Personeelsmagazine Radboudumc | Jaargang 41
#4 mei 2016
Gesprek arts patiënt opnemen Goed idee? Alzheimer en parkinson En slechte slapers Stamcelonderzoek Van huidcel naar netvlies
Thomas Maal, coördinator 3D Lab
‘Innoveren moet gewoon’
#4 – mei 2016
INHOUD
“Ik streef naar behandelingen van dikke darmkanker zonder pijnlijke bijwerkingen voor onze patiënten”
LEESTIP ROB COLLIN IS ONDERZOEKER EN UNIVERSITAIR DOCENT BINNEN DE AFDELING GENETICA. HIJ TIPT RUBRIEK HET GETAL OP PAGINA 4-5.
Van huidcel naar netvlies
Dr. Sandra Radema, Oncoloog
Help je ook mee?
08
20
Ga naar www.radboudoncologiefonds.nl en kijk wat jij kunt doen
12
Het voordeel van samen Als bedrijf kunnen we samen profiteren van korting op verzekeringen en van persoonlijk hypotheekadvies. Voor u, maar ook voor uw gezin. Dit doen we samen met Meeùs.
ONDERZOEK – Wat is de link tussen slaap en ziektes als parkinson en alzheimer? Geriater Jurgen Claassen en slaapdeskundige Sebastiaan Overeem doen er onderzoek naar. Met een bijzondere rol voor mannen die in de haven werken.
08
meer weten? Bezoek Meeùs in het Radboudumc (looproute 530) of neem contact op met een van onze adviseurs.
INNOVATIE – Bestuursvoorzitter Leon van Halder riep 2016 uit tot het jaar van de innovatie. Deze maand wordt het thema heel zichtbaar met de Week van de innovatie, Hacking Health en Our Future Health. Zes collega’s vertellen hoe zij innoveren: ‘Gewoon doen!'
12
T 026 400 12 92
[email protected] radboud.meeus.com
ZORG – Er is in het Radboudumc een speciaal ontwencentrum gestart voor patiënten die moeilijk van de beademing komen. Letterlijk een verademing voor deze patiënten, bovendien ook kostenbesparend.
16
Meeùs is onderdeel van Aegon.
Advertentie_Radbode_VoordeelVanSamen_198x130_v2.indd 1
8-10-2015 16:18:58
RONDVRAAG – Patiënten onthouden maar 17 tot 60 procent van de informatie na een consult bij de arts. Is opnemen van het gesprek daarom een goed idee? VWS-minister Schippers vindt van wel, maar wat vinden onze collega’s? ‘Het biedt voordelen, bijvoorbeeld bij een slechtnieuwsgesprek waar patiënten door hun emotie informatie niet goed opslaan.’
20
‘Kunnen we binnen een aantal jaren erfelijke slechtziendheid genezen? Met de komst van het Stem Cell Technology Center hier in huis kunnen we in elk geval een stap in de goede richting doen. Hoe? Met stamceltechnologie kun je bijvoorbeeld huidcellen veranderen in zogenoemde iPS-cellen, die vervolgens weer veranderd kunnen worden in verschillende soorten cellen van ons menselijk lichaam, pluripotent heet dat. Dat wordt op pagina 4 uitgelegd door Jo Huiqing Zhou en Silvia Albert, die samen met hoogleraar Frans Cremers echt keihard hebben gewerkt om het Center van de grond te krijgen. In mijn geval wil ik de iPS-cel veranderen in een netvliescel, wij verrichten onderzoek naar nieuwe therapieën voor erfelijke blindheid. Nadat de ethische toetscommissie toestemming heeft gegeven, vraag ik de behandelend arts of hij een stukje huid van de patiënt wil afnemen (een biopt). In het center worden daar eerst iPS-cellen van gemaakt, die vervolgens worden veranderd in netvliescellen. Zo kan ik op moleculair niveau onderzoeken waarom de patiënt blind is én ik kan testen welke therapieën werken. Door deze technologie werk je met cellen van de patiënt zelf, binnen de specifieke dna-context. Echt maatwerk dus.’
RUBRIEKEN 04 HET GETAL 06 KORT 11 6 VRAGEN AAN 19 DE PATIËNT
22 COLLEGA’S 23 HET MOMENT 24 ACHTEROP
ROB COLLIN
3
4
personeelsmagazine radboudumc
HET GETAL
10
#4 – mei 2016
Willem Andrée
Eduardo Soares
Tien jaar geleden zorgde de Japanse wetenschapper Shinya Yamanaka voor een revolutie in stamcelonderzoek. Hij ontdekte een methode om volwassen lichaamscellen te herprogrammeren tot primitieve cellen die te vergelijken zijn met stamcellen in een embryo. Het bijzondere: die kunnen zich weer opnieuw ontwikkelen tot alle soorten lichaamscellen. Voor deze ontdekking kreeg Yamanaka de Nobelprijs voor Geneeskunde in 2012. In het Stem Cell Technology Center in het Radboudumc dat op 10 maart officieel werd geopend, werkt een internationaal team met zijn ontdekking, onder wie Jo Huiqing Zhou en Silvia Albert. De wetenschappers van het center hebben twee maanden nodig om de stamcellen te maken uit huidcellen. Wetenschapper Silvia: ‘Ons stamcel-lab heeft twee flowkasten waarin steriel gewerkt kan worden, vier incubatoren en microscopen.’ Jo: ‘We kunnen eigenlijk drie dingen doen. Eén: via stamcel-onderzoek het effect van genetische fouten ontdekken om ziektes beter te begrijpen. Twee: de nieuw gemaakte cellen die lijken op lichaamscellen van de patiënt gebruiken om medicijnen te testen. En tot slot kunnen we organen regenereren zoals het netvlies of de huid. We gebruiken deze technologie met tien onderzoeksgroepen: van dermatologie tot epigenetica en van hematologie tot neurobiologie.’ En nu: waar eindigt dit? Silvia: ‘Eigenlijk moeten we in de toekomst alles kunnen maken. Denk aan een nieuwe nier: omdat die van de stamcellen van de patiënt zelf wordt gemaakt is de kans dat die wordt afgestoten een stuk kleiner.’
5
6
#4 – mei 2016
personeelsmagazine radboudumc
KORT
COLUMN | ETHIEK MEDEWERKERS VAN DE SECTIE MEDISCHE ETHIEK (IQ HEALTHCARE) GEVEN EEN BESCHOUWING OVER EEN ACTUEEL ONDERWERP. DEZE KEER HOOGLERAAR EVERT VAN LEEUWEN.
IMPACT VAN ONDERZOEK
Langdurig antibioticagebruik en Lyme In een grootschalig onderzoek geven 280 patiënten aan dat langdurige behandeling met antibiotica niet tot betere resultaten leidt dan een korte. Dat blijkt uit de PLEASE-studie van het Radboudumc die 31 maart in de New England Journal of Medicine werd gepubliceerd. Het onderzoek kreeg nationaal en internationaal veel media-aandacht. De deelnemers kregen de eerste twee weken het antibioticum ceftriaxon. Daarna kreeg één groep twaalf weken lang het antibioticum
doxycycline, de tweede groep twaalf weken een combinatie van het antibioticum claritromycine met hydroxychloroquine. De derde groep kreeg een placebo. Hoogleraar Infectieziekten Bart Jan Kullberg: ‘We moeten concluderen dat langdurig antibioticagebruik niet helpt voor patiënten die eerder lymeziekte hebben gehad en met onbegrepen langdurige klachten zitten. Zij hebben zorg op maat nodig en niet alleen een recept voor antibiotica.’
Getweet
Onderzoek op tafel Hoe maak je wetenschap toegankelijk voor een breed publiek? In het Restaurant van het A-gebouw staan vier ‘kunsttafels’, elke tafel is gemaakt rondom een onderzoek(er) van het Radboudumc. Initiatiefnemers zijn Esmé Waanders, postdoc Genetica, en Angela van Remortele, communicatieadviseur Genetica. Het tafelblad verbeeldt op kunstzinnige wijze de research, op de foto links is dat tumorimmunologie, rechts genetica. In de lades vind je afbeeldingen en teksten, bijvoorbeeld gedichten, over het onderzoek en de wetenschapper. Collega’s kunnen er zich door laten inspireren, maar ook patiënten en bezoekers kunnen zo kennis maken met wetenschap. De tafels zijn daarnaast beschikbaar voor bijvoorbeeld vergaderingen, evenementen, researchbijeenkomsten en open dagen. Reserveren kan via
[email protected].
Keeper Jasper Cillessen opent kindvriendelijke traumakamer Jasper Cillessen, keeper van het Nederlands elftal en Ajax, opende op 16 april de nieuwe kindvriendelijke traumakamer op de Spoedeisende Hulp. Een supportersgeleding (HKN) van NEC zamelde hiervoor geld in. Aanleiding voor hun actie was het aangrijpende verhaal van de elfjarige Youri die leed aan een zeer zeldzame vorm van botkanker. De supporters haalden 15.750 euro op. HKN-lid Joost Slagers opent samen met de keeper de traumakamer, waarin met licht, kleur en geluid een kindvriendelijke omgeving is gecreëerd.
@timoh77 Prof. dr. Jan Smit @radboudumc: Tijd en aandacht zijn geen declarabele zorgproducten. @EdwinvMeerkerk De collega's van @radboudumc lijken soms meer aan #kunst te doen dan wij bij kunst- en cultuurwetenschap… @HetVerband "Laat de regeltjes je er niet van weerhouden om het juiste te doen." ~ Isaac Asimov #quote #zorg #ethiek.
Minder complicaties door onderwijs met simulator
@RenskeLeijten Heel verstandig. Van fouten behoor je te leren en niet te zwijgen. En al helemaal geen zwijgcontract te sluiten
Geen schaar met lint, maar een uitdaging met de scoop. Zo opende Leon van Halder, voorzitter Raad van Bestuur, 4 april het nieuwe skillslab Interventie Longziekten. Volgens hem een mooi voorbeeld van innovatie.
