Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
1
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
1. Aanleiding en achtergrond In het jaar 2013 ontving de Nederlandse brandweer in totaal 139.000 meldingen. Het ging hierbij om 52.000 verzoeken om hulpverlening en 87.000 brandmeldingen. Ruim 50.000 van deze brandmeldingen zijn loos; 42.000 van deze loze meldingen kwamen binnen via een brandmeldinstallatie1. Een brandmeldinstallatie heeft ten doel een brand in een dusdanig tijdig stadium te ontdekken, lokaliseren en signaleren, dat de interne organisatie kan worden gewaarschuwd en automatisch alle noodzakelijke brandveiligheidsvoorzieningen worden geactiveerd, zodat personen zich in veiligheid kunnen brengen of in veiligheid kunnen worden gebracht. Op grond van wet- en regelgeving is in bepaalde typen bouwwerken de aanwezigheid van een brandmeldinstallatie verplicht. Binnen deze groep geldt voor gebouwtypen met kwetsbare gebruikers (zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en gevangenissen) aanvullend de wettelijke eis van een automatische doormelding. Dit laatste betekent dat een interne brandmelding vanuit de brandmeldinstallatie rechtstreeks wordt doorgemeld naar de meldkamer van de brandweer. De meldkamer alarmeert vervolgens de juiste brandweereenheid. Om aan de wettelijke eis van een automatische doormelding te voldoen, moeten desbetreffende bouwwerken (hierna genoemd: objecten) via een betaald abonnement worden aangesloten op een openbaar brandmeldsysteem (OMS). Dit systeem wordt geëxploiteerd door de Veiligheidsregio.
2. Problematiek loze automatische brandmeldingen Een brandmeldinstallatie met automatische doormelding wordt aangelegd ter verhoging van de brandveiligheid. Dit systeem heeft echter een keerzijde. Uit de landelijke praktijk blijkt dat tenminste 95% van alle automatische brandmeldingen loos is (formele definitie: een ongewenste2 of onechte3 brandmelding). De oorzaken van deze loze automatische brandmeldingen zijn gelegen in de techniek en in de ‘factor mens’: -
onvoldoende onderhoud en beheer van de brandmeldinstallatie; roken, bakken, braden, douchen in de nabijheid van een melder (onachtzaam menselijk handelen); onbekendheid bij gebruikers met omgang en bediening van de brandmeldinstallatie; plaatsing van melders en een keuze voor een meldtechniek die onvoldoende is afgestemd op het gebruik van de ruimten en plaatselijke omstandigheden; technische storingen.
Als gevolg van loze automatische brandmeldingen rukt de brandweer in Nederland meer dan 100 keer per dag voor niets uit. Deze nodeloze uitrukken brengen veel negatieve consequenties met zich mee, zoals: -
afname van de paraatheid van de brandweer voor daadwerkelijke incidenten elders; onnodige kosten voor de maatschappij; afname van de motivatie van het brandweerpersoneel; verminderde bereidheid van de hoofdwerkgever van een brandweervrijwilliger om deze te laten uitrukken voor automatische brandmeldingen die vaak ‘voor niets’ zijn; onnodige risico’s voor de verkeersveiligheid; geluidsoverlast door sirenes; overlast voor de OMS-abonnee zelf.
3. Landelijk project Structureel Terugdringen van Ongewenste en Onechte Meldingen Gelet op het hoge aantal loze automatische brandmeldingen, is de toenmalige Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding in 2009 gestart met het project Nodeloze Uitrukken Terugdringen (NUT). Vanuit Brandweer Nederland is dit project in 2012 opgevolgd door het project Structureel Terugdringen van ongewenste en Onechte Meldingen (STOOM). Dit project kent een doorlooptijd van 5 jaar (2012-2017). Doelstelling van het project STOOM is:
1
Bron: CBS Brandweerstatistiek 2013. Definitie van een ongewenste melding conform de NEN 2535: een brandmelding veroorzaakt door de aanwezigheid van op brand lijkende verschijnselen die niet het gevolg zijn van brand. 3 Definitie van een onechte melding conform de NEN 2535: een brandmelding die niet het gevolg is van een brand, of op brand lijkende verschijnselen. 2
2
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
-
brandweerkorpsen te stimuleren en te ondersteunen bij het verder terugdringen van het aantal ongewenste en onechte automatische brandmeldingen; achterliggende doelstelling is 50% reductie van het aantal nodeloze uitrukken binnen de periode 2012-20174 ten opzichte van het referentiejaar 2011.
