COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2007 - 05 Verslag van de driehonderdzevenendertigste vergadering, gehouden op dinsdag 13 maart 2007 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
de voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, M. van Goor, D. Lambert, K. Ottenheym, R. van Wylick en I. Wijgh, B. van Santen (afd. Monumenten), Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris), A. Bos (Bureau CWM) en I. Bakhuis (verslag). V. Yanovshtchinsky (lid), W. Smits (afd. Stedenbouw), en J. Koning (secretaris).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 februari 2007
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
Bouwplannen Hagesteinstraat Marislaan Berlagestraat 48 Noordzeestraat 20 Kanaalweg/Everard Meijsterlaan/Verlengde Mozartlaan – Cereolterrein Willemsplantsoen 1C David Ben Goerionstraat 51 Papyrusdreef 28
E. E1 E2
Nagekomen plannen Oudegracht 297 Linnaeuslaan 1
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 08-03-2007
G.
Reclames
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d, 13 maart 2007
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Inzake de planontwikkeling voor het Cereolterrein (agendapunt D5) zijn een verslag van het Q-team en de schriftelijke weergave van de inspraakreacties van de Stichting Open Oog (in Al) en USINE uitgereikt.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 27 februari 2007 Het verslag wordt vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (O)
Bouwplannen Hagesteinstraat Principeplan nieuwbouw 41 eengezinswoningen en 12 appartementen Aanvraag: Bouwfonds en AM Wonen Ontwerp: Cita Architecten Architect Cornelissen licht het plan toe. Deze invullocatie ligt in Hoograven. Kenmerkend voor de bestaande bebouwing in de omgeving zijn de eenvoudige, repeterende blokken met afwijkende hoeken en een verbijzondering in het midden. Overeenkomstig de stedenbouwkundige randvoorwaarden sluit het bouwplan aan op de bestaande typologie. De lintbebouwing van de Hooft Graaflandstraat, met erkers en overstekken en verbijzonderingen op de koppen en in het midden, zijn overgenomen. Om te kunnen voldoen aan de parkeernorm is parkeerruimte gerealiseerd op het binnenterrein. De inrit ligt aan de Duurstedelaan, grenzend aan de open structuur van het nieuwe Hoograven. Achtertuinen en parkeerplaatsen worden gescheiden door een combinatie van bergingen en een doorlopende pergola. Voor de hoek met de Karperstraat is een woningtype ontworpen van drie verdiepingen met kap. Deze woningen hebben een woonfunctie met terras op het zuiden op de eerste verdieping. Deze hoekinvulling vormt de overgang naar een hoger bouwtype voor starterswoningen, met een gootlijn op een hoogte van 8,20 meter. Dakkapellen voor de voor- en achterzijde van de bouwblokken en een achteraanbouw voor de woningen zijn als optie ontworpen. Conclusie De stedenbouwkundige opzet en de massaopbouw voegen zich goed in dit gebied. Erkend moet worden dat het noodzakelijk is parkeren in het binnengebied op te lossen. Hierdoor zullen bewoners en bezoekers de woning overwegend aan de achterzijde benaderen. Door te anticiperen op de behoefte aan een tochtportaal, kan worden voorkomen dat bewoners eigen bouwsels aan de woning toevoegen. Omdat een optionele aanbouw niet afdwingbaar is, verdient het de voorkeur een eenduidige oplossing in het plan te verwerken. Verder wordt de architect in overweging gegeven pannendaken in overeenstemming te brengen met de omgeving en de zwarte pannen te vervangen door rode. De commissie keurt de hoofdlijnen van de planopzet goed en wacht de doorwerking af.
