Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Definitieve vaststelling Subsidieregeling VVE-Arrangementen
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare/ 1073 besluitenlijst 18 december 2007 Onderwijs Collegevergadering
no 47
Portefeuillehouder
H. Beerten Samenvatting Aanwezig:
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Op 12 juni 2012 heeft ons college ontwerp-subsidieregeling VVETh. dedeGraaf Voorzitter locaties vastgesteld en is de raad gevraagd om eventuele wensen en P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, Wethouders bedenkingen. Door de raad zijn op 27 juni 2012 geen wensen en P. Lucassen, J. van der Meer bedenkingen ingediend. Wel zijn er een aantal toezeggingen door het P. Eringa Gemeentesecretaris college gedaan. Deze zijn verwerkt in de definitieve subsidieregeling. Kuil Communicatie Ook is de te subsidiëren prijsA.per uur berekend en is een aantal Sofovic Verslagtoegevoegd. Om deM. bijlagen overgang van peuterspeelzaalwerk naar peuterarrangement goed te laten verlopen, willen we een overeenkomst met stichting KION Peuterspeelzalen sluiten waarin een aantal gezamenlijke uitgangspunten is geformuleerd. Daarnaast wordt in dit voorstel ook de subsidie voor het uitvoeren van peuterspeelzaalwerk betreffende 2012 aan stichting KION Peuterspeelzaalwerk verleend. Ter besluitvorming door het college Aldus
MO20, Natalie van den Dobbelsteen, 2505 H. Kunst, Datum ambtelijk voorstel
27 augustus 2012 Registratienummer
12.0016743
vastgesteld in de vergadering van:
1. De subsidieregeling VVE-arrangementen vast te stellen. 2. Het subsidieplafond van de peutertoeslag per 1-8-2013 te verhogen met € 120.000, - naar € 840.000, -, onder voorbehoud van vaststelling van de begroting 2013 door de raad. 3. De Overeenkomst Uitgangspunten Transitie Stichting KION De voorzitter, De secretaris, Peuterspeelzalen Nijmegen af te sluiten. 4. Een subsidie van € 3.348.000, - aan stichting KION Peuterspeelzalen te verlenen voor het jaar voor 2012 voor het Programmamanager uitvoeren van peuterspeelzaalwerk op 34 locaties. Dit bedrag D. Leenders ten laste te brengen van deelproduct 60634 peuterspeelzaalwerk. Programmadirecteur 5. Bijgaande beschikking aan stichting KION Peuterspeelzalen R. van Wuijtswinkel vast te stellen. 6. De brief aan de raad vast te stellen. 7. De wethouder te mandateren voor het vaststellen van de antwoorden op de vragen van de potentiële aanvragers betreffende de Subsidieregeling VVE-Arrangementen.
Paraaf
Datum
akkoord
Zie vervolgblad Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 25 september 2012 nummer: 3.6 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
Datum
akkoord
1
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.docx
Collegevoorstel
Vervolg beslispunten
8. De wethouder te mandateren tot het doen van kleine aanpassingen aan de Overeenkomst Uitgangspunten Transitie Stichting KION Peuterspeelzalen Nijmegen. 9. Het hoofd bureau inkomensondersteuning te mandateren tot het nemen van besluiten inzake de peutertoeslag en de SMI regeling.
Ter besluitvorming door de burgemeester
1. Wethouder Beerten volmacht te verlenen voor ondertekening van de Overeenkomst Uitgangspunten Transitie Stichting KION Peuterspeelzalen Nijmegen.
Collegevoorstel.docx
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Als uitvloeisel van de wetswijzigingen heeft de gemeente Nijmegen een beleidskader ontwikkeld. Hierin wordt de ambitie benoemd om in de gemeente Nijmegen hoogwaardige pedagogische voorschoolse voorzieningen te realiseren voor 0 tot 4 jarigen met een rijke leeromgeving waar opvang, ontwikkelingsstimulering en samen spelen centraal staan. Aan de wettelijke verplichting om VVE aan te bieden aan peuters met een kans op een ontwikkelingsachterstand wil de gemeente als volgt voldoen. De gemeente gaat alle VVE-locaties, nu 16 in getal, subsidiëren. Hiermee houdt de gemeente grip op de spreiding, toegankelijkheid en kwaliteit van VVE-aanbod. De gemeente kiest hierbij voor ‘vermarkting’ van de subsidie. Hiermee zorgen we voor de best mogelijke kwaliteit van het peuteraanbod en creëren we meer diversiteit, zonder de sturing op kwaliteit en aanwezigheid van het aanbod te verliezen. Zo biedt de gemeente aan de partijen die aan de wettelijke en gemeentelijke eisen kunnen voldoen de mogelijkheid een voorziening met VVEaanbod te exploiteren. Zie voor uitgebreide achtergrondinformatie het op 15 februari 2012 vastgestelde beleidskader voorschoolse voorzieningen 2012-2014: Grote ambities voor de allerkleinsten. Op 12 juni 2012 heeft ons college de ontwerp-subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse (VVE)-locaties vastgesteld en is de raad gevraagd om eventuele wensen en bedenken te geven op de regeling. Door de raad zijn op 27 juni 2012 geen wensen en bedenkingen aangegeven. In de bespreking in de raadskamer zijn door ons college wel enkele toezeggingen gedaan. Deze toezeggingen zijn verwerkt in bijgaande subsidieregeling. Ook zijn er met betrekking tot de financiën een aantal belangrijke aanvullingen toegevoegd aan de regeling. Zo is het bedrag per uur bekend en is er een subsidieplafond opgenomen. Een aantal bijlagen is eveneens toegevoegd. Om de overgang van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangementen goed te regelen sluiten we een transitieovereenkomst met stichting KION Peuterspeelzalen. In deze overeenkomst leggen we vast hoe we gezamenlijk zorgen voor een goede overgang van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangementen. In dit voorstel regelen we eveneens de subsidie aan stichting KION Peuterspeelzalen voor 2012 voor het exploiteren van 34 peuterspeelzalen. 2
Juridische aspecten
Betreffende de beslispunten voor het college: Ad beslispunt 1: De subsidieregeling vormt de grondslag voor het verdelen van de beschikbare subsidie voor VVE-arrangementen op de VVE-locaties. Omdat aan de subsidie de verplichting verbonden is dat de aanvrager bijbehorende VVE-locatie overneemt, is er een intentieverklaring aan de bijlagen toegevoegd die de aanbieders moeten tekenen voordat zij specifieke gegevens van een locatie krijgen. Hiermee zorgen we ervoor dat de persoonsgegevens en bedrijfsgevoelige informatie in de verstrekte gegevens zoveel mogelijk beschermd worden. Door het tekenen van de intentieverklaring geeft de aanbieder ook aan dat hij de VVE-locatie overneemt met lusten en lasten, als aan hem de subsidie wordt verleend. Ad beslispunt 2: Het vaststellen van het totale plafond voor Peuterarrangementen en VVEtoeslag is een raadsbevoegdheid. De raad stelt het totale plafond in november vast bij vaststelling van de begroting 2013. Het vaststellen van de hoogte van het plafond voor de peutertoeslag binnen het totale plafond, is op grond van artikel 27 van de Verordening voorschoolse voorzieningen, een collegebevoegdheid. Ad beslispunt 3: Met het sluiten van een transitieovereenkomst worden de afspraken tussen Stichting KION Peuterspeelzalen en de gemeente over hoe we gezamenlijk zorgen voor een goede overgang van het peuterspeelzaalwerk naar Peuterarrangementen en van de VVElocaties naar andere aanbieders, juridisch geborgd.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Ad beslispunt 4: Op het verlenen van een subsidie is de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking van toepassing. Ad beslispunt 7: De antwoorden op de vragen kunnen wijzigingen aanbrengen op de subsidieregeling. Het vaststellen van de antwoorden is daarmee een collegebevoegdheid. Ad beslispunt 8: Mogelijk komen er nog kleine tekstuele wijzigingen in de overeenkomst. Door mandatering van deze wijzigingen aan de wethouder kan de overeenkomst snel getekend worden. Ad beslispunt 9: Om de uitvoerbaarheid van de peutertoeslag en de SMI-regeling te borgen, kiezen we voor mandatering van het nemen van besluiten aan het bureauhoofd Inkomensondersteuning. 3
Doelstelling
Met de subsidieregeling beogen we via een heldere en transparante regeling meerdere aanbieders van kinderopvang de mogelijkheid te geven VVE-locaties over te nemen, om daar kwalitatief hoogwaardige VVE-arrangementen aan te bieden. 4
Argumenten
Beslispunt 1: Het definitief vaststellen van de subsidieregeling is noodzakelijk zodat aanbieders aanvragen kunnen indienen. Tijdens de bespreking van de concept subsidieregeling zijn er geen wensen en bedenkingen geuit. Wel heeft het college een drietal toezeggingen gedaan. Onderstaand de toezeggingen en de reactie daarop van ons college. Toezegging 1: “Wethouder Beerten zegt toe dat hij gaat onderzoeken of er naast een beoordeling van de organisaties als geheel ook een afweging per locatie kan plaatsvinden. (Aanbieders zullen dan ook hun aanbieding hierop moeten inrichten.) De eventuele uitvoering hiervan wordt opgenomen in de definitieve stukken. Als het niet mogelijk is licht het college dat toe in de stukken.” De subsidieregeling is zo aangepast dat aanvragers in hun aanvraag moeten aangeven voor welke VVE-locatie zij een aanvraag indienen. Bij de beantwoording van de kwaliteitsvragen kunnen aanvragers per locatie aangeven welke locatie specifieke aanpak zij beogen. Met de locatie specifieke aanpak kunnen 25 punten gescoord worden. Hiermee komen we tegemoet aan de wens van de aanbieders om per locatie aan te vragen en per locatie beoordeeld te worden. Toezegging 2: “De raad ontvangt informatie over wat de juridische status is van informatie richting aanbieders over het voornemen tot verlenging van de subsidie in 2014.” We hebben de omschrijving in de subsidieregeling als volgt aangepast: “Wij zijn voornemens de subsidie te verlenen van 1-8-2013 tot 1-8-2017. Afhankelijk van het Rijks- en Gemeentebeleid bestaat de mogelijkheid dat de gemeente Nijmegen de subsidie opnieuw zal verlenen voor een periode van maximaal 4 jaren. Aan het laatste kunnen geen rechten worden ontleend.” We ontvangen jaarlijks een bedrag van 1,1 miljoen via de specifieke uitkering Onderwijsachterstanden van het rijk. Het rijk zal eind 2014 besluiten over de hoogte van deze uitkering voor de jaren 2015-2019. Mocht er door het rijk bezuinigd worden op de specifieke uitkering, dan dekken we de subsidie met de gemeentelijke middelen die worden ingezet voor de peutertoeslag. Het is namelijk onze wettelijke taak om alle doelgroepkinderen te bereiken met een extra educatieaanbod. Daarom heeft de subsidie voor VVE-arrangementen voorrang op de subsidie voor peuterarrangementen. Hierdoor kunnen we een subsidie gaan verlenen voor vier jaren zonder een voorbehoud te moeten maken met betrekking tot de dekking. We
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
maken het voor aanbieders van kinderopvang hiermee aantrekkelijker om subsidie aan te vragen en komen tegemoet aan hun vraag om voor een lange periode subsidie te verlenen. Toezegging 3. “De wethouder zegt toe binnen 4 tot 6 weken de informatie over de kosten per locatie beschikbaar te stellen, zodat aanbieders zich kunnen gaan voorbereiden.” Op 11 juli hebben we de kosten per locatie zoals we die van stichting KION Peuterspeelzalen hebben ontvangen beschikbaar gesteld aan de aanbieders die per mail hebben aangegeven hier behoefte aan te hebben. Drie geïnteresseerde aanbieders hebben de informatie aangevraagd en ontvangen. De overige specifieke gegevens per locatie ontvangt een aanbieder nadat hij een intentieverklaring heeft getekend. Deze intentieverklaring is onderdeel van de subsidieregeling. Alle toezegging van het college zijn hiermee door het college uitgevoerd. Aan de subsidieregeling is een intentieverklaring toegevoegd en zijn tekstuele en kleine juridische aanscherpingen opgenomen. Verder is het subsidieplafond toegevoegd aan de subsidieregeling. Deze is gebaseerd op de totale kosten van de VVE-arrangementen voor doelgroepkinderen en wordt gesteld op € 1.750.000, - per jaar. Voor het jaar 2013 is het subsidieplafond € 730.000, - (5/12 van € 1.750.000) omdat de subsidieregeling op 1-8-2013 ingaat. Ook de te subsidiëren prijs per uur per doelgroepkind is berekend. De systematiek was al globaal beschreven in de conceptregeling. Zo is destijds al voorgesteld de peuters die niet tot de doelgroep behoren te financieren via de peutertoeslag of de kinderopvangtoeslag. Bij het vaststellen van de te subsidiëren prijs per uur per doelgroepkind hanteren we de volgende uitgangspunten: Subsidieplafond is € 1.750.000, Bezetting is gemiddeld 80% Overhead is inclusief management en bedraagt 20% van de personele lasten Huisvestingskosten vergoeden we per locatie en zit niet in de te subsidiëren prijs per uur. Aanbieder mag zelf zijn uurprijs bepalen Ouderbijdrage van VVE-kind is gelijk aan de oudertabel die gehanteerd wordt bij de peutertoeslag. Alle doelgroepkinderen worden gesubsidieerd ongeacht of zij recht hebben op een toeslag van de belastingdienst. Doelgroepkinderen op VVE-locaties mogen vanaf 2 jaar starten. Toelichting op de uitgangspunten: De gemiddelde bezetting is nu 85%. We verwachten een daling, omdat de instroomleeftijd van kinderen die niet tot de doelgroep behoren verhoogd wordt naar 2 jaar en 4 maanden De overhead ligt landelijk rond de 15%. VVE vraagt meer personele inzet en daarom verhogen we de overhead met 5%. De huisvestingslasten per locatie lopen uiteen van € 10.000, - tot € 30.000, - per lokaal, waardoor we deze lasten rechtstreeks vergoeden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de doelgroepkinderen. Zoals gebruikelijk is in de kinderopvang, bepaalt de aanbieder zelf zijn uurprijs die hij in rekening brengt bij ouders. Hiermee sluiten we aan bij de systematiek zoals die in heel Nijmegen geldt. Hiermee regelen we dat er voor de hele stad dezelfde ouderbijdrage gehanteerd wordt.
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
Omdat het aandeel doelgroepkinderen dat in aanmerking komt voor een toeslag van de belastingdienst laag is, nemen we deze mee in de subsidie. We doen dit omdat anders de financiering erg ingewikkeld wordt en we niet willen dat deze ouders daarom afhaken. Om de doelgroep op de VVE-locaties goed te blijven bereiken houden we de instroomleeftijd op 2 jaar. Voor peuters die niet tot de doelgroep behoren wordt deze instroomleeftijd wel verhoogd naar 2 jaar en 4 maanden, net als op de andere peuterarrangementen in de stad. Doelgroepkinderen op VVE-locaties mogen vanaf 2 jaar starten.
Op basis van deze uitgangspunten stellen we de te subsidiëren prijs per uur vast op € 11,74 Beslispunt 2: Omdat we de peuters die niet tot de doelgroep behoren ook op de VVE-locaties via de peutertoeslag financieren moeten we het plafond ophogen per 1-8-2013. De financiering van de VVE-locaties valt uiteen in drie elementen. Een subsidie voor de huisvestingslasten, een subsidie per uur per doelgroepkind en Peutertoeslag voor de peuters die niet tot de doelgroep behoren. Dat betekent dat vanaf 1-8-2013 het plafond voor de Peutertoeslag verhoogd dient te worden om voldoende middelen te reserveren voor de peuters op de VVE-locaties. De kosten voor deze peuters worden geraamd op € 120.000, voor de periode augustus tot en met december 2013. Voor peuters die niet tot de doelgroep behoren, creëren we hiermee in de hele stad eenzelfde financieringssystematiek. Beslispunt 3: Door de Overeenkomst Uitgangspunten Transitie St. KION Peuterspeelzalen Nijmegen af te sluiten borgen we de medewerking van stichting KION peuterspeelzalen aan een goede overgang van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangement. Zoals we op 27 juni gemeld hebben, willen we een transitieovereenkomst met stichting KION Peuterspeelzalen afsluiten om de transitie van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVEarrangementen goed te laten verlopen. Voor de gemeente is het vanuit het beleidskader van groot belang dat de transitie van de peuterspeelzalen een goede balans heeft tussen enerzijds beperking frictiekosten en anderzijds meer marktwerking/keuzevrijheid. Hierbij stellen we het belang van peuters, ouders, werknemers en ‘de gemeenschap’ voorop. Voor Stichting KION Peuterspeelzalen is goed werkgeverschap, een goede zorg voor de klanten en het beperken van de financiële risico’s van belang. Gezamenlijk belang is het behoud van de goede kwaliteit en het goede imago van het peuterwerk. Dat is ook de reden dat we er voor gekozen hebben om de VVE-locaties inclusief personeel over te laten gaan naar de nieuwe aanbieders van kinderopvang. De stappen die we gezamenlijk zetten in het transitieproces moeten recht doen aan deze balans. Om die gezamenlijke verantwoordelijkheid vast te leggen hebben we samen een aantal uitgangspunten geformuleerd, die de overgang van het peuterspeelzaalwerk en in het bijzonder de 16 VVElocaties goed laten verlopen. Daarnaast beperken we de frictiekosten door deze overeenkomst en creëren een vangnet waardoor continuïteit op de 16 VVE-locaties zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. De subsidie aan de stichting KION peuterspeelzalen 2012 dient nog verleend te worden De subsidie voor het uitvoeren van peuterspeelzaalwerk in 2012 is nog niet verleend. De stichting KION Peuterspeelzalen heeft aangegeven niet eerder dan medio 2012 een aanvraag in te dienen voor het peuterspeelzaalwerk 2012. Bijgaand de subsidieaanvraag van de stichting KION Peuterspeelzalen voor 2012. De begroting is mondeling uitgebreid toegelicht. In 2012 wordt door de stichting voor gemiddeld zo’n 1150 kinderen op 34 locaties in Nijmegen peuterspeelzaalwerk uitgevoerd. Op de 18 reguliere zalen staat 1 gekwalificeerde leidster op maximaal 14 kinderen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
stagiaires van het ROC, om de ID-medewerkster, die altijd op de reguliere zalen stond te vervangen. Op de 16 VVE-locaties staan twee pedagogisch medewerksters op een groep van 14 kinderen. In deze zalen werkt men aan de verbeterpunten zoals die zijn geformuleerd in het inspectierapport van de bestandsopname VVE. Het budget voor 2012 is verlaagd, conform de bezuinigingen zoals die zijn opgenomen in het coalitieakkoord. De begroting past hiermee binnen het financiële kader van de gemeente. Daarom stellen we voor de subsidie van € 3.348.000, - te verlenen aan de stichting KION Peuterspeelzalen voor het exploiteren van 34 peuterspeelzalen. 5
Financiën
Historisch overzicht: In 2011 werd aan stichting KION Peuterspeelzalen een subsidie verleend van: € 3.713.660, In 2010 werd aan stichting KION Peuterspeelzalen een subsidie verleend van: € 3.862.994, Het financiële kader voor het totale peuterarrangementen past binnen de bestaande meerjarige budgettaire kaders van het programma onderwijs, i.c. het deelproduct Peuterspeelzaalwerk en ziet er de komende jaren als volgt uit: Budget PSZW Voor- en vroegschoolse educatie SU Onderwijsachterstandenbeleid Aanvulling SU OAB voor VVE, etc. over de G33 Bezuinigingen Totaal beschikbaar budget PSZW
2012 € 2.483.281 € 1.115.000 € 589.800 -€ 200.000 € 3.988.081
Inzet middelen PSZW Subsidie Stichting Kion en Kinop (1) Subsidie Stichting Kion 16 VVE zalen tot 1-8-2013 (2) Maximaal beschikbaar voor vermarkten 16 VVE zalen (va. 1-8-2013) (3) Maximaal beschikbaar voor peutertoeslag (4) Maximaal beschikbaar voor vve-toeslag (200 kinderen) (5) Uitvoeringskosten (6) Toeleiding, opleidingskosten en (eenmalige) implementatie-/registratiekosten (7) Totale inzet Resterende middelen
2012 € 3.388.038
€ 600.000 € 3.988.038 € 43
2013 € 2.483.281 € 1.115.000 € 800.400 -€ 400.000 € 3.998.681 2013 € 1.600.000 € 730.000 € 840.000 € 419.744 € 200.000 € 200.000 € 3.989.744 € 8.937
2014 e.v. € 2.483.281 € 1.115.000 € 800.400 -€ 600.000 € 3.798.681 2014 e.v.
