08
Jaargang 45 • Maandblad • verschijnt niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X - P509707 • Afzendadres: Guimardstraat 1 • 1040 Brussel
V l a a m s s e c r e ta r i a at va n h e t k at h o l i e k o n d e r w i j s
OKTOBER 2014
in dit nummer Schoolkosten en besparingen / Regeerakkoord / Vernieuwde samenwerking met en tussen besturen / OKAN-leerlingen: ‘dat komt goed’
forum nr. 08 • oktober 2014
Hoofdartikel
3
Schoolkosten en besparingen: overleg
In de kern Scholen zijn geen griezelpaleizen
4
Regeerakkoord: gewikt en gewogen
5 7
Informatieronde voor directies basisonderwijs bij de start van het nieuwe schooljaar Nieuwe publicatie voor het katholiek basisonderwijs
10 13
Ceci n’est pas une leçon de français … CLIL van start in Vlaamse secundaire scholen Vernieuwde wegen voor samenwerking met en tussen besturen Na 2 maanden zei de leraar: ‘dat komt goed’ Beter leren in diversiteit Een bezoek aan scholen in Londen kan inspireren ‘Our love will be the gift of your life’ Jan De Cock over leven voor gevangenen en zieken Inleefkamp Sint Janscollege - Sociale stage Vleva: Empowering each pupil: looking for educational excellence next door
Is verschenen
15 20 22 26 28 30 31
Schoolkosten en besparingen: overleg Je kan er dezer dagen en weken niet naast kijken. Steevast wordt onderwijs geassocieerd met schoolkosten en besparingen. Laat me beginnen met de schoolkosten. Het schooljaar was nog niet gestart, of een studie uitgevoerd vanuit de ouderkoepels over schoolkosten in het secundair onderwijs zette de toon. Deze studie zelf is genuanceerd. Zo wijst ze erop dat er heel wat rek bestaat over wat ouders als schoolkosten beschouwen: voor de enen horen de fiets, computer en internet tot het lijstje, voor anderen niet. Voorts zijn de beleidssuggesties realistisch. Van belang zijn heldere communicatie, goede afspraken, overleg met ouders, een integrale aanpak…: bijna zonder uitzondering elementen die ook opgesomd staan in onze nota uit mei 2012: “Armoede op school: Een leidraad voor een kostenbeheersend en kostenbewust schoolbeleid”. Zeker vandaag staan onze scholen voor de blijvende opdracht om grondig werk te maken van een transparant schoolkostenbeleid, en hiertoe met ouders en leerlingen actief het overleg te zoeken. En dit uiteraard niet alleen om kansarmoede tegen te gaan, maar omdat het goed beleid is dat van elk schoolbestuur, directie en lerarenteam verwacht mag worden. Waar we niet in meegaan is de vraag naar een veralgemeende maximumfactuur voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Uiteraard zijn we er niet blind voor dat de maximumfactuur in het basisonderwijs een belangrijke signaalfunctie heeft gehad voor het omgaan met kostenbeheersing. De invoering ervan zorgde er echter tegelijk voor dat verdoken kosten minder snel opgemerkt worden, en dat andere solidariteits- en herverdelingsmechanismen op de helling kwamen te staan. Een wonderoplossing is het niet. Ronduit geërgerd ben ik nog steeds over de suggestie van één van de onderzoekers dat scholen de kosten kunstmatig opdrijven om hun leerlingenpubliek te selecteren. Een oneliner die gretig opgepikt werd in de Vlaamse media. Niet alleen lees ik hierover niets substantieels in de studie, maar navraag naar de wetenschappelijke evidentie voor deze uitspraak, leverde tot nog toe niets op. Van academici verwacht ik meer zorgvuldigheid dan dit soort goedkope stemmingmakerij. Van schoolkosten naar besparingen: het is geen grote stap. Het vrij onderwijs voelt de besparingen op alle niveaus immers snel. Waar andere netten vaak een beroep kunnen doen op bijkomende middelen van overheid, provincies en gemeenten, is dit bij ons veel minder het geval. Kosten voor een veiligheidsadviseur, kleine herstellingen of tuinonderhoud worden meer dan bij anderen uit de werkingsmiddelen betaald. Kosten voor middag- en avondopvang (de zgn. boterhammentaks) komen nu ook vaker ten laste van ouders. Vandaar dat besparingen op de werkingsmiddelen geen goed idee zijn. Het voorkomt een discussie over de extra middelen op basis van SES-kenmerken en over de hoogte van de maximumfactuur in het basisonderwijs. Bovendien dwingen besparingen op werking scholen opnieuw tot wafelenbak om de kernopdrachten van het onderwijs uit te voeren: kosten die uiteindelijk toch weer bij de ouders terecht komen. Is het allemaal kommer en kwel? Zeker niet. De minister kondigde een verhoging van het budget voor infrastructuur aan met 500 miljoen. Uiteraard is het katholiek onderwijs hierover verheugd. Maar tegelijk blijven we waakzaam. Want als deze budgetverhoging van infrastructuur gefinancierd wordt met een besparing op de werkingsmiddelen is het katholiek onderwijs twee maal gezien: naast minder geld voor basiszorg en –comfort, dreigen zo precies nieuwe investeringen in scholenbouw voor ons onmogelijk te worden. De overheid financiert voor het secundair onderwijs immers slechts 60% van infrastructuurkosten; de resterende 40% dienen scholen zelf op te hoesten, voor het basisonderwijs is de verdeling 70/30 en ook hiervoor zetten de scholen werkingsmiddelen in. Wat baat het als er meer middelen zijn voor 60% of 70%, als het gevolg hiervan is dat we veel moeilijker onze eigen 30% of 40% gefinancierd krijgen? Schoolkosten en besparingen: wanneer niet geraakt wordt aan de middelen om in de kernopdrachten van ons onderwijs te voorzien, raken we er wel uit: de sleutel is meer overleg tussen scholen en ouders, onderwijsveld en overheid. Lieven Boeve Directeur-generaal VSKO
© Rob Stevens
l e k i t r a d f Hoo
IN DE KERN
scholen zijn geen griezelpaleizen Nog een paar weken scheiden ons van de Allerheiligenvakantie of, voor hen die het neutraal willen houden, de herfstvakantie. Allerheiligen, Allerzielen en herfst spreken ons alle over de vergankelijkheid van het leven en de natuur, maar toch is er een duidelijk verschil. De herfst leidt ons naar de winter, de kilte, de koude. Allerheiligen en Allerzielen zeggen dat de dood niet het einde is maar verwijzen naar een leven over de grenzen van de dood heen. Met Allerheiligen en Allerzielen is het goed dat we blijven stilstaan bij en denken aan wie de dood te vroeg bij ons heeft weggehaald. Het zijn dagen van samen horen en bij elkaar troost vinden. Op zo’n dagen mag er verdriet binnensluipen. Verdriet is vaak een teken van liefde voor diegenen die er niet meer zijn. Allerheiligen en Allerzielen staan ver weg van de nieuwste ontwikkelingen in de sector van afscheid en uitvaart, een booming business gekenmerkt door amerikaniserende en gecommercialiseerde trends. Zo las ik onlangs dat de koffietafel passé is. Gedaan met de sombere praatjes rond een mandje pistolets met hesp en kaas. De rouwreceptie is in: lang rechtstaan, veel drinken en vooral luid lachen. Het is immers de wens van de overledene: “Jullie moeten niet wenen en treuren om mij, er mag gefeest worden”. Rouwen doe je vandaag ook digitaal. Wie hip wil zijn tot in de kist, zet nu een streepjescode op zijn zerk. De voorbijganger scant die code in op zijn smartphone en belandt zo op een herdenkingspagina met foto’s en muziek en teksten van de overledene. “Kerkhofbezoek krijgt zo een nieuwe dimensie” beweert alvast de commerçant. En toch krijg je er de geliefde niet mee terug. Je kan voor je nabestaande ook een digitale kluis nalaten: ‘Life Capsule’ heet dat, een schatkamer die pas open mag na je dood. Ook nieuw is de driedimensionale foto in kristal, “door het 3D-effect ontstaat er meer diepgang”, zegt de commerçant, “en het lijkt alsof de foto tot leven komt”. De foto wel, maar niet de overledene. Ook een tatoeage laten zetten waarbij de as van de geliefde wordt verwerkt in de inkt wordt steeds populairder. Volgens de commerçant biedt dit een vorm van troost en vooral: het is goedkoper dan de as van de geliefde te lanceren in de ruimte. Ook dat kan vandaag in Amerika. Wie zijn geliefde voorgoed de ruimte wil gunnen, betaalt hiervoor een prijs die oploopt tot 12500 dollar ( 9250 euro): in de dood is het
immers niet anders dan bij leven: de vervuiler betaalt. Je kan verdriet verbloemen. Je kan het verdrinken. Je kan het tatoeëren. Je kan het kristalliseren. Je kan het digitaliseren. Je kan het lanceren, ver weg. Maar het komt altijd terug, en helemaal slijten doet het nooit. Daarom is het ook goed dat mensen op dagen als Allerheiligen en Allerzielen stil blijven staan bij diegenen, die ons in leven en liefde zijn voorgegaan. Het is ook goed dat scholen in de weken voor of na het Allerheiligenverlof hieraan aandacht besteden via een stil gebedsmoment of –viering, een kaarsje of een rouwhoekje in de inkomhal van de school, een gesprek over leven en dood in de klas of in de les. Niet alleen in de godsdienstles maar ook in andere lessen is dit mogelijk via o.a. poëzie of muziek. Katholieke scholen kunnen hier alvast het verschil maken. We mogen en kunnen vanuit onze inspiratiebronnen spreken over de dood en het leven voorbij de dood. We hoeven niet te blijven stilstaan bij Goede Vrijdag maar mogen ten volle de boodschap van Pasen ter sprake brengen. Hoe moeilijk dit soms ook is. Katholieke scholen hoeven kinderen en jongeren niet te doen beven voor allerlei spoken en griezels die in deze periode worden opgezet met uitgeholde bieten en pompoenen, allerlei spookachtige versieringen en kunstmatige spinnenwebben en horroroutfits of door het oproepen van allerlei demonen en geesten. Halloween is pure Amerikaanse commercie met als bedoeling de consument tot geldvertier aan te zetten in de ‘slappe’ periode tussen de zomervakantie en Sinterklaas. Scholen, om het even van welk net, doen best niet mee aan de amerikanisering en commercialisering van de maatschappij, maar zijn eerder geroepen om kinderen en jongeren bewust te maken van het heidense en spiritueelloze karakter van dit gebeuren. Echte scholen, die inzetten op menswording, hebben alvast meer te bieden dan dit. Katholieke scholen kunnen en moeten vanuit het leven en de vreugde van de Bijbelse boodschap hierin zeker het verschil maken. Een uitdaging die te doen is. Van harte, Jan Vander Velpen VSKO-pastor contactblad voor schoolbesturen, pedagogisch begeleiders directies en personeelsleden van het katholiek onderwijs
Maandblad Verschijnt niet in juli en augustus Verantwoordelijke uitgever Lieven Boeve, directeur-generaal VSKO Guimardstraat 1 - 1040 Brussel Eindcoördinatie: Willy Bombeek Eindredactie: Rita Herdies Redactieleden: Lieven Boeve, Willy Bombeek, Jan-Baptist De Smet, Isabelle Dobbelaere, Rita Herdies, André Janssens, Janwillem Ravyst, Chris Smits, Dimitri Vandekerkove, Marijke Van Bogaert
4
oktober 2014
Redactieadres: VSKO - Forum - Guimardstraat 1 - 1040 Brussel Tel.: 02 507 06 19 • Fax: 02 513 36 45 E-mail:
[email protected] - Website: www.vsko.be Abonnement Jaarabonnement: 23,10 euro (inclusief BTW) 38,10 euro: buitenland. Te storten op rekeningnr. 000-0947400-01 van LICAP cvba, 1040 Brussel Pre-press en druk: Licap cvba, tel. 02 509 96 83 Cover: © Rob Stevens
regeerakkoord Gewikt en gewogen
B
ij een nieuwe regering is het steeds reikhalzend uitkijken naar het regeerakkoord. Het was deze keer niet anders. Welke klemtonen legt deze nieuwe regering voor het beleidsdomein onderwijs? En, misschien nog belangrijker: vinden we de klemtonen terug die het VSKO in zijn memorandum (Forum april 2014) heeft opgenomen? We plaatsen twee bedenkingen vooraf: Een regeerakkoord geeft enkel het grote kader en de principiële keuzes weer. De concrete invulling van dit kader wordt in de beleidsnota uitgewerkt. Deze beleidsnota verwachten we midden oktober. Tweede bedenking is dat in het regeerakkoord geen begrotingsmatige aspecten opgenomen zijn en hier wringt wellicht het schoentje. Iedereen weet dat Vlaanderen de eerstvolgende jaren moet besparen, ook het beleidsdomein onderwijs dus. Er is sprake van een bedrag van om en bij de 190 miljoen euro voor onderwijs, maar over hoe de Vlaamse Regering deze besparingen zal realiseren is op heden nog niets bekend. Uiteraard zullen deze besparingen de uitvoering van de bepalingen van het regeerakkoord beïnvloeden en wellicht sommige ambities temperen. Positief is alvast dat deze regering een onderwijsbeleid wil uitbouwen samen met alle stakeholders zoals koepels en syndicale organisaties. In het VSKO-memorandum pleiten we voor het respect voor de rol van middenveldspeler die we als koepel willen vervullen. Het is daarbij van belang dat de rolverdeling tussen de verschillende partners wordt afgebakend. Zo komen we bij een volgend belangrijk item van het regeerakkoord: de vraag van het ‘wat’ en het ‘hoe’. Het VSKO verheugt zich over de expliciete keuze van deze regering om de verantwoordelijkheid van de overheid te beperken tot het ‘wat’. Een overheid die subsidieert/financiert mag vastleggen wat ze verwacht van leerlingen op een bepaald moment in hun loopbaan. Het is logisch dat ze die doelstellingen ook bewaakt en dat de
onderwijsverstrekkers verantwoording moeten afleggen. Het ‘hoe’ blijft wel het terrein van de scholen. Het VSKO hoopt dat het de Vlaamse Regering menens is en dat de tendens van het afgelopen decennium om zich als overheid meer met het ‘hoe’ te bemoeien via o.a. gedetailleerde eindtermen, beroepskwalificaties, bijkomende structuren zoals LOP’s, regionaal technologische centra e.a., wordt gestuit. Slechts zo geeft deze Vlaamse Regering werkelijk haar vertrouwen aan scholen, schoolbesturen, leraars en directieteams. Ook op het vlak van personeelsbeleid wil deze regering meer autonomie en flexibiliteit voor scholen en schoolbesturen inbouwen. De bedoeling is om de retentie van leraars te verhogen door bijzondere aandacht te besteden aan werving, aanvangsbegeleiding, taakbelasting, werkzekerheid van startende leraars en professionalisering in het algemeen. Het VSKO is ervan overtuigd dat de grotere autonomie bij het voeren van een personeelsbeleid, maar ook de uitdagingen van het onderwijs in de toekomst zoals de hervorming van het secundair onderwijs nopen tot bestuurskrachtige schoolbesturen. Het kan zich dan ook vinden in het regeerakkoord wanneer het spreekt over een bestuurlijke optimalisatie, met aandacht voor het subsidiariteitsbeginsel, de verscheidenheid van deze besturen, de herkenbaarheid van de individuele school, zonder modellen van overheidswege vast te leggen.
