Beantwoording informatieve vragen Marap 2012
College van Burgemeester en Wethouders Maastricht, 15 november 2012
Voorafgaand en tijdens de behandeling van de marap 2012 in de commissies zijn door diverse fracties inhoudelijke vragen gesteld. De vragen en de beantwoording daarvan worden aan alle raadsleden beschikbaar gesteld.
PROGAMMA 2 INTEGRALE VEILIGHEID Vraagnummer
2.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Veiligheidshuis. Resumerend bedraagt het incidenteel voordeel € 100.000 blijft die ton gereserveerd voor het veiligheidshuis, nu er een bezuiniging van 9 ton opgevangen moet worden?
Antwoord
Door het wegvallen van de rijksmiddelen is er een nieuwe begroting 2012-2016 gemaakt. In de programmabegroting 2013 heeft uw raad 4 ton oplopend tot 5 ton beschikbaar gesteld als aanvullende middelen. In 2012 voorzien we door de extra bijdrage vanuit de provincie een incidenteel voordeel van 1 ton op deze nieuwe begroting. Deze middelen vallen vrij ten gunste van de algemene middelen.
Vraagnummer
2.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Gemeente Maastricht beter moet uitleggen of het verplaatsen van coffeeshops uit het centrum naar de rand van de stad nog uitvoerbaar is na invoering van de wietpas c.q. moet aantonen dat de coffeeshops die verplaatsing uit eigen zak willen en kunnen betalen. Willen betalen en kunnen betalen, zijn dat cumulatieve eisen? Willen betalen: geldt als een coffeeshop niet wilt dat dan definitief het doek valt voor het spreidingsplan of kan er met de degene die wel willen doorgegaan worden? Kunnen betalen: wordt het gigantische vermogen dat coffeeshopeigenaren tijdens het bestaan van hun coffeeshop hebben verworven, meegewogen? Of welk criterium wordt gehanteerd?
Antwoord
Op 10 oktober jongstleden heeft de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State een tussenuitspraak gedaan in beroep over het bestemmingsplan coffeecorner Köbbesweg. Uit deze tussenuitspraak kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan zowel procedureel als inhoudelijk de rechterlijke toets kan doorstaan. Inhoudelijk accordeert de Raad van State het spreidingsbeleid coffeeshops. Inhoudelijk zijn alle bezwaren ongegrond verklaard. De Raad van State heeft een tussenuitspraak gedaan om de gemeente in de gelegenheid te stellen nader te motiveren dat ook ná invoering van de wietpas (minder bezoekers, teruglopende inkomsten) de te verplaatsen coffeeshops nog steeds vrijwillig verplaatsen en de inrichting van de coffeecorner kunnen betalen. Binnen 20 weken moeten de gemeente hen een antwoord hierop doen toekomen. Hierna volgt de einduitspraak. Momenteel is deze beantwoording in voorbereiding. De omstandigheid dat vóór invoering van de wietpas - in de bij het bestemmingsplan behorende anterieure overeenkomst al is geanticipeerd op het nieuwe coffeeshop-beleid, zal in deze beantwoording leidend zijn. In deze op 27 september 2011 ondertekende overeenkomst zijn de naar de Köbbesweg te verplaatsen coffeeshopeigenaars en de gemeente namelijk overeen gekomen dat de gemeente de grond terug zal kopen indien blijkt dat als gevolg van het nieuwe beleid de coffeecorner kleiner moet. De coffeeshophouders hebben onder deze voorwaarde zich verbonden om - zelfs na invoering van de wietpas - naar de Köbbesweg te verhuizen.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
2
De Raad van State wil kennelijk ná invoering van het nieuwe coffeeshopbeleid een bevestiging of de coffeeshophouders deze overeenkomst ná invoering nog steeds gestand willen én kunnen doen. Wij verwachten nadrukkelijk van wel: de gronden zijn inmiddels aan hen (na betaling) geleverd. Niettemin zullen wij aan de te verplaatsen coffeeshophouders andermaal schriftelijk bevestiging vragen of zij deze anterieure overeenkomst daadwerkelijk gestand blijven doen, en vrijwillig bereid zijn te verplaatsen en de nog resterende kosten hiervan te dragen. Mocht blijken dat het antwoord op deze vraag door een of meer coffeeshopeigenaren ontkennend beantwoord wordt, dan is het aan de raad om te bepalen welke gevolgen dit heeft voor het ingezette spreidingsbeleid coffeeshops.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
3
PROGRAMMA 3 ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID Vraagnummer
3.1
Fractie
CVP (ontvangen 5 november 2012)
Vraag
In de marap staat vermeld, dat de gemeente Maastricht voornemens is niet in de BV te participeren, maar een aparte samenwerkingsovereenkomst te sluiten met Maastricht Health Campus BV io. Vraag: wat is de reden hiervoor?
Antwoord
Het college is uiterst terughoudend in participatie. De reden om hier niet te participeren is dat zij uiterst terughoudend is met participaties conform haar eigen regels. Bovendien zou aan participeren ook een kostenpost verbonden zijn in de vorm van aandelen waarin niet is voorzien.
Vraagnummer
3.2
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Kenniseconomie: waarin verschilt de samenwerkingsovereenkomst met de vorige die afgesloten was?
Antwoord
De samenwerkingsovereenkomst moet nog gesloten gaan worden. Verschil is dat deze nu wordt afgesloten met de MHC-BV (die per 1 januari 2013 wordt opgericht) en de vorige was een convenant met de UM, MUMC+, provincie Limburg, LIOF en de gemeente Maastricht. Bovendien zal deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst concreter zijn ten aanzien van het onderdeel gebiedsontwikkeling.
Vraagnummer
3.3
Fractie
D66
Vraag
Waarom gaat het instellen van een Euro Award Maastricht niet door?
Antwoord
Na overleg met externe partners zijn we tot de conclusie gekomen dat het instellen van een Euro award onvoldoende publiciteit oplevert voor Maastricht. Daarom is gekozen voor andere activiteiten (zoals aanstraling stadshuis en tentoonstelling over “Het verdrag van Maastricht en de Euro” in de hoofdwacht) die wel iets opleveren voor Maastricht.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
4
PROGRAMMA 4 SOCIALE ZEKERHEID EN RE-INTEGRATIE Vraagnummer
4.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
MTB a. Graag inzicht in het te groot begrootte exploitatietekort van de MTB: extra bijdrage in de exploitatie n € 1,3 mln, daadwerkelijk 6,21 ton lager. b. Afvloeiingskosten personeel 2011 ons aandeel was € 0,354 mln. Hoeveel mensen betrof dit en waarom zijn zij afgevloeid? c. Risicobuffer 2 ton, hoe komt dat bedrag tot stand?
