COLOFON LC Courant is een uitgave van het Liemers College. Redactie Elly de Bruyn, Angela van Kol, Tim Scheerder en Babette van Weelden. Productie De Reus’ Communicatie & Publiciteit. Fotografie Voermans van Bree en anderen. Drukwerk Mediacenter Rotterdam. Oplage 3300 exemplaren. Reacties? Vragen? Suggesties? Neem contact op met de redactie. Dat kan via
[email protected].
Postbus 412 6900 AK Zevenaar Telefoon: 0316 - 58 38 00 www.liemerscollege.nl
Locatie Didam Dijksestraat 12 6942 GC Didam Locatie Heerenmäten Heerenmäten 6 6904 GZ Zevenaar Locatie Vestersbos Vestersbos 4 6901 BV Zevenaar Locatie Zonegge Zonegge 07-09 6903 EP Zevenaar
21th Century Skills, ook op het Liemers College Wie de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs volgt, hoort regelmatig de term ‘21th Century Skills’ vallen. Daarmee wordt gedoeld op vaardigheden die leerlingen straks in de maatschappij nodig hebben. Over de hele wereld zijn scholen bezig om 21th Century Skills een plaats te geven in hun onderwijsaanbod. Dit geldt met ingang van het schooljaar 2013-2014 ook voor het Liemers College. Onze samenleving wordt steeds meer een ‘kennismaatschappij’, met kennis als motor van de economie. De wijdverbreide beschikbaarheid van ICT heeft ten grondslag gelegen aan het ontstaan van deze kennismaatschappij. Door de opkomst van ICT is sprake van een toenemende behoefte aan kenniswerkers en een afnemende behoefte aan routinematige functies [zoals productiewerk]. Daarnaast groeit het besef dat jongeren nu al moeten worden opgeleid voor banen die nog niet bestaan. Deze nieuwe arbeidsmarkt vraagt om andersoortige kennis en vaardigheden, die 21th Century Skills worden genoemd. In diverse landen zijn er allerlei initiatieven om in kaart te brengen welke competenties nodig zijn om volwaardig te kunnen functioneren in de kennismaatschappij [nu en in de toekomst]. Dit heeft geleid tot verschillende modellen. Toch is het mogelijk een gemene deler te destilleren. De 21th Century Skills die in [bijna] alle modellen worden genoemd, zijn: samenwerken, communiceren, digitale geletterdheid, sociaalculturele vaardigheden [inclusief burgerschap], creativiteit, kritisch denken en problemen kunnen oplossen. Alle modellen kennen bovendien aan ICT een cruciale functie toe: zonder ICT geen 21th Century Skills en uiteraard ook geen kennismaatschappij. Het spreekt daarom voor zich dat ICTvaardigheden de kern van de 21th Century Skills vormen. De discussie moet ook gaan over waar jongeren deze competenties het best kunnen verwerven [op school, in het bedrijfsleven of in hun vrije tijd]. Harald Wiggers is voorzitter van de centrale directie van het Liemers College. Hij is onlangs met een aantal schoolleiders in Singapore gaan kijken hoe de 21th Century Skills daar in het onderwijssysteem worden geïmplementeerd. Wiggers is onder de indruk: “De groei van de economie loopt in Singapore parallel aan de ontwikkeling van de mensen. Ze zijn daar volop bezig met het aanpassen van het onderwijs aan onze tijd en
Antigone: een klassieke tragedie in rockuitvoering
‘Goed dat leerlingen en leraren contact hebben op social media’ [of toch niet?] Het Liemers College op reis
de tijd die komt. Het gaat daar wel sneller dan bij ons. Ze begrijpen daar dat wat je nu leert, over een paar jaar verouderd kan zijn. Leerlingen moeten dus weten hoe ze hun kennis en vaardigheden continue kunnen ‘updaten’. Dan heb je het over je leven lang leren.” Harald Wiggers vindt dat ook het Liemers College onderwijs moet verzorgen vanuit de visie dat we opleiden voor beroepen die er nog niet zijn en dat we voorbereid zijn op technologie die er nog niet is. De school is zich bewust van het belang van 21th Century Skills, die dan ook steeds belangrijker zullen worden in het onderwijsaanbod van het Liemers College.
LC COURANT PAGINA 1
LC COURANT Nr
3 Jaargang 18 Juni 2013
‘Met trillende handen werk ik mijn soep naar binnen, vast voedsel verdraag ik niet’ Drie leerlingen en hun examendagboekje. Pagina 6 ‘Ik neem strak met pijn in het hart afscheid van mijn klas’ Mentor Erik van de Klift over zijn klas Z2F. Pagina 4 ‘Ik ontdek nu dat ik mensen met een beperking erg leuk vind’ Selien Willemsen weet wat ze wil. Pagina 2
LC COURANT PAGINA 1
Het Liemers College op reis
‘Goed dat leerlingen en leraren contact hebben op social media’ [of toch niet?]
Antigone: een klassieke tragedie in rockuitvoering
Jaargang 18 Juni 2013
3
LC COURANT Nr
‘Met trillende handen werk ik mijn soep naar binnen, vast voedsel verdraag ik niet’ Drie leerlingen en hun examendagboekje. Pagina 6 ‘Ik neem strak met pijn in het hart afscheid van mijn klas’ Mentor Erik van de Klift over zijn klas Z2F. Pagina 4 ‘Ik ontdek nu dat ik mensen met een beperking erg leuk vind’ Selien Willemsen weet wat ze wil. Pagina 2
COLOFON LC Courant is een uitgave van het Liemers College. Redactie Elly de Bruyn, Angela van Kol, Tim Scheerder en Babette van Weelden. Productie De Reus’ Communicatie & Publiciteit. Fotografie Voermans van Bree en anderen. Drukwerk Mediacenter Rotterdam. Oplage 3300 exemplaren. Reacties? Vragen? Suggesties? Neem contact op met de redactie. Dat kan via
[email protected].
Postbus 412 6900 AK Zevenaar Telefoon: 0316 - 58 38 00 www.liemerscollege.nl
Locatie Didam Dijksestraat 12 6942 GC Didam Locatie Heerenmäten Heerenmäten 6 6904 GZ Zevenaar Locatie Vestersbos Vestersbos 4 6901 BV Zevenaar Locatie Zonegge Zonegge 07-09 6903 EP Zevenaar
21th Century Skills, ook op het Liemers College Wie de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs volgt, hoort regelmatig de term ‘21th Century Skills’ vallen. Daarmee wordt gedoeld op vaardigheden die leerlingen straks in de maatschappij nodig hebben. Over de hele wereld zijn scholen bezig om 21th Century Skills een plaats te geven in hun onderwijsaanbod. Dit geldt met ingang van het schooljaar 2013-2014 ook voor het Liemers College. Onze samenleving wordt steeds meer een ‘kennismaatschappij’, met kennis als motor van de economie. De wijdverbreide beschikbaarheid van ICT heeft ten grondslag gelegen aan het ontstaan van deze kennismaatschappij. Door de opkomst van ICT is sprake van een toenemende behoefte aan kenniswerkers en een afnemende behoefte aan routinematige functies [zoals productiewerk]. Daarnaast groeit het besef dat jongeren nu al moeten worden opgeleid voor banen die nog niet bestaan. Deze nieuwe arbeidsmarkt vraagt om andersoortige kennis en vaardigheden, die 21th Century Skills worden genoemd. In diverse landen zijn er allerlei initiatieven om in kaart te brengen welke competenties nodig zijn om volwaardig te kunnen functioneren in de kennismaatschappij [nu en in de toekomst]. Dit heeft geleid tot verschillende modellen. Toch is het mogelijk een gemene deler te destilleren. De 21th Century Skills die in [bijna] alle modellen worden genoemd, zijn: samenwerken, communiceren, digitale geletterdheid, sociaalculturele vaardigheden [inclusief burgerschap], creativiteit, kritisch denken en problemen kunnen oplossen. Alle modellen kennen bovendien aan ICT een cruciale functie toe: zonder ICT geen 21th Century Skills en uiteraard ook geen kennismaatschappij. Het spreekt daarom voor zich dat ICTvaardigheden de kern van de 21th Century Skills vormen. De discussie moet ook gaan over waar jongeren deze competenties het best kunnen verwerven [op school, in het bedrijfsleven of in hun vrije tijd]. Harald Wiggers is voorzitter van de centrale directie van het Liemers College. Hij is onlangs met een aantal schoolleiders in Singapore gaan kijken hoe de 21th Century Skills daar in het onderwijssysteem worden geïmplementeerd. Wiggers is onder de indruk: “De groei van de economie loopt in Singapore parallel aan de ontwikkeling van de mensen. Ze zijn daar volop bezig met het aanpassen van het onderwijs aan onze tijd en
de tijd die komt. Het gaat daar wel sneller dan bij ons. Ze begrijpen daar dat wat je nu leert, over een paar jaar verouderd kan zijn. Leerlingen moeten dus weten hoe ze hun kennis en vaardigheden continue kunnen ‘updaten’. Dan heb je het over je leven lang leren.” Harald Wiggers vindt dat ook het Liemers College onderwijs moet verzorgen vanuit de visie dat we opleiden voor beroepen die er nog niet zijn en dat we voorbereid zijn op technologie die er nog niet is. De school is zich bewust van het belang van 21th Century Skills, die dan ook steeds belangrijker zullen worden in het onderwijsaanbod van het Liemers College.
