Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Project ‘wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare 18 december 2007 Onderwijs /besluitenlijst 1073 Collegevergadering no 47
nvt
Portefeuillehouder
H. Beerten Samenvatting
Aanwezig: Op 9 maart a.s. ondertekenen we een convenant met de minister van Th. de Graaf Voorzitter Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter uitvoering van het project P. Depla, H. van Hooft sr.,dit L.doen Scholten, Wethouders ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’. We gaan in P. Lucassen, J. van der Meer samenwerking met onder meer aanbieders van kinderopvang, Eringa Gemeentesecretaris schoolbesturen en ouders. P. Met deelname aan het project werken we Kuil Communicatie aan het stroomlijnen van deA.verschillende, gemeentelijke procedures, M. Sofovic Verslag zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
L100, Martine van Minnen, 9121 ambtelijk voorstel H.Datum Kunst,
11 februari 2011 Registratienummer
11.0002983
vergroten. Tevens werken we een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ uit om onder meer de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders te vergroten. In het projectplan is de wijze waarop de resultaten bereikt moeten worden opgenomen. Middels dit voorstel stellen we het projectplan vast, regelen we de bevoegdheid ter tekening van het convenant en informeren we de raad over het project. Ter besluitvorming door het college
Paraaf
1. Het convenant wachtlijstbestrijding kinderopvang vast te stellen. 2. Het projectplan ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’ vast te stellen. 3. De brief aan de raad met informatie over het projectplan ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’ vast te stellen.
akkoord
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
De voorzitter, Ter besluitvorming door de burgemeester Machtiging te verlenen aan wethouder T. Tankir om het convenant wachtlijstbestrijding kinderopvang te ondertekenen.
Datum
De secretaris, Programmamanager D. Leenders
Programmadirecteur M. Wetzels
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 1 maart 2011 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 3.22
Datum
akkoord
1
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
collegevoorstel 24 feb 2011.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Op 9 maart a.s. ondertekenen we een convenant met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter uitvoering van het project ‘wachtlijstbestrijding kinderopvang’ in onze stad. Het convenant wordt in totaal door acht gemeenten ondertekend: Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Ede, Haarlem, Rotterdam, Amersfoort en de gemeente Nijmegen. In bijgaand projectplan hebben we de convenantafspraken uitgewerkt. Met deelname aan het project werken we aan het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. Tevens werken we een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ uit om de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders te vergroten. We gaan dit doen in samenwerking met onder meer aanbieders van kinderopvang, schoolbesturen en ouders. In het projectplan is de wijze waarop de resultaten bereikt moeten worden opgenomen. Middels dit voorstel stellen we het projectplan vast, gaan we het convenant aan en regelen we de bevoegdheid ter tekening van het convenant. Toelichting project ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’ Het project bestaat uit twee onderdelen: 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Onderzoek uitgevoerd door ITS Nijmegen ‘Oorzaken en oplossingen voor wachtlijsten’ en gesprekken met aanbieders van kinderopvang bieden globaal inzicht in aard en omvang van de wachtlijsten. Middels dit project kunnen we ons inzicht verder vergroten en de knelpunten wegnemen.Het beoogd resultaat is het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen In de Kadernotitie ‘Doorontwikkeling Brede Scholen 2010-2013: “(Op)groeien in Nijmegen!” die op 30 juni 2010 is vastgesteld, zijn de volgende uitgangspunten benoemd: kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen voor 0-4 jarigen, goed afgestemd op elkaar en op het primair onderwijs zodat jonge kinderen met een zo gering mogelijke achterstand instromen in het primair onderwijs voorzieningen die open staan en toegankelijk zijn voor alle kinderen en ouders waarbij de gemeentelijke middelen worden ingezet voor de kinderen die het nodig hebben waarbij ruimte wordt geboden voor alle aanbieders van kinderopvang. Om voorschoolse voorzieningen optimaal aan te kunnen sluiten bij de Brede Schoolontwikkeling wordt binnen dit project in 2011 versneld een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ ontwikkeld. Het beleidskader wordt uitgewerkt samen met ouders, schoolbesturen, kinderopvangaanbieders en de raad. Belangrijke doelstellingen van het beleidskader zijn toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen en keuzevrijheid voor ouders bij het vinden van kinderopvang. 2
Juridische aspecten
Het juridisch kader van het project wachtlijstbestrijding kinderopvang wordt gevormd door het bijgevoegde convenant dat 9 maart 2011 gesloten dient te worden met alle deelnemende steden en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
