Komt dat zien, komt dat zien! De representatie van de disabled celeb op de Nederlandse televisie.
Universiteit van Amsterdam Media en Cultuur Scriptiebegeleider: Niek Pas Student: Lisa van der Klok 0307645 30 juni 2010
Inhoudsopgave Inleiding
3
Deel 1 Theorie 1. Disability 1.1 Wat is disability? 1.1.1 Disability volgens temporary able-bodied persons 1.1.2 Disability volgens Disability Studies 1.1.3 Disability en seksualiteit 1.2 Geschiedenis beeldvorming 1.2.1 Literatuur 1.2.2 Film 2 Sterrendom 2.1 Picture Personality 2.2 De ster 2.3 Celebrities 2.4 Freaks
7 7 7 8 9 11 12 12 14 19 19 20 25 29
Deel 2 Tekstanalyse 3. De docusoap 3.1 DOWN MET JOHNNY 3.1.1 Verscheidenheid in disability 3.1.2 Seksualiteit 3.1.3 Slachtofferrol 3.1.4 Supercrips 3.1.5 Authenticiteit 3.1.6 Celebrities 3.2 EXPEDITION UNLIMITED 3.2.1 Verscheidenheid in disability 3.2.2 Seksualiteit 3.2.3 Slachtofferrol 3.2.4 Supercrips 3.2.5 Authenticiteit 3.3 Conclusie 4. De live show 4.1.HET KNOOP GALA 2009 4.1.1 Verscheidenheid in disability 4.1.2 Seksualiteit 4.1.3 Slachtofferrol 4.1.4 Supercrips 4.1.5 Authenticiteit 4.2 Cap AWARDS 2009: AAN TALENT GEEN GEBREK 4.2.1 Verscheidenheid in disability 4.2.2 Seksualiteit 4.2.3 Slachtofferrol 4.2.4 Supercrips 4.2.5 Authenticiteit 4.3 Conclusie Conclusie Bronvermelding
33 33 34 35 36 37 37 39 40 41 42 42 43 45 45 46 48 49 50 51 51 52 52 53 54 54 54 55 56 57 59 63
2
Inleiding In een interview met de Volkskrant van 25 augustus 2008 zegt Marc de Hond: „Tot nu toe figureren gehandicapten op tv altijd via de lijnen “O, wat zielig”, of “O, wat knap”. Verder gaat het zelden. (…) Ik wil dat gehandicapten een normale rol krijgen op tv‟. 1
Marc de Hond, zoon van opiniepeiler Maurice de Hond, werd bekend als radio-dj en zit door een medische fout met dwarslaesie in een rolstoel. De Hond vertelt in het interview over zijn net gepubliceerde boek Kracht: het nieuwe leven van een optimist 2 en het programma EXPEDITION UNLIMITED dat hij bij zender LLiNK zal gaan presenteren. De Hond is niet de enige presentator die zich inzet voor een positieve beeldvorming van mensen met een beperking. Er zijn tegenwoordig tal van docusoaps en live shows op de Nederlandse televisie te vinden, die aandacht schenken aan mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking en daarmee beweren de beeldvorming van gehandicapten te verbeteren. Enkele voorbeelden hiervan zijn: de docusoap MANDY OP EIGEN een item van MAN
BIJT HOND,
BENEN
[2010],
over de verstandelijk beperkte Mandy die op zichzelf
gaat wonen. De RVU docusoap BOER
EN ZORG
[2009], over zorgboerderijen,
EXPEDITION UNLIMITED een reality-game show waarin gehandicapten en modellen strijden om een grote som geld en DOWN MET JOHNNY[2009] waarin mensen met een verstandelijke beperking worden gevolgd. Sinds het
TROS
programma
DE
MIS(S)VERKIEZING [2006], een missverkiezing
voor vrouwen met een lichamelijke beperking, zijn gehandicapten steeds vaker vertegenwoordigd in live shows. De opvolger van
DE
MIS(S)VERKIEZING is het
programma
DE
CAP AWARDS [2008] met daarin meer aandacht voor prestatie dan
schoonheid.
DE
CAP AWARDS kwam in 2009 met een kinderversie, de zogenaamde
CAPPIES. Ook KNOOP IN JE ZAKDOEK kwam in 2009 met een live show: HET KNOOP GALA. Dat gehandicapten de hoofdrol in televisieprogramma‟s spelen, is echter niet nieuw. Het eerste grote inzamelingsprogramma voor gehandicapten op de Nederlandse televisie was OPEN HET DORP. Het 23 uur durende programma, uitgezonden op 26 en 27 november 1962, werd gepresenteerd door Mies Bouwman en zamelde geld in voor een
1 2
Geelen, Jean-Pierre. „Waarom niet eens een dove bij Lingo‟. de Volkskrant. 25 augustus 2008. Hond, Marc de. Kracht: het nieuwe leven van een optimist. Nieuw Amsterdam: Amsterdam, 2008.
3
woongemeenschap voor gehandicapten. 3 Daarmee werd er voor het eerst op de Nederlandse televisie aandacht besteed aan mensen met een verstandelijke of een lichamelijke beperking.
KNOOP IN JE ZAKDOEK
(1992) was het eerste informatieve en
educatieve programma, dat speciaal gemaakt werd vóór en met mensen met een verstandelijke beperking. 4 In de afgelopen decennia was deze aandacht voor mensen met een beperking op televisie niet altijd vanzelfsprekend. Zij waren in het verleden weinig zichtbaar en werden vaak op stereotype wijze in beeld gebracht. Maar daarin is verandering gekomen. Tegenwoordig is talent geen vereiste meer om een ster of celebrity te zijn. Nu elk „gewoon‟ mens in staat is een ster te worden, zijn televisiemakers op zoek naar het onbekende. Volgens media psycholoog David Giles is televisie bij uitstek een plek waar celebrities „gemaakt‟ kunnen worden. „The television viewing world is a bottomless pit of potential celebrities (...) Perhaps the democratization of fame is still not complete‟. 5 Met de komst van het reality genre kan iedereen beroemd worden en is televisieland heel wat celebrities rijker. In het verleden werden sterren als sterren gezien, omdat men dacht dat ze bijzonder en begaafd waren. Er is met dit proces van democratisering van roem op televisie meer plaats voor een nieuwe, minder conventionele celebrity: de celebrity met een verstandelijke of lichamelijke beperking. De gehandicapte als beroemdheid is echter geen nieuw fenomeen. Zij zijn al eeuwenlang onderdeel van het straatbeeld, maar werden vanaf de negentiende eeuw door middel van de Freak Show tot freak en daarmee tot een spektakel „gemaakt‟. Er is in de Verenigde Staten door wetenschappers als Martin Norden en Jack Nelson en in Groot-Brittannië door Colin Barnes veel geschreven over de representatie van mensen met een beperking in de media, met daarin vooral aandacht voor negatieve beeldvorming. Tot nu werd vooral onderzoek gedaan naar de representatie van fictionele karakters in literatuur en films. Guy Cumberbatch and Ralph Negrine schreven, voordat reality televisie populair werd, in hun boek Images of disability on television [1992] over de beeldvorming van mensen met een beperking op televisie. Hoe mensen met een beperking op televisie specifiek in reality programma‟s worden 3
Open het dorp: achter de schermen van de organisatie van de A.V.R.O. radio en televisie Aktie. AVRO: 1963. p. 14 4 Herps, Marjolein. Ontwikkelingen in de zorg voormensen met een verstandelijke beperking in n de afgelopen 15 jaar: Een onderzoek naar aanleiding van het 15 jarig bestaan van het TELEAC programma ‘Knoop in je zakdoek’. Vilans / TeleacNot: Oktober 2007 p.4 5 Giles, David. Illusions of immortality: a psychology of fame and celebrity. London, Macmillan press: 2000: p. 71
4
getoond is weinig onderzocht. Ook over de gehandicapte als ster, met uitzondering van een aantal artikelen over Christopher Reve die als beroemdheid gehandicapt raakte, is weinig geschreven. In Nederland is bijna niets gepubliceerd over hoe mensen met een beperking in het reality genre op televisie worden verbeeld. In deze scriptie wil ik onderzoeken hoe mensen met een beperking, nu ze het onderwerp van meerdere reality programma‟s zijn, worden gerepresenteerd. Is er sprake van een nieuwe celebrity met een beperking of lijkt deze hedendaagse celebrity meer op de negentiende-eeuwse freak? Kortom: heeft deze hernieuwde aandacht daadwerkelijk voor nieuwe beeldvorming gezorgd? Televisieprogramma‟s maken duidelijk onderscheid tussen mensen met een verstandelijke en een lichamelijke beperking. Maar worden ze ook anders gerepresenteerd? En zo ja, hoe zijn deze verschillen te verklaren? Om dit te kunnen onderzoeken kijk ik naar de manier waarop mensen met een beperking op televisie in beeld worden gebracht. Dit aan de hand van vier reality programma‟s en een aantal thema‟s. Reality programma‟s kunnen worden gezien als een mix van het echte leven en entertainment en zijn, zoals eerder bleek, hét genre waar celebrities mee „gemaakt‟ kunnen worden. De reality programma‟s die ik ga analyseren, zijn de docusoap DOWN MET JOHNNY[2009],
met daarin verstandelijk beperkten, en EXPEDITION UNLIMITED
[2008], waarin mensen met een lichamelijke beperking de hoofdrol spelen. De twee live shows zijn:
HET
KNOOP GALA [2009], waarin mensen met een verstandelijke
beperking worden geëerd, en De CAP AWARDS [2009], die aandacht besteedt aan mensen met een lichamelijke beperking. Ik maak onderscheid tussen de live show en de docusoap, omdat beide genres bekend terrein zijn voor de „gewone‟ celebrity. Ik heb voor deze vier programma‟s gekozen, omdat ze allen beweren bij te dragen aan de nieuwe beeldvorming van mensen met een beperking. Marc de Hond vertelt in datzelfde interview met de Volkskrant dat zijn programma EXPEDITION UNLIMITED gezien kan worden als „een voortvloeisel van DE MIS(S)VERKIEZING‟, maar dat zijn programma toch anders is. Zo zegt hij: „Het statement van die verkiezing is nu wel gemaakt: gehandicapten kunnen ook mooi zijn. Mijn programma wordt de volgende stap: naar integratie‟. 6 Ten tweede zijn deze programma‟s veel in het nieuws geweest, waardoor ze veel aandacht hebben gegenereerd.
6
Geelen, Jean-Pierre. „Waarom niet eens een dove bij Lingo‟. De Volkskrant. 25 augustus 2008.
5
Deze vier programma‟s zal ik inhoudelijk analyseren aan de hand van vijf thema´s: verscheidenheid in disability, seksualiteit, de slachtofferrol, de supercrip en authenticiteit. In het eerste hoofdstuk wordt onderzocht welke definities er van het begrip disability zijn en wie tot deze groep behoort. Decennia lang is men bezig geweest een eenduidige betekenis van het woord „handicap‟ te vinden. In 1980 kwam de World Health Organisation (WHO) met de International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (ICIDH) waarin de termen handicap, beperking en stoornis worden gedefinieerd. Gehandicapte organisaties waren het echter niet met deze definitie eens en kwamen met eigen termen. Ik zal in het eerste hoofdstuk de verschillende definities opsommen en bespreek daarnaast de eerste twee thema‟s: verscheidenheid in disability, omdat mensen met een beperking eenduidig worden geportretteerd, en seksualiteit, omdat seksualiteit en disability niet samen lijken te gaan. Ik maak gebruik van de term van de WHO, mensen met een beperking, omdat de media deze term gebruikt. Disability Studies maakt geen duidelijk onderscheid tussen mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking. Ik zal dit verschil in deze scriptie wel benoemen. De media representeert mensen met een beperking vanuit een able-bodied perspectief en maakt wel degelijk een onderscheid tussen iemand met een verstandelijke beperking en iemand met een lichamelijke beperking. Om te analyseren of de rol van mensen met een beperking is veranderd, zal ik de stereotypen die er van mensen met een beperking bestaan in de literatuur en in film op een rij zetten. De veelvoorkomende stereotypen slachtofferrol en supercrip zijn hier onderdeel van. In het tweede hoofdstuk leg ik kort uit hoe celebrities zijn ontstaan. In de daarop volgende paragraaf laat ik zien dat met de komst van reality-tv het voor iedereen mogelijk is een ster te worden, zonder een bijzonder talent of eigenschap te bezitten. Hierdoor wordt het verschil tussen „Us and Them‟ steeds kleiner. Ook de freak, bekend bij het grote publiek,
komt aan bod.
7
Al deze „beroemdheden‟ hebben een
overeenkomst, ze zijn allen authentiek. In het derde hoofdstuk wordt het genre docusoap kort beschreven, waarna een close reading van DOWN
MET JOHNNY
en
EXPEDITION UNLIMITED volgt. In hoofdstuk vier komen de live shows DE CAP AWARDS en HET KNOOP GALA aan bod.
7
Cashmore, Ellis. Celebrity/ Culture. Abington, Routledge: 2006: p. 194
6
Deel 1. Theorie In dit eerste theoretische deel komen vier van de vijf de thema‟s aan bod die later in de analyse worden gebruikt. In het eerste hoofdstuk zullen de thema‟s: verscheidenheid in disability, seksualiteit, de slachtofferrol en supercrip worden besproken. In het tweede hoofdstuk sterrendom zal het thema authenticiteit uiteen worden gezet.
1. Disability De gehandicapte of, algemeen geformuleerd, mismaakte als beroemdheid is geen nieuw fenomeen. Freak Shows, waarin mensen hun fysieke abnormaliteiten toonden, waren gedurende de negentiende eeuw in het Westen één van de populairste vormen van entertainment. Tegenwoordig zijn mensen met een beperking zijn steeds vaker op de televisie te zien. Maar wie behoren tot deze groep „mensen met een beperking‟? Disability is een complex begrip. De term disability, die de organisatie World Health Organization (WHO) gebruikt, heeft een heel andere betekenis dan de term disability die gehandicapten organisaties gebruiken. De partijen passen ieder hun eigen interpretatie van het begrip toe, waardoor er verwarring kan ontstaan. Wat moeten we nu onder disability verstaan? 1.1 Wat is disability? „People with disabilities are distinguished not because of our shared physical, psychological, or emotional traits, but because “temporarily able-bodied” persons single us out for differential treatment‟. 8
Nancy Eiesland, zelf lichamelijk beperkt, is schrijfster van het boek The disabled god en laat met dit citaat zien dat mensen met een beperking worden gecategoriseerd op het feit dat ze anders zijn, waardoor ze ook anders worden behandeld. Ondanks dit onderscheid tussen mensen met een beperking en zogenoemde „temporarily ablebodied persons‟ is het volgens Eiesland toch moeilijk te bepalen wie mensen met een beperking precies zijn. Mensen met een beperking kunnen aan een brede variatie van psychische, fysieke en intellectuele stoornissen lijden. De verschillen tussen deze beperkingen zijn vaak zo groot, dat er weinig overeenkomsten te vinden zijn. 9 Eiesland schrijft dat mensen met een beperking worden verenigd door het feit dat ze
8
Eiesland, Nancy L. The Disabled God: Toward a liberatory theology of disability. Nashville: Abington Press, 1994: 24 9 Eiesland 1994: p. 23
7
worden buitengesloten.
10
Er zijn verschillende gradaties als men kijkt naar
disabilities: „Different conditions produce different types of functional impairments. For instance, deafness, paralysis, multiple sclerosis, and mental retardation may produce the same social problems of stigma, marginally, and discrimination, but they generate vastly different functional difficulties. Further, people with the same disability may differ significantly in the extent of their impairment. The level of impairment for a person with dyslexia may be dramatically similar to that of a person with severe mental retardation, though both can be identified as having learning disabilities‟.11
Disabilities kunnen van statische of progressieve aard zijn, aangeboren of op latere leeftijd verkregen zijn. De sociale ervaring van iemand die op latere leeftijd een stoornis krijgt, is echter heel anders dan iemand die met een stoornis geboren wordt. De verschillen maken het moeilijk deze brede groep te definiëren.12 Het tonen van verschillende disabilities als thema is van belang om te bepalen of de hedendaagse televisieprogramma‟s daadwerkelijk zijn veranderd. Er is namelijk een verschil tussen zichtbare (visible) en onzichtbare (invisible) stoornissen. De rolstoel staat symbool voor disability, waardoor chronische en psychische aandoeningen minder snel als disability worden gezien, omdat ze in vergelijking onzichtbaar zijn.13 Er zijn meerdere pogingen gedaan een eenduidige definitie van het begrip disability te geven. Wat houden deze pogingen in?
1.1.1 Disability volgens temporary able-bodied persons In 1980 werd de International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (ICIDH), een internationale begrippenindeling voor mensen met een beperking, door de World Health Organization (WHO) gepubliceerd. 14 De ICIDH geeft de drie definities die disablement ofwel arbeidsongeschiktheid beschrijven; stoornis (impairment), beperking (disability) en handicap (handicap). Deze lijst had experimentele doeleinden en werd gebruikt voor research.15
10
Eiesland 1994: p. 24 ibidem 12 ibidem 13 Goggin, Gerard and Newell, Christopher. 'Uniting the Nation?: Disability, Stem Cells, and the Australian Media.' In Disability & Society 19.1 (2004): p. 48 14 Oliver, Michael. Understanding disability: from theory to practice. London: Macmillan press, 1996: p. 30 15 Bickenbach, JE. S Chatterji, EM Badley, TB Ustun. „Models of disablement, universalism and the international classification of impairments, disabilities and handicaps‟ In Social Science & medicine:1999 vol:48 iss:9: p. 1174 -1175 11
8
Volgens de ICIDH wijst een stoornis (impairment) op een defect ledemaat of orgaan in het lichaam. Een beperking (disability) is het resultaat van de stoornis en een handicap (handicap) zijn de restricties van het dagelijkse leven als gevolg van de beperking: „“Impairment” refers to a defective limb, organ or mechanism in the body; “disability” is the resulting lack of function and “handicap” denotes the limitations on daily lives which result from disability‟. 16
Toen de International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (ICIDH) in 1993 werd herdrukt, was de begrippenindeling in meerdere talen vertaald en werd de indeling in meerdere contexten gebruikt. Dit betekende echter niet dat de index door iedereen werd geaccepteerd. Vanaf het moment dat de indeling in gebruik genomen werd, is de index door critici verworpen. 17 Vooral vanuit gehandicapten organisaties zoals de Disabled People International (DPI) en The Union of the Physically Impaired Against Segregation (UPIAS) werd er veel kritiek geuit op de begrippenindeling, die volgens hen vanuit een able-bodied perspectief is geschreven. Daarnaast zijn deze organisaties van mening dat de focus te veel op de „handicap‟ ligt waardoor er veel nadruk op het medische en individuele probleem wordt gelegd.