De stip aan de horizon van het project STOOM is dat op termijn de verhouding loze automatische brandmeldingen - echte automatische brandmeldingen omgedraaid wordt: automatische brandmeldingen leiden in 95% van de gevallen naar een echte brand en slechts 5% is loos. Daarbij doet een brandmeldinstallatie waarvoor deze bedoeld is: brand melden. Uitgangspunt hierbij is dat uiteindelijk de gebruiker de verantwoordelijkheid draagt voor de interne verificatie van automatische brandmeldingen van een brandmeldinstallatie. Alleen als er daadwerkelijk brand is, wordt deze doorgemeld naar de meldkamer.
4. Landelijke deelprojecten STOOM Het project STOOM is opgesplitst in een zestal landelijke deelprojecten: (1) verificatie automatische brandmeldingen, (2) juridische aspecten, (3) bewustzijnsbevordering, (4) meet- en registratietechniek automatische brandmeldingen, (5) verdieping handreiking terugdringen van ongewenste en onechte meldingen en (6) kennisdeling.
5. Deelproject 1 STOOM: verificatie automatische brandmeldingen Binnen het deelproject ‘verificatie automatische brandmeldingen’ is een viertal sporen ontwikkeld waarlangs verificatie van automatische brandmeldingen zich dient te ontwikkelen: 1. Rode spoor: verificatie automatische brandmelding door de basisbrandweereenheid ter plaatse Dit spoor houdt in dat de brandweer na elke automatische brandmelding naar het meldadres rijdt en ter plaatse de beoordeling maakt of er al dan niet sprake is van brand. Het rode spoor is nu gemeengoed, maar brengt steevast een nodeloze uitruk met zich mee. 2. Gele spoor: verificatie automatische brandmelding door de meldkamer Op grond van dit spoor neemt de meldkamer meteen na ontvangst van een automatische brandmelding telefonisch contact op het met meldadres. De meldkamer vraagt wat er aan de hand is en op basis van deze informatie wordt beoordeeld of de brandweer ter plaatse moet komen. Zo ja, dan wordt de benodigde brandweereenheid gealarmeerd. 3. Blauw spoor: verificatie automatische brandmelding op locatie door interne organisatie Op basis van dit spoor is in de brandmeldinstallatie een acceptatie- en verkenningstijd ingesteld ten behoeve van verificatie door de interne organisatie van gebruiker. 4. Groene spoor: technische verificatie automatische brandmelding in het brandmeldsysteem Op grond van dit spoor controleert de brandmeldinstallatie ‘zichzelf’ om de zekerheid van een brandmelding te verhogen. Invoering van technische verificatie van een automatische brandmelding in het brandmeldsysteem (bovenstaand groene spoor) is het uiteindelijke streven van de brandweer. Dit kost echter tijd aangezien de technische uitvoering van een zichzelf verifiërende brandmeldinstallatie nog niet wettelijk is geregeld dan wel staat beschreven in enig bijbehorend normblad. Er zijn al wel dergelijke brandmeldinstallaties te verkrijgen.
