Artritis of artrose, that’s the question
Woensdag 27 februari 2013
Programma (voor de pauze) •
18.30 uur
•
18.45 uur
•
19.00 uur
•
19.15 uur
•
19.30 uur
Opening & quiz door de voorzitter Dirk Soeters, huisarts Vroegdiagnostiek bij artritis: waarom? Marcel Posthumus, reumatoloog Artritis, hoe stel ik dat vast? Lucretia Oosting, verpleegkundig specialist Behandeling van reumatoïde artritis anno 2013 Marc Bijl, internist-reumatoloog Pauze
Programma (na de pauze) •
19.45 uur
•
20.00 uur
•
20.15 uur
•
20.30 uur
•
20.45 uur
Artrose, wat kunnen we medicamenteus? Marc Bijl en Marcel Posthumus Artrose, wat is de rol van de revalidatiearts en hand-/ergotherapeut? Sjoukje Hiemstra, revalidatie-arts Artrose, wat kan de plastisch chirurg? Lars van der Ham, plastisch chirurg Antwoorden quiz en discussie Dirk Soeters Afsluiting met hapje en drankje
Sponsoren
Quiz
Dirk Soeters huisarts
Vraag 1 • Dit is Anne-Marie van Brenk, reumaconsulente.
• Ja of nee ?
Vraag 2 • Deze zwelling kan ook wijzen op artritis psoriatica en jicht maar berust vrijwel altijd op artrose.
• Ja of nee ?
Vraag 3 • Momenteel komt meer dan de helft van de nieuwe RA-patiënten binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten bij een reumatoloog. • Ja of nee ?
Vraag 4 • Indien patiënten met een reumatoïde artritis binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten verwezen worden ontwikkelen ze minder gewrichtsschade en hebben ze een grotere kans op remissie. • Ja of nee ?
Vraag 5 • Herkenning van artritis gebeurt middels gewrichtspalpatie; om subtiele artritis van kleine gewrichten te herkennen is ervaring in het gewrichtsonderzoek vereist. • Ja of nee ?
Vraag 6 • Een patiente van 39 jaar meldt zich op uw spreekuur met pijn en zwelling van meerdere kleine handgewrichten. Bij navraag bestaan de klachten ongeveer 2 maanden. Wat doet u ? • U schrijft een NSAID voor en maakt een controle afspraak of • U schrijft een NSAID voor en verwijst patiente.
Vraag 7 • Bij patiënten met een recent ontstane reumatoïde artritis kan door een vroege intensieve en geprotocolleerde behandeling > 50% in remissie komen. • Ja of nee ?
Vraag 8 • Bij de meerderheid van patiënten met een recent ontstane reumatoïde artritis kan remissie slechts worden bereikt na toevoegen anti-TNF-middel. • Ja of nee ?
Vraag 9 • Bij duimartrose is het MCP gewricht het meest aangedaan. • Ja of nee ?
Vraag 10 • Bij duimartrose is er een sterke correlatie tussen de ernst van de radiologische afwijkingen en de ernst van de klachten. • Ja of nee ?
Vraag 11 • Doet artrose altijd pijn? • Ja of nee ?
Vraag 12 • Vergroot een gewrichtsvervangende prothese in de hand de beweeglijkheid ten opzichte van pre-operatief ? • Ja of nee ?
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Vroegdiagnostiek bij artritis: waarom?
Marcel Posthumus, reumatoloog Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Reumatoïde artritis
Artrodese, prothese…
Jicht
Artritis psoriatica mutilans
Ontsteking
Schade
Proces
Uitkomst
Ontsteking
Schade
Schade op röntgenfoto’s
Schade op röntgenfoto’s
CRP CRP
Tijd
Tijd
Beloop van reumatoïde artritis Ernst
Ideaal beloop Begin symptomen
Tijd
Prognose reumatoïde artritis • Wordt vooral bepaald door een - vroege (= < 3 maanden) te starten - “agressieve” behandeling met - “disease modifying antirheumatic drugs” (DMARDs) • “Tight control” • Nieuwe DMARDS (“biologicals”).
Vroege vs. “late” behandeling Median of 123 days. Median of 15 days
Vroege vs. “late” behandeling
Gewrichtsvervangende operaties
Vroege vs. “late” behandeling
Samenvattend • Indien de behandeling wordt gestart binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten ontwikkelen patiënten minder: – gewrichtsschade en hebben ze een – grotere kans op remissie. • “Window of opportunity”.
“Window of opportunity” • In de beginfase van reumatoïde artritis lijkt het ziekteproces het best modificeerbaar. • Deze periode van ongeveer 12 weken wordt daarom de ‘window of opportunity’ (kansrijke periode) genoemd.
