Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015
ANALYSE VAN DE JURIDISCHE STRUCTUUR VAN DE PROFESSIONELE VOETBALCLUBS IN BELGIE, DUITSLAND, ENGELAND, FRANKRIJK EN NEDERLAND MET SPECIFIEKE AANDACHT VOOR DE ROL VAN DE SUPPORTERS BINNEN DIE STRUCTUUR
Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door
De Visschere Michiel (studentennr. 01004353)
Promotor: Prof. Dr. Vermeersch An Commissaris: Prof. Dr. De Ruyver Brice
II
Voorwoord Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn vijfjarige rechtenopleiding aan de Universiteit van Gent. Ik beschouw deze periode als bijzonder boeiend en leerrijk. De jaren zijn dan ook voorbij gevlogen. Alvorens te starten met de eigenlijke masterproef is een dankwoord zeker op zijn plaats. Eerst gaat mijn dank uit naar mijn promotor, Prof. Dr. An Vermeersch, die mij de voorbije twee jaar heeft begeleid. Haar advies heeft ervoor gezorgd dat ik deze opdracht tot een goed einde heb kunnen brengen. Vervolgens wens ik ook al de personen te bedanken die de tijd hebben genomen om mijn vragen te beantwoorden. Op die manier kreeg ik vanuit de praktijk een beter beeld van de behandelde materie. Het gaat hier om: Mark Uytterhoeven, Hans Vandeweghe, Filips Dhondt, Ivan De Witte, Kevin Van De Wiele, Alex Verstraeten, Erik Reynaerts, Phillipe Reinards, Filip Raes, John Martin, Rudy Claessens, Gert Van Dyck, Johnny Maesen, Marc De Noël, Jan Van Dingenen, Mary Dieleman en Wim Van Goethem. Verder wil ik ook mijn vrienden bedanken voor de steun en vooral voor de vijf geweldige jaren die we hier samen hebben mogen beleven. Tot slot wens ik nog mijn ouders en mijn broer te bedanken. Zij hebben mij tijdens mijn studies en tijdens het schrijven van deze masterproef altijd gesteund.
Omvang masterproef: 54792 woorden; bijlagen: 7342 woorden. Deze masterproef is afgedrukt op 100% gerecycleerd papier.
III
IV
Inhoudstafel DEEL 1. SCHETS VAN DE VOETBALWERELD
5
Hoofdstuk 1. Supporters Afdeling 1. Perceptie over supporters Afdeling 2. KV Mechelen Afdeling 3. AFC Wimbledon
5 5 5 7
Hoofdstuk 2. Belangen in de voetbalwereld Afdeling 1. Sportieve belang Afdeling 2. Economische belang Afdeling 3. Politieke belang Afdeling 4. Juridische belang
DEEL 2. BELGIE Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Vereniging §1. Algemeen §2. Feitelijke vereniging 1. Begrip 2. Leden en bestuur 3. Optreden in rechte §3. Vereniging zonder winstoogmerk 1. Verbod op nijverheids- of handelsdaden en winstuitkering 2. Effectieve leden 3. Toegetreden leden 4. Organen en werking 4.1. Algemene vergadering 4.1.1. Bevoegdheden 4.1.2. Leden 4.1.3. Wijze van besluitvorming 4.2. Raad van bestuur 4.2.1. Bevoegdheden 4.2.2. Leden 4.2.3. Wijze van besluitvorming 4.3. Dagelijks bestuur 4.3.1. Bevoegdheden 4.3.2. Leden 4.3.3. Wijze van besluitvorming Afdeling 3. Vennootschappen §1. Begrip §2. Onderscheid met de VZW §3. Types vennootschappen §4. Naamloze vennootschap 1. Begrip
9 9 10 11 13
15 15 15 15 15 17 17 17 18 18 19 19 20 21 21 21 21 22 23 23 24 24 25 25 26 26 27 27 27 28 28 28
V
2.
Organen en werking 2.1. De algemene vergadering 2.1.1. Bevoegdheden 2.1.2. Leden 2.1.3. Wijze van besluitvorming 2.2. Raad van bestuur 2.2.1. Bevoegdheden 2.2.2. Leden 2.2.3. Wijze van besluitvorming 2.3. Commissaris 2.4. Directie comité/dagelijks bestuur §5. Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 1. Begrip 2. Organen en werking 2.1. Algemene vergadering 2.2. Raad van bestuur 2.3. Dagelijks bestuur 2.4. Commissaris §6. Vennootschap met sociaal oogmerk Hoofdstuk 2. Analyse van het Belgische profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Belgische voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis §2. Professionalisering §3. Competitiehervormingen §4. Licentieproblematiek Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen 1. Eerste klasse 2. Tweede klasse §2. VZW’s §3. Gedeelde structuur 1. VZW en NV 2. VZW en CVBA 2.1. Cercle Brugge 2.2. KVC Westerlo 2.3. Waasland-Beveren 2.4. Zulte Waregem 3. KAA Gent §4. NV 1. Club Brugge 2. RSC Anderlecht 3. Standard 4. KV Oostende 5. Sporting Charleroi §5. CVBA 1. Kortrijk 2. Lierse SK 3. Moeskroen-Péruwelz
VI
29 30 30 30 31 32 32 33 34 34 35 36 36 37 37 37 38 38 38 41 41 41 41 42 43 44 44 44 45 45 47 47 48 48 49 49 50 51 52 52 53 54 55 56 56 57 58 59
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Invloed op het beleid? Afdeling 2. Supporters Liaison Officer en supportersfederatie Afdeling 3. Ondervraging supportersfederaties Afdeling 4. Commissie voor Sport
61 61 62 63 63
Hoofdstuk 4. Conclusie
65
DEEL 3. DUITSLAND
67
Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Eingetragener Verein §1. Begrip §2. Organen en werking 1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden 1.2. Leden 1.3. Wijze van besluitvorming 2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden 2.2. Leden 2.3. Wijze van besluitvorming Afdeling 2. Aktiengesellschaft §1. Begrip §2. Organen en werking 1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden 1.2. Leden 1.3. Wijze van besluitvorming 2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden 2.2. Leden 2.3. Wijze van besluitvorming 3. Raad van Commissarissen 3.1. Bevoegdheden 3.2. Leden 3.3. Wijze van besluitvorming Afdeling 3. Gesellschaft mit beschränkter Haftung §1. Begrip §2. Organen en werking 1. Algemene vergadering 2. Directie Afdeling 4. Kommanditgesellschaft auf Aktien §1. Begrip §2. Organen en werking
67 67 67 67 67 67 68 68 69 69 69 70 70 70 70 70 70 71 71 72 72 72 73 73 73 74 74 74 74 75 75 76 76 76 76
Hoofdstuk 2. Analyse van het Duitse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Duitse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis §2. Professionalisering
79 79 79 80
VII
§3. Bundesliga §4. Licentiesysteem Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Regelgevend kader 1. De 50+1-regel 2. Lex Leverkusen und Wolfsburg 3. Kritiek op de 50+1-regel §2. De structuren 1. Algemeen 2. Eingetragener Verein 2.1. Algemeen 2.2. FC Schalke 04 2.3. VfB Stuttgart 3. Aktiengesellschaft 3.1. Hamburger SV & Eintract Frankfurt 3.2. FC Bayern München 4. Gesellschaft mit beschränkter Haftung 4.1. TSG 1899 Hoffenheim 4.2. Borussia Mönchengladbach 5. Kommanditgesellschaft auf Aktien 5.1. Borussia Dortmund 5.2. Hannover 96
80 81 82 82 82 83 83 84 84 84 84 84 85 86 86 86 87 87 87 88 88 88
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. 50+1-regel Afdeling 2. Andere vormen van supportersparticipatie
89 89 89
Hoofdstuk 4. Conclusie
91
DEEL 4. ENGELAND Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Private company limited by shares & public limited company §1. Algemeen §2. Organen en werking 1. Algemeen 2. Algemene vergadering 2.1. Bevoegdheden 2.2. Leden 2.3. Wijze van besluitvorming 2.3.1. Schriftelijk besluit 2.3.2. (Gewone) Algemene vergadering 3. Raad van bestuur 3.1. Bevoegdheden 3.2. Leden 3.3. Wijze van besluitvorming Hoofdstuk 2. Analyse van het Engelse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Engelse voetbal
VIII
93 93 93 93 93 93 93 94 94 94 95 95 96 97 97 98 98 101 101
§1. Ontstaansgeschiedenis §2. Professionalisering §3. Tragedies en gevolgen §4. Licentieregels Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Vennootschappen §2. Verhandeling van clubs
101 101 102 103 104 104 105
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Supporters Direct Afdeling 2. Arsenal Supporters’ Trust Afdeling 3. Swansea City Supporters’ Trust Afdeling 4. Supporters Board Afdeling 5. Pompey Supporters Trust Afdeling 6. Rapporten
107 107 107 108 108 109 109
Hoofdstuk 4. Conclusie
111
DEEL 5. FRANKRIJK
113
Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. La Société Anonyme §1. Begrip §2. Organen en werking 1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden 1.2. Leden 1.3. Wijze van besluitvorming 2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden 2.2. Leden 2.3. Wijze van besluitvorming 3. Raad van Commissarissen 3.1. Bevoegdheden 3.2. Leden 3.3. Wijze van besluitvorming 4. Directie 4.1. Bevoegdheden 4.2. Leden 4.3. Wijze van besluitvorming Afdeling 3. Sportvennootschappen §1. Algemeen §2. EURSL §3. SAOS §4. SASP
113 113 113 113 114 114 114 114 114 115 115 116 116 117 117 117 118 118 118 118 119 119 119 119 119 120
Hoofdstuk 2. Analyse van het Franse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Franse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis
121 121 121
IX
§2. Professionalisering §3. Licentieregels Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen §2. AS Monaco §3. PSG
121 122 123 123 123 124
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie
126
Hoofdstuk 4. Conclusie
127
DEEL 6. NEDERLAND
129
Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Stichting §1. Begrip §2. Organisatie en werking 1. Leden 2. Het bestuur 3. Het toezichtsorgaan Afdeling 2. besloten vennootschap en naamloze vennootschap §1. Begrip en kenmerken §2. Organisatie en werking 1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden 1.2. Leden 1.3. Wijze van besluitvorming 1.3.1. Bijeenroepen 1.3.2. Aanwezigheid op de vergadering 1.3.3. Stemrecht 2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden 2.2. Leden 2.3. Wijze van besluitvorming 3. Raad van Commissarissen 3.1. Bevoegdheden 3.2. Leden 3.3. Wijze van besluitvorming:
129 129 129 130 130 130 131 132 132 133 133 133 134 135 135 135 136 138 138 139 140 141 141 142 142
Hoofdstuk 2. Analyse van het Nederlandse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Nederlandse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis §2. Indeling van de competities §3. Licentieregels Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen §2. Stichtingen §3. Vennootschappen 1. Algemeen 2. Besloten vennootschap
143 143 143 143 144 145 145 145 146 146 146
X
2.1. Algemeen 2.2. Vitesse 3. Naamloze vennootschap. 3.1. ADO Den Haag 3.2. Ajax 3.3. AZ 3.4. Feyenoord 3.5. PSV
146 147 148 148 149 150 150 151
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Feyenoord
153 153 153
Hoofdstuk 4. Conclusie
155
DEEL 7. BESLUIT
157
XI
XII
Inleiding Al van jongs af aan ben ik door sport gepassioneerd. Tijdens mijn zesde levensjaar trok ik mijn eerste paar voetbalschoenen aan en was ik elke week te “bewonderen” op het veld van KFC Tielt, later met SK Tielt gefusioneerd tot VV Tielt. Het bleef weliswaar niet enkel bij voetbal. Ook tennis, judo, bowlen en waterpolo passeerden de revue. Naast een liefde voor de sport ontwikkelde zich ook een fascinatie voor het wereldje achter de schermen van de sport, vooral dan voor wat betreft de voetbalwereld. Wanneer je jong bent, ervaar je voetbal enkel als iets plaatselijks, je beseft niet dat het een deel uitmaakt van een mondiaal gegeven. De voetbalwereld is echter een zeer complexe wereld waarin er heel wat belangen spelen1. Het was dan ook zeer logisch dat ik het vak sportrecht in mijn curriculum ging opnemen. Wat betreft sportrecht heerst er discussie of het wel om een afzonderlijke rechtstak gaat. Sommige auteurs, waaronder Beloff, stellen dat er sprake is van een lex sportiva die autonoom bestaat ten opzichte van nationaal recht. Andere auteurs ontkennen dit en vinden dat het recht louter op sport wordt toegepast.2 Terwijl ik dit vak volgde, werd mij alvast duidelijk dat binnen het sportrecht verscheidene andere rechtstakken een rol spelen, zoals arbeidsrecht, Europees recht, strafrecht, fiscaal recht, vennootschapsrecht...Dit maakt het een complexe, maar net ook zeer interessante materie. In deze masterproef koppel ik het sportrecht aan het vennootschapsrecht. Voetbalclubs staan niet buiten het recht, ook zij dienen een juridische structuur aan te nemen. Er bestaat geen uniforme internationale vennootschapsrechtelijke structuur voor voetbalclubs. Iedere club neemt dus een structuur aan die in haar nationale recht wordt teruggevonden. In dit eindwerk zal ik geen overzicht van elke verenigings- en vennootschapsvorm per land geven, maar zal ik mij toespitsen op net die structuren die door de professionele voetbalclubs worden gehanteerd. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: Welke verenigings- en vennootschapsvormen nemen professionele voetbalclubs aan en waarom verkiezen ze de ene structuur boven de andere? Is er bovendien ruimte voor supportersparticipatie binnen die structuur? De keuze voor een bepaalde structuur kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van de specifieke evolutie die het voetbal in een bepaald land heeft doorgemaakt. Vervolgens analyseer ik
1 2
Infra Deel1, Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 2. Belangen in de voetbalwereld. J. MAESCHALCK, A. VERMEERSCH en K. D. SAEDELEER, Sportrecht, Brugge, die Keure 2013, 9.
1
welke implicaties de structuur heeft op de machtsverhouding binnen de voetbalclub. De nadruk wordt dus vooral op de bevoegdheidsverdeling en het beslissingsproces gelegd. Daarnaast schenk ik ook veel aandacht aan de supporters. Supporters vormen mee de ziel van hun ploeg. Als 12de man trachten ze hun invloed uit te oefenen op elke wedstrijd, maar vaak is hun invloed op het beleid nihil. Ik zal daarom onderzoeken in welke mate supporters worden betrokken in de beleving, in het beleid en in welke mate er ruimte is voor verbetering. Het verhaal over de redding van KV Mechelen is een prachtig voorbeeld van hoe supporters het beleid kunnen beïnvloeden3. Ten slotte stel ik welke structuren volgens mij te verkiezen zijn en in welke mate supporters al dan niet bij het beleid moeten worden betrokken. Mijn keuze om de professionele voetbalclubs in België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland te onderzoeken, is ingegeven op basis van verschillende gronden. Ten eerste zijn het landen waar voetbal de belangrijkste sport is. Ten tweede is het voetbalwezen in elk van deze landen anders georganiseerd en dit op basis van een verschillende maatschappelijke en historische context. Ten slotte zijn het, met uitzondering van Frankrijk, ook de landen die aan bod komen in de studie, die als basis dient voor de besprekingen inzake supportersparticipatie in het Vlaams Parlement4. Voor Frankrijk heb ik bovendien geopteerd omdat er in dit land verschillende vennootschapsrechtelijke structuren voor sportclubs zijn ontwikkeld. Deze masterproef is onderverdeeld in zeven delen. Het eerste deel betreft een meer inleidend deel waarbij er enerzijds aandacht aan de rol van de supporters bij bepaalde ploegen wordt geschonken en waarbij er anderzijds een overzicht wordt gegeven van de verschillende belangen die in de voetbalwereld spelen. De delen twee tot zes spitsen zich telkens toe op een bepaald land. Die delen zijn onderverdeeld in vier luiken. Het eerste luik geeft een overzicht van de relevante juridische structuren. Daarbij wordt vooral de nadruk op de bestuurlijke organen en hun werking gelegd. Het tweede luik gaat na welke structuren door welke ploegen worden aangenomen en de motieven achter die keuze. Het derde luik bespreekt de eventuele supportersparticipatie en het vierde luik ten slotte bevat een conclusie per land. Het zevende en laatste deel van deze masterproef zal een algemeen besluit bevatten waarbij de vijf landen met elkaar worden vergeleken. Daarbij wordt geoordeeld welke structuur te verkiezen is en welke implicaties de verschillende structuren voor de toekomst van het voetbal hebben.
3
Infra Deel 1, Hoofdstuk 1, Afdeling 2. KV Mechelen. M. DENEF, S. VERSCHAEVEN, E. MAES en B. SPITAELS, “Opdracht over hoe supporters via aandeelhouderschap nauwer betrokken kunnen worden bij het bestuursbeleid van voetbalclubs”, Studie Curia-advocaten, 2014, 1-136 (hierna: M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”). 4
2
Over dit onderwerp is er nog maar weinig juridisch geschreven. Voor wat betreft de uiteenzettingen over de relevante structuren heb ik mij wel kunnen baseren op juridische bronnen. De buitenlandse vennootschapsrechtelijke boeken en de buitenlandse wetgeving zorgden ervoor dat ik een goed beeld kreeg van die structuren. Voor de analyse van de specifieke structuren van de voetbalclubs heb ik voornamelijk internetbronnen geraadpleegd. De statuten van de Belgische profclubs waren online consulteerbaar en daardoor was een gedetailleerde vennootschapsrechtelijke analyse van elke club mogelijk. Om een correct beeld te hebben van de concrete verhouding tussen de clubs en de supporters heb ik alle voorzitters van de supportersfederaties gecontacteerd en verzocht een vragenlijst in te vullen. Daarnaast heb ik ook Mark Uytterhoeven, Gert Van Dyck, Filips Dhondt, Hans Vandeweghe en Ivan De Witte geïnterviewd om via hun ervaringen en bevindingen nog beter inzicht te krijgen in de praktijk.
3
4
DEEL 1. SCHETS VAN DE VOETBALWERELD Dit deel bestaat uit twee hoofdstukken. Ten eerste wordt er een beeld geschetst van de rol van de supporters. Daarbij worden twee ploegen en de band met hun supporters dieper geanalyseerd. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de verschillende belangen in de voetbalwereld.
Hoofdstuk 1. Supporters Afdeling 1. Perceptie over supporters Het beeld dat over supporters bestaat, is vaak dubbel. Supporters staan dicht bij hun ploeg, ze willen hun ploeg vooruit stuwen en helpen, maar langs de andere kant kan hun beleving ook omslaan in woede. Supporters komen op die manier zowel positief als negatief in het nieuws. Hooligans, vechtpartijen, acties tegen scheidsrechters en bestuurders…dergelijke zaken zorgen vaak voor een negatieve perceptie over supporters. De beleving die supporters voelen, zoals bijvoorbeeld een volwassen man die in tranen uitbarst omdat het slecht gaat met zijn ploeg, is voor buitenstaanders vaak moeilijk te begrijpen. We leven in een maatschappij waarbij iedereen gemakkelijk zijn mening kan openbaren en waarbij
iedereen
graag
wordt
gehoord.
Bij
supporters
ligt
dit
niet
anders.
Supportersparticipatie en het opnemen van supportersorganen binnen de structuur van een voetbalploeg zijn daarom elementen die te verkiezen zijn. Mark Uytterhoeven stelt het als volgt: “De wetgever, in casu de voetbalbond, zou hieraan tegemoet kunnen komen. Maar het zal kennelijk nog even duren voor de ‘geesten’ er klaar voor zijn. Ze lopen gewoon wat achter, want toenemende supportersparticipatie is niet tegen te houden”5.
Afdeling 2. KV Mechelen 7 december 2002. Een gitzwarte dag voor elke KV-Mechelen supporter. De krantenkoppen liegen er niet om: “enkel mirakel kan KV Mechelen redden” en “grootheidswaanzin doodt volksclub”6. Eén jaar na de promotie dreigt het doek te vallen achter de kazerne. Stamnummer
5 6
Zie bijlage 1: Interview met Mark Uytterhoeven. X, “10 jaar redding KVM”, www.youtube.com, www.youtube.com/watch?v=bgqBPUeYqPc .
5
25, in 1988 nog Europacup II-winnaar en in 1989 nog landskampioen, dreigt te verdwijnen. De supporters voelen dat ze iets moeten doen, dat ze niet bij de pakken kunnen blijven zitten. Op 12 december 2002 openen Mark Uytterhoeven, Fi Van Hoof en Piet den Boer een verzamelrekening. Iedereen kan in schijven van 1000 euro geld storten op de rekening om op die manier de club te redden. Slaagt het plan niet, dan wordt elke euro integraal teruggegeven. Er worden flyers, waarop het reddingsplan wordt toegelicht, in het stadion uitgedeeld. Een reddingscomité “Red KV” wordt opgericht en coördineert alle activiteiten en evenementen die door de supporters worden voorgesteld en uitgewerkt. De supporters doen er alles aan om hun club in leven te houden. In totaal werd er 668.000 euro ingezameld. Dit zou voldoende moeten zijn om enerzijds het stamnummer over te kopen en het stadion te kunnen huren en anderzijds om een overeenkomst te sluiten met de vele schuldeisers. Na zo’n drie maanden diende het tot een akkoord te komen tussen de vereffenaar en de schuldeisers. De ex-spelers wilden nog geld zien en de voetbalbond eiste dat er ofwel aan de bondsgerelateerde schulden werd voldaan, ofwel dat er een sluitende en unanieme overeenkomst met alle bij de bond aangesloten schuldeisers werd bereikt. Na een lange onderhandeling kwam er ten slotte op 26 februari 2003 een akkoord uit de bus. KV Mechelen was gered. De supporters die buiten aan het vergaderlokaal stonden, waren door het dolle heen. Aangezien er geen licentie voor eerste en tweede klasse werd verkregen, diende KV Mechelen vanuit derde klasse aan de weg terug te timmeren. Er was weliswaar één groot verschilpunt met vroeger: sinds de redding staat er in artikel 16 van de statuten van de VZW Yellow-Red KV Mechelen het volgende te lezen: “De vereniging wordt bestuurd door een Raad van Bestuur bestaande uit minstens zes en maximaal twintig leden met dien verstande dat de Raad van Bestuur steeds een vertegenwoordiging van de Supportersraad dient te hebben met een maximum van 1/3 van het totaal aantal bestuurders.” KV Mechelen, ondertussen terug een gezonde eerste klasseploeg, is daarmee de enige profclub waarbij supportersparticipatie binnen de raad van bestuur statutair is vastgelegd. Een formule die goed blijkt te werken.7 Concreet liggen 33% van de stemrechten binnen de raad van bestuur in handen van de supporters. Daarnaast maken tien supporters deel uit van de algemene vergadering. Vervolgens is er één supporter die zetelt in het stadioncomité en zorgen de drie leden van de 7
6
Zie bijlage 1: Interview met Mark Uytterhoeven.
raad van bestuur tweemaal per jaar voor een interne financiële audit. De supportersraad beheert de ombudsdienst, organiseert de fandag en initieert Nederlandstalige lessen voor anderstalige spelers. Er zijn ook jaarlijkse infovergaderingen met alle supporters. Tijdens die vergaderingen zal de financiële directeur aanwezig zijn die tot op een bepaald niveau informatie geeft. Gert Van Dyck, voorzitter van de supportersfederatie, stelt over de verkeerde perceptie van supporters door clubleiders het volgende: “Bestuurders van clubs verklaren zichzelf als experts en gaan uit van clichés wat betreft supporters. Ze vergeten dat supporters die zich engageren voor inspraak, meestal ook in hun professionele leven de nodige sporen verdienden, zij engageren zich op het terrein waarin zij privé expertise uitbouwden (financieel, communicatie, organisatie…).”8 Ook in 2015 deed KV Mechelen een beroep op de (financiële) hulp van de supporters. De renovatie van het stadion zou 9.1 miljoen euro kosten. KVM tracht 3.5 miljoen euro via de supporters te verkrijgen. De supporters kunnen namelijk op een obligatielening intekenen vanaf duizend euro. In ruil krijgen ze zeven jaar lang 4.25 procent bruto-interesten. Die interesten worden dan weer gefinancierd door de extra inkometen die het vernieuwde stadion zal genereren.9
Afdeling 3. AFC Wimbledon Een ander bekend voorbeeld van supportersbeweging is te situeren in Londen. Meer bepaald bij de club Wimbledon FC. Deze club werd reeds in 1889 opgericht onder de toenmalige naam: Wimbledon Old Centrals FC. Met als bijnaam “The Crazy Gang” wonnen ze in 1988 de FA Cup. Van 1992 tot 2000 speelden ze in de Premier League. Ze behoren dus tot de zogenaamde “founding clubs” van die competitie. In 2002 begonnen de problemen. De clubleiders wilden de club namelijk verplaatsen naar een stadion 90 km verder, in Milton Keynes. De Engelse voetbalbond gaf hen daar de toestemming voor. De supporters waren furieus en beantwoordden deze verhuis door een nieuwe club op te richten. AFC Wimbledon was geboren. In het seizoen 2002-2003 speelde Wimbledon FC weliswaar nog in het oude stadion, maar het Selhurst Park stadion bleef nagenoeg leeg. Alle
8
Zie bijlage 2: Interview met Gert Van Dyck X, “Uytterhoeven roept KVM-fans op om in te tekenen op obligatielening”, Sporza 7 mei 2015, http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/Jupiler_Pro_League/1.2331991 . 9
7
supporters waren overgelopen naar de club die in handen was van de supporters. Het seizoen na de effectieve verhuis was dramatisch, veel supporters hadden afgehaakt en Wimbledon FC verloor in één seizoen 33 wedstrijden en degradeerde. Als charmeoffensief en in de hoop meer verbondenheid met de inwoners van Milton Keynes te creëren, werd de naam in Milton Keynes Dons FC veranderd.10 Ondertussen is Wimbledon AFC al opgeklommen tot de League Two (vierde klasse) in Engeland. Het beleid is nog steeds in handen van supporters.11 Deze voorbeelden zijn zeker geen alleenstaande feiten. Supporters vereenzelvigen zich met hun club. Dit kan leiden tot felle emotionele reacties. Zo waren er dit seizoen problemen met de supporters in Genk12, Lierse13 en Standard. De tifo die voor de wedstrijd StandardAnderlecht werd gebruikt, toont hoe ver die emoties soms gaan14. Naast felle reacties, kunnen supporters ook constructief werken. Het beste voorbeeld daarvan in België is de samenwerking die er bestaat bij KV Mechelen.
X, “Wimbledon FC”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Wimbledon_FC . X “The Story of AFC Wimbledon”, www.afcwimbledon.co.uk, www.afcwimbledon.co.uk/club/history/ . 12 X, “Racing Genk verzoent zich met zijn supporters”, Sporza 23 november 2011, http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/Jupiler_Pro_League/1.2157472 . 13 X, “Liersefans zijn het zat en keren zich met onder meer vuurpijlen tegen Maged Samy”, Het Laatste Nieuws 1 februari 2015, www.hln.be/hln/nl/1285/Jupiler-Pro-League/article/detail/2202468/2015/02/01/Liersefans-zijnhet-zat-en-keren-zich-met-onder-meer-vuurpijlen-tegen-Maged-Samy.dhtml . 14 X, “Tifo van onthoofde Defour kost Standard enkel voorwaardelijke straf”, Het Nieuwsblad 10 februari 2015, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150210_01521319 . 10 11
8
Hoofdstuk 2. Belangen in de voetbalwereld De voetbalwereld is complex. Dit is een gevolg van de verschillende belangen die samenkomen in dit “spelletje”. Op het hoogste niveau gaat het al lang niet enkel meer over twee elftallen die elkaar bekampen. Voetbal draait om veel meer dan dat: stadions moeten vollopen, sponsors moeten worden gezien, camera’s registreren elk detail, journalisten geven hun verslag, waarbij ze spelers maken of afbreken… Voetbal heeft een grote evolutie doorgemaakt, die bovendien niet meer te stoppen lijkt. Waar vroeger de sportieve belangen primeerden, spelen nu vele andere een rol. Naast het sportief belang, bespreken we hier ook het economisch, het politiek en het juridisch belang.
Afdeling 1. Sportieve belang “Football is a simple game. Twenty-two men chase a ball for 90 minutes and at the end, the Germans always win”15. Deze quote van Gary Lineker is gelukkig slechts gedeeltelijk juist. Voetbal is inderdaad een simpel spel. Dit verklaart ook mede haar populariteit. Om te voetballen heb je niet veel nodig. Als kinderen een bal te pakken krijgen, maken ze zelf hun voetbaldoel en hun veld en kunnen ze zich uren aan een stuk uitleven. Hoewel de Duitsers vaak winnen na 90 minuten, is dit toch geen certitude, en maar goed ook. Net als alle andere sporten, leeft voetbal ook van haar onvoorspelbaarheid. Voetbal is in tegenstelling tot bijvoorbeeld basketbal, een sport waar er weinig wordt gescoord en daardoor blijkt een bepaald niveauverschil niet altijd uit het resultaat. De kans op verrassende uitslagen in het voetbal is nog steeds vrij groot en dat is ook absoluut noodzakelijk. Als voetbal een exacte wetenschap zou worden, dan verliest het haar beleving, haar ziel. Competitie en het sportieve belang zullen dus altijd hun rol blijven spelen. “My Heroes were always soccer players”16. Voetballers zijn helden. Al van jongs af aan worden kinderen door de voetbalmicrobe gebeten. Vaak wordt hen met de paplepel ingebracht voor welke ploeg ze moeten supporteren. Ze beginnen zelf te voetballen en zijn voor de rest van hun leven verkocht aan de sport. Vraag aan jonge kinderen wat ze later willen worden en de meesten onder hen zullen voetballer antwoorden. Hun helden zijn Messi, Ronaldo, Neymar, Ibrahimovic… Kinderen zien ook alleen maar het sportieve belang. Ze willen dat 15
Reactie van Gary Lineker nadat Engeland in de halve finales van het WK 1990 door West Duitsland werd uitgeschakeld na het nemen van penalty’s; X, “Gary Lineker”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Gary_Lineker . 16 Citaat van Ronaldinho.
9
hun ploeg wint. Ze spelen zelf om te winnen en voor het plezier, niet voor het geld. Kinderen hebben nog geen kennis van de economische en politieke belangen van het voetbal en dat is maar goed ook. Het sportieve belang blijft enorm belangrijk binnen het voetbal. Van jeugdreeksen tot de eerste klasse, alle ploegen trainen om beter te worden, om de volgende wedstrijd te kunnen winnen. Na negentig minuten wil elke speler met een voldaan gevoel en liefst met een overwinning van het veld kunnen stappen. Supporters stuwen hun manschappen vooruit door te roepen en te zingen. Als 12de man voelen zij zich verbonden met hun spelers en proberen zij ook hun steentje bij te dragen tot het sportieve resultaat.
Afdeling 2. Economische belang “I wish good luck to Lewa & Götze but Bayern will never have me. Money is not everything” 17
. Deze woorden komen uit de mond van Marco Reus. In tegenstelling tot zijn vroegere
ploegmaten Robert Lewandowski en Mario Götze koos Reus niet voor het grote geld bij FC Bayern München, maar bleef hij zijn club Borussia Dortmund en zijn supporters trouw. De Duitse spits verdiende op dat moment 82.841 euro per week, een laag loon in vergelijking met deze die door Bayern wordt uitbetaald18. Tachtigduizend euro per week als een laag bedrag zien, toont iets over de situatie waarin het huidig voetbal is verzeild geraakt. In het voetbal wordt er met geld gesmeten. De astronomisch hoge bedragen slaan ons om de oren. Zo betalen de Engelse betaalzenders Sky en BT zeven miljard euro om de tv-rechten van de Premier League voor de periode 20162019 te verkrijgen19. Op die manier krijgt de ploeg die laatste eindigt in de Premier League bijna het dubbele van de volledige waarde van het Belgische tv-contract20. In de voetbalsector speelt geld nu eenmaal een grote rol. Op de laagste niveaus betalen de jeugdspelers en de beloftespelers lidgeld, zodat die opbrengst, samen met de sponsoring en de cafetaria-inkomsten, de kosten van de eerste ploeg kan dragen. In de hoogste reeksen is voetbal simpelweg big business geworden. Sponsors hebben miljoenen over om op een truitje X, “Man United target Marco Reus won't move to Bayern Munich as 'money is not everything' ”, Mirror 11 januari 2014, www.mirror.co.uk/sport/football/transfer-news/manchester-united-transfers-marco-reus-3010718 . 18 X, “De Tien: sterren met een (te) laag weeksalaris”, www.voetbalprimeur.be 10 november 2014, www.voetbalprimeur.be/nieuws/408046/de-tien-sterren-met-een-te-laag-weeksalaris.html . 19 X, “Sky and BT retain Premier League TV rights for record £5.14 bn”, The Guardian 10 februari 2015, www.theguardian.com/football/2015/feb/10/premier-league-tv-rights-sky-bt . 20 B. LAGAE, “Belgisch voetbal straks op eigen televisiezender?”, De Standaard 16 februari 2015, www.standaard.be/cnt/dmf20150216_01531685 . 17
10
te staan. Zo betaalt Fly Emirates 25 miljoen euro per jaar als shirtsponsor van Paris Saint Germain21. Supporters betalen toegangstickets om hun helden aan het werk te kunnen zien en worden tegelijk meegezogen in de merchandising die rond het team draait. Heel wat zakenmannen hebben de laatste jaren hun weg gevonden naar het voetbal. Sommigen omdat ze er een winstgevend aspect in zien, anderen omdat ze geld te veel hebben en een voetbalclub als een speeltje zien en nog anderen uit clubliefde. Op deze evolutie komt heel wat kritiek. De bedragen die worden betaald, worden beschouwd als onethisch. Ook het feit dat jonge voetballers vaak grote sommen verdienen, zonder voldoende begeleiding te krijgen, is schrijnend. Zo krijgt het 16-jarige Noorse toptalent Odegaard tussen de 50.000 en de 100.000 euro als weekloon22. Een andere vaak gehoorde kritiek is dat de kloof tussen de rijke clubs en de rest zo groot is geworden, dat de competitie als het ware voorspelbaar is geworden. Bovendien laten sommige ploegen het bekertoernooi zo goed als links liggen omdat een betere eindplaats in de competitie meer geld opbrengt. Daarnaast zorgt het Marketpool-uitkeringssysteem van de Champions League ervoor dat sommige ploegen het belangrijker vinden om de deelname in de CL voor het volgende seizoen te verzekeren dan dat ze trachten een goed toernooi te spelen23. Het belang van geld valt dus niet te onderschatten. Hans Vandeweghe drukt dit als volgt uit: “De correlatie tussen de grootte van het budget en het resultaat wordt uitgedrukt in R. R=0 is ideaal en zou betekenen dat er geen verband is tussen het budget en de eindstand. Dat is in geen enkele sportcompetitie het geval. Sommige competities in de VS halen 0,2 of in die buurt. In België en in de meeste Europese competities is de correlatie tussen 0,7 en 0,9, belachelijk hoog”.
Afdeling 3. Politieke belang “België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons!”24. Na de 2-0-overwinning tegen Schotland werd deze tweet door Vincent Kompany de wereld ingestuurd. Die zin toonde enerzijds aan dat Kompany en de rest van de Rode Duivels zich gedurende hun WKX, “Emirates confirms PSG shirt sponsorship deal for € 125 million over five years”, www.insidewordlfootball.com 20 mei 2013, www.insideworldfootball.com/world-football/europe/12556emirates-confirms-psg-shirt-sponsorship-deal-for-125-million-over-five-years . 22 X, “Wonderkind Martin Odegaard koos niet voor het geld (maar wordt wel schatrijk)”, Het Nieuwsblad 23 januari 2015, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150123_01489616 . 23 Zie bijlage 3: Interview met Hans Vandeweghe. 24 X, “Kompany: 'België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons!' ”, Het Nieuwsblad 17 oktober 2012, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20121016_128 . 21
11
kwalificatiecampagne door de hele natie gesteund voelden, maar anderzijds had deze tweet ook een politieke connotatie. Ze was namelijk gebaseerd op wat Bart De Wever tijdens zijn verkiezingsoverwinningsspeech had gezegd: “'t Stad is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons”. Op deze tweet kwam er dan ook kritiek. Enerzijds van de kant van Vlaams Belang die erop wees dat Kompany naar het grote geld in Engeland is getrokken en anderzijds door Bart De Wever zelf, die stelde dat je sport en politiek beter niet mengt25. Sport en politiek komen nochtans vaak in elkaars vaarwater terecht. De verklaring hiervoor is zeer simpel. Sport heeft nu eenmaal een groot maatschappelijk belang. Het leeft bij de mensen. De invloed kan klein zijn, zoals bij politici die sporttermen gebruiken om sympathie op te wekken bij het kiespubliek. Ze kan echter ook groot zijn. Zo zijn er sporters die na hun carrière de politiek instappen en door hun bekendheid en via voormalige supporters meteen heel wat stemmen kunnen winnen. Voorbeelden zijn legio: Socrates was de leider van een democratische beweging26, Vitali Klitsjko (wereldkampioen boksen) kwam op voor de presidentsverkiezingen in Oekraïne27, Romario zetelt in het Brazilaanse parlement, Pelé was minister van sport, Erica Terpstra werd Nederlands parlementslid 28, Jean-Marie Dedecker richtte LDD op… Daarnaast kunnen bepaalde beslissingen omtrent sporters en sportevenementen tot heel wat politieke kritiek leiden. Zo kreeg onder andere de Braziliaanse presidente Rousseff een deel van het land over zich heen omdat het Wereld Kampioenschap voetbal zoveel kosten met zich meebracht29. Bovendien neemt de regering soms een beslissing in een bepaalde richting omdat ze beseffen dat ze zo het kiespubliek paaien: bijvoorbeeld het versneld naturaliseren van bepaalde spelers. De invloed van de sport op de politiek en ook omgekeerd, valt dus zeker niet te onderschatten.
X, “De Wever vindt tweet Kompany ‘wel grappig’ ”, De Redactie 18 oktober 2012, http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.1460383 . 26 J. VAN WESSEM, “De voetbalromantiek van Socrates”, sportgeschiedenis 5 december 2011, www.sportgeschiedenis.nl/2011/12/05/de-voetbalromantiek-van-socrates.aspx . 27 X, “Bokskampioen Vitali Klitsjko bevestigt kandidatuur voor presidentsverkiezingen Oekraïne”, Knack 25 februari 2014, www.knack.be/nieuws/wereld/bokskampioen-vitali-klitsjko-bevestigt-kandidatuur-voorpresidentsverkiezingen-oekraine/article-normal-130811.html . 28 X, “Van Romario tot Terpstra: welke sporters gingen de politiek in?”, De Volkskrant 12 april 2011, www.volkskrant.nl/dossier-olympische-spelen/van-romario-tot-terpstra-welke-sporters-gingen-de-politiekin~a1874155/ . 29 X, “Braziliaanse president verdedigt kosten WK”, De Standaard 11 juni 2014, www.standaard.be/cnt/dmf20140611_01136512 . 25
12
Afdeling 4. Juridische belang "De voetbalwereld moet niet denken boven de wet te staan"30. Voetbal is dan wel een mondiaal gegeven met invloed op verschillende vlakken, toch moet het nog steeds binnen de wettelijke en juridische context worden geplaatst. De sport staat niet boven het recht. Het is dus vooral het recht dat zijn invloed heeft op de sport. Spelers en hun club staan in een werknemer-werkgever verhouding met elkaar. Het arbeidsrecht zal dus van toepassing zijn op spelerscontracten. De voetbalwereld had dit wellicht graag anders gezien. Vaak worden rechtsregels als een last ondervonden, mede doordat er in het voetbal andere belangen spelen dan in de maatschappij. De verhouding tussen een profspeler en zijn club is totaal verschillend dan de verhouding tussen een arbeider en zijn werkgever. Tijdens een wedstrijd kunnen slechts veertien spelers arbeid verrichten, spelers kunnen enkel tijdens de transferperiode van werkgever veranderen, spelers worden in afzondering gebracht waar vrouwen niet zijn toegelaten… Het zijn zaken die bij een normale arbeidsovereenkomst niet voorkomen en toch is hetzelfde arbeidsrecht van toepassing. Botsingen zijn dus onvermijdelijk. In het kader van deze masterproef wordt hier echter niet verder op ingegaan. Voetbalploegen dienen ook een bepaalde structuur aan te nemen. Ook het verenigings– en vennootschapsrecht is van toepassing op voetbalclubs. In deze masterproef komen de juridische structuren van voetbalclubs binnen verschillende competities aan bod. Er volgt een analyse van de structuren van de professionele clubs uit de Belgische, de Duitse, de Engelse, de
Franse
en
de
Nederlandse
competitie.
Vooral
de
werking
en
de
interne
machtsverhoudingen worden onder de loep genomen. Daarnaast zal er per land een algemene schets worden gegeven van de ontwikkeling van hun competitie en van de eventuele toepassing van licentieregels. Zoals hierboven reeds uiteengezet, zal ook de rol van de supporters binnen de machtsstructuur van de verschillende competities en clubs worden toegelicht.
30
Uitspraak van de Luikse burgemeester Willy Demeyer na het zien van de tifo die werd getoond voor aanvang van de wedstrijd Standard-Anderlecht. X, “Burgemeester Luik overweegt klacht: ‘Voetbal staat niet boven de wet’ ”, Het Laatste Nieuws 26 januari 2015, http://www.hln.be/hln/nl/1285/Jupiler-ProLeague/article/detail/2195231/2015/01/26/Burgemeester-Luik-overweegt-klacht-Voetbal-staat-niet-boven-dewet.dhtml .
13
14
DEEL 2. BELGIE Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Inleiding Om een correct beeld van de werking van de verschillende Belgische profclubs te kunnen schetsen, is het nodig om te starten met een algemene uiteenzetting van de verschillende structuren die vennootschapsrechtelijk mogelijk zijn in België. Enkel die organisatievormen die door de profclubs worden aangenomen, zullen uitvoerig worden besproken. In België zijn er drie belangrijke privaatrechtelijke rechtsvormen: de verenigingen, de vennootschappen en de stichtingen. Stichtingen zijn vermogens die door de beslissing van een natuurlijke persoon of rechtspersoon worden aangewend ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. Ze hebben wel rechtspersoonlijkheid, maar ze hebben geen winstoogmerk en bovendien ook geen leden of vennoten.31 Deze rechtsvorm is voor dit onderzoek niet relevant. Wat wel relevant is, is de keuze die door de voetbalclubs dient te worden gemaakt tussen de structuur van een vereniging of die van een vennootschap.
Afdeling 2. Vereniging §1. Algemeen De meeste voetbalclubs in België hebben de vorm van een vereniging. Dit is een verzameling van twee of meer personen die een samenwerking willen opzetten om gezamenlijk één of ander doel te bereiken. Die personen zullen op basis van een evenwaardig partnerschap financiële middelen, kennis, knowhow, ervaring… inbrengen.32 Specifiek aan een vereniging is dat het gaat om een samenwerkingsovereenkomst, waarbij de realisatie van een gemeenschappelijk, niet-commercieel doel voorop staat. Een vereniging is er dus niet op gericht om winst te realiseren. De door de leden ingebrachte middelen en de verworven
31
H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek Vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13-14 (hierna: H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht) 32 I. DEMEYERE, M. GOVERS, G. POPPE, R. VAN HECKE en J. P. VINCKE, Vademecum voor de vzw, Antwerpen, Intersentia, 2012, 4. (hierna: I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw).
15
middelen worden uitsluitend ter verwezenlijking van het doel gebruikt. Ook het gelijkheidsprincipe onder de leden is een belangrijke eigenschap van elke vereniging.33 Als treffend voorbeeld van dergelijk niet-commercieel doel kan er naar de statuten van de Belgische eerste klasse ploeg Racing Genk worden verwezen. Zij verwoorden hun doel als volgt: “De vereniging heeft tot doel met uitsluiting van enige winstoogmerk, het bevorderen van de opvoeding en de recreatie van de jeugd en van volwassenen, zowel onder geestelijk als lichamelijk opzicht, meer in het bijzonder door het uitoefenen, laten beoefenen en bevorderen van de voetbalsport onder al haar aspecten (…). De vereniging beoogt de verwezenlijking van haar doel door alle middelen en onder andere door het inrichten van sportontmoetingen, zowel buiten als in competitieverband en de daartoe voorbereidende lichaamscultuur.”34 De vrijheid van vereniging is in artikel 27 van de Grondwet verankerd. Dit artikel stelt namelijk het volgende: “De Belgen hebben het recht van vereniging; dit recht kan niet aan enige preventieve maatregel worden onderworpen”. Hieruit volgt dat niemand een verbod tot oprichting van een vereniging kan opleggen, tenzij in het geval een vereniging strijdig is met de wet. De vrijheid van vereniging wordt ook beschermd door artikel 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).35 Op nationaal vlak wordt ook in artikel 1 van de wet van 24 mei 192136 dit principe teruggevonden. Dit artikel verwoordt dit recht als volgt: “De vrijheid van vereniging op elk gebied is gewaarborgd. Niemand kan gedwongen worden van een vereniging deel uit te maken of daarvan niet deel uit te maken”. Wat betreft voetbalclubs kan er dus ook worden gesteld dat niemand kan worden gedwongen er tot toe te treden of er bij te blijven. Dit recht is weliswaar niet absoluut. Binnen de vereniging kunnen er bepaalde beperkingen worden opgelegd37.38 Een studie uit 2010 van Scheerder en Vos leert ons dat minimaal 91% van de sportclubs nonprofit organisaties zijn. Van die 91% zijn er 42% feitelijke verenigingen en 49% verenigingen zonder winstoogmerk. De overige 9% heeft een vennootschapsstructuur.39 Bij de voetbalclubs liggen de verhoudingen toch wat anders. Ook hier heeft de overgrote 33
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 5. Art. 3, Statuten K. Racing Club Genk (VZW). 35 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 3. 36 Wet 24 mei 1921 tot waarborging der vrijheid van vereniging, BS 28 mei 1921. 37 Bijvoorbeeld een regel die stelt dat het ontslag pas na vervanging uitwerking heeft. 38 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 4. 39 J. SCHEERDER en S. VOS, Sportclubs in beeld. Basisrapportering over het Vlaamse Sportclub Panel 2009 in Beleid en Management in Sport, Leuven, K.U. Leuven afdeling Sociale Kinesiologie & Sportmanagement, 2010, 17, https://faber.kuleuven.be/BMS/formulier23.html . 34
16
meerderheid een non-profit structuur, maar in die categorie is de VZW-structuur de regel en is een feitelijke vereniging de uitzondering. In wat nu volgt, wordt er eerst kort ingegaan op de kenmerken van de feitelijke vereniging om vervolgens een ruimere uiteenzetting te geven over de kenmerken en de werking van de vereniging zonder winstoogmerk.
§2. Feitelijke vereniging 1. Begrip De feitelijke vereniging heeft als belangrijkste kenmerk dat het om een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid gaat. Het is een verzameling van individuele personen die elk afzonderlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Als een lid van de feitelijke vereniging goederen koopt, koopt ze die eigenlijk namens alle leden. Er ontstaat een situatie van medeeigendom. Het ontbreken van rechtspersoonlijkheid impliceert bovendien ook dat elk lid met zijn eigen vermogen instaat voor de schulden die het gevolg zijn van de verbintenissen die door de vereniging zijn aangegaan.40 Dit kan leiden tot dramatische gevolgen. Aangezien de feitelijke vereniging niet aan specifieke, wettelijke bepalingen is gebonden, is de overeenkomst, die de leden bij de stichting ondertekenen van groot belang.
41
Het
ontbreken van dergelijke wettelijke bepalingen leidt tot een dubbel nadeel. Enerzijds kunnen de leden geen bepaalde wetgeving hanteren als leidraad bij het opstellen van de statuten en anderzijds is er geen vangnet wanneer er over een bepaalde aangelegenheid niets is beslist. In dat geval zullen de leden tot een oplossing moeten komen wanneer het probleem zich stelt en dit leidt vaak tot ergernissen.42
2. Leden en bestuur Bij de feitelijke vereniging zijn er enerzijds de stichtende leden en anderzijds de toegetreden leden. Vaak zullen de statuten bepalen hoe nieuwe leden tot het ledenbestand kunnen worden toegevoegd. Bepalen de statuten niets, dan kan een nieuw lid enkel met unanieme goedkeuring van de reeds bestaande leden worden aanvaard. Het bestuur van de feitelijke vereniging wordt in principe geregeld in de statuten. Bij de meeste feitelijke verenigingen is er maar één orgaan: namelijk het bestuur. Het is dit orgaan dat de vereniging ten aanzien van 40
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 8-9. I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 5-6. 42 X, Verplichtingen van een kleine vzw, Antwerpen, Apeldoorn, 2005, 20. 41
17
derden kan binden en bijgevolg ook alle leden van de vereniging bindt. Soms komt het voor dat er naast het bestuur, ook nog enkele comités of commissies worden opgericht.43
3. Optreden in rechte Het ontbreken van rechtspersoonlijkheid zorgt er ook voor dat de vereniging niet in rechte kan optreden. De leden van de vereniging zullen gezamenlijk als eiser moeten opkomen. Een alternatief bestaat er in een lasthebber aan te wijzen die de leden kan vertegenwoordigen. Langs de andere kant is het voor schuldeisers onmogelijk om een feitelijke vereniging als dusdanig te dagvaarden. Een schuldeiser zal dus alle leden moeten aanspreken. Doet hij dit niet, zal hij niet het volledige bedrag kunnen krijgen aangezien elk lid slechts aansprakelijk is voor diens aandeel in de schulden. Hoofdelijkheid bestaat niet tussen de leden van de vereniging.44 De figuur van de feitelijke vereniging komt nog steeds zeer frequent voor in verschillende sporttakken. In de voetbalwereld daarentegen is deze figuur zeldzaam geworden. Door het stijgende belang van het voetbal en de vrees voor persoonlijke aansprakelijkheden zijn bijna alle clubs naar de structuur van een vereniging zonder winstoogmerk overgestapt.
§3. Vereniging zonder winstoogmerk De vereniging zonder winstoogmerk (hierna: VZW) wordt bij de wet van 27 juni 192145, de VZW-wet, geregeld. Deze wet is door de wetten van 2 mei 200246 en 16 januari 200347 ingrijpend gewijzigd. Met deze wijzigingen had de wetgever een hogere graad van transparanties van de VZW’s voor ogen. Sindsdien zijn de juridische, boekhoudkundige en fiscale verplichtingen van de VZW duidelijker geregeld en sluiten ze ook meer aan bij de verplichtingen die gelden voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid.48 Een definitie van de VZW kan in artikel 1, derde lid van de VZW-wet worden teruggevonden. Dit lid stelt het volgende: “de VZW is die welke niet nijverheids- of handelszaken drijft en welke niet
43
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 6-8. I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 9-10. 45 Wet 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 1 juli 1921 (hierna: VZW-wet). 46 Wet 2 mei 2002 betreffende de verengingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 11 december 2002. 47 Wet 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende handelsloketten en houdende diverse bepalingen, BS 5 februari 2003. 48 A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 225. 44
18
tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen”. De wet poneert dus een dubbele verbodsbepaling.
1. Verbod op nijverheids- of handelsdaden en winstuitkering Het is een VZW in principe niet toegelaten om nijverheids-of handelsactiviteiten uit te oefenen. Indien een VZW op geregelde ogenblikken toch louter daden van koophandel stelt, dan miskent zij eigenlijk haar wettelijke specialiteit. Een VZW moet namelijk de realisatie van haar ideologisch/belangeloos doel nastreven. Dit punt vormt het grote verschil met de handelsvennootschappen die net wel winst nastreven. Wat wel aan een VZW is toegestaan, is het stellen van bijkomstige handelsactiviteiten waarvan de opbrengst ter verwezenlijking van het maatschappelijke doel wordt gebruikt.49 Voetbalclubs moeten dus geen aparte vennootschap oprichten voor het beheer van hun cafetaria of voor het verkopen van supportersartikelen. Het tweede verbodsprincipe dat uit de wet af te leiden valt, betreft het verbod op het verstrekken van voordeel aan de leden. Een VZW mag met andere woorden haar leden niet verrijken. Het is een VZW wel toegelaten om winst te maken, maar deze winst moet terug in de vereniging worden gepompt ten voordele van het gemeenschappelijke doel en mag dus niet aan de leden worden uitgekeerd.50
2. Effectieve leden Binnen de VZW’s wordt het onderscheid tussen twee categorieën van leden gemaakt. Enerzijds zijn er de effectieve leden en anderzijds de toegetreden leden. De effectieve leden hebben in principe meer rechten en verplichtingen dan de toegetreden leden. Zij beschikken namelijk over de volheid van het lidmaatschap. Hieruit volgt dat zij beschikken over de rechten die hen door de wet en door de statuten zijn toegewezen. Aangezien zij de leden zijn van het hoogste gezagsorgaan van de vereniging, zijn het ook zij die het beleid van de vzw in een bepaalde richting duwen.51 De oprichting van een VZW geschiedt door de wilsuiting van minimum drie personen die de statuten opstellen en ondertekenen52. Deze ondertekenaars van het verenigingscontract worden op die manier de effectieve leden van de VZW. Naast de stichters van de VZW 49
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 13-14. I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 15. 51 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 22-23. 52 A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 226. 50
19
kunnen ook andere personen als effectief lid van de vereniging deel uit maken. De voorwaarden en formaliteiten waaronder het mogelijk is om effectief lid van de VZW te worden, moeten worden bepaald in de statuten53. Er zijn heel wat verschillende formules denkbaar en mogelijk. Zo is er in de statuten van de VZW Koninklijke Sporting Club Lokeren voor een financiële voorwaarde geopteerd. Artikel 5 stelt het volgende: “Financieel effectieve leden zijn leden die aan de vereniging, voor een minimumduur van zes jaar een lening geven van minimum EUR 500.000 naar aanleiding van hun toetreding tot of tijdens hun lidmaatschap van deze vereniging. (…) Het aantal FEL-leden van de vereniging zonder winstoogmerk is minstens drie. De FEL-leden hebben stemrecht op de algemene vergaderingen.”54 Daarnaast zullen de statuten ook meestal het orgaan aanwijzen dat beslist over de toetreding van een persoon als effectief lid. Indien deze bevoegdheid aan geen enkel orgaan expliciet is toegewezen, dan komt deze bevoegdheid toe aan de raad van bestuur. Op grond van artikel 13, tweede lid VZW-wet bezit de raad van bestuur immers de residuaire bevoegdheden.55 In de statuten van Sporting Lokeren wordt bepaald dat het de algemene vergadering is, die beslist over het aannemen van nieuwe FEL-leden56.