6. Besluit RBC landelijke invoering tijdelijke verificatie OMS-meldingen door meldkamer brandweer Vanwege de hoge omvang van het aantal loze automatische brandmeldingen en als gevolg hiervan het nodeloos uitrukken van de brandweer met alle negatieve consequenties van dien, werd door Brandweer Nederland de inzet van een snel werkzaam middel nodig geacht. Op grond van praktijkervaringen in het land (waaronder de gemeenten Smallingerland en Opsterland) bleek dat met verificatie van automatische brandmeldingen door de meldkamer (bovenstaand geel spoor) goede resultaten werden geboekt. Om die reden heeft de Raad van Brandweercommandanten (RBC) vorig jaar besloten om verificatie van OMS4
Dit is inclusief de gevolgen van de in 2012 gewijzigde bouwregelgeving: implementatie Bouwbesluit 2012. 3
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
meldingen5 door de meldkamer als tijdelijke maatregel landelijk in te willen voeren. Het gaat hierbij nadrukkelijk om een tijdelijke maatregel: de eindverantwoordelijkheid voor het tegengaan van loze OMSmeldingen hoort uiteindelijk bij de eigenaren/gebruikers van desbetreffende objecten te liggen. Uitgangspunt van het RBC-besluit tot tijdelijke invoering van verificatie is dat na een OMS-alarmering de meldkamer 1 minuut de tijd heeft om telefonisch contact te zoeken met het meldadres om de melding te verifiëren. Is er binnen 1 minuut na alarmering geen contact met het meldadres, dan wordt met prioriteit 2 gealarmeerd. Indien er binnen deze ene minuut wel contact is met het meldadres, maar geen duidelijkheid kan worden gegeven over de melding, dan wordt alsnog met prioriteit 2 gealarmeerd. Wanneer blijkt dat er daadwerkelijk sprake is van brand, vindt alarmering met prioriteit 1 plaats. Hoewel de RBC ernaar streefde om de 1 minuut verificatie-regeling binnen alle Veiligheidsregio’s tijdelijk in te voeren (onder het mom van ‘landelijk gedeelde praktijk’ waardoor inzet van dit middel juridisch sterker staat, zie paragraaf 11), blijkt dat verificatie tot nu toe in 9 regio’s wordt toegepast. De wijze waarop deze 9 regio’s invulling geven aan verificatie is zeer divers; een aantal past conform het RBC-besluit de 1 minuutregeling toe, een aantal andere regio’s werkt met de 1 + 2 minuten-regeling (1 minuut om contact te leggen met het meldadres, daarna nog twee minuten om te kunnen verifiëren) en tot slot is er een regio die een verificatietijd van maximaal 5 minuten heeft ingevoerd. In 12 regio’s loopt nog besluitvorming tot invoering van (tijdelijke) verificatie door de meldkamer. Daarnaast wordt in vier regio’s geen verificatie toegepast; hier wordt getracht het aantal loze automatische brandmeldingen via een andere wijze te reduceren (o.a. door middel van bewustwordingsacties).
7. Stand van zaken OMS-meldingen in Fryslân Als gevolg van de invoering van het Bouwbesluit 2012 is in Fryslân de afgelopen jaren een groot aantal (tot dan toe wettelijk verplichte) aansluitingen op het OMS-systeem afgesloten. Ook is het aantal vrijwillige OMSaansluitingen drastisch teruggedrongen. Daarnaast is het functioneel gebied risicobeheersing in 2014 gestart met een ‘top 3 benadering ongewenste en onechte OMS-meldingen’. Aan de hand van een OMSregistratie is in beeld gebracht welke objecten binnen onze Veiligheidsregio de meeste loze meldingen veroorzaken. Op grond hiervan is per brandweerafdeling een top 3 met ‘veelplegers’ samengesteld. Deze veelplegers worden in eerste instantie via de minnelijke weg aangespoord actie te ondernemen om het aantal loze meldingen terug te dringen. Indien dit minnelijke traject geen soelaas biedt, kunnen door het bevoegd gezag formele juridische handhavingsmiddelen worden ingezet. Ondanks gedane inspanningen binnen het minnelijke traject, kampen we ook in Fryslân nog steeds met meer dan 97% loze automatische brandmeldingen, met alle negatieve consequenties van dien. Onderstaande tabel 1 maakt dit inzichtelijk: Fryslân
2013
2014
totaal OMS-meldingen (incl. PAC)
2.486
2.554
brand ‘loos’ (onecht/ongewenst)
9 2.477
61(*) 2.493
OMS-automatische melder OMS-handbrandmelder OMS-sprinkler Particuliere Alarm Centrale
2.283 56 12 135
2.305 95 19 135
gealarmeerd prio - 1 gealarmeerd niet prio- 1
1.953 10
1.748 21 Tabel 1
(*) De stijging van het aantal echte brandmeldingen volgt uit een betere registratie van de OMS-meldingen. Er is gebleken dat OMS-meldingen door de meldkamer vanuit repressief oogpunt afgehandeld worden. Wanneer er bijvoorbeeld een brandje is geblust door de BHV van een object wordt de OMS-melding afgehandeld als zijnde loos, zodat de brandweer dan niet meer ter plaatse hoeft te gaan.