@NETKanker marktwerking kent veel idiote uitingen Als we artsen gaan vergelijken met hotels...#Zorgkaart
Simulatietraining is de toekomst. Een veilige en comfortabele manier om vaardigheden te trainen. Oefenen via de simulator leidt tot minder complicaties en ongemak bij patiënten. En het leren gaat sneller. De nieuwe simulator is haast niet van een echte patiënt te onderscheiden. Hij gaat bijvoorbeeld hoesten en boeren als met de scoop de wand van de keelholte wordt geraakt. ‘Dit is fantastisch’, zegt Freek Kreemer. ‘Jammer dat ik al aan het einde van de opleiding zit.’ Hij heeft de vaardigheden, zoals het oefenen van endoscopische handelingen bij patiënten met longkanker, nog op patiënten moeten oefenen onder toezicht van ervaren artsen. ‘Dat is best spannend. Deze manier is veel comfortabeler. Wel kan ik de specialistische handelingen nu op het skillslab gaan trainen.’ Lees het volledige bericht op intranet en bekijk het filmpje.
@HuisartsRossen #coassistent begeleiden is nog best lastig als je het goed wil doen... @Radboud_Uni
het leven met dementie nog zeer de moeite waard kan zijn. Hoogleraar geriatrie/ principal clinician Marcel Olde Rikkert verzamelde de brieven samen met dementiedeskundige Ruud Dirkse. ISBN 9789078342175, € 19,50
@ChrisScholten10 Vanmorgen had ik de @liedjesfabriek op bezoek en we hadden een gein. @radboudumc #DeZee
De val van mijn moeder
GETIPT LEVEN EN DOOD, GEZONDHEID EN ZIEKTE, WERK EN ZORG VORMEN VOOR VEEL SCHRIJVERS EN CULTUURMAKERS EEN INSPIRATIEBRON. IN IEDERE RADBODE LEES JE CULTUURTIPS.
Ik heb dementie Boek: Vijftig mensen schreven een openhartige brief vol steun en tips over hoe
Boek: Een zoon beschrijft hoe zijn moeder na een val haar arm breekt
en een ongeplande reis door zorgland maakt. Ernst Timmer beschrijft als in een hilarische roadmovie hoe een bonte stoet van artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners voorbijtrekt. ISBN 9789044630367, € 18,95
Tornen aan de grens van levensvatbaarheid ‘Ik heb hier nog meegemaakt dat de grens van levensvatbaarheid verschoof naar 28 weken. Pas dan werd een te vroeg geboren kind behandeld. Sinds 2010 ligt de grens op 24 weken. En opnieuw wordt er druk vanuit de maatschappij uitgeoefend om die grens naar 20/22 weken te verschuiven. In het buitenland (Engeland, Zweden, VS en Japan) gebeurt dat immers ook. De technische mogelijkheden nemen toe. Er zijn kinderen die het daarna goed doen. Maar helaas zijn er meer kinderen die er een ernstige verstandelijke en/of lichamelijke handicap aan overhouden. Hoe jonger en ongerijpter het kind, des te groter de kans op complicaties. Het is dus de vraag of je opnieuw aan die grens moet tornen. Ik denk dat menig zorgverlener vanuit zijn hart nee zal zeggen. Zij staan nu al regelmatig voor het dilemma: ‘Is dit een leven dat we in stand willen houden?’ Ik neem zeker tien keer per jaar deel aan moreel beraad bij Neonatologie. Wikken en wegen over doen of laten, in een team met artsen, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers. Natuurlijk wil je alles doen voor ouders en kind, maar wat is het prijskaartje? De neonatoloog heeft het laatste woord. Het belang van het kind is daarbij uitgangspunt. Het bijstellen van de grens van levensvatbaarheid vraagt om een brede maatschappelijke discussie. Welke opvattingen leven er in de maatschappij, de beroepsgroepen en ouders? Medisch gezien zijn er nog grote lacunes in wetenschappelijke kennis op het grensvlak van levensvatbaarheid. En maatschappelijk gezien zal een aanzienlijk deel van de overlevende kinderen in hun latere leven op belemmeringen stuiten en moeten inleveren op kwaliteit van leven.’
7
8
personeelsmagazine radboudumc
ONDERZOEK
#4 – mei 2016
Anne van Kessel en Rosan Reusken
Paul Lagro
Slaap als vriend en vijand Zestig stoere havenloodsen die wekenlang een dagboek bijhouden. De mannen die grote schepen veilig een haven in navigeren, doen dit niet om hun memoires te noteren, maar om alles over hun slaap op te schrijven. Ze doen het vol enthousiasme voor Jurgen Claassen, klinisch geriater/onderzoeker van de afdeling Geriatrie. In de hoop meer te weten te komen over het risico dat onregelmatig slapen heeft op de kans alzheimer te ontwikkelen. ‘De loodsen hebben onszelf benaderd toen ze het persbericht over ons eerste onderzoek lazen’, zegt de geriater. Uit dat onderzoek uit 2014 bleek dat een normale nacht slapen de hoeveelheid van het eiwit amyloïd-bèta vermindert. Een nachtje wakker blijven, bleek deze daling te verstoren en ervoor te zorgen dat de hoeveelheid eiwit nagenoeg gelijk blijft. Amyloïd-bèta speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij de ontwikkeling van alzheimer. Chronisch slaaptekort zou dus mogelijk de kans op de ziekte verhogen, was de conclusie van Jurgen Claassen en zijn collega Sharon Ooms destijds.
Proefpersonen aangeboden En dat zette de loodsen aan het denken. Bij hun beroep draaien ze namelijk diensten waarbij ze steeds een week achter elkaar fulltime beschikbaar moeten zijn. De (meestal) mannen wachten dan tot er een grote boot binnenkomt. In de tussentijd pakken ze waar ze kunnen wat slaap, ze weten namelijk nooit hoe lang het duurt voordat ze weer aan het
Camera’s in de slaapkamer en een horde mannen die zich vrijwillig aanbiedt als proefpersoon. Voor onderzoekers Jurgen Claassen en Sebastiaan Overeem is het de normaalste zaak van de wereld. Als geriater en slaapexpert onderzoeken ze de link tussen slaap en ziektes als alzheimer en parkinson. werk moeten. Na die week, gaan ze een week naar huis. ‘Hun slaappatroon is daarmee zeer onregelmatig. Toen zij lazen dat we graag vervolgonderzoek wilden doen, boden ze zichzelf als proefpersonen aan. Dat maak je niet zo vaak mee als wetenschapper’, lacht Jurgen Claassen. De groep bleek ontzettend enthousiast om mee te werken dus het onderzoek kon snel van start gaan. De eerste onderzoeksgroep bestaat uit een selectie die al minimaal tien jaar aan het werk is. ‘Als er een effect is, verwachten we dat zeker bij deze mannen te zien.’ We is naast Jurgen Claassen en Sharon Ooms, Marcel Verbeek van de afdeling Neurologie. De loodsen begonnen met het invullen van dagboeken waarin ze noteerden hoeveel ze sliepen en wanneer. Vervolgens kregen ze een periode van twee weken een soort horloge om dat bijhoudt wanneer je beweegt en wanneer je stilligt, en daarmee een beeld geeft van het slaapwaakpatroon. ‘Enige nadeel is dat je in theorie niet kunt zien of iemand stil in bed naar het plafond ligt te staren of slaapt. Maar als je wakker bent, beweeg je toch net wat meer. Er zit bovendien een lichtsensor op.
Als het licht uit is, is dat vaak ook een teken dat iemand slaapt.’
Unieke groep ‘Het interessante aan deze groep is dat zij slecht slapen vanwege hun beroep. Ze slapen niet slecht van zichzelf. Bij slechte slapers is namelijk eerder aangetoond dat ze een verhoogde kans op alzheimer hebben. Alleen weet je dan niet zeker of het feit dat ze slecht slapen een voorspeller is voor het krijgen van alzheimer, of dat het een oorzaak is van de ziekte. Dat maakt deze groep mannen zo uniek. We kunnen op een heel mooie manier onderzoeken of hun verstoorde slaappatroon tot alzheimer kan leiden.’ De eerste resultaten zijn inmiddels binnen. ‘De mannen komen wel op een gemiddelde van zes uur slaap per etmaal, maar slapen zeer gefragmenteerd.’ Vervolgonderzoek zal bestaan uit cognitieve testen om te kijken of er geheugenproblemen zijn, het in beeld brengen van de hersenactiviteit tijdens een overnachting en MRI-scans om eventuele hersenschade op te sporen. Daarnaast willen ze via de Vereniging van oud-loodsen een vra-
Geriater Jurgen Claassen en arts-somnoloog Sebastiaan Overeem onderzoeken het effect van slaap op alzheimer en parkinson.
genlijst verspreiden om er achter te komen of er onder hen meer mensen dan gemiddeld alzheimerverschijnselen krijgen.
Slaapwereld wordt wakker Een deel van het vervolgonderzoek zal plaatsvinden in het Kempenhaeghe slaapcentrum, waarvoor Jurgen Claassen samenwerkt met slaapdeskundige (arts-somnoloog) Sebastiaan Overeem. De laatste is slaapexpert en bestudeert zelf momenteel de relatie tussen slaap en parkinson. En die is best ingewikkeld. ‘Simpel gezegd: bij parkinson gaan hersencellen stuk’, vertelt hij. ‘Dat proces begint onder
HERSENEN SCHOONSPOELEN Er zijn twee belangrijke theorieën die uitleggen hoe slaap invloed heeft op alzheimer. De eerste zegt dat goede slaap zorgt voor het schoonspoelen van je brein. Te kort slapen heeft dus als gevolg dat je heel langzaam afvalstoffen opbouwt. Amyloïd-bèta, de stof die waarschijnlijk alzheimer veroorzaakt, stapelt ook op. De andere mogelijkheid is dat je hersenen alleen amyloïd-bèta aanmaken als je wakker bent. En niet als je slaapt. Dit komt waarschijnlijk doordat je hersenen continu nieuwe verbindingen maken als je wakker bent, en daar komt amyloïd-bèta bij vrij. Als je weinig slaapt, ben je eigenlijk te veel wakker en maak je te veel amyloïd-bèta aan. Daardoor ontstaat een te hoge concentratie en kun je uiteindelijk alzheimer krijgen.