ten. David studeert sportmanagement op de HAN in Nijmegen. Selien kijkt met plezier terug op haar tijd op Vestersbos. “Het eerste halfjaar moest ik mijn draai nog vinden. Ik kwam van de gtleerweg in de onderbouw en kende niemand in de klas. Dat veranderde gelukkig snel. Ik leerde Nathalie, Simone, Emily en Linda kennen. Met deze meiden heb ik nu nog steeds goed contact. Ook andere klasgenoten zie ik nog regelmatig in Zevenaar. Vooral tijdens de lessen zorg & welzijn was het altijd lachen, gieren, brullen. Er werden
zelfs schotten tussen de computers geplaatst om ons te temperen, maar ik ging gewoon op de kruk staan. Kletsen is namelijk mijn grootste hobby.” Klasgenoten en docenten typeerden Selien als gezellig en aanwezig. Haar favoriete docent was mevrouw Melessen. “Ik heb leuke herinneringen aan haar. Ze was altijd in voor een praatje over tutdingetjes. Zoals bij het eerste proefwerk - iedereen was stil - toen ze luid tegen mij zei: ‘Wat heb jij een leuke ring!’ Met een knalrood hoofd maakte ik mijn toets af. De heren Bloemscheer en Nengerman liepen altijd macho door de gangen. Alle meiden verrekten hun nek om een glimp van hen op te vangen. Naast alle gezelligheid heb ik bij zorg & welzijn hard gewerkt aan bijvoorbeeld wiskunde. Ik ben supertrots dat ik hiervoor geslaagd ben. Mijn cijfer was zelfs een zeven.” Na het Vestersbos ging Selien naar het Graafschap College. In 2012 behaalde ze het diploma pedagogisch werker niveau 3. Daarmee is ze ingestroomd in leerjaar 2 van de opleiding medewerker maatschappelijke zorg niveau 4. Deze studie kan ze in twee in plaats van in drie jaar afronden. “Ik leer hoe ik mensen met een beperking, ouderen en mensen in de psychiatrie het beste kan begeleiden. Je kunt hierbij denken aan de persoonlijke verzorging van cliënten, het huishouden en het wonen. Dit doen we om de zelfredzaamheid van de cliënten te bevorderen.” Selien loopt nu vier dagen per week stage bij de instelling Schreuderhuizen in Arnhem-Zuid. Ze werkt met mensen van 23 tot 55 jaar. “Ik begeleid de bewoners bij hun dagelijkse bezigheden. Ik houd me ook bezig met de administratie. Die afwisseling vind ik erg leuk. Ik was heel erg gericht op kinderen, maar ik heb nu ontdekt dat ik mensen met een beperking ook heel erg leuk vind. In de toekomst wil ik graag werken met een klein groepje kinderen met een beperking in een mooie, rustige omgeving. Tot slot: een motto voor mijn leven heb ik nog niet, maar een belangrijk woord hierin moet zeker ‘genieten’ zijn.”
men.” Peter haakt in: “In het onderwijs richten wij ons vaak op de grote middengroep, maar juist de leerlingen die het niet lijken te redden, moeten meer ondersteuning krijgen.” Dit zal gebeuren binnen het rooster via de b-uren [begeleidingsuren], maar ook tijdens de lessen zelf door bijvoorbeeld een ‘aandachttafel’, waar leerlingen extra uitleg kunnen krijgen. Carlo Kok en Peter Kickken maken zich geen zorgen over de toekomst van het vmbo. Carlo Kok: “Het vmbo heeft een goede toekomst, daar ben ik van overtuigd. Ik zou het mooi vinden als we de leerlingen leren gericht aan hun
eigen toekomst te werken. Deze verantwoordelijkheid delen we met de leerlingen, maar ook met hun ouders. Elke ouder kan op de website via het ouderportaal de cijfers van zijn/haar kind zien. Ook eventuele afwezigheid staat hier vermeld. In de vmbo-bovenbouw is het contact met de ouders over de resultaten erg belangrijk en we hopen dit in de toekomst te versterken. Daarnaast denk ik dat onze nieuwbouw op Landeweer veel gaat betekenen voor het vmbo. Vanaf het schooljaar 2014-2015 krijgt de bovenbouw in een heel nieuwe omgeving les. Dit past echt bij de eigentijdse manier van leren.”
WAAR ZIJN ZE GEBLEVEN?
SELIEN WILLEMSEN [2005-2009]
‘Ik ontdek nu dat ik mensen met een beperking erg leuk vind’ Als kletsen je hobby is, dan zal er van de studie wel weinig terechtkomen. Niets is echter minder waar in het geval van Selien Willemsen. Deze oud-leerling deed op Vestersbos de kaderberoepsgerichte leerweg zorg & welzijn. “Het was lachen, gieren, brullen”, vertelt ze. Maar ze haalde haar diploma wel. Daarna volgde ze op het Graafschap College eerst de opleiding pedagogisch werker niveau 3 en vervolgens medewerker maatschappelijke zorg niveau 4. Nog steeds praat ze honderduit en spelen vriendinnen een belangrijke rol in haar leven. mij altijd heel vrij; destijds in mijn beroepskeuze, maar ook in mijn vrijetijdsbesteding en in het uitgaan. Thuis waren en zijn mijn vriendinnen altijd welkom - ze kunnen zo aanschuiven als mijn moeder weer groenten en fruit uit de volkstuin heeft geplunderd.” Sinds anderhalf jaar heeft Selien een vriend, David Uijtenboogaart, die ook in Zevenaar woont en op het Liemers College heeft geze-
LC COURANT PAGINA 2
Selien is nu 20 jaar. Ze is geboren in Zevenaar en daar woont ze nog steeds. “Zevenaar is een fijne stad, met winkels, sportscholen, een leuk centrum en terrasjes. En er is van alles te beleven. Ik zou niet in een dorp willen wonen, maar een stad als Arnhem is weer te groot. Zevenaar zit er mooi tussenin. Ik woon hier met mijn vader, moeder en broertje Joris van 18 jaar. Mijn ouders laten
Extra impuls voor afdeling vmbo-kb Het Liemers College steekt de komende jaren extra veel energie in de afdeling vmbo-kb. Een betere voorbereiding op het centraal examen, intensiever contact met de ouders en een strenger toelatingsbeleid zijn enkele maatregelen die de afdeling naar een hoger plan moeten tillen. Peter Kickken [lid centrale directie] en Carlo Kok [afdelingsleider vmbo-bovenbouw] geven een nadere toelichting. De reden om vmbo-kb een extra impuls te geven, is uiteraard dat de onderwijskwaliteit niet optimaal is. De examenresultaten liggen lager dan het landelijk gemiddelde en er is een te groot verschil tussen de cijfers van de schoolexamens en de cijfers van het landelijk examen. Daarom heeft de afdeling de beoordeling ‘onvoldoende’ gekregen van de onderwijsinspectie. Peter Kickken en Carlo Kok werden niet verrast door het oordeel van de inspectie. Carlo Kok: “Maar het was natuurlijk wel een domper. De inspectie kijkt over drie schooljaren, dus we waren gewaarschuwd. We hebben in oktober 2012 de collega’s van het vmbo-team bij elkaar geroepen en uitgelegd wat er aan de hand was. De schoolleiding is gelijk aan de slag gegaan en heeft de verbeterpunten uitgewerkt.” Volgens Peter Kickken zijn er meerdere oorzaken aan te wijzen voor de mindere resultaten. “We hebben in het verleden te vaak leerlingen laten instromen op kb-niveau in plaats van op bb-niveau. Landelijk ligt het aantal kben bb-leerlingen ongeveer gelijk. Bij ons was de groep kb’ers veel groter. We moeten dus beter kijken op welk niveau leerlingen instromen. Voorheen woog de Citoscore minder
zwaar dan het advies van de basisschool. Nu willen we beide even zwaar laten wegen. Leerlingen moeten meteen op het juiste niveau aan de slag.” Naast het aannamebeleid, wordt de komende schooljaren ook kritischer gekeken naar het op- en afstromen van leerlingen binnen het vmbo. Het centraal examen is strenger geworden. Bij veel vakken zijn de opdrachten theoretischer en er ligt de eis van een 5,5 gemiddeld. Peter Kickken: “Leerlingen moeten dus goed voorbereid worden op het centraal examen. Er is nu een te groot verschil tussen de resultaten van de schoolexamens en de eindexamens. Daarom krijgen de secties van de verschillende vakken meer tijd om samen te komen en te overleggen over toetsen [onder andere het Programma van Toetsing en Afsluiting], lesmateriaal te vernieuwen enzovoorts. Elke vakgroep maakt een eigen plan.” De school steekt dus de hand in eigen boezem? “De basis is goed”, zegt Carlo Kok. “Daarmee bedoel ik alles waaruit onze school is opgebouwd, alleen moeten we bepaalde dingen meer aandacht geven. Zo komt er meer aandacht voor de manier van toetsen, de doorlopende leerlijn, maar ook voor algemene schoolregels als absentie en te laat ko-
Van de onderzoeksgroep... Het Liemers College is een ‘academische opleidingsschool’. Dit betekent dat docenten niet alleen lesgeven, maar ook onderzoek doen. Muziekdocente Femke Kelderman heeft de ontwikkeling van empathie [inlevingsvermogen] bij leerlingen onderzocht, met als onderzoeksvraag: hoe kan ik als mentor het empathisch vermogen van leerlingen [kb-1] ontwikkelen? Hieronder een weergave van de aanleiding tot het onderzoek, waarom zij dit onderzoek belangrijk vindt en welke conclusies het onderzoek heeft opgeleverd.
