RIS067977CV
1 NOTULEN Datum 19 januari 2000 Van de openbare vergadering van de COMMISSIE VOOR WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN EMANCIPATIE
Datum en tijd woensdag 10 november 1999, 13.30 uur Plaats Raadzaal, Spui 70, Den Haag Aanwezig De voorzitter J. Klijnsma De leden: de dames L.E. Callender (VVD), T.J. Lont (CDA) Ria Sikkes (GroenLinks), H. van Driel (Haagse Stadspartij), De heren S.W.J.G. Schelberg (VVD), F.W. den Dulk (PPS), J. Schuller (PvdA), W.J. Pijl (SGP/GPV/RPF), E. Mouttahid (PvdA), A. Tiryaki (CDA) R.J. van Mulken (D66), R. van der Hulst (SP) Afwezig Constance Bogers (GroenLinks), R.J. van Lente (D66), D. de Jong (PPS), J.C.W. Vlug (PvdA), Mede aanwezigen M.J. Geurdes (secretaris), M.Malschaert (bestuursadviseur), A. Sintnicolaas (JTZ), H. Jagersma (BSD/FIN), R. Fehr (OCW)
NOTULEN 1. Opening en mededelingen Mevrouw Klijnsma opent de vergadering en heet allen welkom. Ze wijst op de volle agenda en zegt van haar kant toe te proberen de genoemde tijden aan te houden. Ze heeft de volgende mededelingen: mevrouw Vlug is verhinderd. n.a.v. de vraag van de heer Mouttahid over daders van vrouwenmishandeling krijgt de commissie binnenkort de informatie hierover toegestuurd. in antwoord op een vraag van mevrouw Van Driel over het bestuur van de Haagse Koepel deelt ze mee dat je inderdaad kunt spreken van een bestuur in oprichting. De koepel heeft een federatieraad die een bestuur aanwijst. Men is nu bezig de federatieraad compleet te maken, daarna wordt het echte bestuur geïnstalleerd. Men is hard op zoek naar kandidaten, ook vrouwelijke. Suggesties zijn welkom. Mevrouw Van Driel is het nog niet helemaal helder en ze wil ook graag weten op welke termijn dit gebeurt. Mevrouw Klijnsma zegt toe dit nog eens na te gaan en de commissie hierover schriftelijk te informeren. de commissie heeft vervangende pagina’s ontvangen voor de beschikking van de Stichting Jeugdwerk ‘s Gravenhage Oost. de commissie heeft gisteravond nog een aanvulling op de advieslijst ontvangen over het Buuthuis en ze verzoekt dit stuk te betrekken bij de advieslijst. Mevrouw Van Driel vindt de agenda wel erg vol. Gelet op het aantal fracties blijft er niet veel spreektijd per fractie over. Ze zal, gelet op de eindtijd, ook niet tot het eind kunnen blijven. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat het een keus is. Je kunt extra vergaderingen houden of proberen
2 in de beschikbare tijd zo beknopt mogelijk de onderwerpen behandelen. De heer Van Mulken meldt dat D66 een interessant politiek café heeft gehouden, waarvoor ook de commissie was uitgenodigd. Er wordt een verslag gemaakt dat hij de commissie zal sturen. Hij meldt dat Minister Els Borst opmerkte dat het STIOM in Den Haag briljant was. Mevrouw Klijnsma is blij dit te horen. Het STIOM zal worden uitgebouwd over andere stadsdelen, dit loopt voorspoedig en de commissie krijgt hierover binnenkort een rapportage. 2. Rondvraag Mevrouw Sikkes vraagt of Den Haag ook mee doet aan het door minister Borst genoemde experiment afkicken onder narcose. vraagt n.a.v. informatie over de werkconferentie kinderopvang, of het gaat om een uitnodiging die niet gericht is aan de commissie. Gaat het om een expertmeeting? Haar was de datum nl. niet bekend en het valt samen met de landelijke dak- en thuislozen dag. Kan er een kort verslag bij de commissie komen? Mevrouw Klijnsma antwoordt dat met Parnassia zal worden bekeken of in er Den Haag iets met het experiment afkicken onder narcose kan worden gedaan. Er is informatie opgevraagd. Ze zal de commissie hierover informeren. Het gaat inderdaad om een conferentie voor mensen die actief zijn in de kinderopvang, dus het is een interne aangelegenheid. N.a.v de discussie over kinderopvang heeft de commissie de informatie gekregen en is welkom om als toehoorder de conferentie bij te wonen. Mevrouw Lont vraagt meer informatie over de verhoging van de prijzen voor maaltijdvoorzieningen. Ouderen zouden hierdoor minder maaltijden afnemen, hetgeen een zorgelijke ontwikkeling is. heeft een kopie van een artikel over preventief jeugdbeleid onder Marokkaanse jongeren in Gouda. De secretaris zal het onder de commissieleden verspreiden. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat is besloten de maaltijdvoorziening inkomensafhankelijk te maken en onder de ooievaarspas te brengen. Ze weet ook dat de prijzen fluctueren, maar zal e.e.a. nagaan of er een overzicht van is. De heer Tiryaki vraagt of hij al een antwoord kan krijgen op zijn vraag om maatschappelijke activering voor moslims onder te brengen bij de huidige maatschappelijke activering. Mevrouw Klijnsma zal de commissie hierover informeren. Mevrouw Van Driel vraagt informatie over de stand van zaken rond burgerhotel De Zon aan de Dunne Bierkade. Zal hier maatschappelijke opvang plaats gaan vinden? vraagt of het mogelijk is de commissievergaderingen via de kabel uit te zenden. Ouderen en gehandicapten zullen vast graag willen horen en zien wat hier besproken wordt. begrijpt nog steeds niet waarom een werkbespreking besloten moet zijn. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat haar niet bekend is dat er maatschappelijke opvang in Hotel De Zon plaatsvindt. Ze zal dit nagaan. dat ze het een goede suggestie vindt de vergaderingen via de kabel uit te zenden. Dit zou dan wel moeten gelden voor alle commissievergaderingen. Mevrouw Van Driel zou met de vergadering van de commissie WVE willen beginnen omdat hier vaak onderwerpen aan de orde zijn die betrekking hebben op mensen die aan huis gebonden zijn. Mevrouw Klijnsma lijkt dit niet makkelijk, je moet de beschikking hebben over een kabel en het net zit behoorlijk vol bij Casema. dat de commissie kan besluiten of een werkbespreking al of niet openbaar is. Bij de werkbespreking over bewonersorganisaties is besloten deze organisaties niet uit te nodigen en het niet openbaar te houden, omdat ze eerst met de commissie van gedachten wilde wisselen over dit onderwerp. De tweede stap zal zijn hierover met de bewonersorganisaties te
