BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR
Vergadering van 11 april 2013
Aanwezig: Voorzitter: Fungerend griffier:
Dhr. P. Scheltens Dhr. A. Schoenmakers
Leden: Dhr. P. Ernst Dhr. T. Aartsen Dhr. B. Adank Dhr. H. de Wert Mw. E. Groeneweg Dhr. H. Jansen Dhr. P. Bos Dhr. P. De Beer Mw. S. Schokker Dhr. J. Koniuszek Dhr. F. Szablewski Dhr. J. de Leeuw Dhr. R. Blankenstein Dhr. P. van Lunteren Dhr. M. Spanens Dhr. D. Vuijk Dhr. J. van Etten Dhr. J. Stubenitsky Mw. M. Stubenitsky-Buth Dhr. G. de Jong Mw. Y de Heer College:
-
VVD VVD VVD CDA CDA CDA D66 D66 GroenLinks GroenLinks Partij van de Arbeid Partij van de Arbeid Partij van de Arbeid SP SP Breda’97 Breda’97 Leefbaar Breda Leefbaar Breda T.O.N. T.O.N.
Burgemeester Van der Velden Wethouder S. Akinci Wethouder A. Arbouw Wethouder S. Boelema Wethouder B. Bergkamp
Vastgesteld in de vergadering van , voorzitter
, fungerend griffier
1
Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. I. Mededelingen. De voorzitter memoreert de bijeenkomst van de Reclassering Nederland op 13 maart 2013 waar een delegatie van de commissie aanwezig is geweest. Hier is onder andere het project “De taakstraf werkt“ aan de orde geweest. Dit geeft goede resultaten in andere gemeenten. Voor de commissievergadering van 23 mei zal ter kennismane een korte notitie worden voorbereid in verband met de start van een dergelijk project in Breda. II. Aanmelding insprekers. De voorzitter deelt mede dat mevrouw Knipscheer, voorzitter van de Dorpsraad Ulvenhout, zal inspreken ten behoeve van agendapunt 5 inzake de bespreeknotitie CDA: Burgerloketten – behoud gemeentelijke dienstverlening. III. Vaststellen agenda. De voorzitter stelt voor om in verband met de aanmelding van de inspreker, agendapunt 5 als eerste te behandelen. Iedereen kan zich hierin vinden. IV. Vragenhalfuur. De voorzitter deelt mede dat er geen aanmeldingen zijn voor het vragenhalfuur. V. Vaststellen besluitenlijst commissie Bestuur d.d. 7 maart 2013. De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. VI. Openstaande toezeggingen en moties. Afdoen Toezeggingen. De voorzitter stelt voor om toezegging 464 inzake het schrijven van de brief aan minister Opstelten inzake de bereidheid om mee te werken aan een proef reguliere wietteelt, af te voeren. Deze brief is inmiddels verstuurd. Verder worden de volgende mededelingen gedaan. Mededeling over Toezeggingen. Nr. 07032013_461, over het Meerjarenperspectief Grondbeleid. Over dit onderwerp is inmiddels door de raad een aanbeveling uit het rekenkamerrapport aangenomen waarin het college is opgedragen een Meerjarenperspectief Grondbeleid op te stellen. Inmiddels is bekend dat dit MPG gekoppeld zal worden aan de eerstvolgende actualisatie van de grexen. Peildatum voor die actualisatie is 1 juli. Dit betekent concreet dat deze gereed is in september en dat dan dus ook een eerste MPG tegemoet kan worden gezien. Nr. 07032013_463, Overlast (rondom) coffeeshops: preventieve aanpak. Binnenkort zal een gesprek plaatsvinden met de coffeeshops over de extra bijdrage die de coffeeshops hierin kunnen leveren. Wordt vervolgd. VII. Ingekomen stukken ter kennisname. De voorzitter deelt mede dat een brief van de werkgroep Regio aan de ingekomen stukken is toegevoegd. Het betreft een statement van de werkgroep over het rapport van de Adviescommissie “Veerkrachtig Bestuur in West-Brabant”. De voorzitter van de werkgroep Regio dhr de Beer, licht als voorzitter van de werkgroep deze brief vervolgens toe. Hij deelt mede dat de raadswerkgroep Regio zich samen met wethouder Arbouw heeft gebogen over bovengenoemd rapport. Tijdens deze bespreking is gebleken dat de fracties een aantal bevindingen delen en tevens dat het college met haar opvattingen ook dicht bij deze bevindingen staat. De volgende bevindingen wil de werkgroep benadrukken. -Genoemd rapport is een belangrijke bijdrage in de discussie rondom de toekomst van de regionale samenwerking in West-Brabant. - Men vindt de voorgestelde clustering, ongeacht de structuur, op basis van steeds een mix van plattelands- en verstedelijkte kernen zinvol maar de werkgroep vraagt zich wel af of dit had moeten leiden tot concrete voorstellen over de structuur van de samenwerking. Hierin mist de werkgroep ook een analyse op basis van sociaal maatschappelijke aspecten. - In lijn met de historie van de regionale samenwerking wil en kan Breda een stimulerende rol spelen. De werkgroep vindt dat Breda die uitdaging zeker aan moet gaan, echter niet zozeer in een trekkende rol omdat die vaak dominerend wordt. Men wil echter graag zichtbaar zijn en openstaan voor samenwerking.
2
- In het rapport wordt op meerdere plaatsen een oproep aan de provincie gedaan tot meer actieve betrokkenheid bij de regio West-Brabant. De werkgroep gaat ervan uit dat dit ook meer ondersteuning betekent. De werkgroep is van mening dat het voor Breda aangewezen is om als centrumstad een duidelijk signaal te doen uitgaan over de gewenste focus op het voortzetten van het proces van inhoudelijke samenwerking waarbij structuurdiscussies niet de boventoon gaan voeren. Men verzoekt het college om voor 15 mei de bevindingen van de werkgroep Regio bij de interne beraadslaging te betrekken en naar aanleiding daarvan tijdig een reactie laat uitgaan naar de Adviescommissie. De voorzitter constateert dat er verder geen vragen zijn. VIII. Rondvraag. De voorzitter constateert dat er geen vragen zijn. IX. Advies- en bespreekstukken. 5.
