Agenda voor de vergadering van de gemeenteraad van Kaag en Braassem De voorzitter van de gemeente Kaag en Braassem nodigt de leden van de gemeenteraad uit tot het houden van een vergadering op maandag 5 september 2011, ter behandeling van de hieronder vermelde onderwerpen. De vergadering begint om 20:00 uur en vindt plaats in de raadzaal van het gemeentehuis, Westeinde 1 te Roelofarendsveen. Roelofarendsveen, 25 augustus 2011
de voorzitter, mr. K.M. van der Velde – Menting
1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Vragenhalfuur Toelichting: De raadsleden kunnen vragen stellen aan het college over actuele zaken waar op korte termijn een reactie op gewenst wordt. Hier is maximaal een half uur voor beschikbaar. Afhankelijk van hoeveel vragen er zijn kan dit onderdeel ook korter duren. 4. Ingekomen stukken Toelichting: de raad besluit wat er moet gebeuren met de stukken die de raad krijgt. Bijlage: Lijst ingekomen stukken 5. Besluitenlijst(en) en toezeggingenlijst a. Besluitenlijst raad van 27 juni 2011 b. Besluitenlijst raad van 29 juni 2011 c. Toezeggingenlijst raad en forum 6. Lijst van hamerstukken a. Bestemmingsplan Oud Adeselaan 51, Rijpwetering Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit b. Bestemmingsplan Plantage 39 t/m 57, Oude Wetering Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit c. Vertegenwoordiging Schadeschappen Schiphol en HSL/A4 Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit d. Ontwerpverklaring van geen bedenkingen achter Sotaweg 62a-64, Roelofarendsveen Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit e. Garantstelling tennisvereniging Alkemade Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit 5 september 2011
Page 1 van 3
7. Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude Toelichting: Het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is in maart 2008 vastgesteld. Bij besluit van GS is goedkeuring onthouden waardoor uiteindelijk de Raad van State uitspraak heeft gedaan en goedkeuring heeft onthouden aan een viertal bestemmingen. De drie reparaties in het plan zijn voor de locaties aan de Doespolderkade 2 te Hoogmade, Vriezenkoop 6 en Vriezenweg 6-8 te Leimuiden. Portefeuillehouder: Wethouder A.G.M. Kea Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude 8. Reactie op de conceptnota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling Holland Rijnland Toelichting: Sinds de fusie zijn er twee systemen voor woonruimteverdeling. Om deze reden is begin 2011 gestart met het project Woonruimteverdeling 2012 om te komen tot een eenvoudig, effectief en breed gedragen regionaal woonruimteverdeelsysteem. De reactie dient vóór 19 september 2011 kenbaar te worden gemaakt aan Holland Rijnland. Portefeuillehouder: Wethouder J.B. Uit den Boogaard Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Aanbiedingsbrief Holland Rijnland Conceptnota van beleidsuitgangspunten Reactie college conceptnota 9. Vaststellen prijzen sociale woningbouw project West-End Toelichting: Op hoofdlijnen is er een akkoord bereikt met de twee ontwikkelaars voor het project West-End. Een voor de partijen belangrijke voorwaarde voor de overeenkomst is dat de prijzen van de sociale woningbouw worden bepaald. Portefeuillehouder: Wethouder J.B. Uit den Boogaard Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Vertrouwelijke bijlage ligt ter inzage in de leeskamer 10. Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude Toelichting: In de nota van uitgangspunten zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor de herziening van het bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude. Deze geven richting bij het opstellen van de planregels en de plankaart van het bestemmingsplan. Portefeuillehouder: Wethouder A.G.M. Kea Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Nota van Uitgangspunten 11. Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West Toelichting: In de nota van uitgangspunten zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. Deze geven richting bij het opstellen van de planregels en de plankaart van het bestemmingsplan. Portefeuillehouder: Wethouder A.G.M. Kea Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Nota van Uitgangspunten Gespreksverslag Schriftelijke reacties belangengroeperingen
12. Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Page 2 van 3
Toelichting: Jaarlijks wordt de raad tussentijds geïnformeerd over de financiële stand van zaken. Eventuele bijstellingen in het beleid en budget worden in de bestuursrapportage vastgesteld. Deze bestuursrapportage betreft de periode januari t/m juni 2011. Portefeuillehouder: A.J.M. van Velzen Bijlagen: Raadsvoorstel Raadsbesluit Bestuursrapportage 13. Sluiting
5 september 2011
Page 3 van 3
Hieronder treft u de lijst van ingekomen stukken voor de periode van 15 juni t/m 22 augustus 2011. Legenda: I Voor kennisgeving aannemen II Overdragen aan het college van B&W voor beantwoording met afschrift aan de raad III
Het college van B&W vragen om concept antwoord voor te bereiden
IV V
Ter bespreking aan de raad aanbieden De griffie vragen een concept antwoord voor te bereiden
Nr.
Onderwerp
01
Bibliotheek Rijn en Venen inzake Evaluatie twee jaar Karmac bibliobus en Bibliotheek Rijn en Venen jaarverslag 2010 (ter inzage) d.d. 15 juni 2011
02
Brief namens de partners LEA aan de raad en het college inzake input voor x de discussie betreft de bezuinigingsopdracht voor de gemeente d.d. 9 juni 2011
03
Brief van de ISDR aan de raad inzake het 1e bestuursrapportage 2011 voor zienswijze d.d. 16 juni 2011
04
Brief van het college aan de raad inzake de intentieverklaring Samenwerking Werk en Inkomen inclusief intentieverklaring d.d. 20 juni 2011
x
05
Brief van het college aan de raad inzake het Jaarverslag 2009-2010 van de afdeling documentaire informatievoorziening 2009-2010 d.d. 23 juni 2011
x
06
Brief van de voorzitter Stichting Ontwikkelingssamenwerking Ghana (SOG) aan het college en de raad inzake voortzetting samenwerking Kaag en x Braassem-Kadjebi (LOGO Southproject VNG International) d.d. 24 mei 2011
07
Ledenbrief VNG inzake "stuur uw praktijkvoorbeeld burgerparticipatie" d.d. 28 juni 2011
x
08
Brief van Cyclus aan het college en de raad inzake het jaarverslag 2010 "Thuis in de openbare ruimte" d.d. 27 juni 2011
x
09
Ledenbrief VNG inzake gegevens over aantal fte's per 2012 bij impuls brede x scholen, sport en cultuur d.d. 30 juni 2011
10
Ledenbrief VNG inzake "Verwerving Burgerzaken Modules" d.d. 30 juni 2011
x
11
Brief van het Min. van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de raad en college inzake de verzamelbrief juni 2011 over de relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen d.d. 30 juni 2011
x
12
Memo van het college aan de raad inzake reparatie van de m.e.r. procedure x aardgastransportleiding Beverwijk-Wijngaarden d.d. 28 juni 2011
I
5 september 2011
II
III
IV
V
x
x
Pagina 1 van 4
13
Brief van het Min. van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de raad en het college inzake de verrekening van de neveninkomsten politieke x ambtsdragers d.d. 28 juni 2011
14
Brief van het Min. van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de raad inzake het Rapport 'De vallende wethouder' d.d. 1 juli 2011
x
15
Brief van het college aan Kindkracht B.V. inzake het behouden van functie van brede schoolcoordinator d.d. 5 juli 2011
x
16
Brief van het college aan Stichting Vrienden van de kleine Oase inzake het opzeggen van de exploitatieovereenkomst en afspraken tot 2012 d.d. 5 juli 2011
x
17
Ledenbrief VNG inzake werkgeverschap griffie d.d. 5 juli 2011
18
Brief van de gemeente Bergeijk aan de raad inzake een motie tot behoud van de gemeentelijke brandweer d.d. 5 juli 2011
x
19
Brief van de gemeente Nieuwkoop aan de raad inzake de ondertekende intentieverklaring Werk en Inkomen d.d. 5 juli 2011
x
20
Ledenbrief VNG inzake handreiking 'De (rechts)positie griffie(r) in het decentrale bestuur' d.d. 1 juli 2011
x
21
Brief van de Gemeenschappelijke vuilverwerking leiden e.o. (Gevulei) aan de raad inzake het Jaarrapport 2010 d.d. 6 juli 2011
x
22
Ledenbrief VNG inzake de laatste ontwikkelingen rond het bestuursakkoord x d.d. 7 juli 2011
23
Brief van het college aan de raad inzake bestuurlijk overleg betreft aanpassingen aan de N207 d.d. 6 juli 2011
x
24
Brief van het college aan de raad inzake beantwoording vragen over de bushokjes in Hoogmade d.d. 8 juli 2011
x
25
Ledenbrief VNG inzake indexering en wijziging subsidies welzijn en cultuur inclusief bijlage 1 en bijlage 2 d.d. 4 juli 2011
x
26
Brief van Stichting Accessibility aan de raad inzake de Accessibility Monitor 2011 d.d. 6 juli 2011
x
27
Brief van de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem aan de raad en het college inzake de Maatschappelijke Ruimtelijke StructuurVisie (MRSV) d.d. 11 juli 2011
x
28
Brief van de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem aan de raad en het college inzake de aanbesteding Hulp bij het Huishouden d.d. 11 juli 2011
x
29
Brief van de Stichting Sporthal Alkemade West aan de raad inzake de jaarrekeningen 2010 van Stichting Sporthal Alkemade West, Sporthal Alkemade West Exploitatie B.V. en Sporthal Alkemade Vastgoed B.V. d.d. 27 juni 2011
x
30
Brief van het college aan de raad inzake Contouraanpassingen Oud Ade d.d. 18 juli 2011
x
31
Brief van het college aan de raad inzake het project Gebiedsvisie Westeinde x in Leimuiden d.d. 12 juli 2011
32
Brief van Groene Hart Archieven aan de raad inzake wijziging in de begroting 2011 d.d. 13 juli 2011
x
33
Brief van Groene Hart Archieven aan de raad inzake begroting 2012 en meerjarenbegroting 2012-2015 d.d. 13 juli 2011
x
34
Brief van de Gemeenschappelijke Vuilverwerking Leiden e.o. (Gevulei)
x
5 september 2011
x
Pagina 2 van 4
inzake de begroting 2012 d.d. 13 juli 2011 35
Brief van het Min. van Infrastructuur en Milieu aan de raad inzake de verantwoordelijkheid van gemeenten m.b.t. legionellarisico's van natte koeltorens d.d. 13 juli 2011
x
36
Brief van de Wmo-adviesraad Kaag en Braassem aan de raad en het college inzake ongevraagd advies over de Notitie kerntakendiscussie maatschappelijke voorzieningen d.d. 18 juli 2011
x
37
Brief van het Min. van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de raad en het college inzake contactpersonen verrekenen neveninkomsten politieke ambtsdragers d.d. 15 juli 2011
x
38
Brief van Holland Rijnland aan de raad inzake zienswijze ontwerp eerste partiële herziening RSV en OV-visie d.d. 18 juli 2011
39
Ledenbrief VNG inzake Decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin d.d. 18 juli 2011
x
40
Brief van het college aan de raad inzake Afwikkeling grondexploitatie De Bloemen d.d. 20 juli 2011
x
41
Brief van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid aan de raad inzake rapportage monitor wet 'maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast' (mbveo) d.d. 28 juli 2011
x
42
Brief van het college aan de raad inzake ontheffingsprocedure ex artikel 3.10 Wro (projectbesluit) - Frederikskade 1 in Hoogmade d.d. 27 juli 2011
x
43
Brief van Gedeputeerde Staten aan de raad inzake informatiesessie op 23 augustus inzake aanbesteding busconcessie Zuid-Holland Noord d.d. 21 juli x 2011
44
Email van inwoner aan de raad inzake brug over de Ringvaart bij Nieuwe Wetering d.d. 27 juli 2011
x
45
Email van inwoner aan de raad inzake brug over de Ringvaart d.d. 26 juli 2011
x
46
Email van inwoner aan de raad inzake verhoging doorvaarthoogte Meerbrug x d.d. 26 juli 2011
47
Brief van Achterveld Advies BV aan de raad inzake zienswijze reparatieplan Buitengebied Jacobswoude d.d. 21 juli 2011
x
48
Brief van inwoner aan de raad inzake ontwerp reparatieplan bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude d.d. 19 juli 2011
x
49
Brief van Stichting Vrienden van de Kleine Oase aan de raad inzake kerntakendiscussie en Kleine Oase d.d. 1 augustus 2011
50
Ledenbrief VNG inzake recente ontwikkelingen op het gebied van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen d.d. 3 augustus 2011
x
51
Memo van het college aan de raad inzake initiatief Irenelaan 3 te Kaag d.d. 4 juli 2011
x
52
Brief van bibliotheek Rijn en Venen aan de raad inzake afschrift brief aan college gang van zaken opheffen bestemmingsreserve nieuwe vloer bibliotheek d.d. 27 juli 2011
x
53
Brief van Vereniging van Griffiers aan de raad inzake advies en informatie generieke functiebeschrijving griffier d.d. 28 juli 2011
54
Email van inwoner aan de raad inzake brug over de Ringvaart d.d. 7 augustus 2011
5 september 2011
x
x
x x
Pagina 3 van 4
55
Brief van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de raad inzake relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen d.d. 20 x mei 2011
56
Ledenbrief VNG aan de raad inzake modelverordening Central Voorziening Decentrale Regelgeving (CVDR) d.d. 11 augustus 2011
x
57
Beantwoording van de Milieudienst West-Holland (brief onder nr.35) inzake de verantwoordelijkheid van gemeenten m.b.t. legionellarisico's van natte koeltorens d.d. 8 augustus 2011
x
58
Brief van Nunc Advocaten aan de raad inzake Wob-verzoek: bestemmingsplaninformatie d.d. 15 augustus 2011
x
59
Brief van de Partij voor de Dieren Afdeling Zuid-Holland aan de raad inzake Dierendag 2011 d.d. 12 augustus 2011
x
60
Brief van het college aan de raad inzake aanvullende achtergrondinformatie voor maatscheppalijke discussie bezuiniging bibliotheek d.d. 17 augustus x 2011
61
Brief van het college aan de raad inzake de toezegging om de raad te informeren over aanvragen om omgevingsvergunning waarvoor geen vvgb noodzakelijk is (2e kwartaal 2011) d.d. 18 augustus 2011
x
62
Brief van VROM-Inspectie Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan de raad en het college inzake de verbetering en uitvoering van asbesttaken d.d.18 augustus 2011
x
63
Brief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan de raad inzake een aankondiging voor een onderzoek waterschapsverkiezingen d.d. 18 augustus 2011
x
64
Beantwoording van de brief van Nunc Advocaten (zie brief onder nr. 58) inzake Wob-verzoek: bestemmingsplaninformatie d.d. 22 augustus 2011
x
65
Brief van Tik van de Molen aan het college inzake de evaluatie van het Kunstfestival Tik van de Molen d.d. 18 augustus 2011
x
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
5 september 2011
Pagina 4 van 4
BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 27 juni 2010
Aanwezig: Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. H.J.A. van Schooten (SvKB) Dhr. C. Malin (SvKB) Mw. K.A.M. van der Kaaden-van Klink (CDA) Dhr. J. Grovenstein (CDA) Dhr. D.P. Nagtegaal (CDA) Dhr. H.P.M. Hoek (CDA) Dhr. C. de Lange (CDA) Mw. A. Bannenberg (CDA) Mw. K.W. Brouwer (CDA) Mw. Y. Peters (VVD) Dhr. W. Dobbe (VVD) Dhr. P.J.A. Koek (VVD) Dhr. J.J.F. van der Geest (VVD) Dhr. P.F.G.M. van Veen (PvdA) Dhr. E.H. Henrotte (PvdA) Mw. I.A.M. van der Poel (PvdA)
Aanwezig wethouders: Dhr. A.G.M. Kea (CDA) Dhr. J.B. Uit den Boogaard (CDA) Dhr. F.M. Schoonderwoerd (PvdA) Dhr. A.J.M. van Velzen (VVD)
Afwezig met kennisgeving: Dhr. J. Nicolai (SvKB) Dhr. H.S. van Rijn (SvKB)
Voorzitter: Mw. K.M. van der Velde-Menting
Loting voor hoofdelijke stemming: Mw. Y. Peters (VVD)
Griffier: Dhr. B.S.M. Sepers
Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem in de vergadering gehouden op 5 september 2011 de griffier de voorzitter
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 1 van 5
1.
Opening
De voorzitter heet alle aanwezigen hartelijk welkom. De voorzitter geeft de gelegenheid aan mevrouw L. Duijvelaar om een petitie aan te bieden aan de raad. Zij pleit voor het in stand houden van de dierenweide. De petitie is ondertekend door 450 personen. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Uit den Boogaard. Hij biedt de raad het programmaboekje aan voor het Nationale Regenboog Evenement 2011. De voorzitter meldt dat de heer Theo van Wieringen op 30 mei 2011 is overleden. Hij was een oud-raadslid en oud-wethouder van de voormalige gemeente Woubrugge. De raad staat een minuut stil bij het overlijden.
2.
Vaststelling agenda
Ongewijzigd vastgesteld.
3.
Vragenhalfuur
De heer de Lange (CDA) over begraafplaats Woubrugge De heer De Lange vraagt naar het slechte onderhoud van de begraafplaats Woubrugge. Het college antwoordt dat de gemeente onderhoud pleegt aan de paden. De strookjes tussen de graven hoorden daar ook bij maar zijn per abuis niet gedaan. Wij zullen dit vanaf nu doen. Het onderhoud van de graven hoort bij de rechthebbenden zelf en niet bij de gemeente. De kapotte kraan wordt vervangen en de vuilnisbakken worden wekelijks geleegd. De wethouder roept op om dit soort zaken te melden aan de TIC zodat deze opgepakt kunnen worden. De heer Van Velzen gaat nog na hoe omgegaan moet worden met degene die het onderhoud van de graven hebben afgekocht. De heer Van Emmerik (SvKB) watercompensatie De heer Van Emmerik heeft vragen over de status en de planning van de watercompensatie Veenderveld. De heer Uit den Boogaard antwoordt dat de watercompensatie op het Veenderveld nog niet heeft plaatsgevonden. Na de bouwvak wordt hiermee gestart. Voor wat betreft de
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 2 van 5
watercompensatie in ’t Oog is de gemeente bezig om gronden aan te kopen. Het college gaat ervan uit dat de onderhandeling over de aankoop in het vierde kwartaal van dit jaar afgerond is, zodat ook daar de watercompensatie gerealiseerd kan worden. 4.
Jaarrekening 2010 en rapport van bevindingen van de accountant
Zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen
besluit:
Toezeggingen Het college zegt toe na de zomer bij de raad te komen met een voorstel over de beleggingen van de Nuon-gelden en het realiseren van een hoger rendement (september raad).
Het jaarverslag en de jaarrekening vast te stellen met als onderliggende besluitpunten: a. de geactualiseerde grondexploitaties vast te stellen; b. de volgende grondexploitaties af te sluiten per 1 januari 2011: Centrumplan Hoogmade, Bospolder Hoogmade, Getru-terrein Roelofarendsveen, Noordplein Roelofarendsveen, Noordplein buiten PPS Roelofarendsveen, Suyderbon Rijnsaterwoude, Bedrijventerrein Woubrugge, Theo Bosmanlaan II Hoogmade, Centrumplan Roelofarendsveen; c. een voorziening ad € 4.194.000 te treffen voor de geprognosticeerde verliezen van de in exploitatie genomen gronden; d. een voorziening ad €1.230.000 te treffen voor de geprognosticeerde verliezen van de nog niet in exploitatie genomen gronden; e. de door uw college opgelegde geheimhoudingsplicht op de individuele grondexploitaties en de e risicoparagraaf van Braassemerland ex artikel 25, 3 lid van de Gemeentewet te bekrachtigen; f. akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten: IC nummer IC0269 IG0036 IC0047 IC0076 IC0055 IC0058 IC0094 IN0150 IN0151 IG0007 IG0018 IG0047
Ambtswoning Burgemeester Ontwikkeling gemeentelijke website Rotonde Alkemadelaan / Lasso Zuid Aansluiting riool binnen/ buitengebied + losse clusters Aankoop grond/aanleg zwemplaats Noordkade Uitvoering speelruimte-beleidsplan Revitalisering bedrijventerrein De Lasso BBO, onderwijshuisvesting 2006 BBO, onderwijshuisvesting 2007 Implementatie Civision Middelen Civision basisregistratie BRS Huisvesting fusie
g. akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten en het dekkingsvoorstel zoals hieronder geformuleerd; IC – nummer
Omschrijving
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Dekkingsvoorstel
Pagina 3 van 5
IC0154
Brandweerkazerne Rijpwetering
IC0204
Realisatie steigers en zwemstrand in de Braassem Implementatie Civision Middelen ICT fusie / aanpassen applicaties Invoering BAG, WKPB en BSN
IG0007 IG0045 IG0035
Extra kosten worden gedekt in de verkoop aan regionale brandweer Dekking voor hogere kapitaallasten is verwerkt in de begroting 2011 e.v. Nvt Aframing IG0050 Volledig aframen IG0018, restant aframen IG0050
h. de volgende nieuwe kredieten toe te kennen: IC – nummer
Omschrijving
IC0274
Ophoging krediet t.b.v. uitvoering speelruimtebeleidsplan (jaarschijf 2011) Einddatum krediet: 31-12-2011. Eenmalige aanpassingen t.b.v. levensduurverlenging huisvesting fusie. Einddatum krediet: 31-12-2011.
IG0081
i. j.
5.
Totaal krediet € 94.453
€ 85.083
het voorstel voor de bestemming van de BLS subsidie af te wijzen; het resterende negatieve saldo 2010 na resultaatbestemming van € 661.000 ten laste te brengen van de algemene reserve
Kadernota begroting 2012 b e s l u i t: 1. Het kennisnemen van de kadernota en bijlagen. Het vaststellen van de daarin genoemde kaders (zie hieronder) en de financiële effecten van de ontwikkelingen ter verdere uitwerking van de begroting voor 2012 e.v. a. materieel evenwicht (als uitgangspunt); b. mutaties huren en pachten (lasten en baten); c. mutaties ingevolge verkiezingen en GBA audit; d. mutatie bijdrage verbonden partijen; e. mutaties in de kapitaallasten door verandering afschrijvingsmethodiek; f. mutaties in de overheadkosten; g. vervangingsinvesteringen en de daarbij behorende kapitaallasten; h. mutaties in raming met betrekking tot bouwleges; i. bij de opstelling van de begroting geen rekening te houden met ontwikkelingen waarover nog besloten moet worden door een hogere overheid en waarbij de uitkomst en gevolgen nog onzeker zijn (hierbij valt te denken aan de precarioheffing, het bestuursakkoord, grenswijziging Teylingen). j. mutaties gerealiseerde taakstelling van verbonden partijen; k. de kaders bijlage I, interne kaders.
Voorstel van orde De voorzitter stelt voor de verdere behandeling van dit agendapunt door te schuiven naar aanstaande woensdag 29 juni. De behandeling start woensdag met de tweede termijn. Ook de amendementen kunnen dan behandeld worden. De raad stemt hiermee in.
Tevens zijn in de kadernota nog twee onderdelen opgenomen waarvoor nog een besluit van de raad noodzakelijk is het
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 4 van 5
betreft: 2. Het toereikend maken van de Reserve Holland Rijnland (deze reserve bevat op dit moment onvoldoende saldo voor de aangegane verplichtingen; 3. Het toevoegen aan de algemene reserve (belegd deel) van de door de raad toegekende middelen voor de Brede school uit de post maatschappelijke voorzieningen van het Braassemerland. (Het op deze wijze administratief verwerken van deze middelen volgt uit de gekozen verkoop en terughuur constructie met de woningbouwvereniging, waarbij deze bijdrage niet meer in mindering kan worden gebracht op de investering). 6.
Sluiting
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
De voorzitter sluit de vergadering om 22.25 uur.
Pagina 5 van 5
BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 29 juni 2010
Aanwezig: Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Dhr. H.S. van Rijn (SvKB) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. H.J.A. van Schooten (SvKB) Dhr. C. Malin (SvKB) Mw. K.A.M. van der Kaaden-van Klink (CDA) Dhr. J. Grovenstein (CDA) Dhr. D.P. Nagtegaal (CDA) Dhr. C. de Lange (CDA) Mw. A. Bannenberg (CDA) Mw. K.W. Brouwer (CDA) Mw. Y. Peters (VVD) Dhr. W. Dobbe (VVD) Dhr. P.J.A. Koek (VVD) Dhr. J.J.F. van der Geest (VVD) Dhr. P.F.G.M. van Veen (PvdA) Dhr. E.H. Henrotte (PvdA) Mw. I.A.M. van der Poel (PvdA)
Aanwezig wethouders: Dhr. A.G.M. Kea (CDA) Dhr. J.B. Uit den Boogaard (CDA) Dhr. F.M. Schoonderwoerd (PvdA) Dhr. A.J.M. van Velzen (VVD) Voorzitter: Mw. K.M. van der Velde-Menting
Afwezig met kennisgeving: Dhr. J. Nicolai (SvKB) Dhr. H.P.M. Hoek (CDA)
Loting voor hoofdelijke stemming: Mw. A. Bannenberg (CDA)
Griffier: Dhr. B.S.M. Sepers
Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem in de vergadering gehouden op 5 september 2011 de griffier de voorzitter
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 1 van 4
1.
Opening
De voorzitter heet alle aanwezigen hartelijk welkom.
2.
Vaststelling agenda
Gewijzigd vastgesteld. Toegevoegd als agendapunt 6a is de voortzetting van behandelingen in tweede termijn van de kadernota.
3.
Vragenhalfuur
De heer Grovenstein (CDA) woonboot Kromme Does Wat gaat het college aan de huidige situatie doen? Het college antwoordt dat de eigenaar van de woonboot reeds is aangeschreven om de woonboot te verwijderen. Binnenkort vind een gesprek plaats met de eigenaar hierover. Wethouder Schoonderwoerd meldt de laatste stand van zaken inzake de opheffing ISDR. Voor de opheffing van de ISDR is een planning gemaakt die ambitieus was. In het AB is besloten de liquidatie een kwartaal later te laten plaatsvinden, zodat er meer tijd is voor een goede afwikkeling.
4.
Ingekomen stukken
Zonder hoofdelijke stemming gewijzigd aangenomen Mevrouw Van der Kaaden stelt voor briefnummer 16 te verplaatsen naar categorie II. De raad stemt daarmee in.
5.
Besluitenlijst(en) en toezeggingen
Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen
a. Besluitenlijst raad 23 mei 2011 b. Toezeggingenlijst raad 6.
Lijst van hamerstukken a. Bestemmingsplan Vierambachtsweg achter 35 d, Woubrugge b. Bestemmingsplan Noordeinde 6, Roelofarendsveen c. Benoeming accountant d. Reactie concept begrotingen 2012 gemeenschappelijke regelingen e. Ontwerpverklaring van geen bedenkingen Groenewoudskade 12, Roelofarendsveen f. Voorbereidingsbesluit bedrijventerreinen A4 g. Actualisering gemeenschappelijke regeling Gevulei h. Papierloos werken
Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen
6a.
Kadernota begroting 2012
Beslispunt 1 zonder hoofdelijke stemming gewijzigd aangenomen
G e a m e n d e e r d b e s l u i t: Amendement A, ingediend door de VVD, ingetrokken. 1. Het kennisnemen van de kadernota en bijlagen. Het vaststellen van de daarin genoemde kaders (zie hieronder) en de financiële effecten van de ontwikkelingen ter verdere uitwerking van de begroting
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Amendement B, ingediend door SvKB, ingetrokken. Amendement C, ingediend door de VVD en SvKB, unaniem aangenomen
Pagina 2 van 4
voor 2012 e.v. a. materieel evenwicht (als uitgangspunt); b. mutaties huren en pachten (lasten en baten); c. mutaties ingevolge verkiezingen en GBA audit; d. mutatie bijdrage verbonden partijen; e. mutaties in de kapitaallasten door verandering afschrijvingsmethodiek; f. mutaties in de overheadkosten; g. vervangingsinvesteringen en de daarbij behorende kapitaallasten; h. mutaties in raming met betrekking tot bouwleges, waarbij de bouwleges voor grote projecten (Br.land/Westend) voor 2012 op nul euro wordt gezet; i. bij de opstelling van de meerjarenbegroting voorzichtigheidshalve wel rekening te houden met de ontwikkelingen waarover nog besloten moet worden door een hogere overheid en waarbij de uitkomst en de gevolgen nog onzeker zijn. En hiervoor taakstellend een bezuiniging van 2 miljoen euro (inclusief “laaghangend fruit”) op te nemen in het meerjarenperspectief, conform de tabel op blz. 5 van de memo meicirculaire. j. mutaties gerealiseerde taakstelling van verbonden partijen; k. de kaders bijlage I, interne kaders.
Het amendement stelt voor om beslispunt 1 i in het geheel te vervangen door: i.
bij de opstelling van de meerjarenbegroting voorzichtigheidshalve wel rekening te houden met de ontwikkelingen waarover nog besloten moet worden door een hogere overheid en waarbij de uitkomst en de gevolgen nog onzeker zijn. En hiervoor taakstellend een bezuiniging van 2 miljoen euro (inclusief “laaghangend fruit”) op te nemen in het meerjarenperspectief, conform de tabel op blz. 5 van de memo meicirculaire.
Amendement D, ingediend door de VVD, aangenomen met 10 stemmen voor (VVD en SvKB) en 9 stemmen tegen (PvdA en CDA). Het amendement stelt voor om beslispunt 1 h in het geheel te vervangen door: h. mutaties in raming met betrekking tot bouwleges, waarbij de bouwleges voor grote projecten (Br.land/Westend) voor 2012 op nul euro wordt gezet. Beslispunt 2 zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen Stemverklaring SvKB verklaart tegen dit beslispunt te zijn. Beslispunt 3 zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen
Tevens zijn in de kadernota nog twee onderdelen opgenomen waarvoor nog een besluit van de raad noodzakelijk is het betreft: 2. Het toereikend maken van de Reserve Holland Rijnland (deze reserve bevat op dit moment onvoldoende saldo voor de aangegane verplichtingen; 3. Het toevoegen aan de algemene reserve (belegd deel) van de door de raad toegekende middelen voor de Brede school uit de post maatschappelijke voorzieningen van het Braassemerland. (Het op deze wijze administratief verwerken van deze middelen volgt uit de gekozen verkoop en terughuur constructie met de woningbouwvereniging, waarbij deze bijdrage niet meer in mindering kan worden gebracht op de investering).
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 3 van 4
7.
Zendmachtiging lokale omroep instelling
Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen
b e s l u i t: Een positief advies te geven aan het Commissariaat voor de Media ten aanzien van de vraag of de Stichting Streekomroep Braassemermeer te Roelofarendsveen en de Stichting Radio en Televisie Leiderdorp te Leiderdorp voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, van de wet.
8.
Verhoging Meerbrug
Stemverklaring Het CDA verklaart voor het besluit te zijn maar verklaart tegen de inhoud van de brief aan het Commissariaat van de Media.
Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen
b e s l u i t: 1. In te stemmen met een investeringsbijdrage van maximaal € 50.000,- voor de meerkosten van de bouw van een nieuwe Meerbrug met een doorvaarthoogte van 1.40 meter die gedekt wordt door de Algemene Reserve; 2. Nadat de Provincie Zuid Holland een definitieve subsidietoekenning heeft gedaan het college de opdracht te geven een beroep te doen op aanvullende financieringsbronnen. 9.
Vervolgproces aanbesteding Braassemerland
Zonder hoofdelijke stemming gewijzigd aangenomen
G e w ij zi g d b e s l u i t: 1. In te stemmen met het voorstel voor de vervolgstap in de aanbesteding Braassemerland. 2. Het bekrachtigen van de geheimhouding volgens artikel 25, lid 3 van de Gemeentewet op de mondelinge en schriftelijke informatie verkregen tijdens de besloten bijeenkomsten over Braassemerland gehouden op 15 en 23 juni en de schriftelijke antwoorden van de gestelde vragen. 10.
De voorzitter brengt mondeling een wijziging in van het tweede beslispunt. Deze luidt als volgt: 2. Het bekrachtigen van de geheimhouding volgens artikel 25, lid 3 van de Gemeentewet op de mondelinge en schriftelijke informatie verkregen tijdens de besloten bijeenkomsten over Braassemerland gehouden op 15 en 23 juni en de schriftelijke antwoorden van de gestelde vragen. Toezegging Het college zegt toe om na de zomervakantie een nieuwsbrief te verspreiden over Braassemerland.
Sluiting
besluitenlijst vergadering gemeenteraad
Pagina 4 van 4
TOEZEGGINGENLIJST Overzicht openstaande toezeggingen Nr. (raad / forum) 39 25-102010 (forum) 43 08-112010 (raad)
toezegging:
door:
stand van zaken:
Afgedaan
Marktbenadering Braassemerland Het college zegt toe met een nadere uitwerking te komen m.b.t. de ruimte voor ruimte regeling over een maand of drie.
College (RO)
Voorstel komt in september in college, waarna agendering raad mogelijk is.
afgedaan
Programmabegroting 2011 Het college zegt toe dat de raad een voorstel van het college mag verwachten over een ondernemersfonds.
College (Mid/RO
Startnotitie is opgesteld om eerst in overleg met de ondernemers wat zaken te verkennen. Daarna zal richting raad vervolgstappen worden aangegeven. Op 29 maart jl. is er een informatieavond georganiseerd voor alle besturen van de ondernemersverenigingen van Kaag en Braassem. De avond verliep positief en er is afgesproken om een raad van advies samen te stellen die in overleg gaat met de achterban om te onderzoeken of vanuit de ondernemers een ondernemersfonds wenselijk is en op basis van welke financieringsconstructie hier handen en voeten aan gegeven kan worden. Na de zomer zal de raad hierover geïnformeerd worden, waarbij dan ook doorkijkje gegeven wordt over de resultaten van de beantwoording van brieven van de eerste helft 2011.
In oktober zal een voorstel volgen.
Verzoek van de raad aan het college of er een termijn aangegeven kan worden.
45 08-112010 (raad)
46 08-112010 (raad)
59 14-032011 (raad)
Programmabegroting 2011 Het college zegt toe dat voor de raad in kaart zal worden gebracht welke maatregelen er zijn genomen om de brieven van inwoners sneller te beantwoorden.
College (Mid)
Programmabegroting 2011 Het college zegt toe dat nog eens kritisch gekeken zal worden of de Ignatiusschool wel of niet toegevoegd kan worden aan de exploitatie van Braassemerland.
College (RO/OR/ SL)
Motie Veilig duurzaam verkeer het college zegt toe te komen met een voorstel over de mogelijkheden van het nemen van andere verkeersmaatregelen (dan drempels) in combinatie met de Leidraad inrichting openbare ruimte.
College
College komt hier op terug in de loop van 2011 Wordt nog onderzocht in combinatie met cultuurhuiscentrum en is dus nog niets over besloten, tweede kwartaal zal hierover meer bekend zijn In behandeling.
toezeggingenlijst – bijgewerkt t/m de vergadering van 29 juni 2011
Pagina 1 van 3
TOEZEGGINGENLIJST 73 15-062011 (forum Bp)
Bestemmingsplan Vierambachtsweg achter 35 d, Woubrugge Wethouder Kea zegt toe de ondertekende anterieure overeenkomst inzake de grondexploitatie en de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor de raad van 29 juni 2011 aan de leden te doen toekomen.
College
De overeenkomst en de ontwikkeling zijn verstuurd aan de raadsleden d.d. 20 juni 2011
afgedaan
74 15-062011 (forum)
Terugkoppeling regio Het college zegt toe over de motie die
College
De werkgroep zal z.s.m. worden geïnformeerd.
afgedaan
75 15-062011 (forum)
Vragenhalfuur Het college zegt toe de raad te informeren na afloop van het gesprek op 16 juni 2011 met de gedeputeerde inzake de Passage N207 Verhoging Meerbrug Het college zegt toe een schriftelijke bevestiging van beide Provincies over het al dan niet toekennen van subsidies aan de raad te sturen
College
Afgedaan per brief van 6 juli 2011, behandeld op de lijst van ingekomen stukken van 5 september 2011 onder nummer 23.
afgedaan
College
De schriftelijke bevestiging heeft de raad ontvangen d.d. 29 juni 2011
afgedaan
77 27-062011 (raad)
Jaarrekening 2010 Het college zegt toe na de zomer bij
College
In het politiek forum van 29 augustus zal een presentatie worden gegeven over de keuzes/mogelijkheden van de beleggingen van de Nuon-gelden en het rendement.
afgedaan
78 29-062011 (raad)
Vervolgproces aanbesteding Braassemerland
College
Nieuwsbrief is in concept gereed. Verspreiding tweede helft augustus.
76 15-062011 (forum)
ingediend zal worden in het AB van Holland Rijnland van 29 juni 2011 inzake het financieel jaarverslag zodra het college haar standpunt heeft bepaald deze zal mededelen aan de werkgroep.
de raad te komen met een voorstel over de beleggingen van de Nuon-gelden en het realiseren van een hoger rendement (september raad).
Het college zegt toe om na de zomervakantie een nieuwsbrief te verspreiden over Braassemerland.
Overzicht openstaande brieven waarvan de beantwoording aan de raad moeten worden voorgelegd (cat. III) Nr
Omschrijving
Ingekomen
Svz
3
Brief van Holland Rijnland aan de raad inzake conceptnota van beleidsuitgangspunten woonruimteverdeling 2012 d.d. 1
01-06-2011
LIS 29-06-2011 nr. 25
toezeggingenlijst – bijgewerkt t/m de vergadering van 29 juni 2011
Behandeling raad/forum Raad 5 september 2011
Pagina 2 van 3
TOEZEGGINGENLIJST 4
5
6
7
8
juni 2011 Brief van het Min. van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan de raad inzake reparatie m.e.r.procedure aardgastransportleiding Beverwijk-Wijngaarden d.d. 14 juni 2011 Brief van de ISDR inzake het aanbieden 1e bestuursrapportage 2011 voor zienswijze Brief van Holland Rijnland inzake Zienswijze ontwerp eerste partiële herzieningen RSV en OV-visie Brief van Achterveld Advies BV inzake zienswijze reparatieplan Buitengebied Jacobswoude Brief van inwoner aan de raad inzake ontwerp reparatieplan bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude
14-06-2011
LIS 29-06-2011 nr. 31 LIS 05-09-2011 nr. 12
16-06-2011
LIS 05-09-2011 Nr.03
18 juli 2011
LIS 05-09-2011 Nr. 38
21-07-2011
LIS 05-09-2011 Nr. 47
Raad 5 september 2011
21-07-2011
LIS 05-09-2011 Nr. 48
Raad 5 september 2011
toezeggingenlijst – bijgewerkt t/m de vergadering van 29 juni 2011
Raad 5 september 2011
Pagina 3 van 3
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea V. Platteeuw
[email protected] (071) 3327 458
Onderwerp: Bestemmingsplan Oud Adeselaan 51 te Rijpwetering Beslispunten: Het bestemmingsplan Oud Adeselaan 51 te Rijpwetering vaststellen; Besluiten dat geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Publiekssamenvatting De brandweergarage aan de Oud Adeselaan 51 te Rijpwetering wordt heden niet meer voor brandweerdoeleinden gebruikt. In dit kader is ervoor gekozen om een algemene bestemming op het perceel te leggen zodat de garage ook voor privédoeleinden van particulieren of ondernemers kan worden gebruikt. Inleiding De brandweergarage aan de Oud Adeselaan 51 te Rijpwetering wordt heden niet meer voor brandweerdoeleinden gebruikt. In dit kader is er voor gekozen om een algemene bestemming op het perceel te leggen zodat de garage ook voor privédoeleinden van particulieren of ondernemers kan worden gebruikt. Beoogd resultaat Bestemmingwijziging voor het meest doelmatige gebruik. Kader Wro Argumenten Aangezien de garage niet meer voor brandweerdoeleinden wordt gebruikt is ervoor gekozen om een algemene bestemming op het perceel te leggen zodat de garage ook voor privédoeleinden van particulieren of ondernemers kan worden gebruikt. Draagvlak Er zijn geen zienswijzen ontvangen ten tijde van de ontwerpfase. Financiële consequenties Er is geen anterieure overeenkomst gesloten aangezien dit een aanvraag van de gemeente betreft. De opbrengst van de bestemmingsplanwijziging is in dit kader ook geheel voor de gemeente. Dat er sprake is van kostenverhaal is gezien het feit dat de gemeente aanvrager is ook vanzelfsprekend. Overigens bepaalt artikel 6.12 Wro dat de gemeenteraad een exploitatieplan
Rv Bp Oud Adeselaan 51 Rijpwetering
5 september 2011
Pagina 1 van 2
vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Nu onderhavig plan geen bouwplan betreft maar enkel een bestemmingswijziging behoeft de raad dus geen exploitatieplan vast te stellen en derhalve behoeft de gemeente dit ook niet anderszins te regelen. Communicatie Bekendmaking via Staatscourant, Witte Weekblad, website en ro-online. Realisatie Het bestemmingsplan wordt binnen 2 weken na vaststelling ter inzage gelegd. Zes weken daarna wordt het van kracht. Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv Bp Oud Adeselaan 51 Rijpwetering
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; gelet op de Wet ruimtelijke ordening; b e s l u i t:
1. het bestemmingsplan Oud Adeselaan 51 te Rijpwetering vast te stellen; 2. geen exploitatieplan vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb Bp Oud Adeselaan 51 Rijpwetering
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea R.H. van der Ploeg
[email protected] (071) 3327 484
Onderwerp: bestemmingsplan “Plantage 39 t/m 57, Oude Wetering” Beslispunten: 1) het bestemmingsplan “Plantage 39 t/m 57, Oude Wetering” vast te stellen; 2) geen exploitatieplan voor dit plangebied vast te stellen. Publiekssamenvatting Aan het opstellen van een bestemmingsplan op aanvraag is een verzoek voorafgegaan. Hierover is op 15 december 2009 positief beslist. Vervolgens heeft de gemachtigde namens de eigenaren van Plantage 39 t/m 57 op 14 april 2010 het verzoek ingediend om een bestemmingsplan op aanvraag op te stellen teneinde de bestemming recreatiewoningen te wijzigen naar de bestemming woondoeleinden. Vervolgens heeft het college besloten de procedure tot het opstellen van een bestemmingsplan te starten. Op 24 mei 2011 heeft het college ingestemd met de inhoud van het opgestelde ontwerpbestemmingsplan. Op 5 september 2011 heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld. Het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, d.d. 28 oktober 2011, mits er geen beroep is ingediend. Inleiding Aan het opstellen van een bestemmingsplan op aanvraag is een verzoek voorafgegaan. Hierover is op 15 december 2009 positief beslist. Vervolgens heeft de heer H.A. van Dijk namens de eigenaren van Plantage 39 t/m 57 op 14 april 2010 het verzoek ingediend om een bestemmingsplan op aanvraag op te stellen teneinde de bestemming recreatiewoningen te wijzigen naar de bestemming woondoeleinden. Vervolgens is besloten de procedure tot het opstellen van een bestemmingsplan te starten. Op 24 mei 2011 heeft ons college ingestemd met de inhoud van het opgestelde ontwerpbestemmingsplan. Beoogd resultaat Het bestemmingsplan Plantage 39 t/m 57 vaststellen en na publicatie en de beroepstermijn de bestemming gewijzigd hebben van de bestemming recreatiewoningen in de bestemming woondoeleinden. Kader Ter plaatse geldt het bestemmingsplan “Oude Wetering”. De locatie Plantage 39 t/m 57 heeft de bestemming “Jachthaven” met subbestemming “Recreatiewoning”. Voor de recreatiewoningen is een bouwvlak opgenomen waarbinnen de 10 woningen gerealiseerd zijn. Het gebruik is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Derhalve is besloten de gronden te herbestemmen. Het
Rv Bp Plantage 39 t/m 57 Oude Wetering
5 september 2011
Pagina 1 van 2
bestemmingsplan op aanvraag moet de voorgenomen herbestemming planologisch mogelijk maken. Argumenten In 2003 heeft de gemeente Kaag en Braassem in opdracht van de Minister van VROM een inventarisatie gemaakt van recreatieve locaties binnen de gemeente en de gemeenteraad heeft een standpunt ingenomen over welke recreatieve locaties, gelet op functie en gebruik, in aanmerking komen voor een bestemming “Wonen” en welke locaties juist gehandhaafd worden op het toegestane gebruik. De gemeenteraadkeuzes zijn vervolgens verankerd in het bestemmingsplan “Parapluplan recreatieverblijven”, waarbij een aantal recreatieve locaties de bestemming woondoeleinden verkregen. De locatie Plantage 39 t/m 57 betreft 10 recreatiewoningen, welke sinds 1984 permanent worden bewoond. Deze locatie is niet opgenomen in de parapluherziening, omdat verondersteld werd dat de 10 appartementen onderdeel uitmaakten van de Jachthaven De Brasem N.V. Gezien het feit dat “Arie de Boom-complex”, dat wel is ombestemd naar woondoeleinden en Plantage 39 t/m 57 vrijwel identiek zijn, is besloten medewerking te verlenen aan een bestemmingsplan op aanvraag. Draagvlak Er zijn geen zienswijzen ingediend tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Financiële consequenties Er zijn geen financiële consequenties, aangezien er een anterieure overeenkomst met de gemachtigde en overige aanvragers is gesloten. Derhalve is er geen exploitatieplan nodig. In deze overeenkomst is geregeld dat gemachtigde en overige aanvragers naast de leges ook de kosten voor de bestemmingsplanprocedure voor hun rekening nemen. Verder is middels deze overeenkomst ook de planschade geregeld. Communicatie Bekendmaking via Staatscourant, Witte Weekblad, de gemeentewebsite en RO-online. Tevens zal de gemachtigde per brief op de hoogte worden gebracht van het besluit. Realisatie Na vaststelling van het bestemmingsplan door uw raad zal het besluit binnen twee weken na vaststelling bekend worden gemaakt. Tevens zullen het vaststellingsbesluit en het bestemmingsplan gedurende zes weken voor een ieder ter inzage worden gelegd. Belanghebbenden die het niet met uw besluit eens zijn kunnen in deze periode beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Roelofarendsveen, 26 juli 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv Bp Plantage 39 t/m 57 Oude Wetering
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 juli 2011; gelet op het bepaalde in afdeling 3.1, 3.2 en 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening; b e s l u i t:
1) het bestemmingsplan “Plantage 39 t/m 57, Oude Wetering” vast te stellen; 2) geen exploitatieplan voor dit plangebied vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb Bp Plantage 39 t/m 57 Oude Wetering
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
mr. K.M. van der Velde-Menting M. Radema
[email protected] (071) 3327 488
Onderwerp: Vertegenwoordiging Schadeschappen HSL/A4 en Schiphol Beslispunten: 1. de burgemeester aan te wijzen als lid van het Algemeen Bestuur van de Schadeschappen Schiphol en HSL/A4; 2. wethouder A.J.M. van Velzen aan te wijzen als plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur van het Schadeschap Schiphol. Publiekssamenvatting De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL/A4 en het Schadeschap Schiphol. Deze schadeschappen houden zich bezig met planschadeverzoeken op grond van de Wet ruimtelijke ordening van omwonenden van respectievelijk de HSL/A4 en Schiphol. Vanwege een wijziging in de portefeuilleverdeling zal burgemeester mevrouw mr. K.M. van der Velde-Menting de gemeente Kaag en Braassem in de schadeschappen vertegenwoordigen en zal wethouder A.J.M. van Velzen optreden als plaatsvervanger bij het Schadeschap Schiphol. Inleiding De gemeente is vertegenwoordigd in het Schadevergoedingsschap HSL/A4 en het Schadeschap Schiphol. Op dit moment heeft een wethouder zitting in het Algemeen Bestuur van deze Schadeschappen. Ons college heeft enkele portefeuilles verschoven en de burgemeester zal deze taak overnemen. De burgemeester heeft tevens aangegeven zich kandidaat te willen stellen voor het Dagelijks Bestuur van het Schadeschap HSL/A4. Beoogd resultaat Deelname van de burgemeester in het Algemeen bestuur van de Schadeschappen Schiphol en HSL/A4. Kader Wet gemeenschappelijke regelingen en de beide gemeenschappelijke regelingen Schadeschap Schiphol en HSL/A4 Argumenten Dit voorstel is een gevolg van een herschikking van portefeuilles binnen het college. Draagvlak nvt
Rv Vertegenwoordiging HSL/A4 en Schiphol
Schadeschap
5 september 2011
Pagina 1 van 2
Financiële consequenties nvt Communicatie en realisatie Het besluit van uw raad zal kenbaar worden gemaakt aan beide Schadeschappen. Het Schadeschap HSL/A4 zal vervolgens aan het Algemeen Bestuur voorleggen dat de burgemeester zich kandidaat wil stellen voor het Dagelijks Bestuur van dit Schadeschap. Het Algemeen Bestuur moet hier vervolgens mee instemmen. Roelofarendsveen, 31 mei 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv Vertegenwoordiging HSL/A4 en Schiphol
Schadeschap
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 mei 2011; gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regelingen Schadeschap Schiphol en HSL/A4; besluit:
1. de burgemeester aan te wijzen als lid van het Algemeen Bestuur van de Schadeschappen Schiphol en HSL/A4; 2. wethouder A.J.M. van Velzen aan te wijzen als plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur van het Schadeschap Schiphol.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb Vertegenwoordiging HSL-A4 en Schiphol
Schadeschap
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea A.P. Spring in ‘t Veld
[email protected] 071-3327475
Onderwerp: Ontwerpverklaring van geen bedenkingen, achter Sotaweg 62a-64 in Roelofarendsveen. Beslispunten Een ontwerpverklaring van geen bezwaar af te geven voor het bouwen van drie woningen, achter Sotaweg 62a-64 in Roelofarendsveen. Publiekssamenvatting Op 23 december 2010 heeft aanvrager een verzoek om een omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van drie woningen, achter Sotaweg 62a-64 in Roelofarendsveen. Op 1 maart 2011 hebben burgemeester en wethouders besloten medewerking te verlenen aan dit verzoek, d.m.v. een uitgebreide afwijkingsprocedure als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3º van de Wabo. Eén van de vervolgstappen in deze procedure is dat de gemeenteraad gevraagd wordt een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af te geven voor het bouwplan. Inleiding Op 23 december 2010 heeft aanvrager een verzoek om een omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van drie woningen, achter Sotaweg 62a-64 in Roelofarendsveen. De aanvraag is voorafgegaan door een principeverzoek, waarbij ons college heeft besloten in principe medewerking te verlenen aan het verzoek. Op 31 mei 2011 hebben wij besloten medewerking te verlenen aan de omgevingsvergunning d.m.v. een uitgebreide afwijkingsprocedure als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3º van de Wabo. Eén van de vervolgstappen in deze procedure is dat uw raad gevraagd wordt een ontwerpverklaring van geen bedenkingen (vvgb) af te geven voor het ingediende bouwplan, nu dit plan niet valt onder de door uw raad aangewezen categorieën waarin geen vvgb noodzakelijk is. Beoogd resultaat De Wabo-procedure doorlopen met het doel uiteindelijk een omgevingsvergunning te verlenen, zodat aanvrager over kan gaan tot realisatie van het bouwplan. Kader - Bestemmingsplan De Baan-Sotaweg - Wabo - raadsbesluit 2010.108 van 4 oktober 2010. Argumenten De aanvraag is strijdig met de bepalingen van het geldende bestemmingsplan De Baan-Sotaweg. Ter plaatse geldt wel de bestemming Woondoeleinden maar is geen bebouwingsvlak ingetekend, terwijl ingevolge de voorschriften de hoofdgebouwen uitsluitend worden gebouwd “binnen het op de plankaart aangegeven ‘bebouwingsvlak hoofd- en bijgebouwen”. Ten behoeve van de onderhavige aanvraag (ruimer gesteld: om woningbouw aldaar mogelijk te maken) is op 17 december 2007 het bestemmingsplan aangepast. Alleen omdat daarbij is Rv vvgb achter Sotaweg 62a-64 iRoelofarendsveen
5 september 2011
Pagina 1 van 2
vergeten een bouwvlak in te tekenen is de onderhavige procedure nodig. Normaliter had de benodigde omgevingsvergunning ‘gewoon’ verleend kunnen worden. Verder past de aanvraag in het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening en het provinciale beleid, dat woningbouw binnen de rode contouren toestaat. Tenslotte is op 1 december 2009 besloten in principe medewerking te verlenen aan het verzoek tot woningbouw op genoemde locatie achter Sotaweg 62a-64. Draagvlak Het draagvlak vanuit de omgeving is nog niet beoordeeld. Na het verlenen van de ontwerp-vvgb zal het plan voor iedereen zes weken ter visie worden gelegd. Tevens wordt het plan gedurende een termijn van vier weken voorgelegd aan de provincie Zuid-Holland, het ministerie van Vrom en het Hoogheemraadschap van Rijnland. Indien door een van deze partijen zienswijzen kenbaar worden gemaakt, zal het plan voor de definitieve verklaring van geen bedenkingen opnieuw aan u worden voorgelegd. Financiële consequenties Er zijn geen financiële consequenties voor de gemeente. Voor het behandelen van de omgevingsvergunning worden leges geheven; de kosten voor eventuele aanvullende onderzoeken zijn voor rekening van aanvrager. Dit is afgedekt in de met aanvrager afgesloten anterieure overeenkomst. Communicatie De ontwerp omgevingsvergunning wordt samen met de ontwerp-vvgb zes weken ter inzage gelegd in de publieksruimte van het gemeentehuis, en kan worden ingezien via de gemeentelijke website c.q. de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Dit wordt bekend gemaakt door publicaties in het Witte Weekblad en de Staatscourant. Realisatie Nadat het besluit is genomen zal de ontwerp-vvgb samen met de ontwerp-omgevingsvergunning voor zes weken ter inzage liggen. De verdere voortgang van de procedure is mede afhankelijk van het feit of er zienswijzen worden ingediend. In het raadsbesluit van 4 oktober 2010 is bepaald dat er geen definitieve verklaring van geen bedenkingen is vereist als tijdens de terinzagetermijn geen ontvankelijke zienswijzen zijn kenbaar gemaakt tegen het ontwerpvergunning. Als er wel ontvankelijke zienswijzen zijn zal een definitieve verklaring van geen bedenkingen, inclusief de nota van beantwoording, in een politiek forum en een raadsvergadering worden behandeld.
Roelofarendsveen, 26 juli 2011
.
Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv vvgb achter Sotaweg 62a-64 iRoelofarendsveen
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gezien de aanvraag omgevingsvergunning W20100057 van 23 december 2010; gelet op het bepaalde in artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 juli 2011;
b e s l u i t:
een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af te geven voor de door burgemeester en wethouders voorgenomen verlening van een omgevingsvergunning voor het oprichten van drie woningen, achter Sotaweg 62a-64 in Roelofarendsveen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011, de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb vvgb achter Sotaweg 62a-64 Roelofarendsveen
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
F.M. Schoonderwoerd Laura Werger
[email protected] (071) 3327 308
Onderwerp: Garantstelling Tennisvereniging Alkemade Beslispunten: Tennisvereniging Alkemade aanmerken als een partij waaraan garantstelling kan worden verstrekt. Publiekssamenvatting Tennisvereniging Alkemade is voornemens het bestaande clubgebouw te slopen en te vernieuwen. Voor de financiering heeft men een garantstelling aangevraagd bij de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). De SWS is bereid de garantstelling voor 50%, zijnde € 60.000,- te verlenen onder voorwaarde dat de gemeente een garantie afgeeft voor de andere 50%, ter hoogte van € 60.000,-, van de te verkrijgen totale hypothecaire lening van € 120.000,-. Inleiding De Tennisverenging Alkemade is van plan een gedeelte van het bestaande clubgebouw te slopen en te vernieuwen. Hiervoor is reeds een bouwvergunning aangevraagd en verkregen. Om de verbouwing en uitbreiding van het clubgebouw te financieren wil Tennisvereniging Alkemade een lening van € 120.000,- afsluiten. Men heeft de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) gevraagd borgstelling te verlenen voor de lening. De SWS heeft de aanvraag onderzocht en aangegeven voor 50% van de lening, zijnde € 60.000,- borg te willen staan onder voorwaarde dat de gemeente voor de andere 50% van het te financieren bedrag, zijnde € 60.000,- een garantie beschikbaar stelt. Beoogd resultaat Een garantie van 50% van de hypothecaire geldlening ter hoogte van € 60.000,- aan Tennisvereniging Alkemade beschikbaar te stellen voor het verbouwen en uitbreiden van het clubgebouw. Kader Financiële verordening gemeente Kaag en Braassem 2011 en het Treasurystatuut 2011. Argumenten In het verleden is de gemeente meermaals gevraagd om garanties te verlenen voor renovaties en verbouwingen bij sportverenigingen. Op grond van artikel 3, 1e lid van het Treasurystatuut gelden met betrekking tot risicobeheer de volgende algemene uitgangspunten: “Het college van B&W mag leningen of garanties uit hoofde van de "publieke taak" uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde
Pagina 1 van 3
partijen, waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.” Op grond van artikel 12, 3e lid van de Financiële verordening geldt het uitgangspunt: “Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college, indien mogelijk, zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.” Omdat ons college op basis van de financiële verordening enige mate van zekerheid dient te verkrijgen over de risico’s die een garantstelling met zich meebrengt, verlangt de gemeente van verenigingen dat men een deel van de gevraagde garantstelling realiseert via de Stichting Waarborgfond Sport (SWS). Tennisvereniging Alkemade is ook verzocht zich eerst te wenden tot de SWS. De SWS heeft een zeer positief advies afgegeven en staat garant voor 50%, zijnde € 60.000,- van het te financieren bedrag. Voorwaarde voor de garantstelling door SWS is dat de gemeente voor de andere 50% van de totale hypothecaire lening een garantie beschikbaar stelt. Recent is ook aan Tennisvereniging Woubrugge een garantstelling verleend voor 50% van de hypothecaire lening, zijnde € 50.000,- op basis van de voorwaarde dat er een positief advies door de Stichting Waarborgfonds was afgegeven. Het verzoek van Tennisvereniging Alkemade is vergelijkbaar met het verzoek van Tennisvereniging Woubrugge. Het enige verschil is dat Tennisvereniging Alkemade een garantstelling van € 60.000,- vraagt. Conform het Treasurystatuut dient bij het verstrekken van leningen en het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak groter dan € 50.000,- de gemeenteraad een besluit te nemen. Draagvlak De ledenvergadering van Tennisvereniging Alkemade is akkoord met de bouwplannen en de vrijwilligers zullen zelf verschillende werkzaamheden uitvoeren. Men heeft inmiddels een bouwvergunning aangevraagd en verkregen van de gemeente. Ook heeft men de hypothecaire lening bij de bank aangevraagd. Financiële consequenties De SWS voert standaard een haalbaarheidsonderzoek uit, beoordeelt de financiële huishouding van de vereniging en monitort deze jaarlijks. Uit het advies van de SWS blijkt dat de Tennisvereniging Alkemade beschikt over een uitstekend eigen vermogen en dat de liquiditeitspositie samen met de cash flow van 2011 voldoende ruimte voor eigen financiële inbreng van de vereniging biedt. De SWS is van mening dat er voldoende ruimte in de begroting van de vereniging zit voor het opvangen van eventuele tegenvallers en extra lasten. Het risico dat zowel SWS als de gemeente lopen wanneer een garantiestelling wordt afgegeven is dus zeer laag. De looptijd van de borgstelling door SWS is lineair aflopend in 15 jaar. De rente is maximaal 5,2% vast voor 5 jaar. De gemeente is niet verplicht een financiële dekking te realiseren voor het verlenen van garantiestellingen. Jaarlijks wordt in de risicoparagraaf van de gemeentebegroting en gemeentejaarrekening de verleende garantiestelling opgenomen. Communicatie Doelgroep TV Alkemade SWS
Boodschap Informeren over besluit garantiestelling Informeren over besluit garantiestelling
Middel Brief
Planning Na besluitvorming
Brief
Na besluitvorming
Pagina 2 van 3
Realisatie Na besluitvorming kan Tennisvereniging Alkemade het proces tot aanvraag van de hypothecaire lening samen met SWS verder uitvoeren.
Roelofarendsveen, 26 juli 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Pagina 3 van 3
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 juli 2011; gelet op het bepaalde in artikel 3, 1e lid van het Treasurystatuut en artikel 12, 3e lid van de Financiële verordening; b e s l u i t: Tennisvereniging Alkemade aanmerken als een partij waaraan garantstelling kan worden verleend.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea J.E. Eichler
[email protected] (071) 3327 431
Onderwerp: Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude Beslispunten: 1) Vast te stellen reparatieplan Buitengebied Jacobswoude 2) Geen exploitatieplan vast te stellen Publiekssamenvatting Het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is op 6 maart 2008 vastgesteld. Vervolgens is bij besluit van Gedeputeerde Staten goedkeuring onthouden waardoor uiteindelijk de Raad van State uitspraak heeft gedaan en goedkeuring heeft onthouden aan een viertal bestemmingen. Voor drie van deze bestemmingen is het besluit van de Raad van State in afwijking van dat van GS waardoor er op basis van artikel 8.1.3 Bro binnen één jaar een reparatie van het bestemmingsplan kan worden uitgevoerd. Deze reparatie is in dit plan uitgevoerd voor de locaties aan de Doespolderkade 2 te Hoogmade, Vriezekoop 6 en Vriezenweg 6-8 te Leimuiden. Inleiding Het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is op 6 maart 2008 vastgesteld. Vervolgens is bij besluit van Gedeputeerde Staten goedkeuring onthouden waardoor uiteindelijk de Raad van State op 29 september 2010 uitspraak heeft gedaan en goedkeuring heeft onthouden aan een viertal bestemmingen. Voor drie van deze bestemmingen is het besluit van de Raad van State in afwijking van dat van GS waardoor er op basis van artikel 8.1.3 Bro binnen één jaar een reparatie van het bestemmingsplan kan worden uitgevoerd. Deze reparatie wordt gedaan op basis van het bestaande, inwerking getreedde bestemmingsplan. Er hoeven daardoor geen planregels te worden opgenomen in het reparatieplan, aangezien het een reparatie van het moederplan betreft. In het reparatieplan volstaan ruimtelijke onderbouwing en plankaarten van de nieuwe bestemmingen. Het is van belang dat de grenzen van de bestemmingen waaraan goedkeuring is onthouden worden aangehouden, anders zou het niet meer binnen de kaders van een reparatieplan vallen. Om deze reden wordt puur gekeken naar de invulling van het deel waaraan door de Raad van State goedkeuring is onthouden. Dit is gebeurd op 4 locaties te weten Doespolderkade 2 te Hoogmade, Vriezekoop 6 en Vriezenweg 6-8 te Leimuiden en een deel van de Kromme Does bij de Vlietmolen te Hoogmade. Aan deze laatste is reeds door GS goedkeuring onthouden, waardoor reparatie binnen een jaar niet meer mogelijk was. Aangezien het daar een ligplaats voor een woonboot betrof die ook al in het oude bestemmingsplan stond, levert dat geen probleem op. Een reparatie op basis van 8.1.3 Bro is daarmee mogelijk voor de drie overige locaties.
Rv Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude
5 september 2011
Pagina 1 van 3
Beoogd resultaat Het repareren van drie locaties waaraan de Raad van State goedkeuring heeft onthouden zodat de bestaande systematiek gehandhaafd kan blijven en Bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude een zo goed mogelijke dekking heeft. Kader Bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en Bro artikel Besluit ruimtelijke ordening 8.1.3 Argumenten Aan de drie locaties is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State goedkeuring onthouden met verscheidene redenen, de argumenten worden per adres besproken maar zijn in uitgebreide vorm ook te vinden in het reparatieplan. Doespolderkade 2 Bij het maken van het reparatieplan liep reeds op verzoek van de veehouder van Doespolderkade 1 een handhavingzaak tegen de woning aan de Doespolderkade 2 te Hoogmade. De woning is opgericht als zomerhuis binnen een agrarische bestemming maar in 1976 verkocht aan een burger. Sinds die tijd is het onafgebroken bewoond door burgers waardoor er geen handhavingsmogelijkheden zijn, aangezien de woning valt onder het bestemmingsplanmatige overgangsrecht in Buitengebied Woubrugge dat sinds 1989 rechtskracht heeft. Een tweede keer onder overgangsrecht plaatsen is niet wenselijk, reden waarom wordt voorgesteld de woning positief te bestemmen. Het positief bestemmen ligt gevoelig aangezien de woning te dicht bij de ligboxenstal van nummer 1 ligt en deze door de woning beperkt wordt in zijn uitbreidingsmogelijkheden. Door het positief bestemmen worden de mogelijkheden van de bewoner van nummer 1 niet verder beperkt, aangezien zijn vergunning al uit gaat van een burgerwoning nabij de stal. In de eerste herziening van bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is tot 25 meter van de stal het gebouw (de schuur) al bestemd voor woondoeleinden zonder woning omdat GS aangaf dat wonen binnen die afstand van de stal de mogelijkheden voor bedrijfsvoering van nummer 1 te veel zou beperken. De positieve bestemming ligt dus ver genoeg van de stal en heeft tevens geen invloed op de milieuregelgeving aangezien die uitgaat van de feitelijke situatie in plaats van de planologische situatie. De uitspraak van de Raad van State ging ervan uit dat de keuze voor positief bestemmen destijds onvoldoende was afgewogen. Inmiddels is het handhavingverzoek afgewezen en is er uitgebreid verder onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. Vriezekoop 6 Binnen deze voormalige agrarische bestemming was in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude de bestemming Woondoeleinden toegekend aangezien de agrarische activiteiten in 2001 gestaakt waren. Na bedenkingen van de bewoner bleek dat sinds 2001 de bedrijfshallen in gebruik zijn ten behoeve van opslag en er een loonbedrijf gevestigd is. De Afdeling heeft dat erkend en dus is in dit plan de keuze gemaakt het aanwezige bedrijf positief te bestemmen. Hierbij zijn de bedrijfshallen en andere bebouwing opgeteld en zoals gebruikelijk verhoogd met een aantal procent voor het garanderen van toekomstbestendige bedrijfsvoering op basis van het bestemmingsplan. De aanwezige tunnelkassen zijn nog aanwezig vanuit de periode dat er een agrarische bestemming op rustte en vallen om die reden onder het overgangsrecht, maar vallen wel onder het totaal van 2400 m2 dat maximaal aanwezig mag zijn aan bebouwing. Voor een logische indeling van het bestemmingsplan is de afweging gemaakt om de bestemming aan de achterkant tot de sloot te laten lopen. Dat is alleen niet mogelijk gebleken aangezien we ook hier gebonden zijn aan het gebied waaraan de Afdeling goedkeuring heeft onthouden. Vriezenweg 6-8 Op deze locatie stonden twee woningen op een klein perceel die zijn samengevoegd tot één woning in 1980. Het is daarom opgenomen in bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude als één woning, maar niet goedgekeurd aangezien er op basis van het voorgaande bestemmingsplan mogelijkheid was voor twee woningen en het in principe nog steeds mogelijk is om twee woningen Rv Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude
5 september 2011
Pagina 2 van 3
te bouwen op die locatie, zij het hele kleine woningen. Hoewel een tweede woning op een dergelijk kavel ons inziens geen wenselijke situatie oplevert, bestaat op basis van de uitspraak van de Afdeling nog het recht op een tweede woning binnen het perceel. Achterliggende gedachte voor de mogelijkheid voor een tweede woning is de wens voor een tweede woning op een grotere woonbestemming. Het is de bewoner toegelicht dat die mogelijkheid kan worden voorgelegd aan het college in een principeverzoek, maar momenteel niet mogelijk is aangezien we ons op basis van Bro 8.3.1 strikt moeten houden aan het gebied waaraan de Afdeling goedkeuring heeft onthouden en dat is het kleine perceel. Draagvlak Er zijn vier zienzwijzen binnengekomen naar aanleiding van het ontwerp reparatieplan, deze richten zich vooral op Doespolderkade 2, maar ook voor Vriezenweg 6-8 en de ligplaats bij de Vlietmolen zijn zienswijzen binnengekomen. De beantwoording vindt u in de bijlage. Van de overlegpartners zijn geen zienswijzen ontvangen. Financiële consequenties €2.100 excl. BTW en eventuele bijkomende kosten ten laste van de post Advieskosten RO V00020 Communicatie Na vaststelling zal hetraparatieplan wederom ter inzage worden gelegd wat bekend zal worden gemaakt in de staatscourant, het Witte Weekblad en op de gemeentelijke website. Tevens wordt het bestemmingsplan online toegankelijk gemaakt via ROonline. Realisatie Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan zullen de direct belanghebbenden op de hoogte worden gesteld. Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude
5 september 2011
Pagina 3 van 3
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; gelet op het bepaalde in Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening; b e s l u i t: 1) reparatieplan Buitengebied Jacobswoude vast te stellen; 2) geen exploitatieplan vast te stellen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb Reparatieplan Buitengebied Jacobswoude
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Kaag en Braassem Buitengebied Jacobswoude
reparatieplan
rboi
© RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
Kaag en Braassem Buitengebied Jacobswoude
reparatieplan
identificatie
planstatus
projectnummer:
datum:
status:
188400.15997.00
18-02-2011 30-03-2011 05-09-2011
concept ontwerp vastgesteld
projectleider:
R.008/04
mw. ing. M. den Boer-Kolbeek
gecertificeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail:
[email protected]
toelichting
Inhoud 1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Leeswijzer 2. Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' 2.1. Inleiding 2.2. Aanpassingen naar aanleiding goedkeuringsbesluit en beroep
blz. 3 3 3
5 5 5
3. Uitvoerbaarheid 3.1. Economische uitvoerbaarheid 3.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid
11 11
4. Sectorale onderzoeken
13
11
Bijlage: 1.