Meiden speeddaten met technische vrouwen
COLUMN
De meiden van het tweede leerjaar van havo/gt en vwo/havo in Didam moesten het begin februari twee lesuren zonder de jongens doen. De meiden ging speeddaten met vijf vrouwen die werkzaam zijn in de techniek. Die vertelden over hun beroepskeuze, opleiding en werk. Het doel is jonge meiden meer bekend te maken met bèta- en techniekopleidingen.
roepen aan ‘saai’ en ‘mannelijk’ en aan dingen als zagen, timmeren en boren. Maar ze ontdekten dat eigenlijk alles om je heen techniek is. Mirte: “Ik had geen idee dat je met een universitaire opleiding een technisch beroep kan doen.” Daphne: “Ik wist niet dat social media ook bij de techniek hoort. De ontwikkelaar van apps maakte een app om het voor blinden mogelijk te maken te pinnen en voor blinden en gehandicapten om eten bestellen. Dan ben je heel sociaal en met mensen bezig. Daar denk je niet als eerste aan bij techniek.” Nina: “Er was ook een mevrouw die huisjes van Center Parcs had gerenoveerd. Ze is projectleider in de bouw. Ze moet de planningen maken. Die zien er heel moeilijk uit, maar zij kon dat goed uitleggen.” Kristie: “Een vrouw ontwikkelt duurzaam hout in plaats van hardhout. Ze gebruikt snelgroeiende bomen. Dat is beter voor het milieu.”
Afscheid van Zonegge De tweedeklassers van Zonegge hebben vrijdag 21 juni samen met hun mentoren afscheid genomen van deze locatie met een zwemuitje in zwembad Embricana in Emmerich. De school zorgde voor frietjes en wat te drinken, zodat de leerlingen genoeg energie hadden. Het team van Zonegge wenst alle leerlingen veel succes op Heerenmäten of Vestersbos.
Vlak voor de meivakantie was het weer zover: mijn leerlingen moesten een boekkeuze opgeven voor hun boekverslag. Bij het noemen van het woord ‘boekverslag’ hoorde ik een hoop gezucht en gesteun. Opmerkingen als “Waarom moeten we altijd zoveel lezen bij Nederlands?”, “Alweer een boekverslag?” en “Lezen is echt saai!” vlogen door het lokaal. Uit onderzoek is gebleken dat lezen, maar ook voorlezen, het leervermogen stimuleert. Een leerling leert nieuwe woorden en doet kennis op over allerlei zaken. Daarnaast werken leerlingen tijdens het lezen aan hun fantasie en concentratievermogen. Bij veel leerlingen is het leesplezier helaas ver te zoeken. Mede door de social media en het feit dat bijna iedere leerling een smartphone heeft, is er bij bijna geen aandacht en tijd meer voor het lezen van een goed boek. Statussen op Facebook en updates op Twitter zijn [jammer genoeg] vaak het enige wat leerlingen lezen in hun vrije tijd. Als leerlingen dan een boek moeten lezen voor een boekverslag, kiezen ze vaak het dunste boek dat in de mediatheek te vinden is. Ze realiseren zich niet dat een dun boek niet meteen het makkelijkste en zeker niet het leukste boek is. Vervolgens blijkt dit boek dan ook erg saai en blijven zij dus opzien tegen lezen. Leerlingen die aangeven dat lezen saai is, hebben waarschijnlijk nog nooit een goed boek gelezen. Mijn mening is dat docenten en ouders/verzorgers lezen moeten promoten om ervoor te zorgen dat leerlingen plezier krijgen in het lezen. Hierbij valt te denken aan het voorlezen uit diverse soorten boeken, het lezen van tijdschriften en stripboeken thuis en in de klas en het geven van klassikale boekbesprekingen door de leerlingen zelf. Veel van deze manieren om lezen te promoten, zullen leerlingen ook herkennen van hun basisschooltijd. Waarom zouden wij dit dan niet ook gebruiken in het voortgezet onderwijs? Leerlingen moeten weer plezier krijgen in het lezen en inzien dat lezen niet saai hoeft te zijn. Laten wij als docenten en ouders/verzorgers de leerlingen helpen door het goede voorbeeld te geven en deze LC Courant samen met de leerlingen te lezen. Je zou dit kunnen zien als een eerste stap in de richting van lezen = leuk! MARRIT RAVE [docent Nederlands en mens & maatschappij]
LC COURANT PAGINA 3
Dat is hard nodig. In Nederland is slechts 20 procent van de bètastudenten vrouw, terwijl bijvoorbeeld Duitsland 36 procent scoort en Roemenië zelfs 53 procent. Het landelijk expertisebureau ‘Vrouwen en meisjes in de techniek’ werkt samen met scholen om dit te veranderen. Sanne te Kulve is projectmedewerker en organiseert het speeddaten op scholen. “Meisjes hebben veelal geen goed beeld van de wereld van de techniek. Zij vinden het ‘moeilijk, saai en niet geschikt voor mij’ en kiezen eerder voor beroepen waarbij ze mensen kunnen ‘helpen’ of voor beroepen waarbij een beroep wordt gedaan op hun creativiteit. Er zijn ook weinig voorbeelden uit hun eigen omgeving van vrouwen met een technisch beroep en zij hebben een negatief zelfbeeld over hun eigen prestaties in de exacte vakken”, vertelt Sanne. Dat laatste klopt, want van de vijftig vwo/havo-meiden tijdens het speeddaten vonden er maar vijf zichzelf goed in wiskunde. In werkelijkheid hadden er slechts vijf een onvoldoende voor wiskunde op hun rapport. “Een bekend beeld”, weet Sanne, “jongens zeggen veel eerder dat ze goed zijn in wiskunde, ook al hebben ze een onvoldoende.” Het expertisecentrum wil informatie geven en onbenut talent aanboren. Want ook in Didam moeten er meer meiden zijn die geïnteresseerd zijn in een technisch beroep, maar daar tóch niet voor kiezen. Het speeddaten hield in dat de leerlingen om het kwartier konden aanschuiven bij een projectleider bouw, een directeur van het onderzoekscentrum Wageningen, een projectleider riolering, een ontwerper van apps en de eigenaar van een technologisch centrum. Kristie Fierkens, Nina Beurskens, Daphne Bolder en Mirte Lippinkhof dachten bij technische be-
Lezen = saai leuk
DOOR MIKE HERMSEN [VWO-5] Mike Hermsen uit vwo-5 ging met school naar de Stadsschouwburg in Arnhem om een voorstelling te zien van Antigone, een toneelstuk van Toneelschuur Producties. Voor de LC Courant schreef Mike een recensie. Wie had kunnen bedenken dat Antigone, een klassieke tragedie van de Griekse dichter Sophocles, kon worden omgevormd tot een modern rockend toneelspel? In de mythe verbiedt koning Creon zijn nicht Antigone om haar overleden broer te begraven. In de versie van regisseur Michiel de Regt draait het meer om de muziek en de intense strijd tussen familieleden dan om de wil van de goden. Als we in de kleine zaal een plaats vinden tussen een sterk verouderd publiek zien we een modern en simplistisch decor: plastic flappen over de gehele breedte van het podium en wat zwarte snippers. Deze flappen bewegen tijdens het stuk heen en weer. Iedere scène schuift het ‘doek’ een stukje op. Hierdoor krijgt het verhaal een ander gevoel; intiemer als er maar een klein stuk van het podium te zien is, maar ook intenser als de acteurs hun woede uiten op de flappen. Antigone kan niet luisteren naar haar oom koning Creon, die zijn stad Thebe weer wil opbouwen na een verwoestende oorlog. Creon wil het liefst dat zijn zoon Haemon trouwt met Antigone. Het is alleen jammer dat zijn nicht het niet eens is met de manier waarop Creon regeert. Ze begraaft haar overleden broer toch, waarna Creon niet anders kan dan haar, tegen zijn zin, de doodstraf te geven. In dit verhaal zie je een familie verbonden door liefde - de liefde van Antigone voor haar broer - maar ook een familie die in de problemen zit: Haemon kan niet tegen zijn vader ingaan als die besluit om zijn verloofde Antigone te doden. Het stuk is zoals gezegd veranderd in een rockende voorstelling. De acteurs pakken geregeld hun elektrische gitaar en spelen er op los. Deze onderbrekingen doen denken aan
RECENSIE
Antigone: een klassieke tragedie in rockuitvoering Foto: Sanne Peper.
de klassieke koorliederen in het oorspronkelijke stuk. Deze liederen zijn ook de enige associatie met een klassiek stuk. Het hedendaagse heeft de overhand: van goden is niets meer te bekennen, veel personages zijn verdwenen [zoals de zus van Antigone] en een mobiel behoort tot de uitrusting van een bode. Acteur Bart Klever had Creon niet beter kunnen vertolken. Hij speelt een grote behaarde Bourgondiër die eigenlijk geen koning wil zijn. De boosheid van Creon kwam zo overtuigend over dat ik schrok en zelfs bang werd toen hij Antigone aanviel. Phil Mills, die een bode van Creon speelt, gaf mij een gevoel dat
hij niet echt op zijn plaats was. De weinige momenten waarop hij iets moest zeggen, kwamen op mij niet overtuigend over. Ik denk zelfs dat hij, op de muziek na, niet veel toevoegde. Ook Alejandra Theus [Antigone], die Vlaams bleek te zijn, gaf mij een gevoel van angst. In het begin begon Antigone te schreeuwen, wat leek op keelzang en varieerde van hoog tot laag en van hard tot zacht. Het ‘gezang’ ging veel te lang door. Dit gaf de hele zaal een angstig en zeer ongemakkelijk gevoel. Maar het mooie is dat dit ongemakkelijke je aan het denken zet: waarom gaat ze door en wat wil ze hiermee bereiken? Deze scène hield je de rest
van het verhaal vast. Bij binnenkomst hoorde ik een leerling zeggen: “Ik zei toch dat het alleen voor bejaarden was.” Hij had gelijk, want het merendeel van de bezoekers zal wel seniorenkorting gekregen hebben. Wat mij opviel, is dat de jeugd meer leek te genieten dan de ouderen. Ik vond het in ieder geval jammer dat het stuk maar een uur duurde. Ik hoopte zelfs op een toegift. Eén tip heb ik wel: de titel ‘Antigone’ had ‘Antigone in concert’ moeten zijn.