De kansrijke periode
Preklinische fase RF en aCCP aCCP
RF
Preklinische fase
Rituximab ?
De kansrijke periode
delay
Delay • Momenteel komt maar 31% van de nieuwe RA-patiënten binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten bij een reumatoloog. • .
Stel u twijfelt over wel/geen reumatoïde artritis • Duidelijke gedetailleerde verwijsbrief • Lab. hoeft niet − Een sterk vermoeden o.b.v. anamnese en lichamelijk onderzoek alleen is al een verwijsindicatie − Bovendiensluit een negatieve reumafactortest en/of anticitrullinetest reumatoïde artritis niet uit NHG standaard artritis 2009.
Behandeling reumatoïde artitis anno 2013 • •
De eerste klap is een daalder waard & U staat aan de start
v.d. Tuin
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Artritis, hoe stel ik dat vast?
Lucretia Oosting, reumaconsulente en verpleegkundig specialist in opleiding Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
”Gewrichtsklachten” • • • • • •
Tendinitis Enthesitis Bursitis (Carpaal tunnelsyndroom) Artralgie Artritis.
Synoviaal gewricht
Artritis • Pijn • Zwelling (zacht) • Functiebeperking • Roodheid • Warmte
Lang niet altijd aanwezig !
Anamnese • • • • • • • •
Pijn, ook in rust ? Zwelling ? Bewegingsbeperking (vuistslot) ? Krachtsverlies ? Langdurige (ochtend-)stijfheid ? Locatie van de klacht (welke gewrichten) ? Hoe lang klachten ? Ontstaan (plots/geleidelijk) ?
Anamnese • Mono-artritis (bijv. jicht) • Poly-artritis (bijv. reumatoide artritis) – “Systeemziekte” • • • • • •
Huid Slijmvliezen Ogen Longen E.a. Malaise, subfebriele temperatuur, gewichtsverlies
• (Vaak verhoogde BSE/CRP, anemie)
Lichamelijk onderzoek • Pijn ? – Bijv. bij geven van een (voorzichtige) hand – Bij palpatie van de gewrichtspleet
• Zwelling ? • Functiebeperking ? • Patroonherkenning – (A)symmetrie – Noduli – Huid.
Roodheid
Zwelling
Zwelling
Vinger-vuistslot beperking • Sinds ?
Artritis psoriatica
Dactylitis
Artrose
Reumatoide atritis • Een klinische verdenking op reumatoïde artritis wordt ondersteund door: – Een of meer gezwollen gewrichten, in combinatie met: • pijn, • stijfheid, • warmte, • roodheid of • bewegingsbeperking – Tangentïele drukpijn op de MCP’s of MTP’s – Ochtendstijfheid van 30 minuten of meer – Klachten langer durend dan 4 weken. NHG standaard artritis 2009
Stel u verwijst niet • Pas op voor de maskerende effecten van medicatie als: − NSAIDs & − Prednisolon.
• Laat patiënten ook weer stoppen • Laat patiënten terug komen.
Stel u verwijst wel • Duidelijke gedetailleerde verwijsbrief • Lab. hoeft niet • Bij twijfel artritis roepen wij patient op voor een gewrichtsscore.
http://www.youtube.com/watch?v=z9g-dAFtOV8
Gewrichtsscore
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Behandeling van reumatoïde artritis anno 2013 Marc Bijl, internist-klinisch immunoloog & reumatoloog reumatologie-klinische immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Behandeling van reumatoïde artritis anno 2013 • Nog een “beetje pathofysiologie • Beloop & prognose • Behandelingsstrategie − DMARDs − Biologicals.
Pathofysiologie reumatoïde artritis • Etiologie: onbekend − een antigeen (micro-organisme, auto-antigeen) ??? + − genetische predispositie (HLA-DR4 en/of shared epitope)
• T-cel respons • Cytokineproduktie (IL-1, IL-6, TNF-alfa) • Influx inflammatoire cellen.
Pathofysiologie reumatoïde artritis Proces
Uitkomst
Ontsteking (CRP)
Destructie
Destructie (kraakbeenverlies)
Destructie (botschade; erosies)
Langbestaande, ernstige reumatoïde artritis
Prognose •
De prognose wordt vooral bepaald door een - vroege (= < 3 maanden te starten), - “agressieve” behandeling met - “disease modifying antirheumatic drugs” (“Window of opportunity”)
• •
“Tight control” Nieuwe DMARDS (“biologicals”).
