Beheerplan Máximapark
www.utrecht.nl
Beheer- en onderhoudsplan 2014-2029 Publieksversie
1 september 2014
Uitgangspunten voor beheer
o
Natuur en openbaar groen spelen een belangrijke rol in Leidsche Rijn. Centraal in dit gebied ligt het Maximapark, 300 hectare groot, waarvan 100 hectare openbaar groen, vergelijkbaar met de binnenstad van Utrecht en daarmee een van de grootste stadsparken van Nederland. Het Maximapark aan de westkant van de stad is de tegenhanger van de Landgoederen aan de oostkant. Uiteindelijk ontstaat in het park een sfeer vergelijkbaar met Amelisweerd.
o
Het park is ontworpen door West 8 Landschapsarchitecten, die aan het park een bijzondere en unieke uitstraling hebben gegeven. Denk hierbij aan het speciaal ontworpen parkmeubilair, de parkpergola, de verschillende parkdelen, met elk hun eigen uitstraling en gebruikswaarde die verbonden worden door het Lint. Alles is te vinden in het park; van natuurontwikkeling in de Buitenhof tot fraai aangelegde pareltjes zoals de Japanse tuin. Het Máximapark is inmiddels bijna helemaal opengesteld voor gebruik. Het grootste deel is ingericht en aangeplant. Het zal echter nog jaren duren voordat het is uitgegroeid tot een volwassen park. Dat vraagt om een goede begeleiding, waarvoor specifieke kennis noodzakelijk is. Het park wordt al zeer veel gebruikt. De verwachting is dat het gebruik en participatie zich de komende tijd sterk zal ontwikkelen. Dit vraagt een grote flexibiliteit in beheer. Dit plan kijkt vooruit tot 2029. Gebruikfuncties van het park Het park heeft de volgende gewenste gebruiksfuncties (bron: Programma van Eisen Leidsche Rijn Park): •
Lokale functies: Het centrale park van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern, wordt intensief gebruikt, met diverse gebruiksmogelijkheden zoals actief sporten, natuurbeleving en horecabezoek. De ambitie is om alle vormen van gebruik naast elkaar te kunnen laten bestaan en waar mogelijk te combineren zonder onderlinge conflicten.
•
Bovenlokale functies: o Archeologische vindplaats: behoud en bescherming;
o
Ecologische corridor tussen de stad Utrecht, Leidsche Rijn en het Groene Hart: behoud, ontwikkeling en bescherming van flora en fauna; Evenementen: faciliteren van activiteiten en evenementen passend in het park; Sportpark: faciliteren van sportverenigingen en behoeften van individuele sporters.
Vertrekpunten voor het beheer • De beheerder handelt in de geest van het ontwerp, dat is vastgelegd in het Programma van Eisen voor het park. • Beheer moet ervoor zorgen, dat het park zich van de situatie van aanleg naar het gewenste eindbeeld ontwikkelt; • Spil in het beheer is de natuur- en landschapsontwikkeling. Het gebied zal worden begeleid in de uitgroei naar een volwassen park, met volwassen begroeiing; • Beheer moet inspelen op veranderingen in gebruik; • Daarbij moeten de ontwikkelingen waar nodig met beheer worden gestuurd; • Beheer wordt uitgevoerd volgens de principes Schoon, Heel en Veilig. Participatie Bewonersinitiatieven hebben bij het Máximapark altijd een belangrijke rol gespeeld. Al in het ontwerpstadium hebben betrokken bewoners een positieve bijdrage geleverd. Nu het park grotendeels is opgeleverd, blijven bewoners, Vrienden van het Máximapark en Landschapsbeheer op allerlei vlakken nauw betrokken. Zij helpen mee bij het onderhoud, het signaleren, en het organiseren van activiteiten. De gemeente stimuleert en werkt actief mee hieraan. Vlindertuin Oorspronkelijk was een rosarium opgenomen in het ontwerp voor de Binnenhof. Inmiddels is in plaats daarvan een vaste plantentuin, de Vlinderhof, gerealiseerd door bewoners in samenwerking met ontwerper Piet Oudolf.
2
Beheervisie per parkdeel Deelgebieden Het park bestaat uit verschillende onderdelen. Deze hebben elk hun eigen dynamiek qua gebruik en betekenis en derhalve een eigen, herkenbare vormgeving, inrichting en beheer. De onderdelen zijn: • Binnenhof (met Parkpergola en Vikingrijn); • Het Lint; • Buitenhof; • Castellum Hoge Woerd; • Ridderhofstad Den Engh; • Bouwkavels aan de rand van het park.
