1
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER
“de zorg door het jaar heen”
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
2
INHOUD:
INLEIDING
PG
4
HET SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL
PG
5
HET ZORGPLAN
PG
5
GROEPSOVERZICHTEN EN GROEPSPLANNEN
PG
6
GROEPSBEZOEKEN
PG 7
GROEPSBESPREKINGEN
PG 7
LEERLINGBESPREKINGEN
PG 7
ONDERSTEUNINGSTEAM
PG 8
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
PG 9
MEERBEGAAFDHEID OP DE RUYTER
PG 10
ZORGPLATFORM (BOVENSCHOOLS)
PG 11
OVERDRACHT BAO-(S)BAO
PG 13
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
3
BIJLAGEN: 1.
Zorgcontinuüm
Pg 14
2.
Info Go en GP
Pg 15
3.
Kijkwijzer groepsbezoeken IB
Pg 22
4.
Kijkwijzers directie
5.
Verslag groepsbezoeken IB
6.
Leerlingbesprekingen
7.
Ondersteuningsteam
Pg 31
8.
Aanmelding ondersteuningsteam
Pg 32
9.
Groeidocument
Pg 33
10.
Info Ontwikkelingsperspectief
Pg 45
11.
Zeven stappen OPP
Pg 48
12
Format OPP (in Esis)
Pg 51
13.
Criteria Spaans,schakenen en de digitale leerschool
Pg 56
14.
Rapportkaart Spaans en schaken
Pg 59
15.
Schoolondersteuningsprofiel
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
Pg 25 Pg 29 Pg 30
Pg 61
4
INLEIDING:
Door de invoering van de wet op het Passend Onderwijs wordt niet alleen bovenschools de zorg anders georganiseerd maar ook binnen onze school heeft dit gevolgen en zijn we vorig jaar al gestart om de zorg anders te organiseren. Het HGW is vanaf 2007 in onze school geïmplementeerd en blijft in ontwikkeling. De borging van alle verandering en ontwikkelingen gebeurt in MAP4: het ABCdarium. Daarin staan alle schoolafspraken en procedures die vastgesteld zijn in een teamoverleg. De zorg, op alle gebieden en op alle niveaus, beslaat een groot werkgebied. Er zijn veel documenten over geschreven die verspreid in onze MAP 4 zitten. Ieder schooljaar zijn er weer nieuwe collega’s, stagiaires, onderwijsassistenten. Zeker voor hen is het noodzakelijk dat alle afspraken bekend zijn en er ook naar gehandeld wordt. Om er één document van te maken blijven de afspraken geborgd,overzichtelijk en duidelijk voor alle leerkrachten Er is een nieuw schoolondersteuningsplan en zorgplan geschreven. In dit document: De zorgstructuur van de Ruyter, is alle informatie, inclusief formats, kijkwijzers en formulieren die in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld gebundeld. Er staat beschreven wat wij als school doen wanneer we ons zorgen maken over een leerling,welke stappen er genomen moeten worden en de formulieren,documenten die daarvoor nodig zijn. Wanneer we spreken over zorg(en) dan bedoelen we zorg op cognitief gebied (naar beneden en boven),sociaal-emotioneel,lichamelijk,in de groep bij die leerkracht en in die thuissituatie. Om een compleet document te maken is de inventarisatie van alle bijlagen erg uitgebreid. Dit document is bedoeld voor in het logboek zodat iedere leerkracht/invalkracht direct alles bij de hand heeft wanneer er iets gesignaleerd wordt. Het is een start en blijft in ontwikkeling……..zoals het hoort bij een lerende organisatie!!
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
5
Het Schoolondersteuningsprofiel
In het schoolondersteuningsprofiel staat beschreven welke zorg wij als school kunnen bieden aan de kinderen die zich aanmelden op onze school. Wij hebben een zorgplicht voor alle kinderen die zich bij ons aanmelden. Wij hebben ervaring met kinderen uit alle clusters (1 t/m 4). De Ruyterschool is een kleine school in een klein dorp en ouders vinden het heel belangrijk om hun kind in hun eigen dorp naar school te laten gaan i.v.m. de sociale contacten. Het is voor ons belangrijk om ons te verbeteren in het basisarrangement en ons zo breed mogelijk daarin te ontwikkelen. Zo stralen wij ook uit dat alle kinderen welkom zijn en we als school in staat zijn om voor ieder kind een goed basisarrangement te verzorgen. Ons totale schoolondersteuningsprofiel staat in bijlage 15.
Het zorgplan
In het zorgplan staat de organisatie van de zorg beschreven a.d.h.v. de indicatoren van de inspectie. Er staat beschreven hoe wij de indicatoren in de praktijk uitvoeren en vorm geven. Het zorgplan is wat algemener van vorm en geeft de leerkracht niet op alle gebieden de handvatten om direct in actie te komen. In de zorgstructuur wordt specifieker ingegaan op de structuur en organisatie van de zorg op de Ruyter.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
6
Groepsoverzichten en groepsplannen
We gebruiken groepsoverzichten en groepsplannen voor technisch lezen, rekenen en spelling. De groepsplannen gaan vanaf de eerste schooldag van start. Alle leerlingen zijn ingedeeld in een zorgniveau(zie bijlage 1). Voor de vakantie hebben alle leerkrachten de groepsoverzichten bijgewerkt en geëvalueerd. Alle leerkrachten hebben een reader (zie bijlage 2) over het invullen van de groepsoverzichten en groepsplannen. Er staat beschreven wat wij verstaan onder bevorderende -en belemmerende factoren,onderwijsbehoeften. Wat moet er in het groepsplan staan bij doelen,inhoud,aanpak,evaluatiewijze. De groepsoverzichten en groepsplannen worden geschreven in Esis en van elk plan zit er een versie in het logboek. De IB ondersteunt bij het maken en verbeteren van de overzichten en de plannen. A.d.h.v. een kijkwijzer (zie bijlage 3) vinden de eerste groepsbezoeken en groepsbesprekingen plaats. De inhoud en (specifieke onderwijsbehoeften) vinden een vertaling naar het week- en dagrooster. Het groepsoverzicht en het groepsplan worden gebruikt als een werkdocument. Na iedere methodeafhankelijke toets,signaleringen van het dyslexieprotocol en de CITO toetsperiodes wordt het groepsoverzicht bijgewerkt, geëvalueerd zoals beschreven en aangepast indien nodig. ( verandering aanpak,aanbod etc.) Half februari en eind juni worden er nieuwe plannen geschreven. Deze periode sluit aan bij de CITO toetsperiodes. In de kalender worden tijden vrij gemaakt om hieraan te werken.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
7
GROEPSBEZOEKEN
De groepsbezoeken worden gedaan door directie en IB. Ze zijn vast ingepland gedurende het schooljaar (zie kalender). De directie en IB gebruiken beide een kijkwijzer. De bezoeken van de IB zijn gericht op het uitvoeren van het groepsplan. De groepsbezoeken van de directie op het uitvoeren van schoolafspraken zoals ADIM. ( zie bijlage 4). De directie legt ook flitsbezoeken af.
GROEPSBESPREKINGEN
Na de groeps flits) bezoeken vindt er altijd een terugkoppeling plaats naar de leerkrachten. Indien mogelijk gebeurt dit op dezelfde dag. Afhankelijk van waar de leerkracht aan wil (moet) gaan werken worden er individueel vervolgafspraken gemaakt. Bij de ene leerkracht komen we vaker dan bij de andere. Minimaal is twee keer per jaar door directie en IB. Van de besprekingen worden (korte)verslagen gemaakt waarin de afspraken duidelijk vermeld staan (zie bijlage 5). Vanuit de groepsbesprekingen kunnen leerlingen worden aangemeld voor de leerlingbesprekingen. Dit zijn leerlingen waarbij een ernstige handelingsverlegenheid bestaat. Hierbij hebben de ouders een belangrijke inbreng. Wij gebruiken de formulieren vanuit de zorgroute (zie bijlage 6). Tijdens de groepsbesprekingen zijn er twee vaste vragen: 1.
Zijn er excellente leerlingen in je groep ?
2.
Zijn er leerlingen waar je je zorgen om maakt ?
