Artist Interview
Tel mo Miel
‘Alles moet gewoon mooi zijn!’
De indrukwekkende (sur)realistische murals van het getalenteerde street art duo Telmo Miel zijn bij zo’n beetje iedereen geliefd. Vanuit de hele wereld ontvangen ze uitnodigingen om grote muren te komen beschilderen en druk bezochte festivals leven in te blazen met hun werk. Vanuit hun studio en winkel in Rotterdam, de Sober Concept Store, komen ze keer op keer met nieuwe inventies naar buiten op het gebied van beeld, waarmee ze zichzelf voortdurend blijven ontwikkelen als beeldenmakers, en ons, de toeschouwers blijven verbazen. Ik zocht ze op in de studio voor een interview.
Miel Krutzmann & Telmo Pieper
Interview & Foto Lennaert Koorman Beeld Telmo Miel
Wanneer maakten jullie voor het eerst samen een schilderij? Telmo: We kwamen elkaar in 2007 tegen op de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Daar zijn we eigenlijk al vrij snel gaan samenwerken aan muren, maar dat was in eerste instantie nog gewoon naast elkaar werken, individueel. De eerste ‘echte’ samenwerking was tijdens een project, waarbij we met een vrachtschip naar Lissabon zijn gevaren. Daarvan hebben we de zijkant beschilderd. We wilden een hele grote Beluga dolfijn maken, en zijn toen met zijn tweeën gewoon dat éne ding gaan maken. En dat beviel eigenlijk wel. Vanaf dat moment zijn we steeds vaker samen één ontwerp gaan maken om die ook samen uit te voeren. Dat is zo eigenlijk langzaam versmolten tot het maken van één type werk. Wat gebeurt er tijdens een samenwerking? Miel: Het is een heel lang proces om elkaar op de juiste manier de vrijheid te geven, maar elkaar ook aan te vullen, zodat je op het eind ook allebei even tevreden bent over wat er dan staat. Dat vergt veel oefening, maar dat vinden we heel leuk. Elk werk dat je maakt blijft een oefening.
Oefen je dan vooraf of meteen toegepast? M: Ja, meteen toegepast. We vinden het fijn om snel resultaat te zien. Ik in ieder geval, ik ben heel ongeduldig. Dus ik wil altijd direct daar zijn, waar ik heen wil. Wat ik voor ogen heb. In plaats van in de schetsfase te blijven hangen. Dat kan ik niet. Ik kan best een schets maken, of zelfs nóg één, maar die ga ik dan niet verder uitwerken, want dan heb ik die tekening al gemaakt ofzo.
‘ Ik ben tevreden als je er in kan verdwijnen. Als je er naar kan blijven kijken’. Ook de uitgewerkte stofuitdrukkingen of lichtreflecties in jullie werk hebben jullie nooit vooraf geoefend? M: Nee, het is heel direct. Heel recht toe, recht aan werken. Het is gewoon de foto pakken en gaan. Gewoon het doen, en dan maar zien of het werkt. T: Af en toe wat kleuren bespreken, en als dat duidelijk is, gewoon maken. M: Ik denk ook dat dat de kortste weg is, ook als je zomaar zou beginnen zonder dat je nog maar enige techniek hebt opgebouwd. Je komt dan
‘a Glove Story’ Spray Paint & latex on Wall 2014 sabadell, Spain
The o1ne Spray paint & latex on wall Project Nightclub 2013 Beirut, lebanon
direct alle problemen tegen. Dat zag ik ook terug bij onze laatste stagiaire die een sterk realisme ambieerde. Wij gingen dus meteen pushen van: “ga dan ook meteen realistisch proberen te schilderen.” Zoek dat dan meteen in een schilderij op, in plaats van eerst honderd oefenschetsjes te maken. Dan leer je het. Dat is de kortste weg. Aan de andere kant is het misschien ook wel weer de moeilijkste weg, omdat je meteen zoveel problemen tegenkomt dat je het niet meer kan behappen.