en een meerjarenbudget. Deze zijn absoluut noodzakelijk om de zeer lange wachtlijst in te korten. Het VSKO is hier klaar met zijn huiswerk: voor het gesubsidieerd vrij onderwijs is 120 miljoen euro extra per jaar nodig om de gebouwen in goede staat te houden en om de zestig jaar te vernieuwen. Een belangrijk element is ook dat vernieuwde schoolgebouwen in de toekomst ruimer dan onderwijs (vb. voor kinderopvang) inzetbaar zullen moeten zijn zodat subsidiestromen vanuit verschillende beleidsdomeinen (vb. Welzijn) samengelegd kunnen worden. Het VSKO kijkt ook vol verwachtingen uit naar de planlastvermindering, de wijzigingen aan het inschrijvingsdecreet, de uitvoering van het masterplan hervorming secundair onderwijs en de gelijkschakeling van de financiering van de internaten, die het regeerakkoord in het vooruitzicht stelt. Samenvattend vindt het VSKO dat in dit regeerakkoord voldoende hefbomen aanwezig zijn om een kwaliteitsvol onderwijs uit te bouwen. Het treedt de ambitie van deze Vlaamse Regering bij om het vertrouwen in scholen en schoolbesturen te verhogen, de overheid te laten terugtreden, de autonomie te versterken en aandacht te hebben voor het onderwijspersoneel en infrastructuur. Hopelijk gooien de besparingen geen roet in het eten en krijgt onze positieve appreciatie in de beleidsnota bevestiging.
Chris Smits Secretaris-generaal VSKO
Ook de keuze voor bijkomende investeringen in onderwijsinfrastructuur kunnen we niet anders dan evident noemen. Het regeerakkoord maakt gewag van een masterplan scholenbouw
oktober 2014
5
Persbericht 2014-09-24
Zware besparingen op werkingsmiddelen van scholen zijn een brug te ver Het katholiek onderwijs betreurt diep de voorgestelde besparingen op de werkingsmiddelen: voor het basisonderwijs 2,3 procent en voor het secundair onderwijs 4,5 procent. Deze informatie vernamen wij deze voormiddag op het kabinet van Vlaams Minister voor Onderwijs, H. Crevits. Deze bijkomende besparingen, die bovenop de onvolledige indexering van deze middelen in de afgelopen jaren komt, heeft tot gevolg dat de goede werking van scholen ernstig in het gedrang komt. Zo vreest het VSKO dat scholen niet langer zullen kunnen investeren in het nodige didactisch materiaal voor leraars en leerlingen. Ook zullen scholen in de toekomst niet meer kunnen bouwen. Ze zullen bij bouw dossiers niet langer de nodige gelden hebben om het eigen aandeel te betalen (30% van de totale kostprijs voor het basisonderwijs en 40 % voor het secundair onderwijs). In ieder geval eist het VSKO dat deze besparingen op de werkingsmiddelen éénmalig zijn. Bovendien vraagt het katholieke onderwijs de nodige compensaties. In plaats van de zoveelste wafelbak of een bijkomend mosselfeest vraagt het VSKO om in het basisonderwijs de maximumfactuur te verhogen met een bedrag dat evenredig is aan de besparing. Ook onderwijs vrijstellen van de vele bijkomende kosten die gepaard gaan met auteursrechten, SABAM,… en verlaging van de BTW voor nieuwbouw zijn voor het VSKO noodzakelijke maatregelen. Positief vindt de koepel van het katholiek onderwijs wel dat in een besparingscontext de scholen niet moeten inleveren op het aantal lesgevers.
Lieven Boeve Directeur-generaal VSKO
Beste lezer Forum verlaat zijn vertrouwde indeling in rubrieken. Dat biedt een aantal voordelen: zo kunnen artikels thematisch bij elkaar worden geplaatst of afhankelijk van de actualiteit prominenter in beeld worden gebracht. De (onder)titel bij het artikel zal, indien van toepassing, duidelijk maken voor welke doelgroep de tekst bedoeld is. We wensen u alvast veel leesplezier toe!”
6
oktober 2014
informatieronde voor directies basisonderwijs bij de start van het nieuwe schooljaar
N
et als de vorige jaren organiseerde het Verbond van het katholiek basisonderwijs een informatieronde bij het begin van het schooljaar. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met de diocesane diensten. Directies kregen er een overzicht van de nieuwe regelgeving voor het schooljaar 2014-2015. Een aantal belangrijke concrete thema’s zoals taalscreening, inschrijvingsrecht, leerlingenrechten en participatie werden in detail toegelicht.
Een start zonder hindernissen? Het einde van het schooljaar 2013-2014 vormde ook het einde van de legislatuur van de vorige Vlaamse Regering. Enerzijds was dat een voordeel omdat de nieuwe decreten en besluiten nog vóór het ingaan van de zomervakantie gekend waren. We moesten dus niet vrezen voor bijkomende regelgeving waarvan de contouren pas na 15 augustus duidelijk werden. Anderzijds viel het wel op dat bij het einde van de regeerperiode een hele reeks maatregelen nog in extremis door het Parlement werden gejaagd. Voor het Verbond was dat een reden om de basisscholen correct en volledig in te lichten over nieuwe regelgeving. Kwestie om bij het begin van
het schooljaar niet te struikelen over een aantal hindernissen. We hebben overigens niet enkel de nieuwe regelgeving bekeken. Bij de start van de nieuwe Vlaamse Regering was het evident om even na te gaan wat men voor het basisonderwijs in petto heeft. Eind augustus trokken we met drie stafmedewerkers van het Verbond naar de verschillende diocesane diensten. De informatieronde trok van Hasselt (22 augustus) over Mechelen (23 augustus) naar Gent (26 augustus), Antwerpen (27 augustus) en Torhout (28 augustus). Zo’n 900 deelnemers participeerden aan de infosessies. Op een totaal van 1 400 basisscholen is dat een redelijke opkomst. Elk diocees kleurde op een eigen wijze de dag in: een jaarthema, een themalied, een centrale
Bijbeltekst voor het komend schooljaar, een mededeling uit het eigen diocees. Een groot deel van de informatie kwam uiteraard van het Verbond zelf. De informatie hebben we in een speciale brochure gebundeld en aan de participanten ter beschikking gesteld. Uiteindelijk werd het een boekje van niet minder dan 34 bladzijden. De volledige tekst kan u trouwens ook terugvinden op de website van het Verbond.
Contouren van het regeerakkoord Op het moment van de informatieronde beschikten we enkel over de tekst van het regeerakkoord. Dat akkoord bevat de gezamenlijke visie op het beleid dat de verschillende partijen in de coalitie willen realiseren. Zo’n regeerakkoord moet de contouren uitzetten. Het is de bedoeling dat de vakminister voor elk deelgebied zijn of haar beleid uitwerkt. Concreet zal dus ook minister Hilde Crevits in de volgende maanden een beleidsnota uitschrijven waarin ze de strategische en operationele doelen van haar toekomstig beleid formuleert.
oktober 2014
7
Tijdens de informatieronde hebben we ons noodgedwongen beperkt tot een algemeen overzicht van de belangrijkste punten: de kwaliteit van het onderwijs, de infrastructuur, de lerarenloopbaan, het scholenlandschap. We gingen ook even in op de specifieke uitspraken met betrekking tot het basisonderwijs. Eerlijkheidshalve bleven we bij het parafraseren van de tekst, omdat één en ander pas duidelijk wordt als de beleidsnota voorligt. Uiteraard is en blijft het nuttige literatuur voor wie het onderwijsbeleid van dichtbij wil volgen. De tekst is integraal te lezen op de website van het Vlaams Parlement.
Aandachtspunten vanuit het Verbond In de informatieronde gaven we tevens een aantal aandachtspunten vanuit het Verbond aan. Welke nieuwe publicaties zijn er? Welke dienstverlening is gewijzigd? En wat zijn onze plannen? De belangrijkste publicatie voor dit nieuwe schooljaar is uiteraard de nieuwe versie van de Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen (OKB). De informatieronde bood ons de mogelijkheid om de publicatie en de verdere verwerking daarvan even aan te kaarten. OKB schetst de bakens en de inhoudelijke aanzet bij het ontwikkelen en uitschrijven van een schooleigen opvoedingsproject. OKB moeten we ook zo blijven profileren: het centrale visiedocument komt
8
oktober 2014
immers niet in de plaats van het eigen opvoedingsproject van de school. Het is een aanzet om schoolteams en schoolbesturen te laten meedenken over hoe ze hun eigen school gestalte willen geven. Vanaf 1 september 2014 komen ook de eerste studenten op de arbeidsmarkt die binnen de katholieke lerarenopleidingen (Bachelor kleuteronderwijs en Bachelor lager onderwijs) een specifiek traject hebben gelopen zonder de bevoegdheid rooms-katholieke godsdienst te verwerven. Dat wijkt af van het klassieke traject waarbij men mocht veronderstellen dat afgestudeerden uit de katholieke hogescholen de geïntegreerde opdracht, dus mét het mandaat RKG, kunnen opnemen. Dat zal in de toekomst een aandachtspunt blijven bij de aanwerving van onderwijzers en kleuteronderwijzers. De leerkrachten zonder bevoegdheid kunnen immers wel mee verantwoordelijkheid opnemen voor godsdienst, maar zullen dat doen in het kader van team teaching. Dat vraagt een specifieke schoolorganisatie. Op de informatieronde kregen de aanwezige directies een stand van zaken met betrekking tot het thema bestuurlijke schaalvergroting. De vorige regering is er niet in geslaagd om een decreet inzake bestuurlijke schaalvergroting te laten goedkeuren. Binnen het katholiek onderwijs schreven we wel een nota over mogelijke krijtlijnen voor een toekomstige bestuurlijke schaalvergroting (15 november 2013). Daarin opteert VSKO niet voor één model en spreekt evenmin over schoolvergroting. Bestuurlijke schaalvergroting is in de
eerste plaats een middel om de bestuurskracht van schoolbesturen te vergroten. Het is geen doel op zich. Vanuit die visie hebben we de begeleiders van de scholengemeenschappen basisonderwijs gevraagd om zich exclusief te richten op de thematiek bestuurlijke schaalvergroting. Vijf halftijdse begeleiders zullen tijdens het schooljaar 2014-2015 een aantal trajecten begeleiden van schoolbesturen die naar een grotere bestuurlijke schaal streven. In het kader van de dienstverlening aan scholen formuleert het Verbond tevens een aanbod om scholen bij te staan bij een verifiëringsgesprek met de inspectie naar aanleiding van een advies 3. In de marge van dat initiatief ontwikkelde VSKO tevens een sjabloon van verbeterplan voor scholen die moeten werken aan de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Het document is te vinden op de website van VVKBaO.
Nieuwe reglementering voor 2014-2015 In het daaropvolgend deel van de informatieronde gaf stafmedewerker Hugo Ruymbeke een overzicht van de nieuwe reglementering. Daarbij putte hij onder andere uit de omzendbrieven die het departement Onderwijs in toepassing van het onderwijsdecreet XXIV en het decreet Leerlingenrechten en Participatie heeft uitgevaardigd. Vervolgens werden een aantal thema’s verder uitgediept.
Inzake de toelatingsvoorwaarden is er een belangrijke wijziging voor leerlingen die naar het eerste leerjaar van het lager onderwijs gaan. Zo hebben we duidelijk aangegeven dat de taalproef is afgeschaft. Ter vervanging van die taalproef zal een toelatingsklassenraad zich moeten uitspreken of zesjarige kinderen die minder dan 220 halve dagen in de laatste kleuterklas zaten, wel tot het eerste leerjaar worden toegelaten. Met het oprichten van zo’n klassenraad zitten we meteen in een aantal formele procedures die de druk op onze scholen niet zal verminderen. Er komt tevens een verplichte taalscreening op het takenlijstje. Enigszins in tegenspraak met de retoriek over de ‘terugtredende overheid’ worden scholen verplicht om vanaf 1 september een taalscreening uit te voeren op elke leerling die voor het eerst in het gewoon lager onderwijs instroomt. Klaarblijkelijk is een inschatting van de beginsituatie – een evident onderdeel in de didactiek – voor de overheid onvoldoende. De taalscreening kan leiden tot het uittekenen van een taaltraject en eventueel een taalbad. Dat laatste behoort niet tot de verplichtingen, maar is een mogelijkheid naast vele andere gedifferentieerde trajecten. Ook het inschrijvingsrecht wijzigt. De details van die wijzigingen zijn niet onbelangrijk, maar in het kader van dit artikel moeilijk aan te geven. De toelichting van Elien Werbrouck zal voor de aanwezige directies wel een geheugensteun vormen wanneer ze met vragen ter zake geconfronteerd worden.