D2 (O)
Marislaan Principeplan uitbreiding Kohnstammschool Aanvraag: Gemeente Utrecht DMO Ontwerp: Van Hoogevest Architecten Architect Kuiper geeft een toelichting. Het schoolgebouw dateert uit de jaren vijftig. Dit heeft geen monumentale status, maar is wel bijzonder, als een van de weinige halobjecten in Utrecht, waarbij lokalen rondom een hoge ruimte zijn gelegd. De school wordt uitgebreid van 7 naar 17 lokalen, waarbij dependances op één locatie worden samengebracht. Het complex vormt een eiland, omgeven door groen. Het bestaande schoolgebouw wordt ongemoeid gelaten. Een gebouw met eenzelfde opbouw, maar in een eigentijdse vormgeving wordt er naast geplaatst en door een glazen, schuin toelopend element met de bestaande school verbonden. De nieuwbouw krijgt vier ingangen. Leerlingen hebben toegang tot twee lokalen op de begane grond en twee lokalen op de verdieping. Deze opzet is ontleend aan het Jenaplansysteem; groepen werken geclusterd rond een centrale ruimte. De buitenruimte voldoet ruimschoots aan de norm. In samenhang met de ingangen ontstaan er aparte buitenruimten voor peuters/kleuters, en de onder- en bovenbouw van de basisschool, maar deze worden niet fysiek gescheiden.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
2
Conclusie De commissie reageert positief op de hoofdlijnen van de planopzet. De maatverhoudingen en de architectuur verstaan zich goed met het bestaande gebouw. Echter, de schuine belijning van de verbinding tussen het oude en het nieuwe deel past niet in de orthogonale structuur. Zowel qua vormgeving als qua transparantie verdient deze verbinding nadere studie. De keuze voor een schuin naar binnen oplopend lessenaarsdak boven de leslokalen ligt in deze situatie niet voor de hand. Deze beperkt de lichttoetreding in de centrale ruimte. Een industrieel sheddak boven de centrale ruimte zou het geheel een optimistischer en lichter uitstraling kunnen geven. De commissie wacht de doorwerking af. D3 (O)
Berlagestraat 48 BV2064197 Bouwaanvraag voor de nieuwbouw van 80 appartementen voor studenten na sloop van een bedrijfsgebouw Aanvraag: Thesis Projecten Ontwerp: Architectenbureau 3B (Zie notulen 19/12/ 2006) De commissie heeft het eerste ontwerp afgekeurd, omdat de eigenheid van het binnengebied en de buitenzijde hierin niet voldoende tot uitdrukking kwam en het plan te weinig rekening hield met de toekomstige situatie, waarin het bedrijfsgebouw in het plan wordt betrokken. De aanvrager licht toe dat het thans voorliggende plan de toekomstige situatie toont, waarin studentenhuisvesting in drie blokken wordt vormgegeven. De aanvraag betreft de realisering van twee blokken. Voor de bouw van het derde blok, na de sloop van het bedrijfsgebouw, wordt te zijner tijd een afzonderlijke bouwaanvraag ingediend. Een optie is dit derde blok van een extra bouwlaag te voorzien, maar de afdeling Stedenbouw heeft zich hierover niet enthousiast getoond. Parkeerplaatsen liggen haaks op het eerste blok. Na realisering van het derde blok kunnen hier voldoende parkeerplaatsen worden toegevoegd om te voldoen aan de parkeernorm voor studentenhuisvesting (0,2). Deze invulling is een voortzetting van het ontwerp dat eerder is voorgelegd. Conclusie De architectonische vormgeving is aanmerkelijk verbeterd, al blijft de woonkwaliteit van deze eenheden uiterst beperkt. De aanvraag voor deze eerste fase is akkoord. Voor de tweede fase is de commissie het meest bezorgd over de parkeeroplossing. In de beginsituatie resteert er voldoende ruimte voor groen en behouden de eenheden op de begane grond voldoende uitzicht en lichttoetreding, maar na realisering van het derde blok aan de zijde van de Amsterdamsestraatweg (een volgende fase) verandert die situatie ingrijpend; bouwblokken raken dan ingeklemd tussen een extra woningblok aan de Amsterdamsestraatwegzijde en parkeervoorzieningen aan de Berlagestraatzijde. In deze dichtheid werken parkeervoorzieningen verloedering in de hand. Een oplossing zou kunnen worden gevonden in een haag tussen de gevel en de parkeerhavens en het optillen van het derde bouwblok, waardoor ruimte ontstaat voor een parkeervoorziening onder de woningen. De commissie ziet een verdere uitwerking van het ontwerp van de tweede fase tegemoet.
