligging gericht op het landschap biedt hier toekomstige bewoners een prachtige plaats. Het zicht op de bolle akker en de doorkijk naar de te ontwikkelen wijk vereisen een zeer transparante opzet met een alzijdig gezicht, waarbij de gebouwen als overgang naar het landschap fungeren. Profielen In de ontwikkelingsvisie heiakker zijn diverse profielen in het plangebied uitgewerkt. In de profielen is rekening gehouden met de aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV 2004). Het profiel van de hoofdsontsluiting is in vier vormen uiteengelegd. Dit vindt zijn aanleiding in enerzijds het wijkend gebogen profiel en anderzijds de wens om daar openbare ruimte (groen & pleintje) als verblijfsruimte te kunnen creëren. Daarin vormt de zuidkant met rijbaan, haaks parkeren en trottoir een doorlopend profiel en kan aan de noordkant onderscheid gemaakt worden in diverse
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
13
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
plekken met een eigen karakter. Het profiel langs de Weijerloop is in twee vormen uiteengelegd, waarbij ervan uitgegaan is dat de huidige overkluizing van de Weijerloop wordt opgeheven. Voor de Weijerloop zelf (de watergang) is voor een smal profiel gekozen, omdat de loop in droge periodes droogvalt en de situatie van een breed modderveld niet wenselijk is. In alle gevallen is de erfscheiding aangegeven als een haag die op particulier terrein wordt gerealiseerd. Voor de kwaliteit van het plan is het belangrijk dat de erfscheiding mee ontworpen en aangebracht wordt bij de bouw met een instandhoudingverplichting in de koop-aanneemovereenkomst. Bijzonderheden Speelplekken Speelplekken kunnen worden gerealiseerd in de openbare ruimte rond de hoofdontsluiting. De oriëntatie van woningen op deze ruimtes maken het tot een sociaal veilige plek, mits teruggelegen van de centrale ontsluitingsas. Speelplekken kunnen dus ook worden gerealiseerd in het noordelijk deel van de groene hoven/wadi’s, grenzend aan de hoofdontsluiting. Hondenvoorzieningen Hondenvoorzieningen zijn erg schaars in Brouwhuis. De bestaande hondenvoorziening aan de Hertelaan, ten zuiden van de Weijerloop, kan gehandhaafd blijven. Bij de aansluiting van het plangebied op de Lavendelheide is eveneens ruimte beschikbaar voor een hondenvoorziening. De groene insteekhoven en de noordzijde van de Weijerloop zijn vanwege de waterkwaliteit niet geschikt.
2.2
Plandeel Sport
2.2.1
ANALYSE VAN DE GELEDINGSZONE ROND DE WIJK BROUWHUIS
Historie Aan het einde van de negentiende eeuw wordt het gebied waarin zich het plandeel Sport bevindt, gekenmerkt door verspreid in het landschap liggende boerderijcomplexen met bijbehorende landerijen. Direct ten zuidoosten van het plangebied ligt het buurtschap Kloostereind met een lange historie. Tot ver in de jaren tachtig blijft het landschap overwegend open en verstoken van bebouwing. Dan vinden grootschalige ingrepen plaats zoals de omlegging van de ZuidWillemsvaart, een explosieve groei van de wijk Brouwhuis en de ontwikkeling van het bedrijventerrein BZOB. Het tussenliggende gebied, dat wordt ingeklemd door bebouwd gebied en infrastructuur, is bewust als een buffer tussen de woonwijk en het bedrijventerrein BZOB gecreëerd. Het plan om deze zogenoemde geledingszone te ‘creëren’ maakte onderdeel uit van het onderliggende ruimtelijke concept van de wijk Brouwhuis. In de wijk zijn de tuinen relatief klein gehouden en is het openbaar groen in de straten beperkt, omdat de geledingszone en het in de wijk aangelegde park in de dagelijkse recreatieve activiteiten van de inwoners moesten voorzien. Het plan voor de Geledingszone Brouwhuis is slechts beperkt tot ontwikkeling gekomen als gevolg van beperkte financiële middelen. Hoewel de geledingszone binnen de stedelijke invloedssfeer is komen te liggen, is het op zichzelf de laatste 100 jaar ruimtelijk nauwelijks veranderd.
14
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Sommige structuren zijn zelfs ouder. De Peeleik en de Stipdonkseweg, de Zeelenloop en de Espendonkseweg zijn al te herkennen op kaarten uit 1850. De geledingszone Brouwhuis past binnen de ruimtelijke structuur van Helmond, waarin stedelijke gebieden van elkaar worden gescheiden door groengebieden. Het landelijk gebied dringt via de groene lobben ver het stedelijk weefsel in, waardoor een sterk contact tussen stedelijk en landelijk gebied bestaat. Deze groene lobben hebben ieder een eigen betekenis, karakter en identiteit in relatie tot het stedelijk gebied van Helmond. De geledingszone Brouwhuis heeft een functie voor en een directe relatie met de woonwijk Brouwhuis en niet met het BZOB of het kanaal. De geledingszone geeft de wijk extra woonkwaliteit. De ontwikkeling van de geledingszone is daarmee van invloed op de kwaliteit van de wijk. Beleving van het gebied De agrarische functie bepaalt samen met de bossen en laanbeplanting de ruimtelijke kwaliteit van de geledingszone en daarmee ook de kwaliteit als uitloopgebied. De inwoners van Brouwhuis kunnen in de geledingszone het gevoel hebben dat ze buiten de stad zijn, ondanks dat ze zich midden in het stedelijk gebied bevinden. Een andere kwaliteit van de geledingszone is de relatief grote variatie aan landschappelijke karakteristieken. Het plangebied ligt in een zone die getypeerd kan worden als grootschaliger agrarisch gebied. Het plangebied heeft thans ook grotendeels een agrarische functie. Bewoners van de wijk Brouwhuis kennen het plangebied vooral vanuit het zicht vanaf de Rivierensingel en Peeleik en/of als uitloopgebied via de Driesweg, de Espendonkseweg en het pad langs het kanaal. Een dominant element vormt het loonbedrijf aan de Peeleik, dat door een gebrek aan landschappelijke inpassing (deels juist door afwijkende beplanting) in het oog springt. Bovendien belast dit bedrijf de omgeving door het vrachtverkeer. Het loonbedrijf ligt tegen de bebouwingsconcentratie Kloostereind, maar niet in het plangebied.
2.2.2
PROGRAMMA In het plangebied wordt ruimte gezocht voor voetbalvereniging VV Bruheze en voor tennisvereniging TV ‘t Trambaantje. In overleg met de verenigingen is een ruimtelijk programma overeengekomen dat als basis heeft gediend voor de stedenbouwkundige visie:
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
15
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Voetbal
Tennis
Aantal velden: 4, waarvan 1 keer kunstgras en 3 keer natuurgras
Aantal banen: 4 kunstgras en een oefenkooi
Maten banen: banen: 23,77 x 10,97 meter, Maten velden: hoofdveld (natuurgras) 105x69 meter, overige velden 100x64 meter oefenkooi: 15 x 6 meter Vrije uitloop: 4 meter rond de velden Vrije uitloop: 6,44 meter achter de baan en Richting velden: bij voorkeur oost-west 3,66 meter naast de baan Verlichting: hoofdveld onverlicht, overige velden verlicht
Richting velden: overwegend noord-zuid met 15° afwijkingsmogelijkheid
Beveiliging: omheind en afsluitbaar clubhuis Uitbreiding: tot maximaal 6 velden Positie clubhuis: centraal tussen de velden, nabij hoofdveld
Afstand tot velden: maximaal 50 meter tot hoofdveld, maximaal 150 meter tot andere velden
Omvang clubhuis: maximaal 750 m² bruto vloeroppervlak
Functionaliteit: kleed- en wasruimtes, kantine, keuken gekoppeld aan terras, bergruimte materialen, ontvangstruimtes
Verlichting: volledig verlicht
Beveiliging: omheind en afsluitbaar clubhuis
Positie clubhuis: centraal tussen de velden, terras uitkijkend over de velden
Afstand tot velden: Geen norm
Omvang clubhuis: maximaal 290 m² bruto vloeroppervlak
Beveiliging: afsluitbaar in meer compartimenten Functionaliteit: kleed- en wasruimtes, kantine, keuken gekoppeld aan terras, bergruimte materialen, ontvangstruimtes
Beveiliging: afsluitbaar in meer compartimenten
Extra wensen: speelgelegenheden bij clubhuis
16
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
2.2.3
STEDENBOUWKUNDIG PLAN
Centrale gedachtegang In de ontwikkelingsvisie wordt uitgegaan van een transformatie van het bestaande cultuurlandschap, waarbij ruimtelijk karakteristiek een sterke verwantschap vertoont met de in de Geledingszone Brouwhuis reeds voorkomende patronen. Binnen het decor van de totale open plek naar een structuur gezocht die recht doet het karakter van het gebied, waarbij zandpaden en bomenrijen opnieuw een belangrijke rol spelen. Dit karakter wordt ook versterkt door ruimte te maken voor ecologie, zowel in de –beleidsmatig reeds voorgenomen- ecologische verbindingszone langs de Zuid-Willemsvaart en in het beekdal van de Zeelenloop. De velden -zowel voetbal als tennis- worden gepositioneerd in de richting van de lijnen in de ondergrond (bodemgesteldheid). De sportverenigingen worden gezien als dragers van de wijk, waarbij begeleiding wordt geboden aan de vrijetijdsbesteding van jeugdigen. Het sportcomplex krijgt daartoe een eigenstandige plaats in het gebied door de introductie van een nieuw openbaar pad met bomenrij in het verlengde van de zuidelijke rand van de Branshoef en een nieuw openbaar pad langs de Zeelenloop. Binnen dit nieuwe raamwerk wordt een nieuwe kruisvormige ruimtelijke structuur geïntroduceerd die waar mogelijk gebruik maakt van bestaande beplantingen en die het sportcomplex in vier herkenbare delen verdeelt. Het betreft: 1. het noordoostelijk deel met de centrale parkeerplaats; 2. het zuidoostelijk deel met het tenniscomplex; 3. het zuidwestelijk deel met de drie trainings- annex wedstrijdvelden voor voetbal; 4. het noordwestelijk deel met het hoofdveld voor voetbal. Het kruispunt van de vier delen is tevens de formele centrale toegang tot de omheinde sportcomplexen. De clubhuizen zijn op korte afstand van die centrale toegang gesitueerd. Uitgangspunten Verdere kwalitatieve uitgangspunten voor de stedenbouwkundige visie zijn: - Autoverkeer en langzaam verkeer worden zoveel mogelijk gescheiden; - De nieuwe ontsluiting voor autoverkeer vindt plaats op de Rivierensingel, waarmee de positie van de verenigingen ten opzichte van de wijk wordt versterkt; daartoe wordt een nieuwe route op afstand tot de woningen aan de Branshoef voorzien, waarbij het extra inschijnen van koplampen in woonkamers langs de Rivierensingel wordt tegengegaan; - Het autoverkeer wordt rechtstreeks naar een centrale parkeerplaats geleid. Deze parkeerplaats moet op basis van de bouwverordening voldoende parkeerruimte bieden. Overloopcapaciteit voor parkeren wordt mogelijk gemaakt in de bermen langs de nieuwe ontsluitingsweg;
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
17
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 7: Stedenbouwkundig voorkeursmodel
18
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
-
-
Overloopparkeercapaciteit voor parkeren wordt mogelijk gemaakt in de bermen langs de nieuwe toegangsweg; Langzaam verkeer kan gebruik maken van de openbare routes om het sportcomplex heen; in feite ontstaat een route vanaf de Branshoef langs de Zeelenloop naar de Stipdonkseweg en langs het kanaal en de nieuwe verbinding terug naar de zuidwestpunt van de Branshoef; aan deze route zijn ten westen en ten zuiden van de centrale parkeerplaats twee insteken in het sportcomplex mogelijk die rechtstreeks leiden naar de fietsenstallingen en de clubhuizen; De insteken voor langzaam verkeer kunnen tevens dienen als calamiteitenroute; De ecologische verbindingszone langs het kanaal krijgt een minimale breedte van 25 meter ten behoeve van het verbindende karakter en een aantal stepping stones in de overhoeken tussen de voetbalvelden.