We hebben tevens een decreet over leerlingenrechten. Daaruit onthouden we dat klassenraden in basisscholen met een gelijkaardige juridisering als het secundair onderwijs zullen te maken krijgen. Zo moeten ze zich veel strikter houden aan een aantal regels inzake zittenblijven, preventieve schorsing, het tijdelijk en definitief uitsluiten van leerlingen, het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs, de overdracht van leerlingengegevens bij schoolveranderingen, het recht op inzage en het kopierecht van ouders in het leerlingendossier. In de laatste thematische bundeling besprak Hugo Ruymbeke de belangrijkste wijzigingen in het participatiedecreet. Naar aanleiding van een bevraging bij de scholen hadden VSKO en de Verbonden aangedrongen op een wijziging van de regelgeving. Dientengevolge zijn een aantal strikte procedures en regels inzake de samenstelling, bevoegdheden en werking van de schoolraad en de onderliggende raden (ouderraad, pedagogische raad en leerlingenraad) versoepeld. De huidige participatieorganen zullen hun huishoudelijke reglementen wel aan het nieuwe decreet moeten aanpassen. Het M-decreet – toch wel de belangrijkste wijziging van de afgelopen jaren – is niet uitgediept in deze informatieronde. Samen met de diocesane begeleidingsdiensten waren we al vlug tot de conclusie gekomen dat we er binnen het voorziene tijdsbestek onvoldoende konden op ingaan. De invoering van het M-decreet zal immers invloed hebben op
de visie op ons onderwijs, de aanpak van zorg in het gewoon onderwijs, de structuur in het buitengewoon onderwijs, de inschrijving van leerlingen en niet het minst: de ondersteuning van de leraren. Samen met VVKBuO zullen we het M-decreet op een speciale informatieronde voor directies, zorgcoördinatoren en schoolbesturen van het gewoon basisonderwijs toelichten. De inforonde wordt binnen de vijf diocesen georganiseerd op volgende data: • Mechelen-Brussel: dinsdag 14 oktober 2014 • Gent: vrijdag 7 november 2014 • Hasselt: vrijdag 21 november 2014 • Brugge: donderdag 4 december 2014 • Antwerpen: donderdag 11 december 2014 Inschrijvingen gebeuren via de diocesane diensten.
Ter afronding In deze bijdrage hebben we in een notendop de thema’s aangegeven die we tijdens onze informatieronde bij het begin van het schooljaar hebben toegelicht. Schoolbestuurders en -directies moeten attent zijn op de vele wijzigingen in de regelgeving. Indien er punten zijn die in uw school aan de orde zijn, dan is het nuttig om de volledige informatiebrochure van VVKBaO te raadplegen, of de specifieke mededelingen en decreten, besluiten of omzendbrieven die ter zake op de website werden gepubliceerd. Marc Van den Brande, Secretaris-generaal VVKBaO
oktober 2014
9
nieuwe publicaties voor het katholiek basisonderwijs
H
ieronder vind je een overzicht van de nieuwe publicaties voor het katholiek basisonderwijs. Wil je een overzicht van al onze publicaties, surf dan naar www.vvkbao.be (> uitgaven VVKBaO bestellen).
Buiten spelen! Buiten spelen is voor kleuters belangrijk omdat buiten andere kansen tot ontdekken biedt: de natuur, de omgeving, de ruimte, de inrichting … ook omwille van het spontane spel, een andere interactie en andere belevingen. Veel ontwikkelingsdomeinen krijgen kansen in het buitenspel. De kleuterspeelplaats is een uitgelezen plek om te experimenteren en volop te spelen. VVKBaO wil met dit fotoboek leerkrachten inspireren die met kleuters naar buiten willen gaan. De talrijke foto’s bieden ideeën voor activiteiten om het spel van kinderen te verrijken. We brengen doelgerichte activiteiten bij buitenspel in beeld. Je vindt dan ook regelmatig verwijzingen naar een ontwikkelingsaspect uit het Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool en linken naar de leerplannen van VVKBaO.
Meer info A5-formaat (14x21cm), 4-kleurendruk, 110 blz. Kostprijs: € 25,00 • (leden van VSKO krijgen 30 procent korting) Te bestellen via: www.vvkbao.be (> uitgaven VVKBaO bestellen) Online (pdf) via: www.vvkbao.be (> inloggen > kleuteronderwijs > documentatie)
10
oktober 2014
Ik wil talen leren. Jij ook? Talensensibilisering en taalinitiatie in de basisschool De toenemende diversiteit en meertaligheid in de klasgroepen stelt het onderwijs voor de uitdaging om leerlingen van jongsaf in contact te brengen en vertrouwd te maken met andere talen en culturen. Dat kan via talensensibilisering en taalinitiatie. In het praktijkboek verduidelijken we wat talensensibilisering en taalinitiatie inhouden en op welke manier je vroeg vreemdetalenonderwijs kunt aanpakken op school en in de klas. In het praktijkboek vind je: • de verduidelijking van het wetgevend kader; • een doelstellingenkader voor talensensibilisering en taalinitiatie; • suggesties om talensensibilisering en taalinitiatie uit te werken op school; • suggesties voor de didactische aanpak; • ideeën voor doelgerichte activiteiten rond talensensibilisering en taalinitiatie in de kleuterschool en in de lagere school. De activiteiten zijn geïntegreerd in de leergebieden en gekoppeld aan de leerplandoelen; • tips om op een efficiënte manier passend materiaal te zoeken; • linken naar interessante materialen en websites.
Meer info Dit praktijkboek wordt enkel online aangeboden. Je vindt het in pdf op www.vvkbao.be (> inloggen > leergebieden > Frans > visie en aandachtspunten).
Inspiratie in de praktijk Pastorale steekkaarten In Inspiratie in de praktijk. Pastorale steekkaarten vind je tips, blikverruimers, gespreksopeners en voorbeelden die helpen om het christelijk geloof praktisch en concreet te hertalen in alle aspecten van het hedendaagse schoolleven. Ze kunnen helpen om de Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen in de praktijk te integreren, te verbreden en te verdiepen. De steekkaarten behandelen volgende thema’s: • Personeelsvergaderingen en pedagogische studiedagen • Start van het nieuwe schooljaar • Oudercontacten • Kindcontacten • Speelplaats- en conflictbemiddeling • Verjaardag vieren • Schoolbesturen • Extramurosactiviteiten • Afscheid zesdeklassers • Visietekst ‘Pastoraal op school’
Meer info Eén set: 11 steekkaarten op A4-formaat, 4-kleurendruk, geplastificeerd. Kostprijs: € 14,00 (leden van VSKO krijgen 30 procent korting) Te bestellen via: www.vvkbao.be. (> uitgaven VVKBaO bestellen). De bestelling wordt geleverd na de herfstvakantie.
oktober 2014
11
‘Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen’ in beelden De kunstwerken uit de Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen (OKB) zijn nu ook in groot formaat (68x50cm) beschikbaar. Ideaal om in te kaderen en op te hangen in de leraarskamer of op een centrale plaats elders op school. De kunstwerken van Koen Lemmens ondersteunen door hun symbolische gelaagdheid de implementatie van OKB. Het pakket bevat ook een overzichtspagina. De kunstwerken vormen één van de vier wegen waarlangs je de boodschap van OKB kunt ontdekken en je eigen kunt maken: • Je kunt de boodschap van OKB ontdekken aan de hand van de kunstwerken. Om je daarbij te ondersteunen, verscheen in de voorbije nummers van School+visie een toelichting bij elk van de kunstwerken. Uitgangspunt daarbij zijn de bakens uniciteit en verbondenheid. • Je kunt OKB lezen aan de hand van de Bijbelfragmenten bij elke opdracht. • Je kunt de brieven als uitgangspunt nemen. Daarin lees je een verhaal van en voor de school. De brief richt zich rechtstreeks tot leerkrachten en schetst een herkenbare, reële situatie. • Je kunt vertrekken van de eerder theoretische uiteenzetting bij elke opdracht. Daarin lees je een schets van het ideaalbeeld, de wenselijke situatie. Je wordt uitgedaagd er samen met je team werk van te maken.
Meer info Eén set: 6 kunstwerken + 1 overzichtspagina, 68x50cm, 4-kleurendruk, geplastificeerd Bijlage bij: Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen Kostprijs: € 40,00 (leden van VSKO krijgen 30 procent korting) Te bestellen via: www.vvkbao.be • (> uitgaven VVKBaO bestellen)
Vademecum zorg (5de herziene druk) Elke katholieke basisschool ontwikkelt een zorgvisie en stippelt een zorgbeleid uit. In dit vademecum hebben we het over de zorg die iedere leerkracht biedt aan alle leerlingen om met kwaliteitsonderwijs optimale ontwikkelingskansen na te streven. Onze bijzondere zorg gaat uit naar leerlingen die om één of andere reden leerbedreigd zijn of specifieke onderwijsbehoeften hebben. Dit vademecum is een leidraad om in het schoolwerkplan te beschrijven op welke wijze je als school je zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid voert. Dit vademecum kun je ook als toetssteen voor je zorgbeleid gebruiken. Naast de essentie van een degelijk en geïntegreerd zorgbeleid, vind je in dit vademecum interessante websites en literatuur als inspiratiebron en uitbreiding. Ten slotte bevat dit vademecum een aantal praktische instrumenten en inspiratiebronnen waarmee je aan de slag kunt gaan om te reflecteren over en te werken aan het zorgbeleid. De vijfde druk herwerkten we conform het decreet betreffende Maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (M-decreet). Alle wijzigingen ten opzichte van de vorige druk hebben we samengevat in een document. Dat kun je raadplegen op www.vvkbao.be (> inloggen > schoolbeleid > GOK- en zorgbeleid > modellen > Vademecum zorg > Belangrijkste wijzigingen t.o.v. vierde druk).
Meer info A4-formaat, 152 blz. • Kostprijs: € 14,00 (leden van VSKO krijgen 30 procent korting) Te bestellen via: www.vvkbao.be. (> uitgaven VVKBaO bestellen) Online (pdf) via: www.vvkbao.be. (> inloggen > schoolbeleid > GOK- en zorgbeleid > modellen > Vademecum zorg)
12
oktober 2014
ceci n’est pas une leçon de français
CLIL van start in Vlaamse secundaire scholen
S
inds 1 september zijn 25 Vlaamse secundaire scholen aan de slag met Content Language integrated learning (CLIL), zij geven een beperkt aantal uren per week (max. 5 à 6) niet-taalvakken in het Engels of Frans. Van LO en S.E.I. tot geschiedenis, fysica of bedrijfskunde: de breedte van het vakkenspectrum komt in deze pionierscholen aan bod. Voorlopig starten we enkel met CLIL in het Engels en Frans in tso- en aso-richtingen, hoewel ook Duits toegestaan is en scholen ook CLIL in bso, kso en dbso mogen inrichten. Gaan we met ons secundair onderwijs dan het hoger onderwijs achterna, waar heel wat vakken in het Engels gedoceerd worden? Ja en neen. Er wordt inderdaad les gegeven in de andere taal, maar de focus ligt hier expliciet dubbel: naast het bereiken van de doelen van het zaakvak (dat blijft centraal staan) is er in de didactiek expliciet aandacht voor de taaldoelen. Deze dubbele focus maakt CLIL tot een serieuze opgave. De regelgeving1 maakt scholen die met CLIL van start willen gaan ook duidelijk dat je daar niet zomaar aan kunt beginnen. Kandidaatscholen die op 1 september van start willen gaan moeten op 15 december van het voorafgaand jaar een gedetailleerd aanvraagdossier indienen bij de overheid, CLIL-leraren moeten het hoge taalniveau C1 uit het Europees referentiekader voor talen kunnen bewijzen en nascholing over de CLIL-methodiek gevolgd hebben, er moet geïnvesteerd worden in een paralleltraject in het Nederlands, een doordacht personeelsbeleid dient uitgetekend te worden, enz. Tegenover die hoge eisen stelt de overheid geen extra middelen. Zo een hoge drempel moet scholen ernstig doen bezinnen vooraleer met deze innoverende methode van start te gaan. Als een dergelijke investering vereist wordt, moet CLIL echt wel een meerwaarde vertegenwoordigen voor de leerlingen. Om deze voorafgaande
reflectie te ondersteunen, bieden de pedagogische begeleidingsdiensten hun hulp aan en heeft het VVKSO een mededeling gepubliceerd2. Dit artikel heeft niet de ambitie en beschikt niet over het bestek om op elk van die vragen in te gaan. De huidige context van ons (hoger) onderwijs en de maatschappelijke vragen op economisch en intercultureel vlak noodzaken een sterke voorbereiding op meertaligheid. Toch rijzen bij sommigen twijfels bij CLIL als methode: hypothekeer je met het onderwijs in een andere taal de realisatie van de zaakvakdoelen, gezien de dubbele focus van de lessen? Dreigt CLIL geen elitair gebeuren te worden dat enkel voor sterke leerlingen weggelegd is en in strijd is met gelijke kansen? Vertelt ons buikgevoel ons niet dat je de kennis van het Nederlands van bv. anderstaligen door CLIL niet nog problematischer zult maken? Vooraleer met CLIL van start te gaan moet de school klaar zijn met antwoorden op die vragen en een draagvlak vinden bij het personeel. Contacten met scholen die ervaring hebben met de proeftuin die sinds 2007 in negen scholen loopt en de lectuur van het rapport met de bevindingen over die proeftuinen of de handleiding die hieruit voortvloeide3 kunnen inspiratie bieden. Ervaringen uit Wallonië kunnen leerrijk zijn. Daar loopt Emile (enseignement d’une matière intégré à une lan-
gue étrangère al sinds de eeuwwisseling. Er bestaat ook heel wat internationaal materiaal met stof voor bezinning. In dit artikel willen wij enkele mogelijkheden, maar ook moeilijkheden belichten die bij voorbereiding, uitwerking en voortzetting van CLIL een rol kunnen spelen.