In het convenant staan in grote lijnen de afspraken die worden gemaakt over het project: Gemeenten werken aan het bestrijden van de wachtlijsten en het wegnemen van de (huisvestings)belemmeringen voor kinderopvanginstellingen bij capaciteitsuitbreiding; De gemeente stelt een multidisciplinair projectteam samen; De gemeente brengt het resultaat van de genomen maatregelen in kaart en zorgt voor inbedding van de genomen maatregelen; De gemeente doet een voorstel voor het delen van de opgedane kennis tijdens uitvoering van het project; De minister stelt budget beschikbaar en biedt ondersteuning aan van Regioplan; De minister zorgt voor kenniskringen waarin de deelnemende gemeenten kennis kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. Door ondertekening van het convenant verbinden we ons aan de uitvoering van de afspraken in het convenant. Dit zijn afspraken die we met het ministerie maken. De uitwerking van de convenantafspraken hebben wij neergelegd in ons projectplan. Het projectplan maakt geen onderdeel uit van de afspraken met het ministerie. Bevoegdheden Het college is bevoegd tot het verrichten van een civielrechtelijke rechtshandeling, zoals het aangaan van een convenant. Namens het college heeft de burgemeester de bevoegdheid een convenant te ondertekenen, vanuit zijn algemene vertegenwoordigende taak. Omdat in dit geval het convenant ondertekend wordt door wethouder Tankir, wordt aan hem hiertoe volmacht verleend door de burgemeester. 2
Doelstelling
Om deel te kunnen nemen aan het project dient een convenant met het ministerie gesloten te worden. Tevens stelt het ministerie als voorwaarde dat er een projectplan door de gemeente wordt vastgesteld en aan het ministerie wordt verzonden. Met dit voorstel kunnen we formeel besluiten tot het aangaan van het convenant en het vaststellen van het projectplan. Tevens verleent de burgemeester volmacht aan wethouder Tankir om het convenant namens het college te ondertekenen. Dit bij afwezigheid van de verantwoordelijke portefeuillehouder wethouder Beerten. 3
Argumenten
In het project wachtlijstbestrijding werken we op twee manieren aan het bestrijden van de wachtlijsten in de kinderopvang: 1. Door het stroomlijnen van onze interne procedures, bieden we kinderopvangaanbieders de mogelijkheid sneller en eenvoudiger hun aanbod te vergroten. 2. We werken een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ uit om de toegankelijkheid en keuzevrijheid van ouders te vergroten. We willen dit bereiken door aanbieders in de gelegenheid te stellen een aanbod te bieden dat past bij wensen en mogelijkheden van ouders. Dit levert een bijdrage aan een beter evenwicht tussen vraag en aanbod. Het project biedt een goede kans de interne procedures te stroomlijnen en daarmee de dienstverlening te verbeteren. Het doel van het project is het terugdringen van de wachtlijsten in de kinderopvang door het bijdragen aan een beter evenwicht tussen vraag en aanbod. Dit is primair een verantwoordelijkheid van de kinderopvangaanbieders, maar als gemeente kunnen wij hier wel een bijdrage aan leveren door te zorgen voor goede randvoorwaarden, waaronder een goede dienstverlening en daarmee een goede samenwerking tussen betrokken afdelingen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Het resultaat dat wij beogen met deelname aan het project is dan ook het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. Voorbeeld: In het kader van de brandveiligheid dient een kinderopvangaanbieder die een kindercentrum wil starten een omgevingsvergunning aan te vragen. Dit neemt acht weken in beslag. Pas na afloop van deze termijn, kan een kinderopvangaanbieder een aanvraag doen tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang. Deze procedure duurt tien weken. In dit project willen we procedures beter op elkaar afstemmen, zodat een aanbieder van kinderopvang sneller kan starten. Met een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ kan gewerkt worden aan betere toegankelijkheid en meer keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen. We gaan versneld een nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen opstellen dat breed gedragen wordt onder ouders, schoolbesturen en kinderopvangaanbieders. Nodig is een nadere analyse van de belemmeringen voor toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen, zodat oplossingen ontwikkeld kunnen worden ter verbetering. Uiteindelijk dient het te leiden tot het invoeren van maatregelen die resulteren in het vergroten van de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen. 4
Financiën
Het ministerie stelt in totaal 2,7 miljoen euro beschikbaar (landelijk), te verdelen naar inwoneraantal onder de deelnemende acht gemeenten. De financiële bijdrage voor onze gemeente bedraagt € 160.000,- eenmalig. Dit bedrag is door het ministerie toegekend via de decembercirculaire Gemeentefonds 2010 (als algemeen dekkingsmiddel). Als zodanig loopt deze toekenning mee als resultaat in de jaarrekening 2010. Wij zullen de raad voorstellen om bij de vaststelling van de jaarrekening in juni aanstaande – via de 2e winstbestemming – dit bedrag alsnog in de begroting 2011 op te voeren in het programma Onderwijs. Onder voorbehoud van een positief raadsbesluit gaan we het convenant aan. Mocht onverhoopt de 2e winstbestemming niet doorgaan, zoeken we alternatieve dekking binnen het programma. Het bedrag van €160.000 wordt ingezet voor personele en organisatorische kosten. In juni zullen we zonodig de begroting hierop verder aanpassen. De projectleiding voor het ‘project stroomlijnen procedures kinderopvang’ wordt belegd bij Regioplan. Dit wordt bekostigd door het ministerie. 5
Communicatie
Over het projectplan heeft afstemming plaats gevonden met een aantal aanbieders van kinderopvang en schoolbesturen. 6
Uitvoering en evaluatie
Na vaststelling van het projectplan, wordt dit plan naar het ministerie gestuurd. Door ondertekening van het convenant door wethouder Tankir wordt gestart met de uitvoering van het projectplan. Hierover vindt regelmatig terugkoppeling plaats naar de opdrachtgevers. Bij de uitvoering van het projectplan worden schoolbesturen, aanbieders van kinderopvang en ouders nadrukkelijk betrokken. In het projectplan zijn tevens evaluatiemomenten benoemd.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
7
Risico
Er zijn geen risico’s aan het voorstel verbonden.
