Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude
Definitief
Opdrachtgever:
Opdrachtnemer:
Waterschap Vallei & Eem Mevrouw C.M.D. Otte Postbus 330 3830 AJ Leusden T 033-4346000 F 033-4346345 E
[email protected] I www.wve.nl
Eelerwoude Mossendamsdwarsweg 3 7472 DB GOOR Postbus 53, 7470 AB GOOR T (0547) 26 35 15 F (0547) 26 37 77 E
[email protected] I www.eelerwoude.nl
Project nr. 5282 Opgesteld door
Gecontroleerd
Datum
Roelof Jan Koops
Josee Gijsbers
18-11-2011
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ...................................................................................................................................2 1.1 Aanleiding onderhoudsplan ...........................................................................................................2 1.2 Doel en opzet onderhoudsplan ......................................................................................................2 1.3 Afbakening onderhoudsplan ..........................................................................................................2 1.4 Totstandkoming onderhoudsplan...................................................................................................2 2. BELEID EN PLANNEN .................................................................................................................4 2.1 Inleiding ........................................................................................................................................4 2.2 Europees beleid ............................................................................................................................4 2.3 Landelijk beleid en wetgeving ........................................................................................................4 2.4 Flora- en faunawet ........................................................................................................................4 2.5 Provinciaal beleid ..........................................................................................................................4 2.6 Regionaal (Waterschap) beleid......................................................................................................5 2.7 Gemeentelijk beleid.......................................................................................................................5 3. GEBIEDSBESCHRIJVING ...........................................................................................................7 3.1 Inleiding ........................................................................................................................................7 3.2 Algemene beschrijving plangebied ................................................................................................7 3.3 Functies plangebied ......................................................................................................................9 4. ONDERHOUDSAFSPRAKEN EN UITGANGSPUNTEN ............................................................. 10 4.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 10 4.2 Geldende onderhoudsafspraken.................................................................................................. 10 4.3 Nieuwe onderhoudsafspraken ..................................................................................................... 10 5. STREEFBEELDEN (ALGEMENE TOELICHTING) ..................................................................... 12 5.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 12 5.2 Kwaliteitsbeelden ........................................................................................................................ 12 6. VERTALING STREEFBEELD NAAR ONDERHOUD .................................................................. 14 6.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 14 6.2 Praktische toets streefbeelden .................................................................................................... 14 6.3 Materieel ..................................................................................................................................... 14 7. SAMENWERKING, MONITORING EN EVALUATIE ................................................................... 15 7.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 15 7.2 Samenwerking ............................................................................................................................ 15 7.3 Monitoring ................................................................................................................................... 15 7.4 Evaluatie ..................................................................................................................................... 15 8. PLANNING ................................................................................................................................. 17 8.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 17 8.2 Jaarplanning ............................................................................................................................... 17 LITERATUURLIJST
BIJLAGE 1:
OVERZICHTKAART PLANGEBIED
BIJLAGE 2:
OVERSZICHTSKAART BEHEERDERS PLANGEBIED
BIJLAGE 3:
OVERZICHT BEHEERGRENZEN
BIJLAGE 4:
OVERZICHTSTABEL ONDERHOUDSAFSPRAKEN GEMEENTEN
BIJLAGE 5:
OVERZICHTSKAART KWALITEITSBEELDEN
BIJLAGE 6:
KROOS BESLISBOOM
BIJLAGE 7:
OVERZICHTSKAART BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN
BIJLAGE 8:
UITWERKING ONDERHOUD PER WATERGANG/CLUSTER WATERGANGEN
BIJLAGE 9:
OVERZICHTSKAART VAARWATERGANGEN EN KORFWATERGANGEN & TEWATERLAATPLAATSEN
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 2
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding onderhoudsplan In 2004 is een onderhoudsplan voor het primaire watersysteem van de gemeente Woudenberg opgesteld. Hierin staat hoe het waterschap het watersysteem van de primaire wateren wil onderhouden. Na een aantal jaren is gebleken dat het onderhoudsplan niet meer actueel is en weinig toepasbaar voor de buitendienst van Waterschap Vallei en Eem. De onderhoudsrichtlijnen zijn te algemeen. Daarnaast is de wens ontstaan om nauwer samen te werken met de gemeente. Renswoude wordt in dit onderhoudsplan ook meegenomen vanwege de realisatie van toekomstig primair water. Het Waterschap Vallei en Eem wil daarom een geactualiseerd onderhoudsplan voor het stedelijk water in Woudenberg en Renswoude voor de periode 2012 – 2016 opstellen, welke bruikbaar moet zijn voor de (buitendienst)medewerkers van het waterschap en gemeente. In dit onderhoudsplan wordt daar invulling aan gegeven. Het beheer van zowel primaire als tertiare watergangen wordt hier besproken.
1.2 Doel en opzet onderhoudsplan Doel van het onderhoudsplan is te komen tot een gedegen en efficiënt onderhoud van de watergangen in Woudenberg en Renswoude. Daarnaast wordt met het uitvoeren van onderhoudsplan een goede doorstroming van de watergangen beoogd en andere nevendoelen zoals ecologische waarde en recreatieve beleving.