De Binnenhof De Binnenhof (47 ha.) is het hart van het Máximapark. Het is ingericht als een klassiek stadspark. Met fraaie bruggen, een idyllische lelievijver, mooi begroeide oevers, statige lanen met beuken of platanen en loofbossen. De Vikingrijn slingert er doorheen. Er zijn al diverse attracties zoals beeldende kunst, De Bosspeeltuin, Japanse tuin en het Anafora Parkrestaurant. In het eindbeeld wordt loofbos afgewisseld met geschoren groen en statige lanen. Bosachtige zones worden afgewisseld door een bloementuin Japanse tuin, een restaurant, enz. Zo ontstaat de sfeer van een landgoed.
De boskavels van de Binnenhof behoren tot het rustige kerngebied met de laagste gebruiksdruk door bezoekers. Andere delen van de Binnenhof zijn of worden echter druk bezocht, bijvoorbeeld rond het parkrestaurant en de bosspeeltuin. Waterrecreatie is met name voorzien op de Vikingrijn. Het beheer van het Binnenhof richt zich van het begin af aan op langdurige instandhouding van het gebied en de voorzieningen die er in zijn gerealiseerd. Streven is te komen tot een park met de waardigheid, rijkdom en ouderdom vergelijkbaar met Amelisweerd. De opzet is te werken met een langdurig groeiproces van duurzame boomsoorten. Het moet in ecologisch opzicht een kerngebied voor bosdieren worden, met doelsoorten die kenmerkend zijn voor het droge en het vochtige parkbos.
3
De Parkpergola. De parkpergola vormt straks de omheining van de Binnenhof. De Parkpergola heeft een speciaal ontwerp, met honingraatvorm. Het markeert het groene middengebied en schermt de Binnenhof als het ware af. De parkpergola is niet alleen afscheiding en markering, maar biedt ook mogelijkheden voor ecologie en het ontstaan van nieuwe biotopen. De muur is met zijn constructie van gewapend beton robuust en onderhoudsvriendelijk. Het beheer zal bestaan uit regelmatige controle en reparatie van de constructie, het opbinden en snoeien van klimplanten en het onderhouden van de ecokasten.
Op het moment is het water daardoor nog voedselrijk. Het verlagen van de voedselrijkdom zorgt voor helder water en daardoor grotere ecologische diversiteit. Het beheer van de oevers moet zijn gericht op het realiseren van ecologisch waardevolle oeverbeplanting. De Vikingrijn. Met de Vikingrijn wordt de oorspronkelijke loop van de Oude Rijn hersteld. Door het graven van de Vikingrijn op de plaats van de Oude Rijn, keert het water dat zo lang het landschap ten westen van Utrecht heeft bepaald, als waterloop terug. De Vikingrijn doorsnijdt en verbindt alle delen van het Máximapark. Slingerend, dan weer smal, dan weer breder en altijd van voldoende omvang om goed recreatief te kunnen gebruiken.
4
De Buitenhof. De openbare ruimte in de Binnenhof is gericht op natuurontwikkeling. Het beheer is gericht op het behouden en realiseren van de natuurwaarde van het gebied. Daaronder valt ook het behoud van de oorspronkelijke waardevolle landschapselementen, zoals elzenhagen. Landschapsbeheer Vleuten- De Meern, de Vrienden van het Máximapark, omwonenden en de gemeente zorgen samen voor het beheer van het gebied.
Het Lint wordt met name gebruikt voor spontane vormen van beweging, zoals een stuk lopen of skeeleren, een stuk fietsen en als route naar een andere wijk of om een balletje trappen. Langs de route is ruimte voor paardrijden. De recreatiedruk op en rond het pad is hoog. In het verbrede stuk grasweide aan de westzijde bevindt zich een activiteitenterrein.
Het Lint. Het Lint is een openbaar toegankelijke, doorlopende brede zone die het gehele park omringt, met enkele dwarsverbindingen naar de omringende woonwijken. De totale lengte bedraagt ca 10 km, de oppervlak ca. 37 hectare. De zone bestaat uit een geasfalteerd pad met aan weerszijden groene weides en een zoveel mogelijk doorlopende bomenrand. Langs het pad staat zitmeubilair met bijbehorende prullenbakken.