D4 (O)
Noordzeestraat 20 (Gemeentelijk monument) BV2066609 Bouw- en sloopaanvraag voor het verbouwen van een schoolgebouw in een activiteitencentrum en kinderdagverblijf Aanvraag: Gemeente Utrecht OGU Ontwerp: Utrechtse Samenwerking Architecten Architect Huizinga geeft een toelichting. Het oude schoolgebouw wordt geschikt gemaakt voor de inpassing van buurtvoorzieningen. De structuur van het gebouw en de constructieve elementen blijven behouden. De kozijnen worden opgeknapt, waarbij lexaan wordt vervangen door gelaagd helder glas. De zolder van het hoofdvolume wordt niet in gebruik genomen. De zolder van de zijaanbouw wordt ingericht voor groepsactiviteiten. Met het oog op de daarvoor benodigde daglichttoetredeing worden de dakramen vervangen door een glasstrook, die onder de pannenlijn komt te liggen en de horizontaliteit van het dak intact laat.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
3
De architect is niet direct betrokken bij het plan een kunstwerk aan het plafond in de centrale hal te hangen. Mogelijk moet de balkenstructuur daarvoor worden verstevigd. Hiervoor zal dan een afzonderlijke monumentenaanvraag worden ingediend. Afdeling Monumenten De afdeling is content met de respectvolle aanpak, maar adviseert negatief over de glasstrook in het dak van de zijaanbouw, die rond de hoek wordt doorgezet. Conclusie De commissie is verheugd dat het monumentale schoolgebouw een nieuwe functie krijgt. Zij is ingenomen met de zorgvuldige planaanpak, die de structuur in stand laat. De glasstrook in het dak van de zijaanbouw acht de commissie aanvaardbaar. Deze oplossing is zorgvuldig gedetailleerd en gaat met respect om met het monumentale karakter van het schoolgebouw. Door deze architectonische ingreep in de kap wordt het plan behoed voor een grote rij van Veluxdakvensters. Het plan wordt goedgekeurd. D5 (B)
Kanaalweg/Everard Meijsterlaan/Verlengde Mozartlaan – Cereolterrein (Rijksmonument) Behandeling ontwerp buitenruimteplan + principeplan verbouw van het Cereolcomplex met nieuwbouw appartementen, een parkeervoorziening, een bibliotheek, een theaterzaal met verschillende sociaal-culturele voorzieningen + nieuwbouw Verlengde Mozartlaan met woningen en een appartementengebouw + een appartemententoren langs de Kanaalweg Aanvraag: Kanaal State (Hermans en Blauwhoed), Gemeentebibliotheek, Portes en Het Wilde Westen Ontwerp: IBU, AWG Architecten, Inbo Architecten, architectenbureau Hoogeveen en Architectenbureau Cees Vellekoop (Zie notulen van 23/05, 20/06 en 05/12 2006) Inspreker de heer Bakker vertegenwoordigt de Stichting Open Oog (in Al). Evenals 500 bewoners die bezwaar hebben gemaakt tegen het voorontwerpbestemmingsplan SOL vindt de stichting de geplande hoogbouw aan de Everard Meijsterlaan, aan de rand van het park, onaanvaardbaar. De heer Bakker vraagt de commissie met klem dit bezwaar serieus te betrekken in de beoordeling van de plannen voor het Cereolterrein. De heer Van den Berg is bewoner van Oog in Al en tevens architect. Hij heeft een adviserende rol in de stichting. Hij stelt voorop dat bewoners de herontwikkeling van het fabrieksterrein toejuichen. Na de aankoop van het Cereolterrein heeft de gemeente bekendgemaakt dat de herontwikkeling een voortzetting zou zijn van Oog in Al. Daar beantwoordt het ontwerp echter niet aan. De sfeer in de wijk wordt bepaald door de kleinschalige en zorgvuldig gedetailleerde bebouwing. De nieuwbouw laat een schaalsprong zien, waarin het aan deze kenmerken ontbreekt. Een gebouw van acht verdiepingen aan de Everard Meijsterlaan is van grote invloed op de beleving van de wijk. Het Cereolterrein wordt een wezensvreemde enclave in de wijk, die zich afkeert van de ontwerpuitgangspunten van Berlage, waarin de openbare ruimte zich uitstrekt tot aan privé-ruimten. De heer Van den Berg meent dat het ontbreekt aan een coördinerende rol van de afdeling Stedenbouw, waardoor te weinig tegenwicht wordt gegeven