Ontsluiting en parkeren De ontsluiting vindt plaats rechtstreeks op de Rivierensingel. Voorgesteld wordt de bestaande aansluiting van de Branshoef op de Rivierensingel te benutten, zodat er geen nieuwe aansluiting hoeft te worden gemaakt die ten nadele gaat van de bewoners aan de Rivierensingel (inschijnen van koplampen). Vanuit de bestaande aansluiting wordt dan een nieuwe verbinding gelegd aan de zuidzijde van de bestaande groenvoorziening teneinde zoveel mogelijk afstand te bewaren tot en zo min mogelijk overlast te veroorzaken voor de bewoners aan de Branshoef. De ontsluiting van de eerste percelen aan de Branshoef vindt dan niet meer plaats rechtstreeks op de Rivierensingel, maar op een nieuwe zijstraat op de nieuwe ontsluitingsroute die in het verlengde ligt van de eerste woonstraat. De nieuwe ontsluitingsroute bereikt direct de centrale parkeerplaats en eindigt op een verzamelplaats voor de poorten van de sportcomplexen. Deze plaats is multifunctioneel en kan gebruikt worden door auto’s om te draaien, door wachtende mensen die de wedstrijden van de sportverenigingen willen bezoeken, door hulpdiensten, etcetera. De centrale parkeerplaats is zo dicht mogelijk bij de ingang van de sportcomplexen gesitueerd en biedt direct ruimte aan voldoende parkeergelegenheid op basis van de bouwverordening. In de vormgeving van de parkeerplaats kan een deel verhard en een deel in halfverharding worden gerealiseerd, aansluitend op respectievelijk de nieuwe toegangsweg en het beekdal. In de verdere planuitwerking zal de parkeerplaats verder ontworpen worden. Op piektijden, bijvoorbeeld bij evenementen van de verenigingen, kan de bermstroken ter weerszijden van de nieuwe ontsluitingsroute gebruikt worden voor parkeren. Gedacht wordt aan een halfverharding. Langzaam verkeer en calamiteiten Het plangebied heeft een functie als uitloopgebied voor de wijk Brouwhuis. Deze uitloopfunctie wordt in stand gehouden en versterkt door een openbaar toegankelijke route aan te bieden om de sportcomplexen heen. Het bestaande pad langs het kanaal (Piet van Bokhovenpad) en de Stipdonkseweg worden binnen die route opgenomen. Tussen het kanaal en de Branshoef wordt een nieuwe langzaam verkeersroute in de vorm van een laan met een dubbele bomenrij gerealiseerd die in het verlengde van de bestaande groenvoorziening ten zuiden van de Branshoef ligt. Deze nieuwe route wordt ook aangesloten op de Branshoef zelf, zodat er een langzaam verkeersverbinding vanuit Brouwhuis naar de sportcomplexen ontstaat. Deze verbinding kruist het bestaande wandelpad grenzend aan de achtertuinen van woningen aan de Branshoef. Vanuit die kruising
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
19
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
wordt een nieuwe wandelroute langs de Zeelenloop voorgestaan. Deze wordt als een nieuwe strakke lijn (zandpad met enkele bomenrij) ter vervanging van de Driesweg uitgevoerd. De openbaar toegankelijke route om de sportcomplexen heen krijgt op twee plaatsen een openbaar toegankelijke insteek naar de sportcomplexen, zowel ten westen als ten zuiden van de centrale parkeerplaats. Deze insteken komen uit op de verzamelplaats voor de poorten van de sportcomplexen en zijn met name bedoeld voor fietsers. Op deze manier komen fietsers pas op de verzamelplaats mogelijk in aanraking met autoverkeer en daar is het autoverkeer tot een minimum beperkt. De ontsluitingsroute voor auto’s kruist één keer de openbaar toegankelijke route om de sportcomplexen heen. Deze kruising kan verhoogd uitgevoerd worden, waardoor een overzichtelijke kruisingssituatie ontstaat en waardoor het autoverkeer genoodzaakt is de snelheid beperkt te houden. In geval van calamiteiten hebben de hulpdiensten een snelle toegang tot de sportparken en kunnen zij rechtstreeks bij de clubhuizen komen. Mocht de nieuwe ontsluitingsroute geblokkeerd zijn, dan bestaat de mogelijkheid om via de Branshoef en de nieuwe langzaamverkeersroute de verzamelplaats voor de poorten van de sportcomplexen te bereiken. Dat deel van de route wordt daartoe voldoende breed en verhard aangelegd. Sportvoorzieningen en accommodaties De verzamelplaats is tevens het centrale plein die toegang verschaft tot zowel het voetbal als het tenniscomplex. Deze twee complexen zijn omheind en afzonderlijk te openen en te bereiken. Aan de entree van het voetbalcomplex ligt direct het clubhuis met kleedruimten, materiaalopslag, vergaderruimte en kantine. Het clubhuis is gesitueerd op de plek waar nu de Espendonkseweg ligt en deze keuze zorgt ervoor dat de scheiding van bodemsoorten tussen de velden en niet onder de velden ligt. In het clubhuis kan aan de zijde van de entree de fietsenstalling worden geïntegreerd. Aan de andere zijde van het clubhuis is het verharde terras voorzien. De situering van dit terras is zo gekozen dat van daar uit de middellijn van het hoofdveld en van twee trainingsvelden te zien is. Hierdoor wordt het zicht van toeschouwers op het voetbalspel zo optimaal mogelijk. Het hoofdveld is ten noorden van het clubhuis gesitueerd. Dit veld wordt gebruikt voor de thuiswedstrijden van de VV Bruheze en hoeft niet verlicht te zijn. Door dit veld zo ver mogelijk naar het noorden te plaatsen wordt de invloed van de verlichting op de woonwijk rond de Branshoef zo veel mogelijk beperkt. De andere drie velden liggen ten zuiden van het clubhuis. Deze velden worden gebruikt voor training en wedstrijden en en zijn alle drie van verlichting voorzien. Een van de velden wordt uitgevoerd als kunstgrasveld. De vereniging heeft de wens geuit het veld direct ten zuiden van het clubhuis in kunstgras uit te voeren. Vanuit beheer verdient het de voorkeur juist een van de andere velden in kunstgras uit te voeren. In de uitwerking zal hier een besluit over genomen moeten worden. In de maatvoering is rekening gehouden met de eisen van NOC*NSF. Bij de verdere uitwerking zullen deze eisen eveneens gebruikt worden. De entree van het tenniscomplex komt uit op een soort facilitaire zone waarin de kantine met terrassen, speelvoorzieningen voor kinderen, de jeu-de-boulesbaan en de oe-
20
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
fenkooi liggen. De kantine en de terrassen zijn zo gesitueerd dat er een goed zicht op vier velden is. De facilitaire zone is voor hulpdiensten en bevoorrading te bereiken. Direct bij de entree zijn de fietsenstallingen gesitueerd. De tennisvelden zijn ten oosten van deze facilitaire zone gesitueerd. Hiervoor zijn twee redenen. De afstand tot de voetbalvelden wordt hierdoor zo groot mogelijk, zodat de tennissers zo min mogelijk in hun concentratie gestoord worden. En toeschouwers op het terras bij de kantine kijken naar het oosten naar de wedstrijden en ondervinden zo min mogelijk last van de zon; de meeste wedstrijden vinden immers ‘s middags en ‘s avonds plaats. De tennisvelden liggen in noordnoordwest-zuidzuidoostelijke richting, een richting waaraan vanuit NOC*NSF ook de voorkeur wordt gegeven. Het complex is zowel op te zetten voor vier velden als voor zes velden. De situering van de oefenkooi is afhankelijk van de keuze of er in eerste instantie vier velden of direct zes velden worden gerealiseerd. In het laatste geval verdient het de voorkeur de oefenkooi achter de kantine te situeren. Het tenniscomplex is zo gesitueerd dat de bestaande Driesweg hiervoor moet wijken. De Driesweg wordt vervangen door de nieuwe openbare route in het beekdal van de Zeelenloop. Dit betekent ook dat een scheiding van bodemsoorten wel onder het tenniscomplex ligt. Aangezien voor een tenniscomplex toch een ondergrond moet worden geconstrueerd die los staat van de ondergrond, is dat geen belemmering. Uitgangspunt voor de tennisvelden is een mat opgebouwd uit met zand ingestrooide kunstvezels. Groen en ecologie Ecologie Twee in potentie aanwezige ecologische zones worden in het plan versterkt. De ecologische verbindingszone langs de Zuid-Willemsvaart die beleidsmatig al geruime tijd op de agenda staat krijgt daadwerkelijk gestalte. Het verbindende karakter wordt bewerkstelligd door een obstakelvrije zone van minimaal 25 meter breed tussen de omheining van het voetbalcomplex en de Zuid-Willemsvaart. In de overhoeken van het voetbalcomplex ontstaan daarnaast mogelijkheden tot het inrichten van ecologisch waardevolle stepping stones. In de zone langs de Zeelenloop ontstaat eveneens ruimte voor een ecologische functie. De agrarische functie ter plaatse verdwijnt immers. De Zeelenloop kan daarbij gebruikt worden voor de afwatering van het gebied en daarmee ook een meer zichtbare plaats in het landschap innemen. De wijze waarop de Zeelenloop en de oevers ervan worden ingericht, wordt in de verdere planuitwerking meegenomen. Groen De groenstructuur moet worden beoordeeld tegen het decor van de groenstructuur die reeds bestaat aan de Rivierensingel, Peeleik, Stipdonkseweg en kanaal. De groenzone ten zuiden van de Branshoef wordt doorgezet langs de langzaam verkeersverbinding naar het kanaal, waardoor het groene decor zich sluit. Daarbinnen wordt gezocht naar een groenstructuur die de scheiding tussen de sportcomplexen en de open ruimte van de Zeelenloop en het gebied ten oosten daarvan kan begeleiden. In de overgangszone tussen de sportcomplexen en de Stipdonkseweg passen enkele boomgroepen, waarbij de boomgroep het dichtste bij het kanaal tevens de functie heeft om het doorzicht naar het bedrijventerrein weg te nemen. Op de sportcomplexen zelf wordt de toegang begeleid door een enkele formele bomenrij en kunnen wellicht enkele bomen die nu aan de Espendonkseweg staan worden gehandhaafd. De groenstructuur op de sportcomplexen
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
21
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
zelf wordt verder aangegeven met behulp van hagen of velden; de bladval van bomen verhoudt zich immers minder goed met het onderhoud van de sportvelden. Water Met name in de zomermaanden dient rekening te worden gehouden met beregening van de sportvelden. De provincie Noord-Brabant is terughoudend in de uitgifte van nieuwe waterputten. Uitgangspunt is dan ook de bergingsvijver nabij BZOB te gebruiken voor de beregeningsvoorziening. Regenwater dat in het gebied valt moet zoveel mogelijk ter plaatse vastgehouden worden volgens de voorkeursvolgorde: hergebruik, infiltreren, bergen in oppervlaktewater en pas afvoeren als het niet anders kan. Dit betekent dat vuil water en (schoon) regenwater gescheiden gehouden moeten worden. Hergebruik is naar verwachting niet aan de orde i.v.m. een te geringe schaalgrootte van het plan. Ook de aangescherpte regels voor het gebruik van regenwater in huishoudens maken hergebruik moeilijker. Blijft over infiltreren, bergen en tenslotte afvoeren. Daarbij zijn de volgende eisen relevant: - (Schoon) hemelwater en afvalwater worden gescheiden gehouden. Voor de beoordeling welke oppervlakken als schoon zijn aan te merken, moet vooraf overleg gevoerd worden met waterschap en gemeente. - Schoon hemelwater moet schoon blijven. Geen gebruik maken van uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood. Als er om gegronde redenen toch gebruik gemaakt moet worden van deze materialen, dan moeten ze voorzien worden van een coating. - In het gebied moet een neerslaggebeurtenis van eens per 25 jaar (T = 25, i.c. 42,9 mm) geborgen kunnen worden, zonder dat de landbouwkundige afvoer overschreden wordt. - Berging kan gevonden worden in de bodem, aan het maaiveld of in oppervlaktewater. Nader onderzoek van de bodem moet uitwijzen wat de infiltratiecapaciteit hiervan is. - Afvalwater wordt via het riool afgevoerd naar de RWZI in Aarle-Rixtel. - Het behoud van bestaande waterlopen is uitgangspunt. Het sportcomplex zal aangesloten worden op een gescheiden rioleringsysteem ten behoeve van het gescheiden opvangen/afvoeren van hemelwater en vervuild water. Voor het gebied wordt in samenspraak met de afdeling Beheer Openbare Ruimte een waterhuishoudingplan en een rioleringsplan gemaakt, teneinde de drooglegging en het toekomstig functioneren van de particuliere en openbare ruimte te waarborgen.
22
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
3
BELEIDSKADER
3.1
Rijksbeleid
Nota Ruimte; Ruimte voor ontwikkeling (2004) De Nota Ruimte, vastgesteld door de Ministerraad d.d. 23 april 2004 en inmiddels goedgekeurd door 1e kamer, bevat het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het kabinet brengt de Nota Ruimte uit als kabinetsstandpunt (deel 4) van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid. De beleidsvoornemens die hieraan ten grondslag lagen, betreffen de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Daarbij richt het kabinet zich op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en borging van de veiligheid. Nota op hoofdlijnen De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen met het motto: ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Dit wil zeggen dat alleen voor ontwikkelingen die het nationaal belang aangaan, het rijk sturend zal optreden. Enerzijds gaat het dan om de basiskwaliteit die van nationaal belang worden geacht, waarvoor in de nota enkele generieke regels zijn opgenomen. Anderzijds is in de nota een nationale ruimtelijke hoofdstructuur opgenomen, waarvoor het rijk zich actief zal inspannen. De keuze van het kabinet betekent voor provincies en gemeenten, dat zij meer verantwoordelijkheid krijgen over de regie op ruimtelijke ontwikkelingen. Het is de taak van het rijk om andere overheden te voorzien van een goede ‘gereedschapskist’ voor de uitvoering van het ruimtelijk beleid. De verplaatsing van sportvelden en de herinvulling van het vrijkomende gebied met woningbouw, zoals in onderhavig geval, valt niet in eerste instantie binnen de verantwoordelijkheid van het rijk, maar is eerder van toepassing op provinciaal en/of gemeentelijk beleid. Met betrekking tot de basiskwaliteit gaat het op het gebied van economie, infrastructuur en verstedelijking om het bundelingsbeleid, het locatiebeleid, een goede balans tussen rode en groen/blauwe functies, milieuwetgeving en veiligheid. Op het gebied van water, natuur en landschap geldt de basiskwaliteit op punten als de watertoets, functiecombinaties met water, en het groen in en om de stad. Basiskwaliteit steden, dorpen en bereikbaarheid Het beleid met betrekking tot de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid kent vier pijlers: bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, bundeling van infrastructuur, aansluiting van Nederland op de internationale netwerken van luchtvaart en zeevaart en borging van milieukwaliteit en externe veiligheid. Met name het eerste punt, bundeling van verstedelijking, is van belang voor de ontwikkeling van plan
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
23
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Heiakker. Bundeling van verstedelijking betekent dat (nieuwe) woonbebouwing en stedelijke voorzieningen (sportvelden) grotendeels geconcentreerd wordt gelokaliseerd, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Helmond In de Nota Ruimte zijn 6 stedelijke netwerken en 13 economische kerngebieden aangewezen, waarbinnen het rijk veel kansen ziet voor economische ontwikkeling. Vooral door hun strategische ligging bevinden zich in deze gebieden de belangrijkste concentraties van en potenties voor stuwende bedrijvigheid en werkgelegenheid en wordt de meeste toegevoegde waarde gerealiseerd. Ter versterking van de kracht van de steden en ter verbetering van de internationale economische concurrentiepositie en de daarbij behorende ruimtelijk–economische structuur van Nederland, geeft het rijk prioriteit aan de ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en van veelal binnen deze netwerken gelegen economische kerngebieden. Helmond valt binnen het nationaal stedelijk netwerk Brabantstad. Daarnaast worden in de Nota Ruimte nationale landschappen aangewezen. In NoordBrabant is het Groene Woud aangewezen als nationaal landschap, maar dit heeft geen betrekking op Helmond en omgeving. Conclusie De ontwikkeling die in het voorliggende bestemmingsplan planologisch wordt geregeld, betreft een ontwikkeling op lokaal niveau en kent behalve de te behalen basiskwaliteit geen specifiek nationaal of regionaal belang. De verplaatsing van het sportcomplex is noodzakelijk uit oogpunt van ruimtebehoefte. In de geledingszone, die een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de wijk, is een locatie gevonden waar op een goede wijze een nieuw sportcomplex voor de wijk kan worden gerealiseerd. De vrijkomende locatie in de wijk wordt opnieuw ingevuld door woningbouw. Hiermee voldoet de ontwikkeling aan de verschillende doelstellingen uit oogpunt van de basiskwaliteit, zoals verbetering ruimtelijke kwaliteit, herstructurering en verdichting van stedelijk gebied.
3.2
Provinciaal beleid
Streekplan Noord-Brabant (Brabant in balans, 2002) De provincie Noord-Brabant geeft in het streekplan de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van Brabant aan, zoals de provincie die nastreeft. Het plan heeft een looptijd van 10 jaar, en is o.a. ook toetssteen bij de goedkeuring van gemeentelijke plannen. Het streekplan bestaat ruwweg uit twee delen, een visie en daarop gebaseerde beleidslijnen. In het visiedeel worden vijf leidende principes beschreven: Meer aandacht voor onderste lagen; Zuinig ruimtegebruik; Concentratie van verstedelijking; Zonering van het buitengebied; Grensoverschrijdend denken en handelen. De eerste drie van deze principes zijn specifiek van toepassing op de beoogde ontwikkeling in de wijk Brouwhuis.