€ 1.750.000 € 1.260.000 € 269.744 € 200.000 € 315.000 € 3.794.744 € 3.937
Puntsgewijze toelichting: 1. Subsidie 2012 voor KION van ad € 3.348.000 en KINOP € 40.038 (reeds verleend). 2. Maximaal beschikbaar voor subsidie aan stichting KION Peuterspeelzalen in 2013. 3. Maximaal beschikbaar voor de subsidieregeling VVE-arrangementen. Het subsidieplafond wordt door het vaststellen van deze regeling gesteld op € 1.750.000, - per jaar. Dat betekent voor 2013 € 730.000, - omdat de regeling pas 1-8-2013 wordt ingevoerd. 4. Maximaal beschikbaar voor de peutertoeslag. De plafonds voor Peuter- en VVE-toeslag zijn door ons college op 21 augustus 2012 vastgesteld. Het plafond voor 2013 bedraagt € 840.000, - in 2013 (voor 560 kinderen) en € 1.260.000, - (voor 700 kinderen in 2014 e.v.) 5. Maximaal beschikbaar voor VVE-toeslag: Subsidie voor VVE op reguliere peuterarrangementen en op de kinderdagopvang, Plafond: € 419.744, - in 2013 (gebaseerd op VVE-toeslag voor 200 kinderen en een startsubsidie voor 20 centra) € 269.744 in 2014 en verder, gebaseerd op VVE-toeslag voor 200 kinderen en een startsubsidie voor 5 centra) 6. Kosten voor uitvoering van Peuter- en VVE-toeslag, zoals het loket e.d. 7. Dit betreft een taakstellend budget voor diverse kosten zoals implementatie, mogelijke transitiekosten, VVE-consulenten en kosten voor scholing van leidsters naar niveau 3F. De middelen die nodig zijn voor scholing worden in 2012 gereserveerd om in 2014 in te zetten.
Collegevoorstel
Vervolgvel
7
6
Communicatie
Wij hebben overlegd met aanbieders over de aanpassingen in de subsidieregeling. De reacties zijn verwerkt in de regeling. Na vaststelling van de regeling houden we op 1 oktober een bijeenkomst waarin we de regeling toelichten. Ook kunnen aanbieders van kinderopvang schriftelijk vragen stellen. Deze worden gebundeld en gepubliceerd. De communicatie met de ouders en instellingen is opgenomen in het communicatieplan, zoals dat was bijgevoegd bij de vaststelling van de beleidsregels op 21 augustus jl. 7
Uitvoering en evaluatie
De uitvoering van de subsidieregeling kent een strakke planning. Onderstaand de planning zoals die is opgenomen in bijgaande subsidieregeling. Deze is al bekend bij de aanbieders van Kinderopvang.
Collegevoorstel
Vervolgvel
8
Activiteiten vóór verlening
Datum/ tijdstip
Versturen Subsidieregeling aan aanbieders in Nijmegen Voorlichtingsbijeenkomst
26 september 2012 1 oktober 2012 10:30
Binnenkomst vragen
15 oktober 2012
Beantwoording vragen
30 oktober 2012
Uiterlijke datum voor het versturen van de gegevens (na
6 november 2012
ontvangst intentieverklaring) Sluitingsdatum indienen Subsidieaanvragen Interview
13 november 2012 12:00 uur 27 november 2012
Weigeren en verlenen subsidie
Uiterlijk 1 februari 2013.
Na het verlenen van de subsidie starten de voorbereidingen van het overdragen van de locaties, personeel inventaris en peuters. 8
Risico
In een vorige brief hebben we de risico’s benoemd en een uitgebreide risico-inventarisatie gemaakt. Hieronder de belangrijkste risico’s op een rij met daarbij de acties die we nemen om de risico’s te beperken. Risico Er komen geen of te weinig aanvragen
Er is niet genoeg belangstelling om alle locaties over te dragen
Stichting KION Peuterspeelzalen gaat failliet voor 1-8-2013
Het rijk gaat bezuinigen op Onderwijsachterstanden en de gemeente ontvangt minder middelen Bijlage(n):
Ter inzage:
Actie We hebben meerdere malen met aanbieders gesproken en hun reactie meegenomen in de subsidieregeling. Inmiddels hebben al drie aanbieders interesse getoond We gaan dan in eerste instantie aanbieders benaderen die al een aanvraag hebben ingediend en voldoen aan de minimumeisen en zo nodig vragen we ook aanbieders van buiten de regio Nijmegen. We blijven de stichting tot 1-8-2013 subsidiëren om het peuterspeelzaalwerk uit te voeren. We hebben er afspraken over gemaakt in de transitieovereenkomst. We dekken dan de subsidie met een gedeelte van de gemeentelijke middelen van de peuterarrangementen.
Subsidieregeling VVE-arrangementen Overeenkomst Uitgangspunten Transitie St. KION Peuterspeelzalen Nijmegen Beschikking aan de stichting KION Peuterspeelzalen Brief aan de Raad Aanvraag van de stichting KION Peuterspeelzalen voor de subsidie 2012
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie 25 september 2012 Verslag Verzenddatum
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil M020/12.0017541 Natalie van den Dobbelsteen M. Sofovic
Onderwerp
Datum uw brief
Definitieve vaststelling Subsidieregeling VVEarrangementen
Doorkiesnummer
(024) 329 2505
Aldus vastgesteld in de vergadering van: Geachte leden van de raad,
Op 27 juni jl. heeft u in uw vergadering de concept subsidieregeling VVE-locaties besproken, omdat wij u gevraagd hadden uw eventuele wensen en bedenkingen te uiten. Er zijn geen wensen en bedenkingen door ingediend. Wel zijn er door het college avond een drietal Deu voorzitter, De die secretaris, toezeggingen gedaan. Deze toezeggingen zijn meegenomen in de definitieve subsidieregeling zoals die op 25 september door het college is vastgesteld. Ook zijn er met betrekking tot de financiën een aantal belangrijke aanvullingen toegevoegd aan de regeling. Zo is het bedrag per uur dat we gaan subsidiëren bekend en is er een subsidieplafond opgenomen. Een aantal bijlagen is eveneens toegevoegd. Om de overgang van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangementen goed te regelen sluiten we een transitieovereenkomst met stichting KION Peuterspeelzalen. In deze overeenkomst leggen we vast hoe we gezamenlijk zorgen voor een goede overgang van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangementen. De subsidie aan stichting KION Peuterspeelzalen voor 2012 voor het exploiteren van 34 peuterspeelzalen hebben we inmiddels ook verleend op 25 september. Toezeggingen van het college: Toezegging 1: “Wethouder Beerten zegt toe dat hij gaat onderzoeken of er naast een beoordeling van de organisaties als geheel ook een afweging per locatie kan plaatsvinden. (Aanbieders zullen dan ook hun aanbieding hierop moeten inrichten.) De eventuele uitvoering hiervan wordt opgenomen in de definitieve stukken. Als het niet mogelijk is licht het college dat toe in de stukken.” De subsidieregeling is zo aangepast dat aanvragers in hun aanvraag moeten aangeven voor welke VVE-locatie zij een aanvraag indienen. Bij de beantwoording van de kwaliteitsvragen kunnen aanvragers per locatie aangeven welke locatie specifieke aanpak zij beogen. Met de locatie specifieke aanpak kunnen 25 punten gescoord worden. Hiermee komen we tegemoet aan de wens van de aanbieders om per locatie aan te vragen en per locatie beoordeeld te worden.
1
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
1
Toezegging 2: “De raad ontvangt informatie over wat de juridische status is van informatie richting aanbieders over het voornemen tot verlenging van de subsidie in 2014.” We hebben de omschrijving in de subsidieregeling als volgt aangepast: “Wij zijn voornemens de subsidie te verlenen van 1-8-2013 tot 1-8-2017. Afhankelijk van het Rijks- en Gemeentebeleid bestaat de mogelijkheid dat de gemeente Nijmegen de subsidie opnieuw zal verlenen voor een periode van maximaal vier jaren. Aan het laatste kunnen geen rechten worden ontleend.” We ontvangen jaarlijks een bedrag van 1,1 miljoen via de specifieke uitkering Onderwijsachterstanden van het rijk. Het rijk zal eind 2014 besluiten over de hoogte van deze uitkering voor de jaren 2015-2019. Mocht er door het rijk bezuinigd worden op de specifieke uitkering, dan dekken we de subsidie met de gemeentelijke middelen die worden ingezet voor de peutertoeslag. Het is namelijk onze wettelijke taak om alle doelgroepkinderen te bereiken met een extra educatieaanbod. Daarom heeft de subsidie voor VVE-arrangementen voorrang op de subsidie voor peuterarrangementen. Hierdoor kunnen we een subsidie gaan verlenen voor vier jaren zonder een voorbehoud te moeten maken met betrekking tot de dekking. We maken het voor aanbieders van kinderopvang hiermee aantrekkelijker om subsidie aan te vragen en komen tegemoet aan hun vraag om voor een lange periode subsidie te verlenen. Toezegging 3. “De wethouder zegt toe binnen 4 tot 6 weken de informatie over de kosten per locatie beschikbaar te stellen, zodat aanbieders zich kunnen gaan voorbereiden.” Op 11 juli jl. hebben we de kosten per locatie zoals we die van stichting KION Peuterspeelzalen hebben ontvangen beschikbaar gesteld aan de aanbieders die per mail hebben aangegeven hier behoefte aan te hebben. Drie geïnteresseerde aanbieders hebben de informatie aangevraagd en ontvangen. De overige specifieke gegevens per locatie ontvangt een aanbieder nadat hij een intentieverklaring heeft getekend. Deze intentieverklaring is onderdeel van de subsidieregeling. Alle toezeggingen van het college zijn hiermee door het college uitgevoerd. Financiën Aan de subsidieregeling is een intentieverklaring toegevoegd en zijn tekstuele en kleine juridische aanscherpingen opgenomen. Verder is het subsidieplafond toegevoegd aan de subsidieregeling. Deze is gebaseerd op de totale kosten van de VVE-arrangementen voor doelgroepkinderen en wordt gesteld op € 1.750.000, - per jaar. Voor het jaar 2013 is het subsidieplafond € 730.000, (5/12 van € 1.750.000) omdat de subsidieregeling op 1-8-2013 ingaat. Ook de te subsidiëren prijs per uur per doelgroepkind is berekend. De systematiek was al globaal beschreven in de conceptregeling. Zo is destijds al voorgesteld de peuters die niet tot de doelgroep behoren te financieren via de peutertoeslag of de kinderopvangtoeslag. Bij het vaststellen van de te subsidiëren prijs per uur per doelgroepkind hanteren we de volgende uitgangspunten: Subsidieplafond is € 1.750.000, Bezetting is gemiddeld 80% Overhead is inclusief management en bedraagt 20% van de personele lasten Huisvestingskosten vergoeden we per locatie en zit niet in de te subsidiëren prijs per uur. Aanbieder mag zelf zijn uurprijs bepalen Ouderbijdrage van VVE-kind is gelijk aan de oudertabel die gehanteerd wordt bij de peutertoeslag. Alle doelgroepkinderen worden gesubsidieerd ongeacht of zij recht hebben op een toeslag van de belastingdienst. Doelgroepkinderen op VVE-locaties mogen vanaf 2 jaar starten.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
2
Toelichting op de uitgangspunten: De gemiddelde bezetting op VVE-locaties is nu 85%. We verwachten een daling, omdat de instroomleeftijd van kinderen die niet tot de doelgroep behoren verhoogd wordt naar 2 jaar en 4 maanden De overhead ligt landelijk rond de 15%. VVE vraagt meer personele inzet en daarom verhogen we de overhead met 5%. De huisvestingslasten per locatie lopen uiteen van € 10.000, - tot € 30.000, - per lokaal, waardoor we deze lasten rechtstreeks vergoeden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de doelgroepkinderen. Zoals gebruikelijk is in de kinderopvang, bepaalt de aanbieder zelf zijn uurprijs die hij in rekening brengt bij ouders. Hiermee sluiten we aan bij de systematiek zoals die in heel Nijmegen geldt. We regelen dat er voor de hele stad dezelfde ouderbijdrage gehanteerd wordt. Omdat het aandeel doelgroepkinderen dat in aanmerking komt voor een toeslag van de belastingdienst laag is, nemen we deze kinderen mee in de subsidie. We doen dit omdat anders de financiering erg ingewikkeld wordt en we niet willen dat de ouders van deze kinderen daarom afhaken. Om de doelgroep op de VVE-locaties goed te blijven bereiken houden we de instroomleeftijd op 2 jaar. Voor peuters die niet tot de doelgroep behoren wordt deze instroomleeftijd wel verhoogd naar 2 jaar en 4 maanden, net als op de andere peuterarrangementen in de stad. Op basis van deze uitgangspunten stellen we de te subsidiëren prijs per uur vast op € 11,74 Transitieovereenkomst met stichting Kion Peuterspeelzalen Zoals we al op 27 juni tijdens de raadsbespreking gemeld hebben, willen we een transitieovereenkomst met stichting Kion Peuterspeelzalen afsluiten om de transitie van peuterspeelzaalwerk naar Peuter- en VVE-arrangementen goed te laten verlopen. Voor de gemeente is het vanuit het beleidskader van groot belang dat de transitie van de peuterspeelzalen een goede balans heeft tussen enerzijds beperking van de frictiekosten en anderzijds meer keuzevrijheid. Hierbij stellen we het belang van peuters, ouders, werknemers en de gemeenschap voorop. Voor Stichting Kion Peuterspeelzalen is goed werkgeverschap, een goede zorg voor de klanten en het beperken van de financiële risico’s van belang. Gezamenlijk belang is het behoud van de goede kwaliteit en het goede imago van het peuterspeelzaalwerk. De stappen die we gezamenlijk zetten in het transitieproces moeten recht doen aan deze balans. Om die gezamenlijke verantwoordelijkheid vast te leggen hebben we samen een aantal uitgangspunten geformuleerd, die de overgang van het peuterspeelzaalwerk en in het bijzonder de 16 VVE-locaties goed laten verlopen. Daarnaast beperken we de frictiekosten door deze overeenkomst en creëren een vangnet waardoor continuïteit op de 16 VVE-locaties zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Deze overeenkomst is bijgevoegd.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
3
Subsidie 2012 peuterspeelzaalwerk De subsidie voor het uitvoeren van peuterspeelzaalwerk in 2012 is op 25 september 2012 verleend. De stichting KION Peuterspeelzalen heeft aangegeven niet eerder dan medio 2012 een aanvraag in te dienen voor het peuterspeelzaalwerk 2012. Bijgaand de subsidieaanvraag van de stichting KION Peuterspeelzalen voor 2012. De begroting is mondeling uitgebreid toegelicht. In 2012 wordt door de stichting voor gemiddeld zo’n 1150 kinderen op 34 locaties in Nijmegen peuterspeelzaalwerk uitgevoerd. Op de 18 reguliere zalen staat 1 gekwalificeerde leidster op maximaal 14 kinderen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van stagiaires van het ROC, om de IDmedewerkster, die altijd op de reguliere zalen stond te vervangen. Op de 16 VVE-locaties staan twee pedagogisch medewerksters op een groep van 14 kinderen. In deze zalen werkt men aan de verbeterpunten zoals die zijn geformuleerd in het inspectierapport van de bestandsopname VVE. Het budget voor 2012 is verlaagd, conform de bezuinigingen zoals die zijn opgenomen in het coalitieakkoord. De begroting past hiermee binnen het financiële kader van de gemeente. Planning: De uitvoering van de subsidieregeling kent een strakke planning. Deze planning hebben we al gecommuniceerd met de aanbieders. Onderstaand de planning zoals die is opgenomen in de regeling: Activiteiten vóór verlening Versturen Subsidieregeling aan aanbieders in Nijmegen Voorlichtingsbijeenkomst
Datum/ tijdstip 26 september 2012 1 oktober 2012 10:30
Binnenkomst vragen
15 oktober 2012
Beantwoording vragen
30 oktober 2012
Uiterlijke datum voor het versturen van de gegevens (na
6 november 2012
ontvangst intentieverklaring) Sluitingsdatum indienen Subsidieaanvragen Interview Weigeren en verlenen subsidie
13 november 2012 12:00 uur 27 november 2012 Uiterlijk 1 februari 2013.