Eindoordeel
Pso: hulp bij keuze studievervolg
TOPKLASSE!
Vmbo-leerlingen moeten aan het einde van het tweede leerjaar een sector voor de bovenbouw kiezen: techniek, zorg & welzijn, economie of landbouw. Bij die keuze krijgen ze begeleiding van de decanen Marion van Hoof [Didam] en Lidwina de Kruijff [Zonegge]. Een belangrijk onderdeel van ‘loopbaanoriëntatie- en begeleiding’ is praktische sectororiëntatie [pso].
‘Ik neem straks met pijn in het hart afscheid’
LC COURANT PAGINA 4
In Topklasse staat deze keer klas Z2F van mentor Erik van de Klift centraal. Hij spreekt van ‘gewoon een leuke kb-klas’, waarin tien meiden en negen jongens zitten. Erik van de Klift is tevens docent wiskunde. Hij vertelt over zijn klas. “De meeste leerlingen heb ik in de eerste klas al onder mijn vleugels gehad. Na de startgesprekken in het begin van dat schooljaar heb ik ervoor gekozen om met hen mee te gaan naar de tweede klas. Helaas kon niet de hele groep mee. Dit had te maken met de grootte van de klassen. Verder zijn er drie nieuwelingen bijgekomen.” “Ik zie ze minstens vijf lesuren in de week als vakdocent en mentor. Daarnaast zijn ze aanwezig op het leerplein als ik andere klassen heb. De sfeer in de groep is over het algemeen goed. Ze hebben aandacht voor elkaars mindere kwaliteiten en kunnen mede daardoor goed samenwerken. Plezier en werksfeer staan bij ons dus hoog in het vaandel en zijn de fundamenten om goed te presteren. Die vele contactmomenten zijn een pre om dit te bereiken. Eerlijk gezegd neem ik aan het eind van het jaar met pijn in het hart afscheid van deze klas.”
Of/of Verkering
017 %
of lekker single 67 %
Smartphone
069 %
of tablet
23 %
Fietsen
054 %
of scooter
46 %
Gezond
073 %
of lekker
27 %
Zevenaar
085 %
of Amsterdam 15 %
Vmbo
067 %
of mbo
25 %
Freshmints
100 %
of sigaretten
00 %
De Graafschap 017 %
of Vitesse
50 %
Sporten
036 %
of chillen
50 %
Alcohol
014 %
of frisdrank
86 %
Klas Z2F over de mentor “Ik vind hem een leuke mentor, want we doen altijd leuke dingen.” “Een goede mentor, want als er problemen zijn, pakt hij deze op.” “Hij regelt alles voor de klas. “Hij is aardig, je kunt hem altijd alles vertellen.” “We doen vaak leuke dingen en we mogen soms tijdens het mentoruur eerder naar huis als je geen onvoldoendes staat.” “Hij is niet te streng, maar wel rechtvaardig en hij verzint leuke dingen.”
De klas over de klas “Ik vind het leuk om in mijn klas te zitten, want het is altijd gezellig.” “Het is een leuke klas, omdat er aardige mensen in zitten.” “Het is een kleinere klas dan verleden jaar en dat vind ik prettig.” “Niemand is slecht met elkaar en ze begrijpen me ook met mijn ODD.” “Ik vind het een fijne klas, omdat er veel vrienden in zitten.” “Het is leuk, omdat we bijna nooit ‘gezeik’ hebben.”
Mijn tijd op Zonegge “Het was een leuke tijd op een leuke en gezellige school.” “Het is een sfeervolle school, mooi en gezellie.” “Ik heb er veel leuks beleefd.” “Het was gezellig, ik heb nieuwe vrienden gemaakt, alleen zijn de leraren soms echt chagrijnig.” “Leuker dan de basisschool. Ik vind het jammer dat onze klas uit elkaar gaat.” “Saai want ik vind school niet leuk, maar ik heb het nodig voor later.”
“Leerlingen op het vmbo zijn graag praktisch bezig. Door ervaringsleren ontdekken zij hun talenten en mogelijkheden. Daarom is pso een heel belangrijk hulpmiddel bij het kiezen van een vervolgopleiding”, vertelt Marion van Hoof. Sven Aaldering uit Beek en Maud Dietz uit Tolkamer zitten beiden in 2-kb. Ook zij bereiden zich voor op een goede vervolgkeuze. In oktober maakten zij al kennis met alle afdelingen op de bovenbouwlocatie Vestersbos. In januari gingen ze terug voor een uitgebreide praktijk- en theorieles in de afdeling van hun voorlopige keuze. Sven Aaldering is gek van voertuigen. Hij sleutelt in de garage vol enthousiasme aan scooters en brommers en samen met broer Timo crost hij graag over de weilanden in Beek. Sven werkt het liefst met zijn handen en wil misschien autoschadehersteller worden. Hij is al een keer naar Truckpoint in Doetinchem geweest, waar zijn oom vrachtwagens met schade spuit. Sven gaat kiezen voor de afdeling mobiliteit. Dan kan hij later nog kiezen tussen voertuigentechniek of transport & logistiek. Sven heeft dus nog even bedenktijd. Maud Dietz vindt het erg moeilijk om te kiezen. Waarschijnlijk kiest ze zorg & welzijn breed. Op deze afdeling maken leerlingen kennis met diverse werkvelden binnen de zorg, zoals werken met kinderen, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, uiterlijke verzorging en horeca. Maud kookt thuis regelmatig voor haar ouders en twee zussen. Haar lievelingsgerecht is lasagne. Ze past ook graag op kleine kinderen. Lidwina de Kruijff: “Het kan dus nog alle kanten op met Maud. Daarom is het goed dat zorg & welzijn zo veel mogelijkheden biedt.”
Over vijftien jaar “Een gelukkige vrouw met een man en een kindje.” “Politieagent of sportleraar, want dat wil ik graag doen.” “Stinkend rijk.” “Ik wil graag politieagent en heel rijk worden.” “Dat zie ik dan wel.” “Heb ik een huis met kinderen, een mooie vrouw, een mooie auto en ook nog een garage.” “Heb ik een eigen huis en ben ik misschien getrouwd en topkok in mijn eigen restaurant.” “Dan woon ik in Australië, rijd ik in een zwarte Ferrari met wit leer van binnen.” “Weet ik niet.” “Ben ik iemand in het leger of bezig met carrosserie. Ik zie mezelf niet als een zakenman.” “Hoop ik goed werk te hebben, computers bouwen of iets anders technisch.” “Kapper of schoonheidsspecialiste.” Op de foto van links naar rechts: Erik van de Klift [mentor], Giovanni Praster, Naomi Polman, Lisa Verlangen, Djamilla Hogenkamp, Elaine ter Neuzen [op de rug], Syrina Clappers, Pernille Lubbers [op de rug], Janneke van Londen, Silke Kobes, Romy Goorman, Bas Boef, Koen Visser, Noël Fotopoulos, Stan Lammers, Mitchel Overbeek Bloem, Luuk de Groen, Koen Sweers en Wesley Derks.
Schietsporter Mandy Mulder kickt op de stip
NOW WE’RE TALKING!
De 17-jarige Mandy Mulder doet de opleiding zorg & welzijn [vmbo-kb] op de locatie Vestersbos. Daarnaast beoefent ze een bijzondere hobby, namelijk de schietsport. “Geen gevaarlijke, maar wel een gedisciplineerde sport, waar rust, zen en beheersing voor nodig zijn”, zegt Mandy. Ze is een echt talent, want sinds januari is ze geselecteerd voor Jong Oranje.
Mandy’s [Spaanse] moeder is niet alleen haar mentale coach, maar ook haar pr-vrouw. Haar vader zorgt ervoor dat haar wapen [altijd het allernieuwste] tiptop in orde is. “Ik ben gek op blingbling. Als ik iets zie, heb ik wel of niet een klik. Zo viel ik op mijn huidige wapen ‘Blinky’. Ook was het liefde op het eerste gezicht bij mijn vriend toen ik in zijn mooie diepblauwe ogen keek. Ik wist meteen: ‘This is the one’.”
LC Award: speeltuin in Kenia In het kader van de LC Award hebben Lonneke, Esmée, Romée, Tara, Pascal, Patrick, Pieter en Niels een speeltuin voor gehandicapte kinderen gebouwd in Makobe [Kenia]. Het districtshoofd prees de leerlingen voor hun harde werken - in regen en zonneschijn - en wees op het grote belang van de speeltuin, waarin kinderen met en zonder handicap samen kunnen spelen. Dit prachtige project werd afgesloten met een mooie safari.
Wie is Jos Lukkezen? Sinds 2000 verbonden aan het Liemers College als docent economie en handel & administratie op de locatie Vestersbos, 60 jaar oud, vader van twee hardwerkende dochters [Fransien en Janna], houdt van wandelen, vakanties, klussen, sporten en dan in het bijzonder handbal.
achteraf nagedacht over de consequenties in de bovenbouw. Daarnaast ervaar ik verschillen in de menselijke benadering op de diverse locaties.
Uit wat voor milieu en welke stad/streek kom jij? Ik ben opgegroeid in Zevenaar in de jaren vijftig en zestig. Ik was de oudste in een gezin van drie kinderen. We woonden vlakbij het Vestersbos. Toen bestond het gebouw nog uit alleen het eerste gedeelte, waarin de lts zat. Zevenaar was nog klein, iedereen kende elkaar en als je elkaar niet kende, dan vroeg je het wel even na bij anderen.
Heb je iets speciaals met vmbo’ers? Vmbo’ers zijn directer en sfeergevoelig. Ze zijn meer op de persoon gericht dan op de inhoud van de lesstof. Goed contact is dus belangrijk.