Kansen en uitdagingen Vooreerst is er de vrees dat de lessen in een andere taal de ontwikkeling van de eerste onderwijstaal i.c. het Nederlands zullen afremmen. Ervaring en onderzoek wijzen veeleer op het tegendeel. Bij een verantwoorde toepassing van het CLIL-lesgeven wordt het brede taalgevoel bij de leerlingen aangescherpt, zodat niet enkel bv. het Frans, maar ook de competenties in het Nederlands winnen. Dit impliceert wel dat je CLIL niet gewoon als “je les in een andere taal geven” benadert, maar aanvult met sterke taalondersteuning: zodoende verhoogt de “language awareness” en kan de leerling – los van de gehanteerde taal, bij sterkere of minder sterke leerlingen – meer open komen te staan voor het talige. De directrice van een Franstalige Brusselse school die absoluut niet van elitarisme verdacht kan worden, verklaarde onomwonden ‘Mêmes les faibles deviennent plus forts”. Zij moedigt dan ook alle ouders aan om in haar project mee te stappen, onafgezien van de sociale of talige achtergrond. Bereik je dan wel de gestelde doelen voor het zaakvak? Want een toestemming voor een CLIL-project ontslaat een school uiteraard niet van de realisatie van de leerplandoelen? Daarin ligt een uitdaging klaar, waarbij de pedagogisch begeleiders voor de zaakvakken via grondige leerplanstudie een rol kunnen
1 CLIL werd opgenomen in onderwijsdecreet XXIII en geconcretiseerd bij besluit van de Vlaamse regering van mei 2014 (“Kwaliteitstandaard”). 2 M-VVKSO-2014-020: Starten met CLIL–onderwijs in Vlaanderen. In de bijlagen staan de aanspreekpunten voor de verschillende begeleidingsdiensten vermeld. 3 Strobbe, L. en Sercu, L. Je vak in een andere taal (Leuven, Acco, 2013)
oktober 2014
13
spelen en waarop ook weer de passende didactiek een antwoord biedt. CLIL-ervaringen leren ons dat meestal aanvankelijk het tempo lager ligt, maar dat tegen het einde van de graad de doelen even goed behaald worden als bij de parallelgroep die in de “gewone” onderwijstaal les heeft gevolgd. Het feit dat leerlingen expliciet kiezen voor en zich verbinden tot het volgen van CLIL, is uiteraard dikwijls mede oorzaak van een gemiddeld hogere motivering in de CLIL-groep. Die opmerkingen over de (graad)leerplanrealisatie leidt naar een volgend knelpunt: hoe evalueer je de realisatie van die leerplandoelen? De school is, zoals men weet, vrij om vanuit het eigen beleid te kiezen voor een evaluatievorm en zal zelf een antwoord zoeken op de vragen: (vanaf) wanneer in de
Persbericht 2014-09-05
CLIL-taal evalueren, mondeling of schriftelijk? Hoe gaan we om met de al of niet bereikte taaldoelen? Die zullen geen rol kunnen spelen bij het al of niet slagen voor de richting, enkel de resultaten van zaakvak worden hiervoor in aanmerking genomen. CLIL-leerlingen mogen niet benadeeld worden door de keuze die zij hebben gemaakt, niet in de evaluatie, maar ook niet in de kwaliteit van het zaakvak zelf: een vak kent een verticale opbouw, met een leerlijn die van leerjaar tot leerjaar, van graad tot graad doorloopt. Daarom denkt de school hier het liefst niet over een losstaand ‘one-shot’ (waarbij het leereffect veel geringer is), maar kijkt zij (zeker op termijn) naar een schoolbreed CLILproject.
Een weloverwogen meerwaarde Dit artikel wil vooral CLIL onder de aandacht brengen en de klemtoon leggen op de boeiende, maar complexe realiteit van het gebeuren. Een school die alles overweegt en tot de conclusie komt dat er een gemotiveerd team is, dat er een basis is voor (het verwerven van) didactische en taalcompetenties en dat het korps eveneens achter het project staat, kan haar leerlingen met CLIL ongetwijfeld een meerwaarde bieden. Freddy Cloet Stafmedewerker VVKSO, Dienst Leren en Onderwijzen
Het VSKO is zeer blij met de brief van Mgr. Johan Bonny Het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs is zeer blij met de analyse en voorstellen die Mgr. Johan Bonny, bisschop van Antwerpen doet in zijn genuanceerde brief ‘Synode over het gezin’. In het vooruitzicht van de komende bisschoppensynode over het gezin in Rome heeft Mgr. Bonny, die ook referendaris voor onderwijs is, zijn persoonlijke beschouwingen en verwachtingen uitgeschreven. Voor hem zijn zowel de Kerk als het gezin een huis en een leerschool van gemeenschap. “De boodschap van de bisschop van Antwerpen sluit volledig aan bij de opdrachtsverklaring van het Katholiek Onderwijs ” benadrukt Lieven Boeve, directeur-generaal VSKO. “Dit kadert in de reflectie om Jezus en zijn boodschap van liefde te laten leven in de wisselende context van vandaag. De kwaliteit van relaties en de wijze waarop liefde er concreet gestalte krijgt, vormt het belangrijkste criterium om met de diversiteit en groei in relatiebekwaamheid om te gaan.” Lieven Boeve hoopt dat de moedige beschouwingen en verwachtingen in de brief van Mgr. Bonny weerklank zullen vinden in de brede katholieke geloofsgemeenschap, en gevolg zullen krijgen op de synode.
14
oktober 2014
vernieuwde wegen voor samenwerking met en tussen besturen Dienst Besturen
D
e werking van het interdiocesane overleg- en samenwerkingsplatform voor de besturen heeft sedert de oprichting van de Vereniging van Inrichtende Machten van het Katholiek Onderwijs (VIMKO) in 1991 diverse bijsturingen gekend. Men kan die vergelijken met herstellingen van of verbeteringen aan het wegdek. Bij het begin van dit nieuwe werkjaar 2014-2015 wordt echter werk gemaakt van een geheel nieuw wegdek. Of wordt het eerder een geheel nieuwe weg? In dit artikel worden reeds enige contouren van die wegenwerken verduidelijkt. Men kan het beschouwen als het oplichten van een tipje van de sluier. In volgende communicaties en publicaties in de nabije toekomst zal dat van naaldje tot draadje worden ontrafeld, opdat voor alle lokale besturen steeds duidelijker zou worden wat zij kunnen bijdragen aan de gezamenlijke werking en tegelijk ook wat zij ervan mogen verwachten.
Zowel het einde als het begin van een werk- en schooljaar zijn goede momenten om reflecterend en samenvattend terug te blikken op wat was, om daaruit besluiten te trekken voor de toekomst, om vooruit te kijken naar wat komen gaat, om verwachtingen en plannen te beginnen ontvouwen, om continuïteit te geven aan wat bestendigheid verdient en nieuwe pistes te ontginnen waar ze nodig zijn. De VIMKO heeft de gewoonte aangenomen om dat ieder schooljaar naar het einde toe, in juni, mondeling te doen op de diocesane jaarvergaderingen voor besturen. Daarbij aanknopend, gebeurt dat jaarlijks schriftelijk in Forum wanneer het nieuwe werk- en schooljaar op kruissnelheid komt, met name in het oktobernummer. Dat beknopte werkingsverslag bent u nu aan het lezen en het is niet zomaar een werkingsverslag uit een lange rij, maar een heel bijzonder: het voorliggende artikel beoogt het laatste jaaroverzicht uit de VIMKO-geschiedenis te zijn. De bedoeling is om het waardevolle uit de werking van de voorbije decennia te ‘borgen’ en zo continuïteit te geven aan de betrokkenheid van de besturen bij de beleidsvoering van en in het katholiek onderwijs, maar ook om dat te koppelen aan het verkennen en banen van nieuwe wegen, die bedoeld zijn om de effectiviteit en de efficiëntie van de participatie van de lokale besturen aan het algemene beleid te verhogen en dynamiseren.
In juridische termen uitgedrukt gebeurt wat volgt. De vzw VIMKO is een ledenvereniging, waarvan de besturen van katholiek onderwijs in Vlaanderen de aangesloten leden zijn. De vzw VSKO herprofileert zich om, jawel, zulke ledenvereniging te worden met de besturen van katholiek onderwijs in Vlaanderen als toegetreden leden. Die juridische omvorming met statutenwijziging en operationalisering daarvan is zich thans aan het voltrekken en zal gaandeweg aanleiding zijn om een vertaling te krijgen in de concrete werking van het VSKO. Vermits de doelstellingen van de VIMKO overgenomen worden door en geïntegreerd worden in de werking van het VSKO, heeft de vzw VIMKO geen eigen bestaansreden meer. Daarom zal de vereniging eerlang wor-
Het VSKO zal weldra met alle besturen nader communiceren om die vernieuwde beleidsstructuur omstandig toe te lichten. Duidelijk is dat de besturen voortaan voluit onder de vlag “VSKO” zullen varen, daarbij de vlag “VIMKO” achterlatend, met binnen het VSKO de Dienst Besturen (voorheen Dienst voor Inrichtende Machten genoemd) als operationele verkeersregelaar om de inspraak van de besturen in het beleid van het katholiek onderwijs te helpen kanaliseren en om degelijke ondersteuning aan te bieden aan de lokale besturen en bestuurders, opdat zij hun lokale eindverantwoordelijkheid ten volle zouden kunnen uitoefenen. De Dienst Besturen werkt daarvoor samen met de andere diensten en verbonden van het VSKO en met de bisdommen.
Nieuwe structuren In het kader van die omvorming maakten samen met de schooljaarwissel van 2013-2014 naar 2014-2015 de VIMKO-structuren plaats voor een nieuwe structurering van het overleg met en de inspraak van de besturen binnen het VSKO. Met als leidraad een intern
© Foto: Willy Bombeek
2014: een bijzonder jaar
den ontbonden en dus is begrijpelijkerwijs dit artikel ook het allerlaatste artikel over de VIMKO-jaarwerking. De interne voorbereiding van de stevige verankering van de besturen van het katholiek onderwijs in het VSKO was de rode draad doorheen de werking van de VIMKO in het voorbije schooljaar.
De laatste algemene vergadering VIMKO op 22 mei 2014
oktober 2014
15
Internaten
bureau
Hogescholenonderwijs
besturen
Volwassenenonderwijs Buitengewoon onderwijs
Comité Besturen Bisdom Antwerpen
12 effectieve leden overlegforum
Comité Besturen Bisdom Brugge
Gewoon secundair onderwijs
Comité Besturen Bisdom Gent
besturen
36 effectieve leden
stuur-/ kerngroep vorming besturen
Comité Besturen Bisdom Hasselt
Gewoon basisonderwijs
overleg dienst besturen
-
diocesane ankerpersonen Comité Besturen Aartsbisdom Mech.-Brussel
werkgroepen ad hoc
besturen katholiek onderwijs vlaanderen reglement, dat in de loop van het vorige schooljaar werd opgesteld en goedgekeurd, werden zo een Overlegforum Besturen en een Bureau Besturen opgericht (zie schema).
Het Overlegforum Besturen
© Foto: Willy Bombeek
Het Overlegforum Besturen is een breed reflectie- en consultatieforum, dat op 26 juni
2014 werd geïnstalleerd als ondersteuning en draagvlak van het Bureau Besturen. Het Overlegforum Besturen omvat 36 effectieve leden als vertegenwoordigers van de besturen van katholiek onderwijs in Vlaanderen en 10 adviserende leden, met een gelijk aantal vertegenwoordigers uit elk bisdom en een vertegenwoordiging van de besturen uit alle
Installatievergadering Overlegforum Besturen op 26 juni 2014
16
oktober 2014
segmenten van het katholieke onderwijsveld: basisonderwijs, buitengewoon onderwijs, secundair onderwijs, hogescholenonderwijs, volwassenenonderwijs en internaten. Voor de vertegenwoordiging van de besturen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs blijven de diocesane comités een cruciale rol spelen als brug met tweerichtingsverkeer tussen de lokale besturen (aangesloten leden van het VSKO) enerzijds en de interdiocesane organen anderzijds. Voor de vertegenwoordiging van de besturen van hogescholenonderwijs, volwassenenonderwijs en internaten is ervoor geopteerd om de mandatarissen op het interdiocesane vlak rechtstreeks vanuit de basis te laten aanduiden. Uit de leden van het Overlegforum Besturen worden de leden van het Bureau Besturen en de vertegenwoordigers in de beleidsorganen (Bureaus) van de verbonden en diensten van het VSKO aangeduid.
© Foto: Karin De Pelseneer
• 1 lid uit de leden die het katholiek buitengewoon onderwijs vertegenwoordigen, • 1 lid uit de leden die het katholiek hogescholenonderwijs vertegenwoordigen, • 1 lid uit de leden die het katholiek volwassenenonderwijs vertegenwoordigen, • 1 lid uit de leden die de katholieke internaten vertegenwoordigen, • de voorzitter van het Bureau Besturen. Mevrouw Griet Desmet is aangesteld tot voorzitter van het Bureau. De 12 Bureauleden worden voorgedragen om deel uit te maken van de raad van bestuur van het VSKO. Bureau Besturen – september 2014
Het Bureau Besturen Het Bureau Besturen bereidt de standpuntbepaling voor ten aanzien van actuele thema’s die zich aandienen, wordt permanent op de hoogte gehouden over de evolutie in de onderwijsactualiteit, draagt bij tot de visieontwikkeling op middellange en lange termijn en tot het bepalen van de algemene beleidslijnen ten aanzien van alle materies waarvoor de besturen op het lokale vlak een belangrijke verantwoordelijkheid dragen. Het Bureau Besturen denkt mee in de verschillende ontwikkelingsfasen van de beleidsvoorbereiding en is in het bijzonder in een vroege ontwerpfase van de dossiers betrokken om mee de krachtlijnen voor de verdere ontwikkelingen in de betrokken materies te bepalen.