Na het verlenen van de subsidie starten de voorbereidingen van het overdragen van de locaties, personeel inventaris en peuters.
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
4
Risico’s In een vorige brief hebben we de risico’s benoemd en een uitgebreide risico-inventarisatie gemaakt. Hieronder de belangrijkste risico’s op een rij met daarbij de acties die we nemen om de risico’s te beperken. Risico Er komen geen of te weinig aanvragen
Er is niet genoeg belangstelling om alle locaties over te dragen
Stichting KION Peuterspeelzalen gaat failliet voor 1-8-2013
Het rijk gaat bezuinigen op Onderwijsachterstanden en de gemeente ontvangt minder middelen
Actie We hebben meerdere malen met aanbieders gesproken en hun reactie meegenomen in de subsidieregeling. Inmiddels hebben al drie aanbieders interesse getoond We gaan dan in eerste instantie aanbieders benaderen die al een aanvraag hebben ingediend en voldoen aan de minimumeisen en zo nodig vragen we ook aanbieders van buiten de regio Nijmegen. We blijven de stichting tot 1-8-2013 subsidiëren om het peuterspeelzaalwerk uit te voeren. We hebben er afspraken over gemaakt in de transitieovereenkomst. We dekken dan de subsidie met een gedeelte van de gemeentelijke middelen van de peuterarrangementen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben, Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon
Het bestuur van Stichting KION Postbus 66 6500 AB NIJMEGEN
Verzenddatum
14 024
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO30/LT 2012.0446
mw. N. van den Dobbelsteen
Datum uw brief 21-11-2011
Doorkiesnummer
Onderwerp
Beschikking verlening en bevoorschotting budgetsubsidie 2012
024-3292505
Geachte heer/mevrouw, Op 21-11-2011 heeft u een subsidieaanvraag voor het peuterspeelzaalwerk in 2012 ingediend. Hierbij deel ik u mee dat het college van burgemeester en wethouders op 2509-2012 besloten heeft u deze subsidie te verlenen. Het subsidiebedrag is bepaald op € 3.348.000,00 en is bedoeld voor het exploiteren van 34 peuterspeelzaallocaties verspreid over Nijmegen. Subsidiegrondslag Op deze subsidietoekenning is de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 1 van toepassing. Bij deze subsidietoekenning gaat het om een budgetsubsidie. Om de verlaging van het budget op te kunnen vangen, is met u afgesproken dat reeds per 1 augustus 2011 (efficiency) maatregelen worden genomen. Het gaat dan om de verhoging van de instroomleeftijd op de 1 zalen van 2 jaar naar 2 jaar en 4 maanden en verhoging van het bezettingspercentage van 85% naar 90% (1 zalen). Doel van de subsidieverstrekking KION biedt onder deskundige begeleiding speelgelegenheid aan kinderen van 2 tot 4 jaar. Daarnaast draagt KION er zorg voor dat de peuterspeelzaal een vindplaats is waar eventueel achterstanden en/of ontwikkelingsproblemen op een vroegtijdig moment worden gesignaleerd en gevolgd. KION biedt een programma van voorschoolse educatie waarmee de gesignaleerde ontwikkelingsachterstand wordt teruggebracht.
1
U kunt deze verordeningen vinden op www.nijmegen.nl
Prestaties: De volgende afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de te leveren prestaties: Peuterspeelzaalwerk: Binnen het peuterspeelzaalwerk kennen we twee niveaus van zalen. Zorg op maat
niveau 1
Doelgroep
2- en 3- jarigen op zalen met minder dan 42% risicokinderen. minimaal 2 en maximaal 3 dagdelen per peuter 1 gekwalificeerde pedagogische medewerker en een groepshulp
Aantal peuter
dagdelen per
Personele bezetting
Groepsgrootte Leidster-kind-ratio: Bezettingspercentage Wachtlijsten
maximaal 15 kinderen 14 gemiddelde bezetting 90% Zo min mogelijk
niveau 2 (VVElocaties) 2- en 3-jarigen op zalen met meer dan 42% risicokinderen (zorg op maat 2) minimaal 2 en maximaal 4 dagdelen per peuter 2 (VVE) gekwalificeerde pedagogisch medewerksters per groep en ondersteuning van een groepshulp maximaal 14 kinderen 7 gemiddelde 85% Geen voor doelgroep
Overige afspraken Instroomleeftijd - Kinderen kunnen op zalen met niveau 2 vanaf twee jaar geplaatst worden. Op niveau 1 zalen is de instroomleeftijd 2 jaar en 4 maanden. Dagdelen - Vanaf hun derde jaar wordt kinderen de mogelijkheid gegeven om drie keer per week de peuterspeelzaal te bezoeken. Daar waar het mogelijk is, kan een peuterspeelzaal op indicatie van de zorgcoördinator vier dagdelen bezocht worden. Toegankelijkheid - Om de toegankelijkheid te vergroten krijgen ouders van kinderen die VVE volgen recht op één gratis dagdeel. Spreiding - KION zorgt voor een goede, reële spreiding over de stad. Een peuterspeelzaal moet algemeen toegankelijk zijn. - Eventuele toekomstige uitbreidingen en/of verplaatsingen van peuterspeelzalen worden zoveel mogelijk ruimtelijk gecombineerd met kinderopvang en/of primair onderwijs of Brede School. - In zijn totaliteit gaat het om ongeveer 1150 kinderen.
Omvang - Er vindt pas uitbreiding van capaciteit plaats als alle bestaande capaciteit vol is en een nieuwe groep bij start voor 75% gevuld kan worden en volstroomt tot 85%. - Er vindt sluiting van een dagdeel plaats als deze zakt onder de gemiddelde bezetting en er geen uitzicht is op instroom. - In overleg met de gemeente kan stichting KION Peuterspeelzalen een regeling opstellen om bij bijzondere gevallen af te wijken van het vaste aantal dagdelen. Kwaliteit KION is verantwoordelijk voor het leveren van een kwalitatief goed aanbod van peuterspeelzaalwerk. Dit aanbod dient te voldoen aan de kwaliteitseisen uit de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’, de ‘Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie’ en de ‘Verordening ruimteen inrichtingseisen peuterspeelzalen’. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op die kwaliteit, en schakelt voor het uitvoeren van de inspectie de GGD in. In opdracht van de gemeente beoordeelt de GGD de kwaliteit van de peuterspeelzaal. Voor-en vroegschoolse Educatie (VVE): Condities Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd; Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands, minimaal op MBO-3 niveau Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma); Voor iedere VVE-beroepskracht is een opleidingsplan aanwezig. Ouders Ouders worden gestimuleerd om 4 dagdelen peuterarrangement af te nemen of minimaal 10 uren kinderopvang. Er is een gericht ouderbeleid; Ouders worden voor inschrijving bij de voorschoolse voorziening adequaat geïnformeerd; Er is een intake; Ouders worden gestimuleerd om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen; Participatie in VVE-activiteiten van ouders; Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind; Er wordt rekening gehouden met de thuistaal van ouders.
Kwaliteit van de uitvoering Er is een integraal VVE-programma, dat voldoet aan de eisen van de inspectie Er wordt gewerkt met een doelgerichte planning; Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend; Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt voldoende gedifferentieerd; Het pedagogisch handelen van de medewerkers is respectvol; De pedagogisch medewerkers hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen; De pedagogisch medewerkers stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen; De pedagogisch medewerkers tonen respect voor de autonomie van het kind; De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend;
Het educatief handelen van de pedagogisch medewerkers is goed op elkaar afgestemd; Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd; De pedagogisch medewerkers bevorderen de interactie met en tussen kinderen; De pedagogisch medewerkers stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken; De pedagogisch medewerkers bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij kinderen; Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief; De pedagogisch medewerkers stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg De brede ontwikkeling van alle kinderen wordt gevolgd; De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind; De aangeboden begeleiding en zorg wordt geëvalueerd; Er is specifieke aandacht voor de taalontwikkeling; Pedagogisch medewerkers hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de kinderopvang niet kan leveren en de aard van die zorg; Pedagogisch medewerkers melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren; De pedagogisch medewerkers blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden; Er is VVE-coördinatie; De voorziening evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig; De voorziening evalueert de opbrengsten van alle kinderen; De voorziening formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit; De voorziening borgt de kwaliteit van haar educatie. Doorgaande lijn Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool; Voldoende kinderen (circa 80%) stromen door naar een vroegschool; Er is een warme overdracht naar de vroegschool; Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd; De manier om met ouders om te gaan op de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd;
Producten/activiteiten: In 2012 neemt KION deel aan een aantal projecten. Regie van de Zorg Stichting KION Peuterspeelzalen participeert in Regie van de Zorg binnen de werkgroep 0-6, schoolnabije zorg en speciale voorzieningen. Kijk Op Kleintjes Kijk Op Kleintjes is een werkwijze die de gemeente Nijmegen gebruikt voor het signaleren, verwijzen en het hulpverlenen van hulp aan kinderen tussen 0-4 jaar, die extra zorg nodig hebben. Stichting KION Peuterspeelzalen neemt deel met alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in Nijmegen.
50+ leest voor De activiteit is bedoeld voor alle peuterspeelzalen. Het doel is ouderen en peuters, door middel van voorlezen met elkaar in contact te brengen. Bezoek aan het verzorgingstehuis Een aantal peuterspeelzalen brengt maandelijks met de peuters een bezoek aan een verzorgingstehuis. Hier worden activiteiten met peuters en bejaarden gedaan (voorlezen, zingen, tekenen, spelletjes). Overige projecten Daarnaast is stichting KION Peuterspeelzalen betrokken bij projecten als Home-Start, Instapje, Brede School-activiteiten e.d. Samenwerking bibliotheek In samenwerking met de bibliotheek vinden er op jaarbasis activiteiten plaats voor zowel de ouders als de kinderen. Project in samenwerking met de Lindenberg De Lindenberg biedt de pedagogisch medewerkers training op het gebied van dans en beweging, poppenspel en peuterkunst. Verantwoording Vóór 1 november 2012 moet u een tussentijdse rapportage aanleveren over de voortgang van de activiteiten en de realisatie van de prestaties in de eerste zes maanden van het jaar. Hiernaast moet er een prognose worden afgegeven voor de tweede zes maanden. Indien op een eerder tijdstip blijkt dat de gevraagde prestaties niet gehaald worden, dient u dit eerder te rapporteren. Uiterlijk vóór 1 februari 2013 moet u een korte opgaaf van de verrichte prestaties overleggen. Met name het opgave van het aantal kinderen dat u bereikt met VVE. Ook bent u verplicht vóór 1 juni 2013 een verantwoording in te dienen. Aan de hand van deze verantwoording wordt de verleende subsidie definitief vastgesteld. Deze verantwoording moet bestaan uit: - een verslag van de in 2012 gerealiseerde activiteiten (een beschrijving van de gevolgde werkwijze en het verkregen resultaat); - een door het bestuur gewaarmerkte jaarrekening, die minimaal bestaat uit een staat van baten en lasten, een balans en een toelichting. Wij verzoeken u om binnen de verantwoording met betrekking tot de gerealiseerde activiteiten expliciet in te gaan op de te leveren prestaties zoals ze in deze beschikking zijn opgenomen. Omdat u in 2012 een totale subsidie van de gemeente Nijmegen heeft ontvangen van meer dan € 100.000,- moet er een beoordelingsverklaring bij de jaarrekening worden gevoegd. De accountant dient zijn werkzaamheden zodanig in te richten dat hij een oordeel kan geven over: 1. De naleving van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking. 2. De in de subsidiebeschikking opgenomen nadere voorschriften en aanwijzingen. 3. Beoordeling van de jaarrekening. Het oordeel van de accountant betreft een beoordeling. Ik wijs u er nadrukkelijk op dat het niet tijdig indienen van de verantwoording kan leiden tot het toepassen van een korting op de subsidie.
Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de beleidsadviseur, mw. N. van den Dobbelsteen, telefoonnummer 024-3292505, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Voorschotten De betaling van de voorschotten van de subsidie is als volgt gepland: 16-01-2012 € 279.023,00 16-02-2012 € 279.023,00 16-03-2012 € 279.024,00 27-04-2012 € 279.023,00 16-05-2012 € 279.023,00 15-06-2012 € 279.024,00 30-07-2012 € 279.023,00 16-08-2012 € 279.023,00 14-09-2012 € 279.024,00 16-10-2012 € 278.930,00 16-11-2012 € 278.930,00 14-12-2012 € 278.930,00 Het subsidiebedrag wordt conform bovenstaand schema overgemaakt op rekeningnummer 436966913, onder vermelding van nr. 2012.0446. Als u vragen heeft over de betaling van de voorschotten van de subsidie kunt u contact opnemen met de medewerker Subsidies, mw. L. Thielen, telefoon 024-3292314, bureau Subsidies. Overschotten, tekorten en reservervorming Bij overschotten, tekorten en reservevorming, die verband houden met het gemeentelijk subsidiedeel, geldt het volgende. Exploitatieoverschotten en -tekorten komen voor rekening van uw instelling. Ten aanzien van deze overschotten en tekorten wordt er van uitgegaan dat die worden toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene (egalisatie)reserve. Het totale eigen vermogen mag niet meer bedragen dan 10% van de omzet. Indien de reserve een grotere omvang heeft, dan wordt deze omvang bij de vaststelling van de subsidie mee in overweging genomen. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze besluiten kunt u binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag na die waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders, Postbus 1065, 6501 BB Nijmegen. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet Bestuursrecht zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten: uw naam en adres; de datum waarop u uw bezwaarschrift hebt geschreven; een omschrijving van het besluit waar uw bezwaar zich tegen richt of een kopie van dit besluit; de gronden waarop uw bezwaar berust. Namens het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
D. Leenders Programmamanager Onderwijs
Overeenkomst uitgangspunten transitie St. Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
Overeenkomst uitgangspunten transitie St. Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
De ondergetekenden:
Gemeente Nijmegen, gelet op het collegebesluit van 12 juni 2012, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. Beerten, Wethouder Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs, hierna te noemen Gemeente en Stichting Kion Peuterspeelzalen Nijmegen, gevestigd te Nijmegen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E. Brunekreeft, directeur/bestuurder,
overwegende dat: -als gevolg van besluitvorming door de gemeenteraad van Nijmegen op 15 februari 2012 inzake het beleidskader voorschoolse voorzieningen “grote ambities voor de allerkleinsten”, de Gemeente en Stichting Kion peuterspeelzalen Nijmegen samenwerken, om de transitie van het peuterspeelzaalwerk in Nijmegen goed te laten verlopen; -basis voor deze samenwerking is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het huidige peuterspeelzaalwerk in Nijmegen. De gemeente Nijmegen in een kaderstellende en faciliterende rol en de Stichting Kion Peuterspeelzalen in de rol van professioneel uitvoerder van het peuterspeelzaalwerk; -het huidige door Stichting Kion peuterspeelzalen uitgevoerde gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk in Nijmegen is verdeeld over 18 peuterspeelzalen waar regulier peuterspeelzaalwerk wordt uitgevoerd en 16 VVE-locaties, zijnde peuterspeelzalen waar voorschoolse educatie wordt gegeven. Waar in deze overeenkomst niet wordt aangeduid welke soort zaal het betreft, worden met de benaming peuterspeelzalen beide soorten zalen bedoeld.
verklaren te zijn overeengekomen dat partijen bij deze samenwerking gezamenlijk de volgende uitgangspunten hanteren:
1.
Gemeente en Stichting Kion Peuterspeelzalen hebben een lange geschiedenis van goede samenwerking, in het belang van peuters en ouders. We blijven ook in de komende maanden samenwerken om de transitie naar de nieuwe door de raad gewenste situatie zo goed mogelijk te laten verlopen, waarbij het belang van peuters/ouders, werknemers en ‘de gemeenschap’ voorop staan.
2.
Voor de gemeente is vanuit het beleidskader van groot belang dat de transitie van de peuterspeelzalen een goede balans heeft tussen enerzijds beperking frictiekosten en anderzijds meer marktwerking/keuzevrijheid. Voor Stichting Kion Peuterspeelzalen is goed werkgeverschap, een goede zorg voor de klanten en het beperken van de financiële risico’s van belang.
1
Overeenkomst uitgangspunten transitie St. Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
Gezamenlijk belang is het behoud van de goede kwaliteit en het goede imago van het peuterwerk. De stappen die we gezamenlijk zetten in het transitieproces moeten recht doen aan deze balans. 3.
Gemeente Nijmegen en Stichting KION Peuterspeelzalen maken samen afspraken over de transitie.
4.
Beide partijen streven ernaar de frictiekosten en inzet van gemeenschapsgelden daarop, zo beperkt mogelijk te houden, maar stellen vast dat er in dit transitieproces waarschijnlijk sprake zal zijn van frictiekosten. De gemeente voelt zich verantwoordelijk voor de continuïteit van de activiteiten van de Stichting Kion Peuterspeelzalen tot 1 augustus 2013, en daarmee ook medeverantwoordelijk voor de frictiekosten. Onder frictiekosten wordt verstaan ontslagvergoedingen en wachtgeldverplichtingen. Dit geldt overigens alleen voor frictie bij de Stichting Kion Peuterspeelzalen en niet voor de kosten van de centrale overhead die voor Stichting Kion Peuterspeelzalen wordt ingezet.
5.
De uitvoering van het peuterspeelzaalwerk op de 18 reguliere zalen loopt ongewijzigd door tot 1 januari 2013. Op de 16 VVE-locaties loopt de huidige uitvoering door tot 1 augustus 2013. De intentie van partijen is dat er géén locaties vroegtijdig worden gesloten. Mocht dit naar het oordeel van beide partijen onvermijdelijk zijn, dan gebeurt dit in goed overleg.
6.