’Realisme blijft een hoofddoel, maar wel met een eigen flavour’. T: je merkt wel in onze laatste werken dat we er steeds meer over nadenken, hoe we ons kunnen onderscheiden van andere artiesten, en hoe we onze eigen stijl daarin kwijt kunnen. Realisme blijft een hoofddoel, maar wel met een eigen flavour daaraan. We doen nog steeds wel eens, weinig voorbereid, een muur, maar toch ook alweer veel beter voorbereid dan twee jaar geleden. En daardoor zie je wel dat er nog steeds heel veel vooruitgang is. Dat komt echt doordat we ons langzamerhand steeds meer
voorbereiden. We bereiden ons dan alleen maar voor op wat we willen maken. Want het hele gedeelte van kleuren zoeken en hoe we het gaan maken dat doen we gewoon ter plekke op de muur. Soms zit het basispalet al wel in de schets, maar dan bouwen we de rest daar ter plekke omheen. Als we bijvoorbeeld een schedel gaan doen, dan pakken we de meest voorkomende kleur... M: Je hebt bijvoorbeeld een spuitbus-kleur die heet Bone. T: En dan kiezen we bijvoorbeeld een mooie blauwe of groene tint voor de schaduw en daarop zoeken we dan ter plekke verder, wat daarbij past. M: Dat palet is ook een beetje een momentopname, het is een beetje op gevoel kiezen. T: Vroeger gebruikten we bijvoorbeeld nog vaak zwart voor de donkere tinten, maar tegenwoordig gebruiken we eigenlijk wel altijd gewoon kleur, donker paars ofzo, voor die donkerste partijen. We gebruiken daar nooit meer gewoon zwart voor. We lichten de donkere partijen ook steeds meer op. Als iets heel donker wordt raakt het snel kleur kwijt, en hoe lichter je die donkere schaduw maakt, hoe meer kleur je er in kan krijgen.
Als jullie puur wit gebruiken ziet het er nooit kalkachtig uit, hoe krijg je dat voor elkaar met acryl? M: Nou dat is het soms wel een beetje hoor, maar dat heeft er ook mee te maken wat voor een vernis je ervoor gebruikt. Het is vooral de subtiliteit in de verschillen zoeken. Het is heel mooi om fors contrast te combineren met subtiel contrast. Dat is in het realisme heel essentieel. Heel genuanceerd, weinig verschil in kleur. In de hoge lichten zit dan een hele rij met kleurschakeringen die heel dicht bij elkaar liggen.
‘Het is vooral de subtiliteit in de verschillen zoeken’. Als jullie samenwerken is er één gezamenlijk handschrift. Is dat anders wanneer jullie individueel werken?
Dus aan de éne kant een surrealistische en zweverige kant en aan de andere kant een redelijk concrete en grappige kant. T: We houden in ieder geval allebei van Vreemd.
In jullie Telmo Miel werk zit veel humor, vaak door hele kleine ingrepen. Hoe werkt dat?
T: voor mij is dat wel een must, altijd. Dingen moeten ook leuk zijn. Ik vind het gewoon leuk als mensen er om kunnen lachen of het grappig vinden. Daarom zoeken we altijd wel naar iets dat het grappig maakt, of raar. Zoals bijvoorbeeld bij die aap die we laatst in de TFAC Concept Point maakte. We hadden ook gewoon alleen dat aapje kunnen maken met die verftube, maar geef ‘m een rugzak en het wordt in eens een heel grappig ding. En zo’n klein dingetje maakt dan opeens wel een heel groot verschil.
T: Daar zitten wel verschillen in ja.
rob’s spoonbill Spray paint & latex 2015 roermond, nederland slices: thorax acryl op canvas 50 x 100 cm 1999
M: Ja, qua techniek zit dat wel op één lijn. Qua handschrift is er ook weinig verschil in de manier. En daardoor heel makkelijk combineerbaar. Maar het grootste verschil zit ‘m in de onderwerpkeuze. Telmo zit wat meer aan de gekke kant, de grappige kant. En ik ben wat serieuzer ingesteld, of iets romantischer als ik het zou moeten omschrijven. (Lacht) Dat verschil proberen we sinds kort ook wel meer tot uiting te laten komen in het werk.
