Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie
mw. drs J. Klijnsma
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
RIS125184_22-feb-2005
Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
BOW/2004.1080 - RIS 125184 Doorkiesnummer
070 - 353 3351 E-mailadres Aantal bijlagen
3 Datum
22 februari 2005 Onderwerp
Plan van aanpak jonge moeders
Geachte voorzitter, In deze brief informeer ik u over de uitwerking van de actiepunten 17 en 18 uit de nota ‘Op uw Gezondheid II, 2003-2006. Actiepunt 17 betreft ”de analyse van de achtergronden van jeugdzwangerschappen en het hierop inrichten van de preventiebenadering”. In deze brief staat samengevat wat deze analyse heeft opgeleverd en hoe preventie wordt versterkt. Verder wordt aangegeven hoe volgens actiepunt 18 “het plan van aanpak voor de hulpverlening aan jonge moeders” wordt uitgevoerd. Tot slot van deze commissiebrief een overzicht van de beschikbare financiën voor dit plan van aanpak. Situatie van jonge moeders in Den Haag Na een forse daling van het aantal tienerzwangerschappen in de periode voor 1996, zien we sinds 1996 het aantal weer toenemen. Inventarisatie van de geboortes bij vrouwen jonger dan 21 jaar in de regio Haaglanden laat zien dat dit aantal voor Den Haag tussen 1996 en 2000 is gestegen met 22% (Epidemiologisch Bulletin, 2002, jaargang 37, nummer 2, bijlage 1). Een publicatie van “Signaal” van de afdeling Onderzoek en Integrale Vraagstukken (OCW) geeft aan dat na de flinke stijging t/m 1999 van het aantal jonge moeders tot en met 20 jaar het aantal van 2000 t/m 2003 schommelt tussen de 324 en de 363 (bijlage 2). In 2001 is door het Jongeren Informatiepunt (JIP) al onderzoek gedaan (uitgevoerd door bureau Eysink, Smeets en Etman) naar de omvang, huisvesting, begeleiding, ondersteuning en informatiebehoefte van jonge moeders. Om inzicht te krijgen in de achtergrond van de stijging van het aantal zwangerschappen is door de GGD in 2003 een sleutelfigurenonderzoek gedaan. In de bijlage 3 vindt u informatie over de onderzoeken van het JIP en de GGD.
Inlichtingen bij Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 3351 Fax: 070 - 353 2210
BOW/2004.1080
2
Wat moet in de stad met prioriteit worden versterkt? Naar aanleiding van de resultaten van de drie onderzoeken (het sleutelfigurenonderzoek, het JIP onderzoek en het epidemiologie -onderzoek), is er in 2003 een bijeenkomst geweest waarvoor alle relevante partijen rondom de hulpverlening aan jonge moeders waren uitgenodigd. In deze bijeenkomst is de bestaande hulpverlening besproken en zijn de verbeterpunten (wenselijke situatie) benoemd. In de bijeenkomst is gezamenlijk een prioritering aangebracht. Allereerst: Preventie Het voorkomen van zwangerschap op jonge leeftijd is zeer belangrijk om situaties als (de keuze voor) abortus en moederschap op jonge leeftijd te verhoeden. Tieners horen via voorlichting over seksualiteit de eigen verantwoordelijkheid in te zien van de mogelijke consequenties van seksualiteit en zwangerschap. Aandacht voor cultuurgebonden aspecten is hierbij van belang. Vervolgens indien preventie niet meer aan de orde is: Vroegtijdig signaleren De ervaring leert dat het vooral bij jonge moeders erg belangrijk is om de begeleiding zo snel mogelijk te starten. Te vaak nog vinden bevallingen vanuit ongunstige omstandigheden plaats op de EHBO van een ziekenhuis en is er geen sprake van terugkeer naar een stabiel thuisfront waar moeder en pasgeborene terecht komen. Jonge moeders moeten daarom in een vroeg stadium worden gesignaleerd en worden toegeleid naar goede voorbereiding op zwangerschap, bevalling en de periode daarna. Huisvesting Een jonge moeder verwoordde het als volgt: "Wanneer je geen goede huisvesting hebt, dan wil je geen bezoek ontvangen. Dus ook niet van bijvoorbeeld thuiszorg." Dit geeft aan dat goede huisvesting, naast een inkomen en het hebben van een sociaal netwerk van essentieel belang is voor jonge moeders. Wanneer de basis goed geregeld is, zal de jonge moeder meer openstaan voor de verschillende vormen van ondersteuning en/ of hulpverlening. Maatschappelijk werk/ontmoeting Het is van belang om ambulante hulp in praktische zin voor jonge moeders te kunnen bieden. Het gaat om een daadkrachtige aanpak die specifiek voor jonge moeders wordt ontwikkeld. Koppeling aan ontmoetingsgroepen wordt hierbij zeer aangeraden. Ontmoetingsgroepen zijn laagdrempelig en jonge moeders kunnen veel herkenning vinden in de situatie van groepsgenoten. Ontmoetingsgroepen zijn niet voor alle jonge moeders geschikt. Ten aanzien van Antilliaanse en Afrikaanse jonge moeders is aangegeven dat zij meer baat zouden hebben bij individueel maatschappelijk werk. Hierbij wordt het noodzakelijk geacht dat het maatschappelijke werk wordt bijgeschoold met betrekking tot de culturele achtergronden van Antilliaanse en Afrikaanse jonge moeders. De samenwerking tussen de verschillende hulpverlenende instanties is van groot belang. Eén loket voor de hulpverlening waar jonge moeders terecht kunnen met al hun vragen maakt de weg naar ondersteuning, begeleiding of hulpverlening voor jonge moeders toegankelijker.