Stichting Kion Peuterspeelzalen is en blijft verantwoordelijk voor de exploitatie van de peuterspeelzalen tot respectievelijk 1 januari (reguliere zalen) en 1 augustus 2013 (VVE zalen). Indien eventuele VVE-locaties na 1 augustus 2013 niet worden voortgezet bij ontstentenis van een overnemende partij, ontstaat er een nieuwe niet beoogde situatie. De gemeente Nijmegen neemt hierbij haar verantwoordelijkheid als subsidiegever. Stichting Kion Peuterspeelzalen is bereid tot een voortzettingsoverleg met de gemeente betreffende de niet-vermarkte VVE-locaties, met als intentie de continuïteit voor ouders, peuters en leidsters te waarborgen. De gemeente treedt met Stichting Kion Peuterspeelzalen in overleg over de condities waaronder en de wijze waarop de continuering kan plaatsvinden, dan wel andere oplossingen, indien en zodra blijkt dat vermarkting (deels) niet zal slagen. Indien het overleg niet leidt tot voortzetting van de betreffende zalen door Stichting Kion Peuterspeelzalen, kan de gemeente het peuterspeelzaalwerk door een andere partij voort laten zetten, dan wel VVE-arrangementen op de betreffende locatie door een andere aanbieder laten uitvoeren. Stichting Kion Peuterspeelzalen draagt in dat geval de betreffende VVE-zalen over aan de nieuwe aanbieder. Tot de overdracht gerealiseerd is blijft Stichting Kion Peuterspeelzalen de nog niet overgedragen VVE-locaties voortzetten. Overdracht betekent overdracht om niet van de contracten met ouders, huurcontracten, de per 1 september 2012 op de betreffende locatie aanwezige en sindsdien ongewijzigde inventaris, de lesmaterialen zoals omschreven in artikel 11 en overplaatsen van het per 1 augustus 2013 nog in dienst zijnde personeel van de betreffende VVE-locatie naar de nieuwe aanbieder. Stichting Kion Peuterspeelzalen overlegt hiertoe onverwijld alle relevante documenten aan de nieuwe aanbieder van de betreffende VVE-zaal.
7.
Faillissement of liquidatie van Sichting Kion Peuterspeelzalen voor 1 augustus 2013 of zoveel later als de transitie is afgerond en/of alle VVE-locaties zijn overgedragen, is ongewenst. Daarmee zou de continuïteit van de uitvoering niet meer mogelijk zijn; Partijen spannen zich gezamenlijk in om dit te voorkomen.
8.
Gezamenlijk belang is dat de transitie naar klanten en publiek toe op een rustige, duidelijke en klantvriendelijke manier gebeurt. Dat ouders tijdig en goed geïnformeerd zijn, en voldoende tijd hebben om voor een peuterarrangement te kunnen kiezen. Voor 1 juli 2012 heeft Stichting Kion Peuterspeelzalen de eerste info aan (zittende) ouders gegeven. Belang van de gemeente Nijmegen is dat zittende peuters een nieuw peuterarrangement kunnen krijgen, bij voorkeur in de wijk. De communicatie naar ouders, publiek, pers en personeel wordt altijd door Stichting Kion Peuterspeelzalen en Gemeente Nijmegen met elkaar afgestemd.
9.
Gezamenlijk belang is ook een zorgvuldige omgang met de werknemersbelangen van het huidige personeel. We hanteren het uitgangspunt ‘mens volgt werk’. Betreffende de 18 peuterspeelzalen nemen Stichting Kion Peuterspeelzalen en de gemeente ten aanzien van dit uitgangspunt een
2
Overeenkomst uitgangspunten transitie St. Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
gezamenlijke verantwoordelijkheid, ieder vanuit de eigen, onderscheiden rol. Stichting Kion Peuterspeelzalen draagt de werkgeversverantwoordelijkheid, en onderhoudt derhalve de relatie met de vakbonden en OR. Stichting Kion Peuterspeelzalen spant zich in om mensen van werk naar werk te begeleiden. De kosten hiervoor komen ten laste van de Stichting Kion Peuterspeelzalen, binnen haar financiële mogelijkheden. De gemeente spant zich vanuit haar rol in om andere aanbieders te attenderen op de mogelijkheid om personeel van de Stichting Kion Peuterspeelzalen over te nemen. St. Kion Peuterspeelzalen sluit hiertoe aan bij het landelijk sociaal plan harmonisatie peuterspeelzalen. Eventuele nadere lokale afspraken met de vakbonden worden uiterlijk 15 september 2012 met de gemeente Nijmegen gecommuniceerd. 10. Stichting Kion Peuterspeelzalen trekt de ingediende bezwaarschriften tegen de beëindiging van de subsidies voor het peuterspeelzaalwerk in en zal geen bezwaarschrift indienen tegen de beëindiging van de subsidie voor de zorgcoördinatoren (Kijk op Kleintjes). 11. Stichting Kion Peuterspeelzalen stelt alle 16 VVE zalen volledig beschikbaar voor overgang naar een kinderopvangorganisatie, conform een door de gemeente te regisseren procedure. De over te dragen VVE zalen voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang. Overgang betekent overdracht om niet van contracten met ouders, huurcontracten, de per 1 september 2012 op de betreffende locatie aanwezige en sindsdien ongewijzigde inventaris, de lesmaterialen zoals die door Stichting Kion Peuterspeelzalen gebruikt worden voor voorschoolse educatie in de VVElocaties, te weten Taallijn en aanvullende modules voor rekenen motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling en overplaatsen van het huidige personeel op de zalen naar de nieuwe aanbieder. De economische waarde van de inventaris is nihil en daarom stelt Stichting Kion Peuterspeelzalen geen overnameprijs vast voor de inventaris. Zij draagt de inventaris om niet over aan de nieuwe aanbieder. Zij geeft ten behoeve van de overgang van de VVE-zalen aan de gemeente Nijmegen voldoende inzage in de kosten per VVE locatie voor 1 juli 2012. Een potentiële nieuwe aanbieder die interesse voor een bepaalde locatie heeft aangegeven dient een intentieverklaring te ondertekenen dat hij, na aanvraag van subsidie voor VVE-arrangementen op de betreffende VVElocatie, die locatie in het geval van verlening van de aangevraagde subsidie volledig overneemt. Vervolgens krijgt hij ten behoeve van zijn afweging of hij de subsidie zal aanvragen de locatiespecifieke informatie, welke volgens de gemeente relevant is. Nadat de beschikking tot subsidieverlening aan de nieuwe aanbieder verzonden is, overlegt Stichting Kion Peuterspeelzalen onverwijld alle volgens de gemeente relevante documenten aan de nieuwe aanbieder van de betreffende VVE zaal. 12. Het vermogen van de Stichting Kion Peuterspeelzalen is opgebouwd met behulp van overheidssubsidie en blijft beschikbaar voor uitvoering en transitie van het peuterspeelzaalwerk. Indien er op 1 augustus 2013 of bij overname van de laatste VVE-locatie én na algehele financiële afwikkeling door Stichting Kion Peuterspeelzalen van de per 1 augustus 2013 uitstaande aanspraken en verplichtingen betreffende wachtgelden en ontslagvergoedingen van personeel dat in dienst is van Stichting Kion Peuterspeelzalen, waaronder begrepen de peuterspeelzaalleidsters, de zorgcoördinatoren van Kijk op Kleintjes en de VVE-staf en VVE-consulenten en met uitzondering van de kosten voor het centrale apparaat, nog positief vermogen in de stichting over blijft, zal dit worden toegevoegd aan het algehele budget voor peuterspeelzaalwerk van de gemeente. Daartoe stelt de Stichting Kion Peuterspeelzalen de gemeente Nijmegen in de gelegenheid invloed uit te oefenen op financiële (vermogens)beslissingen over de exploitatie in 2012 en 2013 van de Stichting Kion Peuterspeelzalen. De invloed van de gemeente is beperkt tot de financiële vermogensbeslissingen betreffende de exploitatie in de laatste periode van subsidieverlening aan Stichting Kion Peuterspeelzalen. Partijen hebben met deze bepaling niet de bedoeling dat enige verantwoordelijkheid, anders dan in deze bepaling beschreven, naar de gemeente vloeit. 13. Indien en voor zover het positieve eigen vermogen onvoldoende is om de wachtgeldverplichtingen en ontslagvergoedingen zoals bedoeld in artikel 12 geheel te voldoen, is de gemeente bereid zich garant te stellen voor het meerdere, tot het hierna te omschrijven maximum. De garantstelling van de gemeente is beperkt tot een bedrag van maximaal € 250.000, verminderd met het positieve eigen vermogen dat is aangewend voor de wachtgelden en ontslagvergoedingen van personeel in dienst van Stichting Kion Peuterspeelzalen zoals bedoeld in artikel 12. Van de garantstelling zijn uitdrukkelijk uitgesloten de kosten voor het centrale apparaat. 3
Overeenkomst uitgangspunten transitie St. Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
14. Indien een van beide partijen een verplichting uit deze overeenkomst niet of niet voldoende nakomt, wijst de andere partij haar daar schriftelijk op. Vervolgens treden partijen in overleg teneinde naleving van de overeenkomst alsnog te bewerkstelligen. Indien dit overleg niet leidt tot nakoming van de overeenkomst door de nalatige partij, kan elk van beide partijen het geschil aanhangig maken bij de bevoegde rechter
Nijmegen, ……
Nijmegen, ………..
Wethouder H. Beerten Gemeente Nijmegen
Dhr. E. Brunekreeft Directeur Stichting Kion Peuterspeelzalen Nijmegen
4
Subsidieregeling VVE-arrangementen
Werkgroep VVE-arrangementen
20 september 2012
Pagina 1
Inhoudsopgave 1
INLEIDING ..................................................... 3 1.1 1.2
DEFINITIES ......................................................................... 3 ONDERWERP VAN DEZE SUBSIDIEREGELING ................................................... 4
2
DE VERMARKTING VAN DE SUBSIDIE ............................... 6 2.1 VERLOOP VAN DE SUBSIDIEAANVRAAGPROCEDURE .............................................. 6 2.2 COMMUNICATIE ...................................................................... 6 2.2.1 Gelegenheid tot vragen stellen ...................................................... 6 2.3 INDIENEN SUBSIDIEAANVRAAG ............................................................ 7 2.3.1 Tijdstip van indiening Subsidieaanvraag ............................................... 7 2.3.2 Wijze van indiening .............................................................. 7 2.3.3 Te overleggen bescheiden ......................................................... 8 2.4 OVERIGE VOORWAARDEN ............................................................... 8 2.4.1 Voorwaarden aan Subsidieaanvrager en Subsidieaanvraag ................................. 8 2.4.2 Voorwaarden en verplichtingen verbonden aan de te verlenen subsidie ........................ 9 2.4.3 Voorbehouden van Gemeente Nijmegen .............................................. 10
3
ONDERWERP VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG ......................... 12 3.1 UITGANGSPUNTEN EN EISEN ............................................................ 12 3.1.1 Uitgangspunten en definitie ....................................................... 12 3.1.2 Overname van de VVE-locaties, personeel, lesmateriaal, inventaris en peuters .................. 13 3.1.3 Eisen aan het VVE-arrangement ................................................... 14 3.1.4 Uitvoering .................................................................... 14 3.2 HOOGTE EN DUUR VAN DE SUBSIDIE ....................................................... 14 3.2.1 Hoogte van de subsidie .......................................................... 14 3.2.2 Duur ........................................................................ 15 3.3 VERDELING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG. ..................................................... 15
4
DE SUBSIDIEAANVRAAG ........................................ 16
5
BEOORDELING ................................................ 17 5.1 BEOORDELINGSFACTOREN ............................................................. 17 5.2 PROGRAMMA VAN W ENSEN KWALITEIT ..................................................... 17 5.2.1 Indiening ..................................................................... 20 5.3 BEOORDELING...................................................................... 20 5.3.1 Afronding beoordeling Programma van Wensen ......................................... 21 5.4 SUBSIDIEVERLENING ................................................................. 21
BIJLAGE 1:
STANDAARDFORMULIER INDIENEN VRAGEN ........................ 22
BIJLAGE 2:
VERKLARING BIJ SUBSIDIEREGELING VVE-LOCATIES ................. 23
BIJLAGE 3
INVULFORMULIER AANVRAAG VVE-ARRANGEMENTEN ............... 30
BIJLAGE 4
KWALITEITSEISEN VVE-ARRANGEMENT..............................30
BIJLAGE 5
LANDELIJK SOCIAAL PLAN HARMONISATIE PEUTERSPEELZALEN ...... 34
BIJLAGE 6:
INTENTIEVERKLARING .......................................... 39
BIJLAGE 7:
VOORBEELD TOEKENNING SUBSIDIE .............................. 40
BIJLAGE 8:
BEGROTING .................................................. 42
Pagina 2
1
Inleiding
De Wet kinderopvang beschrijft kwaliteitseisen waar de kinderopvang aan dient te voldoen en regelt welke ouders een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang kunnen ontvangen. Per 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) in werking getreden. In deze wet wordt aangestuurd op meer en betere voor- en vroegschoolse educatie in de kinderopvang en peuterspeelzalen. De nieuwe wet houdt voor de ouders met kinderen die voor- en vroegschoolse educatie volgen de ouderbijdrage laag. Via de Wet OKE zijn landelijke kwaliteitseisen voor het peuterspeelzaalwerk in de Wet Kinderopvang opgenomen. In het kader van de harmonisatie tussen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zijn deze zoveel mogelijk gelijk aan de kwaliteitseisen voor de kinderopvang. De Wet Kinderopvang is daarom hernoemd tot Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Als uitvloeisel van deze wetswijzigingen heeft de gemeente Nijmegen een beleidskader ontwikkeld. Hierin wordt de ambitie benoemd om in de gemeente Nijmegen hoogwaardige pedagogische voorschoolse voorzieningen te realiseren voor 0 tot 4 jarigen met een rijke leeromgeving waar opvang, ontwikkelingsstimulering en samen spelen centraal staan.
Aan de wettelijke verplichting om VVE aan te bieden aan peuters met een kans op een ontwikkelingsachterstand wil de gemeente als volgt voldoen. De gemeente gaat alle VVE-locaties, nu 16 in getal, subsidiëren. Hiermee houdt de gemeente grip op de spreiding, toegankelijkheid en kwaliteit van VVE-aanbod. De gemeente kiest hierbij voor ‘vermarkting’ van de subsidie. Hiermee zorgen we voor de best mogelijke kwaliteit van het peuteraanbod en creëren we meer diversiteit, zonder de sturing op kwaliteit en aanwezigheid van het aanbod te verliezen. Zo biedt de gemeente aan de partijen die aan de wettelijke en gemeentelijke eisen kunnen voldoen de mogelijkheid een voorziening met VVE-aanbod te exploiteren. Zie voor uitgebreide achtergrondinformatie het op 15 februari 2012 vastgestelde beleidskader voorschoolse voorzieningen 20122014: Grote ambities voor de allerkleinsten. 1.1
Definities
VVE: Voorschoolse educatie waar door middel van een VVE-programma kinderen tussen 2 jaar tot 4 jaar worden gestimuleerd op de gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling. VVE-subsidie: Subsidie aan Subsidieaanvragers voor uitvoering van VVE-arrangementen voor peuters die behoren tot de VVE-doelgroep op één van de 16 VVE-locaties. VVE-locatie: Een peuterarrangement waar VVE wordt aangeboden mede gefinancierd met een aanbodsubsidie van de gemeente op één van de volgende locaties:
Zaal De Belleboom Sloepje De Draaitol De Duikelaar Kleppereend Pagina 3
Adres Aldenhof 6201 Berberisstraat 4 Malvert 5004 Tolhuis 4450 Zwanenveld 7002
Plaats Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen
Notedop Wolfjes De Verrekijker Grootstal De Meibloem Goffertrakkertjes Wigwam De Waterlelie De Willem Hat. Paradijsje Pino
Symfoniestraat 208 Floraweg 69 Leuvensbroek 1200 Newtonstraat 50 Meijhorst 29-58 Slot. de Bruïneweg 272 2e Oude Heselaan 386 Waterstraat 146 Thijmstraat 40 Zijpendaalstraat 1A Zellersacker 1103
Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen
VVE-arrangement: Een peuterarrangement waar VVE wordt aangeboden mede gefinancierd met een aanbodsubsidie van de gemeente op een VVE-locatie. Het arrangement is gericht op het in staat stellen van ouders om arbeid en zorg te combineren, ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool. Doelgroepkinderen: Kinderen die in aanmerking komen voor VVE op indicatie van een door het college aan te wijzen instantie en woonachtig in de gemeente Nijmegen. Vermarkting: Het beschikbaar stellen van subsidie aan de markt via het stramien van een onderhandse inkoopprocedure die vervolgens verdeeld wordt door middel van een vergelijkende toets ook wel tender genoemd. Vergelijkende toets/tender: Alle aanvragers worden beoordeeld volgens de kwaliteitseisen zoals die benoemd zijn in hoofdstuk 5. Op basis van de uitkomst van de beoordeling wordt de subsidie totdat het subsidieplafond bereikt is verleend. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift. 1.2
Onderwerp van deze Subsidieregeling
Het doel van Gemeente Nijmegen is het verlenen van subsidie aan twee of meer Subsidieaanvragers voor uitvoering van VVE-arrangementen voor peuters die behoren tot de VVE-doelgroep op de 16 VVE-locaties. Doel van het aanbod moet zijn het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Een peuter behoort tot de doelgroep als het door de GGD is geïndiceerd als zijnde een VVE doelgroepkind. De indicatie is gebaseerd op de vooropleiding van de ouders en de daadwerkelijke geconstateerde taal- of ontwikkelingsachterstand. Ten behoeve van deze VVE-arrangementen zal de gemeente subsidie verlenen, onder de verplichting dat de betreffende VVE-locatie wordt overgenomen met alle lusten en lasten. Daarnaast kan de aanvrager het VVE-arrangement combineren met een peuterarrangement aan niet doelgroep kinderen. Dit valt niet onder de reikwijdte van deze subsidieregeling maar valt onder de beleidsregels voorschoolse voorzieningen. In de startnotitie voor het beleidskader hebben we de ambitie benoemd om in de gemeente Nijmegen hoogwaardige pedagogische voorschoolse voorzieningen te realiseren voor 0 tot 4 jarigen met een rijke leeromgeving waar opvang, ontwikkelingsstimulering en samen spelen centraal staan. Deze voorschoolse voorzieningen bieden kwalitatief goede opvang, zijn toegankelijk, hebben een preventieve en signalerende functie, volgen de ontwikkeling van jonge kinderen Pagina 4
en werken nauw samen met het onderwijs en ketenpartners. Alle kinderen die het nodig hebben, krijgen daarbij extra ondersteuning waardoor hun achterstand wordt ingelopen of voorkomen. In het kader van de doorgaande leerlijnen wordt nauw samengewerkt met het basisonderwijs. Deze onvoorwaardelijke samenwerking vormt het scharnier voor doorgaande leerlijnen dat VVE tot een succes kan maken.
Deze ambitie hebben we uitgewerkt in drie subambities: 100% bereik van VVE-doelgroepkinderen en opbrengstgericht werken, toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen en het realiseren van kwalitatief goede en pedagogisch en didactisch hoogwaardige voorschoolse voorzieningen. Verder willen we meer keuzevrijheid en diversiteit creëren. Dit mag echter niet ten koste gaan van de eerste subambitie om alle doelgroepkinderen te bereiken.