1.1.2 Disability volgens Disability Studies „Disability studies is an emerging field, still defining its theories and parameters and borrowing much of its methodology from gender, racial, postcolonial and queer studies. Only disability studies are universal in its application. (….) Anyone in any group could, could have been, or could become a person with a disability, and everyone will experience some form of disability if he or she lives long enough.‟18
Disability Studies is, zoals in het citaat beschreven, in opkomst. Er is echter één groot verschil met deze minderheidsstudies. Iedereen kan een handicap krijgen. 19 Disability Studies heeft het begrip van de WHO aangepast en het begrip disablement een eigen draai gegeven. Een jaar na de publicatie van de ICIDH komt de DPI met een andere, concurrerende karakterisering om mensen met een beperking te duiden. Deze beschrijving was gebaseerd op een voorstel uit 1976 van The Union of the Physically
16
Barnes, Colin. Disabling Imagery and the Media. Halifax: Ryburn, 1992: p. 20 Bickenbach, Chatterji, Badley en Ustun 1999: p. 1174 -1175 18 Fox, Stephen D. „Barbara Kingsolver and Keri Hulme: Disability, family, and culture.‟ In Critique Summer 2004. vol.45 no.4: p. 405 19 ibidem 17
9
Impaired Against Segregation (UPIAS). Dit model gebruikte niet drie, maar twee termen om disablement aan te geven; disability en impairment.20 De term handicap wordt door gehandicapten organisaties dus niet gebruikt. UPIAS beschrijft impairment als volgt: „Impairment is the functional limitation within the individual caused by physical, mental, or sensory impairment‟.21 Disability wordt gezien als „the loss or limitation of opportunities to take part in the normal life of the community on an equal level with others due to physical and social barriers‟.22 De definitie van het ICIDH van impairment komt redelijk overeen met de definitie van UPIAS, maar de term disability van ICIDH en die van UPIAS verschillen nogal. Het probleem van disability ligt volgens UPIAS niet aan de stoornis, maar aan de gesloten samenleving, die de reden is dat mensen met een beperking „limitation of opportunities‟ ervaren: „They argue that the concept of „social disability‟ which was introduced in the mid „60s and subsequently incorporated both into the first national survey of disabled people and the International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (WHO 1980), refers to what disabled people call disability. In other words WHO‟s definition of social handicap is the same as UPIAS‟s definition of disability. 23
Disability Studies legt de nadruk niet op het individuele en medische model, dat zich bezighoudt met diagnosis, behandelingen en genezing, maar op het sociale model. 24 Michael Oliver, gehandicaptenactivist en academicus, heeft veel over het individuele en sociale model van disability geschreven. Het individuele model is gebaseerd op de veronderstelling dat psychische, fysiologische en functionele afwijkingen primaire obstakels vormen om als gehandicapt persoon sociaal en maatschappelijke mee te kunnen doen. Eigenlijk is dit de gedachte vanuit able-bodied perspectief. 25 Disability wordt in dit individuele model gezien als een stoornis of beperking gelegen in de persoon en het persoonlijk functioneren. Het sociale model gaat tegen deze gedachte in. Het sociale model ontkent het probleem van disability niet, maar lokaliseert het 20
Bickenbach, Chatterji, Badley en Ustun 1999: p. 1176 UPIAS (1976) Fundamental principles of disability. Union of the Physically Impaired Against Segregation: p. 3-4 22 ibidem 23 Oliver 1996: p. 34 24 Squier, Susan M. „So Long as They Grow Out of It: Comics, The Discourse of Developmental Normalcy, and Disability.‟ In Journal of Medical Humanities. Volume 29, Number 2 / June, 2008: p. 73 25 Bellemakers, Connie. Douwe van Houten. „Disability Studies verdient een plek in gezondheidszorgopleidingen.‟ In Onderwijs & gezondheidszorg : informatieblad van de Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verplegende en Verzorgende Beroepen (VOVB) Vol. 33, No. 4 (2009): p. 7 21
10
probleem niet bij het individu, maar binnen de maatschappij: „It is not individual limitations (…) which are the problem but society‟s failure to provide appropriate services and adequately ensure the needs of disabled people are fully taken into account in its social organisation‟. 26 Het sociale model legt het probleem van disability bij de opgelegde restricties. Deze restricties variëren van individuele vooroordelen tot institutionele discriminatie, van ontoegankelijke openbare gebouwen tot onbruikbaar openbaar vervoer. De consequenties van deze tekortkomingen vallen niet op het bord van het individu, maar op die van mensen met een beperking. Deze groep ervaart overal deze tekortkomingen van het systeem als een geïnstitutionaliseerde discriminatie. 27 Door meer mensen met een beperking op televisie te zien, krijgt men meer inzicht in hun belevingswereld, waardoor er meer kans is dat het sociale model zal veranderen. Colin Barnes, Professor in Disability Studies met een beperking, is dan ook van mening dat mensen geen disability, maar een stoornis (impairment) hebben: „The term „impairment‟ refers to individually based functional limitations – whether physical, intellectual sensory or hidden- but „disability‟ is the loss or limitation of opportunities to take part in the normal life of the community on an equal level with others due to physical and social barriers‟.28
Volgens Barnes wordt het probleem van de terminologie veel gemakkelijker. Het woord disability, waaraan volgens hem vele stereotyperingen kleven, wordt overbodig. Toch heb ik besloten gebruik te maken van de term mensen met een beperking, omdat deze term in de onderzochte televisieprogramma‟s wordt gebruikt.
1.1.3 Seksualiteit en Disability „Sex and disabilty, disability and sex; the two words don‟t seem to be compatible‟.29
Dat seks en disability niet hand in hand gaan, blijkt uit het bovengenoemde citaat van Michael Rembis in het artikel „Beyond the binary: Rethinking the social model of disabled sexuality‟. Rembis is van mening dat: „Practitioners, care-givers, family, friends, society (…) consider disabled people to be not only broken or damaged, but
26
Oliver 1996: p. 32 Oliver 1996: p. 33 28 Barnes 1992: p. 20 29 Rembis, Michael A. „Beyond the binary: rethinking the social model of disabled sexuality‟. In Sexuality and Disability. Volume 28, Nr. 1 / March, 2010: p.51 27
11
also incompetent, impotent, undesirable, or asexual‟.30 De disabled body voldoet niet aan de seksuele dominante, maatschappelijke verwachtingen, maar wordt gezien als: „an “unfortunate” but unavoidable consequence of inhabiting a disabled body‟. In de deze paragraaf is duidelijk geworden dat disability een complex begrip is waar diverse definities aan worden toegeschreven. Hoe zijn mensen met een beperking in het verleden geportretteerd?
1.2 Geschiedenis beeldvorming Mensen met een beperking worden in de literatuur vaak als literary device gebruikt. Nancy Eiesland, auteur van het boek The Disabled God, is van mening dat de oorspong van negatieve gedachten terug te leiden is naar de Bijbel. Niet alleen heeft literatuur invloed uitgeoefend op de manier waarop het grote publiek naar mensen met een beperking kijkt, ook film heeft hierin een rol gespeeld. Stereotypen uit de literatuur en film liggen aan deze connotaties ten grondslag en worden daarom in de volgende paragraaf beschreven.
1.2.1 Literatuur Volgens Nancy Eiesland heeft religie, met name het christendom, invloed gehad op de manier waarop er wordt gekeken naar mensen met een beperking. 31 Zo geeft de Bijbel niet altijd een positief beeld: „Psychical disability has served a number of different purposes in Christian history, including as delineated by one social historian, “to enhance the merits of the just through their patience, to safeguard virtue from pride, to correct the sinner, to proclaim God‟s glory trough the miraculous cures and, finally, as the beginning of eternal punishment as in the case of Herod”. Clearly, disability has never religiously neutral, but shot through with theological significance‟. 32
Dit citaat toont dat disability in de Bijbel wordt gebruikt om te straffen of om te belonen, waardoor een stoornis een beladen onderwerp wordt. Mensen met een beperking werden niet alleen als overbodig gezien, maar zouden ook kwade geesten bij zich dragen, waardoor ze een stoornis over zichzelf zouden afgeroepen. Toch verzet de Katholieke Kerk zich tegen discriminatie van mensen met een beperking en
30
ibidem Eiesland 1994: p. 67 32 Eiesland 1994: p. 69 31
12
zet de kerk zich in voor welwillendheid en naastenliefde, waardoor de ongelijkheid van mensen met een beperking wordt gestimuleerd, aldus Eiesland.33 Margolis en Shapiro kijken in hun artikel Countering negative images of disability in classical literature naar de oorsprong van de negatieve representatie van mensen met een beperking in de literatuur, die naast de Bijbel volgens hen is ontstaan uit mythologieën en sprookjes. Zo wordt er in mythes bijvoorbeeld blindheid gebruikt, om de consequentie van een wandaad aan te geven. Mythische beschrijvingen van mensen met een beperking zijn vaak in essentie slecht. Oedipus raakt bijvoorbeeld verlamd, nadat hij het bed heeft gedeeld met zijn moeder. Mensen met een beperking worden ook in sprookjes als het kwaad geportretteerd. De stiefmoeder van Sneeuwwitje is als heks, het kwaad, een oude vrouw met een bochel. Deze beelden zijn onverwoestbaar en blijven bestaan als het verhaal zelf vergeten wordt. Dit is merkbaar in de hedendaagse literatuur waar de stereotypen nog steeds aanwezig zijn. 34
Volgens Leonard Kriegel auteur van het artikel „The Pit in the zoo‟ zijn er in de Amerikaanse literatuurgeschiedenis drie verschillende stereotypen te vinden; the demonic cripple, the criple as victim en the survivor cripple. Volgens Kriegel boezemt de demonic cripple het publiek angst in, omdat zij de zoektocht naar wraak niet begrijpen. De charity cripple is het object van weldaad en naastenliefde en wordt hierdoor niet als bedreigend gezien. Het doel van charity cripple is het publiek te overtuigen van zijn/haar goedheid. 35 Kriegel is van mening dat de survivor cripple de beste representatie van mensen met een beperking is: „The image of the survival cripple is attractive because it offers us an individual who gets by on endurance and wit and courage (…..) In him, disability neither enobles nor damns‟. 36 Howard Margolis en Arthur Shapiro stellen dat mensen met een beperking in de literatuur worden gediscrimineerd. Eén van de populairste manieren om het kwaad te verbeelden, is door het personage een lichamelijke beperking te geven. Zo schrijven Margolis en Shapiro dat zowel het uiterlijk als het innerlijk vervormd is, oftewel: „The twisted mind in the twisted body.‟37 Een treffend voorbeeld hiervan is Shakespeare‟s Richard de derde. Koning Richard had in werkelijkheid geen lichamelijke beperking, 33
Eiesland 1994: p. 67 Margolis, Howard, and Arthur Shapiro. „Countering negative images of disability in classical literature. In The English Journal. Vol. 76, No. 3 ( March 1987): p. 21 35 Kriegel, Leonard. „The wolf in the pit in the zoo‟. In Social Policy 13, no. 2 ( Fall 1982): 18 36 Kriegel 1982: p. 23 37 Margolis en Shapiro 1987: p. 19 34
13
maar Shakespeare accentueerde Richards slechte persoonlijkheid door zijn karakter een beperking te geven waarmee hij op de negatieve perceptie van het publiek inspeelde.38 Daarnaast worden volgens auteurs Shapiro en Margolis mensen met een beperking in de literatuur gebruikt om andere personages sympathieker te maken. Het valt de auteurs op dat mensen met een handicap vaak worden geportretteerd als zogenaamde „pitiable receivers’ in hun relatie met able-bodied personages. In A Chrismas Carol van Charles Dickens verbeeldt het kreupele jongentje Tiny Tim hoop. Het kleine jongetje is dan ook de reden dat Ebenezer Scrooge verandert.39 Karakters als Tiny Tim versterken het paternalistische, stereotype beeld, dat mensen met een beperking totaal hulpeloos zijn. Anupama Iyer stelt in haar artikel „Depiction of intellectual disability in fiction‟ dat in de literatuur personages met een verstandelijke beperking vaak als onschuldig worden gerepresenteerd. Iyer beschrijft deze karakters als: „untouched by worldly reason‟. 40 Op seksueel gebied worden mensen met een verstandelijke beperking juist agressief afgebeeld: „people with intellectual disabilities are dipicted as being unable to regulate their sexual drives and aggression‟. 41 Colin Barnes stelt dat stereotypen van mensen met een beperking zijn gebaseerd op „superstition, myths and beliefs from earlier less enlightened times‟. Zo zegt hij: „They are inherent to our culture and persist partly because they are constantly reproduced through communications media‟. 42 Barnes maakt hiermee duidelijk dat de hedendaagse media nog steeds gebruik maakt van stereotypes.
1.2.2 Film „We live in an information age bombared on all sides by images and information hurled at us by the various mass media all vying our attention. It is thus evident that mass media play an important role in shaping our perceptions of reality‟. 43
Er zijn, ook dankzij de filmindustrie, een aantal stereotypen ontstaan van mensen met een beperking, die door het able-bodied publiek zijn overgenomen. In het artikel The 38
Margolis en Shapiro 1987: p. 19 Margolis en Shapiro 1987: p. 19-20 40 Iyer, Anupama. „Depiction of intellectual disability in fiction‟. In Advances in Psychiatric Treatment (2007), vol. 13: p. 131 41 ibidem 42 Barnes 1992: p. 5 43 Harris, Leslie. „Disabled Sex and the Movies‟. In Disability Studies Quarterly 22.4 (2002): p. 144 39
14
first century of disability portrayal in film beweert auteur Stephen Safran dat onze cultuur bestaat uit massamedia consumenten. Film wordt gezien als een afspiegeling van onze maatschappij, maar volgens Safran heeft film ook een kritische, educatieve functie, omdat ze het publiek informeren. 44 Rond de jaren twintig werden de eerste films uitgebracht, waarin mensen met een psychische beperking werden gerepresenteerd. THE
CABINET OF DR.
CALIGARI
(1920) is daarvan een voorbeeld: „visibility and mental illness dramatically increased after the Second Word War, but portrayals were decribed as grossly simplified, naïve, and inacurate.‟45 In 1912 verscheen het „curability‟ thema, waarin verlammingen door wondermiddelen werden genezen. Deze storyline blijft vandaag de dag intact. Na de crisis in 1929 vallen de studio‟s door financiële bezorgdheid terug op vermakelijke films, waardoor mensen met fysieke beperkingen als komische noot worden ingezet. 46 Het valt de auteurs Martin Norden en Madeleine Cahill op dat de karakters met een beperking vaak gewelddadig en mannelijk zijn. 47 Zo stellen Norden en Cahill dat in vroegere verfilmingen van mensen met een beperking er een seksgerelateerde tweesplitsing was. Zo werden mannelijke karakters vaak afgeschilderd als gecastreerde Kapitein Ahab [uit moby dick] types, die wraak willen uit woede, zogenoemde „obsessive avangers‟, terwijl vrouwelijke karakters met een beperking eerder werden afgeschilderd als volgzame, seksloze, goddelijke jonge wezens die worden beloond met een wonder door hun standvastige zuiverheid, de zogenoemde „sweet innocents‟.48 Deze „obsessive avangers‟ en „sweet innocents‟ waren lange tijd het stereotype beeld dat van mensen met een beperking werd geschetst. Tod Browning verstoorde dit patroon door FREAKS (1932) en THE DEVIL DOLL (1936) te maken, waar vrouwen met een beperking gewelddadig worden neergezet.49 Volgens Fiona Whittington-Walsch worden deze karakters niet alleen foutief gerepresenteerd, maar ook gespeeld door acteurs die in werkelijkheid geen beperking hebben. Zo schrijft Whittington-Walsch: „A film would never be made today casting Anthony Hopkins, garnished in make up, portraying Nelson Mandela- it would be a 44
Safran, Stephen P. „The first century of disability portrayal in film: an analysis of the literature.‟ In The journal of special education. Vol. 31/No. 4/ 1998: p. 467 45 Safran 1998: p. 469 46 ibidem 47 Norden, Martin F. Cahill, Madeleine A. „Violence, Women, and Disability in Tod Browning's "Freaks" and "The Devil Doll"‟. In Journal of Popular Film & Television (Summer 1998) Issue 26:2 : p. 86 48 ibidem 49 ibidem
15
moral outrage, and yet this is continuing to happen to the most marginalised and oppressed group‟. 50 Gedurende de McCarthy periode, waarin meerdere voorname filmmakers op de zwarte lijst gezet werden, ontstond de zogenaamde „civial superstar‟, waarbij de nadruk werd gelegd op de traditionele Amerikaanse normen en waarden en het steunen van vrienden en familie met een stoornis. 51 „The media fail to counteract its stereotyping of disability with sufficient ordinary characters for whom disability is merely one aspect of the personality portrayed.‟ 52
De Amerikaanse media heeft in het verleden veel negatieve stereotypen van mensen met een beperking getoond. Deze mensen worden vaak als slecht of zielig geportretteerd. In deze tijd waarin media voor sociale verandering kan zorgen, is het belangrijk te begrijpen welke rol de representatie van deze invisible minority inneemt. 53 Nelson leent de benaming van zeven stereotypen die Robert Bogdan en Douglas Biklen de handicapt stereotypes noemde. 54 Het eerste stereotype is The disabled person as pitiable and pathetic, waarin mensen met een beperking worden afgebeeld als kinderlijk en incompetent. Dit stereotype, dat mensen met een beperking zielig zijn, of worden opgehemeld als ze hun doelen bereiken, vinden mensen met een beperking vreselijk. 55 Het tweede stereotype is the disabled person as supercrip. Deze supercrip worden getroffen door een traumatische gebeurtenis, waardoor ze gehandicapt raken. Na een lange strijd weet deze supercrip zijn doel te bereiken. Ondanks dat dit stereotype niet gelijk als negatief wordt gezien, heeft het toch een negatief effect op mensen met een beperking omdat de supercrip de lat hoog legt.56 Alison Harnett beschijft de supercrip als volgt: „a disabled person who, through astounding personal endevour overcomes their disability – a cripple who learns to walk, a dyslexic person who becomes a writer‟.57 De supercrip wordt door scriptschrijvers gebruikt als een metafoor om „the more general human struggle to 50
Whittington-Walsh, Fiona. (2002)„From Freaks to savants: disability and hegemony from the hunchback of the notre dame to sling blade.‟ In Disability & Society, vol.17, No. 6: p. 696 51 Safran 1998: p. 469 52 Harnett, A. „Escaping the „Evil Avenger' and the „Supercrip': Images of disability in popular television‟. In Irish Communication Review, 8, 2000: p. 22 53 Nelson, Jack A. The Disabled, the Media, and the Information Age. Greenwood Press. Westport, 1994: p. 1 54 Nelson 1994: p. 4 55 Nelson 1994: p. 5 56 Nelson 1994: p. 6 57 Harnett 2000: p. 22
16
overcome life‟s obstacles‟ aan te geven. Het is volgens Harnett crusiaal dat mensen hun beperking accepteren, „rather then constantly struggling to rise “above” it to “normality”. It should not be assumed that the ultimate goal is to be cured‟.58 Het derde stereotype dat Nelson beschrijft is the disabled person as sinister, evil, and criminal. In films en televisieprogramma‟s worden schurken vaak afgeschilderd met een misvormd lijf. De representatie van mensen met een psychische beperking is in de media nog negatiever en veelvoorkomender dan mensen met een fysieke beperking. 59 The disabled person better of as dead is het vierde stereotype dat Nelson beschrijft. Volgens Nelson geeft dit een schrikbarend inzicht hoe de maatschappij over mensen met een beperking denkt: „Dead is shown as preferable since it relieves society of the problem of dealing with a long-term needs and rights of those with such disabilities‟. 60 The disabled as maladjusted heeft volgens Nelson de meest prominente rol in de televisiedrama‟s. Deze personen zijn verbitterd en vol zelfmedelijden, omdat zij de beperking niet willen accepten. The disabled as a burden, waarin mensen als last, en the disabled person unable to live a successful life, waarin ze als onsuccesvol worden geportretteerd, zijn de twee laatste stereotypen. In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat disability een complex begrip is. Er zal onderscheid worden gemaakt tussen verstandelijke en lichamelijke beperkingen, omdat dit onderscheid ook door de media wordt gemaakt. Daarnaast is duidelijk dat er in deze scriptie de term „mensen met een beperking‟ wordt gehanteerd. Verder zijn vier van de vijf thema‟s uiteengezet. Het thema verscheidenheid in disability is van belang, omdat „often, individuals with disabilities are shown in the media as „„othered‟‟ or as different from able-bodied individuals‟. 61 Ook seksualiteit is een thema, omdat deze volgens wetenschappers niet samengaat met disability. Daarnaast is gebleken dat vooral stereotypen van slachtofferrol en supercrip in de literatuur en media voorkomen: „Disabled characters in the fictional media tend to be used for the dramatic power of their disability alone, or over-glorified for emotional appeal‟.62
58
Hatnett 2000: p. 22 Nelson 1994: p. 6-7 60 Nelson 1994: p. 7 61 Quilan, Margret M. and Benjamin R. Rates. „Dances and discourse of (dis)ability: Heather Mill‟s Embodiment of disability in Dancing with the stars.‟ In Text and performance quarterly. Vol. 28, NOS. 1-2, January-April 2008: p. 65 62 Harnett 2000: p. 23 59
17
De slachtofferrol omdat, „pity still abounds in the world of those with disabilities‟. 63 En de supercrip omdat dit stereotype „the most studied images of individuals with disability‟ is. 64 In het volgende hoofdstuk zal het laatste thema authenticiteit aan bod komen.