1.3 Afbakening onderhoudsplan Het onderhoudsplan gaat in op het onderhoud van de primaire en tertiaire watergangen in het stedelijk gebied van Woudenberg. Binnen Renswoude wordt alleen ingegaan op de primaire watergangen. Voor de watergangen van Woudenberg wordt het beheer bepaald voor
zowel het natte profiel als het droge profiel (oever of berm). Voor de primaire watergangen van Renswoude wordt alleen het beheer van het natte profiel beschreven. Binnen de nieuwbouwlocaties het Groenewoud in Woudenberg en Beekweide in Renswoude zijn recent enkele watergangen gegraven. Deze worden in 2012 overgedragen aan het waterschap. Ze zijn al wel opgenomen in dit onderhoudsplan, echter de juiste invulling over het beheer en onderhoud wordt ten tijde van de overdracht besproken en dan ook vastgelegd.
1.4 Totstandkoming onderhoudsplan In 2010 heeft Waterschap Vallei en Eem voor alle watergangen in het stedelijk gebied van Woudenberg en Renswoude een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Hierbij hebben alle watergangen in samenwerking met de gemeente Woudenberg en Renswoude een overwegend driedelige codering gekregen, bestaande uit een cijfer, een letter en weer een cijfer. Deze codering correspondeert met de in 2010 vastgestelde Kwaliteitsbeelden voor de watergangen, aan de hand van het profielenboekje van het waterschap. Bij het opstellen van dit onderhoudsplan heeft nauw overleg plaatsgevonden met de gemeente Woudenberg over het beheer en onderhoud van de watergangen (zowel het droge als natte profiel). Renswoude is tijdens het proces op de hoogte gehouden van de voortgang en heeft mee kunnen lezen in de eerder versies van dit beheerplan. Voorts heeft overleg plaatsgevonden met de Woudenbergse Hengelsportvereniging ‘Ons Genoegen’. Binnen enkele wateren in Woudenberg wordt veel gevist. De hengelsportvereniging beheert voor een deel de wateren en waterkanten. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 3
het beheer van de visvijvers en de omgeving met de hengelsportvereniging. Bij het schrijven van het onderhoudsplan heeft overleg plaatsgevonden met medewerkers van het waterschap en de gemeente Woudenberg en de leden van Hengelsportvereniging ‘Ons Genoegen’.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 4
2. BELEID EN PLANNEN
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op het actuele beleid en plannen van de diverse overheden. Per overheid is een paragraaf opgesteld, waarbij alleen het beleid dat van toepassing is op het stedelijk water is opgenomen.
2.2 Europees beleid
zorgplicht voor het inzamelen van afvalwater in de riolering heeft de gemeente een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. De gemeente ontwikkelt in het gemeentelijk rioleringsplan beleid hoe men met het afstromende hemelwater omgaat, hoe verontreiniging van het milieu wordt tegengegaan en hoe grondwateroverlast wordt voorkomen.
2.4 Flora- en faunawet
Op 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn water (KRW) van kracht geworden. De KRW geeft een kader voor de bescherming van de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Met kwaliteit wordt zowel de ecologische als de chemische kwaliteit bedoeld. In voorgaande jaren is op grond van de KRW onderzoek gedaan naar de toestand van het water en zijn doelen geformuleerd voor herstel en bescherming. Doelen die het waterschap volgens de KRW heeft gesteld dienen in 2015 te zijn gerealiseerd. Deze termijn kan nog met twee keer zes jaar worden verlengd. Het behalen van de doelen moet uiterlijk 2027 zijn gehaald. Vanuit het stedelijk water worden binnen de KRW alleen chemische doelen aan het water gesteld.
In 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Met deze landelijke wet is de soortsbescherming uit de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in Nederland geïmplementeerd. De Flora- en faunawet gaat over de bescherming van ongeveer 500 planten- en diersoorten, van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen. Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade toegebracht mag worden aan planten en dieren, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het ‘nee, tenzijprincipe’). Centraal staat hierbij de zorgplicht, wat inhoudt dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving.
2.3 Landelijk beleid en wetgeving
2.5 Provinciaal beleid
Waterwet (2009) In 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet is samengesteld uit acht oude Waterwetten om onnodige bureaucratie te voorkomen. De Waterwet regelt het beheer van waterkeringen, oppervlaktewater en grondwater, verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening en zorgt voor een eenduidige bestuurlijke procedure en daarbij behorende rechtsbescherming voor besluiten. De Waterwet dient als paraplu om de KRW te implementeren en geeft ruimte voor implementatie van toekomstige Europese richtlijnen.
Provinciaal Waterplan 2010-2015 In 2009 is het Provinciaal Waterplan 20102015 door gedeputeerd staten vastgesteld. Het Waterplan omvat beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie Utrecht voor de periode 2010-2015. Met dit plan voldoet de provincie aan de verplichting van de Waterwet om voor een periode van zes jaar een Regionaal Waterplan op te stellen. Binnen het Provinciaal Waterplan wordt slechts kort ingegaan op het stedelijk water. Er wordt hierin verwezen naar de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de gemeenten voor het stedelijk water.