Nota van Beantwoording Zienswijzen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
1. Inleiding
3
1.1. Aanleiding Op 6 maart 2008 is het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' vastgesteld. Het plangebied omvat het hele buitengebied van de voormalige gemeente Jacobswoude. De kernen Hoogmade, Woubrugge, Rijnsaterwoude en Leimuiden vallen buiten het plangebied. De kern Bilderdam en het binnen de rode contouren gelegen bebouwingslint langs de Westerdijk in Leimuiden vallen binnen het plangebied. Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 11 november 2008 is aan enkele onderdelen van het bestemmingsplan goedkeuring onthouden. Op 29 september 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het geding tussen appellanten en het college van Gedeputeerde Staten. In dit reparatieplan worden die onderdelen waar de Afdeling het goedkeuringsbesluit van GS heeft vernietigd, herzien. Het betreft een drietal wijzigingen aan de plankaart. Indien (gedeeltelijke) goedkeuring aan een plan is onthouden, mag, bij het opstellen van het nieuwe plan ter reparatie voor het betrokken gedeelte met onthouding van goedkeuring, van een aantal vereisten uit het Bro worden afgeweken. Dit wordt in de overgangsbepalingen van het Bro geregeld (artikel 8.1.3 Bro). Afwijking geschiedt op het punt van de digitale vereisten zoals de vormgeving volgens SVBP2008 en verplichte publicatie op ro-online. Op basis van Bro artikel 8.1.3 kan er binnen een jaar na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gerepareerd worden aan de hand van de oude systematiek van de WRO. Gelijktijdig moet wel op onderdelen rekening gehouden worden met en voldaan worden aan het bepaalde van de Wro. Het betreft hier met name de voorgeschreven inhoud en redactie van het overgangsrecht en van de dubbeltelbepaling. Beide regelingen worden aangepast aan de Wro en opgenomen in dit reparatieplan. Ook wordt, waar nodig, de terminologie uit de nieuwe Wro overgenomen. Zo wordt er niet meer gesproken van voorschriften en bepalingen, maar van regels. De reparatie betreft enkel de perceelsbestemmingen en dubbelbestemmingen, voor de gebiedsbestemmingen blijft bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' onverminderd van kracht.
1.2. Leeswijzer In hoofdstuk 2 komen de wijzigingen van het bestemmingsplan aan de orde. Het betreft drie wijzigingen naar aanleiding van het besluit van Gedeputeerde Staten en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, die in deze herziening dienen te worden verwerkt. De economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan komt in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt het uitvoeren van nader sectoraal onderzoek toegelicht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
4
Inleiding
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2. Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
5
2.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven waarom het bestemmingsplan wordt gewijzigd en op welke wijze het bestemmingsplan wordt aangepast. Hiertoe wordt per onderwerp eerst de regeling aangegeven zoals die was opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' d.d. 6 maart 2008. Vervolgens wordt aangegeven wat de reden van de planherziening is, waarbij zowel het goedkeuringsbesluit van GS als de uitspraak van de Afdeling worden besproken. Vervolgens wordt de regeling na herziening toegelicht.
2.2. Aanpassingen naar aanleiding goedkeuringsbesluit en beroep 1. Doespolderkade 2 Regeling in vastgesteld bestemmingsplan In het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' was het perceel Doespolderkade 2 bestemd voor Woondoeleinden zonder verdere aanduidingen. Reden planherziening In het vigerende bestemmingsplan heeft het pand aan de Doespolderkade 2 een agrarische bestemming en maakt het planologisch deel uit van het agrarische bedrijf aan de Doespolderkade 1. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' was aan het perceel Doespolderkade 2 een woonbestemming toegekend. Hiertegen is een bedenking bij GS ingediend. De reclamant was van mening dat de agrarische bestemming moet worden gehandhaafd. Ten eerste omdat de woonbestemming beperkingen met zich meebrengt voor de agrarische bedrijfsvoering. Ten tweede omdat de gemeente jarenlang heeft geweigerd om de agrarische bestemming te handhaven. GS geeft aan dat op basis van de milieuwetgeving een richtafstand van 25 m geldt tussen veeschuren en burgerwoningen. De bedrijfsbebouwing van Doespolderkade 1 is op een kortere afstand van de bestemming Woondoeleinden gelegen. Hierdoor kan het toekennen van de bestemming Woondoeleinden negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering van het naastgelegen agrarische bedrijf hebben. GS heeft daarom goedkeuring aan de bestemming Woondoeleinden onthouden, voor zover deze betrekking heeft op de gronden die minder dan 25 m van de agrarische bedrijfsvoering zijn gelegen (de zuidelijke helft van het perceel). De overige bedenkingen achtte GS ongegrond. Reclamant heeft naar aanleiding van de uitspraak van GS beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft op 29-09-2010 het beroep gegrond verklaard en het goedkeuringsbesluit van GS vernietigd voor zover dat het noordelijk deel betreft.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
6
Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
Ter reparatie van het besluit van GS is in de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' (vastgesteld d.d. 14-12-2009) op het zuidelijke gedeelte van het bouwvlak de nadere aanwijzing 'zonder woning (zw)' opgenomen. Op deze manier is het niet mogelijk de woning binnen een afstand van 25 m van het agrarisch bedrijf te realiseren/uit te breiden. Aangezien de Afdeling de goedkeuring van GS aan het noordelijke deel, op meer dan 25 m van de veeschuur, de woonbestemming heeft vernietigd, dient de bestemming van deze gronden in dit bestemmingsplan gerepareerd te worden. Motivering en belangenafweging 1. Geen sprake van belemmering door uitbreiding burgerwoning Na de reparatie in de 1e herziening is alleen nog aan de noordelijke gronden van het perceel goedkeuring onthouden. Dat is het deel dat in gebruik is als woning. Door het reeds opnemen van de aanduiding (zw) in de 1e herziening voor het zuidelijk deel is het niet langer mogelijk dat de woning dichterbij het agrarisch bedrijf geplaatst wordt. Ook uitbreiding van de woning is op basis van de nadere aanduiding (zw) in het zuidelijke deel niet mogelijk. Aan de zijde van de kaasmakerij is de woning de grens van de bestemming en uitbreiden richting de kaasmakerij is dus ook niet mogelijk. Mocht de keuze worden gemaakt de woning uit te breiden, of hem te slopen om een nieuwe woning te bouwen, dan wordt het bedrijf niet verhinderd in haar functioneren omdat er volgens het vigerende bestemmingsplan niet binnen 25 m van de stal een deel van de woning gebouwd kan worden. Kortom, de bestaande situatie kan niet verslechteren. 2. Geen verdere milieubelemmering door bestemming als burgerwoning De woning is al sinds 1976 onafgebroken in gebruik als burgerwoning. Hiermee valt het gebruik als burgerwoning onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Woubrugge. Handhaving op het gebruik als burgerwoning is daarom niet mogelijk. Omdat het gebruik als burgerwoning reeds zolang bestaat, zijn er ook zonder bestemming als woning al belemmeringen vanuit de milieuwetgeving. Dit is reeds onderkend bij de melding voor het Besluit Landbouw van 1 december 2006, waarbij de woning op nummer 2 is aangemerkt als woning van derden. De Milieudienst heeft aangegeven dat de bestemming van Doespolderkade 2 tot burgerwoning vanuit milieuwetgeving geen verdere belemmering voor de bedrijfsvoering is, aangezien de positieve bestemming niets wijzigt aan de situatie omtrent de milieuvergunning. 3. Voldoende fysieke uitbreidingsmogelijkheden Voor uitbreiding van het bestaande bedrijf zijn nog voldoende mogelijkheden. Tussen de bestaande woning en de kaasmakerij zit een ruimte van 2 m. Uitbreiding van de kaasmakerij richting woning is derhalve niet logisch. De kaasmakerij kan wel in zuidelijke richting uitgebreid worden met circa 15 m. De afstand tussen kaasmakerij en melkmachine wordt hiermee kleiner en daarmee zou ook de lengte van melkleidingen kunnen afnemen. Tussen het perceel Doespolderkade 2 en de stal zit circa 10 m ruimte. Ook hier is uitbreiding van de stal niet logisch. De stal kan in andere richtingen wel uitbreiden. Het toegekende agrarische bouwvlak is voldoende groot om uitbreidingen te faciliteren. 4. Voldoende uitbreidingsmogelijkheden binnen milieuregelgeving Hoewel het toekennen van een woonbestemming los staat van de milieuregelgeving aangezien in het bestemmingsplan reeds een afstand tot 25 m van de stal bestemd is voor woondoeleinden zonder woning, zijn er nog voldoende uitbreidingsmogelijkheden binnen de milieuwetgeving.
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
7
Tijdens de zitting bij de Raad van State werd door eiser aangegeven dat het verplaatsen van de stal onmogelijk was omdat de lengte van de melkleiding maximaal 20 m mocht zijn in verband met hygiëne en melkkwaliteit. Het is onduidelijk waar deze eis vandaan komt en het is ook niet mogelijk gebleken deze terug te voeren op wet- en regelgeving, anders dan de algemene hygiënevoorschriften. Uit een onderzoeksrapport van Praktijk onderzoek Rundvee, Schapen en Paarden blijkt dat melkleidingen zelfs tot 100 m toegepast worden. Uit telefonisch contact met een bekende zuivelverwerker blijkt dat deze uitging van 30-50 m. Met een dergelijke lengte zijn de leidingen nog steeds goed te reinigen om voor het maken van kaas de kwaliteit te kunnen waarborgen. Door het verlengen van de leiding van de huidige 20 m naar 30-50 m worden de indelingsmogelijkheden van het bouwvlak vele malen groter en kan worden uitgebreid op ruim 50 m van de woning. Indien een langere leiding wordt toegepast zal wellicht de capaciteit van de boiler uitgebreid moeten worden of een extra verwarmingselement toegevoegd moeten worden, zodat het reinigingswater van voldoende temperatuur is. De kosten die daarmee zijn gemoeid zijn beperkt en wegen daarom niet op tegen het voordeel van de flexibiliteit in de bedrijfsvoering die verlenging van de leiding met zich mee zou brengen. Door een langere leiding bestaat de mogelijkheid in plaats van de huidige ligboxenstal, waarvan de vergunning stamt uit 1989, een geheel nieuwe stal te bouwen en de bestaande stal buiten werking te stellen of af te breken. Het bouwvlak ter plaatse is daarvoor van voldoende omvang en in dat geval zou op 50 m afstand de bestaande woning gebouwd kunnen worden om ook in de toekomst geen belemmeringen meer te hebben. Indien een nieuwe stal dichterbij dan 50 m zou worden gebouwd is dat mogelijk maar is een technische randvoorwaarde om het emissiepunt op minimaal 50 m te leggen. Ook bestaat de mogelijkheid de bestaande stal uit te breiden zolang het emissiepunt minimaal 50 m van de woning ligt en de stal op minimaal 25 m van de woning ligt. Het plaatsen van het emissiepunt op 50 m kan door het gedeeltelijk dichtzetten van de stal en het plaatsen van een actieve afzuiginstallatie. Aan een dergelijke ingreep zijn beperkte kosten verbonden die niet opwegen tegen de kosten van de fysieke uitbreiding de stal. Conclusie Handhaving van de burgerbewoning is niet mogelijk omdat het gebruik onder overgangsrecht valt. Tweemaal onder overgangsrecht brengen is niet wenselijk. Het agrarische bedrijf wordt niet belemmerd door een positieve bestemming, noch in de huidige situatie, noch in de uitbreidingsmogelijkheden. Gezien bovenstaande acht de gemeente het reëel om het bestaande gebruik van de woning als burgerwoning positief te bestemmen. Regeling na herziening Aan het noordelijke perceel wordt daarom opnieuw de bestemming Woondoeleinden toegekend. Binnen deze bestemming is één woning toegestaan. 2. Vriezekoop 6 Regeling in vastgesteld bestemmingsplan In het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' is het perceel Vriezekoop 6 bestemd voor Woondoeleinden met de subbestemming 'voormalig agrarisch bedrijf'.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
8
Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
Reden planherziening Tot 2001 is op de locatie een groentekwekerij geëxploiteerd. Na staking van deze activiteiten, zijn de bedrijfshallen in 2001 in gebruik genomen voor opslagdoeleinden ten behoeve van derden. Tevens is op het perceel een loonbedrijf gevestigd. Op het perceel is ongeveer 2.110 m² aan legale bebouwing aanwezig, exclusief tunnelkassen. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' is het perceel bestemd voor woondoeleinden. Hiertegen is een bedenking ingediend bij GS. De reclamant verzoekt de bestemming Bedrijfsdoeleinden op te nemen voor de locatie Vriezekoop 6. Gelet op de toegekende bestemming Woondoeleinden, mocht de bebouwing uitsluitend voor wonen gebruikt worden en kan voor 400 m² vrijstelling worden verleend voor de nevenfunctie opslag en stalling van niet-agrarische producten. Het huidige gebruik past niet binnen deze regeling. De nevenfunctie opslag en stalling is aan een vrijstellingsbevoegdheid gekoppeld zodat de gemeente kan beoordelen of de bedrijfsactiviteiten, gezien hun aard en ligging van het perceel, wel wenselijk zijn. Het toekennen van genoemde bestemming biedt enerzijds de mogelijkheid om een deel van de huidige bedrijfsactiviteiten te legaliseren, terwijl anderzijds kan worden voorkomen dat in het buitengebied nieuwe bedrijfsterreinen ontstaan op locaties die daarvoor niet geschikt zijn. GS kan instemmen met dit beleid van de gemeente en de gekozen planregeling. De bedenking wordt ongegrond verklaard. Reclamant heeft naar aanleiding van de uitspraak van GS beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft het beroep gegrond verklaard, mede gelet op het feit dat de opgenomen regeling leegstand in de hand werkt. En gezien het feit dat niet is gebleken dat het feit dat ter plaatse een loonbedrijf wordt uitgeoefend is meegenomen in de besluitvorming. De Afdeling heeft derhalve het goedkeuringsbesluit van GS vernietigd. De bestemming van het perceel dient daarom gerepareerd te worden. Regeling na herziening De gemeente stemt in met het besluit van de Afdeling. Voor het perceel wordt de bestemming Bedrijfsdoeleinden opgenomen met de subbestemming 'bedrijven in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten'. Met de eigenaar is een maximaal bebouwingsoppervlak van 2.400 m² overeengekomen. 3. Vriezenweg 6-8 Regeling in vastgesteld bestemmingsplan In het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' is het perceel Vriezenweg 6-8 bestemd voor Woondoeleinden, zonder verdere aanduidingen. Reden planherziening Op de locatie Vriezenweg 6-8 stonden oorspronkelijk twee aaneengesloten woningen. In 1980 zijn beide woningen bijeengevoegd tot één woonhuis. In het vigerende bestemmingsplan is aan het perceel de bestemming Woondoeleinden met de nadere aanwijzing 'vrijstaand' toegekend. In de voorschriften bij dit plan is niet bepaald hoeveel woningen per bestemmingsvlak toegestaan zijn. Wel dienen de woningen op deze locatie geheel vrijstaand gebouwd te worden. Aangezien het van oorsprong twee aaneengebouwde woningen betreft in één gebouw, en het perceel zeer klein is waar redelijkerwijs geen twee losse woningen op gebouwd kunnen worden, heeft de gemeente besloten om in het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' geen twee woningen mogelijk te maken. Hiertegen is een bedenking bij GS ingediend.
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Reparatie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
9
GS geeft aan dat de feitelijke bestaande situatie bestemd is, namelijk één woonhuis. De regeling leidt niet tot verslechtering van de planologische situatie. GS acht de bedenking daarom ongegrond. Reclamant heeft naar aanleiding van de uitspraak van GS beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aangezien in het vigerende bestemmingsplan reeds twee woningen mogelijk waren, is de Afdeling van mening dat de bestaande rechten gehandhaafd dienen te worden. De Afdeling heeft het beroep gegrond verklaard en het goedkeuringsbesluit van GS vernietigd. Regeling na herziening Gezien de bestaande rechten kan de gemeente instemmen met de uitspraak van de Afdeling. Aan het perceel wordt de nadere aanwijzing '2 toegestane woningen' toegekend.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
3. Uitvoerbaarheid
11
3.1. Economische uitvoerbaarheid Met het bestemmingsplan worden geen nieuwe bouwmogelijkheden mogelijk gemaakt die planexploitatieplichtig zijn. Het opstellen van een exploitatieplan is daarom niet vereist. Omdat er geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gecreëerd en het een gemeentelijke aanpassing betreft, is er geen planschadeovereenkomst nodig. De economische uitvoerbaarheid van het plan is hiermee voldoende verzekerd.
3.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerpbestemmingsplan 'Reparatieplan' heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen voor eenieder om een schriftelijke reactie op het bestemmingsplan in te dienen. Er zijn 4 zienswijzen ingediend. In bijlage 1 is de Nota van Beantwoording Zienswijzen opgenomen. Hierin zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Tevens is hierin aangegeven op welke wijze het bestemmingsplan is gewijzigd naar aanleiding van de zienswijzen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
4. Sectorale onderzoeken
13
Er is geen noodzaak tot het uitvoeren van sectorale onderzoeken. De locaties Doespolderkade 2 en Vriezeweg 6-8 betreffen bestaande bouwrechten en bestaande woningen. Hier worden geen nieuwe bouwmogelijkheden mogelijk gemaakt. Op de locatie Vriezekoop 6 wordt 290 m² aan nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk gemaakt. Aangezien de eigenaar nog niet te kennen heeft gegeven direct gebruik te willen maken van deze bouwrechten, wordt er in het kader van dit bestemmingsplan geen onderzoek uitgevoerd. De sectorale onderzoeken voor de aspecten archeologie, bodem, ecologie en water dienen te zijner tijd uitgevoerd te worden in het kader van een eventuele omgevingsvergunning.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
bijlage bij de toelichting
Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerp reparatieplan Buitengebied Jacobswoude In het navolgende worden de ingediende zienswijzen verwoord en inhoudelijk behandeld. Van de overlegpartners is geen inhoudelijke reactie ontvangen. Van personen en rechtspersonen zijn vier zienswijzen ontvangen. De zienswijzen worden hieronder verwoord en beantwoord. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassingen van het reparatieplan Buitengebied Jacobswoude. 1. 1.1
2. 2.1
Voor de onthouding van goedkeuring op 29 september 2010 is er al door Gedeputeerde Staten goedkeuring onthouden aan een perceel water in de Kromme Does ter hoogte van de Vlietmolen. Deze bestemming zou ook gerepareerd moeten worden.
Aan de betreffende bestemming is reeds bij de behandeling door Gedeputeerde Staten goedkeuring onthouden. Deze reparatie is in het kader van de uitspraak van de Afdeling en op basis van artikel 8.1.3 Bro mag “binnen een jaar na het besluit omtrent goedkeuring het nieuwe plan worden vormgegeven , ingericht en beschikbaar gesteld op de wijze waarop het bestemmingsplan, ter reparatie waarvan het nieuwe plan strekt, is vormgegeven, ingericht en beschikbaar gesteld.” Aangezien de (onthouding van) goedkeuring van Gedeputeerde Staten reeds op 11 november 2008 heeft plaatsgevonden is reparatie niet meer mogelijk. Voor de volledigheid willen erop wijzen dat in het momenteel vigerende oude bestemmingsplan Woubrugge Buitengebied uit 1987 reeds was voorzien in een ligplaats.
Uit uitgangspunt van de gemeente dat handhaving geen mogelijkheid is, is een onjuist uitgangspunt voor het bepalen van de bestemming. Het opstellen van een bestemmingsplan hangt samen met het creëren van een goede ruimtelijke ordening, waarbij een combinatie van functies wordt toegestaan die ruimtelijk wenselijk zijn, en ook een duurzaam karakter hebben.
In de reparatie van het bestemmingsplan is een bestemming gekozen die zo goed als mogelijk aansluit bij de huidige situatie in combinatie met het vigerende bestemmingsplan. Tevens is handhaving niet mogelijk gebleken waardoor de meest logische zet is de situatie te legaliseren. Dit dient als uitgangspunt voor het creëren van een goede ruimtelijke ordening voor de betreffende locatie. Aangezien het hier een reparatie in het kader van artikel 8.1.3 Bro betreft, wordt alleen uitgegaan van het deel waarover de Afdeling uitspraak heeft
1
2.2
De gemeente zou in overleg treden met de huidige bewoners van Doespolderkade 2 en onderzoeken of de nieuwbouw van een woning op grotere afstand van het bedrijf een reële optie is, zodat de woning weer betrokken kan worden bij de agrarische bedrijfsvoering.
2.3
De voorgenomen burgerwoning komt op ongeveer 25 meter van de melkveestal en 2 meter van de kaasmakerij. In de VNG handreiking bedrijven en milieuzonering staat voor de melkveehouderij 100 meter als minimale afstand tot een woning en voor de kaasmakerij (geschaard onder fabrieken voor zuivelproducten) ook 100 meter tot een woning. In het ontwerpbestemmingsplan ligt de nieuwe burgerbestemming dus binnen de stankcirkel.
2.4
De Afdeling heeft in de uitspraak van 29 september 2010 laten blijken dat een uitbreiding of verplaatsing van het bedrijf naar een verder van de woning
gedaan. Voor een goede ruimtelijke ordening wordt daardoor ook gekeken naar de omgeving van het vlak waaraan goedkeuring is onthouden in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude, waarin zowel een woonbestemming als een agrarische bestemming grenzen aan het vlak. In het te repareren deel zou dus een woon of agrarische bestemming passend zijn om aansluiting te zoeken bij de omgeving. Aangezien de woning al sinds 1976 als burgerwoning in gebruik is dit gebruik positief bestemd in dit reparatieplan. Het overleg tussen gemeente en de huidige bewoner van Doespolderkade 2 heeft op 18 mei 2011 plaatsgevonden. Hierbij is ook gesproken over het mogelijk verplaatsen van de woning. In verband met de termijn voor het bestemmingsplan wordt er momenteel alleen gekeken naar de reparatie, een tweede bedrijfswoning past niet binnen zowel het gemeentelijk als het provinciaal beleid waardoor de mogelijkheid Doespolderkade 2 te gebruiken als tweede bedrijfswoning niet aan de orde wordt gesteld in het reparatieplan. De woning aan Doespolderkade 2 is al lange tijd in gebruik als burgerwoning, waardoor er dus geen sprake is van het oprichten van een nieuwe woning, maar van het bestemmingmatig erkennen van een bestaande situatie waartegen niet meer handhavend kan worden opgetreden. De VNG handreiking betreft een richtlijn die in dit geval niet zonder meer toegepast moet worden aangezien de situatie al lange tijd zo bestaat. Het is daarnaast zo dat de kaasmakerij is opgericht in de wetenschap dat twee meter ernaast een woning was gesitueerd die al lange tijd bewoond was door burgers. Uitbreiding van het bestaande bedrijf hoeft niet per definitie in te houden dat ook de melkleiding verlengd zou moeten worden. Het verplaatsen van het
2
op Doespolderkade 2 gelegen deel van het perceel kostbaar is, omdat in verband met hygiënevoorschriften dit tevens verplaatsing van de kaasmakerij dient in te houden.
2.5
2.6
De in het ontwerpbestemmingsplan aangegeven uitbreidingsmogelijkheden van de woning zorgen in tegenstelling tot wat in het ontwerpbestemmingsplan onder punt 1 staat wel voor een belemmering en er is in bestemmingsplanopzicht sprake van een verslechtering ten opzichte van de bestaande situatie. In reactie op punt 2 wordt er in de zienswijze gesteld dat uit het ontwerpbestemmingsplan wordt geïnterpreteerd dat de milieudienst heeft aangegeven dat er geen verdere belemmering voor de bedrijfsvoering is.
2.7
Er wordt onder punt 3 gesteld dat uitbreiding van de melkveestal richting de schuur van de woning niet logisch is, de heer van Leeuwen is van mening dat dit nog maar de vraag is aangezien hij de stal zo dicht mogelijk bij de kaasmakerij zou willen hebben.
2.8
Ter zitting heeft de heer van Leeuwen betoogd dat de melkleidingen maximaal 20 meter mogen zijn in verband met de melkkwaliteit en hygiëne. Hij is niet bekend met het
emissiepunt tot 50 meter van de woning zou zorgen dat zolang de stal 25 meter van de woning staat, het bedrijf kan uitbreiden in omvang en stuks vee, zonder dat daarvoor de melkmachine, of kaasmakerij verplaatst zou moeten worden. De woonbestemming ligt op 25 meter van de stal en er staat al een woning. De uitbreidingen van de woning die mogelijk zijn binnen de woonbestemming, waar niet de beperking “zonder woning” op rust, zouden alleen maar verder van de stal kunnen komen en daarmee minder geurhinder ervaren.
Dit is onjuist, de milieudienst heeft aangegeven dat voor milieuwetgeving wordt uitgegaan van de feitelijke situatie en niet van de planologische situatie. Er wordt momenteel dus al rekening gehouden met de woning als burgerwoning, zonder dat het positief bestemd is. Het bestemmen als burgerwoning veranderd daar niets aan en zorgt daarmee niet voor verdere belemmering van de bedrijfsvoering. In haar uitspraak van 29 september 2010 onderkent ook de Afdeling in 2.13.5 dat het plan niet tot gevolg heeft dat de inrichting niet langer onder de werkingssfeer van het besluit landbouw valt. Doordat de afstand tussen woning en stal op basis van de milieuwetgeving niet mag afnemen, is uitbreiding in de richting van de woning niet mogelijk. In geval van uitbreiding van de veestapel zou logischerwijs ook de kaasmakerij moeten uitbreiden, daarbij zou de kaasmakerij richting de stal kunnen worden uitgebreid om de lengte van de leiding te verkorten. Het is begrijpelijk dat kortere leidingen makkelijker schoon te houden zijn. Dit betekent niet dat het verlengen van de leiding onmogelijk is of onevenredig hoge kosten met zich mee brengt. Vooral het
3
rapport waaruit blijkt dat leidingen tot 100 meter kunnen worden toegepast en de informatie dat kan worden uitgegaan van 30 tot 50 meter. Dit staat haaks op zijn informatie, gebaseerd op bijgevoegde adviezen van gespecialiseerde bedrijven, dat de lengte maximaal 25 meter mag zijn.
2.9
De voorgestelde maatregelen om het emissiepunt op 50 meter te zetten zijn onvoldoende om geuroverlast te voorkomen en leiden voor de heer van Leeuwen tot hoge kosten.
aantal koppelingen en dode hoeken en dus het aantal bochten, is doorslaggevend in de mogelijkheid de leiding te verlengen. Dit onderkent uw adviseur ook en wordt al eerste punt genoemd in uw advies van Gea van der Puijl Zuiveladvies. Indien het aantal bochten beperkt blijft kan door plaatsing van een grotere boiler of een extra verwarmingselement ook een langere leiding goed gereinigd worden. Meerdere toonaangevende bedrijven geven aan dat 50 meter melkleiding voor rauwmelkse kaas mogelijk is, mits het goed is uitgevoerd. Los van de mogelijkheid van het toepassen van langere melkleidingen, zou bij eventuele vergroting van de stal ook vergroting van de kaasmakerij moeten worden overwogen. Bij vergroting van de kaasmakerij in de richting van de stal en verplaatsing van de stal zou de afstand zelfs gereduceerd kunnen worden. Ook bestaat de mogelijkheid om in het geval van nieuwbouw de kaasmakerij aan de stal te bouwen om zo de afstand te reduceren tot nagenoeg nul. De kosten voor het dichtzetten van de stal zouden vanwege het geringe aantal ramen beperkt blijven tot de aanleg van een actieve afzuiginstallatie en het dichtmaken van de openingen. Dit zou alleen noodzakelijk zijn in het geval van een uitbreiding van de bestaande stal. Gezien het grote bouwvlak zou ook kunnen worden gedacht aan volledige nieuwbouw bij uitbreiding. In dat geval kan een andere locatie worden gekozen voor de stal waarbij deze op minimaal 50 meter van de woning staat en de lengte van de melkleiding beperkt blijft, of zelfs de kaasmakerij is geïntegreerd in de stal aangezien die in zo een geval waarschijnlijk ook zou moeten uitbreiden. Ten overvloede vermelden we dat bovenstaande maatregelen in beginsel geen direct verband hebben met het bestemmingsplan, aangezien de positieve bestemming van de woning geen
4
gevolgen heeft voor de milieuwetgeving. 3. 3.1
4. 4.1
De ligboxenstal stamt niet uit 1989, maar is pas in 1992 gerealiseerd.
Aangezien er geen gereedmelding is gevonden in het dossier gaan we uit van de datum van de vergunning te weten 28 maart 1989. Dit zal worden verduidelijkt in het bestemmingsplan.
Volgens de uitspraak van de Afdeling is aangegeven dat het bouwvlak op het perceel te klein is en er vanuit landschappelijk oogpunt geen verschil met de situatie aan de Vriezenweg 12-14 bestaat. Hiertoe zou het bouwvlak moeten worden aangepast, minimaal ter grootte van het bouwvlak Vriezenweg 12-14.
Het bouwvlak is inderdaad vrij klein, dat is de reden waarom in het oorspronkelijke bestemmingplan er maar één woning bestemd was. Ter zitting op bij de Afdeling is door de indiener van de zienswijze betoogd dat twee woningen zouden passen binnen het bestemmingsvlak. Voor de reparatie in het kader van artikel 8.1.3 Bro zijn we gebonden aan de zaken waaraan de Afdeling goedkeuring aan onthouden heeft. Buiten het in het reparatieplan voor wonen bestemde bouwvlak is de bestemming reeds goedgekeurd en onherroepelijk. Bij de Vriezenweg 12-14 is de bestaande woonbestemming opgeknipt in twee woonbestemmingen, hetzelfde gebeurd in deze reparatie met 6-8. Het bestemmingsvlak van 12-14 was voor de splitsing al even groot als nu, aangezien het een vergelijkbare situatie is zal ook in het geval van 6-8 de bestaande maat van de woonbestemming ongewijzigd blijven.
5
regels
Inhoud van de regels Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
3
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
5
Hoofdstuk 3
Algemene regels
7
Artikel 2
Antidubbeltelregel
7
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregel
9
Artikel 3 Artikel 4
Overgangsrecht Slotregel
9 9
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
blz. 3
188400.15997.00
2
Inhoud van de regels
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1
3
Begrippen
1.1. het plan het bestemmingsplan 'Reparatieplan' van de gemeente Kaag en Braassem, vervat in de verbeelding en deze regels.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
4
Inleidende regels
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
5
De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' d.d. 6 maart 2008 blijven onverminderd van kracht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
6
Bestemmingsregels
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 3
Artikel 2
Algemene regels
7
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
8
Algemene regels
188400.15997.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
9
Artikel 3 Overgangsrecht 3.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 4 Slotregel Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Reparatieplan'.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15997.00
kaart(en)
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
J.B. Uit den Boogaard Y.J.F. van Nierop
[email protected] (071) 3327 336
Onderwerp: Reactie conceptnota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012 Beslispunten: Instemmen met de reactie op de conceptnota van beleidsuitgangspunten van de Stuurgroep Woonruimteverdeling 2012 Publiekssamenvatting In Kaag en Braassem zijn er sinds de fusie twee systemen voor woonruimteverdeling. Begin 2011 is om deze reden gestart met het project ‘Woonruimteverdeling 2012’ om te komen tot één eenvoudig, effectief en breed gedragen regionaal woonruimteverdeelsysteem. Voor dit project is een stuurgroep woonruimteverdeling ingesteld van regiogemeenten, koepels van corporaties en huurdersorganisaties. De gemeenteraad heeft op 7 juni jl. de conceptnota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012 ontvangen met het verzoek om zijn reactie vóór 19 september 2011 kenbaar te maken. In de raadsvergadering van 5 september zal de definitieve reactie op deze nota worden vastgesteld. Inleiding In de regio Holland Rijnland zijn er sinds de aansluiting van de voormalige Rijnstreekgemeenten op 1 april 2010 twee systemen voor woonruimteverdeling. Voor woningzoekenden en woningaanbieders leidt dit tot onduidelijkheid en rechtsongelijkheid. Begin 2011 is gestart met het project ‘Woonruimteverdeling 2012’ om te komen tot één eenvoudig, effectief en breedgedragen regionaal woonruimteverdeelsysteem. Voor dit project is een stuurgroep woonruimteverdeling ingesteld van regiogemeenten, koepels van corporaties en huurdersorganisaties. De afgelopen maanden hebben zij gewerkt aan de basis voor een eenvoudig, effectief en breed gedragen regionaal woonruimteverdeelsysteem door een conceptnota van beleidsuitgangspunten op te stellen. De gemeenteraad heeft op 7 juni jl. de conceptnota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012 ontvangen met het verzoek om zijn reactie vóór 19 september 2011 kenbaar te maken. Beoogd resultaat Te komen tot een formele reactie op de conceptnota van beleidsuitgangspunten voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem als basis voor regelgeving (huisvestingsverordening + convenant). Kader Huisvestingswet In beginsel moet er sprake zijn van vrije vestiging. Lokaal maatwerk grijpt hierop in. In de inspraakperiode zal nadere afstemming tussen regio en provincie Zuid-Holland plaatsvinden. Rv reactie NvU Woonruimteverdeling 2012
5 september 2011
Pagina 1 van 3
Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland Bevoegdheden voor vaststelling van de huisvestingsverordening en convenant liggen bij het algemeen bestuur van Holland Rijnland. Argumenten a. Beleidsuitgangspunten leiden naar een simpele en goed uitlegbare woonruimteverdeling De nota van beleidsuitgangspunten schetst een transparant, eenvoudig woonruimteverdeelsysteem dat inspeelt op het zo rechtvaardig mogelijk verdelen van woningschaarste in de regio. Aspecten uit de huidige systemen welke niet transparant en slecht uitlegbaar waren aan onze inwoners, zoals woonwaarde, zijn met deze nota komen te vervallen. b. Reikwijdte van het toewijzingssysteem zo groot mogelijk Binnen het toewijzingssysteem zullen de verdeelregels alleen nog van toepassing zijn op sociale huurwoningen van corporaties (incl. woonwagens, standplaatsen en ligplaatsen) met de zgn. liberalisatiegrens als plafond. Voorts kan geconstateerd worden dat door het beperkte aanbod in sociale koop en particuliere sociale huur de kansen op doorstroming nihil zijn. Tevens worden vraagtekens gesteld bij de op pagina 5 vernoemde maximale koopprijsgrens van € 215.000,(=provinciale koopprijsgrens); de herkomst en onderbouwing hiervan is vooralsnog onduidelijk en gaat niet nader in op de bouwmogelijkheden voor de beoogde doelgroep (<€ 33.500). c. Lokaal maatwerk Over het voorstel tot 30% lokaal maatwerk vindt overleg plaats tussen Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland, omdat het lokaal maatwerk potentieel ingrijpt op het principe van vrije vestiging. De mogelijkheid om maximaal 30% lokaal jaarlijks toe te wijzen biedt gemeenten en corporaties voldoende mogelijkheden in te kunnen spelen op lokale behoeften en verschillen. Meer dan 30% is niet noodzakelijk; immers op de vrije markt zoekt en vindt het merendeel van de woningzoekenden (ca. 70-75%) een woning binnen de eigen gemeente. Bij de toepassing van lokaal maatwerk geldt vooraf afspraken maken tussen corporatie en gemeenten en achteraf verantwoorden. Lokaal maatwerk kan naast voorrang voor (lokale) starters, ook gaan om voorrang voor mantelzorgers, senioren die een grotere woning achterlaten. d. Nieuwbouw belonen om doorstroming te bevorderen en scheefwonen te verminderen. In economisch moeilijke tijden vinden wij het een juist uitgangspunt om corporaties bij nieuwbouw of transformatie de mogelijkheid te bieden om deze toe te wijzen aan huurders van hun eigen bezit. Lokale partijen plukken zo de vruchten van de lokale investering en nog belangrijker, zo komen woningen vrij en komt een verhuisketen op gang. Toewijzen aan starters valt hier niet onder, omdat dit geen doorstroming op gang brengt. Bedoeling is om op deze manier doorstroming op gang te brengen wat een positief effect heeft om de woningmarkt. e. Inschrijfduur (rangordecriterium) Inschrijfduur als rangordecriterium is transparant, de wachttijd is goed in te schatten en wordt door woningzoekenden zelf als meest duidelijk en eerlijk criterium gezien. Bovendien maakt dit rangordecriterium kleinere tussenstappen in de wooncarrière mogelijk in tegenstelling tot woonwaarde/duur. Mensen stellen namelijk hun verhuizing uit in afwachting van de juiste woning om in te stromen. Doorstroming stagneert zo. Bovendien verstrekte woonwaarde onterecht voorrang aan woningeigenaren, terwijl zij niet behoren de primaire doelgroep. Kanttekening is dat inschrijftijd de doorstroming niet bevordert, echter, een positief effect van andere criteria is ook nooit gebleken. f. Zo min mogelijk regels, zo veel mogelijk keuzevrijheid. Er worden geen regels opgenomen omtrent huishoudgrootte en woninggrootte om maximale keuzevrijheid te bereiken. Als inkomensgrens geldt de Brusselnorm (€ 33.614,-). Als kanttekening wordt genoemd dat alleenstaanden mogelijk gezinnen verdringen. In praktijk blijkt dit echter Rv reactie NvU Woonruimteverdeling 2012
5 september 2011
Pagina 2 van 3
amper te gebeuren. Aanvullend wordt echter wel voorgesteld om een vermogenstoets in te voeren om te voorkomen dat degenen met een laag inkomen en een hoog vermogen toch aanspraak kunnen maken op een sociale woning, terwijl er voor hen alternatieven bereikbaar zijn in de particuliere huur of koopsector. Kaag en Braassem staat achter invoering van deze toets. Juist om in lijn van Europa sociale woningen voor de sociale doelgroep te bestemmen, mede om de toenemende druk op en vraag naar, te rechtvaardigen. Het beperkt aantal situaties en de extra controles door de corporaties wegen hier niet tegen op. g. Urgentieregeling Er komt een zeer beperkte urgentieregeling. De urgentieregeling zal net als de huidige beperkt zijn. Een urgent woningzoekende krijgt van een corporatie een woning aangeboden die past in zijn profiel. Als de woning wordt geweigerd vervalt de urgentiestatus. Dit zijn eerste voorstellen, de urgentieregeling wordt pas in november behandeld. De toename van het aantal toekenningen voor urgentie op basis van hardheid, na afschaffing van echtscheiding als urgentiegrond, stelt echter wel vraagtekens of het beleid streng en rechtvaardig genoeg is. Kaag en Braassem pleit voor een sobere urgentieregeling met specifieke aandacht voor situatie van scheidingen waarbij kinderen in het spel zijn. Dit zal nadien bekeken worden. h. Monitoren op eventuele verdringingseffecten tussen verschillende doelgroepen Om de effecten van het systeem op zowel starters, senioren als doorstromers in kaart te brengen, vragen wij aandacht voor een periodieke rapportage om inzichtelijk te maken of er sprake is van verdringingseffecten en wat de slagingskansen zijn voor deze groepen. Zo kan flexibel worden ingespeeld en gestuurd worden op eventuele veranderingen binnen de woningmarkt. Draagvlak In een eerder stadium heeft Kaag en Braassem aangegeven dat een nieuw woonruimteverdeelsysteem transparant, helder en vooral goed uitlegbaar moet zijn richting de inwoners van Kaag en Braassem. Alle punten uit de nota van beleidsuitgangspunten zijn ambtelijk afgestemd met de lokale woningcorporaties Woningbouwvereniging Alkemade en Woondiensten Aarwoude. Financiële consequenties Nog niet in te schatten. Communicatie Reactie via zowel het PHO ruimte op 9 november als separaat aan de stuurgroep. Realisatie De raadsleden krijgen op de politieke avond van 29 augustus a.s. van de Stuurgroep een presentatie over de uitgangspunten en aansluitend worden zij in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. Op 1 januari 2013 zal naar verwachting het nieuwe systeem in werking treden. Voor een overzicht van de globale planning wordt verwezen naar bijlage 2 van de aanbiedingsbrief aan de raad van 1 juni jl. Roelofarendsveen, 26 juli 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv reactie NvU Woonruimteverdeling 2012
5 september 2011
Pagina 3 van 3
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 juli 2011; gelet op het bepaalde in de Huisvestingswet; b e s l u i t:
in te stemmen met de reactie op de conceptnota van beleidsuitgangspunten van de Stuurgroep Woonruimteverdeling 2012;
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv reactie NvU Woonruimteverdeling 2012
5 september 2011
Pagina 1 van 1
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Aan De raden van de regiogemeenten van Holland Rijnland [Voorletters en naam] [Postadres] [Postcode] [PLAATS]
Leiden: 1 juni 2011 Kenmerk: CONCEPT
Contact: V.M.J. Klein Telefoon: (071) 523 90 69 E-mail:
[email protected] Bijlage: 2 Onderwerp: conceptnota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012
Geachte raad, Begin dit jaar is gestart met het project ‘Woonruimteverdeling 2012’. Voor dit project is een stuurgroep Woonruimteverdeling ingesteld van regiogemeenten, koepels van corporaties en huurdersorganisaties. De afgelopen maanden is eendrachtig gewerkt aan de basis voor een eenvoudig, effectief en breed gedragen regionaal woonruimteverdeelsysteem. We zijn verheugd dat we u als eerste resultaat de conceptnota van beleidsuitgangspunten kunnen aanbieden (bijlage 1). De voorgestelde uitgangspunten zijn uitvoerig besproken en alternatieven zijn gewogen. De stuurgroep acht dit een goede basis voor een nieuw systeem en we horen graag of die mening gedeeld wordt. Graag willen we u in de gelegenheid stellen om kennis te nemen van de voorgestelde uitgangspunten en, indien u dit wenst, vóór 19 september te reageren op de conceptnota. U kunt uw portefeuillehouder verzoeken uw opmerkingen door te geven aan de stuurgroep al dan niet via het portefeuillehoudersoverleg Ruimte. De nota van beleidsuitgangspunten is de basis voor een nieuw stelsel van woonruimteverdeling. De invulling van een nieuwe huisvestingsverordening en van een uitvoeringsconvenant komt later in het proces aan bod. Dat betekent dat in dit stadium niet wordt ingegaan op bijvoorbeeld een urgentieregeling. Ook over een eventuele overgangsregeling, waarbij we zullen kijken naar opgebouwde rechten, zal later nog worden gesproken. Belanghebbenden kunnen te zijner tijd hun zienswijze geven op de ontwerpverordening en – convenant. Uiteindelijk zal het Algemeen Bestuur, conform de gemeenschappelijke regeling van Holland Rijnland, de regionale (model)huisvestingsverordening vaststellen. In bijlage 2 van deze brief schetsen we de globale planning van het project. Niet alleen de raden, maar ook het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland, de Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR), de Stichting Woonmarkt Rijnstreek, de Federatie van Huurdersorganisaties van Leiden en omstreken (FHLO), huurdersorganisaties Rijnstreek en de Stichting Regionaal Huurdersoverleg (SRH) ontvangen allen deze conceptnota. Om daadwerkelijk een breed draagvlak te krijgen, is gevraagd deze conceptnota voor reactie voor te leggen aan de achterban.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
Op basis van de reacties zal de stuurgroep Woonruimteverdeling de beleidsuitgangspunten in een definitief advies verwoorden. Zij zal geen nota van beantwoording en wijzigingen opstellen, want het betreft nu geen formele inspraakronde. Vervolgens zal zij haar definitieve advies aanbieden aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland die de beleidsnota van uitgangspunten zal vaststellen. Graag ontvangen we vóór 19 september de reactie op deze nota die de basis zal zijn voor het uit te werken systeem. Ook bieden wij de raadscommissies aan om de voorgestelde uitgangspunten toe te lichten aan de hand van een presentatie door adviseurs van de stuurgroep. Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze brief, dan kunt u contact opnemen met de heer Victor Klein (071 – 523 9069, email:
[email protected]). Hoogachtend, De stuurgroep Woonruimteverdeling 2012, de voorzitter
J. Wienen Bijlagen: 1. conceptnota van beleidsuitgangspunten 2. globale planning Cc: • Dagelijks Bestuur Holland Rijnland • Colleges regiogemeenten Holland Rijnland
2
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Bijlage 2: op weg naar een nieuwe regionale huisvestingsverordening en uitvoeringsconvenant Onderstaande opsomming is een globale planning van het project • • • • • • • • • • • • • •
Eind mei: aanbieding conceptnota van beleidsuitgangspunten met verzoek voor reactie 27 juni: extra portefeuillehoudersoverleg Ruimte klankborden over voorgestelde uitgangspunten 7 juli: ledenvergadering koepels van corporaties 18 september: einde reactietermijn op concept nota van uitgangspunten 21 september: portefeuillehoudersoverleg Ruimte 30 september: stuurgroep stelt definitief advies op oktober: Dagelijks Bestuur stelt nota van uitgangspunten vast oktober/november: stuurgroep werkt aan ontwerp huisvestingsverordening + convenant 9 november: portefeuillehoudersoverleg Ruimte november: DB stelt ontwerpverordening vast voor de inspraak november - januari: inspraakperiode (12 weken voor raden, 6 weken voor andere belanghebbenden) februari/maart 2012: Nota van beantwoording en wijzigingen 16 mei: portefeuillehoudersoverleg Ruimte juni: vaststelling verordening (Algemeen Bestuur) + convenant (Dagelijks Bestuur)
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem -de nota beleidsuitgangspuntenStatus: definitief CONCEPT
Stuurgroep Woonruimteverdeling 2012 20 mei 2011
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
definitief concept
Pagina 1 van 15
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
1. Inleiding Aanleiding In Holland Rijnland zijn er sinds de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude bij Holland Rijnland op 1 april 2010 twee systemen voor woonruimteverdeling. Voor de woningzoekenden en woningaanbieders leidt dat tot onduidelijkheid en rechtsongelijkheid. Daarom is het noodzakelijk dat er één systeem komt. Bovendien biedt dit de gelegenheid om onvolkomenheden uit deze systemen aan te pakken. Woningzoekenden en corporaties hebben in de loop van de tijd kritieken geuit op de woonruimteverdeling die we serieus willen nemen. Verbeteringen zijn mogelijk en noodzakelijk. Met de voorliggende ‘Nota beleidsuitgangspunten’ leggen we het fundament voor een nieuw en breed gedragen woonruimteverdeelsysteem in Holland Rijnland. In dit rapport worden basale uitgangspunten gepresenteerd en de keuze hiervoor toegelicht. Het rapport is het resultaat van de eerste fase van het project ‘Woonruimteverdeling 2012’. Dit is het eerste product van de Stuurgroep Woonruimteverdeling, waarin vertegenwoordigers van regiogemeenten, regionale koepels van huurdersorganisaties en corporaties gezamenlijk werken aan een nieuwe regionale huisvestingsverordening met een bijbehorend uitvoeringsconvenant. Doel Het doel van het nieuwe woonruimteverdeelsysteem is om in de regio de schaarse woonruimte in de sociale sector zo rechtvaardig mogelijk te verdelen onder diegenen die daarop zijn aangewezen. Het doel van deze nota is om de uitgangspunten op een overzichtelijke manier te presteren, zodat er draagvlak is voor de verdere uitwerking ervan en het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland deze kan vaststellen als basis voor de regelgeving. Randvoorwaarden De wettelijke randvoorwaarden voor het nieuwe systeem worden op de eerste plaats geschetst in de Huisvestingwet. Dit houdt ondermeer in dat er in beginsel sprake moet zijn van vrije vestigingsmogelijkheden. De provincie houdt toezicht op de naleving van deze wet. Daarnaast geldt met het oog op staatssteun per 1 januari 2011 de ‘Brusselnorm’. Dit betekent dat de corporaties deze steun mogen ontvangen, mits zij minimaal 90% van de sociale huurwoningen (tot de liberalisatiegrens € 652,52 huur per maand) aan huishoudens verhuren met een inkomen tot € 33.614 per jaar (prijspeil 2011). Bovendien is er de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland waarin staat dat er een regionale (model)huisvestingsverordening wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Die huisvestingsverordening heeft “slechts betrekking op het in gebruik geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet” (en dus niet op bijvoorbeeld splitsing en onttrekking van woonruimten). Tot slot leggen we –de groepen vertegenwoordigd in de stuurgroep- ons zelf een aantal randvoorwaarden op. Het systeem moet: simpel zijn en uitlegbaar zijn. Iedereen moet weten waarom zaken zijn zoals ze zijn; transparant zijn. Keuzes moeten verantwoord worden, zodat er geen (schijn van) willekeur ontstaat; zowel voor corporaties als voor gemeenten en woningzoekenden betaalbaar en efficiënt zijn in de uitvoering. Leeswijzer en verantwoording De (concept)nota is gebaseerd op de ‘contourennota woonruimteverdeling’ van de gezamenlijke woningcorporaties in Holland Rijnland, de nota’s van de huurdersorganisaties 1 en de uitkomsten van de discussies naar aanleiding daarvan. Elk voorgenomen beleidsuitgangspunt voor het verdeelsysteem wordt in de volgende paragraaf toegelicht en nader uitgewerkt. Tevens zijn in de vorm van stellingen kanttekeningen opgenomen die het meest de aandacht vroegen. De stellingen worden vervolgens ontkracht. In de bijlagen wordt achtergrondinformatie gegeven. Eerst wordt uitgebreid ingegaan op de achtergrond van een woonruimteverdeelmodel (bijlage 1). In bijlage 2 wordt de huidige situatie in de beide 1
‘Huur SMART in Holland Rijnland’, van de SRH en Huurdersorganisaties Rijnstreek en ‘nota woonruimteverdeling’ van de FHLO
definitief concept
Pagina 3 van 15
subregio’s geschetst aan de hand van data. De tekst uit deze bijlagen is vrijwel integraal overgenomen uit de ‘contourennota woonruimteverdeling’ van de gezamenlijke corporaties. Tot slot is de samenstelling van de stuurgroep Woonruimteverdeling opgenomen (bijlage 3). 2. Visie en uitgangspunten voor een nieuw verdeelsysteem Inleiding In dit hoofdstuk worden de visie op de woningmarkt, de voorgestelde uitgangspunten voor een nieuw verdeelsysteem en de uitwerking ervan geschetst. De uitgangspunten komen voort in de wetenschap dat: woonruimteverdeling gaat over het koppelen van vraag en aanbod. Daartussen zitten zowel kwantitatieve als kwalitatieve fricties: er zijn te weinig woningen, of niet de gewenste. Dit cruciale vraagstuk los je met verdelingsmaatregelen niet op, hooguit verdeel je de ‘pijn’ anders. De échte oplossing zit aan de aanbodkant: de omvang en samenstelling van de woningvoorraad, met nieuwbouw en transformatie als maatregelen. aan de verdeling van woonruimte in ieder geval vereisten in termen van ‘eerlijk en rechtvaardig’ mogen worden gesteld. Als de één een woning krijgt, dan krijgt de ander hem immers niet … De invalshoek van woonruimteverdeling dient te zijn gericht op verdelingsmaatregelen die zorgen voor meer verhuisbewegingen. verdelingsmaatregelen de dynamiek op de woningmarkt wel kunnen belemmeren, maar nauwelijks bevorderen. Visie Holland Rijnland kent één open regionale woningmarkt in de sociale huursector, waarbinnen subregionale en lokale verschillen in vraag en aanbod worden onderkend. Er is keuzevrijheid voor woningzoekenden op basis van een simpel, transparant en rechtvaardig woonruimteverdeelmodel. Uitgangspunten en uitwerkingsrichting a. Er is één open, regionale woningmarkt die binnen elke gemeente op dezelfde manier getoetst wordt. Dit uitgangspunt wordt in de volgende vier aspecten uitgewerkt. Op de eerste plaats stoelt het systeem op één minimale regionale (model)verordening met een uitvoeringsconvenant. Eén regionale markt vereist dat alle gemeenten en corporaties zich aan deze afspraken conformeren. Het voordeel van dit voorgestelde publiekrechtelijke systeem is dat een woningzoekende bij de bestuursrechter in beroep kan gaan tegen genomen besluiten. Dat is laagdrempeliger dan in het geval van een privaatrechtelijk systeem met een convenant waarbij hij is aangewezen op de kantonrechter. Bovendien willen we snel en adequaat kunnen inspelen op veranderende omstandigheden op landelijk niveau (bijvoorbeeld nieuwe wetgeving), maar ook op regionaal en lokaal niveau (specifieke volkshuisvestelijke vraagstukken). Dat kan met een minimale verordening. Eén regionale urgentiecommissie zorgt ervoor dat urgentieregels uit de regionale (model)verordening op dezelfde manier worden toegepast. De stuurgroep geeft in overweging om ook één regionale bezwaarschriftencommissie in te stellen zodat de regels ook op dezelfde wijze worden getoetst. Ten derde wordt ten minste 70% van de vrijkomende woningen aangeboden zonder maatschappelijke of economische bindingseisen. In ieder geval kan iedereen, ook van buiten de regio, zich inschrijven als woningzoekende. Tot slot is in beginsel de reikwijdte van het toewijzingssysteem zo groot mogelijk met het oog op rechtsgelijkheid en maximalisatie van de sturing op doorstroming. Dit betekent dat de verdeelregels betrekking hebben op: 1. alle sociale huurwoningen van corporaties tot de liberalisatiegrens; 2. woonwagens, standplaatsen en ligplaatsen tot de liberalisatiegrens.
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
Kanttekening: rechtsongelijkheid kan niet worden uitgesloten. Vijf gemeenten hebben hun bevoegdheden op het terrein van woonruimteverdeling nog niet aan de regio overgedragen. Dat kan betekenen dat zij afwijkende besluiten nemen op basis van hetzelfde advies van een bezwaarschriftencommissie. Gelet op de ervaringen achten we dit risico op rechtsongelijkheid klein. Maar het is niet uit te sluiten, omdat de overdracht niet afdwingbaar is. De stuurgroep dringt er bij deze vijf gemeenten op aan om alsnog hun bevoegdheden aan de regio over te dragen. (Een formeel verzoek hiertoe zal waarschijnlijk volgen als de ontwerpverordening wordt vrijgegeven voor de inspraak). Daarnaast is reisafstand voor hoorzittingen wellicht een nadeel als er één bezwarencommissie is. Het is daarom wenselijk dat zij op verschillende locaties zitting heeft. Voor specifieke woonruimten zullen (deels) afwijkende regels gelden. Dat geldt bijvoorbeeld voor woonwagens, studentenwoningen, Miva-woningen (voor minder validen). Zo horen woonwagens en standplaatsen volgens de Huisvestingswet onder ‘woonruimten’, maar iemand met een geschiedenis als woonwagenbewoner heeft wettelijk voorrang bij de toewijzing er van. Ook voor studentenwoningen zullen afwijkende toewijzingsregels gelden omdat deze nauwelijks iets toevoegen aan de reguliere voorraad. Kanttekening: particuliere huurwoningen en sociale koopwoningen kunnen ook bijdragen aan de doorstroming. Sociale huurwoningen van particuliere verhuurders worden niet meegenomen omdat handhaving van de juiste woningtoewijzing niet uitvoerbaar wordt geacht. Sociale koopwoningen zijn (zonder constructies als bijvoorbeeld ‘Koopgarant’) lastig voor de doelgroep te behouden. Bovendien zijn er, gelet op de maximale koopprijsgrens (€ 215.000,-v.o.n.), nauwelijks woningen te bouwen die een grote toegevoegde waarde hebben voor de regionale markt. Daarom stelt de stuurgroep voor om geen regionale toewijzingsregels hiervoor op te stellen. b. Er zijn verschillende deelmarkten waarvoor specifiek toewijzingsbeleid nodig is. Binnen de regionale woningmarkt verschillen de voorraad en de vraag sterk. Die verscheidenheid in woningaanbod en woonmilieus is een kracht van de regio, maar leidt ook tot verschillende volkshuisvestelijke vraagstukken. Om recht te doen aan die verschillen mag ten hoogste 30% worden toegewezen volgens afwijkende, lokale beleidsregels. Kanttekening: lokale toewijzing kan kansen van anderen zonder binding onnodig belemmeren. Daarom kan toewijzing aan eigen inwoners geen doel op zich zijn. Lokaal maatwerk is bedoeld om lokale problemen op te lossen waarvoor de regionale toewijzingsregels onvoldoende ruimte bieden of te generiek zijn. Bij de toepassing dient de corporatie vooraf afspraken te maken met de gemeente over het doel en de vorm van het lokaal maatwerk. Achteraf vindt verantwoording plaats. Overigens verwachten we dat de bindingseisen tot weinig problemen voor woningzoekenden zullen leiden. Immers, ook in de vrije markt zoekt en vindt het merendeel van de woningzoekenden (circa 75%) een woning binnen de eigen gemeente, kern of zelfs wijk. c. Nieuwbouw belonen om doorstroming te bevorderen en scheefwonen te verminderen. Nieuwbouw en transformatie zijn de enige echte mogelijkheden om schaarste te verminderen en daarmee doorstroming te genereren. Daarom dient dit te worden beloond. Echter, nieuwbouw vraagt een grote, veelal onrendabele investering van lokale partijen (van corporaties en vaak ook van gemeenten). Het is wenselijk dat lokale partijen zelf de revenuen kunnen plukken van hun eigen investeringen. Dat kan door de gelegenheid te bieden nieuwgebouwde huurwoningen in de sociale sector in eerste instantie lokaal aan te bieden. De lokale corporatie profiteert dan van de mogelijkheid voor huurharmonisatie van de vrijkomende woningen. Ook voor de gemeente is er maatschappelijk rendement, omdat de eigen volkshuisvestelijke knelpunten worden opgelost. Bijvoorbeeld doordat door gerichte doorstroming een buurt kan verjongen. Ook kan de corporatie weer opnieuw investeren in de ontwikkeling en de leefbaarheid van buurten.
definitief concept
Pagina 5 van 15
Als we bovendien weten dat de meeste woningzoekenden zich lokaal oriënteren, kunnen we ook effectiever sturen op doorstroming. Vanuit volkshuisvestelijke doelstellingen kan een corporatie, na overeenstemming met de gemeente, deze nieuwbouwwoningen desgewenst met voorrang toewijzen aan een lokaal bepaalde groep huurders die een sociale huurwoning achterlaten in de regio. Door dit maatwerk komt er in de verhuisketen een volgende sociale huurwoning voor alle woningzoekenden in de regio beschikbaar. Kanttekening: er blijven weinig woningen voor de regionaal woningzoekende over. Dit probleem is beperkt. Immers de meeste mensen verhuizen lokaal. Bovendien gaat het om uitbreiding van het aanbod door nieuwbouw, dus voor andere woningzoekenden blijft hetzelfde aantal woningen beschikbaar. Politiek wordt ook regelmatig aandacht gevraagd voor starters. Als nieuwbouw voor starters wordt gerealiseerd, dan mag die lokaal worden toegewezen. Maar dit is onderdeel van het aandeel 30% lokaal maatwerk, omdat deze toewijzing de doorstroming niet bevordert. d. Doorstroming is een middel om meer balans te krijgen op de woningmarkt en is geen doel op zich. Gebleken is dat generieke maatregelen om meer doorstroming te creëren, zoals voorrang voor doorstromers door extra punten voor woonwaarde of woonduur, nauwelijks effect hebben. Daarom richten we ons op specifieke toewijzingsmaatregelen om doorstroming te bevorderen, soms lokaal soms regionaal gericht op een doelgroep of een complex. Er zijn verschillende redenen om het bevoordelen van doorstromers, bijv. door woonwaarde, ter discussie te stellen. Op de eerste plaats is dat het effect van de Brusselnorm die per 1 januari 2011 geldt. Met het introduceren van de inkomensgrens van € 33.614, zullen financiële overwegingen (”Kom ik nog wel in aanmerking voor een sociale huurwoning?”) meer en meer bepalend worden voor de keuze om wel of niet te verhuizen. Aannemende dat huurders met een duurdere sociale huurwoning gemiddeld meer verdienen en dus vaker beperking ondervinden van deze inkomensgrens, zal woonwaarde als volgordecriterium ter bevordering van doorstroming in kracht afnemen. Datzelfde zal gelden voor een groot deel van de mensen met een langere woonduur en werkcarrière. Een tweede reden is dat het volgordecriterium niet mag leiden tot (onbedoelde) voorrang van huurders in de particuliere sector of eigenaren van koopwoningen. Bovendien mag het volgordecriterium niet ertoe leiden dat er een complex en daarom onbegrijpelijk systeem ontstaat. Dit was het geval bij woonwaarde. Bovenstaande leidt tot inschrijftijd als volgordecriterium. Dit wordt voorgesteld, omdat: Er één en hetzelfde criterium geldt voor alle woningzoekenden; er is dus geen ongelijkheid tussen starters en doorstromers. Woningzoekende kunnen zelf goed schatten wanneer zij aan de beurt zijn. Per woningtype of woonkern kan goed worden aangegeven hoeveel inschrijftijd gemiddeld nodig is om voor een bepaalde woning in aanmerking te komen. Als gevolg daarvan kan de woningzoekende zijn of haar zoekgedrag hierop aanpassen en bewust kiezen voor een woning of woonplaats waar minder inschrijfduur nodig is. Dit systeem, waarbij iedereen op zijn beurt moet wachten, wordt door de gemiddelde woningzoekende als het meest eerlijk (of eigenlijk: het minst oneerlijk) beschouwd. Kanttekening: inschrijftijd bevordert de doorstroming helemaal niet. Dit is juist, maar een positief effect van andere volgordecriteria (leeftijd, woonduur, woonwaarde) is evenmin gebleken. Kanttekening: huurders maken een voorbehoud. De (meerderheid van de) vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties maken een voorbehoud met betrekking tot inschrijfduur als volgordecriterium. Zij zijn van mening dat, naast inschrijfduur, woonduur moet worden vertaald in een vorm van een ‘verhuisbonus’, om de doorstroming te bevorderen. De vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties zullen
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
met hun achterban en partijen in de stuurgroep in gesprek gaan over de voor- en nadelen van de volgordecriteria inschrijfduur en woonduur, en over deze raadpleging terugrapporteren aan de stuurgroep. e. Zo min mogelijk regels, zo veel mogelijk keuzevrijheid. De doorstroming kan misschien niet worden bevorderd, maar wel worden belemmerd door veel regels. Daarom zullen geen passendheidseisen naar huishoudensgrootte worden gehanteerd. Als inkomensgrens geldt alleen de Brusselnorm (€ 33.614). Verder wordt onderstaande vermogensgrens voorgesteld om te voorkomen dat degenen met een laag inkomen en een hoog vermogen toch aanspraak maken op een sociale huurwoning terwijl er voor hen alternatieven bereikbaar zijn in de particuliere huur of koopsector. Voorgesteld wordt om als vermogensgrens de formule tweemaal de hogere vermogensgrens uit de Wet op de huurtoeslag toe te passen. Dus: 2x € 48.301 = € 96.602 (1-1-2011). De overweging voor deze norm is de volgende. In specifieke plaatsen in de regio mag dan wel voor circa € 100.000 een redelijke etage (3 kamers, 60-70 m2) te koop zijn, maar in andere delen ligt dat meer in de richting van € 200.000. Ervan uitgaande dat met de helft aan contanten het mogelijk moet zijn om de andere helft te lenen, komen we dan tot een eigen vermogen van circa € 100.000. Dan praten we over een hypotheek van € 100.000 tegen 5% rente, hetgeen resulteert in een maandlast van € 417 bruto (dus zonder hypotheekrenteaftrek). Kanttekening: alleenstaanden verdringen misschien de grote gezinnen. Echter, ook zonder regels kiest men een passende woning. De praktijk bij Woonzicht leert dat er maar een zeer klein aantal alleenstaanden verhuist naar een grote woning. De mogelijk negatieve beeldvorming, weegt onvoldoende op tegen de geringe aantallen en het ingewikkelde toetsingskader (met aantal kamers en oppervlakte) dat moet worden gebruikt. Eventueel kan de mogelijkheid van passendheidsnormen in de verordening worden opgenomen om in te kunnen grijpen als een grote mate van verdringing blijkt. f.
Urgenten en bijzondere doelgroepen moeten worden geholpen, maar hebben ook hun plichten. Voorrang in een bijzonder schaarse woningmarkt moet te rechtvaardigen zijn. Zij die echt zijn aangewezen op hulp bij het vinden van een woonruimte, moeten die ook kunnen krijgen. Bovendien is het zo dat aan hoe meer mensen een urgentiestatus wordt toegekend, hoe beperkter het aanbod is voor hen die regulier zoeken. Als gevolg hiervan worden de verhuisbewegingen beperkt en worden de mogelijkheden om urgenten te huisvesten ook kleiner. Daarom zal er een zeer beperkte urgentieregeling moeten zijn. Kanttekening: Een urgent heeft alle tijd om een geliefde woning te vinden. Urgentie is niet bedoeld voor een wooncarrière. Woningcorporaties zullen een urgent woningzoekende binnen een nader te bepalen tijd een aanbod doen, passend binnen zijn zoekprofiel. Als deze woning wordt geweigerd, dan vervalt de urgentiestatus. g. Het aanbodmodel staat aan de basis. Het verdeelsysteem wordt gebaseerd op het aanbodmodel. Dit is het meest geaccepteerd en leidt tot de minste wijzigingen omdat er nu al in beide subregio’s mee wordt gewerkt. Hiervan afgeleide lotingmodellen of optiemodellen worden of als te ingewikkeld of als te weinig rechtvaardig ervaren. Kanttekening: loting wordt niet uitgesloten. Loting kan niet worden uitgesloten, bijvoorbeeld omdat het onvermijdelijk is bij een gelijke inschrijfdatum.
definitief concept
Pagina 7 van 15
3. Slot Met de genoemde uitgangspunten bereiken we een simpel en transparant woonruimteverdeelmodel. Dit heeft het voordeel dat de regeling door alle corporaties eenduidig wordt geïnterpreteerd en dat de regeling goed uitlegbaar en begrijpelijk is voor de woningzoekenden. Als het volgordecriterium eenvoudig is, zal de uitkomst van de woonruimteverdeling eerder door de woningzoekenden als rechtvaardig worden beschouwd. Voor de woningzoekende is het van belang dat hij of zij haar kansen goed kan schatten in het model en op basis daarvan keuzes kan maken. Als de uitvoering zo efficiënt en effectief mogelijk kan plaatsvinden, kan er door corporaties meer geld gestoken worden in de primaire taak, het verhuren van goede, betaalbare woningen voor de doelgroep. Tevens vertaalt dit zich in lagere kosten voor de woningzoekenden.
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
BIJLAGE 1:
VOLKSHUISVESTING EN WOONRUIMTEVERDELING
Woningcorporaties hebben conform de Woningwet als primaire doel het huisvesten van mensen die niet zelfstandig in hun huisvestingsbehoefte kunnen voorzien. Daarom is het van belang dat sociale huurwoningen vooral bij de doelgroep terechtkomen. Aangezien de vraag naar deze woningen het aanbod verre overstijgt, is er een verdeelmechanisme nodig die rechtvaardig en transparant is. Wat rechtvaardig is, wordt door de politiek bepaald. Zo stelt de Huisvestingswet dat gemeenten bevoegd zijn om regels te stellen over de verdeling van woonruimte. Deze regels dienen dan door de gemeenteraad in een Huisvestingsverordening te worden vastgesteld, nadat overleg heeft plaatsgevonden met de eigenaren van het vastgoed. In plaats hiervan kan een gemeenteraad ook besluiten om de woonruimteverdeling bij overeenkomst (een convenant) met de verhuurders te regelen. De afspraken in deze overeenkomst hebben dan dezelfde status als de regels in een verordening. De provincie ziet toe op de juiste naleving van de Huisvestingswet. Het belangrijkste instrument van de gemeenten in de Huisvestingswet is het verplicht stellen van een huisvestingsvergunning voor bepaalde categorieën woningzoekenden en woonruimten, voor zover dat voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte noodzakelijk is. Daarmee kunnen zij hun volkshuisvestelijke taak invullen. De overheid kan de uitoefening van deze bevoegdheid mandateren aan eigenaren van woonruimte. In de praktijk worden bevoegdheden vaak gemandateerd aan corporaties. Vanzelfsprekend dient hierover overeenstemming te zijn met de betrokken corporaties. Kortom, bestuurlijk kunnen regels ten behoeve van een eerlijke woonruimteverdeling worden vastgesteld en de corporaties kunnen de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de uitvoering. Daarnaast zijn er nog particuliere verhuurders en is er nog een grote markt van koopwoningen. 2
Woonruimteverdeling De regels voor een rechtvaardige woonruimteverdeling vragen om criteria. Deze criteria zijn als volgt onder te verdelen: 1. Toelatingscriteria, die bepalen of je in aanmerking komt voor een huurwoning (bijv. economische of maatschappelijk binding); 2. Passendheidscriteria, die bepalen voor welke woning een woningzoekende in aanmerking komt (bijv. op basis van inkomen of aantal kamers); 3. Volgordecriteria, die bepalen wie eerst aan de beurt is als er meerdere belangstellenden voor een woning zijn (bijv. woonduur, inschrijfduur, woonwaarde of loting); 4. Voorrangscriteria, die bepalen welke woningzoekende een ‘bijzonder geval’ is en vanuit die hoedanigheid voorrang krijgt op de reguliere woningzoekenden. Al deze criteria kunnen door de gemeenten in een verordening worden vastgelegd en zijn in grote mate bepalend voor (het gevoel van) rechtvaardigheid, transparantie en uitvoerbaarheid. De corporaties hebben er dus groot belang bij dat zij – vanuit hun kennis en ervaring – hierover meepraten, omdat zij onder voorwaarden de uitvoering voor hun rekening willen nemen en omdat in de dagelijkse praktijk zij vooral door woningzoekenden worden aangesproken op de gang van zaken.