Onder de auspiciën van het Bureau Besturen organiseert de Dienst Besturen van het VSKO ook de ondersteuning van de besturen via o.a. de systematische informatieverstrekking en het vormingsaanbod aan de besturen en bestuurders. Het Bureau Besturen telt 12 effectieve leden, gekozen uit de leden van het Overlegforum Besturen, en vijf adviserende leden. De groep effectieve leden omvat: • 1 lid op voordracht van elk diocesaan comité van de besturen van het katholiek onderwijs, • 1 lid uit de leden die het katholiek gewoon basisonderwijs vertegenwoordigen, • 1 lid uit de leden die het katholiek gewoon secundair onderwijs vertegenwoordigen,
Ook met nieuwe structuren en in een vernieuwde werking blijven er natuurlijk vaste waarden. Deze drie krachtlijnen blijven de werking oriënteren: constructieve dialoog – actief meedenken – dynamische wisselwerking, gericht op ons aller baseline en uiteindelijk doel: BESTUREN MET ZIEL EN ZAKELIJKHEID.
Inhoudelijke werking in vogelvlucht Een impressie van de werking van de VIMKO in 2013-2014 krijgt men aan de hand van het schema van behandelde materies. (zie blz. 18). Op het vlak van de realisaties en de plannen wordt hierna nader ingezoomd op twee luiken: het vormingsaanbod en de communicatiestrategie.
Vormingsaanbod De lancering van de Gids voor besturen en de elektronische gids of afgekort E-gids zorgden in 2013 voor een massale deelname van bestuurders aan de vormingsinitiatieven. In 20132014 werd die participatiegraad in globo niet overtroffen maar toch geëvenaard, zelfs zonder zulke speciale publiekstrekker. Wijst dat erop dat besturen het belang van vorming als een vaste waarde beginnen te zien? Van de Gids voor besturen, bedoeld als het vademecum voor elke bestuurder, zijn inmiddels ruim 2500 exemplaren de deur uitgegaan. Hij fungeerde ook als syllabus in de vorming ‘Kompas voor de beginnende bestuurder’. Dat is een basisvorming die om de twee jaar wordt aangeboden en dus niet in 2014-2015. Niettemin is het aanbevolen om die Gids toch al van meet af aan te bezorgen aan de nieuwe bestuurders, die het bestuur engageert, in afwachting van het vormingsinitiatief dat het volgende school-
jaar weer zal georganiseerd worden. De Gids is al tweemaal herdrukt maar zo nodig wordt daar graag nog een volgende herdruk aan toegevoegd. Twee nieuwe initiatieven, die bedoeld zijn als blijvers, zagen vorig schooljaar het licht, m.n. een ‘Masterclass’ voor bestuurders, die plaatsvindt bij het VSKO in Brussel en waar een prominente figuur het woord neemt, en een ‘Voorjaarsseminarie’ waar in parallelle sessies diverse vormingsthema’s op eenzelfde avond worden aangeboden. De Masterclass zal in 2014 plaatsvinden op dinsdag 21 oktober bij het VSKO. Vorig jaar werd gekozen voor een invalshoek vanuit de sociale wetenschappen met Wouter Beke. Dit schooljaar kunnen bestuurders luisteren naar wat iemand uit de profitsector de besturen van het katholiek onderwijs te zeggen heeft, m.n. mevrouw Saskia Van Uffelen.
oktober 2014
17
Schematisch overzicht van behandelde materies Algemeen
• Intern reglement Overlegforum Besturen en Bureau Besturen en voorbereiding van de installatie
• Onderwijsactualiteit • Werking diocesane comités en beleidsorganen VSKO
• Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Ontmoeting met de leden van de diocesane comités
• Memorandum voor de nieuwe regering
De verantwoordelijkheid van het bestuur ten aanzien van de christelijke identiteit en de pastoraal op school
Algemene vergadering en raad van bestuur VIMKO
• Mogelijkheid tot inzetten van oudere werknemers voor onderwijsbesturen • Onderwijs in de partijprogramma’s voor de Vlaamse verkiezingen • Onderzoek naar de katholieke identiteit van het VSKO • Opvolging externe evaluatie van de pedagogische begeleidingsdienst van het katholiek onderwijs
• Bestuurlijke schaalvergroting o Conceptnota besturen in het leerplichtonderwijs: de scholengroepen o VSKO-krijtlijnen voor een toekomstig bestuurlijk model o Verwachtingen t.a.v. een expertisecel
• Opvolging statutenwijziging vzw VSKO: ontwerp van huishoudelijk reglement • Personeelsbeleid: o DAC-tewerkstelling o Paritair Comité 152: CAO Tijdkrediet
• Centrumbesturen in het katholiek volwassenenonderwijs: aanbevelingen voor een toekomstig bestuurlijk model
• Rekening en begroting van het VSKO
• Communicatiebeleid t.a.v. besturen en bestuurders: website besturen, inloggen websites, nieuwsbrief voor bestuurders
• Schoolinfrastructuur: prioritaire besteding van AGIOn-middelen voor het vrij gesubsidieerd onderwijs
• Dragers van het pedagogisch project van de katholieke basisschool van morgen. Samenwerking tussen leraren én tussen de lerarenopleiding en de basisschool. Toelichting door VSKO/ VVKHO-projectgroep ‘Identiteit in diversiteit’
• Visieontwikkeling pastoraal en levensbeschouwelijke diversiteit
• Educans: samenwerking voor beter onderwijs in het Zuiden (zie ook artikel in Forum september 2014) • Internaten: opdrachtsverklaring internaten, gids voor internaatsbesturen, pedagogische begeleiding in internaten, financiële situatie van de internaten, positie van de internaten t.a.v. de bestuurlijke schaalvergroting
18
• Masterplan hervorming secundair onderwijs incl. implicaties voor het basisonderwijs
oktober 2014
• Samenwerking tussen het VSKO en de besturen
• Vormingsinitiatieven voor besturen: opvolging en voorbereiding • VSKO-werking m.b.t. zorg: “alle geledingen samen bezorgd” • Werking VIMKO o Activiteitenverslag o Werkprogramma o Ontslag en aanvaarden van leden o Benoeming raad van bestuur o Actualisering vertegenwoordigingen in Bureaus verbonden en diensten o Rekening en begroting van de vzw VIMKO
Het voorjaarsseminarie met in elk bisdom een waaier aan boeiende thema’s op het programma zal plaatsvinden in maart 2015: 2 maart in het aartsbisdom Mechelen-Brussel, 3 maart in het bisdom Gent, 9 maart in het bisdom Brugge, 10 maart in het bisdom Antwerpen en 16 maart in het bisdom Hasselt. De Masterclass is het begin van het vormingsjaar en het Voorjaarsseminarie is er het besluit van. Daartussen zijn er nog twee hoogtepunten in het aanbod. • Een reflectie over de verantwoordelijkheid van het bestuur t.a.v. de christelijke identiteit wordt georganiseerd in november. Ieder jaar houden de vertegenwoordigers van de besturen in de diocesane comités een gezamenlijke vergadering. In 2014 ging het over dat thema. Op de vormingsavonden in het najaar wordt met de input uit de diocesane comités dat thema voor een ruimer publiek behandeld (Zie hierover ook het artikel Wat als … Jezus directeur was van mijn school? in het septembernummer van Forum). • In de beweging naar bestuurlijke schaalvergroting kan ook dat thema in het vormingsaanbod niet achterwege blijven. In januari verkennen bestuurders de groei naar bestuurlijke schaalvergroting vanuit twee invalshoeken, in parallelle sessies op dezelfde avond: de juridische, financiële en materiële consequenties enerzijds en de organisatieverandering anderzijds. Tot slot is het vormingsaanbod op maat van het bestuur een luik in het globale aanbod dat verdient om speciaal onder het voetlicht te treden. De stuurgroep die de vormingsinitiatieven voorbereidt, vindt dat besturen daar nog sterker zouden kunnen op inzetten. Het is immers zeer interessant wanneer een vormingswerker naar uw eigen bestuur komt om daar ter plekke, aangepast aan uw specifieke noden, informatie te komen brengen en een denkproces te komen begeleiden. Neem dus gerust contact met onze vormingsmedewerker Lieve Van Camp (
[email protected]) om
haar daarover te bevragen en dat te bespreken. Sedert 1 september jl. kreeg zij er een collega bij en vormt zij zo een vormingsteam met Dominiek Olivier (
[email protected]), de nieuwe vormingsmedewerker bij de Dienst Besturen van het VSKO. Elke abonnee van Forum ontving de vormingsbrochure samen met het juninummer van Forum. De contactpersoon van elk bestuur kreeg ze in de zomer bovendien toegezonden. Alle informatie is natuurlijk ook digitaal beschikbaar op de website. besturen.vsko.be (rubriek Vorming) en www.nascholing.be
Informatie- en communicatiestrategie Op het vlak van informatie en communicatie zijn er het voorbije jaar grote werken uitgevoerd, die bestuurders hopelijk daadwerkelijk hebben ondervonden. De vernieuwingen zijn uitvoeriger toegelicht in het artikel Besturen op de digitale snelweg (Forum, januari 2014) maar kunnen worden samengevat in drie punten. • Er is een volledig nieuwe website met adres besturen.vsko.be, met o.a. een vormingskalender en een snelmenu naar het communicatieplatform. In de nieuwe rubriek Nieuws verschijnen regelmatig berichten die een bestuur zeker niet mogen ontgaan. Voor meer omstandige informatie over de behandelde inhouden in die berichten wordt men met een klik op de muis verder geleid, soms naar informatie die op een beschermd deel van de website staat. • Daar situeert zich een tweede vernieuwing. Voortaan heeft iedere bestuurder met eenzelfde persoonlijke inlogcode toegang tot de beschermde delen op de meeste websites van het VSKO (behalve VVKSO). Iedere bestuurder kreeg daarover in december 2013 een brief met mededeling van zijn persoonlijke code.
• Vervolgens is, eveneens in december 2013, een nieuwsbrief voor bestuurders gelanceerd, die voortaan elke bestuurder rechtstreeks in zijn persoonlijke mailbox krijgt. De Nieuwsbrief is minder omvangrijk dan het nieuws op de website; hij selecteert de belangrijkste nieuwsitems uit de voorbije tijd. De voorwaarde van dit communicatiesysteem is dat elke bestuurder met zijn e-mailadres bij het VSKO geregistreerd moet zijn. Zonder e-mailadres kan men geen inlogcode krijgen en kan men natuurlijk geen nieuwsbrief toegestuurd krijgen. Het loont de moeite om dat eens in uw bestuur te bevragen: is het e-mailadres van elke bestuurder bij het VSKO geregistreerd? (te melden aan
[email protected]) Voor de toekomst dienen zich nog verdere evoluties aan om de communicatie eenduidiger en eenvoudiger te maken: • de E-gids, nu nog onderdeel van het communicatieplatform voor besturen, zal worden geïntegreerd in de website besturen.vsko.be, zodat men daarvoor niet meer naar een andere url moet surfen; • het zenden van alle berichten voor bestuurders naar de persoonlijke e-mailadressen van al die bestuurders zal de VSKO-mailaccount van het bestuur (de zgn. VSKOmailboxen van het bestuur) overbodig maken en de afschaffing daarvan zal bijgevolg worden voorbereid; • naarmate de functies van het communicatieplatform verder worden geïntegreerd in de gewone website, zal ook dat platform op termijn verder worden ontmanteld.
André Janssens Directeur Dienst Besturen VSKO
oktober 2014
19
Masterclass voor bestuurders start van het vormingsjaar 2014-2015 Spreker: Mevrouw Saskia Van Uffelen, Thema:
Digital Champion Belgium en CEO Belux bij Ericsson
De kracht van diversiteit: hoe het beste halen uit de verschillende generaties op de werkvloer?
Omschrijving • ‘Mensen zijn ons belangrijkste kapitaal’. Hoe makkelijk is het niet gezegd. Maar hoe moeilijk is het niet om dat kapitaal te laten renderen voor het bedrijf. Zeker nu binnenkort voor de eerste keer vier verschillende generaties zullen moeten samenwerken. Vier generaties met hun eigen kenmerken die elk hun eigen bijdrage leveren aan organisaties. Vier generaties met een eigen cultuur, eigen waarden en een eigen manier van werken. Over deze boeiende problematiek schreef bedrijfsleider en Belgisch Digital Champion Saskia Van Uffelen het boek ‘Iedereen baas! - Over samenwerken met vier generaties’. • In haar lezing voor bestuurders zal ze trachten om de vergelijking te maken met het onderwijsveld. Ook daar zijn ‘mensen ons belangrijkste kapitaal ‘. Haar doel is aan te tonen hoe de specifieke kenmerken van iedere generatie zo benut kunnen worden dat ze een troef worden op de ‘onderwijs’ werkvloer. Haar concreet stappenplan helpt ook onderwijsorganisaties meteen op weg.
Datum Dinsdag 21 oktober 2014 van 16.00 u. tot 19.00 u.