BESPREEKNOTITIE CDA: BURGERLOKETTEN – BEHOUD GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING. (MEDE ONDERSTEUND DOOR BREDA’97 EN SP)
De voorzitter geeft het woord aan de eerder aangekondigde inspreker. Mevrouw Knipscheer, voorzitter Dorpsraad Ulvenhout, deelt mede opnieuw aandacht te willen vragen voor de sluiting van het Burgerloket in Ulvenhout. Zij memoreert tevens de overhandiging van de 4000 ingezamelde handtekeningen door de ondernemersvereniging die zijn aangeboden tijdens de commissievergadering van 7 maart. Zij benadrukt dat zij ook spreekt namens de dorpsraad van Bavel en Ginneken = Ginneken. Zij komt vervolgens terug op de motie van het CDA die op 8 november 2012 is aangenomen. Daarin heeft de raad aan het college de opdracht gegeven de dienstverlening te onderzoeken waarbij op een creatieve wijze gekeken moest worden naar combinaties van functies in de dienstverlening. Deze creativiteit heeft niet plaats gevonden. De dorpsraad heeft 2 gesprekken gehad met 2 ambtenaren van Burgerzaken. Daarbij zijn 2 afspraken gemaakt, t.w.: de uitwerking van dienstverlening huisbezoeken en een regulier spreekuur in de Donk in Ulvenhout, alsmede de uitwerking van een idee om na 1 mei (de datum waarop het loket sluit) in samenwerking met bibliotheek, wijkhuis en spreekuur dorpsraad. De eerstgenoemde voorziening is er al maar is niet haalbaar voor alle inwoners in het gebied. De dienstverlening hoort in het dienstencentrum. De tweede afspraak verliest aan waarde omdat de bibliotheek in Ulvenhout dicht gaat. Het loket Burgerzaken en de bibliotheek zijn gehuisvest in het dienstencentrum midden in het dorp en zijn goed bereikbaar. De dorpsraad sluit zich aan bij de bespreeknotitie van Breda’97, SP en CDA. Men vraag maatwerk voor het dorp en een goed alternatief voor het Burgerloket. De eigenaar van het dienstencentrum wil ook meedenken over een haalbare oplossing. Men verzoekt een coöperatieve grondhouding van het college inzake de uitwerking van de motie waarin gedacht wordt in mogelijkheden en kansen. Men vraagt vervolgens aandacht voor het belang van de leefbaarheid van de kleine kernen die een passende dienstverlening nodig hebben. De Nota van Uitgangspunten is de grondlegger van het nieuw op te zetten dorpsplan. Men vraagt zich af wie deze nota bij de gemeente bewaakt. De voorzitter geeft de fracties de gelegenheid om vragen te stellen aan de inspreker. Fractie VVD vraagt welke ideeën de dorpsraad zelf heeft. Mevrouw Knipscheer deelt mede dat men het loket op dezelfde plaats wil maar in een afgeslankte vorm, eventueel in samenwerking met anderen. Die afslanking kan bijvoorbeeld plaats hebben door verminderde openstelling. Inkrimping is beter dan verdwijning. Desgevraagd door fractie Partij van de Arbeid, deelt mevrouw Knipscheer mede dat men meer voor creatieve dan voor innovatieve oplossingen kiest. De voorzitter dankt de inspreker en geeft vervolgens de fracties de gelegenheid om over te gaan tot behandeling van de bespreeknotitie. Fractie CDA die de notitie heeft ingediend samen met fracties Breda’97 en SP, licht toe dat men het verzet begrijpt wat er met name in Ulvenhout is tegen het sluiten van het Burgerloket. De fractie memoreert dat de gemeente op veel terreinen de weg is ingeslagen van bevorderen van sociale cohesie, stimuleren van wijkdeals en het belonen van eigen initiatief. Het weghalen van het Burgerloket is hierbij een onlogische stap. Er wordt overigens wel degelijk meegedacht door de bewoners over oplossingen: de combinatie met andere functies en zelfs het meer betalen als
3
burger voor een dienst. Ook Bredanaars van buiten Ulvenhout komen hier naar het Burgerloket. Dit zorgt ook voor bedrijvigheid in het dorp. De sociale cohesie in dorpen is vaak groter dan in veel wijken. Er zijn initiatiefnemers die graag hun schouders willen zetten, ook samen met andere dienstverleners en samen met vrijwilligers. Dat is zowel vanavond als tijdens de vorige commissievergadering duidelijk geworden. De sociale cohesie in de dorpen moet gekoesterd worden en het protest en de ideeën moeten serieus worden genomen. Een “ja, tenzij” houding van de gemeente is op zijn plaats. Men stelt aan de commissie de volgende vragen: - Kunnen de in de oplegnotitie genoemde ideeën worden geschaard onder de noemer “innovatieve manieren waarop de dienstverlening verbeterd kan worden zoals neergelegd in de motie? - Kunnen deze ideeën bijdragen aan een goed alternatief voor de bestaande vorm van een Burgerloket en zouden deze daarom in overleg met de initiatiefnemers nader bekeken moeten worden op haalbaarheid? Men stelt vervolgens aan het college de volgende vraag: kan het college aangeven in hoeverre de ideeën uit Ulvenhout al op haalbaarheid zijn onderzocht en is men bereid met hen in gesprek te gaan over nadere ideeën van mogelijke alternatieve vormen van dienstverlening zoals verwoord in de motie? Vragen vanuit de fracties. Fractie VVD vraagt om een concreet voorbeeld in verband met het meer betalen voor dienstverlening in Ulvenhout. Fractie CDA deelt hierop mede dat ondernemers eventueel een bedrag zouden kunnen bijdragen; zij vinden het heel belangrijk dat er bedrijvigheid blijft in het dorp. Meer leges heffen is niet toegestaan maar wellicht kunnen er op een creatieve wijze andere manieren worden bedacht. Desgevraagd door de fractie VVD of een extra winkelier die voor bedrijvigheid zorgt, ook voldoende soelaas biedt voor de ondernemers, antwoordt fractie CDA dat dit niet het geval is; het gaat om de samenhang, ook met dienstverlening en combinaties daarin. Voor de fractie CDA is de locatie hierin niet doorslaggevend hoewel men vasthoudt aan een locatie in Ulvenhout. Breda’97 voegt toe dat men op dit moment vraagt om uitwerking en niet meteen om oplossingen. Fractie Partij van de Arbeid vraagt of het rechtvaardig is dat verschillende burgers verschillende tarieven moeten betalen voor dezelfde dienstverlening. Fractie CDA deelt mede dat het hier niet gaat om een verplichting: de bewoners komen zelf met het idee. 1e termijn. Fractie Breda’97 geeft aan ook te spreken voor Prinsenbeek. Men gaat uit van 2 decentrale loketten. Over deze decentrale dienstverlening zijn jaren geleden al raadsbesluiten genomen. Na het bekend maken van de voorgenomen sluitingen zijn er vele verbaasde en kwade reacties geweest. Gelukkig staat dit nu op de politieke agenda. Service aan de burgers dichtbij was de slogan een aantal jaren geleden. Bovendien blijkt dat ook andere bewoners de weg naar Prinsenbeek en Ulvenhout weten te vinden. Het gaat daarbij zeker niet alleen om oudere mensen, gezien de handtekeningen. De fractie wijst op de voorgenomen sluiting van diverse bibliotheekfilialen en het feit dat de uitgiftepunten nog niet zijn benoemd. Ook in dat licht wijst men op het gevaar van overhaaste beslissingen. De fractie wijst verder op de mogelijkheid van combinatie met andere functies. Met verwijzing naar het genoemde goede financiële beleid wijst de fractie op het feit dat er in een volgend agendapunt 7 ton verschoond zal worden op Publiekservice. Tevens wijst men erop dat dit een initiatief van onderaf is, iets wat het college altijd graag ziet. Fractie SP noemt het wegbezuinigen van de loketten onrechtvaardig. Als mensen meer willen gaan betalen voor de diensten, geeft dat aan waar de overheid tekort schiet. De 4000 handtekeningen die zijn opgehaald, bedragen 70% van het dorp Ulvenhout. Dit geeft aan hoe belangrijk de burger dit vindt. Buurthuizen verdwijnen en bibliotheken eveneens. Deze gang van zaken duidt op een zich terugtrekkende overheid. De slogan zou echter moeten zijn: de gemeente komt naar u toe. In de bespreeknotitie zijn een aantal opties aangedragen. De fractie vraagt aan de wethouder om daar serieus naar te kijken. Tot slot oppert de fractie het idee van de Bredabus naar analogie van de Biebbus uit het verleden. Fractie Leefbaar Breda acht het belangrijk dat er een goed alternatief wordt gevonden voor de burgers van de dorpen naar aanleiding van het sluiten van de burgerloketten. Men vindt dat vooral de oudere hiervan de dupe is. De fractie staat derhalve achter de inhoud van de notitie.