In de Waterwet zijn ook taken en bevoegdheden voor de gemeenten opgenomen. Naast de
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 5
2.6 Regionaal (Waterschap) beleid Waterbeheersplan 2010-2015 Door het waterschap is het Waterbeheersplan 2010-2015 opgesteld. Hierin worden de taken van het waterschap beschreven op het gebied van de zorg voor voldoende en schoon water en de zuivering van afvalwater. De Waterwet (2009) verplicht waterschappen om iedere zes jaar een waterbeheerplan op te stellen. In het waterbeheersplan 2010-2015 worden de KRWdoelen en maatregelen om deze doelen te realiseren vastgelegd. Gedragscode Flora- en faunawet 2007 In 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Met deze landelijke wet is de soortsbescherming uit de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in Nederland geïmplementeerd (zie ook paragraaf 2.4) op pagina 4. Ten behoeve van het bestendig beheer en onderhoud is er in de Flora en Faunawet een vrijstellingsbesluit opgenomen, die een partij ontslaat van de ontheffingsplicht mits deze een goedgekeurde gedragscode gebruikt. Het waterschap heeft een eigen gedragscode ontwikkeld op basis van de gedragscode van de Unie van Waterschappen. De gedragscode van het waterschap is in 2007 goedgekeurd door dijkgraaf en heemraden (D&H). Keur 2009 In 2009 is er voor het beheersgebied van waterschap Vallei & Eem een nieuwe Keur in werking getreden. In de Keur wordt aangegeven welke activiteiten ge- en verboden zijn in, op of langs waterkeringen en watergangen. Voor verboden kan, na toetsing, een ontheffing worden gegeven. Tevens wordt aangegeven dat de onderhoudsplichtigen zorg dragen voor een goede staat en in stand houden van de waterkeringen en –gangen, overeenkomstig de voor het gebied geldende legger. Om deze instandhouding te waarborgen, wordt deze gecontroleerd door schouw toe te passen. Nieuw in deze Keur is het verplichten van visplannen (artikel 2.1) en bepalingen ten aanzien van grondwater. Voor het verplaatsen dan wel uitzetten van vissen door visrechthebbenden is een goedgekeurd visplan noodzakelijk.
Stedelijke Legger Het Algemeen Bestuur van Waterschap Vallei & Eem heeft op 26 mei 2011 de stedelijke legger voor Woudenberg en op 2 december 2010 voor Renswoude vastgelegd. In de legger staat wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een watergang (sloot, beek of ander oppervlaktewater) en de daarin liggende kunstwerken (zoals stuwen, duikers en bruggen). Daarnaast staat aangegeven in welke zone in en om de watergang een vergunningsplicht geldt. Watergangen in stedelijk gebied zijn door het waterschap onderverdeeld in twee soorten watergangen: primaire en tertiaire watergangen. Dit is gebaseerd op de omvang en het belang van de watergang voor de doorstroming. De primaire watergangen in het stedelijk gebied worden door het waterschap onderhouden. De tertiaire watergangen in de stedelijke gebieden worden door de gemeenten of derden (aangelanden) onderhouden.
2.7 Gemeentelijk beleid Waterplan Begin 2003 is het Waterplan Woudenberg opgesteld door o.a. het Waterschap en de gemeente. Hierin is de watervisie 2003-2015 nader uitgewerkt voor de gehele gemeente. Doel van het Waterplan is het vastleggen van een integrale visie en daarop gebaseerde maatregelen om de gebruikswaarde en belevingswaarde van het water in de gemeente Woudenberg te verhogen. De belangrijkste onderdelen uit de visie voor het stedelijk water wordt als volgt geformuleerd: Algemeen: Bij de streefbeelden voor het bebouwd gebied ligt de nadruk op een beter waterkwaliteit en het voorkomen van wateroverlast. Daarnaast wordt er gestreefd naar een goede samenwerking tussen de verschillende beheerders van het watersysteem.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 6
De volgende punten worden aanvullend genoemd in de Watervisie 2003-2015: ·
·
· ·
· ·
Ten aanzien van waterkwantiteit wordt getracht om water zoveel mogelijk vast te houden, zo nodig te bergen en pas in laatste instantie af te voeren. Ten aanzien van waterkwaliteit wordt getracht vervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. In geval van verschillende kwaliteiten vindt afvoer plaats van schoon naar vuil (zoneren). Pas in laatste instantie wordt getracht schoon en vuil water te scheiden om het vuile water vervolgens te zuiveren. Problemen worden zo min mogelijk afgewenteld (in plaats en tijd) en kansen worden zoveel mogelijk lokaal benut. Bij het beleid, de inrichting en het gebruik van water wordt zoveel mogelijk geredeneerd vanuit de natuurlijke karakteristieken van het watersysteem ter plaatse. De variëteit binnen het watersysteem wordt zoveel mogelijk behouden en/of verstrekt. Bij planvorming en uitvoering wordt gestreefd naar draagvlak bij alle betrokkenen en maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Ook in en om bebouwd gebied is water nodig. In 2015 heeft het oppervlaktewater in de bebouwde omgeving een duidelijke meerwaarde voor de beleving en recreatie. Tevens leveren deze wateren een bijdrage aan het voorkomen van (grond)wateroverlast. Het beleid is gericht op het benutten van kansen bij ontwikkelingen in bebouwd gebied en op het reserveren van ruimte voor water aan de randen van het bebouwd gebied. Actieplan 2008-2011 Het actieplan 2008-2011 is een actualisatie van het actieplan 2003-2008 welke voortkomt uit het Waterplan Woudenberg. In het actieplan worden de planning, de kosten en de uitvoering van de maatregelen voor het stedelijk water in Woudenberg weergegeven. Waterplan Renswoude Gemeente Renswoude heeft geen Waterplan.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 7
3. GEBIEDSBESCHRIJVING
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van het plangebied. De beschrijving heeft betrekking op het stedelijk water van Woudenberg en Renswoude.