5
OMS-meldingen zijn automatische brandmeldingen afkomstig uit objecten die hetzij wettelijk verplicht dan wel vrijwillig zijn aangesloten op het openbare brandmeldsysteem (OMS) en daardoor rechtstreeks binnenkomen bij de meldkamer. 4
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
In onderstaande tabel 2 is een vergelijking opgenomen tussen het aantal automatische brandmeldingen en repressie: Jaar 2012 2013 2014
Aantal OMSaansluitingen 1.080 630 636*
OMSmeldingen 2.846 2.486 2.554
Gealarmeerd
Uitgerukt
Ter plaatse
2.114 1.963 1.769
1.923 992 900
1.320 709 616 Tabel 2
*Het merendeel hiervan betreft wettelijk verplichte aansluitingen
Tabel 3 geeft een beeld van de oorzaken van de OMS-meldingen; dit beeld is gebaseerd op 1461 interne OMS-registraties: Oorzaak melding (o.b.v. 1461 ontvangen registraties)
bakken / braden stoom / douche / waterkoker systeem storing BMI kwade opzet activeren BMI roken werkzaamheden aan BMI onbekend vervuilde melder werkzaamheden atmosferische beïnvloeding opwervelend stof beschadiging BMI brandontwikkeling oververhitting kortsluiting droog gekookte pan uitlaatgassen vlam in de pan brandstichting beïnvloeding van apparatuur aërosolen uit productieproces flamberen Eindtotaal (1461)
onbekend
Soort melding echt onecht
ongewenst 425
231 204 121 84 71 68 45 45 39 33 25 25 11 10 9 6 5 1 1
68
61
649
1 1 683 Tabel 3
8. Voorstel tijdelijke invoering verificatie OMS-meldingen in Fryslân door de meldkamer Zoals eerder aangegeven, blijkt uit praktijkervaringen dat de invoering van verificatie van OMS-meldingen binnen de meldkamer een doeltreffende manier is om het aantal onnodige alarmeringen en uitrukken vergaand te doen afnemen. Aangezien de Veiligheidsregio Fryslân de MkNN deelt met de Veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe is over dit onderwerp afstemming gezocht met deze beide regio’s. Voor de regio’s Groningen en Drenthe verifieert de MkNN in beginsel alle binnenkomende OMS-meldingen conform de ‘1 + 2 minuten-regeling’. In het kader van eenduidigheid is het wenselijk dat de Veiligheidsregio Fryslân hierbij aanhaakt. Voorgaande in ogenschouw nemende, wordt het bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân voorgesteld om voor het grondgebied van de Veiligheidsregio Fryslân over te gaan tot tijdelijke invoering van verificatie van OMS-meldingen door de MkNN, conform onderstaande uitgangspunten:
5
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
-
tot 1-1-2017 vindt verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer plaats op grond van de 1 + 2 minuten-regeling: o o o
na ontvangst van een OMS-alarmering heeft de meldkamer 1 minuut de tijd om telefonisch contact te leggen met het meldadres; is er binnen 1 minuut geen telefonisch contact met het meldadres, dan wordt met prioriteit 1 gealarmeerd; is er binnen 1 minuut wel telefonisch contact met het meldadres, dan is er vanaf het ontstaan van dit contact nog 2 minuten de tijd om de melding te kunnen verifiëren. Wanneer er binnen dit tijdsbestek geen duidelijkheid kan worden gegeven over de melding, wordt alsnog met prioriteit 1 gealarmeerd. → indien tijdens het met prioriteit 1 uitrukken alsnog blijkt dat er sprake is van een bevestigde ongewenste/onechte melding, wordt de gealarmeerde eenheid teruggeroepen.
9. Argumenten VOOR tijdelijke invoering van verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer Er zijn verschillende argumenten VOOR toepassing van verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer: -
op grond van artikel 35 lid 2 Wet veiligheidsregio’s heeft de meldkamer als taak het ontvangen en beoordelen van meldingen en het bieden van een adequaat hulpaanbod. De handreiking ‘Bouwbesluit 2012, brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt hierover dat: ‘de meldkamer moet beoordelen of er sprake is van een acute hulpvraag die vraagt om brandweerzorg en alarmeert passend brandweerpotentieel. De meldkamer heeft hiervoor een verwerkingstijd nodig. Het is dus niet vanzelfsprekend dat een ontvangen melding altijd en onmiddellijk beantwoord wordt met het alarmeren van een tankautospuit’;
-
zoals eerder aangegeven blijkt uit praktijkervaringen dat verificatie door de meldkamer (voorafgaand aan het genoemde blauwe en groene spoor) een zeer effectieve maatregel is om het hoge aantal ongewenste en onechte automatische brandmeldingen en uitrukken in korte tijd aanzienlijk te verminderen;
-
verificatie door de meldkamer draagt bij aan bewustwording op het meldadres;
-
verificatie door de meldkamer draagt bij aan een verbeterde informatievoorziening richting repressieve dienst. Door het telefonische contact met het meldadres kan er bij een daadwerkelijke brand beter uitgevraagd worden;
-
verificatie door de meldkamer leidt tot een vermindering van het aantal voertuigbewegingen en daarmee een grotere veiligheid van de burger op straat.