Plaats VSKO, Guimardstraat 1 te Brussel
Inschrijven Inschrijven via www.nascholing.be, onder ‘Aanbod besturen’ Helpdesk: tel. 02 507 07 80 (tijdens kantooruren),
[email protected]
20
oktober 2014
na twee maanden zei de leraar: ‘dat komt goed’
ex-OKAN leerlingen doen hun verhaal
‘S
ommige leerlingen lever ik af als een cadeautje met een strikje,’ zegt Anne Moeyersons, vervolgschoolcoach van de OKAN klas van TSM Mechelen, ‘bij anderen is er zelfs geen cadeaupapiertje rond!’ Zij zorgt voor de warme overdracht van anderstalige nieuwkomers naar het vervolgonderwijs en dat gaat niet altijd rimpelloos.
Aissulu was zo’n cadeautje met een strikje voor de school waar ze terechtkwam. Ze maakte als 15-jarige uit Kazachstan een blitzcarrière in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers in Mechelen. ‘Ik moet wel toegeven, dat ik aanleg heb voor talen. Tot Kerstmis volgde ik Nederlands voor nieuwkomers in OKAN, daarna volgde ik lessen Nederlands, Frans en Engels mee met 2 IW en na de paasvakantie kwamen daar nog de lessen aardrijkskunde en wiskunde bij. Zo kon ik het jaar daarop in september bijna probleemloos instappen in 3 ASO Moderne Wetenschappen in het Sint-Romboutscollege. Omdat die school niet echt een multiculturele omgeving bood, was ik echt bang om op te vallen. Ik mocht niet uitgaan en als je altijd thuis zit, heb je niet veel keuze. Je werkt gemakkelijker voor school, ik had toch niets anders te doen. De bibliotheek was mijn vaste stek. Ik las heel veel. Een computer hadden we wel thuis maar ik mocht er niet vaak op. Van thuis uit had ik geleerd om te studeren. Mijn mama had geneeskunde gedaan en ik zou ook zoiets doen. Ik koos voor tandheelkunde. Ik heb er eigenlijk nooit bij stilgestaan om extra uitleg of begeleiding te vragen. Mijn mama ging ervan uit (en ik ook) dat ik maar mee moest kunnen. Nieuwe woorden drillen, woordenlijsten maken en die vanbuiten leren, dat hoorde er gewoon bij. Voor mijn moeder was goede cijfers halen vanzelfsprekend. Ze was heel streng en nu ben ik haar daar dankbaar voor. Ik ben ervan overtuigd dat de aandacht en ondersteuning die ouders geven aan hun kind van kapitaal belang is voor het welslagen van de studies.’
Voor Emma ging het niet zo vanzelfsprekend. De motivatie was er wel maar de talenknobbel ontbrak. Dat speelt haar nu, zes jaar later, nog steeds parten. ‘Het eerste jaar na OKAN kwam ik elke dag huilend thuis,’ vertelt Emma. Zij kreeg als advies om ASO te gaan studeren, maar bij elk oudercontact kreeg ze te horen: “Kies toch iets anders, beroepsonderwijs of zo!’ Emma hield koppig vol, gesteund door haar ouders. Het lukte, maar in de hogeschool speelde de taalachterstand haar toch terug parten. ‘In Armenië had ik veel vrienden. Ik zou op mijn 15de naar de universiteit gaan, maar toen kwamen we naar België. Het is een hele moeilijke leeftijd om zoiets mee te maken. Het feit dat ik niet altijd alles begreep maakte mij bang, bang dat men mij zou uitlachen als ik iets verkeerd zou begrijpen. De leerkrachten in de Ursulinen hebben mij wel heel goed geholpen. Als alle scholen dat zo zouden doen, zouden meer leerlingen betere kansen krijgen. Ik studeerde ook elke dag van 18 tot 24 u. In het begin leerde ik heel veel van buiten. Meestal begreep ik het wel, maar niet altijd. Scholen moeten weten dat voor anderstaligen alle begin moeilijk is. Ik ben mevrouw Moeyersons enorm dankbaar. Als ik het niet meer wist, kon ik steeds bij haar terecht, ook nu nog, nu ik in de hogeschool zit.’
oktober 2014
21
‘Keith is uiteindelijk ook goed terecht gekomen, zij het dan na heel wat omzwervingen,’ geeft Anne Moeyersons toe. ‘In OKAN hadden ze me aangeraden om 4 BSO te doen,’ vertelt Keith, “maar dat heb ik niet gevolgd. Twee weken heeft mijn verblijf in 4 Humane Wetenschappen geduurd. Ik had zelf die richting gekozen omdat ik goed met mensen kan omgaan, maar de leerstof was te veel, te moeilijk. Daarna probeerde ik een maand in 4 Biotechnieken maar ook daar lukte het niet echt. De derde stop was 4 BSO Plant-, dier- en milieutechniek. Al die Latijnse namen van buiten leren, dat was echt niets voor mij! Mijn zelfvertrouwen was compleet zoek, mijn motivatie helemaal weg. Ik voelde me een loser, iemand die niets kon, maar ik moest een school hebben en ben dan terug naar OKAN gegaan. Daar kreeg ik wel steun van de leerkrachten, kon ik tot rust komen, aan mijn Nederlands werken en mijn zelfvertrouwen weer opbouwen. Uiteindelijk kwam ik in 4 BSO Voeding-verzorging terecht in het Sint-Norbertusinstituut. Deze school was veel strenger, ik moest verplicht bijlessen Nederlands volgen, er werd gecontroleerd of ik mijn huiswerk steeds maakte en dat heeft wel geholpen. Het was de eerste school na OKAN waar ik me welkom voelde. Ik had snel begrepen dat leerkrachten veel gemakkelijker bereid zijn je te helpen als je zelf goed meewerkt in de klas. In de andere scholen durfde ik geen uitleg vragen omdat ik me er niet goed voelde. Ik denk ondertussen al in het Nederlands en dat na amper drie jaar in België! Leerlingen in OKAN doen er best aan het advies van hun leerkrachten te volgen. Het zou mij heel wat problemen bespaard hebben!’
Het maakt voor mij niet uit waar ze terecht komen,’ vertelt Anne Moeyersons, ‘als ze maar goed terechtkomen en als ze maar gelukkig zijn. Ze mogen niet opgeven. Het moet gewoon lukken. Als ze het niet meer zien zitten of in de put geraken, ben ik er om hen op te vangen.’ Anne is al sinds 2006 vervolgcoach voor OKAN in TSM Mechelen. Ze kan dagenlang vertellen over ‘haar’ jongeren. Sommige verhalen zijn zo onwaarschijnlijk. Toch komt het telkens neer op het feit dat ze toch ergens die motivatie kunnen vinden om door te gaan, om er te komen. Ze moeten het tenslotte zelf doen! Zoals Kennedy, die als quasi analfabeet uit Angola op 15-jarige leeftijd hier terechtkwam. ‘Ik noemde hem een pingpongballetje omdat hij niet kon blijven zitten op zijn stoel. Het is heel wat – zeven uur per dag les volgen – wanneer je nog nooit echt school gehad hebt. Maar hij pikte heel snel nieuwe dingen op. Kennedy bleek heel leergierig en intelligent te zijn. Wiskunde deed hij heel graag. Toen hij na één jaar OKAN in 3 BSO Elektriciteit terecht kwam, vroeg de leraar waar ik nu mee afgekomen was. Hij kon met de jongere niets aanvangen, zei hij. Elke week volgde ik toen twee uur mee de praktijkAnne Moeyersons les. In het begin was het vooral de taal die echt een barrière vormde, maar na twee maanden zei diezelfde leraar: ‘Ik heb me vergist. Dit gaat lukken!’ In het tweede trimester volgde ik nog maar één uurtje mee les en in het derde trimester ging ik alleen nog nu en dan eens kijken. Kennedy slaagde met vlag en wimpel. Ondertussen werkte hij zelfs zijn zevende jaar met succes af. De ambitie om professionele bachelor te worden heeft hij wel moeten opgeven. Dat was net iets te hoog gegrepen.’ ‘Als ik een advies mag geven aan de leraren en directies van de scholen waar onze jongeren terechtkomen, zal dat in de eerste plaats zijn: kijk door dat taalprobleem heen, geef die jongere tijd. Probeer in het begin zeker te helpen, te ondersteunen en hou rekening met praktische zaken die voor ons zo vanzelfsprekend zijn. De vervolgcoach van OKAN kan hier een zeer waardevolle rol spelen. Contacteer hem of haar zodra je een jongere uit OKAN inschrijft!’
Ann Devos, Coördinatie OKAN (VVKSO)
22
oktober 2014
beter leren in diversiteit Een bezoek aan scholen in Londen kan inspireren
E
nkele maanden geleden kreeg ik de kans om samen met Rik Vanderhauwaert (directeur DNI-VSKO) en Marleen Clissen (stafmedewerker onderwijsvernieuwing en internationalisering VVKBuO) twee basisscholen in het centrum van Londen te bezoeken. Als fervent anglofiel heb ik die kans met beide handen gegrepen. Geef toe, om 8 uur met je boekentas op de Eurostar stappen is toch wat ‘more exciting’ dan rond datzelfde tijdstip met de wagen over de A12 te rijden. Maar het was me uiteraard niet om de trip met de Eurostar te doen. Ik wilde wel eens weten hoe het er in een multiculturele basisschool in het centrum van een wereldstad als Londen aan toe gaat.
Marleen kende beide scholen vanuit het Comenius Multilateral Partnership ‘Together is better: A collaboration toolbox to build a school for all’ (http://comeniustoolbox.weebly.com/) en zorgde voor de contacten en de introductie. Het was niet mijn eerste kennismaking met het Engelse basisonderwijs. Toen ik pas afgestudeerd was heb ik een tijdje als vrijwilliger meegedraaid in een klein basisschooltje in een kansrijk, landelijk gebied. En nu, met heel wat meer ervaring in mijn rugzak, was ik wel nieuwsgierig naar het reilen en zeilen van een school in een kansarme, multiculturele wijk. Zelf werk ik als beleidsmedewerker en zorgcoördinator ook in een multiculturele basisschool in een gemeente met een groeiende kansarmoede. Concreet ging mijn nieuwsgierigheid uit naar het zorgbeleid, het omgaan met de ruime diversiteit binnen de schoolpopulatie, de professionaliseringskansen van het team en de opvolging van de leerwinst bij de kinderen. Londen verwelkomde ons met een blauwe hemel en een stralende lentezon. Na een wandeling van een tiental minuten kwamen we aan in Netley Primary School. Aan het onthaal kregen we een visitor badge en werden we ontvangen door de directie en adjunct directie. Ze vertelden met veel enthousiasme over hun school, het Engelse onderwijs, de visie en de werking van de school. Ook het nakende bezoek van de inspectie (Ofsted) kwam ter sprake. Om de voormiddag af te
ronden kregen we een rondleiding door de school. Een korte rit met een moderne Londense Taxi bracht ons naar Torriano Junior school waar de directie ons meer uitleg gaf over hun visie op professionalisering en het professionaliseringsplan van de school. Nog een snelle rondleiding door de school en het bezoek zat er op. Het was een dag waarin de informatie en de impressies elkaar in sneltreinvaart opvolgden.
Hoe wordt het onderwijs en de zorg georganiseerd? Netley Primary School is een school voor gewoon basisonderwijs voor kinderen van 3 tot 11 jaar. Een meerderheid van de kinderen komt uit een kansarme thuissituatie en spreekt thuis geen Engels. In elke klas zitten maximum 30 kinderen. Naast de klasleerkracht is er steeds een assistent in de klas aanwezig. De teaching assistant is verantwoordelijk voor een brede waaier aan ondersteuning. Er wordt projectmatig gewerkt. Elk trimester wordt met het team een ander thema gekozen waar alle klassen rond werken. Het project wordt steeds uitgewerkt binnen het nationaal curriculum. Het nationale curriculum wordt aangevuld met het schoolcurriculum dat de noden van de schoolpopulatie reflecteert. Deze manier van werken stimuleert volgens de directie de creativiteit en beperkt het routinematig werken. Het zorgt er ook voor dat het curriculum beter gekend is bij de leerkrachten.
De school krijgt extra subsidies voor kansarme kinderen die recht hebben op gratis schoolmaaltijden. Met deze extra middelen kan de directie beslissen om bijvoorbeeld een gespecialiseerde leerkracht aan te werven. Afhankelijk van het aantal zorgkinderen, kinderen met SEN (Special Educational Needs), zijn er ook nog extra assistenten. Deze leerkrachten gaan samen met de klasleerkrachten aan de slag om ervoor te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen. Tijdens de gesprekken en de rondleiding werd duidelijk dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen basiszorg, verhoogde zorg en speciale zorg, vergelijkbaar met ons zorgcontinuüm. Daarnaast was er ook sprake van klasinterne en klasexterne zorg. We zagen heel wat speciale werkplekken in de gangen. De teaching assistants of gespecialiseerde leerkrachten gebruikten deze werkplekken om met kleine groepjes kinderen te werken. Aan Netley Primary School is een afdeling voor speciaal onderwijs verbonden met twee klasjes voor kinderen met autisme (Woodlands Resource Base). In elke klas zitten acht leerlingen van verschillende leeftijden. De focus ligt op inclusie en het doel is de kinderen voor te bereiden op een overstap naar het gewoon onderwijs. Er is een nauwe samenwerking tussen de leerkrachten uit beide afdelingen om deze inclusie te kunnen realiseren. In heel de school wordt bijzonder veel aandacht besteed aan visuele ondersteuning. De muren van de klassen en de gangen worden functioneel gebruikt en worden talking walls genoemd. We zien niet alleen de eindresultaten van wat de kinderen gerealiseerd hebben. Ook de verschillende doelen en strategieën zijn aan de muren terug te vinden. Het (leren) leren van de kinderen wordt ondersteund door duidelijk geformuleerde doelen, prenten, vragen,... Volgens de directie vormen deze visuals een duidelijke indicator van de werking in de school. Om de kinderen goed te kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling hecht de school veel
oktober 2014
23
ligt op de aanwezigheden van de kinderen in plaats van de afwezigheden, er wordt een friendship week georganiseerd in plaats van een anti-pestweek. Er wordt op een open manier gecommuniceerd met de ouders en de lokale gemeenschap via verschillende kanalen (website; poort; infoborden; ouderworkshops; ...).