9
10
personeelsmagazine radboudumc
#4 – mei 2016
Gijs Munnichs
Eric Scholten
6 VRAGEN AAN IN DEZE RUBRIEK STELLEN WE PERSOONLIJKE VRAGEN AAN EEN MEDEWERKER DIE EEN RADBOUDPLUIM HEEFT ONTVANGEN.
Jan Oudenes, verpleegkundig consulent Geriatrie
‘Blijf scherp, blijf actief, blijf dansen’ KIP EN EI
‘Elke keer als ik mag spreken op congressen over kwetsbare ouderen. Soms wel voor driehonderd mensen. Het is een uitdaging om te zorgen dat iedereen geboeid naar je luistert: verpleegkundigen, maar ook bijvoorbeeld artsen en praktijkondersteuners.’
Slaap veroorzaakt dus mogelijk alzheimer, maar patiënten met alzheimer hebben ook vaak slaapproblemen. De ziekte van Alzheimer verstoort namelijk het slaap-waakritme van patiënten. Dat maakt het onderzoek naar slaap en alzheimer lastig. Onderzoekers proberen te ontdekken of patiënten slecht slapen omdat ze alzheimer hebben, of dat patiënten alzheimer krijgen door slecht slapen.
Amyloïd-bèta in de hersenstam en verspreidt zich verder door het brein. Hierbij worden er vroeg of laat ook delen getroffen die ervoor zorgen dat je goed kunt slapen, of juist wakker blijft. Daarnaast kunnen de bewegingsproblemen die bij parkinson horen, ook voor slaapproblemen zorgen. Als je door je parkinson volledig verstijfd in bed ligt en niet makkelijk kunt draaien, slaap je slechter. En ten derde kan de parkinsonmedicatie slapeloosheid veroorzaken.’ Minimaal zestig procent van de parkinsonpatiënten ervaart slaapproblemen. Een van die slaapproblemen is een droomslaapstoornis waarbij mensen hun dromen uitoefenen. Onderin de hersenstam zit het gebied wat ervoor zorgt dat je spieren verslappen tijdens je dromen. Je kunt nog met je ogen bewegen en ademhalen maar alle andere spieren zijn uitgezet. ‘Dat gebied onderin de hersenstam is precies het gebied waar parkinson begint. Als daar iets stuk gaat, zijn de spieren tijdens de droomslaap niet meer volledig verlamd waardoor mensen hun dromen gaan uitoefenen. We weten niet precies waarom, maar het zijn vaak vervelende dingen, mensen gaan slaan of schoppen en verwonden hun partner of zichzelf’, zegt Sebastiaan Overeem. Het blijkt nu dat meer dan tachtig procent van de mensen met die droomslaapstoornis, ergens in de loop der jaren parkinson krijgt. Klaarblijkelijk is de droomstoornis een eerste teken van parkinson. ‘Toen dat bekend werd, werd de slaapwereld wakker.’
Camera’s in de slaapkamer Slaap bij parkinson kan naast vijand, ook een vriend zijn. Neurologen horen regelmatig dat
1 2
Wat is het hoogtepunt van je loopbaan?
parkinsonpatiënten het gevoel hebben makkelijker te bewegen na de nachtrust of een middagdutje. Dit verschijnsel wordt ‘slaapwinst’ genoemd. Promovenda Merel van Gilst dook verder in dit onderzoek. Ze bekeek of de patiënten die aangaven te profiteren van een nacht slaap, ’s ochtends inderdaad een betere fijne motoriek hadden dan patiënten die aangaven geen slaapwinst te hebben. Dit blijkt niet zo te zijn. Mogelijk is de verklaring voor de slaapwinst veel simpeler. Het is bekend dat slaap een heilzame werking heeft; na een goede nacht slaap voel je je uitgerust. Misschien is dit de slaapwinst die de patiënten ervaren. In zijn vervolgonderzoek wil Sebastiaan Overeem achterhalen hoe mensen thuis bewegen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, je kunt er als onderzoeker moeilijk de hele dag naast gaan zitten. Daarom ontwikkelde de TU Eindhoven een videotechniek om bewegingen van patiënten te analyseren. Binnenkort hangt de slaapdeskundige met promovendus Broni Abramiuc en postdoc Nienke de Vries camera’s op in de slaapkamers van enkele patiënten. ‘We gaan kijken naar het beweegpatroon van mensen die net wakker zijn. We willen weten hoe ze opstaan, hoe ze naar de deur lopen. Dit is belangrijk want op deze manier kunnen we meten of de slaapwinst die mensen aangeven te hebben, terug is te zien in hun bewegingen.’ Het ophangen van camera’s in de slaapkamer, roept natuurlijk vragen over privacy op. Maar daar is een slimme oplossing voor. ‘De patiënten krijgen zelf controle over de videobeelden,
Een zichtbaar kenmerk van alzheimer is een neerslag van eiwitten tussen de hersencellen. Deze neerslagen werden door Alois Alzheimer 'plaques' genoemd. Wetenschappers weten inmiddels dat deze plaques worden veroorzaakt door samenklonteringen van een eiwit, amyloïd-bèta genoemd. De meeste wetenschappers denken daarom dat amyloïd-bèta dé oorzaak is van de ziekte van Alzheimer. Zowel gezonde mensen als mensen met alzheimer maken amyloïd-bèta aan, alzheimerpatienten hebben echter veel meer plaques dan gezonde mensen. Amyloïd-betà speelt een belangrijke rol bij de groei en het onderhoud van zenuwcellen.
Waar ben je trots op?
‘Dat het GIDZ-concept (Geriatrie In De Ziekenhuizen) na vijf jaar nog steeds bestaat én goed werkt. Hiermee sporen we kwetsbare ouderen in ons umc op. We beoordelen de mate van kwetsbaarheid van de oudere en stellen een zorgplan op. Bijzonder is dat we ook vrijwilligers inzetten, bijvoorbeeld om een stukje te wandelen met de oudere. Al onze verpleegafdelingen werken nu volgens de GIDZ-methode.’
3 4
Wat weten je collega’s niet over jou?
‘Dat ik ooit als tuinbouwkundig ingenieur afgestudeerd ben. Of dat ik accordeon speel in een amusementsorkest. Vaak in verpleeghuizen, dus ook met mijn hobby ben ik met ouderen bezig.’
Welk boek ligt er op je nachtkastje?
‘Ik word vijftig. Het boek Jong blijven & oud worden van mijn afdelingshoofd Marcel Olde Rikkert spreekt me aan. Bij ouderen gaat het vaak over kwetsbaarheid. Marcel heeft het in dit boek vooral over de veerkracht bij het ouder worden. Blijf scherp, blijf actief, blijf dansen, die boodschap haal ik eruit.’
5 6
Op welke manier kun je je idealen kwijt in je werk?
‘In mijn contact met collega-verpleegkundigen, als spreker op congressen, en natuurlijk in de zorg voor de kwetsbare ouderen zelf. Ik ben dagelijks bezig met mijn ideaal: zorgen voor integrale, goed op elkaar afgestemde zorg voor ouderen.’
Wat doe je als je een jaar lang onze bestuursvoorzitter bent?
zodat ze delen van de nacht kunnen weggooien. Ook zijn de camera’s niet verbonden met het internet. En het mooiste van de nieuwe techniek is eigenlijk, dat de beelden zelf niet worden opgeslagen. Enkel de analyse van de bewegingen zijn nodig voor het onderzoek.’ Sebastiaan Overeem is bezig de eerste patiënten te rekruteren. Dit leek een zware kluif maar niets is minder waar: ‘Het is opvallend dat mensen hier toch heel open voor staan.’
Reageren?
[email protected]
‘De samenwerking met huisartsen, wijkverpleging en verpleeghuizen verstevigen. Ouderen hebben met zoveel zorgverleners binnen en buiten ons umc van doen. Met de toenemende vergrijzing neemt dit alleen maar toe. Samenhang in de ouderenzorg brengen, is de grote uitdaging voor de toekomst. Daar zou ik als bestuursvoorzitter prioriteit aan geven.’
PERSONALIA Naam: Jan Oudenes (49) Afdeling/functie: verpleegkundig consulent Geriatrie Pluim verdiend op: 24 maart 2016 Vanwege: zijn buitengewone inzet om de zorg voor kwetsbare ouderen op alle afdelingen te verbeteren. Ook brengt hij wekelijks zijn kennis over in de Sint Maartenskliniek. Daarnaast verzorgt hij onderwijs binnen het Radboudumc en de Hogeschool Arnhem Nijmegen.
11
12
personeelsmagazine radboudumc
INNOVATIE
#4 – mei 2016
Willem Andrée, Jannie Meussen
Eric Scholten
Innoveer!
3X innovatie Dutch Hacking Health Vrijdag 20 tot en met zondag 22 mei reizen programmeurs, ontwerpers, ondernemers, zorgprofessionals én patiënten af naar diverse steden in Nederland voor Dutch Hacking Health. Doel: samen in teams innovatieve oplossingen bedenken voor gezondheid en zorg. Voor het eerst wordt de ‘zorghackathon’ landelijk georganiseerd in de UMC’s van Maastricht, Groningen, Leiden en Nijmegen.
Het kan niemand ontgaan: vrijdag 20 mei wordt met de Week van de Innovatie het startschot voor het jaar van de innovatie gegeven. Ver van je bed? Dat hoeft niet. Iedereen kan bijdragen. Zes collega’s vertellen hoe zij dat doen.