3.2 Algemene beschrijving plangebied Woudenberg (Bron: Watervisie 2003-2015) Gemeente Woudenberg ligt in het zuidoosten van de provincie Utrecht, ongeveer 10 kilometer ten zuiden van Amersfoort. De gemeente heeft een oppervlakte van 3.672 hectare en ongeveer 12.000 inwoners. Kenmerkend is de grote variatie in reliëf, grondgebruik en bebouwing. Het hoger gelegen westelijke gedeelte ligt op de Utrechtse Heuvelrug en bestaat grotendeels uit bos. Het midden en oostelijk deel bevindt zich in de Gelderse Vallei en bestaat uit agrarisch gebied, landgoederen en bebouwing.
venterrein bevinden zich diverse regenwateroverstorten. Natuur, ecologie en recreatie Het gebied rondom de Nederlands Hervormde Kerk is één van de oudste bebouwde gedeelten van het dorp. Het kerkgebouw, het groen, de kerkgracht en de pleinachtige ligging van aangrenzende gebouwen zijn sfeerbepalend. De Schans met gracht, aangelegd in de 15e eeuw, was ooit bedoeld als verdedigingswerk tegen de aanvallen vanuit Gelderland. Ook het Beaufortpark met vijver (achter het gemeentehuis) heeft een grote waarde voor het groen en blauw in Woudenberg. De vijvers en grachten aan de randen van het dorp hebben naast een esthetische ook een lozings- en waterbergingsfunctie. Deze oppervlaktewateren zijn tevens van belang als overgang naar het buitengebied. Hieronder staan enkele foto’s voor een impressie van watergangen in Woudenberg.
Kwelwater Door de ligging van de kern Woudenberg op de overgang van Stuwwal naar de Gelderse Vallei is er sprake van een hoge kweldruk. Door de schaarse aanwezigheid van oppervlaktewater in de kern Woudenberg leidt dit soms tot wateroverlast in kruipruimtes en kelders. Vijvers Behoudens een aantal vijvers zijn er verder weinig oppervlaktewateren in de bebouwde kom. De vijvers en grachten zijn doorgaans voorzien van beschoeiingen van hout of glasvezelversterkte cement (GVC). De taluds bestaan grotendeels uit gras en bodembedekkers. Binnen het plan "Het Zeeland" is voor de waterkant langs de bebouwing gekozen voor een plasberm met GVC-beschoeiing en voor de andere oever voor een natuurlijk talud. Riolering Het gemengde rioolstelsel in het dorp heeft acht overstorten. In de wijk het Zeeland zijn vier regenwateroverstorten gelegen. Op het bedrij-
Woudenberg: Plantsoen met vijver in noordwesten van Woudenberg. Naast gazon op de oever een redelijk ontwikkelde oevervegetatie
Woudenberg: Vijver met eiland. Waterlelievegetatie kan zich sterk uitbreiden
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 8
derijen. De oppervlakte van de gemeente is 18,52 km² en het aantal inwoners (eind 2010) is 4.744. Vijvers Binnen de woonkern Renswoude zijn slechts enkele watergangen aanwezig, welke in hoofdzaak een afvoerende functie hebben. Binnen dit onderhoudsplan worden enkel de primaire watergangen besproken ten noorden van het bedrijventerrein Overeem en enkele watergangen nabij de woninguitbreiding Beekweide. Daar hebben enkele wateren een natuurvriendelijke oever. Woudenberg: Gracht rond de kerk met kattenstaarten op de beschoeide oever
Middels de foto’s op de volgende pagina wordt een beeldimpressie gegeven van de verschillende watergangen en de aangrenzende groenstructuren in Renswoude.
Woudenberg: Siervijver nabij het gemeentehuis met drijvende waterplanten en hoge waterplanten langs de oever
Renswoude: Watergang nabij de Lunterse beek aan de noordzijde van het bedrijventerrein Overeem
Woudenberg: Vijver langs de oostrand van Woudenberg, sterk begroeid met lidsodde en rietvegetaties
Renswoude Renswoude ligt tussen het Veluwemassief en de Utrechtse Heuvelrug, in het midden van de Gelderse Vallei. Renswoude is een voornamelijk agrarische gemeente, bestaande uit één kern (Renswoude) en verspreid liggende boer-
Renswoude: Strakke, rechte sloot met beschoeide oever en een meer natuurlijke oever
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 9
schap. De watergangen en het groen verzachten de harde contouren van het stedelijk gebied en geven ‘kleur’ aan de woonkern. De waterelementen in combinatie met het omringende groen maken de leefbaarheid aantrekkelijker. Waterberging Door een vrij hoge kweldruk in Woudenberg, kan wateroverlast ontstaan in kelders en kruipruimten. De aanwezige vijvers kunnen het probleem voor deel onderdervangen, door het grondwater af te vangen. Renswoude: watergang in de nieuwbouw ‘Beekweide’ met natuurvriendelijk ingerichte oevers
Renswoude: Watergang langs de noordzijde van Beekweide.