3 praten. Mevrouw Van Driel benadrukt dat ze niet achter dit besluit staat. Ze had de bewonersorganisaties er liever van het begin af aan bij willen betrekken. 3. Vaststelling verslagen verslag van de gecombineerde vergadering OSWI/WVE van 16/9/99: conform. verslag van de commissie WVE van 22/9: Mevrouw Sikkes vindt in de laatste alinea van bladzijde 6 haar woorden niet juist weergegeven. Dit zal worden aangepast. Mevrouw Van Driel merkt op dat de brief van het Basis Beraad GGZ niet is betrokken bij het inspraakrapport. Kan de voorzitter aangeven hoe dit is gekomen? Verder vraagt ze, n.a.v. de opmerking over Parnassia, of de voorzitter bereid is het blok in de binnenstad Raamstraat, Grote Marktstraat, Achterraamstraat, Fluwelen Burgwal, aan te wijzen als bouwgebied voor Parnassia. Mevrouw Klijnsma zal nagaan of de brief van het Basis Beraad is meegenomen in het inspraakrapport. Ze is met Parnassia aan het kijken naar goede locaties, met name buiten de binnenstad omdat men al een groot aantal punten heeft in de binnenstad. Het ligt dus niet voor de hand om naar dit complex te kijken. Mevrouw Van Driel merkt op dat haar vraag over de tafel in het Atrium waar mensen hun stukken kunnen typen niet was gesteld uit minachting naar de mensen toe, maar uit minachting naar de gemeente toe, die niet bereid is deze mensen te ondersteunen. Mevrouw Klijnsma antwoordt op dat dit niet in deze commissie thuishoort en adviseert mevrouw Van Driel het in de commissie ABPB aan de orde te stellen. Mevrouw Van Driel vraagt tot slot aan de voorzitter om het jongerenplatform erop te wijzen dat er geen bezwaar tegen is dat men een stichting wordt. verslag van de besloten vergadering van 22/9/99: conform 4. Vaststelling advieslijst * rv wijziging subsidieregeling bejaardensociëteiten: De heer Pijl vraagt wanneer en waarom een ontwerp-raadsvoorstel op de advieslijst komt. Hij heeft hier nog wel wat vragen bij. Hoe lang worden instellingen op basis van de historie gesubsidieerd? Mevrouw Klijnsma antwoordt dat de commissie altijd kan besluiten een voorstel alsnog op de agenda te plaatsen. Gelet op de volle agenda is een aantal zaken waarvan verwacht werd dat dit niet veel debat vereiste op de advieslijst gezet. Als over dit raadsvoorstel meer vragen zijn, dan stelt ze voor dit de volgende keer te agenderen. De heer Schuller vindt dit een goed voorstel en vraagt of de voorzitter voor de behandeling alvast wat meer informatie kan geven. Hij zou nog graag weten hoeveel sociëteiten er zijn en hoeveel subsidie zij krijgen. De heer Van Mulken vraagt wat er gebeurt als het subsidieplafond is bereikt en mevrouw Van Driel wil graag inzicht krijgen in de subsidiebedragen voor de bejaardenzangkoren. Mevrouw Klijnsma zegt deze informatie toe en zal dit punt de volgende vergadering agenderen. * Kwaliteitssysteem GGD * ontwerp raadsvoorstel inzake de verbouwing Gaslaan 175, Buuthuis. Mevrouw Lont vraagt waarom het voorstel voor de Gaslaan zo lang onderweg is geweest. De afsluiting van de projectgroep was al twee jaar geleden. Verder vraagt ze of er ook iets met de buitenruimte moet gebeuren, gelet op de activiteiten voor kinderen. Mevrouw Klijnsma zal zich hiernaar verstaan. De lange weg qua tijd voor het Buuthuis heeft te maken met een discussie binnen Segbroek Loosduinen over de accommodaties. Mevrouw Van Driel kan geen oordeel geven over het voorstel van het Buuthuis. De termijn was te kort om het te bekijken. Wat betreft het kwaliteitssysteem van de GGD vraagt ze waarom het systeem slechts aan twee organisaties is voorgelegd. Is het systeem ook aan Patiëntenkracht voorgelegd en hoe wordt omgegaan met cliënten organisaties die niet bij het patiëntenplatform zijn aangesloten? Wordt hen ook jaarlijks het concept kwaliteitsjaarverslag voorgelegd? De heer Pijl is blij met het rv voor het Buuthuis. Hij denkt dat het zal voorzien in een behoefte in de wijk. Hij vraagt zich alleen af, hoewel hij beseft dat je moet woekeren met de ruimte, of de spreekkamer voor de opvoedkundige niet wat krap bemeten is.
4 Mevrouw Sikkes vraagt of iemand van de RPCP lid van de klachtencommissie is. Verder kan ze zich vinden in het voorstel. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat er maar twee organisaties die verstand van zaken hebben zijn gevraagd naar hun oordeel: dit vond ze voldoende om het kwaliteitsverslag goed vorm te geven. De RPCP heeft een prominente rol te vervullen. Het is een patiënten consumentenplatform met veel tentakels naar de verschillende soorten patiënten. De RPCP heeft wel meegedacht over het kwaliteitssysteem, maar zit formeel niet in de klachtencommissie. Ze zal nagaan of dit kan, maar dan moet de verordening erop aangepast worden. Helaas zal de ruimte in het Buuthuis nooit helemaal voldoende zijn, maar de organisaties die er gebruik van maken kunnen er mee uit de voeten. 5. Ontwerp raadsvoorstel Privatisering dienst Jeugdtandzorg Mevrouw Klijnsma deelt mee dat het GO heeft ingestemd met het voorstel. De onderhandelingen met de banken vinden momenteel plaats en over de uitkomst zal ze de commissie voor de raadsvergadering van 25 november informeren. Ze is blij dat ze de commissie nu het raadsvoorstel voor kan leggen en is er dankbaar voor dat de commissie gaande de rit altijd mee heeft willen denken, want het was geen makkelijke weg. Ze geeft vervolgens het woord aan de commissie’ De heer Van Mulken is blij dat er in de bedrijfsvoering sprake is van enige verbetering. vindt het onvermijdelijk dat de 6 ton wordt afgedekt door de gemeente. leest dat het verlies kan worden opgevangen als de productiviteit omhoog gaat. Hij vraagt wat er gebeurt als dit niet het geval is en er een chronisch tekort blijft bestaan. De heer Mouttahid deelt mee dat mevrouw Vlug het betreurt dat zij als woordvoerster voor dit onderwerp deze keer verhinderd is. merkt op dat er de afgelopen tijd veel werk is verzet door alle partijen. Hij is blij dat de onderhandelingen nu met een positief resultaat zijn afgerond. Hopelijk is op 1 januari de privatisering een feit. dankt de heer Jagersma die voor de gemeente de onderhandelingen heeft gevoerd. is het eens met de overgang van het personeel naar de nieuwe stichting per 1 april en ook met het zoveel mogelijk handhaven van de rechtspositie. Mede daardoor kon het overleg met de vakorganisaties goed worden afgerond. stemt ook in met de dekking voor de 6 ton, waardoor voor de JTZ f. 325.000,00 over blijft om een goede start mee te maken. Men moet het verwachte verlies van f. 215.000,00 compenseren met een productiviteitsstijging van 3% . Hij hoopt dat dit lukt met de genoemde maatregelen. Hij wenst de mensen op de werkvloer hiermee veel succes. Mevrouw Callender deelt mee dat ook de VVD verheugd is dat op 1 januari de privatisering een feit is. Zij complimenteert alle betrokkenen die zich hiervoor hebben ingezet en noemt met name de heer Sintnicolaaas. Ook zijn de gedachten bij het personeel, dat een spannende tijd tegemoet gaat. Daar het in de lijn van hun wensen is heeft ze daar alle vertrouwen in. is het eens met de financiële paragraaf die 6 ton meegeeft. De bruidsschat van f.325.000,00 is niet veel maar genoeg als basis-uitzet. heeft twee vragen. Het heeft haar verbaasd dat er geen raad van bestuur, maar een raad van toezicht is en zou hierover graag uitleg krijgen. Ten tweede vraagt ze hoe de relatie met de gemeente nu voortaan vorm krijgt. Gaat de gemeente inkopen bij de nieuwe stichting? gaat verder akkoord met het voorstel. De heer Pijl dankt voor het voorstel waarmee een belangrijke stap wordt gezet. Hierdoor gaat de jeugdtandzorg in andere gedaante verder. is onder de indruk van het vele werk dat daarvoor is verzet. Hij heeft nl. de moeite genomen om kennis te nemen van de stukken die ter inzage lagen. neemt aan dat het later volgen van het personeel geen beletsel vormt voor de privatiseringsdatum van 1 januari 2000.