Reading Targets
belang aan een goede communicatie en een sterke samenwerking met de ouders. Veel ouders zijn laag geschoold en kunnen de kinderen thuis niet helpen. De school organiseert workshops voor kleine groepjes ouders om hen meer uitleg te geven over het leren van hun eigen kinderen en om de interactie tussen ouders en kinderen te stimuleren. Via deze weg wordt eveneens gewerkt aan het zelfvertrouwen van de ouders, worden ze aangemoedigd om naar school te komen en worden ze betrokken bij de schoolprioriteiten.
Hoe gaan de scholen om met de grote (culturele) diversiteit binnen de schoolpopulatie? Om het bezoek voor te bereiden had ik een kijkje genomen op de websites van beide scholen. Wat onmiddellijk opviel was de positieve en open communicatie over de kinderen, de resultaten van de kinderen en hun mogelijkheden. Het was heel duidelijk dat beide scholen een sterk geloof en vertrouwen hebben in het kunnen van alle kinderen. De lat wordt hoog gelegd voor iedereen. De focus
De filosofie op school draait niet om ‘what the children will be’ maar om ‘who the children will be’. De kinderen worden gestimuleerd om na te denken over hoe de school hen daarbij kan helpen. De scholen dragen het label ‘Unicef Rights Respecting School’. Met dit label maakt de school aan de kinderen en de ouders duidelijk dat alle kinderen recht hebben op spel, onderwijs, een veilige omgeving, een eigen mening en een goede gezondheidszorg. We vinden dit ook steeds visueel terug op verschillende plaatsen in de school: in de klaslokalen, op de speelplaats, aan de schoolpoort,... Zo worden de ouders aangemoedigd om hun kinderen naar school te sturen. De diversiteit is terug te vinden binnen het team. Niet enkel een culturele diversiteit maar tevens een grote diversiteit aan competenties bij de verschillende teamleden.
Hoe wordt de professionalisering van leerkrachten georganiseerd? De lat wordt niet alleen voor de kinderen hoog gelegd maar ook voor de leerkrachten. De scholen organiseren verschillende activiteiten om een leercultuur op school te stimuleren. De leerkrachten kunnen het verschil maken voor het leren van de kinderen en worden voortdurend aangemoedigd om hun kennis over het onderwijzen te verdiepen. De professionalisering van de leerkrachten is daardoor sterk gelinkt aan het leren en de resultaten van de kinderen. De professionaliseringsactiviteiten zijn geïntegreerd in het driejaarlijkse prioriteitenplan van de school. Dit was vooral duidelijk in Torriano Junior School waar de directie ons vertelde dat in het gedetailleerde actieplan van de school een expliciete link gelegd wordt naar de professionalisering van de leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs. De interne professionalisering in Torriano wordt o.a. gerealiseerd door middel van Joint Practice Development (JPD). Bij deze werkvorm
Attendance board
24
oktober 2014
Ook op klasniveau worden de leerkrachten gestimuleerd om evidence-based te werken. Ze worden ondersteund bij het verzamelen en analyseren van klasdata om hun eigen functioneren binnen de klas te kunnen bijsturen. Dit gebeurt o.a. binnen de JPD-groepen die evidence-based werken. De verzamelde gegevens over de eigen praktijk worden gebruikt tijdens de jaarlijkse evaluatiegesprekken om een antwoord te kunnen formuleren op de vraag ‘How well are experienced teachers doing?’.
Bedenkingen en conclusie
UNICEF rights
ligt de focus op de interactie en de evidencebased samenwerking tussen leerkrachten om de eigen praktijk verder te ontwikkelen en zo tegemoet te komen aan de noden van de kinderen. Elke deelnemer levert een betekenisvolle bijdrage aan de samenwerking. Ook in Netley wordt er veel aandacht besteed aan interne professionaliseringsactiviteiten. Alle leerkrachten komen wekelijks na schooltijd een uur samen om het werk in de klas en het materiaalaanbod in andere leeftijdsgroepen te bespreken en feedback te geven.
Hoe wordt de leerwinst en de onderwijskwaliteit opgevolgd? In Netley Primary School wordt de evolutie van de leerlingen nauwkeurig opgevolgd door het bijhouden en analyseren van toetsresultaten en observaties. Er wordt evidence-based gewerkt om de schoolontwikkeling vorm te geven en de schoolprioriteiten te evalueren en bij te sturen. De outputresultaten worden tevens gebruikt ter verantwoording naar het schoolbestuur (school governors) en de inspectie (Ofsted).
Het is de taak van de adjunct directie om de data te analyseren op schoolniveau. Uit de gesprekken blijkt dat er een grote druk is van Ofsted om data te verzamelen en te analyseren om de onderwijskwaliteit van de school aan te tonen. De analyse van de gegevens gebeurt als gevolg hiervan heel uitgebreid. Er worden verschillende groepen kinderen vergeleken om na te gaan of de verschillende strategieën die gebruikt worden om de leerlingen te ondersteunen resultaat hebben. Om steeds opnieuw een antwoord te kunnen formuleren op de vraag ‘Are we closing the gap?’ worden de resultaten en de leerwinst van de kinderen die recht hebben op free school meals vergeleken met de andere kinderen. Dit wordt ook gedaan voor de andere groepen waar de school extra subsidies voor krijgt: kinderen met EAL (English as an Additional Language), SEN (Special Educational Needs) en andere belangrijke groepen: kinderen met een andere culturele achtergrond (Somali, Bangladeshi), jongens/meisjes. Naast deze verschillende analyses op schoolniveau worden de resultaten van de verschillende leeftijdsgroepen eveneens vergeleken met een nationaal gemiddelde om na te gaan of de eigen onderwijskwaliteit voldoet.
Een bezoek van een dag aan twee basisscholen is uiteraard maar een korte momentopname. Je ziet of hoort maar een deel van het totale schoolverhaal. Toch leverde het heel wat info op om over na te denken. Was het allemaal nieuw? Uiteraard niet! Het was boeiend om te horen dat er gelijkenissen zijn zoals de overeenkomsten met het zorgcontinuüm, de gelijklopende zorgnoden en het werken met kleine groepjes ouders. Maar vooral belangrijk is de informatie die ons uitnodigt om verdere stappen te zetten in de eigen praktijk. Zeer opvallend was het sterke positieve denken over de mogelijkheden van de kinderen. Deze positieve vibe was in heel de school voelbaar. Het geeft de kinderen en de ouders zelfvertrouwen en stimuleert hen in hun ontwikkeling. De visuele ondersteuning in de gangen en klassen was zeer opmerkelijk. Het vormt een verhaal over het leren van de kinderen en stimuleert hen tot nadenken over belangrijke vragen. Beide scholen hebben een sterke visie en een concreet uitgewerkt actieplan waarnaar steeds wordt verwezen. De visie op professionalisering is eraan gelinkt en het professionaliseringsplan maakt deel uit van het actieplan. Alle stappen die binnen de school gezet worden lijken met elkaar verweven te zijn met als doel het maximaliseren van de ontwikkeling en het leren van de leerlingen. Toch leverde het hele verhaal ook enkele vragen op. Op de terugweg naar huis dacht ik verder na over het inzetten van de verschillende extra leerkrachten en de externe werkplekken in de gang. Ik vroeg me af in hoeverre de zorg klasintern wordt aangepakt en wanneer de aanpak klasextern wordt gerea-
oktober 2014
25
liseerd door de teaching assistants. Wordt door de verschillende klasexterne werkplekken de zorg niet te snel doorgeschoven naar andere leerkrachten om klasextern te werken? Het is duidelijk dat vooral de resultaten van de kinderen de professionalisering van de leerkrachten aanstuurt. Hoe verlopen de JPDsessies? Eigenlijk wil ik wel aan enkele sessies deelnemen om te ervaren wat er besproken wordt en hoe het allemaal verloopt. Is er binnen de professionalisering ruimte voor de persoonlijke onderwijsinteresses van de leerkrachten die geen rechtstreekse invloed hebben op de resultaten van de leerlingen of de schoolprioriteiten? Een andere bedenking die ik me maakte heeft betrekking op het verzamelen en analyseren van de outputgegevens. Tijdens het verhaal kwam de druk van Ofsted regelmatig ter sprake. Maar er werd ook een link gelegd naar het gebruik van de gegevens voor de schoolontwikkeling. Hoe wordt het evenwicht tussen het verantwoordingsperspectief en ontwikkelingsperspectief bij het gebruik van data bewaakt? Bij de jongste kleuters worden enkel kwalitatieve data verzameld door middel van observaties. Worden er kijkwijzers gebruikt? Welke afspraken worden gemaakt? Omwille van het korte bezoek was het niet mogelijk om de leerkrachten te spreken of activiteiten/lessen bij te wonen. Toch zou het een belangrijke meerwaarde kunnen zijn om een beeld te kunnen vormen van het hele schoolverhaal. Dat is misschien voor een volgend bezoek... want ja, af en toe eens over het muurtje kijken zorgt voor nieuwe ideeën, nieuwe impulsen. Wil je graag meer weten over o.a. het professionaliseringsbeleid in beide scholen, kom dan naar het seminarie ‘Beter leren in diversiteit’ op 19 en 20 november in Blankenberge. De directie van Torriano Junior School zal de werking van de school voorstellen. Meer info over het seminarie vind je op www.nascholing.be. Katrien Claes Beleidsmedewerker/zorgcoördinator OLVI De Kade - Boom Nascholer VSKO-DNI project datagebruik in het kader van kwaliteitsontwikkeling
26
oktober 2014
Empowering each pupil: looking for educational excellence next door
Brussel - 5 december 2014
Het Vlaamse onderwijs staat wereldwijd bekend om zijn efficiëntie, betrouwbaarheid en sterke pedagogische begeleiding. Toch gaan de resultaten van de Vlaamse 15-jarigen in de PISA-peilingen sinds 2003 lichtjes maar gestaag achteruit. Voor de beste presteerders maar ook voor het grote peloton van deelnemende scholen. Hoe keren we het tij? U ontdekt het op vrijdag 5 december 2014, van 9.30 uur tot 13 uur bij vleva, Kortenberglaan 71, 1000 Brussel. VSKO en vleva gluren bij de buren en gaan op zoek naar onderwijskundige excellentie in Polen, Finland en Nederland. In Vlaanderen behoedde het gelijkeonderwijskansenbeleid de kansengroepen voor verdere achteruitgang. Maar nu is het is tijd voor een blik op de klasvloer: welke kenmerken van de leraar-leerlingrelatie doen ertoe? Hoe houden we het aspiratieniveau voor iedere leerling hoog? Wat leert u op 5 december bij vleva? Uitkomsten van EU-onderzoek over innovatief beleid dat prestaties van laagpresteerders tracht op te tillen. Polen hervormde zijn secundair onderwijs en ging er in PISA met rasse schreden op vooruit. Is er een causaal verband? In Nederland wil men de ‘zesjescultuur’ tackelen, het genoegen nemen van sterke presteerders met matige prestaties. In Finland werken leraren sterk samen als team. Wat is de impact op het lerarenberoep? Doelgroep: Coördinerend directeurs basis- en secundair onderwijs, lerarenopleiders, pedagogisch begeleiders, medewerkers van VSKO, GO!, OVSG, POV, beleidsmedewerkers van het departement onderwijs, medewerkers onderwijs van de regiobureaus in Brussel, vleva-leden De voertaal van de sessie is Engels. Deelname is gratis. Inschrijven kan op http://goo.gl/joeMDv Voor meer informatie: Vleva - Astrid Hannes – liaisonofficer -
[email protected] VSKO - Karine Van Thienen – stafmedewerker internationalisering
[email protected]
‘our love will be the gift of your life’
© André Janssens
Jan De Cock over leven voor gevangenen en zieken
T
huiskomen bij anderen en jezelf – zo voelt een vrijdagavond van een onderwijsweekend in de Abdij van Averbode aan. De meeste van de 29 deelnemers aan het weekend met Jan De Cock waren hier eerder. De gastvrijheid, de innerlijke rust en de geestelijke voeding die hier voor het grijpen liggen weten vele deelnemers al jaren sterk te appreciëren. Kunnen wij onderwijsmensen echter iets leren van gevangenisaalmoezenier en ziekenhuispastor Jan De Cock? Het zou blijken van wel. Niet toevallig begon Jan, een trouwe volgeling van het Evangelie en de werken van barmhartigheid, zijn eerste van drie conferenties met het pittige adagium “bouw een school en vermijd zo weer een gevangenis”. Vanuit eigen ervaringen als leraar en vanuit zijn werk als pastor betuigde Jan zijn respect voor het moeilijke maar belangrijke werk van leerkrachten. Zijn aanzet daarin is de droom om iedere dag meer van mensen te houden.
‘Wat je voor de minste van mijn broeders hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan’ Jan ging in zijn conferenties en in de dagsluiting met een uiterst frisse aanpak te werk. Didactische werkvormen, dialoog, vragen, boeiende verhalen en liederen wisselden elkaar af in een keten van kippevelmomenten die
werkelijk niemand onberoerd lieten. Jan wist bij zijn toehoorders een hernieuwd enthousiasme voor de dagelijkse onderwijstaak op te wekken. Van groot belang in dit onderwijsweekend was het persoonlijke levensverhaal van Jan zelf, dat als het ware als de rode draad fungeerde. Hij ging van hel naar hemel in wat werkelijk een reeks ijzingwekkende verhalen uit gevangenissen werd, gevangenissen dan nog waarin hij zich vrijwillig had laten opsluiten! Dit gaat om gevangenissen met cellen van 7,5 m² voor 27 personen, om gevangenissen met een tbc-besmettingspercentage van 60%, om gevangenissen waar men niet mag praten en om kindergevangenissen. Hij beschreef deze tocht in het boek Hotel Prison. Velen verklaarden hem toen en nu nog altijd gek. Toch verklaarde Jan deze tocht heel mooi vanuit het Evangelievers “wat je voor de minste van mijn broeders hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan”. Het is volgens hem onze plicht gevangenen te bezoeken en zieken te verzorgen,
en dat ook letterlijk. Ook hij moest natuurlijk op zoek naar manieren om dit alles voor zichzelf draaglijk te maken: die vond hij in humor, creativiteit, poëzie en muziek. Het grootste obstakel in zijn niet aflatende strijd voor de rechten van gevangenen en tegen de doodstraf (via zijn vzw ‘Within without walls’) is echter de houding van mensen buiten de gevangenis. Een omkering is nodig, ‘van binnenuit’, door te proberen in de ogen van de mensen te kijken.