3. Toegetreden leden Naast de effectieve leden zijn er in een VZW ook toegetreden leden. Dit zijn de personen die sympathiseren met de vereniging en hun steun betuigen of deelnemen aan de activiteiten en de belangeloze doelstelling van de VZW. Sinds de wetswijziging in 2002 moeten de VZW’s in hun statuten ook de rechten en de plichten van de toegetreden leden opnemen. Wat betreft het toekennen van rechten aan toegetreden leden, is er één beperking: het is niet mogelijk om de hen stemrecht te geven op de algemene vergadering. Dit is namelijk het cruciale onderscheid met de effectieve leden. Een VZW bezit de mogelijkheid om verschillende categorieën van toegetreden leden te maken.57 Zo kunnen voetbalclubs voorzien in een onderverdeling tussen bijvoorbeeld spelers, trainers, sponsors, supporters… De redenen van het onderscheid tussen effectieve leden en toegetreden leden zijn vooral van praktische aard. Op die manier wordt het aantal aanwezigen op de algemene vergadering
53
Art. 2, eerste lid, 5° VZW-wet. Art. 5, a statuten Koninklijke Sporting Club Lokeren (VZW). 55 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 18-19. 56 Art. 6, tweede lid, 2 Koninklijke Sporting Club Lokeren (VZW). 57 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 35-37. 54
20
namelijk beperkt tot een werkbaar aantal. Daarnaast is het eenvoudiger om wettelijk bepaalde gekwantificeerde aanwezigheden te halen. Het is ook goedkoper, aangezien er bijvoorbeeld niet naar alle leden een uitnodiging moet worden verstuurd. Het leidt bovendien tot een overzichtelijker ledenregister, aangezien enkel voor de effectieve leden de verplichting bestaat tot registratie58.59
4. Organen en werking Iedere VZW moet uit hoofde van de wet zowel over een algemene vergadering als over een raad van bestuur beschikken. Daarnaast kan de VZW ook voorzien in het installeren van een dagelijks bestuur. Dit betreft een afzonderlijk orgaan waarvoor vooral zal worden geopteerd wanneer de raad van bestuur veel leden heeft60. 4.1. Algemene vergadering 4.1.1. Bevoegdheden Het hoogste gezagsorgaan binnen elke VZW is de algemene vergadering. De belangrijkste beslissingen en benoemingen worden namelijk door dit orgaan genomen. Zij komt minstens één keer per jaar samen61. De wetgever kent de algemene vergadering heel wat bevoegdheden toe. Die wetgeving is van dwingende aard. Tot de bevoegdheden van de algemene vergadering behoren: het wijzigingen van de statuten, de benoeming en de afzetting van de bestuurders, de benoeming en de afzetting van de commissarissen en het bepalen van hun eventuele bezoldiging, de kwijting aan de bestuurders en aan de commissarissen, de goedkeuring van de begroting en de rekening, de ontbinding van de vereniging, de uitsluiting van een (effectief) lid, de omzetting van de VZW in een vennootschap met sociaal oogmerk (VSO)62 en al hetgene dat hen in de statuten verder nog wordt toegekend63. 4.1.2. Leden De algemene vergadering bestaat uit de effectieve leden van de vereniging. Naast de effectieve leden kunnen ook derden aan de algemene vergadering deelnemen, indien de meerderheid van de vergadering dit goedkeurt. Die derden kunnen bijvoorbeeld de
58
Art. 10 VZW-wet.
59
X, Verplichtingen van een kleine vzw, Antwerpen, Apeldoorn, 2005, 61.
60
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 71. A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 227. 62 Infra Deel 2, Hoofdstuk 1, Afdeling 3, §4. Vennootschep met sociaal oogmerk. 63 Art. 4 VZW-wet. 61
21
toegetreden leden zijn. Zij kunnen weliswaar geen stemrecht krijgen. 64 Zo bepalen de statuten van Zulte Waregem het volgende: “Zij verwerven het statuut van “toegetreden lid”, zij hebben geen stemrecht op de Algemene Vergadering en kunnen onder de door de Raad van Bestuur te bepalen voorwaarden en modaliteiten uitgenodigd worden op de Algemene Vergadering doch enkel met raadgevende stem.”65 Indien een lid op de algemene vergadering niet aanwezig kan zijn, dan kan hij zich laten vertegenwoordigen door een ander lid, of door een derde, indien de statuten dit toelaten66. Het staat de leden vrij om een blanco volmacht te geven. Er bestaat ook de mogelijkheid om in de statuten vast te leggen dat bij afwezigheid van een lid, deze wordt geacht een volmacht te hebben gegeven aan de bestuurders. Daarnaast is het aangewezen om in de statuten het aantal volmachten per lid te beperken zodat niemand bepaalde beslissingen kan beïnvloeden doordat hij drager is van een meerderheid aan volmachten.67 In de statuten van Zulte Waregem wordt het aantal volmachten per aanwezig lid beperkt tot drie68. 4.1.3. Wijze van besluitvorming Artikel 7 van de VZW-wet poneert dat al de effectieve leden op de algemene vergadering een gelijk stemrecht hebben. Van dit principe van “één persoon, één stem” kan weliswaar worden afgeweken in de statuten. Zo kan er worden bepaald dat sommige leden een uitgebreider stemrecht hebben of dat iemand een vetorecht heeft of dat de stem van de voorzitter doorweegt bij staking van stemmen. Welke ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigende leden is, de vergadering kan geldig beraadslagen. In principe worden de besluiten genomen bij een gewone meerderheid van stemmen. De VZW-wet legt in vier situaties weliswaar een bijzondere voorwaarde op van aanwezigheid en/of meerderheid op de algemene vergadering: bij een statutenwijziging, bij de uitsluiting van leden, bij de ontbinding van de vereniging en bij de omzetting van de VZW naar een vennootschap met sociaal oogmerk. Daarnaast beschikt de algemene vergadering over
de
mogelijkheid
om
in
de
statuten
strengere
meerderheidsvoorwaarden voor andere beslissingen, te bepalen.
64
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 39. Art. 6, tweede lid statuten Sportvereniging Zulte Waregem (VZW). 66 Art. 6, tweede lid VZW-wet. 67 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 39-40. 68 Art. 14, §2 statuten Sportvereniging Zulte Waregem (VZW). 65
22
aanwezigheids-
en/of
Tot wijziging van de statuten kan enkel worden overgegaan door de algemene vergadering. De raad van bestuur zal de leden hiervoor samenroepen en zal daarbij het punt “statutenwijziging” uitdrukkelijk op de agenda plaatsen. Ten minste twee derde van de effectieve leden dient aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. Van die twee derde moeten minstens twee derde de wijziging goedkeuren. Indien het gaat om de wijziging van het doel van de vereniging is nog er nog een strengere voorwaarde voorzien: vier vijfden van de effectieve leden moet dan akkoord gaan69.70 Wat betreft het uitsluiten van leden dient er wederom een onderscheid te worden gemaakt tussen de effectieve leden en de toegetreden leden. Bij de toegetreden leden heeft de VZW de vrije keuze. In de statuten kan worden bepaald dat een beslissing van de algemene vergadering of de raad van bestuur of van een ander gemachtigde orgaan volstaat. Bij de effectieve leden legt de wet een meerderheidsvoorwaarde op: minstens twee derde van de aanwezige en/of vertegenwoordigende leden moet met de uitsluiting instemmen71. Voor een beslissing tot het ontbinden van de vereniging of voor de omzetting naar een VSO bestaan dezelfde voorwaarden als voor een doelwijziging. Er dient een twee derde meerderheid van de leden te zijn en vier vijfde daarvan moet akkoord gaan met de ontbinding of omzetting72. 4.2. Raad van bestuur 4.2.1. Bevoegdheden De bestuurs- en vertegenwoordigingsbevoegdheid komen toe aan de raad van bestuur 73. Dit orgaan beschikt bovendien over alle bevoegdheden die wettelijk of statutair niet aan een ander orgaan zijn toegekend. De residuaire bevoegdheid komt dus toe aan het bestuur. Binnen elke VZW kunnen de bevoegdheden van de raad van bestuur dus sterk verschillen. De algemene vergadering kan namelijk via de statuten heel wat bevoegdheden naar zich toetrekken of toekennen aan een ander orgaan zoals het dagelijks bestuur.74
69
Art. 8 VZW-wet. I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 50-52. 71 Art. 12, tweede lid VZW-wet. 72 Artt. 20, eerste lid en 26 quater, eerste lid VZW-wet. 73 Art. 13, tweede lid VZW-wet. 74 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 57-58. 70
23
4.2.2. Leden De raad van bestuur is een collegiaal orgaan dat minstens uit drie leden moet bestaan. Een uitzondering hierop vormt de situatie waarbij er slechts drie effectieve leden zijn, dan moet de raad van bestuur uit twee personen bestaan75. De benoeming van de leden van de raad van bestuur komt uitsluitend toe aan de algemene vergadering. Er is in de wet geen bijzondere aanwezigheids- en/of meerderheidsvoorwaarde voorzien. De statuten kunnen hier weliswaar van afwijken. Bovendien kan er statutair vastgelegd zijn dat de bestuurders aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen.76 4.2.3. Wijze van besluitvorming Zoals hierboven vermeld, is de raad van bestuur een collegiaal orgaan. Dit betekent dat de raad van bestuur als één orgaan zetelt en handelt. Dit orgaan besluit rechtsgeldig wanneer na een rechtsgeldige bijeenroeping, minstens de helft van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is en de meerderheid daarvan de beslissing goedkeurt. Ook hier kunnen de statuten een strenger quorum bepalen. De VZW-wet bepaalt op zich weinig over de werking van de raad van bestuur. Om die reden valt het te verkiezen om de wijze waarop de raad van bestuur wordt samengeroepen en de manier waarop ze vergaderen statutair vast te leggen. Ook de plaats van de vergadering, het gebruik van een agenda en het tijdstip van de bijeenroeping worden best in de statuten bepaald. De raad van bestuur is het beleidsuitvoerend orgaan van de VZW. Het is dan ook aan te raden dat de raad meerdere malen per jaar samenkomt. Binnen de raad van bestuur bekleden sommige bestuurders vaak een functie. De algemene opvatting is dat elke raad van bestuur een voorzitter, een secretaris en een schatbewaarder moet hebben, ook al is hieromtrent niets wettelijks bepaald. De stem van de voorzitter is vaak doorslaggevend bij een staking van stemmen. Het gebruiken van dergelijke functies leidt er ook tot toe dat derden en toegetreden leden beter kunnen inschatten tot wie ze zich kunnen richten met bepaalde vragen en verzoeken. Artikel 16, derde lid van de statuten van KV Mechelen bepaalt bijvoorbeeld: “De leden van de Raad van Bestuur kiezen onder hun minstens een voorzit(s)ter, een ondervoorzit(s)ter, een secretaris en een penningmeester”.
75 76
Art. 13, eerste lid, VZW-wet. I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 58-61.
24
Anders dan in de algemene vergadering is het binnen de raad van bestuur in principe niet toegelaten om te werken met volmachten. De beslissingen behagen namelijk de interne problematiek van de VZW en kunnen of moeten bijgevolg niet openbaar worden gemaakt.77 4.3. Dagelijks bestuur Sinds de wijzigingen in de VZW-wetgeving in 2002 is er nu ook wettelijk voorzien in de mogelijkheid om een dagelijks bestuur te installeren78. De samenstelling en de wijze van benoeming en ontslag moeten statutair worden vastgelegd79. Indien de statuten dergelijke regeling ontberen, kan er geen dagelijks bestuur worden aangesteld.80 4.3.1. Bevoegdheden De wetgeving bevat weliswaar geen overzicht van de bevoegdheden van dit orgaan. Er kunnen drie categorieën van handelingen worden onderscheiden voor het dagelijks bestuur. Ten eerste zullen zij de daden stellen die strikt nodig zijn voor de dagelijkse werking van de VZW. Ten tweede kunnen zij de handelingen verrichten die als zijnde van “secundair belang” worden beschouwd. Ten slotte kunnen zij ook dringende beslissingen nemen wanneer de raad van bestuur zich in de materiële onmogelijkheid bevindt om samen te komen. Het Hof van Cassatie heeft in 2009 geoordeeld dat er slechts sprake kan zijn van een handeling van dagelijks bestuur indien het gaat om materies van gering belang of indien het handelingen met een spoedeisend karakter betreffen.81 Het valt aan te bevelen om de bevoegdheid van het dagelijks bestuur in de statuten duidelijk af te bakenen.82 De statuten van Sporting Lokeren bakenen de bevoegdheden van het dagelijks bestuur op een positieve en negatieve manier af. Meer bepaald stellen ze: “Tot daden van dagelijks bestuur worden gerekend alle handelingen die dag aan dag moeten worden verricht om de normale gang van zaken van de vennootschap te verzekeren en die, hetzij wegens hun mindere belang, hetzij wegens de noodzakelijkheid een onverwijlde beslissing te nemen het optreden van de raad van bestuur niet vereisten of wenselijk maken. Bij wijze van voorbeeld wordt geacht niet tot het dagelijks bestuur te behoren: 1) contractuele verplichtingen van welke aard ook die
77
I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 61-64. Art. 13bis VZW-wet. 79 Art. 28, 5°, c VZW-wet. 80 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 71. 81 Cass. 26 februari 2009, TRV 2009, 444. 82 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 72-73. 78
25
resulteren in een inkomende kasstroom (ontvangsten) en die individueel een bedrag van EUR 12.500,00 overschrijden (…) 5)de behandeling van geschillen.”83 4.3.2. Leden VZW’s zijn niet verplicht om een dagelijks bestuur aan te stellen. Voornamelijk wanneer de raad van bestuur uit heel wat leden bestaat, zal er voor dit orgaan worden geopteerd. De leden die een functie hebben (voorzitter, secretaris en schatbewaarder) zullen in die situatie vaak worden aangesteld als dagelijks bestuur. Tenzij anders is bepaald in de statuten, is het de raad van bestuur die het dagelijks bestuur aanstelt. De leden van het dagelijks bestuur moeten niet noodzakelijk leden van de algemene vergadering of van de raad van bestuur zijn. De statuten kunnen dit weliswaar wel opleggen.84 4.3.3. Wijze van besluitvorming De werkwijze van het dagelijks bestuur moet in de statuten worden vastgelegd. Wanneer er meerdere personen lid zijn van het dagelijks bestuur, dan moet in de statuten worden bepaald hoe zij hun mandaat kunnen uitoefenen: alleen, als college of gezamenlijk. Kunnen zij hun mandaat elk afzonderlijk uitoefenen, dan moeten zij elk apart als een orgaan van dagelijks bestuur worden beschouwd. Treden zij gezamenlijk op, dan zal de handtekening van ieder lid nodig zijn. Handelt het dagelijks bestuur als college dan zullen de statuten dit verder moeten uitwerken wat betreft aanwezigheids- en/of meerderheidsvoorwaarden. Aan sommige leden van het dagelijks bestuur kan er ook een handtekeningsbevoegdheid worden toegekend. Ook dit wordt best goed vastgelegd in de statuten. Het dagelijks bestuur is ondergeschikt aan de raad van bestuur. De raad van bestuur draagt de verantwoordelijkheid voor hetgeen wordt beslist binnen het dagelijks bestuur. Bijgevolg zal de raad de beslissingen van het dagelijks bestuur dan ook opvolgen en onderzoeken. 85 KV Mechelen en Sporting Lokeren zijn de twee resterende VZW’s in de Belgische eerste klasse. Daarnaast hebben nog heel wat andere ploegen deels een VZW-structuur86 .
83
Art. 31 statuten Koninklijke Sporting Club Lokeren Oost-Vlaanderen (VZW). I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 71-74. 85 I. DEMEYERE et al., Vademecum voor de vzw, supra noot 32, 73-74. 86 Infra Deel 2, Hoofdstuk 2, Afdeling 2, §2. VZW en §3. Gedeelde structuur. 84
26
Afdeling 3. Vennootschappen §1. Begrip Naast verenigingen komen er in de Belgische voetbalwereld ook heel wat vennootschappen voor. In het wetboek van vennootschappen wordt de volgende definitie teruggevonden: “Een vennootschap wordt opgericht door een contract op grond waarvan twee of meer personen overeenkomen iets in gemeenschap te brengen met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te bezorgen”87. Uit deze definitie kunnen we al enkele kenmerken van de vennootschap afleiden. Een vennootschap ontstaat uit een overeenkomst tussen twee of meer personen, met als uitzondering de eenpersoonsvennootschap. Daarnaast brengen de vennoten iets in gemeenschap. Ze doen dit met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen
en
met
het
oogmerk
om
zichzelf
een
rechtstreeks
of
onrechtstreeks
vermogensvoordeel te bezorgen. Bovendien zijn er nog twee belangrijke kenmerken waar er rekening mee moet worden gehouden. Ten eerste wordt in artikel 19 van het Wetboek van Vennootschappen opgelegd dat de vennootschap tot het gemeenschappelijke belang van de partijen wordt aangegaan. Ten tweede houdt artikel 32 van hetzelfde wetboek het verbod van leeuwenbeding in. Dit houdt in dat iedere vennoot moet kunnen deelnemen in de winstverdeling en de gevolgen moet dragen van het vennootschapsrisico.88
§2. Onderscheid met de VZW Het grote verschil tussen vennootschappen en VZW’s is het feit dat er bij de VZW’s geen winstverdelingsoogmerk aanwezig mag zijn. De meeste voetbalclubs, zeker in de lagere regionen, zijn en blijven een VZW. De leden zetten zich in voor het belangeloos doel, namelijk het bevorderen van het (lokale) voetbal en hebben geen winst voor ogen. De winst die ze toch maken, mogen ze niet uitkeren aan zichzelf, maar dienen ze terug in de vereniging te investeren. Een vennootschap heeft daarentegen tot doel haar vennoten vermogensvoordeel te verschaffen. In de voetbalwereld is de vennootschapsstructuur er vooral op gericht om investeerders te zoeken. Zij brengen middelen in de club, krijgen macht binnen de club en
87 88
Art. 1, eerste lid Wetboek van Vennootschappen (hierna: W.Venn.). H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 13-14.
27
hopen meestal om er finaal winst uit te halen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de vennootschapsstructuren vooral terug te vinden zijn bij de profclubs. Daarnaast is het onderscheid ook nog van belang voor de toepasselijke wetgeving. Een vereniging is geen handelaar en is dus in beginsel niet onderworpen aan het handelsrecht. Daarnaast is ook het Wetboek van Vennootschappen niet van toepassing op verenigingen en kunnen verenigingen niet genieten van de vrijheid van vestiging op grond van art. 49-55 VWEU.89
§3. Types vennootschappen Het Belgisch vennootschapsrecht kent heel wat verschillende vennootschapsvormen. Er zijn er drie zonder rechtspersoonlijkheid: de maatschap, de tijdelijke handelsvennootschap en de stille handelsvennootschap. Daarnaast zijn er elf met rechtspersoonlijkheid: de vennootschap onder firma (V.O.F.), de gewone commanditaire vennootschap (Comm.V), de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA), de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA), de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid
(CVOA),
de
naamloze
vennootschap
(NV),
de
commanditaire
vennootschap op aandelen (Comm. VA), het economisch samenwerkingsverband (ESV), de Europese vennootschap (SE), de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE), de vennootschap met een sociaal oogmerk (VSO) en de landbouwvennootschap (LV)90. In deze masterproef komen enkel de NV, de CVBA en de VSO verder aan bod aangezien dit de drie vennootschapsstructuren zijn die in het Belgisch voetbal voorkomen. De nadruk zal liggen op de organen en hun werking.
§4. Naamloze vennootschap 1. Begrip De Naamloze vennootschap (NV) is een kapitaalvennootschap. Kapitaalvennootschappen moeten worden onderscheiden van personenvennootschappen. Bij personenvennootschappen vormt de persoon van de vennoten een wezenlijk element, zowel voor het ontstaan als voor het voortbestaan van de vennootschap. Ze hebben een intuitu personae karakter. Kapitaalvennootschappen zijn daarentegen de vennootschappen waarbij de identiteit van de
89 90
H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 12-13. Art. 2 W.Venn.
28
vennoten irrelevant is. Het zijn vennootschappen die op kapitaalverschaffing gericht zijn. Ze hebben een intuitu pecuniae karakter.91 Een ander belangrijk kenmerk van de NV is dat het een vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid is. Dit leidt ertoe dat de aansprakelijkheid van de vennoten voor de verbintenissen van de vennootschap beperkt is tot het bedrag van hun inbreng. Bovendien zijn de aandelen van de NV in principe vrij overdraagbaar. Een aandeelhouder kan dus in principe zijn aandelen vrij verkopen of schenken en dit aan wie hij ook wil. Op dit principe bestaan er wel
wat
uitzonderingen.
Er
bestaan
zowel
wettelijke
als
conventionele
overdraagbaarheidsbeperkingen. Zo valt er in de statuten van RSC Anderlecht bijvoorbeeld het volgende te lezen: “De aandeelhouders kunnen hun aandelen (…) gedurende een periode van 5 jaar vanaf de oprichting van de vennootschap niet overdragen onder de levenden 92”. Andere kenmerken van een NV zijn dat er onder bepaalde voorwaarden een publiek beroep op het spaarwezen kan worden gedaan, dat er voor de oprichting minstens twee oprichters nodig zijn en dat er een strakke en ingewikkelde bestuursorganisatie geldt.93 Een NV wordt door middel van een authentieke akte opgericht. Het vermogen bestaat uit de inbrengen van de aandeelhouders.94 Bij die oprichting moet het minimumkapitaal, dat voor NV’s 61.500 euro bedraagt, reeds volstort zijn. Dit kapitaal moet volledig en onvoorwaardelijk zijn geplaatst95.
2. Organen en werking Bij de NV geldt er een orgaanplicht. Er dienen dus verschillende organen aanwezig te zijn binnen de NV. Ten eerste moet er een algemene vergadering van aandeelhouders worden ingesteld. Binnen dit orgaan wordt er verantwoording afgelegd tegenover de aandeelhouders en wordt onder andere de jaarrekening goedgekeurd. Ten tweede is er een raad van bestuur die het bestuur en de vertegenwoordiging voor zich neemt. Ten derde is er nog een commissaris die de controle op de vennootschap uitoefent. Ten vierde moet er, indien de NV beursgenoteerd is, binnen de raad van bestuur nog een auditcomité worden opgericht 96. Ten vijfde dient er naast een auditcomité ook een remuneratiecomité te worden geïnstalleerd
91
H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 39-40. Art. 6, A, statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV).. 93 A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 83. 94 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 108. 95 Artt. 439, 441 en 448 W.Venn. 96 Art. 526bis W.Venn. 92
29
binnen de raad van bestuur wanneer de genoteerde vennootschap een bepaalde omvang heeft97. Ten slotte kan er binnen de NV ook nog sprake zijn van een directiecomité en/of een orgaan van dagelijks bestuur. 2.1. De algemene vergadering 2.1.1. Bevoegdheden Artikel 531 van het Wetboek van Vennootschappen omschrijft de bevoegdheid van de algemene vergadering als volgt: “De algemene vergadering van aandeelhouders heeft de meest uitgebreide bevoegdheid om de handelingen die de vennootschap aangaat, te verrichten of te bekrachtigen”. Hoewel de wet stelt dat de algemene vergadering de meest uitgebreide bevoegdheid heeft, is het in de praktijk veelal de raad van bestuur die de touwtjes in handen heeft. De raad van bestuur beschikt namelijk over de residuaire en de volle bevoegdheid, terwijl de algemene vergadering enkel de wettelijk toegewezen bevoegdheden kent. Wel moet er worden op gewezen dat de algemene vergadering over enkele zeer belangrijke bevoegdheden beschikt. Zo is het enkel dit orgaan dat kan beslissen over de goedkeuring van de jaarrekening en de bestemming van de winst98, dat bestuurders kan benoemen en ontslaan en dat de statuten en het doel van de NV kan wijzigen.99 2.1.2. Leden De vennoten en de aandeelhouders die kapitaal hebben ingebracht, nemen deel aan de algemene vergadering. Dit deelnamerecht kan in de statuten niet worden beperkt. Aan dit deelnamerecht is er bovendien een stemrecht gekoppeld, dat evenmin statutair kan worden verminderd. Het is weliswaar niet toegelaten om met niet-volgestorte aandelen, waarvan de opvraging is gebeurd, te stemmen. Omtrent de deelname aan de vergadering bij een publieke en/of genoteerde NV bestaan er bepaalde bijzonderheden.100 Aangezien er in België geen enkele voetbalclub publiek of genoteerd is, wordt er hier niet verder op ingegaan. Net als bij de VZW is het ook bij de NV mogelijk om aan de algemene vergadering deel te nemen en te stemmen bij volmacht101. Dit recht kan niet in de statuten worden uitgesloten, maar kan wel worden gereglementeerd. Zo kan er bijvoorbeeld worden vastgelegd dat enkel
97
Art. 526quater W.Venn. Art. 554, tweede lid W.Venn. 99 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 393-395. 100 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 400-405. 101 Art. 547 W.Venn. 98
30
medeaandeelhouders als gevolmachtigden worden toegelaten. De volmacht kan bovendien met bepaalde steminstructies worden gegeven. Naast de vennoten en de aandeelhouders kunnen ook winstbewijshouders stemrecht krijgen, indien dit zo in de statuten is bepaald. Een raadgevende stem wordt aan certificaathouders, obligatiehouders en warranthouders verleend. Mits toestemming van de algemene vergadering kunnen ten slotte ook nog andere personen, weliswaar zonder stemrecht, deelnemen aan de vergadering.102 2.1.3. Wijze van besluitvorming De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur samengeroepen. Als orgaan dat belast is met alle handelingen die nodig zijn ter verwezenlijking van het doel van de vennootschap, is de raad van bestuur namelijk het best gepositioneerd om over de opportuniteit van een bijeenroeping te oordelen103. In bepaalde gevallen is de raad van bestuur verplicht om de algemene vergadering samen te roepen. Die verplichting geldt onder andere voor de gewone algemene vergadering waarop de jaarrekening moet worden goedgekeurd. Daarnaast moet de vergadering worden samengeroepen wanneer er over een wijziging in het kapitaal moet worden beslist. Ten slotte is een bijeenroeping ook verplicht wanneer aandeelhouders die één vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, er om verzoeken. Die limiet van één vijfde kan in de statuten worden verminderd, maar niet verhoogd104. Wat betreft het uitoefenen van het stemrecht geldt als regel dat alle aandelen in het kapitaal recht geven op één stem105. Dit betreft het one share, one vote principe. Wanneer de aandelen niet van gelijke waarde zijn, of wanneer hun waarde niet is uitgedrukt, dan is het stemrecht proportioneel aan het uitgedrukte kapitaal dat deze aandelen vertegenwoordigen 106. In dergelijk geval zal het aandeel met de laagste waarde recht geven op één stem en de andere aandelen op meer stemmen in evenredigheid tot het kapitaal dat ze vertegenwoordigen107. Op deze regels bestaan er weliswaar uitzonderingen. Er bestaan onder andere aandelen die een participatie in het kapitaal vertegenwoordigen, maar die geen stemrecht hebben. Daarnaast 102
H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 405-410. K. GEENS, M. DENEF, F. HELLEMANS, R. TAS en J. VANANROYE, “Overzicht van rechtspraak (1992-1998) vennootschappen”, TPR 2000, 336, nr. 309. 104 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 413-414. 105 Art. 541, eerste lid W.Venn. 106 Art. 541, tweede lid W.Venn. 107 A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 106. 103
31
kan er statutair worden bepaald dat winstbewijzen, die geen kapitaal vertegenwoordigen, toch stemrecht genereren. Zij mogen weliswaar niet meer dan één stem per effect krijgen108. Bovendien kunnen de statuten bepalen dat het aantal stemmen waarover iedere aandeelhouder in de algemene vergadering beschikt, kan worden beperkt, op voorwaarde dat die beperking geldt voor elke aandeelhouder109.110 Tenzij het anders in de statuten is opgenomen, besluit de algemene vergadering bij gewone meerderheid van de ter vergadering uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen en onthoudingen worden niet meegeteld. Er geldt geen quorum. Bij een buitengewone algemene vergadering geldt er daarentegen wel een quorum en een bijzondere meerderheid. Bij een statutenwijziging dient de helft van het maatschappelijke kapitaal aanwezig te zijn en dient drie vierde van de stemmen de wijziging goed te keuren111. Bij een doelwijziging geldt als quorum de helft van het maatschappelijk kapitaal en de helft van de winstbewijzen en moet vier vijfde van de stemmen met de wijziging akkoord gaan. 2.2. Raad van bestuur 2.2.1. Bevoegdheden De NV wordt bestuurd door een raad van bestuur die minstens uit drie bestuurders bestaat. Wanneer de vennootschap slechts twee aandeelhouders heeft, kan de raad van bestuur maar twee bestuurders tellen112. Artikel 522, §1 van het Wetboek van Vennootschappen stelt het volgende: “De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is”. De raad van bestuur beschikt dus enerzijds over de volheid van bevoegdheid en anderzijds over de residuaire bevoegdheid. Bovendien zijn de bevoegdheden van de raad van bestuur exclusief: de algemene vergadering kan dan ook geen handelingen van het bestuur ongedaan maken of stellen. De raad van bestuur moet ook geen instructies naleven. Omgekeerd kan de raad van bestuur ook niet de bevoegdheden van andere organen uitoefenen.113
108
H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 151. Art. 544 W.Venn. 110 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 427-428. 111 Art. 558 W.Venn. 112 Art. 518 W.Venn. 113 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 289-290. 109
32
Enkele bevoegdheden van de raad van bestuur zijn onder andere het samenroepen van de algemene vergadering114, het opmaken van de inventaris en de jaarrekening115, het vertegenwoordigen van de vennootschap jegens derden in rechte zowel als eiser dan als verweerder…116 In de statuten kunnen de bevoegdheden van de raad van bestuur worden beperkt. De wezenlijke bestuursfuncties117 kunnen weliswaar niet worden weg bedongen. Bovendien bestaat er de mogelijkheid om bepaalde bevoegdheden aan een directiecomité en/of het dagelijks bestuur te delegeren.118 2.2.2. Leden Zoals hierboven reeds vermeld, bestaat de raad van bestuur in principe uit minstens drie bestuurders. Zij worden benoemd door de algemene vergadering. Evenwel kunnen zij voor de eerste maal bij de oprichtingsakte van de vennootschap worden benoemd119. Tenzij anders is bepaald in de statuten moeten de bestuurders geen bijzondere voorwaarden en/of kwalificaties bezitten. Zij hoeven geen handelaar of aandeelhouder te zijn. Bepaalde wetten stellen wel specifieke verbodsbepalingen in wat betreft de uitoefening van het mandaat van bestuurder. Zij zijn vooral gericht op het vereiste van betrouwbaarheid dat aan de functie is verbonden. De duur van hun mandaat bedraagt maximaal zes jaar.120 Bestuurders kunnen, behoudens tegenstrijdige statutaire bepalingen, wel worden herbenoemd121. De bestuurders zijn lasthebbers. Zij kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen 122. Dit kan niet worden beperkt in de statuten. Een bestuurder kan ook zelf ontslag nemen. Dit mag weliswaar niet ontijdig of ongelegen geschieden. Een belangrijk kenmerk van de bestuurder is ook dat zijn functie persoonlijk is. Hij kan zich met andere woorden dus niet laten vervangen. Dit beginsel is vrij logisch, aangezien bij de benoeming van een bestuurder nu eenmaal met zijn persoonlijke hoedanigheden rekening wordt gehouden.123
114
Art. 532 W.Venn. Art. 92 W.Venn. 116 Art. 522, §2 W.Venn; H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 105-107. 117 Hiermee wordt onder andere het samenroepen van de algemene vergadering en de voorbereiding van de jaarrekeningen bedoeld. 118 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 291-292. 119 Art. 518, §2 W.Venn. 120 Art. 518, §3 W.Venn. 121 Art. 520 W.Venn. 122 Art. 518, §3 W.Venn. 123 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 102-103. 115
33
2.2.3. Wijze van besluitvorming De raad van bestuur is een collegiaal orgaan124. Hieruit volgt dat een meerderheid van de bestuurders moet samen komen om met een gewone meerderheid van stemmen te besluiten. Het principe daarbij is: “één persoon, één stem”. Van de gewone meerderheid kan voor bepaalde beslissingen statutair worden afgeweken. De vergadering van de raad van bestuur wordt door de voorzitter van de raad geleid. Hij wordt verkozen door en uit de leden van de raad van bestuur. Hij roept de vergadering samen en waakt over het behoorlijk verloop ervan. Er kan in de statuten bovendien worden voorzien dat de stem van de voorzitter bij staking van stemmen doorslaggevend is.125 De beraadslagingen gebeuren mondeling. De redactie van notulen is in het kader van behoorlijk bestuur en met het oog op latere verantwoording aan te raden. Bij dringende noodzakelijkheid en wanneer de statuten hierin hebben voorzien, kan de raad van bestuur beslissingen nemen bij eenparig schriftelijk besluit126. Daarnaast zijn er nog enkele rechten en plichten van elke individuele bestuurder. Meer concreet gaat het dan over het/de controle – en informatierecht/-plicht, de discretieplicht en de loyauteitsplicht.127 2.3. Commissaris De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, vanuit het oogpunt van de wet en van de statuten, van de verrichtingen weergegeven in de jaarrekening komt toe aan één of meer commissarissen128. Een commissaris wordt benoemd onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren. De wetgever heeft voor onafhankelijke vakmensen geopteerd zodat een meer doeltreffende controle op de verrichtingen van de vennootschap mogelijk was. Binnen de NV is het de algemene vergadering die de commissaris aanstelt. Indien er meerdere commissarissen zijn aangesteld, zullen zij beraadslagen als college en nemen zij besluiten volgens de gewone regels der beraadslagende vergaderingen129. Een commissaris wordt voor een periode van drie jaar benoemd. Zijn opdracht is weliswaar hernieuwbaar130.131
124
Art. 521 W.Venn. A. DE GRAEVE, J. ROODHOOFT en B. WINDEY, Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 100-101. 126 Art. 521, tweede lid W.Venn. 127 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 300-305. 128 Art. 142 W.Venn. 129 Art. 63 W.Venn. 130 Art. 135, eerste lid W.Venn. 131 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 134-137. 125
34
De commissarissen kunnen in het kader van hun bevoegdheden te allen tijde ter plaatse inzage nemen van de boeken, brieven, notulen, en in het algemeen van alle documenten en geschriften van de vennootschap. Zij kunnen bovendien van de bestuurders, gemachtigden en aangestelden van de vennootschap inlichtingen en ophelderingen vragen132. De bestuurders dienen hen om de zes maanden een boekhoudkundige staat te overhandigen133. Daarnaast hebben de commissarissen ook wat verplichtingen. Zo dienen de commissarissen wanneer zij vaststellen dat de continuïteit van de onderneming in het gedrang komt, het bestuur daarvan schriftelijk en op een omstandige wijze op de hoogte te brengen134. De commissarissen moeten bovendien met het oog op de algemene vergadering een gemotiveerd verslag omtrent de voorgelegde jaarrekening, opstellen135.136 2.4. Directie comité/dagelijks bestuur Aangezien het instellen van een auditcomité en renumeratiecomité enkel verplicht is bij een genoteerde vennootschap, en geen enkele Belgische profvoetbalclubs beursgenoteerd is, komen deze comités hier verder niet aan bod. Het directiecomité en het dagelijks bestuur die beide facultatieve organen zijn, worden wel nog besproken. De statuten van een NV kunnen de raad van bestuur de mogelijkheid verlenen om haar bestuursbevoegdheden over te dragen aan een directiecomité. Dit comité staat dan ook onder het toezicht van de raad van bestuur. De overdrachtsmogelijkheid is niet onbeperkt. Ze mag namelijk geen betrekking hebben op het algemeen beleid van de vennootschap of op alle handelingen die op grond van andere wettelijke bepalingen aan de raad van bestuur zijn voorbehouden137. Hoewel er discussie op dit punt bestaat, lijkt het dat de raad van bestuur wel nog concurrerend bevoegd blijft voor de overgedragen zaken138. Qua organisatie bestaat het directiecomité uit meerdere personen, die al dan niet bestuurder zijn. Alles wat betreft benoeming, afzetting, ontslag, bezoldiging, duur van de aanstelling en de werkwijze van het comité worden ofwel door de statuten ofwel door de raad van bestuur zelf bepaald.139
132
Art. 137, §1, eerste lid W.Venn. Art. 137, §2, derde lid W.Venn. 134 Art. 138, eerste lid W.Venn. 135 Art. 143 W.Venn. 136 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 140-142. 137 Art. 524bis, eerste lid W.Venn. 138 B. TILLEMAN, Bestuur van vennootschappen: statuut, interne werking en vertegenwoordiging, Brugge, die Keure 2005, 613. 139 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 292-294. 133
35
Naast de mogelijkheid om een directiecomité in te stellen, kan de raad van bestuur van een NV ook voor een orgaan van dagelijks bestuur opteren140. De creatie van dit orgaan heeft vooral de organisatie van een efficiënte en snelle besluitvorming tot doel. Op die manier wordt namelijk vermeden dat telkens een raad van bestuur moet worden samengeroepen om eender welke bestuurlijke beslissing te nemen. Enkel het dagelijks bestuur kan worden overgedragen aan dit orgaan, de bevoegdheden van het directiecomité kunnen daarentegen ruimer zijn. De statuten regelen principieel de benoeming en de afzetting van de dagelijkse bestuurders. Bestaat er toch geen statutaire regeling, dan is het de raad van bestuur die de dagelijks bestuurders aanstelt en ontslaat.141 In België hebben Charleroi, Club Brugge, KV Oostende, RSC Anderlecht en Standard een NV-structuur142. Daarnaast hebben KAA Gent en KRC Genk bepaalde activa in een NV ondergebracht. Lokeren zal zich volgend jaar omvormen van VZW naar NV143.
§5. Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 1. Begrip De volgende vennootschapsvorm die voorkomt in het Belgische voetbalcircuit is de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijk (CVBA). Een coöperatieve vennootschap is een vennootschap met rechtspersoonlijkheid die uit een veranderlijk aantal vennoten met veranderlijke inbrengen is samengesteld144. Binnen de coöperatieve vennootschappen wordt het onderscheid gemaakt tussen de CV met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid enerzijds en de CV met beperkte aansprakelijkheid anderzijds. De CVBA is een volkomen rechtspersoon, waardoor de vennoten bij schulden slechts gehouden zijn tot beloop van hun inbreng145. Een CVBA heeft een dubbel samengesteld kapitaal: enerzijds is er een vast gedeelte, vermeld in de statuten en anderzijds is er een variabel of veranderlijk gedeelte146.
140
Art. 525, eerste lid W.Venn. H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 294-297. 142 Infra Deel 2, Hoofdstuk 2, Afdeling 2, §4. NV. 143 M. STOCKMANS, “Roger Lambrecht wil van Lokeren nv maken”, Sport/Voetbalmagazine 15 oktober 2014, http://sportmagazine.knack.be/sport/voetbal-nationaal/roger-lambrecht-wil-van-lokeren-nv-maken/articlenormal-443445.html . 144 Art. 350 W.Venn. 145 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 98-100. 146 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 50. 141
36
De coöperatieve vennootschap biedt heel wat vrijheid op het vlak van werking. Heel wat materies kunnen vrij in de statuten worden vastgelegd. De statuten kunnen onder andere het volgende bepalen: het bestuur van de vennootschap, de benoeming en ontslag van de bestuurders, de omvang van hun bevoegdheid en de duur van hun opdracht, de bijeenroeping van de algemene vergadering, rechten van de vennoten, vereiste meerderheid bij het nemen van bepaalde beslissingen en de wijze van stemmen, de verdeling van de winst en de omslag van het verlies147. Ook het principe van “één aandeel, één stem” is van suppletief recht. Binnen elke CV kan dus statutair in meervoudig stemrecht worden voorzien. Op die manier kan de macht binnen de CV liggen in handen van een kleine groep.
2. Organen en werking Ook binnen de CVBA zijn de algemene vergadering, de raad van bestuur en het dagelijks bestuur de organen.148 2.1. Algemene vergadering In tegenstelling tot bij de VZW en de NV ziet de wet bij de CVBA niet uitdrukkelijk in het instellen van de algemene vergadering. Er zijn daarentegen wel enkele impliciete verwijzingen naar dit orgaan. Zo stelt de wet dat alle vennoten in de algemene vergadering stemrecht hebben, tenzij de statuten dit anders bepalen149. De algemene vergadering heeft normaal enkele voorbehouden bevoegdheden. Het is dit orgaan die de bestuurders en zaakvoerders benoemt en ontslaat, die de jaarrekening goedkeurt en die kwijting aan de bestuurders
kan
verlenen.150
Zoals
hierboven
reeds
vermeld,
biedt
deze
vennootschapsstructuur heel wat vrijheid betreffende het vaststellen van de werking. Indien de statuten daarentegen niets bepalen, wordt de algemene vergadering minstens vijftien dagen op voorhand samengeroepen door het bestuur. Alle vennoten hebben dan het recht hun stem op de vergadering uit te brengen en elk aandeel geeft recht op één stem. 2.2. Raad van bestuur Ook bij de raad van bestuur is er in beginsel veel vrijheid. De statuten bepalen vrij wie het bestuur op zich zal nemen, op welke manier en binnen welke grenzen het bestuur zal worden uitgeoefend151. Zo bestaat er de mogelijkheid om het bestuur toe te vertrouwen aan één 147
Art. 355 W.Venn. H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 105-106. 149 Art. 382 W.Venn. 150 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 242-243. 151 Art. 355, 3° W.Venn. 148
37
zaakvoerder, of aan een college van bestuurders of is het mogelijk om aan bepaalde bestuurders slechts beperkte bevoegdheden te verlenen. Is er in de statuten niets bepaald, dan stelt de wet dat het bestuur in handen ligt van een zaakvoerder, al dan niet vennoot, die door de algemene vergadering wordt benoemd152.153 2.3. Dagelijks bestuur Net als bij de NV, kan er worden bepaald dat de raad van bestuur enkele de bevoegdheden betreffende het dagelijks bestuur aan het orgaan van dagelijks bestuur kan overdragen. De raad van bestuur houdt het toezicht op dit orgaan.154 2.4. Commissaris De controle op de jaarrekening ligt in handen van de commissaris. Indien er geen commissaris is benoemd, en de statuten niets tegenstrijdig hebben bepaald, beschikt iedere vennoot individueel over eenzelfde onderzoeks- en controlebevoegdheid. Een vennoot kan zich hierbij laten vertegenwoordigen door een accountant155.156 In het Belgische profvoetbal zijn Kortrijk, Lierse SK en Moeskroen-Péruwelz CVBA’s157. Cercle Brugge, KVC Westerlo, Waasland-Beveren en Zulte Waregem hebben deels de structuur van een CVBA.
§6. Vennootschap met sociaal oogmerk De laatste Belgische vennootschapsvorm die hier wordt besproken, is de vennootschap met sociaal oogmerk (VSO). De VSO is eigenlijk geen nieuwe rechtsvorm, maar een modaliteit die beschikbaar is voor iedere vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van de Europese Vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap158. Deze modaliteit werd ontwikkeld om VZW’s die hoofdzakelijk economische activiteiten verrichtten, onder te brengen bij het vennootschapsrecht dat strikter is en meer waarborgen biedt aan derden159. De VSO komt het meest voor in de vorm van een CVBA. De populariteit van de CVBA kan vooral door haar typische flexibiliteit worden verklaard. Bovendien wordt
152
Art. 378 W.Venn. H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 239-242. 154 Art. 525 W.Venn. 155 Art. 166 W.Venn. 156 H. GEINGER en N. HEIJERICK, Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 242. 157 Infra Deel2, Hoofdstuk 2, Afdeling 2, §5. CVBA. 158 Art. 661, eerste lid j° 2, §2 W.Venn. 159 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 55. 153
38
de coöperatieve vennootschap aangemoedigd om zich in een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk om te zetten. De wetgever heeft namelijk gesteld dat het vaste gedeelte van het kapitaal bij de CVBA-VSO slechts 6.150 euro moet bedragen, terwijl dit voor de gewone CVBA 18.550 euro is160. Om de VSO-modaliteit te verkrijgen en/of te behouden, moet er aan negen in het wetboek vermelde voorwaarden, voldaan zijn161.162
160
Art. 665 j° art. 390 W.Venn. Art. 661 W.Venn. 162 H. BRAECKMANS, Vennootschapsrecht, supra noot 31, 115-118. 161
39
40
Hoofdstuk 2. Analyse van het Belgische profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Belgische voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis Voetbal heeft een rijke geschiedenis. De oorsprong ervan is terug te vinden in Engeland. Via de Engelsen kwam het voetbal ook in België terecht. In 1863 werd de sport via de bedienden van Engelse firma’s in Antwerpen geïntroduceerd. De eerste officieuze competitie kwam er in 1894. Zeven ploegen van studenten en oud-studenten, voornamelijk Engelsen streden om de “titel”163. Een jaar later werd de Union Belge des Sociétés de Sports Athlétiques opgericht. Een sportbond die naast het voetbal, ook het wielrennen en de atletiek omvatte. In 1912 splitste de voetbalafdeling zich af van deze nationale sportbond. De Union Royale Belge des Sociétés de Football Association (URBSFA) was geboren. Deze bond organiseerde het eerste officiële Belgische kampioenschap in het seizoen 1895-1896. België was, na Engeland, Schotland en Noord-Ierland, pas het vierde land ter wereld met een nationaal kampioenschap164. Sinds 1920 kwam ook de naam Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) in gebruik.
§2. Professionalisering Op de invoering van het profstatuut was het in België nog een lange tijd wachten. Engeland koos al in 1885 om het professionalisme in te voeren. Ook Frankrijk, Nederland en WestDuitsland evolueerden in respectievelijk 1932, 1956 en 1963 naar voltijds profvoetbal. In België duurde het tot 1972 vooraleer de eerste stap werd gezet. De Liga Beroepsvoetbal, nu bekend onder de naam Pro League, werd uiteindelijk in 1974 opgericht. Initieel werd deze VZW opgericht om regelgeving omtrent transfers en spelerscontracten uit te werken. Nu beschermt ze de belangen van de professionele voetbalclubs in België en is ze verantwoordelijk voor de organisatie van de Jupiler Pro League. De hoogdagen van het Belgische voetbal liggen al een hele tijd achter ons. In de jaren 70-80 werden er internationale successen geboekt. Anderlecht won de Europese Beker voor 163
J. FERMAUT, De leefbaarheid van voetbalondernemingen in België: problemen en oplossingen, Scriptie Toegepaste Economische Wetenschappen UGent, 2003-2004, 5, www.lib.ugent.be . 164 X, “Eerste klasse (voetbal in België)”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_klasse_(voetbal_Belgi%C3%AB) .
41
Bekerwinnaars in 1976 en 1978 en was verliezend finalist in 1977 en 1990. KV Mechelen won de Europacup II en de Europese supercup in 1988. Club Brugge haalde Europese finales in 1976 en 1978. Door de enorme professionalisering en vooral commercialisering van het hedendaagse voetbal is het voor de voetbalclubs in een klein land als België moeilijk om nog een voet naast de Europese topploegen te kunnen plaatsen. De Belgische competitie is een opleidingscompetitie geworden.
§3. Competitiehervormingen Sinds de oprichting van de Pro League is er al heel wat aan de Belgische competitieformule gesleuteld. In 1975 werd het aantal ploegen in de Belgische eerste klasse van twintig naar negentien herleid. Een jaar later werd er voor achttien ploegen geopteerd. De Belgische clubs realiseerden zich dat er zaken moesten veranderen indien ze de voeling met de Europese top niet volledig wilden verliezen. De ploegen in grotere, en economisch sterkere, landen hebben meer mogelijkheden om sponsoring te verkrijgen, hebben grotere stadia, krijgen meer tvgelden… Er lagen verschillende voorstellen op tafel: de oprichting van de BeNeliga, het aantal profploegen in eerste en tweede klasse herleiden naar 24 ploegen (het plan Wijnants165), de Atlantic League166… Uiteindelijk werd er in 2009 besloten om het aantal ploegen in eerste klasse van achttien naar zestien te herleiden en te werken met een playoffssysteem. In 2015 kwam het plan Wijnants terug boven water. Aangezien tweede klasse wordt gezien als een kerkhof en play-off II en play-off III amper belangstelling krijgen, is het wel degelijk tijd voor verandering. Het aantal profploegen van 34 (16 in eerste klasse en 18 in tweede klasse) naar 24 herleiden en een gesloten competitie oprichten, zouden goede stappen zijn om het Belgisch voetbal voor alle profploegen terug leefbaar te maken. Uiteindelijk werd de recentste hervorming door de Pro League goedgekeurd in april 2015. Er werd voor een systeem met 16 eersteklassers en 8 tweedeklassers geopteerd. Die 8 ploegen zullen moeten voldoen aan strenge financiële voorwaarden. De overige 10 tweedeklassers zullen samen met zes of acht derdeklassers in de Superliga van het amateurvoetbal spelen. Onder die Superliga
F. VAN LAEKEN, “Pleidooi voor een kleinere en betere voetbalcompetitie (1/3)”, extrasport 21 februari 2013, www.extrasport.be/pleidooi-voor-een-kleinere-en-betere-voetbalcompetitie-13/ . 166 Een grensoverschrijdende competitie tussen de beste ploegen uit België, Nederland, Denemarken, Zweden, Schotland en Portugal. 165
42
zullen landelijk en provinciale amateurreeksen volgen.167 Vanuit de Superliga kan een club enkel promoveren indien de nodige licenties reeds in het begin van het seizoen zijn behaald. Indien de algemene vergadering van de voetbalbond in juni 2015 het licht op groen zet, dan zal dit systeem vanaf het seizoen 2016-2017 van start gaan.168
§4. Licentieproblematiek De licentieregels zijn de laatste jaren in België verstrengd. Financiële gezondheid staat voorop. Als een club niet kan aantonen dat het voldoende budget heeft om te overleven in eerste of tweede klasse krijgt het geen licentie. Elke ploeg moet minstens zeventien profspelers in dienst hebben. Er zijn ook heel wat stadionverplichtingen. Er moet plaats zijn voor 3000 supporters, qua stadionverlichting moet minstens 800 lux worden gehaald… 169 Deze licentieregels zijn enerzijds toe te juichen. De professionalisering van het Belgische voetbal moet voorop staan. Anderzijds leiden deze regels er ook toe dat de Belgische tweede klasse een financieel kerkhof is geworden. Een eerste klasse ploeg die zakt naar tweede klasse wordt geconfronteerd met een drastische vermindering van de toeschouwersaantallen en van de tv-gelden. Liefst acht van de achttien ploegen hebben van de licentiecommissie geen licentie voor eerste en tweede klasse gekregen. Drie van die ploegen hadden wegens financiële problemen zelfs geen licentie aangevraagd170. Bergen, een traditieclub die vorig jaar nog in eerste klasse speelde, is ondertussen failliet verklaard171. Langs de andere kant willen heel wat derde klasse ploegen wegens de licentieregels niet meer promoveren. De raad van bestuur van R. Cappellen, kampioen in derde klasse A, verwoordt het als volgt: “Cappellen FC heeft in het verleden haar spelers-werknemers steeds tijdig betaald (…) De Raad van bestuur van R. Cappellen FC vzw wil echter ook in de toekomst haar spelers-werknemers correct betalen en besliste dan ook om geen licentieaanvraag in te dienen voor het komende seizoen. R. Cappellen FC vzw betreurt dat het op deze manier geen gehoor kan geven aan de sportieve ambitie van zowel spelers, trainers als supporters van de X, “Hervorming: beste amateurclubs spelen in Superliga”, Sporza 22 april 2015, www.sporza.be/cm/sporza/voetbal/lagere_klasse/1.2312864 . 168 X, “Competitiehervorming goedgekeurd: tweede klasse met acht vanaf 2016-2017”, Het Nieuwsblad 28 april 2015, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150428_01653745 . 169 X, “Is tweede klasse nog profvoetbal waardig? (Terzake)”, Sporza 17 februari 2015, www.sporza.be/cm/sporza/videozone/sporten/voetbal/1.2242714 . 170 X, “Antwerp krijgt geen licentie en moet naar derde klasse”, Het Nieuwsblad 8 april 2015, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150408_01620301 . 171 X, “Tweedeklasser Bergen is officieel failliet verklaard”, Sporza 31 maart 2015, http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/lagere_klasse/1.2289235 . 167
43
club.”172 Volgens Van Laecken is er in België plaats voor maximaal tien profploegen173. Verandering is alvast nodig.
Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen 1. Eerste klasse Zoals hierboven reeds vermeld, hebben de meeste voetbalclubs in België de structuur van een vereniging zonder winstoogmerk. De meeste professionele voetbalclubs, met andere woorden de clubs die uitkomen in eerste en tweede klasse, hebben deze structuur daarentegen al verlaten. Van de zestien clubs in eerste klasse zijn er nog maar twee clubs die uitsluitend als VZW bestaan: KV Mechelen en Sporting Lokeren. Beide clubs hebben weliswaar plannen om zich om te vormen in een vennootschapsstructuur. KV Mechelen zou opteren voor een CVBA en Lokeren voor een NV174. De VZW komt meer voor bij de clubs die werken met een gedeelde structuur. Enerzijds worden de structuren van de VZW en de CVBA gecombineerd door Cercle Brugge, KVC Westerlo, Waasland-Beveren en Zulte Waregem en anderzijds komt de combinatie VZW-NV voor bij KRC Genk. KAA Gent combineert de NV-, CVBA-, BVBA- en VZW-structuur. Van de overige acht ploegen hebben er vijf de structuur van een NV, namelijk Charleroi, Club Brugge, KV Oostende, RSC Anderlecht en Standard en drie de structuur van een CVBA: Kortrijk, Lierse (met VSO) en Moeskroen-Péruwelz (met VSO).175 Het valt dus op dat de structuur van de VZW meer en meer wordt verlaten. Dit heeft te maken met de verdere professionalisering van het voetbal. De structuur van een VZW is niet aantrekkelijk voor externe investeerders. Geld speelt nu eenmaal een belangrijke rol in de voetbalwereld. In de meer open structuren zoals de NV en de CVBA is het mogelijk om als investeerder uw macht als het ware te kopen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat KV Mechelen en Sporting Lokeren als laatste nog de structuur van VZW hebben aangehouden. KV Mechelen wordt gezien als een echte volksclub, waar bovendien de supporters één derde
X, “Persmededeling R. Cappellen FC licentie betaald voetbal 2015-2016”, www.rcfc.be, www.rcfc.be/nieuws710.php . 173 F. VAN LAECKEN, “De "hel" van tweede klasse - Frank Van Laeken”, De Redactie 19 februari 2015, http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.2243994 . 174 M. STOCKMANS, “Roger Lambrecht wil van Lokeren nv maken”, Sport/Voetbalmagazine 15 oktober 2014, http://sportmagazine.knack.be/sport/voetbal-nationaal/roger-lambrecht-wil-van-lokeren-nv-maken/articlenormal-443445.html . 175 Zie bijlage 4: Structuur van de Belgische eerste klasseploegen. 172
44
van de stemrechten hebben in de raad van bestuur. Externe financierders die alle macht naar zich toe trekken, worden daar niet als opportuun geacht. Bij Sporting Lokeren was de roep naar financierders ook minder noodzakelijk. Bij deze club ligt alle macht in handen van één man, voorzitter Roger Lambrecht. Hij bezit voldoende vermogen om Lokeren te helpen. Het bericht dat Lokeren zich zal omvormen tot NV, wijst er op dat de 83-jarige voorzitter denkt aan de toekomst en hij de macht wil doorgeven aan iemand anders.