Our Future Health Donderdag 26 mei is De Vereeniging in Nijmegen met 1.200 genodigden het podium voor een conferentie over de toekomst van onze gezondheidszorg: Our Future Health. Sprekers zijn onder anderen minister Schippers (VWS), Neelie Kroes, prinses Laurentien en Jos de Blok (Buurtzorg Nederland). Via een livestream van 24 uur wordt het daglicht langs twintig steden over de wereld gevolgd, waaronder Parijs, Londen, Stockholm, Basel, Boston, Toronto, San Francisco, Moffet Field (NASA) en Singapore.
Eérst digitaal
B
estuursvoorzitter Leon van Halder riep 2016 uit tot het jaar van de innovatie. En die oproep raakt iedereen, vertelde hij in de Radbode. ‘We willen een toonaangevende rol spelen in het vormgeven van de gezondheidszorg van de toekomst. Hiervoor is het van belang dat innovatie een alledaagse activiteit wordt voor álle medewerkers en dat we dit samen doen, met collega’s en met patiënten. Wij als Raad van Bestuur faciliteren dat en iedereen mag ons daarop aanspreken.’ Deze maand wordt het thema heel zichtbaar met de Week van de innovatie, Hacking Health en Our Future Health. We gaan het merken: iedereen kan bijdragen aan een innovatief Radboudumc. De
voorbeelden zijn legio. Stel je voor: een Radboudumc-wetenschapper die in zijn schuurtje een tuinsproeier uit elkaar haalt om te kijken of de techniek iets is voor operaties aan de prostaat en uiteindelijk voor een vernieuwde operatiemethode zorgt. Een verpleegkundige die de leidinggevende vraagt of pompjes met desinfecterende vloeistof niet aan de bedden geklemd kunnen worden waardoor de handhygiëne enorm verbetert. Of technici die 3D-operaties bedenken, een AIOS die een test ontwikkelt voor patiënten met taaislijmziekte of een vingerprik die de patiënt thuis kan doen. Van groot tot klein, allemaal innovaties. Het gebeurt allemaal hier in huis. Zes collega’s kunnen dat beamen.
WEEK VAN DE INNOVATIE Van 20 tot 27 mei is de Week van de Innovatie. Door heel het Radboudumc zullen diverse activiteiten worden georganiseerd waaronder lunchpresentaties, innovatie-huiskamers en rondleidingen op innovatieve Radboudumc-locaties. En nog veel meer: meer informatie volgt op intranet.
‘Digital first, Physical next’, dat probeert directeur Lucien Engelen van het Radboudumc REshape Center in het Radboudumc door te voeren. ‘Vaak blijven vernieuwingen als apps steken op het argument dat ouderen, mensen met leesproblemen of met minder geld er niet aan kunnen deelnemen. Daarmee ‘gijzel’ je de oplossing voor de grote groep voor wie het wel binnen bereik is. We moeten meer én/én doen in plaats van óf/óf. Voor hen die het kúnnen en wíllen bijvoorbeeld een digital pad maken. Hiermee houden we meer tijd over voor degenen die het niet kunnen of willen.’
13
14
personeelsmagazine radboudumc
6X vernieuwen
Jos Besselink,
hoofdverpleegkundige Cardiologie Wat is jouw innovatie? ‘Om te onderzoeken of patiënten hartritmestoornissen hebben, doen we holteronderzoek. Daarmee registreren we 24 of 48 uur lang het hartritme met een filmpje (ECG). Dat is ongemakkelijk voor de patiënt: het kastje, de draden, het is lastig douchen. Dus zoeken wij nu naar alternatieven. Als eerste een pleister met een chip die op de borst wordt geplakt en registreert. Tweede alternatief is een clip achterop de smartphone: patiënten kunnen bij een stoornis hun duim erop leggen en dan wordt het hartritme vastgelegd.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Het is patiëntvriendelijk en we willen niet achterop komen te lopen met ontwikkelingen, juist voorop. Bovendien: met deze innovaties kunnen we in bepaalde gevallen bezoek aan de hartkatherisatie of ingrepen voorkomen omdat we patiënten beter kunnen registeren.’ Wat ging er goed? ‘Patiënten hebben een enquête ingevuld over het gebruik van de pleister en de clip. Zij zijn erg tevreden.’ Waar liep je tegenaan? ‘Het binnenhalen en analyseren van de data verloopt nog niet optimaal vanwege software. Daar werken we nu aan.’ Tips? ‘Voor innoveren geldt: gewoon doen! En realiseer je: patiënttevredenheid zit ‘em vaak in kleine dingen. Let ook op: laat je niet imponeren door leuke snufjes, kies je nieuwe producten goed.’
Reageren?
[email protected]
#4 – mei 2016
Marleen van Gelder,
wetenschappelijk onderzoeker Wat is jouw innovatie? ‘Steeds minder mensen willen meewerken aan wetenschappelijk onderzoek, dat is een wereldwijde trend. Ze willen niet meer langskomen of vragenlijsten invullen op papier. Wij zijn daarom vijf jaar geleden gestart met nieuwe methoden. Denk aan een digitale vragenlijst, apps of wearables zoals stappentellers.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Wij doen prachtig onderzoek: wat is de invloed van medicijnen bij zwangere vrouwen. We hebben betrouwbare informatie nodig. Bovendien worden onderzoeken groter: we hebben gewoon deelnemers nodig, innoveren is noodzakelijk.’ Wat ging er goed? ‘We hebben inmiddels vierduizend vrouwen digitaal in de PRIDE Study kunnen opnemen, de gegevens zijn zeer betrouwbaar. Nu kunnen we echt met de data aan de slag.’ Waar liep je tegenaan? ‘Veel vragen en scepsis over betrouwbaarheid. Als mensen thuis achter hun computer een vragenlijst invullen, zijn ze dan wel eerlijk? Is diegene wel echt wie die zegt dat hij is? We kunnen nu al melden: de gegevens zijn even of misschien wel betrouwbaarder dan bij gebruik van de traditionele methoden. Verder zijn er ook technische problemen. De vragenlijst was dan voor ons de vragenlijst helemaal in orde gemaakt dan en komt er een nieuwe iPad op de markt waardoor een vraag over bijvoorbeeld medicijngebruik niet meer goed kan worden ingevuld.’ Tips? ‘Durf je nek uit te steken. En realiseer je dat innoveren geen negen-tot-vijf-bezigheid is. Voor ons is het trouwens noodzaak: voor ons onderzoek móeten we deelnemers hebben. Tot slot: neem contact op met REshape en onderbouw je idee goed.’
Wendy Huinck,
spraaktaalpatholoog/coördinator Wat is jouw innovatie? ‘Patiënten met ernstig gehoorverlies zijn meestal goed geholpen met een Cochleair Implantaat (CI). Na de operatie volgt een intensieve revalidatie om te leren horen en verstaan. Onze innovatie heeft betrekking op de levenslange nazorg na de revalidatie. We willen hierin graag verder verbeteren: technisch, qua ondersteuning en zelfredzaamheid. We moeten tegelijkertijd zorgen dat we dit voor een groeiende groep patiënten op maatschappelijk verantwoorde wijze blijven doen.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Patiënten zijn vaak bang om weer terug te vallen in de situatie van vóór het CI. Innovatie is daarom noodzakelijk om de kwaliteit op langetermijn te kunnen blijven bieden, daar zijn wij als professionals maar ook de CI-industrie, patiënten en zorgverzekeraars verantwoordelijk voor. Ik hoop dat we onze patiënten in de toekomst zelfstandiger kunnen maken, met meer regie over hun eigen zorg.’ Wat ging er goed? ‘Wij doen dit samen met REshape, volgen een kortdurend traject waarbij we met de patiënt en industrie de mogelijkheden onderzoeken. Tijdens een bijeenkomst konden patiënten aangeven wat voor hen belangrijk is, mochten “dromen” over ontwikkelingen en gaven tips voor verbetering. Het was een enorm waardevolle bijeenkomst. Ik kwam er bijvoorbeeld achter dat zij al veel weten van technische mogelijkheden voor de toekomst.’ Waar liep je tegenaan? ‘Het is soms lastig om “de vaart er in te houden” omdat er verschillende partijen bij betrokken zijn.’ Tips? ‘Het in gesprek gaan met patiënten, ideeën vanuit de patiënt zelf laten komen is heel waardevol. Daar zit zoveel initiatief en vindingrijkheid.’
Nicole Blijlevens, hematoloog
Wat is jouw innovatie? ‘Ik heb een virtueel digitaal platform opgezet voor patiënten met chronische myeloide leukemie en hun naasten en zorgverleners, CMyLife. Deze patiënten hebben grotendeels een normale levensverwachting, maar zitten de rest van hun leven wel vast aan medicatie.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Patiënten, die dat op prijs stellen, krijgen zo de totale regie in handen. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf hun bloedwaarden en de richtlijn volgen, ze zien de effecten van de medicatie en dat leidt tot betere therapietrouw. Ze kunnen chatten met lotgenoten en zorgverleners en hoeven minder vaak naar het ziekenhuis te komen. De zorg is momenteel versnipperd over zeventig ziekenhuizen, we gaan nu alle kennis delen. Op deze manier kunnen we ook de huisarts er beter bij betrekken. Het platform is bovendien zo opgezet, dat het gemakkelijk kan worden uitgerold voor patiënten met andere vormen van kanker of andere ziektebeelden. Dit is volgens mij echt de toekomst.’ Wat ging er goed? ‘We hebben er met een enthousiast team de schouders onder gezet; met onder meer mensen van het Radboudumc REshape Center en de patiëntenorganisatie Hematon. We zijn 23 april gestart en hadden de eerste dag al tweehonderd aanmeldingen.’ Waar liep je tegenaan? ‘Zo’n platform kost een half miljoen euro. Het was lastig geldschieters te vinden. Het KWF wilde eerst pilot-data zien, en zorgverzekeraars willen de garantie krijgen dat patiënten en zorgprofessionals het platform gaan gebruiken. Dat is nu onze uitdaging.’ Tips?: ‘Laat patiënten het bepalen. Zij leggen de accenten en prioritering anders. En betrek de goede mensen bij het project en ook belangrijke sleutelfiguren uit het veld, om landelijk het draagvak te vergroten.’ Benieuwd naar het platform? Kijk op www.cmylife.nl
Iris Hobo,
designmanager Bouwzaken Wat is jouw innovatie? ‘Ik heb voor de nieuwe MITeC operatiekamers OK-deuren ontworpen met geïntegreerde beeldschermen op de buitenkant. Deze zijn te bedienen vanuit de OK’s. Hierop kunnen ze aangeven dat de OK in bedrijf is en er ook infectiewaarschuwingen bij plaatsen, bijvoorbeeld als er een patiënt op de operatietafel ligt met de besmettelijke MRSA-bacterie.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Vroeger gebeurde dit met losse briefjes op de deur. Op deze manier voorkom je vergissingen. Dat mensen bijvoorbeeld per ongeluk een OK op lopen die in bedrijf is, of dat in de hectiek wordt vergeten te melden dat er sprake is van MRSA. Nu zit het in de routine, één druk op de knop bij het opstarten van de OK.’ Wat ging er goed? ‘Het enthousiasme en de bereidheid van de leveranciers om de ideeën verder uit te werken en uit te voeren in hun eigen systemen. De samenwerking met de mensen van Bouwzaken, OK-complex en de leveranciers liep heel goed en gezamenlijk werd de uitvoering alleen maar beter. Andere ziekenhuizen zijn inmiddels ook geïnteresseerd, er is zelfs belangstelling uit het buitenland.’ Waar liep je tegenaan? ‘De tijdsdruk was groot, omdat het in de pas moest lopen met de opening van MITeC. Normaal wordt het eerst helemaal uitontwikkeld, nu moest het eerste type meteen foutloos werken!’ Tips? ‘Werk samen met mensen die andere competenties hebben. Daag iedereen uit tot het uiterste maar respecteer de grenzen. Het heeft geen zin om iets door te drukken dat niet haalbaar is. En: blijf altijd positief.’