Bijlage(n):
Convenant wachtlijsten kinderopvang Projectplan ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’ Brief aan de Raad
CONVENANT Wachtlijsten kinderopvang Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: ‘de Minister’, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Amersfoort, te deze vertegenwoordigd door de heer M. Tigelaar, wethouder Jeugd & Onderwijs en Wijken & Beheer, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Amsterdam, te deze vertegenwoordigd door de heer L. Asscher, wethouder onderwijs, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Den Haag, te deze vertegenwoordigd door mevrouw I. van Engelshoven, wethouder onderwijs, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Ede, te deze vertegenwoordigd door mevrouw H. Hullegie, wethouder Onderwijs, WMO, Gezondheidszorg en WWB, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Haarlem, te deze vertegenwoordigd door de heer J. Nieuwenburg, wethouder onderwijs, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen, te deze vertegenwoordigd door de heer T. Tankir, wethouder Werk & Inkomen, Openbare Ruimte en Wijken , Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Rotterdam, te deze vertegenwoordigd door de heer de Jonge, wethouder onderwijs, Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Utrecht, te deze vertegenwoordigd door de heer J. Kreijkamp, wethouder onderwijs, Overwegende dat: • de wachtlijsten in de kinderopvang een belemmering vormen voor de arbeidsparticipatie; • de wachtlijsten de ouders zorgen en ongemak bezorgen; • de wachtlijsten ertoe leiden dat een evenwichtige prijs/kwaliteit verhouding moeilijk tot stand komt. de Partijen de gezamenlijke ambitie hebben om de wachtlijsten in de kinderopvang weg te werken. Om die ambitie te realiseren maken zij een aantal afspraken. Komen het volgende overeen: Artikel 1. Inzet van de Minister 1. De Minister stelt een budget van €2,7 mln beschikbaar. Dit bedrag wordt verdeeld onder de deelnemende gemeenten naar rato van inwoneraantal. 2. De Minister stelt een budget voor begeleiding door Regioplan beschikbaar voor de deelnemende gemeenten naar behoefte van de gemeente. De gewenste begeleiding wordt aangevraagd bij het Ministerie van SZW. Indien de aanvraag past binnen het
project zoals vermeld in de bijlage en het budget wordt de begeleiding door het Ministerie van SZW ingekocht bij Regioplan. 3. De Minister draagt zorg voor het verspreiden en delen van kennis die ontstaat in dit traject. Artikel 2. Inzet van de gemeenten 1. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor en commiteert zich aan het wegwerken van de wachtlijsten in de kinderopvang voor zover het past binnen gemeentelijke bevoegdheden. 2. De gemeente stelt alles in werking om de belemmeringen voor kinderopvanginstellingen bij capaciteitsuitbreiding weg te nemen. Daarvoor wordt integraal gemeentelijk kinderopvangbeleid gemaakt waarbij kinderopvang ingebed wordt in verschillende disciplines waaronder jeugd, onderwijs, ruimtelijke ordening en werkgelegenheid. 3. De gemeente draagt zorg voor het verspreiden en delen van kennis die ontstaat in dit traject met de niet-deelnemende gemeenten. Artikel 3. Nadere afspraken 1. De gemeente stelt een multidisciplinair projectteam samen met medewerkers uit verschillende disciplines waaronder jeugd, onderwijs, ruimtelijke ordening en werkgelegenheid. 2. De gemeente stelt een projectplan vast waarin de concrete doelstellingen en acties om de wachtlijsten weg te werken worden uitgewerkt. 3. De gemeente start uiterlijk 9 maart 2011 met een project om de wachtlijsten te bestrijden. Hiervoor wordt een projectplan opgesteld. 4. De gemeente neemt de nodige maatregelen om huisvestingsbelemmeringen voor de kinderopvanginstellingen weg te nemen. Artikel 4. vaststellen van resultaten 1. De gemeente brengt in kaart wat het resultaat is van de genomen maatregelen. In ieder geval wordt vastgelegd welke nieuwe locaties er bij zijn gekomen en voor hoeveel kindplaatsen. 2. De gemeente legt de inbedding van kinderopvang bij verschillende disciplines vast. 3. Het wordt voor de ondernemers in de kinderopvang makkelijker om capaciteitsuitbreiding te realiseren. Artikel 5. Kennis(delen) 1. De Minister draagt zorg voor kenniskringen waarin de deelnemende gemeenten kennis kunnen uitwisselen, met elkaar kunnen meedenken en van elkaar kunnen leren. 2. De gemeente doet een voorstel voor het delen van de opgedane kennis en ervaring met de andere gemeenten. 3. De Minister draagt zorg voor de coördinatie van en eventuele aanvulling op de initiatieven van de gemeente. Artikel 6. Inwerkingtreding en looptijd Dit convenant treedt in werking met ingang van 9 maart 2011. De bepalingen van dit convenant blijven van kracht voor zover dit voor de afronding van de projecten noodzakelijk is. Omdat de projecten niet exact op hetzelfde datum aflopen, is het eind datum voor elk gemeente anders afhankelijk van de datum van afronding van het project.