63
Hayes, M.T., and Black, R. „Troubling signs: Disability, Hollywood movies and the construction of a discourse of pity‟. In Disability Studies Quarterly, 10(1), 2003: p. 2 64 Quilan en Rates. 2008: p. 68
18
2. Sterrendom In dit hoofdstuk zal ik een kort historisch overzicht geven hoe de „ster‟ zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld. Daarnaast zal duidelijk worden dat de ster een maakbaar product is. Het sterrensysteem in de filmindustrie, waarbij studio‟s het privé en publieke imago van de sterren streng in de gaten hielden, is daar onderdeel van. Televisie heeft vanaf de jaren‟ 50 voor de democratisering van het sterrendom gezorgd. Met de komst van reality televisie is ook de celebrity een maakbaar product geworden. Duidelijk zal worden dat de celebrity-cultuur is veranderd en het verschil tussen „Us and Them‟ steeds kleiner is geworden.
2.1 Picture Personalities „The nascent American film industry experiences a number of significant shifts that result in the marketing of “the picture personality” and, later on, “the star”‟.65
Volgens Cultural Studies professor Graeme Turner is het niet duidelijk waar de term celebrity vandaan komt. Wel is volgens Turner vast te stellen dat de Amerikaanse filmindustrie van de twintigste eeuw een aandeel heeft gehad in het creëren van de celebrity zoals we hem nu kennen. In zijn boek Understanding Celebrity wordt duidelijk dat de filmmaatschappijen in eerste instantie niet bijhielden welke acteurs in de desbetreffende film speelden. De acteurs werden ook niet gepromoot als de persoonlijkheden die ze in de film speelden. Turner wijst hier drie verklaringen voor aan. Ten eerste waren studio‟s bang dat het meer geld zou kosten als de acteurs individueel gepromoot zouden worden. Daarnaast waren de studio‟s zich niet bewust van de commerciële kracht van de acteurs. De derde verklaring is dat de acteurs terughoudend waren hun naam te verbinden aan een film, omdat ze daarmee hun reputatie op het spel zetten.66 Vanaf 1895 tot halverwege de jaren tien had cinema geen goede reputatie en werd het over het algemeen gezien als goedkoop volksvermaak. 67 Gedurende de jaren tien veranderde dit en ging men praten over picture personalities, stelt Richard DeCordova in zijn boek Picture Personalities. Deze term werd gebruikt om filmacteurs en actrices te duiden en ontstond, omdat de
65
Turner, Graeme. Understanding Celebrity. London: Sage, 2004: p. 12 ibidem 67 Pisters, Patricia. „In het spiegelpaleis van de roem‟. In Thomas Elsaesser (red.) Hollywood op straat. Vossiuspers AUP, Amsterdam 2000: p. 196 66
19
filmproducenten lijsten gingen bijhouden met daarop de namen van de acteurs. 68 Rond diezelfde tijd gingen steeds meer mensen ook foto‟s en ansichtkaarten van de acteurs en actrices verzamelen, waardoor het publiek hun namen onthield. Men ging dezelfde acteurs in verschillende films herkennen en de acteerprestaties beoordelen. 69 Het gebruik van de term picture personality was volgens DeCordova echter van korte duur. Rond 1914 veranderde de picture personality in de ster. DeCordova stelt dat het grote verschil tussen de picture personality en de ster was, dat de picture personality niet los werd gezien van de screenperformance, de rol die de acteur speelde. Toch hielp die screenperformance de acteurs bij het sterproces, door bijvoorbeeld de rol van held te spelen: „This hero is precisely the star as distinguished from the picture personality‟. 70 De rol die de acteur speelde gaf het publiek het idee inzicht te hebben in de eigenschappen van de acteur, waardoor de ster veel in de belangstelling stond. Dit uitte zich gedurende 1913 en 1914 in veel journalistieke aandacht en belangstelling voor de privélevens van de acteurs.71 De grote filmmaatschappijen ontdekten, door deze journalistieke aandacht, de commerciële waarde van sterren en speelden hier met het sterrensysteem op in. Het sterrensysteem, een systeem waarbij studio‟s de sterren contracteerden en waarbij het privé en publieke imago streng in de gaten werd gehouden, was tot aan de Tweede Wereldoorlog een goedlopend systeem. Volgens Patricia Pisters, auteur van het artikel „In het spiegelparadijs van roem‟, verloren de studio‟s hun dominante plek in het sterrensysteem pas in de jaren ‟60. 72
2.2 De ster „A very common view, however, though not intellectually very respectable, is that stars are stars because they are exceptional, gifted, wonderful‟. 73
Filmacademicus Richard Dyer geeft met dit citaat aan dat sterren vaak als bijzonder en begaafd worden bestempeld. Toch blijkt deze aanname niet altijd waar. Er zijn volgens Dyer genoeg sterren zonder talent en genoeg talentvolle acteurs die geen ster zijn. Wat maakt een ster dan een ster? 68
DeCordova, Richard. Picture personalities: the emergence of the star system in America. Urbana: University of Illinois Press, 1990: p. 50 69 Pisters 2000: p. 196 70 DeCordova 1990: p. 101 71 DeCordova 1990: p. 98 72 Pisters 2000: p. 197 73 Dyer, Richard, Paul MacDonald. Stars. (1979) Londen: British Film Institute, 1998: p. 16
20
Richard Dyer kan met zijn boeken Stars [1979] en Heavenly Bodies [1986] gezien worden als de grondlegger van de hedendaagse sterrentheorie. Sterren hebben volgens Dyer economische waarde en worden geproduceerd om geld op te leveren: „Stars are involved in making themselves in commodities; they are both labour and the thing that labour produces‟.74 Ten tijde van het sterrensysteem waren sterren het kapitaal van een studio. Ze boden de garantie dat het publiek de film wilde zien en omdat sterren een groot deel van het budget in beslag namen, werd er voorzichtig met hen omgegaan. 75 De filmstudio‟s investeerden veel geld in het opbouwen van een sterimago door middel van publiciteit. 76 Dyer is van mening dat: „both stardom and particular stars are seen as owing their existence solely to the machinery of their production.‟ 77 Juist door de grote economische waarde van de ster, gaf de filmindustrie veel geld uit aan het creëren, maar ook aan het manipuleren van het imago van de ster. Sterren kunnen daardoor gezien worden als „tekens‟ of „teksten‟, omdat zij een aantal aspecten van onze cultuur belichamen en articuleren.78 De ster en het imago van de ster wordt op de verlangens van het publiek aangepast. Zo verkondigt Dyer dat: „Many writers see the stars, in general and in specific instances, as giving expression to variously conceptualised inner wants on the part of the mass of the people‟. 79 Richard Dyer stelt dat de ster bestaat uit alles wat er over de ster in de publiciteit komt: „Stars are obviously a case of appearance – all we know of them is what we see and hear before us‟. 80 Het imago van de filmster wordt volgens Dyer niet alleen gevormd door de film waarin de ster op dat moment speelt, maar ook door de promotie van die films. Daarnaast zijn posters, publieke optredens, interviews, biografieën en het besproken privéleven van de ster ook van belang in het vormen van een imago.81 In Stars vergelijkt Dyer het sterimago van Hollywoodsterren uit de jaren ‟40 met de jaren‟80 door middel van tijdschriften uit die jaren. Over het algemeen wordt de lifestyle gezien als een uiting en het resultaat waaruit de persoonlijkheid van een 74
Dyer, Richard. Heavenly Bodies: Film stars and Society. Londen and New York: Routledge, 1986: p.
5 75
Dyer 1998: p. 10-11 Dyer 1998: p. 12 77 Dyer 1998: p. 13 78 Pisters 2000: p. 203 79 Dyer 1998: p. 18 80 Dyer 1986: p. 2 81 Dyer 1986: p. 3 76
21
ster blijkt, want: „Stardom is an image of the way stars live‟. 82 Je moet immers een bijzondere en specifieke persoonlijkheid hebben om die lifestyle krijgen. Consumptie, succes en „gewoon‟ blijven horen bij dat imago. Dyer is van mening dat het sterimago gezien kan worden als een versie van de American Dream, „organised around the themes of consumption, success, and ordinariness‟.83 Deze American Dream, het idee dat iedereen beroemd kan worden, sluit aan bij de verlangens van het publiek. Zoals besproken komt de persoonlijkheid van een ster tot uiting in het leven dat hij of zij leidt. Deze levensstijl is via de consumptiemaatschappij ook toegankelijk voor het „gewone‟ publiek.84 Er zijn volgens Dyer drie vormen van consumptie die onderdeel zijn van het sterimago, genaamd conspicuous consumption, anatomy of lifestyle en idols of consumption. Dyer herkent conspicuous consumption bij de sterren, die hun rijkdom tonen in de fanbladen. Ook speelt de anatomy of lifestyle, onderdelen van de celebrity lifestyle, een grote rol. Hierbij moet men denken aan zwembaden, limousines, grote huizen en extravagante feesten. Ook mode is onderdeel van de anatomy of lifestyle. Als derde term haalt Dyer idols of consumption, consumptie idealen, aan. Iedereen, dus ook de „gewone‟ mens, kan zich door middel van consumptie een sterimago aanmeten. Het lichaam van de ster wordt nog steeds gezien als een vorm van perfectie: „The star‟s body is also to be read as fleshed perfection, an exemplary form of
femininity, masculinity, or sexual desirability‟. 85 In het boek Celebrity/Culture van Ellis Cashmore wordt duidelijk dat de celebrity cultuur, waar we in leven voor de drang naar een perfect lichaam heeft gezorgd.86 Vanaf de jaren ‟30 geldt er in Hollywood een standaard schoonheidsideaal. Tot de jaren ‟80 had de Hollywoodster volgens Cashmore een bijzondere schoonheid en daardoor een speciale kwaliteit, die aansluit op het idee dat sterren bijzonder zijn en speciale talenten bezitten: 'Star culture, its beauty in particular, is dependent on a universal conviction of great beauty as special and privileged‟. 87 Deze speciale kwaliteiten onderscheidt de „gewone‟ mens, „Us‟, van de ster, „Them‟. 88 82
Dyer 1998: p. 35 ibidem 84 Pisters 2000: p. 200-201 85 Holmes, Su and Sean Redmond. Red. Framing Celebrity: new directions in celebrity culture. Abington, Routledge: 2006: p. 121 86 Cashmore 2006: p. 109 87 Blum, Virginia L. Flesh wounds: the culture of cosmetic surgery. Berkley: University of California Press, 2003: p. 259 88 Cashmore 2006: p. 109 83
22
Sterren lijken dus bevoorrecht met een bijzondere schoonheid. Toch was deze schoonheid niet altijd natuurlijk. Sinds de jaren vijftig gaan de geruchten dat de sterren zich regelmatig bij de plastische chirurg melden. Zo schijnt Marilyn Monroe littekenweefsel te hebben laten verwijderen. Tot de jaren zeventig was plastische chirurgie alleen toegankelijk voor de rijken, maar hier is verandering in gekomen. 89 De komst van plastische chirurgie heeft sterrendom toegankelijk gemaakt voor de „gewone‟ mens, aldus Cashmore. Ook het perfecte lichaam, een belangrijk onderdeel van sterimago, is dankzij de consumptiemaatschappij maakbaar. Om ons heen is zo veel schoonheid te zien, waardoor de kijker zich niet identificeert met „gewone‟ mensen, maar met een „mediated‟ beeld van mensen. Cashmore is van mening dat: „The issue of cosmetic surgery is embedded in a culture that has become indebted to the two dimensional images, the ones we watch every single day, many of them digitally enhanced or created‟.90 Sterren worden naast bijzonder ook als heel gewoon gezien. Deze ambivalente term noemt Dyer „ordinariness‟ en behoort ook tot het sterimago. Het klinkt paradoxaal dat sterren met hun extravagante lifestyle als gewoon kunnen worden gezien, maar volgens Dyer zijn daar wel verklaringen voor. Ten eerste kunnen sterren gezien worden als gewone mensen die in duurdere huizen wonen. Dat betekent niet dat ze van „Us‟ verschillen. De tweede verklaring die Dyer hiervoor geeft, is dat rijkdom en succes van sterren dienen als een manier om bepaalde talenten te isoleren. Ze bezitten immers wel genoeg kwaliteit om op televisie te verschijnen, maar worden tegelijkertijd niet verpest door materiële zaken. De mate waarin de ster „gewoon‟ is gebleven, ondanks zijn bekendheid, is een derde verklaring en heeft volgens Dyer te maken met het charisma van de ster.
91
Max Weber definieert charisma als een
karaktereigenschap van een individu, waarbij diegene zich onderscheidt van de gewone mens: „Rather than simply some „special‟, „magic‟, quality of the individual, a star‟s „charisma‟ is a product of the ways in which their image engages social issues and dilemma‟s‟. 92
Deze eigenschap maakt dat de charismatische figuur als een bovennatuurlijk wezen wordt beschouwd.93 89
Cashmore 2006: p. 101 Cashmore 2006: p. 106 91 Dyer 1998: p. 43 92 Dyer 1998: p. 12 90
23
Volgens Patricia Pisters wordt charisma bepaald door de mate waarop wij de ster als een authentiek en oprecht persoon beschouwen. Pisters legt de nadruk op de ster als uniek persoon, maar tegelijkertijd ook op de ster als publieke performer. Er wordt veel nadruk op de persoonlijkheid van de ster gelegd, want die zorgt er immers voor dat er publiek op de nieuwe film af komt. Deze persoonlijkheid komt niet alleen naar voren in de uiterlijke kenmerken, ook de lifestyle van de ster geeft enig inzicht op de persoonlijkheid van de ster.94 Pisters gebruikt de term authenticatie, een begrip afkomstig uit de digitale wereld, om charisma bij sterren te verduidelijken: „een media event kan immers beschouwd worden als een tussencatagorie tussen waarheid en leugen, waarbij op verschillende manieren een „authenticatie‟ van het event plaatsvindt‟. 95 Zo kan een gebeurtenis door middel van charismatische personen meer waarde krijgen waardoor er authenticatie plaatsvindt. Anderzijds ontlenen sterren charisma door zich aan een bepaalde gebeurtenis te verbinden. Denk hierbij aan OPEN
HET DORP
waarin Mies
Bouwman en Wim Kan die door zich inzetten voor het goede doel „het dorp‟. OPEN HET DORP
genereerde niet alleen veel aandacht voor „het dorp‟, maar maakte Mies
Bouwman en Wim Kan gelijk bekend bij het grote publiek als mensen die zich inzetten voor de maatschappij. Ook publiciteit rond de ster kan voor authenticatie zorgen. Deze publiciteit kan worden gestuurd om het imago van een ster te ondersteunen of te ondermijnen. Een ster die zich inzet voor een goed doel kan daarmee zijn imago opvijzelen. Daarnaast kan er authenticiteit ontstaan door het leven van een ster te vergelijken met een andere grotere ster. Denk aan Madonna die Evita Perron speelde. Een derde manier om authenticiteit te creëren, is door de rol die de acteur in een film speelt. Het publiek gaat er automatisch vanuit dat het karakter van de hoofdpersoon en de persoonlijkheid van de acteur overeenkomen. Men gaat er vanuit dat de ster zijn eigen persoonlijkheid door de filmrol heen laat schemeren. Pisters omschrijft sterren als „het product van de massacultuur (ze zijn „gemaakt‟) en tegelijkertijd zijn het echte authentieke mensen‟. 96 Sterren geven ons
93
Weber, Max. S. N. Eisenstadt. On Charisma and Institution Building. Chicago: The university of chicago press, 1968: p. 329 94 Pisters 2000: p. 205 95 Pisters 2000: p. 206 96 Pisters 2000: p. 195
24
vertrouwen in de individuele kracht van een persoon, want een ster, is iemand. 97 Volgens Dyer laat de ster bij uitstek zien wat het betekent om een uniek persoon te zijn, „partly because the star system is all about the promotion of the individual‟. 98 Bij sterren is het vooral belangrijk dat ze enerzijds een publieke performance geven en anderzijds een echt en oprecht persoon zijn: „Iemand die echt iemand is‟. 99 Zoals eerder besproken kunnen sterren als „tekens‟ van een bepaalde cultuur worden gelezen en heeft het publiek zeggenschap aan de eisen, die aan een ster worden gesteld. Het verschil tussen „Us‟ en „Them‟ is in de loop der jaren steeds kleiner geworden, wat betekent dat het publiek kennelijk zoekt naar een toegankelijke ster, de celebrity.
2.3 Celebrities „Fame is now being talked about as a realistic career option by young people even though they have yet to decide in what area of public performance they might pursue‟.100
Ellis Cashmore stelt dat je in de jaren zeventig alleen faam, erkenning en distinctie kreeg als je iets waardevols bereikt had: „Prior to reality tv, it was usually assumed that the decisive fact of celebrity status was that those in possession of it were famous‟. 101 Met de komst van reality televisie is een celebrity „worden‟ veel toegankelijker. Beroemd worden, behoort volgens Graeme Turner tegenwoordig zelfs tot een serieuze carrière optie van de jeugd. Vanaf de jaren ‟50 heeft de televisie mediapersoonlijkheden ofwel celebrities geproduceerd. Het verschil tussen de ster en de celebrity is volgens Pisters gebaseerd op
het
feit
dat
mediapersoonlijkheden
minder
ver
van
ons
af
staan:
„Mediapersoonlijkheden zijn minder omgeven door utopische glans, ze zijn “gewoner”‟.
102
Het verschil heeft volgens Pisters te maken met het feit dat
mediapersoonlijkheden
hun
persoonlijkheid
veel
directer
uitdragen.
Mediapersoonlijkheden zitten niet zoals sterren aan het spelen van een fictierol of performance vast, waarbij de echte mens achter de ster verborgen gaat. 103 Een 97
Pisters 2000: p. 205 Dyer 1986: p. 7 99 Pisters 2000: p. 206 100 Turner, Graeme. „The Mass Production of Celebrity: “Celetoids”, Reality TV and the “Demotic Turn”‟. In International Journal of Cultural Studies 9.2 (2006): p. 162. 101 Cashmore 2006: p. 189 102 Pisters 2000: p. 198-199 103 Pisters 2000: p. 199 98
25
overeenkomst tussen een mediapersoonlijkheid en een ster is hun economische waarde, want zowel sterren als mediapersoonlijkheden zorgen voor herkenbaarheid en aantrekkingskracht van een bepaalde film of programma. 104 Celebrities hebben economische waarde en zetten hun imago in om producten te verkopen. In het artikel „The equity effect of product endorsement by celebrities‟ van Diana Seno en Bryan Lukas, wordt een celebrity endorser geformuleerd als iemand die publieke bekendheid geniet en deze bekendheid gebruikt om een consumptiegoed aan te prijzen. 105 Celebrities gebruiken hun bekendheid niet alleen om producten te verkopen, maar ook om hun politieke mening te etaleren: „One of the great truths about America is in the media age is that celebrity translates into power. Being famous creates an aura that inhances influence‟. 106
De hedendaagse celebrity bezit macht en gebruikt deze macht voor een politiek of een goed doel. Andrew Cooper noemt dit in zijn artikel „Beyond one image fits all: Bono and the complexity of celebrity diplomacy‟, celebrity diplomacy: „This activity is one more signal that the traditional script of international relations is changing.‟ 107 Mediapersoonlijkheden uit verschillende werelden zetten zich in voor de politiek: „Celebrities from the trivial worlds of cinema, fashion and sports could be put to political use‟.108 Ook dit is een vorm van authenticatie. Als een celebrity zich inzet voor een politiek of goed doel, wordt niet alleen het goede doel onder de aandacht gebracht, maar wordt de celebrity zelf ook authentieker door zich van een ander kant te laten zien. Graeme Turner is van mening dat de hedendaagse celebrity uit de sport of entertainment industrie komt. Er wordt bij deze celebrities meer aandacht aan het privé leven, dan aan het professionele leven geschonken: „Unlike that of, say, public officials, the celebrity‟s fame does not necessarily depend on the position or achievements that gave them their prominence in the first instance‟. 109 Daarnaast
104
Pisters 2000: p. 202 Seno, D. Bryan Lukas. „The equity effect of product endorsement by celebrities: a conceptual framework from a co-branding perspective‟. In European journal of marketing. Vol 41. No1/2.2007: p. 122 106 Isaacson, Walter. Kissinger: a biography. Simon &Scuster: New York, 1992: p. 356 107 Cooper, Andrew F. „Beyond one image fits all: Bono and the complexity of celebrity diplomacy‟. In Global Governance 14 (2008): p. 265 108 Alleyne, Mark D. „The United Nations' Celebrity Diplomacy‟. In SAIS Review. Volume 25, Number 1, Winter-Spring 2005: p. 176 109 Turner 2004: p. 3 105
26
hoeft de hedendaagse celebrity geen speciale positie of prestatie te hebben geleverd om bekend te worden, zo beweert Turner. Volgens Chris Rojeck komt de celebrity status in drie vormen; ascribed, achieved en attributed. De ascribed celebrity is bekend vanwege de bloedlijn, zoals bijvoorbeeld de Koninklijke familie. De achieved celebrity heeft zijn status verworven door middel van talent. De derde vorm van celebrity status, de attributed celebrity, is volgens Rojek een culturele fabricatie.