24
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Meer aandacht voor onderste lagen Bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen hanteert de provincie de zogenaamde lagenbenadering. In deze benadering worden drie ‘lagen’ onderscheiden: de onderste laag wordt gevormd door het watersysteem, de bodemtypologie en de geomorfologie en de hiermee samenhangende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische (landschaps)waarden. De tussenlaag omvat de infrastructuur. Deze twee lagen moeten meer sturend zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het ruimtegebruik voor de functies wonen, werken, landbouw en recreatie (de bovenste laag) moet meer afgestemd worden op de onderste twee lagen. Belangrijk hierbij is dus dat gebiedsspecifieke kwaliteiten en karakteristieken als uitgangspunt worden genomen bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. In de beoogde ontwikkeling “Heiakker” vormen de onderste lagen uitgangspunt bij de planontwikkeling. De historische structuur van de wijk Brouwhuis (uiteengezet in hoofdstuk 2) en de huidige wegenstructuur zijn als basis gebruikt bij de opzet van het plan voor de woningbouwlocatie midden in de wijk. Bij de ontwikkeling van het sportveldencomplex aan de rand van de wijk wordt de structuur van de Geledingszone, waarin het nieuwe complex is gesitueerd, gerespecteerd. Bovendien vormt hier de ecologische waarde van de (ecologische verbindings)zone langs het kanaal als één van de uitgangspunten, zoals bijvoorbeeld is terug te zien in de ‘stepping stones’ die beoogd zijn aan de rand van het voetbalcomplex. In beide plannen is specifieke aandacht besteed aan de waterhuishouding. Zo zal er in het plandeel Wonen, waar een grote toename van het verharde oppervlak zal worden gerealiseerd, ruimte zijn voor extra waterberging. Zuinig ruimtegebruik Bij zuinig ruimtegebruik gaat het erom optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden de bestaande bebouwde ruimte (opnieuw en) beter te benutten. Het aansnijden van nieuwe ruimte moet dan ook in directe samenhang worden bezien met de mogelijkheden voor inbreiding en herstructurering. Bij de beoogde ontwikkelingen in Brouwhuis wordt goed aangesloten bij dit principe. De locatie van het huidige sportcomplex komt vrij en kan worden getransformeerd, omdat is besloten de sportvelden uit te plaatsen naar de rand van de wijk, waar ze beter tot hun recht komen en beter kunnen functioneren. Op de huidige locatie middenin de wijk Brouwhuis was immers onvoldoende ruimte beschikbaar voor de sportvelden en zorgden de velden voor overlast naar de omgeving. Door de vrijgekomen grond te transformeren tot woongebied wordt zuinig met de ruimte omgegaan, aangezien deze ruimte reeds in gebruik was als stedelijk gebied. De verplaatsing van de sportvelden betekent wel een uitbreiding van stedelijk functies in het landelijk gebied, maar is uit functioneel oogpunt noodzakelijk. Daarnaast wordt veel zorg besteed aan landschappelijke inpassing en zuinig ruimtegebruik door bijvoorbeeld de parkeerplaatsen van voetbal en tennis samen te voegen tot één parkeerterrein. Concentratie van verstedelijking De provincie hanteert een beleid van concentratie van verstedelijking. Zo krijgen enerzijds de steden voldoende draagvlak voor hun functie als economische en culturele motor, en kan anderzijds het dichtslibben van het landelijk gebied worden tegengegaan. Dit betekent dat het leeuwendeel van de woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen en infrastructuur moet plaatsvinden in de vijf stedelijke regio’s. Helmond maakt deel uit van de grootste stedelijke regio, namelijk de regio Eindhoven-Helmond. De
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
25
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
ontwikkeling van ongeveer 145 nieuwbouwwoningen binnen deze stedelijke regio is derhalve goed passend binnen het principe van concentratie van verstedelijking.
3.3
Regionaal beleid
Regionaal Structuurplan Regio Eindhoven/Streekplanuitwerking Zuidoost-Brabant De Regioraad van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) heeft op 7 december 2004 het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (RSP) vastgesteld als herziening van het RSP ’97. Het SRE heeft dit plan opgesteld in samenwerking met de provincie Noord-Brabant, die tegelijkertijd werkte aan het Provinciaal uitwerkingsplan Zuidoost-Brabant, als uitwerking van het Streekplan 2002. Beide plannen zijn inhoudelijk identiek. Het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven/Provinciaal uitwerkingsplan ZuidoostBrabant geeft weer wat de keuzes zijn op regionaal schaalniveau voor de woningbouwen bedrijventerreinontwikkeling voor de periode tot 2015, met een doorkijk naar 2030. Het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven/Provinciaal uitwerkingsplan ZuidoostBrabant is voor de periode tot 2015 zowel een toetsingskader voor bestemmingsplannen als een kader voor strategische gebiedsontwikkeling. In het Regionaal Structuurplan is het plandeel Wonen aangeduid als stedelijk gebied met de opgave ‘beheer en intensivering’. Het plandeel Sport is aangeduid als landelijk gebied met de opgave ‘transformatie afweegbaar’. Beheer en intensivering Dit zijn die delen in het stedelijk gebied, waar het beleid nu en in de toekomst gericht is op het beheer van de bestaande kwaliteiten. Intensivering van het ruimtegebruik en aanpassing van het stedelijk gebied, waar dat vanwege bestaande ruimtelijke kwaliteiten mogelijk en verantwoord is, kan nodig zijn. Dit zal niet snel leiden tot een totaal andere structuur of functie van stadsdelen en of wijken. Transformatie afweegbaar De aanduiding transformatie afweegbaar geeft aan dat het transformeren van landelijk gebied naar stedelijk grondgebruik (wonen, werken, voorzieningen, stedelijk groen, al of niet in combinaties van meervoudig ruimtegebruik) mogelijk is als dat nodig is om in de stedelijke ruimtebehoefte te voorzien. Voorwaarden waaraan ruimtelijke plannen binnen deze gebieden moeten voldoen zijn: De voorgestelde plannen moeten aansluiten bij de bestaande ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur van de kern Bij de inrichting van ruimtelijke plannen moet rekening gehouden worden met kwaliteiten en structuren in het gebied en de omgeving. Bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen is het uitgangspunt zorgvuldig met de ruimte om te gaan. Hierbij vormen de vijf leidende principes uit het streekplan de basis. Reconstructieplan de Peel Het Brabants buitengebied is de afgelopen decennia doorlopend aan verandering onderhevig geweest. Tussen 1950 en nu, is de omvang van de totale landbouwproductie ongeveer vervijfvoudigd. De verhoging van de landbouwproductie ging gepaard met het doorvoeren van verbeteringen van de productieomstandigheden, onder meer door land-
26
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
inrichting, beekaanpassingen en ontwatering. Op dit moment staat men weer voor een ingrijpende verandering in het landelijk gebied. Deze keer zijn de veranderingen niet ingegeven door een wens tot productieverhoging of méér regulering. Door middel van reconstructie wordt beoogd functieveranderingen in het landelijk gebied doorvoeren, om daarmee de maatschappelijke vraag naar bepaalde functies, zoals natuur, waterberging, recreatiemogelijkheden en landschap meer in balans te brengen met de economische activiteiten in het landelijk gebied. Het reconstructieplan De Peel is de uitwerking van de visie voor het reconstructiegebied De Peel. Beschreven wordt hoe De Peel er in 2016 uit zou kunnen zien. Deze visie is geen blauwdruk, maar geeft richting aan de ontwikkelingen die in De Peel wenselijk wordt geacht. Uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is dat de afwisseling en de diversiteit in het gebied behouden moet blijven, en zo mogelijk worden versterkt. Het reconstructieplan is alleen van toepassing voor het landelijk gebied, en heeft in het kader van dit bestemmingsplan dan ook alleen maar betrekking op het plandeel Sport. Op de plankaart behorende bij het reconstructieplan wordt het gebied ten zuiden van Brouwhuis, de Geledingszone waarin het plandeel Sport beoogd is, aangeduid als extensiveringsgebied intensieve veehouderij. Dit betekent dat dit gebied, wegens de nabijheid van de woonwijken van Helmond, niet geschikt wordt geacht voor intensieve veehouderij. Interessanter voor de beoogde ontwikkeling Heiakker is het feit dat het gebied waar de sportvelden beoogd zijn, met betrekking tot recreatie tot het stedelijk uitloopgebied wordt gerekend. In stedelijk uitloopgebied zijn multifunctionele gebruiksgebieden in de stadsrandzones van de grotere kernen beoogd. In deze gebieden is sprake van een gevarieerde ruimtelijke structuur en een eveneens gevarieerd (extensief en intensief) recreatief gebruik van de ruimte. Stedelijke uitloopgebieden kunnen bijvoorbeeld bestaan uit parken, bos- en natuurgebieden, landbouwgebieden, gebieden met struinnatuur en openluchtrecreatiegebieden. De ontwikkeling van een landschappelijk ingepast sportcomplex past goed in deze omschrijving in het reconstructieplan.
3.4
Gemeentelijk beleid
Algemeen Structuurplan Helmond 2015 Het “Algemeen Structuurplan Helmond 2015” geeft het ruimtelijk beleid voor langere termijn op hoofdlijnen weer voor het gemeentelijk grondgebied. Het vertaalt het gemeentelijk beleid op allerlei terreinen (woningbouw, bedrijventerrein, sociale voorzieningen, groen en water en verkeer) naar ruimtelijke programma’s en brengt onderlinge afstemming aan. Het is daarmee een kadernota voor verdere uitwerking op bestemmingsplanniveau. Op de plankaart behorende bij het structuurplan is aan de locatie van plandeel Wonen de aanduiding ‘transformatie tot woongebied’ toegekend. De herinrichting van het terrein van de sportvelden tot woningbouw past dus goed binnen dit beleid. De locatie van plandeel Sport is op de structuurplankaart aangeduid als ‘Inrichting planranden en geledingszone’. Over die laatste aanduiding met betrekking tot de geledingszone geeft ‘Palet van wijken’ meer duidelijkheid. In dit palet is voor de verschillende wijken in Helmond een detailkaart gemaakt, als het ware een verdere uitwerking van de structuurplankaart. Op deze detailkaart is aangegeven, dat voor Brouwhuis een opgave ‘ontwikkelen uitloopgebied Bestemmingsplan Heiakker/47 h
27
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
aan de zuidzijde’ ligt. Meer specifiek zijn twee onderdelen aangegeven, die van belang zijn voor het plandeel Sport: een indicatieve aanduiding ‘sportvelden’ op de locatie waar in dit bestemmingsplan het nieuwe sportcomplex beoogd is, en een pijlaanduiding ‘ecologische verbindingszone’. Deze ecologisch waardevolle zone langs het kanaal (ZuidWillemsvaart) is in dit bestemmingsplan vastgelegd. Gebiedsvisie Geledingszone Brouwhuis Ten zuiden en oosten van de wijk Brouwhuis ligt de zogenaamde geledingszone. Dit is het gebied waarbinnen de herplaatsing van de sportvelden beoogd is. De geledingszone vormt de buffer tussen de woonwijk en het zuidelijk gelegen bedrijventerrein BZOB. De geledingszone heeft ook een functie als recreatief uitloopgebied voor de inwoners van Brouwhuis. Vanwege de aanhoudende stedelijke druk op het gebied is de behoefte aan een herorientatie op de toekomst van het gebied ontstaan. De voorgestane verplaatsing van het sportcomplex vanuit de kern van Brouwhuis naar deze geledingszone vormde de directe aanleiding om een gebiedsvisie voor de Geledingszone Brouwhuis op te stellen. In 2003 heeft de gemeente besloten om een gebiedsvisie voor de geledingszone Brouwhuis op te stellen. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld: - behoud van functie en karakter van het gebied; - locatiekeuze voor de verplaatsing van het voetbalcomplex; - de optie voor de verplaatsing van de tennisvelden daarbij meenemen. De gebiedsvisie biedt geen blauwdruk voor de toekomst van het gebied, maar is richtinggevend voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De betekenis van de Geledingszone Brouwhuis is mede gelegen in de stedelijk structuur en de ruimtelijke kwaliteit van de stad Helmond. Het gebied is één van de groene uitlopers van het buitengebied, die het stedelijk gebied binnendringen. De recreatieve en groene betekenis van deze gebieden draagt bij aan de woonkwaliteit en het vestigingsklimaat in Helmond. Het karakter van die geledingszones is divers. Vanuit deze optiek heeft de Geledingszone Brouwhuis als ‘groen’ uitloopgebied een duidelijke toegevoegde waarde voor de wijk Brouwhuis. Voor de toekomst van de Geledingszone Brouwhuis geldt het centrale uitgangspunt dat de functie en het karakter van het gebied gehandhaafd dienen te blijven en waar mogelijk te worden versterkt. Nieuwe ontwikkelingen dienen hieraan een bijdrage te leveren. Aan de hand van het afwegingskader en de gebiedsbeschrijving in de gebiedsvisie is de realisering van een sportpark gerelateerd aan de gewenste ontwikkeling van de Geledingszone Brouwhuis. Uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen een bijdrage dienen te leveren aan de handhaving en mogelijke versterking van de functie en het karakter van het gebied. Aan de hand van de drie hoofdkenmerken (relatie met de omgeving, het buitengebiedkarakter en diversiteit) van de geledingszone zijn de consequenties van een sportpark beoordeeld. Uit deze afweging komt de volgende conclusie naar voren: Voor de relatie van de geledingszone met de oostelijk buitengebied en met de wijk Brouwhuis kan een sportpark in de oost- respectievelijk noordrand van de geledingszone verstorend werken. In de afscherming van het BZOB kan de groene aankleding van een sportpark een bijdrage leveren. Een sportpark heeft potenties voor de relatie van de geledingszone met de ZuidWillemsvaart. Net als in andere deelgebieden gaat door een sportcomplex hier het
28
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
buitengebiedkarakter deels verloren, maar een ruimtelijke koppeling met het kanaal zorgt ervoor dat er geen versnippering van het buitengebied ontstaat. Het buitengebiedkarakter van de Geledingszone komt nauwelijks extra onder druk te staan door de realisatie van een nieuw sportpark aan de rand van het gebied. Door het sportpark te koppelen met het kanaal en veel aandacht te besteden aan landschappelijke inpassing, blijft het karakter van de Geledingszone landelijk. Met betrekking tot de diversiteit van de Geledingszone is de aanleg van een sportpark een passende toevoeging. Door een extra functie (met een groen karakter) aan het gebied toe te voegen, neemt de diversiteit toe.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
29
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 8: 3 Ou-contour agrarisch bedrijf Weijerweg 22
30
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
4.
KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING
4.1
Milieuzonering Door het aanbrengen van een zone tussen bedrijvigheid en gevoelige bestemmingen (zoals woningbouw) kan mogelijke overlast ten gevolge van in dit geval sportactiviteiten zo laag mogelijk gehouden worden. Zonering is met name van toepassing bij nieuwbouw van woningen en andere gevoelige functies in de directe omgeving van bijvoorbeeld een bedrijf en, zoals in onderhavig geval, bij vestiging van een sportcomplex in de omgeving van gevoelige bestemmingen. In de bestaande kern ligt de situatie en daarmee de afstand tussen de bedrijvigheid en de gevoelige bestemmingen vast. In het onderhavige bestemmingsplan gaat het om de ontwikkeling van twee soorten bestemmingen: woningen (gevoelig voor milieuhinder) en een sportcomplex (een potentiële bron van milieuhinder voor omwonenden). Plandeel Wonen In de directe omgeving van de beoogde woningen in het plandeel Wonen is een agrarisch bedrijf aanwezig aan de Weijerweg 22. Van dit bedrijf is op basis van de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij de 3 Ou-contour (odoureenhedencontour) berekend. Dit is de contour die ten opzichte van geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom in acht moet worden genomen (zie figuur 8). In de directe omgeving van dit agrarisch bedrijf zijn reeds meerdere geurgevoelige objecten – woningen – richting de bebouwde kom aanwezig. Dit bedrijf heeft geen uitbreidingsmogelijkheden meer richting de bebouwde kom. Bij de berekening van de Ou-contour is daarom uitgegaan van de bestaande emissiepunten van de bestaande stallen van dit bedrijf, waaronder die van de dichtst bij de bebouwde kom gelegen stal, in plaats van de grens van het bouwblok. Deze contour raakt het plangebied en ligt over een gedeelte van de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Aangezien dit geen geurgevoelige bestemming is, heeft dit voor het bestemmingsplan geen consequenties. Plandeel Sport Sportvelden en kantines kunnen een bron zijn van milieuhinder voor omwonenden. Het gaat hierbij om potentiële geluidsoverlast, verkeersaantrekkende werking en potentiële lichtoverlast van lichtmasten op de velden. In de VNG-publicatie “Bedrijven en milieuzonering” wordt aan sportvelden een hindercontour van 50 meter tot gevoelige bestemmingen (woningen) toegekend. In het stedenbouwkundig plan is hiermee rekening gehouden: de afstand van de beoogde sportvelden tot de bestaande omliggende woningen is groter dan 50 meter. Over het plandeel Sport loopt een straalverbinding tussen de tv-torens Mierlo en Bakel. In verband hiermee dient een optisch vrij pad aangehouden te worden boven de 58 meter. Deze zone is op de plankaart aangegeven met een nadere aanduiding.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
31
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
4.2
Verkeer De ontwikkeling van een nieuwbouwwijk midden in Brouwhuis brengt, evenals de ontwikkeling van een nieuw sportcomplex aan de rand van de wijk, de nodige verkeersbewegingen met zich mee. Verkeersbewegingen kunnen de kwaliteit van de leefomgeving nadelig beïnvloeden, zowel het geluidsniveau, de luchtkwaliteit als de externe veiligheid. Dit geldt niet of nauwelijks voor langzaam verkeer, waarvan veel gebruik zal worden gemaakt. Toch mag verwacht worden dat een groot deel van de verkeersbewegingen met de auto wordt gemaakt. Om de consequenties voor geluid- en luchtkwaliteit na te gaan is gebruik gemaakt van twee verkeerstellingen op de Rivierensingel uit 2004, de ene aan de oostzijde tussen de Rijntjesdijk en de Bruhezerweg en de andere aan de westzijde tussen de Brouwhuissedijk en de Demerstraat. De verkeerstellingen laten aan de oostzijde een werkdaggemiddelde van 2.700 en aan de westzijde van 3.250 motorvoertuigen per etmaal zien. Uit de verkeerstellingen blijkt dat met name aan de westzijde een sterkere oriëntatie op het noorden is; de Rivierensingel wordt 's morgens gebruikt in noordelijke richting gebruikt om de wijk uit te komen en 's avonds in zuidelijke richting gebruikt om weer thuis te komen. Gegeven de plaats waar geteld is en het aantal woningen tussen de telplaats en het plandeel sport, wordt voor beide plandelen uitgegaan van een etmaalintensiteit van 2.700 motorvoertuigen in 2004. Vervolgens is rekening gehouden met een autonome jaarlijkse groei van het aantal autobewegingen van 2%. De Rivierensingel is de maatgevende locatie voor de geluid- en luchtkwaliteit; de andere wegen in het plandeel wonen en de toeleidende weg naar de sportvelden worden ingericht als 30-kilometerzone en hoeven in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet op geluidemissies te worden beoordeeld. Uiteraard dient bij de bouwvergunning wel zeker te worden gesteld dat de maximale waarde in het verblijfsgebied van de woningen niet wordt overschreden; hiervoor tellen ook de 30km wegen mee. Om de intensiteit en de verdeling van het verkeer als gevolg van de verplaatsing van de sportvelden en de bouw van nieuwe woningen te berekenen worden de volgende aannames gehanteerd: het aandeel vrachtverkeer dat volgens de tellingen maximaal 5,8% bedraagt, verandert niet; elke nieuwe woning in het plandeel Wonen genereert zes nieuwe voertuigbewegingen per etmaal die allemaal op de Rivierensingel nabij het plandeel wonen terecht komen en waarvan 10% ook gebruik maakt van de Rivierensingel ter plaatse van de aansluiting van het plandeel sport; het huidige sportpark (voetbalvelden) genereerde gemiddeld 200 voertuigbewegingen per etmaal, hetgeen is afgeleid van het aantal volwassenen dat op een trainingsavond op de velden aanwezig is; deze bewegingen zullen op de Rivierensingel tussen Hertelaan en Lavendelheide verminderen; voor de tennisvelden is geen aftrek gemaakt, omdat de ontsluiting aan de andere zijde ligt; de verdeling van de voertuigbewegingen vanuit de sportvelden op de Rivierensingel en vice versa wordt op 50-50 gesteld; de verdeling van het aantal voertuigbewegingen over dag-avond-nacht bedraagt: o in de nabijheid van sportvelden 76-19-5; o op de bestaande locatie nabij de Branshoef 80-15-5;
32
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
o bij het plandeel wonen na realisatie 83-12-5; het noordelijk deel van het plandeel wonen gebruikt voor bewegingen naar het noorden de Lavendelheide als ontsluitingsroute en voor bewegingen naar het zuiden de hoofdontsluiting; het zuidelijk deel van het plandeel wonen gebruikt altijd de hoofdontsluiting.
Dit leidt tot de volgende doorrekening van het aantal voertuigbewegingen per etmaal:
4.3
Plandeel wonen
zonder plan
met plan
verdeling in 2017
jaar
2004
2007
2007
2017
Dag
Avond
Nacht
ten noorden van Lavendelheide
2700
2865
3200
3901
3238
468
195
tussen Lavendelheide en Verl. Trambaan
2700
2865
2990
3645
3025
437
182
ten zuiden van Verl. Trambaan
2700
2865
3200
3901
3238
468
195
Plandeel sport
zonder plan
met plan
verdeling in 2017
jaar
2004
2007
2007
2017
Dag
Avond
Nacht
ten westen van Branshoef
2700
2865
3102
3781
2874
718
189
ten oosten van Branshoef
2700
2865
3102
3781
2874
718
189
Geluidhinder Plandeel Wonen Het effect van het plandeel wonen op de akoestische kwaliteit in de omgeving is beoordeeld op basis van schattingen van de huidige en toekomstige verkeersintensiteiten. Met name de invloed van verkeerslawaai door een toename van de verkeersbewegingen op de Rivierensingel is van belang. Uit akoestisch onderzoek (zie bijlage bij deze toelichting) blijkt dat de geluidsbelasting op bestaande woningen in de dagperiode door autonome ontwikkelingen met maximaal 2 dB toeneemt tot 60 dB(A). Indien de invloed van de planontwikkelingen wordt meegenomen, neemt de geluidsbelasting niet verder toe maar blijft 60 dB(A). In de avondperiode zal de geluidsbelasting ten opzichte van de huidige situatie bij autonome groei toenemen met 1 dB. Door de planontwikkeling neemt de geluidsbelasting in de avond af tot 56 dB(A), doordat de bezoekers van de sportvelden in de avondperiode wegvallen. In de nachtperiode neemt de geluidsbelasting in de toekomstige situaties toe met 2 dB, voornamelijk veroorzaakt door autonome groei, maar blijft na aftrek conform art. 103 Wgh altijd lager dan de voorkeursgrenswaarde. Geconcludeerd kan worden dat de toekomstige geluidsbelasting in de dagperiode met 2 dB toeneemt tot 55 dB(A) inclusief aftrek conform art. 103 Wgh, maar dat dit grotendeels wordt veroorzaakt door autonome ontwikkelingen en niet door de planontwikkeling. De avondperiode is echter maatgevend voor de etmaalwaarde van de geluidsbelasting. In de avondperiode neemt de geluidsbelasting met maximaal 2 dB af als gevolg van de planontwikkeling (zonder planontwikkeling zou een toename van 1 dB optreden). De etmaalwaarde van de geluidsbelasting neemt hierdoor voor de toekomst af van 57 dB(A) in 2004 naar 56 dB(A) in 2017 incl. aftrek cf art. 103 Wgh, ten gevolge van de planontwikkeling. De planontwikkeling heeft derhalve per saldo een positief effect op de geluidsbelasting van de bestaande woningen.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
33
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de gevelbelasting in de toekomstige situatie (2017) voor de gevels van de nieuwe woningen direct parallel aan de Rivierensingel 53 à 56 dB(A) bedraagt incl. aftrek conformf art. 103 Wgh. Dit is hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde, maar duidelijk lager dan de maximale grenswaarde en gelijk aan de maatgevende geluidsbelasting van de bestaande woningen. Voor deze woningen wordt derhalve een hogere grenswaarde aangevraagd, aangezien bronmaatregelen (zoals andere wegverharding) niet in verhouding staan tot het geprojecteerde aantal woningen en afschermende maatregelen uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk zijn. Op 12 januari 2007 zijn de verzochte hogere grenswaarden door de provincie verleend. Plandeel Sport Voor de bestaande woningen in de omgeving moet worden getoetst of de gevelbelasting vanwege wegverkeer door de planontwikkeling toeneemt en indien dit het geval is of nog steeds wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden ingevolge de Wet geluidhinder. De verkeersintensiteiten op de Rivierensingel worden circa 8% hoger ten gevolge van de sportactiviteiten. Dit leidt niet tot een significante wijziging in de toekomstige geluidsbelasting. De geluidsbelasting vanwege de Rivierensingel neemt overwegend toe vanwege autonome ontwikkelingen. De ontsluitingsweg naar de sportvelden is door de gemeente Helmond aangewezen als 30 kilometerzone. In gevolge artikel 74 lid 2 van de Wet geluidhinder heeft deze weg geen geluidzone op grond van wegverkeerslawaai. Nader akoestisch onderzoek is daar niet nodig. Voor de sportvelden moet worden bepaald of kan worden voldaan aan de richtwaarden die gelden ingevolge de Wet milieubeheer, zodat op voorhand kan worden beoordeeld of toekomstige hindersituaties kunnen worden voorkomen. Aangezien de afstand van 50 meter die in Bedrijven en Milieuzonering is aangegeven als minimale afstand tussen sportvelden en woonbebouwing in acht is genomen, wordt onaanvaardbare hinder niet verwacht. Er wordt voor zorggedragen dat de sportvoorzieningen voldoen aan de voorwaarden die het Besluit "Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen Milieubeheer" stelt.
4.4
Luchtkwaliteit In Europees verband zijn normen opgesteld voor (de mate van) luchtverontreiniging. Op basis van deze Europese regelgeving is op 5 augustus 2005 het nieuwe Besluit Luchtkwaliteit in werking getreden (Dit besluit vervangt het Besluit Luchtkwaliteit van 2001). Het besluit heeft betrekking op zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood. Om invulling te geven aan het aspect luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen is het begrip “gevoelige bestemming” ingevoerd. Bestemmingen kunnen als gevoelig worden aangemerkt als sprake is van een fysiek verblijf van 12 uur of langer per dag (bijvoorbeeld woongebieden), als er gevoelige groepen aanwezig zijn (bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen) of als er sprake is van het verrichten van inspanningen (bijvoorbeeld sportvelden).
34
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
In het Besluit Luchtkwaliteit 2005 is ter bescherming van de gevoelige bestemmingen een normstelling voor de buitenluchtkwaliteit opgenomen; aan deze in het besluit vastgelegde grenswaarden dient bij ruimtelijke plannen en verkeersplannen expliciet te worden getoetst; ontwikkelingen mogen doorgang vinden als concentratie niet verder verslechtert of zelfs verbetert. In de Regeling Saldering luchtkwaliteit 2005 wordt ook een beperkte plaatselijke toename van de concentratie acceptabel geacht, als de situatie door extra maatregelen of door elders optredende gunstige effecten per saldo verbetert. De saldering heeft betrekking op de situatie in de toekomst na realisering van het plan ten opzichte van de situatie in de toekomst zonder realisering van het plan; dit betekent dat de autonome groei van het wegverkeer niet ten nadele van het plan gerekend wordt. Op 17 maart jl. heeft de Staatssecretaris van VROM het wetsvoorstel Luchtkwaliteit ingediend. Door de aanpak van de wet zal de luchtkwaliteit in heel Nederland verder verbeteren, en er zo voor zorgen dat er steeds minder mensen bloot staan aan schadelijke luchtverontreiniging. Kern van de wet is de zogeheten programma-aanpak: het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk neemt een reeks aan maatregelen om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening blijft een afweging van de invloed van de beoogde ontwikkeling op de luchtkwaliteit, in het belang van de gezondheid van bewoners, noodzakelijk. Onderzoek De luchtkwaliteit rond Heiakker wordt in de eerste plaats bepaald door het achtergrondniveau en verder bepaald door lokale emissiebronnen. De belangrijkste lokale emissiebijdragen komen van verkeerswegen. De beoogde ontwikkeling kan hierop (een negatief) effect hebben door de toename van verkeersintensiteiten. De toename is voor het plandeel Wonen het sterkste ter plaatse van de woningen aan de Rivierensingel ter hoogte van nummer 649 en omgeving; deze woningen worden als maatgevende woning aangehouden voor het plandeel Wonen. Voor het plandeel Sport wordt het adres Rivierensingel 332 als maatgevend aangehouden. De luchtkwaliteit ter plaatse van de voorgevels van de maatgevende woningen is berekend met behulp van het CAR II-programma (versie 5.0). CAR II geldt als het standaardrekenprogramma voor luchtkwaliteit. CAR II is toepasbaar voor berekeningen van concentraties op een afstand van het emissiepunt tot de wegas van minimaal 5 en maximaal 30 meter. De maatgevende woningen voor het plandeel Wonen liggen op 14 meter uit de wegas van de Rivierensingel, voor het plandeel Sport bedraagt deze afstand 9,5 meter. Als input voor de luchtkwaliteitsberekening zijn de berekende verkeersgegevens uit paragraaf 4.2 van deze toelichting gebruikt. Er zijn berekeningen gemaakt, waarbij de volgende gegevens in kaart zijn gebracht: de luchtkwaliteit zonder de ontwikkeling van Heiakker in 2010; de luchtkwaliteit zonder de ontwikkeling van Heiakker in 2020; de luchtkwaliteit met de ontwikkeling van Heiakker in 2010; de luchtkwaliteit met de ontwikkeling van Heiakker in 2020. Uit deze berekeningen komt naar voren dat de ontwikkeling van het plandeel Wonen (en de daarmee gepaard gaande toename van de verkeersintensiteiten) geen meetbaar
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
35
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
effect heeft op de luchtkwaliteit ter plaatse van de maatgevende woningen in de omgeving van Rivierensingel nummer 649:
2010
Stikstofdioxide (NO2)
Fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
achtergrond
jaargemiddelde
achtergrond
aantal overschrijdingsdagen per jaar
zonder ontw.
26 µg/m³
22 µg/m³
28 µg/m³
28 µg/m³
21 (27-6)1
met Heiakker
26 µg/m³
22 µg/m³
28 µg/m³
28 µg/m³
21 (27-6)
Streefwaarde:
40 µg/m³
40 µg/m³
2020
Stikstofdioxide (NO2)
Fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
achtergrond
jaargemiddelde
achtergrond
aantal overschrijdingsdagen per jaar
zonder ontw.
21 µg/m³
19 µg/m³
27 µg/m³
26 µg/m³
17 (23-6)
met Heiakker
22 µg/m³
19 µg/m³
27 µg/m³
26 µg/m³
17 (23-6)
Streefwaarde:
40 µg/m³
35
40 µg/m³
35
Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van het plandeel Sport, en de daarmee gepaard gaande toename van de verkeersintensiteiten. Ook deze ontwikkeling heeft geen meetbaar effect op de luchtkwaliteit ter plaatse van de maatgevende woningen, in dit geval de adressen Rivierensingel 32 en omgeving:
2010
1
Stikstofdioxide (NO2)
Fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
jaargemiddelde
achtergrond
achtergrond
aantal overschrijdingsdagen per jaar
Inclusief 6 overschrijdingsdagen aftrek voor fijn stof vanwege correctie zeezout, zie Meetregeling luchtkwaliteit 2005.
36
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
zonder ontw.
27 µg/m³
23 µg/m³
28 µg/m³
28 µg/m³
21 (27-6)
met Heiakker
27 µg/m³
23 µg/m³
29 µg/m³
28 µg/m³
21 (27-6)
Streefwaarde:
40 µg/m³
40 µg/m³
2020
Stikstofdioxide (NO2)
Fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
achtergrond
jaargemiddelde
achtergrond
aantal overschrijdingsdagen per jaar
zonder ontw.
22 µg/m³
19 µg/m³
27 µg/m³
26 µg/m³
17 (23-6)
met Heiakker
23 µg/m³
19 µg/m³
27 µg/m³
26 µg/m³
17 (23-6)
Streefwaarde:
40 µg/m³
40 µg/m³
35
35
Uit bovenstaande berekeningen kan worden geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling van het project Heiakker niet in betekenisvolle mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Bovendien blijft de luchtkwaliteit in de toekomst binnen de gestelde eisen. Het aspect luchtkwaliteit vormt daarmee geen belemmering voor de ontwikkeling.