Artikel 7. Wijziging 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. Artikel 8 Afdwingbaarheid De bepalingen in dit convenant zijn niet in rechten afdwingbaar. Artikel 9 Openbaarheid Binnen vier weken na ondertekening van het convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus overeengekomen en ondertekend: Plaats: Den Haag Datum: 9 maart 2011 de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
de heer H.G.J. Kamp, De gemeente Amersfoort, namens deze,
De heer M. Tigelaar De gemeente Amsterdam, namens deze,
De heer L. Asscher De gemeente Den Haag, namens deze,
Mevrouw I. van Engelshoven De gemeente Ede, namens deze,
Mevrouw H. Hullegie
De gemeente Haarlem, namens deze,
De heer J. Nieuwenburg De gemeente Nijmegen, namens deze,
De heer T. Tankir De gemeente Rotterdam, namens deze,
De heer de Jonge De gemeente Utrecht, namens deze,
De heer J. Kreijkamp
Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 29 81
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
E-mail
[email protected]
Aanwezig: Voorzitter Wethouders
Postadres
Gemeentesecretaris Communicatie Verzenddatum Verslag 1 maart 2011
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic L120/11.0004002 Nevin Tosun
Onderwerp
Datum uw brief
Project ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’
Doorkiesnummer
(024)3299338
Aldus vastgesteld in de vergadering van: Geachte leden van de Raad, Met deze brief informeren wij u over onze deelname aan het project ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’. Op 9 maart a.s. ondertekentDe ons college een convenant met de minister van Sociale Zaken en voorzitter, De secretaris, Werkgelegenheid (SZW) ter uitvoering van het project. Het convenant wordt aangegaan door acht gemeenten: Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Ede, Haarlem, Rotterdam, Amersfoort en de gemeente Nijmegen. Met het project werken we aan het terugdringen van de wachtlijsten in de kinderopvang. Het beoogd resultaat is het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. Tevens werken we een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ uit om onder meer de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders te vergroten. We gaan dit doen in samenwerking met aanbieders van kinderopvang, schoolbesturen en ouders. Een voorwaarde van het ministerie aan het project is dat wij de kennis die we opdoen delen met andere gemeenten. Voor uitvoering van het project stelt het ministerie in totaal 2,7 miljoen euro beschikbaar, te verdelen naar inwoneraantal onder de deelnemende acht gemeenten. De financiële bijdrage voor onze gemeente bedraagt €160.000,-. Bij behandeling van de jaarrekening 2010 wordt aan u voorgesteld de middelen aan de begroting van het programma Onderwijs toe te voegen. 1
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
1
Voor een nadere toelichting op het project verwijzen wij u naar bijgaand projectplan. We houden u op de hoogte van de voortgang en uitkomst. Tevens zullen wij u binnenkort uitnodigen voor een overleg over uitwerking van het beleidskader voorschoolse voorzieningen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
Bijlage: Projectplan ‘Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen’
Project Wachtlijstbestrijding kinderopvang Nijmegen
Projectplan 1 maart 2011
H.A.M. Beerten Wethouder Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs Directie Inwoners Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
1
VOORWOORD In de toekomst moet ieder kind in Nijmegen, van geboorte tot het naar het Voortgezet Onderwijs gaat, gebruik kunnen maken van een arrangement dat aansluit op de individuele behoefte en mogelijkheden. Deze doelstelling is vastgelegd in de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen 2010-2013: “(Op)groeien in Nijmegen!” die op 30 juni 2010 is vastgesteld. Beoogd resultaat: kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen voor 0-4 jarigen, goed afgestemd op elkaar en op het primair onderwijs zodat jonge kinderen met een zo gering mogelijke achterstand instromen in het primair onderwijs voorzieningen die open staan en toegankelijk zijn voor alle kinderen en ouders waarbij de gemeentelijke middelen worden ingezet voor de kinderen die het nodig hebben waarbij ruimte wordt geboden voor alle aanbieders van kinderopvang. Om optimaal aan te kunnen sluiten bij de Brede Schoolontwikkeling en doorgaande leerlijnen voor de allerkleinsten ontwikkelen we in 2011 een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’. Een belangrijke randvoorwaarde voor het kunnen realiseren van onze resultaten is dat er voldoende kinderopvang beschikbaar is in de stad. Kinderopvang stelt ouders in staat werk en zorg voor hun kind(eren) te combineren. Ik erken de toegevoegde waarde van kinderopvang en vind het belangrijk hierin te investeren. Nu er bezuinigingen zijn op de kinderopvang, maak ik mij zorgen over de sector. Nijmegen is gebaat bij betaalbaar en kwalitatief voldoende aanbod van kinderopvang. Middels dit project wil ik wachtlijsten in de kinderopvang bestrijden. Tevens wil ik de toegankelijkheid en de keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen in Nijmegen vergroten. Ik ga dit doen samen met ouders, kinderopvangaanbieders en schoolbesturen.