3.3 Functies plangebied De watergangen hebben meerdere functies, welke hieronder worden besproken. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Woudenberg en Renswoude omdat de functies overeen komen. Recreatie De waterelementen hebben een lokale recreatieve functie voor omwonenden. Rondom de watergangen en waterpartijen zijn soms wandelpaden aanwezig. Bewoners kunnen hier hun hond uitlaten of een ommetje maken. Op enkele plaatsen zijn bankjes/steigers geplaatst, waar men kan rusten, vissen en genieten van parkjes en waterelementen. Landschap De waterelementen en het direct aangrenzende groen is een aankleding van het stedelijk land-
Natuur De watergangen en oevers hebben ook een natuurfunctie. Door de aanwezigheid van water komen binnen het stedelijk watergebied aan water gebonden diersoorten voor zoals waterplanten, vissen, libellen, watervogels en een grote diversiteit aan macrofauna. De ‘groene oevers’ bieden een geschikte groeiplaats voor diverse bloeiende planten welke op hun beurt weer voedsel produceren voor bloembezoekende insecten. De oevers bieden daarnaast een rustplaats/nestplaats voor watervogels en landhabitat voor amfibieën. Indien opgaande begroeiing langs de watergangen staat, biedt dit nestgelegenheid voor algemene broedvogels. Op basis van een rondgang langs de wateren moet geconcludeerd worden dat de meeste watergangen hoofdzakelijk algemeen voorkomende soorten bevatten. Meer kritische soorten zijn niet vastgesteld. Met het vergraven van enkele oevers in het recente verleden is echter een meerwaarde ontstaan voor natuur.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 10
4. ONDERHOUDSAFSPRAKEN EN UITGANGSPUNTEN
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de onderhoudsafspraken. Wie doet wat? En wie is waar verantwoordelijk voor? Er zijn vier partijen die onderhouds- en herstelwerkzaamheden verrichten binnen het stedelijk watergebied van Woudenberg en Renswoude. Dit zijn het Waterschap Vallei en Eem, gemeente Woudenberg en Renswoude en provincie Utrecht en Hengelsportvereniging ‘Ons Genoegen’.
· ·
· ·
4.2 Geldende onderhoudsafspraken De primaire watergangen (Inclusief stuwen en gemalen) –van belang voor de aan en afvoer van water- zijn voor Woudenberg in 1998 en voor Renswoude in 2003 overgedragen aan het waterschap. Waterschap · Waterschap draagt zorg voor het onderhoud van het natte profiel van primaire watergangen. · Waterschap maait de primaire watergangen en voert het maaisel af. · Voor de beheer en onderhoudsgrenzen van natuurvriendelijke oevers wordt verwezen naar bijlage 3. · Dagelijks- en groot onderhoud aan beschoeiingen van primaire watergangen wordt uitgevoerd door het waterschap. · Binnen de kernen Woudenberg en Renswoude zijn geen recreatieve voorzieningen langs watergangen aanwezig welke door het waterschap onderhouden worden. · Baggeronderhoud van primaire watergangen ligt bij het waterschap. · Onderhoud aan stuwen en gemalen in primair water wordt door het waterschap uitgevoerd. Gemeente/derden · Het eigendom en het constructieve onderhoud aan duikers in alle watergan-
gen blijft in handen van de eigenaar (wegbeheerder). Tertiaire watergangen –met een waterbergende functie- blijven in onderhoud van de gemeente of derden. Bruggen, kademuren, schanskorven en damwanden over of langs primaire watergangen blijven in onderhoud bij de gemeente of derden. De gemeente draagt zorg voor het beheer van de taluds en bermen van de primaire watergangen. Aanwezige recreatieve voorzieningen zijn in onderhoud bij de gemeente.
Beheer en onderhoudsgrenzen Voor primaire watergangen zonder een natuurvriendelijke oever gelden de onderhoudsgrenzen zoals schematisch is weergegeven in bijlage 3.
4.3 Nieuwe onderhoudsafspraken Exoten: · In Woudenberg is recent Waterteunisbloem vastgesteld in de vijvers bij de nieuwbouwwijk Zeeland. Deze zijn verwijderd. In Renswoude zijn vooralsnog geen exoten vastgesteld. · Gezien de toename van exotische waterplanten in Nederland is het zeer waarschijnlijk dat in de (nabije) toekomst deze soorten meer in het stedelijke water zullen verschijnen. · Om een goed overzicht op de verspreiding van invasieve exotische waterplanten te houden, voert het waterschap de bestrijding van deze waterplanten zelf uit. Dit doet het waterschap zowel in haar eigen watergangen als ook in watergangen waar zij niet zelf onderhoudsplichtig is (tertiair). · Meldingen van invasieve exotische waterplanten bij de gemeente dienen te worden doorgegeven aan het wa-
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 11
terschap om een snelle bestrijding mogelijk te maken. Houtopslag langs beschoeiing: · Wordt verwijderd door de gemeente voor zowel primaire als tertiaire watergangen. Bereikbaarheid watergangen: · Wordt uitgevoerd door de gemeente in overleg met het waterschap. Natuurvriendelijke oevers: · De watergangen met natuurvriendelijke oevers in de gemeenten Woudenberg en Renswoude moeten nog worden overgedragen aan het Waterschap. Bij de overdracht worden afspraken gemaakt over het onderhoud en de taakverdeling. Verwijdering drijfvuil en zwerfvuil: · Primaire watergangen: Waterschap · Tertiaire watergangen gemeente of aangelande. Werkwijze Flora- en faunawet: · Gezien de voedselrijkdom van de wateren, de inrichting van de direct aangrenzende taluds/oevers en de resultaten uit de ecoscan van 2010, zijn orchideeën en andere beschermde planten niet te verwachten binnen het stedelijke water van Woudenberg en Renswoude. · Wel kunnen de wateren onderdeel uit maken van het leefgebied (lees foerageergebied)van diverse vleermuissoorten (meervleermuis en watervleermuis). In de luwte van de bomen langs het water kunnen ook andere vleermuissoorten foerageren. Binnen het stedelijk gebied zal het met name gaan om gewone dwergvleermuis, laatvlieger en watervleermuis. · Het is aannemelijk dat boven de stedelijke wateren vleermuizen foerageren. In de meeste gevallen zal het gaan om gebouwbewonende soorten zoals gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Ook Watervleermuizen foerageren graag boven water (mits niet te veel verlicht). De werkzaamheden die het waterschap of gemeente uitvoert heb-
ben geen negatief effect op de soort aangezien alleen overdag gewerkt wordt en leefgebied behouden blijft.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 12
5. STREEFBEELDEN (ALGEMENE TOELICHTING)
5.1 Inleiding
5.2 Kwaliteitsbeelden
Vóór het opstellen van een onderhoudsplan moet helder zijn welke streefbeelden of Kwaliteitsbeelden men nastreeft. Men kan vervolgens het onderhoud/beheer hierop aanpassen.