2
Delen van deze tekst komen uit “Woonruimteverdeling opnieuw bekeken; bouwstenen voor discussie” (dec. 2006, RIGO en OTB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Aedes).
definitief concept
Pagina 9 van 15
Daarnaast vraagt de uitvoering om een bepaald model, waarvan er grofweg twee in gebruik zijn, namelijk: 1. Aanbodmodel, waarbij het vrijkomende woningaanbod door de corporatie wordt gepubliceerd en waarop woningzoekenden vervolgens kunnen reageren. Loting is feitelijk een verbijzondering van het aanbodmodel; 2. Optiemodel, waarbij woningzoekenden hun woonwensen bekend maken en een aanbod krijgen als er een dergelijke woning vrijkomt. Woningzoekenden Corporaties hebben met diverse soorten woningzoekenden te maken: 1. De ‘niet-zoekers’, die als gevolg van het systeem zich laten inschrijven om inschrijfduur te sparen. 2. De ‘selectieve zoekers’ die alleen willen verhuizen als ze echt iets beters tegenkomen; 3. De ‘snelzoekers’, veelal jongeren, die wel snel een woning willen maar niet per se moeten verhuizen; 4. De ‘spoedzoekers’, die vanwege een onhoudbare situatie snel willen verhuizen en maar voor een deel in aanmerking komen voor een urgentie, zoals bijv. mensen die als gevolg van scheidingen met grote spoed nieuwe woonruimte nodig hebben maar die daarvoor geen urgentie verkrijgen. Zo wordt er vaak gesproken over de kansen van starters op de woningmarkt. Starters zijn mensen die nog geen woning in de sociale huursector in deze regio bewonen. Maar ook starters zijn geen homogene groep. Zij vallen in ieder geval uiteen in de volgende deelgroepen: 1. Jonge starters, die veelal nog bij hun ouders wonen en dus of niet-zoekers of snelzoekers zijn; 2. Oudere starters, die vaak meer tot de spoedzoekers moeten worden gerekend; 3. Herstarters, zoals mensen die na een scheiding weer snel woonruimte nodig hebben en dus spoedzoekers zijn; 4. Van buiten de regio starters (bijv. mensen die vanwege hun werk naar de regio willen verhuizen), die omdat ze van buiten komen nog geen enkel recht hebben opgebouwd. De woonmarkt We schetsen hier hoe de woonmarkt globaal, vanuit het oogpunt van de sociale huursector, werkt. Als alle huurders blijven wonen in de huidige woning, dan zit de markt van de sociale huursector volledig op slot. Beweging is dan slechts mogelijk als er nieuwe woningen bijkomen of mensen hun sociale huurwoning verlaten zonder een andere te huren. Nieuwbouw is slechts beperkt mogelijk en tegelijkertijd vallen er ook woningen af, door afstoten (bijv. verkoop) of door sloop. Een dergelijke situatie waarbij de markt op slot zit, is zeer onwenselijk, m.n. voor de starters die dan door het gebrek aan dynamiek niet aan een woonruimte kunnen worden geholpen. De woonmarkt dient als een geheel te worden beschouwd, omdat mensen kunnen verhuizen van sociale huur naar vrije sector en van huur naar koop (en vice versa). In bijgaand schema is de totale woonmarkt schematisch weergegeven. In het schema wordt getoond hoe er een kans voor een starter komt, namelijk als er een (bestaande) woning vrijkomt in de sociale huursector van de corporaties. Het vrijkomen van een dergelijke woning gebeurt als een huurder: o naar een nieuwbouwwoning verhuist in de sociale sector; o naar een vrije sector huurwoning verhuist (van een corporatie of van een private verhuurder); o naar een koopwoning verhuist (zowel sociale koop als vrije sector); o naar buiten de regio verhuist;
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
gaat samenwonen; geen woonruimte meer nodig heeft (o.a. door overlijden of door verhuizen naar een verzorgingstehuis). Indien er als gevolg van een van de eerder genoemde gebeurtenissen een woning vrijkomt, dan is het bevorderlijk voor de dynamiek als de verhuisketen binnen de sociale huurwoningen van de corporaties zo lang mogelijk wordt gemaakt. We willen immers dat woningzoekenden kunnen verhuizen naar een woning die hen op dat moment het beste past. De veronderstelling is dat hoe meer verhuisbewegingen er zijn, hoe meer huishoudens passender gaan wonen, zowel qua woning als qua verhouding huur/inkomen. Elke verhuizing van de ene naar de andere huurwoning is een stap in de verhuisketen. En de verhuisketen stopt zodra een starter een woning bemachtigt. o o
Kortom, de sociale huurmarkt is er het meeste bij gebaat als de corporaties – zoveel als mogelijk en voor zover beïnvloedbaar – hun huurders verleiden een verantwoorde stap te maken naar een vrije sector huurwoning of een (sociale) koopwoning. En als daarna een zo lang mogelijke verhuisketen op gang komt, waardoor de passendheid van het wonen binnen de sociale huursector toeneemt en vervolgens aan de onderkant van de sociale huursector een geschikte woning vrijkomt voor een starter. 3 Tot slot wijzen we er voor de volledigheid op dat woonruimteverdeling slechts één van de taken van corporaties is. Ze doen veel meer met en voor de gemeente en de gemeenschap. Veel van deze zaken worden jaarlijks vastgelegd in zogenaamde prestatieafspraken tussen gemeente en corporatie(s) als uitvloeisel van gemeentelijke woonvisies. Tot die andere taken horen onder meer: o het bijdragen aan Wmo-doelstellingen. Niet alleen bouwen en verbouwen corporaties woningen voor bijvoorbeeld senioren of mensen met een (fysieke) beperking. Ook wordt geïnvesteerd in de algehele leefbaarheid, bijvoorbeeld door inzet van huismeesters of realisatie van maatschappelijk vastgoed (bijv. brede scholen, buurthuizen) en sociale samenhang (bijv. buurtbarbecues, straatfeesten, voetbaltoernooien). o huisvesting van bijzondere doelgroepen zoals statushouders (vluchtelingen), generaal pardonners, ex-delinquenten en dak- en thuislozen. o het bouwen van woningen (in de sociale sector).
3
Dit wordt des te belangrijker omdat door het stellen van de inkomensgrens van € 33.614 per jaar, de doorstroming binnen de sociale huursector zal afnemen.
definitief concept
Pagina 11 van 15
BIJLAGE 2:
SCHETS HUIDIGE DEELMARKTEN IN HOLLAND RIJNLAND
De woningmarkt van de oude regio Holland Rijnland (de subregio’s Leiden e.o. en de Duinen Bollenstreek) en de voormalige Rijnstreek zijn verschillend. De oude regio is duidelijk een deel van de Randstad, terwijl de Rijnstreek onderdeel uitmaakt van het Groene Hart. Ook zijn er bestuurlijke verschillen: Holland Rijnland heeft de woonruimteverdeling voornamelijk geregeld via een regionale verordening en de Rijnstreek met een convenant tussen regio en corporaties. In de tabel staan de meest relevante verschillen.
Tabel: De vergelijking van de twee regio’s op hoofdlijnen
Inwoners (CBS 2007, afgerond) w.v. in Leiden resp. Alphen a/d Rijn Woningen (WoON 2006, afgerond) w.v. koop w.v. sociale huur w.v. particuliere huur w.v. anders Herkomst verhuizers (CBS, 2003‐2006) uit de regio uit de andere regio elders Woonruimteverdeling (2010) Speelveld 5 Regels en afspraken Toelating Passendheid Volgordecriterium Urgentiebepalingen
Holland Rijnland
4
4
Rijnstreek 390.000 117.000 (30%) 159.000 56% 30% 12% 2%
128.000 71.000 (55%) 50.000 60% 30% 8% 2%
77% 1% 22%
72% 6% 22% Woonmarkt Rijnstreek 5 corporaties in 4 gemeenten Lokale verordening o.b.v. modelverordening Regionaal convenant Huisvestingsvergunning gemandateerd aan SWR Geen toelatingseisen Huur‐inkomensnormen Woningbezettingsnormen Doelgroepenlabels Woonachtig in de regio Inschrijfduur Lokale beleidsruimte Een onafhankelijke commissie (Platform Urgenties) Klachtencommissie ingesteld door gemeenten Beroep via civiele rechter
Woonzicht.nl 14 corporaties in 11 gemeenten Regionale verordening
Regionaal convenant Huisvestingsvergunning gemandateerd aan VWHR Geen toelatingseisen Geen passendheidscriteria Doelgroepenlabels Doorstromers: inschrijfduur en woonwaarde Starters: inschrijfduur Onafhankelijke urgentie‐ commissie benoemd door DB van de regio Bezwaarschriftencommissie conform Awb Beroep via bestuursrechter
De basis van deze tabel is overgenomen uit het rapport “Aansluiting gezocht; een quick scan van
de woonruimteverdeling in Holland Rijnland en de Rijnstreek” (jan. 2009), dat door RIGO in opdracht van Rijnstreekberaad en Holland Rijnland is opgesteld. De tabel is aangevuld met gegevens van 2009 (bron: RIGO). 5 Er heeft een gemeentelijke herindeling (Kaag en Braassem) plaatsgevonden van twee voormalige gemeenten die tot de verschillende subregio’s behoorden.
Ingeschreven woningzoekenden (2009) w.v. actief (min. 1x gereageerd in 2009) Aangeboden woningen (2009) Gemiddeld aantal reacties per woning Gemiddelde slaagkans 6 Stijging benodigde inschrijfwaarde (2009 t.o.v. 2008) Toegekende urgentieaanvragen (2009)
Holland Rijnland
Rijnstreek 69.692 19.457 (28%)
17.866 4.176 (23%)
3.190 141 15% 10%
862 42 17% 15%
338
78
De bevindingen zijn in het rapport “Aansluiting gezocht; een quick scan van de woonruimteverdeling in Holland Rijnland en de Rijnstreek” (RIGO, jan. 2009) als volgt samengevat: o Er zijn behoorlijke verschillen qua omvang van de bevolking en woningvoorraad: Holland Rijnland heeft grofweg driemaal zo veel inwoners en ook driemaal zo veel woningen. o De samenstelling van de woningvoorraad in de subregio’s vertonen behoorlijke overeenkomsten. o In beide subregio’s is sprake van een behoorlijke kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwopgave. o Het merendeel van de verhuizingen (circa driekwart) vindt plaats binnen de subregio’s; verhuizingen tussen beide subregio’s zijn relatief zeer beperkt. 7 De samenstelling van de voorraad De voorraad in Holland Rijnland bestaat voor circa 61% uit koopwoningen (ca. 131.500 woningen), 29% uit huurwoningen van corporaties (ca. 61.600), 10% uit huurwoningen van particuliere verhuurders (ca. 22.500) (monitor woningbouwplannen 2010, Holland Rijnland). Het grootste deel van de voorraad van de corporaties en een kleiner deel van de particuliere verhuurders bestaat uit sociale huurwoningen beneden de huurtoeslaggrens. De overheid heeft de mogelijkheid om regels te stellen aan de verdeling van particuliere huurwoningen met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens. Dit gebeurt nu nog niet mede vanwege de moeilijke handhaving bij toewijzing. De particuliere verhuurders kunnen echter ook bijdragen aan een rechtvaardige verdeling van de sociale voorraad. Het is wenselijk om dit nader te verkennen, ook al om te voorkomen dat er bepaalde (commercieel minder aantrekkelijke) groepen worden uitgesloten. anderzijds bedienen de particuliere verhuurders veelal een doelgroep van hogere inkomens en spoedzoekers die corporaties niet kunnen of mogen bedienen.
6
7
Gemiddelde slaagkans = het aantal geslaagde gedeeld door het aantal actieve woningzoekenden.
Binnen de oude regio Holland Rijnland is ook een aantal subregio’s te onderscheiden. Het merendeel van de verhuisbewegingen vindt ook binnen deze subregio’s plaats. Er is niet één woningmarkt, maar een aantal ontwikkelde deelmarkten.
BIJLAGE 3: Samenstelling van de stuurgroep Woonruimteverdeling 2012
Voorzitter De heer J. Wienen – portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Wonen Holland Rijnland Namens de regiogemeenten: Mevrouw H.I.P. Oppatja – Alphen aan den Rijn, gemeenten Rijn- en Veenstreek De heer P.T. van Woensel – Leiden, gemeenten Leidse regio De heer A.A.M. van Zelst – Lisse, gemeenten Duin- en Bollenstreek Namens de corporaties: De heer H. Al – Stek Wonen, Hillegom-Lisse De heer J. Banga – Wst. Buitenlust Oegstgeest, Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR) De heer R.O.J. van der Laan – Woondiensten Aarwoude, Stichting Woonmarkt Rijnstreek Namens de huurdersorganisaties: Mevrouw Y. Baas – Stichting Regionaal Huurdersoverleg (SRH) Mevrouw C. Nieuwland – Huurdersorganisaties Rijnstreek De heer R. Smit - Federatie van Huurdersorganisaties van Leiden en omstreken (FHLO) Ondersteuning De heer V.M.J. Klein – voor het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland De heer T.C.M. Horn – voor de koepels van woningcorporaties De heer J.H. Weevers – voor de koepels van huurdersorganisaties
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Tel. 071 – 523 90 90 Fax. 071 – 523 90 99
[email protected] www.hollandrijnland.net
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Stuurgroep Woonruimteverdeling 2012 Dhr. V. Klein Postbus 9100 2300 PC LEIDEN
datum ons kenmerk uw brief van uw BSN uw kenmerk behandeld door onderwerp bijlage(n)
1 juni 2011 12/240 Dhr. Y.J.F. van Nierop Reactie op Nota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012 -
Geachte leden van de Stuurgroep, Onze raad heeft begin juni de concept nota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012 ontvangen en kennis genomen van het proces voor een nieuw systeem woonruimteverdeling in de regio Holland Rijnland. Met de nota acht u een goede basis voor een nieuw stelsel van woonruimteverdeelsysteem neer te leggen. U heeft onze raad in de gelegenheid gesteld om vóór 19 september as. te reageren op de conceptnota. Reactie op hoofdlijnen Met de nota van beleidsuitgangspunten wordt een nieuw systeem beoogd, gebaseerd op enerzijds de ervaringen met ‘Woonzicht’ in termen van o.a. uitlegbaarheid en transparantie en anderzijds door overname van instrumenten vanuit de voormalige Rijnstreek als lokaal maatwerk en inschrijftijd als volgordecriterium. Als gemeente met zowel ervaringen in ‘Woonzicht’ als ‘de Woonmarkt Rijnstreek’ zijn wij van mening dat de conceptnota een gedegen fundament biedt om te komen tot een eenvoudig, helder, maar vooral goed uitlegbaar systeem naar onze inwoners. Keuzevrijheid voor woningzoekenden staat hierin, naast de mogelijkheid om lokaal te kunnen sturen, centraal. Ook nieuwe mogelijkheden, zoals lokale toewijzing van nieuwbouwwoningen aan doorstromers alsmede versimpeling van de regelgeving maken het systeem goed uit te leggen aan onze inwoners. Nu zullen wij puntsgewijs ingaan op de voor ons belangrijkste aandachtspunten: Reikwijdte van het toewijzingssysteem zo groot mogelijk Verdeelregels zullen alleen nog op sociale huurwoningen van corporaties (incl. woonwagens, standplaatsen en ligplaatsen) tot de liberalisatiegrens betrekking hebben. Dit is wel zo simpel. Gelet op het beperkte aanbod in sociale koop en particulier sociale huur zal de vermeende effect op de doorstroming, verwaarloosbaar zijn. Bovendien zorgt dit voor een ongewenste handhavingstaak voor gemeenten bij de controle van de verdelingsregels. Vraagtekens Pagina 1 van 3
onderwerp
Reactie op Nota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012
worden gesteld bij de op pag. 5 vernoemde maximale koopprijsgrens van €215.000,(=provinciale koopprijsgrens) te laten staan. De herkomst en argumentatie is onduidelijk en mist de aansluiting om te bouwen voor de beoogde doelgroep (<€33.5000). Lokaal maatwerk Overgenomen uit het woonruimteverdeelsysteem van de vier voormalige Rijnstreekgemeenten is voorgesteld om 30% lokaal maatwerk toe te staan. Goedkeuring is echter aan de provincie, omdat het lokaal maatwerk potentieel ingrijpt op het principe van vrije vestiging. Naast de discussie over het percentage (teveel, te weinig) zou de focus juist moeten liggen op de beleidsinvulling en de te bereiken doelen. Naast de bijna regionaal gehoorde behoefte voor voorrang (lokale) starters valt te denken aan voorrang voor mantelzorgers, dan wel senioren die een grotere woning achterlaten. Nieuwbouw belonen om doorstroming te bevorderen en scheefwonen te verminderen. In economisch moeilijke tijden vinden wij het een juist uitgangspunt om corporaties bij nieuwbouw of transformatie de mogelijkheden te bieden om deze toe te wijzen aan huurders van hun eigen bezit. Lokale partijen plukken zo de vruchten van de lokale investering en gemeenten hebben zo de mogelijkheid om de lokale volkshuisvestelijke behoefte en doorstroming te kunnen sturen en inkleuren. Inschrijfduur (rangordecriterium) Inschrijfduur als rangordecriterium is transparant, de wachttijd is goed in te schatten en wordt door woningzoekenden zelf als meest duidelijke en eerlijke criterium gezien. Inschrijfduur heeft de voorkeur boven woonduur. Bij laatstgenoemde bevorder je indirect het zo lang mogelijk blijven wonen om meer kansen te maken. Dit bevordert de doorstroming niet. Kanttekening is dat inschrijftijd de doorstroming niet bevordert, echter, een positief effect van andere criteria is ook nooit gebleken. Bovendien maakt dit rangordecriterium kleinere tussenstappen in de wooncarrière mogelijk in tegenstelling tot woonwaarde/duur. Zo min mogelijk regels, zo veel mogelijk keuzevrijheid. Er worden geen regels opgenomen omtrent huishoudgrootte en woninggrootte om maximale keuzevrijheid te bereiken. Enige uitzondering hierop kan een aangepaste woning vormen specifiek voor zorgbehoevenden. Als inkomensgrens geldt de Brusselnorm (€33.614,-). Kaag en Braassem staat achter de invoering van een vermogenstoets om te voorkomen dat degenen met een laag inkomen en een hoog vermogen toch aanspraak kan maken op een sociale woning, terwijl er voor hen alternatieven bereikbaar zijn in de particuliere huur of koopsector. Dit in lijn van de Brusselnorm (sociale woningen voor sociale doelgroep). Urgentieregeling Er komt een zeer beperkte urgentieregeling. De toename van het aantal toekenningen voor urgentie op basis van hardheid, na afschaffing van echtscheiding als urgentiegrond, stelt echter wel vraagtekens of het beleid streng en rechtvaardig genoeg is. Kaag en Braassem pleit voor een sobere urgentieregeling met specifieke aandacht voor situatie van scheidingen waarbij kinderen in het spel zijn. Dit zal nadien bekeken worden.
Pagina 2 van 3
onderwerp
Reactie op Nota van beleidsuitgangspunten Woonruimteverdeling 2012
Monitoren op eventuele verdringseffecten tussen verschillende doelgroepen Om de effecten van het systeem op de zowel starters, senioren als doorstromers in kaart te brengen, vragen wij aandacht voor een periodieke rapportage om inzichtelijk te maken of er sprake is van verdringingsseffecten en wat de slagingskansen zijn voor deze groepen. Zo kan flexibel worden ingespeeld op en gestuurd worden op eventuele veranderingen binnen de woningmarkt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Pagina 3 van 3
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
J.B. Uit den Boogaard A.J.P. van Neijenhof / M. Bosman
[email protected] (071) 3372 482
Onderwerp: Verhogen van de prijzen van de sociale woningbouw voor het project West-End Beslispunten: De prijzen van de sociale woningbouw voor het project West-End bepalen naar het niveau van maximaal € 173.000,-- voor appartementen en € 180.000,-- voor grondgebonden woningen (prijspeil 1-1-2011). Samenvatting De afgelopen maanden is er intensief met de marktpartijen onderhandeld om te komen tot een koop/exploitatieovereenkomst bestaande uit de verkoop van het Vermeij eiland, het kostenverhaal in het kader van de exploitatieverordening voor de gronden die in het bezit zijn van de ontwikkelende partijen en kosten voor de watercompensatie. Het college van burgemeester en wethouders heeft nu op hoofdlijnen een akkoord met Heembouw BV en Kennemerland BV bereikt. Een voor de partijen belangrijke voorwaarde voor deze overeenkomst is dat de prijzen van de sociale woningbouw voor West-End worden verhoogd. Met het bereikte resultaat kan een start worden gemaakt met woningbouw, na een lange tijd van onderhandelen. Hiervoor is het aanpassen van de kaders voor sociale woningbouw voor dit project noodzakelijk. Argumenten Om inzicht te krijgen in de vraag, de behoefte, naar woningen hebben de Woondiensten Aarwoude en Woningbouwvereniging Alkemade begin 2011 een woningmarktonderzoek laten uitvoeren om zicht te krijgen op zowel de korte- als de lange termijn ontwikkelingen. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn: • te weinig passende woningen beschikbaar voor middeninkomens (€ 33.614 - € 43.000). Bij gebrek aan betaalbare doorgroeimogelijkheden (slechts 3% van de woningvoorraad bestaat uit vrije sector huur en 10% uit koopwoningen < € 200.000,-) blijven zij zitten waar ze zitten; • grote vraag naar eengezinswoningen en appartement tot € 200.000,- (starters/gezinnen); • toenemende vraag naar goedkope appartementen (zowel door senioren als starters); • beperkt realiseren vrije sector huur tussen €650-€800 te realiseren ten behoeve van doorstroming. Eén van de instrumenten voor gemeente, corporatie en andere partijen is om samen met de corporaties het betaalbare koopsegment te vergroten. Bij nieuwbouw sociale koopwoningen in maatschappelijk gebonden eigendom te bouwen en voor dit type woningen geen uitbouwmogelijkheden toe te staan in het bestemmingsplan. Zodoende blijft de woning beschikbaar voor de doelgroep. Of door een deel van de bestaande huurwoningvoorraad te verkopen in MGE rekening houdend met het behouden van voldoende huurwoningen.
Rv Sociale Woningbouw Project West-End
5 september 2011
Pagina 1 van 2
De ontwikkeling van West-End betekent het realiseren van 220 woningen in een gedifferentieerd programma. Partijen hebben gelet op het jarenlange perspectief op ontwikkeling van dit deelgebied vertrouwen in de afzet. Hiertoe hebben zij ook frequent marktonderzoek gedaan om de producten af te stemmen op de veranderde markt. Draagvlak Het onderliggend onderhandelingsresultaat (basis voor de overeenkomst) heeft de instemming van de betrokken partijen. Communicatie Na het sluiten van de overeenkomst wordt door partijen (ontwikkelaars en gemeente) een communicatietraject gestart richting bewoners en andere doelgroepen. Realisatie Nadat partijen het eens zijn geworden en de overeenkomsten zijn ondertekend zullen wij de ontsluiting en watercompensatie van West-End realiseren, waarna de woningbouw kan starten.
Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv Sociale Woningbouw Project West-End
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; b e s l u i t:
de prijzen van de sociale woningbouw voor het project West-End aan te passen naar het niveau van maximaal € 173.000,-- voor appartementen en € 180.000,-- voor grondgebonden woningen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011
de griffier, drs. B.S.M. Sepers
Rb Sociale Woningbouw Project West-End
de voorzitter, mr. K.M. van der Velde-Menting
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea D. Konings
[email protected] (071) 3327 483
Onderwerp: Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan ‘Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude’ Beslispunten: Nota van Uitgangspunten vaststellen. Publiekssamenvatting In de Nota van Uitgangspunten (met name hoofdstuk 3 en 4) zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor de herziening van het bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude. Deze geven richting bij het opstellen van de planregels en de plankaart van het bestemmingsplan. Inleiding Het huidige bestemmingsplan ‘Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude’ dateert van 1999. In dit oorspronkelijke plan is door Gedeputeerde Staten aan enkele delen goedkeuring onthouden. Op 1 februari 2005 is een eerste herziening van het bestemmingsplan Kernen LeimuidenRijnsaterwoude vastgesteld, waarin wijzigingen zijn opgenomen en voorschriften zijn gecorrigeerd. Onder de nieuwe Wro en de Wabo dient er vóór juni 2013 een herziening door de gemeenteraad te zijn vastgesteld voor bestemmingsplannen ouder dan tien jaar. Om aan deze eis te voldoen wordt een herzieningstraject opgestart voor het bestemmingsplan ‘Kernen LeimuidenRijnsaterwoude’. Voorliggende Nota van Uitgangspunten beschrijft de inhoudelijke hoofdlijnen van de deze herziening. Beoogd resultaat In hoofdlijnen de inhoudelijke uitgangspunten voor het bestemmingsplan Kernen LeimuidenRijnsaterwoude vaststellen. Kader In hoofdstuk 3 en 4 worden de keuzes helder uiteengezet. Het accent ligt hierbij op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit en de ontwikkelingen die worden voorgesteld in het strategisch document van de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (MRSV). Het strategisch document is in maart 2011 door de gemeenteraad van Kaag en Braassem vastgesteld. De definitieve MRSV wordt naar verwachting in december 2011 aan de gemeenteraad voorgelegd. Argumenten Vanuit de Wro en de Wabo wordt aangestuurd op een herziening van het huidige bestemmingsplan. Gezien de genoemde uiterste vaststellingsdatum van juni 2013 is er voor
Rv NvU Bp Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
5 september 2011
Pagina 1 van 3
gekozen om vanaf september 2011 het herzieningstraject in te zetten, zoals tevens vermeld in de planning die is opgenomen in voorliggende de Nota van Uitgangspunten. Om een toekomstbestendig plan te realiseren zal het aankomende bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude voor de bestaande woonwijken en groenstructuren overwegend worden opgesteld in een gedetailleerde bestemmingsplanvorm. Deze vorm heeft een consoliderende insteek en geeft een duidelijke beschrijving van de bouw- en gebruiksmogelijkheden die op het betreffende perceel worden geboden. Zodoende wordt de ruimtelijke kwaliteit behouden. Daarnaast zal -om aan enkele ontwikkelingen ruimte te geven- voor sommige percelen een flexibele uitwerkingsmogelijkheid worden geboden. Zo kunnen aankomende projecten en ontwikkelingen worden opgenomen in het toekomstige bestemmingsplan. Deze gemengde vorm zorgt voor de benodigde flexibiliteit, en daarmee duurzaamheid en van het bestemmingsplan. Op hoofdlijnen worden de plangrenzen overgenomen van het huidige bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude. Enige afwijking die in voorliggende Nota van Uitgangspunten wordt voorgesteld, is het loskoppelen van de N207 en de gronden die mogelijk bij de ontwikkeling van de nieuwe ontsluiting betrokken zijn. Er wordt verwacht dat de ontwikkeling rondom de N207, en het daarbij horende planologische traject, een langer tijdspad zal volgen dan de overige gebieden van Leimuiden en Rijnsaterwoude. Om overbodige vertraging van het plan Leimuiden-Rijnsaterwoude te voorkomen, wordt voorgesteld het grondgebied zoals op hoofdlijnen ingetekend in de bijlage op bladzijde 26 van de Nota van Uitgangspunten buiten het herzieningstraject te houden. In maart 2011 is door de gemeenteraad van Kaag en Braassem het strategisch document van de MRSV vastgesteld. Dit document stuurt aan op een reeks ontwikkelingen. Aan de hand hiervan, zijn inhoudelijk de volgende hoofdlijnen in voorliggende Nota van Uitgangspunten opgenomen: - Leimuiden als groeikern: er is een kwantitatieve uitbreiding van het woningaanbod gewenst. Ook wordt er ingezet op een versterking van de commerciële en maatschappelijke voorzieningen binnen de kern. - Rijnsaterwoude als groenkern: er wordt in deze kern enkel een kwalitatieve uitbreiding van het woningaanbod voorgestaan. Commerciële en maatschappelijke voorzieningen zullen slechts selectief worden toegelaten. - Benutten van recreatieve kansen. Voor beide kernen liggen er kansen om zich op beperkte schaal recreatief te ontwikkelen. De wijze en vorm van deze ontwikkeling zal pas in het nadere uitwerkingstraject en na het vaststellen van de definitieve MRSV concreet kunnen worden gemaakt. - Concentreren van detailhandel. Met dit uitgangspunt wordt ingezet op een concentratie van de detailhandel nabij de ‘groeikern’ Leimuiden. Deze concentratie zal mogelijk gemaakt worden door het opnemen van de ontwikkeling van Leimuiden in het bestemmingsplan. Draagvlak Er zijn enkele initiatieven van bewoners ingediend, waarin een wijziging van het bestemmingsplan wordt voorgesteld. Bij de uitwerking van het bestemmingsplantraject zal per verzoek bekeken worden of het initiatief zal worden opgenomen in de aankomende herziening. Financiële consequenties Omdat het een reguliere bestemmingsplanherziening betreft zoals de wet die voorschrijft, zal de dekking binnen de begroting kunnen plaatsvinden. Communicatie
Rv NvU Bp Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
5 september 2011
Pagina 2 van 3
Na vaststelling zal dit stuk ter informatie op de website gezet worden. In de Nota van Uitgangspunten wordt in hoofdstuk 6 een voorstel gedaan voor de communicatie gedurende het overige traject. Realisatie Na vaststelling van de Nota van Uitgangspunten zal er een publicatie worden gedaan in het Witte Weekblad en op de gemeentelijke website, waarin wordt aangegeven dat de gemeente Kaag en Braassem voornemens is het vigerende bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude te herzien. Vervolgens zal de planning worden aangehouden zoals vermeld in hoofdstuk 6 van voorliggende Nota van Uitgangspunten. De Nota van Uitgangspunten is vooral een document op hoofdlijnen. De vaststelling van de MRSV later dit jaar kan tot (kleine) wijzigingen leiden voor het bestemmingsplan. Ook tijdens de verdere inventarisatie en uitwerking van het bestemmingsplan kunnen op onderdelen aanpassingen nodig zijn of kan blijken dat maatwerk nodig is voor specifieke locaties.
Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv NvU Bp Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
5 september 2011
Pagina 3 van 3
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; b e s l u i t:
de Nota van Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb NvU Bp Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Nota van Uitgangspunten Herziening bestemmingsplan: kernen Leimuiden - Rijnsaterwoude Versie: 1.1 Datum: 2 augustus 2011
INHOUDSOPGAVE Pagina 1 1.1 1.2 1.3
INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer
4 4 4 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
BELEIDSKADER Rijksbeleid: Nota ruimte Provinciaal beleid: Visie op Zuid-Holland Waterbeleid: Hoogheemraadschap van Rijnland Schiphol: Luchthaven Indelingsbesluit (LIB) Gemeentelijk beleid
5 5 6 7 7 8
3 3.1
3.2
2.5.1
Eerste herziening bestemmingsplan Leimuiden - Rijnsaterwoude
8
2.5.2
Maatschappelijke structuurvisie (MRSV)
8
2.5.3
Welstandsnota
8
2.5.4
Afwijkingenbeleid
9
2.5.5
Archeologie
9
2.5.6
Beroep aan huis
9
2.5.7
Erkers
9
2.5.8
Insteekhavens
9
2.5.9
Mantelzorg
9
2.5.10
Nota Inbreidingslocaties
10
2.5.11
Paardenhouderijen
10
2.5.12
Schepenverordening
10
2.5.13
Coalitieakkoord 2009 – 2014
10
BESCHRIJVING EN ANALYSE PLANGEBIED Deelgebieden van de kern Leimuiden
11 11
3.1.1
Authentiek lint
11
3.1.2
Uitlopers van het lint
11
3.1.3
Dorpshart Leimuiden
12
3.1.4
Woonwijken
12
3.1.5
Tuinderij
12
3.1.6
Meerewijck
13
3.1.7
Natuur
13
3.1.8 Bijzondere elementen Deelgebieden van de kern Rijnsaterwoude
13 14
3.2.1
Lint Herenweg
14
3.2.2
De woonwijken en het centrum
14
3.2.3
Natuur
14
3.2.4
Het Hollandsche plassengebied
14
3.2.5
Elementen
14
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 2 van 2
4 4.1
HET NIEUWE BESTEMMINGSPLAN Het bestemmingsplan op hoofdlijnen 4.1.1
Plansystematiek algemeen
4.1.2
Keuze plansystematiek voor Leimuiden en Rijnsaterwoude
4.1.3 Plangrenzen 4.2 Welke keuzes maken we?
5 5.1 5.2
15 15 15 15 15 16
4.2.1
Vertaling van hoger overheidsbeleid
4.2.2
Vertaling van het sectoraal beleid
16
4.2.3
Vertaling van het strategisch document MRSV (keuzes per deelgebied)
16
PLANNING Overzicht van documenten en planning Documenten
16
19 19 20
5.2.1
Inventarisatie
20
5.2.2
Voorontwerp bestemmingsplan
20
5.2.3
Ontwerp bestemmingsplan
20
5.2.4
Bestemmingsplan
20
6
COMMUNICATIE
21
7
FINANCIËN
22
8
BIJLAGEN
23
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 3 van 3
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding
Het huidige bestemmingsplan ‘Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude’ dateert van 1999. In dit oorspronkelijke plan zijn door Gedeputeerde Staten aan enkele delen goedkeuring onthouden. Op 1 februari 2005 is een eerste herziening van het bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude vastgesteld, waarin wijzigingen zijn opgenomen en voorschriften zijn gecorrigeerd. Onder de nieuwe Wro en de Wabo moeten bestemmingsplannen ouder dan tien jaar herzien worden vastgesteld vóór juni 2013. Het bestemmingsplan dient na vaststelling in 2013 structureel elke tien jaar herzien te worden. Deze herzieningstermijn is een wettelijke verplichting. Het niet tijdig herzien van de bestemmingsplannen heeft als consequentie dat er geen leges mogen worden geheven. Bovendien wordt naarmate een bestemmingsplan ouder is, steeds vaker gevraagd om afwijkingen via ontheffingen of procedures tot wijziging van het bestemmingsplan, hetgeen geld kost voor de aanvrager, maar ook veel tijd kost aan ambtelijke uren.
1.2
Doel
Het doel van deze Nota van Uitgangspunten is het geven van de inhoudelijke hoofdlijnen bij het vormen van de herziening van het bestemmingsplan Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude. Hierin wordt een inventarisatie gedaan naar alle beleidsdocumenten die betrekking hebben op de herziening. Gebaseerd op deze inventarisatie worden in dit document een aantal beleidsmatige keuzes voorgesteld. Na het vaststellen van deze Nota van Uitgangspunten zullen de beleidsmatige keuzes in de herziening van het bestemmingsplan worden uitgewerkt. In de herzieningsprocedure worden een aantal tussendocumenten opgesteld die leiden tot het uiteindelijke bestemmingsplan. Het opstellen van deze documenten wordt voor een groot deel gedaan door de gemeente, maar ook burgers en diverse instanties zullen worden betrokken en geraadpleegd. Op deze manier ontstaat een overzichtelijk, integraal en gewogen bestemmingsplan dat voor de aankomende 10 jaar een leidraad kan geven.
1.3
Leeswijzer
Allereerst zal er een inventarisatie worden gedaan naar alle relevante beleidsstukken. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van het beleidskader dat speelt bij de bestemmingsplanherziening. Alle voor dit bestemmingsplan relevante beleidsdocumenten op gemeentelijk niveau en van hogere overheden worden in dit hoofdstuk toegelicht. In de uiteindelijke toelichting van het bestemmingsplan zal een voltallig beleidsoverzicht worden gegeven. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving en analyse van het plangebied. De eigenschappen van elk deelgebied dat in het plan kan worden onderscheiden wordt in deze paragrafen beschreven. De beschrijving is inventariserend en geeft selectief enkele waardeoordelen. De beleidsmatige keuzes zijn verwoord in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het type bestemmingsplan toegelicht. Vervolgens wordt de beleidsmatige vertaling van de eerder benoemde beleidsdocumenten uitgewerkt per deelgebied. De communicatie van het bestemmingsplan en het traject om tot dit document te komen vormt een belangrijk onderdeel in het gehele proces. Hoe de communicatie wordt geregeld staat aangegeven in hoofdstuk 5. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 de planning uiteen gezet. In deze planning staan een aantal deelproducten weergegeven, die naderhand worden toegelicht. In hoofdstuk 7 wordt tot slot kort de financiële consequenties van de bestemmingsplanherziening toegelicht. Hoewel de offertes van de externe bureaus nog moeten worden aangevraagd, is een reële eerste inschatting gedaan. Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 4 van 4
2
BELEIDSKADER
2.1
Rijksbeleid: Nota ruimte
De Nota Ruimte is in februari 2006 in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De Nota Ruimte vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota’s c.q. de planologische kernbeslissingen (PKB’s) behorende bij de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (en de actualisering daarvan in de Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het relatief beperkte oppervlak van Nederland. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: 1. versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; 2. bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; 3. borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; 4. borging van de veiligheid. Met de Nota Ruimte heeft het kabinet gekozen voor een dynamisch, op ontwikkeling gericht, ruimtelijk beleid. Het accent verschuift daarmee van het stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Er wordt meer nadruk gelegd op “ontwikkelingsplanologie” en minder op “toelatingsplanologie”. Daarnaast is het landelijk beleid gericht op het optimaal benutten van het huidige bebouwde gebied. In de Nota Ruimte wordt meer verantwoordelijkheid gegeven aan de decentrale overheden. Om de kwaliteit te waarborgen is voor geheel Nederland een basiskwaliteit geformuleerd waaraan voldaan moet worden. Een verdere verfijning wordt overgelaten aan de decentrale bestuurslagen. De gebieden en netwerken die het kabinet van nationaal belang acht zijn bestemd als Ruimtelijke Hoofdstructuur. In deze gebieden wil het Rijk een nadrukkelijke rol vervullen. De gebieden en netwerken zijn voor het functioneren van Nederland van grote betekenis. Voor deze gebieden draagt het Rijk dan ook in het algemeen een grotere verantwoordelijkheid. Onderstaande kaart is een uitsnede van de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur.
= Kaag en Braassem
Verder stelt de nota dat in iedere gemeente voldoende ruimte moet worden geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas, met name om ruimte te bieden aan starters en senioren. Leimuiden en Rijnsaterwoude hebben beiden de benodigde ruimte om te voorzien in deze natuurlijke bevolkingsaanwas.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 5 van 5
2.2
Provinciaal beleid: Visie op Zuid-Holland
Op 2 juli 2010 zijn de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. De verordening ruimte is herzien in februari 2011. Deze integrale Structuurvisie is in de plaats gekomen qua toetsingskader van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. In de Provinciale Structuurvisie zijn de keuzes van de provincie over het gebruik van de beschikbare ruimte verwoord. In de provinciale structuurvisie wordt toegelicht dat de provincie inzet op het versterken van het stedelijk netwerk, middels drie pijlers: - Bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming (knopen- en locatiebeleid). - Stedelijke detailhandelstructuur versterken. - Culturele en toeristische voorzieningen versterken (stedelijk). Bebouwingscontouren De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren, middels bebouwingscontouren. Binnen de bebouwingscontouren zijn er gebieden waar nog gebouwd kan worden en gebieden waar nog geen ontwikkelingsplannen voor zijn. Voor de kernen Leimuiden en Rijnsaterwoude hanteert de provincie voor de netto toevoeging van de woningvoorraad een norm van 50 procent binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 en 50 procent buiten bestaand bebouwd gebied maar binnen de bebouwingscontour. Gezien de voorziene demografische ontwikkelingen is de provincie van mening dat deze bebouwingscontouren voldoende ruimte voor de opvang van stedelijke ontwikkelingen in de planperiode bieden. In de provinciale verordening zijn geen artikelen opgenomen die een uitspraak doen over bebouwing binnen de bebouwingscontour. Verstedelijking buiten deze ‘rode contour’ is in principe niet toegestaan. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. De bebouwingscontouren zijn getrokken om de kernen, rekeninghoudende met plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd en waarbinnen de woningbouwopgave tot 2020 kan worden geaccommodeerd. De bebouwingscontour om Leimuiden en Rijnsaterwoude geeft ruimte voor enkele kleinschalige uitbreidingsmogelijkheden.
= Kaag en Braassem
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 6 van 6
Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Dit geldt ook buiten het stedelijk netwerk. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken. Herstructurering is een goede methode om functies te herschikken in het kader van intensivering van het stedelijk gebied. In sommige gevallen verandert op kleine schaal het ruimtegebruik, maar herstructurering betreft vooral functiebehoud. Wanneer overwegend sprake is van functieverandering maar deze veranderingen in het ruimtegebruik nog niet volledig duidelijk zijn, is er sprake van een transformatieopgave.
2.3
Waterbeleid: Hoogheemraadschap van Rijnland
Water en ruimtelijke ordening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het plangebied maakt in waterstaatkundig opzicht deel uit van het Hoogheemraadschap van Rijnland, die als waterkwantiteitsbeheerder voor de polderwateren en de boezemwateren optreedt. Om problemen met wateroverlast te voorkomen en om een goede waterkwaliteit te waarborgen in het plangebied hanteert het Hoogheemraadschap de watertoets, vastgelegd in de ‘Handreiking Watertoetsproces bij Rijnland’. De hoofdlijnen van het beleid van Hoogheemraadschap zullen worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn er enkele waterkeringen aanwezig in het plangebied van het bestemmingsplan. In het vooroverleg zal met het Hoogheemraadschap van Rijnland worden afgestemd hoe deze waterkeringen moeten worden opgenomen in de plankaart en bijbehorende planregels.
2.4
Schiphol: Luchthaven Indelingsbesluit (LIB)
Over een deel van het grondgebied van Leimuiden loopt de beperkingencontour die wordt opgelegd door Schiphol. Deze kaders zijn vastgelegd in het LIB (2002). Binnen dit specifieke deel van Leimuiden wordt uitsluitend nieuwbouw van kantoren toegestaan. De bouw van (extra) woningen in het gebied wordt in principe uitgesloten. Hiervan mag slechts worden afgeweken middels een verklaring van geen bezwaar vanuit het rijk. Tevens ligt over het gehele gebied Leimuiden-Rijnsaterwoude vanuit het LIB een hoogtebeperking van 150 meter voor alle bouwwerken.
De kern Leimuiden met gearceerd de beperkende contour vanuit het LIB. Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 7 van 7
2.5
Gemeentelijk beleid
2.5.1
Eerste herziening bestemmingsplan Leimuiden - Rijnsaterwoude
Op 1 februari 2005 is een eerste herziening van het bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude vastgesteld. In het oorspronkelijke plan zijn door Gedeputeerde Staten aan enkele delen goedkeuring onthouden. In de eerste herziening zijn wijzigingen opgenomen en zijn voorschriften gecorrigeerd. 2.5.2
Maatschappelijke structuurvisie (MRSV)
De gemeente Kaag en Braassem staat de komende jaren voor een aantal omvangrijke en complexe vraagstukken. Zo zien we bijvoorbeeld de vergrijzing en ontgroening steeds grotere vormen aannemen met als gevolg het verdwijnen van draagvlak voor voorzieningen. Ook zien we het landschap om ons heen veranderen onder druk van infrastructuur en verstedelijking. Het doel van het opstellen van de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie is, om de vraagstukken en kansen integraal in beeld te brengen en te gebruiken als bouwstenen voor een helder toekomstperspectief. Het reeds vastgestelde ‘strategisch document’ vormt de basis voor de uiteindelijke visie. In het strategisch document wordt voor de kernen binnen Kaag en Braassem een onderscheid gemaakt in ‘Groen- en groeikernen’. Hierin is Leimuiden aangemerkt als groeikern. Het perspectief van een groeikern wordt als volgt omschreven: -
kwantitatief uitbreiden van het woningaanbod
-
versterking van de commerciële voorzieningen
-
concentreren van detailhandel (beleidsveld economie)
-
versterking van de maatschappelijke voorzieningen
Rijnsaterwoude is in de strategische visie als groenkern betiteld. Het perspectief van een groenkern wordt aangeduid als: -
kwalitatief uitbreiden van het woningaanbod
-
selectief aanbod commerciële voorzieningen
-
selectief aanbod en bundelen van maatschappelijke voorzieningen
Voorts wordt er in het strategisch document voor het beleidsveld recreatie aangestuurd op het benutten van de aanwezige recreatieve kansen. Hierin zit ook de wens opgenomen om de huidige relatie tussen het water en het land te laten bloeien. Voor wat betreft de volkshuisvesting zal de maatschappelijke structuurvisie beide vigerende woonvisies (van voormalig Alkemade en Jacobswoude) in zich opnemen. 2.5.3
Welstandsnota
In 2009 zijn de gemeenten Alkemade en Jacobswoude samengegaan in de nieuwe gemeente Kaag en Braassem. Omdat Alkemade wel welstandsbeleid had en Jacobswoude niet, heeft de gemeenteraad op 29 juni 2009 besloten het hele grondgebied van Kaag en Braassem vrij te stellen van welstandsbeleid, behalve bij monumenten en beschermde dorpsgezichten. De gemeente Kaag en Braassem heeft een monumentenlijst opgesteld waarin een beschrijving is opgenomen van alle rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten binnen de gemeente. Kaag en Braassem beschikt over 63 rijksmonumenten, 97 gemeentelijke monumenten en 4 beschermde dorpsgezichten (te weten delen van Kaag, Oude Wetering, Roelofarendsveen en Rijpwetering). Met een specifiek welstandsbeleid voor beschermde dorpsgezichten en monumenten streeft de gemeente naar behoud van het cultuurhistorisch en landschappelijk karakter.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 8 van 8
2.5.4
Afwijkingenbeleid
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De veranderingen in de wetgeving en de daarbij behorende aanpassingen van het werkproces op de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling zijn aanleiding geweest om deze beleidsnotitie op te stellen. In verband met de nieuwe opzet van de wetgeving heeft deze notitie de titel ‘Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening’ gekregen, in het verleden werd gesproken over ‘ontheffingenbeleid’. Tevens zorgt deze nota voor een samenhangend en uniform afwijkingenbeleid. Deze verschillende beleidsstukken verschilden sterk qua structuur, reikwijdte en systematiek. Door al deze stukken samen te voegen in één beleidsnota ontstaat er voor zowel burgers, medewerkers als bestuur een duidelijk kader. Dit maakt de inhoudelijke afwegingen omtrent medewerking aan plannen die afwijken van het bepaalde in het bestemmingsplan toetsbaar. 2.5.5
Archeologie
Op 23 mei 2011 heeft de gemeenteraad het archeologiebeleid vastgesteld. In dit beleid is per locatie in de gemeente bepaald wat de verwachte kans voor archeologische vondsten is. Tevens is aangegeven vanaf welke projectomvang archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. In nieuwe bestemmingsplannen zullen de regels omtrent archeologie worden opgenomen in de vorm van een gebiedsbestemming en bijbehorende planregels. 2.5.6
Beroep aan huis
Aanleiding van deze notitie is de fusie van gemeente Alkemade en Jacobswoude op 1 januari 2009 waarbij er nog geen geharmoniseerde regeling bestond over beroep aan huis voor de nieuwe gemeente. Daarbij is rechtsongelijkheid een aanleiding; afhankelijk van het woonadres is het vestigen van beroep aan huis bij recht, na ontheffing of in zijn geheel niet toegestaan. Tenslotte is gemeente Kaag en Braassem een ondernemende gemeente die er naar streeft ondernemerschap te stimuleren en daar voor ruimte te bieden door ruimhartig beleid vast te stellen. 2.5.7
Erkers
Het beleid omtrent erkers is opgenomen in het afwijkingenbeleid (zie paragraaf 2.5.4) 2.5.8
Insteekhavens
In de waterrijke gemeente Kaag en Braassem liggen er veel woonpercelen langs het water. Dit maakt dat regelmatig het verzoek tot het maken van een insteekhaven gedaan wordt. Omdat bij een insteekhaven een beschoeiing (en steigers) worden gebouwd is een bouwvergunning noodzakelijk. In Jacobswoude werd hiervoor een artikel 19-2 WRO procedure gevolgd (ongeschreven beleid). De redenatie was dat het graven van een insteekhaven het omzetten van de Tuin, Erf of Woondoeleinden bestemming in een Waterbestemming is. Ook in voormalig Alkemade verschilde per bestemmingsplan de procedure. In sommige bestemmingsplannen (zoals Kaag) is de insteekhaven expliciet genoemd/geregeld, in andere niet. De artikel 19-2 WRO procedure is komen te vervallen door de invoering van de Wro. Indien dezelfde interpretatie gevolgd wordt, is in de toekomst voor het creëren van een insteekhaven een bestemmingsplanwijziging nodig. De gemeente heeft daarom beleid vastgesteld waarin bepaald is dat een insteekhaven beschouwd wordt als iets dat binnen de bestemming Tuin, Erf of Woondoeleinden behoort, tenzij het bestemmingsplan dit nadrukkelijk uitsluit. 2.5.9
Mantelzorg
Op 1 december 2009 is de mantelzorgregeling vastgesteld. In het afwijkingenbeleid wordt verwezen naar deze regeling.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 9 van 9
2.5.10
Nota Inbreidingslocaties
De ‘nota Inbreidingslocaties’ heeft als doel om een ruimtelijk beleidskader te bieden aan woningbouwinitiatieven binnen de rode contour. Hierdoor worden deze uniform en transparant beoordeeld. Er wordt in de nota een beschrijving gegeven van de bestaande stedenbouwkundige situatie en kwaliteiten binnen elke kern. Uitgangspunt is om nieuwe initiatieven aansluiting te laten vinden bij deze bestaande situatie en kwaliteiten. Hiervoor wordt een afwegingskader gegeven, waardoor ruimtelijke beslissingen gemotiveerd kunnen worden genomen. Dit leidt tot een duurzame ruimtelijk/functionele ontwikkeling van de locaties zelf en de kern als geheel. De nota geeft geen kant en klaar antwoord op de wenselijkheid van een initiatief. De beschreven gebiedskenmerken en samenhangende waardeoordelen gelden als basis voor het verdere onderhandelings- en ontwerptraject bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het kader biedt de gemeente enerzijds houvast om te kunnen sturen op kwaliteit, maar zorgt anderzijds ook voor flexibiliteit om in te kunnen spelen op (markt)ontwikkelingen. 2.5.11
Paardenhouderijen
Zowel de voormalige gemeente Alkemade als Jacobswoude hebben een beleidsnotitie opgesteld omtrent paardenhouderijen. In toenemende mate worden in de gemeente particuliere en (semi-) bedrijfsmatige hippische voorzieningen, onder andere in de vorm van paardenbakken, aangelegd. Gebleken is dat er onduidelijkheid bestaat over regelgeving in verband met de toelaatbaarheid van deze voorzieningen. Voor het behoud van het unieke veenweidegebied en haar lintstructuur met monumentale bebouwing is een vitale, sterke agrarische sector gewenst. Voor het ontstaan van sterke agrarische bedrijven zal er niet alleen schaalvergroting moeten plaatsvinden, maar ook een verbreding van activiteiten onder bedrijven die niet kunnen vergroten. In het kader van deze verbreding is de paardenhouderij een optie die steeds meer boeren kiezen. Een uitbreiding van de recreatieve voorzieningen in het buitengebied is een tweede belangrijke impuls voor het veenweidegebied. Naast de recreatieve paardenactiviteiten van boeren gaan ook steeds meer particulieren over tot het houden van paarden. De gemeente wil dit stimuleren, maar ook reguleren ter voorkoming van verrommeling van de ruimte. De bebouwing ten behoeve van paardenhouderijen kan namelijk een behoorlijk negatieve invloed hebben op het landschap. 2.5.12
Schepenverordening
In augustus 2009 is door de gemeente Kaag en Braassem de schepenverordening vastgesteld, als samenvoeging van de schepenverordeningen uit de voormalige gemeenten Alkemade en Jacobswoude. In de verordening zijn regels opgesteld waar alle woonschepen, vaartuigen en ligplaatsen in of aan het open water binnen de gemeente aan dienen te voldoen. 2.5.13
Coalitieakkoord 2009 – 2014
Na de fusie van de gemeenten Alkemade en Jacobswoude op 1 januari 2009 is een coalitieakkoord getekend met de titel: ‘Eenheid in verscheidenheid’. Het coalitieakkoord geeft op hoofdlijnen de visie en ambitie weer van de gemeente Kaag en Braassem.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 10 van 10
3
BESCHRIJVING EN ANALYSE PLANGEBIED
In dit hoofdstuk wordt per deelgebied een beschrijving en analyse gegeven. In de kaartbijlage zijn verbeeldingen opgenomen waar de betreffende deelgebieden in het rood zijn. Ook wordt er een globale indicatie gegeven van de deelgebieden binnen het plangebied. Op hoofdlijnen worden de plangrenzen overgenomen van het huidige bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude. Op kaart 3 wordt een wijziging van de plangrenzen voorgesteld. Een toelichting van dit voorstel vindt u onder paragraaf 4.1.3 Plangrenzen.
3.1
Deelgebieden van de kern Leimuiden
3.1.1
Authentiek lint
Het oude lint van Leimuiden vormt geen lange continue structuur door het landschap zoals gebruikelijk binnen de gemeente Kaag en Braassem. Het lint wordt oorspronkelijk gevormd door twee naar elkaar toe gegroeide bebouwingsclusters ter hoogte van de knik (dorpscentrum) en ter hoogte van de Drecht. Het historische lint van Leimuiden wordt doorsneden door de in de jaren vijftig aangelegde provinciale weg. De opzet van het lint is hier relatief ruim en bestaat voornamelijk uit vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen en als uitzondering een enkele korte rij. De Oosterweg komt in dit deel van het lint haaks uit op de Burgemeester Bakhuizenlaan. Aan dit zijstraatje liggen enkele bedrijven met bedrijfswoningen en een relatief lange rij vooroorlogse woningen. Aan de andere kant van de provinciale weg (Dokter Stapenseastraat) verschilt de kavelindeling sterk per gebouw. Er komen zeer ruime groene kavels met woningen voor, maar ook grote winkelpanden die dicht op de weg staan. Verder richting het centrumgebied wordt het autoverkeer om het centrum heen geleid via de Tuinderij. Hierdoor heeft de Dokter Stapenseastraat en vervolgens de Dorpsstraat een autoluw karakter. Een aantal gebouwen in het lint staat op zeer grote kavels. Dit zorgt samen met het onbebouwde dijklichaam voor een groene rand richting de omliggende woongebieden. Dit groene onbebouwde karakter dient behouden te blijven. Verder naar het zuiden in de nabijheid van de Drecht staat de bebouwing weer dichter op de weg, maar blijft het open en kleinschalige karakter van het lint in stand. In dit gebied komen wel enkele bijzondere functies voor, maar er wordt hoofdzakelijk gewoond.
3.1.2 -
Uitlopers van het lint De Drechtzone
Aan de Raadhuislaan staan aan weerskanten voornamelijk vrijstaande woningen, waarbij de woningen aan de zuidzijde dichter op elkaar staan en gericht zijn op de Drecht. De woningen aan de noordzijde van de Raadhuislaan zijn pas eind jaren tachtig gerealiseerd en liggen tegen het dijklichaam aan. Aan de Drechtlaan liggen zijn een aantal woningen als individuele woningbouw gerealiseerd. De woningen zijn vrijstaand en de tuinen zijn gericht op de Drecht. Ten zuiden van de Drecht worden de woningen ontsloten door de Molenkade en de Drechtkade. Dit kleinschalige gebied is compact opgezet en heeft een vriendelijke dorpse uitstraling. Bebouwing bestaat uit één laag met kap. Aan de Drecht liggen tevens enkele woonboten. De woonboten hebben een vaste ligplaats en mogen per ligplaats een bijgebouw op de kade plaatsen. De woonboten worden ontsloten door de Molenkade.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 11 van 11
-
Noordeinde
Begin 20ste eeuw is de eerste bebouwing langs het Noordeinde gerealiseerd. Kenmerkend voor het Noordeinde zijn de vele bedrijven in het lint. De grote bedrijfsgebouwen liggen over het algemeen achter de bedrijfswoningen waardoor het Noordeinde toch een dorps karakter heeft. Aan het einde van het Noordeinde zijn echter enkele expressieve bedrijfsgebouwen gerealiseerd die dit karakter aantasten. Om de kwaliteit van het lint te behouden zijn dergelijke nieuwe ontwikkelingen ongewenst en moet meer aansluiting worden gezocht bij de overige bebouwing aan het Noordeinde. Vanwege het LIB en het geluid vanaf de provinciale weg is woningbouw echter zeer moeilijk te realiseren. Naast vrijstaande bedrijfswoningen komen er in de eerste lijn ook normale woningen voor. Hierbij gaat het om een mix van woningtypes met verschillende kappen en kaprichtingen. Vanaf de provinciale weg zijn het met name deze kappen die het beeld bepalen.
3.1.3
Dorpshart Leimuiden
Ter hoogte van de knik in het lint ligt het dorpsplein. Dit kan gezien worden als het centrum van Leimuiden. Momenteel wordt gewerkt aan planvorming voor de herontwikkeling van het centrumgebied. Het nieuwe centrum zal worden gerealiseerd op de huidige locatie van het dorpscentrum van Leimuiden. De locatie is grofweg op te delen in deelgebied Zuid en deelgebied Noord. Binnen het plangebied zal aan de Dokter Stapenseastraat kantoorruimte voor onder andere dienstverlening worden gerealiseerd. Eén van de mogelijke invullingen voor deze ruimte is een medisch cluster. Boven de kantoorruimte komen appartementen. Op het achterliggende deel is ruimte voor grondgebonden eengezinswoningen gesitueerd met parkeerplaatsen. Voor het zuidelijke liggen er plannen om een winkelconcentratie te creëren rondom een winkelplein. Dit onderdeel zal in een zelfstandig bestemmingsplan planologisch verankerd worden. De kleinschalige bebouwing rondom het dorpsplein staat dicht op de openbare weg en dicht op elkaar. Verder richting het westen (Nokweg) en het zuiden (Dorpsstraat) neemt deze intensiteit weer af en staat de bebouwing ruimer op de kavel.
3.1.4
Woonwijken
De bebouwing van de woonbuurten bestaat voor het overgrote deel uit eengezinswoningen. De eerste planmatige uitbreiding van Leimuiden heeft plaats gevonden in de jaren vijftig. Deze uitbreiding ligt aan de westkant van het centrumgebied. De woningbouw is ontsloten via de doorgetrokken Nokweg en de Kerklaan. Vervolgens is deze wijk in de jaren zestig verder naar het westen toe uitgebreid. Dit proces is ook in de jaren zeventig en tachtig voortgezet. In die periode is ook een parkachtige zone aangelegd als onderdeel van het woongebied. In deze parkzone ligt aan de Larikslaan een cluster van maatschappelijke voorzieningen. In ruimtelijk opzicht is enige verdichting van dit cluster aanvaardbaar. Daarnaast heeft er een tweede planmatige uitbreiding van Leimuiden plaatsgevonden aan de oostzijde van het oude dorpslint. Deze woonbebouwing is eind jaren tachtig gerealiseerd en wordt ontsloten door de Tuinderij. Aan de overzijde van de ontsluitingsweg bevindt zich een bedrijvenconcentratie.
3.1.5
Tuinderij
In dit gebied is meer sprake van een bedrijvenconcentratie dan van een bedrijvengebied. Een aantal bedrijfsgebouwen detoneert sterk in dit deel van Leimuiden en kan eventueel worden vervangen door woningbouw.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 12 van 12
3.1.6
Meerewijck
Het gebied Meerewijck werd in eerste instantie opgezet als gebied voor recreatieve ligplaatsen, met daaraan gekoppelde recreatiewoningen. De woningen zijn thans in gebruik voor permanente bewoning. Dit heeft gezorgd voor een specifiek ruimtegebruik van het gebied. Het behoud van de ruimtelijke kwaliteiten dient in het aankomende bestemmingsplan gewaarborgd te blijven.
3.1.7
Natuur
- Groenstructuur Tussen de wijk Meerewijck en het Noordeinde bevindt zich een strook rietlanden, genaamd Wildernis. Deze strook natuur dient onaangetast te blijven. Aansluitend aan de rietlanden ligt de dijk van Leimuiden. Deze dijk maakt deel uit van een groenstructuur die op 2 plekken Leimuiden insnijdt. De groenstructuur is voor de ruimtelijkheid en leefbaarheid van grote waarde voor de kern en dient behouden te blijven. - Westeinde Ten westen van Leimuiden, buiten de bebouwingscontouren, bevindt zich het gebied Westeinde. Planvorming in dit gebied is recentelijk afgewezen, waardoor het gebied de aankomende jaren onbebouwd zal blijven. Dit groengebied bevindt zich tevens buiten de contouren van de plankaart. - sportvoorzieningen Aansluitend op de noordelijke groene rand van Leimuiden liggen enkele sportvelden. Deze sportvelden zorgen voor een ruimtelijke beleving vanuit de omliggende woonwijken. Hoewel de velden binnen de bebouwingscontouren zijn gesitueerd, liggen er momenteel nog geen plannen om deze sportvoorziening in te zetten voor woningbouw. - Het Hollandsche plassengebied Leimuiden wordt ruimtelijk omsloten door drie grote waterstructuren die elk onderdeel uitmaken van het Hollandsche plassengebied. In het noorden is dat de Ringvaart, in het oosten de Westeinderplassen en in het zuiden is dat de Drecht. Buiten de wijk Meerewijck heeft Leimuiden weinig interactie met het water.
3.1.8
Bijzondere elementen
Tegen de N207 aan staat een hervormde kerk die dateert uit 1805. Ondanks de uitbreidingsplannen omtrent de N207 zal deze kerk zal deze kerk onaangetast dienen te blijven. Leimuiden kent daarnaast nog enkele gemeentelijke- en rijksmonumenten.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 13 van 13
3.2
Deelgebieden van de kern Rijnsaterwoude
3.2.1
Lint Herenweg
De lintbebouwing langs de Herenweg ligt op een strook bovenland tussen twee diepe droogmakerijen. Het karakter van het lint is divers en kleinschalig. Door zijn verticale ligging verbind het lint de noordelijk gelegen uitbreidingskom met de zuidelijk gelegen naoorlogse uitbreidinswijk. 3.2.2
De woonwijken en het centrum
Aan de noordzijde kent het lint een kom, dat tevens als centrum aan te merken is. Aansluitend aan deze kom ligt een uitbreidingswijk. Een tweede uitbreidingswijk is gelegen aan de zuidzijde van het lint. Beide wijken liggen aan de westelijke zijde van Rijnsaterwoude, tegen het lint aangebouwd.
3.2.3
Natuur
- Dijktalud oostelijke zijde lint Ten oosten van het lint en de kom bevindt zich een dijktalud dat zorgt voor een groene rand om de lintstructuur. Dit dijktalud valt binnen de contouren van de plankaart. De agrarische bestemming op deze rand zorgt voor een natuurlijke grens tot het achterland, die op sommige delen wordt verbreed met een strook water. - Suyderbon Het gebied Suyderbon, ten westen van Rijnsaterwoude, kenmerkt zich als een uitgestrekt grasland. Gezien de agrarische bestemming die er op ligt is bebouwing uitgesloten. In het verleden is onderzocht of dit gebied zich leende voor uitbreiding van de zuidelijk gelegen woonwijk. Uit het onderzoek bleek echter dat er binnen Rijnsaterwoude geen vraag is naar een uitbreiding van het woningaanbod op dergelijke schaal. In de toekomst kan dit gebied wellicht worden ingezet om ruimte te bieden aan de recreatieve ontwikkelingen.
3.2.4
Het Hollandsche plassengebied
Rijnsaterwoude wordt aan de west- en zuidzijde omsloten door het Braassemermeer en de Leidsevaart. Ondanks deze directe nabijheid van het water ontbreekt de relatie met de kern. Grotendeels ligt dit in het feit dat Rijnsaterwoude van het water wordt gescheiden door een dijk van enkele meters hoog ten opzichte van het achterliggende gebied Suyderbon. Aan de noordzijde, waar het water dichter naar het lint trekt, is de relatie tussen de kern en het water duidelijker. Dit uit zich in de aanwezigheid van twee jachthavens. Gezien de recreatieve ambitie van de gemeente kan gestalte worden gegeven aan mogelijke uitbreidingsplannen van deze jachthavens.
3.2.5
Elementen
In Rijnsaterwoude is in het jaar 1550 een Nederlands Hervormde kerk gebouwd. Het vormt daarmee een bijzonder element binnen de kern. Rijnsaterwoude kent daarnaast nog enkele gemeentelijke- en rijksmonumenten. Het voormalige gemeentehuis vormt een opvallende dissonant in het authentieke lint van de kern. In de toekomst dient er een nieuwe functie aan het gebouw toegekend te worden.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 14 van 14
4
HET NIEUWE BESTEMMINGSPLAN
4.1 Het bestemmingsplan op hoofdlijnen 4.1.1
Plansystematiek algemeen
Bij het opstellen van een bestemmingsplan kan er uit verschillende plansystematieken gekozen worden. Afhankelijk van de aard van het plangebied, de ontwikkelingen binnen het plangebied en het daarmee samenhangende ruimtelijk beleid wordt de keuze voor een vorm gemaakt. Er zijn op hoofdlijnen drie soorten systematiek te onderscheiden, te weten: een globaal, een flexibel en een gedetailleerd plan. - In een globaal plan zijn in een plangebied vele gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden rechtstreeks, dus zonder nadere afweging toegelaten. Alleen wanneer een activiteit vanuit ruimtelijk oogpunt onaanvaardbaar wordt geacht, is deze niet toegestaan. Deze planvorm komt met name terug in bestemmingsplannen waarin het plangebied nog in ontwikkeling is. Met een globale regeling kan direct en rechtstreeks worden ingespeeld op de gewenste ontwikkelingen. Nadeel hierbij is het feit dat bij een keuze voor een dergelijke vorm, het gehele plangebied als globaal moet worden aangemerkt. Een globaal plan kan niet worden gecombineerd met een deelgebied dat als conserverend wordt aangemerkt, aangezien dit planologische tegenstrijdigheden oplevert. - Een flexibel plan staat minder gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden, binnen een plangebied, rechtstreeks toe. Een flexibel plan geeft echter wel ruimte om alsnog gebruiks- of bebouwingsmogelijkheden toe te staan na een nadere beoordeling. Deze is gerelateerd aan de betreffende vrijstelling, wijziging of uitwerking. De flexibiliteit kan zowel in de plankaart als de planregels worden geregeld. - Het opstellen van een gedetailleerd plan sluit elke ontwikkeling uit, afwijkend dan de gedetailleerde aanduiding in het bestemmingsplan. Vaak wordt een dergelijk plan dan ook opgesteld om een bestaande situatie vast te leggen, waardoor het plan een conserverend karakter krijgt. 4.1.2
Keuze plansystematiek voor Leimuiden en Rijnsaterwoude
Om een toekomstbestendig plan te realiseren zal het aankomende bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude overwegend worden opgesteld in gedetailleerde vorm, waarin selectief een flexibele uitwerkingsmogelijkheid wordt geboden. Hoewel veel deelgebieden van de kernen veelal conserverend dienen te worden benaderd, zullen waar nodig ontwikkelingsmogelijkheden flexibel in het bestemmingsplan worden ingezet. Zo wordt ook aangesloten bij het strategisch document van de aankomende maatschappelijke structuurvisie (MRSV). De ‘groenkern’ Rijnsaterwoude zal nadrukkelijk conserverend worden uitgewerkt, terwijl in de ‘groeikern’ Leimuiden meer ontwikkelingsmogelijkheden zullen worden geboden. 4.1.3
Plangrenzen
Op hoofdlijnen worden in het aankomende bestemmingsplan de plangrenzen overgenomen van het huidige bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude. Enige afwijking die wordt voorgesteld is het loskoppelen van de N207 en de gronden die mogelijk bij de ontwikkeling van de nieuwe ontsluitingsweg betrokken zijn. Er wordt verwacht dat deze ontwikkeling, en het daarbij horende planologische traject, een langer tijdspad zal hebben dan de overige gebieden van Leimuiden die vallen binnen de bestemmingsplangrenzen. Om overbodige vertraging van het plan Leimuiden-Rijnsaterwoude te voorkomen, wordt voorgesteld het grondgebied zoals ingetekend in de bijlagen op bladzijde 26 en 27 buiten het herzieningstraject te houden. Daarmee zullen de bestemmingen van globaal de N207, de Tuinderij en een deel van de Burg. Bakhuizenlaan blijven vallen onder het huidige vigerende bestemmingplan. Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 15 van 15
4.2 Welke keuzes maken we? 4.2.1
Vertaling van hoger overheidsbeleid
- Rijksbeleid: De Nota Ruimte Eén van de hoofddoelen van de Nota Ruimte is het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland. De levendigheid van de kernen speelt een grote rol bij de vitaliteit van de kern. In het bestemmingsplan dient ingezet te worden op het waarborgen en bevorderen van de levendigheid van de kernen. Leimuiden en Rijnsaterwoude hebben beiden de benodigde ruimte om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Het bestemmingsplan dient de mogelijkheid te bieden om deze ruimte naar behoefte in te vullen. - Provinciaal beleid: Visie op Zuid-Holland De bebouwingscontouren die zijn opgenomen in het provinciaal beleid vormen een hard kader bij ontwikkelingen in de kernen. De contour komt voort uit de wens van de provincie om bestaand bebouwd gebied te concentreren. Ontwikkelingen in de kernen zullen dus veelal inbreidingen zijn, in plaats van uitbreidingen. Zelfs in Leimuiden is ondanks de aanduiding als ‘groeikern’ in het strategisch document van de maatschappelijke structuurvisie’- een uitbreidingswijk buiten de bebouwingscontour niet in het bestemmingsplan op te nemen. De aanduiding als groeikern dient derhalve in het bestemmingsplan tot uitdrukking te komen middels opgenomen wijzigingsbevoegdheden tot inbreiden (bouwen binnen de bebouwingscontour). Tevens stuurt het provinciaal beleid aan op meervoudig ruimtegebruik binnen de bebouwingscontour. Deze richtlijn wordt vertaald in de planregels van het bestemmingsplan. 4.2.2
Vertaling van het sectoraal beleid
Het sectoraal beleid doet uitspraken op een gedetailleerd schaalniveau, over specifieke vraagstukken. Om het overzicht van voorliggende Nota van Uitgangspunten te bewaren zal de vertaling van het sectoraal beleid pas in het verdere bestemmingsplantraject worden ingezet en uitgewerkt. 4.2.3
Vertaling van het strategisch document MRSV (keuzes per deelgebied)
Leimuiden als groeikern: kwantitatief uitbreiden van het woningaanbod Het strategisch document van de maatschappelijke structuurvisie stuurt aan op een kwantitatieve uitbreiding van het woningaanbod voor alle groeikernen. Er zullen voor Leimuiden in het aankomende bestemmingsplan meerdere gebieden worden aangegeven waar de kwantitatieve uitbreiding van het woningaanbod in zal worden geregeld: -
Met de bouw van het centrumplan Leimuiden zal een groot aantal nieuwe woningen aan het centrum worden toegevoegd. Het bestemmingsplan zal deze ontwikkeling in de plankaart opnemen.