H.A.M. Beerten Wethouder Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding Aanleiding Situatieschets Rolverdeling en verantwoordelijkheid
2. Omschrijving van de opdracht Opdracht Doelstelling Beoogd resultaat Doelgroep Werkwijze
3. Projectorganisatie Project Aansluiting Randvoorwaarden
4. Financieel kader/middelen Financiën
5. Uitvoering/planning Planning
6. Verantwoording Afspraken
7. Samenvattend Resumé
3
1. Inleiding Aanleiding
De vraag naar kinderopvang wordt beïnvloed door meerdere factoren waaronder economische ontwikkelingen, overheidsmaatregelen en veranderende opvattingen van ouders over kinderopvang. Gestegen economische groei en werkgelegenheid in eerdere jaren is een verklaring voor de groei van de kinderopvang. In de afgelopen jaren is de kinderopvang voor ouders beter betaalbaar geworden. Kinderopvangaanbieders geven aan dat dit in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de groeiende vraag naar opvang. Tevens is de opvatting over het gebruik van kinderopvang sterk veranderd. Steeds meer ouders vertrouwen de zorg van hun kinderen toe aan professionele aanbieders van kinderopvang. De huidige economische recessie en de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag, leiden mogelijk tot een daling van de vraag. Landelijk blijkt de vraag naar kinderopvang groter dan het aanbod. Dit heeft geleid tot wachtlijsten. Het Rijk gaat in samenwerking met een aantal gemeenten de wachtlijsten in de kinderopvang bestrijden. Aan het project nemen in totaal acht gemeenten deel, dit zijn Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Ede, Haarlem, Rotterdam, Amersfoort en de gemeente Nijmegen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) stelt als voorwaarde dat 9 maart 2011 een convenant gesloten wordt met alle deelnemende steden. Convenant In het convenant staan in grote lijnen de afspraken die worden gemaakt over het project: Gemeenten zetten zich in om de wachtlijsten te bestrijden en de kennis die ze gedurende dit proces opdoen, te delen met andere gemeenten. De minister biedt faciliteiten voor de bestrijding van de wachtlijsten en organiseert bijeenkomsten voor kennisdeling. Het convenant (als bijlage toegevoegd) biedt de kaders voor het projectplan: Gemeenten werken aan het bestrijden van de wachtlijsten en het wegnemen van de (huisvestings)belemmeringen voor kinderopvanginstellingen bij capaciteitsuitbreiding; De gemeente stelt een multidisciplinair projectteam samen; De gemeente brengt het resultaat van de genomen maatregelen in kaart en zorgt voor inbedding van de genomen maatregelen; De gemeente doet een voorstel voor het delen van de bij het project opgedane kennis; De minister stelt budget beschikbaar en biedt ondersteuning aan van Regioplan; De minister zorgt voor kenniskringen waarin de deelnemende gemeenten kennis kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. In dit projectplan zijn de convenantafspraken verwerkt en verder uitgewerkt.
4
Situatieschets
1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Onderzoek uitgevoerd door ITS Nijmegen ‘Oorzaken en oplossingen voor wachtlijsten’ en gesprekken met aanbieders van kinderopvang bieden globaal inzicht in aard en omvang van de wachtlijsten. Middels dit project kunnen we ons inzicht verder vergroten en de knelpunten wegnemen. Het beoogd resultaat is het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. In Nijmegen worden al veel maatregelen genomen die het vergroten van aanbod door kinderopvangaanbieders vereenvoudigen. Zo zijn er in Nijmegen een aantal buitenschoolse opvangaanbieders die opvang bieden op sport- en scoutinglocaties. Ook wordt waar mogelijk meegewerkt aan aanpassing van bestemmingsplannen en aan afwijking van beleidsregels kinderopvang, als er een gelijkwaardig of beter alternatief voorhanden is, bijvoorbeeld buitenschoolse opvang in de natuur. Uit gesprekken met onze aanbieders van kinderopvang in combinatie met het onderzoek van ITS Nijmegen komen als belangrijkste knelpunten naar voren: meer duidelijkheid naar externen over interne procedures van de gemeente, waaronder procedures op het gebied van ruimtelijke ordening, stadsontwikkeling, brandweer, economische zaken (onder andere bedrijvenloket) en handhaving & toezicht kinderopvang; meer samenhang in het gemeentelijk beleid wat betreft kinderopvang bij het opstellen van een visie stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening, economische zaken en onderwijs; meer interne afstemming over de procedures tussen de betrokken gemeentelijke afdelingen; veel ouders geven de voorkeur aan opvang op specifieke dagen (maandag, dinsdag en donderdag), waardoor een deel van de capaciteit op woensdag en vrijdag onbenut blijft. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen In de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen 2010-2013: “(Op)groeien in Nijmegen!” die op 30 juni 2010 is vastgesteld, zijn de volgende uitgangspunten benoemd: kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen voor 0-4 jarigen, goed afgestemd op elkaar en op het primair onderwijs zodat jonge kinderen met een zo gering mogelijke achterstand instromen in het primair onderwijs voorzieningen die open staan en toegankelijk zijn voor alle kinderen en ouders waarbij de gemeentelijke middelen worden ingezet voor de kinderen die het nodig hebben waarbij ruimte wordt geboden voor alle aanbieders van kinderopvang.