Hoe merken we dat nog? Ik weet veel van de directe omgeving, ik ken veel mensen en ik spreek het dialect.
In hoeverre was jij die perfecte leerling? Nou..., maar ik was wel een snelle leerling! Toen ik 20 jaar was, had ik mijn opleiding afgerond en stond ik voor de klas.
Hoe word je door anderen omschreven? Bijzonder slank en knap!
Wat moeten ze zeggen op jouw afscheidsreceptie? Niets, ik wil zelf graag het laatste woord voeren.
Waarom het onderwijs? In mijn familie koos je of voor het onderwijs of voor de financiële kant. Bij mij is het een combinatie geworden. Deze functies boden zekerheid in de periode van de bankenfusies. Ik vond het een prima keuze, omdat ik graag met kinderen werk. Ik heb lesgegeven in vrijwel alle vormen van onderwijs en voor alle leeftijdscategorieën, van kleuters tot volwassenen.
Vertel eens over je ergste blunder? Op een begrafenis werden vroeger na de koffie sigaren gepresenteerd. Dus men vroeg mij: ‘Rook jij?’ Ik antwoordde spontaan: ‘Alleen bij feestelijke gelegenheden.’ Dat heb ik nog jaren moeten horen.
Wat doe je op het Liemers College? Ik geef economie en handel & administratie. Mijn voorkeur gaat uit naar algemene economie vanwege de koppeling aan de praktijk. De crisis bijvoorbeeld is voor een econoom leuk om te volgen en biedt actuele lesstof. Wie was je leukste docent en waarom? Dat was Wim Lamers van de mulo in Zevenaar. Later werd hij directeur van de Andreas Scholengemeenschap. Soms was je het met elkaar oneens, maar zijn persoonlijke belangstelling was fantastisch. Op een school van 1700 leerlingen kwam hij je zonder voorgeprogrammeerd mobieltje feliciteren met de verjaardag van je dochter. Welke verschillen zie je met vroeger? Toen gaf je hoofdzakelijk les en had je af en toe rapportvergaderingen. De scholen waren kleiner, alle leerlingen waren in beeld en veel zaken werden in de wandelgangen besproken. Nu zijn er veel meer bijzaken en vergaderingen. Een ander verschil is dat leerlingen door sociale media met alles en iedereen in contact zijn. De wereld is hun blikveld geworden. Vroeger was het contact beperkt tot de eigen leefomgeving. Ook zijn gezinssituaties complexer en de leerlingen mondiger geworden. Dat vind ik prima, als het maar op de goede manier wordt gedaan. Wat moet vandaag nog anders op school? Ik vind de communicatie niet optimaal. Bijvoorbeeld bij het invoeren van de leerpleinen werd pas
Waarmee hoop jij het Liemers College te verrijken? Prettig en gezellig les geven.
Jouw definitie van de perfecte leerling? Een hardwerkende leerling die op tijd zijn zaken af heeft.
Wat zou Man Bijt Hond bij jou willen filmen? Dat ik met de heer Van der Wurff aan het handballen ben in Groessen. Waar lig je ‘s nachts wakker van? Nergens van. Als je wakker ligt, dan sta je niet fit op. Hoe oud voel jij je? Dat ligt eraan waar we het over hebben, maar eigenlijk denk ik niet in leeftijden. Oud: fysiek met sporten [handbal], dan merk ik mijn leeftijd wel. Jong: jong van geest en natuurlijk als ik in de spiegel kijk. Wanneer was je echt gelukkig? Bij de geboorte van mijn kinderen. Welke dagdroom zou je het liefst laten uitkomen? Ik zou willen reizen door de wereld, om te beginnen in Scandinavië, daarna opnieuw rondtrekken in Noord-Amerika. Australië misschien ook, maar dat idee is nog heel pril. Met wie op school zou je wel eens willen ruilen? Met Harald Wiggers [voorzitter Centrale Directie, red.]. Als zijn functie dan te veel voor me is, probeer ik het eerst een maandje met zijn salaris [ik blijf economisch denken]. Als ik één miljoen euro win, dan... ...los ik eerst mijn schuldeisers af. De rest moet nog maar even wachten . Ten slotte: vertel één geheim dat nog [bijna] niemand weet? Weer een beetje verliefd.
LC COURANT PAGINA 5
Mandy begon haar hobby bij de B-junioren [15-18 jaar], waar ze met zeven jongens schietles had. “Eerst leer je een goede houding aan. Je moet op een vaste positie staan. Daarna focus ik mij op de ruimte, de vierkante meter waarop ik sta. Dit heb ik geleerd van mijn mentale coach. Dat is mijn moeder. Ik zie dan niemand meer om me heen. Het doel is de perfecte 10.9 op de wedstrijdkaart te raken. Dat is de kleinste stip van een halve millimeter op de kaart met cirkels. Als je de rand raakt, scoor je 10.0. Is de hele stip weg, dan spreek je van een mouse. Daarvan krijg je een geweldige kick.” Na een jaar schietles werd Mandy gescout en ging ze oefenen met een persoonlijke trainer. Daarna volgde een training van de KNSA [Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie] en sinds januari zit ze bij Jong Oranje. Nu traint ze tien uur per week op Papendal met haar Noorse trainer Christian Holstad Lilleng. Normaal moet je daar 17,5 jaar voor zijn en je middelbareschooldiploma hebben, maar Mandy is de uitzondering op deze regels. Volgend schooljaar wil Mandy de mbo-opleiding ‘commercieel medewerker in de sport’ gaan doen op het Johan Cruyff College [ROC] in Nijmegen. Ook wil ze een ‘quotenplaats’ behalen op het WK in Moskou in februari 2014. “Behoor je daar tot de eerste acht, dan kun je een plaats behalen voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2016. Ik heb een contract, waarin staat dat ik me twee keer kan bewijzen voor de Olympische Spelen tot 2020. Mijn eigen doelen liggen hoger. Ik wil vier keer de Olympische Spelen winnen en bondscoach worden van Nederland”, vertelt Mandy Mandy beschrijft zichzelf als rustig, behulpzaam en betrouwbaar. Ze werkt gestructureerd en kan zich goed afsluiten. Haar trainer en haar vriend zeggen dat ze een killersinstinct heeft. “Ik wil inderdaad winnen. Dat doe ik door mijn tegenstanders systematisch één voor één uit te schakelen. Ik houd de scores van mezelf en mijn tegenstanders in mijn hoofd bij. Zo kan ik bijstellen tijdens de wedstrijd. Het publiek wordt gek van mij, omdat ik begin met een achterstand en van daaruit naar mijn doel toe werk. Dat is dus winnen.”
V.l.n.r. Romy Peters, Nicky Jansen en Lisa Weekenborg.
‘De zenuwen beginnen nu echt te komen’
LC COURANT PAGINA 6
Als deze LC Courant verschijnt, zitten we midden in de diploma-uitreikingen. Maar geen diploma zonder eerst examen te doen. Voor veel kandidaten is dat een spannende tijd. Op verzoek van de LC Courant hielden Romy Peters, Nicky Jansen en Lisa Weekenborg een dagboekje bij. ROMY PETERS [HAVO-5] 13 mei. De zenuwen beginnen nu écht te komen. Straks heb ik het eerste examen in mijn havo-carrière: management & organisatie. Hoe ik het ga maken? Geen flauw idee. Als ik eenmaal in de zaal zit, krijg ik écht de kriebels. Alle gezichten zijn naar voren gericht, maar ik als echte zenuwpees kan alleen maar om mij heen kijken. Gelukkig spreekt meneer De Leeuw me moed in. Het examen zelf is lang, maar tot mijn verbazing laat mijn concentratie mij niet in de steek. Het gaat als een trein, hoewel sommige vragen erg lastig zijn. Ik ga niet naar de antwoorden kijken om de zenuwpees in mij een plezier te doen. 14 mei. M&O ging toch iets minder goed dan verwacht. Met het motto ‘het is nu toch al ingeleverd’, ga ik verder met de voorbereiding voor Nederlands. Ik heb er voor gekozen ook dit examen niet na te kijken, zodat ik mezelf niet onnodig bang maak. 17 mei. Na afloop van Duits kijk ik mijn antwoorden toch na [al in de auto naar Didam!] omdat dit vak me goed ligt. Ik kom na vijf keer natellen uit tussen 6,0 en 7,0. Een prima cijfer, al zeg ik het zelf. Daarna kijk ik de rest globaal na. Dit geeft me een gerust gevoel. Van wiskunde heb ik geen antwoorden genoteerd. Dit vak ligt mij minder. 21 mei. Na veel ‘dates’ met mijn ‘vriend’ Joost van Oort, dacht ik klaar te zijn voor het examen geschiedenis, maar niets blijkt minder waar. Voor mijn gevoel gaat het erg slecht, maar als ik het examen globaal nakijk, kom ik toch uit op een voldoende. Dit is dus een typisch geval van afwachten. Nu beginnen mijn zenuwen toch weer behoorlijk te kriebelen. 25 mei. Ik had verwacht dat ik voor Engels net een voldoende zou halen, maar als ik het nakijk is mijn dag goed: tussen 7,5 en 8,5!