-
Ook Beukenlaan fase 2 is inmiddels afgerond en zal in zijn huidige vorm worden opgenomen in het bestemmingsplan. Er zal voor deze ontwikkeling zoveel mogelijk eenduidigheid worden gezocht met de overige woonwijken van Leimuiden, voor wat betreft regelgeving.
-
Naast het opnemen van de locaties Centrumplan Leimuiden en Beukenlaan fase 2, zal het bestemmingsplan ook mogelijkheden creëren voor het realiseren van Beukenlaan fase 3 en 4. Het bestemmingsplan zal de flexibiliteit in zich opnemen om op deze locaties verschillende woningtypologieën te realiseren. Belangrijk is dat de woningen in dezelfde woontypologie blijven. Tevens dient er voor fase 3 en 4 een regeling te worden opgenomen voor starterswoningen, die voorkomt dat het bouwvolume van deze woontypologie dusdanig wordt vergroot, dat de starterswoningen binnen enkele jaren het volume hebben van een doorstroomwoning.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 16 van 16
versterking van de commerciële voorzieningen Het realiseren van het Centrumplan Leimuiden versterkt de commerciële voorzieningen van de groeikern. Deze ruimte moet nu, maar vooral in de toekomst worden geboden. Dit vraagt om een flexibele insteek voor dit deel van het plangebied. versterking van de maatschappelijke voorzieningen Binnen de kern Leimuiden spelen meerdere initiatieven die gerelateerd zijn aan een maatschappelijke voorziening. Er liggen bij de woningbouwvereniging plannen om het seniorencomplex de Peppelhof uit te breiden, en er wordt gezocht voor een locatie binnen Leimuiden tot het realiseren van een nieuw zorgcomplex. Hiervoor liggen mogelijkheden ter plaatse van de huidige ‘Betonwoningen’, maar ook een inpassing in het centrumplan is mogelijk. In het verdere uitwerkingstraject zal gekeken moeten worden op welke wijze deze twee projecten zullen worden ingepast in de plankaart van het bestemmingsplan. Rijnsaterwoude als groenkern kwalitatief uitbreiden van het woningaanbod Het strategisch document van de maatschappelijke structuurvisie stuurt aan op een kwalitatieve uitbreiding van het woningaanbod voor alle groenkernen. Ook is er in 2010 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot het toevoegen van woningenbouw in Rijnsaterwoude. Conclusie van dit onderzoek was dat het in de huidige markt niet haalbaar is om op grote schaal woningen aan de woningvoorraad van Rijnsaterwoude toe te voegen. Ook het woningmarktonderzoek dat op 8 juni 2011 over de gehele gemeente is uitgevoerd bevestigt deze conclusie. Met deze motivatie zullen er in het bestemmingsplan voor Rijnsaterwoude geen grootschalige wijzigingsbevoegdheden worden opgenomen ten behoeve van woningbouw. Concreet zullen er dus ook ter plaatse van de Suyderbonlocatie geen mogelijkheden worden gegeven om op grote schaal woningen toe te voegen aan de kern Rijnsaterwoude. Wel kan er ruimte worden geboden aan kleinschalige initiatieven, waarbij aangesloten dient te worden aan de toekomstige maatschappelijke structuurvisie. Voorts zal voor de huidige woonwijken het bestemmingsplan consoliderend worden ingestoken. selectief aanbod commerciële voorzieningen en maatschappelijke voorzieningen Er worden in Rijnsaterwoude op voorhand geen ontwikkelingen voorzien voor nieuwe commerciële en maatschappelijke voorzieningen. In het strategisch document van de maatschappelijke structuurvisie wordt voorgesteld dat deze voorzieningen te concentreren in de naastgelegen groeikern Leimuiden. Om de levendigheid van de kern te bewaken dienen voor Rijnsaterwoude echter mogelijkheden voor kleinschalige ontwikkelingen te worden opgenomen. In het bestemmingsplan zal ruimte worden geboden aan dergelijke kleinschalige initiatieven. Recreatie Benutten van recreatieve kansen In het strategisch document van de maatschappelijke structuurvisie wordt aangestuurd op het benutten van de recreatieve kansen binnen de gemeente. Rijnsaterwoude ligt nabij het Braassemermeer. Deze locatie schept kansen voor kleinschalige recreatieve ontwikkelingen, onder meer voor de aanwezige jachthavens. Er zullen mogelijkheden in het bestemmingsplan worden opgenomen tot het realiseren van dergelijke ontwikkelingen. De wijze en vorm van deze ontwikkeling zal pas in het nadere uitwerkingstraject en na het vaststellen van de definitieve MRSV concreet kunnen worden gemaakt. Ook Leimuiden kent een potentie tot het ontwikkelen van recreatie in of nabij de kern, eventueel gekoppeld met het omliggende water van de Ringvaart, de Drecht of de Westeinderplassen. Ook hier zal het bestemmingsplan ter plaatse van de jachthavens ruimte bieden om concrete ontwikkelingsplannen van beperkte schaal te realiseren.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 17 van 17
Economie concentreren van detailhandel Naast het versterken van de commerciële voorzieningen, wordt met het realiseren van het Centrumplan Leimuiden in het zuidelijke deel ook gestuurd op een concentratie van de aanwezige detailhandel. Momenteel wordt er gewerkt aan de planvorming voor dit deel van de centrumontwikkeling. Er is in dit stadium van de planvorming nog geen concrete invulling bekend met betrekking tot het inpassen van detailhandel in het ontwerp. Mocht hier gedurende het bestemmingsplantraject verandering in komen, dan zal gekeken worden op welke wijze dit in de herziening van het bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude kan worden opgenomen. Daarnaast zal het planologisch mogelijk moeten worden gemaakt om bedrijven te verplaatsen vanuit Leimuiden naar het naastgelegen -te ontwikkelen- bedrijventerrein ‘Drechthoek II’. Ook deze ontwikkeling draagt bij aan de beoogde concentratie van detailhandel. Horeca Het strategisch document van de structuurvisie doet geen gedetailleerde uitspraken over de ontwikkelingen omtrent horeca. Voor aankomend bestemmingsplan zetten wij voor de groenkern Rijnsaterwoude in op behoud van het bestaande aanbod. Er zullen in de herziening geen mogelijkheden worden geboden voor het toevoegen van horeca. In groeikern Leimuiden zal de horecaontwikkeling geconcentreerd worden nabij het centrum, gekoppeld aan het Centrumplan. In de overige deelgebieden van Leimuiden zullen er geen mogelijkheden tot extra horeca worden geboden.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 18 van 18
5
PLANNING
5.1
Overzicht van documenten en planning
Actie door:
Plan van Aanpak
BM
EXT
AFD
Akkoord door: COL
RD
Planning
INST
1
Offerte-aanvraag bureaus (volgens Handboek b’plannen)
X
sept. ‘11
2
Bureaukeuze
X
sept. ‘11
3
Inventarisatie
X
4
Uitvoeren onderzoeken
X
nov. ‘11 - jan. ‘12
5
Informatie MRSV opnemen in bestemmingsplan
X
X
jan. ‘12
6
Opstellen VO-bestemmingsplan
X
X
7
Vooroverleg met instanties
8
Publicatie en ter inzage VO-bestemmingsplan (6 wkn.)
9
Verwerken inspraakreacties
X
10
Opstellen ontwerp bestemmingsplan
X
11
Publicatie en ter inzage ontwerp-bestemmingsplan (6 wkn)
12
Beantwoorden zienswijzen (12 wkn.)
X
13
Opstellen bestemmingsplan
X
14
Publicatie en ter inzage bestemmingsplan (6 wkn.)
15
Vaststelling bestemmingsplan
X
X
X
okt. - dec. ‘11
X
jan. - mei ‘12 juni ‘12
X
juni - juli ‘12 juli - aug. ‘12 X
X
X
aug. ’12 - okt. ‘12 okt. - nov. ‘12 nov. ’12 - feb. ‘13
X
X
X
mrt. - apr. ‘13 mei - juni ‘13
X
juni ‘13
Acties door: BM
=
beleidsmedewerker
EXT
=
extern bureau
AFD
=
afdeling RO / OR
Akkoord door: COL
=
college
RD
=
raad
INST
=
instanties (PZH / VROM / HHR)
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 19 van 19
5.2
Documenten
5.2.1
Inventarisatie
In het inventarisatiedocument wordt een integrale inventarisatie gedaan naar alle actoren binnen het gebied. Parallel aan deze inventarisatie wordt intern op de afdeling RO een overzicht gemaakt van spelende zaken binnen de kernen. Ook de bewoners worden voor het eerst betrokken bij de planvorming door hen een mogelijkheid te bieden via internet een opmerking of aandachtspunt mee te geven betreffende het op te stellen bestemmingsplan. 5.2.2
Voorontwerp bestemmingsplan
Het concept voorontwerp bestemmingsplan is de eerste aanzet van het bestemmingsplan, gekoppeld aan de inventarisatie. De benodigde onderzoeken zijn uitgevoerd. Het voorontwerp bestemmingsplan wordt opgestuurd naar de instanties voor vooroverleg. (I&M, Provincie en HHR). Het voorontwerp wordt 6 weken ter inzage gelegd voor inspraakreacties. 5.2.3
Ontwerp bestemmingsplan
Na de eerste terinzagetermijn worden de opmerkingen geïnventariseerd en het plan -waar nodig- aangepast tot ontwerp bestemmingsplan. Vervolgens wordt het plan wederom 6 weken ter inzage gelegd. 5.2.4
Bestemmingsplan
Er worden 12 weken voor uitgetrokken om alle zienswijzen op het ontwerp bestemmingsplan te verwerken. Alle zienswijzen zullen worden beantwoord in de Nota van Beantwoording. Het document zal aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 20 van 20
6
COMMUNICATIE
Om de besluitvorming goed te doorlopen is een heldere communicatie essentieel. Deze communicatie wordt als volgt gevoerd: Structureel: 1)
Met de portefeuillehouder en via hem met het college. de behandelend ambtenaar draagt hiervoor zorg. Regelmatig overleg en/of terugkoppelen is noodzakelijk.
Selectief: 2)
Met de gemeenteraad.
-
Het college stelt de gemeenteraad waar nodig op de hoogte van de voortgang van het project.
-
Daarnaast zullen wellicht tijdens de inventarisatiefase nog onderwerpen naar boven komen, waarover de raad zich zal moeten uitspreken.
-
Uiteindelijk stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan vast in de wettelijke procedure.
3)
Met actoren.
-
In de inventarisatiefase zal overleg worden gevoerd met de (vereniging van) bedrijven en organisaties die zich binnen het plangebied bevinden.
4)
Met burgers.
-
Na het vaststellen van de voorliggende Nota van uitgangspunten zal een publicatie worden gedaan naar het Witte Weekblad en de gemeentelijke website, waarin een vooraankondiging wordt gedaan van aankomend herzieningstraject van het bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude.
-
Het voorontwerp bestemmingsplan wordt 6 weken ter inzage gelegd voor inspraakreacties van onder andere de burgers.
-
Het ontwerpplan wordt tevens 6 weken ter inzage gelegd, waarin iedereen een zienswijze kan indienen.
-
Na het beantwoorden van de zienswijzen en het vaststellen van zowel de beantwoording als het (aangepaste) bestemmingsplan worden de betreffende documenten wederom 6 weken ter inzage gelegd. Burgers die hier opmerkingen tegen willen maken kunnen beroep tegen aantekenen.
5) -
Met diverse belanghebbende instanties. Er zal vooroverleg worden gevoerd met het Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie. Ook zal het conceptplan in deze fase worden doorgestuurd naar het ministerie van I&M.
-
Tevens zal het conceptplan worden voorgelegd aan buurgemeenten en leidingbeheerders.
De wettelijk verplichte communicatiemomenten zijn ook opgenomen bovenstaand stappenplan. Het communicatietraject zal in overleg met de afdeling communicatie worden uitgewerkt.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 21 van 21
7
FINANCIËN
Omdat het een reguliere bestemmingsplanherziening betreft zoals de wet die voorschrijft, zullen de financiën uit de standaardpost van RO komen. Na het offerte traject wordt pas duidelijk wat de precieze kosten zullen zijn. Gedacht moet toch worden in de orde van grootte van ergens rond de € 25.000,- verspreid over de komende 2 jaar.
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 22 van 22
8
BIJLAGEN
-
Deelgebieden Leimuiden, kaart 1-4 Deelgebieden Rijnsaterwoude, kaart 5-6
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 23 van 23
Kaart 1: westzijde Leimuiden
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan
= Globale indicatie van deelgebied
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 24 van 24
Kaart 2: zuidzijde Leimuiden
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan
= Globale indicatie van deelgebied
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 25 van 25
Kaart 3: oostzijde Leimuiden
= Voorstel nieuwe plangrens bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude = Huidige plangrens
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 26 van 26
Kaart 4: noordzijde Leimuiden
= Voorstel nieuwe plangrens bestemmingsplan Leimuiden-Rijnsaterwoude = Huidige plangrens
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan = Globale indicatie van deelgebied
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 27 van 27
Kaart 5
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan
= Globale indicatie van deelgebied
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 28 van 28
Kaart 6: zuidzijde Rijnsaterwoude
= Contour huidige een aankomende bestemmingsplan
= Globale indicatie van deelgebied
Gemeente Kaag en Braassem – Nota van Uitgangspunten bestemmingsplanherziening kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Pagina 29 van 29
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.G.M. Kea J.Beelen
[email protected] (071) 3327 485
Onderwerp: Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Kaag en Braassem West Beslispunten: Nota van Uitgangspunten vaststellen. Publiekssamenvatting In de Nota van Uitgangspunten (met name H4 en 5) zijn de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. Deze geven richting bij het opstellen van de planregels en de plankaart van het bestemmingsplan. Inleiding Op 6 september 2010 heeft u de startnotitie voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West vastgesteld als leidraad. Dit was vooral een procesmatig plan van aanpak, waarin de nadruk werd gelegd op overleg en inspraak voor de formele procedure. Nu ligt er de Nota van Uitgangspunten, waarin de inhoudelijke hoofdlijnen beschreven worden. Tevens heeft u op 6 september 2010 reeds een aantal inhoudelijk punten vastgesteld, namelijk bestendiging van de agrarische sector, bescherming van landschap en mogelijkheden bieden voor recreatie en toerisme. Beoogd resultaat In hoofdlijnen de inhoudelijke uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West vaststellen. Kader Raadsbesluit van 6 september 2010. In hoofdstuk 4 worden de keuzes helder uiteengezet. Het accent ligt hierbij op de agrarische sector en recreatie. Een van de hoofdkeuzes is om onderscheid te maken tussen droogmakerijen (tussen Roelofarendsveen en Rijpwetering) en veenweiden (westen van Rijpwetering). In het veenweidegebied geldt een uitgebreider aanlegvergunningstelsel en wordt minder rechtstreeks mogelijk gemaakt. Argumenten De keuze om het accent te leggen op de agrarische sector en het mogelijk maken van recreatieve ontwikkelingen hangt samen met het feit dat de agrarische sector van groot economisch belang is en de drager van het landschap, dat de kracht van gemeente Kaag en Braassem is. Door voldoende mogelijkheden voor recreatie te scheppen, kan de gemeente hiervan profiteren.
Rv NvU Bp Kaag en Braassem West
5 september 2011
Pagina 1 van 2
Reden voor de zonering is het feit dat het veenweidelandschap cultuurhistorisch van grote waarde is (verkavelingspatronen), de natuurwaarden hoger zijn en de ontsluiting kwetsbaarder is (veel kronkelige doodlopende weggetjes). In de droogmakerijen spelen deze aspecten aanzienlijk minder. Draagvlak Diverse belangengroeperingen zijn uitgenodigd voor een overleg over de NvU. Het verslag van deze bijeenkomst is bijgevoegd. Tevens is bijgevoegd een samenvatting van de schriftelijke reacties met daarbij ons voorstel hoe hiermee om te gaan. De reacties geven echter geen aanleiding de NvU aan te passen. Financiële consequenties geen Communicatie Na vaststelling zal dit stuk ter informatie op de website gezet worden. Realisatie De NvU is vooral een document op hoofdlijnen. De vaststelling van de MRSV later dit jaar kan leiden tot (kleine) wijzigingen voor het bestemmingsplan. Ook tijdens de verdere inventarisatie en uitwerking van het bestemmingsplan kunnen op onderdelen aanpassingen nodig zijn of kan blijken dat maatwerk nodig is voor specifieke locaties. Verder zal uiteraard het bestemmingsplan aangepast worden naar aanleiding van de besluitvorming over de grenscorrectie met Teylingen. De voorbereidingen voor een eerste conceptbestemmingsplan zijn in volle gang. Op 23 en 24 augustus hebben er ook gesprekken plaatsgevonden met alle ondernemers uit het gebied over hun bouwvlakken en hun toekomstplannen. Planning is om eind 2011 het eerste concept gereed te hebben en te bespreken met de commissie ruimtelijke plannen. Na deze bespreking volgt een inloopavond over het concept en kan daarna iedereen (digitaal) reageren.
Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Rv NvU Bp Kaag en Braassem West
5 september 2011
Pagina 2 van 2
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; b e s l u i t:
de Nota van Uitgangspunten voor het Buitengebied Kaag en Braassem West vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Rb NvU Bp Kaag en Braassem West
5 september 2011
Pagina 1 van 1
Kaag en Braassem Buitengebied Kaag en Braassem West
Nota van Uitgangspunten
identificatie
planstatus
projectnummer:
datum:
188400.15941.00
10-08-2011
projectleider:
opdrachtgever:
mw. ing. M. Den Boer-Kolbeek
gemeente Kaag en Braassem
auteur(s):
mw. ing. M. Den Boer-Kolbeek
Inhoud 1. Inleiding 1.1. 1.2. 1.3.
blz. 5
Inleiding Ligging plangebied Leeswijzer
5 5 6
2. Waar gaat het over? 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
2.5.
7
Inleiding Landschap Cultuurhistorie Natuur 2.4.1. Ecologische Hoofdstructuur 2.4.2. Natuurwaarden Functionele beschrijving 2.5.1. Landbouw 2.5.2. Recreatie 2.5.3. Wonen 2.5.4. Niet-agrarisch bedrijven 2.5.5. Samenvatting
7 7 9 13 13 13 14 14 15 16 16 17
3. Welk beleid geldt er? 3.1. 3.2.
3.3.
3.4.
19
Inleiding Gemeentelijk beleid 3.2.1. Alkemade Landelijk Gebied West (vastgesteld in juli 2002) 3.2.2. Alkemade Landelijk Gebied Oost Plus (vastgesteld in 1998) 3.2.3. Bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude (vastgesteld 2008) 3.2.4. Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (ontwerpfase) Provinciaal en regionaal beleid 3.3.1. (Ontwerp) Agenda Landbouw (september 2010) 3.3.2. Structuurvisie Zuid-Holland (vastgesteld 2 juli 2010) 3.3.3. Verordening Ruimte (vastgesteld 2 juli 2010) en 1e herziening (februari 2011) 3.3.4. Landschapsontwikkelingsplan Rijn en Veenstreek (februari 2010) 3.3.5. Regionale Structuurvisie 2010-2020 Holland Rijnland Gemeentelijk sectoraal beleid 3.4.1. Nota recreatie en toerisme 2009 3.4.2. Welstandsnota 3.4.3. Paardenhouderijen 3.4.4. Beroep-aan-huis 3.4.5. Monumentenlijst 3.4.6. Gemeentelijk archeologie beleid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
19 20 20 21 22 23 25 25 26 30 32 32 33 33 33 33 33 34 34
188400.15941.00
2
Inhoud
4. Welke keuzes maken we? 4.1. 4.2.
4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7.
4.8.
Inleiding Agrarische sector 4.2.1. Verwachte ontwikkelingen 4.2.2. Ontwikkelingsruimte in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West Wonen Recreatie Niet-agrarische bedrijven Bescherming waarden Beleidsuitwerking op onderdelen 4.7.1. Maïs-/ruwvoederteelt 4.7.2. Verbetering van de productieomstandigheden voor agrarische bedrijven 4.7.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.7.4. Nevenfuncties voor agrarisch bedrijven 4.7.5. Vervolgfuncties voor agrarisch bedrijven Vertaling overig beleid 4.8.1. Verordening ruimte 4.8.2. Gebiedsaanwijzingen in provinciaal beleid 4.8.3. Vertaling sectoraal beleid
5. Hoe ziet het nieuwe plan er uit? 5.1. 5.2.
35
Inleiding Bestemmingen
35 35 35 37 41 42 42 43 46 46 46 47 48 50 52 52 52 54 57 57 57
Bijlagen: 1. Monumentenlijst. 2. Bedrijvenlijst.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3
Inhoud
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
4
Inhoud
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1. Inleiding
5
1.1. Inleiding Ondanks de ogenschijnlijke conserverende opgave voor het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West, waarbij het beleid van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude als uitgangspunt dient, moet er wel aandacht zijn voor de actualisatie van dat beleid en voor nieuwe thema's die voortkomen uit onder andere de provinciale structuurvisie en verordening en nog vast te stellen gemeentelijk beleid (zoals archeologiebeleid en Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie). Om inzicht te geven in de nog door de gemeente te maken (beleids)keuzes is dit Nota van Uitgangspunten opgesteld. Het Nota van Uitgangspunten levert na besluitvorming en in combinatie met het beleid uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West en dus de eerst aanzet voor de toelichting van het bestemmingsplan. Het Nota van Uitgangspunten is de eerste fase in het planproces van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied Kaag en Braassem West. Na bestuurlijke besluitvorming over het document wordt gestart met het opstellen van het conceptvoorontwerpbestemmingsplan. Het Nota van Uitgangspunten vormt dan de basis voor de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan. Kort gezegd wordt in dit Nota van Uitgangspunten inzichtelijk gemaakt: op welke wijze het bestaande en nieuwe beleid in het bestemmingsplan moet worden vertaald; welke beleidsinhoudelijke keuzes zijn gemaakt; op welke wijze het beleid kan worden vertaald in regels die voldoen aan de nieuwe standaarden (SVBP2008).
1.2. Ligging plangebied Op figuur 1.1 is aangegeven wat het plangebied is van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
6
Inleiding
1.3. Leeswijzer Het keuzedocument geeft: in hoofdstuk 2 een ruimtelijke en functionele beschrijving van het plangebied; als achtergrond en motivering voor de te maken keuzes; in hoofdstuk 3 een beeld van het actuele beleidskader (gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau); in hoofdstuk 4 een vertaling van de beleidsuitgangspunten van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en het overige relevante overheidsbeleid naar het plangebied van Kaag en Braassem West; in hoofdstuk 5 een vertaling naar de nieuwe standaarden (SVBP2008); er worden voorstellen gedaan als het gaat om de uitwerking van de nieuwe plansystematiek.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2. Waar gaat het over?
7
2.1. Inleiding In de (nog op te stellen) toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West wordt het beleid opgenomen voor dit buitengebied. Dit beleid is deels gebaseerd op het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude, maar zal op onderdelen verschillen. Dit heeft er mee te maken dat sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude het (hoger)overheidsbeleid gewijzigd is, maar ook omdat het plangebied van het bestemmingsplan Kaag en Braassem zijn eigen specifieke kenmerken en karakteristieken heeft. Dit Nota van Uitgangspunten geeft aan welke beleidsinhoudelijke keuzes zijn gemaakt of nog moeten worden gemaakt. Om deze keuzes beter te kunnen plaatsen of te motiveren, wordt in dit hoofdstuk een beschrijving gegeven van de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied.
2.2. Landschap De beschrijving van het landschap vindt in twee stappen plaats. Allereerst wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis. Vervolgens wordt ingegaan op de landschappelijke hoofdstructuur van de polders en de landschapstypen die daarin te herkennen zijn. Ontginningsgeschiedenis 1200: veenstromen zoals de Oude Ade en de Zijp met daarin een aantal natuurlijke meren. 1250-1300: verbreding waterlopen en eerste bemaling met molens. Eind Middeleeuwen: grote delen van het veenweidegebied werden afgegraven voor de stijgende vraag naar turf. Hierdoor ontstond in het westelijke deel van het plangebied een landschap vol plassen. 17e eeuw: begin van het droogmalen van veenplassen met verbeterde windmolens. Bij de ontginning werd een rationeel verkavelingssysteem (opstrekkende verkaveling) gehanteerd. In de oudere delen van het plangebied zijn de verkaveling en de perceelszone onregelmatiger. De drooggelegde polder ligt aanzienlijk lager dan de omringende bovenlanden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
8
-
Waar gaat het over?
18e en 19e eeuw: inpoldering van drooggemaakte gebieden op grote schaal. Dit nieuwe land werd rationeel verkaveld en hoofdzakelijk gebruikt voor weidebouw. Nieuwe boerderijen werden hoofdzakelijk langs de randen van de polders gesitueerd.
Landschappelijke hoofdstructuur Het plangebied is een waterrijk gebied dat deel uitmaakt van het Hollands Plassengebied en dat is gesitueerd in het Groene Hart van de Randstad. De bodem van veen heeft in dit gebied de verschijningsvorm van de plassen, droogmakerijen, de weilanden en de dorpen in grote mate bepaald. De Kagerplassen is een stelsel van 8 veenplassen verbonden via vele rietsloten en vaarten die als watersportgebied en visgrond wordt gebruikt. De structuur van de veenpolders (Vrouwe-Vennepolder, de Rode polder en de Blauwe polder) in het westelijk deel van het plangebied wordt nog steeds in grote mate beïnvloed door de oude veenstromen die het gebied dooraderen. De veenpolders zijn veengebieden die niet zijn uitgeveend maar tot graslanden zijn ontgonnen. Deze veenpolders worden ook aangeduid als bovenland, in tegenstelling tot de lager gelegen droogmakerijen. Langs de veenstromen zijn de dorpen Rijpwetering en Oud Ade ontstaan. Daartussen zijn veenpolders met een onregelmatige slagenverkaveling tot stand gekomen. In de oudste polder is er zelfs sprake van een blokverkaveling. De veenpolders zijn open tot tamelijk open van karakter met daarin verspreid liggende boerderijen, voorzien van een zware erfbeplanting. Molens en de kerktorens van Oude Ade en Rijpwetering zijn in dit open veenweidegebied opvallende oriëntatiepunten. Kenmerkend zijn de boerderijen met de voorgevel naar het water. Hieruit blijkt dat het vervoer in vroegere tijden voornamelijk over water plaatsvond. Pas later zijn de wegen in het plangebied aangelegd (soms aan de achterzijde van de boerderijen). De Drooggemaakte Veender- en Lijkerpolder en de Drooggemaakte Akkersloot-, Hertogs- en Blijverspolder zijn, zoals de naam al doet vermoeden, droogmakerijen. Deze polders zijn eens gebruikt voor veenwinning daardoor vernat en vervolgens weer droog gemalen. De droogmakerijen zijn op een zeer rationele wijze in slagen verkaveld. Opvallend is het niveauverschil tussen de polder en het boezempeil van ongeveer 3 m. Ook is er een behoorlijk niveauverschil tussen de droogmakerij en het bovenland (Vrouwe-Vennepolder). De polders zijn voornamelijk als grasland in gebruik. In de omgeving van Nieuwe Wetering liggen percelen met kassen. De polders zijn open van karakter. De boerderijen zijn aan de randen van de polder gesitueerd.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Waar gaat het over?
9
Overige relatief recent ontstane structuurbepalende elementen zijn de A4/HSL en de N445, die de oorspronkelijke landschappelijke patronen doorsnijden, het lintdorp Rijpwetering, gesitueerd langs de rand van het plangebied en het bos in het zuiden van het plangebied. Landschapskenmerken Het landschap kan onderverdeeld worden in drie deelgebieden. 1. de Kagerplassen (Kaagerpolder, Aderpolder, Buurterpolder): - onderdeel van Hollands-Utrechts veenweidegebied; - grote aantrekkingskracht op watersporters; - natuurwaarden in oeverranden en op eilanden; 2. het gebied ten westen van Rijpwetering (Polder Waterloos, Zweilanderpolder, Vrouwe Vennepolder, Roode Polder, Blauwe Polder, Hoogmadesche Polder, Drooggemaakte Akkersloot- Hertogs- en Blijverspolder): - vlak, open tot tamelijk open veenweidegebied; - verspreid liggende boerderijen met zware erfbeplanting; - veel brede sloten in een onregelmatige slagenverkaveling, met hier en daar vormen van blokverkaveling; - verspreid voorkomende molens; - voorkomen van woonboten in wateren; 3. het gebied ten oosten van Rijpwetering en de Ade (Drooggemaakte Veender- en Lijkerpolder): - laag gelegen, open poldergebied, zeer weinig wegen en bebouwing, overwegend grasland; - rationele slagenverkaveling in oost-westrichting, loodrecht op de bewoningsassen; - relatief hoge dijken aan de randen van de polders; - dichte bebouwing en beplanting van de lintdorpen Rijpwetering en Nieuwe Wetering; - verspreide beplanting langs de Ade; - verspreid voorkomende molens langs de boezemwateren.
2.3. Cultuurhistorie De waterhuishouding en bodemstructuur hebben in belangrijke mate de inrichting van het plangebied bepaald. Aan het verkavelingspatroon en het patroon van wegen, waterlopen, dijken en bebouwingslinten kan de ontginningsgeschiedenis van het plangebied worden afgelezen. De huidige patronen dateren deels nog uit de ontginningsfase. Daardoor vertegenwoordigen deze patronen een grote cultuurhistorische waarde. De cultuurhistorische waarden hangen nauw samen met de landschappelijke waarden. De cultuurhistorische waarden worden bepaald door de mate waarin het menselijk ingrijpen, door de geschiedenis heen, nog aan het landschap is af te lezen. In de vorige paragraaf is beschreven op welke wijze het plangebied is ontgonnen en wat daar nog van in het landschap is terug te vinden. Bescherming van de landschapswaarden zorgt indirect dus ook voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden. Cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS) De CHS-waardering van de provincie kent een driedeling: zeer hoge waarde, hoge waarde of redelijke hoge waarde. De waarde is bepaald door een beoordeling op de volgende criteria: gaafheid: als een indicatie voor herkenbaarheid van de historische ontwikkeling; samenhang/context: tussen de samenstellende onderdelen van een structuur; zeldzaamheid: bezien op provinciaal niveau.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
10
Waar gaat het over?
Bron: Provincie Zuid-Holland, Cultuurhistorische atlas.
Regioprofiel Het deel van het plangebied gelegen ten westen van de kern Rijpwetering is in de provinciale structuurvisie aangewezen als Topgebied cultuurhistorie en Kroonjuweel cultuurhistorie (zie ook blz 27). Alle topgebieden cultuurhistorie van Zuid-Holland zijn essentieel voor de identiteit en de herkenbaarheid van de provincie. Bovendien zijn hier de belangrijkste cultuurhistorische, landschappelijke en archeologische waarden van de provincie in onderlinge samenhang bewaard. Dat geldt in het bijzonder voor de kroonjuwelen. Daarom zijn de topgebieden en kroonjuwelen opgenomen op de kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie. Er is, afhankelijk van het karakter en de kwaliteit van ieder gebied, een onderscheid gemaakt in twee sturingsregimes: a. continuïteit van karakter (topgebieden); b. behoud van uitzonderlijke kwaliteit (kroonjuwelen). Met deze sturingsstrategie wordt aangegeven hoe de provincie in beginsel met ontwikkelingen wil omgaan wat betreft cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Waar gaat het over?
11
In het regioprofiel zijn richtlijnen opgenomen voor ruimtelijke ontwikkelingen met respect voor cultuurhistorische waarde in de betreffende gebiedseenheid. In de onderstaande tabel zijn de richtlijnen weergegeven. Tabel 2.1 Richtlijnen sturingsstrategie
gebiedseenheden
richtlijnen
continuïteit van karakter (topgebieden)
opstrekkende heerden langs de Oude Rijn
-
-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
behouden en versterken samenhang tussen het gerende verkavelingspatroon, smalle kavelsloten, weteringen en landscheidingskaden; bewaren van de visuele openheid; bij nieuwe ontwikkelingen de bestaande ruimtelijke eenheden − de polders met hun begrenzingen − als leidraad nemen.
188400.15941.00
12
Waar gaat het over?
sturingsstrategie
gebiedseenheden
richtlijnen
polderlinten
-
landscheidingskaden
-
behoud van de uitzonderlijke kwaliteit (kroonjuwelen)
Kagerplassen, molens en veenweidepolders
-
-
-
herkenbaar houden van de ruimtelijke structuur van kavels dwars op het bebouwingslint, variërend van haaks tot enigszins onder een hoek; vasthouden aan de ijle tot verspreide of dichte tot half open bebouwingsstructuur; continueren van de symmetrie of asymmetrie van het lint; koesteren van de bestaande onbebouwde kavels tussen de bebouwing; doorzetten van de bescheiden maat en schaal van de historische bebouwing aan het lint. behouden van het bestaande tracé; herkenbaar houden van het profiel; behouden zichtbaarheid in het landschap door een vrije ligging: geen bebouwing; handhaven van het groene karakter door de aanwezigheid van hakhout (knotwilgen). behouden en versterken van de samenhang tussen alle onderdelen binnen deze ruimtelijke eenheid; veenmeren, onregelmatig verkavelde veenweidepolders en molens; in stand houden van de markante hoogteverschillen tussen de veenstromen en het ingeklonken veenweidegebied; bewaren van de gave blokvormige verkaveling.
polderlinten
-
richtlijn continuïteit van karakter voor polderlinten, met aanvullend het: . behouden van de bestaande breedte en de opbouw van het profiel, de beplanting van wegen en waterlopen en monumentale bebouwing; . openhouden van de bestaande spaties in het lint.
eendenkooi
-
respecteren van de afpalingsrechten rond een eendenkooi, ruimtelijk betekent dit het vrij houden van bebouwing van het gebied rond de eendenkooi.
Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen Verspreid over het plangebied zijn gebouwen aanwezig met grote cultuurhistorische waarde. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in het plangebied. In het plangebied komen oude poldermolens voor die van cultuurhistorisch belang zijn. De molens zijn merendeel in de 18e eeuw gebouwd en zijn van het type wipmolen of grondzeiler. Naast de molen zelf is de molenbiotoop van belang, voor zover van invloed op het functioneren van de molen (windvang) en de belevingswaarde als monument. Archeologie Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zuid-Holland zijn slechts beperkte delen van het plangebied aangewezen als gebieden met een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische sporen. Op 23 mei heeft de gemeenteraad archeologiebeleid vastgesteld voor de gehele gemeente. Dit beleid wordt overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. In grote lijnen betekent dit dat voor de droogmakerijen een lage archeologische
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Waar gaat het over?
13
verwachting geldt. Vanaf gebieden groter dan 5 ha en waarbij dieper gegraven wordt dan 30 cm onder maaiveld is nader onderzoek nodig. De veenpolders hebben een middelhoge verwachting. Ingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 100 m2 vragen om nader onderzoek.
2.4. Natuur 2.4.1.
Ecologische Hoofdstructuur
De realisatie van de EHS is aangemerkt als een nationaal en provinciaal belang met als doel de bescherming, instandhouding en verdere ontwikkeling van de biodiversiteit. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De bescherming van deze waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader: het zogenaamde 'nee, tenzij'-regime. Dat betekent dat nieuwe plannen en projecten niet zijn toegestaan als deze een significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied, tenzij daarmee een groot openbaar belang gediend is en er geen reële alternatieven voorhanden zijn. In dat geval moet de schade zoveel mogelijk worden beperkt door het treffen van mitigerende maatregelen en moet de resterende schade worden gecompenseerd. Hiervoor is een ontheffing van Gedeputeerde Staten vereist. Naast het veiligstellen van de EHS heeft de provincie ook tot doel natuurwaarden buiten de Ecologische Hoofdstructuur veilig te stellen, zoals de belangrijke gebieden voor weidevogels en overwinterende ganzen met voortzetting van het huidige agrarisch grondgebruik. Het beleid richt zich dus met name op het behoud van de bestaande ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Deze kwaliteiten zijn in dit gebied met name de openheid, het waterrijke karakter en grasland. Delen van de Kagerplassen en het Braassemermeer maken deel uit van de EHS. Evenals delen van de oevers van de Wijde Aa en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. De Wijde Aa en Leidsche Vaart vormen ook een ecologische verbindingszone. Grote delen van het buitengebied van Kaag en Braassem zijn aangemerkt als belangrijk weidevogelgebied.
Bron: geo-loket provincie Zuid-Holland.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
14
Waar gaat het over?
2.4.2.
Natuurwaarden
De natuurwaarden in het plangebied zijn over het algemeen hoog, met name wat betreft weidevogels en sloot- en oevervegetaties. Deze natuurwaarden hangen nauw samen met het agrarisch grondgebruik en de aanwezigheid van de plassen. De in het plangebied voorkomende graslandvegetaties zijn kenmerkend voor vochtige, voedselrijke milieutypen met intensief agrarisch grondgebruik. Dergelijke voedselrijke vegetaties zijn vaak weinig divers en worden overheerst door een klein aantal snelgroeiende soorten. De grote mineralenoverschotten in de landbouw hebben ertoe geleid dat deze voedselrijke milieutypen sterk overheersen. In een aantal sloten en oevers zijn plaatselijk nog soortenrijke vegetaties aanwezig die kenmerkend zijn voor natte tot vochtige voedselarme milieutypen. In vergelijking tot omliggende regio's is het plangebied van relatief grote betekenis voor weidevogels en doortrekkende en overwinterende vogels. Behalve de natuurwaarden zijn ook de ecologische relaties met aangrenzende gebieden van belang. Het betreft hier onder andere het aangrenzende weide- en plassengebied van de Kaag en het water en de oevers van de Wijde Aa. In de polders broeden soorten als kievit, grutto, tureluur en scholekster. De weilanden bieden foerageergebied aan bijvoorbeeld nijlgans, grauwe gans, wilde eend en bergeend. Langs de (riet)oevers worden soorten als kleine karekiet, bosrietzanger, putter, rietgors en groenling waargenomen. Het buitengebied van Kaag en Braassem is daarnaast jachtgebied voor onder andere de bruine kiekendief en buizerd. In het gebied komen diverse kleine zoogdieren voor, zoals mol, egel, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, veldmuis, bosmuis, rosse woelmuis, hermelijn, wezel, haas en konijn. Daarnaast is het gebied rijk aan amfibieën en vissen. In het plangebied komen in ieder geval bruine kikker, middelste groene kikker, kleine watersalamander, gewone pad, kleine modderkruiper en bittervoorn voor. Mogelijk dat ook zwaar beschermde amfibieën als rugstreeppad en poelkikker voorkomen. De waterpartijen en lijnvormige watergangen bieden foerageergebied en vliegroutes aan vleermuizen, zoals de laatvlieger, gewone dwergvleermuis, watervleermuis en meervleermuis.
2.5. Functionele beschrijving 2.5.1.
Landbouw
De grootste productietak in het plangebied is de grondgebonden veehouderij. Verspreid liggend in het plangebied komen nog enkele sierteeltpercelen voor. Ten oosten van de Korte Oostweg liggen nog enkele glastuinbouwbedrijven, deze maken echter geen deel uit van het plangebied. Ondergeschikt aan de hoofdfunctie komt intensieve veehouderij (varkens) als neventak voor. De onderstaande tabel laat een afname zien van het totaal aantal agrarische bedrijven binnen het plangebied. De kleine toename van het aantal bedrijven met paarden en pony's is te verklaren, gezien de landelijke trend van een toename van het aantal paardenpensions en paardenhouderijen in het landelijk gebied.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Waar gaat het over?
Tabel 2.2
15
Aantal agrarische bedrijven per productietak (voormalige gemeente Alkemade)
landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik akkerbouw tuinbouw open grond
2007 -
2008 5
59
53
120
115
tuinbouw overig (Bollenbroei)
46
30
graasdieren (rundvee)
48
45
tuinbouw onder glas
graasdieren (geiten)
9
8
graasdieren (paarden en pony's)
7
10
hokdieren (varkens) totaal aantal landbouwbedrijven
5
5
182
179
Bron : CBS Statline
2.5.2.
Recreatie
Het plangebied vormt een recreatief aantrekkelijk fiets- en wandelgebied. Met name het westelijke deel van de gemeente is in recreatief opzicht van belang als stedelijk uitloopgebied voor de Leidse agglomeratie. De recreatieve kwaliteit van het gebied wordt met name bepaald door de belevingswaarde van het vlakke, open weidelandschap met veel wateren (sloten, vaarten en plassen), natuurwaarden en cultuurhistorisch waardevolle elementen, zoals molens. Door het plangebied lopen twee ANWB-fietsroutes. Aan de recreatieve fiets- en wandelroutes zijn enkele visplekken en picknickplaatsen verbonden. In het plangebied zijn geen ruiterpaden aanwezig. Zowel de Kagerplassen als het Braassemermeer maken deel uit van doorgaande routes voor de recreatietoervaart. Het Braassemermeer vormt bovendien een schakel in de zogenaamde 'staande-mastenroute', de enige route waarlangs zeilschepen met een staande mast van 30 m binnendoor tussen de delta en het IJsselmeer kunnen varen. Water- en oeverrecreatie vindt verder verspreid plaats langs de Wijde Aa, de Ade en op de Kagerplassen. De vele watergangen zijn grotendeels geschikt voor roeien, kanoën, schaatsen en vissen. De recreatieve mogelijkheden binnen het plangebied concentreren zich in 4 gebieden. 1. Boekhorsterweg in Oude Ade: Langs de Broekhorsterweg bevindt zich een concentratie van kampeerterreinen, jachthavens en een horecagelegenheid, zoals camping en jachthaven Spijkerboor, camping de Boekhorst, camping 't Haasje en restaurant en zalencentrum de Meerhoeve. Op dit moment behoren de campings nog tot de gemeente Kaag en Braassem, maar per 1 januari 2012 vallen de campings onder de gemeente Teylingen. Dat deel zal dan ook niet worden meegenomen in het bestemmingsplan. 2. Vennemeer: Aan het Vennemeer ligt een jachthaven met clubhuis en de Brasserie Vennemeer met een terras aan het water. De jachthaven biedt plaats aan zeil- en motorschepen tot maximaal circa 15 m lang en met een diepgang tot circa 2 m. Verder zijn er vlonders en steigers voor handzame zeilbootjes, rubberboten en zeilplanken. 3. Koppoel:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
16
4.
Waar gaat het over?
Aan de Koppoel liggen meerdere jachthavens, onder andere jachthaven de Koppoel, Marina jachthaven Zoetemelk en zonen , het café de Vergulde Vos en bed & breakfast de Hertog-Inn. Keverhaven: Aan de Keverhaven ligt een passantenhaven zonder verdere voorzieningen. De wens is om hier een zeilschool te beginnen.
Recreatieve woonschepen en afzonderlijke zomerhuisjes In de Oude Ade bij Zevenhuizen is een groot aantal (recreatieve) woonschepen afgemeerd. Bij het Vennemeer komen ook zomerhuisjes en woonschepen voor. Ook in de Koppoel is een groot aantal woonschepen gelegen. Op enkele oeverlandjes langs de Koppoel worden in de zomerperiode caravans geplaatst. Ten slotte komen verspreid zomerhuisjes voor, vooral bij enkele agrarische bedrijven. Overige recreatieve voorzieningen In de Drooggemaakte Akkersloot-, Hertogs- en Blijverspolder bevindt zich een sportpark. Het Ghoybos in het zuiden van het plangebied heeft een beperkte dagrecreatieve functie. Op enkele plaatsen komen (kleinschalige) volkstuinencomplexen voor. Ten slotte worden de verschillende horecagelegenheden genoemd, gekoppeld aan andere recreatieve voorzieningen (jachthaven, campings, etc.).
2.5.3.
Wonen
De meeste niet-agrarische woningen bevinden zich in de bebouwingslinten, zoals de Boekhorsterweg, de Zwarteweg en de Poeldijk. Voor een deel zijn dit voormalige agrarische bedrijfswoningen. Op sommigen locaties zijn in het verleden nieuwe niet-agrarische woningen gebouwd. De toename van het niet-agrarisch wonen (door het beëindigen van agrarische bedrijven) heeft een aantal ruimtelijke consequenties. Het gebruik en het uiterlijk van gebouwen verandert, dat geldt ook voor de tuin en het erf. Schuren die niet meer in gebruik zijn raken in verval als onderhoud (in verband met kosten) achterwege blijft. Typisch agrarische elementen verdwijnen om plaats te maken voor burgervoorzieningen, zoals paardenbakken. Het agrarische karakter van het landelijk gebied verandert daardoor. Daarnaast kunnen nieuwe woonfuncties (in voormalige) boerderijen omliggende agrarische bedrijven in hun ontwikkelingsruimte belemmeren. Een positief aspect van het vestigen van een woonfunctie in een voormalige boerderij is dat de bestaande bebouwing en beplanting veelal in stand blijft c.q. wordt opgeknapt. Met name bij karakteristieke bebouwing is dat van belang.
2.5.4.
Niet-agrarisch bedrijven
In bijlage 2 is een lijst opgenomen met de in het plangebied gelegen bedrijven. De niet-agrarische bedrijven komen verspreid in het plangebied voor. Het betreft aannemers-, sloopwerken- en loonbedrijven, een handelsbedrijf in auto's en motorfietsen, een reparatie- en servicebedrijf, goederenwegvervoerbedrijven, verhuurbedrijf voor machines en werktuigen, verschillende opslagactiviteiten (caravans etc.) en een jachtwerf. De mate en de aard van milieuhinder van nietagrarische bedrijven kan in beeld worden gebracht aan de hand van een zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar op-
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Waar gaat het over?
17
klimmende belasting voor het milieu. De bedrijven in het plangebied behoren overwegend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 2). Het composteringsbedrijf aan de Lange Dwarsweg behoort tot categorie 4+ van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 2).
2.5.5.
Samenvatting
Het landschap in het plangebied ontleent zijn waarden vooral aan het grotendeels open en aaneengesloten graslandgebied (veenweidegebied, droogmakerij), de kenmerkende hoogteverschillen tussen polders en droogmakerijen, en aan sloten-, kavel- en wegenpatronen. De landschapsstructuur hangt samen met het agrarisch gebruik van de gronden. De natuurwaarden in het plangebied betreffen vooral sloten en oevers met vegetaties van vochtige, relatief voedselarme milieus en gebieden met een hoge dichtheid aan weidevogels en overwinteraars. Daarnaast zijn de ecologische relaties met het aangrenzende weide- en plassengebied van de Kaag van belang, alsmede water en oevers van de Wijde Aa. Ook deze waarden zijn onlosmakelijk verbonden met de abiotische omstandigheden. Vanwege de belangrijke landschappelijke en natuurwaarden is het plangebied voorts aantrekkelijk voor verschillende vormen van recreatie. Deze recreatieve betekenis hangt vooral samen met de mogelijkheden die het gebied biedt voor watersport, wandelen en fietsen. De recreatiefunctie vormt een belangrijke economische pijler van het gebied. Behoud en ontwikkeling van de recreatieve functie is daarom gewenst, mede als bron voor neveninkomsten voor veehouderijbedrijven in kwetsbare gebieden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
18
Waar gaat het over?
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3. Welk beleid geldt er?
19
3.1. Inleiding De gemeente heeft ervoor gekozen om het beleid voor het gehele buitengebied op elkaar af te stemmen. Het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude dat voor de gemeentelijke herindeling is opgesteld dient hierbij als uitgangspunt. Dit plan geeft een ruimtelijke visie en bijbehorende uitgangspunten voor de ontwikkeling van het buitengebied. Het plan is echter nog niet opgesteld conform de eisen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ook zijn na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan buitengebied Jacobswoude de provinciale structuurvisie en verordening Ruimte vastgesteld. Dit betekent voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West dat: de planuitgangspunten uit de vigerende plannen die nog steeds actueel zijn weer worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan; bezien moet worden op welke wijze de beleidsuitgangspunten uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude vertaald kunnen worden naar het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West; waar het beleid geactualiseerd dient te worden vanwege nieuwe (hoger) overheidsbeleid. Om het bovenstaande uit te kunnen werken is eerst inzicht nodig in de inhoud van de vigerende bestemmingsplannen en het nieuwe (hoger) overheidsbeleid. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de beleiduitgangspunten uit de vigerende bestemmingsplannen en uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Tevens wordt een overzicht gegeven van nieuw (hoger) overheidsbeleid voor het buitengebied van Kaag en Braassem West. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: regionaal beleid: dit beleid geeft een ontwikkelingsrichting van het plangebied in een grotere context en op hoofdlijnen weer. Dit beleid is vastgesteld door de gemeenteraad en vormt dan ook het beleidskader voor nieuw op te stellen gemeentelijke ruimtelijke plannen; provinciaal beleid: in de structuurvisie wordt door de provincie aangegeven welke visie zij hebben op het landelijk gebied. Gemeenten dienen in hun beleidsdocumenten aan te geven op welke wijze zij met het provinciaal belang rekening hebben gehouden. Indien goed gemotiveerd is het mogelijk van het provinciaal beleid af te wijken. Dit geldt echter niet voor de regels die zijn vastgelegd in de provinciale verordening, die zijn bindend en dienen in het bestemmingsplan te worden vertaald; gemeentelijk beleid: het bestemmingsplan maakt onderdeel uit van het gemeentelijk beleid. Sectoraal gemeentelijk beleid wordt doorvertaald in het bestemmingsplan. De gemeenteraad kan uiteraard beleid gewijzigd vaststellen indien daar aanleiding toe is; gemeentelijk sectoraal beleid: in het sectorale beleid wordt aangeven welk beleid er geldt ten aanzien van sectorale aspecten zoals water, natuur en recreatie. Dit beleid op
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
20
Welk beleid geldt er?
onderdelen, dat door de gemeenteraad is vastgesteld dient een vertaling te krijgen in het bestemmingsplan. Uiteraard staat het de gemeenteraad vrij om in het kader van het bestemmingsplan hier anders over te beslissen.
3.2. Gemeentelijk beleid 3.2.1.
Alkemade Landelijk Gebied West (vastgesteld in juli 2002)
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied West omvat het buitengebied van de voormalige gemeente Alkemade ten westen van de kern Rijpwetering. Zonering In het bestemmingsplan is het betreffende plangebied in drie deelgebieden opgedeeld, waarover het volgende is opgenomen. Deelgebied 1: Primair agrarisch gebied, gelegen ten oosten van de kern Oude Ade en het Hertogspark in Rijpwetering: het grondgebruik wordt hier voor een belangrijk deel bepaald door de tuinbouw en volkstuinen; de aanwezige natuur- en landschapswaarden zijn zeer beperkt. Verschillende agrarische ontwikkelingen kunnen hier plaatsvinden. Bovendien speelt mee dat dit deelgebied is gelegen tussen de bebouwing van Oud-Ade en Rijpwetering. Het karakter van het gebied wordt sterk door deze bebouwing en het sportpark bepaald. Deelgebied 2: gebieden met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden, de grotere wateren langs de randen van het plangebied (Koppoel en Vennemeer) en de oevers: gebieden die gecombineerde functies vervullen, die in onderlinge samenhang bepalend zijn voor het beleid; de waterstaatkundige functie is vanwege de grote belangen primair; wat betreft de recreatieve waarde gaat het met name om het gebruik voor de recreatievaart; de natuurwaarden hebben vooral betrekking op de vegetatie van de oevers en de betekenis voor wintervogels, naast het belang als verbindingszone. Deelgebied 3: Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden, het gehele plangebied met uitzondering van de deelgebieden 1 en 2: in het grootste deel van deze zone is de grondgebonden veehouderij de enige agrarische grondgebruiksvorm met ontwikkelingsperspectief; de ecologische waarde van dit deelgebied is groot; de grondgebonden veehouderij is de productietak bij uitstek die kan bijdragen aan behoud en herstel van de kenmerkende natuur- en landschapswaarden van het (veen)weidegebied;
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
-
-
21
in een klein deel van deze zone komen thans op een beperkte oppervlakte andere grondgebruiksvormen voor (tuinbouw op open grond); in dit deelgebied kunnen zich recreatieve functies, zoals wandelen, fietsen en kleinschalige verblijfsrecreatie, optimaal ontwikkelen, verweven met agrarische bedrijfsvoering (grondgebonden veehouderij). Dergelijke ontwikkelingen mogen echter geen belemmeringen vormen voor de agrarische hoofdfunctie en ook geen schade toebrengen aan natuur, landschap en milieukwaliteit; op beperkte schaal kunnen zich ook nog andere functies ontwikkelen. In dat kader wordt gedacht aan woonfuncties en bedrijven in de lagere hindercategorieën, die gebruikmaken van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen of worden gecombineerd met (in casu) grondgebonden veehouderij.
3.2.2.
Alkemade Landelijk Gebied Oost Plus (vastgesteld in 1998)
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied Oost Plus omvat het buitengebied van de voormalige gemeente Alkemade ten oosten van de kern Rijpwetering, alsmede het gebied aan de Kagerplassen. In het bestemmingsplan is het gebied opgedeeld in twee zones: 1. Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden: - de grondgebonden veehouderij (rundveehouderij) is hier de enige gebruiksvorm met ontwikkelingsperspectief. Tevens de enige productietak die kan bijdragen aan behoud en herstel van de kenmerkende natuur- en landschapswaarden (ook het cultuurhistorisch waardevolle weidelandschap); - dempen van sloten en ruwvoederteelt aan aanlegvergunning gekoppeld om het waardevolle weidevogelgebied en sloot- en oevervegetaties te beschermen; - ontwikkeling van kleinschalige verblijfsrecreatieve functies (kamperen bij de boer, bed & breakfast), bij grondgebonden rundveehouderijbedrijven; - verblijfsaccommodaties in de vorm van zomerhuizen en permanente ligplaatsen voor woonschepen en pleziervaartuigen worden aan de kwetsbare oevers langs het water aan de noordzijde en in de noordwesthoek van het plangebied als niet passend ervaren; - in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen worden nieuwe functies zoals wonen en bedrijven in de lagere hindercategorieën toegestaan. 2. Gebied met primair natuur- en landschapswaarden: - het betreft hier stabiliteit behoevende functies zoals water/plassen (onder andere Wijde Aa, Ade en Kagerplassen), oevers en moerasbos, alsmede een klein oppervlakte grasland; - agrarisch en recreatief medegebruik (onder andere watersport) zijn hier mogelijk; - ingrepen die de natuur- en landschapswaarden schade toebrengen, zijn hier verboden (slootdemping, ruwvoederteelt en aantasting van oeverlanden).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
22
Welk beleid geldt er?
3.2.3.
Bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude (vastgesteld 2008)
Het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Jacobswoude is nog zeer recent vastgesteld. In dit bestemmingsplan is beleid opgenomen ten aanzien van de bescherming van waarden, de ontwikkelingen in de agrarische sector alsmede voor niet-agrarische functies. Om het beleid binnen de nieuwe gevormde gemeente Kaag en Braassem op elkaar af te stemmen is ervoor gekozen beleidsmatig zoveel mogelijk aan te sluiten bij dit bestemmingsplan. Het plangebied omvat het gehele buitengebied van de voormalige gemeente Jacobswoude met uitzondering van de kernen Hoogmade, Woubrugge, Rijnsaterwoude en Leimuiden. In het bestemmingsplan is de volgende zonering opgenomen. 1. Zone AO: Agrarisch gebied met waardevolle openheid: - deze zone omvat het grootste deel van het plangebied; - grootschalig, weids agrarisch gebied door het nagenoeg ontbreken van bebouwing in de polders; - deze zone wordt gekenmerkt door divers agrarisch grondgebruik (met name akkerbouw en vollegrondstuinbouw) en landschappelijke openheid; - het gebied wordt op rationele wijze doorsneden door diverse wegen, wateren en lintbebouwing (Rijnsaterwoude en langs de Drecht en Woubrugge); - zoveel mogelijk ruimte aan ontwikkeling van grondgebonden landbouw, vormt randvoorwaarde voor behoud openheid; - nieuwvestiging van agrarische bedrijven onder voorwaarden mogelijk; - behoud en ontwikkeling recreatieve functie binnen de agrarische bestemming. 2. Zone ALN: Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden: - deze zone omvat het gebied ten zuiden van de Kerkweg, ten zuiden van het Braassemermeer en delen van de Wijde Aa; - bestaat uit polders die deel uitmaken van het veenweidelandschap en de weidegebieden uit een deel van de polder Oudendijk, de Zwetpolder en een deel van de Polder Vierambacht; - deze zone wordt gekenmerkt door een mix van agrarische, landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden; - de openheid en het verkavelingspatroon vormen de belangrijkste landschappelijke kenmerken, de natuurwaarden bestaan uit de aanwezigheid van weidevogels, oeveren slootvegetaties; - behoud en ontwikkeling grondgebonden veehouderij in combinatie met ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden; - agrarische activiteiten afweegbaar vanwege mogelijke bedreiging voor natuur- en landschapswaarden. 3. Zone AGL: Agrarisch gebied, glastuinbouw: - deze zone betreft het glastuinbouwgebied ten westen van Woubrugge. 4. Zone N: Gebied met natuurwaarden: - deze zone beslaat de bestaande natuurgebieden langs de Wijde Aa en de Braassemermeer; - betreft voornamelijk de oevers, inclusief een aantal eilandjes. Hier komen onder meer extensief beheerde weilanden (onder meer hooilanden), oeverlandjes, rietvelden, moerasbossen en stukken dijk met ruigte voor; - gebieden zijn tevens van belang voor de waterrecreatie in de vorm van enkele jachthavens/aanlegvoorzieningen; - beleid uitsluitend gericht op de functie natuur; - ingrepen met een nadelig effect op de functie natuur worden niet toegestaan.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
23
5.
Zone Westerdijk: - deze zone betreft het bebouwingslint Westerdijk; - gelegen binnen de rode contour; - sterk gemengde functies (wonen, kleinschalige bedrijvigheid, jachtwerven, agrarische bedrijven tot industriële bedrijvigheid; - beleid gericht op afbouwen grootschalige bedrijvigheid; - combineren van kleinschalige bedrijven gericht op watersport en dag- en verblijfsrecreatie met wonen.
6.
Zone Drechtoevers: - deze zone beslaat de zone rond de Drecht tussen Leimuiden en Bilderdam, inclusief de bijbehorende oevers en bebouwing; - een cultuurhistorisch waardevol bebouwingslint aan weerszijde van de Drecht; - naast de cultuurhistorische waarde van het gebied, herbergen de oeverlanden ook natuurwaarden; - bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit burgerwoningen waartussen zich de oeverlanden bevinden; - beleid is sterk conserverend en gericht op behoud van cultuurhistorische en natuurwaarden.
3.2.4.
Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (ontwerpfase)
De gemeente Kaag en Braassem staat de komende jaren voor een aantal omvangrijke en complexe vraagstukken. Zo neemt de vergrijzing en ontgroening steeds grotere vormen aan met als gevolg het verdwijnen van draagvlak voor voorzieningen. Ook verandert het landschap onder druk van infrastructuur en verstedelijking. Dit soort vraagstukken vraagt om een heldere visie. Tegelijkertijd doen zich kansen voor die benut kunnen worden. Zo kenmerkt de gemeente Kaag en Braassem zich door een enorme rijkdom aan landschappelijke en cultuurhistorische waarden en is de ligging in het Hollandse Plassengebied uniek. Het doel van het opstellen van deze Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie is, om de vraagstukken en kansen integraal in beeld te brengen en te gebruiken als bouwstenen voor een helder toekomstperspectief.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
24
Welk beleid geldt er?
In de Maatschappelijke Ruimtelijke structuurvisie komen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde. Visie op het landschap Het open agrarisch landschap kan uitsluitend behouden blijven als dit hoofdzakelijk in gebruik blijft als landbouwgrond. De landbouw heeft in de diepe droogmakerijen nog toekomst. De kavels zijn groot en er zijn voldoende mogelijkheden voor schaalvergroting. De omstandigheden in de veenpolders zijn voor de agrarische sector een stuk minder voordeling vanwege de hoge waterstanden. Het gebied is cultuurhistorisch zeer waardevol, behoud van het kavel- en slotenpatroon staat hier voorop. Verbreding van de agrarische sector kan zorgen voor een goede mix tussen natuurbeheer, recreatie en landbouw. Voor de plassen en meren in Kaag en Braassem wordt ingezet op een verdere profilering. Enerzijds het meer verstedelijkte, drukke Braassemermeer, anderzijds de meer rustige en natuur- en landschapsgeoriënteerde plassen zoals Hanepoel, Kiekpoel en de Drecht. Economische zaken Glastuinbouw krijgt van de gemeente de ruimte om uit te groeien tot innovator in relatie tot duurzaamheid, recreatie en wonen. Kaag en Braassem zet zich proactief in voor het zoeken naar en creëren van ruimte voor intensivering van glastuinbouwgebieden in Roelofarendsveen, Nieuwe Wetering, Oude Wetering en Woubrugge. Kaag en Braassem zet zich de komende jaren in voor het versterken van de woon-werkbalans door het (planologisch) stimuleren van kansrijke economieën met als doelstelling meer arbeidsplaatsen per woning. Het platteland krijgt de ruimte om in te spelen op dagrecreatie en kleinschalige recreatie. Zo kan de agrarische sector zich economisch versterken. Recreatie en Toerisme Kaag en Braassem geeft de agrariërs in het buitengebied graag de ruimte om in te spelen op dagrecreatieve en kleinschalige verblijfsrecreatie. In het bijzonder de bedrijven langs de recreatieve hoofdstructuur Does, Wijde Aa, Braassemermeer, Leidse vaart en Drecht. Kaag en Braassem zet in op uitbreiding en intensivering van recreatie bij en in aansluiting op bestaande concentraties bebouwing langs de oevers van de plassen, zoals bij het Vennemeer, Kaag en Rijpwetering. Door bewust te kiezen voor intensivering van de recreatieve activiteiten waar dit mogelijk is, kan het overige veenpolderlandschap worden behouden voor extensieve vormen van recreatie. Kaag en Braassem zet in op het creëren van voorzieningen voor de watersporter/recreant door onder andere het integraal ontwikkelen en onderhouden van passantenplaatsen, recreatieplekken langs het water en het toegankelijk maken van en het vergroten van de interactie tussen water en land. Kaag en Braassem zet in op een aantrekkelijke stadsrandzone door ruimte te bieden aan recreatieve bedrijvigheid. Er wordt gestreefd naar goede cultuurhistorische en recreatieve informatievoorziening, goede bereikbaarheid en toegankelijkheid tussen stad en land door onder andere de aanleg van nieuwe fietspaden. Een belangrijke impuls hiervoor kan het ontwikkelen van natuur-/recreatiegebieden zijn. Het gaat hier dan vooral om de agrarisch minder aantrekkelijke gebieden, zoals bijvoorbeeld de Leendert de Boerspolder. In het veenpolderlandschap zullen deze natuur-/recreatiegebieden vooral gericht zijn op natuur met extensieve recreatie. Aansluitend aan stedelijke gebieden/dorpen zijn ze juist meer gericht op recreatie en de daarbij behorende voorzieningen, zoals restaurant en parkeergelegenheid. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van ’t Goybos. De gemeente zet in het buitengebied in op kleinschalige recreatieve bestemmingen.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
25
3.3. Provinciaal en regionaal beleid 3.3.1.
(Ontwerp) Agenda Landbouw (september 2010)
Met deze Agenda Landbouw geeft de Provincie Zuid-Holland de aanzet voor een provinciaal landbouwbeleidskader tot 2025. De provincie doet met de Agenda tevens voorstellen voor een aantal maatregelen op korte termijn en biedt een stimuleringsprogramma aan. De maatregelen zijn met name gericht op versterking van de landbouwstructuur en richten zich vooral op het gebied van ruimtelijke ordening. De Agenda richt zich op de grondgebonden landbouw, die voor het overgrote deel kan worden gevat onder de deelgebieden melkveehouderij en akkerbouw. Het plangebied is gelegen in de zones: landbouw onder invloed van de stad (blauw); landbouwgebieden met een opgave (oranje). Landbouw onder invloed van de stad Het westelijke deel van het plangebied valt onder deze zone. Deze gebieden hebben een hoge prioriteit om de regionale markt te gebruiken voor de afzet van (specialistische) producten en diensten. Het landschap bij de stad is de ruimte waarin recreatie, cultuurhistorie, biodiversiteit en landbouw elkaar ontmoeten. De nabijheid van een grote stedelijke markt biedt specifieke kansen en uitdagingen voor de ontwikkeling van de landbouw. Beleidslijnen zijn: Ruimte bieden voor bouwpercelen (bouwsteden) van maximaal 2 ha. Ook in agrarische gebieden bij de stad is schaalvergroting mogelijk. Een bouwstede van twee hectare volstaat ruimschoots voor bedrijven van ongeveer 200 melkkoeien, de benodigde machineloodsen en een bedrijfswoning. Deze maat verhindert aan de andere kant de komst van extreem grote gebouwen als megastallen. Bij deze maatvoering wordt inpassing van gebouwen in het landschap mogelijk geacht binnen de kaders van de gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit en regioprofielen (kroonjuwelen en topgebieden) Cultuurhistorie. Dempen van dwarssloten vergunningvrij maken voor aspect landschap. Dwarssloten leiden tot meer arbeid bij het maaien en tot meer transportbewegingen in de weilanden. Voor het in stand houden van de landschappelijke kernkwaliteiten zijn de dwarssloten niet essentieel. Op dit moment is volgens de landschapsverordening VBNL een ontheffing nodig voor slootdempingen in verbodsgebieden. Voor dwarssloten zal deze ontheffing niet langer vereist zijn. Dit doet niets af aan de vereiste van andere vergunningen of ontheffingen (bijvoorbeeld vanuit de Keur van het Waterschap of voor gebruik van bepaalde materialen). Landbouwgebieden met een opgave Het oostelijke deel van het plangebied valt onder deze zone. Dit zijn gebieden waar de huidige of toekomstige omstandigheden zullen leiden tot lagere productiviteit en rendabiliteit. In de veenweidegebieden komt dit door het voortdurend blijven dalen van de bodem. In de droogmakerijen vormt het grondwater een bedreiging. Het grondwater dient weggepompt te worden naar het boezemsysteem om de polder droog te houden, hetgeen leidt tot verzilting van de bodem. Voor de 'landbouwgebieden met een opgave' ligt er een transformatieopgave.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
26
Welk beleid geldt er?