Speciale aandacht is nodig voor het activiteitenterrein. De capaciteit van het terrein is leidend voor de evenementen en niet andersom. Vandaar dat zoveel mogelijk voor wijkgerichte evenementen wordt gekozen waarvoor mensen niet met de auto hoeven te komen. Castellum Hoge Woerd. In de Hoge Woerd liggen de restanten van een Romeins Castellum. Het bijzondere aan de Hoge Woerd ten opzichte van andere Castella in Nederland is dat de overblijfselen nog vrij in het landschap liggen. Zo ontstond het plan om hier een Castellumpark te maken en het historische Romeinse fort te herbouwen.
5
De nieuwbouw voor het Castellum is zo ontworpen dat er allerlei culturele activiteiten kunnen plaatsvinden in de wallen en poortgebouwen. Ook de dierenverblijven van het centrum voor Natuur- en MilieuCommunicatie (NMC) krijgen er een plek. In het grote paviljoen komt een theater met 260 zitplaatsen, een archeologiemuseum en horeca. Het grootste gedeelte van Castellum Hoge Woerd is in beheer bij NMC, en valt buiten dit beheerplan. Delen in beheer bij gemeente Utrecht zijn de omringende groen- en wegenstructuur. Hieronder valt de “Bloemenrivier” en een omringende langzaam verkeerroute, die qua inrichting en beheer als een verlenging van het Lint moet worden gezien. Ridderhofstad Den Engh. In de 13e eeuw stond hier een hoofdburcht; Ridderhofstad Den Engh. Op de voorburcht staat een monumentale boerderij uit de 19e en deels 17e eeuw met een koetshuis. Deze historische locatie wordt weer tot leven gebracht. De gebouwen krijgen een nieuwe functie en worden deels toegankelijk gemaakt voor publiek.
Bouwkavels aan de rand van het park Binnen de begrenzing van het park wordt op een aantal plekken nog aanvullende woningbouw gerealiseerd. Invulling van de kavels hangt samen met de economische ontwikkelingen. De ongebruikte kavels worden nu op een zeer sobere wijze beheerd door 1 à 2 x per jaar te maaien. Het gebied heeft daardoor de uitstraling van een braakliggend terrein. Omdat is te verwachten dat deze situatie op sommige plekken meer dan enkele jaren kan gaan duren, is het voorstel het tijdelijk beheer op een andere wijze in te zetten. Het voorstel is een sobere, maar ecologisch waardevolle inrichting, Eis bij alle initiatieven moet zijn: maximale ontruimingstijd korter dan één jaar / seizoen (in relatie tot de gemaakte afspraken, de flora- en faunawet). Dit omdat de kavels flexibel beschikbaar moeten worden gehouden voor toekomstige ontwikkeling.
Een gedeelte van Ridderhofstad Den Engh is in beheer bij de exploitant van het koetshuis / voorburcht of bij de toekomstig kaveleigenaren De rest is in beheer bij de gemeente.
6
Uitvoering van beheer Het park bestaat uit verschillende onderdelen, zoals bomen, beplanting, meubilair. In dit hoofdstuk wordt hiervan het beheer beschreven. De accenten van het beheer zijn in groter detail beschreven in de vakindelingstabel en bijbehorende vakindelingskaart (zie bijlage). Schoon Parkdeel: gehele park Het kwaliteitsniveau voor het schoonhouden van het park is hetzelfde als in de overige parken in de stad (beeldbestek). De onderhoudsactiviteiten bestaan uit het verwijderen van zwerfvuil, het verwijderen van hondenpoep en het legen van afvalbakken. Daarnaast zal het gebied opgenomen worden in de routes van de hondenwachters.
aangebrachte variatie in boomsoorten moet uiteindelijk resulteren in een hoog opgegroeid gemengd loofbos met een structuurrijke ondergroei van heesters, jonge bomen, kruiden, varens en stinzenplanten. Ingrepen in de boomlaag worden pas verwacht na een groeiperiode van 15 tot 20 jaar, waarna de pionierhoutsoorten (populier en grauwe els) als eerste zullen worden geringd. Bij deze methode worden de stammen van de bomen rondom ingezaagd zodat de sapstroom wordt onderbroken en de bomen op stam afsterven.. Tijdens dit proces kunnen op de open plekken die ontstaan nieuwe bomen ontspruiten. Zodoende ontstaat in een vrij korte periode na aanplant een zekere variatie in leeftijd van de bomen in de bossen waardoor de structuur van het bos interessanter wordt. Op de langere termijn zorgt deze opbouw voor een spreiding in de tijd in het aftakelen van de eerste bosgeneratie. Heesters, struwelen Parkdeel: Binnenhof, Buitenhof, Het Lint Heesters: De heesters moeten zodanig beheerd worden dat een aantal exemplaren van deze soorten op termijn geheel kunnen uitgroeien en hun natuurlijke vorm kunnen bereiken en behouden. Dit betekent dat er in de groepen gedund moet worden.