Pathofysiologie
Farmacotherapie
Farmacotherapie •
DMARDs (Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs) – – – –
•
Cytokine blokkers -
• •
Methotrexaat Sulfasalazine Leflunomide Azathioprine TNF-alfa blokkers (Infliximab, Adalimumab, Etanercept, Golimumab) IL-1 (Anakinra) IL-6 (Tocilizumab)
B-cel depletie (Rituximab) APC-Tcel interactie (Abatacept).
TNF-alfa blokkers in RA (“60-40-20 rule”) • • •
60% heeft een ACR-20 respons 40% een ACR-50 respons 20% een ACR-70 respons
MTX (meestal 15 mg) + placebo MTX (idem) + biological
Radiologische progressie
Respons meting: DAS-28 • • • •
TEN = “tender joint count” SW = “swollen joint count” VAS = visual analogue scale ziekteactiviteit patiënt BSE
0
100
Medicamenteuze behandeling RA 1.
2. 3.
NSAID Methotrexaat 15 mg/week p.o. 25 mg/week s.c. Evt. corticosteroïden ter overbrugging - (methylprednisolon 120 mg/4 weken i.m. bijv. 2-3 maal) Een 2e DMARD, i.p.v. of in combinatie met MTX Toevoegen van een Tumor Necrosis Factor-alfa blokker: - adalimumab s.c. 1x/2w. - etanercept s.c. 2x/1w. - infliximab i.v. 1x/8w.
Huidige strategie Week 0
Methotrexaat (MTX) 15 mg/week
Week 8
MTX 25 mg/week
Week 12
MTX 25 mg/week + sulfasalazine 2 g/dag
Week 20
MTX 25 mg/week + sulfasalazine 3 g/dag
Week 24
MTX 25 mg/week + adalimumab 40 mg/2 weken
Week 36
MTX 25 mg/week + adalimumab 40 mg/week
Week 52
MTX 25 mg/week + etanercept 50 mg/week
15 maanden
MTX 25 mg/week + infliximab 3 mg/kg/8 weken
18 maanden
MTX 25 mg/week + infliximab 3 mg/kg/4 weken
Doel = remissie Disease Activity Score in 28 gewrichten (DAS28) < 2.6
Resultaten huidige strategie • 67% bereikt een 1e remissie binnen 25 weken • 46,2% v.d. 1e remissies is stabiel (= remissie ≥ 6 maanden) Medicatie op het moment dat stabiele remissie wordt bereikt 50.0%
methotrexaat
24.3%
methotrexaat + sulfasalazine
13.5%
methotrexaat + prednisolon
4.1%
methotrexaat + adalimumab
4.1%
geen medicatie
4.1%
anders
Conclusies RA behandeling anno 2013 • Vroege behandeling & tight control (DAS gestuurd): – voorkomt/beperkt schade – 67% remissie binnen half jaar
• Biologicals van meerwaarde !
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Programma (vervolg) •
19.45 uur
•
20.00 uur
•
20.15 uur
•
20.30 uur
•
20.45 uur
Artrose, wat kunnen we medicamenteus? Marc Bijl en Marcel Posthumus Artrose, wat is de rol van de revalidatiearts en hand-/ergotherapeut? Sjoukje Hiemstra, revalidatie-arts Artrose, wat kan de plastisch chirurg? Lars van der Ham, plastisch chirurg Antwoorden quiz en discussie Dirk Soeters Afsluiting met hapje en drankje
Artrose, wat kunnen we medicamenteus?
Marc Bijl en Marcel Posthumus reumatologie-klinische immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Algemene principes en definities • Lokalisatie van de klacht – Gewrichten – Peri-articulaire structuren
• Aantal en verdeling aangedane gewrichten • Inflammatoir versus non-inflammatoir – – – –
Ochtendstijfheid versus startpijn/startstijfheid Beloop gedurende de dag Tekenen van ontsteking Algemene symptomen.
Algemene principes en definities • Non-inflammatoir – Artrose • Zwelling kan • Startstijfheid • Klachten vooral na een tijd rust en door (over-)belasting • Geen systemische verschijnselen.
Artrose • Prevalentie neemt sterk toe met leeftijd • Meest frequente gewrichtsaandoening • Multifactoriële aandoening – – – – – –
leeftijd geslacht (vrouwelijk) overgewicht ontbreken osteoporose beroep sportieve aktiviteiten
– – – – – –
eerder trauma spierzwakte proprioceptieve stroornissen genetisch acromegalie pseudojicht
Artrose • Progressief verlies kraakbeen met toegenomen metabole activiteit subchondrale bot en gewrichtsranden(osteofyten) • Periodiek prikkeling synoviale membraan(gewrichtsontsteking).