Thomas Maal, coördinator 3D Lab
Wat is jouw innovatie? ‘Ik houd me bezig met innovaties op het gebied van 3D-beeldvorming en 3D-printen. Nieuwe mogelijkheden als virtuele operatieplanning en 3D-geprinte anatomische modellen, zorgen ervoor dat de wensen van de patiënt en de eisen van de behandelend arts samenkomen.’ Waarom is deze innovatie voor jou belangrijk? ‘Door het gebruik van 3D-technologie kunnen we de behandeling echt toespitsen op de karakteristieken van de patiënt. Het is niet meer een standaard behandeling die voor iedere patiënt hetzelfde is.’ Wat ging er goed? ‘Omdat technici en clinici in het 3D-Lab gingen samenwerken, leerden we elkaars taal spreken. Als ik een 3D-operatieplanning voor een patiënt gedaan had, zorgde ik dat ik bij de operatie was. Andersom zat de arts met mij achter de computer om de planning te fine-tunen. Hierdoor is er een nauwe samenwerking ontstaan tussen de ingenieurs van het 3D-Lab, de artsen en de patiënten.’ Waar liep je tegenaan? ‘Innoveren roept weerstand op. Artsen en chirurgen die al jaren op een bepaalde manier werken, staan niet altijd open voor nieuwe technologieën. Het is belangrijk te laten zien dat het werkt door onderzoek. En ook: integratie van jonge technische mensen op een klinische afdeling is essentieel. Je kunt apparatuur kopen, maar zonder de juiste mensen kom je niet vooruit.’ Tips? ‘Ga gewoon eens bij elkaar kijken en laat elkaar weten wat er gebeurt. En tast af hoe je de krachten kunt bundelen om verder te komen. Op die manier kunnen we nog meer patiënten echte topzorg bieden. Innoveren moet gewoon…’
15
16
personeelsmagazine radboudumc
ZORG
#4 – mei 2016
Jannie Meussen
Eric Scholten
Patiënten hebben door een glazen pui wijds uitzicht op buiten. Ze worden uitgedaagd om te bewegen. Door regelmatig te zitten ervaren ze weer hun rompbalans. Op de foto verpleegkundige IC-verpleegkundige Joyce Janssen (links) en verpleegassistent Jacqueline van de Waarsenburg.
IC-patiënten sneller van beademing af
Verademing Het Radboudumc is dit jaar een speciaal ontwencentrum gestart, waar een toegewijd team klaarstaat voor IC-patiënten die moeilijk van de beademing komen. Letterlijk een verademing voor deze patiënten, bovendien is het ook nog kostenbesparend.
Eén op de drie patiënten met complexe aandoeningen lukt het niet om weer snel zelfstandig te gaan ademen. Daarvoor is nu een speciaal ontwencentrum beademing ingericht. Vier IC-bedden, ondergebracht op de Medium Care. Er komen patiënten van onze IC-afdeling, maar ook patiënten die doorverwezen worden van ziekenhuizen uit het hele land. ‘De Intensive Care is een hectische afdeling met instabiele patiënten’, vertelt intensivist Leo Heunks. ‘Met als risico dat de zorg kan
ondersneeuwen voor patiënten die er langer liggen omdat ze niet van de beademing afkomen. Op het ontwencentrum is de sfeer totaal anders.’
staan wisselend op het ontwencentrum. Er is een verpleegkundig specialist, Ton Haans, en er komen dagelijks fysiotherapeuten en logopedisten over de vloer.
Patiënten hebben door een glazen pui wijds uitzicht op buiten. Daarmee krijgen ze het gevoel van dag- en nachtritme terug. Ze kunnen de kwetterende vogels volgen. ‘Het plaatsen van die vogelhuisjes was ons idee, en iedereen reageert er zo enthousiast op’, vertelt IC-verpleegkundige Joyce Janssen van het dedicated team. Een enthousiast, toegewijd en zelfsturend team van achttien IC-verpleegkundigen en drie verpleegassistenten is helemaal op elkaar ingespeeld in de zorg voor deze patiënten. ‘Je moet vooral heel veel geduld hebben’, zegt Joyce. ‘Waar je op een IC vaak de zorg helemaal overneemt, moet je hier patiënten juist activeren. Niet iemand snel wassen bijvoorbeeld, maar de hand van de patiënt daarbij mee laten bewegen. We zetten patiënten een aantal keren per dag in de stoel. Laten hen bij het haren kammen bijvoorbeeld zelf een spiegeltje vasthouden. We rijden hen soms met de beademingsapparatuur naar buiten. En als het mogelijk is, gaan ze drie keer per week in het oefenbad hier op de afdeling. “Ze moeten hier hard werken”, zeggen familieleden soms.’
Het werpt nu al vruchten af
Bewegen helpt bij het ontwennen Bewegen heeft een belangrijke functie, vertelt de intensivist. ‘Door patiënten te mobiliseren, gebruiken ze hun spieren weer. Met het zitten ervaren ze de rompbalans. In het bad kunnen ze hun hele lichaam bewegen. En dat alles activeert de ademhalingsspieren en de longen. Ze gaan zich langzaam weer mens voelen. En dan gaan we, ondersteund door de verpleegkundigen, starten met het ontwennen van de beademing.’ Op de IC is dat vaak al verschillende keren geprobeerd: beademingsapparatuur terugdraaien, tube eruit, tube er weer in. ‘Dat is voor hen best beangstigend, zeker als het vaker mis gaat.’ Omdat er op het ontwencentrum meer tijd is voor persoonlijke aandacht, voelt de patiënt zich er veilig en comfortabel. ’Dat vind ik zo leuk op deze afdeling’, zegt verpleegassistent Jacqueline van de Waarsenburg. ‘Je bouwt nu echt een band met patiënt en familie op.’ Ook vijf intensivisten
‘Zelfs naar buiten aan de beademing’ Thijs Jacobs (83 jaar) uit Vianen zit te dommelen in de stoel naast zijn bed. Morgen gaat hij met ontslag. Eerst naar een verpleeghuis, omdat hij nog een tracheacanule (buisje in de luchtweg om door te ademen) heeft. ‘Maar we hopen dat hij echt weer naar huis komt’, zegt z’n dochter Ria. Drie weken geleden had ze er nog een hard hoofd in.
Wetenschappelijke cijfers zijn er nog niet, maar deze aanpak werpt in korte tijd al vruchten af. Een greep uit de casussen. Een patiënt bij wie een long is weggenomen, is binnen anderhalve week van de beademing af, terwijl dat niet lukte op de IC. Een soortgelijk verhaal van een patiënt waarbij een verwijzend ziekenhuis de moed had opgegeven. Maar ook minder succesvolle verhalen leveren toch winst op. Leo: ‘Bij een patiënt konden we heel snel de diagnose stellen dat loskomen van de beademing geen optie meer was. Zo iemand hoef je niet langer te frustreren met het telkens opnieuw proberen. In plaats daarvan hebben we snel de procedure van thuisbeademing in werking gezet.’
Ook kostenbesparend ‘Vader kwam op de IC maar niet van de beademing af. Ze hebben hem drie keer opnieuw geïntubeerd, en daarbij kreeg hij een delier (acute verwardheid, red.). Hij heeft ook een behoorlijke ingreep gehad, zijn long is weggehaald en vijf ribben. Op deze afdeling werd hij direct rustiger. Met betere nachtrust, op de IC had hij zoveel last van dat “stomme gepiep” van de apparaten. De mensen begeleiden hem zo goed. Hij loopt weg met verpleegkundige Suus, die ons dialect spreekt. En hij geniet zo van al die vogeltjes voor het raam. Vorige week zijn we ook met de rolstoel en de beademingsapparatuur naar buiten gegaan. Daar knapte hij echt van op. Hij loopt alweer achter zijn rollator. En hij heeft gisteren, onder begeleiding van de logopedist, voor het eerst weer vla gegeten en vandaag tomatensoep. Dinsdag is hij vijftig jaar getrouwd met zijn Mientje. Ik had vijf weken geleden niet verwacht hij dat feestje nog zou meemaken.’