4.5
Externe veiligheid Er wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR betreft het risico dat iemand die vlakbij een risicovol object woont of werkt overlijdt als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen. Op grond van dit risico heeft VROM veiligheidsafstanden bepaald; het PR risico is vastgelegd als richtwaarde. Het besluit geeft aan hoe deze doorwerken in milieuvergunningen en in plannen voor de ruimtelijke ordening. Het GR is de kans dat een groep personen door een ongeval bij een risicovolle activiteit overlijdt; het GR is vastgelegd als oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde voor het GR geeft aan wat het Rijk als indicatie geeft van een acceptabel groepsrisico. De gemeente (College van B&W) besluit of een eventuele overschrijding van de oriëntatiewaarde acceptabel is of niet, na advisering door de Regionale Brandweer. Externe veiligheidsaspecten zijn in verschillende besluiten geregeld: 1. Voor bedrijven/inrichtingen is het BEVI van toepassing. 2. Voor vervoer van gevaarlijke stoffen geldt de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs), waaronder hangen het Besluit gevaarlijke stoffen (Bgs) en de ministeriële regelingen vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG), vervoer over het spoor
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
37
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
van gevaarlijke stoffen (VSG) en vervoer over binnenwater van gevaarlijke stoffen (VBG). De risiconormering is opgenomen in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. 3. Voor buisleidingen geldt de circulaire ‘Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen’ uit 1984. Ad 1. Bedrijven/inrichtingen Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Dit besluit legt veiligheidsnormen op aan inrichtingen die een risico vormen voor personen buiten een bedrijventerrein. Bijvoorbeeld rondom chemische fabrieken, lpgtankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze inrichtingen verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij huizen, ziekenhuizen, scholen of winkels. Het besluit verplicht gemeenten en provincies wettelijk bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Tegelijkertijd met het besluit is een ministeriele regeling in werking getreden waarin onder meer veiligheidsafstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn opgenomen voor inrichtingen met standaardrisico’s, zoals lpg-tankstations. Die regeling bevat verder regels die nodig zijn voor een goede uitwerking van het besluit, zoals rekenregels. In de directe nabijheid van het plandeel sport is een loonwerkersbedrijf gelegen dat onder een AMvB valt; bij de vergunningverlening in 2004 is gebleken dat er geen grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen bij de inrichting opgeslagen liggen. De contour hiervan reikt derhalve niet tot het plangebied. Op de bedrijventerreinen BZOB en Hoogeind is een aantal Bevi-inrichtingen gelegen. De risicocontouren van deze inrichtingen reiken eveneens niet tot het plangebied (blijkt uit het rapport “Resultaten inventarisatie risicovolle bedrijven, Externe veiligheid” van februari 2006). Zie ook figuur 9. Geconcludeerd kan worden dat bestaande inrichtingen in de omgeving geen ontoelaatbaar risico vormen voor de planontwikkeling.
38
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 9 Risicovolle bedrijven
Ad 2. Vervoer van gevaarlijke stoffen In en nabij het plangebied zijn geen routes aangewezen voor vervoer van gevaarlijke stoffen. In principe vindt dan alleen bestemmingsverkeer plaats. Het spoor ligt niet in of nabij het plangebied. Over de Zuid-Willemsvaart vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De kans op het voorkomen van vrijkomen van gevaarlijke gassen en vloeistoffen is in de toekomstige situatie na de herontwikkeling gelijk aan de huidige situatie, omdat de situatie infrastructureel niet verandert. De effectafstanden blijven eveneens onveranderd. Op basis van de huidige situatie en de impliciet geaccepteerde plaatsgebonden- en groeps-risico’s mag worden aangenomen dat de geldende norm voor het plaatsgebonden risico en de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden. Ad 3. Buisleidingen Buisleidingen bevinden zich niet in of nabij het plangebied. Geconcludeerd mag worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmering voor de ontwikkeling vormt.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
39
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
4.6
Lichthinder Een groot deel van de sportvelden zal worden voorzien van lichtmasten zodat ook ’s avonds gesport kan worden. Voor omwonenden is het van belang dat de verlichte velden op een zo groot mogelijke afstand van de bestaande woningen liggen. In de VNGpublicatie wordt hierbij een indicatieve adviesafstand van 50 meter aangehouden. De beoogde sportvelden voldoen aan die adviesafstand; ze komen op ruim meer dan 50 meter afstand te liggen van de bestaande woningen aan de Stipdonkseweg, die het dichtst bij de beoogde sportvelden gelegen zijn. Met betrekking tot de woningen aan de Branshoef is de afstand tot de sportvelden nog groter: de afstand van de dichtstbijzijnde woning aan de Branshoef tot de beoogde tennisbanen is 140 meter, en een kleine 90 meter tot de voetbalvelden. Belangrijk hierbij is echter vooral dat in het stedenbouwkundig plan het meest noordelijke veld, het wedstrijdveld, onverlicht zal blijven. De lichthinder voor omwonenden zal hierbij dus zo veel mogelijk beperkt blijven. In het kader van de vergunningverlening / melding op grond van de Wet milieubeheer wordt getoetst of een en ander binnen de gestelde normen blijft.
4.7
Bodemverontreiniging Wettelijk is bepaald dat een bouwvergunningsplichtig bouwwerk niet mag worden gebouwd op een zodanig verontreinigd terrein, dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers of het milieu. Gegeven de activiteiten die in het verleden op de locaties van de plandelen sport en wonen zijn uitgevoerd, mag verwacht worden dat er geen ernstige verontreinigingen zullen worden aangetroffen. Verdere onderzoeken zullen in het kader van de uitvoering van de werken (Bouwstoffenbesluit voor het grondverzet, etc) worden uitgevoerd.
4.8
Archeologie en cultuurhistorie In Europees verband is het zogenaamde “Verdrag van Malta” tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Om dit meewegen te laten plaatsvinden wordt, naast de in ontwikkeling zijnde regelgeving en beleid, een economische factor toegevoegd. De kosten voor het zorgvuldig omgaan met het bodemarchief, dus de kosten voor inventarisatie, (voor)onderzoeken, bodemonderzoek en documentatie, worden door de initiatiefnemer betaald. De “Cultuurhistorische Waardenkaart” van de provincie Noord-Brabant geeft voor zowel het plandeel Wonen als Sport een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit houdt in dat een verkennend archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. In opdracht van de gemeente heeft het advies- en onderzoeksbureau BAAC een archeologisch inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. Voor het plandeel Wonen is de conclusie dat een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven nodig is vanwege het voorkomen van een oud esdek onder de huidige sportvelden. Er zijn geen concrete sporen of vondsten gedaan.
40
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Voor het plandeel Sport is een wisselend esdek gevonden van 30 tot 50 cm dik en plaatselijk dikker. Indien de grond niet dieper dan de bouwvoor geroerd wordt met de aanleg van de sportvelden dan is geen vervolgonderzoek noodzakelijk. Naar verwachting wordt de grond niet dieper geroerd dan de bouwvoor. Als dit wel het geval is, is een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven nodig. Omdat het vervolgonderzoek voor de huidige sportvelden niet voor de vaststelling van het bestemmingsplan kan plaatsvinden en op dit moment nog niet helemaal zeker is of een vervolgonderzoek voor de locatie van de nieuwe sportvelden noodzakelijk is, wordt voor beiden plandelen de medebestemming Archeologisch onderzoeksgebied opgenomen. Plandeel Wonen In de directe omgeving van de bouwlocatie voor het plandeel wonen bevinden zich geen gemeentelijke of van rijkswege beschermde monumenten. Ook bevinden zich hier geen panden waaraan in het kader van het (M)onumenten (I)nventarisatie (P)roject enige monumentale kwaliteit is toegekend. Plandeel Sport In de directe omgeving van de bouwlocatie voor het plandeel sport bevinden zich geen gemeentelijke of van rijkswege beschermde monumenten. Ook bevinden zich hier geen panden waaraan in het kader van het (M)onumenten (I)nventarisatie (P)roject enige monumentale kwaliteit is toegekend.
4.9
Water
Waterbeleid Het waterbeleid van de gemeente Helmond is vastgelegd in het Waterplan 2000-2004 dat in 2000 door de gemeenteraad is vastgesteld en geeft de kaders aan waarbinnen het waterbeheer in Helmond vorm moet krijgen. Belangrijke aandachtspunten in het Waterplan zijn het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen, het vasthouden van gebiedseigen (regen)water, het doorlopen van de afwegingsstappen: "hergebruikinfiltratie-buffering-afvoer" en het zichtbaar en aantrekkelijk maken van water in de gemeente. Voor dit plan zijn de eerste drie genoemde onderwerpen relevant. Hergebruik Hierbij kan gedacht worden aan de aanleg van gescheiden watercircuits door het hergebruik van bijvoorbeeld regenwater (drinkwater, grijswater, huishoudwater). De ervaringen met bestaande proefprojecten leert echter dat deze pas rendabel zijn bij projecten met 1000 of meer te bouwen woningen. Ook de recent aangescherpte regelgeving op dit vlak maakt het hergebruik van (regen)water niet snel haalbaar. Onderhavig plan is dan ook te kleinschalig om deze voorziening toe te passen. Infiltratie, buffering en afvoer Onderstaand is aangegeven hoe met deze aspecten wordt omgegaan.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
41
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Waterhuishouding huidige situatie plandeel Wonen Oppervlaktewater In het plangebied is oppervlaktewater aanwezig. Het gaat om de Weijerloop, die aan de zuidzijde van het plangebied ligt. De Weijerloop is een leggerwaterloop, maar is niet permanent watervoerend. In droge zomerperiodes valt de loop ook droog. Grondwater Het gebied is van herkomst relatief droog. Alleen in de directe nabijheid van de Weijerloop komen iets nattere gronden voor. In het kader van de planontwikkeling is indicatief onderzoek gedaan naar de doorlatendheid van de bodem en de grondwaterstanden ter plaatse. Uit dit onderzoek is gebleken dat de grondwaterstanden diep zijn (tussen 2-2,5 m–mv) en dat de bovenlaag van de bodem redelijk tot goed doorlatend is. De gemeente hanteert een droogleggingnorm van 0,90 m–mv. Hiermee worden geen problemen voorzien. Uit de omgeving zijn geen klachten bekend van grondwateroverlast. Eventueel verdiept aan te leggen voorzieningen (kelders e.d.) moeten waterdicht gemaakt worden. De gemeente zal geen permanente maatregelen treffen om de grondwaterstand kunstmatig te verlagen t.o.v. de huidige situatie. Afvoerend verhard oppervlak en riolering: In de huidige situatie ligt in het plangebied een sportcomplex, waarbij het regenwater in de bodem infiltreert. Het oppervlak verhard terrein is in de bestaande situatie; 4.425 m². Veel van dit verharde terrein voert niet af op het rioolstelsel, maar infiltreert ter plaatse in de bodem. Voor de berekening van de waterbergingsopgave wordt er daarom vanuit gegaan dat het hele terrein in de huidige situatie onverhard is. Dit hele gebied zal ontwikkeld worden voor woningbouw. Dit betekent een forse toename van het afvoerend verhard oppervlak. Aangezien het bestemmingsplan een globaal karakter heeft, is vrijwel het hele gebied aangegeven met de bestemming woondoeleinden en/of verkeersdoeleinden. Dit betekent echter niet dat het hele gebied verhard wordt. Om toch een hanteerbare norm te krijgen voor de berekening van de bergingsopgave is overleg geweest met het waterschap. Afgesproken is dat uitgegaan wordt van een totaal verhard oppervlak (particulier en openbaar terrein) van 200m2 per te bouwen woning. In dit plangebied gaat het om 121 grondgebonden woningen en een appartementencomplex. Bij elkaar komt dit neer op 24.200 + 300 = 24.500 m² verhard oppervlak. Dit betekent een toename van 24.500 m² verhard oppervlak. Toepassing waterbeleid in het plandeel Wonen In het plangebied zal een gescheiden rioolstelsel worden aangelegd. Het vrijkomende regenwater zal worden verwerkt in het plangebied. Onderstaand is beschreven hoe dat gaat gebeuren. In het plangebied neemt het afvoerend verhard oppervlak toe met 24.500 m². Bij een neerslaggebeurtenis van T=25 betekent dit een bergingsopgave van ca. 1100 m³. Deze bergingsopgave moet in het plangebied gevonden worden. In de stedenbouwkundige opzet is hiermee rekening gehouden doordat in het zuidelijk deel van het plangebied zgn. ‘groene scheggen’ zijn gereserveerd. Hierin moet het water geïnfiltreerd en geborgen worden. De beschikbare ruimte in deze scheggen is 1850 m². Dit betekent dat de bergingsruimte ca. 0,6 m hoog moet worden. Uit het indicatief geohydrologisch onderzoek is gebleken dat het gebied een relatief lage grondwaterstand en een redelijk tot goed doorlatende bodem heeft. Het hoogteverschil
42
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
met de zuidelijk gelegen Weijerloop is zodanig groot dat er mogelijkheden zijn om het water terplaatste in de groene scheggen te infiltreren. Gezien het maaiveldverloop van het hele plangebied, zal het regenwater ondergronds geïnfiltreerd moeten worden. Dit betekent dat er een vrije bodemruimte van tenminste 1,5 meter nodig is om zowel de bergingsvoorziening (0,6 m) te kunnen maken als een minimale gronddekking voor de voorziening te kunnen realiseren 0,9 m). Deze ruimte is aanwezig. Het waterschap heeft aangegeven te willen kijken naar de mogelijkheden om regenwater oppervlakkig naar de groene scheggen te laten afvoeren. Dit uitgangspunt past ook in het beleid van de gemeente. De gemeente wil deze optie bij de verdere planuitwerking laten onderzoeken. De mogelijkheid van bovengrondse afvoer zal wel afhangen van de volgende zaken: - er wordt in het plan gewerkt met een gesloten grondbalans - de vormgeving en oriëntatie van de woning bepaalt mede of regenwater bovenof ondergronds afgevoerd kan worden - het hoogteverloop van het maaiveld in de toekomstige situatie - de inrichting van de openbare ruimte Het hele plan zal waterneutraal worden uitgevoerd. Er wordt geen extra water afgevoerd als gevolg van deze bouwontwikkeling. De groene scheggen worden zoveel mogelijk multifunctioneel gebruikt. Dat betekent dat met name combinaties met groen en spelen gezocht zullen worden. Bij de verdere uitwerking van het plangebied zal het watersysteem in detail uitgewerkt gaan worden in een waterhuishoudings- en rioleringsplan. Waterhuishoudkundige situatie plandeel Sport Oppervlaktewater In het gebied is oppervlaktewater aanwezig. Het gaat om de Zeelenloop. De Zeelenloop vormt tevens de oostelijke begrenzing van het plangebied. De Zeelenloop is een leggerwaterloop die van zuidoost naar noordwest langs het plangebied stroomt en uiteindelijk uitmondt in de parallelsloot langs de Zuid-Willemsvaart. Bestemmingsplantechnisch maakt de Zeelenloop geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan, maar van het bestemmingsplan van het aangrenzende gebied. Grondwater Er zijn weinig gegevens over het grondwater in dit gebied. In de huidige situatie is het landbouwgebied. De oude bodemkartering (uit 1972) geeft aan dat het gebied grondwatertrappen V en VI heeft. De laatste decennia is het algemene beeld echter dat de grondwaterstand in Nederland gemiddeld een trap is gedaald t.o.v. deze karteringsbeelden. Samen met de aanwezige kennis over dit gebied is de verwachting dan ook dat het gebied relatief droog zal zijn. Afvoerend verhard oppervlak en riolering In het gebied is geen verharding noch riolering aanwezig. Toepassing waterbeleid in het plandeel Sport Het plangebied wordt getransformeerd van agrarisch gebied naar sportcomplex. Dit betekent dat er 4 voetbalvelden, 6 tennisbanen en de nodige bijkomende voorzieningen worden aangelegd. De tennisbanen en een kunstgrasveld zullen aangelegd worden met drainage. De overige velden krijgen geen drainage. De drainage zal uiteindelijk afvoeren
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
43
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
op het de Zeelenloop. Voor de aanleg van drainage kan een ontheffing op grond van de Keur van het waterschap nodig zijn. Het totaal bebouwde oppervlak van het sportcomplex (gebouwen, terrassen etc.) is 2701 m². De parkeerterreinen en toegangswegen worden uitgevoerd in (half)verharding (totaal oppervlak 10.063 m²). Het regenwater uit het gebied wordt niet afgevoerd op het rioolstelsel maar geïnfiltreerd in de bodem of vertraagd geloosd op de Zeelenloop. Alleen het DWA wordt via een nog aan te leggen (druk)rioolstelsel afgevoerd naar de zuivering. Het plangebied wordt hiermee waterneutraal uitgevoerd. Er vindt geen lozing plaats van regenwater op het nog aan te leggen rioolstelsel. Regenwater infiltreert zoveel mogelijk ter plaatse in de bodem. Waar rechtstreekse afvoer naar de Zeelenloop noodzakelijk is, wordt via een berging vertraagde afvoer bewerkstelligd. Hydrologisch neutraal ontwikkelen betekent ook de GHG niet omlaag wordt gebracht. Aanleg van drainage is alleen toelaatbaar als dit boven de GHG gebeurt. Daarnaast dient eventueel drainagewater via een buffering afgevoerd te worden. Onderstaande tabel geeft aan wat de grondwaterstanden zijn in relatie tot de huidige en toekomstige maaiveldhoogtes.
