Bekendmaking Jaarrekening 2010 Publicatiedatum
31 mei 2011
Type
overig
Termijn
31 mei 2011 - 14 juni 2011
Kennisgeving terinzagelegging Jaarrekening 2010 Volledig gebied DMS-nr. 954152 Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland maakt conform art. 103 Waterschapswet bekend dat de jaarrekening 2010, het jaarverslag 2010 en de daarbij behorende stukken ter inzage liggen en verkrijgbaar zijn, in verband met de behandeling hiervan in de vergadering van de verenigde vergadering op 30 juni 2011. U kunt de desbetreffende stukken van 1 juni 2011 tot 14 juni 2011 inzien op het Gemeenlandshuis, Phoenixstraat 32 te Delft op werkdagen van 9.00-12.00 uur en van 14.00-16.00 uur. U kunt de stukken ook raadplegen op de website: www.hhdelfland.nl/bekendmakingen. Tegen betaling van kosten is een exemplaar verkrijgbaar. Hiervoor kunt u contact opnemen met onderstaande telefoonnummer. Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze kennisgeving, dan kunt u op werkdagen van 9:00 tot 16:00 uur contact opnemen met de sector Economische en Financiële Zaken, team C&B ,tel. 015 2608135.
Jaarrekening 2010
Colofon
Delft, mei 2011 Jaarrekening 2010 Samenstelling Hoogheemraadschap van Delfland Foto omslag Dijk bij Arendsduin wordt ingezaaid (foto: Guus Schoonewille) www.hhdelfland.nl Hoogheemraadschap van Delfland Phoenixstraat 32 Postbus 3061 2601 DB DELFT
Jaarrekening 2010
2
Voorwoord Basis op orde Delfland moet zijn gebied droog, veilig en schoon blijven houden in combinatie met de dalende bodem, het veranderende klimaat en het dichtbevolkte en dichtbebouwde gebied. Delfland maakte daarom in het afgelopen decennium een omslag van een eeuwenoude beheerorganisatie naar een relatief jonge investeringsorganisatie. In 2009 constateerden wij echter dat het meerjarenperspectief van Delfland is veranderd. Als uitvloeisel van de in 2009 aangenomen motie Dijkema c.s, waarin de zorg werd uitgesproken over de oplopende schuldenlast, heeft het Hoogheemraadschap er in 2010 voor gekozen de toepassing van maatregelen en het uitvoeren van de benodigde investeringen te spreiden over meerdere jaren, waardoor de financiële situatie van het Hoogheemraadschap gezond blijft en de eventuele lastenstijging beheersbaar en realistisch blijft. Ook zijn gedurende 2010 de nieuwe wet en regelgeving (Waterschapswet en BBVW), die vanaf 1 januari 2009 in werking is getreden, doorgevoerd in de financiële administratie en zijn de gevolgen verwerkt van twee uit 2009 resterende onderzoeken naar de gevolgen van de stelselwijziging van de BBVW. Gedurende 2010 is in het licht van deze besluiten de totale omvang van de jaarlijkse investeringsplanning van 95 miljoen euro, zoals dat in de bestaande meerjaren raming was opgenomen, teruggebracht tot ongeveer 50 miljoen euro. In het kader van de betrouwbaarheid van de investeringsramingen is voorts een begin gemaakt met de invoering van een standaard ramingsmethodiek voor projecten en is mede op grond daarvan door de verenigde vergadering ingestemd met een besluit om een groot aantal investeringsplannen te actualiseren. Tenslotte hebben wij de planning- en controlcyclus en de hieraan gekoppelde interne beheersing nog verder geoptimaliseerd. Hiermee is de verbetering van de basis van het financiele beheer (waaronder GIDS), zoals deze na 2009 in gang is gezet, verder vorm gegeven. Hiermee constateren wij dat Delfland in control is. De accountant heeft mede op grond van deze maatregelen en de gehanteerde bedrijfsvoering in 2010 over de jaarrekening voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid een goedkeurende verklaring gegeven. Hiermee zijn wij van mening dat er nu sprake is van een financiële basis welke in combinatie met de reeds in de begroting 2011 aangekondigde maatregelen op termijn een positief effect tonen. Dit positieve effect zal uiteindelijk leiden tot een aanvaardbare balans tussen een verantwoorde invulling van de wateropgave door Delfland en het maatschappelijk draagvlak voor de op te brengen tarieven. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland, De secretaris,
de dijkgraaf,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma
Jaarrekening 2010
3
Jaarrekening 2010
4
Inhoud 1 2
Leeswijzer .......................................................................................................... 7 Managementsamenvatting .................................................................................... 9 2.1 Resultaat 2010 .............................................................................................. 9 2.2 Belangrijke (financiële) ontwikkelingen ............................................................ 10 2.3 Investeringskredieten .................................................................................... 12 2.4 Beleidsresultaten .......................................................................................... 12 2.5 Vermogenspositie ......................................................................................... 15 2.6 Resultaatbestemming(dekking) ......................................................................15 3 Programmaverantwoording ..................................................................................19 3.1 Programma A-Schoon water ...........................................................................19 3.2 Programma B-Voldoende water ......................................................................25 3.3 Programma C- Stevige dijken .........................................................................35 3.4 Programma D-Gezuiverd afvalwater ................................................................ 41 3.5 Programma E-Instrumenten ...........................................................................49 3.6 Organisatie (algemeen) .................................................................................57 3.7 Programma F1-Heffing en invordering ............................................................. 59 3.8 Programma F 2-Bestuur en crisisbeheersing ..................................................... 61 3.9 Programma F 3-Bedrijfsvoering ......................................................................65 3.10 Programma F4-Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.................................71 4 Paragrafen .........................................................................................................77 4.1 Incidentele baten en lasten ............................................................................77 4.2 Kostentoerekening ........................................................................................ 79 4.3 Financiering .................................................................................................81 4.4 Bestemmingsreserves en voorzieningen ........................................................... 85 4.5 Weerstandsvermogen .................................................................................... 87 4.6 Waterschapsbelastingen ................................................................................91 4.7 Verbonden partijen ....................................................................................... 93 4.8 Bedrijfsvoering ........................................................................................... 101 4.9 EMU-saldo ................................................................................................. 109 4.10 Topinkomens ............................................................................................. 111 5 Verantwoording investeringen 2010 ..................................................................... 113 6 De financiële Jaarrekening .................................................................................. 121 6.1 Presentatie van de exploitatierekening naar diverse gezichtpunten .................... 121 7 Balans per 31 december 2010............................................................................. 127 8 Toelichting op de balans..................................................................................... 129 8.1 Waarderingsgrondslagen ............................................................................. 129 8.2 Immateriële vaste activa ............................................................................. 130 8.3 Materiële vaste activa ................................................................................. 131 8.4 Financiële vaste activa ................................................................................ 132 8.5 Vorderingen en overlopende activa................................................................ 133 8.6 Liquide middelen ........................................................................................ 134 8.7 Eigen vermogen ......................................................................................... 134 8.8 Voorzieningen ............................................................................................ 136 8.9 Langlopende schulden ................................................................................. 137 8.10 Netto vlottende schulden ............................................................................. 137 8.11 Schuld aan krediet instelling ......................................................................... 138 8.12 Overlopende passiva ................................................................................... 138 8.13 Niet uit de balans blijkende verplichtingen ...................................................... 139 9 Begrippen- en afkortingenlijst ............................................................................. 141 10 Controleverklaring ......................................................................................... 145
Jaarrekening 2010
5
Jaarrekening 2010
6
1
Leeswijzer Als gevolg van de invoering van de nieuwe Waterschapswet met ingang van 2009 is de jaarrekening onderverdeeld in twee delen: - De programmaverantwoording en de paragrafen bij de jaarrekening; - De financiële jaarrekening. Hoofdstuk 2 begint met een samenvatting en financiële analyse van het resultaat. Vervolgens is per programma een beleidsmatige samenvatting gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen uit het afgelopen jaar. Ten slotte wordt het verloop van de vermogenspositie weergegeven en wordt een voorstel voor resultaatsbestemming gedaan. In hoofdstuk 3 is de verantwoording per programma opgenomen. Per programma wordt gerapporteerd over de realisatie van de voorgenomen maatregelen en de voortgang en de realisatie van de investeringen. Ten slotte wordt ook het verschil tussen de geraamde en de werkelijke kosten en opbrengsten toegelicht. In hoofdstuk 4 zijn de (verplichte) paragrafen verantwoord. In deze verantwoording is voor zover van toepassing ingegaan op de in 2010 herziene financiële beleidsnota‟s (reserves en voorzieningen, activa, verbonden partijen en risico‟s en weerstandsvermogen). Hoofdstuk 5 gaat in hoofdlijnen in op het verloop van de investeringsprojecten. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de exploitatierekening verdeeld naar programma‟s, kostendragers en de diverse kosten- en opbrengstsoorten. Vervolgens wordt in hoofdstuk 7 en 8 de balans en de toelichting gepresenteerd. Ten slotte is in hoofdstuk 9 een begrippenlijst en is in hoofdstuk 10 de accountantsverklaring opgenomen. Bestuursbehandeling De jaarrekening wordt door het college van dijkgraaf en hoogheemraden aangeboden aan de verenigde vergadering. Voordat de jaarrekening in de reguliere commissies wordt behandeld, geeft de rekeningcommissie haar oordeel over deze jaarrekening. Publicatie Naast deze rekening verschijnt een samenvatting in de lokale (huis-aan-huis)bladen en op de website www.hhdelfland.nl .
Jaarrekening 2010
7
Jaarrekening 2010
8
2
Managementsamenvatting 2.1
Resultaat 2010
De financiële jaarrekening 2010 sluit met een nadelig resultaat voor bestemming van € 45,7 miljoen. Aanvankelijk had de begroting, zoals die in het najaar van 2009 door de verenigde vergadering (VV) is vastgesteld (de zogenoemde primitieve begroting) een nadelig saldo van € 35,8 miljoen. In de loop van het jaar is de begroting een aantal keer door de VV bijgesteld. Het laatste moment waarop de begroting in omvang en saldo is bijgesteld was de 2e bestuursrapportage (Burap 2). Toen werd in totaal een nadelig resultaat over 2010 van € 67,2 miljoen verwacht. Het verschil tussen Burap 2 en het uiteindelijke resultaat over 2010 is € 21,5 miljoen. In tabel 2.1 wordt het verloop van het verwachte resultaat vanaf de primitieve begroting tot de uiteindelijke realisatie over 2010 in totaal weergegeven. Tabel 2.1 Verloop saldo primitieve begroting – realisatie per P&C product Omschrijving (bedragen x € 1.000) Saldo primitieve begroting 2010 Bijstelling 1e Burap(incl Kadernota) Bijstelling 2e Burap Jaarrekening 2010
Lasten
Baten
237.264 20.115 1.771 317.842
201.499 -10.966 1.443 272.096
Saldo na bijstelling -35.765 -66.847 -67.175 -45.746
Voordelig/ nadelig nadelig nadelig nadelig nadelig
De twee hoofdtaken van Delfland zijn het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer. Tabel 2.2 geeft het verloop van het saldo van de tweehoofdtaken weer vanaf de primitieve begroting tot aan de uiteindelijke jaarrekening 2010. Ook zijn de vergelijkende cijfers over 2009 opgenomen. Tabel 2.2 Verloop primitieve begroting – realisatie per hoofdtaak Omschrijving (bedragen * € 1 miljoen) Exploitatiekosten Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer Totaal kosten
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
88,3 149,0 237,3
98,7 167,0 265,7
99,8 218,0 317,8
90,6 150,1 240,7
Exploitatie-opbrengsten Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer Totaal opbrengsten
83,3 118,2 201,5
81,7 116,9 198,6
81,6 190,5 272,1
81,8 101,2 183,0
Exploitatiesaldo Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer Totaal saldo
-5,0 -30,8 -35,8
-17,1 -50,1 -67,2
-18,2 -27,5 -45,7
-8,8 -48,9 -57,7
Formatie (fte) Investeringsuitgaven (mln. euro‟s)
564,8 94,0
564,8 50,1
517,5 24,3
564,5 88,0
Op grond van de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) zijn de begroting en de jaarrekening ingedeeld op basis van programma‟s. Tabel 2.3 geeft het verloop per programma weer van de primitieve begroting tot aan de uiteindelijke jaarrekening.
Jaarrekening 2010
9
Tabel 2.3 Actualisatie begroting per programma Programma (bedragen * € 1.000)
A - Schoon water B - Voldoende water C - Stevige dijken D - Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Jaarrekening 2010
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
2.080
0
-2.080
2.899
0
-2.899
2.774
85
-2.689
32.354
129
-32.225
41.837
421
-41.416
42.354
471
-41.883
8.650
84
-8.566
8.169
28
-8.141
9.651
46
-9.605
9.238 -116.451
136.415
1.754 -134.661
115.713
125.689 10.516
0
-10.516
13.027
2
F - Organisatie:
-13.025
3.281 -112.432
13.366
544
0
F1 - Heffing en invordering F2 - Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3 - Bedrijfsvoering F4 - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
0
7.447
1.968
-5.479
7.470
1.968
-5.502
6.189
715
-5.474
5.796
353
-5.443
5.460
353
-5.107
6.116
648
-5.468
44.154
16.210
-27.944
37.405
12.775
-24.630
35.365
10.444
-24.921
578
173.517
172.939
6.468
174.674
168.206
86.314
255.862
169.548
-67.175 317.842 272.096
-45.746
237.264 201.499
-35.765 259.150 191.975
Het werkelijke nadelige resultaat over 2010 is € 21,5 miljoen minder nadelig dan werd verwacht bij Burap 2. In tabel 2.4 zijn de grootste componenten opgenomen van het verschil tussen het verwachte rekeningsaldo van Burap 2 en het definitieve resultaat van de jaarrekening. Bij deze posten is ook het programma vermeld waar deze afwijking betrekking op heeft. In de afzonderlijke programmaverantwoording (hoofdstuk 3) worden de verschillen per programma verder toegelicht. Tabel 2.4 Verschil Burap 2 en jaarrekening Omschrijving (bedragen x € 1 miljoen)
Bedrag (€ 1 miljoen)
Kapitaallasten (extra afschrijving / afwaardering activa en renteresultaat) Aanpassing afschrijvingstermijnen PPS Directe kosten exploitatie Directe opbrengsten exploitatie Belastingopbrengsten/leges/heffing Bijzondere baten en lasten Restant post onvoorzien en frictie Personeelskosten Mutaties reserves/voorzieningen Totaal verschil
2.2
-8,8 21,3 4,7 0,9 0,8 1,3 0,8 0,6 -0,1 21,5
Voordelig/ nadelig nadelig voordelig voordelig voordelig voordelig voordelig voordelig voordelig nadelig
Programma
diverse Zuivering diverse diverse F4 F4 F4 Diverse F4
Belangrijke (financiële) ontwikkelingen
De belangrijkste (financiële) ontwikkelingen uit het afgelopen jaar lichten wij hier puntsgewijs toe. Ook vermelden we in deze toelichting de eventuele gevolgen op het resultaat over 2010. Actualisatieprojecten In 2010 zijn alle nog niet afgesloten investeringsprojecten op basis van voortschrijdende ontwikkelingen, de bijstelling van de ambities uit de Kadernota 20112015, de versterkte aandacht voor de kostenramingen en de kwantificering van onzekerheden geactualiseerd. Dit proces is voor uiteindelijke besluitvorming uitgewerkt in het zogenoemde project „Actualisatie projecten‟.
Jaarrekening 2010
-12.822
10
Op basis van de uitwerking van dit project Actualisatie projecten is door de verenigde vergadering op 16 december 2010 onder andere besloten dat in totaal 94 projecten worden gestopt dan wel worden afgesloten. De hiermee samenvallende stopkosten van in totaal € 7,3 miljoen zijn gedekt uit de nog beschikbare post Onvoorzien frictiekosten 2010. Baggerplan Conform de BBVW en de in 2010 herziene beleidsnota‟s voor activa en reserves en voorzieningen worden de kosten van het baggeren niet meer geactiveerd maar ten laste van een in 2010 gevormde voorziening baggeren gebracht. Hierbij wordt jaarlijks ten laste van de exploitatie een bedrag aan de voorziening toegevoegd en worden de werkelijke kosten van het baggeren ten laste van de voorziening gebracht. De onderbouwing van de jaarlijkse storting in de voorziening en de meerjarig geraamde kosten van het baggeren zijn uitgewerkt in het beheerplan „Onderhoudsbaggeren‟ dat door de verenigde vergadering op 16 december 2010 is vastgesteld. Voor 2010 betekent dit vastgestelde plan dat het in de exploitatie geraamde bedrag voor baggeren van € 6,8 miljoen aan de voorziening wordt toegevoegd en dat de werkelijke kosten van het baggeren van € 3,6 miljoen ten laste van de voorziening zijn gebracht. Per saldo bedraagt de voorziening eind 2010 € 3,2 miljoen. Extra afschrijving activa In 2010 zijn de immateriële activa beoordeeld en heeft een inventarisatie op de aanwezigheid van de vaste activa plaatsgevonden. Uit deze inventarisaties is naar voren gekomen dat diverse activa niet meer in gebruik zijn of dat de afschrijvingstermijn moest worden aangepast van 25 jaar naar 5 jaar. De hiermee samenvallende totale extra afschrijvingslasten van afgerond € 8,0 miljoen zijn in deze jaarrekening verantwoord. Ten slotte is uit de stelselwijziging in de jaarrekening 2009 inzake de PPS constructie naar voren gekomen dat een bedrag van € 5,4 miljoen wegens geactiveerde uren tot en met 2009 van de projectorganisatie moet worden afgewaardeerd. Met deze afwaardering was in Burap 2 al rekening gehouden. Deze afwaardering is in deze jaarrekening onder het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord. Aanpassing afschrijvingstermijnen PPS-constructie Zoals gemeld in de jaarrekening 2009 was de opname en de presentatie in de balans van de PPS-constructie nog onderwerp van een nader extern onderzoek. Dit onderzoek was bij de samenstelling van de jaarrekening 2009 nog niet afgerond. In de jaarrekening van 2009 is vooruitlopend op de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek op basis van het voorzichtigheidsbeginsel voor een aantal onderdelen van de PPS-constructie voor de afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI‟s) een afschrijvingstermijn van 5 jaar toegepast. De totale investeringskosten van deze onderdelen bedroegen € 67,1 miljoen. In 2010 zijn de uitkomsten van de externe onderzoeken naar de boekhoudkundige verwerking van de PPS-constructie bekend geworden. Uit deze onderzoeken blijkt dat de betreffende kosten van de PPS-constructie overeenkomstig de levensduur van de installatie in 30 jaar mogen worden afgeschreven in plaats van de tot nu toe toegepaste 5 jaar. Door het toepassen van een afschrijvingstermijn van 30 jaar heeft een correctie op de reeds afgeschreven bedragen plaatsgevonden. Per saldo levert deze correctie voor 2010 een voordeel op van afgerond € 21,3 miljoen. Afrekening bijdrage regelingen De financiële gevolgen van de verschillende afrekeningen met diverse gemeenten op basis van de inmiddels afgelopen bijdrage regelingen zijn in 2010 in beeld gebracht. Uit een inventarisatie van de nog beschikbare bedragen en de hernieuwde berekeningen blijkt dat voor de afronding in totaal een bedrag van € 3,7 miljoen nodig is. In de begroting was hiervoor reeds € 0,4 miljoen geraamd. Daarnaast is ook in de reserve bijdrage waterkwaliteit een bedrag van € 0,4 miljoen beschikbaar. Per saldo is een
Jaarrekening 2010
11
aanvullend bedrag van € 2,9 miljoen noodzakelijk. Dit bedrag is reeds gemeld bij Burap 2 en is nu in de jaarrekening 2010 onder het programma Instrumenten verantwoord.
2.3
Investeringskredieten
Naast de reguliere exploitatie heeft Delfland ook een aanzienlijk investeringsvolume. In tabel 2.5 geven wij een overzicht van het verloop van de jaarschijf 2010 van de investeringsplanning per programma over de diverse P & C producten. Tabel 2.5 Investeringsramingen per programma Investeringen per programma (bedragen * € 1 miljoen)
A- Schoon water B- Voldoende water C- Stevige dijken D- Gezuiverd afvalwater E- Instrumenten F Organisatie F2-Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3- Bedrijfsvoering Correctie stelsel-wijziging PPS Totaal
Raming primitieve begroting 2010
Bijgestelde raming 1e Burap
Bijgestelde raming 2e Burap
Realisatie in 2010
2,0 55,6 10,9
3,6 44,3 6,5
1,0 27,6 3,6
3,8 10,3 2,8
21,1 0,1
22,6 0,0
12,9 1,1
10,0 0,5
-0,6 4,9
-0,1 5,4
0,1 3,8
94,0
82,3
50,1
0,0 2,3 -5,4 24,3
In de afzonderlijke programma‟s worden deze investeringen verder toegelicht. Wel merken wij over de realisatiecijfers van 2010 op dat in deze cijfers de financiële correcties in verband met de vastgestelde besluiten over het project „actualisatie van projecten‟ , Delftse polders-Poelzone, verbreding Westland en de afboeking van de kosten van projectorganisatie zijn verwerkt. In de afzonderlijke programma‟s wordt het verloop van de investeringen verder toegelicht.
2.4
Beleidsresultaten
In dit jaarverslag legt Delfland niet alleen financieel verantwoording af over 2010, maar wordt ook weergegeven wat in 2010 beleidsmatig is bereikt. In het onderdeel programmaverantwoording gaan we hier per programma uitgebreid op in. Op deze plaats staan alvast de belangrijkste zaken, gerangschikt naar programma. Programma Schoon water In 2010 is doorgegaan met het voorbereiden en uitvoeren van de resultaatverplichte KRW-maatregelen. Het vigerende visbeleid is geëvalueerd. Voor de waterbodems is een toetskader ontwikkeld ten behoeve van vergunningverlening en handhaving onder de Waterwet. Het KRW-onderzoeksprogramma loopt op schema. In 2010 zijn de waterkwaliteitsrapportage 2009 voor het hele beheergebied en de waterkwaliteitsrapportage 2005-2009 voor het glastuinbouwgebied afgerond. Voor alle hoofdwatergangen is geïnventariseerd welke aanpassing van het beheer en onderhoud leidt tot een ecologische verbetering. Er is voor een oppervlakte van 0,14 hectare aan natuurvriendelijke oevers aangelegd. Voor het beheer van alle aangelegde natuurvriendelijke oevers is een concept beheerplan opgesteld.
Jaarrekening 2010
12
Programma Voldoende water Het implementatieplan Delflandse visie op de watervoorziening is vastgesteld. Delfland is actief betrokken geweest bij de start van het landelijke deltaprogramma „zoet water‟. Door de verenigde vergadering van zowel Delfland als Rijnland is het nieuwe Waterakkoord Rijnland-Delfland vastgesteld. In totaal werden drie peilbesluiten vastgesteld en drie peilbesluiten in procedure genomen. De Legger wateren is voor besluitvorming in procedure gebracht en wordt in 2011 vastgesteld. De watergebiedstudie Delft is gereed voor besluitvorming en met de watergebiedstudie voor de waterweggemeenten is gestart. Een aantal projecten voor een innovatieve berging van water is toegepast of verder uitgewerkt. In het bijzonder betreft dit de projecten „berging onder de kas in het Waalblok‟ en „waterberging op sportvelden‟. Voor de doorontwikkeling van het boezemmodel is voor de modelleringsomgeving een vernieuwde werkwijze ontwikkeld. De notitie „Verkenning Westland‟ voor de VV is uitgewerkt in een eerste Visienota Wateroverlast. Op basis van het risico van optreden van wateroverlast is een lijst met urgente polders opgesteld. Een prototype van een bergingsbalans voor water is opgeleverd. Er zijn afspraken gemaakt met alle gemeenten binnen Delfland over de taakopvatting van grondwater en het omgaan met grondwaterproblemen. De schouw is uitgevoerd conform het nieuw bestuurlijk vastgestelde kader. De watergangen zijn conform planning onderhouden Het baggerseizoen 2009-2010 is volledig afgerond en het seizoen 2010-2011 loopt volgens planning. Het beheerplan „Onderhoudsbaggeren‟ is in december 2010 door de VV vastgesteld. Programma Stevige dijken De Leggers van de Delflandsedijk, een deel van de rivierdijk en de zeedijk zijn ter inzage gelegd. De actualisatie van de Legger van de boezem- en polderwaterkeringen is gestart. Het Algemeen waterkeringen beleid is door de VV vastgesteld. Over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkeringen is verslag uitgebracht aan de provincie Zuid-Holland. De toetsing van een lengte van 44 kilometer risicovolle kades is afgerond. In het project Scheveningen Boulevard is 100 meter extra dijk aangelegd. Voor diverse vakken heeft zandsuppletie plaatsgevonden Er zijn negen kadeverbeteringsprojecten met een lengte van bijna 15 kilometer voorbereid. Het dagelijks onderhoud aan de keringen is uitgevoerd volgens planning en is aan een lengte van 7 kilometer buitengewoon onderhoud uitgevoerd. Er is actief geparticipeerd in het landelijk studieproject VNK2. Programma Gezuiverd afvalwater Het transport van afvalwater is uitgevoerd conform de afnameverplichtingen die met de gemeenten zijn overeengekomen. De zuiveringsinstallaties hebben voldaan aan de lozingseisen met uitzondering van o een kortdurende overschrijding van de lozingseis voor fosfaat bij afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) Harnaschpolder o en gebruik van de bypass op AWZI Houtrust. Voor de AWZI Nieuwe Waterweg zijn conceptbeschikkingen voor de revisie van de vergunningen afgegeven. Tegen de hieruit verscherpte lozingseisen is door Delfland bezwaar gemaakt.
Jaarrekening 2010
13
De revisie van de vergunningen voor de AWZI Harnaschpolder en de OAS Nieuwe Waterweg is vertraagd. Als gevolg van strikt zuiveren volgens de wettelijk gestelde eisen en van energiemaatregelen is voor de AWZI‟s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg ruim 1 miljoen kWh minder stroom ingekocht. De projecten warmtelevering en hergebruik effluent worden voortgezet. Op de AWZI zijn de eerste maatregelen voor het geurvrij verladen van slib doorgevoerd. Daarnaast zijn op het gebied van de slibverwerking onderstaande innovatieve onderzoeken uitgevoerd. o Uit het pilotproject „geurloos verladen‟ is een definitief concept voor het geurloos verladen van slib ontwikkeld. o Door HVC is in samenwerking met anderen deelnemers de mogelijkheid onderzocht om fosfaat uit de verbrandingsas van slib terug te winnen. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is de verbrandingsas als fundering voor asfalt te gebruiken. Op basis van de gegevens van de diverse gemeenten is de prognose voor de toekomstige verwachte hoeveelheden afvalwater voor de periode 2010-2020 opgesteld. Voor de uitvoering van de doelstellingen van het akkoord tussen de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is een procesplan opgesteld. Op basis van de resultaten van de uitgevoerde businesscase is duidelijk geworden dat de energiefabriek, Nieuwe Sanitatie Poelzone en groen gas op dit moment niet rendabel toe te passen zijn. Onderdelen uit deze onderzoeken zullen in de toekomst wel worden toegepast. Programma Instrumenten De beleidsvisie waterplannen is door het college vastgesteld. Delfland heeft geadviseerd in diverse gemeentelijke rioleringsplannen. Delfland heeft met de meeste gemeenten overleg over nieuwe ontwikkelingen en bestemmingsplannen. De onderwerpen die in aanmerking komen voor regulering door middel van algemene regels zijn geïnventariseerd. Delfland heeft actief deelgenomen aan landelijke wet- en beleidsontwikkelingen. De uitvoering van regulering, toezicht en handhaving is conform het aangepaste jaarplan verlopen. Bijna alle watervergunningen zijn binnen de gesteld termijnen afgerond. Conform het jaarprogramma zijn 13 toezichtprojecten uitgevoerd. Het crisiscommunicatieplan is geactualiseerd. Er wordt meer gebruik gemaakt van digitale communicatiemiddelen. Programma Organisatie Voor de kwaliteitsverbetering van de bestuurlijke stukken zijn toetsingscriteria en een toetsingsprocedure opgesteld. Tevens is het Bestuurlijk Informatiesysteem (BIS) hierop aangepast. De actualisatie van het handboek calamiteitenzorg is gestart. In het kader van de verbetering van het informatiemanagement crisisorganisatie zijn in 2010 gezamenlijke oefeningen gehouden. Tevens is met de waterschappen in Zuid-Holland een convenant voor de versterking van de crisisbeheersing afgesloten. Ook is er voor 18 kritieke functies een wachtdienstregeling ingesteld. In 2010 is de financiële informatievoorziening verbeterd waarbij de informatie zoveel mogelijk uit het financiële pakket GIDS wordt gegenereerd. Ook is de planning en control cyclus verder geoptimaliseerd. In 2010 heeft het programmamanagement zijn intrede gedaan en wordt gestart met het INK-model als leidraad voor het programmamanagement. Door de inwerkingtreding van de Wet dwangsom is succesvol gestuurd op de tijdige afdoening van bezwaarschriften.
Jaarrekening 2010
14
De Europese aanbesteding van de vervanging van pc‟s en laptops en de uiteindelijke vervanging is in 2010 afgerond. Het meerjarenautomatiseringsplan voor de periode 2011-2015 is opgesteld.
2.5
Vermogenspositie
Het eigen vermogen van het hoogheemraadschap is in 2010 gedaald van € 113,3 miljoen naar € 58,1 miljoen. Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves, het onverdeelde resultaat 2010 en de bestemmingreserves. De onderstaande grafiek geeft het verloop weer van het vermogen in totaal en op onderdelen over de periode 2005 tot en met 2010.
2.6
Resultaatbestemming(dekking)
Voorstel resultaatbestemming(dekking) Het nadelig resultaat over 2010 bedraagt € 45.746.344. Aan de verenigde vergadering wordt voorgesteld: 1. De jaarrekening 2010 vast te stellen 2. Het tekort van € 18.240.832 van de taak watersysteembeheer als volgt te dekken: a. Een storting van € 322.644 in de egalisatiereserve gebouwd b. Een storting van € 513.541 in de egalisatiereserve ingezetenen c. Een storting van € 195.134 in de egalisatiereserve ongebouwd 3. Een storting van € 346.412 in de egalisatiereserve renteomslag 4. Een onttrekking van € 19.618.563 uit de algemene reserve weerstandsvermogen Watersystemen 5. Het tekort van € 27.505.512 van de taak zuiveringsbeheer als volgt te dekken: a. Een storting van € 692.823 in de egalisatiereserve renteomslag b. Een onttrekking van € 28.198.335 uit de algemene reserve weerstandsvermogen zuivering 6. Ten aanzien van de investeringen en onderhanden werken in te stemmen met: a. De verhoging van investeringsplannen en kredieten met € 175.000 voor het project renovatie BWO keringen zoals toegelicht in het programma Stevige dijken.
Jaarrekening 2010
15
b. Het afvoeren van investeringsplannen en kredieten voor een bedrag van € 73.098.492 waarvan beschikbaar gesteld krediet € 73.367.656 conform tabel 5.2 gereedgekomen en geactiveerde werken in hoofdstuk 5 van deze jaarrekening. c. Het overbrengen van onderhanden werk naar gereedgekomen werken voor een bedrag van € 69.249.086 conform tabel 5.2 gereedgekomen en geactiveerde werken in hoofdstuk 5 van deze jaarrekening. d. Het overbrengen van de restantkredieten naar 2011 voor een totaalbedrag van € 128.981.153 conform de staat van restantkredieten tabel 5.3 in hoofdstuk 5 van deze jaarrekening
Jaarrekening 2010
16
Programmaverantwoording
Jaarrekening 2010
17
Jaarrekening 2010
18
3
Programmaverantwoording 3.1
Programma A-Schoon water
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Delfland zorgt voor schoon en gezond water in zijn kanalen, sloten en plassen. Gezond water is één van de kerntaken van Delfland. Delfland werkt er aan om zijn dichtbebouwde en intensief gebruikte beheergebied aantrekkelijk te maken en te houden om te wonen, werken, recreëren en ondernemen. Delfland deelt deze verantwoordelijkheid met gemeenten, provincie en rijk. Om de kerntaken en doelstellingen van dit programma te realiseren zijn uiteenlopende instrumenten, zoals vergunningverlening en handhaving, communicatie en accountmanagement beschikbaar. Ambities: 1. Het water is meetbaar schoner, het gebied is daarmee zichtbaar aantrekkelijker. Delfland heeft een flinke stap gezet richting een robuust en veerkrachtig watersysteem; 2. De belangrijkste barrières voor vismigratie zijn weggenomen, zowel binnen het watersysteem van Delfland als tussen het watersysteem van Delfland en rijkswater; 3. Delfland heeft zijn kennis van het watersysteem verdiept. Kennislacunes in de KRW-detailanalyse zijn opgevuld. Delfland weet hoe planten, dieren en verontreinigingen reageren op ingrepen in het watersysteem. Maatregelen 2010: Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Een vervolg geven aan het in 2008 afgesloten bestuursakkoord om de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te kunnen implementeren; Realisatie In 2010 is gestart met het uitvoeren en het voorbereiden van de resultaatverplichte KRW-maatregelen. Deze maatregelen zijn verankerd in het programma Schoon water. De inspanningsverplichte KRW-maatregelen uit het bestuursakkoord zijn op basis van de besluitvorming over de Kadernota 2011 voor de planperiode 2010-2015 komen te vervallen. Met de gemeenten zijn de voorbereidingen getroffen voor een eerste voortgangsrapportage over het bestuursakkoord. Deze rapportage is in januari 2011 besproken in het bestuurlijk overleg „KRW Delfland‟. 2. Op basis van een in 2010 op te stellen en jaarlijks te actualiseren beleidsagenda worden jaarlijks drie beleidsnotities gemaakt, deels afhankelijk van KRWonderzoeksprogramma, deels afhankelijk van urgentie. In het bijzonder de beleidsnotitie visbeleid is een omvangrijk traject waarin veel deelfacetten uitgewerkt worden, waaronder onderhoud voor vis en gebruik visplan; Realisatie In 2010 is een evaluatie uitgevoerd van het vigerende visbeleid en is een toetskader ontwikkeld voor waterbodems in relatie tot vergunningverlening en handhaving onder de Waterwet. Ook is gestart met het opstellen van een beleidskader Ecologisch onderhoud ten behoeve van het realiseren van KRW-doelen en met het opstellen van een toetskader
Jaarrekening 2010
19
voor ecologie in relatie tot de vergunningverlening en handhaving onder de Waterwet. Beide trajecten worden afgerond in 2011. 3. In 2010 wordt het beleidsmonitoringsprogramma voor de KRW afgerond en vervolgens gestart met het opstellen van een programma voor het gehele werkveld waterkwaliteit; Realisatie Deze maatregel wordt naar aanleiding van de besluitvorming over de Kadernota 2011 en het traject voor de samenstelling van een programmaplan gefaseerd uitgevoerd. In 2011 wordt het beleidsmonitoringsprogramma weer opgepakt en met prioriteit opgesteld en opgestart. 4. In 2010 wordt de blauwdruk overige wateren (opgesteld in 2009) getoetst in de watergebiedstudies waterweggemeenten en Delft. Deze geldt als leidraad voor de daaropvolgende watergebiedstudies. Uiteindelijk heeft Delfland in 2015 een gebiedsdekkend beeld van de waterkwaliteitsopgaven in de overige wateren; Realisatie Deze maatregel is komen te vervallen op basis van de besluitvorming over de Kadernota 2011 en het programmaplan. De maatregel viel onder de inspanningsverplichting. 5. Het onderzoeksprogramma KRW is opgebouwd uit een deel verontreinigende stoffen en een deel ecologie. De meeste onderzoeken worden in 2009-2010 opgestart, waarna de onderzoeksfase kan doorlopen tot 2014 waarna de uitkomsten van het onderzoek worden vertaald naar beleid en uitvoering; Realisatie Het KRW-onderzoeksprogramma loopt op schema. Van het programma zijn negen onderzoeken gestart dan wel lopend. Wel zijn drie onderzoeken gestopt op basis van de besluitvorming over de Kadernota 2011. Ten slotte worden vijf onderzoeken nog opgestart in de periode 2011-2013. 6. Jaarlijks wordt een meetprogramma waterkwaliteit opgesteld dat een overzicht bevat van alle meetinspanningen. Monsterneming en laboratoriumanalyses zijn ondergebracht bij Delta Waterlab, het gezamenlijke lab van Delfland, Hollandse Delta en Brabantse Delta. Realisatie De bemonstering en de analyse van de waterkwaliteit zijn uitgevoerd conform het meetprogramma van 2010. De meetgegevens uit eerdere jaren zijn gepresenteerd in een waterkwaliteitsrapportage 2009 voor het gehele beheergebied en in een waterkwaliteitsrapportage 2005-2009 voor het glastuinbouwgebied. 7. Beheer en onderhoud. Komende jaren richt het beheer en onderhoud zich op het verbeteren van de waterkwaliteit. Er worden natuurvriendelijke oevers (nvo‟s) en vispaaiplaatsen aangelegd die op een specifieke manier onderhouden moeten worden, onder meer in de vorm van ecologisch onderhoud. De toename aan vispassages stellen specifieke en nieuwe eisen aan beheer en onderhoud van het watersysteem. Ook worden er werkzaamheden uitgevoerd om het teveel aan (vervuilde) baggerspecie te verwijderen: Ecologisch onderhoud: voor iedere watergang wordt bepaald welk beheer en onderhoud past bij het handhaven van de waterhuishoudkundige functie en mogelijkheden voor het ontwikkelen van landschappelijke, recreatieve en ecologische waarden onder andere conform eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Vervolgens wordt dit ingepast in het onderhoud van het programma waardoor een differentiatie ontstaat;
Jaarrekening 2010
20
Ecologisch inrichten: in de beheersplannen van natuurvriendelijke oevers wordt rekening gehouden met recreatief medegebruik. Realisatie Ecologisch onderhoud In 2010 zijn de in de begroting genoemde inventarisaties van de watergangen waarvoor Delfland verantwoordelijk is uitgevoerd. Hierbij is voor alle hoofdwatergangen geïnventariseerd hoe het beheer en onderhoud kan worden aangepast om tot een verbetering van de ecologische waarden te komen. Voor alle primaire watergangen is bezien hoe vaak voor handhaving van de doorstroming er moet worden gekroosd en gezuiverd. Hierbij is als randvoorwaarde meegenomen dat zo weinig mogelijk verstoringen in het ecologische systeem optreden. Ecologisch inrichten In 2010 is voor een oppervlakte van ongeveer 0,14 hectare aan natuurvriendelijke oevers aangelegd. Dit betrof 0,12 hectare aan het Zwethkanaal in de gemeente Westland en 0,02 hectare bij de kadeversterking Holierhoekse en Zouteveenspolder/Vlaardingervaart in de gemeente Midden-Delfland. De realisatie over 2010 is hierbij achter gebleven bij de begroting. Dit is veroorzaakt door het schrappen van projecten in het kader van de besluitvorming over de Kadernota 2011. Hierdoor zijn de versnellingen in de projecten die in de tweede helft van het jaar zijn uitgevoerd vooralsnog niet zichtbaar. Daarvoor bevinden zich deze projecten nog in een te pril stadium. Voor het beheer van de aangelegde natuurvriendelijke oevers is een concept beheerplan opgesteld. Voor het juridisch verankeren in de nieuwe Legger watergangen is een inventarisatie gemaakt van de natuurvriendelijke oevers in Midden-Delfland, die vanuit de reconstructie zijn aangelegd. Deze inventarisatie betreft ongeveer 70 % van alle natuurvriendelijke oevers in het gebied van Delfland. In 2011 volgt de inventarisatie van de overige natuurvriendelijke oevers. Ook is een start gemaakt met het actualiseren van de visrechten. Hierbij is een standaard overeenkomst vastgesteld. In 2011 zal deze actualisatie worden afgerond. Ten slotte zijn op incidentele basis vervuilingen van onder andere kadavers en exoten uit het water verwijderd ten behoeve van de verbetering van de waterkwaliteit. Door de relatief koele zomer in 2010 hoefde dit minder vaak te gebeuren dan in 2009. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging *
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
1.341
2.168
1.825
259
726
726
928
294
12
5
21
43
2.080
2.899
2.774
596
Directe opbrengsten
0
0
-85
-21
Totaal baten
0
0
-85
-21
2.080
2.899
2.689
575
Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Saldo programma
* Begroting 2010 na wijziging in Burap 1, Burap2, Veegbesluit en eventuele tussentijdse besluiten.