Het streven is de patiënt binnen dertig dagen te ontwennen van de beademing. Leo: ‘Voorheen bezetten patiënten wel eens negentig dagen een IC-bed. Ooit lag een patiënt hier zelfs tweehonderd dagen. Tel uit je winst, een IC-bed kost 2.800 euro per dag.’ Naast de grote winst voor de patiënten zelf, levert het innovatieve ontwencentrum dus ook een kostenbesparing op. Met minder IC-dagen en een lagere kostprijs per bed, omdat hier niet twee, zoals op de IC, maar één verpleegkundige op twee patiënten staat. Joyce: ‘We roosteren zelf en proberen de tijd zo efficiënt mogelijk in te delen. Weg met de mythes in de zorg, is ons credo. Waarom moet je een patiënt elke dag wassen? Dat is toch niet nodig als hij de dag ervoor in het oefenbad is geweest? Waarom moet je een patiënt ’s nachts elke twee uur controleren als hij lekker ligt te slapen? En waarom laten we de voeding via de neus 24 uur doorlopen? Thuis eet je toch ook verspreid over de dag. We dienen het nu zes keer per etmaal toe. Daarmee reguleer je de hormoonhuishouding en ook dat heeft een positieve invloed op het ontwennen.’
Reageren?
[email protected]
17
18
personeelsmagazine radboudumc
#4 – mei 2016
ZAPSERVICE
Jannie Meussen
Paul Lagro
RADBOUDUMC INTRANET INFORMEERT OVER ONTWIKKELINGEN IN HUIS. VOOR WIE HET ONLINE NIEUWS NIET HEEFT GEVOLGD, EEN KORTE UPDATE VAN DE OPMERKELIJKSTE BERICHTEN.
IN DEZE RUBRIEK HET PERSOONLIJKE VERHAAL VAN ONZE ‘ACADEMISCHE’ PATIËNT EN DE REACTIE VAN ZIJN OF HAAR BEHANDELAAR.
Europese subsidie voor proeftuin parkinsonzorg in Nijmegen
Interprofessioneel leren
ParkinsonNet en het Radboudumc willen wereldwijd de zorg voor parkinsonpatiënten verbeteren. Samen met regionale partners zetten zij hiervoor de proeftuin ‘Zorg van de Toekomst’ op in Nijmegen. Een showroom voor innovatieve zorgproducten. Zij ontvangen hiervoor een subsidie van bijna 600.000 euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De innovatieve zorgproducten worden samen met patiënten en eindgebruikers getest. Binnen het project worden innovaties op drie gebieden getoetst: zorginhoudelijk (hulpmiddelen, technologie en ICT-ondersteuning), organisatorisch (samenwerking/ ontschotting van de zorg) en financieel.
2016 van de Radboudumc Health Academy. ‘Dat houdt
Lees het volledige bericht op intranet (8 april)
Interprofessioneel leren is één van de speerpunten van in dat er bij onderwijs- en opleidingsactiviteiten twee of meer disciplines betrokken zijn, waarbij ze ván, mét en óver elkaar leren’, vertelt Nynke Scherpbier, voorzitter van de werkgroep Interprofessioneel Leren en Opleiden, die hierover een advies heeft uitgebracht en waarbij ook de HAN is betrokken.
PATIËNTEN KOMEN VAAK NA LANGE OMWEG
Verpleegkundige en medisch specialisten hebben aan bed van de patiënt dagelijks met elkaar van doen, maar worden van oudsher niet samen opgeleid. Ook de samenwerking tussen professionals in eerste en tweede lijn zou in de opleiding meer aandacht moeten krijgen. Eén van de adviezen is om het diagonaal leren te introduceren. Hierbij krijgen en geven mensen van verschillende disciplines feedback aan elkaar.’ Lees het volledige bericht op intranet (1 april).
Eén opnamekamer brengt heel veel rust
Juliëtte geeft de kracht van haar wens door Zeven jaar geleden was Juliëtte Peters (12) uit Huissen hier onder behandeling voor leukemie. Ze straalt nog steeds als ze vertelt over háár wens die toen met hulp van Make-A-Wish in vervulling ging: een dag prinses zijn. Op 4 april vertelde ze aan de verpleegkundig specialisten Vivianne van de Crommert en Janneke Evers, die haar indertijd behandelden, wat dat voor haar heeft betekend. ‘Ik zag opeens weer de sprankeling in haar ogen’, vertelt moeder Angelique. Make-A-Wish Nederland vervult de liefste wens van kinderen van 3 tot 18 jaar die een levensbedreigende ziekte hebben. Met de ronde met oud-wenskinderen langs academische ziekenhuizen wil de organisatie medisch en zorgpersoneel oproepen om meer kinderen hiervoor aan te melden. ‘Alle kinderen zijn welkom. Er staat een grote groep vrijwilligers klaar, om hen een onvergetelijke dag te bezorgen’, vertelt wensvervuller Annelies Teunissen van de regio Gelderland. ‘We zien telkens weer, dat het hen zoveel kracht geeft.’ Lees het volledige bericht op intranet (4 april), of kijk op www.makeawishnederland.org
DE PATIËNT
Soms kan een zorgvernieuwing zo eenvoudig zijn. Op verpleegafdeling Orthopedie hebben ze sinds kort een driepersoonskamer vrijgemaakt voor de opname van nieuwe patiënten. ‘De stroom van oude en nieuwe patiënten liep door elkaar, en dat zorgde voor veel stress’, vertelt expertverpleegkundige Ingrid Heijnen. 'Aan de ene kant moet je een ontslaggesprek voeren met patiënten die naar huis mogen. Terwijl je daar nog mee bezig bent en het bed nog niet leeg is, komen de nieuwe patiënten, anderhalf uur voordat ze naar de OK gaan. Je hebt het gevoel dat je beide patiënten tekort doet.’ Op de afdeling is nu een opnamekamer van drie bedden vrijgemaakt. Hier gaan de nieuwe patiënten naartoe. Ze hebben daar direct een bed. Eén verpleegkundige vangt de patiënten op en doet alle operatieve voorbereidingen. Na de OK gaan ze pas naar het bed, waar ze verblijven. ‘Het werkt zoveel prettiger’, zegt seniorverpleegkundige Helga de Bie. ‘Echt een aanrader voor andere chirurgische afdelingen. Kom gerust eens kijken.’ Lees het volledige bericht op intranet (24 maart).
Eindelijk vielen de puzzelstukjes in elkaar Een arts in Veldhoven adviseerde Vicky Herps (40 jaar) contact op te nemen met de afdeling Klinische Genetica van het Radboudumc. Na jaren tobben vielen de puzzelstukjes in elkaar en heeft haar ziekte een naam: het PTEN Hamartoom Tumor Syndroom (PHTS). ‘Ik had altijd rare klachten. Ik kreeg als puber bijvoorbeeld vaak veltbulten onder mijn huid. Ik ging regelmatig onder het mes. Ik had ook knobbeltjes op mijn schildklier. En vanaf 17 jaar begonnen de borstontstekingen. In 2012 was het weer raak. “Doe alstublieft iets aan die vreselijke pijn”, zo kwam ik op de Spoedeisende Hulp van Veldhoven binnen. Ik ben dezelfde dag geopereerd. “Het lijkt me verstandig als u contact opneemt met het Radboudumc”, zei de SEH-arts bij het zien van mijn ziektegeschiedenis in het dossier. Hij had zelf daar bij Klinische Genetica gewerkt. Zo kwam ik bij jullie terecht. Dit wil ik niet horen, was mijn eerste reactie op de uitslag van het DNA-onderzoek. Bij PHTS heb je naast alle goedaardige gezwellen ook een verhoogd risico op borst- baarmoeder-,
schildklier- en darmkanker. Ik was boos op de situatie. Waarom krijg ik nou een ziekte, die maar bij één op de 200.000 mensen voorkomt. Van de andere kant voelde ik eindelijk erkenning: hierdoor ging het in mijn lijf dus altijd mis! Ik doorloop nu jullie screeningsprotocol. Ik krijg regelmatig MRI’s van mijn borsten en andere preventieve controles, onder meer op darmpoliepen, zodat er op tijd geanticipeerd wordt. Ook als ik zelf iets voel, moet ik direct aan de bel trekken. Dit geeft me een veilig gevoel. Er is nog geen kanker geconstateerd. Wel moet ik misschien een borstamputatie ondergaan, om die voortdurende pijnlijke ontstekingen te stoppen. Zo’n diagnose zet je leven behoorlijk op z’n kop. Ik ben blij dat ik geen kinderen heb, want die hebben 50 procent kans om het ook te krijgen. Mijn motto is: pluk de dag zolang als het kan. Ik hoop ook dat lotgenoten troost vinden in mijn gedichten, die regelmatig gepubliceerd worden op de site van de patiëntenvereniging. Ik sport en wandel veel met de hond, om mijn conditie goed op peil te houden. Het moet écht slecht met me gaan, wil ik achter de geraniums gaan zitten.’
‘PHTS, ook wel het syndroom van Cowden genoemd, is een zeldzame erfelijke aandoening met zowel goedaardige als kwaadaardige celwoekeringen. Soms wordt de diagnose al op kinderleeftijd gesteld, omdat patiënten vaak een groot hoofd hebben en soms een milde ontwikkelachterstand. Meestal komen patiënten echter pas hier, na een lange weg door de medische molen. Ze komen uit het hele land. Met ons multidisciplinaire team hebben we inmiddels veel expertise opgebouwd en we leren nog steeds bij. Zo zagen we de laatste tijd een aantal mannen met pijnlijke vaatkluwens onder hun schouderblad. Dat hoort er dus ook bij. We screenen bij patiënten de schildklier vanaf 18 jaar, de borsten vanaf 25 jaar, de baarmoeder vanaf 30 jaar en de darmen vanaf 40 jaar. Uit ervaring weten we inmiddels dat dit effectief is. Ons wetenschappelijk onderzoek richt zich onder meer op hoe de schildklierkanker ontstaat. Om zo te komen tot betere preventie en behandelingen. We gaan vanuit het Radboudumc de kennis ook bundelen in een Europees netwerk.’