Antwoord
a. Het begrote tekort van € 1,3 mln. is vooral het gevolg van de Rijkssubsidie die de feitelijke loonkosten van de WSW niet afdekt en de dalende omzet. b. De afvloeiing van personeel was een onderdeel van de herstructurering. Het betreft geen WSW-personeel. In 2011 is afscheid genomen van 15 fte. c. Op p. 29 is het saldo van alle ontwikkelingen van de MTB. Dus onder aan de streep komt 0,2 mln. ten laste van de gemeentebrede risicobuffer: € 0,621 (jaarrekening 2011) - € 0,354 mln. (afvloeiing personeel 2011) – € 0,5 mln. (bijdrage exploitatietekort 2012) = - € 0,233 mln. (afgerond € 0,2 mln.).
Vraagnummer
4.2
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Werk: wat is de relatie tussen social return en de A2 school? Hoeveel van de 5% social return-voorwaarde in de gunning van werken (uit de aanbestedingen) kunnen niet worden nagekomen? Wat zijn de consequenties bij niet nakoming voor de bedrijven?
Antwoord
Werk: wat is de relatie tussen social return en de A2 school? De A2 school werkt volgens het principe van Social Return. De gemeente Maastricht legt normaal gesproken via een besteksbepaling (5% regeling) in de aanbestedingen boven de € 100.000 de Social Return verplichting op. In de aanbesteding van de ondertunneling is de Social Return verplichting destijds echter slechts meegenomen als wens. Hetzelfde geldt voor de vastgoedontwikkeling rondom de A2. Deze wens heeft uiteindelijk geleid tot een convenant met het consortium. Hoeveel van de 5% social return-voorwaarde in de gunning van werken (uit de aanbestedingen) kunnen niet worden nagekomen? Gerekend vanaf de start van social return in 2005 tot op heden zijn we erin geslaagd om altijd invulling te geven aan de verplichting van Social Return. Wat zijn de consequenties bij niet nakoming voor de bedrijven? Indien bedrijven niet meewerken aan het vervullen van hun verplichting van Social Return bestaat er de mogelijkheid dat het bedrag dat niet aan Social Return besteed is, in te houden bij de laatste betaling voor het werk.
Vraagnummer
4.3
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Graag een overzicht van de middelen ten behoeve van Social Return inclusief A2 school uit het voormalig werkdeel WWB en de voormalige voorziening werkdeel WWB? Nu het project “Social Return inclusief A2 school” wegens de bij Programma 4 genoemde omstandigheden niet de oorspronkelijke taakstelling (150) en niet de bijgestelde taakstelling (75) halen, is de vraag hoeveel
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
5
geld uit het voormalig werkdeel WWB en de voormalige voorziening werkdeel WWB over blijft? Kunt u uitleggen hoe de geldstromen verlopen bij het project Social Return inclusief A2 school? Welke rol heeft de stichting Phoenix hierbij? Zijn er nog andere bedrijven naast Aanbouw BV die werkzaamheden verrichten in het kader van Social Return On Investment bij door de gemeente gegunde opdrachten van werken? Indien ja, welke zijn dit en bij welke werken? Wie bepaalt welk leerbedrijf ingeschakeld wordt voor de uitvoering van Social Return? Antwoord
De totale kosten over de afgelopen twee jaar bedragen 1,3 miljoen. Het gaat hier om de groeibanen en de kosten voor opleiding en het apparaat. Deze kosten worden betaald uit het W-deel. Dit is Rijksfinanciering. Daar staat een besparing tegenover van de uitkeringslasten van € 2,1 miljoen (bij benadering). Deze kosten komen daarom niet ten laste van het I-deel. Deze gelden, leveren de gemeente Maastricht rechtstreeks een besparing op. Bovendien heeft de Provincie een subsidiebedrag van maximaal 200.000 toegekend. Deze subsidie is o.a. toegekend vanwege het unieke concept wat bij de A2school ontwikkeld is en dat deze kennis en ervaring wordt gedeeld met andere gemeenten. De apparaatskosten blijven ongewijzigd. Deze worden volledig gefinancierd uit het W-deel. De instrumenten die ingezet kunnen worden voor de deelnemers, worden gefinancierd uit de daarvoor beschikbare middelen van het W-deel. Indien er minder deelnemers zijn, worden er logischer wijze minder instrumenten ingezet en komen deze niet ten lasten van het W-deel. Als gevolg van de crisis kost het meer inspanningen om mensen te plaatsen. De apparaatskosten blijven dan ook ongewijzigd. Het is niet exact aan te geven hoeveel middelen overblijven, omdat deze ook voor andere cliënten (dan de deelnemers aan de A2 school) worden ingezet. Maandelijks wordt het verloop van het totale W-deel gevolgd en bezien of en hoeveel geld overblijft. Voor 2012 heeft een voortvarende besteding van het W-deel plaatsgevonden: Het geld dat niet is ingezet voor deelnemers aan de A2 school is in de loop van het jaar ingezet voor projecten zoals onkruidbestrijding, sociale activering, 45+ en alleenstaande ouders. Hiermee vindt een optimale inzet van de gelden plaats. De opdrachtnemer vult zelf zijn verplichting Social Return in met het door hem gekozen detacheringbureau of opleidingsinstituut. Wanneer kosten worden gemaakt die de gemeente financiert, geschiedt betaling aan het detacheringbureau of opleidingsinstituut. Hierover rapporteert de opdrachtgever aan het projectbureau om de gelden die ingezet worden voor Social Return te verantwoorden. De middelen die vanuit de gemeente ingezet worden, worden uit het W-deel betaald. Niet bij alle inzet voor Social Return wordt hier gebruik van gemaakt. Het projectbureau Social Return/A2 school wordt (zoals gemeld) gefinancierd uit het W-deel. De inzet van instrumenten zoals groeibanen, scholing, etc. wordt gefinancierd uit de daarvoor beschikbare middelen in het W-deel. In voorkomende gevallen heeft stichting Phoenix de payroll functie. Ja. Bedrijven maken gebruik van het inzetten van diverse opleidingsinstanties maar ook van bedrijven die zowel regionaal als elders in het land werken voor mensen uit de doelgroep. Het zijn diverse bedrijven en opleidingscentra die worden ingezet om mensen uit de doelgroep te plaatsen. De lijst is divers. Het is afhankelijk van de wijze waarop het bedrijf zijn of haar verplichting van Social Return wil uitvoeren en waar deze zijn of haar standplaats heeft. Het projectbureau zorgt voor het maken van verbindingen en het doen van suggesties maar is niet
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
6
verantwoordelijk voor de inschakeling van partners voor de opdrachtnemer. Een aantal voorbeelden van bedrijven zijn Prolabor, Licom, MTB, Polygarde, Tobas/Werken en Wonen in de Wijk, BOZ, SGP, Gilde opleidingen Roermond, etc. Als de opdrachtnemer ervoor kiest om een leerling te plaatsten op basis van Social Return, kan dat enkel als dit bedrijf zelf ook een leerbedrijf is. De opdrachtnemer blijft zelf verantwoordelijk voor de invulling. Vraagnummer
4.4
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Inkomen: zijn alle betrokken gezinnen die te maken hebben gehad met de inkomenstoets benaderd en verholpen?