110
De attributed celebrity is „gemaakt‟ door de
maatschappij door middel van het geven van aandacht: „Sensationalism aims to generate public interest with the object of galvanizing public attention (...) Thus, „ordinary‟ people (...) are vaulted into public consciousness as noteworthy figures, primary at the behest of mass-media executives pursuing circulation or rating wars‟. 111 Randall Rose en Stacy Wood schrijven in hun artikel „Paradox and the consumption of authenticity trough reality television‟ dat reality televisie een zoektocht naar authenticiteit is begonnen in een traditioneel fictiegeoriënteerde entertainmentindustrie:112 „In contract to news programs, however, the majority of reality fare depicts common people engaging into uncommon (wilderness survival, international travel) and common (dating, home redecorating) tasks, giving the viewers the chance to compare and contrast their own lives with those of the show‟s “protagonist”‟.113
Het is volgens Minna Aslama en Mervi Pantti niet moeilijk reality televisie te verbinden met de authenticity industry: „Certainly, an essensial part of strategies of finding the authentic self is the confession of one‟s inner most feelings to others (...) there is a special industry today, the authenticity industry, by which ordinary people as well as celebrities can disclose intimate feelings.‟114
Ze stellen in het artikel „Talking alone: Reality tv, emotions and autheniticity‟ dat reality televisie: „must use strategies that encourage people to express and manage their emotions and problems, since it depends on the belief that „real‟ emotions and
110
Rojek, Chris. Celebrity. Londen: Reaktion Books, 2001: p. 17-18 Rojek 2000: p. 18 112 Rose, Randy and Stacy Wood, (2005) „Paradox and the Consumption of Authenticity through Reality Television,‟ In Journal of Consumer Research, 32 (September): p. 284 113 ibidem 114 Aslama, Minna and Mervi Pantti. „Talking alone: Reality tv, emotions and autheniticity‟. In European Journal of Cultural studies. Vol 9 (2) 2006: p. 170 111
27
conflicts will arise‟.115 Het publiek wil hun eigen leven vergelijken en afzetten tegen de „gewone‟ levens van de „hoofdpersonen‟: „Reality television tended to turn its characters‟ vices into virtues, so that people who displayed ignorance, dishonesty, or some kind of depravity became praiseworthy. Many of those who appeared in reality TV shows were well rewarded with endorsements, record contracts, and other kinds of profitable assignments. Several of them became celebrities for no other reason than that they were recognizable‟. 116
Met de komst van reality televisie is het voor iedereen mogelijk een ster te worden, zonder een bijzonder talent of eigenschap zoals charisma te bezitten. 117 Volgens Ellis Cashmore ligt reality televisie echter niet aan de basis van deze democratisering: „Reality tv didn‟t exactly start this: the genre itself was made possible by a wider dispersal of interest in areas of life that were once classified as personal. In two decades, the stars had descended from exalted positions and become recognizable human beings, their foibles and fantasies, strengths and weaknesses, loving and loathing all paraded in full view. And all bearing resemblance to the kind of properties shared by everybody‟. 118
In de afgelopen jaren is de interesse van de media zich gaan focussen op het privé leven. Door de komst van het reality genre is sterrendom voor iedereen binnen handbereik, iedereen heeft immers een privé leven.119 Een combinatie van relatief lage productiekosten en hoge kijkcijfers deed de televisiestations de mogelijkheden van de democratisering van roem inzien. De vercommercialisering van de televisie kan een verklaring voor die doorbraak zijn. Toen rond 1951 het Nederlandse publieke televisiebestel van de grond kwam, was het bestel gebaseerd op de verzuiling, een sociale structuur van religieuze en politieke stromingen. Tot die oorspronkelijke uitzendcoöperaties behoorden de VARA, de KRO, de NCRV, de VPRO en de AVRO, die zendtijd kregen naar aanleiding van het aantal leden. 120 De oorspronkelijke rol van de publieke omroep was broadcasting, het zo ver mogelijk verspreiden van kennis, informatie en het laten zien van het creatieve en technische kunnen. Publieke televisie moest volgens dit verlichtingsideaal gebruikt worden om zoveel mogelijk informatie te verspreiden en daarbij zoveel mogelijk verschillende mensen te bereiken. Een ander doel van de publieke omroep was een zo heterogeen mogelijk publiek aan te spreken door middel 115
Aslama en Pantti 2006: p. 170 Cashmore 2006: p. 189 117 Pisters 2000: p. 195 118 Cashmore 2006: p. 193 119 Cashmore 2006: p. 194 120 http://www.publiekeomroep.nl/page/organisatie/historie (20 december 2009) 116
28
van het uitzenden van doelgroepentelevisie, waarmee ze zich onderscheidde van de commerciële omroepen. 121 De TROS was de eerste publieke omroep die, niet vanuit een politieke of religieuze overtuiging, amusementprogramma‟s maakte. Toen in 1988 Nederland 3 werd opgezet, kwam het net al snel onder druk van de commerciële omroep RTL4 te staan. Om te kunnen concurreren mochten de publieke omroepen vaker reclameblokken uitzenden. Nederland heeft met zijn kleine afzetmarkt veel commerciële kanalen, waardoor de druk op de NOS enorm is en de strijd om de kijkcijfers is begonnen. 122 De publieke omroepen moeten met de komst van de commerciële omroepen steeds vaker strijden om de kijkcijfers, waardoor steeds vaker de publieke omroepen zich laten verleiden tot het uitzenden van reality programma‟s. De zogenaamde vertrossing, het commerciëler worden van de publieke omroep vanuit het publieke bestel zelf, heeft dus voor het huidige medialandschap gezorgd. Televisiemakers lijken genoeg te hebben van de „gewone‟ mens en zijn weer meer op zoek naar gewone „bijzondere‟ mensen zoals de ster dat vroeger was. Mensen met een beperking, die in het verleden weinig of op een stereotype manier in beeld werden gebracht, zijn nu de nieuwe focus van reality programma‟s. Nu gebleken is dat dit soort progamma‟s succesvol zijn, herkennen ook de commerciële omroepen deze mogelijkheid om een ander publiek aan te trekken. Het verschil tussen „Us‟ and Them‟ [mensen met en zonder beperking] is duidelijk aan het verkleinen. 123 Maar het verschil blijft aanwezig. Een gehandicapte is immers nog steeds een gehandicapte, dus dat onderscheid blijft. „Us‟ is nog steeds „Us‟, en „Them‟, is nog steeds „Them‟. Alleen is de perceptie van wie celebrity kan en mag zijn, veranderd.
2.4 Freaks Mismaakten waren onderdeel van het straatbeeld, maar werden vanaf de negentiende eeuw in toenemende mate tot een spektakel „gemaakt‟. De mismaakte of gehandicapte als beroemdheid is dus geen nieuw fenomeen. Freak Shows waren gedurende die 121
Gripsrud, Jostein. „Broadcast Television: the changes of its survival in the digital age.‟ In: Lynn Spigel en Jan Olsson (eds) Television after TV. Essays on a Medium in Transition (Durham: Duke University Press, 2004): p. 211 122 Hermes, Joke. Maarten Reesink. Inleiding televisiestudies. Boom: Amsterdam, 2003: p. 253-256 123 Cashmore 2006: p. 194
29
jaren in het westen immens populair. Phineas T. Barnum maakte naam als organisator van die Freak Shows, waar mensen hun fysieke abnormaliteiten toonden. Veel van Barnums „geëxposeerden‟ verdienden meer geld dan menig acteur.124 Mensen met een beperking kregen door middel van Freak Shows zelfs enige vorm van aanzien. Zo verzamelde de gegoede burgerij gedurende de hoogtijdagen van de Freak Show ansichtkaarten van bekende freaks. 125 In 1841 zette Barnum het eerste dime museum op, waar de Freak Show onderdeel van was. Het museum toonde afwijkende lichamen, zogenaamde nonnormative bodies, en was na de Amerikaanse burgeroorlog één van de populairste vormen van entertainment, die zijn piek behaalde tussen 1880 en „90. 126 Arbeiders en de middenklasse hadden door de nieuwe ontwikkelingen van de industriële revolutie meer vrije tijd en besteedde die tijd het liefst aan deze vorm van entertainment. 127 Barnums „geëxposeerden‟ werden gedurende die jaren echte beroemheden. Freak Show organisator Phineas T. Barnum was iemand die het creëren van een hype tot kunst verhief en verwierf evenveel bekendheid als de „tentoongestelden‟. 128 In die zin is een freak ook een celebrity. Freak Shows waren plekken waar het publiek zichzelf kon vergelijken en op die manier hun normaliteit terugvond. Leedvermaak was echter ook een onderdeel van de Freak Show: „The possibility of being duped was central to the dime museum entertainment, and show managers encouraged audiences to gain pleasure from suspecting, confronting, and unmasking frauds.(...) Visitors sought to resolve this dilemma by prodding at flesh, tugging at beards, and demanding to know the bearded Lady‟s marital status and maternal status. Freak show managers encouraged this questioning and occasionally brought in experts to heighten the drama‟. 129
Freak Show managers moedigden de menigte aan te ontdekken of de freaks wel echte freaks waren. Barnum besteedde veel aandacht aan de publiciteit van zijn Freak Shows, waardoor hij veel kaarten verkocht en zijn „bezienswaardigheden‟ celebrities werden. 130 De Freak Shows kregen door de geruchten die werden verspreid meer waarde waardoor het „gewone‟ publiek de shows bezocht om te zien of de geruchten echt waren. Ook dit kan gezien worden als een vorm van authenticatie. 124
Giles 2000: p. 20 Larsen, Robin; Haller, Beth A. „The Case of 'Freaks': Public reception of real disability‟. In Journal of Popular Film and Television. January 1, 2002: p. 164 126 Sears, Claire. „Electric brilliancy: cross-dressing law and freak show displays in the nineteenthcentury San Francisco‟. In WSQ: Woman’s Studies Quarterly 36:3 & 4 (Fall/ Winter 2008): p. 178 127 Sears 2008: p. 177 128 Giles 2000: p. 20 129 Sears 2008: p. 182 130 Giles 2000: p. 20 125
30
Robert Bogdan, auteur van het boek Freak Show, stelt dat de freak geen eigenschap, maar een sociale constructie is: „Our reaction to freak is not a function or some deep-seated fear or some “energy” that they give off. It is, rather, the result of our socialization, and of the way our social institutions managed these people‟s identities […] “Freak” is not a quality that belongs to the person on display. It is something that we created: a perspective, a set of practices- a social construction‟. 131
Zo is Bogdan van mening dat: „Being extremely tall is a matter of physiology- being a giant involves something more‟. 132 De freak was, net als de celebrity, maakbaar. Een voorbeeld hiervan is Betty Broadbent, beter bekend als The tattooed lady. Broadbent was een rodeorijder, maar liet zich tatoeëren zodat ze zich kon exposeren en gedurende het winterseizoen ook een bron van inkomsten had.133 De freak, geboren of gemaakt, construeerde zijn imago om geld te verdienen: „Freak shows were not only sites for disidentification and disavowal, where audiences secured a sense of normality through their spatial and existential distance from the freaks on stage, but were also sites for identification, where audiences recognized themselves in the freaks and the freaks in themselves.‟ 134
Bij Freak Shows kon het „gewone‟ publiek zich dus niet alleen verbazen over de verschillen, maar ook over de overeenkomsten met de freaks. Nog een attractie waar mensen heen gingen om zich te verbazen, was het lijkenhuis van Parijs. Deze attractie had z‟n populariteit te danken aan het feit dat ze „echte‟ doden toonden: „The morgue, in short, was a spectacle of the real. “Much more fascinating than even a wax museum because the people displayed are real flesh and blood.”‟ 135 Het lijkenhuis was een depot voor anonieme doden en het openstellen van het lijkenhuis aan het publiek had in de eerste plaats het doel te helpen met het identificeren.136 Tevens werd het lijkenhuis bezocht als een vorm van entertainment en zag het publiek het lijkenhuis als een spektakel. 137 Zowel het Dime museum als het lijkenhuis waren een vorm van entertainment. Het publiek interesseerde zich voor mensen met een „verhaal‟, met de nadruk op het „echte‟ en het authentieke. 131
Robert Bogdan. Freak Show: Presenting Human Oddities for Amusement and Profit. Chicago: University of Chicago Press: 1988: p. X-X1 132 Bogdan 1988: p. 3 133 Broome, R. „Not Strictly Business: Freaks and the Australian Showground World‟. In Australian historical studies. 2009 vol:40 iss.3: p.331 134 Sears 2008: p. 183 135 Schwartz, Vanessa. R. Spectacular Realities: Early Mass Culture in fin-de-siècle Paris. Berkeley: University of California Press, 1998: p. 47- 48 136 Schwartz 1998: p. 49 137 Schwartz 1998: p. 59
31
In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat gedurende de hoogtijdagen van het sterrensysteem de ster als bijzonder en charismatisch werd gezien, maar dat de hedendaagse ster ofwel de celebrity door middel van reality televisie „gewoner‟ is geworden. Nu lijkt de nadruk van de hedendaagse celebrity weer meer op het bijzondere te worden gelegd. De mens in de rol van de toeschouwer heeft altijd aandacht gehad voor het abjecte, afwijkende, van doden tot freaks. Opvallend is dat authenticiteit altijd een onderdeel is geweest van de ster, de celebrity en de freak. In het volgende hoofdstuk wordt onderzocht of hedendaagse reality programma‟s met deze hernieuwde interesse voor mensen met een beperking voor een ander, minder stereotype beeld zorgen.
32
Deel 2. Tekstanalyse Uit het vorige hoofdstuk is gebleken dat reality televisie de democratisering van sterrendom mogelijk heeft gemaakt, waardoor ook de „gewone‟ mens een ster kan worden. Nu maakt een nieuwe trend zijn opmars: de celebrity met een beperking. In twee televisiegenres, de docusoap en de live show, is deze toename zichtbaar. Op welke manier mensen met een beperking in deze televisiegenres worden gerepresenteerd, onderzoek ik aan de hand van vijf thema‟s: verscheidenheid in disability, seksualiteit, de slachtofferrol, de supercrip en authenticiteit. Het tonen van verschillende disabilities is één van die thema‟s. Het is van belang om te bepalen of de reality programma‟s in kwestie daadwerkelijk een ander, minder eenduidig beeld laten zien. Daarom zal er in de vier programma‟s worden gelet op welke beperkingen aan bod komen en vanuit welk disability perspectief het programma is gemaakt. Ook seksualiteit is een thema. Zo stelt Michael Rembis dat de dominante gedachte is, dat mensen met een beperking niet seksueel aantrekkelijk zijn. Is deze gedachte nog steeds van toepassing op de nieuwe reality programma‟s? Daarnaast zal worden gekeken of de veelgebruikte stereotypen slachtofferrol en supercip in deze programma‟s voorkomen. Tot slot wordt bekeken op welke manier
de
eigenschap
authenticiteit,
onderdeel
van
sterrendom,
wordt
gerepresenteerd.
3. De docusoap In dit hoofdstuk worden de docusoaps DOWN MET JOHNNY en EXPEDITION UNLIMITED geanalyseerd. Hoofdstuk vier zal de analyses van de twee live shows HET GALA
KNOOP
2009 en de CAP AWARDS bevatten. DOWN MET JOHNNY is een achtdelige serie
waarin mensen met een verstandelijke beperking, zogenoemde „hoofdpersonen‟ gedurende een aantal afleveringen worden gevolgd. Het programma volgt echter niet alleen mensen met het Down syndroom, zoals de titel doet vermoeden, maar ook mensen met autisme en andere verstandelijke beperkingen. Daarnaast komt EXPEDITION
UNLIMITED aan bod. Dit programma volgt gedurende tien afleveringen
vijf koppels, bestaande uit een model en iemand met een fysieke beperking, die samen strijden om een grote geldprijs.