4
Fractie VVD is van mening dat alle verandering moeilijk is maar dat de dienstverlening juist zal verbeteren door de wijze waarop die nu zal gaan geschieden. Men is tegen verschraling van de dienstverlening. Voor de fractie is de dienstverlening ook niet locatiegebonden. Het moet mogelijk zijn om zo weinig mogelijk naar het stadskantoor te komen, als dat moet alleen op afspraak, en als dat echt onmogelijk is door middel van maatwerk. Uiteraard blijft men voor verbetering van de dienstverlening. De fractie vraagt aan de wethouder welke innovatieve instrumenten de wethouder hiertoe op dit moment ontwikkelt. Men ziet in de notitie weinig tot geen innovatieve ideeën. De hoofdboodschap is: laten we het loket vooral niet sluiten. Naar aanleiding van de interruptie van de fractie Breda’97 dat men dit laatste ook juist betoogt, constateert de fractie VVD dat men dus duidelijk een verschillend vertrekpunt heeft. Fractie SP interrumpeert met aan te geven dat er een tegenstelling zit in het voorgestane maatwerk en het willen sluiten van de loketten. Fractie VVD deelt mede geen voorstander te zijn van het openhouden van een loket waar een ambtenaar weinig te doen heeft. Die tijd kan hij benutten om waar nodig maatwerk te geven. Fractie CDA geeft hierop aan dat er wel degelijk voldoende mensen komen. Bovendien zou een van de 2 medewerkers, waarvan er altijd 1 aanwezig is in verband met de veiligheid, kunnen worden vervangen door een opgeleide vrijwilliger. Fractie GroenLinks memoreert in het kader van de Structuurvisie te hebben aangegeven dat er meer aandacht moest komen voor de dorpen. Men stelt voor om de maatschappelijke kant hiervan in de volle breedte in een andere commissie te agenderen. Met de Nota van Uitgangspunten in de hand kan dan nog eens goed naar de verschillende mogelijkheden worden gekeken. Men constateert dat op een aantal ideeën in de bespreeknotitie al door het college is gereageerd in de raadsbrief van 5 maart. De fractie twijfelt of sommige ideeën wel echt een oplossing bieden. Hoe zal worden omgegaan met de verschillende tarieven en hoe wordt de veiligheid gewaarborgd? Dat geldt ook voor de fraudegevoeligheid. Men is benieuwd naar de antwoorden van de wethouder inzake de haalbaarheid van een en ander. Fractie Partij van de Arbeid brengt naar voren dat er meer aan de hand is in de wijken dan wat in deze notitie staat. Men noemt als voorbeeld de slecht onderhouden buitenruimte, sluiten van buurthuizen, e.d. Hierin is geen verschil tussen buurt en wijk. Men noemt als voorbeeld de dreigende sluiting van de bibliotheek in Breda Noord met grote gevolgen voor de cohesie in de wijk. De fractie spreekt zich nadrukkelijk uit voor een extra financiële bijdrage door de burger om de dienstverlening open te houden. Elke dienst die men afneemt, dient voor elke burger dezelfde voorwaarden te kennen. Voor wat betreft het inschakelen van vrijwilligers sluit men zich aan bij de fractie GroenLinks, zeker inzake de zorg om de aansprakelijkheid. Bovendien is het geen zaak om vaste banen te laten verdwijnen en het werk vervolgens door vrijwilligers te laten doen. Naar degenen die verdere digitalisering als oplossing zien, wijst de fractie op de gevaren van bijvoorbeeld cyberaanvallen. De website van de gemeente is overigens zeker nog niet geschikt voor verbetering van de digitale dienstverlening. Fractie D66 interrumpeert met aan te geven dat men positieve ervaringen heeft met de website en ook dergelijke geluiden hoort. Beide fracties concluderen vervolgens hierover een andere opvatting te hebben. Men constateert dat er een ongelijkheid bestaat tussen de burgers van de stad en de burgers die in de verderaf gelegen wijken, buurten en dorpen wonen. Deze laatste moeten alleen wennen aan het afnemen van een voorzieningenniveau van de gemeente. Daar heeft men bezwaar tegen. Tot slot deelt men mede de 2 vragen die gesteld worden aan de commissie, te onderschrijven. Vervolgens ontstaat een korte, reeds hiervoor gevoerde, discussie over de inzet van vrijwilligers en het extra betalen voor een verleende dienst tussen de fractie CDA en PvdA. Men blijft bij de eerder ingenomen standpunten. Fractie D66 is het eens met de fractie PvdA over de verschillen in tarieven; die zouden niet moeten bestaan. Verder deelt men mede van mening te zijn dat wanneer men vindt dat een dienst locatiegebonden is, men daar dan kaders voor zou moeten hebben vastgesteld. Dat is niet gebeurd. Er is nu sprake van een goede hoofdlocatie waar goede slagen worden gemaakt en van 2 dislocaties. Dan is de consequentie dat het beleid zoals het er nu is, wordt doorgevoerd en dat op de centrale locatie verder aan de slag wordt gegaan om nog nieuwe slagen te maken. Mensen zitten vaak inderdaad ver van een burgerloket maar de dienstverlening wordt steeds meer verder digitaal vorm gegeven
5
en bovendien gaat de termijn van sommige documenten ook omhoog. Daarom is de combinatie en vergelijking met zorg ook niet juist. Deze laatste heeft men veel frequenter nodig. Men sluit af met te zeggen dat de energie moet worden gestoken in de focus op de optimalisatie van de centrale dienstverlening. Fractie ToN is van mening dat alles wat tot nu toe is gezegd over de uitwerking, kan worden meegenomen. Belangrijk is echter dat het hier gaat om een initiatief van de burger. We hebben ook gezegd: laat de burger komen met zijn ideeën. De fractie is voor het bundelen van verschillende activiteiten op een locatie. Daarom kan men het eens zijn met de locatie die uiteindelijk wordt genoemd in het stuk, waarbij verschillende diensten bij elkaar worden gebracht. Voor de fractie blijft de vraag belangrijk welke kosten overblijven voor de gemeente. Voorts vraagt men op welke wijze ieder burgerinitiatief getoetst zou moeten worden. Reactie van het college. Wethouder Boelema deelt mede dat de stand van zaken als volgt is. Met de dorpsraad, KBO en ondernemersvereniging is een aantal keren gesproken. De grondhouding is dat als er mensen met betere ideeën komen, men daar positief tegenover staat. Daarom is ook gekeken naar de alternatieve ideeën. Wanneer het om een ander type dienstverlening zou zijn gegaan dan bijvoorbeeld het aanvragen van paspoorten, zouden ze ook goed zijn geweest. Er zal daarnaast wel serieus gekeken worden naar het instellen van een informatiepunt, bijvoorbeeld samen met zorg, wijkagent, e.a., zoals al werd vermeld door de fractie CDA. Echter, de aangedragen alternatieven voor de sluiting worden in de weg gestaan door met name de regelgeving. Sommige zaken kunnen echt niet. Dat geldt bijvoorbeeld voor het instellen van vrijwilligers. De regelgeving hierin wordt alleen maar meer aangescherpt. Desgevraagd door de fractie CDA, deelt de wethouder mede dat het niet mogelijk is om naast een beroepskracht een vrijwilliger in te schakelen. Het gaat om professionele dienstverlening waarvoor mensen een MBO opleiding hebben gevolgd. Dat geldt ook in verband met de veiligheid. Fractie Partij van de Arbeid vraagt hoe de wethouder aankijkt tegen de dienstbaarheid aan de burger. In hoeverre is men met de ideeën aan de slag gegaan? Of ziet de wethouder het wellicht niet zitten? Wethouder Boelema herhaalt dat hiermee serieus aan de slag is gegaan; de opties zijn serieus verkend. Ook over de vrijwillige bijdrage is gesproken. Aan een en ander zit ook een harde financiële randvoorwaarde. De inschatting is dat de taakstelling van € 75.000,-- hiermee zeker niet gehaald zal worden. De wethouder deelt mede dat het zeker niet zo is dat zij niet wil meedenken maar dat zij zich wel bij de realistische feiten moet houden. Daarnaast wordt zeker gewerkt aan de vernieuwing van de dienstverlening. Er wordt steeds meer op afspraak gewerkt en dat wordt gewaardeerd. Openingstijden zijn afgestemd op de wensen van de werkende mensen en ook digitaal worden stappen gezet. Fractie Breda’97 interrumpeert met de herinnering aan het ook in deze vergadering te nemen verschoningsbesluit van 7 ton aan meevallers. Wethouder Boelema deelt mede dat genoemd verschoningsbesluit niets te maken heeft met de exploitatie. Daarom kan dit ook niet een op een tegen elkaar worden weg gestreept. Zij constateert verder dat deze hele problematiek ook te maken heeft met datgene wat speelt op het niveau van de Structuurvisie, namelijk het voorzieningenniveau. Voor mensen die echt niet naar het Stadskantoor kunnen komen, blijft de dienstverlening beschikbaar. Dat geldt overigens voor iedere burger in Breda. Naar aanleiding van de opmerking van de fractie SP over het feit dat dit maatwerk toch ook een kostenpost is, deelt de wethouder mede dat 41% van de mensen op afspraak komt. Het huisbezoek is bedoeld voor een klein deel van de mensen dat echt niet kan komen. Hierover zijn ook afspraken met bijvoorbeeld de verzorgingstehuizen. Voorts deelt de wethouder mede dat de discussie over het voorzieningenniveau in een bredere context gevoerd zou moeten worden; hierover zijn ook moties aangenomen. Ook de gedane oproep van de fractie GroenLinks sluit hierbij aan. De wethouder stelt tot slot vast dat, hoe sympathiek de alternatieven ook zijn, deze helaas ook door wet- en regelgeving soms niet mogelijk zijn. Fractie PvdA vraagt hoe groot de wethouder de kans acht dat het initiatief van Ulvenhout kan landen bij het college en daar een positief antwoord uit zal komen. De wethouder herhaalt dat de alternatieven die naar voren zijn gebracht of financieel niet haalbaar zijn of vanuit wet- en regelgeving niet mogelijk zijn. De kans dat gehoor kan worden gegeven aan naar voren gebrachte alternatieven acht zij derhalve nihil. Zij ziet wel kansen om verder het gesprek aan te gaan , maar dan op het bredere terrein, zoals zij hiervoor al heeft aangegeven.