aan deze wijze van plannen en bouwen. Een gedetailleerde beschrijving van de visie van de heer Van den Berg is tezamen met de schriftelijke reactie van de Stichting Open Oog (in Al) uitgereikt. De voorzitter interpreteert de bijdrage van de Stichting Open Oog (in Al) als een protest tegen het stedenbouwkundig kader. Voor de herontwikkeling van het Cereolterrein zijn een stedenbouwkundig plan en een beeldkwaliteitsplan opgesteld. In die fase is ervoor gekozen een ontwikkeling mogelijk te maken die een uitzondering vormt op de structuur en opzet van de wijk. Genoemde documenten zijn vastgesteld en vormen het beoordelingskader voor de commissie. Deze krijgen een juridische vertaling in het bestemmingsplan. De heer Van den Berg zegt dat de kwaliteit van de uitwerking en het effect daarvan op de wijk moeten blijken uit de concrete plannen. Bewoners hebben ook bij de presentatie van het stedenbouwkundig plan vragen gesteld over de uitgangspunten en hebben bezwaar gemaakt tegen het voorontwerpbestemmingsplan. De voorgestelde bouwhoogte maakt inbreuk op de bestaande situatie. Inspreker de heer Buiter vertegenwoordigt de Utrechtse Stichting voor Industrieel Erfgoed (Usine). De stichting juicht het hergebruik van het rijksmonument toe en vindt het een
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
4
goede keuze dit te omringen met nieuwbouw, waarin de contouren van het fabriekscomplex herkenbaar zijn. Het centrale plein voor het rijksmonument bij het water baart de stichting echter zorgen. Waardevolle elementen in de omgeving zijn onvoldoende benut in de inrichting van het plein. De stichting voorziet dat dit een kaal en doods plein wordt met risico's voor de sociale veiligheid. Het toevoegen van appartementen op het rijksmonument, roept vragen op over de beeldkwaliteit. Verder vreest de stichting dat de massaliteit van de nieuwbouw een zware slagschaduw op het rijksmonument zal werpen. Het is een goede keuze het silogebouw uit 1932 te bewaren. Dit draagt bij aan de diversiteit van het gebied. Usine is graag bereid mee te denken over de gebruiksmogelijkheden van de hogere verdiepingen. Wellicht bieden de creatieve toepassingen die voor soortgelijke gebouwen zijn ontwikkeld in Duitsland hiervoor aangrijpingspunten. Ten slotte pleit de heer Buiter ervoor het complex een origineler naam te geven dan "Meijsters Buiten". Een verwijzing naar de industriële geschiedenis van deze locatie zou meer op haar plaats zijn. Ontwerp buitenruimte – toelichting door de heer Van der Zande (IBU) De Mozartlaan wordt verlengd en afgemaakt in de sfeer van de wijk. De sloop van een groot deel van het TPG-terrein maakt het mogelijk Park Oog in Al naar de nieuwbouw door te trekken. Het profiel van de Kanaalweg blijft ongewijzigd. Dit is geen doorgaande weg, maar is wel toegankelijk voor bestemmingsautoverkeer. Langs het kanaal worden parkeerplaatsen toegevoegd. Op een optimalisatie daarvan wordt nog gestudeerd. Tussen het kanaal en het rijksmonument wordt een plein gevormd. Dit wordt benaderd als fabriekserf en vormt het voorterrein van de nieuwe openbare functies in het rijksmonument. Het plein krijgt een mooie bestrating met natuurstenen banden. Om auto's te mijden, wordt aan de zijde van de Kanaalweg een insnede gemaakt en wordt het plein circa 20 cm verdiept. Dit verlaagde deel kan worden gebruikt voor evenementen die samenhangen met de functies in het rijksmonument. De linden langs het kanaal en bij het sluizencomplex worden ter hoogte van het plein niet doorgezet, om het monument niet aan het zicht te onttrekken. Het profiel van de Everard Meijsterlaan verandert. Deze wordt afgesloten voor doorgaand verkeer en de parkinrichting – met voetpaden – wordt doorgetrokken tot aan de Mozartlaan. Alleen het eerste deel van de Meijsterlaan is toegankelijk voor autoverkeer naar de parkeergarage. De hoogte van Oog in Al varieert van 1,75 meter boven NAP bij het water tot 2,50 