10. Argumenten TEGEN tijdelijke invoering van verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer Er is ook een aantal argumenten te noemen tegen toepassing van tijdelijke verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer: -
de hinder van een loze OMS-melding wordt met verificatie door de meldkamer niet opgelost: de hinder verschuift van incidentbestrijding naar de meldkamer;
-
de meldkamer neemt met invoering van verificatie een (tijdelijke) verantwoordelijkheid op zich die feitelijk bij de eigenaar/gebruiker van het object hoort te liggen.
11. Bestuurlijke en juridische aandachtspunten Tijdelijke invoering van verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer kent een aantal bestuurlijke en juridische aandachtspunten.
6
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
Uit een door prof. Ton Hol e.a. van de Universiteit Utrecht uitgevoerd juridisch onderzoek6 naar de potentie van verschillende in te zetten instrumenten om nodeloos uitrukken van de brandweer te voorkomen, blijkt dat verificatie van OMS-meldingen door de meldkamer een middel met hoge potentie is. Prof. Hol stelt echter dat er geen expliciete wettelijke grondslag is voor toepassing van verificatie. Dit betekent dat toepassing van dit instrument met name in het licht van civiele aansprakelijkheid komt te staan. Het gaat dan vooral om de vraag of verificatie van automatische brandmeldingen strookt met het zorgvuldigheidsbeginsel. Verificatie van ontvangen meldingen door de meldkamer kost immers tijd, hierdoor worden de opkomsttijden van de brandweer verruimd. In het juridisch onderzoek wordt aangegeven dat de kans bestaat dat het later reageren op een melding gezien kan worden als onzorgvuldig en maatschappelijk onbetamelijk. Vertraging vooraleer wordt uitgerukt als gevolg van verificatie, brengt – gelet op de nadruk die de wetgever legt op snelheid van handelen door de brandweer – het risico met betrekking tot aansprakelijkheidstelling wegens onrechtmatig handelen met zich mee. Om aansprakelijkheidsstelling te minimaliseren, is het zaak dat zoveel mogelijk Veiligheidsregio’s verificatie op de meldkamer op uniforme wijze toepassen (eerder genoemde binnen de RBC voorgestane ‘landelijk gedeelde praktijk’). Hiervan is, zoals uit paragraaf 6 blijkt, echter geen sprake.
12. Overige in te zetten maatregelen Naast het voorstel tot invoering van tijdelijke verificatie van OMS-meldingen door de MkNN, wordt nog een aantal andere maatregelen voorgesteld teneinde het aantal ongewenste en/of onechte automatische brandmeldingen terug te dringen: -
Gesprekken Met de veelplegers van loze OMS-meldingen wordt door Brandweer Fryslân het gesprek aangegaan. Insteek van deze gesprekken is gebruikers/eigenaren van deze objecten te bewegen om serieus actie te ondernemen teneinde het aantal loze automatische brandmeldingen terug te dringen. Binnen deze minnelijke weg wordt getracht de oorzaak van de loze meldingen te achterhalen. Daarop volgend wordt bekeken welke maatregelen de abonnee kan treffen om loze meldingen tegen te gaan. De brandweer ondersteunt de abonnee met kennis en expertise op het gebied van brandmeldinstallaties en het in beeld brengen van de oorzaken van de loze meldingen. Gezamenlijk worden afspraken gemaakt over de aanpak inzake het terugdringen hiervan. Deze afspraken worden door de brandweer vastgelegd en bewaakt. Gemeenten (i.c. het bevoegd gezag) worden bij dit traject betrokken.
-
Dossieropbouw Tijdens bovengenoemde gesprekken worden gezamenlijke afspraken gemaakt over de aanpak inzake het terugdringen van loze meldingen. Deze afspraken worden door de brandweer schriftelijk vastgelegd en bewaakt. Desbetreffende gemeenten (i.c. het bevoegd gezag) worden bij dit traject betrokken. Na een dergelijk gesprek worden ten behoeve van dossieropbouw alle OMS-meldingen geregistreerd en schriftelijk bevestigd aan desbetreffende veelpleger. Het bevoegd gezag ontvangt hiervan een afschrift.