6
De voorzitter geeft tot slot het woord aan de fractie CDA. Fractie CDA concludeert dat de wethouder een aantal dingen noemt waarvan ze van mening is dat die waarschijnlijk niet zullen lukken. Men vraagt echter of zij wel bereid is om de initiatiefnemers de kans te gunnen om te laten zien dat het wel zou kunnen. Wethouder Boelema acht deze kans niet reëel en wil geen valse hoop wekken. Dit acht zij het meest realistische gezichtspunt. 1.
INSTEMMEN MET HET DOORVOEREN VAN EEN STELSELWIJZIGING VOOR DE VERANTWOORDINGS- EN DEKKINGSWIJZE VAN INVESTERINGEN MET MAATSCHAPPELIJK NUT MET EEN BOVENWIJKS KARAKTER EN OVER DE INZET VAN 10 * € 5 MILJOEN TEN BEHOEVE VAN HET GRONDBEDRIJF.
De voorzitter brengt naar voren dat de Rekenkamer gisteren een brief heeft verspreid over dit onderwerp met 9 vragen, en zal daarom als eerste het woord geven aan wethouder Boelema om hierop in te gaan. Vervolgens deelt hij mede dat dit punt in 2 termijnen zal worden besproken. Wethouder Boelema deelt mede ook verrast te zijn geweest door de brief van de Rekenkamer. Zij wil hierop mondeling reageren omdat dit door de korte tijdspanne niet schriftelijk kon. Zij wil vooral ingaan op het citaat uit de brief van de accountant. Zij heeft hierover ruggespraak met die accountant gepleegd. In de position paper van de accountant zitten logischerwijs wat slagen om de arm omdat de jaarrekening pas kan worden goedgekeurd na oplevering. Dat wil niet zeggen dat de weg die nu wordt ingeslagen met de stelselwijziging niet de goedkeuring kan weg dragen van de accountant. Zij zeggen hiermee ook: de koers die u inzet, is technisch mogelijk. 1e termijn. Fractie D66 dankt de wethouder voor de toelichting. De fractie vindt het onderwerp complex en de position paper een voorwaarde. De fractie constateert dat in de position paper de accountant 2 zaken zegt, t.w.: -de stelselwijziging is technisch oké en deze kan in 2012 worden toegepast na positief advies van de raad. Dat is de reden waarom de fractie D66 vindt dat dit goed is voor Breda en hiermee ook akkoord zal gaan. Men constateert dat de accountant terughoudend is omdat men niet wil vooruitlopen op goedkeuren van een jaarrekening voordat die formeel is vastgesteld. Men deelt dan ook niet de onzekerheid van de Rekenkamer. Inzake het advies van de Rekenkamer zou men de raad, die door de Rekenkamer een lekenraad wordt genoemd, meer tijd moeten geven voor een reactie op de brief door voortaan een route te kiezen : eerst naar het college, vervolgens raad, waarbij de raad kennis kan nemen van de notitie inclusief die reactie van het college. Fractie Partij van de Arbeid is van mening dat met dit voorstel keuzes worden ingevuld van komende stadsbesturen. Ook kost dit veel aan kapitaallasten. Echter, hierdoor is op korte termijn wel meer ruimte om klappen op te vangen. De fractie heeft hierover een positieve grondhouding. Men heeft wel de volgende vragen. De reeds beantwoorde technische vragen hebben ook weer vragen opgeroepen. - De gewogen risico’s bedragen 35 miljoen. Als dit besluit niet wordt genomen, wordt dit pas 4 jaar later bereikt. Kan het college laten zien wanneer de kans het grootste is dat die risico’s optreden? - Het college heeft de grondprijs verlaagd. Wat betekent dit voor de grex en het risicoprofiel? Een alternatieve optie is het aanpassen van de interne rekenrente. De provincie heeft eerder gezegd dat die rente meer moet worden overeengebracht met de marktrente. Is het mogelijk dat de gemeente dit in een later stadium alsnog krijgt opgelegd? Wat zijn de gevolgen in beide gevallen? - De fractie ziet graag de door de Rekenkamer gevraagde uitsplitsing van de ontwikkelingen van de kapitaallasten per jaar tegemoet - Men wil voorts graag een verduidelijking van de interpretatie van de Rekenkamer van de geluidswal Bavel. Ziet men dit als algemeen nut? Fractie GroenLinks deelt mede dat de eerste indruk was dat het een financiële truc is. Na de verkregen informatie is een en ander duidelijker geworden maar het blijft complex. De brief van de accountant was helder. De brief van de Rekenkamer was minder helder. Het besluit wordt genomen voor een aantal jaren en dat maakt de beslissing moeilijk. Gezien het effect, is men geneigd akkoord te gaan hoewel men vindt dat een en ander blijft voelen als een truc. De fractie constateert dat Breda met de rug tegen de muur staat en wil niet dat de zwakkere burgers de dupe worden van een nieuwe bezuinigingsronde.