Pagina 5
2
De vermarkting van de subsidie
De ‘vermarkting’ van de subsidie valt onder de reguliere subsidieregelgeving. De Algemene wet bestuursrecht, de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011 en hun eventuele opvolgers, zijn van toepassing voor zover daarvan in dit document niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. De procedure van ‘vermarkting’ van subsidie, ook wel subsidietender genoemd, heeft het stramien van een onderhandse procedure, waarbij de in dit document opgenomen voorwaarden van toepassing zijn. Op deze subsidietender zijn de beginselen van het aanbestedingsrecht overigens niet van toepassing. Voor deze subsidieregeling wordt een subsidieplafond vastgesteld. 2.1
Verloop van de Subsidieaanvraagprocedure
In onderstaande tabel staat de indicatieve planning weergegeven. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Activiteiten vóór verlening Versturen Subsidieregeling aan aanbieders in Nijmegen Voorlichtingsbijeenkomst
Datum/ tijdstip 26 september 2012 1 oktober 2012 10:30
Binnenkomst vragen
15 oktober 2012
Beantwoording vragen
30 oktober 2012
Uiterlijke datum voor het versturen van de gegevens (na
6 november 2012
ontvangst intentieverklaring) Sluitingsdatum indienen Subsidieaanvragen Interview
27 november 2012
Weigeren en verlenen subsidie
2.2
13 november 2012 12:00 uur
Uiterlijk 1 februari 2013.
Communicatie
Alle communicatie met betrekking tot onderhavige procedure dient te verlopen via onderstaande contactpersoon van de gemeente Nijmegen. Het is niet toegestaan andere medewerkers van Gemeente Nijmegen tijdens de procedure rechtstreeks te benaderen over deze Subsidieaanvraagprocedure, anders dan verwoord in dit document. Gegevens contactpersoon: Gemeente Nijmegen Afdeling: Bureau Inkoop t.a.v. Mevrouw Y. Muris E.
[email protected] Tel. 06-54233421 2.2.1
Gelegenheid tot vragen stellen
Uitsluitend schriftelijke vragen (per e-mail) worden in behandeling genomen. De vragen dienen uiterlijk conform de gestelde datum in paragraaf 2.1, schriftelijk te zijn gesteld en ontvangen op e-mailadres:
[email protected]. De Pagina 6
vragen worden schriftelijk en geanonimiseerd beantwoord op uiterlijk de in paragraaf 2.1. genoemde datum. Wij verzoeken u om voor het stellen van uw vragen het format in bijlage 1 te gebruiken. 2.3
Indienen Subsidieaanvraag
2.3.1
Tijdstip van indiening Subsidieaanvraag
De gesloten Subsidieaanvraag dient volledig geanonimiseerd uiterlijk vóór 13 november 2012 12:00 uur in het bezit te zijn van: Gemeente Nijmegen Bureau Inkoop t.a.v. Mevrouw Y. Muris Bezoekadres
Nieuwe Dukenburgseweg 21
Postcode
6534 AD Nijmegen
Postadres
Postbus 9105
Postcode
6500 HG Nijmegen
Indien op 13 november 2012 geen Subsidieaanvraag is ontvangen van Subsidieaanvrager, wordt de Subsidieaanvrager geacht niet deel te nemen aan deze procedure. Indien een Subsidieaanvraag binnenkomt na bovenstaande datum kan de subsidie worden geweigerd. 2.3.2
Wijze van indiening
Bij indiening van de Subsidieaanvraag moeten de volgende procedures in acht worden genomen: •
Gesloten verpakking zonder firmanaam van Subsidieaanvrager (geen adresgegevens en/of logo zichtbaar);
•
Op de verpakking dient duidelijk leesbaar te zijn vermeld: NIET OPENEN Projectnummer: 12ink006 Niet te openen voor 13 november 2012 16:00 uur T.a.v. Bureau Inkoop
•
Bezorging en/of aflevering tijdens kantooruren;
•
Rechtsgeldige ondertekening;
•
De Subsidieaanvraag dient volledig anoniem opgesteld te worden, zonder vermelding van de naam of het logo van uw organisatie. De Subsidieaanvraag dient aangevuld te worden met een brief waarin wel de naam, contactpersoon en adresgegevens van de subsidieaanvrager vermeld staan;
•
Drie papieren versies, samengevoegd in een ringbandmap;
•
Eén digitale versie op Cd-rom of USB-stick;
•
Subsidieaanvragen die per fax of e-mail worden aangeboden worden niet geaccepteerd;
•
Indien de Subsidieaanvraag per post of koerier wordt verzonden, rust het risico van postvertraging bij Subsidieaanvrager;
Pagina 7
•
Indien de Subsidieaanvraag persoonlijk door of namens Subsidieaanvrager wordt overhandigd op onderstaand adres, kan een ontvangstbewijs worden verkregen. Daartoe dient Subsidieaanvrager zich te legitimeren;
•
Via post ontvangen Subsidieaanvragen worden ingeboekt in een subsidiesysteem;
•
Met strafport bezwaarde zendingen worden niet geaccepteerd;
•
Datum en tijdstip dienen als een fataal moment te worden beschouwd. Subsidieaanvrager is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het tijdig inleveren van de Subsidieaanvraag.
2.3.3
Te overleggen bescheiden
Voor indiening van de Subsidieaanvraag: In het geval Aanvrager specifieke gegevens wenst betreffende één of meer locaties, dient hij een intentieverklaring (bijlage 6) te ondertekenen. Hiermee verklaart de aanvrager na aanvraag de betreffende VVE-locatie over te nemen, in het geval hem de subsidie verleend wordt.
Bij indiening van de Subsidieaanvraag moeten de volgende bescheiden overlegd worden: 1
Een volledig ingevulde en ondertekende Eigen Verklaring (zie bijlage 2).
2
Een volledig ingevuld Invulformulier Aanvraag VVE-arrangementen (zie bijlage 3)
3
Een volledig ingevulde Intentieverklaring in het geval de aanvrager geen specifieke gegevens wenst en dus nog geen Intentieverklaring heeft ingevuld (zie bijlage 6)
4
De Subsidieaanvraag, inclusief alle bijlagen, moet door een rechtsgeldige vertegenwoordiger ondertekend ingediend worden conform de in paragraaf 2.1. genoemde datum en tijdstip.
5
Een opgave van bij andere bestuursorganen of private Subsidieaanvragers of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarin;
6
Een meerjarenbegroting (zie bijlage 8) van baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd over het tijdvak waarin de activiteiten worden uitgevoerd, waarbij alle kosten en opbrengsten via een transparant berekeningsmodel aan de activiteiten zijn toegerekend, inclusief personeelslasten en de accommodatielasten, evenals een toelichting op de begroting; U mag uw eigen uurprijs bepalen net zoals gebruikelijk is in de kinderopvang.
7
Een opgave van de met de Subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, de aard van de relatie tot de Subsidieaanvrager en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon;
8
Een uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
9
Een gewaarmerkt exemplaar van de oprichting- of stichtingsakte, waarin de statuten zijn opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;
10
De jaarrekening en het accountantsrapport over het voorafgaand boekjaar met toelichting. De jaarrekening dient minimaal een staat van baten en lasten, een balans en toelichtingen daarop te bevatten.
2.4
Overige Voorwaarden
2.4.1
Voorwaarden aan Subsidieaanvrager en Subsidieaanvraag
Pagina 8
1
Subsidieaanvraag dient te geschieden in overeenstemming met de bepalingen als gesteld in deze subsidieregeling.
2
Subsidieaanvrager is verplicht:
2.1
Alle informatie over de VVE-locaties die hem ter beschikking komen geheim te houden.
2.2
Alle informatie te vernietigen op het moment dat hij geen subsidie aanvraagt of verleend krijgt voor de betreffende VVE-arrangementen.
3
De Subsidieaanvrager is verplicht een intentieverklaring te ondertekenen alvorens hij specifieke gegevens over de VVE-locaties krijgt, waarvoor hij zijn interesse heeft aangegeven.
4
Het is niet toegestaan medewerkers van Gemeente Nijmegen tijdens de procedure rechtstreeks te benaderen over deze Subsidieaanvraagprocedure, anders dan verwoord in dit document.
5
Publiciteit met betrekking tot deze Subsidieaanvraag is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van Gemeente Nijmegen.
6
Subsidieaanvrager verklaart verder zich te onthouden van verklaringen van welke aard dan ook die andere betrokkenen kunnen schaden. Schending van deze voorwaarde kan tot gevolg hebben dat de subsidieverlening wordt geweigerd.
7
Door het indienen van een Subsidieaanvraag verklaart Subsidieaanvrager zich akkoord met alle voorwaarden en het daaromtrent gestelde in de Subsidieaanvraagstukken.
8
Subsidieaanvrager geeft op geen enkele wijze kennis aan derden van de gegevens die in de Subsidieaanvraagstukken door Gemeente Nijmegen zijn of worden verstrekt, niet anders dan voor het doen van een Subsidieaanvraag.
9
Gemeente Nijmegen zal de door Subsidieaanvrager ingediende documenten als vertrouwelijk behandelen. De vertrouwelijkheid wordt bewaard, ongeacht of een Subsidieaanvraag wel of niet tot een subsidieverlening zal leiden voor Subsidieaanvrager.
10
Alle communicatie met de Gemeente Nijmegen geschiedt in de Nederlandse taal.
2.4.2
Voorwaarden en verplichtingen verbonden aan de te verlenen subsidie
Aan de te verlenen subsidie worden de volgende voorwaarden verbonden: Algemeen: 1. De subsidie is gebonden aan het uitvoeren van VVE-arrangementen op de betreffende VVE-locaties; 2. Aanvrager kan de uitvoering van VVE-arrangementen op de VVE-locatie niet stoppen of overdragen aan een derde, dan met toestemming van de gemeente; 3. Aanvrager kan de VVE-locatie niet sluiten of overdragen aan een derde, dan met toestemming van de gemeente; 4. In het geval van overdracht van de VVE-locatie na subsidieverlening aan een derde, vraagt de aanvrager die een locatie overdraagt, geen overnameprijs waarin marktwaarde die met subsidie is opgebouwd is verdisconteerd; 5. Na beëindiging van de subsidieverlening geldt hetzelfde als gesteld onder vier; 6. Aanvrager mag niet de gemeentelijke subsidie voor andere diensten gebruiken dan voor de uitvoering van VVE-arrangementen op de VVE-locaties zoals bedoeld in de subsidieregeling VVE-locaties;
Pagina 9
7. Aanvrager dient zijn bedrijfsadministratie zodanig in te richten dat onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds gesubsidieerde VVE-arrangementen en overige activiteiten anderzijds; 8. Aanvrager dient de baten en lasten van al haar verschillende activiteiten gescheiden te administreren; 9. Alle lasten en baten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen betreffende kostprijsadministratie, correct worden toegerekend; 10. Aan de te verlenen subsidie is de verplichting verbonden dat de betreffende VVE-locatie in zijn geheel wordt overgenomen, met alle lusten en lasten. Daaronder vallen de werknemers, werkzaam op de VVE-locatie, de peuters die zijn ingeschreven bij de VVE-locatie en daar na 31 juli 2013 een VVE-arrangement (zullen) afnemen, de inventaris en zo mogelijk het huurcontract. 11. Voor de ouderbijdrage moet gebruik gemaakt worden van de ouderbijdrage tabel zoals we die ook gebruiken bij de peutertoeslag. Deze is voor 2013 nog niet vastgesteld. Om u een idee te geven hoe die eruit ziet kunt u nu bij berekeningen uitgaan van de ouderbijdrage tabel van 2012. Deze is:
Inkomen
Eigen bijdrage per uur
Eigen bijdrage per uur
voor SMI en
voor peutertoeslag met
peutertoeslag
VVE-indicatie
Tot € 18.546
€ 0,59
€ 0,30
€ 18.547 - € 28.515
€ 0,80
€ 0,30
€ 28.516 - € 39.137
€ 1,20
€ 0,59
€ 39.138 - € 52.779
€ 1,63
€ 0,59
€ 52.780 - € 74.992
€ 2,64
€ 0,59
€ 74.993 - € 102.756
€ 3,95
€ 0,59
Vanaf € 102.757
€ 4,24
€ 0,59
Bovenstaande tabel is de tabel van dit jaar en geeft daarom alleen een indicatie voor de ouderbijdrage die volgend jaar betaald moet worden. De tabel voor volgend jaar is landelijk nog niet vastgesteld
Administratie: De administratie van aanvrager dient zodanig te zijn ingericht dat daaruit objectieve informatie verkregen wordt voor de verantwoording. De registraties van Aanvrager dienen betrouwbaar en integer te zijn. Daaronder wordt verstaan dat de registraties moeten registreren wat is beoogd en dat ze niet manipuleerbaar zijn. Hiertoe zullen wij jaarlijks een verantwoording bestaand uit een jaarrekening voorzien van een goedkeurende controle verklaring van de accountant vragen. 2.4.3 1.
Voorbehouden van Gemeente Nijmegen Het is niet toegestaan dat een Subsidieaanvrager meer dan eenmaal (individueel dan wel in combinatie) een aanvraag indient.
2.
Als er discrepantie bestaat tussen de inhoud van de papieren versies en de digitale versie van een Subsidieaanvraag, is de papieren versie te allen tijde leidend voor alle partijen.
Pagina 10
3.
Bij geen of uitsluitend één geldige, geschikte en/of aanvaardbare Aanvraag behoudt Gemeente Nijmegen zich het recht voor de procedure zoals verwoord in deze Subsidieregeling te annuleren.
4.
De gemeente behoudt zich het recht voor om gemotiveerd niet over te gaan tot de verstrekking van subsidie voor één of meerdere locaties.
5.
Subsidieaanvragers hebben in een dergelijke situatie geen recht op vergoeding van de kosten gemaakt in het kader van de Subsidieaanvraag.
Pagina 11
3 3.1
Onderwerp van de Subsidieaanvraag Uitgangspunten en eisen
Voor de Subsidieaanvraag gelden onderstaande uitgangspunten en eisen. 3.1.1
Uitgangspunten en definitie
De ontwikkelingsbehoefte van het kind staat centraal. Of kinderen hun talenten ten volle (gaan) benutten en zich sociaal-emotioneel en lichamelijk goed ontwikkelen, hangt grotendeels af van de manier waarop ze daarin gestimuleerd worden. De opvoeding thuis, maar ook op peuterspeelzaal/kinderopvang c.q. school en in de vrije tijd is daarvoor bepalend. Dit vraagt om een goede pedagogische en didactische kwaliteit op voorschoolse voorzieningen en om goede afstemming tussen de voorschoolse voorziening, ouders en school. Het vraagt bij de voorschoolse voorzieningen vooral ook om differentiatie, flexibiliteit en maatwerk in benadering en aanbod van activiteiten, afhankelijk van de behoefte van het kind. Tevens vinden wij het van belang dat ouders in staat worden gesteld om arbeid en zorg te combineren door gebruik te maken van een VVE-arrangement. Voorschoolse voorzieningen sluiten goed aan op het basisonderwijs Een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van het kind is de aanwezigheid van een samenhangend geheel van voorschoolse voorzieningen voor kinderen van 0 tot 4 jaar, die goed aansluiten op het basisonderwijs. Daarnaast moet sprake zijn van een goede balans tussen ontspanning en recreatie enerzijds en het spelenderwijs stimuleren van de ontwikkeling van kinderen anderzijds. Een doorgaande leer- en zorglijn dienen gewaarborgd te zijn en ook een warme overdracht naar het basisonderwijs is essentieel. Omschrijving van het VVE-arrangement: Kwalitatief goede en pedagogisch en didactisch hoogwaardige activiteiten aanbieden aan 2- en 3-jarigen, waarmee zoveel mogelijk doelgroepkinderen worden bereikt. Het VVE-arrangement heeft een preventieve en signalerende functie en volgt de ontwikkeling van jonge kinderen. Er wordt samen met het onderwijs en ketenpartners gewerkt. Alle kinderen die het nodig hebben krijgen extra ondersteuning, waardoor hun achterstand wordt ingelopen of voorkomen. VVE-arrangementen in relatie tot de peutertoeslag De gemeente hecht er grote waarde aan dat samenstelling van de groep VVE-kinderen zoveel mogelijk intact blijft. Op de VVE-locaties mogen alleen VVE- en Peuterarrangementen worden aangeboden. Er mag geen halve- en of hele dagopvang plaatsvinden in het lokaal/ruimte waar ook de VVE-arrangementen worden uitgevoerd. VVE-arrangementen en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKO)
Pagina 12
De over te nemen VVE-locaties voldoen nog niet op alle punten aan de eisen in de WKO van kinderdagopvang. Als verplichting wordt aan de subsidie verbonden dat de zalen daar wel per 1-8-2013 aan moeten voldoen. De aanvrager krijgt ruim voor die datum de gelegenheid om er voor te zorgen dat de VVE-locaties aan deze eisen voldoen. 3.1.2
Overname van de VVE-locaties, personeel, lesmateriaal, inventaris en peuters
Overname van VVE-locaties, inventaris en peuters Om continuïteit en kwaliteit te borgen dienen de VVE-locaties in hun geheel overgenomen te worden door de Subsidieaanvrager. Aan de verlening van de subsidie wordt de verplichting verbonden om de betreffende VVElocatie(s) over te nemen, inclusief alle lusten en lasten. Dat betekent dat het huurcontract indien mogelijk overgaat naar de Subsidieaanvrager die een subsidie gehonoreerd krijgt. Tevens gaat het lesmateriaal zoals dat nu gebruikt wordt in de VVE-locaties en de inventaris van de VVE-locatie om niet mee over. Als de huidige VVE-locaties niet meer gebruikt kunnen worden voor het aanbieden van VVE-arrangementen, bijvoorbeeld omdat de verhuurder ze niet (meer ) per 1-8-2013 te huur aanbiedt, dan spant de gemeente zich in om vervangende ruimte te regelen. Indien de Aanbieder na verlening van de subsidie de VVE-arrangementen op een andere locatie wil aanbieden mag dat alleen met toestemming van de gemeente. Daarnaast gaan, indien de ouders dit wensen, alle zittende en aangemelde peuters die per 1 augustus 2013 een VVEarrangement afnemen over naar de nieuwe aanbieder. Onderstaand een overzicht van de VVE-locaties per 15-9-2012. Onder het kopje opleiding staan de doelgroepkinderen die vanwege de opleiding van de ouders tot de doelgroep behoren. Onder het kopje overig staan de doelgroepkinderen die vanwege overige kenmerken zoals thuistaal en ontwikkelingsachterstand tot de doelgroep behoren.
