Begeleiding en zorgstructuur. Voor een succesvolle en plezierige opleiding is het noodzakelijk dat leerlingen ook leren de studie op een goede manier aan te pakken. Zij moeten bij iemand terechtkunnen met vragen daarover, maar ook met persoonlijke problemen moeten ze bij iemand aan kunnen kloppen. In de leerlingbegeleiding richten we ons op: • Hulp tijdens reguliere uren • Studiebegeleiding: leren studeren • Keuzebegeleiding: leren kiezen van de geschikte leerweg • Persoonlijke begeleiding: bevorderen van het welzijn van de leerling • Groepsbegeleiding: bevorderen van een goed groepsklimaat Het is de bedoeling dat de leerlingen geleidelijk groeien naar zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Gaandeweg worden ze niet meer geleid, maar begeleid op weg naar zelfstandigheid. De mentor is één van de vakdocenten van een klas. In de onderbouw ziet hij of zij toe op de voortgang in de studie en op het welzijn van zijn/haar leerlingen. In de bovenbouw wordt die taak vervuld door de coach. De mentor en de coach vormen de spil in de begeleiding van de leerling: de centrale persoon bij wie leerlingen en ouders terecht kunnen. Hieronder volgt een opsomming van mogelijke extra taken die een mentor kan hebben in vergelijking met andere docenten. • Als eerste docent kennismaken met de nieuwe brugklassers en ze de school laten zien. • De persoonlijke gegevens van de eigen mentorleerlingen beheren en een telefoonketen opstellen voor die klas. • Een klassenvertegenwoordiger aanwijzen en tevens een reserve klassenvertegenwoordiger benoemen. • De schoolloopbaan van de eigen mentorleerlingen begeleiden. • Mentorles geven. • Individuele gesprekken voeren met de eigen mentorleerlingen. • Het eerste aanspreekpunt in de school zijn voor ouders/verzorgers. • Het aanspreekpunt zijn op ouderavonden. • Organiseren van en deelnemen aan klassenavonden en schoolfeesten. • Organiseren van en deelnemen aan buitenschoolse activiteiten en schoolreizen. • Het eerste aanspreekpunt zijn voor docenten en schoolleiding bij problemen in de mentorklas of bij leerlingen uit die klas. • Adviseren over rapporten van de eigen mentorleerlingen. • De eigen mentorklas bespreken tijdens rapportvergaderingen en/of teamoverleg. • Indien nodig brengt de mentor verslag uit aan de ouders/verzorgers over rapportbesprekingen. • Bemiddelen bij problemen tussen leerling(en) en docent(en). • Adviseren van individuele leerlingen bij de keuze voor schooltype en vakkenpakket. • Regelmatig het verzuim in zijn of haar mentorklas nagaan. • Regelmatig overleg voeren met mentoren van andere klassen. • Aanmelding van leerling bij ZAT d.m.v. “blauwe kaart”. • Terugrapporteren naar de ouders wat er in het ZAT over hun kind is besproken. • Het vastleggen van ondernomen acties in het digitale Leerling Volg Systeem (Magister). • Het verzorgen van de warme overdracht van de mentorleerlingen naar de overige locaties.
De zorgcoördinator houdt zich bezig met de versterking en verbetering van de interne zorgstructuur binnen onze locatie. De taken van de zorgcoördinator zijn als volgt: • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Het in kaart brengen van zorgleerlingen Afstemmen van de zorg op elkaar (prioriteiten stellen) Transparant houden en maken van de geleverde zorg (interne PR) Bijstellen zorgplan Samen met mentor coach handelings- en groepsplannen opstellen Overleg over handelingsplannen Intake casussen (met hulpvraag) voor ZAT Voorzitten ZAT Adviseren collega’s Vraagbaak voor collega’s over diverse stoornissen Overleg met management Overleg: sociale vaardigheidstraining, faalangstreductietraining, remedial teaching, decaan, mentoren, coaches, AB’ers Deelname aan de werkgroep zorg van OSG Sevenwolden Deelname aan de stuurgroep CJG van de gemeente Boarnsterhim In samenwerking met de decaan organiseren warme overdracht MBO In samenwerking met de teamleiders: intake nieuwe leerlingen Aanvraag LWOO gelden Aanvraag RZB gelden Organisatie startgesprekken begin schooljaar
De zorgcoördinator participeert in het ZAT (zorg advies team). Dit team is als volgt samengesteld : • • • • • • • •
zorgcoördinator OSG Sevenwolden Grou-Akkrum vertegenwoordiger onderbouw vertegenwoordiger bovenbouw schoolmaatschappelijk werker schoolpsycholoog schoolverpleegkundige GGD leerplichtambtenaar politie (op afroep)
Het ZAT komt 6 à 7 keer per jaar bij elkaar en dan worden bepaalde leerlingen besproken. Doel hiervan is het uitzetten van een begeleidingstraject voor de betreffende leerlingen. Onze locatie participeert ook in het Samenwerkingsverband Zuidfriesland.