Artrose
Medicamenteuze behandeling artrose
Medicamenteuze behandeling artrose • Stap 1: Paracetamol • Stap 2: NSAIDs: diclofenac, ibuprofen of Cox-2 inhibitors • Alternatief: NSAID-applicatie – bij osteoartritis beter dan placebo in de eerste 2 weken – inferieur aan oraal NSAIDs en meer (lokale) bijwerkingen.
Medicamenteuze behandeling artrose • Paracetamol/codeïne: nauwelijks van meerwaarde (5% winst) • Tramadol: onvoldoende onderzocht • Glucosamine, hyaluronzuur: niet bewezen effectief.
Intra-articulaire corticosteroïd injecties • Te gebruiken bij mn monarticulaire artrose, indien NSAID ineffectief of gecontraindiceerd: – 10 mg kenacort voor kleine gewrichten (interfalangeaal, metacarpofalangeaal, en metatarsofalangeaal) – 20 mg voor middelgrote gewrichten (pols, elleboog, enkel, acromioclaviculair) – 40 mg voor grote gewrichten (schouder, knie, heup)
• Weinig studies voor handartrose • Knie: herhaalde injecties (a 3 maanden gedurende 2 jr.): – veilig – geen significant effect progressie, pijn, functie, cumulatief lagere pijnscore.
Intra-articulaire injecties hyaluronzuur • Geen studies bij hand/pols artrose • Mogelijk enig voordeel ten opzichte van placebo in heup/knie doch geen voordeel ten opzichte van steroïden.
Colchicine of DMARDS voor osteoartritis ? • Colchicine: – soms effectief, – te gebruiken bij patiënten met aanvalsgewijze toename van klachten, onvoldoende reagerend op NSAIDs (bij meeste patiënten pyrofosfaat neerslagen)
• Hydroxychloroquine – in (zeer beperkte) studies mogelijk effectief in patiënten met therapie-resistente osteoartritis.
Conclusies • Basis behandeling artrose: – paracetamol – NSAIDs
• Additioneel/alternatief – – – –
NSAID applicatie bij aanvalsgewijze klachten: op proef colchicine bij monoarticulaire klachten: i.a. steroïden hydroxychloroquine.
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Conservatieve behandeling handartrose
Sjoukje Hiemstra
Conservatieve behandeling handartrose
• Literatuuronderzoek • Epidemiologie
Primaire artrose • 55 jaar- radiologische afwijkingen 20 % klinische symptomen • Beloop: niet altijd progressief Progressie: pijn en krachtsverlies • Gevolgen op dagelijks functioneren en de zelfredzaamheid (ADL) cq. werk
.
ganpPglio
Geen internationale richtlijnen t.a.v. de behandeling, deze is “experience-based” en wordt gestuurd door de klachten en wensen van de patiënt
CMC-I artrose • A: Pijn “duimbasis’’ • LO: Drukpijn CMC I Zwelling Mobiliteit Grindtest positief • AO: Röntgenonderzoek, indeling Eaton& Littler stagering I-IV
X-opname zinvol?? • Discrepantie klacht /radiologische bevindingen • Klachten
X-opname
Pijn Pijn mild
niet afwijkend licht afwijkend
Pijn heftig
ernstig afwijkend
• X-opn. zinvol??
Artrose PIP Mucoidcyste Geleidelijk / abrupt
PT artrose • Pijn ulnaire zijde van de pols • “Spontaan” • Xopn., skeletscan of MRI
• Distaal takje n.ulnaris
Conservatieve behandeling • • • • • •
Uitleg Rust NSAID’s Handtherapie Orthese Injectie
• NHG standaard
handtherapie • Inventarisatie handklachten en wensen • Advisering activiteiten en aanpassingen • Oefeninstructie • Aanmeten orthese
Orthese • • • •
Pijnreductie Ondersteuning Reminder Bescherming Ernst van de klacht Wens / verwachting van pt.
Individueel aangemeten of convectie
ORTHESE
GIPSVERBANDMEESTER
ERGOTHERAPIE
ORTHOP.INSTRUMENTMAKER
orthese
injectie • CMC I / PT artrose • Vaak gecombineerd met orthese behandeling • Effect: tijdelijk (maand/jaar) • Soms ter overbrugging tot OK • Kan onder röntgendoorlichting
CONCLUSIE
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Ar thr ose Lars van der Ham, Plastisch Chirurg Martini Ziekenhuis 27 feb 2013
Ar thr ose maar daar is toch niets aan te doen?
arthrose • Interphalangeale gewrichten – DIP gewricht – PIP gewricht
• CMC 1 gewrichten • Radiocarpale gewricht
maar daar is toch niets aan te doen?
maar daar is toch niets aan te doen?