7
De fractie heeft voorts de volgende opmerkingen. De fractie wil graag op dezelfde wijze als de fractie PvdA de uitsplitsing van de kapitaallasten per jaar. Door het verplaatsen van ecologische zones naar de algemene middelen zou de koppeling GroenRood buiten beeld kunnen raken. Men wil graag weten hoe geborgd blijft dat dit niet gebeurd. Fractie VVD bevestigt de complexiteit van het onderwerp. Men stelt vast dat de rol van de raad de “controle vooraf” is om te kijken of deze systematiek passend is. Er zitten nogal wat voorwaarden aan. Daarom is het goed om het systeem vooraf te toetsen. Daarom is de position paper ook belangrijk. Dit is uiteraard onder voorbehoud van de toepassing die pas plaats vindt in de jaarrekening. Dit is een uitwerking van 10 maal 5 miljoen, sparen voor de toekomst. Dit is iets wat gangbaar en gebruikelijk is. Hiervan zal veel effect merkbaar zijn. De fractie is hier blij mee. Inzake de brief van de Rekenkamer merkt de fractie op dat de Rekenkamer zowel de vragen stelt als de antwoorden geeft. Het is ook jammer dat er maar een concreet voorbeeld wordt genoemd. Fractie SP deelt mede de boodschap van de Rekenkamer zeer serieus te nemen. Men stelt zichzelf de vraag: is dit nu een truc of een briljante oplossing? Het voorstel roept veel vragen op, de antwoorden op de gestelde vragen nog meer. Men vraagt zich ook af of dit allemaal wel mogelijk is op grond van de BBV. Desgevraagd in een interruptie van de fractie VVD naar een getrokken conclusie van de Rekenkamer, deelt de fractie SP mede dat de Rekenkamer een aantal goede vraagtekens stelt die ook door de SP worden gezet. Men vindt het antwoord op de vraag of dit mag: als je het goed doet wel, wat te eenvoudig. De fractie heeft hierover twijfels en is benieuwd naar de uitwerking hiervan in de jaarrekening. Verder vraagt men zich af of het wel juist is 10 jaar lang 5 miljoen uit de begroting halen, ook uit die van volgende coalities. En is dan ook alles opgelost? De fractie vindt de afboekingen wel erg creatief. De onrendabele delen worden er uitgelicht. Dat maakt de grexen minder verliesgevend. De risico’s zouden dan kleiner worden. De fractie heeft hier twijfels bij. Waar blijven die onrendabele delen? Waarschijnlijk komen die ten laste van de algemene middelen en vindt dit zijn vertaling in ongewenste bezuinigingen. Waar wordt het genoemde spaarfonds mee gevuld? De fractie is van mening dat het geld ergens vandaan moet komen en dat uiteindelijk de belastingbetaler dit onterecht zal moeten betalen. Men maakt zich ook zorgen over een eventueel precedent wat wordt geschapen voor toekomstige grexen. Tot slot vraagt men of de wethouder de mogelijkheden van erfpacht nog eens wil bekijken. Fractie CDA stelt vast dat het gaat om een complexe zaak, ook omdat de regelgeving, vastgesteld door de commissie BBV op verschillende wijzen kan worden uitgelgd. Met de keuze legt men zich vast voor lange tijd. Wel is de fractie verheugd dat het weerstandsvermogen groter wordt. De fractie kan instemmen met het feit dat 40 miljoen uit de grondexploitatie wordt gehaald en wordt overgeheveld naar de algemene dienst. Het CDA zal instemmen met het voorliggend besluit. Men verzoekt het college wel om terughoudend te zijn met het nemen van tussentijdse winstnemingen. Fractie Breda’97 vindt dat het voorstel te laat is voorgelegd aan de commissie. Bovendien is de uitleg bij deze complexe materie niet in begrijpelijke taal geschreven. Bij dergelijke complexe materie wordt in de praktijk vaak externe expertise ingeschakeld. In deze zaak is de visie van het college weergegeven en een beperkte mening van de accountant. Bij een dergelijke complexe materie zouden meerdere zienswijzen beter zijn geweest. De accountant geeft overigens een oordeel over het proces maar niet over de inhoud. De externe accountant die de jaaropdracht controleert heeft ook een adviesopdracht van het college gehad. Dat is vreemd te noemen. Sinds 2013 is er een wettelijke scheiding tussen controle en advies om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Waarom is niet gekozen voor beoordeling van de stelselwijziging door een andere accountant? Men dankt de Rekenkamer voor het op de valreep ontvangen rapport. Het is wel jammer dat de antwoorden van het college hier niet in stonden. De fractie heeft begrepen dat de wethouder de conclusies van de Rekenkamer niet onderschrijft. Volgens de Rekenkamer kan het plan Wolfslaar niet door de beugel. De fractie vraagt of de andere plannen wel voldoen aan de BBV regelgeving. Wanneer dat niet het geval is, lijkt het de fractie beter om de voorgenomen stelselwijziging niet door te laten gaan en verder te gaan met business as usual.
8
40 Miljoen wordt overgeboekt naar de algemene dienst. Men neemt aan dat de investeringen onderdeel worden van de jaarlijkse afschrijving. Betekent dit een extra verzwaring van de jaarlijkse lasten naast de 5 x 10 miljoen? De fractie ziet in principe de noodzaak van de versterking van het weerstandsvermogen. De procedure voldoet niet aan de transparantie die de wethouder voorstaat. Dat blijkt ook uit het rapport van de Rekenkamer. Fractie VVD interrumpeert met aan te geven dat de accountant van de gemeenteraad is en als zodanig ook de opdracht tot controle heeft gekregen. De Rekenkamer heeft vervolgens gezegd dat er een aantal voorwaarden zijn waar goed naar gekeken moet worden. Waarom zou dan niet naar de accountant geluisterd moeten worden? Fractie Breda’97 antwoordt hierop dat in de brief aan de accountant staat dat het gaat om een adviesopdracht. Dat kan sinds 2013 niet meer gebeuren door degene die de controle doet. Fractie VVD blijft van mening dat dit niet het geval is bij dit soort zaken. Breda’97 sluit af met te zeggen dat men verdere onderbouwing van de stukken afwacht. Fractie ToN heeft zich ook afgevraagd of het hier een truc betrof waarbij men zich rijk rekent. Voorts vraagt men zich af wat precies wordt verstaan onder investeringen met maatschappelijk nut met bovenwijks karakter die uit de grexen zouden worden gehaald. Er is getoetst of deze methodiek voldoet aan de regels van BBV. In het kader van de WABO moet ook worden aangegeven hoe een bestemming gerealiseerd gaat worden, financieel maar ook feitelijk. Hoe verhoudt zich dat tot het uit de grexen halen van voorzieningen die hier aan de orde zijn? Tot slot mag er wel worden gewijzigd maar alleen als er dan consistent beleid wordt gevolgd. Hoe zit het met dat consistente beleid als het zich niet verhoudt met de WABO? Fractie Leefbaar Breda vindt het voorstel complex maar ziet er wel de noodzaak van. Men sluit zich aan bij datgene wat de fractie D66 naar voren heeft gebracht. Reactie van het college. Wethouder Bergkamp deelt mede dat de stukken 6 weken voor liggen. Op 4 maart is er een voorlichtingsbijeenkomst geweest. Voor deze materie wordt die periode zeer passend genoemd. Bovendien is aangeboden op alle vragen in te zullen gaan. Hij benadrukt dat de Rekenkamer pas gisteren aan het einde van de dag de reactie heeft aangeleverd. Vandaar dat ook nu pas een antwoord kan worden gegeven op eventuele vragen hierover. In de richting van de fractie PvdA inzake de risico’s en het tijdstip waarop die zich voordoen, deelt hij mede dat het niet mogelijk is iets te zeggen over het tijdstip. Dan zouden het immers ook geen risico’s zijn. Door het verlagen van de grondprijzen wordt niet