5 -
onderschrijft de stichtingsvorm, lettend op de ideële doelstelling. vindt dat terecht veel aandacht wordt gegeven aan de rechtspositie van het personeel. Hem is niet duidelijk geworden of de ondernemingsraad ook instemt. stemt in met het bedrag van f. 325.000,00 dat men als “bruidsschat” meekrijgt. vraagt waarop de termijn van drie jaar is gebaseerd als het gaat om de accountantscontrole. wil toch graag op de hoogte gehouden worden van de kosten die gemoeid zijn met de regeling die moet worden getroffen met de oud productgroepmanager. wil voor het overige groen licht geven voor JTZ in een andere verschijningsvorm en wenst de JTZ een goede start en een goede toekomst. Mevrouw Klijnsma merkt op dat de kwestie van de oud productgroepmanager is losgekoppeld van de privatisering. Dit is een zaak tussen de dienst OCW en de persoon in kwestie. Mevrouw Callender vraagt of de commissie wel, eventueel vertrouwelijk, kan worden geïnformeerd over de regeling. * Mevrouw Klijnsma zal nagaan of dit mogelijk is. De heer Tiryaki is blij dat het eind nu in zicht is en hoopt dat er een privatisering tot stand komt waarbij alle partijen elkaar de hand schudden en met elkaar verder gaan. - heeft waardering voor het werk van de heer Sintnicolaas. - sluit aan bij de opmerkingen over de financiële kant en hoopt dat de banken akkoord gaan. Mevrouw Sikkes - begint ook met de complimenten, want er zijn nogal wat hobbels geweest die genomen moesten worden. Wel baart haar de zin over externe financiering zorgen. Wat gebeurt er als die er niet komt. - zou nog graag een antwoord krijgen op de vraag wat er is gebeurd met de 4000 kinderen die niet meer geholpen worden vanwege het sluiten van de twee centra. - vraagt hoe de incidentele kosten van 6 ton worden gedekt en wat de in het dictum genoemde “machtiging voor zaken van ondergeschikt belang” inhoudt. Mevrouw Van Driel - wil weten of het in de toekomst ook zo is dat als kinderen worden uitgeschreven ze niet meer kunnen worden ingeschreven. - vraagt waar mensen met klachten in de toekomst terecht kunnen. De heer Van der Hulst - refereert eraan dat de SP in het verleden tegen de privatisering was en over de streep is gegaan omdat hij ook volledig vertrouwen had in de heer Sintnicolaas. Deze heeft het schip keurig door woelig water geloodst, waarvoor zijn complimenten. - vraagt een toelichting op punt 6e waarin staat dat kosten voortvloeiende uit de post actief en niet actief personeel voor rekening komen van de JTZ. Gelet op het toch al krappe budget vindt hij dit griezelig. Wat is hiervan de oorzaak? - wenst tot slot de JTZ veel succes. Mevrouw Klijnsma - vindt de complimenten van de commissie voor alle betrokkenen terecht. Er is ongelooflijk veel werk verzet, niet alleen door de JTZ, de heer Sintnicolaas, maar ook door de dienst OCW en de afdeling financiën van de Bestuursdienst. Hoewel was afgesproken dat de privatisering budgettair neutraal zou plaatsvinden is bij amendement vorig jaar al f. 325.000,00 meegegeven. Dit omdat werd geconstateerd dat er wat middelen nodig waren om het vlot te trekken. Het is een basisuitzet en niet meer. De banken moeten nog akkoord gaan met de financiering, dus de opmerkingen hierover zijn terecht. De commissie wordt hierover gerapporteerd voor 25 november. - antwoordt dat de stijging van de productiviteit inderdaad wezenlijk is. 3% op jaar basis moet haalbaar zijn en vraagt de heer Sintnicolaas hier straks nog even op in te gaan. - verzekert dat de rechtspositie van het personeel goed is gewaarborgd . De OR is ook akkoord. - deelt mee dat de Raad van Toezicht een gebruikelijke constructie is. De directeur is het bestuur dat onder toezicht staat van de raad. - deelt mee dat de gemeente geen relatie meer zal hebben met de JTZ. De behandeling van de
6 gebitten van de kinderen wordt betaald door de ziektekostenverzekeraars. Daarom heeft men ook altijd een bron van inkomsten. mits er genoeg tandartsen zijn. - antwoordt dat de huur kan blijven en de termijn voor accountantscontrole standaard drie jaar is als onderdelen van de gemeente worden geprivatiseerd. - deelt mee dat de CAO nog in ontwikkeling is. - heeft getracht via een steekproef er achter te komen wat er is gebeurd met de 4000 kinderen. Via de NMT heeft ze begrepen dat er veel kinderen met hun vaders en moeders bij de reguliere tandartsen terecht zijn gekomen. Ze vraagt de heer Sintnicolaas ook daar even op in te gaan. - deelt mee dat de dekking van de 6 ton te vinden is in het concernbericht. Mevrouw Sikkes kan niet zien ten koste van welke posten het gaat. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat het de verwachting is dat er positieve dienstresultaten zullen zijn waarop een claim wordt gelegd. Ze geeft vervolgens het woord aan de heer Jagersma. De heer Jagersma dankt voor de complimenten en zal deze doorgeven aan zijn medewerkers. Deze kunnen dit goed gebruiken als ondersteuning voor het werk dat er nog aankomt. Voorgaande privatiseringen leren dat er nog veel te doen is. De zinsnede “mandatering van ondergeschikt belang” wordt altijd in het dictum opgenomen, omdat zich vaak nog juridische, technische uitwerkingen voordoen die hierom vragen. Het betekent wel dat het altijd gaat om besluiten binnen de kaders die de raad heeft vastgesteld, waaronder ook de kaders vallen die in de toelichting staan vermeld. Dus het hele voorstel en niet alleen het dictum dicteert de kaders. Dat het voormalig personeel ook garanties krijgt voor de toekomst, is voor de gemeente, maar ook voor het personeel belangrijk. Dit voorkomt veel discussie later. De discussie met de banken loopt. Deze gesprekken zijn altijd lastig en worden meestal tussen de commissie en de raadsvergadering in opgelost. Hij hoopt hierover binnenkort via de voorzitter te kunnen rapporteren. De heer Sintnicolaas sluit aan bij de dank voor de complimenten. Het is duidelijk dat de productiestijging gehaald moet kunnen worden. Hij doet er alles aan om met een grote wervingscampagne tandartsen aan te trekken. Er wordt gewerkt aan een andere manier van plannen en het personeel zal anders ingezet worden, waardoor de noodzaak voor tandartsen iets afneemt. Er kan onder toezicht van tandartsen door andere mensen meer werk uitgevoerd worden, waardoor de productie omhoog kan. Het gekozen bestuursmodel betekent dat de raad van toezicht op afstand bestuurt. Het geeft op afstand en op grote items sturing aan de ideeën die de directie naar voren brengt. De preventie blijft bij de GGD, dit is het enige dat de gemeente zal blijven doen. Samen met de NMT is er alles aan gedaan om voor de 4000 kinderen een andere tandarts te vinden. De daadwerkelijke controle achteraf is niet helemaal helder en bij steekproef gebeurd. Hij schat op basis hiervan echter in dat zeker 2500 kinderen bij de reguliere tandartsen terecht zijn gekomen. De regels die er zijn rondom de inschrijving, zoals de boeteregeling, veranderen niet. Voor klachten is er een klachtenregeling bij de NMT, maar omdat dit is voor individuele tandartsen kan de JTZ daar niet bij aansluiten. Er wordt nog gezocht naar een oplossing. Voor de tussenliggende periode zijn afspraken gemaakt met de ombudsvrouw van de gemeente, zodat mensen met klachten voorlopig daar terecht kunnen. De heer Van Mulken heeft nog gevraagd wat er gebeurt als de productiestijging niet gehaald wordt. De heer Mouttahid vraagt na te denken over het ontwikkelen van een eigen klachtenregeling. Hij zou graag op de hoogte worden gehouden van de regeling met de oude productgroepmanager. Tot slot vraagt hij hoe de ouders over de gang van zaken worden ingelicht. De heer Tiryaki onderschrijft de eerste en de laatste vraag van de heer Mouttahid. Mevrouw Sikkes deelt mee dat ze nog wel formeel haar stem voorbehoudt i.v.m. de informatie die nog komt. Voor mevrouw Klijnsma spreekt dat voor zich en ze neemt aan dat dat voor alle commissieleden geldt. De vraag wat er gebeurt als de 3% productiestijging niet gehaald wordt kan ze niet beantwoorden. Dit is als het ware over je graf heen regeren. Het is aan de JTZ wat er na de privatisering gebeurt. Er is geen garantie van de gemeente hiervoor. De raad van toezicht zal zich zeker buigen over een klachtenregeling en zal bekijken wat de beste procedure is. Ze vindt het fijn dat de ombudsvrouw heeft gezegd bereid te zijn voorlopig de klachten te willen