2. Tweede klasse De evolutie naar meer professionalisering, en de daarmee gepaarde evolutie naar vennootschapsstructuren, wordt niet zo sterk teruggevonden in tweede klasse. Liefst elf ploegen zijn nog volledig als VZW georganiseerd. De ploegen die toch voor een vennootschapsstructuur hebben geopteerd, hebben meestal een verleden in eerste klasse. Zo zijn STVV, Eupen en het ondertussen failliete Bergen NV’s. Daarnaast combineert Antwerp FC de structuur van een NV en een VZW176. Sinds 2011 is Roeselare tot een CVBA omgevormd. Bij zowel OH Leuven als KSK Heist ten slotte is er een CVBA met sociaal oogmerk, gecombineerd met een VZW. Er valt dus te concluderen dat professionele voetbalploegen voornamelijk voor een vennootschapsstructuur opteren wanneer zij ofwel in eerste klasse spelen, ofwel indien ze reeds van eerste klasse hebben geproefd. Vele ploegen in tweede klasse zijn de laatste jaren gepromoveerd uit derde. Ploegen in derde klasse en lager hebben quasi allemaal een VZWstructuur. Tweede klasse is vanuit het oogpunt van de investeerders ook niet interessant. De televisieaandacht voor deze competitie is zo goed als nihil. Het valt dan ook te betwijfelen of een meer open structuur bij de elf VZW’s wel zou leiden tot meer sponsors en investeerders. Hierna volgt een bespreking over hoe de Belgische eerste klasse clubs zich concreet hebben georganiseerd. De indeling gebeurt op basis van de verenigings- en/of vennootschapsvorm. Per club wordt er concreet bekeken hoe de structuur is uitgewerkt.
§2. VZW’s De twee VZW’s binnen de Belgische eerste klasse zijn KV Mechelen en Sporting Lokeren. Specifiek aan de VZW Sporting Lokeren is dat er een indeling wordt gemaakt in drie soorten leden. Er zijn de financieel effectieve leden, dit zijn de leden die een inbreng doen van 176
Infra Deel 2, Hoofdstuk 2, Afdeling 2: §3, 1. VZW en NV.
45
minstens 500.000 euro, de financieel-technische leden, die jaarlijks minimum 12.500 euro inbrengen en de ereleden. Enkel de FEL-leden zijn toegelaten tot de algemene vergadering. In afwijking van de VZW-wetgeving dient minimaal drie vijfde van het totaal aantal stemmen aanwezig te zijn om tot een rechtsgeldige beslissing te kunnen komen177. Bovendien wordt van het principe “één persoon, één stem” afgeweken aangezien de FEL-leden per schijf van 125.000 euro 1 stem op de algemene vergadering krijgen178. Bij de andere organen geldt dit principe wel. Naast een algemene vergadering en een raad van bestuur, wordt er bij deze VZW ook gebruik gemaakt van een dagelijks bestuur en een directiecomité. In het directiecomité zetelen alle leden van de raad van bestuur en alle financieel technische leden179. Zoals hierboven reeds vermeld, zijn de statuten van KV Mechelen uniek op het punt van supportersinspraak. Artikel 16 vermeldt namelijk dat de supportersraad binnen de raad van bestuur een stemmenaantal gelijk aan 1/3de van de stemgerechtigde leden van de vergadering heeft180. Bovendien is ook statutair bepaald dat de leden van die supportersraad deel uitmaken van de algemene vergadering. Dit ledenaantal bedraagt maximaal negen supporters181. De supportersraad is een orgaan dat in de schoot van de supporters in het leven is geroepen. Het betreft geen orgaan van de VZW. Bovendien kunnen de leden van de supportersraad voor hun inbreng in het beleid geenszins enige verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van derden. Naast rechten heeft de supportersraad ook bepaalde plichten. Zo dient ze tweemaal per jaar de losse supporters te horen en daarvan schriftelijk verslag aan de raad van bestuur over te maken. Op die manier weet de raad van bestuur wat er leeft binnen de supporters.182 De statuten van KV Mechelen voorzien ook in de mogelijkheid tot de oprichting van een dagelijks bestuur. De bevoegdheden van dit orgaan zijn weliswaar niet statutair vastgelegd. Indien dit dagelijks bestuur zich door externe consultants laat bijstaan, vormen zij samen het directiecomité.183 Bij alle organen geldt het principe van “één persoon, één stem”.
177
Art. 13 statuten Koninklijke Sporting Club Lokeren Oost-Vlaanderen (VZW). Art. 12 statuten Koninklijke Sporting Club Lokeren Oost-Vlaanderen (VZW). 179 Art. 25, tweede lid statuten Koninklijke Sporting Club Lokeren Oost-Vlaanderen (VZW). 180 Art. 16, eerste lid statuten Yellow-Red KV Mechelen (VZW). 181 Art. 5 statuten Yellow-Red KV Mechelen (VZW). 182 Art. 11 statuten Yellow-Red KV Mechelen (VZW). 183 Art. 19 statuten Yellow-Red KV Mechelen (VZW). 178
46
§3. Gedeelde structuur Veel professionele voetbalclubs in België hebben een gedeelde structuur. Er kan een onderscheid tussen de combinaties VZW-CVBA en VZW-NV worden gemaakt. De keuze om een VZW te combineren met een andere structuur is vaak te verklaren vanuit een beschermend perspectief. De jeugdploegen of bepaalde belangrijke delen van het patrimonium worden ondergebracht in een VZW zodat deze onaangetast blijven, indien het financieel slecht zou gaan met de eerste ploeg, met de vennootschap. Voor de jeugdploegen zijn geen grote financiële middelen vereist en zodoende is er geen nood om externe financierders op dit vlak aan te trekken. Indien er toch geld nodig is, kan de vennootschap dit eventueel aan de VZW overmaken.
1. VZW en NV De combinatie van een VZW en een NV wordt in eerste klasse enkel nog bij KRC Genk teruggevonden. Enerzijds is er de VZW K. Racing Club Genk 322 en anderzijds is er de NV KRC Genk Horeca & Events. Zoals de naam het zelf zegt, beheerst de NV alles met betrekking tot horeca, dus eet – en drinkgelegenheden, in het stadion. Daarnaast staat zij ook in voor het organiseren van evenementen in de Cristal Arena. Alles met betrekking tot het beoefenen van de voetbalsport is in de VZW opgenomen. KRC Genk is daarmee één van de weinige topclubs in België die de VZW-structuur hanteert. Club Brugge, RSC Anderlecht en Standard zijn de laatste jaren volledig tot NV omgevormd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Lokeren geldt bij KRC Genk het principe van “één persoon, één stem” wel in de algemene vergadering184. Het lidmaatschap is steeds voor een duur van acht jaren, maar kan door een beslissing van de algemene vergadering worden hernieuwd. Jaarlijks kan een lidmaatschapsbijdrage van maximaal 2.500 euro worden gevraagd. Om de aanwezigheid van de leden op de algemene vergadering te stimuleren, is bovendien bepaald dat een lid dat drie opeenvolgende vergaderingen afwezig is, zelfs verontschuldigd, van rechtswege ontslagnemend is.185 Het aantal effectieve leden van KRC Genk bedraagt momenteel 61 personen186. De mogelijkheid tot oprichting van een dagelijks bestuur en een directie comité187 is ook statutair voorzien188.
184
Art. 6, eerste lid, 2 statuten K. Racing Club Genk 322 (VZW). Art. 3, eerste lid statuten K. Racing Club Genk 322 (VZW). 186 X, “Algemene vergadering”, www.krcgenk.be, http://www.krcgenk.be/nl/club/clubwerking/alg-vergadering . 187 X, “Directie”, www.krcgenk.be, http://www.krcgenk.be/nl/club/clubwerking/directie . 185
47
De gedeelde structuur VZW en NV wordt ook bij de tweedeklasser Antwerp FC teruggevonden. Naast de VZW Royal Antwerp Football Club, werd daar in 2011 de NV Royal Antwerp Football Club Management (RAFCM) opgericht. Die nieuwe NV verzorgt de dagelijkse werking van de club. De VZW draagt een enorme schuldenlast. Om die reden was het opportuun om een nieuwe NV op te richten. Via die NV konden nieuwe personen worden aangetrokken en zal worden geprobeerd de schulden uit het verleden weg te werken189.
2. VZW en CVBA De combinatie van een VZW en een CVBA komt voor bij Cercle Brugge, KVC Werstelo, Waasland-Beveren en Zulte Waregem. 2.1. Cercle Brugge Cercle Brugge is de voorlopig laatste club in eerste klasse die deels van structuur is veranderd. Naast de VZW werd op 24 juni 2014 de CVBA Cercle Brugge Koninklijke Sportvereniging opgericht. De CVBA is verantwoordelijk voor het sportieve, commerciële en financiële beleid. Ze had bij haar oprichting een vast kapitaal van 22.500 euro en een variabel kapitaal van 52.500 euro. Elke vennoot betaalde 2500 euro, waarvan 750 euro het vast kapitaal vertegenwoordigde en 1750 euro het variabel kapitaal. In ruil kreeg elke vennoot één aandeel van de categorie A. Er zijn in totaal dus dertig vennoten met elk één aandeel. De organen van deze CVBA zijn een algemene vergadering, een raad van bestuur, een directiecomité en eventuele adviserende en andere comités. Op de algemene vergadering geldt het principe van “één persoon, één stem”. De raad van bestuur bestaat statutair uit minstens zeven en maximaal negen bestuurders. Zij worden door de algemene vergadering voor een periode van drie jaar benoemd. De bestuurders zijn wel hernieuwbaar. De huidige raad van bestuur bestaat uit zeven bestuurders: Frans Schotte (voorzitter), Piet D’Hooghe, Vincent Goemaere, Thomas Tousseyn, Paul Vanhaecke, Philip Valcke en Piet Van Acker190 191. De VZW Koninklijke Sportvereniging Cercle Brugge tekent verantwoordelijkheid voor de jeugd, de evenementen, de sociale acties en de supportersorganisaties192. Bij de algemene vergadering geldt ook het principe van “één persoon, één stem”. Behoudens bij 188
Art. 7, vijfde lid statuten K. Racing Club Genk 322 (VZW). X, “Bestuur”, www.rafc.be, http://www.rafc.be/cms/bestuur . 190 X, “Raad van bestuur CVBA”, www.cerclebrugge.be, www.cerclebrugge.be/nl/devereniging/organisatie/raad-van-bestuur-cvba . 191 Oprichtingsakte Cercle Brugge Koninklijke Sportvereniging (CVBA). 192 X, “Paul Vanhaecke zet stap opzij”, www.cerclebrugge.be, www.cerclebrugge.be/nl/nieuws/detail/paulvanhaecke-zet-stap-o/1022 . 189
48
statutenwijziging of ontbinding kan de algemene vergadering geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige effectieve leden. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid. Bij de raad van bestuur moeten wel minstens de helft van de bestuurders aanwezig zijn op de vergadering. Ook hier is een eenvoudige meerderheid vereist. Daarnaast voorzien de statuten ook in de oprichting van een dagelijks bestuur. 2.2. KVC Westerlo Bij KVC Westerlo zijn er 2 VZW’s en 1 CVBA. De jeugdspelers zijn opgenomen in de Jeugdwerking KVC Westerlo VZW. Het handelsfonds van de VZW KVC Westerlo, zijnde haar voetbalactiviteiten, werd in 2014 ingebracht in de CVBA West-invest. Dit handelsfonds omvat het geheel van elementen (materiële en immateriële) die het patrimonium van de VZW KVC Westerlo samenstellen. Dit betreft onder andere het stamnummer 2024 en alle arbeidscontracten. In ruil voor deze inbreng kreeg de VZW 12936 C-aandelen. Die Caandelen hebben een beperkt stemrecht in de mate dat vier C-aandelen slechts recht geven op één stem in de algemene vergadering193. De overige aandelen binnen de CVBA betreffen 148 A-aandelen en 2 B-aandelen. De VZW KVC Westerlo heeft via haar meerderheid in stemmen wel niet alle macht. De statuten bepalen namelijk dat de houders van de C-aandelen slechts maximaal één bestuurder kunnen voorstellen, terwijl de houders van de A-aandelen een lijst met kandidaat-bestuurders mag voorstellen. De algemene vergadering moet minstens 1/3de van de bestuurders kiezen uit die lijst. Daarnaast worden ook minimaal één en maximaal twee onafhankelijke bestuurders gekozen uit de lijst samengesteld door de houders van de Aaandelen. De raad van bestuur heeft bovendien de meest uitgebreide bevoegdheid voor alle handelingen, zowel van beheer als van beschikking die nodig of dienstig zijn voor de verwezenlijking van het doel van de vennootschap.194 2.3. Waasland-Beveren Bij Waasland-Beveren is er enerzijds de VZW Koninklijke Voetbalclub Red Star Waasland en anderzijds de CVBA Waasland voetbal linkeroever. De CVBA werd opgericht in 2013 en omvat de profafdeling. De VZW bleef bestaan om aanspraak te kunnen maken op subsidies. De VZW omvat nog de jeugdwerking en de infrastructuur.195 Met de oprichting van de CVBA
193
Art. 6, eerste lid statuten C.V. West-Invest (CVBA). Art. 8 statuten C.V. West-Invest (CVBA). 195 P. ‘t Kint, “Waasland-Beveren krijgt nieuwe structuur”, sportmagazine Knack 25/02/2013, http://sportmagazine.knack.be/sport/voetbal-nationaal/waasland-beveren-krijgt-nieuwe-structuur/article-normal157503.html . 194
49
hoopte Waasland-Beveren naast een hogere graad van professionalisering, ook meer externe investeringen te bekomen. In eerste instantie konden die externe investeerders wel niet veel macht binnen de CVBA verwerven. Het vast kapitaal van de CVBA bedroeg 85.000 euro. Dit werd vertegenwoordigd door 17 A-aandelen op naam, die elk 1/17de van het kapitaal vertegenwoordigden. Ieder Aaandeel ging naar één van de zeventien oprichters van de CVBA. Daarnaast bestonden er Baandelen en C-aandelen voor de externe investeerders. De raad van bestuur bestond maximaal uit twaalf leden. Minimaal zeven bestuurders werden verkozen uit een lijst samengesteld door de A-aandeelhouders. Zij werden A-bestuurders genoemd. Maximaal vijf bestuurders werden verkozen uit een lijst voorgedragen door B-aandeelhouders of C-aandeelhouders. Zij werden B-bestuurders of C-bestuurders genoemd.196 De voorzitter van de raad van bestuur diende een A-bestuurder te zijn. Zijn stem was bij staking van stemmen doorslaggevend.197 Bovendien waren bepaalde beslissingen slechts geldig indien ze werden genomen met minstens 75% van de A-aandelen198. Al snel bleek duidelijk dat externe personen geen interesse toonden om te investeren in Waasland-Beveren zolang ze er geen inspraak voor in de plaats kregen. Nog geen jaar na de oprichting van de CVBA werden daarom de statuten ingrijpend gewijzigd. Door die wijzigingen dreigt de vooropgestelde lokale verankering snel te verdwijnen. Op een buitengewone algemene vergadering werd namelijk beslist om het onderscheid tussen de categorieën van aandelen af te schaffen. Externe investeerders zullen daardoor makkelijker het beleid kunnen beïnvloeden. 2.4. Zulte Waregem Sinds 2011 is er naast de VZW Sportvereniging Zulte-Waregem een CVBA, genaamd Grensverleggend, opgericht. Zowel de werkzaamheid houdende de A-kern en de beloftenkern als de gebruiksovereenkomst van het Regenboogstadion met de stad Waregem is door de VZW overgedragen naar de CVBA199. De VZW behoudt onder andere de jeugdspelers. Het vast gedeelte van het kapitaal van de CVBA Grensverleggend is op 100.000 euro, vertegenwoordigd door 100 aandelen, vastgesteld. Van die aandelen behoren er 52 toe aan
196
Art. 18, eerste, tweede en derde lid statuten Waasland Voetbal Linkeroever (CVBA) (opgeheven). Art. 19 statuten Waasland Voetbal Linkeroever (CVBA) (opgeheven). 198 Art. 29, eerste lid statuten Waasland Voetbal Linkeroever (CVBA) (opgeheven). 199 Zie: Beknopte omschrijving van de besluiten van de gemeenteraad van 07 juni 2011 (www.waregem.be) 197
50
voorzitter Willy Naessens en twaalf aan de VZW Sportvereniging Zulte Waregem200. De overige aandelen zijn onder zeven andere personen verdeeld. De CVBA heeft een algemene vergadering, een raad van bestuur en een dagelijks bestuur als organen. De algemene vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde vennoten beraadslagen. Voor een statutenwijziging zal er wel 66% van het maatschappelijk kapitaal moeten worden vertegenwoordigd. Hieruit volgt dat een statutenwijziging niet mogelijk is, zonder de aanwezigheid van Willy Naessens. Bovendien is er een drie vierden meerderheid nodig om een wijziging van de statuten goed te keuren201.
3. KAA Gent Bij KAA Gent202 horen er vier entiteiten: er is de VZW Koninklijke Athletiekassociatie Gent voetbalafdeling, de CVBA-Artevelde-stadion, de NV KAAG Management en de BVBA Horeca Foot. De NV KAAG Management beheert een rekening courant uit het verleden. Het “voetbal” gedeelte van het nieuwe stadion van KAA Gent, de Ghelamco-arena, is in handen van de CVBA- Artevelde-stadion. Het “voetbal” gedeelte betekent alle voetbalgebonden infrastructuur, zoals het veld, de tribunes, de kleedkamers, loges, kantoren van AA Gent…203 In juni 2015 verleent de CVBA een recht van opstal aan de VZW. Op die manier zal de VZW de nodige rechten hebben op het stadion. Dit recht van opstal wordt voor een termijn van vijftig jaar verleend. De VZW zal in ruil een jaarlijkse vergoeding betalen. De stad Gent is de facto meerderheidsaandeelhouder van de CVBA. Via die vergoeding wordt ook de lening van de stad terugbetaald. De CVBA zal ook twee bestuurders van de VZW benoemen. Op die manier beschikt de stad eigenlijk over een recht van toezicht. De VZW is de hoofdentiteit van de club. Het stamnummer en de voetbalploegen zijn namelijk in deze vereniging ondergebracht. Aangezien het recht van opstal aan de VZW zal worden verleend, leidt dit nog tot meer centralisatie. De raad van bestuur van de VZW bestaat uit minimaal negen en maximaal vijftien bestuurders.204 De BVBA horeca Foot ten slotte is opgericht om de commerciële activiteiten die niet in een VZW kunnen worden gevat, te centraliseren. Het betreft dus voornamelijk het hele horecagebeuren, maar ook andere zaken
200
Oprichtingsakte CVBA Grensverleggend. Art. 28, eerste en derde lid statuten Grensverleggend (CVBA). 202 Zie bijlage 5: Interview met Ivan De Witte. 203 C. PEETERS, “De financiering van de Ghelamco-arena: toelichting”, www.chrisopthepeeters.be, www.christophepeeters.be/site/?ID=4954 . 204 Art. 14, §1, eerste en tweede lid, statuten Koninklijke Athletiekassociatie Gent Voetbalafdeling (VZW). 201
51
zoals bijvoorbeeld het uitbaten van de fanshop. De VZW is de hoofdaandeelhouder van de BVBA.
§4. NV In de Belgische eerste klasse hebben reeds vijf ploegen de structuur van een NV aangenomen. Het betreffen meer bepaald Charleroi, Club Brugge, KV Oostende, RSC Anderlecht en Standard.
1. Club Brugge Tot 1 juli 2012 bestond Club Brugge enerzijds uit een VZW, voor het sportieve luik, en anderzijds uit de NV De Klokke voor wat betreft het commerciële luik. De fanshop was ondergebracht in die NV. Op 1 juli 2012 werd het handelsfonds van de VZW weliswaar naar de NV overgedragen. De naam van de NV werd in “Club Brugge” gewijzigd. Dit ging gepaard met een fikse kapitaalinjectie. Het intekenbedrag bedroeg zo’n vijftien miljoen euro. Een bedrag dat is onderverdeeld in 4.039.424,91 euro kapitaal en 11.208.468,61 uitgiftepremie, geboekt op een onbeschikbare rekening. De vier miljoen kapitaal wordt door 3059 kapitaalaandelen vertegenwoordigd. Uit de verdeling van de kapitaalaandelen blijkt overduidelijk dat Club Brugge de facto in handen is van één persoon. Bart Verhaeghe, voorzitter van Club Brugge, bezit via zijn NV Ourson maar liefst 2774 kapitaalaandelen. Hij heeft dus 90.7% van de aandelen. De overige 285 kapitaalaandelen zijn onder vier andere aandeelhouders verdeeld. Elk aandeel heeft recht op één stem. Verhaeghe kan dus met zijn meerderheid alles alleen beslissen. Zo zou hij bijvoorbeeld ook de club kunnen verkopen aan een buitenlandse investeerder. Om die reden zijn er enkele waarborgen in de statuten opgenomen. Ten eerste is er een tijdelijk nietoverdraagbaarheidsclausule terug te vinden. Deze clausule stelt: “Tot en met 31 december 2022 is de overdracht van aandelen in de vennootschap verboden (“Lock-up”), behoudens een overdracht van aandelen door een niet-controlerende aandeelhouder aan de controlerende aandeelhouder…”205. Tot en met 2022 kan Bart Verhaeghe dus geen aandelen van de hand doen. Daarnaast is er een voorkooprecht voor de VZW Club Brugge K.V. vastgelegd. Als de NV van Verhaeghe, Ourson, zijn aandelen wenst te verkopen aan een niet-aandeelhouder, dan 205
52
Art. 9.1 statuten Club Brugge (NV).
dient zij de VZW in kennis te stellen van de identiteit van de kandidaat-koper, het aantal aandelen aangeboden aan de kandidaat-koper en de prijs geboden door de kandidaat-koper. De VZW Club Brugge K.V. heeft vervolgens het recht om alle aandelen te kopen van Ourson aan dezelfde prijs en voorwaarden. De VZW heeft een periode van dertig kalanderdagen om haar voorkooprecht uit te oefenen en dient bovendien binnen de tien kalenderdagen na het bericht van uitoefening de som te betalen. 206 Verhaeghe zou met zijn 90,7% aandelen simpelweg de statuten kunnen aanpassen, maar ook daar is er statutair iets tegen vastgelegd. Om de statuten te kunnen wijzigen is er namelijk voorzien in een dubbele bijzondere meerderheid: enerzijds ¾ van het totale aantal aandelen en anderzijds 1/2de van alle aandelen gehouden door andere aandeelhouders dan de controlerende aandeelhouder moeten akkoord gaan207. Binnen de NV Club Brugge is er voorzien in een algemene vergadering, een raad van bestuur, een directiecomité en een dagelijks bestuur. De raad van bestuur bestaat uit zes personen waaronder, naast voorzitter Bart Verhaeghe, ook CEO Vincent Mannaert208.
2. RSC Anderlecht In februari 2010 heeft RSC Anderlecht zich van een VZW tot een NV omgevormd. De NV Royal Sporting Club Anderlecht werd opgericht met als doelstelling een kapitaalinjectie te realiseren. Die extra investeringen zijn nodig met het oog op het bouwen van een nieuw stadion en het vernieuwen van het jeugdcomplex209. Het kapitaal bedraagt 10.000.000 euro en het wordt door 2000 aandelen vertegenwoordigd. Voorzitter Roger Vanden Stock bezit de meeste aandelen. Hij heeft er 408. Daarnaast hebben zijn twee dochters elk 200 aandelen. Samen bezitten ze dus 40,4%. De neef van Vanden Stock, Philippe Collin, bezit op zijn beurt 392 aandelen of 19.6%. De familie Vanden Stock is dus met 60% meerderheidsaandeelhouder binnen de NV. De overige 800 aandelen zijn in handen van twaalf andere personen/entiteiten. Net als bij Club Brugge is er in de statuten een tijdelijke onoverdraagbaarheidsclausule terug te vinden. Gedurende een periode van vijf jaar vanaf de oprichting van de NV was het principieel niet toegelaten om aandelen te verkopen. Er waren op dit principe wel heel wat uitzonderingen in de statuten vastgelegd. Enerzijds waren er sommige vrije overdrachten, 206
Art. 9.3, eerst en tweede lid statuten Club Brugge (NV). Art. 12, laatste lid statuten Club Brugge (NV). 208 X, “Raad van bestuur”, www.clubbrugge.be, http://clubbrugge.be/nl/de-club/bestuur . 209 X, “Anderlecht vormt zich om tot NV”, De Morgen 11 februari 2010, www.demorgen.be/sport/anderlechtvormt-zich-om-tot-nv-a1066415/ . 207
53
anderzijds kon een overdracht toch doorgaan mits goedkeuring van de raad van bestuur.210 Die goedkeuring vereiste een bijzondere meerderheid van ¾ van de stemmen211. Die periode van vijf jaar onoverdraagbaarheid liep op 2 februari 2015 af. Veel veranderingen heeft dit weliswaar nog niet tot stand gebracht. Roger Vanden Stock heeft laten verstaan dat hij nog niet van plan is zijn aandelen te verkopen. Ook bij Philippe Collin ligt een verkoop moeilijk, aangezien hij een groep van mensen vertegenwoordigt die voor een verkoop allemaal hun goedkeuring moeten geven. RSC Anderlecht zal dus voorlopig niet in handen van een buitenlandse investeerder vallen. Wat wel te verwachten valt, is dat de rol van InBevtopman Alexandre Van Damme zal toenemen. Voorzitter zal hij wel niet worden, aangezien de man in kwestie publiciteitsschuw is.212 Binnen de algemene vergadering geeft elk aandeel recht op één stem. Behoudens de uitzonderingen bepaald in de wet, worden de beslissingen genomen met een gewone meerderheid van de stemmen, onafhankelijk van het aantal vertegenwoordigende effecten213. De raad van bestuur moet statutair gezien, bestaan uit minstens drie en maximaal tien leden214. Om tot een geldige beslissing te komen, dienen minstens de helft van de bestuurders aanwezig te zijn en moet de beslissing met gewone meerderheid zijn genomen. Statutair wordt er ook voorzien in de mogelijkheid tot het oprichten van een dagelijks bestuur215.
3. Standard Standard was de eerste Belgische voetbalclub die de structuur van een NV aannam. Dit gebeurde reeds in 1988. De zaak-Bellemans216 die Standard in nauwe schoentjes bracht, had hier iets mee te maken. Standard is reeds in handen geweest van verschillende personen. In 1998 was het toenmalig voorzitter Duchêne die aan de alarmbel trok en nieuwe investeerders moest zoeken. De financiële middelen werden gevonden bij Robert Louis-Dreyfus. Duchêne verliet de club in 2000. Luciano d’Onofrio werd achter de schermen de sterke man. Louis-
210
Art. 6 statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV). Art. 11, eerste lid, vierde streepje statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV). 212 L. VANDEWALLE, “Anderlecht zal zijn toekomst intern regelen”, Het Nieuwsblad 31 januari 2015, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150130_01503553 . 213 Art. 15, eerste lid statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV). 214 Art. 7 statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV). 215 Art. 8 statuten Royal Sporting Club Anderlecht (NV). 216 Onderzoeksrechter Bellemans ontdekte dat de Standardspelers in 1982 de spelers van Waterschei hadden omgekocht. Op die manier verzekerden ze zich van de landstitel; X, “Zaak-Bellemans”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Zaak-Bellemans . 211
54
Dreyfus zou in totaal zo’n 25.000.000 euro investeren in de club. Toen hij in 2009 stierf, besliste zijn vrouw om zijn aandelen te verkopen217. In juni 2011 kocht Roland Duchâtelet voor 41 miljoen euro alle aandelen van de NV. Niet alleen de aandelen van Louis-Dreyfus werden overgenomen, maar ook die van Luciano d’Onofrio. Dit zorgde er in eerste instantie voor dat Duchâtelet zijn functie als voorzitter van STVV moest neerleggen. Een persoon mag namelijk geen bestuursfunctie uitoefenen bij meerdere clubs. Duchâtelet bezit 98% van de aandelen. De overige aandelen liggen in handen van de Antwerpse diamantair Robert Lesman en Paul Plateus, voormalig bestuurder van RFC Seraing218. In de statuten daterend van 2003 valt te lezen dat elk aandeel recht geeft op één stem. Duchâtelet kan dus alles alleen beslissen binnen de club. Naast Standard bezit hij bovendien ook nog het Duitse Carl Zeiss Jena, het Engelse Charlton Athletic FC en het Spaanse AD Alcorón. Zijn zoon Roderick is voorzitter van de Hongaarse ploeg Ujpest FC.
4. KV Oostende KV Oostende, promovendus in 2013, heeft de structuur van een NV sinds 2008. Het kapitaal van de NV Koninklijke Voetbalvereniging Oostende is reeds verschillende malen verhoogd. In 2008 was er een kapitaal van 440.000 euro. Dit werd door 880 aandelen, waarvan 500 Aaandelen waren en 380 B-aandelen vertegenwoordigd219. In 2012 werd het kapitaal ter aanzuivering van geleden verliezen tot 61.600 euro verminderd. Vervolgens werd het kapitaal met 1.450.000 euro verhoogd via de inbreng van schuldvorderingen. Het aandelentotaal kwam op 21.589, waarvan er 20.498 A-aandelen waren220. Via Marc Coucke steeg het kapitaal in 2014 met 1.5 miljoen euro. In ruil werden 64.767 A-aandelen uitgegeven. In totaal zijn er nu dus 86.356 aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen221. De voordelen die in de oprichtingsstatuten aan de houders van de A-aandelen werden toegekend, lijken nu overbodig. De A-aandeelhouders bezitten samen namelijk 85.265 van de 86.356 aandelen. Het verhaal van Marc Coucke bij zijn “weireldploegje” start reeds in 1998. Met Omega Pharma sponsort hij dan KV Oostende en verkrijgt hij op die manier een zitje in de raad van
X, “Robert Louis-Dreyfus”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Louis-Dreyfus . Voetbalclub waarmee Standard in 1996 fusioneerde; X, “Roland Duchâtelet haalt 20 miljoen euro uit Standard Luik”, www.vandaag.be 27 mei 2013, www.vandaag.be/sport/126127_roland-duchatelet-haalt-20miljoen-euro-uit-standard-luik.html . 219 Oprichtingsakte Koninklijke Voetbalvereniging Oostende (NV). 220 Statutenwijziging 2 februari 2012 Koninklijke Voetbalvereniging Oostende (NV). 221 Statutenwijziging 16 april 2014 Koninklijke Voetbalvereniging Oostende (NV). 217 218
55
bestuur. In augustus 2013 verwerft Coucke zestig procent van de aandelen van de NV en volgt hij Yves Lejaeghere op als voorzitter. Lejaeghere behoudt nog een belang van dertig procent en wordt voorzitter-manager. Hoofdsponsor Bouwgroep Versluys verkrijgt vijf procent van de aandelen222. Nog geen jaar later koopt Coucke ook de resterende aandelen van Lejaeghere over. Lejaeghere krijgt nog de symbolische functie van erevoorzitter223. Marc Coucke bezit op dat moment dus negentig procent van de aandelen. Bovendien heeft hij zich ondertussen bij de hoofdsponsor Bouwgroep Versluys voor 75 miljoen euro ingekocht. Van dat bedrijf bezit hij nu vijftig procent van de aandelen 224. Aangezien de bouwgroep zelf vijf procent van de aandelen van KV Oostende in handen heeft, stijgt Couckes belang in KV Oostende nog meer.
5. Sporting Charleroi De VZW Royal Charleroi Sporting Club-Football Association is in 2000 ontbonden. Daaropvolgend werd de NV Sporting Du Pays de Charleroi opgericht. Fabien Debecq kocht in 2012 de aandelen over van toenmalig voorzitter Abbas Bayat. Met de deal zou een som van zo’n zes miljoen euro gemoeid zijn. Debecq bezit de overgrote meerderheid van de aandelen van de NV225. 226
§5. CVBA In de Belgische eerste klasse zijn er drie clubs die de structuur van een CVBA hebben aangenomen. Het betreffen Kortrijk, Lierse SK en Moeskroen-Péruwelz. Bij Lierse SK en Moeskroen-Péruwelz gaat het bovendien om een CVBA met sociaal oogmerk.
X, “Marc Coucke is nieuwe voorzitter KV Oostende”, Gazet van Antwerpen 23 augustus 2013, www.gva.be/cnt/aid1440720/marc-coucke-is-nieuwe-voorzitter-kv-oostende . 223 X, “Marc Coucke is nu ook voorzitter van KV Oostende”, Het Nieuwsblad 4 juli 2014, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20140704_01166952 . 224 X, Marc Coucke investeert 75 miljoen euro in Groep Versluys”, Trends 11 februari 2015, http://trends.knack.be/economie/mensen/marc-coucke-investeert-75-miljoen-euro-in-groep-versluys/articlenormal-532595.html . 225 X, “Zakenman Fabien Debecq nieuwe voorzitter van Charleroi”, Het Nieuwsblad 6 september 2012, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20120906_071 . 226 De statuten van Sporting Charleroi zijn online niet te raadplegen, waardoor een verdere analyse niet mogelijk is. 222
56
1. Kortrijk De CVBA Kortrijk voetbalt werd in 2001 opgericht. Dit was een rechtstreeks gevolg van het faillissement van de VZW van Kortrijk227. Bij de oprichting werden er 25.000 aandelen, met elk een nominale waarde van 1 euro, gecreëerd. De toenmalige derdeklasser is ondertussen een gezonde eerste klasseploeg geworden. Jean-Marc De Gryse redde de club in 2001 en werd er de hoofdaandeelhouder228. Toen Jean-Marc De Gryse in 2012 overleed, kwamen zijn aandelen in handen van zijn broer Vincent. Vincent erfde op die manier 50% van de aandelen. Sindsdien kocht hij nog meer aandelen op en ondertussen zou hij over zo’n 81% beschikken229. Deze meerderheid zorgt ervoor dat hij op zijn eentje de statuten van de CVBA kan wijzigen. De raad van bestuur bestaat uit minstens vijf en maximaal acht leden. Minstens één bestuurder wordt op voordracht van de familietak De Gryse door de algemene vergadering benoemd230. Bovendien moet elke beslissing van de raad van bestuur door die bestuurder worden goedgekeurd231. Vincent De Gryse zetelt zelf in de raad van bestuur. Hij kan dus alles alleen beslissen. De statutenwijziging die in 2013 werd doorgevoerd, wees er op dat De Gryse de club van de hand wilde doen. Er waren heel wat clausules over het overdragen van aandelen bijgekomen. Bovendien waren er heel wat aanpassingen ingevoerd met het oog op het versterken van zijn machtspositie. Hoewel De Gryse aan zijn vader had beloofd de club niet aan een buitenlander over te laten, is dit ondertussen toch gebeurd232. Vincent Tan, een Maleisische miljardair, heeft in mei 2015 de club voor vijf miljoen euro overgenomen. Of dit voor het Belgische voetbal een positief punt is, is zeer twijfelachtig. Tan staat er om bekend dat hij vrij excentrieke beslissingen durft te nemen. Zo besliste hij bij zijn andere club, Cardiff, bijgenaamd de Bluebirds, dat ze in het rood moesten spelen omdat die kleur commercieel
X, “KV Kortrijk failliet verklaard”, Gazet van Antwerpen 28 maart 2001, www.gva.be/cnt/oid101387/archiefkv-kortrijk-failliet-verklaard . 228 J. GERIL, “Jean-Marc De Grijse: ‘Een architect met een eigen visie’”, Het Nieuwsblad 3 januari 2012, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/m03kdl4f . 229 C. Vandenabeele, “KV Kortrijk moet hopen op de goede wil van Vincent De Gryse”, Sport/Voetbalmagazine 31 mei 2013, http://sportmagazine.knack.be/sport/kv-kortrijk-moet-hopen-op-de-goede-wil-van-vincent-degryse/article-opinion-149321.html . 230 Art. 8, eerste lid, 1 statuten Kortrijk Voetbalt (CVBA). 231 Art. 8, tweede lid, 1, III, b statuten Kortrijk Voetbalt (CVBA). 232 F. BUYSE en D. THIJSKENS, “Gezocht: overnemer voor KV Kortrijk”, Het Nieuwsblad 28 augustus 2014, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20140827_01235803 . 227
57
beter werkt op de Aziatische markt. Daarnaast werd de blauwe vogel in het logo in een rode draak veranderd. Ondertussen heeft hij die beslissingen al ongedaan gemaakt.233
2. Lierse SK In april 2012 is de VZW Koninklijke Lierse Sportkring omgezet in een CVBA met sociaal oogmerk. De VZW had op dat moment een negatief netto-actief van ruim 22 miljoen euro. Het vast kapitaal van de CVBA bedroeg 28.525.000 euro. Dat kapitaal werd door 1.141 aandelen met elk een nominale waarde van 25.000 euro, vertegenwoordigd. De drie vennoten kregen deze aandelen door middel van het inbrengen van schuldvorderingen. De vennootschap “Wadi Degla Football Company” bracht een schuldvordering in van 25.100.000 euro. Ze bezit daardoor 1004 aandelen. De NV “Liers Sportstadion” bracht een schuldvordering van 3.400.000 euro in en heeft 136 aandelen. De derde vennoot is de voorzitter van Lierse SK, Samy Maged, die in ruil voor één aandeel, een schuldvordering van 25.000 euro inbracht.234 Die aandelen mogen aan andere vennoten vrij worden overgedragen. Voor een overdracht aan derden is de toestemming van de raad van bestuur vereist. Indien de toelating wordt geweigerd, is er tegen die beslissing geen verhaal mogelijk235. In 2014 werd bij Lierse SK een kapitaalverhoging doorgevoerd. Het vaste kapitaal steeg met één euro door de creatie en de uitgifte van één aandeel van categorie B met een nominale waarde van één euro. De rest van het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 1140 aandelen van categorie A en 1 aandeel van categorie C. De categorieën B en C zijn gecreëerd in het belang van een nieuw transfercomité dat werd opgericht. Dit transfercomité bestaat uit drie personen waarvan één is aangeduid door de raad van bestuur en waarvan de twee andere zijn aangeduid door de aandeelhouder van categorie B en C. Dit transfercomité is exclusief bevoegd voor het afsluiten van alle transfers en het regelen van de transvergoedingen en opleidingsvergoedingen.236 Naast een transfercomité beschikt Lierse SK ook over een algemene vergadering, een raad van bestuur, een dagelijks bestuur en een directiecomité. Bij de algemene vergadering geldt dat één aandeel recht geeft op één stem. Bovendien kan niemand aan de stemming deelnemen met meer dan tien procent van het aantal stemmen verbonden aan de vertegenwoordigende aandelen237.
F. BUYSE, “Officieel: Maleisische miljardair Vincent Tan neemt KV Kortrijk over”, Het Nieuwsblad 12 mei 2015, http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150512_01677889 . 234 Oprichtingsakte Koninklijke Lierse Sportkring (CVBA met sociaal oogmerk). 235 Art. 6, 3, eerste en tweede lid statuten Koninklijke Lierse Sportkring (CVBA met sociaal oogmerk). 236 Statutenwijziging 12 november 2014, Koninklijke Lierse Sportkring (CVBA met sociaal oogmerk). 237 Art. 10, 6, eerste lid statuten Koninklijke Lierse Sportkring (CVBA met sociaal oogmerk). 233
58
Maged Samy is de meerderheidsaandeelhouder bij Lierse SK. Persoonlijk heeft hij maar één aandeel, maar via zijn vennootschap Wadi Degla Football Company bezit hij er nog 1004. 88% van de aandelen van Lierse SK behoren dus toe aan één persoon. Samy redde de club in 2007 van het faillissement en leidde de club naar eerste klasse in 2010. Naast Lierse SK bezit de vennootschap Wadi Degla Football company bovendien ook nog de Egyptische eerste klasse club Wadi Degla FC. Het feit dat Maged Samy alles alleen kan beslissen, heeft al tot heel wat aanvaringen met de supporters geleid. Zo wou de voorzitter het clublogo aanpassen zodat het beter bij dat van Wadi Degla FC aansloot. De Liersesupporters protesteerden en Samy besloot dan maar om het omgekeerde te doen. Sindsdien zijn de kleuren van het logo van Wadi Degla FC van blauw en rood, in geel en zwart veranderd. Het feit dat er heel wat Egyptische spelers naar Lierse SK werden getransfereerd, zorgde ook voor wrevel bij de supporters. De laatste seizoenen is de club in een waar trainers – en spelerskerkhof veranderd. Als orgelpunt kan er worden verwezen naar de beslissing van Samy om in februari niet alleen de trainer, maar ook zes spelers te ontslaan, om op die manier de spelers uit de jeugdacademie van Jean-Marc Guillou volop hun kans te geven.238 Lierse SK is een goed voorbeeld van hoe een club die in handen is van één persoon, door wanbeleid zijn band met zijn supporters dreigt te verliezen.
3. Moeskroen-Péruwelz De CVBA Futurotop-Wallonie Picarde betreft een CVBA met sociaal oogmerk. Bij haar oprichting bedroeg het vast kapitaal 18.000 euro. Dit kapitaal werd door 180 aandelen, elk met een nominale waarde van 100 euro, vertegenwoordigd. Er waren negen vennoten die elk 2000 euro inbrachten en dus elk twintig aandelen bezaten. De raad van bestuur bestaat uit minstens drie bestuurders. Minstens de helft van de bestuurders moet aanwezig of vertegenwoordigd zijn opdat ze geldig kunnen beslissen.239 Bij de algemene vergadering geeft elk aandeel recht op één stem240. Behoudens bij ontbinding en statutenwijziging volstaat een gewone meerderheid241.
X, “Lierse SK fans want to ged rid of Egyptian club owner”, www.ultras-tifo.net, www.ultrastifo.net/news/3177-lierse-sk-fans-want-to-get-rid-of-egyptian-club-owner.html . 239 Art. 19 statuten Futurotop-Wallonie Picarde (CVBA met sociaal oogmerk). 240 Art. 29 statuten Futurotop-Wallonie Picarde (CVBA met sociaal oogmerk). 241 Art. 28 statuten Futurotop-Wallonie Picarde (CVBA met sociaal oogmerk). 238
59
Sinds 2011 heeft de Franse voetbalclub Rijsel zich bij Moeskroen-Péruwelz ingekocht242. Rijsel zou minstens 51% van de aandelen van de club bezitten243. Doordat Marc Coucke ondertussen vijf procent van de aandelen van Rijsel heeft verworven, leidt dit er toe dat Rijsel de aandelen die ze bezit in Moeskroen van de hand wil doen. Coucke is nu de op twee na grootste aandeelhouder bij Rijsel en zou wellicht nog meer aandelen willen overnemen244. Als voorzitter
van
KV
Oostende
is
dit
weliswaar
niet
mogelijk
zolang
Rijsel
meerderheidsaandeelhouder bij Moeskroen blijft. Moeskroen en KV Oostende nemen namelijk aan dezelfde competitie deel en dit kan voor belangenvermenging zorgen. Rijsel wil bijgevolg zijn aandelen in Moeskroen verkopen. Die verkoop baart de licentiecommissie zorgen. Moeskroen zou het voor volgend seizoen namelijk met een budget van drie miljoen euro moeten stellen, dit is een daling met zestig procent in vergelijking met dit seizoen. De licentiecommissie weigerde in eerste instantie dan ook een licentie toe te kennen aan Moeskroen-Péruwelz245. In beroep kreeg de club dan toch zijn licentie. Cercle Brugge en Lierse SK trokken daarop naar het Belgisch Arbitragehof voor de Sport, maar ook het BAS besliste dat Moeskroen-Péruwelz zijn licentie mocht behouden246.
X, “Samenwerking tussen Moeskroen-Peruwelz en Lille officieel”, Het Nieuwsblad 5 november 2011, www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20111105_042 . 243 O. MINNEBO, “Moeskroen-Péruwels: ‘Geruchten over toekomst club zijn ongegrond’ ”, Het Laatste Nieuws 1 oktober 2014, www.hln.be/hln/nl/1285/Jupiler-Pro-League/article/detail/2096902/2014/10/21/MoeskroenPeruwelz-Geruchten-over-toekomst-club-zijn-ongegrond.dhtml . 244 X, “Marc Coucke wordt aandeelhouder bij Rijsel”, Sporza 18 september 2014, http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/buitenland/Frankrijk/1.2093642 . 245 X, “Moeskroen bedreigd met degradatie naar derde klasse”, Het Nieuwsblad 26 maart 2015, http://m.nieuwsblad.be/cnt/DMF20150326_01599527?isnemo=true . 246 X, “BAS maakt einde aan gebikkel: Moeskroen-Péruwelz behoudt licentie”, Het Nieuwsblad 6 mei 2015, http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20150506_01667303 . 242
60
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Invloed op het beleid? Supporters geven mee vorm aan de ziel van een club. Ze vormen mede de identiteit van een club. Met geroep en gezang trachten ze het wedstrijdscenario te beïnvloeden. Zonder supporters kan een voetbalploeg niet overleven. Hun juridische invloed op het beleid is in België vaak nihil. Enkel bij KV Mechelen hebben de supporters statutair gezien recht op inspraak. Ze beschikken over 33% van de stemmen in de raad van bestuur, zetelen in de algemene vergadering, houden financiële audits, zetelen in het stadioncomité, zitten samen met de verantwoordelijken voor de veiligheid…247 Bij de andere eerste klasse ploegen hebben de supporters geen rechtstreekse invloed op het beleid. Sommige supporterskringen hebben ondertussen getracht het heft zelf in handen te nemen. Toen in 2013 bekend geraakte dat Decuyper 95% van de aandelen van KV Oostende zou overkopen om vervolgens het stamnummer naar Antwerpen te verhuizen248, wilden de supporters van KV Oostende zelf een deel van de aandelen kopen. De werkgroep Supporters Trust richtte een coöperatieve vennootschap op. De doelstelling was om 200.000 euro te verzamelen en op die manier vijf à tien procent van de aandelen te verwerven. In totaal werd er slechts 42.100 euro samengebracht en ging het plan niet door249. Een ander voorbeeld betreft de CVBA met sociaal oogmerk “Socios Standard”. Toen Standard in 2011 dreigde in handen van een Nederlandse investeringsgroep te vallen, werd deze CVBA opgericht. De supportersgroep had de doelstelling om de club over te nemen. Toen uiteindelijk Duchâtelet de club kocht, doekten de “Socios” hun plannen op250. Nu er geruchten zijn dat Duchâtelet de club opnieuw zou verkopen, tracht de CVBA opnieuw om
247
Zie bijlage 2: Interview met Gert Van Dyck. J. CRETEUR, “Patrick Decuyper wil stamnummer KVO nog altijd verkopen”, Sport/Voetbalmagazine 27 mei 2013, http://sportmagazine.knack.be/sport/voetbal-internationaal/patrick-decuyper-wil-stamnummer-kvo-nogaltijd-verkopen/article-normal-161013.html . 249 E. FONTAINE, “Te weinig supporters willen aandelen KVO”, Het Nieuwsblad 17 oktober 2013, www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20131016_00794499 . 250 X, “Socios Standard: "Wij willen geen PSG of Manchester City worden", www.voetbalnieuws.be 4 december 2014, www.voetbalnieuws.be/news/154935/Socios_Standard:_Wij_willen_geen_PSG_of_Manchester_City_worden . 248
61
een participatie in de club te verkrijgen om op die manier een duurzame Luikse verankering van de club, stabiliteit en financiële transparantie te bewerkstelligen251.
Afdeling 2. Supporters Liaison Officer en supportersfederatie Een belangrijke schakel tussen een club en zijn supporters moet de Supporters Liaison Officer (SLO) zijn. Op basis van de UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations dient iedere club een SLO aan te duiden. De SLO heeft een dubbele bevoegdheid: enerzijds moet de SLO de contactpersoon zijn voor de supporters en anderzijds moet hij vergaderen met het management van de club en moet hij samenwerken met de verantwoordelijken voor de veiligheid.252 Bij de Belgische clubs heeft de SLO vaak geen omlijnd takenpakket. Meestal krijgt de persoon in kwestie ook nog andere bevoegdheden omdat deze functie voor de clubs op zich geen noodzaak is253. Bij sommige clubs wordt de SLO-functie toevertrouwd aan de supportersfederatie. Een andere schakel tussen de club en zijn supporters vormt de supportersfederatie. Elke Belgische eerste klasse club heeft dergelijke federatie. Dit orgaan overkoepelt de verschillende officiële supportersclubs en tracht hun belangen te behartigen. Bijvoorbeeld bij KAA
Gent
heeft
de
supportersfederatie
structureel
overleg
met
de
club.
De
supportersfederatie neemt bovendien de SLO-functie op zich. Op die manier kan er bij eventuele problemen kort op de bal worden gespeeld. De SLO-werking is in handen van drie mensen, die vanuit de club zijn aanvaard. De SLO-personen horen sneller de kritiek van supporters en kunnen de bestuurders hierover informeren254. Binnen België bestaat er ook een nationale supportersfederatie: de “Belgian Supporters”. Alle supportersfederaties van eerste tot vierde klasse kunnen zich bij dit orgaan aansluiten. Ze wedijveren om de SLO-functie bij elke club als een effectief orgaan te organiseren. Zodat dit orgaan een doeltreffende schakel tussen clubbestuur en supporters kan vormen. Daarnaast staan ook sociale ticketprijzen, toegankelijkheid van de voetbalstadions en community
X, “La coopérative "Socios-Standard" nomme ses 11 nouveaux administrateurs”, RTBF 5 maart 2014, www.rtbf.be/sport/dossier/standard/detail_la-cooperative-socios-standard-nomme-ses-11-nouveauxadministrateurs?id=8215626 . 252 Artikel 35 UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations (www.uefa.com/MultimediaFiles/Download/Tech/uefaorg/General/01/80/54/10/1805410_DOWNLOAD.pdf ). 253 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 94. 254 Dirk Vos, Vergadering in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, 19 maart 2015, www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/965578 . 251
62
werking op hun agenda255. Deze koepelorganisatie vormt de officiële gesprekspartner van de voetbalcel van binnenlandse zaken en vergadert dus mee over nieuwe wetgevende stukken.
Afdeling 3. Ondervraging supportersfederaties Uit de ondervragingen256 blijkt dat de supporters amper invloed hebben op het beleid. De supporters zien dit dan ook graag veranderen. Voor vele supporters zou structureel overleg met de club al een grote stap vooruit zijn. Nu blijkt er dat er tussen de supportersfederatie en de club vooral samenspraak is over supportersbeleving. Het opzetten van acties, het naleven van veiligheidsvoorschriften, het gebruiken van tifo’s…zijn zaken waar er wel over wordt vergaderd en waar de supporters inspraak over hebben. Het valt af te wachten of een eventueel wetgevend optreden er toe zal leiden dat de positie van de supporters zal versterken.
Afdeling 4. Commissie voor Sport In het voorjaar van 2015 kwam supportersparticipatie op de agenda van de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Uit de bijhorende studie en de vergaderingen die zijn gevoerd, blijkt dat de meeste bestuurders zeer argwanend zijn ten opzichte van supportersinspraak. Er wordt getwijfeld of supporters wel op een rationele manier beleid kunnen voeren. De clubleiders lijken te vergeten dat er ook bij supporters personen zijn die in het bedrijfsleven reeds hun strepen hebben verdiend. Als je bedenkt dat de clubleiders op die manier eigenlijk zeggen dat al hun supporters niet rationeel kunnen denken en geen meerwaarde kunnen zijn voor het beleid, dan is deze stelling vrij beledigend. Een voetbalclub is niet alleen een onderneming, maar ook een community. Dit zou ook binnen het beleid moeten duidelijk worden. De clubleiders erkennen wel de waarde van hun supporters. Patrick Janssens stelt bijvoorbeeld dat een club die eens in de problemen is geraakt, zich wel realiseert dat het niet zonder zijn supporters kan en nood heeft aan een volwassen relatie met zijn supporters. Supporters toelaten in de bestuurskamer lijkt voor de meeste clubleiders echter een brug te ver. Binnen een vennootschapsstructuur is het voor hen nu eenmaal vanzelfsprekend dat degene die het kapitaal binnenbrengt, ook de eraan gekoppelde stemmen verkrijgt. Volgens
X, “'Belgian Supporters' zien het daglicht: Verenigt u!”, www.voetbalkrant.com 20 oktober 2014, www.voetbalkrant.com/nl/nieuws/lees/2014-10-20/belgian-supporters-zien-het-daglicht-verenigt-u . 256 Zie bijlage 6: Ondervraging supportersfederaties. 255
63
Craybex, voorzitter van de Nationale Liga, leeft de vraag naar supportersinspraak ook alleen op het eerste klasse niveau en minder op dat van tweede klasse. De meeste clubleiders hebben ook een verkeerd beeld van supportersparticipatie. Volgens Gert Van Dyck257 wil supportersparticipatie niet zeggen dat de supporters de club overnemen, maar wel dat de supporters en het bestuur op een constructieve wijze samen bekijken hoe er verbeteringen in de werking van de club kunnen worden aangebracht. Vanuit de bestuurskamers van de profclubs is er alvast geen vraag naar een wetgevend optreden in verband met supportersinspraak. Ze willen wel werken aan een sterke band met hun supporters, maar de beslissingen omtrent het kernbeleid van de club houden ze het liefst volledig in eigen handen. Supportersparticipatie leidt nochtans tot heel wat voordelen. Ten eerste is de transparantie beter bij een club waar er supportersinspraak is. Ten tweede heeft de club een grotere impact op de gemeenschap. Ten derde willen de supporters ook meer investeren in hun club als ze voelen dat ze een stem hebben. Ten vierde is er vanzelfsprekend ook een betere dialoog tussen de club en de supporters. Ten slotte denken supporters meer op lange termijn. Ze willen dat hun club blijft bestaan en zijn niet uit op winstbejag.258 Waar ook aandacht moet worden aan gegeven, zijn de community assets. Met community assets worden die elementen bedoeld die de identiteit van een club vorm geven: het embleem, de kleuren, de locatie, de naam, het stamnummer… KV Kortrijk voorzitter Allijns stelt hierover dat deze zaken echt belangrijk zijn bij een club, de rest: spelers, trainers, voorzitters… zijn passanten. Die elementen moeten dus ook op een bepaalde manier worden beschermd. Volgens Allijns moet de stad waar de club is gelokaliseerd, hierbij een rol spelen. Er wordt weliswaar wel geen concrete manier voorgesteld om die zaken te beveiligen. Een “gouden aandeel” zou hier een oplossing voor kunnen bieden. Dit betreft een vetorecht voor bepaalde zaken die aan een specifieke aandeelhouder wordt verleend. Patrick Decuyper zou dergelijk aandeel aan de supportersfederatie van Antwerp FC geven zodat ze een vetorecht hebben bij beslissingen omtrent naam, kleuren en stamnummer259.