Parkbos Parkdeel: Binnenhof, bospercelen In de eerste periode is sprake van dynamisch beheer, gericht op een goede uitgroei naar een volwassen parkbos. Bomen: de eerste 20 jaar na aanplant, dat is de korte en middellange termijn voor bosbeheer, staan voor De Binnenhof in het teken van de opkweek en verzorging van het bos tot (jonge) volwassenheid. Het beheer richten zich op natuur en recreatie. De bij aanplant
Struwelen en mantelgezelschappen: Dit type beplanting wordt aangebracht langs de bossen en vormt de overgang van kruidachtige begroeiing naar het opgaande bos. Hier en daar komen vrijgroeiende bomen voor. Deze bomen zullen een andere vorm gaan krijgen dan hun soortgenoten in het bos en beduidend minder hoog opgroeien en zich breder ontwikkelen, om de structuur van het totaal nog meer variatie te geven. Eronder en eromheen groeien de struikvormers. Dit zijn planten (meidoorn, wegedoorn, sleedoorn, wilde rozen, liguster, Gelderse roos e.d.) die veel bloemen en vruchten geven voor vogels, kleine zoogdieren en insecten (vlinders) en veel nestelgelegeheid bieden aan vogels. Het beheer van deze aanplant richt zich eveneens op het verkrijgen van de natuurlijke vorm van deze soorten. De methode om dit te bereiken is selectief dunnen tot de gewenste afstand is bereikt. Hierna treedt een langdurige periode van stabiliteit op, waar bloei en vruchtdracht optimaal voorkomen. De eerste jaren
7
na aanplant dienen ook hier de kruiden en grassen door middel van (selectief) maaibeheer te worden onderdrukt.
Vrijstaande (solitaire) bomen en boomgroepen Parkdeel: gehele park, diverse locaties.
Kruiden, grassen en varens (ondergroei) Parkdeel: Binnenhof, Buitenhof en Het Lint
Algemeen: Het beheer van deze bomen zal zich richten op het verkrijgen van de natuurlijke vorm. Om de bomen een goede structuur en stabiliteit te geven zal er wel geregeld vormsnoei uitgevoerd worden. De eerste jaren krijgen de bomen een boomspiegel, in latere jaren als de onderste takken zwaarder worden en er beschaduwing optreedt neemt grasgroei vanzelf af en kan er indien nodig een of twee keer per jaar handmatig worden gemaaid.
Totdat in het jonge bos de kronen zich sluiten, na twee à drie groeiseizoenen worden de kruiden en grassen die er spontaan gaan groeien (selectief) gemaaid. Het maaisel kan blijven liggen. Distelhaarden indien aanwezig, worden frequenter gemaaid zodat het grootste deel niet in bloei komt of zaad zet.
Knotbomen: Eens in de drie a vier jaar dient de boom geknot te worden. Aanplant is in de loop van de tijd nodig. Er dient rekening te worden gehouden met het onderhoud van de slootkanten en het water. Fruitbomen: Regelmatige, jaarlijkse snoei is voor dit soort beplanting van belang. Scheefstaande Lindenlaan (Binnenhof): Specifieke begeleiding nodig, snoei in scheefstaande richting voortzetten. Gras, ruigten, hooiland Parkdeel: Binnenhof (randzones), Het Lint (bermen), Buitenhof Stinzenplanten Parkdeel: Binnenhof Begroeiing rondom stinzen vrijhouden van kruidachtige en struikachtige beplantingen. Verder soortafhankelijke maatregelen.