Wanneer het even niet lukt … Er zijn momenten in het leven van jongeren dat alles tegenzit, dan is er rebound. De rebound is bedoeld als tijdelijke opvang van leerlingen die om gedragsmatige redenen niet meer handhaafbaar zijn in de actuele schoolsituatie. Ook kan dit een goede plek zijn om uit te zoeken waarom een leerling niet presteert op het niveau dat je mag verwachten op basis van zijn of haar intelligentie. Leerlingbegeleiding wordt ook aangeboden door medewerkers die zich hebben gespecialiseerd op een bepaald terrein van de leerlingbegeleiding. Decaan: is verantwoordelijk voor voorlichting, advies en hulp op het terrein van de keuzebegeleiding, met assistentie van de mentor. Studiebegeleider: biedt extra individuele hulp bij de aanpak en planning van het huiswerk, verbetering van studievaardigheden, enzovoort. Faalangstbegeleider: helpt bij het versterken van het zelfvertrouwen. Sociale vaardigheidstrainer: helpt bij het versterken van de sociale vaardigheden. Schoolpsycholoog: onderzoek en/of kortdurende hulp bij zeer specifieke problemen die te maken hebben met het leren, studeren of gedrag. De schoolpsycholoog kan ook doorverwijzen naar externe instanties. De taken van de schoolpsycholoog zijn: • Deelname aan het zorgteam • Meedenken hoe we leerlingen kunnen helpen met problemen • Korte begeleidingstrajecten • Toeleiding naar hulpverlening buiten de school • Beperkte diagnostiek Schoolmaatschappelijk werker:hier kun de leerling terecht met heel veel uiteenlopende vragen, bijvoorbeeld over de relatie met de ouders of met school, of wanneer de leerling zich eenzaam voelt of depressief, of wanneer deze gepest wordt. Vertrouwenspersoon: aanspreekpunt voor leerlingen die o.a. seksuele intimidatie ervaren hebben. Dyslexie : Op het gebied van dyslexie werken we met een dyslexieprotocol, daarnaast kennen we een externe dyslexie-expert die leerlingen kan ondersteunen. Daarvoor kunnen de volgende hulpmiddelen ingezet worden: readingpen, daisyspeler, laptop met of zonder voorleessoftware. Deze externe dyslexie-expert geeft ook voorlichting aan de ouders. Ook kennen we de dyslexiecoach. De dyslexiecoach is er voor de coaching en de coördinatie van de begeleiding van leerlingen met dyslexie gedurende hun schoolloopbaan. De coach leert de leerling zo goed mogelijk zijn of haar eigen problemen op te lossen. Het is niet noodzakelijk dat de coach zelf de directe begeleiding van vakken of vakonderdelen uitvoert. Naast de gebruikelijke dyslexiebegeleiding, is er aan het begin van het schooljaar een aantal (tussen de zes en de tien, afhankelijk van de groepsgrootte) een extra lessen voor de nieuwe dyslectische leerlingen. Tijdens deze lessen krijgt de externe dyslexie-expert inzicht in de specifieke problemen van de individuele leerling. Naast dit programma werken de leerlingen met een fotomapje waarin zij tips en trucs stoppen die helpen bij het schrijven. Dit fotoboekje komt goed van pas, niet alleen tijdens de lessen maar ook wanneer ze bijvoorbeeld hun huiswerk thuis maken. Dyscalculie : Op het gebied van dyscalculie is op dit moment geen zorgaanbod op de locatie Grou-Akkrum.