Leerlingbesprekingen Er zijn twee keer per jaar leerling-besprekingen gepland. In januari en april. Dit gebeurt na de groepsbesprekingen. Daar kun je ook leerlingen aangeven waar op welk terrein zorg over bestaat. Wanneer er geen leerlingen worden opgegeven voor de plenaire leerlingbespreking dan bespreken we alle leerlingen die besproken worden in het ondersteuningsteam. Daarbij worden ook alle lopende acties en adviezen besproken. Dit gebeurt altijd met het hele team.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
8
Het ondersteuningsteam
Vanaf schooljaar 2013-2014 zijn we gestart met het
ondersteuningsteam. Het O-team bestaat uit Annemiek Breimer (directeur), Anja Willems (ambulant begeleider REC 4), Jeanette Litjens (schoolverpleegkundige), Stijn Berghmans (NIM) en Mary-Ann van Haren (IB) Alle leerkrachten hebben in MAP 4 de info over het ondersteuningsteam. (zie bijlage 7). Iedere maand is er een overleg. De IB-er maakt een agenda en die wordt een week voor het overleg naar iedereen verzonden. Leerkrachten kunnen een leerling schriftelijk aanmelden voor een bespreking met het ondersteuningsteam (zie bijlage 8). De afspraken,observaties en aanvragen voor onderzoeken worden door de IBer teruggekoppeld naar leerkrachten en ouders. Wanneer er verder onderzoek (cognitief, persoonlijk, of beide) noodzakelijk is dan moet er altijd een groeidocument worden ingevuld over de desbetreffende leerling door groepsleerkrachten en ouders (zie bijlage 9). IB-er ondersteunt hierbij. Het groeidocument wordt met het LOVS van CITO, observatieverslagen, onderzoeksverslagen en gespreksverslagen die relevant zijn opgestuurd naar het Zorgplatform. Zij bepalen of de onderzoeksaanvraag gerechtvaardigd is. Wanneer de aanvraag goedgekeurd is wordt het onderzoek ook bekostigd vanuit het zorgplatform. Voor een leerling die meer nodig (dit blijkt vaak uit de adviezen na een onderzoek) heeft wordt een MDO georganiseerd. Daarbij zijn altijd de ouders en een vertegenwoordiger van het zorgplatform aanwezig. De directeur is altijd de voorzitter van het MDO. Het MDO vervangt eigenlijk het ZAT van vroeger. Er kunnen op afroep allerlei deskundige uitgenodigd worden die bekend zijn met de problematiek rondom de leerling. Denk hierbij aan Jeugdzorg, de leerplichtambtenaar, schoolarts, kinderpsycholoog, NIM etc.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
9
Ontwikkelingsperspectief
Door de onderwijsbehoeften concreet te maken proberen wij zolang als mogelijk alle kinderen bij de groep te houden. We werken aan wat ieder kind nodig heeft om de gestelde doelen te behalen. Maar helaas lukt dat niet bij alle kinderen. Aan het eind van groep 5 zijn er kinderen waarbij we n.a.v. de groeicurves en de vaardigheidsscores kunnen bepalen dat de einddoelen niet haalbaar zijn. Dit kan voor één of meerdere vakgebieden gelden. Voor deze kinderen wordt een ontwikkelingsperspectief geschreven. De PO raad adviseert om alleen voor de kinderen met een arrangement een ontwikkelingsperspectief te schrijven. De inspectie is het niet eens met die adviezen dus houden we het advies van de inspectie nog aan. Dat houdt in dat er voor alle leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen van >10 maanden DLE een OPP moet worden geschreven.
In MAP4 zit een infoblad over het OPP (zie bijlage 10). Dit is wel geschreven n.a.v. de adviezen van de PO raad. Ook hebben we een blad over de zeven stappen van het OPP. Daarin staat duidelijk beschreven hoe een ieder moet handelen wanneer er een kind in de groep zit die aan het einde van groep 5 een LA heeft van >10 maanden DLE.
Wij beschrijven het OPP digitaal in Esis. Er staat een format van het OPP (zie bijlage 11) die ingevuld wordt door leerkrachten,IB en ouders. (Modules –leerlingdossier -selecteer leerling- selecteer ontwikkelingsperspectief -toelichting wijzigen -bovenin sjabloon aanklikken -selecteer OPP) Het OPP wordt besproken met ouders en de leerling. Zij ondertekenen het perspectief samen met de school. Na iedere CITO toetsronde wordt het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd: zijn de gestelde doelen behaald?,wat heeft wel/niet gewerkt? Indien nodig wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. De evaluatiegesprekken worden altijd gevoerd door de leerkrachten met IB,ouders en de leerling.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
10
Meerbegaafdheid op de Ruyter
De kinderen die een voorsprong hebben in hun ontwikkeling kunnen bij ons gebruik maken van het volgende aanbod:
Een leerlijn Spaans. Iedere woensdagmorgen zijn er twee groepen die Spaans krijgen: een beginnersgroep en een gevorderde groep. Tijdens de les wordt er instructie gegeven en wordt er gewerkt aan de spreekvaardigheid en uitspraak. De kinderen krijgen opdrachten die ze in kunnen plannen in de groep.
Een leerlijn Schaken. Iedere dinsdagmiddag komt er een leraar van de schaakclub uit Beuningen (Koningswaal) op vrijwillige basis schaakles geven. Er zijn drie groepen leerlingen: een vergevorderde groep die ook meedoet aan wedstrijden, een gevorderde groep en een groep beginners. Ze werken volgens het programma van de schaakclub en krijgen ook huiswerk voor de komende week.
De Digitale Leerschool. Dit schooljaar zijn er acht kinderen gestart met de digitale leerschool. De leerlingen die hieraan meedoen zijn leerlingen die meer uitdaging nodig hebben en bij alle kernvakken heel hoog scoren. Zij worden begeleid door Ron Ghijssen. Voor elke leerlijn zijn er criteria opgesteld (zie bijlage 13) De vakken Spaans en schaken worden ook beoordeeld bij het rapport. Daar is een lossen rapportkaart voor gemaakt. (zie bijlage 14) De kinderen die buiten het verrijkingsmateriaal van de methodes, werken aan de extra leerlijnen hebben een eigen weekrooster waarin de tijden vaststaan wanneer ze kunnen werken aan hun opdrachten en twee momenten in de week die gereserveerd zijn voor het werken aan de digitale leerschool.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
11
Zorgplatform Vanaf 1-8-2014 is de wet op het Passend onderwijs ingegaan. Bovenschools betekent dit dat we in een groter samenwerkingsverband werken en de PCL en het ZAT verdwijnen. Ook de gemeente krijgt nieuwe taken voor Jeugd en Gezin. Het samenwerkingsverband waar we nu bij horen bestaat uit zes platforms:
Stromenland. Binnen Stromenland ondersteunt het bureau de zes regio’s en is verantwoordelijk voor de centrale coördinatie. U kunt voor beleidsvragen bij het bureau terecht. Het e-mailadres is
[email protected].
Wie doet wat? Alinda Huistra kwartiermaker
[email protected] Cathelijn Brouwers managementassistent
[email protected] Anouk Peijnenborgh coördinator deskundigenpool
[email protected] Vacant centraal deskundige afgifte toelaatbaarheidsverklaringen. Stromenland is een groot samenwerkingsverband, eigenlijk een netwerkorganisatie. Binnen elke regio is een ‘contactpersoon’ verantwoordelijk voor de uitvoering van passend onderwijs. Heeft u een inhoudelijke uitvoeringsvraag? Vraag het na bij de contactpersoon in uw regio. Beuningen Theo van Koolwijk
[email protected] Lidy Maaskamp
[email protected] OPR-Stromenland staat voor OndersteuningsPlanRaad-Stromenland. De raad bestaat uit acht ouders en acht personeelsleden van scholen uit het samenwerkingsverband. Najaar 2013 waren er verkiezingen voor deze raad. Er zijn nog twee posities in de personeelsgeleding vacant. De OPR heeft verschillende taken. Een belangrijke taak is toezien op het opstellen en naleven van het Ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De OPR is er zelf verantwoordelijk voor om ouders en personeelsleden van alle scholen te informeren over belangrijke ontwikkelingen. Tegelijkertijd doet de OPR zijn best om vragen, suggesties en ervaringen over Passend Onderwijs terug te koppelen naar het samenwerkingsverband. Via
[email protected] kunnen ouders en personeelsleden deze zelf ook aandragen. De OPR maakt elk jaar een werkagenda waarin zij hun speerpunten formuleren voor dat schooljaar.
Invulling deskundigenpool Binnen Stromenland is er een deskundigenpool. Dit netwerk van specialisten kan zo vroeg als mogelijk (preventief) passende ondersteuning bieden aan leerling en school. Anouk Peijnenborgh is coördinator van de deskundigenpool. Zij werkt intensief samen met de contactpersonen van de ondersteuningsplatforms en de coördinatoren van de diensten Ambulante Begeleiding van cluster 3 en 4. Anouk houdt zich ook bezig met de kwaliteit van onderwijsondersteuning. Nu nog bestaat de deskundigenpool uit ambulant begeleiders van de oude REC’s 3 en 4. We willen aanwezige expertise delen, behouden, onderhouden en waar nodig uitbreiden. Later worden ook andere ondersteuners aan de deskundigenpool toegevoegd.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
12
Deskundigheid bij maatwerkarrangementen Elke school moet een ontwikkelingsperspectief formuleren bij het aanbieden van een maatwerkarrangementen aan een kind. Een ontwikkelingsperspectief wordt door de leerkracht samen met de ouders en de intern begeleider geformuleerd. Deskundigen van het platform of uit de deskundigenpool ondersteunen hierin.
Toelaatbaarheidsverklaring: zo werkt het Soms is een maatwerkarrangement niet passend en lijkt een speciale setting een betere plek. Dan is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Het bevoegd gezag (de school) moet deze verklaring aanvragen bij de commissie toelaatbaarheid van een platform, die de aanvraag vervolgens toetst. De commissie bestaat uit een centraal deskundige van Stromenland, een orthopedagoog/psycholoog en andere deskundigen zoals een schoolmaatschappelijk werker of schoolarts. Besluit de commissie positief dan geeft het centrale niveau van Stromenland de toelaatbaarheidsverklaring af.