meer risico gelopen. De grex is een uitkomst van een veelheid van inschattingen. Juist door de grondprijzen te verlagen, zou de exploitatie van het betreffende project beter en sneller moeten gaan. Bovendien gaat het om een optelsom van een aantal inschattingen en verwachtingen. Daarvan is de prijs er een. Desgevraagd door de fractie SP, bevestigt de wethouder dat de verlaging geldt voor nieuwe verkopen. Naar aanleiding van de opmerking over de geluidswal licht de wethouder toe hoe dit in algemene zin de gang van zaken is. De accountant is vooraf betrokken bij het formuleren van de uitgangspunten. Vervolgens zijn deze toegepast per grex. De accountant heeft vervolgens gekeken of dit op de juiste wijze is gebeurd en heeft geconstateerd dat dit ook het geval is. Deze informatie zal straks ook in de jaarrekening zitten als deze is vastgesteld. Inzake de zorg die de fractie GroenLinks heeft uitgesproken met betrekking tot de groeninvesteringen, deelt hij mede dat die zeker niet uit beeld zullen raken omdat die hard nodig zijn als onderdeel van de totale exploitatie met name voor de aantrekkelijkheid van een gebied. Bovendien zal voor elke investering die gepleegd gaat worden, de goedkeuring van de raad nodig zijn. Voorts deelt hij inzake de bovenwijkse investeringen mede dat in de brief van 8 april 4 categorieën zijn benoemd waarbij ook de projecten zijn aangegeven waar de investeringen op slaan. Deze zijn al gepleegd en daarom is het ook een veilige exercitie. Naar aanleiding van de vraag van de fractie SP wie dit betaalt, deelt de wethouder mede dat de 10 maal 5 miljoen in de meerjarenprognose zitten. Daarom zal die niet aan andere zaken worden uitgegeven. Met betrekking tot eventuele precedentwerking voor de grexen, merkt de wethouder op dat de prijs naar de ontwikkelaar hierdoor niet omlaag gaat. De prijs is een onderhandelingsresultaat waar
9
veel elementen in zitten. Daarover wordt ook elk half jaar, weliswaar vertrouwelijk, aan de raad gerapporteerd. De wethouder bevestigt nogmaals dat het gaat om een langjarig traject. De boekhoudkundige verwerking staat echter los van de extern te rekenen prijs. Boekhoudkundig verantwoorden heeft niets te maken met het feit dat naar buiten toe de prijsonderhandeling wordt gevoerd. Dat zijn twee verschillende zaken. Fractie SP blijft bij de mening dat het hier gaat om een boekhoudkundige truc waar men niets mee kan. Men zou hierover graag een oordeel van een jurist willen hebben voordat hierover aanstaande maandag besloten wordt. De wethouder memoreert dat tijdens de informatieavond van 4 maart door de financiële deskundigen de systematiek uitgebreid is uitgelegd. Hij deelt mede hieraan niet veel meer toe te voegen te hebben. Hij biedt wel aan om, als dat nodig is, nog voor de raadsvergadering van maandag 15 april, voor diegenen die behoefte hebben aan nadere informatie, daarvoor tijd te maken. Hiervoor zal na de vergadering een afspraak worden gemaakt. Naar aanleiding van de vraag die is gesteld over erfpacht, deelt de wethouder mede dat in het Bredaas Bestek nog een keer is gekeken naar de bruikbaarheid van erfpacht. Daar is vastgesteld dat dit weliswaar voor de woningbouw op dit moment geen instrument is wat helpt maar eventueel wel voor een aantal bedrijfsontwikkelingen. Inzake de waarschuwing van de fractie CDA met betrekking tot de tussentijdse winstnemingen, deelt de wethouder mede dat dit momenteel aan zeer specifieke eisen is verbonden. Hiermee wordt uiterst terughoudend gewerkt. Inzake de door de fractie ToN gestelde vraag met betrekking tot de WABO, deelt de wethouder mede dat dit vooral een financieel technisch vraagstuk is en los staat van de WABO. Wethouder Boelema brengt naar voren dat het een van de speerpunten van het college is om orde op zaken te stellen, waar het de financiën betreft. Daar is dit ook een uitwerking van. Dit wordt op een zeer deugdelijke wijze gedaan. De kwalificaties die anders suggereren, werpt zij verre van zich. Zij heeft er evenwel begrip voor dat de techniek niet altijd eenvoudig is en dat het daarom lijkt alsof het niet deugdelijk zou zijn. De accountant die hiernaar gekeken heeft, is overigens niet de eigen accountant, dat wil zeggen de accountant van de raad. Met de huisaccountant zijn wel gesprekken gevoerd maar degene die het college heeft begeleid in dit traject omdat het hierover een advies heeft gevraagd, is een andere accountant geweest, met specifieke expertise op dit terrein. Waar het gaat over het advies wat de raad heeft gevraagd aan de eigen accountant, daar komt inderdaad het woord advies in het stuk voor. Maar zij zijn degenen die bij ons controleren of wij het advies van een externe accountant op een juiste manier opvolgen. De conclusie is positief. Dat geldt voor alle investeringen die in het rijtje van de technische toelichting staan. Het gaat nu om een bedrag van 31 miljoen waarmee voor de toekomst nog ruimte zit. Vervolgens schetst de wethouder de wijze waarop een en ander in zijn werk gaat als volgt. Er wordt 10 jaar lang 5 miljoen bespaard. In de begroting 2013 is hiermee een begin gemaakt. Er zijn een aantal structurele en een aantal incidentele bezuinigingen gedaan. Met de Voorjaarsnota zal met de raad worden besproken hoe we de incidentele bezuinigingen structureel gaan maken naar 2014 en verder. Hiervoor zijn pijnlijke bezuinigingen nodig. Het geld zou kunnen worden gespaard waardoor je aan het einde van die 10 jaar 50 miljoen hebt. Dit wordt nu naar voren gehaald. We halen investeringen uit de grexen. Dat wil niet zeggen dat in volgende grexen ontwikkelaars niet gewoon kunnen worden aangeslagen voor die voorzieningen. Dat kan ook met een anterieure overeenkomst. Dat gebeurt soms ook als het geen grond van de gemeente betreft. De investeringen worden eruit gehaald en daar wordt een pot van gemaakt. Dat is de boekhoudkundige verwerking. Dan zie je meteen dat het aantal risico’s afneemt en het weerstandsvermogen toeneemt. De investeringen worden zelfs zichtbaarder omdat ze niet meer in de grex verstopt zitten. Desgevraagd deelt de wethouder mede dat deze methodiek inzake de BBV mogelijk is. Dit is ook gecheckt. Inzake de interne rekenrente deelt de wethouder mede dat de provincie en de gemeente hierover van mening verschillen; 4,5% is gebruikelijk. De gemeente is hier vrij in. In een eerder stadium is al gesproken over het feit dat het aanpassen niet zo veel oplevert. Zij deelt verder mede dat het spaarfonds is bedoeld om de investeringen uit te dekken. Naar aanleiding van de door de fractie ToN gestelde vraag over de WABO, deelt de wethouder mede dat de WABO de omgevingsvergunning regelt. In het vergunningentraject wordt echter wel gekeken waar de ontwikkelende partij voor kan worden aangeslagen in verband met voorzieningen die kunnen worden meebetaald vanuit de ontwikkeling. \
10