Deze transformatie kan een andere vorm van landbouw inhouden (meer rendement), maar ook een overgang naar andere functies. Beleidslijnen zijn: ruimte bieden voor bouwpercelen (bouwsteden) van maximaal 2 ha; vanuit dezelfde gedachte als voor Landbouw onder invloed van de stad; dempen van dwarssloten vergunningvrij maken voor aspect landschap; vanuit dezelfde gedachte als voor Landbouw onder invloed van de stad. In de Agenda landbouw zijn regels opgenomen ten aanzien van de teelt van maïs/ruwvoeder. De provincie regelt: a. (oranje) voor de kwetsbare veenweidegebieden zoals opgenomen op de Maïs/ruwvoederkaart Provinciale Structuurvisie dat 0% maïs/ruwvoeder is toegestaan, teneinde de bodemdaling tegen te gaan; b. (geel) voor de overige (minder kwetsbare) veengebieden alsmede landgoederenlandschap zoals aangeduid op de kwaliteitskaart van de PSV mag op maximaal 20% van de bedrijfsoppervlakte ruwvoerteelt plaatsvinden. Dit percentage wordt gesteld om landschappelijke redenen, natuurwaarden (weidevogels) en een (beperkt) positief effect op nog aanwezige bodemoxidatie. Gemeenten kunnen een uitzondering maken voor ondernemers in kwetsbare gebieden die aan kunnen tonen dat de teelt op zodanige wijze plaatsvindt dat dit geen invloed heeft op de bodemdaling.
3.3.2.
Structuurvisie Zuid-Holland (vastgesteld 2 juli 2010)
In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De provincie Zuid-Holland wil dat de afwisseling in landschappen en de kenmerkende waardevolle landschappen behouden blijven. Op grond van de verschillen in bodem, ontstaansgeschiedenis, het huidige gebruik en de verschijningsvorm is een onderscheid gemaakt. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen bijvoorbeeld de identiteit van gebieden versterken door oude verkavelingspatronen zichtbaar te maken. Op de kwaliteitskaart is een verzameling van kenmerkende landschapselementen aangegeven die in veel van de landschappen het beeld mede bepalen. Voor het plangebied betreft het de volgende landschappen. Droogmakerijenlandschap: droogmakerijen zijn ontstaan door (delen van) meren en plassen in het veengebied te bedijken en leeg te malen. Het landschap is visueel open, met een regelmatig, bedacht patroon van weiden en akkers en ligt gemiddeld enkele meters lager dan de omgeving. Veenweidelandschap: karakteristiek zijn de verschillende (regelmatige) verkavelingspatronen met smalle kavels en veel sloten met hoog waterpeil en de aanwezigheid van kades, lintdorpen, oude
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
27
dorpskernen, kronkelende veenriviertjes, openheid, grasland, vee, (weide) vogels, en hier en daar rietlanden en moeras.
Cultuurhistorie is een van de dragers van ruimtelijke kwaliteit. De opgave voor het ruimtelijk beleid is om vanuit een integraal perspectief: te bevorderen dat cultuurhistorisch waardevolle structuren, complexen, ensembles en elementen behouden blijven; te bevorderen dat de cultuurhistorie kan worden beleefd en bijdraagt aan de recreatief toeristische kwaliteit van het landelijk gebied. Binnen de provincie ligt hierbij het accent op die gebieden en structuren waar cultuurhistorische waarden in hoge mate voorkomen. Dit betreft de zogeheten topgebieden en kroonjuwelen cultureel erfgoed. Beide zijn weergegeven op de kwaliteitskaart.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
28
-
-
Welk beleid geldt er?
Cultureel erfgoed kroonjuweel: gebieden binnen de topgebieden cultureel erfgoed waar cultuurhistorische en landschappelijke waarden in zeer sterke mate en in onderlinge samenhang bepalend zijn voor de identiteit en herkenbaarheid van een plek. Cultureel erfgoed topgebied: gebieden waar cultuurhistorische en landschappelijke waarden in bijzondere mate en in onderlinge samenhang voorkomen. Het cultureel erfgoed is hier nog in grote mate bepalend voor het karakter en de ruimtelijke kwaliteit.
Verder het bebouwingslint van Zevenhuizen en een deel van Oude Ade aangegeven als: Dijk met (cultuurhistorisch waardevol) bebouwingslint: aanduiding voor landschappelijk waardevolle en/of cultuurhistorisch waardevolle aaneengesloten bebouwing in een lint langs wegen, waterwegen of dijken. In bebouwingslinten is alleen incidentele toevoeging van bebouwing mogelijk, onder voorwaarde dat de ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt. Op de functiekaart van de structuurvisie is het plangebied als volgt aangewezen: Agrarisch gebied-inspelen op verbinding stad en land: . landelijk gebied in de stedelijke invloedssfeer met landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden met een overwegend agrarische functie, verspreid gelegen natuurwaarden en bebouwingslinten; . stimuleren van verbrede landbouw: naast voedselproductie zal de ondernemer andere diensten kunnen leveren, mede omdat de ruimte voor schaalvergroting in deze gebieden beperkter is; . kansrijke mogelijkheden voor landbouwbedrijven die niet verder kunnen uitbreiden en/of geconfronteerd worden met ruimtelijke beperkingen, zijn onder meer (verblijfs)recreatie, streekeigen producten, groenblauwe diensten, educatie en zorg; . ook agrarisch natuur- en landschapsbeheer dragen bij aan stedelijke wensen voor een afwisselend en aantrekkelijk landschap. Natuurgebied: . gebied/verbinding met als hoofdfunctie natuur; . recreatief medegebruik mogelijk, mits niet in strijd met de hoofdfunctie. Verblijfsrecreatiegebied: . gebied met hoofdfunctie verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken en dergelijke). Provinciaal landschap: . openheid en vitaliteit van het agrarisch landschap waarborgen, gericht op verbrede landbouw, behoud natuurwaarden en sanering van verspreid glas; . herinrichting van bestaande en ontwikkeling van nieuwe recreatiegebieden afstemmen op de actuele recreatieve vraag en de landschappelijke identiteit; . duurzaam waterbeheer door minimale verdroging van veengebieden en inrichting van waterbergingsgebieden; . bescherming en versterking cultuurhistorische kwaliteiten (topgebied en kroonjuweel);
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
29
De provincie heeft in de structuurvisie tevens haar doelstellingen ten aanzien van de ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
30
Welk beleid geldt er?
De Ecologische Hoofdstructuur is beschermd door een 'nee, tenzij-beleid'. In deze gebieden zijn geen ontwikkelingen toegestaan die een significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied tenzij daarmee een groot openbaar belang gediend is en er geen reële alternatieven voorhanden zijn. In dat geval moet de schade zoveel mogelijk beperkt worden door het treffen van mitigerende maatregelen en moet de resterende schade gecompenseerd worden. Weidevogelgebieden en overige natuurwaarden Ook buiten de bestaande natuur(gebieden) zijn er veel natuurwaarden in het landelijk gebied. Vaak zijn die kleinschaliger of hangen ze samen met een andere functie in het gebied, zoals weidevogels in het weidelandschap. De grondgebonden veehouderij speelt hierbij een belangrijke rol. Ook deze waarden zijn belangrijk en moeten door gemeenten beschermd worden.
3.3.3.
Verordening Ruimte (vastgesteld 2 juli 2010) en 1e herziening (februari 2011)
In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. De volgende bepalingen zijn relevant voor het bestemmingsplan: Regels voor het gebied buiten bebouwingscontouren Bebouwing ten behoeve van stedelijke functies buiten bebouwingscontouren is niet toegestaan, uitzonderingen hierop zijn onder andere: 1. ruimte voor ruimte: ter verbetering van de landschappelijke kwaliteit. Er moet een substantiële vermindering van bebouwing ontstaan. In ruil voor de gesloopte bebouwing mogen woningen worden gebouwd; 2. nieuwe landgoederen: ruimtelijke kwaliteit ter plaatse wordt duurzaam verbeterd; niet in Ecologische Hoofdstructuur, maar wel in nog niet gerealiseerde Ecologische verbindingszone; minimaal 5 ha, waarvan 90% voor publiek toegankelijk; 3. niet-agrarische functies (waaronder woningen) in vrijkomende agrarische bebouwing: geen belemmeringen voor omliggende agrarische bedrijven; binnen bestaande bebouwing; geringe verkeersaantrekkende werking; beperkte uitbreiding bebouwing slechts mogelijk voor zorgfuncties; 4. woningen in bebouwingslinten na sloop bestaande bebouwing; 5. eenmalige uitbreiding bestaande niet-agrarische functies met ten hoogste 10%; 6. eenmalige uitbreiding agrarisch aanverwante bedrijven met ten hoogste 10%; of 30% indien verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is en maatregelen worden getroffen voor een zorgvuldige landschappelijke inpassing; 7. geen maximale inhoudsmaat burgerwoningen; 8. geen nieuwe (bedrijfs)woningen bij niet-agrarisch bedrijven, agrarisch aanverwante bedrijven en niet volwaardige agrarische bedrijven. Nieuwe bebouwing ten behoeve van recreatieve functies buiten bebouwingscontouren is toegestaan voor: kleinschalige bebouwing, uitgezonderd recreatiewoningen en bedrijfswoningen, passend bij en ondersteunend aan de recreatieve functie van een gebied; - recreatiewoningen binnen gebieden voor verblijfsrecreatie.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
31
Agrarische bedrijven In de verordening zijn specifieke regels opgenomen waarmee in bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. agrarische bebouwing wordt geconcentreerd binnen het bouwperceel dat een maximale omvang heeft van 2 ha; nieuwe bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijfsvoering; voor een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal een bedrijfswoning toegestaan of het aantal dat reeds is vergund; nieuwe intensieve veehouderijen zijn uitgesloten; nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven is buiten de concentratiegebieden niet toegestaan; bij bestaande volwaardige glastuinbouwbedrijven is een oppervlak van 2 ha aan kassen toegestaan; nieuwvestiging van boom- en sierteeltbedrijven is buiten de concentratiegebieden niet toegestaan; bij bestaande volwaardige boom- en sierteeltbedrijven is een oppervlak van 300 m² aan kassen toegestaan; nevenfuncties zoals zorg, minicampings en overige agro-gerelateerde voorzieningen zijn onder voorwaarden bij agrarische bedrijven toegestaan. Ecologische Hoofdstructuur Bestemmingsplannen dienen de bestaande natuurgebieden te beschermen tegen significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden. Bestemmingsplannen voor de gronden die zijn aangewezen als zoekgebied wijzen geen bestemmingen aan die de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden significant beperken. Nationale en provinciale landschappen Bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen de begrenzing van het nationale landschap Groene Hart mogen alleen ontwikkelingen mogelijk maken die de kernkwaliteiten van deze gebieden behouden of versterken. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt onderbouwd op welke wijze of met welke maatregelen de kernkwaliteiten kunnen worden behouden of versterkt. Bestemmingsplan voor gronden die gelegen zijn binnen de begrenzing van het Groene Hart, provinciale landschappen en nationale landschappen moeten een beeldkwaliteitsparagraaf bevatten. De toelichting moet ten minste een verantwoording bevatten van de mate waarin nieuwe functies of uitbreiding van bestaande functies aansluiten bij genoemde aspecten en de wijze van inpassing in de wijdere omgeving. Molenbiotoop Bestemmingsplannen voor gronden binnen de molenbiotoop van traditionele windmolens zoals aangeduid op kaart 11, moeten de vrije windvang en het zicht op de molen voldoende garanderen. Oprichten van nieuwe bebouwing binnen een molenbiotoop is mogelijk indien de vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt is of zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zich op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
32
Welk beleid geldt er?
3.3.4.
Landschapsontwikkelingsplan Rijn en Veenstreek (februari 2010)
De visie van het landschapsontwikkelingsplan (LOP) zal inclusief het uitvoeringsplan worden vastgesteld door de vijf gemeenteraden (Alkemade, Alphen aan den Rijn, Jacobswoude, Nieuwkoop en Rijnwoude). Daarna vormt het plan een beleidskader om bestaande waarden te behouden en nieuwe ontwikkelingen aan te toetsen. Voor nieuwe ontwikkelingen geeft het LOP ook streefbeelden. Voor nieuwe ontwikkelingen stelt het plan randvoorwaarden, bijvoorbeeld ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. Het plan vormt daardoor een aanvulling op structuurvisies en bestemmingsplannen die aangeven welke functies, waar gewenst zijn. Het westelijke deel van het plangebied is in het LOP aangeduid als Waterrijk veenweidegebied, met de volgende visie: behouden open veenweidegebied met grillige verkaveling en weidevogelkwaliteiten; behouden groot aantal molens en karakteristieke dorpsgezichten. Het oostelijk deel van het plangebied is in het LOP aangeduid als Grootschalige droogmakerijen, met de volgende visie: behouden robuuste landbouwgebieden met open karakter en rationele verkaveling; behouden herkenbare markante hoogteverschillen tussen laag gelegen droogmakerijen en hoger gelegen veengronden of bebouwingslinten; inpassen (agrarische) bedrijven met goede erfbeplantingen. De plassen zijn in een aparte zone opgenomen, met de visie: verbeteren openbare toegankelijkheid en natuurwaarden oevers en uitzicht op het water.
3.3.5.
Regionale Structuurvisie 2010-2020 Holland Rijnland
In deze Regionale StructuurVisie van Holland Rijnland wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 (met doorkijk naar 2030). Op basis van deze visie wordt voor het veenweidegebied waar het plangebied deel van uitmaakt de volgende uitgangspunten geformuleerd: kernkwaliteiten behouden en versterken en hierop nieuwe ontwikkelingen afstemmen; de veehouderij is de drager van het open landschap; planologische zekerheid bieden aan de veehouderij, die de drager is van het open landschap; mogelijkheden bieden voor herstructurering, schaalvergroting en/of verbreding van grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij de openheid en het karakter van het Groene Hart gewaarborgd blijft; ruimte bieden voor uitbreiding recreatie en (agro-)toerisme; het landelijk gebied bereikbaar maken via langzaamverkeersroutes en OV; de Grote Polder blijft open; investeren in de ecologische verbindingszones binnen het gebied Duin, Horst en Weide (van de zee, via de horsten naar het veenweidegebied en Bentwoud); realisatie van de recreatieve verbindingen vanuit de stad naar en binnen de gebieden Duin, Horst en Weide en Leidse Ommelanden; kleinschalige toevoeging van woningbouw; concentratie van woningbouw in Braassemerland door transformatie van (een deel van het) glas naar woningen.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welk beleid geldt er?
33
3.4. Gemeentelijk sectoraal beleid 3.4.1.
Nota recreatie en toerisme 2009
De gemeente Kaag en Braassem ziet veel perspectief in recreatie en toerisme. De elf kernen van de gemeente Kaag en Braassem liggen midden in het groene hart. Het Braassemermeer en de Kagerplassen hebben van oudsher al een watersportfunctie en de veenweidegebieden westelijk van de A4 zijn uitermate geliefd bij wandelaars en fietsers. Het gebied heeft dus een kansrijke uitgangssituatie op het gebied van recreatie en toerisme. In het rapport worden de belangrijkste onderzoekscomponenten beschreven en het rapport geeft een visie op de ontwikkelingsrichting van toerisme en recreatie in Kaag en Braassem. Het toetsingskader biedt concrete handvatten voor (particuliere) initiatieven. De visie is een verbreding van de in 2006 geschreven Nota Recreatie en Toerisme voor de (voormalige) gemeente Alkemade.
3.4.2.
Welstandsnota
In 2009 zijn de gemeenten Alkemade en Jacobswoude samengegaan in de nieuwe gemeente Kaag en Braassem. Door deze samenvoeging moeten diverse beleidsdocumenten samengevoegd en geharmoniseerd worden. Zo ook het welstandsbeleid. Omdat Alkemade wel welstandsbeleid had en Jacobswoude niet, heeft de raad van gemeente Kaag en Braassem op 29 juni 2009 besloten het hele grondgebied van Kaag en Braassem vrij te stellen van welstandsbeleid, behalve monumenten en beschermde dorpsgezichten. Kaag en Braassem beschikt over 63 rijksmonumenten, 97 gemeentelijke monumenten en 4 beschermde dorpsgezichten (te weten delen van Kaag, Oude Wetering, Roelofarendsveen en Rijpwetering). Met een specifiek welstandsbeleid voor beschermde dorpsgezichten en monumenten streeft de gemeente naar behoud van het cultuurhistorisch en landschappelijk karakter.
3.4.3.
Paardenhouderijen
Zowel de voormalige gemeente Alkemade als Jacobswoude hebben een beleidsnotitie opgesteld omtrent paardenhouderijen. In toenemende mate worden in de gemeente particuliere en (semi)bedrijfsmatige hippische voorzieningen, onder andere in de vorm van paardenbakken, aangelegd. Gebleken is dat er onduidelijkheid bestaat over regelgeving in verband met de toelaatbaarheid van deze voorzieningen. Voor het behoud van het unieke veenweidegebied en haar lintstructuur met monumentale bebouwing is een vitale, sterke agrarische sector gewenst. Voor het ontstaan van sterke agrarische bedrijven zal er niet alleen schaalvergroting moeten plaatsvinden, maar ook een verbreding van activiteiten onder bedrijven die niet kunnen vergroten. In het kader van deze verbreding is de paardenhouderij een optie die steeds meer boeren kiezen. Een uitbreiding van de recreatieve voorzieningen in het buitengebied is een tweede belangrijke impuls voor het veenweidegebied. Naast de recreatieve paardenactiviteiten van boeren gaan ook steeds meer particulieren over tot het houden van paarden. De gemeente wil dit stimuleren, maar ook reguleren ter voorkoming van verrommeling van de ruimte. De bebouwing ten behoeve van paardenhouderijen kan namelijk een behoorlijk negatieve invloed hebben op het landschap.
3.4.4.
Beroep-aan-huis
Aanleiding van deze notitie is de fusie van gemeente Alkemade en Jacobswoude op 1 januari 2009 (collegebesluit) waarbij er nog geen geharmoniseerde regeling bestond over beroep aan huis voor de nieuwe gemeente. Daarbij is rechtsongelijkheid een aanleiding; afhankelijk van het woonadres is het vestigen van beroep aan huis bij recht, na ontheffing of in zijn ge-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
34
Welk beleid geldt er?
heel niet toegestaan. Ten slotte is gemeente Kaag en Braassem een ondernemende gemeente die er naar streeft ondernemerschap te stimuleren en daar voor ruimte te bieden door ruimhartig beleid vast te stellen.
3.4.5.
Monumentenlijst
De gemeente Kaag en Braassem heeft een monumentenlijst opgesteld waarin een beschrijving is opgenomen van alle rijks- en gemeentelijke monumenten binnen de gemeente.
3.4.6.
Gemeentelijk archeologie beleid
Op 23 mei heeft de gemeenteraad archeologiebeleid vastgesteld voor de gehele gemeente. Dit beleid wordt overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. In grote lijnen betekent dit dat voor de droogmakerijen een lage archeologische verwachting geldt. Vanaf gebieden groter dan 5 ha en waarbij dieper gegraven wordt dan 30cm onder maaiveld is nader onderzoek nodig. De veenpolders hebben een middelhoge verwachting. Ingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 100m2 vragen om nader onderzoek.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
4. Welke keuzes maken we?
35
4.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze het beleid uit het vorige hoofdstuk vertaald wordt naar het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. De volgende paragrafen geven op hoofdlijnen het beleid voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West weer. Voor een gedetailleerde vergelijking van de vigerende bestemmingsplannen met het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude wordt verwezen naar de tabel in bijlage 3. De tabel geeft tevens voorstellen over hoe om moet worden gegaan met de verschillen in beleid en regels.
4.2. Agrarische sector De meeste gronden binnen het plangebied zijn agrarisch in gebruik. Het agrarische grondgebruik bepaalt grotendeels de waarde en het uiterlijk van het plangebied. De agrarische sector is echter een sector in ontwikkeling. Verandering in de markt en hoger overheidsbeleid zorgen voor veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering. Deze ontwikkelingen kunnen directe gevolgen hebben voor het uiterlijk en de beleving van het landschap. In deze paragraaf wordt dan ook allereerst ingegaan op de verwachte ontwikkelingen in de agrarische sector en de wijze waarop dit bestemmingsplan ruimte kan bieden voor deze ontwikkelingen of deze ontwikkelingen kan sturen. Uiteraard zijn er meer belangen in het buitengebied dan uitsluitend het agrarisch belang. In de volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze de ontwikkelingen in de agrarische sector kunnen/moeten worden afgewogen tegen de belangen van natuur, cultuurhistorie en landschap.
4.2.1.
Verwachte ontwikkelingen
Voor de veehouderij zijn vooral ontwikkelingen van het Europese markt- en prijsbeleid van invloed. Dit is steeds minder gericht op prijsondersteuning. Naar alle waarschijnlijkheid zal het Europese melkquoteringssysteem voor 2015 worden afgeschaft. Hierdoor krijgen melkveehouders te maken met nieuwe mogelijkheden op de zuivelmarkt. Hierdoor zou de schaalvergroting in de melkveehouderijsector in een stroomversnelling kunnen komen. Een andere ontwikkeling is verdere aanscherping van de milieuregelgeving. Bedrijfsaanpassingen en investeringen ten behoeve van het milieu zullen daarom noodzakelijk blijven. Bovenstaande ontwikkelingen hebben grote ruimtelijke gevolgen, die in deze paragraaf worden beschreven. Bedrijfsbeëindiging Veel kleine bedrijven zullen de noodzakelijke forse investeringen in grond, quotum, milieu en gebouwen waarschijnlijk niet kunnen opbrengen. Doordat veel oudere bedrijfshoofden bovendien geen opvolger hebben, zullen de komende jaren veel vooral kleine bedrijven worden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
36
Welke keuzes maken we?
beëindigd. De daarbij vrijkomende gronden worden veelal overgenomen door andere agrarische bedrijven. Soms komen deze gronden echter in bezit van niet-agrariërs. De gebouwen die vrijkomen bij beëindiging van agrarische bedrijven hebben eveneens een grote aantrekkingskracht op niet-agrarische functies. In de sfeer van dienstverlening en zorg kunnen deze functies interessante nieuwe economische dragers vormen voor het platteland. Soms krijgen vrijgekomen gebouwen een woonfunctie. Dergelijke nieuwe burgerwoningen vormen dan milieugevoelige functies waardoor de nabijgelegen agrarische bedrijven belemmerd kunnen worden in (uitbreiding van) hun bedrijfsvoering. Dit vergt dus een nauwkeurig beleid om ongewenste effecten op de gevestigde agrarische sector te voorkomen. Sommige bijgebouwen van vrijgekomen agrarische complexen, zoals machineloodsen en ligboxen, detoneren in hun landschappelijke omgeving. Het kan het daarom gewenst zijn deze bijgebouwen te saneren. Dat kan door gebruik te maken van de Ruimte voor Ruimteregeling. Daarmee is sloop van bijgebouwen te financieren met toevoeging van een of enkele woningen. Schaalvergroting Schaalvergroting is een ontwikkeling in de agrarische sector waarbij door een verandering in het gebruik van de productiefactoren grond, kapitaal en arbeid, lagere productiekosten en hogere opbrengsten worden nagestreefd. Schaalvergroting is mogelijk omdat er agrarische bedrijven zijn, die vanwege een gebrek aan een opvolger, melkquota of grond de agrarische bedrijfsvoering beëindigen. De gronden van deze bedrijven worden opgekocht en bieden opschalingsmogelijkheden voor andere agrarische bedrijven. De schaalvergroting in de landbouw voor een groot deel noodzakelijk geacht om de concurrentiepositie met de boeren buiten Nederland op peil te houden. Schaalvergroting is een bekende en succesvolle keuze gebleken. Agrarische bedrijven die zich in het verleden gericht hebben op schaalvergroting hebben veelal het voortbestaan van het boerenbedrijf bewerkstelligd. Een klein bedrijf kan vanwege het simpele feit dat er te weinig landbouwactiviteiten zijn, niet voldoende geld verdienen om te blijven voortbestaan. De geringe omvang van de landbouwactiviteiten in combinatie met steeds lagere opbrengstprijzen (-13% in 10 jaar) heeft de noodzaak van schaalvergroting verder aangewakkerd. Daarnaast zijn bepaalde kosten omhoog gestuwd, met als resultaat extra investeringen van duizenden euros per ondernemer. De lagere opbrengstprijzen en explosief toegenomen kostenposten leiden voor de kleine en middelgrote boer maar tot één vraag: moet ik verder in een 'niche' gaan opereren of moet ik groter worden? (Bron: CBS, Cor Pierik)
De gevolgen van de schaalvergroting voor de ruimtelijke inrichting van het buitengebied zijn onder andere grotere stallen, zwaarder verkeer en steeds meer (leegstaande) voormalige agrarische gebouwen die ruimte bieden aan al dan niet gewenste nieuwe functies. Omschakeling en specialisatie Omschakeling van veehouderijbedrijven naar andere productietakken als tuinbouw, fruit- of sierteelt is denkbaar, maar minder waarschijnlijk aangezien hiervoor hoge investeringen en veel extra kennis noodzakelijk zijn. Door de op de meeste plaatsen ongeschikte bodem en het ontbreken van een centrumfunctie voor dergelijke teelten, ligt een dergelijke omschakeling niet voor de hand. Een mogelijke ontwikkeling is specialisatie in de richting van biologische landbouw. Niet-agrarische nevenactiviteiten Naast de mogelijkheden voor schaalvergroting, intensivering en omschakeling, mag worden verwacht dat een klein aantal agrariërs naast het agrarisch bedrijf een niet-agrarisch nevenberoep zal zoeken. In dat kader bieden onder meer zorg en recreatie een mogelijk perspectief voor een niet-agrarisch nevenberoep. De redenen voor het zoeken naar een nevenberoep worden niet meer uitsluitend ingegeven door de behoefte van agrariërs aan extra inkomsten.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
37
Ook de toenemende vraag vanuit het stedelijk gebied voor recreatie-, verblijf- en zorgmogelijkheden is een reden voor agrarische bedrijven om hun bedrijfsvoering te verbreden.
4.2.2.
Ontwikkelingsruimte in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West
In de navolgende paragraaf wordt aangegeven op welke wijze ruimte wordt geboden voor of sturing wordt gegeven aan de in paragraaf 4.2.1 genoemde ontwikkelingen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de onderwerpen: nieuwvestiging; agrarische productietakken; omvang agrarisch bouwvlak; schaalvergroting; nevenfuncties; vervolgfuncties; rustende boer/hobbyboer/voormalige agrarische bedrijfscomplexen; tweede agrarische bedrijfswoningen; inhoud (bedrijfs)woningen. Nieuwvestiging agrarische bedrijven In het bestemmingsplan buitengebied Jacobswoude is al aangegeven dat de kans op nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf binnen de planperiode zo goed als uitgesloten is. Dit heeft er mee te maken dat in Nederland jaarlijks 2 tot 3% van de agrarische bedrijven stopt. Hiermee wordt tevens een verdere verstening van het landelijk gebied voorkomen. Voorstel: Geen regeling opnemen voor nieuwvestiging van agrarische bedrijven binnen het plangebied. Met deze regeling wordt wel afgeweken van de regelingen uit de vigerende bestemmingsplannen. Verplaatsing van bouwvlakken kan wel aan de orde zijn. De omgevingsfactoren van een agrarisch bedrijf kunnen zodanig zijn dat uitbreiding onmogelijk is en de milieubelasting op de omgeving zo groot wordt dat er geen sprake meer is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Omdat onduidelijk is waar een dergelijke ontwikkeling zal plaatsvinden en waar er dus een bouwvlak verdwijnt en een nieuw bouwvlak moet komen, wordt voor deze ontwikkeling een een wijzigingsbevoegdheid met vorowaarden opgenomen. Voorwaarden zijn o.a. noodzakelijkheid, sanering oude bouwvlak e.d. Voorstel Bedrijfsverplaatsing mogelijk maken met een wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden. Agrarische productietakken De grondgebonden veehouderij is een grondgebruiksvorm met ontwikkelingsperspectief en een productietak die kan bijdragen aan het behoud en herstel van de kenmerkende natuuren landschapswaarden van het (veen)weidegebied. Om die reden worden aan deze productietak ruimte ontwikkelingsmogelijkheden geboden. In het plangebied liggen her en der nog percelen die worden gebruikt voor akkerbouw, sierteelt of de intensieve veehouderij. Deze percelen zijn in de vigerende bestemmingsplannen specifiek bestemd. In het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude worden ontwikkelingsmogelijkheden geboden voor akker- en vollegrondstuinbouw. Deze productietakken komen niet of nauwelijks in het plangebied voor. Vandaar dat er in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West slechts beperkt ruimte wordt geboden voor de ontwikkeling van deze productietakken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
38
Welke keuzes maken we?
Vanwege het stringente milieubeleid ten aanzien van intensieve veehouderij, worden uitsluitend bestaande intensieve veehouderijen bestemd en wordt uitbreiding van intensieve veehouderijen uitgesloten. Voorstel Overal grondgebonden veehouderij toestaan als agrarische productietak. Indien er sprake is van akker- en vollegrondstuinbouw naast de grondgebonden veehouderij wordt ook aan deze tak ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Ander agrarisch grondgebruik zoals fruitteelt, sierteelt of intensieve veehouderij wordt specifiek bestemd maar krijgt geen uitbreidingsmogelijkheden. Alleen in het gebied tussen Oude Ade en Rijpwetering, dat in het bestemmingsplan Alkemade Landelijk Gebied West is aangeduid als Primair agrarisch gebied, wordt ook akker- en vollegrondstuinbouw toegestaan. Omvang agrarisch bouwvlak Bepalend voor de bouwmogelijkheden van agrarische bedrijven is de omvang van het bouwvlak. In de vigerende plannen is uitgegaan van een bouwvlak of een bouwstede met een omvang van 1 ha. In het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is deze omvang als uitgangspunt genomen voor het bepalen van het bouwvlak. De definitieve omvang van de bouwvlakken is echter bepaald aan de hand van de bestaande situatie (luchtfoto's) en het zogenaamde tafeltjesoverleg. In dit overleg zijn de wensen van de agrariërs ten aanzien van hun ontwikkelingsmogelijkheden geïnventariseerd. Als uit het overleg bleek dat het een duurzaam volwaardig agrarisch bedrijf betrof, is bij het bepalen van de omvang van het bouwvlak rekening gehouden met de wensen van de agrariër. Belangrijk aandachtspunt bij het bepalen van het bouwvlak is nog dat alle bebouwing, maar ook de kuilvoerplaten en sleufsilo's en overige verharding binnen het bouwvlak moet worden opgenomen. Tafeltjesoverleg Voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West wordt voor het bepalen van de bouwvlakken dezelfde systematiek gehanteerd als in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Er is voor gekozen om ook voor dit bestemmingsplan het zogenaamde 'tafeltjesoverleg' te organiseren. Dit tafeltjesoverleg is van nog groter belang omdat de systematiek van de bouwsteden komt te vervallen. Met het digitaliseren van bestemmingsplannen is het niet meer mogelijk met bouwsteden te werken, maar moeten er concreet begrensde bouwvlakken worden ingetekend. Omdat de systematiek van bouwsteden gepaard gaat met een bepaalde flexibiliteit is het des te belangrijker om in overleg met de agrariër te bepalen waar de bouwvlakgrenzen moeten komen te liggen. Voorstel Bestaande maximale omvang van de bouwstede/bouwvlak van 1 ha wordt als uitgangspunt gehanteerd. Aan de hand van het tafeltjesoverleg met de ondernemer wordt bezien in hoeverre het bouwvlak kan/moet worden aangepast. Schaalvergroting Voor sommige bedrijven bestaat de toekomst niet uit het verbreden van het agrarisch bedrijf met andere niet-agrarische activiteiten. Door bedrijfsbeëindiging van andere bedrijven of nieuwe ontwikkelingen in de markt bestaat er voor sommige bedrijven ook de mogelijkheid om uit te breiden. Omdat de agrarische bedrijven gezien worden als drager en beheerder van het landschap wil de gemeente aan deze bedrijven de mogelijkheid bieden om uit te breiden. Uitbreiding van het bouwvlak is mogelijk tot 2 ha. Een verdere uitbreiding wordt conform de Provinciale verordening niet toegestaan. Aan de uitbreiding van het bouwvlak worden wel voorwaarden verbonden. Schaalvergroting gaat vaak gepaard met een toename
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
39
van zwaar verkeer. Vooral in het westelijk deel van het plangebied kan een toename van zwaar verkeer, gezien de bestaande infrastructuur, leiden tot problemen. Uitbreiding van bebouwing of het plaatsen van bouwwerken (zoals sleufsilo's) zal zo min mogelijk de openheid en het bestaande kavel- en slotenpatroon moeten aantasten. Om per geval te kunnen beoordelen of een vergroting van het bouwvlak kan worden toegestaan wordt hiervoor een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen. Voorstel Uitbreiding van het bouwvlak is met een wijzigingsbevoegdheid mogelijk tot 2 ha. Een verdere uitbreiding wordt conform de Provinciale verordening niet toegestaan. Nevenfuncties Het bieden van mogelijkheden voor het ontwikkelen van nevenactiviteiten op agrarische bedrijven, kan door extra inkomensverwerving leiden tot een afname van het aantal bedrijfsbeëindigingen en instandhouding van het agrarische karakter van de bedrijfsgebouwen. Daarnaast biedt het platteland en agrarische bedrijven in het bijzonder, uitstekende mogelijkheden voor het opvangen van een zorg-, verblijfs- of recreatievraag vanuit het stedelijk gebied. Het cultuurlandschap van Kaag en Braassem West en de aanwezigheid van de plassen bieden tevens ruime mogelijkheden voor recreatie. Op zowel gemeentelijk niveau als provinciaal niveau is de recreatieve potentie van het buitengebied erkend en wordt de ontwikkeling hiervan gestimuleerd. Het bieden van recreatieve nevenfuncties sluit goed aan bij deze beleidsdoelstelling. Afhankelijk van de effecten (zoals verkeersaantrekkende werking, milieuhygiënische inpasbaarheid) van de nevenfunctie worden de nevenfuncties al dan niet met een omgevingsvergunning toegestaan. In paragraaf 4.7.4 is aangegeven welke functies rechtstreeks, met een omgevingsvergunning en onder welke voorwaarden mogelijk worden gemaakt. Voorstel Bij agrarische bedrijven worden nevenfuncties toegestaan. Afhankelijk van de effecten worden de nevenfuncties rechtsreeks dan wel via een omgevingsvergunning toegestaan. De toegestane nevenfuncties zijn afgestemd op het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Gezien de kwetsbaarheid en de beperkte infrastructuur van het landschap ten westen van Rijpwetering wordt hier terughoudender omgegaan met het toestaan van nevenfuncties. Vervolgfuncties In de loop van de planperiode is het mogelijk dat een aantal van de resterende agrarische bedrijven wordt beëindigd. De vrijkomende panden zijn in het plangebied met name in trek voor bewoning, niet-agrarische bedrijfsactiviteiten, (verblijfs)recreatie en horeca. Deze aantrekkingskracht heeft verschillende oorzaken: voormalige agrarische bedrijfsgebouwen zijn geschikt voor bedrijfsactiviteiten of horeca; goedkope vestigingslocatie (vergeleken met bedrijventerreinen); ligging in de directe nabijheid van grootstedelijke agglomeraties; situering in een landschappelijke en cultuurhistorisch interessante omgeving met de mogelijkheid van landelijk wonen; veel meer ruimte ('vrijheid') en minder milieubelemmeringen dan in stedelijke gebieden. Gevolg is dat veel activiteiten die niet in het plangebied thuishoren, zich hier toch vestigen. Teneinde deze ontwikkeling te kunnen sturen en daarmee ongewenste ontwikkelingen te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
40
Welke keuzes maken we?
voorkomen, worden in het bestemmingsplan mogelijkheden opgenomen voor niet-agrarische vervolgfuncties op agrarische bouwvlakken. Net als bij de nevenfuncties geldt dat afhankelijk van de effecten op de omgeving de vervolgfuncties wel of niet via wijziging is toegestaan. In paragraaf 4.7.4 wordt hier verder op ingegaan. Voorstel Na bedrijfsbeëindiging worden vervolgfuncties toegestaan. De toegestane vervolgfuncties zijn afgestemd op het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude, met dien verstande dat meer aan de watersport gerelateerde bedrijven worden toegestaan. Gezien de kwetsbaarheid en de beperkte infrastructuur van het landschap ten westen van Rijpwetering wordt hier terughoudender omgegaan met het toestaan van vervolgfuncties. Voormalige agrarische bedrijfscomplexen (VAB’s) Bij bedrijfsbeëindiging worden de gronden vaak verkocht aan een andere agrariër en blijft de voormalige bedrijfswoning in handen van de rustende boer. Indien er geen volwaardige agrarische activiteiten worden uitgeoefend dient de bestemming te worden gewijzigd in Wonen met de aanduiding 'voormalig agrarisch bedrijf'. Hiervoor wordt in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Vaak staan er op de voormalige agrarische bedrijfspercelen nog een groot oppervlak aan gebouwen. Om nog zinvol gebruik te kunnen maken van deze gebouwen en verval en kapitaal verlies te voorkomen, worden aan deze gebouwen extra gebruiksfuncties toegekend. De gebruiksfuncties zijn gelijk aan de nevenfuncties die worden toegestaan bij agrarische bedrijven (zie paragraaf 4.7.4). Voorstel Aan voormalige agrarische bedrijfsgebouwen worden extra gebruiksfuncties toegekend conform de nevenfuncties bij agrarische bedrijven. Tweede agrarische bedrijfswoningen Voor het bestemmingsplan Kaag en Braassem West wordt ervan uitgegaan dat bij elk agrarisch bedrijf reeds een bedrijfswoning aanwezig is. Ook wordt niet verwacht dat bedrijven binnen de planperiode zodanig groeien dat een tweede bedrijfswoning noodzakelijk is. In die gevallen waarin dit wel aan de orde is kan een afzonderlijke procedure (postzegelplan, omgevingsvergunning) worden doorlopen. Net zoals in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude worden er in dit plan geen mogelijkheden geboden voor het realiseren van een tweede bedrijfswoning. Dit sluit aan bij de regeling uit de Provinciale Verordening waarin de mogelijkheid voor een tweede agrarische bedrijfswoning wordt uitgesloten. Voorstel In dit bestemmingsplan worden geen tweede agrarische bedrijfswoningen toegestaan. Inhoud bedrijfswoningen In het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude is de inhoud van een bedrijfswoning gemaximeerd op 650 m³ in de zone ALN en op 750 m³ in de zone AO. Deze regeling komt overeen met de destijds geldende Nota Regels voor Ruimte van de provincie, waarin de provincie voorschrijft dat in meer kwetsbare gebieden de inhoud van de woning 650 m³ mag bedragen. Bovendien is er ten behoeve van een rustende boer een vergroting van max. 150m3 toegestaan. De nieuwe verordening Ruimte van de provincie laat de gemeenten vrij om zelf te bepalen welke maximale inhoudsmaat voor (bedrijfs)woningen gehanteerd wordt. Gezien de verruiming in de Provinciale verordening wordt de maximale inhoud van een bedrijfswoning verruimd tot 750 m³. Er is niet voor gekozen om de inhoudsmaat niet te beper-
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
41
ken omdat grotere bouwvolumes niet aansluiten bij de bestaande stedenbouwkundige structuur. Tevens is het niet gewenst dat de omvang van het bouwvolume niet in verhouding staat tot de omvang van het bouwperceel. Deze regeling betekent een verruiming ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen en het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Voorstel De inhoud van een agrarische bedrijfswoning mag, ongeacht de ligging, ten hoogste 750 m3 bedragen.Ten behoeve van een rustendeboer kan hieraan max. 150m3 toegevoegd worden.
4.3. Wonen In het plangebied komen zowel burgerwoningen als (agrarische en niet-agrarische) bedrijfswoningen voor. De veelvormige woonbebouwing is, al dan niet in een regelmatig terugkerend patroon, verspreid in het gehele plangebied aanwezig. Een aantal woningen dat thans door burgers wordt bewoond, maakte oorspronkelijk deel uit van een (voormalig) agrarisch bedrijfscomplex. De betekenis van het buitengebied voor het wonen zal ook in de toekomst groot blijven en waarschijnlijk nog toenemen. Er is veel belangstelling voor wonen in het landelijk gebied (rust, ruimte, groen). Voor een kwalitatief goed woon- en leefmilieu is het van belang dat er voldoende mogelijkheden zijn om de woning en het erf te kunnen moderniseren en aan te passen aan de huidige eisen voor wooncomfort. Om hierop in te kunnen spelen heeft de gemeente besloten om de maximale inhoudsmaat van woningen in het buitengebied te vergroten van 600 m³ naar 750 m³. Door het bieden van mogelijkheden voor beroep-aan-huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, kunnen de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige bebouwing vergroot worden. In samenhang hiermee zal het ruimtelijk beeld van de bebouwing kunnen veranderen. Nieuwe woningen worden in het buitengebied niet mogelijk gemaakt. Wel is het wonen mogelijk als vervolgfunctie van vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen en bij toepassing van de Ruimte-voor-Ruimteregeling. Een toename van de woonfunctie kan tot problemen leiden als de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven hierdoor op grond van sectorale wetgeving (onder andere geurhinder) worden beperkt. Nevenfuncties bij woningen Voormalige (agrarische) bedrijfswoningen worden vaak verkocht als burgerwoning. Als een voormalige agrarische bedrijfswoning in gebruik is genomen als burgerwoning, zijn er veelal ook nog veel voormalige bedrijfsgebouwen aanwezig (schuren, stallen). Omdat deze bebouwing zijn agrarische functie heeft verloren, is het de vraag wat er met deze bebouwing gebeurt. De stallen en schuren zijn veelal te omvangrijk om als bijgebouw voor een burgerwoning in gebruik te worden genomen. Deze gebouwen komen daarom vaak leeg te staan (met het risico op verpaupering) of worden verhuurd ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten. In een aantal gevallen blijft de voormalige ondernemer ook na het beëindigen van het agrarisch bedrijf op de boerderij wonen, waarbij hobbymatig nog wat agrarische activiteiten (het houden van dieren) worden uitgevoerd. Bovendien combineert een toenemend aantal burgers het 'buiten wonen' met het houden van paarden of ander vee voor hobbydoeleinden. Mede om die reden betrekken zij veelal vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
42
Welke keuzes maken we?
Om hierop in te spelen, worden in het bestemmingsplan in beperkte mate nevenfuncties mogelijk gemaakt in voormalige agrarische bedrijfscomplexen die nu voor het wonen worden gebruikt. Voorstel Verruiming van de inhoudsmaat van woningen naar 750 m3. Mogelijkheden bieden voor nieuwe gebruiksmogelijkheden voor voormalige agrarische bedrijfswoningen.
4.4. Recreatie Binnen het plangebied liggen een aantal recreatiebedrijven, vaak aan de watersport gelieerd. De gemeentelijke visie is erop gericht de recreatiemogelijkheden binnen het plangebied te verbeteren. Het bestemmingsplan biedt aan agrarische bedrijven de mogelijkheid om recreatieve nevenfuncties te ontwikkelen. Ook omschakeling na beëindiging van de agrarische activiteiten naar een recreatieve functie behoort tot de mogelijkheden. De gemeente zoekt naar ruimte en mogelijkheden voor de ontwikkeling van bestaande recreatiebedrijven zoals de jachthavens en kampeerterreinen. De gemeente wil elke nieuwe ontwikkeling per geval bekijken. Uit een goede ruimtelijke onderbouwing moet blijken hoe de functie past binnen de visie op en de structuur van het plangebied. Dit vergt een zorgvuldige belangenafweging. Vandaar dat ervoor gekozen is om dergelijke ontwikkelingen via een aparte procedure mogelijk te maken. Voorstel Recreatieve neven- en vervolgfuncties bij agrarische bedrijven en voormalige agrarische bedrijfscomplexen stimuleren.
4.5. Niet-agrarische bedrijven Voortzetting huidige bedrijven In het plangebied komen enkele niet-agrarische bedrijven voor, die behoren tot de categorieën 2 t/m 4+ van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan positief zijn bestemd of de bedrijven die al gedurende langere tijd in het plangebied zijn gevestigd en waarvoor géén actief saneringsbeleid wordt gevoerd, worden positief bestemd. Binnen de algemene bestemming Bedrijfsdoeleinden worden de betreffende bedrijfsactiviteiten nader benoemd met een toegesneden bestemming en bijbehorende aanduiding. Bij een positieve bestemming van bedrijfsactiviteiten geldt voor de uitbreiding van de bebouwing het volgende: op basis van vaste jurisprudentie kan niet zonder meer worden volstaan met het vastleggen van de bestaande bebouwing; met het oog op het toekomstperspectief dient te worden getoetst in hoeverre enige uitbreidingsmogelijkheden kunnen worden geboden. Voor de bebouwing wordt daarbij uitgegaan van ongeveer 10% uitbreidingsruimte, tenzij ingevolge de vigerende regeling aanzienlijk ruimere bebouwingsmogelijkheden aanwezig zijn. Binnen de bestemming Bedrijfsdoeleinden wordt een zekere flexibiliteit opgenomen wat betreft de mogelijke vervolgactiviteiten. Nieuwe bedrijven uit de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden algemeen toelaatbaar gesteld. Bovenstaande houdt overigens niet in dat de uitoefening van bepaalde activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Staat van Bedrijfsactiviteiten kent namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie van een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf door de gerin-
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
43
gere omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verondersteld. Voor dergelijke bedrijven is een vrijstellingsregeling opgenomen. In de tabel is onderscheid gemaakt tussen niet-agrarische bedrijven in het agrarische gebied en op een bedrijventerrein. Bovenstaande is conform de regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en de Provinciale verordening.
Voorstel De bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan positief zijn bestemd of de bedrijven die al gedurende langere tijd in het plangebied zijn gevestigd en waarvoor géén actief saneringsbeleid wordt gevoerd, worden positief bestemd. Binnen de algemene bestemming Bedrijfsdoeleinden worden de betreffende bedrijfsactiviteiten nader benoemd met een toegesneden bestemming en bijbehorende aanduiding. Nieuwe bedrijven uit de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden op bestaande bedrijfspercelen algemeen toelaatbaar gesteld.
4.6. Bescherming waarden In alle beleidstukken wordt duidelijk dat het buitengebied van Kaag en Braassem West wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Deze waarden hebben te maken met het ontstaan van het landschap en het grondgebruik. Behoud van de verschillende landschapstypen en daarmee ook de bescherming van de waarden staat in al het beleid voorop. Ook wordt geconstateerd dat de agrarische bedrijven een belangrijke rol spelen in het behoud van dit landschap. Zelfs wordt aangegeven dat ontwikkelingsmogelijkheden moeten worden geboden zodat de agrarische bedrijven kunnen blijven voortbestaan. Vanwege de betekenis van het plangebied voor de waterrecreatie, worden er in beperkte mate ontwikkelingsmogelijkheden geboden voor nieuwe kleinschalige recreatieve ontwikkelingen. Bij nieuwe ontwikkelingen dient echter wel te worden afgewogen of de waarden in het gebied niet worden aangetast. In het ruimtelijke beleid worden accenten aangebracht voor verschillende delen van het plangebied. Duidelijk is het verschil tussen de zogenaamde bovenlanden en de droogmakerij. Ook het gebied rondom de Kagerplassen heeft zijn eigen ruimtelijke en functionele identiteit. Het verkavelingspatroon in de droogmakerij is rationeler, lange slagen en waarneembaar lager gelegen. In het westelijk deel van het plangebied is er haast sprake van een blokverkaveling, is het water meer aanwezig, zijn er riet- en moeraslanden en historische bebouwingslinten. Het gebied rondom de plassen is uitermate geschikt voor de watersportliefhebber en biedt ook verschillende mogelijkheden voor water- en verblijfsrecreatie. De oeverlanden van de plassen en de eilandjes in de plassen herbergen grote natuurwaarden. Dit betekent dat het nieuwe bestemmingsplan Kaag en Braassem moet voorzien in een regeling waarin de gebiedseigen karakteristieken en waarden worden behouden en beschermd en waar nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
44
Welke keuzes maken we?
Zonering In paragraaf 4.2 is aangegeven welke ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector worden opgenomen in dit bestemmingsplan. Aan het begin van deze paragraaf is geconstateerd dat er verschillen zijn in kwetsbaarheid van het plangebied. Dit geeft aanleiding om het beleid ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector en overigens ook voor de overige functies op onderdelen te nuanceren. De nuancering in het beleid wordt aangebracht door het plangebied onder te verdelen in zones (conform de systematiek van het bestemmingsplan Buitengebied van Jacobswoude) en per zone bouw- en gebruiksmogelijkheden toe te kennen. De toegestane gebruiks- (en bouw) mogelijkheden worden zo afgestemd op de kwetsbaarheid van het landschap. Het plangebied van Kaag en Braassem West kan volgens de systematiek van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude worden onderverdeeld in de volgende zones. -
Zone AO, Agrarisch gebied met waardevolle openheid: droogmakerij Deze zone vormt door het nagenoeg ontbreken van bebouwing in de polders een grootschalig, weids agrarisch gebied. Belangrijk kenmerk is de landschappelijke openheid. Toekomstperspectief is gericht op de ontwikkeling van de grondgebonden veehouderij en het behoud van de landschappelijke openheid. Onder voorwaarden worden mogelijkheden geboden voor neven- en vervolgfuncties.
-
Zone ALN, Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden: veenpolders, bovenlanden De zone kenmerkt zich door een mix van agrarische, landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. De openheid en het verkavelingspatroon vormen de belangrijkste kenmerken, de natuurwaarden bestaan uit de aanwezigheid van weidevogels, oever- en slootvegetaties. Het toekomstperspectief van deze zone is gericht op het behoud en de ontwikkeling van een duurzame, grondgebonden veehouderij in combinatie met behoud en ontwikkeling van de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden. Ondanks dat de landbouw en de natuur- en landschapswaarden elkaar in deze zone kunnen versterken, kan de landbouw ook een bedreiging vormen voor het behoud van natuur en landschap ter plaatse. In deze zone moet dan ook worden gezocht naar een evenwicht. Diverse activiteiten worden daarom afweegbaar gesteld.
-
Zone N: gebied met natuurwaarden: Kagerplassen en omgeving Het betreft met name de oevers van de Ade, Wijde Aa en de Kagerplassen inclusief een aantal eilandjes. Het toekomstperspectief voor deze zone is gericht op de functie natuur. Voor deze zone geldt dat activiteiten of ingrepen die de (toekomstige) functie nadelig kunnen beïnvloeden, niet zijn toegestaan. Voor bestaande waterrecreatiebedrijven geldt dat ontwikkelingsmogelijkheden alleen na een zorgvuldige belangenafweging eventueel zijn toegestaan.
Voorstel Voorgesteld wordt om bovenstaande zonering op te nemen in het bestemmingsplan. Afhankelijk van de zone worden meer of minder gebruiksmogelijkheden toegekend en worden ontwikkelingsmogelijkheden met een omgevingsvergunning of wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. In de volgende paragraaf is dit verder uitgewerkt. Op deze manier worden de specifieke waarden van elke zone meegenomen meegewogen in de beslissing om een nieuwe ontwikkeling al dan niet toe te staan.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
45
188400.15941.00
46
Welke keuzes maken we?
4.7. Beleidsuitwerking op onderdelen Het beleid uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude verschilt per zone voor de volgende onderwerpen: maïs- en ruwvoederteelt; verbetering van de productieomstandigheden voor agrarische bedrijven; omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden; neven- en vervolgfuncties voor agrarische bedrijven. In deze paragraaf wordt aangeven welke beleidsuitgangspunten voor de genoemde onderwerpen gelden in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Tevens wordt gekeken in hoeverre en op welke wijze deze uitgangspunten kunnen worden overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West.
4.7.1. Maïs-/ruwvoederteelt In het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude wordt de teelt van ruwvoeder (niet zijnde gras) in de zone AO niet beperkt en in de zone ALN beperkt tot 20% van de bij het bedrijf behorende gronden. In de agenda landbouw wordt voor het in stand houden van de openheid van het landschap en het voorkomen dat bodemdaling alsnog tot de problemen gaat behoren, een maximum gesteld aan oppervlak maïs. Voor het plangebied betekent dit dat de teelt van maïs nergens onbeperkt wordt toegestaan. Grofweg wordt in het gebied ten zuiden van de Molenweg, Zomersloot en Broekhorstvaart geen maïsteelt toegestaan. In het overige deel van het plangebied wordt de maïsteelt beperkt tot 20% van het totale bedrijfsoppervlak. De gebiedsindeling uit de Agenda landbouw komt niet overeen met de voorgestelde zonering voor het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. Om die reden wordt voor het gebied waarin de maïsteelt wordt toegestaan tot 20% een aanduiding op de verbeelding opgenomen. Voorstel Gebiedsindeling uit Agenda Landbouw wordt overgenomen voor wat betreft het toestaan van maïsteelt. Er wordt een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor maïsteelt om in het gebied zonder maïsteelt toch tot 20% toe te staan mb.v. technieken die bodemdaling voorkomen.
4.7.2. Verbetering van de productieomstandigheden voor agrarische bedrijven Aanleg verhardingen De aanleg van verhardingen heeft in het plangebied met name betrekking op de aanleg van kavelpaden. Het aanleggen van verhardingen gaat ten koste van het waterbergend vermogen van de grond. Daarnaast kan het nadelige gevolgen hebben voor de aanwezige natuurwaarden. Om per situatie een belangenafweging te kunnen maken, wordt het aanleggen van verhardingen in de zone ALN aan een omgevingsvergunning gekoppeld. In de zone AO wordt de aanleg van kavelpaden en verhardingen rechtstreeks toegestaan. Deze regeling sluit aan op de regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. In de vigerende bestemmingsplannen worden kavelpaden echter niet gekoppeld aan een aanlegvergunning. Onderbemaling Het aanleggen van dammen en onderbemaling kan vanuit landbouwkundig oogpunt gewenst zijn. Vanuit het oogpunt van duurzaam waterbeheer is dit echter ongewenst. Het beleid van het Waterschap is gericht op het saneren van onderbemalingen. Waar dat niet mogelijk is,
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
47
neemt het Waterschap het beheer over. Voor nieuwe onderbemalingen moet het Waterschap goedkeuring geven. Dit zal zij slechts doen in uitzonderingsgevallen, na afweging van het agrarisch belang tegen het belang van duurzaam waterbeheer. Om dubbele regelgeving zoveel mogelijk te voorkomen, wordt het niet noodzakelijk geacht om het afdammen en onderbemalen ook nog eens in het bestemmingsplan afweegbaar te stellen. Voorstel Afdammen en onderbemaling worden niet gekoppeld aan een omgevingsvergunning. Hiervoor gelden de regels en eisen van het Waterschap. Graven en dempen van sloten Het dempen van sloten is nadelig voor het waterbergend vermogen en kan ook het landschappelijke waardevolle verkavelingspatroon aantasten. Op voorhand kan niet worden bepaald of dit leidt tot aantasting van de aanwezige natuur-, landschappelijke of archeologische waarden. Om dit van geval tot geval te kunnen beoordelen, wordt slootdemping gekoppeld aan een omgevingsvergunning. Dezelfde afweging geldt voor het graven van sloten. Deze regeling sluit aan op de regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en de regeling in de vigerende bestemmingsplannen. In de Agenda Landbouw wordt voorgesteld het dempen van dwarssloten vergunningvrij te maken voor het aspect landschap. Volgens de Agenda leiden dwarssloten tot meer arbeid bij het maaien en tot meer transportbewegingen in de weilanden. Voor het in stand houden van de landschappelijke kernkwaliteiten zijn de dwarssloten volgens de Agenda Landbouw niet essentieel. Voorstel Het dempen van sloten wordt aan een omgevingsvergunning gekoppeld. Het dempen van dwarssloten wordt hiervan uitgesloten.
4.7.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden In de onderstaande tabel wordt aangegeven welke werkzaamheden gekoppeld worden aan een omgevingsvergunning. Deze tabel komt grotendeels overeen met het aanlegvergunningenstelsel uit het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Voor werkzaamheden die binnen het agrarisch bouwvlak plaatsvinden of onderdeel zijn van normaal onderhoud en beheer behoeft geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Tabel 4.1 Omgevingsvergunning werken of werkzaamheden
zone AO
zone ALN
zone N
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren (> 50 cm)
O
O
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater
R
O
aanbrengen opgaande beplantingen (met uitzondering van erfbeplanting)
O
O
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden
R
O
aanleg van verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden en verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden)
R
O
O
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
48
Welke keuzes maken we?
werken of werkzaamheden
zone AO
zone ALN
zone N
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur
R
O
O
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginnen of draineren
R
O
aanleg van buitenrijbanen
aanleg kavelpaden
R
O
O
oeverbeschoeiingen
R
O
O
R O
Rechtstreeks toelaatbaar. Hoe dan ook (op bepaalde locaties) verboden. Vereiste van een omgevingsvergunning.
Voorstel De werkzaamheden uit tabel omgevingsvergunning gekoppeld.
4.1
worden
op
de
voorgestelde
wijze
aan
een
4.7.4. Nevenfuncties voor agrarisch bedrijven Nevenfuncties Met het oog op het uitgangspunt van beleid om het (agrarische) karakter van het plangebied te behouden, maar ook in te spelen op de vraag naar nieuwe activiteiten in het buitengebied geeft tabel 4.2 weer welke nevenfuncties toelaatbaar zijn. Uitgangspunten ten aanzien van de nevenfuncties De activiteiten die in tabel 4.2 worden genoemd, dienen op het bouwvlak plaats te vinden, óók paardenbakken ten behoeve van paardenstalling en kleinschalig kamperen. Bovendien moeten de functies te allen tijde ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie. Bouwmogelijkheden ten behoeve van niet-agrarische nevenfuncties worden toegestaan. Uitgangspunt is dat niet-agrarische nevenfuncties in de agrarische bedrijfsvoering ondergeschikt blijven. Om die reden wordt in zijn algemeenheid een maximaal bebouwingsoppervlak van 400 m² gehanteerd. Op deze maat bestaan drie uitzonderingen: 1. Sommige functies hebben een afwijkende maximale maat. Zo wordt bij agrarische loonbedrijven de maximale maat (500 m²) bepaald door de milieuzonering die bepaald is met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Voor horeca is een maximale maat van 100 m² opgenomen, om de kleinschaligheid te waarborgen. 2. Enkele nevenfuncties hebben naast een maximaal bebouwingsoppervlak onbebouwde ruimte nodig, bijvoorbeeld bij kleinschalig kamperen en paardrijactiviteiten. Naast het maximale bebouwingsoppervlak, mag het totale oppervlak dat in gebruik is voor deze functies 2.500 m² respectievelijk 1.200 m² bedragen. Ook komen combinaties van nevenfuncties voor. Voor combinaties van nevenfuncties wordt eveneens de maximale bebouwingsmaat van 400 m² gehanteerd. Toelaatbaarheid van nevenfuncties Met betrekking tot het al dan niet toelaatbaar stellen van de nevenfuncties wordt het volgende opgemerkt. In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen maneges en paardenstalling.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
49
Een manege is een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden, waarbij veelal voorzieningen zijn gesitueerd als kantine/foyer en logies- en/of verenigingsaccommodatie. Bij veel maneges vinden wedstrijden plaats. De ruimtelijke gevolgen van maneges kunnen daarom zeer ingrijpend zijn. In het bestemmingsplan worden om die reden maneges als nevenfunctie niet toelaatbaar geacht. . Onder paardenstalling wordt het houden van paarden en pony's voor verhuur en eigen gebruik verstaan, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden. Omdat de gevolgen hiervan veel minder ingrijpend zijn, biedt het bestemmingsplan hiervoor wel mogelijkheden. Kleinschalige horecagelegenheden, zijn horecagelegenheden in de vorm van bijvoorbeeld theeschenkerijen of proeverijen van streekeigen producten dan wel producten van het eigen bedrijf. Aan opslag wordt als voorwaarde gesteld dat er geen opslag wordt toegestaan van stoffen/producten die gevaar of milieuoverlast kunnen opleveren. Veehandelbedrijven, africhtingbedrijven voor paarden, foeragehandel, en opslag van agrarische producten genereren relatief veel zwaar verkeer. Daarom dient voor de in tabel 4.1 genoemde nevenfuncties van geval tot geval beoordeeld te worden of vestiging op de gewenste locatie, gelet op de aard en omvang van het gebruik, de gesteldheid van de weg en de verkeerssituatie, mogelijk is. Aan sommige functies kunnen reeds op voorhand voorwaarden/beperkingen worden gesteld. Opslag en stalling van goederen is alleen toelaatbaar voor zover het goederen betreft die geen verkeersaantrekkende werking hebben. Opslag van caravans/boten in bestaande bedrijfsgebouwen is uit dat oogpunt wel toelaatbaar; opslag van artikelen ten behoeve van de verhuur niet. Kampeerboerderijen kunnen veel gemotoriseerd verkeer aantrekken en zijn dan ook alleen met een omgevingsvergunning toelaatbaar. Zo kan per situatie beoordeeld worden of de vestiging mogelijk is. Alleen kleinschalige sociale nevenfuncties worden met een omgevingsvergunning mogelijk gemaakt. Onder kleinschalige sociale nevenfuncties worden sociale functies verstaan met een maximumoppervlakte van 400 m². .
-
-
-
-
-
Tabel 4.2 Nevenfuncties aan landbouw verwante functies/bedrijvigheid agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 t/m 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten veehandelsbedrijven; africhtingsbedrijven voor paarden foeragehandel; handel in zaaizaad en pootgoed; opslag agrarische producten voor derden veearts; hoefsmederij ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten verkoop streekeigen producten/ boerderijwinkel niet-agrarische bedrijfsactiviteiten hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten opslag/stalling van niet-agrarische goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bestaande gebouwen overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten mestvergisting recreatieve functies kinderboerderij maneges paardenstalling/paardrijactiviteiten kano-, roeiboot- of fietsenverhuur kleinschalig kamperen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Zone AO O
Zone ALN 1)
R 1)
O 1)
R R R
R R R
O
1)
O
O
O
1)
O
1)
R
O
O R R
O R O1)
188400.15941.00
50
Welke keuzes maken we?
aan landbouw verwante functies/bedrijvigheid recreatief nachtverblijf (bed & breakfast) kampeerboerderij kleinschalige horecagelegenheid poldersport veerhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers overige dienstverlening sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) museum/tentoonstellingsruimte kunst- of antiekhandel dierenpension hondenfokkerij 1) R: O: :
Zone AO R R R O O
Zone ALN R O R 1) O
O
O
R R O O
O O O O
In bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude via ontheffing of rechtsreeks toegestaan. Rechtstreeks toelaatbaar. Met omgevingsvergunning. Niet toelaatbaar.
In Zone N komen geen agrarische bouwvlakken voor, vandaar dat deze zone niet in de tabel is opgenomen. De nevenfuncties die in de tabel gekoppeld zijn aan een omgevingsvergunning kunnen negatieve effecten hebben op natuur, landschap of cultuurhistorie. De nevenfuncties zoals genoemd in de bovenstaande tabel zijn gelijk aan de in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude opgenomen nevenfuncties. In dit bestemmingsplan worden in de zone ALN echter minder nevenfuncties rechtsreeks of met een omgevingsvergunning toegestaan. De cultuurhistorische en natuurwaarden in het gebied dat in dit bestemmingsplan is aangeduid als zone ALN zijn nadrukkelijker aanwezig dan in de zone ALN van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Ook de ontsluiting in de zone ALN van dit bestemmingsplan is beperkter dan in de zone ALN van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Voorstel Voorgesteld wordt om conform tabel 4.2 mogelijkheden te bieden voor niet-agrarische nevenfuncties.
4.7.5. Vervolgfuncties voor agrarisch bedrijven Toelaatbaarheid van vervolgfuncties Met betrekking tot het al dan niet toelaatbaar stellen van vervolgfuncties wordt aangesloten bij hetgeen hieromtrent is opgemerkt bij de nevenfuncties, zij het dat aan deze aspecten ingeval van agrarische bedrijfsbeëindiging een groter belang zal worden toegekend. Bouwmogelijkheden ten behoeve van vervolgfuncties Niet-agrarische vervolgfuncties dienen gevestigd te worden in de bestaande bedrijfsgebouwen. Nieuwbouw ten behoeve van de in tabel 4.3 genoemde functies is in beginsel niet aan de orde. Ten aanzien van bouwmogelijkheden voor vervolgfuncties geldt, dat de bestaande gebouwen niet mogen worden uitgebreid. Indien de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen in een bouwvallige staat verkeren, of indien hiervan geen zinvol ander gebruik meer kan worden gemaakt, kan worden besloten tot sanering van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. In dat geval mag de oppervlakte van de nieuw op te richten bebouwing maximaal 50% bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken tot een maximum van 200 m².
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
51
Tabel 4.3 Vervolgfuncties
wonen/hobbyboerachtige activiteiten aan landbouw verwante functies/bedrijvigheid niet-agrarische bedrijfsactiviteiten agrarische loonbedrijven in de categorieën 1, 2 en 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten veehandelsbedrijven; africhtingsbedrijven voor paarden foeragehandel; handel in zaaizaad en pootgoed; opslag agrarische producten voor derden hoefsmederij; veearts ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten niet-agrarische bedrijfsactiviteiten recreatieve functies hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten opslag/stalling van goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bestaande gebouwen niet zijnde kassen overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (onder andere aannemersbedrijf, schildersbedrijf, meubelstoffeerderij, pottenbakkerij) jachtwerf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten watersportbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten recreatieve functies overige dienstverlening recreatiebedrijven/horeca/verblijfsrecreatie kinderboerderij maneges paardenstalling/paardrijactiviteiten verblijfsrecreatieve appartementen kampeerboerderij overige dienstverlening sociale vervolgfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) museum/tentoonstellingsruimte kunst- of antiekhandel dierenpension hondenfokkerij
AO W
ALN W
W
X
W X1)
W X
W W
W W
W W
X1) X1)
W
W
W1)
W1)
W1)
W1)
W W W1) W W W
W W X W W W
W
W
W W X X1)
W W X X
1) Afwijkend van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. W: Na planwijziging. X: Niet toelaatbaar.
In de bovenstaande tabel zijn dezelfde vervolgfuncties opgenomen als in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. In dit bestemmingsplan worden echter meer vervolgfuncties gericht op de watersport en recreatie mogelijk gemaakt. In de tabel is aangegeven waar de mogelijkheden afwijken van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Dit heeft dezelfde redenen als al genoemd bij de nevenfuncties: kwetsbaarder gebied en slechtere infrastructuur. Voorstel Voorgesteld wordt om conform tabel 4.3 mogelijkheden te bieden voor niet-agrarische vervolgfuncties.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
52
Welke keuzes maken we?
4.8. Vertaling overig beleid 4.8.1.
Verordening ruimte
Vanwege het dwingende karakter van de verordening worden de hierin opgenomen regels een op een doorvertaald in het bestemmingsplan. De verordening biedt ook beperkte ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. In dit bestemmingsplan worden de mogelijkheden opgenomen voor: 1. ruimte voor ruimte via een wijzigingsbevoegdheid; 2. nieuwe landgoederen via een wijzigingsbevoegdheid; 3. woningen in bebouwingslinten na sloop bestaande bebouwing; 4. nieuwe bebouwing ten behoeve van recreatieve functies buiten bebouwingscontouren is toegestaan voor: - kleinschalige bebouwing, uitgezonderd recreatiewoningen en bedrijfswoningen, passend bij en ondersteunend aan de recreatieve functie van een gebied; - recreatiewoningen binnen gebieden voor verblijfsrecreatie. Voorstel In het bestemmingsplan worden mogelijkheden opgenomen voor de realisatie van nieuwe woningen na sloop van bebouwing. Nieuwe landgoederen worden door middel van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Omdat aan de ontwikkelingen genoemd onder 3 en 4 veel eisen vastzitten die niet alleen in het bestemmingsplan kunnen worden vastgelegd, wordt deze ontwikkeling alleen via een aparte procedure toegestaan.
4.8.2.