33
3.1. DOWN MET JOHNNY In de serie DOWN
MET
JOHNNY [2009] volgt Johnny de Mol mensen met een
verstandelijke beperking, die op het punt staan een belangrijke stap in hun leven te maken. Op de site van DOWN
MET JOHNNY
staat vermeld dat er van verstandelijk
beperkte mensen wordt aangenomen dat ze „slecht meedraaien in de maatschappij‟. Er wordt „alleen gekeken naar wat zij allemaal niet kunnen, terwijl verstandelijk beperkten net als ieder ander mens beschikken over allerlei kwaliteiten, mogelijkheden om een gelukkig leven te leiden‟. Volgens de website worden de hoofdpersonen „spontaan, ongeremd en zonder gêne in beeld gebracht‟. De site benoemt een aantal negatieve associaties van mensen met een beperking, waarna de site belooft een „echt‟, ander en spontaan beeld van mensen met een verstandelijke beperking te laten zien. Presentator Johnny de Mol is onderdeel van dit andere beeld wat het programma tracht te schetsen. Hij doet dit volgens de site door brutale en persoonlijke vragen te stellen „op zijn eigen onbevangen manier‟. 138 De Mol, zoon van Willeke Alberti en John de Mol, is zijn carrière begonnen als acteur met rollen in GTST en BON BINI BEACH (2003) en valt hiermee in de categorie ascribed celebrity. Inmiddels is hij enige tijd werkzaam als presentator bij Veronica, waar hij naast DOWN
MET
JOHNNY (2009) ook WAAR IS DE MOL (2008) presenteert. De titel DOWN MET JOHNNY kan op twee manieren worden gelezen. De eerste lezing kan gezien worden als: het syndroom van Down met Johnny de Mol. De tweede lezing verwijst naar de Engelse uitdrukking down with that, afkomstig uit de rapmuziek, wat betekent dat je iets leuk of tof vindt. 139 Met de titel DOWN
MET
JOHNNY wordt gesuggereerd dat Johnny en het programma tof zijn. Daarnaast geeft Veronica met deze populaire titel aan een doelgroep, tussen de 20 en 49 jaar, te willen bereiken. 140 De commerciële zender Veronica lijkt met DOWN MET JOHNNY (2009) een serieus onderwerp op een jeugdige manier te willen brengen. Hiermee vaart de zender volgens de Mol een nieuwe koers in.141 Op 4 maart 2009, een aantal dagen voor de eerste aflevering van JOHNNY,
is Johnny de Mol te gast bij PAUW
EN
DOWN MET
WITTEMAN. Een bijzondere
ontmoeting met mensen met een verstandelijke beperking bracht Johnny op het idee 138
http://www.sbspresentatie.nl/wp-content/uploads/2009/01/down-met-johnny1.pdf (4 januari 2010) http://www.urbandictionary.com/define.php?term=down%20with%20that (5 januari 2010) 140 http://www.televizier.nl/site/list_message/36129 (5 januari 2010) 141 PAUW EN WITTEMAN. VARA. 4 maart 2009. 139
34
voor een dergelijk programma. Hij is begaan met mensen met het syndroom van Down en Jeroen Pauw en Paul Witteman zijn dan ook verbaasd over de liefdevolle manier waarop Johnny met mensen met een verstandelijke beperking omgaat. Johnny is van mening dat mensen in zijn omgeving niet weten „hoe ze met mensen met een verstandelijke beperking moeten omgaan en (…) dat ze ook een plek in de maatschappij verdienen. Dat ze ook gewoon kunnen werken en dingen kunnen leren. (…) We laten ze zien, zoals ze echt zijn en dat was er ook nog niet‟. 142 Tijdens die uitzending van PAUW EN WITTEMAN op 4 maart wordt er ook een fragment van Angelique, een van de hoofdpersonen uit DOWN MET JOHNNY, getoond waarin ze vertelt dat ze later wel kinderen wil, maar dat ze wel moeite heeft met koken en boodschappen doen. Als Pauw en Witteman vragen of Johnny daarin een standpunt in neemt, antwoordt hij: „Nee, dat is niet het programma dat we willen maken, dit is op het randje (...) Ja, en hoe ik daar over denk. Als je dit ziet dan denk ik eigenlijk van niet, maar misschien met begeleiding (…)‟. 143 Hieruit blijkt dat Johnny geen oordeel wil vellen over dit controversiële onderwerp. Dit is niet de enige keer dat het programma DOWN
MET JOHNNY
publiciteit
heeft gekregen. Op 1 januari 2010 werd er in het SBS6 programma HET TV MOMENT VAN
2009 een fragment uit DOWN
MET JOHNNY
tot tweede tv-moment van het jaar
uitgeroepen.144
3.1.1 Verscheidenheid in disability In het verleden werden mensen met een beperking eenduidig gerepresenteerd. Om te zien of de representatie van mensen met een beperking is veranderd, wordt in deze paragraaf gekeken naar verscheidenheid. Wordt er veel onderscheid gemaakt in beperkingen of blijven de programma‟s terugvallen op stereotypen? DOWN
MET
JOHNNY besteedt veel aandacht aan het zichtbare verschil tussen able-bodied en disabled persons. Ook minder zichtbare beperkingen komen in het programma aan bod. Voor het publiek is iemand met het syndroom van Down gemakkelijk te herkennen, maar autisme is minder herkenbaar. In de eerste aflevering bezoekt Johnny de dierentuin in Amersfoort waar een aantal mensen met een verstandelijke beperking werken. Johnny ontmoet daar de 21 142
PAUW EN WITTEMAN. VARA. 4 maart 2009. ibidem 144 Bibu/Eco. „Aanslag was hét tv-moment‟. De Gooi- en Eemlander. 2 januari 2010. 143
35
jarige Berry, die net als de andere medewerkers, ondersteunende werkzaamheden verricht. Als Johnny vraagt waar Berry de meeste moeite mee heeft, vertelt Berry dat koken en het bed opmaken, dingen zijn die hij moeilijk alleen kan. Berry heeft ADHD en kan zich moeilijk concentreren, waardoor deze huishoudelijke klussen hem veel moeite kosten. In eerste instantie is zijn beperking niet zichtbaar, totdat Johnny aan Berry vraagt waar de zebra vandaan komt. Waarop Berry na lang te hebben nagedacht, antwoordt: „Australië, schat ik zo‟.145 Johnny toont hiermee aan dat Berry daadwerkelijk een verstandelijke beperking heeft. Ook Fons is één van die niet zichtbare verstandelijk beperkten. Johnny kan, net als het publiek, niet zien of Fons een beperking heeft en deelt dit met de kijker door in de voice-over te zeggen: „Ik merk maar weinig aan hem.‟ In het shot wat daarop volgt, vraagt Johnny aan Fons: „Wat heb jij? Want aan jou kan ik niet precies zien wat voor een beperking je hebt?‟146 Als een beperking voor Johnny niet zichtbaar is, vraagt hij welke verstandelijke beperking ze hebben. Dat bevestigt dat het programma vanuit het able-bodied perspectief wordt gemaakt. Deze benadering wordt duidelijker geïllustreerd in aflevering zes, waarin Johnny Angelique en haar vriend Jean-Pierre bezoekt.147 Angelique en Jean-Pierre, die beiden een lichte, niet zichtbare verstandelijke beperking hebben, zijn verloofd en gaan na de trouwerij samenwonen. Jean-Pierre woont al jaren zelfstandig, maar heeft moeite met lezen en schrijven. Ondanks deze beperking spreekt hij liever over een leerachterstand, dan over een verstandelijke beperking. Jean-Pierre is van mening dat de verstandelijke beperking niet bij alle „hoofdpersonen‟ genoemd moet worden, omdat het „gewone‟ publiek dan gelijk een vooroordeel krijgt. Jean-Pierre noemt de benaming zelfs respectloos. Johnny reageert op de kritiek van Jean-Pierre door in de voice-over de kijker te informeren dat dit nou juiste de reden is dat hij dit programma wilde maken, namelijk „om te laten zien dat je met een beperking niet direct anders bent, dan anderen‟. 148
3.1.2 Seksualiteit. Disability en seks gaan volgens Michael Rembis niet samen en dat wordt in DOWN MET JOHNNY
bevestigd. Opvallend is echter dat er op de site van het programma staat
145
„Aflevering 1‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 8 maart 2009. „Aflevering 7‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 19 april 2009. 147 „Aflevering 6‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 12 april 2009. 148 ibidem 146
36
dat Johnny de moeilijke vragen over onzekerheid, uiterlijk en seks niet schuwt. Ook de liefde zal volgens de site veel worden behandeld.
149
Toch komen deze
onderwerpen in het programma niet allemaal naar voren. Liefde en kinderen krijgen, worden wel door Johnny besproken, maar seksualiteit eigenlijk niet. Er ontstaat tijdens het draaien van DOWN
MET JOHNNY
een liefdeskoppel;
Anouk en Arnold. Johnny had met Anouk en Arnold over seksualiteit kunnen praten, maar dat gebeurt niet. Er is meer aandacht voor Johnny‟s seksualiteit. Johnny is een ster en de meeste „hoofdpersonen‟ zijn zich daarvan bewust. Marika is zelfs een beetje verliefd op Johnny en probeert hem constant te kussen. Wat het beeld bevestigt dat mensen met een verstandelijke beperking hun seksuele driften niet kunnen beheersen. Het gebrek aan aandacht voor seksualiteit, geeft aan dat er in het able-bodied perspectief geen plaats voor seksualiteit van de verstandelijk beperkten is.
3.1.3 Slachtofferrol In hoofdstuk twee is gebleken dat het stereotype the disabled person as pitiable and pathetic mensen met een beperking afschildert als kinderlijk en zielig. Ze hebben veel steun nodig om hun doelen te kunnen bereiken. In aflevering vier zorgen de eerlijke antwoorden van de „hoofdpersonen‟ voor serieuze momenten en daarmee een slachtofferrol. Zo blijkt dat Mike en Andre regelmatig worden uitgescholden, omdat ze er anders uitzien. Ook Sara uit het Special Olympics schaatsteam wordt regelmatig nageroepen, maar probeert het zich zo min mogelijk probeert aan te trekken. Door eerlijk te vertellen hoe de „hoofdpersonen‟ door able-bodied persons worden behandeld, blijkt hun bereidheid hun emoties te willen delen wat de „hoofdpersonen‟ tot authentieke mensen maakt. Toch ligt de nadruk van het programma niet op negatieve gevoelens. Na het zien van DOWN
MET JOHNNY
is vooral duidelijk hoe
positief de „hoofdpersonen‟ zijn, wat ze nog leuker maakt om naar te kijken.
3.1.4 Supercrips Dat niet alle „hoofdpersonen‟ in DOWN
MET JOHNNY
een leerachterstand hebben,
bevestigt Marlies, een 18 jarige student met het Down syndroom. Marlies houdt van leren en heeft haar VMBO op een normale school afgemaakt. Nu ze haar diploma op
149
http://www.veronicatv.nl/web/show/id=353102/langid=43 (10 november 2009)
37
zak heeft, volgt ze als enige met het syndroom van Down een niveau 2 opleiding als gastvrouw aan het ROC. Robbi, een klasgenoot van Marlies, moest wel even wennen toen ze met Marlies moest samenwerken, omdat Marlies en Robbi elkaar in het begin niet altijd even goed begrepen. Robbi vertelt Johnny dat Marlies goede cijfers haalt: „Ze haalt zelfs betere cijfers als mij, maar zij houdt van leren en ik niet‟. 150 De „gewone‟ Robbi lijkt met deze uitspraak een verklaring te zoeken waarom zij slechter presteert op school dan Marlies dat doet, wat Marlies de rol van supercrip geeft. Het stereotype supercrip wordt gedefinieerd, als iemand die na een traumatische gebeurtenis gehandicapt raakt, maar die na een lange strijd beter presteert, dan iemand zonder een beperking. Marlies is geboren met het syndroom van Down, maar heeft haar beperking wel overwonnen. Ze volgt nu een opleiding aan het ROC waar ze betere cijfers haalt dan haar klasgenoten. Marlies is zich ervan bewust dat ze anders is en was er daarom van overtuigd dat, „zij me anders zouden benaderen, maar dat valt mee‟.151 Marlies heeft het gevoel geaccepteerd te worden op deze normale school. Dit valt echter tegen als Johnny aan twee klasgenoten vraagt wat het grootste verschil is tussen hen en Marlies. Eén van de meisjes antwoordt hierop: „Wij pakken dingen sneller op dan zij (...) Je ziet niet vaak iemand met het syndroom van Down in een gewoon restaurant. Ik denk dat ze in een restaurant zou moeten werken, waar ze er rekening mee kunnen houden, dat ze toch een leerachterstand heeft en zal houden. Ze moet dingen twee keer horen wil ze het begrijpen.‟ 152
De rol van supercrip wordt bevestigd door het feit dat Marlies onderwijs volgt aan een normale school en ze betere cijfers haalt dan haar klasgenoten. Door de mening van de „gewone‟ klasgenoten te vragen, blijkt dat het programma vanuit een ablebodied perspectief wordt gemaakt. En dit realiseert Marlies zich, door uit te spreken dat ze bang was, dat „zij haar anders zouden benaderen‟. Juist dit besef, laat zien dat Marlies slimmer en specialer is dan de andere verstandelijk beperkten. Marlies is bijzonder en lijkt hierdoor bijna able-bodied, maar blijft anders. Johnny volgt ook het Special Olympics schaatsteam bestaande uit Lize, Judith en Sara met het Down syndroom en Sander die licht verstandelijke beperking. Het schaatsteam presteert in Amerika beter dan verwacht. Als het team op schiphol 150
„Aflevering 6‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 12 april 2009. ibidem 152 ibidem 151
38
arriveert, staat er een welkomstcomité te wachten met camera‟s. De teamleden worden als echte supercrips onthaald, omdat ze meerdere gouden medailles hebben gewonnen.
Ook
de
schaatsers
hebben
ondanks
hun
beperkingen,
een
benoemenswaardige prestatie geleverd.
3.1.5 Authenticiteit Het charisma van een ster wordt bepaald door de mate waarop de kijker die persoon authentiek en oprecht vindt. Authenticiteit hangt dus samen met persoonlijkheid. In hoofdstuk twee is duidelijk geworden dat authenticiteit niet alleen bij sterren hoort, maar dat ook de „gewone‟ mens in reality series, kan laten zien hoe „echt‟ ze zijn. De „gewone‟ mens heeft echter plaatst gemaakt voor de „bijzondere‟ mens. In DOWN MET JOHNNY spelen mensen met een verstandelijke beperking de hoofdrol, die door Johnny en het able-bodied publiek als bijzonder worden gezien, maar tegelijkertijd echt en heel „gewoon‟ blijken. In de eerste aflevering van DOWN MET JOHNNY, uitgezonden op 8 maart 2009, gaat Johnny op bezoek bij Marika, een 25 jarige vrouw met het syndroom van Down. Marika woont nog thuis en staat op het punt haar eerste baan aan te nemen in het nieuwe restaurant Downey‟s gelegen in Amersfoort, waar uitsluitend mensen met een verstandelijke beperking werken. Ook haar collega‟s Thijs en Arjan, eveneens met Down, werken in Downey‟s en spelen een rol in DOWN MET JOHNNY. 153 Marika blijkt een vat vol emotie, want zo vrolijk als ze is als Johnny haar komt bezoeken, zo verdrietig is ze als Johnny haar vraagt naar haar nieuwe baan. Ze is zenuwachtig en onzeker en begint spontaan te huilen. Marika durft haar gevoelens zonder enige gêne te tonen, wat haar een authentiek en „echt‟ persoon maakt. Ook Marika‟s vader is zich van deze gave bewust en vindt deze eigenschap een zege: „Ze is ongekunsteld, authentiek. Ze is, zoals ze is. Het vermogen mensen gewoon op hun gemak te stellen. Ze voelt dat er iets is, legt haar hand op het been en gaat rustig praten. Dan zegt ze: “Je moet niet verdrietig zijn.” Mensen ontdooien dan. Dat is ook de grote zege die wij in haar zien. We kunnen haar voor geen goud missen‟. 154
Als kijker krijg je het gevoel dat je Marika en de andere verstandelijk beperkten echt leert kennen omdat ze open, oprecht en eerlijk over hun emoties zijn.
153 154
„Aflevering 1‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 8 maart 2009. ibidem
39
Ook „hoofdpersonen‟ Mike en André vertederen in aflevering vier met hun eerlijke antwoorden. Mike en André, beiden verstandelijk beperkt, zitten samen in de band Hades en volgen een popcursus, wat resulteert in een optreden. Ze vinden zichzelf echt Rock ‘n roll, maar gebruiken geen drugs. Mike biecht wel op dat hij af en toe Red Bull drinkt, maar „het moet niet ten koste van de muziek gaan‟. André en Mike geven serieuze antwoorden, wat niet alleen voor grappige momenten zorgt, maar ook bevestigt dat Mike en André bepaalde nuances niet begrijpen. 155 Dat de „hoofdpersonen‟ niet beseffen dat ze afwijken, zorgt voor authenticiteit en vertedering, ook eerlijkheid zorgt voor authenticiteit. Een voorbeeld van deze eerlijkheid is als Johnny in aflevering vijf op Schiphol staat te wachten op het Special Olympics schaatsteam. Het schaatsteam is voor deze Special Olympics naar Amerika geweest. Lize‟s vriendje staat opgewekt met een bos bloemen te wachten op zijn vriendin. Als Johnny vraagt of het vriendje de bos zelf heeft gekocht, antwoordt hij; „Ja, ik heb de bloemen zelf gekocht, maar mijn vader heeft ze betaald‟. 156
3.1.6 Celebrities Johnny zorgt ervoor dat de „hoofdpersonen‟ zich als celebrities voelen. Al vóór het vertrek naar Amerika heeft Johnny het schaatsteam een bezoek aan GTST beloofd. Johnny maakt met zijn voice-over duidelijk dat hij verantwoordelijk is voor deze verrassing: „Ik vertrek niet voordat ik deze die-hard fans van GTST de verrassing van hun leven kon bezorgen‟. 157 Hoewel Johnny de „hoofdpersonen‟ het gevoel geeft sterren te zijn, blijft Johnny de enige echte celebrity, die de „hoofdpersonen‟ mee op stap neemt. Ook zorgde Johnny met zijn eigen celebrity status voor veel free publicity voor het restaurant Downey‟s, waar Marika, Thijs en Arjan werken. Het restaurant kreeg met DOWN
MET JOHNNY
veel media-aandacht. Op de website Downey‟s staan niet
alleen foto‟s van „hoofdpersonages‟ en werknemers Marika, Thijs en Arjan, ook foto‟s van Johnny de Mol staan op de site.158 Johnny heeft met het programma DOWN MET JOHNNY
niet alleen het restaurant Downey‟s naamsbekendheid gegeven, maar
ook Marika, Thijs en Arjan zijn door het programma tot celebrities verheven.
155
„Aflevering 4‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 29 maart 2009. „Aflevering 5‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 5 april 2009. 157 ibidem 158 http://www.downeys.nl/site/index.cfm (12 januari 2010) 156
40
3.2 EXPEDITION UNLIMITED EXPEDITION UNLIMITED is een tiendelige reality-serie waarin gehandicapten en modellen moeten samenwerken. Tien kandidaten reizen af naar Kaapstad van wie vijf modellen: Celina, Fleur, Joey, Ronald en Tahnee en vijf jonge mensen met een lichamelijke handicap: Cefas, Kjeld, Lisanne, Samir en Shushila. Tot hun verrassing bestaan de koppels uit één model en één kandidaat met een lichamelijke handicap. Vanaf dát moment moeten de kandidaten samenwerken bij het uitvoeren van opdrachten en bij het afleggen van etappes op duofietsen, die speciaal voor het programma zijn ontwikkeld. Voor de winnaars van de race ligt in de laatste aflevering een bedrag van EUR 20.000,- te wachten bij de finish. Het winnende koppel kan besluiten de buit te verdelen of in een eindopdracht tegen elkaar te strijden. LLiNK is sinds 2005 een publieke omroep met ruim 150.000 leden. LLiNK maakt programma's voor radio, televisie en internet en wil een bijdrage leveren aan een vrije, eerlijke en duurzame wereld. Dit probeert LLiNK te doen door motiverende en oplossingsgerichte radio- en televisieprogramma's te maken over mondiale verhoudingen, mensen- en dierenrechten, natuur en milieu. Ze willen laten zien dat de inbreng van elke betrokken wereldburger een grote bijdrage levert aan een duurzame toekomst.159 Volgens zender LLiNK vindt er in EXPEDITION UNLIMITED een samenwerking plaats tussen „de kandidaat met het op het eerste gezicht perfecte lichaam en de kandidaat met het op het eerste gezicht niet-perfecte lichaam‟. 160 Dit is ook het uitgangspunt van het programma. Ze linken deze twee groepen zodat alle stereotypen die er over mensen met een beperking zijn de revue passeren om later weer te kunnen worden weerlegd. EXPEDITION UNLIMITED wordt gepresenteerd door able-bodied Froukje Janssen en de lichamelijk beperkte Marc de Hond, beiden achieved celebrities. Marc de Hond, zoon van Maurice de Hond, zit door een medische fout met dwarslaesie in een rolstoel. EXPEDITION UNLIMITED moet er voor zorgen dat gehandicapten een gewone rol op televisie krijgen. Zo zegt de Hond: „Ooit zat Lieke van Lexmond voor GTST in een rolstoel, maar na een jaar kon ze weer lopen‟. 161
159
https://llink.nl/llink/overllink.php (5 november 2009) https://llink.nl/llink/overllink.php (5 november 2009) 161 Geelen, Jean-Pierre. „Waarom niet eens een dove bij Lingo‟. De Volkskrant. 25 augustus 2008. 160
41
In de eerste aflevering van EXPEDITION UNLIMITED worden de vijf modellen en vijf mensen met een handicap aan elkaar gekoppeld. De modellen en mensen met een lichamelijke beperking beginnen het avontuur gescheiden. De modellen pakken de taxi naar het centrum van Kaapstad waar ze hun partners in het centrum van Kaapstad moeten zoeken. De modellen praten met de taxichauffeur over de verwachtingen, die ze van hun partner hebben. Ze vragen zich vooral af of de partner een man of en vrouw zal zijn. Daarbij denken ze niet na over de mogelijkheid dat hun partner ook iemand met een beperking kan zijn en gaan er vanuit dat de partners ook able-bodied zijn. Lisanne, een van de kandidaten met een lichamelijke beperking, denkt ook dat haar partner able-bodied is. Ze zegt: „Ik heb een beperking (…) Dan is het fijn dat iemand dat kan compenseren.‟162
3.2.1. Verscheidenheid in disability De nadruk van het programma ligt niet op het tonen van verschillende beperkingen. EXPEDITION UNLIMITED legt de nadruk op het verschil tussen de able-bodied modellen en kandidaten met beperking. Het enige verschil dat opvalt, is hoe de kandidaten met hun beperkingen opgaan. Lisanne is geboren met korte armen en kleine handen en heeft als enige een aangeboren beperking. Zij heeft geen traumatische ervaring achter de rug en gaat hierdoor veel natuurlijker met haar beperking om.