-
Mogelijkheid tot inzet bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen door bevoegd gezag Indien bovenstaand minnelijke traject geen soelaas biedt, kan het bevoegd gezag (op advies van de brandweer) onder bepaalde voorwaarden besluiten om bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen in te zetten (bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom). De brandweer kan dit traject ondersteunen met het opgebouwde dossier en inhoudelijke kennis en expertise.
-
Inzet op verantwoordelijkheidstoedeling Door de tijdelijke invoering van verificatie van OMS-meldingen door de MkNN neemt de overheid een ‘aap op de schouder', terwijl het – zoals eerder aangegeven – de verantwoordelijkheid van de gebruiker is om nodeloze automatische brandmeldingen te voorkomen. Alle 636 abonnees moeten bewust worden gemaakt van het feit dat brandmeldinstallaties er zijn voor die gevallen dat men de brandweer daadwerkelijk nodig heeft en niet voor bijvoorbeeld een verbrande tosti, stoom van een douche, het bakken en braden van vlees of het roken onder een melder (onachtzaam menselijk gedrag). Ten aanzien van dit bewustwordingsproces ligt er een belangrijke taak voor Brandweer Fryslân.
6
Bron: Rapport Deelproject Juridische Zaken STOOM, Ton Hol, Ton Duijkersloot, Laurens Venderbos, Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht, 19 juli 2013. 7
Definitief Bestuurscommissie veiligheid d.d. 4 juni 2015
Brandweer Fryslân Functioneel gebied risicobeheersing Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân
-
Investeren op het blauwe en groene spoor Er zal geïnvesteerd moeten worden in verificatie van automatische brandmeldingen eerder in het proces, namelijk op locatie (organisatorisch (blauwe spoor) en technisch (groene spoor): zie paragraaf 5). Deze aanpak moet uiteindelijk leiden tot een effect op zowel de korte als lange termijn. Ook hiervoor is een prominente rol weggelegd voor Brandweer Fryslân.
13. Beoogd effect voorstelde aanpak Zoals uit deze notitie blijkt, wordt ten aanzien van het terugdringen van het aantal ongewenste en onechte meldingen op verschillende sporen ingezet. Dit is een zaak van lange adem. Met de in deze notitie voorgestelde aanpak voor Fryslân wordt een afname van 10% van het aantal ongewenste en onechte OMSmeldingen per jaar realistisch geacht.
14. Randvoorwaarden invoering aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Randvoorwaarden om over te kunnen gaan tot voorgestelde aanpak zijn: -
informeren alle 636 OMS-abonnees over de aanpak; dossiervorming en risicobeoordeling OMS-abonnees; nauwe samenwerking/afstemming met de MkNN ten aanzien van invoering en borging tijdelijke verificatie in de meldkamer-systemen; afstemming en samenwerking met de gemeenten.
15. Financieel Het beoogde effect van voorgestelde aanpak leidt tot een financieel voordeel (onder andere verlaging van het aantal te betalen uitrukuren). Uitgangspunt is het behaalde financiële voordeel door afname van het aantal ongewenste en onechte OMS-alarmeringen in te zetten binnen de voorkant van de veiligheidsketen.
16. Voorstel De Bestuurscommissie Veiligheid van de Veiligheidsregio Fryslân wordt voorgesteld in te stemmen met de in deze notitie beschreven aanpak met betrekking tot het terugdringen van ongewenste en onechte OMSmeldingen, inclusief invoering van tijdelijke verificatie van OMS-meldingen door de MkNN tot 1 januari 2017 op grond van de 1 + 2 minutenregeling: o o o
na ontvangst van een OMS-alarmering heeft de meldkamer 1 minuut de tijd om telefonisch contact te leggen met het meldadres; is er binnen 1 minuut geen telefonisch contact met het meldadres, dan wordt met prioriteit 1 gealarmeerd; is er binnen 1 minuut wel telefonisch contact met het meldadres, dan is er vanaf het ontstaan van dit contact nog 2 minuten de tijd om de melding te kunnen verifiëren. Wanneer er binnen dit tijdsbestek geen duidelijkheid kan worden gegeven over de melding, wordt alsnog met prioriteit 1 gealarmeerd.
8