BOW/2004.1080
3
Plan van aanpak jonge moeders Aan de hand van de prioriteiten die volgen uit de onderzoeken en de bespreking van die resultaten met de betrokken instellingen uit Den Haag, wil ik de volgende aanpak met ingang van 2005 realiseren: Preventie van tienerzwangerschap (bestaand en nieuw beleid) De preventie krijgt op dit moment gestalte op collectief niveau via gezondheidsvoorlichting op het terrein van seksualiteit en SOA/Aids preventie. In het kader van het SOA/Aids preventieplan (BOW 2003.259) wordt door de GGD het lespakket ‘Lang leve de Liefde’ actief gepromoot op scholen voor het voortgezet onderwijs. Dit lespakket is gericht op jongeren en seksualiteit. Tevens verzorgt de GGD informatiestands op festivals. Daarnaast vindt individuele voorlichting plaats door de jeugdarts in het Periodiek Geneeskundig Onderzoek voor leerlingen uit de tweede klas van het voortgezet (speciaal) onderwijs. Het JIP coördineert voorlichting door jonge moeders op scholen over de consequenties van moederschap op jonge leeftijd en organiseert de succesvolle ‘Week van de Liefde’. Via voorlichting eigen taal en cultuur wordt dit jaar voorlichting gegeven specifiek aan Antilliaanse jongeren met financiering vanuit het actieprogramma ‘Traha Brug’. Verder houdt het Rutgershuis 1 keer per week een spreekuur bij het Jongeren Informatie Punt over seksualiteit. Loketfunctie voor toeleiding naar passende hulpverlening (bestaand en nieuw beleid) Een goed herkenbaar loket in Den Haag voor jonge moeders is van belang voor het vroegtijdig signaleren van jong moederschap en voor het inspelen op hulpvragen. Het loket voor jonge moeders kan worden vormgegeven door de bestaande centrale functie van het Jongeren Informatie Punt (verstrekken van informatie, sociale kaart) uit te bouwen met een spreekuur op deze locatie (centraal en laagdrempelig) voor Haagse jonge moeders. Dit spreekuur wordt vanuit het Maatschappelijk Werk (FIOM) ingevuld. Vanuit dit spreekuur (‘intake’) kunnen jonge moeders indien nodig worden verwezen naar de begeleiding van ouder- en kindzorg van de Thuiszorg (indien dit nog niet gebeurt) en naar juiste activiteiten of hulpverlening. Daarnaast wil het JIP de informatievoorziening via de website voor jonge moeders continueren en verder uitbouwen en jaarlijks een affiche voor zwangere meiden en jonge moeders (ontwikkeld met Importante) vernieuwen en afdrukken. Versterken zelfredzaamheid van de jonge moeder (bestaand en nieuw beleid) Bij de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten, binnen de afdeling Werkgelegenheidsprojecten en arbeidsmarktbeleid (WAM) loopt het project ‘Dream and Future’. Dit huiskamerproject is een voortraject waarin jonge moeders zich één ochtend in de week kunnen beraden op hun toekomst en ze met andere jonge moeders kunnen praten of alles wat hen bezig houdt. Vervolgens kunnen de jonge moeders doorstromen naar het oriëntatieproject. Daar wordt vier maanden lang twee ochtenden in de week concreet toegewerkt naar scholing of een baan. Voor de deelnemers aan deze projecten wordt kinderopvang geregeld. Aan het huiskamerproject kunnen ongeveer 30 jonge moeders per jaar deelnemen. Voor het vervolgtraject is er plaats voor maximaal 24 deelnemers per jaar. Sinds 2001 organiseert KASO het Maatjesproject voor Jonge moeders. Jonge moeders met een klein sociaal netwerk worden gedurende een jaar gekoppeld aan een vrijwilligster - een maatje. Door het wekelijkse contact tussen maatje en jonge moeder, groeit er een vertrouwensrelatie. Om de jonge moeders uit hun isolement te halen en de zelfredzaamheid verder te versterken, wordt het ‘Maatjesproject’ van stichting KASO in 2005 aangehaakt bij de FIOM-hulpverlening die is ondergebracht bij de stichting Welzijn Escamp.