28 mei. Wat heb lang ik op dit moment gewacht: eindelijk klaar met mijn examens. Na het examen economie gaat onze klas barbecuen bij meneer Janssen. Dit is een leuke afsluiting, maar toch heb ik nog geen besef dat ik klaar met leren ben. Het is wachten op de uitslag. LISA WEEKENBORG [VWO-6] 13 mei. Met trillende handen werk ik mijn soep naar binnen. Vast voedsel verdraag ik niet. Veel te vroeg ben ik op school, maar gelukkig staan er meer zenuwpezen. Gewapend met gelukssteen en pluchen sloffen kom ik de gymzaal binnen. Ah, een mooi plekje aan de zijkant. Ik installeer mijn woordenboek, zeven pennen [je weet maar nooit] en proviand voor de komende drie uur. Zenuwachtige blikken naar de klok. Dan krijgen we het seintje van meneer Van der Ploeg. Uit enthousiasme stoot ik mijn water om. Als het erop zit, ebt de spanning weg. Thuis besluit ik om niet na te kijken, ik zie het in juni wel. Er zaten veel open vragen in dit examen. Vandaar mijn en de andere 19.924 klachten over Nederlands. 16 mei. Vandaag is tekenen aan de beurt. Naast het praktische werk dat al is afgerond, bestaat dit examen ook uit een theoretisch deel over kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing. Door ons kleine clubje lijkt de gymzaal drie keer zo groot. Het gehele oeuvre van Erwin Olaf met zijn vreemde foto’s [google maar...] kennen we uit ons hoofd, maar de leerstof sluit totaal niet aan op het examen. Thuis zit ik gelijk achter de pc te klagen bij LAKS. 17 mei. De zwaarste dag. Met het hoofd vol Latijnse teksten en wazige filosofische gedachten van Seneca begin ik om negen uur met een ‘we zien het wel’-gevoel aan Latijn. Een beetje verbaasd maak ik de eerste vragen, daarna word ik een beetje boos. Hebben we daarvoor al die 47 teksten in onze kop moeten stampen? Er komen slechts twee [!!!] teksten in terug. Om
Drie dagen non-stop theater In april vond voor de vijfde [!] keer het driedaagse jongerentheaterfestival Podiumlust plaats. Naast het organiserende Liemerse College waren de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen, Scholengemeenschap Het Rhedens uit Dieren, het Veluws College uit Apeldoorn en de Van der Capellen Scholengemeenschap uit Zwolle van de partij. Theaterklasleerling Tessa Schoones schreef een impressie. DOOR TESSA SCHOONES [V5] Toen was eindelijk het moment daar, Podiumlust ging weer van start. Altijd spannend het begin: nieuwe scholen en nieuwe leerlingen, nog niet zo goed weten wat er allemaal gaat gebeuren. Maar al snel ben je alleen maar gefocust op theater, gezelligheid en mensen leren kennen. Ook al kom je alleen, je hebt er snel honderd nieuwe bekenden bij. Overdag hebben we twee keer de keuze uit
veel verschillende workshops; van musical tot mime en van de omgang met genante momenten tot camera acteren. Dan kun je bijna niet kiezen, maar het gaat ook om flexibel zijn en elkaar iets gunnen. Tussendoor hebben we ook nog diverse theaterspellen, zoals een flashmob uitvoeren in de stad, en lekker lun-
twaalf uur leg ik beduusd, maar vooral opgelucht mijn pen neer. ‘s Middags heb ik economie. Pas na drie keer lezen heb ik ongeveer door wat er in de grote tekst staat. Wat een domper na vanmorgen. Ik probeer er het beste van te maken en ben blij als ik eindelijk mijn pen neer kan leggen. Ik ben niet de enige die het niet te doen vindt. 21 mei. Na een lang pinksterweekend ga ik met niet zo’n goed gevoel naar geschiedenis. Al met al valt het wel mee. Na drie uur is naast mijn pen ook mijn rechterarm leeg. ‘s Middags Engels, één van de drie vakken waar je maar één vijf voor mag staan. Ik ben gelukkig niet zo zenuwachtig. Ik moet lachen om meneer Theodoulou, die zegt dat ik bruin ben geworden. Heb jij de zon gezien afgelopen maand? Ik niet. Relaxt ga ik het examen in en ook weer uit. 22 mei. De gevreesde dag, want wiskunde B. Gek genoeg ben ik niet enorm zenuwachtig, hoewel ik sinds de vierde al slapeloze nachten heb vanwege deze dag... Lichtelijk neurotisch wrijf ik over mijn gelukssteen. De gedachte dat ik na dit examen een week vrij heb, maakt die drie slopende uurtjes draaglijker. Ik schrik als meneer Kaat met z’n zware stem zegt dat het laatste kwartier is ingegaan. Snel vul ik nog wat dingetjes aan en in de laatste twee minuten krijg ik zelfs een heldere ingeving. Ik leef nog. 28 mei. Morgen het laatste examen: Frans. Ik neem me voor om een tekst te oefenen, maar de motivatie is ver te zoeken. Maar dan, nieuwsflits: het examen is uitgelekt! Ja hallo, nu even niet alsjeblieft. Ik zit behoorlijk in de stress. Het is onduidelijk wanneer we het examen moeten maken. Toch niet donderdag na de promnight, als onze hersenen naast de concentratie onderaan de Oud-Zevenaarse dijk liggen? 29 mei. Rond negen uur is er nog steeds geen duidelijkheid. Onrustig houd ik de radio en internet in de gaten. Uit verveling lak ik mijn nagels knalblauw, hoewel dat totaal niet matcht met mijn jurkje van vanavond. En dan komt om 10.13 uur het bericht dat het examen wordt uitgesteld naar morgen 13.30 uur. Na onze promnight dus. Ik baal enorm. Dat wordt geen nachtje doorhalen, laat staan dat we flink kunnen proosten op onze vakantie. Ook de geplande examenstunt valt in het water. Nog een geluk dat we niet morgen al op vakantie gaan. 30 mei. Na toch nog een superleuke promnight fiets ik redelijk relaxed naar school. Afgezien van een paar emmers naast tafeltjes voor draaiende magen, is iedereen nog wel in staat om het examen te maken. Om vier uur begint ons nieuwe leven. Wat ons rest, is boeken wegbrengen, kluissleutel inleveren en heel veel plezier maken de komende drie maanden! NICK JANSEN [HAVO-5] 13 mei. De vakantie zit er op en gelijk ook het eerste examen: management & organisatie. Als ik de examenzaal betreed, geeft dit een raar gevoel. Je zit na vijf jaar in de gymzaal waar je je eerste examen gaat maken. Zenuwen? Die zijn er zeker. Maar na vandaag is de kop eraf. 14 mei. Nederlands staat op dag twee gepland. De spanning is vandaag anders. Ik kan me veel beter concentreren en naar mijn gevoel presteer ik ook beter. 17 mei. Na twee ‘rustdagen’ heb ik vandaag wiskunde, een struikelvak voor velen en ook voor mij. Toch ga ik met een redelijk goed gevoel het weekend in. 21 mei. Vandaag geschiedenis, dat naar mijn gevoel wel aardig gaat. Dit mag ook wel na een extra lang weekend. Wel bij nader inzien wat onnodige fouten. 23 mei. Voor muziek heb ik nooit moeite gedaan. Dus vandaag ook niet, wat een raar gevoel geeft, want het is wel een centraal examen. Ik steek mijn tijd in Engels en aardrijkskunde, die morgen op het programma staan. 24 mei. Examen Engels, piece of cake. Ik verlies zelfs mijn concentratie omdat ik me niet kan voorstellen dat het zo ‘easy’ is. Een examen dat iedereen vreest, blijkt achteraf makkelijk. Ook aardrijkskunde gaat wel aardig. 27 mei. Sommige leerlingen hebben al vakantie, maar ik moet economie nog doen. Omdat dit het laatste examen is, is de motivatie om te leren ver te zoeken. Dat is te merken tijdens het examen. Ik hoop dat het cijfer meevalt. Maar nu drie maanden vakantie. Hopelijk ben ik geslaagd en hoef ik niet nog een jaartje.
chen. ‘s Avonds eten we samen in de foyer van Het Musiater en maken we ons klaar voor de avond. Hét spannende moment is het aan elkaar laten zien van de producties die iedere school gemaakt heeft. We krijgen er iedere avond zo’n twee te zien. Toevallig speelde ik op iedere avond wel in iets mee, zoals op vrijdag een stuk dat bestond uit zelfgemaakte en zelfgeregisseerde stukken, samengevoegd tot een geheel door een regisseur. Zo heeft ook iedereen die niet in een voorstelling speelde op het podium gestaan. Tijdens Podiumlust ontmoet je ook aardig wat grote talenten. Bijvoorbeeld een speler die is aangenomen op de kleinkunstacademie in Amsterdam, die zijn monoloog voor zijn auditie aan ons liet zien. Of een meisje dat de voorronde van de Kunstbende Gelderland met de eerste prijs voor poëzie is doorgekomen en haar gedicht liet horen. En dan vergeet ik bijna de medailles die je zelf kunt winnen als je iets goeds gedaan hebt voor iemand of iets anders. Podiumlust is naar mijn mening een superfestival, waar je elk jaar weer naartoe leeft.
Complete klas vermist Een complete klas van 29 leerlingen van het Liemers College die vermist raakt tijdens een excursie in de grotten van Zuid-Limburg. Dat was het onderwerp van de theatervoorstelling The Treasure of Zarnix, die eind april drie keer werd opgevoerd door leerlingen en docenten van de locatie Zonegge. De leerlingen verloren onderweg de aansluiting met de drie ervaren gidsen, waarna in allerijl een crisiscentrum werd ingericht. De voorstelling liet zien hoe de uiteindelijke redding van de leerlingen in zijn werk ging. De bezoekers genoten met volle teugen. De voorstelling was geschreven door regisseur Theo Soontiëns, van muziek voorzien door muziekdocenten Marius de Boer en Peter Loeters en op dans gezet door choreografe Tine Soontiëns.