Organisatie binnen ons zorgplatform Ons platform wordt bestuurd door vertegenwoordigers van bestuur van Oeverwal, de Triangel en S.O. scholen van cluster 3 en 4. Het model van ondersteuning is er al. We werken met ondersteuningsteam en M(ulti)D(isciplinair)O(verleg)’s Extra ondersteuning moet als volgt waren aangevraagd:
De leerling wordt besproken in het MDO team. Hierbij moet iemand van het platform aanwezig zijn. De aanvraag gaat naar de commissie van arrangement, hierin hebben Lidy Maaskant, Theo van Koolwijk (voorzitter van het zorgplatform), Egbert Trouwborst (REC 3) en Ingrid Peeters-Sengers (IB Klavervier).In deze commissie wordt besloten of de extra hulp wordt gehonoreerd. Bij verwijzing naar SO of SBAO (einde van het traject) komt men terecht bij de toelaatbaarheidscommissie. Hierin hebben Lidy Maaskant, Egbert Trouwborst, Theo van Koolwijk, Connie van Wersch (directeur Klavervier), Pauline Douma ( vanuit de vroegere PCL, Anja Willems (REC 4) en iemand vanuit Stromenland ( onafhankelijk iemand) zitting. Ieder jaar zal er minstens één keer per jaar een afspraak zijn tussen IB van de school en de Arrangementencommissie. De leerlingen die een arrangement hebben of er een nodig hebben worden dan besproken. Voor dit schooljaar is dat op dinsdag 10 maart om 14.00u.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
13
Overdracht BAO-(S)BAO
Wanneer er kinderen uitstromen naar een andere school door verwijzing,verhuizing,overplaatsing is er altijd contact tussen de IB-ers van beide scholen. We gebruiken het onderwijskundig rapport in Esis en de meest recente uitdraai van de toetsgegevens van CITO LOVS (Esis inloggen-informatieonderwijskundig rapport-onderwijskundig rapport PO-PO). Wanneer er onderzoeksverslagen, observatieverslagen, onderzoeksverslagen voorhanden zijn worden die ook opgestuurd naar de nieuwe school. Een kopie van de gehele overdracht komt in het leerlingdossier (grijze kast teamkamer). De overdracht wordt door de leerkracht besproken met de ouders.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
14
Bijlage 1: Zorgcontinuüm
Zorgniveau
Arrangement
Hulp op dit niveau
Zorgniveau 1
Basisarrangement Goed onderwijs in klassenverband, voldoende voor 75% van de leerlingen
Goed onderwijs met aandacht voor verschillen in leerbehoeften
Zorgniveau 2
Intensief arrangement Meer instructie en meer leertijd. Extra zorg door de leerkracht in de groepssituatie Ongeveer 25% zwakste
Intensivering van onderwijs door uitbreiding van instructie- en oefentijd.
Zeer intensief arrangement Specifieke interventies versterken het intensieve arrangement. Ondersteund door RT/IB
Intensivering van onderwijs door inzet van specifieke interventies.
Ongeveer 10% zwakste van alle leerlingen
( leerlingen met een IHP )
Diagnostiek en behandeling zorginstituut
Externe behandeling
Zorgniveau 3
Zorgniveau 4
( aanpak 1 )
Marant Ambulante begeleiding Ongeveer 4 % zwakste van alle leerlingen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
15
Bijlage 2: Groepsoverzicht Laatste toetsing Schik de leerlingen in Esis-b niet op naam maar op volgorde. Schik de leerlingen in het groepsoverzicht van laag naar hoog(V-I)). Kijk ook even naar de voorgaande toetsuitslag (Esis kan alle uitslagen weergeven) Kader de leerlingen met het passende aanbod.
Aanbod De drieslag
Voor de kinderen in
IV-V Aanpak I (intensief aanbod)
Aanpak 2
III
met dit cluster van algemene onderwijsbehoeften
Meer instructie (met concreet materiaal) Meer inoefening van specifieke deelvaardigheden Enkelvoudig strategiegebruik Ondersteuning van de competentiegevoelens
Geen specifieke cluster onderwijsbehoeften
(basisaanbod)
I-II Aanpak 3 (verdiept aanbod)
Complexe toepassingen Zelfstandig Korte instructie Matige hoeveelheid inoefening Meervoudig strategiegebruik
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
16 We gebruiken de indeling in gelijke schalen (I-V)
I 20%
I goed (beste 20%; percentiel 81 t/m 100)
II 20%
II ruim vold.( beste 40%; percentiel 61 t/m 80
III 20%
III voldoende (beste 60%; percentiel 41 t/m 60)
IV 20%
IV onvoldoende (zwakste 40%; percentiel 21 t/m 40)
V 20%
V zwak (zwakste 20%; percentiel 0 t/m 20)
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
17 Methodeafhankelijke toetsen
Geef aan wat ongeveer gemiddeld de resultaten zijn geweest over een periode van 5 maanden. 80% is landelijk het gemiddelde beheersingsniveau.
> 90% goed
Excellente groep
75-90% goed
Basisgroep
< 75 % goed
Intensieve groep
Gedijen Als een leerling: Zich voldoende ontwikkelt binnen het aanbod De ontwikkelingslijn houdt minstens gelijke tred met het verloop van de groeilijn in de groeigrafiek. ( zie grafiek ) De groeilijn van de desbetreffende leerling verloopt hetzelfde dan de groene en gele lijn. Er zit alleen een klein puntje bij E5. naar het oordeel van de leerkracht geen grote didactische hiaten vertoont binnen het aanbod. Het kan zijn dat er ondanks het aanbod alsnog een didactisch hiaat is ontstaan,bijv. op het gebied van de open/gesloten lettergreep is er een hiaat de rest wordt wel beheerst. Dit heeft gevolgen voor de indeling en het volgende aanbod wat nodig is.
gedijt binnen het aanbod zit lekker in zijn vel voldoende zelfvertrouwen voldoende gemotiveerd voldoende werkaanpak voldoende competentiegevoelens naar zijn mogelijkheden Dan is er een match tussen het onderwijsaanbod en de algemene onderwijsbehoefte!! Dan is er geen noodzaak om de observatiegegevens en specifieke onderwijsbehoeften te beschrijven!!
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
18
NB:een leerling kan een A en I scoren en een ongestructureerde werkaanpak vertonen. Wel in aanpak 1 met een specifieke onderwijsbehoefte: dit kind heeft structuur nodig in zijn werkaanpak.
Een leerling kan een E en V scoren en zich verder, naar zijn mogelijkheden, voldoende ontwikkelen. Hij kent nauwelijks hiaten binnen het aanbod. Wel in aanpak 1 maar er zijn geen specifieke onderwijsbehoeften. De algemene voldoen!
NB: We hebben ook de drie van Stevens gememoreerd: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat leerlingen zich geaccepteerd weten, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen.
Observatiegegevens Alleen voor kinderen met een Nee bij gedijen achterhalen we wat een kind goed kan of wat het helpt (beschermende factoren) en wat het kind in de weg zit om de doelen te bereiken (belemmerende factoren). Gesprekken met ouders, collega´s, het kind, observaties, analyses leveren ´zachte` gegevens op. Die vormen de basis waarop de onderwijsbehoefen en de aanpak worden bepaald voor de komende periode.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
19 Beschermende en
belemmerende factoren
denk aan:
denk aan:
werkhouding
de andere kant van de medaille en:
zelfstandigheid doorzettingsvermogen concentratie beleving van de taak, prestatie-motivatie
gezondheidsproblemen, (leer- en gedrags)stoornis, faalangst…
leerstrategie, cognitieve mogelijkheden veilig (thuis)klimaat, plezier in werk positief beeld, betrokken ouders….
Specifieke onderwijsbehoeften Vervolgens beschrijf je de specifieke doelen voor dit kind en de onderwijsbehoeften die daar bij passen. Specifiek is alles waarin het aanbod en de algemene onderwijsbehoeften, dat uit de drieslag bestaat niet of onvoldoende voorziet.
Deze leerling(en) heeft(hebben)
Instructie nodig die… Opdrachten of materialen nodig die… Leeractiviteiten nodig die… Feedback nodig die… Groepsgenoten nodig die… Een leraar nodig die… Aanpassing van de leertijd nodig… Ondersteuning nodig… ………………………. …om het doel te bereiken.
onderwijsbehoeften
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
20
Het Groepsplan Het opstellen van het groepsplan kan beperkt zijn. Noteer het gewenste doel in termen van opbrengst bij toetsing. Daarnaast beschrijf je kort de doelbepaling voor de kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte. In het ´wat en hoe?` noteer je wat het aanbod in het algemeen inhoudt voor de drie groepen (zie schema blz.1) en in het bijzonder voor de kinderen met een specifieke behoefte en die je al in het groepsoverzicht hebt benoemd. Bij de realisatie beschrijf je aan het eind van de periode met name voor de laatste groep kinderen wat je hebt kunnen realiseren.