7 behandelen. Voor de ouders verandert er eigenlijk niets. Wel moeten de scholen worden ingelicht. De heer Sintnicolaas deelt mee dat gelet op de publiciteit van de laatste tijd ook aan de ouders informatie gegeven moet worden. Dus zowel de ouders als de scholen worden ingelicht. 6. Concept beschikkingen Insprekers: de heer Van Alphen, voorzitter WOG Segbroek de heer Van der Gauw namens de MCI De inspreekteksten zijn als bijlage bij het verslag gevoegd. Mevrouw Klijnsma reageert op de inspraak van de heer Van Alphen omdat deze refereert aan haar bezoek aan de wijkouderengroep Segbroek. Ze heeft ouderen, die daar aan tafel zaten, gevraagd vooral door te gaan met hun goede werk en toegezegd dat ze zou gaan praten met de DWO Segbroek Loosduinen over de ondersteuning van het wijkouderenwerk. Ze heeft dit gedaan en de dienst OCW gevraagd er op te letten dat de ondersteuning verbeterd moet worden. In het vervolgtraject moet er overleg plaatsvinden tussen de DWO, de wijkouderengroep en de dienst OCW, want ze wil de kwestie voorgoed uit de wereld hebben. Ze geeft vervolgens het woord aan de commissie over dit “behoorlijke pak papier”. Mevrouw Callender - onderschrijft dat het een pak papier is, maar er is al een behoorlijk traject aan vooraf gegaan, dus ze heeft zich niet in de verleiding laten brengen het allemaal door te nemen. Ze wil het houden bij de hoofdlijnen. De VVD is er tevreden over dat veel van de afspraken tijdens de werkbesprekingen over de offertes zijn meegenomen, zoals het feit dat de DWO’s en Boog complementair zullen werken. - is verbaasd en bezorgd over de opmerking dat bewoners geen wezenlijke inbreng hebben. Zij heeft signalen vanuit groepen dat men wel degelijk verwachtingen heeft van de DWO’s. Wellicht moet de inspraak anders ingericht worden, zodat er wel meer uit voort komt. - zit nog steeds met de idee om te komen met een motie als het gaat om het verlenen van een stukje autonomie aan ouderen, zoals bij de bewonersorganisaties. Ze zal de besprekingen afwachten en mocht dit niet naar wens gaan dan zal de VVD zeker komen met een motie. - wil, gelet op het stimuleren van moedercentra en netwerken 0-12 jarigen meegeven dat je alert moet zijn op onderlinge afstemming en normering i.v.m. de mogelijkheden voor resultaatmeting. - deelt mee dat de VVD ook bij de algemene beschouwingen heeft aangegeven hoe belangrijk de resultaatmeting is. Je moet de effecten kunnen zien en als raad inzicht hebben in de bestedingen. In dat kader wil ze nogmaals vragen wat er gebeurt met de vijf conclusies van de inspectie productsubsidiëring. De VVD beveelt aan ze mee te nemen in de resultaatparagraaf op pagina 6. Ook de kengetallen vond ze mager, daar er in dat kader alleen gesproken werd over accommodaties. Ze zou meer willen praten over de inhoudelijke producten. Kunnen die ook betrokken worden bij de kengetallen? N.a.v. de opmerking van de heer Schuller dat het meten van effecten niet eenvoudig is, ontstaat er discussie over de mogelijkheid om effecten te meten. Mevrouw Callender weet dat het voor accountants wel mogelijk is dit te doen. Ze heeft bij soortgelijke organisaties gezien dat accountantsbureau’s de effecten wel kunnen meten. Mevrouw Klijnsma heeft er vorige week een kleine expertmeeting aan gewijd, waarbij ook de gemeentelijke accountant aan tafel zat. Deze zei terecht dat je resultaten van instellingen wel kunt meten. De effecten hiervan is echter lastig, maar je moet er wel over nadenken. Met de accountantsdienst en de nieuwe inspectie, moet gekeken worden hoe het inzichtelijk gemaakt kan worden. Maar de discussie zal, zo verzekert mevrouw Klijnsma de commissie, later terug komen. De heer Schuller refereert eraan dat het zogenaamde november amendement is aangenomen. Daarin staan nogal wat besluiten in die gevolgen hebben voor de werkzaamheden van de DWO’s. Hij vraagt of de DWO’s en wellicht nog anderen in de gelegenheid worden gesteld te offreren rond eenzaamheid, speelterreinen, jeugd- en jongerenwerk, ouderenadviseur etc. M.b.t. de beschikkingen voor de zelfstandige buurthuizen vraagt hij of de richtlijnen brieven en de uitgangspunten die er in staan een relatie hebben met de gebiedsbeschrijvingen. Verder merkt hij op dat de PvdA er veel waarde aan hecht dat de organisaties die subsidie ontvangen op tijd en
8 goed rapporteren zodat kan worden nagegaan of de subsidie het gewenste resultaat heeft. Hij merkt n.a.v. de passage over Moedercentra op dat er in Laak en Escamp in 2000 een start moet worden gemaakt met de vadercentra. Mevrouw Klijnsma wijst erop dat dit nog behandeld moet worden en nu nog niet aan de orde is. De heer Schuller weet dit wel, maar wilde al wel even de aandacht erop vestigen. Hij deelt tot slot mee dat hij in de commissie graag zo snel mogelijk wil spreken over de ouderenadviseur/ouderenconsulent en dat hij kan instemmen met de beschikking van de HOF. De heer Tiryaki vraagt of de vadercentra de eerstvolgende commissievergadering aan de orde kunnen komen. Mevrouw Klijnsma deelt mee dat bij de formele indiening van het initiatiefvoorstel is toegezegd dat de commissie voor het kerstreces een reactie hierop krijgt. De heer Tiryaki - dankt voor de voorliggende stukken. Iedereen heeft z’n best gedaan een goed beeld te krijgen van wat er is gebeurd en wat er het komende jaar moet gebeuren. - zou de DWO’s en de zelfstandige buurthuizen willen vragen om te kijken hoe ze kunnen samenwerken en de burgers het best kunnen bedienen. - is blij dat Escamp twee ton erbij krijgt. - is benieuwd naar de uitkomsten van de experimenten. Hij vindt het jammer dat het experiment voor Marokkaanse jeugd bij het Boerenplein is mislukt en vraagt wat hiervan de oorzaak is. - heeft ook twijfels bij de mogelijkheden de effecten te meten, maar is benieuwd naar de mogelijkheden die er schijnen te zijn. - wenst de DWO’s en zelfstandige buurthuizen een goed 2000 en hij hoopt dat zij hun doelen bereiken. Wel denkt hij dat ze de reactie van de MCI serieus moeten nemen. Hij had nl. liever van de MCI een andere reactie gehad. Mevrouw Klijnsma deelt mee dat de MCI na 8 december bij haar aan tafel zal komen om goede criteria vast te stellen. De MCI stelt zich constructief op in de discussie en daar is ze blij mee.
Mevrouw Sikkes - kan aansluiten bij mevrouw Callender als het gaat om het traject dat is doorlopen. Haar is opgevallen in de commissiebrief dat de communicatie met de burgers op verschillende manieren heeft plaatsgevonden, maar dat de resultaten niet bevredigend zijn. Ze vraagt zich dan ook af of er over gedacht wordt om het plan van aanpak bij te stellen. Op de een of ander manier moet er een goede communicatie tot stand komen bij de offertetrajecten. Het is goed om te zien dat er geen overlap is tussen de DWO’s en Boog als het gaat om de communicatie met de burger. Ze vraagt een toelichting op de mededeling dat Boog deelneemt aan de klankbordgroep communicatie, ze had voorgesteld Boog te laten deelnemen aan de werkgroep. - wijst op het belang dat stedelijk aanbod van categoriaal werk zichtbaar blijft, zeker voor mensen in de stad. Ze vindt het resultaat dat er tot nog toe ligt, naar aanleiding van de ingediende motie te mager. Ze benadrukt dat de communicatie naar de mensen in de stad toe essentieel is. Zorg ervoor dat de contacten die er zijn niet verloren gaan en koester ze. Ze moeten bereikbaar zijn, weten welke producten er zijn. Ze is blij dat er monitoring plaats gaat vinden en dat de resultaten regelmatig naar de commissie komen. - vraagt waarom het project met Marokkaanse jongeren bij het Boerenplein mislukt is. - is blij met de additionele middelen voor de netwerken 0-12 jarigen. Het gaat om integrale aanpak en ontschotting dat je niet in een jaar tijd op de rails kunt zetten. - vraagt hoe de burgers geïnformeerd zijn over de wegwijzer schuldhulpverlening. Mevrouw Van Driel - is blij dat de zelfstandige buurthuizen zelfstandig zijn gebleven en blijven. - vraagt of het wel netjes is als een stichting een directeur als enig bestuurslid heeft. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat het ligt aan de vorm waarvoor wordt gekozen. Sommige DWO’s hebben ervoor gekozen het bestuur formeel gelijk te laten zijn aan de directie en een raad van toezicht te benoemen. Mevrouw Van Driel - vraagt hoe het dan zit met de participatie van migranten in een bestuur.