Stadsdeel Dukenburg West Dukenburg Dukenburg Dukenburg West West Lindenholt Midden Dukenburg Midden West West Midden Midden Lindenholt Totaal Pagina 13
Vestigingsnaam Psz De Bellenboom Psz 't Sloepje Psz De Draaitol Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend Psz De Notedop Psz Wolfjes Psz De Verrekijker Psz Grootstal Psz De Meibloem PSZ De Goffertrakkertjes PSZ De Wigwam PSZ Waterlelie PSZ De Willem PSZ Haterts Paradijsje PSZ Pino
opleiding overig 8 10 5 7 9 16 6 14 7 15 6 21 4 8 3 12 6 10 6 18 6 8 9 3 13 4 103
4 11 9 15 29 14 213
totaal doelgroep 18 12 25 20 22 27 12 15 16 24 10 19 18 18 42 18 316
geen doel totaal % doelgroep PSZ groep 14 32 56% 4 16 75% 24 49 51% 19 39 51% 20 42 52% 23 50 54% 13 25 48% 39 54 28% 19 35 46% 12 36 67% 14 17 14 9 16 13 270
24 36 32 27 58 31 586
42% 53% 56% 67% 72% 58% 38%
Aan bovenstaande aantallen kunnen geen rechten worden ontleend, het zijn richtgetallen. Bovenstaande tabel is gebaseerd op instroomleeftijd van 2 jaar. Deze wordt voor de reguliere peuter verhoogd naar 2 jaar en 4 maanden, dat betekent dat deze kinderen korter in een arrangement zitten. Overname van personeel Om continuïteit en kwaliteit te borgen dienen de VVE-locaties in zijn geheel overgenomen te worden door de Subsidieaanvrager. Niet alleen het huurcontract maar ook het personeel gaat mee over naar de Subsidieaanvrager, die een subsidie gehonoreerd krijgt. Dit betekent dat de huidige medewerkers overgaan naar een nieuwe aanbieder. Voor de medewerkers die overgaan, zal vanaf 1-8-2013 de CAO Kinderopvang gelden. Deze overgang is geregeld in een landelijk sociaal plan, waarin afspraken zijn gemaakt over de overgang van de cao Welzijn naar de cao Kinderopvang. Het landelijk plan is met ingang van 23 juni 2012 met een jaar verlengd. Zie voor de tekst van het landelijk sociaal plan bijlage 5 Ten behoeve van de aanvraag van subsidie voor VVE-subsidie ontvangt u achtereenvolgens de volgende informatie:
1. Algemene informatie over locaties zoals, bezetting, opbouw personeel en kwaliteit van de VVE-locaties, zoals geconstateerd door de onderwijsinspectie. Al deze informatie kan opgevraagd worden via
[email protected] 2. Specifieke informatie wordt verstrekt indien door Aanvrager interesse is aangegeven voor VVE-subsidie op een bepaalde locatie en de getekende intentieverklaring (bijlage 6) door de gemeente is ontvangen. 3. Na subsidieverlening: Overdracht van alle relevante stukken.
3.1.3
Eisen aan het VVE-arrangement
In bijlage 4 zijn de kwaliteitseisen en randvoorwaarden met betrekking tot het VVE-arrangement geformuleerd. Aan deze eisen dient de Subsidieaanvrager op het moment van ingang van de subsidie te voldoen. Indien de Subsidieaanvraag niet voldoet aan deze eisen kan de Gemeente Nijmegen de Subsidieaanvraag weigeren. 3.1.4
Uitvoering
De uitvoering van het VVE-arrangement, dient te voldoen aan het gestelde in de in bijlage 4 gestelde kwaliteitseisen en randvoorwaarden. Daarnaast dient het VVE-arrangement in overeenstemming te zijn met wat u hebt beantwoord bij de diverse kwaliteitswensen zoals genoemd in hoofdstuk 3. 3.2
Hoogte en duur van de Subsidie
3.2.1
Hoogte van de subsidie
Voor het te subsidiëren bedrag stellen we een bedrag per doelgroepkind per uur vast. De te subsidiëren prijs per uur is vastgesteld op € 11,74.
Pagina 14
De financiering van de niet doelgroepkinderen die de VVE-locatie bezoeken, loopt via de ouders van deze peuters. Zij kunnen een tegemoetkoming ontvangen via de belastingdienst of via de peutertoeslag. De huisvestingslasten per locatie lopen sterk uiteen. Daarom worden deze lasten voor de doelgroep per locatie gesubsidieerd.
3.2.2
Duur
Wij zijn voornemens de subsidie te verlenen van 1-8-2013 tot 1-8-2017. Afhankelijk van het Rijks- en Gemeentebeleid bestaat de mogelijkheid dat de gemeente Nijmegen de subsidie opnieuw zal verlenen voor een periode van maximaal vier jaren. Aan het laatste kunnen geen rechten worden ontleend. 3.3
Verdeling van het subsidiebedrag.
De gemeente Nijmegen is voornemens om subsidie te verlenen voor een totaal van 16 VVE-locaties. Deze locaties variëren onder meer in het aantal groepen, het aantal doelgroepkinderen en het aantal kinderen buiten de doelgroep die gebruik maken van deze voorzieningen. Conform de NKS kiest de gemeente voor de verdelingsprocedure op basis van de vergelijkende toets, ook wel tender genoemd. Het subsidieplafond bedraagt in 2013 voor augustus tot en met december € 730.000,- . Bij de verdeling van VVEsubsidie over de Aanvragers hanteert de gemeente de volgende verdeelsleutel:
1) Een subsidieaanvrager vraagt subsidie aan voor één of meer VVE-arrangementen. In de aanvraag vermeldt hij hoeveel en welke VVE-arrangementen hij wil overnemen. Ook geeft hij per VVE-locatie een rangorde aan. Zijn keuze vult hij in het invulformulier in ( bijlage 3). Bij het toekennen van de subsidie houdt de gemeente rekening met de door de Aanvrager gewenste rangorde. 1
2) Het maximale aantal VVE-arrangementen dat kan worden overgenomen per subsidieaanvrager is acht VVEarrangementen. De aanvrager mag wel voor 9 of meer arrangementen een aanvraag indienen. 3) De gemeente kent de subsidie voor de VVE-arrangementen toe aan minimaal twee afzonderlijke subsidieaanvragers. 4) Indien er geen Subsidieaanvraag wordt ingediend of indien er geen Subsidieaanvraag aan de minimumeisen voldoet, dan wordt de procedure zoals beschreven in de subsidieregeling niet verder voortgezet. 5) Indien er slechts één Subsidieaanvraag wordt ingediend of slechts één Subsidieaanvraag aan de minimumeisen voldoet, dan wordt de procedure zoals beschreven in de subsidieregeling niet verder voortgezet. De enige aanvraag wordt dan verder behandeld als een reguliere subsidieaanvraag, met inachtneming van de eisen en wensen zoals genoemd in deze subsidieregeling. 6) De Subsidieaanvragen worden op basis van de beoordelingsprocedure zoals omschreven in hoofdstuk 5, per VVE-locatie toegekend aan de Subsidieaanvragers die kwalitatief het hoogste scoren. 7) Indien na het doorlopen van de hierboven beschreven procedure de VVE-arrangementen niet allemaal verdeeld zijn, gaat de gemeente in afwijking van artikel 3.3. punt 2 als volgt te werk:
1
Met inachtneming van clausule 2.4.3: Het is niet toegestaan dat een Ondernemer meer dan éénmaal (individueel dan wel in combinatie) een Subsidieaanvraag doet.
Pagina 15
Na afronding van de procedure zoals beschreven in deze subsidieregeling worden in eerste instantie de aanvragers die voldoen aan de minimum eisen conform bijlage 4 uitgenodigd een aanvraag in te dienen voor de resterende VVE-arrangementen. Deze aanvragen worden dan behandeld als een reguliere subsidieaanvraag. Het subsidieplafond zoals vermeld in deze subsidieregeling blijft van toepassing.
Voor een voorbeeld van de verdeling zie bijlage 7.
4
De Subsidieaanvraag
De Subsidieaanvraag dient de informatie te bevatten die hieronder wordt weergegeven. Subsidieaanvrager dient in zijn Subsidieaanvraag per VVE-arrangement waarvoor subsidie wordt aangevraagd (bijlage 3) onderstaande indeling te hanteren. In het Invulformulier Aanvraag VVE-arrangementen (zie bijlage 3) worden de VVE-arrangementen benoemd. U geeft in dit formulier aan voor welke VVE-arrangementen u subsidie wenst aan te vragen. Indien u geen voorkeur opgeeft voor één van de genoemde VVE-arrangementen, dan nemen wij aan dat u een aanvraag indient voor alle VVEarrangementen.
Tabblad 1 Formulier van de aanvraag met daarin de verklaringen zoals gevraagd bij 2.3.3 Tabblad 2 Beantwoording kwaliteitsvraag 1 Tabblad 3 Beantwoording kwaliteitsvraag 2 Tabblad 4 Beantwoording kwaliteitsvraag 3 Tabblad 5 Beantwoording kwaliteitsvraag 4 Tabblad 6 Beantwoording kwaliteitsvraag 5 Tabblad 7 Beantwoording kwaliteitsvraag 6 Tabblad 8 Beantwoording kwaliteitsvraag 7 Tabblad 9 Beantwoording kwaliteitsvraag 8 Tabblad 10 Eventuele bijlagen behorende bij kwaliteitsvraag 1 tot en met 7 Tabblad 11 Invulformulier aanvraag VVE-arrangementen
Pagina 16
Indien u voor meerdere VVE-arrangementen subsidie aanvraagt, dan verzoeken wij u om bij de indiening achter tabblad 9 per VVE-arrangement een afzonderlijk antwoord op kwaliteitsvraag acht in te vullen. Geef daarbij duidelijk aan voor welk VVE-arrangement u de aanvraag indient.
5
Beoordeling
Gemeente Nijmegen is op zoek naar de Subsidieaanvrager met de best mogelijke kwaliteit van het peuteraanbod. Dat wil zeggen een organisatie die zoveel mogelijk kan bijdragen aan het realiseren van de ambities van: (a) 100% bereik van VVE-doelgroepkinderen en opbrengstgericht werken, (b) toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen (c) en het realiseren van kwalitatief goede en pedagogisch en didactisch hoogwaardige voorschoolse voorzieningen. De onderstaande kwaliteitscriteria worden beoordeeld om vast te stellen welke Subsidieaanvrager het beste plan indient. Hoe meer punten de Subsidieontvanger scoort op de kwaliteitscriteria, hoe beter het plan. 5.1
Beoordelingsfactoren
Criterium en
Inhoud van het criterium
subcriterium
Maximale score
Kwaliteit
Wens
Onderwerp
K.W. 1
Pedagogische en didactische kwaliteit
25
K.W. 2
Opbrengstgericht werken
25
K.W. 3
Doorlopende leerlijn: samenwerking school
25
K.W. 4
Ouderbetrokkenheid
25
K.W. 5
Toeleiding en bereik
20
K.W. 6
Borging continuïteit en kwaliteit dienstverlening
10
K.W. 7
Visie.
10
K.W.8
Locatie specifieke aanpak
25
Totaal
5.2
Weging
165
Programma van Wensen Kwaliteit
Gemeente Nijmegen wenst Subsidieaanvrager te beoordelen op onderstaande kwaliteitscriteria voor haar diensten: KW 1 Pedagogische en didactische kwaliteit
Welke pedagogische en didactische kwaliteit biedt u?
Hoe realiseert u dit?
Pagina 17
Waarom vindt u juist de door u genoemde aandachtspunten belangrijk?
Hoe realiseert u de borging van de kwaliteit?
Ga bij de beantwoording in op de kwaliteit van de medewerkers, het management en het VVE-arrangement.
Bij de beoordeling kijkt de gemeente onder andere naar:
Bijdrage aan de ontwikkeling van het kind.
Verschillende elementen van pedagogische en didactische kwaliteit.
Openstaan voor signalen van kinderen en de tijdige en adequate reactie hierop.
KW 2 Opbrengstgericht werken De gemeente streeft naar meer opbrengstgericht werken bij VVE-arrangementen.
Hoe zorgt u ervoor dat uw aanbod voor het kind opbrengstgericht is?
Hoe borgt u deze opbrengstgerichtheid?
Maak bij de beantwoording gebruik van in ieder geval de volgende vier punten: 1. Waarnemen: informatie verzamelen en registreren 2. Begrijpen: analyseren, interpreteren en onderwijsbehoeften formuleren 3. Plannen: doelen formuleren op de verschillende niveaus en plannen ontwerpen 4. Realiseren: handelen, reflecteren en monitoren
Bij de beoordeling kijkt de gemeente onder andere naar: Voorgestelde systematische en cyclische werkwijze. KW 3 Doorlopende leerlijn naar de basisschool Voor- en Vroegschoolse Educatie loopt van 2 tot 7 jaar. De VVE-arrangementen moeten aansluiten bij het aanbod van de basisschool. Samenwerking met de basisschool is hierbij essentieel. Vragen hierbij zijn:
Hoe zorgt u ervoor dat uw VVE-arrangement aansluit bij het VVE-programma van de basisschool?
Hoe stimuleert u dat kinderen doorstromen naar een basisschool met een programma voor vroegschoolse educatie, bij voorkeur naar een basisschool met een VVE-programma dat aansluit op het programma van uw organisatie?
Welke activiteiten wilt u samen met de basisschool gaan ondernemen?
Vanuit de middelen van het Bestuursakkoord van de G33 hebben schoolbesturen middelen gekregen om HBO’ers uit de onderbouw enkele dagdelen in te zetten op de voorschool om de doorlopende leerlijn te borgen en de kwaliteit en opbrengstgerichtheid te vergroten. Geef aan hoe u de samenwerking vorm wil geven.
Bij de beoordeling kijkt de gemeente onder andere naar:
Momenten en wijze van overdracht.
Waarborging van de doorgaande leer- en zorglijn.
Wijze waarop u wilt gaan samenwerken met basisscholen.
Pagina 18
Hoe en in welke mate uw VVE-programma aansluit bij dat van de basisschool.
KW 4 Ouderbetrokkenheid Hoe zorgt u voor betrokkenheid van de ouders/verzorgers van het kind? Vragen hierbij zijn:
Hoe geeft u vorm aan de ouderbetrokkenheid? Ga daarbij specifiek in op de wijze waarop u ouders stimuleert om thuis ontwikkelingstimulerende activiteiten te ontplooien, waarop u zorgt voor participatie van ouders in VVEactiviteiten in de voorschool en waarop u ouders informeert over de ontwikkeling van hun kind.
Hoe zorgt u ervoor dat ouders zoveel mogelijk betrokken zijn en dat zij actief participeren?
Hoe gaat u om met ouders die handelen in strijd met uw pedagogische visie of gedragsregels?
Bij de beoordeling kijkt de gemeente onder andere naar:
De wijze waarop u ouders overtuigt om de ontwikkeling van kinderen thuis te stimuleren.
Waarborging van ouderbetrokkenheid bij de VVE-activiteiten.
KW 5 Toeleiding Hoe zorgt u voor toeleiding van zoveel mogelijk kinderen uit de wijk naar de VVE-locaties? Ga hierbij specifiek in op het bereik van VVE-doelgroepkinderen.
Bij de beoordeling kijkt de gemeente onder andere naar: Hoe wordt de ambitie waargemaakt dat zoveel mogelijk peuters uit de wijk gebruik gaan maken van een de VVE-locatie in de wijk? KW 6 Borging continuïteit en kwaliteit dienstverlening Hoe borgt u uw processen? Geef daarbij antwoord op de volgende vragen:
Op welke wijze houdt uw organisatie de kwaliteit van de VVE-arrangementen op peil?
Op welke wijze waarborgt uw organisatie de continuïteit van de VVE-arrangementen? Ga daarbij specifiek in op de continuïteit op de groep. Tevens dient daarbij uiteengezet te worden op welke wijze de continuïteit gewaarborgd blijft bij vervanging in het team van medewerkers.
Hoe borgt u de interne kwaliteit (werkt u bijvoorbeeld met een HKZ certificering, of ander kwaliteitscertificaat)?
Hoe toetst u de kwaliteit van uw organisatie en uw dienstverlening?
Hoe denkt u de bedrijfsvoering te kunnen regelen?
Bij de beoordeling kijkt de gemeente naar: Het geheel van maatregelen om het beleid en doelstellingen op het vlak van kwaliteit vast te stellen en om deze doelstellingen ook effectief te behalen. KW 7 Visie Wat is uw visie op Peuter- en VVE-arrangementen? Wat is uw visie op de ontwikkeling van peuters?
Pagina 19
Beschrijf in uw antwoord hoe uw visie bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Bij beoordeling kijkt de gemeente naar: De visie die het meest bijdraagt aan de ontwikkeling van peuters. KW 8 Locatie specifieke aanpak Wat zijn uw plannen voor deze locatie? Geef daarbij antwoord op de volgende vragen: Hoe bevordert u de deelname van doelgroepkinderen in de wijk? Hoe verhoogt u de kwaliteit van de dienstverlening?
Bij de beoordeling kijkt de gemeente naar de mate waarin de plannen realistisch, toekomstbestendig, innovatief en wijkgericht zijn en of zij maatwerk bevatten. 5.2.1
Indiening
Alle wensen mogen in niet meer dan twee A4 per wens worden beschreven. 5.3
Beoordeling
Het beoordelingsteam bestaat uit adviseurs van de gemeente en externe adviseur(s). De toekenning van de punten vindt als volgt plaats: 1. Het beoordelingsteam neemt de subsidieaanvragen per VVE-arrangement door en formuleert vragen.