Schoolstandaard Onze school wil handelingsgericht- en opbrengstgericht werken aan elkaar verbinden. Opbrengstgegevens en allerlei informatie in de klas gebruiken we om leren en lesgeven voortdurend te verbeteren. Het gaat dus niet alleen om leerprestaties als uitkomst, maar vooral om resultaten die ons handelen in de klas kunnen sturen volgens hetzelfde principe van: Waarnemen: wat zie ik in al deze informatie terug? Begrijpen: wat betekent deze informatie? Plannen:hoe houd ik er in mijn (wijze van) lesgeven rekening mee? Realiseren:ik ga het daadwerkelijk uitvoeren.
Om houvast te bieden en de ´lat te leggen` formuleren we voor verschillende leergebieden schoolstandaards1. Bespreek met elkaar of je van aanpak-1- leerlingen een 95% goed mag verwachten! Doe dat ook voor de andere aanpakken.
Esis groepsprofiel Vanuit Google kun je de Esis-handleiding downloaden. Daar staat veel informatie beschreven over het ´lezen` van data. Hieronder een kleine bloemlezing m.b.t. de verschillende kolommen. score VS
ruwe score, aantal antwoorden goed vaardigheidsscore zegt iets over de onderliggende vaardigheid van een leerling op een bepaald vakgebied en op een bepaald moment. Je kunt er goed de groei van een leerling mee vaststellen door verschillende toetsmomenten met elkaar te vergelijken.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
21 DL
didactische leeftijd. Geeft het aantal maanden onderwijs weer vanaf groep 3! Eind groep 3=dl 10, eind groep 4 DL 20, eind groep 5 DL 30, eind groep 6 DL 40 , eind groep 7 DL 50, eind groep 8 DL 60. Esis bepaalt start groep 3 a.h.v. geboortedatum. Kijk altijd even of er sprake is geweest van een verlengd kleuterjaar! Een doublure vanaf groep 3 betekent een DL+10.
A-E
indeling in een 4-puntsschaal waarbij de laatste D/E samen 25% vormen.
I-V
indeling in een 5-puntsschaal waarbij er sprake is van een gemiddelde. Zie ook blz 1
DLE
De Didactische LeeftijdsEquivalent (DLE) is het niveau, waarop een gemiddelde leerling dezelfde score haalt, als de leerling, die getest wordt. Het niveau wordt dan uitgedrukt in het aantal maanden onderwijs. Voorbeeld: een leerling met een didactische leeftijd van 45 (test afgenomen in Februari Groep 7, dus DL = 45) scoort 33 op de test. De testscore 33 blijkt gemiddeld te worden gehaald door een leerling met een DL van 20; oftewel: een leerling van Eind Groep 4 haalt óók die score van 33 op dezelfde test. We zeggen nu: de leerling met een DL van 45 behaalt een DLE van 20.
LR%
Leerrendement drukt in procenten uit wat het leerproces bij de leerling aan resultaat heeft opgeleverd. De formule die wordt gebruikt is DLE/DLx100% Een leerling met een DL van 45 en een DLE van 20 heeft een leerrendement van 20/45x100%=44%. Logischerwijze is een score van 100% ´op niveau`. Een score kleiner dan 100% is een achterstand en een score groter dan 100% is een voorsprong.
LA
Nu we van de geteste leerling zowel zijn DL, als zijn DLE weten, kunnen we kijken, of er sprake is van een leerachterstand, of een leervoorsprong. In ons geval heeft de leerling een DL van 45 en een DLE van 20. Dit betekent, dat deze leerling op de afgenomen test DLE - DL = 20 - 45 = -25 maanden behaalt en dat houdt in, dat de leerling voor deze test een achterstand heeft van 25 schoolmaanden. Deze leerling loopt dus twee en een half schooljaar achter. Algemeen geldt, als: . de DL en de DLE (bijna) even groot zijn: de leerling ligt op niveau. . de DL groter is dan de DLE: de leerling heeft een achterstand. . de DL kleiner is dan de DLE: de leerling heeft een voorsprong.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
22
Bijlage 3: Kijkwijzer groepsbezoeken
IB
Wat wil de leerkracht gaan verbeteren? (prioriteiten stellen (intern begeleider)
Leerkracht:
Observator:
Groep:
Datum:
Les:
Onderdelen
Opmerkingen
Voorbereiding
Heeft de leerkracht een dag- of weekplanning gemaakt?
0 ja 0 nee
Is het groepsplan gebruikt voor het opstellen van de dag- of weekplanning?
0 ja
Houdt de leerkracht de vorderingen bij? Hoe?
0 ja
0 nee
0 nee
Inleiding
Weten de leerlingen het doel van de les?
0 ja 0 nee
Weten de leerlingen hoe de les georganiseerd wordt?
0 ja 0 nee
Wat ze moeten gaan doen? Haalt de leerkracht voorkennis op?
0 ja 0 nee
Instructie
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
23
Is er voldoende instructietijd?
0 ja 0 nee
Krijgen (groepjes) kinderen verlengde instructie?
0 ja 0 nee
Zie groepsplan. Sluit de instructie aan bij de specifieke
0 ja 0 nee
onderwijsbehoeften van kinderen? Zie groepsplan. Houdt de leerkracht rekening met niveauverschillen?
0 ja 0 nee
Vindt na de instructie begeleide inoefening plaats?
0 ja 0 nee
Zijn de overige leerlingen in staat zelfstandig te werken als de leerkracht een groepje instructie geeft?
0 ja 0 nee
Verwerking
Zijn de leerlingen in staat zelfstandig te werken?
0 ja 0 nee
Ontvangen de leerlingen regelmatig feedback?
0 ja 0 nee
Sluiten de werkvormen aan bij de specifieke
0 ja 0 nee
onderwijsbehoeften van de kinderen? Houdt de leerkracht rekening met verschillen in leerstijl tussen leerlingen?
0 ja
Bespreekt de leerkracht het werk met de kinderen na?
0 ja
0 nee
0 nee
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
24 Sluit de leerkracht de les duidelijk af?
0 ja 0 nee
Organisatie en klassenmanagement
Is de organisatie conform het groepsplan?
0 ja 0 nee
Is deze organisatie haalbaar voor de leerkracht?
0 ja 0 nee
Verloopt de wisseling van groeperingsvormen goed?
0 ja 0 nee
Wordt de leertijd effectief besteed?
0 ja 0 nee
Krijgen sommige leerlingen extra leertijd?
0 ja 0 nee
Zie groepsplan. Zijn de regels in de klas met betrekking tot
0 ja 0 nee
zelfstandig werken en hulp vragen duidelijk? Pedagogisch klimaat Stemt de leerkracht haar pedagogische aanpak goed af
O ja 0 nee
op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen? Heerst er een prettige werksfeer?
0 ja 0 nee
Verloopt de interactie tussen de kinderen goed?
0 ja 0 nee
Werken de kinderen goed met elkaar 0 ja samen? 0 nee Is de leerkracht persoonlijk betrokken op de leerlingen?
0 ja
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
25 0 nee Gaat de leerkracht adequaat om met 0 ja ongewenst gedrag? 0 nee Beloont de leerkracht gewenst gedrag?
0 ja 0 nee
Nagesprek met de leerkracht
Aandachtpunten
Dit gaat goed
Dit kan beter
Waar gaat de leerkracht de komende periode aandacht aan besteden?