3.2.2 Seksualiteit In de eerste aflevering leert het publiek de kandidaten, bestaande uit een groep modellen en een groep lichamelijk beperkten, kennen door een kleine compilatie van filmpjes. Door beelden uit het dagelijkse leven van de kandidaten te tonen, wordt het verschil tussen de groepen snel duidelijk. De filmpjes van de modellen laten vooral zien hoe ze met hun uiterlijk bezig zijn, terwijl de kandidaten met een beperking in de filmpjes vertellen hoe ze in het dagelijkse leven met hun beperking omgaan. Al snel wordt duidelijk dat de modellen hun uiterlijk gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen. Model Tahnee belooft de taxichauffeur te kussen als hij snel rijdt: „If we get there in 5 minutes, I will give you a kiss.‟163 Uiterlijk speelt in
EXPEDITION
UNLIMITED dan ook een belangrijke rol. Als de
lichamelijk beperkte Samir zijn partner Tahnee ziet, is zijn eerste reactie: „Mooie 162 163
„Aflevering 1‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 10 november 2008. ibidem
42
meid.‟ Tahnee is ook onder de indruk van Samirs uiterlijk, maar spreekt alleen over het feit dat Samir in een rolstoel zit en geen benen heeft: „Daarom zijn wij waarschijnlijk een match. Ik heb beenkracht en hij heeft armkracht.‟ Dat de modellen het moeilijk vinden de handicap te benoemen, blijkt uit het ongemak van de modellen. Tahnee durft het woord gehandicapt niet te noemen. Zo zegt ze: „Zijn jullie allemaal gehan…. Zit iedereen in een rolstoel? Heeft iedereen iets?‟164 Waarmee gelijk duidelijk wordt dat de mensen met een lichamelijke beperking, door de modellen, niet als seksueel aantrekkelijk worden beschouwd. Dit wordt nogmaals bevestigd als blijkt dat twee jongens op hetzelfde meisje vallen. Fleur is model en kiest uiteindelijk voor het model Ronald in plaats van haar lichamelijk beperkte partner Cefas. De lichamelijk beperkte Shushila, die na een ongeval tot een rolstoel gebonden is, wijst mensen met een lichamelijke beperking seksueel af. Shushila heeft een ablebodied vriend en wil zich niet aan „dat gehandicapte wereldje‟ verbinden. EXPEDITION UNLIMITED maakt het moeilijk de kandidaten als seksueel aantrekkelijk te zien, omdat ze worden vergeleken met modellen.
3.2.3 Slachtofferrol In EXPEDITION UNLIMITED worden de kandidaten met een lichamelijke beperking meer dan eens als slachtoffers gerepresenteerd. Een voorbeeld waaruit blijkt dat het programma met montage en muziek de kandidaten een slachtofferrol geeft, is als Samir in de eerste aflevering door de straten van Kaapstad scheurt. Samir vertelt dat hij één keer roept: „En als ze dan niet luisteren, rij ik over ze heen.‟ In het shot dat hierop volgt, rijdt Samir bijna een oudere mevrouw aan. Op de achtergrond speelt de muziek van de Rolling Stones met het nummer Sympathy for the devil, waarmee het programma Samir als slachtoffer, maar ook als „evil‟ wordt geportretteerd.165 Tijdens de vierde aflevering van EXPEDITION UNLIMITED praat de groep over hoe iedereen met zijn beperking omgaat. Vooral de lichamelijk beperkte Kjeld en Shuhila zijn veel aan het woord. Beiden hebben op latere leeftijd door traumatische gebeurtenissen een beperking opgelopen en worden moe van het commentaar van mensen tijdens het uitgaan. „Tof, dat je uitgaat (…) Alsof dat zo bijzonder is‟,
164 165
„Aflevering 1‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 10 november 2008. ibidem
43
verkondigt Kjeld. Onder deze scène is de filmmuziek van AMELIE gemonteerd, om op de emotie van de kijker in te spelen. 166 Niet alleen de programmamakers duwen de lichamelijk beperkten in de slachtofferrol. Ook de modellen zorgen er geregeld voor dat de kandidaten met beperking zich „anders‟ voelen. Tijdens de tweede aflevering beginnen de verschillende teams scheuren te vertonen. Vooral model Ronald en de lichamelijk beperkte Shushila krijgen het te verduren, als ze een opdracht krijgen druiven plat te stampen. In plaats van zijn woede op de able-bodied opdracht te richten, reageert Ronald zijn frustratie op Shushila af: „Godverdomme! Moet ik het wéér allemaal alleen doen!‟167 Een ander voorbeeld hiervan is als de teams in aflevering drie een aantal kisten op het drogen moeten halen. Er zijn vijf kisten met daarin vissen, die de teams moeten verkopen. Sommige teams houden daar volgens de voice-over een gewaagde verkooptechniek op na, waarop je model Tahnee tegen Samir hoort zeggen: „Een beetje zielig kijken. Niets zeggen. Gewoon sip kijken.‟ In het volgende shot vertelt Tahnee over haar tactiek om vis te verkopen. Tahnee vertelt: „Ik ben heel creatief qua geest, dus ik dacht gelijk: “we gebruiken dat been‟”, waarmee het missende been wordt bedoeld. Tahnee spreekt een aantal mensen aan met: „Hello, were selling fish to buy him a new prothese‟, volgens Samir een verkooptechniek die werkt.168 De lichamelijke beperkte Cefas en het model Fleur gebruiken dezelfde methode. Cefas is echter minder blij met deze aanpak, „Die tactiek was niet bij mij opgekomen om mijn handicap en mijn rolstoel te misbruiken.‟ Model Joey is de enige, die van mening is dat die tactiek niet echt aardig is. Zo zegt hij: „ik denk niet dat Lisanne het fijn had gevonden als ik haar beperking als verkooptactiek had gebruikt. Sterker nog, ik denk dat ze daar heel ongelukkig van was geworden.‟169 Ondanks deze goede bedoelingen en een andere tactiek zijn Joey en Lisanne degene die het minste geld binnen halen, wat indirect de boodschap geeft dat de slachtofferrol werkt, als je wilt winnen. Vooral de able-bodied programmamakers en modellen zorgen ervoor dat EXPEDITION UNLIMITED de kandidaten met een lichamelijke beperking als slachtoffer representeert. Door emotionele muziek onder bepaalde fragmenten te zetten en
166
„Aflevering 4‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 1 december 2008. „Aflevering 2‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 17 november 2008. 168 „Aflevering 3‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 24 november 2008. 169 ibidem 167
44
gewaagde opdrachten te bedenken, wordt extra duidelijk gemaakt dat de mensen met een beperking anders zijn.
3.2.4 Supercrips Ook worden de deelnemers met beperking van EXPEDITION UNLIMITED als supercrip geïntroduceerd. Ten eerste hebben vier van de vijf kandidaten hun beperking op jonge leeftijd opgelopen waaraan kanker, een treinongeluk, een aanrijding en een poging tot moord ten grondslag liggen. Lisanne is de enige kandidate die met haar beperking geboren is. Toch hebben alle deelnemers hun beperking overwonnen en hebben iets bereikt. Lisanne en Sushila hebben beiden meegedaan aan DE MIS(S)VERKIEZING, Cefas is wereldkampioen handbiken, Kjeld kan goed skiën en heeft twee maal meegedaan aan de Paralympics en ook Samir speelt basketball op hoog niveau. De kandidaten met een lichamelijke beperking voldoen aan het stereotype van supercrips. Dit steekt scherp af bij de modellen, die naast hun modellenwerk, het mooi zijn, werken of studeren. Lisanne wordt als een supercrip afgeschilderd in aflevering vier. In die aflevering krijgen de teams de opdracht een rotsschildering na te bootsen, zonder te praten. Eén teamlid gaat de grot in om de schildering te bekijken, om vervolgens de schildering uit te beelden. Lisanne, die als enige van de lichamelijk beperkten geen armen heeft, schildert met haar voeten. Lisanne schildert zo goed met haar voeten dat zij hierdoor wint van de vier andere kandidaten mét armen. Lisanne wordt met deze overwinning afgeschilderd als supercrip, omdat zij zonder armen beter kan presteren dan de mensen met armen. Ook de modellen zijn onder de indruk van de prestaties met haar voeten. Model Tahnee verkondigt dat zij dat nooit zou kunnen: „O mijn god. Wat zou ik het erg vinden als mij zoiets overkomen was. Geef mij een mascara en ik kan me echt niet opmaken en Lisanne heeft wel die kracht. Iets speciaals.‟ 170
3.2.5 Authenticiteit Authenticiteit wordt in
EXPEDITION UNLIMITED
gecreëerd door de slachtofferrol. De
kandidaten met een beperking vertellen hoe ze aan hun beperking komen, waardoor het publiek inzicht krijgt in hun belevingswereld. Door de emoties van het trauma en het overwinnen van dat trauma met de kijker te delen, wordt er authenticiteit gecreëerd.
170
„Aflevering 4‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 1 december 2008.
45
3.3 Conclusie Minna Aslama en Mervi Pantti stellen in hun artikel „Talking alone: Reality tv, emotions and autheniticity‟ dat reality televisie kandidaten aanmoedigt om hun echte problemen en emoties te tonen. Het genre de docusoap heeft, met zijn vele afleveringen,
veel
tijd
voor
de
persoonlijkheid
en
authenticiteit
van
de
„hoofdpersonen‟. Beide programma‟s moedigen de kandidaten aan om hun emoties en problemen met de kijker te delen. In DOWN
MET
JOHNNY wordt er authenticiteit
gecreëerd door te laten zien dat de „hoofdpersonen‟ ook „gewoon‟ zijn en geeft daarmee weinig aandacht aan de stereotypen slachtofferrol en supercrip. De personages zijn „echt‟ en tonen hun emoties, wat ze leuk maakt om naar te kijken. EXPEDITION UNLIMITED creëert juist authenticiteit door veel aandacht aan het „bijzondere‟ van de kandidaten te besteden. Het programma focust zich juist op de slachtofferrol en de supercrip. Door de kandidaten hun verhaal te laten vertellen, krijgt het publiek inzicht in hun emoties. Het anders, het afwijken van de able-bodied modellen, maar toch ook gewoon zijn hetgeen wat de kandidaten zo „echt‟ maakt. Zowel DOWN
MET JOHNNY
als
EXPEDITION
UNLIMITED probeert, naar eigen
zeggen, de beeldvorming van mensen met een beperking te verbeteren. DOWN
MET
JOHNNY tracht dit te doen door aan te tonen hoe „gewoon‟ de hoofdpersonen zijn en door veel verschillende handicaps te tonen. Anders dan de titel doet vermoeden, komen er naast het syndroom van Down ook andere verstandelijke beperkingen, zoals autisme en het Soto syndroom, aan bod. EXPEDITION UNLIMITED wil voor nieuwe beeldvorming zorgen door mensen met een beperking te laten integreren met able-bodied modellen. Zo blijken mensen met een beperking bijna even veel te kunnen als de able-bodied modellen. Toch benadrukt het programma juist met deze integratie de verschillen tussen beide groepen en hamert het programma op de benaming model of lichamelijk gehandicapte. Beide programma‟s bevestigen dat seksualiteit en disability niet samengaan. Zo besteden beide programma‟s weinig tot geen aandacht aan de seksualiteit van de hoofdpersonages. In PAUW EN WITTEMAN vertelde Johnny dat hij met zijn programma geen standpunt in wilde nemen wat betreft de seksualiteit van de „hoofdpersonen‟ en dat is voelbaar. Ook EXPEDITION UNLIMITED schenkt net als DOWN
MET JOHNNY
weinig aandacht aan de seksualiteit van de beperkte deelnemers. Wel is er ruimte voor de seksualiteit van de modellen, die hun schoonheid en seksualiteit meer dan eens in de 46
strijd gooien om iets voor elkaar te krijgen. Hierdoor wordt het onderscheid tussen de modellen en de lichamelijk beperkten nogmaals duidelijk gemaakt. In hoofdstuk twee is duidelijk geworden dat publiciteit kan worden gestuurd om het imago van een ster te verbeteren. Patricia Pisters noemt dit proces authenticatie. Het programma DOWN
MET
JOHNNY maakt niet alleen de „hoofdpersonen‟
charismatisch, ook ascribed celebrity Johnny de Mol krijgt, door zich in te zetten voor mensen met een beperking, meer charisma. Door een ander soort programma te maken worden zowel presentator als de zender Veronica authentieker. In EXPEDITION UNLIMITED is het presentatieduo Froukje Janssen en Marc de Hond minder nadrukkelijk aanwezig dan Johnny de Mol, maar toch krijgen deze achieved celebrities de reputatie zich hard te maken voor de integratie tussen mensen met en zonder beperking. In dit hoofdstuk is duidelijk geworden welke thema‟s in de docusoap veel en minder aandacht krijgen. In het volgende hoofdstuk laat ik zien op welke manier mensen met een beperking in de live shows worden gepresenteerd.
47
4. De live show Eerder is duidelijk geworden dat mensen met een beperking steeds meer en vaker aandacht krijgen, zoals in de vorm van de docusoap DOWN MET JOHNNY en het reality programma EXPEDITION UNLIMITED. Mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking zijn ook doorgedrongen in een aantal live shows. In het tweede hoofdstuk is duidelijk geworden dat reality televisie voor de democratisering van sterrendom heeft gezorgd. Mediaprofessor Su Holmes stelt in haar artikel „Reality goes Pop!‟ dat programma‟s als POP IDOL en X-FACTOR de „gewone‟ man gebruikt met als doel ze tot televisiepersoonlijkheid en popster te maken. 171 Holmes is van mening dat deze popprogramma‟s het intieme van reality televisie met sterrendom vermengt: „The pop programs seek to offer a complex union between questions of authenticity in popular music stardom and TV‟s desire for imaging the real. Their fetishization of “real emotions”, “first person” or subjectives modes of expression (Dovey 2000) become inextricricably intertwined with the mediation of stardom and its construction within the discourses of talent, sincerity, and authenticity‟. 172
Met de komst van deze popprogramma‟s kan van iedereen die oprecht en authentiek overkomt en talent heeft tot een ster worden gemaakt. In programma‟s als IDOLS en XFACTOR
is men op zoek naar talent, maar echt talent is tegenwoordig geen vereiste.
IDOLS en X-FACTOR hebben eerder de beperkte medemens op de kaart gezet. Zo werd de licht verstandelijk beperkte Herman een celebrity door zijn vreemde voorkomen en slechte auditie in IDOLS 2. 173 HET KNOOP
GALA
is een live show die zich focust op mensen met een
beperking met muzikaal talent. Het verschil met IDOLS is echter dat er geen winnaar wordt gekozen. De verstandelijk beperkte kandidaten zijn allen winnaars, omdat ze met bekende Nederlanders mogen optreden. In oktober 2009 begon KNOOP IN JE ZAKDOEK met de achtdelige serie KNOOP IN JE
ZAKDOEK MUZIEK waarin Nederlandse topartiesten een masterclass aan acht
talentvolle verstandelijk beperkten gaven. Tijdens deze masterclass werden de deelnemers voorbereid op het KNOOP GALA 2009 waar de deelnemers en bekende artiesten samen zouden optreden. HET
KNOOP GALA,
gepresenteerd door Paul de
Leeuw, werd uitgezonden op 23 december 2009 door Teleac en stond in het teken van
171
Holmes, Su. „Reality goes Pop: Reality tv, popular music and narratives of stardom in pop idol‟. In Television and New Media. Vol.5 no2. may 2004: p. 151 172 Holmes 2004: p. 153 173 http://www.herman-berghuis.nl (5 maart 2010)
48
het 50 jaar bestaande Fonds Verstandelijk Gehandicapten. De optredens werden afgewisseld met fragmenten uit de serie KNOOP IN JE ZAKDOEK MUZIEK. Nog een live show die afgelopen jaar aandacht schonk aan mensen met een beperking is het programma
DE
CAP
AWARDS.
Het programma, uitgereikt op op 28
augustus 2009, werd gepresenteerd door Lucille Werner en Jaap Jongbloed. Het programma DE CAP
AWARDS
is een voortvloeisel van het programma
DE
MIS(S)VERKIEZING, waarin vrouwen met een lichamelijke beperking werden beoordeeld op hun schoonheid. Hiermee liet het programma zien dat vrouwen met een lichamelijke beperking ook mooi kunnen zijn. DE CAP AWARDS richt zich meer op de prestatie mannen en vrouwen met een lichamelijke beperking. Het programma is een award show waarin sterren geëerd worden voor hun prestaties. In het artikel „How does is feel to be a star?‟ van Scott Harris wordt gekeken welke emoties de celebrities vertonen op de rode loper, want naast de awards wordt het “rode loper- moment" als het meest belangrijke van een award show gezien. Daarnaast gaan de gesprekken op de rode loper over de geleverde prestaties, de toekomst plannen, kleding en welke emoties de sterren voelen: „Red-carpet talk focuses on a limited set of topics: the movie or song for which the celebrity is nominated, their plans for future projects, their glamorous attire (and the bodies inside that attire), and their immediate moods and feelings about the evening‟s events.‟174
Emotie en authenticiteit spelen in zowel DE CAP AWARDS als HET KNOOP GALA een rol. Ook de thema‟s verscheidenheid in disability, seksualiteit en de stereotypen slachtofferrol en supercrip komen in de CAP AWARDS en
HET
KNOOP
GALA
naar
voren.
4.1 HET KNOOP GALA 2009 In 2007 vierde KNOOP IN JE ZAKDOEK zijn vijftien jarige jubileum. Het programma is sinds 1992 op televisie te zien en was lange tijd het enige programma, dat aandacht schonk aan mensen met een verstandelijke beperking. KNOOP inmiddels meerdere programma‟s; de serie
IN JE ZAKDOEK
heeft
KNOOP IN JE ZAKDOEK SPEL, KNOOP IN JE
ZAKDOEK INFORMATIE, KNOOP IN JE ZAKDOEK SPORT
Sinds 2008 heeft KNOOP
IN JE ZAKDOEK
en KNOOP IN JE ZAKDOEK MUZIEK.
twee nieuwe presentatrices: Marit van
Bohemen en Dolores Leeuwin. 174
Harris, S.R., K.O. Ferris. „How does it feel to be a star: identifying emotions on the red carpet‟. In Hum stud (2009) 32: p. 138
49
In oktober 2009 begon KNOOP IN
JE ZAKDOEK
met de achtdelige serie KNOOP IN
JE
ZAKDOEK MUZIEK, waarin Nederlandse topartiesten een masterclass aan acht talentvolle verstandelijk beperkten gaven. HET KNOOP GALA 2009, waarin de deelnemers en bekende artiesten een eenmalig optreden gaven, was hier het resultaat van. Paul de Leeuw, die bekend staat als een presentator met veel empathie voor mensen met een verstandelijke beperking, presenteerde het gala samen met de KNOOP IN JE ZAKDOEK
presentatrices Marit van Bohemen en Dolores Leeuwin.