Jaarrekening 2010
21
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten sprake van € 0,3 miljoen lagere kosten en zijn de opbrengsten € 0,1 miljoen hoger dan geraamd.Deze afwijkinge betreffen: Lasten Door het zoveel mogelijk onderbrengen van de kosten van onderzoeken in subsidietrajecten was sprake van lagere kosten van € 70.000 voor themaplannen schoon water. Het project Visstandbeheer dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het waterschap Rivierenland is in 2010 beëindigd en financieel afgewikkeld. Voor de reeds gemaakte kosten en betaalde voorschotten werd in 2010 een bedrag van € 136.000 aan voorgeschoten bedragen terugontvangen. Voor wat betreft de kwaliteitsmaatregelen voor oppervlaktewater was als gevolg van de koele zomer sprake van lagere kosten van € 85.000. Baten Het project Visstandbeheer dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het waterschap Rivierenland is in 2010 beëindigd en financieel afgewikkeld. Hiervoor werd een bijdrage ontvangen van € 85.000. Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen in € 1 miljoen) Schoon water
Raming primitieve begroting 2010 2,0
Bijgestelde raming 1e Burap 3,6
Bijgestelde raming 2e Burap 1,0
Realisatie in 2010
3,8
Toelichting De afwijking van de raming over 2010 in de 2e Burap ten opzichte van de uiteindelijke jaarrekening betreft de volgende investeringen. Omschrijving investering
Implementatie vismigratie Zwemwatermaatregelen Lokale knelpunten Programma Schoon water Overige projecten Administratieve correctie KRW-ABC projecten Totaal
Bedrag (in € 1 miljoen) -/-0,1 -/-0,1 -/-0,1 0,1 3,0 2,8
Implementatie vismigratie Op basis van de bijstelling op grond van de Kadernota 2011 is het plan van aanpak van de vismigratieprojecten aangepast en onder één noemer gebracht. In 2010 is begonnen met het vispasseerbaar maken van de gemalen Schoute en Hoekpolder. Voor de gemalen Zaaijer, Woudse polder en Holierhoekse en Zouteveense polder is in 2010 gestart met de voorbereiding voor het vispasserbaar maken. Door de juridische kwesties rondom de aanbesteding van het gemaal Schoute is de uitvoering hiervan vertraagd. Zwemwatermaatregelen. De uiteindelijke kosten van dit project zijn relatief lager uitgevallen doordat alleen in de Delftse Hout een proef van beperkte omvang is uitgevoerd. Een uitgebreidere proef is
Jaarrekening 2010
22
wel overwogen maar de kosten hiervan vielen ver buiten het beschikbare budget en zou pas na het zwemseizoen effectief zouden zijn. Lokale knelpunten Programma Schoon water. In het najaar van 2010 is begonnen met het opstellen van het plan van aanpak. Hierdoor zijn in 2010 nog geen kosten op dit project gemaakt. In 2011 zal dit plan verder worden uitgewerkt. Administratieve correctie KRW-ABC projecten (KRW Monstersche Vaart, Vlotwatering, Nieuwe water, Zwartendijk en Zwethkanaal) In december 2010 heeft de VV een besluit genomen over het schrappen van deze Westlandse projecten. Conform het besluit van de VV zullen deze projecten in gewijzigde vorm vanaf 2011 in het project Poelzone worden voortgezet. In het besluit is tevens opgenomen dat de reeds gemaakte kosten van de te schrapen projecten binnen het programma Schoon water in 2010 worden geactiveerd. Hierdoor is in 2010 sprake van € 3,0 miljoen extra kosten, die betrekking hebben op met name grondaankopen die in voorgaande jaren voor de ABC-projecten zijn gedaan. Dit bedrag van € 3 miljoen betreft derhalve overgeboekte kosten uit voorgaande jaren die reeds in het verleden verantwoord zijn als realisatie in het investeringsprogramma van het programma Voldoende water. Risico’s: In sommige gevallen zijn met diverse gemeenten bijvoorbeeld in de waterplannen al afspraken gemaakt over de realisatie van natuur-vriendelijke oevers. Het risico bestaat dat Delfland wordt aangesproken op deze afspraken. In dat geval gaat Delfland bestuurlijk met deze gemeenten in gesprek waarbij naar een markt-, effect- en gebiedsgerichte oplossing zal worden gezocht. De grote “schoon water”-opgave waar Delfland voor staat in combinatie met het verminderde budget op basis van de besluitvorming over de Kadernota en de hierdoor opgetreden vertragingen zetten ook de resultaatverplichte maatregelen volgens de KRW-richtlijn onder druk. Het in 2011 te actualiseren programmaplan zal ingaan op hoe met dit risico zal worden omgegaan.
Jaarrekening 2010
23
Jaarrekening 2010
24
3.2
Programma B-Voldoende water
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Delfland onderhoudt de watergangen, voert baggerwerkzaamheden uit en onderhoudt kunstwerken om de afvoer van water te waarborgen. De normale cyclische onderhoudsprocessen zoals baggeren, krozen en zuiveren, het onderhoud van natuurvriendelijke oevers en het onderhoud van gemalen worden ook de komende jaren uitgevoerd. Om de kerntaken en doelstellingen van dit programma te realiseren zijn uiteenlopende instrumenten, zoals vergunningverlening en handhaving, communicatie, beleid, onderzoek en accountmanagement beschikbaar. Daarnaast werkt Delfland al een groot aantal jaren aan het verbeteren en uitbreiden van het watersysteem. Hiervoor zijn grote investeringen gepleegd die hun eerste vruchten gaan afwerpen, maar daarmee is Delfland nog niet klaar. Ook in 2010 en de komende jaren blijven investeringen nodig om het watersysteem op orde te krijgen. Ambities: 1. Delfland is goed in staat om het watersysteem te voorzien van voldoende water van voldoende kwaliteit, om oppervlaktewaterpeilen te handhaven. Het watersysteem is beter bestand tegen extreem natte en extreem droge situaties. Hiermee is het watersysteem robuuster en veerkrachtiger geworden; 2. Delfland heeft zijn kennis van het watersysteem verdiept, zowel in reguliere situaties als bij extreem nat of droog weer. Hierdoor kan Delfland het watersysteem effectiever aansturen om wateroverlast en watertekort te voorkomen. Er is meer inzicht hoe Delfland kan anticiperen op veranderende extremen en kan inspelen op risicovolle situaties; 3. Het grondwatersysteem wordt op duurzame wijze beheerd, waarbij het evenwicht in dat grondwatersysteem niet is verstoord en de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten geschikt zijn gemaakt en worden gehouden voor alle aanwezige grondgebruikfuncties. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Het zorgen voor voldoende water door het optimaal gebruiken van waterlopen en in die waterlopen aanwezige kunstwerken voor zowel actieve als passieve waterbeheersing. Het optimaal gebruik van waterlopen en kunstwerken wordt gerealiseerd door tijdige bouw, verwerving en gedegen onderhoud van genoemde waterlopen en kunstwerken alsmede een optimale bediening van deze kunstwerken welke kan worden gerealiseerd door een gedegen monitoring van het waterpeil. Voor het optimaal gebruik van de waterlopen zit er een chronologische samenhang in peilbesluiten opstellen, uitvoeren en de peilvergunningen handhaven; Realisatie Door een gedegen monitoring en de bediening zijn de peilen zo goed mogelijk op de peilbesluiten gehandhaafd. Ook is het overig beheer en onderhoud uitgevoerd zoals beschreven onder maatregel 15. Ten slotte zijn de diverse peilbesluiten vastgesteld zoals beschreven onder maatregel 4. 2. Om de zoetwatervoorziening van Delfland goed te borgen is een samenhangend plan opgesteld. Onderdeel van dit plan is het opstellen van een doorspoelplan en het uitwerken van de „Visie op watervoorziening‟ in concreet beleid. Een speciaal aandachtspunt is het verzilten van het Volkerak-Zoommeer. Om de negatieve gevolgen die hieruit voortvloeien tegen te gaan hebben verschillende overheden zich verenigd om samen te zoeken naar oplossingen. Gezien de belangen wil Delfland in dit traject een sturende rol spelen. Daarnaast loopt op initiatief van het rijk het landelijke Delta-programma. Hierin wordt veel aandacht besteed aan de zoetwatervoorziening en oplossingen voor de toekomst. In dit programma wil Delfland proactief participeren;
Jaarrekening 2010
25
Realisatie In 2010 is het implementatieplan van de Delflandse Visie op de watervoorziening vastgesteld. In dit implementatieplan worden de verschillende acties op het gebied van beleidsontwikkeling, onderzoek en inbreng in externe trajecten gecoördineerd en wordt ook de samenhang tussen deze acties gewaarborgd. Naast concrete activiteiten die Delfland zelf gaat opstarten vanuit het implementatieplan (zoals een doorspoelplan) is er in 2010 veel aandacht besteed aan de gevolgen van het mogelijk in 2015 zout worden van het Volkerak-Zoommeer. Delfland is actief betrokken geweest bij de maatregelen en de verkenningen om een goede zoetwatervoorziening te kunnen blijven handhaven. Daarnaast is Delfland in 2010 actief betrokken geweest bij de start van het landelijke Deltaprogramma zoetwater. Onder meer is de bestuurlijke betrokkenheid georganiseerd en zijn de voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van een regionale en landelijke probleemanalyse zoetwater in 2011. 3. De verdeling van water en afspraken daarover met de omringende waterbeheerders liggen vast in verschillende waterakkoorden. Deze zijn deels voor normale omstandigheden, maar ook speciaal voor tijden van droogte. In deze akkoorden ligt ook een kostenverdeling vast. Deze waterakkoorden worden voortdurend gemonitord, geëvalueerd en zo nodig herzien. Realisatie In 2010 is een nieuw Waterakkoord Rijnland-Delfland vastgesteld in de VV van zowel Rijnland en Delfland. De formele afronding van de procedure vindt plaats in de eerste helft van 2011 door middel van een bekendmaking. 4. Delfland kent vele tientallen peilbesluiten. Deze peilbesluiten hebben een bepaalde houdbaarheidsdatum. Daarna moet een nieuwe peilafweging plaatsvinden. Deze afweging wordt meegenomen in de watergebiedstudies en omgezet in een peilbesluit dat een vaststellingsprocedure doorloopt. Indien de cyclus van de watergebiedstudies niet geheel aansluit op die van de peilbesluiten, kan eenmalig een verlenging worden aangevraagd. Hier wordt in een aantal gevallen gebruik van gemaakt; Realisatie In 2010 zijn de volgende peilbesluiten vastgesteld: Heen- en Geestvaartpolder Waalblok Groeneveldsepolder Ook zijn in 2010 de volgende peilbesluiten in procedure genomen: Abtswoude Cluster Berkel-Pijnacker (4 peilbesluiten) Boschpolder Voor een aantal peilbesluiten is om deze te laten aansluiten op de cyclus van de watergebiedsstudies een verlenging van de looptijd bij de provincie aangevraagd. 5. In verschillende beleidsdocumenten wordt de ambitie van Delfland om te streven naar een robuust en veerkrachtig watersysteem concreet gemaakt en uitgewerkt. Deze beleidsdoelen worden geïmplementeerd in de instrumenten die Delfland tot zijn beschikking heeft. Het beleid wordt vervolgens gemonitord en geëvalueerd. Een van de instrumenten is de Legger waterlopen, de basis van het onderhoud en de vergunningverlening. Dit is de juridische verankering van het watersysteem. In de Waterwet, die eind 2009 in werking trad, worden nieuwe eisen gesteld aan de Legger. Om hieraan te voldoen moet de Legger de komende jaren verder worden ontwikkeld en moeten meer gegevens worden verzameld; Realisatie
Jaarrekening 2010
26
De Legger wateren is in december 2010 aan het college van D&H voor besluitvorming aangeboden. De Legger wordt begin 2011 door de VV worden vastgesteld. In de Legger zijn ook de natuurvriendelijke oevers opgenomen waarvan bekend is dat deze vergund zijn of dat daarover in het verleden afspraken zijn gemaakt over de overdracht en het beheer. De database met de gegevens van de Legger is gecontroleerd en bijgewerkt. 6. De watergebiedstudies zijn integrale studies waarin alle aspecten van het watersysteem per gebied worden getoetst aan de normen. De waterkwantiteit vormt een groot onderdeel van de studie. Er worden berekeningen gemaakt voor zowel het oppervlaktewater als het grondwater, waarbij zowel zeer natte, als zeer droge, als gemiddelde omstandigheden worden beschouwd; Realisatie De watergebiedstudie Delft is gereed voor besluitvorming en de watergebiedstudie Waterweggemeenten is gestart. Naar aanleiding van de besluitvorming over de Kadernota 2011 is, in overleg met de VV-commissie Watersystemen kwaliteit en – kwantiteit, het opstarten van nieuwe studies gestopt tot het moment dat de beleidsvisie watergebiedstudies gereed is. In het kader van de uitwerking van de beleidsvisie watergebiedsstudie‟s zal de planning van de toetsing worden bepaald. 7. De karakteristieken van het gebied van Delfland maken dat de bestaande technieken niet altijd toereikend zijn om de waterbergingsopgave te realiseren. Regelmatig komen vanuit belanghebbende partijen en commerciële instellingen ideeën om de opgave op een innovatieve manier op te lossen. Delfland staat open voor deze innovatieve ideeën. Om hier op een constructieve manier mee om te gaan wordt een loket ingericht en beheerd; Realisatie In 2010 is een aantal innovatieve vormen van berging toegepast of verder uitgewerkt. Hierbij noemen we de projecten “Westmade, Optiflor”, zie ook verder in dit jaarverslag en “de waterberging op sportvelden”. Door besluitvorming over de Kadernota 2010 heeft een prioriteitsstelling plaats gevonden. Hierdoor is de inzet voor een innovatieloket uitgesteld. 8. De boezem is het hoofdtransportsysteem. Het op orde houden en efficiënt benutten van de capaciteit is van belang voor het functioneren van het volledige watersysteem van Delfland. Om adviesvragen goed te kunnen beantwoorden en om in de beleidsontwikkeling goed te kunnen anticiperen op de mogelijkheden van het systeem, is het van belang om de basisgegevens goed op orde te hebben en deze goed te implementeren in het boezemmodel. Hiervoor wordt in eerste instantie een model ontwikkeld dat aan de nieuwste inzichten voldoet en waarin alle maatregelen die zijn genomen in het kader van ABC-Delfland zijn verwerkt. Dit model wordt vervolgens op een adequate manier onderhouden en actueel gehouden en ingezet voor diverse doeleinden; Realisatie Voor de doorontwikkeling van het boezemmodel is voor de modelleringsomgeving een vernieuwde werkwijze ontwikkeld. Daarnaast is tevens een beheerprotocol opgesteld dat deze werkwijze ondersteund. Het instrument heeft met name zijn waarde reeds bewezen in het snel doorrekenen van boezemontwikkelingen in scenario‟s zoals bijvoorbeeld voor de Kadernota 2011. Ook was dit het geval in bijvoorbeeld de herijking van het boezemsysteem en de technisch onderbouwing van de motivatie voor het VV-voorstel Verbredingen Westland.
9. De kennis van Delfland over de werking van het watersysteem wordt vergroot op basis van de vragen die in de organisatie en buiten de organisatie leven. Een groot deel van de externe vragen komt binnen via de uitvoeringsprogramma‟s van de waterplannen. Daarnaast wordt binnen de kaders van Waterkader Haaglanden onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden geïmplementeerd
Jaarrekening 2010
27
in het werk van Delfland en worden uitgedragen. Daarnaast zullen deze onderzoeken aanleiding zijn voor een vervolg. Om alle vragen op een adequate manier te kunnen behandelen en zo de kennis te vergroten, zijn goede gegevens en model instrumenten nodig. Het op orde krijgen en houden van deze basis is een deel van de inspanning; Realisatie Aan kennisopbouw en samenwerking is in 2010 het volgende gedaan: Het beheer en het onderhoud van data en modellen wordt continu gemonitord en geëvalueerd. De landelijke ontwikkelingen (zoals het Deltamodel en NHI) zijn in de modelconcepten en werkwijzen van Delfland vertaald. In 2010 is zowel door Waterkader Haaglanden als door Kennis voor Klimaat subsidie verstrekt voor dit onderzoeksvoorstel. De onderzoeken van de proeftuinen Noordpolder, Plaspoelpolder en Waalblok zijn nagenoeg afgerond en is een start gemaakt met de proeftuin Oranjepolder. De proeftuinen Rijswijk-Zuid en Midden-Delfland zijn verder ontwikkeld. Voor twee proeftuinen - Rijswijk-Zuid en Plaspoelpolder - is een watergame speelklaar gemaakt, waardoor met betrokken (markt)partijen situaties kunnen worden nagespeeld en waardoor een beter inzicht in elkaars standpunten en problemen ontstaat. Er is bijgedragen aan een onderzoek „watersysteem als energiebuffer‟. 10. Via verschillende contacten met de omgeving komen initiatieven binnen en wordt Delfland gevraagd om te participeren in onderzoeksprojecten. Om focus aan te brengen in de onderzoeken waar Delfland in participeert, wordt een jaarprogramma opgesteld. Binnen dit programma worden de kennisleemtes gekoppeld aan het kennisaanbod. Om de ambitie te realiseren zal Delfland met gebiedspartners en onderzoeksinstellingen gezamenlijk onderzoek doen, zoveel mogelijk in het kader van gesubsidieerde onderzoeksprogramma‟s, met cofinanciering van partijen. In de planperiode gaat het om de programma‟s Kennis voor klimaat en Ruimte voor Water en Economie (Waterkader Haaglanden). Na beëindiging van het programma Ruimte voor Water in 2012, blijft Delfland investeren in deze vormen van onderzoek; Realisatie Vanuit de besluitvorming over de Kadernota 2011 is een Plan van Aanpak ontwikkeld voor een kennis-en innovatie agenda. Verder is geïnvesteerd in gesprekken met gebiedspartijen op welke wijze de samenwerking binnen Haaglanden effectgericht en kosteneffectief kan worden vormgegeven in verband met het beëindigen van het Kennisprogramma Ruimte voor Water en Economie. Tot slot is besloten tot deelname aan het onderzoeksproject 3Di waterbeheer en is geïnvesteerd in het verder verbreden van het samenwerkende consortium. 11. Delfland toetst het watersysteem aan de opgelegde normen. Daar waar de normen worden overschreden treft Delfland in principe maatregelen om aan de normen te voldoen. In enkele gevallen staat het risico dat gelopen wordt echter niet in verhouding tot de benodigde maatregelen. Daar kan worden nagedacht of er op een andere manier met dit risico omgegaan kan worden. Om deze gedachten verder uit te werken wordt beleid ontwikkeld waarin de voor- en nadelen tegen elkaar worden afgewogen om vervolgens een lijn waarlangs gehandeld wordt vast te stellen; Realisatie De besluitvorming over de Kadernota 2011 heeft een kanteling in het denken over normen teweeg gebracht waardoor het effectgericht spoor leidend is geworden. Het markt- en gebiedsgerichte denken uit de Kadernota 2011 houdt een andere aanpak in voor de manier waarop Delfland de wateroverlast wil benaderen. De VV-notitie Verkenning Westland is daarvan een voorbeeld. De ideeën uit de verkenning zijn in 2010 overgenomen en verder uitgewerkt in de eerste versie van de Visienota Wateroverlast.
Jaarrekening 2010
28
De Kadernota was ook aanleiding voor de studie Urgente polders. Dit onderzoek heeft geleid tot een lijst van urgente polders voor heel Delfland op basis van het risico van optreden van wateroverlast. Ten slotte is ook een proces uitgewerkt voor de actualisatie van deze lijst. 12. Delfland volgt de ontwikkelingen in het gebied en participeert tijdig om de waterbergingsopgave te realiseren. Een van de instrumenten die wordt ontwikkeld om dit proces te ondersteunen is de bergingsbalans. In dit instrument is per gebied zichtbaar wat het bergingstekort is. De bergingsbalans wordt ook ingezet als instrument voor beleidsmonitoring en evaluatie; Realisatie De doorlooptijd van het project bergingsbalans is langer geworden dan eerst was voorzien. De reden van deze vertraging is de keuze voor een gewijzigde aanpak waarin meer ruimte is gecreëerd voor het beproeven en evalueren van de bergingsbalans aan de hand van een prototype voor het gebied Westland. Het prototype van de bergingsbalans is opgeleverd. Voor de overige gebieden is deze nu vrijwel gevuld met gegevens zoals bijvoorbeeld het waterbergingstekort per polder. De bergingsbalans helpt om betere bestuurlijke besluitvorming voor te bereiden. Ook is het inzicht in het watersysteem met dit instrument actueler. 13. Delfland heeft specifiek grondwaterbeleid opgesteld, met heldere doelen voor het grondwaterbeheer. De basis van dit beleid is het beleid dat tot eind 2009 door de provincie Zuid-Holland wordt gevolgd. Om Delflands taken op het gebied van grondwater goed uit te kunnen voeren moet er kennis worden opgebouwd. De basis daarvoor is het beschikken over een goed functionerend model dat gevuld is met de relevante data; Realisatie Door de besluitvorming over de Kadernota 2011 is als gevolg van prioriteitswijzigingen de inzet op monitoring, evaluatie en verdere ontwikkeling van kennis van het grondwaterbeleid sterk verminderd. Hierbij is afgesproken vooralsnog qua uitvoering het eerdere beleid van de provincie te handhaven. Met alle gemeenten binnen Delfland heeft afstemming plaatsgevonden over de taakopvatting voor grondwater en zijn afspraken gemaakt. Dit betreft zowel interne (grondwaterloket) als externe (meldpunt) afspraken hoe met grondwaterproblemen van ingelanden wordt omgegaan. Voor wat betreft de kennisontwikkeling is een grondwatermodel aangeschaft. 14. De komende jaren wordt het toezicht (inclusief schouw) verder geprofessionaliseerd en dit zal gebaseerd zijn op een bestuurlijk vastgestelde probleemanalyse en bijbehorende prioritering. Daarbij moet 2010 worden beschouwd als een overgangsjaar; Realisatie Het toezicht wordt conform de wettelijke eisen en volgens het vastgestelde handhavingsbeleid uitgevoerd. Het beleid is geprioriteerd op basis van de in december 2009 vastgestelde probleemanalyse. De schouw is uitgevoerd conform het bestuurlijk vastgestelde kader waarbij in 2010 het beleid is aangepast aan de implementatie van de Flora- en faunawet en waarbij de zomerschouw is geactualiseerd en verbeterd. 15. Beheer en onderhoud. Het streven is door middel van beheer en onderhoud zorg te dragen voor een goed functionerend watersysteem. Reguliere beheer- en onderhoudsmethoden zijn onder andere krozen, maaien, schonen en baggeren. Het beheren van het oppervlaktewaterpeil en handhaven van de peilbesluiten gebeurt door optimale bediening van de kunstwerken zoals het uitmalen, spuien en inlaten van
Jaarrekening 2010
29
oppervlaktewater. Daarnaast zorgt goed beheer en onderhoud voor het optimaal functioneren van de aanwezige natte infrastructuur. a) Regulier onderhoud watergangen: krozen en zuiveren; b) Ecologisch onderhoud: voor iedere watergang wordt bepaald welk beheer en onderhoud past bij het handhaven van de waterhuishoudkundige functie en mogelijkheden voor het ontwikkelen van landschappelijke, recreatieve en ecologische waarden onder andere conform eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Vervolgens wordt dit ingepast in het onderhoud van het programma waardoor een differentiatie ontstaat; c) Ecologisch beheer door aangelanden: samen met aangelanden uitvoeren om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van ecologisch beheer door aangelanden; d) Onderhoud natuurvriendelijke oevers: natuurvriendelijke oevers in eigendom en beheer van Delfland worden beheerd en onderhouden volgens vastgestelde beheers- en onderhoudsplannen; e) Oeverafkalving: de aanwezigheid van oeverplanten is een belangrijk aspect in het tegengaan van oeverafkalving. Door middel van voorbeeldoevers worden ingelanden en de eigen organisatie geïnformeerd over oorzaken en herstelmaatregelen. Het onderhoud van de reeds ingerichte voorbeeldoevers (circa 3 km) in het kader van oeverafkalving worden bij het onderhoud van de natuurvriendelijke oevers meegenomen; f) Ecologisch inrichten: in de beheersplannen van natuurvriendelijke oevers wordt rekening gehouden met recreatief medegebruik; g) Beheren en onderhouden kunstwerken: reguliere activiteit. Volgens een onderhoudsprogrammering worden alle kunstwerken onderhouden; h) Baggeren overeenkomstig het baggervakkensysteem. binnen een cyclus van 8 jaar worden alle pijlvakken indien nodig gebaggerd; Realisatie Zie ook de toelichting onder 1. a) De watergangen, inclusief de daarin vallende natuurvriendelijke oevers en voorbeeldoevers (tegen afkalving) zijn onderhouden (krozen, zuiveren, maaien) conform planning. Er is voor een lengte van ongeveer 1200 kilometer watergang onderhanden genomen. Ook de waterbergingen en de terreinen in Delflands beheer zijn onderhouden. b) De inventarisatie met betrekking tot het ecologische onderhoud is uitgevoerd en geïmplementeerd in het onderhoud. c) In de proeftuin Midden-Delfland wordt geëxperimenteerd met Groenblauwe diensten (GBD). Voor het toepassen van ecologisch onderhoud door derden is besloten te wachten op de uitkomsten van dit GBD-onderzoek. d) Er is een conceptbeheerplan voor natuurvriendelijke oevers opgesteld. Het concept kan definitief worden gemaakt nadat de nieuwe Legger watergangen is vastgesteld. Er is een forse bijdrage geleverd aan de nieuwe Legger om alle natuurvriendelijke oevers van Delfland hierin op te nemen. Het onderhoud aan de natuurvriendelijke oevers is uitgevoerd (zie onder a.). e) Dit project rondom oeverafkalving is uitgevoerd en afgerond, deels al in 2008 en 2009. Het onderhoud aan de voorbeeldoever is uitgevoerd. f) In het conceptbeheerplan natuurvriendelijke oevers is rekening gehouden met recreatief medegebruik. g) De kunstwerken zijn merendeels onderhouden volgens een, nog niet volledig ingevuld, geautomatiseerd preventief onderhoudssysteem. De verdere opbouw van dit programma wordt in 2011 afgerond. Hiernaast zijn de resterende kunstwerken periodiek geïnspecteerd en onderhouden. Door middel van het analyseren van repeterende storingen worden verbeterslagen uitgevoerd om zodoende het aantal storingen te verminderen en de inzetbaarheid te verhogen. De inventarisatie van alle stuwen ligt op schema;in 2010 is 50% afgerond. Ook is een inventarisatie gemaakt van de oude gemalen die de komende jaren zullen worden gereviseerd. h) Het baggerseizoen 2009-2010 is volledig afgerond. Het baggerseizoen 2010-2011 is voor het grootste gedeelte uitgevoerd conform planning, die standaard over de
Jaarrekening 2010
30
kalenderjaren heen loopt. Het restant vindt plaats begin 2011. Het seizoen 20112012 is conform planning voor een belangrijk deel voorbereid. Het beheerplan onderhoudsbaggeren is samengesteld en op 16 december 2010 vastgesteld door de VV. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
10.599
21.214
20.795
9.964
9.964
7.057
9.847
Rente en afschrijving
11.792
10.660
14.502
18.588
Totaal lasten
32.354
41.837
42.354
39.846
Directe opbrengsten
-129
-421
-471
-844
Totaal baten
-129
-421
-471
-844
32.225
41.416
41.883
39.002
Toegerekende salarissen
11.411
Baten
Saldo programma
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten en opbrengsten sprake van in totaal afgerond € 0,5 miljoen lagere kosten. De belangrijkste oorzaken betreffen: Door onder andere de meer gunstige weersomstandigheden was sprake van € 335.000 lagere kosten voor het onderhoud van waterlopen Door onder andere een vrijval van transitorische kosten uit voorgaande jaren, de gunstige weersomstandigheden en een lagere bijdrage aan de gemeente Den Haag was sprake van € 393.000 lagere kosten voor het krozen door derden. De kosten voor het nemen van noodmaatregelen ter voorkoming van wateroverlast waren door het minder optreden van calamiteiten € 134.000 lager. Voor de uitvoering van de WOU was sprake van € 57.000 lagere advieskosten. Door een hoger aantal draaiuren van de gemalen als gevolg van de neerslag en de niet gehaalde taakstellende bezuiniging was in 2010 sprake van hogere elektriciteitskosten voor de gemalen van in totaal € 352.000. De afwijking op de rente en afschrijving is het gevolg van een inventarisatie op de aanwezigheid en waardering van de vaste activa naar aanleiding van opmerkingen van de accountant bij de jaarrekening 2009. Uit deze inventarisaties is naar voren gekomen dat diverse activa niet meer aanwezig zijn of waarvan de afschrijvingstermijn moest worden aangepast van 25 jaar naar 5 jaar. Hierdoor was in 2010 sprake van hogere afschrijvingslasten. Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen) Voldoende water
Raming primitieve begroting 2010 55,6
Bijgestelde raming 1e Burap 44,3
Bijgestelde raming 2e Burap 27,6
Realisatie in 2010
10,3
Toelichting Op de verschillende investeringen binnen het programma Voldoende water is in 2010 per saldo een bedrag van € 10,2 miljoen uitgegeven. Daarnaast hebben als gevolg van de VV-voorstellen van 16 december 2010 voor de actualisatie van projecten en voor de voorstellen voor Poelzone en verbredingen Westland in totaal voor € 15,1 miljoen aan verschuivingen en afboekingen plaatsgevonden. Deze bedragen zijn gecorrigeerd op de
Jaarrekening 2010
31
realisatie over 2010. Indien rekening wordt gehouden met deze correctie bedraagt de werkelijke realisatie over 2010 een bedrag van € 25,3 miljoen. In onderstaande overzicht zijn de correcties en de belangrijkste investeringen opgenomen. Omschrijving investering
Correctie actualisatie Projecten Voorstel verbredingen Westland, Poelzone Scope wijzigingen TA projecten op basis besluit actualisatie projecten Overige projecten Totaal
Bedrag (in € 1 miljoen) 7,4 7,7 1,5 0,7 17,3
In 2010 zijn er ook een aantal projecten opgeleverd of financieel gereed gemeld. Voorbeelden hiervan zijn de Calamiteiten berging Hoekpolder, gemaal Meerpolder en de berging aan de Tjalklaan. Binnen dit programma wordt een groot aantal projecten uitgevoerd. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de volgende projecten waarvan het investeringsplan meer bedraagt dan € 5 miljoen: Haags Cluster Het Haags cluster is een verzameling van verschillende werkzaamheden. In relatie met de prioritering binnen het programma Voldoende water vindt er op dit project een heroverweging plaats. Door deze heroverweging zijn een aantal verplichtingen uitgesteld, waardoor in 2010 sprake was van lagere uitgaven ten opzichte van de ramingen.
Berging bergboezem polder Berkel In 2010 is het definitief ontwerp afgerond. Daarnaast zijn ook de belangrijkste vergunningen verstrekt. In juni 2011 wordt aan de verenigde vergadering gevraagd in te stemmen met het verder uitvoeren van deze berging. Wateroverlast binnenstad Delft In december 2010 is het project gereedgekomen. Momenteel wordt er nog gewerkt aan het afronden van een aantal restpunten en het afsluiten van het project. De binnenstad Delft is nu centraal afsluitbaar van de boezem van Delfland. De verwachting was dat het project in zijn geheel zou worden afgerond in 2010. Echter door de beperkte capaciteit bij de aannemer is dit niet gehaald. Berging bergboezem Delfgauw Het project begint zich in de voorontwerp-definitief ontwerpfase en wordt naar verwachting in de eerste helft van 2011 voor verdere besluitvorming aan de verenigde vergadering voorgelegd. Nieuw gemaal Vlotwatering Dit project bevindt zich in de nazorgfase en wordt naar verwachting in de eerste twee maanden van 2011 afgesloten. Calamiteiten berging Hoekpolder Dit project is in 2010 afgerond en is afgesloten. Gemaal Bergboezem polder Berkel Dit project is onlosmakelijk verbonden met het project bergboezem Berkel. Naar verwachting wordt in het eerst deel van 2011 aan de VV een voorstel tot verdere uitvoering voor dit cluster voorgelegd. Uitvoering cluster 11 Pijnacker-Nootdorp Dit project is een verzameling van verschillende werkzaamheden. In relatie met de prioritering in het programma Voldoende water vindt er op dit project een
Jaarrekening 2010
32
heroverweging plaats. Naar verwachting worden in de zomer van 2011 de uitkomsten aan de verenigde vergadering voorgelegd Risico’s: Exploitatie Het niet in gang zetten van een aantal beleidstrajecten kan gevolgen hebben voor het traject van handhaving en regulering. Deze gevolgen zijn nog onvoldoende in beeld gebracht. Het niet breed uitvoeren van de watergebiedstudies brengt het risico met zich mee dat niet alle daaraan verbonden doelen worden gehaald. Dit werkt bijvoorbeeld door in de kennisopbouw over grondwater en in de peilbesluiten. Het stellen van prioriteiten zal organisatiebreed en met het bestuur worden gedeeld zodat gezamenlijk keuzes worden gemaakt. Concreet voor de tweede helft van 2010 is sprake van een vertraging van de voortgang van de watergebiedstudie Delft. De watergebiedstudie Westland die ook voor 2010 staat gepland, wordt opgepakt als er meer richting is vanuit de Kadernota 2011. Dit geeft dan ook ruimte. De consequenties van het beperkt oppakken wordt verder uitgewerkt in de beleidsvisie watergebiedstudies. De overdracht van de grondwatertaak van de provincie naar Delfland kent vele risico‟s waar het komende jaar meer zicht op komt. Dit heeft te maken met meer inzicht in de exacte omvang van de werkzaamheden, de huidige situatie van de grondwateroverlast en de kwaliteit van het vergunningenbestand. De impact van de overname van het Vaarwegbeheer van de provincie door Delfland laat zich op dit moment niet inschatten. Met de provincie moeten nog nadere afspraken worden gemaakt. Ook is het noodzakelijk beleid in het kader van het Vaarwegbeheer te ontwikkelen. Naar het bestuur en de kennisinstituten en de allianties is gecommuniceerd dat Delfland openstaat voor samenwerking. Op dit moment kan niet geheel op alle verzoeken worden ingegaan. Initiatieven voor innovatieve oplossingen voor het realiseren van waterberging kunnen wellicht onvoldoende adequaat beoordeeld en afgehandeld worden. Investeringen Er vindt een actualisatie van de projecten plaats. In deze actualisatie worden de dossiervorming, het risicomanagement en het eenduidig ramen verwerkt. De uitkomsten van deze actualisatie hebben gevolgen voor de meerjareninvesteringsbegroting.
Jaarrekening 2010
33
Jaarrekening 2010
34
3.3
Programma C- Stevige dijken
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Ten behoeve van het verkrijgen en behouden van Stevige dijken en deze te laten voldoen aan de gestelde veiligheidseisen worden meerdere werkzaamheden uitgevoerd. Voor het onderhoud aan de kades worden visuele inspecties uitgevoerd, grasbekledingen op kades gemaaid, kleine herstelwerkzaamheden uitgevoerd en wordt buitengewoon onderhoud (aanpassing profiel) uitgevoerd om de waterkeringen op vereiste Leggerafmetingen te houden. Primaire waterkeringen en genormeerde regionale waterkeringen worden regelmatig getoetst en waar nodig worden verbeterwerken uitgevoerd. Om de kerntaken en doelstellingen van dit programma te realiseren zijn uiteenlopende instrumenten beschikbaar zoals communicatie, vergunningverlening en handhaving. Concreet gaat het om de volgende doelstellingen: Het actueel maken en houden van Delflands beleid, de Legger en het beheerregister; Het toetsen van de primaire en regionale keringen; Het volgens planning uitvoeren van de verbetering van de primaire en regionale waterkeringen; Het in stand houden van de kerende functie van primaire, regionale en overige waterkeringen door inspecties, onderhoud en buitengewoon onderhoud. Het onderhoud voldoet aan de gedragscode in de Flora- en faunawet; Actief participeren in onderzoek en stimuleren innovaties. Ambities: 1. De waterkeringen in Delfland zijn bestand tegen de gevolgen van een veranderend klimaat en voorbereid op de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. De keringen zijn robuust en beschermen beter tegen overstromingen. Delfland zet het veiligheidsbelang voorop bij beschouwing van ruimtelijke ontwikkelingen nabij keringen. De waterkeringen zijn een karakteristiek onderdeel van het landschap. Bij het onderhoud en de verbetering ervan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met andere belangen, zoals cultuurhistorie en natuur; 2. Delfland heeft zijn kennis van de waterkeringen verdiept. Hierdoor kan Delfland de keringen effectiever en efficiënter beheren en onderhouden. Delfland weet hoe het moet anticiperen op veranderende extremen en op mogelijke calamiteiten; 3. Het beperken van de schade aan de waterinfrastructuur door muskusratten. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? Hieronder is per doelstelling de daarvoor uitgevoerde activiteiten (op hoofdlijnen) weergegeven. 1. Het actueel maken en houden van Delflands beleid, de Legger en het beheerregister. Realisatie De Leggers van de Delflandsedijk, een deel van de rivierdijk en zeedijk zijn in 2010 ter inzage gelegd. Naar verwachting worden deze leggers begin 2011 vastgesteld. De actualisatie van de Legger van de boezem- en polderwaterkeringen is in 2010 gestart. Als eerste actie is hiervoor eerst een Leggerwijziging doorgevoerd. De aanpassing betrof een op 33 locaties gewijzigde de ligging van de keringen, die eerder per vergunning waren geregeld. Hierna zal de Legger van deze keringen worden herzien. Als eerste staat dan de actualisatie van de Legger van de door de provincie genormeerde regionale keringen (dat zijn boezemwaterkeringen en binnenboezem van Berkel) op de rol. Het Algemeen waterkeringen beleid is in 2010 vastgesteld. De beleidsregel medegebruik Delflandse Dijk wordt in de VV van 17 februari 2011 vastgesteld.
Jaarrekening 2010
35
Voor het actualiseren van de geometrie van de waterkeringen (het inmeten) zal gebruik worden gemaakt van AHN2 in plaats van Fli-map, hetgeen een kostenbesparing tot gevolg heeft. 2. Het toetsen van de primaire en regionale keringen; Realisatie In het kader van de derde toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen heeft Delfland aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verslag uitgebracht over de algemene waterstaatkundige toestand van haar keringen. Tevens is een plan van aanpak opgesteld voor de nazorg van deze derde toetsing en is een eerste aanzet gemaakt voor vervolgactiviteiten. De delen van de primaire keringen die in de derde toetsronde zijn afgekeurd worden gedurende de komende planperiode verbeterd. Na het uitvoeren van de eerste globale toetsing van een lengte van 420 kilometer regionale keringen is de toetsing in detail voortgezet. In 2010 zijn de toetsingen van een lengte van ongeveer 44 kilometer risicovolle kaden grotendeels afgerond. Op basis van het addendum op de leidraad toetsing regionale keringen worden de risicovolle afgekeurde keringen opnieuw getoetst. Voor deze kaden wordt in 2011 een definitief veiligheidsoordeel opgesteld. De kadedelen die dan worden afgekeurd zullen gedurende de komende planperiode worden verbeterd. Deze verbeteringen vinden plaats conform het kadeverbeteringsprogramma 2010–2015. Ten slotte zijn in 2010 diverse regulerings- en handhavingsactiviteiten uitgevoerd die zijn verantwoord en beschreven in het programma Instrumenten maar ten dienste staan van het programma Stevige dijken. 3. Het verbeteren van de primaire en regionale waterkeringen; Realisatie Het project Scheveningen Boulevard verloopt voorspoedig. In 2010 is een afstand van 100 meter dijk extra aangelegd waarvan de aanleg stond gepland voor 2011. In de winterperiode is doorgegaan met de aanleg van de diepwand en de dijk in de Keizerstraat. De diepwand is 82 strekkende meter lang, ligt 20 meter diep en verbindt de nieuwe dijk met de bestaande zeewering. Eind 2010 heeft ook de tweede fase van de zandsuppletie plaatsgevonden. Daarnaast is in het eerste deel van de dijk over een lengte van 500 meter de strandmuur geplaatst. Voor het project Delflandse Kust heeft zandsuppletie plaatsgevonden bij vak 13 tot en met 15 en is in november een aanvang gemaakt met de zandsuppletie voor de vakken 16 en 17 (Solleveld). In 2010 is gewerkt aan de voorbereiding voor negen kadeverbeteringsprojecten met een totale lengte van bijna 15 kilometer. Voor drie projecten was sprake van nazorg. In 2011 worden acht nieuwe projecten in voorbereiding genomen met een bruto lengte van circa 8 kilometer. Bij twee projecten wordt in 2011 daadwerkelijk het verbeterwerk gestart. 4. Het in stand houden van de kerende functie van primaire, regionale en overige waterkeringen door inspecties, onderhoud en buitengewoon onderhoud; Realisatie In 2010 is het dagelijks onderhoud aan de primaire, regionale en overige keringen uitgevoerd volgens planning. Daarnaast is buitengewoon onderhoud uitgevoerd aan een lengte van 7 kilometer aan regionale keringen. Hiervan is ook over een lengte van 1,2 kilometer de beschoeiing vervangen. Voor de periode 2011-2015 is de opgave voor buitengewoon onderhoud geconcretiseerd en vastgelegd. Ook is gestart met een plan van aanpak voor diezelfde periode waarin de realisatiestrategie is opgenomen.