We schrijven 31 mei 2013... DOOR HARRY KLEIN KOERKAMP [DIRECTEUR VMBO-PROJECT]
Weids, is de leegte op de toegangsweg naar Groot Holthuizen. Een strakke wind jaagt de wattenwolken door de lucht op deze zomaar zonnige meimiddag. Een plek waar tot voor kort het gras de koe dan wel de maaier tot nut was. Daar ligt plotseling het fundament, geflankeerd door een serie gele bouwketen van een Achterhoekse bouwmeester. Betonijzers wijzen boven het maaiveld roestig naar boven; naar een lang gekoesterd luchtkasteel dat nu gaat verrijzen in gehard beton en zonwerend glas. Onvoorstelbaar voor velen dat dit de plek wordt van kennisoverdracht, van kennisdeling, van modern vakmanschap. Een plek, nu nog, van vette kleiklompen en al voorzichtig ingestrooid zilverzand. Opmerkelijk dat aan dit gebouw niet gemetseld gaat worden; geen stenen [klei] geen [metsel-]zand. Sommigen zien in het uitgegraven grondpatroon al de contouren van hun leerruimtes, lokalen, werkplaatsen, het trappenhuis. Met een uitgestrekte arm en een wijzende vinger probeert iemand zijn collega deelgenoot te maken van zijn voorstellingsvermogen. De collega gebruikt de hand liever om het halfle-
ge champagneglas overeind te houden. Driedimensionaal denken en daarin beweging in de tijd wegzetten, is niet iedereen gegeven. Vlak voor de rondgang over het bouwterrein heeft Marc Mittelmeijer, voorzitter van het College van Bestuur van Quadraam, het hardop durven zeggen: “Dit wordt de mooiste school van Nederland!” Instemmend geknik van de drie wethouders. Wat minzame lachjes bij het talrijk aanwezige personeel. Zichtbaar de druk verhogend voor architect, aannemer en installateur. Over veertien maanden is dat mooiste gebouw klaar, zo belooft hij. Een hoog veelzijdig gebouw voor de ge-
mengd-theoretisch leerweg [vmbo-gt], voor de sectoren zorg & welzijn, handel & administratie, techniek én voor de populaire opleiding sport, dienstverlening & veiligheid. Geen standaard schoolgebouw, verre van dat. Alleen al door de veel besproken inpandige sportvoorziening - “Je kunt de leerlingen vanuit de trein zien scoren” - krijgt het gebouw een aparte uitstraling. Alle zes afdelingen beschikken over diverse ruimtes; lokaal, leerplein, spreekkamer, instructieruimte. Een gebouw waarin de grote stap vanuit het 19de eeuwse schoollokaal naar het 21ste eeuwse onderwijs wordt gemaakt. Kleinschalige afdelingen, waar de docenten de leerlingen goed kennen en de leerlingen elkaar. Een gebouw dat ook de groei én de krimp van het leerlingenaantal in de Liemers in de komende tien jaar kan opvangen. Wat belangrijker is, is dat we een generatie gaan opleiden die van wanten weet. De Liemerse samenleving heeft kwaliteit nodig in de zorg, administratie en dienstverlening, én techneuten. De voorspelde landelijke tekorten zullen we in de Liemers niet gaan meemaken. Dat krijgen we voor elkaar wanneer de leerlingen veelvuldig met de buitenwereld bedrijfsleven, zorginstellingen, detailhandel, verenigingen - in contact komen. De positie op het raakvlak tussen een woonwijk, een bedrijventerrein en sportvoorzieningen biedt daarvoor de mogelijkheden. Laatste ontwikkeling is dat er een technieklokaal voor basisschoolleerlingen wordt ingericht. Dagelijks komen zo tientallen leerlingen van groep 6, 7 en 8 in contact met technische beroepen en beroepsopleidingen. In de Achterhoek hebben deze lokalen hun nut al ruimschoots bewezen. Nu nog in de Liemers. Het personeel van de locatie Landeweer heeft het komende jaar een flinke uitdaging: juist in een tijd dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk staat, groeien naar een nieuwe leeromgeving. De richting is bepaald, de koers gezet. Aan het gebouw zal het niet liggen.
Actiedag levert 3500 euro op Een actiedag van de locatie Vesterbos voor een schooltje in de Roemeense plaats Gencs heeft ruim 3500 euro opgebracht. Het was een leuke en gezellige dag met lekker eten en drinken. De leerlingen konden sumoworstelen, meedoen aan een professionele fotoshoot, pokeren en nog veel meer. Het geld wordt tijdens de werkweek in mei symbolisch in de vorm van een cheque overhandigd. Alle ouders, buren, ooms, tantes etc. worden hartelijk bedankt voor hun steun.
V.l.n.r. Karel Schols [wethouder gemeente Duiven], Marc Mittelmeijer [Quadraam], Ingrid Wolsing [wethouder gemeente Montfer-
HELPERS WEG!
Helpers weg! is de discussierubriek van de LC Courant. Talina Tomassen en Farlon Hubner zijn het niet met elkaar eens over de stelling dat het goed is dat leraren via social media contact hebben met leerlingen.
‘Goed dat leraren en leerlingen contact hebben via social media’ Voor Tegen FARLON HUBNER [HH4A] Ik ben vóór de stelling, omdat het prettig is om snel een reactie te krijgen van leraren, terwijl dat via TeleTOP soms nogal lang kan duren. Dit komt mede door de toename van smartphones, waardoor leerlingen en leraren altijd snel kunnen reageren via Facebook of Twitter. Leraren kijken vaker op hun telefoon dan dat ze TeleTOP checken. Het is ook makkelijker vragen te stellen en te beantwoorden via social media, omdat je niet eerst een computer en een programma moet opstarten. Een bericht via social media is binnen een minuut verstuurd en ook zo beantwoord. Dit voorkomt een hoop stress. Maar ik denk dat voor de meeste leerlingen een groot privacybelang meespeelt. Hoewel ik daar begrip voor heb, denk ik dat snel duidelijkheid krijgen belangrijker is. Vanuit het perspectief van de docenten denk ik dat ze het leuk vinden om meer betrokken te zijn bij hun leerlingen. Leerlingen vinden het misschien leuk om te volgen wat hun docent doet buiten school of wat zijn/haar interesses zijn. Tot slot: ik denk dat de nadelen niet opwegen tegen de vele voordelen.
TALINA TOMASSEN [HH4A] “Social media zijn voor vrienden en familie. Ik post dingen die alleen hen aangaan. Leerlingen en leraren zijn geen vrienden van elkaar. Als een leraar leerlingen toevoegt, komen ze dingen over je te weten. Als leerling moet je oppassen, want post of tweet je iets over school of leraren, dan kunnen ze dat tegen je gebruiken. Stel, je haalt een slecht cijfer, dan kan de leraar je confronteren met wat je in het weekend had gepland. Je moet privé en werk gewoon gescheiden houden. Je gaat anders toch ook niet met een leraar praten over wat je in het weekend hebt beleefd? Een leerling die veel contact zoekt met een leraar en een band opbouwt, wordt al snel gezien als het lievelingetje. Als het andersom is, komen er gelijk verhalen in de wereld. Je kunt redeneren dat ze sneller reageren via social media, maar daartoe zijn ze niet verplicht. Net als bij TeleTOP zouden leraren en leerlingen elke dag moeten controleren of ze nieuwe berichten hebben ontvangen. Dan werkt zo’n schoolnetwerk beter dan social media en zal het ook zeker over school gaan.”
Fantastische opbrengst actiedag Costa Rica DOOR PIETER THEUNISSEN [DOCENT DUITS] De actiedag voor Costa Rica op de locatie Zonegge heeft ruim 18.000 euro opgebracht. Dit fantastische bedrag wordt gebruikt om een aantal leerlingen in staat te stellen na de middelbare school te gaan studeren. Het Liemers College heeft in het verleden zes basisscholen in Costa Rica financieel ondersteund. De actiedag was op 26 april, de laatste dag voor de meivakantie. De leerlingen kregen een zeer gevarieerd programma voorgeschoteld, te beginnen met de keuze uit maar liefst 29 workshops; van Chinees tot zelfverdediging en van kleurrijk slagwerk tot lekkere hapjes maken. Na een korte pauze ging de dag verder met sport, waarbij er opnieuw veel te kiezen viel [wandelen, hardlopen, fietsen en zwemmen]. Eén ding was voor iedereen gelijk: alle leerlingen zijn door en door nat geworden, want juist op dat moment begon het keihard te regenen. De leerlingen in Costa Rica die met de opbrengst mogen studeren, moeten wel met hun opgedane kennis de eigen gemeenschap gaan helpen. Het Holland Costa Rica Welfare Committee zal erop toezien dat alles volgens de regels verloopt. Daarnaast gaan in februari 2014 tien leerlingen van het Liemers College naar Costa Rica. Leerlingen die zich voldoende hebben ingespannen tijdens de actiedag en die met ideeën komen om nog meer geld in te zamelen, komen hiervoor in aanmerking. Voor tien leerlingen die twee jaar geleden naar Costa Rica gingen, was dat een onvergetelijke ervaring. Uiteraard worden alle sponsors en deelnemers aan de actiedag ontzettend bedankt voor hun steun.
LC COURANT PAGINA 7
land] en Harry Staring [wethouder gemeente Zevenaar].