2. De subsidieaanvragers geven een mondelinge toelichting op de kwaliteitspunten KW 1 t/m KW 8. Vragen van het e
beoordelingsteam worden vervolgens beantwoord. Duur van de toelichting bedraagt voor de 1 aanvraag 60 minuten, waarvan 20 minuten toelichting en 40 minuten vragen worden gesteld. Per aangevraagd VVE-arrangement kunt u 5 minuten extra toelichting geven en kunnen 5 minuten extra vragen worden gesteld. 3. De toelichting op de kwalitatieve beoordelingscriteria wordt per criterium onderling vergeleken. De waardering geschiedt door toekenning van punten door de leden van het beoordelingsteam. Bij het geven van een cijfer wordt gekeken naar de volledigheid en detailniveau van de verstrekte informatie, de toepasbaarheid/uitvoerbaarheid en het totaalbeeld en onderlinge samenhang van voormelde elementen. De toegekende scores zijn gebaseerd op de volgende beoordeling per criterium •
1 Onvoldoende: De informatie is niet overtuigend en laat veel openingen over;
•
2 Matig: De informatie is summier en geeft niet overal weer wat de gevolgen zijn;
•
3 Voldoende:De informatie voldoet minimaal aan de verwachtingen van de Gemeente Nijmegen;
•
4 Goed: De informatie draagt bij aan een goed beeld van de dienstverlening en levert een positieve bijdrage aan de VVE arrangementen;
•
5 Uitstekend: De bijdrage aan VVE arrangementen is bijzonder hoog.
Pagina 20
Per kwaliteitsonderdeel volgt er één score van het beoordelingsteam. 5.3.1
Afronding beoordeling Programma van Wensen Het beoordelingsteam van Gemeente Nijmegen rondt de beoordeling af in een beoordelingsvergadering. De scores op de beoordelingscriteria zoals genoemd in paragraaf 5.1.2. worden bij elkaar opgeteld conform de vastgestelde wegingsfactoren. Zodoende worden de totale scores per VVE-arrangement per Subsidieaanvrager per VVE-locatie bekend;
Per VVE-arrangement wordt de subsidie toegekend aan de Subsidieaanvrager met de hoogste score, met inachtneming van de voorwaarden gesteld in paragraaf 3.3 van deze subsidieregeling.
5.4 1.
Subsidieverlening Subsidieaanvragen worden door een beoordelingsteam beoordeeld aan de hand van de procedure, zoals omschreven in deze Subsidieregeling. Dit resulteert in een voorstel van weigering c.q. voor subsidieverlening aan de subsidieaanvragers die het meeste aantal punten op de kwaliteitswensen behalen.
2.
Dit voorstel zal worden voorgelegd aan het bestuur van de gemeente Nijmegen. Het bestuur neemt - op voordracht van het beoordelingsteam- het subsidiebesluit / de subsidiebesluiten, c.q. het weigeringsbesluit / de weigeringsbesluiten.
3.
Gemeente Nijmegen zal dit besluit door middel van een beschikking bekendmaken aan Subsidieaanvragers. Alle Subsidieaanvragers worden gelijktijdig schriftelijk geïnformeerd door Gemeente Nijmegen over de uitkomst van de Subsidieaanvraagprocedure.
4.
Indien na verlening blijkt dat niet is voldaan aan de selectiecriteria en minimumeisen of dat een weigeringsgrond van toepassing is, kan dat een grond opleveren voor intrekking of wijziging van de subsidieverlening.
Pagina 21
Bijlage 1: Standaardformulier indienen vragen Naam Subsidieaanvrager
Pagina 22
Paragraaf
Pagina nr
Vraag Subsidieaanvrager
Bijlage 2: Verklaring bij subsidieregeling VVE-locaties inzake weigeringsgronden en geschiktheidseisen behorend bij subsidiebeschikking: Projectnaam
VVE Locaties
Referentienummer
12ink006
Deze Eigen Verklaring (het origineel) dient volledig te worden ingevuld en bij de Subsidieaanvraag te worden toegevoegd. De tekst van deze Eigen Verklaring mag niet worden overgetypt, aangevuld noch gewijzigd. Indien er op de Eigen Verklaring te weinig ruimte is voor antwoorden dan dienen de antwoorden in apart toe te voegen bijlagen te worden vermeld. Daar waar op deze Eigen Verklaring aangegeven, dienen aparte bijlagen te worden toegevoegd. Indien vermeld staat ‘na een verzoek daartoe’, de desbetreffende gegevens eerst indienen nadat gemeente Nijmegen daartoe een schriftelijk verzoek aan Aanvrager heeft doen toekomen. Bijlagen dienen te zijn voorzien van het vraagnummer uit deze Eigen Verklaring. Indien Aanvrager zich inschrijft in combinatie met anderen, dient voor elke combinant een ingevuld exemplaar van deze verklaring ingediend te worden. In geval van een combinatie is zo nodig het gebruik van een kopie van deze Eigen Verklaring toegestaan. Aanvrager dient door middel van het ondertekenen van de Eigen Verklaring, zelf te verklaren of hij in de toestand verkeert waarop de verklaring is gericht. Met de ondertekening van de Eigen Verklaring geeft de ondertekenaar de garantie voor de rechtsgeldigheid van de totale Inschrijving. De ondertekenaar dient dus door de onderneming gemachtigd te zijn.
Pagina 23
GEVOLGEN VAN BEANTWOORDING VAN DEZE EIGEN VERKLARING Om tot de beoordelingsprocedure te worden toegelaten, dient Aanvrager de hiernavolgende vragen als volgt te beantwoorden: NB Aanpassen na definitief maken van eigen verklaring
vraag
ja
1.h.
ja
1.i.
ja
nee
2.1.a.
nee
2.1.b.
nee
2.1.c.
nee
2.1.d.
nee
2.1.e.
ja
2.1.f.
ja
3.1.b.
ja
3.2.
ja
4.a
ja
4.b
ja
4.c
ja
4.d
ja
4.e
ja
nvt
opmerking
I
Indien de vragen anders beantwoord worden kan de Subsidieaanvraag geweigerd worden.
Pagina 24
1 Algemene vragen Vraag
a. Naam van Aanvrager
Antwoord
naam
Vestigingsadres:
adres, postcode en woon- of vestigingsplaats
Postadres:
postbusnummer
Postcode en plaats:
postcode gemeente
Land:
land van vestiging
Telefoonnummer:
nummer
Telefaxnummer:
nummer
BTW registratie
nummer
b. Naam van de rechtsgeldig vertegenwoordiger die het formulier namens Aanvrager invult:
naam
Vestigingsadres:
adres, postcode en woon- of vestigingsplaats
Postadres:
postbusnummer
Postcode en plaats:
postcode gemeente
Land:
land van vestiging
Telefoonnummer:
nummer
Telefaxnummer:
nummer
c. Rechtsvorm van Aanvrager:
BV / CV/ NV / VOF / anders te weten
d. De handelsnaam of handelsnamen waarvan Aanvrager naam gebruik maakt of heeft gemaakt:
website
e. Wordt aan andere Aanvrager een deel van de opdracht in ja / nee onderaanneming gegeven.
Zo ja vermeld: naam natuurlijke- of rechtspersoon, adres, postcode en woon- of vestigingsplaats
f. Persoon van rechtswege beslissingbevoegd voor Aanvrager naam en voorletters voor deze opdracht: Vestigingsadres:
adres, postcode en woon- of vestigingsplaats
Postadres:
postbusnummer
Postcode en plaats:
postcode gemeente
Pagina 25
g. Contactpersoon van Aanvrager:
naam en voorletters
Telefoonnummer:
nummer
E-mail adres contactpersoon:
e-mail adres
h. Inschrijving is door een daartoe gemachtigde persoon ja/nee ondertekend.
i. Aanvrager heeft alle gevraagde verklaringen naar waarheid en ja/nee compleet ingevuld en ondertekend.
2.
Weigeringsgronden De onder vraag 2 verlangde verklaringen mogen op het moment van overleggen, niet ouder zijn dan 6 maanden. Aanvrager staat er voor in dat deze verklaring op het moment dat deze wordt overgelegd overeenstemt met de werkelijke situatie waarin Aanvrager zich op dat moment bevindt.
2.1
Weigeringsgronden
a.
Verkeert
de
onderneming
in
staat
van ja / nee
Na een verzoek daartoe: een
faillissement of van liquidatie, dan wel heeft de
verklaring van de griffier van de
onderneming zijn werkzaamheden gestaakt, of
Rechtbank
geldt jegens hem een surseance van betaling
verklaring uit het land van herkomst
of een akkoord, of verkeert de onderneming in
die niet meer dan 6 maanden oud
een andere vergelijkbare toestand als gevolg
is.
of
een
vergelijkbare
van een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving? b.
Is het faillissement of liquidatie van de ja / nee
Na een verzoek daartoe: een
onderneming aangevraagd of is tegen hem
verklaring van de griffier van de
een procedure van surseance van betaling of
Rechtbank
akkoord dan wel een andere soortgelijke
verklaring uit het land van herkomst
procedure die voorkomt in de op hem van
die niet meer dan 6 maanden oud
toepassing
is.
zijnde
wet-
of
regelgeving,
of
een
vergelijkbare
aanhangig gemaakt? c.
Is jegens de onderneming een rechterlijke ja / nee
Na een verzoek daartoe: een
uitspraak met kracht van gewijsde volgens de
verklaring omtrent gedrag (VOG)
op hem van toepassing zijnde wet- of
van
Pagina 26
de
onderneming
of
de
d.
e.
regelgeving gedaan, waarbij een delict is
beschikking waarin afgifte van de
vastgesteld
verklaring wordt geweigerd of een
dat
in
strijd
is
met
zijn
beroepsgedragsregels?
vergelijkbare verklaring.
Heeft de onderneming in de uitoefening van ja / nee
Indien ja: een toelichting op de
zijn beroep een ernstige fout begaan?
gemaakte fout
Heeft de onderneming aan zijn verplichtingen ja / nee
Na een verzoek daartoe: een
voldaan ten aanzien van de betaling van de
verklaring van de ontvanger onder
sociale
wie de gegadigde ressorteert voor
zekerheidsbijdragen overeenkomstig
de wettelijke bepalingen van het land waar hij
de
inning
van
is gevestigd of van Nederland?
zekerheidsbijdragen
sociale of
een
vergelijkbare verklaring uit het land van herkomst die niet meer dan 6 maanden oud is. f
Heeft de onderneming aan zijn verplichtingen ja / nee
Na een verzoek daartoe: een
voldaan ten aanzien van de betaling van zijn
verklaring van de ontvanger onder
belastingen
wettelijke
wie de gegadigde ressorteert voor
bepalingen van het land waar hij is gevestigd
de inning van belastingen of een
of van Nederland?
vergelijkbare verklaring uit het land
overeenkomstig
de
van herkomst die niet meer dan 6 maanden oud is.
Pagina 27
3
Geschikheidseisen Aanvrager vermeldt de gegevens per einde van het laatst afgelopen boekjaar. Indien zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan na afloop van het boekjaar dient Aanvrager deze tevens te vermelden. Vraag
Antwoord
3.1
Financiële en economische draagkracht
a.
Vermeldt het laatst afgelopen boekjaar van de
Bijlage
<<jaar>>
onderneming
b
Hebt u in de laatste drie kalenderjaren een ja / nee
Na een verzoek daartoe inzenden:
minimale
Een accountantsverklaring
jaaromzet
van
twee
keer
subsidieverlening op het gebied van het
betreffende de omzet van de
voorwerp
onderneming.
van
de
subsidieregeling
gerealiseerd? c.
Hebt u in de laatste drie boekjaren een ja / nee
Na een verzoek daartoe inzenden:
solvabiliteitsratio
Een accountantsverklaring
van
minimaal
0,2
gerealiseerd.
betreffende de solvabiliteit van de
Solvabiliteitsratio = eigen vermogen/ totaal
onderneming.
vermogen d.
e
Hebt u in de laatste drie boekjaren een current ja / nee
Na een verzoek daartoe inzenden:
ratio van minimaal 1,0 gerealiseerd.
Een accountantsverklaring
Current ratio = vlottende activa/ vlottende
betreffende de liquiditeit van de
passiva
onderneming.
Indien
uw
onderneming
de
gewenste ja / nee
Na een verzoek daartoe inzenden:
draagkracht met de hierboven vermelde vragen
Een passende en rechtsgeldige
niet kan aantonen, kunt u dan een verklaring
verklaring
van een andere natuurlijke of rechtspersoon
blijkt dat draagkracht aanwezig is
overleggen waaruit blijkt dat de onderneming
conform de hierboven vermelde
voor de opdracht over toereikende middelen
eisen.
kan beschikken.
Pagina 28
waaruit
aantoonbaar
3.2
Technische of Beroepsbekwaamheid Vraag
Antwoord
Bijlage
Kunt u 1 referentie overleggen waaruit blijkt dat ja / nee
Toevoegen: Referentie of Plan van
u ervaring heeft met de VVE-doelgroep of kunt
Aanpak
u concreet aantonen hoe u de kennis van deze doelgroep gaat ontwikkelen? .
5. Ondertekening van de Eigen Verklaring
Ondergetekende verklaart alle vragen en bijlagen volledig en naar waarheid te hebben beantwoord en dat de in dit vragenformulier verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen, juist en volledig zijn.
Ondergetekende is ermee bekend en stemt daarmee in dat de Subsidiegever Eigen Verklaring en de overlegde bewijzen en bijlagen eventueel verifieert. Aldus, naar waarheid opgemaakt op
dag, maand, jaar
te plaats
door, naam en voorletters, functie
als rechtsgeldige vertegenwoordiger van onderneming
Handtekening:
Pagina 29
Bijlage 3
Invulformulier aanvraag VVE-arrangementen
TOELICHTING BIJ HET INDIENEN VAN UW SUBSIDIEAANVRAAG GEEFT U PER VVE-ARRANGEMENT (VESTIGINGSNAAM) OF U WEL (J) OF NIET (N) EEN SUBSIDIE AANVRAAGT. OOK DIENT U BIJ HET KOPJE VOLGORDE DE RANGORDE AANGEGEVEN. GEEF EEN 1 VOOR DE LOCATIE DIE HET LIEFST OVERNEEMT EN ZO VERDER TOT MAXIMAAL 16.
VVE-arrangementen Volgorde Stadsdeel
Vestigingsnaam
Dukenburg
Psz De Bellenboom
Dukenburg
Psz De Draaitol
Dukenburg
Psz De Duikelaar
Dukenburg
Psz De Kleppereend
Dukenburg
Psz De Meibloem
Dukenburg totaal Lindenholt
Psz De Verrekijker
Lindenholt
Psz Pino
Lindenholt totaal Midden
Psz Grootstal
Midden
Psz De Goffertrakkertjes
Midden
Psz De Willem
Midden
Psz Haterts Paradijsje
Midden totaal West
Psz 't Sloepje
West
Psz De Notedop
West
Psz Wolfjes
West
Psz De Wigwam
West
Psz Waterlelie
West totaal
Pagina 30
Aanvraag J/N
Bijlage 4
Kwaliteitseisen VVE-arrangementen
Condities
Het VVE-arrangement bestaat uit een aanbod van 4 dagdelen van 3 uur verspreid over de week
De instroomleeftijd is 2 jaar
Het VVE-arrangement mag alleen gecombineerd worden met een peuterarrangement
Op de VVE-locatie mag in het lokaal waar de VVE-arrangementen worden gegeven geen halve- of hele dagopvang plaatsvinden.
Op de VVE-locatie mag wel Buitenschoolse Opvang (BSO) plaatsvinden. Er vindt dan een verrekening van de huisvestingskosten plaats
Er dient uiterlijk 1-8-2013 voldaan te worden voldaan aan de eisen die de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en aanverwante regelgeving stellen aan kinderdagopvang.
Pedagogisch medewerkers worden aantoonbaar voldoende geschoold en begeleid op de 6 interactievaardigheden: Sensitieve responsiviteit/ emotionele ondersteuning, Respect voor autonomie, Structureren en grenzen stellen, Praten en uitleggen, Ontwikkelingsstimulering, Begeleiden van interacties tussen kinderen
Er wordt systematisch gewerkt met de NCKO kwaliteitsmonitor.
Het locatiemanagement is aantoonbaar voldoende geschoold op ontwikkelingsgericht werken en pedagogisch en didactisch handelen
Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands, minimaal op MBO-3 niveau, blijkend uit een diploma.
Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma);
Voor iedere VVE-beroepskracht is een opleidingsplan aanwezig.
U moet het personeel dat tot 31-7-2013 in dienst is bij de stichting KION peuterspeelzalen en werkt voor de betreffende VVElocatie in dienst te nemen
U moet (indien mogelijk)het huurcontract van de VVE-locatie over nemen
U moet de inventaris van de VVE-locatie over nemen
Ouders
Er is een gericht ouderbeleid;
Ouders worden voor inschrijving bij de voorschoolse voorziening adequaat geïnformeerd;
Er is een intake;
Ouders worden gestimuleerd om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen;
Participatie in VVE-activiteiten van ouders;
Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind;
Er wordt rekening gehouden met de thuistaal van ouders.
Pagina 31
Kw aliteit van de uitvoering
Er is sprake van een jaar-, thema- en dagplanning
Kwaliteit van de uitvoering
Er is sprake van een jaar-, thema- en dagplanning
Het aanbod is doelgericht beschreven aan de hand van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling en de SLO-doelen;
Met het aanbod wordt aantoonbaar aangesloten bij de ontwikkeling van ieder kind zoals dat blijkt uit het kindvolgsysteem
Er is een integraal VVE-programma ;
Er wordt gewerkt met een doelgerichte planning;
Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend;
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt voldoende gedifferentieerd;
Het pedagogisch handelen van de medewerkers is respectvol;
De pedagogisch medewerkers hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen;
De pedagogisch medewerkers stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen;
De pedagogisch medewerkers tonen respect voor de autonomie van het kind;
De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend;
Het educatief handelen van de pedagogisch-medewerkers is goed op elkaar afgestemd;
Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd;
De pedagogisch medewerkers bevorderen de interactie met en tussen kinderen;
De pedagogisch medewerkers stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken;
De pedagogisch medewerkers bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij kinderen;
Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief;
De pedagogisch medewerkers stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De brede ontwikkeling van alle kinderen wordt gevolgd;
Er wordt systematisch gewerkt met een kindvolgsysteem dat opgenomen is in de Databank Instrumenten van het Nederlands Jeugd Instituut of dat daarvoor is aangemeld, maar waarop nog geen beslissing is genomen.
De voorziening neemt actief deel aan de zorgstructuur Kijk op Kleintjes
De voorziening formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit en borgt
De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind;
De aangeboden begeleiding en zorg wordt regelmatig geëvalueerd;
Er is specifieke aandacht voor de taalontwikkeling;
Pedagogisch medewerkers hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de kinderopvang niet kan leveren
daarmee de pedagogisch-didactische kwaliteit
en de aard van die zorg;
Pedagogisch medewerkers melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren;
De pedagogisch medewerkers blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden;
Er is VVE-coördinatie;
De voorziening evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig;
De voorziening evalueert de opbrengsten van alle kinderen;
De voorziening formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit;
De voorziening borgt de kwaliteit van haar educatie.
Pagina 32
Doorgaande lijn
Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool;
Voldoende kinderen (circa 80%) stromen door naar een vroegschool;
Er is een warme overdracht naar de vroegschool;
Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd;
De manier om met ouders om te gaan op de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd;
De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd.