Antwoord
In het kader van het afschaffen van de Huishoudinkomenstoets is door de Sociale Dienst een aantal acties uitgezet. Het onderzoek naar het omklappen van zittende bijstandscliënten is in mei 2012 stopgezet en er heeft ingaande 1 juli 2012 geen omklap plaatsgevonden, met uitzondering van zo’n 23 gezinnen met een inwonend kind in de Wajong. Voor deze groep pakte de huishoudinkomenstoets juist gunstig uit. Deze gezinnen ontvangen conform de overgangsbepalingen, verbonden aan het afschaffen van de huishoudinkomenstoets, sinds 1 juli 2012 de hogere uitkering. Per 1 januari 2013 wordt deze uitkering weer aangepast aan het niveau van vóór 1 juli 2012. Deze maand worden deze gezinnen hierover nog ingelicht. Cliënten die na 1 januari 2012 een uitkering hebben gekregen rekening houdend met de huishoudinkomenstoets, zijn allemaal benaderd. Hun uitkeringen zijn met terugwerkende kracht gebaseerd op de gewijzigde WWB en dus gecorrigeerd. Met een aantal mensen van wie al bekend was dat ze na 1 januari 2012 een afwijzing hadden ontvangen op een uitkeringsaanvraag, is alsnog contact gezocht. In een paar gevallen kon toch nog een uitkering worden verstrekt. Voor de mensen die géén aanvraag hebben gedaan omdat ze dachten geen recht op een bijstandsuitkering te hebben, is in juli 2012 in de STER een oproep geplaatst waarin is aangegeven dat ze nog tot 18 september 2012 een aanvraag konden indienen. Ook op het Werkplein is via de daar aanwezige communicatiemiddelen aangegeven dat nog een aanvraag kon worden ingediend. Er hebben uiteindelijk maar weinig mensen gereageerd.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
7
PROGRAMMA 7 SPORT Vraagnummer
7.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Hoe groot is de claim van de aannemer Geusseltbad?
Antwoord
Over de casus bent u via de raadsbrief d.d. 2 oktober 2012 door het college geïnformeerd. Op dit moment is niets nieuws te melden.
Vraagnummer
7.2
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
(In verband met het voorkomen van doublures het volgende: Vraag reeds summier mondeling in cie BW gesteld. Wethouder heeft schriftelijke beantwoording reeds toegezegd. Hieronder de volledige vraagstelling. Ons heeft een bericht bereikt dat het wedstrijdbad van het Geusseltbad te klein zou zijn gebouwd. Klopt dit bericht? Indien ja, wanneer is dit gebeurd en wat zijn de gevolgen?
Antwoord
Nee. Het 25 meter wedstrijdbad is conform Programma van eisen en Ontwerp van de architect gebouwd en voldoet aan de eisen en normen van NOC*NSF.
Vraagnummer
7.3
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Er zou sprake van zijn dat Club Pellikaan en of Pellikaan Bouwbedrijf interesse heeft getoond in het exploiteren van zwembad Dousberg of een gedeelte hiervan. Zijn hierover gesprekken en of contacten geweest met Pellikaan? Indien ja, wat is hiervan de uitkomst geweest?
Antwoord
Bij de besluitvorming rondom bouw en exploitatie van het Geusseltbad is gekozen voor één zwembad in Maastricht. Overname van zwembad Dousberg is daarmee niet aan de orde.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
8
PROGRAMMA 8 KUNST EN CULTUUR Vraagnummer
8.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Muziekgieterij. In de krant staat meer dan de Raad aan inlichtingen krijgt. a. Wanneer is besloten dat het Brikkefabriek in aanmerking komt en dat dit voor 8 m kan worden vertimmerd? Heeft u een fin. onderbouwing van het kostenplaatje of is dit een aanname? b. Wat kost de aanpassing tijdelijke locatie TF en voor hoe lang is deze tijdelijke huisvesting nodig? c. Wie heeft de criteria voor de locatie MZG bedacht en gehanteerd? De Raad of het College?
Antwoord
a. Er is niets besloten. Het College heeft op basis van een haalbaarheidsonderzoek geconcludeerd dat het Brikkegebouw één van beide opties is voor de vestiging van een poppodium. De commissie ESZ is op 6 november bijgepraat over het onderzoek dat u op 26 oktober ter beschikking gesteld is. Besluiten tot realisatie van een poppodium raken het budgetrecht van de Raad en zijn daarmee voorbehouden aan de Raad. b. Een kostenraming is voorhanden. Om een eventuele aanbesteding niet te frustreren is de investeringsraming niet toegevoegd aan de Raadstukken. c. De tijdelijke huisvesting kost € 450.000. Een gedeelte van de uitgaven zijn ter verbetering van het vastgoed en worden door de WOM gedragen, ongeveer € 200.000 zijn bouwkundige aanpassingen die specifiek voor de Muziekgieterij zijn en ongeveer € 200.000 zijn investeringen in voorzieningen die meegenomen kunnen worden naar de structurele huisvesting. Denk aan verplaatsbare repetitieruimten, geluid- en lichtinstallaties etc. De huisvesting is nodig totdat de structurele huisvesting gerealiseerd is, naar verwachting 3 jaar. De uitgangspunten zijn gebaseerd op de opdracht van de Raad om een businesscase op te stellen van een groot poppodium met Euregionale uitwerking (raadstuk 2011.6672). De uitgangspunten zijn in nauw overleg met de Muziekgieterij opgesteld en in maart 2012 met de commissie gedeeld. In de commissie van 6 november zijn de uitgangspunten verhelderd aan de Raad.
Vraagnummer
8.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012),
Vraag
“In AINSI zal de podiumkunstproductie de nog beschikbare werkruimte kunnen huren en bespelen, in het bijzonder via het innovatieplatform podiumkunst”. a. U geeft op de vraag of de MZG niet in de ANSI kan, aan bij de begroting dat de ANSI vol is. Wij weten dat dit geen correct antwoord is. Onze bevindingen bevestigt U in de MARAP. Waarom geeft u geen juiste informatie hieromtrent? b. Is het voor de stad niet veel economischer als de MZG in de ANSI belandt in plaats van tonnen in de verbouwing van de TF te stoppen als tijdelijke oplossing en nog eens 8 m in het Brikkefabriek? c. Heeft u deze optie onderzocht en kan dat rapport aan de Raad worden voorgelegd of is er geen rapport?
