Beantwoording artikel 38 vragen
Aan de PvdA fractie Ter attentie van mevrouw Suijker
directie/afdeling RO/RBA
telefoon
gouda
0182-588288
25 april 2016
contactpersoon J. de Heer
uw kenmerk
ons kenmerk 449
onderwerp artikel 38 vragen PvdA
verzonden
Geachte mevrouw Suijker, Op 10 april heeft u artikel 38 vragen gesteld over de vestiging van (extra) statushouders in Gouda. Hierbij ontvangt u van ons antwoord. Vraag 1: Hoe zag die taakstelling er in de jaren 2014 en 2015 voor Gouda uit en hoe ziet die taakstelling er voor het jaar 2016 en 2017 uit? Antwoord: De taakstelling voor de huisvesting van statushouders voor de afgelopen jaren bedroeg: 2013: 45 personen; 2014: 66 personen; 2015: 122 personen. De taakstelling wordt per half jaar opgelegd. Voor de eerste helft van 2016 (tot 1 juli) bedraagt de taakstelling 85 personen. Voor heel 2016 zal de taakstelling op basis van de landelijke raming naar verwachting 183 personen bedragen. De taakstelling voor 2017 is nog niet bekend/niet te ramen. De gemeente heeft altijd aan deze taakstelling kunnen voldoen. Vraag 2: Acht het college het op lokaal niveau niet ook wenselijk dat Gouda een extra inspanning levert aan de opvang van statushouders/vergunninghouders, die nu nog geen sociale huurwoning toegekend hebben gekregen en nu nog wonen in een AZC elders in Nederland? Antwoord: De aan Gouda toebedeelde taakstelling huisvesting vergunninghouders komt nu vrijwel geheel voor rekening van de twee grootste woningcorporaties in Gouda: Mozaïek Wonen en Woonpartners MiddenHolland. De taakstelling legt een steeds groter beslag op hun vrijkomende sociale huurwoningen. Het leveren van een extra inspanning door meer vergunninghouders dan onze taakstelling te huisvesten, verkleint de kansen voor andere urgente en reguliere woningzoekenden op een sociale corporatiewoning. Dit achten wij onwenselijk.
Postbus 1086, 2800 BB Gouda telefoon 14 0182 e-mail
[email protected] website www.gouda.nl
Vraag 3 en 4: Wat vindt u van het gemeentelijk versnellingsarrangement? En is het college gezien de huidige taakstelling in de Huisvestingswet voornemens gebruik te maken van dit aanbod van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om extra statushouders te vestigen binnen Gouda? Antwoord: Per 1 januari 2016 is het Gemeentelijk VersnellingsArrangement (GVA) ingevoerd ter vervanging van de Gemeentelijke Zelfzorgarrangementen. Hierbij gaat het om tijdelijke huisvesting van vergunninghouders totdat definitieve plaatsing in een reguliere woning binnen de gemeente mogelijk is. Alleen niet-reguliere woonruimte komt hiervoor in aanmerking zoals hotels, B&B, huisjes op een vakantiepark en (bestaande) onzelfstandige woonruimten waarbij keuken, douche en wc met anderen worden gedeeld. De volgende regels zijn van toepassing op het GVA: • Permanente reguliere huisvesting kan hiervoor niet worden ingezet. • Het GVA geldt voor een maximale duur van 24 maanden. Daarna valt de vergunninghouder volledig onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. • De huisvesting is sober van aard. • Het GVA geldt in principe van 1 januari 2016 tot 1 januari 2017, of tot er maximaal 10.000 vergunninghouders gebruik van gemaakt hebben. • Tijdelijke huisvesting met GVA telt mee voor de taakstelling. • De gemeente krijgt een vergoeding van € 50 per week per volwassene en € 25 per week per kind. De vergunninghouder betaalt geen huur aan de gemeente. • De vergunninghouder krijgt zak- en kleedgeld van het COA, en kan geen bijstandsuitkering aanvragen. • De gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting van de woonruimte en de maatschappelijke begeleiding en ondersteuning. De volgende belangrijke nadelen kleven volgens ons aan het GVA: 1. Beschikbaarheid panden twijfelachtig; het gaat om tijdelijke huisvesting in niet-reguliere huisvesting. Er zijn geen signalen dat in Gouda sprake is van onbezette hotels, B&B’s, huisjes op vakantieparken en leegstaande woonruimten waarbij keuken, douche en wc gedeeld wordt met anderen. 2. Kortdurend effect: de regeling loopt tot 2017 en heeft slechts een kortdurend effect. 3. Beperkte bruikbaarheid: huisvesting via GVA is minder geschikt voor gezinnen met (kleine) kinderen. Vooral voor gezinnen met kinderen is het belangrijk dat ze meteen een vaste woonplek krijgen. Alleen zo kunnen zij zich binden aan en integreren in een buurt. 4. Tijdelijke oplossing: de gemeente moet binnen twee jaar alsnog reguliere huisvesting beschikbaar hebben. In de tussentijd moet er voldoende aanbod sociale huurwoningen vrijkomen of bijgebouwd worden. Voor (extra) woningbouw is vaak een langere adem nodig. En anders gaat het ten koste van de kansen voor andere urgent en regulier woningzoekenden om een sociale huurwoning te vinden. 5. Onzekere dekking kosten: de kosten van inrichting en maatschappelijke begeleiding en ondersteuning komen voor rekening gemeente waarbij niet op voorhand duidelijk is of de vergoeding volstaat. Wij zijn dan ook vooralsnog niet voornemens om het GVA actief toe te passen binnen onze gemeente. Vraag 5: Heeft u als u voornemens bent een andere meer duurzame oplossing te gebruiken, zoals de PvdA ook nastreeft, hierover ideeën en zo ja welke? Antwoord: We streven naar duurzame oplossingen binnen de bestaande huisvestingskaders. Vergunninghouders zien wij bij voorkeur gehuisvest in reguliere zelfstandige woningen. Voor de realisatie van onze taakstelling huisvesting vergunninghouders gebruiken wij vooral de volgende instrumenten. 1. Urgentie verlenen: vergunninghouders hebben urgentie voor woningtoewijzing door corporaties.