2e termijn. Fractie D66 resumeert dat het een stelselwijziging betreft die mogelijk is en is toegestaan. Dit is niet uniek voor Breda. Dit wordt door veel gemeenten toegepast. Of de stelselwijziging goed is toegepast, zal definitief blijken bij de goedkeuring van de jaarrekening. De fractie constateert verder dat de stelselwijziging in belang van de gemeente Breda is. Vanuit die gedachte kan de fractie hier achter staan. Men vindt het jammer dat de late bijdrage van de Rekenkamer tot extra verwarring heeft geleid. De fractie dankt de wethouder voor het voorstel om nogmaals extra helderheid te verschaffen in een bijeenkomst voor de raadsvergadering van 15 april. Fractie VVD betreurt het dat door gebrek aan kennis en door de complexiteit van het onderwerp het voorstel niet altijd recht wordt gedaan. Men is blij dat de wethouder nogmaals uitleg wil geven. Naar aanleiding van de opmerkingen over de accountant en advies en controle door de fractie Breda’97, deelt de fractie VVD mede dat dit toegespitst is op hele grote dingen. De natuurlijke adviesfunctie van de accountant is namelijk het adviseren bij de lopende zaken. Daarvoor heeft de raad ook gepleit en dit is een van de zaken die bij die functie horen. Men sluit zich verder aan bij de fractie D66. Fractie Breda’97 blijft bij het standpunt dat het feit dat de adviesfunctie wordt gedaan door dezelfde accountant niet wenselijk is wanneer je een onafhankelijk oordeel wilt hebben. De accountant spreek hier ook over advies en niet over controle. Fractie VVD deelt mede dat de wethouder ook apart advies heeft aangevraagd over de stelselwijziging. Maar als de stelselwijziging achteraf wordt gecontroleerd, heb je het advies van de eigen accountant nodig omdat die het ook moet gaan doen. Fractie Breda’97 is voorts van mening dat het verhaal van de Rekenkamer te laat ontvangen is om hier samen goed over te kunnen spreken. Fractie Partij van de Arbeid is van mening dat de stelselwijziging een degelijke constructie is waar 2 accountants goed naar gekeken hebben. Als het Grondbedrijf wordt herzien, dient hier ook nog uitgebreid over gesproken te worden. Men herinnert de wethouder aan de eerder gestelde vraag over de kapitaallasten. Fractie SP heeft inmiddels geconcludeerd dat het gaat om een eenmalige truc en niet om een echte stelselwijziging. Hiermee kan men niet instemmen. De anterieure overeenkomst is een compensatie voor dat wat in de grex niet geregeld wordt. Fractie SP deelt mede dat het is een extra punt van zorg dat de raad daar dan geen zicht meer op heeft. Men vraagt zich ook af hoe dit juridisch in de onderhandelingen zal worden gedaan. Fractie D66 interrumpeert met het dringende verzoek aan de fractie SP en alle andere fracties die nog onduidelijkheden ervaren, om gebruik te maken van de extra informatiesessie die georganiseerd gaat worden. De fractie zal, als dat agendatechnisch mogelijk is de extra sessie bijwonen. Men is nog niet overtuigd en neemt het voorlopig mee terug. Fractie GroenLinks sluit zich nogmaals aan bij de vraag van de fractie PvdA op de effecten op de meerjarenbegroting van de stelselwijziging, het liefst voor de raadsvergadering van 15 april. Graag hoort men een verduidelijking op welke wijze investeringen in het groen nu transparanter worden. Fractie CDA constateert dat de wethouder heeft medegedeeld dat de tussentijdse winstnemingen voldoen aan de regelgeving. Men wil graag weten hoe oud die regelgeving is. Reactie van het college. Wethouder Bergkamp deelt mede dat de informatiesessie zal plaatsvinden maandag om 17.30 uur met broodjes en soep. De voorzitter constateert na een korte discussie dat het moeilijk is om nu een definitieve tijd vast te stellen. Het overleg zal in ieder geval plaats vinden. Tijd en plaats zal na deze vergadering worden geregeld. De wethouder deelt voorts mede dat de regelgeving inzake de winstnemingen recent is aangescherpt. Bij de herziening van de grexen is dit een vast punt. Derhalve kijkt de accountant ook mee.
11
Inzake de vragen rondom kapitaal en risico’s deelt hij het volgende mede. Nu wordt voor 31 miljoen en straks voor totaal 40 miljoen uit de grexen gehaald. Dat is een gesloten systeem. Daarvoor wordt 10 maal 5 miljoen gespaard. Er wordt versneld afgeschreven. Er is geen effect op andere kapitaalsuitgaven. In de richting van de fractie SP deelt hij mede dat niet alle risico’s hiermee zijn afgedekt. Elk half jaar worden de grexen herzien maar de risico’s hebben te maken met alle ontwikkelingen rondom ons. Maar als het gaat om de kapitaalskant is het een gesloten systeem. In dat laatste zit dus geen risico. Wethouder Boelema memoreert wat zij in eerste termijn reeds heeft gezegd. Zij vestigt nogmaals de nadruk op de gevraagde second opinion van een andere accountant. Hierin is alle zorgvuldigheid betracht. In de richting van de fractie CDA deelt zij mede dat wanneer de raad zelf aan de huisaccountant vraagt wat die van het voorstel vindt, diens antwoord dan een advies is. Verder deelt zij mede dat anterieure overeenkomsten gelden voor zaken die worden geregeld met een ontwikkelaar die grond afneemt die niet van de gemeente is. Dat zit dus ook niet in een grex. Waar het om grond van de gemeente gaat, zijn er andere overeenkomsten die hetzelfde beogen. De stelselwijziging is een interne kwestie en heeft niets te maken met wat kan worden doorgerekend aan bijvoorbeeld een ontwikkelaar, of dat met grond van de gemeente gebeurt of met grond van een particulier. Het heeft wel te maken met de manier waarop de gemeente de eigen verslaglegging doet. Dat wordt gedaan om te voorkomen dat we steeds fluctuerende jaarrekeningresultaten hebben. Inzake de gestelde vraag over het wel of niet meewegen van risico’s, deelt de wethouder mede dat de risicoparagraaf 3 maal per jaar een update krijgt namelijk met de Begroting, met de Voorjaarsnota en met de jaarrekening. Naar aanleiding van de vraag over de effecten op de meerjarenbegroting, deelt de wethouder mede dat voor de komende jaarschijf de 5 miljoen al meegenomen is. Dat zal men in de jaarrekening ook kunnen zien. Advisering. De voorzitter concludeert dat de fracties VVD, CDA, D66, ToN en Leefbaar Breda positief zijn over dit stuk en dat de fracties Partij van de Arbeid, GroenLinks, SP en Breda’97 het stuk mee terug nemen. 2.
VERSCHONINGSBESLUIT 2012.
De voorzitter deelt mede dat dit agendapunt in een termijn kan worden behandeld. Fractie CDA vraagt zich af wat met betrekking tot verschoningsbesluiten het lerend vermogen van de organisatie is, omdat dit een jaarlijks terugkerend fenomeen is. Men deelt mede het zich te kunnen voorstellen dat verschoningsbesluiten nodig zijn geweest bij buitenruimte, bijvoorbeeld door weersomstandigheden. Men vraagt zich echter af of er maatregelen zijn genomen om verschoningsbesluiten, zoals vermeld bij Inkoopopdrachten, te voorkomen. Tevens is men van mening dat minder opbrengsten bij bouwleges een voorspelbare zaak zijn. Fractie Partij van de Arbeid merkt op dat vorig jaar ook is gevraagd of er meer inzicht kan worden gegeven in de maatregelen die zijn getroffen om verschoningsbesluiten zoveel mogelijk te voorkomen. Men doelt dan met name op de forse verschoningen in de sectie Buitenruime die er ook vorig jaar al waarden. Is hier een begrotingswijziging geen betere manier? Tevens vraagt men zich af hoe het komt dat er inzake het Bredaas Museum een verschoning nodig is van 0,5 miljoen, onder andere zelfs voor nieuwe collectie. Fractie SP wil graag meer inzicht in datgene wat de Stadsingenieurs hebben gedaan. Op welke wijze gaat dit af van productgroep Groen? Diezelfde vraag stelt men voor het taakveld Ruimte ten opzichte van het product Milieu. Fractie GroenLinks heeft dezelfde vragen met betrekking tot Buitenruimte en met betrekking tot Stadsingenieurs als de vorige fracties al hebben gesteld. Fractie Breda’97 deelt mede in te zullen stemmen omdat er immers anders geen voortgang is.