Antwoord
a. Het programma van eisen van een popvoorziening, tijdelijk of permanent, is vele malen groter (ca. 1000 meter in de tijdelijke variant, ca. 2400 in de permanente voorziening) dan wat er eind 2012 nog rest aan ruimte in AINSI: er resten eind 2012 nog 4 kantoortjes van 48 vierkante meter en één atelierruimte (alle slechts ca. 2,5 meter hoog). Deze ruimten zijn in omvang en structuur niet op maat van een poppodium. Bovendien worden deze resterende ruimten vanaf januari 2013 door de eigenaar BOEI structureel (periode 2013-2016) verhuurd aan de podiumkunstgezelschappen en - initiatieven die vanaf 2013
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
9
actief zullen worden in de stad (Project Sally, Gotra, innovatieplatform podiumkunsten). Conclusie: er is geen ruimte meer vrij in AINSI, en ook indien die resterende ruimten in 2013 niet verhuurd zouden zijn, kan het poppodium onmogelijk aldaar in AINSI gerealiseerd worden. b. Neen. Vestiging in AINSI kan fysiek niet omdat die locatie vol is (zie a). Als vestiging in AINSI wel mogelijk zou zijn, dan zou het tijdelijk inrichten van een deel van AINSI voor de functie van de Muziekgieterij evenveel kosten als in de Timmerfabriek en bovendien, wegens de geluidsoverdracht in het gebouw, de andere reeds aanwezige huurders structureel belemmeren. Het permanent inrichten van AINSI voor popmuziek beantwoordt niet aan de uitgangspunten omdat het poppodium dan een stand-alone variant wordt en geen completerende instellingen of bedrijven in de buurt. Een dergelijke keuze betekent dat er nog zwaarder geleund moet worden op subsidies van de gemeente omdat het poppodium dan publiek misloopt. Overigens zijn poppodia in andere steden gevestigd vlakbij of in het centrum van de stad en andere culturele instellingen. c. Deze optie heeft kort de revue gepasseerd, maar is afgevallen vanwege eerder genoemde redenen. Het rapport is op 26 oktober aan de commissie ESZ verstrekt en op 6 november behandeld in de commissievergadering. Vraagnummer
8.3
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012)
Vraag
Tijdelijk gebruik leegstaande panden voor creatieve sector Nieuwe beheersovereenkomsten met Ad Hoc en SAM tijdelijk gebruik creatieve sector. Kunnen deze leegstaande panden ook commercieel worden ingevuld dan levert het voor de gemeenschap meer inkomsten op?
Antwoord
Deze panden (tijdelijk beheer voor ad hoc en sam) zijn aangekocht en worden aangehouden in afwachting van een aanstaande voorgenomen planontwikkeling. Om die reden worden dan ook geen reguliere huurovereenkomsten (commerciële invullingen met commerciële huren) meer aangegaan doch worden deze panden (tijdelijk) om niet in gebruik gegeven. Immers indien er tegenprestaties (huurpenningen) gevraagd worden dan ontstaan daarmee tevens huurrechten (huurrechtbescherming) voor de gebruiker, dat vanwege de aanstaande planontwikkeling nu juist is beoogd te voorkomen.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
10
PROGRAMMA 10 STADSONTWIKKELING Vraagnummer
10.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
“Een drietal ondernemers verblijft zonder bouwvergunning op een bedrijfsterrein in afwachting van het besluit van de rechter op de beroepsprocedures in het kader van de wet Bibob. Als het door de gemeente genomen besluit ook in beroep (en mogelijk ook in hoger beroep) standhoudt, moeten deze ondernemers toch nog uitgeplaatst worden. Naast het kunnen aanbieden van een standplaats moeten dan ook de verplaatsingskosten betaald worden. De geschatte kosten met betrekking tot de verplaatsingen bedragen €1 mln.”. Vraag a: Geef een onderbouwing van 1 m verplaatsingskosten voor de 3 ondernemers die niet door de BIBOB komen. Vraag b: Waarom dient de gemeente verplaatsingskosten te dragen voor ondernemers die niet door de BIBOB komen?
Antwoord
Vraag a: De verplaatsingskosten zijn bepaald aan de hand van calculaties die (tijdens de ombouw van de Karosseer) gemaakt zijn door de calculator die alle verplaatsingen begroot heeft (VSMC). Dit was een onafhankelijk bureau dat zelf geen verplaatsingen mocht doen. Vraag b: De gemeente moet de verplaatsingskosten betalen omdat dit in 2001 is afgesproken en middels een convenant is vastgelegd. Dit convenant is toentertijd met de raad gedeeld.
Vraagnummer
10.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
“De onderhandelingen over de aankoop van de Tapijnkazerne van het Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de gehele of gedeeltelijke doorverkoop van de locatie aan de UM, lopen naar verwachting door in 2013. De onderhandelingsresultaten worden aan de raad voorgelegd. Mede om de onderhandelingen over de aankoop te bespoedigen is in 2012 opdracht gegeven voor een asbestinventarisatie waarbij de UM en gemeente ieder voor 50% bijdragen in de kosten”. a. Heeft de universiteit aangegeven tot welke bedrag zij de gebouwen wilt overnemen en welk bedrag zij aan saneringskosten wil investeren? b. Vindt de verkoop aan de universiteit plaats tegen de commerciële prijs?
Antwoord
Over de situatie met betrekking tot de Tapijnkazerne is de raad geïnformeerd. De raad heeft besloten om tot nader order geheimhouding in acht te nemen.
Vraagnummer
10.3
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Als laatste terrein is nu ook het terrein van de Sligro aangekocht. Momenteel wordt bezien of inzet van dit terrein mogelijk is in het kader van de bedrijfsverplaatsingen Bosscherveld. a. Voor hoeveel bedrijven van Bosscherveld dienen er nog locaties gevonden te worden? b. Met hoeveel bedrijven onderhandelt u nog over de uitkoop? c. Wanneer moet deze onderhandeling uiterlijk zijn afgerond wil er geen vertraging optreden bij het Noorderbrugtracé?
Antwoord
a. In raadsstuk 74-2012 hebben wij aangegeven dat er een viertal locaties beschikbaar is in het kader van bedrijfsverplaatsingen, te weten het bedrijventerrein Eijsden-Maastricht en een aantal terreinen in het bedrijven-
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
11
terrein Beatrixhaven inclusief het Sligroterrein en Bosscherveld terwijl de locatie bedrijventerrein Lanakerveld als reservelocatie is aangemerkt. Er zijn met andere woorden voldoende locaties voorhanden om alle bedrijven te kunnen faciliteren waarbij maatwerk aan de orde is. b. Met alle bedrijven die worden geraakt door de uitvoering van het bestemmingsplan Noorderbrug en het toekomstige bestemmingsplan Bosscherveld zijn contacten c.q. wordt overleg gevoerd. c. De planning voor het gereedkomen van de infrastructuur is op wens van de raad gericht op uiterlijk eind 2017. Dat betekent dat zo snel mogelijk zicht moet komen op de haalbaarheid van minnelijke verwervingen en dat parallel daaraan het publiekrechtelijk verwervingsinstrumentarium in gereedheid wordt gebracht. Binnenkort zullen wij met betrekking tot dit thema komen met een raadsvoorstel. Vraagnummer
10.4
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Akkoord over aansluiting Bosscherlaan/randweg Lanaken. Uitsluitsel over de haalbaarheid van een aansluiting van Bosscherlaan Noord op randweg Lanaken is mede afhankelijk van toekenning van internationale/EU subsidie en wordt niet eerder dan in 2013 verwacht. Vraag: welke reden bestaat er voor onze stad om hier financieel aan bij te dragen?