Veld Veld Veld Veld
1 2 3 4
tennisbanen
huidige gem. nieuwe gem. nap hoogte nap hoogte 19,44 19,81 20,03 20,33 19,97 20,19 20,35 20,37 20,05
20,25
ghg nap hoogte 19,04 19,63 19,57 19,95
drainage nap hoogte 19,2 19,8
19,65
19,75
zandsleuven zandsleuven
Te zien is dat in alle gevallen de drainage boven de GHG wordt aangelegd. Daarnaast worden de volgende voorzieningen aangelegd: - Het water van de velden 1 en 2 en de tennisvelden zal afgevoerd worden naar een opvangbekken op het terrein. - De zandsleuven staan in direct contact met de grondwaterstanden en zijn feitelijk bedoeld voor versnelde infiltratie. Hier vindt geen afvoer van regenwater plaats. Op deze manier wordt hydrologisch neutraal ontwikkeld in plandeel Sport. In droge zomerperiodes kan het nodig zijn om de sportvelden te beregenen. Het bestaande sportcomplex in Brouwhuis heeft een beregeningsvergunning, maar deze kan niet verplaatst worden naar de onderhavige nieuwe locatie. Direct ten zuiden van het plangebied, net boven de Rochadeweg, ligt de retentievijver van het watersysteem van het BZOB. Bij de verdere uitwerking van het water- en bodemsysteem moet gekeken worden of beregening uit het oppervlaktewater van deze retentievijver mogelijk is. Voor zowel het plandeel Wonen als het plandeel Sport gelden de bepalingen uit de Keur van het waterschap. In de Keur worden ge- en verboden gesteld met betrekking tot (wijzigingen in) de waterhuishouding. In de Keur worden tevens obstakelvrije zones aangegeven langs leggerwaterlopen. In het plangebied zijn onder andere de Zeelenloop, de Weijerloop en de parallelsloot langs het kanaal leggerwaterlopen. De obstakelvrije zones langs deze waterlopen zijn tenminste 5 meter breed. Voor het verkrijgen van
44
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
ontheffing op grond van deze Keur moet vroegtijdig overleg gepleegd worden met het waterschap, districtskantoor in Deurne.
Bouwmaterialen en overige potentiële verontreinigingsbronnen Ten aanzien van het materiaalgebruik van de bebouwing i.v.m. het uitlogen van verontreinigende stoffen heeft de gemeente een beleid dat vooral gericht is op bewustwording en niet op afdwinging. Het opleggen van een verbod voor het gebruik van uitlogende bouwmaterialen is in het verleden juridisch niet haalbaar gebleken. Niettemin is de gemeente van mening dat schoon regenwater ook schoon moet blijven. Het gebruik van bijvoorbeeld bouwmetalen past dan ook niet in de filosofie van het Helmondse waterbeleid. De gemeente zal hier bij de verdere planontwikkeling aandacht aan besteden. Ten aanzien van gladheidsbestrijding, bestrijdingsmiddelengebruik en autowassen op straat hanteert de gemeente haar huidige beleidslijnen. Dit betekent concreet het volgende: - Gladheidsbestrijding: de gemeente hanteert een combinatie van droog en nat strooien. Ten tijde van de besluitvorming hierover (2001) was dit de meest milieuvriendelijke beschikbare methode. De gemeente strooit de doorgaande wegen en belangrijkste wijken buurtontsluitingwegen (incl. primaire fietspaden). Woonstraten worden niet gestrooid. In het plan Heiakker zal dezelfde lijn gehanteerd worden. Dit betekent in de praktijk dat ook in plan Heiakker een of meerdere straten gestrooid zouden kunnen worden. De mogelijke effecten hiervan op de (grond)waterkwaliteit worden niet dermate bezwaarlijk geacht dat het plan hiervoor aangepast zou moeten worden. - Bestrijdingsmiddelen: de gemeente hanteert selectieve chemische onkruidbestrijding op verhardingen. In het groenbeheer worden geen onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt. Dit beleid zal ook van toepassing zijn op Heiakker. De discussie over de mogelijke negatieve effecten van bestrijdingsmiddelen op de (grond)waterkwaliteit zal gevoerd worden in het kader van de maatregelen ten behoeve van de KRW (Kaderrichtlijn Water). Het is niet mogelijk om op basis van een individueel project het algemene beleid van de gemeente aan te passen. - Auto wassen op straat: de gemeente heeft (nog) niet de mogelijkheid om op basis van verordeningen etc. burgers te verbieden auto’s te wassen op straat. In de toekomst komt deze mogelijkheid er wellicht wel. De vraag is dan echter of de gemeente Helmond prioriteit wil geven aan het bijbehorende handhavingsvraagstuk. Dit is nog niet helder. Voorlopig wordt de reguliere lijn door de gemeente gehanteerd: auto’s wassen op straat is toegestaan.
4.10
Flora en fauna Op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet (in ontwikkeling) is het van belang bij de ruimtelijke planvorming vooraf te onderzoeken of en welke dier- en plantensoorten er voorkomen, wat hun beschermingsstatus is en wat de effecten zijn van de ingreep op het voorbestaan van de gevonden soorten. In het plandeel Wonen zijn geen flora- en faunawaarden te verwachten, aangezien het gebied momenteel in zijn geheel in gebruik is als sportcomplex met voetbalvelden en tennisbanen, met nauwelijks groene zones. In het plandeel Sport zijn er m.b.t. flora en fauna wel degelijk verwachtingen. Daarvoor is er in het kader van de Ontwikkelingsvisie
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
45
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Heiakker een analyse gemaakt van flora- en faunawaarden in het plandeel Sport. Voor de flora en fauna zijn drie bijzondere milieus in het plangebied te onderscheiden: 1. Oevers: De oever van de Zuid-Willemsvaart en bermen en taluds van de kanaaldijk en de kwelsloot hebben de status van ecologische verbindingszone op provinciaal niveau. De genoemde kwel in de sloot langs de kanaaldijk levert (nog) geen echt bijzondere flora of fauna op. De Zeelenloop is eveneens van belang als ecologische verbinding. 2. Bergingsvijver: de vijver direct ten zuiden van het plangebied herbergt behalve vissen en amfibieën allerlei vogels, vleermuizen en insecten, waaronder rodelijstsoorten. 3. Bomenrijen: De bomenrijen langs in het bijzonder de Stipdonkseweg en de Espendonkseweg en langs de Driesweg aantrekkelijk voor dieren die in een kleinschalig agrarisch landschap thuishoren, zoals vogels, vleermuizen en kleine zoogdieren.
46
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Figuur 10: flora en fauna in plandeel Sport
In het kader van de Gebiedsvisie voor de Geledingszone Brouwhuis heeft een veldonderzoek plaatsgevonden (zie figuur 10). Daarin wordt het belang bevestigd van de bergingsvijver, de landschappelijke lijnen langs het kanaal en de Zeelenloop en in mindere mate de bomenrijen. De ecologische verbindingszone langs het kanaal wordt in het bestemmingsplan uitdrukkelijk beschermd door middel van een bestemming “Waterstaatsdoeleinden”. Daarnaast dienen specifiek bij de planuitwerking en –realisatie nog de volgende aandachtspunten in acht genomen te worden: - bij het uitvoeren van de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met de
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
47
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
-
4.11
verstorende invloed op foeragerende vleermuizen. Daarvoor zal zo nodig een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet worden aangevraagd. het verwijderen van bomen en struiken dient buiten het broedseizoen (half maart tot half juli) te gebeuren. Indien toch in het broedseizoen wordt gekapt dienen de begroeiing te worden gecontroleerd op verblijfplaatsen voor vogels. (Voor verstoren van broedvogels is geen ontheffing mogelijk).
Duurzaam bouwen In de gemeente Helmond wordt gestreefd naar duurzame (nieuw)bouw, waarbij het energieverbruik zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. De gemeente heeft het convenant “Duurzaam bouwen Regio Eindhoven” ondertekend. In dit convenant is een basispakket opgenomen van 26 (voor projectmatige bouw 34) verplichte en 46 aanbevolen maatregelen. De te realiseren woningbouw dient minimaal te voldoen aan de eisen op grond van de Bouwverordening, evenals aan de verplichte en minimaal aan 25 (projectbouw 28) van de aanbevolen maatregelen van het convenant “Duurzaam bouwen”, welke als losse bijlage is toegevoegd. Hierop zal in het kader van de afgifte van een bouwvergunning worden getoetst.
4.12
Rood met groen De provinciale regeling rood met groen houdt in dat een uitbreiding in het buitengebied gepaard gaat met een kwaliteitsverbetering elders in het buitengebied. Binnen het plandeel Sport wordt de ecologische verbindingszone versterkt. Daarnaast wordt in het gebied direct ten noorden van het plandeel Sport de ecologische verbindingszone versterkt in het kader van de rood met groen regeling zoals hieronder nader toegelicht. Deze gronden zijn gemeentelijk eigendom. De kosten voor versterking en inrichting van de ecologische zone ten noorden van het plangebied komen ten laste van de exploitatie van het plangebied Heiakker. De ontwikkeling ten noorden van het plangebied wordt juridisch-planologisch geregeld in de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied waar de gemeente mee is gestart. Parallel aan de Kanaalomleiding van de Zuid-Willemsvaart bevindt zich conform het provinciaal beleid een zone van minstens 25 meter breed als ecologische verbindingszone. Het dijklichaam is in eigendom van Rijkswaterstaat en wordt volgens ecologische principes beheerd. Binnen deze zone, namelijk aan de oostelijke rand, bevindt zich een kwelsloot parallel aan het kanaal. De ecologische functie van het droge dijklichaam zelf kan niet veel verbeterd worden. Wel is de zone grenzend aan de kwelsloot in potentie goed geëigend als natte ecologische verbinding. Het plan voor het sportcomplex Heiakker voorziet in een versterking van deze in potentie aanwezige natte ecologische zone. Deze zone ligt buiten het eigenlijke sportcomplex, maar wordt wel binnen het plan gerealiseerd. Door de situering van de sportvelden in het plan Heiakker ontstaan er op twee plaatsen omvangrijke restruimten ten opzichte van het kanaal. Deze restruimtes worden in het plan toegevoegd aan de ecologische
48
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
zone en krijgen een inrichting die hierbij past. Dit houdt in het vasthouden van gebiedseigen water, de realisatie van plas- dras – situaties, kruidenvegetatie en struwelen. Bij deze landschappelijke inrichting hoort ook een extensief ecologisch maaibeheer. De functie van de ecologische zone wordt door de toevoeging van de restruimtes aanzienlijk versterkt. Ten noorden van het sportcomplex bevindt een gebied met een agrarische bestemming. Het gebied bevindt zich buiten het plangebied van het sportcomplex Heiakker. De zone grenzend aan het kanaal heeft dezelfde ecologische potenties als het gebied tussen sportcomplex en het kanaal. De gemeente is voornemens om in het kader van rood met groen een deel van het agrarisch gebied in te richten als ecologische verbindingszone, op een zelfde wijze als de beoogde inrichting binnen het plangebied sportcomplex Heiakker.
Figuur 11 Rood met Groen
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
49
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
5
JURIDISCHE VORMGEVING
5.1
Planvorm Het bestemmingsplan heeft het doel het juridisch-planologisch kader te geven voor de ontwikkeling van de locaties uit de Ontwikkelingsvisie Heiakker. De hoofdlijnen van de stedenbouwkundige plannen zijn op de plankaart vastgelegd, de nadere invulling is (waar mogelijk) flexibel geregeld. Dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende onderdelen: de toelichting, waarin het stedenbouwkundig plan, het beleidskader, de milieu- en duurzaamheidsaspecten en de juridische vormgeving zijn omschreven. Tot slot bevat de toelichting een onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid en een verslag van de inspraak- en overlegresultaten; de voorschriften, waarin de gewenste inrichting van het plangebied in juridische termen is vastgelegd. Hierin worden drie rubrieken onderscheiden. De algemene en technische bepalingen, de bestemmingsbepalingen en de overige bepalingen. de plankaart, bestaande uit twee kaartbladen: één kaartblad voor elk plandeel.
5.2
Toelichting op de bestemmingen De planvoorschriften vallen in drie hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk I bevat de algemene en technische bepalingen, hoofdstuk II regelt de bestemmingen en hoofdstuk III omvat de overige bepalingen.
I.
ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN
Begripsbepalingen (artikel 1) In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de voorschriften worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende woorden toegekende betekenis. Wijze van meten (artikel 2) In dit artikel wordt aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Beoordeling van gronden in verband met verstrekken bouwvergunning (artikel 3) Om misbruik van de bouwvoorschriften te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Algemene procedureregels (artikel 4) In dit artikel zijn de algemene procedureregels opgenomen die van toepassing zijn bij het verlenen van vrijstelling, bij aanlegvergunningverlening of bij het toepassen van een
50
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
wijzigingsbevoegdheid. In de artikelen waarin deze flexibiliteitsbepalingen zijn opgenomen wordt verwezen naar dit artikel.
II.