Jaarrekening 2010
36
In 2010 zijn alle keringen aan een vluchtige visuele inspectie onderworpen en zijn alle opgetreden defecten waaronder lekkages verholpen. Voor de eerste regionale toetsing zijn beheerdersoordelen opgesteld. Daarnaast hebben ook droogte-inspecties plaatsgevonden. 5. Actief participeren in onderzoek en stimuleren innovaties. Realisatie Delfland heeft in 2010 actief geparticipeerd in het landelijk studieproject VNK2. Dit project betreft het bepalen van de overstromingskansen van primaire waterkeringen. De uitkomsten van deze studie dragen bij om inzicht te verkrijgen in het functioneren van de primaire waterkering bij maatgevende situaties. Verder draagt de studie bij aan het prioriteren van verbeteringswerken. Ten slotte kan het project gezien worden als een actieve invulling van toegepast onderzoek en innovatie zoals beschreven in het Algemeen Waterkeringenbeleid van Delfland. Ten slotte is in 2010 Digispectie in gebruik genomen. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
5.394
4.618
3.923
4.138
Toegerekende salarissen
1.185
1.185
1.582
1.346
Rente en afschrijving
2.070
2.366
4.145
4.130
Totaal lasten
8.650
8.169
9.651
9.614
Directe opbrengsten
-84
-28
-46
-241
Totaal baten
-84
-28
-46
-241
8.566
8.141
9.605
9.373
Baten
Saldo programma
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten sprake van afgerond € 0,7 miljoen lagere kosten. De belangrijkste oorzaken betreffen: In 2010 zijn meer activiteiten dan gepland in eigen beheer uitgevoerd, waaronder de beleidsregel Medegebruik. Hierdoor was sprake van lagere kosten van € 40.000. In 2010 is voor met name het uitvoeren van second opinions minder expertise ingehuurd dan werd verwacht. Hierdoor zijn de verwachte kosten € 89.000 lager. In 2010 was minder capaciteit beschikbaar voor de uitvoering van een aantal werkzaamheden in het kader van innovatie en onderzoek waardoor sprake was van lagere kosten van € 45.000. De aanbestedingsprocedure voor de toetsing van de waterkeringen is later afgerond dan tijdens Burap2 was voorzien. De werkzaamheden zijn pas in de loop van het vierde kwartaal 2010 aanbesteed waardoor slechts een klein deel in 2010 is gerealiseerd. Hierdoor is sprake van € 128.000 lagere kosten. Door onder andere het gezamenlijk uitvoeren van een droogteonderzoek, een vertraging als gevolg van winterweer en het gebruik van bagger in plaats van klei voor het uitvoeren van ophogingen was in totaal voor het onderhoud van regionale waterkeringen sprake van lagere kosten van € 210.000. De betaalde vergoedingen voor grondwateronttrekking waren onder andere door een gunstige afrekening over 2009 € 110.000 lager.
Jaarrekening 2010
37
De afwijking op de rente en afschrijving is het gevolg van een inventarisatie op de aanwezigheid en waardering van de vaste activa naar aanleiding van opmerkingen van de accountant bij de jaarrekening 2009. Uit deze inventarisaties is naar voren gekomen dat diverse activa niet meer aanwezig zijn of waarvan de afschrijvingstermijn moest worden aangepast van 25 jaar naar 5 jaar. Hierdoor was in 2010 sprake van hogere afschrijvingslasten. Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen)
Raming primitieve begroting 2010
Stevige dijken
10,9
Bijgestelde raming 1e Burap 6,5
Bijgestelde raming 2e Burap 3,6
Realisatie in 2010
2,8
Toelichting Op basis van het project Actualisatie projecten (VV van 16 december 2010) zijn de bedragen voor het investeringsplan en de investeringskredieten bijgesteld naar de op dat moment bekende ramingen. In bovenstaande tabel zijn de verschillen weergegeven van de raming ten tijde van de 2e Burap en de daadwerkelijke uitgave over 2010. De verschillen zijn beperkt en worden veroorzaakt door vertragingen binnen projecten vanwege meerdere oorzaken. Over het geheel is sprake van een relatief beperkte afwijking van afgerond € 0,8 miljoen tussen de gerealiseerde uitgaven over 2010 en de raming bij de Burap 2. Het verschil van afgerond € 0,8 miljoen tussen de uiteindelijke realisatie 2010 en de verwachting bij de Burap 2 wordt in onderstaande tabel toegelicht. Omschrijving investering
Automatisering keersluis Maassluis
Bedrag (in € miljoen) -0,02
Vl. Driesluizen verv. Aanlegst.
0,08
Boezemkade Hol. En Zoutev. Pld Vl. Vaart Boezemkade Noord Kethelpld lngs Schie Boezemkade Aalkeet Buitenpolder Zuidbuurt
0,01 0,05 0,09
Boezemkade N-Kethelpld lngs poldervrt Kadeverbetering. Groenveldsepolder langs Zweth
0,03 0,05
Boezemkade Broekpld lngs kromme Zweth
0,09
Boezemkade Aalkeet Buitenpolder Boonervliet
0,13
Polderkadeverbetering Molenweg polder Berkel
0,08
Kadeverbetering Commandeurspolder Aut. BWO kering ‟t Haantje
0,10 0,02
Jaarrekening 2010
Toelichting
Project gestopt conform voorstel actualisatie projecten. Door de lange levertijd van de houten palen verschuift de uitvoering naar 2011 Project is in de afsluitende fase Project is in de afsluitende fase Vertraging in het project door geconstateerde scheurvorming in woning aan de Zuidbuurt (zie risico‟s). Project is in de afsluitende fase Met de gemeente Midden-Delfland zijn afspraken gemaakt om de kadeverbetering gezamenlijk uit te voeren met de realisatie van een fietspad. Dit leidt tot vertraging. vertraging (vanwege de complexheid van het project) heeft geleid tot een beperkt lagere uitgave vertraging (vanwege de complexheid van het project) heeft geleid tot een beperkt lagere uitgave Er is een uitloop door een schadeclaim. Project wordt in 2011 afgerond. Raming is hierop aangepast. Activiteiten vallen net in 2011 Doordat aanpassingen aan de kering moeten plaatsvinden wordt het project verschoven naar 2011
38
Stelpost renovatie BWO keringen Voorboezem gemaal polder van Nootdorp Kadeverbetering Tedingerbroekpolder
Totaal
-0,03 Voor een kwalitatief goede afronding is ieti is meer uitgegeven 0,11 De vertraging heeft geleid tot een beperkt lagere uitgave 0,02 Project heeft beperkt vertraging opgelopen als gevolg van sanering door SBNS 0,8
Op basis van de notitie „Actualisatie van projecten‟ (nr. 20656, VV van 16 december 2010) zijn twee projecten gestopt en vier projecten afgesloten. Het project Renovatie BWO keringen is op basis van eerder genoemde notitie „Actualisatie van projecten‟ naar beneden bijgesteld van € 2,2 naar € 1,8 miljoen omdat destijds de inschatting was dat het met geringe kosten kon worden afgerond. Door meer inzichten is de raming bijgesteld. De huidige raming bedraagt op basis van de laatste inzichten € 1,975 miljoen dit is € 0,175 miljoen hoger dan het huidige IP en krediet. Voorgesteld wordt het IP en krediet op te hogen tot € 1,975 miljoen. Risico’s: Exploitatie Wegen op kades - Omvang exploitatie Buitengewoon Onderhoud In 2010 is een aanzet gegeven tot een plan van aanpak Buitengewoon onderhoud. Dit plan van aanpak wordt in 2011 afgerond. De opgave uit het WBP4 (40 kilometer) betreft de lengte van kades die netto meer dan 10 centimeter te laag zijn. Vanuit efficiencyoverweging worden ook de directe naast- of tussenliggende delen die minder dan 10 centimeter te laag zijn, meegenomen. In de periode 2006-2010 is circa 10 kilometer van de opgave gerealiseerd. Een eerste analyse van de resterende opgave (30 kilometer) geeft het inzicht dat op basis van het principe van efficiënt uitvoeren circa 70 kilometer buitengewoon onderhoud zal plaatsvinden. Een groot deel hiervan zijn de complexere locaties waaronder de kades met wegen. Om de opgave van te lage kades (buitengewoon onderhoud) voldoende efficiënt en effectief te kunnen realiseren wordt: het plan van aanpak buitengewoon onderhoud afgerond en vertaald naar een onderhoudsplan. de onderhoudsprogramma‟s van de diverse wegbeheerders afgestemd met de eigen planning. Met het plan van aanpak wordt inzicht verkregen in de daadwerkelijke kosten voor het buitengewoon onderhoud en ontstaat meer inzicht in de werkelijke opgave. Dit kan consequenties hebben voor de exploitatiebegroting. Woning aan de Zuidbuurt in Aalkeet-Buitenpolder Aan een woning in de Zuidbuurt in de Aalkeet- Buitenpolder is een scheur geconstateerd. Er is een eerste onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak en of deze scheur veroorzaakt is door het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden aan de kering. Delfland loopt een risico aansprakelijk te worden gesteld voor de ontstane schade aan de woning. Bedrijfsvoering Voor de instandhouding van de keringen en daarmee het onderhoud meer preventief en planmatig te maken is het nodig een onderhoudsprogramma op te stellen. In dit onderhoudsprogramma kan het inspectieplan worden opgenomen. Ook kan met dit onderhoudsprogramma beter worden gerapporteerd naar de provincie en is het mogelijk betere ramingen te maken op een langere termijn. Tevens kan een betere afstemming over het onderhoud plaatsvinden met de overige beheerders. Als basis hiervoor is een beheerregister benodigd waardoor meer informatie beter beschikbaar komt. Delfland is gestart met een pilot waarin het programma Stevige
Jaarrekening 2010
39
dijken een bijdrage levert. De personele bezetting voor het beheer en onderhoud aan de keringen is vrij beperkt. Er moet nu worden ingezet op twee zaken. Aangezien de informatie in het beheerregister ook de basis voor het onderhoudsprogramma vormt is het belangrijk nu in te zetten op het opzetten van het beheerregister. Hierdoor loopt het opzetten van het onderhoudsprogramma wel enige vertraging op. Investeringen Omvang van het investeringsvolume Door de lange doorlooptijd van de diverse projecten blijft het een risico of alle kadeverbeteringsprojecten in 2015 kunnen worden afgerond. Vooralsnog is de inzet gericht op de realisatie in 2015. De verwachting is dat het investeringsvolume van in totaal € 68 miljoen (exclusief „STORM‟ voor een bedrag van € 25 miljoen), in combinatie met het doortoetsen van de geprioriteerde kades, naar verwachting genoeg is om in 2015 een lengte van 34 kilometer kades op orde te hebben.
Jaarrekening 2010
40
3.4
Programma D-Gezuiverd afvalwater
Doelstelling: Wat wilden we bereiken? Binnen dit programma ligt het accent op het transporteren en zuiveren van afvalwater. Delfland voldoet daarbij aan de wettelijke eisen en verwerkt het zuiveringsslib op de daartoe bestemde wijze. Verder werkt Delfland samen met partners in de afvalwaterketen en is een partner in de Publiek Private Samenwerking (PPS) met Delfluent. Het doel hierbij is het vergroten van de doelmatigheid en transparantie in de processen. Ambities: 1. 2.
Het beheer van de afvalwaterketen is doelmatiger en duurzamer geworden. Delfland blijft voldoen aan alle wettelijke eisen voor het transport en zuivering van afvalwater en het verwerken van zuiveringsslib; Delfland heeft nog meer inzicht in de werking en de kosten(opbouw) van de afvalwaterketen. Het beheer van de afvalwaterketen is transparanter geworden.
Maatregelen 2010: Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1.
Het beheer en onderhoud van het zuiveringssysteem (zowel de afvalwaterzuiveringsinstallaties als het transportstelsel van riolering en gemalen) wordt onverminderd doorgezet. Dit geldt ook voor het beleid en beheer van IBA‟s. In 2010 wordt het onderhoudbeheerssysteem op effectiviteit en efficiency geëvalueerd en waar mogelijk geoptimaliseerd;
Realisatie De maatregel is gerealiseerd. Op basis van een in 2008 uitgevoerde evaluatie is vastgesteld dat het ontwikkelen van een assetmanagement planning en het risico gestuurd onderhoud bijdragen aan de optimalisatie. Deze verbeterprojecten zijn in 2010 gestart. 2.
Afvalwater, hemelwater en rioolvreemd water worden op de meest doelmatige wijze behandeld, waarbij de lozingen minimaal voldoen aan het emissiespoor, het waterkwaliteitsspoor en de KRW. In 2010 worden de activiteiten die gericht zijn op de „doelmatigheid van de afvalwaterketen‟ concreet gedefinieerd en gebundeld in een programma. In 2010 wordt de OAS Nieuwe Waterweg uitgevoerd. In 2010 wordt de vergunning voor de AWZI Harnaschpolder gereviseerd;
Realisatie Deze maatregelen zijn nagenoeg gerealiseerd. OAS Nieuwe Waterweg en de revisie van de vergunning van de AWZI Harnaschpolder zijn vertraagd. Deze vertragingen veroorzaken geen risico‟s. In het derde kwartaal van 2010 zijn de concept beschikkingen voor de revisie van de vergunningen van de AWZI Nieuwe Waterweg afgegeven. Hierin zijn verscherpte lozingseisen opgenomen. Dit kan leiden tot een aanzienlijke kostenverhoging. Tegen deze verscherpte lozingseisen is door Delfland bezwaar gemaakt. 3. Delfland zuivert het afvalwater duurzamer: minder energieverbruik, minder uitstoot van broeikasgassen, minder chemicaliëngebruik en hergebruik van effluent, zuiveringsslib en reststoffen. In het kader van de Meerjarenafspraak-3 zijn energie-efficiency maatregelen gedefinieerd door Delfland en Delfluent welke vanaf 2010 worden doorgevoerd. In 2010 start, in samenwerking met het Warmtebedrijf Eneco-Delft, de realisatie van gebruik van restwarmte van het effluent van de AWZI Harnaschpolder ten behoeve van stadsverwarming. Dit levert een bijdrage aan de reductie van uitstoot van broeikasgassen.
Jaarrekening 2010
41
Een vier jaar durend onderzoek naar hergebruik van effluent op de AWZI Harnaschpolder is gestart in 2009 en wordt in 2010 voortgezet. In 2010 wordt in samenwerking met 11 waterschappen de businesscase „Energiefabriek‟ uitgewerkt. Afhankelijk van de resultaten van de in 2009 uitgevoerde haalbaarheidsstudie naar het gebruik van de restcapaciteit van de slibvergisting op AWZI Houtrust zal deze restcapaciteit worden ingezet ten behoeve van de productie van groen gas. In 2010 wordt op de zuiveringen De groote Lucht en Nieuwe Waterweg een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor levering van groen gas. Realisatie Deze maatregelen zijn gerealiseerd. In het kader van Meerjarenafspraak-3 zijn er in 2010 door Delfland diverse energie-efficiency maatregelen genomen. Daarnaast is er in overeenstemming met bestuurlijke besluitvorming, strikt gezuiverd conform de wettelijk gestelde eisen. Dit heeft ertoe geleid dat er in 2010 op de AWZI‟s De Groote Lucht en Nieuwe Waterweg in totaal ruim 1 miljoen kWh minder aan elektriciteit is ingekocht. De projecten warmtelevering en hergebruik van effluent worden volgens de planning voortgezet. Ook zal een onderzoek worden uitgevoerd voor de keuze van het benutten van de vergistingscapaciteit op AWZI Houtrust. De businesscase „Energiefabriek‟ en het onderzoek naar groen gas zijn uitgevoerd. Duidelijk is geworden dat op dit moment de Energiefabriek, Nieuwe Sanitatie Poelzone en groen gas niet rendabel toe te passen zijn. Onderdelen uit de onderzoeken zullen in de toekomst wel worden toegepast. Bij initiatieven in de omgeving zal worden aangehaakt. 4. Slib en reststoffen worden verwerkt en afgevoerd volgens de geldende milieu- en kwaliteitseisen. In 2010 gaat er mogelijk een fusie tussen DRSH en HVC plaatsvinden. In 2010 werken Delfland en Delfuent mee aan een onderzoek en maatregelen naar geurvrij slibverladen ter voorkoming van overlast voor de omgeving; Realisatie Deze maatregelen zijn gerealiseerd. DRSH en HVC zijn gefuseerd. Op AWZI Harnaschpolder zijn de eerste maatregelen doorgevoerd voor het geurvrij verladen van slib. Slibverwerking bij HVC Na de aandelenruil DRSH-HVC (begin 2010) is de dienstverlening met betrekking tot de slibverwerking op hetzelfde peil doorgegaan. Al het aangeboden slib werd afgenomen en op een verantwoorde wijze verwerkt. De slibverwerking is in 2010 volledig in de Business Unit Verwerking van HVC geïntegreerd. Door gerealiseerde synergievoordelen, met name op het gebied van onderhoud en bediening, kon het overeengekomen maximale verwerkingstarief voor 2011 met een bedrag van € 2 per ton naar beneden worden bijgesteld. Dit ondanks het feit dat het slibaanbod van de aandeelhouders achterblijft bij de prognose. Eind 2010 heeft HVC samen met en voor het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard en voor Waterschap Hollandse Delta zogenaamde energiescans uitgevoerd. Deze energiescans hebben tot doel het ondersteunen van de waterschappen in hun ambitie om de bedrijfsvoering te verduurzamen. In 2011 worden ook energiescans voor de andere aandeelhoudende waterschappen, waaronder Delfland uitgevoerd. Op het gebied van de slibverwerking vinden diverse innovatieve onderzoeken plaats waarvan de belangrijkste hieronder worden toegelicht.
Jaarrekening 2010
42
Pilot ‘Geurloos verladen’ In 2010 is door HVC in samenwerking met de waterschappen een definitief concept ontwikkeld voor het geurloos vanuit de silo-opslag verladen van zuiveringsslib. Dit concept zal in het eerste kwartaal van 2011 op AWZI Harnaschpolder in de praktijk worden uitgetest. Als voorbereiding hierop is in het vierde kwartaal van 2010 de slibverlading van AWZI Harnaschpolder daarop aangepast. Hergebruik reststoffen HVC onderzoekt in samenwerking met een Belgische onderneming de haalbaarheid en toepasbaarheid van een nieuw procedé om fosfaat uit de verbrandingsas van het zuiveringsslib terug te winnen. Het terugwinnen van fosfaat is van groot belang aangezien de winbare wereldvoorraad aan fosfaat snel terugloopt. Daarnaast is HVC bezig het gebruik van de verbrandingsas (vliegas) als fundering voor asfalt toe te passen. Dit zal voor het eerst worden toegepast op het terrein van HVC in Dordrecht. 5. Samen met gemeenten heeft Delfland afspraken gemaakt over de toekomstige hoeveelheden afvalwater en vervolgens de meerjarenplannen op elkaar afgestemd. In 2010 wordt de vijfjaarlijkse meerjaren update van de afvalwaterprognose 2010 - 2025 opgesteld; Realisatie Deze maatregel is gerealiseerd. De prognose voor de periode 2010-2020 is gereed en is gebaseerd op de gegevens van de gemeenten tot en met 2009. Op basis van de gegevens van gemeenten over 2010 zal de prognose 2011 een doorkijk geven tot 2025. 6. Delfland heeft het beheer van de IBA‟s geëvalueerd, de tevredenheid van de gebruikers onderzocht en heeft een adequaat klachtenafhandelingssysteem ontwikkeld. In 2010 wordt een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder gemeenten en gebruikers; Realisatie Door het later opleveren van de IBA‟s wordt de evaluatie van het beheer van de IBA‟s doorgeschoven naar 2011. Deze vertraging veroorzaakt geen risico‟s. Gesignaleerd is dat de onderhoudskosten voor de IBA‟s hoger zijn dan verwacht. 7. De kennis van het zuiveringssysteem wordt verdiept, onder meer om het systeem duurzamer en efficiënter te laten werken. Hiertoe wordt de samenwerking met andere partijen, waaronder gemeenten, versterkt. In samenwerking met gemeenten en gebaseerd op het Nationaal Bestuursakkoord Waterketen wordt in 2010 vervolg gegeven aan afstemming om te komen een regionaal bestuurlijk akkoord waterketen; Realisatie De doelstellingen uit het Nationaal Bestuursakkoord Waterketen zijn in 2010 vervangen door de doelstellingen uit het akkoord tussen de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Voor de implementatie van dit akkoord is in 2010 een procesplan opgesteld. 8. Delfland heeft meer inzicht gekregen in de kosten van het transportsysteem en de zuiveringen, onder meer door in 2010 mee te doen aan de landelijke benchmark Zuiveringsbeheer. In 2010 worden de prestaties van 2009 gemeten in het kader van de driejaarlijkse benchmark Zuiveringsbeheer;
Jaarrekening 2010
43
Realisatie De benchmarkgegevens zijn aangeleverd. De benchmark is in 2010 nog niet gepubliceerd. 9. Delfland heeft meer systeeminzicht gekregen van riolering, transportsysteem en zuivering door het gebruik van (beter beheerde) meetgegevens. In 2010 wordt het project „Meten in de waterketen‟ vormgegeven en uitgevoerd conform afspraken gemaakt in het afvalwaterakkoord OAS De Groote Lucht; In 2010 wordt het proces datamanagementsysteem geïmplementeerd. Realisatie Het project „Meten in de waterketen‟ is verschoven naar 2011. Het datamanagement systeem is gerealiseerd en borgt de kwaliteit van de procesdata als basis voor rapportages en procesvoering. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
78.250
76.188
74.400
3.468
3.468
3.261
3.446
43.970
56.759
38.052
48.275
125.689
136.415
115.713
127.123
Directe opbrengsten
-9.238
-1.754
-3.281
-1.542
Totaal baten
-9.238
-1.754
-3.281
-1.542
116.451
134.661
112.432
125.581
Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
75.401
Baten
Saldo programma
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten en opbrengsten sprake van afgerond € 1,5 miljoen lagere kosten en € 1,4 miljoen hogere opbrengsten. Dit betreft met name: Directe kosten Door het afsluiten van de schikkingsovereenkomst met Delfluent is sprake van een eenmalige bijdrage van € 219.000. Een eenmalige verlaging € 693.000 betreffende grensoverschrijdend afvalwater als gevolg van definitieve afrekeningen 2005 tot en met 2007. In 2010 is geen overeenstemming met de gemeenten Delft en Vlaardingen bereikt inzake kostenverdeelsleutel. Door het ontbreken van deze kostenverdeelsleutel is sprake van hogere lasten van € 318.000. Dit betreft afrekeningen van voorgaande jaren. Hogere lasten van € 197.000 wegens een geschil met het Bureau Verontreinigingsheffing aangaande berekening vervuilingseenheden. Een verlaging van de te betalen verrekening slibkosten met Delfluent Services van € 673.000 wegens tegenvallende ontwateringsresultaten op de zuiveringsinstallaties Houtrust en Harnaschpolder. Hierdoor is meer slib naar DRSH afgevoerd. Hogere lasten van € 391.000 als gevolg van bijdrage aan gemeenten voor het plaatsen van IBA‟s. Daarnaast is een subsidiebijdrage van € 501.000 ontvangen die direct aan de gemeenten moet worden uitgekeerd (zie ook de baten). Lagere lasten van € 122.000 als gevolg van het ten laste van de frictiekosten brengen van de reserveringsvergoeding grondaankoop Priel in Hoek van Holland.
Jaarrekening 2010
44
Een verlaging van elektriciteitskosten van € 181.000 ten gevolge van energiebesparende maatregelen (1 miljoen Kwh minder verbruik in 2010 ten opzichte van 2009) en door het zuiveren conform de wettelijke eis. Een verlaging van € 130.000 door lagere afrekeningen over voorgaande jaren in het kader van rijksheffingen als gevolg van betere zuiveringsresultaten. Op de overige diverse budgetten is sprake van in totaal € 369.000 lagere kosten. Directe opbrengsten Voor het project IBA is een subsidiebijdrage van € 501.000 ontvangen ter uitbetaling aan de deelnemende gemeenten voor het plaatsen van IBA installaties. Deze subsidiebijdragen worden binnenkort aan de gemeenten ter beschikking gesteld. Delfland functioneert hierin als intermediair. Hogere baten van € 850.000 vanwege vrijval voorziening slibverwerking. Met ingang van 2010 is sprake van een voorziening in plaats van een reserve waardoor de jaarlijkse onttrekking direct ten gunste van de exploitatie wordt gebracht in plaats van via de resultaatsbestemming. Rente en afschrijving De afwijking op de rente en afschrijving is het gevolg van een inventarisatie op de aanwezigheid en waardering van de vaste activa naar aanleiding van opmerkingen van de accountant bij de jaarrekening 2009. Uit deze inventarisaties is naar voren gekomen dat diverse activa niet meer aanwezig zijn of waarvan de afschrijvingstermijn moest worden aangepast van 25 jaar naar 5 jaar. Daarnaast zijn in 2010 de uitkomsten van de externe onderzoeken naar de boekhoudkundige verwerking van de PPS-constructie bekend geworden. Uit deze onderzoeken blijkt dat de betreffende kosten van de PPS constructie overeenkomstig de levensduur van de installatie in 30 jaar mogen worden afgeschreven in plaats van de tot nu toe toegepaste 5 jaar. Per saldo levert dit voor 2010 een voordeel op van afgerond € 18,8 miljoen. Investeringen: Verloop investeringen 2010 Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen)
Raming primitieve begroting 2010
Gezuiverd afvalwater Correctie stelselwijziging PPS
21,1
Bijgestelde raming 1e Burap 22,6
Bijgestelde raming 2e Burap 12,9
Realisatie in 2010
10,0 -5,4
Toelichting Correctie stelselwijziging Uit de stelselwijziging in de jaarrekening 2009 inzake de PPS-constructie is naar voren gekomen dat een bedrag van € 5,4 miljoen wegens geactiveerde uren tot en met 2009 van de projectorganisatie moet worden afgewaardeerd. Met deze afwaardering was in Burap 2 al rekening gehouden. De afwijking van € 2,9 miljoen tussen de raming over 2010 in de 2e Burap en de uiteindelijke jaarrekening betreft de volgende investeringen. Omschrijving investering
DGL vervangen Terreinleidingen Rioolgemaal Nieuwland Grondverwerving voor. nieuwe gemalen Restpunten AHR (pers/gml)
Jaarrekening 2010
Bedrag (in € 1 miljoen) -/-0,2 -/-0,3 -/-0,4 -/-0,2
45
Rioolgemaal Delft Rioolgemaal Schevingen/Belgisch park Rioolgemaal Leidschendam Rioolgemaal Morsestraat Rioolgemaal Groenhovenstraat Rioolgemaal Laakwijk Grondaankoop Nieuwland Overige projecten Totaal
-/-0,3 -/-0,2 -/-0,3 0,3 -/-0,3 -/-0,4 -/-0,4 -/-0,2 -/- 2,9
Binnen dit programma worden een groot aantal projecten uitgevoerd. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de volgende projecten: Uitbreiding Transportsysteem De Lier-Maassluis (OAS DGL) De Optimalisatie afvalwater studie (OAS) De Groote Lucht omvat een groot aantal projecten, die in samenwerking tussen de betrokken partijen worden gerealiseerd. Relevant is het project aanleg van een buffer in het rioolstelsel in De Lier. Het voorlopige ontwerp van dit project is afgerond. De locatie is vastgelegd en het project is op de markt gebracht in de vorm van een „design and construct‟- contract. In het komende jaar zal de buffer gerealiseerd worden. Effluentgemaal Houtrust Dit project is conform investeringsplan, krediet en planning in 2010 afgerond. Rioolgemaal Scheveningen/Belgisch park Dit gemaal gaat het bestaande verouderde gemaal Westduinweg vervangen. Na een langdurig traject voor locatiekeuze en ontwerp is de locatie nu vastgelegd. Het ontwerp wordt afgerond. Rioolgemaal Morsestraat Dit is de renovatie van het bestaande afvalwatergemaal Morsestraat. In 2010 is het ontwerp afgerond. Teneinde de renovatie mogelijk te maken is een tijdelijke pompinstallatie aangebracht. Deze installatie is in december in bedrijf gesteld. In het komende jaar wordt het project op de markt aanbesteed, waarna de uitvoering aanvangt. Rioolgemaal Groenhovenstraat De (nieuw)bouw van dit gemaal is grotendeels voltooid. Het gemaal is in bedrijf. In 2010 is gewerkt aan de afronding van de besturingssystemen. Het gemaal Groenhovenstraat heeft een bijzondere besturing, doordat het gemaal naar keuze kan afvoeren naar de twee AWZI‟s Houtrust of Harnaschpolder. De realisatie van deze bijzondere besturing heeft een vertraging van enkele maanden gehad. Rioolgemaal Laakwijk Dit betreft de renovatie van het bestaande gemaal Laakwijk. Al eerder is hier een tijdelijke pompinstallatie geplaatst en in bedrijf gesteld. De renovatie van dit gemaal is in uitvoering. Eind 2010 was de ruwbouw in uitvoering. Overige projecten De uitvoering van de overige projecten ligt over het algemeen op schema. Risico’s: Juridische status persleidingen (bevoegd aanLegger) Bij ingrepen in de infrastructuur signaleren de leidingbeheerders van Delfland regelmatig problemen wegens het ontbreken van regelingen tussen Delfland en de eigenaren van percelen waar Delfland persleidingen heeft liggen. Er moet hierbij een onderscheid worden gemaakt tussen de eigendom van de leiding en het regelen van de bescherming van de leiding. Per 1 februari 2007 is een nieuw wetsartikel van kracht geworden waarin is bepaald dat de bevoegd aanlegger van leidingen of zijn
Jaarrekening 2010
46
rechtsopvolger met terugwerkende kracht eigenaar is van de leiding ook al ligt die op een perceel van een ander. In de gevallen waarin niets met de grondeigenaar is geregeld moet de gewenste bescherming alsnog worden overeengekomen en kadastraal worden geregistreerd. Dat kan bijvoorbeeld door het vestigen van een recht van opstal met de zakelijk rechtstrook en de kwalitatieve verplichting. Om het eigendom van de leidingen zeker te stellen dienen deze te worden ingeschreven in de openbare registers. De inschrijving dient te geschieden door middel van een notariële akte. Veel problemen doen zich voor bij de uitwerking van de wet. De notarissen klagen dat het voor hen moeilijk en soms zelfs onmogelijk is de bevoegdheid van de aanLegger genoegzaam aan te tonen. Er is sprake van een gebrek aan bewijs van aanleg en de identiteit van de aanLegger en de bevoegdheid bij aanleg van de huidige eigenaar of diens rechtsvoorganger. De voorlopige resultaten uit een verkennend onderzoek tonen aan dat het ook voor Delfland moeilijk tot onmogelijk zal zijn in alle gevallen aan te tonen dat zij of haar rechtsvoorgangers (de gemeenten waarvan netten zijn overgenomen) destijds bevoegd aanLegger zijn geweest. Een overgangsregeling is dus gewenst. Het ministerie van Economische Zaken heeft aangekondigd dat deze regeling in de maak is. Zolang deze er niet is zal Delfland de inschrijving van de netten bij het kadaster via de notaris aanhouden totdat duidelijkheid is verkregen omtrent eventuele reparatiewetgeving voor gevallen waarin het bewijs van bevoegd aanLeggerschap niet is te achterhalen. De kostenschatting voor het (opnieuw) vestigen van recht van opstal met zakelijke rechten bedraagt ongeveer € 900.000. Als de reparatiewetgeving van kracht wordt kan dit bedrag worden bijgesteld. De verwachting is dat de kosten lager kunnen uitvallen. Tot die tijd bestaat het risico voor conflicten met derden met betrekking tot de bescherming van de persleidingen van Delfland tegen beschadigingen. Ook kan het voorkomen dat de leidingen onbereikbaar zijn in geval van werkzaamheden. Om de persleidingen toch te beschermen wordt momenteel overwogen een keur op de persleidingen in te stellen. Dit laatste zou een noviteit in de waterschapswereld zijn. Op dit moment wordt dit risico nog niet beheerst.