meter boven NAP bij de brug. Gemiddeld ligt de wijk op een hoogte van 2,10 meter boven NAP. De nieuwbouw op het Cereolterrein komt op eenzelfde vloerpeil te liggen als de overige bebouwing. Het dek op de parkeerbak krijgt een hoogte van 3,70 meter boven NAP. Aan het hoogteverschil met de openbare ruimte is een maximum gesteld van 1,40 meter. Daarom wordt het maaiveld verhoogd. Technisch is er geen beletsel om hieraan uitvoering te geven. Op het complex worden heesters en bomen geplant, in lijn met de inrichting van het park. Bosschages aan de rand van het park worden uitgedund om het zicht op het complex te waarborgen. Voorgesteld wordt de inrichting en erfafscheiding van uit te geven terrein – rondom de voormalige villa's – te laten aansluiten bij de inrichting van de buitenruimte. Digitale maquette – presentatie door Blauwhoed Er wordt een digitale maquette getoond – zowel in vogelvlucht als op ooghoogte – die de schaal en samenhang van de afzonderlijke planonderdelen weergeeft. Nieuwbouw Verlengde Mozartlaan – toelichting door de heer van Gils (Inbo) De bebouwing aan de Mozartlaan bestaat uit blokken van twee lagen met kap, met een doorlopende strook dakkapellen. Aan de Verlengde Mozartlaan worden woningen en appartementen gerealiseerd. De woningen bestaan uit drie lagen met kap. Parkeren is aan de achterzijde opgelost, in de vorm van carports van metselwerk met hout. Gemetselde muurtjes met groen vormen de erfafscheiding van de voortuinen. Elementen uit de bestaande bebouwing – zoals dakoverstekken en erkers – zijn overgenomen, maar hebben een eigentijdse vertaling gekregen. Een afwijkende hoekoplossing vormt de overgang naar het appartementenblok van vier lagen met kap. De toegang naar de parkeergarage onder het appartementengebouw ligt in de hoek van het gebouw. Groen onttrekt de bedrijfsgebouwen aan de Kanaalweg aan het zicht.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
5
Tankappartementen – toelichting door de heer Hoogeveen Bij de vorige planbehandeling heeft de commissie kritiek geuit op de overheersende horizontaliteit, waardoor het ontwerp te veel neigde naar een ronde woontoren en te weinig verwees naar de basisvorm van een tank. Op grond van nadere studie zijn ontwerpuitgangspunten geformuleerd en uitgewerkt. De belangrijkste zijn dat een tank eenvoudig en eenduidig is vormgegeven, zowel qua vorm als schaal, en geen plint heeft. Twee cilinders zijn in elkaar geschoven, met herkenbare scherpe scheidingen. De gewenste schaalgrootte is bereikt door twee verdiepingen te koppelen (5 x 2 en 4 x 2) en te onderscheiden met horizontale banden. Hierin is een verfijning aangebracht met een verticaal profiel (zwartepietenkraag), dat in de afzonderlijke volumes doorloopt. Ten behoeve van de daglichttoetreding zijn de penanten afgeschuind. Het geheel wordt bekleed met glazen panelen, waar nodig met een coating aan de binnenzijde. Installaties zijn niet zichtbaar. De dakopbouw is een extra verdieping voor het bovenste appartement. Verbouw Cereolcomplex – toelichting door mevrouw De Ruijter (AWG) Studie naar het grondwaterpeil heeft ertoe geleid dat de ligging van de parkeerbak is gewijzigd. Niveauverschillen met de openbare ruimte zijn teruggebracht tot 1,40 meter. Gedeeltelijk is dit landschappelijk opgelost door een naar de bebouwing oplopend maaiveld, gedeeltelijk is hieraan een gebouwde invulling gegeven, met gemetselde muren en trappen die tevens het onderscheid in openbare en semi-openbare ruimte markeren. De nieuwbouw wordt opgebouwd uit metselwerk in verschillende, maar aan elkaar verwante tinten, als zou het complex in verschillende fasen zijn ontstaan. De schoorsteen is in het ontwerp behouden, maar trappen en liften zijn vervallen. Het gebouw aan de zijde van de Everard Meijsterlaan vormt een contrast met de kleinschaligheid van de bestaande bebouwing. Dit contrast is verzacht door de bouwhoogte aan de zijde van de bestaande