Antwoord
In het verleden hebben de gemeente Lanaken en Maastricht de wens geuit om te onderzoeken in hoeverre het haalbaar is om de Bosscherlaan aan te sluiten op de randweg Smeermaas. Daarmee zou een goede regionale verkeersontsluiting kunnen worden gerealiseerd met minder belasting voor de buurten. Het Maastrichtse deel van de weg zou (deels) gefinancierd kunnen worden via het bedrijventerrein Lanakerveld dat met deze verkeersontsluiting meteen ook ontsloten zou worden. Nu het bedrijventerrein Lanakerveld is bestemd tot reservelocatie ontvalt deze financieringsbron, maar daarmee blijft de wens om te komen tot een regionale ontsluiting overeind staan c.q. hebben Lanaken en Maastricht besloten om samen het subsidietraject verder te onderzoeken.
Vraagnummer
10.5
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Windmolens: bestemmingsplan is in raadsvergadering 24-04-2012 aangehouden. Overleg met Provincie en Imtech is opgestart. a. Destijds is de bestemmingsplanwijziging van tafel is geveegd. Dient er nu een nieuw bestemmingsplan voorgelegd te worden, wat is de gang van zaken? b. Waar is het onderwerp van dit overleg? Een andere locatie voor windmolens of toch op Lanakerveld? c. Destijds was sprake dat in de aanbesteding 3 soorten energie ontwikkeld moesten worden. Is een nieuwe aanbestedingsprocedure niet vereist nu Imtech is afgehaakt en wellicht de voorwaarden gewijzigd zullen worden? “Biomassacentrale; vergunning is verleend inclusief het afsluiten van een anterieure overeenkomst. Zonnepanelen; aanvraag is in voorbereiding.” d. Imtech stelde destijds dat de komst van de windmolens bepaalde of ze met andere energie aan de slag zouden gaan. Toch gaan ze door met de biomassacentrale. Hoe zit dat? e. Welke plannen heeft Imtech m.b.t. zonne-energie?
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
12
Antwoord
a. Het bestemmingsplan is niet van tafel geveegd, maar is niet aan behandeling toegekomen omdat geen overeenstemming kon worden bereikt over de anterieure overeenkomst. In principe hoeft geen nieuw bestemmingsplan worden voorgelegd. De gang van zaken is dat Imtech momenteel onderzoek doet kansrijke alternatieven voor windmolens. Wij verwachten binnen afzienbare tijd een eerste voorstel van Imtech. b. Zie onze reactie op vraag a. Hierop kunnen wij helaas nog geen reactie geven. c. Imtech is niet afgehaakt en de voorwaarden van de uitvoeringsovereenkomst zijn niet gewijzigd. De drie vormen van duurzame energie, de totale productieomvang, de locatie de Belvédère en de einddatum van 31 december 2015 zijn nog steeds van toepassing. Voor de zonnepanelen is een initiatiefplan ingediend en nog geen aanvraag om Omgevingsvergunning. Afhankelijk van het alternatief van de windmolens zal Imtech afwegen of de zonne-energiecentrale op de Belvédèreberg wordt gerealiseerd. d. De biomassacentrale is, voor zover onze informatie reikt, het meest winstgevende project. De zonnepanelen zijn onrendabel en windenergie is licht rendabel. Feit is dat voor duurzame energieprojecten SDE+ subsidie noodzakelijk is. De warmte van de biomassacentrale zal worden geleverd aan BASF en maakt lange termijn afspraken voor de levering mogelijk waardoor het project kansrijker wordt. De realisatie van de biomassacentrale zou in principe ook zonder de provinciale aanbestedingsprocedure kunnen worden gerealiseerd. De subsidie van de provincie is ter afdekking van de onrendabele top van de zonne-energiecentrale. e. Deze zijn afhankelijk van de rentabiliteit van het alternatief van de windmolens.
Vraagnummer
10.6
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Brandpunt Belvedère: stand van zaken overleg met provincie en Imtech omtrent windmolens?
Antwoord
Alle partijen beraden zich op de situatie. Imtech heeft binnen de aanbestedingsvoorwaarden mogelijkheden om voorstellen in te dienen als alternatief voor de windmolens. We verwachten op korte termijn een voorstel waarna de stuurgroep DECL onder leiding van de provincie en waarin Maastricht en Imtech zijn vertegenwoordigd tot bespreking kan over gaan.
Vraagnummer
10.7
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
De 70 geplande studentenappartementen op Hoolhoes zijn door de Hotelschool heroverwogen. Gaat dit plan niet door en waarom niet?
Antwoord
Zie beantwoording 10.8.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
13
Vraagnummer
10.8
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Limmel Nazareth: wanneer denkt u tot een afronding te komen over een alternatief rond de 70 geplande studentenappartementen in Hoolhoes?
Antwoord
In februari 2010 is het Wijkontwikkelingsplan (WOP) Limmel-Nazareth vastgesteld door de gemeenteraad. Ter uitwerking van het WOP gaven Servatius, Woonpunt, Hoge Hotelschool, en gemeente opdracht om voor de gebiedsontwikkeling Hoolhoes/ Kanjelzone een ruimtelijk masterplan op te stellen. Dat masterplan werd in mei 2011 door de vier opdrachtgevers vastgesteld. Onderdeel van het intentionele programma voor de centrumontwikkeling op de Hoolhoeslocatie was het realiseren van 70 studentenappartementen voor de Hotelschool. Na witte rook over het onder de grond leggen van de hoogspanningslijnen eind 2011, was de verwachting dat de grondexploitatie voor de centrumontwikkeling medio 2012 zou kunnen worden afgerond. Rond die tijd bleek echter dat de studentenhuisvesting door de Hotelschool was heroverwogen omdat de Hotelschool daar geen behoefte meer aan had. Daarmee viel dat onderdeel uit het masterplan en begon het zoeken naar een alternatieve invulling. Tot dusverre nog zonder resultaat. Het resterende programma voor de Hoolhoeslocatie bestaat uit een brede school, winkels, huurappartementen (boven de winkels) en grondgebonden woningen. Door de crisis op de woningmarkt en het wegvallen van de studentenhuisvesting (die nabij het spoor was geprojecteerd) verwachten wij dat het enkele jaren zal duren dat de grondgebonden woningen kunnen worden gerealiseerd en een alternatief voor de studentenhuisvesting zal zijn gevonden. Binnen het kader van het masterplan leidt dat tot een fasering, waarbij we als eerste het centrumdeel (met brede school, winkels en daarboven gelegen levensloopbestendige woningen) met Woonpunt willen realiseren (fase 1) en daarna de grondgebonden woningen en alternatief voor de studentenhuisvesting (fase 2). Voor het tekort op de grondexploitatie dat daardoor ontstaat zoeken wij met Woonpunt naar een oplossing. Naar de huidige inzichten verwachten wij de aangepaste grondexploitatie in het voorjaar van 2013 aan u te kunnen voorleggen. In december 2012 willen wij u per brief nader over de geactualiseerde planning van de totale gebiedsontwikkeling (spooronderdoorgang, verkabeling hoogspanningslijnen, Hoolhoesontwikkeling en herinrichting Kanjelzone) informeren.