De Kwaliteitsbeelden zijn middels een overwegend driedelige code weergegeven op de kaart in bijlage 5. De code moet gelezen worden in de richting waar het water heen stroomt. De code bestaat uit een cijfer, letter, cijfercombinatie. In het voorbeeld hierboven 7B-7. De eerste 7 is hierbij de invulling van de linker oever, de ‘B’ is het natte profiel en de tweede 7 is de rechter oever. Hieronder worden de mogelijke cijfercodes met hun betekenis weergegeven:
In de vorige onderhoudsplannen heeft men viswatertypen toegekend aan de watergangen (bijv. Ruisvoorn-snoek-type). De basis hiervoor is gelegd in uitgevoerde ecoscans. De ecoscan levert gegevens op voor het waterschap over de toestand van het water en de daarin aanwezige vegetatie. Aan de hand hiervan wordt gekeken hoe het beheer, het onderhoud en de inrichting van de wateren verbeterd kunnen worden. In dit onderhoudsplan wordt gewerkt met Kwaliteitsbeelden. De viswatertypen zijn hier vertaald naar Kwaliteitsbeelden. De Kwaliteitsbeelden voor de watergangen voor Woudenberg en Renswoude zijn opgenomen in bijlage 5. Voor het opstellen van de Kwaliteitsbeelden is gebruik gemaakt van het boekje: ‘Kwaliteitsbeelden voor stedelijk water, d.d. 31 maart 2011’. In dit boekje wordt met behulp van ingesneden bladzijden bepaald hoe beeld van het droge en natte profiel er uit moet zien.
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
natuurlijk bloemrijk rietoever plasberm beschoeid gazon beschoeid beplant kademuur particuliere tuin
De natte profielen hebben een lettercodering welke correspondeert met een van de viswatertypen. Hieronder wordt het onderscheid tussen deze codering in hoofdlijnen uitgelegd. Tussen haakjes staat het ‘oude’ vistype. Voor meer detail wordt verwezen naar het boekje: ‘Kwaliteitsbeelden voor stedelijk water, d.d. 31 maart 2011’. A:
B:
C: Voorbeeld uit het profielenboekje: ‘Kwaliteitsbeelden voor stedelijk water’
D:
Watergang heeft een grote bedekking van ondergedoken waterplanten over de gehele breedte van het natte profiel (Vistype: Ruisvoorn-snoek). Watergang heeft een hoge bedekking van ondergedoken waterplanten met uitzondering van het midden van het natte profiel (Vistype: snoekblankvoorn). Watergang heeft een beperkte bedekking van ondergedoken waterplanten. Deze waterplanten bevinden zich vooral direct langs de beschoeiing/waterkant. (Vistype: Blankvoornbrasem). Watergang met een zeer beperkte onderwatervegetatie, maar wel meer
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 13
dan 5%. (Vistype brasem- snoekbaars). N.B. Voor de watergangen in Woudenberg en Renswoude hebben het waterschap en gemeenten geen ambitie om actief kroos te verwijderen in tegenstelling tot de uitgangspunten in de Kwaliteitsbeelden. Op dit punt wordt afgeweken van de uitgangspunten in de Kwaliteitsbeelden en wordt de kroosbeslisboom gebruikt ten aanzien van kroos (bijlage 6).
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 14
6. VERTALING STREEFBEELD NAAR ONDERHOUD
6.1 Inleiding Na de bepaling van het streefbeeld of kwaliteitsbeeld moet bepaald worden hoe het onderhoud er voor de komende jaren gaat uitzien om het kwaliteitsbeeld te behouden /te behalen. Naast de te nemen maatregelen moet ook vastgesteld worden op welke manier, op welk tijdstip en met welk materieel gewerkt wordt. In bijlage 8 van deze rapportage zijn overzichtskaarten, detailkaarten, foto’s van de watergangen en een onderhoudstabel opgenomen. Binnen de doorlooptijd van dit onderhoudsplan hoeven geen baggerwerkzaamheden uitgevoerd te worden. Er wordt verwezen naar het op te stellen baggerplan (Waterschap Vallei & Eem).
eventueel aanwezig vuil uit het water ‘geharkt’ en op de kant gezet. Aan de zijkant van de maaiboot is een maaiarmbevestigd, welke 1.00m – 1.20m oever kan maaien. De meest belangrijke tewaterlaatplaatsen voor de maaiboot zijn weergegeven in bijlage 9. Voor de vaarwatergangen waar geen aanduiding bij staat, zijn diverse mogelijkheden voor het inlaten.