bebouwing te beperken tot zes lagen, in afwijking van het masterplan, en deze getrapt te laten oplopen naar acht bouwlagen. Sociaal-culturele voorzieningen – toelichting door de heer Vellekoop De afgelopen periode is studie verricht naar de inpassing van het programma in het rijksmonument. Daarvoor zijn verschillende modellen ontwikkeld en de voorkeur van de afdeling Monumenten, het Q-team, de ontwerper en AWG gaat uit naar model X4. Dit houdt in dat de bibliotheek wordt gevestigd in het lage deel uit 1908 en dat de theaterzaal wordt gerealiseerd op de eerste en tweede verdieping van het bouwdeel uit 1909. Wel vereist dit een doorbraak in de vloerconstructie. Dit model lost ook het vraagstuk omtrent de kwaliteit van de woningen in de oksel van het gebouw op. Luiken sluiten daglicht buiten of laten daglicht toe, afhankelijk van het type activiteit, en hebben tevens een geluiddempende werking. Met de bibliotheek is nog overleg gaande over de voorgestelde inpassing. Aanvankelijk was de silo in beeld voor ontvangsten en publieksactiviteiten van de bibliotheek, maar deze leent zich beter voor de functie van jongerensoos. In het voorkeursmodel kan het souterrain voor activiteiten van de bibliotheek worden benut. Publieksfuncties – zoals het theatercafé en de leeszaal – komen aan het voorplein te liggen, waardoor de levendigheid wordt vergroot. Een serre op de hoek van het gebouw biedt ruimte aan sociaal-culturele functies en maakt deze van buitenaf herkenbaar. De poort kan een functie krijgen als doorgang naar het achtergebied. Deze blijft afsluitbaar en zal alleen geopend zijn tijdens openingsuren van de voorzieningen. Conclusie - Planopzet Zoals aangegeven, vormt het stedenbouwkundig plan het beoordelingskader voor deze ontwikkeling. In het stedenbouwkundig ontwerp is de keuze gemaakt de Mozartlaan door te trekken in de sfeer van de bestaande wijk, maar het voormalige fabrieksterrein als vrijliggende enclave in het park te laten contrasteren met de sfeer en structuur van de wijk. Typerend voor de industriële architectuur is dat een beperkt aantal elementen zich herhaalt. De schaalsprongen en de afwezigheid van details vloeien voort uit de verwijzing naar de industriële historie van het terrein en benadrukken het contrast met andere delen van de wijk.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
6
- Buitenruimte Het is voorstelbaar met het plein vrij zicht op het monument te creëren, maar het verdient de voorkeur het plein "in te pakken" door de laanbeplanting aan de Kanaalweg naar het plein door te trekken. Dit werkt verrassend en vergroot de intimiteit van het plein. Ook de parkeerruimte aan de Kanaalweg kan hierdoor een meer vanzelfsprekende inpassing krijgen. Een vraag is of een niveauverschil van 20 cm voldoende is om het plein vrij te houden van verkeer. Het is een goede keuze om het profiel van de Everard Meijsterlaan te wijzigen en hier een parkachtige omgeving te creëren in afwijking van de laanbeplanting die elders in de wijk gebruikelijk is. De combinatie van de toegang tot de parkeerruimte en voetpad moet zorgvuldig worden vormgegeven. Erfafscheidingen dienen nadrukkelijk te worden betrokken in de uitwerking van het landschapsplan, evenals de technische aspecten van de verhoging van het landschap en de detaillering in de inrichting. Op hoofdlijnen is het plan akkoord. - Verlengde Mozartlaan Ten opzichte van het eerste ontwerp is de architectonische uitwerking sterk verbeterd. De overgang van grondgebonden woningen naar de appartementen is logischer geworden en het oorspronkelijk idioom is op een goede manier vertaald in een eigentijdse vormgeving. Evenwel doet de schaalvergroting in de toepassing van oorspronkelijke elementen af aan de horizontaliteit van de woningen, waardoor een hybride beeld ontstaat. Vooral de grote verticale raamopeningen in de voorgevel zijn atypisch voor deze architectuur en doen gekunsteld aan. Deze zullen bewoners