PROF. DR. NICOLINE HOOGERBRUGGE INTERNIST/ONCOGENETICUS EN PRINCIPAL CLINICIAN RADBOUD EXPERTISECENTRUM ZELDZAME ERFELIJKE KANKER
19
20
personeelsmagazine radboudumc
RONDVRAAG
#4 – mei 2016
Gijs Munnichs
Michiel Moormann
Cees Tack, internist/hoogleraar Interne Geneeskunde
‘IS OPNEMEN WEL HET JUISTE MIDDEL?’
Patiënt neemt gesprek met arts op: goed idee?
‘Onderzoek toont dat patiënten na een consult maar 17 tot 60 procent van de informatie herinneren. Het terugluisteren zou uitkomst bieden. Maar is opnemen het juiste middel? Er wordt beweerd dat 80 procent van een gesprek non-verbale informatie bevat. Volstaat het dan om 20 procent van de informatie-uitwisseling op te nemen? Ook verwoorden artsen bij een gespreksopname zaken mogelijk eerder in neutrale statements. Zodat ze later niet “gepakt” worden op uitspraken. Toch zie ik ook voordelen van opnemen. Bijvoorbeeld bij een slechtnieuwsgesprek waar patiënten door hun emotie informatie niet goed opslaan. Artsen zijn vooral bang voor oneigenlijk gebruik van opnames en openbaring op internet. De kans hierop verklein je door de opnamen in eigen beheer te doen, bijvoorbeeld via mijnRadboud, en dus actief aan te bieden aan de patiënt.’
Patiënten vergeten veel van wat de arts zegt tijdens het consult. Zeker bij emotionele gesprekken, bijvoorbeeld als iemand hoort ernstig ziek te zijn. Laat patiënten daarom het gesprek opnemen, adviseert minister Schippers (VWS). Ook om ze meer
Joost Drenth, afdelingshoofd Maag-Darm-Leverziekten
‘ER IS ARGWAAN: WAT GEBEURT ER MET DE OPNAME?’
weloverwogen te laten meebeslissen over hun behandeling. Een goed idee? We vragen het vijf Radboudumc’ers.
Stefanie van den Bosch, MKA-chirurg in opleiding
‘NOG MOOIER ALS JE OOK FILMPJES KUNT LATEN ZIEN’ ‘Een goed idee om het consult op te nemen voor de patiënt. Ik moet vaak nog eens iets uitleggen. Mensen nemen minder goed informatie op bij bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek of als het over een spannende operatie gaat. Dat is helemaal niet raar, want emoties hebben dan de overhand. Door het gesprek nog eens te beluisteren kan de patiënt de informatie alsnog beter verwerken. Nog mooier is het als je mensen ook filmpjes kunt laten zien, bijvoorbeeld een animatie hoe een operatie verloopt. Ik geloof niet dat mensen snel opnames zullen verspreiden via internet. Je bouwt met je patiënt een vertrouwensband op. Ik ga ervan uit dat mensen te goeder trouw zijn. Of ik extra op mijn woorden let als die opgenomen worden? Dat verandert niet. In mijn formuleringen naar de patiënt ben ik áltijd zorgvuldig, dat hoort bij mijn professionaliteit.’
Karen de Wolf, jurist
‘Onder collega’s zegt een minderheid: geen probleem, neem het gesprek maar op. De meerderheid is argwanend: wat gebeurt er met de opname? Als die zonder dat je het weet via Facebook wordt gedeeld, dan voel je je als arts bedreigd in je professionaliteit. Helemaal als het geluid én beeld betreft. Jonge artsen zijn ermee opgegroeid dat je van alles deelt op het web, zij zullen meer voorstander van het opnemen zijn. Ik vind echter dat je patiënten tegen zichzelf in bescherming moet nemen. Het opnemen van het gesprek is een ontwikkeling die je niet tegen kunt gaan. En het biedt zeker voordelen, want patiënten vergeten veel tijdens een consult. Maar het moet strikt duidelijk zijn waarvoor de opname wordt gebruikt. Bovendien zijn er betere middelen om de patiënt goed te informeren. Zo stuur ik de patiënt vaak een kopie van de huisartsenbrief. Nog beter is om in mijnRadboud een brief in begrijpelijke taal speciaal voor de patiënt op te nemen.’
‘ALS GEHEUGENSTEUN IS OPNAME PRIMA’ Eva Eikhout, voorzitter Kinderadviesraad
‘IK ZOU NOOIT EEN GESPREK DELEN VIA SOCIAL MEDIA’ ‘Voor spannende momenten waarin veel informatie gedeeld wordt, lijkt het me heel handig terug te luisteren wat de arts heeft gezegd. Ook als je aan vrienden of familie wilt uitleggen wat je mankeert of wat behandelopties zijn. Maar wanneer je uitleg krijgt over bijvoorbeeld een röntgenfoto is een “gesproken” opname nooit voldoende. Het zou nóóit in me opkomen om opnames van het consult te delen via social media. Ik deel die informatie alleen met mensen die ik vertrouw.’
‘Als geheugensteun is het prima als de patiënt het gesprek opneemt. Zo kan iemand de informatie nog eens terugluisteren en meer weloverwogen een beslissing nemen over behandelopties. Voor het wederzijds vertrouwen vind ik wel dat de arts op de hoogte moet zijn van de opname. Overigens is het niet verboden als een patiënt zonder toestemming het gesprek opneemt. Het is niet toegestaan om dit gesprek zonder toestemming bijvoorbeeld op internet openbaar te maken. Een rechter kan het wel als bewijs toelaten in een tuchtzaak. Samenvattend lijkt het me een goed idee om gesprekken op te nemen, maar op voorwaarde dat arts en patiënt overeenkomen voor welk doeleinde dit is.’
OPNAME PROACTIEF AANBIEDEN? In maart verstuurde VWS-minister Schippers de brief aan de Tweede Kamer over het opnemen van gesprekken. Bij het Stafconvent (adviesorgaan medisch specialisten) staat op de agenda of we patiënten actief gaan wijzen op de mogelijkheid om het gesprek op te nemen en welke spelregels daarbij gelden. Vanuit het Radboudumc REshape Center wordt onderzocht wat de voor- en nadelen van gespreksopname zijn, is er behoefte aan, en zou het een stap vooruit zijn als we het proactief aanbieden aan patiënten?
Jouw mening geven? Kijk op www.yammer.com en zoek naar Radbode.
21
22
personeelsmagazine radboudumc
#4 – mei 2016
COLLEGA’S MOOIE WOORDEN HOREN BIJ EEN JUBILEUM OF AFSCHEID. DEZE PAGINA’S STAAN ER VOL VAN, SPECIAAL VOOR AL DIE COLLEGA’S DIE IETS TE VIEREN HEBBEN.
25 jaar in dienst Lyanne Speekenbrink-van Hal Telefonist/receptionist
‘Lyanne is een telefoniste met een groot empathisch vermogen. Wanneer het antwoord niet een-twee-drie voorhanden is, zoekt ze mogelijkheden om de klant toch een antwoord op zijn vraag te laten krijgen. Met haar Brabantse accent en humor is zij een prettige collega. Pensioenleeftijd komt er binnen niet al te lange periode ook aan, maar tot dan hopen wij nog met veel plezier met haar samen te werken.’ Vera Oor, operationeel manager Services
Gerton Albers IC-verpleegkundige
‘Gerton is een betrokken IC-verpleegkundige die altijd de beste zorg wil verlenen aan de patiënt en zijn familie. Hij heeft extra affiniteit met de neurologische IC-patiënt. Gerton is een gewaardeerde, gezellige en behulpzame collega en altijd belangstellend naar collega's. Dit maakt hem tot een graag geziene collega in het team van C1b.’ Stephanie Kaalberg, hoofdverpleegkundige IC.
Inger Visser Kinderverpleegkundige
‘Inger is een betrokken collega op de afdeling en heeft in de zorg kwaliteit hoog in het vaandel staan, waarbij het belang van het kind en ouders voorop staat. Door de jaren heen is ze de specialismen Kinderchirurgie en Orthopedie altijd trouw gebleven. Ze deinst niet terug voor nieuwe ontwikkelingen en zet zich 100 procent in bij het begeleiden van nieuwe collega's of studenten. Ze is een gewaardeerde collega en we hopen nog jaren met haar samen te mogen werken.’ Wiljan Hendriks, verpleegkundig teamleider kinderverpleegafdeling Q2S.
Ellen Stevens-Linders Analist
‘Ellen is een zeer gewaardeerde analist op het laboratorium voor Hematologie. Ze is een vriendelijke, betrokken en innovatieve analist. Met haar gevoel voor humor en relativeringsvermogen zorgt ze altijd voor positieve energie op de werkvloer. We hopen nog jaren met haar te mogen samenwerken.’ Joop Jansen, afdelingshoofd,Marion Massop hoofdanalist, laboratorium voor Hematologie (Laboratoriumgeneeskunde)
HET MOMENT
Elvira van Bergen
Gerard Vogel
Analist
Verpleegkundige
‘Na haar stage bij Medisch Microbiologie heeft Elvira een uitstapje gemaakt naar het CWZ. Maar het Radboudumc bleef Elvira trekken, in 1991 keerde ze terug. Elvira werkt op het patiëntenzorglaboratorium, met veel enthousiasme! Ze staat altijd open voor vernieuwing en vindt het ook leuk om met het laboratoriuminformatiesysteem Glims te werken. We hopen dat je nog vele jaren fijn bij ons zult werken!’ Judith Toonen en Rianne Zeitzen-Eeren, teammanagers bacteriologie/mycologie, Medische Microbiologie
‘Na ruim 38 jaar werken in de zorg, waarvan de laatste veertien op de afdeling Hematologie gaat Gerard stoppen met werken. Hij is een gepassioneerd verpleegkundige die zich toelegde op techniek. Echogeleid prikken is door hem tot kunst verheven. Ook nazorg was zijn specialiteit gekenmerkt door luisteren en de juiste vragen stellen. Wij danken hem voor zijn enorme inzet en toewijding voor patiënten en collega’s.’ Rob Wiegman, verpleegkundig manager Hematologie
IN DEZE RUBRIEK VERTELLEN MEDEWERKERS OVER EEN BIJZONDERE ERVARING TIJDENS HUN WERK IN HET RADBOUDUMC. DIT KEER GYNAECOLOOG INA BEERENDONK OVER HET MAGISCHE MOMENT ALS HET ONMOGELIJKE TOCH MOGELIJK WORDT.