Jaarrekening 2010
47
Jaarrekening 2010
48
3.5
Programma E-Instrumenten
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Dit programma bestaat uit vele uiteenlopende instrumenten die kunnen worden ingezet om de kerntaken en doelstellingen van Delfland te bereiken. Het betreft hier een combinatie van wettelijk opgedragen instrumenten (bijvoorbeeld vergunningverlening en handhaving) en zelfstandig opgestelde instrumenten (communicatie en accountmanagement). Het pallet van instrumenten wordt door Delfland zorgvuldig en doelgericht ingezet. Daarnaast worden innovatie en zorg dragen voor een goede realisatie gezien als instrumenten om op een zo goed mogelijke manier invulling te geven aan de taken van het waterschap. Ambities: 1. Door goed overleg met andere overheden, belangenorganisaties en burgers, levert Delfland een essentiële bijdrage aan de veiligheid, leefbaarheid en duurzame bruikbaarheid van het beheergebied; 2. Delfland kiest voor doelgerichte communicatie, toegespitst op de wensen van de doelgroepen; 3. De te realiseren werken op een efficiënte, effectieve, creatieve, innovatieve en duurzame wijze aan te leggen; 4. Het proces van regulering en toezicht zo transparant en efficiënt mogelijk te blijven uitvoeren; 5. Innovatie wordt als voorwaarde gezien om de beleidsdoelstellingen te bereiken. Innovatief en creatief denken is onderdeel van de bedrijfscultuur; 6. Delfland wil een actuele en verantwoorde invulling geven aan zijn nautische verantwoordelijkheden; 7. Delfland wil naast zijn hoofdtaken ook rekening houden met het publieke belang van recreatief medegebruik. 8. De bestaande doeltreffende publiekscommunicatie blijft gehandhaafd. Onderdelen van het communicatiebeleid (zoals persbeleid, evenementenbeleid) worden op basis van een jaarprogramma uitgevoerd . Er wordt apart aandacht gegeven aan risicocommunicatie. Specifieke projectcommunicatie zal worden geïntensiveerd. Er zal ook onderzoek worden gedaan naar manieren om de communicatie te versterken en regelmatig wordt het communicatiebeleid geëvalueerd en zo nodig aangepast. Bij het nemen van maatregelen wordt het vergroten van de belevingswaarde een criterium. 9. Structureel aandacht besteden aan innovatie is een relatief nieuw werkterrein van Delfland. Jaarlijks wordt een programma opgesteld met een meerjarige doorkijk. De samenwerking met Delflandse partners zal onderdeel uitmaken van de innovatie en ook de realisatie van projecten. Delfland zal ook eigen innovatieve initiatieven ontwikkelen. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Voor de meeste waterplannen in Delflands beheersgebied is de planvorming gereed. Ze zijn of gaan in uitvoering. De nieuwe beleidsvisie waterplannen, de invoering van programmamanagement en het uitvoeren van watergebiedsstudies kunnen aanleiding geven om de uitvoeringsprogramma‟s van de waterplannen te herijken. De planning van maatregelen in elke gemeente wordt afgewogen tegen de doelen (in tijd, geld en resultaat) die Delfland per gebied wil bereiken. Dit kan leiden tot het stellen van andere prioriteiten en daarmee aanpassing van de uitvoeringsprogramma‟s. Daarnaast hebben de vastgestelde waterplannen over het algemeen een looptijd die ligt tussen 2012 en 2015. Voor 2015 dienen alle waterplannen ook voor het beleid en de visie te zijn herzien. Geraamd zijn tijd en geld voor planvorming, inclusief uitvoeringsprogramma en het uitvoeren van onderzoeksmaatregelen;
Jaarrekening 2010
49
Realisatie Delfland heeft in lijn met de Kadernota 2011 waterplannen gericht ingezet en alleen afspraken met gemeenten gemaakt als het bijdraagt aan de programmadoelen. Deze nieuwe manier van slim inzetten van het instrument waterplannen is opgenomen in de beleidsvisie waterplannen die in 2010 door het College is vastgesteld. Als gevolg van de Kadernota 2011 en gemeentelijke bezuinigingen is de besluitvorming van (de uitvoeringsprogramma‟s van) een aantal waterplannen getemporiseerd. Dit bood de mogelijkheid de uitvoeringsprogramma‟s te actualiseren en afspraken te herzien. Eind 2010 is met het uitvoeringsprogramma Vlaardingen de eerste actualisatie vastgesteld. Met gemeenten zijn procesafspraken gemaakt over de actualisatie van het uitvoeringsprogramma of het waterplan. Ook is een verkenning naar de aanpak van de wateroverlast in de polder in het Westland vastgesteld als opmaat naar de actualisatie van het waterplan van deze gemeente. 2. Door in ruimtelijke planprocessen te participeren kunnen de wateropgaves ruimtelijk verankerd worden. Participatie wordt mede bepaald door het programma-management. Vanaf 2012 wordt de capaciteit die nodig is voor de gebiedsprocessen uit de Waterkader Haaglanden-proeftuinen (waarvan het programma dan eindigt) onder de ruimtelijke plannen gevoegd; Realisatie Door te participeren in ruimtelijke planprocessen heeft Delfland in 2010 wateropgaves ruimtelijk kunnen verankeren. Vanuit marktgericht benadering werkt Delfland slimmer samen met andere partijen en heeft Delfland geld bespaard doordat investeringen van Delfland niet meer nodig zijn. Voorbeelden in 2010 zijn de besluitvorming over de zogenaamde FES-projecten in de Poelzone (Westland) en in Oostland. Hiertoe is onder meer ook gebruik gemaakt van de opgedane kennis in de proeftuinen van Waterkader Haaglanden. Als gevolg van de beleidskeuzes in de Kadernota 2011, de gemeentelijke bezuinigingen en het capaciteitsgebrek bij de gemeenten en Delfland is de uitvoering van diverse maatregelen uit (ruimtelijke) plannen vertraagd of uitgesteld. Voor een aantal (langlopende) plannen zijn op basis van de keuzes in de Kadernota 2011 de huidige afspraken tegen het licht gehouden en versneld geactualiseerd. Visie Watergebiedsstudies Met de beleidsvisie watergebiedstudies is in 2010 gewerkt aan een nieuwe inzet van watergebiedsstudies waarbij het effect op wateroverlast voor burgers in het gebied en een flexibele inzet voorop staan. Deze visie wordt in 2011 afgerond en geeft tevens de kaders aan voor de programmering en planning van de studies. Rioleringsplannen Delfland heeft geadviseerd bij diverse gemeentelijke rioleringsplannen, waaronder die van de gemeenten Den Haag en Westland. Daarmee is het belang voor de zuivering, de waterketen, het aansluiten van de glastuinbouw en het terugdringen van emissies verankerd. Bij de gemeente Den Haag is tevens bijgedragen aan het opstellen van een hemelwatervisie als onderdeel van dit plan. Afronden bijdrageregelingen In 2010 is de bijdrageregeling „afkoppelen verhard oppervlak‟ afgesloten. Daarmee zijn de drie bijdrageregelingen van Delfland op het gebied van riolering afgesloten voor nieuwe aanvragen. De uitbetaling van twee regelingen loopt nog door, de financiën hiervoor zijn geregeld in een voorziening. Bij een aantal gemeenten treedt vertraging op in de riolering van het buitengebied; met gemeente Westland zijn afspraken gemaakt over de uitloop en financiering. 3. Om invulling te geven aan de wettelijke taak (WRO) adviseert Delfland derden over ruimtelijke plannen. Deze advisering is gericht op realisatie van de ambities zoals die in het WBP4 zijn opgenomen, het ruimtelijk vastleggen van Delflands belangen en eigendommen en een kostenefficiëntie van het watersysteem;
Jaarrekening 2010
50
Realisatie In 2010 zijn circa 400 planadviezen afgehandeld. In alle gevallen is voldaan aan de wateropgave voor dat gebied, behalve in het planadvies voor het glastuinbouwgebied van Westland. Meer dan 75% van in deze periode afgehandelde planadviezen is digitaal aangeleverd en afgehandeld. Doel is verdere digitalisering van het wateradviesproces. Uitgangspunt bij het planadvies is een proactieve benadering richting gemeenten. Hiervoor heeft met de meeste gemeenten maandelijks overleg plaatsgevonden over nieuwe ontwikkelingen en bestemmingsplannen. Het planadvies is erop gericht om verslechtering van het huidige watersysteem en daarmee toekomstige investeringen te voorkomen. Daarnaast is het planadviesinstrument ingezet als de basis voor de realisatie van de inhoudelijke doelen. 4. Delfland ontwikkelt instrumenten om het data- en informatiebeheer te verbeteren en om de waterbeheerdoelen in de samenwerking met derden beter te realiseren; Realisatie Beheerregister De basis van veel beheersactiviteiten is het beschikken over goede gegevens. Daarom is een pilot is gestart met als doel te oefenen met een gedragen model voor gegevensbeheer. De pilot is in aangepaste vorm eind 2010 doorgestart, waarbij de eerste bevindingen zijn dat een kleine koerswijziging nodig is om het gegevensbeheer verankerd en op orde te krijgen. Dit proces wordt voortgezet in 2011. Delfland leert hierbij van waterschappen die verder zijn met gegevensbeheer. 3Di-project Om de informatie-uitwisseling te verbeteren en de communicatie te bevorderen, is in 2010 geparticipeerd in het „ontwikkeltraject‟ van het 3Di-project. Voor een overstromingsmodel dat kan worden gebruikt voor een calamiteitenoefening werd daadwerkelijk meegeoefend met een calamiteitenoefening. Door middel van het bepalen van kritische indicatoren, zal ieder jaar opnieuw een GO-NO GO moment plaatsvinden. 5. De mogelijkheden van het invoeren van algemene regels (ook in het kader van de nieuwe grondwatertaak) is op dit moment onderwerp van inventarisatie. Naar aanleiding hiervan wordt bezien welke onderwerpen, wanneer in aanmerking komen voor algemene regels; Realisatie In 2010 is deregulering en vermindering van administratieve lasten voor de burgers ingezet. Hiermee sluit Delfland aan bij de landelijke doelstelling om de regeldruk met 25% te verminderen. Voor de grondwatertaak zijn algemene regels doorgevoerd en is hier intensief (in 2010 circa 350 keer) gebruik van gemaakt. Ook is in 2010 een inventarisatie uitgevoerd van andere onderwerpen die in aanmerking komen voor het reguleren middels algemene regels. Het invoeren van deze algemene regels is voor 2011 geprogrammeerd in het programma Instrumenten. 6. Het verbeteren van de mogelijkheden voor recreatief medegebruik van waterstaatkundige objecten van Delfland; Realisatie In lijn met de Kadernota 2011 en de implementatienota heeft Delfland in 2010 geen initiatieven met betrekking tot recreatief medegebruik genomen. Er is afgezien van een beleidsnota recreatief medegebruik. Het aspect recreatief medegebruik is wel bij alle nieuw op te stellen beleidsnota‟s en beleidsregels meegenomen. 7. Voor wat betreft de vergunningverlening en handhaving geldt dat Delfland proactief zal deelnemen aan landelijke wet- en beleidsontwikkelingen. Er zal een risico-inventarisatie van de vergunningen worden uitgevoerd en er zal gekeken worden welke vergunningen zonder veel risico‟s om te zetten zijn naar algemene
Jaarrekening 2010
51
regels. Door middel van controles, toezicht houden en handhaven van bestaande wet- en regelgeving wordt uitvoering gegeven aan Delflandse, nationale en Europese wet- en regelgeving. Het toezicht zal zichtbaar gemaakt worden en het aantal controles wordt verhoogd. Ten aanzien van nautisch beheer zal Delfland beleid opstellen en dit vervolgens implementeren in beleidsregels en de handhaving ervan. Periodiek zullen de verkeersbesluiten worden geactualiseerd; Realisatie Delfland heeft pro-actief deelgenomen aan landelijke en regionale wet- en beleidsontwikkelingen die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van Delfland en de uitvoerbaarheid van regelgeving. De focus lag op ontwikkelingen rondom glastuinbouw, grondwater (onder andere brijnbeleid) en Waterwet. Delfland heeft de loketfunctie en de informatievoorziening voor burgers voor het aanvragen van bijvoorbeeld watervergunningen versterkt, in aansluiting bij de landelijke doelstelling om de dienstverlening te verbeteren. Doordat gekozen is voor de implementatie van nieuwe taken heeft Delfland niet ingezet op het uitvoeren van meer controles om de zichtbaarheid in het gebied te vergroten. Dit was voorzien en besproken met de provincie. Wel is voldaan aan de reguliere handhavingsinspanning van Delfland. De realisatie van regulering, toezicht en handhaving is grotendeels conform het aan de bezetting aangepaste jaarplan 2010 verlopen. Regulering In 2010 zijn vrijwel alle watervergunningen binnen de daarvoor gestelde termijnen afgerond. Voor enkele gevallen zijn de termijnen overschreden, omdat meer interne afstemming c.q. beleidsaanpassing nodig was. Alle peilvergunningaanvragen zijn afgerond, voor één loopt de procedure nog. Met ingang van het strandseizoen 2009 hebben alle exploitanten een individueel besluit (vergunning) gekregen. Voor zover de aanvragen voldeden aan het strandbeleid, zijn deze verleend voor een periode van vijf jaar. De overige aanvragers die door de kustversterking nog niet konden voldoen aan het strandbeleid, hebben een besluit voor één jaar gekregen. Deze laatste zijn in 2010 opnieuw beoordeeld. De beoordelingen van meetrapporten en adviezen aangaande heffingsaanslagen vindt plaats conform de in 2010 vastgelegde afspraken met de Regionale Belasting Groep. De kerngetallen over 2010 zijn: Tabel regulering Omschrijving Verleende keurvergunningen
Aantal 2010 130
Geweigerde keurvergunningen
40
Verleende watervergunningen
750
Geweigerde watervergunningen
250
Afgegeven adviezen toetsen projectplan Afgedane meldingen werkzaamheden Technische begeleiding vergunde werken Afgegeven motorvaartontheffingen
Jaarrekening 2010
100 350 450 3.700
52
Handhaving Omschrijving Uitgevoerde controles
Aantal 2010 2.950
Ingezette handhavingstrajecten
320
Ingezette handhavingstrajecten nav schouw Strafrechterlijke trajecten
1.100
Meldingen incidenten
2.700
Afhandeling meldingen incidenten
1.250
106
Verder zijn in 2010 conform het jaarprogramma dertien toezichtprojecten uitgevoerd. Voor wat betreft de glastuinbouw is het toezicht op de emissieregistratie glastuinbouw (UO rapportages) en gecoördineerd toezicht glastuinbouw uitgevoerd. Ook is in verband met de overdracht van de grondwatertaak vanuit de provincie een inventarisatie gehouden van onbekende grondwateronttrekkingen. In samenwerking met het ministerie van VROM is het kennisproject Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden uitgevoerd. De nautische taken zijn in 2010 conform de afspraken uitgevoerd. Het nautisch beleid is geactualiseerd en bestuurlijk vastgesteld evenals de benodigde verkeersbesluiten. 8. De bestaande doeltreffende publiekscommunicatie blijft gehandhaafd. Onderdelen van het communicatiebeleid (zoals persbeleid, evenementenbeleid) worden op basis van een jaarprogramma uitgevoerd. Er wordt apart aandacht gegeven aan risicocommunicatie. Specifieke projectcommunicatie zal worden geïntensiveerd. Er zal ook onderzoek worden gedaan naar manieren om de communicatie te versterken en regelmatig wordt het communicatiebeleid geëvalueerd en zo nodig aangepast. Bij het nemen van maatregelen wordt het vergroten van de belevingswaarde een criterium; Realisatie Crisiscommunicatieplan Het crisiscommunicatieplan is geactualiseerd voor de andere opstelling van media en de mogelijkheden die publiek met steeds geavanceerdere mobiele telefoons en You Tube heeft. Dit plan wordt begin 2011 vastgesteld en is onderdeel van het te actualiseren Handboek calamiteitenzorg. Digitale communicatie Door meer gebruik te maken van digitale communicatiemiddelen, kunnen nagenoeg alle publicaties via de Delfland-website worden gecommuniceerd in plaats van via advertenties in kranten. Dit levert een grote besparing op. Daarnaast maakt Delfland in toenemende mate gebruik van social media middelen, zoals Twitter en Yammer (soort Twitter voor interne communicatiedoeleinden). Public Affairs Voor Public Affairs is een plan van aanpak gemaakt. Een van de activiteiten uit dit plan van aanpak was een congres over de Nationale Waterkennisdialoog op 29 november 2010. Begin 2011 wordt het vervolgtraject met de portefeuillehouder besproken. Educatieactiviteiten Vanwege de bezuinigingsopgave is er voor gekozen om de educatieactiviteiten niet te intensiveren. De bestaande inzet is wel gecontinueerd. De jeugd (voortgezet onderwijs) blijft een belangrijke doelgroep voor Delfland, omdat men op deze leeftijd nog beïnvloedbaar is in gedrag en daarnaast ook bezig is met een beroepsprofielkeuze.
Jaarrekening 2010
53
Expositieruimte Keringhuis De expositieruimte in het Keringhuis van de Maeslantkering is samen met Rijkswaterstaat opnieuw ingericht en in oktober onder grote belangstelling geopend door gedeputeerde Dwarshuis. De ruimte is helemaal ingericht op het interactief beleven van water en de wijze waarop wij in Nederland de delta beschermen. Zowel de Kadernota 2011 als het implementatieplan zijn intensief communicatief begeleid. Efficiënt omgaan met middelen Door zoveel mogelijk te kiezen voor digitale communicatiemiddelen, is een grote besparing op drukwerk gerealiseerd (zowel folders/brochures als millimeters in kranten). Verder schrijft team Communicatie vaker zelf teksten, waardoor de inhuur van tekstschrijvers flink is gedaald. Ook standaardisatie (waar mogelijk) bleek een besparing op te leveren. Programmasturing Er is voor vier programma‟s een communicatieparagraaf aangeleverd, toegespitst op het betreffende programma. In het programma instrumenten is een overkoepelende bijdrage van team Communicatie opgenomen. Minder mensen Tijdelijke contracten die in 2010 afliepen zijn niet verlengd. Hierdoor is de formatie bij team Communicatie in 2010 fors gedaald, zodat we de bezuinigingsdoelstelling op dit gebied invullen. 9. Structureel aandacht besteden aan innovatie is een relatief nieuw werkterrein van Delfland. Jaarlijks wordt een programma opgesteld met een meerjarige doorkijk. De samenwerking met Delflandse partners zal onderdeel uitmaken van de innovatie en ook de realisatie van projecten. Delfland zal ook eigen innovatieve initiatieven ontwikkelen. Realisatie Deze maatregel valt onder het programma Organisatie. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
4.081
6.584
6.388
1.225
Toegerekende salarissen
6.367
6.367
6.870
4.502
68
77
108
64
10.516
13.027
13.366
5.791
Directe opbrengsten
0
-2
-544
0
Totaal baten
0
-2
-544
0
10.516
13.025
12.822
5.791
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Saldo programma
Op dit programma is voor de directe kosten en opbrengsten per saldo sprake van in totaal afgerond € 0,7 miljoen lagere kosten. De belangrijkste oorzaken betreffen: De kosten voor externe communicatie waren in totaal € 310.000 lager. Door zoveel mogelijk te kiezen voor digitale communicatiemiddelen, is in totaal een besparing van € 250.000 gerealiseerd. Dit betreft onder andere de digitale bekendmakingen en het niet meer uitbrengen van informatiepagina‟s in huis-aanhuisbladen. Op de overige onderdelen waren de kosten € 60.000 lager.
Jaarrekening 2010
54
Door onder andere het digitaliseren van de schouw, het stoppen met schouw reguliering en plan advisering en de groei van het aantal vrijwilligers voor de schouw is sprake van lagere kosten van € 62.000. Als gevolg van de doorloop van de doorontwikkeling van de sector is door een verschuiving van de werkzaamheden naar 2011 sprake van in totaal € 132.000 lagere kosten. In het kader van bestuursdwangsommen is in 2010 een niet geraamd bedrag van € 58.000 ontvangen. In 2010 was sprake van een vrijval van € 64.000 van transitorische kosten voorgaande jaren voor werkzaamheden inzake subsidie lozingen. In dit programma is de totale financiële afwikkeling van de bijdrageregeling van in totaal € 3,7 miljoen verantwoord. Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen) Instrumenten
Raming primitieve begroting 2010 0,1
Bijgestelde raming 1e Burap 0,0
Bijgestelde raming 2e Burap 1,1
Realisatie in 2010
0,5
Toelichting De afwijking van de raming over 2010 in de 2e Burap ten opzichte van de uiteindelijke jaarrekening betreft de volgende investeringen. Omschrijving investering
Groen Blauwe Slinger FES proeftuin Waalblok Waalblok KvK1: HSHL08 Risico analyse. PT OranjePolder. Totaal
Bedrag (in € 1 miljoen) 1,0 -/-0,1 -/-0,2 -/-0,1 0,6
Groen Blauwe Slinger In december 2010 heeft de VV besloten dit project onder het programma Instrumenten onder te brengen. Tevens is besloten het investeringsplan en krediet te gebruiken als dekking voor de gewijzigde investeringplannen en kredieten binnen het programma Voldoende water. FES proeftuin Waalblok, Waalblok KvK1: HSHL08 en Risico analyse. PT OranjePolder Dit betreffen projecten in het kader van Kennis voor Klimaat onderzoek. Deze projecten worden gefinancierd vanuit het algemeen voorbereidingskrediet. Risico’s: Integrale aanpak In 2010 heeft de organisatie besloten programmasturing als leidend sturingsprincipe te implementeren. Hoewel de middelen van regulering, handhaving en toezicht en ruimtelijke planvorming binnen instrumenten zijn ondergebracht hebben de activiteiten nauwe raakvlakken met alle programma‟s. Dit is uiterst arbeidsintensief en vraagt veel inzet voor inbreng, planning en rapportage. De integrale aanpak loopt hierbij risico. Beheersmaatregel: bij het doorvoeren van programmasturing een integrale aanpak borgen. Verzoek bijdrage Den Haag Gemeente Den Haag heeft een verzoek gedaan tot bijdrage van € 2,5 miljoen aan afkoppelmaatregelen. Delfland heeft de bijdrageregeling in 2010 afgerond. Dit verzoek
Jaarrekening 2010
55
is niet voorzien en is daarom niet meegenomen in de voorziening van Delfland voor de uitbetalingen die nog plaatsvinden. Beheersmaatregel: in D&H zal een voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd met twee scenario‟s voor het al dan niet uitbetalen van de bijdrage.
Jaarrekening 2010
56
3.6
Organisatie (algemeen)
Doelstelling: Wat wilden we bereiken? Dit programma is de verzamelnaam voor de volgende onderdelen: F1 :Heffing en invordering F2: Bestuur, externe communicatie en crisisbeheersing F3: Bedrijfsvoering F4: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien De organisatie van Delfland kent vele uiteenlopende ondersteunende taken en processen die in dienst staan van de kerntaken en doelstellingen van het waterschap. Door een goede en efficiënte bedrijfsvoering is zowel de planning als de control van het waterschap in orde. Belastinggeld wordt geïnd en op een goede manier uitgegeven ten dienste van de kerntaken. Dit kan alleen als Delflandse middelen (zoals ICTinfrastructuur, wagenpark, gebouwen, repro-service) gericht zijn op de taken van het waterschap. Het personeel vormt een belangrijk onderdeel van het waterschap. De uitvoering van het personeelsbeleid zorgt voor voldoende mensen die toegerust zijn en blijven voor de taken van Delfland. Het bestuur (dagelijks en algemeen) van Delfland wordt ondersteund door een specifieke bestuursondersteuning. In geval van rampen en crisis wordt volgens de vigerende en actuele calamiteitenplannen gehandeld.
Jaarrekening 2010
57
Jaarrekening 2010
58
3.7
Programma F1-Heffing en invordering
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Op dit beleidsveld worden de kosten en opbrengsten verantwoord die verband houden met het heffen en invorderen van de waterschapsbelastingen, het verwerken van verzoek-, bezwaar- en beroepschriften met betrekking tot die aanslagen, de betalingsverwerking, kwijtschelding en (dwang)invorderingsmaatregelen. Ambities: 1. Delflands belastingen juist en tijdig op te leggen, (kwijtscheldings)verzoek-, bezwaar- en beroepschriften binnen de daarvoor gestelde termijnen juist af te doen, zorg te dragen voor het juist en tijdig verwerken van (terug)betalingen en het door middel van (dwang)invorderingsmaatregelen volgens de wet invorderen van openstaande vorderingen; 2. Het streven is te komen tot een belastingafdeling met een excellente dienstverlening aan de burger; 3. Vanaf 2012 10% kostenbesparing ten opzichte van de huidige kosten van uitvoering van de heffing en invordering van Belastingen. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Op 1 januari 2010 gaat het samenwerkingsverband op belastinggebied met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) in de vorm van een gemeenschappelijke regeling van start. Op termijn zouden ook overige partijen zich hierbij kunnen aansluiten; Realisatie Vanaf 1 januari 2010 verzorgt de Regionale Belastinggroep (RBG) de heffing en invordering van alle belastingen (watersysteemheffing, zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing, leges en precario). Met gemeenten zijn gesprekken gaande om te onderzoeken of een gezamenlijke aanpak voordelen oplevert. In het prestatiecontract met de RBG zijn onder meer de volgende prestatieindicatoren opgenomen: In 2010 is voldaan aan de norm om jaarlijks minimaal 98% van de aanslagen op te leggen. Binnen de wettelijke termijn (drie jaar) na het ontstaan van de belastingplicht of het einde van het tijdvak zijn alle aanslagen definitief opgelegd. De norm om kwijtscheldingsverzoeken binnen acht weken af te doen is te optimistisch gebleken: 86% is binnen deze periode afgedaan (de wettelijke maximale termijn is 1 jaar). Alle bezwaarschriften (in 2010 circa 14.000 of 2,2% van het aantal aanslagbiljetten) zijn binnen de wettelijke termijn afgedaan.
2. In 2010 wordt nog gewerkt met het huidige belastingsysteem. Het streven is om vanaf 2011 over te stappen naar het systeem van het Waterschapshuis (Tax-i); Realisatie Door een vertraging van de oplevering en en de hierdoor korte ervaringstijd van de eerste gebruikers wordt Tax-I in ieder geval niet op een korte termijn geïmplementeerd. Het is niet geheel onwaarschijnlijk dat voor een andere oplossing zal worden gekozen.
3. Het per 1 juli 2009 aflopende contract met het callcenter is niet verlengd. Dit werd vooral ingegeven door de matige kwalitatieve ervaringen van Delfland. Daarnaast is in het kader van de voorbereiding van de samenwerking met HHSK op belastinggebied besloten dat de klanteninformatievoorziening het beste in huis kan worden georganiseerd. Verwacht wordt dat hiermee de kwaliteit van de eerste-lijns
Jaarrekening 2010
59
afhandeling van telefoongesprekken sterk wordt verbeterd en dat ook de telefoonbelasting op de medewerkers in de back-office zal afnemen. Bovendien kan dit tegen lagere kosten. Realisatie In 2010 is geen gebruik gemaakt van een callcenter. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Heffing en invordering (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
7.447
7.447
6.156
5.117
Toegerekende salarissen
0
0
10
2.974
Rente en afschrijving
0
23
22
24
7.447
7.470
6.189
8.115
Directe opbrengsten
-1.968
-1.968
-715
-2.295
Totaal baten
-1.968
-1.968
-715
-2.295
Saldo programma
5.479
5.502
5.474
5.066
Totaal lasten Baten
Toelichting Per saldo is op dit programma geen sprake van afwijkingen. Risico’s: Voor de risico's inzake belastingopbrengsten verwijzen wij naar onderdeel IV. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
Jaarrekening 2010
60
3.8
Programma F 2-Bestuur en crisisbeheersing
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Binnen dit programma worden alle activiteiten verantwoord die behoren tot de activiteiten van de teams Bestuur, Communicatie en Crisisbeheersing (voor zover niet verantwoord binnen het programma E Instrumenten). Ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Ondersteunen van de besluitvorming(sprocessen); Agenderen van strategische vraagstukken en ontwikkelingen; Schakel zijn tussen bestuur en de ambtelijke organisatie; Op professionele wijze uitdragen van de missie en (kern)taken van de organisatie; Bevorderen van het communicatieve bewustzijn van Delflanders; Denken vanuit de omgeving; Onderhouden en verbeteren van het calamiteitenzorgsysteem van Delfland en dit verder uitbouwen; 8. Waar nodig verstevigen van het fundament onder de crisisbeheersing van Delfland met een hechte verankering in de veiligheidsregio‟s; 9. Open staan voor en bijdragen aan innovatie en nieuwe ontwikkelingen, om de voorloperspositie van Delfland te handhaven. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Uitvoeren activiteiten uit in 2009 uitgewerkte aandachtsgebieden beleids- en projectcommunicatie, voorlichtingsmiddelen, mediabeleid en financiële communicatie; 2. Uitwerken aandachtsgebieden risico- en crisiscommunicatie, interne communicatie, digitale communicatie en public affairs; 3. Intensiveren educatieactiviteiten; 4. Belevingsgerichter maken van de expositieruimte in Keringhuis (Maeslantkering, Hoek van Holland); 5. Sectorbrede efficiencytoets; Realisatie Voor een toelichting op de realisatie van de maatregelen onder de punten 1 tot en met 5 wordt verwezen naar maatregel 8 van het programma E- Instrumenten 6. Voldoen aan rechtmatigheidseisen; Realisatie Vanwege de invoering van de gewijzigde Waterschapswet en het Waterschapsbesluit, heeft het begrip Rechtmatigheid met ingang van 1 januari 2009 zijn intrede gedaan bij alle waterschappen. Voor 2011 zijn maatregelen genomen die zich richten op structuur en cultuur. Deze maatregelen betreffen: De opzet van een uitgebreid IC-systeem (Interne Controle) dat aansluit op het controleraamwerk van de externe accountant voor het controleren van de jaarrekening. Een sterke opbouw in ontwikkeling van de BIV/AO (Bestuurlijke Informatie Voorzienig / Administratieve Organisatie). Het overplaatsen van het team Interne Audit-unit van de sector EFZ naar Concerncontrol. Deze overplaatsing moet bijdragen aan effectievere aansturingsen communicatielijnen. Het in ruime zin hebben van aandacht voor de culturele kant in de vorm van interne communicatie en training omtrent het onderwerp Rechtmatigheid. Op allerlei niveaus en diverse locaties in de organisatie worden gaande vele processen, de aspecten van Rechtmatigheid veelvuldig besproken en ingepast in de uitwerking van documenten ter besluitvorming.
Jaarrekening 2010
61
Het consequent aanspreken op gedrag en het houden aan de gemaakte afspraken. 7. (Beter) positioneren van het team Bestuur; Realisatie Met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de bestuurlijke stukken is in 2010 een interne toetsprocedure ingevoerd en zijn toetsingscriteria opgesteld. Het doel van deze toetsprocedure is de concept-bestuursvoorstellen tijdig te screenen op onder andere rechtmatigheid, juridische consistentie en bestuurlijke aspecten. De programmahoofden zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de toetsingsresultaten in de betreffende voorstellen. 8. (Verder) verbeteren van de stukkenstroom; Realisatie In het bestuurlijk informatiesysteem (BIS) is in 2010 het proces rond de bestuurlijke stukkenstroom aangepast. Ook is de mogelijkheid tot flexibele parafering opgenomen en is de voorraadagenda toegevoegd. 9. Verbeteren van de kwaliteit van bestuurlijke stukken; Realisatie Zie hiervoor de toelichting op maatregel 12. 10. Vergroten van de strategische denkkracht; Realisatie Zie hiervoor de toelichting op maatregel 14. 11. Intensiveren van de ondersteuning van het dagelijks bestuur; Realisatie De gewenste ondersteuning van het dagelijks bestuur is in beeld gebracht en met het college besproken in het kader van de notitie ‟Ondersteuning op maat‟. Waar mogelijk zijn in het kader van die ondersteuning accenten qua bemensing verschoven. Met de overplaatsing in 2011 van de accountmanagers naar het team Bestuur wordt de gewenste samenwerking in die ondersteuning verder vormgegeven. Met het oog op een adequate ondersteuning van het besluitvormingsproces is de functie van een van de bestuursassistenten omgezet naar een functie bestuursadviseur. Door de griffier zijn verbeterpunten geformuleerd voor het borgen van de afdoening door de ambtelijke organisatie van door de Verenigde Vergadering aangenomen amendementen en moties en voor de (ambtelijke) ondersteuning van de VVcommissies. De leden van de verenigde vergadering zijn geïnformeerd over de voor hun beschikbare toekomende bevoegdheden en instrumenten. Deze informatie is verwerkt in een handzame informatiewaaier. Ten slotte zijn in het kader van de modernisering van de informatieoverdracht over de de bijeenkomsten van de verenigde vergadering voorbereidingen gestart om vergaderingen digitaal te kunnen verslaan. Ook zijn de geluidsvoorzieningen in de VV-vergaderzaal vernieuwd. 12. Opleiding stukken schrijven; Realisatie Voor de verbetering van de kwaliteit van de bestuursvoorstellen is in 2010 een opleiding „bestuurlijke besluitvorming‟ georganiseerd. Aan deze opleiding hebben zeven groepen van schrijvers en parafeerders deelgenomen. Het vervolg op deze training, waarbij de nadruk ligt op het ontwikkelen van bestuurssensitiviteit, is in 2010 gestart en wordt vervolgd in 2011. Daarna is sprake van een structureel karakter. 13. Advisering over voorstellen van de Unie van Waterschappen wordt onderdeel van het Bestuurlijk Informatie Systeem;
Jaarrekening 2010
62
Realisatie Met ingang van 2011 wordt de advisering op de voorstellen van de Unie van Waterschappen geïntegreerd opgenomen in het BIS van Delfland waardoor ook die stukkenstroom procesmatig beheersbaar wordt. 14. Versterken samenwerking tussen de strategisch adviseurs en intensiveren van het werken aan de strategische agenda; Realisatie Het vergroten van de strategische denkkracht en de versterking van de samenwerking tussen de strategisch adviseurs is ingevuld door de aanstelling van een kwartiermaker Strategie en Innovatie. Deze kwartiermaker stuurt tevens twee strategisch adviseurs aan. 15. Delft Blue Technology (DBT) wordt mogelijk een rechtspersoon, gehuisvest in het nieuwe techniekmuseum van TU Delft; Realisatie Delft Blue Technology is gehuisvest in het nieuwe techniekmuseum. Ook is besloten dat er voorlopig nog geen rechtspersoon komt. 16. Actualiseren Handboek calamiteitenzorg en digitaal toegankelijk maken; Realisatie De actualisatie van het Handboek calamiteitenzorg is gestart en wordt in het eerste kwartaal van 2011 afgerond. In de actualisatie wordt nauw samengewerkt met andere waterschappen waardoor een bepaalde mate van eenduidigheid ontstaat. Binnen Delfland wordt intensief samengewerkt tussen alle sectoren. Het doel van de actualisatie van het handboek is de sectorale plannen te ontwikkelen tot integrale plannen. 17. Verbeteren informatiemanagement crisisorganisatie om aangesloten te blijven op de communicatiesystemen van departementen, gemeenten en andere partners in de rampenbestrijding; Realisatie Het calamiteitenzorgsysteem van Delfland is verstevigd door een hechte verankering in de veiligheidsregio‟s door onder andere een deelname aan de diverse samenwerkingsen overlegverbanden. In dit kader zijn in 2010 diverse gezamenlijke oefeningen gehouden met netwerkpartners, zoals Delfluent Services, de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en de gemeenten Delft, Vlaardingen, Lansingerland, Maassluis en Schiedam. Tussen de waterschappen in Zuid-Holland is een convenant afgesloten om de samenwerking in crisisbeheersing in de komende vier jaren stapsgewijs te versterken, te beginnen bij opleiden en oefenen. De partners van Delfland hierbij zijn de waterschappen Hollandse Delta, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard. Naar aanleiding van de oefening ‟Waterproef‟ in 2008 is het noodzakelijk gebleken om beter aan te sluiten op digitale informatiesystemen van rijk, provincie en gemeenten. Daarom is apparatuur aangeschaft voor videoconferencing, zodat het mogelijk is snel te vergaderen in de hele regio/land zonder dat leden van het operationele of beleidsteam het overleg binnen Delfland missen om buiten Delfland te overleggen. Het team speelt een belangrijke rol in de Stuurgroep Management Overstromingen. Het voordeel voor Delfland is dat er mogelijkheden komen om samen met RWS of als afzonderlijke waterschappen een convenant met de Veiligheidsregio af te sluiten om de samenwerking te verbeteren. Dit jaar is er voor achttien kritieke functies een wachtdienstregeling ingesteld, waarmee een flinke kwaliteitsslag is behaald in de professionalisering van de calamiteitenorganisatie.
Jaarrekening 2010
63
Ook is een introductiefilm gemaakt over de calamiteitenorganisatie voor de (nieuwe) medewerkers. 18. Ondersteunen ontwikkeling van software om het beheersgebied driedimensionaal in kaart te kunnen brengen als beslissingondersteunend instrument bij crisisbeheersing. Realisatie 3Di-project Op basis van een verkenning naar de meerwaarde en risico‟s van de deelname aan dit project heeft Delfland ingestemd te participeren in het „ontwikkeltraject‟. In 2010 werd voor overstromingsmodel dat kan worden gebruikt voor een calamiteitenoefening daadwerkelijk meegeoefend met een calamiteitenoefening. Door middel van het bepalen van kritische indicatoren, zal ieder jaar opnieuw een GO/NO-GO moment plaatsvinden. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Bestuur en crisisbeheersing
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
(bedragen * € 1.000) Lasten Directe kosten
2.837
2.407
2.373
3.440
Toegerekende salarissen
2.366
2.366
3.056
3.785
592
687
687
135
5.796
5.460
6.116
7.360
Directe opbrengsten
-353
-353
-648
-1.116
Totaal baten
-353
-353
-648
-1.116
5.443
5.107
5.468
6.245
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Saldo programma
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten en opbrengsten per saldo sprake van in totaal afgerond € 0,3 miljoen hogere opbrengsten. De belangrijkste oorzaken betreffen: In 2010 was sprake van niet geraamde incidentele grondverkopen van in totaal € 226.0000. In 2010 was sprake van een hogere opbrengst van € 63.000 uit erfpacht en opstalrecht Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen)
Raming primitieve begroting 2010
Bestuur en communicatie
-0,6
Bijgestelde raming 1e Burap -0,1
Bijgestelde raming 2e Burap 0,1
Realisatie in 2010
0,0
Toelichting De uitgaven van in totaal € 46.000 voor het project Verbeteren crisisorganisatie/videoconferencing bleven onder de activeringsgrens van € 50.000 en zijn daarom verantwoord in de exploitatie. Het investeringsproject wordt afgesloten. Risico’s: Voor dit programma zijn geen risico‟s te rapporteren.
Jaarrekening 2010
64
3.9
Programma F 3-Bedrijfsvoering
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Binnen dit programma worden alle activiteiten verantwoord die behoren tot de ondersteunende activiteiten. Ambities: 1. Delfland werkt doelmatig, transparant, klantgericht en duurzaam; 2. De P&C-cyclus „in brede zin‟ levert een fundamentele bijdrage aan de sturing op sector-, directie- en bestuursniveau. Maatregelen 2010:Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Het bieden van goede financiële informatievoorziening; 2. Delfland voldoet aan de wettelijke eisen van financiële rechtmatigheid; 3. De organisatie zal verbeteringen voorstellen voor het implementeren op het gebied van de P&C-cyclus, projectbeheersing en Rechtmatigheid, Doeltreffendheid, Doelmatigheid en Getrouwheid; 4. Het optimaliseren van de P&C-cyclus door de inhoudelijke planning en verantwoording van het Waterbeheerplan 2010-2015 en de financiële planning en verantwoording te koppelen; 5. Door de jaarlijkse evaluatie van de P&C-cyclus worden het financiële systeem en de managementrapportages stapsgewijs verbeterd; Realisatie De in 2009 opgezette planning- en control-cyclus is gedurende 2010 voor een belangrijk deel geoperationaliseerd. Op grond van een geactualiseerde jaarkalender zijn na de vaststelling van de Kadernota 2011-2015 de bestuurlijke planning- en controldocumenten, zoals de Meerjarenraming 2011-2015, de Begroting 2011 en de 2e Bestuursrapportage 2010, opgesteld volgens de programma-indeling. De samenhangende sturing op doelstellingen (uit het Waterbeheerplan, WBP4) en financiën is daarmee voor het bestuur binnen handbereik gekomen. De sturing en beheersing van de programma‟s wordt verder vormgegeven met behulp van jaarlijkse programmaplannen. In het laatste kwartaal van 2010 is begonnen met het opstellen daarvan voor 2011. De verdere ontwikkeling van de sturing en beheersing van de programma‟s en de daarin uitgewerkte doelstellingen zal gedurende 2011 plaatsvinden. Voor de ambtelijke sturing en beheersing van de onderliggende investeringen en exploitatie-uitgaven is de planning- en controlcyclus voor een belangrijk deel in detail uitgewerkt en opgezet. Zo is projectbeheersing verbeterd door middel van de toepassing van de standaard ramingsmethodieken en voortgangsrapportages. De programmarapportages zijn hierop afgestemd. Ook is gestart met het volgens een standaardsystematiek opstellen van team- en sectorplannen, waardoor de vanuit de programma‟s gevraagde kwalitatieve en kwantitatieve inzet voor het bereiken van de programmadoelstellingen kan worden gekoppeld aan de in de teams en sectoren beschikbare capaciteit. Op deze wijze is sturing en beheersing van programma‟s en producten verder geoptimaliseerd. Tot de planning- en controlcyclus behoort een doorlopende evaluatie, die tegelijkertijd dient als basis voor de jaarlijkse actualisatie van de planning- en controlkalender. Ook is in 2010 gestart met de interne opleiding financieelmanagement waarin de planning en control cyclus uitgebreid wordt behandeld. 6. Het optimaliseren van de werking van GIDS op het gebied van de productenstructuur, de informatievoorziening voor (project-)management en het inkoopproces; 7. Een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening;
Jaarrekening 2010
65
8. Delfland zorgt ervoor dat de inkomende facturen binnen de daarvoor gestelde betalingstermijn worden betaald; Realisatie De implementatie van de BBVW-voorschriften is gedurende 2010 afgerond. De financiële gevolgen hiervan zijn in de jaarrekening 2010 verwerkt. Met de opzet van de administratieve organisatie (AO), waarmee de rechtmatigheid van processen, producten en systemen wordt geborgd, is een start gemaakt. Het systeem van interne controle (IC), waarmee de rechtmatigheid wordt getoetst is in zijn opzet gereed en is voor een belangrijk deel in werking getreden. Rond de investeringsadministratie zijn maatregelen getroffen om het budgetrecht van de verenigde vergadering beter te waarborgen. De besluitvorming is op een tijdige en rechtmatige wijze verkregen. De verplichtingen jegens derden zijn tijdig nagekomen. 9. In 2010 moet Delfland 50% van het inkoopvolume duurzaam inkopen; Realisatie Er is een intern leerproces op gang gebracht om duurzaamheid te borgen in de standaard programma‟s van eisen, die gebruikt worden binnen Delfland. In 2010 zijn presentaties en een incompany-training gegeven binnen Delfland over duurzaam inkopen. In het eerste kwartaal 2011 wordt door het Ministerie van VROM een duurzaamheidsmonitor gehouden. Ook wordt dan duidelijk voor hoeveel procent Delfland in 2010 duurzaam heeft ingekocht. 10. De (financiële) aansturing van de organisatie zal worden verbeterd op basis van een vastgestelde sturingsfilosofie en een adequaat financieel informatiesysteem; Realisatie De financiële informatievoorziening is in 2010 verbeterd. Het gebruik van het centrale financiële administratie- en informatiesysteem GIDS is standaard in de gehele organisatie doorgevoerd, waardoor sturing en beheersing plaats vindt vanuit één informatiepositie. Vanuit deze informatiepositie wordt op gestructureerde wijze gerapporteerd over kredieten en budgetten, zodat de planning- en controlcyclus tijdig van de juiste informatie wordt voorzien. In GIDS zijn voorts enkele van de noodzakelijke wijzigingen aangebracht om het inkoop- en verplichtingenproces op een tijdige en betrouwbare wijze te kunnen ondersteunen. Ook zijn de gewenste wijzigingen aangebracht in de productstructuur en is de dimensie van programmasturing toegevoegd, zodat het systeem de aansturing van de organisatie vanuit de verschillende gezichtspunten van de nog te actualiseren sturingsfilosofie optimaal kan gaan bedienen. 11. Het INK-model is de basis voor de sturing van de organisatie; Realisatie Het jaar 2010 heeft in het teken gestaan van procesontwikkeling. De nieuwe organisatiedoelstellingen en de veranderde wet- en regelgeving hebben er voor gezorgd, dat de geldende conventies voor procesbeschrijvingen aangepast dienen te worden. De sectorhoofden zijn geïnformeerd over de voortgang van de huidige procesbeschrijvingen. Uit de resultaten blijkt dat een aantal processen moet worden vernieuwd en ook de Plan-Do-Check-Act-cyclus verder kan worden verbeterd. In de loop der tijd zijn zaken als tijdigheid, volledigheid, juistheid, de goede autorisatie, capaciteit, budget en andere procesindicatoren belangrijke ingrediënten geworden. Zij worden beschouwd als nieuwe verplichte variabelen van een procesbeschrijving. In 2011 zullen de conventies worden aangepast. In 2010 is ook een focus gekomen op programmamanagement, dat bij nieuw op te stellen processen als belangrijk uitgangspunt wordt meegenomen. De kwaliteitsystemen „duurzaam terreinbeheer‟ en „ISO 9001‟ zijn wederom in 2010 verlengd. In 2011 wordt het INK-managementmodel leidraad.
