1.1 Slavenkralen Thema/ onderwerp: Ontdekkaart Korte samenvatting van de leeractiviteit: De leerlingen vullen de woorden op de goede plek in in de gatentekst. De leerlingen bevragen de kralen en maken op deze manier kennis met de kralen. Vakgebied(en): • Geschiedenis • Aardrijkskunde • Tekenen Doelstelling(en): • De leerlingen hebben inzicht gekregen in de geschiedenis van de kralen. • De leerlingen hebben kennis gemaakt met het voorwerp door het, aan de hand van de ontdekkaart, te bevragen. Didactische werkvormen: • Klassikaal • Individueel Benodigde tijd: Inleiding: Kern: Verwerking/ afsluiting:
15 minuten 20 minuten 5 minuten
Voorbereiding: • Kopieer de gatentekst • Voorwerp (of een afbeelding) in de klas • Tekenmateriaal • Linialen • A4 papier om de antwoorden te noteren Organisatie
De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen een gatentekst en een ontdekkaart hebben. Inleiding: De leerkracht zorgt ervoor dat er slavenkralen aanwezig zijn in de klas. Kern: Alle leerlingen hebben een ontdekkaart voor zich en hebben een slavenkraal (een afbeelding of een originele). Verwerking/ afsluiting: De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen op hun plaats zitten.
1
Lesverloop: Inleiding: De leerkracht vertelt de leerlingen kort over de driehoekshandel, de plantage, slaaf/ mens, de VOC en de WIC (zie bijlage 4). De leerkracht laat het voorwerp zien en zet de leerlingen aan het werk met de gatentekst. De gatentekst wordt klassikaal besproken. Kern: De leerlingen bevragen het voorwerp a.d.h.v. de ontdekkaart. De antwoorden worden genoteerd in het portfolio. Verwerking/ afsluiting: De leerkracht bespreekt de ontdekkaart met de leerlingen. Aanvullende ideeën: • De leerkracht kan de leerlingen zelf kralen laten maken en/ of versieren van klei of van hout. Onderwijsleermaterialen: Bijlage 1.1.a: Informatie slavenkralen Bijlage 1.1.b: Gatentekst slavenkralen Bijlage 1.1.c: Ontdekkaart slavenkralen
2
Bijlage 1.1.a: Informatie slavenkralen • • •
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) 1602-1720 De West Indische Compagnie (WIC) 1621-1791 Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) 1730-1803
De WIC en de MCC voeren op het westen (Zuid Amerika) en handelden in slaven, de VOC voer op de oost en handelde in specerijen. De WIC voer vanuit Nederland naar Afrika (Ivoorkust, Greinkust, Goudkust, Slavenkust) om slaven op te halen, deze werden geruild voor slavenkralen, geweren en stoffen. Vanuit Afrika voer men naar Zuid Amerika om de slaven daar te verkopen aan plantage-eigenaren. Daar moesten de slaven werken op de katoenplantages. Vanuit Zuid-Amerika namen de schepen tabak, katoen, suiker en cacao mee naar Nederland. Dit werd de driehoekshandel genoemd. De slavenkralen De slavenkralen die gemaakt zijn van glas werden gemaakt in Middelburg, Haarlem en Amsterdam. Deze werden gemaakt in kleine glasovens bij mensen in de tuin, huisnijverheid. Deze kralen werden als lange buizen gemaakt en dan in kleine stukjes gehakt. Niet alleen kralen werden gebruikt als ruilmiddel, er werd ook gebruik gemaakt van munitie, stoffen en geweren. Slavenhandelaren kochten slaven van Afrikaanse stamhoofden. Slavenhandelaren gingen dus niet zelf slaven zoeken. De stamhoofden hadden zelf al slaven die als krijgsgevangenen gevangen genomen waren. Deze slaven werden door slavenhandelaren gekocht met kralen, munitie, schelpen, geweren en stoffen van de Afrikaanse stamhoofden.