6.2 Praktische toets streefbeelden De kwaliteitsbeelden voor de wateren zijn vastgesteld en zijn als bijlage 5 in dit plan opgenomen. Doel is om deze kwaliteitsbeelden te behouden (of mogelijk te verbeteren). Door monitoring en evaluatie moet bepaald worden waarom kwaliteitsbeelden wel of niet gehaald worden. Wat is de ‘stoorzender’ die er voor zorgt dat een kwaliteitsbeeld niet behaald wordt? Mogelijk dient het beheer/onderhoud aangepast te worden. Voor de praktische toets streefbeelden wordt verwezen naar de publicatie ‘Kwaliteitsbeelden voor stedelijk water d.d. 31 maart 2011’.
Voorbeeld maaiboot (bron: Waterschap Vallei en Eem)
Maaikorf Het natte profiel van enkele watergangen worden met trekken met maaikorf gemaaid. Hierbij rijdt de trekker langs de watergang en maait met een achterop gemonteerde maaikorf het natte profiel.
6.3 Materieel Bij de uitvoering wordt met diverse machines gewerkt. Hieronder staat welke watergangen met welke machine worden geschoond. In bijlage 9 is aangegeven welke watergang gekorfd wordt en welke wordt gevaren. Maaiboot De watergangen worden ontdaan van overtollige onderwaterbegroeiing met behulp van een maaiboot. Hiermee wordt zowel vegetatie als
Voorbeeld maaikorf met trekker (bron: Waterschap Vallei en Eem)
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 15
7. SAMENWERKING, MONITORING EN EVALUATIE
7.1 Inleiding Bij het onderhoud van de watergangen trekken waterschap, gemeente en HSV ‘Ons Genoegen’ samen op. Het is daarom van belang jaarlijks terug te kijken op de samenwerking en te bepalen of gestelde doelen gehaald kunnen worden. Monitoring kan bijdragen aan een goed beheer.
7.2 Samenwerking Gemeente, waterschap en HSV ‘Ons Genoegen werken bij het beheer en onderhoud van watergangen nauw samen. Er zijn diverse praktische afspraken gemaakt over het beheer van oevers t.b.v. visstekken en het onderhoud van watergangen gecombineerd met het goed toegankelijk houden van schouwpaden.
7.3 Monitoring Ecoscan Door het waterschap is in 2010 een Ecoscan uitgevoerd. In de Ecoscan van 2010 is de huidige kwaliteit en de potentie van het water in de kernen Woudenberg en Renswoude vastgesteld. Aan deze potentie is een ecologisch streefbeeld gekoppeld, welke gebruikt wordt bij het vaststellen van het kwaliteitsbeeld. Het waterschap en de gemeente willen de Ecoscan elke vijf jaar uitvoeren om goed te kunnen volgen hoe het watersysteem zich ontwikkeld. In de meerjarencyclus is de volgende Ecoscan in Woudenberg en Renswoude gepland in 2015. Baggerinventarisatie Het actualiseren van het baggerplan Woudenberg staat ingepland voor 2013. Voor Renswoude is er nog geen baggerplanning aangezien primaire watergangen daar nog ontbreken. Bij de overdracht van de nieuw gerealiseerde wateren naar het waterschap wordt met Renswoude overlegd over een op te stellen baggerplanning.
Flora- en Faunawet Voor het voldoen aan de gestelde eisen en voorwaarden in de Gedragscode ten behoeve van de Flora- en Faunawet is het noodzakelijk dat de gemeente en het waterschap hun kennis over de aanwezigheid van beschermde dier- en plantensoorten actueel houden. Afgesproken is dat het waterschap verantwoordelijk is voor de gegevensinwinning en -borging in het natte profiel en de gemeente voor het droge deel rond de watergangen. Beide partijen hebben ingestemd met het uitwisselen van deze gegevens om het gezamenlijk beeld zo compleet en actueel mogelijk te houden. Visstandbeheer Voor het beheersgebied van Waterschap Vallei & Eem is een visstandbeheercommissie(VBC) opgericht. Door de visrechthebbende wordt op basis van de Keur visplannen opgesteld waarin ondermeer ingegaan wordt op het visstandbeheer. Doel van de VBC en de visplannen is om beter grip te krijgen op de ontwikkeling van de visstand en daarmee de waterkwaliteit. Zo wordt er bijvoorbeeld ingegaan op wie verantwoordelijk is voor het visstandbeheer en of actief visstandbeheer gewenst is.Ten tijde van het opstellen van dit onderhoudsplan is er nog geen visplan voor Woudenberg en/of Renswoude opgesteld. Bij opstelling van de visplannen dient rekening gehouden te worden met het Beheer & Onderhoudsplan. Bij herziening van het Beheer & Onderhoudsplan zal ingegaan moeten worden op de visplannen.
