Geachte Voorzitter, Mijnheer de rector, Beste Peter, familieleden en vrienden, Mevrouw en mijnheer de minister, Excellenties, Geachte leden van de plenaire vergadering, Beste collega’s, kunstenaars, wetenschappers en studenten, 1. Cultuur is geen luxe. Cultuur is al helemaal géén overbodige luxe. Cultuur is één van de drie grote systemen die een evenwichtige samenleving teweeg brengen: Politiek, Economie, Cultuur. Dictaturen hebben het bijzonder moeilijk met het culturele veld. In een gezonde democratische samenleving moeten de drie systemen een modus vivendi vinden. Ze dienen tot een stevig evenwicht te komen waarop je kunt voortbouwen, als de zijden van een gelijkbenige driehoek. Er zit altijd spanning op het systeem. Dat is op zich goed: het zorgt voor dynamiek. Maar als het gewicht teveel naar één van de punten van de driehoek overhelt, ontstaat er een gevoel van wantrouwen. Economie bepaalt de politieke agenda. Cultuur wordt maar al te vaak vanuit een exclusief economisch standpunt beoordeeld.
1
2. Cultuur vormt een gemeen-schap. Cultuur is in de eerste plaats iets wat mensen delen en dus met elkaar gemeen hebben, maar ook iets waarin ze gedeeltelijk van elkaar verschillen. Cultuur is heterogeen. Cultuur geeft het leven betekenis en vraagt om begrip. Net als water en energie is cultuur gemeenschapsgoed: common good. Dit vraagt om publieke verantwoordelijkheid: van de culturele sector naar de burgermaatschappij maar ook van de politiek naar cultuur. Uit vrees voor privatisering hebben kunstenaars en mensen uit de brede burgermaatschappij van Rome het Teatro Valle in 2012 bezet. Het theater werd een publiek plein van discussie en creatie. De publieke ruimte moeten we als een openbaar plein of agora vrijwaren. Het roept herinneringen op. In mei 1968 bezetten kunstenaars onder leiding van Marcel Broodthaers en Roger Somville de centrale hall van het Paleis voor Schone Kunsten. Voor deze winter hebben onze politici een noodplan uitgewerkt om een algehele black out in de energietoevoer te vermijden. Hebben ze ook een lange termijn strategie klaar om culturele, wetenschappelijke en educatieve uitval tegen te gaan? En in welke meeslepende cultuur- en onderwijsprojecten gaan ze investeren? 3. Cultuur als geheel van gewoonten en gebruiken is behoudsgezind. ‘Conserveren’ blijft een kerntaak van musea. Tegelijk maken cultuurhuizen als het Paleis voor Schone Kunsten en De Munt maken de culturele canon relevant voor nu en voor morgen. Het repertoire uitvoeren is altijd her-interpreteren en actualiseren. De kunstensector staat in de eerste plaats bekend als progressief. Sinds de avant-garde van voor de Eerste Wereldoorlog legt kunst de nadruk op de breuk. De kunstenaar meet de temperatuur op en loopt of de feiten vooruit. Het is de ware betekenis van creativiteit: afstand nemen van de orde van de dag om de werkelijkheid anders te durven denken. Het unieke inzicht zet de common sense op losse schroeven. Hier raken kunst en wetenschap 2
elkaar. Grootse kunst en wetenschap vragen om een sprong van de verbeelding naar een andere werkelijkheid. 4. Verbeeldingskracht en creativiteit vergen niet alleen uitwisseling van kennis maar ook voldoende plaatsen en de nodige tijd om afstand te kunnen nemen: in de studiekamer, in het laboratorium, in het atelier. Kunstenaar ben je niet na je uren. Onder financiële en administratieve druk, komt de tijd voor fundamenteel en onafhankelijk onderzoek onder zware druk te staan. Creativiteit laat zich moeilijk managen. Tijdens momenten van crisis dienen cultuurhuizen en universiteiten elkaar te versterken in het vrijwaren van radicale creativiteit. Ze dienen elkaar wakker te houden. Ze kunnen samen de openbare ruimte vrijwaren voor verbeelding, voor creativiteit die laat zien ‘dat alles wat is ook altijd anders kan’. Ik heb het hier niet zozeer over het onderzoek in de kunsten, over kunsthogescholen, masters na masters of over instituten waar kunstcollecties samen gaan met studie, zoals het fantastische Courtauld Institute in Londen. Ik heb het over onderzoeksprojecten die de grote vraagstukken vandaag in de ogen kijken: -
Migratie Ecologie Stedelijkheid Digitalisering Etc.
