Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
mevr. mr. K.H.A. Heenk Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden p/a griffier van de Raad Nijmegen, 28 april 2014
Onderwerp :
openstaande punten zitting 26 mei 2014 14:15
Geachte mevrouw Heenk, Op 26 mei 2014 heeft u het voorzitterschap in de tuchtrechtzitting om 14:15 in Arnhem waarin ik mijn klacht over mevrouw mr. R. Ester mag toelichten. Voor aanvang van de zitting zijn er openstaande punten, die ik graag afgehandeld zie. (1) Zittingstukken In mijn brief van 17 april noem ik dit punt, overigens met een foutieve verwijzing naar artikel 46e lid 5 hetgeen 46d lid 5 moet zijn. Het gaat over voorbeeld (1), ik kopieer hier de relevante (gecorrigeerde) tekst: Volgens mij zijn bij het tuchtrecht algemene beginselen van een eerlijk proces van toepassing (EVRM artikel 6). Ooit van de Rechtbank Arnhem de voorlichting gekregen dat dit verankerd is in de Nederlandse wetgeving in het wetboek van rechtsvordering, artikel 19: De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Begrijp ik goed, dat in gewoon Nederlands dit betekent dat een (tucht)rechter uitsluitend zijn mening mag formuleren op basis van stukken die bij beide partijen bekend zijn? Ik lees hier dan een impliciet gebod van de wetgever dat de bedoelde gegevens in artikel 46d lid 5, mij spontaan worden toegezonden.
Voor uw gemak, advocatenwet 46d lid 5 luidt: Bij het ter kennis brengen aan de raad van discipline van de in het vierde lid bedoelde klacht, legt de deken een verklaring over waaruit blijkt of tegen de advocaat, tegen wie de klacht is ingediend, eerder tuchtrechtelijke klachten zijn ingediend. Indien de advocaat eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, vermeldt de verklaring tevens de maatregel die is opgelegd.
Zoals u begrepen heeft ben ik niet blij met de ontwijkende antwoorden van de deken, mr. P. Wilmink. Het verleden heeft mij geleerd dat ik, bij veel juristen, om te voorkomen dat ik dergelijke ontwijkende antwoorden krijg, een normale vraag moet opsplitsen in sub-vragen. Zonder u direct in die groep te willen plaatsen, voor mijn beeldvorming: (a) Hebt u de genoemde verklaring van de deken of het bureau van de Orde ontvangen? (b) Zo ja, Is deze informatie in bezit van de andere leden van de zittingscommissie, of bestaat de kans dat u op enig moment in de procedure, op welke wijze dan ook (bijvoorbeeld mondeling en globaal) deze informatie met andere leden van de zittingscommissie deelt? Zo nee, waarom niet? (c) Zijn bij tuchtrecht de regels van een eerlijk proces van toepassing, zoals bij strafrecht en privaatrecht, in concreto: het zonder uitzondering bekend zijn van informatie bij alle partijen en de rechters?
Emile Gemmeke
(d) (e) (f)
Kunt u mijn gedachtegang volgen dat ik meen recht te heb op deze verklaring, zo nee graag details? Kunt u een juridische reden geven waarom mij deze informatie (de verklaring) met herhaling geweigerd werd (jurisprudentie, wetgeving e.d.)? Afhankelijk van antwoorden op de vorige vragen: (f)_1. Gaat u om, omwille van en correcte rechtsgang, mij genoemde verklaring met spoed verstrekken? (f)_2. Kunt u mij aangeven welke maatregelen ik had kunnen nemen om deze verklaring in een eerder stadium te verkrijgen?