9 - mist in het overzicht van accommodaties van de SWOS de Van Ostadestraat 200. - vindt dat alle locaties weer zelfstandigheid moeten krijgen en autonome organisaties moeten worden met een zelfstandig bestuur. De DWO’s moeten ontmanteld worden want ze zijn niet participatie verhogend. - vindt de afwezigheid van de inspraak niet meteen positief. Het wil niet zeggen dat alles goed is. De heer Van Mulken is het hier niet mee eens. Hij is benaderd door DWO’s en zelfstandige buurthuizen over dit onderwerp. Men had geen behoefte in te spreken. Men is tevreden met de beschikkingen zoals ze er liggen. Mevrouw Van Driel merkt nog op dat volgens haar de MCI altijd welwillend is geweest en bereid om mee te werken en vraagt of er inzage te geven is in de subsidie die het HOF krijgt voor huisvesting. De bijna 1,7 miljoen kan volgens haar i.p.v. een productsubsidie beter een activiteitenbudget zijn.
De heer Van der Hulst heeft bij wat bezoeken wel opmerkingen gekregen, met name over de administratie en de bureaucratische behandeling daarvan. Men is gelukkig met het voorstel voor tweejaarlijkse productafspraken en met het voorstel m.b.t. het flexibel budget. Men is van mening dat men crises heel goed zelf op kan vangen. Over de beschikkingen zelf heeft hij geen opmerkingen. De heer Van Mulken constateert dat er al een heel traject m.b.t. de offertes is doorlopen. Alles klopt tussen de offertes en de beschikkingen. Hij wenst alle buurthuizen en de DWO’s succes met de uitvoering. De heer Pijl - zal ook niet ingaan op zaken die al aan de orde zijn geweest en beperkt zich tot een reactie op de oplegnotitie. - vindt het jammer dat het experiment huiskamer voor (Marokkaanse) jongeren bij het Boerenplein mislukt is. - constateert een behoorlijke verscheidenheid bij de buurthuizen als het gaat om communicatie. Hij hoopt dat de zelfstandige buurthuizen van elkaar leren, want communicatie is erg belangrijk.. - vindt het jammer dat zoals te lezen is op bladzijde 2 van de oplegbrief bij de beschikkingen van de DWO’s, bepaalde zaken niet hebben geleid tot een inbreng. Hij blijft dan ook opmerken dat de communicatie moet verbeteren. - vindt het goed dat de WO Scheveningen de kerken in het overleg heeft betrokken en hoopt dat dit navolging krijgt in de rest van de stad. . - wil de vinger aan de pols houden m.b.t de zichtbaarheid van het categoriaal werk en is blij met het traject dat is uitgezet om het multicultureel werken van de instellingen meer invulling te geven. - onderstreept het belang van de aandacht voor de ouderen, maar is bang voor wildgroei als iedereen op z’n eigen manier het ouderenwerk gaat inrichten. Hij zou willen komen tot een adequate op elkaar afgestemde voorziening. - is blij dat er in alle offertes afspraken staan voor 0-12 jarigen en met de activiteiten van jongeren in de verschillende stadsdelen. De heer Den Dulk kan eveneens akkoord gaan met de beschikkingen. Hij mist alleen een offerte van Scheveningen m.b.t het jongerenwerk en heeft ook nog geen antwoord gekregen op zijn vraag over de verschillen in de bedragen voor administratieve ondersteuning. Mevrouw Klijnsma merkt op dat het afgeven van de beschikkingen een belangrijke stap is en er moet goed gekeken worden of alle werksoorten voldoende tot hun recht komen. Gedurende het jaar heeft de gemeente haar oor te luister gelegd in de verschillende stadsdelen om te beluisteren wat er op het gebied van welzijn aan de orde is. Ze vindt het plezierig te beluisteren dat de commissieleden de grote lijnen goed terug kunnen vinden in de beschikkingen. Ook beluistert ze dat de commissie het jammer vindt dat er geen wezenlijke inbreng van het veld te constateren valt. Ze wil hier echter wel over opmerken dat er vaak incidentele opmerkingen binnenkomen bij de DWO’s, evenals bij haar. Het is van belang deze signalen mee te nemen bij de totstandkoming van de gebiedsbeschrijvingen. Ze zal er dan ook bij de voorposten op aandringen nog meer hun oor te luister te leggen in de stadsdelen. Daarnaast moet je ook de wijkouderengroepen, bewonersorganisaties, migrantenorganisaties, vrijwilligersinstellingen vragen om gaandeweg de zaak in het vizier te houden. De opleggers bij de offertes vindt ze ook zeer inzichtelijk. Mochten wijkouderengroepen e.d. niet reageren, dan is dat geen ramp, want ze is ervan overtuigd dat men zeker iets van zich zal laten horen als er wel iets mis is.
10 Bij het project voor Marokkaanse jongeren lukte het niet om de jongeren binnen te halen. Er wordt nu naar een andere manier gezocht om deze jongeren te bereiken. Mevrouw Sikkes merkt op dat daarom nu juist gezegd wordt dat moet worden gelet op de expertise die categoriale instellingen hebben. Zij kunnen die groepen wel bereiken en daar moet je zuinig op zijn. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat andere voorzieningen er wel in slagen de Marokkaanse jongeren binnen te krijgen, maar dit is een vrij ingewikkelde groep, die het aanbod in andere voorzieningen niet aansprak en die liever op straat is. De heer Tiryaki merkt op dat volgens zijn informatie het project niet is geslaagd omdat een aantal medewerkers niet op de juiste manier met de jongeren omgingen. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat - hier nog eens goed naar gekeken zal worden. Ze zal gelet op de tijd, kort ingaan op de overige vragen/opmerkingen. - ze de commissie verslag zal doen van haar bezoeken aan de wijkouderengroepen. Daarna zal er ook gediscussieerd worden over de ondersteuning van de wijkouderengroepen. - ze alert zal zijn op de onderlinge afstemming van de verschillende werksoorten. Ze vindt het een goed idee om eerst te experimenteren met verschillende vormen van moedercentra om vervolgens na een jaar een bepaalde vorm af te spreken. - ze terug zal komen op de resultaatmeting en de effectmeting van het welzijnswerk. - ze zal komen met een aanvullend offertetraject op basis van het november amendement. - ook zij tussentijdse rapportage belangrijk vindt om te kunnen sturen in de productsubsidiëring. - de ouderenadviseur/ouderenconsulent terug zal komen in het aanvullende offertetraject en in relatie staat met het ene loket, waarop ze ook binnenkort terug zal komen. - de afloop van de verschillende experimenten terug zal komen. - het consulteren van mensen moeizaam blijft, maar ze zal hierop alert blijven. - de werkgroep communicatie regelmatig bij elkaar komt en haar oor te luister legt bij een grotere groep, de klankbordgroep. Mevrouw Sikkes heeft verzocht om Boog aan de werkgroep communicatie te laten deelnemen. Mevrouw Klijnsma heeft hier in principe geen bezwaar tegen en zal kijken of dit mogelijk is. - ze het eens is met de aandacht die mevrouw Sikkes vraagt voor het categoriale werk versus het algemene werk en vindt het fijn om te constateren dat dit ook bij de welzijnsorganisaties meer en meer op de agenda staat. - bij alle loketten in de stad bekend is waar mensen voor schuldhulpverlening terecht kunnen. De uitvoering ligt bij de dienst SZW . Volgens mevrouw Sikkes is dit nog onduidelijk. Mevrouw Klijnsma zegt toe dat dit ook voor de commissie dan nog eens helder neergezet moet worden. - verzekert mevrouw Van Driel dat de beschikkingen van de welzijnsorganisaties niet alleen bij het bestuur, maar ook bij de raad van toezicht terecht komen. Deze laatste ziet er op toe dat de directies de beschikkingen op de juiste manier uitvoeren. - ze het belang van migranten in de besturen onderschrijft. - dat de huisvesting van de HOF is verdisconteerd in de subsidie voor de producten. - ze bereid is erop in te zetten dat welzijnsorganisaties ook kerken en moskeeën consulteren. - de extra inzet van jongerenwerk in de Kompasbuurt ook aan de orde komt bij de aanvullende offertes i.h.k.v. het november amendement. - ze de commissie de beantwoording van de vraag van de heer Den Dulk over de administratieve ondersteuning zal doen toekomen. De heer De Bruyn Kops deelt