Hoe werkt het schetsproces voor jullie? Gaan jullie dan samen achter de pc zitten? M: Dat verschilt per keer. Zoals het uitkomt. Toen we in Spanje waren had Telmo bijvoorbeeld al een schets liggen, en dan ga ik daar op een avond weer mijn smaak aan toevoegen. Maar we maken ook heel vaak apart van elkaar een ontwerp en daar kiezen we er dan één van. Het is allemaal heel vrijblijvend, én
monkey gloving spray paint & latex on wall 2015 dortmund, germany
ingesteld op dat je het fijn vindt om het te maken.
T: We weten ook goed van elkaar wat we willen. En we kijken goed waar de ander mee bezig is in zijn schets, om dat weer te kunnen aanvullen. Dan is hij bijvoorbeeld bezig met knippen en dan vind ik daar weer een hele mooi kraaienkop bij die ik hem dan geef zodat hij zijn schets af kan maken.
Hoe was het om op de Willem de Kooning te studeren? (Beginnen allebei te lachen) M: Nou we zijn allebei wel redelijk eigenwijs, dus dat is direct al een slechte match. We zijn heel moeilijk kneedbaar. Ik had daarvoor al een
‘We zijn steeds meer gaan doen wat wij zelf wilden doen, dat werkt’. jaar Rietveld gedaan, en een jaar HKU, dus ik had al wel ervaring met ‘de academie’. En ik was er eigenlijk toen al achter dat het niet mijn ding was. Puur om het feit dat een beoordeling altijd op een mening gebaseerd is. Dat zou op zich veel objectiever kunnen, maar het is altijd zo dat de leraren het toch niet kunnen laten om te zeggen: Ik had die achtergrond blauw gedaan, en jij doet ‘m roze. Ik blijf erbij dat ik roze doe, want ik ben eigenwijs. Dan krijg je dus een vijf en half. Dat soort dingen zijn veel te veel op smaak gebaseerd. Ik vond persoonlijk dat ze veel te veel bleven hameren op het negatieve, zonder daar iets positiefs tegenover te zetten.
En het is niet vaak opbouwende kritiek... Hoewel, een aantal leraren wel hoor. Er zijn gelukkig wel een paar leraren geweest die me ontzettend veel geholpen hebben. Van dat soort mensen neem je ook veel meer aan omdat ze objectiever kunnen kijken en je ook echt verder willen helpen in wat ik wilde doen. T: Zo gezien heeft school ons wel heel erg geholpen. Door tegen hén aan te schoppen zijn we nog meer naar ons zelf gaan luisteren. We kwamen er gewoon achter dat zij het ook niet allemaal wisten, dus gingen we steeds meer doen wat wij zelf wilden doen, dat werkt. Maar als ik mijn studiefinanciering niet terug had moeten betalen, dan had ik die school niet afgemaakt.
Maar wat zochten jullie daar dan in de eerste plaats? M: Ik wilden leren conceptueel te denken. Maar ik ben er wel achter gekomen dat dat niet voor mij is weggelegd en dat ik gewoon moet doen waar ik goed in ben. Ik dacht dat als ik mijn techniek kan ondersteunen door een goed concept, dan wordt ik een betere kunstenaar. Dus ik dacht dat ze me dat wel bij konden brengen op de academie, maar dat is niet gelukt. Dat zit ook gewoon niet in mij, dus dat is er waarschijnlijk ook niet in te stoppen.
Maar goed, jullie zijn wel veel bezig met idee-ontwikkeling. M: Vooral met vorm, met beeld. Daaruit ontstaat
er dan misschien wel weer iets. Maar nooit van die conceptuele lulverhalen, ik smul daar niet van. Ik vind het mooier als ik ergens naar kan kijken en in kan verdwijnen, of waar ik vrolijk van wordt. T: Dat is waar de academie ook altijd zo op bleef hameren: ‘het mag niet alleen maar mooi zijn.’ En daar hadden we Zooo’n hekel aan! Sindsdien hebben we ook altijd tegen iedereen gezegd, tegen elke student of stagiaire of wie dan ook; ‘Alles moet gewoon mooi zijn!’ Er heeft ook nog nooit iemand geklaagd dat er bij sommige werken geen concept achter zit. Dat het gewoon helemaal gebaseerd is op vorm en op mooiheid, op kleur, en dat je er ook gewoon van kan genieten, je ogen in ieder geval. Voor ons werkt dat gewoon. M: Ze zeiden altijd dat ‘mooie dingen maken’ niet commercieel toepasbaar was. En dat is natuurlijk onzin, want je kunt vanuit vorm zo ontzettend veel creëren. Dat zie je aan onze portfolio.