(2) Vastlegging zitting Zonder hier indirect toevoegingen te doen aan het omvangrijke dossier, wil ik u aandacht vragen voor het volgende: 1. De onderliggende zaak is een familie aangelegenheid. Deze vader is het contact met zijn dochters kwijt door de vele leugens van hun moeder en hun advocate. 2. Het leugenachtige gedrag van moeders advocate, beklaagde, heb ik in het klaagschrift op diverse punten laten blijken, waarbij ik hier aan twee duidelijke wil refereren: (a) Ik heb haar eens ernstig aangesproken, hiervan maakte beklaagde anderhalf jaar na dato eerst “lichamelijk bedreigd” en daarna “letterlijk naar de keel gevlogen”. (b) Ik hou beklaagde op de hoogte van procedures, hiervan maakte beklaagde “spam” en “inbreuk in haar privacy”, waardoor ik twee agenten vriendelijk te woord kan staan. 3. Ik wil mij in de (verre) toekomst met feiten kunnen verdedigen tegen herhaling van haar “methode van werken”. Niet alleen binnen juridische procedures, maar minstens zo belangrijk mocht beklaagde opnieuw mijn kinderen met leugens proberen te indoctrineren (eventueel met inschakeling c.q. via van mijn ex-partner). 4. Voor zo’n mogelijke toekomstige verdediging wil ik feiten paraat hebben en niet afhankelijk zijn van de medewerking en/of het geheugen van anderen. Het is natuurlijk uiterst triest dat een rechtzoekende in een situatie is gemaneuvreerd, die zulks een verzoek nodig maakt, indien bovenstaande voorvallen voor u onvoldoende motivering betekenen, wil ik graag, zonder hiermee mijn klaagschrift te willen aanvullen, een lijst maken van andere voorvallen. Daarnaast, en dat sluit aan op mijn brief van 17 april 2014, hebben velen in “juridisch Nederland” mij laten blijken dat vertrouwen goed is, maar controle beter. Ik hoef maar te wijzen naar mijn punt (1), wanneer ik geen recht heb op die verklaring, waarom wordt mij dat niet eenvoudig uitgelegd? De onwil om te verantwoorden draagt niet bij tot vertrouwen. Vandaar dat ik graag een beeld en geluidsregistratie van de zitting wil hebben. Heel mooi zou het zijn wanneer de Rechtbank Arnhem systematisch dit zou verzorgen. Niet alleen voor de griffier handig, maar ook voor de situaties die ik mee gemaakt heb. In mijn brief van 17 april 2014 noem ik het zelf laten maken, maar dat heb ik te beperkt geformuleerd. Wie een opname maakt, maakt mij niet uit. Graag van u, naar keuze in volgorde van voorkeur, het volgende: • de Rechtbank Arnhem verzorgt een video-opname en verziet mij aansluitend aan de zitting van een ongemonteerde kopie; • u geeft mij toestemming om zelf een persoon en apparatuur te regelen, waarbij ik geen moeite heb om na afloop de griffier een kopie te overhandigen.
Emile Gemmeke
Zelf zie ik een opname als enige afdoende bescherming en lijken mij andere registratievormen en/of verklaringen van aanwezigen na afloop en/of op enig later moment als een optie met een duidelijk mindere garantie gezien de vindingrijkheid van beklaagde. Mr. M. van Osch heeft mij op dit onderwerp een antwoord gegeven, zie bijlage en mijn reactie aan hem. Daarin zat niet de primaire reden van mijn verzoek. Dat was een tekortkoming in mijn voorlichting, zijn antwoord sluit aan bij de beperking die mijn brief in zich had. Zelf had ik reeds de conclusie getrokken dat er twee toestemmingen nodig zijn. De uwe en die van het bestuur van de Rechtbank Arnhem. Uit de andere bijlage blijkt dat ik dit verzoek het bestuur voorleg. Ik adviseer u het thema van mijn brief van 17 april 2014 tijdig tot u te nemen. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: diverse betrokkenen
RaadvanDiscipline
@ criÍtier(Amhem) mr.H.A.lV. Ritsrna-Hanman Secretariaai C. Palm
De heerE. Gemmeke De Geerkamo 1014 6545HB NIJMËGEN
Arnhem 24 aoril2014 Onzereferentie 14-53 lnzake E. Gemmeke/mr. R.B.Ester
GeachteheerGemmeke, Uw briefd.d. 17 april2014is in goedeordeontvangen en zal bij hetdossier,dat ter kennisvan de zittingscombinatie wordtgebrachtwordengevoegd.lk stuur danookeen kopievan uw briefaan mr. Ester. Naar aanl,ejding van uWmededelircdat u vgn ele Atrng een vrdeo:epnêÍne_Wtl latenmakendeel ik u mededat het ingevolgede huisregels van het paleisvan justitie,alwaarde zittingzoals gebruikelijk plaatsvinden, zal in verbandmet privacyen het portretrecht van justitiabelen en bezoekersniet is toegestaan camera'sen/offilm-en/ofgeluidsopnameapparatuur te gebruikenin hetgebouw, tenzijuitdrukkelijk toestemming is verleend.Hetnietnalevenvandezeregelskan leidentot verwijdering en/ofontzegging van de toegangtot het gebouw.Voor mediageldtde landelijke Persrichtlijn. Het is niettoegestaan mobieleteleÍoons, laptops,semafoonsen anderedraagbare(tele-)communicatie-apparatuur in zittingzalen ingeschakeld te hebbenof te gebruiken,tenzijde rechterhiervoor toestemming heeftgegeven. Het voorgaandegeldt ook voor tuchtrechtzaken. Voor zoveÍ uw mededeling bedoeldmochtzijnals een verzoektot het opnemenvan de zittingin beelden/of geluid,heeft als uitgangspunt te geldendat de openbaarheid van de zitting gewaarboÍgd voldoende is en dat,tenzijde zittingscombinatie die uw klachtzaak zal behandelen anderszal oordelen,het niet zal zijn toegestaanopnameste maKen. Eenkooievan dezebriefstuurik aanmr. Esteren aande deken. Met
. vanOsch de raadvan disciDline l-2.