‘Raak aan, schrijf op en veeg af’ Een voldoening gevende avondbezinning, gezellige babbel, frisse nachtrust, stevige lauden en ontbijt gaven ieder van ons dan de kracht om er de volgende dag helemaal te staan voor de tweede conferentie. Jan besliste hier heel wat hartverscheurende beelden te laten zien van zijn tocht. Velen van ons waren er het hart van in, van wat ze zagen op Jans foto’s. We moesten volgens hem zien dat die gevangenen meesters voor ons zijn, bijvoorbeeld in de les van de vreugde en moed.
oktober 2014
27
Na de stille tijd, waarin we vragen meekregen, luidde een belangrijke vraag. Kunnen mensen aan ons zien dat wij Verrijzenis-mensen zijn? Ja, als wij de vreugde uitstralen. Ja, als wij opkomen tegen ‘dood’, dood en doodstraf. Ja, als wij gevangenen bezoeken en nabij zijn. Ja, als wij zieken verzorgen. Ja, als wij jongeren ook in moeilijke situaties ‘trouw blijven’. Ja, als wij leven vanuit het Evangelie. In het afsluitende groepsgesprek kwam duidelijk naar voren dat we niet te snel tevreden moeten zijn. We trokken huiswaarts met een serieuze opdracht, maar wel vol enthousiasme (= ‘in God’) om het Rijk meer geboren te laten worden. Bart Willemen
28
oktober 2014
© André Janssens
Dat was trouwens onmiddellijk ook een aanknopingspunt voor hem om het te hebben over zijn ziekenhuispastoraat. Het vreugdevol ontvangen en ontmoeten van mensen, ziek of niet ziek, staat centraal. Ook in moeilijke situaties, bij ongewone vragen of schijnbaar hopeloze gevallen kan en moet je mensen nabij blijven. Het is wel belangrijk er zelf niet aan ten onder te gaan. Nuttige regels in het omgaan met stervenden en zieken zijn dan ook ‘Raak aan, Schrijf op en Veeg af’. In Jans ziekenhuispastoraat ervaart hij enorm veel vreugde, maar ook veel verdriet – en natuurlijk ook in de gevangenissen die hij bezocht. De enige manier waarop hij dit kan dragen is het dagelijks opschrijven van drie mooie dingen van die dag. Op moeilijke momenten is het dan zalvend deze eens rustig door te nemen. Vaak hebben deze mooie momenten te maken met vergeving, het uitstappen van de cirkel van het heen-en-weer. De schat van de vergeving is inderdaad de banier van ons christen-zijn. Eucharistieviering en middagmaal waren een noodzakelijk bezinnings- en rustpunt nu.
Bezinning voor onderwijsmensen in 2014-2015 21 en 22 november 2014
Tom Schellekens
Van mis-kleun naar mis-viering 23 en 24 januari 2015
Nikolaas Sintobin
Onderscheidend in het leven staan: in de klas, in het persoonlijk gesprek en thuis 27 en 28 februari 2015
Veerle Neyens
Gegrepen door hun grote liefde 27 en 28 maart 2015
Raymond Minnaert
Geloof in beeld gebracht Telkens van vrijdagavond om 19 u. tot zaterdagavond om 19 u. Meer info op pastoraal.vsko.be in de rubriek ‘Vorming’ en op www.nascholing.be. Een programmabrochure is beschikbaar. Elke abonnee van Forum ontving ze als bijlage bij het septembernummer. Wie ze via de post wenst toegezonden te krijgen, geeft een seintje aan
[email protected] of tel. 02 507 07 71. Graag bekendmaken bij belangstellende collega’s.
inleefkamp sint janscollege sociale stage
D
e vierde editie van het inleefkamp van het Sint Janscollege in Sint Amandsberg kende dit jaar 49 deelnemers. De leerlingen verbleven tijdens de paasvakantie vier dagen in de lokalen van de scouts in Brugge. Van daaruit trokken ze er met de fiets op uit om zich vrijwillig in te zetten bij diverse vierdewereldorganisaties zoals Poverello en Sue Ryder, huizen voor mensen met mentale beperkingen zoals De Ark en Sint Anna, het vluchtelingencentrum van het Rode Kruis en Soko, een dierenasiel, het OCMW, en een waaier aan huizen voor senioren. De jongeren maakten op deze manier kennis met een wereld die hen daarvoor meestal totaal vreemd was. Ze praatten met bejaarden, gaven voetmassages aan mensen met dementie, werkten in de tuin, stonden aan de afwas, organiseerden een voetbalmatch en een feestmaaltijd voor vluchtelingen … Ook dit keer allemaal beklijvende ervaringen die een levenslange indruk zullen nalaten bij deze vijftien- tot achttienjarigen. De jongeren toonden solidariteit met leeftijdsgenoten die het minder goed hebben, toonden maatschappelijke betrokkenheid door mee te helpen en deden ervaringen op die hen richting zouden kunnen geven in hun persoonlijke zoektocht naar zin en een toekomst.
’s Avonds was er tijd om te reflecteren, de ervaringen van overdag uit te wisselen en een plaats te geven, of te ontspannen tijdens een bosspel, een creatieve activiteit, een quiz. We creëerden een sfeer waarbij iedereen het gevoel had dat we sàmen op stap waren. Het was geen inleefkamp van een school waar ook nog enkele anderen meegingen. Het was een inleefkamp van en voor jongeren uit verschillende hoeken die samen op stap waren. De jongeren hielpen immers mee met de voorbereiding van het kamp, zetten hun schouders onder ontspanningsactiviteiten ’s avonds, stelden het menu samen, kookten samen. De vijf volwassen begeleiders boden de mogelijkheden, zorgden voor de structuur
en de middelen. Hoewel het geen zuiver schoolproject is, blijkt steeds opnieuw dat de ervaringen die de jongeren tijdens het inleefkamp opdoen, een positief effect hebben op hun welbevinden, zelfvertrouwen en presteren op school. Tijdens het inleefkamp werden ook dit jaar verschillende accenten gelegd. Behalve voor kennismaking met en meewerken in diverse sociale en andere organisaties was er aandacht voor groepsvorming met jongeren van diverse leeftijden en achtergronden, de positieve ervaring van anderen helpen, samenleven, samenwerken en samen spelen in een ongedwongen sfeer van vriendschap en respect waar ze de confrontatie durfden aan te gaan met hun eigen grenzen en emoties. De jongeren leerden zo zichzelf, de anderen en diverse sociale projecten op een ongedwongen manier kennen. Ze leerden bovendien het nut van vrijwilligerswerk inzien en waarden kennen die op school weinig aandacht krijgen. Ze moesten zowel in een groep kunnen samenwerken als individueel hun plan leren trekken. Ze werden in hun contacten tijdens de inleefdagen geconfronteerd met zichzelf en hun emoties die ze leerden uiten in de dagafsluiting. De omgang met senioren liet hen ook proeven van geduld, respect, voldoening, berusting ... onmacht?
‘Gisteren trokken we met ouderen naar het Boudewijnpark. Eigenlijk zag ik dat niet zo zitten’, zegt Johanna Springdael. ‘De vrouw die ik begeleidde kon niet praten. Toch werd het een unieke ervaring.’
De samenstelling van de groep was uniek. Het ging om leerlingen van het vierde, vijfde en zesde jaar secundair onderwijs. Oorspronkelijk waren de deelnemers aan het inleefkamp louter leerlingen van het Sint Janscollege, maar dit jaar kwamen ze van verschillende scholen en richtingen: leerlingen uit de sociaal-technische richtingen en leerlingen van
oktober 2014
29
ASO-richtingen (economie, Latijn, wetenschappen, humane wetenschappen). De groep jongeren bevatte ook enkele meisjes uit een gezinsvervangend tehuis en een jongeman met een autismespectrumstoornis (ASS). Het doel van het inleefkamp was immers niet alleen kennismaken met organisaties en instellingen die werken rond bepaalde problemen, maar ook samen met jongeren met problemen op stap gaan. De deelname van de jongeman was voor hem en de andere betrokkenen een boeiende ervaring: een week op stap met jongeren uit een totaal andere leefwereld. Op school werken leerlingen uit verschillende jaren weinig of niet samen. Hoe de jongsten soms vol bewondering naar de oudsten opkeken en die laatsten zich verantwoordelijk voelden voor de jongsten, was hartverwarmend. Jammer dat dit op school zelf niet vaker lukt. Daarnaast hadden we een mooie mix van leerlingen uit de sociale en technische wetenschappen (TSO) en leerlingen uit diverse richtingen van het ASO. De leerlingen uit het TSO maakten zich bepaalde vaardigheden veel vlugger eigen dan de anderen en vonden dat super. De underdogs op school bleken op bepaalde vlakken uitstekend en dat gaf hun zelfvertrouwen een boost. We dromen van een kamp met een nog grotere diversiteit. De beste manier om elkaar te leren kennen en te respecteren is ongetwijfeld een tijdje samenleven, samen werken en samen spelen. Peter Parmentier Sint Janscollege Sint Amandsberg Melissa van Oostrom VSKO Dienst Vakoverschrijdende Thema’s
30
oktober 2014
Wilt u grasduinen in het archief van School+visie of het nieuwe nummer downloaden? Surf dan naar www.vvkbao.be > inloggen > School+visie-zoeker.
INHOUDSOP
Woordje van …
04 clil in vlaanderen uit de startblokken
13
Cloet F.
evaluatie: scHool Heeft meer ruimte dan ze denk t Desmet D.
GAVE
jeugdbeWeg ing in de klas
05
Vandenbulcke T.
binnenkijken in de Hoofde n van leerling en Buysschaert S.,Van
Lokeren S.
07
duurzaam ondernemen is Waardegedr even ondernemen
de jeugd laten nade nken over de ge scHiedenis
Colson L.,Van Acke
r L.
17 Pearce J.
DOSSIER HuisWerkbele
id
Desmet D.
ONDERwIJSTIJDSchRIfT VAN hET VVKSO
jaargang 7 september - november 2014 DRIEMAANDELIJKS Tijdschrift van het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs
n°
Werken aan HuisWer k
Noëz A.
26
(s)maken ou ders, leerlingen en clb HuisW erk?
1 Afgiftekantoor BRUSSEL 4 P806262 Guimardstraat 1 1040 Brussel
een spiegeldocument
Vanovermeiren M.
38
Kimpe F., Neels
Het baso-pr oject in sg viio to ngeren
Toonen K.
41
L.
21
23
moeder … Waarom ma ken Wij HuisWer k?
24
09
29
is je HuisWer k(beleid) al klaar?
intervieW
advertentie s
Wyns C.
33
45 september ‘14 november ‘14
Meer informatie? Surf dan naar www.vvkso.be > Breedbeeld
BB Binnenwerk jg7 n°1.indd 3 11/09/14 08:41
03
tWeeluik
11/09/14 08:10
oktober 2014
31
Tussen taal en teken
Dans
Uit de beschouwing van het oktobernummer 2014 Al dansend verbindt de mens zich met zijn diepste kern, met de andere én met God. In dansen ga je helemaal op. Je geest, hart en ziel zijn in harmonie. Je maakt je leeg, je maakt je vrij om vol te stromen © Koen Lemmens
met nieuwe adem.
Zachte tinten, een balletsuite van een Russische meester. Als een bevrijde vogel dansen in het licht, bijna los van de aarde. Alleen de schaduw geeft houvast.
Ze danst voor me uit, van school naar huis, lichtvoetig, sierlijk, met soms een breed of hoog armgebaar, op het ritme van een wijsje dat ze voor zich uit neuriet. Bewogen door …, ik heb er het raden naar. Het blijft haar geheim.
Op mijn vraag naar het wat en het waarom kijkt ze me verwonderd aan. ‘Zomaar!’ Aan mij om haar dansje te lezen als een van haar favoriete communicatiemiddelen, om een beeld- en taalregister open te trekken waarmee ik niet zo vertrouwd ben.
Waarmee zal ik dan de mensen van deze generatie vergelijken, waarop lijken ze? Ze lijken op kinderen die op het marktplein zitten en elkaar toeroepen: ‘Toen we voor jullie op de fluit speelden, wilden jullie niet dansen, toen we een klaaglied zongen, wilden jullie niet treuren.’ (naar Lc 7,31-32) Suggestie: Deze cover, met teksten uit Leeftocht, kan gebruikt worden voor een bezinnend moment.
Leeftocht – Maandelijkse inspiratiebron – Een verademing voor onderwijsmensen – Proviand voor onderweg. ‘Tussen taal en teken’, de kracht van symbolen. De jaargang staat online. Het oktober-, november- en decembernummer kun je downloaden. Surf naar de rubriek Leeftocht van pastoraal.vsko.be en aarzel niet om je impressie te mailen naar
[email protected]. In bijlage bij voorliggende Forumeditie zitten de Leeftochtnummers voor november en december. Ook de adventsaffiche ‘Dromen dat het anders kan’.
Jg. 30, Tussen taal en teken nr. 02, oktober 2014