Jaarrekening 2010
66
Het team KAM heeft in 2010 op zijn meldpunt 67 meldingen ontvangen en afgehandeld, voornamelijk op het gebied van Arbo en Kwaliteit. 12. Het adviseren en ondersteunen van de organisatie bij de implementatie van de Waterwet; Realisatie De Waterwet is eind 2009 in werking getreden. De implementatie van de Waterwet heeft verschillende gevolgen, die ook in 2010 aandacht hebben gevraagd: Overdracht van taken: grondwaterbeheer, waterbodems, muskusrattenbestrijding en in een later stadium ook vaarwegbeheer, waar ook juridische ondersteuning in wordt gevraagd; Introductie van nieuwe instrumenten, zoals het projectplan; Noodzaak van aanpassing van (decentrale) regelgeving en dergelijke. Eind 2010 is een situatie bereikt dat het nieuwe juridisch kader van de Waterwet in de normale advisering is ingebed en geen aparte sturing meer nodig heeft. 13. Het afhandelen van bezwaren binnen de daartoe gestelde termijnen en het ondersteunen van de organisatie om preventieve maatregelen te nemen om het aantal bezwaarprocedures te doen afnemen; Realisatie In verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is de noodzaak van een tijdige afdoening van bezwaarschriften toegenomen. Hierop heeft in 2010 nadrukkelijk en met succes sturing plaatsgevonden. Aan de hand van analyses van de inhoud van bezwaar- en beroepsprocedures heeft regelmatig afstemming plaatsgevonden tussen de teams Vergunningverlening & Handhaving, Personeel & Organisatie en de juristen over verbeteringen die men kan aanbrengen in de werkprocessen.” 14. Ontwikkelen en implementeren van het integriteitsbeleid en de planning-, voortgang- en beoordelingscyclus (PVB)inclusief Competentiemanagement; Realisatie De PVB-cyclus is in het jaar 2009 voor de eerste keer in zijn geheel uitgevoerd. Voor 2010 komt daar bij dat nu ook formeel wordt gewerkt met de vastgestelde competentieprofielen voor alle functies. Deze profielen zijn begin 2010 allemaal vastgesteld. In de tweede helft van 2010 is geconstateerd dat een evaluatie van de competentieprofielen het meest effectief zal zijn, als die gecombineerd wordt met de implementatie van het integriteitsbeleid en de activiteiten op het gebied van gewenst gedrag, zoals vastgesteld in het implementatieplan van de Kadernota 2011. Deze drie onderwerpen gaan immers alle over de noodzakelijke houding, vaardigheden en het gedrag die vereist zijn binnen Delfland. Voorbereidingen hiervoor zijn gedaan in 2010, maar het zwaartepunt wordt in 2011 uitgevoerd. 15. Het uitvoeren van de (eind 2009 opgestelde) dienstverleningsovereenkomst met het samenwerkingsverband op belastinggebied met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard op het terrein van de salarisadministratie en de P&O-advisering; Realisatie Met de Regionale Belasting Groep (RBG) is een dienstverleningsovereenkomst tot stand gekomen op het gebied van belastingheffing. Vanaf 1 januari 2010 wordt op deze wijze gewerkt. De implementatie hiervan is afgerond. 16. Het digitaliseren van de documentenstroom bij werving&selectie-procedures en van de verlofkaarten;
Jaarrekening 2010
67
Realisatie De documentenstroom op het gebied van werving en selectie en verlofaanvragen wordt dit jaar verder gedigitaliseerd. De stap naar het digitaal toegankelijk maken van de Pdossiers wordt nu ook voorbereid. Na de implementatie van de nieuwe versie van DMS kan dit vervolg worden gegeven. 17. Het aanbieden van trainingen en handleidingen aan de organisatie om, in het kader van „Delfland optimaal digitaal in 2015‟, het Document Management Systeem (DMS) beter te benutten; Realisatie Het team DIV heeft na de Office-migratie in het laatste kwartaal gewerkt aan een upgrade van het DMS Hummingbird naar de versie 5.2.1 CU5 en de invoer van een beter sjablonensysteem. Deze twee zaken zijn belangrijke stappen in het kader van de uitgangspunten „van papier naar digitaal‟ en „Basis op Orde”, waarmee vorm wordt gegeven aan de realisering van de maatregel „Delfland optimaal digitaal in 2015‟. De upgrade van de server is probleemloos verlopen en de wat complexere upgrade op de clients is eind 2010 zo goed als afgerond. Het laatste kwartaal is tegelijkertijd het n-tree sjablonensysteem getest en kan begin januari worden ingevoerd en in 2011 met nader te bepalen sjablonen verder worden uitgerold. 18. Het (verder) vormgeven aan instrumenten als functioneel beheer, informatieplannen, toets- en besluitvormingsprocedures om de informatiseringsfunctie in te richten als schakel tussen de business en automatisering; Realisatie In 2010 zijn de toets- en besluitvormingsprocedures op het I&A-domein zodanig ingericht dat invulling wordt gegeven aan meer concernsturing op de informatievoorziening. Met de architectuur hebben we ook een goed toetskader in handen om initiatieven te beoordelen. 19. Het vervangen van de pc-desktops en de migratie naar Microsoft Office 2007 Realisatie De Europese aanbesteding van de vervanging van de pc‟s en laptops is afgerond. De vervanging van de desktops heeft plaatsgevonden in het tweede kwartaal van 2010. De vervanging van de laptops is afgerond in het vierde kwartaal. Rapportage naar bestuur en VV zal daardoor in het eerste kwartaal van 2011 gebeuren. In april heeft ICT-services het Meerjaren automatiseringsplan opgesteld voor de periode 2011-2015. Kaderstellend voor dit plan zijn het Strategisch Informatieplan 2010-2015 en de Automatiseringsstrategie 2011 – 2015. Het Meerjaren automatiseringsplan geeft inzicht in de vervangingen en uitbreidingen van de technische ICT-infrastructuur van Delfland. Een aantal jaren terug is begonnen met het opstellen van deze jaarlijkse vijfjaren-doorkijk. Dit begint zijn vruchten af te werpen. Ondanks de toename in kwantiteit en complexiteit van de ICTinfrastructuur voor de KA- en TA-omgeving vertoont het benodigde investeringsbudget voor het instant houden van deze infrastructuur een dalende trend terwijl de exploitatielasten geen navenante stijging laten zien. 20. Het publieksbereik van het cultuurhistorisch roerend erfgoed vergroten; 21. De professionalisering van de interne dienstverlening m.b.t. kantoorfaciliteiten door het verbeteren van de basisregistratie en het opstellen van een productendienstencatalogus.
Jaarrekening 2010
68
Realisatie De basisregistratie is verbeterd door alle facilitaire meldingen en aanvragen in Top Desk te registreren. De producten- en dienstencatalogus is in concept opgesteld; de implementatie hiervan zal plaatsvinden in 2011. Arendsduin Het project sloop Arendsduin is opgedeeld in twee delen: Het slopen van de opstal. Dit is nog niet volledig afgerond in 2010 enkele voorbereidende werkzaamheden voor bodemonderzoek zijn in 2010 opgestart. Exploitatie: Wat heeft het gekost? Programma Bedrijfsvoering (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
31.188
24.962
21.813
29.836
Toegerekende salarissen
10.281
10.233
11.267
10.196
2.685
2.211
2.286
2.613
44.154
37.405
35.365
42.645
Directe opbrengsten
-16.209
-12.776
-10.444
-16.357
Totaal baten
-16.209
-12.776
-10.444
-16.357
Saldo programma
27.944
24.630
24.921
26.288
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Toelichting Op dit programma is voor de directe kosten en opbrengsten per saldo sprake van in totaal afgerond € 0,9 miljoen lagere kosten. De belangrijkste oorzaken betreffen: Personeel en organisatie Per saldo was sprake van lagere organisatie en advieskosten van € 280.000 door onder andere het actief sturen op de vermindering van externe inhuur. Informatisering en automatisering De kosten voor aanschaf computerapparatuur en programmatuur en de onderhoudskosten waren in totaal € 254.000 lager dan geraamd. Facilitair De lagere kosten van € 191.000 voor onderhoud gebouwen zijn voornamelijk het gevolg van de uitloop van de sloop van Arendsduin naar 2011. Inkoop, subsidie en verzekeringscoördinatie De lagere kosten van in totaal € 152.000 betreffen een niet uitgevoerde aanbesteding voor IT-audit, een premievoordeel door een gezamenlijke aanbesteding van de verzekering met dertien waterschappen en het opzeggen van een contract voor computerapparatuur. Door een gunstige onderhandse aanbesteding van de BHV-training en de lagere reiskosten waren de kosten in totaal € 52.000 lager. Investeringen: Verloop investeringen 2010 : Investeringen per Programma (bedragen * € 1 miljoen) Bedrijfsvoering
Jaarrekening 2010
Raming primitieve begroting 2010 4,9
Bijgestelde raming 1e Burap 5,4
Bijgestelde raming 2e Burap 3,8
Realisatie in 2010
2,3
69
Toelichting De afwijking van de raming over 2010 in de 2e Burap ten opzichte van de uiteindelijke jaarrekening betreft voornamelijk de volgende investeringen. Omschrijving investering
Bedrag (in € 1 miljoen)
Stelpost aanschaf dienstauto's Clients Upgrade Office pakket GIDS Fase II Clients Vervangen desktops LAN Videoconferencing LAN Aanp acces switches VOIP Overige projecten Totaal
0,6 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,4 1,5
Stelpost aanschaf dienstauto's De aanbesteding voor het wagenpark is samen met andere waterschappen gestart in 2010 en wordt vervolgd in 2011. Pas dan zal duidelijk zijn wat de (financiële) consequenties zullen zijn. Clients Upgrade Office pakket Het krediet is van € 150.000 opgehoogd met € 70.000 naar € 220.000 in verband met de aanschaf van een sjablonensysteem. De uitgaven vallen lager uit dan begroot door een scherpere inkoop en door minder sjablonen te implementeren dan was voorzien. GIDS Fase II De verwachting was dat in het laatste kwartaal van 2010 de nieuwe team-, programmaen sectorrapportages ontwikkeld moesten worden. Dit is echter doorgeschoven naar 2011. Clients Vervangen desktops De Europese aanbesteding van de vervanging van de Pc‟s en laptops is afgerond. De vervanging van de desktops heeft plaatsgevonden in het 2e kwartaal. De vervanging van de laptops is afgerond in het 4e kwartaal. Ten opzichte van het verleende krediet is afgerond € 460.000 minder uitgegeven door onder andere een gunstige aanbesteding. LAN Aanp acces switches VOIP De implementatie VOIP stagneert. Het project loopt door in 2011. Risico’s: Er zijn geen risico‟s te rapporteren.
Jaarrekening 2010
70
3.10
Programma F4-Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Doelstelling: Wat wilden we bereiken ? Op grond van het Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) en het advies van de accountant is de naamgeving van programma F 4 Organisatie -belastingopbrengsten veranderd in Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Daarnaast is vanuit het programma F 3 Bedrijfsvoering de verantwoording van de post onvoorzien overgebracht naar programma F 4. Ambitie: Het tijdig, juist en volledig verantwoorden van de belastingopbrengsten. Maatregelen 2010: Wat hebben we daarvoor gedaan ? 1. Zuiveringsheffing woningen en watersysteemheffing voor niet-eigenaren Uit gegevens van het CBS over de laatste jaren blijkt dat het aantal huishoudens gemiddeld met 0,33% groeit. De komende jaren wordt van dit percentage uitgegaan; Realisatie In de oorspronkelijke begroting is gerekend met 463.500 huishoudens. In werkelijkheid bedroeg het aantal huishoudens 470.300 (in Burap 2 was het aantal al verhoogd tot 468.800). Het aantal vervuilingseenheden (woningen en kleine bedrijven) bedroeg 1.063.800. Gerekend was op 1.038.000 (oorspronkelijk) en 1.050.200 (Burap 2). 2. Kwijtschelding Voor 2010 wordt verwacht dat 37.000 huishoudens voor kwijtschelding in aanmerking komen. Dit is bijna 20% meer dan waarvan in 2009 is uitgegaan en is gebaseerd op actuele ervaringscijfers. Als oorzaken zijn te noemen de gevolgen van de economische crisis en een grotere bekendheid met het kwijtscheldingsbeleid van Delfland; Realisatie Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken over het heffingsjaar 2010 bedraagt 41.000. Dit komt overeen met 80.000 vervuilingseenheden. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 9,8 miljoen (5,7% van de bruto-opbrengst). Deze cijfers liggen hoger dan in 2009 (38.000 huishoudens respectievelijk 77.000 vervuilingseenheden). Steeds meer huishoudens voldoen aan de kwijtscheldingsnorm waardoor het aantal afgewezen verzoeken af neemt. 3. Oninbaar zuiveringsheffing woningen en omslag. Het oninbare bedrag betreft 1,8% van de begrote opbrengst en is gebaseerd op actuele ervaringscijfers; Realisatie Door de RBG is in 2010 voor een bedrag van € 2,1 miljoen oninbaar verklaard (in 2009 was dit € 1,6 miljoen). Dit is 1,3% van de totale bruto-opbrengst. Op basis van een ouderdomsanalyse van de openstaande vorderingen is de voorziening voor dubieuze belastingdebiteuren verlaagd van € 4,3 miljoen naar € 3,5 miljoen. Van de oninbaar verklaarde vorderingen kan het volgende overzicht worden gegeven.
Redenen oninbaar (bedragen in € 1.000) Vertrokken onbekend
Jaarrekening 2010
2010 bedrag 719,9
percentage 33,1%
2009 bedrag 671,4
percentage 40,6%
71
Redenen oninbaar (bedragen in € 1.000) Schuldhulpverlening
2010 bedrag
2009 bedrag
percentage
percentage
532,2
24,4%
62,8
3,8%
Onvermogen na bezoek deurwaarder
122,8
5,6%
157,1
9,5%
Faillisementen
291,9
13,4%
134,0
8,1%
Overigen
114,5
5,3%
200,1
12,1%
396,9
18,2%
428,3
25,9%
Kwijtschelding bij gemeenten Totaal
2.178,3
1.653,7
Ten opzichte van 2009 is het bedrag oninbaar geleden in 2010 met € 0,5 miljoen gestegen. De belangrijkste redenen van de toename van oninbaar heeft te maken met een toename in de schuldhulpverlening en een toename van het aantal faillissementen . 4. Zuiveringsheffing bedrijven Het aantal vervuilingseenheden stijgt naar verwachting met 7.000 ten opzichte van 2009 en is gebaseerd op actuele ervaringscijfers; Realisatie In de oorspronkelijke begroting is gerekend met 318.000 vervuilingseenheden van grote bedrijven. In werkelijkheid (inclusief een inschatting van nog op te leggen vervuilingseenheden) bedroeg dit aantal 297.000. 5. Watersysteemheffing gebouwd Voor 2010 is gerekend met hogere WOZ-waarden dan in 2009 op basis van gemeentelijke bestanden. Overigens wordt in verband met de situatie op de huizenmarkt de WOZ-waarde over de periode na 2010 vlak gehouden; Realisatie In de oorspronkelijke begroting 2010 is gerekend met een economische waarde van 143,6 miljard. In werkelijkheid bedroeg deze waarde 146,6 miljard (+ 2%). 6. Watersysteemheffing ongebouwd Door de komst van de nieuwe Waterschapswet wordt het ongebouwde eigendom vanaf 2009 onderverdeeld in natuur, wegen en overig ongebouwd. Na inventarisatie en de meest actuele kadastergegevens is het aantal hectares van wegen voor 2010 verhoogd van 4.500 naar 5.900. Realisatie 2009 was het eerste jaar waarin aparte aanslagen zijn opgelegd voor de categorieën wegen en natuur. Omdat de begroting 2010 medio 2009 is opgesteld kon de werkelijke omvang van de verschuiving binnen het ongebouwd pas worden bepaald nadat alle aanslagen volledig waren opgelegd. Bij Burap 2 is het aantal hectares al gecorrigeerd voor wegen naar 4.800 (oorspronkelijk 5.900), overig ongebouwd naar 14.500 (12.500) en natuur naar 1.200 (2.000). De werkelijke hectares over 2010 bedroegen voor wegen 4.500, overig ongebouwd 15.500 en natuur 1.300. Exploitatie : Wat heeft het gekost? Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
Lasten Directe kosten
340
5.040
5.394
Toegerekende salarissen
0
0
0
0
Rente en afschrijving
0
345
-1.039
-2.137
238
259
81.960
0
823
0
0
Mutatie reserves/voorzieningen Onvoorzien
Jaarrekening 2010
1.730
72
Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2010
Totaal lasten
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
Rekening 2009
578
6.468
86.314
-407
-173.045
-173.857
-173.439
-160.595
-472
-817
-82.424
0
-173.517
-174.674
-255.862
-160.595
-172.939
-168.206
-169.548
-161.003
Baten Directe opbrengsten Mutatie reserves/voorzieningen Totaal baten Saldo programma
Toelichting Mutatie reserves Door onder andere de vaststelling van de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen en de geraamde mutaties van de egalisatiereserves zijn aan zowel de lasten als de batenkant diverse mutaties verwerkt Bijzondere baten en lasten De bijzondere baten en lasten betreffen: Vrijval diverse balansposten Dit betreft een eenmalige bate van € 1,2 miljoen. Voor de verwachte kosten voor bijdrageregeling gemeenten, de onvoorziene heffingen van Delfluent en de afrekening voor zuiveringstechnische werken waren in voorgaande jaren bedragen als nog te betalen opgenomen. Inmiddels is vastgesteld dat Delfland niet meer voor deze bedragen kan worden aangesproken waardoor deze vrij kunnen vallen. Saldo exploitatie PIB In 2010 zijn de inkomsten uit productieve uren van PIB achtergebleven bij de totale kosten van PIB. Een aantal factoren heeft hierbij een rol gespeeld. Doordat ten gevolge van de financiële crisis een aanzienlijk deel van de opdrachten stagneerden is de bezetting aangepast. Daarnaast is door een stelselwijziging in het kader van BBVW een nadelig saldo van € 660.000 ontstaan omdat de uren van de medewerkers voor projectondersteuning niet meer geactiveerd mogen worden. Bij het opstellen van de begroting 2010 was hiermee nog geen rekening gehouden. Kosten projectorganisatie Uit de stelselwijziging in de jaarrekening 2009 inzake de PPS constructie is naar voren gekomen dat een bedrag van € 5,4 miljoen wegens geactiveerde uren tot en met 2009 van de projectorganisatie moet worden afgewaardeerd. Met deze afwaardering was in Burap 2 in 2010 reeds rekening gehouden. De lasten van deze afwaardering van € 5,4 miljoen is in deze jaarrekening onder het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord.
Post Onvoorzien
Jaarrekening 2010
73
Van het verloop van de post onvoorzien en frictiekosten kan het volgende overzicht worden gegeven. Datum VVbesluit
Omschrijving
Bedrag (in € 1 miljoen)
Onvoorzien primitief 01-07-10
Saldo onvoorzien 1e Burap: frictiekosten
10,0
25-11-10
2e Burap; inhuur concerncontrol
-1,9
25-11-10
2e Burap; vrijval wettelijk onvoorzien
-0,5
16-12-10 Saldo onvoorzien
Actualisatie projecten
Frictiekosten personeel primitief 25-11-10 Saldo frictie
Jaarrekening 2010
0,5
-7,2 0,90
saldo 2e Burap; vrijval
1,0 -1,0 0,0
74
Paragrafen
Jaarrekening 2010
75
Jaarrekening 2010
76
4
Paragrafen 4.1
Incidentele baten en lasten
Het resultaat over 2010 is beïnvloed door het optreden van incidentele baten en lasten. In tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van de grootste posten. Tabel 4.1 Incidentele baten en lasten Programma Beleidsproduct Omschrijving
Incidentele lasten
baten
In € 1 miljoen diverse F4
Afwaardering diverse activa
5,3
Vrijval onvoorziene heffingen Delfluent Vrijval zuiveringstechnischewerken
-0,3
Vrijval raming kosten bijdrage regeling Vrijval voorzieningen
-0,4
idem idem idem idem D
Totaal
8,0
Algemene baten Kosten projectorganisatie en lasten Saldo exploitatie projectbureau PIB Idem
Wijziging afschrijvingstermijn PPS
0,7
-0,5
-0,5 -21,3
-9,0
De incidentele baten en lasten worden in hoofdstuk 3 per programma verder toegelicht.
Jaarrekening 2010
77
Jaarrekening 2010
78
4.2
Kostentoerekening
Kosten en opbrengsten worden zoveel mogelijk direct ten laste of ten gunste gebracht van een product. Een belangrijke uitzondering zijn de personeelskosten: deze kosten worden via een verdeelsleutel van uren doorbelast aan de producten. De volgende stap is de verdeling van de ondersteunende producten (bijvoorbeeld: management, huisvesting, automatisering) via specifieke verdeelsleutels (bijvoorbeeld uren, kosten, werkplekken) naar de primaire producten. Uiteindelijk zijn de onderstaande primaire producten verdeeld over de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer op basis van de volgende verdeelsleutel: Watersysteem beheer
Zuiverings beheer
Aanleg en onderhoud watersystemen
100%
0%
Baggeren en sanering waterbodems
100%
0%
Monitoring watersystemen
100%
0%
Aanleg en onderhoud watersystemen
100%
0%
Baggeren en sanering waterbodems
100%
0%
Beheer hoeveelheid water
100%
0%
Beheersinstrumenten watersystemen
100%
0%
Monitoring watersystemen
100%
0%
Aanleg en onderhoud waterkeringen
100%
0%
Beheersinstrument waterkering
100%
0%
Afvalwaterbehandeling door derden
0%
100%
Getransporteerd afvalwater
0%
100%
Gezuiverd afvalwater
0%
100%
Verwerkt slib
0%
100%
50%
50%
100%
0%
50%
50%
Programma
Producten
A Schoon water
B Voldoende water
C Stevige dijken D Gezuiverd afvalwater
E Instrumenten
Aanpak diffuse emissies Handhaving keur Handhaving Wvo Keur Rioleringsplannen en subsidies lozingen Vergunningen en keurontheffingen
100%
0%
50%
50%
100%
0%
Wvo-vergunningen en meldingen
50%
50%
Heffingen
65%
35%
Invordering
55%
45%
F Organisatie: II. Bestuur,
Bestuur
75%
25%
communicatie en crisisorganisatie
Calamiteitenzorg
85%
15%
Externe communicatie
75%
25%
F Organisatie: I. Heffingen en invordering
F Organisatie: IV. Opbreng-
Financ.opbrengsten watersysteemheffing
sten en beheersproducten
Financ.opbrengsten zuiveringsheffing Mutaties reserves watersysteemheffing Mutaties reserves zuiveringsheffing Belastingopbrengsten watersysteemheffing Belastingopbrengsten zuiveringsheffing
Jaarrekening 2010
100%
0%
0%
100%
100%
0%
0%
100%
100%
0%
0%
100%
79
Jaarrekening 2010
80
4.3
Financiering
Inleiding De kaders voor het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido), de Verordening Beleids- en Verantwoordingsfunctie (ex artikel 108 Waterschapswet), het Waterschapsbesluit, het treasurystatuut en het treasuryprotocol. In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de treasury-activiteiten van het afgelopen jaar. Beleid Het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft als voornaamste doelstelling het beheersen van financiële risico‟s en het minimaliseren van de rentekosten van de aangetrokken of nog aan te trekken financiële middelen (artikel 3 Treasurystatuut). Voor de financiering van de vermogensbehoefte wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van zogenaamd kort geld. Hierbij kan gedacht worden aan het rekening-courantkrediet en kas- of daggeldleningen. De reden voor financiering met kort geld is dat deze vorm van financiering lagere rentekosten heeft dan financiering met lang geld. Het maximum bedrag voor deze wijze van financiering wordt bepaald door de zogenaamde kasgeldlimiet. Voor de waterschappen is de kasgeldlimiet vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende jaar. Op basis van de begroting 2010 bedroeg de kasgeldlimiet voor Delfland over 2010 € 56 miljoen. De kasgeldlimiet mag maximaal drie kwartalen worden overschreden. Op dat moment dient de toezichthouder (de provincie) op de hoogte te worden gebracht. Ook moet dan een plan ter goedkeuring worden voorgelegd waarin wordt aangegeven hoe in de toekomst wel binnen de kasgeldlimiet zal worden gebleven. Ontwikkelingen Lange rente Op de geld- en kapitaalmarkt was in 2010 sprake van een situatie waarbij de percentages voor kortlopende geldleningen aanzienlijk lager waren dan de percentages voor langlopende financiering. Aan het eind van 2010 bedroeg het rentepercentage voor een fixe-lening met een looptijd van 30 jaar 4,33 % (begin 2010: 4,85 %) en voor een lineaire lening 3,7 % (begin 2010: 4,5 %). Korte rente Gedurende het jaar is de rente voor 1-maands kasgeldleningen opgelopen van 0,35% begin januari tot 0,77% eind november. Aan het einde van 2010 bedroeg het rentepercentage voor een kasgeldlening met een looptijd van 1 jaar 1,36 % (begin 2010 was dit 1,2 %). Ten opzichte van de percentages voor de langlopende financiering is het nog steeds aantrekkelijk om te financieren met kortlopende geldleningen. Over heel 2010 is gemiddeld een bedrag van € 52 miljoen gefinancierd met kort geld. In de onderstaande grafiek wordt het verloop van de maandelijkse rentepercentages voor een dertigjarige fixe en lineaire geldlening en kasgeld weergegeven.
Jaarrekening 2010
81
Leningenportefeuille In de vastgestelde begroting van 2010 is rekening gehouden met een leningenportefeuille bij het begin van het jaar 2010 van € 520 miljoen en het aantrekken van € 95 miljoen van nieuwe geldleningen waardoor de totale verwachte financiering aan het eind van 2010 € 615 miljoen bedraagt. De werkelijk leningenportefeuille op 1 januari 2010 bestond in totaal uit 25 leningen met een totaalbedrag van € 470 miljoen euro. Het werkelijk gemiddelde rentepercentage van deze vaste geldleningen over 2010 bedraagt 4,66 %. In 2010 zijn geen nieuwe geldleningen aangetrokken. Aan het eind van 2010 was in totaal € 80 miljoen gefinancierd met kortlopende geldleningen. De totale financiering aan het eind van 2010 met zowel lang- als kortlopende geldleningen bedroeg € 550 miljoen. De lagere financieringbehoefte over 2010 ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door met name een lager investeringvolume. In de Burap 2 zijn de geraamde rentekosten over 2010 met in totaal € 0,6 miljoen verlaagd. Het werkelijk gemiddelde rentepercentage van de langlopende leningenportefeuille over 2010 bedraagt 4,51 %. Risicobeheer Kasgeldlimiet In de wet Fido is vastgelegd dat kortlopende financiering wordt beperkt door middel van de kasgeldlimiet. Voor 2010 bedroeg de kasgeldlimiet € 56 miljoen (23 % van het begrotingstotaal). Vanaf het tweede kwartaal 2010 heeft een overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsgevonden. Op basis van deze overschrijdingen is een voorstel gemaakt om in januari 2011 een bedrag van € 50 miljoen om te zetten van een kortlopende financiering in een langlopende financiering. Renterisico De renterisico‟s op de vaste schuld worden ingekaderd door middel van de zogenaamde renterisiconorm. Door het toepassen van deze norm wordt de looptijd van langlopende geldleningen gespreid waardoor een beperking van de renterisico‟s optreedt. Door de toepassing van de berekende renterisiconorm zijn de jaarlijkse aflossingen gebonden aan een maximumbedrag. De vastgestelde renterisiconorm voor Delfland over 2010 bedraagt € 73 miljoen. Op basis van de lopende leningenportefeuille hebben in 2010 geen aflossingen op langlopende geldleningen plaatsgevonden waardoor Delfland vanzelfsprekend binnen de renterisiconorm is gebleven. Derivaten
Jaarrekening 2010
82
Delfland maakt geen gebruik van derivaten in die zin dat posities worden ingenomen op grond waarvan sprake is van risico‟s. Kredietrisico Doordat in 2010 geen gelden zijn uitgezet was geen sprake van een kredietisico. Koersrisico De aandelen van Delfland (onder andere NWB) worden niet op een beurs verhandeld en zijn daarom niet onderhevig aan koersrisico‟s. Valutarisico Delfland handelt niet in vreemde valuta waardoor ook geen risico wordt gelopen. Kasbeheer Rekening-courant Door Delfland wordt jaarlijks bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) een kredietlimiet voor de rekening-courant aangevraagd. Over 2010 bedroeg de maximale kredietlimiet € 50 miljoen euro. Door de zeer lage rekening-courantrente is in 2010 maximaal gebruik gemaakt van de ruimte van de kredietfaciliteit bij de NWB. Op 31 december 2010 bedroeg het saldo van de rekening-courant € 11,3 miljoen negatief. De rentevergoeding die hiervoor moet worden betaald bedraagt 0,89 % (begin 2010 0,5 %). Kasgeldlening In 2010 heeft Delfland voor de financieringsbehoefte gebruik gemaakt van kasgeldleningen met een maximale looptijd van 31 dagen. Gemiddeld werd in 2010 een bedrag van € 52 miljoen geleend waarbij het rentepercentage varieerde tussen minimaal 0,32% en maximaal 0,77%. Voor het aantrekken van een kasgeldlening wordt bij drie bankinstellingen een offerte aangevraagd. Ten opzichte van langlopende financiering is het financieel nog steeds zeer aantrekkelijk de financiering met kort geld in te vullen. Het maximaal te financieren bedrag is begrensd door de vastgestelde kasgeldlimiet over 2010 van € 56 miljoen. Financiering Zoals eerder in deze paragraaf is vermeld is de financieringsbehoefte over 2010 ingevuld met kortlopende geldleningen. In de onderstaande tabel wordt de financieringsbehoefte over 2010 cijfermatig weergegeven. Tabel financieringsbehoefte 2010 Financieringspositie (bedragen * € 1 miljoen)
31 december 2009
Vaste activa
961
Opgenomen leningen Langlopende leaseverplichtingen Eigen financieringsmiddelen reserves Totaal te financieren
470 295 113 878
Financieringsoverschot (+)/tekort (-/-)
31 december 2010
-/-83
Voor de toerekening van de betaalde rente aan de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk wordt gerekend met een rekenrente. Over 2010 bedroeg deze rekenrente 3,5%.Het verschil tussen de werkelijk betaalde rentekosten en de toegerekende rente, het zogenaamde renteresultaat vormt onderdeel van het
Jaarrekening 2010
83
exploitatieresultaat. Op basis van de resultaatsbestemming over 2010 wordt dit bedrag verrekend met de Egalisatiereserve renteomslag. De onderstaande tabel geeft een cijfermatige weergave van het renteresultaat. Tabel renteresultaat Omschrijving (bedragen * 1 miljoen) Rentekosten langlopende geldleningen Rentekosten kortlopende geldleningen Rentebaten Dividend Totaal rentelasten Toegerekend aan Exploitatie (kapitaalasten staat vaste activa) Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekend Renteresultaat (positief =voordeel)
Jaarrekening 2010
Rekening 2009 21.219 405 -36 -551 21.037
Begroting 2010 22.787 421 -550 22.658
Rekening 2010 21.889 303 -18 -551 21.624
13.981 9.194 23.175
15.835 6.823 22.658
18.160 4.503 22.663
2.138
0
1.039
84
4.4
Bestemmingsreserves en voorzieningen
Deze paragraaf bevat een overzicht van de vermogensbestanddelen die niet behoren tot het weerstandsvermogen. Dit zijn de tariefsegalisatiereserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. Op grond van de in 2010 vastgestelde herziene nota reserves en voorzieningen Delfland zijn de bestaande reserves en voorzieningen aangepast. Ook is een aantal nieuwe reserves en voorzieningen ingesteld. Tariefsegalisatiereserve Tariefsegalisatiereserves (bedragen * € 1 miljoen)
Saldo 1-1-2010
Toevoegingen
Egalisatiereserve gebouwd Egalisatiereserve ingezetenen
2,05
1,95
-0,51
0,17
Egalisatiereserve ongebouwd
0,05
0,25
Saldo 31-122010
0,47
3,53 -0,34
0,01
0,29
0,48
5,61
2,13
Egalisatiereserve renteomslag Totaal
Onttrekkingen
1,59
4,50
2,13
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves (bedragen * € 1 miljoen)
Saldo 1-1-2010
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31-122010
Reserve slibverwerkingskosten
9,54
-9,54
0,00
Bijdrage regeling waterkwaliteit
0,46
-0,46
0,00
Reserve onderhoud bruggen Bestemmingsreserve tariefsegalisatie zuiveringsbeheer
0,30
Totaal
0,30
122,55 132,85
0
-122,55
0,00
-132,55
0,30
Op basis van de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen is de reserve slibverwerkingkosten gezien het karakter omgezet naar een voorziening en is de bestemmingsreserve zuiveringbeheer toegevoegd aan de nieuw gevormde algemene reserve weerstandsvermogen zuivering. Voor de dekking van de kosten van de afronding van de bijdrageregelingen is de bijdrageregeling waterkwaliteit ingezet. Voor het (achterstallig) onderhoud van over te dragen bruggen aan de gemeenten Midden-Delfland en Westland is een bedrag van € 0,3 miljoen gereserveerd. Voorzieningen Voorzieningen (bedragen * € 1 miljoen)
Saldo 1-1-2010
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31-122010
Voorziening wachtgeld
1,39
-0,23
1,16
Voorziening claims en disputen
0,29
-0,29
0,00
Voorziening overdracht bruggen Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallaties
0,56
7,84
0,00
8,69 3,23
-0,85
Voorziening baggeren Totaal
2,24
11,92
-1,37
12,79
0,00
0,56
3,23
De voorziening wachtgeld dekt de toekomstige wachtgeldaanspraken van exmedewerkers en collegeleden. Op basis van de besluitvorming over de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen is de voorzieningen claims en disputen ten gunste van het resultaat vrijgevallen. Op basis van het door de VV in december 2010 vastgestelde beheersplan onderhoudsbaggeren is een voorziening baggeren ingesteld.
Jaarrekening 2010
85
Jaarrekening 2010
86
4.5
Weerstandsvermogen
Algemeen Het Hoogheemraadschap van Delfland vindt het wenselijk de risico‟s die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door het inzicht in de risico‟s wordt de organisatie in staat gesteld om op een verantwoorde wijze besluiten te nemen waardoor de huidige risico‟s en de risico‟s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van Delfland. In 2010 is de nota Risico‟s en Weerstandsvermogen opgesteld en in de verenigde vergadering van 25 november 2010 vastgesteld. Het uitgangspunt van de nota is het stellen van kaders ten aanzien het te voeren beleid voor risico‟s en weerstandsvermogen. Naar aanleiding van de nota zijn onder andere de volgende besluiten genomen: De nota Risico‟s en weerstandsvermogen wordt eenmaal per vier jaar geactualiseerd en vastgesteld; De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves en de post onvoorzien; Gestreefd wordt naar een ratio van het weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4; De paragraaf weerstandsvermogen van de diverse planning en control producten geeft inzicht in de relatie tussen de resultaten van de risicoanalyse, het actuele weerstandsvermogen en het benodigde weerstandsvermogen; In elk voorstel aan de verenigde vergadering wordt een expliciete risicoafweging gemaakt. Door het vaststellen van een risicoratio zoals aangegeven in de nota Risico‟s en weerstandsvermogen wordt een deel van het eigen vermogen afgezonderd in de algemene reserves weerstandsvermogen. Het instellen van deze reserves is geregeld in de herziene nota Reserves en voorzieningen die eveneens in de verenigde vergadering van 25 november 2010 is vastgesteld. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan de risico‟s die het waterschap loopt en het vermogen van het waterschap om deze risico‟s op te kunnen vangen. Het gaat hier vooral om de risico‟s die financiële gevolgen kunnen hebben. Risico’s Waterschappen zijn wettelijk verplicht om de risico‟s die ze lopen in kaart te brengen en beleid te ontwikkelen om deze risico‟s af te dekken. Een deel van de risico‟s wordt afgedekt door afgesloten verzekeringen of gevormde voorzieningen. Op basis van een inventarisatie zijn per programma in totaal de mogelijke risico‟s benoemd. Daar waar mogelijk zijn deze risico‟s financieel onderbouwd en is de kans op optreden aangegeven. Programma
Omschrijving risico
Schoon water
Geen kwantificeerbare risisco‟s
Voldoende water
Geen kwantificeerbare risisco‟s
Stevige dijken
Woning aan de Zuidbuurt in Aalkeet-Buitenpolder
Gezuiverd afvalwater
Diverse risico‟s (vertrouwelijk)
Instrumenten
Verzoek bijdrage Den Haag
Organisatie
Geen risico‟s
Maximaal financieel gevolg (in € 1 miljoen)
Kans van optreden
Risicoprofiel (financieel gevolg * kans van optreden
0,25
80%
0,20
34,50
divers
7,70
2,5
50%
1,25
9,15
Concernbreed risicoprofiel
Jaarrekening 2010
87
Het maximale bedrag van de geïnventariseerde risico‟s bedraagt € 37,2 miljoen. Doordat de risico‟s niet allemaal tegelijk en maximaal zullen optreden is een risicosimulatie uitgevoerd. Op basis van deze simulatie blijkt dat de risico‟s kunnen worden afgedekt met een bedrag van afgerond € 9,2 miljoen. Exploitatietekorten De actuele vastgestelde meerjarenbegroting geeft inzicht in hoeverre de exploitatie op termijn sluitend is. Indien sprake is van tekorten moet net als bij risico‟s een beroep worden gedaan op de weerstandscapaciteit. Op basis van de vastgestelde meerjarenbegroting 2011-2015 is sprake van de volgende exploitatiesaldi. (bedragen in € 1 miljoen) Saldo begroting
Totaal -103,0
2011 -60,1
2012 -47,4
2013
2014
-7,7
2015
4,0
8,2
In totaal is per 1 januari 2011 sprake van een mogelijk beslag op de weerstandscapaciteit en dus een „risico‟ van € 103 miljoen. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Delfland bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk ter beschikking heeft om de risico‟s financieel af te dekken. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de incidentele weerstandscapaciteit en de structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Voor Delfland zijn dit de volgende reserves zoals benoemd in de nota reserves en voorzieningen: Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering Conform de vastgestelde nota Risico‟s en weerstandsvermogen worden de bestemmingsreserves niet meegerekend omdat een onttrekking uit deze reserves een direct gevolg heeft voor de dekking van kosten in meerjarenperspectief. Ook worden de stille reserves niet meegerekend. De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Het betreft hierbij voor Delfland de post Onvoorzien in de begroting. De beschikbare weerstandscapaciteit eind 2010 wordt in onderstaande tabel weergegeven. Weerstand Onvoorzien Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering Nog te bestemmren resultaat 2010 Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
Bedrag (in € 1 miljoen) 0 22,8 75,1 -45,7 52,2
Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de afdekking van het op basis van een simulatie berekende bedrag van risico‟s en de begrotingssaldo over de periode 2011 tot en met 2015. De benodigde weerstandscapaciteit blijkt uit onderstaande tabel.
Jaarrekening 2010
88
Weerstand
Bedrag (in € 1 miljoen) 103,0
Begrotingssaldi 2011-2015 Concernbreed risicoprofiel
9,2
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
112,2
Beoordeling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt beoordeeld op grond van een bestuurlijk vastgestelde ratio tussen enerzijds de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de risico‟s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten plus de negatieve exploitatiesaldi van de meerjarenbegroting 2011-2015. De berekening van het weerstandsvermogen van Delfland per eind 2010 luidt als volgt: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit
=
52,20 112,20
= 0,47
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient te worden vastgesteld welke ratio Delfland als gewenst nastreeft. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Waarderingscijfer A
Ratio weerstandsvermogen 2,0 < x
Betekenis Uitstekend
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
F
x < 0,6
Onvoldoende Ruim onvoldoende
Delfland streeft een ratio na van het weerstandsvermogen van tussen de 1.0 en 1,4. Bij de bovenstaande berekening van de actuele ratio dient te worden aangetekend dat er op dit moment nog geen volledige risico-inventarisatie en analyse beschikbaar is. De gepresenteerde risicoratio geeft dientengevolge een vertekend beeld, en het is dan ook niet reëel te veronderstellen dat de ratio op korte termijn naar het gewenste niveau gebracht kan worden. Dit neemt niet weg dat door het actief toepassen van risicomanagement het mogelijk moet zijn hier actief op te sturen.