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
26
Bijlage 4: Kijkwijzers directie KIJKWIJZER ADIM Score: + = voldoende, - = niet voldoende, +/- in ontwikkeling -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Datum .......... Naam ………………………… Groep ………. Bezocht door ………… Fase 1 Start van de les De leraar maakt de leerlingen nieuwsgierig De leraar haalt met leerlingen voorkennis op De leraar problematiseert met leerlingen het onderwerp Fase 2 Interactieve groepsinstructie De leraar maakt het doel van de les helder De leraar doorloopt het denkproces hardop en laat leerlingen hardop denken De leraar leert leerlingen denkstrategieën aan De leraar besteedt aandacht aan verschillende oplossingsstrategieën De leraar zorgt voor veel interactie tussen leraar en leerlingen en tussen leerlingen De leraar geeft leerlingen de gelegenheid tot vragen stellen De leraar betrekt alle leerlingen actief De leraar past coöperatieve werkvormen toe De leraar geeft instructie door te demonstreren, uit te leggen vragen te stellen en/of concrete voorbeelden te geven De leraar gaat na of de leerlingen de leerstof begrijpen De leraar geeft korte, duidelijke en volledige opdrachten Fase 3 Verlengde Instructie De leraar biedt bekende stof om te herhalen en ter voorbereiding op de basisstof. De leraar biedt de basisstof op een andere manier aan, veelal met concreet materiaal De leraar differentieert in leer- en instructietijd De leraar differentieert het inoefenen naar leerbehoefte van de leerlingen De leraar laat leerlingen onder begeleiding oefenen De leraar varieert in werkvormen Fase 4 Zelfstandige verwerking De leraar laat leerlingen die het kunnen direct beginnen De leraar differentieert verwerkingsopdrachten naar het niveau van de leerlingen De leraar laat de verwerkingsopdrachten goed aansluiten bij de instructiefase Fase 5 Feedback en afsluiting De leraar bespreekt hoe de leerlingen hebben gewerkt De leraar laat de kern van het geleerde benoemen De leraar relateert de gemaakte opdrachten expliciet aan het leerdoel
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
27
Kijkwijzer Leertijd Datum:…………………… Groep:…………………… Leerkracht:………………
Nr. Item
Punten
1
DE KLAS ZIET ER OPGERUIMD UIT – GEEN OVERBODIGE ZAKEN
--
-
+/-
+
++
2
DE MATERIALEN ZIJN GOED BEREIKBAAR
--
-
+/-
+
++
3
DE LESSEN ZIJN GOED VOORBEREID
--
-
+/-
+
++
4
HET ROOSTER IS ZICHTBAAR VOOR DE LEERLINGEN – ZE WETEN WAT EN WANNEER
--
-
+/-
+
++
5
DE PAUZES DUREN NIET LANGER DAN GEPLAND
--
-
+/-
+
++
6
NA 8.30 u. GEEN OUDERS IN DE GROEP
--
-
+/-
+
++
7
LERAREN BEGINNEN OP TIJD – HOUDEN ZICH AAN DE BEGINTIJDEN
--
-
+/-
+
++
8
LEERLINGEN WETEN WAT ZE MOETEN DOEN ALS ZE KLAAR ZIJN
--
-
+/-
+
++
9
MATERIALEN WORDEN VLOT UITGEDEELD
--
-
+/-
+
++
10
KORTE WISSELMOMENTEN TUSSEN DE LESSEN
--
-
+/-
+
++
11
LEERLINGEN WETEN IN WELKE AANPAK ZE ZITTEN BIJ DE DIVERSE VAKGEBIEDEN
--
-
+/-
+
++
12
LERAREN GRIJPEN SNEL IN ALS LEERLINGEN AFDWALEN
--
-
+/-
+
++
13
LEERLINGEN HOEVEN NOOIT LANG TE WACHTEN
--
-
+/-
+
++
14
COOPERATIEVE WERKVORMEN WORDEN PLANMATIG INGEZET
--
-
+/-
+
++
15
COMPUTERS WORDEN EFFICIENT INGEZET
--
-
+/-
+
++
16
KORTE INSTRUCTIE GERICHT OP HET NIVEAU VAN DE KINDEREN
--
-
+/-
+
++
17
EXTRA ACTIVITEITEN KOMEN (DIT SCHOOLJAAR) MINIMAAL VOOR
--
-
+/-
+
++
18
LERAREN ROOSTEREN VEEL TIJD VOOR REKENEN EN WISKUNDE (ACTIVITEITEN)
--
-
+/-
+
++
19
LERAREN ROOSTEREN VEEL TIJD VOOR TAAL (ACTIVITEITEN)
--
-
+/-
+
++
20
LERAREN ROOSTEREN VEEL TIJD VOOR SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING
--
-
+/-
+
++
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
28
Model Kijkwijzer betrokkenheid leerlingen Datum......................................... Groep.......................................... Leerkracht.................................. Activiteit.......................................
-Leerlingen zijn gefocust Leerlingen tonen een actieve zithouding Leerlingen tonen zich betrokken Leerlingen houden zich aan de regels Instructiegroep is bekend bij leerlingen Leerlingen weten wat ze moeten doen (als ze klaar zijn) Leerlingen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht (geen vingers) Leerlingen kunnen zelfstandig materiaal pakken Leerlingen kunnen samenwerken / elkaar helpen Leerlingen zijn taakgericht Leerlingen kunnen zelf werk corrigeren Opmerkingen:
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
-
+/-
+
++
29
BIJLAGE 5: VERSLAGFORMULIER GROEPSBESPREKING
Groep :
INVENTARISEREN VAN VRAGEN EN GESPREKSPUNTEN EVALUEREN GROEPSPLAN AANDACHTSPUNTEN VOOR DE HELE GROEP SIGNALEREN VAN LEERLINGEN DIE EXTRA VAANDACHT NODIG HEBBEN VERHELDEREN/AANSCHERPEN VAN ONDERWIJSBEHOEFTEN OPSTELLEN NIEUW GROEPSPLAN BEGELEIDINGSVRAAG LEERKRACHT AANMELDEN VAN LEERLINGEN VOOR DE LEERLINGBESPREKING SAMENVATTING BELANGRIJKSTE AFSPRAKEN EN BESLUITEN
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
30
BIJLAGE 6 LEERLINGBESPREKINGEN
Gesprekspunten
Toelichting
Begeleidingsvraag of werkprobleem
Wat is er al gedaan en met welk resultaat?
Onderwijsbehoeften van de leerling
Groepsplan, individueel handelingsplan
Afstemming met de ouders
Begeleidingsbehoeften van de leerkracht Aanmelding externe begeleiding of zorg
Samenvatten van afspraken en planning vervolgstappen.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
31
Bijlage 7:
O
ndersteuningsteam
In het ondersteuningsteam zitten Annemiek Breimer (directie ), Cootje Krechting (NIM ), Jeanette Litjens (GGGD ), Anja Willems (REC 4 ) en Mary-Ann van Haren (IB ) Zij hebben maandelijks een overleg op de dinsdag van 10.00 u.-11.00 u. Leerkrachten hebben de planning. Leerlingen die besproken worden zijn gesignaleerd door de groepsleerkrachten. De aanmelding gebeurt schriftelijk en moet minimaal één week voor het overleg bij Mary-Ann zijn ingeleverd. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor bespreking bij het O-team moeten ouders daarvan op de hoogte zijn.
Vanuit het O-team kan een leerling voor een MDO worden aangemeld. Daar worden ouders ook voor uitgenodigd.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
32
Bijlage 8:
Aanmeldingsformulier ondersteuningsteam
Naam leerling: Geboortedatum: Groep: Leerkracht( en ): Casus:
Wat is er al gedaan:
Resultaat:
Besproken met ouders: Datum:
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
33
Bijlage 9
GROEIDOCUMENT
Datum 1e bespreking:
School:
Brinnummer:
Groep:
Ingeschreven v.a.:
Naam leerkracht:
Naam IB:
Gegevens laatst bijgewerkt d.d.:
Gegevens laatst gezien door ouders d.d.:
1. Leerling-gegevens Naam
M/V
Geboortedatum Burgerservicenummer Adres Telefoonnummer
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
34
Groepsverloop Didactische leeftijd Samenstelling gezin Thuistaal
2. Voorbereiding (Bij invullen ook datum toevoegen) Aanleiding Wat is de aanleiding voor deze leerlingbespreking? (kernachtige probleemomschrijving)
Verwachtingen en doelen Wat verwacht de school van deze bespreking met het O-team?
Leerling Herkent de leerling zelf het probleem? Hoe denkt de leerling dat het komt? Heeft hij/zij eigen oplossingen voor ouders en leerkracht? Is er al eerder hulp geboden? Denk hier aan de ouders, de school en externen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
35
Ouders Wat zien wij als probleem? Hoe denken wij dat het komt? Hebben wij eigen oplossingen of tips voor de leerkracht?
Medewerkers REC of SBO Is er aanvullende informatie? Wat zien zij als probleem? Hoe denken zij dat het komt? Hebben zij eigen oplossingen of tips voor ouders en leerkracht?
School maatschappelijk werk (NIM) Is er aanvullende informatie? Wat zien zij als probleem? Hoe denken zij dat het komt? Hebben zij eigen oplossingen of tips voor de ouders en leerkracht?
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
36
Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Is er aanvullende informatie? Wat zien zij als probleem? Hoe denken zij dat het komt? Hebben zij eigen oplossingen of tips voor ouders en leerkracht?
3. Effecten school-interne en school-externe ondersteuning (per groep verwijzen naar gedateerde bijlagen)
Welke ondersteuning is geboden en waarom? (o.a. handelingsplannen) (nb. Als bijlagen toevoegen: HP’s van laatste halfjaar + evaluaties)
Interne ondersteuning Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
Wat was het effect? (kort samengevat)
37
Groep 8 Externe ondersteuning (o.a. logopedie, fysio, specialisten, pedagogische hulp) Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
Overzicht positieve aspecten en huidige moeilijkheden ( datering toevoegen) Het volstaat om hier een overzicht van Cito of Esis toe te voegen. Graag ook grafieken bijvoegen.