Het achterliggende doel van het KNOOP
IN JE ZAKDOEK
muziekgala is de
geldinzameling voor het Fonds Verstandelijk Gehandicapten. Het fonds bestaat 50 jaar en probeert met behulp van bekende Nederlanders en de bijzondere gehandicapten leden en geld te werven. Bekende Nederlanders als Linda de Mol, Willeke Alberti, Andre van Duin en Youp van het Hek wensen de „muzikale talenten‟ succes en vragen om aandacht voor het Fonds. HET KNOOP GALA 2009 toont in die zin overeenkomsten met OPEN HET DORP. Het verschil is echter dat het programma ook de kunsten van de kandidaten toont. De educatieve omroep TELEAC is met hun programma KNOOP IN JE ZAKDOEK al meer dan 15 jaar begaan met mensen met een verstandelijke beperking. Het programma wordt volgens de site gemaakt voor „mensen met een verstandelijke beperking en iedereen die geïnteresseerd is in hun belevingswereld‟. 175 De omroep streeft er dan ook naar: „jong en oud te verleiden tot het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden‟.176 Daarnaast valt op de site te lezen dat de omroep inspeelt „op de persoonlijke behoefte aan voortdurende ontwikkeling, voor iedereen noodzakelijk in deze snel veranderende samenleving.
177
TELEAC is dus van mening dat deze
samenleving behoefte heeft aan meer programma‟s over mensen met een verstandelijke beperking en speelt hier met de KNOOP IN JE ZAKDOEK serie op in.
4.1.1 Verscheidenheid in disability Er zijn in HET KNOOP GALA veel verschillende zichtbare en niet-zichtbare verstandelijk beperkten vertegenwoordigd. Mike, die eerder te zien was in DOWN
MET JOHNNY,
heeft het Soto syndroom, een zichtbare beperking. Zijn enorme, bijna reusachtige gestalte maakt het publiek gelijk duidelijk dat Mike een beperking heeft. Bij de 175
http://www.teleac.nl/?nr=2177787&site=site_teleac&project=2177773 (3 januari 2010) http://www.teleac.nl/?nr=2165435&site=site_teleac (3 januari 2010) 177 ibidem 176
50
autistische Pim en de licht verstandelijke Isabelle is de beperking voor de kijker minder snel waarneembaar. Ondanks de vele verschillen van de „muzikale talenten‟ wordt er weinig aandacht aan de beperking geschonken. De televisiemakers richten zich vooral op de persoonlijkheid, de talenten en prestaties van de kandidaten.
4.1.2 Seksualiteit De rode loper is bij
HET KNOOP GALA
goed vertegenwoordigd. Alle kandidaten en de
presentatoren gaan gekleed in gala. Naast de mooie jurk, wordt er geen aandacht besteedt aan het lichaam of aan seksualiteit. De nadruk van het programma ligt op het talent van de kandidaten niet op hun seksualiteit.
4.1.3 Slachtofferrol Musicalster Pia Douwes is een van de bekende artiesten die de licht verstandelijke Isabelle een masterclass geeft. Douwes is zich bewust van het talent van haar protegé. Ze is dan ook van mening is dat: „we mensen zoals Isabelle veel meer kansen moeten geven in de maatschappij‟. 178 Toch zorgt Douwes ervoor dat de verstandelijk beperkte Isabelle en de andere kandidaten als the disabled person as pitiable and pathetic worden neergezet. Douwes stelt dat Het Fonds Verstandelijk Gehandicapten een platform voor mensen met een beperking geeft, maar dat daar ook geld voor nodig is. Waarop ze zegt: „Als wij nou, Paul, mensen aanmoedigen geld te storten, niet alleen in de zaal, maar ook thuis‟. 179 Douwes roept met deze opmerking het publiek op deze mensen financieel te helpen, omdat ze dit schijnbaar zelf niet kunnen. Met deze opmerking laat Douwes niet alleen zien dat het programma vanuit een able-bodied perspectief wordt gemaakt, maar bevestigt ze het stereotype dat er over mensen met een beperking bestaat, namelijk dat de kandidaten kinderlijk en zielig zijn en steun nodig hebben. De achieved celebrities Pia Douwes en Paul de Leeuw zetten zich enerzijds in voor het goede doel om geld op te halen, waardoor het Fonds Verstandelijke Gehandicapten in de publiciteit komt. Anderzijds geven de bekende Nederlanders zichzelf ook een beter imago, door zich aan een goed doel te verbinden. Hierdoor vindt authenticatie plaats en krijgen de bekende Nederlanders die zich inzetten een 178 179
HET KNOOP GALA 2009. Teleac. 23 december 2009. ibidem
51
beter imago. Daarnaast wordt het onderscheid duidelijk tussen de deelnemers, de attributed celebrities, en de bekende Nederlanders, de achieved celebrities, die het fonds onder de aandacht brengen.
4.1.4 Supercrips „Ik sta hier vanavond in het theater van Nederland, maar jullie staan vanavond in het mooiste theater van Nederland: Carré Amsterdam. Daar kom je alleen maar als je een echte artiest bent en jullie zijn daar‟.180
Dit is wat zanger Frans Bauer de kandidaten toevertrouwt. Hij geeft de verstandelijk beperkten een steuntje in de rug door zich in te zetten voor het Fonds Verstandelijk Gehandicapten. Bauer geeft ook duidelijk aan dat het om „bijzonder‟ getalenteerde muzikanten gaat. Pim, één van die bijzondere talenten met autisme, zingt opera en krijgt een masterclass van operazangeres Francis van Broekhuizen. Presentator Paul de Leeuw vraagt aan de ouders van Pim, die erg trots op hem zijn, hoe hij aan dit bijzondere talent is gekomen. „Dat heeft hij gewoon‟, zegt moeder van Pim. 181 Tijdens zijn optreden worden shots van het optreden afgewisseld met shots van een Pims glunderende moeder. Na het optreden vraagt Paul hoe Pim en Francis het optreden hebben ervaren. Francis is ontroerd door Pim en zegt met een snik in haar stem: „Ik ben zo trots op je‟.182 Dit zorgt er niet alleen voor dat Pim de supercrip status krijgt, door de emotie die Francis, zijn bekende coach voelt, wordt de kijker gewezen op het bijzondere optreden dat Pim net gegeven heeft. Ook Paul de Leeuw benoemt gedurende de show het kunnen van de kandidaten en maakt meer dan eens duidelijk dat het om bijzondere kandidaten gaat, waardoor je als kijker hiervan wordt overtuigd.
4.1.2 Authenticiteit Authenticiteit is van groot belang in
HET KNOOP GALA.
Niet alleen de emoties van
bekende Nederlanders creëren authenticiteit, ook de verstandelijk beperkten zorgen voor authentieke momenten. Alle deelnemers worden door een fragment uit KNOOP IN JE ZAKDOEK MUZIEK
geïntroduceerd. De grappigste beelden en citaten uit de
180
HET KNOOP GALA 2009. Teleac. 23 december 2009 ibidem 182 ibidem 181
52
achtdelige serie KNOOP
IN JE ZAKDOEK MUZIEK
zorgen voor vermakelijke filmpjes.
Joey, eén van de talenten, speelt de accordeon. In zijn filmpje wordt duidelijk dat hij heel muzikaal is, hoewel hij geen noten kan lezen. Joey heeft een vriendin, maar zo zegt hij in het filmpje: „de accordeon is mijn beste vriendin‟. 183 Het publiek moet na deze opmerking hard te lachen. Deze eerlijkheid van Joey zorgt ervoor dat wij hem als authentiek beschouwen, maar geeft ook het duidelijke verschil met ons, able-bodied persons, weer. Nog een voorbeeld waarin duidelijk wordt dat de kandidaten eerlijk zijn is als het fragment van Mike wordt getoond. Mike, eerder te zien in DOWN MET JOHNNY, vertelt heel eerlijk over dit muzikale avontuur. Op de vraag of hij beroemd wil worden, antwoordt hij: „overdag wel, maar ‟s avonds niet.‟184
4.2 DE CAP AWARDS 2009: AAN TALENT GEEN GEBREK. Op de site van DE CAP AWARDS 2009: AAN
TALENT GEEN GEBREK
staat dat het
programma een show is waarin mensen met een lichamelijke beperking, „verder gaan waar anderen stoppen.‟185 Verder staat op de site vermeld dat DE CAP AWARDS voor handiCAP en CAPability staan. Dat het programma zich op bijzondere mensen met een handicap focust, blijkt dus uit de titel. De show toont negen finalisten, die strijden om een zilveren Cap Award in drie categorieën: Fysiek, Kunst en Cultuur en Carrière. In elke categorie maakt één van de drie finalisten kans op de zilveren CAP award. Van deze zilveren Cap Awards winnaars wordt er één uiteindelijke winnaar gekozen. De drie winnaars strijden om de gouden CAP Award, waarmee ze ambassadeur van Onbeperkt Nederland kunnen worden. Ook DE CAP AWARDS zet zich in voor het goede doel. De awards worden afgewisseld met filmpjes van de finalisten en optredens van bekende artiesten met en zonder lichamelijke beperking. Elk duo-optreden wordt gegeven door iemand met en iemand zonder beperking. Ook
DE CAP AWARDS
willen
met het programma laten zien dat integratie mogelijk is. Lucille Werner, geboren met een lichamelijke beperking, presenteert DE CAP AWARDS
samen met de able-bodied presentator Jaap Jongbloed. Lucille, die moeilijk
loopt vanwege een bij de geboorte opgelopen hersenbeschadiging, is al jaren het 183
HET KNOOP GALA 2009. Teleac. 23 december 2009. ibidem 185 http://player.omroep.nl/?aflID=10010459 (12 januari 2010) 184
53
gezicht van de TROS met het programma LINGO. Werner zet zich met haar stichting, de Lucille Werner Foundation, in voor verbetering van de beeldvorming. Op de website is te lezen dat de Foundation wil bijdragen aan een samenleving die: „open staat voor mensen met een handicap en geen negatief oordeel verbindt aan het hebben van een handicap‟. 186 Lucille Werner is een inspiratiebron voor mensen met een beperking wat haar tot een supercrip maakt. De combinatie Lucille Werner en de zender TROS, algemeen bekend om zijn amusement, heeft veel aandacht aan lichamelijk beperkten opgeleverd. In 2006 kwamen de
TROS
en Werner met DE
MIS(S)VERKIEZING,
waarin vrouwen met een
lichamelijke beperking op schoonheid werden beoordeeld. DE CAP gezien worden als de opvolger van
DE MIS(S)VERKIEZING
AWARDS
kan
en schenkt meer aandacht
aan de bijzondere prestaties die mensen met een lichamelijke beperking hebben geleverd.
4.2.1 Verscheidenheid in disability In het programma
DE CAP AWARDS
zijn verschillende zichtbare en onzichtbare
beperkingen te vinden. Toch valt op dat de kandidaten, die op latere leeftijd hebben opgelopen meer aandacht krijgen, dan de kandidaten die met een beperking geboren zijn. Het programma geeft hierdoor veel ruimte voor de slachtofferrol.
4.2.2 Seksualiteit De voorloper van
DE
CAP
AWARDS, DE MIS(S)VERKIEZING,
focuste veel meer op de
schoonheid en seksualiteit van mensen met een lichamelijke beperking. Dat Lucille Werner van de nadruk op seksualiteit af wil, is in
DE CAP AWARDS
wel te merken. Er
wordt totaal geen aandacht besteed aan seksualiteit en schoonheid. Lucille, zelf achieved celebrity, ziet er daarentegen erg mooi en sexy uit.
4.2.3 Slachtofferrol Opvallend van het programma, dat zich inzet voor beeldvorming van mensen met een beperking, is eigenlijk dat Bibian de Zilveren CAP Award in de categorie Fysiek wint. Bibian, die jaren geleden te zien was in het EO programma JONG, draagt een prothese waardoor haar lichamelijke beperking niet duidelijk opvalt. Bibian is een
186
http://www.lwfoundation.nl/nl/wat-doen-we (5 juni 2010)
54
uitzonderlijke sporter, maar toont ook de keerzijde van haar handicap. Bibian was namelijk liever „gewoon‟ geweest. Dit komt in twee fragmenten naar voren. Bibian‟s filmpje begint met: „Ik mis mijn rechteronderbeen en dit komt doordat ik botkanker had‟. Bibian mist haar been, nét als een able-bodied person een rechteronderbeen zou missen. Dat ze zich nog steeds een able-bodied person voelt, blijkt uit het kennismakingsfilmpje waarin ze zegt: „Ik kan me nog herinneren dat ze het gips er voor de eerste keer afhaalde. Toen was het wel even dikke tranen. Als ik niet helemaal lekker in mijn vel zit en ik sta naakt voor de spiegel en ik zie mezelf staan zonder been, dan vind ik mezelf niet mooi. Nee, helemaal niet zelfs. Dan heb ik absoluut gewoon liever twee benen.‟ 187
Bibian mist haar rechteronderbeen en zou het liefst twee benen hebben gehad. Het programma accentueert de slachtofferrol van de kandidaten. Zo wordt er door middel van de fragmenten wel stil gestaan bij de manier waarop de kandidaten hun lichamelijke beperking hebben opgelopen. De kandidaten die hun beperking, zoals Bibian op latere leeftijd hebben opgelopen, krijgen echter meer aandacht dan de kandidaten met een aangeboren beperking. Deze kandidaten zijn nooit able-bodied geweest en gaan hierdoor natuurlijker met hun beperking om.
4.2.5 Supercrips Het programma begint met een optreden van abled-bodied zangeres Do, Mark Governy, een Amerikaanse gitarist zonder handen, en pianist Julian Thomas, die een hand mist. Ze spelen het nummer Higher Ground van de blinde muzikant Stevie Wonder. Deze bekende artiesten met en zonder lichamelijk beperking zetten de toon voor de rest van de avond. Lucille Werner opent de avond officieel met: „we gaan er een bijzondere avond van maken, die natuurlijk helemaal in het teken staat van mensen die ondanks hun handicap uitzonderlijke prestaties leveren‟. Hieraan voegt Jaap Jongbloed toe dat de kandidaten bijzonder zijn: „Het zijn stuk voor stuk mensen die hun dromen en ambities op geen enkele manier laten beperkten door hun handicap‟. 188 In de categorie Fysiek maken we kennis met de drie finalisten door een filmpje, waarin de finalisten vertellen hoe ze hun handicap hebben gekregen en wat ze willen bereiken. Bibian, de eerste finalist in de categorie fysiek, mist een rechteronderbeen.
187 188
CAP AWARDS: AAN TALENT GEEN GEBREK 2009. TROS. 29 augustus 2009. ibidem
55
Op de website van de CAP AWARDS is te lezen dat Bibians droom, om met snowboarden een gouden medaille te winnen op de Olympische Spelen, in duigen viel toen er botkanker in haar rechteronderbeen werd geconstateerd. Toch weerhoudt dit haar niet van haar passie snowboarden en wakeboarden. Bibian is vorig jaar wereldkampioen adaptive snowboarden geworden in Nieuw-Zeeland en haar doel is om het snowboaden op de paralympische spelen te krijgen, om „mensen te laten zien dat je ondanks het feit dat een handicap hebt, je toch nog heel veel kan.‟ 189 Inspireren is iets wat bij
DE
CAP AWARDS van groot belang is. Alle
genomineerden eindigen hun introductiefilmpje met de boodschap, dat ze nog van alles kunnen ondanks hun handicap. Naast Bibian willen ook genomineerden Nicole, met MS, en Jacques, met een dwarslaesie, laten zien dat er „heel veel dingen zijn die je wél kunt‟. Vooral Jacques laat dit zien, door zich in de able-bodied paardensport te begeven. Hij beoefent sinds twee jaar fanatiek het mennen van paarden, waarmee hij meerdere bekers heeft gewonnen. Jacques vertelt dat er in de mensport geen verschil is tussen mensen mét handicap en zonder handicap. Hij is dus zelfs in de „gewone‟ mensport de beste, wat Jacques tot een echte supercrip maakt.
4.2.2 Authenticiteit Eerder is in het artikel „How does it feel to be a star‟ gebleken dat emoties onderdeel uitmaken van de award show. En ook bij DE CAP AWARDS is dit het geval als blijkt dat Bibian in de categorie Fysiek een zilveren Cap award heeft gewonnen. Ze is daadwerkelijk
verbaasd
en
geëmotioneerd
over
de
winst.
Tijdens
haar
ontvangstspeech verklaart ze: „Wow, helemaal te gek. Ik sta helemaal te trillen.‟ 190 Door te laten zijn hoe ze zich voelt, wordt Bibian echter en authentieker. Dit gevoel wordt versterkt door het getoonde filmpje waarin ze over haar strijd met kanker vertelt. Ze vertelt hoe haar droom in duigen viel, maar dat ze haar doel ondanks haar handicap uiteindelijk heeft bereikt. Door haar strijd met de kijker te delen, lijkt de award haar extra gegund. Ook het programma
DE CAP AWARDS
gebruikt bekende Nederlanders om
aandacht te vragen voor het goede doel. Zangeres Do geeft een optreden samen met de lichamelijk beperkte Mark Governy en Julian Thomas. Ook pianist Jan Vayne geeft een optreden met een lichamelijk beperkte pianiste. Deze achieved celebrities, 189 190
CAP AWARDS: AAN TALENT GEEN GEBREK 2009. TROS. 29 augustus 2009. ibidem
56
die bekend zijn vanwege hun talenten, verbeteren hun imago door hun steun aan mensen met een lichamelijke beperking te betuigen.
4.3 Conclusie Ook live shows besteden aandacht aan mensen met een beperking. Het verschil met de docusoap is dat live shows als DE CAP AWARDS en HET KNOOP GALA de nadruk leggen op het etaleren van talenten van kandidaten. Eigenlijk heeft
HET KNOOP GALA
net als OPEN
HET DORP
in de jaren ‟60 het
doel geld in te zamelen voor mensen met een beperking. Groot verschil is echter dat in
HET
KNOOP GALA mensen met een beperking een platform krijgen waardoor de
groep een gezicht krijgt. Ze worden toegankelijk voor het publiek. Ook AWARDS
DE
CAP
zet zich in voor het goede doel en wil de kandidaten vooral eren.
HET
KNOOP
GALA
laat een breed scala aan verstandelijke beperkingen zien,
maar schenkt daar weinig aandacht aan.
DE
CAP
AWARDS
maakt gebruik van een
presentatieduo: de able-bodied Jaap Jongbloed en Lucille Werner. Er worden veel verschillende beperkingen getoond, maar door artiesten met een beperking aan bekende able-bodied Nederlandse artiesten te koppelen, wordt de nadruk eerder gelegd op het verschil tussen abled en disabled. Opvallend is hoe de kandidaten in
DE CAP AWARDS
met hun beperkingen
omgaan. De twee kandidaten met een aangeboren lichamelijke beperking gaan veel natuurlijker met hun beperking om dan de mensen die hun beperking op latere leeftijd hebben opgelopen. Zij lijken minder het gevoel te hebben, zich naar de buitenwereld te moeten bewijzen. Het merendeel van die kandidaten ziet zichzelf nog steeds als able-bodied en probeert zich ook zo te gedragen. Dit komt duidelijk naar voren in het taalgebruik. Zo zegt Bibian: „Ik ben heel gewoon. Ik mis alleen een been‟.191 De nadruk ligt bij beide programma‟s niet op de seksualiteit van de kandidaten. Alle deelnemers worden voornamelijk als supercrip neergezet. In KNOOP GALA
kandidaten.
HET
gebeurt dit door de nadruk te leggen op het muzikale talent van de
DE
CAP
AWARDS
legt de nadruk op het overwonnen trauma en de
geleverde prestaties. Het programma lijkt echter wel naar uitersten te zoeken: een danser zonder been, een kunstenares zonder hand en een blinde automonteur.
191
CAP AWARDS: AAN TALENT GEEN GEBREK 2009. TROS. 29 augustus 2009.
57
HET
KNOOP GALA
richt zich, naast het talent van de kandidaten, vooral op de
authenticiteit van de kandidaten. Opvallend is de deelname van Mike die eerder in DOWN
MET JOHNNY
verscheen. Hieruit blijkt dat de beschikbare, charismatische
celebrities met beperking niet veel voorkomen. Bekende Nederlandse artiesten proberen in
HET
KNOOP
GALA het
gehandicaptenfonds te helpen, door de mensen thuis op te roepen om geld te doneren, waardoor authenticatie ontstaat. De bekende artiesten genereren aandacht voor mensen met een beperking en krijgen daar zelf een beter imago door. Ook het programma DE CAP AWARDS schakelt bekende Nederlanders in om aandacht te vragen voor het goede doel. Zo geeft zangeres Do een optreden met de lichamelijk beperkte Mark Governy en Julian Thomas. Maar door hulp van bekende Nederlanders in te roepen, worden de kandidaten ook de rol van slachtoffer gegeven en vallen de programmamakers terug op het charity genre.