257
Voorzitter van de supportersraad van KV Mechelen. Resultaten van de studie van Supporters Direct zoals uiteengezet door Antonia Hagemann, Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, 2 april 2015, www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/970208 . 259 X, “Patrick Decuyper haalt fors uit naar supportersvereniging Act As One”, Gazet van Antwerpen 21 maart 2015, www.gva.be/cnt/dmf20150320_01591093/patrick-decuyper-haalt-fors-uit-naar-supportersvereniging-actas-one . 258
64
Hoofdstuk 4. Conclusie Tot zo’n vijftien jaar terug waren ook de meeste professionele voetbalclubs als VZW georganiseerd. Dit waren vaak archaïsche structuren. Als VZW is het moeilijk om aan extra kapitaal te geraken. In een VZW geldt namelijk in beginsel het principe van “één persoon, één stem” en dit leidt er toe dat iemand die bijvoorbeeld 1.000.000 euro heeft ingebracht evenveel macht heeft als iemand die slechts 10.000 euro heeft ingebracht. Externe investeerders kunnen zich amper macht toe-eigenen en dus is het niet aantrekkelijk om geld te pompen in een VZW. Om de voeling met de Europese topclubs en Europese topcompetities niet volledig te verliezen, was er dus nood aan verandering. Er werd op professionalisering en commercialisering ingezet. In de eerste klasse zal er vanaf volgend jaar geen enkele club nog volledig als een VZW zijn georganiseerd. De vennootschapsstructuren leiden er toe dat externe investeerders zich kunnen inkopen in een club. Heel wat clubs zijn de laatste jaren dan ook van eigenaar veranderd. Steeds vaker zijn zo goed als alle aandelen in de handen van één persoon: Verhaeghe bij Club Brugge, Samy bij Lierse, Dûchatelet bij Standard, Coucke bij Oostende, Tan bij Kortrijk… Die financiële middelen zorgen enerzijds voor meer mogelijkheden: stadions kunnen worden verbouwd, de structuur van de club wordt geprofessionaliseerd, er wordt in de jeugd geïnvesteerd…, maar anderzijds is er ook een keerzijde aan de medaille. De clubs kunnen namelijk een speelbal worden van hun eigenaar. Wanneer de voorzitter de geldkraan dicht draait met het oog op een verkoop, kan dit drastische gevolgen hebben. Om die reden is het vaak toe te juichen dat bij bepaalde clubs de jeugdploegen in een VZW zijn ondergebracht en zo meer bescherming hebben tegen de eventuele grillen van een clubeigenaar. Ook onoverdraagbaarheidsclausules en voorkooprechten kunnen (tijdelijk) binnen een club voor meer continuïteit zorgen. Wat betreft supportersparticipatie is er nog een lange weg af te leggen. Clubleiders staan allerminst te springen om supporters inspraak in het beleid te geven. Mijns inziens zouden de meeste supporters al tevreden zijn met een efficiënt werkende tussenschakel zoals de SLO. Als de supporters enerzijds informatie krijgen en beseffen dat hun club financieel gezond is, en de clubleiders anderzijds weten wat er leeft binnen hun supportersclubs, dan zal de relatie tussen de voetbalclub en de supporters gezonder zijn. Ook de community assets moeten worden beveiligd. Op die manier kan namelijk de identiteit van de club naar de toekomst toe worden gegarandeerd.
65
66
DEEL 3. DUITSLAND Hoofdstuk 1. Juridische structuren In Duitsland zijn er vier rechtsvormen relevant in de voetbalwereld: Eingetragener Verein, Aktiengesellschaft, Gesellschaft mit beschränkter Haftung en Kommanditgesellschaft auf Aktien.
Afdeling 1. Eingetragener Verein §1. Begrip De Eingetragener Verein (e.V.) is een vereniging die is ingeschreven in het verenigingsregister van de daartoe bevoegde rechtbank. Deze verenigingsvorm moet worden onderscheiden van de Nicht eingetragener Verein, die geen rechtspersoon is. De e.V. streeft geen winstgevend, maar een maatschappelijk doel na. Het kan onder andere gaan om doelstellingen van politieke, culturele, wetenschappelijke en sportieve aard 260. Als rechtssubject is een e.V. drager van rechten en plichten en kan ze in rechte optreden. Naar buiten toe wordt de vereniging door het bestuur vertegenwoordigd.
§2. Organen en werking Bij de e.V. zijn er twee organen voorgeschreven: de Mitgliederversammlung (hierna: algemene vergadering) en de Vorstand (hierna: raad van bestuur)261. Daarnaast kunnen de statuten nog voorzien in een adviesraad262, een toezichtsorgaan263 of een raad van trustees264.
1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden Aan de algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe die door de wet of de statuten niet aan de raad van bestuur of aan een ander orgaan zijn toevertrouwd265. De algemene vergadering heeft dus de residuaire bevoegdheid. Daarnaast heeft de algemene vergadering de 260
B. REICHERT, F. DANNECKER en C. KÜHR, Handbuch des Vereins- und Verbandsrechts, Darmstadt, Luchterhand, 1987, 15. 261 Art. 26 Bürgerliches Gesetzbuch (hierna: BGB). 262 Beirat. 263 Aufsichtsrat. 264 Kuratorium. 265 Art. 32, eerste lid BGB.
67
bevoegdheid om instructies te geven aan de raad van bestuur wanneer de statuten dit bepalen. Bovendien kan de algemene vergadering door een statutenwijziging haar bevoegdheden uitbreiden.266 1.2. Leden Bij de registratie moet de vereniging minstens uit zeven leden bestaan267. Na de registratie is de minimumgrens op drie leden gelegd. Wanneer er minder dan drie leden zijn, zal de vereniging worden ontbonden268. Naast de oprichters zijn er ook de toegetreden leden. De wetgever stelt dat de wijze van toetreding in de statuten moet worden vastgelegd269. Een lid treedt toe tot de vereniging via een overeenkomst met de vereniging, die wordt vertegenwoordigd door de raad van bestuur. Het lidmaatschap is niet overdraagbaar 270. Indien de statuten hierin voorzien, kan het stemrecht wel worden overgedragen. Het lidmaatschap eindigt door de dood, door uitsluiting, door uittreding of door de ontbinding van de vereniging. 1.3. Wijze van besluitvorming In de gevallen die in de statuten worden bepaald of wanneer het verenigingsbelang dit vereist, wordt de algemene vergadering door de raad van bestuur bijeengeroepen. Een minderheid van leden kan bovendien tegen de wil van de verenigingsorganen de algemene vergadering bijeenroepen271. Dit recht kan hen door de statuten niet worden ontzegd. In de statuten kan wel worden vastgelegd hoeveel leden deze bijeenroeping minimaal moeten steunen.272 In principe heeft ieder lid één stem binnen de algemene vergadering. Meervoudig stemrecht kan enkel worden toegekend overeenkomstig de wet. De statuten kunnen onder meer bepalen dat bepaalde leden over meervoudig stemrecht beschikken voor slechts bepaalde aangelegenheden. Stemrecht heeft een persoonlijk karakter. Het kan enkel worden overgedragen wanneer de wet dit toelaat273. De wet schrijft in beginsel een gewone meerderheidsvereiste voor274. De statuten kunnen echter een bijzondere meerderheid eisen. E. SAUTER en G. SCHWEYER, Der eingetragene Verein, München, C.H. Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1986, 103-104. 267 Art. § 56 BGB. 268 § 73 BGB. 269 Art. 58, eerste lid, BGB. 270 Art. 38 BGB. 271 Art. 37 BGB. 272 E. SAUTER en G. SCHWEYER, Der eingetragene Verein, München, C.H. Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1986, 104-107. 273 Artt. 38-40 BGB. 274 Art. 32, eerste lid BGB. 266
68
Bij staking van stemmen is het voorstel afgewezen, tenzij de statuten hieromtrent iets anders bepalen275.276 Een buitengewone algemene vergadering wordt samengeroepen wanneer er is voldaan aan de voorwaarden die in de statuten zijn bepaald. Vaak wordt vastgelegd dat een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden wanneer 10% van de leden hierom verzoeken. Daarnaast is het ook mogelijk om bepaalde beslissingen schriftelijk te nemen. Alle leden moeten dan die beslissing goedkeuren277.
2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden De raad van bestuur staat in voor het bestuur van de vereniging. Het dagelijks bestuur is volledig in handen van dit orgaan. Daarnaast vertegenwoordigt dit orgaan de vereniging binnen en buiten rechte278. Die vertegenwoordigingsbevoegdheid kan ten opzichte van derden via de statuten worden beperkt. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat bij transacties betreffende een bepaalde waarde de goedkeuring van de algemene vergadering is vereist. De overige bevoegdheden die in beginsel toekomen aan dit orgaan zijn: het bijeenroepen van de algemene vergadering, het uitvoeren van de liquidatie na ontbinding, het registreren van nieuwe leden in het ledenbestand, het registreren van statuten – en bestuurswijzigingen…279 2.2. Leden De samenstelling van de raad van bestuur wordt vastgelegd in de statuten. Dit orgaan kan uit één of meerdere bestuurder(s) bestaan. De statuten bepalen hoe die personen worden benoemd. In beginsel komt deze bevoegdheid toe aan de algemene vergadering, maar afwijkende regelingen zijn mogelijk280. Bij vele verenigingen heeft de raad van bestuur bijvoorbeeld de bevoegdheid om, zonder raadpleging van de algemene vergadering, andere bestuurders te coöpteren. Op basis van gewichtige gronden is de benoeming herroepbaar.281
275
Art. 40 BGB. E. SAUTER en G. SCHWEYER, Der eingetragene Verein, München, C.H. Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1986, 136-144. 277 Art. 32, tweede lid BGB. 278 Art. 26, eerste lid, BGB. 279 K. STÖBER, Vereinsrecht Mit steuerrechtlichen Hinweisen, Baden-Baden, Nomos, 1988, 92-93. 280 Art. 27, eerste lid BGB. 281 K. STÖBER, Vereinsrecht Mit steuerrechtlichen Hinweisen, Baden-Baden, Nomos, 1988, 92-93. 276
69
2.3. Wijze van besluitvorming Bij het besluitvormingsproces van de raad van bestuur verwijst de wet terug naar de bepalingen die gelden voor de algemene vergadering282. De genomen besluiten zijn ongeldig wanneer de raad van bestuur door een onbevoegd persoon is samengeroepen of wanneer één of meerdere bestuurders niet op de hoogte van de bijeenkomst was gesteld. Of de stem van het niet-uitgenodigde bestuurslid al dan niet een verschil ging uitgemaakt hebben, is irrelevant.283
Afdeling 2. Aktiengesellschaft §1. Begrip De Aktiengesellchaft (hierna: AG) is de vennootschapsvorm die naar Belgisch recht het meest met de naamloze vennootschap overeenstemt. Voor bepaalde ondernemingen wordt deze rechtsvorm door de wet opgelegd284. Het betreft een kapitaalvennootschap waarvan het kapitaal door aandelen is vertegenwoordigd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de beursgenoteerde en de niet-beursgenoteerde AG. Voor de niet-beursgenoteerde vorm gelden er minder zware verplichtingen. Bij de oprichting moet de vennootschap over minstens 50.000 euro beschikken.285
§2. Organen en werking In vergelijking met de verenigingen beschikte de AG niet over twee, maar over drie organen: de Hauptversammlung (hierna: algemene vergadering), de Vorstand (hierna: raad van bestuur) en de Aufsichtsrat (hierna: Raad van Commissarissen). De bevoegdheidsverdeling tussen deze organen wordt dwingend bepaald en is gericht op verkrijgen van een geschikt evenwicht in combinatie met functionele controle.286
1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden De algemene vergadering is het orgaan waarin de aandeelhouders hun rechten uitoefenen. Haar belangrijkste bevoegdheden zijn het wijzigen van de statuten en het wijzigen van de
282
Art. 28, j° artt. 32 en 34 BGB. K. STÖBER, Vereinsrecht Mit steuerrechtlichen Hinweisen, Baden-Baden, Nomos, 1988, 113-114. 284 D. ECKHARDT en M. HERMANNS, Kölner Handbuch Gesellschaftsrecht, Köln, Carl Heymans Verlag, 2014, 469. 285 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 284-285. 286 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 289. 283
70
structuur. Bovendien benoemt ze de leden van de Raad van Commissarissen. Daarnaast behoren nog heel wat andere taken tot haar bevoegdheidspakket: het bestemmen van de winsten, het benoemen van de auditeur, het beslissen tot een kapitaalverhoging of – vermindering, het ontbinden van de vennootschap…287 1.2. Leden De aandeelhouders oefenen in beginsel hun rechten uit tijdens de algemene vergadering. De statuten kunnen bepalen dat deze vergadering via moderne communicatiemiddelen verloopt. Daarnaast kan ook worden bepaald dat de leden schriftelijk of elektronisch hun stem kunnen laten gelden. De leden van de raad van bestuur en van de Raad van Commissarissen dienen aanwezig te zijn op de algemene vergadering.288 1.3. Wijze van besluitvorming De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur of de Raad van Commissarissen bijeengeroepen. Dit dient minstens dertig dagen voor de vergadering te gebeuren 289. De uitnodiging bevat naast de agendapunten ook de naam en het adres van de vennootschap en het tijdstip en de locatie van de vergadering. Indien de vennootschap beursgenoteerd is, moet de uitnodiging heel wat extra elementen bevatten.290 Daarnaast komt het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen ook toe aan aandeelhouders die (samen) vijf procent van de aandelen bezitten. Zij dienen daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek aan de raad van bestuur te sturen.291 Aandeelhouders die minstens vijf procent van de aandelen bezitten of 500.000 euro in de vennootschap vertegenwoordigen, kunnen voorstellen aan de agenda toevoegen292. Het reglement betreffende de voorbereiding en het verloop van de algemene vergadering kan door de leden, mits drie vierde meerderheid worden goedgekeurd. De wet stelt onder andere dat er een lijst met de namen van de aandeelhouders en de aandelen die ze vertegenwoordigen, moet
287
Art. 119 Aktiengesetz vom 6. September 1965 (BGBl. I S. 1089), das durch Artikel 3 des Gesetzes vom 24. April 2015 (BGBl. I S. 642) geändert worden ist (hierna: Aktiengesetz). 288 Art. 118 Aktiengesetz. 289 Art. 123, eerste lid Aktiengesetz. 290 Art. 121 Aktiengesetz. 291 Art. 122, eerste lid Aktiengesetz. 292 Art. 122, tweede lid Aktiengesetz.
71
worden bijgehouden.293 Om een correct beeld te hebben over de behandelde materies, zal de raad van bestuur alle aandeelhouders de nodige informatie verschaffen294.295 Elke aandeelhouder beschikt principieel over het aantal stemmen dat in verhouding staat tot zijn of haar aandelen. Bij niet-beursgenoteerde bedrijven kunnen de statuten weliswaar progressieve of absolute beperkingen op het aantal stemmen leggen. Stemmen via volmacht is mogelijk. Het bewijs van de verleende volmacht moet schriftelijk worden gegeven 296. Een aandeelhouder is niet gerechtigd te stemmen wanneer er een beslissing omtrent zijn aansprakelijkheid moet worden genomen. Contracten die bepalen dat een aandeelhouder moet stemmen op een bepaalde manier zijn nietig.297 Tijdens de algemene vergadering worden de beslissingen in beginsel bij gewone meerderheid genomen. De wet of de statuten kunnen in bepaalde gevallen wel hogere eisen stellen.298
2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden Het eigenlijke bestuur van de vennootschap en de vertegenwoordigingsbevoegdheid liggen in handen van de raad van bestuur. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid is onbeperkt. De bestuurders zullen echter op bestuurlijk vlak wel rekening moeten houden met de beperkingen die uit de statuten en uit de voorschriften van de RvC en van de algemene vergadering voortvloeien.299 2.2. Leden De raad van bestuur kan uit één of meerdere personen bestaan. Wanneer het kapitaal van de vennootschap de drie miljoen overschrijdt, moeten er minstens twee bestuurders worden aangesteld. Enkel natuurlijke personen kunnen lid zijn. In beginsel kunnen leden van de RvC geen lid worden van de raad van bestuur. Wanneer een bestuurder ontbreekt of verhinderd is, kan hij zich laten vertegenwoordigen door een commissaris. De commissaris kan deze functie
293
Art. 129 Aktiengesetz. Art. 131, eerste lid en derde lid Aktiengesetz. 295 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 388-390. 296 Art. 134, eerste lid Aktiengesetz. 297 Art. 136 Aktiengesetz. 298 Art. 133, eerste lid Aktiengesetz. 299 Art. 82 Aktiengesetz. 294
72
maximaal een jaar lang op zich nemen. Gedurende deze periode kan deze persoon zijn bevoegdheden als commissaris niet uitoefenen.300 De bestuurders worden door de Raad van Commissarissen benoemd. Hun mandaat heeft een duur van hoogstens vijf jaar. Herbenoeming behoort tot de mogelijkheden. 301 De RvC zal ook een voorzitter binnen de raad van bestuur aanstellen. Elke bestuurder moet aan een getrouwheids- en geheimhoudingsplicht voldoen. Het ontslag van een bestuurder kan enkel op basis van een gewichtige grond, zoals een grove schending van de plichten of de onmogelijkheid om aan goed beheer te doen.302 2.3. Wijze van besluitvorming Wanneer de raad van bestuur uit meerdere personen bestaat, dan zullen zij gezamenlijk de vennootschap besturen. De statuten of het reglement van de raad van bestuur kan hier weliswaar van afwijken. Er kan echter niet worden vastgelegd dat een bestuurslid een beslissing kan doorduwen tegen de wil van de meerderheid van de bestuurders. In beginsel komt de bevoegdheid tot het opstellen van het reglement betreffende de werking van de raad van bestuur, aan dit orgaan zelf toe. De statuten kunnen weliswaar bepalen dat de RvC dit reglement schrijft.303 De raad van bestuur moet bij het nemen van de beslissingen het belang van de vennootschap voor ogen houden.
3. Raad van Commissarissen 3.1. Bevoegdheden De Raad van Commissarissen benoemt de bestuurders en controleert hen. De statuten of de RvC zelf kunnen bepalen dat voor bepaalde beslissingen van de raad van bestuur ook de goedkeuring van de RvC vereist is. In functie van haar toezichtsopdracht kan dit orgaan alle documenten betreffende de vennootschap en haar vermogen opvragen en inspecteren. De RvC geeft de opdracht aan de auditeur de jaarrekening en de geconsolideerde financiële verslagen te onderzoeken. Daarnaast kan de RvC de algemene vergadering bijeenroepen wanneer dit in het belang van de vennootschap is.304 Dit orgaan kan als het niet-uitvoerende bestuur worden beschouwd.305
300
C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 335. Art. 84, eerste lid Aktiengesetz. 302 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 335-338. 303 Art. 77 Aktiengesetz. 304 Art. 111 Aktiengesetz. 305 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 376-378. 301
73
3.2. Leden Dit toezichtsorgaan bestaat in principe uit drie commissarissen. De statuten kunnen dit aantal echter verhogen, maar het dient steeds een veelvoud van drie te zijn. In de wet zijn er ook bepaalde maxima vastgelegd. Indien de vennootschap een kapitaal van minder dan 1,5 miljoen euro heeft, kunnen er maximaal negen bestuurders kunnen worden aangesteld. Bij een kapitaal van meer dan 1,5 miljoen euro of meer dan 10 miljoen euro zijn dit er respectievelijk 15 en 21.306 Enkel natuurlijke personen die daartoe wettelijk bevoegd zijn, kunnen worden aangesteld307. De algemene vergadering heeft in beginsel de benoemingsbevoegdheid. Er kan in de statuten worden bepaald dat het recht tot benoeming van een commissaris toekomt aan een bepaalde aandeelhouder of aan de houders van bepaalde aandelencategorieën308. Commissarissen kunnen maximaal voor een periode van vier jaar worden benoemd. 3.3. Wijze van besluitvorming Indien de wet of de statuten geen hoger quorum vereisen, kan de Raad van Commissarissen rechtsgeldig vergaderen wanneer minstens de helft van de leden aanwezig is. In elk geval is er vereist dat minstens drie commissarissen deelnemen aan het beslissingsproces. Afwezige leden kunnen weliswaar hun stem schriftelijk laten gelden.309 Binnen elke RvC wordt er een voorzitter en een vicevoorzitter verkozen. Deze leidt de vergadering en zal ook het vergaderingsverslag tekenen. Binnen dit orgaan kunnen enkele commissies worden ingesteld die bepaalde voorstellen of onderhandelingen zullen voorbereiden310.311
Afdeling 3. Gesellschaft mit beschränkter Haftung §1. Begrip De Gesellschaft mit beschränkter Haftung (hierna: GmbH) is een kapitaalvennootschap die voor eender welk legaal doel door één of meerdere personen kan worden opgericht 312. De vennootschap heeft haar eigen rechten en plichten313. De vennoten staan niet met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap. Zij kunnen dus maximaal 306
Art. 95 Aktiengesetz. Art. 100 Aktiengesetz. 308 Art. 101 Aktiengesetz. 309 Art. 108 Aktiengesetz. 310 Art. 107 Aktiengesetz. 311 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 372-375. 312 Art. 1 Gesetz betreffend die Gesellschaften mit beschränkter Haftung in der im Bundesgesetzblatt Teil III, Gliederungsnummer 4123-1, veröffentlichten bereinigten Fassung, das durch Artikel 15 des Gesetzes vom 24. April 2015 (BGBl. I S. 642) geändert worden ist (hierna: GmbH). 313 D. ECKHARDT en M. HERMANNS, Kölner Handbuch Gesellschaftsrecht, Köln, Carl Heymans Verlag, 187. 307
74
hun inbreng verliezen. Het kapitaal van de vennootschap dient minstens 25.000 euro te bedragen314. De GmbH is naar Belgisch recht het best te vergelijken met de BVBA.
§2. Organen en werking De GmbH heeft in beginsel twee organen de Geschäftsführer (algemeen directeur) en de Gesellschafterversammlung (hierna: algemene vergadering). Daarnaast kunnen de vennoten er ook voor opteren om een Aufsichtsrat (hierna: Raad van Commissarissen) in te richten. Wat betreft de Raad van Commissarissen verwijst de wet terug naar de bepalingen betreffende dit orgaan bij de AG315. Om die reden wordt dit orgaan hier niet verder besproken.
1. Algemene vergadering Tenzij er dwingende bepalingen in de wet voorzien zijn, kunnen de aandeelhouders in een overeenkomst hun rechten en plichten vastleggen. Indien de aandeelhouders dit niet hebben bepaald, zullen de regels die hierna volgen, gelden.316 Tot de bevoegdheden van de algemene vergadering behoren: het goedkeuren van de jaarrekening, het bekendmaken van financiële rapporten, het terugbetalen van bepaalde inbrengen, het bepalen van de aandelenstructuur, het houden van toezicht op het bestuur…317 De aandeelhouders nemen in beginsel hun beslissingen tijdens de algemene vergadering. Op voorwaarde dat elke aandeelhouder akkoord gaat met de beslissing, kan een beslissing echter ook schriftelijk worden genomen.318 De algemene vergadering wordt door de algemeen directeur bijeengeroepen. De directeur is hiertoe verplicht wanneer de helft van het maatschappelijk kapitaal verloren is gegaan. Daarnaast kunnen de aandeelhouders die (samen) tien procent van de aandelen bezitten ook een vergadering gebieden 319. De beslissingen in de algemene vergadering worden met gewone meerderheid genomen. De aandeelhouders krijgen het aantal stemmen dat in verhouding tot de waarde van hun aandelen staat320. Volmachten zijn toegestaan, zolang ze schriftelijk zijn verleend. Indien een beslissing over een aandeelhouder wordt genomen, dan zal die persoon zelf niet mogen stemmen.321
314
Art. 5, eerste lid GmbH. Art. 52 GmbH. 316 Art. 45 GmbH. 317 Art. 46 GmbH. 318 Art. 48 GmbH. 319 Art. 50 GmbH. 320 Art. 47, tweede lid GmbH stelt: “Jeder Euro eines Geschäftsanteils gewährt eine Stimme”. 321 Art. 47 GmbH. 315
75
2. Directie De vennootschap moet over één of meer directieleden beschikken. Enkel natuurlijke personen kunnen als directielid worden benoemd. De benoemingsbevoegdheid komt toe aan de algemene vergadering. Deze bevoegdheid kan door de statuten aan een ander orgaan worden toegekend.322 De benoeming is herroepbaar. In de statuten kan worden bepaald dat dergelijke herroeping enkel kan op basis van gewichtige gronden.323 Naast de bestuursbevoegdheid, heeft de directie ook een vertegenwoordigingsbevoegdheid. De directie vertegenwoordigt de vennootschap binnen en buiten rechte. Indien er meerdere directieleden zijn, dan moeten zij gezamenlijk optreden, tenzij de statuten iets anders bepalen.324 De directieleden moeten rekening houden met de beperkingen die hen via de statuten of via een aandeelhoudersbeslissing worden opgelegd. Die beperkingen hebben ten aanzien van derden geen juridische gevolgen.325
Afdeling 4. Kommanditgesellschaft auf Aktien §1. Begrip De Kommanditgesellschaft auf Aktien (hierna: KGaA) is de vennootschap die naar Belgisch recht het best te vergelijken is met een commanditaire vennootschap op aandelen. Bij deze rechtsvorm zijn er twee categorieën van vennoten. Enerzijds moet er minstens één vennoot zijn die onbeperkt aansprakelijk is: de beherende vennoot. Anderzijds zijn er de stille vennoten. Zij hebben de hoedanigheid van een aandeelhouder en zijn slechts aansprakelijk ten belope van hun inbreng326.327 Bij de inschrijving in het handelsregister zullen de bestuurders worden vermeld. Bovendien wordt daarbij ook bepaald welke bevoegdheden de beherende vennoten hebben.328
§2. Organen en werking De beherende vennoten nemen de functie van de raad van bestuur op zich. Ze hebben dezelfde rechten en plichten als de bestuurders bij de AG: naast het besturen en het
322
C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 236-238. Art. 38 GmbH. 324 Art. 35 GmbH. 325 Art. 37 GmbH. 326 Art. 278 Aktiengesetz. 327 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 481. 328 Art. 282 Aktiengesetz. 323
76
vertegenwoordigen betreft dit onder andere de zorgvuldigheidsplicht, de verplichtingen ten opzichte van de RvC, de bijeenroeping van de algemene vergadering…329 Tijdens de algemene vergadering kunnen in principe enkel de stille vennoten stemmen. De beherende vennoten zijn enkel gerechtigd om te stemmen indien ze aandelen bezitten. Om belangenvermenging tegen te gaan, kunnen ze bij bepaalde materies nooit stemmen: de benoeming van de commissarissen, de verkiezing van auditeurs, de aansprakelijkheid van een beherend vennoot…
330
. Sommige beslissingen kunnen daarentegen enkel worden genomen
indien de beherende vennoten er mee akkoord gaan331. Zo moeten alle beherende vennoten de jaarrekening mee goedkeuren332. Wat betreft de samenstelling en de werking van de Raad van Commissarissen kan voornamelijk worden verwezen naar wat hierboven reeds is uiteengezet. Dit orgaan is bevoegd om de beslissing van de stille vennoten uit te voeren, tenzij de statuten het anders bepalen333.334
329
Art. 283 Aktiengesetz. Art. 285, eerste lid Aktiengesetz. 331 Art. 285, tweede lid Aktiengesetz. 332 Art. 286, eerste lid Aktiengesetz. 333 Art. 287, eerste lid Aktiengesetz. 334 C. WINDBICHLER, Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 481-483. 330
77
78
Hoofdstuk 2. Analyse van het Duitse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Duitse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis In 1873, tien jaar nadat de Engelse voetbalbond was opgericht, maakte het voetbal zijn intrede in Duitsland. Via de Engelsen leerden de Duitsers de sport kennen. Tot dan toe werd vooral turnen als de sport van Duitsland gezien. Turnen in groep leidde volgens de Duitsers tot discipline en harmonie. Voetbal zorgde daarentegen voor individueel haantjesgedrag. De sport werd in de beginjaren dan ook vooral als een Engelse ziekte gezien. Konrad Koch, een Duitse leraar, zag dit anders. Hij werd een belangrijke katalysator voor de ontwikkeling van het Duitse voetbal. Hij introduceerde de sport in zijn school. In 1875 schreef hij het eerste voetbalreglement en tijdens dat zelfde jaar richtte hij de eerste voetbalvereniging van Duitsland op. Of die vereniging werkelijk de eerste in Duitsland was, is onzeker. Andere bronnen stellen dat Engelsen in 1874 de Dresden English Football Club reeds hadden opgericht.335 In de jaren nadien steeg de populariteit van de sport gestaag en werden er met de Bund Deutscher Fußballspieler en de Süddeutsche Fußball-Union in respectievelijk 1890 en 1893 al twee regionale bonden opgericht. Niet veel later, in 1900, ontstond met de Gründungsversammlung des Deutschen Fußball-Bunds, de Duitse voetbalbond (DFB)336. Drie jaar later werd het eerste Duitse bekerkampioenschap gespeeld, gewonnen door VfB Leipzig337. In 1908 kwam de Duitse nationale ploeg voor het eerst in actie. Toen de Nationaalsocialisten in 1933 aan de macht kwamen, had dit ook zijn invloed op het voetbal. De in de jaren ’20 en ’30 opgerichte Arbeiter-Turn-und Sportbund (ATSB) en de door de communistische partij opgericht Rotsport werden opgedoekt en hun voorzitters kwamen om in concentratiekampen. Bovendien werd er voor het eerst een nationaal kampioenschap
X, “Fußball in Deutschland”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Fu%C3%9Fball_in_Deutschland . 336 X, Gründungsversammlung des Deutschen Fußball-Bunds“, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Gr%C3%BCndungsversammlung_des_Deutschen_Fu%C3%9Fball-Bunds . 337 X, “Deutsche Fußballmeisterschaft 1902/03”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Deutsche_Fu%C3%9Fballmeisterschaft_1902/03 . 335
79
georganiseerd, de Gauliga338. De DFB werd op zijn beurt dan weer als propagandatool gebruikt en het Duitse nationale elftal kreeg daardoor veel financiële middelen.339
§2. Professionalisering Na de Tweede Wereldoorlog werd er in het Oosten de Fachausschuss Fußball en in het Westen de Deutsche Fußball-Verband opgericht. In 1950 en 1952 werden respectievelijk West en Oost Duitsland door de FIFA erkend. Sinds 1945 was het toegestaan om de spelers een geldelijke vergoeding te geven. In 1948 werd vervolgens het statuut van de Vertragspieler geïntroduceerd. Dit hield in dat de speler onder contract stond bij de club, maar er werd nog niet gesproken over een werknemer. Ook het statuut van de Lizenspieler, ingevoerd in 1962, leidde nog niet tot het profstatuut. Wel werden de maximagrenzen van de lonen verhoogd. Deze beperkingen verdwenen volledig in 1972. Er was geen beperking meer op de spelerslonen en de transfersommen.340 Het voetbal in Duitsland werd dan ook steeds professioneler. Dit resulteerde onder meer in Wereldkampioentitels in 1954, 1974, 1990 en Europese kampioentitels in 1972 en 1980 voor West-Duitsland. Oost-Duitsland won het voetbal op de Olympische Spelen in 1980.
§3. Bundesliga De Duitse Bundesliga ontstond in 1963. Na de Tweede Wereldoorlog waren er in Duitsland enkel regionale Oberliga’s. Sommige ploegen hadden in die competitievorm geen concurrentie meer en dit was nefast voor de ontwikkeling van het voetbal. Om die reden werd er besloten om vanaf het seizoen 1963-1964 een nieuwe nationale competitie te vormen. Sinds 1974 bestaat er ook een Duitse tweede klasse: 2. Bundesliga en in 2008 werd ten slotte de 3. Liga opgericht341. Dit betreft de laagste nationale voetbalcompetitie. De twee Bundesliga-competities worden door de Deutsche Fußball Liga beheerd terwijl de 3. Liga in handen van de Duitse voetbalbond is. Onder de 3. Liga zijn er amateur landelijke en regionale reeksen.342
X, “Gauliga (Fußball)”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Gauliga_(Fu%C3%9Fball) . X, “Fußball in Deutschland”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Fu%C3%9Fball_in_Deutschland . 340 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 14. 341 X, “Fußball-Bundesliga”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Fu%C3%9FballBundesliga#Vorgeschichte_.281932.E2.80.931962.29 . 342 X, “3. Fußball-Liga”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/3._Fu%C3%9Fball-Liga . 338
339
80
§4. Licentiesysteem Om te kunnen participeren in de Bundesliga of 2. Bundesliga dienen de clubs een licentie van de Deutsche Fußball Liga te verkrijgen. De licenties worden toegekend op basis van sportieve, juridische, personeel-administratieve, infrastructurele, veiligheidsgerelateerde en financiële criteria. De licentievoorwaarden die de meeste aandacht verdienen, zijn voornamelijk die van economische en financiële aard. Opdat de DFL de financiële situatie van een club correct kan inschatten, dienen de clubs alle nodige financiële gegevens over te maken. Het betreft hier onder andere de geauditeerde rekeningen van het voorgaande boekjaar en een door de club opgemaakte begroting voor de komende achttien maanden.343 Sinds het seizoen 2007-2008 heeft de DFL in het kader van dit financieel onderzoek de “Lizenzierugnsnachschau” ingevoerd. Dit impliceert dat de financieel zwakkere clubs een licentie met beperkingen krijgen. De club zal voor de winterstop opnieuw worden onderzocht en zal moeten aantonen dat ze over voldoende liquide middelen beschikt om het seizoen uit te doen. Slaagt de club hier niet in, dan zullen er bijkomende eisen worden opgelegd en zal de club vaak een transferverbod opgelegd krijgen. Het Duitse licentiesysteem is één van de strengste ter wereld en dit werpt duidelijk zijn vruchten af. De Bundesliga is niet alleen de gezondste, maar ook de populairste Europese topcompetitie. Sinds de oprichting van deze competitie is er nog geen enkele club tijdens het seizoen failliet gegaan. 344 In het seizoen 2013-2014 bedroeg de omzet van de Bundesliga 2.45 miljard euro, een stijging van maar liefst 12.9% met het seizoen 2012-2013. Daarbij maakten 13 van de 18 clubs winst. Met een gemiddelde van 42.609 toeschouwers per wedstrijd spant de Bundesliga de kroon in Europa. De Duitse tweede klasse bekleedt met 17.853 toeschouwers per wedstrijd zelfs de zevende plaats, de Belgische eerste klasse doet niet beter.345
M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 15-16. X, “Fußball-Bundesliga-Lizenzierung”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Fu%C3%9FballBundesliga . 345 Annual report 2015 Bundesliga, www.bundesliga.com, http://static.bundesliga.com/media/native/autosync/gb_dfl_bl_report_2015_150dpi.pdf . 343 344
81
Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Regelgevend kader 1. De 50+1-regel In Duitsland is er resoluut voor verankering gekozen. Tot 1998 had elke voetbalclub de structuur van een Eingetragener Verein. De clubs waren volledig in handen van de leden, die vooral supporters waren. Elke supporter kon lidgeld betalen om op die manier een plaatsje in de algemene vergadering te krijgen. De algemene vergadering verkoos dan de raad van bestuur die de club leidde. Op 24 oktober 1998 besloot de Duitse voetbalbond dat de voetbalclubs
hun
professionele
voetbalactiviteiten
in
een
vennootschap
mochten
onderbrengen. Dit kon echter enkel onder één voorwaarde: de vereniging diende de controle over de vennootschap te behouden.346 Concreet betekent dit dat de moedervereniging minstens over 50% +1 van de stemmen moet blijven beschikken. Dit wordt de 50+1-regel genoemd. Zowel de statuten van de DFB347 als die van de DFL348 bepalen hieromtrent het volgende: “Der Verein („Mutterverein“) ist an der Gesellschaft mehrheitlich beteiligt („Tochtergesellschaft“), wenn er über 50% der Stimmenanteile zuzüglich mindestens eines weiteren Stimmenanteils in der Versammlung der Anteilseigner verfügt“. Er dient op gewezen te worden dat de regel enkel een beperking oplegt wat betreft de stemrechten. Op het verwerven van aandelen in het kapitaal is er op zich geen limiet gesteld, zolang het onderscheid wordt gemaakt tussen de eigendom van de aandelen en de stemrechten verbonden aan die aandelen. Wanneer de voetbalclub in een KGaA is ondergebracht geldt er een aangepast regime. De moedervereniging of een door haar 100% gecontroleerde dochter dient de positie van beherend vennoot in de KGaA te hebben. In dergelijk geval moet de moedervereniging of de dochter geen 50% +1 van de stemmen in handen hebben, zolang dat de controlepositie op een andere wijze wordt gewaarborgd. De bestuurlijke en vertegenwoordigingsbevoegdheid dienen aan de beherende vennoot toe te komen.349
O. DASKAL, “The Bundesliga Understands Football beter”, www.soccerissue.com, http://www.soccerissue.com/2012/02/03/the-bundesliga-understands-football-better-2/ . 347 Art. 16c, 2., tweede lid statuten DFB, http://www.dfb.de/fileadmin/_dfbdam/2014124_02_Satzung.pdf . 348 Art. 8, 2., tweede lid statuten DFL, https://www.bundesliga.de/media/native/dokument/Satzung%20Ligaverband%202013-12-16%20Stand.pdf . 349 Art. 16c, 2., tweede lid, tweede zin statuten DFB; Art. 8, 2., tweede lid, tweede zin statuten DFL. 346
82
Daarnaast wordt de positie van de moedervereniging nog versterkt via andere verplichtingen. De licentievoorwaarden bepalen namelijk dat het aan die vereniging toekomt om de leden van de Raad van Commissarissen of van een ander bestuursorgaan voor te dragen. Bovendien moet de moedervereniging de meerderheid van de stemmen hebben in het bestuursorgaan van de voetbalclub.
2. Lex Leverkusen und Wolfsburg Op de 50+1-regel bestaat er één uitzondering. Een aandeelhouders-onderneming die reeds minstens twintig jaar ononderbroken een voetbalclub bevordert, kan meer dan 50% -1 van de stemrechten verwerven350. Oorspronkelijk was deze uitzondering enkel vastgelegd omwille van Bayer 04 Leverkusen en VFL Wolfsburg. Beide clubs waren namelijk opgericht als bedrijfsclubs en waren sinds hun oprichting volledig in handen gebleven van respectievelijk Bayer AG en Volkswagen AG. Tot 2011 stond er ook een deadline op deze uitzondering. De aandeelhouder-onderneming diende namelijk de twintig-jaar-voorwaarde reeds voor 1 januari 1999 te hebben gerealiseerd. Die deadline werd in 2011 door de DFB geschrapt. Dit gebeurde op voorstel van Martin Kind, de voorzitter van Hannover-96.351
3. Kritiek op de 50+1-regel Er is ook wel een keerzijde aan dit hele systeem. Aangezien de clubs niet zo aantrekkelijk zijn voor externe investeerders, zijn ze afhankelijker van voetbalgerelateerde inkomsten. De financiering zal dus veel meer afkomstig zijn van ledenbijdrages, ticketverkoop, tv-rechten en commerciële partners352. De hoeveelheid van die financiële middelen zal vaak afhankelijk zijn van de sportieve prestaties, en die hangen op hun beurt vaak af van het budget. De 50+1-regel zorgt er dus voor dat de grote clubs makkelijker groot blijven en de kleine clubs klein. Dit zorgt voor een zekere graad van voorspelbaarheid. De laatste jaren is Bayern München heer en meester in Duitsland en dit lijkt ook niet snel te veranderen.
350
Art. 16c, 2., vijfde lid statuten DFB; Art. 8, 2., vijfde lid statuten DFL. M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 16-17; X, “50 +1 Regel bleibt, “Lex Leverkusen” nicht”, www.Kicker.de 30 augustus 2011, http://www.kicker.de/news/fussball/bundesliga/startseite/557196/artikel_502b1-regel-bleibt-lex-leverkusennicht.html . 352 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 22. 351
83
§2. De structuren 1. Algemeen Sinds 1999 kunnen de Duitse voetbalverenigingen hun professionele voetbalactiviteiten onderbrengen in een dochtervennootschap. Vele clubs deden dit dan ook zodat ze de strijd met hun Europese rivalen konden aangaan. In de Bundesliga spelen er achttien ploegen. Vijf van die achttien ploegen hebben van de mogelijkheid om een dochtervennootschap op te richten nog geen gebruik gemaakt. Zij hebben dus de Eingetragener Verein-structuur. Van de dertien andere ploegen hebben er zes de Kommandit Gesellschaft auf Aktien-stuctuur, vier de Gesellschaft mit beschränkter Haftung-structuur en drie de Aktiengesellschaft-structuur.353
2. Eingetragener Verein 2.1. Algemeen De e.V.-structuur komt voor bij elke voetbalclub in de Bundesliga. Bij de dertien clubs die een dochtervennootschap hebben opgericht, blijft dit namelijk de structuur van de moedervereniging. Daarnaast zijn er vijf ploegen die uitsluitend uit een e.V. bestaan. Het betreffen: 1. FSV Mainz 05, SC Paderborn 07, Sport-Club Freiburg, VfB Stuttgart en FC Schalke 04. Geen enkel van deze teams behoort tot de echte topploegen van Duitsland. Drie van de vijf bekleden in het klassement een plaatsje tussen 15-18. Via een commerciële dochtervennootschap is het namelijk eenvoudiger om tot een bepaald niveau externe investeerders aan te trekken. Voor sommige e.V.‘s is het dan ook moeilijk om de concurrentie met die vennootschappen aan te gaan. 2.2. FC Schalke 04 De Fußballclub Gelsenkirchen‑Schalke 04 e. V. bestaat uit zeven organen. Naast de twee wettelijk voorgeschreven organen, de algemene vergadering en de raad van bestuur, heeft de vereniging ook voor een Raad van Commissarissen, een adviesraad, een ereraad, een kiescomité en een erepraesidium geopteerd354. De algemene vergadering benoemt de zeven leden die in het kiescomité zetelen355. Dit kiescomité zal leden van de RvC voorstellen die eveneens door de algemene vergadering moeten worden verkozen356. De algemene vergadering benoemt er minstens zes. De RvC bestaat maximaal uit elf leden. Daarnaast zal 353
Zie bijlage 7: Structuur van de Duitse eerste klasse ploegen. Art. 1 statuten FC Schalke 04 (e.V.). 355 Art. 6.3.1.3. statuten FC Schalke 0(4 e.V.). 356 Art. 7. 1 statuten FC Schalke 04 (e.V.). 354
84
de algemene vergadering ook de leden van de sport-adviesraad verkiezen. Minstens één lid van de Schalke Fanclub dient in die adviesraad te zetelen. De RvC benoemt en controleert de raad van bestuur. De raad van bestuur bestaat uit minstens twee en maximaal vier leden.357 In 2015 waren er geruchten dat FC Schalke 04 de professionele voetbalactiviteiten in een AG zou onderbrengen. De reden zou zijn dat het financieel te moeilijk is om te concurreren met de Engelse ploegen die vaak hogere lonen kunnen betalen en daardoor makkelijker bepaalde spelers kunnen binnenhalen. De voorzitter van de RvC, Clemens Tönnies, drukte deze geruchten de kop in. Hij kiest ervoor om een e.V. te blijven en het geld te zoeken bij de leden. Hij beseft dat niet elke supporter 1000 euro kan betalen, maar denkt dat er voldoende zijn die wel dergelijk bedrag willen ophoesten zodat de club een e.V. kan blijven.358 Om lid te worden van de club wordt er een jaarlijkse bijdrage tussen de 3 en de 50 euro, afhankelijk van de leeftijd, gevraagd359. Alle meerderjarige leden hebben stemrecht in de algemene vergadering360. De moedervereniging heeft maar liefst 132.000 leden361. 2.3. VfB Stuttgart Omwille van vooral financiële redenen zijn er rond de Verein für Bewegungsspiele Stuttgart 1893 e.V. vier GmbH’s verbonden. Sinds 2000 is er een dochtervennootschap met investeringsdoeleinden. Als tegenprestaties voor de investeerders die hun geld in de dochtervennootschap hebben gepompt, verkreeg die dochtervennootschap 75.5% van de aandelen van de VfB Stuttgart Marketing GmbH. De overige 24.5% zijn nog in handen van de vereniging. Dit zorgt ervoor dat heel wat van de marketingopbrengsten niet meer naar de club zelf toe vloeien, maar naar die investeerders. Daarnaast is er nog de VfB-Shop-GmbH die de fanshop en de merchandising richting de supporters beheerst. De vereniging is volledig eigenaar van de VfB-Shop. Sinds 2006 is ook de VfB Reha-Welt GmbH opgericht. Deze GmbH beheert de medische zorgdiensten, die niet enkel voor de spelers, maar ook voor derden open staan. De vereniging heeft 60% van de aandelen in handen, de overige zijn tussen twee dokters verdeeld. X, “FC Schalke 04”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/FC_Schalke_04#Vereinsstruktur . A. FRANKE, “Tönnies stelt klar: Schalke wird keine Aktiengesellschaf”, www.goal.com 14 maart 2015, http://www.goal.com/de/news/827/bundesliga/2015/03/14/9807812/t%C3%B6nnies-stellt-klar-schalke-wirdkeine-aktiengesellschaft . 359 X, “Beitragssätze”, www.schalke04.de, http://www.schalke04.de/de/mitglieder/mitgliedschaft/beitragssaetze/page/257--257--.html . 360 Art. 6 eerste lid statuten FC Schalke 04 (e.V.) 361 X,“BVB begrüßt 120.000. Mitglied”, www.faszination-fankurve.de, http://www.faszinationfankurve.de/index.php?head=BVB-begruesst-120000Mitglied&folder=sites&site=news_detail&news_id=9580&gal_id=97&bild_nr=30 . 357 358
85
3. Aktiengesellschaft 3.1. Hamburger SV & Eintract Frankfurt Eintracht Frankfurt, FC Bayern München en Hamburger SV hebben er voor geopteerd om hun professionele voetbalactiviteiten in een AG onder te brengen. Dit wil echter niet zeggen dat de moedervereniging nog maar 50+1 van de stemmen in haar bezit heeft. Bij SV Hamburg is er vastgelegd dat er 24.9% van de aandelen aan strategische partners kan worden verkocht. Voor een verkoop van meer dan dat aantal zal de algemene vergadering van de moedervereniging haar goedkeuring moeten verlenen. Op dit moment behoren nog 91% van de aandelen bij de vereniging en hebben Kühne en Bohnhorst in 2015 respectievelijk 7.5% en 1.5% gekocht.362 Bij Eintracht Frankfurt zijn de aandelen iets meer verdeeld: de moedervereniging heeft er nog 62.9%, Freunde der Eintracht Frankfurt AG, BHF-Bank en Wolfgang Steubing AG hebben respectievelijk 28.5%, 5% en 3.6% van de aandelen verworven363. 3.2. FC Bayern München De meest succesvolste club in de Duitse competitie is FC Bayern München. Der Rekordmeister besliste in 2002 om een deel van haar voetbalactiviteiten in een dochtervennootschap onder te brengen. Deze beslissing was ingegeven om een meer professionele structuur te verkrijgen en om de nodige financiële middelen bij elkaar te krijgen voor een nieuw stadion. De eerste ploeg, de beloften ploeg, de A en B junioren en het vrouwenvoetbal werden in de AG opgenomen. De schaak-, tafeltennis-, handbal-, bowling- en turnclub bleven in de moedervereniging. Voor het basketbal werd een aparte GmbH opgericht. De FC Bayern München AG is voor 100% eigenaar van de Allianz Arena München Stadion GmbH, sinds ze de 50% van de aandelen van TSV München 1860 heeft over gekocht.364 De AG heeft vier aandeelhouders: FC Bayern München e.V. bezit 75.01% terwijl de drie grootste sponsors van de club: Adidas, Allianz en Audi elk 8.33% van de aandelen bezitten.
X, “HSV Fußball AG”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/HSV_Fu%C3%9Fball_AG#Grundkapital_und_Anteilseigner . 363 X, “Eintracht Frankfurt”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Eintracht_Frankfurt#Aktiengesellschaft . 364 X,“FC Bayern München AG”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/FC_Bayern_M%C3%BCnchen_AG . 362
86
De raad van bestuur bestaat uit vijf leden die onder controle staan van de negen commissarissen die in de RvC zetelen.365
4. Gesellschaft mit beschränkter Haftung Bayer 04 Leverkusen, Borussia Mönchengladbach, TSG 1899 Hoffenheim en VfL Wolfsburg zijn de vier GmbH’s, in de Bundesliga. Zoals hierboven reeds vermeld, hebben Bayer 04 Leverkusen en VfL Wolsfburg geen moedervereniging. Die eerste is de dochtervennootschap van het chemie bedrijf Bayer AG. Op 31 mei 1907 werd deze voetbalploeg voor de werknemers van Bayer opgericht366. VfL Wolsburg is dan weer een dochtervennootschap van Volkswagen AG. Bij de oprichting van de GmbH had de VfL Wolfburg e.V. nog 10% van de aandelen, maar deze werden in 2007 ook gekocht door Volkswagen.367 4.1. TSG 1899 Hoffenheim In 2005 werd de voetbalafdeling in de TSG 1899 Hoffenheim Fußball-Spielbetriebs GmbH ondergebracht. Dietmar Hopp is de rijke man achter de club. Sinds 1990 financiert hij zowel de vereniging als de GmbH en door dit geld is de club opgeklommen naar de Bundesliga. Hopp heeft 96% van het aandelenkapitaal, maar door de 50+1-regel, heeft hij slechts 50%-1 van de stemrechten368. Dietmar Hopp bevordert de club echter al meer dan twintig jaar dus kan hij sinds het schrappen van de deadline trachten meer stemrechten te verwerven. Vanaf juli 2015 zou Hopp volgens de DFL aan alle voorwaarden voldoen om zijn stemmenaantal op te krikken tot 96%.369 Op deze beslissing komt kritiek, maar Hopp verklaarde reeds dat hij de club nooit zou verkopen aan een externe investeerder370. Het valt af te wachten of Hopp zich aan zijn belofte houdt. 4.2. Borussia Mönchengladbach De moedervereniging richtte Borussia Mönchengladbach GmbH op in 2003. Er zetelen zeven leden in de RvC. Zij controleren de zes bestuurders. Daarnaast is er een ereraad van negen
X, “FCB AG”, www.fcbayern.de, http://www.fcbayern.de/de/club/fcb-ag/organe/ . X, “Bayer 04 Leverkusen,” www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Bayer_04_Leverkusen . 367 X, “VfL Wolfsburg”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/VfL_Wolfsburg#VfL_WolfsburgFu.C3.9Fball_GmbH . 368 X, “TSG 1899 Hoffenheim“, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/TSG_1899_Hoffenheim . 369 X, “Hoffenheim-Mäzen bekommt Stimmenmerhheit”, Handelsblatt 18 december 2014, http://www.handelsblatt.com/sport/fussball/dietmar-hopp-hoffenheim-maezen-bekommtstimmenmehrheit/11138248.html . 370 X, “Dietmar Hopp kontert Kritik”, www.sport1.de 13 februari 2015, http://www.sport1.de/fussball/bundesliga/2015/02/maezen-dietmar-hopp-uebernimmt-stimmenmehrheit-bei1899-hoffenheim . 365 366
87
personen.371 De vereniging heeft 100% van de aandelen in de GmbH. De GmbH beschikt over 51% van de aandelen van de medicoreha Borussia Mönchengladbach-Sportrehabilitation GmbH en over 39,4% van de aandelen van de Nordpark GmbH.
5. Kommanditgesellschaft auf Aktien De overige zes clubs, 1. FC Köln, Borussia Dortmund, FC Augsburg, Hannover 96, Hertha BSC en SV Werder Bremen hebben de structuur van een KGaA. Hierna wordt er verder ingegaan op de situatie van Borussia Dortmund en Hannover 96. 5.1. Borussia Dortmund Met 120.000 leden is Borussia één van de drie grootste sportclubs in Duitsland. In november 1999 besliste de vereniging haar voetbalafdeling in een KGaA onder te brengen. De beherende vennoot van deze KGaA is een GmbH waarvan de vereniging voor 100% eigenaar is. Via de GmbH heeft de vereniging nog maar 5.53% van de aandelen in handen. De overige 94.47% worden op de SDAX-beurs verhandeld372. Op basis van statutaire bepalingen heeft de GmbH toch quasi alle zeggenschap over de KGaA. Op die manier is er voldaan aan de regels. De e.V. heeft via de GmbH de controle over de voetbalclub.373 Borussia Dortmund is de enige Duitse club waarvan de aandelen op de beurs worden verhandeld. 5.2. Hannover 96 De vereniging van Hannover 96 heeft op 20 december 1999 de profvoetbalafdeling ondergebracht in Hannover 96 GmbH & CO KGaA. De vereniging heeft al haar aandelen verkocht aan de Hannover 96 Sales & Service GmbH & CO . KG (S & S). Dit is niet strijdig met de 50+1-regel aangezien de vereniging nog steeds beherend vennoot van de KGaA is. Martin Kind is met 27.04% de grootste aandeelhouder van deze S & S. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Kind als bestuurder van Hoffenheim het voorstel heeft ingediend tot het schrappen van de deadline bij de 50+1-regel. Sinds 1999 financiert S & S namelijk de voetbalclub, dus vanaf 2018 kan die vennootschap trachten Hoffenheim 96 volledig over te nemen.374 Na VfL Wolfsburg, Bayer 04 Leverkusen en TSV Hoffenheim zou Hannover 96 de vierde ploeg zijn waarbij er geen moedervereniging is die invloed op het beleid heeft.
X, “Vereinsführung”, www.borussia.de, http://www.borussia.de/de/vereinstadion/verein/vereinsfuehrung.html . 372 X, “Borussia Dortmund”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Borussia_Dortmund#Borussia_Dortmund_GmbH_.26_Co._KGaA . 373 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 19. 374 X, “Hannover 96”, www.wikipedia.org, http://de.wikipedia.org/wiki/Hannover_96 . 371
88
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. 50+1-regel De 50+1-regel garandeert de supportersparticipatie in zijn zuiverste vorm. De supporters kunnen eenvoudig weg lid worden van (de moedervereniging van) hun club en hun stem laten gelden tijdens de algemene vergadering. Dit orgaan wordt als het hoogste orgaan binnen de vereniging aanzien. Het zijn de supporters die beslissen over de benoeming van de commissarissen, het ontslaan van commissarissen of bestuurders, het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de club. In geen enkel van de in deze masterproef andere behandelde landen vinden we dergelijke vorm van supportersparticipatie nog terug. Daarnaast zijn er nog vormen van supportersparticipatie.