Overzicht diverse begeleidingsvormen Per leerling wordt in het leerlingvolgsysteem (LVS) bijgehouden welke vorm(en) van begeleiding hij/zij heeft gevolgd. Hierdoor houden wij het overzicht en kunnen wij er ook op toezien dat een leerling niet teveel verschillende vormen van begeleiding in één periode volgt. Met name in de onderbouw is er ruimschoots aandacht voor leerlingbegeleiding. Alle leerlingen in de onderbouw (leerjaar 1 en 2) volgen naast de vaklessen van ook studiewerkuren en mentoruren. De lessen duren 45 minuten. In de bovenbouw volgen de leerlingen naast vaklessen coachuren.
Begeleiding leerlingen per periode in het schooljaar
Periode 1: • Ouderavond dyslexie. • Start van de dyslexielessen door een dyslexiespecialist voor alle leerlingen die deze nog niet eerder gevolgd hebben. Na afloop van deze lessen wordt per leerling een handelingsplan opgesteld. De leerlingen leren bijvoorbeeld om te gaan met een readingpen, computerprogramma’s, voorleesprogramma’s, enzovoort. • Screening: Over het algemeen zijn de dyslectische leerlingen tijdens het basisonderwijs gediagnosticeerd. Soms is dat echter niet het geval. Voor de zekerheid vindt er rond oktober een screening plaats. Docenten kunnen leerlingen doorgeven waarvan zij uitsluitsel willen. De ouders ontvangen een brief met uitnodiging voor de screening. Ook worden zij per brief geïnformeerd over de uitslag. Als een leerling de diagnose dyslexie krijgt worden de faciliteiten waar hij of zij recht op heeft toegestaan (extra tijd, indien nodig gebruik laptop, rekening houden met spelling etc.) In het jaar hierop kunnen zij alsnog deelnemen aan de hulplessen. • Diagnostische toetsen Muiswerk rekenen en taal. • Start hulp- en verrijkingslessen taal en rekenen. • Leerlingen kunnen een B-uur aanvragen bij hun docent. Tijdens dat uur kunnen zaken die niet duidelijk zijn opnieuw uitgelegd worden. Periode 2: • Afname vragenlijst Geldergroep in klas 1. Aan de hand van deze gegevens wordt bepaald of het wenselijk is dat een leerling een faalangstreductietraining volgt. • Leerlingen kunnen een B-uur aanvragen bij hun docent. Tijdens dat uur kunnen zaken die niet duidelijk zijn opnieuw uitgelegd worden. • Hulp- en verrijkingslessen taal en rekenen. • Presentatievaardigheden in de carrousel van de eerste klas.
Periode 3: • SOVA in klas 2. Tijdens de carrousel uren krijgen de leerlingen van klas 2 een cursus sociale vaardigheden in combinatie met theatersport. • Leerlingen kunnen een B-uur aanvragen bij hun docent. Tijdens dat uur kunnen zaken die niet duidelijk zijn opnieuw uitgelegd worden. • Presentatievaardigheden in de carrousel van de eerste klas
Periode 4: • Leerlingen kunnen een B-uur aanvragen bij hun docent. Tijdens dat uur kunnen zaken die niet duidelijk zijn opnieuw uitgelegd worden. • Presentatievaardigheden in de carrousel van de eerste klas
Begeleiding & Zorgstructuur 2010-2011 Leerlingbegeleiding
Zorgcoördinator
Mw. C.W. Bloema
Docentondersteuning
Schoolvertrouwenspersonen Faalangst Studiebegeleiders Cumi Remedial Teaching Dyslexie Dyscalculie Rekenvaardigheden VSVragenlijst LOOT begeleiding Begeleiding Rugzakleerling Contactpersoon CFI Sociale vaardigheidstraining LIO begeleider(s)
Mw. M. Wijbenga Mw. M. Wijbenga ----Mw. C.W. Bloema Mw. C.W. Bloema ------teamleiders Mw. C.W. Bloema Mw. C.W. Bloema Mw. M. Wijbenga Mw. S. de With (locatie FS, overall begeleider) Mw. T. Feiken (LIO begeleider, geschiedenis) Mw. J. van den Berg (LIO begeleider, LO) Mw. T. Feiken Dhr. P.C. van der Starre
Docentencoach ICT- coördinator