Rolverdeling en verantwoordelijk heid
Om voorschoolse voorzieningen optimaal aan te kunnen sluiten bij de Brede Schoolontwikkeling wordt in 2011 een nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’ ontwikkeld. Belangrijke uitgangspunten van dit project zijn het creëren van toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen en keuzevrijheid voor ouders bij het vinden van kinderopvang. Bij iedere uitbreiding speelt de gemeente een wettelijk vastgestelde rol met betrekking tot bestemmingsplannen, bouwvergunningen, toezicht en handhaving. Op al die terreinen kan de gemeente een bijdrage leveren aan het antwoord op de behoefte aan kinderopvang. De schoolbesturen primair onderwijs zijn een belangrijke partner vanuit hun verantwoordelijkheid te zorgen voor een goede aansluiting met de beschikbare opvangcapaciteit. Binnen de brede schoolgedachte bepalen zij mede de integrale afweging en inzet van de beschikbare ruimte. Kern van de rolverdeling tussen het primair onderwijs, kinderopvangondernemers en de gemeente is dat het primair onderwijs verantwoordelijk is voor een goede aansluiting met de beschikbare opvangcapaciteit en dat kinderopvangondernemers verantwoordelijk zijn voor de financiering, exploitatie en uitbreiding van opvangcapaciteit. De gemeente is verantwoordelijk voor het creëren van voldoende ruimte voor kinderopvang in bestemmingsplannen en plannen voor onderwijshuisvesting. Het vergroten van de toegankelijkheid en keuzevrijheid dragen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waaraan iedere partij vanuit zijn eigen rol bijdraagt. De gemeentelijke bijdrage blijft vooral gericht op die kinderen waarvan de ouders over onvoldoende financieel draagkracht beschikken (zelf of via de vergoeding kinderopvang van het rijk) om passende opvang te bekostigen.
5
2. Omschrijving van de opdracht Opdracht
De opdracht van het project is het uitvoeren van een project wachtlijstbestrijding kinderopvang. De opdracht wordt vertaald in de volgende twee deelopdrachten: 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang een nadere analyse van de kernproblematiek van de wachtlijsten in de kinderopvang op basis van onderzoek en gesprekken met partijen in het werkveld, waaronder ouders, aanbieders van kinderopvang en schoolbesturen. Daarbij maken we gebruik van het onderzoek dat door ITS, in opdracht van het ministerie, is uitgevoerd ‘Oorzaken en oplossingen voor wachtlijsten’; het inventariseren van knelpunten die aanbieders ondervinden bij het vergroten van het aanbod; het ontwikkelen van mogelijke oplossingen ter verbetering van procedures van de gemeente Nijmegen, binnen bestaande wet- en regelgeving; het implementeren van maatregelen die dienen te leiden tot vereenvoudiging van de procedures en het wegnemen van belemmerende factoren die aanbieders ervaren bij het vergroten van hun aanbod.
Doelstelling
Beoogd resultaat
Doelgroep
2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen het opstellen van een nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen dat breed gedragen wordt onder ouders, schoolbesturen en kinderopvangaanbieders. een nadere analyse van de belemmeringen voor toegankelijkheid en keuzevrijheid het ontwikkelen van mogelijke oplossingen ter verbetering van toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen het invoeren van maatregelen die dienen te leiden tot het vergroten van de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen. 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Het doel van het project is het terugdringen van de wachtlijsten in de kinderopvang door het bijdragen aan een beter evenwicht tussen vraag en aanbod. Dit is primair een verantwoordelijkheid van de kinderopvangaanbieders, maar als gemeente kunnen wij hier wel een bijdrage aan leveren door te zorgen voor goede randvoorwaarden, waaronder een goede dienstverlening en daarmee een goede samenwerking tussen betrokken afdelingen. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen Het doel is het opstellen van een breed gedragen nieuw beleidskader ‘voorschoolse voorzieningen’, dat voldoet aan de geformuleerde uitgangspunten en doelstellingen. Belangrijke uitgangspunten van dit project zijn het creëren van toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen en keuzevrijheid voor ouders bij het vinden van kinderopvang. 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Het beoogd resultaat is het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. Daarmee willen we er voor zorgen dat uitbreiding sneller kan worden gerealiseerd. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat snelheid niet mag leiden tot kwaliteitsverlies. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen Belangrijke uitgangspunten van dit project zijn het creëren van toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen en keuzevrijheid voor ouders bij het vinden van kinderopvang. Met het project stroomlijnen procedures kinderopvang willen we kinderopvangaanbieders de mogelijkheid bieden om sneller over te gaan tot uitbreiding van het aanbod. Dit dient te leiden tot vermindering van de wachtlijsten in het belang van betrokken ouders en kinderen. Door uitvoering van het project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen wordt de toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen voor ouders, in het belang van de kinderen, vergroot. We hebben 24 verschillende aanbieders, 43 locaties kinderopvang, 56 locaties buitenschoolse opvang, 36 peuterspeelzalen, 5 gastouderbureaus en 360 gastouders.