12
Wel stelt men ook dezelfde vragen als de andere fracties met betrekking tot de Stadsingenieurs en het Bredaas Museum. Fractie Leefbaar Breda stelt vast dat met betrekking tot de Biomassacentrale 3,5 miljoen euro is afgeboekt uit het product Milieu. Men vraagt zich af of dit de komende jaren niet kan worden terugverdiend op het product Milieu. Fractie ToN stelt vast dat er anders dan andere jaren geen overschrijding is geweest bij de Europese aanbesteding. Er is dus iets geleerd. Verder is de fractie positief. Fractie VVD constateert dat bij Buitenruimte begrijpelijk een aantal zaken tegen elkaar weg vallen. Ook de verschoningen bij Atea zijn begrijpelijk. Men stelt vast dat de motie inzake Cultuurinstellingen nog een tijd wordt meegesleept. Dat geldt ook voor RO. Daardoor zal dit elk jaar terug keren. Men deelt met de Fractie PvdA dat een aantal van dit soort zaken wellicht beter kunnen worden voorgelegd als begrotingswijziging als het onderwerp daar is. Dat lijkt zuiverder. Tot slot heeft men inzake de Europese aanbesteding dezelfde opmerking als de fractie ToN. De fractie is akkoord met het verschoningsbesluit. Fractie D66 deelt mede inzake de Europese aanbesteding dat het de derde keer is dat het in de verschoningsbesluiten is opgenomen. Wellicht is het goed daar toch eens naar te kijken. Inzake de Biomassacentrale deelt men de mening van de fractie VVD. De fractie deelt mede positief te adviseren. Reactie van het college. Wethouder Boelema deelt mede te kunnen constateren dat er inzake de verschoningen wel progressie wordt geboekt. In het accountantsrapport wat komt, staat ook wat over Europese aanbesteding en inkoopopdrachten. Voorts deelt zij mede dat bij Atea erg veel druk op de ketel was. Daarom is er wel aan de externe maar niet aan de interne regelgeving voldaan. De wethouder geeft aan dat ook de eigen controle beter is toegerust. De zaken worden al bemerkt door de interne controle voor de accountantscontrole. Datgene wat is opgemerkt over de bouwleges, klopt. Hier wordt dan aan gewerkt. De wethouder geeft inzake Buitenruimte aan dat hier ook voor bijna hetzelfde bedrag inkomsten tegenover staan. Zij geeft verder aan dat het college terughoudend is met begrotingswijzigingen omdat dit leidt tot een diffuus beeld wat niet eerlijk is. De vragen met betrekking tot de Stadsingenieurs zijn erg technisch. Die antwoorden zullen schriftelijk worden aangeleverd. De sleuven bij Buitenruimte waren voorzien en dat is ook door externen betaald. De weersomstandigheden waardoor er extra gestrooid moest worden, waren onvoorzien en om praktische redenen is gekozen om dit af te boeken bij Groen. Datzelfde is gebeurd bij Milieu. Wethouder Akinci deelt mede dat de aangekochte collectie in het Bredaas Museum slechts een bedrag van € 3.000,-- betreft voor een werk van Ruud van Empel die de Cultuurprijs heeft gekregen in januari. Bij de gewijzigde begroting 2012 is al een taakstelling ingeboekt. Ten opzichte van de begroting 2012 zoals die in 2011 is aangenomen was er een netto bijdrage aan het museum van € 2.150.000,--. Na de verwerking van deel 1 van de motie is bij de begrotingswijziging dat bedrag bijgesteld naar € 1.540.000,--. Verder zijn er structureel veel zieke werknemers bij het museum en is er een ton overschrijding omdat eenmalig de voorraadkast is aangevuld. Voorts deelt de wethouder mede dat de afdeling Milieu op een paar ambtenaren na, weinig geld heeft. Men is erg afhankelijk van subsidies. Het was qua tijd niet mogelijk om met betrekking tot de Biomassacentrale gebruik te maken van een begrotingswijziging in plaats van een verschoningsbesluit omdat dit zich afspeelde in december. In het algemeen heeft de wethouder dezelfde mening over begrotingswijzigingen en verschoningsbesluiten als wethouder Boelema. Advisering:
13
De voorzitter concludeert dat alle fracties positief adviseren met uitzondering van de fractie SP die het mee terug neemt. Daarbij dient te worden aangetekend dat de fracties GroenLinks en Breda’97 in principe positief zijn maar nog wachten op de uitleg over de Stadsingenieurs. 3.
EERSTE SERIE BEGROTINGSWIJZIGINGEN 2013.
De voorzitter deelt mede dat dit punt in 1 termijn behandeld zal worden. Fractie VVD deelt mede voor de begrotingswijzigingen te zijn. Fractie CDA is dezelfde mening toegedaan. Fractie D66 kan zich ook vinden in de begrotingswijzigingen. Hierbij tekent men aan dat men het krediet voor Led verlichting graag hoger zou hebben gezien. Fractie GroenLinks kan instemmen met de begrotingswijzigingen en deelt mede achter het prima duurzaamheidsprogramma te staan. Ook de fractie Partij van de Arbeid kan instemmen maar geeft aan het nodig te vinden dat in de werkgroep cyclische producten gesproken zal worden over hoe in principe het beste omgegaan kan worden met begrotingswijzigingen. Ook de fracties Leefbaar Breda, ToN, Breda’97 en SP kunnen zich vinden in de begrotingswijzigingen. De voorzitter constateert dat het stuk naar de verzamellijst kan. 4.
BEGROTING BELASTINGSAMENWERKING WEST-BRABANT 2014-2017.
De voorzitter deelt mede dat het stuk in een termijn besproken kan worden. Fractie GroenLinks deelt mede deze begroting goed te vinden. Men vindt het verheugend dat de efficiency gehaald wordt. Fractie SP geeft aan het prima te vinden dat dit op deze wijze gebeurt. Men wijst er wel op dat permanente kostenreductie op den duur kan gaan wringen met kwaliteit en continuïteit. Fractie VVD geeft aan het stuk positief te vinden; het levert op wat we hadden gehoopt. Men stelt wel de vraag waarom de WOZ niet is overgeheveld. Fractie CDA is positief maar heeft dezelfde vragen als de vorige sprekers. Fractie ToN sluit zich aan bij de fractie VVD. Fractie Leefbaar Breda verbaast zich over de verschillen in kwijtschelding voor zzp ers in verschillende gemeenten. Gelijke regels voor alle deelnemers zouden de kosten verder drukken. Inzake de bijdrage van de deelnemers is met veel componenten rekening gehouden, echter niet met het aantal inwoners per gemeente. Fractie Partij van de Arbeid deelt mede positief te zijn. Fractie D66 is positief. Men heeft kunnen zien dat Breda 30% minder kwijt is aan inningskosten per inwoner voor de gemeentelijke belastingen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Men hoopt dat nog meer gemeenten zullen deelnemen omdat dit de kosten nog verder zal drukken. Men is het met de fractie SP eens dat de kwaliteit wel overeind moet blijven. Inzake de risico’s en de kansen staan nu in het meerjarenperspectief enkele pm posten. Men ziet dit het liefst zo weinig mogelijk.
14
Reactie van het college. Wethouder Boelema deelt mede blij te zijn met de positieve reacties. Kwaliteit staat zeker voorop. Maar als het geheel groter wordt gemaakt, kan nog meer kostenbesparend worden gewerkt zonder dat de kwaliteit minder wordt. Er wordt onder de oorspronkelijke taakstelling geëindigd die er lag en ook onder de taakstelling van 3 x 3%. Dat zal inderdaad nog meer worden als Breda toetreedt met de WOZ. Inzake de zzp ers deelt de wethouder mede dat de kwijtscheldingsregelingen tot de lokale autonomie behoren. In de toekomst zal Breda de ervaring van andere gemeenten daar wel goed bij kunnen gebruiken. Tot slot deelt de wethouder mede dat zeker inzake de dwangsommen de pm posten in de toekomst beter kunnen worden ingeschat. Advisering: De voorzitter stelt vast dat alle fracties positief adviseren en het stuk naar de verzamellijst kan. X. SLUITING. De voorzitter sluit de vergadering.
15