Gebiedsaanwijzingen in provinciaal beleid
In het provinciale beleid is het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West aangewezen als: landbouw onder invloed van de stad; landbouwgebieden met een opgave; cultureel erfgoed kroonjuweel; cultureel erfgoed topgebied; dijk met (cultuurhistorisch waardevol) bebouwingslint; provinciaal landschap: Land van Wijk en Wouden; agrarisch gebied-inspelen op stad en land; kwetsbaar veenweidegebied; Ecologische Hoofdstructuur; weidevogelgebied en overige natuurwaarden. Hieronder worden de voorstellen aangegeven op welke wijze de beleiduitgangspunten die samenhangen met deze aanwijzingen worden doorvertaald naar het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. Landbouw onder invloed van de stad/Landbouwgebieden met een opgave Slechts een klein deel van het plangebied is aangewezen als 'Landbouw onder invloed van de stad'. Het grootste gedeelte van het plangebied is aangewezen als 'landbouwgebied met een opgave'. Voor beide gebieden geldt dat andere functies hun druk uitoefenen op het plangebied. In het gebied 'Landbouw onder invloed van de stad' is dit de toenemende vraag vanuit de stad recreatieve activiteiten. In de 'Landbouwgebieden met een opgave' staat de verandering van de agrarische sector centraal. Naast de agrarischebedrijfsvoering zien sommige bedrijven zich ook genoodzaakt andere activiteiten te ontplooien.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
53
Voorstel In het bestemmingsplan wordt hierop ingespeeld door het toestaan van neven- en vervolgfuncties voor agrarische bedrijven. Cultureel erfgoed kroonjuweel/topgebied Binnen gebieden die zijn aangewezen als Cultureel erfgoed kroonjuweel of Cultureel erfgoed topgebied moet sterk worden ingezet op de bescherming van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden. Voorstel Om die reden wordt in de bestemmingsomschrijving aangegeven dat de gronden tevens bestemd zijn voor de instandhouding en bescherming van de cultuurhistorische waarden. Meestal hangen deze waarden sterk samen met de landschappelijke waarden (slagenverkaveling) en zorgt het behoud van landschappelijke waarden tevens voor het behoud van de cultuurhistorische waarden. De landschappelijke en cultuurhistorische waarden worden in de bestemmingsomschrijving zo concreet mogelijk benoemd. Bij nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden (afwijken door middel van omgevingsvergunning, wijzigingsbevoegdheden) moeten de mogelijke gevolgen voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden worden meegewogen. De archeologisch waardevolle gebieden worden beschermd door middel van een dubbelbestemming. Voor nieuwe ontwikkeling binnen gebieden met middelhoge, hoge en zeer hoge archeologische verwachtingswaarden moet ter bescherming van deze waarden een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Dijk met (cultuurhistorisch waardevol) bebouwingslint Bescherming van de cultuurhistorische waarden binnen bebouwingslinten is mogelijk door: geen nieuwe bouwvlakken, dus geen verdere verdichting binnen de linten toe te staan; bestaande bebouwing zodanig te fixeren (strakke bouwvlakken) dat aantasting van de originele bebouwingsstructuur niet mogelijk is; doorzichten te behouden; oriëntatie van de gevels te handhaven; bestaande goot- en bouwhoogtes over te nemen. De afzonderlijke cultuurhistorische waarde van panden worden beschermd door de monumentenwet als panden zijn aangewezen als monument. Een omgevingsvergunning voor het slopen van gebouwen kan alleen aan monumenten worden gekoppeld. Wel kan binnen beeldbepalende panden (en monumenten) een extra woning worden toegestaan om zo de extra kosten te kunnen financieren die zijn verbonden aan het behoud van het beeldbepalende pand/monument. Agrarisch gebied-inspelen op stad en land In het bestemmingsplan worden ruime mogelijkheden geboden voor nevenfuncties en vervolgfuncties voor agrarische bedrijven. Op deze manier kan worden ingespeeld op de toenemende vraag uit het stedelijk gebied naar recreatieve mogelijkheden in het landelijk gebied. Bij het toestaan van nevenfuncties is gekeken naar de mogelijke effecten van deze functies. Vandaar dat niet alle nevenfuncties rechtstreeks worden toegestaan. Bij vervolgfuncties dient altijd te worden gekeken naar de mogelijke effecten op de landschaps-, cultuurhistorische of natuurwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
54
Welke keuzes maken we?
Ecologische Hoofdstructuur De gebieden die onderdeel uitmaken van de Ecologische hoofdstructuur worden bestemd voor 'Natuur'. In deze gebieden zijn geen ontwikkelingen toegestaan die een significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied. Weidevogelgebied en overige natuurwaarden Behoud van de grondgebonden veehouderij en het bestaande landschap staat in het bestemmingsplan voorop. De natuurwaarden die gekoppeld zijn aan het grondgebruik en het landschap worden op deze manier ook behouden.
4.8.3.
Vertaling sectoraal beleid
Onderstaand wordt aangegeven op welke wijze het gemeentelijke sectorale beleid wordt vertaald in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West. Nota recreatie en toerisme 2009 Nieuwe recreatieve functies worden uitsluitend als nevenfunctie toegestaan. Voor grootschalige recreatieve ontwikkeling dient een aparte procedure te worden doorlopen waarin alle belangen kunnen worden afgewogen. Welstandsnota Deze nota heeft verder geen gevolgen voor het ruimtelijke beleid in dit bestemmingsplan. Paardenhouderijen Het beleid ten aanzien van paardenhouderijen wordt in het bestemmingsplan vertaald. Om duidelijk te maken welke activiteit om welke voorzieningen vraagt, zijn de activiteiten en voorzieningen in een tabel gezet (tabel 4.4). Door per categorie aan te geven welke voorzieningen nodig en toegelaten zijn wordt wildgroei voorkomen. Tevens worden bij sommige voorzieningen maximum aantallen en maten gegeven. De ruimtelijk relevante uitgangspunten worden doorvertaald in het bestemmingsplan Buitengebied Kaag en Braassem West.
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Welke keuzes maken we?
55
Tabel 4.4 Activiteiten en voorzieningen matrix voor recreatieve paardenhouderij
Uitgangspunten van het beleid zijn: de agrarische tak van de paardenhouderij (als hoofd- of als nevenactiviteit) kan worden toegestaan in het buitengebied binnen een agrarische bestemming en de daarbij behorende voorschriften. Ook de daarbij behorende voorzieningen om de paarden in een goede conditie te houden of te trainen kunnen worden toegestaan; hobbymatige paardenhouderij moet kleinschalig blijven; nevenfuncties krijgen meer mogelijkheden, maar de voorzieningen blijven beperkt; paardenhouderij is alleen toegestaan als het bestaande bouwvlak hiervoor voldoende ruimte biedt; hobbymatige paardenhouderij is toegestaan bij elke woonfunctie, mits dit past binnen het bestaande bouwvlak en mits de maximaal toegestane hoeveelheid bebouwing niet overschreden wordt; recreatieve paardenhouderij als nevenactiviteit is toegestaan bij agrarische bedrijven (A) en bij voormalige agrarische bedrijven (Wonen VAB). Om nevenactiviteiten ook kleinschalig te houden, is gekozen om de grens bij 500 m² (zo'n 15 paarden) te leggen; voor recreatieve paardenhouderij als hoofdactiviteit geldt de regel dat deze als zodanig bestemd moet zijn. Wel krijgt de activiteit de ruimte zich binnen de bestemming te ontplooien, net zoals ieder ander (agrarisch) bedrijf en onderneming; paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan; lichtmasten bij Wonen en Wonen VAB kunnen alleen met vrijstelling opgericht worden. Voor de hobbymatige paardenhouderij wordt deze in principe niet verleend. Deze uitgangspunten komen overeen met het beleid ten aanzien van de paardenhouderij/-stalling in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en de vigerende bestemmingsplan. Het betreft een nadere detaillering van het beleid en op sommige onderdelen zelfs een verruiming.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
56
Welke keuzes maken we?
Beroep-aan-huis In het bestemmingsplan wordt de volgende definitie van aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten opgenomen. Beiden worden als onderdeel van de woonbestemming rechtstreeks toegestaan. Aan-huis-gebonden beroep De in de toelichting genoemde dienstverlenende beroepen, die in een woning (inclusief aanen uitbouwen en bijgebouwen) door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming zijn en waarbij: a. het uiterlijk van de desbetreffende woning niet wordt aangetast; b. reclameobjecten slechts na goedkeuring worden aangebracht; c. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning, met dien verstande dat sprake mag zijn van maximaal twee werkplekken; d. het niet gaat om vormen van horeca; e. er geen onevenredige verkeers- en/of parkeeroverlast mag ontstaan voor het omliggende woongebied; f. het gaat niet om bedrijven waarvoor een milieuvergunning of meldingsplicht nodig is; g. er geen detailhandel mag plaatsvinden, met uitzondering van detailhandel in goederen die ter plaatse worden bewerkt of hersteld. Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten De in de toelichting genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij het woonhuis (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen), met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij: zie 1.2 a. tot en met g. Deze regeling vormt een detaillering van de regeling voor beroep-aan-huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en de vigerende bestemmingsplannen. Beide activiteiten werden in alle plannen al binnen de woonfunctie toegestaan. Insteekhavens/steigers/pakeren langs de weg Binnen de bestemming Tuin, Erf of Wonen (of daarmee gelijk te stellen bestemmingen) worden insteekhavens en steigers rechtsreeks mogelijk gemaakt, met inachtneming van de bescherming van waterkeringen. In de bestemmings-omschrijving van de genoemde bestemming worden de insteekhavens en steigers opgenomen. Per bouwvlak wordt maximaal 1 insteekhaven en steiger toegestaan. Op een aantal percelen is de ruimte voor het parkeren van auto’s van bezoekers beperkt of is er fysiek geen gelegenheid (ligging aan dijk) voor het parkeren van auto’s. De gemeente staat in deze gevallen toe dat maximaal twee parkeerplaatsen langs de weg worden gerealiseerd. De parkeerplaatsen moeten worden uitgevoerd in halfverharding (grastegels) Monumentenlijst Binnen monumenten wordt een extra woning toegestaan ter compensatie van de kosten voor het onderhoud van het monument. Monumenten worden wel aangeduid op de kaart, maar voor de regels wordt verwezen naar de gemeentelijke verordening en de Monumentenwet. Gemeentelijk archeologie beleid Het vastgestelde gemeentelijke bestemmingsplan.
188400.15941.00
archeologie
beleid
wordt
overgenomen
in
het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5. Hoe ziet het nieuwe plan er uit?
57
5.1. Inleiding De vorige Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna WRO) en het daarbij behorende Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro 1985) bevatten bijna geen bepalingen over de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan. Dit heeft ertoe geleid dat in de praktijk allerlei varianten zijn toegepast. Hierdoor zijn er zeer verschillende bestemmingsplannen ontstaan. Bestemmingsplannen met dezelfde beleidsmatige inhoud en met hetzelfde doel zagen er geheel anders uit en waren moeilijk vergelijkbaar. Hierdoor ontbrak het aan duidelijkheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan. En dit terwijl leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan van groot gewicht zijn. Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling, de monitoring van beleid en de handhaving. De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (hierna SVBP 2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld.
5.2. Bestemmingen De onderstaande figuur geeft een impressie van de verbeelding. Bestaande functies zijn ondergebracht in hoofdfuncties zoals Agrarisch, Wonen en Bedrijf. Het staat de gemeente niet meer vrij om zelf hoofdfuncties te benoemen. Specifiek gebruik wordt aangegeven door middel van aanduidingen. De zonering van het plangebied komt terug in de 3 agrarische bestemmingen. Gebiedsoverschrijdende regelingen voor bijvoorbeeld archeologie worden weergegeven in dubbelbestemmingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
58
Hoe ziet het nieuwe plan er uit?
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 1
1
Monumentenlijst
De volgende gebieden in Kaag en Braassem West zijn aangemerkt als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. Rijpwetering Aderpolder ('Boerenbuurt') Rijksmonumenten De volgende panden in Kaag en Braassem komen voor op de Rijksmonumentenlijst: Kaag Kagerpolder ongenummerd, Poldermolen 'De Kaager' Oud Ade Boekhorsterweg 1, boerderij 17e eeuw Boekhorsterweg 11, Voormalig rechthuis van de 'Vrije en Lage Boeckhorst' Rodepolder 1, Boerderij 'de Moppenhoeve' 17e eeuw Blauwe polder 4, 'Blauwe Molen' onbekend, Poldermolen 'De rode molen' 1632 onbekend, Poldermolen 'De Vrouw Venner' 1835 herbouwd Rijpwetering Pastoor v.d. Plaatstraat 24 en 26, Boerderij met deftig woongedeelte 1846 Zuidweg 57, Boerderij Aderpolder 3, Poldermolen 1941 onbekend, Buurtermolen onbekend, Poldermolen 1793 Poeldijk 8, Molen 1780 Poeldijk 1, Molen 1780 Poeldijk 15, Poldermolen 'De Moppemolen' 1792 Achterdijk 11, Poldermolen 1857 Roelofarendsveen Aderweg 2, Veendermolen Groenewoudsekade 15, molenromp
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
2
Bijlage 1
Lijst met gemeentelijke monumenten Kaag en Braassem West Nieuwe Wetering Voorweg 54, boerderij Voorweg 56, voormalig stalgedeelte Oud Ade Boekhorsterweg 19, boerderijcomplex Boekhorsterweg 21, boerderijcomplex Bospad 17, woonhuis Hofdijklaan 13, boerderij Leidseweg 11-13, boerderijcomplex Leidseweg 23, boerderij Leidseweg 32, boerderijcomplex Leidseweg 32, (deels andere eigenaar) Leidseweg 44, boerderij Leidseweg 46, boerderijcomplex Zwarteweg 4, boerderij Zwarteweg t.o. 8, wc hokje Zwarteweg 10-12, boerderij Zwarteweg 13, boerderij Rijpwetering Aderpolder 2, boerderij Aderpolder 4, boerderij en bakhuis Buurterpolder 3, boerderijcomplex Koppoellaan 4, woonhuis Koppoellaan 21, woonhuis Oud Adeselaan 2, woonhuis Pastoor van der Plaatstraat 28, boerderij, woning Pastoor van der Plaatstraat 28a, boerderij, woning Zuidweg 20, boerderijcomplex Zuidweg 53, boerderijcomplex
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 2
1
Bedrijvenlijst
inrichting
postcode adres
cbi-omschrijving
Gebr. Van der Poel
2374AS
Leidseweg 17A OUD ADE
denstverlening ten behoeve van de landbouw
C. Brandt
2374BS
Hofdijklaan 33 OUD ADE
handel in auto's en motorfietsen, reparatieen servicebedrijven
Van Ginkel West-Nederland B.V.
2374BS
Hofdijklaan 75 OUD ADE
dienstverlening ten behoeve van de landbouw: plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: bruto-oppervlak > 500 m²
Provincie Zuid Holland Steunpunt Stroomsloot
2374BS
Hofdijklaan 3 OUD ADE
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
A.P.M. van der Geest
2374BS
Hofdijklaan 63 OUD ADE
caravanstalling/camping?
K. van der Pouw Kraan Sloopwerken B.V.
2374BT
Bospad 33 OUD ADE
verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
Gemarc
2375PA
Lange Dwarsweg 6 RIJPWETERING
aannemersbedrijven met werkplaats: brutooppervlak< 1000 m²
Delta Milieu Groencompost
2375PA
Lange Dwarsweg 5 RIJPWETERING
composteerbedrijven: GFT in gesloten gebouw
Vakgarage Straathof B.V.
2376BJ
Ripselaan 30 NIEUWE WETERING
handel in auto's en motorfietsen, reparatieen servicebedrijven
v.o.f. Arie Hogeboom
2376BJ
Ripselaan 18 NIEUWE WETERING
goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): bruto-oppervlak > 1.000 m²
Fa. Los Transport
2376BJ
Ripselaan 22 NIEUWE WETERING
goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): bruto-oppervlak > 1.000 m²
J.P.M. van Leeuwen
2355AG
Kerkstraat 53 HOOGMADE
loods op Zuidzijderweg 4A
gasdrukregel- en meetstation
2371BN
Groenewoudskade 11 ROELOFARENDSVEEN
gasdistributiebedrijven: gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C Valt in BP Kaag Valt in BP Kaag
gasdrukregel- en meetstation
2371AH
Aderweg 6 ROELOFARENDSVEEN
elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:100-200 MVA
gasdrukregel- en meetstation
2375AV
Veenderdijk 1 RIJPWETERING
elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:100-200 MVA
gasdrukregel- en meetstation
2375AV
Veenderdijk 1 RIJPWETERING
gasdistributiebedrijven: gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
gasdrukregel- en meetstation
2375AV
Veenderdijk 1 RIJPWETERING
elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:100-200 MVA
gasdrukregel- en meetstation
2374BN
Boekhorsterweg 19 OUD ADE
gasdistributiebedrijven: gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
2
Bijlage 2
188400.15941.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage
3
1
Vergelijking bestemmingsplannen
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
Agrarische doeleinden
gebruiksmogelijkheden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
perceelsbestemmingen voor agrarische bedrijven, intensieve veehouderij ter plaatse van aanduiding toegestaan als hoofdtak deelgebieden: Agrarisch gebied met waardevolle openheid (AO): droogmakerijen, behoud landschappelijke waarden Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden (ALN): veenweidelandschap, behoud natuur- en landschapswaarden Agrarisch gebied, glastuinbouw (AGL): glastuinbouwgebied Gebied met Natuurwaarden (N) Zone Westerdijk (WD)
deelgebieden: Primair agrarisch gebied: kassengebied in noordoosten Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden: optimale ontwikkeling veehouderij in open weidegebied met inachtneming van natuur, landschap en cultuurhistorie. Gebied met primair natuuren landschapswaarden: behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, in combinatie met recreatief en agrarisch medegebruik (plassen en oevers) perceelsbestemmingen: A: veehouderijbedrijven met uitzondering van intensieve veehouderij
deelgebieden: Primair agrarisch gebied: brede landbouwkundige ontwikkelingen; scheiding van functies Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden: grondgebonden veehouderij met natuur- en landschapswaarden (ruimte voor genoemd bedrijfstype; verweving van functies) Gebied met primair natuuren landschapswaarden: voorrang natuur; scheiding van functies perceelsbestemmingen: A: veehouderijbedrijven met uitzondering van intensieve veehouderij Ak: glastuinbouw As: sierteelt
Constatering: In Jacobswoude onderscheid tussen droogmakerijen en veenweidelandschap. In Oost Plus en West nagenoeg gehele gebied als Agrarisch met Natuur en Landschapswaarden. Voorstel: Droogmakerijen (oostelijk deel plangebied) bestemmen conform bestemmingsplan Jacobswoude als Agrarisch gebied met waardevolle openheid Veenweidegebied (westelijk deel plangebied) bestemmen conform bestemmingsplan Jacobswoude als Agrarisch gebied met landschapsen natuurwaarden. Intensieve veehouderij uitsluitend als neventak toestaan.
188400.15941.00
2
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp -
Alkemade Oost Plus
Zone Drechtoevers (DR)
bouwmogelijkheden
vrijstellingsbevoegdheden
188400.15941.00
bouwvlakken individueel bepaald uitgangspunt 1 ha maar rekening gehouden met bestaande situatie en gewenste ontwikkelingsruimte 1 bedrijfswoning met een maximale inhoud van 650 m3, in zone AO, AGL en WD maximaal 750 m3 (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) goot- en bouwhoogte bedrijfswoning: 6 en 10 m goot en bouwhoogte bedrijfsgebouwen: 6 en 12 m
overschrijding bouwvlak 1e bedrijfswoning indien nog niet aanwezig extra woonruimte i.v.m. 2e arbeidskracht of rustende boer nevenfuncties, verschillend per zone
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
Ak: glastuinbouw As: sierteelt rechtstreekse nevenfuncties, verschillend per deelgebied
rechtstreekse nevenfuncties, hetzelfde per deelgebied
bouwsteden van 1 ha 1 bedrijfswoning met een maximale inhoud van 500 m3 (inclusief aanbouwen) goothoogte bedrijfswoning: 6 m goothoogte bedrijfsgebouwen: 6m 1 gebouw buiten bouwstede van 20 m2 en goothoogte van 4 m
Constatering: 1 ha overal gelijk, rest afwijkende maatvoeringen
bouwsteden van 1 ha aantal bedrijfswoningen zoals bestaand maximale inhoudsmaat bedrijfswoning 600 m3 goothoogte 6 m bijgebouw van 50 m2
overschrijding bouwstede extra woonruimte i.v.m. rustende boer Staat van Bedrijfsactiviteiten
overschrijding bouwvlak nevenfuncties, gelijk per zone
Constatering: weinig verschil in vrijstellingen, geen nevenfuncties mogelijk gemaakt in LG Oost Plus
Voorstel: bouwvlakken 1 ha uitgaan van 1 bedrijfswoning per bedrijf, indien 2e aanwezig aangeven op verbeelding inhoudsmaat bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) max. 750 m3: goot- en bouwhoogte bedrijfswoning: 6 en 10 m goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen: 6 en 12 m geen hulpgebouwen of schuilhutten buiten bouwvlak
Voorstel: overschrijding bouwvlak extra woonruimte i.v.m. 2e arbeidskracht of rustende boer nevenfuncties, verschil in zone AO en zone ALN
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
wijzigingsbevoegdheden
aanlegvergunningenstelsel
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Alkemade Oost Plus
wijziging t.b.v. vergroten agrarisch bouwvlak naar Natuur voor ecologische verbindingszone nieuwe landgoederen Ruimte voor Ruimte Vervolgfuncties, mogelijkheden verschillen per zone
deelgebied AO: aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) deelgebied ALN: ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden aanleg van verharde wandel-, fiets- en
Landelijk
Gebied
nieuwe bouwsteden naar Verkeersdoeleinden en dagrecreatieve doeleinden i.v.m. aanleg zwemplaats naar Dagrecreatieve doeleinden, watersport
3
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
geen
Constatering: veel locatie-gerichte wijzigingsbevoegdheden in LG Oost Plus, geen of beperkte vervolgfuncties in vigerende plannen Voorstel: vergroten agrarisch bouwvlak geen mogelijkheid tot nieuwe bouwvlakken Ruimte voor Ruimte vervolgfuncties locatie-gerichte wijzigingsbevoegdheden niet meer opnemen nieuwe landgoederen
deelgebied 'vogelgebied in agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden': dempen van sloten aanleg wandel- en/of fietspaden ingrijpende werkzaamheden aan leidingen, die verder reiken dan normaal onderhoud en beheer, tenzij het (dreigende) calamiteiten betreft deelgebied 'concentraties natuurwaarden in agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden': dempen van sloten aanleg wandel- en/of fietspaden deelgebied 'overige delen
vogelgebied: dempen van sloten aanleg van wandel- en/of fietspaden ingrijpende werkzaamheden aan leidingen, die verder reiken dan normaal onderhoud en beheer, tenzij het (dreigende) calamiteiten betreft concentraties waardevolle sloot- en oevervegetaties en overig gebied: dempen van sloten aanleg van wandel- en/of fietspaden
ruwvoeder via aanlegvergunningenstelsel
Constatering: In bp Jacobswoude beperkt aanlegvergunningenstelsel voor droogmakerijen, terwijl wel uitgebreid in bp LG Oost Plus. Voor veenweidegebied zowel in Jacobswoude als bp LG West uitgebreid aanlegvergunningenstelsel. Vigerende regeling ruwvoeder ruimer dan toegestaan via Agenda Landbouw. Voorstel: aanlegvergunningenstelsel Jacobswoude als leidraad nemen, vigerende regelingen hierin opnemen ruwvoeder: Agenda Landbouw is leidend
188400.15941.00
4
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
188400.15941.00
ruiterpaden en verhardingen > 50 m2 (niet zijnde kavelpaden) aanbrengen van bodem- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginnen of draineren aanleg kavelpaden oeverbeschoeiingen deelgebied AGL: geen deelgebied WD: uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginnen of draineren deelgebied DR: aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden': dempen van sloten aanleg wandel- en/of fietspaden deelgebied 'gebied met primair natuur- en landschapswaarden': aanleg wandel- en/of fietspaden ruwvoeder: rechtstreeks toelaatbaar in primair agrarisch gebied en overige delen agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden aanlegvergunning nodig in vogelgebied in agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden en concentraties natuurwaarden in agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden niet toegestaan in gebied met primair natuur- en landschapswaarden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp -
-
bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
5
Constatering en voorstel
aanleg van verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden en verhardingen > 50 m2 (niet zijnde kavelpaden) aanbrengen van bodem- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur aanleg kavelpaden oeverbeschoeiingen
ruwvoeder: in deelgebied AO en AGL rechtstreeks toegestaan in deelgebied ALN tot 20% toegestaan dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied: zonder meer toegestaan: bouwwerken van ten hoogste 50 m2 en zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm aanlegvergunningenstelsel sloop gemeentelijke monumenten overal via aanlegvergunning
geen archeologische dubbelbestemming geen regeling omtrent monumenten
geen archeologische dubbelbestemming monumenten en karakteristieke/waardevolle panden op plankaart aangeduid
Constatering: in vigerende plannen geen tot beperkte bescherming van CH waarden; geen archeologische dubbelbestemming en bescherming monumenten Voorstel: in mei wordt gemeentelijk archeologiebeleid vastgesteld: opnemen in bestemmingsplan rijks- en gemeentelijke monumenten opnemen op plankaart, zijn reeds beschermd door wetgeving
Woondoeleinden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
188400.15941.00
6
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
gebruiksmogelijkheden
bouwmogelijkheden
vrijstellingsbevoegdheden
Alkemade Oost Plus
wonen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse van W*: voormalige agrarische bedrijfswoning woonboten specifiek bestemd
woning met een maximale inhoud van 650 m3, in zone AO, AGL en WD maximaal 750 m3 (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) goot- en bouwhoogte: 4 en 8m goot- en bouwhoogte bijgebouwen: 3 en 5 m bouwvlakken mogen maximaal voor 50% bebouwd worden aan- en bijgebouwen en overkappingen dienen 3 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden schuurtjes bij woonschepen 10 m2 en bouwhoogte 2,5 m
nevenfuncties voor W* en W
Landelijk
Gebied
woondoeleinden woonboten specifiek bestemd
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering: in bp LG West Erf en Garage bestemming; niet langer mogelijk met SVBP.
Voorstel: bestemd voor wonen met aan-huisgebonden beroepen en kleinschalige bedrijsmatige activiteiten vigerende regeling voor woonboten overnemen erf en garage regeling in Woonbestemming opnemen bestemming Wonen-vab opnemen
woning inclusief uitbouwen max. 500 m3 goothoogte woning 6 m bijgebouwen 70 m3 per woning goothoogte bijgebouw 3 m schuurtjes bij woonschepen 10 m2 en goothoogte 2,5 m
geen
woning max. 450 m3 of 600 m3 bijgebouwen 50 m3 goothoogte woning 6 m
Constatering: afwijkende maatvoering in alle drie de plannen Voorstel: woning (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) 750 m3 bouwvlak mag geheel bebouwd worden goot- en bouwhoogte Jacobswoude overnemen regeling schuurtjes bij woonschepen overnemen
188400.15941.00
woondoeleinden woonboten specifiek bestemd geen nevenfuncties
Constatering en voorstel
uitbreiding woning van 450 naar 600 m3 oppervlak bijgebouwen naar 75 m2
Constatering: geen nevenfuncties mogelijk
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
wijzigingsbevoegdheden bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
geen nevenfuncties
7
Constatering en voorstel
Voorstel: nevenfuncties bij Wonen-vab geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
bedrijven in categorie 1 en 2 van de SvB bedrijven van een hogere categorie zijn specifiek aangeduid
alle bedrijven specifiek bestemd (aangezien allemaal hogere categorie dan 1 en 2)
alle bedrijven specifiek bestemd (ook categorie 1 en 2)
Constatering: merendeel bedrijven met een hogere categorie
monumenten opnemen afwijking voor splitsen van monumenten in meerdere wooneenheden
Bedrijfsdoeleinden
gebruiksmogelijkheden
Voorstel: regeling Jacobswoude overnemen
bouwmogelijkheden
vrijstellingsbevoegdheden wijzigingsbevoegdheden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bebouwingsoppervlak op plankaart 1 bedrijfswoning met een maximale inhoud van 650 m3, in zone AO, AGL en WD maximaal 750 m3 (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) goot- en bouwhoogte woning: 4 en 8 m goot- en bouwhoogte vrijstaande bijgebouwen: 3 en 5m geen naar 4 burgerwoningen op specifieke locatie
bebouwingspercentage op plankaart woning inclusief uitbouwen max. 500 m3 goothoogte woning 6 m goothoogte bedrijfsgebouwen 4 m (m.u.v. Brz)
Constatering: afwijkende maatvoering
1 bedrijfswoning met maximale inhoud van 600 m3 goothoogte 6 m bijgebouwen 50 m2
geen
geen
geen
geen
geen
geen
Voorstel: woning (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) 750 m3 goot- en bouwhoogte Jacobswoude overnemen bebouwingsoppervlak op kaart (of in bijlage bij regels)
188400.15941.00
8
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
geen
geen
geen
geen
behoud, bescherming en beheer van natuur- en landschapswaarden t.p.v. Nr: dagrecreatief verblijf t.p.v. Nro: dagrecreatief verblijf met overnachting op een boot
behoud, bescherming en beheer van aanwezige natuurwaarden water, plassen, oevers en (recreatie)vaart
Constatering: in Jacobswoude dagrecreatief verblijf binnen Natuur specifiek aangeduid
behoud, bescherming en beheer van aanwezige natuurwaarden en water/plassen, oevers en (recreatie)vaart steigers bij Ns
N: terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Nr: kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, geen steiger of bergkist zijnde, met maximale hoogte van 1 m Nro: sanitaire voorzieningen tot 30 m2 met goot- en bouwhoogte van 2,5 en 3 m steigers alleen toegestaan bij aanduiding
terreinafscheidingen van max. 2m
terreinafscheidingen van max. 1 m bouwregels steigers
aanleg van verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden en verhardingen > 50 m2 (niet zijnde kavelpaden) aanbrengen van bodem- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur
betreft de gebiedszonering
geen
Natuurgebied
gebruiksmogelijkheden
bouwmogelijkheden
aanlegvergunningenstelsel
188400.15941.00
Voorstel: bestaande natuur volgens Structuurvisie bestemmen als Natuur alleen terreinafscheiding toegestaan
Voorstel: regeling bp Buitengebied Jacobswoude overnemen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
vrijstellingsbevoegdheid
Alkemade Oost Plus
Landelijk
Gebied
Alkemade Landelijk Gebied West
9
Constatering en voorstel
aanleg kavelpaden oeverbeschoeiingen
binnen bestemming Nr voor het bouwen van: een gebouw (berging/hobbykas) of overkapping met een oppervlak van max. 10 m2, goothoogte 2 m en bouwhoogte 2,5 m erf- en terreinafscheiding van max. 1 m en pergola’s van max. 2 m overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde van max. 1m
geen
geen
binnen bestemming Dagrecreatieve doeleinden alles specifiek aangeduid binnen bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden: verblijfsrecreatieve terreinen ligplaatsen voor recreatieve woonboten -
binnen bestemming Dagrecreatieve doeleinden alles specifiek aangeduid binnen bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden > zomerhuizen en sanitaire voorzieningen
Dagrecreatieve voorzieningen specifiek aangeduid aparte bestemmingen voor kampeerterreinen, zomerhuisjes terreinen en woonschepen
Constatering: recreatieve voorzieningen specifiek aangeduid
bebouwingsoppervlak op plankaart geen bedrijfswoning, tenzij anders aangeduid bedrijfswoning max 650 m3, goot- en bouwhoogte 4 en 8m bestemming dR:
bebouwingsoppervlak op plankaart woningen t.p.v. dR: 500 m3 en goothoogte 6 m per subbestemming specifieke maatvoering zomerhuizen: max. 250 m3, goothoogte 3 m sanitaire voorzieningen: max.
geen
Recreatieve doeleinden
gebruiksmogelijkheden
bouwmogelijkheden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Voorstel: Dagrecreatieve voorzieningen specifiek aanduiden zomerhuizen en bijbehorende voorzieningen specifiek aanduiden zomerhuis 250 m3 stacaravans 45 m2 bedrijfswoningen 600 m3
Voorstel: waar mogelijk aansluiten bij Buitengebied Jacobswoude, anders vigerende regeling overnemen voor bedrijfswoning aansluiten bij regeling voor woningen in de rest van het plan
188400.15941.00
10
Bijlage 3
Buitengebied Jacobswoude bestemmingsplan onderwerp
Alkemade Oost Plus
188400.15941.00
Alkemade Landelijk Gebied West
Constatering en voorstel
60 m2, goothoogte 2,5 m
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
vrijstellingsbevoegdheden wijzigingsbevoegdheden aanlegvergunningenstelsel
Gebied
per subbestemming specifieke maatvoering bestemming vR: per recreatief terrein specifieke maatvoering maatvoering woonboten geen -
Landelijk
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
opdrachtgever
: Gemeente Kaag en Braassem
vergadering
: Klankbordgroep bp Kaag en Braassem West
datum
: 27-07-2011
aanwezig
: Jaap Metselaar (Stichting Promotie Kaag, eigenaar hotel op Kagereiland) Ellen Verhaar (secretaris LTO-Noord, afdeling Kaag en Braassem) Antoine Willemsens (adviseur LTO-Noord, afdeling Haarlem) Aad Onderwater (voorzitter Stichting Promotie Kaag) Piet van der Poel (voorzitter LTO-Noord, afdeling Kaag en Braassem) Koos van der Geest (bestuurslid LTO-Noord, afdeling Kaag en Braassem) Boris Heemskerk (bestuurslid LTO-Noord, afdeling Kaag en Braassem) Dick Bakker (Hoogheemraadschap Rijnland) Jos Wassens (Provincie Zuid-Holland) Ben Beukenholt (Vereniging tot behoud van het openlandschap van Kaag en Braassem) Marjan van de Meer (Vereniging Veenderpolder en Wijde Aa) Huib van Dijk (Vereniging tot behoud van het openlandschap van Kaag en Braassem) Jan Beelen (gemeente) Marjanne den Boer (RBOI) Mariska Both (RBOI)
LTO geeft aan dat het merendeel van de agrariërs reeds beschikt over een bouwvlak van 1 ha. Voor de komende jaren zal een maximum bouwvlak van 2 ha voldoende ruimte voor ontwikkeling bieden. Wel pleit de LTO ervoor om deze 2 ha rechtstreeks toe te staan (met goede onderbouwing), in plaats van via een wijzigingsbevoegdheid. Na 2015 wordt de melkquotum los gelaten. Het is nog onduidelijk wat hierna zal gebeuren. De mogelijkheid voor schaalvergroting dient daarom behouden te blijven. Wat betreft verbreding geeft de LTO aan dat iedere agrariër wel iets van nevenfuncties bedrijft. Financieel is dit vaak noodzakelijk. Alleen dient de nevenfunctie in tijdsbesteding wel naast de 70/80-urige werkweek van de agrariër te passen. De agrarische functie zal echter altijd de hoofdtak blijven. De LTO geeft aan geen verschil te zien tussen de agrarische bedrijven in het AO gebied en in het ALN gebied. Er is geen praktisch verschil tussen deze gebieden. Wel krijgen de gebieden in de nota een verschillend aanlegvergunningenstelsel, hetgeen oneerlijke concurrentie in de hand werkt. Ook ziet de LTO geen groot verschil tussen deze twee gebieden wat betreft infrastructuur en de aanwezigheid van weidevogels. De LTO ziet dan ook liever dat dit verschil niet gemaakt wordt. Voor wat betreft maïsveld is er volgens de LTO geen verschil in teeltmogelijkheid tussen het AO en ALN gebied. In het gehele plangebied is de bodem niet geschikt voor de teelt van maïs/ruwvoeder. Wel zou dit in de toekomst kunnen veranderen, door nieuwe techniek of veranderingen in de marktprijs. De LTO geeft aan dat bij stopzetting van een agrarisch bedrijf, de vervolgfunctie van de bebouwing vaak goed geregeld is. Voor de nieuwe functie van de agrarische gronden is geen goede regeling opgenomen. Vaak komen er recreatieve of stedelijke functies die niet wenselijk zijn. De LTO stelt voor om de bestemming van de gebouwen pas te wijzigen als ook de functie van de gronden goed
geregeld is. Hiermee wordt het behoud van gronden binnen de agrarische sector gestimuleerd. De LTO draagt de nieuwe bestemmingsplannen in Leidschendam en Wassenaar als voorbeelden aan. De gemeente geeft aan dat de gronden altijd de bestemming Agrarisch behouden, tenzij hier een separate procedure voor is gevolgd. Eigendom en verkoop van gronden zijn geen zaken die geregeld kunnen worden met een bestemmingsplan. De gemeente stelt voor om een maximum te stellen aan het oppervlak aan gronden in gebruik voor hobbyboeren. De LTO kan zich hierin vinden en stelt een maximum van 2 ha (incl. bouwvlak) aan gronden voor. De Vereniging voor het behoud van het open landschap vraagt of er een beperking opgenomen kan worden tegen het volbouwen van de bouwvlakken, indien deze tot 2 ha kunnen groeien. Zodat de kans op megastallen beperkt blijft. De gemeente geeft aan dat er eventueel een maximum bebouwingspercentage per bouwvlak opgenomen kan worden. Dit is echter niet gebruikelijk. De bouwvlakken worden nooit helemaal vol gebouwd, aangezien er ook ruimte over dient te blijven voor verkeersbewegingen en bouwwerken zoals silo’s en kuilvoerplaten. De Stichting Promotie Kaag geeft aan dat recreatie onderbelicht is in de Nota. Niet alle bestaande recreatie wordt beschreven en de campings kunnen verwijderd worden uit de tekst aangezien deze niet langer deel uitmaken van het plangebied. Verder is er weinig aandacht voor de molens en de molenbiotopen. In de Nota dient meer ingegaan te worden op de vraag welke kansen de recreatie krijgt in de gemeente. Hierbij dient de Staande-Mast-Route en de Keverhaven uitgebreider geschreven te worden, net zoals De Oude Kooi (Unie van Watertoeristen), de Ade/Kleypoel en de Wijde Aa. Ook dient verwezen te worden naar de MRSV. De agrarische ondernemers geven aan dat er veel particulieren ligplaatsen voor de recreatievaart aanwezig zijn in sloten in het plangebied (o.a. Broekhorsterweg). Men vraagt zich af hoe hiermee omgegaan wordt. De gemeente geeft aan dat in het bestemmingsplan Kagerplassen de bestaande situaties gelegaliseerd zijn. De gemeente zal bezien of dat in dit bestemmingsplan ook mogelijk is. Het Hoogheemraadschap geeft aan dat er een indicatieve wateropgave heeft plaatsgevonden, waaruit blijkt dat er een tekort aan waterberging is in het plangebied. Het Hoogheemraadschap is aan het inventariseren waar waterberging mogelijk gemaakt kan worden. Het Hoogheemraadschap vraagt aandacht voor deze problematiek in de waterparagraaf. In de gebieden met een waterbergingsprobleem zullen ook bouwplannen kleiner dan 500 m2 gecompenseerd moeten worden, terwijl deze kleine bouwplannen normaal niet gecompenseerd hoeven te worden. De provincie Zuid-Holland geeft aan de beschrijving van de recreatiesector in de Nota summier te vinden. Daarnaast mist de provincie een beschrijving over ruimtelijke kwaliteit en hoe hieraan invulling gegeven wordt. De provincie is momenteel begonnen met het opzetten van regioprofielen. Het plangebied zal deel uitmaken van het regioprofiel Hollands Plassengebied. De Vereniging Veenderpolder en Wijde Aa geeft aan dat hun beschermgebied eerst aangeduid was als gebied met natuur- en cultuurhistorische waarden en nu gelegen is in het gebied met landschappelijke openheid. De vereniging betreurt het dat de waarden niet langer benoemd worden. Daarnaast vraagt de vereniging zich af of de grotere claim van recreatie op de ruimte zal leiden tot grootschalige omzetting van agrarische gronden naar recreatie gronden. LTO geeft aan geen probleem te hebben als kleine percelen die niet geschikt zijn voor agrarisch gebruik omgezet worden naar recreatie.
Bijeenkomst belangengroeperingen NvU Op 4 juli is een uitnodiging verstuurd voor een bijeenkomst over de NvU op 23 juli. In deze uitnodiging is de mogelijkheid gegeven tot een schriftelijke reactie bij verhindering. Op 13 juli is de NvU toegezonden aan elke organisatie. Uitgenodigde partijen De volgende instanties zijn uitgenodigd: Aanwezig Provincie ZuidHolland
Afwezig Ministerie I&M
Afgemeld
Hoogheemraadschap Zie verslag van Rijnland Tevens schr. reactie
Provincie NoordHolland
Afgemeld, geen commentaar
LTO Noord
Gemeente Teylingen
afgemeld
Gemeente Haarlemmermeer
-
Zie verslag
Gemeente Leiderdorp
Afgemeld, geen commentaar
Zie verslag
Holland-Rijnland
Zie verslag Tevens schr. reactie
Stichting Oud Alkemade
Afgemeld, geen commentaar Afgemeld, buitengebied niet interessant -
Vereniging tot behoud van het open landschap van Kaag en Braassem e.o. Vereniging Veenderpolder en Wijde Aa WOKB (Watersport Ondernemers K&B) Stichting Promotie Kaag
Zie verslag
Zie verslag Tevens schr. reactie Zie verslag
Toeristisch Kaag en Braassem Vereniging voor Agrarisch Natuurbeheer Ade Weidevogel wachtvereniging Rijpwetering e.o.
-
afgemeld
Er zijn in totaal drie schriftelijke reacties ontvangen. Deze zijn hieronder samengevat.
LTO 1) Verzoekt bouwvlak van 2ha. 2) Vraagt aandacht voor met name achterblijvende onbebouwde gronden bij stoppende bedrijven. 3) Graag voorzichtig met reguleren paardenhouderijen. 4) Geen onderscheid tussen gebieden, alles AO zonering. Agrariërs in veenpolders zouden dezelfde mogelijkheden moeten hebben als in droogmakerijen, incl. maisteelt. Afweging 1) Aangezien schaalvergroting in de landbouw doorgaat, maar tevens diverse bedrijven zullen stoppen, is het niet logisch om elke agrariër bij voorbaat een bouwvlak van 2 ha toe te wijzen. Uitgangspunt is daarom 1ha en groter waar nodig. Op die manier wordt maatwerk geleverd. Vergroting tot 2ha is mogelijk, indien dit noodzakelijk is. 2) Er zal worden nagedacht over een beperking van hobbymatige veehouderij, zodat er een stimulans uitgaat om agrarische gronden productief aan te wenden. 3) Geprobeerd wordt slechts dat te reguleren wat noodzakelijk is, zoals geen paardenbakken buiten het bouwvlak en recreatieve paardenhouderij als zodanig bestemmen. 4) Het onderscheid is gemaakt wegens een duidelijk verschil in landschap, ontsluiting, cultuurhistorische waarde en natuurwaarde. Om dat te behouden is het noodzakelijk bepaalde zaken anders te regelen in veenpolders dan in droogmakerijen. Promotie Kaag 1) Te weinig aandacht voor waterrecreatie Kevereiland, Keverhaven, Westoever Wijde Aa, en Kleypoel en de Ade worden niet of nauwelijks genoemd. 2) Functies mbt tot wateropslag, vervoer over water e.d. worden niet genoemd 3) Molenbiotopen krijgen onvoldoende aandacht. Verder een aantal tekstuele opmerkingen (zijn verwerkt). Afweging 1) Waterrecreatie is slechts beperkt via een bestemmingsplan te regelen, maar in de toelichting bij het bestemmingsplan zal hieraan meer aandacht besteed worden. 2) In de toelichting bij het bestemmingsplan zal hier meer aandacht aan besteed worden. 3) Molenbiotopen zijn een gegeven, geregeld in de provinciale verordening. Het opnemen in het bestemmingsplan ervan is daarmee een gegeven en geen inhoudelijke afweging. Hoogheemraadschap van Rijnland Merkt op dat in gehele gebied wateropgaaf is en vraagt daarom aandacht voor het makkelijk omzetten van grond in water. Verder wordt alvast informatie verstrekt voor bestemmingsplankaart en –toelichting. Afweging Het graven en verbreden van sloten zal ofwel rechtstreeks toegestaan worden, ofwel via een aanlegvergunning mogelijk gemaakt worden. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan deze wens.
Conclusie De reacties geven geen aanleiding de NvU inhoudelijk te wijzigen. Wel worden bij de uitwerking van toelichting, regels en plankaart bepaalde aspecten nadrukkelijk meegenomen.
Raadsvergadering Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
5 september 2011
A.J.M. van Velzen E. Dekker / Middelen
[email protected] (071) 3327 282
Onderwerp: Bestuursrapportage 2011 Beslispunten: −
In te stemmen met de voorgestelde begrotingswijzigingen, naar aanleiding van de bestuursrapportage;
−
Akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten: IC0142 Vervangen zand-zoutstrooier 2008 IC0143 Vervangen grote zand-zoutstrooier 2008 IC0203 Inrichting 30-km gebieden Leimuiden IC0209 Verbeteringsmaatregelen Leimuiden IG0052 Software Klic/Wion IG0042 Kleine vrachtauto beschoeiingen 2009 IG0076 Noodaggregaat buitendienst 2010 IG0050 Meerjaren ICT-plan fusie 2009
−
Akkoord te gaan met het toekennen van de volgende kredieten: IG0083 Aanschaf IPAD MT en college IG0084 Omgevingsvergunning WABO IG0085 Basisregistratie WOZ IG0086 Aansluiten nieuw handelsregister IG0087 Invoeren basisregistratie personen IG0088 Digitalisering WMO IG0089 BSN IG0090 Invoering Basisregistratie Topografie
€ € € € € € € €
5.000,18.000,34.000,15.000,15.500,11.500,10.000,11.000,-
Akkoord te gaan met het aframen van de volgende kredieten: IC0263 GRP 2010 Vervangen vrij verval riolering
€
85.000,-
Akkoord te gaan met het bijramen van de volgende kredieten: IC0162 Reconstructie Kaag Riolering
€
85.000,-
−
−
−
In te stemmen met een toevoeging aan de algemene reserve, ter grootte van € 4.000, zijnde het positief saldo van de bestuursrapportage per 30 juni 2011.
Rv Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Pagina 1 van 5
Publiekssamenvatting De bestuursrapportage is een tussenrapportage aan. Hierin rapporteert het college van burgemeester en wethouders over het eerste half jaar van 2011 en de consequenties die dit op onderdelen heeft voor de realisatie van de begroting in de rest van het jaar. Alle voorgestelde begrotingswijzigingen die voortvloeien uit de bestuursrapportage leiden uiteindelijk tot een voordelig resultaat van € 4.000. Voor een nadere toelichting van de verschillende afwijkingen wordt volledigheidshalve verwezen naar de bestuursrapportage 2011. Inleiding Voor u ligt de bestuursrapportage 2011. Conform de afspraken en zoals vastgelegd in de verordening bieden we u een tussenrapportage aan. Hierin rapporteren wij over het eerste half jaar van 2011 en de consequenties die dit op onderdelen heeft voor de realisatie van de begroting in de rest van het jaar. Per programma is verwoord welke activiteiten zijn uitgevoerd en wat het gerealiseerde resultaat is. De gerealiseerde activiteiten en resultaten zijn afgezet tegen de in de begroting 2011 beoogde prioriteiten, doelen en resultaten. Daarnaast zijn per programma de geprognosticeerde lasten en baten weergegeven en zijn de verschillende afwijkingen ten opzichte van de begroting 2011 toegelicht. Ten slotte zijn alle financiële consequenties samengevat in één begrotingswijziging, om daarmee zorg te dragen voor een opnieuw sluitende begroting 2011. Leeswijzer - De programma-indeling in de bestuursrapportage 2011 komt overeen met de programmaindeling van de begroting 2011; - De presentatie van de W-vragen (wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen) is inhoudelijk en qua lay-out gelijk aan die in de begroting 2011; - Na de rapportage over de realisatie van de eerste en tweede W-vraag is per programma de verantwoording van de derde W-vraag opgenomen (wat mag het kosten en wat heeft het gekost). Dit is een overzicht van de begrote en de geprognosticeerde lasten en baten. Direct daaronder is per programma de afwijking ten opzichte van de financiële begroting toegelicht. Tevens is hierbij aangegeven of het gaat om een structurele of een incidentele afwijking. In sommige gevallen betreft het zaken die gerelateerd zijn aan bepaalde doelen en resultaten, hier is dan expliciet naar verwezen. In de meeste gevallen betreft het reguliere gemeentelijke taken, die niet afzonderlijk met een op te leveren resultaat in de begroting is opgenomen. De toelichting op de afwijking is dan niet terug te vinden in de kolommen onder de beleidsdoelstellingen, maar alleen in de verklaring bij de financiële afwijking; - Om u inzicht te verschaffen in de realisatie van de apparaatskosten, hebben wij de begrotingswijzigingen die betrekking hebben op indirecte kostenplaatsen apart gepresenteerd en toegelicht onder algemene dekkingsmiddelen, saldi kostenplaatsen; - Na de inhoudelijke en financiële rapportage per programma is een overzicht gemaakt van alle begrotingswijzigingen. Beoogd resultaat Vastgestelde begrotingswijzigingen en een toevoeging aan de algemene reserve ter grootte van € 4.000. Kader Begroting 2011 en financiële verordening. Argumenten Deze zijn opgenomen in de bestuursrapportage.
Rv Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Pagina 2 van 5
Draagvlak n.v.t. Financiële consequenties Financieel resultaat De bestuursrapportage geeft een goed beeld van zaken die gespeeld hebben in de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011. De rapportage is op dezelfde wijze opgesteld als de bestuursrapportage in 2010. Hieronder is op hoofdlijnen toegelicht wat de belangrijkste begrotingswijzigingen zijn die voortvloeien uit de bestuursrapportage 2011. ANALYSE BESTUURSRAPPORTAGE - RESULTAAT OP HOOFDLIJNEN
Programma 1 - Bestuur en dienstverlening - Lagere kapitaallasten door de o.a. overgang naar de regionale brandweer Programma 2 - Ruimte - Lagere inkomsten uit bouwleges: de omvang van aanvragen nemen af, doorschuiven van projecten van derden (zie toelichting) Programma 3 - Leefomgeving Gescheiden inzameling/afvoer van afval: begroting 2011 was opgesteld - Afvalstoffenheffing: er is meer afvalstoffenheffing opgelegd dan begroot op basis van de oude situatie Afvalstoffenheffing:er erisismeer meerafvalstoffenheffing afvalstoffenheffingopgelegd opgelegddan danbegroot begroot - Afvalstoffenheffing: Lagerekapitaallasten kapitaallastendoor doorde deuitstel uitstelvan van investeringen investeringen(exl. (excl.riolering rioleringi.v.m. i.v.m.100% 100%kostendekkendheid) kostendekkendheid) - Lagere Programma 4- Economie Lagerekapitaallasten kapitaallastendoor doorde deuitstel uitstelvan van investeringen investeringen(exl. riolering i.v.m. 100% kostendekkendheid) - Lagere Programma 5 - Onderwijs en kinderopvang De afschijvingslasten voor de uitstel brede van school worden in 2011 al door de woningbouwvereniging meegenomen als - Lagere kapitaallasten door investeringen (exl. riolering i.v.m. 100% kostendekkendheid) huurcomponent, in de begroting waren deze lasten pas in 2012 geraamd (zie toelichting) Programma 6 - Welzijn - Het aantal kwijtscheldingen is in 2011 hoger dan begroot - In 2011 worden er minder uitgaven verwacht aan leefvoorziening gehandicapten - De bijdrage en huuropbrengsten van het CJG zijn hoger dan geraamd Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien incl. saldi kostenplaatsen - Het ontvangen dividend van NUON is hoger dan geraamd - Het verwacht rendement op deelnemingen en beleggingen op de de belegging BNG is lager (zie toelichting) - De algemene uitkering uit het gemeentefonds is i.v.m. bijgestelde parameters voor 2011 hoger dan geraamd - In 2011 zijn diverse legesnota's opgelegd m.b.t. voorgaande jaren - In 2011 zijn diverse inkomsten gerealiseerd m.b.t. grondverkoop Kaag - Hogere kosten voor uitvoering WOZ en afhandeling bezwaarschriften - De inkomsten voor precario zijn lager dan geraamd - Door strakke invordering zijn er meer invorderingskosten verhaald op debiteuren - Lagere kapitaallasten door uitstel van investering van 2010 naar 2011 - Renteresultaat i.v.m. nieuwe systematiek van verwerken kapitaallasten (vast 4,5%) - Advieskosten afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling t.b.v. MRSV (zie toelichting) - Hogere doorbelasting kostenplaatsen aan grondexploitatie - Extra lasten i..v.m. tegenvallend rendement op verhuur vm. gemeentehuis Jacobswoude - Tijdelijke inhuur op afdeling samenleving (niet volledig gedekt uit vacatureruimte) Overige afwijkingen < € 20.000
46.000 V
173.000- N
51.000- N 75.000 V 166.000 V
46.000 V
231.000- N
50.000- N 67.000 V 27.000 V
80.000 355.000162.000 99.000 135.000 84.00024.00020.000 365.000 168.00075.00024.000 59.00049.000-
V N V V V N N V V N N V N N
11.000 V
Resultaat n.a.v. de bestuursrapportage:
4.000 V
Toelichting: Geconcludeerd moet worden dat er een aantal behoorlijke financiële tegenvallers te melden is. De economische crisis werkt op onderdelen zo door, dat dit ook op gemeentelijke taakvelden financiële consequenties heeft. Voorbeelden zijn de structurele afname van bouwleges, de tijdelijke afname van de bouwleges door uitstel van de bouwactiviteiten, en afname als gevolg van
Rv Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Pagina 3 van 5
vertraging van het project Braassemerland. Daarnaast is de gerealiseerde toename van het aantal kwijtscheldingen ook een direct gevolg van de economische crisis. De onrust op de financiële markten heeft ertoe geleid dat het rendement op onze beleggingen bij BNG Vermogensbeheer ver onder de begrote 4% op jaarbasis liggen. Het rendement over deze beleggingen is per 22 juni nog geen 0,6%. Op basis van de huidige signalen is het verwacht rendement op deze beleggingen voor 2011 voorlopig bijgesteld op 2%. In juni 2011 is de verkoop van de brede school aan woningbouwvereniging Alkemade gerealiseerd. Vanaf dit moment is de gemeente huur verschuldigd aan de woningbouwvereniging. Een belangrijke component van de huursom zijn de afschrijvingslasten. In de begroting van de gemeente Kaag en Braassem zijn deze afschrijvingslasten echter pas in 2012 meegenomen. Dit leidt tot een eenmalig nadelig effect op de exploitatie. Gelet op de geplande taken op het gebied van Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) en het doorlopen van de wettelijke vereisten rond het MRSV proces liggen de verwachte uitgaven voor het adviesbudget RO hoger dan verwacht, zoals ook bij de jaarrekening 2010 gesignaleerd. Deze investering is noodzakelijk om te kunnen beschikken over een actueel ruimtelijk kader voor onze gemeente. Voor het dekken van de totale kosten van ‘t Kompas is ook gebruik gemaakt van enkele interne budgetten, zoals deze post. Het bestaande raadskrediet is benut voor het onderdeel kerntaken. Door het uitstellen van diverse geplande investeringen in 2010 zijn de kapitaallasten in 2011 aanzienlijk lager dan opgenomen in de primaire begroting. Dit levert een eenmalig positief effect op voor de exploitatie van 2011. Dit voordeel samen met de hogere uitkering van het gemeentefonds en de verkoop van diverse gronden in de Kaag leveren de volledige dekking voor de gesignaleerde nadelige effecten. Voortgang kredieten: Bij het opstellen van deze bestuursrapportage zijn alle kredieten kritisch doorgelopen. In 2011 is er in de managementrapportage een verbeterslag gerealiseerd; voor alle kredieten is een globale planning gemaakt van de verwachte kapitaaluitgaven. Deze uitgaven zijn verdeeld over de diverse jaarschijven. Hierdoor is het mogelijk om aan alle kredieten een looptijd te koppelen, zie pagina 38 van de bestuursrapportage. NB: voor toekomstige kredieten zal er een looptijd worden aangegeven in het desbetreffende raadsvoorstel. Door middel van het vaststellen van de bestuursrapportage is deze looptijd de maximale periode waarbinnen het krediet gerealiseerd moet worden. Aanpassen van deze looptijd is vervolgens alleen mogelijk door middel van een raadsbesluit. Door deze werkwijze wordt er meer inzicht verschaft in de verwachte kapitaallasten de komende jaren. Op pagina 38 van de bestuursrapportage is tevens summier aangegeven wat de huidige status is van alle lopende kredieten. Op basis van deze analyse willen wij de volgende kredieten afsluiten: Krediet IC0142 Vervangen zand-zoutstrooier 2008 € 14.491,IC0143 Vervangen grote zand-zoutstrooier 2008 € 20.592,IC0203 Inrichting 30-km gebieden Leimuiden € 226.700,IC0209 Verbeteringsmaatregelen Leimuiden € 750.018,IG0052 Software Klic/Wion € 25.000,IG0042 Kleine vrachtauto beschoeiingen 2009 € 44.100,IG0076 Noodaggregaat buitendienst 2010 € 10.000,IG0050 Meerjaren ICT-plan fusie 2009 € 212.014 Rv Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Restant € 581,€ 1.092,€ 0,€ 31.050,€ 1.917,€ 12.056,€ 10.000,€ 131.417,Pagina 4 van 5
Een gedeelte van de werkzaamheden die beoogd waren met het krediet “IG0050 Meerjaren ICTplan fusie 2009” is nog niet gerealiseerd. Om voor de bedrijfsvoering beter te sturen op het kredieten verzoeken wij uw raad om akkoord te gaan met het afsluiten van dit krediet en voor het resterend budget de volgende nieuwe kredieten toe te kennen.
IG0083 Aanschaf IPAD MT en college IG0084 Omgevingsvergunning WABO IG0085 Basisregistratie WOZ IG0086 Aansluiten nieuw handelsregister IG0087 Invoeren basisregistratie personen IG0088 Digitalisering WMO IG0089 BSN IG0090 Invoering Basisregistratie Topografie IG0091 Invoering Basisregistratie Kadaster
€ € € € € € € € €
Krediet 5.000,18.000,34.000,15.000,15.500,11.500,10.000,11.000,11.417,-
Looptijd tot: 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2014 31-12-2012 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015
Tijdens de uitvoering van het integrale project Kaag hebben zich een aantal onvoorziene (en dus niet ingecalculeerde maar wel noodzakelijke) werkzaamheden voorgedaan. Abusievelijk is verzuimd om deze werkzaamheden als meerwerk tijdig te melden aan de portefeuillehouder. Nu het project zijn einde nadert is duidelijk geworden dat deze werkzaamheden niet allemaal binnen het beschikbare krediet passen en derhalve leiden tot een overschrijding van het krediet “IC0162 Reconstructie Kaag Riolering”. Een dekking voor deze overschrijding is gevonden binnen een ander krediet “IC0263 GRP 2010 Vervanging vrij verval riolering”. De voorgestelde dekking is legitiem omdat de meerwerkdeclaraties voornamelijk betrekking hebben op rioolwerkzaamheden. In absolute zin is de overschrijding van € 85.000,- groot. In procentuele zin ten opzichte van het totale krediet dat beschikbaar is gesteld voor de uitvoering Kaag (bijna € 3.500.000,-) blijft de overschrijding onder de 2,5%. Derhalve wordt voorgesteld om het krediet IC0162 te verhogen met € 85.000,- en het krediet IC0263 te verlagen met € 85.000,-. Begrotingswijzigingen Op basis van de managementrapportage over de maanden januari t/m juni 2011 heeft de ambtelijke organisatie aangegeven voor welke producten bij- en/of aframingen van de budgetten noodzakelijk zijn. In de bestuursrapportage 2010 waren alleen de begrotingswijzigingen groter dan € 5.000 opgenomen in het overzicht met begrotingswijzigingen. In de bestuursrapportage 2011 is er bewust voor gekozen om alle verwachte afwijkingen op te nemen als begrotingswijziging. Op deze wijze is er voor 2011 ‘schoon schip’ gemaakt en is de begroting na het verwerken van de begrotingswijzigingen volledig in lijn met de verwachte jaarresultaten. NB: De voorgestelde begrotingswijzigingen < € 5.000 of die gedekt worden binnen het programma, zijn niet nader toegelicht onder de toelichting bij derde W-vraag (wat mag het kosten en wat heeft het gekost) in de bestuursrapportage. Communicatie Na besluitvorming zal het besluit via de reguliere kanalen worden gecommuniceerd. Roelofarendsveen, 9 augustus 2011 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Rv Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Pagina 5 van 5
De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 augustus 2011; gelet op het bepaalde in ….; b e s l u i t: − − −
Kennis te nemen van de bestuursrapportage 2011; In te stemmen met de voorgestelde begrotingswijzigingen, naar aanleiding van de bestuursrapportage; Akkoord te gaan met het afsluiten van de volgende kredieten: IC0142 Vervangen zand-zoutstrooier 2008 IC0143 Vervangen grote zand-zoutstrooier 2008 IC0203 Inrichting 30-km gebieden Leimuiden IC0209 Verbeteringsmaatregelen Leimuiden IG0052 Software Klic/Wion IG0042 Kleine vrachtauto beschoeiingen 2009 IG0076 Noodaggregaat buitendienst 2010 IG0050 Meerjaren ICT-plan fusie 2009
−
Akkoord te gaan met het toekennen van de volgende kredieten: IG0083 Aanschaf IPAD MT en college IG0084 Omgevingsvergunning WABO IG0085 Basisregistratie WOZ IG0086 Aansluiten nieuw handelsregister IG0087 Invoeren basisregistratie personen IG0088 Digitalisering WMO IG0089 BSN IG0090 Invoering Basisregistratie Topografie
−
€
85.000,-
€
85.000,-
Akkoord te gaan met het bijramen van de volgende kredieten: IC0162 Reconstructie Kaag Riolering
−
5.000,18.000,34.000,15.000,15.500,11.500,10.000,11.000,-
Akkoord te gaan met het aframen van de volgende kredieten: IC0263 GRP 2010 Vervangen vrij verval riolering
−
€ € € € € € € €
In te stemmen met een toevoeging aan de algemene reserve, ter grootte van € 4.000, zijnde het positief saldo van de bestuursrapportage per 30 juni 2011.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 5 september 2011 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rb Bestuursrapportage 2011
5 september 2011
Pagina 1 van 1
BESTUURSRAPPORTAGE periode januari t/m juni 2011
Programma 1
Bestuur en dienstverlening Taakverdeling portefeuillehouders
Burgemeester K.M. van der VeldeMenting
bestuursorganen, bestuursondersteuning, burgerzaken, verkiezingen, regionale samenwerking, rekenkamerfunctie, brandweer, crisisbeheersing en veiligheid, overige beschermende maatregelen, APV, internationale betrekkingen.
Wethouder F.M. Schoonderwoerd Wethouder J.B. Uit den Boogaard
communicatie. bestuurlijke handhaving, bijzondere wetgeving en handhaving.
Programma inhoud
De klantgerichte dienstverlening aan de burgers, waarbij tevens wordt ingezet op digitale dienstverlening, kwaliteitsbeleid burgerzaken en centrale balieverwijsfunctie. Het actief informeren van inwoners over plannen en ontwikkelingen binnen de gemeente en daar waar mogelijk inwoners betrekken bij de planvorming. Zorgen voor een effectieve organisatie van de communicatie en het verder inbedden daarvan in de organisatie. Het zo goed mogelijk ondersteunen van de bestuursorganen in het duale bestel. Het bevorderen van de transparantie van bestuursorganen en de regionale- en andere vormen van samenwerking. Het vergroten van de veiligheid van de burgers (integraal veiligheidsbeleid) en het verminderen van het aantal risicovolle situaties (crisispreventie). Het voorstaan van een integrale aanpak van het veiligheidsvraagstuk waar wenselijk in regionaal verband en met nadrukkelijk aandacht voor handhaving. In het kader van het te vernieuwen integraal veiligheidsbeleid wordt preventie ook een speerpunt. De burgemeester stelt jaarlijks een burgerjaarverslag op, waarin gerapporteerd wordt over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en de burgerparticipatie.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • • • •
Ontwikkelingen in 2010-2011
Dienstverleningsconcept 2008 Crisisplan en deelplannen Kaag en Braassem APV Kaag en Braassem 2009 Kadernota Integrale Veiligheid Kaag en Braassem 2010 Politieregio Holland Midden: teamjaarplan team Alkemade en korpsjaarplan Hollands Midden Nota Vermindering Administratieve Lasten
Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
Bestuursrapportage 2011
2
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011 Het functioneren van de bestuursorganen
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Het realiseren van een bestuursstijl die zich kenmerkt door een open houding, transparantie van beleid en interactie met alle groepen in onze samenleving.
• Alle adviseurs (staf en lijn) worden getraind in adviesvaardigheden. • Bij beleidsontwikkeling zullen betreffende groepen in onze samenleving worden betrokken.
• Bij diverse beleidsvraagstukken heeft het bestuur groepen uit de samenleving actief, transparant en open tegemoet te treden.
• Alle adviseurs zijn getraind in adviesvaardigheden in het 1e half jaar van 2011. • Nadrukkelijk wordt gestuurd vanuit het management om betreffende groepen bij beleidsontwikkeling te betrekken. • In de 1e helft van 2011 is een start gemaakt met de zogenaamde ‘dorpsbezoeken’
• Het verkleinen van de afstand tussen burger en bestuur.
• Alle beleidsadviseurs worden getraind op begrijpelijk schrijven.
• Alle adviseurs hebben de training begrijpelijk schrijven gevolgd.
• Rechtmatig en doelmatig besteden van gemeentelijke middelen
• Er wordt periodiek een controle in de organisatie uitgevoerd. • Er wordt periodiek verantwoording afgelegd door middel van management- en bestuursrapportages volgens een vast en helder format. • Vanaf 2011 zal de gemeentelijke Rekenkamer volledig operationeel zijn, ter versterking van de controlerende taak van de raad.
• Brieven en voorstellen begrijpelijker te schrijven draagt bij om de afstand tussen burger en bestuur verder te verkleinen • De organisatie besteed de middelen rechtmatig en doelmatig.
• Het communicatiebeleidsplan zal na de zomer worden afgerond. • De gemeente Kaag en Braassem bezit haar eigen twitter, facebook en hyvesaccount. • De internetsite zal in de 2e helft van 2011 worden aangepast. • Inwoners zijn actief geïnformeerd over verschillende ontwikkelingen binnen onze gemeente. Hiervoor zijn verschillende passende communicatiemiddelen ingezet. • Bij diverse ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de MRSV en de kerntaken zijn burgers, ondernemers en instellingen actief betrokken. • De gemeente heeft door deel te nemen aan verschillende initiatieven zoals het NRE en tik van de molen haar bekendheid vergroot.
• Er wordt structureel en periodiek controle in de organisatie uitgevoerd. • Er is periodiek verantwoording afgelegd door middel van management- en bestuursrapportages volgens een vast en helder format.
Communicatie en burgerparticipatie • Heldere en actuele communicatie naar externe en interne partners.
• Het communicatiebeleid zal worden geactualiseerd. • Er wordt gebruik gemaakt van nieuwe media. • De internetsite van de gemeente zal worden geëvalueerd en waar nodig worden aangepast.
• De gemeente heeft via de verschillende media helder en actueel gecommuniceerd.
• Het vergroten van de betrokkenheid van de burger bij het bestuur.
• Inwoners worden actief geïnformeerd over relevante ontwikkelingen gebruik makend van de verschillende beschikbare communicatiemiddelen. • Bij ontwikkelingen zal aandacht worden besteed aan burgerparticipatie. Zo mogelijk worden burgers, ondernemers, organisatie en partners actief betrokken bij de vorming van dit beleid.
• Bij verschillende ontwikkelingen is de betrokkenheid van de burger vergroot.
• Het vergroten van de bekendheid van de gemeente en de naam (branding) bijvoorbeeld als recreatiegemeente.
• Door actief maar selectief deel te nemen aan verschillende initiatieven rondom bijvoorbeeld recreatie zal de bekendheid van de gemeente worden vergroot.
• De gemeente heeft haar bekendheid door deel te nemen aan verschillende initiatieven vergroot.
Bestuursrapportage 2011
3
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• De dienstverlening en informatie is beschikbaar voor een ieder via diverse kanalen (multichanneling). • De digitale dienstverlening zal verder worden uitgebreid via het Antwoord @ concept. Jaarlijks zullen wij vijf nieuwe producten digitaal aanbieden. • Er wordt een kwaliteitshandvest opgesteld waarin de servicenormen voor onze gemeente zijn vastgelegd. • Eenmaal in de drie jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd of wordt deelgenomen aan een benchmark publieksdienstverlening. • De burger zal maar eenmaal zijn/haar gegevens hoeven aan te leveren. • De werkprocessen rondom dienstverlening zullen worden bekeken en waar nodig en mogelijk worden vereenvoudigd.
• Onze dienstverlening is verbeterd en toegankelijk voor de burgers/ • De gemeente maakt steeds meer gebruik van internetfaciliteiten om burgers te informeren.
• De gemeente is gericht op het zo klantgericht mogelijk benaderen van haar burgers. Het klantcontact is erop gericht zo snel en goed mogelijk de vraag van de burger te beantwoorden ongeacht de wijze waarop de burger met de gemeente contact opneemt
• De administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven is verder verlaagd.
• Per soort melding zal de reactietermijn worden aangegeven (zie ook kwaliteitshandvest).
• Afhandelingstermijn van reguliere meldingen is 10 werkdagen.
• Door het herzien en vereenvoudigen van verschillende werkprocessen rondom dienstverlening is de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven verder verlaagd. Ook de invoering van bijvoorbeeld de omgevingsvergunning heeft hier een bijdrage aangeleverd. • Vanaf 2011 is gestart met het projecten optimalisatie meldingenprocedure en verbetering meldingensysteem.
• Ontvangen meldingen zullen worden geanalyseerd en daar waar sprake is van structurele oorzaken zal worden bezien of er mogelijke preventieve maatregelen kunnen worden getroffen.
• Veel voorkomende meldingen zijn aanleiding voor een analyse van mogelijke oorzaken en voor een integrale duurzame oplossing.
Dienstverlening • Het optimaliseren van een klantgerichte dienstverlening.
• Het verlagen van de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven.
• Het optimaliseren van de afhandeling van klachten en meldingen op het gebied van openbare ruimte.