BESTEMMINGSBEPALINGEN
Woondoeleinden (artikel 5) Het plandeel Wonen wordt ingericht als woongebied. De woningtypes die worden voorgestaan zijn met name vrijstaand, twee-onder-een-kap en geschakeld. Op enkele daarvoor aangewezen gronden zijn tevens rijtjeswoningen toegestaan, en op één locatie langs de Rivierensingel worden gestapelde woningen voorgestaan. Daarnaast vallen in het plandeel Sport twee bestaande woningen. De betreffende gronden zijn voorzien van de bestemming “Woondoeleinden”. De bestemming staat de bouw van woningen, bijgebouwen, aan- en uitbouwen en andere bouwwerken toe. Voor deze gebouwen en bouwwerken zijn specifieke bouwbepalingen opgenomen. Voor de woningen hebben deze betrekking op de situering van de woning, de breedte van het bouwperceel, de breedte en diepte van de woning, de dakvoet- en totale hoogte en de dakhelling. Voor bijgebouwen, aan- en uitbouwen en andere bouwwerken zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de bebouwde oppervlakte van zijerven en achtererf, de dakvoet- en totale hoogte, de dakhelling en de situering. In het voorschrift is tevens een beschrijving in hoofdlijnen opgenomen. Binnen deze beschrijving worden nadere aanwijzingen gegeven over hoe het woongebied ontwikkeld mag worden. Hierin wordt bijvoorbeeld vermeld dat in het zuidelijke woonvlak (aangeduid met de nadere aanduiding WII) 4 wadi’s moeten worden gerealiseerd en dat in dit woonvlak tevens een extra groenzone moet worden aangelegd grenzend aan de groenbestemming ten zuiden van dit woonvlak. In de beschrijving in hoofdlijnen wordt verder ingegaan op ruimte voor parkeren op eigen terrein en de minimale ontsluitingsstructuur binnen de te ontwikkelen woongebieden. Vrijstellingsbevoegdheden Ten behoeve van de flexibiliteit zijn enkele vrijstellingen voor het college van Burgemeester en wethouders opgenomen. Vrijstellingsbevoegdheden zijn opgenomen teneinde de afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen te verminderen en de hoogte van andere bouwwerken te vergroten. In lid 6 is verder een specifieke vrijstellingsbepaling opgenomen met betrekking tot beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van woningen. Uit de literatuur en jurisprudentie blijkt, dat beroeps- en/of bedrijfsmatig gebruik van een deel van de woning in beginsel niet in strijd hoeft te zijn met de woonfunctie. Aan de vrijstellingsbepaling voor beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van de woning, worden wel enkele nadere voorwaarden gesteld. Eén van de eisen die gesteld wordt is, dat het totaal in gebruik te nemen vloeroppervlak voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten nooit meer bedraagt dan 40 m2. Detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, uitgezonderd als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het desbetreffende beroep of bedrijf. Recreatieve doeleinden (artikel 6) Het grootste gedeelte van het plandeel Sport is voorzien van de bestemming “Recreatieve doeleinden”, subbestemming “sportieve recreatie” (Rs). Op de gronden met deze bestemming mogen niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht. Deze bestemming is opgedeeld in twee bestemmingsvlakken: één ten
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
51
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
behoeve van een voetbalcomplex en één ten behoeve van een tenniscomplex. Op de plankaart is per bestemmingsvlak een maximaal percentage aan oppervlakte voor gebouwen bepaald. De toegestane bebouwingspercentages zijn respectievelijk 2,5% (voetbalvelden) en 3,5% (tenniscomplex), hetgeen neerkomt op maximaal 1185 m² bebouwing ten behoeve van de voetbalvelden en 354 m² bebouwing op het tenniscomplex. Daarnaast is op de plankaart per bestemmingsvlak de maximaal toegestane bouwhoogte aangegeven. Een uitzondering is gemaakt voor tribunes, die hoger mogen worden dan andere gebouwen zoals een kantine of clubhuis. De maximale hoogte van andere bouwwerken is afgestemd op de behoefte aan speelwerktuigen, ballenvangers, vlaggenen lichtmasten. Overigens mogen tribunes slechts op twee plaatsen op het sportterrein worden opgericht: binnen de zone “tribunes toegestaan” op de plankaart of geïntegreerd in het clubhuis. Binnen de bestemming “recreatieve doeleinden” is tevens de inrichtingsbepaling gekoppeld dat aansluitend aan de ecologische verbindingszone langs de Zuid-Willemsvaart een extra groenzone moet worden gerealiseerd om de ecologische functie van deze verbindingszone te versterken. Groenvoorzieningen (artikel 7) De groene zone aan de zuidzijde van het plandeel Wonen en het ‘groene raamwerk’ waarbinnen de recreatieve functies in het plandeel Wonen zijn gedacht, zijn voorzien van de bestemming “Groenvoorzieningen”. Op deze gronden mogen niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht. De bouwbepalingen zijn met name gericht op de maximaal toegestane hoogtematen. De oppervlakte van gebouwen mag maximaal 15 m² bedragen. Hierdoor wordt het mogelijk om bijvoorbeeld een gebouw van maximaal 15 m² toe te staan ten behoeve van speelvoorzieningen. In het plandeel Sport is de ontsluiting ten behoeve van langzaam verkeer indicatief op de plankaart aangeduid. Water (artikel 8) en Waterstaatsdoeleinden (artikel 9) De aanwezige vaarweg (omleiding Zuid-Willemsvaart) is conform de overige bestemmingsplannen langs dit kanaal bestemd als “Water”. Verder worden de gronden van Rijkswaterstaat die direct grenzen aan de vaarweg bestemd als “Waterstaatsdoeleinden”. Deze gronden worden voornamelijk gebruikt ten behoeve van de bescherming, het beheer en het onderhoud van de vaarweg. Deze functie (met ondersteunende voorzieningen zoals o.m. wegen, voet- en fietspaden en (kwel)sloten) wordt via “Waterstaatsdoeleinden” geregeld. Gelet op de specifieke belangen van Rijkswaterstaat, is in deze bestemming geregeld dat aanlegvergunningen voor werken dan wel werkzaamheden niet verleend worden dan nadat advies van Rijkswaterstaat als vaarwegbeheerder is verkregen. Verkeers- en verblijfsdoeleinden (artikel 10) De in het plangebied voorkomende straten en wegen zijn bestemd tot “Verkeers- en verblijfsdoeleinden”. Uitzonderingen zijn er echter ook: binnen het te ontwikkelen woongebied (plandeel Wonen) heeft de hoofdontsluitingsroute een nadere aanduiding “hoofdontsluiting”, waarbinnen een verplicht oppervlak aan groenvoorzieningen moet worden aangelegd. Verder vallen de ondersteunende straten en wegen binnen de te ontwikkelen woonvelden onder de flexibele bestemming “Woondoeleinden”.
52
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Binnen de bestemming “Verkeers- en verblijfsdoeleinden” zijn niet voor bewoning bestemde gebouwen (bijvoorbeeld transformatorhuisjes) en andere bouwwerken (bijvoorbeeld afvalcontainers) toegestaan. De bouwbepalingen zijn met name gericht op de maximaal toegestane hoogtematen. De oppervlakte van gebouwen mag maximaal 15 m² bedragen. Verder is binnen de bestemming “Verkeers- en verblijfsdoeleinden” een gasverdeelstation gelegen met een milieucontour van 10 meter. Binnen deze contour is bebouwing niet toegestaan. Ecologische zone (artikel 11) In het plandeel Sport komt een ecologische verbindingszone voor, langs de ZuidWillemsvaart. Het betreft hier gronden die tevens bestemd zijn als “Waterstaatsdoeleinden”. Gelet op de bijkomende ecologische functie van deze gronden is deze zone medebestemd tot “Ecologische zone”. Deze gronden zijn met name bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de ter plaatse voorkomende en potentiële ecologische en landschappelijke waarden. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken (geen gebouwen zijnde) ten dienste van de bestemming, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,5 meter mag bedragen. Archeologisch onderzoeksgebied (medebestemming) (artikel 11A) Zowel het plandeel Wonen als Sport zijn mede bestemd als Archeologisch onderzoeksgebied. Dit omdat ter plaatse archeologische waarden worden verwacht naar aanleiding van het verkennend archeologisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Om te voorkomen dat gebouwd wordt zonder dat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden is een bouwverbod opgenomen. Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met de mogelijkheid deze medebestemming van de kaart te verwijderen indien met archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn en eventuele archeologische waarden zijn behouden door een archeologische opgraving.
III.
OVERIGE BEPALINGEN
Algemene vrijstellingen (artikel 12) In dit artikel is een aantal algemene vrijstellingen opgenomen. Deze vrijstellingen betreffen het in beperkte mate afwijken van (goot)hoogten, (oppervlakte)maten, bebouwingspercentages en bepaalde breedte- en dieptematen, het overschrijden van bebouwingsgrenzen, het oprichten van masten en antennes tot een bepaalde hoogte én het bouwen van ‘nutsgebouwtjes’. Algemene wijzigingsbevoegdheden (artikel 13) In dit artikel is een aantal algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Deze bevoegdheden betreffen het bouwen van ‘nutsgebouwtjes’, het overschrijden van bebouwingsgrenzen en beperkte verschuivingen van de bestemmingsgrenzen. Nadere eisen (artikel 14) In dit artikel is bepaald dat het college van Burgemeester en Wethouders nadere eisen kan stellen aan plaatsing van gebouwen, de dakhelling van hellende dakvlakken en de plaatsing en vormgeving van andere bouwwerken.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
53
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Bepalingen ten aanzien van het bouwen in een geluidszone (artikel 15) Over een klein gedeelte van het plandeel sport valt de geluidszone van industrieterrein Hoogeind. Binnen deze zone, aangegeven op de plankaart, zijn geen woningen toegestaan. Bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in dit artikel. Gebruiksbepalingen (artikel 16) In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod gegeven voor gebruik in strijd met de bestemming. Het gebruik van gronden, gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie is expliciet uitgesloten. Lid 2 bevat de zogenaamde ‘toverformule’, door middel waarvan vrijstelling van het gebruiksverbod kan worden verleend voor die gevallen waarin een strikte toepassing van het verbod zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Overgangsbepalingen (artikel 17) Dit artikel betreft de overgangsbepalingen met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor niet wordt vergroot. Strafbaarheid van overtredingen (artikel 18) Het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming, alsmede het verrichten van vergunningsplichtige werken of werkzaamheden zonder vergunning, is een strafbaar feit in de zin van de Wet op de economische delicten (Wed). Slotbepaling (artikel 19) De voorschriften kunnen worden aangehaald onder de naam: Voorschriften bestemmingsplan “Heiakker”.
54
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
6
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID In het kader van de ontwikkelingsvisie Heiakker (november 2005) is een financieel kader opgesteld. De ruimtebalans voor het plandeel wonen is: - uitgeefbaar: 32.600 m² - openbaar groen: 8.800 m² - openbaar verhard: 8.300 m² ------------- Totaal plangebied: 49.700 m² Het totale plangebied voor het sportcomplex is 111.458 m². De exploitatie van beide plandelen kan op basis van een globale exploitatie budgettairneutraal plaatsvinden.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
55
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
7
PROCEDURE
7.1
Overleg Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, waar nodig, overleg gepleegd te worden met besturen van gemeenten, met Rijks- en Provinciale diensten etc. In het kader van dit (bestuurlijke) vooroverleg hebben de volgende instantie gereageerd: Provincie Noord-Brabant; Waterschap Aa en Maas; Rijkswaterstaat Noord-Brabant; KPN Telecom BV/ Vaste Net; NV Nederlandse Gasunie; Reactie Provincie Noord-Brabant Bij schrijven van 14 maart 2007 - ontvangen 28 maart 2007 – hebben we het definitieve advies van de Planologische Commissie voor Gemeentelijke Plannen (PCGP) ontvangen. Dit advies is als bijlage bij de plantoelichting gevoegd. Opmerkingen van de PCGP: 1. De PCGP verzoekt in het bestemmingsplan een uitwerking op te nemen hoe wij de Rood met groen regeling vormgeven. Reactie: In de toelichting bij het bestemmingsplan wordt overeenkomstig het advies een paragraaf toegevoegd over rood met groen. Ten noorden van het plandeel Sport wordt de ecologische verbindingszone versterkt. Bovendien worden in het plandeel Sport twee zones aan de ecologische zone toegevoegd. 2. Langs de Zuid Willemsvaart wordt een 25 meter brede obstakelvrije strook als ecologische zone wordt gerealiseerd. De commissie vraagt een nadere motivatie waarom van de beleidslijn wordt afgeweken. Reactie: Rijkswaterstaat heeft in het kader van het vooroverleg een reactie gegeven waarin zij positief staat tegenover het bestemmen van een strook van 25 meter langs het kanaal als ecologische zone. Om praktische redenen verzoekt Rijkswaterstaat in deze specifieke situatie de ecologische zone een breedte van 27,5 meter te geven omdat Rijkswaterstaat eigenaar is van deze gronden en de feitelijke breedte 27,5 meter bedraagt. De gemeente heeft de plankaart hierop aangepast. Daarnaast heeft de gemeente in alle recente vastgestelde en door de provincie goedgekeurde bestemmingsplannen de ecologische zone langs het kanaal een breedte van 25 meter aan weerszijden van het kanaal gegeven.
56
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
3. De Commissie adviseert voor wat betreft externe veiligheid een onderlinge afweging te maken ten aanzien van de sportvelden (en eventueel aanwezige mensen) in relatie tot het bedrijfsterrein. Reactie: De risicocontouren van de Bevi-inrichtingen zoals die zijn gelegen op de bedrijventerreinen BZOB en Hoogeind reiken niet tot het plangebied en vormen geen ontoelaatbaar risico voor de planontwikkeling. De toelichting van het bestemmingsplan wordt uitgebreid met deze constatering en een kaartje met de ligging van Bevi inrichtingen op bovengenoemde bedrijventerreinen wordt toegevoegd. 4. Het advies van de waterbeheerder ontbreekt Reactie: Het Waterschap Aa en Maas heeft in het kader van het vooroverleg gereageerd en de reactie is verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. 5. Voor een aantal woningen dient een ontheffing Wet geluidhinder aangevraagd te worden voordat het bestemmingsplan door de raad wordt vastgesteld. Reactie: De verzocht hogere grenswaarde is op 12 januari 2007 door de provincie verleend. 6. In art. 5 Woondoeleinden is aangegeven dat de ontsluitingen verplicht moeten plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding ‘indicatieve ontsluiting’. Dit is in tegenspraak met het indicatieve karakter. Ditzelfde geldt ook voor de ‘indicatieve waterberging’. Reactie: Artikel 5 lid 2 onder a en b van de voorschriften wordt aangepast door toevoeging van een bandbreedte van 10 meter aan weerszijden van de aanduiding op de plankaart waarbinnen de ontsluitingen en de open verbindingen, mede ten behoeve van de waterberging moeten worden gerealiseerd. 7. In art. 8 Natuur laat het aanlegvergunningenstelsel onder andere parkeerplaatsen toe zonder dat de maximale omvang is vastgelegd. De bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur voor ondergrondse leidingen zijn bouwwerken en geen aanlegvergunningplichtige werken. Bovendien is de noodzaak van dit soort bouwwerken onvoldoende aangetoond. Bovendien zijn bouwwerken niet in de bestemming geregeld. Reactie: De bestemming Natuur is naar aanleiding van de vooroverlegreactie van Rijkswaterstaat in het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd naar Waterstaatsdoeleinden. De doeleindenomschrijving is daarmee ook gewijzigd, evenals de bouwbepaling. Parkeervoorzieningen zijn niet gepland binnen de bestemming Waterstaatsdoeleinden en de doeleindenomschrijving en de aanlegvergunning zullen hierop worden aangepast. Het aanleggen van bovengrondse en ondergrondse leidingen inclusief de daarbij behorende constructies, installaties en apparatuur is aanlegvergunningplichtig, omdat de constructies, installaties en apparatuur behoren bij de aan te leggen leidingen. Uiteraard geldt voor andere bouwwerken tevens hetgeen is bepaald in de bouwbepalingen. Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is juridisch geregeld in lid 2 en lid 3 van artikel 9 Waterstaatsdoeleinden.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
57
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
8. In art. 9 Waterstaatkundige doeleinden is de Zuid Willemsvaart die in het streekplan is aangewezen als ecologische verbindingszone niet geregeld. Reactie: De Zuid Willemsvaart heeft naar aanleiding van de vooroverlegreactie van het Waterschap en Rijkswaterstaat een aparte bestemming Water gekregen waarmee de door- en afvoer van het oppervlaktewater in het plangebied en het gebruik daarvan ten behoeve van de beroeps- dan wel pleziermatige scheepvaart is geregeld. Het bestemmingsplan wordt aangepast conform het advies van de provincie en de medebestemming Ecologische Zone wordt tevens op de bestemming Water gelegd. 9. De directie adviseert om het in art. 16 Overgangsbepaling geregelde ongewenste gebruik strafbaar te stellen. Reactie: Dit advies wordt overgenomen en aan art. 18 Strafbaarheid van overtredingen wordt overtreding van art. 17, lid 1 toegevoegd. 10. Cultuurhistorie Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie heeft het hele plangebied een (middel-)hoge archeologische verwachtingswaarde. De gemeente geeft aan dat geen andere archeologisch onderzoek noodzakelijk is en verwijst naar een bij de provincie onbekende gemeentelijke kaart. Geadviseerd wordt voorafgaand aan de vaststelling van het plan een inventariserend en waarderend archeologisch onderzoek uit te voeren; de aangetroffen archeologische waarden planologisch te beschermen, dan wel (fysiek) veilig te stellen door een opgraving. Reactie: De gemeente heeft voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad een verkennend archeologisch onderzoek laten uitvoeren voor het plandeel Wonen en Sport en de resultaten daarvan zijn opgenomen in het bestemmingsplan. De plandelen Wonen en Sport hebben de medebestemming Archeologisch onderzoeksgebied gekregen. De voorschriften en plankaart zijn hierop aangepast.