6
Werkwijze
1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang 1. opzetten projectstructuur 2. samenstelling multidisciplinair team 3. inzicht krijgen in eventuele knelpunten in de procedures van de gemeente 4. inzicht krijgen in eventuele belemmeringen voor kinderopvangaanbieders bij het uitbreiden van het aanbod 5. opstellen (en mogelijk uitvoeren) van verbetervoorstellen door het multidisciplinaire team
2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen 1. opzetten projectstructuur 2. samenstellen projectteam 3. inzicht krijgen in eventuele belemmeringen voor toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen 4. ontwikkelen (en mogelijk uitvoeren) van voorstellen ter verbetering van toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen 3. Projectorganisatie Project
Posities, rollen, taken en verantwoordelijkheden: Aansturing vindt plaats vanuit het programma Onderwijs, met dhr. H. Beerten, wethouder Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs als bestuurlijk opdrachtgever en mevr. D. Leenders, programmamanager Onderwijs als ambtelijk opdrachtgever. De projectleider die aangetrokken wordt, is opdrachtnemer. De rol, taak en verantwoordelijkheid van de opdrachtgever is het scheppen van voorwaarden voor het doen slagen van het project (middelen en legitimatie project). De rol, taak en verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer is het bewaken van de inhoud en kwaliteit van het proces, voorzitten van de projectgroepvergaderingen, besluitvorming over notities en tussentijdse voortgangsrapportage aan ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever. Ouders, aanbieders van kinderopvang en schoolbesturen worden nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering. 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang De opdracht wordt volgens projectmatig werken uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een projectstructuur. De projectleiding wordt belegd bij Regioplan. Het ministerie stelt als voorwaarde dat een multidisciplinair projectteam wordt samengesteld. Multidisciplinair projectteam Aan het multidisciplinaire projectteam nemen in ieder geval medewerkers deel vanuit onderwijs, ruimtelijke ordening, het bedrijvenloket en de brandweer. De leden van de projectgroep vertegenwoordigen op hun vakgebied de betreffende organisatie en zorgen zelf voor afstemming met hun achterban. Het projectteam licht de gemeentelijke procedures door en doet aanbevelingen ter verbetering. De bevoegdheid wijzigingen in het proces van handhaving en toezicht kinderopvang aan te brengen, ligt bij de handhaver dhr. R. Leushuis, Afdelingshoofd Maatschappelijke Ontwikkeling en adjunctdirecteur Directie Inwoners.
Aansluiting
2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen De uitwerking van het beleidskader vergt een enorme inspanning en tijdsinvestering van alle partners. Om dit proces in goede banen te leiden, wordt een projectstructuur ingebouwd. Hiervoor wordt een interne projectleider aangetrokken die de projectstructuur nader zal uitwerken. We stemmen af met de Projectgroep 'Voorzieningen onderwijshuisvesting Nijmegen 2011-2025’. De opdracht van die projectgroep is het opstellen van met de schoolbesturen voor primair onderwijs afgestemde notitie voor de ontwikkeling van onderwijsvoorzieningen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar in Nijmegen voor de jaren 2011-2025. De notitie onderwijsvoorzieningen Nijmegen wordt aan het college van B&W aangeboden als input voor het op te stellen voorzieningenplan Nijmegen. Bij het in beeld brengen van de onderwijsvoorzieningen, worden de kinderopvangvoorzieningen ook meegenomen. De fysieke realisatie van deze voorzieningen wordt overgelaten aan de markt en de schoolbesturen en dus niet meegenomen in de notitie. Het ruimtelijke effect op de behoefte aan vierkante meters bruto-vloeroppervlak (m2 bvo) wordt wel inzichtelijk gemaakt. Met dit project wordt gewerkt aan het voorkomen van wachtlijsten in de kinderopvang op de lange termijn. 7
Randvoorwaar den
De ambtelijke en bestuurlijke opdrachtgever dienen het project intern en extern te legitimeren en te zorgen voor tijdige besluitvorming. De ambtelijk opdrachtgever dient te voorzien in de volgende middelen: 1. Voldoende ambtelijke capaciteit en/of middelen om deze capaciteit in te huren. 2. Het tijdig ter beschikking stellen van de capaciteit. 3. (Mede) bewaken van de juiste besluitvormingsprocedures. Regioplan levert ondersteuning bij de uitvoering van het project. 4. Financieel kader/Middelen Financiën
Het ministerie stelt in totaal 2,7 miljoen euro beschikbaar, te verdelen naar inwoneraantal onder de deelnemende acht gemeenten. De financiële bijdrage voor onze gemeente bedraagt €160.000,-. Dit bedrag wordt ingezet voor personele en organisatorische kosten. De interne kennis en deskundigheid die nodig is voor de uitvoering van het project is aanwezig bij de medewerkers van de verschillende afdelingen. In de externe deskundigheid is voorzien door het betrekken van de kinderopvangaanbieders en schoolbesturen. Voor de ondersteuning van het project zetten we Regioplan in.