7.4 Evaluatie Jaarlijkse evaluatie Om de bruikbaarheid en praktische problemen bij het uitvoeren van het onderhoudsplan goed te kunnen volgen, wordt het onderhoudsplan jaarlijks geëvalueerd (incl. natuurvriendelijke oevers). Waar nodig wordt het plan aangepast als dat niet strijdig is met het beleid en waterbeeld. Daarnaast wordt er ook bekeken of er
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 16
wijzigingen in het watersysteem zijn, zoals bijvoorbeeld stadsuitbreidingen, nieuwe kunstwerken e.d. die opgenomen moeten worden in het onderhoudsplan. Voor deze jaarlijkse evaluatie is geen vaststelling van het plan benodigd. Herziening onderhoudsplan Door het waterschap is besloten om de onderhoudsplannen elke vijf jaar te herzien, hierbij wordt aangesloten bij de monitoringscyclus (Ecoscans) van afdeling planvorming van het waterschap. Aan de hand van de resultaten uit de Ecoscan, wijzigingen in beleid en wetgeving en andere ontwikkelingen wordt het onderhoudsplan in zijn geheel herzien. Een herziene versie wordt goedgekeurd door de directie van het waterschap.
Beheer- en onderhoudsplan stedelijk water Woudenberg en Renswoude 17
8. PLANNING
8.1 Inleiding
verbod op handelingen die in gebruik zijnde nesten beschadigen of verstoren. Verstoring kan in veel situaties worden voorkomen door verstorende werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. De periode van 15 maart tot 15 juli wordt over het algemeen beschouwd als broedseizoen. Voor de Flora- en faunawet zijn echter alle bewoonde vogelnesten beschermd, ongeacht het tijdstip van het jaar. De genoemde termijn moet daarom niet al te strikt worden toegepast.
De planning van de diverse werkzaamheden zijn per watergang beschreven in bijlage 7. In dit hoofdstuk wordt de jaarplanning weergegeven en kort toegelicht.
8.2 Jaarplanning Hieronder is de jaarplanning voor het stedelijk water van Woudenberg en Renswoude weergegeven.
Maaien natuurvriendelijke oevers Voor de zaadzetting van bloeiende planten is het noodzakelijk pas laat in het jaar de NVO’s te maaien (50%). September of oktober zijn daarvoor het meest geschikt. Uit praktische overwegingen kan eerder gemaaid worden (half augustus). Het jaar erop zal dan wel sprake zijn van een kleiner aandeel bloeiende planten.
Maaien nat profiel zomer: Maaien nat profiel zomer alleen uitvoeren indien dit strikt noodzakelijk is bij meer dan 70% van de watergang is dichtgegroeid. De belangrijkste reden hiervoor is de watertemperatuur in combinatie met een verminderd zuurstofgehalte. Daarnaast is het maaien in groeiseizoen niet wenselijk in verband met beschermde broedende vogels op of in de nabijheid van het water. Voor alle beschermde inheemse (ook algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt een Planning op hoofdlijnen Onderhoudsplan Stedelijk water Woudenberg/Renswoude Jan
Voorgenomen werkzaamheden Maaien nat profiel zomer (indien noodzakelijk) Maaien nat profiel najaar Maaien 50% natuurvriendelijke oevers Verwijderen zwerfafval Conrole beschoeiing Onderhoud beplanting langs watergangen Maaien gazon langs watergangen
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
LITERATUURLIJST
Gemeente Woudenberg, 2011, Groenbeleidsplan, Woudenberg Grontmij, 2010, Ecoscan Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg, STOWA beoordeling op 40 locaties, Amsterdam Waterschap Vallei en Eem, 2004, Richtlijn onderhoud stedelijke watersystemen, Leusden Waterschap Vallei en Eem, 2009, Waterbeheersplan 2010-2015, Leusden Eelerwoude, 2011, Kwaliteitsbeelden voor stedelijk water, Subitel: oeverbeeld + waterbeeld+ oeverbeeld = kwaliteitsbeeld, Eelerwoude, Goor Waterschap Vallei en Eem & Gemeente Ede, 2009, Onderhoudsplan Stedelijk water, Gemeente Ede 2010-2014, Leusden Waterschap Vallei en Eem & Gemeente Bunschoten, 2011, Onderhoud stedelijk water Gemeente Bunschoten, Leusden. Waterschap Vallei en Eem, Gemeente Woudenberg en Hydron, 2003, Waterplan Woudenberg, Watervisie 2003-2015, Woudenberg
BIJLAGEN
BIJLAGE 1:
OVERZICHTKAART PLANGEBIED
BIJLAGE 2:
OVERSZICHTSKAART BEHEERDERS PLANGEBIED
BIJLAGE 3:
OVERZICHT BEHEERGRENZEN
BIJLAGE 4:
OVERZICHTSTABEL ONDERHOUDSAFSPRAKEN GEMEENTEN
BIJLAGE 5:
OVERZICHTSKAART KWALITEITSBEELDEN
BIJLAGE 6:
KROOS BESLISBOOM
BIJLAGE 7:
OVERZICHTSKAART BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN
BIJLAGE 8:
UITWERKING ONDERHOUD PER WATERGANG/CLUSTER WATERGANGEN
BIJLAGE 9:
OVERZICHTSKAART VAARWATERGANGEN EN KORFWATERGANGEN & TEWATERLAATPLAATSEN
Bijlage 1:
Overzichtskaart plangebied
Bijlage 2:
Overzichtskaart beheerders plangebied
Bijlage 3:
Overzicht beheergrenzen overdracht 2005
Bijlage 4: Overzichtstabel onderhoudsafspraken met gemeente Woudenberg en Renswoude
Bijlage 5:
Overzichtskaart Kwaliteitsbeelden
Bijlage 6:
Kroos beslisboom
Bijlage 7:
Overzichtskaart beschermde planten- en diersoorten
Bijlage 9:
Overzichtskaart vaarwatergangen en korfwatergangen & tewaterlaatplaatsen