Afdeling 2. Andere vormen van supportersparticipatie Ten eerste zijn er de onafhankelijke supportersverenigingen. Zij trachten de belangen van de supporters te behartigen. Ze hebben vooral de e.V.-rechtsvorm en zijn niet opgenomen in de structuur van de club. Dit wil echter niet zeggen dat ze niet in dialoog staan met de bestuurders van de club. Bij Schalke 04 is er een mooi voorbeeld van een goede werking tussen de supportersvereniging en de club terug te vinden. De fanclub heeft aan de statutenwijziging meegewerkt en is zowel in de raad van bestuur als de Raad van Commissarissen vertegenwoordigd. Ten tweede zijn er de supportersafdelingen. Dit zijn adviesorganen die wel in de structuur van de clubs zijn geïntegreerd. Hun doel is er voor te zorgen dat supporters effectief betrokken worden bij het besluitvormingsproces van de club. Ze controleren of de statuten worden nageleefd. Bij sommige clubs kunnen belangrijke beslissingen niet zonder hun goedkeuring worden genomen. Ten derde zijn er de initiatieven waarbij supporters trachten te lobbyen in een bepaalde zaak. Het betreft hier onder andere
het verlenen van financiële steun, het vragen om het
aanvangsuur van een wedstrijd te veranderen… Bij de transfer van Podolski van Bayern München naar 1. FC Köln werd er bijvoorbeeld een beroep gedaan op de supporters om een deel van de transferprijs te betalen375. Ten vierde zijn er de Ultra’s. Zij staan in voor het creëren van sfeer en animositeit tijdens de wedstrijden. Sommige groepen zijn in de structuur X, “Keulen wil transfersom Podolski verhalen op supporters”, Het Laatste Nieuws 5 februari 2009, http://www.hln.be/hln/nl/1298/Bundesliga/article/detail/670460/2009/02/05/Keulen-wil-transfersom-Podolskiverhalen-op-supporters.dhtml . 375
89
van de club opgenomen. Ten slotte beschikt Duitsland ook over zeer hoog aantal nationaal georganiseerde supportersverenigingen.376
X, “The ‘German model’ explained”, www.supporters-direct.org, http://www.supportersdirect.org/homepage/what-we-do/case-studies/the-german-model-explained ; M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 20-21. 376
90
Hoofdstuk 4. Conclusie In het Duitse voetbal komen er vier rechtsvormen voor: de Eingetragener Verein, de Aktiengesellschaft, de Gesellschaft mit beschränkter Haftung en de Kommanditgesellschaft auf Aktien. Eigen aan al deze rechtsvormen is dat de algemene vergadering het hoogste orgaan is. Het is dit orgaan dat beslist over de benoeming van de leden van het (facultatief) toezichtsorgaan, dat de leden van de raad van bestuur kan ontslaan, dat de statuten kan wijzigen en dat de vereniging of de vennootschap kan laten ontbinden. Is er voorzien in een Raad van Commissarissen, dan zal dit orgaan de bestuurders benoemen en controleren. Tot 1998 waren er enkel verenigingen in het Duitse voetbal. De Duitse voetbalbond verleende in
dat
jaar
de
mogelijkheid
om
de
professionele
voetbalactiviteiten
in
een
dochtervennootschap onder te brengen. Er heerste wel één voorwaarde: de moedervereniging diende over 50% +1 van de stemmen te beschikken. Bij een KGaA moet de moedervereniging dit percentage niet vasthouden, maar moet ze wel beherend vennoot zijn en haar controle op een andere manier garanderen. Op die manier konden de voetbalploegen enerzijds wel professionaliseren en een beroep doen op externe investeerders, maar bleef de controle anderzijds bij de moedervereniging en dus bij de lokale gemeenschap en de supporters. Er was één uitzondering op deze regel in het leven geroepen: een aandeelhouders-onderneming die voor 1 januari 1999 reeds twintig jaar een club had bevorderd, kon meer stemrechten verwerven. Deze uitzondering was gericht op de bedrijfsploegen VfL Wolfsburg en Bayer 04 Leverkusen. De deadline van 1 januari 1999 is ondertussen geschrapt waardoor ook andere clubs volledig onafhankelijk van een moedervereniging kunnen worden. Het verenigingsleven is zeer belangrijk in Duitsland. Vijf van de achttien clubs hebben dan ook geen dochtervennootschap opgericht. De vennootschapsvorm die het meest voorkomt bij de dertien andere ploegen is de KGaA. De versoepeling van de 50+1 grens geldt als voornaamste reden. De 50+1-regel zorgt ervoor dat Duitse clubs minder aantrekkelijk zijn voor externe investeerders die een club volledig willen overnemen. Onafhankelijk van hoeveel geld iemand in de club pompt, kan maximaal er ten hoogste 50% -1 van de stemrechten worden verworven. Bij een KGaA kunnen er meer stemrechten worden verkregen, maar daar zal de moedervereniging, als beherend vennoot, statutair een controlepositie hebben.
91
Geen enkele Duitse club is dan ook in buitenlandse handen. De Duitse clubs kunnen niet als speelgoed worden verhandeld. Het schrappen van de deadline zorgt er wel voor dat meerdere clubs onafhankelijk van hun moedervereniging kunnen worden, maar de voorwaarde van reeds twintig jaar de club te bevorderen blijft wel gelden. Een club kan dus niet op basis van een ingeving op korte termijn worden gekocht. Indien een investeerder al twintig jaar een belang heeft bij een club dan zal die persoon reeds een band met de club, de supporters en de lokale gemeenschap hebben opgebouwd waardoor de kans veel groter is dat er een beleid op lange termijn wordt gevoerd en dat de continuïteit wordt gegarandeerd. Er is ook wel een keerzijde aan dit hele systeem. Aangezien de Duitse clubs minder aantrekkelijk zijn voor externe investeerders, zijn ze afhankelijker van voetbalgerelateerde inkomsten. Die inkomsten zijn vaak afhankelijk van de sportieve prestaties, die op hun beurt afhankelijk zijn van de financiële middelen waarover een club beschikt. De 50+1-regel zorgt er dus voor dat de bestaande machtsverhouding tussen de clubs moeilijker te doorbreken valt. De 50+1-regel is ook voor de supportersparticipatie zeer belangrijk. De leden van de verenigingen betreffen namelijk vooral supporters die een jaarlijkse bijdrage betalen. De supporters hebben het dus voor het zeggen in de algemene vergadering. Door het oprichten van een dochtervennootschap benoemen de supporters weliswaar niet meer rechtstreeks de commissarissen van de voetbalclub, maar bepalen ze wel wie die bevoegdheid krijgt. De invloed van supporters blijft dus, zij het indirect, gelden. Daarnaast zijn er nog andere vormen van
supportersparticipatie
zoals
de
onafhankelijke
supportersverenigingen,
de
supportersafdeling, de fan-initiatieven… Het hanteren van de 50+1-regel was een goede zet van de Duitse voetbalbond. De lokale verankering blijft op die manier verzekerd. Samen met de strenge financiële licentieregels is dit dan ook de reden dat de Bundesliga niet alleen de gezondste, maar ook de populairste Europese topcompetitie is.
92
DEEL 4. ENGELAND Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Inleiding In de Engelse Premier League komen er enkel vennootschappen voor die tot de categorie limited company horen. Bij een limited company is de aansprakelijkheid van de aandeelhouders beperkt tot hetgeen ze in de vennootschap hebben ingebracht377. Binnen deze categorie wordt er een onderscheid gemaakt tussen de private company limited by guarantee, de private company limited by shares en de public limited company. Enkel de twee laatst vernoemde vormen komen voor in het Engelse profvoetbal en worden dan ook hierna verder uiteengezet.
Afdeling 2. Private company limited by shares & public limited company §1. Algemeen Het grootste verschilpunt tussen de private company limited by shares (hierna: Ltd.) en de public limited company (hierna: plc) is dat bij deze laatste de aandelen vrij overdraagbaar zijn. Deze vennootschapsvormen worden door de Companies Act van 2006 beheerst. De Ltd. en de plc zijn naar Belgisch recht het best te vergelijken met respectievelijk een BVBA en een NV. Aangezien deze twee structuren qua organen en bestuur niet veel van elkaar verschillen, worden beide samen behandeld.
§2. Organen en werking 1. Algemeen De belangrijkste organen binnen deze vennootschappen zijn de general meeting of the shareholders (hierna: algemene vergadering) en de board of directors (hierna: raad van bestuur). De aandeelhouders zorgen voor het kapitaal, de raad van bestuur heeft het bestuur in handen378.
377 378
Art. 3, eerste lid Companies Act 2006 (hierna: CA 2006). P. DAVIES, Introduction to Company Law, Oxford, Oxford university press, 2010,103.
93
2. Algemene vergadering 2.1. Bevoegdheden De algemene vergadering heeft bepaalde, wettelijk toegewezen bevoegdheden. Zoals in de landen die hiervoor zijn geanalyseerd, ligt de bevoegdheid tot het wijzigen van de statuten in handen van dit orgaan379. Daarnaast heeft de algemene vergadering de volgende bevoegdheden: de beslissing tot omzetting van de vennootschap 380, het ontslaan van de bestuurders381, het goedkeuren van een aanzienlijke eigendomsoverdracht met een bestuurder382, het goedkeuren van leningen of krediettransacties met een bestuurder383, de beslissing tot een vermindering of een verhoging van het kapitaal, het goedkeuren van jaarlijkse politieke donaties van meer dan £ 5000… Veel van deze beslissingen moeten worden genomen met een bijzondere meerderheid. Er is dan een drie vierde meerderheid vereist.384 2.2. Leden Alle leden van een vennootschap hebben het recht aan de algemene vergadering deel te nemen. Artikel 112 van de Companies Act 2006 geeft voor de leden van de vennootschap de volgende definitie: “(1) The subscribers of a company’s memorandum are deemed to have agreed to become members of the company, and on its registration become members and must be entered as such in its register of members. (2) Every other person who agrees to become a member of a company, and whose name is entered in its register of members, is a member of the company.”
Een belangrijk punt hierbij is dat de persoon akkoord moet gaan met zijn lidmaatschap. Een contract is hiervoor niet nodig, maar een autorisatie wel385. Lidmaatschap is voornamelijk een gevolg van aandeelhouderschap, maar op basis van artikel 112 kan iemand ook lid zijn zonder dat hij of zij aandelen bezit.386
379
Art. 21, eerste lid CA 2006. Artt. 90, 97, 102, 105 en 109 CA 2006. 381 Art. 188, tweede lid CA 2006. 382 Art. 190, eerste lid CA 2006. 383 Artt. 197, 198, 200, 201 en 203 CA 2006. 384 S. MAYSON, D. FRENCH en C. RYAN, Company Law, Oxford, Oxford University Press, 2009, 378-379 (hierna: S. MAYSON et al., Company Law) 385 Re Nuneaton Borough Associaton Football Club Ltd (1989) BCLC 454. 386 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 372-373. 380
94
Het is niet vereist dat de leden persoonlijk aanwezig zijn op de vergadering. Videoconferenties en stemmen via telefoon zijn toegelaten. Daarnaast kan er ook met volmachten worden gewerkt. Een aandeelhouder kan (een deel van) zijn rechten via een volmacht verlenen aan een andere persoon. Indien de aandeelhouder over meerdere aandelen beschikt,
kan
hij
aan
verschillende
personen
een
volmacht
geven.387
De
oproepingsdocumenten voor de algemene vergadering moeten deze rechten vermelden. 2.3. Wijze van besluitvorming Sinds de inwerkingtreding van de Companies Act in 2006 moet er voor wat betreft de private vennootschapsvormen en dus de Ltd. een onderscheid worden gemaakt tussen de schriftelijke beslissingen en de beslissingen die tijdens de algemene vergadering zijn genomen. 2.3.1. Schriftelijk besluit388 Sinds de Companies Act van 2006 zijn private vennootschapsvormen niet meer verplicht om algemene vergaderingen te organiseren389. Op dit principe gelden er twee uitzonderingen: het besluit tot het ontslaan van een bestuurder of van een auditeur kan enkel worden genomen in een vergadering. Een schriftelijk besluit volstaat voor alle andere materies.390 Het nemen van een schriftelijk besluit kan zowel door de bestuurders als door de leden worden voorgesteld391. Dit voorstel moet naar alle stemgerechtigde leden worden verstuurd392. De bestuurder kan daarbij gebruik maken van een papieren versie, een elektronische vorm of een website393. Indien dit niet tot te veel vertraging leidt, kan er ook worden geopteerd om eenzelfde document van persoon tot persoon te laten circuleren. Bij het voorstel moet er een document worden gevoegd dat vermeldt hoe de leden hun beslissing kunnen duidelijk maken, wat de uiterste datum is om dit te kennen te geven en of er een gewone of bijzondere meerderheid vereist is. De goedkeuring door een lid moet blijken uit een authentiek document waar het lid het voorstel beschrijft en zijn stem duidelijk maakt. Dit kan via een papieren drager of in een elektronische vorm394. Een voorstel is principieel bij gewone meerderheid van stemmen
387
Art. 324 CA 2006. Written resolution. 389 J. BIRDS, Annotated Companies legislation, Oxford, Oxford University Pres, 2010, 354. 390 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 380. 391 Art. 288, derde lid CA 2006. 392 Art. 291, eerste lid CA 2006. 393 Art. 291, derde lid, a CA 2006. 394 Art. 296, eerste lid en tweede lid CA 2006. 388
95
aangenomen395. Bij bijzondere besluiten is er weliswaar een meerderheid van 75 procent vereist396. De stem van alle stemgerechtigde leden van de vennootschap wordt hierbij in rekening gebracht. Dit vormt een belangrijk verschilpunt met het stemgebeuren binnen de algemene vergadering waarbij er enkel met de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigende leden rekening wordt gehouden. Principieel beschikt ieder lid over één stem per aandeel dat hij of zij bezit397. De leden van de vennootschap die over minstens vijf procent van het aantal stemrechten beschikken, kunnen ook een voorstel tot het nemen van een schriftelijk besluit indienen. Dit voorstel moet door een document met de additionele informatie worden vergezeld. Er zijn enkele beperkingen waar de leden rekening mee moeten houden: de leden mogen geen voorstellen indienen die lasterlijk of ergerlijk zijn en die, als ze zouden worden goedgekeurd, inefficiënt zijn omdat ze inconsistent zijn met het gevoerde beleid 398. Als het voorstel via de onderneming wordt verspreid, draagt het lid daarvan zelf de kosten. Deze kosten moeten op voorhand worden betaald399. 400 2.3.2. (Gewone) Algemene vergadering In het Engelse rechtssysteem bestaat er een onderscheid tussen de general meeting en de class meeting. Bij deze laatste vergaderingsvorm hebben enkel de houders van bepaalde categorieën van aandelen het recht om aanwezig te zijn. Tijdens die vergaderingen worden dan de beslissingen genomen die aan die categorieën van aandelen zijn toegewezen. Aangezien de regels betreffende de werking van deze vergaderingsvormen hoofdzakelijk dezelfde zijn en de algemene vergadering meer belang heeft, wordt hierna enkel nog ingegaan op de algemene vergadering. Zoals hierboven reeds vermeld, zijn private vennootschapen en dus de Ltd. niet meer verplicht om jaarlijks een gewone algemene vergadering te organiseren. Publieke vennootschappen en dus de plc dienen wel nog aan deze plicht te voldoen. Net zoals in België moet deze vergadering binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar plaatsvinden401. De bevoegdheid tot het bijeenroepen van de algemene vergadering behoort toe aan de raad van
395
Art. 282, eerste en tweede lid CA 2006. Art. 283, eerste en tweede lid CA 2006. 397 Art. 281, eerste lid a en vierde lid CA 2006. 398 Art. 292, eerste en tweede lid CA 2006. 399 Art. 294 CA 2006. 400 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 380-381. 401 F. ROSE, Company Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2009, 83. 396
96
bestuur402. Die bijeenroeping is bovendien verplicht wanneer de helft of meer van het kapitaal verloren is gegaan. Indien de algemene vergadering wordt bijeengeroepen door iemand die daartoe niet bevoegd is, dan zijn alle genomen beslissingen nietig, tenzij het duidelijk is dat een correcte bijeenroeping niet tot een verschillend resultaat zou hebben geleid. 403 Ieder lid en iedere bestuurder moet op de hoogte worden gebracht van de nakende algemene vergadering. Ook de leden zonder stemrecht moeten worden opgeroepen404. Wat betreft het quorum moeten er bij elke algemene vergadering minstens twee gekwalificeerde personen aanwezig zijn405. Onder “gekwalificeerd persoon” vallen de leden van de vennootschap, de vertegenwoordigers van de leden en de gevolmachtigden. Wanneer een vennootschap slechts uit één persoon bestaat, dan bestaat het quorum uit één persoon. Voor de berekening van het quorum komen enkel de personen met stemrecht in aanmerking. De statuten kunnen van deze regel afwijken en een hoger quorum vastleggen. Wettelijk gezien heeft elk individu in de algemene vergadering één stem. De meeste vennootschappen wijken hier weliswaar van af en bepalen dat ieder lid beschikt over een stemmenaantal dat in verhouding staat met het aantal verworven aandelen406. Bij het eerste principe wordt er gestemd via het opsteken van de handen, bij het tweede principe wordt er schriftelijk gestemd. Voor de meeste beslissingen is een gewone meerderheid vereist. Bij bijzondere beslissingen is er een drie vierde meerderheid nodig407. Al de stemmen en de genomen beslissingen worden geregistreerd408.
3. Raad van bestuur 3.1. Bevoegdheden De bevoegdheden binnen een vennootschap zijn tussen de leden en de bestuurders verdeeld. Deze verdeling wordt vaak omschreven als de scheiding tussen eigenaarschap en controle409. Bij de meeste vennootschappen is deze scheiding weliswaar niet absoluut. Vaak zijn bestuurders ook aandeelhouders en dus leden in de vennootschap. Over de algemene bevoegdheden van de bestuurders vermeldt artikel 171 Companies Act 2006 het volgende: “A director of a company must act in accordance with the company’s constitution, and only 402
Art. 302 CA 2006. S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 385. 404 Art. 310, eerste lid CA 2006. 405 Art. 318 CA 2006. 406 Art. 284, derde lid, a CA 2006. 407 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 396-400. 408 Art. 355 CA 2006. 409 “Separtion of ownership and control”. 403
97
excercise powers for the purposes for which they are conferred”. De bestuurders hebben dus geen absolute vrijheid wat betreft de uitoefening van hun bevoegdheden en ze dienen het belang van het bedrijf voorop te stellen410. Indien ze dit niet doen, heeft de algemene vergadering een goede stok achter de deur aangezien ze de bestuurders bij gewone meerderheid kan ontslaan411. De raad van bestuur heeft in beginsel de dagelijkse leiding van de vennootschap in handen. Daarnaast heeft ze bepaalde toegewezen bevoegdheden zoals bijvoorbeeld het bijeenroepen van de algemene vergadering. In de statuten zullen de bevoegdheden verder zijn omlijnd. Indien de raad van bestuur niet in staat is om haar bevoegdheden op een bepaald punt uit te oefenen, dan kan deze bevoegdheid naar de algemene vergadering terugkeren412. 3.2. Leden De Ltd en de plc moeten respectievelijk minstens één en twee bestuurders hebben 413. Zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon kunnen tot bestuurder worden benoemd. Elke raad van bestuur moet weliswaar uit minstens één natuurlijke persoon bestaan 414. De Companies Act van 2006 schrijft niet voor wie de bevoegdheid heeft om de bestuurders te benoemen. De eerste bestuurders moeten weliswaar door de oprichters worden benoemd en de leden hebben ook het recht om de bestuurders te ontslaan. Toch kunnen de statuten stellen dat de bevoegdheid tot het benoemen van nieuwe bestuurders, aan de raad van bestuur toekomt. Bepalen de statuten daarentegen niets, dan behoort het benoemen van de bestuurders tot de bevoegdheden van de algemene vergadering.415 Bepaalde personen kunnen voor de functie van bestuurder ongeschikt worden verklaard. Het gaat om personen die failliet zijn verklaard416, die de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt417 of personen die de functie van revisor hebben opgenomen418.419 3.3. Wijze van besluitvorming De raad van bestuur is een collegiaal orgaan. Reeds in 1871 werd dit in de rechtspraak duidelijk gesteld: “…a director is simply a person appointed to act as one of a board, with 410
Art. 172 CA 2006. Art. 168 CA 2006. 412 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 464-465. 413 Art. 154 CA 2006. 414 Art. 155, eerste lid CA 2006. 415 S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 431-432. 416 Art. 11, Company Directors Disqualification Act 1986. 417 Art. 157 CA 2006. 418 Art. 1214, eerste lid CA 2006. 419 F. ROSE, Company Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2009, 63-64. 411
98
power to bind the company when acting as a board, but having otherwise no power to bind them”420. Bij een Ltd. kunnen de statuten stellen dat een beslissing unaniem, dan wel bij gewone meerderheid moet worden genomen. Een unaniem besluit wordt vastgelegd in een document dat door alle bestuurders wordt ondertekend of waarbij bestuurders in afzonderlijke documenten hun goedkeuring laten blijken. Bij een plc is de algemene regel dat de beslissingen ofwel tijdens de vergadering van de bestuurders ofwel via een schriftelijk besluit worden genomen. De bestuurders mogen zelf hun interne werking vorm geven. Elke bestuurder kan de raad van bestuur bijeenroepen. Alle bestuurders moeten hiervan op de hoogte worden gebracht. De kennisgeving vermeldt de datum, het tijdstip, de plaats van de vergadering en de manier van communiceren indien een bestuurder niet fysiek aanwezig kan zijn. Wat betreft het quorum is in beginsel bepaald dat bij een raad van bestuur bestaande uit minstens twee bestuurders er minstens twee bestuurders aanwezig moeten zijn. De bestuurders kunnen dit quorum nog verstrengen. De bestuurders zullen een voorzitter verkiezen die de vergaderingen leidt. Bij een plc zal deze voorzitter de algemene vergadering van de leden bovendien ook leiden. Bij een beursgenoteerde plc moet de voorzitter bij zijn benoeming een onafhankelijke, niet-uitvoerende bestuurder zijn. Elke bestuurder heeft binnen de raad van bestuur één stem. Beslissingen worden bij gewone meerderheid aangenomen. Bij een staking van stemmen is het voorstel in beginsel niet aangenomen. Het interne regelement of de statuten kunnen hier weliswaar van afwijken.421
420 421
S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 444. S. MAYSON et al., Company Law, supra noot 384, 446-448.
99
100
Hoofdstuk 2. Analyse van het Engelse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Engelse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis In Engeland werd de basis gelegd voor het voetbal zoals we het vandaag kennen. Engeland kan als de geboorteplaats van het voetbal worden beschouwd. Reeds in de dertiende eeuw zijn de eerste sporen van de sport terug te vinden. In 1280 stierf er een speler toen hij tegen de dolk van een tegenstanders was gelopen tijdens het spelen van een kicking ball game. De term “foteball” kwam voor het eerst ter sprake in 1409 toen Koning Henry IV verbood dat er heffingen kwamen op de sport. Hoewel voetbal met geweld en schade gepaard ging, groeide de populariteit van het spelletje doorheen de eeuwen. In 1660 schreef Francis Willughby een boek over de sport waarbij de elementen doel, veld, tactiek, scoren en teamselectie werden uiteengezet. Willughby was ook de eerste die een spelregel poneerde: "They often break one another's shins when two meet and strike both together against the ball, and therefore there is a law that they must not strike higher than the ball". Tot een codificatie van de spelregels kwam het pas twee eeuwen later. De regels waren noodzakelijk aangezien verschillende scholen het tegen elkaar op wilden nemen, maar ze hanteerden allemaal verschillende regels. Met de Cambrigde Rules en de Sheffield Rules bestonden er twee ruim verspreide spelreglementen, maar een officiële versie kwam er pas in 1863. De Football Association, die in dat jaar was opgericht, baseerde zich op beide sets van regels om een eerste officiële spelreglement te bekomen.
§2. Professionalisering Sheffield F.C., opgericht in 1857, is de oudste club ter wereld. De oudste nationaal georganiseerde competitie is de FA Cup. De eerste editie vond plaats in 1871. Een jaar later vond de eerst officiële interland plaats: Schotland-Engeland. In de jaren ’70 en ’80 was er veel discussie omtrent de vraag of voetballers professionelen mochten worden of amateurs dienden te blijven. De clubs in Schotland en het Noorden van Engeland waren voorstander van professionalisering aangezien de arbeidersklasse van deze regio’s hun werk niet kon laten schieten voor het voetbal. In het Zuiden van Engeland was de sport vooral populair in de middenklasse en die verkoos het amateurisme. De Engelse voetbalbond hakte de knoop door in 1885 en het profvoetbal was een feit. 101
Aangezien de FA cup een knock-out competitie was, zat het seizoen er voor sommige ploegen na één match al op. Er was dus nood aan een meer regelmatige competitie zodat de clubs het hele jaar door matchen konden afwerken. De oplossing kwam er met de creatie van de Football League in 1888. Twaalf ploegen participeerden tijdens het eerste jaar. In 1892 werd er een tweede klasse aan toegevoegd en in 1898 bestonden beide klassen uit achttien ploegen.
§3. Tragedies en gevolgen Het Engelse voetbal kende doorheen de jaren al heel wat tragedies. In 1958 was er de vliegramp van München waarbij acht spelers van Manchester United omkwamen 422. Tijdens de jaren ’70 en ’80 had het Engelse voetbal veel problemen met hooliganisme. Het dieptepunt kwam er met het Heizeldrama te Brussel op 29 mei 1985. Een uur voordat de Europacup I finale tussen Juventus en Liverpool begon, forceerden een groep hooligans van Liverpool een hekken dat hen scheidde van de neutrale zone waar vooral Italiaanse supporters zaten. Die Italiaanse supporters trachtten weg te vluchten en daarbij werden mensen vertrappeld en stortte een muur in. Het dodental liep op tot 39 supporters, vooral Italianen en er waren 400 à 600 mensen gewond. De Engelse voetbalploegen werden voor een periode van vijf jaar uit de Europese competities geband. De schorsing voor Liverpool bedroeg zes jaar423. De grootste stadionramp in de Engelse voetbalgeschiedenis vond plaats in Sheffield. Het Hillsborough Stadium was het decor voor de halve finale in de FA-cup tussen Liverpool en Nottingham Forest. Door de ordediensten werden er te veel supporters toegelaten. Er brak paniek uit en mensen werden vertrappeld. Liefst 96 mensen lieten het leven en nog eens 766 raakten gewond424. Het was overduidelijk dat er maatregelen moesten worden genomen. Alle clubs in de hoogste reeksen werden verplicht de hekkens uit het stadion te verwijderen en alle staanplaatsen door zitplaatsen te vervangen. Naast meer veiligheid leidde dit ook tot de modernisatie van het Engelse voetbal. De volgende belangrijke stap in de modernisering en professionalisering van het Engelse voetbal kwam er met de oprichting van de Premier League in 1992. Voor deze oprichting was er in Engeland The Football League die uit reeksen bestond. De 22 clubs uit de toenmalige Football League First Division scheurden zich af van de Football League om op die manier meer voordeel uit de lucratieve televisierechtencontracten te halen. Tot dan toe X, “The darkest day: February 6th 1958”, www.manutd.com, www.manutd.com/en/News-AndFeatures/Munich-Remembered/2014/Feb/darkest-day-in-manchester-united-history-6-february-1958.aspx . 423 X, “Heysel Stadium disaster”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Heysel_Stadium_disaster . 424 X, “Hillsborough disaster”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Hillsborough_disaster . 422
102
werden de opbrengsten namelijk onder alle clubs uit de vier reeksen verdeeld en dit zorgde ervoor dat de Engelse ploegen minder snel konden groeien dan andere Europese topploegen425. Het Engelse profvoetbal bestaat nu uit vier reeksen. Bovenaan de piramide staat de Premier League die uit twintig ploegen bestaat. Vervolgens is er de Football League die uit drie reeksen van 24 ploegen bestaat: Championship, League One en League Two. Daaronder is er de Conference National: de laagste nationale competitie die bestaat uit prof- en semiprofclubs426. Vervolgens bestaan er op regionaal niveau nog negentig competities die samen ongeveer 1600 ploegen bevatten427. De Premier League heeft ondertussen het meest lucratieve tv-contract ter wereld: voor de periode 2016-2019 verkrijgt de competitie zeven miljard euro428.
§4. Licentieregels Het ontbreekt het Engelse voetbal nog steeds aan een officieel licentiesysteem. De vele faillissementen en de schuldenbergen die de clubs droegen, en nog steeds dragen, zorgden voor een politieke reactie. In 2011 werd in het rapport van de Cultuur-, Media- en Sportcommissie de introductie van een officieel licentiesysteem aanbevolen. De Engelse voetbalbond moest in strengere financiële controle en deugdelijkere fit and proper testen voor de eigenaars en bestuurders van de clubs voorzien429. Een jaar later stelde de voetbalbond een licentiesysteem voor dat onder het toezicht van de Football Association Regulatory Authority (FARA) zou werken. Dit voorstel werd niet positief onthaald: “The licensing proposals are very weak and show no evidence of the FA tackling the key issues of club ownership and debt. Overall this is a disappointing response”.430 Zolang er geen doordacht en efficiënt licentiesysteem in Engeland wordt uitgewerkt, zullen de clubbestuurders enorme schulden aangaan. Enkel de Financial Fair Play kan hen nu in beperkte mate tegenhouden.
X, “Foundation of the Premier League”, www.wikpedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Foundation_of_the_Premier_League . 426 X, “Conference Premier”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Conference_Premier . 427 X, “National League System”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/National_League_System . 428 X, “Sky and BT retain Premier League TV rights for record £5.14 bn”, The Guardian 10 februari 2015, www.theguardian.com/football/2015/feb/10/premier-league-tv-rights-sky-bt . 429 X, “Parliamentary committee says FA needs radical and 'urgent reform' “, The Guardian 29 juli 2011, www.theguardian.com/football/2011/jul/29/parliamentary-committee-fa-urgent-reform . 430 X, “FA proposes licensing system to govern all football clubs in England”, The Guardian 29 februari 2012, www.theguardian.com/football/2012/feb/29/football-association-reform-licensing-system . 425
103
Een “owners and directors test” werd wel door de Premier League en de Football League ingevoerd. Deze test is er op gericht de financiële en juridische informatie met betrekking tot een investeerder-eigenaar te onderzoeken. Dit is een stap in de goede richting, maar het mag niet worden overschat. Enkel de Premier League beschikt namelijk over de (financiële) mogelijkheden om dit onderzoek doeltreffend uit te voeren.431
Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Vennootschappen Alle clubs in de Premier League en de hoogste reeksen van de Football League zijn vennootschappen. Een vennootschapsstructuur wordt door de statuten van de Football League indirect opgelegd. Die statuten verwijzen namelijk naar de Companies Act 2006 en deze wetgeving beheerst de Ltd. en de plc. Bovendien stelt het handboek van de Premier League dat elke club zijn statuten en oprichtingscertificaat moet indienen. Dit zijn documenten die voorkomen bij die vennootschappen. Andere rechtsvormen, zoals de community benefit society (hierna: CBS) komen niet aan bod bij de documenten van de Football League en de Premier League.432 De reden waarom ze de rechtsvorm van een vennootschap verkiezen, ligt in het feit dat de reglementering met betrekking tot insolventie grondig verschilt tussen vennootschappen en andere rechtsvormen. De CBS komt niet in aanmerking voor de vennootschapsrechtelijke insolventieprocedures. Een CBS die in financiële problemen komt, kan enkel fusioneren met een andere CBS of zal worden ontbonden. Op deze visie komt heel wat kritiek. Supporters Direct verwijst onder andere naar het gegeven dat een CBS veel moeilijker met schuldenlasten kan omgaan dan een vennootschap. De bestuurders van een CBS zullen dus meer op lange termijn denken en te grote risico’s schuwen. Dit staat in schril contrast met de situatie binnen de voetbalclubs. Vele clubs hebben enorme schulden bij hun (vorige) eigenaars of bij een financiële instelling, maar kunnen toch nog functioneren.433 De cijfers liegen dan ook niet: in de periode tussen 1992 en 2013 kwamen er in de vier hoogste reeksen maar liefst 58 gevallen van clubs in insolventie voor434. Deze 58 gevallen op een totaal van 92 clubs tonen aan dat het
M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 26-27. M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 24-25. 433 A. BROWN, “Developing Football Regulation to Encourage Supporter Community Ownership in Football”, Supporters Direct Briefing Paper, nr. 2, 13-14. 434 Zie bijlage 8: Overzicht insolventiesituaties bij Engelse profclubs. 431 432
104
Engelse voetbal ziek is. Er circuleert enorm veel geld, maar er worden te veel risico’s genomen. Een streng licentiesysteem is dus noodzakelijk. Van de twintig clubs in de Premier League hebben er zeventien de structuur van een private company limited by shares (Ltd.) en drie de structuur van een public limited company (plc)435. Zoals hierboven reeds vermeld, is het grote verschil tussen beide structuren dat de aandelen bij een plc vrij overdraagbaar zijn terwijl dit bij een Ltd. aan voorwaarden kan worden onderworpen. Qua interne werking is er op zich weinig verschil.
§2. Verhandeling van clubs Het Engelse voetbal heeft, in tegenstelling tot het Belgische, Nederlandse en Duitse voetbal, nooit een sterke link met het verenigingsleven gekend. De clubs waren vroeger in handen van de plaatselijke ondernemers en werden toen al als lokale ondernemingen gerund. De commercialisering van het Engelse voetbal in de jaren ’80 en ’90 heeft op dit vlak veel veranderd. De voetbalclubs werden zowel door ondernemers van overal in het Verenigd Koninkrijk als door buitenlandse ondernemers opgekocht.436 Voetbalclubs zijn in Engeland koopwaar geworden en van lokale verankering is er nog amper sprake. Er zijn enorm veel Engelse clubs in handen van buitenlandse eigenaars. In de vierde klasse komt deze trend nog niet voor. Alle vierentwintig ploegen hebben een Engelse eigenaar. Ook in de derde klasse is het aantal beperkt: zes van de vierentwintig clubs hebben een buitenlandse eigenaar. In de Championship en de Premier League is het aantal buitenlandse eigenaars wel veel hoger: respectievelijk zijn er nog maar negen van de vierentwintig en zeven van de twintig ploegen volledig in Engelse handen.437 Het aantal buitenlandse eigenaars in de Premier League kan bovendien nog oplopen want Tottenham Hotspur staat te koop. Ook Aston Villa staat in de solden, maar deze club heeft met de Amerikaan Randy Lerner reeds een buitenlandse eigenaar. Van de twintig Premier League ploegen zijn er twaalf die tot de eigendom behoren van één persoon, familie of onderneming438. Die ene partij kan dus alles in verband met de club zelf beslissen. Bij Arsenal, Queens Park Rangers, West Bromwich Albion en West Ham United is er telkens één partij die tussen de vijftig en de vijfenzeventig procent van de aandelen bezit. 435
Zie bijlage 9: Structuur van de Engelse eerste klasse ploegen. M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 25. 437 X, “List of English football club owners”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_English_football_club_owners . 438 Zie bijlage 9: Structuur van de Engelse eerste klasse ploegen. 436
105
Die aandeelhouder kan dus alle beslissingen die met gewone meerderheid dienen te worden genomen alleen nemen, maar zal wanneer de algemene vergadering voltallig is, de medewerking van anderen nodig hebben om een bijzondere meerderheidsbeslissing te nemen. Slechts bij Burnley, Crystal Palace, Everton en Swansea City zijn de aandelen meer gelijkwaardig verdeeld. De meeste clubs zijn dus afhankelijk van de beleidskeuzes van één persoon, wat geen goede evolutie is. Clubs worden zo het “speelgoed” van een rijke ondernemer. Dit zorgt er bovendien ook voor dat de keuze tussen een Ltd. en een plc er op het punt van de vrije overdraagbaarheid van de aandelen er nog amper toe doet. Als één partij de absolute meerderheid heeft in een Ltd. kan hij namelijk zelf beslissen tot het overdragen van zijn aandelen. Het bekendste voorbeeld van een absolute eigenaar is Roman Abramovich. De steenrijke Rus kocht in 2003 Chelsea over van Bates voor een bedrag van 140 miljoen pond. Vervolgens maakte hij zijn bedoelingen meteen zichtbaar door nogmaals 100 miljoen pond te investeren in nieuwe spelers. Dit was nog maar het begin. In tien jaar tijd spendeerde hij maar liefst twee miljard pond en stond hij mee aan de wieg van de enorme commercialisering van het (Engelse) voetbal439. De lucratieve televisiecontracten helpen de situatie allerminst. Het recentste contract zorgt ervoor dat de Premier League clubs in een periode van drie jaar zeven miljard euro onder elkaar zullen verdelen. Deze voordelen die dus gepaard gaan met het behoren tot de Premier League, leiden er toe dat de bestuurders van clubs, spelend in lagere klassen, grote financiële risico’s zullen nemen. Kleinere clubs worden door buitenlandse investeerders opgekocht. Die investeerders pompen heel wat geld in de ploeg in de hoop snel te promoveren. Op die manier trachten ze mee te profiteren van de voordelen van de Premier League en kunnen ze deelnemen aan de grootste voetbalcompetitie ter wereld. De andere zijde aan de medaille is wel een stuk minder rooskleurig. Als de ploeg er niet in slaagt te promoveren en de eigenaar is zijn “speelgoed” beu dan dreigt de club via een faillissement te verdwijnen.
S. TONGUE, “Roman Abramovich's 10-year Chelsea anniversary: What did he ever do for us? (Spend £2 billion in 10 years at Chelsea, that's what)”, The Independent 1 juli 2013, www.independent.co.uk/sport/football/news-and-comment/roman-abramovichs-10year-chelsea-anniversarywhat-did-he-ever-do-for-us-spend-2-billion-in-10-years-at-chelsea-thats-what-8680084.html . 439
106
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Supporters Direct Als tegenreactie op het feit dat vele clubs in buitenlandse handen terecht kwamen en op die manier de band met de lokale gemeenschap verloren ging, werd Supporters Direct opgericht. De Britse regering creëerde deze Community Benefit Society (CBS) in 2000. De organisatie verwoordt haar doelstelling als volgt: “Supporters Direct helps fans to set up democratic cooperatives (known as supporters’ trusts) to gain influence in the running and ownership of their clubs”440. Deze supporters’ trusts hebben de structuur van een CBS. Een CBS dient de gemeenschapsbelangen. Deze rechtsvorm heeft een open leden bestand, iedereen kan dus lid worden. Bovendien is de aansprakelijkheid van de leden beperkt. Er kunnen intrekbare aandelen worden uitgegeven, met dien verstande dat er een beperking is tot 20.000 pond per lid. De aandelen kunnen niet in waarde stijgen en er worden ook geen dividenden uitgekeerd. Belangrijk is ook dat het principe van “één persoon, één stem” geldt. Zoals hierboven reeds vermeld, komt een CBS niet in aanmerking voor een de vennootschapsrechtelijke insolventieprocedure. Fusioneren met een andere CBS of ontbinden zijn dan de enige opties. Een CBS vertoont heel wat gelijkenissen met de vennootschap met sociaal oogmerk (VSO) naar Belgisch recht. Supporters Direct heeft al heel wat resultaten geboekt. Er zijn ondertussen al meer dan 180 supporters’ trusts in het Verenigd Koninkrijk. Bovendien zijn er al meer dan dertig clubs volledig in handen van een dergelijke trusts. Voorbeelden zijn Enfielt Town FC, Exeter City FC, AFC Telford, Wrexham FC en het in de inleiding vermelde AFC Wimbledon441. Supporters Direct helpt bovendien ook supportersgroepen uit twintig anderen Europese landen442. Hierna wordt op enkele toepassingsgevallen verder ingegaan.
Afdeling 2. Arsenal Supporters’ Trust De Arsenal Supporters’ Trust (hierna: AST) is in 2003 opgericht. De trust is met zijn 850 leden dan wel niet meteen de grootste van Engeland, maar met het Arsenal Fanshare-project X, “ABOUT SD- What we do”, www.supporters-direct.org, www.supportersdirect.org/homepage/aboutsupportersdirect . 441 Supra Deel 1, Hoofdstuk 1, Afdeling 3: AFC Wimbledon.;X, “Supporters Direct”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Supporters_Direct . 442 X, “ABOUT SD- What we do”, www.supporters-direct.org, www.supportersdirect.org/homepage/aboutsupportersdirect . 440
107
heeft AST wel een interessant systeem uitgewerkt. Arsenal FC is een plc en is één van de weinige clubs ter wereld waarvan de aandelen (deels) op de beurs zijn genoteerd. Aangezien deze aandelen aan een prijs van 13.500 pond worden verhandeld, zijn ze voor de meeste individuele supporters onbetaalbaar. De AST heeft daarom het Arsenal Fanshare-project in het leven geroepen. Een aandeel van de plc wordt in honderd Fanshares verdeeld en de supporters kunnen die dan voor 135 pond kopen. Op die manier kunnen de supporters meer bij de club betrokken zijn443. Het systeem is ondertussen wel geschorst omdat er nog amper aandelen op de beurs worden aangeboden444. De AST organiseert wel nog elk jaar een vergadering waarbij ieder lid zijn mening kan geven over het beleid van de club. De resultaten hiervan worden naar de club doorgespeeld. Bovendien worden jaarlijks de financiële cijfers van de club toegelicht en kunnen er vragen aan de CEO van de club worden gesteld445.
Afdeling 3. Swansea City Supporters’ Trust De belangrijkste vorm van supportersparticipatie binnen de Premier League wordt teruggevonden bij Swansea City AFC. Het Swansea City Supporters’ Trust (hierna: SCST) bezit 21,1% van de aandelen van de club. SCST is de tweede grootste aandeelhouder, na de Morgans die 23,7% hebben verworven446. De trust werd opgericht in 2001 omdat ze tegen het wanbeleid van de Tony Petty, de vorige eigenaar, wilden optreden. De doelstellingen van de trust zijn: het behouden van de profclub in Swansea, het voetbal dichter bij de lokale gemeenschap brengen, genoeg financiële middelen verwerven om aandelen van de club te kunnen kopen en een supportersvertegenwoordiger binnen de raad van bestuur te verkiezen447. Deze doelstellingen zijn (voorlopig) bereikt. Om lid te worden van de SCST dienen de leden een jaarlijkse bijdrage van tien pond te betalen.
Afdeling 4. Supporters Board Bij derdeklasser Bradford City wordt de supportersparticipatie op een andere manier bewerkstelligd. Binnen de structuur van die club is er een Supporters Board als apart orgaan opgericht. Dit orgaan bestaat uit 21 supporters. Elke maand komt deze board samen om met
X, “Arsenal Fanshare”, www.arsenaltrust.org, www.arsenaltrust.org/about/arsenal-fanshare . X, “Notice of Closure”, www.arsenalfanshare.com, www.arsenalfanshare.com/noticeofclosure.html . 445 X, “What we do”, www.arsenaltrust.org, www.arsenaltrust.org/activity/what-we-do . 446 X, “Club Ownership”, www.swanseacity.net, www.swanseacity.net/club/club_ownership/ . 447 X, “Trust Aims”, www.swanstrust.co.uk, www.swanstrust.co.uk/trust-aims/ . 443 444
108
de club te vergaderen448. De club weet zodoende wat er leeft bij hun supporters en de supporters kunnen bepaalde ideeën en kritieken naar voren schuiven.449
Afdeling 5. Pompey Supporters Trust Portsmouth FC, de FA Cup-winnaar van 2008, was eind de jaren ’90 en begin de jaren ‘2000 een commerciële speelbal. In een periode van vijftien jaar wijzigde de controle over de club maar liefst negen keer. Door dit gebrek aan een structurele visie en door de vele financiële problemen degradeerde de club in vier jaar tijd driemaal. Zowel in 2010 als in 2012 bevond de club zich in een situatie van insolventie. De supporters bleven niet bij de pakken zitten en richtten het Pompey Supporters Trust (hierna: PST) op. Het doel van de PST was om geld in te zamelen en op die manier de club financieel te redden. Er werd aan de supporters gevraagd om bedragen van 1000 pond te storten en aan kapitaalkrachtigere supporters werd een oproep gedaan om minstens 50.000 pond te investeren450. Op 10 april 2013 kwam het tot een overeenkomst tussen de PST en de curatoren en een jaar later had de PST 2,5 miljoen pond bijeengekregen via die individuele bijdrages. De club was definitief in handen van de PST. Op 29 september 2014 was er ten slotte aan alle schulden voldaan451. Portsmouth FC is hierdoor de hoogst gerangschikte club waar een supporters’ trust de meerderheidsaandeelhouder van is. Daarnaast heeft de PST een overeenkomst met de minderheidsaandeelhouders gesloten. Deze overeenkomst voorziet onder andere in een verbod op het uitkeren van dividenden en op een beperking wat betreft het verkopen van de aandelen.
Afdeling 6. Rapporten Naast het bijstaan van supporters’ trusts verzorgt Supporters Direct ook heel wat onderzoek en rapporten die verband houden met supportersbetrokkenheid. Supporters Direct stelde onder meer een fundamentele wijziging van de eigendomsstructuur van de Engelse voetbalclubs voor. Naar het Duitse voorbeeld werd er een “supporter ownership” model voorgesteld. De overheid reageerde hier in eerste instantie niet positief op. De trage beslissingsprocessen en de moeilijkheden op financieel vlak om te concurreren met clubs die een klassieke eigendomsstructuur hebben, werden naar voren geschoven als mogelijke X, “Welcome…”, www.bcfcsupportersboard.co.uk, www.bcfcsupportersboard.co.uk/ . M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 30. 450 X, “Supporter Share Ownership: Recommendations on how to increase supporter ownership in football”, www.supporters-direct.org, 10-11, www.supporters-direct.org/wpcontent/uploads/2013/11/Supporter_Share_Ownership.pdf . 451 X, “Pompey Supporters Trust”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Pompey_Supporters_Trust . 448 449
109
problemen. In een recenter rapport moedigt de overheid “supporter ownership” wel aan en wijzen ze er op dat de Football Community Assets (locatie, clubembleem en clubkleuren) via voetbalreglementering of via de wet moeten worden beschermd452.453 Of het parlement effectief wetgevend zal optreden, blijft de vraag. De grote verschillen in de voetbalcultuur en –traditie tussen Duitsland en Engeland bemoeilijken de zaken en bovendien zullen de rijke ondernemers die de clubs hebben gekocht, niet zonder slag of stoot (een deel van) hun macht afgeven.
D. CONN, “MPs demand football clubs allow far greater supporter involvement”, The Guardian 14 februari 2014, www.theguardian.com/football/2014/feb/14/mps-demand-soccer-club-supporter-involvement . 453 M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 31-33. 452
110
Hoofdstuk 4. Conclusie Wat betreft de juridische structuren binnen het Engelse voetbal is de situatie vrij eenvoudig. De Premier League en de Football League ondersteunen enkel de vennootschapsvormen. De twee vennootschapsvormen die in het Engelse profvoetbal voorkomen zijn de private company limited by shares (Ltd.) en de public limited company (plc). Het grootste verschilpunt tussen beide rechtsvormen is dat de aandelen bij de plc vrij overdraagbaar zijn en bij de Ltd. in beginsel niet. Daarnaast kan enkel de plc haar aandelen verhandelen op de beurs, iets dat alleen door Arsenal FC wordt gedaan. Qua organen en werking hebben beide vennootschapsvormen weinig verschillen: beide bestaan uit een algemene vergadering en een raad van bestuur. De enorme commercialisering van het Engelse voetbal heeft er toe geleid dat de Engelse clubs voor buitenlandse investeerders gewillige prooien zijn. Van de twintig Premier League-clubs zijn er twaalf die worden geleid door een entiteit die (quasi) alle aandelen bezit. Bovendien zijn er nog maar acht clubs volledig in Engelse handen en dit is op zijn minst een kwalijke evolutie te noemen. Heel wat investeerders pompen grote bedragen in een ploeg, maar als ze hun aankoop beu zijn, staat voor de clubs het water snel aan de lippen. Vervolgens wordt een overnemer gezocht, maar dit zorgt ervoor dat er bij vele clubs geen continuïteit in het beleid aanwezig is en dit laat zich op sportief vlak voelen. Indien er geen overnemer wordt gevonden, dan verdwijnt de club en blijven de supporters verweesd achter. In 2000 heeft de Britse overheid als tegenreactie Supporters Direct opgericht. Deze organisatie tracht de supporters van alle clubs, eerst in het Verenigd Koninkrijk, nu al over heel Europa, te helpen in het vormen van organisaties. Via deze organisaties of supporters’ trusts trachten de supporters een betere band met de club en zijn (buitenlandse) eigenaar te verkrijgen. Dit kan op verschillende manieren: verschillende trusts hebben aandelen verworven binnen hun club. In Arsenal FC en Swansea AFC hebben de supporters’ trusts zich tot minderheidsaandeelhouder ingekocht. Zo’n dertig ploegen zijn volledig in handen van de supporters. Deze ploegen stuiten weliswaar op financiële limieten en geraken voorlopig niet verder dan de Engelse vierde klasse. De Britse overheden hebben hun voorkeur voor “supporters ownership” uitgesproken, maar het blijft (voorlopig?) wachten op een efficiënt optreden. De situatie in Engeland lijkt onomkeerbaar. De Premier League is één van de populairste competities ter wereld en zal
111
voor de periode 2016-2019 zeven miljard euro aan tv-gelden verdienen. Dit zal er voor zorgen dat er nog meer buitenlandse investeerders geneigd zullen zijn om een Engelse ploeg te kopen. Engelse voetbalclubs zijn puur koopwaar geworden en de supporters staan machteloos tegen de beslissingen van de eigenaars. Een ander samenhangend probleem vormt het ontbreken van licentieregels. De Engelse clubs worden financieel amper in de gaten gehouden. Er is enkel een owners and directors test, maar de waarde hiervan mag niet worden overschat. De cijfers liegen er niet om: sinds 1992 zijn er 58 gevallen van insolventie geweest, drie jaar terug bedroeg de netto schuld van de Premier League 2,4 miljard pond454, en in 2013 bedroeg die van de Championship ploegen 1 miljard pond455. Het Engelse voetbal is voor bepaalde ploegen een terrein geworden van speculatie en financieel wanbeheer. Licentieregels zijn dus absoluut noodzakelijk om het tij te doen keren.
M. DENEF et al., “studie supportersparticipatie”, supra noot 4, 31. Deloitte, “A premium blend: Annual Review of Football Finance”, www.deloitte.com juni 2014, www2.deloitte.com/content/dam/Deloitte/uk/Documents/sports-business-group/deloitte-uk-annual-reviewfootball-finance.pdf . 454 455
112
DEEL 5. FRANKRIJK Hoofdstuk 1. Juridische structuren Afdeling 1. Algemeen De vennootschapsrechtelijke situatie in Frankrijk is vrij uniek. In dit land zijn er namelijk vennootschapsvormen specifiek voor sportclubs. Een sportonderneming moet dergelijke vennootschapsvorm aannemen wanneer ze ofwel gemiddeld minstens 1,2 miljoen euro opbrengst verkrijgt per georganiseerd sportevenement ofwel wanneer ze haar spelers voor minstens 800.000 euro betaalt456. De drie sportvennootschapsvormen zijn L’entreprise unipersonelle sportive à responsabilitié limitée (EURSL), la société anonyme à objet sportif (SAOS) en
la société anonyme sportive professionnelle (SASP). Daarnaast kan de
sportonderneming ook de meer algemenere vorm aannemen van een société à responsbilité limitée, een société anonyme en een société par actions simplifiéé457. De SASP is de meest gebruikte vorm. Vierendertig van de veertig ploegen in eerste en tweede klasse hebben deze vennootschapsvorm aangenomen. Aangezien de SASP, maar weinig verschilt van de SA volgt hierna eerst een beschrijving van de société anonyme waarna de verschillende sportvennootschapsvormen worden uiteengezet.
Afdeling 2. La Société Anonyme §1. Begrip De wet geeft de volgende definitie van de naamloze vennootschap naar Frans recht: “La société anonyme est la société dont le capital est divisé en actions et qui est constituée entre des associés qui ne supportent les pertes qu'à concurrence de leurs apports. Le nombre des associés ne peut être inférieur à sept”458. Uit deze definitie kan er al één oprichtingseis worden afgeleid: het aantal vennoten mag niet lager zijn dan zeven. Daarnaast dient er bij de oprichting minstens 37.000 euro kapitaal te zijn. Bovendien moet de naamloze vennootschap een burgerlijk of commercieel doel hebben dat mogelijk en rechtmatig is459.
456
Art. L. 122-1 j° R 122-1 Code du Sport. Art. L. 122-2 Code du Sport. 458 Art. L. 225-1 Code de Commerce (hierna : C. com.) 459 P. MERLE, Droit commercial, Sociétés commerciales, Parijs, éditions Dalloz, 2013, 291-293 (hierna : P. MERLE, Sociétés commerciales). 457
113
§2. Organen en werking Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de klassieke, monistische structuur en de duale structuur. Bij de monistische structuur is er een algemene vergadering460 en een raad van bestuur461. Bij een duale structuur is er naast de algemene vergadering, een directie 462 en een Raad van Commissarissen463. Deze structuur is gebaseerd op het Duitse systeem met de Vorstand en Aufsichtsrat.
1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden Net zoals in België beschikt de algemene vergadering over de belangrijkste bevoegdheden. Tot deze bevoegdheden behoren onder andere het wijzigen van de statuten, het benoemen en ontslaan van de leden van de raad van bestuur en van de Raad van Commissarissen, het goedkeuren van de jaarrekening….464 1.2. Leden Elke aandeelhouder of houder van een certificaat dat stemrecht geeft, mag deelnemen aan de algemene vergadering465. Bij aandelen in onverdeeldheid zullen de eigenaars door één van hen of door een door hen gemandateerde, worden vertegenwoordigd. Daarnaast mogen ook twee leden van de ondernemingsraad bij de vergadering aanwezig zijn466. Ook de accountants worden opgeroepen bij elke vergadering467. Vertegenwoordiging, blanco stemrecht en vanop afstand stemmen zijn ook mogelijk468. 1.3. Wijze van besluitvorming De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur bijeengeroepen. Wanneer het een vennootschap met een duale structuur betreft, kunnen ook het directiecomité en de Raad van Commissarissen de vergadering bijeenroepen. Indien deze organen weigeren de algemene
460
Les assemblées générales. Conseil d’administration. 462 Directoire (kan ook als “raad van bestuur” worden vertaald). 463 Conseil de surveillance. 464 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 563-564. 465 Art. L. 228-30, eerste lid C. com. 466 Art. L. 2323-67 Code du travail. 467 Art. L. 225-238 C. com. 468 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 575-579. 461
114
vergadering bijeen te roepen, kan deze bevoegdheid de accountant of een door het gerecht gemachtigd persoon toekomen.469 Bij elke gewone algemene vergadering moet er een aanwezigheidslijst worden ondertekend. De aanwezigen schrijven hierop hun naam, voornaam, woonplaats, het aantal aandelen dat ze bezitten of vertegenwoordigen en het aantal stemmen470. De algemene vergadering kan enkel geldig beslissen wanneer de aanwezige of vertegenwoordigende aandeelhouders ten minste één vijfde van de aandelen bezitten471. Dergelijke quorumeis geldt niet binnen het Belgische recht. Daarnaast is er ter goedkeuring van een beslissing een gewone meerderheid vereist 472. Na het nemen van alle beslissingen wordt er een proces verbaal door de officieren473 opgesteld en ondertekend. Tot de bevoegdheid van de buitengewone algemene vergadering behoort het wijzigen van de statuten474. Er zijn wel enkele beperkingen: de door de aandeelhouders aangegane verbintenissen kunnen niet worden verhoogd, de nationaliteit van de vennootschap kan niet worden gewijzigd, de individuele rechten van de aandeelhouders mogen niet worden ondermijnd en de toegewezen bevoegdheden moeten worden gerespecteerd475. De buitengewone vergadering zal geldig beraadslagen wanneer er bij de eerste bijeenroeping minstens één vierde van de aandelen of bij de tweede bijeenroeping minstens één vijfde van de aandelen zijn vertegenwoordigd. Opdat een beslissing wordt goedgekeurd, is er een twee derde meerderheid vereist476.