3
Bijlage 1.1.b: Gatentekst slavenkralen
Slavenkralen als betaalmiddel De belangrijkste ………......... in de tijd van de WIC waren zout, geweren, kruit en drank. De WIC bracht liever geen wapens naar de kust. Als de inwoners van Afrika teveel wapens zouden hebben zouden ze de forten van de WIC kunnen overvallen. De gevangengenomen slaven zouden dan bevrijd kunnen worden. Stel je voor dat een slavenfort geplunderd zou worden met ……........ van de Nederlanders. De geweren die geruild werden waren dan ook vaak van slechte kwaliteit en soms even gevaarlijk voor de schutter als voor de tegenstander. In de loop van de jaren werd er ook met andere producten geruild, bijvoorbeeld de slavenkralen. De kralen zijn gemaakt om te ruilen voor slaven, ivoor of goud. De kralen waren een winstgevend …….........., maar het ruilen ging niet zonder risico. De waarde van kralen hing af van de zeldzaamheid, van wat de mensen mooi vonden en van wat er in de mode was. Als er te veel kralen van één soort werden ingevoerd, werden ze waardeloos, ze waren dan niet meer……................ Zo konden reizen mislukken omdat de slavenhandelaren de verkeerde soort kralen bij zich had en soms bleven de …...........….. in Nederland vol liggen met uit de mode geraakte kralen. Daarom moesten andere kralen ingevoerd worden. Als er te veel kralen van één soort waren, wilden de mensen zelfs hun vee er niet meer voor ruilen. Een soort die bij de ene stam zeer in trek was, was bij een andere stam waardeloos. De meeste glazen kralen werden uit …...........….. gehaald. Later werden er ook in Europa kralen gemaakt. In 1722 stonden er in Nederland glasovens in Amsterdam, Haarlem en Middelburg. Nog veel later ging men glazen kralen in Afrika maken. Het is duidelijk dat de kraaltjes niet alleen fraaie voorwerpjes zijn. Zij verdienen het om bestudeerd te worden want ze vertellen ieder hun eigen verhaal. Waar zijn ze gemaakt, wie droeg ze, hoe komen ze hier, hoe kwamen ze in Afrika, wie heeft ze gevonden en waar? zeldzaam - pakhuizen - ruilgoederen – geweren – ruilmiddel – India
Slavenkralen als betaalmiddel De belangrijkste ruilgoederen in de tijd van de WIC waren zout, geweren, kruit en drank. De WIC bracht liever geen wapens naar de kust. Als de inwoners van Afrika teveel wapens zouden hebben zouden ze de forten van de WIC kunnen overvallen. De gevangengenomen slaven zouden dan bevrijd kunnen worden. Stel je voor dat een slavenfort geplunderd zou worden met geweren van de Nederlanders. De geweren die geruild werden waren dan ook vaak van slechte kwaliteit en soms even gevaarlijk voor de schutter als voor de tegenstander. In de loop van de jaren werd er ook met andere producten geruild, bijvoorbeeld de slavenkralen. De kralen zijn gemaakt om te ruilen voor slaven, ivoor of goud. De kralen waren een winstgevend ruilmiddel, maar het ruilen ging niet zonder risico. De waarde van kralen hing af van
4
een slavenfort geplunderd zou worden met geweren van de Nederlanders. De geweren die geruild werden waren dan ook vaak van slechte kwaliteit en soms even gevaarlijk voor de schutter als voor de tegenstander. In de loop van de jaren werd er ook met andere producten geruild, bijvoorbeeld de slavenkralen. De kralen zijn gemaakt om te ruilen voor slaven, ivoor of goud. De kralen waren een winstgevend ruilmiddel, maar het ruilen ging niet zonder risico. De waarde van kralen hing af van de zeldzaamheid, van wat de mensen mooi vonden en van wat er in de mode was. Als er te veel kralen van één soort werden ingevoerd werden ze waardeloos, ze waren dan niet meer zeldzaam. Zo konden reizen mislukken omdat de slavenhandelaren de verkeerde soort kralen bij zich had en soms bleven de pakhuizen in Nederland vol liggen met uit de mode geraakte kralen. Daarom moesten andere kralen ingevoerd worden. Als er te veel kralen van één soort waren, wilden de mensen zelfs hun vee er niet meer voor ruilen. Een soort die bij de ene stam zeer in trek was, was bij een andere stam waardeloos. De meeste glazen kralen werden uit India gehaald. Later werden er ook in Europa kralen gemaakt. In 1722 stonden er in Nederland glasovens in Amsterdam, Haarlem en Middelburg. Nog veel later ging men glazen kralen in Afrika maken. Het is duidelijk dat de kraaltjes niet alleen fraaie voorwerpjes zijn. Zij verdienen het om bestudeerd te worden want ze vertellen ieder hun eigen verhaal. Waar zijn ze gemaakt, wie droeg ze, hoe komen ze hier, hoe kwamen ze in Afrika, wie heeft ze gevonden en waar?
5
Bijlage 1.1.c: Ontdekkaart slavenkralen Ontdekkaart slavenkralen Je ziet een slavenkraal voor je liggen. Hoe ziet het eruit: • Wat voor kleur heeft het? • Hoe ruikt het? • Hoe klinkt het? • Hoe groot is het? • Hoe dik of hoe dun is het? • Waar is het van gemaakt? • Is het voorwerp compleet? • Is het nieuw of is het oud? • Is het beschadigd of is het versleten? • Is het versierd? • Hoe is het versierd?
Hoe is het gemaakt: • Is het met de hand gemaakt of met een machine? • Uit hoeveel delen bestaat het?
Ouderdom (hoe oud?) en herkomst (waar komt het vandaan?): • Hoe oud zou het voorwerp zijn? • In welk land is het gemaakt, gevonden? • Wie is de eigenaar? • Van wie is het nu?
Waarde: • • • •
Wat was de waarde van het voorwerp vroeger? Wat is de waarde van het voorwerp nu? Wat is de waarde voor jou? Heeft het voorwerp nog steeds dezelfde functie als vroeger?
Wat vind jij? • Wat vind jij van het voorwerp? • Trekt het je aan, nu je er meer over weet? Teken het voorwerp na.
6