tot slot mee dat voor de Van Ostadestraat 200 een aanvullend subsidie wordt gegeven. Daarom is dit niet terug te vinden in de voorliggende beschikking en offerte. Mevrouw Klijnsma geeft het woord aan de heer Van der Gaauw voor een reactie in tweede termijn. De heer Van der Gaauw heeft in zijn inspraak voorbeelden gegeven van drie werksoorten, waarbij de SWO moet kiezen tussen methodieken. Het project voor Marokkaanse jongeren bij het Boerenplein is mislukt. Dit heeft ook te maken met de gekozen methodiek. Zo is het ook met het project voor allochtone ouderen in Escamp. Hij vraagt zich af of daarvoor voldoende middelen zijn, want het is moeilijk om allochtone ouderen te bereiken. Als het gaat om moedercentra, dan merkt hij op dat hij uit betrouwbare bron weet dat het in het Buuthuis meer gaat in de richting van een ouder/kind centrum. Daar komt bij het vadercentrum, dus ook een nieuwe methodiek. Het meten van resultaten/effecten is lastig, maar het is mogelijk. Je moet wel weten wat je onderzoekt en wat je wilt meten. Dat vereist veel geld, maar het is mogelijk. Wat betreft het categoriaal algemeen merkt hij op dat het een zorgenkindje blijft, waarvan hij hoopt dat het een keer ophoudt. Mevrouw Klijnsma denkt dat deze hartenkreet door iedereen onderschreven zal worden. Ze geeft het woord aan de commissie voor de tweede termijn. De heer Schelberg merkt op dat bij de discussie over de effectmeting het belangrijk is om de
11 output en de outcome gegevens niet met elkaar te verwarren. Deze twee moet je duidelijk scheiden. De heer Schuller vraagt of de inhoudelijke discussie over de ouderenadviseur/consulent op korte termijn kan plaatsvinden, zodat het van invloed kan zijn op de werkwijze in het jaar 2000. Mevrouw Klijnsma antwoordt dat de ouderenadviseur in de context van het ene loket een belangrijke rol speelt. Het november amendement heeft deze notitie ingehaald, hetgeen betekent dat er voor het kerstreces helderheid moet zijn over de inzet van de 2,5 ton. De commissie heeft al een notitie besproken over de ouderenconsulten versus de ouderenadviseur. Besloten is hiermee volgend jaar te experimenteren. De ouderenconsulent is opgenomen in de voorliggende beschikking en de gemeenteraad heeft bepaald dat de 2.,5 ton ten goede moet komen aan het adviseurschap en niet aan het ouderenwerk breed. Mevrouw Sikkes is blij dat is besloten dat dit geld in ieder geval ten goede komt aan de ouderenadviseur. Mevrouw Klijnsma concludeert vervolgens dat de commissie instemt met de concept beschikkingen.
7. Ontwerp raadsvoorstel flexibilisering en tweejaarlijkse afspraken Inspreker: de heer Chr. vd Meer namens Parnassia. De inspreektekst is als bijlage bij het verslag gevoegd. Mevrouw Klijnsma geeft vervolgens het woord aan de commissie en verzoekt hierbij het voorstel dat de VVD fractie heeft gedaan te betrekken. De heer Schelberg merkt op dat hij in het voorstel de tweejaarlijkse afspraken en het flexibele budget uit elkaar heeft gehaald. Hij zou het prettig vinden als dit bij de discussie ook zou gebeuren. Daarnaast vraagt hij of mevrouw Klijnsma al een reactie wil geven op zijn inbreng. Mevrouw Klijnsma deelt mee dat ze vasthoudt aan haar voorliggende notitie. De heer Schelberg neemt aan dat een ieder zijn reactie heeft kunnen lezen. Hierin nuanceert hij het voorstel van de voorzitter. Hij is het eens met de opmerkingen dat het maken van offertes e.d. omslachtig en duur is en dat hij er op termijn ook naar zou willen streven om te komen tot tweejaarlijkse afspraken. Hij erkent dus het probleem, maar het moment waarop is voor hem een discussiepunt. Voor de commissie zit de productsubsidiëring nog niet in een fase om over te gaan tot afschaffing van het flexibele deel van het budget. Hij constateert ook dat de methode m.b.t. het flexibele budget niet gaat zoals het zou moeten, maar de gedachte van het flexibele budget bij de invoering van de productsubsidiëring was dat gedurende het jaar actueel ingesprongen kon worden op bepaalde situaties. Voor de VVD was dit een prima instrument om in te spelen op de actualiteit. Hij stelt nu dan ook voor om een belangrijk deel van het flexibele budget in een reserve te houden, van waaruit de commissie, de wethouder, de DWO’s of andere organisaties voorstellen doen voor de besteding. Als er een probleem ontstaat kan de commissie een voorstel worden gedaan, desnoods iedere commissievergadering, waardoor accuraat kan worden ingespeeld op bepaalde ontwikkelingen. Het is niet de intentie van de VVD fractie om de huidige criteria aan te tasten. Ook mag het niet om een bezuinigingsmaatregel gaan, maar de reserve moet wel politieker worden. De commissie moet de mogelijkheid hebben acuut te reageren op problemen. Hij noemt het toch een nuancering van het voorstel van de voorzitter en hij is benieuwd naar de reactie van de overige commissieleden. Mevrouw Klijnsma. deelt mee dat ze oprecht van mening is dat het budgetrecht van de raad centraal staat en dat dit niet alleen voor de 8% flexibel budget geldt, maar over de volle 100%. Ze benadrukt dat het budget alleen ingezet kan worden op welzijn. Ook komen alle afwijkingen op de vastgestelde beschikkingen terug in de raad. Ze is het wel eens met de opmerking van de heer Schelberg dat goed inzichtelijk moet zijn welke instellingen nu al volwassen genoeg zijn om over te gaan tot tweejaarlijkse afspraken. Dit moet goed inzichtelijk zijn op basis van de cijfers van 1999. De heer Schelberg merkt op dat hij het met deze nota over vier jaar eens zou kunnen zijn. Nu vindt hij het nog te vroeg om over te gaan tot tweejaarlijkse afspraken. Dit geldt ook voor het flexibele budget. Het VVD voorstel is dus een tussentijdsvoorstel. Gelet op de tijd doen mevrouw Van Driel en mevrouw Sikkes een ordevoorstel en er wordt besloten agendapunt 8, het Maatschappelijk Werk naar de volgende vergadering te verschuiven. De heer Van Mulken heeft in de fractie het voorstel van de VVD ook besproken en geconstateerd dat het een sympathiek voorstel is. Toch geeft zijn fractie de voorkeur aan het voorstel van de
12 voorzitter. Hij vindt dat dit ook tegemoet komt aan de geluiden die uit het veld komen. Hij stemt derhalve in met het voorstel. De heer Schuller is het eens met het voorstel vanaf 2001 beschikkingen af te geven voor 100% van het budget, op voorwaarde dat de offertes in goed overleg met de burgers en met inachtneming van de randvoorwaarden tot stand komen. Dit wel onder de voorwaarde dat tussentijds op de actuele zaken ingespeeld kan worden. Hij is het ook eens met het voorstel om te komen tot tweejaarlijkse afspraken, uiteraard onder de voorwaarde dat het past binnen de gemeentebegroting van die jaren. Wel moet er jaarlijks verantwoording worden afgelegd en moeten de resultaten inzichtelijk worden gemaakt. Hij kan zich voorstellen dat de tweejaarlijkse afspraken geleidelijk worden ingevoerd. Hij vraagt zich af of het mogelijk is de helft van de organisaties in het oneven jaar te laten offreren en de andere helft in het even jaar. Hierdoor heb je jaarlijks een minder ingrijpende/omvangrijke cyclus. Ook kan daarin de geleidelijke ingang verwerkt worden. Het voorstel van de VVD-fractie vindt hij geen nuancering, maar een ingrijpende wijziging van het voorstel. Hij heeft het gevoel dat de twijfels van de VVD voortkomen uit het feit dat men de effecten, de resultaten niet helder vindt. Maar dit los je alleen op door de kern aan te pakken. De heer Schelberg is het hier niet mee eens. Het gaat om een andere insteek. In het voorstel van de wethouder wordt het hele budget gegeven en later wordt afgesproken hoe het moet worden ingezet, terwijl in zijn voorstel achteraf een bestemming wordt gegeven aan het flexibele deel. De heer Schuller merkt op dat de actualiteit voortkomt uit de DWO’s, zodat ook daar flexibel kan worden omgegaan met de middelen. Rekening hiermee houdend kan hij geen voorbeelden geven hoe het geld anders moet worden