bovendien aanleiding geven hun privé-situatie af te schermen, waardoor een rommelige situatie kan ontstaan. Een zeer zorgvuldige detaillering zal het bestaansrecht van deze invulling moeten bewijzen. De gescheiden ontsluiting van de parkeervoorzieningen voor de woningen en de appartementen roept twijfels op. - Tankappartementen De verwijzing naar een industrieel gebouw rechtvaardigt deze extreme massa op deze plek, mits krachtig uitgewerkt. In deze vorm ontkracht de dakopbouw de industriële uitstraling. Deze moet ofwel achterwege worden gelaten ofwel anders worden opgelost. Ook de materialisering vergt nadere studie; voorkomen dient te worden dat een grof beeld ontstaat, ook al wordt dit enigszins verzacht door de profielen die over de gehele gevel worden doorgetrokken. Een zorgvuldige uitwerking van de entree is noodzakelijk. - Totaalbeeld Het silhouet dat de hoge gebouwen tezamen vormen, is nog onduidelijk. Mogelijkheden om een uitgebalanceerd en krachtig ensemble te creëren kunnen beter worden benut. De commissie heeft behoefte aan een maquette die de verhoudingen van de hoge gebouwen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de omgeving goed in beeld te brengen en inzicht geven in mogelijke verbeteringen. - Verbouw Cereolcomplex Het is begrijpelijk dat op grond van financiële overwegingen is besloten de nieuwbouw minder diep in het landschap te leggen, maar het gevolg hiervan is dat hoogteverschillen met diverse middelen moeten worden overbrugd. Trappen en treden komen dicht bij de bebouwing te liggen, hetgeen ten koste gaat van de ruimtewerking. Hiermee moet zeer zorgvuldig worden omgegaan, om een rommelig geheel te voorkomen. De strakke lijnen moeten niet worden doorbroken. Het is een goede keuze de overgang van de nieuwbouw met de bestaande structuur van de wijk te verzachten door de hoogbouw geleidelijk te laten oplopen. De commissie is verheugd dat de schoorsteen in het plan is behouden, maar zij plaatst vraagtekens bij de witte top. - Sociaal-culturele voorzieningen De commissie kan zich vinden in het voorgestelde model, maar haars inziens verdraagt het monument geen toevoeging op de hoek bij het plein. Het is aan de architect om de commissie aan de hand van nadere studie te overtuigen van het bestaansrecht hiervan. Hetzelfde geldt voor de hardglazen entree. Afgezien van genoemde attentiepunten heeft de commissie waardering voor de planaanpak. Een belangrijke kwaliteit hiervan is dat deze nadrukkelijk refereert aan de industriële geschiedenis van deze locatie. Deze omgeving verdraagt deze schaalvergroting en de contrastwerking met de bestaande bebouwing. Hoewel de naamgeving van het complex niet ter beoordeling is aan deze commissie, wordt de visie van Usine gedeeld dat de voorgestelde naamgeving merkwaardig is.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
7
D6 (B)
Willemsplantsoen 1C BV2066215 Bouwaanvraag voor het plaatsen van een luchtbehandelingskast op het dak van een zalencentrum Aanvraag: Kerkbestuur Oud-Katholieke Parochie Utrecht Ontwerp: Vice International (Zie notulen 27/02 2007) De commissie heeft het voorstel om een luchtbehandelingskast met lamellenscherm op het dak van het zalencentrum te plaatsen afgekeurd en heeft geoordeeld dat deze toevoeging inpandig moet worden opgelost. Nadere studie heeft laten zien dat een inpandige oplossing niet mogelijk is. Voorgesteld wordt de installatie aan de achterzijde van het dak te plaatsen, zonder lamellenscherm, en deze een donkere kleur te geven, zodat deze niet opvalt. Conclusie In meerderheid vindt de commissie deze oplossing te grof en niet passend in deze gevoelige omgeving. Het plan wordt afgekeurd. Het is denkbaar de installatie op het dak te plaatsen en deze te camoufleren door het pannenvlak door te trekken. Nadere studie zal moeten uitwijzen hoever het pannenvlak moet worden doorgetrokken om de installatie af te schermen in relatie tot de zichtlijnen.