40 jaar in dienst Hans Verlaan IC-verpleegkundige
‘Hans heeft een grote passie voor zijn vak. Door de jaren heen heeft hij menig collega aangenomen en mee opgeleid tot IC-verpleegkundigen. Hij is enige tijd teamleider a.i geweest, maar zijn hart ligt echt bij de directe patiëntenzorg. Hij is een baken van rust voor de patiënt en zijn familie, maar ook voor zijn collega's. Zijn zeer positieve arbeidsethos kenmerkt hem. Wij hopen nog lang van zijn positieve karakter en tomeloze inzet te mogen genieten.’ Stephanie Kaalberg, hoofdverpleegkundige IC
Met pensioen Martin Hermeling Verpleegkundige
‘In de bijna 40 jaar dat Martin Hermeling hier heeft gewerkt, heeft hij veel veranderingen meegemaakt. Het contact met patiënten en collega’s is voor hem heel belangrijk.Hij is een zeer gewaardeerde collega. Wij willen hem graag bedanken voor zijn inzet en wensen hem veel geluk en gezondheid.’ Suzanne Teunissen, tactisch manager polikliniek Urologie
Marian Pennings-de Jong Coevorden Operatieassistent
‘25 jaar geleden is zij op de operatiekamer Oogheelkunde als herintreder begonnen. Zij is voor Oogheelkunde inmiddels een begrip. Haar kennis en positieve uitstraling naar patiënt en collega’s is onuitwisbaar, nooit ziek, door weer en wind vanuit Milsbeek op de fiets, een goed voorbeeld voor velen. Wij zullen haar heel erg missen, vooral haar aanstekelijke lach.’ Xandra Verhoeven-Buijs, operationeel manager OK-OHK.
Zwanger tegen de verwachtingen in Afscheid hoogleraar Albert van Kampen
Kwaliteit van leven verbeteren via de knie In zijn afscheidsrede op 15 april keek prof. dr. Albert van Kampen, hoofd Orthopedie, terug op zijn loopbaan als orthopedisch chirurg. Hij richtte zijn aandacht op aandoeningen rond het kniegewricht. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het idee dat je van de knieschijf moest afblijven. Nu worden er veel operaties aan de knie gedaan, zoals het plaatsen van knieprotheses. Waar vroeger het succes van een knieoperatie vooral werd afgemeten aan het feit of de prothese bleef zitten of niet, spelen nu de patiëntervaringen een grote rol. Naast de betere samenwerking met de patiënt is er ook op technisch vlak verbetering mogelijk. Albert van Kampen: ‘Van de behandelde patiënten met een instabiele knieschijf zien we nog teveel mensen terugkomen. Tien tot vijftien procent. Dat moet verbeteren. We moeten beter kunnen voorspellen welke behandeling voor welke patiënt optimaal is.’ Daarop wordt het onderzoek de komende jaren voortgezet. Lees het volledige bericht op internet.
Meer mooie woorden lezen? Ga dan naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen. (Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)
Joost Hopman ontvangt Radboudpenning voor Young Potentials Arts-microbioloog Joost Hopman (39) ontving 21 maart de Radboudpenning voor Young Potentials. ‘In tien jaar heeft hij als arts-microbioloog ongelooflijk veel gedaan voor het Radboudumc, maar ook daarbuiten’, aldus Leon van halder, voorzitter Raad van Bestuur bij de uitreiking. ‘Hij levert veel inspanningen om het verspreiden van micro-organismen in ziekenhuizen zoveel mogelijk te voorkomen. Niet alleen in Radboudumc, maar wereldwijd. Joost is hier hoofd van de Unit Hygiëne en Infectie Preventie (HIP). Hij is voorzitter van de Ziekenhuis Infectie Commissie, ook in het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer. Hij is medeoprichter en bestuurder van het regionale infectiepreventie netwerk en was van 2014 tot 2015 vanuit het Radboudumc gedetacheerd bij de WHO in Geneve en Siera Leone in verband met de Ebola epidemie. Sinds 2013 doceert hij aan de Stellenbosch Universiteit in Zuid-Afrika en hij is adviseur infectiepreventie voor Artsen zonder Grenzen, met speciale aandacht voor Haïti. Dit jaar is hij verkozen als International Ambassador voor de Society for Healthcare Epidemiology of America (SHEA).
‘B
ijzondere momenten in deze rubriek gaan vaak over de dood, ik wil het hebben over het leven. Wat ik onlangs op het beeldscherm zag tijdens een echo, druist in tegen alles wat logisch is. Ik keek ernaar met mijn patiënt, een vrouw van 36 die ik al zó lang ken, die al zoveel behandelingen heeft gehad. Die zich eigenlijk al had neergelegd bij haar situatie. Het begon toen ze nog meisje was, ze had een aangeboren afwijking, namelijk twee baarmoeders. Eén is verwijderd, de tweede had geen connectie met de schede. Ook daarvoor is ze diverse malen geopereerd maar toegang bleef moeilijk. Toen ze kinderen wilde, hebben we eerst de risico’s besproken. Want we weten niet zeker of haar baarmoeder een zwangerschap kan uitdragen. Maar ze accepteerde de risico’s en we zijn de vruchtbaarheidsprocedure ivf gaan proberen. We moesten de eierstokken via de buik benaderen,normaal gaat dat via de vagina. Het was moeilijk de baarmoeder-
holte te bereiken, écht een zoektocht. Gewoonlijk is de terugplaatsing van het embryo een behandeling van vijftien minuten, maar bij haar duurde dat een uur, onder narcose. En dan, een tijdje nadien, krijg je bericht van haar: ze had een zwangerschapstest gedaan. Positief… Als je dan naar de wachtkamer loopt om haar op te halen voor de echo, voel je toch een bepaalde spanning. Omdat je elkaar zo goed kent, ook haar man, heb je een betekenisvolle band opgebouwd. Ik weet dingen van haar privéleven; dat ze samen met haar man veel onderneemt, ik weet waar haar schoonmoeder woont. Na al die behandelingen en door die band die je hebt opgebouwd, is de echo die je doet - haar man was er ook bij - hét moment. Dan kijken zes ogen verwachtingsvol naar het scherm en zie je dat het is gelukt. Zwanger. Als arts ben je dan bijna net zo enthousiast als de patiënt, voldaan omdat alle inspanningen dan zo zichtbaar zijn.’ Willem Andrée
IStock
COLOFON Radbode is het personeelsmagazine van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2016 Redactie Willem Andrée, Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Michiel ter Laan (hoofdredacteur). Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen, Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel Aan dit nummer werkten mee Anne van Kessel, Evert van Leeuwen, Paul Lagro, Michiel Moormann, Rosan Reusken Eric Scholten, Eduardo Soares en John Wijbenga Contact
[email protected] of (024) 818 66 82 Correspondentie vragen over bezorging via
[email protected]. Concept en realisatie ZB Communicatie & Media i.s.m. Janita Sassen en Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of
[email protected]. Oplage 12.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 1 juli 2016.
23
24
personeelsmagazine radboudumc
Gijs Munnichs
Paul Lagro
ACHTEROP IN DEZE RUBRIEK STAPT EEN MEDEWERKER ACHTEROP DE FIETS BIJ EEN COLLEGA. UIT NIEUWSGIERIGHEID, WANT OP DE WERKVLOER KOMEN ZE ELKAAR NIET TEGEN.
Yvonne Dit keer springt Johan van Heel, verpleegkundige Hematologie, achterop bij Yvonne Geurts, fysiotherapeut.
Johan
Johan: ‘Ik zag een TEDx-filmpje van je en dacht: daar wil ik meer over weten.’ Yvonne: ‘Leuk, ik heb bij TEDx gesproken over het uitbannen van “bed centricity”. In het ziekenhuis wordt het bed beschouwd als de centrale plek van de patiënt. Dat wil ik veranderen. Samen met collega’s Shanna Bloemen en Frank Klomp leid ik een umcbreed project om te zorgen dat patiënten meer uit bed komen. We gaan hiermee starten in samenwerking met Cardio-thoracale Chirurgie. Bewegen is beter voor het herstel van patiënten, spierkracht, welbevinden en zelfs voor het brein.’ Johan: ‘Ik ben een fervent wielrenner, sport is machtig mooi. Op de verpleegafdeling Hematologie merk ik dat patiënten minder risico lopen op complicaties zodra ze meer bewegen.’ Yvonne: ‘Bijna geen enkele patiënt is te ziek om te bewegen. Je moet steeds kijken naar de passende vorm. Zo hebben we voor IC-patiënten een zwembad om te mobiliseren. Het vraagt ook een andere mindset: kijk wat de patiënt wel kan. Ook blijven mensen onbedoeld inactief. Het komt voor dat een patiënt een stukje wil lopen op de gang, maar toch ervoor kiest in bed te blijven, omdat de artsenvisite nog moet komen.’ Johan: ‘Wanneer is dit project voor jou geslaagd?’ Yvonne: ‘Als we het eerste ziekenhuis in Nederland zonder bedden worden… Nee, dat is overdreven. ’s Nachts moeten patiënten optimaal kunnen uitrusten, in uitstekende bedden. Maar de onnodige ligmomenten overdag moeten we voorkomen. Er zijn in ons umc veel mooie initiatieven. Beweegruimtes op de afdeling, speciale apps, een bedfiets, een Wii voor jongeren. Ik hoop dat we deze initiatieven meer kunnen verenigen, en we met zijn allen in beweging zijn om patiënten actiever te krijgen.’ Wil jij ook bij een collega achterop? Laat het weten via
[email protected]