ingezet. De heer Schelberg vindt het ook voor de organisaties terecht dat er een beschikking wordt afgegeven voor het budget van 92% op basis waarvan de organisatie opgebouwd kan worden. Vervolgens kan men extra geld krijgen uit het flexibel budget. De heer Schuller deelt mee dat hij niet is overtuigd door de inbreng van de heer Schelberg en steunt het voorstel van de voorzitter. Mevrouw Sikkes merkt op dat er al vaak over gesproken is. Er komt zicht op de vervolmaking van de productsubsidiëring. Wat haar fractie betreft kan er worden overgegaan tot een tweejaarlijks traject. Ze vraagt alleen wat wordt bedoeld met geleidelijke overgang. Ze heeft het voorstel van de VVD met veel sympathie gelezen, maar ze vindt het wel een behoorlijke ingreep op het voorstel van de voorzitter. De VVD stelt voor vele miljoenen in een aparte pot te zetten en verschillende gremia krijgen de mogelijkheid hierop een beroep te doen. Ook zoals het nu gaat is budgetrecht van de raad er wel degelijk en kan er iets met de signalen uit de stad gedaan worden. Het is niet zo dat de welzijnsorganisaties ruim in hun jasje zitten. Als ze moeten inspelen op actuele situaties dan moet daar wel iets anders voor wijken. Ze is het eens met het voorstel van de voorzitter. Mevrouw Van Driel sluit aan bij de opmerkingen van mevrouw Sikkes. Ze is het ook eens met de opmerkingen over de resultaatmeting. Dit is niet helder. Ook voor de zorgsector is het moeilijk na te gaan wat de resultaten zijn. Wel wil ze nog vermelden dat ze het ook een goed voorstel vindt omdat het het arbeidsintensieve karakter beperkt. Mensen kunnen beter op de werkvloer zelf bezig zijn. Ze vindt het echter vreemd dat de vrijwilligersorganisaties met een klein budget wel ieder jaar een arbeidsintensief verslag moeten maken. Ook hierover zou ze graag discussie voeren, om te kijken of voor deze organisaties een zelfde regeling kan gelden. Tot slot merkt ze op dat ze heeft gehoord dat woningcorporaties gas, water en licht voor de verschillende locaties in één keer gaan betalen omdat men dan in aanmerking komt voor bulkkorting van 20 %. Is dit ook een idee voor de welzijnsinstellingen? Wellicht wordt dan ook de huur voor vrijwilligersorganisaties lager. Mevrouw Lont heeft ook uit de inspraak opgemaakt dat het een hele klus is om jaarlijks offertes te maken. De VVD zet in op het meten van de resultaten en ook zij is van mening dat het zinvol is hierover een keer te discussieren. Daarbij moet ook het kostenplaatje aan de orde komen. Het geld voor het welzijnswerk moet ten goede komen aan de burgers en als er erg veel rompslomp omheen moet gebeuren resteert hiervoor minder geld. Het voorstel van de VVD voor een apart fonds krijgt geen steun van de CDA fractie, het geld moet voor het volle bedrag ten goede komen aan de welzijnsorganisaties en ook moet je streven naar een gespreide verantwoordelijkheid. De raad moet sturen op hoofdlijnen. Er moeten wel duidelijke criteria worden gesteld, maar verder kan het mandaat bij de DWO’s worden gelegd. Mochten zich knelpunten voordoen dan kunnen deze ten allen tijde ter sprake worden gebracht door de raad. In de notitie van de voorzitter wordt ook aangegeven dat hierover dan overleg gevoerd wordt. Ze vraagt zich wel af wat er gebeurt als het gaat om stadsdeel overstijgende zaken. Het lijkt haar goed dat er een mogelijkheid is dat hierop, eventueel door meerdere DWO’s gezamenlijk, te offreren. Ze stemt in met het invoeren
13 van de tweejaarlijkse systeem, maar vraagt ook een toelichting op de geleidelijke invoering. Ook vraagt ze hoe het dan zit met de gebiedsbeschrijvingen. De heer Pijl heeft getracht een vergelijking te maken tussen het voorstel van de voorzitter en het voorstel van de VVD. Hij bespeurt een verschil in opvatting tussen de PvdA en de VVD als het gaat om de flexibilisering. De VVD wil 10% flexibel en 90% niet, terwijl de voorzitter van mening is dat het helde budget in principe flexibel is. Ook hij wil graag weten wat wordt verstaan onder het geleidelijk overgaan tot tweejaarlijkse productafspraken en vraagt daarin heel concreet te zijn. Duidelijkheid is hier geboden. Hij kan wel meegaan met het voorstel van de VVD om onderscheid te maken in de instellingen die overgaan naar de tweejaarlijkse afspraken. Over de flexibilisering kan hij nog geen uitspraak doen. Hij wil met beide voorstellen serieus omgaan en wil in zijn fractie nog verder spreken. Hij behoudt zijn stem dan ook voor. De heer Van der Hulst kan zich zowel vinden in de woorden van mevrouw Sikkes als van de heer Schuller. Er moet zo weinig mogelijk werk voor de organisaties aan vast zitten. Tussentijdse rapporteren zou wel goed zijn. De heer Den Dulk sluit hierbij aan. Hij zou de tweejaarlijkse afspraken ook willen mogelijk maken voor de grote vrijwilligersorganisaties. Hij is het ook eens met het voorstel m.b.t. de flexibilisering. Mevrouw Klijnsma neemt kennis van het feit dat de heer Van Mulken kan instemmen met het voorliggende voorstel. Dit geldt ook voor de heer Schuller. Ze wil doordenken over de suggestie van de heer Schuller over de invoering van het tweejaarlijkse traject. Ze wil ervoor pleiten om op basis van de gegevens die binnenkomen over 1999 te bepalen of organisaties dermate volwassen zijn dat het tweejaarlijkse traject met ze kan worden ingegaan. Met de geleidelijkheid die in de notitie wordt genoemd wordt bedoeld dat gekeken zal worden of de instellingen er aan toe zijn, volwassen genoeg zijn om over te gaan tot tweejaarlijkse afspraken. Over de praktische uitwerking hiervan zal ze nadenken en dit terugkoppelen met de commissie. Ze merkt op dat de product gesubsidieerde instellingen wel jaarlijks verslag moeten doen van hun activiteiten. Er wordt zelfs drie á vier keer per jaar overleg gevoerd over de stand van zaken. Dus voor de verslaglegging geldt geen tweejaarlijkse termijn. Ze is het eens met de opmerking dat je goed moet kijken naar het kostenplaatje van de resultaatmeting. Het mag niet ten koste gaan van het echte werk. Ook zij zou het prima vinden als DWO’s gezamenlijk offreren voor stadsdeel overstijgende activiteiten. Het college bekijkt momenteel hoe de verschillende stadsdeelplannen op elkaar kunnen worden afgestemd en hoe dit in een tweejaarlijks traject kan. Ook dit komt dus terug. De heer Schelberg vraagt of er wel gekeken wordt of organisaties een tweejaarlijks traject aankunnen. Mevrouw Klijnsma bevestigt dit. De heer Schelberg merkt op dat dit in wezen neerkomt op een pilot. Mevrouw Sikkes vindt dat het geen pilot is, want het tweejaarlijkse traject wordt ingevoerd, maar dat successievelijk de organisaties worden bekeken om te bepalen of men in dit traject mee kan draaien. Mevrouw Klijnsma merkt op dat mevrouw Sikkes goed weergeeft wat zij bedoeld. De heer Schelberg vindt dit voor de VVD fractie een stap te ver. Voor wat betreft de flexibilisering wil hij nog een keer zijn standpunt proberen toe te lichten. Hij is van mening dat de raad, met het voorstel van de voorzitter, afhankelijk wordt van de willekeur of het lukt om eenmaal gegeven geld op een andere manier in te zetten. Er is geen middel om te zeggen dat het moet. Mevrouw Klijnsma benadrukt dat in de subsidievoorwaarden uitdrukkelijk is opgenomen hoe de raad met de productsubsidiëring kan sturen. De heer Schelberg vindt dat de commissie er nog niet aan toe is om met de productsubsidiëring op deze manier om te gaan. In zijn optiek blijf je afhankelijk van de organisaties die het geld al binnen hebben. Het systeem van het flexibele deel van het budget moet nog verder worden doorgevoerd. Hij stemt niet in met het voorstel. Mevrouw Klijnsma neemt hier nota van en spreekt tot slot haar waardering uit voor het initiatief van de VVD om te komen met een alternatief voorstel, op papier, dat kon worden betrokken bij de discussie. 8. Inspectierapport algemeen maatschappelijk werk . Dit komt aan de orde tijdens de eerstvolgende commissievergadering.