De kadernotitie van de brede school is van toepassing
Pagina 33
Bijlage 5
Landelijk Sociaal Plan Harmonisatie Peuterspeelzalen
Sociaal plan d.d. 23 juni 2011 De ondergetekenden, • MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, • Brancheorganisatie Kinderopvang, enerzijds • Abvakabo FNV, • CNV Publieke Zaak, • Vakbond De Unie, anderzijds, komen het volgende overeen.
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN 1. Werkingssfeer Dit landelijk sociaal plan is van toepassing in de situatie dat (een deel van het) peuterspeelzaalwerk, al dan niet als gevolg van overname door een kinderopvangorganisatie, in zijn oorspronkelijke vorm (subsidie gemeente, ouderbijdrage) ophoudt te bestaan en in plaats hiervan kinderopvang wordt aangeboden waarbij op basis van uurtarief (en een mogelijke kinderopvangtoeslag) peuterwerk wordt aangeboden. Het regelt de overgang van peuterspeelzaalleidsters (CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening) naar pedagogisch medewerkers (CAO Kinderopvang). 2. Begripsbepalingen In dit landelijk sociaal plan wordt verstaan onder: a. werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke organisatie, als bedoeld in artikel 1.1e van de CAO Kinderopvang en/of artikel 1.1b van CAO Welzijn, genoemd in de aanhef; b. werknemer: degene die als werknemer in de zin van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan; c. salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandbedrag volgens de definitie van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening; d. compensatiestijging: het te compenseren verschil in secundaire arbeidsvoorwaarden tussen de CAO W&MD en de CAO KO. e. compensatietoeslag: het te compenseren verschil in secundaire arbeidsvoorwaarden (zie d) minus het voor de werknemer toepasselijke percentage als gevolg van indeling in de naast hogere schaal van de CAO KO. 2
f. ondernemingsraad: een ondernemingsraad (OR) zoals deze is ingesteld op grond van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR), dan wel, bij gebreke daaraan, de in de CAO geregelde personeelsvertegenwoordiging;
Pagina 34
g. CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening: de collectieve arbeidsovereenkomst Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening; h. CAO Kinderopvang: de collectieve arbeidsovereenkomst Kinderopvang. 3. Plichten van werkgever en van werknemer De werkgever en werknemers, op wie dit landelijk sociaal plan van toepassing is, zijn gehouden volledig medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit landelijk sociaal plan. 4. Oplossen van onbillijkheid In gevallen waarin de uitvoering van het landelijk sociaal plan op ondernemingsniveau leidt tot een onbillijke situatie voor de werknemer, zal dit tussen de werkgever en werknemer besproken worden. Mocht het gesprek tussen werknemer en werkgever niet tot een voor beide partijen acceptabele oplossing leiden, dan wordt de vermeende onbillijkheid als bezwaar ingediend bij de bezwarencommissie op ondernemingsniveau. 5. Bezwarencommissie Indien er, in verband met de toepassing van dit landelijk sociaal plan, op ondernemingsniveau een bezwaar wordt gemaakt, stelt de werkgever een bezwarencommissie in het leven en meldt dat aan de bij de CAO betrokken bonden in de regio. Bij de inrichting van de bezwarencommissie kan gebruik worden gemaakt van het in de bijlage opgenomen model. De bezwarencommissie bestaat in ieder geval uit één lid van de vakbond, één lid van werkgeverszijde die samen de voorzitter aanwijzen. 6. Beschikbaarstelling sociaal plan De werkgever zal er voor zorg dragen dat elke bij dit landelijk sociaal plan betrokken werknemer dit kan inzien en een exemplaar kan opvragen. 7. Inwerkingtreding en duur Het landelijk sociaal plan treedt in werking met ingang van 23 juni 2011 voor de duur van een jaar. Drie maanden voor afloop van het jaar bekijken de landelijke partijen of de afspraken verlengd en/of aangepast moeten worden. Deze afspraken dienen als basis voor de uitvoering op decentraal niveau. Het landelijk sociaal plan is voor de betreffende onderneming van toepassing gedurende één jaar vanaf het moment van melding aan de bij de CAO betrokken bonden in de regio. Mocht sprake zijn van wijzigingen in één van de beide CAO’s, zullen partijen betrokken bij dit sociaal plan met elkaar in overleg treden voor een eventuele tussentijdse aanpassing van dit landelijk sociale plan. Als het landelijk sociaal plan wordt aangepast, blijven reeds voor de datum van wijziging gemelde sociale plannen van kracht. Voor alle nog niet aangemelde sociaal plannen, gelden de nieuwe landelijke afspraken. 3
Vanaf datum inwerkingtreding van dit landelijk sociaal plan is voor betrokken medewerkers de CAO Kinderopvang van toepassing. 8 Meldingsplicht Toepassing van dit landelijk sociaal plan door de werkgever brengt een meldingsplicht met zich mee aan de bij de CAO betrokken bonden in de regio. 9 Afwijkende afspraken
Pagina 35
Indien de werkgever afspraken wenst te maken die afwijken van het gestelde in dit landelijk sociaal plan, dient hierover overleg gevoerd te worden met de bij de CAO betrokken bonden in de regio.
HOOFDSTUK II INDIVIDUELE EN ALGEMENE WERKGELEGENHEID 10. Geen gedwongen ontslagen / werkgelegenheid De werkgever zal zich inspannen om, als gevolg van de overname of omvorming van het peuterspeelzaalwerk, de omvang en kwaliteit van de werkgelegenheid te handhaven, ook in een krimpsituatie. Indien er sprake is van een krimpsituatie en gedwongen ontslagen onvermijdelijk zijn, dan gelden voor de medewerkers op wie dit sociaal plan van toepassing is de afspraken rondom reorganisatie uit de CAO WMD. 11. Arbeidsduur, werktijden, locatie en vakantieperiodes De overgang naar de CAO Kinderopvang kan voor de werknemer een wijziging betekenen voor de gemiddelde arbeidsduur en/of werktijden en/of de locatie van werkzaamheden en/of werken in vakantieperiodes. De werkgever bespreekt deze wijziging(en) met de werknemer. De wijzigingen worden niet eerder dan 3 maanden na het overleg met de werknemer van kracht. In overleg tussen werkgever en werknemer kan een kortere termijn worden overeengekomen.
HOOFDSTUK III MEDEZEGGENSCHAP 12. Organisatie- en personeelsformatieplan 1. De werkgever zal uiterlijk 2 maanden voor de beoogde datum van omvorming/overgang schriftelijk aan de OR een organisatie- en personeelsformatieplan voor de nieuwe situatie na de reorganisatie voorleggen. 2. Dit plan dient betrokken te worden bij het advies dat de OR uitbrengt op basis van het gestelde in artikel 25, lid 1 van de WOR. 3. Met betrekking tot het uitbrengen van advies door de OR, geldt artikel 25 van de WOR. 4
HOOFDSTUK IV INDIVIDUELE RECHTEN 13. Behoud individuele rechtspositie en indeling 1 De werknemer behoudt aanspraak op het bruto salaris en de salarisuitloop van de oorspronkelijke schaal van de CAO W&MD, zoals van toepassing op peildatum 1 mei 2010. Dit is een gefixeerd bedrag van 2494 euro * , inclusief de compensatietoeslag (zie lid 3). 2 De werknemer wordt ingedeeld op het salarisniveau behorend bij de naast hogere trede van de salarisschaal bij de functie van pedagogisch medewerker,tenzij lid 4 van toepassing is. 3 De werknemer ontvangt een compensatiestijging van 3% berekend over het oorspronkelijke salaris (CAO W&MD) in verband met de overgang naar de CAO Kinderopvang. Na indeling van de werknemer in de naast hogere trede in de nieuwe schaal wordt voor de werknemer het percentage tussen de oorspronkelijke schaal en de nieuwe salaris als percentage berekend. Dat percentage wordt vervolgens afgetrokken van de compensatiestijging van 3%. Wat dan als percentage resteert, wordt vastgesteld als compensatietoeslag. Deze toeslag bouwt af met het bedrag waarmee het salaris stijgt als
Pagina 36
gevolg van cao-loonstijgingen. 4 De werknemer die op het moment van overgang naar de CAO Kinderopvang boven het maximum van de schaal van pedagogisch medewerker zit, wordt ingedeeld in de maximum van de schaal van pedagogisch medewerker. Het verschil tussen het oorspronkelijke en het nieuwe salaris wordt berekend en toegekend als een persoonlijke toeslag. Deze persoonlijke toeslag bouwt af met het bedrag waarmee het salaris stijgt als gevolg van cao-loonstijgingen in de CAO Kinderopvang. Deze werknemer ontvangt geen compensatiestijging. 14. Overgang naar CAO Kinderopvang 1. De werknemers die nog onvoldoende gekwalificeerd is op grond van de CAO Kinderopvang volgt op kosten van de werkgever een kwalificatie-traject (bijvoorbeeld EVC). Dit traject is bijscholing als bedoeld in artikel 9.2 van de CAO Kinderopvang. 2. Werknemers die voor 29 april 2011 afspraken hebben gemaakt over opname van ouderschapsverlof, kortdurend zorgverlof of langdurend zorgverlof behouden dit recht onder de afgesproken voorwaarden. Bij nieuwe aanvragen wordt de CAO Kinderopvang gehanteerd. 3. De overgangsregeling seniorenverlof op grond van de CAO W&MD blijft van toepassing voor de werknemers die overgaan naar de CAO KO met inachtneming van het volgende: - de werknemer die onder de CAO W&MD heeft gekozen voor de inzet van de stijging van de eindejaarsuitkering voor extra uren seniorenverlof als aanvulling op het aantal basisuren seniorenverlof , behoudt dit aantal uren plus het aantal extra uren seniorenverlof. Deze werknemer heeft geen recht op compensatiestijging zoals bedoeld in artikel 13 lid 3; - de werknemer die onder de CAO W&MD niet heeft gekozen voor de inzet van de stijging van de eindejaarsuitkering voor extra uren seniorenverlof, behoudt het aantal basisuren seniorenverlof. Deze werknemer heeft recht op compensatiestijging. * Voor de medewerker die op 1 mei 2010 is ingedeeld in uitloopperiodiek U1 of U2 of in garantieperiodiek A tot en met E geldt het daarbij corresponderende bedrag. 5
Bijlage 1 : Bezwarencommissie 1. De bezwarencommissie bestaat uit drie personen. 2. De samenstelling van de bezwarencommissie geschiedt als volgt: - een lid wordt benoemd door de werkgever; - een lid wordt benoemd door de bij de CAO W&MD betrokken vakorganisaties; - de voorzitter wordt benoemd door beide eerder benoemde leden gezamenlijk. Voor de leden van de bezwarencommissie geldt dat zij geen werknemer of bestuurslid van de organisatie zijn. Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de werkgever. 3. De werknemer kan zich wenden tot de bezwarencommissie met bezwaren inzake de individuele toepassing van dit sociaal plan op de bezwaarde. 4. a. De mondelinge behandeling van het bezwaar vindt plaats binnen 6 weken na indiening van
Pagina 37
het bezwaarschrift. b. Tijdens de behandeling worden de bezwaarde en de werkgever in elkaars tegenwoordigheid gehoord, waarbij zij zich door een raadsman kunnen doen bijstaan. c. De mondelinge behandeling geschiedt niet in het openbaar, tenzij de bezwarencommissie anders besluit, gehoord hebbend de bezwaarde en de werkgever. d. De beraadslagingen van de bezwarencommissie geschieden in een voltallige vergadering, welke niet openbaar is. 5. Werkgever en bezwaarde zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen. 6. a. De bezwarencommissie doet een uitspraak over het al dan niet gegrond zijn van het door de werknemer ingediende bezwaar. b. De uitspraak wordt zo spoedig mogelijk - doch uiterlijk binnen 4 weken na de beraadslagingen - met redenen omkleed - bij aangetekend schrijven aan de bezwaarde en de werkgever medegedeeld. 7. De werkgever is verplicht, indien het bezwaar gegrond is verklaard, met inachtneming van die uitspraak een nieuw besluit te treffen. 8. De werknemer die zich tot de bezwarencommissie heeft gewend, wordt in zijn bezwaar niet ontvankelijk verklaard, indien het bezwaar vóór de aanmelding bij de bezwarencommissie bij de rechter aanhangig is gemaakt. 9. Indien tijdens de behandeling van het bezwaar door de werkgever en/of de werknemer het bezwaar aanhangig wordt gemaakt bij de rechter, ziet de bezwarencommissie af van verdere behandeling. 10. De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht. 11. Voor het bijwonen van een vergadering van de commissie ontvangen de leden een presentiegeld van elk € 100,- per vergadering.
Pagina 38
Bijlage 6: Intentieverklaring
........ (naam rechtspersoon aanbieder), daartoe rechtsgeldig vertegenwoordigd door ….,
overwegende dat: -het college van de gemeente Nijmegen bij besluit van 25 september 2012 de Subsidieregeling betreffende subsidie ten behoeve van VVE-arrangementen uitgevoerd op de in de Subsidieregeling genoemde VVE-locaties heeft vastgesteld; -onder subsidie verstaan wordt de subsidie zoals bedoeld in de Subsidieregeling; -onder een VVE-arrangement verstaan wordt een peuterarrangement waar voorschoolse educatie wordt aangeboden op een VVE-locatie zoals bedoeld in de Subsidieregeling en gefinancierd met subsidie van de gemeente Nijmegen; -het ondertekenen van deze intentieverklaring een voorwaarde is om desgewenst locatiespecifieke informatie te verkrijgen, verklaart:
o
o
voornemens te zijn subsidie aan te vragen op grond van de Subsidieregeling zoals vastgesteld door het college bij besluit van 25 september voor VVE-arrangementen op de volgende locatie(s): alle informatie die hem beschikbaar wordt gesteld of anderszins ter kennis komt, in het kader van zijn voornemen om subsidie aan te vragen en/of zijn subsidieaanvraag, geheim te zullen houden;
alle informatie die hem beschikbaar wordt gesteld te zullen vernietigen op het moment dat hij in kennis wordt gesteld van het feit dat zijn aanvraag niet wordt gehonoreerd;
in het geval een aangevraagde subsidie aan hem zal worden verleend, de betreffende VVE-locatie over te zullen nemen, inclusief alle lusten en lasten.
Ondertekening: Datum ....... Naam en functie.......
Pagina 39
Bijlage 7:
Voorbeeld toekenning subsidie
Fictieve Inschrijving conform Bijlage 3 Invulformulier aanvraag VVE-arrangementen Aanvragers Driessen Hendriks Jansen
3 1 10
Driessen Volgorde 1
Vestigingsnaam Psz De Bellenboom Psz De Draaitol Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend Psz De Meibloem 2 Psz De Verrekijker Psz Pino Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes Psz De Willem Psz Haterts Paradijsje Psz 't Sloepje Psz De Notedop 3 Psz Wolfjes Psz De Wigwam Psz Waterlelie
Pagina 40
Hendriks Volg orde Vestigingsnaam Psz De Bellenboom Psz De Draaitol Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend Psz De Meibloem 1 Psz De Verrekijker Psz Pino
Jansen Volg orde Vestigingsnaam 1 Psz De Bellenboom Psz De Draaitol 2 Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend 5 Psz De Meibloem 4 Psz De Verrekijker Psz Pino
Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes Psz De Willem Psz Haterts Paradijsje
Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes 8 Psz De Willem 7 Psz Haterts Paradijsje
Psz 't Sloepje Psz De Notedop Psz Wolfjes Psz De Wigwam Psz Waterlelie
9 Psz 't Sloepje Psz De Notedop 3 Psz Wolfjes 6 Psz De Wigwam Psz Waterlelie
Voorbeeld Fictieve uitslag Beoordeling Driessen
Hendriks 130
Score KW1 t/m KW 7
Jansen
Score Totaal KW8 score per per PSZ PSZ
Driessen Volgorde Vestigingsnaam 1 Psz De Bellenboom Psz De Draaitol Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend Psz De Meibloem
145
2 Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes Psz De Willem Psz Haterts Paradijsje Psz 't Sloepje Psz De Notedop 3 Psz Wolfjes Psz De Wigwam Psz Waterlelie
18
19
148
149
22
137
4 Psz De Verrekijker Psz Pino Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes 8 Psz De Willem 7 Psz Haterts Paradijsje
Psz 't Sloepje Psz De Notedop Psz Wolfjes Psz De Wigwam Psz Waterlelie
9 Psz 't Sloepje Psz De Notedop 3 Psz Wolfjes 6 Psz De Wigwam Psz Waterlelie
Resultaat
PSZ Grootstal en Wolfjes PSZ De Verrekijker PSZ De Bellenboom, Duikelaar, Kleppereend, Meibloem, Willem, Haterts Paradijsje, Sloepje, Wigwam
Pagina 41
Vestigingsnaam 1 Psz De Bellenboom Psz De Draaitol 2 Psz De Duikelaar 10 Psz De Kleppereend 5 Psz De Meibloem
Psz Grootstal Psz De Goffertrakkertjes Psz De Willem Psz Haterts Paradijsje
NB Bij gelijke aantal punten krijgt de aanvrager met de hoogste score op KW8 de subsidie toegekend. Wordt op KW8 gelijk gescoord, dan degenen met hoogste score op KW1.
Aanvragers Driessen Hendriks Jansen
Score Totaal KW8 score per per PSZ PSZ
Jansen Volgorde
Vestigingsnaam Psz De Bellenboom Psz De Draaitol Psz De Duikelaar Psz De Kleppereend Psz De Meibloem 1 Psz De Verrekijker Psz Pino
Psz De Verrekijker Psz Pino
125
Score KW1 t/m KW 7
Score Totaal KW8 score per per PSZ PSZ
Hendriks Volgorde 15
115
Score KW1 t/m KW 7
20
145
12 18 25
137
10
135
22 19
147
17
142
23 23
148
143 150
144
148
Bijlage 8:
Begroting 2013
2014
2015
2016
2017
Baten Subsidie VVEarrangementen Ouderbijdrage VVE Overige inkomsten
Lasten VVE Personeelslasten Huisvestingslasten Afschrijving Overige kosten Overhead
Laten Overig
Personeelslasten Huisvestingslasten Afschrijving Overige kosten Overhead
Toelichting op de kosten: Aantallen Uren doelgroep Uren nietdoelgroep Dagdelen Bezettings% Aantal kinderen doelgroep Aantal kinderen nietdoelgroep uurprijs
Pagina 42
2013
2014
2015
2016
2017