-.
Postbus30214, 6803 AEArnhem Co esDondent-eadres: ' 359 36 01, www.raadvandiscipline.nl Ieletoon026 - 359 399ja*n26
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
mr. M. van Osch Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden p/a griffier van de Raad Nijmegen, 28 april 2014
Onderwerp :
uw brief d.d. 24 april 2014
Geachte heer van Osch, Dank voor uw reactie op mijn brief van 17 april 2014. Ik wil u een oprecht compliment maken. In de afgelopen acht jaren heb ik vele briefwisselingen met juristen gehad. Bestuurders van Rechtbanken, griffiers, Nationale Ombudsman, landelijke deken en lokale deken, ministerie van Veiligheid en Justitie etc.. De gemiddelde antwoorden zijn van bedroevend laag niveau, vragen worden niet beantwoord, antwoorden deugen niet, er wordt geen verantwoordelijkheid genomen etc. etc.. Ooit een keer een voorzitter van de rechtbank Arnhem het compliment gemaakt dat ze, mevrouw mr. drs. M.J. Blaisse op 6 januari 2013, een antwoord gaf dat ik beoordeelde als een 6, dus voldoende. Uw antwoord is redelijk compleet en sluit aan op de vraagstelling, enige minpuntje is de afhandeling van mijn procedurele opmerkingen. U stelt dat mijn brief aan het dossier wordt toegevoegd, waarmee u de verantwoordelijkheid voor beslissingen op de juiste plaats legt. Dat lijkt perfect, echter … Eerdere correspondentie met de Raad heeft mij de indruk gegeven dat het dossier hooguit enkele dagen voor de zitting, de zittingscombinatie wordt aangereikt. Bij een goede voorbereiding door de deken is daar niets op aan te merken, zelfs in tegendeel, ik meen dat zo’n procedure een goede rechtsgang bevorderd. Maar die afhankelijkheid is onmiskenbaar: “bij een goede voorbereiding”. Vandaar dat ik meen dat toevoegen aan dossier onvoldoende is, dat er met hoge urgentie op de vraagstelling aandacht moet worden gevestigd op de vraag: Heeft het Bureau van de Orde zich op een juiste wijze gekweten van haar maatschappelijke en wettelijke taak? Het begrip onderzoek, niet stukkenuitwisseling, wordt in de Advocatenwet art 46c (3x), 46d, 46h, 47 gebezigd. Zoals ik dit aan de Hoge Raad, in het kader van mijn klacht over mr. B. van der Pol, uitleg: Voor mij betekent onderzoek enige hersenactiviteit. Vragen formuleren waarop antwoorden moeten komen. Zaken chronologisch ordenen en controleren of een beeld compleet en zonder tegenstrijdigheden kan worden vastgesteld. Zelf ooit begonnen aan een studie psychologie en daar was dit bij het vak “methoden en technieken” common-sense. Enige jaren later op de universiteit Nijmegen werkzaam geweest bij de vakgroep methoden en technieken van Beleidswetenschappen. Daar was dit niet anders.