Ruigten: Afhankelijk van de groeiprestatie en de locatie van de ruigte kan er eens in de twee, drie of vier jaar worden gemaaid. Het maaien vindt meestal plaats in het voorjaar als de overwinterende insecten uit winterslaap zijn. Op parkniveau moet er worden gestreefd om altijd ongeveer 30% ruigte te hebben staan om de insectenpopulatie voldoende overwinterings-mogelijkheid te geven. Hooiland: De eerste jaren zal het hooiland twee maal per jaar moeten worden gemaaid en het hooi moeten worden afgevoerd. Naarmate de bodem schraler wordt kan het maaibeheer afnemen naar één maal per jaar. Dit kan per locatie erg verschillen en zowel de frequentie als de tijdstippen van maaien hangen af van de groeiprestatie en het sortiment planten wat op dat moment wordt aangetroffen. Algemene stelregel hooiland: selectief maaien, 2x per jaar maaien en afvoeren (langste dag en
8
herfst), plaatselijk differentiëren, 5% in de winter over laten staan; winnen van zaden.
Poelen, sloten: Plaatselijk maatwerk leveren ten behoeve van natuurwaarde, delen over laten staan.
Gazon, grasvelden: Regelmatig maaien, 14 tot 20 keer per jaar, draagt er zorg voor dat deze ruimtes kunnen worden gebruikt om op te spelen, te picknicken etc. Schapenbeweiding Parkdeel: Buitenhof Vanaf 2011 wordt geëxperimenteerd met schapenbeweiding in een deel van het hooiland van het Máximapark. De komende tijd wordt de balans op gemaakt en wordt afgewogen of en in welke gebieden beweiding meerwaarde heeft. Verharding Parkdeel: gehele park (paden, wegen)
Water Parkdeel: gehele park (sloten, vaarten, vijvers en Vikingrijn) Waterpartijen: De vletsloten, de Lelievijver en de Alendorperwetering vragen allemaal een specifiek beheer. Slootwerk dient op de juiste tijdstippen worden uitgevoerd en eveneens moet er met zorg en aandacht omgegaan worden met zeldzame en waardevolle planten zoals zwanebloem. Speciale aandacht vraagt de omvorming van de zonnig gelegen vletsloten naar meer beschaduwde vaarten door het opgegroeide bos. Ook hiervan dienen met beheermaatregelen waardevolle milieus te worden gemaakt en in de overgangsfase dient rekening te worden gehouden met het migreren van de oorspronkelijke flora en fauna.
De paden dienen als te worden onderhouden met regulier beheer, zoals stedelijk beschreven in de beheeromschrijvingen. In het park gaat het om: Onverharde paden (graspaden / zandpaden): Ruiterpaden: Halfverharde paden: Asfalt paden: Special: randen van Het Lint: Paden met elementenverharding; Afwijkingen ten opzichte van regulier beheer in het park: Halfverharding: regulier beheer, met uitzondering van enkele stukken met intensief gebruik en belangrijke beeldvorming, zoals entreepartij park Utrechtseweg; hier aanvullend schoffelen en randen vrij houden van losliggend grind. In Buitenhof toelaten dat halfverharding deels overgroeit. Track: 1 m rondom kort gras houden (20x/j) (niet afvoeren). Ruiterpaden: 1 m rondom kort gras houden (20x/j) (niet afvoeren). 6x per jaar rotorkopeggen.
9
Parkmeubilair Parkdeel: gehele park, diverse voorzieningen.
Fauna Parkdeel: gehele park
Van belang is het schoonhouden en goed onderhoud (schilderwerk, beschadigingen herstellen). Speciale aandacht is nodig voor het specifiek voor het Máximapark ontworpen meubilair.
Voor bepaalde diersoorten is een beleid ontwikkeld dat zich richt op in ieder geval beperking van de soort (bijvoorbeeld muskusratten). Het is niet ondenkbaar dat mede door de toenemende bebouwing bepaalde diersoorten hun 'toevlucht' gaan nemen tot De Binnenhof, zoals hazen en konijnen. Op zich is de aanwezigheid niet bezwaarlijk, met dien verstande dat de jonge beplanting hier behoorlijk onder kan lijden. Op het moment dat hier inderdaad sprake van is zal er ingegrepen moeten worden. Dit kan door het insmeren van stammen met een wildwerend middel. Afschot mag niet (want binnen de bebouwde kom).
Rododendrons Parkdeel: Japanse tuin Het periodiek aanzuren van de bodem, bijvoorbeeld met dennenaalden of extra turf. Het monitoren en onderhouden van de irrigatieleidingen. Uitdunnen van de beplanting.
10