BOW/2004.1080
4
Ook start het FIOM met een open (zelfhulp) groep voor zwangere meiden en jonge moeders in de moedercentra van Den Haag. Daarbij wordt ook gelet op toegeleid ing naar werk of scholing. Via het spreekuur van het FIOM/ maatschappelijk werk op locatie bij het JIP kunnen jonge moeders naar deze initiatieven worden doorgeleid (tenzij eerst intensievere hulpverlening aan de orde is). Huisvesting (bestaand en nieuw beleid) Jonge moeders in een hulpverleningstraject kunnen op 2 mogelijkheden aan huisvesting komen: 1) Stichting Luna (Vestia, Staedion en Haagwonen hebben 25 woningen bestemd voor verhuring van maximaal twee jaar aan zorgjongeren); 2) Voorrangsverklaring (burgers krijgen onder bepaalde voorwaarden een voorrangsverklaring voor het vinden van woonruimte). Voor beide initiatieven geldt dat het noodzakelijk is om met hulpverlening in aanraking te zijn om in aanmerking te komen voor het spoedig vinden van een woning. Voor een deel van de jonge moeders en hun kind is dit aan de orde. Voor een deel van de jonge moeders die (nog) geen beroep doen op de hulpverlening is het juist van belang dat zij woonruimte kunnen vinden als een basisvoorwaarde voor een stabiele leefsituatie , om te voorkomen dat ze in de hulpverlening belanden. Het college heeft extra subsidie verleend aan de stichting Luna waardoor jonge moeders, ongeacht een hulpverleningsrelatie, in aanmerking kunnen komen voor een woning. Financiële dekking plan van aanpak Het Jongeren Informatie Punt, stichting Welzijn Escamp (FIOM) en stichting KASO hebben samen een plan ingediend waarin zij een aanbod doen voor het organiseren van één loket voor jonge moeders. Hierin bieden zij de in deze brief beschreven elementen als een wekelijks spreekuur, het maatjesproject, een netwerk, een website en een affiche/ folder. Voor de realisatie van dit plan van aanpak is dekking gevonden binnen de beschikbare middelen voor het FIOM. De FIOM-taken op stedelijk niveau worden op dit moment grotendeels ingezet voor de zoekacties naar biologische ouders. Dit blijkt geen wettelijke taak. Op basis van bovenstaande analyse hecht ik daarom aan herprioritering van de beschikbare middelen voor FIOM/maatschappelijk werk. Met de stichting Welzijn Escamp is overeengekomen dat binnen de structurele middelen voor FIOM maatschappelijk werk, te weten € 159.747,00 ten behoeve van de doelgroep jonge moeders 1) het loket met (FIOM) maatschappelijk werk voor jonge moeders en 2) het structureel overnemen van het maatjes-project van stichting KASO met ingang van 2006 (bij herverdeling welzijnsgelden) kan worden gerealiseerd. Het jaar 2005 wordt gebruikt om het maatjes-project van stichting KASO over te dragen aan stichting Welzijn Escamp. Hiervoor verstrekt de gemeente incidenteel subsidie. Concreet betekent dit dat stichting Welzijn Escamp, stichting KASO en het JIP het volgende voor jonge moeders realiseren: • (regionaal) spreekuur bij het JIP Den Haag; • open (zelfhulp) groepen van jonge moeders; • inbedding van het maatjesproject binnen het FIOM maatschappelijk werk in 2005 (ten behoeve van het structureel aanbieden van het maatjesproject binnen FIOM maatschappelijk werk met ingang van 1 januari 2006); • casusoverleg en indien nodig case-management;
BOW/2004.1080
• •
5
deskundigheidsbevordering en overdracht expertise; evaluatie, signalering en signaleringsrapport.
Daarnaast blijft dan ook FIOM maatschappelijk werk ook beschikbaar voor de doelgroep volwassen vrouwen. Dit betreft hulpvragen op het gebied van adoptie, abortus, ongewenste zwangerschap en ongewenste kinderloosheid. De specifieke hulpverlening voor zoekacties naar biologische ouders valt daarmee niet meer onder de huidige gemeentelijke subsidiering. In de nota ‘Op uw Gezondheid II, 2003-2006’ is de preventie en hulpverlening ten aanzien van jonge moeders als speerpunt opgenomen (actiepunten 17 en 18). Met middelen uit nieuw beleid Volksgezondheid, aangevuld met middelen uit het Jeugdbeleid kunnen de volgende activiteiten van het Jongeren Informatie Punt worden gerealiseerd: • onderhouden van de website voor jonge moeders; • ontwikkeling en uitgifte van voorlichtingsmateriaal; • begeleiding van een jonge moedergroep (t.b.v. voorlichting op scholen); • organiseren van het ‘netwerk jonge moeders’ waarin betrokken organisaties casusoverleg houden en onderlinge taken afstemmen; • organisatie van een seksspreekuur voor jongeren (voormalige Rutgerstaak, nu ondergebracht bij stichting Preterm Den Haag) op locatie bij het JIP; • evaluatie, signalering en signaleringsrapport. Ik heb er vertrouwen in dat door de uitvoering van dit gemeentelijke plan van aanpak we de preventie goed hebben georganiseerd en jonge moeders én hun kind in Den Haag een goede start kunnen geven. Met vriendelijke groet,
Jetta Klijnsma