pagina 2
2. Prestatieafspraken maken met woningcorporaties: met de woningcorporaties Mozaïek Wonen en Woonpartners Midden-Holland hebben wij afgesproken dat we jaarlijks volumeafspraken maken over (zelfstandige en onzelfstandige) huisvestingsmogelijkheden voor vergunninghouders en dat we de vraag monitoren. 3. Sociale huurwoningen (laten) bouwen: in de Woonvisie Gouda 2015-2020 is de gewenste differentiatie voor nieuwbouw in de periode 2015-2024 opgenomen. Waar mogelijk zal het college de ruimte die de provincie biedt voor extra sociale huurwoningen vanwege de te verwachten toename van de druk op de sociale huurmarkt zo veel mogelijk benutten. De eerste jaren zal de uitbreiding van de voorraad sociale huurwoningen maar mondjesmaat zijn, omdat vanwege wijkontwikkeling ook een aantal bestaande sociale huurwoningen wordt gesloopt. Daarnaast zetten we conform de Woonvisie Gouda 2015-2020 in op doorstroming naar koopwoningen en geliberaliseerde huurwoningen, opdat er sociale huurwoningen vrij komen voor lagere inkomensgroepen. 4. Transformeren voormalig zorgvastgoed en leegstaande kantoren naar wonen. Op logische plekken willen we kansen voor woningbouw in vastgoed dat zijn oorspronkelijke functie heeft verloren benutten. Het gaat dan om leegstaand vastgoed in de binnenstad en in of direct aansluitend op bestaande woonwijken, Het college wil kansrijke initiatieven zo veel mogelijk faciliteren. Deze initiatieven beoordelen we ook op de mate van kleinschaligheid en passendheid in de (woon)omgeving. Voor de invulling ervan denken wij ook aan alternatieve woonvormen voor urgent woningzoekenden. Het college zal initiatieven voor transformatie van (langdurig) leegstaand (zorg)vastgoed naar wonen welwillend tegemoet treden. Daarvoor zal het college de ruimte die de provincie biedt voor extra sociale huurwoningen, zo veel mogelijk benutten. Waar dit zinvol is, zal de gemeente de subsidiemogelijkheid uit het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom onder de aandacht brengen bij ontwikkelende partijen. 5. Gesprek voeren met particuliere verhuurders. Voor de huisvesting van vergunninghouders doen we nu nog geen expliciet beroep op het vrijkomend aanbod sociale huurwoningen van particuliere verhuurders. In 2016 zullen wij in gesprek gaan met enkele grotere particuliere verhuurders met als doel om -binnen onze uitgangspunten -afspraken te maken over de huisvesting van enkele vergunninghouders in de particuliere huursector. Onze huisvestingsverordening biedt geen instrument dit aan particuliere verhuurders dwingend op te leggen omdat de rangordebepaling in de huisvestingsverordening alleen geldt voor woningcorporaties. Particuliere huurders hebben meer vrijheid om woningzoekenden te selecteren behoudens passendheid qua inkomen. In Gouda is de voorraad sociale huurwoningen van particuliere verhuurders circa 10%. 6. Gesprek voeren met buurgemeenten. Artikel 29 lid 2 van de Huisvestingswet 2014 biedt de mogelijkheid om als gemeenten regionaal de taakstellingen onderling her te verdelen mits de regionale taakstelling in tact blijft. Van een inzet naar een dergelijke herverdeling is nu nog geen sprake. In regionaal verband spreken we regelmatig over de voortgang in het huisvesten van statushouders. De inliggende gemeenten verwachten alle de taakstellingen te blijven kunnen vervullen. Zodra het beoogde asielzoekerscentrum in Gouda daadwerkelijk de deuren opent, is het college voornemens in de gesprekken met de regio voor te stellen - en als bespreekpunt met het COA op te nemen - dat de statushouders uit het Goudse AZC zoveel mogelijk in de regio Midden-Holland gehuisvest zullen worden, overeenkomstig de taakstelling van de inliggende gemeenten. Naar de opvatting van het college worden hiermee, meer dan in de huidige systematiek, de kansen op een geslaagde inburgering en inwoning voor de doelgroep en de omgeving verbeterd. Men heeft immers al geruime tijd kennis kunnen maken met Gouda, de Goudse samenleving en de nabije omgeving van Gouda.
De beantwoording van deze artikel 38 vragen heeft 3 uur gekost.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Gouda, de secretaris, de burgemeester,
pagina 3
Drs. S. Meijs
Dr. M. Schoenmaker
pagina 4
1. Minuut Rogier Tetteroo RBA: Joke de Heer RBA Brenda de Geus
pagina 5