Leervorderingen Leerontwikkeling
CITO toetsen
Meth. Geb. toetsen
CITO
Meth. Geb. toetsen
-AVI -DMT -Begrijpend lezen -Woordenschat -Spelling -Rekenen -WO Positieve factoren
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
Belemmerende factoren
38
Cognitief functioneren o.a. IQ, verschil verbaal/ performaal, geheugen, abstractievermogen
Diagnose o.a. AD(H)D, autisme, persoonlijkheids- of gedragsstoornis, dyslexie, dyscalculie
Taalontwikkeling o.a. Vaardigheid 1e en 2e taal, spraakgerichtheid, woordenschat, vlotheid, breedsprakig, woordvinding, vloeiende/ nauwkeurige uitspraak, stotteren, begrip, gevoelensverwoorden
Werkhouding en taakgedrag o.a. Motivatie, schoolplezier, vriendjes, verzuim, concentratie, afleidbaarheid, doorzettingsvermogen
Sociaal emotionele ontwikkeling 0.a. Extravert/introvert, afwachtend, zelfverzekerd, kwetsbaar, omgaan met spullen, Sociale handigheid, sociaal inzicht, bravoure, volgend,
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
39 dominant, angstig, gepest, probleem verbaal oplossen, empathie, hulpvaardig, omgaan met volwassenen/ leeftijdgenoten, ernstige problemen in de interactie met leerkrachten en leerlingen
Creatieve, beeldende en muzikale ontwikkeling o.a. Schrijven van creatieve verhalen, tekenen, handvaardigheid, toneel, muzikaal, maar ook extreme fantasie of gebrek aan fantasie
Lichamelijk functioneren o.a. Maakt vitale indruk, gezonde indruk, hoofd/buikpijn, chronische ziekte (astma, diabetes, epilepsie), medicijnen, beperkingen, bril, hoortoestel
Motorische ontwikkeling o.a. Grove motoriek, evenwicht, vloeiend en gecoördineerd bewegen, fijne motoriek (inspanning pengreep, schrift, linkshandigheid), beweeglijkheid
Onderwijssituatie o.a.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
40 Kenmerken van de groep, aantal lln., groepsklimaat, differentiatiemogelijkhede n, organisatie/ instructie
Thuissituatie o.a. Gezinsbelasting door problemen/ziekte andere gezinsleden, pedagogische, echtelijke, financiële -, werk - en buurtproblemen
4. Pedagogische/didactische aanpak Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerling? Lange termijndoelen Wat wil je over een langere tijd voor effect bereikt hebben? SMART beschrijven S
M
A
R
T
Korte termijndoelen Korte termijndoelen bij
Wat heeft de leerling nodig om dit doel te
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
41
gebieden die nu extra begeleiding vergen. (alleen invullen indien van toepassing)
bereiken? (gebruik hulpzinnen)
Deze leerling heeft…
a. Technisch lezen b. Begrijpend lezen c. Spelling d. Rekenen/wiskunde e. Werkhouding f. Sociaal-emotioneel g. Overige…
Hulpzinnen Deze leerling heeft
Instructie nodig die… Opdrachten, materialen, leeractiviteiten nodig die.. Een leeromgeving nodig die… Feedback nodig die… Groepsgenoten nodig die… Een leraar nodig die… Ouders nodig die… …
Wat zijn de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht? Lukt het de leerkracht om het onderwijsaanbod te realiseren in de groep? Ja Afspraken en planning (item 6) Nee Aan welk doel wil de leerkracht werken. Waar zou hij/zij vaardiger in willen worden?
Ondersteuningsbehoeften leerkracht;
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
42
Als leerkracht wil ik bereiken dat… Zelf kan ik…. Verder heb ik nodig o Kennis van… o Vaardigheden om… o Ondersteuning tijdens… o Materialen waarmee… o Collega’s, IB, Directie die… o Meer handen in de klas, in de vorm van… o Ouders die… o ….
Wat zijn de ondersteuningsbehoeften van de ouders? o Kennis van… o Vaardigheden om… o Ondersteuning tijdens…
5. Afspraken en planning Wie heeft de casusregie?
_______________________________
Schrijf hier de naam van degene die nagaat of alle afspraken opgevolgd worden.
Wat gaan we doen?
Wie?
startdatum
periode
datum evaluatie
Betrokken en evaluatie
1. 2. 3.
6. Evaluatie Datum: Wat waren verwachtingen, wensen? Is daaraan tegemoetgekomen?
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
Wijze van evaluatie
43
Hebben we onze doelen bereikt. Welke wel/niet? Wat was prettig en heeft goed gewerkt Wat gaan we de volgende keer anders doen? Wie zijn er betrokken bij de evaluatie
7. Ondertekening ( tbv gebruik van groeidocument als onderwijskundig rapport) Ouders Naam:
Naam:
Handtekening:
Handtekening:
Plaats: Datum:
Directeur Naam:
Handtekening:
Plaats:
Datum:
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
44
8. Bijlagen (bij verzending naar externen ook getekend door school en ouders) Cito LVS IQ gegevens (bij aanvraag CVI cluster 3 of 4 Absentieoverzicht Rapportage capaciteitenonderzoek Educatieve Redzaamheid van Langdurig Zieke kinderen Lijst motorisch functioneren en zelfredzaamheid Document Samenwerkingsverband Anders….
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
45
Bijlage 10:
INFO ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
Een school biedt perspectief op ontwikkeling, dat geldt voor alle leerlingen. In het OPP beschrijft de school de doelen die een kind kan halen. Het biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Het laat zien welk vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en diens ouders, toewerkt. Een OPP is verplicht voor alle leerlingen die vanuit het samenwerkingsverband extra ondersteuning krijgen. ( nieuwe situatie vanaf 1-8-2014 ) Verplichte onderdelen van een OPP zijn: De verwachte uitstroombestemming van de leerling De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming. De onderbouwing bevat in elk geval een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn. Een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en – indien aan de orde- de afwijkingen van het (reguliere) onderwijsprogramma. Er wordt dan geen IHP meer gemaakt voor de betreffende leerling Tenminste jaarlijks evalueert de school met de ouders het OPP. Indien nodig wordt het aangevuld/bijgesteld Voor leerlingen die voor één of meerdere vakgebieden op hun eigen niveau op de leerlijn werken stel je een OPP op. Met een OPP plan je doelgericht het onderwijs met hoge verwachtingen. Hiermee voorkom je onderpresteren en krijgen alle leerlingen de kans zich optimaal te ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. Voor realistische doelen zijn de referentieniveaus van taal en rekenen een belangrijk ijkpunt Het OPP is een planningsinstrument. ( geen volginstrument!!) Dit past uitstekend bij het planmatig handelen. Ouders en kind worden direct betrokken in wat de school wil bereiken met het kind en hoe.
Het OPP bestaat uit drie onderdelen:
Het ontwikkelingsdeel Het planningsdeel Het evaluatiedeel
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
46
Beknopt of uitgebreid : Wanneer er voor de leerling nauwelijks afwijkingen zijn van het reguliere programma voldoet in het planningsdeel een verwijzing naar het groepsplan ( rekenen/lezen en/of taal ). Wel is extra aandacht nodig voor gebiedsoverstijgende doelen ten aanzien van sociaal-emotioneel functioneren, gedrag en/of werkhouding Als doelen en/of onderwijsaanbod op onderdelen afwijken van die van de groep, dan doen die leerlingen zoveel mogelijk mee binnen het groepsplan. In geval van dispenseren doen zij op bepaalde onderdelen niet mee binnen het groepsplan. Voor die onderdelen is een uitgebreid OPP wenselijk. Door het OPP te koppelen aan het groepsplan zal de planlast minder worden. De verplichting tot het opstellen van een OPP is gekoppeld aan het moment waarop de school extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgt ( MLK voorziening, Dyslexievoorziening, vanaf 1-8-2014 de rugzakken). Voor leerlingen die ondersteuning krijgen die buiten de basisondersteuning valt is een OPP verplicht. Daarnaast zijn er ook leerlingen die binnen de basisondersteuning vallen, maar voor wie een OPP nodig is, maar dus niet verplicht. Je kiest dan als school voor een OPP wanneer dit gezien de leer-en/of gedragsontwikkeling wenselijk is. Na het ontvangen van de extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband moet je binnen 6 weken een OPP opgesteld hebben De school kiest ervoor om leerlingen zolang mogelijk bij het basisaanbod te houden. Eerst intensiveren en pas later,indien nodig dispenseren. Pas als langdurige intensivering telkens onvoldoende resultaat geeft – in de regel is de leerling dan enkele leerjaren verder- en doelen niet meer relevant zijn en het tijd is om te dispenseren. Op het moment dat de dispensaties zo ver gegaan zijn dat er nog maar één uitstroombestemming mogelijk is, is het OPP definitief geworden. Voor sommige leerlingen in groep 5, voor andere leerlingen pas in groep 7. Het OPP moet hanteerbaar zijn en past in het proces om het onderwijs steeds beter af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Bij het opstellen van het OPP brengt de school de factoren in beeld die de ontwikkeling en het leren van de leerling belemmeren en bevorderen. Het gaat om factoren in: Het onderwijs De leerling De opvoedingthuissituatie/omgeving In het OPP plan je de vaardigheidsgroei van een leerling. Houd hierbij altijd een marge aan. ( minimale en maximale norm) In het OPP moeten concrete leerdoelen staan. Dit zijn tussen-en einddoelen die de leerling moet beheersen om te kunnen doorstromen naar het type voortgezet onderwijs wat je wilt bereiken. Je maakt onderscheid tussen : Leergebiedspecifieke doelen voor basisvaardigheden technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling. Leergebiedoverstijgende doelenten aanzien van bijv. sociale competenties, motivatie, werkhouding, taakaanpak en zelfstandig werken.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
47 Het is cruciaal dat ook de werkhouding en het gedrag aandacht krijgen De leerlingen die een OPP hebben zijn vaak leerlingen die het referentieniveau 1F niet bereiken ( uitstroom VMBO B-K). In het OPP staat beschreven welke leerroute past bij het uitstroomniveau. Handige sites om te gebruiken zijn hierbij: www.passendeperspectieven.slo.nl www.leerlijnen.cedgroep.nl Bij het opstellen van een OPP is een gesprek met de leerling essentieel. De leerling heeft vaak al veel falende ervaringen achter de rug. Door een leerling te betrekken en te benoemen wat de leerling al wel kan en succeservaringen te bespreken krijgt het weer perspectief. ( meer zelfvertrouwen, motivatie) Ook bij de evaluatie is het belangrijk om een kind daarbij te betrekken.