Vraagnummer
10.9
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Heugemerveld: is er enig zicht wanneer er weer ontwikkeling zal plaatsvinden bij locatie achter Il Fiore en Heugemerweg?
Antwoord
Voor de locatie Heugemerweg heeft Servatius in 2012 de panden Heugemerweg 61, 63 en 65 gesloopt, funderingen opgeruimd, hekken weggehaald en het perceel ingezaaid. Servatius bestudeert de verdere ontwikkeling van deze locatie (tot grondgebonden woningbouw) op haalbaarheid (financieel, markt, plantechnisch) als onderdeel van haar portefeuillestrategie. De uitkomsten van die studie zijn naar verwachting in het voorjaar van 2013 bekend. Dat geldt ook voor het naastgelegen perceel bij Il Fiore, waarvan de afzetmogelijkheden door Servatius worden onderzocht.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
14
Vraagnummer
10.10
Fractie
PVDA
Vraag
Verder is de ontwikkeling van de grondgebonden woningen via Servatius op de Heugemerweg/Jonkheer Ruysstraat vertraagd (pagina 14). Kan toch met een beperkt gedeelte van het project worden gestart? Het perceel ligt immers al lang braak.
Antwoord
Zie antwoord vraag 10.9.
Vraagnummer
10.11
Fractie
CDA
Vraag
Uitleg over de vervuilde grond Hoolhoes.
Antwoord
Op het Hoolhoesterrein is er in de bestaande situatie (paardenwei, voetbalkooi en voormalig kringloopcentrum) geen noodzaak om de bodem schoon te maken. In relatie tot de nieuwe situatie (school, winkels en woningen) moet en zal de bodem wel worden schoongemaakt. Zowel in de bestaande als in de nieuwe situatie voldoen we aan de geldende normen.
Vraagnummer
10.12
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Caberg Malpertuis: idem als Heugemerveld.
Antwoord
Servatius heeft de locatie Tamboerijnstraat herontwikkeld door 129 incourante flatwoningen te slopen en 139 levensloopbestendige huurwoningen, woonwerkwoningen en koopgezinswoningen terug te bouwen. Het laatste perceel van 15 rijwoningen wacht nog op afnemers. Hiervan zijn er nog onvoldoende om de woningen nu te kunnen bouwen. Servatius onderzoekt hoe ze hier mee omgaat als onderdeel van haar portefeuillestrategie. De uitkomsten daarvan zijn naar verwachting in het voorjaar van 2013 bekend. Woonpunt heeft de locatie Largo-/Koraalstraat herontwikkeld door 144 incourante flatwoningen te slopen en als eerste fase 26 ruime gezinswoningen terug te bouwen. Door de crisis op de woningmarkt is het vervolg getemporiseerd. Afhankelijk van het (al dan niet) herstellen van de markt kunnen de resterende 46 gezinswoningen in de periode 2014 tot en met 2016 worden gerealiseerd.
Vraagnummer
10.13
Fractie
SP (ontvangen 6 november 2012).
Vraag
Brandpunt Beatrixhaven: overconstructie, ter hoogte van het staalbedrijf is er altijd een hellingplaats geweest voor recreanten om hun boot te water laten voor watersport of om te gaan vissen. Op dit moment is deze helling geblokkeerd vraag is of deze helling weer openbaar bereikbaar wordt?
Antwoord
De binnenhaven ondergaat momenteel een zware milieusanering. Niet alleen om milieutechnische en gezondheidsredenen maar ook door de werkzaamheden die er plaatsvinden, is de binnenhaven op dit moment niet veilig. Eind 2012 hopen wij de saneringswerkzaamheden af te ronden. Gerealiseerd in het e 2 kwartaal van 2013 wordt een openbare slipway/trailerhelling waar boten in en uit het water kunnen worden gehaald.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
15
PROGRAMMA 11 WONEN Vraagnummer
11.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Wonen boven Winkels: men maakt een pas op de plaats. Waarom vormt WbW dan nu een risico en hoe groot is dat risico?
Antwoord
Wonen boven Winkels is in de programmabegroting 2012 als risico opgenomen. Voor de ontwikkeling, bouw en afronding van de nog lopende projecten zijn de thans nog beschikbare financiële middelen toereikend. Momenteel worden de financiële, fiscale en juridische gevolgen van de uittreding van de Universiteit in een uittredingsvoorstel uitgewerkt. Woonpunt en de gemeente Maastricht zullen dit gezamenlijk voorleggen aan de Universiteit. Het is uitdrukkelijk de bedoeling de uittreding zo spoedig mogelijk te effecturen.
Vraagnummer
11.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Na het onverwachte overlijden van de enig bestuurder van de Stichting Biënnale, is de afwikkeling van de lopende verplichtingen namens de samenwerkende partijen (gemeente Maastricht, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en gemeente Amsterdam) opgepakt door de gemeente Maastricht. Belangrijkste taken hierin zijn het afwikkelen van alle schulden en de terugvordering van de BTW met de belastingdienst. Deze zaken zijn goeddeels afgewikkeld. In de afwikkeling blijkt er mogelijk een schuld naar voren te komen welke niet eerder als zodanig is onderkent. Nader onderzoek moet de houdbaarheid van deze vordering uitwijzen. Hoeveel geld stopt de gemeente in deze stichting en waarvoor werd dat geld gebruikt? Hoe kan het dat er een schuld is ontstaan, zijn er geen statutaire bepalingen die fin. grenzen aan de uitgaven stelden? Is de stichting niet zelf verantwoordelijk voor de gemaakte schulden en fiscale vorderingen? Hoe groot is de belastingschuld en op basis waarvan dient deze voor rekening te komen van de gemeente, is er niet bepaald dat de stichting zelf moet opkomen voor de gemaakte schulden? Hoe groot is deze totale schuld? Wie was het enig bestuurslid van de stichting? Waarom bestond dat bestuur niet gewoon uit de gebruikelijke samenstelling? Zo ontbreekt toch ook controle op de gang van zaken?