De verwachting is dat in het 3e kwartaal de procedure is geactualiseerd en verbeterd en vanaf 1 januari 2012 het meldingensysteem optimaal functioneert
Intergemeentelijke samenwerking • De raad zal actief worden betrokken bij regionale ontwikkelingen
• Het behartigen van de belangen van onze gemeente in regionaal verband zal worden versterkt.
Bestuursrapportage 2011
• De raadswerkgroep Regiozaken wordt actief betrokken bij ontwikkelingen in de regio en ontvangt tijdig de benodigde informatie. • Kaag en Braassem neemt actief deel aan de overlegorganen van de gemeenschappelijke regelingen. • De Regiocoördinator coördineert de advisering (gevraagd en ongevraagd) richting bestuur.
• In de 1e helft van 2011 is de raad actief betrokken bij ontwikkelingen regionaal
• Via de regiocoordinator is de raadswerkgroep en raad actief betrokken bij ontwikkelingen in de regio.
• De belangen van onze gemeente zijn in de 1e helft van 2011 behartigd.
• Kaag en Braassem heeft actief deel genomen aan diverse overlegorganen waardoor onze belangen worden behartigd. De regiocoördinator vervult hierin een belangrijke rol door het bestuur en ambtelijk apparaat over diverse ontwikkelingen in de regio te adviseren. • Het proces rondom regiozaken is in de 1e helft van 2011 verder verfijnd.
4
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011 Civiele verdediging en crisisbeheersing
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Het zo adequaat mogelijk handelen in het geval van een crisissituatie.
• Trachten zo adequaat mogelijk voorbereid te zijn op een crisissituatie. Hierbij wordt mbt de beschikbaarheid van personeel steeds meer richting poolvorming in een groter verband gewerkt.
• Sectte Bevolkingszorg is operationeel. • Regionale pool communicatie adviseurs ten tijde van een crisis is operationeel. • Concept advies interne alarmering wordt aan DB/AB van de veiligheidsregio aangeboden. • BT-oefeningen hebben plaatsgevonden. • Informatiemanagers zijn opgeleid en zijn tijdens oefeningen beoefend. • LCMS is ingevoerd. • Vaste interne vervanging en toerbeurt. Tevens is de advisering om tot districtelijke pool vorming te komen gereed voor besluitvorming.
• Vanaf 1 januari jl. tot 1 juli jl. zijn de volgende activiteiten en maatregelen uitgevoerd: • Wet tijdelijke Huisverbod. Met de invoering van de wet tijdelijk huisverbod eind 2008 heeft de burgemeesters de bevoegdheid gekregen om een huisverbod op te leggen bij (dreigend) huiselijk geweld of (een ernstig vermoeden van) kindermishandeling. • Aanpak vandalisme en kleine ergernissen d.m.v. inzet van gemeentelijke toezichthouders. • Bij grotere evenementen wordt er indien nodig een calamiteitenplan opgesteld. • Aanpak jeugdoverlast door werkgroep preventienetwerk jeugd en veiligheid. In 2011 wordt de rol van deze werkgroep doorontwikkeld naar één werkgroep IVB. • In afwachting van het realiseren van definitieve jongeren opvangplaatsen (JOP’s) worden er tijdelijke voorzieningen gerealiseerd. • Districtelijk wordt gekeken hoe samenwerking tussen de toezichthouders van de verschillende gemeenten door bijv. een Bijzondere opsporingsambtenaar(BOA )-poule, kan worden vormgegeven.
• In februari 2011 is het uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2011 opgesteld. In dit plan zijn activiteiten en maatregelen opgenomen die in 2011 worden uitgevoerd. • Ter uitvoering van het IVB is er een organisatiestructuur opgezet. Deze draagt bij aan draagvlak en bewustwording. Hierdoor wordt ook de integrale samenwerking intern bevorderd. • Structureel overleg met interne en externe partners op het gebied van veiligheid wordt voortgezet. • Door middel van verschillende werkgroepen, waaraan externe partijen deelnemen wordt integrale samenwerking bevorderd. bijv. de werkgroep preventienetwerk jeugd en veiligheid en Het Overleg Jeugd en Veiligheid • Vanaf 1 januari 2011 tot heden zijn hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan: • Bestuurlijke strafbeschikking. Er dient een samenwerkingsafspraak/ convenant te worden ondertekend door OM, politie en gemeente waarna onze toezichthouders de bestuurlijke strafbeschikking kunnen toepassen. • Pilot Het Overleg Jeugd en Veiligheid “Samen Sterk”.
• Alle medewerkers die een rol hebben binnen de crisisorganisatie worden getraind. • In 2011 vindt er tenminste een oefening plaats om medewerkers voor te bereiden op een mogelijke crisissituatie. • Periodiek vinden er aangekondigde dan wel onaangekondigde bereikbaarheidsoefeningen plaats. • Crisisplannen zullen periodiek worden geëvalueerd en waar nodig worden aangepast.
Integraal veiligheidsbeleid (IVB) • Het vergroten van de gevoelens van veiligheid van de burger.
Bestuursrapportage 2011
• Inzichtelijk maken bij welke activiteiten aandacht aan veiligheidsbeleid wordt besteed. • Samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen bevorderen door draagvlak en bewustwording te creëren bij medewerkers. • Structureel overleg met interne en externe partners op het gebied van veiligheid houden. Verschillende afdelingen overleggen al structureel met verschillende externe partners, zoals bedrijven, provincies, waterschappen, bewoners, sport en cultuurverenigingen, woningbouwcorporaties, dorpsraden, buurtpreventie, enz. • Integrale samenwerking bevorderen door samen met partners veiligheidsproblemen proberen te voorkomen, te beperken of te bestrijden d.m.v. het inzetten van een combinatie van maatregelen. • De gemeente zal de beleidsontwikkeling en de uitvoering hiervan begeleiden en op gang houden en partners hierbij betrekken
5
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011 Doordat verschillende instellingen aangesloten zijn bij Het Overleg worden jongeren in beeld gebracht, kan snel en effectief geïnventariseerd worden welk hulpaanbod al is ingezet en in welke gevallen gezamenlijke aanpak gewenst is. • Illegale hennepteelt. Er is een districtelijk werkgroep hennep gemeenten opgericht die de rol van de gemeente bij de aanpak van illegale hennepteelt districtelijk verankert. • Deelname aan de pilot Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ). Deze pilot beoogt de informatiestroom van Dienst Justitiele Inrichtingen via de Justitiële Informatiedienst naar burgemeesters met als doel: het voorkomen van openbare orde en veiligheidsproblemen en of ernstige (dreigende) maatschappelijke onrust • Het Regionale Informatie en Expertise Centra
• De regierol van de gemeente versterken.
• Uitvoering geven aan de in de Kadernota IVB 2010 benoemde prioriteiten en aandachtspunten en hierbij zoveel mogelijk gebruik maken van al bewezen instrumenten en samenwerkingsverbanden. • Actief communiceren over de aanpak en de behaalde resultaten met zowel interne als externe partners door middel van tussentijdse rapportages.
• De regierol van de gemeente dient eerst intern versterkt te worden, voordat deze rol helder aan externe partijen kan worden uitgedragen.
(RIEC) ontwikkeld een regionale Bibob-beleid. Ons eigen beleidstraject zal hierop worden aansluiten. • In februari 2011 is het uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2011 opgesteld. Hierin wordt beschreven hoe uitvoering gegeven wordt aan de in de kadernota benoemde prioriteiten en aandachtspunten. • Aan het eind van dit jaar wordt het uitvoeringsplan Integrale veiligheid 2011 geëvalueerd. De aanpak en de behaalde resultaten met zowel interne als externe partners wordt hierin meegenomen.
Pilot toezicht Drank- en Horecawet • De taken voortvloeiend uit de Drank- en horecawet moeten worden uitgevoerd.
Bestuursrapportage 2011
• De pilot Drank- en horecawet eindigt per 1 januari 2011. Hoe deze taken na deze datum zullen worden ingevuld is op dit moment nog niet duidelijk. Mochten deze taken naar de gemeente overkomen dan zullen wij onze organisatie hierop inrichten.
• Nauwlettend wordt in de gaten gehouden wanneer de taken voortvloeiend uit de Drank en Horecawet naar ons toekomen. Zodra de wet door de 1e kamer is zullen wij toezichthouders aanwijzen en opleiden om deze taken uit te voeren.
• Inmiddels is er contact geweest met Holland Rijnland en worden wij in de 2e helft van dit jaar uitgenodigd als ex pilot deelnemer om onze expertise in te brengen in de werkgroep handhaving Drank en Horecawet.
6
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
De brandweer wil dit bereiken door: • de interne organisatie te professionaliseren; • de dienstverlening in en buiten de organisatie te verbeteren; • de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen; • effectiever en efficiënter te gaan werken; • een financieel gezonde organisatie neer te zetten.
• Per 1 januari 2011 zijn de taken neergelegd bij de regionale brandweer Hollands Midden. De gemeente heeft afspraken gemaakt over de doelstellingen, uitvoering van taken en bedrijfsvoering van deze nieuwe organisatie.
• Per 1 januari 2011 zijn de taken neergelegd bij de regionale brandweer Hollands Midden. De gemeente heeft afspraken gemaakt over de doelstellingen, uitvoering van taken en bedrijfsvoering van deze nieuwe organisatie.
• Op basis van gebiedsinventarisaties, verleende vergunningen en meldingen/klachten wordt op basis van de APV toezicht gehouden en eventueel handhavend opgetreden.
• Op basis van het uitvoeringsprogramma handhaving APV wordt er toezicht gehouden op de verleende vergunningen, worden klachten behandeld en wordt er ingezet op voorlichting preventie) zodat handhavend optreden zo min mogelijk nodig is.
Brandweer • De brandweer staat voor het voorkomen en oplossen van door de burger gestelde ‘rode’ hulpvraag. • De brandweer is met de uitvoering van haar wettelijke, verworven en lokale taken op het gebied van brandveiligheid, brandbestrijding, hulpverlening en rampenbestrijding de maatschappij en haar burgers optimaal ten dienste. • In 2011 is de Brandweer Hollands Midden één geïntegreerde zelfstandige en professionele organisatie. Vanuit deze expertrol heeft zij de leidende rol op het terrein van fysieke veiligheid. Hierbij gaat het om het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van brand, hulpverlening, natuurgeweld, infrastructuur en crisisbeheersing; bestuurlijke en operationele procesbeheersing maakt hiervan deel uit. Hierdoor is zij ook een onmisbare partner op het terrein van integrale veiligheid.
Bovenstaande kan nader worden geconcretiseerd door ze als volgt in te vullen: • het maken van een interne professionaliseringsslag maken door te meten wat iedereen doet en directie en medewerkers aan te spreken op door hen geleverde prestaties en gedrag; • het verbeteren van de dienstverlening in en buiten de organisatie door meer oog te hebben voor (externe) ontwikkelingen, wensen en veranderingen; • het verhogen van de kwaliteit door sturing op jaarplannen, de bedrijfsprocessen in kaart te brengen en te weten wie waarvoor ingezet kan worden; • het effectiever en efficiënter gaan werken door de bedrijfsprocessen beter op elkaar aan te laten sluiten, overlapping te voorkomen “minder praten meer doen”; • het neerzetten van een financieel gezonde organisatie door de periodieke controle op de financiële administratie te intensiveren, tijdig te sturen op geconstateerde afwijkingen en als financiële afdeling sterker betrokken te zijn bij projecten/ plannen met een financiële paragraaf. • Leidend voor de nieuwe brandweerorganisatie in 2011 is het inrichtingsplan op hoofdlijnen en de startbijdrage. De gemeenteraad heeft hiermee ingestemd in de vergadering van 8 februari 2010.
Handhaving APV • Handhaving van de algemene plaatselijke verordening
Bestuursrapportage 2011
• Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma handhaving APV
7
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Bestuur en Dienstverlening opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 1
Bestuur en dienstverlening
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
Totale lasten Totale baten
8.469 693-
8.499 693-
8.544 733-
Resultaat vóór bestemming
7.776
7.806
7.811
Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
3697.407
4057.401
4057.406
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose 45 N 40- V 5
N
5
N
-
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Bestuur en dienstverlening wordt o.a. veroorzaakt door (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht): Bestuursorganen - B&W: Gewijzigde rentebijraming voorziening pensioenfonds wethouders, dekking uit bespaarde rentes (structureel):
€ 10.000 N
Bestuursondersteuning - B&W: Hogere advieskosten voor ’t Kompas. Om het omvangrijke en belangrijke proces goed te doorlopen is intensiever ondersteuning en begeleiding noodzakelijk geweest (dekking vanuit aframing budget advieskosten) (incidenteel):
€ 41.000 N
Persoonsdocumenten en informatie: De kosten voor de GBA-audit waren niet geraamd in 2011, de volgende audit is in 2014. Voor de uitvoering van deze audit is een rijksbijdrage ontvangen (incidenteel):
€ 14.000 N
Secretarieleges: Er zijn meer reisdocumenten en verklaringen afgegeven dan begroot (structureel):
€ 14.000 V
Kapitaallasten: De kapitaallasten zijn door de overgang naar de regionale brandweer lager dan begroot (structureel):
€ 46.000 V
Bestuursrapportage 2011
8
Programma 2
Ruimte Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder J.B. Uit den Boogaard
volkshuisvesting, wonen, integrale handhaving, bouwtoezicht, bouwgrondexploitatie (ruimtelijke projecten), milieu
Wethouder A.G.M. Kea
ruimtelijke ordening, centrumplan Leimuiden, vergunningen (inclusief Wabo)
Programma inhoud
Het op zorgvuldige wijze verdelen van de schaarse ruimte met bijzondere aandacht voor het landelijk gebied. Hierbij wordt ingezet op het behoud en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Het bouwen van voldoende woningen voor eigen inwoners op basis van de vastgestelde doelgroepen met bijzondere aandacht voor starters en senioren. Het realiseren van integrale gebiedsontwikkeling in gebieden die een functieverandering zullen ondergaan (transformatie zones). Het voldoen aan de wettelijke taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving. In dit taakveld moet uitvoering worden gegeven aan de uitvoering van de Wet Ruimtelijke Ordening 2008, de Grondexploitatiewet en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO).
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Ontwikkelingen in 2010-2011
Structuurvisie ‘Alkemade Ruim Gezien 2020’ en Structuurvisie Jacobswoude Nota Inbreidingslocaties Haalbaarheidsonderzoek glastuinbouw Masterplan WO-ZO-WE Regionale prestatieafspraken WO-ZO-WE Provinciale Structuurvisie Nota Mensen, Wensen, Wonen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Erfgoedverordening Centrumvisie Roelofarendsveen Grondexploitatiewet Bouwbeleidsplan 2008 Beleid Permanente Bewoning Recreatieverblijven Monumentenbeleid en archeologie Integrale handhaving / handhavingprogramma 2007-2011 Prestatieafspraken tussen gemeente en woningbouwcorporaties voor de periode 2008-2013. Wet ruimtelijke ordening (Wro) Afwijkingen/ontheffingenbeleid Regionale woonvisie Holland Rijnland 2009 - 2019
Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
Bestuursrapportage 2011
9
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
Bouwtoezicht • Bereiken van service- en kwaliteitsniveau zoals vastgesteld in het bouwbeleidsplan.
• Nadrukkelijke controle op bouwactiviteiten die betreking hebben op Duurzaam Bouwen (DUBO), geluidsisoaie, energiezuinigheid en veiligheid, naast de overige reguliere toetsingaspecten.
• In de eerste helft van dit jaar is informatie verzameld en voor de inhoud van het bouwbeleidsplan om te komen tot een concept bouwbeleidsplan.
• Er wordt gecontroleerd op de voorschriften van omgevingsvergunningen. Duurzaam bouwen is onderdeel van en verwerkt in de omgevingsvergunningen.
• Adequaat niveau van toezicht en regie op ruimtelijke projecten.
• Uitvoeren handhavingbeleidsplan en uitvoeringsprogramma’s
• Er is een plan van aanpak gecreëerd en opdracht gegeven om te komen tot een handhavingbeleidsplan. De uitvoeringprogramma’s voor toezicht en handhaving lopen volgens planning.
• Voldoende preventief toezicht op gemeentelijke regelgeving.
• Uitvoeren van controles en gebiedsinventarisaties.
• Op dit moment is er een adequaat niveau voor wat betreft toezicht en regie op ruimtelijke projecten. Dit is bereikt doordat er met uitvoering-programma’s gewerkt wordt. Tevens werken we volgens de beschreven werkprocesen, protocollen en standaard brieven. • De gemeentelijke toezichthouders hebben de omslag kunnen maken van repressief naar preventief toezicht. Er wordt vooraf geinesteerd in voorlichting over regelgeving om handhavend optreden te voorkomen. Deze lijn wordt doorgetrokken en op geïnvesteerd.
• Momenteel wordt het uitvoeringsplan Wonen zorg en Welzijn opgesteld waarin intenties omtrent voorzieningen voor ouderen en relatie tot woonfaciliteiten zijn geformuleerd. E.e.a. zal in 2011 afgerond worden en afgehecht worden met een intentieovereenkomst tussen partijen. • In de Maatschappelijke Structuurvisie wordt een woonparagraaf opgenomen en zodoende worden de volkshuisvestelijke kaders inzichtelijk gemaakt. • Uitvoering van prestatieafspraken is een doorlopend proces, waarbij het streven naar een gedifferentieerd woningaanbod is om de doorstroming in de markt te stimuleren. E.e.a. tevens in de lijn van de Regionale afspraken en de regionale huisvestingsverordening. Daarbij wordt er in 2011 een start gemaakt met het toewerken naar één woonruimteverdeelsysteem; momenteel is hiervoor een nota met beleidsuitgangspunten in de maak.
Handhaving
• Het gehele grondgebied van Kaag en Braassem is in kaart gebracht doordat gebiedsinventarisaties zijn uitgevoerd. De gegevens zijn in de verschillende systemen verwerkt.
Woningbeleid • Realiseren gemaakte afspraken tussen gemeente, zorg- en welzijnaanbieders en de woningbouwcorporaties
• Opstellen uitvoeringsplan Wonen zorg en Welzijn
•
• Maatschappelijk en ruimtelijk kader ten aanzien van Woonbeleid
• Realiseren van een volkshuisvestelijk kader als onderdeel van de Maatschappelijke Structuurvisie
•
• Bereiken van een gedifferentieerd woningaanbod en doorstroming markt.
• Uitvoeren prestatieafspraken met Woondiensten Aarwoude en Woningbouwvereniging Alkemade
•
Bestuursrapportage 2011
10
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
Volkshuisvesting • Verdeling van woningen op een transparante wijze in regioverband
• Ontwikkeling van één regionaal woonruimteverdeelsysteem (=WRV-systeem)
• Op 1 juni is de Conceptnota van beleidsuitgangspunten (NvBu) door de stuurgroep vrijgegeven voor reacties als fundament voor een nieuw WRV-systeem.
• Realiseren van woningbouw in de lijn van de regionale kwalitatieve en kwantitatieve afspraken.
• Monitoren van woningbouwplanning.
• Constatering dat de woningbouwproductie in 2010 afneemt, maar taakstelling vanuit regio ongewijzigd blijft tot de regionale woonvisie wordt herzien.
• Garanderen voldoende sociale woningen.
• Een uniforme prijsgrens bepalen voor het bouwen van sociale woningbouw.
• Oprichten van een fonds sociale woningbouw.
• Vaststellen van een nieuwe sociale koopgrens.
• Met 35% sociaal in de planning tot 2019 zijn wij als gemeente op koers. • Toepassing van 30% eis op projectniveau met als resultaat de overeenkomst tussen Heembouw-WBA over aantal sociaal in centrumplan BL. • Wijzen op en monitoren van de prestatie-afspraken met de corporaties zorgt voor blijvende aandacht van voldoende soc. woningen. • De conceptversie van de MRSV met vermelding van de nieuwe koopprijsgrens van € 180.000,-
• Ter voorbereiding van de reactie van de Raad in september op de NvBu is: 1) ambtelijk input/reactie gegeven in de ambtelijke overleggen binnen de regio 2) een 1e reactie gegeven in het PHO ruimte (27/6) . • N.a.v. opmerkingen gemeenten versie 2.1 van de provinciale woningbouw monitor gelanceerd en werkinstructie in juni plaatsgevonden.
• Om te komen tot een fonds zijn de eerste stappen gezet in de nota grondbeleid als verankering in de MRSV. Voor de verdere uitwerking in de werking en beleidsuitgangspunten is een overleg ingepland voor begin augustus.
• Het ter discussie stellen van een uniforme koopprijsgrens van € 180.000 binnen de woonparagraaf.
Ruimtelijke projecten • Integrale ruimtelijke en maatschappelijke visie tot 2030 ten aanzien van voorzieningen, ruimte(gebruik) en kwaliteiten van de dorpskernen.
• Opstellen Maatschappelijke Structuurvisie.
• In maart 2011 is het Strategisch Document in de raad vastgesteld. Dit document bevat de ‘grote opgaven’ voor de komende jaren die uitgewerkt worden in de MRSV.
• Realisatie fasering / planning 2011 Braassemerland.
• Deelgebied West End uitwerken • Nadere uitvoering nieuwe infrastructuur.
• Uniformeren en actualiseren bestemmingsplannen.
• Uitvoeren meerjarenplanning bestemmingsplannen.
• Contract West End is in de afrondende fase. • De aanleg van de hoofdstructuur loopt conform planning. De gronden voor de volgende fase van de infrastructuur zijn verworven en de sloopactiviteiten zijn voorbereid. • Eerste fase van de aanbesteding Braassemerland is gereed. • Alle integrale bestemmingsplan herzieningsprocedures zijn conform de meerjarenplanning gestart om zodoende deadline / planning van 1 juli 2013 te kunnen halen.
Bestuursrapportage 2011
• In april 2011 heeft een uitgebreide consultatie plaats gevonden onder bewoners en experts binnen de gemeente. Na het opstellen van een concept MRSV zijn stakeholders in juni 2011 opnieuw gevraagd hun reactie te geven. • Verkoop van strategische gronden. • Bodemsanering West End. • Verwerving ten behoeve van de hoofdinfrastructuur. • Aanleg hoofdinfrastructuur en tijdelijke inrichting rond de Brede School.
• De vastgestelde meerjarenplanning bestemmingsplanherzieningen geeft aan welke bestemmingsplannen op 1 juli 2013 herzien moeten zijn. Dit geldt voor bestemmingsplannen ie voor 1 juli 2003 onherroepelijk zijn geworden.
11
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
•
• Realisatie Centrumplannen Roelofarendsveen en Leimuiden.
• Met marktpartijen aan de hand van vastgestelde planvorming en ruimtelijke kaders de ontwikkeling realiseren.
• Naast de overeenkomst met Heembouw hebben we voor het Centrumplan van Roelofarendsveen geen verdere resultaten geboekt. • In 2011 stond voor Centrumplan Leimuiden de start bouw van het Noordelijk deel. Dit is vanwege het doorvoeren van noodzakelijke optimalisaties en slechte marktomstandigheden niet gelukt.
•
•
Langs deze lijn zijn de benodigde procedures opgestart. Het handboek bestemmingsplannen is opgesteld ten behoeve van een uniforme, deregulerende en transparante opmaak van op te stellen (integrale) bestemmingsplanherzieningen. Voor Centrumplan Roelofarendsveen hebben we een overeenkomst gesloten met Heembouw. Daarbij heeft Heembouw afspraken gemaakt met WBA over het in portefeuille nemen van de sociale woningen. Voor Centrumplan Leimuiden zij er co-designsessies door de ontwikkelaar georganiseerd met partners (waaronder de gemeente) om te onderzoeken hoe optimalisatie van het plan mogelijk is. Voortgangsrapportages worden per project opgesteld per kwartaal, voortschrijdend inzicht in GOKIT-principes van project.
• Inzicht in risico’s van ruimtelijke projecten.
• Opstellen voortgangsrapportages en sturen op budgetten via projecten- en verplichtingenadministratie.
• Door het registreren van verplichtingen, het monitoren van opdrachten, het twee jaarlijks actualiseren van de grondexploitaties is het inzicht in de risico’s vergroot.
•
• Financiële transparantie ontwikkelingsproces van de ruimtelijke projecten.
• Jaarlijks actualiseren van marktwaarden van complexen, scenarioanalyses van grondaankopen en actualiseren van grondexploitatierapportages: alles in het kader van projectmatig werken. • Instellen van projectgroep en herbezinning bestaande nota’s. Daarna workshop voor ambtelijke en bestuurlijke organisatie om te komen tot conceptnota grondbeleid. Daarna uitwerken en vaststellen medio 2011. • Overzicht krijgen van relatie grondaankopen, grondexploitatie en Bouwgrondexploitatiefonds: afwegingskaders voor ruimtelijke investeringen opstellen.
• Actueel inzicht in resultaten van projecten en grondposities en risicoomvang.
• Voor de jaarrekening 2010 zijn nnieggs getaxeerd op marktwaarde en grexen geactualiseerd en is de risicoanalyse verricht.
• Nota Grondbeleid is uitgesteld tot 2012 om parallel te lopen met de structuurvisie.
• Nota Grondbeleid is uitgesteld tot 2012 om parallel te lopen met de structuurvisie.
• Het meerjarenperspectief is opgesteld en vastgesteld bij de grondexploitaties.
• Bij de jaarrekening 2010 is het beschikbaar en benodigde weerstandsvermogen bepaald, de omvang risicobuffer zijn de grondexploitaties herzien.
• Implementatie relevante milieuregelgeving.
• Opstellen en laten vaststellen Geurhinder verordening.
• Met de Milieudienst WestHolland is een Geurhinder verordening opgesteld.
• Bevorderen Duurzaam Bouwen.
• Uitvoeren van het Regionale DuBo Consulentschap.
• Vastgestelde Geurhinder verordening dat als toetsingskader zal fungeren. • Het duurzaam Bouwen wordt bij de projecten geïmplementeerd. Bij overige bouw wordt gewerkt aan de bewustwording van de opdrachtgever.
• Nota Grondbeleid Kaag en Braassem.
• Meerjarenperspectief Bouwgrondexploitatiefonds.
Milieu
Bestuursrapportage 2011
• Er wordt deelgenomen aan de regionale overleggen Dubo. Het regionale beleid wordt betrokken in het gemeentelijke beleid.
12
Beoogd resultaat 2011 • Milieuspeerpunten ten aanzien van energieverbruik, geluidsoverlast, duurzaam bouwen en afname milieubelasting optimaal vormgeven.
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
• Uitvoering hiervan in onderlinge samenhang met Team Ontwikkeling, Team Vergunningen en de Milieudienst.
•
Gerealiseerde activiteiten 2011 •
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Ruimte opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 2
Ruimte
Totale lasten Totale baten Resultaat vóór bestemming Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
Prognose 2011
26.919 25.550-
21.743 19.492-
21.109 18.641-
1.369
2.251
2.468
800 2.169
752.176
752.393
634- V 851 N 217
N
217
N
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Ruimte wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht): Bouwvergunningen: Divers oorzaken voor lagere bouwleges: de omvang van aanvragen neemt af, projecten van gemeente en stichtingen (en daarmee vergelijkbaar) zijn legesvrij en een aantal grote projecten worden doorgeschoven naar 2012 (structureel) Bouwgrondexploitatie: Gewijzigde rentebijraming verliesvoorziening grondexploitatie, dekking uit bespaarde rentes (structureel)
Bestuursrapportage 2011
€ 173.000 N
€ 44.000 N
13
Programma 3
Leefomgeving Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder A.J.M. van Velzen
beheer van wegen, bruggen, openbare verlichting, verkeersmaatregelen, pontveren, onderhoud watergangen, openbaar groen, afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en rioolrechten, afvalverwijdering, riolering en waterzuivering, begrafenisrechten, begraafplaatsen
Programma inhoud
Het in stand houden en/of verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte in casu de woon- en leefomgeving voor inwoners en bedrijven; het zorg dragen voor een goed functionerend rioleringenstelsel voor de afvoer van vuilwater en hemelwater; het op sociale en verkeersveiligheid van die openbare ruimte vanuit de perspectieven schoon, heel, veilig en juist gebruik. Hieronder vallen: • Planmatig en waar mogelijk integraal beheer en onderhoud van Wegen, Groen en Riolering en de uitvoering van noodzakelijke verkeersmaatregelen teneinde te voldoen aan de uitgangspunten van duurzaam veilig verkeer. • Het adequaat en efficiënt zorg dragen voor het inzamelen van huishoudelijk en bedrijfsafval. • Het planmatig beheer en onderhoud van de gemeentelijke gebouwen.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • • •
Ontwikkelingen in 2010-2011
Kompas / MRSV / Kerntakendiscussie Flora- en faunawetgeving is aangescherpt Beleidsplan begraafplaatsen is niet bestuurlijk vastgesteld.
Bestuursrapportage 2011
Het riool- en wegbeheersysteem Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (vGRP) Startprogramma Duurzaam Veilig Verkeer Beleidsplan begraafplaatsen Beleidskader gladheid bestrijden
14
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Het uitvoeren van (groot planmatig en klein dagelijks) onderhoud op de diverse beheerthema’s. • Het actualiseren van de beheergegevens en het updaten van de meerjarige onderhoudsplanningen op de diverse beheerthema’s.
• - Planmatige uitvoering beheer- en onderhoudswerkzaamhe den ligt op schema • Beheergegevens zijn, met uitzondering van (verkeers)borden actueel en dienen als input voor de verschillende onderhoudsplanningen op de diverse beheerthema’s
• - Binnen de verschillende beheervelden is planmatig onderhoud uitgevoerd
• -Werkprocessen en discipline mutaties goed bij te houden zijn verankerd in de organisatie
• Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in werkprocessen gezet
• Uitvoeren visuele weginspectie van het gehele areaal.
• Uitgevoerd
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan 2012
• Uitvoeren van groot onderhoud, klein dagelijks onderhoud en reconstructies op basis van het elementenbestek, het asfaltbestek en/of de projectbestekken.
• Planmatige uitvoering van beheer- en onderhoudswerkzaamheden ligt op schema
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten
Openbare buitenruimte • Een veilige, schone en hele openbare ruimte die op een juiste wijze wordt gebruikt. • Actuele en volledige overzichten van alle beheerarealen
• Het adequaat bijhouden van de beheerarealen door het tijdig en correct verwerken van revisie- en overige mutatiegegevens.
• Inventarisaties en inspecties zijn uitgevoerd en geharmoniseerd in het beheerpakket verwerkt
Wegen • Wegen zijn veilig, goed begaanbaar en voldoen aan de CROW-richtlijn
• Werkzaamheden vanuit elementenbestek (bestrating) en asfaltbestek zijn volgens planning uitgevoerd • Veegbestek en belijningsbestek zijn gereedgekomen en in uitvoering
Als afgeleide resultaten van wegen kunnen de volgende grote projecten worden beschouwd: • Kaag (fase 1), • Achterweg Nieuwe Wetering • Populierenstraat Roelofarendsveen (fase 2) • Europaplantsoen Hoogmade • Floraweg (fase 1). Harmonisatie • beheergegevens zijn op orde
Bestuursrapportage 2011
• De in 2009 en 2010 opgestarte grote projecten worden uitgevoerd en opgeleverd.
• • • • • •
• De gegevens van de visuele inspectie en de vorstinspectie 2010 worden tezamen met de areaaluitbreidingen, vervangingen en revisiegegevens verwerkt in het beheersysteem.
• Uitgevoerd
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan 2012
• De gegevens uit de visuele inspectie Kaag en Braassem worden verwerkt in het beheersysteem.
• beheersysteem is actueel en kan dienen als uitgangs punt voor de beheerplannen 2012 en verder
• Visuele inspectie is uitgevoerd en verwerkt in het beheersysteem
• Beheergegevens worden gedisciplineerd bijgehouden.
• Werkprocessen en discipline om mutaties goed bij te houden zijn verankerd in de organisatie
• Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in werkprocessen gezet
Kaag is gereed Europaplantsoen gereed Populierenstraat in uitvoering Floraweg in voorbereiding
• Project Achterweg is nog niet gestart wegens een geschil met de aannemer over meerwerk. Er is op diverse niveaus overleg over de oplossing hiervoor.
15
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Actualiseren beheergegevens en updaten meerjarenonderhouds planning.
• Werkzaamheden op grond van groot- en dagelijks onderhoud zijn in uitvoering
• beheergegevens en onderhoudsplannen zijn geactualiseerd
• Verwerken van mutaties in het beheersysteem die afkomstig zijn uit eerdere inventarisaties.
• beheersysteem is actueel en kan dienen als uitgangspunt voor de beheerplannen 2012 en verder
• Mutaties uit voorgaande inventarisaties zijn verwerkt
• Er wordt onderzocht welke besteksvorm het meest optimaal is (beeld- of frequentiebestek).
• Focus ligt op werken met frequentiebestekken
• Onderzoek uitgevoerd
• Het maaibestek is gereed voor uitvoering.
• Diverse aanbestedingsprocedures zijn uitgevoerd.
Groen • Het groenareaal is goed onderhouden, actueel en volledig.
Een afgeleid deelresultaat is: • Het bomenareaal is actueel, volledig en veilig.
Harmonisatie • Beheergegevens zijn op orde
• De voorbereidingen voor de totstandkoming van een groenbeleidsplan en een groenbeheerplan worden uitgevoerd.
• focus op groenbeheer ipv op ontwikkeling groenbeleid, omdat MRSV aanleiding geeft om groenbeleid te koppelen aan de keuzes die daaruit voortvloeien.
• Uitvoeren visuele inspectie van het bomenareaal in Kaag en Braassem.
• Boomlocaties binnen de gemeente zijn bekend en voorzien van x- en ycoordinaten
• Inventarisaties zijn uitgevoerd en verwerkt in het beheersysteem
• Uitvoeren van de verplichte VTA controle (jaarlijkse inspectie conditie bomen).
• 2 gecertificeerde medewerkers. • VTA controle is ingepland voor het 3e kwartaal
• Training in software tbv VTA is gestart, het mogelijk wordt voor medewerkers om op locatie direct gegevens te beheren.
• Vaststellen Kap- en Snoeiprogramma 2011.
• Vastgesteld tbv uitvoering 3e kwartaal
• Alle mutaties van na juni 2008 worden verwerkt in het beheersysteem.
• Beheersysteem is actueel en kan dienen als uitgangspunt voor de beheerplannen 2012 en verder
• Alle mutaties van na juni 2008 zijn verwerkt in het systeem
• De uitbreidings- en inrichtingwerkzaamheden t.b.v. de uitbreiding van de begraafplaats in Woubrugge worden uitgevoerd.
• 1e Fase afgerond conform plan
• Werkzaamheden tbv uitvoering 1e planfase zijn voorbereid en uitgevoerd
• Waarborgen van het behoud van de begraafplaatsen.
• Tot op heden is besluitvorming rondom begraafplaatsen nog niet afgerond
• Er wordt een controle uitgevoerd op de juistheid van alle gegevens van de graven op de begraafplaatsen.
• Onjuistheden zijn inzichtelijk en kunnen worden weggewerkt.
Begraafplaatsen • De capaciteit van de algemene gemeentelijke begraafplaatsen is voldoende.
Harmonisatie • Uitwerking van het Beleidsplan Begraafplaatsen 2010
• De graven zijn adequaat en logisch genummerd
Bestuursrapportage 2011
• De controle is uitgevoerd
16
Beoogd resultaat 2011
• Beheergegevens zijn op orde
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• De grafische en databestanden worden gekoppeld. • Alle beheergegevens worden gecomplementeerd en verwerkt in het beheersysteem.
• Digitaal begraafplaatsen beheer gereed
• Grafische kaarten en bestanden gekoppeld
• Beheersysteem is geactualiseerd en kan dienen als uitgangspunt voor de beheerplannen 2012 en verder
• Werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens planning
• Inspectiesresultaten zijn aanwezig • Speeltoestellen voldoen aan attractiebesluit
• Inspectie is uitgevoerd
Speelplaatsen en speeltoestellen • Speelplaatsen voldoen qua veiligheid aan de eisen van het attractiebesluit
• Jaarlijks worden de speeltoestellen en speelterreinen geïnspecteerd.
• De inspectiegegevens worden verwerkt in het beheersysteem.
• Noodzakelijke herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd • Voorbereidingen zijn getroffen tbv implementatie speelplaatsenmodule in beheersysteem
Water/riolering • Het oppervlaktewater in gemeentelijk beheer voldoet qua doorstroming en leggerdiepte aan de eisen die het Hoogheemraadschap stelt • Voor wat betreft vragen, klachten en verzoeken m.b.t. grondwater, fungeert de gemeente als eerste aanspreekpunt • Hemelwater en vuilwater wordt adequaat opgevangen en afgevoerd • De werking van pompen en gemalen wordt gewaarborgd
Harmonisatie • de achterstand m.b.t. reinigen riolering en maken van rioolinspecties is ingelopen.
• Uitvoeren van baggerwerkzaamheden
• Baggerbestek gereed en klaar voor uitvoering
• Inventarisatie maken van duikers in beheer van de gemeente. • Organiseren waterloket naar aanleiding van de nieuwe Waterwet en de hieruit voortvloeiende drie zorgplichten. • Het uitvoeren van de maatregelen uit het GRP
• Uitgevoerd als onderdeel van de inspectie civiele kunstwerken • Ontwerp grondwatermeetnet, als onderdeel van het waterloket, gereed
• Vanuit het telemetriesysteem worden storingen gesignaleerd en opgelost.
• Er wordt een inhaalslag van inspectiegegevens, revisiegegevens en de putcoördinaten uitgevoerd en verwerkt in het beheersysteem. • Rioolinspectie deel 2 (27 km) van het 3-jarenplan 20102012 wordt uitgevoerd
• voorbereidende werkzaamheden tbv bestek zijn uitgevoerd
• Meetplan ontwikkeld en onderzoek naar implementatie waterloket afgerond
• GRP is integraal ingebed in de grote projecten (o.a. Kaag en Populierenstraat) • Telemeteriesysteem is uitgebreid. Nu is ca 90% van de gemalen aangesloten
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten • Storingen worden vanuit het telemetriesysteem efficiënter opgelost
• Gegevens van Rijnsaterwoude, Woubrugge, Hoogmade en Leimuiden zijn geactualiseerd
• Uitvoeringsplannen voor de gehele gemeente zijn ontwikkeld
• Inspectie is uitgevoerd en Inspectieresultaten zijn aanwezig en dienen als input voor de meerjarenonderhoudsplanning
• Werkzaamheden op basis van rioolinspectie 20102012 zijn in uitvoering
• Bestek riool reiniging en inspecteren 2011 t/m 2013 is gereed
• Meerjarenplanning wordt opgesteld.
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten
Reiniging en inzamelen, afvoeren en verwerken van (huishoudelijk) afval • Alle aspecten van de reiniging zijn eind 2011 geharmoniseerd.
Bestuursrapportage 2011
• Er komt een nieuwe DienstVerleningsOvereenkomst (DVO) met één inzamelaar voor de hele gemeente. In aanvang zal er gewerkt worden met de bestaande inzamelmiddelen.
• Uitgevoerd
• Alle voorbereidingen rondom ondertekening contract zijn afgerond en het contract is getekend
• Lopende het jaar wordt een definitieve keuze gemaakt over modernisering van inzamelmiddelen en het uitbreiden van registratie mogelijkheden.
• Plan van aanpak is gereed tbv start in het 4e kwartaal
• Uitgangspunten benoemd
17
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Varianten met (financiële) consequenties in beeld om keuze te maken over fasegewijs realiseren van ondergrondse verzamelcontainers voor huishoudelijk afval in de bestaande woonwijken.
• Er worden varianten opgesteld op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt om huishoudelijk afval ondergronds te gaan inzamelen.
• Plan van aanpak opgesteld tbv uitvoering 4e kwartaal
• Uitgangspunten benoemd
• In Kaag en Braassem Oost is OV in eigen beheer en worden vervangingen en remplace planmatig uitgevoerd. In Kaag en Braassem West is OV uitbesteed aan Ziut. Dit contract loopt tot 2013.
• Remplacewerkzaamheden zijn ingepland
•
• Onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van het uitbesteden van het totale OV-beheer en onderhoud.
• Inzicht verkregen in het feit dat contract niet kan worden opengebroken.
• Ingeplande onderzoek is afgerond.
• Op basis daarvan gekozen voor uitbreiding (harmonisatie) en ontzorging op het gebied afhandeling storingen en schade.
• Contract OV is geharmoniseerd (van toepassing voor geheel Kaag en Braassem) en loopt tot 2013.
Openbare verlichting • Het verlichtingsniveau in de openbare ruimte voldoet aan de gestelde richtlijnen en draagt bij aan de (sociale en verkeers) veiligheid.
• De technische staat van de lichtmasten en armaturen is van constante kwaliteit • Er wordt een opstart gemaakt om de openbare verlichting bij te laten dragen aan de regionale doelstellingen van het Klimaatprogramma (doorlooptijd 15-20 jaar) • In heel Kaag en Braassem geldt dezelfde werkwijze van OV-onderhoud
Dit is gebeurd in de projecten: • Alkemade laan (tussen Rotonde meerkeuk en bruggestraat) • Populierenstraat • Kaag • Kroondomein
• Tegelijk bij de uitvoering van projecten, groot onderhoudswerken en reconstructies worden zoveel mogelijk energiezuinige lichtbronnen toegepast en waarmogelijk wordt overgegaan op het aanbrengen van dimmers
• Voorbereiding voor het uitbesteden van het onderhoud en storingen van de openbare verlichting is gereed
• Contractonderhandelingen met Ziut zijn afgerond en hebben geleid tot een onderhoudscontract voor de hele gemeente i.p.v. alleen voor Jacobswoude
• Gestart wordt met het opstellen van een OVbeleidsplan dat rekening houdt met duurzaamheid en CO2reductie, eigen OV-net e.d.
• beheerplan met doelstellingen en maatregelen gereed
• inzicht verkregen in het gegeven dat een uitvoeringsgericht beheerplan (met maatregelen tbv duurzaamheid en CO2reductie) efficiënter is dan een beleidsplan.
• Er wordt een eigen OV-net aangelegd.
• Werkzaamheden die nodig zijn worden tegelijkertijd uitgevoerd met de uitvoering van projecten, groot onderhoudswerkzaamheden en reconstructies.
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten
• Er wordt een visuele inspectie van armaturen en masten op
• Is uitgevoerd in geheel Kaag en Braassem
• Projectplanning is geactualiseerd voor de
• Het aantal OV-kabelstoringen is aanzienlijk minder
Harmonisatie • Er is een OV-beleidsplan
• Beheergegevens zijn op orde
Bestuursrapportage 2011
18
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
volledigheid en jaartallen uitgevoerd.
Gerealiseerde activiteiten 2011 grote en kleine projecten
• X en Y coördinaten van lichtmasten in Kaag en Braassem-West worden opgemeten en de resultaten worden verwerkt in het beheerpakket (Kaag en Braassem-Oost is al bekend).
• Wordt uitgevoerd bij • nieuwe projecten
• Mutaties worden adequaat en zorgvuldig verwerkt in het beheersysteem.
• Werkprocessen en discipline om dit te doen zijn verankerd in de organisatie
• Er zijn meer wegen conform duurzaam veilig fase II (her)ingericht • Verbeteren van doorstroming en betrouwbaarheid Openbaar Vervoer. • Toename OV reizigers.
• In samenhang met beheer/onderhoud van wegen de herinrichting uitvoeren. • Uitvoeringsprogramma regionale OV-visie Holland Rijnland volgen.
• Uitvoeringsplan met doelstelling gereed
• Verhoging verkeersveiligheid
• Uitvoering activiteiten permanente verkeerseducatie voor alle leeftijdsgroepen.
• Participatie in de RPV Holland Rijnland. Regionaal worden verschillende verkeersveiligheidprojecten gecoördineerd.
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan 2012
• Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in processen gezet
Verkeer en vervoer
• In uitvoering. Doelstelling in MRSV wordt dan ook: het huidige OV-net minimaal in stand houden en waar mogelijk uitbreiden. • Actualisatie OV-Visie Holland Rijnland • Omleidingen tijdens werkzaamheden.
• Uitwerking plannen corridorstudie N207 / Passage Leimuiden, N207 Alphen-noord Kruisweg en N207 busvoorzieningen tussen Leimuiden en de Kruisweg
• Medewerking verlenen aan uitwerking provinciale plannen.
• In uitvoering. Ambtelijk betrokken bij uitwerking Passage Leimuiden, verbreding rest traject Alphen - Leimuiden. Eind 2011 aansluiting bij werkgroep Openbaar vervoer.
• Kleinschalige aanpassingen en verbeteringen in de openbare ruimte
• Aanleg kleinschalige verkeeren parkeervoorzieningen.
• Wordt uitgevoerd op basis van nut, noodzaak e/o behoefte/wensen
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten • Bewonersavond Hoogmade. Stemming over bus door of langs Hoogmade. • Doelstelling benoemd in MRSV. • Participatie in werkgroep Holland Rijnland actualisatie OV Visie. • Overleg Connexxion mbt omleidingen tijdens werkzaamheden Leimuiderbrug en Weteringbrug. • Campagne ‘de scholen zijn weer begonnen’ • Planvorming verbeterde inrichting nabij de Kinderarcke in Rijnsaterwoude. • Participant in regionale overleggen. Het vertegenwoordigen van de belangen van Kaag en Braassem. Medewerking verlenen op het gebied van technische inpassing, bestemmingsplan wijzigingen en planMER. •
Civiele kunstwerken (bruggen) • De onderhoudsconditie van civiele kunstwerken is in beeld en vertaald naar jaarprogramma’s met doel te werken naar kunstwerken die veilig, goed begaanbaar en goed onderhouden zijn.
• Op basis van een inventarisatie in 2006 worden de noodzakelijke onderhoudswerken uitgevoerd.
• In uitvoering en loopt volgens planning. In dit kader zijn werkzaamheden aan de volgende bruggen uitgevoerd:
• Projectplanning is geactualiseerd voor de grote en kleine projecten
• Onderhoud beweegbareen draaibare bruggen. • Brug Bilderdam. In voorbereiding: • Damwanden/Keerwanden Zuidweg Rijpwetering. • Er wordt een volledige visuele bruginspectie uitgevoerd.
Bestuursrapportage 2011
• Gereed en dient als input voor het beheersysteem
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input
19
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
• Het klein en groot onderhoud wordt ingepland, voorbereid en uitgevoerd (o.a. Geestweg en Witte Singel). • Er wordt onderzocht wat de meest efficiënte en effectieve wijze van brugbediening is.
• Ingepland voor uitvoering in 2012
Gerealiseerde activiteiten 2011 in het uitvoeringsplan 2012
• Brugbediening (beweegbare bruggen) is efficiënt en effectief.
• Contract opgesteld en dit contract is voor de duur van 1 jaar uitbesteed aan een markt
• Onderzoek is uitgevoerd en heeft uitgewezen dat uitbesteding het beste rendeert. • Werkomschrijving opgesteld en aanbesteed
Harmonisatie • Beheergegevens zijn op orde
• De mutaties vanaf 2006 worden geactualiseerd in het beheersysteem.
• Beheergegevens zijn actueel en kunnen gebruikt worden voor de onderhoudsplanning van 2012 en verder.
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan 2012.
• De reguliere gemeentelijke gebouwen verkeren in goede technische staat en voldoen aan de gestelde normen voor gebruik.
• De opgestelde onderhoudsplanning wordt uitgevoerd op basis van de inventarisatie die in 2010 is uitgevoerd.
• In uitvoering volgens de huidige meerjarenonderhoudsplanning
•
• De werkwijze is effectief en efficiënt
• Er wordt gewerkt aan een logische mix tussen uitbesteden van het planmatig onderhoud en het zelf doen. werkzaamheden worden waar mogelijk geclusterd. • In 2011 inventariseren we de bestaande contracten. Voorbereiding om tot eenduidige formulering te komen.
• Grofweg kan worden gesteld dat ca 50% van het geplande onderhoud is uitgevoerd. De overige 50% is in voorbereiding
• Op de diverse beheerthema’s worden acties ondernomen om het beheer op orde te krijgen. Deze activiteiten zijn in de begroting opgenomen bij het desbetreffende beheerthema. Daarnaast worden voorstellen gedaan om het beleid te harmoniseren. • Er vindt een beheergegevens- conversie plaats voor de beheerthema’s groen, riolering, wegen, OV en civiele kunstwerken. • Er worden m.i.v. 2011 inventarisaties uitgevoerd en de resultaten daarvan worden verwerkt in het beheersysteem. De verwachting is dat deze werkzaamheden ook nog in 2012 zullen worden uitgevoerd.
• Beheergegevens zijn actueel en dienen als input voor de uitvoerings, beheer en projectplannen van 2012 en verder
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan Kaag en Braassem 2012
• Beheergegevens zijn actueel m.u.v. verkeersborden die in 2012 worden geactualiseerd.
• Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan Kaag en Braassem 2012 • Resultaten zijn verwerkt in het beheersysteem en worden verwerkt als input in het uitvoeringsplan Kaag en Braassem 2012
Gebouwen
• Er wordt gewerkt met eenduidige uniforme contracten
• Inzichtelijk is welke onderhoudscontracten er zijn
Meerjarenonderhoudsplanning voor de jaren 2012-2013 is opgesteld en wordt na de zomer aangeboden voor besluitvorming. • Dagelijks onderhoud en storingen worden door de gemeente zelf opgepakt. Planmatig onderhoud wordt indien mogelijk zo veel mogelijk gecombineerd/geclusterd • Inventarisatie is gestart.
Harmonisatie • Beleid en de werkwijze van uitvoering is waar nodig en mogelijk geharmoniseerd en efficiënt.
• Het nieuwe integrale beheersysteem is geïmplementeerd ten behoeve van alle beheerthema’s. • Het beheersysteem werkt goed, is actueel en volledig
• De beheermodules Wegenlegger en huisaansluitingen zijn aangeschaft, geïmplementeerd en gevuld met beheergegevens.
Bestuursrapportage 2011
• Betrouwbaarheid van de beheergegevens neemt toe, waardoor het mogelijk wordt om goede meerjarenonderhoudsplan ningen op te stellen die voorzien kunnen worden van de benodigde concrete maatregelenpakketten. • Nog niet in uitvoering
20
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Leefomgeving opgenomen. Indien de prognose 201`1 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 3
Leefomgeving
Totale lasten Totale baten Resultaat vóór bestemming Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
12.294 6.826-
12.224 6.826-
11.730 6.582-
494- V 244 N
5.468
5.398
5.148
250- V
1935.275
1935.205
141-
52
5.007
N
198- V
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Leefomgeving wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht): Regulier (klein) klein onderhoud wegen: Er zijn degeneratievergoedingen ontvangen over 2008, 2009 en 2010 (incidenteel):
€ 18.000 V
Gescheiden inzameling/afvoer van afval: Begroting 2011 was opgesteld op basis van oude situatie, de werkelijke lasten voor het contract met Cyclus vallen hoger uit (structureel):
€ 51.000 N
Beheer openbaar groen: De geraamde besparing t.o.v. 2010 ad € 27.000 is niet volledig gerealiseerd (incidenteel):
€
Afvalstoffenheffing: Er is meer afvalstoffenheffing opgelegd dan geraamd (structureel):
€ 75.000 V
Rioolrechten: Het aantal aansluitingen blijkt in werkelijkheid lager dan opgenomen in het GRP. Daarnaast zijn er diverse verminderingen opgelegd (structureel).
€ 418.000 N
Kapitaallasten: De kapitaallasten zijn door het uitstellen van diverse investeringen en de overgang op een nieuwe afschrijvingsmethodiek lager dan begroot (incidenteel):
€ 636.000 V
8.000 N
Reservemutaties: De lagere kapitaallasten voor riolering worden toegevoegd aan de reserve riolering (incident.): € 470.000 N De lagere opbrengst voor rioolrechten wordt onttrokken uit de reserve riolering (structureel): € 418.000 V
Bestuursrapportage 2011
21
Programma 4
Economie Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder A.J.M. van Velzen
economische zaken, weekmarkt
Wethouder J.B. Uit den Boogaard
recreatie en toerisme, land- en tuinbouw
Programma inhoud
Het versterken van de lokale en regionale economie, waarbij wordt ingezet op behoud van de werkgelegenheid en het aantrekken van nieuwe werkgelegenheid. De zorg voor een solide basis en perspectiefrijke toekomst voor de detailhandel in de gemeente. Het versterken van de regiefunctie van de gemeente bij woningbouw- bedrijfs- en ruimteontwikkeling. Uitvoering geven aan het beleid op het gebied van de recreatie, gericht op het bieden van meer mogelijkheden tot kleinschalige recreatie in de gemeente, voor zowel wandelaars, fietsers als waterrecreanten. Het overleggen hierover met betrokken ondernemers, plaatselijke promotie organisaties en burgers. Het ondersteunen van initiatieven van organisaties en particulieren met betrekking tot recreatieve en promotioneel opgezette activiteiten op dit gebied.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • •
Ontwikkelingen in 2010-2011
Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
De Centrumvisie voor Roelofarendsveen Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland. Provinciale Economische Visie Nota recreatie en toerisme Kaag en Braassem 2009
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Uitvoering van revitalisering bedrijventerrein De Lasso en vormgeving ontwikkeling bedrijventerrein Drechthoek II.
Bedrijventerrein De Lasso: • Nota van Uitgangspunten • Stedenbouwkundig Programma van Eisen. • Er is een voorlopig ontwerp en een definitief ontwerp gemaakt voor de inrichting van de openbare ruimte. • Er is een Inrichtingsplan opgesteld.
• Expertmeetings met de Kamer van Koophandel, Holland Rijnland, ondernemersverenigingen en de Provincie Zuid Holland.
Economische zaken • Stimuleren en realiseren van ontwikkeling, behoud en beheer van bedrijventerreinen.
Bestuursrapportage 2011
• Met de ondernemers is er een Kick off meeting gehouden, waar de doelen van de revitalisering nader toegelicht werden. Na de kick off meeting is er actief overleg geweest met de ondernemers, om zo de plannen voor hun perceel te bespreken.
22
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011 • Er is overleg geweest met de provincie om de voortgang van het project te bespreken i.v.m. de verleende subsidie. • Vaststelling nieuwe straatnamen en nummering. • De daadwerkelijke uitvoering is inmiddels opgestart.
Land- en tuinbouw • Versterking van de aanwezige glastuinbouw en agrarische functies.
• Opstellen van een nieuw bestemmingsplan Geestweg en Floraweg met een onderliggende gemeentelijke visie voor wat betreft duurzame glastuinbouw.
• Nota van uitgangspunten voor het bestemmingsplan Geestweg en Floraweg is vastgesteld door de raad. • Geïnvesteerd in draagvlak door in samenspraak met de sector en overheidsinstanties tot onderzoeksrapportages te komen die bijdragen aan gedragen en economisch uitvoerbare planologische randvoorwaarden.
• N.a.v. de vaststelling van de nota van uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn vereisten en randvoorwaarden geformuleerd die de economische uitvoerbaarheid van het plangebied moeten waarborgen en verankerd zullen worden in het nieuwe bestemmingsplan Geestweg en Floraweg. • De gemeente heeft door pro-actieve bijdragen op bijeenkomsten en informatieavonden vanuit de sector geïnvesteerd in het enerzijds uitdragen van de gemeentelijke visie voor glastuinbouw en anderzijds in het creëren van draagvlak en kennisuitwisseling van/met de sector.
• Verbetering en versterking lokale recreatieve (infra)structuur.
• Realiseren van kleine en grote recreatieve projecten zoals omschreven in het Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme.
• Nationaal regenboogevenement met deelnemers vanuit de Provincie Noord- Zuid Holland en Utrecht met als side-event het Braassem cultuurfestijn. • Kunstfestival Tik van de Molen. • De ontwikkeling van molenarrangementen in Kaag en Braassem.
• Afstemming van provinciaal en gemeentelijk recreatiebeleid.
• Formuleren van beleid omtrent kleinschalige recreatieve ontwikkelingen in het buitengebied.
De lokale recreatieve infrastructuur is verbeterd door: • het gereedkomen van recreatieve voorzieningen • de globale marketing strategie ‘Kaag en Braassem op de kaart” te zetten • het organiseren van regiobrede evenementen met een aantrekkende werking m.b.t. recreanten en recreatieve partners/beleidsmakers. • Er is een basis gelegd waaraan recreatieveparticuliere initiatieven moeten voldoen en tevens om een brug te kunnen slaan naar provinciaal beleid.
Recreatie en toerisme
Bestuursrapportage 2011
• Strategisch document MRSV dat aansluit op de aanzet tot het publiekprivate impulsprogramma recreatie en vrije tijd waarin de ontwikkeling van het Hollands Utrecht Plassengebied in het Groene Hart als één van de projecten centraal staat.
23
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Economie opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 4
Economie
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
Totale lasten Totale baten
607 245-
809 245-
782 254-
27- V 9- V
Resultaat vóór bestemming
362
564
528
36- V
224-
234-
10- V
340
294
46- V
Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
24338
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Economie wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht) Economische zaken: De bijdrage voor Bloomin’ Holland voor 2011 was niet verwerkt in de begroting (incidenteel):
€ 10.000 N
Kapitaallasten: De kapitaallasten zijn door het uitstellen van diverse investeringen lager dan begroot (incident.): € 46.000 V Reservemutaties: De jaarlijkse lasten voor Bloomin’ Holland worden gedekt uit de algemene reserve (incidenteel): € 10.000 V
Bestuursrapportage 2011
24
Programma 5
Onderwijs en kinderopvang Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder F.M. Schoonderwoerd
Lokaal onderwijsbeleid, onderwijsvoorzieningen en huisvesting, leerlingenvervoer, uitvoering van de leerplichtwet, volwasseneneducatie, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Programma-inhoud
Goed lokaal onderwijsbeleid en goede huisvesting voor de basisscholen. Zorg dragen voor leer- en ontwikkelingsmogelijkheden en zorgverbreding. Daarnaast is de gemeente op grond van wetgeving verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer en de uitvoering van de leerplichtwet en het uitvoeren van gemeentelijke taken volgens de wet kinderopvang. Het belang van vroegsignalering en voor- en vroegschoolse educatie bij peuters en kleuters is de basis voor het peuterspeelzaalbeleid. Voor het uitvoeren van de wettelijke taak op het gebied van handhaving in de kinderopvang volgt de gemeente de adviezen van de GGD, die de inspectie van de kinderopvang uitvoert. Dit is voor alle instellingen in Kaag en Braassem hetzelfde. De nog steeds groeiende branche heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om in de toenemende vraag naar kindplaatsen te voorzien. Hierbij gelden de gebruikelijke (RO) procedures.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
Onderwijs: • Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem • Verordening onderwijshuisvesting Kaag en Braassem • Leerplichtwet 1969 Volwasseneneducatie: • Wet participatiebudget, zie programma 6: Kinderopvang: • Wet op de kinderopvang Peuterspeelzalen: • Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem • Beleidsregel Peuterspeelzalen • Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE).
Ontwikkelingen in 2010-2011
Invoering Wet Passend Onderwijs als onderdeel van de lokale Educatieve Agenda / Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
Bestuursrapportage 2011
25
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• In 2011 wordt uitvoering gegeven aan het nieuw geharmoniseerde onderwijsbeleid. • Overleg faciliteren tussen de verschillende partners met betrekking tot de hiernaast beschreven onderwerpen.
•
• Het overleg ten behoeve van de lokaal educatieve agenda is opgestart • Planvorming over besteding geoormerkte middelen voor- en vroegschoolse educatie.
• Het is nog onzeker of een combinatiefunctionaris kan worden aangesteld, omdat de aanstelling onderwerp is van de kerntakendiscussie.
• Er is subsidie aangevraagd voor de combinatiefunctionaris.
• De Brede school is opgeleverd en overgedragen aan Woningbouw-vereniging Alkemade. Opening vindt plaats op 2 september 2011.
• Er zijn afspraken gemaakt met de Woningbouwvereniging Alkemade over de overdracht van het gebouw en de exploitatie ervan. • Extra geïnvesteerd in speelvoorzieningen rond de school • Afspraken over beheer brede school zijn gemaakt met diverse betrokken partijen
•
•
• De gemeente zal in de beginfase van het CJG actief de contacten met het onderwijs stimuleren door gesprekken tussen de partijen te faciliteren onder andere gebruik makend van de reeds bestaande Zorg Advies Teams (ZAT’s).
•
• Op 12 mei heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met CJG medewerkers en onderwijs / peuterspeelzalen en kinderopvang om goede contacten te stimuleren.
• Uitvoering geven aan het geharmoniseerde beleid rondom peuterspeelzalen. Samenwerking met kinderopvang en basisonderwijs wordt hierin actief gestimuleerd met name in het licht van vroeg- en voorschoolse educatie.
• Samenwerking is tot stand gebracht
• Per 1-1-2011 zijn drie peuterspeelzalen samengegaan in de Stichting Samen Één. Start gemaakt met het maken van afspraken over de inzet van geoormerkte voor- en vroegschoolse educatie in samenwerking met de kinderopvang en de scholen.
Onderwijsvoorzieningen • Het treffen van geïntegreerde voorzieningen voor kinderopvang, voor- en naschoolse opvang, zorg en aanverwante zaken afstemmen op de behoeften in de verschillende kernen.
Impuls brede scholen, sport en cultuur • Het aanstellen van een combinatiefunctionaris / brede schoolcoördinator in overleg met betrokken partijen.
• Realisering en ingebruikname Brede School Braassemerland.
• Vastgesteld Brede School Beleid.
• De gemeente sluit lokale overeenkomsten af over de realisering van bovengenoemde functie met de betrokken partijen zoals scholen, sportverenigingen en culturele instellingen. Dit geldt ook voor wat betreft cofinanciering en werkgeverschap. • Er wordt een functieprofiel voor een combinatiefunctionaris/brede schoolcoördinator opgesteld in overleg met de betrokken partijen afgezet tegen de beschikbaar gestelde middelen. • In mei 2011 wordt de Brede School Braassemerland opgeleverd. Schooljaar 2011/2012 wordt de school in gebruik genomen. • Reeds in 2010 met een doorloop naar 2011 wordt een plan van aanpak geschreven hoe de gemeente om gaat met eventuele leegstand van de Brede School Braassemerland door de vertraging in de ontwikkeling van Braassemerland. Dit geldt met name voor de kinderopvang in de school. • In 2011 wordt een plan van aanpak geschreven voor de ontwikkeling van Brede Scholen in de diverse kernen.
Centrum voor jeugd en gezin en onderwijs • Het stimuleren van goede contacten tussen het CJG en het onderwijs.
Peuterspeelzaalwerk • Het realiseren van evenwichtig peuterspeelzaalbeleid.
Bestuursrapportage 2011
NB: Uit controles is gebleken dat de Kinderopvang voldoet aan alle wettelijke eisen o.a. met betrekking tot hygiëne en veiligheid.
26
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Onderwijs en kinderopvang opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 5
Onderwijs en kinderopvang
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
Totale lasten Totale baten
2.588 128-
2.580 128-
3.046 360-
466 N 232- V
Resultaat vóór bestemming
2.460
2.452
2.686
234
-
-
-
2.460
2.452
2.686
Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
N
234
N
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Onderwijs en kinderopvang wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht) Bijzonder basisonderwijs - huisvestingsvoorzieningen: De huurcomponent voor de brede school was nog niet opgenomen in de begroting. De rentelasten worden gedekt uit de vrijval van kapitaallasten, de afschrijvingslasten waren echter voor 2011 nog niet geraamd (incidenteel):
€ 343.000 N
De kapitaallasten (rente) voor de brede school zijn door de verkoop lager (incidenteel):
€ 112.000 V
Uitvoering leerplichtwet: De administratiekosten die worden vergoed aan Holland Rijnland waren niet opgenomen in de begroting (structureel):
€ 20.000 N
Gemeentelijke lasten/baten onderwijs: De gelden die ontvangen worden in het kader van onderwijsachterstandenbeleid zijn hoger dan de geraamde uitgaven (structureel):
€ 17.000 V
Bestuursrapportage 2011
27
Programma 6
Welzijn Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder F.M. Schoonderwoerd Wethouder J.B. Uit den Boogaard
Programma-inhoud
Beoogd wordt dat iedereen op gelijkwaardige wijze kan deelnemen aan de samenleving. Daarnaast wordt gestreefd naar een adequaat voorzieningenniveau, waarbij wordt ingezet op de subsidiëring van welzijnsinstellingen en de publieke taken in de preventieve sfeer.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • • • • • •
Ontwikkelingen in 2010-2011
Wmo, welzijn sport, culturele zaken, subsidiebeleid, sociale voorzieningen monumentenzorg
Wmo Beleidsplan Mee(r) Doen 2008-2011 Speelruimtebeleidsplan Alkemade Bestuursakkoord RAS 2009-2012 over preventief jeugdbeleid en cultuur in samenwerking met provincie en Holland Rijnland Regionale visie op het Centrum voor Jeugd en Gezin Algemene Subsidieverordening Kaag en Braassem Diverse geldende beleidsregels binnen dit programma. De Nota Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Nota preventief ouderenbeleid Kaag en Braassem
Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Het geven van extra voorlichting om actieve deelname in de samenleving te promoten. • Het opstellen van een bezuinigingsplan WMO en het WMO beleidsplan herijken. Het meerjaren beleidsplan zal worden omgevormd tot een actieplan met daarin de gemeentelijke prioriteiten.
• Het dagelijks werk is gericht op het bevorderen van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van onze inwoners waarbij het uitgangspunt is dat eerst gekeken wordt wat iemand zelf kan doen of zijn omgeving, voordat voorzieningen worden verstrekt.
• Voorbereidende werkzaamheden voor de Kanteling (inclusief besparingen) zijn getroffen. De regionale verordening, beleidsregels en financieel besluit zijn in concept gereed. In het najaar worden het adviestraject en besluitvormingstraject afgerond. • Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar het gebruik van scootmobielen die door de gemeente zijn verstrekt.
• Het opstellen van een maatschappelijke structuurvisie van de gemeente Kaag en Braassem.
• Strategisch document is opgeleverd • Burgers en betrokken instellingen zijn actief betrokken bij de totstandkoming van het strategisch document
Voor de totstandkoming van het strategisch document is ingezet op diverse mogelijkheden voor burgerparticipatie. Aan de hand van inhoudelijk thema’s en dorpavonden is met diverse betrokken gediscussieerd.
Algemeen WMO beleid • Uitvoering geven aan de WMO conform de aanwijzingen in het coalitieakkoord om zo actieve deelname aan de samenleving te stimuleren.
Maatschappelijke visie • Inspelen op de toekomstige maatschappelijke en ruimtelijke kwesties.
Bestuursrapportage 2011
28
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011 Uitvoering Sociale Zaken en WMO
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Verdere professionalisering van het WMO loket.
• Burgers worden klantgericht benaderd en hun zorgvraag wordt integraal bekeken met als doel om zelfredzaamheid te versterken
• Het Wmo-loket is tijdens de openingstijden van het KCC bemenst • Opleidingstrajecten starten in het najaar • In het dagelijkse werk wordt samenwerking zo veel mogelijk nagestreefd. Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats met de convenantpartners om de ondersteuning van inwoners vorm te geven
• Besluit over herpositionering van de taken van de ISDR is genomen. Met ingang van 1 april 2012 worden de taken op het gebied van werk en inkomen uitgevoerd door Alphen. •
• Voorbereidingen voor de besluitvorming en de implementatie van de herpositionering van de ISDR zijn getroffen.
• Toekomstgerichte inrichting van het beleidsveld Sociale Zaken.
• Het WMO loket bemensen tijdens openingstijden van het Klant Contact Centrum. • WMO consulenten en klantadviseurs opleiden om integraler te kunnen adviseren. • Samenwerking met externe partijen binnen het WMO loket continueren en eventueel uitbreiden waar mogelijk door contracten met betrekking tot dienstverlening af te sluiten. • Naar aanleiding van de te verschijnen notitie over de toekomst van de ISDR uitvoering geven aan de aanbevelingen in deze notitie.
• Armoede in onze gemeente beperken.
• Uitvoering geven aan de inspanningen benoemd in de op te stellen nota armoedebeleid, •
• De zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van inwoners in Kaag en Braassem te versterken.
• In 2011 in regionaal verband contracten afsluiten voor het volgen van scholing voor verbetering van taal, rekenen en andere basisvaardigheden.
•
• Op basis van de (binnenkort te verwachten) uitkomsten armoedemonitor en de landelijke ontwikkelingen op terrein schuldhulpverlening wordt beleid aangepast. Het uitgangspunt is om geen verkokerde beleidsplannen te maken maar te komen tot een maatschappelijke agenda waarin de beleidsvelden samenkomen •
Centrum voor jeugd en gezin • Per 2011 is het Centrum van jeugd en gezin open conform de eisen van het ministerie en de kaders genoemd in de nota CJG.
• Uitvoering geven aan de actiepunten in de vastgestelde nota.
• Het CJG toegankelijk voor de burgers van Kaag en Braassem
• De coördinator CJG is op 1 januari 2011 begonnen met haar werkzaamheden • Het casuïstiekoverleg is opgestart • Het virtuele CJG is in gebruik genomen • Er heeft een overleg plaatsgevonden met basisonderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen voor het versterken van de aansluiting tussen CJG en onderwijs
• Positie mantelzorgers is door verschillende initiatieven versterkt.