Waar de kennis en kunde ontbreken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering, wordt dit opgelost binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden van het project. 5. Uitvoering/Planning Planning
Besluitvorming plan van aanpak 14 februari 2011: indienen van een conceptprojectplan bij het ministerie; 22 februari 2011: indienen van een definitief ambtelijk projectplan bij het ministerie; 1 maart 2011: besluitvorming over het projectplan en convenant in het college; 9 maart 2011: bijeenkomst met alle deelnemende steden en de minister ter ondertekening van het convenant. Uitvoering projecten 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Naar verwachting is 1 jaar nodig voor de uitvoering van het project. vóór 31 maart 2011: startbijeenkomst project met alle relevante partners vóór 31 maart 2011: aanstellen projectleider en formeren multidisciplinair projectteam; vóór 31 maart 2011: projectleider stelt een uitvoeringsplan op, waarin een tijdsplanning wordt opgenomen met de subdoelen die in de loop van het project gerealiseerd dienen te worden en de acties die daarvoor moeten worden genomen; april en mei 2011: analyseren van de kernproblematiek van de wachtlijsten in de kinderopvang en inventariseren van knelpunten die aanbieders ondervinden bij vergroting van het aanbod; juni tot en met augustus 2011: ontwikkelen van verbetervoorstellen voor procedures van de gemeente Nijmegen; september 2011 tot en met maart 2012: uitvoeren van verbetervoorstellen. vanaf april 2012: evalueren van het project. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen Het project wordt uitgevoerd van maart 2011 tot en met oktober 2011. vóór 31 maart 2011: startnotitie ‘uitgangspunten voorschoolse voorzieningen’ vóór 31 maart 2011: startbijeenkomst project met alle relevante partners vóór 31 maart 2011: aanstellen projectleider en inrichten projectorganisatie vóór 31 maart 2011: projectleider stelt een uitvoeringsplan op, waarin een tijdsplanning wordt opgenomen met de subdoelen die in de loop van het project gerealiseerd dienen te worden en de acties die daarvoor moeten worden genomen; april 2011 tot en met oktober 2011: het opstellen van een nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen dat breed gedragen wordt onder ouders, schoolbesturen en kinderopvangaanbieders. april mei 2011: een nadere analyse van de belemmeringen voor toegankelijkheid en keuzevrijheid juni tot oktober 2011 het ontwikkelen van mogelijke oplossingen ter verbetering van toegankelijkheid en keuzevrijheid van voorschoolse voorzieningen november en december 2011: het invoeren van maatregelen die dienen te leiden tot het vergroten van de toegankelijkheid en keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen. vanaf 2012: evalueren van het project. 8
6. Verantwoording Afspraken
Met de opdrachtgevers worden terugkoppelingsafspraken gemaakt. Deze afspraken worden nader uitgewerkt in het uitvoeringsplan. Tevens vindt terugkoppeling plaats van de realisatie van convenantafspraken naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 7. Samenvattend Resumé
Op 9 maart 2011 vindt ondertekening van het convenant plaats met alle deelnemende steden en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierin staan in grote lijnen de afspraken die gemaakt worden ter bestrijding van de wachtlijstproblematiek. Een verdere uitwerking van de kaders die in het convenant staan, leggen wij neer in dit projectplan. Het project valt uiteen in twee onderdelen: het project stroomlijnen procedures kinderopvang en het project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen. 1. Project stroomlijnen procedures kinderopvang Het doel van het project is het terugdringen van de wachtlijsten in de kinderopvang. Dit door te werken aan het stroomlijnen van de verschillende, gemeentelijke disciplines en procedures, zodat aanbieders van kinderopvang sneller hun aanbod kunnen vergroten. Daardoor kan uitbreiding sneller worden gerealiseerd. Om deze doelstelling te bereiken wordt een multidisciplinair projectteam samengesteld, waaraan in ieder geval medewerkers deelnemen vanuit onderwijs, ruimtelijke ordening, het bedrijvenloket en de brandweer. Naast interne partners worden ook aanbieders van kinderopvang en besturen van primair onderwijs nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering van het projectplan. Naar verwachting is een jaar nodig voor de uitvoering van het project. 2. Project nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen Met dit project wordt een nieuw beleidskader voorschoolse voorzieningen opgesteld om optimaal aan te kunnen sluiten bij de Brede Schoolontwikkeling. Belangrijke beoogde resultaten van het beleidskader zijn betere toegankelijkheid en meer keuzevrijheid voor ouders van voorschoolse voorzieningen. Bij het opstellen van een nieuw beleidskader, wordt gebruik gemaakt van een projectstructuur. Het beleidskader wordt uitgewerkt samen met ouders, schoolbesturen en kinderopvangaanbieders. Voor de uitwerking van het beleidskader is de periode maart tot en met oktober 2011 beschikbaar. In de maanden november en december 2011 worden de maatregelen genoemd in het kader uitgevoerd.
9