Antwoord
De gemeente heeft in totaal € 110.000 uitgegeven voor de Biënnale Leegstand en herbestemming in 2011. In 2012 heeft de gemeente € 50.000 uitgegeven en zal er nog ca. € 50.000 uitgegeven moeten worden om de zaken van de stichting af te wikkelen. De overige partners hebben eveneens een extra bijdrage moeten leveren. Dekking van deze kosten is reeds ten dele voorzien in 2011, de overige kosten zullen als onderdeel van de rekening 2012 worden opgevangen. De Stichting is opgericht ten behoeve van de organisatie van de eerste editie van de Internationale Biënnale Leegstand en Herbestemming die in 2011 in Maastricht is gehouden. Dit congres en workshops, met als thema de leegstand en het hergebruik van leegstaande gebouwen in Nederland en daarbuiten is georganiseerd samen met de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed en de gemeente Amsterdam. Dit om te benadrukken dat het een internationaal thema is, maar zeker ook nationaal. De drie partners hebben allen een bijdrage geleverd aan deze biënnale. Maastricht was gastheer in 2011. Het is de bedoeling dat in een vervolgeditie Amsterdam als gastheer optreedt. De belangrijkste reden om de Stichting op te richten was juist het scheppen van de mogelijkheid om belasting terug te vorderen. Dat is ook met succes gebeurd. Er is dan ook geen schuld ontstaan ten opzichte van de fiscus maar een
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
16
vordering op de fiscus die door de fiscus is betaald. De tekorten in de stichting zijn ontstaan doordat de inkomsten van betalende bezoekers zijn achtergebleven bij de verwachtingen. Daardoor is, ondanks een versoberd programma, toch een tekort ontstaan. De Stichting is in juridische zin zelf verantwoordelijk voor de schulden aan derden. De samenwerkende partners zijn juridisch gehouden om de stichting niet failliet te laten gaan, en daardoor de vaak locale leveranciers en dienstverleners te duperen, en moeten daarom garant staan voor de schulden. Er is geen belastingschuld (zie ook hiervoor). Alle schulden van de Stichting zijn afgewikkeld. Met respect tot de privacy, achten wij het niet opportuun op deze plek persoonsgegevens te noemen. Indien gewenst kunt u deze gegevens inzien. Er was wel toezicht op de Stichting door een Stuurgroep waarin de samenwerkende partners alle drie vertegenwoordigd waren. Deze stuurgroep heeft de bestuurder ook bevraagd over de gang van zaken en besluiten genomen tot versobering. Dat de continuïteit van een organisatie waarmee wij samenwerken beter verankerd moet zijn is een van de lessen uit deze casus.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
17
PROGRAMMA 12 VERKEER EN MOBILITEIT Vraagnummer
12.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
België geeft geen gegevens van parkeerovertreders aan Nederland. Is dat omgedraaid wel zo?
Antwoord
Het is niet mogelijk om gegevens uit te wisselen. Dat blijkt ook uit dit artikel/brief: http://www.lvlb.nl/Nieuws/(0)/-/(26)/Problemen-bij-opvragenBelgische-Kentkens/ RDW verstrekt op dit moment geen gegevens aan België omdat zij deze niet kunnen verwerken en omdat het Europees verdrag aangepast zal gaan worden.
Vraagnummer
12.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Maandelijks worden er ruim 1.250 bonnen minder uitgeschreven aan drugstoeristen. U ziet dat als een aan inkomsten. Dat betekent dus dat de handhavers nu meer tijd hebben voor andere zaken en dat dit dus een onvermeld pluspunt is, (bv dat er minder auto’s de binnenstad belasten en vervuilen)?
Antwoord
De afgelopen 2 maanden zien we weer een toename van het aantal uitgeschreven bonnen. Op dit moment zijn er circa 4.000 bonnen minder uitgeschreven (voor het niet betalen) dan vorig jaar. Mogelijk dat dit leidt tot minder werk voor de handhavers. Deze ontwikkeling wordt meegenomen in het strategisch personeelsmanagement planning (SPP)van V&L voor de komende 6 jaar. Eind 2012 is dit gereed. Het SPP zal ook de basis vormen voor de invulling van de efficiencytaakstelling van V&L
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
18
PROGRAMMA 13 BEHEER OPENBARE RUIMTE EN BUURTGERICHT WERKEN Vraagnummer
13.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Walmuren en vestingwerken. Het onderhouden preventief en correctiefpreventief, correctief) van de vestingwerken en walmuren. Minimaal gerealiseerde kwaliteitsniveaus (CROW) zijn B en C (voldoende kwaliteit en matige kwaliteit). Ten aanzien van de vestingwerken en walmuren is het uitgangspunt een duurzame en verantwoorde instandhouding. a. Welk ambitie heeft u bedacht voor de vestingwerken, matige of voldoende kwaliteit? b. Komt deze ambitie overeen met het verdrag dat we met zustervestingsstad Lille hebben afgesproken? Bent u zich ervan bewust dat de vestingwerken in de hoge fronten steeds meer vervallen raken en dat er in de begroting alleen geld is opgenomen voor de lage fronten, zodat het kwaliteitsniveau snel op minder dan matig uitkomt? Hoe gaat u de komende jaren dit verval in de hoge fronten tegen als er geen geld is gereserveerd?
Antwoord
Het onderhoudsniveau matig heeft betrekking op groenonderhoud /natuurbeheer en voldoende op het bouwkundig gedeelte. E.e.a. conform Vesting visie. In het project Septentrion is een samenwerking geweest met de stad Lille. Dit project heeft in 2004 plaatsgevonden. Hierbij is gezamenlijk geïnvesteerd aan een digitale informatievoorziening (in de vorm van een “carnet de ville” oftewel stedenboekje), het inrichten van een bezoekerscentrum, de restauratie van fort Sint Pieter en de aanwijzing als werelderfgoed op de Unescolijst. Over grootschalig onderhoud/restauratie van de Hoge fronten zijn geen afspraken gemaakt. Op basis van de Vestingvisie zijn er voldoende reguliere middelen beschikbaar om de hoge fronten op kwaliteitsniveau B voldoende, wettelijk veiligheidsniveau) te houden. Grootschalige restauratie is niet voorzien.
Vraagnummer
13.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Het onderhouden (preventief, correctief) van de groenvoorzieningen. We hebben afgelopen tijd gezien dat door het krappe budget het onderhoud zwaar te lijden had. Toch zijn er plannen om meer groen aan te leggen in de stad, hetgeen we uiteraard toejuichen. Hoe gaat u dat opvangen binnen het bestaande krappe budget?
Antwoord
Deze uitbreidingen zijn voor wat betreft daadwerkelijke areaaluitbreidingen niet op te vangen binnen de huidige budgetten. Indien het gaat om daadwerkelijk areaal uitbreidingen dient vanuit het project voorstellen gedaan te worden hoe de toekomstige beheer- en onderhoudskosten afgedekt worden.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
19
PROGAMMA 14 NATUUR, MILIEU, WATER EN AFVAL Vraagnummer
14.1
Fractie
SBM (ontvangen 1 november 2012).