Jaarrekening 2010
89
Jaarrekening 2010
90
4.6
Waterschapsbelastingen
Belastingeenheden Belastingsoort
Eenheid
Aantal 2010 geraamd
Aantal 2010 werkelijk
Aantal 2009 werkelijk
Watersysteemheffing: - ingezetenen
huishoudens
463.500
470.300
466.100
- gebouwd
WOZ (mln)
143.600
146.600
143.900
- ongebouwd (agrarisch/overig)
hectares
12.500
15.500
14.400
- ongebouwd (wegen)
hectares
5.900
4.500
4.800
- natuur
hectares
2.000
1.300
1.200
Verontreinigingsheffing
verv.eenheid
1.500
500
8.800
Zuiveringsheffing
Verv.eenheid
1.355.800
1.360.300
1.355.100
De categorieën ongebouwd (wegen) en natuur worden vanaf 2009 apart aangeslagen. De werkelijke omvang van de verschuivingen binnen het ongebouwd kon pas in de loop van 2010 definitief worden bepaald nadat alle aanslagen volledig waren opgelegd. De vermelde aantallen huishoudens en vervuilingseenheden zijn vóór aftrek van kwijtschelding en oninbaar. Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken over het heffingsjaar 2010 bedraagt 41.000. Dit komt overeen met 80.000 vervuilingseenheden. Deze cijfers liggen hoger dan in 2009 (38.000 respectievelijk 77.000). Belastingopbrengsten Belastingsoort (alle bedragen in euro‟s; tarief gebouwd in procenten)
Tarief 2010
Raming primitieve begroting 2010
Realisatie in 2010
Realisatie in 2009
Watersysteemheffing: - ingezetenen
99,66
46.192.000
46.807.000
42.478.000
0,0175%
25.084.000
25.529.000
24.895.000
- ongebouwd (agrarisch/overig)
137,27
1.716.000
2.280.000
1.981.000
- ongebouwd (wegen)
274,54
1.620.000
1.261.000
1.307.000
3,41
7.000
5.000
4.000
Verontreinigingsheffing
71,81
108.000
37.000
575.000
Zuiveringsheffing
71,81
97.360.000
97.227.000
88.163.000
- gebouwd
- natuur
De gerealiseerde opbrengsten zijn inclusief een relatief klein bedrag voor nog op te leggen aanslagen en vóór aftrek van kwijtschelding en oninbaar. De bedragen voor kwijtschelding en oninbaar zijn voor het heffingsjaar 2010 respectievelijk € 9,8 miljoen en € 2,1 miljoen. De Voorziening dubieuze debiteuren belastingen is verlaagd van € 4,3 miljoen naar € 3,5 miljoen. Voor een toelichting op dit saldo wordt verwezen naar hoofdstuk 8 toelichting op de balans. De afwijkingen tussen de geraamde de werkelijke opbrengsten 2010 worden verrekend met de verschillende egalisatiereserves. Deze verrekening is opgenomen in het voorstel over de bestemming van het rekeningsresultaat van 2010. De verantwoorde opbrengsten voor leges en precario bedragen respectievelijk € 0,4 euro en € 0,3 miljoen. De geraamde opbrengsten bedroegen € 0,3 miljoen respectievelijk € 0,3 miljoen. Alle werkzaamheden met betrekking tot de belastingheffing en belastinginvordering is ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling „Regionale Belastinggroep‟ (RBG). De verantwoording van de belastingopbrengsten in deze jaarrekening is gebaseerd op de door de accountant goedgekeurde jaarrekening van de RBG.
Jaarrekening 2010
91
Jaarrekening 2010
92
4.7
Verbonden partijen
Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Per partij (een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie) is sprake van een financieel en een bestuurlijk belang. Financieel belang: „een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt‟. Bestuurlijk belang: „zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht‟. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de met Delfland verbonden partijen in relatie tot de geformuleerde doelstellingen en de beleidsvoornemens omtrent deze verbonden partijen.
Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum
1954
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
Als huisbankier van de waterschappen levert de NWB diensten op het gebied van betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Doelstelling van de bank is het zo gunstig mogelijk en exact op maat aanbieden van de gewenste financieringen, Maatschappelijke relevantie, hoge kwaliteit, een sterke financiële positie en integriteit zijn de hoekstenen van het beleid van de bank. Delfland is eigenaar van 755 aandelen A en 60 aandelen B van de NWB. De nominale waarde van deze aandelen bedraagt in totaal € 114.425. Het dividend over 2009 bedraagt € 551.082 en is in 2010 ontvangen. Het bestuurlijk belang wordt gestalte gegeven door deel te nemen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Ieder aandeel A geeft recht op 1 stem en ieder aandeel B geeft recht op 4 stemmen. 31-12-2008 31-12-2009 1.047 1.048 47.349 51.374 9 57
Relatie met programma
F – Organisatie
Verantwoordelijke sector
EFZ
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Risico‟s Overige informatie
GR Slibverwerking Vestigingsplaats
Rotterdam
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke Regeling
Ingangsdatum
1 januari 2010
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De GR behartigt de belangen van de deelnemende waterschappen op het terrein van: het (doen) transporteren van zuiveringsslib naar eindbestemmingen; het gecontroleerd (doen) storten of verwerken van zuiveringsslib;
Jaarrekening 2010
93
GR Slibverwerking -
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
het (doen) afvoeren of storten van asresten of andere restproducten van de verwerking van zuiveringsslib; het (doen) afzetten van zuiveringsslib en/of restproducten; het produceren van duurzame energie en de interne afzet daarvan. Samen met vier andere waterschappen participeert Delfland in de GR Slibverwerking. De GR houdt 13% van de aandelen in het kapitaal van NV Huisvuilcentrale NoordHolland (HVC). Ingeval van aansprakelijkstelling in verband met de garantstellingsovereenkomst met de NWB, dient Delfland 24% van het betreffende bedrag te betalen. De GR heeft één vertegenwoordiger benoemd in de Raad van Commissarissen van HVC. Namens Delfland heeft één hoogheemraad zitting in het dagelijks bestuur van de GR. 31-12-2008 31-12-2009 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Relatie met programma
D – Gezuiverd afvalwater
Verantwoordelijke sector
ZB
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Risico‟s Overige informatie
Wanneer binnen een periode van drie jaar mocht blijken dat de verwachtingen van de waterschappen in de meerwaarde van de samenwerking niet bewaarheid kunnen worden en partijen geen vertrouwen meer hebben dat die meerwaarde alsnog bereikt wordt, dan zijn partijen gehouden aan het beëindigen van de samenwerking hun volle medewerking te verlenen op een wijze die recht doet aan de wederzijdse belangen en het vertrouwen waarmee de samenwerking gestart is.
Holding IOPW NV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie ZuidHolland, Delfland) en een private partij (BNG o.g.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Delfland is houder van 480 aandelen in Holding IOPW. De nominale en historische aanschafwaarde van de aandelen bedraagt € 4.800 (circa 9%). Vanuit Delfland als ontwikkelende partij invloed uitoefenen welke projecten in het kader van de „Greenport Westland 2020‟ ter hand worden genomen. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland wordt gevormd door twee leden van het dagelijks bestuur en twee leden van het algemeen bestuur. 31-12-2008 31-12-2009 118.111 103.929 6.582 11.482 5.276 -14.182
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
Jaarrekening 2010
94
Holding IOPW NV Relatie met programma
B – Voldoende water
Verantwoordelijke sector
B&O
Risico‟s
Uittreden van de provincie uit de constructie. Gevolg is dan € 2,6 miljoen minder eigen vermogen en € 7,8 miljoen vreemd vermogen in de BV/CV. Door de huidige recessie krimpt de woningmarkt in het duurdere segment. Dit leidt tot minder rendement op het eigen vermogen de beoogde 15% (contractueel 11%). Bij verdere doorzetting van de recessie ontstaat mogelijk een minder zekere positie als gevolg van ca. 10% minder totaal vermogen. Men is voornemens een om een fors nieuwe project aan te gaan (UPR FES Poelzone; investering ca. € 45 miljoen)
Overige informatie
Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ BV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Besloten Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers : -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie ZuidHolland, Delfland) en een private partij (BNG o.g.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Financiële inbreng betreft het aandelenkapitaal van de Holding IOPW NV. Delfland heeft zitting in de Raad van Commissarissen en toezichthoudend in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland wordt gevormd door twee leden van het dagelijks bestuur. Zij vertegenwoordigen daarbij niet Delfland, maar het bedrijfsbelang van de BV. 31-12-2010 31-12-2009 114.000 106.000 98.000 84.000 1.000 11.000 B –Voldoende water
Verantwoordelijke sector
B&O
Risico‟s
Zie onder Holding IOPW NV.
Overige informatie
Zie onder Holding IOPW NV. Verhouding vermogen publiek / privaat is 50% / 50%.
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ CV Vestigingsplaats
Naaldwijk
Rechtsvorm
Commanditaire Vennootschap
Ingangsdatum
16 mei 2002
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Het doel is het verbreden van de Westlandse economie en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betreft een PPS-constructie uit 2002 met drie overheidspartijen (gemeente Westland, provincie ZuidHolland, Delfland) en een private partij (BNG o.g.). Delfland neemt hieraan vooral deel om vanuit dit samenwerkingsverband in de planvorming een aantal ABC Delfland maatregelen in het Westland zeker te stellen (en werk met werk te maken). Delfland heeft sinds 2001 een belang in Ontwikkelingsmaatschappij „Het nieuwe Westland‟ CV. Dit
Financieel belang Delfland
Jaarrekening 2010
95
Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ CV
Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
belang is gemaximeerd op € 903.023 (ca. 4% van het eigen vermogen). Totaal is € 654.000 gestort. In 2010 hebben geen aanvullende kapitaalstortingen plaatsgevonden. Delfland is in deze CV stille vennoot. De bestuurlijke vertegenwoordiging van Delfland wordt gevormd door één lid van het dagelijks bestuur (i.c. de dijkgraaf). 31-12-2010 31-12-2009 20.089.000 19.198.000 17.653.000 23.571.000 891.000 5.076.000
Relatie met programma
B – Voldoende water
Verantwoordelijke sector
B&O
Risico‟s
Zie onder Holding IOPW NV.
Overige informatie
Zie onder Holding IOPW NV. Uitgangspunt verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen is 1:3.
Bestuurlijk belang Delfland
Regionale Belastinggroep (RBG) Vestigingsplaats
Delft
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
1 januari 2010
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De doelstelling van de gemeenschappelijke regeling is om de kwaliteit van de werkprocessen en de kennis op het gebied van belastingen te waarborgen en te komen tot een kostenreductie. De RBG heft en int de waterschapsbelastingen voor de Hoogheemraadschappen van Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland. Delfland betaalt facturen voor gedane werkzaamheden. Daarnaast zijn beide waterschappen volledig financieel aansprakelijk. Namens Delfland hebben de dijkgraaf en drie hoogheemraden zitting in het algemeen bestuur van de RBG.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Opbrengsten Watersysteemheffing Zuiveringsheffing Kwijtschelding Oninbaar Voorziening dub. Debiteuren werkelijk Kosten Bijdrage aan RBG Relatie met programma Verantwoordelijke sector
Begroot 2010 € 74.594.000 € 95.429.000 € 9.197.000 € 2.397.000 € 4.324.000 (2009)
Werkelijk 2010 € 75.840.000 € 97.680.000 € 9.868.000 € 2.178.000 € 3.573.000 (2010)
€ 5.823.000 F - Organisatie
€ 5.823.000
EFZ
Risico‟s Overige informatie
De gemeenschappelijke regeling is op 1 januari 2010 gestart.
Gemeenschappelijke regeling Beheer grondwater onttrekking Delft Noord Vestigingsplaats
Delft
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
1 mei 2009
Jaarrekening 2010
96
Gemeenschappelijke regeling Beheer grondwater onttrekking Delft Noord Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Financiële kerncijfers: -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
Gemeenschappelijke regeling voor het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de grondwateronttrekking van DSM Gist. Alle drie de partijen (Delfland, gemeente Delft en provincie Zuid-Holland) nemen voor een derde deel in de gemeenschappelijke regeling. Namens Delfland is één hoogheemraad vertegenwoordiger in de gemeenschappelijke regeling. Delfland in penvoerder. 31-12-2008 31-12-2009 0 750.000 0 1.404.445 0 0
Relatie met programma
C – Stevige dijken
Verantwoordelijke sector
WS
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Risico‟s Overige informatie
Op 23 juni 2009 is de samenstelling van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld en zijn de overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering van de grondwateronttrekking getekend. Daarmee zijn per 1 mei 2009 de verantwoordelijkheid voor uitvoering van de grondwateronttrekking en het eigendom van de installatie voor de grondwateronttrekking door DSM Anti-infectives overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling.
Aquon Vestigingsplaats
‟s-Hertogenbosch
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
In oprichting
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De regeling heeft tot doel het verrichten van laboratoriumonderzoek voor de deelnemers en hierbij te komen tot vergroting van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid, benutting van de mogelijkheden tot continue kwaliteitsborging, kwaliteitsverbetering en versterking van de innovatiekracht. Delfland is mede-eigenaar met een aandeel van 5,5 % van de omzet. De bijdrage 2011 van Delfland is voorlopig begroot op € 1.028.636 op een begrote omzet van in totaal € 19.20.974 Twee hoogheemraden hebben zitting in het algemeen bestuur en in het dagelijks bestuur heeft één hoogheemraad zitting. 31-12-2009 31-12-2010 N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b.
Financieel belang Delfland
Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Verantwoordelijke sector Risico‟s
Overige informatie
Jaarrekening 2010
A – Schoon water B – Voldoend water D – Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten B&O De begroting Aquon 2011 is nog niet vastgesteld, de hier gebruikte getallen zijn de gegevens die nu beschikbaar zijn. Het gemeenschappelijk laboratorium „Aquon‟ wordt per 1 juli 2011 opgericht en is een samenvoeging van drie waterschapslaboratoria. Aan deze gemeenschappelijke regeling nemen, naast Delfland, ook de waterschappen Hollandse Delta, Brabantse Delta, De Dommel, AA en Maas en de hoogheemraadschappen van Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard deel.
97
Delta Waterlab Vestigingsplaats
Breda
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
01-05-2008
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
De regeling heeft tot doel het verrichten van laboratoriumonderzoek voor de deelnemers en hierbij te komen tot vergroting van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid, benutting van de mogelijkheden tot continue kwaliteitsborging, kwaliteitsverbetering en versterking van de innovatiekracht. Delfland is mede-eigenaar met een aandeel van 14 % van de omzet. De bijdrage over 2010 bedroeg € 909.537 Twee hoogheemraden hebben zitting in het algemeen bestuur en in het dagelijks bestuur heeft één hoogheemraad zitting. 31-12-2009 31-12-2010 23 23 1.800 1.500 0 0
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
Verantwoordelijke sector
A – Schoon water B – Voldoend water D – Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten B&O
Risico‟s Overige informatie
In deze gemeenschappelijke regeling neme ook de waterschappen Hollandse Delta en Brabantse Delta deel.
Vereniging Regionaal Samenwerkingsverband Water-Stad-Land Vestigingsplaats
Delft
Rechtsvorm
Vereniging
Ingangsdatum
14 mei 2008
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Doel is het optimaal benutten van het economische potentieel van het Rijn-Schiekanaal en het vormen van een kennisnetwerk. De vereniging is opgericht door de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg en Schiedam. Delfland is lid. Jaarlijks wordt er contributie betaald. Voor 2010 is dit € 5.000 Delfland wordt vertegenwoordigd in de algemene ledenvergadering door één van de collegeleden. Momenteel zijn de financiële kerncijfers niet voor handen.
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma
B – Voldoende water
Verantwoordelijke sector
B&O
Risico‟s Overige informatie
Jaarrekening 2010
Delfland heeft het lidmaatschap per 1-1-2011 opgezegd. Het lidmaatschap van deze vereniging heeft voor Delfland weinig positieve resultaten opgeleverd. Ook de koers en werkwijze van de vereniging kwamen verder van het werk van Delfland af te liggen.
98
Het Waterschapshuis Vestigingsplaats
Amersfoort
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum
2005
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Het Waterschapshuisis de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van informatieen communicatietechnologie. Het Waterschapshuis heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven. Algemene contributie € 350.000.
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland
Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat Relatie met programma Verantwoordelijke sector
De stichting Het Waterschapshuis legt verantwoording af aan de Unie van Waterschappen en de VDW (Vereniging van Directeuren van Waterschappen). Momenteel zijn de financiële kerncijfers niet voor handen.
F – Organisatie MID
Risico‟s Overige informatie
Unie van Waterschappen Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Vereniging
Ingangsdatum
1927
Openbaar belang (doelstellingen en activiteiten)
Hoger doel: Leidend zijn in de strategische discussie over regionaal waterbeheer in zowel de nationale als de internationale context, met als doel: „Duurzaam waterbeheer‟. De Unie moet in zijn geheel leidend zijn. Gewaagd doel: Niemand wil om ons heen! De Unie is (in 2010) de meest inspirerende gesprekspartner over regionaal waterbeheer en dus aanwezig op de plekken waar (belangrijke) besluiten worden genomen. Kernkwaliteiten: We excelleren in strategisch netwerken, spelen adequaat in op veranderingen, nemen initiatieven en zijn communicatief: inspireren en verbinden, hebben kennis van zaken, zijn inhoudelijk generalist en volwaardige gesprekspartner en kennen de „ins‟ en „outs‟ van de Haagse en Brusselse „bureaucratie‟.
Financieel belang Delfland Bestuurlijk belang Delfland Financiële kerncijfers (x € 1 mln): -Eigen vermogen -Vreemd vermogen -Jaarresultaat
Jaarrekening 2010
De Unie treedt namens de waterschappen op als vertegenwoordiger naar het parlement, de Rijksoverheid en organisaties als het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Unie neemt ook het initiatief zelf onderwerpen op de politieke agenda te zetten. Jaarlijks wordt contributie betaald aan de Unie. Voor 2010 is dit ca. € 410.000. In de ledenvergadering hebben de voorzitters van alle waterschappen zitting. 31-12-2010 31-12-2009 3.322.446 3.472.862 1.514.480 14.978.944 -150.416 -542.283
99
Unie van Waterschappen Relatie met programma
F - Organisatie
Verantwoordelijke sector
BCC
Risico‟s Overige informatie
Jaarrekening 2010
100
4.8
Bedrijfsvoering
Crisisbeheersing Het team Crisisbeheersing is per 1 oktober 2010 samengevoegd met team communicatie. Hiermee is er geen aparte teamleider meer nodig en dit geldt ook de daarbij benodigde managementassistentie. Het betekent een besparing op personeel. De medewerkers van team crisisbeheersing volgden opleidingen, waardoor minder gespecialiseerde inhuur nodig is. Er zijn 39 trainingen verzorgd voor functionarissen binnen de calamiteitenorganisatie op alle niveaus (operationeel, tactisch en strategisch), zodat de organisatie goed geoefend blijft voor crisissituaties. Hierbij zijn relatief veel nieuwe mensen geïntroduceerd in de calamiteitenorganisatie, die kennis en ervaring hebben moeten opbouwen. Strategisch informatieplan In 2010 lag de focus van Delfland bij het strategisch informatieplan op de fundamenten architectuur en basis op orde en op de organisatie van de informatievoorziening en op deze terreinen is veel bereikt. De enterprise-architectuur van Delfland 1.0 is opgeleverd, beleid en modellen voor gegevensbeheer zijn opgesteld en de toets- en besluitvormingsprocessen zijn verder geprofessionaliseerd om invulling te geven aan concernsturing op informatievoorziening. In 2010 is besloten om het Waterschapshuis om te vormen van stichting naar gemeenschappelijke regeling. Deze transitie wordt ook benut om meer sturing en grip te krijgen op de activiteiten van het Waterschapshuis. Geografische informatie De primaire processen zijn ook in 2010 gefaciliteerd door professionele dienstverlening op het gebied van geo-informatie. In april is de nieuwe versie van IRIS succesvol geïmplementeerd en er is ook op geo-gebied een toename te zien in de digitale dienstverlening. Zo is een substantiële bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Legger waterlopen, die bovendien digitaal beschikbaar is gesteld aan burgers en bedrijven via het Geoportaal. Verder voldoet Delfland aan de INSPIRE Richtlijn voor 2010 door metadata over de Delflandse beheerobjecten beschikbaar te stellen via het Nationale Georegister. Hiermee wordt informatie-uitwisseling op geo-gebied met andere overheidsinstanties in de toekomst eenvoudiger. Rechtmatigheid Vanwege de invoering van de gewijzigde Waterschapswet en het Waterschapsbesluit, heeft het begrip Rechtmatigheid met ingang van 1 januari 2009 zijn intrede gedaan bij alle waterschappen. In de Delflandse verordeningen ingevolge artikelen 108 en 109 van de Waterschapswet is mede de basis gelegd voor het opzetten van een beheerssysteem waarmee voldaan kan worden aan de verplichtingen voortvloeiend vanuit het wettelijke begrip Rechtmatigheid. Landelijk is afgesproken dat de rechtmatigheid zich beperkt tot de financiële aspecten van de huishouding van de waterschappen. Dit betekent in praktijk dat de uitwerking van Rechtmatigheid gevolgen heeft voor de interne en de externe verslaggeving, en de daaraan ten grondslag liggende processen. Het voldoen aan de gewijzigde omstandigheden vereist de nodige aanpassingen op structureel en cultureel organisatieniveau en in de algemene bedrijfsvoering. Hiertoe is in 2010 een beheerssysteem opgezet dat zich in de meest optimale zin kan richten op de drie belangrijkste aspecten van Rechtmatigheid; het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, en misbruik- en oneigenlijk gebruik. In de structuur is gekozen voor de opzet van een uitgebreid IC-systeem (Interne Controle) dat aansluit op het controleraamwerk van de externe accountant voor het controleren van de jaarrekening. Tevens is er een sterke opbouw in ontwikkeling van de BIV/AO (Bestuurlijke Informatie Voorziening / Administratieve Organisatie). Dit proces
Jaarrekening 2010
101
richt zich in eerste instantie op de primaire financiële processen zoals Investeringen, Inkoop & aanbesteding, Subsidies. Deze BIV/AO-beschrijvingen worden vooralsnog solitair opgesteld ten opzichte van bestaande procesbeschrijvingen. Dit omdat het hier de financiële aspecten betreft binnen processen, die tot heden in overige beschrijvingen buiten beschouwing werden gelaten. Daarnaast is in 2010 een sterk controle-instrument ingezet in het toetsproces. Hierbij worden alle aangeboden stukken voor behandeling in D&H getoetst op de drie rechtmatigheidcriteria. Als laatste maar zeker even belangrijk, wordt zoveel als mogelijk getracht aan het begin van het proces van de totstandkoming van documenten ten behoeve van bestuurlijke besluitvorming, een advies gegeven op basis van de rechtmatigheidcriteria. Als laatste aanpassing is gekozen voor een organieke aanpassing. Deze behelst de omhanging van de Interne Audit-unit van de sector EFZ naar Concerncontrol. Dit moet bijdragen aan effectievere aansturings- en communicatielijnen. Naast de uitwerking van beheersvormen in structurele zin, is er ook in ruime zin aandacht voor de culturele kant in de vorm van interne communicatie en training omtrent het onderwerp Rechtmatigheid. Op allerlei niveaus en diverse locaties in de organisatie zijn gedurende 2010 de aspecten van Rechtmatigheid veelvuldig besproken en ingepast in de uitwerking van documenten ter besluitvorming. Belangrijk hierbij is het consequent aanspreken op gedrag en het houden aan gemaakte afspraken. Op dit gebied is sprake van een duidelijke groeicurve naar volwassenheid van het beheerssysteem. Inkoop & aanbesteding In 2010 heeft Inkoop veertien Europese aanbestedingen begeleid. Voor zeven trajecten is een formeel verzoek voor het afwijken van het aanbestedingsbeleid gevraagd. Om verzoeken tot afwijkingen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid te verminderen is er in 2010 nog meer aandacht besteed aan voorlichting op dit gebied en werden alle medewerkers op de hoogte gesteld van de relevante (Europese) drempels en procedures. In 2010 is het inkoop- en aanbestedingsbeleid geactualiseerd en opnieuw door D&H vastgesteld. In 2010 zijn alle raamcontracten tussentijds geëvalueerd. Er is een instrument in gebruik genomen voor het beoordelen van de kredietwaardigheid van leveranciers door zowel medewerkers van Delfland als door de leveranciers zelf. Tevens is in 2010 het bestaande contractregistratiesysteem omgezet naar een module van het financiële systeem (GIDS), omdat het vorige contractregistratiesysteem geen koppeling kende met het financiële systeem. Voor het nieuwe systeem zijn trainingen gegeven en er wordt inmiddels mee gewerkt. In het rechtmatigheidonderzoek Inkoop & Aanbesteding staat als een van de aanbevelingen om de rechtmatigheid te beheersen: „Het centraal en strategisch/tactisch positioneren van een bevoegd en deskundig orgaan Inkoop & Aanbesteding met voldoende verantwoordelijkheden en bevoegdheden om het proces Inkoop & aanbesteding breed binnen Delfland adequaat te kunnen beheersen‟. Op dit te realiseren is in oktober 2010 het pre-advies ingevoerd. Het pre-advies is verplicht bij alle verplichtingen boven de € 50.000,-. Het pre-advies wordt gevraagd aan de inkoopadviseurs en de inkoopadviseurs beoordelen of de inkoop of aanbesteding van werken, diensten en leveringen volgens de juiste procedure wordt gedaan. Daarnaast wordt gekeken of door het inkopen van dezelfde leveringen of diensten door verschillende sectoren de aanbestedingsgrens wordt overschreden. De adviseurs geven ook een advies over onder andere het gebruik van raamovereenkomsten en duurzaamheidscriteria. Dit pre-advies wordt hiermee een vast onderdeel van het aanbestedingsdossier. Subsidies In 2010 is de aanzet gegeven tot verdere structurering van de bedrijfsvoering rond subsidies. Dit alles conform de rechtmatigheidregels die zijn voortgekomen uit de
Jaarrekening 2010
102
Waterschapswet en Waterschapsbesluit. Vooruitbetalingen worden als kortlopende schuld genoteerd. De reden hiervan is dat pas definitief over een subsidie beschikt kan worden, als aan de voorwaarden van de subsidieregeling is voldaan. Tot dat moment is er sprake van een onzekerheid, die mogelijk kan leiden tot terugvordering van het voorschot. Voor Delfland was 2010 een mager subsidiejaar door het stopzetten van nieuwe investeringen en het herijken van lopende projecten op het gebied van nut en noodzaak. Het nieuwe Kabinet heeft besloten om te snijden in de huidige subsidieregelingen. Het kabinetsbesluit dat in september 2010 bekend is geworden, heeft de kijk op toekomstige subsidiemogelijkheden vertroebeld. Het is op 31 december 2010 niet duidelijk welke subsidieregelingen blijven bestaan en welke zullen verdwijnen. Als aan het kabinetsbesluit gehoor wordt gegeven, dan gaat de komende tijd het mes in subsidieregelingen op het gebied van Natuur. Of en hoe waterkwaliteit gesubsidieerd gaat worden is nog niet inzichtelijk. Op Europees niveau zijn op dit moment de ontwikkelingen zodanig dat bij subsidieregelingen als Interreg IVB, de ruimte voor watergerelateerde projecten steeds meer wordt ingeperkt. In 2010 heeft een „mid-term review‟ plaatsgevonden en zijn de onderhandelingen gestart voor de periode van 2014 tot en met 2021. De focus wordt op Europees niveau meer naar duurzaamheid en innovatie verlegd, terwijl door bezuinigingen de neiging bestaat om behoudend te opereren. Dit betekent dat de waterschappen de krachten moeten bundelen om watergerelateerde projecten via Duurzaamheidscriteria toch gefinancierd te krijgen. Anderzijds worden veel werkzaamheden door de regeling KRW steeds meer gezien als wettelijke taak en worden daardoor veelal niet als subsidiemogelijkheid aangemerkt. Daarnaast blijkt dat meer integraal opgepakte projecten worden gefinancierd dan op zichzelf staande waterprojecten. Bureau Brussel, het lobby-bureau van de Unie van Waterschappen en Vewin, geeft invulling aan de inhoudelijke bemoeienis met de Europese Subsidieregeling. Een ontwikkeling binnen de huidige regelingen is dat de te subsidiëren projecten zich steeds meer op een hoger abstractieniveau bevinden en de nadruk ligt op het uitwisselen en verkrijgen van kennis. Hierbij worden investeringen nauwelijks nog gesubsidieerd als deze niet innovatief zijn. De kosten van de uit te voeren werkzaamheden voor de KRW en de voorzorgsmaatregelen als gevolg van klimaatverandering, blijven hoog. In de praktijk lijken deze kosten hoofdzakelijk voor rekening te komen van de lokale en regionale overheden. Ultimo 2010 lopen de volgende subsidieregelingen tot 2013. De bedragen zijn de maximale voorlopige beschikkingen. De uiteindelijke subsidiebedragen hangen af van de werkelijke kosten en de uitvoering conform aanvraag. Project:
Nationaal bestuursakkoord water Synergiegelden Kaderrichtlijn Water. Interreq IVB Noordzee SAWA
Omvang (bedragen in €1 miljoen) 3,3
Afgerond voor
Afgerond in 2010
0,6
2013
0,4
2012
Interreg IVB Noordzee Aquarius
0,46
2012
Life+ M3
0,47
Stopgezet na herijking in 2010 2012
Innovatiekrediet Kaderrichtlijn Water
1,1
Zwakke Schakels (Delflandse Kust en Scheveningen Boulevard) Brim
212,0
2012
0,3
2011
Jaarrekening 2010
103
Verzekeringen Delfland is trekker geweest van een tweetal aanbestedingen, te weten de brand- en ongevallenverzekering. De brandverzekering namens dertien waterschappen en de ongevallenverzekering namens veertien waterschappen. Beide aanbestedingen zijn in november 2010 succesvol afgerond en voor Delfland heeft dit onder andere geresulteerd in een nieuw brandcontract voor drie jaar (met ingang van 1-1-2011) met de mogelijkheid om nog tweemaal met een jaar te verlengen (premiebesparing ruim € 30.000 per jaar). Met betrekking tot de ongevallenverzekering is tijdens de aanbesteding gebleken dat de deelnemende waterschappen ten opzichte van elkaar sterk afwijkende polisdekking hebben, en in de aanbesteding is getracht om onder andere tot een uniforme polis te komen waarvan de dekking voor elk waterschap gelijk is. Naar aanleiding van een grote calamiteit bij een ander waterschap is gebleken dat de polisvoorwaarden van de aansprakelijkheidsverzekering niet geheel aansloten bij de kerntaken van een waterschap. Delfland is met een aantal waterschappen betrokken geweest bij gesprekken met de verzekeraar over de interpretatie van de polisvoorwaarden, en dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een uitbreiding van de polisvoorwaarden. Met betrekking tot de rechtsbijstandverzekering voor de werknemers van Delfland is eind 2010 de aanzet gegeven om de polis naast de dekking voor juridische bijstand uit te breiden met een dekking voor traumaopvang na bijvoorbeeld een agressieve daad jegens een werknemer (aan deze dienstverlening zijn geen kosten verbonden). Een snelle en deskundige opvang en begeleiding kan bijdragen aan een snellere verwerking bij de betrokkene en indirect kunnen daarmee ook de verzuimkosten voor de werkgever worden beperkt. Naar aanleiding van een aantal aansprakelijkheidsclaims op de Constructie All Risk verzekering (CAR-polis) van Delfland heeft eind 2010 een gesprek plaatsgevonden met de verzekeringsmakelaar/verzekeraars. Daarbij is gebleken dat een aantal verzekeraars hun aandeel in de polis vanwege het schadeverloop hebben opgezegd per 1-1-2011. De CAR-polis is per 1-1-2011 geprolongeerd met een gewijzigde verzekeraarsverdeling. Daarbij is door verzekeraars de voorwaarde gesteld dat in overleg met de sector PIB nader wordt gekeken naar de wijze van afhandeling van aansprakelijkheidsclaims en dat daarnaast aandacht wordt besteed aan een adequaat risicomanagement voorafgaande aan de uitvoering van projecten. Arbo en Milieu Het jaar 2010 heeft in het teken gestaan van het verbeteren van een aantal voorgeschreven arboprocessen en -producten, te weten ongevallenproces, CEmarkering (machineveiligheid), Veiligheids-en Gezondheidsplannen, noodplannen Bedrijfshulpverlening en arbobeleid. Voor 2011 is een jaarplan opgesteld waarbij deze processen en producten worden geïmplementeerd. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor het in eigen beheer uitvoeren van een concernbrede risico inventarisatie en evaluatie (RI&E). Door de milieuaccountant is goedkeuring gegeven aan de verplichte en wettelijke emissienormering. Personeel en Organisatie In-, door- en uitstroom In 2010 zijn 28 nieuwe medewerkers in dienst getreden (26,45 fte), terwijl 30 medewerkers (27,60 fte) de dienst hebben verlaten. Per 31 december zijn er 494 mensen in dienst, die gezamenlijk 454 fte bezetten. In de loop van 2010 zijn 43 medewerkers – meest vrijwillig en via interne sollicitatie van functie veranderd binnen Delfland. Ongeveer driekwart betreft functiewijzingen binnen de eigen sector; in de overige zaken ging het om overplaatsingen naar een andere sector.
Jaarrekening 2010
104
Gezien de plannen rond de Kadernota 2011 zal in de komende jaren de aandacht voor de interne mobiliteit verder toenemen en hier duidelijker op gestuurd moeten worden. Het vervullen van vacatures met nieuwe medewerkers of extern ingehuurde krachten zal alleen nog in uitzonderlijke situaties mogelijk zijn. Gezondheid Delfland besteedt veel aandacht aan de preventie van ziekte. De werkgever voert actief RIE‟s uit, zorgt voor een goede voorlichting op het gebied van werkplekinrichting en de bedrijfsarts heeft wekelijks spreekuur op het kantoor in Delft. Met regelingen en acties wordt ook het actief bewegen gestimuleerd. In 2010 is gestart met het preventief medisch onderzoek (PMO, het vroegere PAGO) in twee sectoren; in 2011 en 2012 worden de overige sectoren onderzocht. Het PMO in 2010 heeft geen structurele werkgerelateerde problemen aan het licht gebracht. Met betrekking tot de individuele zorg is een beperkt aantal medewerkers doorverwezen naar het reguliere medische circuit. Het ziekteverzuim bij Delfland was in 2010 4,29%. Het verzuim ligt al enige jaren rond dit niveau, zij het dat het verzuim korter dan 6 weken wat daalt, terwijl het lange verzuim (> 6 weken) iets stijgt. In onderstaande tabel wordt het verzuim per sector weergegeven. Sector
Verzuimpercentage
Directie + Concerncontrol
3,62%
BCC
3,10%
EFZ
8,38%
Middelen
5,35%
V&H
4,36%
PIB
3,41%
ZVB
4,64%
OW
3,39%
B&O
3,30%
De soms hogere verzuimcijfers per sector worden over het geheel genomen veroorzaakt door langdurig verzuim. In veel gevallen is het langdurig verzuim te wijten aan zware
Jaarrekening 2010
105
ziekte en operaties; in een aantal zaken speelt een combinatie van privé en zakelijke omstandigheden. De bedrijfsarts, het management en het team P&O besteden veel aandacht aan de reïntegratie van langdurig zieken; de instroom in de WIA (opvolger van de WAO) is in 2010 nihil. Arbo en BHV Een separaat KAM-jaarverslag wordt verzorgd door het team Risicomanagement van EFZ. Uit dit verslag zijn de volgende gegevens gelicht: Bij Delfland wordt een gestructureerd vaccinatieprogramma uitgevoerd: 117 medewerkers zijn functiegericht gevaccineerd tegen DTP en Hepatitis A; ruim 60 medewerkers hebben vrijwillig gebruik gemaakt van de griepvaccinatie. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is functiegericht vastgelegd in het kledingbesluit en het veiligheidshandboek. De leidinggevenden zien toe op een strikte naleving van de voorschriften. Het (op specifieke voorwaarden) verstrekken van individuele otoplastieken (gehoor) en beeldschermbrillen wordt centraal geregeld. Op de grote locaties van Delfland zijn in totaal 68 medewerkers getraind als BHV-er, terwijl circa 50 buitendienstmedewerkers een verkorte training hebben gekregen voor eerste hulp en brandbestrijding. Op alle locaties zijn ontruimingsoefeningen gehouden. PVB-gesprekscyclus De cyclus van plannings-, voortgang- en beoordelingsgesprekken is in 2010 goed uitgevoerd. Dit instrumentarium vraagt weliswaar de nodige tijd en aandacht, maar levert ook rendement op in de vorm van vroegtijdige signalering en bijsturing van functioneringsproblemen en een goede onderbouwing van het beloningsbeleid. In 2010 is ruim 98% van de beoordelingsgesprekken gevoerd. Voor 8 medewerkers is de procedure nog niet geheel afgerond, of is er een herplaatsingsprocedure (met andersoortige gesprekken) gaande. Van de 467 gevoerde beoordelingsgesprekken hebben er 389 geleid tot de score C (goede functievervulling), 66 tot de score B (zeer goed), 5 score A (uitstekend) en 7 score D (voldoet niet geheel aan de norm).
31-12-2010 bcc cc+efz mid v&h pib zvb ws bo
E 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
D 0,00% 3,13% 3,09% 1,67% 0,00% 2,13% 0,00% 1,39%
C 87,88% 68,75% 91,75% 90,00% 76,09% 76,60% 85,00% 75,00%
B 12,12% 15,63% 5,15% 6,67% 23,91% 19,15% 12,50% 23,61%
A 0,00% 3,13% 0,00% 1,67% 0,00% 2,13% 2,50% 0,00%
DELFLAND
E 0,00%
D 1,50%
C 82,87%
B 13,92%
A 1,07%
In 2011 en verder zal de PVB-cyclus ook een bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van (deels) nieuwe competenties, afgestemd op de omgeving en omstandigheden waarin Delfland in de komende jaren moet functioneren. Integriteit
Jaarrekening 2010
106
In het verslagjaar hebben alle nieuwe medewerkers van Delfland op de introductiedag de eed afgelegd of de belofte gedaan. Hierbij is aandacht besteed aan het begrip integriteit en de vertaling daarvan voor de dagelijkse praktijk. De SAW (Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling waterschapspersoneel) kennen de mogelijkheid van disciplinaire maatregelen, variërend van formele berisping tot aan strafontslag. In het verslagjaar zijn geen disciplinaire straffen opgelegd. In het verslagjaar zijn de reeds benoemde vertrouwenspersonen van Delfland, tevens benoemd als vertrouwenspersonen in het kader van de klokkenluidersregeling. Opleidingen In 2010 is er veel aandacht geweest voor incompany trainingen, onder andere op het gebied van waterschapsrecht, handhaving grondwaterbeheer, project- en financieel management, advies- en coachingsvaardigheden en bestuurlijke besluitvorming. In totaal hebben in 2010 236 medewerkers deelgenomen aan deze trainingen. Het budget voor deze centrale trainingen van € 187.000 is voor ongeveer 90% besteed; een deel van de voorgenomen MD-trainingen is door drukte van alle betrokkenen opgeschoven naar 2011. Naast de centrale/collectieve trainingen hebben 86 medewerkers gebruik gemaakt van de regeling studiefaciliteiten voor individuele opleidingen bij erkende opleidingsinstituten buiten Delfland. In de komende jaren zullen de opleidingsinspanningen zich toespitsen op de kwaliteiten die Delfland het meest nodig heeft in de veranderende omstandigheden. Stages bij Delfland In het kader van hun opleiding hebben in 2010 zeventien studenten in totaal 55 maanden stage gelopen bij Delfland. Het ging om twaalf MBO stages en vijf HBO stages. Opvallend is dat ruim de helft (10) van de stages zijn gelopen bij ondersteunende sectoren; zeven stages vonden plaats bij de „technische‟ sectoren. Project- en Ingenieursbureau (PIB) Het jaar 2010 stond in het teken van de bijstelling van de ambities van Delfland binnen de verschillende programma‟s. Dit heeft er toe geleid om binnen PIB één team op te heffen (formele goedkeuring moet nog plaatsvinden) en de externe inhuur met ongeveer 50 % te verminderen. De aansturing op basis van de programma‟s is in 2010 verder aangescherpt. In 2010 zijn er bij PIB in totaal 52.000 uren besteed aan projecten. Dit is een daling met 30 % ten opzichte van 2009. Een deel van deze daling (8000 uren) wordt veroorzaakt omdat door een stelselwijziging op basis van BBVW geen uren meer verantwoord konden worden op algemene programmanummers voor ondersteuning en een andere deel (10.000 uren) doordat de personele bezetting naar beneden is bijgesteld. Van de verantwoorde projecturen had 66 % betrekking op het programma Voldoende water, 16 % op het programma Stevige dijken, 12 % op het programma Gezuiverd afvalwater en 6 % op het programma Schoon water. In 2010 is op de PIB-projecten in totaal een investeringsvolume van € 30 miljoen euro gerealiseerd. Dit is bijna een halvering ten opzichte van 2009. Oorspronkelijk was de doelstelling voor 2010 een investeringsvolume van € 65 miljoen te realiseren. De adviesfunctie door PIB in de beleids- en initiatieffase is in 2010 verder ingevuld. In totaal zijn hier in 2010 ruim 2000 uren aan besteed. De nieuwe vorm van voortgangsrapportages van projecten is in 2010 geïmplementeerd en wordt in 2011 verder ontwikkeld. De achterstand met de toepassing van de eenduidige kostenramingen (SSK) bij een groot aantal projecten is mede door de externe inhuur in 2010 voor zover mogelijk weggewerkt. Ten slotte is een aantal verbeterprojecten opgestart met betrekking tot het kennis- en kwaliteitsmanagement en het introduceren van risicomanagement. Deze verbeterprojecten lopen nog door naar 2011.