2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden De aan de raad van bestuur toegewezen bevoegdheden kunnen in drie categorieën worden ingedeeld. Ten eerst heeft de raad van bestuur een benoemingsbevoegdheid wat betreft de bestuursorganen: de voorzitter, de algemeen manager, de gedelegeerd bestuurders… Ten tweede dient dit orgaan de noodzakelijke handelingen te treffen zodat de algemene vergadering kan functioneren: ze roept de algemene vergadering samen, legt de agenda vast,
469
Art. L. 225-103 C. com. Art. R. 225-95 C. com. 471 Art. L. 225-98, tweede lid C. com. 472 Art. L. 225-98, derde lid C.com. 473 Les membres du bureau. 474 Art. L. 225-96, eerste lid C. com. 475 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 595-597. 476 Art. L. 225-96, derde lid C. com. 470
115
presenteert de jaarrekening…Ten derde kan de raad van bestuur machtigingen verlenen. Daarnaast zal de raad van bestuur de richting van het beleid bepalen en uitvoeren.477 Bij een monistische structuur zal het bestuur bovendien de controles en verificaties uitvoeren die ze wenselijk acht. Bij een duale structuur komt deze bevoegdheid de Raad van Commissarissen toe478. 2.2. Leden De raad van bestuur is een collegiaal orgaan dat minstens uit drie bestuurders bestaat. In tegenstelling tot in België, is er in Frankrijk ook een maximumgrens qua bestuurders opgelegd, namelijk achttien479. De statuten zullen meestal een minimum en een maximum aangeven. Op die manier heeft de algemene vergadering een bepaalde vrijheid om het precieze aantal vast te leggen. De bestuurders worden door de algemene vergadering benoemd. Er zijn enkele benoemingsvoorwaarden. Zo was het tot 2008 verplicht dat een bestuurder ook aandeelhouder van de vennootschap was. Sinds 2011 moet elke onderneming die minstens 500 werknemers telt en vijftig miljoen euro omzet draait, een gemengd bestuur hebben. Elk geslacht moet voor minstens veertig procent zijn vertegenwoordigd. Een bestuurder mag zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn. Bij een rechtspersoon dient er wel iemand als permanente vertegenwoordiger te zijn vastgesteld. Daarnaast mogen niet meer dan één derde van de bestuurders de leeftijd van zeventig jaar bereikt hebben. Bovendien zijn er limieten gesteld op het aantal mandaten dat eenzelfde persoon mag uitoefenen.480 2.3. Wijze van besluitvorming Zoals hierboven reeds vermeld, is de raad van bestuur een collegiaal orgaan. De bestuurders kunnen dus niet individueel handelen. In de statuten wordt bepaald hoe het bestuur wordt samengeroepen. Om geldig te beraadslagen moeten minstens de helft van de bestuurders aanwezig te zijn. Er wordt daarbij geen rekening gehouden met vertegenwoordigende bestuurders. Iedere bestuurder heeft één stem en tenzij de statuten anders bepalen, volstaat een
477
Art. L. 225-35, eerste lid C. com. Art. L. 225-35, derde lid C. com. 479 Art. L. 225-17, eerste lid C. com. 480 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 428-440. 478
116
gewone meerderheid. Bij staking van stemmen zal de stem van de voorzitter in beginsel doorslaggevend zijn481.
3. Raad van Commissarissen 3.1. Bevoegdheden De belangrijkste bevoegdheid van de RvC betreft het permanent toezicht houden op het door de directie gevoerde beleid. Opdat de RvC deze controle efficiënt kan uitoefenen, is in de wet bepaald dat de directie minstens driemaandelijks moet rapporteren over het gevoerde beleid. De commissarissen mogen bovendien altijd de beslissingen van de directie verifiëren om op die manier over de opportuniteit te kunnen oordelen en ze kunnen steeds de gewenste documenten opvragen482. Tijdens de algemene vergadering zal de RvC haar oordeel over het gevoerde beleid aan de aandeelhouders bekendmaken. Naast een controlebevoegdheid beschikt dit orgaan ook over een benoemingsbevoegdheid. Het is de RvC die de directieleden benoemt, hun loon vaststelt en hen kan ontslaan. Bovendien verkiezen de commissarissen de voorzitter van de directie. Daarnaast hebben zij ook het recht de algemene vergadering bijeen te roepen483 en kunnen zij bepaalde machtigingen verlenen. De statuten kunnen deze bevoegdheden verder uitbreiden: zo kan er bijvoorbeeld worden bepaald dat voor sommige beslissingen van de directie de instemming van de RvC vereist is.484 3.2. Leden Net als de raad van bestuur bij het monistische systeem, is de RvC een collegiaal orgaan bestaande uit minimum drie en maximaal achttien personen. Bij een fusie mag dit aantal gedurende een periode van drie jaar maximaal vierentwintig bedragen485. De commissarissen worden door de algemene vergadering benoemd. Ook bij dit orgaan geldt dat minstens veertig procent van elk geslacht moet zijn vertegenwoordigd. De duur van het mandaat bedraagt maximaal zes jaar. De commissarissen zijn herbenoembaar.486
481
Art. L. 225-37 C. com. Art. L. 225-68 C. com. 483 Art. L. 225-103-III C. com. 484 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 553-558. 485 Artt. L. 225-69 en L. 225-95 C. com. 486 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 550-553. 482
117
3.3. Wijze van besluitvorming De RvC functioneert zoals de raad van bestuur. Om tot een geldige beslissing te kunnen komen, moeten minstens de helft van de commissarissen aanwezig zijn en is er een gewone meerderheid van stemmen vereist. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend, tenzij de statuten hiervan afwijken487. De commissarissen moeten een voorzitter en een vicevoorzitter verkiezen. Die voorzitter roept de vergadering bijeen en zal de debatten leiden. Hij brengt ook verslag uit over de gemaakte beslissingen bij de accountants488.
4. Directie 4.1. Bevoegdheden Net zoals bij de raad van bestuur bij de monistische structuur heeft de wetgever de directie enkele bevoegdheden toegewezen. Het is dit orgaan dat de algemene vergadering bijeenroept en de agenda vastlegt489. De buitengewone algemene vergadering kan hen de opdracht geven een kapitaalverhoging of –vermindering door te voeren. Ten aanzien van de RvC zijn ze gehouden tot enkele verplichtingen: ze moeten driemaandelijks rapporteren over de evolutie van de vennootschap, ze dienen te rapporteren over het gevoerde beleid en ze moeten de jaarrekening opstellen.490 4.2. Leden In tegenstelling tot de raad van bestuur in het monistische systeem zijn de directieleden niet verkozen door de algemene vergadering, maar door de RvC. Bij vennootschappen met een kapitaal van minder dan 150.000 euro kan deze taak in handen van één persoon, de algemeen directeur vallen491. Bij de andere ondernemingen bestaat de directie minstens uit vijf leden. In tegenstelling tot het monistische systeem kunnen rechtspersonen geen lid zijn van dit orgaan. De duur van het mandaat kan statutair op minimaal twee en maximaal zes jaar worden gelegd. Als de statuten niets bepalen, zal het mandaat vier jaar duren492. Herbenoeming is mogelijk.493
487
Art. L. 225-82 C. com. Art. L. 225-87, tweede lid C. com. 489 Artt. L. 225-103 en L. 225-105 C. com. 490 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 547. 491 Art. L. 225-59, tweede lid C. com. 492 Art. L. 225-62 C. com. 493 P. MERLE, Sociétés commerciales, supra noot 459, 541-547. 488
118
4.3. Wijze van besluitvorming De wetgever bepaalt op zich niets over de wijze van besluitvorming. In de statuten zal moeten worden vastgelegd hoe de directie vergadert, wanneer ze vergadert, of er een mogelijkheid is tot vertegenwoordiging, of er een quorum en/of meerderheidsvereiste geldt… Wel is vastgelegd dat de directie in beginsel een collegiaal orgaan is 494 en dat er een voorzitter door de RvC moet worden benoemd495.
Afdeling 3. Sportvennootschappen §1. Algemeen Zoals hierboven reeds vermeld, bestaan er in Frankrijk drie sportvennootschapsvormen: L’entreprise unipersonelle sportive à responsabilitié limitée (EURSL), la société anonyme à objet sportif (SAOS) en
la société anonyme sportive professionnelle (SASP). Er zijn
belangrijke verschillen tussen de drie vennootschapsvormen.
§2. EURSL Bij de EURSL is de ondersteunende vennootschap de enige aandeelhouder van de sportvennootschap. De wet verbiedt dat externe investeerders zich kunnen inkopen in de onderneming. Bovendien is het niet toegestaan om dividenden uit te keren. Alle winst die wordt gemaakt, moet aan de reserves worden toegevoegd496. Omwille van dit gesloten karakter en het verbod op winstuitkering wordt de EURSL als structuur, maar amper gebruikt. Wat betreft de profclubs wordt deze structuur enkel teruggevonden bij tweede klasseploegen GFC Ajaccio en AC Ajaccio.
§3. SAOS Net zoals bij de EURSL geldt er bij de SAOS een verbod op het uitkeren van dividenden. Bovendien worden de bestuurders niet vergoed. Enkel hun kosten worden terugbetaald497. Bij de SAOS kunnen externen zich wel inkopen, maar de ondersteunende vennootschap moet minstens een derde van het kapitaal behouden498. De gemaakte winsten moeten aan de
494
Art. R. 225-39 C. com. Art. L. 225-59, eerste lid C. com. 496 Art. L. 122-10, eerste lid Code du Sport. 497 Art. L. 122-5, tweede lid Code du Sport. 498 Art. L. 122-6, eerste lid Code du Sport. 495
119
reserves worden toegevoegd499. Ook deze structuur is niet populair. Enkel tweede klassers AJ Auxerre en US Créteil-Lusitanos hebben deze rechtsvorm.
§4. SASP Bijna alle andere professionele ploegen hebben de SASP-structuur aangenomen. Enkel LOSC Lille en AS Monaco hebben een andere structuur: een NV naar respectievelijk Frans en Monegaskisch recht. De SASP werd door de wet van 28 december 1999 ingevoerd en komt het meest overeen met de gewone commerciële vennootschappen. Bij deze structuur is het bijvoorbeeld wel toegelaten om dividenden uit te keren en de bestuurders te vergoeden. Daarnaast is het kapitaal vrij. De ondersteunende vennootschap dient dus geen bepaald niveau in het kapitaal aan te houden. De SASP-structuur leidt er dus toe dat een club volledig door een externe investeerder kan worden overgenomen. Bij een SAOS zal een investeerder maximaal twee derde van de aandelen kunnen verwerven en zal hij dus steeds met een minderheid moeten rekening houden.500 Zoals gezegd, komt de SASP-structuur het meeste voor. Franse clubs kunnen dus simpelweg door externe (buitenlandse) investeerders worden opgekocht.
499
Art. L. 122-10, eerste lid Code du Sport. X, “Le régime juridique des sociétés sportives et leurs soutiens financiers“, www.comptazine.fr 24 april 2013, www.comptazine.fr/post/le-regime-juridique-des-societes-sportives-et-leurs-soutiens-financiers . 500
120
Hoofdstuk 2. Analyse van het Franse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Franse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis Via de Engelsen leerden de Fransen het voetbal kennen. In de jaren ’60 van de negentiende eeuw kreeg de sport vooral bekendheid ten Noorden van de lijn Caen-Parijs-Laon. In het zuiden was rugby de sport bij uitstek. Voetbal was vooral populair binnen de schoolgebouwen, waar de leerkrachten Engels de sport introduceerden. Het Franse voetbal evolueerde weliswaar niet snel. Het werd gezien als een sport voor de elite. De Union des sociétés françaises de sports athlétiques (USFSA), die verantwoordelijk was voor alle sporten binnen Frankrijk, boycotte het voetbal. Ze waren gekant tegen het professionalisme en de transfers, die in Engeland wel al golden. Voetbal werd vooral in Parijs beoefend. Het eerste kampioenschap werd in 1894 georganiseerd. Vijf Parijse clubs participeerden. Een jaar later waren dat er al negen. Er ontstonden meer en meer ploegen en in 1897 waren er drie divisies. Er werden ook twee bekercompetities georganiseerd: la Coupe Manier voor de ploegen die maximaal drie vreemdelingen in hun rangen hadden en la Coupe Dewar, waar er geen limiet op het aantal buitenlanders stond. In de jaren nadien ontstonden er in verschillende regio’s nog competities. Om uit te maken wie er kampioen van Frankrijk was, werd er een wedstrijd gehouden tussen de kampioenen van die regio’s. Zo werd in 1900 het Normandische Havre Athletic Club kampioen door het Parijse Club français te verslaan. In 1904 werd onder andere door de USFSA de FIFA opgericht. In datzelfde jaar werd de Franse nationale ploeg voor het eerst gevormd. Tijdens WO I, in 1917, werd voor het eerst de Coupe de France georganiseerd. Daarna volgde een periode waarbij de macht van de USFSA verbrokkelde. Regionale organisaties werden opgericht en namen de functies van de USFSA over. In 1919 werd de Franse voetbalbond uiteindelijk opgericht: la Fédération française de football (FFF).501
§2. Professionalisering Tot de jaren ’30 was er nog geen professionalisering van het voetbal in Frankrijk. Aangezien er in die tijd veel schandalen aan het licht kwamen van amateurs die in het zwart werden X, “Histoire du football français”, www.wikipedia.org, http://fr.wikipedia.org/wiki/Histoire_du_football_fran%C3%A7ais . 501
121
betaald, steeg de druk om het profvoetbal toe te laten. In 1930 keurde de FFF de professionalisering goed. Er werd een profcompetitie opgericht, bestaande uit twintig ploegen.502 Vanaf 1933 werd er ook een tweede klasse georganiseerd. In 1944 werd de Ligue de Football Professionel (LFP) opgericht. Deze federatie organiseert de twee professionele competities en de Coupe de la Ligue, de bekercompetitie waar uitsluitend professionele teams aan deelnemen. De FFF organiseert de overige competities en de coupe de France de football, de bekercompetitie die open staat voor alle ploegen. Op dit moment zijn er in Frankrijk twee profcompetities van elk twintig ploegen: Ligue 1 en Ligue 2. Daaronder bestaat de Championnat de France National, een competitie van achttien ploegen waaraan zowel prof- als amateurploegen deelnemen. Vervolgens zijn er competities uitsluitend voor amateurs. Nationaal bestaan de Championnat de France amateur (CFA) en de Championnat de France amateur 2 (CFA 2), deze bestaan respectievelijk uit 4 competities van zestien ploegen en 8 competities van veertien ploegen. Op regionaal niveau bestaan er dan nog tweeëntwintig competities van twaalf of veertien ploegen. Elk van deze tweeëntwintig regio’s heeft daaronder nog een eigen georganiseerde competitieformule.503
§3. Licentieregels In Frankrijk gelden er strenge licentieregels. Het systeem bestaat uit een tweeluik. Enerzijds is er de financiële controle die in handen is van de DNCG, la Direction nationale du contrôle de gestion. Anderzijds is er het licentiesysteem dat door de Ligue de Football Professionel (LFP) wordt toegepast. De LFP hanteert een licentiesysteem op 10.000 punten. Bij dit puntensysteem wordt het beleid, de infrastructuur, het veld, de boekhouding, de jeugdopleiding… in rekening gebracht. Indien een ploeg niet voldoende punten behaalt dan zal de LFP een bepaald gedeelte van haar televisiegeld inhouden504. De DNCG kan bij haar controle bepaalde bankgaranties eisen en beschikt ook over heel wat verschillende sancties: een transferverbod, een beperking op het aantal spelers in de A-kern, een degradatie naar een lagere divisie, een promotieverbod, een uitsluiting van de competitie…505
X, “Championnat de France de football”, www.wikpedia.org, http://fr.wikipedia.org/wiki/Championnat_de_France_de_football#Cr.C3.A9ation_du_championnat_professionn el . 503 X, “Football en France”, www.wikipedia.org, http://fr.wikipedia.org/wiki/Football_en_France#Forme_actuelle . 504 Zie bijlage 10 : Interview met Filips Dhondt. 505 X, “Direction Nationale du Contrôle de Gestion”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/Direction_Nationale_du_Contr%C3%B4le_de_Gestion . 502
122
Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen Van de twintig ploegen die in de Franse eerste klasse spelen hebben er achttien de SASP structuur en zijn er twee een naamloze vennootschap: LOSC Lille en AS Monaco506. In de Franse tweede klasse hebben er zestien ploegen de structuur van SASP. GFC Ajaccio en AC Ajaccio zijn als EURSL gevormd en AJ Auxerre en US Créteil-Lusitanos zijn als SAOS georganiseerd. De SASP is dus met grote meerderheid de populairste vennootschapsstructuur binnen het professionele voetbal. Dergelijke meerderheid wordt ook teruggevonden in andere sporten. In bijvoorbeeld het rugby hebben achtentwintig van de dertig ploegen ook deze structuur. Zoals hierboven uiteengezet, kan er een onderscheid tussen de naamloze vennootschappen met een monistische structuur en die met een duale structuur worden gemaakt. Van de twintig ploegen uit Ligue 1 hebben er zestien een vennootschap met een monistische structuur. Enkel Caen, Nice, PSG en Saint Etienne hebben een duale structuur, bestaande uit een algemene vergadering en een directie, handelend onder het toezicht van een Raad van Commissarissen. De keuze tussen één van beide structuren is een pure beleidskeuze die geen gevolgen heeft op het vlak van sportief succes. Kenmerkend aan de SASP-structuur is dat alle aandelen vrij overdraagbaar zijn. De ondersteunende onderneming is dus niet gehouden om een bepaald percentage aandelen van de sportvennootschap in zijn bezit te houden, zoals wel het geval is bij de SAOS en de EURSL. Vennootschappen met een SASP-structuur kunnen dus door een externe investeerder makkelijker worden overgenomen. Aangezien geen enkele club in de Franse eerste klasse de rechtsvorm van een SAOS of EURSL heeft aangenomen, kan elke club dus volledig worden gekocht. Bekende voorbeelden van clubs die vrij recent zijn overgenomen, zijn AS Monaco en PSG.
§2. AS Monaco De club uit het prinsdom Monaco heeft een rijk voetbalverleden. Het palmares is onder andere gevuld met zeven landstitels. In 2011 degradeerde de ploeg onverwachts naar de Franse tweede klasse. De Russische miljardairs Dimitri Rybolovlev had het plan opgevat om de club 506
Zie bijlage 11: Structuur Franse eerste klasse ploegen.
123
te kopen, maar in eerste instantie keerde hij van een kale reis terug. Toen de club echter aan de winterstop laatste stond in Ligue 2, ging AS Monaco wel overstag. Rybolovlev verkreeg 66.67% van de aandelen. De overige 33,33% blijven in handen van de lokale verenging. De Rus heeft met zijn twee derde meerderheid alle macht binnen de club. Hij heeft de hulp van de minderheidsaandeelhouder niet nodig om bijvoorbeeld de statuten te wijzigen. Om niet volledig van de willekeur van één persoon af te hangen, is er een ander beschermingsmechanisme ingebouwd. De naamloze vennootschap bezit namelijk niet alles wat betreft AS Monaco. De profploeg, de reserven en de U-19 en de U-17 behoren toe aan de NV, maar de jeugdploegen, het amateurteam en het stamnummer zijn in handen van de vereniging507. Rybolovlev investeerde meteen in de club: negen spelers kwamen erbij zodat AS Monaco uiteindelijk op de achtste plaats eindigde. Tijdens de zomertransferperiode groeide de kern met acht spelers en via die kwaliteitsinjectie kon de club de titel in Ligue 2 binnenhalen. Het jaar nadien werd er voor meer dan 140 miljoen euro ingekocht en werd uiteindelijk de tweede plaats gehaald, na PSG508. Door de enorme uitgaven, geraakt AS Monaco in de problemen met de Financial Fair Play. Op basis van die UEFA-regels moeten clubs een evenwicht vinden tussen voetbalgerelateerde uitgaven en voetbalgerelateerde inkomsten. Een club mag over een periode van drie seizoenen maximaal 45 miljoen euro verlies maken509. AS Monaco beschikt over een stadion met een capaciteit van 18.500. Bovendien zitten er gemiddeld maar 5000 personen. Dit vormt een groot probleem voor wat betreft de voetbalgerelateerde inkomsten. De UEFA heeft de boekhouding van AS Monaco dan ook al onderzocht510.
§3. PSG Tot 1991 had Paris Saint Germain de structuur van een vereniging. Door de opkomst van Canal+ werd er voor een gedeelde structuur geopteerd. Er werd een SAOS opgericht die de eerste ploeg en het opleidingscentrum omvatte, terwijl de amateurploeg in handen van de vereniging bleef. In 2001 werd de SAOS tot een SASP omgevormd. Die rechtsvorm gaf sinds
507
Zie bijlage 10: Interview met Filips Dhondt. X, “Association sportive de Monaco football club”, www.wikipedia.org, http://fr.wikipedia.org/wiki/Association_sportive_de_Monaco_football_club#Depuis_2011_:_La_reconstruction _du_club_et_le_retour_dans_l.27.C3.A9lite . 509 X, “Financial Fair Play, de regels en stand van zaken”, www.voetbalboeken.net, www.voetbalboeken.net/nieuws/financial-fair-play-de-regels-en-stand-van-zaken/ . 510 X, “UEFA onderzoekt AS Roma, Liverpool en Monaco”, Het Laatste Nieuws 25 september 2014, www.hln.be/hln/nl/9090/Voetbal/article/detail/2063552/2014/09/25/UEFA-onderzoekt-AS-Roma-Liverpool-enMonaco.dhtml . 508
124
2001 namelijk de mogelijkheid om dividenden uit te keren. In 2006 kwam de vennootschap in handen van Colony Capital en werd er voor een monistische structuur gekozen. Deze monistische structuur werd in september 2009 tot een duale structuur omgevormd.511 In 2011 kocht Qatar Investment Authority zeventig procent van de aandelen van de club. Op 6 maart 2012 verwierf het investeringsfonds de overige dertig procent. PSG is sindsdien volledig in Qatarese handen. Sinds de overname is er reeds voor honderden miljoenen in nieuwe spelers geïnvesteerd. Er werd een volledig nieuwe ploeg gekocht. Zo werden Zlatan Ibrahimovich, Thiago Silva, David Luiz en Edinson Cavani voor respectievelijk 20, 49, 49.5 en 63 miljoen euro gekocht.512 De club kwam dan ook snel in de problemen met de Financial Fair Play. In 2014 kreeg de club een boete 60 miljoen euro wegens het overtreden van die regels. Daarnaast mochten ze in het seizoen 2014-2015 slechts 21 i.p.v. 25 spelers inzetten in de Champions League. Bovendien dienden hun transferuitgaven te worden teruggeschroefd en mogen ze slechts tien miljoen euro verlies boeken de volgende twee seizoenen.513 AS Monaco en PSG zijn twee voorbeelden van Franse clubs die door een buitenlandse investeerder werden opgekocht. Aangezien de aandelen van elke Franse eerste klasseploeg vrij overdraagbaar zijn, zullen er wellicht nog clubs in handen van buitenlanders terecht komen.
X, “Enquête: le fonctionnement de la SASP du PSG”, www.psgmag.net 25 mei 2011, www.psgmag.net/3086Enquete-le-fonctionnement-de-la.html . 512 X, “Paris Saint-Germain Football Club”, www.wikipedia.org, http://fr.wikipedia.org/wiki/Paris_SaintGermain_Football_Club#Depuis_2011_:_l.27.C3.A8re_Qatar_Investment_Authority . 513 X, “Monsterboete van 60 miljoen voor Manchester City en PSG”, Sporza 16 mei 2014, www.sporza.be/cm/sporza/voetbal/buitenland/1.1970044 . 511
125
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie In Frankrijk komt supportersparticipatie nauwelijks tot niet voor. In tegenstelling tot in België en Engeland hebben ook de Franse overheden zich nog niet over deze materie uitgesproken. Interessant is wel dat de PSG-supporters het belang van hun club voor de rechter trachten te behartigen. De PSG-supporters slepen namelijk de UEFA voor de rechter in Parijs omdat ze het niet eens zijn met de Financial Fair Play-regels. Volgens hen zorgen de sancties die de UEFA heeft opgelegd, voor competitievervalsing en selecteert de UEFA slechts een deel van de inkomsten en uitgaven om de rekeningen op te maken. De supporters vragen 500 euro morele schadevergoeding per persoon.514
X, PSG-fans willen 500 euro schadevergoeding per persoon wegens financial fairplay”, De Morgen 30 april 2015, www.demorgen.be/sport/psg-fans-willen-500-euro-schadevergoeding-per-persoon-wegens-financialfairplay-a2305378/ . 514
126
Hoofdstuk 4. Conclusie De situatie in Frankrijk is vooral interessant wat betreft de vennootschapsrechtelijke structuren. Sinds begin jaren 2000 moet elke sportclub die aan bepaalde voorwaarden voldoet een vennootschapsvorm aannemen. Deze vennootschap kan een monistische of duale structuur hebben. Waar de eerste vorm naast een algemene vergadering een raad van bestuur heeft, heeft de tweede vorm naast een algemene vergadering een directie die handelt onder het toezicht van de Raad van Commissarissen. In de Franse eerste klasse komt voornamelijk de monistische structuur voor. In Frankrijk bestaan er drie sportvennootschapsrechtsvormen: de EURSL, de SAOS en de SASP. De EURSL en de SAOS worden amper gehanteerd, aangezien er bij deze vormen enerzijds geen dividenden kunnen worden uitgekeerd en anderzijds omdat de ondersteunende vennootschap respectievelijk alle of één derde van de aandelen in de sportvennootschap moet behouden. Bij een SASP worden er daarentegen wel dividenden uitgekeerd en zijn de aandelen vrij overdraagbaar. In de eerste en tweede klasse samen hebben dan ook 34 ploegen de SASP-structuur aangenomen. Dit heeft tot gevolg dat die clubs vrij eenvoudig door een externe investeerder kunnen worden overgenomen. AS Monaco en PSG zijn de twee bekendste voorbeelden van Franse clubs waarvan de nieuwe eigenaar er meteen enorm veel geld inpompte. Bij AS Monaco is er nog een bepaalde bescherming van de club doordat het stamnummer onder de lokale vereniging is ondergebracht. PSG is Qatarees “speelgoed” geworden. De Franse licentieregels kunnen, hoewel ze zeer streng zijn, niet optreden tegen de vele investeringen. Bij de licentiebeoordeling wordt er namelijk niet naar de oorsprong van het geld gekeken. Dit in tegenstelling tot de Financial Fair Play-regels. Beide clubs zijn dan ook al in de problemen geraakt wat betreft de Financial Fair Play. Supportersparticipatie komt in het Franse voetbal niet voor.
127
128
DEEL 6. NEDERLAND Hoofdstuk 1. Juridische structuren In de Nederlandse eredivisie zijn er drie structuren die van belang zijn: de stichting, de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap.
Afdeling 1. Stichting §1. Begrip De wet op Stichtingen van 31 mei 1956 omschrijft de stichting als volgt: “Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt met behulp van een daartoe bestemd vermogen een bepaald doel te verwezenlijken515”. De notariële oprichtingsakte van een stichting dient ten minste de statuten en een aanwijzing van de zaken die tot het stichtingskapitaal behoren, te vermelden516. Die statuten bevatten de naam van de stichting, het doel van de stichting, de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders, de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft en de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgelegd517. Net als in België is het principe van de vrijheid van vereniging grondwettelijk verankerd. Artikel 8 van de Nederlandse Grondwet stelt: “Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde”. Net zoals bij een stichting naar Belgisch recht, mag een stichting er niet opgericht zijn om uitkeringen te doen aan haar oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen noch ook aan anderen tenzij wat deze laatsten betreft die uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben518. Er geldt met andere woorden een uitkeringsverbod. Net om die reden kiezen heel wat clubeigenaars om hun club om te vormen naar een besloten of naamloze vennootschap.
515
Art. 2:285, eerste lid Nederlands Burgerlijk Wetboek (hierna: NBW). P.L. DIJK en T. J. VAN DER PLOEG, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 2013, 10-11 (hierna: P.L. DIJK, Stichting) 517 Art. 2:286, vierde lid NBW. 518 Art. 2:285, derde lid NBW. 516
129
§2. Organisatie en werking 1. Leden De wet stelt twee eisen omtrent de organisatie van de stichting. Enerzijds kan een stichting geen leden kennen519, maar anderzijds dient zij zoals elke rechtspersoon wel een bestuur te hebben520. Onder het begrip “leden” vallen die personen die met de rechtspersoon een betrekking hebben waaraan bevoegdheden zijn verbonden. Het is een stichting dus verboden om een organisatiestructuur te hebben die gelijk is aan de algemene vergadering van een vereniging.521
2. Het bestuur Het bestuur dient alles te verrichten wat nodig is om de stichting, gezien haar doelstelling en haar activiteiten, in het maatschappelijk verkeer te doen functioneren. Wat dit concreet inhoudt, wordt niet in de wet gedefinieerd. De statuten van de stichting kunnen de bestuursbevoegdheid wat begrenzen. Het financiële beheer van de rechtspersoon en de bevoegdheid tot de vertegenwoordiging ervan, behoren beide tot de kernbevoegdheden van het bestuur. 522 Zoals hierboven reeds vermeld, bepalen de statuten op welke wijze de bestuurders worden benoemd en ontslagen523. De wet legt hier geen verdere eisen op, het staat de oprichter van de stichting vrij om een passende structuur te creëren. Het bestuur kan bijvoorbeeld uit één persoon bestaan. Dit is weliswaar niet zo wenselijk. Vanuit het oogpunt van concentratie van macht, bestuurlijke continuïteit en mogelijke belangenverstrengeling valt een meerhoofdig bestuur te verkiezen. Hoewel de wet dit niet zo bepaalt, wordt aangenomen dat een meerhoofdig bestuur een collegiaal orgaan is dat bij meerderheid van stemmen besluiten neemt.524 Via de statuten, een reglement of een bestuursbesluit kunnen de taken van een meerhoofdig bestuur tussen de bestuurders onderling worden verdeeld. Deze taakverdeling brengt weliswaar geen wijziging in de collectieve verantwoordelijkheid van de bestuurders voor het
519
Art. 2:285, eerste lid NBW. Art. 2:291 NBW. 521 P.L. DIJK, Stichting, supra noot 516, 27-28. 522 P.L. DIJK, Stichting, supra noot 516,185. 523 Art. 2:286, vierde lid, c NBW. 524 P.L. DIJK, Stichting, supra noot 516, 185-191. 520
130
verrichte bestuur525.526 In de statuten kan bovendien ervoor worden geopteerd om de bestuurstaak over groepen van bestuurders te verdelen. Zo kan er naast een algemeen bestuur, ook een dagelijks bestuur worden opgericht.527 Daarnaast is het ook mogelijk om met een directeur of directie te werken. Zij zijn professionelen die op basis van een arbeidsovereenkomst aan de stichting zijn gebonden. Er zijn verschillende modellen denkbaar. In het instructiemodel behoort de dagelijkse leiding tot de bevoegdheid van de directie. De directie oefent die bevoegdheid uit onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Kenmerkend aan dit model is dat de positie van de directie niet statutair is geregeld en dat deze dan ook geen orgaan van de rechtspersoon is. Bovendien kan het bestuur de gemandateerde bevoegdheden ook zelf nog uitoefenen. Dit zijn de twee grote verschilpunten met het raad van beheermodel. Bij dat model is de positie van de directie wel statutair geregeld en kan het bestuur de gemandateerde bevoegdheden niet meer zelf uitoefenen. Het bestuur blijft wel verantwoordelijk voor de beslissingen van de directie. De directie vormt hier wel een orgaan van de rechtspersoon. Ten slotte is er ook nog het raad van toezichtmodel. Bij dit model vormen de professionelen het bestuur en wordt het “oude bestuur” een toezichtsorgaan. Aan dit orgaan worden, afhankelijk van de interne wensen, bevoegdheden toegekend. Er kan alvast worden besloten dat de wetgever de ontwerpers van statuten veel vrijheid laat wat betreft de organisatie van de stichting.528 De bevoegdheid tot schorsing of ontslag van de bestuurders kan in de statuten aan het benoemende orgaan of aan het toezichtsorgaan worden toegekend. Indien de statuten over de bevoegdheid tot schorsing niets vermelden, komt deze bevoegdheid toe aan het benoemende orgaan. Wat betreft het ontslag van bestuurders stelt de wet wel dat een bestuurder, die ofwel handelt in strijd met de wet of de statuten ofwel zich aan wanbeheer schuldig maakt, door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie of ieder belanghebbende kan worden ontslagen529.
3. Het toezichtsorgaan Wettelijk gezien is er geen toezichtsorgaan binnen de structuur van een stichting opgenomen. Het bestuur is geen rekening en verantwoording aan anderen verschuldigd. In de statuten kan 525
Art. 2:9 NBW. P.L. DIJK, Stichting, supra noot 516, 189-191. 527 P.L. DIJK, Stichting, supra noot 516, 193. 528 P.L. DIJK en T. J. VAN DER PLOEG, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 2013, 193-196. 529 Art. 2:298, eerste lid NBW. 526
131
hier weliswaar van worden afgeweken. Zo kan er statutair een raad van commissarissen of een raad van toezicht worden opgericht of kan er in een regeling omtrent het onderzoek van de jaarrekening worden voorzien.530 De verplichting tot het opstellen van een jaarrekening volgt uit artikel 2:10 NBW. Dit artikel stelt dat het bestuur jaarlijks binnen de zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de rechtspersoon moet opmaken. Alle bestuurders moeten deze jaarrekening ondertekenen. Indien er een toezichthoudend orgaan in de structuur voorzien is, dan moeten ook haar leden de jaarrekening ondertekenen. Vervolgens moet de jaarrekening door het orgaan dat daar statutair voor bevoegd is, worden vastgesteld. Bepalen de statuten niets, dan komt deze bevoegdheid aan het toezichthoudend orgaan toe. Is er daarentegen geen toezichthoudend orgaan voorzien, dan zal het bestuur de jaarrekening zelf moeten vaststellen. Indien er dus geen toezichthoudend orgaan is, dienen de leden van het bestuur amper financiële verantwoording af te leggen.531
Afdeling 2. besloten vennootschap en naamloze vennootschap §1. Begrip en kenmerken Het Nederlandse ondernemingsrecht kent twee types van kapitaalvennootschappen: de naamloze vennootschap (hierna: NV) en de besloten vennootschap (hierna: BV). De BV werd in 1971 ingevoerd als een reactie op de Europese richtlijn van 9 maart 1968. Die richtlijn bevatte namelijk een regeling voor de publicatie van de jaarrekening die alleen van toepassing was op vennootschappen van het NV-type. De BV werd dan ook gecreëerd om ondernemers de kans te geven aan die publicatieverplichting te ontsnappen. Heel wat NV’s werden vervolgens in BV’s omgezet. Op basis van de vierde richtlijn van 1984 zijn ook BV’s verplicht om hun jaarrekening te publiceren. Sommige auteurs stellen om die reden dat het naast elkaar bestaan van de BV en de NV, die nagenoeg identiek zijn, in de praktijk maar weinig waarde heeft532. Om die reden worden beide vennootschappen hier samen behandeld. Het Nederlands Burgerlijk Wetboek geeft de volgende definities: “de naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk
530
P.L. DIJK en T. J. VAN DER PLOEG, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 2013, 263. 531 P.L. DIJK en T. J. VAN DER PLOEG, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 2013,198-200. 532 P. VAN SCHILFGAARDE, Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer 2013, 38.
132
kapitaal”533. “De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal”534. Het grote verschilpunt tussen de BV en de NV is dus dat de aandelen bij de BV niet vrij overdraagbaar zijn. Wat de vennootschappen wel met elkaar gemeen hebben, is dat de aandeelhouders slechts ten belope van hun inbreng kunnen worden aangesproken. Ze zijn niet persoonlijk aansprakelijk. De NV en de BV zijn rechtspersonen met een eigen vermogen, die een in aandelen verdeeld kapitaal hebben.535 De BV en NV hebben dan wel heel wat gemeenschappelijke kenmerken, toch verschilt de toepassing van de rechtsvormen in de praktijk in belangrijke mate. Er wordt voor de structuur van de NV geopteerd wanneer de ondernemer een beroep wilt doen op het beleggend publiek om kapitaal aan te trekken. Bij een beurs-NV kunnen de effecten, met name aandelen of certificaten van aandelen, op de beurs worden genoteerd en door een groot aantal beleggers worden gehouden. Indien de ondernemer daarentegen geen beroep wil doen op het beleggend publiek, maar wel een kapitaalvennootschap verkiest, dan zal hij vooral een BV verkiezen.536
§2. Organisatie en werking Iedere NV en BV heeft ten minste twee organen: de algemene vergadering en het bestuur. In de rechtsleer wordt er over een duale structuur gesproken. Deze twee organen vormen de spil van de wettelijke en statutaire bevoegdhedenverdeling binnen de vennootschap. Bij grotere samenwerkingsverbanden zullen er doorgaans nog een Raad van Commissarissen en een aan de onderneming verbonden ondernemingsraad aanwezig zijn. In dergelijke situatie wordt er van een plurale structuur gesproken.537
1. Algemene vergadering 1.1. Bevoegdheden De algemene vergadering wordt aanzien als de “hoogste macht” binnen de vennootschap. Deze visie krijgt weliswaar kritiek aangezien het eigenlijke bestuur van de vennootschap in handen van de raad van bestuur ligt538. Sommige auteurs stellen dan ook dat de algemene
533
Art. 2:64, eerste lid, eerste zin NBW. Art. 2:175, eerste lid, eerste zin NBW. 535 W.J. SLAGTER en B.F. ASSINK, Compendium Ondernemingsrecht (deel 1), Deventer, Kluwer, 2013, 465. (hierna: W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht). 536 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 452-453. 537 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 691-692. 538 P. VAN SCHILFGAARDE, Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer 2013, 220. 534
133
vergadering vanuit juridisch oogpunt hiërarchisch niet boven de raad van bestuur staat, maar op een gelijk niveau539. Sommige bevoegdheden komen de algemene vergadering dwingend toe. Het is onder andere de algemene vergadering die over een wijziging van de statuten540, de ontbinding541, de fusie542 of de omzetting543 van de vennootschap, kan beslissen. Daarnaast zal de algemene vergadering ook de jaarrekening vaststellen544. De bevoegdheid tot de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders en commissarissen komt in beginsel ook aan dit orgaan toe545. Bij een BV kan die bevoegdheid weliswaar toekomen aan een vergadering van houders van aandelen van een bijzondere soort. Ten slotte verkrijgt de algemene vergadering alle bevoegdheden die door de wet en de statuten niet aan het bestuur of aan anderen zijn toegekend546. In tegenstelling tot het Belgische recht is het hier dus niet de raad van bestuur, maar de algemene vergadering die over de residuaire bevoegdheid beschikt.547 1.2. Leden De algemene vergadering wordt door heel wat personen bijgewoond. Vanzelfsprekend mogen de aandeelhouders aanwezig zijn op de vergadering. Daarnaast zijn ook de houders van de met
medewerking
van
de
vennootschap
uitgegeven
certificaten,
de
overige
vergadergerechtigden, de bestuurders en de commissarissen op de vergadering toegelaten. Bestuurders en commissarissen hebben weliswaar enkel een raadgevende stem 548. Bij beursvennootschappen zal bovendien ook de financiële pers welkom zijn op de vergadering.549 Wat betreft het begrip “aandeelhouder” is er een verschil tussen de BV en de NV. Bij de BV valt onder de categorie “aandeelhouder” naast iedere houder van aandelen in het geplaatst kapitaal van de vennootschap, ook nog eens elke houder van één of meer winstrechtloze aandelen en/of stemrechtloze aandelen. Deze laatste twee categorieën bestaan niet bij de NV.
539
W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 694. Art. 2:231, eerste lid j° art. 2:121, eerste lid NBW. 541 Art. 2:19, eerste lid, a NBW. 542 Art. 2:317, eerste lid NBW. 543 Art. 2:18, tweede lid a NBW. 544 Art. 2:101, eerste lid j° art. 2:210, eerste lid NBW. 545 Artt. 2:242, 2:244,2:252,2:253 en 2:254 j° artt. 2:132, 2:134, 2:142, 2:143 en 2:144 NBW. 546 Art. 2:217 j° art. 2:107 NBW. 547 P. VAN SCHILFGAARDE, Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer 2013, 220-223. 548 Art. 227, vierde lid j° art. 117, vierde lid NBW. 549 F.K. BUIJN en P.M. STORM, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer, Kluwer, 2013, 393. 540
134
De statuten kunnen het recht tot deelname aan de vergadering en het stemrecht opschorten zolang de gerechtigde bepaalde statutaire of wettelijke verplichtingen niet is nagekomen550.551 1.3. Wijze van besluitvorming 1.3.1. Bijeenroepen De bevoegdheid tot het bijeenroepen van de algemene vergadering komt in beginsel toe aan het bestuur en aan de Raad van Commissarissen. Statutair kan deze bevoegdheid bovendien nog aan anderen zoals bijvoorbeeld individuele bestuurders, individuele commissarissen, de algemene vergadering of bepaalde aandeelhouders, worden verleend 552. Jaarlijks wordt er ten minste één vergadering gehouden: de gewone algemene vergadering of de jaarvergadering. Deze vergadering moet plaatsvinden binnen de in de statuten vermelde termijn en in elk geval binnen zes maanden na de afloop van het boekjaar553. Naast de gewone vergaderingen kunnen er ook nog buitengewone vergaderingen worden gehouden. Bij de NV dient dergelijke buitengewone algemene vergadering verplicht te worden samengeroepen binnen de drie maanden nadat het voor het bestuur aannemelijk is dat het eigen vermogen van de naamloze vennootschap is gedaald tot een bedrag gelijk aan of lager dan de helft van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal554. Daarnaast kunnen de statuten voor bepaalde gevallen een buitengewone vergadering voorschrijven. Indien het bestuur of de RvC in gebreke blijft om de vergadering bijeen te roepen, kan iedere aandeelhouder door de voorzieningsrechter van de rechtbank worden gemachtigd dit zelf te doen555. 1.3.2. Aanwezigheid op de vergadering Tijdens de algemene vergadering is iedere vergadergerechtigde bevoegd, om hetzij in persoon, hetzij per schriftelijke gemachtigde te verschijnen en daar ook het woord te voeren. Iedere aandeelhouder is bovendien bevoegd om in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde zijn stemrecht uit te oefenen. Aan deze eis van geschrift kan ook via elektronische vastlegging worden voldaan556. Zoals hierboven reeds vermeld, hebben bestuurders en commissarissen in de vergadering een adviserende stem. Opdat zij dit recht kunnen uitoefenen, moeten zij dus voor de vergadering worden opgeroepen en in de gelegenheid worden gesteld om hun advies 550
Art 2:227, derde lid j° art. 2:117, derde lid NBW en art. 2:228, eerste lid j° art. 2:118, eerste lid NBW. W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 778-779. 552 Art. 219 j° art. 109 NBW. 553 Art. 218, tweede lid j° art.108, tweede lid NBW. 554 Art. 108a NBW. 555 Art. 222 j° art. 112 NBW. 556 Art. 227a, vijfde lid j° art. 114a, vijfde lid NBW. 551
135
te geven. Het bestuur en de RvC hebben ook een plicht op de algemene vergadering: zij dienen alle door de algemene vergadering verlangde inlichtingen te verschaffen, tenzij een zwaarwichtig belang met betrekking tot de vennootschap zich daartegen verzet557.558 1.3.3. Stemrecht Enkel de aandeelhouders hebben stemrecht in de algemene vergadering. Iedere aandeelhouder heeft in principe minstens één stem559. Bij de BV zijn er weliswaar stemrechtloze aandelen mogelijk. Stemrechtloze aandelen tellen niet mee bij de berekening van quorum vereisten560. Indien het maatschappelijk kapitaal in aandelen van eenzelfde bedrag is verdeeld, brengt iedere aandeelhouder zoveel stemmen uit als dat hij aandelen heeft 561. Is het maatschappelijk kapitaal daarentegen verdeeld in aandelen van een verschillend bedrag, dan is het aantal stemmen van iedere aandeelhouder gelijk aan het aantal malen, dat het bedrag van het kleinste aandeel is begrepen in het gezamenlijk bedrag van zijn aandelen 562. De statuten kunnen weliswaar uitzonderingen poneren op deze laatste twee regels. Zo kan er sprake zijn van een degressief stemrecht of een volstrekt beperkt stemrecht. Bij een degressief stemrecht kunnen het aantal stemmen worden beperkt op voorwaarde dat aandeelhouders met eenzelfde aantal aandelen dezelfde beperking ondervinden en de beperking voor de grote aandeelhouders in vergelijking met de beperking voor de kleinere aandeelhouders niet gunstiger uitkomt 563. Bij een volstrekt beperkt stemrecht zal één aandeelhouder maximaal zes of drie stemmen kunnen hebben afhankelijk of het maatschappelijk kapitaal in 100 of meer aandelen is verdeeld, dan wel in minder dan 100 aandelen is verdeeld564.565 Indien er geen grotere meerderheid statutair voorzien is, worden de besluiten van de algemene vergadering bij gewone meerderheid genomen. Bij staking van stemmen zal bij de verkiezing van personen het lot beslissen. Staken de stemmen omtrent andere beslissingen dan is het voorstel verworpen. De statuten kunnen hier weliswaar van afwijken. Principieel is ook het
557
Art. 217, tweede lid j° art. 107, tweede lid NBW. P. VAN SCHILFGAARDE, Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer 2013, 227-228. 559 Art. 2:118, eerste lid j° art. 2:228, eerste lid NBW. 560 Art. 2:24d NBW. 561 Art. 2:118, tweede lid j° art. 2:228, tweede lid NBW. 562 Art. 2:118, derde lid j° art. 2:228, derde lid NBW. 563 Art. 2:118, vierde lid j° art. 2:228, vierde lid NBW. 564 Art. 2:118, vijfde lid j° art. 2:228, vijfde lid NBW. 565 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 810-811. 558
136
vertegenwoordigende gedeelte van het kapitaal irrelevant voor de geldigheid van de beslissing. Ook hier kunnen de statuten van afwijken.566 Wat betreft meerderheden en quorumvereisten is er een eerste merkwaardigheid vast te stellen bij de beslissingen tot het wijzigen van de statuten. Statuten worden gezien als het fundament van de vennootschap. Ze leggen de identiteit en de structuur van de vennootschap vast. Het is dan ook bijzonder om vast te stellen dat het Nederlandse Burgerlijke Wetboek niet in een algemeen vereiste van een gekwalificeerde meerderheid en/of een quorum voor besluitvorming voorziet. Het staat de aandeelhouders wel vrij om in de statuten zelf bepaalde drempels op te leggen. De wetgever stelt wel enkele bijzondere vereisten inzake statutenwijziging. Zo kan bij een BV een statutenwijziging omtrent het stemrecht slechts geldig zijn wanneer het besluit is genomen met eenparigheid van stemmen in een vergadering waarin het gehele geplaatste kapitaal was vertegenwoordigd567. Indien de mogelijkheid tot statutenwijziging statutair is uitgesloten dan kan een wijziging toch mits eenparigheid van stemmen en als het gehele kapitaal in de vergadering is vertegenwoordigd568.569 Wil de algemene vergadering de omzetting of de splitsing van de vennootschap bewerkstelligen dan zal dit met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging moeten gebeuren. Weliswaar is er bij een omzetting een meerderheid van negentig procent van de uitgebrachte stemmen vereist en zal er bij een splitsing een twee derde meerderheid zijn vereist, indien minder dan de helft van het geplaatst kapitaal op de algemene vergadering is vertegenwoordigd570.571 Ook bij de benoeming van bestuurders geldt principieel dat een gewone meerderheid volstaat. Het is weliswaar mogelijk dat de statuten de geldigheid van een benoeming laten afhangen van een grotere meerderheid gekoppeld aan een bepaald quorum. Bij de besloten vennootschap is het bovendien ook mogelijk om de bevoegdheid tot de benoeming van de bestuurders aan een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding toe te kennen. Die vergadering kan weliswaar niet alle bestuurders benoemen. Iedere aandeelhouder met stemrecht moet namelijk de mogelijkheid hebben om deel te nemen
566
Art. 2:230 j° art. 2:120 NBW. Art. 2:228, vierde lid NBW. 568 Art. 2:121, eerste lid j° art. 2:231, eerste lid NBW. 569 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 728-729. 570 Art. 2:330, eerste lid NBW. 571 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 698. 567
137
aan de besluitvorming inzake de benoeming van ten minste één bestuurder.572 Net zoals in het Belgische recht is het mogelijk om in de statuten bepaalde kwaliteitseisen vast te leggen waaraan een bestuurder moet voldoen573.
2. Raad van bestuur 2.1. Bevoegdheden Het Nederlandse Burgerlijke Wetboek stelt over de bestuursbevoegdheid het volgende: “Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vennootschap 574”. Verder bepaalt het NBW over de residuaire bevoegdheid van de algemene vergadering het volgende: “Aan de algemene vergadering behoort, binnen de door de wet en de statuten gestelde grenzen, alle bevoegdheid, die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend 575”. Uit beide bepalingen kan er worden afgeleid dat de bevoegdheden van de raad van bestuur statutair zowel kunnen worden beperkt als uitgebreid. Om de precieze bevoegdheidsverdeling te kennen, zullen de statuten van de vennootschap dus moeten worden geraadpleegd. De statuten kunnen onder andere bepalen dat de besluiten van de raad van bestuur onderworpen worden aan de goedkeuring van één of meerdere ander(e) vennootschapsorganen576.577 De kerntaak van de raad van bestuur betreft vanzelfsprekend het besturen van de vennootschap. Dit houdt niet alleen het dagelijks bestuur in, maar ook het maken van plannen voor de toekomst, het bepalen van de strategie en het uitstippelen van het beleid. Het bestuur zal veelal een collegiaal orgaan zijn. Dit betekent weliswaar niet dat over elke taak gezamenlijk moet worden beslist. Bepaalde taken kunnen namelijk aan bepaalde bestuurders worden toebedeeld. De andere bestuurders kunnen wel blijven vorderen dat er over bepaalde zaken gezamenlijk wordt beslist. Een aangelegenheid kan dus niet volledig aan de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur worden onttrokken.578 De precieze inhoud van de bestuurstaak zal onder andere afhangen van de aard, de omvang en de eventuele positie binnen de groep van de vennootschap, van de telkens (voornamelijk bedrijfseconomische) omstandigheden waaronder de vennootschap moet handelen, van de 572
W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 734-735. Art. 2:242, tweede lid j° 2:132, tweede lid NBW. 574 Art. 2:239, eerste lid j° art. 2:129, eerste lid NBW. 575 Art. 2:217, eerste lid j° art. 2:107, eerste lid NBW. 576 Art. 2:239, derde lid j° art. 2:129, derde lid NBW. 577 F.K. BUIJN en P.M. STORM, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer, Kluwer, 2013, 253-261. 578 P. VAN SCHILFGAARDE, Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer 2013, 159. 573
138
inhoud van haar statuten en reglementen en van een eventuele specifieke invulling van de bestuurstaak579. Naast het bestuur, behoort ook de vertegenwoordiging van de vennootschap tot de bevoegdheden van de raad van bestuur. Zowel het gezamenlijke bestuur als iedere individuele bestuurder kan de vennootschap laten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Namens de vennootschap zullen zij rechtshandelingen voorbereiden en verrichten580. Ook het opstellen van de jaarrekening is een belangrijke bevoegdheid van de raad van bestuur581. 2.2. Leden Zoals hierboven reeds vermeld, worden de leden van de raad van bestuur door de algemene vergadering benoemd. De wet laat de vennootschap op dit vlak veel vrijheid. Er is namelijk geen leeftijdsgrens aan de bestuurders opgelegd en er is bovendien geen voorschrift dat stelt uit hoeveel leden de raad van bestuur dient te bestaan. Tenzij de statuten het anders bepalen, kan
er
dus
sprake
zijn
van
een
eenhoofdig
of
meerhoofdig
bestuur.