Essentiele onderdelen bij de uitvoering van het OPP: De leerling ontvangt (groepsgewijs/individueel) een goede instructie en voldoende instructietijd. De beschikbare leertijd is effectief. De leerling weet wat hij moet doen en is daardoor actief bezig De werkvormen zijn gevarieerd en sluiten aan bij de onderwijsbehoeften van leerlingen De leerling ontvangt gerichte feedback op het werk en de toetsen die hij gemaakt heeft. De leerling komt niet alleen te staan in de groep, maar doet mee aan groepsactiviteiten. Door een leerling met en OPP met en van andere leerlingen te laten leren, komt de leerling niet geïsoleerd te staan.
Aandachtspunten bij het evalueren: De toets moet meten wat de school wil weten De toets moet aansluiten bij het niveau van een leerling Zie toetsresultaten altijd als een punt binnen een betrouwbaarheidsinterval, ook bij evaluatie Evalueren is kijken naar samenhang Het OPP wordt bijgesteld als op twee achtereenvolgende toetsmomenten de resultaten betekenisvol afwijken van de groeiverwachting.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
48
Bijlage 11:
O
ntwikkelingsperspectief (in MAP 4)
De 7 stappen in het traject van het werken met een ontwikkelingsperspectief. 1. Het voortraject: eerst het basisaanbod intensiveren Vroegtijdig signaleren van achterstanden bij taal/lezen/rekenen en/of sociaalemotionele problematiek en werkhoudingsproblemen. Intensiveren van het basisaanbod binnen het groepsplan, zodat de leerlingen alsnog de groepsdoelen kunnen bereiken: Verlengde instructie, extra verwerking, pedagogische doelen Bij onvoldoende resultaat: Extra intensiveren van het basisaanbod in het groepsplan: Verlengde instructie, extra verwerking, meer leertijd, pedagogische maatregelen Bij onvoldoende resultaat: Extra intensiveren van het basisaanbod in het groespplan: Verlengde instructie, extra verwerking, meer leertijd, RT/extra begeleiding
Evaluatie in groepsbespreking ( IB en groepsleerkracht)
Gesprek met ouders, Evaluatie in groepsbespreking
Gesprek met ouders, Evaluatie in de groepsbespreking
2. Aanmelding leerling voor leerlingbespreking en/of ondersteuningteam Vanuit de groepsbespreking vindt aanmelding van de leerling plaats als hij/zij herhaald onvoldoende geprofiteerd heeft van de (extra) intensivering van het basisaanbod in het groepsplan. Voorafgaand aan de leerlingbespreking/bijeenkomst zorgteam vindt een gesprek plaats met de ouders en de leerling.
3. Het in kaart brengen van de ontwikkeling van de leerling Het uitvoeren van een beknopte dossieranalyse: o Wat is er (extra) voor de leerling gedaan en met welk resultaat? o Wat is de gemiddelde vaardigheidsgroei en het verwachte uitstroomniveau per leergebied?
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
49 o Welke factoren belemmeren en bevorderen het leren en de ontwikkeling van de leerling? o Wat zijn de talenten en de interesses van de leerling? o Hoe functioneert de leerling thuis? Welke ondersteuning van de ouders? 4.
Het nemen van een besluit
In de leerlingbespreking of een bijeenkomst van het zorgteam vindt een bespreking plaats over de ontwikkeling van de leerling op basis van de verzamelde gegevens en stelt men een “integratief”beeldvast. Op basis daarvan vindt besluitvorming plaats: o Het verder ( met concrete adviezen) intensiveren van het basisaanbod in het groepsplan, als blijkt dat nog niet alle mogelijkheden benut zijn. o Het samenwerkingsverband vragen om extra ondersteuning. Wanneer het swv dit toewijst ben je verplicht een OPP op te stellen. o Het opstellen van een OPP als besluit van de school zelf voor één of meerdere leergebieden, zonder dat hiervoor extra ondersteuning van het samenwerkingsverband voor gevraagd wordt. Met de ouders en de leerling vindt bespreking plaats van de genomen besluiten. Als er nog belangrijke gegevens over de ontwikkeling van de leerling, de kwaliteit van het onderwijs en/of de mate van onderwijsondersteunend gedrag van de ouders ontbreken, kan er ook besloten worden voor gericht onderzoek en observatie.
5. Het opstellen van het ontwikkelingsperspectief voor de leerling De school stelt op basis van de verzamelde gegevens het ontwikkelingsperspectief voor de leerling op. Hierin staan ondermeer onderstaande zaken beschreven: o De factoren die de ontwikkeling van de leerling bevorderen en belemmeren o De geplande uitstroombestemming van de leerling o De geplande vaardigheidsgroei technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen o De inhoudelijke tussendoelen: leergebiedspecifiek en leergebiedoverstijgend o Het aanbod om deze doelen te bereiken Bespreking van het OPP vindt plaats met de ouders (en met de leerling) Bepalen evaluatiedatum.
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
50
6.
Het uitvoeren van het ontwikkelingsperspectief
De uitvoering van het OPP vindt in de vastgestelde periode plaats, conform de doelen die gesteld zijn en de afspraken over het aanbod. De leerling is actief betrokken bij de uitvoering.
7. OPP
Het cyclisch monitoren, evalueren, bijstellen en afronden
De ontwikkeling van de leerling wordt tweemaal per schooljaar tijdens de leerlingbespreking/zorgteam geanalyseerd en geëvalueerd: o Is het geplande aanbod door de leerkracht gerealiseerd? Wat zijn de resultaten? Heeft het gewerkt? o Is de geplande vaardigheidsgroei behaald? Zijn de gestelde tussendoelen bereikt? o Ontwikkelt de leerling zoals verwacht? o Welke doelen streeft de school de komende periode na? o Wat biedt de school? Welke aanpassingen zijn er nodig in het aanbod? Indien nodig vindt bijstelling van het OPP plaats. o Op welke wijze wordt gerapporteerd aan het samenwerkingsverband rond de resultaten van de extra ondersteuning: is een vervolgaanvraag nodig? Als er geen extra ondersteuning nodig is, wat is dan wenselijk binnen de basisondersteuning ? Wordt het OPP voortgezet? De voortgang en de uitkomsten van de evaluatie zijn onderwerp van gesprek met de ouders en de leerling
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
51
BIJLAGE 12: (in Esis)
Format Ontwikkelingsperspectief
Invulgegevens Datum opstellen OPP Opgesteld door Laatste evaluatie
datum naam/namen datum
Gegevens leerling, school, ouders, hulpverleners Naam leerling Geboortedatum Huidige groep +groepsverloop Naam school Huidige leerkrachten Intern begeleider Gezinssamenstelling Eventuele bijzonderheden Ouders/verzorgers Namen Telefoon/email Hulpverleners ( betrokken bij kind,school of gezin )
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
52
Uitkomsten onderzoek
Extra ondersteuning ( uit het samenwerkingsverband, indien van toepassing )
Verplicht deel OPP: factoren die de ontwikkeling en het leren van de leerling bevorderen en belemmeren bij de uitvoering van het onderwijs. Factoren
Bevorderend
Cognitieve en didactische ontwikkeling
Sociaal-emotioneel en Gedrag Spraak/taalontwikkeling
Werkhouding en taakaanpak Lichamelijke, motorische, Zintuiglijke ontwikkeling
Onderwijs: relevante factoren in school, groep, leerkracht Opvoeding: relevante factoren in gezin, ouders, vrije tijd Hobby’s, vrije tijd, interesses
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
Belemmerend
53
Ontwikkelingsperspectief voor: Technisch lezen
begrijpend lezen rekenen/wiskunde
Spelling Leergebiedoverstijgend ( sociale competentie, gedrag, werkhouding ) Verplicht: Geplande uitstroombestemming
VWO HAVO VMBO theoretische leerweg VMBO gemengde leerweg Met LWOO VMBO kaderberoepsgerichte leerweg VMBObasisberoepsgerichteleerweg Met LWOO Praktijkonderwijs
VSO cluster 2
VSO cluster 3
VSO cluster 4
Onderbouwing/opmerkingen: (disharmonisch uitstroomprofiel ?)
Planningsdeel Bij beknopt OPP: verwijs naar het groepsplan Indien wenselijk: uitgebreid OPP met doelen en onderwijsaanbod Doelen en aanbod alleen voor de vakken waarvoor doelen en/of aanbod afwijken van wat in het groepsplan is beschreven 1. Tussendoelen dit schooljaar, in vaardigheidsscores en functioneringsniveau
Geplande vaardigheidsgroei in schooljaar 20…- 20..