Emile Gemmeke
Welk belang heeft de maatschappij, de Orde en ikzelf bij een gedegen onderzoek? Staatssecretaris Teeven formuleert op 2 april 2014 in antwoord op de heer Van Nispen: … heeft gevraagd of een griffierecht wel binnen het tuchtrecht valt. Ik zie geen principiële bezwaren tegen een griffierecht in het tuchtrecht. In het tuchtrecht voor accountants geldt bijvoorbeeld ook een griffierecht. Ik wijs in dit verband op artikel 23 van de Wet tuchtrechtspraak accountants. Het klopt dat het tuchtrecht niet strekt tot persoonlijke genoegdoening van de klager, hoewel de klager dat zelf vaak wel zo zal ervaren.
Dat heb ik behoorlijk helder voor ogen, mijn doel is het maatschappelijke. Waar Fred Teeven zijn afsluitende verwachting vandaan haalt weet ik niet, misschien iets als: zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Psychologen zien dit als het beeld dat met introspectie opkomt projecteren op de omgeving. Onze neuzen zouden dezelfde kant op moeten staan en van mijn “neus” weet ik zeker dat die behoorlijk integer en objectief gericht is. Volgens mij had u de klacht retour moeten sturen aan de deken en deze ongenadig op de huid moeten zitten om nu eindelijk na 20 maanden een aantal belangrijke feiten met hoge betrouwbaarheid objectief vast te stellen. Door dit niet te doen, voelt uw handelen overeenkomstig aan dat van de deken. Gedreven door pragmatische gedachten, de vooringenomenheid dat alle klagers van het soort notoire zijn en er eindelijk van af willen zijn wordt het probleem doorgeschoven naar de volgende in lijn. Waarmee de hete aardappel (tja … eigenlijk de rotte appel) bij mevrouw Heenk op haar bord ligt. Zij mag zien hoe ze op de gecreëerde puinhoop een net resultaat maakt, of … de bal teruglegt waar ze volgens goed tuchtrecht thuishoort: bij de deken voor goed onderzoek. Net als de vraag die de deken en u onbehandeld laten: alle zittingsstukken bij alle partijen, volgens Europees recht (eerlijk proces), dus niet volgens de traditie binnen de Nederlandse advocatuur. Of vergis ik mij? Ik kan u verzekeren dat ik alle begrip heb voor de positie van mevrouw Heenk, echter mijn handelen, zal uitsluitend gericht zijn op een goede tuchtrechtsgang ten dienste van onze samenleving.
met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: diverse betrokkenen
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
de President van de Rechtbank Arnhem mr. H.C. Naves Rechtbank Arnhem Postbus 9030 6800 EM Arnhem Nijmegen, 28 april 2014
Onderwerp :
videoregistratie tuchtrechtzitting 26 mei 2014 14:15
Geachte heer Naves, Gepland staat op 26 mei 2014 een tuchtrechtzitting in de Rechtbank Arnhem. Zoals u in bijlage, mijn brief aan de voorzitter van de zittingscombinatie1, kunt lezen, wil ik graag een videoregistratie van de zitting. Ik noem in mijn brief aan mevrouw mr. Heenk al opties. Uitgaande van de meeste praktische optie, ik laat een vriend de opname verzorgen, verzoek ik u ons toestemming te geven om met de volgende apparatuur het gebouw binnen te treden: Video camera: Sony HDR-CX115E S/nr: 3342096 En, uitsluitend indien de rechtbank, de Raad van Discipline, de griffier of beklaagde een kopie wil hebben, uitgaande dat er binnen de Rechtbank hiervoor geen apparatuur eenvoudig ter beschikking kan worden gesteld: Voor het maken van een kopie, een 15 inch laptop: Compaq 6730s S/nr CNU9142D60 Indien in verband met beveiliging deze apparatuur aan grondig, lees tijdrovend, onderzoek wordt onderworpen, verzoek ik u, mij hierover details te geven (immers ik wil de zeer geachte zittingscombinatie niet onnodig laten wachten). met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: diverse betrokkenen
1
Persoonlijk vind ik de woordkeuze “zittingscombinatie” bijzonder, maar ze wordt gebruikt door de voorzitter van de Raad van Discipline, mr. M. van Osch.