• Arthrodese • Arthroplastiek
maar daar is toch niets aan te doen? • Arthrodese – Pijnvrij gewricht – Functionele stand – Geeft stabiliteit
maar daar is toch niets aan te doen? • Arthrodese – Pijnvrij gewricht – Functionele stand – Geeft stabiliteit
• Arthroplastiek – Pijnvrij gewricht – Beweeglijkheid behouden – Vereist stabiliteit – Goede botkwaliteit
Arthrodese DIP gewricht
Arthrodese DIP gewricht
Arthrodese PIP gewricht
Arthrodese PIP gewricht
Arthroplastiek PIP gewricht
Arthroplastiek CMC 1
Trapeziectomie met peesrol plastiek
Trapeziectomie met peesrol plastiek
Arthrose radio-carpaal
Arthroplastiek pols
Ar thr ose daar is dus toch iets aan te doen!
Handchirurgie = Plastische Chirurgie
Ar thr ose daar is dus toch iets aan te doen! • Pijn – Beweeglijk gewricht – Nauwelijks beweeglijk gewricht
• Standsdeformatie • Afunctionele stand • Instabiliteit
www.handencentrumgroningen.nl
Artritis of artrose, that’s the question
Reumatologie & Klinische Immunologie Martini Ziekenhuis Groningen
Quiz Dirk Soeters huisarts
Vraag 1 • Dit is Anne-Marie van Brenk, reumaconsulente.
• Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 2 • Deze zwelling kan ook wijzen op artritis psoriatica en jicht maar berust vrijwel altijd op artrose.
• Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 3 • Momenteel komt meer dan de helft van de nieuwe RA-patiënten binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten bij een reumatoloog. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 4 • Indien patiënten met een reumatoïde artritis binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten verwezen worden ontwikkelen ze minder gewrichtsschade en hebben ze een grotere kans op remissie. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 5 • Herkenning van artritis gebeurt middels gewrichtspalpatie; om subtiele artritis van kleine gewrichten te herkennen is ervaring in het gewrichtsonderzoek vereist. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 6 • Een patiente van 39 jaar meldt zich op uw spreekuur met pijn en zwelling van meerdere kleine handgewrichten. Bij navraag bestaan de klachten ongeveer 2 maanden. Wat doet u ? • U schrijft een NSAID voor en maakt een controle afspraak: • U schrijft een NSAID voor en verwijst patiente:
muts op muts af
Vraag 7 • Bij patiënten met een recent ontstane reumatoïde artritis kan door een vroege intensieve en geprotocolleerde behandeling > 50% in remissie komen. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 8 • Bij de meerderheid van patiënten met een recent ontstane reumatoïde artritis kan remissie slechts worden bereikt na toevoegen anti-TNF-middel. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 9 • Bij duimartrose is het MCP gewricht het meest aangedaan. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 10 • Bij duimartrose is er een sterke correlatie tussen de ernst van de radiologische afwijkingen en de ernst van de klachten. • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 11 • Doet artrose altijd pijn? • Ja: muts op • Nee: muts af
Vraag 12 • Vergroot een gewrichtsvervangende prothese in de hand de beweeglijkheid ten opzichte van pre-operatief ? • Ja: muts op • Nee: muts af
Eliminatievraag 1 • Deze patiënte heeft artrose en hoeft niet naar de reumatoloog verwezen te worden.
• Ja: muts op • Nee: muts af
Osteoartritis ? Kristal ? RA ?
Eliminatievraag 2 • Deze patiente heeft vermoedelijk reumatoide artritis.
• Ja: muts op • Nee: muts af
Topheus jicht
Eliminatievraag 3 • Deze patiente heeft een topheus jicht.
• Ja: muts op • Nee: muts af
Artrose; “square hand”
Eliminatievraag 4 • De patiente heeft artrose.
• Ja: muts op • Nee: muts af.
CREST syndroom
Sclerodactylie
Teleangiectasieën
Eliminatievraag 5 • Dit is een reumanodulus.
• Ja: muts op • Nee: muts af.
Mucoïdcyste
Eliminatievraag 6 • Deze zeer mooie Moto Guzzi Mandello Rosso met Gianelli uitlaatset, K&N filters en powercommander heeft een cylinder inhoud van …. cc
Link naar de presentaties
http://martiniziekenhuis.nl/presentaties
Sponsoren
En nu ..