De
vennootschapsrechtelijke organisatie zal afhangen van de aard en de omvang van de vennootschap en van de door haar ontplooide ondernemingsactiviteiten.582 Een belangrijk punt binnen de raad van bestuur is het onderscheid tussen uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders. Dit onderscheid komt enkel voor bij een monistisch bestuursmodel en niet bij een dualistisch bestuursmodel. In het klassieke dualistisch bestuursmodel houdt de Raad van Commissarissen toezicht op het bestuur. Bij een monistisch bestuursmodel is dit orgaan er niet. De bevoegdheden die normaal door de RvC worden uitgeoefend, komen binnen dit bestuur toe aan de niet-uitvoerende bestuurders583. Bovendien is op hen hetzelfde benoemings- en ontslagmechanisme als bij commissarissen van toepassing. De uitvoerende bestuurders hebben het dagelijks bestuur in handen. Beide categorieën van bestuurders bepalen samen de hoofdlijnen van het bestuursbeleid. Alle bestuurders dragen namelijk verantwoordelijkheid voor het gevoerde beleid.584 Het Nederlandse Burgerlijke Wetboek legt op zich geen kwaliteitsvereisten op. Wel zijn er regels betreffende de maximering van posities en stelt de wet dat het binnen het monistisch
579
W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 906. Art. 2:240, eerste en tweede lid j° art. 2:130, eerste en tweede lid NBW. 581 Art. 2:210, eerste lid j° art. 2:101, eerste lid NBW. 582 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 884. 583 Art. 2:239a, eerste lid j° art. 2:129a NBW. 584 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 886-888. 580
139
bestuursmodel onmogelijk is om enerzijds als rechtspersoon de functie van niet-uitvoerende bestuurder op te nemen en anderzijds de functie van uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurder te combineren585. De statuten kunnen daarnaast bepaalde eisen opleggen. Nationaliteitseisen zijn daarbij verboden, de vereisten van het beheersen van bepaalde talen, van ingezetenschap van Nederland, van het houden van aandelen in het geplaatste kapitaal van de vennootschap… zijn wel mogelijk586. 2.3. Wijze van besluitvorming De wetgever legt nauwelijks bijzondere regels inzake besluitvorming door het bestuur op. Wel kunnen de statuten of een eventueel intern reglement in specifieke regels voorzien. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen een eenhoofdig en een meerhoofdig bestuur. Bij een eenhoofdig bestuur is de wijze van besluitvorming eenvoudig: die ene bestuurder beslist over het beleid. Hier zijn er dus geen complicaties inzake oproeping, staking van stemmen, stemovereenkomsten…Wanneer er daarentegen meerdere bestuurders zijn, treedt het bestuur meestal als college op. Besluiten worden dan principieel met gewone meerderheid van stemmen genomen. Om zoveel mogelijk bestuurders de kans te bieden hun stem te uiten, is besluitvorming via videoconferentie of telefoonconferentie mogelijk. Ondanks de collegiale bestuursbevoegdheid is, opdat de raad van bestuur geldig kan beslissen, niet vereist dat de vergadering voltallig is. In de statuten kan er wel een bepaald quorum zijn vastgelegd.587 In beginstel heeft elke bestuurder één stem. In de statuten kan er hier weliswaar van worden afgeweken. Aan een met name of in functie aangeduide bestuurder kan meer dan één stem worden toegekend. Sommige bestuurders kunnen dus meervoudig stemrecht hebben. Een bestuurder kan echter niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuurders samen588. Bovendien is ook een vetorecht voor specifieke besluiten een mogelijkheid. De statuten zullen ook bepalen wat er dient te gebeuren bij een staking van stemmen. Het gevolg kan onder andere zijn dat het voorstel is verworpen, dat de voorzitter van het bestuur moet beslissen of dat de beslissing aan de raad van commissarissen of de algemene vergadering wordt overgedragen.589 De voorzitter van de raad van bestuur wordt in beginsel verkozen door de bestuurders zelf. In de statuten kan er daarentegen ook worden bepaald dat deze keuze een ander orgaan toekomt. In de statuten kan er ook worden vastgelegd dat één of meerdere 585
Art. 2:239a j° art. 2:129a NBW. W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 893-894. 587 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 922-927. 588 Art. 2:239, tweede lid j° art. 2:129, tweede lid NBW. 589 F.K. BUIJN en P.M. STORM, Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer, Kluwer, 2013, 263-264. 586
140
bestuurders rechtsgeldig kunnen besluiten omtrent bepaalde zaken die tot zijn/hun taak behoren590. Dergelijke besluiten worden wel aan het volledige bestuur toegerekend en dienen door die bestuurder(s) dan ook aan de andere leden van de raad van bestuur worden kenbaar gemaakt.591
3. Raad van Commissarissen Niet elke vennootschap beschikt over een Raad van Commissarissen (hierna: RvC). Indien een vennootschap enkel een algemene vergadering en een raad van bestuur heeft, is er sprake van een duale structuur. Wanneer er daarnaast ook een RvC binnen de structuur is geïntegreerd dan heeft de vennootschap een plurale structuur. De RvC is een toezichtsorgaan. Zoals hierboven reeds vermeld, kan er binnen de raad van bestuur een onderscheid tussen de uitvoerende en de niet-uitvoerende bestuurders worden gemaakt. Bij dergelijke besturen, zal er geen RvC zijn, aangezien de niet-uitvoerende bestuurders de toezichtfunctie op zich nemen. 3.1. Bevoegdheden Wat betreft de bevoegdheden van de RvC stelt het Nederlandse Burgerlijke wetboek het volgende: “De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Hij staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming”592. Het bestuur moet verantwoording afleggen aan de RvC. De RvC moet net als het bestuur op zijn beurt verantwoording afleggen bij de algemene vergadering. Naast die kernbevoegdheid verleent de wet de RvC nog enkele nevenbevoegdheden: het gaat hier onder andere over het ondertekenen van de jaarrekening593, het bijeenroepen van de algemene vergadering594, het gebruiken van een raadgevende stem tijdens die vergadering595, het schorsen van een bestuurder596… Bovendien kunnen de statuten nog voorzien in bijkomende taken en bevoegdheden.597
590
Art. 2:239a, derde lid j° art. 2:129a, derde lid NBW. W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 923-927. 592 Art. 2:250, tweede lid j° art. 2:140, tweede lid NBW. 593 Art. 2:210, tweede lid j° art. 2:101, tweede lid NBW. 594 Art. 2:219 j° art. 2:101 NBW. 595 Art. 2:227, vierde lid j° art. 2:117, vierde lid NBW. 596 Art. 2:257, eerste lid j° art. 2: 147, eerste lid NBW. 597 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 1176-1179. 591
141
3.2. Leden De RvC moet minimaal uit drie commissarissen bestaan598. Die commissarissen worden door de algemene vergadering benoemd599. Hun mandaat duurt vier jaar600. Herbenoeming is mogelijk. Bij de BV kan de benoemingsbevoegdheid worden toevertrouwd aan houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding, mits iedere aandeelhouder met stemrecht zijn stem kan laten gelden bij de benoeming van ten minste één commissaris. Daarnaast kunnen de statuten de benoeming van commissarissen nog op andere manieren moduleren: zo kan er worden bepaald dat een aantal commissarissen, hoogstens één derde, door anderen dan de algemene vergadering wordt aangesteld601. Daarnaast kunnen in de statuten ook bepaalde kwaliteitseisen worden vastgelegd. Ook het opleggen van een bepaalde meerderheid en/of quorum valt binnen de mogelijkheden.602 3.3. Wijze van besluitvorming: Wat betreft de wijze van besluitvorming kan er worden verwezen naar hetgeen werd uiteengezet over dit aspect bij de raad van bestuur. De commissarissen vergaderen principieel in de aanwezigheid van het bestuur. De bestuurders zijn weliswaar niet toegelaten wanneer er over de bezoldiging van de bestuurders, de samenstelling van het bestuur, de interne organisatorische kwesties binnen de RvC of over het gevoerde bestuursbeleid wordt vergaderd. In de statuten kunnen er aan bepaalde commissarissen meer dan één stem worden toegekend. Er is wel een wettelijke beperking: één commissaris kan niet meer stemmen uitbrengen dan alle andere commissarissen samen603.604
598
Art. 2:268, tweede lid j° art. 2:158, tweede lid NBW. Art. 2:252, eerste lid j° art. 2:142, eerste lid NBW. 600 Art. 2:271, eerste lid j° art. 2:161, eerste lid NBW. 601 Art. 2:253 j° art. 2:143 NBW. 602 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 761-764. 603 Art. 2:250, vierde lid j° art. 2:140, vierde lid NBW. 604 W.J. SLAGTER, Ondernemingsrecht, supra noot 535, 1191. 599
142
Hoofdstuk 2. Analyse van het Nederlandse profvoetbal Afdeling 1. Algemene schets van het Nederlandse voetbal §1. Ontstaansgeschiedenis Ook onze Noorderburen leerden het voetbal via de Engelsen kennen. In 1865 werd de eerste voetbalwedstrijd gespeeld. Het was een match tussen een team van Engelse textielarbeiders en een team van leden van de Britse delegatie uit Den Haag. Veertien jaar later werd de eerste voetbalclub opgericht: de Haarlemsche Football Club. Deze ploeg speelt nu in de topklasse, de hoogste amateurvoetbalklasse. Onder de leiding van de oprichter van deze club werd in 1889 de Nederlandsche Voetbal en Ahtletiek Bond (NVAB) opgericht. Het doel van deze bond was het bevorderen van de algemene bekendheid van voetbal en atletiek. Zes jaar later werd besloten om atletiek als onderdeel van de bond uit te sluiten en kreeg de nationale bond de naam “Nederlandse Voetbalbond (NVB)”.605 De NVB was lange tijd gekant tegen betaald voetbal. Spelers die naar het buitenland trokken en daar wel werden betaald, werden voor het nationale elftal geschorst. In 1952 werd er buiten de Nederlandse voetbalbond om de Nederlandse Beroepsvoetbalbond (NBVB) opgericht. Deze bond organiseerde een betaalde competitie. De doorslag voor het betaalde voetbal over heel Nederland kwam er echter met de watersnoodmatch van 12 maart 1953. Deze benefietwedstrijd tussen Frankrijk en Nederland eindigde op 1-2. Voor Nederland deden weliswaar enkel betaalde spelers mee, ze speelden voornamelijk in Frankrijk en Duitsland606. De roep om betaald voetbal werd vervolgens alleen maar groter. In 1954 gaf NVB uiteindelijk toe en fuseerde met de NBVB. Er begon een profcompetitie met 56 clubs, verdeeld in vier districten. Op aandringen van de betaalde clubs ontstond twee jaar later de hoogste nationale competitie: de eredivisie.
§2. Indeling van de competities Binnen het Nederlandse voetbal wordt er een onderscheid gemaakt tussen het betaalde voetbal en het amateurvoetbal. Het betaald voetbal bestaat uit de eredivisie en de eerste divisie, die sinds 2006 de Jupiler League heet. Beide competities bestaan respectievelijk uit achttien en X, “Koninklijke Nederlandse Voetbalbond”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Nederlandse_Voetbalbond . 606 X, “Watersnoodwedstrijd”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Watersnoodwedstrijd . 605
143
twintig ploegen. Opvallend is dat de belofteploegen van Ajax, FC Twente en PSV ook uitkomen in de Jupiler League. De betaalde sectie van het Nederlandse voetbal betrof vanaf 1970 tot 2009 een gesloten systeem. Het was niet mogelijk om te degraderen uit eerste divisie of te promoveren vanuit de amateurcompetitie. Sinds het seizoen 2009-2010 is er hier verandering ingekomen. Het Nederlandse amateurvoetbal bestaat enerzijds uit districtklassen en anderzijds uit landelijke klassen. Er zijn zes KNBV districten, die elk bestaan uit zes verschillende klassen. Elk district beschikt over één eerste klasse, twee tweede klassen en vier derde klassen. Het aantal vierde, vijfde en zesde klassen verschilt per district. Boven de districtklasse staan de landelijke klassen. De landelijke klassen zijn in hoofdklassen en topklassen onderverdeeld. Belangrijk bij het amateurvoetbal is dat er zowel zaterdagcompetities als zondagcompetities zijn. Dit valt historisch te verklaren: de protestants-christelijke verenigingen spelen enkel op zaterdag terwijl de meeste clubs met een katholieke of arbeidersklasse-achtergrond op zondag spelen. Zowel bij de zaterdag – als de zondagcompetitie zijn er drie hoofdklassen en één topklasse. Sinds 2010 spelen de kampioenen van de beide topklassen tegen elkaar om te beslissen wie er kan promoveren naar het betaald voetbal, naar de Jupiler League607. Willen beide ploegen niet promoveren dan zal er niemand degraderen uit de eerste divisie. Vanaf volgend seizoen wil de KNVB de promotie van de topklasse naar de Jupiler League verplichten608.
§3. Licentieregels Ook in Nederland heerst er een licentiesysteem. Dit licentiesysteem is er op gericht de integriteit en de continuïteit van de competities betaald voetbal en in het verlengde daarvan de continuïteit van de betaald voetbalorganisaties (BVO’s) te waarborgen. Om dit te realiseren moeten de BVO’s zo transparant mogelijk zijn op het vlak van financiën, veiligheid en organisatie. De kwaliteit van de jeugdopleiding en de juridische structuur en de invulling van de arbeidsorganisatie en administratie worden ook gecontroleerd609. Een onderdeel van dit licentiesysteem vormt het indelen van de clubs in categorieën op drie momenten in het jaar. Deze categorie-indeling wordt gebruikt als indicatie voor de financiële positie van de voetbalclubs. Er zijn er drie: Categorie I (onvoldoende), Categorie II (voldoende) en X, Nederlands Amateurvoetbal”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands_amateurvoetbal . 608 X, “Eerste divisie”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_divisie_(voetbal_Nederland) . 609 Doelstelling licentiesysteem, Deel A, Richtlijn Licentie-eisen, versie 2.6 (herziene versie). 607
144
Categorie III (goed). De clubs worden ingedeeld op basis van de door hen ingediende financiële rapportages en aan de hand van de normen van het Financial Rating System (FRS).610 Wanneer een club in Categorie I is ondergebracht, kan ze geen grote uitgaven meer doen zonder toestemming van de KNVB611. Het is de KNVB menens wat betreft de financiële gezondheid van de voetbalploegen. Van de clubs die niet aan de eisen voldoen, kunnen er punten worden afgenomen. FC Twente, landskampioen in 2010, heeft dit seizoen wegens aanhoudende financiële problemen reeds tweemaal drie punten aftrek gekregen612.
Afdeling 2. Structuur van de voetbalclubs §1. Algemeen Wat betreft de achttien ploegen die in het seizoen 2014-2015 spelen in de Eredivisie kan er worden vastgesteld dat er geen eenduidige eigendomsstructuur is. Slechts vier ploegen hebben nog
de
stichting
als
structuur613.
De
overige
veertien
teams
hebben
een
vennootschapsstructuur. Negen ploegen vormen een besloten vennootschap614 en vijf een naamloze vennootschap615.616 In wat hierna volgt, wordt de structuur van sommige ploegen onder de loep genomen.
§2. Stichtingen Net zoals de VZW-structuur in België, wordt ook de stichtingsstructuur in Nederland meer en meer verlaten voor een professionelere vennootschapsstructuur. Het winstuitkeringsverbod en het feit dat het niet mogelijk is om macht te kopen, zorgen ervoor dat het voor externen niet aantrekkelijk is om in een stichting te investeren. De professionalisering en vooral de commercialisering van de sport leidden ertoe dat heel wat stichtingen de laatste jaren tot
X, “Licentiesysteem”, www.knvb.nl, http://home.knvb.nl/themas/financi%C3%ABleintegriteit/licentiesysteem/ . 611 X, “KNVB stelt FC Twente door financiële problemen onder curatele”, www.soccernews.nl 23 april 2014, www.soccernews.nl/news/247923/KNVB_stelt_FC_Twente_door_financi%C3%83%C2%ABle_problemen_ond er_curatele#ixzz3XxbOB4Zb . 612 X, “Weer drie punten aftrek voor FC Twente”, www.rtlnieuws.nl 10 april 2015, www.rtlnieuws.nl/sport/voetbal/weer-drie-punten-aftrek-voor-fc-twente . 613 FC Dordrecht, Heracles Almelo, SBV Excelsior en PEC Zwolle zijn stichtingen. 614 Vitesse, SC Heerenveen, Willem II, FC Twente, SC Cambuur, FC Groningen, FC Utrecht, N.A.C. en Go Ahead Eagles zijn besloten vennootschappen. 615 ADO Den Haag, Ajax, AZ, Feyenoord en PSV zijn naamloze vennootschappen. 616 Zie bijlage 12: Structuur Nederlandse eerste klasse ploegen. 610
145
vennootschappen zijn omgevormd. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de vier stichtingen die de Eredivisie telt sportief en financieel kleinere ploegen zijn. Zo’n tien jaar terug besloot de algemene vergadering van de vereniging FC Zwolle om haar structuur om te zetten naar een stichting. De stichtingsstructuur werd als een stevigere en duidelijkere rechtspersoon aanzien617. Het bestuur van de stichting PEC Zwolle bestaat ondertussen uit vijf personen. Bepaalde bevoegdheden zijn toevertrouwd aan twee directieleden. Bij FC Dordrecht is er voor een raad van toezichtmodel geopteerd. Het bestuur, bestaande uit een algemeen directeur, een commercieel manager en een financieel manager, worden door een raad van commissarissen gecontroleerd. Dit laatste orgaan bestaat uit acht commissarissen.618 Ook in Heracles hebben de bestuursleden niet meer alle bevoegdheden. Naast de zes bestuurders, zijn er mensen voor commercie, directie/MT, facilitair, marketing…aangesteld.619 Hoewel het aantal stichtingen in het Nederlandse voetbal daalt, blijft deze structuur wel haar waarde hebben. Heel wat stichtingen zijn namelijk (deels) eigenaar van Eredivisieclubs die als vennootschap zijn gestructureerd. Zo zijn AZ, PSV, Feyenoord, Willem II (deels) in handen van een stichting.
§3. Vennootschappen 1. Algemeen Zoals hierboven reeds uiteengezet verschillen de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap op zich niet veel van elkaar. Het grote verschilpunt tussen beide is dat de aandelen bij de BV niet vrij overdraagbaar zijn. Aangezien de aandelen bij de NV vrij overdraagbaar zijn, is deze structuur aantrekkelijker voor externe investeerders. Net zoals in België, is de NV-structuur dan ook vooral bij de topclubs terug te vinden.
2. Besloten vennootschap 2.1. Algemeen In de Nederlandse Eredivisie hebben negen ploegen de besloten vennootschap als structuur. Zeven van die ploegen beschikken over een plurale structuur. Naast de algemene vergadering X, “FC Zwolle wordt stichting FC Zwolle”, www.peczwolle.nl, www.peczwolle.nl/nl/nieuwsarchief/104/fczwolle-wordt-stichting-fc-zwolle2004-06-30/fc-zwolle-wordt-stichting-fc-zwolle2004-06-30 . 618 X, “Organisatie FC Dordrecht”, www.fcdordrecht.nl, www.fcdordrecht.nl/club/organisatie-fcdordrecht/ . 619 X, “Club Info, bestuur”, www.heracles.nl, www.heracles.nl/club/informatie#afdeling-1 . 617
146
en de raad van bestuur hebben ze dus ook een Raad van Commissarissen. Bij Go Ahead Eagles en bij SC Heerenveen is er daarentegen een duale structuur. De raad van bestuur van Go Ahead Eagles bestaat uit acht bestuurders die elk hun specifieke bevoegdheden hebben 620. Bij SC Heerenveen wordt een onderscheid tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders gemaakt. De drie niet-uitvoerende bestuurders houden toezicht op de vier uitvoerende bestuurders621. Bij FC Groningen622, SC Cambuur623, FC Twente624 en Vitesse625 is er naast een Raad van Commissarissen ook een directie-orgaan opgericht. Bij FC Utrecht is er geen directie, maar wel een raad van advies626. Bij N.A.C. is er een RvC en daarboven bestaat de toplaag uit een Commissie van Aandeelhouders, waarin de vier grootste aandeelhouders plaatsnemen627. Zoals hierboven reeds vermeld, zijn de aandelen van Willem II in handen van een stichting. Sinds 2000 bestaat er bij deze club een juridische scheiding tussen de betaald voetbalorganisatie en de amateurvereniging. Het onderdeel betaald voetbal is in Willem II Tilburg BV ondergebracht. Deze besloten vennootschap wordt door het bestuur geleid. Dit orgaan staat onder toezicht van de RvC, die zowel adviseert als controleert. De stichting, die dus alle aandelen van de BV bezit, geeft certificaten van aandelen met zeggenschapsrechten uit aan direct bij de club betrokken organen en personen, die daarmee bepaalde bevoegdheden hebben. Die certificaathouders vergaderen in de clubraad. Ten slotte is er ook de algemene vergadering. Daarin zetelen de leden van het bestuur van de stichting, de commissarissen en de directie. 2.2. Vitesse Vitesse is de laatste jaren een ware commerciële speelbal geworden. Deze traditieclub is opgericht in 1892. Ze is de op één na oudste profclub. Sportief gezien, was Vitesse nooit een echte topploeg, maar wel een subtopper. Van 1990 tot 2000 eindigde Vitesse steeds in de top zes. Daarna kende de club heel wat financiële en sportieve problemen. Tot 2008 bleven alle aandelen van deze besloten vennootschap in handen van de stichting betaald voetbal Vitesse. In november 2008 verkreeg Maasbert Schouten twintig procent van de aandelen en toen X, “bestuur”, www.ga-eagles.nl, www.ga-eagles.nl/club/bestuur . X, “professionele organisatie”, www.sc-heerenveen.nl, www.sc-heerenveen.nl/club/organisatie/professioneleorganisatie . 622 X, “Organisatie FC Groningen”, www.fcgroningen.nl, www.fcgroningen.nl/home/club-info/organisatie/ . 623 X, “Organisatie”, www.cambuur.nl, http://cambuur.nl/de-club/organisatie/ . 624 X, “Organisatie”, www.fctwente.nl, www.fctwente.nl/de-club/organisatie/ . 625 X, “organisatie”, www.vitesse.nl, www.vitesse.nl/nl/club/organisatie . 626 X, “organisatie”, www.fcutrecht.nl, http://fcutrecht.nl/club/organisatie/organisatie/ . 627 X, “organisatiestructuur”, www.nac.nl, www.nac.nl/p42l1/Structuur.html . 620 621
147
Vitesse een lening in 2009 niet kon terugbetalen aan Schouten, verkreeg hij alle aandelen. Schouten bleef weliswaar niet lang eigenaar van Vitesse. In 2010 verkocht hij zijn aandelen aan de Georgische ondernemer Merab Zjordania. Het gouden aandeel bleef wel uit handen van de Georgiër. Dit wil zeggen dat de eigenaar niets kon veranderen aan de identiteit (naamgeving, clubkleuren en vestigingsplaats) van de club. Zjordania kon rekenen op de financiële steun van miljardair Tsjigirinski en er werd heel wat geld in de ploeg gepompt. Er kwam een nieuw trainingscomplex en ook in de jeugd werd er veel geïnvesteerd. Vitesse kwam door die vele uitgaven echter in de problemen met de regels van de Financial Fair Play. Clubs mogen namelijk in drie seizoenen niet meer dan 45 miljoen euro verlies maken en zonder de uitgaande transfers van Bony en Van Ginkel zou dit het geval zijn geweest. Zjrodania deed dan ook een beroep op zijn goede vriend Abramovitsj, de Russische eigenaar van Chelsea en leende zes spelers van hem. In 2013 verkocht Zjordania al zijn aandelen aan de Russische miljardair Tsjigirinski628. Vitesse is dus in een periode van vier jaar drie maal van eigenaar veranderd. Dit komt de continuïteit van een club zeker niet tegen goede. In Nederland zijn er geen regels in zake lokale verankering en dus kunnen voetbalclubs simpelweg aan externe investeerders worden verkocht. Dit kan tot heel wat problemen leiden.
3. Naamloze vennootschap. Met ADO Den Haag, Ajax, AZ, Feyenoord en PSV zijn er vijf NV’s in de Eredivisie. Ajax is als enige club in Nederland zelfs beursgenoteerd. De keuze voor een NV is commercieel de interessantste. De aandelen zijn vrij overdraagbaar en dit trekt externe investeerders aan. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat vier van deze vijf NV’s tot de topploegen van Nederland worden gerekend. 3.1. ADO Den Haag Sinds 1999 zijn de voetbalactiviteiten van de Vereniging HFC ADO Den Haag in de vennootschap NV ADO Den Haag ondergebracht. Deze voetbalactiviteiten zijn opgedeeld in een sector Betaald voetbal en een sector Opleidingen, waarin zowel de jeugd als de amateurs zijn ondergebracht. De vereniging bleef bestaan en ziet er op toe dat de vennootschap haar verplichtingen nakomt. Zo moet ADO Den Haag altijd ten dienste staan van de inwoners van de regio Haaglanden. Bovendien beschikt de verenging over een gouden aandeel. Hieruit volgt dat de vennootschap, zonder de toestemming van de vereniging, geen beslissing kan
X, “SBV Vitesse”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/SBV_Vitesse#2010__heden:_Vitesse_in_buitenlandse_handen . 628
148
nemen tot wijziging van de naam van de club, de statutaire doelomschrijving, het logo, de clubkleuren, de bestaande stadionlocatie en de structuur van de op topvoetbal gerichte opleiding van jeugd en amateurs. Dergelijk gouden aandeel komt, weliswaar minder uitgebreid, ook voor bij Vitesse. De dagelijkse leiding van de club berust bij de directie. De strategische beleidsvorming komt dan weer toe aan de RvC, die bovendien het toezicht houdt op de directie. De leden van beide organen worden door de algemene vergadering van de NV benoemd.629 ADO Den Haag is de tweede club in Nederland die in handen is van een buitenlandse investeerder. Sinds januari 2015 is het Chinese bedrijf United Vansen International Sports Co de nieuwe grootaandeelhouder van de NV. Zowel op financieel als op organisatorisch vlak wil het bedrijf fors investeren. Het bedrijf heeft ook gegarandeerd dat de Nederlandse mensen aan het roer blijven staan bij ADO630. Het valt af te wachten of de investeringen ertoe zullen leiden dat deze middenmoter een topploeg zal worden dan wel of ADO dezelfde weg opgaat als Vitesse en een commercieel speelgoed wordt. 3.2. Ajax Sinds 1998 is de AFC Ajax NV genoteerd op de effectenbeurs Euronext Amsterdam. Het maatschappelijk kapitaal van de NV bedraagt 27 miljoen euro631. Het is verdeeld in 60 miljoen aandelen met elk een nominale waarde van 45 eurocent. Van die 60 miljoen zijn er 45 miljoen gewone aandelen, één bijzonder aandeel en de rest preferente aandelen632. De houder van het bijzonder aandeel krijgt zes procent van het positieve saldo telkens wanneer er dividenden worden uitgekeerd. Een statutenwijziging waarbij de aan het bijzonder aandeel verbonden rechten of de naam of het doel van de vennootschap worden gewijzigd, kan niet worden genomen dan na goedkeuring van de houder van het bijzonder aandeel633. Het bestuur van de vennootschap ligt in handen van de Hoofddirectie. De Raad van Commissarissen benoemt de leden van dit orgaan.634 De Hoofddirecte van Ajax bestaat op dit moment uit vier personen: Michael Kinsbergen, Jeroen Slop en oud-spelers Edwin van der Sar en Marc Overmars. De commissarissen worden op hun beurt benoemd door de algemene
X, “Organisatie”, www.adodenhaag.nl, http://adodenhaag.nl/club/organisatie . F. JANSEN, “Nieuwe Chinese eigenaar wil flink investeren in ADO”, Voetbal Internationaal 24 juni 2014, www.vi.nl/nieuws/nieuwe-chinese-eigenaar-wil-flink-investeren-in-ado.htm . 631 Art. 4, eerste lid statuten AFC Ajax (NV). 632 Art. 4, tweede lid statuten AFC Ajax (NV). 633 Art. 42, eerste lid statuten AFC Ajax (NV). 634 Art. 14 statuten AFC Ajax (NV). 629 630
149
vergadering of door de RvC zelf wanneer de algemene vergadering in gebreke blijft een beslissing te nemen635. Er zetelen vijf commissarissen in de RvC636. Ajax is dan wel beursgenoteerd, maar dit wil niet zeggen dat de club zo maar kan worden overgenomen. Slechts een beperkt aantal aandelen zijn namelijk vrij verhandelbaar. De Vereniging AFC Ajax bezit namelijk 73% van de aandelen en is niet van plan deze over te dragen. Daarnaast zijn Delta Lloyd en Adri Strating grote aandeelhouders met respectievelijk 9.95% en 8.65%. De NV Ajax heeft zelf 51% van de aandelen in het Zuid-Afrikaanse Ajax Cape Town en heeft een belang van 13% in Stadion Amsterdam NV, dat de Amsterdam ArenA exploiteert.637 3.3. AZ Ook AZ heeft al verschillende keren zwarte sneeuw gezien. Door vertragingen in de bouw van een nieuw stadion en het nemen van voorschotten op de stijgende inkomsten kwam de club al financieel in gevaar in 2005. Dirk Scheringa redde de club door voor 108 miljoen euro de schuld van 67 miljoen euro om te zetten in aandelen. De besloten vennootschap DSB Beheer BV werd op die manier eigenaar van AZ NV en van het in aanbouw zijnde stadion. In 2009 werd DSB Bank zwaar getroffen door de financiële crisis. DSB Bank en het moederbedrijf DSB Beheer werden failliet verklaard. Scheringa trad af als voorzitter en AZ raakte terug in grote financiële problemen.638 De curatoren van DSB Beheer hebben de aandelen van de AZ NV voor de symbolische prijs van één euro aan de stichting AZ Alkmaar verkocht. Het stadion, het sportcomplex en de parkeerterreinen werden aan een groep bedrijven en sponsors voor vijftien miljoen euro overgedragen. AZ huurt dit stadion tegen 900.000 euro per jaar en dit voor 25 jaar lang. De resterende schuld werd door de realisatie van heel wat uitgaande transfers afgelost639. De club wordt door twee bestuurders, die onder het toezicht staan van een driekoppige RvC geleid640. 3.4. Feyenoord Sinds 2010 heeft naast de Stichting Feyenoord, ook de BV Vrienden van Feyenoord aandelen in de NV Feyenoord. Die BV kocht 49% van de aandelen voor dertig miljoen euro toen de 635
Art. 22, eerste en zesde lid statuten AFC Ajax (NV). X, “vennootschap”, www.ajax.nl, www.ajax.nl/web/show/id=1798561/langid=43 . 637 X, “AFC Ajax NV”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/AFC_Ajax_NV . 638 X, “AZ (voetbalclub)”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/AZ_%28voetbalclub%29#Periode_Scheringa . 639 X, “AZ heeft nieuwe eigenaar”, www.nu.nl, www.nu.nl/sport/2259905/az-heeft-nieuwe-eigenaar.html . 640 X, “Organogram”, www.az.nl, www.az.nl/club/organisatie . 636
150
club in grote financiële problemen verkeerde641. Er zijn vier directie leden die handelen onder het toezicht van vier commissarissen642. 3.5. PSV PSV is als voetbalclub is één van de sportverenigingen die uit de Federatie van Philips Sport Vereniging is ontstaan. Tot 1928 was PSV enkel toegankelijk voor medewerkers van Philips.643 De PSV NV bestaat sinds 1 juli 1999. Alle professionele en jeugdactiviteiten van de Eindhovense Voetbal Verenging PSV en de commerciële activiteiten van de Stichting PSV Voetbal werden in die naamloze vennootschap ondergebracht. Er zijn verschillende soorten aandelen uitgegeven: gewone aandelen, prioriteitsaandelen en één bijzonder aandeel. Dit bijzonder aandeel is in handen van de Eindhovense voetbalvereniging PSV. Net zoals bij Ajax geeft dit bijzonder aandeel recht op een beslissende stem in de beslissingen tot het wijzigen van de doelomschrijving, de naam, de structuur, het logo en de stadionlocatie. De Stichting PSV Voetbal beschikt over de gewone aandelen en de prioriteitsaandelen. Via die laatste aandelen beslist de stichting over het aantal directeuren en commissarissen en kan ze bovendien een bindende voordracht doen voor nieuwe commissarissen en directieleden alsmede hun ontslag of schorsing.644 De dagelijkse leiding van PSV NV behoort toe aan de Algemeen directeur. Naast de Algemeen directeur bestaat de directie uit vier andere leden: een Technische manager, een Manager Operations, een Manager Marketing, Media & Commercie en een Rovers en Financieel manager. De directie wordt geadviseerd en gecontroleerd door de RvC. Dit orgaan bestaat uit vier commissarissen.
641
Infra Deel 6, Hoofdstuk 3, Afdeling 2. Feyenoord. X, “Organisatie”, www.feyenoord.nl, www.feyenoord.nl/de-club/organisatie . 643 X, “Federatie van Philips Sport Verenigingen”, www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/Federatie_van_Philips_Sport_Verenigingen . 644 X, PSV (voetbalclub), www.wikipedia.org, http://nl.wikipedia.org/wiki/PSV_(voetbalclub) . 642
151
152
Hoofdstuk 3. Supportersparticipatie Afdeling 1. Algemeen In Nederland komt, net zoals in België, supportersparticipatie maar zelden voor. In de licentieregels worden er geen voorwaarden opgenomen inzake de betrokkenheid van de supporters. Bij de Nederlandse clubs is er geen uniformiteit zoals bij de Belgische clubs waar de verschillende supportersclubs telkens ressorteren onder een supportersfederatie. Bij sommige clubs heb je een supportersvereniging die de belangen van de supporters tracht te behartigen. Bij andere clubs heb je naast de supportersclubs initiatieven vanuit de club zelf: in ruil voor een bepaald bedrag krijg je dan als supporter voordelen 645. Een voorbeeld van supportersparticipatie wordt wel bij Feyenoord teruggevonden.
Afdeling 2. Feyenoord Net zoals bij KV Mechelen waren ook bij Feyenoord financiële problemen het noodzakelijk kwaad om als supporters een blijvende invloed op het bestuur te kunnen verkrijgen. Althans zo lijkt het toch. Die financiële problemen ontstonden door het aantrekken van grootverdieners en het uitblijven van sportief en commercieel succes. Voor aanvang van het seizoen 2010-2011 werd Feyenoord in Categorie I geplaatst. De club werd door de KNVB dus streng in de gaten gehouden. Als een club binnen de drie jaar niet uit deze categorie geraakt, dan dreigt ze haar licentie kwijt te geraken. Er werd dus gezocht naar externe investeerders en die werden gevonden in de vorm van de BV Vrienden van Feyenoord. Deze BV, onder leiding van Pim Blokland, diende een financiële injectie van zeventien miljoen euro toe. In ruil verkreeg ze 25% aandelen. Het doel van de BV was weliswaar om 49.9% van de aandelen te verwerven. Daarvoor moest er nog dertien miljoen extra worden geïnvesteerd. Dit werd bereikt in juli 2012. De BV Vrienden van Feyenoord deed een beroep op supporters en sympathiserende bedrijven om aan dertig miljoen euro te geraken. Op het eerste zicht lijkt dit dus op de reddingsactie van de supporters van KV Mechelen. Het geld werd onder andere via sites verzameld. Zo konden supporters via de site “Vereniging Supporters Steunen Feyenoord” geld storten. In ruil
645
Bijvoorbeeld: Het Legioen bij Feyenoord, Proxy club en FC PSV bij PSV…
153
verkregen ze stemrecht in de Vereniging, maar niet in de BV Vrienden voor Feyenoord 646. In de Vereniging wordt een afgevaardigde verkozen die mag zetelen in de BV, maar hoe groot de invloed van deze persoon is, is onbekend. Bedrijven konden geld geven aan de Stichting Bedrijven Steunen Feyenoord. In ruil voor deze investeringen verwierf de BV Vrienden van Feyenoord twee van de vier plaatsen binnen de Raad van Commissarissen. Op die manier wou de BV de mogelijkheid hebben om toezicht te houden op het financieel beleid. In tegenstelling tot bij KV Mechelen, hebben de supporters bij deze reddingsactie geen echte invloed op het beleid. Er hangt een mysterieuze sfeer rond de BV Vrienden van Feyenoord. Enerzijds weet niemand wie er allemaal lid is van deze BV. Enkel de twee commissarissen zijn in de openbaarheid getreden. Anderzijds is er ook onduidelijkheid over de verschillende voordelen die de BV heeft bedongen. Zo hebben de leden recht op belevingsrechten, maar niemand weet wat dit precies inhoudt en vooral hoeveel dit Feyenoord op termijn kan kosten. Daarnaast heeft de BV, wanneer Feyenoord terug een eigenvermogen van drie miljoen euro heeft, recht op een normaal dividend van vier procent per jaar en een prestatiedividend van twee procent per keer dat de club kampioen wordt of Europees voetbal haalt. Bovendien is er ook onzekerheid of de BV de aandelen van Feyenoord niet kan doorverkopen aan een derde wanneer Feyenoord niet zelf het geld heeft om ze over te nemen.647 De Vrienden van Feyenoord en de supporters hebben dan wel de club gered, maar of daarmee de problemen voorgoed van de baan zijn, is maar de vraag.
X, “Vraag & Antwoord”, www.supporterssteunenfeyenoord.nl, www.supporterssteunenfeyenoord.nl/vraagen-antwoord . 647 X, “De Vrienden van Feyenoord: de minst transparante partij binnen de volksclub”, www.versbeton.nl 25 oktober 2013, http://versbeton.nl/2013/10/de-vrienden-van-feyenoord-de-minst-transparante-partij-binnen-devolksclub/ . 646
154
Hoofdstuk 4. Conclusie In het Nederlandse profvoetbal kunnen er drie verschillende structuren worden teruggevonden: de stichting, de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap. De professionalisering en de commercialisering van het voetbal leiden er toe dat de stichtingsstructuur meer en meer wordt verlaten. Dit komt overeen met de daling van de VZW-structuur binnen het Belgische voetbal. De meeste clubs opteren binnen de vennootschappen voor een plurale structuur. De algemene vergadering benoemt dus naast een raad van bestuur ook een Raad van Commissarissen die toezicht houdt op het bestuur. Vooral bij de topclubs wordt er voor de naamloze vennootschapsstructuur geopteerd. Deze structuur is aantrekkelijker voor externe investeerders. Externe investeerders kunnen er weliswaar ook voor zorgen dat een club een commerciële speelbal wordt. ADO Den Haag als NV en Vitesse als BV zijn ondertussen respectievelijk in Chinese en Russische handen. Er zijn namelijk geen regels in Nederland die een bepaalde lokale verankering qua aandelen opleggen. Dit is een gevaarlijke evolutie. Als de eigenaar van dergelijke club geen zin meer heeft om zich met het beleid van de club bezig te houden, dan verkoopt hij of zij ze aan iemand anders of blijft de club met de schulden achter. Deze verhandelbaarheid van clubs kan er toe leiden dat kleinere clubs op korte termijn hun voet naast de topclubs kunnen plaatsen, maar vormt tegelijkertijd ook een bedreiging voor hun stabiliteit en continuïteit. Het gebruik van een gouden of bijzonder aandeel om de identiteit van een club te beschermen, komt in Nederland veel voor. Dit is een positief punt voor de supporters, want zij moeten zich kunnen blijven herkennen in hun club. Wat betreft supportersparticipatie worden er nog minder initiatieven dan in België teruggevonden. Hoewel binnen elke structuur wel een plaats aan supporters kan worden gegeven, gebeurt dit simpelweg niet. Er is wel minder noodzaak om supporters toe te laten de club financieel te screenen aangezien de KNVB deze rol op zich neemt. De licentieregels leiden tot een hoog niveau van transparantie en zijn dermate streng dat financieel wanbeleid snel aan de kaak kan worden gesteld.
155
156
DEEL 7. BESLUIT In deze masterproef werd een analyse gemaakt van de juridisch structuren die door de professionele voetbalclubs in België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland worden aangenomen. Meer bepaald werd een antwoord gezocht op de vragen welke structuur ze aannemen en de redenen waarom. Daarnaast werd de rol van de supporters binnen die structuur onderzocht. Hebben de supporters een invloed op het beleid of niet? Wat betreft de juridische structuren wordt eerst een samenvattend overzicht per land gegeven, waarna er verder wordt ingegaan op de oorzaken van bepaalde evoluties en de mogelijke gevolgen van die evoluties. Daarna volgt het besluit over supportersparticipatie en wordt er met enkele aanbevelingen voor het Belgische voetbal beëindigd. In België kan er van een overgangsfase worden gesproken. De laatste vijftien jaar wordt de VZW-structuur
meer
en
meer
verlaten
voor
de
commercieel
aantrekkelijkere
vennootschapsstructuren. Er wordt daarbij voor die structuren geopteerd, waarbij de aandelen het makkelijkst over te dragen zijn. Bij zeven ploegen komt de NV-structuur (deels) voor, bij acht clubs komt de CVBA-structuur (deels) voor. De twee VZW’s in het Belgische voetbal zullen deze structuur in de nabije toekomst ook verlaten. De lokroep naar het geld en dus naar de externe investeerders zorgen ervoor dat bij veel clubs de band met het verenigingsaspect volledig wordt doorgeknipt. Bij sommige ploegen worden de jeugdploegen en het stamnummer wel nog in een VZW ondergebracht. Van de zestien eerste klasse ploegen zijn er zes waarbij alle macht bij één persoon ligt. Twee van die clubs zijn ondertussen in buitenlandse handen. In Duitsland is het verenigingsaspect veel groter. Pas in 1998 kregen de Duitse clubs de mogelijkheid hun professionele voetbalactiviteiten in een dochtervennootschap onder te brengen. Er heerste wel één voorwaarde: de moedervereniging diende over 50% +1 van de stemmen te beschikken. Als dochtervennootschap werd er voor een Aktiengesellschaft, Gesellschaft mit beschränkter Haftung of een Kommanditgesellschaft auf Aktien geopteerd. Kenmerkend aan het Duitse vennootschapsrecht is de duale bestuursstructuur waarbij de algemene vergadering de leden van de RvC benoemt en de RvC op haar beurt de bestuurders benoemt.
157
Die 50+1-regel zorgde ervoor dat de band met de moedervereniging nooit kon worden doorgeknipt. Door een jaarlijkse ledenbijdrage te betalen, kunnen de supporters in de algemene vergadering stemrecht verkrijgen. Op de 50+1-regel geldt één uitzondering: indien een aandeelhouders-onderneming reeds twintig jaar de club bevordert, kan die onderneming meer dan 50% -1 stemrechten verwerven. Op die manier kan de link tussen de moedervereniging en de dochtervennootschap worden verbroken. De twintigjaarvereiste leidt er echter toe dat de investeerder wel degelijk al een band met de club, de supporters en de lokale gemeenschap zal hebben opgebouwd, waardoor de kans op een gezond beleid op lange termijn veel groter is. In Engeland ontbreekt de band met het verenigingsleven volledig. Alle clubs hebben er de structuur van een private company limited by shares (Ltd.) of een public limited company (plc). Het grote verschilpunt tussen beide rechtsvormen is dat de aandelen bij een plc vrij overdraagbaar zijn en bij een Ltd. niet. Dit verschilpunt heeft in het Engelse voetbal vooral theoretische waarde, aangezien maar liefst twaalf ploegen worden geleid door een entiteit die quasi alle aandelen bezit. De enorme commercialisering en het lucratieve aspect van de Premier League hebben er bovendien voor gezorgd dat buitenlandse investeerders de clubs willen opkopen. Slechts acht Premier League-clubs zijn nog in Engelse handen. Mede door het ontbreken aan licentieregels is het Engelse voetbal in een schuldenparadijs veranderd. In Frankrijk zijn alle voetbalclubs vennootschappen. De wetgever heeft begin de jaren 2000 namelijk gesteld dat een sportclub die aan bepaalde voorwaarden voldeed, voor een vennootschapsvorm moest opteren. In het Franse vennootschapsrecht dient het onderscheid te worden gemaakt tussen de monistische structuur (algemene vergadering en raad van bestuur) en de duale structuur. De duale structuur is gebaseerd op het Duitse model waarbij de algemene vergadering de leden van de Raad van Commissarissen benoemt, die op hun beurt de leden van de directie benoemen. In de Franse eerste klasse wordt er vooral voor de monistische structuur geopteerd. De Franse wetgever heeft drie sportvennootschappen in het leven geroepen: de EURSL, de SAOS en de SASP. De EURSL en de SAOS worden amper gehanteerd omdat ze naar externe investeerders toe niet aantrekkelijk zijn. Bij een SASP kunnen dividenden worden uitgekeerd en zijn alle aandelen vrij overdraagbaar. Nagenoeg elke Franse eerste klasse club heeft dan ook de structuur van een SASP. Franse clubs kunnen dus meestal volledig door een investeerder worden overgenomen. 158
Het Nederlandse voetbal bevindt zich, net zoals het Belgische, in een overgangsfase. De structuur van de stichting wordt verlaten voor die van een besloten of naamloze vennootschap. Bij een naamloze vennootschap zijn de aandelen vrij overdraagbaar en daarom wordt deze structuur gekozen door de ploegen die uit zijn op het aantrekken van externe investeerders. In Nederland wordt er vooral voor een plurale structuur geopteerd, waarbij de Raad van Commissarissen toezicht houdt op de raad van bestuur. Ook in Nederland zijn er al verschillende clubs in buitenlandse handen. Er wordt daarbij wel gebruik gemaakt van een gouden of bijzonder aandeel om de identiteit van de club te beschermen. Indien deze vijf landen op een spectrum worden geplaatst en worden geordend van minst tot meest lokaal verankerd, dan zou de uitkomst de volgende zijn: Engeland-Frankrijk-BelgiëNederland-Duitsland. Lokale verankering is een belangrijke deugd in het hedendaagse voetbal. De sport wordt enorm gecommercialiseerd en dit zorgt ervoor dat heel wat investeerders in de rij staan om er de vruchten van te kunnen plukken. In de toekomst zal wellicht geen enkele Engelse eerste klasse ploeg nog in Engelse handen zijn. Er zou kunnen worden gesteld dat de enige band tussen de Premier League-clubs en Engeland de locatie van het stadion zal zijn… Er kunnen twee hoofdoorzaken worden aangewezen waarom de competities in een bepaalde richting zijn geëvolueerd. Het zijn enerzijds regelgeving en anderzijds de economische waarde van een competitie. Wat betreft regelgeving omtrent de keuze van een bepaalde structuur heerst er volledige vrijheid in België en Nederland. In Engeland en Frankrijk is er daarentegen respectievelijk door de voetbalbond en de wetgever een vennootschapsstructuur opgelegd. In Duitsland ten slotte dienden de voetbalploegen verenigingen te blijven tot 1998 en is er met de 50+1-regel vervolgens een waarborg door de DFB ingevoerd zodat de band tussen de verenigingsleden en de club zou blijven bestaan. Wat betreft economische waarde staan de Duitse, Engelse en Franse competitie veel hoger aangeschreven dan de Belgische en de Nederlandse. Voor ondernemers is het dan ook veel interessanter om in die competities te investeren. Dit alles heeft tot gevolg dat (voorlopig) vooral de Engelse ploegen als commercieel waar worden verhandeld. De Belgische en Nederlandse competities zijn zowel commercieel als sportief minder belangrijk. Om die reden kwam de beweging naar een vennootschapsstructuur pas later op gang. De Belgische en Nederlandse clubs worden dan ook vooral gekocht door binnenlandse ondernemers die een plaatsje willen in de voetbalwereld. Daarnaast worden er ook clubs 159
opgekocht om als satelliet- of opleidingsclubs voor andere ploegen te fungeren. De Nederlandse clubs zijn door het gebruik van het gouden aandeel iets meer lokaal verankerd dan de Belgische. Indien deze vijf landen op een spectrum worden geplaatst en worden geordend van laagste tot hoogste graad van supportersparticipatie, dan zou de uitkomst de volgende zijn: FrankrijkNederland-België-Engeland-Duitsland. In Duitsland is er in hoge mate sprake van supportersparticipatie. De supporters kunnen via het betalen van een jaarlijkse ledenbijdrage hun stem laten gelden in de algemene vergadering van de moedervereniging. Daarnaast zijn er ook nog onafhankelijke supportersverenigingen, supportersafdelingen en fan-initiatieven die hun invloed op het beleid hebben. In Engeland kwam supportersparticipatie op de agenda als een reactie op de vele (buitenlandse) ondernemers die de clubs overnamen, maar die geen band hadden met de lokale gemeenschap. Supporters Direct werd in 2000 opgericht. Deze organisatie steunt en begeleidt heel wat supportersbewegingen. Buiten bepaalde uitzonderingen zoals Swansea City en Arsenal FC worden er op het hoogste niveau amper resultaten geboekt. De supporters staan vooral sterk in de lagere regionen van het Engelse voetbal, waar het economische aspect minder speelt. In België, Nederland en Frankrijk komt supportersparticipatie amper voor. KV Mechelen is in België de uitzondering. De meeste clubs trachten wel in contact te staan met hun supporters en naar hun voorstellen wat betreft supportersbeleving te luisteren, maar daar stopt het ook. Supporters krijgen geen stem in de algemene vergadering of in de raad van bestuur. De gesprekken in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media geven ook aan dat de clubleiders allerminst vragende partij zijn om supporters inspraak in het beleid te geven. Aangezien zij hun kapitaal in de club hebben geïnvesteerd, is het volgens hen ook maar logisch dat enkel zij het beleid uitstippelen. Inspraak voor de supporters zou leiden tot minder confidentialiteit, minder rationele beslissingen en een logger beslissingsmodel. De geesten zijn in ons land dus (nog) niet rijp voor supportersparticipatie. Mijns inziens zal het economisch belang van voetbal in de toekomst alleen nog meer toenemen. Heel wat ondernemers zien het lucratieve element in de sport en worden daardoor gelokt tot investeringen. Anderen willen geen winst maken, maar hebben wel geld genoeg om zich te wagen aan de risicovolle voetbalwereld. De evolutie die het voetbal in de laatste twintig jaar heeft meegemaakt, is ongezien. De bedragen die rondgaan, worden door velen onethisch genoemd, maar blijven gewoon stijgen. De UEFA probeert dan ook via de 160
Financial Fair Play-regels hier tegen op te treden. Dit is ook nodig, want onder andere de Engelse ploegen dragen enorme schuldenbergen met zich mee. Supportersparticipatie ligt in dien verstande dan ook moeilijk. De supporters hebben het vermogen niet om zich in te kopen bij een club en de clubeigenaars zullen niet willen meewerken met een systeem waarbij stemrechten gratis aan de supportersfederaties worden verleend. Wat België betreft ben ik van mening dat de overheden moeten optreden. Er dient een bepaalde lokale verankering te worden gewaarborgd. De voetbalclubs krijgen heel wat voordelen van de gemeenschap, maar omgekeerd heeft deze vaak niets te zeggen in het beleid van een club. De Belgische competitie is dan wel een opleidingscompetitie, toch moet er over worden gewaakt dat niet elke club wordt overgenomen en als pure opleidingsclub wordt gerund. Aangezien al heel wat Belgische clubs in handen zijn van één persoon, zal het niet eenvoudig zijn om als overheid stemrechten af te dwingen, maar er zijn andere opties. Mijns inziens dient er op twee punten te worden ingezet. Enerzijds moet de regering een systeem uitwerken waarbij de community assets (het logo, de locatie, de kleuren, het stamnummer) worden beschermd. Dit kan bijvoorbeeld via het hanteren van een gouden aandeel worden gerealiseerd. Anderzijds moet er worden ingezet op een duurzame relatie met de supporters. Een constructieve dialoog tussen een club en zijn supportersfederatie zal ervoor zorgen dat de clubbestuurders weten wat er leeft bij hun supporters en geeft de supporters ook de mogelijkheid om bepaalde informatie in te winnen die hen gerust stelt wat betreft de toekomst van hun ploeg. Indien beide punten worden gerealiseerd, zullen de Belgische clubs geen commercieel “speelgoed” worden zoals sommige Engelse clubs. Er is dus nog wat werk aan de winkel indien we het (Belgische) voetbal gezond willen houden.
161
162
BIBLIOGRAFIE 1. Wetgeving Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815. Gecoördineerde Grondwet 17 februari 1994, BS 17 februari 1994. Gesetz betreffend die Gesellschaften mit beschränkter Haftung in der im Bundesgesetzblatt Teil III, Gliederungsnummer 4123-1, veröffentlichten bereinigten Fassung, das durch Artikel 15 des Gesetzes vom 24. April 2015 (BGBl. I S. 642) geändert worden ist, 20 april 1892. Wet 24 mei 1921 tot waarborging der vrijheid van vereniging, BS 28 mei 1921. Wet 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 01 juli 1921. Wet op Stichtingen van 31 mei 1956. Aktiengesetz vom 6. September 1965 (BGBl. I S. 1089), das durch Artikel 3 des Gesetzes vom 24. April 2015 (BGBl. I S. 642) geändert worden ist. Nederlands Burgerlijk Wetboek, boek 2, 1976. Company Directors Disqualification Act 1986. Wetboek van Vennootschappen 7 mei 1999, BS 6 augustus 1999. Code de commerce, 2000. Bürgerliches Gesetzbuch, 2002. Wet 2 mei 2002 betreffende de verengingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, BS 11 december 2002. Wet 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende handelsloketten en houdende diverse bepalingen, BS 5 februari 2003. Code du Sport, 23 mei 2006.
163
Companies Act 6 november 2006. Code du travail, 2008.
2. Rechtspraak Nuneaton Borough Associaton Football Club Ltd. (1989) BCLC 454 (CA), 9. Cass. 26 februari 2009, TRV 2009, 444.
3. Rechtsleer 3.1. Boeken BIRDS, J., Annotated Companies legislation, Oxford, Oxford University Pres, 2010, 2092 p. BRAECKMANS, H. en HOUBEN, R., Handboek Vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 924 p. BUIJN, F.K, en STORM, P.M., Ondernemingsrecht BV en NV in de praktijk, Deventer, Kluwer, 2013, 1332 p. DAVIES, P., Introduction to Company Law, Oxford, Oxford University Press, 2010, 322 p. DE GRAEVE, A., ROODHOOFT, J., en WINDEY, B., Praktisch vennootschapsrecht, Antwerpen, De Boeck, 2010, 240 p. DEMEYERE, I., GOVERS, M., POPPE, G.,VAN HECKE, R. en VINCKE, J. P., Vademecum voor de vzw, Antwerpen, Intersentia, 2012, 457 p.
DIJK, P.L., en VAN DER PLOEG, T.J., Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 2013, 421 p.
ECKHARDT, D. en HERMANNS, M., Kölner Handbuch Gesellschaftsrecht, Köln, Carl Heymans Verlag, 2014, 1347 p.
GEINGER, H. en HEIJERICK, N., Inleiding tot het Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2009, 264 p. 164
MAESCHALCK, J., VERMEERSCH, A., en SAEDELEER, K. D., Sportrecht, Brugge, die Keure, 2013, 309 p. MAYSON, S., FRENCH, D. en RYAN, C., Company Law, Oxford, Oxford University Press, 2009, 762 p. MERLE, P., Droit commercial, Sociétés commerciales, Parijs, éditions Dalloz, 2013, 965 p.
REICHERT, B., DANNECKER, F. en KÜHR, C., Handbuch des Vereins- und Verbandsrechts, Darmstadt, Luchterhand, 1987, 1099 p.
ROSE, F., Company Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2009, 136 p. SAUTER, E. en SCHWEYER, G., Der eingetragene Verein, München, C.H. Beck’sche Verlagsbuchhandlung, 1986, 392 p. SLAGTER, W.J., en ASSINK, B.F., Compendium Ondernemingsrecht (deel 1), Deventer, Kluwer, 2013, 1412 p. STÖBER, K., Vereinsrecht Mit steuerrechtlichen Hinweisen, Baden-Baden, Nomos, 1988, 401 p.
TILLEMAN,
B.,
Bestuur
van
vennootschappen:
statuut,
interne
werking
en
vertegenwoordiging, Brugge, die Keure, 2005, 806 p. VAN SCHILFGAARDE, P., Van de BV en de NV, Deventer, Kluwer, 2013, 496 p.
WINDBICHLER, C., Gesellschaftrecht (22. Auflage), München, Verlag C. H. Beck, 2009, 539 p.
X, Verplichtingen van een kleine vzw, Antwerpen, Apeldoorn, 2005, 315 p.
3.2. Tijdschriften GEENS, K., DENEF, M., HELLEMANS, F., TAS, R. en VANANROYE, J., “Overzicht van rechtspraak (1992-1998) vennootschappen”, TPR 2000, 99-538.
165
BROWN, A., “Developing Football Regulation to Encourage Supporter Community Ownership in Football”, Supporters Direct Briefing Paper, nr. 2, 1-52.
3.3. Studies & Scripties DENEF, M., VERSCHAEVEN, S., MAES, E., en SPITAELS, B., “Opdracht over hoe supporters via aandeelhouderschap nauwer betrokken kunnen worden bij het bestuursbeleid van voetbalclubs”, Studie Curia-advocaten, 2014, 136 p. FERMAUT, J., De leefbaarheid van voetbalondernemingen in België: problemen en oplossingen, Scriptie Toegepaste Economische Wetenschappen UGent, 2003-2004, 83 p., lib.ugent.be. SCHEERDER, J., en VOS, S., Sportclubs in beeld. Basisrapportering over het Vlaamse Sportclub Panel 2009 in Beleid en Management in Sport, Leuven, K.U. Leuven afdeling Sociale
Kinesiologie
&
Sportmanagement,
2010,
106
p.,
https://faber.kuleuven.be/BMS/formulier23.html .