Jaarrekening 2010
107
Jaarrekening 2010
108
4.9
EMU-saldo
Het EMU saldo betreft het vorderingensaldo op transactiebasis van de gehele sector overheid, met inbegrip van de centrale overheid, de sociale fondsen en de lokale overheden. De onderstaande tabel geeft de berekening van het EMU-saldo over 2010 voor Delfland weer. Tabel Emu-saldo (bedragen * € 1 miljoen)
Vermeerderingen
Verminderingen
Saldo
-45.746
1 EMU/exploitatiesaldo 2 Invloed investeringen (zie staat van vaste activa) 78.878
Bruto-investeringsuitgaven Investeringssubsidies
53.805
Verkoop materiële en immateriële activa Afschrijvingen
41.735 16.662
3 Invloed voorzieningen (zie staat van reserves en voorzieningen): Toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie
11.918
Onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie
940
Betalingen rechtstreeks uit voorzieningen
434
Externe vermeerderingen van voorzieningen Invloed voorzieningen (zie staat van reserves en voorzieningen): 10.544 4 Invloed reserves (zie staat van reserves en voorzieningen): Betalingen rechtstreeks uit reserves Externe vermeerderingen van reserves 5 Deelnemingen en aandelen: Boekwinst Boekverlies Emu-saldo volgens rekening 2010
Jaarrekening 2010
-18.540
109
Jaarrekening 2010
110
4.10
Topinkomens
De Wet Openbaarmaking uit Publieke Middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) verplicht organisaties in de publieke sector in hun jaarverslag de jaarlonen van (top)functionarissen te vermelden voor zover dit hoger is dan het gemiddelde jaarloon van een minister (ongeveer € 193.000). In 2010 had Delfland geen functionarissen in dienst met een loon dat boven dit bedrag kwam.
Jaarrekening 2010
111
Jaarrekening 2010
112
5
Verantwoording investeringen 2010 Inleiding In de primitieve begroting werden de bruto investeringsuitgaven over 2010 geraamd op een bedrag van € 94 miljoen. Gedurende het jaar zijn de verwachte investeringsuitgaven bij de 1e en 2e Burap bijgesteld naar uiteindelijk € 50 miljoen. De onderstaande tabel geeft het verloop per programma weer van de oorspronkelijk geraamde investeringsuitgaven tot aan de uiteindelijke realisatie over 2010. Tabel 5.1 Overzicht investeringen per programma Investeringen per programma (bedragen * € 1 miljoen)
Raming primitieve begroting 2010
A- Schoon water B- Voldoende water C- Stevige dijken D- Gezuiverd afvalwater E- Instrumenten F Organisatie F2-Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3- Bedrijfsvoering Correctie stelsel-wijziging PPS Totaal
Bijgestelde raming 1e Burap
Bijgestelde raming 2e Burap
Realisatie in 2010
2,0 55,6 10,9
3,6 44,3 6,5
1,0 27,6 3,6
3,8 10,3 2,8
21,1 0,1
22,6 0,0
12,9 1,1
10,0 0,5
-0,6 4,9
-0,1 5,4
0,1 3,8
0,0 2,3
94,0
82,3
50,1
-5,4 24,3
Gereedgekomen werken Van de 370 in 2010 lopende projecten zijn bij het opstellen van de jaarrekening 61 projecten gereed gemeld en geactiveerd. Daarnaast zijn op basis van onder andere het besluit „Actualisatie projecten‟ 79 projecten afgesloten. Van de 61 gereedgemelde en geactiveerde projecten bedroeg het investeringplan € 73,1 miljoen en bedroegen de uiteindelijke geactiveerde kosten € 69,2 miljoen. Van de gereedgekomen en geactiveerde werken kan het volgende overzicht worden gegeven. Tabel 5.2 Gereedgekomen en geactiveerde werken Projectnaam KRW-Vlotwatering KRW-Zwethkanaal KRW-Nieuwe Water Aut. stuw Holierh.& Zoutev.pld Poldergml.Korftlaan aanpassing Instroom dmw gemaal ONBP Overn.Gml.Fokkerstraat +aanp. Gemaal Wippolder Noodstroomaggregaten (5) Afw. Midden Delfland Vlotwatering Verbreding Nieuwe Water Verbreding Cal. berging Hoekpolder Zwartendijk, Verbinding via Gemaal Meerpolder pld
Jaarrekening 2010
Projectnummer 700888 700890 700891 700804
Program-ma A A A B
700825
B
700840
B
700855
B
700857 700865
B B
700876 700936 700939 700951 700958
B B B B B
700986
B
Investeringsplan 1.910.841 484.799 850.900
Investerings krediet 1.910.841 484.799 850.900
Uitgaven tot en met 2010 1.904.378 484.800 850.900
Restant krediet 6.463 -1 0
50.510
50.510
50.510
0
67.097
67.097
67.097
0
629.090
629.090
629.090
0
167.497 2.329.294
167.497 2.329.294
167.497 1.829.294
0 500.000
343.840 983.382 468.560 230.396 6.462.327
343.840 983.382 468.560 230.396 6.462.327
338.840 983.382 437.888 230.396 6.692.326
5.000 0 30.672 0 -229.999
0 3.220.284
0 3.220.284
22.291 3.132.507
-22.291 87.777
113
Projectnaam Gemaal NRDroogmakerij Dam-afsluitb dkr Meerw 78103m cap.gml WestNoordpld Dijkpld.Maasland uitbr.gemaal 78135 H Kraayenstein Berging glastuinbw.Groenevld Herinr. Rei NieuwldNoordld Nwe weg L.Bonnen vr Staelduin Waterberging Oostelijke Slag Zoekgebied berging Zwethzone Berging Tjalklaan Oostabtspld Berg.IOPW-geb.Wonen ih.Groen Woudsepld.oph.bemalings tekort 78283c Verb.toevoer Zuidpld vD Onderzoek Vlotterkering Afronding Reconstructie MD Stuwen en inlaatconstructies Kabelgoot Delfl. Buitensluis Oranjebinnensl.cons.deure n Rijckevorselesluis cons.deuren Monsterschesluis cons.deuren Sluis Berkelsche Zweth DGL vuilverw. in sliblijn NW procesbesturing (Advant) Tweede Delftleiding r.g.Delft ren.aanp. effl.g.Houtrust r.g.Lookwatering r.g.Leids.dam aanp. 2e Collecteurriool Grondaankoop Nieuwland Renovatie beton werken Keringhuis Klimaat Delftechpark Verv. helpdeskpakket Storage Back up Capaciteit Clients Vervangen desktops LAN Cap coreswitch 10 gbit/s Gemaal NRDroogmakerij WAN Cap 10 Gbit/s WAN Centr internet toeg
Jaarrekening 2010
Projectnummer 700987 700994 700995
Program-ma B B B
701017
B
701028 701030
B B
701060
B
701066
B
701109
B
701118
B
701152
B
701171
B
701176
B
701182
B
701273 701372
B B
701401
B
700748
C
700752
C
700753
C
700754
C
700756 700901 700915
C D D
701219 701227 701228 701229 701236 701378 701408 701473 701478 700719 700734 701301
D D D D D D D D E F3 F3 F3
701310
F3
701326
F3
700987 701330 701331
B F3 F3
Investeringsplan 2.859.397 170.279
Investerings krediet 2.859.397 170.279
Uitgaven tot en met 2010 2.852.483 170.279
Restant krediet 6.914 0
253.805
253.805
253.805
0
684.873 62.568
684.873 62.568
684.873 63.056
0 -488
1.170.953
1.170.953
585.477
585.476
297.911
297.911
297.911
0
407.461
407.461
407.461
0
1.386.876
1.386.876
865.231
521.645
1.282.187
1.282.187
833.422
448.765
944.512
944.512
957.850
-13.338
700.000
700.000
669.002
30.998
2.648.201
2.648.201
2.648.201
0
250.000 132.882
250.000 132.882
120.662 133.699
129.339 -817
1.093.017
1.093.017
1.015.014
78.003
467.195
467.195
430.813
36.382
27.108
27.108
27.108
0
110.000
110.000
108.218
1.782
93.000
93.000
92.108
892
250.000 100.000 595.000
250.000 100.000 595.000
249.115 82.765 572.846
885 17.235 22.154
306.000 2.880.000 6.260.000 16.070.000 2.438.000 2.638.000 4.430.450 1.090.000 125.000 100.000 200.000 200.000
306.000 2.880.000 6.526.000 16.070.000 2.438.000 2.638.000 4.430.450 1.093.164 125.000 100.000 200.000 200.000
306.509 2.871.567 6.420.010 16.065.010 2.371.819 2.323.748 4.430.450 484.483 120.068 100.000 4.888 144.842
-509 8.433 105.990 4.990 66.181 314.252 0 608.681 4.932 0 195.112 55.158
70.000
70.000
63.659
6.341
1.300.000
1.300.000
839.814
460.186
100.000 2.859.397 100.000 75.000
100.000 2.859.397 100.000 75.000
93.455 2.852.483 139.220 50.417
6.545 6.914 -39.220 24.583
114
Projectnaam WAN Contingency knp DTP Storage capaciteit Back-up capaciteit Wan Cap 10 Gbit/s Uitwijk van storage Serverruimte Totaal
Projectnummer 701332
Program-ma F3
701442 701443 701457 701460 701462
F3 F3 F3 F3 F3
Investeringsplan
Investerings krediet
160.000 75.000 70.000 100.000 75.000 50.000 73.098.492
160.000 75.000 70.000 100.000 75.000 50.000 73.367.656
Uitgaven tot en met 2010 120.136 74.817 67.986 157.337 51.392 4.868 69.249.086
Restant krediet 39.864 183 2.014 -57.337 23.608 45.132 4.118.570
Restantkredieten In tabel 5.3 wordt een overzicht gegeven van de restantkredieten welke nog niet zijn afgewikkeld en overlopen naar 2011. In de besluitvorming over de jaarrekening wordt voorgesteld het restant investeringsplan en -krediet over te brengen naar 2011. Tabel 5.3 Restantkredieten
Projectnaam NVA lngs Hfdwtrgang Oude Leede NVO langs bypass Vistrap langs inlaatconstr. Visie vismigratie & implement. Aquarius vispaaiplaats Paddestoel vpp nvo vld. vaart boonervl. nvo karitaat molensl. Boeren voor natuur Zwemwater maatregelen NVO Noordvliet Comm.polder Aalkeetpolders Vispassage Poelzone KRW KHR Noordpolder v Berkel Techn.aut.waterbeheer Realisatie kunstwrk PIB ICT-services/GEO team Aanbesteding Vodafoon Aanbesteding ICT solutions Upgr.centr.aanst.boez.sys teem Gml Aalkeet Binnenpld. Poldergml.Vrijebandsekad e aanp Duifpld, toegangswegstuw gml Gemaal Yarden Hoekpolder KHR Strandweg Nieuwland-Noordl Gml. Haagse Beek verv. e-inst. Renovatie gem Mariahoeve Poldergml.Zuidpld.TU Dlft aanp
Jaarrekening 2010
Projectnummer 700883
Program-ma A
700893 700894 701270
A A A
701363 701395 701396
A A A
701397 701400 701428 701464
A A A A
701465 701524 701379 700798 700799 700800 700801 700802
A A B B B B B B
700809
B
700818 700826
B B
700832
B
700834
B
700836
B
700852
B
700853
B
700859
B
Investeringsplan
Investerings krediet
Uitgaven tot en met 2010
Restant krediet
600.200 527.000 102.200
600.200 527.000 102.200
7.339 14.939 11.535
592.861 512.061 90.665
3.750.000 0 500.000
3.750.000 660.000 500.000
218.566 109.747 1.250
3.531.434 550.253 498.750
2.490.000 1.750.000 170.000 100.000
2.490.000 1.750.000 170.000 100.000
0 0 166.009 7.818
2.490.000 1.750.000 3.991 92.182
2.000.000 957.093 1.188.009 200.000 2.200.000 3.500.000 850.000 450.000
100.000 957.093 1.188.009 200.000 2.200.000 3.500.000 850.000 450.000
44.594 85.048 0 0 1.493.924 2.624.403 378.403 295.462
55.406 872.046 1.188.009 200.000 706.076 875.597 471.597 154.538
3.700.000
3.700.000
2.854.548
845.452
350.000 1.368.541
350.000 1.368.541
119.448 1.199.605
230.552 168.936
150.000
150.000
51.446
98.554
70.000
70.000
51.760
18.240
821.136
821.136
788.554
32.582
120.000
120.000
94.146
25.854
68.065
68.065
0
68.065
455.915
455.915
444.332
11.584
198.615
198.615
7.318
191.297
115
Projectnaam 73331 Alt.afv.trace Pijnack Berging bergboezem pld Berkel Part.berging Driemanpolder Aanv.trace berging Driemanpld Nieuw gemaal Vlotwatering Doorverbinding Woerdblok Eff.doorverb.WoerdblokGantel Wateroverlast binnenstad Delft Uitv.cluster 11 PijnNootdorp 78000 D Waterplan LdamVbg 78000 H Haags Cluster 78103c Ruijvense Vrt pld Brkl 78103d gml Bergboezem pld Brkl Berging in Bergboezem pld Brkl 78103j Brg Voorafscheppldr Brk 78103kVergr.gml Zuidpld R'rijs Herinr.maalkom verw/aanp duik 78103q Brg Voorafschep/ringsl 78103s Gml Voorafschepolder Cap.vergr.gml Voorhof 78152 A gemaal Hoekpolder Hoge Broekpld vergr.gemaal Verbr.Krimsloot NieuwlNoordld Verbr.Kreek NieuwldNoordld Aut.stuw REL Nieuwland & Noord Capaciteitsvergr. gem. Krimslo 78197K: Groenewg nr 18 78202O wg tuindersweg 78211a Gml Pijnacker Zuid Dwarskade/Oudeweg duikers Braslaan verbreden hoofdwaterg Heron watergang Zoekgeb.berging peilvlak 1 78283a Brg bergbzm Delfgauw
Jaarrekening 2010
Projectnummer 700873
Program-ma B
700948
B
700949
B
700950
B
700955
B
700957 700960
B B
700969
B
700978
B
700980
B
700981 700988
B B
700989
B
700990
B
700992
B
700993
B
700996
B
700998
B
701000
B
701011 701044
B B
701048
B
701058
B
701059
B
701071
B
701072
B
701086 701103 701128
B B B
701140
B
701141
B
701144 701169
B B
701180
B
Investeringsplan
Investerings krediet
Uitgaven tot en met 2010
Restant krediet
2.500.000
2.500.000
1.563.366
936.634
6.300.000
6.300.000
1.811.488
4.488.512
3.690.000
1.040.000
428.787
611.213
6.140.000
6.140.000
545.284
5.594.716
16.000.000 1.070.315
16.000.000 1.070.315
15.936.476 21.802
63.524 1.048.513
2.500.000
2.500.000
2.495.140
4.860
5.335.412
5.335.412
4.974.547
360.865
5.145.030
600.000
523.825
76.175
4.460.500 6.457.285
4.460.500 6.457.285
1.374.473 984.456
3.086.027 5.472.829
871.400
871.400
847.083
24.317
7.036.500
7.036.500
4.225.460
2.811.040
4.385.000
4.385.000
477.375
3.907.625
1.400.000
1.400.000
1.140.274
259.726
2.591.000
440.000
419.110
20.890
377.000
377.000
60.469
316.531
2.150.000
2.150.000
335.485
1.814.515
2.730.000 911.747
2.730.000 911.747
645.593 244.120
2.084.407 667.627
2.450.000
2.450.000
1.623.654
826.346
590.779
590.779
372.728
218.051
2.111.400
2.111.400
2.030.332
81.068
1.486.842
1.486.842
1.306.619
180.223
448.518
448.518
436.243
12.275
936.489 471.854 475.000
936.489 471.854 475.000
749.959 119.031 250.516
186.530 352.823 224.484
2.200.000
2.200.000
118.562
2.081.438
3.243.613
3.243.613
3.003.867
239.746
927.000 704.745
927.000 704.745
431.877 191.207
495.123 513.538
1.587.968
1.587.968
1.275.299
312.669
5.410.000
5.410.000
982.460
4.427.540
116
Projectnaam 78283d ondz N-Z-verb A13 Zdpld 78283b Vergr.cap.gml. Zpld v D 78283f Extra brg.Oost.dl Drgm H.v.Holland nieuw singelgemaal H.v.Holland vergr.duiker Tasm KRH Veen- en Binckhorst TA Project SAWA waterkwaniteitsmtrg Delfshaven KHR Lage Abtwoudse TG Amoveren gemaal Vlotwatering Nieuw gemaal Foppenpolder Duiker Heenweg Waterbrg Oude Pld van Pijn. Verbind.PlevierhofFornesenweg Prov. weg sifonverbinding Duikers Voordijkshoornsepld Aanvoer gem. Voorhof vergr. Duiker 4 Van Miereveldlaan Vergroten duikers TU-wijk Poelzone Verbreden Vlotvaartbrug Vl.Driesluizen verv.aanlegst Bk Hol.& Zoutev.pld Vlaard.vrt Bk.Noord Kethelpld lgs Schie Bk Aalk.Buitenpld Zuidbuurt Bk. N-Kethelpolder lgs poldvrt Bk. Groenv.polder lgs Zweth Bk. Broekpolder lgsKrommeZweth Bk. A.Buitenpolder Boonervliet Pk Molenweg pld.Berkel Pk. Bovenvaart pld. Berkel Kades Commandeurspolder Aut. BWO Kering'tHaantje Stelp.renov./aut. BWO keringen Wtr.bkw.voorb.gml pld Nootdorp Waterkering achter Gooland
Jaarrekening 2010
Projectnummer 701183
Program-ma B
701181
B
701185
B
701189
B
701190
B
701262 701275 701288
B B B
701380 701429
B B
701438
B
701501 701506
B B
701515
B
701516 701518
B B
701519
B
701520
B
701521 701523 701525 700755
B B B C
700758
C
700760
C
700761
C
700766
C
700767
C
700769
C
700771
C
700789 700790 700792
C C C
700795
C
700797
C
700843
C
701376
C
Investeringsplan
Investerings krediet
Uitgaven tot en met 2010
Restant krediet
3.900.000
3.900.000
146.195
3.753.805
280.000
280.000
273.715
6.285
2.300.000
2.300.000
357.022
1.942.978
1.475.000
1.475.000
1.436.803
38.197
400.000 420.000 100.000
400.000 420.000 100.000
383.539 250.338 104.759
16.461 169.662 -4.759
1.750.000 120.000
1.750.000 120.000
0 0
1.750.000 120.000
500.000
500.000
0
500.000
74.500 0
74.500 0
8.640 15.363
65.860 -15.363
0
0
0
0
55.000 347.000
55.000 347.000
47.022 321.663
7.978 25.337
561.000
561.000
67.753
493.247
268.000
268.000
89.440
178.560
342.000 433.500 1.983.278 403.500
342.000 433.500 1.983.278 403.500
0 75.879 9.290 0
342.000 357.621 1.973.988 403.500
75.000
75.000
0
75.000
1.019.947
1.019.947
1.012.930
7.017
853.000
853.000
812.052
40.948
4.810.000
4.810.000
992.408
3.817.592
1.297.000
1.297.000
1.251.693
45.307
3.697.721
3.697.721
546.958
3.150.763
2.922.745
310.000
213.987
96.013
3.873.148 2.588.320 3.075.000
740.000 2.588.320 3.075.000
494.610 1.514.474 227.505
245.390 1.073.846 2.847.495
13.000.000
2.150.000
1.503.819
646.181
100.000
100.000
82.230
17.770
1.800.000
1.800.000
1.538.705
261.295
3.852.763
800.000
296.008
503.992
300.000
300.000
0
300.000
117
Projectnaam Kadeverb. Tedingerbroekpolder DGL elementen beluchtingstanks Beluchtingstanks (elementen) NWA gascompressor installatie DGL verv.terreinleidingen DGL procesbesturing Advant Uitbr.hydr.cap. AWZI Nw Waterw Rg Nieuwland (nieuwbouw) Ps Nieuwland Uitbr.transp.syst.De LierMsl r.g.Zoetermeer Meerzicht Basisplan AHR L&G Recht van opstal t.b.v. aanl. Grondverw. t.b.v. nieuwe gem Externe projectgroep Leidingen Restpunten AHR (persl/gml) persl.Delft-AWZI Harn.infl. Aanpassen persl. Scheveningen Verv.persleidingen AHR r.g.Schev./Belgisch P. Ren. rioolgml Morsestraat r.g.Groenh.str.NIEUW r.g.Laakwijk Verv. luchtbeh. installatie Verv.div.delen leidingsysteem DGL gashouder Buffer De Lier Proeftuin Noordpoel polder Proeftuin Plaspoel polder FES proeftuin Waalblok OP: Verkenning OP: Water, ruimte & Economie RWZ: Proces en Communicatie RWZ: Beter Bouwen en wonen Waalblok KvK1: HSHL08 B.Risico analy. PT OranjeP. Verkoop Heemraadsschuur Access IP6 invoeren Telefonie VOIP1 Beheer SCOM Telefonie VOIP2 Telefonie VOIP3
Jaarrekening 2010
Projectnummer 701483
Program-ma C
700903
D
700914
D
701491
D
700904 700905
D D
700913
D
700920
D
700927 700929
D D
700930 701201 701203
D D D
701204
D
701208
D
701213
D
701216 701223
D D
701226 701230 701232 701239 701240 701471 701472
D D D D D D D
701492 701503 700879
D D E
700880 700881 701344 701345
E E E E
701356
E
701357
E
701410 701463
E E
700722
F2
701507 701508 701509 701529 701530
F3 F3 F3 F3 F3
Investeringsplan
Investerings krediet
Uitgaven tot en met 2010
Restant krediet
400.000
100.000
78.190
21.810
318.780
318.780
0
318.780
125.000
125.000
0
125.000
113.300 400.000
113.300 400.000
0 201.734
113.300 198.266
567.000
567.000
513.425
53.575
500.000
500.000
0
500.000
1.320.000 180.000
1.320.000 180.000
702.893 66.583
617.107 113.417
4.090.000 3.300.000 2.147.000
2.200.000 3.300.000 2.147.000
811.802 24.822 2.099.051
1.388.198 3.275.178 47.949
1.440.000
1.440.000
1.386.516
53.484
1.006.000
1.006.000
6.763
999.237
1.550.000
1.550.000
1.525.955
24.045
900.000 503.000
900.000 503.000
598.494 260.914
301.506 242.086
102.000 250.000 7.200.000 14.500.000 7.800.000 10.600.000 125.000
102.000 250.000 7.200.000 14.500.000 7.800.000 10.600.000 125.000
83.903 198.963 382.461 1.997.900 7.310.160 4.797.718 99.190
18.097 51.037 6.817.539 12.502.100 489.840 5.802.282 25.810
100.000 231.000 3.750.000
100.000 231.000 3.400.000
54.850 0 52.031
45.150 231.000 3.347.969
0 0 0 0
50.000 50.000 198.195 29.343
32.321 38.734 323.171 10.299
17.679 11.266 -124.976 19.044
0
6.875
0
6.875
0
8.417
0
8.417
0 0
9.751 361.300
0 197.984
9.751 163.316
0
63.200
63.406
-206
-887.000 200.000 20.000 100.000 100.000 50.000
-887.000 200.000 20.000 100.000 0 0
0 0 0 0 0 0
-887.000 200.000 20.000 100.000 0 0
118
Projectnaam Renovatie toren Gemeenlandshui Verb.receptie Gmlh.Delft Waterschapsbrede Database Alg.voorbereidingskrediet Innov.-kennispr waterkader Pro-act.grondverwerving Tax. obj. Delfl 2009 t/m 2014 Div.investeringen Maassluis Stelpost aanschaf dienstauto's Klimaat Gemeenlandshuis Huisvestingsstrategie GIDS Fase II Clients Upgrade Office pakket Clients Upgrade oper system Beheer Aansch verv tools LAN Aanp acces switches VOIP LAN Wifi Uitwijk Testomgevingen Client Smartphones Capaciteit 10 Gbit/sec Front end Capac 10 Gbit/sec Aansch verv tools Uitwijk test omgevingen Ontw appl raamw IRIS Bruto investeringen
Projectnummer 700709
Program-ma F3
700720 700725
F3 F3
700739 700740
F3 F3
700741 700703
F3 F3
700711
F3
700712
F3
700717 701266 701271 701309
F3 F3 F3 F3
701311
F3
701325 701328
F3 F3
701329 701336 701441 701445 701447
F3 F3 F3 F3 F3
701453 701461 701476
F3 F3 F3
Investeringsplan
Investerings krediet
Uitgaven tot en met 2010
Restant krediet
45.000 150.000
45.000 150.000
0 0
45.000 150.000
300.000 2.500.000
300.000 960.500
0 0
300.000 960.500
1.000.000 6.000.000
16.391 2.950.000
0 0
16.391 2.950.000
90.000
90.000
62.382
27.618
140.000
140.000
46.903
93.097
624.194 900.000 0 1.200.000
624.194 900.000 115.000 1.200.000
0 922.352 55.805 870.391
624.194 -22.352 59.195 329.609
220.000
220.000
89.985
130.015
100.000 50.000
100.000 50.000
72.526 36.410
27.474 13.590
100.000 150.000 20.000 50.000 10.000
100.000 150.000 20.000 50.000 10.000
0 0 0 16.629 0
100.000 150.000 20.000 33.371 10.000
10.000 50.000 20.000 767.572 270.307.440
10.000 50.000 20.000 232.572 232.166.726
0 0 0 0 103.185.573
10.000 50.000 20.000 232.572 128.981.153
Voor het project 700881 Fes proeftuin Waalblok is sprake van compenserende opbrengsten welke zijn verantwoord onder de contractprojecten onder nummer 700881. Per saldo verloopt dit project budgettair neutraal. Budgettair neutrale kredieten(volledig gesubsidieerd) Projectnaam Delflandse Kust Scheveningen Zwakke Schakels vrb/uitv Totaal budgettair neutraal
Jaarrekening 2010
Projectnummer 700745 700746 700744
Program-ma C C C
Investeringsplan 0 0 0
Investerings krediet 0 0 0
0
0
Uitgaven tot en met 2010 66.040.308 42.533.828 352.814
Restant krediet -66.040.308 -42.533.828 -352.814
108.926.950 -108.926.950
119
Contractprojecten In tabel 5.4 wordt een overzicht gegeven van de zogenaamde contractprojecten. Dit zijn bijdragen (subsidies en bijdrage derden) op investeringsprojecten. In de tabel wordt bij de projectnaam aangegeven op welk investeringsprojectnummer dit contractproject betrekking heeft. Tabel 5.4 Overzicht contractprojecten Projectnaam
Program-ma
701363 Aquarius 701465 Aalkeetpld vispassage 700948 Bijdr.Provincie Zuid-Holland 700988 Dnst Landelijk Gebied 701140 Dwarskade/Oudew duikers 701072 Cap.vergr. gem. Krimslo 700969 wateroverl delft 700799 Realisatie kunstw.PIB 701118 berging Zwethzone 701372 Afronding Reconstr MD 700955 Nieuw gem. Vlotwatering 700945 Nazrg verb.toestr.Westl Nw.hoofdwatergang Commandeurs 701044 78152A gemaal Hoekpldr 701275 TA Project SAWA 700760 Bk.Noord Kethel lgs Schie 700745 Delftlandse kust 700746 Scheveningen 700792 plnvrm commdrspld 701239 r.g.Groenh.str.NIEUW 701213 Restpunten AHR 701230 r.g.Schev./Belgisch P. 701232 Ren. rioolgml Morsestr. 700901 DGL vuilverw.sliblijn 701342 Life + /M3 700880 Proeftuin Plaspoel pldr 700879 Proeftuin Noordpoel pld 700881 FES Proeftuin Waalblok 700881 FES Proeftuin Waalblok 701410 Waalblok HSHL08 701354 NP: Waterbrg & structr. 701355 NP: Dyn. modellering 701352 NP: Waterbrg &sportvldn 701353 NP: Waterbrg &Laakkw. 701271 HHRS
A A B B B B B B B B B B B B B C C C C D D D D D E E E E E E E E E E F3
Totaal
Jaarrekening 2010
Ontvangsten tot en met 2010
Restant krediet
-12.862 -25.238 -71.683 -176.154 -184.291 -1.012 -557.886 -2.560 -700.000 -5.000 -31.683 -812.675 -8.271 -165.000 -175.518 -5.000 -83.902.324 -44.126.443 -1.198 -53.830 -499.722 -1.200.126 -4.998.045 -1.970 -162.972 -23.726 -20.404 -198.214 -112.426 -134.714 -6.496 -8.800 -5.852 -5.623 -47.925
12.862 25.238 71.683 176.154 184.291 1.012 557.886 2.560 700.000 5.000 31.683 812.675 8.271 165.000 175.518 5.000 83.902.324 44.126.443 1.198 53.830 499.722 1.200.126 4.998.045 1.970 162.972 23.726 20.404 198.214 112.426 134.714 6.496 8.800 5.852 5.623 47.925
-138.445.642
138.445.642
120
6
De financiële Jaarrekening 6.1
Presentatie van de exploitatierekening naar diverse gezichtpunten
De verdeling van de exploitatie en het resultaat over 2010 wordt in de onderstaande tabellen gepresenteerd naar: Lasten en baten per programma Verdeling programma naar hoofdtaken voor en na doorbelasting bedrijfsvoering Verdeling programma naar hoofdtaken Verdeling programma‟s naar beleidsproducten Verdeling exploitatie naar hoofdtaken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer Verdeling exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten Uitsplitsing waterschapsbelastingen Tabel 6.1 Overzicht van Lasten en Baten per programma Programma (bedragen * € 1.000)
A - Schoon water B - Voldoende water C - Stevige dijken D - Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Jaarrekening 2010
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
2.080
0
-2.080
2.899
0
-2.899
2.774
85
-2.689
32.354
129
-32.225
41.837
421
-41.416
42.354
471
-41.883
8.650
84
-8.566
8.169
28
-8.142
9.651
46
-9.605
9.238 -116.450
136.415
1.754 -134.661
115.713
125.689
3.281 -112.431
10.516
0
-10.516
13.027
2
-13.025
13.366
544
-12.822
7.447
1.968
-5.479
7.470
1.968
-5.502
6.189
715
-5.474
F - Organisatie: F1 - Heffing en invordering F2 - Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3 - Bedrijfsvoering F4 - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
5.796
353
-5.443
5.460
353
-5.107
6.116
648
-5.468
44.154
16.209
-27.943
37.405
12.775
-24.630
35.365
10.444
-24.921
578
173.515
172.937
6.468
174.675
168.207
86.314
255.862
169.548
-67.175 317.842 272.096
-45.746
237.262 201.496
-35.766 259.150 191.975
Tabel 6.2 Overzicht programma naar hoofdtaken (voor doorbelasting bedrijfsvoering) Programma (bedragen * € 1 miljoen) A - Schoon water B - Voldoende water C - Stevige dijken D - Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten F - Organisatie: F1 - Heffing en invordering F2 - Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3 - Bedrijfsvoering F4 - Algemene dekkings middelen en onvoorzien Totaal
Jaarrekening 2010
Watersysteemheffing
Zuiveringheffing
Totaal
-2,6 -41,6 -9,6 0 -9,6
-0,1 -0,3 0 -112,4 -3,2
-2,7
-2,8
-2,7 -41,9 -9,6 -112,4 -12,8 0,0 -5,5
-4,2 -16,2
-1,3 -8,7
-5,5 -24,9
68,3 -18,2
101,3 -27,5
169,6 -45,7
121
Tabel 6.3 Overzicht programma naar hoofdtaken (na doorbelasting bedrijfsvoering) Programma (bedragen * € 1 miljoen) A - Schoon water B - Voldoende water C - Stevige dijken D - Gezuiverd afvalwater E - Instrumenten F - Organisatie: F1 - Heffing en invordering F2 - Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie F3 - Bedrijfsvoering F4 - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Watersysteemheffing
Totaal
Zuiveringheffing
Totaal
-4,4 -48 -10,9 0 -14,2
-0,2 -0,4 0 -118,7 -4,5
-3,6
-3,5
-4,6 -48,4 -10,9 -118,7 -18,7 0 -7,1
-5,4 0
-1,5 0
-6,9 0
68,3
101,3
169,6
-18,2
-27,5
-45,7
Tabel 6.4 Exploitatierekening naar kostendragers Kostendrager (bedragen * € 1 miljoen) Watersysteembeheer Totaal kosten Opbrengsten Belastingopbrengsten Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen Dividenden en overige algemene opbrengsten Totaal opbrengsten Resultaat vóór bestemming Mutatie reserves tijdens begrotingsjaar Algemene reserve Watersysteembeheer Overige reserve mutaties Nog te bestemmen resultaat watersysteembeheer
Primitieve begroting 2010
Begroting 2010 na wijziging
Rekening 2010
88,2
98,6
99,8
74,6 -3,7 -0,8
74,9 -3,7 -0,8
75,9 -4,2 -0,6
12,4 82,5
10,4 80,8
9,7 80,8
-5,7
-17,8
-19,0
5,0 0,7
17,1 0,7
0,8
0
0
-18,2
148,9
160,4
144,8
Zuiveringsbeheer Totaal kosten Opbrengsten Belastingopbrengsten Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen Dividenden en overige algemene opbrengsten Totaal opbrengsten
97,5 -5,5 -1,8
98,0 -5,5 -1,8
97,3 -5,8 -0,6
28,0 118,2
19,6 110,3
17,8 108,7
Resultaat vóór bestemming
-30,7
-50,1
-36,2
30,7
50,1
Bestemming tijdens begrotingsjaar Reserve tariefsegalisatie zuiveringsbeheer Overige reserve mutaties Nog te bestemmen resultaat zuiveringsbeheer
Jaarrekening 2010
8,7 0,0
0,0
-27,5
122
Uit de tabel blijkt dat de kosten van de taak zuiveringsbeheer ten opzichte van de begroting € 15,6 lager zijn (begroting 160,4 en rekening 144,8). Dit verschil worden door de volgende oorzaken veroorzaakt: Op basis van de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen is de reserve slibverwerking opgeheven en is hiervoor een voorziening gevormd. Op grond van de regelgeving BBVW moet de storting in de voorziening van € 8,6 onder de kosten worden verantwoord en wordt de vrijval van de reserve als aparte mutatie verantwoord. Ook zijn door de aanpassing van de afschrijvingstermijnen van de PPS constructie de afschrijvingen over 2010 ongeveer € 19 miljoen lager dan was geraamd. Ten slotte is op het programma Gezuiverd afvalwater sprake van lagere kosten en hogere opbrengsten ten opzichte van de begroting. Deze kosten zijn ook apart toegelicht in het programma gezuiverd afvalwater. Tabel 6.5 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten EMU omschrijving ( bedragen * € 1.000) Externe rentelasten Afschrijvingen van activa Afschrijvingen van boekverliezen Salarissen huidig personeel en bestuurders Sociale premies Rechtstr. uitkeringen huidig personeel / bestuur Overige personeelslasten Personeel van derden Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen Energie Huren en rechten Leasebetalingen Pachten en erfpachten Verzekeringen Belastingen Onderhoud door derden Overige diensten door derden Bijdragen aan bedrijven Bijdragen aan overheden Bijdragen aan overigen Toevoegingen aan voorzieningen Onvoorzien Lasten voorgaande jaren Doorbelastingen kostensoorten Totaal kosten Externe rentebaten Interne rentebaten Dividenden en bonusuitkeringen Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten Verkoop van grond Verkoop van duurzame goederen Verkoop van overige goederen Opbrengst uit grond en water Huuropbrengst uit overige eigendommen Diensten voor derden Bijdragen van overheden Bijdragen van overigen Waterschapsbelastingen totaal
Jaarrekening 2010
Primitieve begroting 2010 27.883 43.099 0 32.235 5.838
Begroting 2010 na wijziging 23.208 55.430 0 31.137 5.431
Rekening 2010
Rekening 2009
22.350 41.661 3 27.451 4.543
21.943 59.890 0 27.566 4.448
0 2.932 2.632
0 2.610 3.943
0 2.162 7.507
0 2.599 10.525
0 1.630
0 1.344
0 976
36 2.258
1.932 2.547 1.296 59.914 0 282 1.993 14.392 28.139 0 844 7.937 130 1.500 0 0 237.155
1.443 2.550 1.298 57.108 4 292 2.045 17.345 33.149 0 4.424 7.837 2.220 823 5.400 0 259.041
1.163 2.597 1.130 56.196 4 280 2.109 14.477 37.874 18 4.719 51 11.918 0 5.371 0 244.560
2.003 2.593 1.192 57.018 4 216 1.801 13.926 31.052 0 590 158 559 0 0 0 240.377
206 0 550 0 0 0 150 499 134 13.568 1.131 1.014 172.086
202 0 550 0 250 0 150 499 134 13.568 1.364 1.286 172.901
224 0 551 172 476 5 151 569 119 12.458 1.839 923 173.146
238 0 551 131 200 0 168 549 117 14.102 1.701 499 160.063
123
Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen Schuldsaneringen Onttrekkingen aan voorzieningen Geactiveerde lasten Baten voorgaande jaren Totaal opbrengsten
-9.188 -2.635 0 23.164 0 200.679
-9.188 -2.635 0 0 12.076 0 191.157
-9.918 -1.164 0 940 8.808 0 189.299
-9.113 -2.663 707 15.455 0 182.705
Nadelig exploitatieresultaat voor bestemming
-36.476
-67.884
-55.261
-57.672
Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Nog te bestemmen resultaat
-108 817 -35.767
-108 817 -67.175
-73.283 82.798 -45.746
-306 306 -57.672
Conform de EMU-richtlijnen wordt de opbrengstsoort Waterschapsbelastingen als volgt uitgesplitst. Tabel 6.6 Uitsplitsing waterschapsbelastingen Categorie (bedragen * € 1.000) Opbrengst omslag gebouwd Opbrengst ingezetenenomslag Opbrengst omslag ongebouwd Opbrengst wegen Opbrengst ongebouwd natuurterreinen Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens Opbrengst verontreinigingsheffing Totaal opbrengsten waterschapsbelastingen
Primitieve Begroting 2010 begroting 2010 na wijziging -25.084 -25.084 -46.192 -46.483 -1.716 -1.716 -1.620 -1.620 -7 -7 -22.821 -22.821 -74.538 -75.062 -108 -108 -172.086
-172.901
Rekening 2010 Rekening 2009 -25.529 -46.807 -2.280 -1.261 -5 -20.893 -76.334 -37
-25.286 -42.580 -2.061 -1.307 -3 -19.846 -68.403 -575
-173.146
-160.063
Toelichting Kosten Externe rentelasten Per saldo bedroeg het verschil tussen de geraamd rentekosten en de uiteindelijke rentekosten afgerond € 0,8 miljoen. Op basis van de rentepercentages voor kortlopende financiering en de financieringsbehoefte waren de rentekosten bij de 2e Burap reeds met € 2,6 miljoen verlaagd. Uiteindelijke was door de nog lagere dan verwachte financieringbehoefte over 2010 sprake van lagere rentekosten. Deze lagere rentekosten komen tot uitdrukking in het voordelige renteresultaat van € 1,0 miljoen. Afschrijvingen Extra afschrijving activa Naar aanleiding van de controle van de jaarrekening 2009 is door de accountant een aantal opmerkingen gemaakt ten aanzien van de activering van zogenaamde immateriële vaste activa en de aanwezigheidsregistratie van diverse activa. Daarnaast zijn in 2010 de immateriële activa opnieuw beoordeeld en heeft een inventarisatie op de aanwezigheid van de vaste activa plaatsgevonden. Uit deze inventarisaties is naar voren gekomen dat diverse activa niet meer aanwezig zijn of waarvan de afschrijvingstermijn moest worden aangepast. Daarnaast zijn in 2010 de uitkomsten van de externe onderzoeken naar de boekhoudkundige verwerking van de PPS-constructie bekend geworden. Uit deze onderzoeken blijkt dat de betreffende kosten van de PPS-constructie overeenkomstig de levensduur van de installatie in 30 jaar mogen worden afgeschreven in plaats van de tot nu toe toegepaste 5 jaar. Per saldo levert dit voor 2010 een voordeel op van afgerond € 13,7 miljoen.