gens vijf dagen met je gezicht voor die muur, en als je daar dan weggaat staat er een mega kunstwerk op en is dat witte ding helemaal verdwenen. Zoiets krijg je alleen met verf voor elkaar op zo’n muur.
‘Nooit van die conceptuele lulverhalen, ik smul daar niet van’. M: Heerlijk om die bussen en die verf uit de kast te trekken en gewoon lekker vieze handen te krijgen. Dat voelt als echt werken, achter je computertje zitten voelt niet als echt werken, dat voelt als secretaresse spelen ofzo. T: Ook al werk je 18 uur achter je computer aan één stuk, dan nog voelt het alsof je niet zo heel veel hebt gedaan. Terwijl als je aan een wit doek begint en je schildert maar drie uurtjes, dan heb je wel het gevoel dat je veel hebt gedaan weet je wel? Dat is veel bevredigender werken. En het ruikt lekker.
‘Zoiets krijg je alleen met verf voor elkaar op zo’n muur’. Jullie komen natuurlijk van de spuitbus, Waarom hebben jullie zo’n sterke liefde voor verf? M: Omdat ik het gewoon heerlijk vind om met mijn handen bezig te zijn, en op grote schaal ook vooral. Want ik zit ook veel te illustreren achter mijn laptop, en dan zit ik met een pennetje in mijn hand te tekenen, digitaal schilderen noemen ze dat tegenwoordig. Maar dan voel ik me toch altijd beperkt. T: Het is ook jammer dat als je dat scherm uitdoet, dat het dan weg is. Terwijl een muur gewoon blijft staan; En de impact daarvan is ook veel mooier en groter. Ik blijf het ook altijd mooi vinden als je een huis beschildert. Dan kom je daar aan en is alles nog wit. Dan sta je vervol-
maar ik zie jullie ook steeds vaker met penseel werken. Is dat een groot verschil? M: Ja ik vind het verschil tussen olieverf en acrylverf bijvoorbeeld enorm. Ik mis bij acryl echt de kleurpower. Ik bedoel ik vind spuitbus en acryl mooi, maar het is toch altijd wat mattig. Olieverf is echt veel dieper en geeft je werk wat meer allure ofzo. T: Maar dat is vooral op doeken. Ik vind muren uiteindelijk toch gewoon het leukst.
Bas, jumbo, albert acryl & spray paint on canvas 120x100cm 2013
The Glove Story is een prachtige mural. Kunnen jullie daar eens iets over vertellen? Hoe ontstaat zoiets?
T: Dat begon eigenlijk als een reünie van het project dat we in Abu Dabi hebben gedaan. Daar hebben we bijna vier weken met een grote groep internationale kunstenaars samengewerkt. De projectleider daarvan vond het leuk om iedereen weer een keer bij elkaar te halen en heeft zo dat festival bij Barcelona een internationale input gegeven. We kregen daar een mooie muur en verf om mee te werken.
mooi dat het nu zo loopt, maar we zijn ook wel zo realistisch om te weten dat dit zo weer kan zakken. Dat weerhoudt me er misschien ook wel een beetje van om er nu van te genieten. Maar sommige dingen zijn wel heel gaaf natuurlijk. Toen we nog op de Academie zaten gaven we daar presentaties over de Duitse Graffiti groep Maclaim en twee jaar later sta je opeens samen met die gasten op een hoogwerker in Abu Dabi te schilderen.
‘ Ik verzamel gewoon alles wat ik leuk vind om te schilderen’.