9. Concernbericht
14 Inspreker: de heer Erbas, namens de OR van de dienst OCW. De inspreektekst is als bijlage bij het verslag gevoegd. Mevrouw Sikkes vindt het verontrustend dat de OR van OCW van mening is dat niet de juiste procedure is gevolgd. Ze vraagt of het juist is dat de 6 ton in principe binnen OCW moet worden gevonden, met daaraan verbonden een claim bij het concern voor het geval er voordelen zijn aan het eind van het jaar. Mevrouw Klijnsma bevestigt dit. Ze heeft er echter wel begrip voor dat de OR bezorgd is over de financiële positie van de dienst OCW, want er zijn op diverse onderdelen calamiteiten, zoals Houtrust, die juist bij OCW hard aankomen. Ze neemt er kennis van, maar je moet tegelijkertijd wel bij stilstaan dat de dienst OCW deel uitmaakt van de gemeente als geheel. De heer Van Mulken merkt op dat over de kosten voor Houtrust nog niet veel te zeggen is. De heer Mouttahid vraagt hoe de dekking binnen OCW wordt gevonden en vraagt een toelichting op de onderschrijding bi de WVG van 2,3 miljoen. Is dit incidenteel of structureel? Hij is het wel eens met de insteek dat de 2,3 miljoen terugvloeit naar de bijzondere bijstand. De heer Schelberg vindt het vreemd dat de OR inspreekt bij een commissievergadering. Voorts herinnert hij er aan , n.a.v. het gestelde over het indicatieorgaan, dat is toegezegd dat dit onderwerp dit jaar nog een keer inhoudelijk aan de orde komt. De heer Pijl dankt voor de inzichtelijke informatie van de diverse stukken. Hij heeft er geen vragen over. N.a.v. de inspraak merkt hij op zich voor te kunnen stellen dat een voorzitter van een OR op een andere wijze opvattingen van de OR ventileert dan via het forum van inspraak in een openbare commissievergadering. Mevrouw Lont vraagt zich ook af of dit de juiste plaats is om dit neer te leggen, Het zal ook voor een deel gaan om personele aangelegenheden, die onder wethouder Verkerk vallen. Maar ze weet niet precies hoe het traject verloopt. Mevrouw Kiljnsma antwoordt dat zij als beheerportefeuillehouder van de dienst OCW een probleem heeft als de dienst aan het eind van het jaar een tekort heeft. De OR is gehouden dit goed in het vizier te houden en met de directeur van de dienst dat door te spreken. Het hoort thuis in het overleg van de OR met de directeur van een dienst. Ze begrijpt de bezorgdheid van de OR en dat ze aan de politiek onder de aandacht wil brengen dat de tendensen die in de MARAP staan ertoe kunnen leiden dat OCW met een negatief resultaat het jaar afsluit. Maar ze merkt dat ze er zelf ook moeite mee heeft. Mevrouw Lont vraagt nog een toelichting op de op pagina 10 genoemde jongerenconferentie en wanneer . Ze vraagt wanneer de commissie de inventarisatie van geschikte locaties voor de kinderopvang tegemoet kan zien. Verder vraagt ze zich af of er wel genoeg vrijwilligers zijn voor het project “Over de drempel”. Tot slot vraagt ze of het experiment met het jongerenpanel al van start is gegaan. Mevrouw Klijnsma heeft bij de behandeling van het privatiseringsvoorstel voor de JTZ al aangegeven hoe de dekking geregeld is. Aan het eind van het jaar wordt gekeken of er onderschrijdingen zijn, waarmee de extra middelen alsnog gedekt kunnen worden. Wat betreft de WVG onderschrijding denkt ze dat door alle publiciteit die er was over de WVG, mensen minder een beroep erop hebben gedaan. Ook is de gemeente zelf terughoudend geweest in het promoten van de voorzieningen, omdat de vraag snel groeide. Een onderschrijding is nu ook weer een uiterste, dus de communicatie is weer geïntensiveerd en het is te merken dat de vraag weer aantrekt. De WVG blijft dus een onderdeel dat niet precies is in te schatten. Het indiceren blijkt een landelijk probleem te zijn. Er is te weinig geld om objectief en goed integraal te kunnen indiceren. In Den Haag is de overschrijding zelfs nog laag. Ze komt binnenkort met een voorstel m.b.t. het SIO en daarbij zal dan ook inzicht worden geboden in de budgetten. Het is al bekend dat het budget niet toereikend is voor het aantal indicaties dat geleverd wordt. Daarvoor moet dus op enig moment soelaas geboden worden. Maar omdat het geen Haags probleem, maar een landelijk probleem is, zal ze dit ook richting rijk ventileren. De jongerenconferentie is op 7 december gepland. De inventarisatie van geschikte locaties voor de kinderopvang komt eraan. Ze weet niet of er inderdaad een gebrek is aan vrijwilligers voor het project “Over de drempel”, maar zal dit laten nagaan. Aan het jongerenpanel patiëntenbeleid wordt gewerkt en het RPCP verwacht dat het binnenkort geïnstalleerd kan worden.
15 Tot slot deelt ze mee dat er nog een bijdrage is van de Haagse Stadspartij. Ze zal deze op schrift bij het verslag voegen. 10. Afronding fusietraject ambulancediensten Den Haag en Delft Mevrouw Klijnsma vraagt of de commissie vragen heeft n.a.v. de schriftelijke informatie over de stand van zaken die ze de commissie in vervolg op de mondelinge informatie twee weken geleden, heeft doen toekomen. De heer Schelberg mist in de notitie het inzicht in de financiële situatie van Delft. Er is 7,9 miljoen vanuit de COTG, waarvan 2,2 miljoen voor Delft. Is het bedrag in de gemeentebegroting van Den Haag het overige deel? Dit is hem niet duidelijk. Mevrouw Klijnsma merkt op dat de COTG budgetten helder zijn. Op basis van deze notitie blijkt dat de fusie budgettair neutraal geschiedt. Ze begrijpt echter de vraag, maar speelt deze door aan de heer Fehr. De heer Fehr deelt mee dat voor het begrotingsjaar 1999 aparte afspraken zijn gemaakt, waarbij gezamenlijk de directe uitvoeringskosten van het personeel worden betaald. Het bedrag van 7,9 miljoen zijn de ambulance diensten van Delft en Den Haag samen. 2,2 miljoen wordt gedekt uit de rijksbijdrage die Delft van het COTG krijgt. Het verschil, 5,7 miljoen , om de begroting sluitend te krijgen, moet beschikbaar zijn in de begroting van de dienst OCW. Daarom is in de MARAP geen nadeel gemeld. Bij het raadsvoorstel komt het totale financiële beeld aan de orde. Daarbij wordt de zogenaamde geconsolideerde begroting na fusie geleverd. De heer Schelberg vraagt inzicht in de financiële situatie in Delft en niet zozeer in de gefuseerde organisatie. Wel vindt hij het goed dat er bij de fusie alleen het uitvoerende personeel is overgenomen en niet de overhead. De heer Fehr antwoordt dat hij niet kan aangeven wat Delft op de plank had liggen. Hij kan wel aangeven wat de kosten voor Delft zijn en wat de kosten voor Den Haag zijn in de situatie na fusie. In de begroting van Delft blijven een aantal kosten achter, maar hij heeft geen inzicht in de totale kosten die in Delft aan de ambulance worden toegerekend. Feitelijk vraagt de heer Schelberg naar de exploitatiebegroting van de ambulancedienst van Delft in de gemeentebegroting van Delft. Die wordt niet overgenomen. Alleen bepaalde kosten en inkomsten worden overgenomen en worden zichtbaar in de begroting. Mevrouw Klijnsma dankt alle aanwezigen en sluit om 17.35 uur de vergadering.