Huidige vaardigheid scores en FN
Geplande Vaardigheid score(marge) en gepland FN
Evaluatie= Geplande Vaardigheidscore en FN gehaald?
Midden groep..
Midden groep….
Midden groep….
Eind groep…
Eind groep..
Eind groep…
Technisch lezen Begrijpend lezen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
54
Spelling Rekenen/wiskunde
Doelen en aanbod ( alleen voor de vakken waarvoor doelen en/of aanbod afwijken van datgene wat in het groepsplan is beschreven ) 2. Leergebiedspecifieke tussendoelen en aanbod ( komend half jaar ) In geval van afwijkingen van het reguliere programma beknopt de beredeneerde keuzes in ( tussen ) doelen en aanbod vermelden. Uitvoering in groepsplan/additioneel. In relatie tot de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling.
Leergebied
Tussendoelen + aanbod
Technisch lezen Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen/wiskunde 3. Tussendoelen sociaal-emotioneel functioneren, gedrag en werkhouding ( komend half jaar )
Doelen voor werkhouding, taakaanpk, gedrag en/of sociaal-emotioneel functioneren
Aanbod, aanpak Onderwijsbehoeften
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
55 Afspraken met de ouders en de leerling
Evaluatiedeel
Evaluatie : Naam Datum:
( zijn alle geplande vaardigheidsscores en doelen behaald ? Ontwikkelt de leerling zich conform de verwachtingen ?)
Bijstelling ontwikkelingsperspectief: Naam: Datum:
Besproken met de leerling door: Handtekening school: Handtekening ouders: ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
56
Bijlage 13:
CRITERIA VOOR LEERLINGEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR EEN EXTRA LEERLIJN SPAANS:
De leerling scoort vanaf de start van de schoolloopbaan op taal/lees gebieden een hoge I of een I+ Observaties/signaleringen van de leerkrachten De resultaten van methodegebonden toetsen liggen boven gemiddeld Het werkgedrag van de leerling: * zelfstandigheid * goede werkinstelling * motivatie
De leerling heeft een goede taakaanpak: * planmatige aanpak ( kan zelf structuren aanbrengen) * oplossen van problemen wordt in logische stappen aangepakt * creativiteit en flexibiliteit
De sociaal-emotionele ontwikkeling: * zelfbeeld * omgaan met andere kinderen * omgaan met volwassenen * houding t.o.v. school * zelfbeeld
Interesse/hobby’s Informatie van ouders Informatie externen/advies externen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
57 CRITERIA VOOR LEERLINGEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR EEN EXTRA LEERLIJN SCHAKEN:
De leerling scoort vanaf de start van de schoolloopbaan op rekengebied een hoge I of I+ Observaties/signaleringen van de leerkrachten De resultaten van methodegebonden toetsen liggen boven gemiddeld Het werkgedrag van de leerling: * zelfstandigheid * goede werkinstelling * motivatie
De leerling heeft een goede taakaanpak: * planmatige aanpak ( kan zelf structuren aanbrengen) * oplossen van problemen wordt in logische stappen aangepakt * creativiteit en flexibiliteit
De sociaal-emotionele ontwikkeling: * zelfbeeld * omgaan met andere kinderen * omgaan met volwassenen * houding t.o.v. school * zelfbeeld
Interesse/hobby’s Informatie van ouders Informatie externen/advies externen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
58 CRITERIA VOOR LEERLINGEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR EEN EXTRA LEERLIJN:
De Digitale leerschool
De leerling scoort vanaf de start van de schoolloopbaan op alle vakgebieden een hoge I of I+ Observaties/signaleringen van de leerkrachten De resultaten van methodegebonden toetsen liggen boven gemiddeld Het werkgedrag van de leerling: * zelfstandigheid * goede werkinstelling * motivatie
De leerling heeft een goede taakaanpak: * planmatige aanpak ( kan zelf structuren aanbrengen) * oplossen van problemen wordt in logische stappen aangepakt * creativiteit en flexibiliteit
De sociaal-emotionele ontwikkeling: * zelfbeeld * omgaan met andere kinderen * omgaan met volwassenen * houding t.o.v. school * zelfbeeld
Interesse/hobby’s Informatie van ouders Informatie externen/advies externen
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
59
Bijlage 14: Rapport Spaans
NAAM:……………………………………………………… de Ruyterschool
VAK: SPAANS
de Ruyterstraat 1 6551 CH Weurt
GESTART:
Postbus 19
SCHOOLJAAR:……………………………
6550 ZG Weurt tel. 024-6771731
Onderdelen
Rapport 1
Rapport 2
Datum:
Datum:
Inzet Spreekvaardigheid Luistervaardigheid Schriftelijke verwerking Planning werk Toetsen Algemene indruk
Handtekening leraar:……………………… ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
60
Bijlage 14: Rapport Schaken
NAAM:……………………………………………………… de Ruyterschool
VAK: Schaken
de Ruyterstraat 1 6551 CH Weurt
GESTART: (SCHOOLJAAR):……………………………
Postbus 19 6550 ZG Weurt tel. 024-6771731
Onderdelen
Rapport 1
Rapport 2
Datum:
Datum:
Niveau Inzicht Inzet Opdrachten Algemene indruk
Handtekening leraar:…………………………………..
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
61
Bijlage 15: Schoolondersteuningsprofiel De Ruyter
Schoolondersteuningsprofiel De Ruyter Onderwijs voor iedereen, zo nabij mogelijk. Het is eigenlijk heel simpel. Op De Ruyter vinden we dat onderwijs en begeleiding van kinderen zo snel, zo normaal, zo dichtbij en zo goed mogelijk georganiseerd moet worden. Dit realiseren we door: - kundige leerkrachten te werven, te behouden en te scholen; - te denken vanuit mogelijkheden; - intensief samen te werken met ouders; - actief gebruik te maken van expertise in en om de school; - ondersteuningsbehoeften van kinderen planmatig te onderkennen, te begrijpen, te vervullen en te voorkomen; - warme overdracht/verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs, indien dat in het belang van het kind, de klas en/of de school is. Wat we beogen, is … Ons uiteindelijke doel is zo veel mogelijk leerlingen in onze school basisonderwijs te laten volgen. Dit bereiken we samen met het kind, de ouders en de extra deskundigen binnen en buiten onze school. Samen zorgt immers voor kwaliteit. Welke expertise heeft De Ruyter in huis? We hebben ons onderwijs zo ingericht dat: - vroegtijdige leer-, opgroei- en opvoedproblemen worden gesignaleerd; - een veilig (sociaal) schoolklimaat voor alle leerlingen geboden wordt; - een aanbod te creëren is voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie; - een afgestemd aanbod tot stand gebracht wordt voor leerlingen met meer of minder dan een gemiddelde intelligentie; - een aanpak gericht op het voorkomen van sociaal emotionele en gedragsproblemen geboden wordt; Daarbij beschikken we over een team dat ervaring heeft met de begeleiding van: o kinderen met een visuele en auditieve beperking; o kinderen met spraak-/taalproblemen; o huishoudelijk geweld en kindermishandeling; o vertrouwenskwesties; o kinderen met ADHD en/of autisme (PDD-NOS, ASS, e.d.); o jonge risicoleerlingen en goed samenwerkt met Jeugdzorg. Ons schoolgebouw heeft zo haar beperkingen. Er zijn geen verzorgingsruimten en de bovenverdieping van de school is rolstoelonvriendelijk. Het nieuwe schoolgebouw (2016) heeft deze voorzieningen wel. Er zijn grenzen aan wat we kunnen … De praktijk wijst uit dat het ons niet altijd lukt om ieder kind op onze school een plek te (blijven) geven. Sommige leerlingen hebben een onderwijsbehoefte waarin wij niet kunnen voorzien. De volgende redenen kunnen onze grenzen bepalen: o Veiligheid van medeleerlingen en leerkracht;
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014
62 o Mate van zelfredzaamheid; o Mate van fysieke en/of medische verzorging ; o Kwaliteit en kwantiteit van het onderwijs dat mogelijk is; o Benodigde materiële ondersteuning van hulpmiddelen. Maar … op de Ruyter zoeken we steeds naar manieren om deze grenzen op te schuiven. We nodigen ouders van harte uit om het gesprek met ons aan te gaan om de (on)mogelijkheden in beeld te brengen en streven bij alle leerlingen tot een zo ruim mogelijk passend aanbod te komen. Onze ervaring is dat met creativiteit, bereidheid en nuchterheid er veel te bereiken is. Vaak blijkt na het zetten van een eerste stap, de volgende eenvoudiger dan verwacht. Meer informatie Wilt u zich verder verdiepen in de wijze waarop ons ondersteuningsaanbod is georganiseerd, download dan ons zorgplan. Wilt u weten wat De Ruyter voor uw kind(eren) kan betekenen? Neem dan contact met ons op. Wij maken graag tijd voor u vrij!
ZORGSTRUCTUUR DE RUYTER OKTOBER 2014