Hoe kom je dan op zo’n onderwerpkeuze van een rubberen handschoen met een skull met een extra gebit, naast een opgeblazen roodborstje die zittend op een potlood zweeft? T: Ik verzamel gewoon alles wat ik leuk vind of mooi vind om te schilderen. Dus ik heb daar een enorme verzameling van. En in dit geval hadden we die schets al eerder gemaakt voor een opdracht in Rotterdam, maar die werd toen niet gekozen. Van veel opdrachten maken we meerdere schetsen. We hebben dus ook een kleine verzameling van schetsen die we ooit al eens hebben gemaakt. En die pas je dan gewoon aan op de volgende muur die je krijgt. M: Telmo heeft insomnia (slapeloosheid), dus die zit ‘s nachts waarschijnlijk heel vaak hele gekke dingen te bekijken op het internet, en daar verzamelt ‘ie dan heel veel beelden van. T: Ik verzamel gewoon alles wat ik leuk vind om te schilderen. M: Zoals nu, heeft ‘ie weer een hele verzameling met alleen maar Albino dieren. Ook weer zo’n onderwerp waar je niet direct op komt. Maar we hebben dus altijd keuze uit een enorme verzameling beelden. Waar moet een goed beeld of schilderij voor jullie aan voldoen? M: Ik ben tevreden als je er in kan verdwijnen. Als je er naar kan blijven kijken.
Jullie worden op dit moment echt van over de hele wereld gevraagd. Overal lopen ze met jullie werk weg. Wat doet dat met jullie? T: Het is misschien vreemd dat het vrij weinig met ons doet, maar we zijn heel nuchter. Het is wel heel leuk natuurlijk, maar als we er even om kunnen lachen is het weer gewoon werken. M: We zijn heel gefocust en ambitieus. We weten goed wat we willen doen. Het is heel
black acryl op poly-canvas 100 x 120 cm 2001 CBK Groningen SBK Amsterdamn
T: Ja dat is wel het leukste, de waardering van artiesten waar je vroeger nog tegen opkeek.
Staan er nog artiesten op jullie verlanglijstje? T: Herakut (Duitsland) wil ik nog wel eens in het echt zien. Of met Aryz (Spanje) zou ik ook nog wel eens willen werken. M: Of met Etam Crew (Polen), dat vinden wij echt hele goede kunstenaars.
Doen jullie veel aan marketing voor jullie werk? M: Ja! Steeds meer. T: Vroeger deden we dat helemaal niet. Vóór Telmo Miel wilden we gewoon lekker painten. Dan deden we misschien af en toe wel eens een uitnodiging de deur uit, maar verder niet. M: Maar sinds we als Telmo Miel bezig zijn wel. Mijn vriendin is marketing manager en zij heeft mij daarover heel veel bijgebracht. T: We zagen vroeger nooit het nut van die dingen in. We hadden wel Facebook waarop we af en toe eens een foto deelden. En daar bleef het wel bij. We wisten nog niet hoe het werkte. En als je aan marketing doet en je krijgt er iets voor terug dan merk je hoe het werkt. Alleen al een mailinglijst verzamelen voor street art blogs en
Flamin’ go spray paint & latex 2013 antwerp, belgium
glove me tender spray paint & latex on wall 2014 miami, usa
websites enzo. Om onze nieuwe pagina te promoten zijn we toen speciaal een nieuwe muur gaan doen, met die Toekan. Die hebben we naar al die sites gestuurd met de boodschap: we hebben een mooie muur gemaakt, we zijn dit duo. Als je het tof vindt, post het met onze link erbij. En toen zag je dus opeens overal die post voorbijkomen. En dat zijn we langzaam gaan herhalen. En voor je het weet gaan die mensen jou volgen en hoef je steeds minder te doen. Dan gaan ze het zelf delen. En daarna zijn we ook veel meer naar plekken toe gegaan om nieuwe contacten te leggen. Als we nu een expo zien die we cool vinden dan gaan we daar ook heen om te netwerken. M: Nu ben ik dáár niet zo heel goed in. Ik ben best moeilijk benaderbaar en vindt het ook best moeilijk om op mensen af te stappen. Vaak trekt Telmo me mee, hij is daar wat makkelijker in. En soms kan ik mezelf er ook wel overheen zetten en doe ik het gewoon. Maar het is ook iets dat je moet leren. Gewoon doen. Het is actief op zoek zijn naar belangrijke partijen die iets voor je zouden kunnen betekenen. Klanten, galleries, festivals, muurprojecten. T: Je moet gewoon zorgen dat die bal gaat rollen, want langzamerhand wordt het steeds meer een automatisme en makkelijker. Weet je, de eerste festivals daar gingen we heen omdat we dat zelf hadden gevraagd. Maar als je daar dan staat dan zien curators van een ander festival je daar ook werken en voordat je het weet vragen
die je dan weer: komen jullie ook naar ons Festival op Malta? Nou ja dat is goed. Langzamerhand komen die dingen dan vanzelf naar je toe. M: En veel werk maken, heel veel van jezelf laten zien!