58
Conclusie Uit het boek Open het dorp: achter de schermen van de organisatie van de A.V.R.O. radio en televisie Aktie, gebaseerd op de agenda van organisator T. van Gelder (hoofd programma Organisatie van de AVRO), blijkt dat de AVRO eind 1961 met de gedachte speelde een radio- en televisieactie te organiseren. 192 Pas in januari 1962 besloot de AVRO een goed doel te kiezen, gericht op mensen met een beperking. Dit resulteerde uiteindelijk in het programma OPEN
HET DORP,
uitgezonden op 26 en 27 november
1962. Opvallend is dat het draaiboek mensen met een beperking niet of nauwelijks noemt. De keer dat ze worden genoemd worden ze als groep geduid. Nergens krijgen ze een gezicht. Het goede doel lijkt hierdoor bijna willekeurig gekozen en had net zo goed ingewisseld kunnen worden voor een andere „needy‟ minderheid. Er is sinds
OPEN HET DORP
echter heel wat veranderd. In meerdere
hedendaagse reality programma‟s zijn specifiek mensen met een beperking het onderwerp. In deze scriptie heb ik dan ook onderzocht hoe mensen met een beperking in vier reality programma‟s worden gerepresenteerd. Dit heb ik gedaan door de onderzochte programma‟s te analyseren aan de hand van vijf thema‟s: verscheidenheid in disability, seksualiteit, de slachtofferrol, de supercrip en authenticiteit. De vier reality programma‟s die zijn onderzocht zijn de twee docusoaps DOWN MET JOHNNY en EXPEDITION UNLIMITED
en de twee live shows HET KNOOP GALA en DE CAP AWARDS.
Het format lijkt op het eerste gezicht garant te staan voor bepaalde thema‟s. Zo heeft de docusoap met zijn vele afleveringen genoeg tijd om op de authentieke emoties van de „hoofdpersonen‟ in te gaan, terwijl de live show zich in eerste instantie richt op de kunsten van de kandidaten. Toch blijkt deze aanname niet helemaal waar. De vier geanalyseerde programma‟s tonen allen veel verscheidenheid in disability, maar geven hier niet allemaal even veel aandacht aan. In EXPEDITION UNLIMITED en DE CAP AWARDS zijn veel verschillende beperkingen vertegenwoordigd. Toch leggen deze programma‟s de nadruk op de integratie van mensen met en zonder beperking. Beide programma‟s maken gebruik van een presentatieduo van iemand met en zonder beperking, maar juist door deze integratie wordt het publiek op de aanwezige verschillen gewezen. DOWN MET JOHNNY besteedt de meeste aandacht aan zichtbare en minder zichtbare beperkingen, waardoor het publiek een idee krijgt van het brede scala aan beperkingen.
192
Open het dorp 1963: p. 1
59
Aan seksualiteit wordt in de vier programma‟s bijna geen aandacht geschonken. In de live shows wordt er geen aandacht besteedt aan seksualiteit. In beide programma‟s zijn de kandidaten in gala uitgedost en is er een „rode loper moment‟. Toch wordt aan er aan het uiterlijk van de kandidaten geen aandacht besteedt. Voor de emoties van de deelnemers is echter wel weer veel plaats ingeruimd. Ook in de docusoaps wordt het thema seksualiteit bijna niet aangesneden. DOWN
MET JOHNNY
doet geen uitspraken
over de seksualiteit van de verstandelijk beperkten en Johnny de Mol houdt zich dan ook bewust afzijdig. Alleen in EXPEDITION UNLIMITED wordt aandacht geschonken aan seksualiteit van de kandidaten. Zo heeft de lichamelijk beperkte Cefas een oogje op model Fleur. Zij heeft daarentegen meer oog voor model Ronald. Aldus wordt vooral het idee dat seksualiteit en disability niet samengaan bevestigd. De slachtofferrol is in alle programma‟s aanwezig. Vooral
EXPEDITION
UNLIMITED besteedt hieraan veel aandacht. Deze tiendelige serie waarin mensen met een lichamelijke beperking de hoofdrol spelen creëert authenticiteit door de deelnemers hun trauma‟s te laten delen. Ook
DE
CAP
AWARDS
wil duidelijk maken dat de
lichamelijk beperkte finalisten een trauma achter de rug hebben. Dit doet het programma door korte fragmenten van de finalisten te tonen waarin ze over hun beperking vertellen.
HET KNOOP GALA
onderwerp niet aan te snijden. Toch geeft
probeert hieraan te ontkomen door het HET KNOOP GALA
onbewust aandacht aan de
slachtofferrol door het publiek te vragen geld te doneren voor het Gehandicapten Fonds. DOWN
MET JOHNNY
geeft weinig aandacht aan de slachtofferrol en weet dit
stereotype het beste te vermijden. Daarentegen is het stereotype supercrip alom vertegenwoordigd. DOWN JOHNNY
MET
probeert wederom dit stereotype de minste aandacht te geven. De andere drie
programma‟s geven het stereotype veel meer aandacht. Zo spreekt HET KNOOP GALA van „muzikale talenten‟ en wil door middel van deze talenten geld inzamelen voor het Fonds Verstandelijk Gehandicapten. Ook
EXPEDITION UNLIMITED
en DE CAP AWARDS,
waarin mensen met een lichamelijke beperking een hoofdrol spelen, maken gretig gebruik van dit stereotype. Deze programma‟s lijken dan ook naar uitersten te zoeken: een danser zonder been, schilderen zonder handen, druiven pletten met een dwarslaesie. Daarnaast neigen alle intermezzo‟s in DE CAP AWARDS, met daarin optredens van succesvolle mensen met een beperking, naar het absurde. Dit gebeurt juist omdat het programma vol supercrips zit. De enige gehandicapten die hieraan weten te ontsnappen zijn presentatoren Lucille 60
Werner en Marc de Hond. Lucille en Marc hoeven als celebrity geen slachtofferrol in te nemen of hun kunsten te tonen om op televisie te verschijnen. Vergeleken met
OPEN HET DORP
lijkt deze hernieuwde interesse voor mensen
met een beperking terug te grijpen op het volksvermaak uit de negentiende eeuw, het zogenaamde „spectacle of the real‟ zoals de Freak Show en het lijkenhuis. De mens als toeschouwer heeft altijd een voorkeur gehad voor het „andere‟ en kan met de komst van het reality genre genoeg afwijkends op televisie zien. Het blijven immers amusementsprogramma‟s waarmee het able-bodied publiek zich kan verbazen over de overeenkomsten en de verschillen met de disabled. Van de andere kant is er wel degelijk een verschil met de negentiende-eeuwse freak. In alle programma‟s is er ruimte voor het thema authenticiteit en hebben de hoofdpersonen de mogelijkheid hun emoties met het publiek te delen. Ze krijgen hierdoor een stem. Naast bijzonder blijken de „hoofdpersonen‟ ook heel gewoon te zijn. Een tweede verschil met de Freak Show is dat mensen met een beperking niet als groep, maar als individu worden gerepresenteerd. Deze aandacht voor het individu komt voort uit de celebrity cultuur. Van de vier programma‟s richt DOWN
MET JOHNNY
zich als enige op het
normaliseren van de „hoofdpersonen‟ en geeft hierdoor het meest vernieuwende beeld. De andere drie programma‟s willen juist het „bijzondere‟ van de kandidaten benadrukken, waardoor bepaalde stereotypen meer aandacht krijgen. Het begrip disability zoals Disability Studies het formuleert is in geen van de programma‟s te vinden. Media maken programma‟s vanuit een able-bodied perspectief waardoor de beperkingen bij de hoofdpersonen worden gelegd en niet zoals Disability Studies het zou willen zien bij de maatschappij. Toch ben ik van mening dat de reality programma‟s waarin mensen met een beperking de hoofdrol spelen voor een minder eenduidig beeld hebben gezorgd. Er is echt door deze programma‟s veel meer verscheidenheid in disability te vinden waardoor meerdere representaties mogelijk zijn. Met de komst van reality tv is het voor iedereen, zelfs mensen met een beperking, mogelijk een celebrity te worden. Niet alleen mensen met een beperking worden als celebrity geportretteerd, ook de gevestigde sterren geven hun sterrendom een extra boost door zich in te zetten voor een goed doel. Nederland schenkt inmiddels veel aandacht aan mensen met een beperking. Lucille Werner heeft zelfs het succesvolle format van
DE
CAP
AWARDS
aan
verschillende landen verkocht. 61
Mediapsycholoog David Giles stelt dat de celebrity in zijn puurste vorm gezien kan worden als een hype. De achieved en ascribed celebrities creëren met hun steun aan mensen met een beperking een culturele fabricatie, de celebrity met een beperking. De fascinatie voor deze „afwijkende‟ groep is nog steeds aanwezig. En Giles heeft dan ook gelijk: „The television viewing world is a bottomless pit of potential celebrities‟ 193 en de democratisering van roem is nog lang niet ten einde. De vraag blijft of deze representaties, met af en toe absurde beelden, de beeldvorming van mensen met een beperking heeft veranderd. Staat aandacht voor deze groep ook garant voor normalisering? Hoe reageren kijkers op deze nieuwe sterren? Komt de interesse vanuit voyeurisme? Of zijn de kijkers daadwerkelijk betrokken bij deze celebrities vanwege hun authenticiteit? En ziet het publiek dat mensen met een beperking een stem hebben gekregen? Een aantal nieuwe onderzoeksvragen liggen op het terrein van receptieonderzoek.
193
Giles 2000: p. 71
62
Bronvermelding Alleyne, Mark D. „The United Nations' Celebrity Diplomacy‟. In SAIS Review. Volume 25, Number 1, Winter-Spring 2005: p. 175-185. Aslama, Minna and Mervi Pantti. „Talking alone: Reality tv, emotions and autheniticity‟. In European Journal of Cultural studies. Vol 9 (2) 2006: p. 167-184.
Barnes, Colin. Disabling Imagery and the Media. Halifax: Ryburn, 1992. Bellemakers, Connie. Douwe van Houten. „Disability Studies verdient een plek in gezondheidszorgopleidingen.‟In Onderwijs & gezondheidszorg: informatieblad van de Vereniging van Opleidingsinstituten voor Verplegende en Verzorgende Beroepen (VOVB) Vol. 33, No. 4 (2009): p. 7-10. Bibu/Eco. „Aanslag was hét tv-moment‟. De Gooi- en Eemlander, 2 januari 2010.
Bickenbach, JE. S Chatterji, EM Badley, TB
Ustun. „Models of disablement,
universalism and the international classification of impairments, disabilities and handicaps‟ In Social science & medicine:1999 vol:48 iss:9: p. 1173 -1187.
Blum, Virginia L. Flesh wounds: the culture of cosmetic surgery. Berkley: University of California Press, 2003. Broome, R. „Not Strictly Business: Freaks and the Australian Showground World‟. In Australian historical studies. 2009 vol:40 iss.3: p. 323-342.
Cashmore, Ellis. Celebrity/ Culture. Abington: Routledge, 2006. Cooper, Andrew F. „Beyondone image fits all: Bono and the complexity of celebrity diplomacy‟. In Global Governance 14 (2008): p. 265-272.
DeCordova, Richard. Picture personalities: the emergence of the star system in America. Urbana: University of Illinois Press, 1990.
63
Dyer, Richard, Paul MacDonald. Stars. (1979) Londen: British Film Institute, 1998.
Dyer, Richard. Heavenly Bodies: Film stars and Society. Londen and New York: Routledge, 1986.
Eiesland, Nancy L. The Disabled God: Toward a liberatory theology of disability. Nashville: Abington Press, 1994. Fox, Stephen D. „Barbara Kingsolver and Keri Hulme: Disability, family, and culture.‟ In Critique Summer 2004. vol.45 no.4: p. 405-420. Geelen, Jean-Pierre. „Waarom niet eens een dove bij Lingo‟. De Volkskrant. 25 augustus 2008.
Giles, David. Illusions of immortality: a psychology of fame and celebrity. London: Macmillan press, 2000.
Goggin, Gerard and Newell, Christopher. 'Uniting the Nation?: Disability, Stem Cells, and the Australian Media.' In Disability & Society 19.1 (2004): p. 47-60. Gripsrud, Jostein. „Broadcast Television: the changes of its survival in the digital age.‟ In: Lynn Spigel en Jan Olsson (eds) Television after TV. Essays on a Medium in Transition (Durham: Duke University Press, 2004): p. 211-224. Harnett, A. „Escaping the „Evil Avenger' and the „Supercrip': Images of disability in popular television. In Irish Communication Review, 8, 2000: p. 21-29 Harris, Leslie. „Disabled Sex and the Movies‟. In Disability Studies Quarterly 22.4 (2002): p. 144-62. Harris, S.R., K.O. Ferris. „How does it feel to be a star: identifying emotions on the red carpet‟. In Hum stud (2009) 32: p. 133-152.
64
Hayes, M.T., and Black, R. „Troubling signs: Disability, Hollywood movies and the construction of a discourse of pity‟. In Disability Studies Quarterly, 10(1), 2003: p. 118.
Hermes, Joke. Maarten Reesink. Inleiding televisiestudies. Boom: Amsterdam, 2003.
Herps, Marjolein. Ontwikkelingen in de zorg voormensen met een verstandelijke beperking in n de afgelopen 15 jaar: Een onderzoek naar aanleiding van het 15 jarig bestaan van het TELEAC programma ‘Knoop in je zakdoek’. Vilans / TeleacNot: Oktober 2007.
Holmes, Su and Sean Redmond. Framing Celebrity: new directions in celebrity culture. Abington: Routledge, 2006. Holmes, Su. „Reality goes Pop: Reality tv, popular music and narratives of stardom in pop idol‟. In Television and New Media. Vol.5 no2. may 2004.
Hond, Marc de. Kracht: het nieuwe leven van een optimist. Nieuw Amsterdam: Amsterdam, 2008.
Isaacson, Walter. Kissinger: a biography. Simon &Scuster: New York, 1992. Iyer, Anupama. „Depiction of intellectual disability in fiction‟. In Advances in Psychiatric Treatment (2007), vol. 13: p. 127–133. Kriegel, Leonard. „The wolf in the pit in the zoo.‟ In Social Policy 13, no. 2 ( Fall 1982): p. 16-23.
Larsen, Robin; Haller, Beth A. The Case of 'Freaks': Public reception of real disability. In Journal of Popular Film and Television. January 1, 2002: p. 164-172. Margolis, Howard, and Arthur Shapiro. „Countering negative images of disability in classical literature.‟ In The English Journal. Vol. 76, No. 3 (March 1987): p. 18-22.
65
Nelson, Jack A. The Disabled, the Media, and the Information Age. Greenwood Press. Westport, 1994. Norden, Martin F. Cahill, Madeleine A. „Violence, Women, and Disability in Tod Browning's "Freaks" and "The Devil Doll"‟. In Journal of Popular Film & Television (Summer 1998) Issue 26:2: p. 86-94.
Oliver, Michael. Understanding disability: from theory to practice. London: Macmillan press, 1996.
Open het dorp: achter de schermen van de organisatie van de A.V.R.O. radio en televisie Aktie. AVRO: 1963. Pisters, Patricia. „In het spiegelpaleis van de roem‟. In Thomas Elsaesser (red.) Hollywood op straat. Vossiuspers AUP, Amsterdam 2000: p. 195-213. Quilan, Margret M. and Benjamin R. Rates. „Dances and discourse of (dis)ability: Heather Mill‟s Embodiment of disability in Dancing with the stars.‟ In Text and performance quarterly. Vol. 28, NOS. 1-2, January-April 2008: p. 64-80. Rembis, Michael A. „Beyond the binary: rethinking the social model of disabled sexuality‟. In Sexuality and Disability. Volume 28, Nr. 1 / March, 2010: p.51-60.
Robert Bogdan. Freak Show: Presenting Human Oddities for Amusement and Profit. Chicago: University of Chicago Press: 1988.
Rojek, Chris. Celebrity. Londen: Reaktion Books, 2001.
Rose, Randy and Stacy Wood, (2005) "Paradox and the Consumption of Authenticity through Reality Television," Journal of Consumer Research, 32 (September): p. 284296. Safran, Stephen P. „The first century of disability portrayal in film: an analysis of the literature.‟ In The journal of special education. Vol. 31/No. 4/ 1998: p. 467-479. 66
Sears, Claire. „Electric brilliancy: cross-dressing law and freak show displays in the nineteenth-century San Francisco‟. In WSQ: Woman’s Studies Quarterly 36:3 & 4 (Fall/ Winter 2008): p. 170-187. Seno, Diana, Bryan A. Lukas. „The equity effect of product endorsement by celebrities: A conceptual framework from a co-branding perspective.‟ In European Journal of Marketing 41 (1-2) 2007: p. 121-134. Squier, Susan M. „So Long as They Grow Out of It: Comics, The Discourse of Developmental Normalcy, and Disability‟. In Journal of Medical Humanities. Volume 29, Number 2 / June, 2008: p. 71-88.
Schwartz, Vanessa. R. Spectacular Realities: Early Mass Culture in fin-de-siècle Paris, Berkeley: University of California Press, 1998. Turner, Graeme. „The Mass Production of Celebrity: “Celetoids”, Reality TV and the “Demotic Turn”‟. In International Journal of Cultural Studies 9.2 (2006): p. 153–165.
Turner, Graeme. Understanding Celebrity. London: Sage, 2004.
UPIAS (1976) Fundamental principles of disability. Union of the Physically Impaired Against Segregation.
Weber, Max. S. N. Eisenstadt. On Charisma and Institution Building. Chicago: The university of chicago press, 1968. Whittington-Walsh, Fiona. (2002)„From Freaks to savants: disability and hegemony from the hunchback of the notre dame to sling blade.‟ In Disability & Society, vol.17, No. 6: p. 695-707.
Websites http://www.publiekeomroep.nl/page/organisatie/historie http://www.downeys.nl/site/index.cfm 67
http://www.veronicatv.nl/web/show/id=353102/langid=43 http://llink.nl/expunl/ https://llink.nl/llink/overllink.php http://www.herman-berghuis.nl http://www.teleac.nl/?nr=2165435&site=site_teleac http://www.lwfoundation.nl/nl/wat-doen-we
Afleveringen DOWN MET JOHNNY „Aflevering 1‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 8 maart 2009 „Aflevering 2‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 15 maart 2009 „Aflevering 3‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 22 maart 2009 „Aflevering 4‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 29 maart 2009 „Aflevering 5‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 5 april 2009 „Aflevering 6‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 12 april 2009 „Aflevering 7‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 19 april 2009 „Aflevering 8‟. DOWN MET JOHNNY. Veronica. 26 april 2009
EXPEDITION UNLIMITED „Aflevering 1‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 10 november 2008 „Aflevering 2‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 17 november 2008 „Aflevering 3‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 24 november 2008 „Aflevering 4‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 1 december 2008 „Aflevering 5‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 8 december 2008 „Aflevering 6‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 15 december 2008 „Aflevering 7‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 22 december 2008 „Aflevering 8‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 29 december 2008 „Aflevering 9‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 5 januari 2009 „Aflevering 10‟. EXPEDITION UNLIMITED. LliNK. 12 januari 2009
HET KNOOP GALA 2009. Teleac. 23 december 2009 CAP AWARDS: AAN TALENT GEEN GEBREK 2009. TROS. 29 augustus 2009 PAUW EN WITTEMAN. VARA. 4 maart 2009
68
Afbeelding 1. [Johnny en Marika uit DOWN MET JOHNNY] http://www.veronicatv.nl/web/show/id=377129/langid=43
69