Jaarrekening 2010
124
Salarissen, sociale lasten en personeel van derden De totale personeelslasten inclusief kosten van inhuur en overige personeelkosten waren na de 2e Burap geraamd op in totaal € 43,1 miljoen. De werkelijke personeelslasten bedroegen € 41,7 miljoen. De lagere kosten zijn onder andere het gevolg van lagere sociale lasten (premie ABP) en de niet vervulde vacatures. Duurzame gebruiksgoederen De kosten voor aanschaf van computerapparatuur en programmatuur waren onder andere door een goede aanbesteding en planning in 2010 € 0,2 miljoen lager. Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen Door efficiencymaatregelen en een scherpe inkoop en aanbestedings zijn met name de kosten voor bureau- en reprobenodigdheden € 0,3 miljoen lager. Energiekosten Door een hoger aantal draaiuren van de gemalen als gevolg van de neerslag waren de energiekosten € 0,3 miljoen hoger. Daarnaast waren door het treffen van energiebesparende maatregelen en het zuiveren cocnform de wettelijke eis de enegiekosten voor de zuiveringsinstallaties € 0,2 lager. Leasebetalingen Met Delfluent is een schikkingsovereenkomst afgesloten. Hierdoor is een eenmalige bijdrage van € 0,2 miljoen ontvangen. Daarnaast hoefde door tegenvallende ontwateringsresultaten een bedrag van € 0,6 miljoen minder aan Delfluent te worden vergoed voor de verrekening van slibkosten. Onderhoud door derden Door de uitloop van de sloop van Arendsduin naar 2011 zijn de geraamde kosten voor onderhoud van gebouwen € 0,2 miljoen lager. Door onder andere de meer gunstige weersomstandigheden was sprake van € 0,3 miljoen lagere kosten voor het onderhoud van waterlopen. Ook waren als gevolg van onder andere een vrijval van transitorische kosten uit voorgaande jaren, de gunstige weersomstandigheden en een lagere bijdrage aan de gemeente Den Haag de kosten voor het krozen door derden € 0,4 miljoen lager. De kosten voor het nemen van noodmaatregelen ter voorkoming van wateroverlast waren door het minder optreden van calamiteiten € 0,2 miljoen lager. Ten slotte waren de kosten voor het onderhoud van regionale waterkeringen € 0,2 miljoen lager door onder andere een vertraging wegens winterweer en het gezamenlijk uitvoeren van een droogteonderzoek. Door de vorming van de voorziening baggeren is het restant van de geraamde kosten van € 0,9 miljoen onder de kostensoort onderhoud door derden verantwoord onder de post toevoeging aan voorzieningen. Overige diensten door derden en bijdragen aan overigen Door de definitieve afrekening over de jaren 2005 tot en met 2007 waren de kosten van grensoverschrijdend afvalwater € 0,7 miljoen lager. Door het optimaal gebruik maken van digitale communicatie middelen waren de kosten voor externe communicatie € 0,2 miljoen lager. De kosten van Regionale belastinggroep (RBG) van in totaal € 5,9 zijn verantwoord onder deze kostensoort terwijl de raming van deze kosten van in totaal € 6,2 is opgenomen onder de kostensoort Bijdragen aan overigen en de opbrengsoort Diensten voor derden. Mutaties voorzieningen (kosten en opbrengsten) Deze post betreft de omzetting van de reserve slibverwerking naar een voorziening en de vorming van de voorziening baggeren.
Lasten voorgaande jaren
Jaarrekening 2010
125
Onder deze post zijn de geraamde en werkelijke kosten van in totaal € 5,4 miljoen voor de afwaardering van de projectorganisatie verantwoord. Toevoegingen en onttrekkingen reserves. Onder deze kostensoort zijn de vorming van de reserve weerstandsvermogen zuivering en de omzetting van de reserve slibverwerking naar een voorziening verantwoord. Opbrengsten Verkoop van grond In 2010 is door niet geraamde incidentele grondverkopen een bedrag van € 0,2 miljoen ontvangen. Diensten voor derden Onder deze post was een gedeelte van de nettokosten van de RBG geraamd terwijl de totale verantwoording onder de kostensoort overige diensten door derden is verantwoord.
Jaarrekening 2010
126
7
Balans per 31 december 2010
Balans per 31 december 2010 Activa (bedragen * € 1.000)
Vaste activa Immateriёle vaste activa Materiёle vaste activa Financiёle vaste activa
2010
8.535 934.816 757
2009 Passiva
Vaste passiva 56.373 Eigen vermogen 903.468 Algemene reserves 771 Bestemmingsreserves Nog te bestemmen exploitatieresultaat Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
Totaal vaste activa Vlottende activa Kortlopende vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal
Jaarrekening 2010
944.108
16.688 9.618 158 26.464 970.572
960.612 Totaal vaste passiva
22.250 13.160 194 35.605
Vlottende passiva Netto vlottende schulden Overlopende passiva Schuld aan kredietinstelling Totaal vlottende passiva
996.216 Totaal
2010
2009
97.914 5.913
36.560 134.453
-45.746 58.081
-57.671 113.342
12.784
2.240
758.790
765.462
829.100
881.044
90.124 39.480 11.313 140.917
15.773 56.208 43.191 115.172
970.572
996.216
127
Jaarrekening 2010
128
8
Toelichting op de balans 8.1
Waarderingsgrondslagen
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). De jaarrekening is opgesteld in euro‟s. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met subsidies, bijdragen en de cumulatieve afschrijvingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een percentage van de bestede kosten zoals nader in de staat van activa gespecificeerd. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de vervaardiging- of de verkrijgingprijs verminderd met de eventuele bijdragen van derden en beschikkingen over de reserves. Hierbij omvat de vervaardigingprijs de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de eventuele bijkomende kosten. De netto investering wordt door jaarlijkse afschrijvingen ten laste van de exploitatie gebracht. De afschrijvingen gebeuren over het algemeen op lineaire basis en worden bepaald door de verwachte levensduur. De afschrijving vindt plaats met ingang van het eerste jaar na de ingebruikname van het actief. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de vastgestelde nota activabeleid. De investeringen met een totale vervaardigingsprijs die lager is dan € 50.000 worden in het jaar van aanschaf direct ten laste van de exploitatie gebracht. De afname van de materiële vaste activa betreft de bijdragen van derden en eventuele bijdragen uit reserves. Financiële vaste activa Deze activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met de ontvangen aflossingen, voorzieningen voor mogelijke oninbaarheid en eventuele duurzame waardeverminderingen. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korten dan 1 jaar De uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid van debiteuren wordt op het debiteurensaldo een voorziening dubieuze debiteuren in mindering gebracht. Liquide middelen Deze activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Reserves en voorzieningen De reserves vormen gezamenlijk het eigen vermogen van het waterschap dat uit bedrijfseconomisch oogpunt vrij is te besteden. Bij de reserves wordt onderscheid gemaakt in de algemene reserve(s) en de bestemmingsreserves. De verenigde vergadering heeft aan verschillende reserves een bestemming gegeven waardoor deze reserves zijn afgezonderd voor besteding van een specifiek doel. De reserves zijn nominaal gewaardeerd. De voorzieningen zijn vermogensbestanddelen met het doel om belangrijke fluctuaties in de exploitatielasten op te vangen. De omvang van de voorzieningen wordt bepaald door toekomstige financiële verplichtingen en risico‟s. De voorzieningen zijn nominaal gewaardeerd. Overige balansposten
Jaarrekening 2010
129
De waardering van alle overige balansposten vindt in het algemeen plaats tegen historische uitgaafprijs en/of tegen nominale waarden. Indien hiervan wordt afgeweken, is dit in de toelichting bij de desbetreffende balanspost vermeld. Rekening van baten en lasten Voor de rekening van baten en lasten is het stelsel van baten en lasten toegepast. Dit stelsel houdt in dat het jaar waarin de prestaties (goederen en diensten) zijn verricht bepalend is voor de toerekening van de baten en lasten aan het betreffende jaar, onverschillig of zij tot ontvangst of uitgaven hebben geleid in het verslagjaar. De belastingopbrengsten zijn gebaseerd op basis van de laatst bekende (aanvullings)kohieren.
8.2
Immateriële vaste activa
Het onderstaande overzicht geeft het verloop gedurende 2010 weer. Gereedgekomen werken (bedragen x € 1.000)
Boek-
Activering
waarde
projecten
1-01-2010 Onderzoek en ontwikkeling Bijdrage aan activa in eigendom derden Overige immateriële activa Totaal gereedgekomen
47.069
7.819
3.928 5.312
280
56.309
8.099
Overboekin g van IVA naar MVA van PPS
Buiten
Afschrij-
Boek-
gebruik
ving
waarde
stelling
2010
31-12-2010
-58.148
-58.148
Onderhanden werken
Boek-
Vermeer-
Bijdrage/
(bedragen x € 1.000)
waarde
deringen
subsidie
4.265
1.005
-68
-298 -1.615
3.630 3.909
-68
2.352
8.544
Activering
Afschrij-
Boek-
ving
waarde
2010
31-12-2010
1-01-2010 Onderzoek en ontwikkeling Bijdrage aan activa in eigendom derden Overige immateriële activa Totaal onderhanden werken Totaal immateriële vaste activa gereed en onderhanden
281
-290
-9 0
64 64
-64 217
-290
0
0
0 -9
56.373
8.316
-58.438
-68
2.352
8.535
Door de herclassificering van de geactiveerde PPS kosten is de verantwoording van de boekwaarde van deze investeringen overgebracht van immateriële vaste activa naar materiële vaste activa. De bijdragen aan activa in eigendom derden betreffen alleen bijdragen in activa van overheden. De belangrijkste mutaties van het onderhanden werk over 2010 betreft: Onderzoek en ontwikkeling Omschrijving (bedragen x € 1.000) Aquarius Waalblok KvK1: HSHL08
Jaarrekening 2010
Toename
Afname
107 151
130
8.3
Materiële vaste activa
Het onderstaande overzicht geeft het totaal verloop van de materiële vaste activa over 2010 weer. Gereedgekomen werken (bedragen x € 1.000)
Boek-
Activering
waarde
projecten
Overboeking van IVA naar MVA van PPS
1-01-2010 Gronden Vervoermiddelen en werktuigen Overige bedrijfsmiddelen Kantoren, dienstwoningen en werkplaatsen Waterkeringen Watergangen, waterkunstwerken en watergemalen Zuiveringstechnische werken Totaal
68.914 409 6.405
2.304
10.192 17.355 97.583
105 1.492 28.349
551.964 752.822
36.604 70.662
Buiten
Afschrij-
Boek-
gebruik
ving
waarde
stelling
2010
31-12-2010
77
-151 -141 -2.067
71.144 268 6.146
-67 -577 -3.379
-822 -2.597 -5.516
9.408 15.673 117.037
-2.282 -6.228
-26.498 -37.792
617.936 837.612
1.808
58.148 58.148
Voor een overzicht van de gereedgekomen en geactiveerde inveseringen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 Verantwoording investeringen. Onderhanden werken
Boek-
Vermeer-
Bijdrage/
(bedragen x € 1.000)
waarde
deringen
subsidie
Activering
Afschrij-
Boek-
ving
waarde
2010
31-12-2010
1-01-2010 Gronden Vervoermiddelen en werktuigen Overige bedrijfsmiddelen Kantoren, dienstwoningen en werkplaatsen Waterkeringen Watergangen, waterkunstwerken en watergemalen Zuiveringstechnische werken Totaal onderhanden werken Totaal materiële vaste activa
10.361 992
-66 59 1.964
686 7.922
438 54.723
76.187 54.498 150.646
17.184 4.361 78.663
903.467
149.326
-6.808
3.487 59 1.148
-1.808
-52.081
-559
-105
1.019 10.005
-1.434 -53.515
-25.908 -43.402 -78.484
-105
66.029 15.457 97.204
4.633
-84.712
-37.897
934.816
De belangrijkste mutaties van het onderhanden werk over 2010 zijn in onderstaande tabel opgenomen. Omschrijving (bedragen x € 1.000) Overige bedrijfsmiddelen Vervangen clients desktops Gids fase II Waterkeringen Delflandse kust Scheveningen Kades Commandeurspolder Renovaties automatische BWO keringen Watergangen, waterkunstwerken en watergemalen Capaciteitsvergroting gemaal Voorhof Dwarskade/Oudeweg duikers Realisatie kunstwerk PIB
Jaarrekening 2010
Toename
Bijdragen
805 308
34.938 16.887 592 927
34.904 17.176
187 2.040 1.460
882
131
Aanbesteding ICT solutions Gemaal Aalkeet binnenpolder Gemaal Yarden Hoekpolder Nieuw gemaal Vlotwatering Gemaal Bergboezem poldr Berkel Gemaal Hoekpolder Dwarskade/Oudeweg duikers Berging IOPW-geb.Wonen in het groen H.v.Holland nieuw singelgemaal
1.048 492 642 1.370 1.544 1.056 2.040 638 769
Zuiveringstechnische werken Uitbreiding transportsysteem de Lier Tweede Delftleiding Rioolgemaal Morsestraat Effluent Houtrust Rioolgemaal groenh. straat Rioolgemal Laakwijk Correctie kosten projectorganisatie
8.4
165
709 709 1.436 699 1.173 2.915 -5.371
Financiële vaste activa
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de financiële vaste activa over 2010 weer. Materiële vaste activa Omschrijving (bedragen x € 1.000) Aandelen Nederlandse Waterschapsbank Aandeel DRSH zuiveringsslib BV Aandeel Holding IOPW NV Aandeel ontwikkelingsmij. Het Nieuwe Westland CV Leningen aan personeel Totaal
Boekwaarde 01-01-2010
Toename
Afname
Aflossing
92 11 5 654 9 771
Boekwaarde 31-12-2010
92 0 5
11
654 7 757
3 14
Aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V. Delfland is eigenaar van 755 aandelen A en 60 aandelen B van de Nederlandse Waterschapsbank N.V. De nominale waarde van deze aandelen bedraagt € 86.825 (aandelen A) en € 27.600 (aandelen B). De historische aanschafprijs van deze aandelen bedraagt € 92.458. In 2010 is het dividend van € 550.000 over 2010 in contanten uitgekeerd. Aandeel DRSH Zuiveringsslib N.V. Door de overgang naar GR en HVC zijn deze aandelen overgedragen en afgewaardeerd. Aandeel Holding IOPW N.V. Delfland is sinds 2001 houder van 480 aandelen in Holding IOPW N.V. De nominale en historische aanschafwaarde van deze aandelen bedraagt € 4.800. Aandeel Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ C.V. Delfland heeft sinds 2001 een belang in Ontwikkelingsmaatschappij „Het Nieuwe Westland‟ C.V. Dit belang is gemaximeerd op € 903.023. In 2009 hebben geen aanvullende kapitaalstortingen plaatsgevonden. Leningen aan het personeel Alle leningen aan personeel zijn rentedragend en voldoen aan de fiscale eisen hieromtrent.
Jaarrekening 2010
132
8.5
Vorderingen en overlopende activa
Kortlopende vorderingen De specificatie van deze post luidt als volgt: Kortlopende vorderingen (bedragen x € 1.000)
31-12-2010
Debiteuren Wvo en omslagheffing Debiteuren precario en leges Debiteuren Af: voorziening dubieuze debiteuren belasting Af: voorziening dubieuze debiteuren algemeen Totaal
17.041 56 3.183 -3.556 -36 16.688
31-12-2009 22.893 50 3.674 -4.324 -43 22.250
Debiteuren Wvo en omslagheffing Het totaal van de openstaande vorderingen is met bijna € 5,8 miljoen afgenomen. Dit komt enerzijds door het eerder opleggen van aanslagen en anderzijds een inhaalactie met betrekking tot de invordering van oude vorderingen. De vorderingen zijn direct opeisbaar. Debiteuren algemeen De oudste posten betreffen de afrekening van zuiveringstechnischewerken. Over deze posten vindt nog steeds onderhandeling plaats. De vorderingen zijn direct opeisbaar. Voorziening dubieuze debiteuren belastingen De hoogte van de voorziening wordt bepaald op basis van kengetallen per belastingjaar en de belastingsoort van het openstaande saldo. Deze berekening wordt afgezet tegen de hoogte van de voorziening van het vorige jaar. Het verschil wordt aan de voorziening togevoegd of onttrokken met inachtneming van het voorzichtigheidsprincipe. Voorziening dubieuze debiteuren algemeen en nog te ontvangen Voor de vorderingen wordt per post de inbaarheid beoordeeld. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op alle naar verwachting oninbare posten. Overlopende activa De specificatie van deze post luidt als volgt: Overlopende activa (bedragen x € 1.000) Te vorderen gemeenten zuiveringstechnische werken Nog te ontvangen bedragen RBG Nog te ontvangen subsidies Nog te ontvangen bedragen algemeen Bijdrage van diverse waterschappen voor grensoverschrijdend afvalwater Door te berekenen aan Delfluent Diverse overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Totaal
31-12-2010
31-12-2009
3.749
4.504
4.635 800 144
3.372 321 189
0 0 0 290 9.618
774 894 644 2.462 13.160
Te vorderen op gemeenten inzake zuiveringstechnische werken Met een vijftal gemeenten zijn in 2008 langlopende afkoopcontracten gesloten voor de onderlinge verrekening van zuiveringtechnische werken. In deze contracten is een opstelling gemaakt van de wederzijds te vorderen en te betalen bedragen. Het saldo van deze post zal tot 2015 geleidelijk aflopen. Nog te ontvangen bedragen RBG
Jaarrekening 2010
133
Deze post betreft het nog door te Regionale Belastinggroep af te storten ontvangsten en de nog op te leggen aanslagen. Van deze post is op 3 januari 2011 een bedrag van € 4,1 miljoen ontvangen. Nog te ontvangen subsidies Deze post betreft de aan het eind van het jaar gedeclareerde maar nog niet ontvangen subsidies in diverse projecten. Nog te ontvangen bedragen algemeen Deze post betreft diverse nog te ontvangen bedragen waarvoor nog geen volledige zekerheid over bestaat. Vooruitbetaalde bedragen Dit betreft facturen die in 2010 door Delfland zijn betaald maar betrekking hebben op 2011.
8.6
Liquide middelen
De specificatie van deze post luidt als volgt: Liquide middelen (bedragen x € 1.000)
31-12-2010
Postbank ING-bank Centrale kas Decentrale kassen Totaal
31-12-2009
122 34 1 1 158
186 3 4 1 194
De negatieve rekening-courantsaldo bij de Nederlandse Waterschapsbank is verantwoord onder de overlopende passiva.
8.7
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. Het nadelige resultaat over 2010 van € 45,7 miljoen is in afwachting van nadere besluitvorming afzonderlijk op de balans opgenomen. Het verloop van het eigen vermogen in het verslagjaar 2010 is als volgt: Verloop eigen vermogen 2010 (bedragen * € 1 miljoen)
Bedrag
Saldo per 1 januari 2010 Vermeerderingen 2010 Verminderingen 2010 Resultaat 2010 Saldo 31 december 2010
113,3 135,3 -144,8 -45,7 58,1
Van het verloop van de diverse reserves kan het volgende overzicht worden gegeven: Eigen vermogen(bedragen * € 1.000) Algemene reserves Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering Algemene reserve vrij inzetbaar Watersysteem Algemene reserve vrij inzetbaar Zuivering
Jaarrekening 2010
Saldo 01-012010
Stortingen
34.632 1.929
Onttrekkingen
-11.809 73.162
Saldo 31-122010
22.823 75.091
0
0
0
0
134
Totaal algemene reserves Egalisatiesreserves Egalisatiereserve gebouwd Egalisatiereserve ingezetenen Egalisatiereserve ongebouwd Egalisatiereserve renteomslag Totaal egalisatie reserves
36.561
73.162
-11.809
97.914
2.052 -504 51 0 1.599
1.946 165 247 2.137 4.495
-472
-481
3.526 -339 289 2.137 5.613
9.537 464 300
-9.537 -464 0
0 0 300
-9
Bestemmingsreserves Reserve slibverwerkingskosten Bijdrage regeling waterkwaliteit Reserve onderhoud bruggen Bestemmingsreserve tariefsegalisatie zuiveringsbeheer Totaal overige bestemmingsreserves
122.553
-122.553
0
132.854
-132.554
300
Resultaat 2010 Totaal eigen vermogen
-57.671 113.343
-45.746 -190.590
-45.746 58.081
57.671 135.328
Op grond van de in 2010 vastgestelde herziene nota reserves en voorzieningen Delfland zijn de bestaande reserves en voorzieningen aangepast. Ook is een aantal nieuwe reserves en voorzieningen ingesteld. De algemene reserves bestaan uit de algemene reserve weerstandsvermogen watersysteembeheer, de algemene reserve weerstandsvermogen zuiveringsbeheer, de algemene reserve vrij inzetbaar watersysteembeheer en de algemene reserve vrij inzetbaar zuiveringsbeheer. Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem De onttrekking betreft de winstbestemming over 2009. Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering De onttrekking betreft de winstbestemming over 2009. De egalisatiereserve zuiveringsbeheer wordt ultimo 2010 opgeheven en het saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve weerstandsvermogen zuiveringsbeheer. Algemene reserve vrij inzetbaar Watersysteem /Algemene reserve vrij inzetbaar Zuivering Deze 2 reserves zijn gevormd op basis van de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen. De toevoeging aan deze reserves vindt plaats op het moment dat het weerstandsvermogen toereikend is om de risico‟s op te vangen. Egalisatiereserve gebouwd De toevoeging betreft de winstbestemming over 2009. Op basis van de begroting is een bedrag van € 0,5 miljoen onttrokken. Egalisatiereserve ingezetenen De toevoeging betreft de winstbestemming over 2009. Egalisatiereserve ongebouwd De toevoeging betreft de winstbestemming over 2009. Egalisatiereserve renteomslag De toevoeging betreft de winstbestemming over 2009. Reserve slibverwerkingskosten De bestemmingsreserve slibverwerkingskosten is eind 2010 opgeheven en is het saldo aan de nieuwe voorziening „bijdrage slibverbrandingsinstallatie‟ toegevoegd.
Jaarrekening 2010
135
Bijdrage regeling waterkwaliteit Tot de beëindiging van de bijdrageregeling waterkwaliteit in 2005 is Delfland verplichtingen aangegaan jegens derden. Deze bestemmingsreserve is gevormd voor verplichtingen die minder hard (b)lijken te zijn. In 2009 is een begin gemaakt om al deze zaken juridisch te bekijken en is een totale berekening gemaakt van alle verplichtingen. In totaal is voor de afronding een bedrag van € 3,7 miljoen noodzakelijk. Dit bedrag is als nog te betalen op de balans opgenomen. De dekking van dit bedrag bestaat uit de vrijval van € 0,5 miljoen uit de reserve bijdrage regeling waterkwaliteit, een geraamd budget in de exploitatie van € 0,4 miljoen en een in de Burap 2 beschikbaar gesteld bedrag van € 2,9 miljoen. Als gevolg hiervan is de reserve eind 2010 opgeheven. Reserve onderhoud bruggen Bij de vaststelling van de jaarrekening 2007 is besloten om ten laste van de algemene reserve waterkering een bestemmingsreserve te creëren voor het (achterstallig) onderhoud van over te dragen bruggen aan de gemeente Midden-Delfland en Westland en hierin een bedrag te storten van € 300.000. Bestemmingsreserve tariefsegalisatie zuiveringsbeheer De egalisatiereserve zuiveringsbeheer is op basis van de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen eind 2010 opgeheven. Het saldo is toegevoegd aan de algemene reserve weerstandsvermogen zuiveringsbeheer. Resultaat 2010 Het nadelig resultaat van € 45,7 miljoen over 2010 is in afwachting van definitieve besluitvorming over de winstbestemming afzonderlijk op de balans opgenomen.
8.8
Voorzieningen
Voorzieningen De voorzieningen betreffen de toekomstige financiële verplichtingen en risico‟s. Voor de vorming van voorzieningen moet sprake zijn van een noodzaak en/of verplichting. Voorzieningen hebben als doel kostenegalisatie; door jaarlijks een bedrag in een voorziening te storten worden grote schommelingen in kosten voorkomen. Er is geen voorziening gevormd voor pensioenrechten van oud-bestuurders. De hoogte van deze voorziening wordt in 2011 bepaald. Ingevolge de BBVW zijn de voorzieningen voor dubieuze debiteuren onder de post kortlopende vorderingen aan de debetzijde van de balans verantwoord. Het verloop van de voorzieningen in het verslagjaar 2010 is als volgt: Voorzieningen(bedragen * € 1.000) Voorziening wachtgeld Voorziening claims en disputen Voorziening overdracht bruggen Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallaties Voorziening baggeren Totaal voorzieningen
Saldo 01-012010 1.391 293 556
2.240
Stortingen
Onttrekkingen
Saldo 31-122010
53
-283 -293 1
1.161 0 555
8.688 3.230 11.971
-850
7.838 3.230 12.784
-1.425
Voorziening wachtgeld Deze voorziening dekt de toekomstige wachtgeld-aanspraken van ex-medewerkers en collegeleden. Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallaties De bestemmingsreserve slibverwerkingskosten wordt ultimo 2010 opgeheven en er wordt een nieuwe voorziening „bijdrage slibverbrandingsinstallatie‟ gevormd.
Jaarrekening 2010
136
Voorziening claims en disputen Deze voorziening is ultimo 2010 opgeheven en het resterende saldo is vrijgevallen ten gunste van het resultaat 2010 Voorziening bruggen Deze voorziening is ingesteld voor de dekking van de kosten van achterstallig onderhoud van negen bruggen. Deze bruggen zullen worden overgedragen aan de gemeenten Westland en Midden-Delfland. Voorziening baggeren Deze voorziening is ingesteld op basis van het in 2010 vastgestelde beheerplan baggeren en dient voor de egalisatie van de kosten van het baggeren.
8.9
Langlopende schulden
Tot de langlopende schulden behoren de door het waterschap opgenomen langlopende geldleningen en aangegane leaseverplichting voor de bouw van zuiveringsinstallaties. In het onderstaande overzicht wordt de opbouw van de langlopende schulden weergegeven. De opgenomen geldleningen betreffen onderhandse geldleningen.
Langlopende schulden (bedragen x € 1.000)
Saldo 0101-2010
Onderhandse geldleningen Nederlandsche Waterschapsbank Europese investeringsbank
416.588 54.000
Langlopende leaseverplichtingen Harnaschpolder Houtrust
267.813 27.010
Waarborgsommen Totaal
Opname
51 765.462
Aflossing
0
Saldo 3112-2010
Rente 2010
416.588 54.000
19.067 2.820
6.014 607
261.799 26.403
0 0
51 6.672
0 758.790
0 21.887
Nederlandsche Waterschapsbank De leningen met een rentetypische looptijd van één jaar of meer zijn conform de voorschriften geclassificeerd als langlopende schulden. De onderhandse geldleningen betreffen alle zogenaamde fixe-leningen met verschillende aflossingsdata. In 2011 moet een lening van € 31,8 miljoen worden afgelost. Voor dit bedrag is reeds in 2008 een herfinanciering afgesloten tegen een lager rentepercentage. Leaseverplichting Delfluent De waardering van de leaseverplichting vanuit de overeenkomst met Delfluent is gerelateerd aan de omvang van de investeringen in de zuiveringsinstallaties Harnaschpolder en Houtrust. De schuld wordt afgelost met de toekomstige leasebetalingen. Waarborgsommen Dit betreft van relaties ontvangen bedragen welke bedragen als waarborg worden gehouden.
8.10
Netto vlottende schulden
De specificatie van deze post luidt als volgt: Netto vlottende schulden (bedragen x € 1.000) Crediteuren Belastingschulden
Jaarrekening 2010
31-12-2010 9.735 259
31-12-2009 15.357 319
137
Overige kortlopende schulden Opgenomen kasgeldlening Totaal
130 80.000 90.124
97 15.773
Crediteuren Het saldo crediteuren bestaat uit de nog niet betaalde facturen van leveranciers. De in 2010 geleverde goederen en diensten waarover nog geen facturen zijn ontvangen, zijn opgenomen als nog te betalen kosten exploitatie en inveseringen onder de balanspost overlopende activa Belastingschulden Het saldo bestaat uit nog af te dragen loonbelasting en premies en de BTW over december 2010. Opgenomen kasgeldlening Op 25 november 2010 is een kasgeldlening € 80 miljoen met een looptijd van 40 dagen aangetrokken tegen een rentepercentage van 0,77%.
8.11
Schuld aan krediet instelling
Nederlandse Waterschapsbank Eind 2010 heeft Delfland een schuldpositie bij de Nederlandse Waterschapsbank.
8.12
Overlopende passiva
De specificatie van deze post luidt als volgt: Overlopende passiva (bedragen x € 1.000) Verplichtingen aan het personeel Transitorische rente Nog te betalen kosten exploitatie Delfland Nog te betalen kosten investeringen Vooruitontvangen subsidies Bijdrageregeling waterkwaliteit Diverse vooruitontvangen bedragen Totaal
31-12-2010 1.676 10.259 5.014 0 19.181 3.343 7 39.480
31-12-2009 1.986 10.244 10.260 15.573 17.758 380 7 56.208
Verplichtingen aan het personeel Het saldo bestaat voornamelijk uit de rechten van werknemers wegens vakantiegeld en vakantiedagen. Transitorische rente Deze post betreft de lopende rente over 2010 van de langlopende leningen welke achteraf in rekening wordt gebracht. Nog te betalen kosten exploitatie Delfland De nog te betalen exploitatiekosten Delfland hebben betrekking op in 2010 geleverde goederen en diensten waarvoor nog geen facturen zijn ontvangen. Vooruitontvangen subsidies De ontvangen voorschotbedragen van andere overheden worden sinds 2009 verantwoord onder de overlopende passiva. Eind 2010 bedroeg het saldo € 19,1 miljoen. Het verloop van deze post over 2010 wordt hieronder weergegeven.
Jaarrekening 2010
138
Ontvangen voorschotbedragen (bedragen * € 1.000) Omschrijving Life + M3 Brandstofcel op AWZI vergistingsgas Zwakke Schakels Delflandse Kust Zwakke Schakels Scheveningen TA project SAWA Totaal
Subsidieverstrekker Europese Unie Senter-Novem (EOS-subsidie) Ministerie Verkeer en waterstaat/ provincie Ministerie Verkeer en waterstaat Freie Hansestadt Hamburg
Saldo 1-12010 163
Ontvangen 160
71
Vrijgevallen
Saldo 3112-2010
-163
160
-71
0
16.311
17.791
-16.311
17.791
1.213
1.160 70 19.181
-1.213
1.160 70 19.181
17.758
-17.758
Bijdrageregeling Waterkwaliteit De financiële gevolgen van de verschillende afrekeningen met diverse gemeenten op basis van de inmiddels afgelopen bijdrage regelingen zijn in 2010 in beeld gebracht. Uit een inventarisatie van de nog beschikbare bedragen en de hernieuwde berekeningen blijkt dat voor de afronding in totaal een bedrag van € 3,7 miljoen nodig is. In de begroting was hiervoor reeds € 0,4 miljoen geraamd waardoor per saldo een bedrag van € 3,3 miljoen als nog te betalen is opgenomen. De afronding van de bijdrageregeling waterkwaliteit loopt naar verwachting door tot 2015. Diverse vooruitontvangen bedragen Dit betreft in 2011 ontvangen bedragen voor huur en pacht die betrekking hebben op 2010.
8.13
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De VV heeft op 8 oktober 2009 ingestemd met de overname van de aandelen van de waterschappen in DRSH door HVC onder gelijktijdige verkrijging van aandelen HVC door de Gemeenschappelijke Regeling (waarmee een gezamenlijk aandeel van de DRSHwaterschappen in HVC wordt verkregen). De uitwerking is in 2010 geëffectueerd. In het verleden heeft Delfland zich garant gesteld voor de rente en aflossing van geldleningen met betrekking tot DRSH Zuiveringsslib N.V welke is overgegaan naar HVC. Per 31 december 2010 bedraagt de restant hoofdsom van deze geldleningen € 55,5 miljoen. Ingeval van aansprakelijkheidstelling in verband met de garantstellingovereenkomst met de NWB wordt het te betalen bedrag conform artikel 22 van de GR Slibverwerking 2009 verdeeld, waarbij Delfland aansprakelijk is voor 24%. In juni 2008 is een besluit genomen voor het afsluiten van een geldlening van € 200,6 miljoen ter herfinanciering van een gedeelte van de geldleningenportefeuille. Aangezien de contractrentes van de betreffende leningen hoger lagen dan de marktrente was het aantrekkelijk de leningen tegen de lagere rente vast te zetten. Herfinanciering van de leningen vindt plaats in de periode in de periode 2009 - 2015 bij aflossing van de lopende leningen. Het rentepercentage van de nieuwe lening bedraagt 4,795%. In 2009 is € 10 miljoen van deze lening geherfinancierd. Deze lening had een rentepercentage van 5,36%. Tevens is in 2009 een nieuwe lening van € 50 miljoen met een looptijd van 30 jaar afgesloten. Het rentepercentage bedraagt 2,56% en wordt na drie jaar herzien. Op dat moment wordt de rentevaste periode herzien. Voor de bouw en het beheer en onderhoud van de afvalwaterzuiveringsinstallaties Harnaschpolder en Houtrust is Delfland een langlopende overeenkomst aangegaan met Delfluent in de vorm van een PPS constructie. Op basis van deze overeenkomst is Delfland verplicht tot en met 2033 jaarlijks een geïndexeerd bedrag voor beheer en onderhoud te betalen. Deze bijdrage bedroeg in 2010 netto een bedrag van € 54,5 miljoen.
Jaarrekening 2010
139
Voor de huur van de kantoorpanden Delftechpark en Informaticalaan zijn meerjarige huurcontracten afgesloten. Het contract voor Delftechpark loopt tot 31 mei 2014 en voor de Informaticalaan tot 1 december 2013.
Jaarrekening 2010
140
9
Begrippen- en afkortingenlijst Activa Overzicht van bezittingen en vorderingen op de balans. Afschrijving Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. De jaarlijkse afschrijving brengt de waardevermindering van het actief tot uitdrukking. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening, samen met de toegerekende rente (samen ook wel kapitaallasten genoemd). Balans Overzicht van bezittingen en vorderingen enerzijds (activa) en het vermogen en schulden anderzijds (passiva). BepalingenBeleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) De Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen bevat de comptabiliteitsvoorschriften voor waterschappen. Hierin staat aan welke voorwaarden begrotingen en verantwoordingen moeten voldoen. Doel is eenduidige financiële stukken, zodat de Verenigde Vergadering en toezichthouders (provincie en CBS) weten wat ze lezen. Het BBVW is vanaf 2009 van kracht en probeert de financiële verslaglegging van waterschappen zoveel mogelijk te richten naar de financiële spelregels in de private sector. Begrotingscyclus Cyclus met activiteiten rondom de begroting. De cyclus bevat drie fasen: - begrotingsvoorbereiding - begrotingsuitvoering - begrotingsverantwoording. Het doorlopen van een volledige cyclus duurt drie jaar. Begrotingswijziging Een aanpassing van ramingen in de begroting gedurende het jaar waarin de begroting in uitvoering is. Begrotingswijzigingen worden door de VV vastgesteld. Bestemmingsreserve Reserve waaraan door de VV een specifieke bestemming is gegeven. Dotatie Toevoeging aan reserve of voorziening. Eigen vermogen Dat deel van het vermogen dat in eigen bezit is, Op de balans zijn dat aan de passief zijde de algemene reserve, de bestemmingsreserves en een eventueel voordeling exploitatieresultaat. Egalisatiereserve Een aangehouden reserve voor het opvangen van schommelingen in de bedrijfsvoering of tarieven. Financiering De wijze waarop Delfland in de behoefte aan geld en kapitaal voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geld geleend. Daardoor kunnen overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt zonodig geld uitgezet of aangetrokken. Gemeenschappelijke regeling Een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm, op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tussen gemeenten en/of waterschappen en/of provincies en/of het rijk. Ook
Jaarrekening 2010
141
private partijen kunnen aan deze samenwerkingsvorm meedoen. Het is een (vergaande) vorm van een verbonden partij. Investeringsplan Het overzicht met alle investeringen die in de begroting zijn opgenomen en die door middel van een krediet worden gefinancierd. Kapitaallasten Lasten voor afschrijving en rente op activa. Kostensoort Indeling van baten en lasten naar aard, Voorbeelden van kostensoorten zijn personele uitgaven, kapitaallasten, rentebaten, heffingen en retributies. Kredieten Het beschikbaar stellen van financiële middelen door de VV voor het doen van een investering. Aan de lening wordt rente toegekend. Samen met de afschrijving lasten vormen deze de kapitaallasten. Onttrekking Verlaging van een reserve of voorziening. Passief Overzicht op de balans met eigen en vreemd vermogen. Planning en control Het proces waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen. De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen, bespreken, bewaken en verifiëren van budgetten in het kader van de begrotingscyclus. Publiekprivate samenwerking (PPS) Daar waar de overheid met marktpartijen samenwerkt om iets te realiseren en waar bepaalde samenwerkingsvormen voor bedacht worden. Een voorbeeld binnen Delfland is de zuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder. Programmabegroting Het overzicht van geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens de begrotingsvoorschriften (BBVW). De begroting wordt jaarlijks door de verenigde vergadering vastgesteld. De door de VV (in november) vastgestelde begroting wordt ook wel primitieve begroting genoemd. In de loop van het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd worden er wijzigingen op aangebracht (die door de VV worden vastgesteld). Daarom zal de uiteindelijke begroting per 31 december afwijken van de primitieve begroting. De begroting wordt ingedeeld in een aantal programma‟s, waarbinnen de doelstellingen zijn geformuleerd, die veelal voortvloeien uit het coalitie akkoord. Reserve Een bedrag dat is gereserveerd voor het doen van toekomstige uitgaven. De reserves staan op de balans en maken onderdeel uit van het eigen vermogen van een waterschap. Er zijn twee soorten van reserves: Algemene reserves voor uitgaven waarvan aard en omvang nog niet bekend zijn. Binnen Delfland zijn dat de reserves weerstandsvermogen. Bestemmingsreserves: reserve waaraan een specifieke bestemming is gegeven.
Jaarrekening 2010
142
Subsidies Een bijdrage van een derde om een bepaalde activiteit te ondersteunen. De verstrekker stelt meestal voorwaarden aan besteding en verantwoording van de subsidiegelden. Treasury Het beheer van geldstromen, zoals het aantrekken van gelden of het (tijdelijk) wegzetten van gelden. Voorzieningen Een gereserveerd aandeel voor toekomstige uitgaven waarvan de aard en de omvang in meer of mindere mate bekend zijn of om fluctuaties in (exploitatie)kosten op te vangen. Voorzieningen staan op de balans en vormen geen onderdeel van het eigen vermogen. Vreemd vermogen Dat deel van de passief zijde van de balans dat geen eigen vermogen is. Dat zijn voorzieningen, leningen en openstaande crediteuren. Weerstandscapaciteit De mate waarin het de VV vrij staat is om tegenvallers (niet begrote kosten) te dekken door financiële middelen vrij te maken zonder direct te hoeven bezuinigen. Weerstandsvermogen Het vermogen van Delfland om ook in ongunstige tijden haar activiteiten te kunnen voortzetten.
Jaarrekening 2010
143
Jaarrekening 2010
144
10 Controleverklaring
Jaarrekening 2010
145
Jaarrekening 2010
146
Jaarrekening 2010
147
Jaarrekening 2010
148
Jaarrekening 2010
149