Wordt het dan niet tijd voor een agent die je veel van dat werk uit handen neemt? M: Mijn vriendin neemt die taak af en toe al wel een beetje op zich. Die vindt dat erg leuk en zit zelf ook in de creatieve wereld. Ze schildert zelf ook. Dat is voor ons heel erg handig en we steken daar heel veel van op. Maar tot nu toe is het allemaal nog net behapbaar. Maar uiteindelijk willen we wel meer uit handen kunnen geven ja, zodat we meer focus kunnen leggen op alleen maar creëren. T: Plus we hebben nu echt al een heel team van mensen om ons heen die ons kunnen helpen en ondersteunen. M: Ja, ik denk als wij apart van elkaar hadden gewerkt, dan waren wij nu niet op dit punt geweest. We ondersteunen elkaar op zo veel manieren. Toen hij bijvoorbeeld die kindertekeningen had gemaakt werd dat meteen door iedereen opgepikt. Het kwam in de Duitse krant, het stond in de Daily Mail, en binnen een week kwamen eriets van 150 mails binnen. Ga die maar eens allemaal in je eentje zitten beantwoorden. Dan is het heel handig als je een
whale tale spray paint & latex on wall 2015 gemona, italy
tweede hebt die ook namens jou kan antwoorden. Je kan zo veel meer werk verzetten met zijn tweeën. Als je echt volledig op elkaar kan rekenen. T: En het is voor ons echt heel erg belangrijk dat je gezien wordt. Je creëert constant je eigen hype, omdat je de hele tijd met iets nieuws komt.
Dat vraagt wel een enorme toewijding. Hoeveel uren maken jullie? M: Ik ben er gewoon 24/7 mee bezig. Altijd. T: Ja! M: Ik zag laatst een video waarin Richard Branson, die eigenaar van Virgin, iets zei waar ik me wel in kan vinden. Hij zei: ‘Ik zie werken en plezier maken niet als twee verschillende dingen. Het is allebei één ding, want het is allebei leven.’ Toen dacht ik ja, zo zie ik dat ook. Ik vind dit werk zo leuk. Ik wil dat. En ik zou ook niets anders kunnen. Dus dan is het ook geen werk meer en is het gewoon iets dat je heel graag doet. En daar steek je dan ook al je energie in.
Ik ga liever ergens een muur schilderen dan dat ik op een festival met 10 vrienden helemaal los ga. Ik vind het leuker om ergens op een hoogwerker te staan met 200 spuitbussen om me heen. T: En als het nodig is dan werk je gewoon ‘s nachts door. En dat is helemaal niet moeilijk omdat je het zo leuk vind om dit te doen. M: We willen gewoon maken, dat vinden we leuk. Dingen maken, blijven maken. Dat is ook het hoogst haalbare. Om die mogelijkheid te blijven krijgen.
Hebben jullie nog een goed advies voor de studenten van de kunstacademie? M: Wees vooral eigenwijs! Bij alles wat een leraar zegt, zou ik me afvragen of het waar is en of het ook op jou slaat. T: En het mag ook mooi zijn. Dat ook. M: Dat is zelfs essentieel. Het moet mooi zijn!
‘ We willen gewoon maken, dat vinden we leuk. Dingen maken, blijven maken’.
Voor meer Telmo Miel werk kijk op:
www.telmomiel.com