D7 (R
David Ben Goerionstraat 51 BV2070711 Bouwaanvraag voor het uitbreiden van de verdieping van een woonhuis aan de voorzijde Aanvraag: R. van Leijenhorst Ontwerp: D. Verkerk De aaneengesloten bebouwing bestaat uit woningen in drie lagen met een naar voren geschoven begane grondlaag met o.a. garages en volgt de ronde vorm van de David Ben Goerionstraat. Voorgesteld wordt een opbouw op een gedeelte van de begane grondlaag te plaatsen over één bouwlaag. Het bestemmingsplan laat een dergelijke uitbreiding toe. Conclusie Het pand is gelegen in beleidsniveau "Respect" (welstandsnota). Bij dit beleidsniveau wordt uitgegaan van respect voor de essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek. Het voorstel voldoet daar niet aan en de commissie keurt het ontwerp op deze wijze af. Het aanwezige architectonisch beeld wordt in het voorgelegde ontwerp niet gevolgd, en het ontwerp blijft hangen in een zoektocht tussen een aansluiting met de bestaande architectuur en een zelfstandige toevoeging. Een uitbreiding is mogelijk, maar er dient een duidelijke conceptuele keuze te worden gemaakt: ofwel voortzetting van de onderbouw in architectuur en materialisering, ofwel een transparante serreachtige opbouw. Bij voorkeur wordt gekozen voor een zorgvuldig gedetailleerde gemetselde oplossing.
D8 (O)
Papyrusdreef 28 BV2070273 Bouwaanvraag voor het dichtbouwen van een balkon aan de voorzijde van een woning Aanvraag: M. van Griehuysen Ontwerp: K. van Vuren, Advies en Ontwerp Het pand is gelegen in een gebied met beleidsniveau "Open" (welstandsnota). Naar de mening van de commissie is deze bouwaanvraag strijdig met de hieraan verbonden criteria. Er is door deze invulling geen sprake meer van een evenwichtige opzet in maatverhoudingen en bouwvolumes. Ook is het ontwerp niet passend bij de bestaande architectuur en daarom ziet de commissie deze ingreep als een verarming van de bestaande situatie. De plasticiteit van de gevelarchitectuur wordt door deze invulling sterk aangetast. Een serreachtige uitbreiding is mogelijk mits rekening wordt gehouden met deze specifieke situatie. Aanvraag wordt afgewezen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
8
E (B)
Nagekomen plannen Oudegracht 297 BV2070032 Bouwaanvraag voor het bouwen van een kapverdieping op woonhuis Aanvraag: R. Uittenbogert en F. Adelaar Ontwerp: J. Burggraaf bouwkundige (zie notulen van 16/01 2007) De aanvrager heeft aanvullende details geleverd voor de uitvoering van de nieuwe kapverdieping. De commissie gaat hiermee akkoord. Ze geven voldoende vertrouwen dat de kapverdieping op een zorgvuldige wijze wordt uitgevoerd.
E2 (R)
Linnaeuslaan 1 BV2071117 Bouwaanvraag voor het bouwen van een garage en hobbyruimte in zijtuin woonhuis na sloop bestaande garage. Aanvraag: F. van der Pol Architectenbureau V. Frowijn Ontwerp: Door bepalingen in het bestemmingsplan heeft de ontwerper zijn plan moeten aanpassen. Een opgetild groen dak met opstaande zinken randen is het resultaat. Conclusie De commissie keurt het voorstel goed. Wel wordt aandacht gevraagd voor de detaillering van de zinken opstaande randen. Deze kunnen in vorm vereenvoudigd worden.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 8 maart 2007, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
G
Reclames Geen.
H
Rondvraag en sluiting
De volgende vergadering vindt plaats op 27 maart 2007. De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
J. Koning
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 13 maart 2007
9