Survival: uitdagend, gezellig en nat
Slapen in de bus of thuis
DOOR KIM ALBERTS [HH4E] Een vast onderdeel van de projectweek in havo-4 en vwo-5 is een survival in de Ardennen. Begeleiders Henk Reuling en Maartje Buijs gingen op pad met 24 leerlingen. Kim Alberts doet verslag. We vertrokken ‘s ochtends om kwart voor zeven. Bij aankomst in de Ardennen was het redelijk vies weer. We begonnen met teambuildingsactiviteiten, zoals klimmen door een krappe, donkere blokkendoos en andere uitdagingen en raadsels. Daarna hebben we de tenten opgezet op de eerste slaaplocatie, in een weiland op een berg met een geweldig uitzicht. We sloten de dag af bij een lekker warm kampvuurtje. Dag twee hebben we geklommen, hoog op ijzeren draden gebalanceerd en zijn we wezen abseilen. We sliepen tussen de koeien. De derde dag hebben we speleologie gedaan in grotten. Velen van ons hadden eerder al wel druipsteengrotten bezocht, maar er echt in klimmen is een bijzondere ervaring. We heb-
ben de dag afgesloten met een heerlijke barbecue. De laatste dag zijn we ‘s ochtends wezen kajakken. Jammer genoeg was het weer waardeloos en het water koud. Na de lunch kwam de activiteit waar toch wel een beetje tegenop werd gekeken: de pamperpaal. Dit is een paal van twaalf meter hoog, waar je op moet klimmen om van daaruit te springen naar een trapeze die 2,5 meter verder en hoger hangt. Als je mist, moet je vertrouwen op de groep want die heeft het touw vast waaraan je hangt. De survival werd afgesloten met een enorme kabelbaan. Daarna hebben we de spullen gepakt en zijn we in de bus gestapt. Na een uur rijden bleek de survival nog niet voorbij, want de bus begon te roken. Terwijl de bus werd gerepareerd, zijn we naar de Belgische variant van McDonald’s geweest. De survivalweek was uitdagend, gezellig en nat. Ondanks het weer heeft iedereen het enorm naar zijn zin gehad.
Tijdens de projectweek hebben 52 leerlingen samen met vijf docenten Londen bezocht. Op het programma stonden naast alle bekende ‘highlights’ ook winkelen, Wembley en The Lion King. Een gids beschreef ieder detail van de gruweldaden van Jack the Ripper. De leerlingen verbleven in gastgezinnen, waardoor ze het echte Engelse leven konden ervaren. Uiteraard was het een vermoeiende trip, maar slapen kun je in de bus of thuis.
HET LIEMERS COLLEGE OP REIS ‘Van mij mag zo’n project vaker worden gehouden’ DOOR GRACE WINTERS [Z2L]
LC COURANT PAGINA 8
De locatie Zonegge van het Liemers College onderhoudt al meer dan dertig jaar een uitwisseling met de Ganztagsrealschule in Kleef. Dit schooljaar leerden twintig gt’ers en twintig leerlingen uit Kleef de verschillen en overeenkomsten van het leven aan de andere kant van de grens kennen. Grace Winters maakte een kort verslag van het tegenbezoek. Dinsdagavond verzamelden we ons bij het Lentebad om de Duitse leerlingen te ontvangen voor het tweede deel van de uitwisseling. Vorig jaar zijn wij in Duitsland geweest, nu is het tegenbezoek. Toen iedereen er was, gingen we naar huis om nader kennis te maken. De volgende dag begonnen we met een quiz over Duitsland en Nederland en daarna werd ons het project toegelicht. Er werd uitgelegd dat we een brug moesten bouwen van papier, hout en andere materialen. Daarna gingen we met z’n allen naar de aula om de brug te bouwen. Donderdag gingen we naar het GeoFort in Herwijnen. We werden in twee groepen gesplitst. In het fort ging de ene groep opdrachten en spelletjes doen en de andere groep moest met een navigatiesysteem Nederland overlopen maar dan in het klein. Na een uur wisselden we. Toen de twee uur om waren, kregen we limonade en een broodje knakworst. Daarna vertrokken we met de bus naar Den Bosch voor twee uur vrijheid in de stad. Om 16.00 uur gingen we weer naar huis. Vrijdag moesten we weer om 9.00 uur op school zijn. De Duitse leerlingen moesten hun spullen al meenemen. Vervolgens hebben we de brug afgemaakt en gepresenteerd. Om 13.15 gingen de leerlingen weer naar huis. Ik vond het heel leuk om mee te doen, want zo leer je hoe het is op een andere school en in een ander huis in een ander land met een andere taal. Ik hoop dat zo’n project vaker wordt gehouden.
‘Hopelijk mogen we terugkomen’ Ook Spanje stond tijdens de projectweek in de reisgids. Dertig leerlingen die het vak Spaans doen, gingen naar Madrid om onder meer - in het Spaans! - een voordracht over Nederland te houden op een middelbare school. De Spaanse leerlingen vonden het erg interessant. Ook de stroopwafels waren een succes. De les werd afgesloten in polonaise met het lied ‘Zo vangen cowboys indianen, pak je lasso maar’. Hopelijk mogen we volgend jaar nog terugkomen.
Amsterdam en films maken In vwo-4 begon de projectweek met een dagje Amsterdam. Twee bussen vol leerlingen vertrokken naar de hoofdstad om daar in groepjes activiteiten te ondernemen. Zo kregen ze een rondleiding in het Van Gogh Museum en het fotografiemuseum Foam, mochten ze een kijkje nemen achter de schermen bij het concertgebouw én de grote primeur - De Nachtwacht bewonderen in het nieuwe Rijksmuseum. De rest van de week werden de groepen via workshops visagie, animatie en montage klaargestoomd tot echte filmmakers, waarna ze een film in elkaar zetten. Ter afsluiting werden de films vertoond in het filmhuis.
‘Het eten in Pskov was... eh bijzonder’ DOOR CHIEM BALDUK [HV5A] ‘Internationalisering’ is een belangrijk thema op het Liemers College. De school gaat regelmatig de grens over en vaak staan daar buitenlandse tegenbezoeken tegenover. Dit schooljaar ging een groep havo-leerlingen onder begeleiding van de docenten Lydia Foudraine [Frans] en Janneke Jegen [Engels] naar de Russische stad Pskov. Chiem Balduk maakte onderstaand verslag. Het begon allemaal ruim een half jaar geleden toen leerlingen werden gezocht voor een uitwisseling met Pskov. In november kwamen de Russen naar Nederland, wat heel bijzondere weken opleverde, vol cultuurverschillen en nieuwe vriendschappen. In april mochten wij hun leven bezoeken. We werden in een gammel busje uit de Sovjettijd naar Pskov gereden, waar ik hartelijk werd ontvangen door Olga [mijn Rus] en haar ouders. Olga’s vader is een 46-jarige ‘gepensioneerde’ militair. Daarom wonen ze in een luxueuze wijk enkel en alleen voor hoge officieren. Ze leven daar een redelijk westers leven in een goede flat, maar we hebben ook veel minder goede flats gezien. Dat zijn blokken beton, voorzien van een likje afgebladderde verf. Dan besef je in wat voor luxe wij in
Nederland leven. In negen dagen kregen we enorm veel te zien. We werden meegenomen naar oude kloosters, musea en een oude vesting. Naast al deze leerzame uitjes, werden we ook onderworpen aan de Russische cultuur. Zo leerden wij Russisch zingen en dansen, maar ook Russische paarden van hooi maken. Daarnaast was er een aantal supertoffe uitjes, zoals lasergamen in de sneeuw in een bos. Dat kun je in Nederland nooit doen Het eten in Pskov was... eh bijzonder. Het was óf ontzettend droog en smakeloos óf juist veel te sterk van smaak. Zelfs McDonald’s deed daar aan mee. De friet was meer zout dan aardappel. En nee, we hebben niet alleen fastfood gegeten. We zijn zelfs heel culinair geweest. Zo kreeg ik kaviaar voorgeschoteld. Je raadt het al: ook heel sterk van smaak. Ze kennen er ook chips. Niet zomaar chips, maar heel aparte smaken, zoals bospaddenstoelen-, groenteschaal- en krabbensmaak. Zo’n uitwisseling is hartstikke bijzonder. Je leert een heleboel nieuwe dingen; soms hele toffe, zoals de excursies en soms wat minder leuke, zoals het eten. En je ontdekt hoe goed het in eigen land eigenlijk is. Dat is ook wat waard. Spasibo, Rusland!
Romereis: onderwijs in optima forma DOOR ROBBERT ROODSANT [DOCENT KLASSIEKE TALEN] Het gymnasium heeft de vorige projectweek met 48 leerlingen [gymnasium en/of tekenen] en vier begeleiders door Rome gezworven. De Romereis is wat betreft docent Robbert Roodsant hét hoogtepunt van het schooljaar en onderwijs in optima forma. In Rome komt alles samen. De saaie naamvallen, weerbarstige woorden en lastige Latijnse grammatica spatten ineens van de gevel van het Pantheon. De oudheid spreekt. Talloze opdrachten en powerpoints komen tot leven, oog in oog met de frisse fresco’s van de Sixtijnse kapel of de Suikertaart met al zijn protserig marmer. Zelfs de actualiteit doet mee als we op zondag zwaaien naar de nieuwe paus. In Rome worden ook grenzen verlegd. In het Engels, vermengd met enkele zojuist in de bus geleerde Italiaanse woordjes, worden ijsjes besteld en kleren gekocht in hippe Romeinse winkels. Zere voeten en krampende kuiten worden getrotseerd om bovenop de koepel van de Sint Pieter van het mooiste uitzicht te genieten. Zwetende mensenmassa’s worden zonder mopperen [!] geduld om Laokoön, de pietà of de Wolvin met eígen ogen te
kunnen zien. In de spookstad Ostia zijn muren en mozaïeken niet veilig voor klauterende jongens en picknickende meiden uit Lobith, Didam en Babberich. Jarenlang hebben deze gymnasiumleerlingen kennis opgedaan en veel met hun hoofd gewerkt. Maar nu, in Rome, is alles binnen handbereik en raakt het hen. Ze ademen het in, ze vóelen het. En dat maakt ze in korte tijd zoveel rijker, daar groeien ze van. In één week tijd een kop groter. Voor een docent is het een voorrecht om dat elk jaar [met enige ontroering] te mogen zien. Dit is wat leerlingen mij teruggeven. Dit is het ‘hier-doe-ik-het-voormoment’.