Vraag
In de prognose financieel resultaat 2012 staat een voordeel opgenomen van 1,8 V voor wat betreft afval. Mag dit worden opgenomen in de exploitatierekening? Het betreft immers hogere opbrengsten. Is het niet zo dat de opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de kosten? Indien er sprake is van een overschot, moet dit dan niet worden teruggegeven aan de burger?
Antwoord
Uit de Afvalbegroting is in het verleden geld geleend van de Algemene Dienst om de invoering van de gemeentelijke restzak te kunnen financieren. De afvallening is nog niet volledig afbetaald. Indien uit jaarrekening 2012 weer een overschot voor 'Afval' vertoont, zal het college dit overschot aanwenden om de lening aan de Algemene Dienst af te betalen.
Vraagnummer
14.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
CNME.Conform besluitvorming in de raad is in 2012 gestart met het zoeken van een vervangende locatie voor het CNME. Deze vervangende huisvesting zal naar verwachting per 2013 worden gerealiseerd. a.Is de locatie nu bekend? b. Als de hoogte van de huurpenningen van de nieuwe locatie niet bekend is hoe kan dan gesproken worden over het feit dat de structurele bezuiniging van € 250.000 kan worden gerealiseerd? Hoe groot is volgens u het verschil tussen beide huren Statensingel en nieuwe locatie? c. “Bovenstaande maatregelen brengen eenmalige materiële en personele frictiekosten met zich mee. De materiële frictiekosten (verhuizing, verbouwing etc.) komen ten laste van het CNME De personele frictiekosten (uitkeringen en re-integratiekosten) worden door de gemeente gedragen” Hoeveel personeelsleden worden ontslagen en hoe kunnen de natuurgebieden nog goed onderhouden worden met zo weinig personeel? Zorgt u ervoor dat nieuw personeel via bepaalde regelingen in de plaats komen? d. Hoeveel kost de exploitatie om kinderboerderij Daalhof in stand te houden en hoeveel gaat de gemeente bijdragen? e. Wat is de hoogte van de verbouwings- en bouwkosten voor de Kinderboerderij en heeft het CNME wel de middelen hiervoor of past de gemeente bij?
Antwoord
a. Op dit moment wordt nog een aantal opties (waaronder de oude brandweerkazerne) onderzocht. Het college houdt u op de hoogte van de vorderingen. b. De opdracht van de raad is om de totale taakstelling te halen binnen in de begroting 2012 gestelde kaders (geen poortfunctie Frontenpark, omvorming kinderboerderij, minder publieksactiviteiten natuurtuinen). Binnen deze opdracht is er ook een taakstelling voor huisvesting. Deze is een van de uitgangspunten voor het zoeken naar een nieuwe locatie. c. Als gevolg van de bezuinigingen verdwijnen er structureel 3,8 fte bij het CNME. Het CNME draagt als werkgever primair de daarbij behorende verantwoordelijkheden los van de gemaakte afspraken m.b.t. frictiekosten. De gemeente Maastricht adviseert en begeleidt het CNME en de betrokken medewerkers indien wenselijk. Op het ecologisch beheer van de natuurterreinen wordt conform raadsbesluit niet bezuinigd daarmee is een
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
20
verandering in de staat van het onderhoud niet aan de orde. d. De gemeente draagt de volgende bedragen bij in de exploitatie: 2012 19.193 euro 2013 53.532 euro 2014 44.978 euro 2015 34.899 euro Vanaf 2016 zal er geen bijdrage meer plaatsvinden. Voor de volledigheid verwijzen wij u naar de separate brief over de doorstart van kinderboerderij Daalhoeve van 13 november. e. Begin 2012 is een inschatting gemaakt van de kosten als het CNME haar activiteiten van de Statensingel zou verplaatsen naar de kinderboerderij Daalhoeve. Hieruit bleek dat de kosten dermate hoog waren dat dit een onwenselijke ontwikkeling zou zijn. Dit is u medegedeeld in de raadscommissie SMM op 21 mei van dit jaar. Vervolgens is besloten om naar een alternatief te zoeken. In bovengenoemde antwoorden is reeds op ingegaan op de stand van zaken.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
21
PROGRAMMA 15 ALGEMENE INKOMSTEN EN UITGAVEN
Vraagnummer
15.1
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
De externe inhuur bedraagt per 1 september 2012 € 4,177 mln. In 2011 bedroeg de externe inhuur € 8,549 mln. Hoe groot is het bedrag aan externe inhuur voor de eerste 2 kwartalen van 2012?
Antwoord
Per 1 juli 2012 bedroeg de inhuur bijna € 2,9mln.; per 1 oktober is de stand € 4,7 mln.
Vraagnummer
15.2
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Gaarne inzicht in de hoge bedragen voor externe inhuur: Hoeveel fte’s betrof het en waar gaat het meeste geld nu naar toe? speciale projecten, om deskundigheid die wij niet in huis hebben, om onvoldoende personeel op een bep. terrein?
Antwoord
De meeste inhuur is vooral voor projecten en gaat om deskundigheid en/of capaciteit, die wij niet in huis hebben. Denk hierbij aan de fysieke projecten als de Tram Vlaanderen, Timmerfabriek en Poppodium, maar ook aan ICT projecten in het kader van het Nationale urgentieprogramma (INUP). Daarnaast wordt ingehuurd bij ziekte of om pieken in de werkzaamheden op te vangen. Dit laatste is aan de hand bij het Theater. Daar wordt horecapersoneel ingehuurd bij de buffetten. Maar ook bij evenementen worden verkeersregelaars ingehuurd. Ook bij de belastingcontroles is de inzet van derden onontbeerlijk. Ook werd ingehuurd bij de verstrekking van de paspoorten en naturalisaties. Om hoeveel fte het in totaliteit gaat is op korte termijn moeilijk aan te geven.
Vraagnummer
15.3
Fractie
LPM (ontvangen 5 november 2012).
Vraag
Afschaffen van het btw-compensatiefonds geeft ‘ontzettend veel organisatorisch gedoe en narigheid’. Zonder btw-verevening wordt gemeentelijke samenwerking, bijvoorbeeld in een RUD, heel lastig, voorziet de VNG-voorzitter. Hoe gaat de gemeente dit probleem tegemoet?
Antwoord
Niet alleen gemeentelijke samenwerking wordt lastig. Als de afschaffing van het btw-compensatiefonds doorgaat zullen ook veel investeringsprojecten zonder btw-compensatie moeten worden heroverwogen. De verwachting is dat de storting in het Gemeentefonds niet voldoende zal zijn om de kostenstijging op exploitatiebasis en op investeringenbasis gemeentebreed op te vangen. We zullen de VNG dan ook ondersteunen met de lobby om de afschaffing ongedaan te maken.
Beantwoording informatieve vragen marap 2012
22