• Gekozen is om geen sectorale beleidsnota’s op te stellen, maar om te komen tot één integrale nota. • In samenwerking met de VNG heeft de Promobus de vrijwilligers feestelijk ondersteund tijdens de Nationale Sportweek en is de Sportaward uitgedeeld. aan de organisator.
Ondersteuning vrijwilligers en mantelzorgers • Versterking van de positie van de mantelzorger en vrijwilligers.
Bestuursrapportage 2011
• Het opstellen van een beleidsnotitie waarin zowel de kaders als de activiteiten worden benoemd.
29
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011 • Voor mantelzorgers zijn diverse voorlichtende en ondersteunende bijeenkomsten georganiseerd. • Er wordt ingezet op het bereiken van de mantelzorgers en het vinden van nieuwe zorgvrijwilligers.
• Alle leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen per 2011 een maatschappelijke stage lopen.
• Een keuze maken op welke manier invulling te geven aan de gemeentelijke makelaarsfunctie.
• Met ingang van het nieuwe schooljaar biedt de gemeente ondersteuning zodat alle leerlingen in het voortgezet onderwijs een maatschappelijke stage kunnen lopen
• Overleg met twee mogelijke partners is opgestart. Voor de start van het nieuwe schooljaar wordt een overeenkomst afgesloten
• Opnieuw afspraken met de bibliotheek Rijn en Venen maken en een contract afsluiten over de inzet van o.a. de bibliobus.
• De bibliotheekvoorzieningen in de kernen van de gemeente zijn behouden.
• Het project Boekstart voor jonge kinderen is van start gegaan en wordt ook aangeboden in de bibliobus. • De bibliotheek organiseert diverse culturele activiteiten bij de vestigingen met als jaarthema ‘leve de molens’.
• Opstellen van een maatschappelijke structuurvisie.
•
• Zie maatschappelijke structuurvisie
• Uitvoering geven aan het geharmoniseerde beleid op het gebied van onderhoud van sportvelden en het vastgestelde Meerjaren Onderhouds Plan voor alle sportvelden binnen onze gemeente. • Uitvoering geven aan het geharmoniseerde beleid op het gebied van beheer van binnen- en buitensportaccommodaties.
• De inhaalslag die nodig was is in gang gezet.
• De aanleg van het kunstgrasveld in Woubrugge is gestart • Renovatie van de handbalvelden wordt uitgevoerd.
• Harmonisatie krijgt meer vorm.
• Inspanningen zijn gericht op harmonisatie.
• Op grond van Regionale afspraken (RAS 2010-2012) uitvoering geven aan verschillende projecten die tot doel hebben inwoners uit te nodigen meer mee te doen aan culturele activiteiten.
• Meer en diverse groepen inwoners zijn in aanraking gekomen met cultuur.
• Er hebben diverse evenementen plaatsgevonden, zoals Oevers van de Drecht, schilderen Museum & School, Monsters of Roelofarendsveen (muziek).
• Het speelruimtebeleidsplan aanpassen aan de totale gemeente Kaag en Braassem, zodat de speelruimte binnen de gemeente hetzelfde wordt onderhouden en ingericht.
• In alle kernen zijn voldoende speelvoorzieningen aanwezig.
• Op diverse locaties zijn speelvoorzieningen geplaatst / vervangen • Kinderen zijn betrokken bij keuze voor speelvoorzieningen.
Openbare bibliotheek • Behoud van bibliotheekvoorzieningen in de kernen van de gemeente.
Binnen- en buitensportaccommodaties • Het komen tot een sportvoorzieningenniveau afgestemd op de uitgangspunten binnen de Maatschappelijke Structuurvisie. • Inhaalslag maken bij het onderhoud van sportvelden.
• Harmonisatie beheer binnenen buitensportaccommodaties.
Amateuristische kunstbeoefening • Het vergroten van het aantal inwoners dat meedoet aan projecten voor kunst en cultuur.
Speelruimte • Het realiseren van voldoende speelmogelijkheden voor kinderen binnen onze gemeente.
Bestuursrapportage 2011
30
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Gefaseerd uitvoering geven aan de vastgestelde nota preventief ouderenbeleid Kaag en Braassem 20102014. Hierin zal tevens de WMO pakketmaatregel AWBZ worden meegenomen.
• De welzijnshuisbezoeken in de hele gemeente zijn uitgebreid.
• Op 17 maart heeft een bijeenkomst “horen, zien en … doen” plaatsgevonden, waaraan tal van maatschappelijke organisaties hebben deelgenomen. Doel is om te komen tot een sluitende zorgstructuur rondom kwetsbare ouderen. • Er is structureel overleg met de ouderenorganisaties om gezamenlijk uitvoering te geven aan de nota. • Welzijnshuisbezoek voor 75+ inwoners door vrijwilligers gericht op vergroten zelfredzaamheid ouderen.
• Het realiseren van activiteiten voor jongeren van 12-15 jaar.
• Structureel per jaar in overleg met de Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland invullen van de beschikbare uren over het gehele grondgebied van Kaag en Braassem.
• Er zijn diverse sportactiviteiten en tienerinlopen georganiseerd.
• Het realiseren van een klimaat waar kinderen en jongeren veilig en verantwoord kunnen opgroeien tot zelfstandige inwoners van Kaag en Braassem.
• Het opstellen kaders jeugdbeleid en activiteiten benoemen binnen het domein van onze jeugd (wonen, onderwijs en vrije tijd).
• Onze overleggen en activiteiten zijn gericht op het realiseren van een klimaat waarin kinderen en jongeren veilig kunnen opgroeien.
• er vindt structureel overleg plaats gericht op het aansluiten van vraag en aanbod van jongeren en betrokken instanties. • er heeft op 28 februari een speeddate plaatsgevonden tussen jongeren en het gemeentebestuur. • Gekozen is om geen sectorale beleidsnota’s op te stellen, maar om te komen tot één integrale nota. • Problemen worden tijdens de reguliere overlegstructuren besproken, waarna interventie kan plaatsvinden. • Integraal bespreken multiprobleem casuistiek (Rijnwoude, Nieuwkoop en Kaag en Braassem.
• Het opstellen van een nota Lokaal Gezondheidsbeleid, waarin wij kaders stellen en activiteiten benoemen binnen het domein gezondheid. Hierbij sluiten wij aan op de landelijke en regionale cyclus en de Rijkspreventienota.
•
Ouderenwerk • De zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de oudere inwoners in Kaag en Braassem behouden of vergroten.
Jeugd- en jongerenwerk
Gezondheidszorg • Het realiseren van maatregelen om de gezondheid (in de brede zin van het woord) van alle inwoners van Kaag en Braassem te bevorderen.
Bestuursrapportage 2011
• Gekozen is om geen sectorale beleidsnota’s op te stellen, maar om te komen tot één integrale nota. • Er is een samenwerking gestart om beweging te stimuleren onder mensen die het advies hebben gekregen om meer te bewegen.
31
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten op het programma Welzijn opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma 6
Welzijn
Totale lasten Totale baten Resultaat vóór bestemming Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
13.470 4.139-
13.326 4.139-
13.065 4.021-
261- V 118 N
9.331
9.187
9.044
143- V
-
-
-
9.331
9.187
9.044
143- V
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting van het programma Welzijn wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht) Buitensportaccommodaties: De pachtopbrengsten zijn hoger dan begroot (structureel):
€
8.000 V
Monumentenzorg: In 2011 is alsnog een subsidie voor 2010 toegekend, het budget is in 2011 niet toereikend: (incidenteel)
€
10.000 N
Huishoudelijke verzorging WMO: Aframing van het budget WMO, ter dekking van advieskosten op de kostenplaats:
€ 102.000 V
Bijzondere bijstandsverstrekking: Het aantal kwijtscheldingen in 2011 is hoger dan begroot:
€
Leefvoorziening gehandicapten: Op basis van de huidige cijfers kan de bijdrage aan rolstoelen voor 2011 worden afgeraamd: In 2011 zijn bijdragen van derden ontvangen, deze bijdragen zijn niet vooraf in te schatten: De financiële tegemoetkoming aan vervoerskosten moet worden bijgeraamd:
€ 100.000 V € 15.000 V € 48.000 N
Brede doeluitkering CJG: De bijdrage en huuropbrengsten van het CJG zijn hoger dan geraamd:
€
27.000 V
Kapitaallasten: De kapitaallasten zijn door de uitstel van investeringen lager dan begroot:
€
9.000 V
Bestuursrapportage 2011
50.000 N
32
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Taakverdeling portefeuillehouders
Wethouder A.J.M. van Velzen
Inhoud
Dit betreft geen raadsprogramma, maar algemene dekkingsmiddelen (inclusief het budget onvoorzien) die dienen om de exploitatietekorten bij de overige (raads)programma’s af te dekken, zodanig dat een sluitende begroting en meerjarenbegroting wordt verkregen. Tevens worden hier de door de raad besloten dotaties en beschikkingen over de reserves verantwoord, zodat er inzicht wordt gegeven in het totale exploitatieresultaat vóór en na bestemming.
Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten etc.
• • • • •
• • • • • Ontwikkelingen in 2010-2011
Deelnemingen en beleggingen, algemene uitkering gemeentefonds, overige baten en lasten, ozb, rzb, forensenbelasting, langlopende geldleningen, onvoorzien, uitvoering Wet Woz, hondenbelasting, reserves en voorzieningen
Financiële verordening Kaag en Braassem 2009 (artikel 212) Controleverordening Kaag en Braassem 2009 (artikel 213) Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid 2009 (artikel 213a). Diverse begrotingsstukken De laatst vastgestelde begroting en de vastgestelde begrotingswijzigingen dienen als basis voor de concept begroting voor het nieuwe jaar, aangepast aan de kaders zoals vastgesteld in de kadernota. Treasurystatuut Kaag en Braassem 2009 Nota reserves en voorzieningen 2010 Legesverordening 2011 Belastingverordeningen 2011 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
De financiering en algemene dekkingsmiddelen zullen op het onderdeel algemene uitkering uit het gemeentefonds, i.v.m. bezuinigingsmaatregelen van het rijk, flink worden gekort. In de loop van 2010 is duidelijk geworden dat de mogelijkheid tot precarioheffing op leidingen en kabels van nutsbedrijven gewoon blijft bestaan. Kompas / Structuurvisie / Kerntakendiscussie
Bestuursrapportage 2011
33
Wat zijn de prioriteiten, wat willen we bereiken en wat gaan we er voor doen ? Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• Het opstellen van een maatschappelijke structuurvisie. • Het voeren van een kerntakendiscussie. • Besluitvorming doorvertalen naar de begroting 2012. • een visie bepalen ten aanzien van de organisatievorm. • In de meerjarenbegroting 2012 e.v. de door het rijk door te voeren korting door herverdeling van middelen opvangen en in november 2011 aan de raad voorleggen.
• In de 1e helft van 2011 is een groot deel van het proces afgerond om te komen tot een integrale heroverweging c.q. herverdeling van de beschikbare middelen en uit te voeren taken. De hieruit beschikbaar gekomen informatie is aan de gemeente raad verstrekt, die hierover bij de begrotingsbehandeling in november 2011 definitieve besluiten neemt.
• De MRSV is opgesteld. • De bezuinigingsnotitie “Het Kompas is opgesteld, waarin het totaal van mogelijke bezuinigingen is geïnventariseerd. • De nieuwe organisatievisie is opgesteld. • De kadernota 2012 is opgesteld, waarin een actueel meerjarig begrotingsbeeld aan de raad is gepresenteerd. Hieruit werd de omvang van de noodzakelijke bezuinigingen verduidelijkt. Aan de hand van de kadernota heeft de raad een bezuinigingsopdracht van € 2 miljoen aan het college verstrekt. • Het college heeft een bezuinigingsvoorstel van ruim € 2 miljoen uitgewerkt en aan de raad gepresenteerd.
• De voor 2011 door de raad vastgestelde begroting is goedgekeurd door de provincie. Deze begroting is sluitend zonder noodzakelijke belastingverhogingen voor de burgers, anders dan de bijstelling met het inflatiepercentage van 1,5%.
• Bij de aanslag oplegging voor 2011 is rekening gehouden met een verhoging van de tarieven met het inflatiepercentage van 1,5%. Bij de rioolheffing en de afvalstoffenheffing wordt bewaakt of er 100% kostendekking wordt gerealiseerd. In de kadernota is informatie opgenomen over de locale heffingen. Deze informatie dient ter ondersteuning van de besluitvorming van de raad over de tarieven bij de begroting voor 2012 ev.
Gemeentelijke financiën • De gemeentelijke begroting moet op korte en lange termijn een sluitend perspectief bieden met een aanvaardbaar lastenniveau. • Hiermee is de inrichting van een proces bepaald dat er voor zorgt dat de korting op de algemene uitkering vanaf 2012 in de (meerjaren)begroting wordt doorvertaald. De insteek hierbij is een integrale heroverweging c.q. herverdeling van de beschikbare middelen (uitgaven en inkomsten), met als uitgangspunt de omvang van de huidige begroting minus de te verwachten bezuiniging van € 2,0 miljoen.
Gemeentelijke belastingen en heffingen • In principe geen stijging gemeentelijke belastingen na harmonisatie behoudens inflatiecorrectie. In de Kadernota 2011 zijn de volgende uitgangspunten opgenomen. • Voor de baten vanuit gemeentelijke belastingen en heffingen wordt een inflatiecorrectie van 1,5% toegepast en voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en grafrechten geldt 100% kostendekking. • Het ombuigen van de begroting richt zich niet alleen op het verlagen van uitgaven, ook de heroverweging van inkomsten maakt hier onderdeel van uit. Hierbij gaat het om de heffing van algemene en specifieke belastingen, de kostendekkendheid van tarieven en het (verder) toepassen van het profijtbeginsel. • Verhoging van de lokale lasten moet in samenhang gezien moet worden met de maatregelen die door het rijk getroffen gaan worden.
Bestuursrapportage 2011
• In de aan uw raad voor te leggen belastingverordeningen voor 2011 zijn de tarieven met 1,5% zijn verhoogd. Voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en grafrechten worden verhogingen voorgesteld die nodig zijn voor 100% kostendekking. • Bij de integrale heroverweging van taken en het toewijzen van de hiervoor benodigde middelen worden voorstellen gedaan inzake het (verder) toepassen van het profijtbeginsel en kostendekkende tarieven. • Indien na het toewijzen van middelen een begrotingstekort resteert, zal verhoging van de gemeentelijke belastingen plaatsvinden om dit tekort af te dekken.
34
Beoogd resultaat 2011
Beoogde activiteiten 2011 Inzicht geven in de reserve mutaties
Bereikt resultaat 2011
Gerealiseerde activiteiten 2011
• De gemeente wil de continuïteit in de dienstverlening aan de burgers zo veel als mogelijk kunnen waarborgen. Hiervoor is het belangrijk goed inzicht te behouden in de omvang van de reserve en voorzieningenpositie. Het weerstandsvermogen dient hierbij voldoende groot te zijn om nu en in de toekomst in voldoende mate weerstand te kunnen bieden aan (mogelijke) extra lasten voorvloeiende uit risico’s.
• Op grond van de financiële verordening wordt eenmaal in de vier jaar een nota Reserves en voorzieningen opgesteld, waarin inzicht wordt verschaft in de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen in meerjarig perspectief. De reservenota 2010 e.v. is vastgesteld in de raad van juni 2010. Jaarlijks vindt bij de begroting een actualisatie plaats van de stand van de reserves en voorzieningen.
• Veelvuldig is er in 2011 aandacht geweest voor de reserve en voorzieningenpositie van de gemeente ter waarboring van de continuïteit in de dienstverlening. Inzicht is gegeven in de actuele stand van het hiermee samenhangende weerstandsvermogen en de risico’s welke aanwezig worden geacht.
• In de weerstandsparagraaf bij de jaarrekening is de raad uitvoerig geïnformeerd over de stand van de reserves en voorzieningen en de risico’s en het totale weerstandsvermogen. • Twee keer per jaar worden de bouwgrondexploitaties herzien. Deze herziening wordt verwerkt in de risicoparagraaf van de begroting 2012 die wordt behandeld in de raad van november 2011. Bij elk voorstel aan de raad waarbij wordt beschikt over de reserves, wordt er een actuele stand van de reserves bijgevoegd.
• Om in de benodigde financieringsbehoefte te voorzien worden op basis van actuele liquiditeitsprognoses kort- dan wel langlopende leningen aangetrokken of worden tijdelijk overtollige liquide middelen in deposito geplaatst. • Met betrekking tot de grondexploitaties worden, binnen de gestelde kaders, alternatieve financieringsconstructies onderzocht.
• Binnen de beschikbare mogelijkheden is er gestuurd om het door de verkoop van de brede school ontstane financieringsoverschot en de ontvangst van de 2e tranche NUON gelden op een zo kort mogelijke termijn te verminderen. • Er zijn géén langlopende leningen meer aangetrokken in 2011, de gemiddelde rentelast over de langlopende leningen in 2011 bedraagt 4,5%
• In juni is in het college de liquiditeitenplanning behandeld. In het meerjarenbeleid wordt rekening gehouden met de financiering van het project Braassemerland en het tegenvallend rendement op de beleggingen bij BNG. • In 2011 is gedurende een paar maanden een financieringstekort geweest. Dit financieringstekort is gedekt door het aantrekken van kasgeldleningen.
• De provincie heeft de gemeente voor 2011 onder het regime van repressief toezicht (toezicht achteraf) geplaatst.
• De begroting voor 2011 e.v. is tijdig ter goedkeuring aan de provincie voorgelegd. De provincie heeft deze begroting goedgekeurd en op grond hiervan een besluit genomen tot repressief toezicht voor 2011.
Langlopende geldleningen • Vanwege omvangrijke investeringen in bouwgrondexploitaties en projecten in de openbare ruimte is de financieringsbehoefte bij de gemeente hoger dan gebruikelijk. Rekening houdend met de gestelde kaders in het Treasurystatuut, dient ter beperking van de rentelasten, zo gunstig mogelijk in de benodigde financiering te worden voorzien.
Financieel toezicht provincie • Voor wat betreft het financieel toezicht door de provincie geldt het reguliere toezichtsregime. Doelstelling is om repressief begrotingstoezicht (toezicht achteraf) te verkrijgen. De uitgangspunten om voor het begrotingsjaar 2011 voor het repressieve provinciale toezicht in aanmerking te komen zijn: • De begroting 2011 dient in evenwicht te zijn of als dat niet het geval is dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht. • De jaarrekening 2009 dient in evenwicht te zijn; indien de jaarrekening niet in evenwicht is, kan dat, afhankelijk van de aard en/of omvang van het tekort, van invloed zijn bij de bepaling van het toezichtregime. • De vastgestelde jaarrekening 2009 en de begroting 2011 dienen tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2010, aan ons te zijn toegezonden.
Bestuursrapportage 2011
• Voor 2011 leggen wij aan uw raad een sluitende begroting voor, die voor 15 november 2010 aan de provincie wordt toegezonden. Ten aanzien van de jaarrekening 2009 is reeds aan de hiervoor gestelde criteria voldaan. Gelet op het voorgaande is er voor het begrotingsjaar 2011 sprake van repressief begrotingstoezicht. • In 2011 zal de planning- en controlcyclus zijn ingericht op het verkrijgen van repressief begrotingstoezicht voor de begroting 2012, die in november 2011 door uw raad wordt vastgesteld.
35
Wat mag het kosten ? Bestaand beleid
Nieuw beleid
Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma in 2011, met als basis het budget van de vorige begroting bijgesteld met de begrotingswijzigingen, de in de kadernota bepaalde kaders, eventueel structurele effecten uit de rapportages over 2010 en waar nodig aangevuld met (wettelijk) onontkoombare zaken. Benodigde budgetten voor het realiseren van het programma (waar nodig geacht) ter afweging aan de raad inzet van extra middelen om de gewenste beleidsaccenten in 2011 en verder te realiseren
Hierboven is gerapporteerd wat er in het eerste halfjaar is gerealiseerd ten aanzien van de bij de begroting gestelde doelen. (zie hiervoor per prioriteit de in de tabellen opgenomen gerealiseerde activiteiten per 30 juni 2011 en gerealiseerde resultaten per 30 juni 2010) In onderstaande tabel zijn de totale geprognosticeerde lasten en baten voor financiering en algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Indien de prognose 2011 afwijkt van de begroting 2011 na wijziging is hiervan een begrotingswijziging opgesteld. Programma
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Begroting 2011 vóór wijziging
Begroting 2011 ná wijziging
Prognose 2011
bedragen x € 1.000 Begroting ná wijziging vs. Prognose
Totale lasten Totale baten
2.078 28.438-
1.304 28.711-
1.324 30.600-
20 N 1.889- V
Resultaat vóór bestemming
26.360-
27.407-
29.276-
1.869- V
Mutatie reserves Resultaat ná bestemming
645 25.715-
645 26.762-
2.441
1.796
26.835-
N
73- V
Toelichting De afwijking ten opzichte van de begroting voor financiering en algemene dekkingsmiddelen wordt o.a. veroorzaakt door: (alle afwijkingen > € 5.000 worden toegelicht) Nutsbedrijven: e Het ontvangen dividend van NUON is hoger dan geraamd, i.v.m. 2 tranche (incidenteel):
€
80.000 V
Deelnemingen en beleggingen: Het verwacht rendement op de belegging bij BNG Vermogensbeheer wordt verlaagd naar 2% op jaarbasis (incidenteel):
€
355.000 N
Bespaarde rente: Op basis van de geactualiseerde staat van reserves en voorzieningen is de bespaarde rente in 2011 hoger dan geraamd (= tevens dekking voor storting) (structureel):
€ 101.000 V
Algemene uitkering: De algemene uitkering uit het gemeentefonds is i.v.m. bijgestelde parameters voor 2011 hoger dan geraamd (structureel):
€ 162.000 V
Onvoorzien: In 2011 is een subsidie toegekend voor een monument. Deze beschikking was in 2010 al aangevraagd. De dekking vindt uit de post onvoorzien plaats (incidenteel):
€
Bestuursrapportage 2011
10.000 V
36
Overige baten en lasten:: Er zijn diverse inkomsten gerealiseerd m.b.t. grondverkoop Kaag (incidenteel): In 2011 zijn diverse legesnota’s opgelegd m.b.t. oude jaren (incidenteel):
€ €
In 2011 is de verkoop brede school gerealiseerd, het verschil tussen de werkelijke kosten en de verkoopopbrengst wordt in de algemene reserve ingebracht t.b.v. dekking van de toekomstig (hogere) huurlasten (incidenteel):
€ 1.760.000 V
Uitvoering Wet Waardering Onroerende Zaken: Hogere kosten voor de uitvoering bezwaren en beroep WOZ (incidenteel):
€
53.000 N
Onroerend-zaakbelasting gebruikers: Hogere inkomsten (structureel):
€
9.000 V
Precariorechten: De inkomsten voor precario zijn lager dan geraamd (structureel):
€
24.000 N
Invorderingsmaatregelen: Door strakke invordering zijn er meer invorderingskosten verhaald op debiteuren (incidenteel): €
20.000 V
Reservemutaties: Hogere rentetoerekening aan de reserves i.v.m. stand per 31-12-2010 (structureel): Verwacht resterend budget door verkoop Brede School toegevoegd aan algemene reserve (incidenteel):
€
135.000 V 99.000 V
36.000 N
€ 1.760.000 N
Saldi kostenplaatsen: Lagere kapitaalslasten door uitstel van investeringen (incidenteel): Aframing budget advieskosten t.b.v. advieskosten ’t Kompas, programma 1 (incidenteel) Renteresultaat i.v.m. andere verwerking kapitaallasten (incidenteel): Overschrijding inhuur belastingen i.v.m. bezwaarschriften (incidenteel): Inhuur derden voor advisering WMO, dekking door aframing WMO budget (incidenteel) Extra inhuur boven beschikbare vacatureruimte voor Welzijn en onderwijs (incidenteel) Extra inhuur boven beschikbare vacatureruimte voor Burgerzaken (incidenteel) Schikking met betrekking tot in 2010 opgelegde dwangsom handhaving (incidenteel) Extra doorbelasting van kostenplaatsen aan grondcomplexen (a.h.v. actualisatie) Extra lasten i.v.m. tegenvallend rendement op verhuur vm. gemeentehuis Jacobswoude (incidenteel)
€ € € € € € € € €
365.000 V 40.000 V 168.000 N 31.000 N 102.000 N 27.000 N 22.000 N 8.000 N 24.000 V
€
59.000 N
Gelet op de geplande taken op het gebied van Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) en het doorlopen van de wettelijke vereisten rond het MRSV proces liggen de verwachte uitgaven voor het adviesbudget RO hoger dan verwacht, zoals ook bij de jaarrekening 2010 gesignaleerd. Deze investering is noodzakelijk om te kunnen beschikken over een actueel ruimtelijk kader voor onze gemeente. Voor het dekken van de totale kosten van het Kompas is ook gebruik gemaakt van enkele interne budgetten, zoals deze post. Het bestaande raadskrediet is benut voor het onderdeel kerntaken.
€
75.000 N
Bestuursrapportage 2011
37
Status kredieten TOTAALOVERZICHT: programma 1: IG0021 Internet en intranet 2005 IC0281 Ipads raadsleden programma 3: IC0112 Trottoir Leidseweg IC0130 Reconstr. Populierenstraat (riolering) IC0140 Uitbr. verlichting Meerkreuk-Ringvaart IC0142 Vervangen zand-zoutstrooier 2008 IC0143 Vervangen grote zand-zoutstrooier 08 IC0145 Gr.onderhoud brug Floraweg/Fr. Brug (levensduurverlengend) IC0147 Beleidsplan openbare verlichting 2009 IC0155 Gr. onderh. bruggen Noorderhemweg (levensduurverlengend) IC0161 Reconstructie Achterweg riolering IC0162 Reconstructie Kaag riolering IC0167 Nido kleine strooier IC0202 Fietspad Molenkade IC0203 Inrichting 30-km gebieden Leimuiden IC0207 Verbeteringsmaatregelen Bilderdam IC0209 Verbeteringsmaatregelen Leimuiden IC0221 GRP vestigen recht van opstal IC0240 Reconstr. Europaplantsoen (riolering) IC0241 Reconstr. Europaplantsoen (wegen) IC0242 Reconstr. Floraweg (riolering) IC0243 Reconstr. Floraweg (wegen) IC0244 Reconstr. Floraweg (verlichting) IC0245 Reconstr. Floraweg (bruggen) IC0246 Reconstr. Kaag (wegen) IC0247 Reconstr. Kaag (groen) IC0248 Reconstr. Kaag (waterkering) IC0249 Reconstr. Kaag (verlichting) IC0250 Reconstr. Achterweg (wegen) IC0251 Reconstr. Achterweg (groen) IC0252 Reconstr. Achterweg (verlichting) IC0253 Reconstr. Populierenstraat (wegen) IC0254 Reconstr. Populierenstraat (groen) IC0256 Reconstr. Europaplantsoen (groen) IC0257 Reconstr. Europaplantsoen (verlichting) IC0263 GRP 2010 Vervangen vrij vervalriolering IC0264 GRP 2010 Vervangen gemalen vrij vervalriolering IC0265 GRP 2010 Vervangen gemalen drukriolering IC0266 GRP 2010 Optimalisatie drukriolering (glastuinbouw) IC0267 Grondwatermeetnet 2010 IC0268 Beheersysteem GRP IC0273 Plotter 2011 IC0278 Drempels Parallelweg Hoogmade IN0121 Uitbreiding begraafplaats Woubrugge IC0282 GRP 2011 Vervangen vrij verval IC0283 GRP 2011 Gemaal vrij verval riolering IC0284 GRP 2011 Vervangen gemalen drukriolering IC0285 GRP 2011 Optimalisatie drukriolering
Bestuursrapportage 2011
krediet: 40.000 10.700
169.932 1.712.750 46.000 14.491 20.592 212.700 14.000 150.000 880.000 1.600.000 29.500 226.700 25.210 750.018 50.000 250.000 488.000 215.000 1.382.500 59.600 361.900 1.398.150 25.000 185.000 240.000 675.000 75.500 90.500 872.050 20.000 13.000 58.000 720.000 52.291 155.000 125.000 100.000 65.625 12.500 8.000 830.120 720.549 52.291 155.000 125.000
restant: 39.091 -
169.932 306.726 16.269 581 1.092 107.455 14.000 77.835438.916 324.20629.500 16.60023.313 31.050 24.756 21.152304.394 189.984 1.333.476 59.600 227.306 312.380 6.752 41.305 161.513 126.107 65.463 37.861 312.146 16.594 4.526 58.000 498.599 49.101 73.105 125.000 100.000 20.81412.500 8.000 370.845 -
beschikbaar tot: 31-12-2011 Krediet wordt aangewend voor vernieuwing en optimalisatie van de website in 2011 31-12-2011 IPAD's worden in 2011 aangeschaft
31-12-2012 31-12-2012 31-12-2011 n.v.t. n.v.t. 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2013 31-12-2011 n.v.t. 31-12-2011 n.v.t. 31-12-2013 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2011 n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.
status:
Voorbereidingen zijn gestart, daadwerkelijke uitvoering in 2012 Fase 1 gereed fase 2 en 3a gereed eind 2011 Uitvoer fase 3b (narsisstraat) 2012 Uitvoering 2011. Dit is afhankelijk van de Weteringbrug . Kan worden afgesloten Kan worden afgesloten Uitvoering loopt door in 2011, in combinatie met IC0155 Uitvoering in 2011 en 2012, onderhandelingen over uitvoering zijn inmiddels gestart Uitvoering loopt door in 2011, dekking i.c.m. IC0145 Door het lopende geschil met de aannemer zal de uitvoering doorlopen tot in 2012. Zie combinatie met andere IC nrs Achterweg Uitvoering loopt door in 2011 i.c.m. IC0246, IC0247 en IC0248 , dekking verwachte overschrijding uit IC0263 Aankoop is uitgesteld tot 2013 De kosten moeten in rekening gebracht worden bij PZH Kan worden afgesloten Is opgenomen in actuele GRP Krediet is afgesloten, resterend budget betreft correctieboeking in 2010 Krediet is beschikbaar voor het maken van aansluitingen percelen buitengebied. Uitvoering afgerond in 2011, i.c.m. IC 0241/0256 en 0257 Uitvoering afgerond in 2011, eindafrekening volgt Voorbereiding in 2011, uitvoering in 2012 Voorbereiding in 2011, uitvoering in 2012 Voorbereiding in 2011, uitvoering in 2012 Voorbereiding in 2011, uitvoering in 2012 Uitvoering wordt afgerond in 2011 Uitvoering wordt afgerond in 2011 Uitvoering wordt afgerond in 2011 Uitvoering wordt afgerond in 2011 Door het lopende geschil met de aannemer zal de uitvoering doorlopen tot in 2012. Zie combinatie met andere IC nrs Achterweg Door het lopende geschil met de aannemer zal de uitvoering doorlopen tot in 2012. Zie combinatie met andere IC nrs Achterweg Door het lopende geschil met de aannemer zal de uitvoering doorlopen tot in 2012. Zie combinatie met andere IC nrs Achterweg Fase 1 gereed fase 2 en 3a gereed eind 2011 Uitvoer fase 3b (narsisstraat) 2012 Fase 1 gereed fase 2 en 3a gereed eind 2011 Uitvoer fase 3b (narsisstraat) 2012 Uitvoering afgerond in 2011, eindafrekening volgt Uitvoering afgerond in 2011, eindafrekening volgt In 2011 en 2012 wordt het krediet uitgegeven aan rioolbeheer werkzaamheden In 2011 en 2012 wordt het krediet uitgegeven aan rioolbeheer werkzaamheden In 2011 en 2012 wordt het krediet uitgegeven aan rioolbeheer werkzaamheden In 2011 en 2012 wordt het krediet uitgegeven aan rioolbeheer werkzaamheden Uitgaven vinden plaats in 2011-2012 Uitgave is afhankelijk van de implementatie van het nieuwe beheerpakket XEIZ. Verplichting staat op dit krediet, dekking wordt deels gevonden op krediet IG077 In 2011 heeft verkenning plaats gevonden om samen met Bedrijfsvoering de aanschaf van een plotter te realiseren, aachaf eind 2011 of begin 2012 Uitvoering is afgerond in 2011, financiële afwikkeling volgt nog Uitvoering wordt afgerond in 2011 Uitvoering wordt nog gepland Uitvoering wordt nog gepland Uitvoering wordt nog gepland Uitvoering wordt nog gepland
38
TOTAALOVERZICHT: programma 4: IC0274 Uitvoering speelruimtebeleidsplan A 2011 IC0279 Uitvoering realisatie De Lasso IC0258 Reconstr. Europaplantsoen (speelvoorz.) programma 5: IN0102 Nieuwbouw Brede School (H. Demoed) programma 6: IC0280 Kunstgrasveld VV Woubrugge Kostenplaatsen: IG0050 Meerjaren ICT-plan fusie 2009A (budgethouder F. Moraal) - Aanschaf IPAD MT en college - Omgevingsvergunning WABO - Basisregistratie WOZ - Aansluiten nieuw handelsregister - Invoeren basisregistratie personen - Digitalisering WMO - BSN - Invoering Basisregistratie Topografie - Invoering Basisregistratie Kadaster IG0051 Meerjaren ICT-plan fusie 2009C (budgethouder F. Moraal) IG0052 Software Klic/Wion (budgethouder F. Moraal) IG0077 Beheersysteem kapitaalgoederen (budgethouder F. Moraal) IG0080 ICT-plan 2011 (budgethouder F. Moraal) IG0042 Kleine vrachtauto beschoeiingen 2009 (budgethouder N. Visser) IG0053 Vervanging auto groenploeg I 2009 (budgethouder N. Visser) IG0054 Vervanging auto groenploeg II 2009 (budgethouder N. Visser) IG0075 Vervanging wagen- en machinepark (budgethouder N.Visser) IG0076 Noodaggregaat buitendienst 2010 (budgethouder N. Visser) IG0078 Vervanging Mazda 2011 (budgethouder N. Visser) IG0079 Vervanging VW Polo 2011 (budgethouder N. Visser) IG0081 Huisvesting fusie aanpassingen (budgethouder H. Demoed)
Bestuursrapportage 2011
krediet: 199.348 750.000 12.000
-
restant: 125.788 737.931 8.284
2.081.611-
beschikbaar tot: 31-12-2011 In 2011 zijn nog twee grote vervangingsprojecten gepland, het restantbudget is bedoeld voor investeringen in 2012 > overheveling naar jaarschijf 2012 31-12-2012 De fysieke uitvoering van De Lasso vindt plaats in 2012 31-12-2011 Uitvoering in 2011, eindafrekening volgt
31-12-2011 De financiële afwikkeling van de verkoop van de brede school vindt plaats in september 2011
475.000
73.520
212.014
131.417 5.000 18.000 34.000 15.000 15.500 11.500 10.000 11.000 11.417
31-12-2011 31-12-2012 31-12-2014 31-12-2012 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015 31-12-2015
Uitvoering wordt afgerond in 2011
51.594 1.917 19.850 15.000 12.056 51.800 51.800 1.641 10.000 10.000 10.000 76.600
31-12-2011 n.v.t. 31-12-2011 31-12-2011 n.v.t. 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2011 n.v.t. 31-12-2012 31-12-2012 31-12-2012
Project Windows 7 wordt dit jaar afgerond
124.750 25.000 39.375 15.000 44.100 51.800 51.800 730.714 10.000 10.000 10.000 85.083
31-12-2011 De werkzaamheden worden in augustus afgerond, het krediet wordt in 2011 gesloten.
Krediet opsplitsen in onderstaande budgetten / kredieten: Afronding begin 2012 Planning vanuit Den Haag, afronding in 2014 Planning vanuit Den Haag, afronding in 2012 Budget beschikbaar houden tot 2015 Project loopt mogelijk tot 2015 Budget beschikbaar houden tot 2015 Budget beschikbaar houden tot 2015 Budget beschikbaar houden tot 2015
Kan worden afgesloten Koppeling XEIZ met nieuwe BRS vindt plaats in 2011 Extra faciliteiten voor BAG/Nedgraphics Kan worden afgesloten Eind 2011, begin 2012 wordt duidelijk hoe de organisatievisie van invloed is op de afdelingsvisie en de daarmee verbonden toekomstige investeringen Eind 2011, begin 2012 wordt duidelijk hoe de organisatievisie van invloed is op de afdelingsvisie en de daarmee verbonden toekomstige investeringen Bestellingen hebben inmiddels plaats gevonden, krediet kan in 2011 worden afgesloten Kan worden afgesloten Eind 2011, begin 2012 wordt duidelijk hoe de organisatievisie van invloed is op de afdelingsvisie en de daarmee verbonden toekomstige investeringen Eind 2011, begin 2012 wordt duidelijk hoe de organisatievisie van invloed is op de afdelingsvisie en de daarmee verbonden toekomstige investeringen Het krediet is benodigd om de gemeentelijke parkeerplaats aan te leggen. Als de exacte kosten in kaart zijn gebracht wordt er extra krediet aan de raad gevraagd.
39
VOORGESTELDE BEGROTINGSWIJZIGINGEN N.A.V. BESTUURSRAPPORTAGE
Bestuursrapportage 2011
40
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 1 P00100 Bestuursorganen-raad P00100 Bestuursorganen-raad P00100 Bestuursorganen-raad P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00101 Bestuursorganen-college P00200 Bestuursonderst. college P00201 Communicatie P00300 Persoonsdoc.en inform. P00300 Persoonsdoc.en inform. P00302 Verkiezingen P00302 Verkiezingen P00400 Secretarieleges P00400 Secretarieleges P00400 Secretarieleges P00400 Secretarieleges P00400 Secretarieleges P00501 Fusietraject P00501 Fusietraject P00600 Bestuursonderst. raad P00600 Bestuursonderst. raad P12000 Brandweer P14001 Politie P14001 Politie P14001 Politie
Kostensoort
4110000 4110902 4343710 4110000 4110901 4110902 4343140 4343710 4343742 4600000 4610000 4343701 4610000 4343702 5431000 4343600 4343708 4411000 4411010 5340010 5340015 5340065 4110000 4343740 4343742 4610000 4610000 4343741 5340001 5423000
Omschrijving
Salarissen Werkkst onkostenverg. Bijscholing Salarissen Werkkst ambtstoelage Werkkst onkostenverg. Representatie B&W Bijscholing Notuleren vergader. Verr. res./voorz. Kapitaallasten Advieskosten Kapitaallasten GBA-audit Investeringsbijdr.overh. Presentiegelden Telefoon/porti kosten Afdracht rijksleges Afdracht rijksl. VOG Leges paspoorten Leges identit.kaarten Leges VOG Salarissen Overige alg. kosten Notuleren vergader. Kapitaallasten Kapitaallasten Kosten bestuursdwang Leges snelle motorb. Bijdragen van derden
Toelichting
Ogv nieuwe regelgeving, werkkosten n. 4110902 Ogv nieuwe regelgeving, werkkosten v. 4110000 Hogere uitgaven ivm heisessie raad/college Ogv nieuwe regelgeving, werkkosten n 4110901/2 Ogv nieuwe regelgeving, werkkosten v. 4110000 Ogv nieuwe regelgeving, werkkosten v. 4110000 Te laag geraamd, bijraming noodzakelijk Te laag geraamd, bijraming noodzakelijk Niet geraamd, bijraming noodzakelijk Hogere voorziening > hogere rentetoerekening Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Extra ondersteuning i.v.m. 't Kompas Werkelijke kapitaallasten voor gehele jaar Kosten GBA-audit 2011 niet geraamd Bijdrage van het Rijk voor de audit Hogere uitgaven dan geraamd Hogere uitgaven dan geraamd Hogere lasten ivm meer afgegeven reisdocum. Hogere lasten ivm meer afgegeven VOG Meer reisdocumenten afgegeven dan begroot Meer reisdocumenten afgegeven dan begroot Meer VOG afgegeven dan begroot Verkeerde kostensoort gehanteerd, correctie Verkeerde kostensoort gehanteerd, correctie Audioverslaglegging vergaderingen Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Verwijdering bootje Koppoellaan Rijpwetering Meer leges ontvangen dan geraamd. Inkomsten ter dekking van kosten bestuursdwang
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
-24.500 24.500 2.533 -16.500 4.000 12.500 -10.450 10.450 1.000 9.660 1 41.440 -7.903 20.000 5.825 1.453 322 10.000 6.000 10.000 10.000 10.000 -355.100 355.100 2.000 6 -46.321 4.300 -2.419 6.845 505.265
-460.774
42.670
-2.419
Incidenteel / structureel
Structureel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 2 P81000 Ruimtelijke ordening P82001 Woningexploitatie P82200 Bouwtoezicht P82202 Woonwagens P82300 Bouwvergunningen P82300 Bouwvergunningen P83000 Bouwgrondexploitatie Grondexploitaities: P83050 Cplx Rijpw. ZW P83050 Cplx Rijpw. ZW P83050 Cplx Rijpw. ZW P83050 Cplx Rijpw. ZW P83050 Cplx Rijpw. ZW P83050 Cplx Rijpw. ZW P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83060 Cplx Nieuwe Wet. Noord P83110 Cplx Peuterhof/Hertogsw. P83110 Cplx Peuterhof/Hertogsw. P83110 Cplx Peuterhof/Hertogsw. P83110 Cplx Peuterhof/Hertogsw. P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen P83121 Cplx De Bloemen
Kostensoort
Omschrijving
Toelichting
4610000 4610000 4343600 4610000 5340000 5340060 4600000
Kapitaallasten Kapitaallasten Presentiegelden Kapitaallasten Leges/vergoedingen Leges welstand Verr. res/voorz.
Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Niet geraamd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Lagere inkomsten bouwleges Lagere opbrengsten, vrijwel geen aanvragen Hogere voorziening > hogere rentetoerekening
4333030 4610000 4622000 5322000 5331010 5630000 4333030 4333032 4343771 4343772 4610000 4622000 5630000 4341001 4610000 4622000 5630000 4000000 4333031 4333032 4333033 4333200 4333300 4333370 4610000 5630000
Plankosten algemeen Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Pachtopbrengsten Gronduitgifte Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Plankosten planecon. Onderzoekskosten Archeologie Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Mutaties onderh. werk Onroerende zaakbel. Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Mutaties onderh. werk Onvoorzien Plankosten jur. advies Plankosten planecon. Plankosten projectl. Bouwrijp maken Woonrijp maken Voorbereiding en toez. Kapitaallasten Mutaties onderh. werk
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
170 20 218 -383 -167.800 -5.000 44.051 33.899 1.809 3.899 -1.410 692.000 -650.983 15.000 -2.771 5.000 -5.000 18.591 -2.500 28.320 850 -1.808 11.782 10.824 -5.150 -5.000 -5.000 -10.000 -51.500 64.375 -7.725 -88.580 -108.580
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Grondexploitaties: P83131 Cplx Langeweg P83131 Cplx Langeweg P83131 Cplx Langeweg P83131 Cplx Langeweg P83132 Cplx Noordeinde 6 P83132 Cplx Noordeinde 6 P83132 Cplx Noordeinde 6 P83133 Cplx Waterryck P83133 Cplx Waterryck P83133 Cplx Waterryck P83133 Cplx Waterryck P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83150 Cplx Braassemerland P83151 Cplx Westend P83151 Cplx Westend P83152 Cplx Centrum
Kostensoort
4333032 4341001 4610000 5630000 4610000 4630000 5332000 4333030 4333032 4610000 5630000 4210005 4310010 4332000 4333000 4333030 4333031 4333034 4333036 4333040 4333200 4333600 4333601 4341001 4343311 4343550 4343771 4425025 4610000 5332000 5630000 4610000 5630000 4610000
Omschrijving
Plankosten planecon. Onroerende zaakbel. Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Verkoop onr. goed Plankosten algemeen Plankosten planecon. Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Rente kort Gas en elektra Grondaankopen Onroerende zaken Plankosten algemeen Plankosten jur. advies Plankst. stedenbouw Plankst. spec. ov. Plankosten verwerving Bouwrijp maken Slopen Slopen opstallen Onr.-zaakbelasting Onderhoud algemeen Assurantie Onderzoekskosten Overige vergoedingen Kapitaallasten Verkoop onr. Zaken Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Kapitaallasten
Toelichting
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
8.000 3.000 -66.682 -50.682 31.664 423.000 454.664 5.000 5.000 42.214 52.214 -200.000 2.000 -2.225.558 -2.283.860 360.299 -8.063 -21.728 -229.750 -3.927 1.064 -412.817 -262.504 9.814 -9.935 -4.003 10.750 468 179.984 170.049 -5.267.815 654 654 935
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Grondexploitaties: P83131 Cplx Langeweg P83152 Cplx Centrum P83154 Cplx Noordakkers P83154 Cplx Noordakkers P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83160 Cplx Wesselman P83180 Cplx Welkoop P83180 Cplx Welkoop P83180 Cplx Welkoop P83180 Cplx Welkoop P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83190 Cplx ´t Oog P83200 Cplx HSL gronden P83200 Cplx HSL gronden P83200 Cplx HSL gronden P83200 Cplx HSL gronden P83200 Cplx HSL gronden P83200 Cplx HSL gronden P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw.
Kostensoort
4333030 5630000 4610000 5630000 4333030 4343701 4610000 4630000 5321000 5331000 5630000 4343311 4610000 5321000 5630000 4332000 4333030 4333200 4333310 4610000 4622000 5331000 5630000 4333030 4343550 4343701 4610000 4622000 5630000 4310010 4333030 4333032 4341001 4341003
Omschrijving
Plankosten algemeen Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Advieskosten Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Huuropbrengsten Opbr. van grondverk. Mutaties onderh. werk Onderhoud algemeen Kapitaallasten Huuropbrengsten Mutaties onderh. werk Grondaankopen Plankosten algemeen Bouwrijp maken Aanleg watervoorz. Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Grondverkopen Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Assurantie Advieskosten Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Mutaties onderh. werk Gas en elektra Plankosten algemeen Plankosten planecon. Onr.-zaakbelasting Waterschapslasten
Toelichting
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
Incidenteel / structureel
5.000 935 13.500 13.500 10.000 -5.000 360 -625.992 270 -625.000 4.098 1.000 1.540 4.504 -1.964 -31.950 10.000 77.500 -75.000 -4.203 -5.000 -26.450 -2.203 7.500 -79 -5.000 -63.732 17.500 -43.811 7.500 5.000 10.000 2.150 175
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Grondexploitaties: P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83220 Cplx Rabo Rijpw. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83251 Cplx Hfd. Infrastr. P83254 Cplx Veilingvaart P83254 Cplx Veilingvaart P83254 Cplx Veilingvaart P83254 Cplx Veilingvaart P83310 Cplx Oudendijk 2e fase P83310 Cplx Oudendijk 2e fase P83310 Cplx Oudendijk 2e fase P83310 Cplx Oudendijk 2e fase P83320 Cplx Batehof Woubrugge P83320 Cplx Batehof Woubrugge P83340 Cplx Beukenlaan P83340 Cplx Beukenlaan P83340 Cplx Beukenlaan P83900 Centrumplan Leimuiden
Kostensoort
4343210 4343311 4343550 4343701 4610000 4622000 5321000 5630000 4333030 4333200 4333203 4333300 4333350 4333370 4333402 4333501 4333600 4343771 4610000 5630000 4610000 5331012 5423000 5630000 4333030 4333032 4610000 5630000 4610000 5630000 4333030 4333600 5630000 4333031
Omschrijving
Waterverbruik Onderhoud algemeen Assurantie Advieskosten Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Huuropbrengsten Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Bouwrijp maken Ophoging Woonrijp maken Tijdelijke verhardingen Voorbereiding en toez. Tijdelijke voorzieningen Verharding Slopen Onderzoekskosten Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Voorzieningen Bijdragen van derden Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Plankosten planecon. Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Slopen Mutaties onderh. werk Plankosten jur. advies
Toelichting
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
300 25.000 37 -12.500 5.568 -11.782 44.300 -12.852 -147.592 -174.760 7.625 -700.000 100.000 122.523 378.990 1.000.000 2.356 11.100 21.576 621.818 3.840 374.500 1.147.858 -1.518.518 5.000 2.500 420 7.920 -24 -24 -93.945 -25.800 -119.745 -5.100
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Grondexploitaties: P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83900 Centrumplan Leimuiden P83901 Gronden gem.huis P83901 Gronden gem.huis P83901 Gronden gem.huis P83901 Gronden gem.huis P83905 Hussons Hoek P83905 Hussons Hoek P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83906 Plan Beukenlaan II P83907 Gronden van Egmond P83907 Gronden van Egmond
Kostensoort
4333032 4341001 4343550 4343770 4610000 5321000 5630000 4333033 4610000 4622000 5630000 4610000 5630000 4000000 4333032 4333035 4333220 4333320 4333330 4333331 4333332 4333334 4333350 4333370 4333501 4341001 4610000 4630000 5331010 5331011 5423000 5630000 4333032 4333033
Omschrijving
Plankosten planecon. Onr.-zaakbelasting Assurantie Tijdelijk beheer Kapitaallasten Huuropbrengsten Mutaties onderh. werk Projectleiding Kapitaallasten Doorbel. kostenpl. Mutaties onderh. werk Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Onvoorzien Plankosten planecon. Plankosten civ.techn. Riolering Aanleg groenvoorz. Verlichting en brandkr. Straatmeubilair Speelvoorzieningen Vuilcont. (woningen) Tijdelijke verhardingen Voorbereiding en toez. Definitieve verharding Onr.-zaakbelasting Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Gronduitgifte Woningbouw Bijdragen van derden Mutaties onderh. werk Plankosten planecon. Plankosten projectl.
Toelichting
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
-3.500 1.250 12 -1.262 9.549 -69.465 70.414 3.000 1.771 -5.000 -229 1.142 1.142 50.000 -5.000 -7.000 -33.360 -103.100 -8.600 -5.300 -47.700 30.000 -64.900 -107.000 -10.640 1.900 -57.704 28.620 138.839 -91.586 4.650 -391.687 -6.250 -7.500
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Grondexploitaties: P83907 Gronden van Egmond P83907 Gronden van Egmond P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83908 Terrein Connexion P83910 Drechthoek II P83910 Drechthoek II P83910 Drechthoek II P83910 Drechthoek II P83910 Drechthoek II P83911 Plan Beukenlaan 3/4 P83911 Plan Beukenlaan 3/4 P83911 Plan Beukenlaan 3/4
Kostensoort
4610000 4630000 4333030 4333032 4333033 4343550 4610000 4630000 5630000 4333030 4333032 4610000 5422000 5630000 4333030 4333032 4622000
Omschrijving
Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Plankosten planecon. Plankosten projectl. Assurantie Kapitaallasten Mutaties onderh. werk Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Plankosten planecon. Kapitaallasten Bijdrage provincie Mutaties onderh. werk Plankosten algemeen Plankosten planecon. Doorbel. kostenpl.
Toelichting
O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties O.b.v. laatste actualisatie Grondexploitaties
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
-1.306 15.056 -45.000 7.500 7.500 21 484 16.858 -12.637 -12.510 7.500 1.420 40.000 -43.590 -20.000 5.000 15.000 3.342.653
-8.454.335
3.883.473
-9.212.031
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 3 P21000 Beheer van wegen P21000 Beheer van wegen P21000 Beheer van wegen P21001 Beheer van bruggen P21002 Openbare verlichting P21003 Groot onderhoud wegen P21004 Bermen en slootkanten P21100 Verkeersmaatregelen P21100 Verkeersmaatregelen P22300 Pontveren P24000 Beheer sloten en waterg. P31001 Weekmarkt P56000 Beheer openbaar groen P56000 Beheer openbaar groen P72100 Inzameling/afvoer afval P72100 Inzameling/afvoer afval P72100 Inzameling/afvoer afval P72100 Inzameling/afvoer afval P72100 Inzameling/afvoer afval P72100 Inzameling/afvoer afval P72200 Beheer rioleringsstelsel P72200 Beheer rioleringsstelsel P72200 Beheer rioleringsstelsel P72201 Gem. rioleringsplan P72400 Algemene begraafplaats P72500 Afvalstoffenheffing P72600 Rioolrechten P98000 Mutatie reserves
Kostensoort
4343365 4610000 5423000 4610000 4610000 4610000 4343365 4343395 4343397 4342000 4610000 4310010 4343311 4610000 4343135 4343402 4343406 4343407 4343408 4610000 4343415 4610000 5423000 4610000 4610000 5340201 5402050 4600000
Omschrijving
Onderh.bermen/sloten Kapitaallasten Bijdragen van derden Kapitaallasten Kapitaallasten Kapitaallasten Onderh.bermen/sloten Contr. verk. lichten Kl. verkeersvoorz. Pachten Kapitaallasten Gas en elektra Onderhoud algemeen Kapitaallasten Vuilcontainers (won.) Glascontainers Afvoer overig huisvuil Inzameling huisvuil Verwerking huisvuil Kapitaallasten Kl. ond. mech. riol. Kapitaallasten Bijdragen van derden Kapitaallasten Kapitaallasten Afvalstoffenheffing Rioolrechten woningen Verr. met res./voorz.
Toelichting
Overboeking budget naar apart product P21004 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Degeneratievergoedingen 2008/2009/2010 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Budget komt van P21000 Budget voor verkeerseducatie naar P21101 Erfpachtscanon niet geraamd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Bezuiniging voor 2011 niet volledig gerealiseerd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Overheveling naar kostensoort 4343408
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
-138.707 -7.525 17.818 -16.091 -21.813 -127.394 138.707 225 -2.500 1.810 -3.942 1.870 8.350 -1.769 -11.980 2.251
Overheveling naar kostensoort 4343408 Overheveling naar kostensoort 4343408 Aanpassing begr. o.b.v. nieuw contract cyclus Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Rioolaansluiting ´t Oog, bijdragen op 5423000 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Rioolaansluiting ´t Oog Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Meer heffing opgelegd dan geraamd Minder aansluitingen dan opgenomen in GRP Dotatie reserve riolering, voordelig saldo burap
-45.560 -291.610 397.822 1 80.575 -384.842 80.575 -85.341 12.916 75.417 -418.478 51.705 696.232
-1.139.074
173.810
-418.478
Incidenteel / structureel
Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 4 P31000 Economische zaken P31000 Economische zaken P56001 Recreatie/toerisme P56001 Recreatie/toerisme P56001 Recreatie/toerisme P56001 Recreatie/toerisme P56001 Recreatie/toerisme P58000 Beheer recr. objecten P98000 Mutatie reserves
Kostensoort
4425000 4610000 4343011 4343012 4610000 5340351 5340352 4610000 4600000
Omschrijving
Subsidies Kapitaallasten VVV cheques VVV kaarten/boekjes Kapitaallasten Verkoop VVV cheques Verkoop kaart/boekjes Kapitaallasten Verr. met res./voorz.
Toelichting
Jaarbudget Bloomin Holland Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Budgettair neutraal met 5340351 Budgettair neutraal met 5340352 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Budgettair neutraal met 4343011 Budgettair neutraal met 4343012 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Ontrekking alg. reserve t.b.v. Bloomin' Holland
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
10.000 -26.577 9.770 -610 -1.895 9.770 -610 -17.980 10.000 19.770
-47.062
19.770
-610
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 5 P21101 Verkeerseducatie P42100 OBO-Huisvestingsvoorz. P42100 OBO-Huisvestingsvoorz. P42300 BBO-Huisvestingsvoorz. P42300 BBO-Huisvestingsvoorz. P44300 Bijz. voortgezet onderwijs P48000 Leerlingenvervoer P48001 Uitvoering leerplichtwet P48002 Gem lasten/baten onderw P48002 Gem lasten/baten onderw P48002 Gem lasten/baten onderw P48002 Gem lasten/baten onderw P65000 Kinderopv. en peutersp.
Kostensoort
4343740 4343320 4610000 4343500 4610000 4610000 4423000 4343750 4343320 4424000 4425000 5411005 4610000
Omschrijving
Overige alg. kosten Onderhoud gebouwen Kapitaallasten Huren Kapitaallasten Kapitaallasten Verv. schoolzwemmen Bijdragen en deeln. Onderhoud gebouwen Bijdrage overheid Subsidies Doeluitkering vh rijk Kapitaallasten
Toelichting
Budget van P21100 Schade-uitkering 2010 Willis Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Huurcomponent Brede School niet geraamd Lagere kapitaallasten door verkoop Brede School Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Adm.kst Holland Rijnland niet geraamd Verbetering binnenklimaat PO Inc.verlaging VVE + uitg. onderw.achterst.beleid
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
2.500
Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
-3.452 185 343.000 -111.953 875 1.532 20.000 110.885 100.907 2.790
Verbetering binnenkl. PO - onderw.achterst.beleid Werkelijke kapitaallasten voor 2011
231.792 -1.014 582.674
-116.419
231.792
Incidenteel / structureel
0
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Programma 6 P51000 Openbare bibliotheek P51101 Educatieve activiteiten P53001 Binnensportaccommod. P53001 Binnensportaccommod. P53001 Binnensportaccommod. P53001 Binnensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P53100 Buitensportaccommod. P54100 Monumentenzorg P54100 Monumentenzorg P61000 Inkomensvoorz. ABW P61000 Inkomensvoorz. ABW P61000 Inkomensvoorz. ABW P61001 Inkomensvoorz. BBZ P61001 Inkomensvoorz. BBZ P61100 Uitv. wet soc. werkvoorz. P61100 Uitv. wet soc. werkvoorz. P61400 Bijz. bijstandsverstr. P61400 Bijz. bijstandsverstr. P61400 Bijz. bijstandsverstr. P62000 Onderst.dienstverl.inst. P62000 Onderst.dienstverl.inst. P62200 Huish. verzorging WMO P62200 Huish. verzorging WMO P62200 Huish. verzorging WMO P63000 Jeugd- en jongerenwerk P63001 Sociaal cultureel werk P65200 Leefvoorz. gehandic. P65200 Leefvoorz. gehandic. P65200 Leefvoorz. gehandic.
Kostensoort
4424000 4343140 4110000 4300000 4425025 4610000 4343720 4343721 4425005 4425006 4610000 5322000 4425000 4610000 4422000 4424000 5421000 4424000 5421005 4424000 5411005 4343737 4424000 5421000 4424000 5411005 4343750 4423150 5421020 4610000 4610000 4423151 4423312 5423000
Omschrijving
Bijdrage overheid Dodenherdenking Salarissen Personeel van derden Overige vergoedingen Kapitaallasten Onderh. Alk-West gem Onderh. Alk-Oost gem Onderh. Alk.-West Onderh. Alk.-Oost Kapitaallasten Pachtopbrengsten Subsidies Kapitaallasten Wwb bestaansk. Bijdrage overheid Verhaal bijstand Bijdrage overheid Rente leenbijstand Bijdrage overheid Doeluitkering vh rijk Kwijtschelding bel. Bijdrage overheid Verhaal bijstand Bijdrage overheid Doeluitkering vh rijk Bijdragen en deeln. Diverse bijdragen WMO eigen bijdrage Kapitaallasten Kapitaallasten Rolstoelbijdr. nat. Fin.tegem.vervoers Bijdragen van derden
Toelichting
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
Meer kosten dan geraamd Nog maar één personeelslid in dienst gemeente Uitgaven staan op overige vergoedingen Ramingen van 4110000+4300000 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Samenvoegen met 4343721 Samenvoegen met 4343720 Samenvoegen met 4425006 Samenvoegen met 4425005 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Pachtopbrengst T-Mobile niet geraamd Collegebesluit januari, dekking uit onvoorzien Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Lagere bijdrage vh rijk > lagere bijdrage SWA Lagere bijdrage vh rijk Meer kwijtscheldingen in 2011 dan begroot Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Op basis van richtlijnen CBS andere kostensoort Bijdrage schuldhulpverlening, uitvoering ISDR Bijdrage schuldhulpverlening, uitvoering ISDR Uitvoeringskst CAK en contractbeheer Leiden Dekking inhuur derden kpl ivm advisering WMO Uitvoeringskst worden apart gefactureerd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Geen toename van aanvragen, beperkt beroep in 2011 Bijramen noodzakelijk Gerealiseerde bijdragen in 2011
4.655 298 -11.800 -12.000 23.800 -1.135 9.000 -9.000 111.000 -111.000 -7.199 7.788 10.000 -122 -1.238.690 1.208.690 30.000 -125.000 -125.000 -29.371 -29.371 50.000 -16.000 -16.000 11.079 -11.079 26.800 -102.000 25.000 13 -112 -97.880 48.110 15.000
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Programma 6 P71500 Brede doeluitk.gezondh.d. P71500 Brede doeluitk.gezondh.d. P71500 Brede doeluitk.gezondh.d. P71500 Brede doeluitk.gezondh.d.
Kostensoort
4310010 4343500 4424000 5321000
Omschrijving
Gas en elektra Huren Bijdrage overheid Huuropbrengsten
Toelichting
Niet geraamd Huur deel RDOG wordt verrekend in de bijdrage Bijdrage RDOG lager i.v.m. huur en energie Huuropbrengsten Hof v Alkemade
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
12.000 49.000
Structureel Structureel Structureel Structureel
-64.000 24.000 1.594.445
-1.836.388
71.788
Incidenteel / structureel
-170.371
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien P33000 Nutsbedrijven P33000 Nutsbedrijven P91300 Deeln. en beleggingen P91300 Deeln. en beleggingen P91400 Bespaarde rente en res. P92100 Alg.uitkering gem.fonds P92200 Onvoorziene uitgaven P92201 Overige baten en lasten P92201 Overige baten en lasten P92201 Overige baten en lasten P93000 Uitvoering Wet WOZ P93000 Uitvoering Wet WOZ P93100 Onr.zaak bel. gebr. P93700 Hondenbelasting P93900 Precariorechten P94000 Invorderingsmaatregelen P96000 Saldi kostenplaatsen P96000 Saldi kostenplaatsen P98000 Mutatie reserves P98000 Mutatie reserves
Kostensoort
4610000 5210000 4610000 5210000 5220210 5411000 4425000 4343999 5331000 5423000 4343732 4343734 5401002 5402015 5322005 5340150 4610000 5622000 4600000 4600000
Omschrijving
Kapitaallasten Rente en dividend Kapitaallasten Rente en dividend Bespaarde rente Alg.uitk.gem.fonds Subsidies Res. voorgaande jaren Grondverkopen Bijdragen van derden Bezwaren Wet WOZ Griffierechten Ozb gebr. niet-won. Hondenbelasting Precariorechten Ontv. dwangbevelsk. Kapitaallasten db. kostenplaatsen Verr. met res./voorz. Verr. met res./voorz.
Toelichting
Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Dividend Nuon hoger dan geraamd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Rendement Nuon max. geraamd op 2% ipv 4% Geactualiseerde staat D Diverse wijzigingen in de uitkering Collegebesluit januari, toek. subsidie monument '10 Nagekomen legesnota´s/omgevingsvergunningen Inkomsten grondverkoop Kaag Bijdrage Brede School naar reserve Hogere kosten inhuur tbv bezwaarafhandeling
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
259 80.366 -104.056 -354.480 101.613 162.353 -10.000 -98.950 134.596 1.760.272 53.097 2.470
Meer inkomsten OZB Aanslagen opgelegd, inkomsten lager dan geraamd Sturing op invorderingstrajecten verbeterd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Saldi bijraming kostenplaatsen Verkoop brede school Hogere rentetoevoeging aan reserves
8.887 -838 -24.375 20.200 69.272 -1.132.337
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel
-1.240.064
1.760.262 36.548 1.911.908
Incidenteel / structureel
Incidenteel Structureel -1.335.343
2.268.287
-1.619.757
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Kostenplaatsen V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00000 Cashmanagement V00001 Huisvesting binnendienst V00002 Gemeentesecretaris/secr. V00002 Gemeentesecretaris/secr. V00003 Staf bedrijfsvoering/secr. V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00004 Personeel en organisatie V00006 Informatie en automat. V00008 Financiën V00009 Belastingen V00010 Facilitaire zaken V00011 Staf samenleving/secr. V00011 Staf samenleving/secr. V00012 Maatsch.onderst.WMO V00012 Maatsch.onderst.WMO V00012 Maatsch.onderst.WMO V00013 Welzijn en Onderwijs
Kostensoort
4210000 4210005 4220000 4230000 4343745 5210010 5210015 5610000 4610000 4110000 5300010 4343701 4343600 4343611 4343714 4343900 4343901 4343902 4343911 4343912 4343913 4343914 4343940 4425000 4610000 4343550 4300000 4610000 4300000 5423000 4110005 4300000 4610000 4300000
Omschrijving
Rente lang Rente kort Rente eig. middelen Afschrijvingen activa Betalingsverkeer Rente pers. hyp. Rente overige leningen Kapitaallasten Kapitaallasten Salarissen Vergoeding salarissen Advieskosten Presentiegelden Dienstreizen via C. Salarisadministratie Werkkst parkeerverg. Werkkst km-verg. Werkkst studie-km. Werkkst ov. onkosten Werkkst geschenkenr. Werkkst fietsverg. Werkkst tel/internet Werkkst contr. pv Subsidies Kapitaallasten Assurantie Personeel van derden Kapitaallasten Personeel van derden Bijdragen derden Salarissen niet via C. Personeel van derden Kapitaallasten Personeel van derden
Toelichting
Conform laatste staat E, geen nieuwe leningen Raming te ontvangen rente onjuist. Geactualiseerde staat D Werkelijke afschrijvingslasten voor 2011
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
-736.750 305.000 101.613 -696.400 4.900
Ivm rente-aanpassingen en aflossingen
-30.000 9.500
Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Salarislasten en vergoeding Meerburg vervallen Salarislasten en vergoeding Meerburg vervallen Aan te wenden voor overschrijding P00200 Presentiegelden worden niet uitgekeerd Ivm werkkst.reg. deel budget naar 4343900/901 Uitgaven 2010 moeten worden bijgeraamd Ivm werkkst.reg. budget van 4343611 Ivm werkkst.reg. budget van 4343611 Ivm werkkst.reg. budget van 4343618 Ivm werkkst.reg. budget van 4343616
Ivm werkkst.reg. budget van 4425000 Budget overboeken naar 4343940 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Fraudeverzekering duurder dan geraamd Hogere kosten inhuur tbv bezwaarafhandeling Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Kosten secr.ondersteuning ISDR Doorberekening ondersteuning ISDR Uitkering vanwege zwangerschapsverlof Bijraming, dekken uit WMO-budget en zw.verlof Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Bijraming, vacatureruimte onvoldoende voor inhuur
-1.169.064 -174.354 -21.647 21.647 -40.000 -5.080 -21.162 13.600 1.110 4.480 1.793 727 4.447 6.527 2.078 10.327 -13.000 -107.010 351 31.044 -105 24.000 -24.000 -9.000 111.000 1 26.550
Incidenteel / structureel
Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Structureel Incidenteel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Structureel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
PRODUCT Productnr.
Omschrijving
Vervolg Kostenplaatsen V00014 Burgerzaken V00018 Huisvesting buitendienst V00019 Tractie V00020 Staf Ruimtelijke Ontwikk. V00023 Handhaving V00030 Vm gemeentehuis JcW V00030 Vm gemeentehuis JcW V00030 Vm gemeentehuis JcW V******* Saldikostenplaats
Kostensoort
4300000 4610000 4610000 4343701 5423000 4310010 4610000 5321000 5622000
Omschrijving
Personeel van derden Kapitaallasten Kapitaallasten Advieskosten Bijdragen derden Gas en elektra Kapitaallasten Huuropbrengsten db. kostenplaatsen
Toelichting
Bijraming, vacatureruimte onvoldoende voor inhuur Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Bijramen ivm advieskosten MRSV Obv schikkingsvoorstel lagere dwangsom geïnd Structureel te laag geraamd Werkelijke kapitaallasten voor 2011 Te weinig ruimten verhuurd in vm. Gemeentehuis saldi kostenplaatsen naar P96000
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
22.374 -5.791 -39.045 75.000 -7.500 19.810 -3.473 -43.000 1.240.064
1.108.438 788.379
-788.379
9.500
-9.500
Incidenteel / structureel
Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel Strucureel Incidenteel Incidenteel
Begrotingswijziging 2011 Gemeente KAAG EN BRAASSEM
Provincie ZUID-HOLLAND
INVESTERING Investeringsnr.
Programma 3 IC0162 Reconstructie Kaag (riolering) IC0263 GRP2010 Vervangen vrij verval
Kostensoort
4333010 4333010
Omschrijving
Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen
Toelichting
Meerwerk Ter dekking meerwerk IC0162
UITGAVEN
INKOMSTEN
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
verhoging verlaging v.d. bestaande v.d. bestaande raming raming
85.000 85.000
Kostenplaatsen IG0050 Meerjaren ICT-plan fusie 2009 IG0083 Aanschaf Ipad MT en college IG0084 Omgevingsvergunning Wabo IG0085 Basisregistratie Woz IG0086 Aansluiten nieuw handelsreg. IG0087 Invoeren basisregistratie pers. IG0088 Digitalisering WMO IG0089 BSN IG0090 Invoering Basisreg. Topografie IG0091 Invoering Basisreg. Kadaster
4333010 4333010 4333010 4333010 4333010 4333010 4333010 4333010 4333010 4333010
Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen Uitbestede investeringen
Opsplitsing in diverse kredieten Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050 Opsplitsing IG0050
85.000 85.000
0
0
0
0
131.417 5.000 18.000 34.000 15.000 15.500 11.500 10.000 11.000 11.417 131.417
131.417