4. Reglementen & Rapporten Annual report 2015 Bundesliga, www.bundesliga.com, http://static.bundesliga.com/media/native/autosync/gb_dfl_bl_report_2015_150dpi.pdf . Club Licensing and Financial Fair Play Regulations, www.uefa.com, (www.uefa.com/MultimediaFiles/Download/Tech/uefaorg/General/01/80/54/10/1805410_DO WNLOAD.pdf ). Doelstelling licentiesysteem, Deel A, Richtlijn Licentie-eisen, versie 2.6 (herziene versie). Statuten DFB, http://www.dfb.de/fileadmin/_dfbdam/2014124_02_Satzung.pdf . Statuten DFL, https://www.bundesliga.de/media/native/dokument/Satzung%20Ligaverband%202013-1216%20Stand.pdf .
5. Statuten AFC Ajax (NV) AFD Eupen (NV) Association Football Club Tubize (VZW) 166
C.V. West-Invest (CVBA) Cercle Brugge KSV (CVBA) Cercle Brugge KSV (VZW) Club Brugge (NV) De Roetvreter (CVBA) FC Schalke 04 (e.V.) Futurotop-Wallonie Picarde (CVBA) Grensverleggend (CVBA) Horeca Foot (BVBA) K. Racing Club Genk 322 (VZW) KAAG Management (NV) KFC Dessel Sport (VZW) Kon. Racing Club Mechelen (VZW) Koninklijke athetiekassociatie Gent voetbalafdeling (VZW) Koninklijke Lierse Sportkring (CVBA) Koninklijke Sint-Truidense Voetbalvereniging (NV) Koninklijke Sporting Club Lokeren (VZW) Koninklijke Sportkring Heist (VZW) Koninklijke Voetbalclub Red Star Waasland (VZW) Koninklijke Voetbalvereniging Woluwe Zaventem (VZW) Kortrijk Voetbalt (CVBA) KRC Genk Horeca & Events (NV) KV Oostende (NV) Oud-Heverlee Leuven (VZW) Patro Eisden Maasmechelen (VZW) Royal Antwerp Footbal Club Management (NV) Royal Antwerp Football Club (VZW) 167
Royal Excelsior Virton (VZW) Royal Sporting Club Anderlecht (NV) Sportclub Eendracht Aalst (VZW) Sporting du Pays de Charleroi (NV) Sportkring Heist (CVBA-VSO) Sportvereniging Zulte Waregem (VZW) Standard de Liège (NV) Verbroedering Geel-Meerhout (VZW) Voetbalclub KVSV United Overpelt-Lommel (VZW) Wavolo (CVBA) Yellow-Red KV Mechelen (VZW)
6. Videofragmenten Vergadering in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, 19 maart 2015, www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/965578 . Vergadering in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, 2 april 2015, www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/970208 .
7. Websites www.adodenhaag.nl www.afcwimbledon.co.uk www.ajax.nl www.aktie.bvb.de www.arsenalfanshare.com www.arsenaltrust.org www.az.nl www.bcfcsupportersboard.co.uk
168
www.borussia.de www.cambuur.nl www.cerclebrugge.be www.christophepeeters.be www.clubbrugge.be www.comptazine.fr www.Dailymail.co.uk www.deloitte.com www.demorgen.be www.deredactie.be www.extrasport.be www.faber.kuleuven.be www.faszination-fankurve.de www.fcbayern.de www.fcdordrecht.nl www.fcgroningen.nl www.fctwente.nl www.fcutrecht.nl www.feyenoord.nl www.ga-eagles.nl www.goal.com www.gva.be www.handelsblatt.com 169
www.heracles.nl www.hln.be www.independent.co.uk www.insidewordlfootball.com www.kicker.de www.knack.be www.knvb.nl www.krcgenk.be www.krcgenk.be www.manutd.com www.mirror.co.uk www.nac.nl www.nieuwsblad.be www.nu.nl www.peczwolle.nl www.psgmag.net www.rafc.be www.rafc.be www.rcfc.be www.rtbf.be www.schalke04.de www.sc-heerenveen.nl www.soccerissue.com 170
www.soccernews.nl www.sport1.de www.sportgeschiedenis.nl www.sportmagazine.knack.be www.sporza.be www.standaard.be www.supporters-direct.org www.supporterssteunenfeyenoord.nl www.swanseacity.net www.swanstrust.co.uk www.theguardian.com www.trends.knack.be www.uefa.com www.ultras-tifo.net www.versbeton.nl www.vi.nl www.vitesse.nl www.vlaamsparlement.be www.voetbalboeken.net www.voetbalkrant.com www.voetbalnieuws.be www.voetbalprimeur.be www.voetbalprimeur.be 171
www.volkskrant.nl www.waregem.be Www.wikipedia.org www.youtube.com
172
BIJLAGEN Bijlage 1: Interview met Mark Uytterhoeven Vanaf wanneer wist u dat het goed fout zat bij KV Mechelen? Dat was na de wedstrijd KV Mechelen-Sporting Lokeren in september 2002. De supporters toonden een spandoek met de woorden “Wij hebben schijt aan het beleid” en de sfeer was grimmiger dan bij voorgaande strubbelingen. Bij de licentieproblemen van het seizoen voordien bv. zongen de supporters hun kritiek en betaalde ex-voorzitter Willy Van Den Wijngaert vervolgens de cheque. Probleem opgelost. Ik had toen geen besef van de financiële malaise, de voorzitter paste bij, en dat was dat. Het was echter duidelijk dat de supporters in september 2002 de gang van zaken niet meer konden accepteren. Op 5 november 2002 nam Willy Van Den Wijngaert ontslag als voorzitter. Het ging van kwaad naar erger en op 7 december 2002 ging de VZW KV Mechelen in vrijwillige vereffening. Hoe kwam de reddingsactie op gang? Het was overduidelijk dat we snel moesten handelen indien we KV Mechelen nog wilden redden. Er waren wat telefoontjes heen en weer en samen met Piet den Boer (ex-speler n.v.d.r.) en Fi Vanhoof (ex-speler en ex-trainer van KV Mechelen n.v.d.r.) openden we op 12 december een verzamelrekening. Iedereen kon in schijven van duizend euro geld storten op deze rekening. Indien KV Mechelen niet kon worden gered, zou al het geld integraal worden teruggegeven. De schulden waren moeilijk in te schatten. Vereffenaar Joan Dubaere had een hoop dossiers, facturen en allerhande gekregen, maar er een exact getal op plakken, was zeer moeilijk. Zo was er bijvoorbeeld een dienstenverstrekker die een vordering van anderhalf miljoen frank had op de club. Dat bedrijf was ook sponsor, en dus stelde het toenmalige bestuur dat de prijs van de sponsoring retroactief werd opgetrokken zodat op die manier de schuld die KV Mechelen had, werd gecompenseerd. Hoeveel geld was er nodig om het reddingsplan te doen slagen? De vereffenaar stelde dat er ongeveer 2.500.000 euro nodig was om het stamnummer van KV Mechelen en het patrimonium over te kopen. Bovendien eiste de vereffenaar een bankgarantie zodat de twee resterende matchen van de heenronde, tegen Antwerp FC en Moeskroen, 173
konden worden gespeeld. Een vereffenaar mag namelijk geen bijkomende schulden maken. Francis Van Campenhout, uittredend bestuurder op dat moment, zorgde voor een bankgarantie van 500.000 frank zodat de wedstrijd tegen Antwerp FC kon doorgaan. De thuiswedstrijd tegen Antwerp FC zorgde voor genoeg inkomsten zodat ook de wedstrijd tegen Moeskroen kon worden gespeeld. Dat gaf ademruimte voor de reddingsactie. Hoe werd er geld ingezameld? Tijdens de wedstrijd tegen Antwerp FC werden er 10 000 flyers verdeeld waarbij het reddingsplan werd toegelicht. De supporters stonden daarbij centraal. Voor elke thuiswedstrijd gaf ik een soort show van vijfenveertig minuten waarbij het reddingsplan werd gepromoot en waarbij ook de evenementen, georganiseerd door de supporters, werden voorgesteld. Met behulp van beamers werd er bovendien ook reclame gemaakt tijdens de wedstrijden. Het reddingscomité “Red KV” bestond op dat moment uit zo’n 25-30 vrijwilligers. De solidariteit was groot. Het reddingscomité zorgde ook vooral voor coördinatie van de vele evenementen. De supporters deden voorstellen en werkten die zelf uit. Wij zorgden ervoor dat er geen activiteiten in elkaars vaarwater kwamen en zorgden bovendien voor publiciteit. Als grote evenementen waren er bijvoorbeeld de Nacht van Malinwa, de KV-geit en de mars naar de Botermarkt. Ondertussen was ook de solidariteit tussen clubs merkbaar. Om kosten te besparen was de vereffenaar genoodzaakt heel wat spelerscontracten te verbreken. Moeskroen-voorzitter Detremmerie was de eerste om KV Mechelen te helpen door ons goedkoop een speler te verhuren. Michel Preud’homme volgde zijn voorbeeld en stalde vijf Standard-spelers bij KV Mechelen. Anderen volgden. Naast zeer goedkoop gehuurde spelers bestond de kern ook uit jeugdspelers zodat er nog een zekere verbondenheid met de supporters mogelijk was. Wanneer was de redding een zekerheid? Op 20 december 2002 was er zo’n 210.000 euro ingezameld. Bij dergelijke acties moet je beseffen dat er vooral tijdens de eerste dagen en weken veel geld zal binnenkomen, maar dat het nadien niet meer evenredig zal stijgen. We verlieten al snel het plan om naast het stamnummer ook het patrimonium van de club over te kopen. Het stamnummer, de identiteit van de club, stond centraal. De vereffenaar steunde ons. Hij was onder de indruk van het sociale aspect van het voetbal. We kwamen tot de overeenkomst om het stadion te huren van hem in plaats van het over te nemen. 174
Finaal is er ongeveer 668.000 euro ingezameld. Na zo’n drie maanden diende het tot een akkoord te komen tussen de vereffenaar en de schuldeisers. De ex-spelers wilden nog geld zien en de voetbalbond eist in zo’n geval dat de bondsgerelateerde schulden worden voldaan, of dat er een sluitende en unanieme overeenkomst wordt bereikt met alle bij de bond aangesloten schuldeisers. In totaal zaten er een goeie 50 schuldeisers en de vereffenaar in een vergaderlokaal in Elewijt. Zij dienden unaniem akkoord te gaan om KV Mechelen nog een toekomst te geven. Na lange onderhandelingen en de belofte dat er nog een benefietmatch tussen oude en nieuwe spelers van KV Mechelen zou komen (om nog extra geld in te zamelen voor de schuldeisers), kwam uiteindelijk het antwoord waarvan bijna geen enkele supporter op 7 december 2002 durfde te dromen. KV Mechelen was gered. Wie heeft er beslist dat 1/3de van de stemmen van de raad van bestuur van personen voorgedragen door de supportersraad moest komen? Op de flyers die tijdens de reddingsactie werden verspreid, stond reeds te lezen dat 1/3 de van de stemmen binnen de raad van bestuur van supporters moest komen. De invloed van de supporters op het beleid stond dus van in het begin centraal. Op die manier zou financieel wanbeleid in de kiem kunnen worden gesmoord. Van in het begin vormden we met de rekening van Fi, Piet en mijzelf een feitelijke vereniging. Daarnaast creëerden we met het reddingscomité de VZW ‘Red KV’, die na de redding op zijn beurt werd omgevormd tot ‘Yellow Red KV Mechelen’. In de statuten van deze VZW werd die 1/3 de-grens vastgelegd. Iedereen die zijn kwaliteiten binnen het reddingscomité had getoond, kreeg een functie. Ikzelf werd voorzitter, voor een periode van twaalf dagen. Op 24 april 2003 werd Johan Timmermans voorzitter van KV Mechelen. Hoe verliep de samenwerking met de supporters binnen de club? Initieel moesten er wat beslissingen worden genomen. Binnen de supportersraad wou ik leden van de supportersclubs, vertegenwoordigers van de losse supporters, met en zonder abonnement, en ook een vertegenwoordiger van de hardere kern, de zgn. hooligans. De persoon van de hooligans heeft het ten slotte slechts één jaar volgehouden. In het begin moesten deze personen ook om de twee jaar worden vervangen, zodat die personen door de rest van de supporters als één van hen en niet als bestuurders zouden worden beschouwd. De overige bestuurders werden bij de start van dit project gewoonweg gek van de supporters. Ze dienden bij alles uitleg te geven. Ze voelden de supportersraad aan als de vierschaar, de 175
inquisitie. De financiële controle werd enorm opgedreven. Nu is die situatie geëvolueerd en krijgen de supporters meteen inzage in het financiële beleid en wordt er vooral samengewerkt. Een groot voordeel voor de supporters is ook dat voorzitter Johan Timmermans zeer intens bij het reddingscomité was betrokken, hij is dus zelf voorstander van supportersparticipatie. Waarom lukt dit bij KV Mechelen terwijl het bij andere ploegen niet mogelijk is? Het “voordeel” bij KV Mechelen was dat we volledig van nul konden beginnen. Het nieuwe bestuur bestond uitsluitend uit supporters, ze maakten allemaal deel uit van het reddingscomité. Dat maakte het voor de supporters mogelijk om hun stempel te drukken. Vindt u dat de wetgever zelf een bepaalde vorm van supportersparticipatie moet opleggen? Ik vind persoonlijk dat je je als moderne voetballeider niet meer tegen feitelijke supportersinspraak kan verzetten. We leven tegenwoordig in een maatschappij waar iedereen zijn mening makkelijk kan geven en waarbij iedereen graag wordt gehoord. Als je weet wat er leeft bij je supporters kan je daar ook beter op anticiperen en kan je problemen vermijden. Het is dan ook dieptriest om vast te stellen dat de meeste voetballeiders nauwelijks of helemaal niet openstaan voor statutaire supportersinspraak. Ze hebben een zeer generalistisch beeld van de supporter en vinden dat ze voldoende op de hoogte zijn van wat er leeft. Dat klopt: als de bom ontploft (Standard, Club Brugge, de laatste jaren), zijn ze inderdaad op de hoogte. Met supporters in je bestuur kan je voorkomen dat die bom ontploft. En een participatie van 1/3 in de Raad van Bestuur betekent niet dat de supporters de zaak gewoon overnemen, zoals de tegenstanders van supportersparticipatie zeggen. De wetgever, in casu de voetbalbond, zou hieraan tegemoet kunnen komen. Maar het zal kennelijk nog even duren voor de ‘geesten’ er klaar voor zijn. Ze lopen gewoon wat achter, want toenemende supportersparticipatie is niet tegen te houden. Bedankt voor dit interview!
176
Bijlage 2: Interview met Gert Van Dyck Wat is uw functie binnen KV Mechelen? Ik ben de voorzitter van de supportersraad. Er zijn 32 supportersclubs aan deze raad verbonden. Wordt u in enige mate juridisch betrokken bij het beleid van uw club? Statutair is er vastgelegd dat 33% van de stemrechten binnen de raad van bestuur van de VZW in handen van de supportersraad liggen. Er maken bovendien 10 leden deel uit van de algemene vergadering. Wij hebben dus wel degelijk een invloed op het beleid. De betrokkenheid is vrij groot. Zo is iemand van de supportersraad de vaste persoon in het stadioncomité. Zij komen wekelijks samen en vergaderen over het huidig stadion en het verbouwingsdossier. Daarnaast zullen de leden van de supportersraad in de raad van bestuur tweemaal per jaar een interne financiële audit van de volledige boekhouding houden. Op die manier weten de supporters dat de club financieel gezond is. Het organiseren van de jaarlijkse fandag, het oprichten en beheren van een ombudsdienst en het initiëren van Nederlandse lessen voor de anderstalige spelers behoren ook tot onze bevoegdheden. Heeft deze inspraak tot bepaalde resultaten geleid? Ja, de samenwerking is zeer constructief. Sinds de redding in 2003 hebben we elk jaar probleemloos aan de, steeds strenger wordende, licentievoorwaarden kunnen voldoen. De verbouwingen aan het stadion zullen in de nabije toekomst van start gaan. Daarnaast hebben we een functionerende ombudsdienst opgericht waar supporters en derden terechtkunnen voor vragen met betrekking tot het jaarlijks verslag van de raad van bestuur. Ten slotte mogen we ook concluderen dat de inspraak er ook toe heeft geleid dat er bij de supporters geen onlusten meer gebeuren. Door enerzijds hun belangen te behartigen en door anderzijds toelichting te geven bij de genomen beslissingen, voelen ze zich betrokken bij het beleid en staan ze als één man achter de ploeg. Kent u de Supporters Liaison Officer? Ja, de SLO-functie wordt door de supportersraad op zich genomen. Op die manier verzekeren we dat de supportersbelangen binnen de club worden behartigd. Is er voldoende overleg tussen de club en de supporters wat betreft supportersbeleving? 177
Ja, er is voldoende overleg. Voor elke wedstrijd kunnen de sfeergroepen vergaderen met het supportersorgaan en met de verantwoordelijken voor de veiligheid. Daarnaast is het supportersorgaan ook aanwezig op de lokale adviesraad, waar overleg plaatsvindt met de politie, de stad, de stewards, de veiligheidsmensen en de buurtcomités. Heeft u nog een boodschap voor andere clubleiders? Bestuurders van clubs verklaren zichzelf als experts en gaan uit van clichés wat betreft supporters. Ze vergeten dat supporters die zich engageren voor inspraak, meestal ook in hun professionele leven de nodige sporen verdienden, zij engageren zich op het terrein waarin zij privé expertise uitbouwden (financieel, communicatie, organisatie…). Bedankt voor dit interview!
178
Bijlage 3: Interview met Hans Vandeweghe Bent u voorstander van de 50+1-regel in Duitsland en vindt u dat er in België ook zoiets moet worden ingevoerd? Eerst en vooral moet de vraag worden gesteld hoe dit systeem in de praktijk werkt. De theorie is mooi, maar al die bedrijfsvormen zijn geconsolideerd, dus van echte supporters aan de basis lijkt er mij weinig sprake. Green Bay Packers, een American Football club, wordt als een supportersploeg aanschouwd, maar ook deze club wordt als een bedrijf geleid en elk bedrijf in een competitie wil winnen en kampioen worden. Het andere uiterste, een rijke ondernemer die een volledige club opkoopt, is sowieso veel slechter. Verhaeghe bij Club Brugge, Duchâtelet bij Standard, Coucke bij KV Oostende, Samy bij SK Lierse… het is een kwalijke evolutie. Er zou een bepaalde verankering moeten zijn, zodat clubs geen speelgoed kunnen worden. Nu zijn er daaromtrent geen regels. Als er hier een rijke ondernemer van een bepaalde ploeg het nieuwe Manchester City wil maken, wordt er hem niets in de weg gelegd. Ze gaan hem zelfs graag zien komen. Kunt u denken aan een alternatief? Elke club zou lokaal verankerd moeten zijn. Een voetbalploeg is een stukje erfgoed en dat moet deels van de gemeenschap blijven. Neem nu KAA Gent als voorbeeld: die club is één van de grootste bindende factoren voor niet-West-Vlamingen in Gent. De stad Gent heeft de club geholpen toen ze in financiële nood was en zetelt nu nog steeds in de VZW. De verankering is er dus. Langs de andere kant moet je ook het economische plaatje bekijken. De clubs moeten voldoende over België verspreid zijn zodat ze kunnen doorgroeien. Voetbalploegen worden namelijk vooral door lokale bedrijven gesponsord en ook hun supportersbasis heeft een lokale oorsprong. Het valt dan ook ergens te betreuren dat er met Club Brugge, Cercle Brugge, KV Kortrijk, KV Oostende en SV Zulte-Waregem, vijf van de zestien ploegen van eerste klasse uit West-Vlaanderen komen. Samen met Moeskroen-Péruwelz vissen zij in dezelfde vijver qua sponsors en supporters. Het plan van Decuyper om KV Kortrijk en SV Zulte-Waregem te laten fuseren en in Antwerpen een nieuwe (top)club op te richten, was in dat opzicht dan ook toe te juichen. Bent u voorstander van supportersparticipatie? 179
Supportersparticipatie kan leiden tot meer lokale verankering, maar je moet dan wel de juiste personen kiezen. Supporters die reeds ervaring hebben in het bedrijfsleven en zich niet alleen zullen laten door hun emoties, zijn daarvoor geschikt. KV Mechelen is een goed voorbeeld van hoe het wel lukt. Persoonlijk vind ik dat er een specifieke vennootschapsvorm voor sportclubs moet worden ontwikkeld, waarbij de verankering statutair vastligt. Er moet worden vermeden dat clubs in buitenlandse handen belanden. Supporters zijn daar in eerste instantie ook tegen, maar wanneer die buitenlandse eigenaar zijn portefeuille bovenhaalt, zijn ze plots wel allemaal tevreden. KV Kortrijk staat nu bijvoorbeeld te koop en de kans is reëel dat de club in handen van buitenlanders terecht komt. De gemeenschap steekt veel geld in het voetbal via fiscale voordelen of via financiële steun om stadions te (ver)bouwen. Het is dan ook noodzakelijk dat deze clubs in Belgische handen blijven. Is er terug een hervorming van het Belgische voetbal nodig? Ja, er is nood aan een structurele hervorming van het Belgische voetbal. Het aantal profploegen moet worden gelimiteerd en er moet binnen een afgesloten systeem worden gespeeld. Op die manier kunnen de ploegen zich ontwikkelen zonder met de constante vrees voor degradatie te leven. Nu zijn er heel wat clubs die de meest gekke dingen doen om in eerste klasse te blijven. Trainers worden ontslagen, vreemde spelers worden gekocht, dit alles zorgt voor meer schulden. De licentieregels zijn streng en dat is goed. Het klopt dat sommige ploegen daardoor niet kunnen stijgen, maar dat vormt geen probleem. Het probleem is dat er nog steeds iemand moet zakken. De overheid zou strenger moeten optreden. Op zich is er in een stad maar plaats voor één profclub. Cercle en Club Brugge, dat is niet meer van deze tijd. Cercle kan simpelweg niet groeien in die stad. Een ploeg als Lierse, die zowel sportief als financieel slecht niet presteert, zou uit de competitie moeten worden gehaald. In Amerika gooien ze zo’n clubs wel buiten. Er zou een topklasse moeten komen van twaalf profploegen en een tweede klasse van twaalf semiprofessionele ploegen. Bovendien moet er meer op zwart geld worden gecontroleerd. Sommige spelers kunnen in derde klasse meer verdienen dan in tweede klasse. Dat is volkomen onlogisch en is niet goed voor het Belgische voetbal. Daarnaast zou er ook een betere verdeelsleutel van de tv-gelden moeten worden gehanteerd. In de Premier League krijgt de laatste een bedrag gelijk aan 60% van het bedrag dat de 180
kampioen krijgt. In België zijn de verschillen groter. Het is beter om daarin meer evenwicht te creëren zodat elke club zich kan ontwikkelen en het algemene niveau van de competitie kan stijgen. Hoe denkt u dat het Belgisch voetbal zich zal evolueren? We zijn een opleidingsland en we zullen dit ook blijven. Met de winst die werd gemaakt met EURO 2000, werden er tweeduizend gratis trainingscursussen verdeeld over België. Daar ligt de oorsprong van onze goede opleidingen. Qua opleidingen is er dan ook weinig progressiemarge meer. Ook economisch (sponsors, ticketinkomsten, tv-rechten) zitten we aan ons plafond. Er zijn wel nog veel groeimogelijkheden wat betreft de stadions. Nieuwe stadions zijn in België noodzakelijk. Naar het voetbal kijken zou aangenaam en gezinsvriendelijk moeten zijn. Nu is het bij bepaalde stadions bijna een marteling. Naast het verbeteren van de kwaliteit van de stadions, moet er ook worden gekeken naar de uitbreiding ervan. Bij Club Brugge, RSC Anderlecht, KAA Gent, KV Kortrijk… zouden grotere stadions ook uitverkocht geraken. Als we kijken naar de cijfers dan doet België het qua marktpenetratie goed. De Belgische clubs haalden in het seizoen 2012-2013 24 euro per toeschouwer binnen, bij Italië is dit gemiddeld 21 euro. Nemen we al het commerciële rond voetbal nog eens in beschouwing dan haalt Nederland 71 euro per toeschouwer, België 100 euro en Engeland 216 euro. België doet het qua marktpenetratie dus goed, maar er is een grote kanttekening: Nederlandse clubs hebben gemiddeld dubbel zoveel toeschouwers als de Belgische648. Hoe denkt u dat het voetbal in het algemeen zal evolueren? Ik vermoed dat er over twintig jaar een Europese supercompetitie zal zijn met de twintigdertig beste ploegen. Ploegen van andere contitenten zullen hierin niet participeren wegens het grote tijdsverschil en de jetlags die ermee gepaard gaan. Dat is ook de reden dat de NBA niet is uitgegroeid tot een nog grotere competitie. Het economische aspect zal het ook definitief halen van het competitieve aspect. De commercialisering zal nog groter worden. Clubeigenaars zullen meer energie steken in winst maken dan in winnen. Winstmaximalisatie zal belangrijker worden dan het behalen van een titel. Je ziet dat die drang naar geld en naar winst nu ook al meespeelt. Heel wat voetbalploegen laten de (kleine) bekercompetities links liggen omdat een goede plaats in de 648
In België gemiddeld 11.500, in Nederland 20.000.
181
competitie meer (tv)geld opbrengt. Vooral in Engeland zie je dat heel wat topploegen snel worden uitgeschakeld in de League Cup en de FA cup. Ook in de Champions League is dit verschijnsel merkbaar. Binnen die competitie wordt er met een Market Pooluitkering gewerkt. Dit wil zeggen dat de deelnemende clubs sowieso een bepaald bedrag krijgen, onafhankelijk van het resultaat. De hoogte van dit bedrag is onder andere afhankelijk van het aantal deelnemende clubs per land en de tv-gelden die in hun land worden betaald voor de CL. Voor sommige ploegen is het dan ook belangrijker om de deelname in de Champions League voor het volgende seizoen te verzekeren dan dat ze trachten een goed toernooi te spelen. Dit is één van de redenen waarom de Spaanse ploegen FC Barcelona en Real Madrid het steeds beter doen in de CL. Aangezien er een groot niveauverschil is tussen hen en de overige Spaanse ploegen kunnen zij in de competitie met de handrem op spelen en voluit gaan in de CL. De Engelse ploegen hebben deze luxe niet. Het gezegde “deelnemen is belangrijker dan winnen” krijgt dus een serieuze economische bijklank. De amusementswaarde van voetbal zal meer en meer op de voorgrond treden. Als het publiek zich amuseert, zullen ze terugkomen naar het stadion en zullen de clubeigenaars daar winst uitpuren. Het sportieve en de eer om in een historische rij van kampioenen te komen, zullen in de toekomst meer en meer op de achtergrond komen.
182
Bijlage 4: Structuur van de Belgische eerste klasse ploegen VOETBALCLUB
Cercle Brugge
STRUCTUUR
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & vereniging zonder winstoogmerk
Charleroi
Naamloze vennootschap
Club Brugge
Naamloze vennootschap
KAA Gent
Naamloze vennootschap & besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & vereniging zonder winstoogmerk
Kortrijk
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KRC Genk
Naamloze vennootschap & vereniging zonder winstoogmerk
KV Mechelen
Vereniging zonder winstoogmerk
KV Oostende
Naamloze vennootschap
KVC Westerlo
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & vereniging zonder winstoogmerk
Lierse SK
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk
Moeskroen Péruwelz
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk
RSC Anderlecht
Naamloze Vennootschap
Sporting Lokeren
Vereniging zonder winstoogmerk
Standard
Naamloze Vennootschap
Waasland-Beveren
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & vereniging zonder winstoogmerk
Zulte Waregem
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid & vereniging zonder winstoogmerk
183
Bijlage 5: Interview met Ivan De Witte Kunt u iets meer vertellen over de structuur van KAA Gent? Bij KAA Gent horen er vier entiteiten: er is de VZW Koninklijke Athletiekassociatie Gent voetbalafdeling, de CVBA-Artevelde-stadion, de NV KAAG Management en de BVBA Horeca Foot. Over de NV KAAG Management kan ik kort zijn: die NV beheert een rekening courant uit het verleden. Die rekening is sterk uitgesteld en volledig renteloos. Deze vennootschap heeft geen invloed op het beleid van de club. De CVBA beheert het stadion en alles wat er aan verbonden is. Binnen de termijn van een maand (juni 2015 n.v.d.r.) zal de CVBA een recht van opstal verlenen aan de VZW. Op die manier zal de VZW de nodige rechten hebben op het stadion. Dit recht van opstal wordt voor een termijn van vijftig jaar verleend. De VZW zal in ruil een jaarlijkse vergoeding betalen. De stad Gent is de facto meerderheidsaandeelhouder van de CVBA. Via die vergoeding wordt ook de lening van de stad terugbetaald. De CVBA zal ook twee bestuurders van de VZW benoemen. Op die manier beschikt de stad eigenlijk over een recht van toezicht. Dit is ook niet meer dan normaal, aangezien de stad een groot bedrag in de club heeft geïnvesteerd. De VZW is de hoofdentiteit van de club. Het stamnummer en de voetbalploegen zijn namelijk in deze vereniging ondergebracht. Aangezien het recht van opstal aan de VZW zal worden verleend, leidt dit nog tot meer centralisatie. De BVBA horeca Foot is opgericht om de commerciële activiteiten die niet in een VZW kunnen worden gevat, te centraliseren. Het betreft dus voornamelijk het hele horecagebeuren, maar ook andere zaken zoals bijvoorbeeld het uitbaten van de fanshop. De VZW is de hoofdaandeelhouder van de BVBA. Vindt u dat er naar lokale verankering bij voetbalclubs moet worden gestreefd? Wij zijn voorstander van een basisprincipe waarbij de gemeenschap in de club is vertegenwoordigd. Dit leunt eerder aan bij het Duitse model. Om dit model in België in te voeren, is het wellicht te laat, maar wetgevend initiatief zou wel op zijn plaats zijn. Als je bekijkt wat er nu in Kortrijk gebeurt, waar de club wellicht in handen van een Maleisische zakenman zal vallen, dan is dit geen gezonde situatie. De Kortrijkse voetbalclub leeft sterk in de gemeenschap, dus moet de wetgever ervoor zorgen dat een bepaalde lokale verankering wordt bewerkstelligd. Ook in Moeskroen zijn er rare dingen gebeurd. De wetgever en de lokale gemeentes beschikken bovendien over voldoende middelen om een beter regulerende werking te hebben op het vlak van professionele voetbalclubs. Ze kunnen 184
bijvoorbeeld het investeren in de infrastructuur, het verzorgen van politiebegeleiding en andere voordelen koppelen aan bepaalde voorwaardes. Bij KAA Gent is die lokale verankering aanwezig. De club kan zonder de toestemming van de stad niet worden verkocht. Bent u voorstander van supportersparticipatie? Ik ben niet zo zeer voorstander van supporters die via een kapitaalparticipatie invloed op het beleid willen verkrijgen. Er moet wel samenwerking zijn tussen de supporters en een club. De supporters moeten zich organiseren zodat een goed overleg mogelijk is. Het is onmogelijk om met 20.000 mensen te vergaderen, dus zij moeten voorzien in goede vertegenwoordigers. De clubs moeten vervolgens in contact staan met deze vertegenwoordigers. Op die manier weet de club wat er leeft bij de supporters en omgekeerd. Hoe denkt u dat het Belgische voetbal zich verder zal evolueren? Zijn er hervormingen nodig? Ik vind dat er in België geen economische ruimte bestaat voor zestien ploegen. Met economische ruimte bedoel ik de mogelijkheden op het vlak van het aantal sponsors, toeschouwers, jeugdspelers… Veertien ploegen is het maximum. De mogelijke hervorming in het Belgische voetbal naar een totaal van 24 ploegen, verdeeld over een competitie van zestien ploegen en acht ploegen is een stap in de goede richting. Die acht tweedeklassers moeten clubs zijn met een bestaansrecht. Ze moeten economisch de mogelijkheden hebben om enerzijds gezond te blijven en anderzijds om een eventuele promotie te kunnen bewerkstelligen. Volgens mij had de verdeling van de clubs tussen de twee competities anders moeten zijn: 14-10 is een beter scenario en in de toekomst zal dit welllicht zo worden rechtgezet. Dit gebrek aan economische ruimte laat zich meer en meer voelen in (vooral) tweede klasse. Er zijn heel wat noodlijdende clubs ontstaan die daardoor makkelijke prooien waren/zijn voor buitenlandse investeerders. Denk maar aan Eupen, Tubeke, Antwerp… Dit is geen goede evolutie en de wetgever zou hier moeten tegen optreden. Er zouden voorschriften moeten zijn omtrent de structuur van een club en omtrent de voorwaardes waaraan bestuurders en aandeelhouders moeten voldoen. Er is ook nood aan meer toezicht. De voetballicenties hebben in deze materie hun waarde al bewezen en hebben al voor meer gezondmaking gezorgd, maar er is nood aan een evaluatie. De licenties moeten beter worden beheerd. Het feit dat Moeskroen zijn licentie nu voor het BAS heeft verkregen, is bijvoorbeeld te betreuren. 185
De kans is groot dat de club over zes maanden terug in de problemen geraakt en dat er daardoor problemen in de competitie ontstaan. Hoe denkt u dat het voetbal in het algemeen zal evolueren? Het economisch belang en de commerciële doeleinden zullen nog in belang toenemen, maar dit wil niet zeggen dat het sportieve op de achtergrond zal worden geduwd. Het sportieve belang zal mee stijgen met het economische. Het is wel noodzakelijk dat de juiste beslissingen worden genomen. Play off I is daarvan een mooi voorbeeld: het sportieve en het economisch belang vormen hier een goed evenwicht en dit leidt tot een spannende competitie. Bedankt voor dit interview!
186
Bijlage 6: Ondervraging supportersfederaties In het kader van deze masterproef heb ik de voorzitters van alle supportersfederaties van de Belgische eerste klasse clubs gecontacteerd. Ik vroeg hen de volgende vragenlijst in te vullen om een concreter beeld te kunnen krijgen van hoe de relatie tussen de club en de supporters is. Hierna volgen de antwoorden van Cercle Brugge (Phillipe Reinards), KAA Gent (Filip Raes), Kortrijk (John Martin), KRC Genk (Rudy Claessens), KV Mechelen (Gert Van Dyck), KV Oostende (Johnny Maesen), Lierse SK (Marc De Noël), RSC Anderlecht (Jan Van Dingenen), Sporting Lokeren (Mary Dieleman) en Waasland-Beveren (Wim Van Goethem)649. Voor de antwoorden van KV Mechelen verwijs ik naar het interview met Gert Van Dyck (bijlage 2).
Wordt u in enige mate juridisch betrokken bij het beleid van uw club? Zo ja, hoe ver reikt dit recht zich? Vindt u dat u een invloed heeft op het beleid? KV Mechelen
zie bijlage 2.
Zo neen, vindt u dat dit moet veranderen of denkt u dat andere opties beter zijn? Cercle Brugge
Neen en dat moet niet veranderen
KAA Gent
Niet in de club zelf, maar we zetelen wel in de raad van bestuur van de community werking van voetbal in de stad.
KRC Genk
Wij hebben geen stemrecht in de algemene vergadering of raad van bestuur. Door middel van regelmatige overlegmomenten tussen onze federatie en de club proberen we een gezonde discussie te voeren over datgene wat ons aanbelangt.
KV Oostende
Alles over de supporters hoort bij ons, maar bij de beslissingen van de club worden wij niet betrokken.
KV Kortrijk
De KVK supporters zijn totaal niet betrokken bij het beleid.
RSC Anderlecht
Nee, wij hebben totaal geen stem binnen het bestuur van RSCA. Het zou goed zijn, moest dat kunnen, maar in RSC Anderlecht tellen de supporters niet mee, deze moeten enkel betalen en zwijgen…
SK Lierse
Er is enkel een charter dat Lierse 1906 en andere partijen hebben ondertekend. In dat charter zijn er verschillende afspraken opgenomen. Voor het overige worden wij altijd uitgenodigd op persconferenties enz.
649
Van Charleroi, Club Brugge, KVC Westerlo, Moeskroen-Péruwelz, Standard en Zulte Waregem heb ik, na verschillende reminders, geen antwoord ontvangen.
187
Sporting Lokeren
Neen.
WaaslandBeveren
Bij alle clubs in eerste en 2de afdeling zou er een procentueel vastgelegd minimum stemrecht moeten zijn in zowel algemene vergadering als raad van bestuur.
Kent u de Supporters Liaison Officer? Vindt u dat zijn functie goed wordt bekleed? Zo ja, uit wat bestaat zijn takenpakket precies? KAA Gent
Binnen onze federatie verdelen we de SLO taak onder 3 personen en werken we aan de brug tussen clubbestuur en supporters. We werken ook mee aan de organisatie en aan de veiligheid op verplaatsingen.
KV Kortrijk
Bij KVK is dit Leslie Ramboer. Zij wordt voor de helft betaald door de Stad Kortrijk en voor de andere helft door KV Kortrijk. Officieel is zij community manager maar de taak als SLO (light) heeft ze erbij genomen. Deze taak kan ze nog niet naar behoren uitvoeren daar er nog niet algemeen en overal geweten is wat deze functie juist betekent.
RSC Anderlecht
Ja, die ken ik goed, Erik doet zijn job zeer goed, het is volgens mij ook de enige persoon in Anderlecht die geschikt is voor deze taak, hij krijgt respect van alle supporters (als ex-hoofdsteward), kent heel veel supporters en supportersclubs, en heeft ook zeer goede contacten binnen RSC Anderlecht. Hij is de enige link tussen de supporters en het bestuur.
Zo nee, vindt u dat zijn takenpakket uitgebreider moet? Cercle Brugge
Nee, wij kennen die functie niet.
KRC Genk
Wij weten niet wie de supporters liaison officer is binnen onze club.
Lierse SK
Bij Lierse is er nog géén SLO, dus is er ook nog geen takenpakket opgemaakt. Ik weet dat het de bedoeling is dat deze op termijn bij alle profclubs in dienst zal komen en hij/zij zal moeten zorgen voor binding tussen supporters en club, maar momenteel is dit bij Lierse nog niet aan de orde.
Sporting Lokeren
Op dit moment is er op Sporting Lokeren nog geen officiële SLO, al neemt de heer Verkest deze taak wel waar. Voor het overige worden veel van zijn taken omschreven in het takenpakket van een SLO, uitgevoerd door de federatie Front282.
WaaslandBeveren
188
Er wordt bij Waasland Beveren geen aandacht aan gegeven. Er zou meer druk uit de KBVB of Pro League moeten komen om een degelijk en
duidelijk takenpakket voor SLO te verplichten bij de clubs want er heerst hier namelijk veel onduidelijkheid rond. Is er een supportersadviesorgaan binnen de club? Zo ja, vindt u dat er naar u wordt geluisterd? KAA Gent
Er wordt bij de club geluisterd naar initiatieven van de federatie.
KRC Genk
Er wordt naar ons geluisterd. Er is ruimte voor overleg en we merken dat er wel degelijk met onze mening rekening wordt gehouden.
KV Oostende
Ja, er wordt naar ons geluisterd.
Lierse SK
Ja, er is het supportersverbond en Lierse 1906.
Sporting Lokeren
Maandelijks zitten wij als federatie samen met onze erkende supportersclubs. Op deze vergadering is de Heer Bart Verkest ook aanwezig als vertegenwoordiger van Sporting Lokeren. Problemen die er zijn of zaken die naar voor komen vanuit de supportersclubs of vragen die we binnen krijgen van de supporters, los van supportersclubs, worden aan hem gemeld. Hij neemt dit dan allemaal mee naar het bestuur en er wordt wel degelijk geluisterd naar ons en indien mogelijks worden pijnpunten zo snel mogelijk weg gewerkt. Front282 maakt deel uit van de LAR (Lokale Adviesraad) waardoor er qua veiligheid en supporters heel kort op de bal kan worden gespeeld voor onze supporters, zodat zij met een veilig en gerust gevoel naar het voetbal kunnen gaan thuis of op verplaatsing. Ook afspraken omtrent tifo’s en andere sfeeractiviteiten worden hier op deze vergaderingen besproken met de bevoegde instanties (brandweer, politie…).
WaaslandBeveren
Ja, onze supportersfederatie zetelt in een tweewekelijkse bijeenkomende adviesraad waar bestuursleden ook aanwezig zijn.
Zo neen, vindt u dat er zoiets moet komen? Cercle Brugge
Ja, er mag wel eens advies worden gevraagd.
KV Kortrijk
Ikzelf ben voorzitter van de supportersfederatie van KVK m.a.w. voorzitter van 11 supportersclubs. Alsook ben ik voorzitter van de Belgian Supporters (alle aangesloten
supportersfederaties van ons
land). Luisteren binnen de club doen ze bijna niet als we komen met voorstellen. Wel hebben we voor aanvang van de nog lopende competitie een "CHARTER" ondertekend en dit proberen alle partijen dan ook na te 189
leven. Het is natuurlijk niet eenvoudig om alle supportersclubs op dezelfde lijn te krijgen want iedere club heeft zijn eigenheid, publiek, tradities... RSCA
Ik denk niet dat dit er is.
Is er voldoende overleg tussen de club en de supporters wat betreft supportersbeleving? Zo ja, hoe verloopt dit? Cercle Brugge
Ja, via supportersavonden en vergaderingen.
KAA Gent
We hebben op regelmatige basis overleg met de clubleiding.
KRC Genk
Op regelmatige momenten is er een overleg tussen de club, de supportersfederatie, de supportersraad en de sfeergroepen. Hier is alles open en eerlijk bespreekbaar. Beter kan altijd maar in vergelijking met andere clubs denken wij al heel ver te staan inzake overleg.
KV Oostende
Wij worden betrokken bij alle soorten acties.
KV Kortrijk
Dit verloopt nogal stroef. Het bestuur is een clubje binnen de club en houden niet van indringers. Wel is er 1 zaak veel verbeterd: geen loslippigheid meer naar buiten uit vooraleer men een beslissing neemt (voorbeeld: een transfer). Als wij acties ondernemen als supporter is het eigenlijk de onderbouw van het bestuur (=binnendienstmedewerkers) die beslissen. Het hoofdbestuur kijkt oogluikend toe.
Lierse SK
Dit
verloopt
ofwel
via
Lierse
1906
ofwel
rechtstreeks
via
supportersverbond. Sporting Lokeren
Ja, Doordat de club vertegenwoordigd is op onze vergaderingen worden deze zaken dikwijls op deze vergaderingen aangekaart. Zoniet krijgen we telefonisch of per mail van de persoon die bijv. bevoegd is met het organiseren van de fandag, Bekerfinales, Paasactie... de vraag of we de nodige steun kunnen verlenen en dan wordt deze vraag, indien nodig, verder doorgespeeld naar de supportersclubs of de supporters via de website of onze eigen facebookpagina. Ook het clubblad ‘De Sportinger’ wordt gemaakt voor maar ook een groot deel door de supporters. Elk lid van de redactie is supporter en neemt dit er bij waardoor het een echt supportersblad is geworden.
WaaslandBeveren
190
Veiligheidsverantwoordelijken,
clubbestuur
en
supportersfederatie
werken samen om bepaalde sfeeracties te bespreken alsook drankprijzen,
eventuele problemen… Zo nee, wilt u hier meer inspraak in? En in welke mate? RSC Anderlecht
Nee, zoals eerder al aangehaald, worden supporters in RSC Anderlecht eerder aanzien als een last. Dikwijls komen er (loze)beloftes dat het zal beteren, dat ze met ons zullen overleggen, maar in de praktijk heb ik daar de laatste jaren weinig van gemerkt. We willen hier meer inspraak in, al is het maar een heel klein beetje.
Extra opmerkingen: KAA Gent
We bekijken momenteel de mogelijkheid tot de supportersparticipatie binnen de club.
KV Oostende
De supporters werken goed samen met de club.
KV Kortrijk
Op iedere vergadering die gehouden wordt door het hoofdbestuur (= 5 personen), zou er iemand van de supportersfederatie moeten kunnen aanwezig zijn tot op een bepaald punt. Voorbeeld: als wij horen dat we financieel gezond zijn moeten wij de details niet weten; de lonen van onze spelers zijn onze zaken niet. Maar het bijwonen van een vergadering van het hoofdbestuur is en blijft een natte droom: nooit krijgen
wij
de
toestemming!
De
vergaderingen
van
de
binnendienstmedewerkers daarentegen daarop zouden we moeten worden uitgenodigd. Voor de vergaderingen hierboven beschreven zou het iedere keer dezelfde persoon (supportersclubs) zijn die zou moeten aanwezig zijn waardoor het wederzijds vertrouwen alleen maar kan groeien! Lierse SK
Er zou misschien altijd wel meer inspraak moeten zijn maar ik begrijp dat dit niet altijd evident is. Bepaalde beslissingen moeten nu eenmaal genomen worden door het bestuur en de technische staf. Beslissingen betreffende supportersbeleving zouden wel beter in overleg met de supporters gebeuren (prijzen abonnementen, tickets, mankementen aan infrastructuur…
Sporting Lokeren
Zoals het nu loopt op Sporting Lokeren is het goed. We komen van ver en hebben de voorbije 5 jaar al een hele stap vooruit gezet. Alles kan altijd beter maar met de nodige tijd en geduld komt dit wel in orde.
191
Bijlage 7: Structuur van de Duitse eerste klasse ploegen VOETBALCLUB
STRUCTUUR
1. FC Köln
Kommanditgesellschaft auf Aktien
1. FSV Mainz 05
Eingetragener Verein
Bayer 04 Leverkusen
Gesellschaft mit beschränkter Haftung
Borussia Dortmund
Kommanditgesellschaft auf Aktien
Borussia Mönchengladbach
Gesellschaft mit beschränkter Haftung
Eintracht Frankfurt
Aktiengesellschaft
FC Augsburg
Kommanditgesellschaft auf Aktien
FC Bayern München
Aktiengesellschaft
FC Schalke 04
Eigentragener Verein
Hamburger SV
Aktiengesellschaft
Hannover 96
Kommanditgesellschaft auf Aktien
Hertha BSC
Kommanditgesellschaft auf Aktien
SC Paderborn 07
Eingetragener Verein
Sport-Club Freiburg
Eingetragener Verein
SV Werder Bremen
Kommanditgesellschaft auf Aktien
TSG 1899 Hoffenheim
Gesellschaft mit beschränkter Haftung
VfB Stuttgart
Eingetragener Verein
VfL Wolfsburg
Gesellschaft mit beschränkter Haftung
192
Bijlage 8: Overzicht insolventiesituaties bij Engelse profclubs
193
Bijlage 9: Structuur van de Engelse eerste klasse ploegen
VOETBALCLUB
Arsenal
EIGENAAR(S)650
STRUCTUUR
Public limited company
Kroenke (66%) (VS) Usmanov (15%)(RUS) Moshiri (15%) (IRN)
Aston Villa
Public limited company
Lerner (100%) (VS)
Burnley
Private company limited by shares
Garlick (48.3%) (ENG) Banaszkiewcz (28.0%) (ENG) Flood (4.5%) (ENG)
Chelsea
Public limited company
Abramovich (100%) (RUS)
Crystal Palace
Private company limited by shares
Parish, Long, Browett, Hosking (ENG)
Everton
Private company limited by shares
Kenwright (25.84%) (ENG) Earl (23.27%) (ENG) Woods (18.92%) (ENG)
Hull City
Private company limited by shares
The Allam familie (100%) (EGY)
Leicester City
Private company limited by shares
The Srivaddhanaprabha familie (100%) (THA)
Liverpool
Private company limited by shares
Henry (100%) (VS)
Manchester City
Private company limited by shares
Mansour bin Zayed Al Nahyan (100%) (ARE)
Manchester United
Private company limited by shares
The Glazer familie (100%) (VS)
Newcastle United
Private company Limited by shares
Ashley (100%) (ENG)
Queens Park Rangers
Private company limited by shares
Fernandes (66%) (MYS Mittal (33%) (IND)
Southampton
Private company limited by shares
Liebherr (100%) (CHE)
Stoke City
Private company limited by shares
The Coates familie (100%) (ENG)
Sunderland
Private company limited by shares
Short (100%) (VS)
Swansea City
Private company limited by shares
Morgan (22.5%) (WAL)
650
X, “List of English football club owners”, www.wikipedia.org, http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_English_football_club_owners .
194
Katzen (20%) (ZAF) Swansea City Supporters Trust (20%) (WAL) Jenkins (12.5%) (WAL) Davies (10%) (WAL) Tottenham Hotspur
Private company limited by shares
Lewis (70.6%) (ENG) Levy (29.5%) (ENG)
West Bromwich Albion Private company limited by shares
Peace (77.3%) (ENG) Hale (10.4%) (ENG)
West Ham United
Private company limited by shares
Sullivan (51.1%) (WAL) Gold (35.1%) (ENG) CB Holding ehf (10%) (ISL)
195
Bijlage 10: Interview met Filips Dhondt Filips Dhondt is algemeen directeur bij de Franse eerste klasseploeg AS Monaco. Voorheen bekleedde hij deze functie bij Cercle Brugge, Club Brugge, SV ZulteWaregem en het Hongaarse Újpest. Verschilt de structuur van AS Monaco van deze van de andere Franse ploegen? AS Monaco is een naamloze vennootschap naar Monegaskisch recht. Net als de meeste Franse eerste klasseploegen heerst er een monistische structuur. Er is dus een algemene vergadering en een raad van bestuur. Sinds november 2011 bezit Dmitry Rybolovlev 2/3de van de aandelen. De overige aandelen zijn in handen van de vereniging. De leden van de vereniging zijn lokale personen. De naamloze vennootschap omvat vier ploegen van AS Monaco: de eerste ploeg, de reserven, de U-19 en de U-17. Het stamnummer, het amateurteam en de overige jeugdploegen zijn in de vereniging ondergebracht. Merkt u qua structuur grote verschillen met België? Toen ik nog in België werkte (tot 2011 n.v.d.r.), waren de meeste clubs nog VZW’s. Ondertussen hebben veel ploegen reeds de stap naar een CVBA of NV gezet. In Frankrijk was die link met het verenigingsleven veel minder aanwezig dan in België. Begin de jaren 2000 legde de Franse wetgever bovendien op dat elke sportclub die een bepaald niveau van inkomsten genereert uit de sport, de rechtsvorm van een vennootschap moest aannemen. Zijn de licentieregels strenger dan in België? Ja, de Franse licentieregels zijn strenger. Het systeem bestaat uit een tweeluik. Enerzijds is er de financiële controle die in handen is van de DNCG, la Direction nationale du contrôle de gestion. Anderzijds is er het licentiesysteem dat door de LFP, Ligue de Football Professionel, wordt toegepast. De DNCG kan bij haar controle bepaalde bankgaranties eisen en beschikt ook over heel wat verschillende sancties: een transferverbod, een beperking op het aantal spelers in de A-kern, een degradatie naar een lagere divisie, een promotieverbod, een uitsluiting van de competitie…behoren tot de mogelijkheden. De LFP hanteert een licentiesysteem op 10.000 punten. Bij dit puntensysteem wordt het beleid, de infrastructuur, het veld, de boekhouding, de jeugdopleiding… in rekening gebracht. Indien een ploeg niet voldoende punten behaalt dan zal de LFP een bepaald gedeelte van haar televisiegeld inhouden. Daarnaast is er nog de Europese licentie waaraan we moeten voldoen. 196
Persoonlijk ben ik geen fan van de Financial Fair Play-regels. De doelstelling van de DNCG betreft het garanderen dat elke club zijn seizoen volledig kan bekostigen. Waar het geld vandaan komt, doet er toch niet toe? Zolang het zuiver geld is, zou dit toch mogen worden geïnvesteerd. Er bestaan geen enkele andere sector waar er een verbod op investeren is opgelegd. Bovendien zorgen de FFP-regels ervoor dat de grote ploegen groot blijven en geen concurrentie moeten verwachten van de kleinere clubs want daarin kan niet meer zwaar worden geïnvesteerd. Komt supportersparticipatie voor in Frankrijk? Supportersparticipatie komt amper tot niet voor in Frankrijk. Naar mijn mening hoeft dit ook niet. Ik ben voorstander van maandelijks overleg met de supporters over zaken zoals supportersbeleving, infrastructuur en de fandag. Supporters blijven echter supporters en denken minder rationeel over de club als de aandeelhouders en de bestuurders. Zolang hun kapitaal niet op het spel staat, vind ik dat ze geen stemrecht in de raad van bestuur zouden mogen hebben. Als je supporters toelaat op algemene vergaderingen en op de raad van bestuur dan is de kans veel groter dat confidentiële informatie openbaar wordt gemaakt of dat supporters van andere clubs zich zullen trachten te mengen om zo aan informatie te geraken. Hoe ziet u het voetbal in het algemeen evolueren? Volgens mij zullen nog meer externen geld investeren in het voetbal. Zolang ze dit doen om prijzen te kunnen winnen en om het palmares van een club te kunnen aandikken, is dit positief. Personen die via een voetbalclub snel winst willen maken, zullen van een kale reis terugkomen. Je moet trachten break-even te draaien. Ondernemers moeten investeren uit liefde voor de sport. Onze voorzitter beseft dat hij niet meteen winst zal halen uit de club en dat is goed. De meeste clubleiders doen het volgens mij omdat ze van de club en van het voetbal houden. Bedankt voor dit interview!
197
Bijlage 11: Structuur Franse eerste klasse ploegen
VOETBALCLUB
STRUCTUUR
AS Monaco
société anonyme loi Monégasque
AS Saint-Etienne
société anonyme sportive professionnelle
EA Guingamp
société anonyme sportive professionnelle
Evian TG FC
société anonyme sportive professionnelle
FC Lorient
société anonyme sportive professionnelle
FC Metz
société anonyme sportive professionnelle
FC Nantes
société anonyme sportive professionnelle
Girondins de Bordeaux
société anonyme sportive professionnelle
LOSC Lille
société anonyme
Montpellier Hérault SC
société anonyme sportive professionnelle
OGC Nice
société anonyme sportive professionnelle
Olympique de Marseille
société anonyme sportive professionnelle
Olympique Lyonnais
société anonyme sportive professionnelle
Paris Saint-Germain
société anonyme sportive professionnelle
RC Lens
société anonyme sportive professionnelle
SC Bastia
société anonyme sportive professionnelle
SM Caen
société anonyme sportive professionnelle
Stade de Reims
société anonyme sportive professionnelle
Stade Rennes FC
société anonyme sportive professionnelle
Toulouse FC
société anonyme sportive professionnelle
198
Bijlage 12: Structuur Nederlandse eerste klasse ploegen
VOETBALCLUB
STRUCTUUR
ADO Den Haag
Naamloze vennootschap
Ajax
Naamloze vennootschap
AZ
Naamloze vennootschap
FC Dordrecht
Stichting
FC Groningen
Besloten vennootschap
FC Twente
Besloten vennootschap
FC Utrecht
Besloten vennootschap
Feyenoord
Naamloze vennootschap
Go Ahead Eagles
Besloten vennootschap
Heracles Almelo
Stichting
N.A.C.
Besloten vennootschap
PEC Zwolle
Stichting
PSV
Naamloze vennootschap
SBV Excelsior
Stichting
SC Cambuur
Besloten vennootschap
SC Heerenveen
Besloten vennootschap
Vitesse
Besloten vennootschap
Willem II
Besloten vennootschap
199