Ik geloof op dit vlak sterk in de speculatieve en performatieve kracht van kunstenaars, zowel naar de burgers toe als naar de politieke wereld. Hun core-business is ‘image building’ in brede zin. Creativiteit betekent niet alleen een ogenblik van afstand en afzondering. Het houdt ook een moment van terugkeer in: uit de eigen comfort zone treden en weer inbreken in de werkelijkheid. Mediëren 3
blijft noodzakelijk. Cultuurhuis als De Munt en het Paleis voor Schone Kunsten zijn hiervoor de geschikte plek. 5. Peter de Caluwe en ik zijn geen kunstenaars. Wij geven kunstenaars en intellectuelen een platform. We zijn go-betweens en versterken de soft power van België en Europa, intra én extra muros. We geloven in de utopie van het Gesamtkunstwerk. Onze boodschap is duidelijk: zonder cultuur hebben onze cultuurgemeenschappen, België én Europa geen toekomst. Om gehoord te worden moet je desnoods via het raam binnen breken in het politieke en economische veld om de dialoog gaande te houden. Het blijft een oefening in empathie. De jongste 4 jaar heeft het Paleis voor Schone Kunsten heel wat tijd geïnvesteerd om beleidsmakers, kunstenaars en wetenschappers uit binnen- en buitenland samen te brengen. Op Europees vlak resulteerde dat in A New Narrative for Europe, een pilootproject van het Europees Parlement met de actieve inzet van de Europese Commissie, niet in het minst van President José Manuel Barroso. We organiseerden debatten in Brussel, Warschau, Berlijn, Edinburg, Madrid en Venetië. Meer dan 1000 kunstenaars en wetenschappers schoven mee aan tafel, onder wie Gyorgy Konrad, Rem Koolhaas, Luc Tuymans en Jean-Marc Féry… Er waren ontmoetingen met President Barroso, Martin Schulz, Enrico Letta, Donald Tusk en Angela Merkel. Er kwam een gemeenschappelijke declaratie onder de titel ‘The Mind and Body of Europe’. Ik wil hier de laatste zin van de declaratie aanhalen: “As artists, intellectuals and scientists, it is our mission to offer a narrative from our perspective that we are confident will stimulate the debate on the future of Europe. Renaissance and cosmopolitanism are two cultural ideals we look to and consider vital as part of the Europe of today and tomorrow.”
4
6. Renaissance en kosmopolitisme. Hier kunnen we niet naast de cruciale rol kijken die universiteiten door de eeuwen heen hebben gespeeld en vandaag spelen. Een kleine duizend jaar na het ontstaan van de eerste universiteit in Bologna wilde de hervorming onder dezelfde naam een Europese ruimte voor hoger onderwijs tot stand brengen. Ik weet het: het proces heeft ook heel wat kwalijke en pijnlijke bijwerkingen. Maar het achterliggende idee blijft zeer waardevol: het bevorderen van de mobiliteit onder studenten, docenten en wetenschappelijke onderzoekers. Voor de uitwisseling van studenten werd Erasmus een van de weinige culturele persoonlijkheden die een stevige plek veroverde in het EUjargon. De tolerante Rotterdammer noemde de “wereld het gemeenschappelijke vaderland van alle mensen”. Laten we deze oerEuropeaan hier ook in Brussel – waar hij in 1521 verbleef – blijven roemen.
7. Hoe tot die nieuwe renaissance komen? Ik zou zeggen door een dubbele beweging van inclusiviteit én exclusiviteit. Laten we het inclusieve culturele model koesteren: openheid, dialoog, respect voor verschillen, gelijke kansen aan de basis. Op het vlak van democratisering van het hoger onderwijs is volgens het recente OESOrapport Education at a Glance in België nog heel wat werk aan de winkel. Minder dan 6 procent van de jongeren uit laaggeschoolde gezinnen zet de stap naar hoger onderwijs... Voor cultuurparticipatie blijven gelijkaardige cijfers zeldzaam. Cultuur als model is inclusief. Een culturele ruimte is een ruimte die (mening)verschillen niet wegwerkt. Volgens het culturele model kun je perfect een ruimte delen zonder het met elkaar eens te zijn; je kunt je verbonden voelen met respect voor onderlinge verschillen. 5
Kunst en wetenschap die het verschil maken, zijn per definitie ook exclusief. Het is een boodschap van Luc Tuymans waar President Barroso toch even van opkeek. Exclusiviteit gaat om kwaliteit, uitzonderlijkheid, durf, radicaliteit, tegendraadsheid. Die kwaliteit moeten we blijven bewaken, wars van economische of politieke druk. Studenten moeten ook uit hun pijp komen en durven excelleren. De uitval in het eerste jaar is bijzonder hoog. Er moet ruimte blijven voor excellentie. We moeten studenten blijven prikkelen en een goed evenwicht vinden tussen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten. Creativiteit en innovatie vormen de basisgrondstof van Europa. Laten we blijven investeren in mensen die het verschil kunnen maken. Laten we via het Brusselse én Europese model van coproductie de krachten bundelen. 8. Geachte voorzitter, Geachte aanwezigen, Ik ben zeer vereerd met de titel van doctor honoris causa. Ik beschouw het als een erkenning van het belang van cultuur in het algemeen en van het culturele parcours dat BOZAR de afgelopen 12 jaar heeft afgelegd. We zijn de Kunstberg afgedaald en hebben connecties gemaakt her en der in deze stad, in dit land, op Europees vlak en in andere continenten. De eer komt mede toe aan mijn familie en vrienden, aan al de medewerkers, de duizenden culturele, politieke en economische partners en de ontelbare kunstenaars en onderzoekers met wie we hebben samengewerkt en met wie we projecten hebben lopen. De horizon wenkt. Laten we nu samen de sprong wagen naar een gedeelde toekomst en nieuwe werkelijkheden. Net als de rector wil ik eindigen met een Afrikaanse spreuk: “Wie snel wil gaan, moet alleen gaan. Wie ver wil geraken, moet samen gaan.” 6