Reactie Waterschap Aa en Maas Bij schrijven van 21 september 2006 – ontvangen op 2 oktober 2006 – heeft het Waterschap Aa en Maas een reactie gegeven op het voorontwerp-bestemmingsplan Heiakker. Deze reactie is als bijlage bij de plantoelichting gevoegd. Opmerkingen van het waterschap: 1. Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het waterschap geeft aan zij geen voorstander is van de aanleg van verbeterd gescheiden stelsels. Zij adviseren een gescheiden stelsel aan te leggen Reactie: Het bestemmingsplan is niet duidelijk. Onder hoofdstuk 2.1.3 (stedenbouwkundig plan) wordt gesproken over de aanleg van een verbeterd gescheiden stelsel. Dit is onjuist. De tekst onder hoofdstuk 4.9 (water) is wel correct en spreek over de aanleg van een gescheiden stelsel. De tekst in hoofdstuk 2.1.3 zal aangepast worden.
58
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
2. Doorlopen van de afwegingsstappen ‘hergebruik- infiltratie-bufferingafvoer’ Het advies van het waterschap is om de afvoer van regenwater naar de infiltratievoorzieningen zoveel mogelijk bovengronds te laten plaatsvinden. Reactie: In beginsel is het zichtbaar houden van regenwater een uitgangspunt dat ook in het afkoppelplan van de gemeente wordt genoemd. De toepasbaarheid van dit uitgangspunt moet echter bij de nadere uitwerking van het plan blijken. Voor het plan Heiakker zijn de volgende zaken belangrijk, die tevens mede bepalend zijn voor de (on)mogelijkheden om regenwater bovengronds af te voeren: - er wordt gewerkt met een gesloten grondbalans. - de vormgeving en oriëntatie van de woning bepaald of al het regenwater of delen hiervan boven- of ondergronds afgevoerd kunnen worden (denk aan woningen met kappen waarbij ook regenwater aan de achterzijde van de panden vrijkomt). - het hoogteverloop van het maaiveld in de toekomstige situatie. - de inrichting van de openbare ruimte. Wij zullen daarom in het bestemmingsplan opnemen dat het zichtbaar houden van af te voeren schoon regenwater een principe is dat wij in beginsel willen hanteren, maar dat de verdere uitwerking van het plan duidelijk zal moeten maken of dit ook in de praktijk uitvoerbaar is. 3. Hydrologisch neutraal bouwen Het waterschap stelt dat hydrologisch neutraal bouwen ook betekent dat de GHG niet omlaag wordt gebracht. Aanleg van drainage is alleen toelaatbaar als dit boven de GHG gebeurt. Daarnaast dient drainagewater via een buffering afgevoerd te worden Reactie: Naar aanleiding van het advies van het waterschap is nog nader gekeken naar de grondwaterstanden in het plandeel Sport. Onderstaande tabel geeft aan wat de grondwaterstanden zijn in relatie tot de huidige en toekomstige maaiveldhoogtes.
Veld Veld Veld Veld
1 2 3 4
tennisbanen
huidige gem. nieuwe gem. nap hoogte nap hoogte 19,44 19,81 20,03 20,33 19,97 20,19 20,35 20,37 20,05
20,25
ghg nap hoogte 19,04 19,63 19,57 19,95
drainage nap hoogte 19,2 19,8
19,65
19,75
zandsleuven zandsleuven
Te zien is dat in alle gevallen de drainage boven de GHG wordt aangelegd. Daarnaast worden de volgende voorzieningen aangelegd: - Het water van de velden 1 en 2 en de tennisvelden zal afgevoerd worden naar een opvangbekken op het terrein. - De zandsleuven staan in direct contact met de grondwaterstanden en zijn feitelijk bedoeld voor versnelde infiltratie. Hier vindt geen afvoer van regenwater plaats. Op deze manier wordt hydrologisch neutraal ontwikkeld in plandeel Sport. 4. Water als kans Het waterschap constateert dat in het plan blijkbaar geen aandacht wordt geschonken aan het aspect ‘beleving van water’. Het water wordt onder de grond gestopt in hemelwaterriolen. Gevraagd wordt het water over maaiveld af te voeren naar de infiltratievoorzieningen.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
59
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
Reactie: zie punt 2. De gemeente onderschrijft de intentie, maar in de planuitwerking zal moeten blijken in hoeverre dit realiseerbaar is. 5. Meervoudig ruimtegebruik Het waterschap vraagt of er kansen liggen voor meervoudig ruimtegebruik en zo ja, of die benut worden. Reactie: In eerste instantie was niet helder wat het waterschap hiermee precies bedoelde. Navraag bij het waterschap leerde dat het ging om combinaties met o.a. functie als groen en spelen. Meervoudig ruimtegebruik is een uitgangspunt binnen de gemeente. Grond en meer in het algemeen ‘ruimte’ is simpelweg te kostbaar om monofunctioneel in te zetten. In de gemeentelijke praktijk is dit reeds jaren gemeengoed. Het bestemmingsplan is hier echter niet helder in. E.e.a. zal tekstueel aangepast worden. Concreet moet dan gedacht worden aan bovengenoemde functies: groen en spelen. 6. Voorkomen van vervuiling Het waterschap vraagt hoe omgegaan wordt met bestrijdingsmiddelen, gladheidsbestrijding, autowassen op straat, gebruik van bouwmaterialen. Reactie: in het bestemmingsplan is hierover reeds het e.e.a. opgenomen over bouwmaterialen. Dit aspect blijft ongewijzigd. Ten aanzien van gladheidsbestrijding, bestrijdingsmiddelengebruik en autowassen op straat hanteert de gemeente haar huidige beleidslijnen. Dit betekent concreet het volgende: - Gladheidsbestrijding: de gemeente hanteert een combinatie van droog en nat strooien. Ten tijde van de besluitvorming hierover (2001) was dit de meest milieuvriendelijke beschikbare methode. De gemeente strooit de doorgaande wegen en belangrijkste wijk- en buurtontsluitingwegen (incl. primaire fietspaden). Woonstraten worden niet gestrooid. In het plan Heiakker zal dezelfde lijn gehanteerd worden. Dit betekent in de praktijk dat ook in plan Heiakker een of meerdere straten gestrooid zouden kunnen worden. De mogelijke effecten hiervan op de (grond)waterkwaliteit worden niet dermate bezwaarlijk geacht dat het plan hiervoor aangepast zou moeten worden. - Bestrijdingsmiddelen: de gemeente hanteert selectieve chemische onkruidbestrijding op verhardingen. In het groenbeheer worden geen onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt. Dit beleid zal ook van toepassing zijn op Heiakker. De discussie over de mogelijke negatieve effecten van bestrijdingsmiddelen op de (grond)waterkwaliteit zal gevoerd worden in het kader van de maatregelen ten behoeve van de KRW (Kaderrichtlijn Water). Het is niet mogelijk om op basis van een individueel project het algemene beleid van de gemeente aan te passen. - Auto wassen op straat: de gemeente heeft (nog) niet de mogelijkheid om op basis van verordeningen etc. burgers te verbieden auto’s te wassen op straat. In de toekomst komt deze mogelijkheid er wellicht wel. De vraag is dan echter of de gemeente Helmond prioriteit wil geven aan het bijbehorende handhavingsvraagstuk. Dit is nog niet helder. Voorlopig wordt de reguliere lijn door de gemeente gehanteerd: auto’s wassen op straat is toegestaan. 7. Het waterschap vraagt voor de uitvoering van maatregelen aan bestaande waterlopen contact op te nemen met het districtskantoor in Deurne voor ontheffingverlening op grond van de Keur. Reactie: in het bestemmingsplan zal een alinea opgenomen worden over de relatie met de Keur van het waterschap.
60
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
8. Het waterschap geeft aan dat een beschrijving van het watersysteem in het plandeel Sport niet volledig is. Hierbij wordt verwezen naar de parallelsloot langs de Zuid-Willemsvaart . Voor deze waterloop en de Zeelenloop, die overigens geen onderdeel uitmaakt van het plangebied, wordt ook wordt verwezen naar de Keur en de obstakelvrije zone van 5 meter langs leggerwaterlopen. Reactie gemeente: De beschrijving van het oppervlaktewatersysteem zal aangepast worden . Het dichtstbijzijnde obstakel/bouwwerk aan de kant van de parallelsloot ligt 10 meter vanaf de natuurbestemming (Deze bestemming zal overigens gewijzigd worden in ‘waterstaatkundige doeleinden’ met een ecologische medebestemming). In deze bestemming ligt ook de parallelsloot. De minimale afstand zoals genoemd in de legger is hiermee gewaarborgd. Direct langs de Zeelenloop zijn geen wijzigingen voorzien in de reeds bestaande situatie. Er zullen dus geen bouwwerken etc. binnen de minimale 5 meter afstand van de waterloop plaatsvinden. De dichtstbijzijnde voorziening die nieuw aangelegd gaat worden is een langzaam-verkeersroute. Deze ligt op minimaal 10 meter van de beek (op het krapste punt) tot enkele tientallen meters van de beek. De eis van obstakelvrije zone zal in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen worden, evenals een algemene verwijzing naar de Keur (zie ook punt 7). 9. Voorschriften en plankaart Het waterschap vraagt om het oppervlaktewater in het plangebied expliciet als ‘water’ te bestemmen in zowel de plankaart als in de voorschriften. Reactie: De gemeente zal slechts de Zuid-Willemsvaart expliciet als ‘water’ bestemmen. De zone langs de Zuid-Willemsvaart, die eigendom is van Rijkswaterstaat en waar ook de parallelsloot in valt, zal de bestemming ‘waterstaatkundige doeleinden’ krijgen. Overig oppervlaktewater, waaronder dus de parallelsloot zelf, de Zeelenloop, de Weijerloop en eventueel andere voorkomende waterlopen worden niet expliciet bestemd, maar medebestemd in andere functies. Het expliciet bestemmen van oppervlaktewater past niet in het onderhavige bestemmingsplan, dat een redelijk hoog abstractieniveau heeft en niet tot op detailniveau is uitgewerkt. Reactie Rijkswaterstaat
Bij schrijven van 21 augustus 2006 – ontvangen op 22 augustus 2006 – heeft Rijkswaterstaat Noord-brabant een reactie gegeven op het voorontwerp-bestemmingsplan Heiakker. Deze reactie is als bijlage bij de plantoelichting gevoegd. Reactie Gemeente Helmond Ten aanzien van de opmerkingen van Rijkswaterstaat met betrekking tot uniforme voorschriften “kanaal” hebben wij besloten om het scheepvaartkanaal zelf te bestemmen als “Water WA” en de oevers (waaronder de dijk, het fietspad en de kwelsloot) als “Waterstaatsdoeleinden”. Met de eerstgenoemde bestemming wordt (de dooren afvoer van) het oppervlaktewater in het plangebied en het gebruik daarvan ten behoeve van de beroeps- dan wel pleziermatige scheepvaart geregeld. Bescherming, beheer en onderhoud van de vaarweg en regulatie van het scheepvaartverkeer wordt vervolgens door middel van de tweede bestemming primair geregeld. De bestemming “Na-
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
61
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
tuur N” wordt – gelet op het feit de functie van de betreffende gronden vooral van waterstaatkundige aard is – geschrapt. Aan het verzoek van Rijkswaterstaat om inzage te krijgen in het voor het plangebied op te stellen waterhuishoudingsplan en het rioleringsplan zal worden tegemoet gekomen. Op het moment dat deze plannen als ontwerp gereed zijn, zullen wij afschriften daarvan voor een reactie naar Rijkswaterstaat sturen. Het wateradvies van het Waterschap Aa en Maas heeft Rijkswaterstaat inmiddels ontvangen. Ten aanzien van de opmerkingen van Rijkswaterstaat met betrekking tot de ecologische verbindingszone hebben wij besloten in het ontwerp-bestemmingsplan een ecologische verbindingszone langs het kanaal op te nemen. Dit zal worden vormgegeven door een medebestemming “Ecologische zone”. Voor inrichting en beheer van deze zone wordt uitgegaan van de basiskwaliteit model Groentje. Ten aanzien van de overige opmerkingen van Rijkswaterstaat wordt het volgende opgemerkt. Verlichting De maximale bouwhoogte van de lichtmasten binnen de bestemming “Recreatieve doeleinden-sportieve recreatie Rs” wordt gehandhaafd op 15 meter. Dit is de hoogte van de bestaande lichtmasten op het huidige sportpark in Brouwhuis. Deze lichtmasten zullen verplaatst worden naar het nieuwe sportterrein. De genoemde hoogte is alleszins gebruikelijk bij de verlichting van grotere sportcomplexen. Bovendien worden deze lichtmasten nu ook al in de nabijheid van het kanaal gebruikt. Naar onze mening heeft dit evenwel nog nooit tot problemen voor de beroeps- of pleziervaart geleid. De positionering van de lichtmasten zal zodanig zijn dat de lichtuitstraling maximaal op de sportvelden gericht is. Ecologische verbindingszone (EVZ) Gelet op het ter zake geldende rijks- en provinciale beleid wordt bij het opleggen van de (mede)bestemmingen “Waterstaatkundige doeleinden “en “Ecologische zone” doorgaans uitgegaan van een zone van 25 meter. Gelet op het feit dat in dit plan de gronden waar beide genoemde bestemmingen op rusten volledig eigendom van rijkswaterstaat zijn en een feitelijke breedte hebben van 27,5 meter, wordt door rijkswaterstaat om praktische redenen voorgesteld van deze breedte uit te gaan. Hiermee kan akkoord gegaan worden. De plankaart zal worden aangepast. Juridische vormgeving Binnen het aanlegvergunningstelsel in de bestemming “Waterstaatsdoeleinden” zal een adviesbevoegdheid van de vaarwegbeheerder worden opgenomen. Reactie overige instanties en bedrijven Bij schrijven van 10 juli 2006 – ontvangen op 11 juli 2006 – heeft de Gasunie een reactie gegeven op het voorontwerp-bestemmingsplan Heiakker. Bij schrijven van gelijke datum heeft ook KPN Telecom dit gedaan. Deze reacties zijn als bijlage bij de plantoe-
62
Bestemmingsplan “Heiakker” - Toelichting
lichting gevoegd. Beide instanties hebben geen aanleiding gevonden om nadere opmerkingen over het voorontwerp-bestemmingsplan te maken.
7.2
Artikel 23 e.v. WRO
Het ontwerpbestemmingsplan heeft op grond van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen van 5 december 2006 tot 16 januari 2007. Tijdens deze periode zijn 4 zienswijzen ingediend, waarbij 1 zienswijze namens 32 omwonenden is ingediend. De zienswijzen zijn kort samengevat en beantwoord. Als een zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan is dit na de beantwoording aangegeven. De Nota beantwoording zienswijzen is als bijlage opgenomen bij dit bestemmingsplan. Onder andere naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is het ontwerpbestemmingsplan op 3 april 2007 gewijzigd vastgesteld. Voor de aangebrachte wijzigingen in het voorliggende bestemmingsplan wordt verwezen naar het raadsbesluit dat als bijlage aan deze toelichting is toegevoegd.
Bestemmingsplan Heiakker/47 h
63
BIJLAGEN
BIJLAGE 1 Gegevens berekening luchtkwaliteit
BIJLAGE 2 Akoestisch onderzoek
BIJLAGE 3 Vooroverlegreacties ex. artikel 10 BRO
BIJLAGE 4 Zienswijzen ex. artikel 23 WRO
BIJLAGE 5 Nota beantwoording zienswijzen
BIJLAGE 6 Beschikking vaststelling hogere grenswaarden
BIJLAGE 7 Raadsbesluit vaststelling bestemmingsplan